A
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Behandeld door M. Honing Telefoon (040) 238 24 88 Verzenddatum 15 maart 2011
Verslag commissie Financiën en Bestuur (cie FB) Betreft openbare vergadering van 1 maart 2011, locatie raadszaal Stadhuis, aanvang 17.00 uur, einde 19.30 uur. Uitnodiging aan
Y. Torunoglu/H. van Zijl M. Honing F. Depla (vervangt P. van Liempd) A. Raaijmakers mw. M. Verhees J. Legrom mw. M. List – de Roos M. Oosterveer W. Aarts B. Bonsen M. van Dorst M. Houben P. Leenders C. Weijs M. Bouassria T. van den Nieuwenhuijzen H. van Zijl J. van Erp mw. A. Heesterbeek H. Poels E. van den Berg A. Rennenberg M. van Thiel H. Broers R. Reker C. Stroek E. de Beaumont mw. M. Frosi mw. T. van den Berk Mede aanwezig
Wethouder S. Depla
Aanwezig
voorzitter secretaris PvdA PvdA PvdA VVD VVD VVD D66 D66 D66 CDA CDA CDA GroenLinks GroenLinks GroenLinks SP SP SP OuderenAppèl OuderenAppèl OuderenAppèl Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn ‘leefbaar eindhoven’ ‘leefbaar eindhoven’ Trots Op Nederland
X X X X X X X X verhinderd X X verhinderd X X verhinderd X X X X X verhinderd X X X X verhinderd X X X
A 1
Opening en mededelingen. De voorzitter verwelkomt de commissieleden, het college en de aanwezigen op de publieke tribune, en opent de vergadering 1.1 Mededelingen van de voorzitter. Burgemeester Van Gijzel is vanmiddag wegens ziekte afwezig. Wethouder S. Depla vervangt hem. De voorzitter heeft van het college het verzoek gekregen om een vertrouwelijke mededeling te doen. Daarom vraagt hij de aanwezigen op de publieke tribune om de raadszaal te verlaten. De openbare vergadering wordt een moment geschorst, en wordt heropend om 17.15 uur. 1.2 Mededelingen van het college. Het college deelt mee dat het cameratoezicht bij de Ouverture is beëindigd. De heer Reker vraagt het college om het cameratoezicht te continueren omdat omwonenden en ondernemers aan het plein daarvoor pleiten. Bovendien heeft de politie aan de hand van camerabeelden onlangs een ramkraak kunnen oplossen. Het college is geen voorstander van continuering van het cameratoezicht, al begrijpt wethouder S. Depla wel dat de omwonenden dat wel willen. De gemeenteraad heeft echter besloten om terughoudend te zijn bij het toepassen van cameratoezicht. Op basis van eigen waarneming en op basis van het advies van de politie is besloten om het cameratoezicht bij de Ouverture niet te verlengen. De problemen lijken onder controle; bovendien wegen de kosten van het toezicht niet op tegen de baten. In antwoord op de vraag van mevrouw Verhees over het jongerencentrum antwoordt wethouder Depla dat de verbouwing daarvan nog niet is afgerond, wat overigens geen aanleiding is om een ander besluit te nemen. Deze opvatting wordt door de politie gedeeld. Met deze mededelingen heeft wethouder S. Depla een deel van de schriftelijke vragen van D66 beantwoord. De overige vragen zullen schriftelijk beantwoord worden. Het college wil het cameratoezicht op de Woenselse Markt en de Kruisstraat verlengen. Wethouder Depla zegt toe dat hierover nog deze week een voorstel naar de raad wordt gestuurd. Hij vraagt of deze procedure versneld en deels schriftelijk kan worden afgehandeld, zodat er in de raadsvergadering van 15 maart a.s. een besluit over kan worden genomen. De commissie gaat akkoord. Het presidium zal de verdere afspraken erover maken. De telefonische bereikbaarheid van de gemeente is de afgelopen periode
2
A
erg slecht geweest. Gelukkig is dit inmiddels al enigszins verbeterd, maar er wordt hard gewerkt om deze volledig te herstellen. Er liggen twee oorzaken ten grondslag aan het bereikbaarheidsprobleem, namelijk de opstartproblemen met de nieuwe telefooncentrale, en het feit dat die problemen nog worden versterkt doordat de telefoontjes die vroeger bij de afdeling Werk binnenkwamen, nu via het centrale nummer worden geleid. Dit laatste is inmiddels teruggedraaid. Met de leverancier van de centrale wordt met man en macht gewerkt om de opstartproblemen onder controle te krijgen. De heer Van Tiel vraagt of een en ander goed met de burgers wordt gecommuniceerd. Welke alternatieven zijn er? De wethouder vertelt dat de gemeente er een persbericht over zal versturen. Behalve telefonisch kunnen burgers de gemeente via internet bereiken. Wethouder Depla hoopt dat de problemen binnen een week zijn opgelost, maar dat kan hij niet garanderen. Hij zal de raad van de voortgang op de hoogte houden.
1.3 Vaststelling volgorde van de agenda De agenda wordt vastgesteld conform opgave.
2
Vaststelling notulen 2.1 van de vergadering van 11 januari 2011; Inspreker de heer Lindeman heeft in de vergadering van 11 januari jl aan de commissievoorzitter en de secretaris van de commissie een brief overhandigd. Hierover is niets in de notulen opgenomen en dat vindt hij onterecht. De commissie neemt kennis van deze opmerking. De secretaris heeft van de commissieleden geen wijzigingsvoorstellen ontvangen; de notulen worden met inachtneming van bovenstaande aanvulling vastgesteld. 2.2 van de vergadering van 25 januari 2011; De secretaris heeft van de commissieleden geen wijzigingsvoorstellen ontvangen; de notulen worden met inachtneming van bovenstaande aanvulling vastgesteld. 2.3 Afsprakenlijst. Er zijn geen wijzigen in de afsprakenlijst.
3
Te behandelen in de raadsvergadering van 15 maart of 29 maart 2011. 3.1 Raadsvoorstel inzake nieuw inkoop- en aanbestedingsbeleid. raadsnummer 11R4205.
3
A
Inspreekster mevrouw Stappers adviseur markt en overheid van Bouwend Nederland, is positief over de uitgangspunten van het nieuwe inkoopbeleid omdat hierin aandacht is voor duurzaamheid, social return en het midden- en kleinbedrijf. De spreekster pleit voor meer onderhandse aanbestedingen ten aanzien van het onderhoud. Hiermee kan de gemeente bovenstaande doelen dienen en de kwaliteit van werkzaamheden borgen. Zij wijst de aanwezigen erop dat de fenomenen laagste prijs en duurzaamheid niet altijd samengaan. Daarom pleit zij voor het principe van beste kwaliteit binnen het beschikbare budget. De gemeente moet bedrijven die leerlingen opleiden rangschikken onder bedrijven die tegemoet komen aan de voorwaarde van social return. Met het streven opdrachten meer te clusteren vergroot de gemeente de kansen voor het MKB niet, daarom dringt mevrouw Stappers erop aan om hiermee terughoudend om te gaan. Vragen uit de commissie De heer Weijs vraagt of het opleiden van leerlingen niet onder de verantwoordelijkheid van de onderneming en van de sector zelf valt. Voor de eigen toekomst is het toch van belang dat er nieuwe mensen worden opgeleid? Pas als de inzet op specifieke doelgroepen is gericht, zoals verslaafden, ziet de heer Weijs een duidelijke relatie met social return. Mevrouw Stappers legt uit dat Bouwend Nederland veel investeert in de opleidingstrajecten van leerlingen en jongeren hierin een duidelijk perspectief biedt. De heer F. Depla vraagt of zij van mening is dat de gunningscriteria te weinig zijn toegespitst op duurzaamheid en social return. Is Bouwend Nederland bereid hierover met de gemeente mee te denken? Mevrouw Stappers geeft aan dat er gezocht moet worden naar formuleringen die voldoen aan het SMART-criterium. Bovendien moet de gemeente zich realiseren dat duurzame oplossingen in aanvang veelal om een grotere investering vragen en zich pas later ‘terug verdienen’. Wordt dit in de criteria meegewogen? Ten aanzien van de social return pleit Bouwend Nederland voor een aanvulling. De organisatie wil graag betrokken worden bij de verdere uitvoering van het beleid. De heer Oosterveer vraagt naar de mogelijkheden voor clusteringvorming van regionale bedrijven en naar een nadere toelichting op het standpunt over social return. Daarop benadrukt mevrouw Stappers dat de gemeente ervoor kan kiezen om aan combinaties van bedrijven uit de regio geen verzwaarde eisen op te leggen. De wet biedt deze mogelijkheid. Het opleiden van leerlingen schaart zij onder het uitgangspunt van social return omdat hiermee – op de langere termijn – het behoud van regionale werkgelegenheid is gemoeid.
4
A
De heer Van Nieuwenhuijzen vraagt of het reguliere onderwijs deze opleidingstrajecten niet behoort op te vangen. Mevrouw Stappers stelt dat opleidingstrajecten in de bouwsector aanvullend zijn op opleidingen in het reguliere onderwijs. Door in de sector te werken, wordt de brug tussen theorie en praktijk geslecht. Inspreker de heer Lindeman is verbaasd over dit nieuwe beleid. Welke regels hanteerde de gemeente dan hiervoor? Koos de gemeente dan niet altijd de goedkoopste inkoop of aanbesteding? Waarom verwacht het college zoveel op de kosten te kunnen besparen? Kan het college dit wel hard maken? Vanwege Doornakkers dreigt er een Europese boete van € 4 miljoen. Hoe wordt dit verdisconteerd? Mevrouw Verhees stelt de inhoudelijke bijdrage van de heer Lindeman op prijs; wellicht wil hij zich voor de volgende periode kandideren voor de gemeenteraad. De heer Lindeman geeft aan hier niets voor te voelen; hij geeft er de voorkeur aan om gebruik te maken van zijn wettelijk recht om in te spreken. Eerste termijn van de commissie Aanbesteding is voor de PvdA een belangrijk onderwerp. Er gaat veel geld in om en tegelijkertijd wordt hiermee een kans geboden om maatschappelijke doelen te realiseren. De fractie is voor ophoging van de bedragen voor onderhands aanbesteden en voor intensivering van marktconsultatie, maar vindt dat daar ook gebruikers en brancheorganisaties bij moeten worden betrokken. Daarnaast vindt de fractie dat in het raadsvoorstel de doelen ten aanzien van het MKB en ten aanzien van de social return onvoldoende zijn uitgewerkt. Zijn ondernemingen in bijvoorbeeld de schoonmaakbranche niet te klein om in aanmerking te komen voor een raamovereenkomst? Behoort social return in termen van participatie van bewoners ook tot de mogelijkheden? Waarom komen de voorwaarden van social return en duurzaamheid niet expliciet terug in de gunningscriteria die in het raadsvoorstel zijn opgenomen? De PvdA wil bij de evaluatie van het beleid concreet toetsen welke resultaten er ten aanzien van social return en duurzaamheid en ten aanzien van het MKB zijn bereikt. Daarvoor moet een nulmeting worden uitgevoerd. Onder het nieuwe regime moeten meer kleine bedrijven – met een personeelsbestand kleiner dan 50 werknemers – opdrachten van de gemeente krijgen. De heer F. Depla zou graag zien dat de toetsing in overleg met de verschillende brancheorganisatie wordt ingevuld. Daarnaast pleit hij voor een bonus-malusregeling: bedrijven die hoger scoren op de maatschappelijke doelstellingen dan was afgesproken, krijgen een streepje voor. Er gelden sancties voor bedrijven die niet hebben gerealiseerd wat in hun contract staat.
5
A Ziet de wethouder mogelijkheden om dit nieuwe beleid te implementeren bij de verbonden partijen? Het OuderenAppèl merkt op dat de gemeente het inkoopbeleid al eerder – in 2005 – onder de loep heeft genomen. Op basis van dit onderzoek is het document Icoon opgesteld. Het nieuwe beleid bevat naar de mening van de fractie niet veel nieuws. Wel valt op dat de bezuinigingsdoelstelling anno 2011 substantieel lager is dan toentertijd werd ingeschat. Een besparing van € 3 miljoen op een totaalbedrag van € 120 miljoen vindt men niet veel. Kan dit bedrag niet omhoog? De heer Rennenberg is van mening dat in het raadsvoorstel de expertise van de eigen afdeling inkoop wordt onderbelicht. Daarnaast is er onvoldoende aandacht voor de positie van zzp’ers. Zijn fractie heeft hierover vorig jaar een motie ingediend die de wethouder ondersteunde. De heer F. Depla vraagt wat de heer Rennenberg vindt van het risico dat doestellingen van duurzaamheid en social return niet worden gehaald als de besparingsopgave wordt vergroot. De heer Rennenberg schat dit risico minder hoog in: als de inspanningen erop gericht zijn om zzp’ers in de bouw aan het werk te krijgen, dan zijn de maatschappelijke effecten juist hoog en kan ook maximaal worden ingezet om de besparingen te halen. D66 staat achter de uitgangspunten van het nieuwe beleid en is net als de PvdA van mening dat ten aanzien van duurzaamheid en social return investeringen vooraf gaan aan de baten. Is een besparing van € 3 miljoen dan nog wel realistisch? Voor D66 zijn stageplaatsen een belangrijk onderdeel van social return. De heer Bonsen twijfelt of 100% duurzaamheid per 2016 een haalbaar doel is. Kan de wethouder dat toelichten? Hoewel D66 de doelstelling ten aanzien van het midden- en kleinbedrijf ondersteunt, vraagt de fractie of hier geen sprake is van protectionisme. Kan de gemeente haar streven om opdrachten in percelen op te delen wel uitvoeren als de wettelijke regels niet toestaan dat aanbestedingen worden gesplitst? D66 vindt dat de gemeente meer slimheid in de aanbestedingsovereenkomsten moet brengen en moet voorkomen dat hierin kostbare fouten staan opgenomen. CDA mist innovatie in het nieuwe beleid. Om meer kansen te bieden aan zzp’ers en het MKB moet de gemeente kritisch naar haar aanbestedingsregels kijken: kan er een accountantscontrole à raison van € 2.200 worden geëist bij aanbestedingen van € 15.000? De VVD heeft kennis genomen van de ervaringen van Agentschap.NL over duurzaam aanbesteden, en vindt dat de gemeente niet in deze valkuilen moet stappen. Ook de VVD vreest dat de bezuinigingsdoelstelling op gespannen voet staat met de
6
A
uitgangspunten van het nieuwe beleid. Kan de wethouder garanderen dat deze bezuiniging kan worden ingeboekt en dat er toch recht wordt gedaan aan de maatschappelijke uitgangspunten? Waar kiest de gemeente uiteindelijk voor: voor de offerte met de laagste prijs of voor de offerte waarmee de maatschappelijke doelen het beste worden bediend? Een goede evaluatie staat of valt met een goede nulmeting; wanneer wordt die uitgevoerd? De heer Oosterveer pleit voor een duidelijke grens en een duidelijke periode voor aanbestedingen die qua omvang buiten de Europese aanbestedingsregels vallen. Er moet voorkomen worden dat de aanbesteding achteraf door een verlenging van de termijn toch onder de Europese regels komt te vallen. GroenLinks is blij met de ambitie van het nieuwe beleid, daarom dringt de heer Van den Nieuwenhuijzen er bij de wethouder op aan om de nieuwe regelgeving direct in het nieuwe beleid te verwerken en hiermee niet te wachten tot 2012. Kunnen de ambities wel gelijktijdig met de bezuinigingsopgaven worden gerealiseerd? Is de gemeente in de gelegenheid te kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit? Welke ruimte is er voor innovatie? Krijgt het MKB daar voldoende ruimte voor? De administratieve last van het nieuwe beleid schat hij in als een risico. Hoe kan hiervoor worden gewaakt? GroenLinks is niet voor een boetesysteem omdat dit kostprijsverhogend is. Daarom is het beter om met een bonussysteem te werken. De heer F. Depla vindt dat de bedrijven die hun afspraken in het kader van maatschappelijke doelstellingen niet nakomen daarvoor een prijs moeten betalen. Zij hebben immers verdiend aan een opdracht die wellicht naar een andere partij zou zijn gegaan als zij een realistischer voorstelling van zaken hadden gegeven. De heer Weijs verbaast zich over deze discussie: maakt de gemeente dan geen goede contracten? Omdat malusregelingen worden doorberekend in de kostprijs en daarmee prijsopdrijvend zijn, is de heer Van den Nieuwenhuijzen geen voorstander van een dergelijk systeem. Gebleken is dat een bonussysteem dit nadeel niet heeft. De gemeente doet er beter aan om een voorkeurslijst aan te leggen dan om een sanctiesysteem te ontwikkelen. GroenLinks dringt erop aan om duurzaamheid te kwantificeren, bijvoorbeeld door aan projecten, diensten en/of producten een LCAwaarde te verbinden. De fractie vraagt de wethouder om de evaluatie toe te voegen aan het raadsbesluit. De LPF steunt het raadsvoorstel. De fractie is het ermee eens om bij aanbesteding als eerste te kijken naar de inzet van Ergon. Hoewel de fractie
7
A
voorstander van consultatie is, moet voorkomen worden dat hierdoor een extra bureaucratische laag wordt toegevoegd. Kan de wethouder dit garanderen? Welke plannen heeft de wethouder om de communicatie met het MKB te verbeteren? Hey CDA wil dat de wethouder met een concretisering komt, en vraagt om toevoeging van drie kritische succesfactoren waarmee kan worden vastgesteld of het nieuwe beleid succesvol is. Kan de wethouder de veronderstelling toelichten dat de reguliere manier van aanbesteden van de gemeente zeven keer duurder is dan de goedkoopste manier van aanbesteden? Het CDA vindt dat de branchesectoren meer verantwoordelijkheid moeten nemen ten aanzien van de maatschappelijke doelstellingen. Niet alleen de overheid heeft hier een verantwoordelijkheid, maar de ondernemingen zelf ook. Welke mogelijkheden zijn er om de doelstellingen te verwerken in kwaliteitscertificaten? Maatschappelijk en duurzaam ondernemen moet van uitzondering tot regel worden. Is het mogelijk om naast social return en duurzaamheid ook aandacht voor design als criterium te laten meewegen in het inkoop en aanbestedingsbeleid? De heer Van den Nieuwenhuijzen benadrukt dat het CDA met het pleidooi voor zelfregulatie accepteert dat de stad ten aanzien van maatschappelijke en duurzaamheidsdoelstellingen geen koppositie inneemt. In antwoord op een vraag van de heer F. Depla bevestigt de heer Weijs dat het voorstel van de PvdA (om brancheverenigingen hierover te consulteren) een mogelijke tussenstap is. ‘leefbaar eindhoven’ sluit zich aan bij de bijdrage van de PvdA. Zijn de ambities die in het voorstel beschreven staan realiseerbaar? Welke kosten zijn hieraan verbonden en staat dit niet op gespannen voet met de bezuinigingsdoelstelling? Doelen moeten SMART geformuleerd worden, en de fractie is voor een sanctiesysteem. De SP steunt het raadsvoorstel, maar vindt de invulling van de social return doelstelling onder de maat. Is er in de gemeentelijke organisatie voldoende kennis en expertise aanwezig om het beleid uit te voeren? Hoe realistisch is het om met deze doelstellingen een bezuiniging in te boeken? Komt het concept van good governance terug in de wegingscriteria? Welke mogelijkheden zijn er om bedrijven die zich niet houden aan de normering voor de topinkomens van opdrachten te weren? De fractie van Trots op Nederland steunt de uitgangspunten van het nieuwe beleid. Mevrouw Van den Berk dringt aan op goede evaluatie en monitoring en op goede sanctiemogelijkheden.
8
A
Reactie van het college De wethouder is blij met de brede steun uit de commissie voor de uitgangspunten van het nieuwe inkoop- en aanbestedingsbeleid. Het spanningsveld dat de commissieleden zien tussen beste kwaliteit en beste prijs ziet de wethouder niet. Natuurlijk gaat de gemeente voor de laagste prijs: overheden moeten zuinig zijn met gemeenschapsgeld, maar dat betekent niet dat er op de kwaliteit moet worden ingeleverd. Om goed inzicht te krijgen in de prijs-kwaliteitverhoudingen en om de mogelijkheden voor social return goed in beeld te krijgen, wil de gemeente per bedrijfstak consultatierondes instellen. Relevante partijen, waaronder deskundigen, zullen daarbij betrokken worden. De afspraken over social return zullen na consultatie van de markt en afhankelijk van specifieke omstandigheden worden ingevuld; ook leertrajecten en stageplaatsen kunnen onderdeel zijn van deze afspraken, maar andere maatschappelijke doelen zoals buurtsponsoring wil de wethouder hieronder niet scharen. Bij social return kijkt hij naar werkgelegenheidseffecten en niet naar andere maatschappelijke doelen. Het is mogelijk om voor maatschappelijke doelen aanvullende criteria op te stellen die bij vergelijkbare biedingen de doorslag kunnen geven; toch zal de gemeente voorzichtig zijn in verbijzondering van programma’s van eisen omdat hierop in voldoende mate vanuit de markt gereageerd moet kunnen worden. Daarom moeten deze programma’s met gedegen kennis van de markt worden opgesteld. Uiteindelijk zal de gemeente hierover echter zelf beslissen. Met het nieuwe beleid wil het college besparingen inboeken, onder andere ten aanzien van het aantal bijstandsuitkeringen. Om de effecten van het nieuwe beeld goed in beeld te krijgen, voert de gemeente nulmetingen uit. Zeker ten aanzien van de doelstellingen voor social return en duurzaamheid zijn niet alle besparingen direct in de prijs van aankoop of aanbesteding verwerkt. Deze besparingen zijn niet opgenomen in het bedrag van € 3 miljoen, maar komen terug in andere delen van de begroting, zoals bijvoorbeeld de Wmo. De informatie over duurzaam aanbesteden van Agentschap.NL betrekt de gemeente bij het opstellen van eisen, maar er zullen ook aanvullende eisen worden gesteld. Voor elke aanbesteding stelt de gemeente een specifiek programma van eisen op waarin de gunnningscriteria ten aanzien van kwaliteit, prijs, integriteit, duurzaamheid, social return en kansen voor het MKB staan uitgewerkt. De wethouder vindt dat in de notitie voldoende is aangegeven welk belang de gemeente aan duurzaamheid, social return en kansen voor het MKB geeft. Het is daarom niet nodig om deze aspecten toe te voegen aan de gunningscriteria in het raadsvoorstel, maar als de commissie daarop aandringt zal hij daar gehoor aan geven. De wethouder wil voor het einde van het jaar concrete doelen
9
A
geformuleerd hebben ten aanzien van social return, duurzaamheid en kansen voor het MKB. Of bij de metingen een aparte categorie is gemaakt voor de MKB-bedrijven met minder dan 50 medewerkers is de wethouder niet bekend. Hij zal dit uitzoeken en er bovendien op toezien dat dit onderscheid in de vervolgmetingen wel wordt gemaakt. Met MKB Eindhoven heeft de wethouder afspraken gemaakt om jaarlijks de stand van zaken en resultaten van het nieuwe beleid te bespreken. De wethouder vindt het geen taak van de gemeente om zzp’ers te organiseren zodat zij een gezamenlijke inschrijving kunnen doen op gemeentelijke aanbestedingen. Dit ziet hij als hun eigen verantwoordelijkheid. In het kader van de werkgelegenheidsafspraken (social return) ziet hij echter wel mogelijkheden om afspraken te maken met hoofdaannemers. Wethouder Depla erkent dat de gemeente er geen gewoonte van maakte om te controleren of de afspraken over social return ook werden nagekomen, maar dit gaat veranderen. Er is een formatieplaats vrijgemaakt voor deze controlerende taak. Als partners hun contract niet nakomen, zal de gemeente hen daarop aanspreken en zonodig stappen ondernemen, met als uitgangspunt ‘afspraak is afspraak’. De wethouder erkent dat innovatie bij aanbesteding een belangrijke rol kan spelen. Bij de internationale school is dit bijvoorbeeld het geval. Hij stelt voor om dit traject eerst af te wachten en dan te bekijken of de procedure opleverde wat men ervan verwachtte. Dan kan bekeken worden of en hoe hierin verbeteringen kunnen worden aangebracht. Bij de inhuur van derden weegt de gemeente mee in hoeverre men zich houdt aan de richtlijnen die er voor topinkomens zijn opgesteld, maar bij aanbestedingen is dit geen criterium. Design speelt veelal in het voortraject van een aanbesteding een rol. De wethouder staat achter het idee om ook bij verbonden partijen aandacht voor de nieuwe werkwijze te vragen, maar hij vindt dat de gemeente dit beleid eerst zelf intern moet uitzetten. De kritische opmerking van de VVD over de aanbestedingsregels van de gemeente wil de wethouder aan een nader onderzoek onderwerpen. Kan de heer Oosterveer deze informatie naar hem doorspelen? De wethouder geeft aan dat het splitsverbod regels stelt aan het opdelen van opdrachten zodat de regels voor Europese aanbesteding ontdoken kunnen worden. Bij het verkavelen van een aanbesteding is het mogelijk
10
A
dat kleine bedrijven zich voor deelopdrachten inschrijven, maar hierbij mogen de Europese aanbestedingsregels niet overschreden worden. Hoewel er ruimte is om in specifieke situaties van de regels af te wijken, geldt dit niet voor de Europese regels. De mening van Bouwend Nederland dat de aanbestedingsprocedures bij de gemeente zeven keer duurder zijn, deelt de wethouder niet. Hij is tegen het keer op keer onderhands aanbieden van opdrachten, omdat hij starters en nieuwkomers een kans wil geven en omdat hij integriteitsproblemen wil voorkomen. Volgens de wethouder komt het nauwelijks voor dat opdrachten bij een verlening toch onder de Europese aanbestedingsregels blijken te vallen. Hij zal dit uitzoeken en de informatie doorgeven aan de commissie. Tweede termijn Het CDA neemt het raadsvoorstel mee terug voor overleg. Hoewel de fractie blij is met de toezegging van de wethouder dat de commissie nog nader geïnformeerd wordt over de concrete invulling van de doelstellingen, blijft men het raadsvoorstel vaag vinden. De PvdA neemt het raadsvoorstel met positieve grondhouding mee terug voor overleg. De fractie overweegt om over het sanctiebeleid een motie in te dienen en wil de gunningscriteria uitbreiden met het criterium van goed ondernemersschap. De VVD steunt het raadsvoorstel en overweegt een motie over het MKB. GroenLinks steunt het raadsvoorstel, maar komt met een amendement om de evaluatie expliciet in het raadsvoorstel op te nemen. De fracties Trots op Nederland, ‘leefbaar eindhoven’ en SP steunen het raadsvoorstel en wachten de motie(s) van de PvdA af. De overige raadsfracties. LPF, OuderenAppèl en D66 steunen het raadsvoorstel. Toezegging wethouder Depla: b zal ná de 0-meting uitzoeken of na te gaan is hoe groot de bedrijven zijn die met een aanbesteding hebben meegedaan met betrekking tot het aantal medewerkers; b wil na evaluatie aanbesteding Internationale School na gaan of innovatie opgeleverd heeft tot wat gewenst was in verhouding tot de (extra) inspanningen die daar voor gedaan zijn; b bespreekt vóór het einde van het jaar met de commissie afrekenbare doelen (succesfactoren); b neemt de suggestie mee naar de Algemene Vergaderingen van Aandeelhouders van verbonden partijen om deze er op te wijzen ook
11
A b
het aanbestedingsbeleid op orde te hebben; neemt in de overwegingen met betrekking tot verlenging van opdrachten mee hoe vaak zich hierbij problemen voordoen.
De commissie heeft als volgt geadviseerd; PvdA: stemvoorbehoud,
VVD:
stemvoorbehoud
D66: CDA:
akkoord; stemvoorbehoud,
GroenLinks:
akkoord
SP:
akkoord
OuderenAppèl: Lijst Pim Fortuyn: 'leefbaar eindhoven':
akkoord; akkoord; akkoord
Trots Op Nederland:
akkoord
met een positieve grondhouding; overweegt een motie op met betrekking tot sanctiebeleid; gaat ervan uit dat “goed ondernemersschap” als criterium wordt opgenomen bij de gunningscriteria; met een positieve grondhouding; overweegt motie om (MKB-) bedrijf te benoemen naar grootte; het ontwerpraadsbesluit is vaag; maar overweegt een amendement om de evaluatie op te nemen in het raadsbesluit; ziet met belangstelling uit naar de PvdA-motie;
ziet met belangstelling uit naar de PvdA-motie; ziet met belangstelling uit naar de PvdA-motie.
Conclusie. Hoewel er verschillende moties en één amendement zijn aangekondigd kan het raadsvoorstel toch naar de rubriek ‘niet ter discussie’ van de raadsagenda van 15 maart a.s. 3.2 Raadsvoorstel inzake de Evaluatie rekenkamercommissie 2006-2010, “Wat is er gedaan? Wat kan beter?”. raadsnummer 11R4224. De SP informeert naar de opsteller van de evaluatie. De heer Maas stelt voor in het vervolg de accountant deze opdracht te geven. Het CDA vraagt naar een bredere onderbouwing van de aanbeveling om
12
A
raadsleden langer dan één jaar zitting te laten nemen in de rekenkamercommissie. Overigens is de fractie hiervan niet persé een voorstander. De heer Weijs pleit voor terughoudendheid in het entameren van nieuw onderzoek om verdere vertraging van de implementatie van aanbevelingen te voorkomen. Het OuderenAppèl constateert ook dat implementatie van aanbevelingen soms lang op zich laat wachten, maar voor de heer Rennenberg is dit geen aanleiding om voorzichtig te zijn met het opstarten van nieuw onderzoek. Als er zaken om onderzoek vragen, moet dit worden opgepakt. Reactie van de voorzitter van de rekenkamercommissie De heer Van Hamersveld geeft aan dat de twee tot drie onderzoeken die de rekenkamercommissie jaarlijks uitvoert, niet voor een te grote taakbelasting zorgen. De traagheid van de implementatie van de aanbevelingen van de rekenkamercommissie is volgens hem hieraan niet te wijten. Bovendien zijn er in de organisatie enkele concrete maatregelen getroffen om deze traagheid tegen te gaan. Met de rekenkamercommissie heeft de raad een belangrijk instrument in handen voor eigen onderzoek. Onderzoeksvragen die de raad belangrijk vindt, moeten onderzocht kunnen worden. De aanbeveling van SP om de accountant een taak te geven in het evaluatieproces vindt de rekenkamercommissie een waardevolle suggestie. Omwille van de continuïteit beveelt de commissie aan om de termijn van raadsleden te verlengen ven één tot twee jaar. De commissie heeft als volgt geadviseerd; PvdA: akkoord; VVD: akkoord; D66: akkoord; CDA: akkoord GroenLinks: akkoord; SP: akkoord; OuderenAppèl: akkoord; Lijst Pim Fortuyn: akkoord; 'leefbaar eindhoven': akkoord; Trots Op Nederland: akkoord. Conclusie. De commissie gaat akkoord met agendering van het voorstel in de raadsvergadering van 15 maart a.s.; rubriek ‘niet ter discussie.’
4
Overige agendapunten. 4.1 Commissienotitie betreft discussienotitie over bezuinigingen
13
A vergoedingen raad en commissie. raadsnummer 11R4203. Behandeling is doorgeschoven naar 22 maart 2011. 4.2 Bespreking raadsinformatiebrief Beheer Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Zuid-Oost Brabant (geagendeerd op verzoek van de heer I. Wijbenga). Behandeling is doorgeschoven naar 5 april 2011.
5
Rondvraag en sluiting. De rondvraag van D66 is ter vergadering rondgedeeld en zal schriftelijk door het college worden beantwoord. Nu alle agendapunten zijn behandeld sluit de voorzitter om 19.30 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Financiën en Bestuur van 17 mei 2011.
M. Honing commissiesecretaris
mho/EC08003954
14