A
gemeente Eindhoven
Inboeknummer Verslagnummer 5 Bladnummer 507 Aanwezig 45 leden 20 juni 2003
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 15 april 2003, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 19.30 uur, einde 23.20 uur. Uitnodiging aan
dr. R.W Welschen mw. A.C. van Alphen de Veer-Paulen J.G.J.M. van den Biggelaar mw. S. Bulut-Kapucu M.J.A.M. van Bussel H.W.A. van Dijck G.J.H. Dijsselbloem A.J.W.M. Geerts mw. H.J.M.C. van Herk J.A.G. van Hout F. van Iersel drs. H.M.F. Janssen mw. M.T. Kamphorst mw. P.J.F. van Kessel-Jansen drs. H.J. Kielenstijn mr. P.P.H.A. Leenders J.J. van der Meer mw. J.A. Oomen mw. A.A.H.M. Pax mw. R.B. Dos RamosVerstraeten ing. R.A.M. Rooijakkers mr. M.C.J. de Schepper N.H. Stoevelaar A.H.C. Vestjens
Aanw.
burgem. VVD PvdA PvdA LE LE D66 LE CDA CDA SP PvdA SP PvdA LE CDA PvdA LE LE CDA LE D66 CDA CDA
Uitnodiging aan
drs. J. Verheugt mw. mr. dr. G.J.M. van den Biggelaar mw. drs. J.G.C.L. Breuers W.J. Burema mw. L.M.P. van DootinghHeijungs mw. Drs. M.C.T. Fiers B.J.M. Gerard A.F.W. Houben mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij mw. E.M.H. Joosten R.M. Kerkwijk mw. N.G.E.C. Keunen-Habets K.T. Kocak P.J. van Liempd mw. Ing. S.E. de Niet S. Panchoe J.B.W.M. Peters A.J.A. Rennenberg mw. mr. A. Romijn ir. J. Rozendaal J.C. Schut mr. P.H.F.G. Verhaegh dr. ir. J.M. Vleeshouwers
Aanw.
griffier PvdA GL PvdA D66 PvdA SP OAE VVD CDA GL LE CDA PvdA GL CDA LE OAE VVD VVD VVD VVD Stadspartij
A
Verslagnummer 5
Wethouders: ir. W.G.J. Claassen mw. ir. J. Kuppens A.M.C.J. Pastoor drs. C.A.M. Tetteroo
P.J.C. van der Grinten mw. drs. G.M. Mittendorff mw. drs. M. Schreurs gem. secr.
508
A
Verslagnummer 5
Overzicht van het behandelde Voorstel tot het vaststellen van de Voorjaarsnota 2004-2007. (voorstel 03.R403.001)
510
Voorstel inzake de noden en wensen van de culturele instellingen in Eindhoven. Uitvoering van motie 32, d.d. 31 oktober 2002. (voorstel 03.R421.001)
571
Sluiting
572
Besluiten 1 en 2
573
509
A
Verslagnummer 5
Verslag van het gesprokene
De Voorzitter opent om 19.30 uur de vergadering en vraagt enkele ogenblikken stilte voor gebed of overdenking. De Voorzitter: Dames en heren. Wij dienen vanavond de Voorjaarsnota vast te stellen, u hebt inmiddels enkele tientallen wijzigingsvoorstellen ingeleverd. Er is een initiatiefvoorstel van GroenLinks dat vanavond aan de orde zou moeten komen en wij moeten een besluit nemen over het voorstel met betrekking tot de noden en wensen van de culturele instellingen. IV.1.
Voorstel tot het vaststellen van de Voorjaarsnota 2004-2007. (voorstel 03.R403.001).
De heer Kielenstijn: Mijnheer de voorzitter. Op een groot aantal onderwerpen dat wij al in de commissies aan de orde hebben gesteld, zullen wij nu niet terugkomen, maar ons beperken tot punten die wij willen benadrukken of die dienen ter onderbouwing van inmiddels ingediende moties. Essentie van de huidige situatie is dat het fundament van onze economie als een kaartenhuis in elkaar dreigt te zakken. Er is een enorm dreigende situatie. Grote bedrijven verplaatsen hun productie naar het buitenland, het midden- en kleinbedrijf doet er alles aan om het hoofd boven water te houden en iedere dag melden veel nieuwe werklozen zich bij het CWI. Daadkrachtig bestuur is bittere noodzaak, waarbij maximaal moet worden ingezet op samenwerking met bedrijfsleven en kennisinstellingen. Voor de korte termijn heeft de inzet op terugdringen en voorkomen van nieuwe werklozen onze hoogste prioriteit, met name betreft dat nieuwe werklozen die als eersten de kans lopen in de bijstand te geraken: laagopgeleiden en jeugdigen. Leefbaar Eindhoven ziet hierbij twee oplossingsrichtingen. Door dreigend ontslag tijdig te signaleren, bestaat de mogelijk door te plaatsen naar nieuwe werkgelegenheid. Inzicht in beschikbare vacatures en nadrukkelijk inzetten op samenwerkingsstructuren, zoals het Regionaal Platform Arbeidsmarkt, zien wij als belangrijke mogelijkheden. Als iemand eenmaal is ontslagen, is het van belang te zorgen voor een goede startkwalificatie door gebruik te maken van scholingsmogelijkheden, zoals leer- en werktrajecten. De hoger opgeleiden vormen ons kapitaal voor doorontwikkeling zodra de economie weer aantrekt. Wij beschouwen deze groep als de strategische werklozen. Beleid dient te zijn gericht op het innovatief vermogen van deze groep, door haar op de juiste wijze te faciliteren, zoals met het programma Horizon. Van belang is echter dat koppelingen worden gelegd met arbeidsmarktpartijen. De ICT wizzkids zijn met een klein steuntje in de rug in potentie nieuwe ondernemers. De programmalijnen die nu voorliggen, zien er heel aardig uit. Zij zijn geschreven voor de middellange termijn. De visie Samen Stad is vertaald in 28 lijnen, maar het
510
A
Verslagnummer 5
ontbreekt aan een duidelijke integrale visie op arbeidsmarktbeleid. Tevens ontbreekt het aan een heldere formulering van beleidsprestaties op dit punt. Zorg voor een afstemming tussen arbeidsmarktbeleid en economisch beleid, zodat zij complementerend werken. De raad moet op dit punt goede afspraken kunnen maken met het college. Wij verzoeken u ultimo 2004 met duidelijke doelstellingen en beleidsprestaties te komen. Daarom stellen wij in een motie voor een extra programmalijn E7, arbeidsmarkt, toe te voegen. Wij hebben al eerder het belang en de economische spin-off van kleine ondernemers aangegeven. Te vaak worden bedrijfjes en kleine stichtingen opgeheven als gevolg van onvoldoende informatie en kennis, die wel voorhanden is. Uit de Voorjaarsnota blijkt dat u onze parelmotie van oktober voor het ondernemersloket hebt overgenomen. In de commissie hebt u aangegeven dat u bij de totstandkoming het bedrijfsleven wilt betrekken. Hierdoor wordt het loket vraaggericht ingevuld. Wij willen u daarvoor bedanken, maar wij zijn er nog lang niet. Dit is een eerste stap in de goede richting, wij zullen er later op terugkomen. Ook op cultureel gebied is er veel toptalent. Culturele ondernemers zijn van belang voor onze economie en voor het beeld van de stad. Op gebieden als design en technologie onderscheiden wij ons wereldwijd. Laten wij wat minder bescheiden zijn en uitdragen waar wij goed in zijn, op gebieden als design en technologie behoren wij tot de absolute top in Europa. Wij moeten blijven investeren in goede randvoorwaarden, een goed onderhouden leefomgeving en een prettig woon- en werkklimaat. Naast een goed onderhouden stad, moeten wij kiezen voor instellingen met een internationale uitstraling, zoals het Van Abbemuseum, het Muziekcentrum, een schouwburg van niveau, een topzwembad en een internationale campus. De heer Van den Biggelaar: U noemt topinstellingen, dat spreekt mij aan, maar in uw verkiezingsprogramma lees ik dat zij concurreren met kleinere culturele instellingen en dat u ten kosten van die instellingen wilt verschuiven. Is dit nog steeds het standpunt of zien wij hier een nieuw uitgangspunt? De heer Kielenstijn: Het een sluit het ander niet uit, wij vinden beide heel belangrijk, maar op de kleine culturele instellingen kom ik nog terug... De heer Van den Biggelaar: Zij concurreren niet langer met de grote, dus en-en in plaats van of-of? De heer Kielenstijn: Het is een vergelijking tussen appels en peren. Overigens ben ik blij dat u ons verkiezingsprogramma hebt gelezen. Omdat er geen structureel overleg is met kleine kunstenaars en kleinere instellingen van kunst en cultuur en omdat wij het belangrijk vinden dat er een goede afstemming is met het lokale culturele veld, dienen wij een motie in waarin wordt
511
A
Verslagnummer 5
voorgesteld een cultureel platform in te stellen, dat de raad gevraagd en ongevraagd advies kan geven, zodat hij zijn rol op dit beleidsveld beter kan vervullen. Bij een bruisende stad hoort een evenementenbeleid van allure. Leefbaar Eindhoven heeft met steun van andere fracties een flink hogere opbrengst van de toeristenbelasting gerealiseerd. Ons doel was en is het geven van een impuls voor meerdaagse evenementen, liefst met een bovenlokale uitstraling. Dat zal meer overnachtingen in de stad opleveren en dat maakt de cirkel rond. Daarom hebben wij spelregels afgesproken om te voorkomen dat de toeristenbelasting voor andere doelen wordt ingezet. Het college dient zich daaraan te houden. Kunnen wij nogmaals afspreken dat u de spelregels rond de besteding van de toeristenbelasting niet zult verruimen? Oprichting van platforms en overlegstructuren en het ontwikkelen van concepten kunnen niet uit deze opbrengst worden gefinancierd. Ons is een eenduidig transparant evenementenbeleid beloofd. Topsportevenementen en evenementen in de wijken zijn weggeschreven bij de sociale pijler. Kunnen wij er nog steeds op rekenen dat u voorkomt dat verschillende subsidiestromen uit verschillende portefeuilles naar de evenementen gaan? Ik heb eerder al het belang van een goed woon-, leef- en werkklimaat als randvoorwaarde voor een positieve economische ontwikkeling genoemd. Daarbij moet worden ingezet op de realisering van meer koopwoningen voor starters en voor mensen in de hogere inkomensklassen. Zorg voor een goede diversificatie en voorkom uitwijken naar de omliggende dorpen. Overigens zijn wij blij met de rigoureuze aanpak van black spots in de stad. Investeer ook in de revitalisering van bedrijventerreinen en parkmanagement. 80% van de € 8 miljoen van Stimulus is hiervoor nog beschikbaar. Gebruik de mogelijkheden van cofinanciering. Initiatieven die bijdragen aan medeverantwoordelijkheid van burgers dragen wij een warm hart toe. Initiatieven gericht op schoon en leefbaar houden van wijken hebben voor ons een hoge prioriteit. Organiserend vermogen stimuleren in plaats van beleidsnota's; mouwen opstropen en aanpakken. Geef de burgers meer zeggenschap, de mensen kennen hun wijk en hebben zicht op wat nodig is. Geef hen meer zeggenschap over de eigen buurten door vertrouwen te geven en te investeren in eigen verantwoordelijkheid. Dat is nieuwe bestuurscultuur. Faciliteer een wijk- of buurtvereniging en laat vrijwilligers uit die verenigingen zelf organiseren en aanpakken. Wij zouden graag zien dat naast het ontwikkelen van programmalijnen ook wordt aangepakt met een schone wijk als inzet. Wij zullen proberen u te inspireren door het indienen van een motie over een pilot. Voor anticyclisch investeren, zodat de sociale en economische infrastructuur op peil blijft tot het moment waarop de wereldeconomie weer aantrekt, is lef en visie nodig. Benut daarbij mogelijkheden van cofinanciering via SRE-gemeenten, provincie, rijk en Brussel. Den Haag heeft Zuidoost-Nederland, met Eindhoven als centrum, in het rapport Naar gebiedsgerichte economische groei aangeduid als een kennisinnovatieve regio. Economische groei en expansie in werkgelegenheid moeten bij uitstek in dit gebied plaatsvinden, dat geeft kansen in termen van fikse subsidies uit Den Haag. De lobby in dezen is nog onvoldoende georganiseerd.
512
A
Verslagnummer 5
Het bevreemdt ons dat er geen duidelijke economische visie is, zeker gezien de actuele noden. EZ is versnipperd over alle diensten. In de commissie hebben wij al gepleit voor een stevige economische dienst waar alles op economisch terrein wordt gecentraliseerd. Nu is de portefeuille economische zaken verdeeld over DSOB, AOZ, WZI en MO, dat is onduidelijk en ondoordacht. U hebt een nota toegezegd met een eerste aanzet voor verbetering van coördinatie, dat is te mager. Wij zullen door middel van een motie verzoeken in dezelfde nota in te steken op centraliseren van functies in een economische dienst. Als u een nota laat schrijven, laat dan meteen weten hoe u wenst om te gaan met partijen die zich met economische zaken bezighouden, zoals de NV REDE. U hebt REDE een bezuinigingsopdracht van 5% gegeven, een inventarisatie van taken zou zeer op haar plaats zijn voor een bezuinigingsoperatie wordt doorgezet. Deze instelling heeft een duidelijke sleutelrol in het versterken van de sociaal-economische structuur. Bij economisch zwaar weer wordt door bedrijven het eerst bezuinigd op de grootste kostenposten, de overheid bezuinigt, maar handhaaft het ambtelijk apparaat en breidt het zelfs uit. Hiermee worden verkeerde signalen afgegeven en verkeerde keuzen gemaakt. Leefbaar Eindhoven heeft voorkeur uitgesproken voor een selectief aannamebeleid, waarbij van drie nieuwe vacatures er slechts één wordt ingevuld. Wij willen graag van de wethouder weten wat zijn voornemens op dit punt zijn. Wij zullen hierover een motie indienen. U kent ons standpunt over het inhuren van externe adviesbureaus. In dit verband wijs ik op de conclusies van de Rekenkamer in Rotterdam. Van de onderzochte opdrachten voldeed 66% niet aan minimaal te stellen eisen. Van het bedrag van € 41 miljoen voor advieskosten werd slechts € 7 miljoen rechtmatig besteed. Op dit terrein is nog flink te bezuinigen.
Mevrouw Joosten: Mijnheer de voorzitter. In de Voorjaarsnota die wij vandaag bespreken, worden de kaders aangegeven voor de komende vier jaar. Wij zijn blij dat de prioriteiten van Samen Stad nu in concrete programmalijnen worden uitgewerkt. Helaas is de economische teruggang ook in onze stad goed merkbaar. De CDA-fractie wil in verband daarmee de tering naar de nering zetten, daarbij willen wij dat de begroting structureel sluitend blijft, tenslotte is dat een verplichting. Daarom moeten keuzen worden gemaakt. Ik wil nog ingaan op enkele punten die in commissievergaderingen zijn aangestipt en waarover wij nu moties zullen indienen. In de sociaal-economische pijler vragen wij een grote inzet om de groeiende jeugdwerkloosheid in onze stad aan te pakken. Wij hebben in de stad en de regio goede ervaringen met de programma's van Stimulus, de ESF-gelden ut Brussel zijn nog niet uitgeput. De scholing van jongeren kan heel goed opnieuw regionaal worden aangepakt, dat is een heel positieve vorm van samenwerking. Is het college bereid te onderzoeken of de herstart van Stimulus-activiteiten zinvol is? Gisteren hebben wij al uitgebreid gediscussieerd over Home. De financiële positie is zorgelijk, bij de behandeling van de begroting hebben wij een motie aangenomen waarin incidenteel geld werd gevraagd voor dit jaar en structureel geld vanaf 2004.
513
A
Verslagnummer 5
De ambities van het bestuur van Home zijn groot, Home is een prachtige attractie voor gezinsuitstapjes en educatieve schoolexcursies. De organisatie kan bij evenementen worden ondergebracht. Dan kan een deeltje van de opbrengst van de toeristenbelasting als subsidie aan Home kunnen worden gegeven. Hierover zullen wij een motie indienen. Bovendien willen wij onderzocht zien of de begeleiding van enkele medewerkers via een activeringstraject kan worden gefinancierd. Ook dat geeft enige extra ruimte. Het binnenstadsmanagement heeft een actieve organisatie, de VVD heeft alle mensen genoemd die eraan deelnemen. Het heeft het plan opgevat in de binnenstad reclamebelasting te heffen om daardoor het verblijfsklimaat te verlevendigen. Wil het college op korte termijn bekijken of het plan haalbaar is? Tot de tijd waarop de reclamebelasting geld gaat opleveren, acht de CDA-fractie het verantwoord een klein deel van het geld -- € 1 miljoen -- dat voor het Lichtplan nog op de plank ligt, te gebruiken om de organisatie startmogelijkheden te geven. In de ruimtelijke pijler resten nog twee zaken. In de commissie is de wethouder al gevraagd hoe het zit met de herontwikkeling van de Stratumse kerken. De berichten waren niet gunstig, het bisdom wilde niet meewerken. Toch willen wij van de wethouder horen wat zij op korte termijn wil doen om die zaken de goede kant op te krijgen, zodat in de typische gebouwen, die voor de wijk belangrijk zijn, weer activiteiten kunnen plaatsvinden. In deze pijler is ook de grondwateroverlast van belang, het is voor veel buurten een enorm probleem. De CDA-fractie trekt hierover al jarenlang aan de bel, in 2002 is een voorstel voor de verdere aanpak aangenomen. Er zijn middelen vrijgemaakt voor projecten, intussen is onderzoek gedaan en zijn maatregelen getroffen, maar er moet nog heel hard worden gewerkt om alle problemen in kaart te brengen. Wij hebben er steeds op aangedrongen hiervoor geld vrij te maken. Nu blijkt dat de aanpak wordt geremd als gevolg van de beperkte middelen. Dat kan niet, daarom vragen wij voor de periode 2004 - 2007 in kaart te brengen welke onderzoeken nodig zijn en welke voorzieningen moeten worden getroffen. Wij willen bij de begrotingsbehandeling in het komende najaar inzicht in de kosten hebben, zodat wij de nodige middelen kunnen reserveren. Een motie hierover is mede ondertekend door Leefbaar Eindhoven, de PvdA, de SP, D66 en het OAE. Voor onderhoud en renovatie van accommodaties voor de breedtesport hebben wij in het najaar al aandacht gevraagd. Het toen beschikbare geld is gebruikt voor renovatie en uitbreiding, nu zijn vervolgstappen nodig. Wij willen graag een plan van aanpak met de financiële consequenties, zodat wij het bij de behandeling van de begroting opnieuw kunnen overwegen. De bestrijding van de legionellabacterie is uit een oogpunt van volksgezondheid zo urgent dat zij zonder dralen moet plaatsvinden. De kosten ervan moeten door de gemeente worden betaald, maar dat mag niet leiden tot verhoging van de tarieven. Wij zullen een motie van de SP hierover steunen. In de commissie hebben wij al royaal gesproken over het armoedebeleid binnen de sociale pijler. Voor de volgende commissievergadering is al een voorstel met
514
A
Verslagnummer 5
betrekking tot gezinnen met kinderen aangeboden. Toch zal ook een voorstel moeten worden gedaan voor ouderen met alleen AOW en een klein aanvullend pensioen. Tevens dringen wij erop aan het niet-gebruik efficiënt aan te pakken, wij hopen dan ook dat de nieuwe seniorenraad in goede samenwerking met het OVO er veel aan zal kunnen doen. Ook de onderzoeken naar de gezondheidstoestand van bewoners van de kwetsbaarste wijken geven ons aanleiding sterk te pleiten voor een krachtige en vernieuwend gezondheidsbeleid. Dat kan bij uitstek een onderwerp zijn waarbij de stadsdeelkantoren in samenspraak met de bewoners aan de gang gaan. De samenwerking in de regio tussen rood, wit en blauw mag als voorbeeld dienen voor een goede regionale samenwerking, die op andere beleidsterreinen nog op gang moet komen. De onbalans tussen de centrumgemeente en de omliggende gemeenten moet worden aangepakt om het woon- en leefklimaat in de hele regio Zuidoost-Brabant zo goed mogelijk te ontwikkelen. Over gedifferentieerde tarieven voor cultuur zal door D66 een motie worden ingediend, die wij zullen steunen. Wij hopen dat er bij de behandeling van de begroting meer duidelijkheid over zal zijn. In veel steden is een stadsetiquette ontwikkeld, waardoor de manier waarop mensen met elkaar omgaan bespreekbaar wordt gemaakt. Hoe kunnen wij de eigen omgeving veiliger, schoner en gezelliger maken, hoe voelt men zich thuis in de eigen buurt? Is het college bereid per stadsdeel gesprekken te beginnen om tot praktische oplossingen te komen? Wij betreuren de onrust bij de dorpsraad Acht en de wijkraad VaartbroekHeesterakker-Bokt. De motie die wij dit najaar hebben aangenomen, dient te worden uitgevoerd: eerst evalueren en daarna bezien hoe de toekomst eruit zal zien. Wij hebben een motie van de PvdA op dit punt mede ondertekend. In de commissie heb ik over NRE gesproken, daarna las ik in het Eindhovens Dagblad dat NRE het vorig jaar € 29,5 miljoen winst heeft geboekt. Vroeger werd 90% van de winst uitgekeerd aan de aandeelhouders, volgens de krant zou de directie van plan zijn het nu bij 40% te laten. Wij begrijpen dat investeringen nodig zijn om NRE bij verkoop een aantrekkelijke bruid te maken, maar een verschil van 50% in de dividenduitkering vinden wij te veel... De heer Gerard: Sinds wanneer verkoopt het CDA bruiden? Mevrouw Joosten: ... in het licht van alle bezuinigingen. Wij verzoeken uw college, als vertegenwoordiger van de grootste aandeelhouder -- 80% --, zich sterk te maken voor een hogere dividenduitkering ten behoeve van de kas van de gemeente. Een meevaller zou nu eens een prettige variatie zijn. Een belangrijk punt is de onderuitputting van de bijzondere bijstand. Signalen uit de stad doen ons vermoeden dat een te gering beroep op de bijzondere bijstand wordt gedaan, daarom heb ik er al op aangedrongen niet-gebruik tegen te gaan. De risico's als gevolg van de nieuwe wet en de onzekerheid als gevolg van nieuwe werklozen maken het ongewenst om € 500.000,-- structureel in te boeken. Wel willen wij dit jaar
515
A
Verslagnummer 5
€ 200.000,-- hiervan benutten voor minimabeleid. Na afloop van het jaar kunnen wij vervolgens beoordelen of middelen overblijven. Deze behoeven niet gereserveerd te blijven, na afloop van het jaar mag een overschot terugvloeien naar de algemene middelen. Dat is dus een variatie op de motie van de PvdA. Mevrouw Van den Biggelaar: Hebt u concrete ideeën over de besteding? Mevrouw Joosten: Ik heb al gezegd dat voor ouderen, die alleen aan AOW-uitkering en een klein pensioen hebben, extra maatregelen moeten worden voorgesteld. Ook voor het voorstel met betrekking tot gezinnen met kinderen moeten wij de middelen nog vinden. Het OAE heeft een motie ingediend over het noodfonds, maar als wij de zaken structureel goed regelen wordt dat fonds overbodig. Als blijkt dat de middelen niet worden gebruikt, mogen zij terugvloeien naar de algemene middelen en voor andere doeleinden worden gebruikt. Het is begrotingstechnisch niet handig, maar wij willen niet het risico lopen dat wij, als mensen een beroep op de bijzondere bijstand doen, "neen" moeten verkopen. De heer Van den Biggelaar: Mijnheer de voorzitter. Ook het CDA spreekt over een sluitende begroting en daarmee zijn wij het natuurlijk eens, maar als men echt de tering naar de nering wil zetten, moet het niet zoals in deze nota, maar andersom: grotere creativiteit in het benutten van kansen, vrij maken van incidentele middelen en pas daarna temporiseren van ambities. Ik heb al eerder aangegeven dat het andersom kan. Wij geven onverkort onze steun aan deelname van Eindhoven aan SRE-programma's zoals Horizon. Dat laat de noodzaak van inzet van ons college bij economische problemen onverlet, liefst zo praktisch mogelijk. Wij verwachten van het college beleidsprestaties bij Eindhovense economische zaken. Of het college dat realiseert met deze formatie of een eigen afdeling EZ, is zaak van het college. In een dualistisch bestel, waarin de raad gaat over het "wat" en het college over het "hoe", is dat geen zaak van ons. Wij zullen de motie van Leefbaar Eindhoven dan ook niet steunen. Wel steunen wij de motie over een programmalijn arbeidsmarktbeleid en de programmalijn van het college inzake upgraden van de winkelstrips. Dat geldt ook het voornemen een betere dienstverlening voor het midden- en kleinbedrijf te realiseren. Deze sector realiseert veel werkgelegenheid en heeft recht op een betere dienstverlening. Waar mogelijk zou u zelfstandige ondernemers zonder personeel of kleine bedrijfjes extra moeten steunen, omdat zij op een eigen manier bijdragen aan de leefbaarheid. Het ene loket behoeft geen € 100.000,-- extra te kosten, wij steunen deze programmalijn mits u dit budgettair neutraal regelt. Hierover dienen wij een amendement in. Hebt u er zicht op wat REDE na een korting van 5% niet meer zal doen? Wij willen hierover nog steeds meer informatie. Op voorspraak van onder andere Leefbaar Eindhoven is de toeristenbelasting verhoogd. Wij houden voorkeur voor een percentage in plaats van een vast bedrag,
516
A
Verslagnummer 5
los daarvan vinden wij het zeer wel verdedigbaar om een deel van de opbrengst te gebruiken als algemeen dekkingsmiddel. Daarom zullen wij de motie van de SP steunen. In verband met ICT hebben wij al eerder gevraagd wanneer wij een uitgewogen Ivisie krijgen. Met de voorgenomen bezuiniging op de bijzondere bijstand zijn wij het niet eens. Ook als van rijkswege de mogelijkheden voor een lokaal armoedebeleid worden afgesneden, willen wij zoeken naar mogelijkheden om budgetten beschikbaar te houden voor de doelgroep. Daarover zullen wij een motie indienen. Over de ruimtelijke pijler hebben wij eerder al een en ander gezegd, wij zijn blij dat de programmalijn R2 nu stedelijke vernieuwing heet. Wij hebben overigens nog steeds vragen bij schoon, heel en treurig. Wij hebben gisteren al de discussie over de cultuur gehad. Los van de vraag of wij het met de wethouder eens zijn, wil ik haar nageven dat zij als vervangend wethouder zich snel heeft ingewerkt in het dossier, voordien ging het in een veel lager tempo. Op een platform voor kunstenaars, cultuurproducenten en kleine instellingen zitten wij niet te wachten. Dat wordt een Babylonische spraakverwarring in een Eindhovens poldermodel in olieverf. In de sociale pijler loopt een aantal belangrijke programma's, zoals handvatten voor herstel en jeugd en veiligheid, die aansluiten op een visie. Hierbij vergeleken is de sociale agenda nog een mager beginnetje. Wij begrijpen inmiddels dat een brede school een uitgebreider Spilcentrum is, wij houden vast aan onze voorkeur brede scholen met voorrang te realiseren in onderwijsachterstandsgebieden. Wij constateren een hoge prioriteit voor de breedtesport, al was het maar als legitimatie voor kostbare topsportvoorzieningen. Is het dan verantwoord tarieven te verhogen door de kosten van legionellabestrijding erin te verwerken? Wij steunen de motie van de SP op dit punt. Gisteren hoorden wij nog van wethouder mevrouw Schreurs dat bezuinigingen in alle sectoren noodzakelijk zijn en dat ieder zijn deel krijgt, ook de cultuur. Uit de Voorjaarsnota krijg ik het idee dat de wethouder van sport als enige niet bij de Mittendorff-sessies is geweest. Behalve punt 22 in de groslijst zien wij in deze sector geen bezuiniging. Waarom is daar, evenals in de cultuur, geen taakstelling opgenomen? Er is een hele programmalijn voor vrijetijdsaccommodaties. Daarvan heb ik al eerder gezegd dat u dat kunt koppelen aan civic centres en andere voorzieningen. U zou zich eens moeten afvragen waarom Loket W dit beleid graag teruggeeft aan de gemeente. Een zwaarder punt is diversiteit en inburgering. Het is op zichzelf een aardige programmalijn, zij het nog wat mager. Het is een goed verhaal, maar de bezuiniging op de taken van Balans kan ik er niet inpassen. Schrap deze bezuiniging. Tot slot kan ik u hierbij een simpele minder meer bezuiniging aanreiken. Schrap programmalijn S8. Wij hebben een goed functionerend OVO, waarom zouden wij
517
A
Verslagnummer 5
€ 150.000,-- uitgeven aan de seniorenraad, die niet meer is dan een speeltje van het OAE als dank voor steun aan een vijfpartijencollege? Bij de algemene beschouwingen in oktober is een motie aangenomen die erop was gericht de budgetten voor wijk- en dorpsraden te behouden zo lang de stadsdeelkantoren de functies niet evenwaardig hebben overgenomen. De bezuiniging staat nog steeds in de groslijst. U loopt hier te ver voor de troepen uit. Men wil, aldus het verkiezingsprogramma van een grote partij in onze stad, € 10 miljoen besparen door beter politiek management. Ik heb er nooit in geloofd en dat is jammer, want het college zou hiermee ineens uit de problemen zijn. Nu komt er een nieuwe losse flodder: van iedere drie vacatures er maar één opvullen. Wij hebben twee vacatures, voor een directeur RO en een directeur WZI, die wij niet opvullen omdat wij kiezen voor het opvullen van de vacature voor een secretaresse. D66 komt een beetje dichterbij, zij verwacht blijkens haar motie een HRM-beleid met budgettaire maatregelen bij het personeel, maar HRM kent iets meer ambities. Wij zullen deze moties niet steunen, omdat het afgelopen moet zijn met ongemotiveerd afwentelen van problemen op ambtenaren uit de eigen organisatie. Dit roept-umaar-beleid wekt geen vertrouwen. Van het college krijgen wij een programmalijn verbetering bedrijfsvoering, waarvoor structureel € 150.000,-- meer wordt gevraagd. Daarnaast is er het voorstel het probleem van de boventalligen op te lossen door ze eenvoudig structureel te maken. Kunnen wij voor de begroting een echte nota over het HRM-beleid tegemoet zien? Dan kunnen wij grondig bezien hoe het er met het gemeentepersoneel voorstaat. "Denkend aan Eindhoven verwachten wij een open en krachtdadig bestuur dat zijn burgers en ambtenaren respecteert" staat in hetzelfde programma. Ik heb nog enkele ideeën voor bezuinigingen: kostendekkend maken van bedrijfskantines, energiebesparing in gemeentelijke gebouwen, een kritisch gemeentelijk inkoopbeleid, invoeren van reclamebelasting en toeristenbelasting voor een deel ten goede laten komen van de algemene middelen. Eigenlijk hadden wij van dit college verwacht dat het met een nieuwe bestuurscultuur zou gaan besturen. In deze Voorjaarsnota zie ik geen echte keuzen en geen consistent beleid. Ik vraag mij af of dit college met Samen Stad de problemen van de stad wel aan kan. De heer Rennenberg: Ook ik ben het niet eens met de drie-op-één-motie van Leefbaar Eindhoven. U noemde vacatures voor twee topfuncties. Zou het niet denkbaar zijn deze uit de eigen gelederen in te vullen? Zou u het daarmee eens zijn? De heer Van den Biggelaar: Dat laat ik graag over aan het college. Wij gaan over het wat, het college over het hoe. Het college stuurt het ambtelijk apparaat aan, ik verwacht een degelijke nota over het HRM-beleid, waarin ik kan zien hoe het college met het personeel omgaat, zodat wij zulke dingen niet in de krant behoeven te lezen en geen moties met rare losse flodders krijgen. Het is natuurlijk te gek voor woorden te besluiten dat maar een van elke drie vacatures wordt vervuld.
518
A
Verslagnummer 5
De heer Kielenstijn: U begrijpt dat ik mij aangesproken voel. Met onze motie heb ik niet de aangewezen oplossingsrichting willen aangeven, maar duidelijk willen maken dat ook de raad een verantwoordelijkheid heeft bij het zoeken naar richtingen voor de aanpak in het huidige klimaat. Als u een beter voorstel hebt, wil ik dat graag overwegen, maar zo'n voorstel heb ik van u niet gehoord. De heer Van den Biggelaar: Dit wordt flauw.
De heer Schut: Voorzitter. Ik ben niet van plan terug te komen op alle discussies die wij in de commissies hebben gevoerd. Wij hebben tezamen gepoogd alle nuttige onderwerpen aan de orde te stellen. Ik heb nog enkele kleine punten, daarnaast zal ik proberen te bekijken in hoeverre dit college Samen Stad kan waarmaken, aangezien dat de aanzet is voor de gesprekken over de begroting in de tweede helft van het jaar. Ik vrees dat het college de ambities van Samen Stad zal moeten bijstellen. Als ik zie waarop het is gebaseerd, kom ik tot een aantal onthutsende vaststellingen, waarbij in elk geval zeker is dat er geen geld genoeg is. Het college heeft dat zelf ook begrepen, het zegt op pagina 3 "de mogelijke temporisering van de uitvoering van de ambities", op pagina 4 "de gulden regel: eerst verdienen, dan uitgeven" en op pagina 76 "voor de dekking van Samen Stad is geen structurele ruimte beschikbaar". De Voorjaarsnota bevat erg veel PM-posten en nog te onderzoeken posten. Waar zij iets concreter wordt, rijst de vraag of het geen luchtfietserij is. In R8 gaat het om een actief Grondbedrijf, dat voor € 10 miljoen grond verkoopt. Dat is erg ambitieus. Een actief Grondbedrijf zal eerst strategische aankopen moeten doen en die kosten geld. Dat geld is niet opgenomen. Bij de verkopen rijst de vraag naar de spelregels. Wij hebben er nog nooit over gesproken, ik vind het erg hoog gegrepen en vraag mij af of wij niet bezig zijn ons tafelzilver te verkopen. Beleggingen EIK zijn niet succesvol, bijstelling naar beneden is nodig doordat minder rente binnenkomt. Bij de VTA's is een bezuiniging van € 10 miljoen voorzien, hoe reëel is dit? Ik geloof te enen male niet dat dat zomaar mogelijk is. Op pagina 73 staan extra bezuinigingen, waaronder onderuitputting bijzondere bijstand. Daarbij heb vraagtekens. Het is denkbaar dat wij dit geld nodig zullen hebben als gevolg van de toenemende werkloosheid en de vergrijzing. Maakt u eerst maar eens duidelijk hoe dat in elkaar zit. Nr. 3 betreft de personele overhead. Hoe denkt u die post te realiseren? Ik heb er nog geen plan voor gezien en ik geloof er dan ook niet in. Volgens nr. 4 gaan de regiogemeenten meebetalen aan de culturele en topsportvoorzieningen. Wij hebben inmiddels de reactie uit de regiogemeenten gehoord. Ik heb de indruk dat de manier, waarop dit is aangezet, niet juist was, het had waarschijnlijk iets subtieler moeten worden aangepakt. Laat het college de utopie van het gratis openbaar vervoer maar vergeten. De investering daarin is zonde van het geld, gezien de situatie in Nederland en de
519
A
Verslagnummer 5
opvatting van de regering trekken wij hierbij aan een dood paard. Ondertussen wordt er geld, energie en mankracht in gestoken, dat is jammer. Het belangrijkste probleem, waarmee wij op het ogenblik worden geconfronteerd, is de werkgelegenheid, dus de toenemende problemen op de arbeidsmarkt. Wij hebben onlangs samen met het SRE een prachtig programma, Horizon, gelanceerd om dit aan te pakken. In plaats van REDE daarin een belangrijke taak te geven, zoals ook bij Stimulus is gedaan, wordt REDE gekort met 5%. Hoe moet ik dat verklaren? Aan de ene kant wilt u iets, aan de andere beperkt u de mogelijkheden, dat is echt onbegrijpelijk. Het economisch beleid van de gemeente Eindhoven is nog steeds versnipperd, dat is niet nieuw, mijn fractie wijst er al jaren op. Nieuw is wel dat ook Leefbaar Eindhoven dit opmerkt en zelfs met een motie is gekomen, die wij uiteraard zullen steunen. Gelukkig hebben wij de onderwerpen veiligheid en handhaving terug in de nota. Het meest wordt betaald uit GSB-middelen, dat zit dus goed. Een vurige wens van detailhandel en horeca in de binnenstad is camerabewaking. Door reclamebelasting, die wij in een motie voorstellen, kunnen extra middelen vrij komen om een en ander te realiseren. De betrokkenen willen reclamebelasting en camera's. De heer Kerkwijk: Toen ik de motie las, leek zij mij sympathiek, omdat de aanwending van de opbrengst heel wenselijk is. Nu u dit doel toevoegt, maakt u uw beweegredenen heel duidelijk. Dit punt is in de motie niet vermeld. De heer Schut: De motie noemt een aantal punten en zegt bovendien "enzovoort". Ik heb nu geconstateerd dat mogelijk extra middelen vrij komen. De heer Kerkwijk: Ik begrijp dat de camera's onder "enzovoort" vallen. De heer Schut: Dat is denkbaar, wij zijn er nog niet over bezig geweest. Wij hebben alleen geconstateerd dat er dan geld vrij komt, over de besteding kan met belanghebbenden en ons nader worden gesproken. De boot van Sinterklaas en december sfeermaand moeten er komen. Als er dan geld over is, kunnen wij ook over camera's praten. Daarvoor zullen prioriteiten moeten worden bepaald. De heer Kerkwijk: Ik begrijp dat de prioriteit bij Sinterklaas en niet bij de camera's ligt. De heer Schut: Ik begrijp uw opvatting, ik vind haar sympathiek. Ook mijn prioriteit ligt bij Sinterklaas. De Voorzitter: Gezien de financiële toestand is dat zeker nodig! De heer Kielenstijn: Bij ons spelen nog twee vragen. Wij hebben het vermoeden dat wij bij heffing van reclamebelasting straks meer geld kwijt zijn aan de heffing en invordering dan de belasting zelf opbrengt. Er is ook een technisch aspect. Als wij
520
A
Verslagnummer 5
reclamebelasting heffen om de opbrengst ten goede te laten komen aan dit gebied, vraag ik mij af of wij het geld kunnen oormerken. Volgens mij komt het in de algemene middelen, het is nog maar de vraag of wij de bestemming juridisch vertaald kunnen krijgen. Wij vinden het een goede gedachte de mogelijkheden te onderzoeken, maar invoeren is nu een stapje te ver. De heer Schut: Ik neem aan dat wij hierover een reactie van het college zullen krijgen. Ik voel voor de gedachte die u formuleerde, wellicht vinden wij elkaar op dat punt. Ik vind in de Voorjaarsnota geen structureel geld voor monumenten. In R6 noemt u meer huisvestingsmogelijkheden voor studenten, ouderen en gehandicapten, maar u geeft daaraan geen concrete invulling. Wat gaat u precies doen? Herinnert de wethouder zich de discussie over de studentenhuisvesting? In zes maanden tijd zou alles worden opgelost, de vraag is of dat intussen al concreter is geworden. De zes maanden zijn langzamerhand voorbij. In R8 wordt gesproken over het parkeerverwijssysteem dat zal worden verbeterd. Ik meen dat er geen verwijssysteem is, hoe kunnen wij het dan verbeteren? Wij vragen al jaren zo'n systeem in de stad aan te brengen. In de nota staat dat het college nadenkt over de verkoop van parkeergarages. Is dit nieuw beleid of is deze mogelijkheid al besproken met iemand die ik niet ken? Ik weet wel dat wordt onderhandeld over aankoop of huur van de Hooghuysparkeermogelijkheden in samenhang met het tegenoverliggende terrein Fens. Dat leidt tot het verdwijnen van plaatsen aan de ene en toevoeging van plaatsen aan de andere kant. Ik begrijp het niet echt. In het boek is geen toelichting te vinden waardoor het duidelijker wordt. Indertijd hebben wij gesuggereerd eerst af te maken waarmee wij bezig zijn. Daarop spreek ik vooral de onderhandelaars van dit college aan. Laten wij daarmee beginnen bij de sanering van de sector cultuur. Op de manier waarop wij nu bezig zijn, komen wij niet verder. Ook gisteren sprak mijn fractie over de nijpende problemen in deze sector, wij proberen met onze voorstellen een kwaliteitsslag te maken die nodig is om een en ander weer op de rit te krijgen. Wij kunnen niet verder als de in het verleden ontstane problemen niet worden opgelost. Als de cultuursector moet blijven bestaan door subsidiëring via eten en drinken, is er geen goed beleid. De Chippendales in het Muziekcentrum, alleen om de kas te spekken, geeft blijk van een verkeerde aanpak. Onze motie over het instellen van een raad voor kunst en cultuur is alleen bedoeld om uit de impasse te geraken. Onze zorg over de bibliotheek is gemeend. De consequenties van het feit dat wij deze basisvoorziening hebben, moeten wij onder ogen durven zien. De sector vraagt oplossen van oude problemen, beleid gebaseerd op nuchtere waarnemingen en vooral bestuurlijke moed en daadkracht. Wij willen de kosten van de legionellabestrijding in elk geval niet ten laste van de sporters brengen. Het probleem van Home aanpakken met behulp van toeristenbelasting, zoals mevrouw Joosten voorstelde, heb ik deze week ook al aangekaart. Het idee heeft dus onze sympathie.
521
A
Verslagnummer 5
In de commissie heb ik al een compliment gemaakt voor de aanpak van de black spots. Eindelijk gebeurt het, dank u wel. Wij zullen de motie van het CDA met betrekking tot de grondwateroverlast steunen. Ook met het nieuwe voorstel inzake noden en wensen van de culturele instellingen zijn wij het niet eens. De moties en amendementen, die wij hebben ingediend, spreken voor zichzelf. Mocht dat niet het geval zijn, dan hoor ik het wel en ben ik graag bereid nadere toelichtingen te geven. De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. Het doel van een oppositiepartij is onder andere te laten zien dat er alternatieven zijn, ook in deze moeilijke tijden. Overigens draagt een toonzetting, die zo dramatisch is als van Leefbaar Eindhoven, bij aan de politieke verlamming die het college lijkt te kenmerken. Zo'n verlamming versterkt het effect waaruit de uitlatingen voortkomen. Juist in een tijd waarin het slecht gaat, wordt van een overheid creatief handelen gevraagd. Er zijn vele keuzen mogelijk, die de SP deels heeft neergelegd in amendementen. Daarin is te zien dat ook in de huidige omstandigheden een ander soort politiek mogelijk is. Wij zijn er, bijna ouderwets, zo ver in gegaan dat wij een dekkingsplan hebben gemaakt, dat bestaat uit algemene dekking van € 2,13 miljoen door een schuifoperatie met OZB en afvalstoffenheffing die de laagste inkomens beschermt en zelfs bevoordeelt. Verder is er een bezuiniging van € 150.000,-- op het Van Abbemuseum en afromen van de toeristenbelasting met € 150.000,--. Sommigen hebben de mogelijkheid geopperd de afroming van de toeristenbelasting te gebruiken voor een sociaal-recreatief doel als het Historisch Openluchtmuseum. Wij hebben ervoor gekozen afzonderlijke amendementen in te dienen, maar wij zullen ons niet tegen deze koppeling verzetten. De heer Kielenstijn: Het bevreemdt mij dat nu, op het moment waarop wij de hoteleigenaren vragen bij te dragen in een fonds, waarbij wij hebben afgesproken daarmee meer evenementen in Eindhoven te ondersteunen, aan dat doel wordt geknabbeld. Hoe kunt u enkele maanden later die middelen ineens voor een ander doel gebruiken? Mevrouw Joosten: In de folder van Home worden activiteiten als evenementen aangekondigd. De heer Kielenstijn: In feite zouden wij op grond van die redenering met deze middelen ook de schouwburg en het Muziekcentrum kunnen steunen. Daarvoor was deze belasting toch niet bedoeld? De heer Gerard: De toeristenbelasting was het idee van Leefbaar Eindhoven. De SP heeft het afromen ingebracht als een tegemoetkoming in de algemene gemeentelijke kosten van het evenementenbeleid. Daarbij valt te denken aan
522
A
Verslagnummer 5
bewegwijzering, personele inzet en organisatie. Als wij € 150.000,-- in de algemene middelen storten en andere partijen er voor een door ons gewenst verwant doel zo'n bedrag uithalen, lijkt ons dat mogelijk. Het is een pragmatisme dat ik kan volgen. Ik heb uitgerekend wat de graad van kostendekkendheid is van de diverse culturele instellingen, dus de mate waarin zij hun begrotingen weten te schragen door eigen inkomsten. Bij het Van Abbemuseum is de graad van kostendekkendheid 6,4%, bij het Muziekcentrum 29%, bij het Centrum voor de Kunsten 33%, bij Home 59%, zelfs na extra subsidie en bij de bibliotheek 21%. Op grond van deze cijfers durf ik een bezuiniging op het Van Abbemuseum voor te stellen. Voor het geld hebben wij nuttige doelen, zoals Plaza Futura, de bibliotheek en Balans, € 200.000,-- extra voor dak- en thuislozenzorg en € 250.000,- om het niet aantasten van de bijzondere bijstand te betalen. Overigens zijn wij voor de motie van de PvdA om helemaal niet aan de bijzondere bijstand te komen, wij willen alleen € 250.000,- daarvan betalen uit een met name genoemde post. Uit ons standpunt over het Van Abbemuseum volgt dat wij niet zullen instemmen met motie nr. 5 van de Stadspartij. Het ligt niet in de rede aan de ene kant te bezuinigen en aan de andere kant het museum inkomsten te ontzeggen. Hoe wij zullen omgaan met de twee amendementenreeksen over de bibliotheek, de ene van de VVD, de andere van ons, zullen wij in de loop van de vergadering nog wel bezien. Dan zullen wij beoordelen wat het handigst is. Wij hebben voorgesteld de kosten van legionellabestrijding niet door te berekenen aan de sportverenigingen. Wij willen die kosten betalen uit de overschotten van de afdeling sport. Het college heeft daarmee ingestemd, maar om het formeel vast te leggen, heb ik dit geformuleerd in een amendement. Wij hebben bezuinigingen, die zijn geclusterd met uitgaven. Wij stellen voor bij programmalijn E6, de externe ICT, de voeding ad € 1,4 miljoen uit het Besluit woninggebonden subsidies te schrappen. Wij zien in de activiteiten te weinig relatie met de volkshuisvesting en stellen voor de middelen grotendeels te schuiven naar programmalijn R6, woningbouw, met name voor de meer kwetsbare groepen. Een kleiner deel willen wij gebruiken voor handhaving van de Missetnorm voor de Ergonbedrijven. Dat kan hiermee incidenteel, voor een jaar, worden gefinancierd. Het baat de werkgelegenheid bij Ergon en het onderhoud van de stad. Ook in het volgende punt gaat het om politieke keuzen. De SP legt om politieke redenen niet dezelfde prioriteit bij een aantrekkelijk stadshart als andere partijen. Het gaat om ESV- en MIP-gelden. Wij stellen voor de voeding van R1 te verlagen van € 3,5 miljoen eenmalig naar € 2 miljoen en van het vrijkomende bedrag € 0,5 miljoen te gebruiken om R7, verkeersveiligheid, middelen te geven. Nu staat er alleen een PM-post. Daarnaast willen wij € 1 miljoen besteden aan de aanpak van de grondwateroverlast. Motie nr. 15 van het CDA heeft ook betrekking op grondwateroverlast, maar gaat veel minder ver. Het zal duidelijk zijn dat wij haar zullen steunen. Uit het feit dat wij minder willen doen aan een aantrekkelijk stadshart, vloeit logischerwijze voort dat wij niet zullen instemmen met motie nr. 22 over terrein Fens
523
A
Verslagnummer 5
van de Stadspartij. Bespreekbaar is ook uitstel van de herontwikkeling van Stationszijde-Noord bij gebrek aan geld. Niemand heeft mij ooit van de urgentie daarvan overtuigd. Verder stellen wij voor de problematiek bij het Centrum voor de Kunsten curatief op te lossen met een renteloze lening, terug te betalen in achttien jaar. Dat komt uit op 5,5%, even veel als de rentederving die ontstaat als wij het bedrag weg doen. Over een langere termijn is het budgettair neutraal. Wij hebben nogal wat twijfels bij een raad voor de cultuur in verschillende vormen en maten als het gaat om budgetten, bevoegdheden en verhoudingen. Stichting ervan mag best worden onderzocht, verder gaan wij niet. Wij zullen motie nr. 2 van de VVD steunen en de vergelijkbare moties nrs. 1 en 6 niet. Een dienst Economische Zaken lijkt een goed idee, er valt over te praten, maar meestal blijken zulke veranderingen een grote reorganisatie. Reorganisaties hebben neveneffecten, ik wil wel meedenken, maar ik wil ook weten wat het allemaal met zich meebrengt. Programmalijn 7 is het arbeidsmarktbeleid. Het is een goed idee. Ten aanzien van moties op het sociale vlak zijn onze standpunten bekend, het lijkt mij niet nodig er nog veel tijd aan te besteden. De heer Kerkwijk: Mijnheer de voorzitter. Het blijft bizar iedere dag opnieuw de dagelijkse gang van zaken weer op te pikken, terwijl aan de andere kant van de wereld een land in puin ligt door een belabberd regime, zware westerse bombardementen en plunderingen, omdat de chaos niet onder controle wordt gehouden. Ook mensen in onze stad volgen met afgrijzen de ontwikkelingen in hun vaderland en maken zich zorgen over hun familie. Ik heb van de heer Rennenberg al een pleidooi gehoord over een stedenband met een stad in het democratisch Irak van na deze oorlog. Of dat de beste keuze is, weet ik op dit moment niet, maar het is evident dat het goed is na te denken over de vraag of wij iets kunnen doen en wat dat moet zijn. Ik heb enige tijd zitten dubben over de vraag hoe wij het debat over de Voorjaarsnota moeten voeren. Als wij gewoon ons oordeel geven en niet ingaan op de stroom amendementen en moties, blijft het debat uit. Als ik alleen inga op amendementen en moties, ontstaat het risico dat ik het college niet meegeef wat ik het wil meegeven voor de uitwerking van de begroting. Hoe u elf uur als eindtijd denkt te halen, is mij vooralsnog een raadsel. Wij kiezen voor een combinatie, standpunten over een aantal onderwerpen zullen straks door stemverklaringen en stemgedrag duidelijk worden. U deed gisteren een appel op de raad tot onderling overleg te komen zodat het aantal amendementen en moties zou verminderen en een aantal ervan echt kans van slagen zou hebben. Bijkomend voordeel is dan dat het debat zich toespitst op breder gedragen moties. Ik heb niet de indruk dat het is gelukt, er liggen bijvoorbeeld drie moties over het instellen van een soort raad of commissie die of moet oordelen over subsidies, of moet adviseren, of een visie moet ontwikkelen, of een soort loketfunctie moet hebben, of een combinatie van dat alles in zich moet verenigen. Ik hoop dat de
524
A
Verslagnummer 5
indieners met elkaar hebben overlegd en vanavond met een gezamenlijk voorstel komen. Dat verdiept het debat en vergroot de kans op succes. Ook wij zijn niet uitgebreid de boer opgegaan met onze voorstellen, wij lijden dus aan hetzelfde gebrek. Overigens dienen wij vanavond alleen een initiatiefvoorstel in en geen moties en amendementen. Mevrouw Van Alphen de Veer-Paulen: Ik hoop toch dat u onze motie goed hebt gelezen. Wij doen geen enkele voorstel, wij vragen alleen de mogelijkheden te onderzoeken. De heer Kerkwijk: Dat weet ik, in de commissie heb ik van u een uitgebreid pleidooi gehoord voor uw voorstel waarin u verder ging dan in de motie is opgeschreven. Mevrouw Van Alphen de Veer-Paulen: Wij hebben gisteravond al duidelijk gezegd dat wij onze benadering hebben veranderd. De heer Kerkwijk: Ik heb willen signaleren dat drie fracties drie voorstellen van min of meer gelijke strekking hebben gedaan en dat daarover kennelijk geen overleg op gang is gekomen. Daardoor wordt het debat niet vergemakkelijkt. De heer Janssen: De motie van Leefbaar Eindhoven is volstrekt anders dan de motie van de VVD. De Voorzitter: De kern van de opmerking van de heer Kerkwijk lijkt mij duidelijk. Het is echt een beetje ingewikkeld als wij met tientallen moties moeten werken. De heer Kerkwijk: Veel moties passen binnen lopende programmalijnen. Daarbij moeten wij ons afvragen of daarvoor moties moeten worden ingediend dan wel of het kan binnen die programmalijnen. Ik kan vaak de betekenis van zulke moties niet overzien, wij zullen proberen dat gegeven in ons stemgedrag zo consequent mogelijk te laten doorklinken. Als gevolg daarvan zullen wij een groot aantal ervan niet steunen omdat zij passen in lopend beleid, dat eerst verder moet worden uitgewerkt en omdat wij de betekenis niet kunnen overzien. Als een motie een richting aangeeft, wil ik mij er duidelijk over uitspreken; als zij heel concreet wordt zonder dat precies duidelijk is waarover het gaat, wordt het lastig en zal ik nadere uitleg vragen, ook al past dat niet in de kern van dit debat. Ik zal er straks voorbeelden van geven. Met de Voorjaarsnota begint de begrotingscyclus, de echte harde besluiten nemen wij in het najaar. Dat betekent dat wij een aantal punten meegeven voor het verdere proces, soms nu al bijbuigen en in een aantal gevallen afwachten hoe de discussies en eventuele onderzoeken in de komende maanden gaan lopen. Samen Stad wordt steeds verder uitgewerkt in programmalijnen, daardoor krijgt het steeds meer de kleur die het moet hebben, maar de financiële situatie is niet bepaald
525
A
Verslagnummer 5
rooskleurig. Daarbij komt dat wij in het verleden onze zaken niet altijd even adequaat hebben gefinancierd. Discussies over vervangingsinvesteringen zijn niet nieuw. Alleen al het feit dat vele miljoenen nodig zijn om de begroting voor lopend beleid te financieren, zegt genoeg. Als wij echt iets nieuws willen, moeten wij bezuinigen of incidenteel geld inzetten, waarbij wij, als wij ons eigen kapitaal inzetten, het renteverlies structureel moeten oplossen. Ik heb eerder gesproken over stadsdeelgericht werken, gisteren heeft de heer Leenders een aantal opmerkingen gemaakt over de noodzaak keuzen te maken voor de richting die wij met deze werkwijze in willen slaan. De bestaande onduidelijkheid begint zich te wreken. De motivatie van medewerkers staat onder druk, als burgers straks bemerken dat stadsdeelkantoren blijven steken als gevolg van besluiteloosheid van college en raad ontstaan risico's. Burgers zijn blij met de gemeente dichtbij, maar worden sceptisch als blijkt dat de tijger van papier is. De kern van stadsdeelgericht werken ligt bij het samenbrengen van mensen die actief zijn in de wijken en de gemeente die in die activiteiten een actieve rol speelt. Of het uitvoering of beleid wordt genoemd, maak mij eigenlijk niet veel uit. Zorgvuldigheid is belangrijk, maar inmiddels mag best haast worden gemaakt. Dan heb ik nog niets gezegd over de stadsdeelcommissies. Motie nr. 21 van D66 gaat een aardig eind in de goede richting, wij zullen haar dan ook steunen. De raadsinformatiebrief over camera's overtuigt niet als het gaat om een oordeel over de vraag of wij al zo ver zijn dat zij als laatste redmiddel moeten worden ingezet. De informatiebrief heeft ook niet tot doel die conclusie te trekken. De brief meldt slechts dat het een aanvullend middel kan zijn naast allerlei andere maatregelen. De heer Kielenstijn heeft gisteren terecht opgemerkt dat wij eerst moeten beoordelen of wij zijn aangekomen op het punt waarop het laatste redmiddel moet worden ingezet. Dat staat in de afspraken van Samen Stad en ik houd mij daaraan. Een van de discussiepunten in de afgelopen weken ligt in de vraag wat wij moeten doen met de taken en werkzaamheden van het meldpunt discriminatie. Stoppen ervan is lastig als niet duidelijk is hoe wij een meldpunt bij de dienst MO vorm moeten geven. Het gaat om meer dan telefoon aannemen. Het gaat om taken binnen het antidiscriminatiebeleid en diversiteitsbeleid. Het is niet mogelijk de taken bij Loket W te laten en de middelen ervoor weg te halen. Na 11 september 2001 en gezien de gespannen situatie die in Nederland is ontstaan na 6 maart, 6 mei en 15 mei 2002 en de oorlog in Irak is het van belang dat wij mogelijkheden en middelen hebben om in te spelen op de problemen die deze ontwikkelingen met zich hebben meegebracht. Het aantal meldingen bij het discriminatiemeldpunt is niet groot, maar er zijn aanhoudend signalen die erop duiden dat mensen bang zijn om te melden. Ik ben dan ook terughoudend bij deze beoogde bezuiniging. U mag best inzichtelijk maken hoe wij taken en activiteiten van het meldpunt vorm moeten geven, maar als dat onbevredigend is, zullen wij proberen in oktober deze bezuiniging weer van tafel te halen. Kunst en cultuur hebben wij gisteren uitgebreid besproken, toch pas nog een enkele opmerking. In een brief geeft het college aan dat het op 1 juli met informatie wil
526
A
Verslagnummer 5
komen, zodat de raad in juli hierover kan discussiëren en er daarom nog een raadsvergadering tussen moet proppen. Ik verzoek dringend half juni de gegevens aan te leveren, zodat wij meer ruimte hebben. Voor een groot deel van de gegevens moet half juni haalbaar zijn, ik vrees dat wij anders onszelf vergalopperen en over de vakantie heengaan. Dat kan alleen opnieuw ruis en rumoer opleveren. Ik kom aan de motie van mevrouw van Alphen de Veer over het A4-tje. Ik heb gisteren van de wethouder een aantal toezeggingen gehoord, waaruit bleek dat het college ook naar de incidentele problemen wil kijken. Neemt de wethouder de intentie van de motie over? Volgens mij zit er weinig licht tussen de motie en de toezegging, de motie geeft geen oplossing, maar ik verwacht dat zij zal liggen in een mix van gemeentelijke gelden en de eigen middelen van de instellingen. De visie op cultuur zal primair door de raad moeten worden gegeven. Hoewel de heer Burema geen lid meer is van de commissie Sociale Pijler heeft hij indertijd de handschoen opgepakt door aan te kondigen dat hij het cultuurdebat wil organiseren. Ik wil daarbij graag meehelpen. De raad moet zich er nog over uitlaten en dat lijkt mij heel gewenst De heer Burema: Wij zullen er gauw werk van maken. De heer Kerkwijk: Ik doe graag mee, zo'n debat is wenselijk, want de politiek behoort zich over cultuur uit te spreken. In de commissie zijn al voldoende opmerkingen gemaakt over het VTA-beleid. Ik deel de zorgen en zou graag in de commissie nog eens willen worden geïnformeerd over de inhoud en het tijdpad voor keuzen in de programmalijn. Bijzondere bijstand is een belangrijk punt. Ik heb mij erover verbaasd dat het college die structurele bezuiniging weer heeft opgevoerd. De raad heeft toch in oktober van het vorig jaar duidelijk gemaakt dat hij het wilde laten waar het lag? Ik voel er niet veel voor te zoeken naar alternatieve dekking. Als u geld uit mijn portemonnee haalt en blijkt dat het terug moet uit uw portemonnee, moet ik dan als eerste ervoor zorgen dat uw portemonnee wordt aangevuld? Ik begrijp dat uw portemonnee ook de mijne is, maar voor dit beleid vind ik mijn portemonnee te belangrijk om ermee in te stemmen dat de middelen in de algemene knip worden gestort. Moties in die geest zal ik steunen. De motie over het arbeidsmarktbeleid zullen wij steunen. Bij het initiatiefvoorstel over opvang van vreemdelingen zonder voorzieningen past een korte toelichting. Ik zou graag zien dat het voor de volgende vergadering van de commissie Sociale Pijler op de agenda zou worden geplaatst, waar wij over de contourennota zullen praten, omdat het daarbij heel aardig aansluit. De Voorzitter: Weliswaar gaan wij er niet over, maar misschien is het handig als mevrouw Kuppens aangeeft wat zij vindt van het idee het voorstel in de volgende vergadering van de commissie Sociale Pijler te behandelen.
527
A
Verslagnummer 5
Wethouder mevrouw Kuppens: In elk geval kunnen wij de raad van goede informatie voorzien, zodat hij in de commissie tot een goede discussie kan komen. De Voorzitter: Kunnen wij afspreken dat wij er vanavond niet op terugkomen en dat het college de voorzitter van de commissie zal verzoeken het voor de volgende vergadering te agenderen? De heer Kerkwijk: Het lijkt mij recht te doen aan de inhoud hiermee zorgvuldig om te gaan en dan is de commissievergadering een betere gelegenheid dan de vergadering van vanavond. De heer Dijsselbloem: Mijnheer de voorzitter. De macro-economische situatie is niet rooskleurig. Het college heeft dat ook aangegeven en in dit soort tijden moet alles op alles worden gezet om een sluitende begroting te bereiken. Daarvoor heeft het college een groot aantal voorstellen gedaan. De fractie van D66 heeft in het algemeen waardering voor de manier waarop het college de Voorjaarsnota heeft gepresenteerd. Het werk met programmalijnen als middel om uiteindelijk te komen tot een programma- en productbegroting geeft de nodige en noodzakelijke informatie. In tijden van schaarste zouden wij naar drie verschillende aspecten moeten kijken. Op de eerste plaats moet worden bezien waar wij eventueel extra middelen kunnen genereren, op de tweede plaats waar kan worden bezuinigd -- eufemistisch aangeduid als herprioriteren -- en op de derde plaats waar wij binnen onze budgetten verschuivingen kunnen aanbrengen zodat naar gelang de politieke voorkeuren accenten worden verlegd. Binnen dat complex zijn voor ons enige thema's van groot belang. Een eerste belangrijk thema is de bedrijfsvoering, ook het college heeft aangegeven dat het dat een belangrijk onderwerp vindt. In de commissies zijn wij al enkele malen teruggekomen op de raadsinformatiebrief van 5 maart met de rapportage van Deloitte & Touche. Daarin valt op dat de gemeente Eindhoven vergeleken met een aantal vergelijkbare gemeenten per hoofd van de bevolking meer ambtenaren heeft waarbij de hogere salarisschalen bovengemiddeld zijn vertegenwoordigd. Het college wil via programmalijn B5 tot een verbeterde bedrijfsvoering komen. Wij steunen dat van harte, maar het college wil ook € 150.000,-- structureel inzetten. Als wij kans zien het personeelsbestand evenwichtiger op te bouwen, kunnen wij zo veel besparen dat dit bedrag op termijn niet nodig is. Wij hebben dan ook in een amendement voorgesteld dit bedrag te schrappen. Het personeels- en HRM-beleid zou centraler moeten worden uitgevoerd. Daarbinnen kunnen wij beter dan tot nu toe benchmarken met andere gemeenten. De efficiency van het apparaat zal dan toenemen; wij dienen een motie in waarin wij aandringen op een centraler personeels- en HRM-beleid. Een derde aspect bij bedrijfsvoering is het binnenhalen van subsidies. Wij zijn ervan overtuigd dat op provinciaal, landelijk en Europees niveau subsidiemogelijkheden bestaan die niet volledig worden benut. Daarom dringen wij er op aan een afdeling
528
A
Verslagnummer 5
in te richten die hieraan structureel aandacht besteedt. Wij schatten in dat minimaal € 250.000,-- is binnen te halen. Bij onze motie hierover zien wij een relatie met motie nr. 9 van Leefbaar Eindhoven, die de zaken in een grotere economische context ziet. Bij het onderwerp grondverkoop kom ik tot een vrij elementaire berekening, waarop waarschijnlijk in details veel is af te dingen. Ik heb geprobeerd een minimale benadering te geven, zodat wij een idee hebben van de orde van grootte. Het bouwprogramma van de gemeente Eindhoven omvat ongeveer 1.000 woningen per jaar. In een verdeling van 70% vrije sector en 30% sociale sector wordt, blijkens mededelingen van de burgemeester, die productie voor ongeveer twee derde benut voor mensen die van buiten Eindhoven komen, ofwel 200 woningen. Daarvoor verkopen wij grond ver onder de marktprijs. Een schatting wijst op een inkomstenderving van ongeveer € 30.000,-- per kavel, ofwel in totaal € 6 miljoen en bij andere afrondingen een bedrag tussen € 6 en € 9 miljoen.... De heer Van den Biggelaar: Realiseert u zich dat daarmee ook de onrendabele top hoger wordt? De heer Dijsselbloem: Dat is juist, maar het gaat niet om de 100 mensen die binnen Eindhoven verhuizen, maar om de woningen voor mensen die van buiten de gemeente naar Eindhoven komen. De heer Gerard: Wilt u voor sociale woningbouw prijzen hanteren die afhankelijk zijn van de herkomst van de toekomstige bewoners? De heer Dijsselbloem: Ik kom vanzelf op dit punt. Wij zijn voldoende realisten om te beseffen dat wij het bedrag tussen € 6 en € 9 miljoen niet ineens kunnen binnenhalen. Wel kunnen wij het college vragen om samen met de woningbouwverenigingen en de randgemeenten, waaruit een aanzienlijk deel van de 200 afkomstig is, op dit punt iets te doen. Desnoods moet in die sector maar iets minder worden gebouwd, zodat de grond wel commercieel kan worden verkocht. Dan is een opbrengst van ongeveer € 1 miljoen haalbaar. Dat bedrag willen wij gebruiken voor projecten in het kader van duurzaamheid. De trotse leuze van Eindhoven "Leading in technology" is zeer terecht, wij zien relaties met de programmalijnen E1 en S1. Het is van belang voortvarend te werken aan de beeldvorming van het technisch onderwijs en de techniek zelf. Het beeld dient over de hele lijn te worden verbeterd, dat begint al op de basisschool en loopt vervolgens door via het VMBO en HAVO/VWO naar MBO, HBO en wetenschappelijk onderwijs. In de commissie hebben wij al aangegeven dat wij programmalijnen ontwikkeld willen zien die het imago van technisch onderwijs en techniek verbeteren, bijvoorbeeld via prijsvragen. Versterking hiervan kan een emanciperend effect hebben. Ook in het kader van hoogwaardige technologische ontwikkelingen sluiten milieu en duurzaamheid naadloos aan bij leading in technology. Duurzaam en aanpasbaar bouwen is voor mijn fractie al jaren een belangrijk onderwerp. Wij stellen voor een
529
A
Verslagnummer 5
studie te doen naar het instellen van een reserve voor stimulering van duurzaam bouwen door particulieren. Het bedrag van € 1 miljoen dat ik zoëven berekende, willen wij voor de dekking van dit fonds gebruiken. Investeringen in particuliere woningbouw, die nu nog niet rendabel zijn, zoals een verbeterde energieprestatie, kunnen daarmee worden gestimuleerd. De heer Kerkwijk: Dat betekent dat u een duurzaamheidprogramma wilt financieren met een vermindering van de sociale woningbouw. De heer Dijsselbloem: Desnoods. De heer Van den Biggelaar: Een leuk standpunt! De heer Dijsselbloem: Het rapport van Deloitte & Touche laat zien dat Eindhoven in vergelijking met andere gemeenten meer uitgeeft aan sociale voorzieningen en minder aan zorg. Wij vinden het de moeite waard naar een beter evenwicht te streven. Het college streeft ernaar burgers zo goed en snel mogelijk zelfstandig te laten functioneren, wij ondersteunen dit streven, het moet eerste prioriteit houden. Toch zal het, gezien de toenemende vergrijzing, van wezenlijk belang zijn voor ouderenzorg en vrijwilligerswerk in de zorg meer geld beschikbaar te krijgen. Wij willen dat doen door te bezuinigen op programmalijn S7. Daarover dienen wij een motie in. In programmalijn E4 geeft het college aan dat het de overheidsdienstverlening aan ondernemers buitengewoon belangrijk vindt. Daarmee zijn wij het eens, maar wij zien hierbij wel een probleem. Nogal wat regelgeving plaatst ondernemers, met name in het midden- en kleinbedrijf, voor problemen. Een deel van deze regels wordt op landelijk niveau bepaald, daarop hebben wij weinig greep, maar een deel is lokaal van aard. Wij willen graag aan programmalijn E4 toevoegen dat wij moeten streven naar een kleiner aantal efficiënter uit te voeren en te controleren regels. Als het aantal regels kleiner is, is het gemakkelijker ze te controleren en handhaving is van belang. In programmalijn S3 spreekt u over topsportevenementen. Wij zijn er grote voorstanders van, maar wij zien ze liever bij de programmalijn E5, de evenementen. In de commissie hebben wij al aangegeven dat het wegwerken van de wachtlijsten voor taalcursussen van belang is. U wilt anticyclisch investeren, wij steunen die aanpak van harte. Bij stadsdeelgericht werken willen wij de versterking van programmalijn B1 van harte ondersteunen. Wij dienen een motie in waarin het college tot spoed wordt gemaand. De heer Janssen: Bij de vorming van een regering op nationaal niveau is tussen CDA en PvdA druk onderhandeld over taalcursussen. De PvdA wilde er meer middelen voor uitrekken. Ik hoor niet dat u er meer geld voor wilt reserveren en voor het wegwerken van de wachtlijsten is gigantisch veel geld nodig.
530
A
Verslagnummer 5
De heer Dijsselbloem: Ik ben niet bij die landelijke onderhandelingen geweest, daarover kan ik dus niets zeggen. De heer Janssen: Het rijksgeld moet naar de gemeenten, omdat het beleid op gemeentelijk niveau door het ROC of andere instellingen moet worden uitgevoerd. U noemt het wegwerken van wachtlijsten heel gemakkelijk, maar u geeft niet aan hoeveel geld erbij moet. Het gaat toch niet vanzelf? De heer Dijsselbloem: Ik ga ervan uit dat het niet vanzelf zal gaan. Daarom nodig ik het college uit hiervoor voorstellen te doen, omdat wij het belangrijk vinden hiervan werk te maken. De heer Rennenberg: Mijnheer de voorzitter. De Voorjaarsnota stelt het college en de raad voor behoorlijk grote problemen. De economie in ons land kan zich niet onttrekken aan de ontwikkelingen die in Europa en de rest van de wereld gaande zijn. Veel erger is nog de aantasting van de kwaliteit van leven en welzijn van mens en dier. Dat baart ons grote zorgen. Dat kan vergaande repercussies hebben voor wat in de toekomst in ons land zal gebeuren. De verschrikkelijke slachting onder het pluimvee wijst op een regelrechte ramp die de natuur op haar grondvesten doet schudden. De wereldwijde verspreiding van de longaandoening SARS is een regelrechte bedreiging voor ons welzijn. Wat in Irak gebeurde en nog gebeurt mag ook aan ons in Eindhoven niet voorbijgaan. Ook wij dienen op de een of andere manier ons steentje bij te dragen en mensen, die het nodig hebben, te helpen. Men heeft dat bijna 60 jaar geleden ook voor ons gedaan. Mijn fractie begrijpt goed dat het college er alles aan doet om de tekorten in te dekken om in de toekomst inhoud te geven aan onze voornemens. Wij hebben al veel bezuinigd en willen nu nog € 2,2 miljoen ombuigen. Dat vergt harde maatregelen. Wij begrijpen echter niet dat het tekort moet worden afgedekt met de onderuitputting van de bijzondere bijstand. In oktober 2002 hebben wij aangegeven dat er iets fout was met de monitor van WZI. Omdat wij geen reactie hebben gekregen, zijn wij ervan uitgegaan dat wij het goed hadden. Deze onderuitputting is niet feitelijk, omdat te weinig mensen een beroep doen op bijzondere bijstand of te weinig mensen hiervoor worden benaderd. Vooral de toekomst baart ons grote zorgen. Veel meer mensen dan verwacht zullen op korte termijn aanspraak moeten maken op een bijstandsuitkering, omdat hun arbeidscontracten zo flexibel zijn dat zij van de ene dag op de andere kunnen worden buitengezet, terwijl zij geen aanspraak kunnen maken op een WW-uitkering. Ook over de veranderingen in de WAO maken wij ons zorgen. Mensen die voor 79,9% arbeidsongeschikt zijn, worden rechtstreeks naar de bijstand verwezen. Juist deze mensen moeten aanspraak kunnen maken op extra ondersteuning. Laten wij niet meer praten over onderuitputting, maar het geld inzetten voor de mensen die het nodig hebben.
531
A
Verslagnummer 5
In de vergadering van de commissie Bestuurlijke Pijler vroeg de heer Van den Biggelaar of wij een motie zouden indienen. Dat is nu niet meer nodig, omdat de PvdA het al heeft gedaan. Dat is een mooi voorbeeld van coproductie: de een geeft aan en de ander voert uit. Tal van zaken ziet mijn fractie graag anders. Dat zal vanavond duidelijk worden, maar eerst moet mij iets van het hart. Het gaat niet echt goed met een grote groep inwoners van onze stad. Ik heb onderzoek gedaan bij enkele maatschappelijke en charitatieve instellingen, die zich bezig houden met het ondersteunen van mensen die niet meer bij de reguliere instanties terechtkunnen omdat zij door allerlei omstandigheden buiten de boot vallen. Een mens in nood is altijd de zwakste, in onze stad schijnen er heel veel van te zijn en wij hebben daar blijkbaar geen oog voor. Wij hebben de binding met die mensen volkomen losgelaten en dat is geen feit om over naar huis te schrijven. Mijn onderzoek was heel beperkt, maar de resultaten zijn niettemin verontrustend. Ik heb bij een zestal charitatieve instellingen navraag gedaan, daarbij bleek dat jaarlijks in Eindhoven f 450.000,-- bij elkaar wordt gesprokkeld om de nodige bijstand te verlenen. Dat is nog maar het topje van de ijsberg en wij maar praten over onderuitputting! Het schaamrood steeg mij naar de kaken toen mij duidelijk werd dat dit in 2003 in Eindhoven kan voorkomen. Om echt samen stad te zijn, moeten wij aan deze kennelijk onbekende problematiek niet voorbijgaan. De mensen die het treft, schrijven geen brieven aan het college om duidelijk te maken dat zij hun begroting niet kloppend krijgen. Zij zitten niet hier op de tribune om aandacht voor hun problemen te vragen. Hun lot wordt alleen verlicht door hulp van charitatieve instellingen. Als de Eindhovense politiek zich druk maakt over problemen in de culturele sector, het onderwijs, de veiligheid en op allerlei andere terreinen, vindt u mijn fractie aan uw zijde. Waar nodig zullen wij vanavond diverse moties ondersteunen. Zelf hebben wij weinig moties ingediend, want wie als achtste aan het woord komt, kan meestal alleen hier en daar een punt of een komma veranderen. Toch dring ik erop aan, ondanks alle zorgen op andere terreinen, de mensen, die ik zo-even bedoelde, niet aan de achterste mem te laten hangen. U dient te beseffen dat ik met mijn onderzoekje alleen het topje van de ijsberg zichtbaar heb gemaakt. Daarom zal ik in een motie voorstellen over te gaan tot herinvoering van het Noodfonds. Ik wil graag € 100.000,-- reserveren om in uitzonderlijke situaties te kunnen helpen. Een commissie ex artikel 83 of 84 zou hier een goede oplossing kunnen zijn. Als wij niets doen en de charitatieve instellingen niet meer kunnen helpen, is de ellende straks niet te overzien. U schrijft in uw burgerjaarverslag keurig dat een groep mensen in Eindhoven twaalf jaar moeilijker leeft en vijf jaar eerder sterft. Daarover is enkele weken geleden veel commotie ontstaan. Het feit dat dit gegeven is opgenomen in het jaarverslag van de GGD en in het burgerjaarverslag, was in de pers niet terug te vinden. Het leek alsof met witte inkt op wit papier was geschreven. Toch is het nodig dat aan deze grote groep mensen aandacht wordt besteed. Ik heb in het begin van het jaar de collegae al per brief voorgesteld eens om de tafel te gaan zitten om te proberen deze
532
A
Verslagnummer 5
problemen op te lossen. Enkele fracties hebben gereageerd, ik heb het idee dat de andere zich eens op de praktijk zouden moeten oriënteren. Mevrouw Van den Biggelaar legde gisteren een briefje bij ons neer over de toer van 4 km voor mensen die het slecht hebben. Ik ondersteun haar daarin van harte. Mevrouw Van den Biggelaar: Ik ben blij dat u er nog eens aan herinnert. De heer Rennenberg: Ik heb geen moties ingediend en ik ben niet op alle bestuurlijke aspecten ingegaan. Mijn fractie vond het van belang de noodkreet van mensen in de stad te vertalen.
De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter. Ook wie aan het einde van de rij aan het woord komt, kan uitstekend moties en amendementen indienen. Het gaat er tenslotte om dat wij met elkaar discussiëren over de vraag hoe het hier de komende jaren moet gaan. De Voorjaarsnota geeft een erg negatief beeld. De structurele tekorten op de begroting zullen niemand zijn ontgaan, daarbij constateert het college dat zij niet gemakkelijk zijn op te vullen. Het college zal in zijn voorbereidende taak forse stappen moeten voorstellen om deze gaten in oktober te dichten. Ik houd mijn hart vast. Met het dekken van de structurele tekorten zijn wij er nog niet, in de nota treffen wij een hele serie PM-posten aan, die eerder negatief dan positief zullen uitvallen. Een derde punt is de uitwerking van Samen Stad. Verleden jaar constateerde ik op deze plaats dat het teleurstellend is dat Samen Stad wel veel ideeën lanceerde, maar er geen enkele financiële vertaling bijvoegde. Ik moet erkennen dat wij een jaar later wel een redelijk financieel beeld hebben, zij het dat de uitwerking nog steeds uitermate vaag is. Eerder heb ik al eens gezegd dat naar mijn indruk de 28 programmalijnen van Samen Stad voor het merendeel bestaand beleid beschrijven. Als zij nieuw beleid betreffen, is mij niet helemaal duidelijk waar het geld naar toe gaat. Tien programmalijnen zijn nog niet begroot, voor de overige achttien komt het college nog € 15 miljoen tekort. Al met al is het een nogal vage situatie, ik heb tevergeefs geprobeerd een beeldspraak te verzinnen. Iemand suggereerde te vergelijken met een blinde die in een donkere kamer doolt. Als je het licht aan doet, werkt het toch niet beter en met een oogoperatie schiet je ook niet op. Ik ben heel benieuwd waar het op uitdraait. Wij zijn gezamenlijk op zoek naar concrete oplossingen voor allerlei concrete problemen in de stad. Voor een aantal probleemgebieden verwachten wij op korte termijn oplossingen, als eerste voor de sector kunst en cultuur. Die oplossing had er nu moeten zijn en niet pas in juli. Het rode boekje signaleert de knelpunten die wij al kenden, vooruitschuiven naar juli zal geen enkel nieuwe gezichtspunt opleveren, maar leidt alleen tot uitstel van de noodzakelijke besluiten.
533
A
Verslagnummer 5
Ook voor het stadsdeelgericht werken zijn concrete oplossingen nodig. De dorps- en wijkraden zijn al genoemd. Ik wil hierover eerst een nadere discussie voor wij besluiten nemen. Er zijn nog meer interne problemen, daarbij hoort de begrotingsdiscipline. Over 2002 hebben wij een netto resultaat van € 4 miljoen, maar het had € 8 miljoen kunnen zijn als de diensten binnen hun begrotingen waren gebleven. Ik verwacht van het college de toezegging dat in de komende jaren de begrotingen leidend zullen zijn en niet zullen worden overschreden. Op drie punten willen wij concrete voorstellen doen, daarbij zullen wij moties indienen over het terrein Fens, de toegangsprijs van € 1,-- voor het Van Abbemuseum en de afschaffing van de 6% regel. Ik heb de toelichtingen bij de moties gevoegd, maar ik wil wel duidelijk maken dat deze moties een algemenere achtergrond hebben. De motie over het terrein Fens gaat niet alleen over het terrein Fens, waarvan wij graag een soort stadsparkje willen maken, maar ook over het ontbreken van een beleid op het gebied van verkoop van vastgoed. Het college is bevoegd tot aankoop en verkoop, de raad staat erbuiten. Ooit heeft het college beloofd dat de raad halfjaarlijks zou worden geïnformeerd over de verkoop van grond en gebouwen, maar ik heb zo'n overzicht nog nooit gezien. Ik heb begrepen dat er van particuliere zijde belangstelling bestaat voor het oude politiebureau op de hoek van de Kleine Berg en de Wal, waar nu de archeologische dienst is gevestigd. Het zou jammer zijn als wij straks bij de behandeling van de plannen voor het terrein Fens moeten ontdekken dat het gebouw is verkocht. Dat zou onze armslag belangrijk kunnen verkleinen. U kent de discussie over het Van Abbemuseum. Wij hebben geprobeerd de museumjaarkaart weer te laten gebruiken. Een zo grote investering in een nieuw gebouw leidt tot de min of meer morele verplichting te zorgen voor een ruime toegankelijkheid, zeker voor Eindhovenaren die er via de OZB aan hebben meebetaald. Wij hebben hierover een voorstel gedaan, het college oordeelde dat het sympathiek was, maar waarschijnlijk te veel zou kosten. Ik bestrijd dat het geld zal kosten, het zal waarschijnlijk eerder geld opleveren, omdat hierdoor ook mensen worden getrokken die anders het gebouw niet zouden bezoeken. Het is schrijnend dat bij de bijzondere bijstand geld overblijft. Ik heb het eerder asociaal genoemd dit geld voor een ander doel dan het armoedebeleid te besteden. Ondertussen zijn allerlei voorstellen gedaan voor een concrete besteding van dit geld, die ik zal steunen. Wij hebben zelf het probleem van de eenoudergezinnen naar voren gebracht. Het probleem is al jaren bekend, het gaat om een gemeentelijke korting die de raad kan beëindigen. Dit extra geld kan voor heel wat gezinnen in Eindhoven heel welkom zijn. De algemene boodschap zal duidelijk zijn. Wij moeten op zoek naar concrete oplossingen voor concrete problemen in de stad. Als dat kan via een integrale aanpak, is het mooi, maar ik zie die aanpak nog niet.
534
A
Verslagnummer 5
De Voorzitter: Wie hier zit krijgt gemakkelijk het gevoel dat moties net konijntjes zijn: in het voorjaar komen er veel kleintjes. Wij hebben 57 wijzigingsvoorstellen. Als het college in een schorsing een minuut per voorstel nodig zou hebben, waarmee gezien de zorgvuldige samenstelling de voorstellen eigenlijk geen recht wordt gedaan, krijgt u daarna antwoord, dan volgt opnieuw een schorsing en de tweede termijn. Tenslotte wordt dan over 57 voorstellen gestemd, want u vindt dat u op hoofdlijnen moet besturen. U dient er rekening mee te houden dat er nauwelijks meer tijd is voor een tweede termijn, u hebt allemaal uw spreektijd opgebruikt, zodat wij na het antwoord van het college meteen beginnen aan de behandeling van de wijzigingsvoorstellen. De heer Vleeshouwers: U hebt dat toch zien aankomen? De Voorzitter: Ik ben 25 jaar lang steeds ervan uitgegaan dat een raad die echt iets wil veranderen, met ongeveer vijf hoofdpunten komt. Ik kan mij niet voorstellen dat 57 wijzigingsvoorstellen nodig zijn, ondanks het feit dat erop is aangedrongen daarover te overleggen. Ik schors de vergadering. Schorsing. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Wij kennen allemaal de betekenis van een Voorjaarsnota als kaderstellend document, zeker voor een bestuur in een duaal stelsel. Waar wij nu voor het eerst het instrument binnen het duale stelsel goed zouden kunnen inzetten, worden wij geconfronteerd met negatieve economische ontwikkelingen van een zodanige aard en omvang dat wij moeten rekenen met nog meer bezuinigingen dan wij aanvankelijk verwachtten. Er zijn onherroepelijk ook bezuinigingen bij de rijksoverheid die effecten voor de gemeenten hebben. Daarnaast kennen wij problemen in de regio, met veel meer werkloosheid. Dat is op het ogenblik waarschijnlijk ons grootste probleem omdat het op allerlei gebieden ingrijpt. Als wij fikse problemen hebben, kunnen wij twee verschillende benaderingen kiezen. Wij kunnen angstig redden wat te redden valt of nagaan of wij een goede koers kunnen houden in hetgeen wij kunnen en willen doen. Het begrip "anticyclisch investeren" wordt tegenwoordig veel gebruikt, het is de bedoeling daarbij goed op koers te blijven en ervoor te zorgen dat wij iets bereiken. De heer Vleeshouwers: U constateert dat de term anticyclisch investeren veel wordt gebruikt. Betekent het dat u dat gaat doen?
535
A
Verslagnummer 5
Wethouder mevrouw Mittendorff: In de Voorjaarsnota is aangegeven dat wij met alle macht proberen investeringen te doen op de terreinen waar de nood heel hoog is en bepaalde voorzieningen te treffen in gevallen waarin mensen het moeilijker hebben. Ik zou graag de moties, amendementen, vragen en opmerkingen hebben willen ordenen in enkele thema's, zodat wij hadden kunnen spreken over sociaaleconomische structuurversterking en andere. Wij hebben geconstateerd dat het voor u veel bladeren zou worden als ik dat zou doen. Ik zal dan ook proberen de lijst te hanteren. Dat is jammer, want ik zou veel liever de thema's hebben besproken. Ik begin bij de amendementen, sommige hebben betrekking op dezelfde onderwerpen en verwijzen voor een deel naar elkaar. Amendement nr. 4 is belangrijk omdat veel fracties naar de bijzondere bijstand hebben gevraagd. Hoe kan het college in deze tijd, waarin de kans bestaat dat veel meer mensen een beroep moeten doen op bijzondere bijstand, voorstellen op de middelen voor bijzondere bijstand te bezuinigen, of althans de onderuitputting in te zetten voor doelen in het algemene beleid. Voor het college is het een belangrijk punt, het is een structurele inzet, die goed mogelijk is omdat er veel meer onderuitputting is dan is gemeld. In 2001 was er een overschot van € 670.000,--, veel meer dan het bedrag van € 500.000,-- dat het college aan het budget wil onttrekken. In 2002 was het overschot nog heel wat groter. Ik kan mij voorstellen dat men het geen goede stap vindt, maar het CDA heeft voorgesteld € 200.000,-- anders in te zetten en dat kan ook als de structurele inzet van de onderuitputting wordt gehandhaafd. Het individu zal er geen last van hebben, er blijft toch nog ruim voldoende over. Wij begrijpen de signalen heel goed, maar wij kunnen een deel structureel anders aanwenden en desondanks een goede aanpak van de bijzondere bijstand realiseren. Daarom vragen wij de raad zijn standpunt te heroverwegen. De heer Kerkwijk: De wethouder wijst erop dat voldoende middelen overblijven. Kunt u daarbij bedragen noemen? Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik heb erop gewezen dat in 2001 € 670.000,-- is overgebleven, voor 2002 ken ik alleen het bedrag uit het derde kwartaalbericht. Toen bedroeg de onderuitputting € 700.000,--. De heer Kerkwijk: Als wij er € 500.000,-- afhalen, resteert dus ruim € 200.000,--. Wethouder mevrouw Mittendorff: Dat was het geval in de eerste drie kwartalen van het afgelopen jaar, de afrekening over het hele jaar is nog niet bekend. Mevrouw Van den Biggelaar: Houdt u dan ook rekening met de te verwachten toename van de groep die er gebruik van moet kunnen maken? Wethouder mevrouw Mittendorff: Dat wordt aan de andere kant gedaan. Als wij ervoor willen zorgen dat mensen er een beroep op kunnen doen -- ik denk ook aan
536
A
Verslagnummer 5
het pleidooi van de heer Rennenberg --, is het van belang opnieuw activiteiten te ontwikkelen. Daarvoor is meer geld nodig, maar ik heb al duidelijk gemaakt dat dat geld er is. Het is niet de bedoeling lijdzaam af te wachten en toe te zien, maar te zorgen voor extra inzet. Dat kan binnen de beschikbare middelen. Wij achten amendement nr. 6 overbodig omdat wij al maatregelen hebben genomen. De heer Gerard: Bent u ermee bekend dat deskundigen een sterke groei van de problematiek verwachten? Wethouder mevrouw Mittendorff: In deze tijd verwachten wij sowieso een extra groei, maar wij zetten hiervoor € 200.000,-- extra in en gaan ervan uit dat dat voldoende zal zijn. Daarom zien wij in dit amendement niet de goede richting. Over het meldpunt discriminatie is al heel veel gezegd. Wij hebben aangegeven dat een beleid zal worden ontwikkeld, afhankelijk daarvan moet worden bepaald wat precies zal worden gedaan. Dat wil zeggen dat het college niet in het voorstel van amendement 8 meegaat. Wij hebben wel goed begrepen dat de indiener vindt dat op dit gebied activiteit nodig is. Nu is het hiervoor bestemde geld anders ingezet dan was bedoeld en daarmee moeten wij goed rekening houden. Het Van Abbemuseum heeft de taakstelling gehaald en als een van de weinige de bezuiniging doorgevoerd. Het amendement gaat verder, maar past niet in de richting waarin wij denken. Een dienst die goed heeft bezuinigd, moet niet nog eens extra worden gestraft. De heer Gerard: Dat komt, met permissie, omdat de opgelegde bezuiniging nauwelijks iets voorstelde. Ook daarna zit het museum nog veruit het ruimst in de slappe was. Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik laat uw mening voor wat zij is, ik geef alleen aan dat wij het amendement ontraden. Misschien gaat het bij externe ICT wel om anticyclisch investeren, omdat juist in de huidige tijd wordt ingezet op een terrein waarvan wij later een en ander verwachten. De gelden in amendement 12 voor het aantrekkelijk stadshart zijn niet anders besteedbaar. Het kan eenvoudig niet. De heer Gerard: Dat is niet waar. Het zijn MIP/ISV-gelden en de ISV-gelden zijn de bottleneck voor de grondwaterproblematiek, dat geld kan er gewoon naar toe omdat de grondwaterproblematiek goeddeels met ISV-geld wordt gefinancierd. Wethouder mevrouw Mittendorff: Op dat punt verschillen wij van mening. Amendement nr. 14 heeft betrekking op bestrijding van legionella waaraan door verschillende leden van de raad aandacht is besteed. Zij zijn van mening dat de kosten daarvan niet in de tarieven kunnen worden doorberekend. Wij begrijpen dat een verhoging met 9% voor de raad nogal veel is, misschien kunnen wij tot
537
A
Verslagnummer 5
middeling besluiten, zodat een deel van de bedrijfsresultaten hiervoor worden gebruikt. Het amendement zegt dat wij de kosten helemaal niet in de tarieven mogen doorberekenen, ik zou willen voorstellen te middelen, zodat de gemeente een deel voor haar rekening neemt en een ander deel wordt doorbelast aan de klanten. Daarmee betaalt de klant voor de dienst die hij krijgt. Amendement nr. 15 is lastig. In het najaar heb ik er al op gewezen dat de continuïteit van de OZB zeker niet is gewaarborgd, daarom vinden wij het heel moeilijk de voorgestelde stap te zetten. Ik neem aan dat collega Claassen zal terugkomen op amendement nr. 16 met het voorstel tot afromen van de toeristenbelasting. Het komt mij voor dat het idee bespreekbaar is. Amendement nr. 17 gaat over de onderuitputting bijzondere bijstand, ik neem aan dat ik daarover inmiddels voldoende heb gezegd. Collega Pastoor zal het HRM-beleid nader toelichten, met het amendement nr. 18 wordt dit beleid in feite geschrapt. Dat is erg onvoordelig als men ook externe adviseurs wilt uitbannen. Bij Horizon gaat het om het versterken van technisch onderwijs en om kennisverwerving. Hoewel amendement nr. 19 heel sympathiek is, wil ik het toch ontraden omdat op het gebied van technisch onderwijs al heel veel wordt gedaan. Met het amendement wordt er een hap uitgenomen waardoor die middelen niet meer vrij besteedbaar zijn. Wij kunnen best bespreken hoe het in die richting kan en hoe de lijnen doorlopen, maar als een en ander op deze manier wordt aangegeven, wordt het heel ingewikkeld. De heer De Schepper: Wij willen dit niet financieren uit de onderwijsmiddelen, dus niet uit programmalijn S2. Wethouder mevrouw Mittendorff: Dan nog ontstaan aparte potjes, terwijl het beter is een en ander integraal te benaderen. Met de dekking in het derde aandachtspunt kunnen wij niet veel. In amendement nr. 20 stelt D66 voor bij de verbetering van de overheidsdienstverlening voor ondernemers te streven naar vermindering van het aantal regels. Eigenlijk bepalen wij weinig regels, maar ik zeg toe dat wij bij de uitvoering gebruikersvriendelijk met de regels willen omgaan. Amendement nr. 21 van de PvdA voorziet in feite in hetzelfde. Op zich past het prima in de economische functie, maar in feite streven wij het al na. Ik weet niet wat collega Claassen ervan zal zeggen. Amendement nr. 22 spreekt over incidentele middelen die al zijn uitgegeven. Wij hebben € 100.000,-- structureel nodig om het economisch beleid te versterken en ik ben niet echt content met het idee het bedrag toe te voegen aan de algemene middelen.
538
A
Verslagnummer 5
De heer Van den Biggelaar: Als de incidentele middelen al zijn uitgegeven, kunnen wij ze niet wegbezuinigen. Als punt 3 van het amendement vervalt, gaat punt 2 niet alleen over versterking van het economisch beleid, maar over het ene loket voor verbetering van de dienstverlening aan het midden- en kleinbedrijf, waarvoor u € 100.000,-- extra vraagt. Wij menen dat u het budgettair neutraal kunt regelen, het is een kwestie van een goede front en back office organiseren. Wij begrijpen niet waarvoor dit bedrag nodig is, het is in de programmalijn nauwelijks gemotiveerd. De heer Kielenstijn: De PvdA wil allerlei dingen, maar het mag niets kosten. Daar kunnen wij niets mee. De heer Janssen: Twee van de drie vacatures niet vervullen! Wethouder mevrouw Mittendorff: Amendement nr. 27 betreft een onderwerp dat ik echt aan de raad wil overlaten. Het lijkt mij niet nodig daarover te adviseren. Overigens hebben wij het idee niet voor niets geopperd, wij zien er wel degelijk mogelijkheden in. Ik heb in de commissie de discussie gevolgd over de vraag wat OVO en de Seniorenraad doen. Wij vinden het een goede gedachte er zeker nog eens aandacht aan te besteden, ons college staat achter het functioneren van de seniorenraad. Bij motie nr. 4 gaat het om categoriaal beleid en daarmee past het voorstel niet binnen de aanpak die voor ons mogelijk is. De heer Vleeshouwers: Het is een gemeentelijke regeling. Mevrouw Van den Biggelaar: Precies, wij hebben de regeling al eens aangepast. Dit is geen categoriaal beleid. Mevrouw Breuers: Het gaat om toeslagen en deze worden door de gemeente bepaald. Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij zullen er nog eens naar kijken, maar als het is zoals ik veronderstel, kunnen wij er niets mee. Wij hebben al gesproken over de toegangsprijs en daarbij heb ik duidelijk gemaakt dat dat te veel zal kosten. Daarom kunnen wij de betreffende motie echt niet aanbevelen. Leefbaar Eindhoven stelt voor € 10.000,-- beschikbaar te stellen voor een pilot. Het is niet helemaal duidelijk of dat moet binnen de € 400.000,-- die in het programma is opgenomen. De heer Kielenstijn: Wij vinden het niet belangrijk waar het bedrag vandaan komt, als het maar uit de ruimtelijke pijler komt.
539
A
Verslagnummer 5
Wethouder mevrouw Mittendorff: Daarover willen wij best nadenken. Het college uitdagen op korte termijn schoon, heel en fleurig te realiseren, is niet nodig, omdat het al gewoon in het programma staat. De heer Gerard: In hoeverre gebeurt het al bij bijvoorbeeld de nulacties? Ik heb het gevoel dat hier wordt gesproken over een pilot voor een aanpak die al plaatsvindt. Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij zouden dat in het hele kader moeten bezien, wij zouden op sommige aspecten meer kunnen inzetten en nagaan hoe het uitwerkt, zodat wij aan de hand daarvan kunnen beoordelen of het elders ook kan. Voor een deel gebeurt dat al, maar wij kunnen het ook bekijken aan de hand van de resultaten van de aanpak volgens deze motie. Overigens hebt u gelijk, het is niet ongewoon zoiets te doen. De heer Gerard: Het is op zijn minst voor een deel bestaande praktijk. Wethouder mevrouw Mittendorff: Dat is juist, misschien had ik direct al moeten zeggen dat het zeker voor een deel bestaand beleid is. De heer Kielenstijn: De motie gaat iets verder dan bestaand beleid. Het is de bedoeling dat het bedrag echt naar de wijkvereniging gaat, zodat zij ermee aan de slag kan gaan. Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik heb al laten blijken dat wij er niet negatief tegenover staan. Duidelijk zal zijn dat wij het moeten uitwerken in een planning. Motie nr. 9 bepleit vorming van een dienst Economische Zaken. Enkele partijen hebben terecht geconstateerd dat de raad daar niet over gaat, maar eigenlijk geeft de motie het advies mee de economische functie te versterken. Het college wil dat zeker proberen, maar vorming van een dienst is een erg forse ingreep. Ik zou zeker niet willen adviseren die stap te doen. De heer Kielenstijn: Betekent dit dat u conform de motie voor het einde van het jaar een voorstel zult doen over de centralisering van de economische functies? Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij zijn er op dit moment al mee bezig, omdat versterking van deze functie heel urgent is. Wat ons betreft komt het idee niet uit de lucht vallen. Wij zijn ermee bezig, maar het voorstel er een dienst van te maken, gaat erg ver. Dat moet ik echt ontraden. De heer Kielenstijn: U mag het best anders noemen, als maar een centralisering van de functies wordt bereikt. "Eraan werken" is vrij vaag, ik zou er graag een termijn aan willen verbinden.
540
A
Verslagnummer 5
De heer Kerkwijk: Als wij de programmalijn arbeidsmarktbeleid overnemen -- ik heb heel wat positieve reacties gehoord -- kan een verdere uitwerking met zich meebrengen dat wordt gerealiseerd wat in de motie wordt beoogd. Het lijkt mij voorbarig dat nu al vast te leggen. Als motie 10 wordt uitgewerkt kan een opzet als in motie 9 mede het gevolg zijn. De Voorzitter: Mevrouw Mittendorff wees erop dat dit een verantwoordelijkheid van het college is, als gevolg daarvan behoeven hiervoor geen nota's naar de raad. Zij heeft ook gezegd dat er hard aan wordt gewerkt en dat wij proberen het zo snel mogelijk te regelen, maar 1 januari is een heel toevallige datum. Het is niet zeker dat het dan allemaal klaar zal zijn, maar het is zonder meer de bedoeling tot een organisatie te komen. De heer Kielenstijn: Formeel gaat de raad er inderdaad niet over, maar een meerderheid ondersteunt de motie. De Voorzitter: Dat kan best, maar de raad kan moties, over onderwerpen waarover hij niet gaat, zelfs unaniem aannemen, maar dat maakt geen verschil. Voor alle duidelijkheid bevestig ik nog eens dat de intentie is overgenomen. Zij geeft weer wat wij doen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Dat doen wij ook met de Voorjaarsnota in de richting van de begroting. De mogelijkheid van een reclamebelasting is onderzocht, maar wij kennen al precariorechten en daarmee is het dubbel op. Er kleven veel nadelen aan een dergelijke belasting, wellicht zal de heer Pastoor er nog op ingaan. In elk geval is de inning veel tijdrovender dan het innen van de huidige belasting. Ik verwacht niet dat wij daarmee goed uit zullen zijn. In het licht van de bezuinigingen hebben wij de belasting al bekeken. De heer Schut: Precariorechten en reclamebelasting zijn echt verschillende heffingen. Bovendien treffen zij vaak heel verschillende groepen. Wij willen hiermee een bepaalde groep benaderen. Met reclamebelasting kunnen wij meer sturen dan met precariorechten. 21.52 Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik begrijp het, maar wij hebben het al onderzocht. Wij vonden de resultaten niet dermate bemoedigend dat wij een voorstel in dezen aan de raad wilden voorleggen, zeker niet als bezuiniging. Misschien zien de indieners van de motie dit niet als een bezuiniging, in elk geval hebben wij bedenkingen. In motie nr. 13 wordt voorgesteld € 100.000,-- beschikbaar te stellen voor het instellen van een noodfonds. Op zich is het een interessant idee, maar er is geen dekking aangegeven en wij zouden er dus eerst over moeten nadenken. De raad zal
541
A
Verslagnummer 5
moeten bepalen hoe zo'n fonds zou moeten worden aangewend. Als geld is gereserveerd, kan het voor een bepaalde groep worden gebruikt, maar wellicht is een interessanter aanpak binnen het armoedebeleid te bedenken. Dat vraagt een discussie binnen de raad, maar de intentie van de motie is helder. De raad zal serieus moeten kijken naar de voorstellen met betrekking tot onderzoek naar de grondwateroverlast. Hij zal het er ook met de provincie en de regio over moeten hebben in verband met het antiverdrogingsbeleid. Het is voor mensen heel moeilijk om hiermee om te gaan en de aanpak is heel prijzig. Wij weten echt niet waar wij het geld hiervoor vandaan moeten halen. Als wordt gevraagd dit onderwerp nog eens te bekijken en er in het najaar op terug te komen, kunnen wij dat zeker doen, maar de raad moet bedenken dat het om heel veel geld gaat en het is hem bekend dat wij niet veel geld hebben. Misschien kunnen wij hier en daar iets doen met incidentele middelen, maar het is werkelijk een heel probleem. De heer Vleeshouwers: Ik neem aan dat ook mevrouw Schreurs hierop nog zal ingaan. Wethouder mevrouw Mittendorff: Voorgesteld is te proberen de randgemeenten te motiveren mee te doen bij het in stand houden van allerlei voorzieningen. Wij willen dat zeker proberen. Wij zouden het eerste aandachtspunt van het geheel willen losmaken, wij willen geen bezuiniging aan de randgemeenten voorleggen. Dat lijkt ons geen juiste insteek als wij met de randgemeenten willen komen tot een goed beleid, waarin wij samen een aantal voorzieningen voor de regio in stand houden. Wij kunnen wel proberen gezamenlijk op te trekken, nagaan wat wij willen en wat wij gezamenlijk kunnen realiseren. Wij vinden het geen goed idee om, nu wij tekort komen, de hand op te houden en een bijdrage te vragen, ook met het oog op de toekomst. De heer Dijsselbloem: Wij komen niet toevallig nu iets tekort. Burgers uit de randgemeenten maken structureel gebruik van onze infrastructuur voor sport en cultuur. Ook als wij geld over zouden hebben, zouden wij een dergelijke stap moeten doen. De heer Van den Biggelaar: Ik heb een beetje moeite met de manier waarop de dingen hier aan elkaar zijn gekoppeld. Zo maar € 500.000,-- van de randgemeenten vragen, werkt niet of hoogstens averechts. Wij zouden apart kunnen kijken naar invoeren van een Eindhovenpas, probleem is dat hier alles in een stuk bij elkaar is gezet. Wat denkt het college van invoering van een Eindhovenpas? Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij kunnen geen verschillende tarieven hanteren voor Eindhovenaren en anderen en tegelijk met de randgemeenten een gezamenlijk beleid maken waar wij samen voor staan. Wij zullen dus moeten kiezen. Gaan wij voor onze eigen inwoners of voor de regio en proberen wij daarbinnen samen te doen?
542
A
Verslagnummer 5
Pas als wij daarover een principiële uitspraak hebben, kunnen wij eventueel voor zo'n pas kiezen, maar misschien kan de raad uitspreken wat hem een goede richting lijkt. De heer Dijsselbloem: De motie vraagt op de eerste plaats een uiterste inspanning om te overleggen, op de tweede plaats de raad daarover te informeren, op de derde plaats om, als de inspanning geen effect heeft, een voorstel voor gedifferentieerde tarieven te ontwikkelen en de raad daarover in het najaar in te lichten. De Voorzitter: U weet dat wij overleg hebben met de randgemeenten omdat wij de Minister moeten melden welke knelpunten samenwerking kan oplossen. Nu zijn een motie ingediend over voorzieningen en een motie over grond voor woningbouw. Wij werken met de randgemeenten en sinds vanmiddag ook met de provincie samen bij woningbouw, economische aspecten en vestigingsfactoren, waaronder wij ook voorzieningen in de stad rekenen. Deze onderwerpen worden in samenhang besproken, ik weet niet of wij er uitkomen, maar de beide moties betreffen fragmenten uit een totaal verhaal. Om die reden wil ik ze ontraden. De heer Van den Biggelaar: Kunt u ons dan in de eerstvolgende vergadering van de commissie Bestuurlijke Pijler bijpraten? De Voorzitter: U bent bij de meeting in deze zaal geweest. Wij werken een en ander uit, zodra er iets melden valt, kom ik bij u terug. Wethouder mevrouw Mittendorff: Er is een motie, nr. 18, ingediend over een gemeentelijk loket voor verwerving van subsidies. Op zichzelf is het een interessante gedachte hoewel wij, als wij het doen, ons moeten afvragen of wij daarin zo veel moeten investeren dat het eigenlijk geen rendement oplevert. Wij kunnen wel met de regio overleggen over de vraag of er mogelijkheden voor zo'n aanpak zijn om meer subsidies binnen te halen dan tot nu toe. Overigens doen wij het op dit gebied niet slecht. Wij willen het idee meenemen ter bespreking in regionaal of provinciaal verband om na te gaan of er mogelijkheden zijn. Natuurlijk informeren wij de raad als wij iets naders weten. Het besluit in verband met de wijk- en dorpsraden zal pas in 2006 worden geëffectueerd, de vraag is nu alleen of het erop mag blijven staan dan wel of het eraf moet. Ik weet niet of die discussie interessant is... Mevrouw Van den Biggelaar: Het gaat om een principiële vraag en niet alleen om erop of eraf. Als het zo simpel zou zijn, zou ik het eraf willen halen. Bij de instelling van de stadsdeelkantoren hebben wij besloten dat wij de relatie met de wijk- en dorpsraden opnieuw zouden bekijken. Dat is nog niet gebeurd. Nu is een bezuiniging ingeboekt en daarmee wordt ten onrechte vooruitgelopen op het onderzoek.
543
A
Verslagnummer 5
De Voorzitter: Wij hebben de vorige keer afgesproken dat wij niets effectueren als niet eerst duidelijk is dat de stadsdeelkantoren zo'n functie kunnen overnemen. Wanneer u deze post schrapt, hebt u een probleem. Als andere stadsdelen tot de conclusie komen dat zij ook zulke raden willen, moet u, als u niet de hele zaak ineens wilt bekijken, zorgen voor gelijkberechtiging. Overigens stel ik nogmaals vast dat wij niet de raden, maar alleen een stuk van de ondersteuning opheffen. Ongetwijfeld zal Acht Acht en Vaartbroek Vaartbroek blijven, maar met € 75.000,-- is er een verdubbeling. Voor wij de bezuiniging effectueren, komen wij eerst met een antwoord op de vraag die u stelt. Mevrouw van den Biggelaar: Dan blijft toch de vraag waarom de bezuiniging is ingeboekt. De Voorzitter: Neen, wij zetten op de groslijst dat het kan en daarbij geldt de afspraak met de raad dat de post alleen wordt geëffectueerd als de stadsdeelkantoren de functie kunnen overnemen. Om die reden is ook de late datum gekozen. Mevrouw Van den Biggelaar: De post is opgenomen in de Voorjaarsnota 2004 - 2007. Wethouder mevrouw Mittendorff: In verband met motie nr. 21 zal wethouder Claassen iets zeggen over de stadsdeelkantoren en de ontwikkelingen die daar spelen. In verband met terrein Fens hebben wij aangegeven dat wij nog heel graag gebruik willen blijven maken van de opbrengsten als parkeerterrein. De motie daarover is dan ook voor het college heel moeilijk. De heer Van den Biggelaar: In de visie op de binnenstad is het terrein ingetekend als een parkje. Dat kan een probleem worden. De heer Vleeshouwers: Het is zelfs genoemd als beleidsprestatie voor 2004! Wethouder mevrouw Mittendorff: In verband met motie 28 wijs ik erop dat € 2,3 incidenteel en € 1 miljoen structureel extra is bezuinigd op sport. Daardoor lijkt deze motie mij overbodig. De heer Van den Biggelaar: Wanneer is € 1 miljoen structureel bezuinigd? Heb ik dat gemist. Wethouder mevrouw Mittendorff: Dat is al in het najaar gebeurd, de bezuinigingen op sport zijn al doorgevoerd. Motie nr. 25 gaat over het stimuleren van duurzaam bouwen door particulieren. Daarvan weet ik te weinig af, het lijkt mij meer een onderwerp voor experts.
544
A
Verslagnummer 5
Wethouder Pastoor: Mijnheer de voorzitter. Ik kom allereerst aan het HRM- en personeelsbeleid, waarop amendement 18 en motie 17 betrekking hebben. In de commissie heb ik al aangegeven dat wij voor of direct na de vakantie hierop terugkomen. Ik pleit ervoor het geld voor het HRM-beleid te laten staan, omdat een eigentijds personeelsbeleid van vitaal belang is voor het goede functioneren van de organisatie en de ontwikkeling van onze medewerkers. Wij moeten ervoor zorgen dat het ontwikkelingsemplooi van onze medewerkers goed wordt gematcht met de uitgangspunten en doelstellingen van de organisatie en de producten en diensten die wij van haar voor de stad verwachten. Daarbij horen marktconforme arbeidsvoorwaarden en een goed HRM-beleid. De uitgangspunten daarvoor zijn verwoord in Samen Stad, namelijk eigen verantwoordelijkheid, resultaatgericht werken, respect en rekenschap vragen. Dat wordt uitgewerkt in feitelijke punten, zoals competentiemanagement, vorming, management developement, job rotation, belonings- en arbeidsvoorwaardenbeleid, arbeidsomstandigheden, enz.. Een impressie van waar het over gaat zal, zoals eerder aangekondigd, voor de vakantie de commissie bereiken. De heer De Schepper sprak over een centralisering van de afdeling personeelszaken. Wij kennen integrale managementverantwoordelijkheid. De diensten hebben in hoge mate een eigen verantwoordelijkheid. Wij hebben contracten met hen en wij maken de dienstplannen. Voor de directeuren en hun personeelsmensen valt binnen die verantwoordelijkheid ook het personeelsbeleid, de bedrijfsvoering en de omgang met medewerkers aan de hand van centraal vastgestelde kaders. Wij kunnen met centralisering instemmen als het gaat om het vaststellen van de kaders waarbinnen de directeuren werken, maar die worden al centraal opgesteld en getoetst. Wij zijn zeker niet van plan de verantwoordelijkheden voor het personeelsbeleid te centraliseren. Wij willen voor de diensten en hun directeuren een grote mate van zelfstandigheid. Wij sluiten contracten met de diensten, om die verantwoordelijkheid te kunnen dragen hebben zij middelen, personeel en wat verder nodig is. De heer Verhaegh: Gevraagd wordt te onderzoeken of een centrale personeelsafdeling voordelen heeft. Is het college daartoe ook niet bereid? Wethouder Pastoor: Ik meen dat er onderzoek is gedaan naar de organisatie van personeelszaken, het is nog heel vers. Wij hebben in 2000 de GOGO-operatie gehad en daarvan is de huidige werkwijze een van de resultaten. De heer Van den Biggelaar: Wij krijgen voor de zomervakantie het HRM-beleid, de wethouder noemde enkele onderdelen die mij aanspreken. Ik ben benieuwd of zij met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Kunt u inschatten of dat in de toekomst zal leiden tot hogere personeelskosten? Wethouder Pastoor: Het gaat echt om een inschatting, waarbij marges in acht moeten worden genomen. Op een aantal punten zal het meer geld kosten, in het
545
A
Verslagnummer 5
bijzonder bij vorming, opleiding en training. Ons opleidingsbudget is, in vergelijking met budgetten die in het bedrijfsleven gebruikelijk zijn, buitengewoon mager. Wij willen onze medewerkers adequaat opleiden en bijscholen naar de huidige eisen. Dat kost meer dan tot nu toe. Het is denkbaar dat wij op andere onderdelen van het personeelsbeleid zuiniger aan kunnen doen, maar ik verwacht dat het personeelsbeleid per saldo duurder zal worden. Leefbaar Eindhoven heeft een motie een op drie ingediend. Bij het opstellen van de Voorjaarsnota hebben wij ervoor gekozen niet te bezuinigen op onze politiek geprioriteerde uitgangspunten. Voor de niet politiek geprioriteerde uitgangspunten hebben wij de diensten een bezuiniging van € 1,5 miljoen op de personeelsformatie opgelegd. Dat komt uit op ongeveer 30 formatieplaatsen. Gemiddeld hebben wij 150 vacatures per jaar, daarmee komen wij dus uit op een op vijf. Een werkwijze waarin de eerste vier vacatures niet worden ingevuld en de vijfde wel is eenvoudig flauwekul. In elk geval bezuinigen wij € 1,5 miljoen op de personeelsformatie in de niet geprioriteerde beleidsvelden. Wij nemen motie 24 dus niet over. De heer Verhaegh: Is de heer Pastoor er wel voor als het een op tien is? Wethouder Pastoor: Dat is niet aan de orde, wij hebben een bezuiniging vastgesteld. De vraag rond reclamebelasting is aan de orde geweest in het overleg met de ondernemers. In de commissie heb ik al gemeld dat het mij verbaasde dat de ondernemers een belasting voorstelden, maar het kan. Het doel daarvan zou zijn de opbrengst aan te wenden voor activiteiten ten behoeve van de ondernemers. Hierbij stuiten wij op enkele problemen. Een reclamebelasting kan geen doelbelasting zijn, de wet staat dat niet toe en daarmee is de opbrengst een algemeen dekkingsmiddel. Wij kennen precariorechten en dat systeem functioneert heel aardig. Wij hebben bij enkele gemeenten, die een reclamebelasting kennen, informatie ingewonnen. Daaruit en uit het verdere onderzoek blijkt dat heffing van deze belasting buitengewoon arbeidsintensief is, niet alleen bij de eerste heffing, maar ook bij de handhaving en het toezicht. Een reclame-uiting is snel gemaakt en ook snel weer opgerold. Iedere betrokkene zal de belasting moeten betalen en illegaliteit moet worden uitgebannen. Wij hebben van verdere stappen afgezien. De belangrijkste reden is dat de kosten zo hoog zijn, dat het rendement van de belasting minimaal is. Een alternatief is het invoeren van baatbelasting als wij bijzondere investeringen doen. Gevraagd is naar de winstuitkering van NRE. Het bedrijf doet het goed, er is flink gereorganiseerd en het bedrijf is daardoor efficiënter geworden. De personeelsbezetting is ingekrompen. Nu wordt voorgesteld een deel van de winst aan de aandeelhouders uit te keren. Een belangrijk deel van de winst is nodig om het bedrijf op peil te houden, te denken valt aan onderhoud van het net en investeringen om mee te liften met de ontwikkelingen in de energiewereld. De raad van commissarissen en de directie hebben een verdeling van de winst voorgesteld en wij
546
A
Verslagnummer 5
hebben dat voorstel geamendeerd, zodat € 2 miljoen meer dividend wordt uitgekeerd dan de directie voorstelde. Mevrouw Joosten: Is dat € 2 miljoen voor Eindhoven of voor alle aandeelhouders? Wethouder Pastoor: Voor alle aandeelhouders, dus daarvan is 73% voor Eindhoven, aangezien Eindhoven ruim 73% en niet 80% van de aandelen bezit. Dat bedrag is nog nergens vermeld, omdat de vaststelling nog niet definitief is. Bij de fusie van NRE en GRE was er een verlies op ongedekte verkoopcontracten. Eindhoven heeft de verantwoordelijkheid voor de verliesgevende contracten genomen tot een bedrag van ƒ 28,6 miljoen onder de voorwaarde dat eventuele voordelen van die contracten ten gunste van Eindhoven zouden komen. Over 2001 komt dat uit op € 3 miljoen en over 2002 ongeveer € 3,5 miljoen. Wij storten deze bedragen in een egalisatiefonds, een reserve winstuitkering NRE, om de overgang van de vroegere hoge winstuitkering naar de huidige lage op te vangen. Daardoor kunnen wij gedurende een aantal jaren € 12,4 miljoen als stabiele inkomsten garanderen. Mevrouw Joosten: In de huidige begroting is een verlies van NRE ingeboekt. Is dat nu nog nodig? De Voorzitter: Dat is hard nodig, mevrouw Mittendorff zal dat straks nog even uitleggen. De heer Vleeshouwers: Ik heb gevraagd naar een overzicht van de vastgoedtransacties. De Voorzitter: Wij hebben besloten dat wij ons beperken tot de amendementen en moties. U krijgt op een ander moment ongetwijfeld nog antwoord. Wethouder mevrouw Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Motie nr. 3 van de VVD betreft de knelpunteninventarisatie. Ik heb al toegezegd dat zo'n inventarisatie zal worden gemaakt, de intentie van de motie is dus in feite overgenomen, maar wij hebben waarschijnlijk uiteenlopende ideeën bij de vraag wat de oplossing precies behelst. Motie nr. 1 over een platform voor kunst en cultuur is heel sympathiek, maar wij moeten op de eerste plaats de sector zelf vragen zoiets te organiseren. Daarmee krijgt zo'n platform een beter draagvlak en veel meer passie en power. Wij zien dan later wel welke rol wij daarin spelen. De moties 2 en 6 spreken over een adviesraad. Het klinkt misschien vervelend, maar de raad zal zelf met een visie moeten komen. Wij kunnen de ontwikkeling ervan niet buiten u neerleggen. In feite is het zo door GroenLinks geformuleerd, de PvdA heeft het al aangekondigd. Een externe raad belasten met het bijeen brengen van onderwerpen waarin de raad geld zou willen steken, omdat zij de moeite waard zijn,
547
A
Verslagnummer 5
betekent alleen oproepen van vertraging. Als de raad in de sector kunst en cultuur echt tempo wil maken, zal hij het zelf moeten doen. Het college wil graag impulsen leveren, maar in de discussie die wij hier -- kaderstellend -- behoren te hebben, ben ik heel benieuwd naar de kaders die de raad denkt te stellen. De moties 4 en 5 en de amendementen 5, 7, 9, 13, 23 en 24 bevatten allemaal voorstellen om iets te doen in de sector kunst en cultuur. Wij achten ze prematuur, dergelijke punten komen pas op 1 juli. Als instellingen dreigen om te vallen, zullen wij maatregelen nemen om dat te voorkomen. De moties 7 en 8 gaan over pilots op het gebied van schoon, heel en fleurig. Een aantal ervan is al in gang gezet, bij toeval rond het Kerstroosplein, speelgelegenheden en groen in de wijken. Wethouder Van der Grinten bekijkt hoe het elders in het land gaat, de raad mag dus nog van alles verwachten. Wij zijn niet voor amendement 12 over het stadshart van de SP, omdat daarmee de inzet in de binnenstad achterwege blijft. De heer Gerard: U bent tegen amendement 12, maar u hebt niet gezegd dat het niet kan. Wethouder mevrouw Schreurs: Het is een moeilijke discussie, volgens mij kan het niet helemaal, maar als het gaat om de vraag of wij het willen, is het antwoord eenvoudig. Het college wil het niet. Het geld dat wordt ingezet in amendement 17, is al ingezet om in de sector kunst en cultuur incidentele problemen op te lossen. Wij kunnen het niet twee maal inzetten, daarom zou de indiener voor dit amendement een andere dekking moeten aangeven. In verband met de grondwateroverlast zijn er twee problemen. Er is op de korte termijn een financieel tekort, zelfs om de maatregelen te treffen die al zijn toegezegd. Binnen een maand zal ik de raad een oplossing voorstellen, op de langere termijn krijgt de raad een verder inzicht, zodat hij bij de behandeling van de begroting kan bepalen hoe hij hiermee wil omgaan. De situatie rond het terrein Fens is natuurlijk vreselijk. Ik had mij voorgesteld dat Eindhoven daar een fantastisch parkje zou krijgen, waarvan veel mensen zouden kunnen genieten. Het gaat in feite om een tijdelijke invulling en het geld moet ergens vandaan komen, ook als de dingen ons aan het hart gaan. Op dit moment kunnen wij het geld niet missen. Het terrein zal worden ingezet in het kader van de programmalijn die direct is gekoppeld aan de centrumvisie. Dat betekent dat het toch binnen een strikte tijdsplanning moet worden weggezet en het mooi definitief wordt ingevuld. Ik veronderstel dat de raad daarin geen echt concrete rol zal spelen. Hij heeft een rol bij de centrumvisie en de programmalijnen, maar niet bij de precieze invulling. Ik weet dat hij het leuk vindt, dat vind ik ook en ik mag het doen! Wethouder mevrouw Kuppens: Mijnheer de voorzitter. In amendement 26 stelt de PvdA voor om de programmalijn senioren zelfredzaam te schrappen en dat is een
548
A
Verslagnummer 5
zeer onverstandig voorstel. Het gaat namelijk niet alleen om de adviescommissie voor ouderenbeleid... Mevrouw Van den Biggelaar: Wij hebben het amendement aangepast. Het gaat niet om de hele programmalijn, maar alleen om de seniorenraad, waarvoor € 42.000,-- is uitgetrokken. Wethouder mevrouw Kuppens: Ik wilde erop wijzen dat het van belang is juist op het gebied van senioren de komende jaren veel te doen. De adviescommissie senioren is bedoeld om de raad te laten adviseren door senioren met veel contacten in alle wijken van de stad. De heer Van den Biggelaar: Wat ons bij cultuur ten stelligste wordt afgeraden, wordt bij senioren gepromoot omdat bij de coalitievorming een cadeautje moest worden weggegeven. Een seniorenraad is volstrekt overbodig. Wij hebben een goed functionerend OVO en goede ambtelijke diensten die de signalen kunnen opvangen. Wat moeten wij met zo'n raad? Hij kost alleen extra geld, terwijl wij dat geld hard nodig hebben. Wethouder mevrouw Kuppens: Niettemin ontraad ik het amendement. D66 stelt in motie 25 voor particuliere opdrachtgevers te subsidiëren in het kader van duurzaam bouwen. In het verleden was er een subsidie van NRE voor energiebesparing in het kader van de MAP-gelden. Die regeling is afgeschaft, maar het budget is blijven staan. Wij bekijken nu hoe wij de subsidiëring aan particulieren weer vorm kunnen geven. Wij willen geen voorzieningen subsidiëren die al als gewoon kunnen worden aangemerkt en een korte terugverdientijd hebben. Wij willen met het geld iets extra's doen. Bij de opzet van een regeling zullen wij de suggesties uit de motie meenemen voor zover wij ze zinvol achten. Wethouder Claassen: Mijnheer de voorzitter. Motie 10 betreft het arbeidsmarktbeleid, gevraagd wordt een programmalijn E7 toe te voegen. Ik kan mij daarin goed vinden omdat de economische situatie van dit moment ons noopt volop aandacht te besteden aan het arbeidsmarktbeleid. Als wordt gevraagd hiervoor voor de toekomst een programmalijn te maken, moet worden bedacht dat wij er nu al volop aan moeten werken en eraan blijven werken. Ik neem het idee over hiervoor een programmalijn voor de periode 2004 - 2007 te maken, maar dat mag ons niet ervan weerhouden ook nu al alles in het werk te stellen om te proberen de werkloosheid terug te dringen. Het offensief dat Eindhoven in samenwerking met het RPA heeft ingezet, mag niet wachten tot de doelstellingen zijn geformuleerd. Wij zijn er volop mee bezig en wij moeten er alle energie in steken om de dreigende werkloosheid het hoofd te bieden. Wij moeten de mensen, die werkloos zijn geworden, opvangen en proberen hen zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen.
549
A
Verslagnummer 5
De heer Van den Biggelaar: Ik begrijp dat de programmalijn in feite al loopt en dat u hem alleen nog moet uitschrijven. Wethouder Claassen: Hij loopt, wij zijn er volop mee bezig en het is dan ook niet moeilijk programmalijn E7 toe te voegen. Ik ben blij dat de raad onderkent dat dit absoluut noodzakelijk is. Mevrouw Breuers: In de discussie in de commissie wees de wethouder erop dat de inzet van de regio vooral is gericht op mensen die snel weer aan het werk kunnen. Wat GroenLinks betreft moet ook een inzet zijn gericht op mensen die moeilijker aan de slag komen. Daarbij hebben wij eerder ook allochtonen genoemd. Wethouder Claassen: Wij maken geen onderscheid tussen allochtonen en autochtonen. Het gaat om dreigende werkloosheid en om mensen die al werkloos zijn. Wij moeten voor allen proberen te bemiddelen, maar de inzet moet vroeger komen dan voorheen, toen pas werd bemiddeld als iemand inderdaad werkloos was. Wij willen een stap naar voren doen door ook dreigende werkloosheid aan te pakken. Mevrouw Breuers: Het gaat ons erom dat u de punten waarop wij in het verleden hebben gefaald niet uit het oog verliest. De heer Van den Biggelaar: Daar kunt u programmalijn S6, waar het gaat om diversiteit en inburgering, stevig mee helpen. Wethouder Claassen: Bij de overheidsdienstverlening aan ondernemers kom ik aan de amendementen 20, 21 en 25 en motie 9. Wij zijn bezig met de aanpak economische structuurverbetering en de organisatie ervan binnen het gemeentelijk apparaat. De economische situatie noopt ons niet alleen nu er zorg aan te besteden, in het verleden is al onderkend dat economische zaken binnen de gemeente over een aantal diensten is gespreid. Het heeft met allerlei zaken te maken, niet alleen DSOB of Sociale Zaken. Wij zijn al maanden bezig met consultaties van de diensten over economische zaken. Dat heeft geleid tot een nota die de volgende week in het college zal worden behandeld. Zij voorziet in een verbetering van de economische functie binnen de gemeentelijke organisatie. Het lijkt mij verstandig deze nota eerst te behandelen, want ik neem aan dat zij een groot deel van de zorgen zal wegnemen, aangezien de coördinatie van de verschillende diensten daarin de aandacht krijgt. Ik verzoek de raad dan ook even af te wachten tot nota hem bereikt. Een onderwerp in de nota is de eenloketfunctie voor ondernemers. Daarover zijn verschillende opmerkingen gemaakt, de functie werkt in feite al voor het MKB, zij is fysiek aanwezig, wat betekent dat al kosten zijn gemaakt. Er is een onderzoek gaande naar de vraag of wij in de regelgeving en de dienstverlening de juiste vorm hebben gekozen. Wij zullen voor het MKB geen regels toevoegen, maar juist proberen het
550
A
Verslagnummer 5
aantal regels te verminderen. Wij willen het vriendelijker maken, maar wij kunnen niet alle regels schrappen. Met betrekking tot de structurele kosten zal de raad de nota moeten afwachten, omdat daarin duidelijk wordt hoe wij de coördinatie willen verbeteren om op het juiste moment en de juiste manier bij de verschillende instanties in Den Haag, Brussel en Den Bosch of waar ook te kunnen aankloppen, zodat wij waar nodig op niveau met hen kunnen spreken over convenanten die ook in 2004 moeten worden gesloten. Als het bijvoorbeeld gaat om het GATT-rapport moeten wij aan de bron van het geld staan. Als onze regio is aangewezen als een gebied waar geen werkloosheid zou moeten bestaan, waar juist voor meer werk wordt gezorgd, moeten wij ervoor zorgen dat er geld voor is. Wij hebben dus een functionerend ondernemersloket en wij zijn bezig de economische functie in de organisatie te coördineren. Wij zullen geen nieuwe dienst stichten, maar bundelen de activiteiten van de verschillende diensten om te voorkomen dat inefficiënt wordt gewerkt. Motie 12 en amendement 16 gaan over de toeristenbelasting. Ik kan mij vinden in het idee een klein deel van de toeristenbelasting te gebruiken voor onderwerpen die een duidelijke relatie hebben met het evenementenbeleid of het toerisme. Voor de organisatie van meerdaagse evenementen zullen kosten moeten worden gemaakt, daarvoor kan een deel van de toeristenbelasting worden gebruikt, hoewel ik mij op dit moment niet aan een bedrag wil binden. Als de wenselijkheid zich aandient, zullen wij zeker met voorstellen bij de raad komen. De heer Van den Biggelaar: Hoe staat u tegenover het idee een deel naar de algemene middelen te laten vloeien? De toeristen die naar Eindhoven komen, treffen een infrastructuur aan waarvoor al is betaald. Wethouder Claassen: Dat gaat mij nu in elk geval te ver. Wij hebben het geld hard nodig voor goede evenementen en voor een organisatie er omheen. Dat hebben wij ook beloofd bij de verhoging van deze belasting. De heer Kielenstijn: Ik herinner de wethouder eraan dat wij hierover duidelijke afspraken hebben gemaakt. Wij zouden de spelregels niet verruimen, de opbrengst is expliciet bestemd voor evenementen. Wethouder Claassen: Dat is juist, maar evenementen moeten worden georganiseerd en voorbereid. De heer Kielenstijn: Er worden op het ogenblik toch al volop evenementen georganiseerd?
551
A
Verslagnummer 5
Wethouder Claassen: De gemeente moet er tijd en geld aan besteden. Als er een relatie is met evenementen moet een beroep op de opbrengst van deze belasting bespreekbaar zijn. De heer Kielenstijn: Daarvoor hebt u toch een regulier budget? Dat behoeven wij toch niet via de toeristenbelasting te financieren? Wethouder Claassen: Ik meen dat ik duidelijk heb aangegeven wat ik bedoel. De heer Verhaegh: Accepteert de wethouder motie 12? Wethouder Claassen: Ik acht haar overbodig omdat zij betrekking heeft op werk dat wij al doen. Motie 21 betreft het stadsdeelgericht werken. Ik begrijp dat daarover enige zorg bestaat. In de commissie is medegedeeld dat de aangekondigde nota in het derde kwartaal van dit jaar de raad zal bereiken... De heer Kerkwijk: Met alle respect wijs ik erop dat de voorzitter in de commissie Bestuurlijke Pijler heeft gezegd dat wij voor de zomer besluiten over stadsdeelgericht werken zouden nemen. De Voorzitter: Ik meen dat ik heb gezegd dat er een nota zou komen. Dat was het beste wat ik op dat moment wist. De heer Kerkwijk: U hebt gezegd "voor de zomer". Ik herinner het mij goed omdat ik er erg blij mee was. Wethouder Claassen: Zij komt in het derde kwartaal, dat kan dus net voor de zomer, maar ook in de zomer zijn. Vooruitlopend daarop is vandaag in het college de kaderstelling voor het leefbaarheidsbudget vastgesteld. Het gaat om € 200.000,-voor 2003 en € 400.000,-- voor de jaren 2004 - 2007. Daarin zijn de taken van de stadsdeelcommissies, -wethouders en -kantoren aangegeven bij de inzet van dit budget. Daarmee kan dus worden gewerkt en is de zorg weggenomen dat wij als bestuurders niet meer in de stadsdelen aanwezig zijn. De nota waarin een en ander verder wordt uitgewerkt, waarin ook de ombuiging van € 350.000,-- gestalte krijgt, komt dus in het derde kwartaal. De Voorzitter: Ik wil de moties en amendementen een voor een achtereenvolgens aan de orde stellen. Daarbij komt telkens de vraag aan de orde of de motie of het amendement wordt gehandhaafd en zal het college zijn standpunt geven. Daarna wordt gestemd.
552
A
Verslagnummer 5
Mevrouw Breuers: Ik zou de indieners van de moties over de wijzigingen in de toeslagen en het instellen van een noodfonds willen vragen deze moties terug te trekken en af te wachten wat er gebeurt met het bedrag van € 500.000,-- voor bijzondere bijstand dat anders zal worden gebruikt. De discussie over de voorstellen, die daarmee kunnen worden gefinancierd, kan dan in de commissie plaatsvinden, zodat er ook andere voorstellen naast kunnen worden gelegd en de pot niet nu wordt leeggegraaid. De Voorzitter: Wij zullen vanzelf bemerken of de fracties het met die benadering eens zijn. Amendement nr. 1, ingediend door de SP. "Aan programmalijn R6 wordt (achter "aanvankelijke budgettaire indicatie") een incidenteel startbudget toegekend van € 1.110.000,--. In de programmalijn wordt achter "ambitie bestuurlijk" als aanvullende doelstelling geformuleerd "er is ruimte voor gemeentesteun voor realisatie van woonruimte voor specifieke groepen, waarvoor de markt onvoldoende soelaas biedt". Wethouder mevrouw Schreurs: Het gaat hier om een integraal onderdeel van de programmalijn, in principe is het amendement overbodig. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 2, ingediend door de SP. "Op pagina 57 wordt de passage "Voor sommige posten, zoals groenonderhoud waarbij door Ergon de kosten met de Missetnorm worden geïndexeerd, betekent het een ondercompensatie" wordt geherformuleerd als: "Voor sommige posten betekent dit een ondercompensatie. Deze is, waar het om Ergon-bedrijven gaat, onaanvaardbaar. Daarom wordt voorgesteld om in het jaar 2004 voor het groenonderhoud de Ergonbedrijven te indexeren volgens de door het bedrijf gehanteerde Missetnorm, die naar schatting 4% zal bedragen. Dit betekent in 2004 een eenmalige meerpost van € 290.000,--". Wethouder mevrouw Schreurs: Wij handhaven ons oorspronkelijke standpunt. Mevrouw Breuers: In de commissie heeft wethouder Claassen hierover andere uitspraken gedaan. De Voorzitter: Volgens mij klopt de reactie van mevrouw Schreurs.
553
A
Verslagnummer 5
Wethouder mevrouw Mittendorff: Het voorstel een indexering te hanteren, is ook door de financiële werkgroep gedaan. Op basis daarvan is de Voorjaarsnota samengesteld. Alle fracties hebben in feite hierover meebesloten. De heer Gerard: Dat betekent niet dat wij niet in een specifiek geval een uitzondering mogen maken. Dat is in dit geval ingegeven door het belang van de werkgelegenheid bij Ergon en van het onderhoud. De Voorzitter: Het college ontraadt het amendement. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement nr. 3, ingediend door de SP.
"1. Aan de lijst op pagina 63 van de Voorjaarsnota wordt toegevoegd: "omzetting van ID-banen in reguliere functies (1) tot een bedrag van € 380.000,--. 2. paragraaf 5.2 wordt uitgebreid met een zesde alinea, luidend: "aan de € 380.000,--, die wordt vrijgemaakt om een aantal ID-banen structureel te maken wordt het bedrag toegevoegd dat een ID-baan nu kost, namelijk € 17.400,-- per plaats aan loon- en overige kosten. Daardoor moet het mogelijk zijn circa vijftien ID-banen om te zetten in functies op MBO-niveau. Het wordt aan het college overgelaten waar deze banen worden ingezet; inzet in de culturele sector is een voor de hand liggende mogelijkheid." Wethouder Claassen: Op dit moment zijn wij tegen dit amendement, wij komen met een nota over dit onderwerp. Mevrouw De Niet: Mijnheer de voorzitter. Wij moeten helaas tegen dit amendement stemmen omdat het geen structurele oplossing biedt. Wij willen deze mensen niet voor een jaar een plaats geven en hen daarna in de kou laten staan. De heer Gerard: Dat is onjuist, het amendement bedoelt een structurele oplossing. De Voorzitter: Dat had ik ook begrepen. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 4, ingediend door de SP. "In de lijst op pagina 63 van de Voorjaarsnota wordt in de regel "onderuitputting bijzondere bijstand" het bedrag van € 500.000,-- in 2004 en verder vervangen door € 250.000,--. (Waar nodig wordt de tekst elders in de nota daaraan aangepast."
554
A
Verslagnummer 5
De heer Kerkwijk: Wilt u eerst het verderstrekkende amendement afhandelen? Er is een voorstel om € 500.000,- eruit te halen. De Voorzitter: Er is nog een ander punt, mevrouw Breuers heeft in verband hiermee een vraag gesteld. Mevrouw Breuers: Dat ging over de eventuele besteding van dit geld. Ik zou eerst willen weten wat van dit geld daadwerkelijk bestemd blijft voor minimabeleid en dan in de commissie over concrete projecten oordelen. De heer Kerkwijk: Het is lastig dat wij hierover ook een motie hebben van de PvdA. Het zou raar zijn het amendement in stemming te brengen, terwijl er ook een voorstel is dat erop is gericht het volledige bedrag te handhaven. De heer Gerard: Wij steunen ook dat voorstel. De Voorzitter: Amendementen gaan voor, daarom komt het gewoon in stemming. De heer Kerkwijk: Dat is lastig. Als het voorstel over het hele bedrag het niet haalt, wil ik graag het voorstel van de SP steunen. Mevrouw Van den Biggelaar: Het was ons niet duidelijk of wij een motie of een amendement moesten indienen. Het ging ons erom deze bezuiniging van de lijst te halen. De Voorzitter: Er zijn twee wijzigingsvoorstellen. Het lijkt inderdaad het beste eerst het voorstel met betrekking tot het bedrag van € 500.000,-- in stemming te brengen. De heer Rozendaal: Er zijn twee voorstellen in de moties 20 en 27. Ook het voorstel van het CDA heeft betrekking op € 500.000,--. De Voorzitter: Eerst komen deze beide moties in stemming. De vraag is dus wie het voorstel steunen om het collegevoorstel voor een bezuiniging van € 500.000,- te schrappen. Motie 20 bepaalt alleen dat de bezuiniging moet worden geschrapt. Motie 27 zegt ook dat de bezuiniging moet worden geschrapt en voegt nog enkele bepalingen toe, onder meer over een evaluatie medio 2004. Wethouder mevrouw Mittendorff: Van de zijde van het college is erop gewezen dat dit leidt tot een gat in de begroting, waarvoor wij op dit moment geen dekking hebben. Het gaat om een flink bedrag.
555
A
Verslagnummer 5
De heer Kerkwijk: Ik wil onze steun voor het voorstel graag toelichten, juist omdat de argumentatie van het college is ingegeven door het ontstaan van een gat in de begroting. Mevrouw Mittendorff: Dat is niet de argumentatie. Ik heb eerder erop gewezen dat er voldoende geld in de onderuitputting is om aanvullende maatregelen in het kader van bijzondere bijstand te nemen. Het is dus een inhoudelijk argument.
De heer Kerkwijk: Ik heb gevraagd naar bedragen. In oktober heeft de raad besloten deze middelen te laten in de hoek waar zij thuishoren. Het overblijvende bedrag van € 200.000,-- is onvoldoende om daadwerkelijk vorm te geven aan wat wij met het armoedebeleid zouden moeten willen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Op dit moment blijft het over, er wordt geen gebruik van gemaakt. Landelijk is het aantal gebruikers van bijzondere bijstand gestabiliseerd. Mevrouw Joosten: Ik heb behoefte aan nader beraad. Ik verzoek u de vergadering even te schorsen. De Voorzitter: Ik schors de vergadering. Schorsing. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Er zijn drie voorstellen in verband met middelen voor bijzondere bijstand. Formeel moet eerst het amendement worden afgedaan, maar daaraan kunnen wij nu voorbijgaan. De ene motie zegt over de korting van € 500.000,-- eenvoudig "schrappen", de andere "vooralsnog schrappen en kijken hoe de zaak zich ontwikkelt". Dat laatste biedt een zekere opening om er later op terug te komen. Daarom is het verstandig eerst te beslissen over motie 20, daarna, zo nodig, over motie 27. Mevrouw Joosten: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben zorgen over de vraag of, als het voorstel van het college wordt gevolgd, er voldoende middelen zijn voor de bijstand. Wij hebben vandaag voor het eerst van de wethouder gehoord dat forse bedragen niet worden benut, € 700.000,-- is een aanzienlijk bedrag, zeker gezien de middelen waarover wij vrij kunnen beschikken. Als het college een tijdige evaluatie toezegt en toezegt dat mensen niet tevergeefs een beroep op de bijzondere bijstand zullen doen, zodat geen enkel individu hierdoor in de problemen komt, zijn wij bereid onze motie in te trekken. Aan de hand van de evaluatie, waarvan wij de resultaten halverwege het volgend jaar zullen hebben, kunnen wij bij de behandeling van de begroting in de herfst van 2004 zo nodig tot een bijstelling komen. Het zou zonde
556
A
Verslagnummer 5
zijn als het geld onbenut zou blijven, maar wij willen de garantie dat als een beroep op bijzondere bijstand wordt gedaan, daaraan gehoor kan worden gegeven. Wethouder mevrouw Mittendorff: Er behoeft geen zorg te zijn. Uitgangspunt van het college is dat individuen niet onder deze stap mogen lijden. Er is geld over en het is onze bedoeling het anders te besteden. Wij kunnen dat goed op papier zetten, wij zullen met verdere plannen komen. De heer Rennenberg: De wethouder merkt op dat het individu er niet onder mag lijden, maar het individu lijdt er nu al ernstig onder, zoals ik eerder heb aangegeven. Als wij er niets aan doen, wordt het een grote ellende. De Voorzitter: Ik respecteer uw meningen, maar wij moeten tot besluiten komen. Ik hoor graag van mevrouw Joosten of de toezegging voldoende is. Mevrouw Joosten: Wij trekken onze motie in. Motie 27 is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Motie nr. 20 wordt bij handopsteken aangenomen. De heer Gerard: Wij hebben meer gekregen dan wij hadden verwacht, daarom trekken wij amendement 4 in. Amendement 4 is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Amendement 5, ingediend door de SP. "Aan programmalijn S7 wordt de volgende doelstelling toegevoegd: Om het centrum voor de Kunsten Eindhoven overeind te houden, geeft de gemeente aan het CKE een renteloze lening van € 620.000,--. Deze lening moet in 18 jaar worden terugbetaald, daartoe wordt de subsidie voor het CKE met € 34.500,-- per jaar verlaagd. De invoering van deze regeling wordt over twee jaar gespreid." De heer Gerard: Wij trekken dit voorstel vooralsnog in, maar het kan in juli terugkomen. Het amendement is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Amendement 6, ingediend door de SP.
557
A
Verslagnummer 5
"De lijst op pagina 63 van de Voorjaarsnota wordt aangevuld met: "Stelpost extra middelen dak- en thuislozenzorg en verslavingsproblematiek tot een bedrag van € 200.000,-- per jaar vanaf 2004." Wethouder mevrouw Mittendorff: Ons college ontraadt dit amendement. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement nr. 7 ingediend door de SP. "De lijst op pagina 63 van de Voorjaarsnota wordt aangevuld met: extra subsidie Home ten bedrage van € 150.000,--". Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij ontraden dit amendement. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 8, ingediend door de SP. "In de lijst op pagina 63 van de Voorjaarsnota worden de regel "Meldpunt discriminatie ad € 120.000,--" geschrapt. Indien nodig wordt elders in de nota de tekst navenant aangepast." Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij raden dit amendement af. De heer Kerkwijk: Ik heb al duidelijk gemaakt dat de kans bestaat dat wij dit amendement in oktober terughalen als de uitwerking niet afdoende is. Op dit moment steunen wij het niet. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 9, ingediend door de SP. "De lijst op pagina 63 van de Voorjaarsnota wordt uitgebreid met: "Verhoging subsidie Plaza Futura met een jaarlijks bedrag van € 90.000,-- vanaf 2004." Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 10, ingediend door de SP. "Aan de lijst met harde bezuinigingsmaatregelen op pagina 63 van de Voorjaarsnota wordt een extra bezuiniging toegevoegd: Van Abbe (exploitatie) 2004: € 75.000,--, 2005 en volgende jaren € 150.000,--. Waar nodig worden teksten elders in de Voorjaarsnota hieraan aangepast." Het amendement wordt bij handopsteken verworpen
558
A
Verslagnummer 5
Amendement 11, ingediend door de SP. "Op pagina 44 van de Voorjaarsnota wordt de extra dekking van programmalijn E6 ter grootte van € 1.400.000,-- geschrapt. Achter "aanvankelijke budgettaire indicatie" wordt toegevoegd: "de ambities in deze programmalijn moeten worden gefinancierd met bestaand geld en uit inverdieneffecten." Mevrouw De Niet: Wij zouden met dit amendement kunnen instemmen, als het zich zou beperken tot de helft van het bedrag. De Voorzitter: Dat staat er niet, ik stel vast dat het amendement is verworpen. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 12, ingediend door de SP. "In programmalijn R1 (aantrekkelijk stadshart) wordt de aanvankelijke budgettaire indicatie ter grootte van € 3,5 miljoen verlaagd tot € 2 miljoen; in programmalijn R7 (verkeersveiligheid) wordt de aanvankelijke budgettaire indicatie veranderd in € 0,5 miljoen incidenteel en wordt € 1 miljoen incidenteel gebruikt voor de oplossing van de grondwaterproblematiek, waaronder in elk geval de twee projecten die voortvloeien uit de studie naar de grondwateroverlast Philips/Vredenoord." Het amendement wordt bij handopsteken verworpen.
Amendement 13, ingediend door de SP. "de jaarlijkse subsidie voor de openbare bibliotheek wordt verhoogd met: 1. € 575.000,-- voor de ICT-vervanging; 2. nader te bepalen jaarlijkse meerbijdragen voor het filialenbeleid die via een groeimodel in 2007 € 734.000,-- zullen bedragen (prijspeil 2007); verder wordt vastgesteld dat: 3. al vanaf 2004 op de begroting een ruimte wordt gereserveerd die zou bestaan als de eindsituatie in 2007 zou worden teruggerekend naar prijspeil 2004 (naar schatting € 1,24 miljoen); 4. uit het verschil tussen het bedrag in 3 en de som van de bedragen in 1 en 2 het negatief eigen vermogen van de bibliotheek wordt gesaneerd; 5. een nog bestaand positief verschil als eerste aanzet voor een bedrijfsreserve wordt aangemerkt; 6. deze taakstelling annex budget onder expliciete vermelding wordt toegevoegd aan programmalijn 57)". De heer Gerard: Er zijn twee initiatieven voor de bibliotheek, wij steunen de andere en trekken dit voorstel in.
559
A
Verslagnummer 5
Het amendement is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Amendement 14, ingediend door de SP. "Op pagina 56 staat onder 4d: "voor 2004 en volgende jaren wordt voorgesteld de structurele kosten van legionella in de tarieven te verwerken", dit te wijzigen in "voor 2004 en volgende jaren wordt voorgesteld de structurele kosten van legionella niet in de tarieven te verwerken, maar ten laste te brengen van de te verwachten exploitatieoverschotten van de gezamenlijke gemeentelijke sportaccommodaties". Elders in de nota waar nodig dezelfde verandering door te voeren." Het amendement wordt bij handopsteken aangenomen. Amendement 15, ingediend door de SP. "Op pagina 99 de zinsnede onder inkomsten "uitgaande van een gewogen gemiddelde geeft dat voor de tariefstijging 3,3%" wordt gewijzigd in: "de OZB wordt verhoogd met 11%, de Afvalstoffenheffing voor eenpersoonshuishoudens wordt verlaagd met 6,5%. De afvalstoffenheffing voor meerpersoonshuishoudens wordt met 2,6% verlaagd en uitgaande van een gewogen gemiddelde worden de overige tarieven met 3,3% verhoogd". Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 16, ingediend door de SP. "Op pagina 67 wordt de zin "€ 750.000,-- toeristenbelasting, deze wordt conform de verordening ingezet ten behoeve van evenementen" veranderd in "€ 750.000,toeristenbelasting. Daarvan wordt € 600.000,-- direct ingezet voor evenementen in de geest als hierboven bedoeld en wordt € 150.000,- toegevoegd aan de algemene middelen als bijdrage in de overheadkosten die de gemeente moet maken om deze evenementen te (helpen) organiseren." De heer Gerard: Wij volgen bij dit amendement de toezegging van wethouder Claassen, waardoor het principe is overgenomen, maar het bedrag nog moet worden bepaald. Het amendement is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Amendement 17, ingediend door D66. "1. Voor programmalijn S8 € 300.000,-- vrij te maken in plaats van € 150.000,--; 2. Voor programmalijn S9 (bezien in relatie tot S4) € 150.000,-- in plaats van € 100.000,- vrij te maken;
560
A
Verslagnummer 5
3. € 200.000,-- extra dekken uit een besparing van € 200.000,-- op programmalijn S7, al dan niet in combinatie met onderuitputting bijzondere bijstand." De heer Dijsselbloem: Wij handhaven dit amendement omdat de wethouder weliswaar aangaf dat het geld al is uitgegeven, maar blijkbaar niet heeft gezien dat wij een alternatieve dekking hebben gevonden in de onderuitputting bijzondere bijstand. De Voorzitter: Als de raad de middelen voor de bijzondere bijstand wil behouden, is het de vraag of hij u kan helpen om dit te doen. In mijn ogen kan het niet. Wethouder mevrouw Mittendorff: Het college ontraadt dit amendement. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 18, ingediend door D66. "Draagt het college op programmalijn B5 budgettair neutraal uit te voeren, onder erkenning van de waarde van het programma, en de beoogde investering van € 150.000,-- structureel te schrappen." Het amendement wordt bij handopsteken verworpen.
Amendement 19, ingediend door D66. "aan programmalijn E1 als doelstelling toe te voegen "kennisverwerving beter laten aansluiten op de behoeften van het bedrijfsleven"; structureel € 500,000,-- per jaar extra uit te trekken voor het versterken van het technisch onderwijs en de aantrekkingskracht ervan; dat te financieren door: € 250.000,-- anticyclisch te investeren uit de algemene middelen; € 250.000,-- minder te besteden aan werving en selectie door externe bureaus." Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 20, ingediend door D66. "Aan programmalijn E4 de doelstelling toe te voegen "minder regels voor het MKB"." De heer Dijsselbloem: Gezien de toezegging van de wethouder trekken wij dit amendement in. Het amendement is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit.
561
A
Verslagnummer 5
Amendement 21, ingediend door de PvdA. "In programmalijn E4 bij beleidsprestaties ultimo 2004 opnemen: "Een adviesnota die aangeeft op welke wijze de gemeente kan voorzien in maatregelen die het hoofdelijk risico's van ZZP-ers en andere kleine zelfstandigen vermindert. Aanbevelingen kunnen bij de totstandkoming van de Voorjaarsnota 2005 worden betrokken." Wethouder Claassen: Ik ben bereid dit amendement over te nemen, als een kleine aanpassing wordt aangebracht. Wij willen onderzoek doen naar de vraag of een adviesnota gewenst is. De heer Van den Biggelaar: Op grond van deze toezegging trekken wij de amendementen 21 en 22 in. De amendementen 21 en 22 zijn ingetrokken en maken geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Amendement 23, ingediend door de VVD. "Een vervangingsinvestering van € 574.875,-- in de subsidie op te nemen ten behoeve van de huidige multimediale bibliotheek. Deze middelen te dekken door de ambities van Samen Stad naar beneden bij te stellen." Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Amendement 24, ingediend door de VVD. "Tussen 2004 en 2007 gefaseerd het aantal filialen van elf terug te brengen naar zeven grote en meer geavanceerde filialen, waarbij in de toekomst mogelijk een achtste filiaal nodig is in Meerhoven". gefaseerd middelen toe te voegen aan de huidige subsidie tot een bedrag van € 733.600,-- ter realisering van de filialen en deze middelen te dekken door de ambities van Samen Stad naar beneden bij te stellen." Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. De amendementen 25 en 26 zijn vervallen en maken geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Amendement 27, ingediend door de PvdA. "Uit de programmalijn S8 senioren zelfredzaamheid schrappen en de seniorenraad en de middelen hiervoor ten goede te laten komen van de algemene dekkingsmiddelen."
562
A
Verslagnummer 5
Mevrouw Van den Biggelaar: Het zou absurd zijn te veronderstellen dat wij de ouderen niet bij het gemeentelijk beleid zouden willen betrekken, het gaat erom dat een dergelijke raad overbodig is, aangezien wij een goed functionerend OVO hebben. De heer Rennenberg: Wij hebben in Eindhoven ongeveer 55.000 ouderen, van wie er 10.000 zijn georganiseerd. De overige 45.000 hebben bepaald behoefte aan zo'n raad. Het amendement wordt bij handopsteken verworpen. Motie 1, ingediend door Leefbaar Eindhoven. "het college van burgemeester en wethouders uit te nodigen tot het initiëren van een platform voor kunstenaars, cultuurproducenten en de kleinere kunst- en cultuurinstellingen." De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 2, ingediend door de VVD. "het college te verzoeken: de mogelijkheden te onderzoeken tot het instellen van een raad voor kunst en cultuur ten behoeve van het formuleren van een cultuurvisie en het daarop gestoelde beleid, advisering en signalering; de resultaten van het onderzoek ter bespreking aan de raad voor te leggen." De motie wordt bij handopsteken aangenomen. Wethouder mevrouw Schreurs: Het zou goed zijn als de raad duidelijk zou maken wat hij zelf gaat doen. Ik heb eerder vanavond de heer Burema op een vraag van de heer Kerkwijk enthousiast horen melden dat hij zelf een visie zal ontwikkelen. Nu stemt hij voor het instellen van een adviescommissie die een visie moet formuleren. Mevrouw Van Alphen de Veer-Paulen: Mevrouw Schreurs vraagt een toelichting... De Voorzitter: Eerder is al een toelichting gegeven, nu is deze motie gewoon aangenomen. Motie 3, ingediend door de VVD.
563
A
Verslagnummer 5
"Verzoekt het college om in overleg met de instellingen de problematiek van deze instellingen, op een A4-tje samengevat, aan de raad voor te leggen met de bedoeling dat deze knelpunten voor de zomer worden opgelost." De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 4, ingediend door de Stadspartij. "verzoeken het college met een voorstel te komen om de bijstandsverordening zo aan te passen, dat alleenstaande ouders die uitsluitend inwonende meerderjarige kinderen hebben voortaan altijd in aanmerking te laten komen voor een toeslag van 20%". De heer Vleeshouwers: Wij trekken deze motie vooralsnog in. De motie is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Motie 5, ingediend door de Stadspartij. "verzoeken het college een voorstel voor te bereiden om te komen tot een symbolische toegangsprijs van € 1,-- voor inwoners van de gemeente Eindhoven." De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 6, ingediend door het OAE. "overgaan tot de instelling van een commissie kunst en cultuur die met ingang van 1 juli 2003 in werking kan treden." De motie is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Motie 7, ingediend door Leefbaar Eindhoven. "het college te verzoeken binnen de ruimtelijke pijler € 10.000,-- beschikbaar te stellen voor het opstarten van een pilot schoon, heel en fleurig, waarbij het stadsdeelkantoor ambtelijk en financieel faciliteert aan een aangewezen wijk- of buurtvereniging, waarbij uitgangspunt is dat vrijwilligers uit de verenigingen de organiserende rol vervullen." Wethouder mevrouw Schreurs: Deze motie is overbodig omdat de pilot feitelijk al wordt uitgevoerd, zelfs voor het hier genoemde bedrag. De raad kan de resultaten ervan spoedig verwachten. De heer Kielenstijn: Ik heb op een vrijdagavond dit bedrag gekozen, ik kan mij niet voorstellen dat dit letterlijk wordt uitgevoerd. De heer Van den Biggelaar: Wij steunen geen moties die al zijn uitgevoerd.
564
A
Verslagnummer 5
De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 8, ingediend door Leefbaar Eindhoven. "het college uit te dagen tot op korte termijn het realiseren van vraaggericht schoon, heel en fleurig in Eindhoven". De heer Kielenstijn: Wij trekken deze motie in. De motie is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Motie 9, ingediend door Leefbaar Eindhoven. "het college op te dragen te komen met een voorstel tot het instellen van een dienst Economische zaken in januari 2004." De Voorzitter: De raad gaat hier niet over. Wilt u de motie niettemin in stemming brengen? De heer Kielenstijn: Ja, wij vragen stemming over deze motie. Wethouder mevrouw Mittendorff: De intentie van de motie is overgenomen, maar niet de vorming van een aparte dienst. De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 10, ingediend door Leefbaar Eindhoven. "het college te verzoeken een extra programmalijn E7, arbeidsmarktbeleid, toe te voegen met programmadoelstellingen en beleidsprestaties ultimo 2004." De motie wordt met algemene stemmen aangenomen. Motie 11, ingediend door de VVD. "Het college te verzoeken een reclamebelasting in te stellen met als doel deze middelen te gebruiken voor activiteiten in de binnenstad, zoals december sfeermaand, ijsbaan op de Markt, in december een kerstboom op de Markt en de intocht van Sinterklaas." De heer Schut: De reactie van de wethouder was weliswaar negatief, maar heeft mij niet overtuigd. Ik heb andere informatie. Daarom handhaven wij de motie tot wij weten dat wij ongelijk hebben. De heer Kielenstijn: Wij vinden dit een heel sympathieke motie, maar wij willen de mogelijkheden van zo'n belasting eerst in de commissie bespreken.
565
A
Verslagnummer 5
De motie wordt bij handopsteken aangenomen. Motie 12, ingediend door de VVD. "burgemeester en wethouders uit te nodigen: 1. een structureel budget voor toeristen- en evenementenbeleid op te nemen in de meerjarenbegroting; 2. de hoogte van het budget af te stemmen op de inkomsten van de toeristenbelasting." De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 13, ingediend door het OAE. "een bedrag van € 100.000,- ter beschikking te stellen voor het instellen van een noodfonds en het restant te blijven oormerken ten behoeve van armoedebestrijding." Wethouder mevrouw Mittendorff: Instellen van een noodfonds is te overwegen. De letterlijke tekst van de motie behoeft nadere uitwerking. Mevrouw Breuers: Ik heb eerder de indiener voorgesteld dit onderwerp mee terug te nemen naar de commissie, zodat deze aanpak kan worden afgewogen tegen andere voorstellen. De Voorzitter: Dat zou ik u willen aanbevelen, mijnheer Rennenberg. De heer Rennenberg: Hoewel de woorden van de wethouder mij als muziek in de oren klinken, zal ik het voorstel van mevrouw Breuers volgen. De motie is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Motie 14, ingediend door Leefbaar Eindhoven. "het college te verzoeken een selectief aannamebeleid te voeren, waarbij van drie vacatures er slechts een wordt vervuld." De heer Kielenstijn: Gezien de toezegging van de wethouder trekken wij deze motie in. De motie is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Motie 15, ingediend door CDA, D66, OAE, SP, PvdA en Leefbaar Eindhoven. "het college uit te nodigen ten behoeve van de begrotingsbehandeling voor de periode 2004 - 2007 in kaart te brengen welke onderzoeken moeten worden gedaan, welke voorzieningen moeten worden getroffen en wat daarvan de kosten zijn, voorts
566
A
Verslagnummer 5
in de programmabegroting 2004 - 2007 jaarlijks voldoende middelen te reserveren, zodat de verdere aanpak van de grondwateroverlast voldoende voortgang vindt." Wethouder mevrouw Mittendorff: In feite hebben wij vastgesteld dat wij er nader over moeten praten. Wij zien de problematiek, maar weten niet hoe een en ander moet worden bekostigd. Misschien zouden wij er eerst in de commissie aandacht aan moeten besteden. Op dit moment ontraad ik de motie. Mevrouw Joosten: Wij spreken een intentie uit. Bij de begroting hebben wij meer feiten; wij handhaven de motie. De Voorzitter: U vraagt een onderzoek, maar u stelt vast dat in de programmabegroting voldoende middelen moeten worden gereserveerd. Dat is niet gering. De heer Gerard: Dat zegt niet veel. Bij het CDA weet je nooit wat voldoende is. De motie wordt bij handopsteken aangenomen. De Voorzitter: Ik krijg de indruk dat wij een extra collegevergadering nodig zullen hebben. Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij zijn straks failliet. Motie 16, ingediend door D66. "het college te verzoeken: een uiterste inspanning te leveren om de beoogde € 500.000,-- met de randgemeenten binnen te halen; de raad daarover voor de zomervakantie 2003 te informeren; indien deze operatie niet het benodigde effect heeft een voorstel te ontwikkelen voor gedifferentieerde tarieven, waarbij voor niet-Eindhovenaren de tarieven hoger zijn; een netto extra opbrengst van € 500.000,-- wordt gehaald; de raad over het voorstel inzake gedifferentieerde tarieven te informeren bij de algemene beschouwingen in het najaar van 2003." De heer Dijsselbloem: Gehoord het antwoord van de wethouder trekken wij deze motie in. De motie is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Motie 17, ingediend door D66. "het college te verzoeken:
567
A
Verslagnummer 5
de raad bij de algemene beschouwingen in het najaar van 2003 een plan voor te leggen waarin wordt aangegeven hoe een centrale personeelsdienst kan worden georganiseerd; wat de te verwachten besparingen zullen zijn; aan te geven hoe een aantal vergelijkbare gemeenten hun personeelsorganisatie hebben ingericht." De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 18, ingediend door D66. "het college te verzoeken te komen tot een centraal gemeentelijk loket ter verwerving van subsidies; de raad bij de algemene beschouwingen in het najaar van 2003 te informeren en op de hoogte te stellen van de te verwachten investeringen en opbrengsten." De motie wordt bij handopsteken aangenomen. Motie 19, ingediend door PvdA, Leefbaar Eindhoven en het CDA. Het college te verzoeken de in de Voorjaarsnota opgenomen bezuiniging van € 75.000,-- te schrappen; het college opdracht te geven een evaluatie te starten naar het functioneren van de raden in relatie tot het stadsdeelkantoor en de stadsdeelcommissie, waarbij het niveau en de wijze van communicatie met inwoners en de betrokkenheid van bewoners als onderzoeksopdracht worden opgenomen; pas wanneer de uitkomsten van deze evaluatie daartoe aanleiding geven met nadere voorstellen bij de raad te komen." De motie wordt bij handopsteken aangenomen. Motie 21, ingediend door D66. "nodigt het college uit: de toegezegde nota voor 15 juli 2003 aan de raad te doen toekomen; waar het niet mogelijk is deze nota bijtijds te doen toekomen een eerste indicatie te geven van de belangrijkste probleemgebieden, die in de nota zullen worden behandeld en voor 15 juli aan de raad te rapporteren; voor deze belangrijke probleemgebieden aan te geven hoe het college ze beleidsmatig denkt aan te pakken." De heer Dijsselbloem: Gezien de eerdere besluiten trekken wij deze motie in. De motie is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. Motie 22, ingediend door de Stadspartij en Leefbaar Eindhoven.
568
A
Verslagnummer 5
"nodigen het college uit op korte termijn concrete plannen aan de raad voor te leggen voor het terrein Fens en verzoeken in de voorafgaande periode geen grond of gebouwen in de omgeving te verkopen." De heer Vleeshouwers: Verzocht is een toevoeging in de tekst op te nemen. Ik heb hem niet bij de hand, de heer Van Bussel wel en hij zal hem voorlezen. De heer Van Bussel: De laatste woorden van de motie luiden: "in de omgeving te verkopen". Daaraan moet worden toegevoegd: "zonder clausule waardoor de gemeente de regierol bij de ontwikkeling van dit terrein uit handen geeft." De heer Vleeshouwers: Het is in feite geen inhoudelijke verandering. De heer Kerkwijk: Als wij op korte termijn concrete plannen maken en het geld er niet voor is, wekken wij verwachtingen. Bij het tweede deel van de motie kan ik mij van alles voorstellen, maar het lijkt mij niet verstandig." De heer Gerard: Wij hebben voorgesteld minder geld uit te even voor het centrum. Hoewel dit een van de betere plannen is, is het toch logisch niet voor deze motie te stemmen. De motie wordt bij handopsteken aangenomen. Motie 23, ingediend door de Stadspartij. "verzoekt het college de problematiek in de kunst- en cultuursector in de volgende volgorde aan te pakken: gezond maken van bestaande culturele instellingen; invoeren van de BCF-subsidiesystematiek; overwegen van eventuele bezuinigingen." De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 24, ingediend door D66, is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit. De heer Dijsselbloem: Wij willen de resultaten van de onderhandelingen met de randgemeenten horen en er in het najaar zo nodig op terugkomen. Motie 25, ingediend door D66. "verzoekt het college: een studie te verrichten naar het instellen van een reserve Stimulering duurzaam bouwen particulieren binnen de volgende kaders: aanvullend op de bestaande EPA-regeling;
569
A
Verslagnummer 5
bijdragen tot een 10% lagere EPN voor nieuwbouw; moet kunnen leiden tot flexibel bouwen." De heer Vleeshouwers: Ik begreep van de wethouder dat de suggestie wordt overgenomen. De Voorzitter: De motie als zodanig wordt ontraden. De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie 26, ingediend door het CDA. "het college opdracht te geven in overleg te treden met Home om de opties inzake het voortbestaan van Home met het bestuur van deze organisatie te bespreken, daarbij te betrekken dat de raad middels dit besluit aangeeft dat de opbrengsten uit de toeristenbelasting vanaf 2004 een deel van de dekkingsbron kunnen vormen voor de financiële noden van Home". De heer Peters: Wij gaan vol voor Home, wij hebben alle vertrouwen in de toezegging van mevrouw Schreurs. Met de motie kunnen wij niet instemmen, wij willen hiervoor geen gebruik maken van de opbrengst van de toeristenbelasting, omdat wij daarvoor een volstrekt andere bestemming zien. De heer Van den Biggelaar: Het aantrekkelijke van de motie is dat een deel van de toeristenbelasting anders wordt gebruikt, maar wij willen met maatregelen ten behoeve van Home wachten tot wij een totale afweging kunnen maken, temeer omdat het college heeft toegezegd dat het Home niet zal laten omvallen. De heer Kerkwijk: Ik dacht een moment dat de middelen uit de post voor evenementen zouden komen, daarbij zou ik mij van alles kunnen voorstellen. Het blijkt maar een deel te zijn, het lijkt mij erg verstandig hierover te beslissen bij de integrale afweging in juli. De heer Gerard: De motie lijkt veel op ons amendement, zij het dat het veel helderder was. Het CDA had voor dat amendement kunnen stemmen, maar heeft dat niet gedaan. Nu stemmen wij wel voor deze motie. De motie wordt bij handopsteken verworpen. Motie nr. 28, ingediend door de PvdA. "stelt de raad voor te besluiten ten aanzien van de sportsector een taakstellende bezuiniging op te nemen ter hoogte van een percentage, vergelijkbaar met de cultuursector."
570
A
Verslagnummer 5
De heer Van den Biggelaar: De wethouder heeft erop gewezen dat in oktober al flink is bezuinigd op sport, maar dat was het wegstrepen van een incidentele reservering voor een sporthal. Daarom handhaven wij de motie. Wethouder mevrouw Mittendorff: Deze motie is voordelig voor de sport, maar slaat een gat in de begroting. Om die reden ontraad ik de motie. De motie wordt bij handopsteken verworpen. De heer Kerkwijk: Ik wil bij wijze van stemverklaring nog een opmerking maken bij deze Voorjaarsnota. Op het moment waarop wij door middel van moties besluiten allerlei onderzoeken te laten doen, ontstaat een forse druk op ons personeel. Wij vragen nogal wat. Dat staat haaks op allerlei verzoeken om te streven naar minder personeel. De brij moties en amendementen was lastig, ik zou het op prijs stellen als in het presidium eens goed naar deze aanpak zou worden gekeken. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten, onder aantekening dat de fracties van SP, de PvdA, de VVD en de Stadspartij geacht wensen te worden tegen te hebben gestemd. Zie besluit nr. 1. Voortzetting van de behandeling van: VII.1. Voorstel inzake de noden en wensen van de culturele instellingen in Eindhoven. Uitvoering van motie 32, d.d. 31 oktober 2002. (03.R421.001).
De heer Gerard: Het voorstel behelst in hoofdzaak uitstel en dat is overbodig. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten, onder aantekening dat de fracties van de SP, de Stadspartij, de VVD en de PvdA geacht wensen te worden tegen te hebben gestemd. Zie besluit nr. 2. De Voorzitter: Wij hebben deze lastige vergadering in een aantal besluiten laten uitmonden, waarvan de consequenties nog moeten worden bekeken. Het college dient zich nog te beraden op de wijzigingsbesluiten. De Voorjaarsnota is geen begroting en bevat als zodanig vingerwijzingen voor de komende periode. Als van buitenaf nog negatieve ontwikkelingen op ons afkomen, kan veel op losse schroeven komen te staan. Wij moeten niet de indruk wekken dat alles wat in de voorbereiding van de begrotingscyclus naar voren is gebracht in het najaar keihard zal terugkomen. U dient zich dat goed te realiseren.
571
A
Verslagnummer 5
De heer Van den Biggelaar: Wat tussen nu en oktober gebeurt, is voor iedereen nieuw. Het is duidelijk dat het in de Voorjaarsnota om vingerwijzingen gaat, maar geven wij ze niet dan ontstaat het risico dat wij in oktober tegengeworpen krijgen dat wij er bij de Voorjaarsnota niets over hebben gezegd. De Voorzitter: Dat is juist, bij de Voorjaarsnota horen de vingerwijzingen te worden gegeven. De heer Gerard: Ik mag er toch van uitgaan dat de nadere overwegingen van het college de moties en niet de amendementen betreffen? De Voorzitter: Nadere overwegingen betreffen de punten waarop iets nader te overwegen valt. Dat betekent dat u op korte termijn een bericht over de moties zal bereiken en dat afhankelijk van externe gebeurtenissen u nog iets zal bereiken over de amendementen, maar dat geldt in feite voor alles. Ik sluit de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 juli 2003.
E. Joosten, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
aho/EC03026476
572
A
Verslagnummer 5
Besluit nr. 1. De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 maart 2003; besluit: 1
2
de Voorjaarsnota 2004-2007 vast te stellen als richtinggevend document voor de uitwerking van de Programmabegroting; kennis te nemen van het financiële perspectief en de benodigde maatregelen om te komen tot een structureel sluitende begroting.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 april 2003.
R. Welschen, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
Besluit nr. 2. De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 maart 2003; besluit: 1 2
3
kennis te nemen van het overzicht van de stand van zaken in de kunst- en cultuursector, zoals opgenomen in het supplement; het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven de desbetreffende instellingen te verzoeken: a een sluitende begroting ongewijzigd beleid in te dienen, ingebed in een inhoudelijke en financieel meerjarenperspectief waarin de consequenties van het sluitend maken worden aangegeven; b een liquiditeitsprognose voor de periode juni 2003 t/m mei 2004, met de hieruit resulterende financiële knelpunten in te dienen; c de eventuele consequenties van 2a t/m b in beeld te brengen ten behoeve van de bespreking en vaststelling van de programmabegroting 2004-2007; het college van burgemeester en wethouders op te dragen ook de overige begrotingsposten in de kunst en cultuursector in beeld te brengen;
573
A 4
Verslagnummer 5
het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven om, indien tussentijds instellingen in de acute gevarenzone komen, voorstellen te doen om de urgente knelpunten op te lossen, waar nodig ten laste van de voor het programma cultuur in de wijken in de Voorjaarsnota 2004-2007 voorgestelde budget van € 0,5 miljoen incidenteel.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 april 2003.
R. Welschen, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
aho/EC03026476
574