A
gemeente Eindhoven
Inboeknummer Verslagnummer Bladnummer 1 Aanwezig 43 leden 31 augustus 2011
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 28 juni 2011, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 19:00 uur, einde 22:40 uur. Uitnodiging aan
R. van Gijzel drs. W.G.F. Aarts E.A.H. van den Berg mw. A.M.J. van den Berk-van Bragt B. Bonsen M. Bouassria H. Bouteibi F. van den Broek F.J.A.G. Depla M. van Dorst J.A.A.M. van Erp mw. J.W.H.M. HeesterbeekSenders M.J. Houben MBA E. Isik mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij mw. B.G.M.W. van Kaathoven mr. P.P.H.A. Leenders J.R. Legrom P.J. van Liempd mw L.H. Lioe-Anjie mw drs. M.C.T.M. List-de Roos E.R. Maas A. Meulensteen
Aanw
voorzitter X D66 X OAE Trots op Ned. X D66 GL PvdA VVD PvdA D66 SP SP
X X X X X X X X
CDA PvdA VVD
X X X
SP CDA VVD PvdA PvdA VVD SP PvdA
X X X X X X X X
Uitnodiging aan
drs. J. Verheugt ing. P.A. Mulder ing. T.J.H. van den Nieuwenhuijzen M.F. Oosterveer drs. M.G. Punte mw. drs. E. Quanten A.W.C.M. Raaijmakers R.G.J. Reker A.J.A. Rennenberg mw. drs. R.J.A. Richters K.M. Rijnders mw. M.J.S. de Rooij-Driessen ir. J. Rozendaal mw. P. Sodenkamp N.H. Stoevelaar C.M. Stroek E. Thewissen Y. Torunoglu mw W.C.F.M. Verhees R. Verkroost mw. drs. K. Wagt C.H.B. Weijs A.J.O. Wijbenga J.F.A. van Zijl
Aanw.
griffier OAE GL
X X
VVD VVD D66 PvdA LPF OAE GL LE D66 VVD FPS CDA LPF VVD PvdA PvdA D66 CDA CDA CDA GL
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
A
Verslagnummer
Wethouders:
H. Brink ir. G.C.S.M. Depla mw. drs. M.C.T. Fiers mw. drs. P. Pistor
ir. J.B. Helms mw. drs. H.T.M. Scholten mw. drs. M.-A. Schreurs gem.secr.
Afwezig met kennisgeving: de heren E.A.H. van den Berg en T.J.H. van den Nieuwenhuijzen.
2
A
Verslagnummer
Overzicht van het behandelde
1
2
Opening en mededelingen Mededeling wethouder mw. drs. H.T.M. Scholten.
Toezegging wethouder mw. drs. H.T.M. Scholten (zie bijlage).
Vaststellen van de volgorde van de agenda.
Agendapunt 6.2 is verplaatst naar agendapunt 2.1.
2.1 Raadsvoorstel Aankoop gronden PSV en uitgifte in erfpacht aan PSV. raadsnummer 11R4372
Akkoord. Amendement A2 is aangenomen. (Zie onder voorstel). Toezegging wethouder ir. G.C.F.M. Depla (zie bijlage).
Voorstel: Stemming: Voor:
43 29
Tegen:
14
Amendement A2: Stemming: 43 Voor: 37
Tegen:
4
PvdA, VVD, D66, CDA, Lijst Pim Fortuyn en Fractie Mulder Dhr. F. van den Broek (VVD), dhr. A. Meulensteen (PvdA), mw. L. Lioe-Anjie (PvdA), GroenLinks, SP, OuderenAppèl, ‘leefbaar eindhoven’, Trots Op Nederland Lijst Rita Verdonk en Fractie Petra Sodenkamp
PvdA, VVD, D66, CDA, GroenLinks, OuderenAppèl, Lijst Pim Fortuyn, ‘leefbaar eindhoven’, Trots Op Nederland Lijst Rita Verdonk en Fractie Mulder Dhr. N.H. Stoevelaar (CDA), SP en Fractie Petra Sodenkamp
3
Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van26 april 2011.
4
Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad.
Akkoord.
Partij
Onderwerp
Beantwoord door:
PvdA
Peuterspeelzaal
Wethouder mw. drs. H.T.M. Scholten Toezegging wethouder
3
A 5
Verslagnummer
mw. drs. H.T.M. Scholten (zie bijlage).
Onderwerpen waarover geen en/of geen moties zijn aangekondigd. 5.1 Raadsvoorstel inzake het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan IV Buitengebied (Internationale School). raadsnummer 11R4340
Akkoord (unaniem).
5.2 Raadsvoorstel intrekken van een lijst van verordeningen die niet meer nodig zijn door veranderde wetgeving of een vernieuwde verordening. raadsnummer 11R4350
Akkoord (unaniem).
5.3 Raadsvoorstel vaststellen verordening naamgeving en nummering gemeente Eindhoven. raadsnummer 11R4351
Akkoord (unaniem).
5.4 Raadsvoorstel weigering projectbesluit St. Trudostraat 1A. raadsnummer 11R4352
Akkoord (unaniem).
5.5 Raadsvoorstel tot vaststelling bestemmingsplan ’Reconstructie Orpheuslaan’. raadsnummer 11R4353
Akkoord (unaniem).
5.6 Raadsvoorstel vaststelling bestemmingsplan IV Woensel buiten de Ring I 2004 (De Landrijt). raadsnummer 11R4354
Akkoord (unaniem).
5.7 Raadsvoorstel gewijzigd vaststellen bestemmingsplan ’V Driehoeksbos’. raadsnummer 11R4355
Akkoord (unaniem).
5.8 Raadsvoorstel Grondexploitatie deelgebieden Stationsgebied. raadsnummer 11R4356
Akkoord. (Zie onder voorstel).
Voorstel: Stemming: Voor:
Tegen:
42 38
4
PvdA, VVD, D66, CDA, GroenLinks, OuderenAppèl, Lijst Pim Fortuyn, ‘leefbaar eindhoven’, Trots Op Nederland Lijst Rita Verdonk, Fractie Petra Sodenkamp en Fractie Mulder SP
5.9 Raadsvoorstel evaluatie wijkvernieuwing en toekomstige opgave en
4
Akkoord (unaniem).
A
Verslagnummer
aanpak. raadsnummer 11R4379
Toezegging wethouder ir. J.B. Helms (namens wethouder mw. drs. M.C.T. Fiers) (zie bijlage).
5.10 Raadsvoorstel tot vaststelling bestemmingsplan VI Woensel buiten de Ring I 2004 (Politiekantoor Woensel). raadsnummer 11R4410 6
Akkoord (unaniem).
Onderwerpen waarover wel amendementen en / of moties zijn aangekondigd. 6.1Raadsvoorstel inzake Krachtige burgers, krachtige stad. Visie op de doorontwikkeling van de Wmo in de gemeente Eindhoven raadsnummer 11R4313
Akkoord (unaniem). Toezegging wethouder mw. drs. H.T.M. Scholten (zie bijlage).
6.2 Raadsvoorstel Aankoop gronden PSV en uitgifte in erfpacht aan PSV. 5 minuten spreektijd per fractie. raadsnummer 11R4372
Agendapunt 6.2 is verplaatst naar agendapunt 2.1.
6.3 Raadsvoorstel met nadere toelichting Het realiseren van NatLab 2.0 op Strijp S met de functies theater, film en nieuwe media. raadsnummer 11R4378
Akkoord. Amendement A6 is aangenomen. (Zie onder voorstel). Toezegging wethouder mw. drs. M. Schreurs (zie bijlage).
Voorstel: Stemming:
41
Voor:
31
Tegen:
10
Amendement A6: Stemming: 41 Voor:
31
Tegen:
10
Mw. M.C.F.W. Verhees (PvdA) heeft niet aan de stemming deelgenomen. PvdA, VVD, D66, CDA, GroenLinks en ‘leefbaar eindhoven’ SP, OuderenAppèl, Lijst Pim Fortuyn, Trots Op Nederland Lijst Rita Verdonk, Fractie Petra Sodenkamp en Fractie Mulder
Mw. M.C.F.W. Verhees (PvdA) heeft niet aan de stemming deelgenomen. PvdA, VVD, D66, CDA, GroenLinks en ‘leefbaar eindhoven’ SP, OuderenAppèl, Lijst Pim Fortuyn, Trots Op Nederland Lijst Rita Verdonk, Fractie Petra Sodenkamp en Fractie Mulder
6.4 Raadsvoorstel met nadere toelichting Cultuur Totaal visies per
5
Akkoord.
A
Verslagnummer
discipline en inhoudelijk subsidiekader. raadsnummer 11R4385 Voorstel: Stemming: Voor:
Tegen:
42 35
7
Amendement A1: Stemming: 42 Voor: 11
Tegen:
31
Amendement A3: Stemming: 42 Voor: 17
Tegen: 7
25
PvdA, VVD, D66, GroenLinks, SP, OuderenAppèl, Lijst Pim Fortuyn, Trots Op Nederland Lijst Rita Verdonk, Fractie Petra Sodenkamp en Fractie Mulder CDA en ‘leefbaar eindhoven’
Amendementen A1 en A3 zijn verworpen. (Zie onder voorstel). Toezegging wethouder mw. drs. M. Schreurs (zie bijlage).
SP, OuderenAppèl, Lijst Pim Fortuyn, ‘leefbaar eindhoven’, Trots Op Nederland Lijst Rita Verdonk, Fractie Petra Sodenkamp en Fractie Mulder PvdA, VVD, D66, CDA en GroenLinks
CDA, SP, OuderenAppèl, Lijst Pim Fortuyn, ‘leefbaar eindhoven’, Trots Op Nederland Lijst Rita Verdonk, Fractie Petra Sodenkamp en Fractie Mulder PvdA, VVD, D66 en GroenLinks
Actuele moties. AcM1
CDA, VVD, D66
8
Raadsinformatiebrieven ter kennisname.
9
Ingekomen stukken.
Huisvesting SSRE
Actuele motie AcM1 is ingetrokken. Toezegging wethouder H. Brink (zie bijlage). Akkoord.
Voorgesteld wordt de stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. A1 Philadelphia Support te Utrecht, brief d.d. 20 mei 2011. Inzake het conceptbestuursakkoord.
6
Akkoord.
A
Verslagnummer
(11ink11056).
A2 Gemeente Voorst te Twello, brief d.d. 25 mei 2011. Betreft een aangenomen motie van de gemeenteraad van de gemeente Voorst, inzake geen extra taken zonder budget, geen beperking gemeentelijke armoedebeleid.
Akkoord.
A3 Gemeente Voorst te Twello, brief d.d. 25 mei 2011. Betreft een aangenomen motie van de gemeenteraad van de gemeente Voorst, inzake geen contractbreuk op de sociale werkvoorziening.
Akkoord.
A4 De heer J.G.M. Coolen te Eindhoven, brief d.d. 26 mei 2011. Inzake gemeente Eindhoven versus PSV. (11ink11414).
Akkoord.
A5 Café de Looier en café Repelsteel te Eindhoven, brief d.d. 12 maart 2011. Inzake het niet beantwoorden van 2 brieven, inzake handelswijze van de milieudienst en bezwaar tegen verbeurde dwangsommen café de Looier en café Repelsteel. (11ink11410).
Akkoord.
A6 Familie van der Vecht te Eindhoven, brief d.d. 24 mei 2011. Inzake het verzoek om tegen het bestuursakkoord te stemmen. (11ink394).
Akkoord.
A7 Platform VG en Landelijk Platform LPGGz te Utrecht, brief d.d. 24 mei 2011. Akkoord. Inzake verzoek om het bestuursakkoord VNG te verwerpen. (11ink11427). Akkoord. A8 Gemeente Naarden te Naarden, brief d.d. 26 mei 2011. Betreft een aangenomen motie van de gemeenteraad van Naarden, inzake het bestuursakkoord VNG niet te ondertekenen. A9 Gemeente Noord-Beveland te Noord Beveland, brief d.d. 30 mei 2011. Betreft een aangenomen motie van de gemeenteraad van NoordBeveland, inzake gemeente Noord-Beveland zich uitspreekt tegen het bestuursakkoord.
Akkoord.
A10 Gemeente De Ronde Venen te Mijdrecht, brief d.d. 31 mei 2011. Betreft een aangenomen motie van de gemeenteraad van De Ronde Venen, inzake het tegen stemmen Bestuursakkoord VNG.
Akkoord.
A11 Abvakabo te Zoetermeer, brief d.d. 30 mei 2011.
Akkoord.
7
A
Verslagnummer
Inzake advies om tegen het Bestuursakkoord te stemmen. (11ink11640)
A12 Stichting WiE (Wooninitiatief Eindhoven) te Eindhoven, brief d.d. 30 mei 2011. Inzake verzoek om tegen het bestuursakkoord te stemmen. (11ink11824).
Akkoord.
A13 Gemeente Hof van Twente te Goor, brief d.d. 1 juni 2011. Betreft een aangenomen motie van de gemeenteraad van de gemeente Hof van Twente, inzake het bestuursakkoord. (11ink11918).
Akkoord.
A14 De heer C. van Alphen te Sint-Oedenrode, brief d.d. 6 juni 2011. Inzake het tegenstemmen om PSV uit de financiële malaise te halen. (11ink12170).
Akkoord.
A15 Henri van Abbestichting te Eindhoven, brief d.d. 7 juni 2011. Inzake jaarverslag en activiteitenverslag 2010. (11ink12287).
Akkoord.
A16 De Nieuwe Volkspartij te Enschede, brief d.d. 10 juni 2011. Inzake Visieprogramma bij bezuinigingen juni 2011
Akkoord.
Voorgesteld wordt de stukken onder B ter afdoening in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders. B1 Van Koppen en Jager Advocaten te haarlem, brief d.d. 24 mei 2011. Inzake zondagavondopenstelling van winkels. (11ink11329).
Akkoord.
De stukken onder C zijn reeds in behandeling van de commissie voor bezwaar en ombudszaken en/of klachtencoördinator. C1 Vrijwilligers stedenband Eindhoven Minsk te Eindhoven, brief d.d. 26 mei Akkoord. 2011. Inzake bezwaar voorstel om de subsidie aan de Stichting Stedenband Eindhoven-Minsk te stoppen. (11 ink11553).
8
A
Verslagnummer
Verslag van het gesprokene
1 Opening en mededelingen Voorzitter: Goede avond, ik heet u allen hartelijk welkom. Ik verzoek de leden hun plaatsen in te nemen en open de vergadering. We nemen een moment stilte in acht om het werk van de raad, dat vanavond aan de orde is, te overdenken. [Stilte] Dank u wel. Welkom, mensen op de publieke tribune aan mijn rechter- en linkerkant. Welkom aan de mensen thuis, want de vergadering wordt live uitgezonden, via tv en via internet. Er zijn een paar berichten van verhindering binnengekomen; mijnheer Van den Berg is in verband met ziekte niet aanwezig en mevrouw Fiers is er niet vanwege een dienstreis. Mijnheer Bonsen komt later. Mevrouw Verhees: Zojuist hoorde ik dat mijnheer Torunoglu in de file staat. Voorzitter: Mijnheer Torunoglu staat in de file, die komt dus ook iets later. Mijnheer Van den Nieuwenhuijzen heeft zich voor vanavond afgemeld. Is dat het? Oké, dan komen we bij het vaststellen van de agenda. 2 Vaststellen van de volgorde van de agenda Voorzitter: Het presidium heeft over de agenda vergaderd, en wil u het volgende voorstellen. Gelet op de grote publieke belangstelling wordt er voorgesteld om het agendapunt met betrekking tot PSV, agendapunt 6.2, met voorrang te behandelen, dus direct ná agendapunt 2 en vóór agendapunt 3. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval, dank u wel. Dan kijk ik even naar de publieke tribune: het is niet de bedoeling dat u ook gaat meedoen! Dan weet u dat vast. Dank u wel. We komen nu bij agendapunt 6.2. Raadsvoorstel Aankoop gronden PSV en uitgifte in erfpacht aan PSV raadsnummer 11R4372 Voorzitter: Wie mag ik hierover het woord geven? Mijnheer Houben. Ik kijk even wie nog meer – de heren Van Zijl, Reker, Rennenberg, Van Dorst, mevrouw Verhees,
9
A
Verslagnummer
mijnheer Rijnders. Zijn er nog anderen? Ja, mevrouw List en mevrouw Van Kaathoven. En mevrouw Van den Berk nog. Daarmee is de sprekerslijst gesloten. Het woord is aan mijnheer Houben. De heer Houben: Voorzitter, dank u wel. Vandaag besluit de gemeenteraad van Eindhoven of zij de grond onder het PSV-stadion en De Herdgang van PSV koopt, en hiermee PSV helpt om zijn begroting op orde te krijgen. De persconferentie over het collegevoorstel was op 25 mei jl. Het CDA heeft toen direct positief gereageerd op basis van de presentatie van het college, met als twee voornaamste argumenten dat PSV van groot belang is voor de stad Eindhoven en dat het collegevoorstel geen negatieve invloed heeft op de bezuinigingen. Er gaat geen geld uit de gemeentekas naar PSV. Vanwege de tijdsdruk en de complexiteit hebben wij direct aangekondigd dat voor ons een second opinion noodzakelijk was. Het CDA wilde graag een onafhankelijk advies over de aanvaardbaarheid en de afdekking van de risico’s. Na de technische vragenronde van 7 juni jl. en de commissiediscussie van 14 juni jl. heeft het CDA dan ook – samen met D66 – een eigen second opinion gevraagd aan een commissie, bestaande uit de heren Holmen, Koedijk en Braks. Deze commissie kwam vorige week donderdag, 23 juni, met haar advies, met als beoordeling: ‘De gemeente Eindhoven loopt onder normale omstandigheden en met de in het plan genoemde randvoorwaarden beperkt en beheersbaar risico met deze zakelijke transactie’. In de afgelopen weken heeft het CDA haar mening gevormd op basis van het raadsvoorstel en eigen overleg. We hebben veel met mensen uit onze achterban gesproken en met direct betrokkenen. We hebben heel veel mailtjes en telefoontjes behandeld en we hebben zelfs mensen aan de deur gehad. We hebben technische vragen gesteld en beantwoord, discussie in de commissie gevoerd en een second opinion gevraagd. We hebben daar krap vier weken de tijd voor gehad. Het feit dat de gemeente Eindhoven een belangrijke club als PSV kan steunen zonder daarvoor gemeenschapsgeld te gebruiken en zonder dat dit invloed heeft op de bezuinigingsopgave heeft er, samen met de conclusie uit de second opinion, toe geleid dat het CDA afgelopen vrijdag aankondigde vandaag te kunnen instemmen met voorstel zoals het er toen lag. Inmiddels zijn er nieuwe feiten. De Partij van de Arbeid heeft aangedrongen op duidelijke afspraken met PSV over een rol bij maatschappelijke projecten in de stad. Wij juichen dat toe. Complimenten van het CDA aan onze sociaaldemocratische collega’s! Ten tweede is er een wijziging op het voorstel aangekondigd, namelijk om € 5 miljoen als borg voor tien jaar vast te houden. Ten derde heeft het college afgelopen vrijdag een brief gestuurd aan de directie van PSV, met daarin de bevestiging van bovenstaande afspraken. Voorzitter, het CDA heeft in de eerste termijn nog drie vragen aan het college. Ten eerste: kan het college haar hand in het vuur steken voor het onderzoek van de
10
A
Verslagnummer
Europese Commissie naar de staatssteun? Ten tweede: kan PSV zonder die € 5 miljoen de eerste tien jaar vooruit, en wat is de meerwaarde van de constructie met de borgsom, zoals voorgesteld? En ten slotte, voorzitter, heeft PSV de brief die u hen afgelopen vrijdag stuurde, ook ondertekend teruggestuurd? Tot zover, dank u wel.
Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mijnheer Van Zijl. Overigens denk ik dat u het college beter kunt vragen of het college de hand in het vuur durft te steken in plaats van kan steken. Mijnheer Van Zijl. De heer Van Zijl: Voorzitter, ‘Reddingsplan PSV veilig gesteld’, kopte het Eindhovens Dagblad afgelopen zaterdag. Dat was naar aanleiding van het persbericht van de Partij van de Arbeid en de persconferentie van het CDA en D66. Nu zo’n beetje iedereen zijn mening heeft bepaald of heeft laten bepalen door vijf regels tekst en drie handtekeningen, lijkt het raadsvoorstel over PSV eigenlijk niet meer dan een hamerstuk. Dat is toch wel jammer en daarom wil ik er een paar woorden aan wijden. Vrijwel alle argumenten zijn zo’n beetje de revue wel gepasseerd; je kunt wel tien keer onderzoek laten doen door experts, de één nog deskundiger dan de ander. Je krijgt steeds een andere uitkomst: over de grondwaarde, de technische details van de deal, over wat je er eventueel mee zou kunnen en of het nu twintig miljoen of veertig miljoen waard is over tien, twintig, dertig of veertig jaar. De ene deskundige is nog stelliger dan de andere. Dat biedt dus geen soelaas; het is maar net welke kleur zonnebril je wilt opzetten of met welke oogkleppen op je naar een stuk wilt kijken. Ja, er zit hier een stoer college. Het is de eerste keer, zeggen ze, en dan gaan we meteen ook maar fors inzetten op de hulp voor PSV. Maar dan daarna écht, écht niet meer, nooit meer. Het probleem met politiek is, dat hier over vijf of tien jaar, vult u het maar in, hoogstwaarschijnlijk een ander college zit. De vraag is of dat college dan nog steeds net zo’n rechte rug heeft als dit college nu zegt te hebben als PSV weer komt aankloppen als het weer wat minder gaat, met de vraag of het misschien een tandje minder kan en of de bijdrage niet wat lager kan. Wat blijft er dan over? Het is een soort principiële keuze. Moet je als overheid dan een professioneel miljoenenbedrijf steunen waarbij je geen enkele invloed hebt op de exploitatie? En ook niet op de resultaten die de club gaat behalen? Want de bal blijft rond. Het is maar zeer beperkt te beïnvloeden waar zij hun geld aan uitgeven. Van de exploitatie is het nog maar de vraag of die ooit sluitend gemaakt zal worden. Ik heb nog een citaat uit Dagblad De Limburger. Dat lees ik zelf niet hoor; het is voor mij opgezocht. Er stond een treffende analyse in die ik voor een deel met jullie wil delen. ‘Als clubs goed draaien, willen ze geen bemoeienis van de overheid. Dan praten ze over de bedrijfstak betaald voetbal alsof het over de bouw gaat. Maar zodra ze beginnen te kwakkelen, verandert de terminologie. Dan “dreigt de regio uitstraling te verliezen”, dan “is de maatschappelijke samenhang in gevaar”. Ineens zijn de clubs geen bedrijven meer, maar Congregaties van Goede Werken. Voorzitters
11
A
Verslagnummer
vallen op de knieën voor het gemeentebestuur: “Heer, spreek slechts een woord, en we zullen gezond worden”. Zo wordt het gemeentebestuur gegijzeld door voetbalclubs. Pogingen om te ontsnappen zijn er nauwelijks. Liever trekken gijzelaars en gijzelnemers nog een flesje wijn open in de skybox.’ Dat laatste is niet voor mijn rekening hoor. Rest ons, te zeggen dat GroenLinks tegen de financiële deal met PSV is. Dit hebben wij vanaf het begin gezegd, en zo staan we er nog steeds in. Laten we hopen dat de gemeenteraad niet één van de grootste vergissingen voor de komende veertig jaar begaat. Ik nodig u allen nogmaals van harte uit om niet in te stemmen met deze deal. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Houben?
De heer Houben: Voorzitter, mij vielen drie stukken uit het betoog van GroenLinks op. Dat zij tegen zouden stemmen, begreep ik al, maar ik zal het proberen samen te vatten in één zin. Het heeft te maken met die oogkleppen en daarna nog het opentrekken van het flesje wijn. Ik wil graag van mijnheer Van Zijl weten of hij de informatie uit het raadsvoorstel met betrekking tot de taxatie juist of onjuist vindt. De heer Van Zijl: Ik kan het niet anders beoordelen dan dat die informatie juist is. Waarschijnlijk net zo juist als iedere inspreker of schrijver na die taxatie heeft gedaan met betrekking tot zijn eigen expertise. Een tweede expert zegt: ‘volgens mij is dit allemaal veel te positief gewaardeerd, volgens mij is het maar twintig miljoen waard’. Dan komt de volgende, die zegt: ‘maar beste mensen, wij hebben nog een heel StrijpS te ontwikkelen, daar zijn wij de komende twintig jaar nog wel mee bezig, dus denk maar niet dat je op het grondgebied van het stadion nog iets kunt ontwikkelen wat de moeite waard is’. Ja, ze hebben allebei wel gelijk. Zo heeft iedereen zijn eigen expertise. Het is maar net welke je wilt volgen. Ik neem het u niet kwalijk hoor, en u kunt het ons ook niet kwalijk nemen, maar dan kun je maar het beste oogkleppen opzetten, en zeggen: nou, dan gaan we díé kant op. De heer Houben: Maar voorzitter, daar gáán we dan nog een keer: ik heb de indruk dat mijnheer Van Zijl misschien namens zijn hele fractie het college bestempelt als mensen die in de skybox wijn drinken met oogkleppen en zonnebrillen op. Die opmerking mag voor zijn eigen rekening zijn. De heer Van Zijl: Ik heb gezegd dat dat niet zo is. De heer Houben: Ik heb u laten uitpraten, doet u dat dan bij mij ook. De simpele vraag was: is de € 48 miljoen taxatie uit het raadsvoorstel volgens GroenLinks correct of niet?
12
A
Verslagnummer
De heer Van Zijl: Dat kan ik niet beoordelen. Laat ik het dan zó zeggen: wij hebben een principiële afweging gemaakt. De ene deskundige zegt zus, de andere zegt zo. Is dat wel of niet correct? Als je dat persé wilt weten, dan zeg ik: hij is niet correct, nou, dan volgen wij een andere deskundige. Maar voor ons lag de principiële keuze voorop. De heer Houben: Voorzitter, ik heb twee keer een concrete vraag gesteld en geen antwoord gekregen. Ik geef het op.
Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Verhees heeft nog een vraag aan u, mijnheer Van Zijl. Mevrouw Verhees: Dank u voorzitter, mijnheer Van Zijl, ik hoorde u net zeggen: ‘Eén van de redenen om hier niet mee in te stemmen is de angst dat een toekomstig college niet zo’n rechte rug heeft als dit college’. Bent u het niet met me eens dat dat uitgangspunt het besturen van een stad behoorlijk lam legt? De heer Van Zijl: Ik heb twee dingen aangegeven. Ik heb aangegeven dat je kunt kijken hoe de financiële transactie in elkaar zit en dat je kunt kijken naar het risico of er over tien jaar dezelfde besluiten genomen kunnen worden. Beide overwegingen bieden feitelijk geen soelaas voor een gewogen beslissing. Dus heb ik als derde aangehaald: wat er over blijft is de principiële keuze of je als gemeentelijke overheid op deze manier een professionele bedrijfstak wilt ondersteunen. Je kunt me deze vraag stellen, maar je kunt niet in de toekomst kijken. Ja, u heeft gelijk, vanuit die angst kun je geen besluit nemen, daarom pleiten wij ervoor om het principiële besluit te nemen. Voorzitter: Ja, dat was het. Dan is nu het woord aan mijnheer Reker. De heer Reker: Voorzitter, dank u wel. De vraag of de Lijst Pim Fortuyn voor of tegen het voorliggend voorstel zal stemmen om de gronden van PSV aan te kopen en een erfpacht aan PSV uit te geven, zal aan het eind van mijn betoog duidelijk zijn. Ik zal de beweegredenen van de door onze fractie unaniem genomen besluiten graag toelichten. Op basis van het PSV-dossier en de overige informatie – waaronder de second opinion die aan de raad ter beschikking is gesteld, waarvan wij als Lijst Pim Fortuyn tot achter de komma kennis hebben genomen – hebben wij ons de volgende vraag gesteld. Wat zijn de gevolgen voor Eindhoven en de regio Zuidoost Brabant indien de gemeenteraad het raadsvoorstel vanavond verwerpt? Als je deze vraag voor jezelf objectief en los van emoties beantwoordt heb je aantal mogelijkheden waar je vervolgens weer een aantal conclusies uit kan trekken. In elk geval, voorzitter, kom je uit bij een scenario dat wij als gemeenteraad, als baas van Eindhoven, niet moeten willen. De principiële tegenstemmers bij dit raadsvoorstel vraag ik om voor de stemming deze vraag voor zichzelf te beantwoorden en daarbij uiteraard de juiste
13
A
Verslagnummer
feiten te laten prevaleren. Voorzitter, hoe kijken deze principiële tegenstemmers aan tegen het feit dat ruim 1.200 mensen direct of indirect hun baan en inkomsten te danken hebben aan het PSV-voetbalbedrijf? In het PSV-voetbalbedrijf gaan vele miljoenen om met een grote economische spin-off. Veel bedrijven in onze stad en in de regio Zuidoost Brabant en ver daarbuiten profiteren daarvan, direct of indirect. Zeker in deze tijd mogen wij dat niet verloren laten gaan. Verder is PSV de enige club in Nederland die nog nooit een cent overheidssteun heeft gehad. Laten we vooral niet vergeten dat PSV ook positief heeft bijgedragen aan de internationale promotie van onze stad. Bij een nee vanavond zullen vele honderdduizenden voetbalminnende supporters in ons land, inclusief de trouwe PSV-supporters diep teleurgesteld zijn. Zij zullen een stukje vrijetijdsbeleving moeten gaan missen. De sociaal-maatschappelijke activiteiten die PSV in onze stad onderneemt, zijn goed voor meer dan € 1,3 miljoen per jaar. Deze zullen bij een nee op het raadsvoorstel vrijwel zeker gaan verdwijnen. Voorzitter, ik kan nog wel even doorgaan met het opsommen van de negatieve gevolgen en de positieve randverschijnselen die het PSV-voetbalbedrijf genereert, maar ik zal u dat besparen. Het mag voor u en iedereen dan ook duidelijk zijn dat het besluit van de Lijst Pim Fortuyn geen principiële of emotionele beslissing zal zijn. Toch wil ik wel gezegd hebben dat onze fractie niet over één nacht ijs is gegaan. Ons besluit om voor dit voorstel te stemmen is van A tot Z gebaseerd op een zakelijke afweging. Dank u wel. [Aarzelend applaus vanaf de publieke tribune] Voorzitter: Nee, dat gaan we niet doen, want dan gaat u zodadelijk ook weer boe roepen, en dat gaan we ook niet doen. Ik snap dat het heel emotioneel is. Ik vind het geweldig dat u hier bent, maar het is niet de bedoeling dat we de raad proberen te beïnvloeden. Iedereen moet hier vrij kunnen zeggen wat hij of zij wil, en of men voor of tegen het raadsvoorstel is. Zo doen we dat hier en dat wilde ik zo houden. Mijnheer Rennenberg, u bent aan de beurt.
De heer Rennenberg: Voorzitter, het boegeroep blijft dus achterwege. Ik hoop dan ook dat er geen boegeroep zal klinken als ik aan het eind van mijn betoog ben. Voorzitter: Mijnheer Rennenberg, daar hebben wij afspraken over en daar houd ik aan vast. De heer Rennenberg: Als we de koppen tellen, voorzitter, dan wordt niet vanavond, maar is afgelopen vrijdagavond al de beslissing gevallen. De aankoop van de grond onder het PSV-stadion en de grond onder trainingscomplex De Herdgang kan doorgaan. Hoe komt dat? Uit de second opinion van CDA en D66 is immers gebleken dat er niets meer in de weg staat om tot die aankoop over te gaan, waardoor bij deze partijen de eventueel nog bestaande twijfel is weggenomen en er ruwweg geteld
14
A
Verslagnummer
een meerderheid is voor het raadsvoorstel om die gronden te kopen. Duidelijk is ook, voorzitter, dat de meningen verdeeld zijn geweest, zowel in het college als bij de diverse partijen in de raad. Het OuderenAppèl is daarin geen uitzondering, ook wij hebben adviezen ingewonnen en wij hebben aan de hand daarvan aanvullende vragen gesteld op juridisch en financieel gebied. Op basis van deze antwoorden kunnen wij concluderen dat voor de eerste jaren geen al te grote problemen zijn te verwachten en geen grote risico’s worden gelopen. Maar net als iedere andere partij heeft het OuderenAppèl een partijprogramma. Het is juist vanavond wel toepasselijk – het heet GROLS. Eén van de 35 punten uit ons partijprogramma is dat wij een financieel gezonde stad willen. Om dit te bereiken zijn wij voorstander van een degelijk en sober financieel beleid. In een financieel degelijk beleid, voorzitter, past het niet dat de schuld met € 50 miljoen toeneemt en past het niet dat er in de komende veertig jaar niets van het geleende geld wordt afgelost. Voorzitter, wij vinden dit een erg groot probleem en mijn collega mijnheer Torunoglu van de Partij van de Arbeid – hij is er nog niet – schreef onlangs in het Eindhovens Dagblad dat hij een groot dilemma had. Het mijne is waarschijnlijk nog groter dan dat van hem. Door de deal wordt Eindhoven financieel er zeker niet gezonder op. Er bestaat een reëel gevaar als mocht blijken dat het ondanks de deal toch slecht blijft gaan met PSV. Zelf hoop ik uit de grond van mijn hart natuurlijk dat dit niet gebeurt, maar de kans zit er altijd in. Verder vinden wij het onjuist om in een periode waarin de lokale en landelijke overheden op allerlei terreinen moeten bezuinigingen een dergelijke deal aan te gaan, te meer omdat soortgelijke problemen als PSV op meer terreinen plaatsvinden. Voorzitter, het OuderenAppèl heeft er lang over nagedacht. We hebben onderzoeken laten doen die nog steeds bij de meeste mensen in mijn fractie enige twijfels geven. Voorzitter: Mijnheer Van Dorst.
De heer Van Dorst: Dank u wel. Mijnheer Rennenberg, kunt u aangeven waar de relatie is met de bezuinigingen in de stad en het PSV-dossier? De heer Rennenberg: Als ik dat zou moeten aangeven… ik moet u zeggen dat ik dat een overtollige vraag vind... Ik mag er toch wel van uitgaan dat u als fractievoorzitter van D66 bekend bent met de problemen van deze stad? Als u dat niet weet en mij naar de relatie vraagt, dan zou ik zeggen: begin uw oefening opnieuw. Voorzitter: Mijnheer Van Dorst. De heer Van Dorst: Voorzitter, toch even dezelfde poging als mijnheer Houden daarstraks deed. Ik stel een vraag en ik heb daar gewoon graag een antwoord op. Ik weet waar de bezuinigingen in de stad plaatsvinden. Ik weet dat erg goed, maar ik vraag u naar de relatie tussen de bezuinigingen in de stad en het PSV-dossier.
15
A
Verslagnummer
De heer Rennenberg: U stelt mij nu dezelfde vraag als bij de behandeling van de jaarrekening. Toen heb ik u aangegeven dat ik liever persoonlijk € 58 miljoen zou lenen om die te geven aan mensen in de stad die er erg moeilijk voorzitten. Een heleboel PSV-supporters behoren tot die groep; die zullen mij dat niet kwalijk nemen, denk ik. Nu begint u weer in dezelfde trant te werken als bij de behandeling van de jaarrekening: vragen, vragen, vragen stellen aan de oppositiepartijen en proberen om ons uit ons evenwicht te krijgen. Dat zal u niet lukken, mijnheer Van Dorst. Als u meer vragen heeft dan wil ik daar graag een antwoord op geven hoor. Voorzitter: Die heeft hij. Mijnheer Van Dorst. De heer Van Dorst: Ik heb inderdaad nog een vraag. U doet voorkomen alsof er geld op de plank ligt en dat wij kunnen kiezen of wij dat aan PSV besteden of aan andere dingen in de stad. Dat is niet zo. De heer Rennenberg: Nee, dat begrijp ik, want dat besteden we aan PSV. Dat is een beetje mijn probleem. Voorzitter: Ik geloof niet dat u hier vanavond nog samen uit komt. Mijnheer Rennenberg vervolgt zijn betoog. De heer Rennenberg: Ik moet even kijken waar ik gebleven was, voorzitter. Als laatste zei ik dat het OuderenAppèl er lang over heeft nagedacht en onderzoek heeft laten doen, maar dat de twijfel nog niet weg is. Net als sommige andere partijen zien wij minnen en plussen. In zijn of haar stemgedrag zal ieder hier voor zich een keuze in moeten maken. Elke partij doet dat; ook in het OuderenAppèl is iedereen vrij om zijn eigen keuze te bepalen. In de tijd waarin de gemeente Eindhoven een enorme schuldlast van honderden miljoenen met zich meedraagt, is het niet gepast om deze schuld te verhogen met € 48 miljoen waarvan bovendien geen cent wordt afgelost. Met deze manier van financieren werken wij eraan mee dat mijn kindskinderen straks zullen zeggen: ‘onze opa die in 2011 in de raad van Eindhoven zat, heeft de stad toen met een groot probleem opgezadeld’. U kunt en mag van mij niet verwachten dat ik daaraan meewerk en dat ik afwijk van hetgeen in mijn partijprogramma staat aangegeven. Om deze reden zal ik tegenstemmen. Voorzitter: Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan mijnheer Van Dorst. Goede timing! De heer Van Dorst: Ik ben blij dat mijnheer Rennenberg onze kleine botsing als een schouderduw opvat; dat past wel bij een voetbaldiscussie. In de eerdere commissie Financiën en Bestuur heeft D66 al aangegeven waar onze worsteling zat. Deze discussie hoef ik hier niet opnieuw te voeren. Wat wel duidelijk is, is dat dit dossier met emotie is omladen. Wij hebben geprobeerd, en zijn er als fractie echt in geslaagd om de emotie zoveel mogelijk buiten de deur te houden en te kijken of we dit
16
A
Verslagnummer
moeilijke, lijvige dossier zakelijk kunnen benaderen. Nog steeds is dat niet gemakkelijk. De risicovraag was het belangrijkste element voor ons. Geen enkel voorstel van deze omvang is zonder risico’s. Voor D66 is het van belang dat deze risico’s klein zijn, dat ze aanvaardbaar zijn en dat ze beheersbaar zijn. Wij hebben daarom samen met het CDA een second opinion ingezet. Drie heren die hun sporen in de maatschappij ruimschoots hebben verdiend, hebben zich in een zeer korte tijd en volledig belangeloos voor ons ingespannen. De heren Braks, Koedijk en Homme hebben naar het voorstel gekeken. Zij hebben met relevante personen gesproken. Zij zijn tot de conclusie gekomen dat het voorstel van het college risico’s kent, maar dat die risico’s beheersbaar en aanvaardbaar zijn. Dit advies van de ‘commissie van wijze mannen’, zoals ze in de krant zijn gaan heten… Voorzitter: Mijnheer Rennenberg.
De heer Rennenberg: Mijnheer Van Dorst heeft mij daarnet zoveel vragen gesteld dat ik nu niet achter kan blijven natuurlijk. U wijst op de commissie van wijze mannen. We hebben allemaal het rapport van deze mensen gezien; dat was een A4-tje met vier regeltjes. Zou u het niet wenselijk vinden als de werkwijze die uw fractie en het CDA heeft toegepast, voortaan door de raad wordt toegepast bij alle belangrijke beslissingen? Dan hebben we raadsvergaderingen die nog maar één uur duren en dan zijn de commissievergaderingen met een kwartier afgelopen. Zou u dat voorstellen? De heer Van Dorst: Ik snap niet wat u mij nu vraagt, of raadvoorstellen voortaan binnen vijf minuten klaar kunnen zijn? Voorzitter: Als er gekozen wordt voor een werkwijze van een commissie van wijzen wier oordeel wordt gevolgd, dan hoeft de gemeenteraad zelf bijna niet meer te vergaderen. Dat is ongeveer wat mijnheer Rennenberg bedoelt, dan kunt u het ongeveer in vijf minuten afdoen. Zou u daar voor zijn, dat was zijn vraag. De heer Van Dorst: Dank u wel voorzitter. Ik heb hier het volledige dossier van het college bij mij. Het omvat bijna tweehonderd pagina’s. We hebben een vrij korte tijd gekregen om dat te bestuderen. Het bevat vrij technische en vrij specialistische financiële informatie, waarvan wij – samen met het CDA – hebben gemeend dat het in die korte tijd goed is om naar het specifieke onderdeel van risico’s te kijken. Ik ben er heel blij mee als wij in het weekend vóór de vergadering geen lijvig rapport ontvangen als wij de vraag weten te stellen of risico’s klein, beheersbaar en aanvaardbaar zijn. Op zo’n rapport moeten we dan weer uitvoerig studeren. Gelukkig is de commissie erin geslaagd om op één A4tje aan te geven: ‘mijnheer Van Dorst,
17
A
Verslagnummer
mijnheer Houben en ook mijnheer Rennenberg – want het onderzoek is voor de gehele raad beschikbaar – Ja, de risico’s zijn beperkt en aanvaardbaar’. Voorzitter: Mijnheer Rennenberg.
De heer Rennenberg: Ja dat bedoel ik nu juist. Zou in de toekomst het werk in de raad zo opgevat kunnen worden zoals jullie hebben gedaan? Voorzitter: Ik stel voor dat wij deze discussie naar het presidium verhuizen. Mevrouw Sodenkamp. Mevrouw Sodenkamp: Beheersbaar en aanvaardbaar zijn nogal relatieve begrippen; mag ik weten wat die voor u als D66 betekenen? De heer Van Dorst: Wij hebben er in ieder geval voor gekozen om deze begrippen niet te kwantificeren. Wij zetten geen lijn uit en wij zeggen niet: als het daar is, dan wel en als het daar, is dan niet. Wij hebben de commissie van wijze mannen de open vraag gesteld of dit voor een gemeente als de gemeente Eindhoven een aanvaardbaar en beheersbaar risico is. Met de kennis en expertise die zij hebben, hebben zij ingeschat dat dit het geval is. Voorzitter: Oké, u kunt uw betoog vervolgen. De heer Van Dorst: Dank u wel voorzitter. Het advies van die commissie van wijze mannen heeft er voor ons toe geleid, samen met de eerdere interne discussie die wij in de fractie hebben gevoerd, dat wij kunnen instemmen met het voorstel zoals het er afgelopen week lag. Sterker nog, het amendement dat vanavond zal aandringen om het restant van het beschikbare geld niet in één keer uit te keren maar te spreiden, versterkt het voorstel. Die vraag hebben wij overigens ook nog aan de commissie voorgelegd en ook hierop is een ja gekomen. Wij zullen dat amendement mede indienen en daar dus ook ja tegen zeggen. Wij gaan vanavond ja zeggen tegen het voorstel, voorzitter. Voorzitter: Oké, dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Dank u wel. Voorzitter, wat een inzet en energie heeft dit dossier ons gekost en dat zomaar tussen de toch al zo drukke bedrijven door. Het maakt dat we nu echt wel toe zijn aan – om met de legendarische Rinus Michels te spreken – een vakantierecessie. Na afloop van de stemming zal er bij een deel van de bevolking vreugde en zelfs blijdschap zijn. Bij de fractie van de Partij van de Arbeid niet. Hoewel een groot deel van onze fractie achter dit goed doorwrochte voorstel staat, zijn we het er allemaal over eens dat het verdrietig is dat de gemeente op deze wijze in de bres moet springen voor een club die ons tot voetbalhoofdstad van Nederland heeft
18
A
Verslagnummer
gemaakt. Daar zijn veel redenen voor aan te wijzen. De belangrijkste is wel de idiotie van het grote geld die het professionele voetbal kapotmaakt. Het moderne voetbal, met eurotekens geschreven, is van volkssport verworden tot speeltje van multimiljardairs en voetbalmakelaars. Dat kun je veroordelen en de rug toekeren; je kunt er ook voor kiezen om de aanval te openen en het voetbal weer terug te geven aan de mensen. Die aanval begint vandaag in het klein, in Eindhoven, met dit voorstel. Dat is, voorzitter, voor de meerderheid van de fractie van de Partij van de Arbeid één van de redenen om met dit voorstel in te stemmen. Iedere PvdA-stem voor dit voorstel van vandaag is een stem tegen het moderne voetbal en een stem voor het nieuwe, schone en eerlijke voetbal. Laat dat signaal duidelijk zijn. Een andere reden om voor te stemmen zijn de aanscherpingen zoals wij die in het voorstel hebben aangebracht: een buffer van € 5 miljoen om het risico in de beginjaren nog extra op te kunnen vangen en een overeenkomst ten aanzien van de maatschappelijke inzet van PSV. We hebben het college op pad gestuurd om deze twee zaken met PSV uit te werken. Zoals eenieder weet, is ons vrijdag per brief meegedeeld dat aan beide voorwaarden is voldaan. Dat is voor ons goed nieuws. Het heeft ons geloof in dit voorstel verstevigd. Wij zijn vooral blij met de overeenkomst die er gesloten zou gaan worden met PSV met betrekking tot de maatschappelijke inzet. Een overeenkomst waarin deze inzet wordt geborgd en waarin wordt vastgelegd dat deze inzet wordt geïntensiveerd zodra de begroting dat toelaat. En niet geheel onbelangrijk: een overeenkomst waarbij een adviesgroep wordt ingesteld die ten minste twee keer per jaar bijeenkomt. Deze adviesgroep bestaande uit vertegenwoordigers van verenigingen, onderwijs, maatschappelijk partners en de gemeente zal PSV adviseren op welke projecten, mede gelet op de ambities van de stad, PSV het beste kan inzetten. Wij roepen hierbij dan ook verenigingen, clubs en betrokkenen op om hierover mee te denken. Zelf hebben wij als voorbeeld al gegeven dat PSV de faciliteiten en deskundigheid om trainers te trainen ter beschikking stelt aan verenigingen. Ook kunnen we denken aan het inzetten van de spelers als rolmodellen voor jongeren in de wijken. Of een Jan van Beverenfonds voor keeperstrainingen, waarbij ook meisjes welkom zijn. Kortom voorzitter, wij zullen ons oor in de stad te luisteren leggen en wellicht op een later moment de verzamelde ideeën aan de adviesgroep aanbieden. Een tweede punt was de spaarpot van € 5 miljoen. Ook hieraan is tegemoet gekomen. Omdat deze toegezegde veranderingen nog wel moet landen in het voorstel dien ik hierbij samen met VVD en D66 een amendement in. Dit amendement behelst niet meer dan de technische uitwerking van de gedane toezegging en behoeft als zodanig dan ook niet veel uitleg, lijkt mij. Kortom voorzitter, er ligt een degelijk voorstel waar wij in meerderheid mee kunnen instemmen. Met de expliciete kanttekening dat dit voor ons een zakelijke overeenkomst is die geen enkele precedentwerking zal hebben op eventuele toekomstige hulpvragen. Het is nu aan PSV om met een schoon schip te beginnen en aan het bestuur is de uitdagende taak om het schip schoon te houden in een vervuilde wereld. Dit voorstel biedt daar
19
A
Verslagnummer
handvatten voor. Wij zullen als raad de ontwikkelingen bij PSV publiekelijk volgen en bespreken, maar er moet meer gebeuren. Ook de KNVB, de UEFA en de FIFA en wellicht ook het Europees Parlement moeten hun verantwoordelijkheden pakken om het voetbal terug aan de mensen te geven. Die missie start na vandaag. Eendracht maakt macht: voor Eindhoven, voor PSV en tegen het moderne voetbal. Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven
Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel voorzitter. Ik wilde de Partij van de Arbeid toch even wat vragen. U begon en eindigde uw betoog met de wens dat het voetbal voortaan schoon wordt, maar daarvoor moeten we wél € 48 miljoen gaan lenen. Zou u niet een veel duidelijker statement maken naar het feit dat u schoon voetbal wilt als PSV en de verschillende partners zelf aan de slag gaan om dat financieel management goed te borgen, zonder dat de gemeente daarvoor € 48 miljoen moet gaan lenen? Mevrouw Verhees: Voorzitter, dat zien wij echt anders. Wij lenen geen € 48 miljoen om het voetbal schoner te maken. Wij lenen € 48 miljoen om de grond te kopen en wij gebruiken die zakelijke overeenkomst om PSV ertoe te dwingen – en daarmee ook de KNVB en hopelijk ook internationaal – om ons inzicht te geven in de begrotingen, de financiële ratio’s die we hebben afgesproken en openheid van zaken te geven. Dat is uniek in de geschiedenis en je ziet dat de KNVB daar wel oren naar heeft. Mevrouw Van Kaathoven: Maar dan nog. Waarom heeft u daar € 48 miljoen voor nodig? Waarom kan dat niet zonder dat die overeenkomst er moet komen? Mevrouw Verhees: Omdat wij € 48 miljoen nodig hebben om de grond te kopen, mevrouw Van Kaathoven. Voorzitter: ik ben bang dat u in een cirkeltje terecht komt. Zou dat kunnen kloppen? Mevrouw Van Kaathoven: Nee, ik zal een verduidelijkende vraag stellen, mijnheer de voorzitter. U zegt dat we € 48 miljoen nodig hebben om de grond te kopen. Als het hier niet over PSV ging, hadden we helemaal geen € 48 miljoen nodig om waar dan ook grond te kopen. U wilt grond gaan kopen voor PSV, om de financiële huishouding van PSV weer op orde te maken en er dán voor te zorgen dat het voetbal weer wat schoner wordt. Waarom kiest u er niet voor om PSV, die overigens zelf verantwoordelijk is voor de eigen financiële situatie, de handschoen zelf te laten oppakken om het schone voetbal te bewerkstelligen? Mevrouw Verhees: Ten eerste omdat wij daar dan als overheid niets over hebben te zeggen. Ten tweede: PSV komt met een hulpvraag. Omdat wij de waarde van PSV voor de stad als het allerbelangrijkste zien, wilden wij het voorstel op zakelijke
20
A
Verslagnummer
elementen bestuderen of, zoals mijnheer Van Dorst zei. de emotie zo veel mogelijk eruit filteren. Als politica moet ik de stad kunnen uitleggen waarom ik voor of tegen dit voorstel stem, gebaseerd op argumenten. Wij hebben die emotie eruit gefilterd en we hebben zakelijk gekeken naar deze deal. Die is ons zakelijk solide gebleken en daarnaast maken wij van de kans gebruik om PSV onder druk te zetten op het financiële huishoudboekje.
Voorzitter: Bent u aan het einde van uw betoog gekomen? Dan is nu het woord aan mijnheer Rijnders namens ‘leefbaar eindhoven’. De heer Rijnders: Dank u, voorzitter. Eindhoven is sterk verdeeld over dit dossier met een wel heel forse financiële component en waarbij keuzes worden gemaakt waar onze opvolgers – burgers van deze stad – gedurende een lange reeks van jaren mee te maken hebben en krijgen. De zakelijkheid van deze deal, laten we wél wezen. De aanzet voor deze financieel zware transactie voor onze stad wordt primair niet ingegeven door de wens van de gemeente, maar vindt zijn oorsprong in de noodvraag aan de kant van een onderneming. Een onderneming die zich manifesteert in de evenementensector en die volop in de belangstelling staat, dat is zeker. Gezien de aard van deze onderneming wordt de zakelijkheid al snel ondergesneeuwd door emoties op sportief vlak en door competitie met andere steden die op hun beurt dikwijls weer overheidssteun vragen. Een vreemde concurrentieslag en ook niet altijd eerlijk. Het verzoek om hulp is debet aan het voorliggende voorstel. De wethouder is erin geslaagd om een zakelijke basis te vinden waarin deze hulpvraag wordt verpakt. Hij hoopt en verwacht dat deze de toets kan doorstaan. In hoeverre het zakelijk is om een volledige taxatie te betalen, wetende dat de wederpartij in zwaar weer zit, zouden we aan echte ondernemers moeten vragen. Het antwoord moet u bekend zijn. De opzet is niet zakelijk. Het gaat om maximale steun binnen een zakelijke setting. Laten we daarover eerlijk zijn met elkaar. Het rendement van bankiertje spelen is in dezen redelijk lachwekkend. De ING-man, de heer Homme, zou daar nooit in meegaan. Dat heeft hij althans op een ander podium medegedeeld. Dit over zakelijk zijn. Ons oordeel is: dit is niet voor de volle honderd procent een zakelijke deal. We hebben zo onze bedenkingen over het afgeven van de waarde van het onroerend goed. Controle erop zal pas echt geschieden over een lange reeks van jaren. Mogelijk dat enkelen onder ons deze beweringen van ‘leefbaar eindhoven’ dan nog eens teruglezen. Natuurlijk zullen we dan in verzachtende omstandigheden verkeren als dan blijkt dat de realisatie van de grondprijs beduidend lager zou zijn. Die excuses hadden de beleggingsambtenaren en bestuurders van de provincie en gemeenten in den lande die klant bij Icesave waren toch ook? Vastgoedpartijen die nu tegen ons beweren dat € 48 miljoen de reële waarde is, zullen over vele jaren niet meer in beeld
21
A
Verslagnummer
zijn. Het gaat slecht in de vastgoedsector en in de taxatiebranche. Hoe zou dat komen? De waarden van het vastgoed tuimelen omlaag; dat is niet alleen hier, maar wereldwijd het geval, we kunnen het zien. Wederom stellen wij dat de zakelijkheid op dit vlak te wensen overlaat, sterk te wensen overlaat. Diverse geleerden steunen ook deze beweringen. Dan over de bijkomende eisen. De maximale honorering van € 1 miljoen van een speler. Het college weet, of hoort althans te weten, dat men deze eis niet over de gehele contractperiode waar kan maken. De worsten waarmee mogelijke nieuwe spelers worden aangetrokken, moeten niet al te mager zijn. De categorie spelers waarin PSV echt is geïnteresseerd verhoudt zich niet tot deze eis. Er zullen pleisters geplakt moeten worden om aan deze eis te voldoen. De managers worden dan creatief. Wie kent niet de vaders, tuinmannen bij grote Engelse clubs, wier zoontjes – nog niet droog achter de oren, maar vaardig trappend tegen een bal – nog geen contract krijgen. Wij zijn benieuwd hoe deze sector, met zijn eigen wetten, zich de komende jaren zal houden. Ook hierin zijn wij zeer sceptisch. Voorzitter, de PSV-aanvraag is feitelijk een subsidievoorstel, ingebed in een structuur. Wij zullen zien of de Europese Commissie hier niet doorheen prikt. Als de voorstanders van een verdeeld college met hun gezicht stijf in de plooi blijven beweren dat deze deal strikt zakelijk is, dan zie ik de neuzen groeien. Als ik dat mag uitvergroten in de raad, dan zijn dat vele neuzen meer. De gemeente matst PSV. Zo is het. Ons oordeel, het oordeel van ‘leefbaar eindhoven’ zal wél zakelijk zijn. Wij kennen de ondernemerswereld beter dan menige andere partij, of wij zijn tenminste eerlijker tegenover deze zaak. Dan heb ik nog een laatste vraag. In de deal staat opgemerkt dat de parkeergelden à € 270.000 in de package deal worden meegenomen. Mijn vraag is: hoe verhoudt zich dit met de afspraken die er in deze raad over het Mobiliteitsfonds zijn gemaakt? Ik dank u.
Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord… Oh, mijnheer Rijnders, mevrouw List heeft een vraag aan u. Mevrouw List: Voorzitter, ik heb een vraag over de zakelijkheid die mijnheer Rijnders noemt als hij praat over PSV als ondernemer in de evenementensector. Als hij dan naar zakelijkheid kijkt, dan zou hij toch ook moeten weten wat op jaarbasis de economische en toegevoegde waarde van PSV voor de stad Eindhoven en de regio is. Als u deze miljoenen noemt – en dan praat u over € 140 miljoen voor de stad en € 160 miljoen voor de regio – kunt u op basis van zakelijkheid dan niet de conclusie trekken dat dit wel een heel bijzondere onderneming is in de evenementensector van Eindhoven, mijnheer Rijnders?
22
A
Verslagnummer
De heer Rijnders: Dat is het zeker. Het is zeker een heel bijzondere ondermening, zeker ook in deze sector. U hoort ons echt niet zeggen dat wij het PSV ook niet zouden gunnen, maar wij denken in diezelfde zakelijkheid dat PSV-voetbal, een direct onderdeel van een landelijk en wereldwijd bekende multinational, zijn eigen broek zou moeten ophouden. De grote angst, ook van Philips zelf, is dat deze deal grote imagoschade teweegbrengt als PSV toch nog omvalt. Niet aan de stad Eindhoven, maar aan het concern Philips. Voorzitter: Dank u wel. Zijn er geen vragen meer aan mijnheer Rijnders? Dan is nu het woord aan mevrouw Van Kaathoven namens de fractie van de Socialistische Partij. Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. PSV, de club die de afgelopen jaren miljoenen te veel uitgaf en miljoenen te veel begrootte. De afgelopen weken is er al veel over gezegd en geschreven. Voorzitter, D66, VVD en CDA gaven in de commissiebehandeling in meer of mindere mate aan dat ze niet vinden dat de overheid verantwoordelijk is voor de financiële huishouding van betaald voetbal organisaties. Wij zijn het daar van harte mee eens. Wij roepen daarom deze partijen ook op om hun standpunt vast te houden, ook als er in Eindhoven opeens emotiepolitiek wordt bedreven: het gaat om PSV, en dan lijken standpunten opeens een stuk minder waard. Voorzitter, het CDA heeft ervoor gekozen om een club mensen aan te wijzen die nog eens naar het voorstel zouden kijken. Voorzitter: Mijnheer Van Dorst.
De heer Van Dorst: Dank u wel voorzitter. Herinnert u zich ook de nuance, die D66 in elk geval, maar naar ik mij herinner de andere partijen ook, heeft aangebracht als er gezegd wordt dat de overheid een bedrijf niet hoort te ondersteunen? Er werden voorbeelden genoemd, zoals de ondersteuning van de bankensector in de afgelopen jaren. Als de overheid dat niet had gedaan, dan was de bankensector omgevallen. Deeltijd-WW, waar heel veel bedrijven, met name in Zuidoost Brabant gebruik van hebben gemaakt. Als we dat niet hadden gedaan, dan hadden er duizenden werknemers is Zuidoost Brabant op straat gestaan. Herinnert u zich die nuance ook? Mevrouw Van Kaathoven: Ik herinner me die nuance, maar ik noem dit punt en dat zal verder in mijn stuk ook terug komen, omdat ik denk dat het hier gaat om een ander soort bedrijf dan de bedrijven die u zojuist heeft genoemd. Het gaat hierom een betaald voetbalorganisatie waar miljoenen in omgaan en waar de afgelopen jaren veel te veel geld is uitgegeven en waarin veel minder is binnen gekomen. Voorzitter, ik zal even opnieuw beginnen bij mijn stuk over het CDA. Het CDA heeft ervoor gekozen om een club mensen aan te wijzen die nog eens naar het voorstel zouden kijken. De uitkomst van de second opinion verbaast ons niet. Want was het niet het CDA dat bij de bekendmaking van de plannen op de bankjes stond te springen van
23
A
Verslagnummer
enthousiasme? Toen bleek dat de keuze van het CDA wel eens doorslaggevend kon zijn, kwam opeens de second opinion escape. Voorzitter: Mijnheer Houben
De heer Houben: Dit is natuurlijk vragen om een reactie, voorzitter. Ik wil benadrukken dat wij tijdens het springen op de bankjes op 25 mei jl. direct, dus tijdens het springen, hebben aangegeven dat er een second opinion kwam. Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Dat was in tweede instantie. In eerste instantie was u vooral heel erg enthousiast. Met deze strategie koos het CDA voor de vorm en niet voor de inhoud. Ook wij hebben iemand naar het voorstel laten kijken, maar er hoefde voor ons geen mediacircus van te worden gemaakt. De heer Metze heeft ook u een brief gestuurd met zijn bevindingen over het voorstel. Voorzitter, ook de Partij van de Arbeid gaat een mooi één-tweetje aan met het college. Een kommaatje hier en een puntje daar. We maken een potje van € 5 miljoen, waarmee volgens ons geen risico wordt gedekt en PSV gaat wat meer inzetten en wat meer om de tafel zitten met maatschappelijke partners in de stad. Het college kopt vervolgens de voorzet in en de Partij van de Arbeid denkt hiermee voor een deel aan haar achterban te kunnen uitleggen waarom zij nu voor het voorstel zijn. Voorzitter: Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Alleen maar een opmerking eigenlijk, want ik bedoel, dan stel ik een vraag, ‘Bent u het niet met mij eens, mevrouw Van Kaathoven, dat je op deze manier alle inzet tot niets kan bagatelliseren?’ Dank u wel. Mevrouw Van Kaathoven: Nee, dat vind ik absoluut niet. Het gaat hier om een principieel dossier, om een zakelijk dossier. Wij moeten met zijn allen de afweging maken of de overheid verantwoordelijk is voor het de-broek-ophouden van een betaald voetbal organisatie. Wij vinden dat niet. Ik wil dan ook oproepen, juist op basis van die zakelijkheid, om tegen het voorstel te stemmen. Ik hoop dat het merendeel van uw fractie deze afweging gaat maken. Het gaat niet om het potje van € 5 miljoen en het gaat niet om het aangaan van contacten met maatschappelijke partners. Mevrouw Verhees: Voorzitter? Mag ik mevrouw Van Kaathoven er in toekomstige debatten over andere dossiers aan herinneren dat het ‘maar’ om € 5 miljoen gaat? Mevrouw Van Kaathoven: U mag mij er zeker aan herinneren dat het over € 5 miljoen gaat, maar dan zal ik u eraan herinneren dat de gemeente Eindhoven € 57 miljoen
24
A
Verslagnummer
moet bezuinigen. Dat kwam daarstraks in de discussie met het OuderenAppèl ook al aan de orde. Ik weet wel dat er niet méér bezuinigd hoeft te worden vanwege voorliggend voorstel, maar wij stralen wél naar de stad uit dat wij ook tegen organisaties die hun financiële huishouding goed op orde hebben, zeggen dat iedereen moet inleveren en dat iedereen moet bezuinigen. Tegen PSV zeggen wij echter: u hebt uw financiële huishouding in de afgelopen jaren heel slecht bijgehouden, maar we gaan nu € 48 miljoen lenen omdat u een belangrijke waarde hebt voor de stad. Wij vinden dat geen goede uitstraling van de gemeente. Voorzitter: Mevrouw Verhees.
Mevrouw Verhees: Voorzitter, dit verbaast mij dan toch ten zeerste. Waar wij worden beticht van emotiepolitiek en het niet zakelijk bekijken van een voorstel, vind ik dat u dat in deze dan toch érg wel doet. Bent u het niet met mij eens dat u deskundige adviezen gewoon naast u neerlegt en eigenlijk zelf steeds maar terugkomt op een onderbuikgevoel waarbij u de relatie legt tussen bezuinigingen en deze zakelijke overeenkomst? Dat blijft u keer op keer maar doen; ik heb u er in de commissievergadering ook al op teruggefloten. Voorzitter: Oké, dan is het daar dus al gebeurd. Mevrouw Verhees: Bent u het daarover niet met mij eens? Mevrouw Van Kaathoven: Ik ben dat niet met u eens. Ik heb u in de commissievergadering heel duidelijk uitgelegd waarom wij tegen dit voorstel zijn. Voorzitter: Dan hoeft u dat nu niet meer te doen, nietwaar? Als u dat al gedaan heeft. Mevrouw Van Kaathoven: Die laatste opmerking over de bezuinigingen was daar een klein deel van en dat was absoluut niet de basis. Maar dat weet u heel goed als u goed naar mij geluisterd heeft in de commissievergadering. Voorzitter: Mevrouw List. Mevrouw List: Voorzitter, ik heb het gevoel dat mevrouw Van Kaathoven de beeldvorming waarover zij het steeds heeft, zelf in de wereld helpt. Ik heb het gevoel, mevrouw Van Kaathoven, dat u niet weet dat dit los staat van de hele bezuinigingsoperatie, of ben ik abuis? Mevrouw Van Kaathoven: Dan bent u inderdaad abuis, want voor ons is het heel duidelijk dat het los van elkaar staat. Maar als mevrouw Verhees begint over het feit dat het om € 5 miljoen gaat en we in de toekomst moeten gaan bezuinigingen en dat
25
A
Verslagnummer
we daar in de toekomst naar moeten kijken, ja, dan trek ik wel de lijn met de bezuinigingen. Voorzitter: Mevrouw List nog?
Mevrouw List: Ik vraag aan u: begrijpt u het voorstel? Als ik opnieuw uw antwoord hoor, dan denk ik dat u het voorstel niet heeft begrepen, mevrouw Van Kaathoven. Bent u niet van mening dat mevrouw Verhees juist zegt dat we die € 5 miljoen niet moeten verwarren met de bezuinigingen, als wij daarover met elkaar discussiëren. U gaat het nu weer met elkaar verwarren. Ik houd het gevoel dat u niet begrijpt dat we een gescheiden transactie hebben, los van de gemeentelijke begroting. Ik vraag me af of u dat begrepen heeft, mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Voorzitter, ik geloof niet dat het de bedoeling is om hier de commissievergadering over te doen. Wij hebben in de commissievergadering heel duidelijk aangegeven waarom wij tegen dit voorstel zijn. Daar hebben wij de bezuinigingen als een klein deel bij aangemerkt, maar het grote punt is dat je als overheid niet verantwoordelijk bent voor het op orde brengen van de financiële huishouding van een betaald voetbalorganisatie. Dat is ons standpunt. Voorzitter: Ik geloof dat hier spraakverwarring is. Het gaat over die € 5 miljoen. Is dit dezelfde € 5 miljoen als de € 5 miljoen van een latere discussie? Ik stel voor dat we deze discussie hier niet verder voeren. Mijnheer Houben. De heer Houben: Voorzitter, dank u wel. Mevrouw Van Kaathoven heeft nu al aan Gerrit en Kees en Jan en Alleman de beschuldiging geuit dat we inhoudsloos bezig zijn, maar als ik op mijn klok kijk is de Socialistische Partij door zijn spreektijd heen; ook van hen heb ik nog geen inhoud gehoord. Hoe gaan we dat oplossen? Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven is absoluut nog niet door haar spreektijd heen en dat is mede te danken aan u, want u mag interrupties plaatsen, maar die gaan niet van haar spreektijd af. Mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, het college is in het aanhalen van voorstanders niet consequent, zo merkten wij in de commissievergadering. In het voorstel en het debat wordt een deskundige aangehaald. Echter, die deskundige had na bestudering van de stukken een andere mening. Maar als die mening dan ook verkondigd wordt en ik dat verhaal aanhaal in de commissie, dan is die deskundige opeens pessimistisch. Voorzitter, wij kunnen het college in die zin niet meer volgen. Voorzitter, wij gaan voor de inhoud en wij staan voor onze principes. Ook als het om PSV gaat en ook als er op het gevoel wordt gespeeld. De heer Metze, ik verwees eerder naar hem, geeft dit treffend aan in zijn brief aan de raad. Want u kunt honderd pagina’s volschrijven met waarom de risico’s
26
A
Verslagnummer
gedekt zijn, maar als u daar honderd pagina’s voor nodig heeft en banken willen niet meewerken als de gemeente Eindhoven de risico’s niet opvangt, dan zegt dat volgens de Socialistische Partij al meer dan genoeg. De heer Metze geeft ook aan dat het college zich moreel gedwongen voelt. Wij noemen dat gegijzeld. Bovendien – zoals ik in de commissie al aan gaf – is de kans zeer groot dat PSV over een aantal jaren weer op de stoep staat. Constructies met ander betaald voetbalorganisaties in het land laten dit zien. Voorzitter: Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Voorzitter, dan toch nog even om de emotie uit deze discussie te halen. Begrijp ik nu goed dat u uw afwegingen mede baseert op het aantal pagina’s van een rapport? Dat ten eerste. En ten tweede… nee… geeft u hier eerst maar antwoord op. Mevrouw Van Kaathoven: Ja, voorzitter, volgens mij weten we daar allebei het antwoord op. Volgens mij heb ik dat helemaal niet gezegd. Ik zal het nog een keer uitleggen. Als de risico’s zo groot zijn dat het college meer dan honderd pagina’s nodig heeft om uit te leggen dat die risico’s niet zo hoog zijn én als de banken niet willen meewerken als de gemeente Eindhoven de risico’s niet opvangt, dan zegt dat volgens ons genoeg. Mevrouw Verhees: Dan zegt het volgens u genoeg…Dat is voor u een zakelijke overweging? Dat is dan weer duidelijk voor mij. Dank u. Mevrouw Van Kaathoven: Goed, constructies met andere betaald voetbalorganisaties in het land laten dat zien. PSV heeft nog niet uitgeblonken in financieel gezond management en wij geloven dan ook niet dat dit nu opeens wel het geval gaat zijn. Het Griekenlandscenario ligt al klaar. Als het misgaat dan kan de gemeente Eindhoven een nieuwe constructie aangaan om haar eigen geld terug te krijgen. Hoe zit het dan met het begrip staatssteun? De heer Metze noemt het in zijn brief toekomstige staatssteun. Wij zouden hierop graag een reactie willen van de wethouder. Nogmaals, PSV is verantwoordelijk voor zijn huishoudboekje en als hij niet – net als een ander bedrijf – net zoveel uitgeeft als er binnenkomt, heeft PSV een probleem. Dit probleem mag niet bij de overheid worden neergelegd. Voorzitter, in de commissie hebben wij aangegeven dat wij altijd blijven zitten met twee totaal ondoorzichtige keuzes, want wat gebeurt er over veertig jaar? Of PSV gaat over veertig jaar of eerder weg en de gemeente Eindhoven zit met een stadion dat gesloopt moet worden en zit met grond waarvan niemand weet wat die dan waard is. Of de gemeente Eindhoven zit tot in lengte van dagen met een schuld van € 48 miljoen, want de schuld wordt namelijk niet afbetaald. Voorzitter tot slot. De
27
A
Verslagnummer
overheid stopt ontzettend veel geld in het voetbal. De veiligheid wordt mogelijk gemaakt en er worden evenementen toegelaten. Dat is prima. Daar zult u van de SP niets over horen. PSV hoort bij de stad en verdient dat dus ook. Maar geld lenen voor een club die verkeerd heeft begroot, dat vinden wij doorslaan. Als politiek moet je afwegingen maken. Daarbij word je geholpen door je principes. De Socialistische Partij staat voor haar principes en zal dus ook tegen het voorstel stemmen om PSV te steunen. Wij roepen de andere partijen in de raad op om dit ook te doen. Als dit dwars in is tegen wat een groep mensen vindt, dan is dit zo. De politiek zit er namelijk om keuzes te maken; keuzes voor de hele stad. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan de VVD-fractie, mevrouw List.
Mevrouw List: Politiek leeft. Zelden heeft een onderwerp zoveel discussie opgeroepen. De vele mailtjes, polls en discussies die gevoerd zijn, geven de betrokkenheid van de Eindhovenaren aan. Je bent voor of je bent tegen, voor of tegen ondersteuning van PSV. Voor of tegen de voorliggende transactie. Voor de VVD waren er twee vragen. Moeten wij een voetbalclub ondersteunen? Wat vinden wij van de voorgestelde transactie? Als liberale partij vinden dat we in principe geen betaald voetbalclub – een private onderneming – financieel overeind moeten houden. PSV heeft echter een aantoonbaar grote sportieve, maatschappelijke en economische waarde. En, het belangrijkst: PSV is citymarketing. Waar we nu als stad op inzetten. Redenen voor de VVD om inspanningen te leveren voor een uiterst strategische partij voor onze stad, op zakelijke gronden en zonder staatssteun. Dat is extra lastig omdat we dit doen in een tijd van grote bezuinigingen. Niet zozeer omdat we die geldstromen vermengen, maar meer omdat we het toch wat extra moeten uitleggen naar de stad. Dan de vraag over het verkrijgen van een belangrijke grondpositie. Zouden wij een verzoek van een willekeurige organisatie op een willekeurige plek in de stad ook met ja beantwoorden? Van belang voor ons is daarbij of deze organisatie ook een vergelijkbaar groot belang heeft voor onze stad en hoe belangrijk wij dat vinden in onze afweging. In de commissie hebben wij over het voorstel de volgende opmerkingen gemaakt. De risico’s voor de middenlange termijn, met name tussen de vijf en tien jaar. Wij hebben gevraagd welke mogelijkheden het college ziet buiten het risicofonds om juist de risico’s in deze tijd zo klein mogelijk te houden. Wij willen het amendement van de Partij van de Arbeid voor een extra risicoafdekking dan ook graag mede indienen. Daarbij blijft er voor ons nog een risico – mijnheer heer Houben noemde het ook al: de Europese staatssteun. Mijnheer Houben, ik denk niet dat het college zijn hand daarvoor in het vuur kan steken, want ten aanzien van het ja of nee van de Europese Commissie gaan wij ervan uit dat het een ja gaat worden, maar het formele antwoord krijgen wij op een later moment. Wel zijn wij als VVD-
28
A
Verslagnummer
fractie benieuwd of het college al wat meer informatie heeft over het informele verzoek dat vanuit de Europese Commissie richting de gemeente is gesteld. Wat betreft de afspraken met PSV: voor ons is het belangrijk dat wij een zakelijke transactie hebben die transparant is. Het voorgestelde governancemodel is ambitieus. Graag blijven wij door het college geïnformeerd hoe dit model in de praktijk gaat werken. Wij zijn positief over de maatschappelijke inzet van PSV. Maar – en dat hebben wij ook in de commissie gezegd – blijf de sociaal maatschappelijke agenda’s van onze gemeente en PSV regelmatig op elkaar afstemmen. Mevrouw Verhees noemde al wat concrete voorbeelden en wij hebben zelf als VVD in de commissie ook het voorbeeld van FC Eindhoven genoemd als mogelijkheid voor in de toekomst. Tot slot een drietal punten. Wij juichen de betrokkenheid toe van bedrijven in onze stad en regio, zoals Philips, Lage Landen, FREO, ASML en VDL, die zich recent hebben uitgesproken en PSV ook graag financieel willen bijstaan. Dit bevestigt voor ons dat vele partners PSV een belangrijke speler voor stad en regio vinden. In de commissie hebben gezegd dat een ruime meerderheid van onze fractie voor het voorstel is. Dat is nog steeds zo. Maar in een liberale partij zijn er verschillende meningen of een overheid een private onderneming moet ondersteunen. Daarom zullen wij niet unaniem stemmen, maar ook deze mening en deze meningen van onze achterban respecteren bij de stemming. Dan rest mij het college te complimenteren met de gedegen voorbereiding, de beantwoording van alle vragen – ook door de ambtelijke ondersteuning – en het feit dat zij haar nek heeft uitgestoken over een zo emotioneel en ook af en toe omstreden onderwerp. Natuurlijk wil ik afsluiten met PSV – los van dit voorstel – veel sportief succes te wensen voor de toekomst. Dank u wel, voorzitter. Voorzitter: Ik dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Van den Berk namens Trots op Nederland. Mevrouw Van den Berk: Voorzitter, PSV is waardevol voor de stad, dat zullen wij niet ontkennen. Maar in deze tijd van bezuinigingen, waarin wij als gemeente € 56 miljoen moeten bezuinigingen, kunnen wij het aan onze burgers niet uitleggen dat de gemeente € 48 miljoen gaat uitgeven voor de aankoop van gronden van PSV. Ondanks het feit dat dit niet aan elkaar gekoppeld is. Voorzitter: Mevrouw List
Mevrouw List: U zegt het zo mooi: het is niet aan elkaar gekoppeld en bij dezen heeft u het heel mooi uitgelegd, mevrouw Van den Berk. Dus ben ik benieuwd naar uw betoog.
29
A
Verslagnummer
Mevrouw Van den Berk: Wij zien PSV als een miljoenenbedrijf dat zijn huishoudboekje niet op orde heeft. PSV is zelf verantwoordelijk voor dit financiële plaatje. Wij vinden dat PSV zichzelf dus ook maar moet bedruipen. Wij zijn principieel tegen steun aan een betaald voetbalclub, dus ook tegen steun aan PSV. Voorzitter: Dat was het? Dank u wel. Dan komen we nu bij de eerste termijn van het college. Mijnheer S. Depla. De heer S. Depla: Dank u wel voorzitter. Ik wil mijn reactie in blokjes verdelen. Er komen eerst wat algemene opmerkingen vooraf over de voorwaarden waaronder wij met PSV in gesprek zijn geweest. Dan – dat debat dat op verschillende plekken terugkomt – in hoeverre deze maatregelen al dan niet ten laste komen van onze begroting. Dan de zorgen die mensen hebben dat, als we éénmaal hebben geholpen, we over vijf of tien jaar weer aan de beurt zijn. Dan de discussie over de KNVB en dergelijke zaken. Daarna heb ik nog een aantal losse punten zoals het amendement, de maatschappelijke rol en de principes die her en der over tafel gingen. Allereerst waarom het zo’n moeilijke keus is. Volgens mij is het duidelijk: de gemeente Eindhoven heeft al eerder keer op keer verzoeken gehad en heeft elke keer nee gezegd. Het is dus niet logisch dat de gemeente Eindhoven over de brug komt als een betaald voetbalclub om hulp komt vragen. Wij hebben wel degelkijk heel lang na moeten denken wat je zou kunnen doen en of je dat zou willen doen. Er speelden een paar uitgangspunten. Het mocht geen staatssteun zijn, dat is logisch. Daar kun je het mee eens zijn of niet, maar zo is de wet nu eenmaal. Het tweede is dat wij in deze tijd van bezuinigingen niet tegen de mensen in de stad wilden moeten zeggen dat we extra zouden moeten gaan bezuinigen omdat we PSV hebben geholpen. Dat is een belangrijke randvoorwaarde, die we hebben kunnen volhouden. Het derde was dat wij vonden dat niet alleen de gemeente aan de beurt was, maar andere betrokken partijen zelf ook orde op financiële zaken moesten stellen. Het betreft PSV zelf, maar ook Philips en andere bedrijven in de regio zouden een bijdrage moeten leveren aan de steun. Het vierde punt dat een rol speelde bij deze discussie was dat wij vonden dat PSV een bepaald maatschappelijk belang heeft voor deze regio. Als we dit zouden gaan doen, zou PSV niet mogen bezuinigen op sociaal-maatschappelijke activiteiten in de stad, en die activiteiten op zijn minst op hetzelfde niveau moeten houden. In alle voorbereidende commissiebehandelingen en in alle stukken hebben we volgens mij aangegeven dat wij aan deze randvoorwaarden hebben voldaan.
30
A
Verslagnummer
Desondanks blijft de discussie boven tafel hangen dat het in tijden van bezuinigingen niet uit te leggen is aan mensen die juist worden geconfronteerd met de vervelende kant van die bezuinigingen. Dat snap ik heel goed, mijnheer Rennenberg, maar dat is hier niet aan de hand. Dat is nu juist het punt, en daarover moeten we heel helder met elkaar zijn: dat is hier niet aan de hand. We hebben er alles aan gedaan om de risico’s terug te dringen en om het niet ten laste te laten komen van de begroting. We kunnen de mensen die last gaan krijgen van de ombuigingen dus recht in de ogen kijken. Wij kunnen hen zeggen: we gaan niet méér ombuigen, maar het is ons wél gelukt om een belangrijk instituut als PSV voor onze stad te behouden. De heer Rennenberg: Ja, mijn opmerkingen gingen niet in het algemeen over de arme kant van de stad, maar op het niet aflossen. Ik heb gezegd: over veertig jaar niet aflossen, dan loop je het risico dat het een keer fout loopt. Voorzitter: De wethouder. De heer S Depla: Zodadelijk, bij het hoofdstukje risico’s kom ik daarop terug. Dan geef ik aan waarom wij denken dat we de risico’s fors hebben beperkt, waardoor we niet het idee hebben dat we dadelijk onze opvolgers – in de raad, maar ook als wethouders – onze problemen overdragen, waardoor ze in de problemen kunnen komen. Maar daar kom ik dadelijk op terug. Dan ben ik nu aan mijn tweede blokje, de risico’s. We hebben een mooi bruggetje gemaakt. Er is geen discussie meer over hoe we het betalen van de erfpachtcanon hebben geregeld. In de normale situatie is dat met een pandrecht op de inkomsten van de seizoenskaarten geregeld. Daarover is geen discussie meer; dat is goed geregeld. Maar, zo hoor ik dan iedereen zeggen, tussen de vijf en de tien jaar, wie garandeert ons dat ze niet weer bij ons komen? Wie zegt ons dat ze niet verleid worden met een megatransfer om net die ene superspits te kopen waardoor ze weer kampioen worden? Hoe voorkomen we nu dat ze over vijf of tien jaar opnieuw bij ons voor de deur staan? Volgens mij is dat de vraag die vele collega’s van u en van mij in andere steden hebben besproken en die we vanavond ook hier bespreken. Hoe hebben wij dat gedaan? Een belangrijk punt is dat PSV bij zichzelf te rade is gegaan en zelf ook uitspraken heeft gedaan en afspraken heeft gemaakt hoe zij haar bedrijfsvoering weer gezond wil maken. PSV gaat fors bezuinigen. Er zijn afspraken gemaakt over de versterking van de financiële deskundigheid in de raad van toezicht. Ze hebben allerlei governancecodes onderschreven, zoals de code Tabaksblat, de code van de UEFA en die van de KNVB. Dat was de eerste stap voor PSV. Als die niet was gezet, was de kans op herhaling heel groot.
31
A
Verslagnummer
Het tweede is dat wij samen opgetrokken zijn met Philips. Philips continueert de sponsorrelatie met PSV, maar verlenen de club ook een zachte lening van € 20 miljoen, waarmee ze voor de komende tien jaar min of meer een privaatrechtelijke overeenkomst met PSV hebben gesloten. PSV en de gemeente, nee Philips en de gemeente – dat is verwarrend in dit dossier; want vroeger waren Philips en PSV hetzelfde, maar dat is nu niet meer zo. Zo nu en dan haal ik het door elkaar. Enfin, Philips en de gemeente hebben samen opgetrokken. Met de toezegging die PSV heeft gedaan over de versterking van hun bestuur (een transparant en integer bestuur dat de codes die ik zojuist opnoemde onderschrijft), hebben zowel de gemeente als Philips een overeenkomst met PSV. Het gaat dus niet alleen om de brief die wij samen met PSV hebben ondertekend. Het betreft zowel de publiekrechtelijke als de privaatrechtelijke kant van die leningen. Het is allemaal wel een beetje technisch, maar op deze manier kan ik niet in de verleiding komen om bijvoorbeeld over de hoogte van de salarissen bij PSV te gaan. Nee, wij hebben er slechts belang bij dat PSV een duurzame begroting heeft op lange termijn, waardoor ze rente en aflossing kunnen blijven betalen en niet vlak voor het einde van een seizoen of het begin van een nieuw seizoen bij u en ons moeten aankloppen om te vertellen dat ze opnieuw met de rug tegen de muur staat, en dat de overheid hen moet helpen omdat ze anders omvallen, en dus volgend jaar niet aan de competitie kunnen meedoen. En Eindhoven is in dat geval een belangrijk instituut voor de regio kwijt. Met genoegen wil ik u alles een keer op een A4tje toesturen. Er zijn drie à vier ratio’s afgesproken, bancaire ratio’s, de eigenvermogenspositie, over de verhouding tussen schulden en vrije cashflow (vrij besteedbare middelen die je binnenkrijgt), waardoor PSV op de langjarige begroting moet laten zien dat zij kunnen blijven voldoen aan hun rente- en aflossingsverplichtingen. Het gaat dus over de lange termijn – niet over één jaar. Hiermee kan de gemeente zelf sneller bijsturen, maar omdat de begrotingen in het openbaar worden besproken, kan er ook publieke druk komen, zo van: als jullie dat niet doen, komen over een paar jaar wéér in de problemen, en noch wij als gemeente, noch Philips, wil dan wéér aan de beurt zijn. We hebben dus afspraken voor een langere periode gemaakt, waardoor de begroting van PSV duurzaam gezond zou moeten blijven. Als het de verkeerde kant opgaat, zien wij dat al veel eerder en kunnen we eerder druk uitoefenen. Naar aanleiding van de commissiebehandeling heeft de Partij van de Arbeid gezegd dat je de beperking van de risico’s eigenlijk nog verder zou moeten doorvoeren, en dat er van de koopsom van € 48 miljoen voor het stadion en De Herdgang een bedrag van € 5 miljoen in een potje zou moeten worden gestopt. Daaruit zou geleidelijk uitbetaald kunnen worden. Loopt het dan onverhoopt toch mis, heb je wat geld achter de hand, maar nog belangrijker is het dat je PSV blijft prikkelen om te
32
A
Verslagnummer
voorkomen dat het geld voor allerlei kortetermijnzaken wordt gebruikt in plaats van voor aflossingen en langetermijnbetalingen. Wij hebben ervoor gekozen om dat niet meteen te gaan doen, maar om die € 5 miljoen langzaam vrij te geven omdat de aflossingsverplichting tussen de vijf en tien jaar komt. Dit geld kan worden gebruikt voor de aflossing van de schulden. De deskundige – bij wie wij een paar keer op de koffie hebben moeten komen om ons verhaal toe te lichten – gaf ook aan dat dit een versterking was van de beperking van de risico’s. Nou, de VVD wil graag geïnformeerd blijven worden over de voortgang van die governanceafspraken en het lijkt ons verstandig om dan ook over de bancaire ratio’s te spreken. Het lijkt ons verstandig dat wij u één keer per jaar informeren over hoe het loopt, en hoe het gaat met de gemaakte afspraken, zodat we niet alleen in slechte tijden, maar ook in goede tijden de vinger stevig aan de pols kunnen houden. Dan hebben we nog het eind van de rit. Ons is de vraag gesteld of wij daar dan oneindig lang moeten blijven zitten. We hebben met PSV afgesproken dat zij na veertig jaar kunnen vertrekken. Als zij eerder willen vertrekken, moet de gemeente dat goed vinden. Na veertig jaar kan PSV het contract verlengen, dat recht hebben ze dan dus. Maar als PSV het contract niet wil verleningen, bijvoorbeeld omdat zij ergens anders een stadion willen bouwen, krijgt de gemeente de opstal om niet, zodat wij niet voor onverwachte kosten komen te staan. De taxatie is erop gebaseerd dat we het om niet krijgen en dat we alleen de sloopkosten moeten betalen om daar uiteindelijk te kunnen bouwen. Op die manier hebben we een heleboel risico’s afgedekt. Dan de belangrijkste vraag nog: hebt u niet veel te veel betaald, of juist veel te weinig? Dat ligt eraan welke pet u opzet. We hebben nu een taxatie gemaakt op basis van de huidige prijzen. Normaal hebben we elk jaar inflatie, maar we gaan ervan uit dat we deze inflatie niet mee tellen. Als de inflatie elk jaar 2% is, dan gaan we eigenlijk uit van een grondprijsdaling van 2%. Bovendien hebben we ook nog een potje gemaakt waarin we het verschil tussen onze rentekosten en onze inkomsten stoppen. We krijgen rente op rente, en zodoende is dit potje na veertig jaar gegroeid tot een bedrag tussen € 10 miljoen en € 25 miljoen. Dus naast die € 48 miljoen kunnen we ook nog eens een keer € 25 miljoen afboeken. Dan moet het wel fors misgaan, wil je dan nog erop toe moeten leggen. We gaan dus niet van de normale situatie uit waarin de grondprijs met de inflatie blijft mee groeien, nee, we gaan ervan uit dat de inflatie jaarlijks blijft doorgaan maar dat de grondprijs nominaal hetzelfde blijft. Dat betekent dat de grondprijs eigenlijk minder waard wordt. Plus dat we ook nog eens een potje apart zetten op basis van die rente op rente. Mocht het dan nog meer tegenzitten, kunnen we daarvoor dat potje gebruiken. Dat alles
33
A
Verslagnummer
overziend denken wij dat het een beheersbaar risico is dat wij voor onze kap durven nemen en dat we daarmee niet de problemen doorschuiven naar de toekomst. Dan het punt van de maatschappelijke inzet van PSV. Volgens mij is die brief daar duidelijk over. Ook de raad van toezicht en de Stichting PSV heeft zich hierover uitgesproken. We hebben daarmee gesproken. Iedereen vindt het belangrijk dat de maatschappelijke verankering van PSV in de stad geborgd moet zijn. Dat doe je niet alleen met voetballen, maar dat doe je ook met betrokkenheid in de breedtesport. We hebben bijvoorbeeld het voorstel van trainers trainen – wat PSV nu bijvoorbeeld in Zuid Afrika doet, kun je ook in eigen stad doen. Voorzitter: Mijnheer Rijnders.
De heer Rijnders: Ik wil toch nog even terug in de tijd. De opbrengst gaat in een potje, zegt u, en dat geeft rente op rente. Daardoor kunnen wij het risico straks afdekken. Dat was mijn laatste opmerking: het potje bestaat uiteindelijk uit € 270.000 aan parkeergelden. De heer S. Depla: Ja. Dat is een misvatting van u. Wij verhuren geen parkeerterrein, want als we dat zouden doen, zouden we maar iets van € 50.000 mogen vragen. Op basis van het gebruik van het terrein wordt er een vergelijkbare prijs aan erfpachtcanon gerekend. Als we zouden doen wat u zegt, zouden we geen € 270.000 vragen, maar slechts € 50.000. Maar wij verhuren geen parkeerplaatsen, wij stellen het gehele terrein beschikbaar aan PSV. De heer Rijnders: Ja, zo kun je aan alles een draai geven. Dat klopt. De heer S. Depla: Ja, je kunt alles een draai geven, maar goed, over de taxaties zegt u eigenlijk dat wij hier met zijn allen zitten te liegen, behalve u. Als u zegt: ‘dan zie ik de neuzen groeien,’ dan kan ik alleen maar denken aan het sprookje van Pinokkio. De goede verstaanders weten dat de neuzen gingen groeien omdat er gelogen werd. U zegt het wel netjes, maar u zegt eigenlijk dat u niets van die taxatie gelooft. U weet wel beter, wij draaien iedereen een rad voor ogen. Dat vind ik niet zo correct. De heer Rijnders: Integendeel zelfs. Andere taxateurs, die zich openlijk hebben uitgesproken, mogen kennelijk wél worden uitgemaakt voor leugenaar. Die kwamen met heel andere bedragen. De heer S. Depla: Maar ik heb het woord leugenaar niet in de mond genomen. Voorzitter: Ho! U hebt uw standpunt duidelijk gemaakt. De wethouder.
34
A
Verslagnummer
De heer S. Depla: Ik heb van niemand gezegd dat zij lange neuzen hebben; u hebt dat wel over ons gezegd. Er zijn wel mensen die in de krant gereageerd hebben, bijvoorbeeld een projectontwikkelaar. Daar hebben wij weer op gereageerd. Die projectontwikkelaar heeft niet getaxeerd, die heeft een mening geventileerd. Daartoe heeft iedereen het goed recht. Er is echter maar één bedrijf dat getaxeerd heeft, en dat is Troostwijk. Anderen hebben het recht daar iets van te vinden, en het is ook terecht dat mensen hun grote bezorgdheid hebben geuit, dat het afgelopen is met de voortdurende waardestijging van onroerend goed. Wij hebben daarom nu juist drie dingen gedaan: we gaan uit van nominale prijzen en niet van mee groeien met de inflatie. We hebben een potje dat langzaam opbouwt naar een bedrag tussen € 15 miljoen en € 25 miljoen en er komt een hertaxatie over twintig jaar. Drie manieren waarvan wij denken dat wij de zorgen van mensen – die géén onzin zijn – goed hebben afgedekt. De heer Rijnders: Dat is het punt waarover ik het wil hebben. Het gaat om personen die u hebt aangesproken en die een bepaalde verwachting hebben. Wij hebben dat ook gedaan, en ik heb het nog eens verder doorgetrokken. Ik heb gekeken naar de grondprijs waarover indertijd bij de Ventoseflat werd onderhandeld, en waarover wij ook vragen hebben gesteld. We kwamen toen op een grondprijs van € 99. Dat ligt er zegge en schrijven nog geen vijftig meter vandaan! De heer S. Depla: Dan had u toch uw dossier iets beter moeten lezen, want wij hebben drie dingen gedaan. Wij hebben Troostwijk laten taxeren. We hebben voorbeelden van vergelijkbare programma’s laten zien, inclusief welke grondprijs daarvoor onlangs geboden is. Reëel, dus niet alleen maar getaxeerd. Het was allemaal hoger dan nu. Dat is niet zo gek, want het is nu crisis. Het verschil met de Ventoseflat wordt ook verklaard door het programma dat je daar wilt gaan neerzetten. Het maakt nogal wat uit: de taxatie van een grasveldje valt lager uit als je er een park van wilt gaan maken. Hier is uitgegaan van een woningbouwprogramma. Het staat allemaal in het taxatierapport. Het gaat om ongeveer 80% van de dichtheden van het parkeerterrein dat nu wordt volgebouwd. Meer sociale woningbouw en minder dure woningen. De heer Rijnders: Ik ben blij dat u ’t zelf zegt! Dat een grasveldje een hogere taxatiewaarde heeft dan de grond onder een flatgebouw. De heer S. Depla: Dat heb ik niet gezegd. Voorzitter: Wethouder, gaat u door met uw betoog. De heer S. Depla: Volgens mij heb ik nu de risico’s gehad. De maatschappelijke inzet van PSV heb ik ook gehad. Dan ga ik naar de staatssteun. Ach… mijnheer Rijnders, mijn excuses. Die lange neuzen hadden niet met de taxatie te maken maar met de
35
A
Verslagnummer
staatssteun. De discussie is echter dezelfde. Goed, de vraag van het CDA, ‘gaat u uw hand in het vuur steken?’ Ik heb altijd geleerd dat je je hand nooit in het vuur moet steken, dus dat zal ik in dit geval ook niet doen. We hebben de beste deskundigen ernaar laten kijken. We hebben de richtlijn, die Nederland heeft ten aanzien van steun aan voetbalclubs, bij de hand gehad. We hebben de deskundigen er naar beste weten bij gehaald, dus wij gaan ervan uit dat dit geen problemen gaat geven. Handen in het vuur is niet verstandig, maar wat is de stand van zaken? Elke Nederlander mag klachten indienen, en nu is de Europese Commissie op basis van twee klachten een onderzoek gestart. Onze informatie gaat keurig op tijd via het Ministerie van Binnenlandse zaken naar Europa, en nu is het afwachten hoe het gewogen gaat worden. Er spelen twee discussies: is hier sprake van staatssteun, ja of nee? Hier gaat het over de vraag welke waarde er is toegekend, of dat niet te weinig is en of de erfpachtcanon niet te laag is. Wij hebben dit middels objectieve criteria bepaald, en als wij het met de richtlijn vergelijken, voldoet het aan alle eisen. Het kan dat de Europese Unie daar anders over denkt. Daar hebben wij twee zaken voor, namelijk het potje van € 5 miljoen. Als de Europese Unie er anders over denkt, betekent dit dat de prijs omlaag moet, want als de prijs omhoog moet is het geen geoorloofde staatssteun. Dan hebben we gewoon PSV een poot uitgedraaid en daar gaat Europa niet over. Ik ga van dat laatste echter niet uit. Het andere is dat staatssteun al dan niet geoorloofd kan zijn. Van de mensen van Binnenlandse zaken heb ik begrepen dat ze dan gaan kijken of er soms ook stappen gezet zijn in het structureel gezond maken. Ik denk niet dat we daarin terecht komen; wat ons betreft en gehoord de deskundigen die wij hebben geraadpleegd, gaan wij ervan uit dat zowel de waardebepaling als de erfpachtcanon op een goede manier bepaald zijn, zodat er geen sprake is van staatssteun. Voorzitter, dan kom ik bij de laatste losse vragen. Eerst die van het CDA. Over het vuur, en de hand daarin steken, heb ik het al gehad. Wordt het verhaal beter door het amendement ten aanzien van die € 5 miljoen? Ja. We hadden al heel veel risico’s afgedekt, maar zo’n extra potje voor tussen de vijf en de tien jaar, net op het moment dat ze weer moeten gaan aflossen, kan in de tussentijd aan niets anders worden besteed, behalve aan aflossing. Dat is een verbetering van de zekerheid en vermindering van de risico’s. Bovendien versterkt het de voorwaarde dat men zich wel aan de afspraken moet houden, want anders komt dat geld niet. Is de brief ondertekend? Ja, die is ondertekend. Er is iets kleins veranderd; de brief wordt namelijk niet door iemand van de directieraad ondertekend, maar door het college, om u gerust te stellen. De ondertekeningsbevoegdheid voor dit soort dingen ligt bij de burgemeester. Het andere is dat er een toelichting is bij de verdichte begroting; er staat nu dat het openbaar is, maar het wordt vertrouwelijk bij u
36
A
Verslagnummer
neergelegd. Als gemeente zijn wij vrij om met iedereen te communiceren of partijen zich aan afspraken houden. Gegevens zijn niet voor iedereen inzichtelijk, maar wel voor u. Bij GroenLinks gaat de discussie volgens mij over hoe je omgaat met de deskundigen. Dat valt naar mijn mening buiten de reikwijdte van dit debat. Daar zou u als raad onderling eens over moeten discussiëren: wat vindt u van deskundigen? Hoe gaat u om met rapporten? Hoe gaat u om met onderbouwing van het college? Dat raakt niet alleen dit dossier – dat raakt meerdere dossiers. Voor elke wetenschapper kunt u een andere wetenschapper iets anders laten zeggen; dat speelt niet alleen bij dit dossier, maar bij meerdere dossiers. Ik leg nu de bal een beetje bij u neer, door u te adviseren daarover onderling eens te discussiëren. Gaan we helemaal niet meer onderzoeken, of juist wel? Dat gaat verder dan de reikwijdte van dit dossier. Sommige partijen gaven aan dat er sprake is van een principiële kwestie. Die is voor mij in de loop van het debat wel verder aangescherpt. Het gaat niet om het al dan niet steunen van een bedrijf, want dat is in de geschiedenis vaker voorgekomen. Neem bijvoorbeeld ASML en DAF met de deeltijd-WW. In tijden van crisis heeft u ook wel een regeling gemaakt om bouwprojecten van de grond te kunnen blijven laten komen, waarmee u bouwbedrijven hebt gesteund. Het gaat dus niet zozeer om het principe van het steunen van bedrijven, hoewel iedereen dat zo min mogelijk wil doen – dat is wel duidelijk. Het principiële punt is: vindt u dat een voetbalclub een andere soort bedrijfstak is, en vindt u de omstandigheden van dien aard dat u die bedrijfstak niet wilt steunen? Daarover kun je van mening verschillen. Ik vind het een winst in het debat dat we dat preciezer hebben geformuleerd. We kunnen er nog heel lang over discussiëren maar ik ben bang dat we er, na de commissiediscussie, en de discussie van vanavond, weliswaar misschien wel uitkomen, maar dan nog steeds allemaal onze eigen keuze maken.
De vraag van het OuderenAppèl over de schuld. Ik heb het er even bij gepakt. Kijk, als je voor € 48 miljoen grond koopt, komt er een bezit van € 48 miljoen op onze balans, € 48 miljoen vermogen. Daar staat in dit geval € 48 miljoen vreemd vermogen tegenover. Ik weet wel dat ik u dat niet hoef uit te leggen, maar wél aan de mensen die meeluisteren. Per saldo wordt onze schuldenpositie niet slechter. De verhouding tussen vreemd en eigen vermogen verslechtert wel, maar die volstaat nog steeds. De gemeente voldoet nog steeds aan alle wettelijke eisen. Ik heb iemand ‘Griekenlandscenario’ horen zeggen, maar dat is écht onmogelijk. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: de rijksoverheid staat garant voor ons. De rijksoverheid is niet gek, die stelt eisen in allerlei wetgeving. Het OuderenAppèl heeft hier schriftelijke vragen over gesteld, en die hebben wij beantwoord. Er zijn wel degelijk beperkingen, maar daar zijn wij nog lang niet. Er is geen enkele reden om te denken dat dit het begin van het einde van het leenvermogen van de gemeente is en dat wij hard op weg zijn om Griekenland te volgen. Dat is echt niet waar.
37
A
Verslagnummer
De heer Rennenberg: Maar ik heb Griekenland niet genoemd. De heer S. Depla: Nee, nee, dat was u ook niet. Het ging over het eigen vermogen. De heer Rennenberg: Het eigen vermogen, ja. Maar ik heb nog een kleine vraag. Wij hadden inzicht kunnen krijgen in de stukken die onder embargo bij de Griffie lagen. Ik heb daar geen gebruik van gemaakt, want ik vind gewoon dat Philips, PSV dus, hartstikke eerlijk is in zijn berichtgeving. Ze geven een prachtig jaarverslag uit; daarin kun je zien wat er in het verleden is gebeurd. Als je wat van cijfers weet, kun je ook inschatten wat er in de toekomst gaat gebeuren. Ik zou liever hebben dat we alles eerlijk in de openbaarheid met elkaar doornemen, zodat ook de mensen in de stad weten wat de toekomst ons te bieden heeft. Ik weet niet wat er bij de Griffie ligt, maar dat is wel een klein beetje onduidelijk. De heer S. Depla: Volgens mij is het heel duidelijk wat er bij de Griffie ligt, namelijk precies wat u als raad hebt gevraagd. U wilde niet alleen inzicht in het jaarverslag, want dat kijkt terug. U wilde ook prognoses zien. PSV gaat zelf bezuinigen; zo hebben wij afgesproken dat de Champions League niet structureel in de begroting zit. De organisatie gaat op een bepaalde manier met transfers om. Kosten, aflossingen, voor dat alles hebben zij een meerjarige begroting, om ons te laten zien dat zij op langere termijn aan de bancaire ratio’s kunnen voldoen – afspraken over duurzame betaling van rente en aflossing. Van u mag de hele stad daarnaar kijken, maar ja, dan kijken er ook concurrenten mee. Het is de vraag of het wel fair is om dat allemaal publiekelijk te maken. U mag ernaar kijken omdat u ons moet kunnen controleren. Het college mag het de komende tien jaar blijven zien; wij hebben zelfs de mogelijkheid om op eigen initiatief audits aan te vragen, waardoor wij bij PSV in de boeken kunnen kijken. Naar u toe zullen wij dat verantwoorden; het feit dat het niet openbaar is, heeft er ook mee te maken dat je een bedrijf zijn werk moet kunnen laten doen. Voorzitter: Dank u wel. Was dit het? De heer S. Depla: Even kijken. Ja. Nee, wacht, de KNVB! Toevallig hebben wij vorige week met alle steden waarin een club uit het betaald voetbal speelt, met de KNVB vergaderd. Je komt er dan wel achter dat iemand met licentie nummer 2 binnen een half jaar weer bij ons op de stoep kan staan. Dat geeft aan dat het licentiesysteem van de KNVB niet adequaat is. Ik heb in de bespreking wél geconcludeerd dat de KNVB per 1 juli strenger wordt met de licenties – strenger dan elders in Europa. Wij denken dat er nog een tandje bij moet, omdat je niet alleen moet kijken of iemand het lopende jaar kan afmaken, maar of de begroting ook de komende jaren gezond zal zijn. De KNVB heeft daarin nu een eerste stap gezet. Wij zullen met hen in gesprek blijven om ervoor te zorgen dat zij meer stappen zetten, want als dat goed geregeld is, hoeven wij al die stutten die we zelf hebben bedacht om te voorkomen dat ze
38
A
Verslagnummer
binnen afzienbare tijd niet wéér bij ons voor de deur staan, niet in de gaten te houden. Dat doet de KNVB dan. En zo wordt de kans dan nog kleiner dat ze bij ons komen aankloppen. Ik sluit af. Is het een heuglijke dag vandaag? Nee. Maar wel een belangrijke dag.
Voorzitter: Buiten zijn ze, zo te horen, al een feestje aan het vieren, maar dat is misschien te vroeg. Ik ga kijken voor de tweede termijn. Mijnheer Houben. De heer Houben: Ik wilde alleen maar even aangeven, voorzitter, dat we wat ons betreft met een korte stemverklaring ook een heel eind zijn. Voorzitter: Kunt u daarmee instemmen, of hebt u behoefte aan een tweede termijn? Niet? Dan gaan we over tot de stemverklaringen. Ik wil u meegeven dat mijnheer Mulder heeft aangegeven dat hij een separate stemverklaring wil afleggen. U komt allemaal aan de beurt, te beginnen bij mijnheer Houben. De heer Houben: Voorzitter, dank u wel. Wij hebben onze vragen gesteld en antwoord gekregen. De antwoorden zijn wat het CDA betreft naar tevredenheid. Dat betekent concreet dat één van onze zes leden tegen het amendement zal stemmen, omdat hij vindt dat PSV nu recht heeft op € 48 miljoen, en niet pas over tien jaar. Daarnaast stemt de CDA-fractie unaniem in met het voorstel. De heer Van Zijl: GroenLinks zal tegen het voorstel stemmen, maar er is ook een amendement. Nu kun je je afvragen hoe je vóór een amendement kunt zijn en dan toch tegen het voorstel kunt stemmen, maar het is misschien een schaamlapje waarmee het risico wat minder groot wordt; beter een schaamlapje dan helemaal met blote billen. Voorzitter: Dan mijnheer Reker. Hebt u geen behoefte aan een stemverklaring? De heer Reker: Wij zijn het er helemaal mee eens en wij zullen vóór stemmen. Voorzitter: Mijnheer Rennenberg, wilt u een stemverklaring geven? De heer Rennenberg: Ja voorzitter, ik heb duidelijk gemaakt waarom mijn stem tegen zal zijn. Ik heb sympathie voor PSV, maar vind ook dat ik mij moet houden aan de reglementen van mijn partij en aan ons programma. Daar moet ik mij aan houden en daar houd ik mij dan ook aan. Voorzitter: Mijnheer Van Dorst.
39
A
Verslagnummer
De heer Van Dorst: Heel kort. Wij zullen zowel voor het amendement als voor het raadsvoorstel stemmen. Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Verhees: Dank u, voorzitter. Bij ons zal een meerderheid voor het raadsvoorstel stemmen. Wij hebben de keuze vrij gelaten. Dank u. De heer Rijnders: Dank u wel, voorzitter. Het klinkt wel raar, maar ook onze fractie was verdeeld. Desondanks zullen wij tegen het voorstel stemmen. Ik ga mee met de uitleg van mijnheer Van Zijl inzake het amendement, want dat kan op enig moment het leed verzachten. Voorzitter: U hebt toch geen gespleten persoonlijkheid hè? De heer Rijnders: Ik heb géén gespleten persoonlijkheid, maar ik moet mijn achterban wel in ere houden. Voorzitter: Mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Over het voorstel zijn we volgens mij duidelijk geweest, en we zullen ook tegen het amendement stemmen. Mevrouw List: Voorzitter, ik heb al aangegeven dat wij in ruime meerderheid voor stemmen, maar ik zou wel graag hebben dat de persoon die niet voor stemt, de gelegenheid krijgt voor een stemverklaring. Voorzitter: En wie mag dat zijn? Mevrouw List: Dat is mijnheer Van den Broek. Voorzitter: Dan krijgt u zodadelijk de gelegenheid, mijnheer Van den Broek. Mevrouw Van den Berk, Trots op Nederland? Mevrouw Van den Berk: Wij zullen tegen het voorstel stemmen. Als het voorstel wordt aangenomen, stemmen wij wel voor het amendement van de Partij van de Arbeid. Voorzitter: Oké. Dan zijn er twee stemverklaringen die afwijken van de stemverklaring van hun respectievelijke fracties. Mijnheer Mulder heeft mij gevraagd om een wat uitvoeriger mogelijkheid voor een stemverklaring. De heer Mulder: Dank u wel, voorzitter. Voor mij ligt het dossier PSV. Uit de vele reacties bleek dat men niet goed op de hoogte was van de voorgenomen overeenkomst. Een deel dacht dat het een subsidie was, een ander deel dat het uit de vet gevulde gemeentekas zou komen en ten koste zou gaan van zorg, cultuur en
40
A
Verslagnummer
dergelijke. Wij, zoals we hier aanwezig zijn, weten natuurlijk – of behoren te weten – dat het puur een zakelijke overeenkomst betreft, die de toets der kritiek heeft doorstaan. Dit concludeer ik mede uit het secondopiniononderzoek van de fracties van CDA en D66, waarbij de ‘wijze mannen’ – ze zijn vanavond al genoemd, de heren Braks, Homme en Koedijk – tot de conclusie kwamen dat het plan economisch en sociaal-maatschappelijk waardevol is voor de regio Eindhoven, en dat de gemeente onder normale omstandigheden en met de in het plan genoemde randvoorwaarden een beperkt en beheersbaar risico loopt met deze zakelijke transactie. Deze bevindingen hebben mij nog nadrukkelijker overtuigd dat ik als raadslid de verantwoording op mij moet nemen om met betrekking tot dit voorstel volmondig ja te zeggen. Immers, de impact die PSV heeft op Eindhoven en in de regio, zowel maatschappelijk, sociaal als financieel, wat is gebleken uit de verstrekte informatie met betrekking tot het onderwerp en de bevindingen van de second opinion, verdient dit volmondige ja. In verband hiermee wil ik mijn waardering uitspreken voor de speerpuntwethouders, te weten mevrouw Schreurs en de heren Helms en Depla. Vooral laatstgenoemde heeft zich bijzonder ingezet voor een goed financieel voorstel. In de landelijke pers werd de heer Depla ‘de redder van PSV’ genoemd, maar voorzitter, ik wil die titel ook doen toekomen aan de heer Sanders van PSV. De aanvullende voorwaarden die de fractie van de VVD via het amendement heeft ingediend, krijgen mijn steun. Voorzitter, in de fractie van het OuderenAppèl hebben zich ten aanzien van dit onderwerp zeer stevige discussies voorgedaan, die uiteindelijk tot ernstige tweespalt in de fractie hebben geleid, ook na de positieve second opinion zijn blijven bestaan en aldus niet tot consensus leidden. De consequentie van deze ernstige tweespalt nopen mij, na zorgvuldige afweging van de wijze, de inhoud en de emotionaliteit van de genoemde discussies, mijn lidmaatschap als fractielid van het OuderenAppèl op dit moment te beëindigen. Vooralsnog zal ik als Fractie Mulder mijn raadslidmaatschap voor de komende jaren invulling geven. Dank u wel, voorzitter. Voorzitter: Om die reden heb ik u iets meer ruimte gegeven, zodat u een en ander kon toelichten. De gevolgen van deze mededeling zullen wij op een later moment bekijken. We gaan nu door de stemverklaring van mijnheer Van den Broek.
De heer Van den Broek: Voorzitter, na alles goed te hebben bestudeerd erken ik wat PSV voor de stad betekent wat betreft branding en keiharde euro’s, maar er speelt voor mij ook een principiële component mee. Ik ben ertegen dat de gemeente de financiële positie van PSV verbetert. Ik vind dat dit niet tot de taak van de overheid behoort. Voor de volledigheid: ik blijf lid van de VVD-fractie. Voorzitter: Dank u wel. Durft u daar trouwens uw hand voor in het vuur te steken? Mevrouw Sodenkamp.
41
A
Verslagnummer
Mevrouw Sodenkamp: Ik vind niet dat wij als gemeente bedrijven moeten steunen die door een verkeerd financieel beleid in moeilijkheden zijn geraakt. Daarnaast is het risico, waarover de meningen verdeeld zijn, wat mij betreft onaanvaardbaar. Ik stem daarom tegen het voorstel en tegen het amendement. Voorzitter: Hm, boven heeft men ook een opvatting, zo te horen. Voor wij tot stemming overgaan heb ik nog een opmerking voor de wethouder. U hebt toegezegd dat u de raad de bancaire ratio’s zal doen toekomen. Daar zag ik instemmend geknik bij, maar we hebben het niet bevestigd. Ik neem aan dat u dat zult doen. De heer S. Depla: Ja, zeker. Voorzitter: Dat wordt dan in de notulen opgenomen als toezegging van het college. Dan komen we nu bij de stemming. U hebt allemaal een stemkastje. Wacht! Staat het amendement al op het scherm? Oké, dan stemmen we over het amendement met het kastje. Ik dacht nog even dat het amendement wel met handopsteken kon, maar dat doen we dan ook met het kastje. Is de stemming vrijgegeven? De stemming over het amendement wordt nu vrijgegeven. U kunt stemmen. Knop 1 is voor, knop 2 is tegen. [Elektronisch stemmen]. Er kunnen 43 stemmen worden uitgebracht. Daar komt de uitslag: 37 stemmen voor en zes tegen. Daarmee is het amendement aanvaard. Dan komen we nu bij de stemming over het voorstel, maar dat is dus een gewijzigd voorstel geworden omdat het amendement is aangenomen. De stemming over het gewijzigde voorstel wordt nu vrijgegeven. Knop 1 is voor, knop 2 is tegen. U kunt stemmen. [Elektronisch stemmen]. Daar is de uitslag. Er hebben 29 raadsleden voor gestemd en 14 tegen. Daarmee is het voorstel aangenomen. [Nu barst er luid applaus en gejuich los]. Ik bedank de mensen op de publieke tribune voor hun aanwezigheid en voor hun perfecte gedrag! Nu schors ik de vergadering vijf minuten, zodat wie de zaal wil verlaten, dat rustig kan doen. [Schorsing van de vergadering, vijf minuten]. 3. Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 26 april 2011 Voorzitter: Ik heropen de vergadering en ik verzoek de leden om hun plaatsen in te nemen. Aan de orde is het vaststellen van de notulen van de openbare vergadering
42
A
Verslagnummer
van 26 april 2011. Is er iemand die opmerkingen heeft over de notulen? Dat is niet het geval. Onder dankzegging aan de notuliste zijn ze vastgesteld. 4. Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad Voorzitter: Voor we aan het vragenhalfuur beginnen, wil wethouder Scholten u nog een mededeling doen. Mevrouw Scholten: Voorzitter, mijn stem is heel slecht maar dat heeft niets met het vorige onderwerp te maken. In de afgelopen weken heb ik intensief overleg gevoerd ESMS; morgen zult u in de krant lezen dat ESMS als pilot beëindigd wordt. Dat hebben zij zelf besloten. Het betreft de Eindhovense Schoolmaatschappelijke School, een pilot van twee jaar. Ik zal u nog een brief met verdere inhoudelijke toelichting sturen, waarom er besloten is tot de beëindiging. Wij zijn één van de convenantpartijen en wij hebben ingestemd met de beëindiging van de pilot. Er komt wel een vervolg, maar daarover zal ik u nader informeren via die brief. U weet het nu vast en hoeft het dus niet morgen uit de krant te vernemen.
Voorzitter: Ik hoop voor mevrouw Scholten dat u geen vragen hebt! Dat is het geval. U krijgt er dus nog nadere informatie over. Indien u daar behoefte aan heeft, kunt u het altijd verder bespreken in de commissie. [Noot: mevrouw Scholten spreekt met heel schorre stem, en heeft zichtbaar grote moeite te spreken]. We komen nu bij het vragenhalfuurtje. Er is één woordmelding voor het vragenhalfuurtje, namelijk van de fractie van de Partij van de Arbeid. Het betreft de peuterspeelzalen. Wie mag ik het woord geven? Mijnheer Bouteibi. De heer Bouteibi: Dank u wel, voorzitter. Een paar weken geleden ontvingen ouders een folder met daarin de aankondiging dat Peuterplaza een peutercentrum wordt. Wij vinden dat Peuterplaza erg zijn best heeft gedaan om hun doelgroep te informeren. De belangrijkste vragen worden op de website beantwoord, en als er dan nog vragen zijn, kun je contact opnemen met een medewerker. Wij constateren echter dat er op dit moment toch ouders zijn die in onrust verkeren als gevolg van de aangekondigde fiscalisering. Ouders die geen ervaring hebben met het fiscaliseringssysteem denken dat zij ineens veel meer moeten gaan betalen als zij de rekenmodellen gaan invullen. Wij willen de wethouder vragen of u deze ongerustheid herkent. En bent u het met ons eens dat het wenselijk is om de onnodige ongerustheid weg te nemen als het gaat om het aantrekkelijk maken van de peuterspeelzaal voor bepaalde doelgroepen? Zo ja, hoe gaat u dat doen?
43
A
Verslagnummer
Mevrouw Scholten: Voorzitter, drie keer ja. Wij herkennen het. Ik heb hierover een paar keer met Lumens gesproken; zij hebben ouderavonden georganiseerd om de ouders te informeren. Er is inmiddels ook een contactpersoon waar ouders terecht kunnen met hun vragen. Morgen, in het overleg met hen, zal ik dit punt opnieuw aan de orde stellen.
Voorzitter: Zijn er anderen die hierover nog vragen willen stellen? Dat is niet het geval. Daarmee hebben wij het vragenhalfuurtje afgerond. We komen nu bij de onderwerpen onder agendapunt 5. 5. Onderwerpen waarover geen amendementen en/of geen moties zijn aangekondigd Raadsvoorstel inzake het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan IV Buitengebied (Internationale School) raadsnummer 11R4340 Voorzitter: Er zijn geen woordmeldingen. Wil iemand hierover het woord voeren? Is hier stemming over gewenst? Dat is niet het geval. Dan is het voorstel aangenomen. Raadsvoorstel Intrekken van een lijst van verordeningen die niet meer nodig zijn door veranderde wetgeving of een vernieuwde verordening raadsnummer 11R4350 Voorzitter: Er zijn geen woordmeldingen voor. Is er iemand die een stemverklaring wenst af te leggen? Is er iemand die stemming wenst? Dat is niet het geval; dan is het voorstel aangenomen. Raadsvoorstel Vaststellen verordening naamgeving en nummering gemeente Eindhoven raadsnummer 11R4351 Voorzitter: Er zijn geen woordmeldingen. Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Mijnheer Rijnders. De heer Rijnders: Voorzitter, misschien heel ongebruikelijk. Ik heb over de nummering geen vraag, maar eigenlijk meer de opmerking of er eens goed naar de huisnummers kan worden gekeken, met name in industriegebieden, waar mensen er echt naar op zoek zijn. Dat is een probleem. Voorzitter: Oké, waarvan akte. Het is geen echte stemverklaring, want ik weet nu nog niet wat u gaat stemmen. Ik neem aan: voor. En is er iemand die hier stemming over wenst? Dat is niet het geval, het voorstel is aangenomen.
44
A
Verslagnummer
Raadsvoorstel weigering projectbesluit Sint Trudostraat 1A raadsnummer 11R4352 Voorzitter: Heeft iemand een stemverklaring? Wil er iemand stemming? Dat is niet het geval. Het voorstel is aangenomen. Raadsvoorstel tot vaststelling bestemmingsplan ‘Reconstructie Orpheuslaan’ raadsnummer 11R4353 Voorzitter: Er zijn geen woordmeldingen. Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Wenst er iemand stemming? Dat is niet het geval; dan is het voorstel aangenomen. Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan IV Woensel buiten de Ring I 2004 (De Landrijt) – raadsnummer 11R4354 Voorzitter: Er zijn geen woordmeldingen. Zijn er stemverklaringen of is er stemming gewenst? Dat is niet het geval. Het voorstel is aangenomen. Raadsvoorstel Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan ‘V Driehoeksbos’ raadsnummer 11R4355 Voorzitter: Geen woordmeldingen. Is er iemand die een stemverklaring wil geven? Wil er iemand stemming? Dat is niet het geval; het voorstel is aangenomen. Raadsvoorstel Grondexploitatie deelgebieden Stationsgebied raadsnummer 11R4356 Voorzitter: Ik kijk naar mijnheer Van Erp, want hij had een woordmelding in beraad. Is dit het geval? Dan bent u nu in de gelegenheid om het woord te voeren. De heer Van Erp: Voorzitter, de Socialistische Partij zal niet voor het voorstel stemmen, en wel om twee redenen. Op de eerste plaats kunnen wij niet instemmen met de grondexploitatie van één van de deelgebieden, het deelgebied Zuidoost, waar nu het oude Postkantoor nog staat. Het plan zoals dat nu aan de commissie is voorgelegd bestaat hoofdzakelijk uit kantoren, waarvan wij vinden dat die voorlopig, vanwege de grote leegstand van bestaande kantoren, niet meer gebouwd mogen worden. Op de tweede plaats wordt in beslispunt 2 gevraagd om in te stemmen met de voorgelegde methodiek, waarmee zes deelprojecten aan elkaar gekoppeld worden die volgens ons weinig met elkaar te maken hebben. De verbouwing van het NS-station met verbreding van de tunnel – die wij van harte ondersteunen – wordt zo in de waagschaal gesteld door kantoorprojecten waarvan lang niet zeker is of, en
45
A
Verslagnummer
wanneer ze moeten doorgaan. Wij zijn er voorstander van om dit soort grote gebieden op te knippen in projecten die ook voor wat betreft de risico’s en looptijd bij elkaar horen, en waarvoor we een verantwoord besluit kunnen nemen. Dank u.
Voorzitter: Ik heb geen vraag van u gehoord, dus ik neem aan dat dit een stemverklaring was. Dat is het geval. Dan gaan we nu over tot de stemming. Is er iemand die hier stemming over wenst? Mijnheer Van Erp heeft aangegeven dat hij tegen wil stemmen, dus wij gaan stemmen. Wie is vóór het voorstel zoals het voorligt? [Stemmen bij handopsteken]. Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken]. Met tegenstemmen van de fractie van de Socialistische Partij is het voorstel aangenomen. Raadsvoorstel Evaluatie wijkvernieuwing en toekomstige opgave en aanpak raadsnummer 11R4379 Voorzitter: Er is een amendement aangekondigd door de VVD-fractie. Ik heb het goed, hè? Ja. Wie mag ik daarover het woord geven? De heer Thewissen: Dank u wel; ik houd het kort. We zijn nu tien jaar bezig met de integrale wijkvernieuwing. Het huidige budget loopt tot 2014. Wij hebben heel wat positieve insprekers gehoord, maar wij zien nog een uitdaging om de lopende en geplande projecten uit te voeren binnen het daarvoor geldende tijdsbestek. Wij zouden graag aan de wethouder willen vragen of het mogelijk is om op korte termijn een rapportage te maken voor de raad met een startdatum, verwachte einddatum en budget per project, vallend onder de integrale wijkvernieuwing, en ons na deze startnotitie verder jaarlijks te informeren. Wij hebben het amendement liggen en dat kunnen we indienen, maar we kunnen ook vooruit met een toezegging van de wethouder. Voorzitter: We zullen eens kijken of we die kunnen krijgen. Mijnheer Helms. De heer Helms: In het kader van het collegiaal bestuur, want mevrouw Fiers is in Helsinki. Uw amendement ademt eigenlijk precies de bedoeling uit die wij als college hebben. Het staat verwoord in beslispunt 4, namelijk ‘jaarlijks te evalueren en te verantwoorden in het kader van de cyclus’. Mevrouw Fiers zorgt ervoor dat er na de behandeling van het meerjareninvesteringsprogramma (MIP), na de zomer, een compleet overzicht ligt van de integrale wijkvernieuwing en wat er allemaal nog komen gaat. Op die wijze is zowel bij het MIP als bij de normale begrotingscyclus ook uw zorg geborgd dat we een vinger aan de pols houden bij wat er loopt en waarmee er jaarlijks wordt ingestemd. Dus in die zin sluit het volledig aan bij de werkwijze die wij voorstaan. Voorzitter: Mijnheer Thewissen?
46
A
Verslagnummer
De heer Thewissen: Dank u wel. Dan heeft de VVD geen verdere vragen. Voorzitter: Oké, dan wordt er geen amendement meer ingediend. Mijnheer Van Erp? De heer Van Erp: Ik heb nog wel een verklaring. Wij hebben grote moeite gehad met de manier waarop de evaluatie van tien jaar wijkvernieuwing heeft plaatsgevonden en de conclusies die daaruit getrokken zijn. Volgens ons is er te eenzijdig gekeken naar bewoners die hebben kunnen profiteren van de vervangende nieuwbouw, en te weinig naar hen die gedwongen waren te verhuizen. Inhoudelijk hoeven we, gelet op het ontwerpbesluit dat voorligt, het niet eens te zijn met de conclusies uit het evaluatierapport. We moeten wél kijken naar de toekomstige opgave en aanpak; daarvoor moet besloten worden en daarvoor heeft het college een voorstel gedaan waarmee wij het wél eens zijn, temeer omdat er een nieuwe benadering wordt uitgewerkt op basis van goede aanbevelingen. Aanbevelingen waarin bewoners en participatie een belangrijke positie krijgen en leefbaarheid centraal staat. We gaan ervan uit dat daarmee ook de gedateerde doelstellingen van de wijkvernieuwing bijgesteld zullen worden, en zullen daarom instemmen. Dank u wel. Voorzitter: Oké. Hebben anderen hierover nog een stemverklaring? Dat is niet het geval. Dan gaan we over tot de stemming; is er iemand die hier stemming over wenst? Niemand? Dan is het voorstel aangenomen. Raadsvoorstel tot vaststelling bestemmingsplan VI Woensel buiten de ring I 2004 (Politiekantoor Woensel) – raadsnummer 11R4410 Voorzitter: Er zijn geen woordmeldingen voor. Is er iemand die hierover een stemverklaring wenst? Is er iemand die stemming wenst? Nee. Dan is het voorstel aangenomen. Daarmee hebben wij agendapunt 5 afgehandeld, en komen we bij agendapunt 6. 6. Onderwerpen waarover amendementen en/of moties zijn aangekondigd Raadsvoorstel inzake Krachtige burgers, krachtige stad. Visie op de doorontwikkeling van de Wmo in de gemeente Eindhoven raadsnummer 11R4313 Voorzitter: Er zijn twee moties voor aangemeld, één van de Partij van de Arbeid en één van het CDA en het OuderenAppèl. Ik neem aan dat u daarover het woord wenst te voeren. De Partij van de Arbeid, mijnheer Van Liempd, of wie gaat dat doen? Mijnheer Bouteibi. Dat kunt u dan hier doen.
47
A
Verslagnummer
De heer Bouteibi: Voorzitter, ik wil onze motie graag toelichten omdat ik in de wandelgangen heb vernomen dat hij een beetje vaag is. In de commissiebehandeling ben ik begonnen met een voorbeeld dat zo concreet was als het maar zijn kan. Ik heb het bewust vaag gehouden, want als het gaat om concrete afspraken die je zou kunnen maken met corporaties of andere partners in de stad die Wmo Eigen Kracht mogelijk kunnen maken, dan moet je dat ook open laten. Wij weten eigenlijk nog niet goed welke hindernissen we gaan vinden en we weten eigenlijk ook niet goed welke kant wij op willen, dat heeft de wethouder tijdens de commissiebehandeling ook gezegd. De doelstelling is helder, echter de instrumenten, de hindernissen en de situatie zijn nog onduidelijk. Daarom vragen wij het college om in elk geval met de partners en zeker met de woningcorporaties tot concrete afspraken te komen die deze hindernissen wegnemen, zodat de Wmo Eigen Kracht ook echt mogelijk wordt. Voorzitter: Oké. Dan kijk ik nog naar de CDA-fractie. De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter. Met ietwat ambivalentie – gezien de stem van de wethouder – wilde ik toch nog twee punten uit de commissiediscussie naar voren halen, die op zich brede instemming kregen, met de vraag of de wethouder daar en publique ook nog positief op zou willen reageren. Dat is ten eerste om de intentie mee te nemen om met zo weinig mogelijk vervolgpapier een zo optimaal mogelijk resultaat te bereiken, want in de notitie zat toch een behoorlijke gelaagdheid wat nota’s betreft die nog te verwachten zouden zijn. Daar maken wij ons best een beetje zorgen over, dus graag met zo min mogelijk papier zo veel mogelijk resultaat. Het tweede was het advies van de Wmo-raad, dat ook vermeldde dat geloof een rol kan spelen, de manier waarop mensen in het leven staan en hun eigen kracht kunnen ontdekken. Dat hebben wij in de commissie uitgewerkt, maar ik vraag u te proberen om bij de uitwerking oog te hebben voor de rol van kerken en moskeeën. Het derde punt uit de motie heeft te maken met het amendement dat vanuit het OVO werd voorgesteld en waarvan wij met elkaar vonden dat dit een erg bureaucratische insteek had met betrekking tot het ondertekenen en weer terugsturen van ondertekende verslagen naar de gemeente. Echter, de intentie dat er ruimte wordt gegeven aan het optimaal betrekken van mantelzorgers bij de intake, en dat de mantelzorgers ook geïnformeerd worden, dat vonden wij dermate waardevol dat het OuderenAppèl en het CDA besloten hebben om daar samen een motie van te maken. Wij zijn benieuwd wat de wethouder daarmee zou willen. Dank u wel. Voorzitter: Ik kijk of er nog meer woordmeldingen zijn. Dat is niet het geval. Wethouder Scholten. Mevrouw Scholten: Voorzitter, ik zal het kort houden, te beginnen met het CDA. Ja, uw twee punten ondersteun ik beide. Houd rekening met geloofsgemeenschappen,
48
A
Verslagnummer
want die kunnen een belangrijke sociale functie vervullen. Ik ondersteun de intentie van uw motie, maar, zie de laatste regel van het besluitpunt, ik zou de cliënt graag zelf laten bepalen of hij het verslag van het gesprek krijgt, en of de mantelzorger persé ook nog een afschrift moet krijgen van het verslag. Dus ik ondersteun de intentie, maar ik wil bureaucratie voorkomen. De commissiediscussie indachtig, beschouw ik de motie van de Partij van de Arbeid als een ondersteuning, ook van de inzet van het college. Dus die motie kan ik ook ondersteunen. Voorzitter: Als u vanavond nog iets van deze wethouder gedaan wilt krijgen, zou ik dat zeker doen! Want ja is korter dan nee! Ik kijk even naar de fractie van de Partij van de Arbeid. Mijnheer Bouteibi, akkoord?
De heer Bouteibi: Ik heb nog een vraagje aan de wethouder. Betekent dit dat u hem zo overneemt? Voorzitter: De wethouder knikt. Mijnheer Weijs? De heer Weijs: Wij kunnen leven met de insteek van de wethouder, en dienen onze motie niet in. Voorzitter: Er zijn verder geen moties of amendementen ingediend. Voorstel 6.1 komt in stemming. Is er behoefte aan een stemverklaring? Mijnheer Maas. De heer Maas: Dank u wel, voorzitter. Ik ben helaas niet bij de commissievergadering geweest, en ik vind de visie erg ambitieus. De vraag ‘hoe?’ komt bij mij regelmatig naar boven. Desalniettemin zullen wij vóór de visie stemmen. Wij hebben nog wel een paar opmerkingen. Wat voorzieningen en eigen bijdragen betreft, is alles nu mooi geregeld, maar wij zijn bang voor stapeling van eigen kosten, qua eigen bijdrage. We willen de wethouder vragen of er in het transformatieprogramma 2011begin 2012 duidelijk kan worden meegenomen welke eigen bijdrage bij welke voorzieningen gevraagd worden. Na wat zoeken op de website vond ik er een paar, maar niet allemaal. Voorzitter: We waren eigenlijk al bij de stemverklaringen, maar u stelde nog een vraag. De heer Maas: Ik had een aanvullende opmerking, ja. Voorzitter: De wethouder.
49
A
Verslagnummer
Mevrouw Scholten: Ik zal zorgen dat er een overzicht komt van alle eigen bijdragen die er worden gevraagd in het kader van de Wmo. Voorzitter: Oké. Dan gaan we nu wél over tot de stemming. Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? Dat is niet het geval. Wenst iemand hier stemming over? Dat is ook niet het geval. Dan is het voorstel aangenomen. Agendapunt 6.2 hebben we al behandeld. We gaan nu naar agendapunt 6.3. Raadsvoorstel Het realiseren van NatLab 2.0 op Strijp-S met de functies theater, film en nieuwe media raadsnummer 11R4378 Voorzitter: Wenst iemand hierover het woord te voeren? Mijnheer Weijs, mijnheer Thewissen. Ik schrijf het even op. Zijn er nog anderen? Mevrouw Heesterbeek, mijnheer Reker zie ik en mijnheer F. Depla. Verder niet? Mijnheer Van Zijl. Mevrouw Van den Berk ook? Eerst mijnheer Weijs. De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter. Het CDA heeft altijd een positieve insteek gehad met betrekking tot investeren in het nieuwe Plaza Futura. De mogelijkheid om Plaza Futura vorm te geven in het NatLab heeft ons vanaf het begin aangesproken. Wij hebben wel onze zorgen uitgesproken over de exploitatie en het beheer; daar liggen nu de grootste vragen. Eigenlijk is de nadere toelichting dermate uitvoerig, dat je daaraan alleen maar recht kunt doen in een nieuwe commissiebehandeling. Ik zou de wethouder willen vragen of het mogelijk is of wij het wat uitvoeriger kunnen hebben over de cijfers die nu zijn voorgelegd, als we het gaan hebben over het beheer in het najaar, dus nog voor de begrotingsbehandeling. Dan kan ik mijn fractie adviseren om kennis te nemen van; in principe hebben wij het nauwelijks kunnen verwerken, laat staan kunnen beoordelen. Dat is toch eigenlijk wel wat je zou willen als raad. Wij zitten hier toch ook om te toetsen en u uiteindelijk een mandaat te geven. Dat is best moeilijk, gezien de hoeveelheid informatie die nu net weer bij ons is binnengekomen. Dat was onze belangrijkste vraag, dank u wel. Voorzitter: Mijnheer Thewissen.
De heer Thewissen: Dank u wel. Voor ons ligt inderdaad een document met een zeer positieve insteek. Wij zijn het uiteraard eens met de richting en wij zijn blij dat er nu duidelijke plannen liggen om actief aan de slag te gaan op Strijp-S. Wij zien echter nog wel een beer op de weg, op het gebied van de huidige voorstellen voor de financiering. Wij zien hier namelijk staan dat wij € 14 miljoen toekennen aan dit project, terwijl wij graag nog meer informatie over de verdere planning en uitwerking van de plannen willen zien. Er is al een reservering van € 10 miljoen voor de verhuizing van Strijp-S; er is dus al geld beschikbaar. Wij hebben een amendement
50
A
Verslagnummer
klaarliggen waarin wij vragen om het beslispunt over de € 14 miljoen – dat is punt 4 – te wijzigen. Heeft iedereen al een kopietje ontvangen? Nog niet, hè? Nee. Zal ik dan met dit amendement nog even wachten? [Antwoord van de voorzitter, echter niet verstaanbaar, want niet versterkt].
De heer Thewissen: Oké, wij willen graag dat de wethouder doorgaat met de ontwikkeling van de plannen, maar wij zien nog geen reden om daar nu al € 14 miljoen aan toe te kennen. Wij zouden dus graag willen dat de wethouder, op basis van de middelen die zij nu al heeft, verder doorgaat met de ontwikkeling van NatLab 2.0, en wij zouden graag het nieuwe beslispunt opnemen dat wij vóór 1 oktober 2011 een definitief ontwerp gepresenteerd krijgen, inclusief een programma van eisen, een investeringsbegroting, een beheermodel, een financieel beheermodel… Voorzitter: Hebt u er een jaartal bij staan? U zei 1 oktober… De heer Thewissen: 2011. Voorzitter: O… het is zó’n lange lijst. De heer Thewissen: In het kort willen wij gewoon een goede uitwerking zien van de plannen, niet alleen financieel maar ook risicotechnisch. Voorzitter: Even voor de duidelijkheid. Dat was het dictum van het amendement dat u wilt indienen. De heer Thewissen: Ja. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Er is al het een en ander gezegd over de nadere toelichting die wij hebben mogen ontvangen. Wij waren daar bijzonder benieuwd naar. We waren naar een heleboel zaken benieuwd, maar vooral – daar spreken we altijd over als het over Plaza Futura gaat – naar de hoog positief ingeschatte bezoekersaantallen. De toelichting heeft ons ook op dat punt absoluut niet gerustgesteld. Er wordt niet uitgewerkt wat ons in de commissie beloofd was, namelijk een onderbouwing van die mogelijke aantallen. De bewoordingen blijven zeer vaag, zoals ‘als Plaza op de juiste plek zit’ en ‘in het licht van de landelijke scores’. Daar hebben wij weinig vertrouwen in. Het marktaandeel van Plaza Futura in arthouse- en filmhuisfilms kan blijkbaar gigantisch stijgen, maar nu draaien die films deels in de commerciële bioscopen en wij snappen niet waarom ze daar weg zouden moeten gaan. Een gentleman’s agreement met de commerciële bioscopen hebben
51
A
Verslagnummer
wij nooit opgemerkt. Wij blijven hameren op een probleem wat voor ons een echt probleem is: de financiële tekorten in de eerste vier jaar, wat blijkbaar allemaal kan. Daarvoor hebben we vier en een halve ton apart gezet, maar dat vinden wij op dit moment onverantwoord. Bovendien, als dat geld op is en de aanloopverliezen lopen nog door, wat gaan we dan doen? De onderbouwing in deze aanvullende toelichting is onvoldoende; daarom kan mijn fractie, zoals het op dit moment voorligt, absoluut niet instemmen. Wij hebben zojuist echter geluiden van het CDA en van de VVD gehoord, waar wij wellicht iets mee kunnen als de wethouder daarop gereageerd heeft, maar als dat ons niet heel erg geruststelt, kunnen wij in elk geval niet instemmen met hetgeen nu voorligt. Dank u wel. Voorzitter: Mijnheer Reker.
De heer Reker: Dank u wel, voorzitter. De fractie van de Lijst Pim Fortuyn is niet overtuigd van de noodzaak om Plaza Futura naar Strijp-S te verhuizen. De exploitatiebegroting die op verzoek van de raad is aangeleverd, heeft onze mening niet kunnen veranderen en staaft onze eerder geuite bezwaren. Eerst het theater: de huidige locatie aan de Leenderweg heeft bij theatervoorstellingen gedurende de laatste vier jaar slechts een gemiddelde bezetting van 54% gescoord. De nieuwe situatie op Strijp-S gaat uit van minder theatervoorstellingen, meer stoelen en 65% meer bezoekers – derhalve een bezetting van slechts 52%. Dat is 2% minder dan op de Leenderweg. Maar natuurlijk wél met veel meer kosten. In de begroting wordt namelijk rekening gehouden met een structureel jaarlijks tekort, alleen op theatervoorstellingen, van € 230.000. Met de geplande filmvoorstellingen is het al niet veel beter. Het huidige aantal zitplaatsen (126) wordt met 320% uitgebreid naar 400 zitplaatsen. In de nieuwe situatie gaat men van de huidige twee zalen naar zeven filmzalen! Het kan mij niet genoeg zijn! Maar goed, voorzitter, op papier houdt men in de begroting rekening met een verdubbeling van het aantal toeschouwers, naar 125.000 op jaarbasis, wat een boterzachte aanname is. Dan hebben we nog de horeca. Als vervolg op de optimistische bezoekersaantallen bij de film- en theaterproducties moet toch duidelijk zijn dat de horecaopbrengsten evenredig lager zullen uitvallen, dus ook hier rekent men zich rijk en zal men als gevolg van de te optimistische aannames dikke rode cijfers blijven schrijven. Dan hebben we nog de huisvestingskosten. Daarvoor staat een bedrag genoemd van € 491.000. Dit bedrag kan voor Plaza Futura lager uitvallen indien de directie erin slaagt om een aanzienlijk deel te verhuren en daarmee de financiële last voor Plaza Futura te verzachten. De directie van Plaza Futura is, naast de bedrijfsvoering op cultureel gebied, ook verantwoordelijk voor eventuele onderhuurders. Dit makelaartje spelen is een vak apart; daar wordt gemakshalve aan voorbijgegaan.
52
A
Verslagnummer
Voorzitter, de wil om Plaza Futura op Strijp-S te vestigen staat naar de mening van de Lijst Pim Fortuyn buiten alle realiteit. Voorzitter: Mijnheer Thewissen. De heer Thewissen: Dank u wel. Ik dacht dat wij nog een voorstel moesten krijgen voor het beheermodel. Loopt u nu niet vooruit op zaken die nog komen? De heer Reker: Nee, helemaal niet, mijnheer Thewissen. Wij maken ons eigen betoog. Daar kunt u het mee eens zijn of niet. Ik weet hoe uw instelling is ten opzichte van Plaza Futura en u kent de onze. Ik heb daar mijn betoog op aangepast. Voorzitter, de wil om Plaza Futura op Strijp-S te vestigen staat naar de mening van de Lijst Pim Fortuyn buiten alle realiteit. De exploitatiebegroting, de optimistische aannames en mede daardoor de te mooie dromen zullen ervoor zorgen dat Plaza Futura op Strijp-S tot in lengte van jaren nog steeds een onverantwoord hoge subsidie zal moeten ontvangen om deze instelling voor een faillissement te behoeden. Dat mogen wij als gemeenteraad, zeker in deze onzekere economische periode, niet laten gebeuren. Het zal dan ook duidelijk zijn dat de Lijst Pim Fortuyn tegen het raadsvoorstel zal stemmen om Plaza Futura naar Strijp-S te verplaatsen. Dank u wel. Voorzitter: Mijnheer Depla. De heer F. Depla: Dank u wel, voorzitter. De uitgangspunten van het te ontwikkelen NatLab ondersteunen wij, dat hebben wij in de commissievergadering ook al aangegeven. Met name de multifunctionaliteit en de gebruikersonafhankelijkheid is een nieuw fenomeen dat kansen biedt, zeker als het gaat om cultureel ondernemerschap en culturele ontwikkeling op Strijp-S. Dit betekent wel dat het lastig wordt om het sluitstuk te beoordelen, de financiën. Het is voor ons een soort nieuw fenomeen, multifunctionaliteit. Voorheen moesten we een exploitatiebegroting beoordelen op één functie, één gebruiker en één gebouw. Nu is het dus die multifunctionaliteit. Goed, dan gaan wij toch kijken naar de exploitatie die ons wordt voorgelegd. Wij doen dat op basis van handvatten die ons zijn gegeven in het rekenkamerrapport Dromen, wensen en werkelijkheid. Op grond daarvan merken wij dat wij toch nog wat missen in het exploitatieverhaal. Het is nog niet volledig. Het programma van eisen is ons nog niet helemaal helder, evenmin als het investeringsprogramma en met name de risico’s. Die zijn wat ons betreft onlosmakelijk verbonden met het beheermodel, waarover we in de commissie al hebben gesproken. Dat maakt dat wij willen voorstellen om een knip te maken. Daartoe hebben wij samen met de VVD een amendement voorbereid. We kunnen dan wél de eerste stappen zetten richting het definitieve ontwerp. Daarin willen we u
53
A
Verslagnummer
volledig ondersteunen, en kijken of we u daarvoor een soort krediet kunnen verschaffen. Vervolgens, in een later stadium, willen wij een definitieve klap kunnen geven wat betreft de financiën. Ten slotte, juist omdat het voor ons iets nieuws is – maar goed, dat kunnen we straks ook nog afspreken bij de behandeling van het tweede gedeelte, als de wethouder het daarmee eens is – verzoeken wij het college om ons straks, als we starten, éénmaal per drie maanden te informeren. En dan niet achteraf, maar vooraf, want dan heb je nog sturingsmogelijkheden. Voorzitter: Mijnheer Van Zijl.
De heer Van Zijl: Voorzitter, dank u wel. NatLab 2.0, dat hebben wij in commissie al uitgesproken, lijkt ons als nieuw concept een gouden kans die we moeten aangrijpen, niet alleen om de verhuizing van Plaza Futura te realiseren maar ook om te komen tot een totaal nieuw concept op Strijp-S, wat een forse uitstraling zal moeten hebben, zowel op Strijp-S alsook voor de stad, en misschien nog wel veel verder. De informatie die ons daarover bereikte, heeft ons alleen maar verder gesterkt in dat idee. Het is inderdaad anders dan wij gewend zijn: de afweging maken voor één exploitatiemodel, één exploitatiebegroting voor één instelling in één door de gemeente voorzien pand. Hier kun je schuiven met instellingen, schuiven met functies en schuiven met mogelijke opbrengsten. Voor ons was dat al voldoende zekerheid om de wethouder te zeggen: ga daar mee door. Natuurlijk zijn er ook wel risico’s te onderkennen. Die zijn wellicht nu niet allemaal even helder; het beheermodel is nog niet duidelijk, er kan mogelijkerwijs sprake zijn van een fasering – dat je niet direct voor zeven filmzalen gaat, maar dat het ook nét wat minder kan. Het voorstel zoals dat door de Partij van de Arbeid en de VVD is gedaan, kunnen wij volgen, maar wel met de vraag aan de wethouder of het lijstje dat voor 1 oktober a.s. wordt gevraagd niet een forse opgave is, als je weet dat er ook nog een vakantie tussen zit. En of het de wethouder niet hindert in het doorgaan met het proces, want dát staat voor ons voorop: dat je daarmee moet doorgaan. Geen munten, geen Zwitsers, dus het moet op de één of andere manier wel zo geformuleerd en ingedeeld worden, dat het proces kan doorgaan. Voorzitter: Mevrouw Van den Berk. Mevrouw Van den Berk: Dank u wel, voorzitter. Wij zien er op dit moment niet de noodzaak van in dat Plaza Futura naar Strijp-S gaat. Tevens vinden wij dat Plaza Futura onlosmakelijk verbonden is met Stratum. Ook wij vinden het bezoekersaantal erg hoog ingeschat, en wij hebben daar net als de Socialistische Partij geen vertrouwen in. We hebben grote twijfels over de toekomstprognose, en € 14 miljoen vinden wij een extreem hoog bedrag, rekening houdend met de gigantische bezuiniging op het cultuurpalet. Wij zullen dan ook tegen dit voorstel stemmen.
54
A
Verslagnummer
Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van Dorst. De heer Van Dorst: Ik heb twee vragen aan mevrouw Van den Berk. Als u ons stadsdeel Stratum een instelling als Plaza Futura gunt, gunt u het de andere wijken in onze stad dan ook? En mijn tweede vraag is: beseft u dat het geen voorstel is om iets met Plaza Futura te doen, maar juist om de instelling, het gebouw NatLab 2.0 van de grond te tillen? Mevrouw Van den Berk: Ja, dat begrijp ik wel, maar deze discussie gaat over Plaza Futura. De heer Van Dorst: Nee, deze discussie gaat juist niet over… Voorzitter: Wacht even! Mijnheer Van Dorst, u stelt een vraag, en voor er antwoord gegeven is, roept u al dat de discussie ergens anders over gaat. Mevrouw Van den Berk. Mevrouw Van den Berk: Wij vinden dat Plaza Futura gewoon moet blijven waar het is. En het NatLab… wij vinden € 14 miljoen op dit moment erg veel geld. Voorzitter: Oké. Ja? Ik denk dat u toch geen ander antwoord had gekregen, mijnheer Van Dorst. Nu gaat mijnheer Depla het nog proberen. De heer F. Depla: Ja, toch even de vraag die ik in de commissie ook al heb gevraagd: gaat u straks dan geld bijleggen voor de exploitatie van de Leenderweg? Mevrouw Van den Berk: Wie geeft u de garantie dat het met de exploitatie van het NatLab wél goed komt? De heer F. Depla: Daar gaan wij straks juist… daarom hebben wij om een knip gevraagd. Dan gaan we dat op dát moment beoordelen. Maar u zegt op voorhand al dat u er geen vertrouwen in hebt. U blijft dus op de Leenderweg zitten met de gevolgen dat er vier ton… eh… Mevrouw Van den Berk: Ja. De heer F. Depla: Oké. Maar dat kost ook geld, dat realiseert u zich, hè? Mevrouw Van den Berk: Ja, maar dat kost niet zoveel als nu. We praten nu over € 14 miljoen. Voorzitter: Oké. Het woord is aan de wethouder, mevrouw Schreurs.
55
A
Verslagnummer
Mevrouw Schreurs: Voorzitter, het is vooral erg vrolijk makend dat zich zoveel partijen melden om dingen te gaan doen in het NatLab 2.0. Dit betekent dat het aansluit bij een vraag in de stad. Verschillende fracties hebben gememoreerd dat het niet om Plaza Futura gaat, maar dat het om heel veel instellingen gaat die daar onderdak moeten vinden. Het is een multifunctioneel gebouw, en ja, dat is anders. Je moet dat dan ook op een andere manier benaderen. Ik snap dat u onder de huidige omstandigheden, waarin er heel veel grote stukken in korte tijd doorheen moeten, wel eens even wilt reflecteren: wat betekent dit, en wat moeten wij hier precies voor geregeld hebben? Want u hebt volkomen gelijk dat de manier waarop je het beheer regelt natuurlijk dienend moet zijn, duurzaam dienend moet zijn om recht te doen aan de vraag uit de stad; dat is niet zomaar geregeld. Ook het financieel beheer moet zodanig geregeld zijn dat je je hand er echt voor in het vuur kunt steken dat er géén geld bij moet. Dat is de situatie in Eindhoven, en eerlijk gezegd maakt het me niet eens zoveel uit of de situatie in Eindhoven van een grotere rijkdom is – het dient eigenlijk zo te zijn dat er geen exploitatieoverschotten zijn. Dat is gemakkelijker als ruimtes gedeeld worden, want dan kun je altijd flexibel omgaan met de invulling, in tegenstelling tot gebruik door één organisatie. Daarom is het een beetje lastig om het beheer altijd standaard bij één organisatie neer te leggen, want wanneer maak je dan nog een objectieve afweging van je eigen belang en het belang van de stad en het belang van een ander? Kortom, met plezier constateer ik dat een meerderheid van deze raad aangeeft dat zij dit concept heel graag wil onderschrijven, maar dat ze wel goed wil nadenken hoe het ingevuld moet worden, op een manier die financieel zowel als beheermatig duurzaam geregeld is. Het logische moment is inderdaad het moment dat het definitieve ontwerp er ligt. Het amendement vermeldt ‘vóór 1 oktober a.s.;’ daar kan ik heel goed mee leven, want dat betekent dat het er snel genoeg komt om NatLab 2.0 open te kunnen laten gaan in september 2012. Daar mikken we met zijn allen op: aan de tekeningen wordt verder gewerkt en er is geld voor beschikbaar. Hiermee heb ik volgems mij de vragen van GroenLinks beantwoord of het op tijd kan. Een andere vraag betrof het doorgaan met het proces; wij zullen dan meteen maar eventjes doorsteken op de tweede fase, en we zullen u op hetzelfde moment dat de concrete voorstellen rond fase 1 er liggen, een doorkijkje geven naar fase 2. Ik herinner u eraan dat het bij voorkeur gaat om de vestiging van De Eindhovense School, om economische creatieve ruimtes en waarschijnlijk nog wat andere culturele instellingen. Ik heb de vraag nog openstaan of er éénmaal per drie maanden inzicht kan worden verschaft in de stand van zaken. Ja, want het college wil dat inzicht ook graag hebben. Alleen als je inzicht hebt in hoeveel mensen er daadwerkelijk komen, wat de omzet is, en zo meer, kan er beheersmatig ingegrepen worden, en tijdig ingegrepen worden zodat er geen exploitatietekort ontstaat.
56
A
Verslagnummer
De Socialistische Partij memoreerde dat er voor vier jaar geld gevoteerd wordt voor een tekort. Dat noemt men ook wel voorzichtig begroten. Het Muziekgebouw heeft uitgebreid verteld wat hun verbouwing heeft gekost en hoe lang het duurt voor je exploitatietechnisch op orde bent met de inkomsten en wat het méér gaat opbrengen. Vier jaar is voorzichtig begroot. Het is niet de bedoeling om het uit te geven, maar je dient er in je begroting wél rekening mee te houden. Dat hebben we netjes gedaan. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter, ik wil de wethouder graag vragen of die voorzichtigheid dan te maken heeft met mijn andere opmerking, namelijk over die absoluut niet onderbouwde, bijzonder positieve bezoekersaantallen. Ik blijf erover zeuren, dat heb ik in de commissie ook gedaan. Maar u stelt mij nooit gerust. U haalt allerhande wijze mannen aan, of vrouwen, dat weet ik niet, in uw toelichting. Zij roepen er allerhande dingen over, maar het wordt mij niet duidelijk. Ik ga u heus niet afrekenen op een paar duizend bezoekers, maar hoezo? Hoe zit het? Het een hangt met het ander samen. Ik vind het heel teleurstellend. Mevrouw Schreurs: Er begint in deze raad een aardige traditie te ontstaan dat we ons beroepen op wijze mannen en vrouwen; als je het niet meteen regelt, word je er wel om gevraagd. Wij dachten dus: dat leveren we meteen mee. Het kenmerk van het model is dat als het niet gehaald wordt, je flexibel kunt omgaan met de ruimte die je beschikbaar stelt om het te doen. Daarom is het zo belangrijk om vooral driemaandelijks te kijken wat er aan de hand is. Ik hoorde dat u eraan denkt om mee te bewegen op het moment dat er goedgunstig wordt gereageerd op het voorstel van het CDA; dat zou ik u aanraden, want Plaza Futura, slechts één van de spelers die in NatLab 2.0 moeten komen, heeft geen toekomst op de plek waar het nu zit. Dat heeft Plaza Futura meerdere malen zelf aangegeven. U weet hoeveel geld erbij gaat; u heeft uitgebreid aangegeven hoe weinig men daar eigenlijk in de gelegenheid is om de zaak vol te krijgen. De keuze is: een andere plek bieden, of constateren dat Plaza Futura langzaam wegzakt in het moeras aan de Leenderweg. Mevrouw Heesterbeek: Maar ik zie nog steeds het verband niet. Wat is er mis? Ja, met de Leenderweg is van alles mis, dat weet ik wel. Dat gebouw kan mooier en beter en leuker, en ik geloof absoluut dat het op Strijp-S allemaal veel mooier en beter en leuker kan worden. Maar de zalen zijn nu niet vol. Wat garandeert ons… niets, want we hebben geen garanties. Maar waarop baseert u de gedachte dat het dáár opeens wel zal lopen? Het aandeel filmhuisfilms ligt procentueel zeer laag; waarom moeten wij dan denken dat het, omdat het op Strijp-S is, opeens wél gaat lukken? Ik zou het u zo graag helpen hopen, maar ik kan dat niet. U overtuigt mij niet.
57
A
Verslagnummer
Mevrouw Schreurs: Ik denk dat het nu het gemakkelijkst is om het CDA toe te zeggen dat het juiste moment om over al die informatie te spreken, het moment is waarop het stuk nog terugkomt. ‘Erg veel geld’ hoorde ik de fractieleidster van Trots op Nederland nog zeggen. U moet even beseffen hoeveel organisaties er in één klap worden ondergebracht. Meer dan de helft van het geld dat geïnvesteerd wordt, is geld dat eigenlijk gevoteerd wordt om te zorgen dat de ongedekte cheque die de aankoop van het NatLabgebouw is, in dat stukje afgedekt wordt. Dus het grootste gedeelte van het geld betreft het opvullen van een gat dat wij ongemerkt in onze begroting hebben. Het valt dus erg mee met die hoeveelheid geld die er naartoe geschoven wordt. Volgens mij, voorzitter, heb ik hiermee alle vragen beantwoord. Even in het kort: het amendement lijkt mij een goede manier om zorgvuldiger met deze hele situatie om te gaan. Ik bedank de raad voor het enthousiasme, ook als het gaat om vragen of het daar wel of niet gaat slagen. Voor de beweging die in deze stad gemaakt wordt. Voorzitter: Dank u wel. Ik kijk rond voor de tweede termijn. Zodirect moet ik iets horen van de VVD-fractie, over het amendement. Ik loop iedereen even langs. Mijnheer Weijs, hebt u behoefte aan een tweede termijn? Niet? Mijnheer Thewissen, u hebt een amendement aangekondigd.
De heer Thewissen: Ja, samen met de Partij van de Arbeid. Wij willen ons amendement graag indienen. Voorzitter: Maar de wethouder heeft wél toegezegd. De heer Thewissen: Dat klopt, maar er is een wijziging nodig van het huidige voorstel, dat nog steeds een bedrag van € 14 miljoen vermeldt. Wij willen dat er graag uit halen. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Voorzitter, ik weet niet of dit het goede moment is, maar als we hierover gaan stemmen wil mijn fractie graag even schorsen. Ik kreeg dit een minuut geleden op tafel, en ik moet het even verwerken en laten bezinken, een minuut of vijf als dat mag. Voorzitter: Mag ik dan eerst de tweede termijn afmaken? Of wilt u nu meteen schorsen? Mevrouw Heesterbeek: Nee, nee, maar ik wilde maar vast aangeven dat wij dat zodadelijk graag willen.
58
A
Verslagnummer
Voorzitter: Mijnheer Reker, hebt u behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. Mijnheer Depla ook niet? Mijnheer Van Zijl? Mevrouw Van den Berk? Ook niet? Dan stel ik voor dat wij gaan schorsen tot 21.45 uur. De heer Verheugt: Nee, de klok staat niet goed. Voorzitter: Ja, de hele tijd al he? Ik schors tot 21.40 uur. [Schorsing, vijf minuten]. Voorzitter: Ik verzoek de leden hun plaatsen in te nemen en dan heropen ik de vergadering. Ik kijk naar mevrouw Heesterbeek, of zij zich voldoende heeft kunnen beraden. Mevrouw Heesterbeek, heeft u voldoende tijd gehad om u te kunnen beraden? Oké, dan gaan we over tot de stemming. Mevrouw Verhees: Voorzitter? Omdat mijn werkgever belanghebbende is in dit dossier zal ik niet aan de stemming deelnemen en zal ik de zaal verlaten. Voorzitter: Mevrouw Verhees verlaat de zaal omdat zij in haar werkzame leven betrokken is bij Plaza Futura. Is er iemand die een stemverklaring wenst af te leggen? Dat is niet het geval. Of toch wel, mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Jammer dat wij dit amendement zo laat krijgen, want ik vind het heel ingewikkeld. Wij probeerden echt zo welwillend mogelijk naar het geheel te kijken. Wij zijn het eens met hetgeen er bij ‘van mening zijnde’ geformuleerd is, absoluut! Maar dan het eerste beslispunt dat gewijzigd moet worden, beslispunt 4, betreffende die ontwikkelkosten die nodig zijn om de voortgang niet te vertragen. Om de architect aan het werk te zetten, begrijp ik. Dat vinden wij een heel moeilijke, omdat een deel van het geld dan toch al bestemd zal moeten worden. Dat kan niet anders. Daarnaast punt 8, daar zouden wij op zich niets tegen kunnen en willen hebben, ware het niet dat punt 7 blijft staan, die bijgevoegde begrotingswijziging. Wij hebben, alhoewel het heel erg haastig moet, toch nog steeds het gevoel dat wij daarmee ergens instappen waaraan wij op dit moment niet toe zijn. Daarom zullen wij tegen dit amendement stemmen. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Zijn er nog anderen die een stemverklaring willen afleggen? Mijnheer Rijnders. De heer Rijnders: Dank u, voorzitter, op de valreep. Ik moet eigenlijk eventjes door het stof. Wij hebben het stuk gruwelijk goed bestudeerd, voor de tweede keer, en wij zijn tot de conclusie gekomen dat wij teveel op één punt zijn blijven hangen. Daarom
59
A
Verslagnummer
zullen wij, mits het amendement wordt aangenomen, meestemmen met het voorstellen. Voorzitter: Oké. Dan gaan we nu over… wacht, mijnheer Van Dorst. De heer Van Dorst: In het kort, voorzitter. Wij hadden graag gezien dat het voorstel ongewijzigd in stemming was gekomen; dan hadden wij ja kunnen zeggen. Dat kunnen wij nu nog steeds, en we zullen ook ja zeggen tegen het amendement omdat we merken dat we daarmee stemmen meekrijgen om het NatLab te gaan realiseren.
Voorzitter: Dan is nu eerst de stemming aan de orde over het amendement op stuk nummer A6. Wie is vóór dat amendement? [Stemmen bij handopsteken]. Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken]. Met inachtneming van tegenstemmen van de Socialistische Partij, Fractie Sodenkamp, Trots op Nederland, Lijst Pim Fortuyn, OuderenAppèl Eindhoven en de Lijst Mulder is het amendement aangenomen. We komen bij het gewijzigde voorstel, dus met inachtneming van het amendement. Wie is vóór het voorstel? [Stemmen bij handopsteken]. Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken]. Met dezelfde stemmen tegen zoals zojuist aangegeven, is het voorstel aangenomen. We komen nu bij agendapunt 6.4. Raadsvoorstel met herzien ontwerp raadsbesluit Cultuur Totaal, visies per discipline en inhoudelijk subsidiekader raadsnummer 11R4385 Voorzitter: Er zijn twee amendementen aangekondigd en twee moties, onder andere door de Partij van de Arbeid, de Socialistische Partij, de VVD en GroenLinks. Ik neem aan dat zij in ieder geval het woord willen voeren. Wie van de fractie van de Partij van de Arbeid? Mijnheer Raaijmakers. Mijnheer Houben wil iets zeggen over de orde. De heer Houben: Ik heb alleen de vraag of u nog een voorzittersintroductie wilt. Voorzitter: Willen de anderen dat? Ik ben daar neutraal in. Hahahaha! Wilt u mijnheer Houben nog horen? Gaat u rustig uw gang, mijnheer Houben. De heer Houben: Er komt nu een objectief stukje. Voorzitter, het raadsvoorstel Cultuur Totaal. De commissie heeft er op 7 juni jl. over gesproken. Er waren toen al vijf beslispunten. Het eerste ging over het kennis nemen van de visie op de bibliotheek en op cultuureducatie. Het tweede over het vaststellen van randvoorwaarden voor subsidie, het derde over de duurzame samenwerking tussen cultuur, sport, welzijn, het bedrijfsleven, BrabantStad en het rijk. Het vierde van de vijf beslispunten die we vanavond willen vaststellen betreft het vaststellen van een plafond van een kleine € 23 miljoen, inclusief de bezuiniging van € 1,5 miljoen en ten
60
A
Verslagnummer
slotte het invullen van de intensivering van € 1 miljoen, gesplitst in € 400.000 incidenteel, € 500.000 voor urban culture en € 100.000 voor Brabant Culturele Hoofdstad. Nu hebben wij op 7 juni niet over die eerste beslispunten gesproken, dus over de bibliotheek en cultuureducatie. Dat is later, op 14 juni gebeurd. Het college heeft op verzoek van de commissie een extra beslispunt toegevoegd, namelijk dat de inhoudelijke criteria van beslispunt 2 ook gelden voor het Van Abbemuseum. Na de uitgebreide discussie in de commissie kan ik samenvatten dat met name enkele fracties de discussie over de intensiveringen hebben verwezen naar de kadernota en dat enkele fracties moeite hebben met de € 100.000 voor Brabant Culturele Hoofdstad. Als wij de bibliotheek en cultuureducatie even buiten beschouwing laten, want dat is in een andere commissie al besproken, staan vandaag de positie van Brabant Culturele Hoofdstad en de intensiveringen uit beslispunt 5 nog ter discussie. Hiervoor zijn diverse amendementen aangekondigd. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel voor uw toelichting. Ik ga even kijken. In ieder geval heb ik mijnheer Raaijmakers gezien. Ik neem aan ook de Socialistische Partij, mevrouw Heesterbeek. Ook de Lijst Pim Fortuyn? Wie licht het amendement toe? De heer Reker: Wij hebben een amendement, voorzitter.
Voorzitter: Ja, en wie licht dat toe? Mijnheer Stroek. Dan de VVD-fractie, mevrouw Jacobs. Heeft GroenLinks ook behoefte aan een toelichting? Mevrouw Richters: Ik vermoed dat ik mij ga aansluiten bij het betoog van mevrouw Jacobs. Voorzitter: Dat dacht ik al. Ik kijk wie er verder nog wil spreken. De CDA-fractie, mijnheer Weijs. Dan heb ik op mijn lijstje: mijnheer Raaijmakers, mevrouw Heesterbeek, mijnheer Stroek, mevrouw Jacobs en mijnheer Weijs. Ja, is dat akkoord? Dan eerst mijnheer Raaijmakers. De heer Raaijmakers: Voorzitter, dank u wel. Laat ik ermee beginnen dat de Partij van de Arbeid positief staat tegenover het raadsvoorstel Cultuur Totaal. Toch overwegen wij een amendement in te dienen. Cultuur Totaal beheerst immers onder andere ook het mogelijk maken van nieuwe initiatieven in de stad. Culturele initiatieven die de stad in beweging houden en vooruit stuwen. Immers, wij hebben de ambitie met de stad om vooruit te gaan; met name de culturele sector bepaalt in belangrijke mate het leefklimaat van de stad. Vandaar dat het besluit genomen is om een intensiveringsbudget van € 1 miljoen vrij te maken voor de culturele sector. Echter, om te borgen dat dit geld ook alleen maar wordt ingezet waarvoor het bedoeld is, namelijk nieuwe initiatieven mogelijk maken, hebben wij dit mogelijke amendement, waarbij we nog wel graag opmerken dat wat ons betreft nieuwe culturele initiatieven van alle partijen in de stad kunnen komen. Nieuwe en reeds
61
A
Verslagnummer
bekende partijen. Het amendement beoogt geen financiële tekorten van culturele instellingen, dan wel frictiekosten uit het intensiveringsbudget te dekken. Daar zijn andere middelen voor, oftewel binnen de eigen culturele begroting, maar niet uit dit intensiveringsbudget. Dus overwegen wij om middels dit amendement een zinsnede toe te voegen aan beslispunt 5. Ik zal het even voordragen: ‘Onder incidentele activiteiten valt expliciet niet de eventuele reparatie van financiële tekorten van bestaande en reeds door de gemeente gesubsidieerde culturele instellingen en evenementen, dan wel dekking van frictiekosten bij diezelfde instellingen en evenementen’. We wachten met indienen de reactie van de wethouder af, en dan komen we daarop terug. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Heesterbeek.
Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Ik wil de zes punten uit het voorstel nog even nalopen, dan is het helemaal duidelijk wat ons betreft. In punt 1 gaat het over kennis nemen van de visies op cultuureducatie en ontwikkeling bibliotheekfunctie. Daar hebben wij kennis van genomen. Dat is iets anders dan instemmen, maar oké, dat staat er. Daarbij aansluitend denken wij dat motie 4 van de Partij van de Arbeid, VVD en GroenLinks een heel goede is. Daar wordt in onze beleving een uitwerking gevraagd van dat punt; daarmee zullen wij zeker instemmen. Wat punt 2 van het voorstel betreft: de criteria zijn in onze beleving enerzijds nogal vaag en algemeen; aan de andere kant zijn ze soms wat hoog gegrepen voor de culturele activiteiten. Opdracht om samen te werken met andere instellingen of kunstdisciplines, verschillende gewichten van de criteria per instelling, daar hebben wij nog steeds onze vraagtekens bij. Bij punt 3 mag Brabant Culturele Hoofdstad eruit, maar mijnheer Stroek van de Lijst Pim Fortuyn zal het amendement daarover, dat wij mede ondertekend hebben, toelichten. Punt 4 lijkt mij prima: het vaststellen van het budget. Wij hebben wel nog steeds de vraag hoe u de frictiekosten bij afbouw van de subsidie gaat oplossen. Nu sla ik even een punt over, en ga naar het toegevoegde punt 6. Daar zijn wij het mee eens; wij vinden het prima om het Van Abbemuseum erbij te betrekken. Wij hebben heel veel moeite met punt 5, € 1 miljoen voor intensivering cultuur. Wij willen dat volgende week gewoon in de kadernota meenemen. Zoals ik al zei, zijn wij in ieder geval tegen het geld voor de realisatie van het bidbook. Wij hoeven helemaal niet te gaan voor Brabant Culturele Hoofdstad. Die € 400.000 voor incidentele activiteiten vinden wij ook nogal royaal en niet uitgewerkt. Daarom ons amendement: haalt u beslispunt 5
62
A
Verslagnummer
er alstublieft uit, die intensivering. Daarover praten wij volgende week op de juiste plaats, in deze zaal. Voorzitter: Mijnheer Weijs.
De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Heesterbeek, op zich kunnen wij helemaal meegaan met uw redenering inzake punt 5, maar ik vroeg mij af of dezelfde redenering ook niet zou opgaan voor punt 4. In principe stelt punt 4 namelijk al een budget vast, inclusief alle bezuinigingen op de bibliotheek en het Centrum voor de Kunsten. In principe zouden wij daarover ook volgende week nog kunnen beslissen. Mevrouw Heesterbeek: Ja, daar hebt u een punt, maar wij stellen ons coöperatief op, zoals u ziet. Wij denken dat het haalbaar gaat worden, dus daarmee durven wij wel in te stemmen. Maar u hebt in principe gelijk dat het in theorie allebei dáár thuishoort. Wat ons meer stoort, is de intensivering cultuur voor € 1 miljoen, omdat die vooral nog heel erg onduidelijk is. Daarbij aansluitend: amendement 4 van de Partij van de Arbeid is een uitwerking van punt 5, van wat er nu precies wel of niet zou moeten met dat incidentele geld. Aangezien wij dat punt eruit willen halen, kunnen wij het hier niet mee eens zijn. Motie 3 van de Partij van de Arbeid, de VVD en GroenLinks: als je vindt dat die post intensivering onvoldoende is uitgewerkt, denken wij dat je dat nu niet met een motie moet willen regelen. Dat moet je dan, denken wij, uitstellen tot een later moment. Dat is echter een kwestie van insteek, en dit is de onze. Voor nu zijn wij tegen, evenwel met een paar positieve opmerkingen. Wij willen vooral geen intensivering van € 1 miljoen vastleggen vóór de discussie over de kadernota is geweest. En wij wachten op de reactie van de wethouder op ons amendement. Dank u wel. Voorzitter: Dan is nu het woord aan mijnheer Stroek. De heer Stroek: Dank u wel, voorzitter. Mede namens de Socialistische Partij, het OuderenAppèl, ‘leefbaar eindhoven,’ Trots op Nederland en de fractie Petra Sodenkamp wil ik het voorliggende amendement indienen, omdat de genoemde fracties in de commissievergadering van 7 juni jl. duidelijk hebben uitgesproken tegen Brabant Culturele Hoofdstad 2018 te zijn. Zij zijn daarom van mening dat Brabant Culturele Hoofdstad 2018 moet worden geschrapt uit de drie beslispunten, genoemd in het raadsvoorstel. Het gaat over beslispunt 1, waarin staat: ‘uitgangspunten Brabant Culturele Hoofdstad 2018,’ in beslispunt 2 de zin ‘met specifieke aandacht voor Brabant Culturele Hoofdstad 2018’ en in beslispunt 3 de zin ‘en € 100.000 voor de realisering van het bidbook Brabant Culturele Hoofdstad’.
63
A
Verslagnummer
Lijst Pim Fortuyn is wél positief gestemd over Cultuur Totaal, maar kan niet instemmen met het voorstel, omdat daarin Brabant Culturele Hoofdstad 2018 is opgenomen. Voorzitter: Mijnheer Verkroost, wilt u een vraag stellen? Gaat uw gang.
De heer Verkroost: Mijnheer Stroek, als ik mij niet vergis is er al een tijdje geleden besloten dat wij dat bidbook gaan indienen. Ik heb het idee dat uw amendement de financiële onderbouwing daar onderuit schiet. Dan mis ik een voorstel om het bidbookvoorstel terug te draaien, anders blijft dat rondzweven, en waarvan bekostigen wij het dan? Het besluit staat er dan nog steeds. De heer Stroek: Toen het indertijd over het bidbook ging, hebben wij daartegen gestemd. Het is dus eigenlijk een herhaling van zetten, wat wij in het amendement hebben verwoord. Voorzitter: Mevrouw Jacobs. Mevrouw Jacobs: Dank u wel, voorzitter. Wij hebben er lang over gedaan, maar nu zijn we eindelijk op de goede weg om Cultuur Totaal vorm te geven. De VVD is zeer tevreden dat er ondanks alle bezuinigingen toch een intensivering mogelijk is, zoals afgesproken in ons coalitieakkoord. Wij vinden wél dat de invulling, zoals verwoord in beslispunt 5, nog aan de vage kant is. Wij verzoeken het college dan ook om eerst naar de raad te komen met een programmavoorstel. Wij willen graag met de wethouder praten over de richting en de invulling hiervan. Wij zullen hiervoor samen met GroenLinks, Partij van de Arbeid en D66 een motie indienen. Het grote probleem, voorzitter, zit echter in de bezuinigingen op de culturele educatie en de bibliotheek. Tijdens de discussies over de commissienotities bleken er nog veel vragen te zijn over de haalbaarheid, en vooral over de wijze waarop de bezuinigingen gestalte moeten krijgen en waarbij de functies in de wijken overeind kunnen blijven. De wethouder heeft daarop, wat betreft de culturele educatie, beloofd een onderzoek te doen, zodat wij dit kunnen meenemen in onze afweging bij de begroting in het najaar. Het Centrum voor de Kunsten zal dit onderzoek in samenwerking met onze afdeling Cultuur uitvoeren. De VVD vindt het erg belangrijk dat er open onderzoek komt voor de bibliotheek. Bij de kadernota zullen wij hierop terugkomen, waarbij wij zullen aangeven welke gegevens voor ons belangrijk zijn om een juiste keuze te kunnen maken, maar wij zouden de bibliotheek willen oproepen om – evenals het CKE – positief mee te denken en te werken aan dit onderzoek, en niet lijdzaam af te wachten. Om de zaken, vooruitlopend op de onderzoeken, niet al financieel dicht te timmeren, willen wij de bezuinigingstaakstelling uitstellen tot de begrotingsbehandeling in het najaar.
64
A
Verslagnummer
Voorzitter: Mijnheer Weijs.
De heer Weijs: Dat is nu precies het punt waarover ik grote twijfels heb, omdat u zich in beslispunt 4 vandaag gewoon vastlegt op het plafond, en inclusief de bezuiniging. Ik vraag mij toch af hoe de VVD dat kan rijmen met de op zich heel lovenswaardige insteek van uw woorden van zojuist. Mevrouw Jacobs: Even denken… ik vat het niet helemaal. De heer Weijs: Het bedrag dat hier wordt genoemd is het budget wat overblijft nadat de bezuinigingen, volgende week, zijn vastgesteld. Dat is echter nu alvast afgetrokken, dus dit is het plafond wat wij met elkaar vaststellen. Dat is inclusief de miljoenenbezuinigingen op de bibliotheek en het CKE. Mevrouw Jacobs: Ja, maar we kunnen bij de behandeling van de begroting altijd nog aan dat plafond gaan tornen. De heer Weijs: Daar zullen wij u dan aan houden. Mevrouw Jacobs: In elk geval zullen wij nu een motie indienen. Hij is mede ondertekend door GroenLinks en de Partij van de Arbeid. Dank u wel. Voorzitter: Mijnheer Weijs, u hebt het woord. De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter. Het CDA heeft moeite met het voorliggende voorstel, omdat het ergens een voorschotje neemt op de discussie over de kadernota. Dat wringt voor ons gevoel. Het wringt met de orde van dingen, de normale gang van zaken zoals wij dat hier in dit huis gewend zijn. Dat is voor ons een zwaarwegend punt. Ik zou graag van de wethouder willen horen waarom zij dit voorschotje al in deze raadsvergadering neemt en waarom het nu zo moeilijk was om het niet volgende week in een integrale afweging aan ons voor te leggen. Dat doet uw collega van Sport ook; wij hebben met hem een aantal bezuinigingsvoorstellen… Mijnheer Helms, goed dat u even wakker schrikt! Voorzitter: Ik zag dat hij genoot hoor! Dat is iets heel anders! De heer Weijs: Maar dat is toch de goede orde van zaken? U hebt met ons de zaken inhoudelijk doorgepraat; u hebt de ins en outs met ons bekeken. Uiteindelijk komt er volgende week gewoon een definitief besluit. Dat is toch eigenlijk de gang van zaken die je in de aanloop naar de kadernota van elkaar verwacht, en wat wij ook erg waarderen.
65
A
Verslagnummer
De tweede reden waarom wij heel veel moeite hebben, is dat er twee notities in het huidige voorstel worden meegenomen, met betrekking tot het CKE en de bibliotheek, waarvan wij met elkaar in de commissie eigenlijk van oordeel waren dat ze nog niet voldoende zijn. Ook wat dat betreft de vraag aan de wethouder: waarom neemt u nu genoegen met een afgerond zesje? U kunt toch meer? We zijn veel meer van u gewend – een 7,5 of een 8 moet toch minimaal kunnen? Neemt u er toch wat meer tijd voor, en kom in september nu gewoon met een voldragen kindje! [Er klinkt gelach in de raadszaal]. Voorzitter: Mijnheer Weijs moet er zelf ook om lachen! Hahaha! De heer Weijs: Hahahaha! Sorry hoor, D66. Het laatste punt heeft te maken met beslispunt 2, de artistieke kwaliteiten en criteria. Wij hebben daarover in de commissievergadering intensief van gedachten gewisseld. De borging is wat ons betreft nog niet voldoende; wij zijn heel benieuwd hoe u dat gaat vormgeven en of u daar op de één of andere manier nog met een uitwerking bij ons terug zult komen. Dank u wel, voorzitter. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan de wethouder, mevrouw Schreurs. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, om maar meteen met het simpelste te beginnen: er wordt inderdaad vooruitgelopen op de kadernota. Als u aan het formele hecht, is er niets op tegen om de officiële besluitvorming volgende week te doen. We hebben natuurlijk wel vaker de neiging om, vooruitlopend op andere momenten, beslissingen te nemen. Daarover had ik het ook even met collega Scholten, want rond het leerlingenvervoer bijvoorbeeld, is een bezuiniging voor 2012 al naar voren getrokken, om iets mogelijk te maken. Maar als u eraan hecht dat het volgende week terugkomt, vindt het college dat prima. Het is niet prima als het zo zou zijn dat dat ene miljoen dan niet geïntensiveerd zou worden. Uiteindelijk is dat altijd integraal onderdeel geweest van Cultuur Totaal, dat er ook vrij geld te besteden zou zijn. Het is inderdaad niet de bedoeling dat dit geld wordt ingezet voor frictiegelden of andere dingen, dus het amendement van de Partij van de Arbeid neemt het college over. In de commissiebehandeling had ik al toegezegd dat er een uitwerking zou komen van waaraan het geld besteed zou worden, dus dat concrete amendement van de VVD kunnen wij ook toezeggen. Dan Brabant Culturele Hoofdstad. Ja, je kunt erover van mening verschillen. U heeft gelijk als u vindt dat dit iets is waartegen je in deze tijd nee kunt zeggen. De meerderheid van de raad heeft ervoor gekozen om er ja tegen te zeggen, maar juist onder zeer strikte randvoorwaarden, waarvoor het geld mag worden ingezet. Je kunt het in deze tijd niet maken dat je geld in een feestje duwt. Dus één van de mooie
66
A
Verslagnummer
randvoorwaarden die deze raad heeft geformuleerd, is dat het alleen mag worden ingezet voor een duurzame, voor iedereen bedoelde, innovatieve culturele ontwikkeling, met ingang van nu. Want nu is het moeilijk in de cultuursector, en dat betekent dat je al je geld vooral niet moet gaan oppotten om het pas in 2018 in te zetten. Daar hebt u een prachtig kader aan meegegeven. Voorzitter: Mijnheer Rijnders.
De heer Rijnders: Voorzitter, dat is nu net waarom wij hier op hebben ingezet met het amendement. Het gaat hier om: Brabant Culturele Hoofdstad is destijds opgevoerd als een separaat onderdeel, waaraan behoorlijke randvoorwaarden waren verbonden en waarin geen oude cultuurreglementen meegenomen konden worden. Derhalve zeggen wij: wil je Cultuur Totaal helder houden, dan vinden wij dat Brabant Culturele Hoofdstad ook separaat behandeld moet worden, en dus uit dit dossier gehaald moet worden. Want anders krijg je straks toch belangenverstrengeling, met name daar waar je de centen neerzet. Voorzitter: De wethouder. Mevrouw Schreurs: Nee, want de stuurgroep heeft er mede op aandringen van Eindhoven voor gekozen dat Brabant Culturele Hoofdstad alleen maar gebaseerd kan zijn op het Brabantbod, dus feitelijk op de bestaande culturele infrastructuur, en die te versterken. Dus het hangt wel degelijk samen met Cultuur Totaal. Nogmaals, het is niet ‘zomaar een feestje’. Voorzitter: U hoeft er niet op te wachten tot er iemand reageert, u kunt gewoon doorgaan. Mevrouw Schreurs: Geef mij toch ook eens mijn feestje! De laatste dan, dat is de motie van de VVD, mede ondertekend door drie partijen. U hebt volkomen gelijk als u stelt dat de gegevens op grond waarvan u kunt besluiten, er nog niet zijn. En dat er zoveel bezuinigd gaat worden bij de bibliotheek dat nog niet helemaal onderbouwd is, en dat er zoveel bezuinigd moet worden bij het CKE. Gedeeltelijk – dat geeft u eigenlijk ook al in uw toelichting aan – heeft dat te maken met hoeveel je samen optrekt. Het lijkt erop dat dat nu wel heel voortvarend gebeurt met het CKE. Nee, het lijkt er niet op, dat ís gewoon zo en dat is erg plezierig. Ik kan u in elk geval garanderen dat dat verhaal er op een heel goede manier gaat liggen. Vanuit het college snappen we uw motie; u kunt hem aannemen zonder dat het vervelende consequenties heeft, en de echte discussie vindt dan plaats bij de begrotingsbehandeling; dat is heel netjes. Wij willen u alleen wél het volgende verzoeken: net zoals u nu instemt met beslispunt 4, waarin geformuleerd wordt wat het totale bedrag is, willen wij u toch vooral vragen om de bezuiniging bij het CKE en de bibliotheek te laten staan voor het
67
A
Verslagnummer
vermelde bedrag. Even over de kadernota: wat bij Cultuur over is om te besteden; dat betekent dat de begroting dekkend is, zoals we allemaal willen. Vanwaar onze vraag? Dan kunnen wij ernaar handelen, en dan kunnen wij de bijbehorende juridische brieven al schrijven. Mocht u van mening zijn dat het bedrag gedeeltelijk of geheel naar beneden moet, dan kan dat, zonder dat het tot juridische problemen leidt. Overigens is het niet de intentie van het college om de bedragen te verhogen, want dat zou juridisch lastig zijn. U kunt het echter niet nu open laten en vervolgens welk bedrag dan ook willen incasseren. Het college weet dat u er pas een klap op geeft op grond van de definitieve onderzoeken die er liggen, bij de begroting, maar om juridische redenen is het handig om ze nu te laten staan. Dan een aantal oproepen van het CDA. Ja, eigenlijk heb ik al antwoord gegeven: de richtinggevende notities kennen hun beperkingen omdat het daarin vooral door onszelf geformuleerd moest worden. U weet, samen met anderen kom je pas tot ware wijsheid. Voorzitter: Mevrouw Jacobs. Mevrouw Jacobs: Ja, misschien kan de wethouder nu even haar zin afmaken. Ik zat even na te denken over de juridische consequenties; misschien wilt u dat nog even verder uitleggen. Mevrouw Schreurs: Als wij niet tijdig aangeven waar wij de bezuiniging denken te gaan halen, zal er vanzelf bezwaar worden gemaakt. Dat wordt dan toegekend omdat de organisatie zich niet tijdig heeft kunnen voorbereiden. Het is echt een formaliteit. Voorzitter: Er zijn pro forma termijnen waaraan je moet voldoen. Mevrouw Schreurs: Zal ik u een en ander even toezenden? Dan heeft u het voor volgende week en dan kunt u precies zien hoe het in elkaar zit. Mevrouw Jacobs: Maar dat betekent nog steeds dat wij in september of bij de begroting andere besluiten kunnen nemen. Mevrouw Schreurs: Ja, absoluut. Het enige is dat – als het bedrag blijft staan, en u bent de enige die dat kan aangeven – het wordt geëffectueerd. Als u het naar beneden stelt, wordt dát geëffectueerd. Wij kunnen echter niet een hoger bedrag effectueren. Dan is het juridisch drijfzand, en dan gaan we altijd nat. Ik begrijp dat ik van het CDA de uitnodiging krijg om een kindje te maken. In een innovatief hoog tempo! Nou, ik moet zeggen, de verleiding is groot hoor. We moeten het maar even doen met wat er nu ligt, mijnheer Weijs, maar uw vertrouwen is enorm.
68
A
Verslagnummer
Voorzitter: Mijnheer Weijs krijgt er een kleur van! Dat gebeurt toch niet gauw! Goed. Ik kijk even rond voor de tweede termijn. Mijnheer Raaijmakers, hebt u behoefte aan een tweede termijn? Ja? Mevrouw Heesterbeek ook? Mijnheer Stroek ook? Nee, mijnheer Stroek niet. Mevrouw Jacobs, hebt u behoefte aan een tweede termijn? Nee? Mijnheer Weijs, u? Oké. Eerst mijnheer Raaijmakers. De heer Raaijmakers: Voorzitter, dank u wel. Ik denk dat wij het heel kort kunnen houden. Ik had eerlijk gezegd niet anders verwacht dan dat deze wethouder van innovatie ons amendement zou omarmen, dus wij zullen het niet indienen. Voorzitter: Het amendement op stuk nummer 4. Oké. Dat wordt dus niet ingediend, dat is prima. Dan mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Ja, dank u wel, voorzitter. Ik raak nu een beetje in de war, want ik hoor de wethouder toch echt zeggen dat wij formeel gelijk hebben als wij vinden dat dit in de kadernota moet worden afgekaart. Toen dacht ik: nu wordt er gezegd dat dit voorstel wordt opgeschort en dat het volgende week wordt meegenomen. Misschien kan ik daar nog een reactie op krijgen, of ik wacht even af wat mijnheer Weijs zo dadelijk gaat zeggen. Het verbaast mij voorlopig even. Voorzitter: Oké, mijnheer Weijs. De heer Weijs: Wij sluiten ons aan bij de vraag van de Socialistische Partij. Daarna maken wij onze definitieve afweging. Voorzitter: De wethouder. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, de raad gaat over de orde. Voorzitter: Dat lijkt mij ook, en ik heb geen voorstel gezien tot het verplaatsen van dit agendapunt naar volgende week. Daar is geen ordevoorstel voor geweest, dus ik ga ervan uit dat wij het vanavond gewoon behandelen. Nu zijn de stemverklaringen en de stemming aan de orde. Mijnheer Weijs? De heer Weijs: Ik heb een stemverklaring. Voorzitter: Ja, maar ik ga eerst even inventariseren. Als ik het goed heb, is er één amendement, namelijk op stuk nummer A1, een motie op stuk nummer M3 en een motie op stuk nummer M4. Mevrouw Jacobs? Mevrouw Jacobs: Voorzitter, wij hebben dringend oogcontact gehad. We zullen de twee moties intrekken. We zijn tevreden met het antwoord van de wethouder.
69
A
Verslagnummer
Voorzitter: Ik kijk even of daar geen bezwaren tegen zijn, want er zijn heel veel ondertekenaars. De moties M3 en M4 zijn ingetrokken. Is er iemand die daar problemen mee heeft? Dat is niet het geval. Dan is alleen amendement op stuk nummer A1 nog maar aan de orde. Mevrouw Heesterbeek? Mevrouw Heesterbeek: Er is ook nog een amendement op A3. Voorzitter: Die heb ik hier niet officieel liggen. Mevrouw Heesterbeek: Jawel, die van mij. Van ons. Voorzitter: Ja, maar ik heb hem hier niet. Oh, is hij er wel? Ondertekend en wel? Dan is ook amendement A3 aan de orde. Dus de amendementen A1 en A3. Mijnheer Weijs wil graag een stemverklaring afleggen. De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter. Vanwege de financiële kaders en de discussie die wij hebben gevoerd over het CKE en de bibliotheek stemmen wij tegen het voorstel, en dus tegen amendement A1. Wij zullen vóór amendement A3 stemmen omdat het in elk geval een deel van de financiële pijn eruit haalt. Voorzitter: Zijn er nog andere stemverklaringen? Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Ik vind het echt heel erg jammer. Wij gaan amendement A3 in stemming brengen, maar…. ja, daarmee willen wij die intensivering van € 1 miljoen er nu uit en volgende week bespreken. Ik heb daar niet zo’n goed gevoel bij, maar die gaan wij wél indienen. Ja. Voorzitter: Mevrouw Richters. Mevrouw Richters: Voorzitter, voor de volledigheid: GroenLinks was het eens met het voorstel en wij gaan akkoord met de uitleg van de wethouder over de moties. Wij zullen daarom instemmen. Voorzitter: Dan stel ik voor dat we nu overgaan tot de stemming. Er zijn eerst twee amendementen aan de orde. Amendement op stuk nummer A1. Wie is vóór dat amendement? [Stemmen bij handopsteken]. Voor stemden de Socialistische Partij, Lijst Sodenkamp, Trots op Nederland, de Lijst Pim Fortuyn, ‘leefbaar eindhoven,’ het OuderenAppèl en Lijst Mulder. Het amendement is verworpen. Amendement op stuk nummer A3. Wie is vóór dit amendement? [Stemmen bij handopsteken]. Voor dit amendement hebben gestemd de fracties die zojuist ook voor het andere amendement stemden én de fractie van het CDA. Daarmee is er geen meerderheid voor dit amendement, hetgeen betekent dat het verworpen is.
70
A
Verslagnummer
Dan stemmen we nu over het ongewijzigde voorstel. Wie is vóór het voorstel? [Stemmen bij handopsteken]. Voor het voorstel hebben gestemd de fracties van D66, VVD, Partij van de Arbeid en GroenLinks. Daarmee is het voorstel aangenomen. Wij hebben nu de behandeling van agendapunt 6.4 gehad. We komen bij agendapunt 7, de actuele moties. 7. Actuele moties Voorzitter: Er is één actuele motie ingediend, althans, voorgesteld, door de CDAfractie met steun van de VVD. Wie mag ik daarover het woord geven? Mijnheer Houben. De heer Houben: Voorzitter, dank u wel. Een veel minder langdurig onderwerp maar zeker zo belangrijk, want het gaat over de huisvesting van studentenverenigingen in Eindhoven. Ik zal er niet al te veel woorden aan wijden, want alle raadsleden hebben – als het goed is – de actuele motie inmiddels gezien. Wij gaan de motie zodadelijk indienen en ‘wij’ zijn in dit geval het CDA, de VVD en D66. De actuele motie heet ‘Huisvesting SSRE’ en dat komt omdat de studentenvereniging SSRE ten eerste een van de grootste verenigingen van Eindhoven is, en daarnaast het actiefst bezig is om haar eventuele vertrek uit De Bunker aan de Kennedylaan te organiseren. Dat is dan weer vanwege de plannen die de Technische Universiteit Eindhoven heeft. Wij gaan daar op 20 september a.s. op werkbezoek, zodat u allen ook weet wat die plannen zijn. In ieder geval zijn wij – de indieners – van mening dat de studenten en overige bewoners van Eindhoven meer met elkaar mogen samenwerken en mogen samenleven. Dat vindt niet alleen het CDA; het staat ook in het coalitieakkoord. Wij willen de studenten graag een steuntje in de rug geven opdat zij hun verenigingen huisvesten waar ook het maatschappelijk leven van de stad is. Dat kan in het centrum zijn, dat kan in de Eindhovense wijken zijn, maar in ieder geval wat ons betreft midden in de samenleving. Ik wil benadrukken dat het niet zo is dat het college nog niets gedaan heeft, integendeel, maar wij willen het college vragen om zich maximaal te gaan inspannen om de Eindhovense studentenverenigingen aan passende huisvesting te helpen. Tot zover, voorzitter. Dank u wel. Voorzitter: Het woord is aan wethouder Brink. De heer Brink: Dank u wel, voorzitter. Eindhoven is een echte studentenstad. De laatste telling was 22.881 studenten. Er zijn dus ook heel veel studentenverenigingen, waarvan de SSRE één van de grootste is. Zij zoeken al lang naar vervangende huisvesting, want De Bunker moet opgeruimd worden. Het is nog niet formeel bekend wanneer dat gebeurt, maar de eigenaar, het college van bestuur van de Technische Universiteit, heeft er plannen mee.
71
A
Verslagnummer
Het is niet van gisteren of vandaag dat wij hiermee bezig zijn. In het vorige college is mevrouw Mittendorff heel druk bezig geweest met het zoeken naar een vervangende locatie, en ook in dit college zijn gesprekken gevoerd met wethouder Fiers, wethouder Schreurs en ondergetekende. Het heeft nog niet tot concrete resultaten geleid, maar het college onderschrijft van harte de ambitie van de SSRE om een mooie plek in de binnenstad te krijgen, in het midden van de samenleving. Met het project Eindhoven Studentenstad stimuleert het college ook dat de betrokkenheid en zichtbaarheid van studenten groter moet zijn. Dat is ons streven ook. U vraagt het college, zich maximaal in te zetten om de Eindhovense studentenvereniging aan passende huisvesting te helpen; nou, ik zeg u dat toe. Die maximale inspanning willen wij graag leveren. Ik zeg u ook toe dat de huisvesting van studentenverenigingen in het centrumgebied onderdeel zal gaan uitmaken van het project Eindhoven Studentenstad en dat ik uw raad zeer regelmatig op de hoogte zal houden van de vorderingen. Bij dezen! Voorzitter: Hebt u er nog behoefte aan om het woord te voeren? De heer Houben: Voorzitter, ik kijk even naar mijn mede-indieners, om te schorsen, maar ik heb de indruk dat de toezegging van het college… Voorzitter: Volgens mij valt er niet veel meer uit te halen.
De heer Houben: … dermate… Ik heb de indruk dat de toezegging van het college dermate enthousiast is, dat hij eigenlijk nog enthousiaster is dan de motie. [Kijkt snel in het rond]. Om die reden hebben wij zojuist met zijn drieën besloten om de motie niet in te dienen. De heer Brink: Dan zijn mijn woorden goed overgekomen! De heer Houben: Ik bedank het college, dank u wel. Voorzitter: Oké, de actuele motie is ingetrokken. Daarmee is hij van de agenda af. We komen bij agendapunt 8. 8. Raadsinformatiebrieven ter kennisname Voorzitter: Kunt u ermee instemmen om alle raadsinformatiebrieven onder agendapunt 8 ter kennisgeving aan te nemen? Dat is het geval. Ingekomen stukken Voorzitter: Voorgesteld wordt om de stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. Voorgesteld wordt om de
72
A
Verslagnummer
stukken onder B in handen van het college te stellen, ter afdoening. Stemt u daarmee in? Dat is ook het geval. De stukken onder C zijn reeds in behandeling bij de commissie van bezwaar, de ombudsman of bij de klachtencoördinator. Heeft u daar verder geen opmerkingen over? Dan is dat akkoord. Dan krijgen we de laatste categorie, de stukken onder D, die in behandeling zijn genomen in het kader van de planschade. Zijn daar nog opmerkingen over te maken? Dat is niet het geval. Sluiting
Voorzitter: Bij dezen sluit ik de vergadering. Ik wens u wel thuis. Wordt er nog een borrel geschonken? Anders gaan anderen dat vragen. Ja. Het is maar dat u het weet! Een fijne avond.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 20 september 2011.
Ir. J. Rozendaal, waarnemend voorzitter
J. Verheugt, griffier
gwo/HA11030324
73