VROM-Inspectie Regio Oost Overheden Gelderland Pels Rijckenstraat 1 Postbus 136
Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
6800 AC Arnhem Telefoon 026 3528486 Fax 026 3528455 www.vrom.nl
Datum:
december 2003
Status:
definitief
Auteurs:
drs. D. den Braven ing. W. Dirksen Msc ir. J.C.H. de Koster ing. K. Olijve drs. A.C. ter Weijden-Pleijter
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 2/2
1
Inleiding
5
2
Algemeen oordeel en aanbevelingen
7
3
Kenschets gemeente en organisatie
9
3.1 3.2 3.3 3.4
Kenschets van de gemeente Bestuurlijke organisatie Organigram Administratieve organisatie
4
Beleid
4.1 4.2 4.3
Milieu Ruimtelijke ordening en Bouwen Handhaving
5
Programma
5.1 5.2 5.3 5.4
Milieuprogramma Uitvoeringsprogramma bouw- en woningtoezicht Actualisatieprogramma bestemmingsplannen Handhavingsprogramma
6
Uitvoering
6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.3.4 6.3.5 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3
Bestemmingsplannen Milieu Vergunningen en planologische procedures Bouwvergunningen Gebruiksvergunningen Sloopvergunningen Planologische procedures Milieuvergunningen en -meldingen Uitvoering Toezicht en Handhaving Toezicht en handhaving milieu Toezicht en handhaving bestemmingsplannen, bouwen en slopen Klachtenbehandeling
Bijlage 1: Verbeterpunten Administratieve organisatie Beleid Programma Uitvoering
Sloopvergunningen Planologische Procedures Milieuvergunningen en Meldingen Toezicht en handhaving milieu Toezicht en handhaving bestemmingsplannen, bouwen en slopen Klachtenbehandeling
7
Bijlage 2 Beschrijving van het adequate niveau
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
9 9 10 11
13 13 15 16
19 19 20 20 21
23 23 24 25 25 28 28 29 29 31 31 32 33
35 35 35 36 36 37 37 37 38 38 38
39
Pagina 3/3
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 4/4
1
Inleiding
De VROM-taken moeten tot één van de kerntaken van de gemeente worden gerekend. De gemeente staat met de uitvoering van deze kerntaken midden in het maatschappelijk krachtenveld. Een adequate uitvoering van deze taken is van groot maatschappelijk belang evenals de handhaving van de hierop van toepassing zijnde VROM wet- en regelgeving. Het tweedelijns toezicht op de uitvoering van VROM wet- en regelgeving berust bij de VROM-Inspectie (verder Inspectie). In het kader van dit toezicht heeft de Inspectie in de gemeente Lingewaal in de periode september tot en met halverwege november 2003 een gemeenteonderzoek uitgevoerd. Namens de Inspectie hebben de heren ing. W. Dirksen Msc, ing. K. Olijve, ir. J.C.H. de Koster, drs. D. den Braven en mevrouw drs. A.C. ter Weijden-Pleijter (projectleider) dit onderzoek verricht. Met ingang van 2003 betrekt de Inspectie in een vierjaarlijkse cyclus alle gemeenten in een onderzoek naar het uitvoeringsniveau van VROM wet- en regelgeving. Jaarlijks worden de verkregen resultaten uit deze onderzoeken geaggregeerd tot een landelijk niveau. Aldus kunnen de ontwikkelingen op het vereiste adequate niveau bij gemeenten de komende jaren in beeld worden gebracht. Jaarlijks wordt er over de stand van zaken omtrent de uitvoering van de VROM-taken aan de Tweede Kamer gerapporteerd. Doel van dit onderzoek is om antwoord te geven op de vraag of de gemeente op een adequaat niveau (zie Bijlage 2: Beschrijving adequate niveaus) uitvoering geeft aan haar VROM-taken. Dit alles in het kader van verbetering van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid. De acties van de Inspectie zijn in dit kader vanuit het tweedelijnstoezicht gericht op de uitvoering van VROM-beleid, wet- en regelgeving en het eerstelijnstoezicht door gemeenten. Het verificatiejaar is 2002, met een doorkijk naar het jaar 2003. De resultaten van dit onderzoek kunnen als leidraad dienen voor verbetering van het gemeentelijk functioneren op het terrein van de VROM wet- en regelgeving. Om te komen tot een oordeel over de uitvoering van de VROM-taken door de gemeente is gebruik gemaakt van een onderzoeksmethode die uitgaat van samenhang tussen beleid/visie, programmering/planning en uitvoering. Dit is in beeld gebracht in figuur 1. De filosofie achter deze methode is dat de uitvoering van de VROM-taken op een adequaat niveau wordt gewaarborgd indien dit past binnen de samenhang met het voorbereidende beleid en programmering/planning.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 5/5
Figuur 1
Visie / beleid
Programmering
Uitvoering
Het onderzoek bestaat uit 3 fasen: de vooronderzoeksfase, de verificatiefase en de rapportagefase. Op basis van de informatie die tijdens de vooronderzoeksfase over en van de gemeente is verkregen, zijn aandachtspunten geformuleerd. Deze aandachtspunten zijn tijdens de verificatiefase nader onderzocht. Voor zover de aandachtspunten betrekking hebben op de uitvoering van taken is de verkregen informatie gespiegeld aan vastgestelde adequate niveaus die de gemeente voorafgaand aan het onderzoek heeft ontvangen. In hoofdstuk 2 wordt het algemene oordeel gegeven over de uitvoering van de VROM-taken in samenhang met beleid en programma. In hoofdstuk 3 wordt een kenschets van de gemeente inclusief de organisatie gegeven. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 worden achtereenvolgens de bevindingen en geformuleerde verbeterpunten met betrekking tot beleid, programma en uitvoering weergegeven van de werkvelden bouwen, milieu en ruimtelijke ordening. Alleen de in deze rapportage opgenomen taken zijn onderzocht. Dit betekent dat het oordeel alleen betrekking heeft op de in de rapportage genoemde taken.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 6/6
2
Algemeen oordeel en aanbevelingen
In zijn algemeenheid is geconstateerd dat de gemeente Lingewaal verscheidene initiatieven ontplooit om de wettelijke taken op het gebied van de VROM-regelgeving uit te voeren. Ondanks deze werkzaamheden/initiatieven blijven er echter onderwerpen die tot op heden onderbelicht zijn gebleven en waaraan alsnog door de gemeente aandacht of meer bijzondere aandacht zou moeten worden gegeven. Geconstateerd is dat een aantal onderwerpen aangaande het beleid nog geen vertaling heeft gekregen in de vorm van formeel vastgesteld beleid, planning en uitvoering. Daarbij wordt gedoeld op het formuleren van algemeen beleid ten aanzien van diverse onderwerpen op het gebied van ruimtelijke ordening, bouwen en milieu. Voor wat betreft het vastleggen van de vertaling van beleid naar uitvoering in de vorm van uitvoeringsprogramma’s die sturing geven aan de uitvoering is geconstateerd, dat dit ontbreekt in de gemeente. Dit kan verklaard worden uit het feit dat er weinig vastgesteld beleid is. Wel worden verschillende registratiesystemen bijgehouden. In de Handhavingsnota 2001 beschrijft de gemeente zichzelf als een kleine gemeente qua inwonertal, hetgeen impliceert dat er zich nauwelijks grootstedelijke problemen voordoen. Een direct gevolg is echter dat hierdoor het ambtelijk apparaat beperkt van omvang is. Qua grondoppervlakte is de gemeente groot, zodat de controle op de naleving van regelgeving op allerlei gebied als een zware klus wordt ervaren. Dit wordt mede versterkt door het ontbreken van een concreet handhavingsuitvoeringsprogramma. Het grotendeels ontbreken van geformuleerd beleid en van de programmering daarvan werkt door naar de daadwerkelijke uitvoering van de VROM-taken. Ten aanzien van de uitvoering wordt geconstateerd dat deze inhoudelijk weliswaar gedeeltelijk adequaat is, maar dat er tevens weinig sprake is van een gestructureerde of programmatische aanpak van de werkzaamheden ten aanzien van de uitvoering van taken voor ruimtelijke ordening, bouwen en milieu. Voor de uitvoering van de taken zijn werkprocessen niet in procedures vastgelegd. Uit het onderzoek is de indruk ontstaan dat er weinig afstemming tussen de verschillende bureaus binnen de afdeling Ruimte plaatsvindt. Bij de bureaus Bouw- en Woningtoezicht en Milieu (BWM) en Algemeen Juridische Zaken (AJZ) vinden zowel de vergunningverlening als het toezicht plaats. Niet alleen wordt dit binnen één bureau behandeld, maar bij de bureaus houden dezelfde inspecteurs zich zowel met vergunningverlening als met toezicht bezig. De Inspectie beveelt de gemeente aan structureel en stelselmatig beleid te ontwikkelen, een programmering hiervoor aan te leggen en de uitvoering in (deel)plannen vast te leggen. Daarbij is het niet vrijwel onmogelijk alles in een keer te realiseren, maar de prioriteiten daar te leggen waar naar inschatting van de gemeente het meeste effect gesorteerd wordt op het gebied van veiligheid, gezondheid en duurzaamheid en waarbij beheer en onderhoud centraal komen te staan. Planning, prioritering, budgettering, selectie, middelen etc. maken onderdeel uit van het totaalpakket dat in Lingewaal ontwikkeld moet gaan worden. Een lange termijn planning cq. programmering kan behulpzaam zijn om alle taken in de tijd uit te zetten en planmatig op te pakken.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 7/7
Figuur 2 Deze figuur laat zien op basis van de geconstateerde feiten, dat naar het oordeel van de Inspectie in de gemeente Lingewaal visie/beleid, programmering en uitvoering geen onderlinge samenhang vertonen. Daardoor functioneren zij los van elkaar en is nauwelijks sprake van sturing in planning en uitvoering. Er is gedeeltelijk visie en beleid vastgesteld, maar er is geen programmering (werkplan), waardoor het uitvoeren van beleid op toeval* berust en op basis van ervaring en deskundigheid van de medewerkers plaatsvindt. Met andere woorden, er is geen plan om het beleid uit te voeren, de uitvoering wordt niet gemonitord en geëvalueerd.
*Toeval: Wanneer beleid niet is vertaald in programma’s, maar wel tot uitdrukking komt in de uitvoering, berust het uitvoeren van het beleid op toeval (piepsysteem). Zonder programma of werkplan, heeft het beleid geen handvatten voor uitvoering. Ook kan de uitvoering niet worden gemonitord of geëvalueerd op resultaten. Uitvoerders bepalen hun eigen doelstellingen en programma’s. Wanneer de uitvoerders wegvallen, verdwijnt ook de kwaliteit van de uitvoering. Bestuurders weten niet wat er precies aan inzet capaciteit nodig is voor uitvoering van de taken en welke budgetten er gereserveerd moeten worden.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 8/8
3
Kenschets gemeente en organisatie
In dit hoofdstuk wordt de ligging van de gemeente, de bestuurlijke en ambtelijke organisatie en de administratieve organisatie beschreven.
3.1
Kenschets van de gemeente
De gemeente Lingewaal ligt in het Gelderse Rivierenland, zij grenst in het zuiden aan de Waal en in het noorden aan de Linge (grens met gemeente Leerdam). In het oosten grenst zij aan de gemeente Geldermalsen en in het zuidwesten aan de gemeente Gorinchem dat onder de provincie Zuid-Holland valt en een belangrijke streekfunctie vervult, ook voor Lingewaal. De gemeente telt bijna 11.000 inwoners en heeft een oppervlakte van bijna 5.500 ha. Lingewaal omvat de kernen Asperen, Herwijnen, Heukelum, Spijk en Vuren en een omvangrijk buitengebied met een agrarisch karakter. Het gemeentehuis is gevestigd in Asperen, een oude stedelijke kern dichtbij Leerdam. Lingewaal is op 1 januari 1986 ontstaan uit een fusie van de voormalige gemeenten Asperen, Herwijnen, Heukelum en Vuren.
3.2
Bestuurlijke organisatie
De gemeenteraad telt 15 leden, verdeeld over PvdA 5 zetels, CDA 5 zetels, VVD 2 zetels, SGP 1 zetel, ChristenUnie 1 zetel en fractie Berkhout 1 zetel. Er zijn drie raadscommissies, de Commissie Algemene Zaken, de Commissie Burgers en Middelen en de Commissie Ruimte. Raadsgriffier is de heer H.H. Dame. Het college van Burgemeester en Wethouders bestaat uit burgemeester J.P.M. Alberse en de wethouders e e C.A. van Ooijen (1 loco-burgemeester) en F.M.J. de Bruijn (2 loco-burgemeester). De burgemeester heeft onder meer openbare orde en veiligheid, algemene bestuurlijke en juridische aangelegenheden en beleidsplanning en coördinatie in zijn portefeuille. In de portefeuille van wethouder van Ooijen zijn onder andere opgenomen financiën, sociale voorzieningen en jongeren- en ouderenbeleid. Wethouder De Bruijn tenslotte heeft onder meer ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, bouwvergunningen en gebouwenbeheer en milieubeheer in zijn portefeuille. Gemeentesecretaris is de heer E.C.H.M. Nicolaes.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 9/9
3.3
Organigram gemeenteraad
raadsgriffier
raadscommissies
burgemeester
college van burgemeester en wethouders
gemeentesecretaris
integrale veiligheid en rampenbestrijding (IVR) communicatie personeel en organisatie (P&O)
managementteam (MT)
afdeling burgers en middelen (BUM)
ondernemingsraad (OR)
afdeling ruimte (RUI)
bureau:
bureau:
welzijn en burgerzaken (WEB) financien en sociale zaken (FIS) facilitaire zaken (FAZ)
algemene en juridische zaken (AJZ) bouw- en woningtoezicht en milieu (BWM) civiele werken (CIW)
De gehele ambtelijke organisatie telt 59,58 formatieplaatsen (fte). De grootste aantallen fte vallen toe aan de twee afdelingen die de organisatie kent, de afdeling Burgers en Middelen (BUM) met 25,17 fte en de afdeling ruimte met 28,7 fte. De afdeling Ruimte bestaat uit drie bureaus, namelijk Algemene en Juridische Zaken (AJZ) met 4,4 fte (+ 1 vacature, die nog nader wordt ingevuld), Bouw- en Woningtoezicht en Milieu (BWM) met 5,3 fte en Civiele Werken (CIW) met 18 fte. Niet alle formatieplaatsen van de voor het VROM-onderzoek relevante bureaus (AJZ en BWM) zijn ter plekke ingevuld. Van de bij het bureau BWM ondergebrachte formatieplaatsen wordt 1 fte gebruikt door het bureau de Roever Milieuadvisering, aan wie de gemeente de milieucontroles heeft uitbesteed en 0,6 fte door het Intergemeentelijk Orgaan Rivierenland (IOR) die de milieuhandhaving voor de gemeente verricht en milieucontroles uitvoert op categorie 4 Wm-bedrijven. Hoewel het bureau AJZ bij de afdeling Ruimte is ondergebracht, is het niet alleen met VROM-taken bezig. De gemeente schat dat 3 fte van het bureau AJZ op VROM-zaken betrekking heeft en 1 fte op werkzaamheden die verband houden met de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en met de commissie van bezwaar- en beroepschriften. Voor werkzaamheden betreffende IVR (die behalve voor Lingewaal ook voor Neerijnen en Geldermalsen worden uitgevoerd) zijn formeel 2 fte uitgetrokken, waarvoor geen afzonderlijk bureau bestaat, maar organisatorisch aan de gemeentesecretaris zijn opgehangen. Het feitelijke aantal formatieplaatsen op het gemeentehuis dat daadwerkelijk VROM-taken uitvoert bedraagt 9,9 fte, inclusief de bureauhoofden en het afdelingshoofd. Daarvan is 1,6 fte uitbesteed aan derden (de Roever en IOR). Voor het toezicht op de VROM-taken is circa 2,5 fte beschikbaar (inclusief De Roever en IOR). Er is een apart budget voor toezicht en handhaving van de Betuweroute. De Gelderse Betuweroute-gemeenten hebben gezamenlijk de IOR ingehuurd om specifieke werkzaamheden op met name op het gebied van bodemverontreiniging te verrichten.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 10/10
De belangrijkste taken van de afdeling Ruimte zijn: · Volkshuisvesting (woningbouw, bouwkavels); · Ruimtelijke Ordening (bestemmingsplannen en dergelijke); · Bouwvergunningen; · Aanlegvergunningen; · Sloopvergunningen; · Milieuvergunningen en –meldingen; · Vergunningen en ontheffingen in het kader van de bijzondere wetten (Drank- en Horecawet en dergelijke); · Vergunningen en ontheffingen in het kader van de APV; · Civiele werken; · Gebouwenbeheer; · Monumentenzorg; · Toezicht en handhaving; · Verkeerszaken.
3.4
Administratieve organisatie
Bevindingen Het college van Burgemeester en Wethouders heeft op 23 januari 2001 het meest recente mandateringsbesluit vastgesteld. Daarin is een vergaande mandatering geregeld van bepaalde bevoegdheden van burgemeester en wethouders door afdelings- en bureauhoofden en vaak ook aan behandelend ambtenaren. In de bijlage bij het mandateringsbesluit is zelfs een opsomming vermeld van de met name genoemde functionarissen aan wie de bevoegdheden gemandateerd zijn. Als controlemethode geldt dat alle uitgaande brievenboeken via het bureauhoofd of diens plaatsvervanger dienen uit te gaan. De handtekening van de behandelend (gemandateerde) ambtenaar staat er dan eventueel al op. Er moet altijd een paraaf van een bureauhoofd op een brief staan voordat die de deur uitgaat. Bovendien moeten bureauhoofden er, zeker in de gevallen waarin de ondertekeningsbevoegdheid is gemandateerd, maar de beslissingsbevoegdheid bij het college van Burgemeester en Wethouders blijft, er op toezien dat Burgemeester en wethouders al zijn voorzien van conceptbrieven. Ten behoeve van controle achteraf moet er van elke uitgaande brief over een besluit dat in mandaat is genomen of in mandaat is ondertekend een kopie naar het college van Burgemeester en Wethouders. Opmerkelijk is dat de bevoegdheid om de bouw stil te leggen, indien wordt gebouwd in strijd met de bij of krachtens de Woningwet gegeven voorschriften, na overleg met de betrokken wethouder bouwzaken, is gemandateerd aan het hoofd van het bureau Bouw- en Woningtoezicht en Milieu en aan vier behandelend ambtenaren van dit bureau. Er is in het mandateringsbesluit niet afzonderlijk geregeld dat in nader omschreven gevallen wordt doorgemandateerd van het bureauhoofd naar de behandelend ambtenaren. Op 18 mei 2000 heeft de gemeenteraad het delegatiebesluit gemeenteraad 2000 vastgesteld. Dit besluit is nog steeds van kracht. Daarin is onder meer geregeld dat de bevoegdheid tot het besluiten over het verlenen van vrijstelling van het geldende bestemmingsplan ingevolge artikel 19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt overgedragen aan het college van Burgemeester en Wethouders. In vijf met name genoemde situaties besluit de raad echter, in afwijking van het eerder gestelde, over het verlenen van bovengenoemde vrijstelling. De afdeling Ruimte beschikt niet over een gestructureerde, op papier gestelde, administratieve organisatie voor wat betreft de op die afdeling uit te voeren VROM-taken. Voor de milieutaken die het IOR voor de gemeente uitvoert, is wel een beschrijving van het werkproces aanwezig (bij het IOR). Ook de functiescheiding is bij de milieutaken die het IOR uitvoert goed geregeld. Bij de taken die de gemeente zelf uitvoert is dat niet of nauwelijks het geval. Voor wat de uitvoering van taken betreft, verwijst de gemeente naar de functiebeschrijvingen van de betrokken medewerkers. Wie waarvoor verantwoordelijk is, welke stappen in het behandelingsproces door wie en op welke wijze moeten worden genomen, staat niet op papier, maar zit tussen de oren van het bureau- of afdelingshoofd. De stappen die moeten worden gezet bij de beoordeling van bouwaanvragen zijn volgens de gemeente opgenomen in een automatiseringsprogramma.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 11/11
Verbeterpunten: · het mandateren van de stillegbevoegdheid in de bouw aan zowel het bureauhoofd als behandelend ambtenaren, zonder dat daarin een hiërarchie wordt aangebracht, schept onduidelijkheid. Geadviseerd wordt te mandateren aan het bureauhoofd en in duidelijk omschreven gevallen door te mandateren aan behandelend ambtenaren; · leg de werkprocessen voor bouwen, ruimtelijke ordening en milieu vast; · pas consequente functiescheiding toe tussen vergunningverlening en verlenen van vrijstelling enerzijds en het uitoefenen van toezicht en het handhaven anderzijds.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 12/12
4
Beleid
In dit hoofdstuk komt voor de VROM-taken milieu, ruimtelijke ordening en bouwen het beleid van de gemeente Lingewaal aan de orde en in paragraaf 4.3 het toezicht en handhaving. Per taak zijn de bevindingen, het oordeel en de verbeterpunten beschreven. Per deelaspect worden ook hier de bevindingen, het oordeel (voor zover gedefinieerd in adequate niveaus) en de verbeterpunten aangereikt.
4.1
Milieu
Bevindingen Het beleid van de gemeente is erop gericht de wettelijke taken uit te voeren. De gemeente heeft echter geen milieubeleidsplan vastgesteld. De gemeente heeft een Milieujaarverslag voor 2001 en 2002 vastgesteld. Het Milieuverslag kijkt terug naar de door de gemeente verrichte inspanningen en resultaten in het perspectief van voorgaande jaren. Tevens wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de milieutaken. De inspectie vindt het verslag zeer beknopt en niet ingaan op de uitvoering van alle wettelijke taken. Het verslag geeft onvoldoende inzicht in de prestaties van de afgelopen twee jaar. Voor een goede beleidsmatige verankering is het noodzakelijk dat de gemeente over een beleidskader voor afval beschikt. Via dit beleidskader kan de gemeente de beleidslijnen uitzetten waarlangs zij de komende jaren afvalverwijdering vorm wil geven. Op die manier krijgt de uitvoering van het afvalstoffenbeleid een planmatig karakter en kunnen prioriteiten in de uitvoering worden gesteld. De gemeente heeft geen beleid vastgelegd voor inzameling van afvalstoffen. In het belang van de bescherming van het milieu stelt de gemeenteraad een afvalstoffenverordening vast, zoals in de Wm (artikel 10.23) verplicht wordt gesteld. In de gemeente Lingewaal heeft de gemeenteraad op 7 februari 1994 de afvalstoffeninzameling gedelegeerd aan het Intergemeentelijk Orgaan Rivierenland (IOR), waarvan de gemeente onderdeel uitmaakt. Het Algemeen Bestuur van het IOR heeft op 10 december 1998 een Regionale Afvalstoffenverordening vastgesteld, waarin de inzameling van afvalstoffen wordt geregeld. Op 1 juli 1999 is het Bouwstoffenbesluit van kracht geworden. Het Bouwstoffenbesluit stelt voorwaarden aan het gebruik van steenachtige bouwstoffen in een werk of in de bodem of in het oppervlaktewater. Daarnaast moet de gebruiker van bepaalde categorieën bouwstoffen een melding verrichten bij het bevoegd gezag. De HUM (Handreiking UitvoeringsMethode) heeft de status van een handreiking met aanbevelingen. Op 2 september 1999 is door de gemeente een beleidsnotitie over de invoering van het Bouwstoffenbesluit vastgesteld. Extern veiligheidsbeleid bepaalt onder meer dat afstand moet worden gehouden tussen gevoelige bestemmingen en activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het externe veiligheidsbeleid is enerzijds gericht op een evenwicht te vinden tussen activiteiten met gevaarlijke stoffen en wonen en werken en anderzijds gericht op het risico voor de bevolking zo klein mogelijk te laten zijn. De gemeente heeft geen beleid op het terrein van externe veiligheid geformuleerd. Er is geen overzichtskaart van de risicovolle inrichtingen (inclusief de bedrijven waarvoor provincie of rijk bevoegd gezag is), activiteiten en situaties. Er zijn geen inrichtingen binnen de gemeente waarvoor het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) van toepassing is.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 13/13
De brandweer Geldermalsen/Neerijnen/Lingewaal wordt door middel van een maandelijks overleg met bureau BWM betrokken bij de Wm-vergunningverlening. In de regio is men bezig met het regionaal handhavingsproject Milieu-incidentenplan. Het doel is te komen tot een gestructureerde, uniforme en adequate afhandeling van milieu-incidenten in Rivierenland. De intentie is te komen tot het opzetten van een professionele bereikbaarheidsdienst (vanaf 2004). De gemeenten Lingewaal, Culemborg, Tiel, Geldermalsen, Neerijnen en Buren stellen één gezamenlijke piketdienst op voor milieu-incidenten. Er is een gemeentelijk rioleringsplan (GRP 2000-2004) opgesteld. In dit GRP is weergegeven hoe de gemeente haar rioleringstaak in de planperiode 2000-2004 vorm geeft. Tevens is aangegeven wat er aan middelen (personeel en financieel) nodig is om de zorg voor de riolering in de planperiode inhoud te geven. In 2005 zal het GRP aan de bestaande inzichten worden getoetst en zo nodig worden bijgesteld. De gemeenteraad heeft op 19 juni 2003 vastgesteld hoe de gemeente ervoor zorg draagt dat per 1 januari 2005 de ongezuiverde lozingen op bodem en oppervlaktewater zijn gesaneerd. In Lingewaal zijn 162 percelen nog niet aangesloten op de riolering. Deze percelen worden momenteel alsnog aangesloten op de riolering of een IBA (Individuele Behandeling Afvalwatersysteem). Oordeel Deze taak wordt deels adequaat uitgevoerd. Het milieuverslag 2001 en 2002 gaat niet voldoende in op de uitvoering van de wettelijke taken, zoals vastgelegd in de Wet milieubeheer. Er is geen beleid ten aanzien van de inzameling van afvalstoffen (inclusief een vastgestelde Afvalstoffenverordening) en externe veiligheid. De gemeente beschikt niet over een inzicht in risicovolle inrichtingen, activiteiten en situaties. Verbeterpunten: · leg het beleid op het terrein van milieu (conform artikel 4.16 Wm) vast voor de komende vier à vijf jaar (2003-2007), eventueel als onderdeel van het milieuprogramma; · stel jaarlijks een milieuverslag op (art. 4.21 Wm) en laat dit expliciet vaststellen door de raad (tevens vermelden in de jaarrekening), waarbij ingegaan wordt op de uitvoering van de wettelijke taken (gelijktijdig voorleggen met het ontwerp van de begroting); · het milieuverslag gaat in op de uitvoering van de wettelijke taken en bevat tenminste informatie over: - hoofdstuk 8 Wm: vergunningverlening en meldingen; - hoofdstuk 13: procedures voor vergunningverlening en ontheffing; - hoofdstuk 18: handhaving; - hoofdstuk 14.1: Coördinatie bij aanvragen om een beschikking; - het aantal malen dat termijnen voor het toezenden van een ontwerpbeschikking en voor het afgeven van een vergunning zijn overtreden; - de oorzaken van overtreden van de termijn en maatregelen die B&W hebben getroffen of zullen treffen om het overschrijden van die termijn zoveel mogelijk te voorkomen; - de wijze van uitvoering van het milieubeleid ten aanzien van inrichtingen die onder de Wet milieubeheer vallen en door de gemeente worden gedreven. · stel een beleidskader met betrekking tot afval op, waarbij het doelmatigheidscriterium tot uitdrukking komt (overeenkomstig Landelijk Afvalbeheersplan), de afvalverwijderingsvolgorde als uitgangspunt wordt genomen (vastgelegd in Hoofdstuk 10 van de Wm) en expliciet beleid is opgenomen voor: asbest, bouwen en slopen eigen gebouwen; · stel een plan van aanpak op ten aanzien van organisatie en uitvoering van het Bouwstoffenbesluit; · externe Veiligheid: - stel beleid op ten aanzien van externe veiligheid om te komen tot een planmatige en programmatische uitvoering van dit beleid; - zorg voor een overzicht (bij voorkeur een kaart) van risicovolle activiteiten en communiceer dit met de burgers; - het inrichtingenbestand Wm (inclusief rijks- en provinciale inrichtingen) is voor - voor wat betreft externe veiligheid - volledig en actueel. Uit het inrichtingenbestand valt af te leiden of er risicodragende objecten of activiteiten zijn, en zo ja welke dat zijn (in relatie met het rampenbestrijdingsplan); - stel een protocol op over de wijze waarop wordt omgegaan met meldingen van ongewone voorvallen; - stel jaarlijks een overzicht op van ongewone voorvallen; · in het GRP moet zijn opgenomen hoe de gemeente ervoor zorg draagt dat per 1 januari 2005 de ongezuiverde lozingen op bodem en oppervlaktewater gesaneerd zijn.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 14/14
4.2
Ruimtelijke ordening en Bouwen
Bevindingen Ruimtelijke Ordening De gemeente beschikt over een Kernenbeleidsplan of Buurtschappen beleidsplan. Dit plan is oorspronkelijk vastgesteld in 1991. Het is geëvalueerd en geactualiseerd in 1996. Het geeft een beleidsprogramma weer voor de ruimtelijke ontwikkeling van de kernen en het volkshuisvestingsbeleid voor de periode 1995-2007. In het verificatiejaar beschikte de gemeente niet over een vigerend structuurplan. In januari 2003 is het concept voorontwerp structuurplan Lingewaal uitgebracht. De gemeente beschikt niet over Beleidsregels voor de toepassing van artikel 19 lid 3 WRO in relatie tot artikel 20 Besluit op de Ruimtelijke Ordening (BRO). Wel beschikt de gemeente over een door het college van Burgemeester en Wethouders vastgestelde beleidsregel betreffende de definitie van bebouwde kom zoals deze bij de toepassing van artikel 19 lid 3 WRO van belang is. Dit beleid is echter niet door de gemeente gepubliceerd ten behoeve van inspraak volgens de in de gemeente vigerende inspraakverordening. Bouwen e De gemeente heeft de 8 serie wijzigingen op de bouwverordening vastgesteld, de verordening wijkt niet af van het VNG-model. Lingewaal beschikt niet over een algemeen beleid voor de BWT taken. De gemeente geeft aan dat het de bedoeling is om in 2004 en 2005 een beleidsplan te ontwikkelen en vast te stellen. De gemeente Lingewaal heeft nog geen welstandsnota vastgesteld. De bedoeling is om in februari 2004 de welstandsnota door de raad te laten vaststellen. De gebruiksvergunningen in de gemeente Lingewaal worden door de brandweer verleend. De brandweerorganisatie is werkzaam voor de gemeenten Geldermalsen, Neerijnen en Lingewaal. Ten aanzien van de inhaalslag gebruiksvergunningen is er een preventieactiviteitenplan. In 2002 werd er nog vanuit gegaan dat de inhaalslag in 2008 geheel zou zijn afgerond. Medio 2003 is door de drie gemeenten besloten de preventiecapaciteit bij de brandweer nog uit te breiden, waardoor de planning op dit moment uitgaat van 2005 als jaar waarin de inhaalslag ten aanzien van de categorieën 1 en 2 moet zijn afgerond. De categorieën 3 en 4 worden dan in 2006 en 2007 afgewikkeld. Oordeel Hoewel er in het verificatiejaar geen structuurplan was in Lingewaal, vervult het Kernenbeleidsplan 1996 voor een belangrijk deel dezelfde rol. Het geeft de visie weer van de gemeente op de ontwikkeling van de kernen en de woningbouw. Het artikel 19, lid 3 beleid schiet te kort en is niet volgens de inspraakverordening tot stand gekomen (niet gepubliceerd). De gemeente beschikt niet over algemeen beleid voor de BWT taken. Verbeterpunten: · structuurplan spoedig vaststellen zodat op grond daarvan de actualisatie van bestemmingsplannen (zie hieronder) plaats kan vinden; · beleid opstellen voor de toepassing van artikel 19, lid 3 WRO; · zorg voor een helder en concreet beleid voor de uitvoering van de BWT taken.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 15/15
4.3
Handhaving
Bevindingen De gemeenteraad heeft op 17 mei 2001 de “Handhavingsnota Lingewaal 2001” vastgesteld. Het rapport heeft als ondertitel ”uitgangspunten en prioriteitsstelling ten behoeve van een effectieve en consequente handhaving van wet- en regelgeving op de gebieden Ruimtelijke Ordening (inclusief bouwen), Milieu en APV.” De nota is met name bedoeld voor overtredingen die al hebben plaatsgevonden; de repressieve handhaving. Hierbij speelt de publiekrechterlijke vorm van handhaving een belangrijke rol. Het opleggen van een dwangsom of het toepassen van bestuursdwang zijn de belangrijkste instrumenten van de gemeente. Wanneer de gemeente een overtreding constateert, wordt er een belangenafweging gemaakt. De volgende aspecten komen aan de orde: ernst en aard van de overtreding, sociale en financiële overwegingen, belangen van derden en ongewenste precedentwerking. Indien besloten wordt tot handhavend optreden, wordt er eerst een vooraanschrijving naar de overtreder toegezonden. Vervolgens wordt de mogelijkheid geboden om op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht te horen. Hierna wordt besloten of er een officiële aanschrijving naar de overtreder de deur uit gaat. Volgens de nota dient onmiddellijk handhavend opgetreden te worden indien sprake is van: · een reële bedreiging voor de gezondheid van mens of dier in de onmiddellijke omgeving; · ernstige hinder voor de omgeving; · stank, geluid, uitzicht, welstand, zichtbaarheid vanaf de weg, verkeersdoorstroming; · ernstige ontsiering van het landschap; · ernstige schade aan het algemeen belang; · ernstige aantasting van belangen van derden; · gevaar voor ongewenste precedentwerking. De Inspectie vindt de nota erg beschrijvend van aard en deze biedt weinig aanknopingspunten voor vertaling naar programma en uitvoering. Als vervolg op de nota handhavingsbeleid is er een nota geschreven met betrekking tot de uitvoering van het handhavingsbeleid, deze nota is te zien als een uitwerking van de handhavingsnota, hierin is een prioriteitstelling opgenomen en wordt iets gezegd over capaciteit en financiën. Onderdeel van de nota is eveneens een serie werkomschrijvingen voor diverse handhavingssituaties. In de nota “evaluatie uitvoering handhavingsbeleid” (juni 2003) wordt nog een aantal aanbevelingen gedaan, met name: het opstellen van een nieuwe handhavingsnota in 2004-2005, het jaarlijks vaststellen van een uitvoeringsprogramma (inclusief prioritering), het vastleggen van de werkprocessen voor nieuwe gevallen in de toekomst en het uitvoeren van regelmatige controles. Momenteel is er een prioriteitenlijst handhaving 2003-2004 in voorbereiding (19 november 2003) voor 59 handhavingszaken, waarin aangegeven wordt in welke volgorde handhavingszaken afgehandeld dienen te worden. Het doel van deze lijst is om duidelijkheid te scheppen over de prioriteiten van de gemeente nieuwe handhavingszaken kunnen makkelijk ingevoegd worden. Het bureau BWM is belast met de planning en uitvoering van de controles. Het bureau AJZ is belast met zaken als het legalisatieonderzoek, belangenafweging, opstellen van een vooraanschrijving en de daadwerkelijke aanschrijving. Het bureau Financiën en Sociale Zaken int de dwangsommen of brengt de kosten in rekening van de uitvoering van bestuursdwang. In de Handhavingsnota is ook beleid ten aanzien van gedogen opgenomen, maar niet overeenkomstig het Landelijk Beleidskader Gedogen. Bij gedogen wordt niet actief opgetreden tegen een overtreding, maar wordt de overtreding min of meer oogluikend toegestaan. Soms gebeurt dit in afwachting van legalisering. Soms wordt bestuursdwang afhankelijk gesteld van het alsnog indienen van een aanvraag om tot legalisatie te komen.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 16/16
Milieu Handhaving op het gebied van milieu heeft een apart handhavingstraject. Door het IOR is een Handhavingsnota vastgesteld (12-02-1998) met betrekking tot de milieuhandhaving. Voor milieudelicten in het vrije veld is er een tweedeling gemaakt in de handhaving. Er is een onderscheid gemaakt tussen onomkeerbare overtredingen en omkeerbare overtredingen. Indien er een onomkeerbare situatie is (bijvoorbeeld lozen van chemisch afval op oppervlakte water) dan is het strafrecht het meest geëigende handhavingsinstrument. Bij een omkeerbare situatie wordt het handhavingstraject ingezet door de gemeente, waarbij samengewerkt wordt met de politie. Voor handhaving milieu wordt uitgegaan van drie stappen: · eerste bezoek naar aanleiding van een bedrijfscontrole, tip of klacht. Afhankelijk van de zwaarte van de overtreding wordt overgegaan naar stap 2 of 3, met bijbehorende maatregelen. Indien niet wordt voldaan aan de geldende regels en/of voorschriften, vindt een eerste aanschrijving plaats. Vervolgens wordt de hercontrole bepaald (en indien nodig datum van vooroverleg). Indien sprake is van een oprichting, in werking hebben van een inrichting of de werking daarvan veranderen zonder milieuvergunning wordt als sanctie bestuursdwang of dwangsom toegepast. Er volgt een afzonderlijk traject met 3 mogelijkheden: melding, stillegging van bedrijf of nieuwe milieuvergunning; · na de gestelde termijn in de aanschrijving zal een eerste hercontrole plaatsvinden. Als het bedrijf niet heeft voldaan aan de gemaakte afspraken, vindt een tweede aanschrijving plaats, waarin gedreigd wordt met het toepassen van bestuursdwang; · na de gestelde termijn zal een tweede hercontrole plaatsvinden. Wanneer vastgesteld wordt dat het bedrijf niet heeft voldaan aan de twee aanschrijving, is het moment aangebroken om sanctionerend op te treden. Het bestuur neemt een sanctiebeschikking. Samengevat gaat er eerst een waarschuwing uit voorafgaande aan de aanschrijving. Vervolgens een vooraankondiging bestuursdwang en dan de aanschrijving bestuursdwang. Professionalisering van de milieuwethandhaving De gemeente voldoet voor 29,4% aan de landelijke kwaliteitscriteria in het kader van de Professionalisering van de milieuwethandhaving. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft een verbeterplan vastgesteld en opgestuurd naar de regisseur (provincie Gelderland). Het verbeterplan is goedgekeurd en biedt een goede basis om de verbeteringen te realiseren, volgens de provincie. Algemeen Milieu Overleg Regio (AMOR) In dit overleg zijn 10 IOR-gemeenten vertegenwoordigd en wordt een beleidsmatig kader met betrekking tot milieu en handhaving uiteengezet. Verbeterpunten: · stel een toezichts- en handhavingsbeleid vast dat gebaseerd is op structureel (inhoudelijk, procesmatig en doorlopend) toezicht, prioritering, selectie, mandatering, fasering, het twee stappenplan en dat door voldoende budget wordt gedekt; · het college doet jaarlijks verslag aan de gemeenteraad over handhaving (inclusief gedoogbeleid en gedoogsituaties); · de gemeente dient gedogen op het terrein van milieu te beperken tot overgangs- en/of overmachtsituaties en gevallen waarin een zwaarder wegend belang noopt tot het afzien van handhavend optreden; · de gemeente hanteert bij gedoogsituaties het toetsingskader gedogen, een procedure, legt een gedoogbeschikking vast en past de minimumeisen toe (Landelijk Beleidskader Gedogen).
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 17/17
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 18/18
5
Programma
Na inzicht te hebben gekregen in het beleid van de gemeente Lingewaal (hoofdstuk 4) worden in dit hoofdstuk het milieuprogramma (5.1), het uitvoeringsprogramma bouw- en woningtoezicht (5.2) het actualisatieprogramma bestemmingsplannen (5.3) en het handhavingsprogramma (5.4) beschreven. Per deelaspect worden ook hier de bevindingen, het oordeel (voor zover gedefinieerd in adequate niveaus) en de verbeterpunten aangereikt.
5.1
Milieuprogramma
Bevindingen In het milieuprogramma moeten de middelen terug te vinden zijn die de gemeente inzet voor de uitvoering van haar milieutaken. Binnen de gemeente fungeert het milieuprogramma als managementinstrument tussen bestuur en ambtelijke organisatie. Deze informatie kan het college en de gemeenteraad gebruiken om waar nodig, bijvoorbeeld via de jaarlijkse begroting bij te sturen. In het Milieujaarverslag 2001 en 2002 van de gemeente staat het voornemen voor de periode 2003-2005 vermeld om een (nieuw) milieuprogramma op te stellen. De gemeente was in 2002 niet in het bezit van een milieuprogramma. Opzet van de gemeente is om vanaf 2004 te gaan werken met een jaarprogramma dat is gekoppeld aan een milieubeleidsplan. Er is geen actualiseringsprogramma voor de vergunningverlening. De actualiseringsslag komt voort uit de controles die momenteel worden verricht op de Wm-inrichtingen. Het streven van de gemeente is om via de ingezette inhaalslag op het terrein van milieucontroles het inrichtingenbestand in 2005 weer totaal gecontroleerd en voorzien van adequate vergunningen c.q. meldingen te hebben. De gemeente beschikt niet over een geautomatiseerd voortgangsbewakingssysteem voor toezicht en handhaving. Oordeel Deze taak is niet adequaat. Er is geen milieuprogramma en actualiseringprogramma voor de vergunningverlening. Verbeterpunten: · stel jaarlijks, mede op basis van het actuele inrichtingenbestand, een milieuprogramma vast (door college en raad) dat gebaseerd is op de (nog op te stellen) beleidsuitgangspunten. Het programma bevat een overzicht van de te verrichten activiteiten ter uitvoering van de wettelijke taken, met een overzicht van de financiële gevolgen hiervan (inclusief capaciteit en prioritering); · in het kader van de actualiseringsplicht gaat de gemeente regelmatig na of de bestaande vergunningvoorschriften nog toereikend zijn en scherpt zonodig de voorschriften aan.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 19/19
5.2
Uitvoeringsprogramma bouw- en woningtoezicht
Bevindingen De gemeente heeft geen uitvoeringsprogramma voor de BWT taken. Aangezien er ook geen beleid is opgesteld voor de uitvoering van de BWT taken zijn er dus ook geen concrete en verifieerbare doelen beschreven. Dit houdt tevens in dat geen concreet inzicht is in de benodigde omvang van de BWT formatie, en geen inzicht in de middelen die nodig zijn voor een adequate uitvoering van de BWT taken. Ten aanzien van de gebruiksvergunningen is er een uitvoeringsprogramma. Het programma voorziet erin dat op een systematische wijze de achterstand in de verlening van de gebruiksvergunningen wordt weggewerkt. Tegelijkertijd wordt de controle op de verleende vergunningen gepland en uitgevoerd. Daarbij is op dit moment sprake van functiescheiding vergunningverlening en controle. Verbeterpunten: · zorg zo snel mogelijk voor het opstellen van een helder en concreet uitvoeringsprogramma. Het programma bevat een overzicht van de te verrichten activiteiten ter uitvoering van de wettelijke taken, met een overzicht van de financiële gevolgen hiervan (inclusief capaciteit en prioritering). Als er beleidsuitgangspunten ten aanzien van de uitvoering zijn vastgesteld, kunnen deze een leidraad vormen voor het uitvoeringsprogramma.
5.3
Actualisatieprogramma bestemmingsplannen
Bevindingen Volgens artikel 33, lid 1 WRO dient de gemeente bestemmingsplannen eens in de tien jaar te herzien. De concept herziene WRO, die waarschijnlijk binnen enkele jaren van kracht wordt, geeft bovendien aan dat een gemeente op basis van verouderde bestemmingsplannen geen bouwvergunningen meer kan afgeven. Alleen al daarom is actualisatie van bestemmingsplannen van groot belang. Daarnaast kan actualisatie aangegrepen worden om het grote aantal plannen terug te brengen. Verder wordt aanbevolen de nieuwe plannen ook digitaal ter beschikking te laten komen. Er zijn 51 bestemmingsplannen inclusief herzieningen en wijzigingen vigerend in de gemeente Lingewaal. Hiervan zijn 28 plannen ouder dan 10 jaar. Het aandeel verouderde plannen zal nog snel toenemen aangezien er vijf plannen zijn uit het jaar 1993. Hierbij is van belang op te merken dat juist de plannen Waaldijk- Herwijnen en Waaldijk-Vuren aan herziening toe zijn, niet op de laatste plaats vanwege de beleidslijn Ruimte voor de Rivier. De meest verouderde bestemmingsplannen buitengebied Herwijnen en Vuren zijn opgevolgd door het plan Middengebied van 2001. Deze herziening betreft echter niet één op één hetzelfde gebied waardoor voor kleine delen de plannen Buitengebied Vuren en Herwijnen nog vigerend zijn. De gemeente beschikt niet over een vrijstelling van de actualiseringsplicht van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland. Er is geen programma voor het actualiseren van de bestemmingsplannen. Wel is er in de begroting voor 2003 100.000 euro opgenomen voor de actualisatie. Bovendien is in de begroting 2003 (beleidsdeel) beschreven welke lopende bestemmingsplanprojecten er zijn en welke nieuwe projecten zijn voorgenomen. Hier is ook aandacht voor de eerder met onder andere de Inspectie besproken onderwerpen: functieverandering Koornwaard en implementatie Rijksbeleidslijn Ruimte voor de Rivier. Oordeel De gemeentelijke aanpak van de actualisatie van de bestemmingsplannen is deels adequaat. Er is geen meerjarenprogramma voor de actualisatie en er is geen sprake van een inhaalslag met daarbij behorende financiële middelen. Verbeterpunten: · stel een meerjarenprogramma op voor de actualisatie van bestemmingsplannen. Reserveer de benodigde middelen voor de inhaalslag die gemaakt moet gaan worden.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 20/20
5.4
Handhavingsprogramma
Bevindingen Ruimtelijke Ordening en Bouwen De gemeente Lingewaal beschikt niet over een handhavingprogramma RO en BWT. Wel is er de nota “evaluatie uitvoering handhavingsbeleid” en een lijst met lopende handhavingzaken. Hieruit blijkt dat er ook enkele constateringen zijn van overtredingen van bestemmingsplan voorschriften en overtredingen van de Woningwet en de Bouwverordening. Door het ontbreken van een programma is er geen sprake van prioritering in het toezicht of de handhaving. Naar aanleiding van de evaluatie is tot een inhaalslag besloten. Zonder daarvoor een programma te hebben, lijkt er in uitvoerende zin het afgelopen half jaar meer dan voorheen aandacht te zijn voor overtredingen van de bestemmingsplannen. Daarnaast is er regelmatig overleg met de bestuurder over de actuele handhavingzaken. Milieu Voor milieu is geen handhavingsprogramma voor 2002 vastgesteld. Momenteel wordt wel toezicht gehouden, hiervoor is bureau De Roever ingeschakeld en het IOR. Circa 100 inrichtingen worden in 2003 gecontroleerd. De gemeente werkt momenteel met het Handhaving UitvoeringsProgramma (HUP), waarin de prioriteitenstelling aangegeven wordt. Dit programma is verouderd en niet meer overeenkomstig de huidige wetgeving. Milieuhandhaving is niet uitgewerkt in een concrete controleplanning. Oordeel Gezien de bestaande achterstand en het ontbreken van een programma voor toezicht en handhaving op het terrein van bouwen, ruimtelijke regelgeving en milieu voert de gemeente de taken niet adequaat uit. Verbeterpunten: · de te maken inhaalslag in een programma uitwerken. Hierin dient aandacht te zijn voor prioritering, planning, selectie, menskracht en middelen in het toezicht en moet het programma concrete doelen nastreven waardoor sturing mogelijk is.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 21/21
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 22/22
6
Uitvoering
Nu het inzicht in beleid, programma en administratieve organisatie aanwezig is, worden in hoofdstuk 6 bestemmingsplannen (6.1), milieu (6.2) vergunningen en planologische procedures (6.3) en uitvoering toezicht en handhaving (6.4) behandeld. Per deelaspect worden ook hier de bevindingen, het oordeel (voor zover gedefinieerd in adequate niveaus) en de verbeterpunten aangereikt.
6.1
Bestemmingsplannen
Bevindingen Vanwege het ontbreken van een actualiseringsplan is in het hoofdstuk Programma de actualiteit van de bestemmingsplannen besproken. Over de bestemmingsplannen wordt in het kader van dit onderzoek geen oordeel gegeven. Deze worden door de Inspectie regulier gezien en beoordeeld. Wel merkt de Inspectie de volgende bevindingen op. Nadat aan een plan (deels) goedkeuring is onthouden door het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland dient de gemeente volgens artikel 30 WRO binnen een jaar een nieuw bestemmingsplan vast te stellen. Deze termijn is in de twee situaties die de Inspectie tegen kwam in het onderzoek niet nageleefd door de gemeente. Bovendien is in de plannen waarop de bouwaanvragen worden getoetst niet consequent aangegeven aan welke delen goedkeuring is onthouden. De rijksbeleidslijn “Ruimte voor de Rivier” is niet doorvertaald in de bestemmingsplannen van de gemeente Lingewaal. Dit is in strijd met deze beleidslijn. Ten aanzien van de De Koornwaard heeft de inspectie met de gemeente afgesproken dat in 2003 de gemeente de haalbaarheid van functieverandering zal onderzoeken en indien woningbouw niet haalbaar blijkt te zijn, zal de gemeente een bestemmingsplan voorbereiden waarin de nu aanwezige functies worden vastgelegd. Als aanvulling op het onderzoek verneemt de Inspectie nog graag van de gemeente de stand van zaken met betrekking tot het haalbaarheidsonderzoek. De bestemmingsplannen worden opgesteld opf begeleid door het bureau AJZ of de opstelling van plannen wordt begeleid door het bureau AJZ. Het bureau Bouw en woningtoezicht en Milieu wordt niet systematisch betrokken bij het opstellen van de plannen, wel zijn er afspraken gemaakt over de afstemming tussen de bureaus en de onderlinge betrokkenheid bij het opstellen van bestemmingsplannen (30 september 2003). Mede gezien de achterstand in toezicht en handhaving ontstaan hierdoor risico’s. Potentieel onveilige situaties dienen door overleg tussen AJZ en bouw en milieuzaken op een adequate wijze te worden doorvertaald in de bestemmingsplannen. Bovendien dienen overtredingen tijdig gewraakt te worden zodat niet door overgangsrecht een automatische legalisatie optreedt van overtredingen op het gebied van bouwen en milieu. Dit zou rechtsongelijkheid scheppen en strijdig zijn met een goede ruimtelijke ordening.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 23/23
Voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan door de gemeente is het daarom noodzakelijk het plangebied grondig te inventariseren op illegale situaties. Vervolgens zou de gemeente op basis van vooraf geformuleerd beleid dienen te analyseren en te verantwoorden welke situaties voor legalisatie in aanmerking zouden kunnen komen en tegen welke overtredingen opgetreden dient te worden. Een verantwoording van deze retrospectieve toets dient te worden opgenomen in de toelichting op het bestemmingsplan. Oordeel Vanwege het onvoldoende tijdig realiseren van de wettelijk vereiste planherzieningen en het niet tijdig implementeren van de beleidslijn Ruimte voor de Rivier verricht de gemeente haar taken ten aanzien van de bestemmingsplannen niet adequaat. Verbeterpunten: · op grond van artikel 30 en 33 WRO dient de gemeente tijdig de bestemmingsplannen te herzien. Spoedig dient de beleidslijn Ruimte voor de Rivier doorwerking te krijgen in de betreffende plannen; · voorkomen moet worden dat ontstane illegale situaties door overgangsrecht gelegaliseerd gaan worden. De gemeente wordt daarom aanbevolen deze tijdig te inventariseren en te wraken. Een verantwoording van deze retrospectieve toets dient te worden opgenomen in de toelichting op het bestemmingsplan.
6.2
Milieu
Bevindingen BOOT In het kader van de regeling Besluit Ondergrondse Tanks (BOOT ) is een grote saneringsactie uitgevoerd via de actie “Tankslag.” Hierbij is geïnventariseerd op welke percelen ondergrondse tanks aanwezig zijn. Bij deze operatie werden particulieren, die een ondergrondse tank hadden, verzocht zich te melden bij de gemeente zodat de tank gesaneerd kon worden en opgevuld met zand. Niet alle eigenaren hebben gehoor gegeven aan deze oproep. In een automatiseringsprogramma (HinderwetUitvoeringsProgramma) wordt bijgehouden welke tanks er gesaneerd zijn en welke nog gesaneerd moeten worden. De gemeente blijft alert op de aanwezigheid van tanks, vaak blijkt bij de verkoop van percelen dat een tank aanwezig is. Er zijn twee verzoeken geweest in 2001 en 2002 voor een eenmalige subsidie in verband met de regeling BOOT. Op grond van het besluit BOOT zijn drie tanks verwijderd. Bouwstoffenbesluit (Bsb) Het toezicht, handhaving en registratie ligt bij het bureau BWM. Bureau Civiele Werken verzorgt de meldingen bij de door de gemeente uit te voeren werken, zoals asfalteerwerkzaamheden, bouwrijp maken van bestemmingsplannen. De gemeente heeft geen toezicht en handhaving in het kader van het Bsb vastgesteld. Er is één melding geweest in 2002 in het kader van het Bsb, betreffende de aanleg van de Betuweroute. De gemeente kent geen actieve signaleringsstructuur voor alle werken die binnen de gemeente in uitvoering zijn. De meldingen Bsb zijn minimaal, omdat er weinig werken in uitvoering zijn binnen de gemeente. Oordeel Deels adequaat, omdat er geen structurele en planmatige controle is in het kader van Bsb. Verbeterpunten: · Bouwstoffenbesluit: - de gemeente dient jaarlijks te rapporteren over de uitvoering van de handhaving Bouwstoffenbesluit (aantal meldingen, controles, resultaat controle bezoek, geconstateerde overtredingen etc.); - zorg voor een structurele en geprogrammeerde controle van meldingsplichtige werken op locatie, met aandacht voor de aard van de bouwstoffen en type werk.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 24/24
6.3 6.3.1
Vergunningen en planologische procedures Bouwvergunningen
Bevindingen
Procedurele aspecten Uit de onderzochte dossiers blijkt dat de procedurele aspecten goed worden uitgevoerd. De werkwijze bij de vergunningverlening is er op gericht de vergunningen binnen de termijn af te geven. De aanhoudingsgronden worden juist toegepast, besluitvorming vindt binnen de termijnen plaats en de aanvragen en de verleende vergunningen worden gepubliceerd. In de vergunningen worden diverse oneigenlijke en/of onduidelijke voorwaarden opgenomen, bijvoorbeeld; · het plan moet voldoen aan het bouwbesluit (dit is een voorwaarde om tot vergunningverlening over te kunnen gaan); · verwijzing naar diverse artikelen van het bouwbesluit; · twee weken voor aanvang dient een bodemonderzoek te worden overlegd (gezien het verbod tot bouwen op verontreinigde grond kan de vergunning pas worden verleend als duidelijk is dat de bodem geschikt is). Kwaliteit aanvraag Over het algemeen bevatten de dossiers de gegevens die nodig zijn op grond van de bouwverordening. Constructietekeningen en berekeningen zijn vaak aanwezig in het werkdossier. Na gereedmelding en afwikkeling van de vergunning worden de dossiers samengevoegd. In het dossier van het tuincentrum Brinkman zijn geen detailtekeningen aangetroffen. Ook de technische uitwerking en detaillering van de vuurwerkbunker is niet aangetroffen. In de dossiers zijn de aanwezige tekeningen niet altijd gewaarmerkt en/of van datumstempel voorzien zodat niet duidelijk is welke tekeningen bij de vergunning horen. In het geval van Brinkman is de meest recente tekening van de bunker niet voorzien van een waarmerk. Deze tekening is ook opgenomen bij de milieuvergunning maar wijkt af van de tekening bij de bouwvergunning waarbij niet duidelijk is volgens welke tekening er nu is gebouwd. Overigens is de tekening van de bunker die bij de milieuvergunning hoort van een latere datum dan de vergunning zelf. De tekening van 30 september 2001 is voorzien van een stempel van 23 januari 2001. De inspectie vindt dat de gemeente risico loopt op het gebied van veiligheid, wanneer met onjuiste of niet-definitieve tekeningen vergunningen worden verleend. Toets Bouwverordening In de dossiers is niet duidelijk op welke wijze en op welk niveau de toets aan de bouwverordening heeft plaatsgevonden. Vaak is geen bodemonderzoek aanwezig. Uit het dossier noch uit de vergunning blijkt dan dat hiervoor een vrijstelling kan worden verleend. Ambtelijk wordt aangegeven dat voor een groot deel van de gemeente de kwaliteit van de bodem in kaart is gebracht. Daarom zou in veel gevallen geen bodemonderzoek vereist zijn. De toets met betrekking tot brandveiligheid wordt door de regionale brandweer voor Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen verzorgd. De resultaten van deze toets zijn niet eenduidig in de dossiers terug te vinden. In de dossiers wordt gewerkt met een procedureformulier waarop de beoordeling van ontvankelijkheid, bestemmingsplan, bouwverordening, bouwbesluit en welstand wordt aangetekend. Dit formulier geeft echter, behalve voor de toetsing aan het bestemmingsplan, geen inzicht in wat er is getoetst en op welk niveau. Toets aan het Bouwbesluit De constructieve toets wordt bij de grotere aanvragen door derden uitgevoerd. Voor wat betreft de toets aan de overige aspecten van het bouwbesluit is niet uit de dossiers af te leiden hoe deze is uitgevoerd. In een dossier was een door de architect uitgevoerde toets opgenomen. In een aantal gevallen is geen EPC berekening aangetroffen. Uit de dossiers is soms af te leiden dat diverse onderdelen zijn getoetst, de diepgang hiervan is niet uit de dossiers af te leiden.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 25/25
Bodemtoets Het is niet duidelijk of in alle gevallen waarvoor geen vrijstelling geldt een bodemrapport wordt opgevraagd. De dossiers geven hier geen duidelijkheid over. Ook ontbreekt vaak de motivatie bij de vergunning. De gemeente geeft het volgende aan: “Indien het aanvraagformulier voor de bouwvergunning wordt ingeleverd zonder toevoeging van een verkennend bodemonderzoek, wordt impliciet bodemonderzoeksvrijstelling aangevraagd”. Hierbij wordt niet aangegeven wanneer en onder welke voorwaarden vrijstelling verleend kan worden. Ten aanzien van het aanvragen en verlenen van een vrijstelling voor bodemonderzoek is in de dossiers vaak niets terug te vinden. Er wordt dan ook niet duidelijk gemaakt waarom genoegen wordt genomen met het ontbreken van een bodemonderzoek. Blijkbaar wordt er niet gehandeld conform de eigen gemeentelijke verordening. Toets aan het bestemmingsplan De planologische toetsing van de bouwaanvragen wordt in de vergunningen niet nader gemotiveerd. De Inspectie heeft in het kader van dit onderzoek 9 bouwaanvragen getoetst aan de vigerende bestemmingsplannen. Hieruit is het volgende gebleken. Van de onderzochte dossiers voldoet de meerderheid niet aan een deugdelijke toets aan het bestemmingsplan of kunnen op zijn minst vraagtekens worden gezet bij de interpretatie daarvan. Voorbeelden daarvan zijn het accepteren van een te groot bouwvolume, een goothoogte die niet past binnen het bestemmingsplan, discutabele argumentatie om goedkeuring te verlenen. Een aantal keren is vergunning verleend met een verwijzing naar de verkeerde wetsartikelen. Een voorbeeld hiervan is een artikel 19 lid 3 WRO in combinatie met artikel 50 lid 6 Ww. Wanneer de aanvraag niet past binnen het vigerende bestemmingsplan wordt volgens de regelgeving de aanvraag gezien als een verzoek tot toepassing van een vrijstelling volgens artikel 19 WRO. Ten aanzien van de nieuwbouw van een woonhuis aan de Waaldijk is bijvoorbeeld vrijstelling verleend op grond van artikel 19 lid 1 WRO. De verklaring van geen bezwaar van het college van Gedeputeerde Staten geeft weer dat er geen bezwaar is tegen de bouw van een woning die niet groter wordt dan 500 m3. De gemeente weet uit de aanvraag dat de woning groter wordt dan 500 m3 en stelt in de aanvraag van de verklaring van geen bezwaar dat een bouwplan is ingediend waarbij de inhoudsmaat van de woning is teruggebracht tot 500m3. Dit is niet correct. Er is voorzover kon worden nagegaan geen aangepast bouwplan ingediend maar de gemeente heeft bij de vaststelling van het volume van de woning de onderbouw van de woning (berging en dergelijke) niet meer meegerekend. Mondeling overleg met de Provincie zou hebben opgeleverd dat de Provincie met deze benadering akkoord is gegaan. De vervangende nieuwbouw van een woning te Herwijnen (bebouwde kom) is toegestaan met toepassing van artikel 19 lid 3 WRO. Dit is akkoord op grond van de uitspraak d.d. 4 juni 2003 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Echter in 2002 toen de gemeente de bouwvergunning verleende tendeerde de discussie over toepassing van artikel 19 lid 3 ten aanzien van nieuwbouw nog naar het alleen toestaan van uitbreiding bij bestaande bouw. Bij dit bouwplan is de goothoogte niet in overeenstemming met het bestemmingsplan, dit is in de vrijstelling niet gemotiveerd. Voor de bouw van een schuur bij een woning in het buitengebied heeft de gemeente eveneens artikel 19.3 WRO toegepast. De schuur staat niet op het erf dicht bij de woning maar met enige afstand tot de woning (ongeveer 20 meter) op een perceel grond dat naast en achter de woning is gelegen. De bestemming waarvan vrijstelling is verleend is beschermd natuurgebied. Toepassing van artikel 19 lid 3 WRO is in deze casus volgens de Inspectie niet correct. Overigens merkt de Inspectie op dat sprake is van strijdig gebruik van het perceel gezien het parkeren van auto’s en aanhangers. Over de behandeling van de aanvraag is meer op te merken. De tekening bij de aanvraag geeft geen plattegrond weer van het bouwwerk en ook is geen situatietekening bijgevoegd. Op grond hiervan had de aanvraag niet ontvankelijk verklaard dienen te worden. Bovendien is duidelijk te zien dat de oorspronkelijke tekening een groter bouwwerk betrof en dat door knippen en plakken een bouwwerk is weergegeven dat net voldoet aan de maximale oppervlakte maat van 25 m². Desondanks heeft de gemeente niet reeds tijdens de bouw of bij gereedmelding geconstateerd dat de schuur groter is gebouwd volgens het oorspronkelijke plan.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 26/26
Toen later wel ontdekt is dat de schuur te groot is geworden heeft de gemeente de eigenaar verzocht een nieuwe aanvraag in te dienen voor de uitbreiding van de schuur. Hierop is geantwoord dat ingevolge artikel 43 van de Woningwet het plan is vrijgesteld van het aanvragen van een bouwvergunning aangezien het oppervlak aan vergunningvrije bouwwerken de 30 m² niet overschrijdt en de hoogte niet meer is dan 3 meter. Nog afgezien van de onjuiste constateringen (de oppervlakte maat van 30 m² en de hoogtemaat van 3 meter zijn wel overschreden) is artikel 43 Woningwet in de visie van de Inspectie niet van toepassing aangezien het perceel geen erf betreft. In artikel 1 van het besluit bouwvergunningvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken is het begrip erf gedefinieerd als : “al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt”. Op het industrieterrein het Zeiving is een bedrijfspand met bedrijfswoning gebouwd. Bijzonder aan de bouw is dat de woning zich bevindt boven de bedrijfsruimte. Het bestemmingsplan heeft met deze bouwwijze geen rekening gehouden aangezien er een maximale bouwhoogte voor bedrijfswoningen wordt weergeven die door de gestapelde bouw wordt overschreden. Over de vraag of hierdoor het bouwwerk strijdig is met het bestemmingsplan is discussie mogelijk. Tegenover de constatering dat de bedrijfswoning de toegestane maximale bouwhoogte van bedrijfswoningen overschrijdt staat dat de bedrijfswoning is gebouwd op een bedrijfsruimte en dat de toegestane bouwhoogte van bedrijfspanden niet wordt overschreden door het totaal van bedrijfspand en woning. Wel is de goothoogte van de bedrijfswoning 0.70 m te hoog gelegen. Ook is de Inspectie gebleken dat de woning ongeveer 50 m³ groter is aangevraagd en gebouwd dan de toegestane 550 m³. De vervangende nieuwbouw van een woning in het buitengebied van Heukelum blijkt 80 m³ te groot aangevraagd en gebouwd. Een horecagelegenheid te Spijk in het buitengebied is illegaal gebouwd. Wegens strijd met het bestemmingsplan is de aanvraag behandeld als een verzoek om bouwvergunning op grond van een vrijstelling artikel 19, lid 1 WRO. De verklaring van geen bezwaar is in eerste instantie geweigerd door Provincie Gelderland. Bovendien moest de Provincie constateren dat de bouw bijna geheel was gerealiseerd ten tijde van behandeling van het verzoek. De wethouder van de gemeente Lingewaal laat doorbouwen zo blijkt uit een verslag van een gesprek tussen de ondernemer, de wethouder en twee ambtenaren van de gemeente. Ook indien de Provincie in tweede instantie de verklaring van bezwaar niet zou verlenen wordt daar niet zwaar aan getild aangezien, volgens het gespreksverslag “de Provincie naar verwachting niet zal goedkeuren maar zij verder geen acties zal ondernemen”. Uiteindelijk heeft de Provincie de bezwaren van onder anderen de gemeente tegen de weigering tot afgifte van de verklaring van geen bezwaar gegrond verklaard en de verklaring van geen bezwaar afgegeven. Hiermee is het bouwwerk gelegaliseerd. Oordeel De verlening van bouwvergunningen door de gemeente Lingewaal is niet op adequaat niveau. De vergunningverlening geschiedt niet adequaat. Nuancering hierbij is dat de onderdelen procedurele toets en de volledigheid van de aanvraag een voldoende scoren. De toets aan het bouwbesluit en de bouwverordening is niet inzichtelijk, de diepgang daarvan is niet uit de dossiers af te leiden. De toets aan het bestemmingsplan is in veel gevallen niet correct. De bodemtoets lijkt ook een onvoldoende niveau te halen.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 27/27
Verbeterpunten: · een procedureformulier waarop de resultaten van de advisering met betrekking tot alle belangrijke punten is terug te vinden; · neem voor de toetsing aan de bouwverordening een checklist op waarop wordt aangetekend wat is getoetst en met welk resultaat; · neem voor de toetsing aan het bouwbesluit een checklist op waarop wordt aangetekend wat is getoetst en met welk resultaat; · signaleer afwijkingen en maak deze inzichtelijk, zodat hiervoor een correcte procedure gevolgd kan worden; · geef in het dossier duidelijk de beoordeling van een eventueel bodemrapport weer, geef indien de rapporten niet in het dossier worden bewaard aan in welk archief het bodemrapport zich bevindt; · als geen bodemrapport vereist is of hiervoor vrijstelling wordt verleend, dient dit duidelijk gemotiveerd in de stukken en in de motivering bij de vergunning te worden aangegeven; · maak het vrijstellingenbeleid voor belanghebbenden kenbaar (bijvoorbeeld op de gemeentelijke website); · betracht meer zorgvuldigheid in de procedure ten aanzien van de bestemmingsplantoets. 6.3.2
Gebruiksvergunningen
Bevindingen De werkwijze bij de vergunningverlening is er op gericht om de aanvragen binnen de termijnen af te handelen. Voor de termijnbewaking wordt gewerkt met het pakket Registar. De verleende gebruiksvergunningen worden gepubliceerd. De aanvragen om gebruiksvergunningen bevatten de voor de beoordeling relevante gegevens. Bij incomplete aanvragen krijgt de aanvrager de gelegenheid geconstateerde verzuimen te herstellen. De dossiers zijn overzichtelijk en compleet ingericht. De advisering door de brandweer vindt plaats volgens vastgelegde en vastgestelde procesafspraken. De beoordeling van bouwplannen vindt plaats aan de hand van een checklist in het pakket Registar. In de vergunning worden altijd specifieke voorwaarden opgelegd. De controle van de vergunningen wordt ook met behulp van Registar ingepland. In de planning van de verlening van en het toezicht op de gebruiksvergunningen is een verschuiving te zien van vergunningverlening naar toezicht en controle. Oordeel De verlening van de gebruiksvergunningen geschiedt adequaat. 6.3.3
Sloopvergunningen
Bevindingen Voor de vergunningaanvraag werden in de onderzochte dossiers niet altijd de juiste aanvraagformulieren gebruikt (hoewel correcte formulieren al geruime tijd beschikbaar waren), waardoor het aspect asbest onderbelicht zou kunnen blijven. Verder bleek uit een aantal dossiers dat toch op een correcte wijze met asbestinventarisatie werd omgegaan. Bij het onderzoek is gebleken dat, hoewel bij de informatie die vooraf aan de Inspectie werd gestuurd nog het oude aanvraagformulier zat, op dit moment bij BWM de nieuwe formulieren aanwezig zijn en ook gebruikt worden. In een aantal dossiers zijn aanwijzingen aangetroffen dat de gemeente aandacht heeft besteed aan de aspecten veiligheid en de bescherming van nabij gelegen bouwwerken. De opbouw van de sloopvergunning is in de onderzochte dossiers correct, er worden specifieke voorwaarden gesteld. Uit geen van de dossiers is op te maken dat toezicht heeft plaatsgevonden. Hierbij moet worden aangetekend dat in 2003 wordt gewerkt met rapportageformulieren voor de controles van sloopwerkzaamheden. Deze rapportage geeft samen met de gemaakte foto´s een helder inzicht in de controle en de constateringen daarbij. Oordeel De verlening van sloopvergunningen verloopt in 2002 deels adequaat. Er werden nog de oude formulieren gebruikt. De dossiers geven onvoldoende inzicht in het gevolgde proces en de toetsing.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 28/28
Verbeterpunten: · gebruik de juiste aanvraagformulieren (inmiddels is dit gerealiseerd); · gebruik ook bij de sloopvergunningen een termijnbewakingssysteem aan de hand waarvan het verloop van de procedure en de resultaten van toetsing van de aanvraag aan de verschillende aspecten is terug te vinden; · neem in de dossiers ook altijd de melding aanvang en de gereedmelding op; · neem in de dossiers altijd de toezichtverslagen op. De huidige wijze van verslaglegging is daarvoor uitermate geschikt. 6.3.4
Planologische procedures
Bevindingen Vrijstellingen artikel 17 WRO De toepassing van de tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 17 WRO. In 2002 zijn de procedures voor de toepassing artikel 17 WRO op juiste wijze doorlopen, er is echter verzuimd de Inspectie tot op heden van de beschikkingen afschriften te zenden. Voorts moet opgemerkt worden dat niet is gebleken dat artikel 17 is gebruikt ten behoeve van anticipatie op een toekomstig bestemmingsplan maar dat de toepassing van artikel 17 WRO ten behoeve van een jeugdhonk in een kleedvoorziening van het zwembad hiervan wel de indruk wekt. Vrijstellingen artikel 19 WRO De gemeente past in een relatief groot aantal situaties een vrijstelling volgens artikel 19 WRO toe. Dit aantal zou gereduceerd kunnen worden door meer actuele bestemmingsplannen en een beleid ten aanzien van de toepassing van artikel 19 lid 3 WRO. Op dit moment beschikt de gemeente niet over een dergelijk beleid. De verleende vrijstellingen worden niet bij de bestemmingsplannen opgeborgen. Overig In een aantal gevallen heeft de gemeente bij bestemmingsplanwijzigingen gewerkt met een planschadeovereenkomst. Het Hof Arnhem zette met zijn arrest van 7 mei 2002 een streep door deze overeenkomsten. Deze uitspraak is op 2 mei 2003 door de Hoge Raad bevestigd. Ook de Hoge Raad heeft planschadeovereenkomsten niet geldig geoordeeld. Oordeel In procedurele zin wordt artikel 17 WRO door de gemeente Lingewaal juist toegepast op het vereiste verzenden van afschriften aan de Inspectie na. Verder dient de gemeente er voor te waken de tijdelijke vrijstelling te gaan gebruiken als anticipatieprocedure. In procedurele zin zijn ten aanzien van de toepassing van artikel 19 WRO geen gebreken gebleken. Over het algemeen worden de bestaande mogelijkheden tot toepassing van artikel 19 zondermeer gegund. Veel artikel 19 verzoeken komen voort uit niet meer actueel zijnde bestemmingsplannen. Het is aan te bevelen ten behoeve van de periode dat nog gewerkt moet worden met deze plannen een beleid op te stellen ten aanzien van de toepassing van artikel 19 lid 3 WRO. Het door laten bouwen zonder dat een vergunning is afgegeven of de verklaring van geen bezwaar door het college van GS is verleend, is onwettig en zeer risicovol. Verbeterpunten: · de gemeente dient de Inspectie afschriften te zenden van artikel 17 WRO beschikkingen. In de aanvragen of de beschikkingen dient de tijdelijkheid goed gemotiveerd te worden; · de gemeente dient het bouwen zonder bouwvergunning te voorkomen of indien dit geconstateerd wordt, stil te leggen. 6.3.5
Milieuvergunningen en -meldingen
Bevindingen Het totaal aantal Wm-vergunningplichtige inrichtingen in de gemeente is 398: Categorie 1: 128 inrichtingen; Categorie 2: 96 inrichtingen; Categorie 3: 158 inrichtingen; Categorie 4: 16 inrichtingen. VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 29/29
Opvallend in categorie 4 is dat maar liefst 10 van de 16 inrichtingen veehouderijen betreffen. Niet bekend is waarom de veehouderijen in categorie 4 zijn geplaatst. De inrichtingen zijn opgenomen in het HinderwetUitvoeringsProgramma (HUP). Hoewel het programma inzicht geeft in het aantal Wm-inrichtingen binnen de gemeente Lingewaal, is het huidige programma verouderd en voldoet niet meer aan de vigerende wetgeving. De gemeente is zich momenteel aan het e oriënteren op een nieuw milieuregistratiesysteem. In het bedrijfsverzamelgebouw aan de 2 Industrieweg te Asperen zitten een aantal inrichtingen zonder een actuele vergunning/cq. melding. In het verificatiejaar zijn 4 vergunningen verleend in categorie 3 (veehouderijen) en 1 revisievergunning in categorie 4. Volgens de informatie van de gemeente hebben alle verleende vergunningen de wettelijke termijn overschreden, omdat de periode van vooroverleg veel tijd in beslag heeft genomen. Informatie over het gehouden vooroverleg is niet uit de dossiers te halen. In 2003 zijn er tot op heden nog geen termijnen overschreden. In 2002 zijn er twee meldingen ex artikel 8.19, lid 2 Wm verleend (Betuweroute). Daarnaast is er een gereedmelding voor een tankstation afgegeven. Het aantal meldingen ex artikel 8.40 bedraagt in totaal 15. De meldingen worden over het algemeen tijdig gepubliceerd. De inspectie heeft geconstateerd dat er inrichtingen werkzaam zijn binnen de gemeente, die geen melding hebben verricht. Dit betreft onder andere een inrichting aan de Haarweg te Spijk (opslag melkkoeltanks en e melkmachines. Voor een inrichting op het bedrijventerrein aan de 2 Industrieweg te Asperen is wel een melding verricht, maar de eigenaar van de inrichting heeft inmiddels andere activiteiten ontplooid. Bij Vuurwerk Brinkman is een inrichting van verhuur van trouwauto’s actief, terwijl er geen milieudossier bij de e gemeente aanwezig is over deze activiteit. Aan de 3 Industrieweg is een container geconstateerd, die niet in de milieumelding is opgenomen. Bij de vergunningverlening wordt gebruik gemaakt van het Standaardvoorschriftenpakket van De Roever Milieuadvisering. Actualisering van dit pakket gebeurt ongeveer vier keer per jaar. De gemeente wordt bij de vergunningverlening structureel ondersteund door het IOR en De Roever. Onder verruimde reikwijdte van de Wm wordt verstaan de verbetering van het milieu, de zorg voor een doelmatige verwijdering van afvalstoffen (afvalpreventie, afvalscheiding), de zorg voor een zuinig gebruik van energie en grondstoffen en de zorg voor het beperken van de milieuschadelijkheid van het verkeer van personen of goederen van en aar de inrichting (artikel 1.1, lid 2, Wm). Binnen het inrichtingenbestand van Lingewaal wordt voor een integrale benadering gekozen. Bij de huidige vergunningsprocedure moeten bedrijven gegevens aanleveren op het gebied van energie en geluid. Hierbij worden ook voorschriften opgenomen over het voorkomen van afval. Het is niet te achterhalen of er opleveringscontroles hebben plaatsgevonden binnen 3 maanden na het van kracht worden van de vergunningverlening. Oordeel Deels op adequaat niveau, omdat de termijnen in het verificatiejaar zijn overschreden en er nauwelijks opleveringscontroles hebben plaatsgevonden. Niet alle vergunningplichtige inrichtingen zijn voorzien van een dekkende en toereikende vergunning. Verbeterpunten: · voer een geautomatiseerd inrichtingenbestand in en houdt dit actueel, gebaseerd op de categorieën één tot en met vier en zonodig aangevuld met een aparte categorie voor inrichtingen die niet vallen onder het bevoegd gezag van de gemeente; · organiseer vanuit dit bestand een planmatige aanpak voor vergunningverlening/meldingen en handhaving (geautomatiseerd bewakingsprogramma); · bij behandeling van een aanvraag de wettelijke procedure volgen en geen termijnen overschrijden, waarbij de ontvankelijkheidstoets zorgvuldig uitgevoerd dient te worden; · let op de kwaliteit bij het toetsen van aanvragen/meldingen; · Alle vergunningplichtige inrichtingen zijn voorzien van een dekkende (voor alle activiteiten) alsmede toereikende (naar de nieuwste milieuhygiënische inzichten) vergunning, dan wel melding; · de overwegingen zijn volledig uitgewerkt en van het gehouden vooroverleg is een verslag gemaakt; · indien nodig, coördineren bij behandeling van een aanvraag, met andere betrokken bevoegde gezagen, conform de coördinatie en afstemmingsregelingen (§ 8.1.3.2. Wm, art. 8.5 en 8.20 Wm, artikel 7b t/m 7d Wvo en artikel 8, 47 en 52 Woningwet); VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 30/30
·
6.4 6.4.1
alle inrichtingen worden binnen 3 maanden na het van kracht worden van de vergunning gecontroleerd (opleveringscontrole).
Uitvoering Toezicht en Handhaving Toezicht en handhaving milieu
Bevindingen Naast toezicht, controle en sanctie ziet de gemeente communicatie ook als een handhavingsinstrument. Een vorm van communicatie is de werkgroep ‘Project De Waarden.’ Dit is een overlegorgaan waarin milieumedewerkers van de IOR-gemeenten, de provincie, het Openbaar Ministerie, het Zuiveringsschap, de politie en het IOR zijn vertegenwoordigd. De werkgroep heeft een oog- en oorfunctie op het gebied van de handhaving. Het is de bedoeling dat de deelnemende partijen elkaar waarschuwen over geconstateerde overtredingen. Verscheidende bedrijven zijn in het kader van de Wet milieubeheer bezocht in 2002. Vervolgens zijn de bedrijven aangeschreven. In het jaar 2002 zijn twee dwangsommen opgelegd. Er wordt weinig bestuursdwang toegepast, omdat de kwestie vaak in de voorfase wordt opgelost tijdens de officiële correspondentie. De gemeente streeft ernaar in overleg met de overtreders tot een oplossing te komen. Dit overleg voorafgaande aan het officiële handhavingsbesluit is zeer arbeidsintensief, dat zich geheel ontrekt aan de openbaarheid. De gemeente wil deze werkwijze handhaven, omdat op deze wijze grove overtredingen worden voorkomen Het bureau BMW hanteert een systeem met betrekking tot het uitvoeren van controles op de naleving van voorschriften van de verleende milieuvergunningen. Als na controle blijkt dat de voorschriften van de vergunning niet nageleefd worden, wordt er handhavend opgetreden. De frequentie is afhankelijk van milieucategorie van het betreffende bedrijf: · categorie 1: 1 keer per 10 jaar; · categorie 2: 2 keer per 5 jaar; · categorie 3: 1 keer per 2 jaar; · categorie 4: 1 keer per jaar. In het HUP wordt de prioriteitstelling aangegeven, echter door gebruik aan tijd en capaciteit zijn de prioriteiten in 2002 niet gehaald. In maart 2003 is gestart met een flinke inhaalslag van de controles op inrichtingen. Bureau De Roever is ingeschakeld voor de controle van categorie 1, 2 en 3-bedrijven. De gemeente gaat uit van 50 controles per jaar. De verwachting van de gemeente is dat binnen 2 jaar (medio 2005) de controle-achterstand is ingelopen. In de notitie “herschikking van taken binnen bureau BWM/permanente uitbesteding werkzaamheden” wordt uitgegaan van 75 controles per jaar. Het is de bedoeling dat in een periode van vier jaar alle 300 bedrijven binnen de gemeente Lingewaal worden bezocht. Daarna wordt het aantal beperkt tot 35 à 40 per jaar. De Inspectie heeft achterstanden in de controles geconstateerd. Een voorbeeld hiervan is en Pannenkoekhuis te Spijk. Sinds de milieumelding in 1999 is niet meer gecontroleerd. Er zijn in 2003 diverse overtredingen (geen vetafscheider, lozing op het riool, controle propaantank, etc.) plaatsvinden. Uit dossieronderzoek blijkt dat de gemeente na de uitvoering van een controle (en vervolgens een hercontrole) vaak niet overgaat tot het daadwerkelijk aanschrijven van de overtreder. Op een bedrijf in Heukelum zijn diverse overtredingen geconstateerd tijdens een controle (geen certificaat van een vloeistofdichte vloer, een oude diesel- en olietank, een verandering qua inrichting, etc.), er zijn diverse brieven verstuurd naar de overtreder, maar er wordt niet handhavend opgetreden (met andere woorden; er wordt geen vervolg aan gegeven). Dit geldt ook voor een inrichting aan de Spijkse Kweldijk te Spijk en de Kerkweg te Heukelum. Handhaven en toezicht gaat verder dan controleren. De gemeente pakt de milieucontroles voortvarend op, maar vervolgens wordt er geen consequenties verbonden aan de geconstateerde overtredingen. De overtreder wordt nog een keer uitgenodigd voor een gesprek of telefonisch benaderd. Door middel van overleg wordt getracht overtredingen op te heffen. Dit kost veel tijd en is een grote belasting voor het ambtelijk apparaat. Ook is dit niet bevorderlijk voor het milieu. Tijdens een bedrijfscontrole bij het bedrijf Hermeta blijkt dat er nog steeds geen adequate maatregelen zijn genomen om een vloeistofdichte vloer te kunnen garanderen. VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 31/31
Voor de controle van categorie-4 bedrijven is het IOR ingeschakeld. De Roever en IOR hanteren een aparte lijst van lopende, te controleren bedrijven. De Inspectie vraagt zich af of de lijst van categorie-4 bedrijven correct is. Er is een tekort geconstateerd in de capaciteit om de handhavingstaak goed en consequent uit te voeren, daarom is er op de afdeling Ruimte een formatieplaats gecreëerd voor een administratief juridisch medewerker handhaving bij het bureau AJZ (februari 2002). Al in 1996 heeft het college van Burgemeester en Wethouders reeds vastgesteld dat de wil er wel is om handhavend op te treden, maar dat als gevolg van gebrek aan tijd en menskracht ad hoc gehandhaafd wordt. Het stappenplan wordt in alle gevallen gehanteerd, de termijnen genoemd in de Handhavingsnota blijken in de praktijk niet haalbaar door de hoeveelheid werk en doordat de diverse betrokkenen ook andere werkzaamheden hebben. Op grond van de Handhavingsnota wordt aan veel gevallen een hoge prioriteit toegekend. Wat betref het schriftelijk vastleggen van alle gebeurtenissen kan worden gezegd dat dit goed gebeurt. Handhavingszaken zijn onderdeel van het wekelijkse coördinatieoverleg tussen leidinggevenden en de portefeuillehouder. Er wordt in de gemeente diverse activiteiten ontplooid op het gebied van controles en handhavingstaken, maar er ligt geen programma aan ten grondslag. Ook is er geen bewaking van de voortgang. Oordeel De milieucontroles zijn niet op adequaat niveau, omdat de geplande aantallen niet zijn gehaald. Verbeterpunten: · zorg voor voldoende inzet op de handhavingstaken; · zorg voor een structurele en programmatische uitvoering van de handhavingstaken; · zorg voor een goede onderlinge afstemming in werkprocessen en handhavingstaken en blijf de voortgang bewaken; · de Inspectie beveelt de gemeente aan zich te houden aan de door VROM en de VNG aanbevolen controlefrequenties, tenzij de gemeente zelf een beleid ontwikkelt op basis waarvan controlefrequenties kunnen worden bepaald; · zorg voor de bewaking van de voortgang van de geplande controles. 6.4.2
Toezicht en handhaving bestemmingsplannen, bouwen en slopen
Bevindingen Bouwen In de dossiers (zowel bouwvergunningen als sloopvergunningen) is niet terug te vinden of en met welk resultaat het toezicht is uitgevoerd. Gebleken is dat in 2002, maar ook nog steeds in 2003 onvoldoende capaciteit aanwezig is om het toezicht en de handhaving op een goede wijze te kunnen uitvoeren. Er is geen sprake van systematisch toezicht op alle vergunningen. In het handhavingsbeleid en als uitvloeisel daarvan de programmering, zou moeten worden aangegeven op welke wijze en met welke intensiteit vergunningen worden gecontroleerd. Bij het onderzoek is gebleken dat niet altijd afwijkingen van de bouwvergunning worden geconstateerd of dat in de gevallen waarbij wel een constatering wordt gedaan de handhaving uitblijft. Ruimtelijke ordening De Inspectie heeft in haar schouw een aantal situaties aangetroffen waarin de gemeente de voorschriften van de desbetreffende bestemmingsplannen onvoldoende blijkt te handhaven. Het betreft: Een trouwauto bedrijf in een bedrijfspand aan de Haarweg. Er is sprake van strijdig gebruik vanwege de specifieke bestemming vuurwerkopslag en tuincentrum. Bij een bedrijf aan de Haarweg te Spijk zijn melktanks opgeslagen. Op grond van artikel 22.3 van desbetreffende bestemmingsplan is sprake van met het bestemmingsplan strijdig gebruik. (Dit artikel luidt:” Een verboden gebruik als bedoeld in lid 1 is in ieder geval het gebruik van onbebouwde gronden als opslag, stort of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;) VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 32/32
Een paardenbak naast de bedrijfswoning van een horecavoorziening is strijdig met het bestemmingsplan vanwege onthouding van goedkeuring door GS aan de desbetreffende planonderdelen. Het beeld zoals de gemeente dit ook van zichzelf heeft dat er achterstand is in het houden van toezicht en het optreden tegen overtredingen wordt hierdoor bevestigd. Oordeel Het toezicht op en de handhaving bestemmingsplannen, bouwen en slopen door de gemeente Lingewaal is niet op adequaat niveau. Verbeterpunten: · sneller dan nu het geval is, zal voortaan opgetreden dienen te worden tegen overtredingen van gebruiksbepalingen; · op grond van een daartoe opgesteld programma uitvoering geven aan een geïntensiveerd toezicht en daadkrachtige handhaving. De Inspectie vindt dat de huidige personele capaciteit met name voor juridische behandeling van de handhaving niet voldoende is; · stel op basis van het handhavingsbeleid een handhavingsprogramma op waarin duidelijk wordt aangegeven op welke wijze en met welke frequentie het toezicht wordt uitgeoefend. Hieruit is tevens de benodigde capaciteit af te leiden; · breng de capaciteit van het toezicht op niveau conform het handhavingsprogramma. 6.4.3
Klachtenbehandeling
Bevindingen De gemeente heeft (op grond van artikel 18..2, lid 1, onder c Wm) de taak om mondelinge en schriftelijke milieuklachten te behandelen die betrekking hebben op de naleving van regels en voorschriften door bedrijven waarvoor zij bevoegd gezag zijn. De regels en voorschriften zijn afkomstig uit de milieuvergunning of AmvB die van toepassing is voor het betreffende bedrijf. In het verificatiejaar zijn 5 milieuklachten binnengekomen bij de gemeente, die betrekking hadden op het aspect bodem, geluid en het storten van puin. Eén klacht had betrekking op een inrichting. Voor bouwen zijn er 10 klachten ingediend. De klachten komen rechtstreeks binnen bij de behandelend ambtenaar. Indien er aanleiding is voor een handhavingsactie wordt het stappenplan gevolgd. Het instellen van een klachtenloket vind de gemeente niet nodig (Evaluatie uitvoering handhavingsbeleid). Er vindt geen registratie plaats van de klachten. Ook is er geen termijn verbonden aan de afhandeling van klachten. Voor de niet inrichtingsgebonden milieuklachten bestaat geen wettelijke taak. Niet alle milieubelastende activiteiten vinden plaats binnen inrichtingen bedoeld in de Wm. Te denken valt onder andere aan verbranden van afval, storten van afval in bermen, activiteiten van particulieren, etc. Handhaving van milieuregels bij deze categorie vindt de gemeente lastiger dan bij inrichtingen, aangezien deze groep niet regelmatig kan worden bezocht. Overtredingen komen meestal naar voren bij klachten van omwonenden of door constatering van een gemeente-ambtenaar bij zijn reguliere taken (bezoeken bedrijven of inventarisatieronde). De gemeente kent sinds dit jaar een Bel en Herstellijn, waar burgers al hun klachten kwijt kunnen ten aanzien van niet-inrichtingsgebonden milieuklachten. Hieraan gekoppeld zit ook een monitoring. Oordeel Gedeeltelijk adequaat, omdat er voor de inrichtingsgebonden milieuklachten geen centraal klachtenmeldpunt is, waar klachten geregistreerd worden. Ook is er geen klachtenregistratie van bouwenen ruimtelijke ordeningszaken. Klachtenafhandeling is afhankelijk van de behandelend ambtenaar.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 33/33
Verbeterpunten: Procedureel: · indien een mondelinge of schriftelijke klacht wordt ingediend, registreer dit op een consistente en gestandaardiseerde wijze in een (geautomatiseerd) klachtenregistratiesysteem; · de melder ontvangt een mondelinge, schriftelijke of elektronische reactie over de wijze waarop en termijn waarbinnen de klacht wordt afgehandeld; · beoordeling en afhandeling van de klacht vindt plaats conform een vaste, gestandaardiseerde procedure en werkwijze en binnen door de gemeenteraad vastgestelde termijnen. Inhoudelijk: · zorg voor een centraal klachtenmeldpunt, voor inrichtinggebonden en niet inrichting gebonden klachten, dat 24 uur bereikbaar is; · de gemeente beschikt over een medewerker die toezicht houdt op de afhandeling van klachten conform de vastgestelde procedures en binnen de gestelde termijnen; · jaarlijks worden de binnengekomen klachten geanalyseerd en wordt een rapportage opgesteld (analyse, verbeterpunten, aanbevelingen, uitwerking van de aanbevelingen en dergelijke).
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 34/34
Bijlage 1: Verbeterpunten
Administratieve organisatie ·
· ·
Het mandateren van de stillegbevoegdheid in de bouw aan zowel het bureauhoofd als behandelend ambtenaren, zonder dat daarin een hiërarchie wordt aangebracht, schept onduidelijkheid. Geadviseerd wordt te mandateren aan het bureauhoofd en in duidelijk omschreven gevallen door te mandateren aan behandelend ambtenaren; Leg de werkprocessen voor bouwen, ruimtelijke ordening en milieu vast; Pas consequente functiescheiding toe tussen vergunningverlening en verlenen van vrijstelling enerzijds en het uitoefenen van toezicht en het handhaven anderzijds.
Beleid Milieu · · ·
·
· ·
Leg het beleid op het terrein van milieu (conform artikel 4.16 Wm) vast voor de komende vier à vijf jaar (2003-2007), eventueel als onderdeel van het milieuprogramma; Stel jaarlijks een milieuverslag op (art. 4.21 Wm) en laat dit expliciet vaststellen door de raad (tevens vermelden in de jaarrekening), waarbij ingegaan wordt op de uitvoering van de wettelijke taken (gelijktijdig voorleggen met het ontwerp van de begroting); Het milieuverslag gaat in op de uitvoering van de wettelijke taken en bevat tenminste informatie over: hoofdstuk 8 Wm: vergunningverlening en meldingen; hoofdstuk 13: procedures voor vergunningverlening en ontheffing; hoofdstuk 18: handhaving; hoofdstuk 14.1: Coördinatie bij aanvragen om een beschikking; het aantal malen dat termijnen voor het toezenden van een ontwerpbeschikking en voor het afgeven van een vergunning zijn overtreden; de oorzaken van overtreden van de termijn en maatregelen die B&W hebben getroffen of zullen treffen om het overschrijden van die termijn zoveel mogelijk te voorkomen; de wijze van uitvoering van het milieubeleid ten aanzien van inrichtingen die onder de Wet milieubeheer vallen en door de gemeente worden gedreven. Stel een beleidskader met betrekking tot afval op, waarbij het doelmatigheidscriterium tot uitdrukking komt (overeenkomstig Landelijk Afvalbeheersplan), de afvalverwijderingsvolgorde als uitgangspunt wordt genomen (vastgelegd in Hoofdstuk 10 van de Wm) en expliciet beleid is opgenomen voor: asbest, bouwen en slopen eigen gebouwen; Stel een plan van aanpak op ten aanzien van organisatie en uitvoering van het Bouwstoffenbesluit; Externe Veiligheid: - Stel beleid op ten aanzien van externe veiligheid om te komen tot een planmatige en programmatische uitvoering van dit beleid; - Zorg voor een overzicht (bij voorkeur een kaart) van risicovolle activiteiten en communiceer dit met de burgers; - Het inrichtingenbestand Wm (inclusief rijks- en provinciale inrichtingen) is voor - voor wat betreft externe veiligheid - volledig en actueel. Uit het inrichtingenbestand valt af te leiden of er risicodragende objecten of activiteiten zijn, en zo ja welke dat zijn (in relatie met het rampenbestrijdingsplan); - Stel een protocol op over de wijze waarop wordt omgegaan met meldingen van ongewone voorvallen; - Stel jaarlijks een overzicht op van ongewone voorvallen;
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 35/35
·
In het GRP moet zijn opgenomen hoe de gemeente ervoor zorg draagt dat per 1 januari 2005 de ongezuiverde lozingen op bodem en oppervlaktewater gesaneerd zijn.
Ruimtelijke Ordening en Bouwen · Structuurplan spoedig vaststellen zodat op grond daarvan de actualisatie van bestemmingsplannen (zie hieronder) plaats kan vinden; · Beleid opstellen voor de toepassing van artikel 19 lid 3 WRO; · Zorg voor een helder en concreet beleid voor de uitvoering van de BWT taken. Handhaving · Stel een toezichts- en handhavingsbeleid vast dat gebaseerd is op structureel (inhoudelijk, procesmatig en doorlopend) toezicht, prioritering, selectie, mandatering, fasering, het twee stappenplan en dat door voldoende budget wordt gedekt; · Het college doet jaarlijks verslag aan de gemeenteraad over handhaving (inclusief gedoogbeleid en gedoogsituaties); · De gemeente dient gedogen op het terrein van milieu te beperken tot overgangs- en/of overmachtsituaties en gevallen waarin een zwaarder wegend belang noopt tot het afzien van handhavend optreden; · De gemeente hanteert bij gedoogsituaties het toetsingskader gedogen, een procedure, legt een gedoogbeschikking vast en past de minimum-eisen toe (Landelijk Beleidskader Gedogen).
Programma Milieu ·
·
Stel jaarlijks, mede op basis van het actuele inrichtingenbestand, een milieuprogramma vast (door college en raad) dat gebaseerd is op de (nog op te stellen) beleidsuitgangspunten. Het programma bevat een overzicht van de te verrichten activiteiten ter uitvoering van de wettelijke taken, met een overzicht van de financiële gevolgen hiervan (inclusief capaciteit en prioritering); In het kader van de actualiseringsplicht gaat de gemeente regelmatig na of de bestaande vergunningvoorschriften nog toereikend zijn en scherpt zonodig de voorschriften aan.
Bouwen · Zorg zo snel mogelijk voor het opstellen van een helder en concreet uitvoeringsprogramma. Het programma bevat een overzicht van de te verrichten activiteiten ter uitvoering van de wettelijke taken, met een overzicht van de financiële gevolgen hiervan (inclusief capaciteit en prioritering). Als er beleidsuitgangspunten ten aanzien van de uitvoering zijn vastgesteld, kunnen deze een leidraad vormen voor het uitvoeringsprogramma. Ruimtelijke Ordening · Stel een meerjarenprogramma op voor de actualisatie van bestemmingsplannen. Reserveer de benodigde middelen voor de inhaalslag die gemaakt moet gaan worden. Handhavingsprogramma · De te maken inhaalslag in een programma uitwerken. Hierin dient aandacht te zijn voor prioritering, planning, selectie, menskracht en middelen in het toezicht en moet het programma concrete doelen nastreven waardoor sturing mogelijk is.
Uitvoering Bestemmingsplannen · Op grond van artikel 30 en 33 WRO dient de gemeente tijdig de bestemmingsplannen te herzien. Spoedig dient de beleidslijn Ruimte voor de Rivier doorwerking te krijgen in de betreffende plannen; · Voorkomen moet worden dat ontstane illegale situaties door overgangsrecht gelegaliseerd gaan worden. De gemeente wordt daarom aanbevolen deze tijdig te inventariseren en te wraken. Een verantwoording van deze retrospectieve toets dient te worden opgenomen in de toelichting op het bestemmingsplan.
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 36/36
Milieu · -
-
Bouwstoffenbesluit: De gemeente dient jaarlijks te rapporteren over de uitvoering van de handhaving Bouwstoffenbesluit (aantal meldingen, controles, resultaat controle bezoek, geconstateerde overtredingen, etc); Zorg voor een structurele en geprogrammeerde controle van meldingsplichtige werken op locatie, met aandacht voor de aard van de bouwstoffen en type werk.
Bouwvergunningen · Een procedureformulier waarop de resultaten van de advisering met betrekking tot alle belangrijke punten is terug te vinden; · Neem voor de toetsing aan de bouwverordening een checklist op waarop wordt aangetekend wat is getoetst en met welk resultaat; · Neem voor de toetsing aan het bouwbesluit een checklist op waarop wordt aangetekend wat is getoetst en met welk resultaat; · Signaleer afwijkingen en maak deze inzichtelijk, zodat hiervoor een correcte procedure gevolgd kan worden; · Geef in het dossier duidelijk de beoordeling van een eventueel bodemrapport weer, geef indien de rapporten niet in het dossier worden bewaard aan in welk archief het bodemrapport zich bevindt; · Als geen bodemrapport vereist is of hiervoor vrijstelling wordt verleend, dient dit duidelijk gemotiveerd in de stukken en in de motivering bij de vergunning te worden aangegeven; · Maak het vrijstellingenbeleid voor belanghebbenden kenbaar (bijvoorbeeld op de gemeentelijke website); · Betracht meer zorgvuldigheid in de procedure ten aanzien van de bestemmingsplantoets. Gebruiksvergunningen · Geen aanbevelingen Sloopvergunningen · Gebruik de juiste aanvraagformulieren (inmiddels is dit gerealiseerd); · Gebruik ook bij de sloopvergunningen een termijnbewakingssysteem aan de hand waarvan het verloop van de procedure en de resultaten van toetsing van de aanvraag aan de verschillende aspecten is terug te vinden; · Neem in de dossiers ook altijd de melding aanvang en de gereedmelding op; · Neem in de dossiers altijd de toezichtverslagen op. De huidige wijze van verslaglegging is daarvoor uitermate geschikt. Planologische Procedures · De gemeente dient de VROM Inspectie afschriften te zenden van de artikel 17 WRO beschikkingen. In de aanvragen of de beschikkingen dient de tijdelijkheid goed gemotiveerd te worden; · De gemeente dient het bouwen zonder bouwvergunning te voorkomen of indien dit geconstateerd wordt, stil te leggen. Milieuvergunningen en Meldingen · Voer een geautomatiseerd inrichtingenbestand in en houdt dit actueel, gebaseerd op de categorieën één tot en met vier en zonodig aangevuld met een aparte categorie voor inrichtingen die niet vallen onder het bevoegd gezag van de gemeente; · Organiseer vanuit dit bestand een planmatige aanpak voor vergunningverlening/meldingen en handhaving (geautomatiseerd bewakingsprogramma); · Bij behandeling van een aanvraag de wettelijke procedure volgen en geen termijnen overschrijden, waarbij de ontvankelijkheidstoets zorgvuldig uitgevoerd dient te worden; · Let op de kwaliteit bij het toetsen van aanvragen/meldingen; · Alle vergunningplichtige inrichtingen zijn voorzien van een dekkende (voor alle activiteiten) alsmede toereikende (naar de nieuwste milieuhygiënische inzichten) vergunning, dan wel melding; · De overwegingen zijn volledig uitgewerkt en van het gehouden vooroverleg is een verslag gemaakt;
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 37/37
· ·
Indien nodig, coördineren bij behandeling van een aanvraag, met andere betrokken bevoegde gezagen, conform de coördinatie en afstemmingsregelingen (§ 8.1.3.2. Wm, art. 8.5 en 8.20 Wm, artikel 7b t/m 7d Wvo en artikel 8, 47 en 52 Woningwet); Alle inrichtingen worden binnen 3 maanden na het van kracht worden van de vergunning gecontroleerd (opleveringscontrole).
Toezicht en handhaving milieu · Zorg voor voldoende inzet op de handhavingstaken; · Zorg voor een structurele uitvoering van de handhavingstaken; · Zorg voor een goede onderlinge afstemming in werkprocessen en handhavingstaken en blijf de voortgang bewaken; · De Inspectie beveelt de gemeente aan zich te houden aan de door VROM en de VNG aanbevolen controlefrequenties, tenzij de gemeente zelf een beleid ontwikkelt op basis waarvan controlefrequenties kunnen worden bepaald; · Zorg voor de bewaking van de voortgang van de geplande controles. Toezicht en handhaving bestemmingsplannen, bouwen en slopen · Sneller dan nu het geval is zal voortaan opgetreden dienen te worden tegen overtredingen van gebruiksbepalingen; · Op grond van een daartoe opgesteld programma uitvoering geven aan een geïntensiveerd toezicht en daadkrachtige handhaving. De Inspectie acht het mogelijk dat de huidige personele capaciteit met name voor juridische behandeling van de handhaving niet voldoende is; · Stel op basis van het handhavingsbeleid een handhavingsprogramma op waarin duidelijk wordt aangegeven op welke wijze en met welke frequentie het toezicht wordt uitgeoefend. Hieruit is tevens de benodigde capaciteit af te leiden. · Breng de capaciteit van het toezicht op niveau conform het handhavingsprogramma. Klachtenbehandeling Procedureel: · Indien een mondelinge of schriftelijke klacht wordt ingediend, registreer dit op een consistente en gestandaardiseerde wijze in een (geautomatiseerd) klachtenregistratiesysteem; · De melder ontvangt een mondelinge, schriftelijke of elektronische reactie over de wijze waarop en termijn waarbinnen de klacht wordt afgehandeld; · Beoordeling en afhandeling van de klacht vindt plaats conform een vaste, gestandaardiseerde procedure en werkwijze en binnen door de gemeenteraad vastgestelde termijnen; Inhoudelijk: · Zorg voor een centraal klachtenmeldpunt, voor inrichtinggebonden en niet inrichting gebonden klachten, dat 24 uur bereikbaar is; · De gemeente beschikt over een medewerker die toezicht houdt op de afhandeling van klachten conform de vastgestelde procedures en binnen de gestelde termijnen; · Jaarlijks worden de binnengekomen klachten geanalyseerd en wordt een rapportage opgesteld (analyse, verbeterpunten, aanbevelingen, uitwerking van de aanbevelingen en dergelijke).
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 38/38
7
Bijlage 2 Beschrijving van het adequate niveau
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 39/39
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 40/40
VROM-Inspectie december 2003 Inspectie VROM-regelgeving gemeente Lingewaal
Pagina 41/41