A
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad
Concept
Commissiesecretariaat Behandeld door mw. I. van Dijk Telefoon (040) 238 24 07 Verzenddatum 22 mei 2012
Verslag commissie Maatschappij en Cultuur (cie MC) Betreft openbare vergadering van 17 april 2012, locatie raadszaal, aanvang 17.00 uur, einde 19.30 uur. Uitnodiging aan
T. van den Nieuwenhuijzen mw. I. van Dijk mw. L. Lioe-Anjie A. Oosting T. Meulensteen F. van den Broek mw. H. Jacobs-van Nisselrooij M. Punte Mw. M. de Rooij Mw. E. Quanten R. Verkroost Mw. T. Rojer C. Weijs I. Wijbenga M. Bouassria T. van den Nieuwenhuijzen Mw. R. Richters mw. A. Heesterbeek mw. B. van Kaathoven E. Maas P. Mulder C. Verbeek R. Reker mw. L. Reker-Wiebers C. Stroek G. Geerts K. Rijnders H. van der Haghen Mede aanwezig
L. Scholten
Aanwezig
voorzitter secretaris PvdA PvdA PvdA VVD VVD VVD D66 D66 D66 CDA CDA CDA GroenLinks GroenLinks GroenLinks SP SP SP OuderenAppèl OuderenAppèl Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn Lijst Pim Fortuyn ‘leefbaar eindhoven’ ‘leefbaar eindhoven’ Trots op Nederland Lijst Rita Verdonk
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
A 1
Opening en mededelingen. 1.1 Mededelingen van de voorzitter. De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom. Er is een bericht van verhindering van de heer Punte. Mevrouw Quanten komt iets later. Omdat het geplande werkbezoek d.d. 24 april a.s. naar het project Actief met Taal in het reces valt, zal de griffie een andere datum inplannen. 1.2 Mededelingen van het college. Er zijn geen mededelingen van het college. 1.3 Vaststelling volgorde van de agenda. De agenda wordt vastgesteld conform opgave.
2
Vaststelling verslagen 2.1 van de vergadering van 6 maart 2012 De secretaris heeft geen opmerkingen ontvangen; de notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van pagina 9, rondvraag OuderenAppèl over invalidenparkeerkaarten vraagt de heer Mulder naar de stand van zaken. Wethouder Scholten geeft aan dat de gemeente drie weken geleden een tekst aan de redactie van Groot Eindhoven heeft aangeboden, maar dat de redactie die niet heeft geplaatst. De gemeente publiceert deze nu op de gemeentepagina. 2.2 Afsprakenlijst. De commissie heeft geen opmerkingen over de afsprakenlijst.
3
Te behandelen in de raadsvergadering van 8 of 22 mei 2012 3.1 Raadsvoorstel Doorontwikkeling Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) (vervolgbehandeling) raadsnummer 12R4779
2
A
De VVD spreekt de hoop uit dat er snel een einde komt aan de belangenstrijd tussen de uitvoeringsorganisaties. Dit gaat ten koste van de inhoud en dat is te betreuren. Het CDA sluit zich hierbij aan. De VVD gaat akkoord met de punten 1, 2, 3, 4 en 6, maar maakt een kanttekening bij punt 5:hierbij ontbreken de kaders. Van verschillende kanten is mevrouw Jacobs ter ore gekomen dat schoolbesturen de voorkeur geven aan het tweepartnermodel, waardoor het aanbod van Peuterplaza buiten de boot dreigt te vallen. Dit is geen goede gang van zaken. De VVD gaat ervan uit dat Peuterplaza verhoudingsgewijs meer kinderen met een VVE-indicatie bereikt dan de organisaties voor kinderopvang. De kennis en ervaring moet behouden blijven. Het is de VVD niet duidelijk hoe het zit met de zwijgplicht ten aanzien van de staatssteun, aangezien de wethouder zelf in het raadsvoorstel terugkomt op dit onderwerp. De VVD overweegt een amendement in te dienen waarin uitvoering wordt gegeven aan het principe ‘het geld volgt het kind’. Op basis van de berekening van de gemiddelde kostprijs per kind moet dit volgens mevrouw Jacobs mogelijk zijn. Zowel voor het VVEaanbod van Peuterplaza als het VVE-aanbod van kinderopvangorganisaties moet een dergelijke kostenberekening worden gemaakt. Door de VVEsubsidie zo in te richten wordt voorkomen dat er een situatie van staatssteun ontstaat, wordt voorkomen dat de VVE-subsidiëring onder de aanbestedingsregels valt en wordt de keuzevrijheid van ouders gewaarborgd. De heer Bouassria vindt dat De VVD zich met zo’n voorstel te veel mengt in uitvoeringszaken. De gemeenteraad moet de kaders stellen en het aan de ambtenaren en de partners in het veld overlaten om een uitvoeringsprogramma op te stellen. De heer Torunoglu vindt dit een vergaand standpunt en in het hier niet mee eens. In zijn ogen draagt de raad wel degelijk verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van bijvoorbeeld VVE. Mevrouw Van Kaathoven informeert of een dergelijke maatregel niet veel bureaucratie met zich meebrengt. Kunnen organisaties die geen gekwalificeerde leidsters in dienst hebben toch in aanmerking komen voor de VVE-subsidie als bij hen kinderen met een indicatie worden aangemeld? Mevrouw Jacobs wijst erop dat er in het onderwijs wel meer individuele subsidieregelingen bestaan. Alleen organisaties met VVE-gekwalificeerd personeel kunnen VVE-subsidie krijgen voor bij hen aangemelde, geïndiceerde kinderen. De heer Torunoglu wil het voorstel van de VVD niet op voorhand afwijzen, maar begrijpt niet hoe dit samen kan gaan met de wens om de VVE onder
3
A
regie van het basisonderwijs te brengen. Mevrouw Jacobs houdt vast aan deze wens en stelt dat het amendement van de VVD bedoeld is voor de periode op weg naar deze wenssituatie. De VVD-fractie zal deze wens onder de aandacht brengen van de Tweede Kamerfractie. Het CDA vindt het geen slechte ontwikkeling als er straks meerdere uitvoerders betrokken zijn bij de uitvoering van de VVE; de wethouder zal dat proces ongetwijfeld in goede banen leiden. Uiteindelijk streeft men ernaar om de VVE onder de regie van het onderwijs te brengen. Ziet de wethouder mogelijkheden om het proces te versnellen en de overgang eerder dan in 2015 te laten ingaan? Het onderdeel 'versterking van ouderbetrokkenheid' ontbreekt in het voorstel. Wat is hiervan de reden? Voor zover kon worden nagegaan, is de VVE-regeling een openeinderegeling. Welke financiële risico’s loopt de gemeente hierbij? Of worden de criteria op grond waarvan een indicatie wordt verstrekt aangescherpt als meer kinderen in aanmerking komen voor het VVE-aanbod? Kan de wethouder garanderen dat er extra geld voor VVE beschikbaar is? Is het mogelijk – als meerdere aanbieders een VVEaanbod kunnen doen – om confessie een rol te laten spelen bij de uitvoering van VVE? Kan de wethouder garanderen dat de huidige kennis en ervaring goed wordt geborgd in de nieuwe situatie? GroenLinks sluit zich aan bij de eerste opmerking van het CDA. Met dit nieuwe beleid kunnen alle kinderen met een VVE-indicatie een aanbod krijgen. De vraag naar de mogelijkheden om kinderen die dit het meeste nodig hebben intensiever te begeleiden, roept bij de fracties van SP, VVD en PvdA vragen op. Wil GroenLinks voor deze groep een nog uitgebreider aanbod? De heer Boussria benadrukt dat hij intensiever bedoelt, welke mogelijkheden tot differentiatie zijn er? Welke mogelijkheden zijn er voor een aanvullend ondersteuningsaanbod thuis? D66 spreekt zich uit voor een kwalitatief VVE-aanbod voor alle geïndiceerde en niet-geïndiceerde driejarigen binnen Spil. De fractie kan voor het merendeel meegaan met dit raadsvoorstel, maar heeft ten aanzien van de punten 5 en 6 nog enkele opmerkingen. Hoewel D66 voorstander is van de regierol van het basisonderwijs, dringt men erop aan dat de huidige samenwerkingsstructuren binnen Spil worden voortgezet. De huidige kwaliteit en de huidige kennis en ervaring moeten goed worden geborgd. Het is goed dat er per locatie een VVE-plan komt op basis van het kwaliteitskader VVE. Waarom kan de besluitvorming over dit beleidskader niet in één keer worden afgerond en komt het voorstel ten aanzien van de organisatorische vormgeving pas in mei of juni naar de raad?
4
A
De SP pleit ervoor om de regierol voorlopig nog bij de gemeente te houden. De aanbesteding per basisschool is een moeilijk punt; kan dat geld niet beter aan andere zaken worden besteed? De wethouder verwacht dat het nieuwe VVE-aanbod een effectief instrument is in de strijd tegen witte en zwarte scholen, maar staat de ontwikkeling van een intensieve en minder intensieve variant van het VVE-aanbod niet haaks op dit uitgangspunt? Net als veel andere fracties vindt de SP dat de deskundigheid, kennis en ervaring die in het veld is opgebouwd, behouden moet blijven. Waarom presenteert de wethouder in dit voorstel geen model aan de hand waarvan de kwaliteit van het aanbod kan worden geborgd? Op grond van welke overwegingen geeft de wethouder aan dat er bij de Spilpartners overeenstemming is over dit plan? De SP vindt dat er nog te veel onduidelijkheden zijn en kan op basis van dit stuk niet instemmen met het raadsvoorstel. Trots op Nederland vindt dat het kind centraal moet staan in een ononderbroken leerlijn van 3 tot 12-jarigen. De kennis en kunde die in het huidige VVE-aanbod is opgebouwd moet een plek krijgen in de nieuwe situatie. Is het niet mogelijk om de huidige peuterspeelzaalwerkers met een VVE-kwalificatie te detacheren naar het onderwijs? De PvdA vindt dat de wethouder te hard van stapel loopt en te veel bij de schoolbesturen wil neerleggen, terwijl deze onvoldoende duidelijk maken of zij wel kunnen meegaan met de wens om de opgebouwde kennis, ervaring en deskundigheid te consolideren en te borgen. Daarom vindt de PvdA dat de regierol voorlopig nog bij de gemeente moet blijven. Er moet voorkomen worden dat er in Eindhoven straks 54 verschillende VVEeilandjes gaan ontstaan. In de commissiebespreking van 31 januari jl heeft de heer Torunoglu verschillende voorwaarden aan de wethouder meegegeven. Hij vindt deze onvoldoende terug in het raadsvoorstel. Zolang de wethouder niet aan deze voorwaarden tegemoet komt, handhaaft zijn fractie de negatieve grondhouding. Het gaat hierbij om de volgende voorwaarden: • De VVE moet volgens het principe van vaste groepen, vaste leidsters en vaste dagdelen worden aangeboden; • Met de partners (de schoolbesturen) moeten aanvullende afspraken – in de vorm van aangescherpte streefdoelen – over het tegengaan van segregatie worden gemaakt; • Er moet een team van externe deskundigen worden ingezet om de kwaliteitsverbetering van het VVE-aanbod te beoordelen; • Er moet transparantie komen in de aanmeldingen; • De gemeente moet kunnen garanderen dat de kennis van en ervaring met het VVE-aanbod op uitvoeringsniveau voor een periode van vijfjaar behouden blijft; • Als er een overdracht van peuterspeelzaallocaties gaat plaatsvinden, moet de gemeente de fysieke investeringen verrekenen; voor deze
5
A
ruimtes moet geen symbolische maar een marktconforme prijs worden gerekend. Omdat dit nieuwe beleidskader ruimte biedt voor meerdere aanbieders voor VVE, heeft dit consequenties voor de huidige aanbieder. De PvdA vreest daarom voor verlies aan kwaliteit. Deze vrees wordt ondersteund door diverse signalen uit de stad. Bij interruptie merkt de heer Bouassria op dat ook hij de signalen heeft gehoord, maar dat hij de reactie daarop van de wethouder duidelijk vindt. De heer Torunoglu stelt dat hij niet voorbij wil gaan aan de reacties uit de stad; mevrouw Jacobs valt hem daarin bij. Het OuderenAppèl sluit zich aan bij de bijdragen van CDA en Trots op Nederland. De heer Mulder stemt in met de punten 1 tot en met 5 en wacht ten aanzien van punt 6 het antwoord van de wethouder af. De LPF informeert naar de criteria op grond waarvan een VVE-indicatie wordt afgegeven en vraagt of boventallig personeel met een VVEkwalificatie niet door andere VVE-aanbieders kan worden overgenomen. Volgens CDA en VVD is dit om verschillende redenen niet aan de orde. Er kan niet worden aangenomen dat er sprake is van boventalligheid, omdat er meer geld beschikbaar komt voor VVE. Bovendien gaat de gemeente niet over het personeelsbeleid van deze organisaties. Voor ‘leefbaar eindhoven’ is de borging van het huidige kwaliteitsniveau een belangrijke voorwaarde. Reactie van het college Er komt extra geld beschikbaar voor VVE. Dit betekent dat er financiële middelen zijn om een stadsbreed VVE-aanbod te realiseren en alle driejarigen en VVE-geïndiceerden een uitgebreid aanbod te doen, terwijl de budgetten voor de schakelklassen en het thuisprogramma Opstapje gehandhaafd blijven. De wethouder ziet dit als een belangrijk winstpunt. Bij deze uitbreiding neemt de wethouder het behoud en de verbetering van het huidige kwaliteitsniveau als leidraad. De rapporten van de inspectie tonen aan dat de kwaliteit van het aanbod aan driejarigen in Eindhoven op orde is. De inspectiecriteria, aangevuld met twee extra criteria ten aanzien van ouderbetrokkenheid en integratie, vormen samen het kwaliteitskader VVE. Hierover is in de regiegroep Spil overeenstemming bereikt. De wethouder zal de informatie over deze besluitvorming doorsturen naar de commissie. De wethouder heeft ervoor gekozen om de organisatiediscussie los te
6
A
koppelen van de visie over de inhoudelijke uitgangspunten en het kwaliteitskader. Eerst wil zij met de Spilpartners overeenstemming bereiken over de inhoudelijke uitgangspunten en evaluatiecriteria van het VVD-aanbod. Daarna krijgen de basisschooldirecteuren de gelegenheid om een locatieplan op maat op te stellen. De verschillen per locatie zijn groot; er zijn scholen met een tweepartnermodel en scholen met een driepartnermodel. Ook binnen de verschillende partnermodellen zijn de verschillen groot, omdat deze op basis van de locale omstandigheden worden ingevuld. Daarom wil de wethouder dat er per locatie een plan ‘op maat’ komt. Aangezien de basisscholen de verantwoordelijkheid gaan dragen voor het VVE-aanbod, moeten de schooldirecteuren kunnen bepalen met welke partner zij dit aanbod vorm willen geven. Ook schooldirecteuren willen dat de huidige kennis en kunde behouden en geborgd wordt. De wet Oké biedt hier belangrijke handreikingen voor. De wethouder gaat ervan uit dat de huidige tegenstellingen eerder op bestuurlijk niveau liggen dan op uitvoeringsniveau. Daarom geeft zij er de voorkeur aan om over kaderstellingen en voorzieningen te praten en niet over instellingen. Behoud van kennis en expertise is een belangrijk onderdeel van de kaderstelling; de doorgaande lijn (onder verantwoordelijkheid van het basisonderwijs) is eveneens een kader waaraan dit raadsvoorstel tegemoet wil komen. In antwoord op de vraag van de heer Torunoglu naar de verantwoordelijkheid ten aanzien van VVE geeft wethouder Scholten aan dat de gemeente verantwoordelijkheid draagt voor het verstrekken van de middelen, het kwaliteitskader en de toetsing daarop. De schooldirecteuren gaan de verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering: zij kiezen met welke gekwalificeerde samenwerkingspartner zij in zee gaan. Zolang dit wettelijk nog niet is geregeld, blijft de ‘nulde klas’ een voorschoolse voorziening. Hieraan kan de wethouder niets veranderen. Overigens blijft dit wel het richtsnoer van het EIndhovense beleid, maar nu ontbreken zowel de wettelijke kaders als de middelen om ze uit te voeren. Eindhoven komt hierop per jaar €€ 3 miljoen te kort. De wethouder geeft aan dat ook de schoolbesturen voorstander zijn van invoering van de nulde klas. Er is volgens haar geen meningsverschil over. Het raadsvoorstel vormt een belangrijke stap in de goede richting; de vertegenwoordigers van de basisscholen delen die mening. De basisscholen en de Spilpartners hebben over de keuze van de samenwerkingspartner nog geen besluit genomen. De brieven van ouders,
7
A
de ondernemingsraad en de cliëntenraad lopen vooruit op de besluitvorming. De wethouder pleit ervoor om de inhoud en niet de organisatiebelangen voorop te zetten. Zij wil een stadsbreed VVE-aanbod voor alle driejarigen realiseren met behoud en verbetering van het huidige kwaliteitsniveau. Om een goede doorgaande lijn te kunnen waarborgen, is het belangrijk om dit aanbod onder de verantwoordelijkheid te brengen van het basisonderwijs. De wethouder betreurt dat er onrust in de stad is ontstaan over het behoud van werkgelegenheid van peuterspeelzaalleidsters. Ongeacht het organisatiemodel waarvoor wordt gekozen, kan de werkgelegenheid van peuterspeelzaalleidsters redelijk worden gegarandeerd. De verkeerde beeldvorming leidt tot onrust, aldus de wethouder. Behoud van kennis en kunde blijft het uitgangspunt; de gemeente heeft niet voor niets zoveel geïnvesteerd. Met het huidige aanbod wordt echter slechts 40% van alle VVE-geïndiceerde kinderen bereikt; dit kan efficiënter. Bovendien moet het totale pakket de toets van staatsteun kunnen doorstaan. Dat betekent dat meerdere aanbieders op de markt een rol moeten kunnen spelen. Als de raad instemt met het beleidskader zijn vervolgens de locatiedirecteuren aan zet. Zij moeten een locatieplan opstellen voor de VVE-voorziening bij hen op school. Hierin moeten zij aangeven hoe zij het aanbod met behoud van kwaliteit en de aanwezige kennis en kunde kunnen realiseren. Daar zijn verschillende modellen voor; het is aan de locatiedirecteuren om eruit te kiezen. De vraag die nu voorligt is volgens de wethouder niet de vraag voor welk organisatiemodel er moet worden gekozen maar de vraag of de gemeenteraad de schooldirecteuren de taak wil geven om een locatieplan VVE op te stellen. Omdat de wethouder de locatiedirecteuren in de gelegenheid wil stellen een locatieplan op te stellen, is het noodzakelijk om de besluitvorming stapsgewijs aan de orde te laten komen. Zaken omtrent het organisatiemodel en detachering komen bij de besluitvorming in de volgende fase aan de orde. Het locatieplan zegt iets over de vorm van het VVE-aanbod, niet alleen wat betreft het organisatiemodel maar vooral ten aanzien van de afstemming tussen zwaarte van de problematiek en het inhoudelijke aanbod. Zo kan er maatwerk worden geleverd. Ook in dit geval volgt het geld het kind, aldus de wethouder, want kinderen met een VVE-indicatie krijgen van de gemeente vier dagdelen gecompenseerd. Voor kinderen zonder indicatie zijn dat er twee. Omdat er eveneens fors geïnvesteerd moet worden in de opleiding van leidsters, is niet de gehele subsidie te koppelen aan individuele kinderen. De wethouder streeft ernaar om de subsidiering van VVE buiten de aanbestedingsregeling te houden. Ook met het nieuwe beleid wil zij zo
8
A
goed mogelijk kunnen aansluiten op de huidige uitvoering, omdat de kwaliteit van het aanbod goed op orde. Behoud en verbetering van de kwaliteit zijn de uitgangspunten. Via een zogeheten subsidietender kan worden voorkomen dat deze dienst moet worden aanbesteed. Hier wordt hard aan gewerkt. De kwaliteit van het VVE-aanbod wordt door middel van het inspectierapport beschreven, maar de rapportage geeft geen informatie over de effecten van het aanbod. Over de meting hiervan is de wethouder in overleg met onderzoeksbureau Oberon. De VVE-indicatie van kinderen is niet gebonden aan een bepaalde omvang. In die zin is het inderdaad een openeinderegeling, waarschijnlijk te realiseren met het beschikbare budget. Niet de gemeente maar het consultatiebureau voert de VVE-indicatie uit. De consultatiebureaus zien de kinderen zeven keer in 2,5 jaar. In de commissienotitie was over deze indicatiestelling een uitgebreidere omschrijving opgenomen. De wethouder is er geen voorstander van dat kinderen met een VVE-indicatie automatisch worden doorverwezen naar de Lumensgroep. Zij is voorstander van meer transparantie bij de aanmelding en ziet mogelijkheden om dit te realiseren door Zuidzorg hierin een prominentere rol te geven. Zij vindt het onacceptabel dat er wachtlijsten zijn ontstaan voor VVE-geïndiceerde kinderen terwijl er wel middelen beschikbaar zijn om deze voorziening aan te bieden. De brief van het platform beschouwt de wethouder als een belangrijke handreiking en als ondersteuning voor het voorliggende voorstel. Tweede termijn De VVD is het op één punt (punt 5) niet eens met de wethouder. De fractie wil de schooldirecteuren meer kaders meegeven bij het opstellen van de locatieplannen. Hierover is een amendement te verwachten. Het CDA vindt dat er voldoende ruimte is om de opgebouwde kennis en kunde te behouden en dat de tweede stap in de besluitvorming kan worden afgewacht. De fractie neemt het voorstel mee terug naar de fractie. Men overweegt een motie over het onderwerp 'ouderbetrokkenheid.' Daarnaast geeft de heer Weijs aan dat hij, gehoord de discussie, de behoefte heeft om de kaderstellende rol van de raad ter verduidelijken. GroenLinks, D66 en Trots op Nederland gaan akkoord met het raadsvoorstel.
9
A
De SP wil vóór de raadsbehandeling meer informatie over de plannen voor een subsidietender. Het is voorstel maakt niet duidelijk hoe de integratiedoelstelling wordt nagestreefd en vermeldt te weinig over de verankering van de opgebouwde kwaliteit. Ook moet de raad in de gelegenheid worden gesteld om randvoorwaarden te formuleren voor het organisatiemodel waarvoor een school kiest. Als de wethouder op deze punten het raadsvoorstel niet uitbreidt, overweegt de fractie op deze punten met amendementen te komen. De SP kijkt met belangstelling naar het aangekondigde amendement van de VVD en overweegt deze mede te ondertekenen. De PvdA vindt net als de SP dat er ten aanzien van de organisatiemodellen voorwaarden gesteld moeten worden. Een duidelijke regierol van de gemeente is gewenst; hierover overweegt de PvdA een motie of amendement. Er komt ook een motie over het uitgangspunt dat het VVEaanbod gebaseerd moet zijn op een vaste leidster op een vaste groep. Ten aanzien van de integratiedoelstellingen is ook een amendement te verwachten. Als dit niet wordt aangenomen, zal de PvdA het raadsvoorstel niet steunen. De PvdA wacht de motie van het CDA inzake ouderbetrokkenheid met interesse af. Het OuderenAppèl gaat met een postieve grondhouding terug naar de fractie voor overleg. Dit geldt ook voor 'leefbaar eindhoven' en de LPF. De LPF overweegt het amendement van de VVD te steunen. Reactie van het college De wethouder wijst erop dat de regiegroep Spil het kwaliteitskader VVE heeft vastgesteld. Zij zal het document met spoed naar de commissie sturen. De mogelijkheden van de subsidietender zijn volop in onderzoek; op korte termijn kan de wethouder de commissie geen informatie sturen. Zij ziet het onderwerp als uitwerkingsvraagstuk; de raad ontvangt de uitwerkingsplannen in de vervolgfase, vóór de zomervakantie. In voorliggend voorstel gaat het om het kader – niet om de uitwerking. Conclusie. De voorzitter constateert dat de commissie niet unaniem adviseert. Hij stelt voor, het onderwerp te laten agenderen in de raadsvergadering van 8 mei a.s., categorie 'met moties en amendementen.' Hiermee stemmen allen in. In een aansluitend besloten gedeelte van de vergadering zal de commissie bespreken of de vertrouwelijkheid van de commissievergadering van 17
10
A
januari jl. gehandhaafd moet blijven. Commissieadvies: De wethouder heeft toegezegd het kwaliteitskader VVE 18 april aan de raad te doen toekomen. Daarnaast heeft de wethouder toegezegd dat in het nog aan te leveren raadsvoorstel over de organisatorische uitwerking (de wethouder streeft naar besluitvorming voor de zomer) aandacht te besteden aan o.a.: b de meetbaarheid van de resultaten; b de mogelijkheid van detachering van kennis en kunde bij het basisonderwijs. De commissie heeft als volgt geadviseerd: PvdA: stemvoorbehoud,
VVD:
akkoord, stemvoorbehoud,
D66: CDA:
akkoord; stemvoorbehoud,
GroenLinks: SP:
akkoord; stemvoorbehoud,
OuderenAppèl: Lijst Pim Fortuyn:
stemvoorbehoud, stemvoorbehoud,
'leefbaar eindhoven': Trots Op Nederland:
stemvoorbehoud, akkoord.
overwegen amendementen regie gemeente en segregatie en een motie randvoorwaarden, steunen de motie ouderbetrokkenheid van het CDA; punten 1 t/m 4 en punt 6, punt 5, overwegen amendement kaders voor schooldirecteuren waaronder geld volgt kind (gemiddelde kostprijs vaststellen); overwegen moties ouderbetrokkenheid en rollen (kaderstellende rol raad); overwegen moties en/of amendementen segregatie, kwaliteitsborging en organisatievorm, overleggen met VVD amendement; positieve grondhouding; positieve grondhouding, overwegen aansluiting bij amendement VVD; positieve grondhouding;
11
A 4
Overige agendapunten. 4.1 Discussienotitie ‘onderwijs met een plus’/ VSV (vervolgbehandeling) Dit agendapunt wordt verplaatst naar de volgende commissievergadering. De griffie zal nagaan of alle vragen naar de wens van de commissie zijn beantwoord.
5
Rondvraag en sluiting. De rondvraag van het OuderenAppèl inzake het voorstel voor deelname aan de dag van de armoede wordt positief ontvangen. De VVD maakt een klein voorbehoud omdat drukke agenda’s niet altijd toelaten dat deelname ook werkelijk kan worden gegarandeerd. Het CDA doet de suggestie om de werkbezoeken niet per fractie maar in groepjes van gemengde samenstelling af te leggen. Naar aanleiding van de rondvraag van de PvdA over daklozenopvang in het Western Hotel geeft de wethouder aan dat Eindhoven een andere beleidskeuze maakt dan de gemeente Rotterdam. In Eindhoven wordt de opvang in het Western Hotel ingezet voor de groep daklozen met lichtere problematiek. De hotelmanager is hierover geïnformeerd. Het artikel in het Eindhovens Dagblad berust haar inziens op een misverstand. Wethouder Schreurs heeft de vraag van het CDA over De Krabbedans schriftelijk beantwoord. In antwoord op de vraag van de VVD over het subsidieverzoek van de voedselbank zegt wethouder Scholten toe dat zij de brief van de voedselbank als subsidieverzoek zal laten inboeken en de raad op de hoogte zal houden van de voortgang. Onderwerpen zoals het stapelingseffect komen bij de bespreking van de kadernota aan de orde. Wethouder Helms zal de vraag van de PvdA over de verhuizing van de sportverenigingen schriftelijk beantwoorden. Dit geldt ook voor de vraag inzake het evaluatie Dierenwelzijnsbeleid (wethouder Scholten). Hierna sluit de voorzitter het openbare gedeelte van de commissievergadering.
12
A
mho/EC08003961
13