A
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat
Concept
Behandeld door mw. I. van Dijk Telefoon (040) 238 24 07 Verzenddatum 3 februari 2011
Verslag Commissie Economie en Mobiliteit(cie EM) Betreft openbare vergadering van 29 november 2011, locatie xx, aanvang uur, einde uur. Uitnodiging aan
Mw. M. Verhees Mw. I. van Dijk A. Oosting A. Raaijmakers Y. Torunoglu F. van den Broek J. Legrom Mw. M. List-de Roos B. Bonsen M. Dubach Mw. de Rooij M. Houben Mw. T. Rojer Mw. K. Wagt M. Bouassria Mw. R. Richters H. van Zijl Mw. A. Heesterbeek Mw. B. van Kaathoven E. Maas F. Noldus A. Rennenberg M. van Thiel T. Langman R. Reker C. Stroek E. de Beaumont Mw. M. Frosi H. van der Haghen P. Mulder Mede aanwezig
wethouder H. Brink wethouder mw. L. Scholten
Aanwezig
voorzitter secretaris PvdA PvdA PvdA VVD VVD VVD D66 D66 D66 CDA CDA CDA GroenLinks GroenLinks GroenLinks SP SP SP Ouderenappèl Eindhoven Ouderenappèl Eindhoven Ouderenappèl Eindhoven Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn ‘leefbaar eindhoven’ ‘leefbaar eindhoven’ Trots Fractie Mulder
X X X X X X X X X X X X X X X X X X -
A 1
Opening en mededelingen. 1.1 Mededelingen van de voorzitter. De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom. Zij staat kort stil bij de afmeldingen van mevrouw Van den Berk en de heer Van der Haghen: zojuist is bekend gemaakt dat de politie een persoon heeft aangehouden wegens bedreiging en smaad jegens raadslid Van den Berk. Door deze omstandigheden is de fractie van Trots op Nederland vandaag niet in staat om deel te nemen aan deze commissieronde. Ook de heer Maas heeft zich afgemeld. 1.2 Mededelingen van het college. Wethouder Brink deelt mee dat het college half december a.s. een besluit neemt over de openingstijden en het beheer van de markt. Tevens geeft hij aan dat de beloofde scenario’s over de rol van Ergon bij de uitvoering van de nieuwe Wet werken naar vermogen (WWNV) nog niet beschikbaar zijn. De informatie van de rijksoverheid inzake het herstructureringsfonds laat nog enige tijd op zich wachten: dit duurt zeker nog enige maanden. Hij verwacht deze scenario’s pas in het tweede kwartaal van 2012 aan de raad te kunnen presenteren. 1.3 Vaststelling volgorde van de agenda. De agenda wordt vastgesteld zoals opgegeven.
2
Te behandelen in de raadsvergadering van 2.1 Raadsvoorstel Prioritering Participatiebudget 2012 raadsnummer 11R4557 De insprekers, de dames Ergezen en Wetzel, vertegenwoordigers van de Adviescommissie Migrantenvrouwen Eindhoven pleiten voor voorzetting van het succesvolle taalproject Actief met taal. Zij vragen de gemeente om vanaf 2012 de subsidie van het Oranjefonds over te nemen en het project, zoals beloofd bij de toekenning van de subsidie, in te bedden in de Eindhovense situatie. Het taalproject is een belangrijke en effectieve schakel in de arbeidsparticipatie en emancipatie van migrantenvrouwen (en -mannen): zonder deze scholing blijft de formele arbeidsmarkt voor hen gesloten. Daarmee verdwijnen deze vrouwen veelal uit het blikveld
2
A
van de officiële instanties omdat zij alleen als schoonmaakster in het zwarte circuit hun geld kunnen verdienen. De groep die een beroep doet op dit taalaanbod is divers van samenstelling wat betreft land van herkomst en opleidingsniveau, maar de deelnemers hebben hun motivatie om te werken en om deel te nemen aan de Nederlandse maatschappij met elkaar gemeen. Door specifieke omstandigheden is het reguliere taalaanbod niet of minder toegankelijk voor deze groep. Daarom is het taalproject Actief met Taal zo belangrijk voor hen. Commissiebehandeling De SP pleit ervoor om de bezuinigingen die door het kabinet worden opgelegd zo zacht mogelijk te laten landen. Mevrouw Van Kaathoven vraagt een reactie op de informatie dat er in het eerste half jaar na inschrijving geen bemiddelingscontacten worden gelegd met de ingeschrevenen bij het UWV. Laat men hiermee geen belangrijke kans liggen om mensen succesvol naar werk te bemiddelen? Wat zijn hierbij de taken van de sector Werk? De SP pleit ervoor om niet alle inzet te richten op de groep gemakkelijk bemiddelbaren. Wat kan de gemeente doen om de geldverslindende re-integratiebureaus aan te pakken? Wat zijn de mogelijkheden voor een tegenprestatie in het kader van de bijstandswet als vrijwilligerswerk en/of mantelzorg hierbij worden uitgesloten? Zij doet een oproep aan het college om er bij de minister en de Tweede Kamerfracties op aan te dringen om deze ondoordachte bezuinigingen te keren. Mevrouw List vindt dat het college met haar focus op de categorieën 1 tot en met 5 van de participatieladder ook de groep moeilijk bemiddelbaren goed in het beleid betrekt. Mevrouw Van Kaathoven is het hiermee niet eens omdat het zicht op werk het selectiecriterium blijft. De PvdA is van mening dat het kabinet de gemeenten dwingt om mensen in de steek te laten; daar heeft de fractie grote moeite mee. Het college kiest ervoor om het participatiegeld in te zetten op directe toeleiding naar werk; voor sociale activering is in het budget geen geld meer. Hoe noodzakelijk is deze keuze? De heer Torunoglu vraagt een toelichting op de cijfers over de afgelopen jaren: waarom lukte het in 2006 wel om mensen naar werk te leiden met een budget van € 15 miljoen (inclusief sociale activering), en naar verwachting in 2012 niet? Welke ruimte is er voor de inburgering van Turkse nieuwkomers na de uitspraak van het Europese Hof dat de overheid deze niet verplicht kan stellen? De heer Torunoglu hoort graag een reactie van de wethouder op de inspraakbijdrage. De PvdA vindt dat de gemeente moet blijven investeren in vertegenwoordigers uit categorie 6 van de participatieladder. Voor het
3
A
verstrekken van een bijstandsuitkering mag de gemeente een tegenprestatie verlangen, maar die moet wel perspectief bieden op werk. Kan de wethouder deze garantie geven? Bij interruptie wijst mevrouw Van Kaathoven erop dat de bijstandswet hiervoor restricties stelt. Mevrouw List geeft aan dat de VVD dit perspectief op werk breed wil interpreteren: zij wil hierbij niet alleen de uitgevoerde werkzaamheden betrekken, maar ook de gewenning aan structuur en regelmaat. GroenLinks pleit voor een eerlijke verdeling van de budgetten over de verschillende categorieën en vindt dat zwakkere groepen meer moeten worden ondersteund. De heer Bouassria vraagt het college om de oproep van de Adviescommissie Migrantenvrouwen om het project Actief met taal voort te zetten, te honoreren. De keuze om niet langer participatiemiddelen beschikbaar te stellen voor sociale activering baart de fractie zorgen; kan de welzijnssector – die eveneens zware bezuinigingen moet opvangen – deze additionele sociale activeringstaak wel goed opvangen? Welke garanties kunnen hiervoor worden gegeven? Sociale activering is toch meer dan alleen vrijwilligerswerk; juist begeleiding is hierbij toch van wezenlijk belang? Kan het college garanderen dat de uitstroom naar werk met dit nieuwe beleid succesvol is? Hoe kan het college voorkomen dat mensen die laag op de participatieladder staan buiten de boot vallen? De heer Bouassria beaamt dat het college voor de groep dak- en thuislozen met een apart voorstel komt, maar die groep is toch groter dan deze specifieke groep alleen? Zijn met dit nieuwe beleid re-integratietrajecten met een looptijd langer dan één jaar nog mogelijk? Op welke wijze is uitvoering gegeven aan de motie van GroenLinks inzake vernieuwende projecten? Welke nieuwe projecten zijn er opgestart? De VVD stelt vast dat de halvering van de participatiebudgetten een feit is, waar niemand omheen kan. Deze omstandigheden nopen tot een realistische aanpak: hoe realistisch is het om ook mensen vanuit trede 4 en 5 op de participatieladder actief naar werk te bemiddelen? Hoewel de fractie blij is dat ook deze categorieën in het beleid betrokken kunnen worden, rijst bij mevrouw List de vraag in hoeverre het gaat lukken om deze groep binnen de gestelde termijn succesvol te bemiddelen naar werk. De VVD vindt dat een tegenprestatie onderdeel moet kunnen zijn van het traject naar werk omdat hiermee structuur en regelmaat kan worden geboden. Mevrouw List denkt hierbij aan specifieke seizoenswerkzaamheden zoals het sneeuwvrij houden van de openbare ruimte, maar ook aan werk in de thuiszorg. De VVD blijft inburgering voor mensen met een Turkse achtergrond waardevol vinden, maar de overheid kan dit niet langer verplicht stellen. Dit heeft consequenties voor de
4
A
financieringsgrond van het inmiddels vrijwillige aanbod. Hoe gaat de wethouder hiermee om? Welke mogelijkheden zijn er om deze trajecten op vrijwillige basis aan de doelgroep aan te bieden? Het CDA ziet verschillende mogelijkheden om de tegenprestatie in het kader van de bijstandswet in te vullen, bijvoorbeeld deelname aan projecten als Actief voor taal en vrijwilligerswerk in buurthuizen. Kan langs deze lijn ook geen oplossing worden gevonden voor het inburgerings- en taalaanbod voor de Turkse doelgroep? Met de beëindiging van een subsidieregeling realiseert het college naast een besparing van € 1,1 miljoen ook een reservering van € 1,2 miljoen voor de schuldhulpverlening: waarom maakt het college deze keuze? Hiermee komen vaste personeelslasten ten laste van een variabel budget. Dat is toch tegen de begrotingsregels? De wijzigingen van de Wet werk en bijstand per 2012 roepen nog veel onduidelijkheden op: wat zijn de consequenties als de gemeente de invoering van deze wijzigingen uitstelt? Is er ruimte om moeders met jonge kinderen vrij te stellen van sollicitatieen arbeidsplicht? Welke mogelijkheden ziet de wethouder om de wachtlijsten van Ergon op korte termijn te verminderen? De LPF staat achter de keuzes die het college maakt, maar vraagt een toelichting op de veranderingen ten aanzien van het inburgeringsaanbod voor de Turkse doelgroep: waarom kiest het college in dit verband voor een taalaanbod en niet voor een aanbod inburgering? Kunnen deze cursussen ook verplicht worden gesteld? Bij interruptie wijst de heer Bouassria erop dat zo’n verplichting ingaat tegen de uitspraak van het Europese Hof. Wil de LPF tegen deze uitspraak ingaan? Het OuderenAppèl betreurt dat kwetsbare groepen te lijden hebben onder het nieuwe rijksbeleid. Zijn er nog mogelijkheden om hierin verandering aan te brengen, bijvoorbeeld samen met andere gemeenten of via de VNG? De fractie van ‘leefbaar eindhoven’ heeft begrip voor de keuzes die het college heeft gemaakt. Mevrouw Frosi wil weten hoe lang de gemeente nog verplicht is om cursussen bij het ROC in te kopen. Alternatieven zoals het aanbod Actief met taal lijken substantieel goedkoper. Evenals de PvdA uit ‘leefbaar eindhoven’ zorgen over het aanbod voor mensen op trede 6 van de participatieladder. De fractie sluit zich aan bij de oproep van het OuderenAppèl. D66 stelt dat de invoeringsdatum voor de veranderingen in de WWI met rasse schreden nadert. Heeft het ambtelijk apparaat zich hierop afdoende kunnen voorbereiden? Waarom wordt dit onderwerp niet in samenhang met dit raadsvoorstel behandeld? Kan de wethouder toelichten welke effecten hij verwacht van de keuze om geen middelen meer in te zetten op
5
A
sociale activering en op flankerend beleid? Hoe is de verdeling tussen de kortere en langere trajecten? Ten slotte ontbreekt het advies dat een externe commissie naar aanleiding van dit voorstel heeft opgesteld. Kan de raad hiervan kennisnemen? Reactie van het college Het kabinet heeft fors in de budgetten gesneden, dat is de realiteit. De wethouder beaamt dat de gemeente in 2006 € 15 miljoen aan inburgering, re-integratie, sociale activering en flankerend beleid heeft besteed, maar toen was de algehele roep dat dit vele malen onvoldoende was. Daarom gaat de wethouder niet mee met de vergelijking die de PvdA maakt. Volgens de heer Brink is er in het huidige participatiebudget geen ruimte meer voor sociale activering en flankerend beleid. Toch wil het college onder de nieuwe omstandigheden dezelfde prestaties leveren als de afgelopen jaren. De heer Brink wijst erop dat in Eindhoven de uitstroom naar werk vanuit een uitkeringssituatie per saldo positief is terwijl er landelijk sprake is van een omgekeerde ontwikkeling: landelijk is het aantal uitkeringsgerechtigden met 4,4% gestegen. Zijn conclusie is dat de aanpak van de gemeente Eindhoven vruchten lijkt af te werpen; het centrale uitgangspunt is bevordering van de economische participatie. Uitsluitend groepen voor wie dat te hoog gegrepen is, zijn aangewezen op het sociale beleid. Hierover zal wethouder Scholten straks het een en ander toelichten. De heer Brink verduidelijkt dat er na vaststelling een uitvoeringsprogramma volgt waarin allerlei uitwerkingen nog aan de orde komen. Ook de precieze invulling van de tegenprestatie wil hij in dit uitvoeringprogramma terug laten komen. Bij interruptie dringt mevrouw Van Kaathoven aan op meer duidelijkheid: voorafgaand aan de besluitvorming in de raad zij wil eerst meer weten wat deze tegenprestatie inhoudt; mantelzorg en vrijwilligerswerk worden immers uitgesloten. Welke werkzaamheden blijven er dan nog over? Wethouder Brink geeft aan dat het college de tegenprestatie ziet als één van de drie vormen van werken met behoud van uitkering, maar de keuze in hoeverre en tot op welke hoogte de gemeente gebruik wil gaan maken van deze mogelijkheid moet nog worden onderzocht. Door de focus te leggen op toeleiding naar werk zet het college niet langer in op geldverslindende en ineffectieve re-integratietrajecten. Op de vraag van GroenLinks of de arbeidsmarkt deze toename in het aanbod aan arbeidskrachten kan verwerken, antwoordt de wethouder dat er in de regio banen genoeg zijn. De uitdaging ligt erin om de goede match te maken. Gemeente en bedrijfsleven, waaronder het midden- en kleinbedrijf, moeten hun samenwerking op dit punt verbeteren, en vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen.
6
A
De wethouder is voorstander van efficiënte inzet van middelen. Hij hoopt dat de gemeente het resultaat van 2006 met het nieuwe beleid kan evenaren. Volgens hem heeft de gemeente de goede richting gekozen, omdat de focus op arbeidsparticipatie ligt. Hoe effectiever de participatiemiddelen ingezet kunnen worden, hoe beter. Volgens de wethouder is niet in beeld gebracht hoeveel personeel de gemeente in 2006 zelf aan het werk had op dit beleidsterrein; hij zegt de commissie een aanvulling op de cijfers toe. Op zijn beurt geeft de heer Torunoglu aan dat hij zijn vraag ter verduidelijking schriftelijk bij de wethouder zal indienen. De personeelslasten voor schuldhulpverlening à € 1,2 miljoen worden bekostigd uit het participatiebudget. Per 2013 moeten deze kosten uit de algemene middelen worden betaald. Hiermee valt dit budget in 2013 overigens niet vrij. Via de Kamerleden, de staatsecretaris, de VNG, de G34 en de G4 hebben de gemeenten het afgelopen half jaar veelvuldig aandacht gevraagd voor de ongewenste effecten van de veranderingen in de WWI, maar zij hebben hiervoor (nog) geen gehoor bij het kabinet of een Kamermeerderheid gekregen. Het college moet dus verder met de voorbereidingen. Overigens blijft het zinvol om de landelijke politici te informeren over de consequenties van dit nieuwe beleid. De veranderingen moeten immers van de landelijke politiek komen. De vraag van de SP over de afwezigheid van bemiddelingscontacten gedurende het eerste half jaar na inschrijving bij het UWV, beantwoordt wethouder Brink schriftelijk. Het Stedelijk Kompas krijgt voor de doelgroepen dak- en thuislozen en zwerfjongeren een taak in de sociale activering. Onlangs heeft wethouder Scholten hierover met de betrokken instanties afspraken gemaakt. Op korte termijn zal zij de commissie hierover in detail informeren. De wethouder erkent dat met deze afspraken binnen het totale veld van de sociale activering een specifieke doelgroep wordt bereikt en niet de gehele groep. Alleen mensen met een uitkering die gebruikmaken van de maatschappelijke opvang van het Stedelijk Kompas kunnen met dit aanbod sociale activering worden bereikt. Gezien de zwaarte van hun problematiek wordt er voor de groep met een dubbele diagnose een uitzondering gemaakt: voor hen staat de zorg voorop. Aan zorgtrajecten is niet de voorwaarde verbonden dat een participatiecomponent er onderdeel van moet zijn. De wethouder wil andere groepen werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een aanbod sociale activering doen met behulp van vrijwilligerswerk. Voor het Vrijwilligerspunt ligt hier een belangrijke taak.
7
A
De wethouder is met het Vrijwilligerspunt in gesprek gegaan over deze uitbreiding van taken. Daaruit kwam naar voren dat vraag en aanbod moeilijk op elkaar aan te sluiten zijn omdat het hier een specifieke doelgroep betreft. Naar verwachting vraagt de doelgroep tijdens de toeleiding en het werk meer ondersteuning en begeleiding, vanwege allerlei persoonlijke omstandigheden en problemen. Bovendien weten velen van hen nog niet goed in welke sector en in wat voor soort functie zij zouden willen werken. De sollicitatieplicht blijft voor hen bestaan; hierdoor is het onzeker hoe lang kandidaten zich als vrijwilliger aan een organisatie of instelling kunnen verbinden. Omdat deze zaken niet op korte termijn afdoende geregeld konden worden, heeft de wethouder met het Vrijwilligerspunt afgesproken dat de organisatie eerst praktijkervaring opdoet middels een pilotproject. De gemeente wordt maandelijks geïnformeerd over de voortgang. Zij verwacht niet dat het lukt om het komende jaar via deze route al 1200 mensen met een uitkering te begeleiden naar vrijwilligerswerk. Het Vrijwilligerspunt moet eerst meer ervaring opdoen en ook de ontvangende organisaties en instellingen moeten zich voorbereiden op de nieuwe doelgroep. Zij benadrukt dat het sociale activeringsaanbod voor een groot deel via het Vrijwilligerspunt moet gaan lopen. Voor doelgroepen met zwaardere problematiek voorziet het Stedelijk Kompas in het aanbod, met uitzondering van groepen met zware meervoudige problematiek. Zoals gezegd concentreert het aanbod voor deze specifieke groep zich vooral op zorg. De wethouder onderzoekt nog hoe zij het beste vorm kan geven aan het principe van wederkerigheid. Onder andere wordt gekeken of de mensen die geen mogelijkheid zien om de eigen bijdrage voor hun psychiatrische behandeling te betalen, dit kunnen verdienen. De gemeente zal deze bijdrage dan betalen; ter compensatie zullen de betrokkenen bepaalde werkzaamheden verrichten. De uitspraak van het Europese Hof is helder: Nederland kan Turken niet verplichten om een taalcursus of inburgeringscursus te volgen. Hoewel de wethouder het belang van taallessen – ook voor deze doelgroep – onderschrijft, gaat zij niet op zoek naar andere middelen van drang en dwang om deze groep te laten instromen op de taallessen. Zij wijst erop dat een groot deel van de groep al gebruik maakt van het aanbod – op vrijwillige basis. De groep waarover de Adviescommissie Migrantenvrouwen insprak, heeft geen toegang tot de cursussen Nederlands via een inburgerings- of alfabetiseringstraject. Toch is het ook voor deze doelgroep van belang dat zij toegang hebben tot een cursus Nederlands. Daarom gaat de wethouder
8
A
in haar portefeuille op zoek naar middelen om dit project volgend schooljaar te continueren. In het participatiefonds zijn hiervoor geen middelen beschikbaar. De kosten zullen in het welzijns- of het diversiteitsbudget gevonden moeten worden. Tweede termijn van de commissie De PvdA wil inzichtelijk krijgen welke mensen onder de nieuwe condities buiten de boot dreigen te vallen. Het ontstaan van een nieuw ‘granieten bestand’ moet voorkomen worden. De heer Torunoglu stelt dat de gemeente alle mensen die een beroep op de bijstand doen, moet bereiken met een participatieaanbod. Om hierin goed inzicht te krijgen wil de PvdA een goede cijfermatige vergelijking met de cijfers van 2006 kunnen maken. De heer Torunoglu wacht de aanvullende informatie af die de wethouder toegezegd. Totdat hierover duidelijkheid is gekomen, behoudt PvdA een stemvoorbehoud. GroenLinks maakt op dezelfde gronden als de PvdA een stemvoorbehoud. De heer Bouassria vindt de uitleg van de wethouder omtrent sociale activering erg mager en niet overtuigend genoeg. De SP gaat naar de fractie voor overleg en spreekt onder andere vanwege de uitleg over sociale activering een stemvoorbehoud uit. De fractie blijft moeite houden met de tegenprestatie en overweegt om hierover een amendement in te dienen. Het OuderenAppèl wil met het afwijzen van dit raadsvoorstel een duidelijk signaal afgeven aan de landelijke politiek dat zij het niet eens zijn met deze bezuinigingen. De VVD steunt het raadsvoorstel en vraagt naar de mogelijkheden om geld vrij te maken voor taalcursussen voor de Turkse doelgroep. De LPF steunt het raadsvoorstel en stelt voor om uit de onderbesteding van de inburgeringsgelden de taalcursussen voor de Turkse doelgroep te betalen. D66 spreekt een positieve grondhouding uit. ‘leefbaar eindhoven’ spreekt een stemvoorbehoud uit. Het CDA adviseert positief over het raadsvoorstel. Mevrouw Rojer dringt erop aan dat de gemeente de arbeidsplicht voor vrouwen met jonge kinderen niet effectueert.
9
A
Conclusie. De wethouders Brink en Scholten komen nog met aanvullende informatie over het UWV en over het bereik van de verschillende doelgroepen. Wethouder Scholten heeft toegezegd dat zij op zoek gaat naar middelen om het project Actief met taal komend schooljaar te continueren. De wethouders geven aan dat het beantwoorden van de vragen uit de commissie enige tijd zal vergen: daarom schuift dit raadsvoorstel door naar de volgende commissievergadering. Commissieadvies Een aantal fracties heeft zorgen geuit over de borging van de trajecten voor de meest kwetsbare groepen en/of is van mening dat juist deze groepen aandacht verdienen. Voor de fractie PvdA is het belangrijk dat er voorafgaand aan de besluitvorming inzicht komt in de effecten van het wegvallen van sociale activering; wie helpen we nog wel en wie vallen buiten de boot? Wethouder Scholten heeft toegezegd: 1. informatie over de alternatieve financieringsmogelijkheden voor het project “Actief met Taal” terug te koppelen naar de commissie, 2. het advies van de externe adviescommissie inzake het uitvoeringsprogramma mee te sturen wanneer de raad dit laatste ter informatie wordt toegestuurd. Wethouder Brink heeft toegezegd: 1. in het uitvoeringsprogramma terug te komen op de invulling van de tegenprestatie (mocht dit instrument ingezet worden), 2. schriftelijk de vraag (PvdA) te beantwoorden waarom sociale activering geschrapt wordt, terwijl het budget vergelijkbaar is met dat van 2006 en toen werden alle tredes van de participatieladder bediend en was sociale activering wel mogelijk, 3. schriftelijk terug te komen op de vraag (SP) of het slim is om pas na een half jaar contact op te nemen met klanten van UWV. De commissie heeft als volgt geadviseerd; PvdA: stemvoorbehoud, VVD: D66: CDA:
akkoord; stemvoorbehoud, akkoord,
wachten beantwoording vragen af; positieve grondhouding; overwegen amendement/motie voor bijstandsmoeders met kinderen jonger dan 5 jaar;
10
A
3
GroenLinks:
stemvoorbehoud;
SP:
stemvoorbehoud,
OuderenAppèl:
niet akkoord,
Lijst Pim Fortuyn: 'leefbaar eindhoven': Trots Op Nederland: Fractie Mulder:
akkoord; stemvoorbehoud; niet aanwezig; niet aanwezig.
sociale activering onduidelijk; sociale activering onduidelijk; overwegen amendement schrappen tegenprestatie; vanwege consequenties kwetsbare groepen;
Overige agendapunten. 3.1 Commissienotitie Betreft Kadernota “Werken aan werk” raadsnummer 11R4553 De VVD vindt de commissienotitie nogal abstract; in de uitvoeringsprogramma’s verwacht mevrouw List concrete uitwerkingen van de genoemde uitgangspunten. Zij vraagt naar de stand van zaken van de planning voor het jaar 2011. Als voorbeeld noemt zij het Convenant Regionaal Arbeidsmarktbeleid. Op welke wijze geeft de gemeente invulling aan de intensivering van de samenwerking met het MKB? Welke rol speelt MKB Eindhoven? Naar de mening van de fractie gaat er onvoldoende aandacht naar het stagebeleid. Ook pleit men voor een sterkere focus op de groep 45-plussers, want in het bestand nietwerkenden is deze groep immers het grootst. In de notitie worden de begrippen regio- en campusgemeenten gehanteerd; kan worden toegelicht wat het onderscheid en de overeenkomst is? CDA, PvdA, D66, OuderenAppèl en ‘leefbaar eindhoven’ sluiten zich in grote lijnen aan bij de bijdrage van de VVD. Het CDA vraagt naast de doelgroep van 45-plus ook expliciet aandacht voor de groep lager opgeleiden. Is de sector Economische Zaken voldoende op sterkte om de coördinatie van het arbeidsmarktbeleid op zich te nemen? Hoe kan het college invulling geven aan het voornemen om meer aandacht te schenken aan innovatie en het stimuleren van de creative industry als juist dit aspect bij Economische Zaken wordt weggehaald? Het CDA vindt het niet noodzakelijk om uit deze commissienotitie een raadsbesluit te destilleren.
11
A
De PvdA benadrukt dat in het gemeentelijke beleid niet alleen het werkgeversperspectief leidraad moet zijn, maar verwacht in het uitvoeringsprogramma concrete initiatieven ten behoeve van de groep lager opgeleiden en 45-plussers. In het uitvoeringsprogramma verwacht de fractie eveneens een concrete uitwerking van het speerpunt optimalisering van de arbeidsparticipatie, waarbij de positieverbetering van arbeidsmigranten uit Oost- en Midden-Europa niet uit het oog moet worden verloren. Illegale praktijken moeten worden aangepakt. De PvdA is warm voorstander van het vijfde speerpunt. De heer Torunoglu dringt aan op aanscherping ervan, en stelt voor vooral aandacht te besteden aan laag opgeleide flexwerkers, zoals uitzendkrachten. In het uitvoeringsprogramma wil de PvdA dit expliciet terugzien. Of de PvdA voorkeur geeft aan een raadsvoorstel is afhankelijk van de reactie van het college. GroenLinks beschouwt de notitie als een startnotitie. De fractie mist een duidelijke kaderstelling; die moet er wél komen. Niet alleen de sector techniek moet in de aandacht staan; er wordt voor gepleit om ook de zorgsector in de gaten te houden. Daarnaast zou er een speerpunt ten behoeve van 45-plussers moeten worden toegevoegd. De heer Bouassria is geen voorstander van de vorming van een raadswerkgroep. D66 sluit zich aan bij de bijdrage van de VVD. De fractie onderschrijft het uitgangspunt van een vraaggerichte werkgeversbenadering en ondersteunt de focus die op scholing en opleiding wordt gelegd. Het is een goede zaak dat er bij aanvang een nulmeting wordt uitgevoerd. Mevrouw De Rooij vindt het in dit verband vreemd dat de uitstroomgegevens van mbo-techniek niet bekend blijken te zijn. Daarnaast mist zij in de notitie aandacht voor het creëren van werk; de slimste regio blijkt nauwelijks een rol te spelen bij de productie die hieruit voortvloeit. Tenslotte brengt zij de actualiteit van de informatie op internet onder de aandacht: deze laat enigszins te wensen over. Wat kan er worden gedaan om te voorkomen dat op websites gedateerde informatie blijft staan? D66 vindt het niet noodzakelijk om van deze commissienotitie een raadsbesluit te maken. De fractie is benieuwd naar de verdere uitwerking van dit beleid. De SP vindt dat de notitie een te grote focus legt op eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht. De notitie is te veel vanuit het werkgeversperspectief opgesteld. Van werknemers lijkt een onevenredig grote flexibiliteit te worden verwacht. Bij de speerpunten 2 en 4 mist de fractie aandacht voor de zorgsector. Mevrouw Van Kaathoven twijfelt eraan of de gemeente de regierol wel kan waarmaken: recente voorbeelden op het terrein van onderwijshuisvesting en opvang van dak- en thuislozen laten zien dat de gemeente daar in complexe samenwerkingssituaties moeite mee heeft. Of de SP voorkeur geeft aan een raadsvoorstel is
12
A
afhankelijk van de reactie van het college. De LPF plaatst een kanttekening bij de vraaggerichte werkgeversbenadering. Wat betekent dit voor de kansen van specifieke groepen op de arbeidsmarkt, zoals laaggeschoolden en 45-plussers? De hoogwaardige maakindustrie in Eindhoven kan alleen floreren als er voldoende mensen voor dit werk worden opgeleid; deze opleidingen moeten goed aansluiten op de praktijk. De heer Stroek onderschrijft de speerpunten in de notitie. Hij vindt het niet noodzakelijk dat hiervan een raadsbesluit wordt gemaakt. Reactie van het college Wethouder Brink wijst erop dat het beleid de focus legt op de langere termijn. De gemeente bespreekt het arbeidsmarktbeleid in diverse gremia en hanteert hierbij als uitgangspunt de speerpunten uit de commissienotitie. Op provinciaal niveau functioneert het Pact Brabant. Op regionaal niveau worden de afspraken gemaakt in SRE-verband en binnen het Regionaal Arbeidsmarkt Platform (RAP). Ter ondersteuning van dit platform is een directieoverleg in het leven geroepen. In deze samenwerkingsverbanden zijn de verschillende geledingen, waaronder het onderwijsveld, vertegenwoordigd. Er is ruimte voor specifieke speerpunten, doelen en doelgroepen, maar het aanbod van de werkgevers is leidend; de wetgever heeft dit overigens bepaald. De gemeente speelt een rol in de actieve koppeling van vraag en aanbod: welke specifieke scholing is nodig voor de vacatures die worden aangeboden? Hoe kan het onderwijs hierop inspelen? Hoe kan het bedrijfsleven hieraan ondersteuning geven? Bijvoorbeeld door het inrichten van een techniekhuis zoals in Veldhoven het geval is. De stimuleringsmaatregel voor 45-plussers is niet langer van kracht. Inmiddels is er wel een vereniging opgericht van en voor werkzoekende 45-plussers, die als doel heeft de arbeidsmarktpositie van deze groep te versterken. Het is een belangrijke doelgroep van het arbeidsmarktbeleid. Het bevorderen van de instroom in de zorg heeft expliciet de aandacht van het college; het onderwerp staat in diverse gremia op de agenda. Conclusie In reactie op de wethouder geeft de heer Torunoglu aan dat zijn voorkeur uitgaat naar een raadsbesluit. Hij is van mening dat de wethouder met meer gezag kan spreken als zijn inbreng door een democratische meerderheid is bekrachtigd. In het raadsbesluit moet worden verwoord dat de positie van de groep 45-plussers en arbeidsmigranten uit Oost- en
13
A
Midden-Europa moet worden versterkt. De wethouder moet zich inzetten om illegale praktijken ten aanzien van laatstgenoemde doelgroep aan te pakken. Op deze punten moet hij van werkgevers een concreet commitment vragen. Een meerderheid van de commissie, te weten VVD, D66, CDA, LPF, OuderenAppèl en ‘leefbaar eindhoven’, deelt de voorkeur van PvdA, SP en GroenLinks voor een raadsbesluit niet. In reactie hierop kondigt de heer Torunoglu actuele moties aan over dit onderwerp. Brief aan het college van burgemeester en wethouders: De fractie VVD geeft aan de lijn van de notitie goed te vinden, maar dat de notitie concreter had mogen zijn. Daarnaast wenst de VVD meer informatie over de zaken die wel concreet genoemd worden, bv. het convenant arbeidsmarktbeleid en de relatie met het MKB. Gemist wordt de aandacht voor stagebeleid en de doelgroep 45+. De fracties CDA, PvdA en LE sluiten in grote lijnen bij de VVD aan. GL en D66 sluiten specifiek aan bij de opmerking over de doelgroep 45+. De fracties SP en GL vragen ook aandacht voor de benodigde capaciteit in de zorg. Ten aanzien van het optimaliseren van de arbeidsparticipatie (speerpunt 3) verwacht de PvdA in het uitvoeringsprogramma aandacht voor het bestrijden van illegale arbeidspraktijken bij Moelanders. In het kader van het regionaal convenant arbeidsmarktbeleid (speerpunt 5 ) vraagt de PvdA aandacht voor laagopgeleide flexwerkers. De wethouder heeft toegezegd dat in het uitvoeringsprogramma de gevraagde aandacht voor de sector zorg en de doelgroep 45+ wordt meegenomen. Ten aanzien van de procesbeschrijving heeft de commissie zich niet uitgesproken over het instellen van een raadswerkgroep. De commissie gaf in meerderheid het vastleggen van kaders in een raadsbesluit niet nodig te vinden. Omdat meerdere fracties het college extra kaders wenst mee te geven (middels amendementen en/of moties), is het college dd 2 december jl. schriftelijk verzocht om de commissienotitie om te zetten in een raadsvoorstel. Een aantal fracties heeft daaraan toegevoegd het op prijs te stellen als het resultaat van de commissiebehandeling van de notitie daarbij wordt meegenomen.
14
A 4
Vooruitlopend op de omzetting naar een raadsvoorstel, is de bespreking hiervan reeds geagendeerd voor commissiebehandeling op 13 december a.s
Rondvraag en sluiting. Vanwege de afwezigheid van wethouder Helms worden de rondvraag van CDA, SP en D66 over het foutief parkeren van fietsen op het 18 Septemberplein, en de rondvraag van SP inzake de rolstoeltoegankelijkheid van het openbaar vervoer en de afvalkalender schriftelijk beantwoord. Hierna zijn alle punten op de agenda besproken en sluit de voorzitter de vergadering.
mho/EC08003972
15