A
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Behandeld door mw. I. van Dijk Telefoon (040) 238 24 07 Verzenddatum 19 augustus 2011
Verslag commissie Maatschappij en Cultuur (cie MC) Betreft openbare vergadering van 17 mei 2011, locatie raadszaal, aanvang 17.00 uur, einde 23.00 uur. Uitnodiging aan
M. Houben mw. I. van Dijk H. Bouteibi F. Depla mw. L. Lioe-Anjie A, Raaijmakers F. van den Broek mw. H. Jacobs-van Nisselrooij M. Punte Mw. M. de Rooij Mw. E. Quanten R. Verkroost G. de Laat C. Weijs I. Wijbenga M. Bouassria T. van den Nieuwenhuijzen Mw. R. Richters mw. A. Heesterbeek mw. B. van Kaathoven E. Maas E. van den Berg P. Mulder C. Verbeek R. Reker mw. L. Reker-Wiebers C. Stroek Mw. M. Frosi G. Geerts H. van der Haghen
Aanwezig
voorzitter secretaris PvdA PvdA PvdA PvdA VVD VVD VVD D66 D66 D66 CDA CDA CDA GroenLinks GroenLinks GroenLinks SP SP SP OuderenAppèl OuderenAppèl OuderenAppèl Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn ‘leefbaar eindhoven’ ‘leefbaar eindhoven’ Trots op Nederland Lijst Rita Verdonk
X X X X X tot 19.30 X X X X X v.a. 20.15 X tot 19.30 X X X X X tot 19.30 X X X X X X X X v.a. 20.15 X X
A Mede aanwezig
wethouder J. Helms wethouder L. Scholten wethouder M. Schreurs 1
Opening en mededelingen. 1.1 Mededelingen van de voorzitter. De voorzitter opent de vergadering en verwelkomt allen, in het bijzonder de belangstellenden op de publieke tribune en de insprekers voor het onderwerp dierenwelzijn. Vanwege de omvang van de agenda is de eindtijd op 23.00 uur gesteld. De heer Rijnders wordt vervangen door de heer Geerts en mevrouw Frosi. De heren Bouteibi en F. Depla vervangen respectievelijk mevrouw LioeAnjie en de heer Isik. Het werkbezoek sportpark Eindhoven Noord en sportpark De Karpen staat gepland voor 31 mei a.s., van 15.00 uur tot 17.00 uur. Commissieleden kunnen zich tot 24 mei a.s. bij de griffie aanmelden voor dit bezoek. 1.2 Mededelingen van het college. De notitie over de actuele ontwikkelingen ten aanzien van de AWBZ is onderweg. De woordvoerders onderwijs zijn door de wethouder uitgenodigd voor een bijeenkomst met de schoolbesturen en Forum op maandag 23 mei a.s. De datum blijkt een probleem. Wethouder Scholten kijkt of de bijeenkomst verzet kan worden naar een andere avond. 1.3 Vaststelling volgorde van de agenda. Bij agendapunt 3.2 hebben zich insprekers aangemeld. De commissie stemt ermee in om dit agendapunt als eerste bespreekpunt te behandelen.
2
Vaststelling notulen 2.1 van de vergadering van 5 april 2011 De secretaris heeft geen opmerkingen ontvangen. De notulen worden vastgesteld.
2
A 2.2 Afsprakenlijst. De commissie gaat ermee akkoord om de nummers 12526, 12527, 12528 en 12529 van de afsprakenlijst af te voeren. De evaluatie van het jongerenloket wordt binnenkort voor de tweede keer in het college besproken, en zal na vaststelling aan de raad worden gestuurd.
3
Te behandelen in de raadsvergadering van 31 mei of 28 juni 2011 3.2 Raadsvoorstel Integraal dierenwelzijnsbeleid raadsnummer 11R4301 Inspreekster mevrouw De Vries vindt dat er in het raadsvoorstel een onjuist beeld wordt geschetst van dierennoodhulp; het gaat om meer dan alleen opvang van honden en katten. De meldkamer dierennoodhulp, die sinds 2009 door vrijwilligers van de dierenbescherming wordt gerund, is hiervan een essentieel onderdeel. Ten onrechte wordt deze voorziening niet in de notitie vermeld. Daarnaast is de cijfermatige weergave van werkzaamheden van de dierenambulance onvolledig; deze dienst voert meer taken uit dan in de notitie staan vermeld. Bij dierenopvang De Doornakkers kunnen niet alle dieren worden opgevangen. Dit betekent dat er jaarlijks voor vierhonderd dieren elders een goede opvang moet worden gevonden. Mevrouw De Vries pleit voor een dergelijke voorziening in de regio. Desgevraagd geeft zij aan dat zowel de meldkamer als de dierenambulance onder de vlag van en volgens de kwaliteitsstandaard van de dierenbescherming werken. Goede opvangplekken voor exotische dieren zijn schaars en liggen vaak buiten de regio. Dit kost veel regelwerk en veel vervoerstijd. Inspreekster mevrouw Van der Horst betoogt dat aandacht voor dierenwelzijn een kwestie van beschaving is. Zowel burgers, maatschappelijke organisaties als overheden hebben hierin een taak, en het toverwoord is preventie. Mevrouw Van der Horst ondersteunt het uitgangspunt dat er op braderieën en evenementen geen levende dieren te koop mogen worden aangeboden, maar vindt een invoeringsdatum na 2012 te laat. Ook de verkoop van levende dieren in dierenspeciaalzaken en tuincentra moet aan banden worden gelegd. De overheid en niet de dierenbescherming moet hierover met de branche overleg voeren. De inspreekster pleit ervoor dat dierenasiels en dierenopvangcentra het verkoopkanaal voor levende dieren worden. Hiermee kan de overbezetting
3
A
van dierenasiels worden aangepakt; bovendien zijn de medewerkers van dierenasiels goed getraind in het voorkómen van impulsaankopen. Op een vraag uit de commissie geeft mevrouw Van der Horst aan dat er uit de asiels en opvangcentra meer dieren kunnen worden betrokken dan uitsluitend honden en katten. Inspreker de heer Rodijk wijst erop dat er in meer dan de helft van de Eindhovense huishoudens één of meer huisdieren aanwezig zijn. Katten zijn het populairst. Hieruit volgt dat er katten zijn in ongeveer 27.000 huishoudens in de stad. Het aantal katten neemt zowel landelijk als stedelijk toe; dat geldt ook voor zwerfkatten en katten die in een asiel worden opgevangen. Om dit probleem effectiever aan te kunnen pakken, pleit de heer Rodijk voor registratie- en identificatieplicht voor katten. De commissie vraagt zich af of de inspreker pleit voor aanmoedigingsbeleid inzake het chippen van katten of voor een verplichting? De heer Rodijk stelt dat hij voorstander is van stimuleringsmaatregelen. Hij verwijst naar programma’s elders waarbij dierenbezitters met korting een chip in hun huisdier konden laten plaatsen. Volgens de heer Rodijk is niet onderzocht waarom slechts 4% van de weggelopen katten door hun baasje worden opgehaald uit het asiel. Inspreker de heer Klein heeft zich vijfentwintig jaar samen met zijn vrouw ingezet voor goede zorg en opvang van vogels in Eindhoven; daarvoor heeft hij zelfs een onderscheiding gekregen. In 2010 heeft hij zijn vogelopvangcentrum in de Eikenstraat moeten sluiten omdat er geen betere locatie voor gevonden kon worden. Hij is teleurgesteld in de nota omdat er nauwelijks aandacht wordt geschonken aan de zorg die hulpbehoevende dieren uit de natuur nodig hebben. De heer Klein vraagt om concreet beleid, praktische steun en financiële middelen om de mooie woorden – die de burgemeester sprak bij de uitreiking van de koninklijke onderscheiding – in daden te kunnen omzetten. Inspreker de heer Mandigers spreekt over de sociale en maatschappelijke functie van huisdieren. Hij vraagt aandacht voor de tijdelijke opvang van dieren wier baasje opgenomen moet worden in een instelling of ziekenhuis. Hij wijst erop dat dierenmishandeling een waarschuwingssignaal kan zijn voor bijvoorbeeld geweldsincidenten in de huiselijk sfeer. Ook het omgekeerde doet zich voor. In zijn vrije tijd is de heer Mandigers inspecteur bij de dierenbescherming. In deze hoedanigheid onderzoekt hij klachten over dierenmishandeling die bij de dierenbescherming binnenkomen. Hij pleit voor goede samenwerking en voor deelname van een preventiemedewerker van de dierenbescherming aan de diverse overlegstructuren in zorgverlenings- en
4
A
hulpverleningsketens, bijvoorbeeld in de leefbaarheidsteams. Inspreekster mevrouw Bijl, bestuursvoorzitter van de dierenbescherming regio Brabant Zuidoost, complimenteert de wethouder en de ambtelijke organisatie met de conceptbeleidsnota Dierenwelzijn. Dierenwelzijn is een complex, breed en gevoelig onderwerp; het is ondoenlijk om in de toegewezen spreektijd de zienswijze van de dierenbescherming op de nota in zijn geheel naar voren te brengen; er volgt nog een schriftelijk stuk. Volgens een in 2002 door de Tweede Kamer aangenomen wet moet er voor 1 maart 2012 een nieuwe, goed uitgeruste accommodatie komen. Juist vandaag heeft de Eerste Kamer de wet Dieren aangenomen; dit betekent dat er ook voor andere diersoorten voortaan voorschriften van toepassing zijn. Dit maakt de noodzaak om knopen door te hakken groter. Mevrouw Bijl nodigt de commissie en de wethouder namens alle betaalde en vrijwillige medewerkers van de Dierenbescherming Brabant Zuidoost van harte uit om op korte termijn op een dinsdag- of zaterdagochtend op werkbezoek te komen. De groep werkt met volle inzet aan de wettelijke standaard die voor dierenwelzijn in Nederland is vastgesteld. In 2010 is de meldkamer voor dierennoodhulp ruim 10.000 keer gebeld, waarvan 5.284 maal door een inwoner van Eindhoven. Om de wettelijke en maatschappelijke taak van de dierenbescherming goed te kunnen uitvoeren, pleit mevrouw Bijl voor een integraal regionaal centrum voor dierennoodhulp en educatie. Haar organisatie heeft hiervoor een planvisie opgesteld die zij aan de commissie uitreikt. Zij wijst erop dat de Dierenbescherming slechts vraagt om financiering van een klein, maar cruciaal deel van de ambitieuze plannen. Mevrouw Bijl pleit ervoor om dierennoodhulp prioriteit te geven en in de kadernota geld te reserveren voor deze voorziening, die er volgens wettelijke regels moet komen. De kosten voor de gewenste en noodzakelijke accommodatie zijn € 8,5 miljoen. Commissiebehandeling PvdA, GroenLinks en SP hebben een goede eerste indruk van de kadernota en zien uit naar verdere concretisering in de verschillende deelgebieden. D66, VVD en Trots op Nederland sluiten zich daarbij aan. D66 steunt het uitgangspunt dat de gemeente ten aanzien van landelijke beleidsissues (circusdieren, dierenpolitie) een afwachtende houding aanneemt. Het OuderenAppèl informeert of Eindhoven op 7 fte dierenpolitie kan rekenen. Op welke wijze kunnen deze toekomstige functionarissen de taken van de afdeling VTA ontlasten? OuderenAppèl, LPF en ‘leefbaar eindhoven’ spreken hun waardering uit voor het werk van de Dierenbescherming.
5
A Hoewel GroenLinks achter het initiatief staat om circussen zonder dierenacts te stimuleren om naar Eindhoven te komen, vindt de fractie dat een dergelijke maatregel alleen effect heeft als er een maximum aan het aantal circusevenementen wordt gesteld. Bij interruptie stelt de SP dat de gemeente Eindhoven circussen met dierenacts in het geheel geen vergunning zou moeten verstrekken. GroenLinks mist in de nota een beleidsregel over dierenoptredens in gemeentelijke gebouwen. De fractie overweegt om hierover een amendement in te dienen. De SP vraagt aandacht voor bijenpopulaties; de nota spreekt alleen van vlinderpopulaties. Als voorbeeld is dat prima, maar als opsomming is het onvolledig. De PvdA mist in de nota een passage over dieren en gezondheidsrisico’s zoals Q-koorts en vogelgriep. Het CDA heeft reserves ten opzichte van de kadernota. De fractie vindt dat wettelijke taken en kerntaken prioriteit moeten krijgen in tijden van bezuiniging. In de nota wordt verschillende malen verwezen naar verordeningen in het kader van de APV. Realiseert de wethouder zich dat de handhaving van deze regels geldt kost? Dierenwelzijn is een landelijk beleidsissue; de lokale overheid moet op dit terrein terughoudend zijn met het formuleren van beleid, maar moet wél voldoen aan de wettelijke taak van noodopvang voor dieren. Opvangcentrum Doornakkers moet behouden blijven en aan de actuele eisen worden aangepast. Meerdere fractie uiten hun zorgen om het opvangcentrum: er is onvoldoende geld om deze voorziening mede te financieren terwijl dit vanaf maart 2012 wél een wettelijke taak is. Ook in het meerjareninvesteringsprogramma is hiervoor geen reservering opgenomen. Waarom is dit knelpunt niet eerder opgepakt? Het was toch al bekend dat dierenopvang Doornakkers niet aan de wettelijke eisen voldoet? Er wordt op een oplossing aangedrongen. De heer Van den Nieuwenhuijzen vult aan dat de nieuwe regelgeving van de zojuist aangenomen Wet Dieren hierin moet worden meegenomen. De SP vindt dat het college dit dossier zo snel mogelijk in behandeling moet nemen, eind 2011 zoals in de nota staat aangegeven is te laat naar de mening van de fractie. Ook D66 vraagt om snelle concretisering en om goede financiële onderbouwing van de plannen. Het OuderenAppèl sluit zich hierbij aan. Wat gebeurt er als de gemeente per maart 2012 niet aan de wettelijke taak voldoet? Welke tijdelijke maatregelen zijn hiervoor noodzakelijk? Trots op Nederland staat niet afwijzend tegenover een verhoging van honden(- en katten) belasting om een verbeterd dierenopvangcentrum te realiseren.
6
A Kan de wethouder aangeven wat zij vindt van de planvisie regionaal opvang- en educatiecentrum van de dierenbescherming? GroenLinks vraagt een toelichting op de passage over oneerlijke concurrentie tussen commerciële instanties en dierenopvang. D66 heeft vragen over het platform Dierenwelzijn. Kan de wethouder de samenstelling, taken en functie van dit gremium toelichten? Het OuderenAppèl vindt dat ook dierenspeciaalzaken in dit platform vertegenwoordigd moeten zijn. Het beleidsterrein dierenwelzijn is in de gemeentelijke organisatie over verschillende sectoren verdeeld; het OuderenAppèl staat achter het initiatief om dit beter te coördineren. De PvdA vindt dat de gemeente heldere prioriteiten moet stellen. Alleen taken die echt noodzakelijk zijn, moeten worden uitgevoerd. De gemeente moet de ambtelijke capaciteit ten aanzien van dit onderwerp zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten. Het milieueducatiecentrum vervult een belangrijke functie in de voorlichting en communicatie over dierenwelzijn; GroenLinks vindt dat het centrum deze taak ook in de toekomst moet blijven uitvoeren. Kan de wethouder aangeven dat de taak bij de organisatie voldoende geborgd is, gezien de bezuinigingsopgave waarvoor de gemeente zich gesteld ziet? Dode, aangereden huisdieren worden door de gemeente geruimd. GroenLinks is verheugd dat de gemeente – indien mogelijk – de eigenaren hierover gaat informeren. Mogelijk is dit een stimulans voor huisdiereigenaren om hun huisdier te laten chippen. De fractie steunt de oproep om meer huisdiereigenaren te stimuleren dat te doen. Kunnen ook katten kostenneutraal van een identificatiechip worden voorzien? Volgens de wet kunnen dode huisdieren in gemeentes die geen eigen dierenbegraafplaats of -crematorium hebben – zoals Eindhoven – op eigen het terrein van de eigenaar begraven worden. Kán dit in Eindhoven ook? Welke taak ligt hierbij – tegen betaling van de huisdiereneigenaar – voor de dierenambulance? Eindhoven heeft geen voorziening voor ritueel slachten. Ter voorkoming van illegale slacht vindt het OuderenAppèl het belangrijk dat bekend wordt gemaakt waar dat in onze regio wél kan. Hoe staat de wethouder tegenover dit verzoek? Het CDA benadrukt dat het landelijk initiatief van de Partij voor de Dieren om onverdoofd ritueel slachten te verbieden, niet getuigt van respect voor de vrijheid van godsdienst. Het CDA is het met deze gang van zaken niet eens.
7
A
Tenslotte vindt GroenLinks dat de gemeente ondernemers moet stimuleren om zich aan te sluiten bij de doelstellingen van een fairtrade gemeente. Kan in de communicatie hierover ook worden opgeroepen om over te gaan op biologische producten? Reactie van het college De wethouder wil de wettelijke taak ten aanzien noodopvang van dieren regionaal oppakken, bij voorkeur in SRE-verband, uit overwegingen van efficiëntie en kostenbesparing. Op 4 oktober jl. heeft de Dierenbescherming een planvisie voor een opvangcentrum aan de regiogemeenten gepresenteerd. Bestuurders hebben toen aangegeven dat de gepresenteerde plannen de beschikbare budgetten ver overschreden en hebben de Dierenbescherming gevraagd om een goedkoper plan in te dienen. Inmiddels kwamen er ook voorstellen van andere aanbieders. Om dit proces in goede banen te leiden is er een regionale werkgroep samengesteld die de opdracht heeft gekregen om voor de zomer een concreet voorstel – inclusief tijdplanning en financieringsvoorstel – te formuleren. Het college streeft ernaar, daarover vóór de zomervakantie een besluit te nemen. Het college heeft afgesproken dat er in de kadernota een p.m.-post zou worden opgenomen voor de financiële dekking van de plannen. Dat is kennelijk niet gebeurd; dit wordt gemeld aan de wethouder van financiën. De noodzaak van de extra uitgaven staan niet ter discussie omdat het om de uitvoering van wettelijke taken gaat. Afhankelijk van de keuze voor de wijze van financiering die in de regionale werkgroep wordt gemaakt, komen de kosten op termijn ten laste van het meerjareninvesteringsprogramma of ten laste van de begroting van de portefeuillehouder. De wethouder is met het ministerie in overleg over verschuiving van de termijn van 1 maart 2012. De minister heeft toegezegd dat gemeenten die serieus aan een oplossing van het probleem werken, in aanmerking komen voor dispensatie. Formele bevestiging daarvan is er nog niet. De consequenties van de nieuwe Wet Dieren zal de gemeente meenemen in dit proces. Er zijn plannen om het chippen van honden stringenter en efficiënter te maken door het te koppelen aan de afgifte van de hondenpenning. Voor het chippen van katten is een dergelijke maatregel niet mogelijk omdat de gemeente geen kattenbelasting heft; het chippen van katten gebeurt vrijwillig. De wethouder staat niet onwelwillend tegenover initiatieven die het vrijwillig chippen van katten aanmoedigen.
8
A De opmerking over concurrentie met commerciële voorzieningen houdt verband met de invulling van de regionale voorziening voor de noodopvang van dieren: hoe breed of hoe smal wordt deze functie ingevuld? Kunnen commerciële partijen hierin een plek krijgen? Landelijk zijn er richtlijnen in voorbereiding ten aanzien van circussen. De wethouder stelt voor, die af te wachten. De suggesties van GroenLinks en SP om vooruit te lopen op de landelijke regels neemt zij niet over, maar het staat de fractie vrij om te proberen het raadsvoorstel met een amendement of motie aan te scherpen. De werkzaamheden van het milieueducatiecentrum zijn geborgd op het huidige niveau. Bij het opstellen van de nota is gebruik gemaakt van nota’s die in gemeenten elders in het land zijn vastgesteld. Thema’s als Q-koorts en vogelgriep zijn onderwerpen die beleidsmatig tot de taak van de GG&GD horen en geen onderdeel zijn van het dierenwelzijnsbeleid. De opmerking in de nota over vlinderpopulaties moet als voorbeeld en niet als opsomming worden gelezen. De nadere invulling van de dierenpolitie moet nog door het ministerie worden gegeven. De gemeente wacht dit af. Ten behoeve van concretisering van het beleid is het noodzakelijk om de APV op enkele punten aan te passen, want er zijn handhavingstaken aan verbonden. Daar is nu geen extra capaciteit voor beschikbaar; de taken zullen in de reguliere uitvoering meegenomen moeten worden. Hoe een en ander afgestemd kan worden met de taken van de dierenpolitie is nog niet duidelijk, maar het heeft de aandacht. De opzet in invulling van het platform dierenwelzijn moet nog verder worden uitgewerkt. De suggesties en aanbevelingen hierover worden meegenomen. Informatie over de gemeentelijke regels met betrekking tot het begraven van huisdieren in eigen grond zal de wethouder via e-mail naar de raad sturen. Tweede termijn GroenLinks stemt in met het raadsvoorstel. De fractie overweegt een amendement inzake het maximaliseren van het aantal circusevenementen
9
A
in de APV. De SP stemt ook in, en overweegt steun aan het amendement van GroenLinks. Het OuderenAppèl neemt het voorstel met positieve grondhouding mee naar de fractie voor nader overleg. Dit geldt ook voor ‘leefbaar eindhoven.’ Het CDA neemt het voorstel voor overleg mee terug naar de fractie, met een positieve grondhouding wat beslispunt 2 betreft. De fractie overweegt een motie in te dienen over ritueel slachten. De fracties van D66, VVD, PvdA, Trots op Nederland en LPF zullen voor het voorstel stemmen. Conclusie. Het voorstel kan naar de raadsagenda van 31 mei a.s. Aangezien er een amendement en een motie zijn aangekondigd, zal de voorzitter in het presidium voorstellen om het voorstel onder te brengen bij de categorie ‘moties en/of amendementen aangekondigd.’ Commissieadvies De commissie staat overwegend positief ten aanzien van het dierenwelzijnsbeleid en geeft daarbij aan dat de landelijke wetgeving leidraad moet zijn. De commissie vindt goede opvang van dieren belangrijk. Een aantal fracties heeft de wethouder verzocht het plan van de Dierenbescherming mee te nemen bij de ontwikkeling van plannen voor nieuwbouw van een opvangcentrum. Door een aantal fracties is gevraagd om een financiële onderbouwing. Met betrekking tot de nieuwbouw van een dierenopvangcentrum heeft wethouder Scholten toegezegd voor de zomer de knoop door te hakken, als in regionaal verband overeenstemming over een plan wordt bereikt. Daarna volgt een voorstel aan de raad. Verder heeft de wethouder toegezegd: - met de wethouder financiën opname pm-post in de begroting (zoals afgesproken in college, maar niet opgenomen in de kadernota) te bespreken, - uit te zoeken of het toegestaan is dat dode huisdieren in eigen tuin worden begraven. De commissie heeft als volgt geadviseerd: PvdA: akkoord; VVD: akkoord; D66: akkoord; CDA: stemvoorbehoud,
positieve grondhouding, overwegen motie rituele slachting;
10
A
GroenLinks:
akkoord,
SP: GL; OuderenAppèl: Lijst Pim Fortuyn: ‘leefbaar eindhoven’: Trots:
akkoord, stemvoorbehoud, akkoord; stemvoorbehoud, akkoord.
overwegen amendement max. circussen in APV; sluiten aan bij amendement positieve grondhouding; positieve grondhouding
3.1 Raadsvoorstel Brabant Culturele Hoofdstad raadsnummer 11R4306 Wethouder Schreurs stelt voor het raadsvoorstel terug te nemen en aan te passen, omdat er een onjuiste passage in staat. Het presidium zal worden voorgesteld, het te behandelen op 24 mei a.s. Daarmee gaat de commissie akkoord.
3.3 Raadsvoorstel inzake toekomst armoedebeleid raadsnummer 11R4305 Het CDA blijft zich afvragen waarom interventies op het vlak van lokaal gezondheidsbeleid en duurzaamheid niet meegenomen kunnen worden in de kaders van het armoedebeleid. De SP vraagt om duidelijke formulering van het uitgangspunt ‘eigen kracht’ in het raadsvoorstel. Reactie van het college Het college is in gesprek met de woningbouwcorporaties over de isolatie van huurwoningen. Beide partijen streven ernaar om hierover in september concrete afspraken te maken. Het thema Lokaal gezondheidsbeleid komt in de werkconferentie armoedebeleid aan de orde; dit onderwerp zal bij de verdere uitwerking van het beleid terugkomen. Wethouder Scholten vraagt de SP om enige souplesse. De fractie geeft immers aan dat de term in de toelichtende tekst wél goed beschreven staat. Redactionele aanpassing van het raadsvoorstel betekent uitstel van de besluitvorming, wat gevolgen heeft voor de werkconferentie armoedebeleid van 6 juni a.s. Die kan niet doorgaan als de raad er nog geen besluit over heeft genomen, zo vindt de wethouder.
11
A Tweede termijn Het CDA stemt in met het voorstel van de wethouder. De SP gaat met een positieve grondhouding terug naar de fractie voor overleg. De fractie kondigt een amendement aan ter verduidelijking van het begrip ‘eigen kracht’. Conclusie. Er is brede steun voor het raadsvoorstel. De voorzitter stelt voor om het presidium te adviseren het raadsvoorstel te agenderen voor de raadsvergadering van 31 mei a.s. Het voorstel kan worden geplaatst in de categorie ‘amendementen of moties aangekondigd.’ Naar aanleiding van de vraag van het CDA waarom interventies in het lokaal gezondheidsbeleid en duurzaamheid niet meegenomen worden bij de kaders voor het armoedebeleid, heeft wethouder Scholten toegezegd voor de werkconferentie (op 6 juni a.s.) voorstellen te zullen formuleren. De commissie heeft als volgt geadviseerd: PvdA: akkoord; VVD: akkoord; D66: akkoord; CDA: akkoord; GroenLinks: akkoord; SP: akkoord, OuderenAppèl: Lijst Pim Fortuyn: ‘leefbaar eindhoven’: Trots:
overwegen amendement eigen kracht;
akkoord; akkoord; akkoord; akkoord.
Rondvraag en schorsing De vraag van het OuderenAppèl over VTA Blixems zal de wethouder schriftelijk beantwoorden. Hierna constateert de voorzitter dat het eerste deel van de agenda is afgehandeld. Hij schorst de vergadering. Heropening De voorzitter heropent de vergadering.
12
A
3.4 Raadsvoorstel Beëindiging schoolzwemmen raadsnummer 11R44307 De PvdA wijst erop dat zwemmen geen kerndoel is in het reguliere basisonderwijs; ouders zijn verantwoordelijk voor de zwemvaardigheid van hun kinderen. Toch is de fractie bang voor de effecten van de beëindiging van het schoolzwemmen voor allochtone kinderen. Het is bekend dat het buitenschoolse zwemonderwijs hen minder goed bereikt. Wat gaat de gemeente doen om ervoor te zorgen dat zij daar gebruik van gaan maken? Worden hun ouders actief benaderd en geïnformeerd over het aanbod, de kosten en de beschikbare reductieregelingen? Kunnen deze maatregelen niet ingevoerd worden vóór de bezuinigingen worden ingeboekt? Voor het speciaal onderwijs gelden andere regels; daaraan is een rijksbekostigingsregeling gekoppeld die de gemeente niet meer aanvult. Kunnen de doelen van het zwemonderwijs met dit rijksbudget worden gehaald? De SP is tegen beëindiging van het schoolzwemmen – dit is geen bezuiniging maar symptoombestrijding, aldus de fractie. Er wordt gewezen op de veiligheidsrisico’s van kinderen die niet (goed) kunnen zwemmen en op mogelijke consequenties zoals de sluiting van een zwembad. Het argument dat beëindiging van het zwemonderwijs ten goede komt aan de kwaliteit van het onderwijs wijst de SP af. De VVD vraag de wethouder welke netto besparing er op de vervoerskosten kan worden gehaald. Welke personele consequenties zijn er verbonden aan deze maatregel? D66 onderschrijft het uitgangspunt dat ouders verantwoordelijkheid zijn voor de zwemvaardigheid van hun kinderen. Uit de cijfers blijkt dat ouders deze verantwoordelijkheid ook nemen: 55% van de kinderen heeft voor aanvang van het zwemonderwijs een zwemdiploma. Gezinnen met een laag inkomen kunnen een beroep doen op de reductieregeling; is die voldoende bekend? Uit welk budget wordt de reductie betaald? Hoe groot moet dit budget zijn om aan de vraag te voldoen? Het CDA geeft zwemveiligheid prioriteit. Waarom biedt het aanbod van PSV geen perspectief? De fractie is tegen het raadsvoorstel en zal bij het vaststellen van de kadernota terugkomen op dit punt. De LPF constateert dat de schoolbesturen achter het raadsvoorstel staan. Gaan zij de effecten van de maatregel in de gaten houden? Houden zij bij hoeveel kinderen geen zwemdiploma halen? Komt dit terug in een evaluatie? Is al bekend hoeveel zwemdocenten er door deze maatregel
13
A
boventallig worden? Trots op Nederland vindt dat de zorg voor de zwemveiligheid van kinderen een eerste verantwoordelijkheid is van ouders, met uitzondering van kinderen die het speciaal onderwijs bezoeken. Zwemonderwijs voor die groep wordt echter door het rijk vergoed. De fractie wil er niet op voorhand van uitgaan dat deze budgetten niet toereikend zijn. ‘leefbaar eindhoven’ is tegen de maatregel. De fractie maakt zich zorgen over de zwemveiligheid en over de personele consequenties bij de zwembaden. Het OuderenAppèl vindt dat het schoolzwemmen voor kinderen zonder zwemdiploma gehandhaafd moet blijven. GroenLinks sluit zich aan bij de bijdrage van de PvdA. De fractie vraagt hoe de wethouder omgaat met boventalligheid. Kan de wethouder garanderen dat de capaciteit van het buitenschoolse zwemonderwijs voldoende is? Reactie van het college Mevrouw Scholten ziet de zorg voor zwemvaardigheid van kinderen als een eerste verantwoordelijkheid van ouders. Voor gezinnen met laag inkomen is er een reductieregeling. Het college wil middels een convenant afspraken maken over goede toeleiding van kinderen naar het buitenschoolse zwemonderwijs; met het cursusaanbod wordt het belang van zwemvaardigheid onderstreept. Wethouder Helms wil andere doelgroepen met verminderde zwemvaardigheid een aanbod doen via de sportformule. Hij zal bekijken of zwemvaardigheid in de reguliere dataverzameling ten behoeve van de kengetallen kan worden meegenomen, zodat het zwemonderwijs goed kan worden geborgd. In het speciaal onderwijs blijft het schoolzwemmen deel uitmaken van het lesprogramma. Volgens wethouder Scholten is het percentage kinderen met een zwemdiploma bij aanvang van het schoolzwemmen juist hoger dan het percentage in het reguliere onderwijs. Zij zal hierover nog informatie naar de commissie sturen. De scholen voor speciaal onderwijs dragen zelf verantwoordelijkheid om deze taak binnen het beschikbare budget in te vullen. Hierover vindt momenteel overleg plaats. De besturen van het basisonderwijs geven zelf aan dat beëindiging van het schoolzwemmen de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. De wethouder vindt het niet noodzakelijk om te monitoren of dit daadwerkelijk het geval is. Door de beëindiging van het schoolzwemmen
14
A
komt er een dagdeel extra lestijd beschikbaar. Het aanbod van PSV bood geen oplossing; het bleek toch duurder te zijn omdat de regels voor schoolzwemmen strenger zijn dan PSV had aangenomen. De maatregel heeft volgens de wethouder geen consequenties voor de sluiting van de zwembaden. De uren die vrijkomen, kunnen deels voor andere doelgroepen worden ingezet. Daarnaast zal het lesaanbod voor kinderen in de naschoolse tijd en in de weekenden toenemen. Het streven is om hiervoor de vrijgevallen fte’s in te zetten, maar hiermee kan boventalligheid niet volledig worden voorkomen. Van de vrijgevallen 31,5 fte blijkt 9 fte boventallig. Die verwacht de wethouder te kunnen opvangen met vervroegde uittreding en stopzetting van tijdelijke inhuur. Hieraan zijn wel kosten verbonden, maar er is een frictiebudget voor beschikbaar omdat de maatregel een jaar eerder wordt ingevoerd dan gepland. Desgevraagd verduidelijkt wethouder Helms dat er met de vervroegde invoering incidenteel € 340.000 beschikbaar komt. Hiervan gaat € 300.000 naar het leerlingenvervoer; de rest is beschikbaar als frictiebudget. De wethouder geeft aan dat nu nog niet bekend is hoe hoog het frictiebudget moet zijn. Daarover wordt de raad nog geïnformeerd. Tweede termijn VVD, GroenLinks, D66, LPF en Trots op Nederland zijn voor het raadsvoorstel. De VVD uit hierbij de zorgen dat het college teveel denkt te kunnen bekostigen uit de extra besparing. De PvdA gaat met een positieve grondhouding terug naar de fractie voor overleg. De fractie laat haar oordeel afhangen van de uitkomsten van het overleg met het speciaal onderwijs. Het OuderenAppèl spreekt een stemvoorbehoud uit en gaat terug naar de fractie voor overleg. CDA en ‘leefbaar eindhoven’ gaan terug naar de fractie voor overleg, beide met negatieve grondhouding. De SP is tegen het raadsvoorstel. De fractie is van mening dat deze besluitvorming thuis hoort bij de kadernota. De wethouders lichten toe dat dit traject enige tijdsdruk kent omdat het schoolzwemmen per schooljaar, en niet per kalenderjaar, wordt ingepland. Bovendien geldt er een opzegtermijn voor het leerlingenvervoer van en naar het zwembad.
15
A Conclusie. Geen van de fracties heeft moties of amendementen aangekondigd. Daarom stelt de voorzitter voor om het raadsvoorstel door te geleiden naar de raadsvergadering van 31 mei 2011 in de categorie ‘geen moties of amendementen.’ commissieadvies Toezegging wethouder Scholten: Kijkt argument/cijfers na waarom binnen het speciaal onderwijs meer kinderen een zwemdiploma hebben dan binnen het reguliere basisonderwijs. Toezegging wethouder Helms: Bekijkt of de zwemvaardigheid als indicator opgenomen kan worden in de begroting. De commissie heeft als volgt geadviseerd: PvdA: stemvoorbehoud, positieve grondhouding; VVD: akkoord, met kanttekening dat er zorgen zijn over de besteding van de besparing (leerlingenvervoer en arbeidsmobiliteit); D66: akkoord; CDA: stemvoorbehoud, negatieve grondhouding; GroenLinks: akkoord; SP: niet akkoord; OuderenAppèl: stemvoorbehoud, positieve grondhouding; Lijst Pim Fortuyn: akkoord; ‘leefbaar eindhoven’: stemvoorbehoud, negatieve grondhouding; Trots: akkoord.
4
Overige agendapunten. 4.1 Commissienotities Sport a.
Commissienotitie Betreft Ontwikkeling sportactiviteiten seizoen 2011/2012 en volgende jaren raadsnummer 11R4308 b. Commissienotitie Betreft Toekomst IJssportcentrum Eindhoven raadsnummer 11R4309 c. Commissienotitie Betreft sluiting sporthal en sportpark raadsnummer 11R4310
16
A Inspreker de heer Van der Aa, exploitant van sporthal Haagdijk, vindt dat het college geen concrete onderbouwing geeft waarom sporthal Haagdijk moet sluiten. De cijfers waarop het college zich baseert, zijn onvolledig. Volgens de heer Van der Aa vervult de sporthal wel degelijk een wijkfunctie. Bovendien is de bezetting in weekends en avonduren hoger dan staat aangegeven. Hij pleit voor uitstel en wijziging van de besluitvorming. Desgevraagd geeft de heer van der Aa aan dat hij geen contact heeft gehad met de gemeente om over verhoging van de exploitatielasten te spreken. Hij voegt daaraan toe dat hij geen reactie heeft ontvangen op de e-mails die hij hierover heeft gestuurd. Inspreker de heer Swinkels, bestuurslid van voetbalvereniging LEW, erkent dat het ledenaantal van zijn vereniging achteruit is gegaan, maar dit is volgens hem een tijdelijke zaak gezien de nieuwbouwplannen in de wijk. Vooral voor de jeugd is sluiting van het sportpark een groot probleem omdat andere sportclubs aan de overkant van de rondweg liggen. De meeste kinderen kunnen die route niet zelfstandig afleggen. De vereniging is in gesprek met voetbalvereniging DWS om hun jeugdspelers over te nemen, omdat deze club door de KNVB uit de competitie is genomen. Desgevraagd geeft de heer Swinkels aan dat er contacten zijn met het Spilcentrum en dat de school geen gebruik maakt van de sportvelden van de vereniging. LEW is de enige sportvereniging in de wijk; de voorziening moet behouden blijven. De vereniging ziet goede groeimogelijkheden voor de toekomst. Toelichting van de wethouder Met de commissienotities licht de wethouder de bezuinigingsvoorstellen van het college, die in december 2010 werden gepresenteerd, nader toe. De voorstellen worden in de kadernota verwerkt. Eerste termijn De VVD spreekt waardering uit over het benchmarkonderzoek naar de sporttarieven. De fractie is niet tegen verhoging, maar stelt een gedifferentieerde tariefsverhoging voor: alleen tarieven die blijkens de benchmark onder het landelijk gemiddelde zitten, komen voor verhoging in aanmerking. De VVD vindt het niet noodzakelijk om uitzonderingen te maken. De fractie streeft naar het openhouden van het ijssportcentrum, maar wil niet dat dit de gemeente jaarlijks € 1 miljoen kost; substantiële verhoging van de entreeprijzen lijkt onvermijdelijk, maar dat zou niet moeten gelden
17
A
voor stadspashouders. De ijssportverenigingen hebben in een brief aan de wethouder enkele voorstellen gedaan. Heeft de wethouder die meegenomen bij het maken van de notitie? Kan de wethouder aangeven of hij verwacht dat de stijgende energieprijzen tot budgetoverschrijdingen zullen leiden? De fractie mist onderbouwing van het voornemen tot sluiting van sporthal Haagdijk; aanvullende informatie is gewenst. Kan de wethouder toezeggen dat hij in gesprek gaat met de heer Van der Aa? Welke andere plannen zijn er voor het kavel van de sporthal en welke positie heeft de wethouder? Is het mogelijk om de beslissing over de sluiting van sportpark ‘t Schoot voor vijf jaar uit te stellen zodat de demografische ontwikkelingen kunnen worden bekeken? Kan een dergelijke overbrugging kostenneutraal worden ingevuld? De SP vraagt of de voorstellen terugkomen in de kadernota of apart als raadsvoorstel terugkomen. Kan de wethouder garanderen dat de sportparticipatie niet achteruitgaat als de sporttarieven worden verhoogd? Heeft de wethouder dit in zijn onderzoek ook meegenomen? Is de reductieregeling wel voldoende bekend? Heeft de wethouder overwogen om gereduceerde jeugdtarieven in te stellen? Wat is de stand van zaken ten aanzien van energiebesparende maatregelen van zwembad en ijssportcentrum? Met betrekking tot het ijssportcentrum kiest de SP voor optie c. Kunnen er in de zomer sportgerelateerde activiteiten en evenementen op het complex worden georganiseerd? De fractie houdt vraagtekens bij de sluiting van sporthal Haagdijk en sportpark ‘t Schoot. De toegankelijkheid van sportverenigingen is voor de PvdA een leidend uitgangspunt. Om meerdere redenen hecht de heer F. Depla veel waarde aan sportparticipatie. Daarom vindt hij dat de sporttarieven, met name die voor voetbal, niet te sterk moeten stijgen. De PvdA gaat akkoord met de stijgingspercentages die in de notitie staan aangegeven, maar vraagt om een uitzonderingspositie voor voetbal. Voor verenigingen die hun amateurspelers betalen, geldt deze regel niet; met hen moet de gemeente andere afspraken maken. Verenigingen moeten meer mogelijkheden krijgen om zelf inkomsten te verwerven, bijvoorbeeld door meer activiteiten op de sportparken te laten aanbieden of door hen het groenonderhoud zelf te laten doen. De fractie roept de wethouder op om over dit onderwerp in overleg te treden met de sportverenigingen. De voorgenomen sluiting van sporthal Haagdijk en van sportpark ’t Schoot ligt moeilijk. Het college voert aan dat sluiting van de sporthal nodig is om exploitatietekorten op de nieuwe sporthal van de Fontys Sporthogeschool
18
A
te voorkomen, terwijl bij de besluitvorming daarover juist was gesteld dat dit effect niet zou optreden. Welke toekomstmogelijkheden ziet de wethouder voor sportpark ’t Schoot? Wegen de kansen niet op tegen de besparing die bij sluiting van het park kan worden bereikt? Inzake het ijssportcentrum kiest de PvdA voor optie c., met het advies om goed te kijken of het centrum met een andere bestuursvorm niet gemakkelijker zelf inkomsten kan genereren. De fractie vindt het niet juist als alle Eindhovense sportverenigingen een bijdrage moeten leveren aan het openhouden van het ijssportcentrum – hoogstens kan de ijssportverenigingen om een extra bijdrage worden gevraagd. De helft van de bezoekers komt van buiten de stad. Ook als de raad zou besluiten om het ijssportcentrum te sluiten, kost dit geld; dat zou de PvdA graag meegenomen zien in de besluitvorming. D66 stelt dat tariefverhogingen onvermijdelijk zijn, maar dat lagere inkomens moeten worden ontzien. Daarnaast stelt de fractie voor om ook het energieverbruik van sportvoorzieningen mee te wegen in de tarieven. Is het mogelijk om een dalurentarief in te voeren? D66 vindt dat het ijssportcentrum niet koste wat het kost opengehouden moet worden. Kan de wethouder al aangeven of er een kandidaat is voor optie b., een andere exploitant? Kan optie c. ook goedkoper? Is het ook mogelijk om het ijssportcentrum gedeeltelijk te sluiten? Bij de sluiting van sporthal Haagdijk moet de gemeente garanderen dat er voor alle gebruikers een passend alternatief voorhanden is. D66 noemt de sluiting van sportpark ’t Schoot moeilijk, maar onvermijdelijk. Alleen als er een concreet plan komt, is de fractie bereid om een doorstart van het sportpark te overwegen. Het OuderenAppèl ziet verhoging van de sporttarieven bovenop de jaarlijkse indexering als onvermijdelijk, maar maakt voor voetbal een uitzondering. Tarieven daarvoor moeten slechts geïndexeerd worden. Wat betreft het ijssportcentrum kiest de fractie voor optie c., mits de verenigingen daaraan een substantiële bijdrage leveren. De fractie vraagt de wethouder om een reactie op de inspraakbijdrage van de heer Van der Aa. Kan hij duidelijkheid verschaffen over de cijfers? Men wil inzetten op behoud van de sporthal. Kan er voor sportpark ’t Schoot een overgangsperiode worden afgesproken? Als het college € 500.000 uitspaart omdat er geen extra kunstgrasveld aangelegd hoeft te worden, kan dit geld dan besteed worden aan het openhouden van het sportpark? ‘leefbaar eindhoven’ pleit voor differentiatie van de sporttarieven, liefst naar inkomen. Voor dure sporten of sporten op dure locaties mogen hogere tarieven gelden. Sportverenigingen moeten meer mogelijkheden
19
A
krijgen om hun exploitatie te verbeteren; dat geldt ook voor het ijssportcentrum. Wat dat laatste betreft heeft optie c. de voorkeur van ‘leefbaar eindhoven.’ Waarom wil de gemeente sporthal Haagdijk, de best renderende sporthal in de stad, sluiten? Kan er voor sportpark ’t Schoot een andere oplossing worden gevonden? Het CDA gaat ten aanzien van de sporttarieven mee met de opvattingen van de VVD. De heer Wijbenga stelt voor om te bekijken of er op De Herdgang geen plek vrijgemaakt kan worden voor voetbalvereniging LEW. De fractie vindt de voorgenomen sluiting van sporthal Haagdijk onbegrijpelijk en steunt deze niet. De LPF kan instemmen met de voorgestelde tariefsverhogingen, mits er gedifferentieerd wordt naar binnensporten en buitensporten, naar sporten die grootverbruikers zijn van energie en sporten die dat niet zijn. Wat het ijssportcentrum betreft kiest de LPF voor optie c. Sporthal Haagdijk moet openblijven. Er moet worden gekeken naar overbruggingsmogelijkheden voor de gebruikers van sportpark ’t Schoot. Trots op Nederland wil dat het ijssportcentrum open blijft, en heeft voorkeur voor optie c. De fractie is voor gedifferentieerde tariefsverhogingen. Sporthal Haagdijk moet open blijven. Met het oog op de toekomst is de fractie voorstander van behoud van sportpark ’t Schoot. GroenLinks zal instemmen met de voorgestelde tariefsverhogingen, maar vindt wel dat die gedifferentieerd moeten worden toegepast. Voor het ijssportcentrum gaat de voorkeur uit naar optie c.; het SRE zou daaraan moeten gaan bijdragen. GroenLinks is niet tegen de sluiting van sporthal Haagdijk. De fractie is van mening dat er voor de huidige gebruikers van de sporthal – waaronder jongeren – voldoende alternatieven zijn. Wat zijn de maatschappelijke gevolgen van de sluiting van sportpark ’t Schoot? Reactie van het college Wethouder Helms heeft na de inspraakavond een gesprek gehad met de heer Van der Aa. Ook de ambtelijke staf heeft met hem gesproken. Er is actief naar alternatieven gezocht; de sportverenigingen zijn daarbij betrokken geweest. Bezuinigingen zijn onvermijdelijk, maar het uitgangspunt dat de gemeente zich wil blijven inzetten voor breedtesport en ondersteuning daarvan, blijft volledig overeind. Dat er voor de tariefstelling voor amateurvoetbal een uitzondering moet
20
A
worden gemaakt, is de wethouder niet bekend. Hij herkent zich niet in de opstelling van de PvdA, en herkent ook de creatieve rekensom niet: het bedrag van € 5 miljoen dat verbonden is aan de sluiting van het ijssportcentrum kan niet voor het openhouden van deze voorziening beschikbaar komen. De wethouder is naar voortschrijdend inzicht tot de conclusie gekomen dat er maatregelen getroffen moeten worden om de exploitatie van de sporthal van de Fontys Sporthogeschool sluitend te krijgen. In dit verband gaat de voorkeur uit naar sluiting van sporthal Haagdijk omdat veel bovenwijkse sportclubs, zoals de zaalvoetbalvereniging, van deze sporthal gebruik maken. Voor wijkgebonden sporten is er een alternatief in de directe omgeving. Bovendien is de boekwaarde van de hal laag, en is er belangstelling om die locatie te herontwikkelen. De clubs zijn nog niet van deze plannen op de hoogte gebracht omdat de wethouder van mening is dat de raad hierover eerst een besluit moet nemen. Volgens de wethouder is er nog voldoende tijd voor overleg met de sportverenigingen; sluiting van de sporthal staat gepland voor 2013. Samenwerking tussen LEW en DWS vindt de wethouder een reële optie, gezien het ledental van LEW. Jeugdleden van LEW kunnen zonder problemen elders terecht. Er kunnen incidentele middelen worden ingezet om de fietsroutes naar de nieuwe locatie veiliger te maken. De suggestie om de samenwerkingsmogelijkheden met de internationale school te onderzoeken, neemt de wethouder mee. Hij wijst de commissie erop dat het openhouden van sportpark ’t Schoot met het oog op toekomstige ontwikkelingen € 100.000 per jaar kost. De wethouder betwijfelt of de vastgoedontwikkelaars van Lievendaal, Strijp-R en Strijp-S deze kosten op zich willen nemen. Als de raad niet instemt met de bezuinigingen op het sportpark en de sporthal dan moeten deze bezuinigingen elders worden ingevuld. De commissie heeft ten aanzien van het ijssportcentrum een voorkeur uitgesproken voor optie c., maar daarvoor moet nog een gat in de begroting van ongeveer € 800.000 overbrugd worden. Dit is geen makkelijke opgave, want de ‘gemakkelijke successen’ zijn allang in de plannen verwerkt. De wethouder verwacht niet dat gedeeltelijk sluiting van het ijssportcentrum een substantiële bezuiniging oplevert, maar hij zal dit nagaan. Ook sportgerelateerde nevenactiviteiten op deze locatie leveren onvoldoende extra inkomsten op. Voor grote nevenactiviteiten zijn alleen de randen van het seizoen beschikbaar, maar het is niet eenvoudig om die binnen te halen. Bovendien kunnen er binnen het huidige bestemmingsplan geen grote evenementen worden georganiseerd. Het is
21
A
maar de vraag of er voldoende draagvlak is voor een wijziging van het bestemmingsplan. De NV-variant heeft de wethouder in onderzoek, maar ook dit is geen eenvoudige opgave en kan niet binnen de termijn worden gerealiseerd. Mogelijk kan er met aanvullende maatregelen nog een bedrag van € 200.000 worden bezuinigd, maar dan blijft er nog steeds een tekort van € 600.000 over. Dit leidt tot de conclusie dat sluiting van het ijssportcentrum onvermijdelijk is. Ook als bovenstaande bezuinigingen zijn ingevuld is de bezuinigingstaakstelling in de sportportefeuille nog niet volledig ingevuld, maar de heer Helms ziet mogelijkheden in een gematigde en gefaseerde tariefsverhoging van 9%. Uit het benchmarkonderzoek van de sporttarieven blijkt dat deze in Eindhoven onder het landelijk gemiddelde liggen; de wethouder stelt daarom voor om ze in drie stappen te verhogen. De eerste verhoging (5%) ligt vast, maar de verhogingen in 2013 en 2014 nog niet omdat die (beiden 2%) nog aangepast moeten worden op grond van de feitelijke kostenstijgingen, zoals bijvoorbeeld energieprijzen. Afgezien van deze generieke verhogingen overweegt de wethouder om specifieke tarieven extra te verhogen. Dit laatste zou van toepassing zijn bij tarieven die gezien de benchmark fors onder het landelijke gemiddelde scoren. De wethouder staat ervoor open om samen met de sportverenigingen te kijken naar mogelijkheden om de kosten beter te beheersen en om meer inkomsten te genereren. Daar ziet hij een belangrijke rol weggelegd voor de Eindhovense Sportraad. Hij is geen voorstander van het versoepelen of oprekken van de wettelijke mogelijkheden om inkomsten te verwerven. Of sportverenigingen een jeugdtarief instellen is hun eigen verantwoordelijkheid. Daar wil het college niet in treden. Inclusief het genoemde pakket van maatregelen kan de wethouder met een gemiddelde tariefstijging van 3% de bezuinigingstaakstelling in de sportportefeuille invullen. Met verdere kostenstijging komen er meer middelen beschikbaar; hij laat de commissie nog weten hoeveel financiële ruimte er ontstaat met extra tariefstijging. Commissieadvies De commissie staat overwegend positief tegenover het aanbrengen van een verdere differentiatie in de sporttarieven. Door meerdere fracties wordt daarbij wel gevraagd om minder draagkrachtigen te ontzien. Met betrekking tot het ijssportcentrum heeft de commissie aangegeven dit
22
A
open te willen houden. De meerderheid van de fracties heeft daarbij aangegeven voorstander te zijn van optie c; waarbij het ijssportcenrum in eigen beheer van de gemeente blijft. Daarbij wordt door een aantal fracties gemist wat met de suggesties van de ijsclubs is gedaan. Wat betreft de sluiting van sporthal Haagdijk wordt een onderbouwing gemist voor de sluiting van een goed renderende sporthal. Met betrekking tot de besparing is niet duidelijk waarom deze van € 50.000,- naar € 110.000,- is gestegen. Ook zijn er zorgen over de alternatieve locaties voor de verenigingen. Alleen GroenLinks heeft duidelijk aangegeven akkoord te kunnen gaan met sluiting. Ten aanzien van de sluiting van sportpark ’t Schoot heeft alleen D66 expliciet aangegeven zich te kunnen vinden in het collegevoorstel. Meerdere fracties vragen zich af in hoeverre de toekomstige ontwikkelingen zijn meegenomen bij het voorgestelde besluit. Als gevolg van nieuwbouw in Strijp en de ontwikkeling van een spilcentrum zijn nieuwe leden te verwachten. Verder geven een aantal fracties aan de alternatieve sportlocaties voor voetbalvereniging LEW niet geschikt te vinden, omdat deze onvoldoende binding met de wijk hebben. Tot slot vragen de fracties ‘leefbaar eindhoven’ en Lijst Pim Fortuyn zich af wat er na sluiting met het sportpark gebeurt.
5
Rondvraag en sluiting. De agenda is afgehandeld; de voorzitter sluit de vergadering.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Maatschappij en Cultuur d.d. 30 augustus 2011.
Mw. I. van Dijk Commissiesecretaris
mho/EC08003961
23