gemeente veendam Verslag : commissie VROM

gemeente veendam Verslag : commissie VROM Voorzitter Griffier Datum Aanwezig

: : : :

Afwezig

:

N. Zweerts de Jong R. Brekveld 21 mei 2012 de commissieleden M.E. Altuntas, mw. J. Bakema, A.P.J. Bleeker, J.B. Bos, mw. L.M.D. Datema, R. Feijen, S.W.R. Helder, mw. W.J. Hilbrants-de Boer, J.T. Kiezebrink, J.P. Langen en mw. A.A. Spelde. Wethouder H.J. Schmaal (tot en met agendapunt 6) en wethouder B. Wierenga.

Agendapunt

Onderwerp

1.

Opening: de voorzitter opent om 19.30 uur de vergadering.

2.

Gesprek met genodigden: geen.

3.

Vaststellen agenda. Agendapunt 6 “jaarrekening 2011 en Voorjaarsnota 2012” wordt van de agenda gehaald. Vorige week is in de commissie BEM besloten de technische vragen schriftelijk af te doen. In de plaats daarvan wordt een nieuw informatief agendapunt toegevoegd, te weten een te plaatsen noodlokaal bij CBS De Kern (voor zover het de ruimtelijke ordening betreft).

4.

Mededelingen en ingekomen stukken: Wethouder Schmaal informeert de commissie over een op initiatief van investeerders te beleggen openbare informatieavond op 31 mei 2012 over de herinrichting van Kerkstraat-West.

5.

Verslag van de vergadering VROM van 10 april 2012, tevens stand van zaken van door het college gedane toezeggingen Het verslag wordt op verzoek van mevrouw Spelde vastgesteld met één correctie: waar in de tekst op pagina 5 in de eerste regel bij de rondvraag staat “J. Kammingastraat” wordt bedoeld “K.J. de Vriezestraat”. Naar aanleiding van pagina 1: de heer Kiezebrink heeft vastgesteld dat de fietsvoorziening bij de Provinciënlaan niet is weggehaald en niet is verplaatst. Wethouder Wierenga geeft toe dat hij dat zelf inmiddels ook heeft geconstateerd. Het resterende deel wordt ook opgeruimd, opgeslagen en eventueel later elders herplaatst. Naar aanleiding van pagina 5, waar de heer Kiezebrink in de rondvraag de onduidelijkheid over de bebording aan de K.J. de Vriezestraat aan de orde heeft gesteld: voor een journalist is dat aanleiding geweest een badinerend stukje over hem te schrijven. Hij vindt dat beneden niveau. Waarvan acte. Naar aanleiding van pagina 5, waarin de heer Bos aandacht heeft gevraagd voor de misverstanden bij inwoners over de interpretatie van bestemmingsplannen: na overleg met de griffier is door laatstgenoemde overlegd met wethouder Schmaal om een aantal ergernissen nader uit te diepen. Wordt vervolgd in de commissie VROM. Naar aanleiding van pagina 6: toezegging nummer 9, het defecte toilet op de Promenadeparkeerplaats. De heer Kiezebrink vindt het nog steeds niet hersteld zijn van dit toilet een anti-reclame voor de gemeente (het toppunt van ongastvrijheid). Wethouder Wierenga antwoordt dat een raadsvoorstel in voorbereiding is: het betreft niet alleen onderhoud (vraag van mevrouw Datema) het gaat “verder”, reden waarom het college krediet gaat vragen aan de raad. De heer Langen doet nog de suggestie een verwijsbordje op te hangen dat men gebruik kan maken van de mooie toiletten in vanBeresteyn. De wethouder voelt er niet voor. De commissie is in afwachting van het raadsvoorstel. Naar aanleiding van pagina 6: toezegging nummer 8 over de ontwikkelingen in de varkenssector en de mogelijke beleidsruimte voor de raad. Wethouder Wierenga stelt de commissie voor deze toezegging van de lijst te halen, nu een vergunning verleend is en geen

1

beroep is aangetekend tegen de vergunningverlening. Op een vraag van de heer Feijen antwoordt de wethouder dat op grond van de nieuwste regelgeving er geen eigen beleidsruimte is voor de gemeente. Wethouder Schmaal vult aan dat de vergunningaanvraag getoetst is aan de nieuwe provinciale omgevingsverordening. Een verordening waar alle 23 Groningse gemeenten zienswijzen over hebben ingediend over de grote bestuurlijke inmenging door de provincie. De provincie houdt voet bij stuk. Het onderwerp kan weer onderwerp van bespreking worden in de gemeenteraad zodra binnenkort het bestemmingsplan buitengebied aan snee komt. 6.

Informatief: plaatsen noodlokaal bij CBS De Kern Op de publieke tribune is aanwezig mevrouw E. Kampen namens ouders en medezeggenschapsraad De Kern. Desgevraagd maakt zij van de gelegenheid gebruik in te spreken. Zij vertelt de commissie dat de directie vorig jaar informatie verstrekt heeft over het ruimtegebrek op school. Een speellokaal is inmiddels tot kleuterlokaal omgebouwd. Het gymmen gebeurt nu in een lokaal van het Ubbo Emmius. De verwachting is dat er volgend schooljaar nog meer kinderen bij De Kern worden aangemeld. Voor eigen rekening heeft De Kern inmiddels een noodlokaal aangeschaft, die zij zelf wil plaatsen op het veld naast de school. Het college maakt daar bezwaar tegen. Haar vraag aan de commissie luidt: wat is er tegen om het noodlokaal op het veld naast de school te plaatsen, behalve dan dat het in strijd is met het bestemmingsplan. Desgevraagd (de heer Langen) antwoordt mevrouw Kampen dat de bestemming “groen” is. Het is wettelijk geregeld dat aanmeldingen voor een school niet geweigerd kunnen worden; de grootste bezwaren tegen het voorstel van het college het noodlokaal op de speelplaats en derhalve binnen de kaders van het bestemmingsplan te plaatsen luiden dat de speelplaats daarmee kleiner wordt, het uitzicht voor bewoners weggenomen wordt alsmede dat het gevaar ontstaat dat hangjongeren zich ter plaatse gaan ophouden (antwoorden op vragen van mevrouw Datema). De heer Bos pleit voor een discussie over dit onderwerp die alleen de ruimtelijke ordening raakt. Mevrouw Hilbrants vraagt of het college geen creatieve oplossing weet. Wat is wel mogelijk? De heer Feijen wil graag een historisch overzicht van het college op welke wijze het huidige bestemmingsplan tot stand is gekomen. De heer Helder refereert aan een gesprek met de heer Herder over de noodzaak van het plaatsen van het noodlokaal. Hij is bekend met een voorbeeld elders in Veendam waar ook noodlokalen staan (Daltonschool). De heer Langen pleit voor een creatieve bouwkundige suggestie: plaats permanente nieuwbouw die in zijn algemeenheid voor educatieve doeleinden kan worden gebruikt in plaats van geld te steken in een noodlokaal. Wethouder Schmaal schetst de bouwkundige en bestemmingsplantechnische situatie (ramen, vluchtroute, vuurlastberekening alsmede het bouwblok waarop bestemmingsplantechnisch zonder formeel juridische bezwaren gebouwd kan worden). Er is onlangs een nieuwe wet in werking getreden die de regels voor het geven van een ontheffing heeft aangescherpt: als een ontheffing tijdelijk wordt verleend, dient bij voorbaat te worden aangetoond dat het daadwerkelijk tijdelijk is (dus niet zoals thans in de praktijk gebeurt dat een ontheffing voor vijf jaren verleend is waarna vervolgens na 15 jaar de “tijdelijke” gebouwen er nog steeds staan). De intentie moet écht tijdelijk zijn. Als een noodlokaal tijdelijk buiten het bouwblok geplaatst wordt, dient de bestemming ter plaatse aangepast te worden. Een dergelijke procedure vergt een half jaar, terwijl bovendien moet worden aangetoond dat het daadwerkelijk om een tijdelijke voorziening gaat. Dat laatste is een probleem: het bestemmingsplan is in overleg met de school onlangs aangepast, zodat het lastig wordt zo kort na de vaststelling te beargumenteren dat het noodlokaal tijdelijk gerealiseerd wordt. Daar komt de onzekerheid over het leerlingenaantal bij; de verwachting is dat het aantal leerlingen in de nabije toekomst zal toenemen, hetgeen in tegenspraak is met een onderbouwing van de kwalificatie tijdelijkheid. In de tweede termijn bevestigt mevrouw Kampen bekend te zijn met de geldende regels, doch dat ouders liever een noodlokaal geplaatst zien op het terrein met de bestemming groen. Zij voert nog aan dat plaatsing van het noodlokaal binnen het bouwblok zoals voorgesteld door het college zal leiden voor overlast voor kinderen in de klas door spelende kinderen op het speelplein. De heer Feijen stelt vast dat urgentie voor de school hoog lijkt te zijn. Hij wil graag inzicht van het college op welke wijze in het verleden de belangenafweging bij het vaststellen van het

2

bestemmingsplan heeft plaatsgevonden. Als de urgentie echt hoog is, zit er niets anders op dan het noodlokaal binnen het bouwblok te plaatsen. De heer Bos stelt dat het uitvoeringskwestie betreft en roept daarom het college op consensus met de school en omwonenden te bewerkstelligen. De heer Langen pleit eveneens voor consensus. Mevrouw Hilbrants brengt in dat de directie haar gezegd heeft dat een termijn van drie jaren voldoende is. Mevrouw Spelde is eveneens van oordeel dat het een uitvoeringskwestie betreft en roept het college op in overleg te treden met de school en omwonenden. De heer Helder vraagt hoe lang de noodlokalen bij de Westerschool mogen blijven staan. Staan deze noodlokalen binnen het bouwblok? Wethouder Schmaal bevestigt dat als de urgentie hoog is, het noodlokaal binnen het in het bestemmingsplan aangewezen bouwblok gezet moet worden. Indien het lokaal daarbuiten geplaatst wordt, is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk, waarvoor een procedure van zes maanden geldt. Het argument dat het voor drie jaren is, is betrekkelijk. Blijkbaar mag de school zich in een meer dan gemiddelde belangstelling van ouders met kinderen verheugen, zodat het niet ondenkbeeldig is dat de noodlokalen zomaar vijf of zes jaren moeten blijven staan. Mevrouw Bakema vraagt of het speelterrein verplaatst kan worden om tegemoet te komen aan de bezwaren dat het speelterrein én te klein wordt én spelende kinderen overlast geven aan andere kinderen die tegelijkertijd nog les krijgen. Het antwoord van wethouder Schmaal luidt bevestigend. Tot slot vraagt de heer Feijen wanneer de raad een brief van het college tegemoet kan zien met informatie op welke wijze deze kwestie wordt opgelost. Wethouder Wierenga antwoordt “vlot”, waarmee hij bedoelt vóór de volgende commissie VROM (van 25 juni 2012). 7.

Raadsvoorstel: Milieujaarverslag 2011 Wethouder Wierenga beantwoordt technische vragen (hij had het op prijs gesteld gezien de hoeveelheid vragen alsmede de gedetailleerdheid van een aantal vragen, dat zij hem vooraf ter voorbereiding aan hem waren toegezonden). (In antwoord op vragen van mevrouw Spelde): Veendam en Pekela trekken samen op in de RUD. Hij legt het verschil uit tussen A en B-bedrijven. A-bedrijven melden zich, waarbij registratie volgt en waar in zijn algemeenheid geen aanleiding is te controleren (het betreft bijvoorbeeld aanmeldingen van accountantskantoren of administratiekantoren). De wethouder vindt het juist wel goed dat hercontroles plaatsvinden; het geeft grip op de zaak. Wat betreft de afdoening van klachten. Uit oogpunt van efficiency wikkelt het KCC zoveel als mogelijk klachten af; bij twijfel of bij moeilijke vragen worden die uiteraard wel doorgespeeld naar de betreffende vakafdeling. Alle klachten worden geregistreerd. De wethouder krijgt de suggestie mee dat door het KCC afgewikkelde klachten óók geregistreerd worden in het milieujaarverslag (gebeurt nu niet; wethouder zegt toe deze meldingen óók in het onderhavige Milieujaarverslag 2011 te verwerken). Er wordt handhavingsbeleid ontwikkeld (al vier jaar lang); voor 2012 komt er per kwartaal een rapportage (omgevingsnota). Nu de Streekraad er niet meer is wordt Natuur en Milieueducatie (NME) voor de komende twee jaar rechtstreeks gefinancierd. Het bedrag daarvoor staat in de begroting. De borging van de externe veiligheid is per 1 april 2013 een verantwoordelijkheid van de RUD. (In antwoord op vragen van de heer Kiezebrink): er is op bladzijde 6 sprake van tweemaal “Schoon Veendam” omdat het als zodanig in het collegeprogramma staat. Vastgesteld wordt dat in 2011 tweemaal controle heeft plaatsgevonden op geluid-, lucht- en geuraspecten. Fysieke aanwezigheid voor geluidscontrole is bijvoorbeeld niet meer nodig. Het inzamelen van afval is een afzonderlijk hoofdstuk. Het hoort niet thuis in het Milieujaarverslag. Er is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van het afkoppelen van regenwater; het is een effectief instrument. (In antwoord op vragen van mevrouw Hilbrants): niet bekend is of de 14% energiebesparing gehaald wordt. Belangrijk om dat te bepalen is het uitgangspunt (welk jaar je neemt). Energiebesparing is voor de consument belangrijk. Bij de wethouder is het rapport van Ecofys (pagina 6) in te zien over de duurzame verwerking van het gft-afval. Houtsnippers kunnen niet gebruikt worden voor de verwarming van Tropiqua; een dergelijke manier van verwarmen kan technisch alleen bij openlucht zwembaden. Er is een warmtekrachtkoppeling aangeschaft voor Tropiqua. Controles en hercontroles zijn complementair aan elkaar. Er is geen aanleiding om mestbassins te controleren. Pagina 25: project 2 openbare verlichting: dit gebeurt aan de hand

3

van de SLOK-subsidies. In het openbare verlichtingsplan is een paragraaf opgenomen over de financiering; via LED-verlichting wordt een bezuiniging gerealiseerd. Project 4, opzet energiemanagement gebouwen. Er was een probleem in de bemensing. Het is inmiddels weer opgepakt. Project 6, duurzaam inkopen wagenpark. Betreft een taai proces. Alternatieve brandstoffen (aardgas, electriciteit) zijn duur. Het is niet voor alle auto’s te realiseren. Het college is er nadrukkelijk mee bezig. Project 18 energiebesparingscampagne lage inkomens; die heeft de aandacht van het college (woningverbetering). (In antwoord op vragen van de heer Bos): de erkenning van de wederzijdse bodemkwaliteitskaart tussen Veendam en Aa en Hunze wordt niet gemeld, omdat dit in 2012 aan besluitvorming onderhevig is geweest en dit het jaarverslag over 2011 behelst. Hij is niet op de hoogte van de laatste stand van zaken over de oprichting van een energiecoöperatie. Collegawethouder Schmaal is daar mee bezig, aan wie door hem de vraag wordt voorgelegd. De intentie van de heer Bos met het stellen van deze vraag is het college uit te nodigen een regierol bij de ontwikkeling en oprichting te vervullen (en niet zozeer om subsidies te verstrekken). Het project moet enige “schwung” krijgen. De heer Bleeker vult aan dat in stad Groningen, Haren en Pekela projecten met zonnepanelen gestart worden, doch dat in Veendam nog geen initiatief gemeld kan worden. Wethouder Wierenga attendeert de commissie op de daling van prijzen van zonnepanelen. De terugverdientijd loopt terug en dan is het nog maar de vraag of je als gemeentelijke overheid daarvoor subsidie moet willen verlenen. (In antwoord op vragen van de heer Langen): hij deelt de zorg over de verontreiniging bij de wasserij voormalig Voordenhout (lekken van vervuiling in openbare wateren) van de heer Langen niet. De verontreiniging blijft binnen de perken. Er wordt regelmatig gemonitord, hetgeen een waarborg voor de veiligheid is. De vervuiling bij Accres is en blijft een verantwoordelijkheid van de provincie Groningen. Hij zegt terug te komen op het door de heer Langen vermelde wegzakken van de taluds bij Molenwijk. In de tweede termijn meldt de heer Bos dat er nog enige onduidelijkheden zijn bij de uitvoering en afwerking van de afkoppeling van het regenwater. Deze meer gedetailleerde vragen zijn inmiddels gesteld in het kader van de technische vragenronde Rekening 2011 en Voorjaarsnota 2012. Mevrouw Spelde deelt mee dat in het kader van de week van de mobiliteit vorig jaar gemeld werd door een instantie dat met relatief weinig geld het wagenpark omgebouwd zou kunnen worden tot een wagenpark met elektrische aandrijving. Wethouder Wierenga antwoordt dat deze suggestie nader is onderzocht en dat gebleken is dat er veel meer kosten mee gemoeid zijn dan aanvankelijk gedacht. Het is derhalve niet met weinig geld te realiseren. De commissie adviseert dit raadsvoorstel als hamerstuk te agenderen voor de raadsvergadering van 4 juni 2012. 8.

Begrotingswijziging: geen.

9.

Rondvraag: Mevrouw Hilbrants attendeert het college op de parkeeroverlast bij Meander. Zij krijgt daarin bijval van de heer Bleeker. Wethouder Wierenga antwoordt dat Meander dit probleem zelf dient op te lossen. Mevrouw Hilbrants heeft begrip voor dit antwoord en vraagt het college het probleem niet zozeer feitelijk zelf op te lossen, maar zij kan zich wel voorstellen dat het college een bemiddelende rol vervult, bijvoorbeeld door er voor te zorgen dat Meander, de buurtbewoners en andere belanghebbenden met elkaar in overleg treden. Wethouder Wierenga zegt toe er naar te kijken, doch waarschuwt de raadscommissie dat de gemeente in deze geen (feitelijke) oplossing kan bieden. De heer Langen vraagt waarom aan het begin van dit toeristische seizoen het Koetshuis dicht is. Wat is daarvan de reden. Deze vraag wordt ter beantwoording doorgespeeld naar wethouder Schmaal. Tevens deelt de heer Langen mee het op prijs te stellen dat een voor het verkeer lastige bocht in de weg bij Borgercompagnie (bij Wildervank) wordt aangepakt. Deze vraag wordt schriftelijk beantwoord. De heer Altuntas wil geïnformeerd worden over de stand van zaken over de realisatie (vergunningaanvraag / vergunningverlening) van het veteranenhuis aan de Molenstreek. Zijn vraag wordt schriftelijk beantwoord. De heer Helder vraagt of het college het gerucht kan bevestigen dat de spoorlijn wordt doorgetrokken naar Stadskanaal. Zou er dan een station bij Wildervank kunnen komen?

4

Wethouder Wierenga antwoordt dat hij dit gerucht niet kan bevestigen. De heer Kiezebrink meldt dat de STAR voor de instandhouding flink wat financiële middelen van Veendam gekregen heeft, doch dat het zwaartepunt van de activiteiten van STAR in Stadskanaal (en niet in Veendam) plaatsvindt. Wethouder Wierenga antwoordt dat binnenkort de overweg in Veendam wordt hersteld, waarna ook weer in Veendam activiteiten kunnen plaatsvinden. 12.

Sluiting: om 21.30 uur. Aldus vastgesteld in de commissievergadering van 25 juni 2012,

N. Zweerts de Jong, voorzitter.

R. Brekveld, griffier.

Toezeggingen van het college aan de raadscommissie: Nr.

1.

2.

3.

4.

5.

Onderwerp

Vergadering

Wie

Stand van zaken

Thema-avond RUD, zodra meer inzicht bestaat in voorbereiding en uitvoering Actualisatie Groene Kaart alsmede plaatsing Groene Kaart op website Veendam + Inzicht per wijk Specifieke aandacht voor beleid mestbassins in het kader van het bestemmingsplan buitengebied.

27 juni 2011 / 19 september 2011

Wethouder Wierenga

19 september 2011

Wethouder Wierenga

Per 10 april 2012 zijn er geen ontwikkelingen te melden. De actualisatie wordt in september 2012 door het college besproken (10 april 2012).

De raad inzicht geven in de activiteiten die het college onderneemt op het gebied van demografische ontwikkelingen Masterplan Centrum: overzicht verstrekken van de diverse projecten en de daarbij behorende exploitaties van het Masterplan Centrum + overzicht verstrekken van de investeringen die gedaan zijn in alle wijken van Veendam.

16 mei 2011 16 januari 2012

10 oktober 2011 10 oktober 2011

In de loop van dit jaar start het college met het opstellen van het bestemmingsplan buitengebied, dat eind 2013 gereed is (10 april 2012). Mede naar aanleiding College; Burgemeester van de “krimp”-discussie in cie VROM 16-5-2011. Meijerman

Wethouder Schmaal

16 januari 2012

Burgemeester Meijerman

5

6.

7.

Onderhoud vijvers: er wordt 16 januari 2012 medio 2012 een flora- en faunascan van vijvers uitgevoerd, die een basis kan bieden voor het toekomstige onderhoud van vijvers. Na de scan komt het college met informatie naar de raad. Toezending evaluatierapport 16 januari 2012 wateroverlast eerste week januari 2012 in Groningen

8

Defect toilet Promenadeparkeerplaats; wat gaat er mee gebeuren? Notitie te schrijven voor de raad. 9. Onderzoek naar mogelijkheden om het groenbeleid van de gemeente voor de toekomst vorm te geven. 10. Stand van zaken oprichting energiecoöperatie in Veendam

Wethouder Wierenga

Burgemeester Wordt toegezonden zodra het rapport Meijerman gereed is (10 april 2012). Wethouder Wierenga

12 maart 2012 / 10 april 2012 / 21 mei 2012

10 april 2012

Wethouder Wierenga

21 mei 2012

Via wethouder Wierenga aan wethouder Schmaal Wethouder Wierenga

11. Onderzoek naar melding 21 mei 2012 wegzakken taluds bij Molenwijk 12. Parkeerproblemen rond 21 mei 2012 Meander; rol van de gemeente om partij(en) tot een oplossing te laten komen 13. Wat is de reden dat het 21 mei 2012 Koetshuis gesloten is?

14. Kan een lastige bocht in de weg bij Borgercompagnie worden “aangepakt”?

21 mei 2012

15. Stand van zaken realisatie veteranenhuis Molenstreek

21 mei 2012

Lange Termijnplanning juli 2012 Dit ligt op schema en is onderwerp van gesprek tussen de wethouder en gemeentewerken (10 april 2012)

Wethouder Wierenga

Via wethouder Wierenga aan wethouder Schmaal Via wethouder Wierenga aan wethouder Schmaal Via wethouder Wierenga aan wethouder Schmaal

6