FGH Vastgoedbericht 2011 FGH Real Estate Report 2011
D u u r za a m v o l do en aan de vraag Sus ta i n a bly meeti ng de m and
Welkom bij FGH Bank, specialist in het financieren van commercieel vastgoed. Met kennis van zaken en passie voor ons vak bieden wij duurzame oplossingen voor duurzame relaties. Wij hebben alle relevante kennis en specialismen in huis. Onze kennis stelt ons in staat vooruit te kijken, om nieuwe perspectieven te ontdekken. Wat we zien aan de horizon reflecteert zich in onze visie op commercieel vastgoed. Van daaruit maken we de vertaalslag naar de praktijk van alledag. Maar bovenal zijn we een solide bank. Niet voor niets noemen we ons: dé vastgoedbank.
Welcome to FGH Bank, specialist in the financing of commercial real estate. With first-rate knowledge of the business and a passion for our profession, we provide sustainable solutions for sustainable relationships. FGH Bank possesses all the relevant in-house expertise and specialisations. Our expertise enables us to look forward and discover new perspectives, and our vision of commercial real estate is a reflection of what we see on the horizon. This vision is translated into everyday practice. Above all, we are a robust bank, and it is for good reason that we call ourselves the real estate bank.
FGH Vastgoedbericht 2011 FGH Real Estate Report 2011
Duurzaam voldoen aan de vraag Sustainably meeting de mand
I nho ud
Content
5
Voorwoord
105
Foreword
6
Visie Duurzaam voldoen
106
Vision Sustainably meeting demand
aan de vraag
114
Trends in the Office Market
Trends in de kantorenmarkt
122
Interview
14
Prof. dr. ir. J.D.M. (Anke) van Hal
22 Interview
Prof. dr. ir. J.D.M. (Anke) van Hal
124
24
Trends in de winkelmarkt
132 Trends
32
Trends in de bedrijfsruimtemarkt
42 Interview
Trends in de woningmarkt
52 Interview
142
in de vastgoed
144
Trends in the Residential Market
152
Interview Annemarie van Gaal
154 Trends
beleggingsmarkt 64 Interview
Interview Mr. S.N. (Sipko) Schat
Annemarie van Gaal 54 Trends
in the Industrial Real Estate
Market
Mr. S.N. (Sipko) Schat 44
Trends in the Retail Market
in the Real Estate Investment
Market 164 Interview
Ing. Chr. (Chris) Gongriep
Ing. Chr. (Chris) Gongriep
66
Begrippenlijst
166
Glossary and acronyms
67
Over FGH Bank
167
About FGH Bank
68
Adressen
168
Adresses
69
Factsheets
169
Factsheets
2
FGH Vastgoedbericht 2011
Du urza am v o ldoe n aan de vraag
FGH Vastgoedbericht 2011
3
P.C. Keur Directievoorzitter
D u u rza a m vol d o e n a a n de vra a g FGH Bank, de vastgoedbank, weet als geen ander dat kennis en kunde in een zo gespecialiseerde branche als vastgoed een must is. In de decennialange bestaansgeschiedenis van FGH Bank (sinds 1890) speelt kennis van de verschillende deelmarkten van de vastgoedsector dan ook een grote rol. Deze kennis delen wij graag met de markt. En dat doen wij sinds jaar en dag met ons jaarlijkse rapport; het FGH Vastgoedbericht.
inmiddels niet zozeer meer een onderscheidend vermogen heeft, maar veel meer een voorwaarde is geworden, is dat wel. Interessant is nu de vraag in hoeverre dit ook daad werkelijk zal resulteren in standaard duurzame vastgoed activiteiten. En in hoeverre de bestaande voorraad eigenlijk te verduurzamen valt. Want dat is voor de komende jaren ook een vraagstuk waar de sector zich over zal moeten buigen.
Zo ook dit jaar, met de uitgave ‘Duurzaam voldoen aan de vraag’ die hier voor u ligt. Deze titel markeert het bijzondere punt waarop wij in de vastgoedmarkt zijn aanbeland. Het punt dat de markt draait van aanbod- naar vraaggestuurd. Jarenlang was aanbod troef, en hoe. Maar die tijd is voorbij. De vastgoedsector staat voor een grote opgave om zichzelf opnieuw uit te vinden. Om aansluiting te vinden op de veranderde en veranderende behoefte in de markt, en op de steeds sneller opvolgende economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Dat is een behoorlijke uitdaging voor onze sector, die van nature laatcyclisch is en alleen al daardoor veelal niet voorop loopt in innovativiteit. In een interview dat u in dit rapport vindt, deelt mevrouw A. (Annemarie) van Gaal – ondernemer pur sang – haar inzichten over hoe de vastgoedsector die aansluiting toch zou kunnen bewerkstelligen.
Over dit onderwerp spraken wij onder andere met prof. dr. ir. J.D.M. (Anke) van Hal, hoogleraar Sustainable Building and Development bij Business Universiteit Nyenrode en praktijkhoogleraar Sustainable Housing Transformation bij de TU Delft. Daarnaast vindt u in dit rapport ook een interview met de heer Ing. Chr. (Chris) Gongriep, die als een van de grootste Nederlandse ontwikkelaars zijn visie geeft op dit onderwerp. Tot slot spraken wij met de heer mr. S.N. (Sipko) Schat, lid van de Raad van Bestuur Rabobank Nederland, over hoe Rabobank invulling geeft aan duurzaam onder nemen en wat zijn visie is op klantgericht werken. Voldoende invalshoeken kortom om het thema van het FGH Vastgoedbericht 2011 ‘Duurzaam voldoen aan de vraag’ eens grondig tegen het licht te houden.
Op een duurzame manier in ieder geval, dat leidt geen twijfel. Want als er een ontwikkeling de afgelopen jaren een enorme vlucht heeft genomen dan is dat duurzaamheid wel. Duurzaamheid is op zichzelf uiteraard geen nieuw fenomeen. Het feit dat duurzaamheid in de vastgoedmarkt
FGH Vastgoedbericht 2011
voorwoord
Onze kennis van het vak en betrokkenheid bij vastgoed hebben geleid tot dit complete overzicht van de belangrijkste trends en ontwikkelingen in de vastgoedmarkt, en onze visie als vastgoedfinancier daarop. Want ook in deze veranderende markt blijft FGH Bank boven alles dé vastgoedbank. Peter Keur
5
Duurzaam voldoen aan de vraag
6
v i sie De Nederlandse economie groeit weer. Dat is voor velen een hele geruststelling. Toch zegt die groei op zichzelf niet zoveel. Want vergeleken met het sombere jaar 2009 is enig herstel niet zo vreemd. Het gaat nu – statistisch gezien – iets beter dan een jaar geleden. Zijn het Nederlandse bedrijfsleven, de consumenten en de overheden de gevolgen van de crisis daarmee ook daadwerkelijk te boven? Nee, in de optiek van FGH Bank is er nog een lange weg te gaan. Maar herstel moet ergens beginnen. Voor Nederland is dat vooral in het buitenland. Export is de drijvende kracht achter onze groei, inclusief de doorvoer van goederen. Dat herstel vanuit het buitenland hangt samen met de hoge vraag in opkomende economieën. Tot op heden hebben die aanzienlijk minder last van de crisis. Ook lijkt het bedrijfsleven in Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, opmerkelijk snel te herstellen, onder meer door forse investeringen van de Duitse overheid. Nederlandse bedrijven profiteren hiervan, wat in ieder geval een goed begin is.
FGH Vastgoedbericht 2011
visie
7
Binnenlandse vraag blijft achter De binnenlandse vraag is nog altijd fragiel. Angst overheerst bij consumenten, hoewel sinds het najaar van 2010 enig herstel zichtbaar is. Angst is er voor het verlies van inkomen, koopkracht en welvaart. Eerst was die er voor het verlies van werk. En nu de arbeidsmarkt langzaam maar zeker lijkt te verbeteren, worden vooral de gevolgen van overheidsbezuinigingen en van de tekorten bij pensioenfondsen gevreesd. Nederlandse consumenten zijn meer gaan sparen. Dit leidt op individueel niveau tot meer vermogen, maar werkt collectief juist averechts: de groei stokt. Tot voor kort werd het verlies aan particuliere consumptie nog deels gecompenseerd door extra overheidsuitgaven. Hierin treedt vanaf 2011 een kentering op. De rijksoverheid en gemeenten zullen de komende jaren veel minder uitgeven. Stimulering maakt plaats voor bezuiniging. Op de eigen organisatie, maar ook op de uitgaven. De gevolgen daarvan voor de portemonnee van de burger zijn nog onduidelijk. Die onzekerheid voedt angst bij consumenten. En angstige consumenten, zo leert elke economische crisis, consumeren weinig. Krachtig economisch herstel in ons land is er dan ook pas als de consumentenbestedingen substantieel verbeteren. Focus op financiële stabiliteit Onduidelijk is wanneer herstel plaatsvindt, en in welke omvang. De kredietcrisis heeft in 2008 duidelijk gemaakt dat innovatie en deregulering binnen de financiële markten was doorgeschoten. De economische crisis die daarop volgde, toonde duidelijk de wereldwijde impact en onderlinge afhankelijkheid van het systeem. Bedrijven die zich weten aan te passen, overleven en groeien weer. Maar het probleem is daarmee nog niet opgelost. Dat werd ook in 2010 goed zichtbaar. Hoe goed een financieel systeem ook
‘Onzekerheid en instabiliteit staan herstel in de weg.’
8
in elkaar zit, elke burger weet dat het opeenstapelen van schulden uiteindelijk onhoudbaar is. Dat geldt ook voor staatsschulden. En diezelfde burgers weten ook dat ze hier de rekening voor gepresenteerd zullen krijgen. De Europese schuldencrisis heeft dit duidelijk aan het licht gebracht. Op het moment dat de schulden die een land heeft niet in verhouding staan tot de omvang van de economie, de concurrentiekracht van het land, en het innovatief vermogen, nemen de risico’s voor deze landen toe. Die hogere risico’s vertalen zich in hogere rentes. Als die rente te ver oploopt, kan dat land de facto onmogelijk aan nieuw kapitaal komen. Voor Griekenland werd dit in het voorjaar van 2010 duidelijk, wat bijna de val van de euro tot gevolg had. Ierland volgde in het najaar en ook in Italië, Spanje en Portugal waren er sterke onevenwichtigheden in de staatsfinanciën. Voor veel Westerse landen is de hoogte van de schulden een risico voor de financiële stabiliteit op lange termijn. Op grote schaal gaan landen over tot het nemen van maatregelen die de overheidsfinanciën op orde moeten brengen, ook buiten de eurozone. Internationale instabiliteit De impact van de schuldencrisis is groot. Een oplossing voor de economische problemen zal veel inspanning en tijd vergen. Schuldreductie is een mogelijke oplossing. Het leidt tot minder financiële risico’s en daarmee tot meer stabiliteit op de lange termijn, zo is de redenatie in de eurozone. De eurolanden worden, of voelen zich, hiertoe verplicht. Zij kiezen daarmee voor een traject waarbij zij de schulden reduceren en tegelijkertijd de concurrentiekracht vergroten. Dit blijft niet zonder gevolgen. Burgers krijgen al dan niet terecht het gevoel dat de sociale welvaartsstaat wordt uitgekleed en economisch herstel op de korte termijn wordt geremd. Deze oplossingsrichting staat in schril contrast tot het monetaire beleid van de Verenigde Staten. Daar wordt schuldcreatie door monetaire verruiming juist als oplossing gekozen. Tenminste, zolang de economie nog onvoldoende is hersteld. Het stelsel van centrale banken (de Fed) koopt onder meer de eigen staatsschuld op en creëert daarmee extra monetaire ruimte. Dit zorgt ervoor dat er voldoende liquiditeit in de markt blijft, waardoor het marktmechanisme kan blijven werken. Anders dan de Europese Centrale Bank (ECB) heeft de Fed hiertoe iets meer ruimte, omdat de dollar als reservevaluta een aparte status geniet. Het is wel de vraag hoe lang deze oplossing blijft werken zonder het economisch evenwicht op langere termijn te ontwrichten. Ongecontroleerde geldcreatie leidt bij een aantrekkende economie tot inflatie. Dat kan ook een doel zijn, omdat daarmee de schulden in reële termen dalen. Daarnaast
levert een goedkope dollar het bedrijfsleven internationaal concurrentievoordeel op. Internationale concurrentieverhoudingen veranderen, en dat laat de valutamarkten niet ongemoeid. Vorig jaar intervenieerden centrale banken in diverse landen om de eigen valuta kunstmatig te verzwakken en het eigen bedrijfsleven zo een handelsvoordeel te bieden. Dat zet handelsrelaties onder druk, want het risico bestaat dat dit uitmondt in protectionisme en verstoorde handelsverhoudingen. Dat geldt ook voor de handelsrelatie tussen de Verenigde Staten en China. De volgens de Amerikanen veel te goedkope Chinese yuan is hen een doorn in het oog geworden. Het biedt China een oneerlijk concurrentievoordeel, wat ten koste gaat van de Amerikaanse werkgelegenheid. Omgekeerd verwijt China dat het te ruime monetaire beleid in de Verenigde Staten kan leiden tot een ontwrichting van het internationale evenwicht. Zo groeien de onderlinge spanningen, ontstaan er tegen gestelde handelsbelangen en verschuiven de internationale handelsverhoudingen. Rentebeeld duidt nog steeds op onzekerheid De onzekere internationale marktomstandigheden beïnvloeden ook de renteontwikkeling. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar in de 5-jaars-swaprente. Die daalde in de eerste acht maanden van vorig jaar met meer dan 100 basispunten. Dit getuigt van een vlucht naar zekerheid onder beleggers en dreef de obligatiekoersen omhoog. Het gevolg daarvan is dat het effectief rendement daalt. Sinds september 2010 loopt de 5-jaarsrente echter weer op. Opvallend is daarnaast de beweeglijkheid van tarieven. Die kunnen per dag met 5 tot 10 basispunten verschuiven, een duidelijk teken van onzekerheid in de markt. Binnen de eurozone heeft de ECB de herfinancieringsrente van 1% in 2010 niet aangepast. De Euribor-rente is echter wel gestegen, doordat de ECB zich langzaam van de markt terugtrekt. De 3-maands Euribor is ten opzichte van het laagste punt in maart met ruim 40 basispunten opgelopen. Het 1%-rentetarief geldt alleen voor banken, zij het tegen het leveren van een onderpand. Hier zit ook de uitdaging voor de ECB. De regels en voorwaarden gelden voor banken in alle lidstaten. En dat terwijl in de kapitaalmarkt de tarieven voor bijvoorbeeld Ierland, Portugal en Griekenland ver boven die van Nederland en Duitsland liggen. Centrale banken hadden voorheen primair de korte rentes als werkgebied. Die kunnen zij via het rentebeleid direct beïnvloeden. Lange tarieven werden bepaald door de verwachtingen van de markt. Het rentewapen van de Fed is echter uitgewerkt. Het ruime monetaire beleid in de Verenigde Staten ontstaat dan ook door de angst voor mogelijke deflatie. De opkoop van obligaties beïnvloedt inmiddels ook direct de lange rentes.
FGH Vastgoedbericht 2011
visie
‘H et rentewapen van de Fed is uitgewerkt.’ Rente is de prijs van geld en die zou in een perfecte markt op evenwicht gebaseerd moeten zijn. Evenwicht tussen continenten, tussen landen, tussen heden en toekomst, tussen aandelenmarkten, obligatiemarkten en vastgoed. Wisselkoersen, al dan niet vrij bewegend, lopen hier nog tussendoor. Op het moment dat centrale banken zich met zowel korte als lange rentes bezighouden, wordt de rente verwachting moeilijker te bepalen en raakt die wellicht ontkoppeld van de fundamenten. Ondanks het ruime monetaire beleid en de rentetarieven blijven de inflatieverwachtingen vooralsnog beperkt, maar lopen wel iets op. Dit is te zien aan de prijzen die nu gelden voor het indekken van inflatie. Zo schommelde de prijs voor het indekken van de 10-jaars Europese inflatie eind 2010 rond de 1,98%. De yieldcurve is ten opzichte van eind 2009 vlakker geworden. Daarmee verwacht de markt een laagblijvende korte rente. Als de ECB de rente niet aanpast, de hoeveelheid liquiditeit in de markt voldoende is, én banken aan elkaar durven te lenen, kunnen de Euribors dus nog laag blijven. Dat zou zich normaliter moeten vertalen in laagblijvende kapitaalmarkttarieven. Voorwaarde is wel dat het vertrouwen in de (wereld)economie, de euro en de kracht van centrale banken gewaarborgd wordt. Want zonder dit vertrouwen zal de kapitaalmarktrente zonder twijfel stijgen. Strengere eisen aan banken gesteld Door de kredietcrisis gaat het bancaire landschap er de komende jaren anders uitzien. De verschillen in kwaliteit tussen banken zullen groter worden. Ook zullen er maat regelen komen die de veiligheid van de sector vergroten, zowel nationaal als internationaal. De basis hiervoor is terug te vinden in Basel III. Hierin worden nieuwe (strengere) kapitaal- en liquiditeitseisen vastgesteld waaraan banken in de toekomst moeten voldoen. Dit is bedoeld om toekomstige financiële crises te voorkomen. Basel III is daarmee een reactie van de toezichthoudende instanties op de oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis. In de kern betekent Basel III dat banken meer (en beter) kapitaal moeten aanhouden en daarnaast grotere liquiditeitsbuffers moeten bezitten.
9
Basel III is een wellicht een terecht antwoord op het risico op een nieuwe financiële crisis. Maar minder gunstige consequenties zijn er ook. In de eerste plaats zullen banken meer kapitaal moeten aanhouden en hebben daardoor minder ruimte voor nieuwe kredietverlening. Doordat banken meer kapitaal moeten aanhouden, komt bovendien het rendement van banken onder druk, wat kan leiden tot hogere kosten voor kredietverlening. Dit zal het tempo van economisch herstel vertragen. Een nog groter effect op banken zullen de nieuwe liquiditeits eisen hebben. Banken moeten meer langetermijnfunding aantrekken of meer liquide activa, zoals staatsobligaties, aanhouden. Door de beperkte beschikbaarheid van lange termijnfunding zal ook de kredietverlening mogelijk onder druk komen te staan. Mede om de negatieve gevolgen voor economische groei te bepreken, worden de nieuwe richt lijnen gefaseerd ingevoerd, zodat banken pas in 2018 aan alle nieuwe eisen moeten voldoen.
‘K entering in overheidsbeleid.’
10
Van stimulering naar hervorming Door de instabiele mondiale economie en het verschil van inzicht over de te nemen maatregelen, is een sterk herstel van de Nederlandse economie op korte termijn niet erg waarschijnlijk. Nederland profiteert weliswaar van de gestegen wereldhandel, maar een vertraging hierin kan de positieve lijn eenvoudig weer ombuigen. Daarbij komt dat een groot deel van het herstel in het afgelopen anderhalf jaar voor rekening kwam van stimulerende maatregelen door de overheid. Ook hierin is een kentering te verwachten. Op Prinsjesdag heeft het demissionaire kabinet-Balkenende IV zijn laatste Miljoenennota gepresenteerd. Die sloeg een nieuwe weg in: economische stimulering maakte plaats voor bezuinigingen. Dit jaar wordt al € 3,2 miljard bezuinigd. Het nieuwe kabinet-Rutte zal dit beleid de komende jaren doorzetten met een intensivering van de bezuinigingen met zo’n € 15 miljard. Consumenten en bedrijven zullen voorlopig niet het gat opvullen dat de overheid laat vallen. Vrij besteedbare inkomens komen door een scala aan maatregelen onder druk te staan. Ook de verworven rechten van de sociale welvaartsstaat zullen worden getest. De verhoging van de AOW-leeftijd en de herijking van het pensioenstelsel laten zien dat er structurele veranderingen aankomen. Hoewel dit op de lange termijn leidt tot een meer evenwichtige situatie, zal er op korte termijn vooral een gevoel van welvaartsverlies optreden. Geen goede voedingsbodem voor een bestendig herstel op korte termijn.
Perspectief voor de vastgoedmarkt Bouwvolume neemt verder af Het macro-economische klimaat is vooral voor de bouw sector uiterst lastig. Veel bouwbedrijven worden al sinds het begin van de kredietcrisis geraakt. In eerste instantie leken de gevolgen nog mee te vallen. Doordat de bouwproductie doorgaans een werkvoorraad van meerdere maanden tot jaren bevat, werd het verlies aan nieuwe productie in 2009 nog opgevangen in de bestaande portefeuille. Inmiddels lopen de meeste projecten uit 2008 (en eerder) ten einde. De toevloed van nieuwe bouwprojecten is laag, waardoor veel bouwbedrijven een (te) lage orderportefeuille hebben. Dit raakt vooral de liquiditeit van de bouwsector en zal de komende jaren verder doorwerken in de omzetontwikkeling. Waar andere sectoren licht herstellen door de aangetrokken export, bevindt de laat-cyclische bouwsector zich op een dieptepunt. Overigens worden niet alleen bouwbedrijven geraakt. Ook bij bedrijven in de keten, zoals makelaars, notarissen en architecten, staan omzetten onder druk. In 2011 verwacht FGH Bank nog een lichte omzetdaling in de bouwsector. Daarna is een stabilisatie mogelijk, gevolgd door licht herstel. De bouwsector krijgt nog enige ondersteuning door overheidsmaatregelen, zoals de crisis- en herstelwet die een aantal bouwprojecten (inclusief infrastructuur) vervroegd tot uitvoering brengt. Hier profiteren vooral de grotere bouw
FGH Vastgoedbericht 2011
visie
bedrijven van. Kleinere bouwbedrijven krijgen steun door onder meer een tijdelijke btw-verlaging voor de personeelskosten bij de verbouwing van een woning. Dit zijn echter tijdelijke maatregelen die alleen op de korte termijn de sector stimuleren. Tegelijkertijd onderkennen veel gemeenten dat bestaande planvolumes veel te ambitieus zijn. Mede door tekorten op de grondexploitatie worden er veel projecten opgeknipt, uitgesteld of afgeblazen. In snel tempo zien ook gemeenten in dat zij ten onder dreigen te gaan aan hun eigen ambities en dat hun plannen simpelweg onhaalbaar zijn geworden. Nieuwbouw nieuwe stijl Herstel van de vraag naar vastgoed zal moeten komen van een aantrekkende vraag vanuit consumenten (woningen) en bedrijfsleven (commercieel vastgoed). Dat is niet op korte termijn te verwachten. Daarbij komt dat zeker de markt voor commercieel vastgoed in alle deelsegmenten te maken heeft met verzadiging. Bouwvolumes zoals we die in eerdere jaren gewend waren, zullen daarom zeer waarschijnlijk niet terugkeren. Aan woningen zal de komende jaren nog wel behoefte zijn, maar de bouwsector zal zich moeten instellen op een structureel lager aantal op te leveren nieuwbouw woningen. Kwaliteitsdenken neemt de plaats in van het kwantiteitsprincipe van weleer, dat vrijwel geheel uitging van het aanbod. De sector komt hierdoor voor nieuwe strategische keuzes te staan. De komende jaren ligt de belangrijkste opgave in de binnenstedelijke omgeving, in tegenstelling tot de uitleggebieden van voorheen. Een complexe opgave, waar alle vastgoedprofessionals zich mee bezig zullen
11
moeten houden, en die een beroep zal doen op de innovativiteit en professionaliteit van de sector. Daarnaast neemt het verduurzamen van bestaande gebouwen toe. Dat biedt immers kansen om aan de ene kant een oplossing te vinden voor verouderde objecten en aan de andere kant te voldoen aan de veranderde vraag waarin duurzaamheid in steeds grotere mate een rol speelt. Ook hierin kan de bouwsector haar innovatievermogen en professionaliteit laten zien. Zonder innovatie is er weinig toekomstperspectief voor bouwbedrijven. Die innovatie kan op diverse fronten plaatsvinden. In de eerste plaats door een meer klantgericht ontwikkelingsproduct aan te bieden, met maatwerk en diversificatie. Daarnaast is er binnen de keten veel rendement te behalen, waarbij samenwerking en projectbeheer kunnen leiden tot meer efficiency en daarmee minder kosten. En ten slotte zal de grootschalige nieuwbouw, gebaseerd op grote grondposities, plaatsmaken voor bedrijven die flexibel kunnen en willen opereren. Dit proces zal de bouwsector volgens FGH Bank de komende jaren fundamenteel veranderen.
‘z onder innovatie weinig toekomst perspectief voor bouwbedrijven.’ Terug naar marktevenwicht De markt heeft vooral behoefte aan de terugkeer van een gezond evenwicht. Alle partijen in de vastgoedsector hebben daar belang bij: bouwers, ontwikkelaars, beleggers en financiers. Alleen een gezond marktevenwicht biedt namelijk ook op de langere termijn waardebehoud en -groei. En juist dat is nodig om permanent voldoende investeringen te kunnen genereren, zowel voor nieuwbouw als in bestaande objecten. Op dit moment is de vastgoedmarkt uit het lood geslagen; dat is voor sommige (deel)segmenten als kantoren en appartementen duidelijk zichtbaar. Een steeds grotere groep beleggers en ontwikkelaars richt zich in hun zoektocht naar stabiele en ‘zekere’ vastgoedinvesteringen op een steeds kleiner segment kansrijk vastgoed. Vooral woningen en A1-winkels worden beschouwd als een stabiele investering. Het gevolg is dat de beleggingswaarde voor 12
dit vastgoed stijgt. Dat is voor nu een positief signaal voor de vastgoedmarkt. Het is noodzakelijk om binnen afzienbare tijd terug te keren naar een vastgoedvoorraad die past bij de gebruikersvraag in de markt. De simpele vraag hoeveel ruimte bedrijven en consumenten eigenlijk nodig hebben, blijft steeds onbeantwoord. Gevolg is dat er te veel is ontwikkeld. Dat is al jarenlang duidelijk in de ontwikkeling van de leegstand. Sinds 2000 neemt het aanbod in alle vastgoedsegmenten (fors) toe. De spectaculaire waardegroei die er desondanks was in de periode tussen 2000 en 2008, is dan ook vooral gedreven door beleggersvraag. Niet door de gebruikersvraag. De komende jaren bieden weinig zicht op een positieve omslag. Een dalende beroepsbevolking, een andere manier van werken en de invloed van internet op onder meer de retailketen zullen het gebruik van vastgoed eerder op een lager dan een hoger niveau brengen. Voorkomen van polarisatie Zonder fundamentele ingrepen en veranderingen komt er een definitieve polarisatie in de markt, een tweedeling waarbij een deel van het vastgoed nauwelijks of geen kans meer heeft. Zo verwacht althans FGH Bank. Het is een illusie om te veronderstellen dat economisch herstel dit proces kan beëindigen of doorbreken. Hoogstens vertragen. Ingrijpen is daarom essentieel. We moeten terug naar minder. Dat is evident voor de kantorensector, maar ook in andere deelmarkten dreigt een steeds grotere tweedeling. De cruciale en voorlopig onbeantwoorde vraag is hoe dit proces moet worden ingestoken. Een bouwstop is de meest effectieve stap om te voorkomen dat er meer vastgoed bij komt. Maar pleiten voor een absolute bouwstop is strategisch onjuist. Dat drijft de markt verder van de gebruiker af en houdt bovendien geen rekening met regionale verschillen. Uiteindelijk leidt het tot het wegvallen van investeringen, verlies van waarde en daarmee tot een neerwaartse spiraal. Het probleem in de vastgoedmarkt zit dan ook aan de onderkant van de markt, in technisch en economisch verouderde gebouwen. Een sloop- of transformatieverplichting zou in sneltreinvaart het probleem op kunnen lossen, ware het niet dat praktische problemen deze oplossing feitelijk onmogelijk maken. Denk aan de gedeeltelijke leegstand van panden, de monofunctionaliteit van gebieden en de vaak te hoge boekwaarde. De markt staat daarom voor een groot dilemma. De noodzaak tot ingrijpen is helder, maar elke oplossing zal altijd ergens in de markt gevoeld worden. Het gevolg is dat de problematiek vooruit wordt geschoven. Daardoor neemt de tweedeling in de markt niet af, maar juist toe.
‘vastgoedvoorraad moet passen bij de gebruikersvraag in de markt.’
Centrale coördinatie, regionale differentiatie In de vastgoedmarkt lijkt een brede consensus te bestaan over de problematiek van een te grote voorraad en een te hoog planvolume. Maar diezelfde markt lijkt niet in staat deze problemen zelf op te lossen. Keer op keer wordt dit bewezen. Geen enkele ontwikkelaar neemt vrijwillig afscheid van een lucratief bouwplan, geen enkele belegger wil verlies nemen op een investering. De vastgoedsector heeft daarom hulp nodig om het evenwicht te herstellen, en heeft behoefte aan centrale coördinatie. Daarom zal de overheid als organisator van marktherstel een centrale rol moeten krijgen. Niet om de rekening te betalen, maar om veranderingen te stimuleren. FGH Bank heeft eerder gepleit voor een nationale autoriteit met bevoegdheden om het markt evenwicht te herstellen. Een dergelijke instantie lijkt nu harder nodig dan ooit. Want juist door gebrek aan een sturende autoriteit worden op lokaal niveau nu massaal nieuwbouwplannen geschrapt. Dit kan voorkomen worden door te sturen op drie punten. Ten eerste het inventariseren en monitoren van de (huidige en toekomstige) behoefte in de markt. Ten tweede het vaststellen in hoeverre de vraag past bij de beschikbare voorraad en op grond daarvan prioriteiten stellen ten aanzien van nieuwbouw. En ten derde door bezitters van leegstaand vastgoed in beweging te krijgen. Dat kan door beleggers te wijzen op hun leegstand en hen perspectief te bieden. Bijvoorbeeld door transformatie eerder en sneller mogelijk te maken of door de inrichting van een (lokaal) herstructureringsfonds. Volgens FGH Bank is daarbij een landelijke coördinatie nodig, maar zal de uitwerking op regionaal niveau kunnen en moeten verschillen, afhankelijk van de regionale marktomstandigheden.
werking voorziet FGH Bank een verdere polarisatie met meer verliezers dan winnaars. Marktpartijen hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid. Langetermijnrendement zal voorrang moeten krijgen boven kortetermijnwinst. Daarnaast is dynamiek nodig, want zolang die ontbreekt, blijft ‘echt’ marktherstel uit. Bovenal is er behoefte aan een klantgerichte strategie. Want in een te ruime markt zullen alleen partijen die in staat zijn in de behoefte van de eindgebruiker te voorzien, voldoende rendement genereren. Omdat de gebruikersvraag bij bedrijven, retailers en consumenten in de komende jaren sterk zal veranderen, kan de sector niet stil blijven zitten. Innovatie en creatief ondernemen is een must om te kunnen voldoen aan de vraag. Een vraag waar standaard een duurzaamheidselement inzit. ‘Duurzaam’ heeft daarmee haar onderscheidend vermogen verloren, en is tot norm verheven. Ook op dat vlak zal de sector worden uitgedaagd. Voldoen aan de veranderde vraag van de markt, op een duurzame manier. Dat is waar we voor gaan. Utrecht, maart 2011 Directie FGH Bank N.V.
Terug naar de klant Zichzelf opnieuw uitvinden; dat is de immense taak waar de vastgoedsector nu voor staat. De markt weer in evenwicht brengen. Samenwerking is daarbij vereist. Tussen markt partijen onderling en met de overheid. Zonder samen
FGH Vastgoedbericht 2011
visie
13
Grote druk op kantorenmarkt
14
Tre n ds I n de ka n to re n ma rkt Vraag en aanbod in de kantorenmarkt ontwikkelden zich tot de 21e eeuw evenredig aan elkaar. Na de eeuwwisseling veranderde dit beeld volledig. De vraag bleef nagenoeg gelijk en het aanbod steeg sterk, waardoor een overschot aan kantoorruimte ontstond. Demografische ontwikkelingen, het ‘nieuwe werken’ en verduurzaming leiden ertoe dat in de toekomst de vraag naar kantoorruimte niet substantieel zal stijgen. Hierdoor ontstaat een vervangingsmarkt, waarbij kantoorgebruikers naar kwalitatief betere kantoorpanden en locaties verhuizen tegen aantrekkelijke huren. Deze panden zijn daarnaast modern, duurzamer, en voldoen aan de eisen van de huidige tijd. De kloof tussen de kwaliteit van het pand en de eisen van de gebruikers wordt zó groot dat de leegstand steeds structurelere vormen aanneemt. De cyclus waarin de kantorenmarkt zich bevindt, met een sterk aanbodgerelateerd karakter, zal moeten veranderen in een vraaggestuurde kantorenmarkt waarin juist de gebruikers centraal staan.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de kantorenmarkt
15
‘Meer aanbod en minder opname lijkt nieuwe standaard te worden.’
Geen herstel Door de economische laagconjunctuur blijft de vraag naar kantoorhuisvesting laag. Uit de cijfers blijkt dat de groei van de kantorenmarkt grotendeels voorbij is. Meer aanbod en een laag niveau op de Nederlandse kantorenmarkt lijkt ‘de nieuwe standaard’ te worden. Sinds 2007 daalt het opnameniveau en stijgt het aanbod explosief. Eind 2010 bedroeg het aanbod 7,1 miljoen m², ruim 10% meer dan eind 2009. Tegelijkertijd ligt de vraag naar kantoorruimte net als voorgaande jaren op een veel lager niveau. Wel trad in de loop van vorig jaar een voorzichtig herstel op. In het eerste halfjaar van 2010 werd er 470.000 m² opgenomen. In de tweede helft van 2010 kwam de vraag iets meer op gang. Dat resulteerde in een totaalniveau van 1,3 miljoen m². Dat is ongeveer evenveel als in 2009.
zijn. Tegenover banengroei in de zakelijke dienstverlening staan forse bezuinigingen in de publieke sector. Uiteindelijk kunnen die zorgen voor een overschot aan kantoorruimte bij veel (semi)overheidsinstellingen. Daarbij komt dat de zakelijke markt minimaal herstelt, en veel organisaties hebben te kampen met overcapaciteit. Op korte termijn is een substantiële groei van de kantooropname door een herstel van de economie daarom niet realistisch.
Herstel van marktevenwicht is noodzakelijk om investeringen te behouden – en daarmee ook het waardeniveau. Daarvoor is meer opname nodig, dan wel de sloop of functiewijziging van bestaande gebouwen. De cruciale vraag is daarom of herstel van de kantorenvraag realistisch is. Voor dat herstel is in de eerste plaats banengroei noodzakelijk. Die is er sinds vorig jaar weer, zij het voorzichtig. Dat geldt ook voor de kantoorgerelateerde werkgelegenheid, die gemiddeld genomen sterker groeit dan de werkgelegenheid in het algemeen. Toch zal herstel vanuit de autonome groei beperkt
Tophuurprijzen stabiliseren De tophuurprijzen voor kantoorruimte zijn vorig jaar stabiel gebleven. De tophuurprijzen in Nederland liggen rond de € 325,-/m², op een incidenteel hogere transactie na. Wel zijn ook in dit segment de incentives toegenomen en is de markt nog altijd erg ruim in Amsterdam, de enige Nederlandse regio waar dergelijke tophuurprijzen voorkomen. De Zuidas is voor veel huurders in de zakelijke dienstverlening nog steeds een aantrekkelijke vestigingslocatie.
Aanbod en opname van kantoorruimte in m² (1985-2010)
x1.000 m2 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000
Aanbod
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
0
Opname Bron: PropertyNL en Vastgoedmarkt
16
gelegenheid verschuift nog altijd richting de zakelijke dienstverlening. Een verhoging van de arbeidsparticipatie zou het negatieve effect van de dalende beroepsbevolking kunnen compenseren. Toch zal die verhoging vermoedelijk niet groot genoeg zijn om het aantal kantoorbanen sterk te laten stijgen.
Ook de hoogste huren in steden buiten de hoofdstad zijn gestabiliseerd. In Den Haag, Rotterdam en Utrecht worden tophuurprijsniveaus van rond de € 190,-/m² gehaald. In diverse regiosteden, ook buiten de Randstad, worden voor nieuwe moderne kantoorprojecten met een hoge kwaliteit op de beste locaties nog steeds hoge huurprijzen gerealiseerd. Nieuwe, moderne kantoorgebouwen zijn – hoe paradoxaal ook – relatief schaars. En doordat het nieuwbouwvolume afneemt, blijven de contracthuren redelijk op niveau. Deze ontwikkelingen maken duidelijk dat markt ontwikkelingen nog steeds sterk bepaald worden door de locatie en lokale situatie.
Daarbij komt dat de focus op huisvesting verandert. Dat is het resultaat van een nieuwe kijk op werkprocessen. Met het ‘nieuwe werken’ ontstaat een heel nieuwe visie op organisaties, organisatieprocessen en daarmee ook op arbeid. Dit kan leiden tot een ander gebruik van kantoorruimte, zowel qua omvang als qua tijd. Bij kantoren gaat het in de toekomst minder om het kantoor zelf en meer om de werkplek en de werknemer. Steeds meer werknemers hebben geen vaste werkplek. Het nieuwe kantoor is vooral een plek voor ontmoetingen, overleggen en teambuilding. Het ‘nieuwe werken’ heeft met name effect op grote organisaties in de zakelijke en financiële dienstverlening, de ICT-sector en het openbaar bestuur. Denk aan ondernemingen als Microsoft,
In dit licht dient er wel rekening mee gehouden te worden dat de contracthuren hoog worden gehouden door incentives. Dat geldt niet alleen voor nieuwe transacties. Ook zittende huurders worden naarmate de expiratiedatum van het huurcontract dichterbij komt steeds vaker benaderd voor het verlengen van het huurcontract tegen voor de huurder gunstig condities. Behoud van de huurder staat bij veel beleggers dan ook hoog op de agenda.
‘Tophuurprijzen zijn vorig jaar stabiel gebleven.’
Toekomstig kantoorgebruik onder druk Het terugdringen van de hoge leegstand wordt behalve door autonome marktontwikkelingen ook belemmerd door een ander gebruik van het vastgoed. De potentiële beroeps bevolking daalt de komende decennia gestaag en er zullen nauwelijks extra kantoorbanen ontstaan. Een sterke daling van die banen is evenmin te verwachten, want de werk
Tophuurniveaus van kantoorruimte in Nederland 1985-2010 (in euro/m²)
400 350 300 250 200 150 100 50
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
0
Bron: FGH Bank
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de kantorenmarkt
17
KPN, Uvit en Rabobank. In de meeste gevallen gaan nieuwe werkprocessen gepaard met een aanzienlijk lager ruimte gebruik per medewerker. Diverse onderzoeken wijzen dan ook uit dat deze nieuwe vorm van het organiseren van werkprocessen de traditionele kijk op (kantoor)huisvesting zal gaan veranderen. Gemiddeld genomen zal dit leiden tot een lagere ruimtebehoefte voor organisaties. Gezien de bestaande voorraad en de waardedruk door de te hoge leegstand, is dit een bedreiging voor de kantorenmarkt. Volgens onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) is er momenteel 41,1 miljoen m² kantoorruimte in gebruik. Door de structurele verandering in de markt zal het aantal gebruikte vierkante meters onder druk blijven staan en mogelijk zelfs dalen. Tegelijkertijd zal de kantorenvoorraad door nieuwbouw toenemen, met als gevolg een stijgende leegstand. Sloop en transformatie zijn daarom essentieel. Stel dat de veranderingen in het gebruik van kantoorruimte leiden tot een daling van de voorraad gebruikte kantoorruimte met 10% in de komende tien jaar. En stel dat de nieuwbouwproductie in diezelfde periode jaarlijks terug gebracht kan worden naar 500.000 m2 (het langjarig gemiddelde is meer dan 1 miljoen m2). Dan zou in die tien jaar de onbenutte kantoorruimte toenemen met ruim 9 miljoen m2. Gezien het overaanbod van zo’n 3 miljoen m2 in de huidige markt, zal in diezelfde tien jaar dus meer dan 1 miljoen m2 per jaar moeten worden herbestemd of gesloopt. Ter vergelijking: in de afgelopen twintig jaar werd gemiddeld 80.000 m2 per jaar aan de voorraad onttrokken. Leegstand is daarmee de grootste bedreiging voor de Nederlandse vastgoedmarkt. De aanpak ervan is essentieel.
18
Veel regionale variatie in leegstand De hoge leegstand domineert de huidige discussies over de Nederlandse kantorenmarkt. Niet zelden wordt daarbij de problematiek op een grote hoop geveegd, en bestempelt men de kantorenmarkt in heel Nederland als problematisch. Dat is niet terecht. De aandacht voor de leegstandsproblematiek is volgens FGH Bank zeker noodzakelijk. Maar te weinig aandacht voor regionale differentiatie en onvoldoende diepgaande kennis over de feiten van de leegstand zorgen voor een vertroebeld beeld. Met als resultaat mogelijk een verkeerde of inefficiënte aanpak. Ongeveer de helft van alle gemeenten in Nederland heeft geen of geringe kantorenleegstand. Meestal betreft dit kleinere gemeenten, waar vooral op basis van noodzaak kantoren worden gebouwd. Daartegenover staat dat ongeveer twee derde van de leegstand in ons land geconcentreerd is in circa twintig gebieden. Deze gebieden hebben een relatief omvangrijke kantorenvoorraad. Om de kantorenleegstand terug te dringen, moet dus ingezet worden op een lokaal beleid. In de steden en gebieden met veel leegstand zal de nadruk de komende jaren meer moeten liggen op de benutting, verduurzaming en eventuele transformatie van de bestaande voorraad. Aangepast nieuwbouwvolume Leegstand is dus sterk lokaal geconcentreerd. Een buiten sporig hoge leegstand in een bepaald kantorengebied wil daarom niet zeggen dat zich op andere plekken de komende jaren geen investeringskansen voordoen. Volgens FGH Bank blijven de beste locaties voor kantoren in trek. Het investeringsbeleid van beleggers in de huidige markt laat dit
overduidelijk zien. De beste locaties zijn kantoren met een optimale, multimodale bereikbaarheid in een multifunctioneel gebied. Projecten die zich op basis van kwaliteit, duurzaamheid en marktbehoefte onderscheiden, zijn kansrijk. Dat geldt ook voor nieuwbouw. Nieuwe kantoren blijven nodig. Het is vooral de hoeveelheid nieuwbouw die ter discussie staat. Door het laatcyclische karakter van vastgoed is de nieuw opgeleverde hoeveelheid kantoorruimte in de laatste jaren niet of nauwelijks gedaald. In 2011 en de jaren daarna verandert dat. FGH Bank verwacht dat het nieuwbouwvolume dat in de markt wordt gezet de komende jaren zal dalen tot ongeveer 500.000 m2. Dat is minder dan de helft van het nieuwbouwvolume in de periode voor de crisis. Zowel gemeenten als ontwikkelaars dragen hieraan bij. Gemeenten doen dat door op grote schaal plannen en ambities bij te stellen, en ontwikkelaars door niet of nauwelijks vastgoed op risico te ontwikkelen. Ontwikkelaars zullen zich bovendien steeds meer toeleggen op herontwikkeling van de bestaande voorraad. Van draagvlak naar daadkracht Leegstand van kantoren is niet nieuw. Ook in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw was de kantorenleegstand problematisch. De situatie van toen was echter anders dan nu. De vraag naar kantoren trekt voorlopig niet aan en ook meer structurele trends wijzen op een dalend gemiddeld gebruik van kantoormeters. Regionale variatie, selectieve nieuwbouw en transformatie of sloop van bestaande gebouwen zijn daarmee noodzakelijke voorwaarden. Alle stakeholders lijken dit te beseffen. Op lokaal niveau worden
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de kantorenmarkt
‘Om kantorenleegstand terug te dringen, moet ingezet worden op lokaal beleid.’ ingrijpende wijzigingen doorgevoerd. Oude plannen worden afgeblazen of zullen pas op een (veel) later tijdstip gerealiseerd worden. In steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zijn vele honderdduizenden vierkante meters geschrapt. Maar ook middelgrote steden maken de balans op en constateren dat oude ambities simpelweg onhaalbaar zijn. Ook zij kiezen voor een meer gematigd nieuwbouwbeleid. Op nationaal niveau ontstaat eveneens een trendbreuk. In het voorjaar van 2010 maakten het rijk, provincies en gemeenten met marktpartijen (Neprom, IVBN, Vastgoed Belang) op de ‘Kantorentop’ afspraken voor een gerichte en adequate aanpak van de kantorenleegstand. Die afspraken worden vertaald in een actieprogramma dat duidelijk maakt dat de leegstandsproblematiek zo omvangrijk is dat ingrijpen vereist is. Zonder ingrijpen dreigt een waardeverval, waarbij
19
Kantorenleegstand in kantoorobjecten; volledig en gedeeltelijk (2010)
1 0,9
mate van leegstand (1=volledig)
0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0 aantal objecten 863
2.784
Bron: R.L. Bak, bewerking FGH Bank
er uiteindelijk alleen verliezers zijn. Het actieplan maakt ook duidelijk dat de aanpak van de leegstand een pijnlijk proces wordt. En deze opgave zal wellicht nog veel complexer blijken dan de eerste aanzet doet vermoeden. Transformatie leegstand erg complex Bij de aanpak van de leegstand zal vooral ingezet worden op sloop of transformatie van gebouwen die langdurig leegstaan. Er kunnen bijvoorbeeld woningen van gemaakt worden. Deze aanpak wordt belemmerd door de bestemmingsproblematiek, de financiële afschrijving door beleggers, de noodzakelijke investeringen en de kenmerken van een specifieke omgeving. En minstens zo belangrijk bij deze opgave is dat verreweg de meeste (langdurige) leegstand verspreid is over verschillende gebouwen. Er staan relatief weinig gebouwen volledig leeg; de meeste leegstand vinden we terug in verdiepingen, etages of vleugels van gebouwen. Zowel transformatie als sloop zal in de praktijk dus veel moeilijker zijn dan op het eerste gezicht te verwachten valt. De kantorendatabase van R.L. Bak, die bijna 15.000 kantoorpanden bevat, wijst uit dat er in Nederland bijna 2.800 gebouwen met leegstand zijn. Slechts een derde daarvan (863 gebouwen) wordt daadwerkelijk volledig aangeboden. Lang niet al deze panden staan al langere tijd leeg. Slechts 255 volledig lege panden met een totaal van 1,2 miljoen m2 worden al langer dan drie jaar in de markt aangeboden. Gezien het feit dat een deel van deze 255 objecten relatief nieuw is en gebouwd na 1995, komt op dit moment slechts circa 750.000 m2 in aanmerking voor sloop of totale 20
‘Zowel transformatie als sloop zal in de praktijk moeilijker zijn dan verwacht.’ functieverandering. Aanpak van de leegstand vereist daarom volgens FGH Bank een centrale coördinatie en een heel lange adem. Bij die centrale coördinatie is de rol van de (rijks) overheid onontbeerlijk. Niet om de rekening van de problematiek te betalen, maar om sturing en spelregels aan het proces te kunnen geven. De urgentie daarvan mag volgens FGH Bank niet worden onderschat.
SAMENVATTING KANTORENMARKT
Geen herstel
Winst door regionale aanpak
Met de opname van 1,3 miljoen m² aan kantoorruimte in 2010 is er geen herstel zichtbaar. Er komen nog weinig kantoorgebruikers in beweging. Veel huurders richten zich door forse bezuinigingsrondes op relocatie, concentratie en inkrimping. Mede hierdoor loopt het aanbod tot 7,1 miljoen m², een record.
Niet heel Nederland heeft te maken met een grote kantorenleegstand. De leegstand concentreert zich vooral in een beperkt aantal gemeenten en stedelijke regio’s. Op korte termijn kan dus de meeste winst worden behaald door een regionaal gedifferentieerde leegstandsaanpak. Ongeveer twintig gebieden bevatten samen bijna tweederde van de totale leegstand.
Tophuurprijzen stabiliseren De tophuurprijzen van de kantorenmarkt bleven vorig jaar in de meeste steden stabiel. De tophuurprijzen in Nederland liggen rond de € 325,-/m². Wel zijn de incentives toegenomen. Door het hoge kantorenaanbod hebben gebruikers een sterke onderhandelingspositie.
Kantorengebruik onder druk De kantorenmarkt verandert steeds meer in een vervangingsmarkt. Een ander gebruik van kantoorruimte als gevolg van bijvoorbeeld het ‘nieuwe werken’ zorgt voor een permanente druk op het gebruik. Als de markt zich niet aanpast, zal dit leiden tot een verdere ontwrichting van vraag en aanbod.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de kantorenmarkt
Draagvlak bij stakeholders Op lange termijn is een meer gecoördineerde aanpak nodig. Veel partijen beseffen dit. Het rijk, provincies, gemeenten en brancheverenigingen maakten een gezamenlijk plan van aanpak tijdens de ‘Kantorentop’. De uitvoering daarvan vergt een lange adem.
Andere kijk nodig Doordat nieuwe gebouwen blijven verrijzen en tegelijk onvoldoende aan de markt wordt onttrokken, stijgt de leegstand nog steeds. De nieuwbouw past zich aan, maar dan nog neemt het aantal meters de komende jaren toe. Er is daarom een andere kijk nodig op sloop en transformatie. Daar wringt de schoen. Voor sloop is in Nederland geen ‘laaghangend fruit’. Er ligt voor alle partijen daarom een uiterst lastige opgave.
21
Anke van Hal hoogleraar Sustainable Building and Development
‘W ie nu niet investeert in duurzaamheid heeft straks een serieus probleem.’ Wie nu nog denkt dat duurzaamheid in de vastgoedsector van voorbijgaande aard is, heeft het volgens Anke van Hal, hoogleraar duurzaam bouwen aan de TU Delft en de Nyenrode Business Universiteit, toch echt bij het verkeerde eind. “Het zit inmiddels met zoveel haakjes vast aan de vastgoedsector dat ik me niet kan voorstellen dat het weer overwaait.” Van Hal heeft in haar werkzame leven eigenlijk alle stadia van de aandacht voor duurzame ontwikkeling wel zo’n beetje meegemaakt. Het doet haar dan ook goed te kunnen 22
constateren dat duurzaamheid inmiddels ‘mainstream’ is geworden en waarschijnlijk ook zal blijven. “Er zijn nu ook veel meer redenen om hier werk van te maken dan in de jaren negentig. Toen was het toch vooral een zaak van de rijksoverheid die vond dat er iets moest gebeuren. Nu zijn we daar als samenleving veel beter van doordrongen. Ook opdrachtgevers en financiers in het vastgoed raken steeds meer overtuigd van de noodzaak van een duurzaam ontwikkeld gebouw. Door de stijgende energiekosten bijvoorbeeld, maar ook de schaarste aan materialen en grondstoffen, de toenemende vraag van opdrachtgevers,
‘De wereld van het vastgoed en de strengere eisen in het buitenland.” Juist nu is de aandacht voor het milieubeleid op rijksniveau weer een beetje aan het afnemen. Maar dat zal het tij niet meer doen keren, verwacht Van Hal. “Zelfs al gaat Nederland nu vol op de rem staan, dan nog is de ontwikkeling internationaal bezien onstuitbaar. Niet in de laatste plaats omdat Europa allerlei regelgeving voorbereidt waar de lidstaten op zullen moeten inspelen.” Weloverwogen eigenbelang Een groot aantal partijen in het vastgoed is inmiddels uit weloverwogen eigenbelang met duurzaamheid aan de slag gegaan, constateert Van Hal. “En dat is logisch. De wereld van het vastgoed staat immers op zijn grondvesten te schudden. Bedrijven die in de toekomst willen blijven voortbestaan, zullen ingrijpend moeten veranderen. Want niet alleen de opgave verandert compleet, maar er komt ook een heel nieuw concurrentiemodel. De focus is verschoven van nieuwbouw en concurrentie op de laagste prijs naar duurzame kwaliteit en bestaand vastgoed. Er komen daardoor zoveel nieuwe vragen op de sector af, dat over leven niet meer een kwestie is van goedkoper zijn dan de concurrent maar een betere oplossing kunnen aandragen.” Een goed voorbeeld is het duurzaam inkopen van kantoren door de overheid. Voor de huur en aankoop van overheidsgebouwen geldt voortaan dat deze minimaal het energie label C moeten dragen. “Gebouwen die minder goed presteren, kunnen dus niet verhuurd worden aan de over heid. Dat dwingt kantooreigenaren en beleggers tot maatregelen. Die zijn dus ook op steeds grotere schaal aan het investeren in verduurzaming van hun kantoorportefeuille. Wie nu niet investeert in duurzaamheid heeft straks een serieus probleem.” Grootste opgave biedt kansen De kantorensector staat voor de grootste opgave in de bestaande voorraad. Daarvan staat immers een steeds groter deel structureel leeg. Volgens Van Hal biedt juist die opgave volop kansen voor verduurzaming. “Daar zijn ook hele fraaie voorbeelden van. Tegelijkertijd het is natuurlijk wel duur om een bestaand kantoorgebouw duurzaam te herontwikkelen. Daarom denk ik dat we zeer selectief moeten zijn.” Verduurzaming hangt namelijk niet alleen samen met materiaalgebruik en energieprestatie. “Het moet ook een gebouw zijn dat zowel functioneel als esthetisch nog lang mee kan. En dat is bij sommige kantoren echt een probleem. We moeten daarom tot op individueel objectniveau kijken naar de kwaliteit en de potentie van de voorraad. Daar waar de kwaliteit onvoldoende is, moeten we niet bang zijn hard in te grijpen. Soms is sloop en nieuwbouw gewoon de beste keuze. Om die reden zet ik zo mijn vraagtekens bij een totale stop op nieuwbouw, zoals sommigen voorstellen.” Overigens wordt duurzaam herontwikkelen financieel een
FGH Vastgoedbericht 2011
inte rvie w anke van ha l
staat op zijn grondvesten te schudden.
Bedrijven die in de toekomst willen blijven voortbestaan zullen ingrijpend moeten veranderen.’ stuk aantrekkelijker als de eigenaar van een pand ook verantwoordelijk wordt gesteld voor het energieverbruik. Dat gebeurt steeds vaker, aldus Van Hal. “In de Verenigde Staten zijn de energielasten al langer standaard inbegrepen in de huurprijs. Daardoor loont het voor de eigenaar te investeren in een betere energieprestatie. Want het vertaalt zich direct in een hoger rendement.” Eenzelfde ontwikkeling valt te signaleren in de nieuwbouw. “We zien nieuwe manieren van aanbesteden en innovatieve contractvormen opkomen, waarbij de bouwer of ontwikkelaar ook verantwoordelijk wordt gesteld voor het beheer en onderhoud. Die partijen gaan daardoor vanzelf heel wat beter nadenken over de duurzame kwaliteit van een gebouw dan toen ze nog weg konden lopen na oplevering.” Geen utopie Flexibiliteit en multifunctionaliteit worden van groot belang geacht voor de toekomstbestendigheid van vastgoed. De vraag is of het geen utopie is om gebouwen te willen realiseren waarvan ook in de verre toekomst de houdbaarheid gegarandeerd kan worden. Van Hal is het daar op zich mee eens: “Dat is ook precies de reden waarom we nu met het probleem van de hoge leegstand zitten. Het kantoor gebruik is door tal van oorzaken veel sneller afgenomen dan verwacht. Dat hebben we in het verleden niet voorzien. Maar het is wel degelijk mogelijk om er bouwtechnisch op in te spelen, bijvoorbeeld door in alles wat je bouwt een bepaalde overmaat toe te passen. Het nadeel is dat het gebouw daardoor een stuk duurder wordt. Het voordeel is echter dat het veel langer in gebruik kan blijven. Uiteindelijk is er dus sprake van winst op vele fronten. En dat is toch waar het bij duurzaamheid uiteindelijk om draait.”
23
Verschuivingen troef in het winkel landschap
24
Tre nds In de wi n ke lma rkt De dynamiek in de retailmarkt is groter dan ooit. Retailers passen zich aan de consument aan; ze weten dat hun succes afhangt van de manier waarop ze die consumenten weten te benaderen. De winkelmarkt wordt daarmee steeds meer een markt van uitersten. Succesvolle retailers bereiken de consument door innovatie en waarde creatie. Ook de markt van het winkelvastgoed kent steeds grotere verschillen. Tussen goede en problematische winkelstraten. Maar ook tussen winkelgebieden en steden onderling. Hierdoor groeien de winkelhuren verder uit elkaar en kampen slecht functionerende winkellocaties met groeiende leegstand. Op korte termijn ligt de prioriteit bij de consumentenbestedingen. Door de financiële crisis en de nasleep ervan blijven consumenten erg terughoudend. De fysieke winkels hebben daarmee te maken, maar de onlineverkoopkanalen evengoed.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de winkelmarkt
25
Consumenten iets positiever De stemming onder consumenten lag eind 2010 op hetzelfde niveau als een jaar eerder. Hoewel het vertrouwen in de tweede helft van het jaar een opgaande lijn liet zien, werd dat in de maand december volledig teniet gedaan. De detailhandelsbestedingen lieten een vergelijkbaar beeld zien. Die daalde in 2010 met 1,3% tot circa € 80 miljard. Dat is nog altijd meer dan € 4 miljard minder dan in 2008, toen het absolute bestedingsniveau het hoogst was. De komende jaren krijgen we echter te maken met grootschalige overheidsbezuinigingen en druk op de koopkracht. Op een flink aantal vlakken gaan de kosten van levensonderhoud omhoog, mede door bezuinigingen op de kinderopvang en de verhoging van zorgpremies. Bovendien is de pensioen ontwikkeling onzeker en bestaan er gegronde twijfels over de kracht van het economisch herstel. Om deze redenen is het niet te verwachten dat de detailhandel in 2011 een krachtig herstel gaat doormaken. De huidige omstandig heden kunnen hierdoor niet vergeleken worden met de vorige economische laagconjunctuur in de jaren 2003 tot 2005. Destijds daalden de omzetten gedurende negen kwartalen. Maar in 2006 en 2007 wist de detailhandels omzet zich met bijna 10% te herstellen. De non-foodsectoren lieten richting het eind van 2010 een licht herstel zien. Dit moet wel gezien worden in het licht van een negen kwartalen durende krimp. Vooralsnog moet 2011
uitwijzen hoe bestendig de groei in de non-foodbranche is. Rabobank verwacht voor de sector in 2011 een omzetgroei van 0,5%. Het zal tijd kosten voordat het omzetniveau terug is op dat van voor de crisis. Een belangrijke factor op middellange termijn is de ontwikkeling op de woningmarkt. De dynamiek in deze markt is echter verdwenen en krachtig herstel lijkt ver weg. Voor winkels in de woonbranche en andere duurzame consumptiegoederen is dit een slechte ontwikkeling. Nu al zien we daarin een toename van het aantal faillissementen. Dergelijke factoren zijn ook van toepassing op de food branche, maar de producten daarvan zijn minder conjunctuur gevoelig. Over geheel 2010 liet de branche een stijging zien van ongeveer 2%. De supermarktomzetten bleven op peil. Vooral dankzij de stijgende prijzen, want de omzetvolumes vertoonden slechts een fractionele stijging. Voor de meeste branches wordt in 2011 een beperkte stijging van de detailhandelsomzetten verwacht. Winkelverhuren staan stil, druk houdt aan De omzetdruk waarmee retailers te maken hebben, leidt tot een beperkte vraag naar winkelruimte. In 2010 is de hoeveelheid verhuurde winkelmeters weliswaar iets gestegen in vergelijking met 2009, maar die stijging is minimaal. Het aanbod daarentegen wordt steeds hoger. Een inventarisatie van de winkelvoorraad door Locatus geeft aan dat circa 9%
Ontwikkeling van het consumentenvertrouwen (1988-2010)
40
20
0
-20
-40
Consumentenvertrouwen
Economisch klimaat
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
-80
1988
-60
Koopbereidheid
Bron: CBS
26
van de winkels daadwerkelijk leegstaat. De hoeveelheid winkelruimte die in de vrije markt wordt aangeboden, bereikte eind 2010 het niveau van 920.000 m². Dat is het hoogste niveau ooit. Het aanbod stijgt al sinds 2006 en er zijn weinig tekenen dat het huidige aanbodniveau snel zal dalen, zelfs niet bij een substantieel herstel van de winkel bestedingen. Er zijn daarbij sterke verschillen tussen regio’s, maar ook binnen een winkelgebied. In de centrale winkel gebieden stijgt het winkelaanbod al enkele jaren op locaties buiten de hoofdwinkelstraten. Dit begon op zogenaamde C-milieus en zette zich voort in de aanloopstraten. Ook zijn er voorbeelden van markten waar zelfs in de beste winkelstraten een oplopend aanbod is. In landelijk perspectief valt op dat het aanbod zich sterker concentreert in grensregio’s en gebieden met demografische krimp. De gemiddelde huur per vierkante meter van winkelpanden daalde in 2010 opnieuw. Dat geldt ook voor de hoofd winkelstraten. Hoewel de tophuren doorgaans gelijk bleven, is de vraagdruk op de A1-winkelstraten in de meeste Nederlandse winkelsteden verminderd. Zo constateert FGH Bank dat het verstrekken van sleutelgelden nagenoeg
is verdwenen. Ook komt het meer voor dat bestaande en lucratieve huurcontracten door zittende huurders aan andere retailers worden aangeboden. Het zogenaamde A1-winkelvastgoed is daarmee dus minder onaantastbaar dan men soms vermoedt. Dit leidt dit ertoe dat het opwaarts huur potentieel voor winkelvastgoed beperkt is. Wel houdt de strijd onder de grote retailers om de beste locaties de huurprijzen stabiel. Buiten de toplocaties neemt de druk door toenemend aanbod toe. Dit werkt louterend, omdat huurprijzen binnen deze winkelmilieus in het laatste decennium erg hard zijn gestegen. Bovendien kunnen door de lagere huren onderscheidende nichewinkels de markt betreden en zo de heterogeniteit van een winkelgebied vergroten. FGH Bank verwacht dat het huurbeeld in 2011 gelijk blijft. Dat betekent een verdere druk op de huurprijzen buiten de bewezen toplocaties. Is er nog ruimte voor nieuwbouw? In 2009 en 2010 is er veel nieuwe winkelruimte opgeleverd. In beide jaren kwam er circa 300.000 m² winkelvloeroppervlak bij. Dat lijkt een paradoxale ontwikkeling, gezien de matige economische tijden en de terugloop van de consumenten
‘W inkelmarkt wordt steeds meer een markt van uitersten.’ Aanbod en opname van winkelruimte in m2 (2003-2010)
1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2003 Aanbod
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Opname
Bron: PropertyNL
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de winkelmarkt
27
in Nederlandse winkelgebieden. De grootschalige ontwikkeling van nieuwe winkelgebieden gaat plaatsmaken voor kleinere herstructureringsoperaties. FGH Bank meent dat alle bij het winkellandschap betrokken professionele partijen voor de uitdaging staan om te vernieuwen en kwaliteit toe te voegen zonder extra aanbod te creëren. Dat betekent niet dat er geen nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Winkeltoevoeging kan nodig zijn om winkelgebieden dynamisch te houden en om in te spelen op wensen van consumenten en ondernemers. Voor betrokken overheden is het zaak om nieuwe winkelplannen te toetsen op financiële haalbaarheid en functionele waarde, om wildgroei te voorkomen. Bovendien spelen er veel structurele markt veranderingen die een kwantitatieve verruiming van het winkelareaal onverantwoord maken.
bestedingen. De flinke hoeveelheid nieuwe winkelmeters heeft hoofdzakelijk te maken met de inertie op de ontwikkelingsmarkt van vastgoed. De plannen voor veel recent opgeleverde panden waren ontwikkeld in tijden van economische voorspoed. Sommige plannen zijn bij oplevering daarom al achtergehaald, omdat de beoogde opzet niet rendeert in de nieuwe omstandigheden. Vooral nieuwe perifere winkellocaties hebben hiermee te maken. De uitgaven aan duurzame consumptiegoederen zijn sterk gedaald en de concurrentie van andere locaties is verhevigd. Het aantal plannen voor woonboulevards is nog fors, maar veel van die plannen zijn overbodig. Voor 2011 en 2012 moeten we rekening houden met een iets lagere hoeveelheid nieuwe winkelmeters. De jaarlijkse inventarisatie van nieuw bouwplannen door de NEPROM verwacht de oplevering van circa 200.000 m² winkelruimte in 2011. In 2012 komt er nog zo’n 100.000 m² bij. De matige economische situatie in 2010 zorgde er wel voor dat veel winkelplannen zijn geschrapt of op de lange baan geschoven. Daarom zal na 2012 aanzienlijk minder nieuwe winkelruimte verschijnen.
Nieuwe verkoopkanalen groeien door De onlineconsumentenbestedingen zijn in 2010 verder gegroeid. Naar schatting komt het jaartotaal uit op circa € 8 miljard, 10% meer dan in 2009. Een nog altijd forse stijging, maar wel de geringste sinds de onlineconsumentenbestedingen worden gemeten. Dat hangt samen met de terughoudendheid onder consumenten. Maar de markt raakt ook verzadigd. De onlinemarkt groeide in de afgelopen 10 jaar nog met gemiddeld 35% per jaar. Voor de komende
De Nederlandse Raad voor Winkelcentra (NRW) ziet vooral mogelijkheden in herontwikkeling en het beheer van bestaande winkelcentra. Winkelmeters toevoegen stond jarenlang garant voor vernieuwing en kwaliteitsverbetering
Tophuurniveaus van winkelruimte in Nederland 1989-2010 (in euro/m²)
2.500 2.250 2.000 1.750 1.500 1.250 1.000 750 500 250
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
0
Bron: FGH Bank
28
jaren moeten we rekening houden met gemiddeld 10% per jaar. Daarnaast neemt ook de groei van het aantal nieuwe kopers af. Voor veel consumenten is het internet nog vooral een oriëntatiekanaal. Aan circa 41% van de winkelaankopen gaat een oriëntatie op internet vooraf. Van de consumenten oriënteert 34% zich in de winkel zelf, terwijl 33% dat doet via gedrukte media als folders. Toch vindt ongeveer 71% van alle retailaankopen nog altijd in fysieke winkels plaats en is internet goed voor ruim een vijfde van de aankopen. Consumenten willen de producten nog altijd het liefst ter plekke zien en beoordelen.
Verdeling oriëntatie- en aankoopkanaal Oriëntatie
Aanschaf
Internet
41%
22%
Winkel
34%
71%
Print
33%
-
2%
1%
Telefoon/post
Bron: Blauw Research
Mobiele telefoons gaan op korte termijn een belangrijke rol spelen in het oriëntatie- en koopproces. Het toenemende gebruik van mobiel internet leidt de komende jaren naar verwachting tot meer mobiele transacties. Volgens inschattingen kan het aantal gebruikers van mobiel internet binnen circa vijf jaar het aantal gebruikers van internet via de computer overstijgen. In 2010 nam het gebruik van mobiel internet merkbaar toe. Illustrerend is de populariteit van toestellen die mobiel internet ondersteunen, zoals de iPhone en andere smartphones. Er komen meer en meer mobiele applicaties (‘apps’) die het proces van oriëntatie en aankoop voor consumenten eenvoudiger maken. Consumenten
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de winkelmarkt
kunnen met hun mobiele telefoons barcodes scannen, eenvoudig vergelijkingssites bezoeken of profiteren van ter plekke gepresenteerde aanbiedingen. Door zulke ontwikkelingen kunnen consumenten steeds gemakkelijker wisselen van winkel of aankoopkanaal. De rol van sociale media als Facebook, Twitter en Hyves wordt alsmaar groter. Om twee redenen zijn sociale media van belang voor retailers. In de eerste plaats omdat ze voor retailers een uitgelezen manier vormen om snel en nauw gezet een doelgroep te bereiken. Daarnaast bieden sociale media de mogelijkheid aan consumenten om onderling hun mening te geven over producten. Op Hyves en Facebook zijn talrijke pagina’s waarop gebruikers ervaringen delen over bepaalde winkels en merken. Voor retailers levert dat een schat aan informatie op. Steeds meer retailers en merken creëren bovendien zelf een sociaal netwerk. Met deze ‘branded social networks’ kunnen ze klanten informeren en vragen om meningen en suggesties. Ook kunnen retailers zo met speciale acties extra bezoekers en aandacht genereren. De komende jaren gaan sociale netwerken steeds meer het succes van retailers bepalen. Retailers die het beste deze strategieën inzetten, zagen recent nog hun winsten stijgen, ondanks de dalende trend. Consument in control In de traditionele verhoudingen was de consument loyaal aan de winkelier. Dat verandert ingrijpend. Consumenten verwachten steeds meer gemak en service in het gehele winkelproces en kunnen zich in korte tijd volledig informeren over de producten. Retailers zullen meer moeite gaan doen om hun klanten te behouden en zullen hun strategieën
29
‘F ysieke winkels worden meer een platform waar consumenten de producten kunnen ervaren.’
aanpassen. Zij proberen daarbij zoveel mogelijk ‘cross channeling’ toe te passen. Dat houdt kortweg in dat retailers tijdens het oriëntatie- en koopproces zoveel mogelijk contactmomenten met de consument zoeken. Het is vooral zaak om een sterk onlinekanaal te ontwikkelen. Naast een eigen website zijn de inzet van sociale netwerken en de ontwikkeling van mobiele ‘apps’ daarvan wezenlijke pijlers. Een andere machtsverschuiving is die van retailer naar fabrikant. Fabrikanten hebben ten opzichte van retailers een unieke positie en kunnen flexibeler omgaan met hun marges. De meeste merken en fabrikanten hebben websites en veel ervan bieden de mogelijkheid tot onlineaankopen. Daarnaast ontstaan er meer ‘flagship stores’ van bekende merken, zoals die van Ziggo, Samsung en Apple. Demografische ontwikkelingen zullen meer dan voorheen het winkellandschap bepalen. Nederland had decennia lang een redelijk homogeen samengestelde bevolking die gestaag groeide. Hierop konden winkeliers gemakkelijk inspelen. Door de aanstaande demografische verschuiving zullen ouderen de komende jaren de dominante doelgroep gaan vormen voor retailers. De groeiende groep ouderen is bovendien niet heterogeen samengesteld. Hun uitgave patroon hangt samen met leeftijd, gezondheid, inkomen en de hoeveelheid vrije tijd. Ouderen hechten doorgaans veel waarde aan kwaliteit en hoge service. Bereikbaarheid van winkelvoorzieningen en goede parkeermogelijkheden zijn erg belangrijk. Dat geldt ook voor veiligheid en goed personeel. Naar verwachting kunnen stadsdeelcentra en hoogwaardige wijkwinkelcentra hiervan profiteren ten koste van de traditionele binnensteden. Daartegenover staat dat er een generatie consumenten is die onlineactiviteiten volledig heeft omarmd. Deze zogenaamde ‘generatie Y’ is met internet opgegroeid en stelt hoge eisen aan retailers. Ook de allochtone bevolking groeit snel en retailers richten zich meer en meer op deze doelgroep. Het aantal ‘allochtone winkels’ stijgt en zal de komende jaren blijven groeien. Daarnaast verschijnen in bestaande winkels steeds meer producten voor allochtone doelgroepen. Uitdagende vooruitzichten Door het internet verandert de rol van de winkel. Fysieke winkels worden meer een platform waar consumenten de 30
producten kunnen ervaren. Doordat de grote merken zich meer en meer richten op ‘brand experience’ en op top locaties ‘meeting stores’ openen, verliezen ook deze locaties langzaamaan hun pure winkelfunctie. Daarbij schuwt men niet om bestaande winkels te sluiten, omdat de verkoopfunctie van winkels immers aan waarde inboet. De hoofdwinkelstraten worden het strijdtoneel van allerlei veranderingen. Dit treft in het bijzonder winkels die zich richten op de verkoop van verschillende merken en winkels die een onduidelijk profiel hebben. Ook de winkelgebieden zelf zullen meer gaan doen aan branding en experience. Dat wakkert de concurrentie aan tussen winkelgebieden. Planmatig ontwikkelde winkelcentra kunnen daar beter op inspelen dan winkelgebieden, doordat het eigendom in die centra doorgaans beperkt is tot een of enkele eigenaren. Winkelgebieden en -straten die organisch zijn ontstaan, kennen een sterk versnipperd eigendom. Wel kunnen deze eigenaren allianties aangaan om gezamenlijk strategieën te ontwikkelen. Voor vastgoedpartijen betekent dit alles dat ze de handen uit mouwen moeten steken. Meer dan voorheen zal gestuurd moeten worden op kennis die buiten de eigen invloedssfeer ligt. Volgens FGH Bank is het doorslaggevend om de link te kunnen maken met retailers en consumenten. Ook bepaalde oude zekerheden zijn niet langer vanzelfsprekend. De bekende trekkers voor winkelgebieden verliezen kracht. Moderne ‘anchor stores’ zijn winkels als Zara, H&M en Apple. De omzetgroei in de retailbranche zal op termijn meer verschuiven naar digitale kanalen. Voor het fysieke winkel kanaal is het daarom noodzakelijk deze ontwikkelingen niet te onderschatten. In de toekomst zullen steeds meer hybride retailorganisaties ontstaan waarbij het winkelvastgoed een onderdeel van de totale bedrijfsstrategie is. De dominante functie van het winkelvastgoed is daarin zeker geen vanzelfsprekendheid. Het wordt steeds meer duidelijk dat de markt voor winkelvastgoed een metamorfose zal doormaken en er de komende jaren heel anders zal komen uit te zien. Dat zal ten koste kunnen gaan van delen van de bestaande winkelmarkt die zich niet zullen kunnen aanpassen aan de veranderende consument en het nieuwe consumenten gedrag.
SAMENVATTING winkelMARKT
Bestedingen in de lift, maar nog niet terug op niveau De consumentenbestedingen zijn dit jaar niet noemenswaardig toegenomen en liggen nog lang niet op het niveau van enkele jaren geleden. De meeste winkel sectoren zagen in 2010 een omzetstijging, ook in de markt voor duurzame goederen. 2011 zal uitwijzen of dit herstel bestendig is. Door grootschalige overheidsbezuinigingen en economische onzekerheden blijft de koopkracht onder druk staan.
Beperkte dynamiek in de winkelmarkt De omzetdruk van de laatste jaren bij winkeliers begint zich te wreken. De winkelverhuren lopen terug en het aanbod van winkelruimte neemt toe. Dit is zelfs op de beste winkellocaties te merken, al kan men hier dikwijls de schade beperken. In het algemeen is er een druk op de huurprijzen, maar die is vooral te merken buiten de beste winkellocaties.
Van nieuwbouw naar herontwikkeling Ondanks de lagere conjunctuur is er de afgelopen jaren veel winkelvastgoed opgeleverd. Dit zijn veelal plannen die in economisch goede jaren zijn ontwikkeld. Tot 2012 komt er nog winkelvastgoed bij; daarna valt de nieuwbouwmarkt stil. De nadruk komt dan sterker te liggen op functionele herontwikkelingen. Nieuwe ontwikkelingen zijn alleen nog wenselijk als er een duidelijke functionele en kwantitatieve onderbouwing is.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de winkelmarkt
Internet en nieuwe media onstuitbaar De onlinewinkelverkopen stegen in 2010 met 10%. Fysieke winkels blijven echter het belangrijkste verkoop kanaal, terwijl internet dominant is voor oriëntatie. Mobiel internet wordt een steeds grotere factor in het oriëntatieen koopgedrag van consumenten. Sociale media worden door zowel consumenten als retailers aangewend om met elkaar in contact te komen.
Flexibiliteit van retailers essentieel De mate waarin retailers kunnen meebewegen met consumenten bepaalt hun succes. Op dit moment is het essentieel om een sterk onlinekanaal te realiseren. Retailers zullen zich meer richten op de groeiende groep ouderen. Deze doelgroep hecht veel waarde aan service en kwaliteit, en dat kan ten koste gaan van de binnensteden.
Rol van winkelvastgoed verandert De consumentenbestedingen in fysieke winkels komen structureel lager te liggen. Dat komt ten goede aan de onlinewinkelkanalen. In winkelstraten en -gebieden gaan ‘branding’ en ‘experience’ de dienst uitmaken. Doordat de traditionele winkelfunctie verschuift, verandert ook de rol van het onderliggende vastgoed. Hier ligt voor de vastgoedbranche de komende jaren een grote uitdaging.
31
Bedrijfsruimtemarkt profileert zich steeds sterker als vrije gebruikersmarkt 32
Trends I n de bedri jfsru i mtema rkt Positieve ontwikkelingen in de wereldeconomie leidden in 2010 tot een beter klimaat voor Nederlandse bedrijfsactiviteiten. De export nam toe en het producenten vertrouwen herstelde zich. Toch is de vraag naar bedrijfsruimte op de vrije markt amper toegenomen. Dat is een gevolg van overcapaciteit en onvoldoende investeringsmogelijkheden. Tegelijkertijd nam het aanbod juist toe en bleven de huren onder neerwaartse druk staan. Onzekerheden zijn er bovendien volop. Deze zitten verscholen in de afvlakking van de wereldhandel, het lage niveau van de binnenlandse bestedingen en de aanhoudende onzekerheid op de financiële markten. Een snel herstel op de vragersmarkt voor bedrijfsruimte is dan ook niet reëel. De conjunctuurgevoelige logistieke deelmarkt is hard teruggevallen, maar kan op termijn aanhaken als het economisch herstel zich doorzet. De mainports Schiphol en de Rotterdamse haven toonden in 2010 al hun veerkracht. Dat kan de opmaat zijn voor meer logistieke dynamiek in 2011. In het afgelopen jaar was daarvan echter nog weinig te merken.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de bedrijfsruimtemarkt
33
‘D e stimulans van de aanzwellende wereldhandel zal in 2011 verder terugvallen.’
Export en euro De aantrekkende wereldhandel was de belangrijkste factor voor de economische groei in 2010. Ook de gunstige koers van de euro gedurende het merendeel van het jaar droeg bij aan een beter bedrijfsklimaat. In 2010 bedroeg de omzetgroei in de industrie 7,5% na een dramatische daling in 2009 van 19,5%. Het producentenvertrouwen kwam halverwege 2010 voor het eerst sinds eind 2008 uit boven de nullijn en bereikte aan het einde van 2010 een niveau van +2,5. Deze belangrijke trendbreuk geeft aan dat de producerende sectoren positiever zijn en bereid tot investeringen. Over heel 2010 viel het investeringsniveau overigens tegen. Dat kwam door de terughoudendheid bij ondernemers en een geringere financieringsbereidheid van banken. De stimulans van de aanzwellende wereldhandel zal in 2011 verder terugvallen. De groei in 2010 was grotendeels een gevolg van tijdelijke factoren, zoals stimuleringsmaatregelen van overheden, positieve vraageffecten vanuit de voorraadcyclus en monetaire impulsen. Omdat deze factoren geleidelijk hun uitwerking verliezen, zwakt de groei van de wereldhandel af.
groeide in 2010 boven verwachting. Van het snelle herstel in Duitsland plukt Nederland de vruchten. Want het belang van Duitsland als exportpartner mag dan afnemen, nog altijd gaat bijna een kwart van de Nederlandse export naar onze oosterburen. De binnenlandse afzet en dynamiek blijven voorlopig nog achter. Dit heeft te maken met de beperkt stijgende investeringen in de industrie door de lage bezettingsgraden. Dat raakt de afzet van de kapitaalgoederen industrie op de thuismarkt. Producenten van consumptie goederen gaan voorlopig nog gebukt onder de zwakke binnenlandse vraag. Rabobank verwacht voor 2011 een omzetgroei in de industrie van circa 4%. Overigens zijn er grote verschillen in productieontwikkeling binnen de sector. De bepalende factor hiervoor is vooral de situatie in de eindmarkten die bediend worden.
Hoewel de groei van het wereldhandelsvolume dus mogelijk terugloopt, groeit in 2011 wel de export van de industrie. Nederland kan vooral profiteren van de export naar de Aziatische regio en naar Duitsland. De Duitse economie
Ontwikkeling van het producentenvertrouwen (1985-2010)
15
10
5
0
-5
-10
-15
-20
-25
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
-30
Bron: CBS
34
Weinig nieuwe bedrijfsruimte betrokken De vraag naar bedrijfsruimte liep in 2010 niet parallel met de verbeteringen in de economie. Hoewel er per saldo meer bedrijfsruimte werd opgenomen dan in 2009, ging het maar om een beperkte stijging. Op de vrije markt werd een totaalopname genoteerd van 2,5 miljoen m² en dat ligt onder het langjarig gemiddelde van 2,7 miljoen m². Dat geeft aan dat er de afgelopen jaren maar weinig vraag naar bedrijfsruimte was. De wereldwijde economische malaise heeft flinke gaten geslagen in de vraag naar bedrijfsruimte. De meeste opnames komen voort uit overwegingen over kostenefficiëntie. Uiteraard waren er ook voorbeelden van succesvolle en groeiende bedrijven die de uitbreiding van hun bedrijfsactiviteiten faciliteerden door ruimere en/of modernere huisvesting. Maar het is duidelijk dat de uitbreidingsvraag per saldo behoorlijk kleiner was dan de hoeveelheid ruimte die beschikbaar is gekomen.
voor de continuïteit van gezonde bedrijven. Een gunstig effect is wel dat vraagstukken over duurzaamheid verder kunnen doorwerken in het bewustwordingsproces. Dit kan vervolgens invloed hebben op de vraag naar en de ontwikkeling van de nieuwe generatie bedrijfsruimten en -terreinen. Mondjesmaat ontstaan er meer initiatieven voor duurzame bedrijfsgebouwen. Voor bedrijfsruimten speelt vooral het flexibel gebruik een belangrijke rol. Bedrijfsgebouwen zijn lange tijd als maatjas ontwikkeld, terwijl dit haaks staat op duurzaam beleid.
De hoeveelheid aangeboden bedrijfsruimte steeg in de loop van 2010 dan ook flink. Eind 2010 lag het aanbod op circa 9,1 miljoen m². Dat is ruim 600.000 m² meer dan een jaar eerder. Met uitzondering van 2007 is er vanaf 2000 een onafgebroken stijging van het totaalaanbod. Nu is in de markt duidelijk te zien dat ontwikkelaars hun plannen uitstellen of uit de markt halen. Positief effect hiervan is dat het aanbod op termijn weer kan teruglopen. Maar het gevaar is dat er een tekort ontstaat aan moderne bedrijfsgebouwen, terwijl men het verouderde aanbod links laat liggen. Dit raakt de dynamiek in de markt en is bovendien niet gunstig
Huurniveaus onder druk De geringe dynamiek op de gebruikersmarkten en het oplopende aanbod leiden tot een sterke druk op de huur prijzen. Op basis van de gerealiseerde gebruikerstransacties van bedrijfsruimte in 2010 werd een gemiddeld prijspeil behaald van circa € 45,-/m². In 2009 werd nog € 48,-/m² gerealiseerd, terwijl op het hoogtepunt van de markt in 2008 nog een gemiddelde huurprijs van € 51,-/m² gold. Deze daling legt de problemen in de markt bloot. Door het gebrek aan vraag zijn de huurprijzen in korte tijd flink gedaald. Incentives en huurvoordelen zijn geen gemeengoed in de markt voor reguliere bedrijfsruimten. Hierdoor zijn er in deze markt duidelijker huurdalingen dan bijvoorbeeld in de kantorenmarkt. De huurprijzen op hoogwaardige bedrijvenparken zijn over het algemeen stabieler dan op gemengde locaties. Logistieke ruimten behalen traditiegetrouw de hoogste huurprijzen,
Aanbod en opname van bedrijfsruimte in m² (1999-2010)
x1.000 m2 10.000 9.000 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000
Aanbod
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
0
Opname
Bron: PropertyNL
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de bedrijfsruimtemarkt
35
de gebruikersmarkt voor logistiek vastgoed vertoonde weinig dynamiek. De nationale mainports vervullen een belangrijke functie als graadmeter van de logistieke sector. Dit geldt zowel voor luchthaven Schiphol als voor de Rotterdamse haven. De overslag in de haven van Rotterdam steeg in 2010 met 15% en is daarmee terug op het niveau van 2008. Het goederenvervoer op luchthaven Schiphol nam met circa 20% toe. Beide mainports spelen een belangrijke rol in de doorvoerfunctie van Nederland. Dit is ook terug te zien in de opbouw van de export. De wederuitvoer groeide meer dan de export van in Nederland geproduceerde goederen. Niet alle logistieke bedrijven opereren echter in een internationale context. Het binnenlandse vervoer blijft al achter sinds het herstel van de economie.
zij het op specifieke locaties. In de markt voor distributieruimten bereikten de tophuren in 2010 een niveau van € 85,-/m², gelijk aan 2009. Dit niveau zal ternauwernood gehandhaafd kunnen blijven. In tegenstelling tot de markt voor reguliere bedrijfsruimten, worden incentives in de logistieke markt ruimer gehanteerd. Verhuurders proberen daarmee huurders aan zich te binden en zo de waarde van het onderliggende vastgoed op peil te houden. Dit is nodig omdat de gebruikersvraag naar distributieruimten ook in 2010 achterbleef. Randvoorwaarden logistieke markt verbeterd De logistieke vastgoedmarkt toonde in 2010 twee gezichten. Aan de ene kant zorgde de aantrekkende wereldhandel en goederenstromen voor verbeterde randvoorwaarden. Maar
De logistieke gebruikersmarkt profiteerde tot nu toe nog weinig van de verbeterde marktomstandigheden. Met een jaaropname van 400.000 m² logistiek vastgoed werd 20% minder logistieke ruimte opgenomen dan in 2009. De terugval in de vraag komt vooral door overcapaciteit bij veel logistieke dienstverleners. Bovendien viel een deel van de potentiële nieuwe vraag weg door huurverlengingen. De markt was zo gunstig voor huurders dat betere huurvoorwaarden zijn uitonderhandeld. Daarnaast worden tussen logistieke ondernemingen onderling ruimten onderverhuurd, zonder tussenkomst van markpartijen. Ook dit drukt de dynamiek en is nauwelijks meetbaar. Het aanbod van
‘H uurprijsdaling legt problemen in de markt bloot.’ Tophuurniveaus van bedrijfsruimte in Nederland 1987-2010 (in euro/m2)
90 80 70 60 50 40 30 20 10
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
0
Bron: FGH Bank
36
‘Op korte en zeker op middell ange termijn is er in de logistieke markt meer dynamiek te verwachten.’
niet voldoet aan de moderne eisen. In de logistieke markt is er bovendien een groeiende groep van gebruikers die een duurzaam beleid nastreven. Daarbij gaat het om de verduurzaming van zowel het logistieke proces als de huisvesting.
logistieke ruimten liep daarom verder op. Vooral in de logistieke kernregio’s buiten de nationale mainports is dit zichtbaar, waarbij enkele grootschalige ontwikkelingen in Limburg en Noord-Brabant opvallen. Door de opgelopen vraag naar ruimte in de laatste jaren kwamen hier verschillende speculatief ontwikkelde logistieke ruimten op de markt. Het aanbod wordt bovendien al jarenlang opgestuwd door verouderde distributiecentra met weinig perspectieven. Deze centra worden alleen met verlaagde huursommen verhuurd. Op korte en zeker op middellange termijn is er in de logistieke markt wel meer dynamiek te verwachten. Het economisch herstel en het aangetrokken wereldhandels volume zorgen dat de bedrijfsdynamiek in de volle breedte wordt aangesproken. Vanzelfsprekend hoort daar de huis vestingsvraag bij. Hierbij speelt mee dat een deel van de huidige logistieke gebruikers gehuisvest is in een object dat
Midden- en kleinbedrijf krabbelt op Het midden- en kleinbedrijf (MKB) wordt dikwijls bestempeld als de motor van de nationale economie. Het MKB bestond in 2010 uit circa 745.000 ondernemingen die in de marktsector actief waren. Het onderdeel kleinbedrijf (minder dan tien werknemers) nam hiervan 92% in beslag. Van de middenbedrijven (tien tot honderd werknemers) waren er circa 55.000. Naar schatting 350.000 MKB-ondernemingen zijn gevestigd op een bedrijventerrein. Industrie, bouwnijverheid, groothandel en transport vormen hiervan de belangrijkste sectoren. Financiële, zakelijke en persoonlijke diensten vestigen zich op andere typen locaties, zoals kantoor gebieden en binnensteden. De detailhandel en autosector
Opbouw export en import van Nederland in de periode 1990-2011 (2011: prognose)
30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 -5,0 -10,0
Export binnenlands geproduceerd
Export wederuitvoer
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
-15,0
Invoer van goederen
Bron: CPB
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de bedrijfsruimtemarkt
37
vindt men deels terug op de bedrijventerreinen, vaak in de vorm van perifere detailhandelsvestigingen en showrooms. MKB-bedrijven zijn qua huisvesting doorgaans actief in de eigenaar/gebruikersmarkt. Daarnaast is er een kleine groep MKB’ers die gevestigd zijn in een gehuurd object. De marktontwikkelingen binnen het MKB vinden uiteindelijk hun weg naar de bedrijfsruimtemarkt. De laatste jaren heeft het MKB zich gevoeliger getoond voor de economische
malaise dan het grootbedrijf. Het MKB richt zich voor een groot deel op consumenten en op de bouwsector. Daarom heeft het veel last van de sterk gekrompen bouwproductie en de onzekerheid onder consumenten. In 2009 daalde de afzet van het totale MKB met 6%, en alle afzonderlijke deelsectoren lieten krimp zien. De productafzet bereikte in 2010 een beperkte groei van 0,5%. De bouwsector kreeg in 2010 te maken met een forse vraaguitval. De productafzet binnen deze sector daalde sterk, maar ook het aantal
Afzetontwikkeling van het MKB in de marktsector in 2010 een 2011 (prognose) naar sectoren (mutaties t.o.v. voorgaand jaar in %)
Totale marktsector
1,5
0,5
1,25
Overige marktsectoren Persoonlijke dienstverlening
2
0,25
-0,5
Financiële en zakelijke diensten
1,75
0,75
2,25
Transport & communicatie Horeca
3
-0,25
-4,25
1,75
Autosector Detailhandel
-1,75
4
-0,75 3,75
Groothandel Bouw
-9
2,25
4
Industrie -10
5,25
0,25
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
2010 2011 Bron: EIM
38
arbeidsplaatsen verminderde. Veel bouwbedrijven hebben bovendien ruimte achtergelaten op bedrijventerreinen. Ook in 2011 krijgt het MKB te maken met een beperkte afzetgroei van 1,5%. De productafzet van sectoren als industrie en transport kan doorgroeien doordat de export op peil blijft. De bouwsector krijgt het in 2011 opnieuw moeilijk, door een blijvend lage productie en een beperkte gebruikersvraag. Vrije markt bedrijfsruimte groeit De markt voor bedrijfsruimte verandert geleidelijk in een vrije gebruikersmarkt. Volgens de Nederlandse Vereniging voor ontwikkelaars en Bouwondernemers (NVB) behoort maar 10% van de markt tot het huursegment. Het grootste deel van de voorraad bestaat uit kooppanden of objecten die in opdracht van de eindgebruiker zijn gerealiseerd. De logistieke markt heeft in het laatste decennium al laten zien aantrekkelijk te zijn voor vastgoedbeleggers. Door de groeiende behoefte aan logistieke diensten en distributieruimten is deze markt snel veranderd. Daarnaast spelen er initiatieven die de bedrijfsruimtemarkt meer marktgestuurd en heterogeen maken. Hierbij valt te denken aan klein schalige specialistische bedrijfsruimten. Zo zijn er in de buurt van universiteiten en andere kennisinstellingen steeds meer bedrijfsgebouwen ontstaan. De bedrijven in deze ‘broedplaatsen’ sturen op synergie met de nabijgelegen instellingen. Professionele bedrijvencentra voorzien in de stijgende lokale vraag naar kleinschalige huurunits. Het voordeel voor de gebruikers is een grote flexibiliteit en de aanwezigheid van gezamenlijke voorzieningen. Dit type gebouwen is als beleggingscategorie steeds interessanter geworden, ondanks de risico’s van kortere huurcontracten en een hogere mutatiegraad. Met nauwgezet vastgoedbeheer, kennis van
FGH Vastgoedbericht 2011
‘In de nieuwbouwmarkt zijn zeer kansrijke mogelijkheden voor de ontwikkeling van duurzame en flexibele bedrijfsgebouwen.’ huurders en een sterk lokaal netwerk kunnen dergelijke investeringen kansrijk zijn. Selfstoragefaciliteiten bieden klanten een grote mate van flexibiliteit in het beheer van goederen. De goederen worden opgeslagen in beveiligde units en bedrijfsgebouwen. Nederland is met bijna 140 vestigingen na Frankrijk het land met de meeste selfstoragefaciliteiten op het Europese vasteland. In Nederland is nog ruimte om de markt voor selfstorage uit te breiden. In de markt voor eenzijdige bedrijfsverzamelgebouwen is in veel regio’s al verzadiging
Trends In de bedrijfsruimtemarkt
39
‘er is een groeiende vraag naar duurzame bedrijfsgebouwen.’ opgetreden. Zulke objecten zijn de laatste tien jaar op grote schaal speculatief in de markt gezet, vooral in grote en middelgrote steden. Stijgende grondprijzen maakten het aantrekkelijk om verzamelgebouwen te realiseren met huurprijzen die ruim boven het niveau van reguliere bedrijfsruimte lagen. Hoewel er wel degelijk marktvraag is, bleef deze flink achter bij de verwachtingen. Cijfers van het NVB geven aan dat er circa 2,2 miljoen m² bestaat aan nieuwbouwplannen voor bedrijfsruimten. Hiervan wordt de helft ingenomen door de logistiek, en het overige deel door reguliere bedrijfsruimten en -verzamelgebouwen. Ondanks de huidige economische tegenspoed wint de vrije markt voor bedrijfsruimte dus aan belang. Parallel aan deze ontwikkelingen is er de groeiende vraag naar duurzame bedrijfsgebouwen. Die is enerzijds ontstaan doordat het voor veel ondernemingen bedrijfseconomisch
40
interessanter wordt om duurzaam te produceren. En anderzijds doordat maatschappelijke en technologische ontwikkelingen daarop aansturen. Dat biedt in de nieuwbouwmarkt volgens FGH Bank kansrijke mogelijkheden voor de ontwikkeling van duurzame en flexibele bedrijfsgebouwen. Het is onvermijdelijk dat verouderde en op het oog ver loederde terreinen op basis van maatschappelijke wenselijkheid worden aangepakt. Dit biedt goede mogelijkheden voor renovatie en herbestemming van bestaand vastgoed. Vooral omdat veel bedrijventerreinen en bedrijfsobjecten strategisch gelegen zijn binnen een stedelijk gebied of regio.
SAMENVATTING bedrijfsruimtemarkt
Wereldeconomie trekt aan
Logistieke sector
Na de enorme daling van de wereldhandel in 2009 was er vorig jaar een herstel te zien. Dat zet zich naar verwachting in 2011 door. Vooral de export profiteert hiervan. Dankzij deze export kon Nederland in 2010 een economische groei bereiken van ongeveer 1,7%. Producenten zijn inmiddels aanmerkelijk positiever over het economische klimaat.
De opname van distributieruimte kwam uit onder het niveau van 2009. Ook het aanbod nam toe. Doordat wereldhandelsvolumes doorgroeien, is het perspectief voor de logistiek sector niet ongunstig. Dit beeld was al in 2010 terug te zien in de goederenoverslag van de haven van Rotterdam en op de luchthaven Schiphol.
Beperkte marktvraag en oplopend aanbod De aantrekkende wereldhandel en verbeterde export leidden vooralsnog niet tot meer opname van nieuwe bedrijfsruimte. De vraag bleef in 2010 laag, mede door overcapaciteit bij veel partijen. In totaal is 2,5 miljoen m² bedrijfsruimte opgenomen. Duidelijk minder dan het langjarig gemiddelde. Het aanbod nam vorig jaar verder toe tot 9,1 miljoen m².
Huurniveaus dalen verder Voor het derde jaar op rij daalden de huurprijzen. De gemiddelde huurprijs kwam in 2010 uit op € 45,- /m². De geringe marktdynamiek en het oplopende aanbod drukken de huurprijsontwikkeling.
FGH Vastgoedbericht 2011
Gepast herstel midden- en kleinbedrijf Het midden- en kleinbedrijf (MKB) is van groot belang voor de nationale economie. Een aanzienlijk deel van het MKB heeft een vestiging op een bedrijventerrein. In 2009 is het MKB danig verzwakt. Licht herstel deed zich in 2010 voor, en dat zal zich voor veel branches in 2011 doorzetten.
Meer marktwerking in de bedrijfs ruimtemarkt De markt voor bedrijfsruimte bestaat voor 90% uit eigenaar/gebruikers. De komende jaren is een lichte verschuiving te verwachten richting de vrije markt. Behalve in de logistiek is er ook in andere segmenten toenemende marktwerking, met wisselend succes. Voorbeelden hiervan zijn ‘broedplaatsen’, bedrijvencentra en selfstorage. Modernisering en professionalisering leiden bovendien tot een verbeterd klimaat voor duurzame nieuwbouw en renovatie.
Trends In de bedrijfsruimtemarkt
41
Sipko Schat Raad van Bestuur Rabobank Nederland
‘D e bewustwording dat het anders moet, is er wel degelijk.’ De vastgoedsector beleeft op dit moment een keiharde wake-up call, constateert Sipko Schat, lid van de Raad van Bestuur van Rabobank Nederland. “De markt is ongelofelijk zwak. Daardoor is het niet meer bij voorbaat zeker dat wat er in het vastgoed wordt gerealiseerd ook werkelijk kan worden afgezet. De crisis dwingt partijen tot een totaal andere, veel klantgerichtere manier van werken. Ook al is men daar nog niet over de hele linie klaar voor.” Dichtbij en betrokken, luidt het motto van de Rabobank organisatie. Daar zijn waar de klant is, betekent dat volgens Sipko Schat. Want dat is voor een bank net zo cruciaal als 42
voor vastgoedondernemers die in het huidige klimaat moeten zien te overleven. “Het belangrijkste is dat je de klant en de sector kent. Daar moet je je als vastgoedondernemer in verdiepen. Je moet op de hoogte zijn van de ontwikkelingen en de klant beelden van de toekomst kunnen schetsen, die passen bij zijn beelden. Je moet een volwaardige gesprekspartner voor hem zijn. Op lokaal niveau aanwezig zijn en zo dichtbij mogelijk opereren. Want de klant is veruit je belangrijkste stakeholder.” Dat besef is in de vastgoedsector nog lang niet overal doorgedrongen. Schat: “Het is een van oudsher door het aanbod gestuurde markt, die nu opeens vraaggericht moet gaan leren werken. En die ook nog eens met een erfenis
uit het verleden zit opgescheept. Deels in de vorm van een omvangrijke kansloze voorraad kantoren, deels in de vorm van projecten die nog in de pijplijn zitten. Dat maakt het extra lastig om de koers in de richting van de klant bij te stellen. De bewustwording dat het anders moet is er wel degelijk, maar daarmee is het nog geen realiteit. Klantgericht werken vraagt om een hele andere manier van werken, maar ook om een andere inrichting van de organisatie. Het vereist daarnaast een verandering van de bedrijfscultuur. En dat is niet iedereen gegeven, ben ik bang.” Virtualisering Volgens Schat moet de klant veel nauwer bij de ontwikkeling van vastgoed worden betrokken, omdat daar de komende tijd ook de grootste veranderingen plaatsvinden. “De toenemende virtualisering van de arbeid, bijvoorbeeld, heeft grote gevolgen voor de techniek en inrichting van een gebouw, maar ook voor de indeling en het gebruik van de beschikbare kantoorruimte. Gebruikers zijn op zoek naar intelligente gebouwen. De vastgoedsector staat voor de uitdaging om daar vorm en inhoud aan te geven.” De Rabobank kan daar als een van de pleitbezorgers van het nieuwe werken over meepraten. In het kader van het eigen project ‘Rabobank Unplugged’ krijgen de medewerkers van de bank veel meer vrijheid om hun werkzaamheden zo in te richten dat deze optimaal voldoen aan de behoeften van de klant. Aanwezigheid op kantoor wordt daaraan onder geschikt gemaakt, en werken op afstand gefaciliteerd. Dat blijkt grote gevolgen te hebben voor het kantoorgebruik. “De praktijk is dat veel kantoorruimte leegstaat, omdat mensen op pad zijn. Wij hebben bijvoorbeeld vastgesteld dat 40 procent van onze kantoren op weekbasis leegstaat. Daaruit volgt dat we veel efficiënter met de ruimte zouden kunnen omspringen, onder andere door niet meer met vaste werkplekken te werken. Alleen al daarmee kan een organisatie 20 tot 30 procent bezuinigen op zijn kantoorruimte. Dat percentage loopt op als de mensen daarnaast ook nog eens in staat worden gesteld om buiten kantoor te werken. Natuurlijk moeten we ervoor waken dat niemand meer op kantoor komt. Ontmoeting is nodig. Maar de behoefte aan kantoorruimte kan door dit alles fors worden teruggebracht, zonder dat het gevolgen heeft voor de kwaliteit van de dienstverlening en de efficiency van de medewerkers. Integendeel.” Het is een enorme klap voor de vastgoedsector als de behoefte opeens met 20 tot 30 procent zou afnemen. Maar juist daarom is volgens Schat ook absoluut noodzakelijk om nu bij te sturen en zo snel mogelijk op deze ontwikkeling te anticiperen. “Stil blijven zitten is geen optie meer.”
verantwoord ondernemerschap of MVO. Schat: “Dat gaat veel verder dan het rijden in een auto met milieulabel. We zien dat gebouwen die aan de hoogste MVO-eisen voldoen, en dus ook duurzaam, energiezuinig en goed bereikbaar zijn, veel beter functioneren. Ze genereren meer opbrengsten voor de gebouweigenaar, leveren de gebruiker meer gemak en comfort, en blijven waardevast bij verkoop. MVO is kortom de toekomst. Het is nu nog vooral een West-Europees thema, maar we zien nu ook bij onze klanten in Azië en Latijns-Amerika al veel meer betrokkenheid en bewust wording.” In de vastgoedsector staat het nog in de kinderschoenen, maar ook daar zal MVO snel vaste grond onder de voeten krijgen. “De markt gaat het afdwingen. Beleggers en financiers, maar ook overheden, zullen er steeds meer om vragen. Het zou zomaar kunnen gebeuren dat projecten die niet MVO-proof zijn in de toekomst een stuk lastiger gefinancierd kunnen worden.” De uitdagingen zijn bekend. Vraag is of de vastgoedsector de handschoen zal kunnen oppakken. Schat verwacht van wel. “Ik zie heel veel voorbeelden van vastgoedonder nemingen die nu al actief met deze thema’s aan de slag zijn gegaan. Een aantal partijen zal het zeker moeilijk krijgen, dat is zeker. Maar ik zie tegelijkertijd diverse trendsetters in de markt, die heel actief zijn en die hun omgeving ook voort durend prikkelen met nieuwe ideeën. Dat zijn bij uitstek de partijen die op actieve steun van de Rabobank kunnen rekenen.”
‘Het is een van oudsher door het aanbod gestuurde markt,
die nu opeens vraaggericht moet gaan leren werken.’
Maatschappelijk verantwoord Dat geldt ook voor een ander thema, waar met name ook de Rabobank zich sterk mee profileert: maatschappelijk
FGH Vastgoedbericht 2011
inte rvie w s ipko s chat
43
Geringe marktdynamiek typeert woningmarkt
44
Tre nds In de wo n i n gma rkt De Nederlandse woningmarkt kon zich in 2010 niet noemenswaardig herstellen. Dat is vooral zichtbaar in de prijsontwikkeling. Nog steeds staan de prijzen voor koopwoningen onder druk. Ook ligt het aantal transacties ver onder het langjarig gemiddelde. Dit heeft consequenties voor de bouwproductie. Op grote schaal worden plannen in en door gemeenten uitgesteld. Ook de corporatiesector bevindt zich in een veranderende omgeving. Lagere opbrengsten en hogere lasten zullen ertoe leiden dat de investeringsruimte voor corporaties slinkt. Dit zal effect hebben op de bouwproductie van goedkopere huurwoningen. Noodzakelijk is om het vertrouwen van consumenten terug te winnen. Alleen vanuit een fundamenteel herstel van de vraag is een opwaartse beweging in de woningmarkt mogelijk.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de woningmarkt
45
‘G een noemenswaardig herstel in 2010.’
laagconjunctuur staat. Gemiddeld staan woningen daarom langer te koop dan in 2009. De doorlooptijd van een woning bedroeg eind 2010 136 dagen. Dat is een stijging van bijna 9% vergeleken met eind 2009.
Prijsontwikkeling: dieptepunt nog niet bereikt De prijzen voor koopwoningen zijn in 2010 niet hersteld. Vergeleken met 2009 daalden de prijzen gemiddeld genomen met ongeveer 2%. Ten opzichte van de top van de markt medio 2008 liggen de gerealiseerde transactieprijzen ongeveer 7% lager. Voor woningen in het luxe segment, zoals vrijstaande en twee-onder-een-kapwoningen, staan de prijzen het meest onder druk. Ontwikkelingen in dit segment bepalen dan ook sterk de gemiddelde prijsdaling. De prijzen van woningen in het goedkopere tot middeldure segment zijn gemiddeld duidelijk minder gedaald. De druk op de koopprijzen is vooral een gevolg van het nog altijd hoge aanbod van woningen. Er werden eind 2010 meer dan 180.000 woningen in Nederland aangeboden. Het aantal transacties ligt daarentegen ver onder het langjarig gemiddelde. Het aanbod is dus hoog, terwijl de vraag naar woningen nog steeds onder invloed van de economische
Dynamiek blijft laag Kenmerkend aan de huidige Nederlandse woningmarkt is het gebrek aan vertrouwen bij kopers. Al sinds het begin van de kredietcrisis leidt dit tot een duidelijk lager aantal transacties. Wisselende oorzaken dragen bij aan dit gebrek aan vertrouwen. In 2009 ging het vooral om de angst voor het verlies een baan en voor dubbele woonlasten. Vorig jaar kwam daar nog onduidelijkheid over de effecten van het overheidsbeleid op de positie van huizenkopers bij. Een deel van deze onzekerheid is met het aantreden van het kabinetRutte weggenomen, aangezien de fiscale behandeling van de eigen woning voorlopig niet veranderd zal worden. Dit kan een deel van de twijfelende consumenten over de streep trekken om in 2011 een woning te kopen. FGH Bank verwacht dat het aantal woningverkopen in 2011 onder het langjarig gemiddelde zal blijven liggen. Ten eerste omdat het economisch herstel fragiel blijft. Dat leidt ertoe dat het consumentenvertrouwen nog een lange weg omhoog te gaan heeft. Wel zijn er sinds het najaar tekenen van herstel. Ten tweede ondervindt een groep potentiële kopers problemen bij de financiering, omdat de verstrekkers hun eisen
Gemiddelde woningprijzen voor eengezinswoningen en appartementen in Nederland in euro’s (1995-2010)
300.000
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
eengezinswoningen
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
-
appartementen Bron: CBS
46
stringenter naleven. Zowel voor starters als doorstromers zal hun ‘droomhuis’ daarom buiten bereik liggen. Daarbij komt dat programma’s om bijvoorbeeld starters te ondersteunen ten einde lopen. De derde ontwikkeling is dat een grotere groep woonconsumenten de voorkeur geeft aan een huurwoning. Dat is wellicht tijdelijk, maar duidt erop dat de vraag naar koopwoningen laag is. Lagere vraagprijzen kunnen een begin maken om deze situatie te doorbreken, maar juist daarin blijken verkopers halsstarrig. Voor een aanzienlijk deel van de markt voor bestaande woningen geldt dat vraagprijzen simpelweg te hoog zijn, gezien de markt omstandigheden. Dat verklaart de geringe marktdynamiek. Meer nieuwbouwwoningen verkocht, maar fors minder opgeleverd Anders dan in de markt voor bestaande woningen steeg het aantal verkochte nieuwbouwwoningen in 2010 wel. Met 25.000 transacties is dat aantal ongeveer verdubbeld ten opzichte van 2009. Zo bezien lijkt de markt voor nieuwbouwwoningen zich te herstellen. Toch blijven de verkoop volumes nog steeds aanzienlijk onder het niveau van de periode voor 2008. Voor de toename van het aantal verkochte nieuwbouwwoningen zijn enkele verklaringen. In de eerste plaats is deze toename gerelateerd aan 2009, een jaar waarin de verkoop ongekend sterk daalde en het vertrouwen onder consumenten extreem laag was. Bovendien gaat het vooral om goedkopere woningen; de verkoop van de duurdere woningen stijgt maar moeizaam. Tot slot zijn de prijzen van nieuwbouwwoningen gemiddeld genomen gedaald met 10% tot 15%. Mede hierdoor steeg het
concurrentievoordeel ten opzichte van bestaande woningen. Ondanks de stijging van het aantal verkochte woningen viel de nieuwbouwproductie vorig jaar fors lager uit. De nieuwbouwproductie ligt op het laagste niveau in de afgelopen vijftien jaar. De effecten van de crisis worden zo vertraagd zichtbaar in de woningbouwsector. Aangezien het aantal verkochte nieuwe woningen in de afgelopen twee jaar duidelijk onder het langjarige gemiddelde lag, zal dit lage niveau van nieuwbouwproductie de komende jaren aan houden. Dat zien we terug in het aantal verleende bouw vergunningen voor woningen. In 2010 daalde dat aantal met circa 20%, nadat het in 2009 al met 17% was teruggevallen. Deze daling zal in de komende jaren waarschijnlijk leiden tot een productieniveau van rond de 50.000 tot 60.000 woningen. Woningcorporaties in de verdrukking Behalve de koopsector zal ook de verhuursector te maken krijgen met een terugval in de productie. De investeringsruimte in de woningcorporatiesector komt de komende jaren onder druk te staan. Daar zijn twee essentiële oorzaken voor. Ten eerste zullen woningcorporaties in de toekomst maar een deel van de voorraad via borgstelling mogen financieren. Het gaat dan om woningen voor de primaire doelgroep van de corporaties: gezinnen met een inkomen van maximaal € 33.000. Voor gezinnen met een inkomen boven dit niveau zullen woningen in de toekomst marktconform gefinancierd moeten worden. Dit leidt de komende jaren tot een verhoging van de lasten voor corporaties, en dat zet de rendementen onder druk.
Aantal verkochte woningen in Nederland, uitgesplitst naar eengezinswoningen en appartementen (1995-2010)
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
appartementen
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
-
eengezinswoningen Bron: CBS
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de woningmarkt
47
Daarnaast neemt de druk op het vermogen toe als gevolg van de voorgestelde hervormingen door het nieuwe kabinet-Rutte. De bijdrage van circa € 250 miljoen van de woningcorporaties aan de herontwikkeling van de ‘Vogelaarwijken’ komt te vervallen. Maar in plaats daarvan krijgen eigenaren van verhuurde woningen (inclusief particuliere verhuurders) in de toekomst een heffing opgelegd als bijdrage in de huurtoeslag. Het gaat hierbij in totaal om circa € 760 miljoen, waarvan € 600 miljoen voor rekening komt van de woningcorporaties. Dit betekent een aanzienlijke aanslag op de vermogenspositie van woningcorporaties. Minder investeringen, actief verkoopbeleid Tegenover de hogere lasten staat een zeer beperkte huurgroei. De komende jaren mogen de huren voor gezinnen met een inkomen tot € 43.000 met de inflatie meegroeien. Huren boven dit gezinsinkomen zullen boven de inflatie mogen stijgen, maximaal 5%. Maar bij het gros van de verhuurde woningen gaat het om gezinnen die niet boven deze grens uitkomen. ‘Scheefwonen’ wordt dus weliswaar ontmoedigd, maar voor de meeste woningen is alleen een inflatiecorrigerende huurverhoging mogelijk. De komende jaren stijgen de huren daarom maar beperkt, en dat terwijl de lasten naar verhouding meer zullen toenemen. Dat heeft te maken met de stijging van de algemene onderhouds- en exploitatiekosten. Ook de extra heffing in de bijdrage voor de huurtoeslag speelt een rol, evenals de herfinanciering van woningen die niet langer onder de borgstelling vallen. Dit zet naar verwachting een druk op de cashflows, zodat de investeringsbereidheid van woningcorporaties zal dalen. Dat geldt voor zowel de bouw van nieuwe huurwoningen als voor onderhoud en renovatie van bestaande woningen. 48
Bovendien zullen sommige woningcorporaties genoodzaakt zijn een deel van de woningportefeuille af te stoten. Het nieuwe kabinet wil dit faciliteren door de voorwaarden voor verkoop aan huurders te versoepelen. Kopers krijgen zo de mogelijkheid een woning onder de marktwaarde te kopen, terwijl corporaties tegelijkertijd de noodzakelijke liquide middelen ontvangen. Dit vergroot de dynamiek in de markt, omdat het aantal verkochte woningen toeneemt. De verkoop van huurwoningen heeft ook gevolgen voor de andere marktsegmenten. Een deel van de (starters)vraag valt immers weg. Dat benadeelt de vraag naar bestaande koop- en nieuwbouwwoningen, en daarmee ook de herstelcapaciteit van de koopwoningenmarkt. Bovendien werkt het verkopen onder de marktwaarde drukkend op de transactieprijzen. Deze effecten blijven volgens FGH Bank nog onderbelicht. Kansen woonzorg nog sterker vastgoedgerelateerd De combinatie van wonen en zorg is in de optiek van FGH Bank vooral kansrijk voor concepten die sterk op het vastgoed zijn geënt, en waarbij de zorgvraag vooral flexibel en op afroep beschikbaar is. Dit is een deel van de markt met een relatief grote doelgroep. Het vormt een oplossing voor direct zorgbehoevenden, maar biedt ook al mogelijkheden voor een grote groep van overwegend ouderen met een toekomstige zorgvraag. Een voorbeeld zijn woonzorg complexen op wijkniveau, waar zorg op afstand geboden kan worden. Geïntegreerde woonzorgconcepten met veel afhankelijke zorg, waarbij de zorg bovendien direct gekoppeld is aan het vastgoedobject, zijn uit het oogpunt van vastgoedfinanciering minder kansrijk. In zulke intramurale settings kan het vastgoed niet los gezien worden van de zorgvraag. Die zorg
‘D e combinatie van wonen en zorg is alleen kansrijk voor concepten die sterk op het vastgoed zijn geënt.’ wordt doorgaans via persoonsgebonden budgetten (PGB’s) vergoed, zodat het zorgbeleid dus grote invloed heeft op de exploitatie. Die PGB’s zijn onderwerp van discussie bij de nieuwe bezuinigingen van het kabinet-Rutte. En daarmee komt de financiering van het zorgdeel bij de exploitatie van woonzorgconcepten onder druk te staan. De groeiende vraag naar zorggerelateerde woningen moet daarom vooral ingevuld worden door concepten die het vastgoed als kernwaarde nemen.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de woningmarkt
Krimpregio’s duidelijker op de agenda In sommige Nederlandse regio’s daalt al jaren het aantal inwoners en huishoudens. Zo bereikte het bevolkingsaantal in Zuid-Limburg eind jaren negentig een top. Sindsdien daalt daar het aantal inwoners, en inmiddels ook het aantal huishoudens. Meer dan tien jaar na de inzet van die daling krijgen de gevolgen ervan de vereiste aandacht. Krimp kan nadelig uitpakken voor vastgoedinvesteringen als die niet tijdig wordt onderkend. Aangezien meer regio’s met dit fenomeen te maken krijgen, is actie noodzakelijk. Dat wil niet zeggen dat de risico’s voor vastgoedinvesteringen beperkt zijn. Waardegroei van zowel woningen als commercieel vastgoed hangt één op één samen met de vraag in de markt. Als die vraag slinkt of wegvalt, nemen de risico’s voor de ontwikkeling van de waarde uiteindelijk toe. Dit zal in krimpregio’s tot een nieuwe discussie leiden over de voorwaarden en condities van financieringen. Overheid en private sector moeten volgens FGH Bank samenwerken om de leefbaarheid en onderliggende waarde van vastgoed te waarborgen. Demografische krimp moet daarom een topprioriteit worden in het landelijk en regionaal (ruimtelijk) beleid. Zonder gecoördineerd beleid zullen de effecten negatief uitpakken.
49
SAMENVATTING woningmarkt
Woningprijzen niet hersteld
Meer verkochte nieuwbouwwoningen
De woningprijzen hebben zich gemiddeld genomen in 2010 niet hersteld. Per saldo is er een lichte daling, met regionale verschillen. Ten opzichte van de top van de markt in 2006 liggen de verkoopprijzen gemiddeld zo’n 7% lager.
Het aantal verkochte nieuwbouwwoningen lag in 2010 op circa 25.000, bijna het dubbele van dat in 2009. De meeste woningen zijn verkocht in het goedkopere marktsegment. Bovendien liggen de prijzen gemiddeld 10% tot 15% lager dan de top van de markt in 2008, wat effect heeft op de verdiencapaciteit.
Dynamiek blijft uit, aanbod te hoog Dat de prijzen zich niet herstellen, is vooral een gevolg van ontbrekende marktdynamiek. Al twee jaar op rij zijn er relatief weinig transacties. Het aanbod steeg hierdoor tot ruim 180.000 woningen. Ook duurt het lang voordat een woning verkocht is, gemiddeld 136 dagen. Een aanzienlijk deel van het woningaanbod staat langer dan een jaar te koop.
50
Nieuwbouwproductie fors gedaald Een duidelijk effect van de crisis is dat het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen in 2010 daalde. De komende jaren zal dit aantal vermoedelijk laag blijven. Ten eerste omdat het aantal in aanbouw genomen woningen in 2009 en 2010 sterk is gedaald. En ten tweede omdat het aantal afgegeven bouwvergunningen fors lager ligt. Ook de nieuwbouwproductie van huurwoningen komt onder druk te staan.
Investeringscapaciteit woningcorporaties onder druk Woningcorporaties krijgen door twee ontwikkelingen met sterk hogere lasten te maken. Ten eerste zal een deel van het bezit wegens Europese richtlijnen niet langer via waarborging gefinancierd mogen worden. De tweede ontwikkeling is dat bezitters van huurwoningen (inclusief particulieren) een deel van de huurtoeslag voor hun rekening zullen moeten nemen. Een deel dat voor corporaties aanzienlijk hoger ligt dan de ‘Vogelaarheffing’ die vanaf dit jaar komt te vervallen. De lasten zullen fors meer stijgen dan de huurinkomsten, en dat zet investeringen onder druk. Mogelijk zullen corporaties delen van de portefeuille (moeten) verkopen, een richting die de steun heeft van het kabinet-Rutte.
Krimp op de kaart Meer dan tien jaar nadat de eerste regio’s in Nederland met krimp te maken kregen, lijkt deze ontwikkeling de noodzakelijke aandacht te krijgen. Krimp hoeft geen probleem te zijn, als die maar wordt onderkend en leidt tot regionale afstemming en samenwerking. Omdat nieuwe regio’s de komende jaren krimp zullen laten zien, dient dit topprioriteit te krijgen in het ruimtelijk beleid. Alleen door samenwerking en coördinatie in de planvorming kunnen nadelige gevolgen van krimp worden opgelost of voorkomen.
Woonzorg: scheiden van wonen en zorg Woonzorgconcepten zijn kansrijk, als ze tenminste gericht zijn op het vastgoed. De zorgcomponent is afhankelijk van zorgbeleid. Dat de hoogte en toekenning van persoon gebonden budgetten nu onder druk staan, heeft gevolgen voor de financiering van concepten met een dominante zorgcomponent.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de woningmarkt
51
Annemarie van Gaal ondernemer
‘H onger maakt vastgoedsector vanzelf weer creatief.’ Een ondernemer in hart en nieren, zo typeert Annemarie van Gaal zichzelf. En juist die kwaliteit was reden om haar vastgoedportefeuille op enig moment weer af te stoten. “Ik heb er veel geld mee verdiend, maar had niet bepaald het gevoel dat ik nu echt op mijn ondernemerschap werd aangesproken.” Een geluk bij een ongeluk dus dat de crisis die automatische piloot eraf heeft gehaald, vindt Van Gaal: “De sector moet nu weer leren creatief te zijn.” 52
Het was “een grote bak stenen”, die Van Gaal op enig moment aankocht. En het was vier jaar geleden precies diezelfde grote bak stenen die zij weer verkocht. “Als je eenmaal de financiering hebt geregeld en de huurders je panden hebben betrokken, is je rol wel zo’n beetje uitgespeeld. Het geld komt vanzelf binnen. En bij verkoop blijkt dat het object, wat jij voor 16 keer de jaarhuur hebt aangeschaft, voor 25 keer de jaarhuur weer van de hand kan worden gedaan. Het geld stroomt vanzelf binnen.
‘Ondernemersgeest, Maar ik kan niet bepaald zeggen dat dit avontuur me nu als ondernemer zo enorm heeft geprikkeld. Integendeel.” Volgens Van Gaal is dat echter precies de manier waarop een groot deel van de ondernemers in het vastgoed in de gouden jaren, dus voor het uitbreken van de financiële crisis en daaropvolgende economische recessie, heeft geopereerd. “De markt heeft de vastgoedsector gemakzuchtig gemaakt. Waarom zou je ook in beweging komen als de markt daar eigenlijk helemaal niet om vraagt en op de automatische piloot klinkende resultaat worden geboekt? Ondernemersgeest, creativiteit, innovatiekracht: de vastgoedsector is er vrijwel nooit op aangesproken, omdat de noodzaak daartoe ontbrak.” Homogene groep Het feit dat het vastgoed werd – en wordt – gedomineerd door “grijze mannen in pak” speelt daar zeker in mee. “Zo’n situatie heeft grote gevolgen voor de scherpte van de ondernemersgeest. Want als sprake is van een grote, homogene groep, waarvan de leden elkaar onderhand kunnen uittekenen, dan is die groep er na verloop van tijd ook bijzonder goed in geworden om zichzelf in stand te houden.” De vastgoedsector is mede daarom niet bepaald een sector die de afgelopen jaar creatief talent aan zich heeft weten te binden. Laat staan dat er nu zoveel vrouwen zijn aangetreden. Van Gaal: “Wat zouden al die creatieve geesten ook moeten doen, als ze nooit ofte nimmer op hun creativiteit worden aangesproken? De homogeniteit bewaren is in deze situatie veel aangenamer. Want het gaat toch prima zoals het gaat?” Maar inmiddels gaat het niet meer vanzelf. Van Gaal: “Het is nu veel moeilijker dan voor de crisis om in het vastgoed je geld te verdienen. En dat is een goede zaak. Want honger maakt creatief. Als je dat gevoel nog nooit hebt meegemaakt, heb je ook nooit verder hoeven kijken dan je neus lang was. Maar nu steeds meer ondernemingen in de problemen komen en de honger naar winstgevende projecten steeds groter wordt, is de sector wel gedwongen om in beweging te komen. En het valt nog maar te bezien of ze ooit weer in een situatie komt dat ze weer lui achterover kan gaan hangen.” In beweging komen Van Gaal is de eerste om te erkennen dat het niet eenvoudig is om te bewegen als je dat niet gewend bent. “Maar begin er in ieder geval maar eens mee om de homogeniteit van de groep te doorbreken. Zet de ramen en deuren wagenwijd open, en trek mensen van buiten de sector de wereld het vastgoed in: de vrije geesten, de creatievelingen, mensen kortom die allerlei andere specialiteiten hebben dan het vastgoed. En twee: verander je houding. Werk niet meer van binnen naar buiten, maar van buiten naar binnen. Leer te luisteren naar de klant. En houd in dat kader dus ook heel
FGH Vastgoedbericht 2011
creativiteit, innovatiekracht:
de vastgoedsector is er vrijwel nooit op aangesproken, omdat de noodzaak daartoe ontbrak.’ goed in de gaten wat er in de samenleving gebeurt. Het gaat niet om de assets. Het gaat om wat de maatschappij wil. Dat valt niet mee voor een sector die zo door het aanbod is gestuurd, maar een vastgoedondernemer die alles bij het oude houdt, alleen maar naar zichzelf kijkt, en de marktvraag blijft negeren, gaat het in de toekomst zeker niet overleven.” Ook de overheid zal in beweging moeten komen, benadrukt Van Gaal. “De leegstand bijvoorbeeld waar de kantoren sector op dit moment mee kampt, is grotendeels te wijten aan een overheid die veel te veel aan banden heeft gelegd. Waarom is transformatie zo lastig? Omdat het jaren kost om een bestemmingsplan te wijzigen. Als de gemeente daartoe al bereid is. Procedures, regels en voorschriften bestaan bij de gratie van het feit dat de overheid en haar ambtenaren nooit honger hebben gekend. Maar ook op dat niveau verandert de realiteit. Ook de overheid zal op enig moment tot het besef moeten komen dat het een betere wereld wordt als zij gaat meedenken en meewerken met de ondernemers. Begrip en respect voor elkaar kweek je niet vanzelf op het moment dat er steeds meer bedrijven omvallen. Dat ontstaat juist als je met elkaar probeert om dat te voorkomen. Zeker wanneer de overheid in dat kader de bereidheid toont een stapje terug te doen.” Zo bezien gaat de vastgoedsector een boeiende periode tegemoet. “Absoluut. Er komt weer beweging in, creativiteit, emotie en intuïtie. De echte ondernemer gaat weer lol krijgen in het vak. En dat is nodig ook. Want het geld heeft zeker in het vastgoed veel meer kapot gemaakt dan ons lief is.”
inte rvie w Anne ma rie va n ga a l
53
Ander investerings gedrag in de vastgoed beleggingsmarkt
54
Tren ds In de vas t g o edbelegg i n gs ma rkt De vastgoedbeleggingsmarkt herstelde in 2010 voorzichtig. Dat is terug te zien in onder meer het aantal nieuwe investeringen in commercieel vastgoed en in de terugkeer van buitenlandse beleggers. Dit herstel is wel enigszins vertekend. Want vooral het courante segment in de markt is verbeterd. Slechts een beperkt deel van de markt profiteert dus van het huidige herstel. De marktomstandigheden voor secundair en tertiair beleggingsvastgoed blijven zwak. Leegstaande gebouwen zijn nagenoeg onverkoopbaar. Dat leidt er ook toe dat de financieringsmogelijkheden beperkt zijn. Voor een aanzienlijk deel van de markt staat de waarde daarom nog steeds onder druk. De verwachte verdere stijging van het aantal leegstaande gebouwen in 2011, vooral in de kantorensector, zal deze tendens versterken. Daarom blijft de vastgoedbeleggingsmarkt gedomineerd door risicomijding en moeite om financieringen te verkrijgen.
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de vastgoedbeleggingsmarkt
55
‘D ynamiek keert voorzichtig terug in de beleggingsmarkt.’
Investeringsvolume stijgt licht Het totale beleggingsvolume steeg vorig jaar tot € 6,2 miljard, ongeveer 20% meer dan in 2009. Dit laat zien dat de dynamiek voorzichtig terugkeert in de beleggingsmarkt. Het aantal nieuwe investeringen steeg tot € 1,9 miljoen. Dat wil zeggen: de nettotoestroom van middelen naar vastgoed. Naast nieuwe beleggingen vonden er ook enkele grotere transacties plaats, in de vorm van portefeuilles die van eigenaar wisselden. Met deze portefeuilles was doorgaans een aanzienlijk beleggingsvolume gemoeid. Buitenlandse (vooral Duitse) fondsen investeerden vorig jaar hoofdzakelijk in kantoren. Nederlandse beleggers waren vooral actief in de aankoop van winkels en woningen. In de woningmarkt investeren beleggers met name in eengezinswoningen, bij voorkeur in de Randstad. In de winkelmarkt zijn institutionele beleggers actief met het kopen en verkopen van winkel centra in de grotere steden.
Duitse beleggers actief in Nederlandse kantoren In het afgelopen jaar waren opnieuw meer buitenlandse dan Nederlandse beleggers actief op de Nederlandse vastgoed beleggingsmarkt. Meer dan de helft van de buitenlandse beleggers in Nederlands vastgoed betreft Duitse fondsen. Plaatsing van fondsen in de markt bij participanten lijkt relatief eenvoudig, waardoor ook de financierbaarheid kansrijk is. Het afgelopen jaar hebben zij voor € 1.000 miljoen nieuw geïnvesteerd in Nederlands vastgoed. Duitse beleggers zijn geïnteresseerd in Nederlands vastgoed vanwege de goede trackrecord, de transparantie en de compactheid van de Nederlandse markt. Zij richten zich vooral op het topsegment in de markt met langjarige huurcontracten, met een duidelijke focus op kantoren. Nederland is voor hen daardoor een serieus en rationeel alternatief. Daarnaast heeft een aantal investeerders nog steeds voldoende eigen vermogen om te kunnen investeren.
De marktomstandigheden hebben geleid tot een ander investeringsgedrag. De aandacht van beleggers gaat vooral uit naar kwalitatief hoogwaardig vastgoed met langjarige huurcontracten met solvabele huurders. Een langjarige cashflowzekerheid vormt momenteel de belangrijkste drijfveer achter de investeringsbesluiten. Dat terwijl juist nu naar voren komt dat de kwaliteit van vooral de locatie voor de wederverhuurbaarheid ook voor de langere termijn essentieel is.
Nieuwe investeringen in commercieel vastgoed (exclusief woningen en particuliere beleggers) in miljoenen euro’s (1987-2010)
8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000
Nederlandse beleggers
Buitenlandse beleggers
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
0
Totaal
Bron: Vastgoedmarkt
56
Nieuwe investeringen in commercieel vastgoed naar type vastgoed en investeerder (exclusief woningen en particuliere beleggers) in miljoenen euro’s (2010) Institutionele beleggers Kantoren Winkels Bedrijfsruimte Totaal
Vastgoedfondsen
Buitenlandse vastgoedinvesteringen
Totaal 1.100
50
50
1.000
150
200
100
450
50
100
200
350
250
350
1.300
1.900 Bron: Vastgoedmarkt
Winkels blijven beleggers trekken De beleggingen in winkels namen in 2010 fors toe. Het totaal investeringsvolume steeg tot € 2,3 miljard, waarmee het investeringsvolume in kantoren (€ 2 miljard) werd overtroffen. Nieuwe investeringen bleven met € 450 miljoen evenwel gelijk aan 2009. Evenals in veel andere jaren zijn het vooral Nederlandse beleggers die in winkels investeren. Het hogere beleggingsvolume komt vooral doordat in 2010 enkele grote winkelcentra van eigenaar wisselden, waar onder winkelcentrum Entre Deux in Maastricht en de Rotterdamse ‘Koopgoot’. De grootste transactie was de verkoop van een portefeuille winkelcentra van Unibail Rodamco aan Wereldhave. Het aantal kleinschalige trans acties was juist gering. De verkoop van solitaire winkel panden op A-locaties bleef beperkt. Dit lage investerings volume in winkels vloeit niet voort uit een gebrek aan interesse; goede winkelbeleggingen zijn schaars op A-locaties. Bedrijfsruimte lastig segment Terwijl het topsegment in de kantoren- en winkelsector weer voorzichtig herstel laat zien, blijft de bedrijfsruimtesector achter. In 2010 daalde het nieuwe investeringsvolume tot € 350 miljoen. De bedrijfsruimtesector wordt van oudsher gedomineerd door eigen gebruik en kent maar enkele deelsegmenten waar gespecialiseerde beleggers zich op
richten. Logistiek vastgoed vormt de belangrijkste beleggingscategorie binnen de bedrijfsruimtesector. Naast de verkoop van enkele single-assets heeft er vorig jaar geen enkele portefeuilletransacties plaatsgevonden. Vastgoedbeleggingen instituten weer gestegen Het vastgoed in portefeuille van institutionele beleggers (pensioenfondsen, verzekeraars en beleggingsmaatschappijen) bedroeg € 114,5 miljard aan het einde van 2009. Dat is 18% meer dan het jaar ervoor en dus een forse stijging. Pensioenfondsen zagen hun vastgoedbeleggingen met 6% stijgen naar een totaal van € 66 miljard. Opvallend is dat de vastgoedbeleggingen bij verzekeraars zijn afgenomen tot € 12,7 miljard. Verzekeraars zijn oververtegenwoordigd in vastgoed en lopen tegen allocatiedoelstellingen aan, waardoor zij een deel van het direct vastgoed moesten verkopen. De verschuiving van direct naar indirect vastgoed zette zich in 2009 versterkt door. De stijging van het vastgoedbezit kwam namelijk bijna geheel voor rekening van indirect vastgoed, mede door een forse stijging van beurs genoteerd vastgoed. De directe beleggingen bleven daarentegen ongeveer gelijk. Indirect beleggen nam een hoge vlucht, ingezet door de grotere pensioenfondsen. Het belangrijkste doel daarvan is
‘Topsegment in de kantoren- en winkelmarkt laat voorzichtig herstel zien, bedrijfsruimtemarkt blijft achter.’
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de vastgoedbeleggingsmarkt
57
modellen op het beleggingsresultaat groot kunnen zijn en herijking feitelijk noodzakelijk is.
diversificatie, waarbij beleggers vanuit risicobeheer hun vastgoedbezittingen meer geografisch spreiden. Daarnaast is er een fragmentatie te zien: institutionele beleggers en vastgoedfondsen hebben veel meer hun eigen beleggingsstrategie. Strategisch alloctiebeleid is daarom essentieel. Institutionele beleggers hanteren ALM-modellen om te bepalen wat de optimale manier is om te beleggen, in welke segmenten, op welke locaties en in welke landen. De kredietcrisis en de gevolgen daarvan voor de (vastgoed) beleggingsmarkt maken duidelijk dat de impact van deze
Pensioenfondsen en verzekeraars hebben ongeveer 10,5% van hun totaal geïnvesteerd vermogen in vastgoed belegd. Volgens onderzoek van de European Association for Investors in Non-listed Real Estate Vehicles (INREV) zal de allocatie doelstelling van institutionele beleggers de komende drie jaar stijgen naar gemiddeld 11,2%. INREV verwacht een groei van € 20 miljard aan vastgoedinvesteringen in Europa.
Directe en indirecte vastgoedbeleggingen in miljarden euro’s en %
Direct vastgoed
Pensioenfondsen
1980
1990
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
6,3
14,2
23,3
26,0
23,4
22,9
23,1
22,9
19,7
19,1
17,0
15,2
Verzekeraars
4,8
7,3
13,5
14,8
15,1
13,8
14,3
13,1
14,1
12,6
12,9
10,3
Beleggingsmaatschappijen
1,5
7,0
28,7
31,1
23,1
23,2
21,7
24,5
27,3
19,0
18,6
22,9
Overige instellingen
-
-
0,0
0,0
0,1
0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
0,0
0,0
Totaal
12,6
28,5
65,5
71,9
61,7
61,0
59,2
60,6
61,3
50,9
48,5
48,4
Pensioenfondsen
0,3
2,5
23,8
24,3
22,8
25,9
31,0
39,9
53,9
52,6
45,2
50,8
Verzekeraars
0,1
0,4
2,1
2,3
2,0
2,0
2,9
3,0
3,4
3,2
2,3
2,4
Beleggingsmaatschappijen
0,0
0,2
3,4
2,7
1,9
2,0
2,4
2,7
3,5
2,2
1,1
12,9
Overige instellingen
-
-
0,0
0,0
0,0
0,1
0,1
0,1
0,1
0,0
0,0
0,0
Totaal
0,4
3,1
29,3
29,3
26,7
30,0
36,3
45,6
60,8
58,0
48,6
66,1
13,0
31,6
94,8
101,2
88,4
91,0
95,5
106,2
122,1
108,9
97,1
114,5
96,9%
90,2%
69,1%
71,1%
69,8%
67,0%
61,9%
57,0%
50,2%
46,7%
49,9%
42,3%
3,1%
9,8%
30,9%
28,9%
30,2%
33,0%
38,1%
43,0%
49,8%
53,3%
50,1%
57,7%
116,6
290,1
830,0
831,2
779,4
854,9
950,5 1.063,0 1.156,1 1.171,3 1.042,0 1.355,2
10,8%
9,8%
7,9%
8,7%
7,9%
7,1%
6,3%
Indirect vastgoed
Totaal
Direct vastgoed Indirect vastgoed
Totale beleggingen Aandeel direct vastgoed
5,7%
5,3%
4,3%
4,4%
3,6%
Bron: CBS, bewerkt door FGH Bank
58
Ruim 60% hiervan zal richting niet-beursgenoteerde fondsen stromen. De komende tijd is er van institutionele beleggers dus een versterkte vraag naar vastgoedbeleggingen te verwachten, met een nadruk op zekerheid op langere termijn. De vastgoedbeleggingsmarkt stond de afgelopen periode onder druk. Desondanks is een vastgoedbelegging een bewezen en relatief stabiele asset. Juist de langjarige stabiliteit ten opzichte van aandelen maakt vastgoed tot een interessante beleggingscategorie in tijden van onzekerheid. Door de lage rente leveren beleggingen in vastrentende waarden een zeer bescheiden rendement op. De zoektocht naar beleggingen die een hoger rendement geven, is daarom in volle gang. Vooral bij pensioenfondsen is de druk op rendementsverbetering groot. Door de lage rente en het matige beursklimaat hebben pensioenfondsen problemen met hun dekkingsgraden. De rente op staatspapier is historisch laag en dus zoeken beleggers alternatieve, veilige beleggingen met een stabiele cashflow. Vastgoed is daarvoor een goede optie. Aantal vastgoedparticipaties gedaald Het aantal aanbieders van vastgoedparticipaties is door de economische crisis drastisch verminderd. In 2008 werden er nog ongeveer 90 fondsen geplaatst. Een jaar later werden er slechts 29 fondsen geplaatst met een totaal belegd vermogen van ruim € 146 miljoen en een totaal fonds vermogen van ruim € 273 miljoen. De ontwikkelingen op de kredietmarkt zorgen voor veel onzekerheid onder particuliere beleggers (participanten) en aanbieders van vastgoedfondsen. Die onzekerheid wordt gevoed door uiteenlopende voorspel-
FGH Vastgoedbericht 2011
‘Vastgoedbelegging is een bewezen en relatief stabiele asset.’ lingen over het directe en vooral het indirecte rendement. Hierdoor is het aantal vastgoedfondsen drastisch afgenomen. Voor een aantal vastgoedfondsen bleken de risico’s te groot. Vorig jaar zijn verschillende aanbieders overgenomen of failliet gegaan. Dit heeft negatieve consequenties voor dit segment in de vastgoedmarkt. FGH Bank verwacht een verdere consolidatie in de komende jaren. Dit neemt niet weg dat kansrijke vastgoedfondsen wel degelijk interessante producten kunnen opleveren. Voor zichtig vonden er vorig jaar weer nieuwe emissies plaats voor vastgoed-cv’s, maatschappen en obligatieleningen. Het herstel lijkt voorzichtig ingezet, maar fundamenteel herstel is nog niet in zicht. Oplopende leegstandsrisico’s en moeizame herfinanciering blijven uitdagingen in de beleggingsmarkt. Daarnaast wordt het onderpand veelal lager gewaardeerd en neemt de ‘leverage’ af. Tot slot is de rente een onzekere en risicovolle factor. Als de rente stijgt, zal het voor vastgoedfondsen lastiger worden om nieuwe fondsen te plaatsen.
Trends In de vastgoedbeleggingsmarkt
59
Aanvangsrendementen toplocaties omlaag In het topsegment van de vastgoedmarkt zijn de netto aanvangsrendementen in 2010 gedaald. Voor winkelvastgoed – dat relatief minder in waarde daalde dan andere vastgoedsegmenten – daalde het aanvangsrendement in de belangrijkste Nederlandse hoofdwinkelstraten naar ongeveer 5%. De aanvangsrendementen voor wijkwinkelcentra zijn ook gedaald en liggen momenteel rond de 7%. Vanwege de schaalgrootte is bij beleggers veel vraag naar dit type vastgoed. In het topsegment van de kantorensector, zagen we de eerste transacties met een aanvangsrendement net onder de 6%. Dit betreft de courante, langjarig verhuurde kantoor-
‘R endement en risico komen aanzienlijk beter tot uitdrukking.’
panden. Voor de rest van de kantorenmarkt wijst het erop dat beleggers de risico’s voor beleggingen in kantoren juist fors zien stijgen. Zij eisen daarom een flink hoger rendement op hun beleggingen, en dat leidt weer tot een stijging van de aanvangsrendementen. Voor het beste vastgoed in de bedrijfsruimtesector daalden de nettoaanvangsrendementen vorig jaar licht tot net onder de 8%. Beleggers in vastgoed zijn nog steeds bereid relatief hoge prijzen te betalen voor topobjecten, hoewel de verhouding tussen vraag en aanbod in alle deelmarkten verder is verruimd. Dit is grotendeels te verklaren vanuit de schaarste van goed verhuurde objecten met lange huurcontracten. Intussen is nog steeds een groot aantal beleggers op zoek naar investeringsmogelijkheden in vastgoed. Het gevolg is dat beleggers bereid zijn tot het uiterste te gaan en lagere aanvangsrendementen te accepteren in de huidige markt. Hierdoor groeit het verschil tussen de aanvangsrendementen voor toplocaties en overig vastgoed: de yield gap. Rendement en risico komen daarmee volgens FGH Bank aanzienlijk beter tot uitdrukking. Daarmee wordt het verschil tussen de top van de markt en het overig vastgoed duidelijk groter, zowel in aankooprendement, huurprijs, incentives, verhuurbaarheid en financierbaarheid.
Laagste nettoaanvangsrendementen vastgoed in % (1990-2010) 9
8
7
6
5
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
3
1990
4
Kantoorruimte in de Randstad Winkelruimte in de Randstad Bedrijfsruimte in de Randstad
Bron: FGH Bank
60
Totaal rendementen licht in de plus Gemiddeld genomen liggen de totaalrendementen van alle vastgoedsectoren in de afgelopen vijftien jaar op ruim 10%. Sinds 2008 is er echter een sterk negatieve teneur en 2009 liet zelfs een negatief totaalrendement zien. In de eerste drie kwartalen van 2010 van de IPD/ROZ Nederlandse Vastgoedindex is een licht herstel zichtbaar. Vastgoed levert gemiddeld 2,9% rendement op. Het rendement voor winkels is veruit het hoogst, wat te danken is aan een positief direct én indirect rendement. Op jaarbasis komt het rendement voor winkels uit op 6,6%. Andere segmenten laten ook een licht positief totaalrendement zien. Daarbij maken de huurinkomsten in alle gevallen het verlies aan waarde (indirect rendement) goed. Ook dit geeft aan dat de huurinkomsten voor beleggers cruciaal zijn en leegstand waar mogelijk wordt vermeden. Het totale rendement bedroeg voor kantoren 2,2%, voor bedrijfsruimte 0,5% en voor woningen 1,1%. Dat maakt duidelijk dat vastgoed zich enerzijds licht herstelt, maar dat de druk op de waarde nog zeker niet is verdwenen.
Rendement corporatievastgoed lager Bij woningcorporaties was er vorig jaar een lichte opwaartse bijstelling van het risico. In 2009 zijn de resultaten enigszins verbeterd. Dit komt tot uitdrukking in het direct rendement van 2,9% dat over 2009 gerealiseerd is. In 2008 bedroeg dat nog 2,6%. In 2009 kwam het totaalrendement van woningcorporaties uit op -1%. Het indirect rendement daalde in 2009 met 3,5%. Deze daling houdt sterk verband met de ontwikkeling van de waarde van het vastgoed. De stijging van de disconteringsvoet en de exit yield hebben een negatieve invloed op de marktwaarde van het vastgoed. Cijfers over geheel 2010 zijn nog niet bekend, maar gezien de lage mutatiegraden, de geringe huurgroei en de hogere risicoperceptie is de verwachting dat het beleggingsresultaat niet sterk is verbeterd. Duurzaamheid wordt doorslaggevend Voor steeds meer beleggers wordt duurzaamheid een aspect en soms zelfs een voorwaarde in het beleggingsbeleid. Uit onderzoek van de Universiteit Maastricht is gebleken dat beursgenoteerde vastgoedbedrijven beter scoren op het
Totaalrendementen op vastgoed per sector (1995-2010) in % 1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Kantoren
8,6
8,8
12,0
14,4
15,5
15,1
12,0
8,3
5,2
5,5
7,0
11,5
11,3
0,9
-0,2
2,2
Winkels
9,4
8,7
10,6
12,7
13,3
12,0
9,9
9,8
9,2
10,3
13,5
14,9
13,4
5,5
2,4
6,1
10,0
11,3
12,1
13,7
17,1
13,1
10,5
9,5
6,4
8,5
11,1
13,0
11,7
4,0
-0,3
0,5
Bedrijfsruimte
2009 2010, Q3
Woningen
12,3
14,3
13,7
13,7
16,9
18,5
12,1
8,4
7,1
7,6
10,1
11,4
9,6
2,8
-2,2
1,1
Totaal
10,8
11,9
12,7
13,7
15,8
16,1
11,4
8,8
7,1
7,8
10,2
12,5
11,3
3,3
-0,2
2,9
Aandelen
19,1
38,7
45,9
14,7
25,9
2,9
-17,4
-32,3
7,6
5,1
32,5
18,5
9,3
-45,2
38,6
Obligaties
15,7
11,7
9,6
17,7
-6,8
5,1
8,5
9,5
8,0
4,7
11,2
-1,1
1,7
12,3
2,4
Bron: IPD Nederland
FGH Vastgoedbericht 2011
Trends In de vastgoedbeleggingsmarkt
61
Totaalrendement per type woning (2005-2009) in %
Meergezinswoningen
2005
2006
2007
2008
2009
Gemiddeld 3jr
8
6,3
5,8
-1,2
-1,1
3,6
Eengezinswoningen
6,7
6,1
5,8
-1,4
-0,8
1,2
BOG/Maatschappelijk vastgoed
9,4
7,7
7,0
-0,4
2,0
3,2
Alle objecten
7,6
6,4
5,8
-1,2
-1,0
1,3
Bron: Aedex/IPD Corporatie Vastgoedindex
gebied van duurzaamheid dan niet-genoteerde vastgoedfondsen. Belangrijkste oorzaak is de hogere transparantie en de sterkere focus op de langere termijn, wat ten goede komt aan het investeren in duurzaamheid. De huidige leegstand en de economische laagconjunctuur vormen enerzijds een belemmering voor duurzame investeringen op de langere termijn. Anderzijds bieden de huidige marktomstandigheden ook nieuwe kansen. Een modern, duurzaam pand is beter verhuurbaar dan bijvoorbeeld een gebouw met een slechte energieprestatie. De verhuur- en verkoopbaarheid zal in de toekomst daarom ook op het aspect duurzaamheid worden gewogen. Behalve locatie zal duurzaamheid in de verwachting van FGH Bank steeds meer doorslaggevend worden bij toekomstige investeringsbeslissingen. Zowel van gebruikers als van beleggers. Voor het zover is, is een verdere professionalisering nood zakelijk. Er ligt een belangrijke rol voor de nationale en lokale overheden, maar ook voor marktpartijen. Meer aandacht voor verduurzaming van bestaande gebouwen is onvermijdelijk voor het realiseren van de politieke en maatschappelijke ambities. Een belemmering is dat er nu te veel methodes zijn
‘Vastgoed herstelt zich licht, maar de druk op de waarde is zeker nog niet verdwenen.’ 62
om de duurzaamheidsprestaties van vastgoed te meten. Dat wekt onduidelijkheid. FGH Bank verwacht dat binnen afzienbare tijd een (internationale) standaardisatie zal plaatsvinden. Zo’n standaardnormering zal het meten van duurzaamheid nog meer in een stroomversnelling brengen. Dit betekent dat zich voor beleggers en ontwikkelaars heel veel nieuwe kansen en mogelijkheden aandienen, namelijk de verduurzaming van de (bestaande) vastgoedvoorraad. Tegelijkertijd zullen vastgoedpartijen ook keuzes moeten durven maken. Beleggers en taxateurs zullen duidelijk moeten maken dat een duurzaam gebouw gemiddeld genomen een lager aanvangsrendement heeft. Dit vanwege de betere exit, de lagere exploitatielasten en de bredere gebruikersmarkt. Ook is sprake van een gemiddeld hogere huurwaarde als gevolg van lagere exploitatielasten en een betere verhuurbaarheid. Om de realisatie van meer duurzame gebouwen mogelijk te maken, is echter cruciaal dat huurders bereid zijn een hogere huur te betalen, hetgeen logisch is als gevolg van de lagere huisvestingslasten en de duurzamere woon- of werkomgeving.
SAMENVATTING vastgoedbeleggingsmarkt
Beleggingsvolumes licht gestegen In 2010 steeg het investeringsvolume licht. Er werd voor € 6,2 miljard geïnvesteerd in vastgoed. Met uitzondering van de markt voor bedrijfsruimte werd in alle deelmarkten meer belegd.
Oosterburen koploper als belegger in Nederlandse kantoren Meer dan de helft van de buitenlandse beleggers in Nederlands vastgoed is van Duitse afkomst. Veel Duitse fondsen hebben voldoende kapitaal dat geïnvesteerd moet worden. De oosterburen zijn vooral geïnteresseerd in Nederlands vastgoed door het goede trackrecord, de transparantie en de compactheid van de Nederlandse vastgoedmarkt.
Institutionele beleggingen in de lift Het vastgoed in portefeuille van institutionele beleggers is na een matig jaar in 2008 gestegen naar € 114,5 miljard. De verschuiving van direct naar indirect vastgoed, die al een aantal jaren zichtbaar is, zette zich versterkt door. De komende jaren zullen institutionele beleggers naar verwachting meer investeren.
Drastisch minder emissies vastgoedfondsen Het aantal aanbieders van vastgoedparticipaties is door de economische crisis drastisch verminderd. Er zijn vorig jaar verschillende aanbieders overgenomen of failliet gegaan. De verwachting is dat er een verdergaande consolidatieslag zal plaatsvinden.
FGH Vastgoedbericht 2011
Aanvangsrendementen dalen op beste locaties De aanvangsrendementen voor het beste vastgoed zijn in 2010 gedaald. In de top van de markt worden voor winkels in de belangrijkste winkelstraten aanvangsrendementen van circa 5% betaald. Voor kantoren liggen de aanvangsrendementen eind 2010 rond 6% en voor bedrijfsruimte zijn deze gedaald tot net onder 8%. Het verschil tussen de aanvangsrendementen voor toplocaties en overig vastgoed, de yield gap, is in alle deelmarkten sterk gegroeid.
Totaalrendement vastgoed licht positief Het totaalrendement voor vastgoed is in 2010 gestegen. Daarvoor zijn de stabiele huurinkomsten van groot belang. Die wisten waardedaling in de meeste segmenten te compenseren. Winkels zijn een positieve uitzondering. Die lieten een positief direct én indirect rendement zien.
Duurzaamheid integraal onderdeel vastgoedproces Steeds meer beleggers introduceren duurzaamheid in het beleggingsbeleid. Beleggers die daarin niet meegaan, missen de boot en komen met een niet-duurzame vastgoedvoorraad te zitten. FGH Bank verwacht dan ook dat duurzaamheid over enkele jaren een integraal onderdeel is van het vastgoedproces.
Trends In de vastgoedbeleggingsmarkt
63
Chris Gongriep G&S Vastgoed
‘H et is cruciaal dat er nu weer ontwikkeld wordt.’ Het is bepaald niet saai in de vastgoedsector op dit moment. Behalve de moeite die partijen in het huidige economische tij moeten doen om hun omzet veilig te stellen, zijn er ook allerlei andere marktontwikkelingen gaande waar adequaat op moet worden gereageerd. Volgens Chris Gongriep van G&S Vastgoed wordt het vak er alleen maar aantrekkelijker door. “Juist nu scheidt zich het kaf van het koren.” 64
Dat de vastgoedmarkt in grote problemen verkeert, blijkt wel uit de enorme incentives die kantooreigenaren bieden in de strijd om de klant. “Het is een ongezonde situatie”, vindt Chris Gongriep. “Omdat er zoveel leeg staat, worden we welhaast gedwongen steeds meer weg te geven. In vergelijking met tien jaar geleden is de gang er helemaal uit.” Alle marktpartijen zijn in feite debet aan de huidige situatie, meent Gongriep. “De kredietcrisis heeft er uiteraard ook
‘Als we nu niet ontwikkelen mee te maken. Maar dit speelde al ver voordat er überhaupt van een crisis sprake was. Nee, het zijn de marktpartijen zelf die de ellende hebben veroorzaakt. Zij hebben de boekwaarde kunstmatig opgekrikt door de huurprijzen kunstmatig op te hogen. Daardoor is scheefgroei ontstaan tussen het huurniveau en de onderliggende waarde van de panden. Ook de financiers en beleggers hebben schuld. Die hebben het allemaal gewoon betaald. Ze keken naar het huurniveau en het aanvangsrendement, en lieten zich niet kritisch genoeg adviseren over de werkelijke waarde van de panden en of de huur in vergelijking daarmee niet te hoog was. Dat moest wel een keer fout gaan. Wat er nu gebeurt, is gewoon een keiharde prijscorrectie. En daar zijn heel veel partijen de dupe van.” Ook voor G&S Vastgoed is het lastiger geworden, erkent hij. “Maar dat uit zich vooral in een duidelijk mindere vraag. De omzet is min of meer gelijk gebleven. Sterker nog: we hebben onze handen eigenlijk vol op dit moment. En dat zal de komende jaren ook wel zo blijven. Een aantal spelers is immers verdwenen van de markt. Daardoor krijgen wij nu extra ruimte.” De pijplijn met plannen voor nieuwe ontwikkelingen raakt inmiddels zelfs weer aardig gevuld. En zo hoort het ook. Gongriep: “Als we nu niet ontwikkelen voor de toekomst, hebben we over twee, drie jaar opeens weer een tekort aan nieuwbouw. Het is dus cruciaal dat er nu weer ontwikkeld wordt. En daar zijn wij in ieder geval volop mee bezig.”
voor de toekomst,
hebben we over twee, drie jaar opeens weer een tekort aan nieuwbouw.’ dan de eigen projecten. Zo is G&S mede-oprichter van de Dutch Green Building Council, naar eigen zeggen “een onafhankelijke non-profitorganisatie die streeft naar blijvende verduurzaming van de bebouwde omgeving in Nederland.” Dat gebeurt aan de hand van de zogeheten BREEAM-keurmerken, speciaal voor het ontwerp en de realisatie van gebouwen. Ook het gebruik en de exploitatie speelt hierbij een rol.
Slimmer vissen De relatief gunstige positie betekent niet dat er niet bijzonder scherp moet worden opgelet en ingespeeld op actuele ontwikkelingen op de markt. “De vijver wordt kleiner. Dus het is net even wat slimmer vissen in de vijver dan de andere vissers aan de kant. Je moet je voortdurend aanpassen aan de wensen van de markt. Als je blijft doen wat je altijd al deed, zou het zomaar niet goed kunnen gaan. Wij proberen altijd vijf jaar vooruit te kijken.” Op die manier komen de voornaamste trends in de markt vanzelf bovendrijven. Het nieuwe werken bijvoorbeeld, loftkantoren voor de creatieve industrie, slimmere financieringsmethodes. Maar van alle trends is duurzaamheid misschien wel de allerbelangrijkste, denkt Gongriep. Niet voor niets is G&S Vastgoed hier al jaren mee aan de slag. “Toen de eerste plannen voor Mahler aan de Amsterdamse Zuidas werden getekend, vonden wij al dat het een duurzaam en energiezuinig project moest worden. Daarom is ook toen al gekozen voor de toepassing van warmte koudeopslag. Dat was in die tijd vrij uniek.” Inmiddels zit duurzaamheid de ontwikkelaar in de genen. “Duurzaamheid is onze standaard geworden. We gaan er ook steeds een stapje verder mee, omdat we daarmee de concurrentie hopen voor te kunnen blijven.” De betrokkenheid bij duurzame ontwikkeling gaat verder
Commercieel belang Dergelijke keurmerken stellen strenge eisen aan de duurzaamheid, weet Gongriep. “Er zijn in Nederland nog maar drie gebouwen die het BREEAM-certificaat mogen voeren. Wij zelf hebben net het eerste keurmerk binnen. Maar op termijn willen we voor al onze gebouwen het BREEAMcertificaat ‘very good’ gaan halen. Als maatschappelijk verantwoord ontwikkelaar kunnen wij het ons niet veroor loven om geen oog te hebben voor de duurzaamheid en energieprestatie van onze gebouwen.” Het is een lastige materie, niet in de laatste plaats omdat iedereen in de bouwkolom erin mee moet willen gaan. Gongriep: “Maar het is wel nodig. Wij zijn al drie jaar geleden begonnen met het opleiden van mensen die hierin gespecialiseerd zijn. Wij hebben gekozen voor een structurele aanpak. Iedereen binnen de organisatie moet hiervan doordesemd raken. Ook de mensen die voor ons werken: de onderaannemers, de architecten, de installateurs, et cetera. Wie niet duurzaam is, kan niet meer voor ons werken.” Dat klinkt hard, maar het is wel degelijk een weloverwogen commercieel belang. “De gemeente eist het, de gebruiker wil het, maar ook de beleggers roepen steeds vaker dat zij een duurzaam gebouw willen hebben. Nu weten ze allemaal nog niet zo goed wat het is, maar naarmate de kennis zich verder ontwikkelt, zal de vraag naar duurzaamheid toe nemen. Ik ben ervan overtuigd dat wie hier niet aan mee doet over vijf jaar niet meer aan werk zal kunnen komen.”
interview Chris Gongriep
65
FGH Vastgoedbericht 2011
Begrippenlijst
Aanbod Kantoorruimte, winkelruimte/showroom en bedrijfsruimte die vrij voor de markt te huur of te koop is. Het betreft bestaande en in aanbouw zijnde dan wel in renovatie zijnde objecten.
Opname Verhuren van kantoorruimte, winkelruimte/showroom en bedrijfsruimte.
Kantoorruimte Kantoorruimte > 500 m2 vvo in specifieke kantoorgebouwen. Winkels
Winkels/showroom > 200 m2 vvo.
Bedrijfsruimte Productie- en distributieruimte > 750 m2 vvo (inclusief kantoorruimte). Voorraad Totale omvang van het bestaande kantoor-, winkel- en/of bedrijfsruimte-areaal.
Leegstand Kantoor-, winkel- en/of bedrijfsruimte die direct beschikbaar is voor ingebruikneming.
Huurprijs
Prijs per m2 vvo per jaar.
PDV-locatie Concentratie binnen de bestaande bebouwde kom met vijf of meer winkels met elk een gemiddeld verkoopvloeroppervlak van minimaal 500 m2 vvo, die niet binnen een bestaand of gepland winkelgebied of onmiddellijk daaraangrenzend gebied ligt.
GDV-locatie Concentratie binnen de bestaande bebouwde kom met vijf of meer winkels met elk een gemiddeld verkoopvloeroppervlak van minimaal 500 m2 vvo, die niet binnen een bestaand of gepland winkelgebied of onmiddellijk daaraangrenzend gebied ligt. Een GDV-locatie is een detailhandelslocatie waar de branchebeperkingen die geformuleerd zijn in het PDV-beleid en die onverkort blijven gelden voor perifere locaties, niet of in mindere mate worden gehanteerd.
66
Over FGH Bank
FGH Bank is dé bank voor de financiering van commercieel vastgoed. Concentratie is onze kracht: FGH Bank beschikt over een groot aantal specialisten op uiteen lopende terreinen. Denkt u aan vastgoedanalisten, taxateurs, bouwkundigen en risicoanalisten. Maar ook aan deskundigen op juridisch en fiscaal terrein. In combinatie met onze visie op commercieel vastgoed stelt deze kennis ons in staat om u het juiste financieringsvoorstel te doen. Om welke vastgoedtransactie het ook gaat. Binnen haar specialisme bestrijkt FGH Bank het volledige spectrum. Zo zijn we met vastgoedfinanciering actief in de kantoren-, winkel-, bedrijfsruimte- en de vastgoedbeleggingsmarkt. En bieden we elke vorm van vastgoedfinanciering; van grond- en bouwfinanciering tot operational lease, balansfinanciering of structured finance. FGH Bank werkt vanuit acht kantoren in Nederland: Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Maastricht, Rotterdam en Utrecht. Daarnaast beschikt FGH Bank over een vestiging in Frankfurt. Elk kantoor is sterk verankerd in de economische regio waarin het actief is. De mensen in het veld koesteren hun netwerk en onderhouden langdurige
FGH Vastgoedbericht 2011
over fgh bank
klantrelaties. De financiering van projecten komt vaak tot stand door op het juiste moment de juiste expertise van collega’s in te roepen. In die samenwerking schuilt de kracht. FGH Bank heeft immers alle specialisten in huis om tot een optimaal financieringsvoorstel te komen. Daarnaast gaat FGH Bank verder dan vastgoedfinanciering alleen. Zo bieden wij via onze dochter FGH Vastgoed Expertise een breed scala aan vastgoedadviesdiensten aan, zoals portefeuille-analyse, taxaties en locatie-onderzoek. Tot slot richt FGH Bank zich met het label RNHB Hypotheekbank op de vastgoedmiddenmarkt, zowel via intermediairs als via het directe kanaal. FGH Bank is als geen ander in staat maatschappelijke en economische ontwikkelingen te analyseren en hun impact in te schatten op de markt voor commercieel vastgoed. Onze bevindingen delen wij graag met de markt. Bijvoorbeeld via ons jaarlijkse FGH Vastgoedbericht. Meer weten over FGH Bank? Neemt u dan contact met ons op. www.fghbank.nl /
[email protected]
67
Adressen Hoofdkantoor
Leidseveer 50 3511 SB Utrecht Postbus 2244 3500 GE Utrecht T +31 30 232 39 11 F +31 30 233 45 72
[email protected] www.fghbank.nl
Regiokantoren FGH Bank N.V.
Amsterdam Koningslaan 33 1075 AB Amsterdam T +31 20 664 41 41 F +31 20 662 03 06
[email protected]
Eindhoven Parklaan 62 5613 BH Eindhoven T +31 40 296 08 11 F +31 40 245 18 20
[email protected]
Rotterdam Blaak 333 3011 GB Rotterdam T +31 10 242 01 50 F +31 10 212 14 55
[email protected]
Arnhem Cronjéstraat 10 6814 AH Arnhem T +31 26 442 77 10 F +31 26 442 94 48
[email protected]
Groningen Verlengde Hereweg 173 9721 AP Groningen T +31 50 311 45 82 F +31 50 311 45 63
[email protected]
Frankfurt Beethovenstrasse 4 D-60325 Frankfurt am Main Duitsland T +49 69 767 579 50 F +49 69 767 579 513
[email protected]
Den Haag Nieuwe Uitleg 15 2514 BP Den Haag T +31 70 304 01 38 F +31 70 385 38 34
[email protected]
Maastricht Aldenhofpark 30 6211 LV Maastricht T +31 43 350 08 85 F +31 43 325 87 23
[email protected]
FGH Vastgoed Expertise B.V.
Utrecht Leidseveer 50 3511 SB Utrecht T +31 30 232 34 00 F +31 30 232 34 31
[email protected] www.fgh-vastgoedexpertise.nl
68
rnhb Hypotheekbank
Eindhoven Parklaan 62 5613 BH Eindhoven T +31 40 264 94 60 F +31 40 245 18 20
[email protected]
Utrecht Leidseveer 35 3511 SB Utrecht Postbus 2244 3500 GE Utrecht T +31 30 755 20 00 F +31 30 755 20 20
[email protected] www.rnhb.nl
factshee t s Huurprijzen Genoemde bandbreedte betreft de huurprijzen per ultimo van het jaar, in euro per m2 per jaar exclusief BTW voor een courant object, in zijn geheel verhuurd voor een periode van 5+5 jaar.
Verwachting
J = blijft
O
gelijk
= stijgt P = daalt
Verzorgingsindex De verzorgingsindex geeft de verhouding weer tussen het totaalverkoopoppervlak en het aantal inwoners. Op de volgende pagina’s is per deelmarkt (de kantoren-, winkel-, bedrijfsruimte- en woningmarkt) een overzicht opgenomen van de regionale gegevens. Wilt u nog meer weten? Via onze website heeft u toegang tot het overzicht van de regionale marktgegevens, inclusief een uitgebreide toelichting: www.fghbank.nl
Bronnen
FGH Vastgoedbericht 2011
ABF Research Bak R.L. CBS Diverse gemeenten Locatus NEPROM NVM PropertyNL Vastgoedmarkt
factsheets
69
FACTSHEET Kantorenmarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur
279.800
4,2
3.800
5.300
39%
40.900
Almere
189.900
13.300
80.200
27,2
10,5
5,9
2,1
54,3
575.100
3,0
22.000
27.000
23%
106.500
Lelystad
74.900
5.700
35.600
21,2
13,1
8,7
1,1
55,9
248.400
3,3
4.800
4.000
-17%
29.100
94.700
5.200
65.700
15,4
9,0
11,6
10,4
53,6
573.400
6,1
4.100
23.800
480%
41.500
Apeldoorn
156.000
10.100
96.500
16,0
12,0
14,9
6,0
51,1
740.700
4,7
22.600
21.600
-4%
119.700
Arnhem
148.100
10.400
100.600
22,6
8,6
11,3
3,8
53,7
1.083.400
7,3
41.000
29.500
-28%
209.700
Nijmegen
163.900
10.100
99.200
13,7
14,2
5,1
1,3
65,7
471.500
2,9
11.600
20.500
77%
54.100
189.400
12.800
133.000
23,1
7,8
8,9
1,5
58,7
977.700
5,2
17.600
13.600
-23%
111.600
Aanbod 2010 in m²
63,5
Opname vergeleken met jaren 2005-2009 in %
Voorraad 1 januari 2011 in m²
3,7
Opname 2010 in m²
% overig 2010
10,3
Gemiddelde opname 2005-2009 in m²
% overheid 2010
Kantoorruimte per inwoner in m²
% industrie, handel, transport 2010 10,1
% bank en verzekeringen 2010
% zakelijke dienstverlening 2010 12,4
Aantal banen 2010 35.800
Aantal bedrijven 2010 3.600
Aantal inwoners 2010 67.100
Provincie Drenthe Assen
Provincie Flevoland
Provincie Friesland Leeuwarden
Provincie Gelderland
Provincie Groningen Groningen
Provincie Limburg Heerlen Maastricht
89.200
5.000
56.800
13,0
16,3
9,8
7,0
53,9
466.600
5,2
12.100
1.500
-88%
43.200
118.900
7.700
73.400
20,0
13,3
6,4
1,5
58,8
491.700
4,1
9.000
17.000
89%
78.000
174.200
12.200
100.600
18,3
11,7
8,8
2,3
58,9
690.300
4,0
24.600
21.400
-13%
89.700
Provincie Noord-Brabant Breda
70
Huurprijzen
Nieuwbouw
j/p De Luitenant j Het Palet j Tappellocatie
Plancapaciteit 2010 in BVO m²
90-115 110-130
In aanbouw 2010 in BVO m²
90-115 110-130
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
90-115 110-125
Verwachting 2011
90-115 110-125
Oude Grachtpad Peelerpark
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
Belangrijkste kantorenlocaties Borgstee Centrum/Stationsgebied
7.500 10.000 8.000
j
Almere Buiten
90-125
90-125
j/p Almere Poort, Olympiakwartier Oost
66.000
Almere-Haven
85-110
85-110
100-160
100-170
j/p Almere Poort, Olympiakwartier West j Almere Poort Kustzone/Duin
85.000
Gooise Poort
95-140
95-140
j/p Landdrost
Muziekwijk
90-120
90-120
j/p WTC Zakencentrum L’Hermitage (Majestic)
Parkwijk
90-120
90-120
j/p
Centrum/Stationsgebied
85-120
85-120
60-90
60-90
Almere-Stad/Zakencentrum
Lelycenter Business Park Leeuwarden Centrum/Stationsgebied Tesselschadestraat
90-115 100-120
j/p Oostergoweg j Philipslocatie
90-125
90-120
j/p UPC kantoor
110-120
100-115
Apeldoorn-Noord
100-130
95-125
115-150
115-150
Laan van Osseveld
100-130
100-125
Europalaan
120-140
120-140
27.500
j/p Stadsbalkon Lelystad Noord
90-120
Centrum/Stationsgebied
13.900
10.000
j/p
105-125
Oostergoweg
40.000
6.000 5.000 7.000
j/p WTC
9.000
j/p Business Park Apeldoorn (TNO terrein) j Minx complex
23.500
j/p Uitbreiding Achmea kantoor j Welgelegenpark, Quarles van Uffortlaan
45.000
12.000 6.100
Zuidwestpoort Agis-locatie, Europaweg
12.000
Centrum/Stationsgebied
120-160
110-160
Gelderse Poort
125-140
120-135
j/p Business Park IJsseloord II
j Arnhems Buiten (Kema-terrein)
90.000
IJsseloord II
120-145
120-140
j/p K3/K7, Stationsgebied
15.000 10.000
Kronenburg
100-130
100-125
j/p Schuytgraaf
Kroonpark (Arnhem Zuid)
110-135
110-135
j/p Westervoortsedijk
Velperweg
110-150
110-145
j/p
Bedrijvenpark Lindenholt
24.000
8.000
90-120
90-120
Brabantse Poort
115-130
115-130
j/p Plein 1944
11.300
Mercator Science Park
110-130
105-125
65.000
Spoorzone/Centrum/Singels
115-140
115-150
j/p Waalsprong/Citadel j
Centrum/Stationsgebied
125-135
120-135
90-110
90-110
135-150
125-140
Corpus den Hoorn Europapark
j/p Neerbosch, Scherpenkampweg
19.000
j Euroborg kantoor Volta, Boumaboulevard j/p De Meeuwen, K 1 t/m5 j Nieuwbouw DUO en Belastingdienst, Kempkensberg j Kantorenkwadrant Europark
11.000 20.000 47.000
Kranenburg
120-135
120-135
Martini Trade Park
115-130
115-130
90-115
90-110
Centrum
115-135
110-135
j/p Maankwartier
Centrum/Stationsgebied
120-140
110-140
j/p A2-zone
30.000
Céramique
115-140
110-140
j/p Maartenspoort
12.000
Randwijck
115-135
110-135
j/p Randwijck
60.000
Claudius Prinsenlaan e.o.
120-150
110-150
110-130
110-130
j/p OV-Terminal j Stadionkwartier Breda
22.000
Stationsgebied Westerhage/Steenakker
125-140
120-140
j/p Via Breda
50.000
Zernike Science Park
FGH Vastgoedbericht 2011
j Sociale Dienst Europapark
50.000 17.000
j/p
FACTSHEET Kantorenmarkt
5.000
20.000
Bron: opname en aanbod PropertyNL
71
FACTSHEET Kantorenmarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur
Voorraad 1 januari 2011 in m²
9,6
7,2
4,6
58,3
954.300
6,8
32.300
37.500
16%
102.800
Eindhoven
215.900
15.900
150.800
28,0
15,2
3,6
4,3
48,9
1.414.400
6,6
58.000
42.200
-27%
227.900
Tilburg
205.600
12.000
109.900
13,1
19,2
4,0
6,8
56,9
467.100
2,3
8.400
6.700
-20%
62.000
Amstelveen
81.600
6.200
41.500
36,1
6,0
3,9
7,9
46,1
651.300
8,0
21.600
10.900
-50%
131.400
Amsterdam
777.400
75.700
507.600
28,7
6,6
5,9
9,3
49,5
6.130.000
7,9
309.000
251.000
Diemen
25.000
1.900
17.500
37,7
21,0
1,6
4,7
35,0
286.300
11,5
9.800
0
-
45.300
Haarlem
150.500
10.800
67.500
19,4
11,7
7,7
1,9
59,3
524.200
3,5
20.000
7.200
-64%
71.200
Haarlemmermeer
143.300
8.000
124.900
17,2
40,9
4,0
2,2
35,7
1.381.300
9,6
45.200
38.000
-16%
290.000
Hilversum
85.100
7.000
49.700
36,7
8,3
4,0
2,1
48,9
619.100
7,3
24.600
11.800
-52%
77.400
Zaanstad
146.600
10.100
60.600
18,7
20,1
4,4
2,1
54,7
263.400
1,8
6.600
3.100
-53%
42.000
Aanbod 2010 in m²
Opname 2010 in m²
Opname vergeleken met jaren 2005-2009 in %
% overig 2010
20,3
Gemiddelde opname 2005-2009 in m²
% industrie, handel, transport 2010
Kantoorruimte per inwoner in m²
% zakelijke dienstverlening 2010
99.400
% bank en verzekeringen 2010
Aantal banen 2010
10.600
% overheid 2010
Aantal bedrijven 2010
140.600
Aantal inwoners 2010
Den Bosch
Provincie Noord-Brabant
Provincie Noord-Holland
-19% 1.107.000
(Hoofddorp en Schiphol)
72
Huurprijzen
Nieuwbouw
Plancapaciteit 2010 in BVO m²
In aanbouw 2010 in BVO m²
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
Belangrijkste kantorenlocaties De Brand
110-135
100-135
j/p BDO/CTAC
De Herven
110-135
100-135
Pettelaarpark
125-145
125-150
Stationsgebied/Paleiskwartier
135-160
130-160
j/p Belvedère, Ricoh j De Croon (Paleiskwartier) j Paleiskwartier (diverse projecten)
12.600
Eindhoven Airport/Flight Forum
125-150
125-145
j/p Flight Forum
50.000
Ekkersrijt/Science Park
110-135
110-135
j/p KPMG, Dorgelolaan
10.800
Stationsgebied
130-160
125-160
j/p Stationsgebied Fellenoord
50.000
9.600 8.000 60.000
Strijp S Centrum/Stationsgebied
110-150
110-145
j/p Kempenbaan
‘t Laar
110-135
110-130
j/p ‘t Laar
90.000 100.000 30.000
T58
15.000
Bovenkerk-Legmeer
120-165
110-165
j/p Het Parc
43.000
Centrum
150-210
140-200
j/p Kronenburg
38.000
Commerce Park
125-210
125-200
j/p Startbaan
Amstel Business Park
100-150
100-150
Centrum/binnenstad
175-300
150-300
De Omval
175-250
150-250
j/p Centrumgebied Amsterdam Noord j Deloitte, VU Kwartier j NDSM (diverse projecten)
Noord
100-175
90-175
j/p Oosterdokseeiland Kavel 2/3
Oost
125-175
125-175
j/p Oosterdokseeiland Kavel 5/6
Riekerpolder
150-200
150-200
j/p Riekerpolder
7.500 30.000 40.000 120.000 22.600 56.000 140.000
Teleport/Sloterdijk
125-160
125-160
j/p Zuidas (diverse projecten)
West
115-150
115-150
Zuidas
225-325
225-325
j/p j
Zuidelijke IJ-oevers
125-225
125-225
j
Zuidoost
80-175
80-175
j/p
Bergwijkpark
85-145
80-140
j/p Alpha Centauri II. Eekholt
11.500
Diemen-Zuid
85125
80-125
33.000
140-175
140-175
j/p Alpha Centauri III. Eekholt j 023 Haarlem, Schipholweg
Schalkwijk
90-135
90-135
j/p Maria Stichting
Waarderpolder
90-135
90-135
j/p Nieuwe Energie, Minckelerweg
Centrum/binnenstad
1.100.000
17.000 8.000 10.300
Oosterpoort, Laan van Decima
7.500
Raaks Hoofddorp
11.000
14.000
Hoofddorp
Beukenhorst Oost
110-150
100-140
Beukenhorst West
85-125
80-115
Beukenhorst Zuid
j/p Beukenhorst 0ost-Oost (diverse projecten) j/p Beukenhorst Zuid, Europese hoofd kantoor Asics j Beukenhorst Zuid, Hoofdkantoor TNT
150.000 5.500
125-175
125-175
Centrum
85-160
85-160
j Business Garden Hoofddorp
49.000
De Hoek
80-120
80-120
j/p Park 20/20 (diverse projecten)
90.000
Schiphol
17.300
Schiphol
Schiphol Centrum
200-300
200-300
j/p Anthony Fokker Business Park (diverse projecten)
109.000
Schiphol Oost
100-150
100-150
j/p Schiphol Elzenhof Business Park (diverse projecten)
180.000
Schiphol Rijk
90-130
85-125
j/p Schiphol Rijk, Campus
37.500
Schiphol Zuid
90-130
85-125
20.900
Arenapark
125-160
125-160
j/p Schiphol Rijk, High Speed Logistic Park j Arena Park (diverse projecten)
Centrum/stationsgebied
100-145
100-140
j/p Mediapark (diverse projecten)
Mediapark
110-160
110-150
j/p
90-135
90-135
Centrum
j/p De Icoon II, Stationsplein Inverdan (diverse projecten) Parkgebouw I + II
FGH Vastgoedbericht 2011
FACTSHEET Kantorenmarkt
90.000 150.000 8.000 100.000 4.000
Bron: opname en aanbod PropertyNL
73
FACTSHEET Kantorenmarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur
408.800
2,6
21.800
11.000
-50%
70.300
Hengelo
80.800
4.700
45.800
15,7
22,7
6,1
1,3
54,2
279.400
3,5
9.600
8.000
-17%
44.000
120.100
6.300
85.500
16,9
13,5
9,7
3,2
56,7
793.500
6,6
37.600
20.000
-47%
119.000
146.300
10.300
82.400
24,5
9,3
4,6
5,4
56,2
846.200
5,8
51.000
18.400
-64%
151.800
Houten
47.900
3.300
21.600
27,8
7,7
4,0
5,4
55,1
244.300
5,1
16.000
4.700
-71%
42.700
Nieuwegein
60.900
4.100
45.600
27,1
10,7
2,3
2,7
57,2
520.300
8,5
25.600
10.900
-57%
140.000
309.800
22.900
220.600
25,1
7,9
6,6
7,7
52,7
2.616.400
8,4
149.200
104.100
-30%
332.000
Woerden
49.700
3.800
28.400
19,0
14,2
2,4
1,1
63,3
214.500
4,3
10.400
13.200
27%
35.300
Zeist
60.700
4.600
35.100
20,6
5,9
5,0
7,2
61,3
325.100
5,4
13.600
6.400
-53%
16.700
48.100
3.000
25.000
9,0
15,6
13,1
1,1
61,2
145.600
3,0
2.500
1.000
-60%
4.700
Capelle aan den IJssel
65.900
2.700
38.100
31,6
7,2
2,4
5,9
52,9
487.200
7,4
17.600
9.900
-44%
107.400
Delft
97.300
5.400
52.900
22,6
10,7
4,5
1,3
60,9
390.300
4,0
10.100
8.600
-15%
47.800
Den Haag
493.600
34.300
265.900
21,1
6,1
19,3
3,5
50,0
4.125.900
8,4
102.200
85.600
-16%
442.800
Dordrecht
118.800
4.800
54.700
13,3
19,4
7,3
1,1
58,9
291.600
2,5
4.300
14.600
240%
62.000
71.100
2.700
32.800
17,3
13,5
3,7
4,2
61,3
349.300
4,9
16.600
7.700
-54%
63.600
Aanbod 2010 in m²
60,3
Opname vergeleken met jaren 2005-2009 in %
2,2
Opname 2010 in m²
6,1
Gemiddelde opname 2005-2009 in m²
Voorraad 1 januari 2011 in m²
Kantoorruimte per inwoner in m²
% overig 2010
16,6
% bank en verzekeringen 2010
% industrie, handel, transport 2010
14,8
% overheid 2010
% zakelijke dienstverlening 2010
77.800
Aantal banen 2010
8.400
Aantal bedrijven 2010
157.700
Aantal inwoners 2010
Enschede
Provincie Overijssel
Zwolle
Provincie Utrecht Amersfoort
Utrecht
Provincie Zeeland Middelburg Provincie Zuid-Holland
Gouda
74
Huurprijzen
Nieuwbouw
Centrum/Stationsgebied
125-145
125-145
Centrum/Stationsgebied
110-130
110-130
Westermaat
120-130
115-130
A28-zone
120-170
120-170
Centrum
115-160
115-160
Hanzeland
130-165
120-160
j/p Uitbreiding en renovatie Rechtbank
26.000
Oosterenk (Zone Ceintuurbaan)
125-140
120-140
j/p Voorsterpoort (diverse projecten)
55.000
In aanbouw 2010 in BVO m²
Verwachting 2011
j/p Business & Science Park (diverse projecten) j Zuiderval 2 (diverse projecten)
30.000
j/p Hart van Zuid j Lange Wemen (Centrumplan-Noord) j Prinsenpoort, Veerallee
87.000
64.000 15.000 10.000
j Stationsgebied Zwolle, Nieuwe Veerallee
Bergkwartier
125-170
125-160
Calveen
110-135
110-125
j/p The Works, Amsterdamseweg
Centrum/Stadsring
125-150
115-150
j/p Vathorst Podium (diverse projecten)
20.000
j Eemplein
De Brand
100-125
90-125
j/p
De Hoef
100-125
90-125
Stationsgebied
120-160
120-160
j/p j
Vathorst
120-145
120-145
Molenzoom
100-130
95-125
j/p Het Forum van Houten
Stationsgebied
100-130
95-125
j/p Kantoor Castellum, Houten Zuid
90-125
85-110
j/p Admiraal fase III, De Liesbosch
Merwestijn
Plancapaciteit 2010 in BVO m²
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m² 115-130
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m² 110-130
Belangrijkste kantorenlocaties Business & Science Park/ Hengelosestraat
16.000 70.000 100.000
j 6.500 3.000 21.000
Plettenburg/Rijnhuizen
85-130
85-110
j/p Blokhoeve The Cube
14.000
Stadscentum/City Plaza
125-155
100-150
27.000
Centrum
j/p Parklaan j De Taats, Orteliuslaan
125-190
125-190
Kanaleneiland
90-140
90-135
j/p LRC (Leidsche Rijn Centrum)
Lage Weide
90-125
80-125
j/p Papendorp (diverse projecten) j Oudenrijn
40.000 13.200 200.000
Maliebaan
170-250
150-250
Overvecht
90-120
80-120
Papendorp
165-200
160-195
j/p Rabobank toren j Stadskantoor Jaarbeursplein
Rijnsweerd
135-170
125-165
j/p Stationsgebied (diverse projecten)
Stationsgebied
150-190
140-180 75-110
Stationsgebied
125-145
115-145
j/p WTC, Jaarbeursplein j Snellerpoort, Stationslocatie j
30.000
75-100
Boulevard
125-175
125-175
120-175
120-175
j/p Huis ter Heide j
10.000
Utrechtseweg Middelburg
100-140
100-140
Middelland/Snel en Polanen
30.000 56.000 65.000 240.000 60.000
j Ramsburg
20.000
Veldzicht Capelle Office Park
120-145
115-145
j/p Nova Vista (Rietbaan)
Fascinatio/Rhijnspoor
130-160
125-155
j/p
Hoofdweggebied
100-120
95-120
Rivium
110-145
100-140
Delft
115-150
100-150
4.000 11.900
j/p j/p j De Monarch, CAK
18.000
Europol Beatrixkwartier
130-190
130-190
Congresgebouwgebied
125-170
125-170
De Binckhorst
32.000
j Internationaal Strafhof
46.000
j/p KPMG
10.000
j/p New Babylon
51.000
95-140
90-140
Laakhaven/Holland Spoor
100-140
100-140
Lange Voorhout
170-250
170-250
Nieuw Centrum/Stationsgebied
150-190
150-190
j/p Spoorzone Delft Centraal / Delft Zuid j Technopolis Innovation Park j Wijnhavenkwartier
Amstelwijck
120-140
115-140
j/p Amstelwijck overig
Centrum
110-145
110-140
j/p j Stadskantoor Gouda j Stationsgebied/Spoorzone
66.000 49.000 121.000
Goudse Poort
85-135
85-135
Gouwe Spoor
120-140
115-140
Stationsgebied/Binnenstad
100-145
100-145
FGH Vastgoedbericht 2011
80.000 19.000 40.000
j
FACTSHEET Kantorenmarkt
Bron: opname en aanbod PropertyNL
75
FACTSHEET Kantorenmarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur
497.100
4,2
26.400
21.500
-19%
83.300
Rijswijk
46.700
3.100
37.900
47,0
5,8
8,0
2,1
37,1
896.800
19,2
23.600
14.300
-39%
159.500
Rotterdam
607.300
24.700
322.400
18,7
18,5
5,3
4,8
52,7
3.415.300
5,6
136.400
122.600
-10%
533.400
Zoetermeer
121.700
5.800
49.900
24,2
10,7
10,7
3,6
50,8
633.500
5,2
26.600
15.100
-43%
134.800
Aanbod 2010 in m²
65,8
Opname vergeleken met jaren 2005-2009 in %
0,9
Opname 2010 in m²
6,5
Gemiddelde opname 2005-2009 in m²
Voorraad 1 januari 2011 in m²
Kantoorruimte per inwoner in m²
% overig 2010
12,9
% bank en verzekeringen 2010
% industrie, handel, transport 2010
13,9
% overheid 2010
% zakelijke dienstverlening 2010
58.000
Aantal banen 2010
4.700
Aantal bedrijven 2010
117.700
Aantal inwoners 2010
Leiden
Provincie Zuid-Holland
76
Huurprijzen
Nieuwbouw
Plancapaciteit 2010 in BVO m²
In aanbouw 2010 in BVO m²
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
Belangrijkste kantorenlocaties Kanaalpark/Lammenschans
100-135
90-135
Plesmanlaan/Science Park
125-150
125-150
Stationsgebied
100-165
100-165
j/p Achmea j ROC Leiden Centraal j Trafolocatie
Hoornwijck
115-145
115-145
j/p Limpergstraat
30.000
80-125
80-125
j/p Plaspoelpolder (diverse projecten)
50.000
Stationsgebied/ Eisenhowerplein
100-160
100-160
j/p
Blaak/Westblaak
125-180
120-180
j/p Baltimore
Brainpark I
145-170
140-165
j/p Blaak 8
15.000
Brainpark II
155-180
150-180
j/p De Rotterdam
70.000
Brainpark III
165-185
160-180
j/p Eneco
25.000
De Boompjes
140-185
135-180
j/p Nieuwbouw van Oord
14.000
Kop van Zuid
150-185
145-180
j/p Rotterdam Airport Business Park
12.000
Prins Alexander/Oosterhof
130-160
125-160
j/p Rotterdam Central District
Waalhaven
110-135
100-130
j/p Stadskantoor Rotterdam
Weena/Coolsingel
150-190
150-190
j/p Vopaktoren
Zuidplein
115-145
110-145
j/p Weenapoint
Afrikaweg
90-125
90-125
Rokkeveen
125-145
120-145
j/p Boerhaavelaan j Cadenza
Stadscentrum
110-130
100-130
j/p Plein van de Verenigde Naties
Plaspoelpolder
FGH Vastgoedbericht 2011
FACTSHEET Kantorenmarkt
30.000 12.000 12.000
45.000
300.000 25.000 11.000 40.000 145.000 5.000 18.000
Bron: opname en aanbod PropertyNL
77
FACTSHEET winkelmarkt Algemeen
Marktstructuur
Opname 2009 in m²
Opname 2010 in m²
3.000
7.600
Belangrijkste winkelstraten
Aandeel niet dagelijks in % 86%
Huurprijzen
Aanbod 2010 in m²
Aandeel dagelijks food in %
Verkoop vloeroppervlak in m² 2010
Verzorgingsindex 2010
Besteedbaar inkomen 2010/ Landelijk gem. € 26.800
Aantal inwoners 2010
14%
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
Provincie/Steden
Provincie Drenthe Assen
67.100
€ 25.700
Hoog
180.000
153%
27.800 Gedempte Singel Koopmansplein/Forum Kruisstraat Meruisplein
Emmen
109.300
€ 22.800
Hoog
283.400
15%
85%
7.000
3.700
-47%
14.400 Hoofdstraat Noorderstraat-Derkstraat Vlinderpassage
Provincie Flevoland Almere
189.900
€ 36.100 Gemiddeld
264.300
19%
81%
5.000
2.200
-56%
1.100 Bottelaarspassage
Citadel Grote Markt Korte Promenade Stadshuisplein Stationsstraat Lelystad
74.900
€ 26.400 Gemiddeld
147.700
17%
83%
4.000
1.600
-60%
3.500 Centrum, Dukaatpassage
De Wissel Neringspassage Provincie Friesland Leeuwarden
94.700
€ 23.100
Hoog
257.100
15%
85%
1.000
2.000
100%
100 Nieuwestad Ruiterskwartier Wirdumerdijk Zaailand
Provincie Gelderland Apeldoorn
156.000
€ 27.000 Gemiddeld
297.700
17%
83%
4.500
10.200
127%
15.000 Brinklaan Hoofdstraat Korenstraat
Arnhem
148.100
€ 25.000
Hoog
304.400
18%
82%
8.500
7.900
-7%
10.500 Bakkerstraat Grote Oord Jansstraat Ketelstraat Roggestraat Steenstraat Vijzelstraat
Ede
108.100
€ 26.600
Laag
164.800
21%
79%
4.000
7.600
90%
10.500 Achter de Doelen Grote Straat Maandereind
Nijmegen
163.900
€ 24.100 Gemiddeld
251.900
20%
80%
14.000
10.100
-28%
12.900 Broerstraat Burchtstraat Marikenstraat Moenenstraat
78
Nieuwbouw
j/p Citadel j Hommes, Groningerstraat
Plancapaciteit 2011 in BVO m²
50-75
In aanbouw 2010 in BVO m²
200-400
50-75
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
200-400
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
150-250
Belangrijkste winkelcentra
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
175-250 j/p De Triade j Meubelboulevard 200-450 Borgcenter
200-450
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m² 175-250
12.500 2.700
275-400
150-250 j/p j 275-400
125-275
125-275
150-275
150-275 j/p
225-350
225-350
250-350
225-325 j/p Stadshart Almere
450-750
400-700
j/p Almere Buiten (fase 2), Centrum Zuidzijde
5.000
450-750
400-700
275-500
j/p Metropole
7.500
175-275
j T’ Circus j
300-550
200-300 225-325
200-325
325-650
275-600
325-700
300-650
j
200-425
200-425
j Batavia Stad Shopping Outlet
250-450
250-450
j De Gordiaan
225-375
225-375
250-650
250-650
125-250 275-650
125-250 j/p j 275-650
180-300
180-300 j/p
175-350
175-350 j/p De Eglantier j Oranjerie 350-800
350-800
TT world, De Haar
j Winkelcentrum Nieuwe Weiert
450-900 700-1.100
600-1.000
600-1.000
100-250
7.500
4.000
j
Olympiakwartier Oost
30.000
j
Olympiakwartier Westzijde
30.000
j Herontwikkeling ABC complex, Neringpassage j Winkelcentrum De Gordiaan j
8.100
200-325
200-300
80-120
80-120
j Woonboulevard Palazzo
50-75
50-75
j Woonboulevard De Centrale
65-90
65-90
275-800 j/p Kronenburg
450-900
6.500
Mix to the Max, Evenaar
300-800
700-1.100
j/p Autorama
j
175-350 j/p Woonboulevard Het Rietveld
900-1.050
175-400
Winkelcentrum Emmerhout
175-350
900-1.050
175-400
16.500
j Musiskwartier j Presikhaaf j Woonboulevard Gelderse Poort j
150-225
150-225
250-650
250-650
55-85
55-80
325-450
325-450
2501.050
2501.050
200-350
200-350
70-100
70-95
j De Centrale Retailpark
600-1.100
250-450
250-450
250-450
250-450
150-250 650-900
150-250 j/p j Dukenburg 650-900
350-550
350-550
400-600
375-600
150-400
300-500
j De Molenpoort j Woonboulevard Novium
150-400
300-500
60-90
60-90
175-300
175-300
j
j Hof van Gelderland j
FGH Vastgoedbericht 2011
200-400
200-400
27.000
Nieuw Zaailand
3.900
Winkelcentrum Cammingaburen
9.900
j Anklaar j De Eglantier
15.800 6.000
j/p Omnisport
12.000
j Coberco kwartier (Centrum-Oost)
25.000
j OV Terminal Arnhem
4.200
j/p Presikhaaf
7.300
Rijnboog Havenkwartier
12.000
Schuytgraaf
10.400
j Bunschotenplein
2.600
Kernhem Ede
FACTSHEET winkelmarkt
5.000
j/p Bartok, Centrum
100-250 j/p j
600-1.100
17.500
10.000
j Citadel, Waalsprong (Noordkant) j Plein 1944
30.000 11.300
j
Bron: opname en aanbod PropertyNL
79
FACTSHEET winkelmarkt Algemeen
Marktstructuur
Huurprijzen
Belangrijkste winkelstraten
Aanbod 2010 in m²
Opname 2010 in m²
Aandeel niet dagelijks in % 84%
Opname 2009 in m²
Aandeel dagelijks food in %
Verkoop vloeroppervlak in m² 2010
Verzorgingsindex 2010
Besteedbaar inkomen 2010/ Landelijk gem. € 26.800
Aantal inwoners 2010
16%
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
Provincie/Steden
Provincie Groningen Groningen
189.400
€ 24.900
Hoog
436.200
10.000
21.800
118%
23.300 A-Kerkhof Carolieweg Herestraat Vismarkt Waagstraat Zwanestraat
Provincie Limburg Heerlen
89.200
€ 22.800
Zeer hoog
320.200
11%
89%
3.000
2.000
-33%
15.500 Promenade I en II Saroleastraat I Saroleastraat II
Maastricht
118.900
€ 23.700 Gemiddeld
246.400
18%
82%
5.000
5.900
18%
12.400 Grote Staat Kleine Staat Maastrichter Brugstraat Muntstraat Spilstraat Stokstraat Wolfstraat Wycker Brugstraat
Roermond
55.600
€ 24.300
Zeer hoog
226.400
11%
89%
1.500
1.200
-20%
4.200 Graaf Gerardstraat Hamstraat Steenweg Varkensmarkt
Provincie Noord-Brabant Breda
174.200
€ 27.800
Hoog
363.800
16%
84%
23.500
17.100
-27%
11.800 Eindstraat Ginnekenstraat Karrestraat Ridderstraat
Den Bosch
140.600
€ 28.100
Hoog
274.900
17%
83%
5.000
3.800
-24%
7.600 Hinthamerstraat-Zuid Hinthamerstraat-Noord Hooge Steenweg Kerkstraat Markt Pensmarkt Schapenmarkt
Eindhoven
215.900
€ 25.800
Hoog
430.400
16%
84%
15.000
34.900
133%
33.900 Demer Hermanus Boexstraat Hooghuisstraat Marktstraat Rechtestraat Vrijstraat
Tilburg
205.600
€ 24.400 Gemiddeld
337.500
17%
83%
4.500
7.300
62%
13.700 Heuvelstraat Juliana van Stolberstraat
80
Nieuwbouw
j Vinkhuizen
140-180
140-180
100-350
100-350
250-500
60-90
60-90
200-350
200-350 j/p
350-600
350-600 j/p Corio Center (begane grond)
350-600
350-600
500-700
500-700 j/p Corio Center (souterrain)
125-160
125-160
65-90
65-90
200-400
200-400
4001.000
4001.000
300-800
325-500 700-1.300
325-500 j/p Woonboulevard In de Cramer j Brusselse Poort 700-1.300
700-1.200
700-1.200
j Entre Deux
600-1.100
600-1.100
j Mosae Forum
500-800
500-800
j
450-725
450-725
j
400-700
400-700
j
450-750
450-750
j
300-500
300-500 j/p
275-350
275-350 j/p Roercenter
200-350 300-600
200-350 j/p Designer Outlet Center j 300-600
350-550
350-550 j/p
525-900
525-900
450-900
j/p Herontwikkeling Sontweg j Oostwand Grote Markt j Meerstad
Plancapaciteit 2011 in BVO m²
200-550
In aanbouw 2010 in BVO m²
200-550
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
60-85
250-700 j/p Westerhaven j Woonforum Peizerweg 250-500
250-700
600-1.400
Belangrijkste winkelcentra
600-1.400
60-85
Verwachting 2011
175-300 j/p Paddepoel
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
175-300
j Meubelboulevard Hoendiep
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m² 250-400
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m² 250-400
12.000 2.500 14.000
j/p Reitdiephaven fase 3 j
3.500
j/p Maankwartier
12.400
j SchinkelkwadrantZuid, De Plu j Woonboulevard fase 3
20.000 8.000
j/p Herontwikkeling Sphinx/ Belvédère j Maartenspoort
24.000
250-750
j/p Uitbreiding Brusselse Poort
10.000
150-250
150-250
200-450
200-450
j/p Designer Outlet Center fase 3 j
j De Barones
350-650
350-650
75-100
75-100
525-900
450-900 j/p Woonboulevard Breda j 525-900
400-700
400-700 j/p
250-400
250-400 j/p Bossche Boulevard
70-100
70-100
250-450
250-450
475-725
475-725
600-1.000
600-1.000
400-750
j Winkelcentrum Arena j
500-850
400-750 j/p j 500-850
500-950
500-950
j
400-650
400-650
j
700-1.300
700-1.300
j Heuvelgalerie
250-650
200-650
3501.000
3501.000
400-650
400-650 j/p Woensel
300-600
300-600
450-750
450-750
75-110
75-110
500-875
500-875
350-550
350-550
j/p
250-550 425-925
250-550 j/p j Emmapassage 425-925
275-375
275-375
300-600
300-600 j/p Heyhoef
175-250
175-250
j/p AaBe-Complex/ Leypark j Stappegoor
250-375
250-375
j Wagnerplein
FGH Vastgoedbericht 2011
FACTSHEET winkelmarkt
9.000 22.000
j Ziekenhuisterrein (GZG) j
425-625 j/p Piazza Center
Pieter Vreedeplein
7.200
j/p OV Terminal Breda j Stadionkwartier
425-625
j Woonboulevard Ekkersrijt j De Admirant/ Nieuwe Emmasingel
3.500
j/p Boulevard-Zuid j Stationsdistrict, Fellenoord j Winkelcentrum Meerrijk, Meerhoven j
28.000
7.000 15.000 11.000
39.000 13.000 5.500
Bron: opname en aanbod PropertyNL
81
FACTSHEET winkelmarkt
86%
9.000
6.000
-33%
Belangrijkste winkelstraten
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
14%
Huurprijzen
Aanbod 2010 in m²
Opname 2010 in m²
Verkoop vloeroppervlak in m² 2010
Verzorgingsindex 2010
Besteedbaar inkomen 2010/ Landelijk gem. € 26.800
Aantal inwoners 2010
Opname 2009 in m²
Marktstructuur Aandeel niet dagelijks in %
Algemeen
Aandeel dagelijks food in %
Provincie/Steden
Provincie Noord-Holland Alkmaar
94.000
€ 26.300
Hoog
272.400
7.500 De Laat Langestraat Payglop
Amstelveen
81.600
Amsterdam
777.400
€ 34.200
Laag
117.400
20%
80%
3.000
3.600
20%
€ 28.100 Gemiddeld
1.058.700
22%
78%
44.000
43.400
-1%
400 Zaagland
8.000 Beethovenstraat Cornelis Schuytstraat Damrak
Ferdinand Bolstraat Heiligeweg
Kalverstraat Kinkerstraat Leidsestraat Nieuwendijk P.C. Hooftstraat Rokin Van Baerlestraat Haarlem
150.500
€ 28.600 Gemiddeld
246.000
19%
81%
6.500
5.600
-14%
4.100 Anegang Barteljorisstraat Generaal Cronjéstraat Grote Houtstraat
Zaanstad
146.600
€ 30.300 Gemiddeld
279.800
18%
82%
8.000
9.100
14%
6.100 Gedempte Gracht Westzijde
Provincie Overijssel Deventer
98.800
€ 25.400 Gemiddeld
189.300
17%
83%
1.500
3.300
120%
Enschede
157.700
€ 22.100 Gemiddeld
318.400
17%
83%
7.000
10.500
50%
9.100 Korte Bisschop Lange Bisschop 27.100 Havenstraatpassage
Hofpassage Kalanderstraat Langestraat Van Heekplein Hengelo
80.800
€ 24.900 Gemiddeld
202.600
14%
86%
1.000
14.600 1360%
11.000 Brinkstraat Markt Nieuwstraat Telgen
82
Nieuwbouw
250-400
j Stadshart Amstelveen
Belangrijkste winkelcentra
Plancapaciteit 2011 in BVO m²
250-400
In aanbouw 2010 in BVO m²
500-650
100-150
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
325-700
500-650
100-150
Verwachting 2011
325-700
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
j Noorder Arcade
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m² 175-550
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m² 200-550
j De Hoef, Van Ostadelaan
10.250
j
Overstad
13.000
j
Ringers/Noorder Arcade
52.000
550-900
550-900
Winkelcentrum Binnenhof
500-700
500-700
500-750
500-750
j Amsterdamse Poort
300-550
300-550
500-900
500-950
j Arena Boulevard
200-250
175-225
850-1.000
850-1.000
j Boven ‘t Y / Buikslotermeerplein
350-700
350-600
300-550
300-550
j Groot Gelderlandplein
275-600
300-625
1.350-1.750
1.5002.000
j Kalvertoren
4001.500
4001.500
1.750-2.250
1.7502.250
j Magna Plaza
275-900
250-750
j Osdorpplein j Villa Arena
250-450
250-450
80-150
80-150
225-400
225-400
1.000-1.500
1.2001.750
650-1.500
700-1.750
j
1.000-1.300
900-1.300
j Winkelcentrum Westwijk j Middenhoven
8.000 5.000
j Banne Centrum gebied j Buikslotermeerplein fase 2 j GETZ Entertainment Center, Arena Boulevard j Oosterdokseiland (kavel 2,3) j Oostpoort, Polderweg/ Linaeusweg
10.000 23.200 21.000
7.000
12.000 17.000
j/p ROC Amsterdam
10.000
j Rokin
10.000
j/p Stadscentrum Osdorpplein
17.000
Station Amsterdam Centraal
12.800
j
Westpoort (fase II)
18.000
600-850
550-800 j/p
Zuidas, Ravel, Van Leijenberghlaan
10.000
300-700
300-700
j
225-475
225-475
j/p Herontwikkeling Brinkmanpassage
7.700
350-550
350-550
j Winkelcentrum Schalkwijk j
150-250
150-250
j
400-950
400-950
j
250-425
250-425
150-250
150-250
j Shopping Centre Zaandam j Woonboulevard Zaanplein
350-550
350-550
Marsmanplein
3.800
Raaks 60-80
60-80
60-85
60-85
9.000
j Centrumplan Inverdan j Winkelcentrum Westerwatering
10.000 5.200
Zuiderhout 500-800
500-800
225-800
225-800
250-500
j De Boreel j De Snipperling
100-175
100-200
60-75
60-75
225-450 j/p De Klanderij
400-700
400-750
350-500
350-500
175-275
350-800
50-75
50-75
300-500
300-500
j Twentec j Woonboulevard Schuttersveld j
175-250
350-800
350-800
350-850
j
300-450
300-450
200-350
200-350
j Retail Park Plein Westermaat j
300-525
300-500
j
300-500
300-500
j
FGH Vastgoedbericht 2011
20.000
j De Boreel Fase 3 j Keizerslanden
2.000
j Grolsch-terrein ‘Op de Brouwerij’, Roomweg j Lage Bothof
9.400
10.000
j Miro-complex
15.500
8.000
Stokhorst, Brakershorst 90-110
80-110
5.200
j Hart van Zuid
6.000
Lange Wemen
15.000
Plein Westermaat (fase III)
FACTSHEET winkelmarkt
21.000
Bron: opname en aanbod PropertyNL
83
FACTSHEET winkelmarkt
Aanbod 2010 in m²
17%
83%
2.500
3.900
56%
15.100 Broerenstraat
Belangrijkste winkelstraten
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
Verkoop vloeroppervlak in m² 2010
Verzorgingsindex 2010
Besteedbaar inkomen 2010/ Landelijk gem. € 26.800
Aantal inwoners 2010
Opname 2010 in m²
Huurprijzen
Opname 2009 in m²
Marktstructuur Aandeel niet dagelijks in %
Algemeen
Aandeel dagelijks food in %
Provincie/Steden
Provincie Overijssel Zwolle
120.100
€ 25.900 Gemiddeld
220.400
Diezerstraat Grote Markt Roggenstraat Spiegelstraat Vismarkt Weeshuisstraat Provincie Utrecht Amersfoort
146.300
€ 29.900
Laag
267.000
16%
84%
5.500
6.000
9%
4.300 Langestraat Utrechtsestraat Varkensmarkt
Nieuwegein
Utrecht
60.900
€ 27.900 Gemiddeld
97.700
17%
83%
500
0
309.800
€ 27.000 Gemiddeld
501.600
17%
83%
5.500
15.900
900 City Plaza
189%
19.300 Bakkerstraat Choorstraat Lange Elisabethstraat Lange Viestraat Oudegracht Oudkerkhof Radboudtraverse Steenweg Vredenburg
Provincie Zeeland Middelburg
48.100
€ 25.700
Hoog
126.800
16%
84%
1.500
700
-53%
8.600 Lange Delft Langeviele
Provincie Zuid-Holland Delft
97.300
€ 25.300 Gemiddeld
174.000
15%
85%
4.000
3.400
-15%
5.400 Brabantse Turfmarkt Jacob Gerritstraat Paradijspoort
Den Haag
493.600
€ 27.800 Gemiddeld
710.700
22%
78%
10.000
16.100
61%
17.800 Grote Marktstraat Hoogstraat Korte Poten Lange Poten Noordeinde Passage Spuistraat Venestraat Vlamingstraat Wagenstraat
Dordrecht
118.800
€ 26.200 Gemiddeld
178.400
20%
80%
1.000
3.100
210%
4.000 Bagijnhof Sarisgang Voorstraat
84
Nieuwbouw
Plancapaciteit 2011 in BVO m²
50-75
In aanbouw 2010 in BVO m²
175-225
50-75
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
175-225
Verwachting 2011
300-500
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
250-475
j Stadshagen j Woonboulevard Zwolle
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
250-475
Belangrijkste winkelcentra
250-450 400-1.050
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m² 250-450 400-1.050
j Ikea Zwolle
32.000
j/p Spoolderwerk
20.000
j
Willemspoort
10.000
300-500
j
Woonboulevard Zwolle
25.000
225-350
225-350
j
160-300
160-300
j
350-550
350-550
j
225-700
225-700
575-700
550-700
j Emiclaerhof j St. Jorisplein
200-700
200-650
j
Winkelcentrum Leusderweg
300-600
300-600
j
Muntplein, De Batau
150-250
150-250
300-550
300-550
j Eemcenter j Winkelcentrum Vathorst fase II
12.600 9.000 3.000
Stadskwartier fase I
13.000 18.000
Stadskwartier fase II Passage 750-1.000
750-1.000
j Hoog Catharijne
700-1.000
700-1.000
1.000-1.650
1.0001.600
700-1.000
600-900
750-1.300
750-1.300
j
Neude Postkantoor
550-750
500-700
j
Winkelcentrum Kanaleneiland
800-1.300
800-1.300
j
800-1.250
800-1.350
j
850-1.000
800-950
j
350-600
350-600
200-325
200-325
j Woonboulevard Mortiere j
225-475
225-475
j Zuidpoort
400-550
400-550 j/p j 300-600
300-600
3001.250
3001.250
j Kanaleneiland
225-350
150-300
j Overvecht
325-550
250-550
80-130
80-130
j Woonboulevard Utrecht
j Haaglanden Megastores j Leyweg
75-105
75-100
250-550
250-550
90-160
80-160
250-550
250-450
14.500
j Hoog Catharijne
35.000
j Leidsche Rijn Centrum j Leidsche Rijn Terwijde j Overvecht, Einsteindreef
35.000 12.600 11.000 8.000 12.000
j Mortiere
5.000
j Albert Heijnlocatie, Martinus Nijhofflaan
6.000
500-1.000
500-1.000
600-900
600-900
250-350
250-350 j/p
New Babylon
300-400
300-400 j/p
Nieuwe Haagse Passage
200-500
200-550
Spuimarkt
14.000
400-550
400-550 j/p
Wijnhavenkwartier fase 2
28.900
j
1.000-1.400
1.0001.450
j
900-1.200
900-1.250
j
600-900 600-1.000
j/p Hagaterrein
6.100
j/p Kijkduin
17.000 17.000 9.000
600-900 j/p j 750-1.000
250-400
240-400 j/p Drie Vriendenhof
225-550
225-550
300-575
275-575 j/p Statenplein
250-550
250-550
175-375
165-375 j/p Sterrenburg
200-300
200-300
FGH Vastgoedbericht 2011
FACTSHEET winkelmarkt
j Gezondheidspark j Oostpoort, Voorm. EZH-terrein j Paradium
6.000 10.500 6.000
Bron: opname en aanbod PropertyNL
85
FACTSHEET winkelmarkt
75%
3.500
3.900
11%
Belangrijkste winkelstraten
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
25%
Huurprijzen
Aanbod 2010 in m²
Opname 2010 in m²
Verkoop vloeroppervlak in m² 2010
Verzorgingsindex 2010
Besteedbaar inkomen 2010/ Landelijk gem. € 26.800
Aantal inwoners 2010
Opname 2009 in m²
Marktstructuur Aandeel niet dagelijks in %
Algemeen
Aandeel dagelijks food in %
Provincie/Steden
Provincie Zuid-Holland Leiden
117.700
€ 27.500
Laag
166.700
2.500 Breestraat Donkersteeg Haarlemmerstraat Maarmansteeg
Rotterdam
607.300
€ 24.800 Gemiddeld
934.900
21%
79%
40.000
38.800
-3%
37.900 Beurstraverse Beijerlandselaan Groene Hilledijk Hoogstraat Korte Lijnbaan Lijnbaan Noordmolenstraat Stadhuisplein Zwart Janstraat
Zoetermeer
121.700
€ 28.900
Laag
164.500
20%
80%
6.000
3.000
-50%
1.000 Dorpstraat Promenade Stadshart/Spazio
86
Nieuwbouw
120-150
110-150
145-250
140-225
275-750
275-750
j Alexandrium I (Oosterhof) j Alexandrium II (Megastores) j Alexandrium III (Woonmall) j Binnenhof
350-750
350-775
175-250
150-225
180-275
125-250
150-250
150-250
500-1.000
275-900
j Keizerswaard
350-475
350-475
700-1.500
750-1.750
j Zuidplein (hoog)
475-750
195-275
195-275
j Zuidplein (zuiderterras)
250-850
250-800
j
195-300
195-285
j
180-250
j/p Kooiplein
Plancapaciteit 2011 in BVO m²
350-550 900-1.600
In aanbouw 2010 in BVO m²
j
350-550 850-1.500
150-250
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
j
150-250
Verwachting 2011
300-800
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
500-700
300-800
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
500-700
j Winkelcentrum Luifelbaan j
Belangrijkste winkelcentra
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m² 180-350
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m² 180-350
5.300
Aalmarkt
8.000
Winkelcentrum Stevensbloem
6.400
j Centrumplan IJselmonde, fase 2 j Coolsingel (voorm. postkantoor) j Forum Rotterdam
9.000 17.000 35.000
j Markthal j OV-Terminal Rotterdam
14.700
475-725
j/p Vierhavenstrip/ Parkboulevard
25.000
200-300
200-285
j/p Watermanweg, Aquarius
18.000
180-250 j/p Meerzicht
150-210
150-210
16.000
375-700
400-700
160-210
160-210
j/p Cadenza, Stadshart-Oost j Oosterheem
325-600
325-600
80-110
80-110
j Rokkeveen j Woonhart
FGH Vastgoedbericht 2011
FACTSHEET winkelmarkt
7.000
12.000
j/p
Bron: opname en aanbod PropertyNL
87
FACTSHEET bedrijfsruimtemarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur Voorraad bedrijven terreinen 2010 in netto ha
2.000
4.400
120%
26.000
109.300
6.800
49.200
12,3
21,1
4,1
1,2
61,3
869
122
2.000
1.900
-5%
31.400
54.800
3.600
27.800
9,1
21,6
3,8
4,5
61,0
493
116
6.000
8.900
48%
45.000
Almere
189.900
13.300
80.200
27,2
10,5
5,9
2,1
54,3
977
394
23.000
31.600
37% 216.000
Lelystad
74.900
5.700
35.600
21,2
13,1
8,7
1,1
55,9
892
482
7.000
12.300
76%
Leeuwarden
94.700
5.800
65.700
15,4
9,0
11,6
10,4
53,6
410
37
1.000
0
30.900
Drachten
55.400
3.400
29.900
12,3
22,4
1,8
1,5
62,0
428
107
1.000
0
23.200
Apeldoorn
156.000
10.100
96.500
16,0
12,0
14,9
6,0
51,1
668
87
7.000
35.900
413%
55.500
Arnhem
148.100
10.400
100.600
22,6
8,6
11,3
3,8
53,7
224
27
15.000
5.600
-63%
37.100
Ede
108.100
7.600
55.000
14,4
14,7
4,6
4,3
62,0
317
95
31.000
32.000
3%
96.100
Nijmegen
163.900
10.100
99.200
13,7
14,2
5,1
1,3
65,7
527
40
9.000
10.400
189.400
12.800
133.000
23,1
7,8
8,9
1,5
58,7
710
58
14.000
10.300
-26%
73.000
89.200
5.000
56.800
13,0
16,3
9,8
7,0
53,9
412
76
15.000
32.500
117%
34.900 26.800
Opname 2010 in m²
Aanbod 2010 in m²
43
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
284
Opname 2009 in m²
63,5
Totaal uitgeefbaar 2010 in netto ha
3,7
% overig 2010
10,3
% bank en verzekeringen 2010
% industrie, handel, transport 2010 10,1
% overheid 2010
% zakelijke dienstverlening 2010 12,4
Aantal banen 2010 35.800
Aantal bedrijven 2010 3.600
Aantal inwoners 2010 67.100
Provincie Drenthe Assen
Emmen Hoogeveen Provincie Flevoland
26.500
Provincie Friesland
Provincie Gelderland
16% 100.200
Provincie Groningen Groningen
Provincie limburg Heerlen Maastricht
118.900
7.700
73.400
20,0
13,3
6,4
1,5
58,8
401
52
3.000
21.300
610%
Sittard-Geleen
95.000
5.800
51.800
14,1
28,8
3,1
2,6
51,4
1.036
225
24.000
10.100
-58% 121.700
Venlo
99.900
6.500
60.200
7,8
28,9
5,2
1,1
57,0
1.011
192
6.000
69.600
1060% 175.100
88
Huurprijzen
Nieuwbouw
25-40
Stadsbedrijvenpark
25-35
25-35
Bargermeer
25-40
25-40
j Messchenveld
Nog uitgeefbare bedrijventerreinen 2010 in netto ha
35-45
25-40
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
35-45
Scheepersmaat
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
Belangrijkste bedrijventerreinen
Peelerpark
19 ha
j/p Peelerpark j Stadsbedrijvenpark
8 ha 28 ha
9 ha
Business Park Eigenhaard
25-40
25-40
Bedrijventerrein De Wieken
20-40
20-40
j/p Bargermeer j Bedrijvenpark A37 j Buitenvaart I
Buitenvaart
20-40
20-40
j/p Buitenvaart II
83 ha
De Steiger
40-55
40-55
j/p De Vaart IV
64 ha
De Vaart
40-55
40-55
10 ha
Gooise Kant
50-70
50-70
Hollandse Kant
50-65
50-65
j/p Hoge Kant j Lage Kant j Sallandsekant
Veluwse Kant
50-70
50-70
j Stichtse Kant j
120 ha
Stichtse Kant
50-70
50-70
Larserpoort
25-50
25-50
j/p Flevopoort
Noordersluis
25-45
25-45
j/p Larserpoort
Oostervaart
25-45
25-45
j/p Lelystad Airport
39 ha 12 ha
13 ha 8 ha
63 ha 9 ha 18 ha
Noordersluis Hemrik
35-55
35-55
Leeuwarden-West
30-50
30-50
15 ha
j Business Park Leeuwarden j/p Newtonpark IV Fase I j
8 ha 14 ha
Newtonpark
35-55
35-55
Bedrijvenpark Azeven-Noord
35-55
35-55
De Haven
25-50
25-50
Apeldoorn-Noord
40-60
40-60
Apeldoorn-Zuid
30-50
30-50
Laan van Malkenschoten
35-55
35-55
Stadshoudersmolen
25-45
25-40
IJsseloord II
45-60
45-60
Kleefse Waard
30-50
30-50
Westervoortsedijk
30-50
30-50
Frankeneng
35-50
35-50
Heestereng
35-50
35-50
Kievitsmeent
35-55
35-60
j
Bijsterhuizen
40-60
40-60
West Kanaaldijk
30-45
30-45
j A-73 Zone j Bijsterhuizen
Winkelsteeg
25-40
25-40
j/p
Driebond
40-55
40-55
45-60
45-60
j/p Eemspoort j Westpoort (fase I)
41 ha
Eemspoort Euvelgunne
30-45
30-45
j/p Zernike Science Park
14 ha
Winschoterdiep/Eemskanaal
30-45
30-45
j/p
De Beitel
35-50
35-50
j/p Avantis
De Koumen
35-50
35-50
j/p Trilandis
27 ha
Beatrixhaven
35-55
35-55
j/p Maastricht/Eijsden
37 ha
Bedrijvenstad Fortuna
35-45
35-45
j/p Bedrijvenstad Fortuna
Holtum-Noord
35-55
35-50
j/p Chemelot
137 ha
j/p Industrial Park Swentibold j Trade Port Noord j Venlo Greenpark
103 ha
Industriepark-Noord
30-45
30-45
Veegtes
30-40
30-40
Venlo Trade Port
40-55
40-55
Venlo Trade Port West
45-60
40-60
FGH Vastgoedbericht 2011
j Bedrijvenpark Azeven-Noord j/p De Haven-Noorderhogeweg j Apeldoorn-Noord (Fase II)
33 ha 12 ha 40 ha
j/p Apeldoorn Zuid j Ecofactorij j
100 ha
j IJsseloord II j Kleefse Waard
15 ha
23 ha
9 ha
j/p Westervoortsedijk j Bedrijvenpark De Vallei j A12 Ede-Veenendaal
j ZON Fresh Park
FACTSHEET bedrijfsruimtemarkt
7 ha 8 ha 65 ha 63 ha 34 ha
27 ha
23 ha
24 ha 17 ha 28 ha 38 ha
Bron: opname en aanbod PropertyNL
89
FACTSHEET bedrijfsruimtemarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur Voorraad bedrijven terreinen 2010 in netto ha
52.000
22.900
-56% 207.700
Den Bosch
140.600
10.600
99.400
20,3
9,6
7,2
4,6
58,3
548
25
13.000
36.000
177% 135.100
Eindhoven
215.900
15.900
150.800
28,0
15,2
3,6
4,3
48,9
818
123
52.000
60.300
16% 179.300
Helmond
88.600
6.100
42.900
12,9
24,1
2,8
1,6
58,6
539
36
14.000
18.500
32%
70.400
Moerdijk
36.500
3.000
20.900
10,4
33,0
1,7
1,0
53,9
1.372
10
16.000
36.500
128%
93.500
Oss
77.400
4.800
39.900
10,1
32,4
2,4
1,3
53,8
515
80
22.000
18.900
-14%
35.500
Roosendaal
77.600
4.900
41.200
12,7
26,3
5,0
1,5
54,5
388
58
16.000
22.700
42% 176.400
205.600
12.000
109.900
13,1
19,2
4,0
6,8
56,9
902
30
120.000
98.200
-18% 329.200
46.100
3.500
25.400
12,1
25,1
2,1
1,9
58,8
403
31
26.000
87.100
235%
54.100
94.000
7.300
50.700
15,7
8,8
10,0
6,4
59,1
348
100
23.000
23.600
3%
56.600
Amsterdam
777.400
75.700
507.600
28,7
6,6
5,9
9,3
49,5
2.100
461
100.000
194.900
95% 457.000
Haarlemmermeer
143.300
8.000
124.900
17,2
40,9
4,0
2,2
35,7
1.369
653
59.000
108.900
85% 244.000
Zaanstad
146.600
10.100
60.600
18,7
20,1
4,4
2,1
54,7
551
37
18.000
21.800
21% 131.200
72.600
4.100
40.000
10,3
23,0
6,5
1,3
58,9
338
95
23.000
14.600
Aanbod 2010 in m²
25
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
710
Opname 2010 in m²
58,9
Opname 2009 in m²
2,3
Totaal uitgeefbaar 2010 in netto ha
8,8
% overig 2010
11,7
% bank en verzekeringen 2010
% industrie, handel, transport 2010
18,3
% overheid 2010
% zakelijke dienstverlening 2010
100.600
Aantal banen 2010
12.200
Aantal bedrijven 2010
174.200
Aantal inwoners 2010
Breda
Provincie Noord-Brabant
Tilburg
Waalwijk Provincie Noord-Holland Alkmaar
Provincie Overijssel Almelo
90
-37%
53.900
Huurprijzen
Nieuwbouw
35-50
45-55
40-55
j/p Hoogeind III j
Hazeldonck
40-55
40-55
Hoogeind
45-60
45-55
De Brand
45-60
45-55
De Herven
40-55
40-55
j De Brand j Treurenburg
De Rietvelden
40-55
40-55
j
Nog uitgeefbare bedrijventerreinen 2010 in netto ha
35-50
Haagse Beemden
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
Belangrijkste bedrijventerreinen
De Krogten
15 ha
j/p j 8 ha 9 ha
Maaspoort
40-55
35-50
De Hurk
45-60
40-55
j/p GDC Eindhoven Acht
54 ha
Eindhoven/Acht
40-55
40-55
58 ha
Ekkersrijt
45-60
40-55
j/p Park Forum West j
Esp
50-60
45-55
Flight Forum/Eindhoven Airport
45-65
45-60
j
j/p j
Kapelbeemd
45-55
35-50
j
BZOB-terrein
40-55
35-50
j BZOB-terrein
Hoogeind
35-50
30-50
j/p
Moerdijk
45-60
40-60
j/p Logistiek Moerdijk
130 ha
Danenhoef
35-45
30-45
35-50
30-45
j/p De Geer zuid/oost j Vorstengrafdonk
13 ha
Elzenburg Landweer
35-45
30-45
Vorstengrafdonk
40-55
40-55
Borchwerf
35-50
35-50
Majoppeveld
30-45
30-45
Katsbogten
40-50
Kraaiven Loven Tradepark 58
31 ha
52 ha
j/p j j Borchwerf II
23 ha
35-50
j/p Uitbreiding Majoppeveld j Loven-Noord
10 ha
35-50
35-50
j/p Tradepark 58 (Noord en Zuid)
13 ha
30-45
30-45
52 ha
50-60
50-60
j/p Vossenberg West II j
Vossenberg
40-50
35-50
j
Haven
40-50
40-55
j Haven Zeven
Zanddonk
35-45
30-45
Beverkoog
35-55
35-55
Boekelermeer
40-60
40-60
Amstel Business Park
50-65
50-65
Noord, Noordelijke IJ-oevers
45-65
45-65
West, Schinkel
45-70
40-70
Sloterdijk I & II
50-65
50-65
Westpoort/Havengebied
40-65
Zuidoost/Amstel III
55-75
De President
34 ha
31 ha
j/p j Boekelermeer-Zuid (fase I & II) j
110 ha
j Afrikahaven j Airport Business Park Amsterdam Osdorp j Amerikahaven
104 ha
130 ha
40-65
j Atlaspark j Sloterdijk
55-75
j
55-75
55-75
De Hoek
45-65
45-65
Hoofddorp j A4-zone West j De President
Graan voor Visch
50-70
50-70
j
Noord
40-55
40-55
j/p
Schiphol-Oost
45-85
45-85
Schiphol-Rijk
50-80
50-80
Schiphol-Zuid
55-85
55-85
Achtersluispolder
35-55
35-55
Hoogtij/Westzanerpolder
35-55
35-55
j
Bedrijvenpark Twente
25-45
25-45
Dollegoor/Turfkade
25-40
25-40
j Bedrijvenpark Twente-Noord j Rijksweg 36 N04
Twentepoort
35-45
35-45
j XL Businesspark
Hoofddorp
Schiphol
FGH Vastgoedbericht 2011
71 ha 29 ha
149 ha 60 ha
Schiphol j Anthony Fokker Business Park j/p Schiphol Zuidoost j Schiphol Logistic Park j
FACTSHEET bedrijfsruimtemarkt
20 ha
25 ha 35 ha 45 ha
20 ha 25 ha 120 ha
Bron: opname en aanbod PropertyNL
91
FACTSHEET bedrijfsruimtemarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur Voorraad bedrijven terreinen 2010 in netto ha
6.000
19.700
228%
Enschede
157.700
8.400
77.800
14,8
16,6
6,1
2,2
60,3
674
38
48.000
17.400
-64% 175.600
Hengelo
80.800
4.700
45.800
15,7
22,7
6,1
1,3
54,2
534
71
12.000
14.600
22%
79.300
120.100
6.300
85.500
16,9
13,5
9,7
3,2
56,7
586
185
22.000
33.500
52%
85.400
Amersfoort
146.300
10.300
82.400
24,5
9,3
4,6
5,4
56,2
291
37
19.000
24.600
29% 117.000
Nieuwegein
60.900
4.100
45.600
27,1
10,7
2,3
2,7
57,2
268
73
17.000
8.800
309.800
22.900
220.600
25,1
7,9
6,6
7,7
52,7
411
31
53.000
87.000
49.700
3.800
28.400
19,0
14,2
2,4
1,1
63,3
189
7
3.000
4.100
37%
24.900
Goes
36.600
2.900
24.400
13,9
10,6
5,3
3,6
66,6
166
25
1.000
9.400
840%
24.600
Middelburg
48.100
3.000
25.000
9,0
15,6
13,1
1,1
61,2
188
19
1.000
500
-50%
18.100
Capelle aan den IJssel
65.900
2.700
38.100
31,6
7,2
2,4
5,9
52,9
127
7
6.000
14.400
140%
18.700
Delft
97.300
5.400
52.900
22,6
10,7
4,5
1,3
60,9
252
57
14.000
2.300
-84%
26.500
Den Haag
493.600
34.300
265.900
21,1
6,1
19,3
3,5
50,0
365
35
28.000
18.100
-35%
75.400
Dordrecht
118.800
4.800
54.700
13,3
19,4
7,3
1,1
58,9
517
50
11.000
14.400
31%
54.100
Leiden
117.700
4.700
58.000
13,9
12,9
6,5
0,9
65,8
131
30
3.000
2.600
-13%
13.600
Rotterdam
607.300
24.700
322.400
18,7
18,5
5,3
4,8
52,7
6.791 1.575
136.000
202.700
99.700
9.000
58.500
15,6
13,3
1,8
2,2
67,1
453
23
6.000
27.800
363%
45.100
121.700
5.800
49.900
24,2
10,7
10,7
3,6
50,8
209
32
15.000
25.400
69%
69.800
Aanbod 2010 in m²
67
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
384
Opname 2010 in m²
55,7
Opname 2009 in m²
1,5
Totaal uitgeefbaar 2010 in netto ha
3,7
% overig 2010
18,5
% bank en verzekeringen 2010
% industrie, handel, transport 2010
20,6
% overheid 2010
% zakelijke dienstverlening 2010
46.800
Aantal banen 2010
5.400
Aantal bedrijven 2010
98.800
Aantal inwoners 2010
Deventer
Provincie Overijssel
Zwolle
89.000
Provincie Utrecht
Utrecht
Woerden
-48%
70.700
64% 193.700
Provincie Zeeland
Provincie Zuid-Holland
Westland Zoetermeer
92
49% 315.700
Huurprijzen
Nieuwbouw Nog uitgeefbare bedrijventerreinen 2010 in netto ha
Belangrijkste nieuwbouwlocaties/ plannen
Verwachting 2011
Bandbreedte huurprijzen 2010 in €/m²
Bandbreedte huurprijzen 2009 in €/m²
Belangrijkste bedrijventerreinen
Bergweide
25-50
25-50
j
Kloosterlanden
20-50
20-50
j
Business & Science Park
35-50
35-50
35-45
35-45
j Euregio Bedrijvenpark j Josink Es
10 ha
De Haven De Marssteden
40-50
40-50
6 ha
Euregio Bedrijvenpark I
25-40
25-40
j Zuiderval-Kotmanpark j
Twentekanaal Zuid
30-50
30-50
Westermaat
35-55
35-55
7 ha
j Buren-De Veldkamp j ’t Oosterveld
29 ha 17 ha
Twentekanaal Zuid De Marslanden
30-55
30-55
Hessenpoort
45-55
45-60
j Hessenpoort I j Hessenpoort II
Voorst
30-55
30-55
j
Calveen
50-60
45-60
De Hoef
45-60
40-55
j De Wieken/Vinkenhof j Vathorst
De Isselt
30-45
25-45
Vathorst
50-65
50-65
De Wiers
30-50
30-50
Laagraven/Liesbosch
45-65
45-65
7 ha 40 ha 80 ha
28 ha 20 ha
j/p j j/p Het Klooster j
73 ha
Plettenburg
45-55
45-55
j
Cartesiusweg
35-55
30-55
j
11 ha
De Wetering
55-70
55-70
j Haarrijn (De Meern)
12 ha
Lage Weide
35-55
30-55
Oudenrijn (De Meern)
40-60
35-60
j/p Nieuwerijn (Papendorp) j Strijkviertel
6 ha 30 ha
Overvecht
35-55
35-55
Barwoutswaarder
30-60
30-60
Middelland/Polanen
35-60
35-60
De Poel
35-60
35-55
Arnestein
25-40
25-40
Mortiere
35-55
35-55
Hoofdweggebied
40-65
40-60
Schieoevers Noord
30-50
30-50
j Fascinatio j Technopolis Innovation Park
Schieoevers Zuid
30-50
30-50
j
Technopolis Innovation Park
60-75
55-75
Bedrijvenpark Ypenburg
60-75
45-70
j/p Ypenburg, de Bras
6 ha
De Binckhorst
35-70
35-70
j/p Ypenburg, overig
12 ha
Forepark
50-75
45-75
Kerketuinen/Zichtenburg/Dekkershoek
40-70
40-70
j/p j
j/p j Breeveld j Polanen
4 ha 4 ha
j/p De Poel fase II j Mortiere j
21 ha 14 ha
5 ha 57 ha
j
Nieuw Laakhaven
40-60
40-60
Amstelwijck
60-65
55-60
j/p Amstelwijck
Dordtse Kil I + II
40-60
40-60
j/p Dordtse Kil III
25 ha 29 ha
Dordtse Kil III
55-65
50-60
Roomburg
50-65
50-65
j 9 ha
Rooseveltlaan/Cronestein
35-55
35-55
j/p Krabbepolder j Oostvlietpolder j
5 ha
Bedrijvenpark Noordwest
50-70
50-65
j/p Hoog Zestienhoven
Charlois/Groene Kruisweg
50-70
50-65
j/p Maasvlakte II
Distripark Eemhaven
55-65
40-60
Gadering (Hoogvliet)
45-60
45-60
Spaanse Polder
35-65
35-60
j/p Nesselande j Rotterdam Airport (RTM Airpark) j Zeehaventerreinen Rotterdam
6 ha 1.000 ha
Zuidelijk Havengebied
40-65
35-60
j
Honderdland
65-85
60-85
Wateringse Veld/Zwethove
50-70
40-70
j ABC Westland j Trade Park Westland Mars
Lansinghage/Rokkeveen-Oost
40-70
40-70
Zoeterhage
30-65
30-35
FGH Vastgoedbericht 2011
j Dwarstocht j Oosterhage
FACTSHEET bedrijfsruimtemarkt
11 ha 20 ha 544 ha 4 ha 17 ha 10 ha 11 ha
Bron: opname en aanbod PropertyNL
93
FACTSHEET woningmarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur
Woningvoorraad/ bevolking/huishoudens
%
Ouderdom woningvoorraad
% / Landelijk gem. 71% Egw/29% Mgw
Eengezins/meergezins
% / Landelijk gem. 31% Sociaal/11% Particulier
Huur Sociaal/particulier
% / Landelijk gem. 58% koop/42% huur
Koop/huur
Aantal woningen 2010 29.700
Woningbezetting 2010 / Landelijk gem. 2,3
Aantal inwoners 2010 67.100
Prognoses
Provincie Drenthe Assen
2,3
Koop Huur
Emmen
109.300
47.000
2,3
Koop Huur
61% 39%
64% 36%
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
30% 9%
29% 7%
Egw Mgw
Egw Mgw
80% 20%
86% 14%
< 1944
8% Woningvoorraad
1945-1970
27% Huishoudens
1971-1990
37% Inwoners
1991 >
29%
< 1944
13% Woningvoorraad
1945-1970
31% Huishoudens
1971-1990
37% Inwoners
1991 >
19%
Provincie Flevoland Almere
189.900
73.400
2,6
Koop
64%
Sociaal
28%
Egw
78%
< 1944 1945-1970
Huur
36%
Particulier
8%
Mgw
22%
1971-1990
0% Woningvoorraad 0% Huishoudens 43% Inwoners
1991 >
57%
< 1944
30% Woningvoorraad
Provincie Friesland Leeuwarden
94.700
46.600
2,0
Koop Huur
56% 44%
Sociaal Particulier
32% 12%
Egw Mgw
64% 36%
1945-1970
29% Huishoudens
1971-1990
29% Inwoners
1991 >
12%
< 1944
19% Woningvoorraad
Provincie Gelderland Apeldoorn
156.000
66.200
2,4
Koop Huur
Arnhem
148.100
67.800
2,2
Koop Huur
Ede
108.100
42.000
2,6
Koop Huur
60% 40%
45% 55%
70% 30%
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
30% 10%
38% 17%
22% 8%
Egw Mgw
Egw Mgw
Egw Mgw
75% 25%
57% 43%
78% 22%
1945-1970
29% Huishoudens
1971-1990
37% Inwoners
1991 >
16%
< 1944
26% Woningvoorraad
1945-1970
31% Huishoudens
1971-1990
31% Inwoners
1991 >
13%
< 1944
13% Woningvoorraad
1945-1970
32% Huishoudens
1971-1990
35% Inwoners
1991 >
94
20%
Prijzen
12% Totaal
561
0%
€ 178.958
€ 1.549
145
33.700
14% Tussenwoning
175
-5%
€ 147.511
€ 1.410
100
67.100
71.200
74.800
11% Hoekwoning
91
-5%
€ 162.111
€ 1.461
97
121
16%
€ 233.278
€ 1.668
125
Toename/afname 2010-2020 %
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
68
8%
€ 295.100
€ 1.989
222
106
-6%
€ 108.826
€ 1.441
234
47.000
48.500
49.900
6% Totaal
674
-5%
€ 166.584
€ 1.406
141
47.700
49.300
50.500
6% Tussenwoning
173
-13%
€ 126.611
€ 1.189
78
109.300
110.600
111.400
2% Hoekwoning
138
6%
€ 142.025
€ 1.295
88
Twee onder één kap
150
-16%
€ 178.425
€ 1.449
156
Vrijstaand
141
0%
€ 242.444
€ 1.709
232
72
11%
€ 136.472
€ 1.470
184
Appartement 73.400
85.800
95.900
31% Totaal
1.080
-8%
€ 190.015
€ 1.643
101
76.200
85.400
94.800
24% Tussenwoning
543
-16%
€ 173.778
€ 1.514
71
189.900
204.300
222.900
17% Hoekwoning
190
-22%
€ 188.800
€ 1.547
116
87
-9%
€ 275.556
€ 1.818
196
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
48
2%
€ 414.550
€ 2.445
315
212
44%
€ 146.750
€ 1.807
74
46.600
47.800
50.000
7% Totaal
653
-8%
€ 155.379
€ 1.446
127
47.900
49.200
51.200
7% Tussenwoning
304
1%
€ 132.325
€ 1.325
112
94.700
94.700
97.800
3% Hoekwoning
154
-9%
€ 153.275
€ 1.402
110
77
13%
€ 207.889
€ 1.625
134
Twee onder één kap Vrijstaand
38
-14%
€ 334.250
€ 2.028
245
Appartement
80
-39%
€ 111.529
€ 1.554
150
Bandbreedte huurprijzen p/m² per maand in €
Prijs per m² GBO in € mediaan 2010
Looptijd mediaan 2010
Transactieprijzen koopwoningen in € mediaan 2010
33.300
31.600
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
2020
Aantal verkochte woningen 2010
2015 31.300
29.600
Koopwoningen
2010 29.700
€5-8
€5-7
€6-9
€5-8
66.200
68.400
70.400
6% Totaal
956
5%
€ 238.453
€ 1.971
167
66.800
68.300
69.400
4% Tussenwoning
269
4%
€ 199.222
€ 1.674
134
156.000
155.100
154.800
131
-3%
€ 214.694
€ 1.745
138
149
6%
€ 277.944
€ 2.205
159
Vrijstaand
193
23%
€ 376.333
€ 2.489
200
Appartement
214
-2%
€ 150.462
€ 1.860
201 108 € 6 - 10
-1% Hoekwoning Twee onder één kap
67.800
71.400
74.800
10% Totaal
1.229
-2%
€ 181.536
€ 1.795
73.800
77.500
80.900
10% Tussenwoning
369
5%
€ 173.000
€ 1.570
95
148.100
152.200
158.300
7% Hoekwoning
151
-21%
€ 190.111
€ 1.686
100
82
-2%
€ 307.900
€ 2.054
161
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
29
0%
€ 503.056
€ 2.465
169
598
1%
€ 151.718
€ 1.896
107
42.000
44.800
47.400
13% Totaal
653
0%
€ 254.063
€ 2.185
148
44.300
47.000
49.500
12% Tussenwoning
162
-11%
€ 219.850
€ 1.852
106
108.100
113.700
118.700
10% Hoekwoning
93
35%
€ 238.972
€ 1.914
140
102
-1%
€ 310.850
€ 2.425
154
Vrijstaand
107
-1%
€ 436.833
€ 2.822
201
Appartement
189
0%
€ 156.694
€ 2.117
153
Twee onder één kap
FGH Vastgoedbericht 2011
FACTSHEET woningmarkt
€5-9
€5-8
Bron: Woningprijzen NVM
95
FACTSHEET woningmarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur
Prognoses
%
23% Woningvoorraad
Woningvoorraad/ bevolking/huishoudens
Ouderdom woningvoorraad
% / Landelijk gem. 71% Egw/29% Mgw
Eengezins/meergezins
% / Landelijk gem. 31% Sociaal/11% Particulier
Huur Sociaal/particulier
% / Landelijk gem. 58% koop/42% huur
Koop/huur
Woningbezetting 2010 / Landelijk gem. 2,3
Aantal woningen 2010
Aantal inwoners 2010
< 1944
Provincie Gelderland Nijmegen
163.900
70.800
2,3
Koop Huur
44% 56%
Sociaal Particulier
42% 14%
Egw Mgw
62% 38%
1945-1970
34% Huishoudens
1971-1990
29% Inwoners
1991 >
14%
< 1944
30% Woningvoorraad
Provincie Groningen Groningen
189.400
84.700
2,2
Koop Huur
43% 57%
Sociaal Particulier
41% 16%
Egw Mgw
44% 56%
1945-1970
28% Huishoudens
1971-1990
28% Inwoners
1991 >
14%
< 1944
21% Woningvoorraad
Provincie Limburg Maastricht
118.900
56.700
2,1
Koop Huur
Sittard-Geleen
95.000
44.700
2,1
Koop Huur
45% 55%
59% 41%
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
32% 23%
30% 11%
Egw Mgw
Egw Mgw
63% 37%
78% 22%
1945-1970
36% Huishoudens
1971-1990
30% Inwoners
1991 >
13%
< 1944
15% Woningvoorraad
1945-1970
41% Huishoudens
1971-1990
30% Inwoners
1991 >
14%
< 1944
18% Woningvoorraad
Provincie Noord-Brabant Breda
174.200
76.800
2,3
Koop Huur
Den Bosch
140.600
61.900
2,3
Koop Huur
Eindhoven
215.900
96.300
2,2
Koop Huur
58% 42%
51% 49%
53% 47%
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
29% 13%
36% 13%
42% 5%
Egw Mgw
Egw Mgw
Egw Mgw
67% 33%
65% 35%
69% 31%
1945-1970
32% Huishoudens
1971-1990
31% Inwoners
1991 >
19%
< 1944
12% Woningvoorraad
1945-1970
33% Huishoudens
1971-1990
35% Inwoners
1991 >
20%
< 1944
17% Woningvoorraad
1945-1970
36% Huishoudens
1971-1990
30% Inwoners
1991 >
96
18%
Prijzen Bandbreedte huurprijzen p/m² per maand in €
Prijs per m² GBO in € mediaan 2010
Looptijd mediaan 2010
Transactieprijzen koopwoningen in € mediaan 2010
78.800
1.146
-2%
€ 209.264
€ 2.018
109 € 5 - 10
91.600
95.500
9% Tussenwoning
362
11%
€ 192.375
€ 1.761
105
163.900
169.100
175.800
7% Hoekwoning
166
-11%
€ 219.450
€ 1.873
87
100
-4%
€ 325.585
€ 2.322
142
36
33%
€ 495.200
€ 2.715
214
482
-7%
€ 172.951
€ 2.149
105
Toename/afname 2010-2020 % 11% Totaal
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4% Totaal
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
2020
Aantal verkochte woningen 2010
2015 74.900
87.300
Koopwoningen
2010 70.800
84.700
86.300
88.400
1.860
0%
€ 169.057
€ 1.732
71 € 5 - 10
108.500
110.800
113.200
4% Tussenwoning
460
-9%
€ 177.025
€ 1.653
55
189.400
187.900
191.800
1% Hoekwoning
194
0%
€ 177.000
€ 1.643
57
120
2%
€ 275.800
€ 1.932
83
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1% Totaal
70
4%
€ 328.950
€ 2.275
148
1.016
3%
€ 140.308
€ 1.725
75
56.700
57.700
57.200
359
7%
€ 222.862
€ 1.901
60.600
60.200
59.800
-1% Tussenwoning
110
31%
€ 228.650
€ 1.826
88
118.900
113.400
111.200
-7% Hoekwoning
38
-14%
€ 226.380
€ 1.835
81
51
-30%
€ 273.889
€ 1.930
89
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 44.700
45.700
45.700
2% Totaal
43.900
44.500
44.000
0% Tussenwoning
95.000
93.100
89.200
-6% Hoekwoning Twee onder één kap
113 € 5 - 10
31
72%
€ 350.833
€ 2.020
188
129
11%
€ 165.963
€ 1.948
135
131
10%
€ 173.316
€ 1.385
193
22
-19%
€ 127.325
€ 1.155
162
13
44%
€ 155.400
€ 1.212
148
50
0%
€ 177.700
€ 1.399
130
Vrijstaand
24
85%
€ 270.333
€ 1.639
387
Appartement
22
10%
€ 114.091
€ 1.414
180
76.800
79.700
82.000
7% Totaal
1.332
1%
€ 248.626
€ 2.125
116
81.000
84.000
86.400
7% Tussenwoning
483
1%
€ 227.167
€ 1.910
85
174.200
177.400
181.500
4% Hoekwoning
208
7%
€ 239.300
€ 1.980
109
159
5%
€ 324.333
€ 2.396
105
Twee onder één kap Vrijstaand
102
2%
€ 520.200
€ 2.761
213
Appartement
380
-3%
€ 176.433
€ 2.203
137
61.900
64.500
66.100
7% Totaal
852
-1%
€ 240.656
€ 2.137
133
64.000
66.400
68.100
6% Tussenwoning
242
-4%
€ 213.500
€ 1.860
103
140.600
139.900
141.600
1% Hoekwoning
123
-11%
€ 237.500
€ 1.918
101
123
9%
€ 311.278
€ 2.207
188
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
56
65%
€ 473.850
€ 2.583
200
308
-5%
€ 192.650
€ 2.341
135
€4-8
€6-9
€6-9
96.300
100.300
102.400
6% Totaal
1.347
12%
€ 221.815
€ 1.926
133 € 5 - 10
105.500
109.200
111.200
5% Tussenwoning
597
16%
€ 211.694
€ 1.740
109
215.900
215.500
217.300
1% Hoekwoning
204
2%
€ 243.350
€ 1.887
152
111
22%
€ 314.944
€ 2.153
168
49
20%
€ 502.500
€ 2.303
217
386
8%
€ 163.673
€ 2.124
140
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
FGH Vastgoedbericht 2011
FACTSHEET woningmarkt
Bron: Woningprijzen NVM
97
FACTSHEET woningmarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur
Prognoses
%
19% Woningvoorraad
Woningvoorraad/ bevolking/huishoudens
Ouderdom woningvoorraad
% / Landelijk gem. 71% Egw/29% Mgw
Eengezins/meergezins
% / Landelijk gem. 31% Sociaal/11% Particulier
Huur Sociaal/particulier
% / Landelijk gem. 58% koop/42% huur
Koop/huur
Woningbezetting 2010 / Landelijk gem. 2,3
Aantal woningen 2010
Aantal inwoners 2010
< 1944
Provincie Noord-Brabant Tilburg
205.600
89.300
2,3
Koop Huur
56% 44%
Sociaal Particulier
34% 10%
Egw Mgw
71% 29%
1945-1970
30% Huishoudens
1971-1990
30% Inwoners
1991 >
21%
< 1944
49% Woningvoorraad
Provincie Noord-Holland Amsterdam
777.400
395.000
2,0
Koop Huur
Haarlem
150.500
70.000
2,2
Koop Huur
25% 75%
54% 46%
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
48% 27%
33% 13%
Egw Mgw
Egw Mgw
16% 84%
59% 41%
1945-1970
19% Huishoudens
1971-1990
19% Inwoners
1991 >
13%
< 1944
52% Woningvoorraad
1945-1970
24% Huishoudens
1971-1990
18% Inwoners
1991 >
Zaanstad
146.600
63.200
2,3
Koop Huur
46% 54%
Sociaal Particulier
42% 12%
Egw Mgw
67% 33%
< 1944
5%
22% Woningvoorraad
1945-1970
32% Huishoudens
1971-1990
29% Inwoners
1991 >
18%
< 1944
21% Woningvoorraad
Provincie Overijssel Enschede
157.700
68.300
2,3
Koop Huur
Zwolle
120.100
52.200
2,3
Koop Huur
52% 48%
54% 46%
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
40% 8%
34% 12%
Egw Mgw
Egw Mgw
71% 29%
71% 29%
1945-1970
33% Huishoudens
1971-1990
28% Inwoners
1991 >
17%
< 1944
19% Woningvoorraad
1945-1970
24% Huishoudens
1971-1990
33% Inwoners
1991 >
24%
< 1944
18% Woningvoorraad
Provincie Utrecht Amersfoort
146.300
60.500
2,4
Koop Huur
Utrecht
309.800
132.400
2,4
Koop Huur
55% 45%
52% 48%
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
33% 12%
34% 14%
Egw Mgw
Egw Mgw
69% 31%
51% 49%
1945-1970
22% Huishoudens
1971-1990
30% Inwoners
1991 >
31%
< 1944
35% Woningvoorraad
1945-1970
30% Huishoudens
1971-1990
15% Inwoners
1991 >
98
20%
Prijzen
€ 1.835
-3%
€ 184.600
€ 1.675
133
205.600
209.400
212.100
3% Hoekwoning
221
18%
€ 213.889
€ 1.816
118
139
23%
€ 297.167
€ 2.066
222
Toename/afname 2010-2020 %
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
147 € 5 - 10
58
7%
€ 423.300
€ 2.270
297
219
-23%
€ 153.692
€ 2.031
126
395.000
409.100
429.400
9% Totaal
6.183
-1%
€ 248.375
€ 3.367
421.300
439.900
460.100
9% Tussenwoning
441
-4%
€ 352.417
€ 2.730
88
777.400
789.900
821.500
6% Hoekwoning
121
-19%
€ 306.611
€ 2.537
92
48
7%
€ 481.200
€ 3.515
90
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
65 € 6 - 16
30
3%
€ 613.450
€ 3.719
120
5543
0%
€ 234.834
€ 3.432
62
1.368
-2%
€ 252.879
€ 2.648
81 € 5 - 10
70.000
71.600
73.600
5% Totaal
72.800
74.900
77.000
6% Tussenwoning
576
4%
€ 275.350
€ 2.672
60
150.500
150.800
153.600
2% Hoekwoning
164
25%
€ 317.250
€ 2.790
96
20
-5%
€ 473.700
€ 3.498
91 175
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
16
45%
€ 861.875
€ 3.985
592
-13%
€ 189.263
€ 2.525
94
63.200
66.100
70.000
11% Totaal
842
-9%
€ 194.063
€ 1.939
114
64.700
68.000
71.600
11% Tussenwoning
310
-4%
€ 202.250
€ 1.819
105
146.600
150.300
155.900
6% Hoekwoning
163
-5%
€ 216.500
€ 1.917
113
75
-28%
€ 198.167
€ 1.997
128
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
68
-9%
€ 252.810
€ 2.205
218
226
-10%
€ 147.614
€ 2.018
93
68.300
70.100
71.800
5% Totaal
752
-3%
€ 171.973
€ 1.500
75.700
77.800
79.600
5% Tussenwoning
192
-17%
€ 140.375
€ 1.301
91
157.700
158.400
160.300
2% Hoekwoning
129
-9%
€ 157.167
€ 1.404
111
182
-7%
€ 175.800
€ 1.522
108
Twee onder één kap
Bandbreedte huurprijzen p/m² per maand in €
Looptijd mediaan 2010
Prijs per m² GBO in € mediaan 2010
€ 208.394
590
7% Totaal
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
Transactieprijzen koopwoningen in € mediaan 2010
Aantal verkochte woningen 2010
-2%
6% Tussenwoning
Koopwoningen
1.227
104.400
2020 95.600
102.200
2015 93.500
98.000
2010 89.300
€5-9
147 € 6 - 10
Vrijstaand
100
27%
€ 317.200
€ 2.021
221
Appartement
149
14%
€ 123.368
€ 1.484
247
52.200
56.100
60.000
15% Totaal
808
2%
€ 219.496
€ 1.966
95 € 6 - 10
54.500
58.100
61.500
13% Tussenwoning
352
-2%
€ 199.950
€ 1.869
90
120.100
125.900
132.400
10% Hoekwoning
160
15%
€ 212.250
€ 1.869
85
81
23%
€ 320.167
€ 2.208
134
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
42
-2%
€ 470.550
€ 2.542
90
173
-7%
€ 157.884
€ 2.002
96
60.500
66.800
71.100
17% Totaal
1.213
6%
€ 245.197
€ 2.179
63.000
69.500
74.000
17% Tussenwoning
443
6%
€ 229.472
€ 2.025
89
146.300
158.200
166.900
14% Hoekwoning
217
17%
€ 267.889
€ 2.179
109
118
16%
€ 400.400
€ 2.605
130
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
100 € 6 - 10
41
86%
€ 613.444
€ 3.129
171
394
-5%
€ 165.579
€ 2.126
92
132.400
144.000
155.200
17% Totaal
2.911
5%
€ 230.420
€ 2.611
81 € 6 - 13
161.500
173.500
185.000
15% Tussenwoning
1.064
10%
€ 259.700
€ 2.590
71
309.800
332.700
356.300
15% Hoekwoning
247
12%
€ 283.778
€ 2.443
70
47
-20%
€ 407.500
€ 2.991
125
36
57%
€ 598.700
€ 3.251
148
1.517
2%
€ 186.971
€ 2.627
87
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
FGH Vastgoedbericht 2011
FACTSHEET woningmarkt
Bron: Woningprijzen NVM
99
FACTSHEET woningmarkt Provincie/Steden
Algemeen
Marktstructuur
%
< 1944
23% Woningvoorraad
Woningvoorraad/ bevolking/huishoudens
Ouderdom woningvoorraad
% / Landelijk gem. 71% Egw/29% Mgw
Eengezins/meergezins
% / Landelijk gem. 31% Sociaal/11% Particulier
Huur Sociaal/particulier
% / Landelijk gem. 58% koop/42% huur
Koop/huur
Aantal woningen 2010 21.700
Woningbezetting 2010 / Landelijk gem. 2,3
Aantal inwoners 2010 48.100
Prognoses
Provincie Zeeland Middelburg
2,3
Koop Huur
62% 38%
Sociaal Particulier
29% 9%
Egw Mgw
79% 21%
1945-1970
27% Huishoudens
1971-1990
35% Inwoners
1991 >
16%
< 1944
42% Woningvoorraad
Provincie Zuid-Holland Den Haag
493.600
236.400
2,1
Koop Huur
Dordrecht
118.800
53.400
2,2
Koop Huur
Leiden
117.700
51.400
2,3
Koop Huur
Rotterdam
607.300
295.200
2,0
Koop Huur
48% 52%
56% 44%
52% 48%
32% 68%
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
Sociaal Particulier
32% 20%
29% 15%
35% 13%
48% 20%
Egw Mgw
Egw Mgw
Egw Mgw
Egw Mgw
27% 73%
56% 44%
50% 50%
29% 71%
1945-1970
24% Huishoudens
1971-1990
16% Inwoners
1991 >
19%
< 1944
23% Woningvoorraad
1945-1970
29% Huishoudens
1971-1990
31% Inwoners
1991 >
16%
< 1944
34% Woningvoorraad
1945-1970
23% Huishoudens
1971-1990
33% Inwoners
1991 >
10%
< 1944
34% Woningvoorraad
1945-1970
27% Huishoudens
1971-1990
24% Inwoners
1991 >
Zoetermeer
121.700
52.900
2,3
Koop
53%
Sociaal
38%
Egw
59%
< 1944 1945-1970
Huur
47%
Particulier
9%
Mgw
41%
1971-1990 1991 >
100
16%
2% Woningvoorraad 9% Huishoudens 65% Inwoners 25%
Prijzen
8% Totaal
262
-2%
€ 187.776
€ 1.690
135
23.500
7% Tussenwoning
116
1%
€ 170.150
€ 1.561
129
48.100
48.900
50.000
4% Hoekwoning
44
-6%
€ 186.600
€ 1.597
92
38
41%
€ 257.625
€ 1.965
122
Vrijstaand
16
-41%
€ 298.125
€ 2.176
187
Appartement
48
-6%
€ 139.370
€ 1.707
184
Toename/afname 2010-2020 %
Twee onder één kap
Bandbreedte huurprijzen p/m² per maand in €
Prijs per m² GBO in € mediaan 2010
Looptijd mediaan 2010
Transactieprijzen koopwoningen in € mediaan 2010
23.500
22.800
Stijging/daling t.o.v. 2009 in %
2020
Aantal verkochte woningen 2010
2015 22.600
21.900
Koopwoningen
2010 21.700
€5-9
236.400
244.600
255.200
8% Totaal
3.693
-1%
€ 209.766
€ 2.011
100 € 6 - 15
241.100
250.000
260.900
8% Tussenwoning
605
5%
€ 313.167
€ 2.203
110
493.600
500.400
519.600
5% Hoekwoning
160
-5%
€ 352.000
€ 2.317
133
88
40%
€ 632.750
€ 3.329
120 187
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
27
59%
€ 786.111
€ 3.791
2.813
-3%
€ 160.673
€ 1.896
94
53.400
54.700
56.200
5% Totaal
699
-12%
€ 181.401
€ 1.752
134
53.500
55.100
56.600
6% Tussenwoning
303
-10%
€ 182.056
€ 1.696
122
118.800
116.900
117.400
114
-6%
€ 195.950
€ 1.709
121
46
-8%
€ 271.250
€ 2.210
179
-1% Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
18
125%
€ 474.375
€ 2.559
261
218
-21%
€ 129.734
€ 1.688
137
51.400
53.200
54.800
7% Totaal
693
-5%
€ 231.073
€ 2.350
62.700
64.700
66.300
6% Tussenwoning
274
2%
€ 261.700
€ 2.423
65
117.700
119.600
121.500
3% Hoekwoning
81
-9%
€ 279.278
€ 2.433
138
13
160%
€ 474.000
€ 2.683
150 176
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 295.200
300.800
306.100
300.300
302.500
307.600
607.300
589.600
593.400
4% Totaal 2% Tussenwoning -2% Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
89 € 5 - 10
4
33%
€ 610.000
€ 3.155
321
-12%
€ 178.207
€ 2.243
3.143
-2%
€ 177.569
€ 1.857
109 € 6 - 14
513
-8%
€ 218.444
€ 1.848
124
207
-5%
€ 238.167
€ 1.942
134
56
-11%
€ 383.500
€ 2.479
133
95
44
42%
€ 586.000
€ 2.905
231
2.323
-1%
€ 150.443
€ 1.817
101
52.900
54.300
55.700
5% Totaal
718
-16%
€ 200.342
€ 1.919
123
52.500
54.200
55.800
6% Tussenwoning
264
-6%
€ 225.100
€ 1.862
106
121.700
123.900
126.800
4% Hoekwoning
102
-17%
€ 239.700
€ 1.941
115
21
-22%
€ 367.222
€ 2.329
219
Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
FGH Vastgoedbericht 2011
€5-9
10
-33%
€ 512.500
€ 2.774
241
321
-20%
€ 146.833
€ 1.908
129
FACTSHEET woningmarkt
€5-9
Bron: Woningprijzen NVM
101
C o ntent 105
Foreword
106
Vision Sustainably meeting demand
114
Trends in the Office Market
122
Interview Prof. dr. ir. J.D.M. (Anke) van Hal
124
Trends in the Retail Market
132 Trends
in the Industrial Real Estate
Market 142
Interview Mr. S.N. (Sipko) Schat
144
Trends in the Residential Market
152
Interview Annemarie van Gaal
154 Trends
in the Real Estate Investment
Market 164 Interview
Ing. Chr. (Chris) Gongriep 166
Glossary and acronyms
167
About FGH Bank
168
Adresses
169
Factsheets
102
FGH Real Estate Report 2011
Sustai n ably m e eti n g de m and
FGH real estate report 2011
103
104
P.C. Keur Chairman of the Board of Directors
Su sta i n a b ly meeti n g dema n d FGH Bank, the real estate bank, appreciates that knowledge and expertise are paramount in a specialist sector like real estate. Our know-how is second to none. Since 1890, when FGH Bank was established, our in-depth knowledge of the different sub-markets within the real estate sector has played a significant role. Over the years, we have been quite happy to share our knowledge with the market through the FGH Real Estate Bulletin, the bank’s annual report. This year is no different. The document before you entitled ‘Sustainably meeting demand’ is the new annual report. This particular title is apt because we in the real estate market have now reached a highly significant point. We are witnessing a shift from a supply-driven market towards a demand-driven market. For many years, supply was a trump card, significantly so. However, that time has passed. The real estate sector is currently faced with the huge task of re-inventing itself and connecting with changed and changing needs within the market and also with the economic and social developments that follow in increasingly rapid succession. This is a fitting challenge for our sector, which is naturally late-cyclic and, as a result of this alone, in many cases is not at the forefront of innovation. This report contains an interview with Mrs A. (Annemarie) van Gaal, an entrepreneur in both body and soul, who shares her thoughts on how the real estate sector might possibly accomplish this connection. In any case, establishing such a link must be achieved in a sustainable manner. There is no doubt about this because if there is one development that has taken off enormously, it is sustainability. The concept is of course not new in itself. What is new, however, is that sustainability no longer has
FGH real estate report 2011
foreword
much distinctive capacity in the real estate market and has become much more a condition. To what extent this will actually result in standard sustainable real estate activities and to what degree the existing stock can actually be made sustainable remains to be seen. It is an issue that the sector will have to deal with in the coming years. We discussed this issue with a number of people, including Prof. Dr Ir. J.D.M. (Anke) van Hal, Professor of Sustainable Building and Development at the Business University of Nyenrode and Practical Professor of Sustainable Housing Transformation at TU Delft. In addition, within this report you will find an interview with Mr Ing. Chr. (Chris) Gongriep, who discusses this subject in his capacity as one of the largest developers in the Netherlands, and we also spoke with Mr S.N. (Sipko) Schat, Member of the Board of Directors of Rabobank Nederland, about how Rabobank is interpreting corporate sustainability and his views on working in a customer-oriented manner. In short, there are sufficient viewpoints that allow us to comprehensively analyse ‘sustainably meeting demand’, the theme of the FGH Real Estate Bulletin 2011, and hold it up to the light. Our knowledge of the profession coupled with direct involvement in real estate means that we can provide an extensive overview of the most significant trends and developments in the real estate market and express our views on them as a real estate financier. We are in a position to do this because, even in this changing market, FGH Bank remains above all the real estate bank.
Peter Keur
105
Sustainably meeting demand
106
v i si on The Dutch economy is growing again. For many, this is hugely reassuring. Nevertheless, in itself, this may not really mean much. After all, compared with 2009, which was a very sombre year, some recovery was to be expected. In terms of statistics, the economy is now in somewhat better shape than a year ago. So, it is reasonable to ask the question: have Dutch businesses, the authorities and consumers genuinely overcome the impact of the crisis? No. In the view of FGH Bank, there is still a long way to go. Recovery has to begin somewhere, however. For the Netherlands, that means especially abroad. Exports, including the transhipment of goods, are driving growth. This export driven growth is related to the high demand in emerging economies, which up to now have experienced considerably less problems from the crisis. Trade and industry in Germany, our most important trading partner, seems to be recovering remarkably quickly, which is partly due to substantial investments by the German government. Dutch companies are benefiting from this. Which ever way you care to look at it, it’s a good start.
FGH real estate report 2011 vision
107
Domestic demand is lagging behind Domestic demand is still fragile, and consumers are very apprehensive. Since the autumn of 2010, however, some recovery has been visible. Consumers are fearful about loss of income, declining purchasing power and decreased prosperity. Initially, loss of work was the main fear, but now that the labour market seems to be slowly but surely improving, the consequences of government cutbacks and the deficits of pension funds are having a negative impact. Dutch consumers are therefore saving en masse. On an individual level, this can lead to more capital, but, collectively, it can have the opposite effect: growth becomes halted. Until recently, the decline in private consumption was partly offset by extra government spending, which will not be the case in 2011. Central government and municipalities will spend much less in the coming years. This will entail cutbacks, not only within organisations themselves, but also in spending. The impact on citizens’ wallets is difficult to predict. Uncertainty nourishes anxiety in consumers, and, as each economic crisis shows, anxious consumers consume little. Powerful economic recovery in the Netherlands will only occur if consumer spending improves substantially. Focus on financial stability It is unclear when recovery will take place and to what extent. The credit crisis in 2008 made it clear that innovation and deregulation had thoroughly penetrated the financial markets. The economic crisis that followed clearly had a global impact and highlighted the mutual dependency within the system. Companies that are able to adapt will survive and grow again, but the problem will not be resolved by this alone. That was very obvious in 2010. No matter how well a financial system is structured, every citizen knows that the accumulation of debt is ultimately untenable. This also
‘u ncertainty and instability stand in the way of recovery.’
108
applies to government debt, and these same citizens also know they will have to foot the bill. The European debt crisis has clearly highlighted the issues. As soon as the debts of a country are too much for its economy to bear and competitive strength and innovative capacity are under threat and insufficient for overcoming the problem, it is clear that risks increase for that country. These higher risks translate into higher interest rates. If interest rates increase too much, the country finds it de facto impossible to obtain new capital. For Greece, this became obvious in the spring of 2010. The crisis there almost caused the collapse of the euro. Ireland followed in the autumn, and, in Italy, Spain and Portugal, there were also strong imbalances in state finances. For many western countries, the amount of debt is a threat to financial stability in the long term. In general, countries are taking measures to put government finances in order, and this is also happening outside the Euro zone. International instability The impact of the debt crisis is huge. A solution to the economic problems will take a long time and involve much effort. Debt reduction is one possible solution. It results in less financial risk and more stability in the long term. This is the reasoning in the Euro zone, where countries are implementing debt reduction strategies. They have opted for a route whereby they reduce debt and simultaneously increase competitive strength. This is not without consequences, as citizens feel (correctly or not) that social welfare is being stripped bare and economic recovery is being held back in the short term. These solutions are in stark contrast to the monetary policy of the United States, which has opted for the creation of debt through monetary expansion, at least until the economy has sufficiently recovered. The system of central banks (the Fed) buys up, among other things, its own public debt and thereby creates extra monetary latitude. This ensures sufficient liquidity remains in the market, due to which market mechanisms can continue to operate. Unlike the European Central Bank (ECB), the Fed has rather more scope to do this because the dollar enjoys special status as a reserve currency. It is questionable how long this solution will continue to work without disturbing long term economic equilibrium. The unchecked creation of money leads to inflation in a recovering economy. This can also be a goal, however, because debt is thereby reduced in real terms. Furthermore, a cheap dollar produces a competitive advantage for trade and industry internationally.
Current strategies lead to changes in international competitive relationships, which in turn impact the foreign exchange markets. Last year, central banks in various countries intervened to artificially weaken their own currencies and provide their own trade and industries with a trading advantage. This puts trading relationships under pressure. The risk is that such strategies will result in protectionism and thereby upset trade balances. This also applies to the trading relationship between the US and China. According to the US, the much too cheap Chinese yuan has become a source of great irritation. It gives China an unfair competitive advantage, which is at the expense of US jobs. Conversely, China complains that the too broad monetary policy in the US can lead to disruption of the international equilibrium. Mutual tensions are growing, opposing trading interests are increasing and international trade relationships are changing. Interest rates are still uncertain The uncertain international market conditions are also affecting interest rates. This can be seen in the five-year swap interest rate. It fell in the first eight months of last year by more than 100 base points, which is evidence of a flight to security among investors. It effectively pushed up the bond rates. The consequence was that effective return declined. Since September 2010, however, the five-year interest rate has risen again. The fluctuation of these rates is quite striking. They can shift by 5 to 10 base points in a day, a clear sign of uncertainty in the market. Within the Euro zone, the ECB did not adjust the refinancing interest of 1% in 2010. The Euribor interest rate has risen, however, because the ECB is slowly withdrawing from the market. The three-month Euribor rate has increased by over 40 base points in comparison to its lowest point in March. The 1% interest rate applies only to banks, albeit on production of security. This is the challenge for the ECB: the rules and conditions apply to banks in all member states. In the capital market, the rates for Ireland, Portugal and Greece, for example, are far above those of the Netherlands and Germany. Previously, central banks primarily concentrated on influencing short-term interest rates. They influenced these directly via their interest rates policy. Long-term rates were determined by the expectations of the market. The interest rate weapon of the Fed is however more elaborate. The broad monetary policy in the US was created due to concerns about possible deflation, and the buying up of bonds also directly influences long-term interest rates. Interest is the price of money and, in a perfect market, should be based on balance: between continents, between countries, between present and future and between stock
FGH real estate report 2011 vision
‘t he interest weapon of the fed is detailed.’ markets, bond markets and real estate. Exchange rates, freely moving or not, run through this. As soon as central banks occupy themselves with both short and long-term interest rates, these rates become more difficult to anticipate and become detached from their foundations. Despite broad monetary policy and interest rates, inflation expectations remain limited as yet, but are rising slightly. This can be seen in the prices for inflation cover. The price for ten-year European inflation cover at the end of 2010 hovered at around 1.98%. The yield curve has become flatter compared with the end of 2009. As a result, the market expects short-term interest rates to remain low. If the ECB does not adjust the interest rate, the amount of liquidity in the market will be sufficient and banks will have the courage to lend to each other; the Euribor rate could remain low. This would normally translate into capital market rates remaining low. A condition is that confidence in the (world) economy, the euro and the power of the central banks is assured. Without this confidence, capital market interest rates will undoubtedly increase. Stricter requirements imposed on banks Due to the credit crisis, the banking landscape will look different in the coming years. The differences in quality between banks will widen, and measures will be implemented to increase the security of the sector, both nationally and internationally. The basis for this can be found in Basel III. In it, new (stricter) capital and liquidity requirements have been established with which banks must comply in the future. This is intended to avoid future crises. Basel III is a response to the causes and consequences of the credit crisis by the supervisory authorities. In essence, Basel III means that banks must retain more (and better) capital and moreover possess larger liquidity buffers. Basel III is perhaps the right answer to the risk of a new financial crisis, but there are also less favourable consequences. In the first place, banks will have to retain more capital and will therefore have less room for new credit loans. As banks have to retain more capital furthermore, their returns will
109
come under pressure, which could result in higher costs for credit. This will slow the pace of economic recovery. The banks will feel an even greater effect from the new liquidity requirements. They will need to attract long-term funding or retain more liquid assets, such as government bonds. Due to the limited availability of long-term funding, the provision of loans will possibly come under pressure. Partly to limit its negative consequences for economic growth, the new guideline will be implemented in phases, so that banks will only have to comply with all the new requirements in 2018. From stimulation to reform Due to the unstable global economy and differences over the measures to be taken, a strong recovery of the Dutch economy in the short term is not very likely. It is true that the Netherlands is benefiting from increased world trade, but any setback here could easily break the positive trend. Moreover, a large part of the recovery in the past year and a half has been due to stimulatory measures taken by the
‘R eversal in government policy.’
110
government. A reversal is expected here too. In the autumn of 2010, the outgoing Balkenende IV cabinet presented its final budget. This took a new course: economic stimulation was replaced with cutbacks in expenditure. This year, € 3.2 billion will be cut from the budget. The new Rutte cabinet will continue this policy in the coming years, with an intensification of the cutbacks by around € 15 billion. For the time being, consumers and companies will not fill the financial gap left by the government. Disposable income will come under pressure due to a range of measures. The acquired rights to social welfare will be tested. Increasing the pension age and the recalibration of the pension system indicate structural changes are also on the way. Although this will in the long term result in a more balanced situation, in the short term, a palpable feeling of decreased prosperity will emerge. Not a good breeding ground for a durable recovery, at least in the short term.
Perspective for the real estate market Building volume declining further The macro-economic climate is extremely problematic for the construction sector in particular. Many construction companies have been affected since the beginning of the credit crisis. Initially, the consequences did not appear to be too bad because construction volume usually contains a working stock of several months to years. The loss of new production in 2009 was compensated in the existing portfolio. Meanwhile, most of the projects that began in 2008 (and earlier) are coming to an end. The influx of new construction projects is low, due to which many construction companies’ order portfolios are (too) small. This especially affects the liquidity of the construction sector and will in the coming years further impact turnover growth. Where other sectors have slightly recovered due to increasing exports, the late-cyclic construction sector is at a low point. Moreover, it is not just building companies that are affected. The turnovers of companies in the chain, such as estate agents, notaries and architects, are also under pressure. In 2011, FGH Bank expects a slight fall in turnover within the construction sector. Thereafter, stabilisation is possible, followed by a slight recovery. The construction sector is still receiving some support from government measures, such as the Crisis and Recovery Act, which has caused a number of construction projects (including infrastructure) to be brought forward. The large
FGH real estate report 2011 vision
construction companies will especially profit from this. Smaller building companies have also received support through, among other measures, a temporary VAT reduction for personnel costs in the renovation of dwellings. These are temporary measures, however, which will only provide a stimulus in the sector over the short term. At the same time, many municipalities are recognising that existing planning volumes are much too ambitious. Partly due to deficits in land utilisation, many projects have been divided, postponed or cancelled. Municipalities are also rapidly recognising that they are in danger of drowning in their own ambitions and that their plans have simply become unfeasible. New building new style Recovery in demand for real estate will have to come from a growing demand from consumers (housing) and trade and industry (commercial real estate). This cannot be expected in the short term, however. In addition, the market for commercial real estate in particular, in all its sub-segments, is affected by saturation. The construction volumes we were accustomed to in previous years will therefore very probably not return. There will still be a need for housing in the coming years, but the construction sector will have to adjust to a structurally lower number of new housing. Quality thinking will take the place of the quantity principle of old, which almost completely depended on supply. The sector will thus be faced with the need to make new strategic choices. In the coming years, the most important task lies in citycentre environments, in contrast to the outlying areas of before. This is a complex problem, with which all real estate
111
professionals will need to engage. It will make demands on innovativeness and the professionalism of the sector. Furthermore, the need to make existing buildings sustainable will increase, which, after all, not only offers opportunities to find a solution for outdated properties, but also the chance to comply with the changed demand that sustainability shapes to an increasing extent. Here too, the construction sector will be able to demonstrate its capacity for innovation and a professional attitude. Without innovation, there are few prospects for construction companies. These innovations can take place on different fronts by offering a more customer-oriented development product, with customisation and diversification. Furthermore, good returns can be obtained within the chain, where collaboration and project management may lead to more efficiency and thereby reduced cost. Finally, large-scale new building, based on large land positions, will make way for companies that can and will operate flexibly. According to FGH Bank, theses processes will fundamentally change the construction sector in the coming years.
‘W ithout innovation, there are few prospects for construction companies.’ Return to market equilibrium Above all else, the market needs to return to a healthy equilibrium. All players in the real estate sector have an interest in this: builders, developers, investors and financiers. Only a healthy market equilibrium offers value retention and value growth in the longer term, and this is exactly what is needed to permanently generate sufficient investment, both for new building and for existing properties. At this time, the real estate market has been knocked off balance; that is clearly visible in some (sub) segments like offices and apartments. An increasingly large group of investors and developers are focusing on an ever smaller segment of marketable real estate in their search for stable and ‘secure’ real estate investments. Housing and A1 retail stores are especially regarded as stable investments, resulting in the investment value of this real estate rising. This is for now 112
a positive signal for the real estate market. Within the foreseeable future, it will be necessary to return to a real estate stock that matches the demands of the users in the market. The simple question of how much space companies and consumers actually need remains unanswered. What is clear, however, is that too much stock has been developed, which has been obvious for years, given the increase in the vacancy levels. Since 2000, supply in all real estate segments (substantially) increased. The spectacular growth in value that was nevertheless achieved in the period between 2000 and 2008 was also primarily driven by investor demand, not by user demand. The coming years show little signs of positive change. A declining labour force, a different way of working and the influence of the Internet on the retail chain, among other things, are more likely to bring about a decrease in the need for real estate. Prevention of polarisation Without fundamental interventions and changes, a definite polarisation will take place in the market, resulting in a situation where part of the real estate stock will have no or hardly any chance. This is what FGH Bank expects. It is an illusion to imagine that economic recovery can terminate or break through this process. It can at most delay it. Intervention is therefore essential. We must return to less. That is evident for the office sector, but an increasingly large polarising split is also threatened in other sub-markets. The crucial and currently unanswered question is how we should address this situation and move forward. A building freeze is the most effective step to prevent more real estate being added, but advocating an absolute building freeze is strategically incorrect. It will drive the market further away from the user and moreover takes no account of regional differences. Ultimately, this will result in the falling away of investment, loss of value and a subsequent downward spiral. The problems in the real estate market will then also be located at the bottom of the market, in technically and economically outdated buildings. A demolition or transformation obligation could quickly solve the problem, but practical issues actually make this solution impossible. Think about the partial vacancy levels of buildings, the mono-functionality of areas and the often too high book values. The market is therefore faced with a great dilemma. The necessity for intervention is clear, but any solution will always be felt somewhere in the market. The result is that the problem is being postponed, resulting in the increased danger of splitting the market. Central coordination, regional differentiation In the real estate market, there seems to be a broad consensus over the problem of too much stock and a too high planning volume. On its own, however, the same market
‘R eal estate stock must match user demand in the market.’
does not appear to be able to resolve these problems. This has been proven time after time. No developer will voluntarily say goodbye to a lucrative construction plan, and no investor wants to take a loss on an investment. The real estate sector therefore needs help to restore the balance and requires more central coordination. Therefore, the government must play a central part as the organiser of market recovery; not to pay the bill, but to encourage change. FGH Bank has previously advocated a national authority with the power to restore market equilibrium. Such an agency seems more necessary than ever because, due to the lack of a guiding authority, new building plans are being scrapped en masse at local level. This can be prevented by following three points. First of all, this would involve inventorying and monitoring the (current and future) need in the market. Secondly, it would entail establishing to what extent demand matches available stock and, based on this, setting priorities with regard to new building. Thirdly, owners of vacant real estate would have to be encouraged to act. This could be achieved by pointing the high vacancy levels out to the investors and offering them prospects by, for example, making transformation possible earlier and more quickly or by setting up a (local) restructuring fund. According to FGH Bank, national coordination is necessary for this, but the impact at regional level could and should be different, depending on regional market conditions.
needed. As long as they are lacking, ‘genuine’ market recovery will not occur. Above all, there is a need for a customer-oriented strategy. In a market that is too slack, only players that are able to satisfy the needs of the end user will generate sufficient returns. Given that user demands will change greatly for companies, retailers and consumers in the coming years, the sector cannot stand still. Innovation and creative entrepreneurship are certain requirements if such demand is to be satisfied. A demand that has a sustainability element will be standard. ‘Sustainable’ has thereby lost its distinctive capacity and has been elevated to the standard. The sector will be challenged in this area too. It will need to satisfy the changed demands of the market in a sustainable manner. That is what we are aiming for. Utrecht, March 2011 Managing board of FGH Bank N.V.
Back to the customer The immense task now facing the real estate sector is to reinvent itself by putting the market back into equilibrium. Collaboration is required for this between market players mutually, with the government on board too. Without such collaboration, FGH Bank foresees further polarisation with more losers than winners. Each market player will have its own responsibility, and long-term returns will have to take priority over short-term profits. Furthermore, dynamics are
FGH real estate report 2011 vision
113
Huge pressure on the office market
114
T r e nd s I n the o ffi ce ma rket Supply and demand in the office market developed proportionally until the start of this century, after which the picture changed completely. Demand remained near enough the same and supply rose strongly. An excess of office space thus emerged. Demographic developments, ‘new working’ and sustainability mean that, in future, the demand for office space will not rise substantially. In effect, a replacement market has been created, where office users move to better quality office buildings and locations at attractive rents. These buildings are moreover modern, more sustainable and comply with the requirements of the present era. The gap between the quality of the building and users’ requirements has become so great that high vacancy levels are increasingly structural in nature. In order to escape the current cycle, the office market must lose its strong supply-related character and be transformed into a demand-driven market with users having a central position.
FGH real estate report 2011 Trends in the office market
115
‘More supply and less take up seems to be becoming the new standard.’
No recovery Due to the economic recession, demand for office accommodation remains low. The figures indicate that the growth of the office market is largely over. More supply and a low level of take up within the Dutch office market now seems to be the ‘new standard’. Since 2007, take up levels have fallen and supply has increased dramatically. At the end of 2010, supply amounted to 7.1 million m² over 10% more than at the end of 2009. At the same time, the demand for office space, just as in previous years, ended up at a much lower level. There was a cautious recovery during the course of last year, however. In the first six months of 2010, 470,000 m² were taken up. In the second half of 2010, there was slightly more demand. This resulted in a total amount of 1.3 million m², which is about the same as in 2009.
due to autonomous growth is limited. Growth of employment in the business services sector may be hampered by big cutbacks in the public sector, which may in turn lead to a surplus of office space at many (quasi-) government institutions. Moreover, the business market is recovering minimally and many organisations are struggling with overcapacity. In the short term, substantial growth in office take up due to economic recovery is therefore unrealistic.
Recovery of market equilibrium is necessary in order to retain investment and thus also value levels. Increased take up is needed to achieve this, otherwise demolition or transforming the function of existing buildings will be required. The crucial point is therefore whether recovery in the demand for office space is a realistic expectation. For that to occur, a growth in employment is first of all necessary. This was achieved last year, although tentatively. The same also applies to officerelated employment, which on average is growing more strongly than employment in general. Nevertheless, recovery
Top rents are stabilising Top rents for office space remained stable last year. Top rents in the Netherlands are approximately € 325/m², with the exception of a few transactions. Incentives have also increased in this segment, and the market remains very broad in Amsterdam, the only Dutch region where such top rents occur. The Zuidas is still an attractive location for many tenants in business services.
Supply and take up of office space in m² (1985-2010)
x1.000 m2 8,000 7,000 6,000 5,000 4,000 3,000 2,000 1,000
Supply
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
0
Take-up Source: PropertyNL and Vastgoedmarkt
116
however compensate for the negative effects of the declining labour force. Nevertheless, that increase will probably not be large enough to make the number of office jobs increase sharply.
The highest rents in cities outside the capital have also stabilised. In The Hague, Rotterdam and Utrecht, top rent levels of around € 190/m² were achieved. In various regional towns, outside the Randstad conurbation, high rents can still be achieved for new, high-quality, modern office projects in prime locations. New, modern office buildings are – paradoxically – relatively scarce. Furthermore, as the new building volume was declining, contracted rents remained reasonably high. These developments clearly indicate that market developments are still strongly determined by location and local situation.
Furthermore, the focus on accommodation is changing as a result of a new perspective on work processes. With ‘new working’, a completely fresh vision of organisations, organisational processes and labour has emerged, leading to offices being used in different ways, in terms of both scope and time. In future, it will be less about the office itself and more about the workplace and the employees. More and more employees have no regular workplace, and the new office is primarily a place for meetings, consultation and team building. ‘New working’ is especially impacting large organisations in business and financial services, the IT sector and public administration, such as the likes of Microsoft, KPN, Uvit and the Rabobank. In most cases, new work processes are coupled with considerably less use of space per employee. Various studies have also shown that the
In light of this, it should be noted that contract rents are being kept high through incentives. This applies not only to new transactions. As the expiration date of the lease comes closer, sitting tenants are increasingly approached about extending the lease on conditions that are favourable for the tenant. Retention of tenants is also high on the agenda of many investors. Future office use under pressure Forcing down the high vacancy levels is hindered not only by autonomous market developments, but also by finding a different use for real estate. The potential labour force will steadily decline in the coming decades and hardly any new office jobs will be created. For the office market, a strong decrease in employment will therefore not be mitigated by jobs shifting towards business services, as has been the case previously. An increase in participation by labour could
‘Top rents remained stable last year.’
Top rent levels for office space in the Netherlands 1985-2010 (in euros/m²)
400 350 300 250 200 150 100 50
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
0
Source: FGH Bank
FGH real estate report 2011 Trends in the office market
117
organisation of new work processes will change the traditional view of (office) accommodation. On average, this will result in organisations needing less space. In view of the existing stock and pressure on values due to the too high vacancy levels, this constitutes a threat to the office market. According to research by the Economic Institute for the Construction Industry (EIB), there are currently 41.1 million m² of office space in use. Due to structural changes in the market, the number of square metres in use will remain under pressure and possibly even decline. At the same time, office stocks will increase due to new building, resulting in rising vacancy levels. Demolition and transformation are therefore essential. Suppose changes in the use of office space result in a fall in the amount of office space in use by 10% in the coming ten years. Also, suppose new building production could be reduced to 500,000 m² (the long-term average is more than 1 million m²) per annum in the same period. In that ten-year period, unused office space would increase by over 9 million m². In view of the oversupply of about 3 million m² in the current market, in the same ten years, more than 1 million m² per year would have to be converted or demolished. By way of comparison, an average of 80,000 m² per year has been withdrawn from the stock over the past 20 years. High vacancy levels are thereby the biggest threat to the Dutch real estate market. Tackling this is essential. High regional variation in vacancy levels High vacancy levels dominate current discussions about the Dutch office market. Very often, the problems are swept into one big pile, and the office market in the whole of the 118
Netherlands is characterised as problematic. This is undeserved. Paying attention to the vacancy levels problem is certainly necessary, according to FGH Bank, but too little attention is paid to regional differentiation. Furthermore, inadequate profound knowledge about the facts relating to vacancy levels produces a muddled picture. The result is a potentially wrong or inefficient approach. About half of all municipalities in the Netherlands have no or only a few office vacancies. These are usually smaller municipalities, where offices are built on the basis of necessity. Against this, about two-thirds of the high vacancy levels in our country are concentrated in about 20 areas. These areas have a relatively extensive stock of offices. To force down office vacancies, we must rely on local policy. Over the coming years, in the cities and areas with high vacancy levels, the emphasis will have to be more on the utilisation, sustainability and possible transformation of the existing stock. Adjusted new building volume High vacancy levels are therefore highly concentrated locally. Excessively high vacancy levels in a certain office area will not imply that no investment opportunities will arise in other places in the coming years. According to FGH Bank, prime locations for offices remain popular, and the investment policies of investors in the current market demonstrate this very clearly. The best locations are offices with optimal, multi-modal accessibility in a multifunctional area. Projects that distinguish themselves on the basis of quality, sustainability and market needs are likely candidates. This also applies to new building.
New offices remain necessary. It is primarily the amount of new building that is under discussion. Due to the late-cyclic nature of real estate, the newly completed amount of office space has not or has hardly fallen in recent years. In 2011 and the years thereafter, this will change. FGH Bank expects that the new building volume put on the market in the coming years will fall to around 500,000 m². That is less than half of the new building volume in the period before the crisis. Both municipalities and developers can contribute to this situation. Municipalities can do this by planning on a large scale and adjusting their ambitions and developers by developing no or hardly any real estate on risk. Developers will moreover have to increasingly apply themselves to the redevelopment of existing stocks.
‘To force down office vacancy levels, we must rely on local policy.’
From support to decisiveness High vacancy levels in offices are not new. Office vacancy levels were also problematic in the 1980s and 1990s. The situation then was different, however. The demand for offices will not improve for the present, and more structural trends also point to a falling use of office metres on average. Addressing regional variations, the need for selective new building and tackling the issue of transformation or demolition of existing buildings are necessary conditions for overcoming the problem. All stakeholders seem to realise this. At the local level, comprehensive changes are being implemented. Old plans are being cancelled or will only be realised (much) later. In cities like Amsterdam, The Hague and Rotterdam, many hundreds of thousands of square metres have been cancelled. Medium-sized cities are also addressing the issue and appreciate that old ambitions are
simply no longer feasible. They are also opting for a more moderate new building policy.
FGH real estate report 2011 Trends in the office market
At the national level, there is a similar shift. In the spring of 2010, the government, provinces and municipalities made agreements with market players (Neprom, IVBN, Vastgoed Belang) at the ‘Kantorentop’ (Offices Summit) for a focused and adequate approach to office vacancies. These agreements were translated into an action plan, which makes clear that the vacancy levels problem is very extensive and intervention is required. Without intervention, a fall in value is a threat, from which there are ultimately only losers. The action plan also makes it patently clear that tackling the high vacancy levels will be a painful process and the problem will perhaps turn out to be much more complex than was first suspected.
119
Vacancies in office properties; complete and partial (2010)
1 0.9
scale of vacancy (1=full)
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0 number of objects
863
2.784
Source: R.L. Bak, edited by FGH Bank
Transformation of high vacancy levels is very complex In the approach to high vacancy levels, the demolition or transformation of buildings that have been empty for a long period will be a prime option. For example, they can be made into housing; however, this approach is hindered by zoning problems, the financial write-off by investors, the necessary investments and the characteristics of specific environments. Another equally important factor is that the vast majority of high (long-term) vacancy levels are spread among different buildings. There are relatively few whole buildings empty; most vacancies are found on floors and storeys or in wings of buildings. In practice, both transformation and demolition will be much more difficult than was first expected. R.L. Bak’s office database contains almost 15,000 office buildings and indicates that there are almost 2,800 buildings with high vacancy levels in the Netherlands. Only a third (863 buildings) of them are actually completely empty, and by no means all have been empty for a long period. Just 255 completely empty buildings with a total of 1.2 million m² have been on the market for more than three years. In view of the fact that some of these 255 properties are relatively new and were built after 1995, at this time only about 750,000 m² are eligible for demolition or a total change of function. According to FGH Bank, tackling the high vacancy
120
‘In practice, transformation and demolition will turn out be more problematic than expected.’ levels therefore requires central coordination and a great deal of perseverance. In doing this, the role of the national government will be essential, not only in terms in paying the bill for tackling the problem, but also in providing guidance and rules for the process. FGH Bank believes the urgency required should not be underestimated.
Summary office market
No recovery
Acceptance by stakeholders
With a take up of 1.3 million m² of office space in 2010, no recovery is visible. Only a few office users show any movement. Many tenants focus on relocation, concentration and shrinkage through substantial cutback rounds. Partly because of this, supply has increased to a record of 7.1 million m².
In the long term, a more coordinated approach is necessary, and many players realise this. The government, provinces, municipalities and sectoral associations adopted a joint plan of approach during the ‘Offices Summit’. Its implementation requires endurance.
Top rents are stabilising Top rents in the office market remained stable in most cities last year. Top rents in the Netherlands are around € 325/m². Incentives have increased, however. Due to the high stock of office real estate, users have a strong negotiating position.
Office use under pressure The office market is increasingly transforming into a replacement market. The different use of office space as a consequence of ‘new working’, for example, puts permanent pressure on use. If the market does not adapt, this will result in the further dislocation of supply and demand.
A different view is needed New buildings continue to emerge. At the same time, insufficient property is being withdrawn from the market. Nevertheless, vacancy levels are still increasing. New building will adapt, but, even so, the number of square metres will increase in the coming years. Another vision is therefore necessary with regard to demolition and transformation. Therein lies the difficulty. Demolition is not a ‘low-hanging fruit’ in the Netherlands. For all players, the task at hand will be extremely difficult.
Benefits of a regional approach Not all of the Netherlands is experiencing high office vacancies. The high vacancy levels are concentrated primarily in a limited number of municipalities and urban regions. In the short term, therefore, optimal progress can be made by adopting a regionally differentiated approach to vacancies. About 20 regions together contain almost two-thirds of the total vacancies.
FGH real estate report 2011 Trends in the office market
121
Anke van Hal Professor of Sustainable Building and Development
‘Those who do not invest in sustainability now, will have serious problems later.’ Those who still think that sustainability in the real estate sector is temporary in nature have really got it wrong, according to Anke van Hal, Professor of Sustainable Building and Development at TU Delft and Nyenrode Business University: “It has become such a permanent fixture in the real estate sector that I can’t imagine it blowing over.” In her working life, Van Hal has seen sustainable development being placed in the spotlight and looked at from just about every angle. She is gratified to see that sustainability has finally become ‘mainstream’ and will probably remain so: “There are now so many more reasons for taking action than 122
in the 1990s. It was then primarily a matter for central government, which thought something should be done. Now, we are much more convinced as a society. Real estate clients and financiers are also becoming increasingly convinced of the necessity for sustainably developed buildings. This is not just due to the rising energy costs, for example, but is also the result of scarcity of resources and raw materials, increasing demands from clients and stricter requirements abroad.” Although central government level focus on environmental policy is decreasing slightly at the moment, Van Hal believes this will not turn the tide: “Even if in the Netherlands it
‘The world of real estate comes to a complete halt, its development internationally is unstoppable, not least because Europe is preparing all kinds of regulations, which the member states will have to anticipate.” Well-considered self-interest Van Hal argues that a large number of real estate players have meanwhile started to implement sustainability out of well-considered self-interest: “And that is logical. After all, the world of real estate has been shaken to its foundations. Companies that wish to continue to exist will in future have to change radically because not only has the problem totally changed, a completely new competitive model is on the way. The focus has shifted from new building and competition at the lowest price to sustainable quality and existing real estate. As a result, so many new demands are being made on the sector, and survival is therefore no longer a question of being cheaper than the competition, but the ability to come up with a better solution.” A good example of this is the sustainable purchase of offices by the government. From now on, rented and purchased government buildings must have at least energy label C. Van Hal argues, “Buildings that perform less well can therefore not be leased to the government, which forces office owners and investors to take measures. They are consequently also investing on an ever-increasing scale in making their office real estate portfolio sustainable. Those who do not invest in sustainability now will have serious problems later.” The biggest problem provides opportunities The biggest problem the office sector faces is caused by existing stock because an increasingly large component is structurally empty. According to Van Hal, this problem provides plenty of opportunities for sustainability: “While there are some very fine examples of this, it is of course expensive to sustainably redevelop an existing office building. I therefore think we must be very selective.”
has been shaken to its foundations.
Companies that wish to continue to exist will in future have to change radically because not only has the problem totally changed.’ responsible for its power consumption, which is increasingly the case, according to Van Hal: “In the United States, power costs have for a long time been included in the rent as standard. It therefore pays the owner to invest in a better energy performance because this translates directly into a higher return.” She notes a similar development in new buildings: “We see new ways of putting out to tender and innovative forms of contract appearing, where the builder or developer is also made responsible for operation and maintenance. These players consequently automatically start to think more about the sustainable quality of a building than when they were able to just walk away after completion.”
Moreover, sustainable redevelopment becomes much more attractive financially if the owner of a building is also made
No utopia Flexibility and multifunctionality are regarded as very important for the continued future of real estate. The question is whether it is utopian to want to realise buildings whose tenability can also be guaranteed in the distant future. Van Hal agrees with this in principle: “That is also exactly the reason why we now have the problem of high vacancy levels. Office use has declined much faster than expected for a variety of reasons. We did not foresee this in the past, but it is certainly possible to anticipate it in construction by, for example, adding a certain over-measure to everything that is built. The disadvantage is that the building is consequently a lot more expensive. The benefit, however, is that it can remain in use much longer. Ultimately, profits will be made on many fronts, and, after all, that is what sustainability is all about.”
FGH real estate report 2011 inte rvie w anke van h a l
123
Making buildings sustainable involves more than just the use of materials and energy performance. Van Hal states, “Sustainability must also be about buildings that can last for a long time both functionally and aesthetically, and this is a real problem with some offices. We must therefore look at the quality and potential of the stock at the level of the individual property. Where the quality is inadequate, we must not be afraid to take drastic measures. Sometimes, demolition and a new building is simply the best option. For that reason, I have doubts about putting a total stop on new building, as some people suggest.”
Changes are trumps in the retail landscape 124
T r e nd s In the r eta i l ma rket Dynamics within the retail market are now greater than ever. Retailers are adjusting to consumers’ needs because they know that success depends on effectively responding to changing market demand. The retail market is increasingly defined by diversity, and successful retailers must reach the consumer through innovation and creation of value. The market for retail real estate has also shown a trend towards more heterogeneity. There are marked differences between good and problematic shopping streets and between shopping precincts and city centres. This has caused shop rents to diverge further, and badly functioning shopping locations are struggling with rising vacancy levels. In the short term, the priority lies with consumer spending, but, due to the financial crisis and its aftermath, consumers remain very reticent. Both physical shops and on-line sales channels are therefore affected.
FGH real estate report 2011 Trends In the retail market
125
Consumers rather more positive Consumer confidence at the end of 2010 was the same as in 2009. Although confidence was rising during the second half of the year, it was completely undone during December, which was reflected by retail spending. In 2010, it fell by 1.3% to approximately € 80 billion. That figure is over € 4 billion less than in 2008, when the absolute spending level was highest. In the coming years, there will be largescale government cutbacks and pressure on purchasing power. In many areas, the cost of living will increase, partly due to cutbacks in childcare and the raising of health premiums. Furthermore, developments in the field of pensions are uncertain, and there are reasonable grounds to doubt the strength of the economic recovery. It is therefore expected that retail trade will not undergo a powerful recovery in 2011. As a result, current circumstances cannot be compared to the previous economic recession from 2003 to 2005. At the time, turnover fell for nine quarters, but, in 2006 and 2007, retail trade turnover recovered by almost 10%. The non-food sectors showed a slight recovery towards the end of 2010, but this must be seen in the light of a ninequarter long contraction. As yet, 2011 has not indicated just how durable growth in the non-food sector is. Rabobank expects a growth in turnover of 0.5% for the sector this year. It will take time before turnover levels are back to what they were before the crisis. An important factor in the
medium-term is developments on the housing market. Market dynamics here have disappeared, however, and a powerful recovery seems far away. For shops in the home furnishings sector and other sustainable consumer goods, this is bad. We are already seeing an increase in the number of bankruptcies. There is a similar situation in the food sector, but its products are less sensitive to the economic fluctuations. Over the whole of 2010, the sector showed a rise of approximately 2%, and supermarket turnovers remained high. This growth was primarily due to rising prices, however, as turnover volumes showed only a fractional increase. For most sectors, a limited increase in retail turnover is expected in 2011. Rents stagnate, pressure continues The pressure on turnover faced by retailers will result in a limited demand for retail space. In 2010, while the amount of rented retail space certainly rose slightly in comparison with 2009, the increase is minimal. Supply, on the other hand, is still increasing. An inventory of the retail stock by Locatus indicates that approximately 9% of shops are actually empty. The amount of retail space offered on the open market at the end of 2010 reached 920,000 m², which is the highest level ever recorded. Supply has been rising since 2006, and there are few signs that the current level of supply will not fall any time soon, not even with a substantial recovery of retail spending. There are strong differences
Development of consumer confidence (1988-2010) 40
20
0
-20
-40
Consumer confidence
Economic Climate
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
-80
1988
-60
Willingness to purchase
Source: CBS
126
between regions and also within shopping areas themselves. In central shopping locations, the supply of retail space has been increasing for several years in areas that lie beyond the principal shopping streets. This began in so-called C-locations and then moved to shopping streets leading to the main streets. There are also examples of markets where even in the best shopping streets there is increasing supply. If viewed nationally, it is noticeable that supply is concentrated in border regions and areas with demographic contraction. The average rent per square metre for retail premises fell again in 2010. This also applied to main shopping streets. Although prime rents usually stayed the same, the demand for A1 shopping streets declined in most Dutch towns/cities with extensive shopping facilities. FGH Bank has established that the provision of key money has almost disappeared. Existing and lucrative leases are increasingly being offered to other retailers by sitting tenants. So-called A1 retail real estate is therefore less unassailable than people sometimes suspect, which results in limited upward rental potential for retail real estate. The battle among the large retailers for the best locations keeps these rents stable, however. Outside the top locations, pressure is increasing due to oversupply. This
has a purgative effect because rents in these retail areas have increased very quickly over past decade. Furthermore, due to the lower rents, distinctive niche stores can enter the market and increase the heterogeneity of a shopping area. FGH Bank expects no change for rents in 2011. This means further pressure on rents outside the proven prime locations. Is there still room for new building? In 2009 and 2010, a great deal of new retail space was completed. In both years, approximately 300,000 m² of retail floor area were added. This seems like a paradoxical development given the frugal economic times and the decline in consumer spending. The large quantity of new retail space is however largely associated with inertia on the real estate development market. The plans for many recently completed buildings were developed in times of economic prosperity. Some plans are therefore already outdated even as they are completed, as the intended layout is unprofitable in the new circumstances. New, peripheral retail locations are especially faced with this problem. Spending on sustainable consumer goods has declined sharply and the competition from other locations has intensified. The number of plans for home furnishings boulevards is rather high, but many of
‘The retail market is increasingly a market of extremes.’ Supply and Take up of retail space in m2 (2003-2010)
1,000,000 900,000 800,000 700,000 600,000 500,000 400,000 300,000 200,000 100,000 0 2003 Supply
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Take up
Source: PropertyNL
FGH real estate report 2011 Trends In the retail market
127
premises for financial feasibility and functional value to prevent uncontrolled growth. Furthermore, many structural market changes are taking place that will make quantitative extensions of retail floor area irresponsible.
these plans are redundant. For 2011 and 2012, we must take into account a somewhat lower quantity of new retail space. The annual inventory of new building plans by the NEPROM expects the completion of approximately 200,000 m² of retail space in 2011. In 2012, there will be an additional 100,000 m². The moderate economic situation in 2010 meant that many retail plans were cancelled or postponed. Therefore, after 2012, considerably less new retail space will appear.
New sales channels continue to grow On-line consumer spending continued to grow in 2010. The annual total is expected to be around € 8 billion, some 10% more than in 2009. It represents a substantial increase but is the smallest since records for on-line consumer spending began. This is linked to reticence among consumers, but the market is also becoming saturated. The on-line market has grown by an average of 35% a year over the past 10 years. In the coming years, we should count on an average of 10% a year. Moreover, growth in the number of new buyers will decline. For many consumers, the Internet is primarily an orientation tool. Before approximately 41% of shop purchases take place, there is prior orientation on the Internet. Some 34% of consumers orientate themselves in the shop itself, while 33% do this via printed media such as brochures. Nevertheless, 71% of all retail purchases still take place in physical shops, and just over a fifth of purchases occur via the Internet. Consumers still prefer to see and assess products on the spot.
The Dutch Council of Shopping Centres (NRW) sees opportunities especially in the redevelopment and management of existing shopping centres. Adding retail space was for many years a guarantee of innovation and improved quality in Dutch shopping precincts. The large-scale development of new shopping precincts will give way to smaller restructuring operations. FGH Bank is of the opinion that all professional players involved in the retail landscape are now faced with the challenge of innovation and adding quality without creating extra supply. This does not mean that there are no new development opportunities, however. The addition of shops is sometimes necessary to keep shopping areas dynamic; they can be an effective response to the emerging aspirations of consumers and entrepreneurs. For the authorities involved, it will be prudent to assess new retail
Top rent levels for retail space in the Netherlands 1989-2010 (in euro/m2)
2,500 2,250 2,000 1,750 1,500 1,250 1,000 750 500 250
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
0
Source: FGH Bank
128
Distribution of orientation and purchasing channels Orientation
Purchasing
Internet
41%
22%
Shop
34%
71%
Print
33%
-
2%
1%
Telephone/post
Source: Blauw Research
In the short term, mobile telephones will play an important part in the orientation and purchasing process. The increasing use of mobile Internet is expected to lead to more mobile transactions in future years. According to estimates, the number of users of mobile Internet could exceed the number of Internet users via the computer within approximately five years. In 2010, the use of mobile Internet increased noticeably. The popularity of devices that support mobile Internet, such as the iPhone and other smart phones, illustrates this. There will be more and more mobile applications (‘apps’), which will make the process of orientation and purchasing easier for consumers. Consumers can scan barcodes with their mobile telephones, easily visit comparison sites or benefit from offers presented on the spot. Such developments will result in consumers finding it much easier to change shops and purchasing channels. The role of social media like Facebook, Twitter and Hyves will grow constantly. Social media are important to retailers for two reasons. In the first place, they are an excellent way for retailers to quickly and accurately reach a target group. Secondly, social media provide the opportunity for consumers to mutually exchange opinions about products. On Hyves and Facebook, there are countless pages on which users share experiences concerning certain shops and brands.
FGH real estate report 2011 Trends In the retail market
For retailers, this provides a treasure trove of information, and an increasing number of retailers and brands are creating social networks themselves. Such ‘branded social networks’ can inform consumers and also ask for opinions and suggestions. Retailers can also generate extra visitors and attention with special campaigns. Social networks will in future increasingly determine the success of retailers. In recent times, retailers who optimised this strategy saw their profits rise, despite the downward trend. Consumers in control In the traditional relationship, consumers were loyal to shopkeepers, but this is fundamentally changing. Consumers want easier access and desire better service throughout the whole retail process, and they also require full and speedy information about products. Retailers have to respond accordingly if they are to retain their customers, and this involves adopting an appropriate strategy by, for example, maximising communications with consumers via cross-channelling. It entails retailers seeking to optimise contact with customers during the orientation and purchasing process, especially via a strong on-line channel. Next to an own web site, the use of social networks and the development of mobile apps are essential pillars. Another shift in power is that of the retailer towards the manufacturer. Manufacturers have a unique position with respect to retailers and can be more flexible with their margins. Most brands and manufacturers have web sites and many of them have the possibility to purchase on-line. Furthermore, more ‘flagship stores’ of well-known brands are emerging, such as those of Ziggo, Samsung and Apple.
129
‘Physical shops are becoming more a platform where consumers can experience the products.’
Demographic developments will determine the retail landscape more than ever before. The Netherlands had for decades a reasonably homogeneous population that increased steadily. Shopkeepers could easily anticipate this. Due to demographic changes in the near future, however, older people (65 years and above) will become a dominant target group for retailers. The growing number of older people does not comprise a heterogeneous group though. Their spending patterns are linked to age, health, income and amount of leisure time. This group usually attaches a great deal of value to high quality service. Accessibility of retail facilities and good parking are also very important. The same applies to security and good personnel. It is expected that urban district centres and high-quality district shopping centres will profit from this target group at the expense of traditional city centres. On the other hand, there is a generation of consumers that has fully embraced on-line activities. This so-called ‘generation Y’ grew up with the Internet and places high demands on retailers. Furthermore, the immigrant population is growing rapidly, and retailers are increasing focusing on this section of the population too. The number of shops catering specifically for immigrants is rising and will continue to do so in the coming years. More products for immigrant target groups are appearing in existing shops as well. Challenging prospects Due to the Internet, the role of shops is changing. Physical shops will become more a platform where consumers can personally experience the products. As the big brands focus increasingly on ‘brand experience’ and open ‘meeting stores’ in top locations, these locations will slowly lose their purely retail function. The closure of existing shops is not shunned because, after all, the sales function of shops is declining in value. The main shopping streets will become the battleground where all kinds of changes are played out. Shops that focus on the sale of different brands and those that do not have a clear profile will be particularly affected. Shopping precincts will themselves be more about branding and experience, which will engender competition between precincts. Shopping centres that were planned and where ownership is usually limited to one or a handful of owners 130
will be able to take better advantage of change. Shopping areas and streets that have arisen organically may be at a disadvantage as a result of highly dispersed patterns of ownership. It is however possible for these owners to form alliances to jointly develop strategy. These changes mean that real estate players will have to put their shoulders to the wheel. More than ever before, they will be guided by knowledge that is beyond their own traditional sphere of influence. According to FGH Bank, creating a link with retailers and consumers will be decisive. Some old certainties will no longer be self-evident, and the well-known attractions of shopping precincts will lose their strength. The modern ‘anchor stores’ are Zara, H&M and Apple. Growth in turnover in the retail sector will over time shift more towards digital channels. For physical retail channels, it is therefore vital not to underestimate these developments. In future, more and more hybrid retail organisations will arise, where the retail real estate is part of the total business strategy. The dominant function of retail real estate is certainly not self-evident in this scenario. It is becoming increasingly clear that the market for retail real estate will undergo a metamorphosis and will look very different in the coming years. This will be at the expense of the part of the existing retail market that is unable to adapt to modern consumers and new consumer behaviour.
Summary RETAIL MARKET
Spending increasing but not yet back to the old level
The Internet and new media are unstoppable
Consumer spending has not significantly increased this year and is by no means back to the level of a few years ago. Most retail sectors saw a rise in turnover in 2010, including the sustainable goods’ market. 2011 will show whether this recovery is durable. Due to large-scale government cutbacks and economic uncertainty, purchasing power will remain under pressure.
On-line retail sales rose by 10% in 2010. Physical shops remain the most important sales channel, however, while the Internet is dominant for orientation. Mobile Internet is becoming an ever increasing factor in the orientation and purchasing behaviour of consumers. Social media are also increasingly being used by both consumers and retailers as ways of communicating with each other.
Limited dynamics in the retail market
Flexibility of retailers is essential
The pressure on turnover faced by retailers has resulted in shop rents declining and the supply of retail space increasing. This is also noticeable in the prime retail locations, although the damage here is often limited. In general, there is pressure on rents, but this is primarily outside prime retail locations.
The extent to which retailers are able to keep pace with consumers will determine their success. At this time, it is essential to realise a strong on-line channel. Retailers will begin to focus more on the growing group of over-65s. This target group attaches a great deal of value to service and quality, and their retail behaviour could be to the detriment of city centres.
From new building to redevelopment Despite the sluggish economy, in recent years a great deal of retail real estate has been completed. These additions usually derived from plans that were developed in economically good years. Up till 2012, even more retail real estate will be added; thereafter, the new building market will fall silent. The emphasis will be more on functional redevelopment. New developments are only desirable if there is clear functional and quantitative justification.
FGH real estate report 2011 Trends In the retail market
The role of retail real estate is changing Consumer spending in physical shops is structurally declining, which benefits on-line retail channels. In shopping streets and precincts, ‘branding’ and ‘experience’ will dominate. As the traditional retail function shifts, the role of the underlying real estate will do so too. This represents a huge challenge for the real estate sector in the coming years.
131
The industrial real estate market is profiling itself increasingly as an open users’ market 132
Tren d s In the in du s t r i al r ea l estate ma rket Positive developments in the world economy during 2010 resulted in an improved climate for Dutch business activities. Although exports rose and manufacturer confidence recovered, the demand for industrial real estate on the open market has scarcely increased due to overcapacity and insufficient investment opportunities. At the same time, supply has increased and rents remain under downward pressure. Furthermore, there are still plenty of uncertainties, which are concealed by the levelling off of world trade, the low level of domestic spending and continuing uncertainty on the financial markets. A speedy recovery for industrial real estate on the buyers’ market is therefore unrealistic. The trade cycle sensitive logistics market segment has rapidly declined. This can catch up in the longer term, however, if economic recovery continues. Schiphol airport and the Port of Rotterdam demonstrated resilience in 2010, which could be the overture for increased logistics dynamics in 2011, but little of this was witnessed during the past year.
FGH real estate report 2011 Trends In the industrial real estate market
133
‘The stimulus of the surge in world trade will further decline in 2011.’
Export and the euro Improving world trade was the most significant factor in economic growth during 2010. The favourable exchange rate of the euro during most of the year also contributed towards a better business climate. In 2010, turnover growth in industry was 7.5%, after a dramatic decline of 19.5% in 2009. Manufacturer confidence was above zero half-way through the year for the first time since the end of 2008. By the end of the year, it had achieved a level of +2.5. This important shift indicates the manufacturing sectors are more positive and prepared to invest. Over the whole of 2010, however, the level of investment was disappointing because of the reticence of entrepreneurs and banks being less willing to lend. Stimulation for a surge in world trade will further decline in 2011. The growth in 2010 was largely due to temporary factors, such as stimulatory measures by governments, positive demand effects from the stock cycle and monetary impulses. As these factors gradually lose their efficacy, the growth in world trade will slacken off.
tance of Germany as an export partner may be declining, almost a quarter of Dutch exports still go to our neighbours to the east. Domestic sales and dynamics are however lagging at this time. This is related to the limited increase in investment in industry as a result of low occupancy rates, which in turn affects sales in the capital goods industry on the domestic market. Manufacturers of consumer goods are for now still impacted by weak domestic demand. Rabobank expects growth in turnover for industry of around 4% for 2011. Furthermore, there are big differences in production development within the sector, which are primarily due the situation in the end-markets that are served.
Although the growth in world trade volume possibly is declining, industrial exports will increase in 2011. The Netherlands can profit primarily from exports to the Asian regions and Germany. The German economy grew more than expected in 2010, and the Netherlands can harvest the fruits of a rapid recovery in Germany. Although the impor-
Little new industrial real estate involved The demand for industrial real estate in 2010 did not mirror
Development of producer confidence (1985-2010)
15
10
5
0
-5
-10
-15
-20
-25
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
-30
Source: CBS
134
awareness concerning sustainability issues will increase, which will subsequently impact demand for and the development of the new generation of industrial real estate and sites. A greater number of initiatives for sustainable industrial buildings are already emerging, albeit in dribs and drabs. Although flexible use plays a crucial role for industrial real estate, industrial buildings have for a long time been custom developed, which runs counter to sustainability policy.
improvements in the economy. Although ultimately more industrial real estate was taken up than in 2009, it was only a very limited increase. On the open market, a total take up of 2.5 million m² of industrial real estate was noted, and that is below the long-team average of 2.7 million m². This indicates that, in recent years, there has been only slight demand for industrial real estate. The worldwide economic slump and the scant confidence in recovery have knocked large holes in the demand for industrial real estate. Most take ups are generated by cost efficiency considerations. Naturally, there were also examples of successful and growing companies that facilitated the expansion of their business activities through acquiring more spacious and/or more modern accommodation. However, it is clear that the demand for expansion was ultimately much lower than the amount of space that became available. The amount of industrial real estate on offer rose substantially during the course of 2010. At the end of 2010, supply was approximately 9.1 million m², which is over 600,000 m² more than 2009. From 2000 onwards, with the exception of 2007, there is an unbroken increase in total stock. It is now very apparent that developers are postponing their plans or taking them off the market. The positive effect here is that stocks can decline again over time, but the danger is that a shortage of modern industrial buildings will arise, while the outdated stock is ignored. This will impact dynamics within the market and will also be unfavourable for healthy companies striving to progress. On a more favourable note,
Rent levels under pressure Limited dynamics within users’ markets and rising stocks result in heavy pressure on rents. On the basis of the realised user transactions for industrial real estate in 2010, an average price level of around € 45/m² was achieved. In 2009, the figure was € 48/m². At the peak of the market in 2008, an average rent of € 51/m² applied. This decline exposes the problems in the market. Due to the lack of demand, rents have fallen substantially within a short period. Incentives and rent benefits are not common within the market for regular industrial premises. For this reason, there are clearer downturns in rentals within this market than in the office market. The rents on high-quality business parks are generally more stable than at mixed locations. Logistics space traditionally achieves the highest rents, albeit in specific locations. In the market for distribution real estate, the prime rents in 2010 reached a level of € 85/m², equal to 2009. This level can hardly be sustained, however. In contrast to the market for regular industrial real estate, incentives in the logistics market
Supply and take up of industrial real estate in m² (1999-2010)
x1,000m2 10,000 9,000 8,000 7,000 6,000 5,000 4,000 3,000 2,000 1,000
Supply
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
0
Take up
Source: PropertyNL
FGH real estate report 2011 Trends In the industrial real estate market
135
goods at Schiphol Airport increased by about 20%. Both mainports play an important role in the transit function of the Netherlands. This is also indicated by the structure of exports. Re-exports grew more than exports of goods produced in the Netherlands. Not all logistics companies operate in an international context, however. Domestic transport has lagged behind since the recovery of the economy.
are being more widely applied. Landlords attempt to bind tenants in this way and so keep the value of the underlying real estate at the proper level. This is necessary because user demand for distribution real estate also lagged in 2010. Preconditions for the logistics market have improved The logistics real estate market had two faces in 2010. Increasing world trade and goods flows ensured improved preconditions, but the users’ market for logistics real estate indicated few dynamics. The national mainports fulfil a crucial function as a benchmark for the logistics sector. This applies to Schiphol Airport and the Port of Rotterdam. Transhipment in the Port of Rotterdam rose by 15% in 2010 and therefore returned to the level of 2008. The transport of
The logistics users’ market has gained little from improved market conditions to date. With a take up of 400,000 m² in logistics real estate, this represented 20% less space than in 2009. The decline in demand is primarily due to overcapacity in many logistics providers. Furthermore, part of the potential new demand fell away due to lease extensions. The market is such that better lease terms have been negotiated by tenants. Space is also being rented between logistics enterprises mutually, without the intervention of market players. This too puts the dynamics under pressure and is scarcely measurable. The stock of logistics real estate therefore amounted even further. This is especially visible in the core logistics regions outside the national mainports, where a few large scale developments in Limburg and North Brabant are particularly striking. As a result of the increased demand for space in recent years, various speculatively developed logistics premises have come onto the market.
‘Fall in rents exposes the problems in the market.’ Top rent levels for industrial real estate 1987-2010 (in euros/m2)
90 80 70 60 50 40 30 20 10
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
0
Source: FGH Bank
136
‘A lack of dynamics is expected in the logistics market in the short and medium-term.’ Stocks have furthermore been pushed up for years by outdated distribution centres with few prospects, and these centres are rented at lower rates. In the short term and certainly in the mid-term, more dynamics can be expected in the logistics market. The economic recovery and increased world trade volume will ensure that business dynamics across the whole spectrum will be addressed. Obviously, a demand for accommodation will be part of this. The fact is that a proportion of logistics users are in properties that do not satisfy modern requirements. There is also a growing group of users in the logistics market that strives for sustainability, both in terms of the logistics process itself and the accommodation.
The small businesses component (fewer than ten employees) comprised 92%. There were approximately 55,000 mediumsized enterprises (ten to 100 employees). An estimated 350,000 SMEs are located on business parks, with industry, construction, wholesale and transport being the most significant sectors. Financial, business and personal services establish themselves in different types of location, such as office districts and city centres. The retail trade and automobile sector can be found partly on business parks, often in the form of peripheral retail trade establishments and showrooms. SMEs are usually active in terms of accommodation in the owner/user market. Furthermore, a small group of SMEs is established in rented properties.
SMEs are scrambling back to their feet Small and medium-sized enterprises (SMEs) are often characterised as the engine of the national economy. Some 745,000 SMEs were active in the market sector in 2010.
Market developments within the SMEs sector ultimately make their way to the industrial real estate market. In recent years, SMEs have been shown to be more sensitive to the economic situation than major companies. SMEs focus
Structure of exports and imports in the Netherlands in the period 1990-2011 (2011: forecast)
30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 -5,0 -10,0
Export produced on national level
Export re-exportation
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
-15,0
Import of goods
Source: CPB
FGH real estate report 2011 Trends In the industrial real estate market
137
largely on the consumer market and the construction sector and have therefore experienced difficulty with the heavily reduced construction volume and uncertainty among consumers. In 2009, sales of all SMEs fell by 6% and each sub-sector contracted. Production in 2010 achieved a limited growth of 0.5%. The construction sector was confronted with a substantial fall in demand in 2010. Product sales in this sector fell steeply, and the number of jobs declined. Many construction companies have moreover left behind
empty space in business parks. In 2011, SMEs will also be confronted with a limited growth of 1.5% in sales. Product sales in sectors like industry and transport can continue to grow because exports remain high, but the construction sector will again have a difficult time in 2011, due to continued low production and limited user demand. The open market for industrial real estate is growing The market for industrial real estate is gradually changing
Sales trends of SMEs in 2010 and 2011 (forecast) by market sector (change with the previous year in %)
Total market sector
1,5
0,5
1,25
Additional market sectors Personal service
2
0,25
-0,5
Financial and business services
1,75
0,75
2,25
Transport & communication Catering
3
-0,25
-4,25
1,75
Automobile sector Retail trade
-1,75
4
-0,75 3,75
Wholesale -9
Construction
2,25
Industry -10
5,25
0,25
-8
-6
-4
-2
0
2
4
4
6
2010 2011 Source: EIM
138
into an open users’ market. According to the Netherlands Association of Builders and Developers (NVB), the rental segment comprises only 10% of the market. The majority of the stock consists of premises for sale or properties constructed at the behest of the end user. The logistics market has proved to be attractive to investors for a decade or so now. Due to the growing need for logistics services and distribution space, this market has changed rapidly. Furthermore, there are active initiatives that have resulted in the industrial real estate market being more market driven and heterogeneous. For example, small-scale, specialist, industrial real estate is a case in point. As a result, more and more industrial buildings are being built in the vicinity of universities and other knowledge-based institutions. Companies in these ‘breeding grounds’ strive for synergy with nearby institutions, and professional business centres provide demand for small-scale rental units in the upcoming locality. The advantage for users is greater flexibility and the presence of collective facilities. This type of building is becoming increasingly interesting as an investment category, despite the risks of shorter leases and higher tenant turnover. With scrupulous real estate management, knowledge of tenants and a strong local network, such investments can be favourable. Self-storage facilities offer clients a great degree of flexibility in the management of goods, which are stored in secured units and business premises. The Netherlands, with almost 140 business locations, is second only to France as the country with the most self-storage facilities on the European continent. There is still room to expand the market for self-storage in the Netherlands, however. The market for
‘In the new building market, there are very favourable opportunities for the development of sustainable and flexible industrial buildings.’ unilateral multi-tenant business premises is already saturated in many regions. Such properties have in the past ten years been put on the market speculatively on a large scale, especially in large and medium-sized cities. Rising land prices made it attractive to realise multi-tenant business premises with rents well above the level of regular industrial real estate. Although there is certainly market demand, it has been much less than expected. Figures from the NVB indicate that there are approximately 2.2 million m² in new building plans for industrial real estate of which half will be taken by logistics. The remainder will be taken by regular
FGH real estate report 2011 Trends In the industrial real estate market
139
‘Growth in demand for sustainable industrial premises.’ industrial real estate and multi-tenant business premises. Despite the current economic adversity, interest is increasing in the open market for industrial real estate. Running parallel to these developments is the growth in demand for sustainable industrial premises. While this growth has taken place because it is commercially more interesting for many enterprises to produce sustainability, it is also due to social and technological developments that are occurring in this particular area. According to FGH Bank,
140
this offers favourable opportunities in the new building market for the development of sustainable and flexible industrial buildings. It is inevitable that outdated and, on the face of it, run-down sites will be tackled on the basis of social desirability. This will provide good opportunities for the renovation and conversion of existing real estate, primarily because many business parks and industrial properties are strategically located in an urban area or region.
Summary Industrial real estate market
The world economy is improving
Logistics sector
After the enormous decline in world trade in 2009, a recovery was observed last year. This is expected to continue in 2011, and exports will especially benefit. As a result of exports, the Netherlands was able to achieve economic growth of about 1.7% in 2010. Manufacturers are meanwhile considerably more positive about the economic climate.
The take up of distribution space was below the level of 2009. Stocks also increased. As world trade volumes will continue to increase, the prospects for the logistics sector are not unfavourable. In 2010, this scenario could be detected in the transhipment figures of the Port of Rotterdam and Schiphol Airport.
Limited market demand and rising stocks Increasing world trade and improved exports will not, for the time being, result in a greater take up of new industrial real estate. Demand remained low in 2010 partly because of overcapacity for many players. In total, 2.5 million m² of industrial real estate was taken up, which was clearly less than the multi-year average. Stocks further increased last year to 9.1 million m².
Rent levels fell further Rents fell for the third consecutive year. The average rent in 2010 was € 45/m². The scant market dynamics and increasing stocks are forcing down rents.
Appropriate recovery of SMEs Small and medium-sized enterprises (SMEs) are very important for the national economy. A considerable proportion of SMEs is based on business parks. In 2009, SMEs were thoroughly weakened. Light recovery occurred in 2010, and this will continue for many sectors in 2011.
More market forces in the industrial real estate market The market for industrial real estate comprises 90% owner/users. In the coming years, a slight shift is expected towards the open market. Apart from logistics, market forces are increasingly impacting other segments with varying degrees of success, such as ‘breeding grounds’, business centres and self-storage. Modernisation and professionalisation moreover result in an improved climate for sustainable new building and renovation.
FGH real estate report 2011 Trends In the industrial real estate market
141
Sipko Schat Board of Directors, Rabobank Nederland
‘There is certainly an awareness that things will have to be done differently.’ The real estate sector is currently experiencing a loud wake-up call, says Sipko Schat, Member of the Board of Directors of Rabobank Nederland. “The market is incredibly weak. As a result, the certainty no longer exists in real estate that what is realised can actually be sold. The crisis is forcing players to work in a totally different, much more customer-oriented manner. To a large extent, however, not everyone is fully prepared for this.” The motto of the Rabobank organisation is ‘close up and involved’. According to Sipko Schat, this entails being where the client is, which is just as important for a bank as it is for
142
real estate entrepreneurs, who have to ensure they survive in the current climate. Schat asserts, “The most important thing is that you know the client and the sector. As a real estate entrepreneur, you must immerse yourself and be aware of developments. At the same time, you have to outline a picture of the future for the client that coincides with his or her ideas. You must also participate fully in the dialogue with the client. It is essential to be present at local level and operate as closely as possible because the client is by far your most important stakeholder.” This realisation has by no means permeated the entire real estate sector. Schat says, “It has from way back been a
market driven by supply, and the sector must now learn to work in a demand-oriented manner. What’s more, the sector is also saddled with a legacy, partly in the form of a substantial stock of offices with no prospects and partly in the form of projects that are still in the pipeline. This makes it more difficult to alter course in line with client needs. While there is certainly a realisation that things will have to be done differently, this in itself will not bring about the desired outcome. Customer-oriented working not only demands a completely different approach, but also requires that the organisation itself moves in a different direction. It further necessitates a change in corporate culture. But I’m afraid that not everyone finds that an easy thing to do.” Virtualisation According to Schat, clients must be much more closely involved in the development of real estate because this is where the biggest changes will occur in the coming period: “The increasing virtualisation of work, for example, has huge consequences for the technology and layout of a building and also for the layout and use of the available office space. Users are looking for intelligent buildings. The real estate sector is faced with the challenge of giving this form and content.” As a proponent of ‘new working’, Rabobank has direct experience of what is required. Within the framework of its own project ‘RabobankUnplugged’, the staff at the bank receive much more freedom to organise their activities so that they can optimally comply with the needs of the client. Working remotely is facilitated and regarded as more important than being office based. This has huge consequences for office use. Schat states, “In practice, a great deal of office space remains empty because people are out on the road. We have established that 40 per cent of our offices are empty on a weekly basis. It follows that we should be able to deal with space more efficiently by, for example, no longer having fixed work stations. Just through this alone, an organisation can save 20 to 30 per cent on office space. That percentage increases if people are also enabled to work outside of the office. Of course, we must be careful to avoid the situation whereby no one comes to the office any more. Meeting is necessary, but the need for office space can be substantially reduced without affecting the quality of the service and the efficiency of staff. On the contrary, in fact.” It would be an enormous blow for the real estate sector if demand were to suddenly decline by 20 to 30 per cent. According to Schat, however, this is exactly why it is absolutely imperative to adjust now and anticipate this development as soon as possible: “Sitting still is no longer an option.”
FGH real estate report 2011 inte rvie w s ipko s ch at
Socially responsible This need to adapt and move forward also applies to something else that Rabobank has a strong commitment to: corporate social responsibility (CSR). Schat asserts, “This goes much further than driving a car with an environmentally green label. By ensuring buildings comply with the highest CSR requirements and are thus sustainable, energy efficient and easily accessible, they are guaranteed to function much better. They generate more revenue for the owner of the building, provide the user with more ease and comfort and remain stable in value when sold. In short, CSR is the future. It is currently still a primarily Western European concept, but we are already seeing much more involvement and awareness among our clients in Asia and Latin America.” Although still in its infancy within the real estate sector, CSR will soon gain firm ground there too. According to Schat: “The market will enforce it. Investors and financiers, but governments as well, will demand it more and more. It could well be that projects that are not CSR-proof will be much more difficult to finance in the future.” The challenges are well known. The question is whether the real estate sector will pick up the gauntlet. Schat expects so: “I see many examples of real estate enterprises that are already actively engaged with these themes. A number of players will certainly have difficulties, that’s for sure. But, at the same time, I see various trendsetters in the market who are very active and are constantly stimulating their environment with new ideas. These are pre-eminently the players who can count on the active support of Rabobank.”
‘It has from way back been a market driven by supply,
and the sector must now learn to work in a demand-oriented manner.’ 143
Scant market dynamics are typical of the housing market
144
T r e nd s I n t h e r esi d en ti a l ma rket In 2010, the Dutch housing market showed no significant recovery, as indicated primarily by the trend in prices. Owner-occupier housing prices are still under pressure, and the number of transactions is also far below the long-term average. This has consequences for the construction volume, with plans in and by municipalities being postponed on a large scale. The housing corporation sector is finding itself in a changed environment too. Lower returns and higher costs are reducing the room for corporations to invest, which will impact the construction volume of cheaper, rented housing. It is necessary to win back the confidence of consumers. The housing market will show upward movement only when a fundamental recovery of demand takes place.
FGH real estate report 2011 Trends In the residential market
145
‘No significant recovery in 2010.’
demand for housing is still being affected by the economic recession. As a result, on average, housing remained on the market for longer than in 2009. The throughput time of a dwelling at the end of 2010 was 136 days, an increase of almost 9% compared with the end of 2009. Dynamics remain low Buyers’ lack of confidence characterises the current Dutch housing market. Since the beginning of the credit crisis, this has clearly resulted in a lower number of transactions. There are various reasons for this lack of confidence. In 2009, there was apprehension over job losses and double housing costs. Last year, uncertainty about the effects of government policy on house buyers was an additional factor. Part of this uncertainty has been removed since the Rutte cabinet took office, however, as we now know that the fiscal approach to owner-occupier housing will not change for the time being. This could convince some of the more apprehensive consumers to buy a house in 2011.
Price developments: low point not yet reached Prices for owner-occupier housing did not recover in 2010. Compared with 2009, prices fell on average by around 2%, but, when compared to the market peak in mid-2008, the transaction prices achieved were about 7% lower. For housing in the luxury segment, such as detached and semi-detached houses, prices are under most pressure. Developments in this segment also very much impact the average fall in price. The prices of housing in the cheaper to mid-priced segment have evidently fallen less on average.
FGH Bank expects housing sales to remain below the long-term average in 2011. This is first of all due to the fragile nature of the economic recovery. In effect, consumer confidence remains relatively weak, although, since autumn, there have been signs of recovery. Secondly, a particular group of potential buyers is experiencing problems with financing because mortgage providers have stricter requirements.
The pressure on prices is primarily a consequence of the still high supply of housing. At the end of 2010, more than 180,000 dwellings were on the market in the Netherlands. The number of transactions is however far below the long-term average. Supply is therefore high, while the
Average prices for single-family houses and apartments in the Netherlands in euros (1995-2010)
300,000
250,000
200,000
150,000
100,000
50,000
Single-family
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
-
Apartment Source: CBS
146
For starters as well as those moving on, a ‘dream house’ is therefore out of reach. The situation is further exacerbated by, for example, programmes to assist starters coming to an end. Thirdly, a large group of housing consumers prefers rented accommodation. The situation is perhaps temporary, but it indicates that the demand for housing is low and will remain so for the time being. Lower asking prices can begin to impact the current scenario, but sellers are turning out to be stubborn. For a considerable portion of the market for existing housing, the asking price is simply too high in view of market conditions. This explains the lack of market dynamics.
Despite the increase in the number of dwellings sold, new building production was much lower last year, which means the production of new housing is at its lowest level for 15 years. The effects of the crisis are therefore delayed in the house building sector. Since the number of new dwellings sold in the past two years was clearly below the long-term average, this low level of new housing production will persist in the coming years. We see this in the number of building permits issued for housing. In 2010, the number fell by approximately 20% after it had already fallen by 17% in 2009. This decline will probably lead to a production level of around 50,000 to 60,000 dwellings in the coming years.
More new housing sold, but it produces substantially less Unlike the market for existing housing, the number of new houses sold rose in 2010. With 25,000 transactions, this number is double the figure for 2009. In this respect, the market for new housing seems to be recovering. Nevertheless, sales volumes remain substantially below the level of the period before 2008. There are several explanations for the increase in the number of new houses sold. In the first place, the increase is in relation to 2009, a year in which sales fell to unprecedented levels and confidence was extremely low among consumers. Furthermore, this mainly concerns cheaper housing; although sales of more expensive housing are increasing, they are more sluggish. Finally, new housing prices have fallen by 10% to 15% on average. Partly due to this, the competitive advantage of new housing improved in relation to existing housing.
Housing corporations are under pressure As with the owner-occupier sector, the rental sector will also be faced with a fall in production. The room for investment in the housing corporation sector will come under pressure in future years. There are two essential reasons for this. Firstly, housing corporations will in future only be allowed to finance part of their stock via a contract of suretyship. This concerns housing for corporations’ primary target group: families with an income of maximally € 33,000. For families with an income above this level, housing will have to be financed at market rates. In the coming years, this will result in increasing expenses for corporations and will put returns under pressure. Furthermore, pressure is increasing on capital as a result of the reforms proposed by the new Rutte cabinet. The contribution of approximately € 250 million from housing
Number of dwellings sold in the Netherlands, divided into single-family houses and apartments (1995-2010)
250,000
200,000
150,000
100,000
50,000
Single-family
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
-
Apartment Source: CBS
FGH real estate report 2011 Trends In the residential market
147
corporations for the redevelopment of the ‘Vogelaar districts’ has been cancelled. Instead, the owners of rented housing (including private landlords) will in future pay a tax as a contribution to rent supplements. This will involve a total of about € 760 million, of which € 600 million must be paid by housing corporations, resulting in a considerable assault on their capital position. Fewer investments, active sales policy Against the higher costs, there is very limited growth in rents. In the coming years, rents for families with an income of up to € 43,000 may only increase by the same as inflation. Rents above this family income level may increase more than inflation by a maximum of 5%. However, the vast majority of rented accommodation involves families that do not fall above the limit. ‘Skewed housing’ is certainly to be discouraged, but, for most housing, rents may only be corrected for inflation. In future years, rents will therefore increase to only a limited degree, while costs will increase proportionally more due to an increase in general maintenance and operating expenses. The extra tax as a contribution to the rent supplement will have an impact, as will the refinancing of housing that is no longer covered by a contract of suretyship. This is expected to put pressure on cash flows, and the willingness of housing corporations to invest will thus decline. It applies to the construction of new rented accommodation as well as the maintenance and renovation of existing housing. Furthermore, housing corporations will be forced to shed part of their housing portfolio. The new cabinet wants to facilitate this by relaxing the conditions for housing sales to sitting tenants. Buyers will have the opportunity to buy 148
housing below market value, and corporations will at the same time receive necessary liquid resources. This will increase market dynamics because the number of dwellings sold will increase. The sale of rented housing will also have consequences for other market segments. Part of the (starters) demand will fall away, which will negatively impact sales of existing owner-occupier and new housing and thereby also the capacity for recovery of the owner-occupier housing market. Furthermore, selling at below the market value will put pressure on transaction prices. According to FGH Bank, these effects still remain underexposed. Opportunities in residential care even more strongly real estate related The combination of residence and care is from the point of view of FGH Bank especially favourable when based on a strong core real estate concept and where the care requirement is flexible and available on demand. This market segment comprises a relatively large target group. This strategy offers a solution for those needing immediate care and affords appropriate opportunities for a large group of mainly elderly people who may require care in future. Examples are the residential care complexes at district level, where care can be provided remotely. Integrated residential care concepts with a lot of dependent care, where the care is furthermore directly linked to the real estate, are less favourable from the viewpoint of real estate financing. In such intramural settings, the real estate cannot be seen separately from the care requirement. As money is usually recouped via personally related budgets (PRBs), health policy has a large effect on operation. In respect of cutbacks, PRBs are being discussed by the Rutte cabinet, and the outcome may result in putting the financing of the
‘The combination of housing and healthcare is only favourable for concepts that are strongly oriented on the real estate.’
after the start of this decline, the consequences are now receiving the required attention. Contraction can be unfavourable for real estate investments if it is not recognised in time. Since more regions are faced with this phenomenon, action is necessary. This does not imply that the risks for real estate investment are limited. Value growth of housing as well as commercial real estate is directly linked with demand in the market. If demand shrinks or falls off, the risks for the development of the value ultimately increase. In regions that are contracting, this will lead to a new discussion about the terms and conditions for financing. Government and the private sector must work together, according to FGH Bank, to assure the liveability and the underlying value of real estate. Demographic contraction must therefore become a top priority in national and regional (spatial) policy. Without coordinated policy, the effects will be negative.
care component in the operation of residential care concepts under pressure. The growing demand for care-related accommodation must therefore be satisfied by concepts that take the real estate as a core value. Contracting regions more clearly on the agenda In some Dutch regions, the number of residents and households has been contracting for years. Population numbers in South Limburg were at their highest at the end of the 1990s. Since then, however, the number of residents and the number of households have both fallen. More than ten years
FGH real estate report 2011 Trends In the residential market
149
Summary residential market
Housing prices have not recovered
More new housing sold
Overall, housing prices have not recovered in 2010. On balance, there is a slight decline, albeit with regional differences. Compared to the market peak in 2006, selling prices are 7% lower on average.
In 2010, the number of new dwellings sold was approximately 25,000, almost double that of 2009. Most housing was sold in the cheaper market segment. Furthermore, prices are on average 10% to 15% lower than the market peak in 2008, which has an effect on revenue capacity.
Dynamics remain absent, supply is too high The failure of prices to recover is largely a consequence of absent market dynamics. For two consecutive years, there have been relatively few transactions, and, as a result, supply has increased to more than 180,000 dwellings. It is also taking longer to sell housing, on average 136 days. A considerable portion of the housing supply has been on sale for over a year.
150
New building production substantially down The number of new dwellings produced in 2010 fell, a clear effect of the economic crisis. In the coming years, this figure will probably remain low for two reasons: the number of dwellings under construction in 2009 and 2010 fell sharply, and the number of building permits being issued is substantially lower than before. The new building production of rented housing is also under increasing pressure.
Investment capacity of housing corporations under pressure Housing corporations are faced with considerably higher costs as a result of two developments. Firstly, part of their property may no longer be financed via contracts of suretyship because of European guidelines. Secondly, owners of rented housing (including private landlords) will have to pay a portion of the rent supplement. The amount that corporations must pay will be much higher than the ‘Vogelaar tax’, which has been abolished this year. Costs will rise considerably more than rental income, putting investment under pressure. It may well be that corporations will (must) sell off parts of their portfolio, an action that has the support of the Rutte cabinet.
Contraction is on the map More than ten years after the first regions in the Netherlands were faced with population contraction, the situation now seems to be getting the attention it requires. Contraction is not necessarily a problem, so long as it recognised and leads to regional alignment and collaboration. Other regions will experience contraction in future, and this should have top priority in spatial policy. The detrimental consequences of contraction can only be resolved or prevented through collaboration and coordination at the planning stage.
Residential care: separation of residence and care Residential care concepts are favourable, as long as they focus on the real estate. The care component is dependent on health policy. Both the amount and the assignment of personal individual budgets are now under pressure, and the outcome will have consequences for the financing of concepts with a dominant care component.
FGH real estate report 2011 Trends In the residential market
151
Annemarie van Gaal entrepreneur
‘H unger is automatically making the real estate sector creative again.’ Annemarie van Gaal characterises herself as an entrepreneur in body and soul. And it was precisely this quality that possessed her to dispose of her real estate portfolio at a certain time. “I had earned a lot of money with it, but I certainly didn’t have the feeling that my entrepreneurship was being called on.” It was thus a fortunate accident that the crisis disengaged our automatic pilot, according to Van Gaal: “The sector must now learn to be creative again.” 152
Van Gaal once bought “a big pile of bricks,” and it was exactly four years ago that she sold the same pile of bricks. She says, “Once you have arranged the financing and tenants have moved into your building, your role is just about over. The money comes in automatically. And, when selling, it turns out that the property, which you bought for 16 times the annual rent, can be sold for 25 times the annual rent. The money just flows in, but I can’t really say that this adventure has excited me greatly as an entrepreneur – on the contrary.”
‘Enterprise, creativity, According to Van Gaal, this is exactly the way in which a great many real estate entrepreneurs operated in the golden years, before the outbreak of the financial crisis and subsequent economic recession. She argues, “The market has made the real estate sector lazy. Why should you stir yourself if the market does not actually require it and resounding results are achieved on automatic pilot? Enterprise, creativity, innovative strength: the real estate sector has almost never called on them because there was no need.”
innovative strength:
the real estate sector has almost never called on them because there was no need.’
Homogeneous group The fact that real estate became – and is – dominated by ‘grey men in suits’ is certainly a factor. Van Gaal asserts, “Such a situation has huge consequences for the spirit of enterprise and its sharpness because if there is a large, homogeneous group in which the members know each other inside out, after a while the group becomes extremely good at preserving itself.” Partly because of this, real estate is not really a sector that has been able to retain creative talent. Never mind the fact that so many women have now lined up. Van Gaal: “What should all these creative minds do if their creativity is never called on? Retaining homogeneity is much more agreeable in such a situation. Things are going very well as they are, aren’t they?” However, profits are no longer automatic. According to Van Gaal: “It is now much more difficult to earn money in real estate than before the crisis, and that’s a good thing because hunger makes you creative. If you have never had that feeling then you have never needed to look further than the end of your nose. But now that more and more enterprises are having problems and their appetite for profitable projects has become ever greater, the sector has been forced into action. It remains to be seen whether they will ever get back to a situation where they could just lean back.” Taking action Van Gaal is the first to acknowledge that it is not easy to take action if you are not accustomed to it: “But, in any case, begin by breaking through the homogeneity of the group. Open all the windows and doors wide and bring people from outside the sector into the world of real estate: the free spirits, the creative people; in short, people who have all kinds of specialities other than real estate. And, secondly: change your attitude. Work no longer from the inside out but from the outside in. Learn to listen to the client. Within that framework, keep a very close eye on what is happening in society. It is not about the assets. It is about what society wants. This is not easy for a sector that is so supply-driven, but real estate entrepreneurs, who stick to the old ways by only looking at themselves and continuing
to ignore market demand, will certainly not survive in the future.” The government will also have to take action, emphasises Van Gaal: “The high vacancy levels with which the office sector is currently struggling is largely to blame on a government that has imposed far too many restrictions. Why is transformation so problematic? Because it takes years to change a zoning plan even if the municipality is prepared to do so. Procedures, rules and regulations exist by virtue of the fact that the government and its officials have never known hunger. But reality is changing at that level as well. Eventually, the government will also have to realise that it would be a better world if they thought alongside and worked with entrepreneurs. Understanding and respect for each other cannot be created spontaneously, especially if increasing numbers of companies start to topple. Rather, it will be created if we try to avoid this together, certainly if within that framework the government demonstrates a willingness to take a step back.” When seen like this, the real estate sector is facing a fascinating period. Van Gaal: “Absolutely. Action, creativity, emotion and intuition will once more be involved. Real entrepreneurs will again be inspired by the profession. And this is also necessary because, in real estate, money has certainly destroyed more than we would like to admit.”
FGH real estate report 2011 inte rvie w Anne ma rie va n ga a l
153
Different investment behaviour in the real estate investment market
154
Tren d s In the r e a l e s tat e i n v estmen t ma rket The real estate investment market made a cautious recovery in 2010, as seen by the number of new investments in commercial real estate and the return of foreign investors, among other things. The recovery is somewhat distorted, however, primarily because the readily marketable segment within the market has improved. Only a limited part of the market is therefore profiting from the present recovery. The market conditions for secondary and tertiary investment real estate remain weak. Empty buildings are almost unmarketable, which results in limited financing possibilities. For a considerable portion of the market, value is thus still under pressure. The expected further increase in the number of empty buildings in 2011, especially in the office sector, will reinforce this tendency. The real estate investment market will consequently remain dominated by risk avoidance and difficulties in obtaining funding.
FGH real estate report 2011 Trends In the real estate investment market
155
Investment volume rises slightly Total investment volume rose to € 6.2 billion last year, about 20% more than in 2009, which indicates that the dynamics are cautiously returning to the investment market. The number of new investments rose up to € 1.9 million; this represents the net flow of resources to real estate. Next to new investments, several larger transactions also took place in the form of portfolios that changed hands. A considerable investment volume was usually involved here. In 2010, while foreign (especially German) funds invested mainly in offices, Dutch investors were primarily active in the purchase of shops and housing. In the housing market, investors tended to invest in single-family houses, preferably in the Randstad conurbation. In the retail market, institutional investors were actively buying and selling shopping centres in the larger cities. Market conditions have resulted in changed investment behaviour. Investors’ attention is concentrated above all on high-quality real estate with long-term leases and solvent tenants. Long-term cash flow security is nowadays the most important motive behind investment decisions. At the same time, the quality of the location in particular is also regarded as being essential for longer term reletting possibilities.
‘D ynamics are slowly returning to the investment market.’ German investors active in Dutch offices In the past year, more foreign investors were again active on the Dutch investment market than Dutch investors. More than half of the foreign investors in Dutch real estate were German funds. Placing funds in the market with participants seems relatively simple, due to which fundability is likely. During the past year, Germans have invested € 1,000 million in Dutch real estate. German investors are interested in Dutch real estate because of its good track record, transparency and the compactness of the Dutch market. They focus primarily on the top segment in the market, with long-term leases with a clear focus on offices. The Netherlands is a serious and rational alternative for them. Furthermore, a number of investors still have sufficient own capital available for investment.
New investments in commercial real estate (excluding housing and private investors) in millions of euros (1987-2010)
in mln. euro 8,000 7,000 6,000 5,000 4,000 3,000 2,000 1,000
Dutch investors
Foreign investors
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
0
Total
Source: Vastgoedmarkt
156
New investment in commercial real estate according to type of real estate and investor (excluding housing and private investors) in millions of euros (2010) Institutional investors
Real estate funds
Foreign real estate investment
Total 1,100
Offices
50
50
1,000
Retail
150
200
100
450
50
100
200
350
250
350
1,300
1,900
Industrial real estate Total
Source: Vastgoedmarkt
Retail continue to attract investors Investments in retail increased substantially in 2010. The total investment volume rose to € 2.3 billion, which exceeded the investment volume in offices (€ 2 billion). New investment, at € 450 million, also remained the same as in 2009. As in many other years, it is primarily Dutch investors who invest in shops, but, here too, increasing foreign interest is seen. The higher investment volume is mainly because several large shopping centres changed owners in 2010, including the Entre Deux shopping centre in Maastricht and the ‘Koopgoot’ in Rotterdam. The largest transaction was the sale of a portfolio of shopping centres from Unibail Rodamco to Wereldhave. The number of small-scale transactions was slight, and sales of solitary shops in A-locations remained limited. This was not due to a lack of interest, but because good shop investments are scarce in A-locations. Industrial real estate is a difficult- segment While the top segment in the office and the retail sectors have shown a cautious recovery, industrial accommodation lagged behind. In 2010, new investment volume fell to € 350 million. Industrial accommodation has from way back been dominated by own use and has only a few sub-segments on which specialist investors can focus. Logistics real
estate constitutes the main investment category of industrial accommodation. Apart from the sale of several single assets, there were no portfolio transactions whatsoever last year. Real estate investment by institutions again increased The real estate in the portfolios of institutional investors (pension funds, insurers and investment companies) amounted to € 114.5 billion at the end of 2009. That is 18% more than the year before and thus a considerable increase. Pension funds saw their real estate investments rise by 6% to a total of € 66 billion. It is striking that investment in real estate by insurers fell to € 12.7 billion. Insurers are overrepresented in real estate and are coming up against allocation objectives, due to which they have to sell part of their direct real estate. The shift from direct to indirect real estate continued more strongly in 2009. The increase in property ownership actually came almost totally from indirect real estate, partly due to a considerable increase in stock exchange listed real estate. Direct investment, on the other hand, remained about the same. Indirect investment skyrocketed due to the activities of the larger pension funds. The most important reason for this is diversification, where investors spread their real estate holdings more geographically with risk management in
‘T he prime segments in the office and retail markets are slowly recovering, industrial real estate remains behind.’
FGH real estate report 2011 Trends In the real estate investment market
157
mind. Fragmentation can also be seen: institutional investors and real estate funds are increasingly adopting their own investment strategy, and a strategic allocation policy is therefore essential. Institutional investors employ ALM models to determine the optimal way to invest, in which segments, at which locations and in which countries. The credit crisis and its consequences for the (real estate) investment market make it clear that the impact of these models on the investment results can be great and recalibration is actually necessary.
Pension funds and insurers have invested around 10.5% of their total invested capital in real estate. According to research by the European Association for Investors in Non-listed Real Estate Vehicles (INREV), the allocation objective of institutional investors in the coming three years will increase to 11.2% on average. INREV expects a growth of € 20 billion in real estate investment in Europe. Over 60% of this will flow towards non-listed funds. In the coming period, it is expected that there will be stronger demand for real estate investments from institutional investors, with an emphasis on security in the longer term.
Direct and indirect real estate investment in billions of euros and % 1980
1990
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Pension funds
6,3
14,2
23,3
26,0
23,4
22,9
23,1
22,9
19,7
19,1
17,0
15,2
Insurers
4,8
7,3
13,5
14,8
15,1
13,8
14,3
13,1
14,1
12,6
12,9
10,3
Investment companies
1,5
7,0
28,7
31,1
23,1
23,2
21,7
24,5
27,3
19,0
18,6
22,9
Other institutions
-
-
0,0
0,0
0,1
0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
0,0
0,0
Direct real estate
2009
Total
12,6
28,5
65,5
71,9
61,7
61,0
59,2
60,6
61,3
50,9
48,5
48,4
Indirect real estate Pension funds
0,3
2,5
23,8
24,3
22,8
25,9
31,0
39,9
53,9
52,6
45,2
50,8
Insurers
0,1
0,4
2,1
2,3
2,0
2,0
2,9
3,0
3,4
3,2
2,3
2,4
Investment companies
0,0
0,2
3,4
2,7
1,9
2,0
2,4
2,7
3,5
2,2
1,1
12,9
Other institutions
-
-
0,0
0,0
0,0
0,1
0,1
0,1
0,1
0,0
0,0
0,0
Total
0,4
3,1
29,3
29,3
26,7
30,0
36,3
45,6
60,8
58,0
48,6
66,1
13,0
31,6
94,8
101,2
88,4
91,0
95,5
106,2
122,1
108,9
97,1
114,5
96,9%
90,2%
69,1%
71,1%
69,8%
67,0%
61,9%
57,0%
50,2%
46,7%
49,9%
42,3%
3,1%
9,8%
30,9%
28,9%
30,2%
33,0%
38,1%
43,0%
49,8%
53,3%
50,1%
57,7%
116,6
290,1
830,0
831,2
779,4
854,9
950,5 1.063,0 1.156,1 1.171,3 1.042,0 1.355,2
10,8%
9,8%
7,9%
8,7%
7,9%
7,1%
6,3%
Total
Direct real estate Indirect real estate
Total investment Share of direct real estate
5,7%
5,3%
4,3%
4,4%
3,6%
Source: CBS, edited by FGH Bank
158
The real estate investment market was under pressure in the last period. Nevertheless, investment in real estate is a proven and relatively stable asset. It is precisely its long-term stability that, when compared to shares, makes real estate an interesting investment category in times of uncertainty. Due to the low interest rates, investments in fixed interest values produce a very modest return. The search for investments that produce a higher return is therefore in full swing. For pension funds especially, the pressure on improving returns is great. As a result of the low interest rates and the moderate climate of the stock market, pension funds are having problems with the extent of their cover. The interest on government paper is historically low, and investors therefore seek alternative, safe investments with a stable cash flow. Real estate is a good option in this respect. Number of real estate participations has declined Due to the economic crisis, the number of issuers of real estate participations has been drastically reduced. In 2008, around 90 funds were issued. A year later, only 29 funds were issued, with a total invested capital of over € 146 million and a total fund capital of over € 273 million. The developments on the credit market are producing a great deal of uncertainty among private investors (participants) and issuers of real estate funds. This uncertainty is nourished by different predictions about direct and above all indirect returns. As a result, the number of real estate funds has fallen drastically. For a number of such funds, the risks appeared too great. Last year, various issuers were taken over or went bankrupt. This has had negative consequences for this segment of the real estate market. FGH Bank expects further consolidation in the coming years.
‘R eal estate investment is a proven and relatively stable asset.’ This does not diminish the fact that favourable real estate funds can certainly produce interesting products. Last year, new emissions cautiously took place again for real estate CVs, partnerships and bond loans. Recovery seems to have started, albeit slowly, but fundamental recovery is not yet in view. Increasing vacancy risks and difficult refinancing are challenges in the investment market. Furthermore, the security is in many cases valued lower and ‘leverage’ declines. Finally, the interest rate is an uncertain and risky factor. If interest rates rise, it will be more difficult for real estate funds to issue new funds. Initial yields down in prime locations In the prime segment of the real estate market, net initial yields declined in 2010. For retail real estate, which declined relatively less in value than other real estate segments, the initial yield in principal Dutch shopping streets fell to around 5%. The initial yields for district shopping centres also fell
FGH real estate report 2011 Trends In the real estate investment market
159
and are currently around 7%. Due to its scale, there is a great deal of demand by investors for this type of real estate. In the prime segment of the office sector, we saw the first transactions with an initial yield of just under 6%. This concerns readily marketable, long-term leased office buildings. For the rest of the office market, it looks like investors are seeing the risks for investments in offices increase considerably. They therefore require a much higher return on their investment, and this in turn leads to an increase in initial yields. For the best business accommodation real estate, net initial yields fell slightly last year to just under 8%.
Investors in real estate are still prepared to pay relatively high prices for top properties, although the relationship between supply and demand in all the market segments has been further widened. This can largely be explained by the scarcity of good rented properties with long leases. Meanwhile, a large number of investors are still looking for investment opportunities in real estate. The consequence is that investors are prepared to go to extremes and accept lower initial yields in the current market. This has caused a growth in the difference between initial yields for top locations and other real estate: the yield gap. Return and risk are considerably better expressed by this, according to FGH Bank. With this, the difference between the top of the market and other real estate is clearly greater, in terms of return on purchase, rent, incentives, lettability and fundability. Total returns slightly up On average, total returns from all real estate sectors during the past 15 years are over 10%. Since 2008, however, there has been a strongly negative drift, and 2009 even produced a negative total return. In the first three quarters of 2010, a slight recovery in the IPD/ROZ Dutch Real Estate Index was visible. Real estate produces a 2.9% return on average. The return on shops is by far the highest, which is due to a positive direct and indirect return. On an annual basis, the return on shops comes to 6.6%.
‘R eturns and risk are substantially better expressed.’ Lowest net initial yields for real estate in % (1990-2010) 9
8
7
6
5
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
3
1990
4
Office real estate in the Randstad conurbation Retail real estate in the Randstad conurbation Industrial real estate in the Randstad conurbation
Source: FGH Bank
160
Other segments also showed a slightly positive total return. In all these cases, the rental income made good the loss of value (indirect return), which indicates that rental income is crucial for investors and high vacancy levels are avoided where possible. The total return for offices amounted to 2.2%, for industrial real estate 0.5% and for housing 1.1%. It is therefore clear that real estate is recovering slightly, but the pressure on value has certainly not yet disappeared. Return on corporation real estate lower For housing corporations, there was a slight upward adjustment of the risk last year. The results improved somewhat in 2009. This improvement is expressed by the direct return of 2.9% achieved over 2009. In 2008, it was only 2.6%. In 2009, the total returns of housing corporations came to -1%, and indirect returns fell by 3.5%. This decline is strongly related to the developments in the value of real estate. The increase in the discount rate and the exit yield had a negative effect on the market value of real estate. Figures for the whole of 2010 are not yet known, but, in view of the low turnover rates, the slight increase in rents
and the higher risk perception, the expectation is that investment results will not be much improved. Sustainability will be decisive For more and more investors, sustainability is becoming an aspect and sometimes even a condition of their investment policy. Research by the University of Maastricht has shown that listed real estate companies score better on sustainability than non-listed real estate funds. The most significant reason is the higher transparency and stronger focus on the longer term, which benefits investing in sustainability. While the current vacancy levels and the economic recession constitute an obstacle to sustainable investment in the longer term, the current market conditions also provide new opportunities. A modern, sustainable building is more lettable than a building with a poor energy performance, for example. Lettability and saleability will therefore also be considered as aspects of sustainability in the future. Apart from location, sustainability is also expected by FGH Bank to be increasingly decisive in future investment decisions – for both users and investors.
Total returns on real estate by sector (1995-2010) in % 1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009 2010, Q3
Offices
8,6
8,8
12,0
14,4
15,5
15,1
12,0
8,3
5,2
5,5
7,0
11,5
11,3
0,9
-0,2
2,2
Shops
9,4
8,7
10,6
12,7
13,3
12,0
9,9
9,8
9,2
10,3
13,5
14,9
13,4
5,5
2,4
6,1
Industrial real estate
10,0
11,3
12,1
13,7
17,1
13,1
10,5
9,5
6,4
8,5
11,1
13,0
11,7
4,0
-0,3
0,5
Housing
12,3
14,3
13,7
13,7
16,9
18,5
12,1
8,4
7,1
7,6
10,1
11,4
9,6
2,8
-2,2
1,1
Total
10,8
11,9
12,7
13,7
15,8
16,1
11,4
8,8
7,1
7,8
10,2
12,5
11,3
3,3
-0,2
2,9
Shares
19,1
38,7
45,9
14,7
25,9
2,9
-17,4
-32,3
7,6
5,1
32,5
18,5
9,3
-45,2
38,6
Bonds
15,7
11,7
9,6
17,7
-6,8
5,1
8,5
9,5
8,0
4,7
11,2
-1,1
1,7
12,3
2,4
Source: IPD Netherlands
FGH real estate report 2011 Trends In the real estate investment market
161
Total return per type of dwelling (2005-2009) in %
Multi-family housing
2005
2006
2007
2008
2009
Gemiddeld 3jr
8
6,3
5,8
-1,2
-1,1
3,6
Single-family housing
6,7
6,1
5,8
-1,4
-0,8
1,2
Commercial real estate
9,4
7,7
7,0
-0,4
2,0
3,2
All properties
7,6
6,4
5,8
-1,2
-1,0
1,3
Source: Aedex/IPD Corporation Real Estate Index
Before this can be achieved, further professionalisation is necessary. There are important roles for national and local government but also for market players. Paying more attention to making buildings sustainable is inevitable if we are to realise our political and social ambitions; however, there are now too many methods for measuring the sustainability of real estate. This is an obstacle and creates confusion. FGH Bank expects that, within the foreseeable future, (international) standardisation will take place and will result in a speedier measurement of sustainability. For investors and developers, completely new opportunities and possibilities will arise, namely making the (existing) stock of real estate sustainable.
‘R eal estate is recovering slightly, but pressure on values has certainly not disappeared.’
162
At the same time, real estate players will also be compelled to make daring choices. Investors and valuers will need to make it clear that a sustainable building will have a lower initial yield on average because of the better exit, the lower operating expenses and the broader users’ market. There is also a higher rent on average as the result of increased operating costs and improved lettability. To make the realisation of more sustainable buildings possible, however, it is crucial that tenants are prepared to pay higher rents, which is a logical consequence of the lower accommodation costs and the more sustainable living or working environment.
Summary real estate investment market
Investment volumes have risen slightly
Initial yields fall for the best locations
In 2010, investment volume increased slightly. Some € 6.2 billion was invested in real estate. With the exception of the market for industrial real estate, there was more investment in all sub-markets.
Initial yields for the best real estate fell in 2010. At the top of the market, for shops in the principal shopping streets, initial yields of around 5% were paid. For offices, initial yields at the end of 2010 were around 6%, and, for industrial real estate, they fell to just under 8%. The difference between the initial yields for top locations and other real estate, the yield gap, grew strongly in all sub-markets.
Germany is the front runner as investor in Dutch offices More than half of foreign investors in Dutch real estate were of German origin. Many German funds have sufficient capital that must be invested. Germans are primarily interested in Dutch real estate because of its good track record, transparency and the compactness of the Dutch real estate market.
Investments from institutes increasing The real estate in the portfolios of institutional investors, after a moderate year in 2008, rose to € 114.5 billion. The shift from direct to indirect real estate, which has been visible for a number of years, continued apace. In the coming years, institutional investors are expected to invest more.
Drastically fewer issues of real estate funds The number of issuers of real estate participations has drastically reduced because of the economic crisis. Last year, various issuers were taken over or went bankrupt. A further round of consolidation is expected to take place.
Total revenues for real estate are slightly positive Total revenues for real estate rose in 2010. Stable rental income is thus very important. Such revenues compensated for the fall in value in most segments. Shops are a good exception. They showed a positive direct and indirect return.
Sustainability is an integral component of the real estate process Increasingly, more investors have introduced sustainability into their investment policy. Investors who do not do so will miss the boat and end up with non-sustainable real estate stock. FGH Bank therefore expects that sustainability will become an integral component of the real estate process within a few years.
FGH real estate report 2011 Trends In the real estate investment market
163
Chris Gongriep G&S Real Estate
‘It is crucial development begins again.’ It is certainly not dull in the real estate sector just now. Apart from players having to strive hard to secure turnover in the current economic climate, there are also all manner of other ongoing market developments requiring adequate responses. According to Chris Gongriep of G&S Real Estate, the profession has therefore become more attractive. “Right now, the chaff is being separated from the wheat.” It is apparent that the real estate market is experiencing huge problems stemming from the enormous incentives that 164
office owners are offering in the competition for clients. According to Gongriep, “It is an unhealthy situation because there are so many vacancies, and we are almost forced to give more and more away. In comparison with ten years ago, the dynamics have completely disappeared.” All market players are in fact responsible for the current situation, in Gongriep’s opinion: “The credit crisis has of course something do with it, but the problems were already there long before there was any question of a crisis. No, it was the market players themselves who caused this
‘If we don’t develop for suffering. They inflated book values by artificially raising rents. Skewed growth was then created between the level of rents and the underlying value of the buildings. The financiers and investors are also guilty. They simply paid for it all. They looked at the rent levels and initial yields and were not critically enough advised about the actual value of the buildings and whether the rent was too high in comparison. That had to go wrong sometime. What is happening now is just a very tough price correction, and many, many parties will be victims in this.” It has also become more difficult for G&S Real Estate: “This is primarily expressed in clearly reduced demand. Turnover has stayed more or less the same. Even so, we actually have our hands full at this time, and this will remain so in the coming years. A number of players have disappeared from the market, which has actually given us extra space.” The pipeline with plans for new developments is meanwhile even filling up again quite nicely. That’s the way it should be, according to Gongriep: “If we don’t develop for the future now, in two or three years there will suddenly be a shortage of new buildings. It is therefore crucial that development is started again now. We are in any case heavily occupied with this.” Smarter fishing The relatively favourable position does not imply that an extremely close eye must not be kept on and advantage taken of current developments in the market. Gongriep says, “The pond is becoming smaller. We therefore have to fish just that bit smarter than the other fishermen around the pond. You must continually adapt to the desires of the market. If you merely keep on doing what you have always done, things will not improve just like that. We always try to look five years ahead.” In this way, principal trends within the market emerge automatically: new working, for example, loft offices for the creative industry and smarter methods of financing. Of all the trends, however, sustainability is perhaps the most important of all, at least according to Gongriep, and it is no coincidence that G&S Real Estate has been working on this for many years: “When the first plans for Mahler on the Zuidas in Amsterdam were signed, we had already decided that it must be a sustainable and energy-efficient project. That is why we then opted for the application of heat and cold storage. At the time, this was almost unique.” In the meantime, sustainability has become part of the developer’s genes: “Sustainability has now become our standard. We always go an extra step because we hope to stay ahead of the competition.”
FGH real estate report 2011 in terview Chris Gongriep
the future now,
in two or three years there will suddenly be a shortage of new buildings.’ Gongriep says that G&S Real Estate’s involvement in sustainable development goes beyond its own projects. G&S is co-founder of the Dutch Green Building Council, which describes itself as, “an independent, non-profit organisation that strives for the permanent sustainability of the built environment in the Netherlands.” This goal is based on the so-called BREEAM quality marks, especially for the design and realisation of buildings. Their actual use and operation will also play a role. Commercial interest Such quality marks set strict requirements for sustainability. Gongriep states, “In the Netherlands, there are just three buildings that are entitled to the BREEAM certificate. We ourselves have just had our first one. However, in the long term, we want to attain the ‘very good’ BREEAM certificate for all our buildings. As a socially responsible developer, we cannot afford to disregard the sustainability and energy performances of our buildings.” It is a difficult subject though, not least because everyone in the construction chain will have to comply. Gongriep: “It is necessary. We started training people who specialise in this three years ago. We have opted for a structural approach. Everyone in the organisation must become thoroughly imbued, even the people who work for us: sub-contractors, architects, plumbers and electricians, etc. Those who are not sustainable, can no longer work for us.” That sounds hard-nosed, but it really stems from well-considered commercial interest. Gongriep argues, “Municipalities require it, users want it and investors increasingly clamour for sustainable buildings. At the moment, they don’t quite know what it all entails, but the more their knowledge develops, the more the demand for sustainability will increase. I am convinced that those who do not move in this direction will be unable to find work within five years.”
165
Glossary and acronyms
Supply Office space, retail space/showroom and industrial space, which is free for the market to rent or buy. It includes existing properties and properties under construction or undergoing renovation.
Take-up The letting of and transactions relating to office space, retailspace/showroom and industrial space.
Office space Office space of more than 500 m2 net floor area in specific office buildings.
Retail/shops
Shops/showrooms of more than 200 m2 net floor area.
Industrial space Production and distribution space of more than 750 m2 net floor area (including office space).
Stock Total size of the existing office, retail and/or industrial floor space.
Vacancy Office, retail and/or industrial space which is available for occupation immediately.
Rent Price per m2 rentable floor area per year. Out-of-town Concentration within the existing built-up area with five or more shops, each with an average lettable floor area of at least retail 500 m2, which are not located within an existing or planned development shopping area or immediately adjacent area.
Large-scale Concentration within the existing built-up area with five or more shops, each with an average lettable floor area of at least retail 500 m2, which are not located within an existing or planned development retail area or immediately adjacent area. A large-scale retail development is a retail site in which the industry restrictions formulated in the out-oftown policy and which apply in full to fringe locations, are not applied at all or to a lesser extent.
166
About FGH Bank
FGH Bank is the bank for financing commercial real estate. Our strength derives from the ability to focus effectively on any given area. To achieve this, we have a large number of specialists operating in a range of fields. In addition to real estate analysts, valuers, structural engineers and risk analysts, we also have experts specialising in legal and fiscal matters. Alongside FGH Bank’s robust vision of commercial real estate, our expertise allows us to make correct financing proposals for all manner of real estate transactions. FGH Bank operates from eight offices in the Netherlands: Amsterdam, Arnhem, The Hague, Eindhoven, Groningen, Maastricht, Rotterdam and Utrecht. We also have an office in Frankfurt. Every office is firmly anchored in the economic region within which it is active. The people in the field cherish their networks and maintain long-term client relations. The financing of projects is often achieved by calling in the right expertise from colleagues at the right time.
FGH real estate report 2011 about fgh bank
Our strength derives from this collaboration. After all, FGH Bank has all necessary specialists in-house. Moreover, FGH Bank offers a range of services above and beyond real estate financing. Through our subsidiary, FGH Real Estate Expertise, we provide a wide range of real estate advisory services, such as portfolio analysis, valuations and location research. In addition, with RNHB Hypotheekbank (RNHB Mortgage Bank), FGH Bank focuses on the real estate middle market, via both intermediaries and direct channels. FGH Bank is uniquely positioned to analyse social and economic developments and assess their impact on the market for commercial real estate. We are always pleased to share our findings with the market, for example, through our annual FGH Real Estate Bulletin. Would you like to know more about FGH Bank? Please feel free to contact us. We look forward to hearing from you. www.fghbank /
[email protected]
167
adresses Headoffice
Leidseveer 50 3511 SB Utrecht Postbus 2244 3500 GE Utrecht The Netherlands T +31 30 232 39 11 F +31 30 233 45 72
[email protected] www.fghbank.nl
Offices FGH Bank N.V.
Amsterdam Koningslaan 33 1075 AB Amsterdam The Netherlands T +31 20 664 41 41 F +31 20 662 03 06
[email protected]
Eindhoven Parklaan 62 5613 BH Eindhoven The Netherlands T +31 40 296 08 11 F +31 40 245 18 20
[email protected]
Rotterdam Blaak 333 3011 GB Rotterdam The Netherlands T +31 10 242 01 50 F +31 10 212 14 55
[email protected]
Arnhem Cronjéstraat 10 6814 AH Arnhem The Netherlands T +31 26 442 77 10 F +31 26 442 94 48
[email protected]
Groningen Verlengde Hereweg 173 9721 AP Groningen The Netherlands T +31 50 311 45 82 F +31 50 311 45 63
[email protected]
Frankfurt Beethovenstrasse 4 D-60325 Frankfurt am Main Germany T +49 69 767 579 50 F +49 69 767 579 513
[email protected]
The Hague Nieuwe Uitleg 15 2514 BP Den Haag The Netherlands T +31 70 304 01 38 F +31 70 385 38 34
[email protected]
Maastricht Aldenhofpark 30 6211 LV Maastricht The Netherlands T +31 43 350 08 85 F +31 43 325 87 23
[email protected]
FGH Vastgoed Expertise B.V.
Utrecht Leidseveer 50 3511 SB Utrecht The Netherlands T +31 30 232 34 00 F +31 30 232 34 31
[email protected] www.fgh-vastgoedexpertise.nl
168
rnhb Hypotheekbank
Eindhoven Parklaan 62 5613 BH Eindhoven The Netherlands T +31 40 264 94 60 F +31 40 245 18 20
[email protected]
Utrecht Leidseveer 35 3511 SB Utrecht Postbus 2244 3500 GE Utrecht The Netherlands T +31 30 755 20 00 F +31 30 755 20 20
[email protected] www.rnhb.nl
factsh e e t s Rents The indicated range concerns the rents at the end of the year, in euros per m2 per annum and excluding VAT, for a readily marketable property, fully let for a period of 5+5 years.
Expectations
J = stable
O P
= increases = decreases
Service index The service index represents the ratio between the total surface area and the number of residents. The following pages include an overview of regional data per market segment (the office, retail, industrial real estate market and residential market). Would you like to find out more? Our website provides access to an overview of the regional market data, including an extensive explanation: www.fghbank.nl
Sources
ABF Research Bak R.L. CBS Local authorities Locatus NEPROM NVM PropertyNL Vastgoedmarkt
FGH real estate report 2011 factsheets
169
FACTSHEET office market province/cities
general
market structure
279,800
4.2
3,800
5,300
39%
40,900
Almere
189,900
13,300
80,200
27.2
10.5
5.9
2.1
54.3
575,100
3.0
22,000
27,000
23%
106,500
Lelystad
74,900
5,700
35,600
21.2
13.1
8.7
1.1
55.9
248,400
3.3
4,800
4,000
-17%
29,100
94,700
5,200
65,700
15.4
9.0
11.6
10.4
53.6
573,400
6.1
4,100
23,800
480%
41,500
Apeldoorn
156,000
10,100
96,500
16.0
12.0
14.9
6.0
51.1
740,700
4.7
22,600
21,600
-4%
119,700
Arnhem
148,100
10,400
100,600
22.6
8.6
11.3
3.8
53.7
1,083,400
7.3
41,000
29,500
-28%
209,700
Nijmegen
163,900
10,100
99,200
13.7
14.2
5.1
1.3
65.7
471,500
2.9
11,600
20,500
77%
54,100
189,400
12,800
133,000
23.1
7.8
8.9
1.5
58.7
977,700
5.2
17,600
13,600
-23%
111,600
Supply 2010 in m²
Stock 1 january 2011 in m²
63.5
Take-up compared with 2005–2009 in %
% Other 2010
3.7
Take-up 2010 in m²
% Government 2010 10.3
Average take-up 2005-2009 in m²
% Industry, trade, transport 2010 10.1
Office space per resident in m²
Business services 2010 12.4
% Banking and insurance 2010
Number of jobs 2010 35,800
Number of companies 2010 3,600
Number of residents 2010 67,100
Province Drenthe Assen
Province Flevoland
Province Friesland Leeuwarden
Province Gelderland
Province Groningen Groningen
Province Limburg Heerlen Maastricht
89,200
5,000
56,800
13.0
16.3
9.8
7.0
53.9
466,600
5.2
12,100
1,500
-88%
43,200
118,900
7,700
73,400
20.0
13.3
6.4
1.5
58.8
491,700
4.1
9,000
17,000
89%
78,000
174,200
12,200
100,600
18.3
11.7
8.8
2.3
58.9
690,300
4.0
24,600
21,400
-13%
89,700
Province Noord-Brabant Breda
170
rents
development prospects
j/p De Luitenant j Het Palet j Tappellocatie
Planning capacity 2010in BFS in m²
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
90-115 110-125
Most prominent new building locations/ plans
90-115 110-125
Expectation 2011
Oude Grachtpad
Range for rents 2010 in €/m²
Centrum/Stationsgebied
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent office locations Borgstee
7,500 10,000
90-115
90-115
110-130
110-130
Almere Buiten
90-125
90-125
j/p Almere Poort, Olympiakwartier Oost
66,000
Almere-Haven
85-110
85-110
40,000
100-160
100-170
j/p Almere Poort, Olympiakwartier West j Almere Poort Kustzone/Duin
Gooise Poort
95-140
95-140
j/p Landdrost
Muziekwijk
90-120
90-120
j/p WTC Zakencentrum L’Hermitage (Majestic)
Peelerpark
Almere-Stad/Zakencentrum
Parkwijk
90-120
90-120
j/p
Centrum/Stationsgebied
85-120
85-120
j/p Stadsbalkon Lelystad Noord
60-90
60-90
Lelycenter Business Park Leeuwarden
90-120
90-115 100-120
j/p Oostergoweg j Philipslocatie
90-125
90-120
j/p UPC kantoor
Tesselschadestraat
110-120
100-115
Apeldoorn-Noord
100-130
95-125
Centrum/Stationsgebied
115-150
115-150
Laan van Osseveld
100-130
100-125
Europalaan
120-140
120-140
Oostergoweg
85,000 13,900 27,500
10,000
j/p
105-125
Centrum/Stationsgebied
8,000
j
6,000 5,000 7,000
j/p WTC
9,000
j/p Business Park Apeldoorn (TNO terrein) j Minx complex
23,500
j/p Uitbreiding Achmea kantoor j Welgelegenpark, Quarles van Uffortlaan
45,000
12,000 6,100
Zuidwestpoort Agis-locatie, Europaweg
12,000
Centrum/Stationsgebied
120-160
110-160
Gelderse Poort
125-140
120-135
j/p Business Park IJsseloord II
90,000
IJsseloord II
120-145
120-140
j/p K3/K7, Stationsgebied
15,000
Kronenburg
100-130
100-125
j/p Schuytgraaf
10,000
Kroonpark (Arnhem Zuid)
110-135
110-135
j/p Westervoortsedijk
Velperweg
110-150
110-145
j/p
Bedrijvenpark Lindenholt
j Arnhems Buiten (Kema-terrein)
24,000
8,000
90-120
90-120
j/p Neerbosch, Scherpenkampweg
19,000
Brabantse Poort
115-130
115-130
j/p Plein 1944
11,300
Mercator Science Park
110-130
105-125
65,000
Spoorzone/Centrum/Singels
115-140
115-150
j/p Waalsprong/Citadel j
Centrum/Stationsgebied
125-135
120-135
90-110
90-110
Europapark
135-150
125-140
Kranenburg
120-135
120-135
Martini Trade Park
115-130
115-130
90-115
90-110
Centrum
115-135
110-135
j/p Maankwartier
Centrum/Stationsgebied
120-140
110-140
j/p A2-zone
30,000
Céramique
115-140
110-140
j/p Maartenspoort
12,000
Randwijck
115-135
110-135
j/p Randwijck
60,000
Claudius Prinsenlaan e.o.
120-150
110-150
110-130
110-130
j/p OV-Terminal j Stadionkwartier Breda
22,000
Stationsgebied Westerhage/Steenakker
125-140
120-140
j/p Via Breda
50,000
Corpus den Hoorn
Zernike Science Park
j Euroborg kantoor Volta, Boumaboulevard j/p De Meeuwen, K 1 t/m5 j Nieuwbouw DUO en Belastingdienst, Kempkensberg j Kantorenkwadrant Europark j Sociale Dienst Europapark
11,000 20,000 47,000 50,000 17,000
j/p
FGH real estate report 2011 Factsheet office market
5,000
20,000
Source: take-up and supply PropertyNL
171
FACTSHEET office market province/cities
general
market structure
20.3
9.6
7.2
4.6
58.3
954,300
6.8
32,300
37,500
16%
102,800
Eindhoven
215,900
15,900
150,800
28.0
15.2
3.6
4.3
48.9
1,414,400
6.6
58,000
42,200
-27%
227,900
Tilburg
205,600
12,000
109,900
13.1
19.2
4.0
6.8
56.9
467,100
2.3
8,400
6,700
-20%
62,000
Amstelveen
81,600
6,200
41,500
36.1
6.0
3.9
7.9
46.1
651,300
8.0
21,600
10,900
-50%
131,400
Amsterdam
777,400
75,700
507,600
28.7
6.6
5.9
9.3
49.5
6,130,000
7.9
309,000
251,000
Diemen
25,000
1,900
17,500
37.7
21.0
1.6
4.7
35.0
286,300
11.5
9,800
0
-
45,300
Haarlem
150,500
10,800
67,500
19.4
11.7
7.7
1.9
59.3
524,200
3.5
20,000
7,200
-64%
71,200
Haarlemmermeer
143,300
8,000
124,900
17.2
40.9
4.0
2.2
35.7
1,381,300
9.6
45,200
38,000
-16%
290,000
Hilversum
85,100
7,000
49,700
36.7
8.3
4.0
2.1
48.9
619,100
7.3
24,600
11,800
-52%
77,400
Zaanstad
146,600
10,100
60,600
18.7
20.1
4.4
2.1
54.7
263,400
1.8
6,600
3,100
-53%
42,000
Supply 2010 in m²
Take-up 2010 in m²
Take-up compared with 2005–2009 in %
Stock 1 january 2011 in m²
Average take-up 2005-2009 in m²
% Other 2010
99,400
Office space per resident in m²
Business services 2010
10,600
% Banking and insurance 2010
Number of jobs 2010
140,600
% Government 2010
Number of companies 2010
% Industry, trade, transport 2010
Number of residents 2010
Den Bosch
Province Noord-Brabant
Province Noord-Holland
-19% 1,107,000
(Hoofddorp en Schiphol)
172
rents
development prospects Planning capacity 2010in BFS in m²
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
Most prominent new building locations/ plans
Range for rents 2010 in €/m²
Expectation 2011
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent office locations De Brand
110-135
100-135
j/p BDO/CTAC
De Herven
110-135
100-135
Pettelaarpark
125-145
125-150
Stationsgebied/Paleiskwartier
135-160
130-160
j/p Belvedère, Ricoh j De Croon (Paleiskwartier) j Paleiskwartier (diverse projecten)
Eindhoven Airport/Flight Forum
125-150
125-145
j/p Flight Forum
50,000
Ekkersrijt/Science Park
110-135
110-135
j/p KPMG, Dorgelolaan
10,800
Stationsgebied
130-160
125-160
j/p Stationsgebied Fellenoord
50,000
12,600 9,600 8,000 60,000
Strijp S Centrum/Stationsgebied
110-150
110-145
j/p Kempenbaan
’t Laar
110-135
110-130
j/p ’t Laar
90,000 100,000 30,000
T58
15,000
Bovenkerk-Legmeer
120-165
110-165
j/p Het Parc
43,000
Centrum
150-210
140-200
j/p Kronenburg
38,000
Commerce Park
125-210
125-200
j/p Startbaan
Amstel Business Park
100-150
100-150
Centrum/binnenstad
175-300
150-300
De Omval
175-250
150-250
j/p Centrumgebied Amsterdam Noord j Deloitte, VU Kwartier j NDSM (diverse projecten)
Noord
100-175
90-175
j/p Oosterdokseeiland Kavel 2/3
Oost
125-175
125-175
j/p Oosterdokseeiland Kavel 5/6
Riekerpolder
150-200
150-200
j/p Riekerpolder
Teleport/Sloterdijk
125-160
125-160
j/p Zuidas (diverse projecten)
West
115-150
115-150
Zuidas
225-325
225-325
j/p j
Zuidelijke IJ-oevers
125-225
125-225
j
Zuidoost
80-175
80-175
j/p
Bergwijkpark
85-145
80-140
j/p Alpha Centauri II. Eekholt
11,500
Diemen-Zuid
85125
80-125
33,000
140-175
140-175
j/p Alpha Centauri III. Eekholt j 023 Haarlem, Schipholweg
Schalkwijk
90-135
90-135
j/p Maria Stichting
Waarderpolder
90-135
90-135
j/p Nieuwe Energie, Minckelerweg
Centrum/binnenstad
7,500 30,000 40,000 120,000 22,600 56,000 140,000 1,100,000
17,000 8,000 10,300
Oosterpoort, Laan van Decima
7,500
Raaks Hoofddorp
11,000
14,000
Hoofddorp
Beukenhorst Oost
110-150
100-140
Beukenhorst West
85-125
80-115
Beukenhorst Zuid
j/p Beukenhorst 0ost-Oost (diverse projecten) j/p Beukenhorst Zuid, Europese hoofdkantoor Asics j Beukenhorst Zuid, Hoofdkantoor TNT
150,000 5,500
125-175
125-175
Centrum
85-160
85-160
j Business Garden Hoofddorp
49,000
De Hoek
80-120
80-120
j/p Park 20/20 (diverse projecten)
90,000
Schiphol
17,300
Schiphol
Schiphol Centrum
200-300
200-300
j/p Anthony Fokker Business Park (diverse projecten)
109,000
Schiphol Oost
100-150
100-150
j/p Schiphol Elzenhof Business Park (diverse projecten)
180,000
Schiphol Rijk
90-130
85-125
j/p Schiphol Rijk, Campus
37,500
Schiphol Zuid
90-130
85-125
20,900
Arenapark
125-160
125-160
j/p Schiphol Rijk, High Speed Logistic Park j Arena Park (diverse projecten)
Centrum/stationsgebied
100-145
100-140
j/p Mediapark (diverse projecten)
Mediapark
110-160
110-150
90-135
90-135
Centrum
90,000 150,000
j/p j/p De Icoon II, Stationsplein Inverdan (diverse projecten) Parkgebouw I + II
FGH real estate report 2011 Factsheet office market
8,000 100,000 4,000
Source: take-up and supply PropertyNL
173
FACTSHEET office market province/cities
general
market structure
408,800
2.6
21,800
11,000
-50%
70,300
Hengelo
80,800
4,700
45,800
15.7
22.7
6.1
1.3
54.2
279,400
3.5
9,600
8,000
-17%
44,000
120,100
6,300
85,500
16.9
13.5
9.7
3.2
56.7
793,500
6.6
37,600
20,000
-47%
119,000
146,300
10,300
82,400
24.5
9.3
4.6
5.4
56.2
846,200
5.8
51,000
18,400
-64%
151,800
Houten
47,900
3,300
21,600
27.8
7.7
4.0
5.4
55.1
244,300
5.1
16,000
4,700
-71%
42,700
Nieuwegein
60,900
4,100
45,600
27.1
10.7
2.3
2.7
57.2
520,300
8.5
25,600
10,900
-57%
140,000
309,800
22,900
220,600
25.1
7.9
6.6
7.7
52.7
2,616,400
8.4
149,200
104,100
-30%
332,000
Woerden
49,700
3,800
28,400
19.0
14.2
2.4
1.1
63.3
214,500
4.3
10,400
13,200
27%
35,300
Zeist
60,700
4,600
35,100
20.6
5.9
5.0
7.2
61.3
325,100
5.4
13,600
6,400
-53%
16,700
48,100
3,000
25,000
9.0
15.6
13.1
1.1
61.2
145,600
3.0
2,500
1,000
-60%
4,700
Capelle aan den IJssel
65,900
2,700
38,100
31.6
7.2
2.4
5.9
52.9
487,200
7.4
17,600
9,900
-44%
107,400
Delft
97,300
5,400
52,900
22.6
10.7
4.5
1.3
60.9
390,300
4.0
10,100
8,600
-15%
47,800
Den Haag
493,600
34,300
265,900
21.1
6.1
19.3
3.5
50.0
4,125,900
8.4
102,200
85,600
-16%
442,800
Dordrecht
118,800
4,800
54,700
13.3
19.4
7.3
1.1
58.9
291,600
2.5
4,300
14,600
240%
62,000
71,100
2,700
32,800
17.3
13.5
3.7
4.2
61.3
349,300
4.9
16,600
7,700
-54%
63,600
Supply 2010 in m²
60.3
Take-up compared with 2005–2009 in %
2.2
Take-up 2010 in m²
Stock 1 january 2011 in m²
6.1
Average take-up 2005-2009 in m²
% Other 2010
16.6
Office space per resident in m²
% Industry, trade, transport 2010
14.8
% Banking and insurance 2010
Business services 2010
77,800
% Government 2010
Number of jobs 2010
8,400
Number of companies 2010
157,700
Number of residents 2010
Enschede
Province Overijssel
Zwolle
Province Utrecht Amersfoort
Utrecht
Province Zeeland Middelburg Province Zuid-Holland
Gouda
174
rents
development prospects Planning capacity 2010in BFS in m²
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
Most prominent new building locations/ plans
Range for rents 2010 in €/m²
Expectation 2011
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent office locations Business & Science Park/ Hengelosestraat
110-130
115-130
Centrum/Stationsgebied
125-145
125-145
Centrum/Stationsgebied
110-130
110-130
Westermaat
120-130
115-130
A28-zone
120-170
120-170
Centrum
115-160
115-160
Hanzeland
130-165
120-160
j/p Uitbreiding en renovatie Rechtbank
26,000
Oosterenk (Zone Ceintuurbaan)
125-140
120-140
j/p Voorsterpoort (diverse projecten)
55,000
Bergkwartier
125-170
125-160
Calveen
110-135
110-125
j/p The Works, Amsterdamseweg
Centrum/Stadsring
125-150
115-150
j/p Vathorst Podium (diverse projecten)
De Brand
100-125
90-125
j/p
De Hoef
100-125
90-125
Stationsgebied
120-160
120-160
j/p j
j/p Business & Science Park (diverse projecten) j Zuiderval 2 (diverse projecten)
30,000
j/p Hart van Zuid j Lange Wemen (Centrumplan-Noord) j Prinsenpoort, Veerallee
87,000
64,000 15,000 10,000
j Stationsgebied Zwolle, Nieuwe Veerallee
20,000
j Eemplein
16,000 70,000 100,000
Vathorst
120-145
120-145
Molenzoom
100-130
95-125
j/p Het Forum van Houten
Stationsgebied
100-130
95-125
j/p Kantoor Castellum, Houten Zuid
90-125
85-110
j/p Admiraal fase III, De Liesbosch
21,000
Merwestijn
j 6,500 3,000
Plettenburg/Rijnhuizen
85-130
85-110
j/p Blokhoeve The Cube
14,000
Stadscentum/City Plaza
125-155
100-150
27,000
Centrum
125-190
125-190
j/p Parklaan j De Taats, Orteliuslaan
Kanaleneiland
90-140
90-135
j/p LRC (Leidsche Rijn Centrum)
Lage Weide
90-125
80-125
Maliebaan
170-250
150-250
j/p Papendorp (diverse projecten) j Oudenrijn
Overvecht
90-120
80-120
Papendorp
165-200
160-195
j/p Rabobank toren j Stadskantoor Jaarbeursplein
Rijnsweerd
135-170
125-165
j/p Stationsgebied (diverse projecten)
Stationsgebied
150-190
140-180 75-110
Stationsgebied
125-145
115-145
j/p WTC, Jaarbeursplein j Snellerpoort, Stationslocatie j
30,000
75-100
Boulevard
125-175
125-175
120-175
120-175
j/p Huis ter Heide j
10,000
Utrechtseweg Middelburg
100-140
100-140
Middelland/Snel en Polanen
40,000 13,200 200,000 30,000 56,000 65,000 240,000 60,000
j Ramsburg
20,000
Veldzicht Capelle Office Park
120-145
115-145
j/p Nova Vista (Rietbaan)
Fascinatio/Rhijnspoor
130-160
125-155
j/p
Hoofdweggebied
100-120
95-120
j/p
Rivium
110-145
100-140
Delft
115-150
100-150
4,000 11,900
j/p j De Monarch, CAK
18,000
Europol Beatrixkwartier
130-190
130-190
Congresgebouwgebied
125-170
125-170
De Binckhorst
32,000
j Internationaal Strafhof
46,000
j/p KPMG
10,000
j/p New Babylon
51,000
95-140
90-140
Laakhaven/Holland Spoor
100-140
100-140
Lange Voorhout
170-250
170-250
Nieuw Centrum/Stationsgebied
150-190
150-190
j/p Spoorzone Delft Centraal / Delft Zuid j Technopolis Innovation Park j Wijnhavenkwartier
Amstelwijck
120-140
115-140
j/p Amstelwijck overig
Centrum
110-145
110-140
j/p j Stadskantoor Gouda j Stationsgebied/Spoorzone
66,000 49,000 121,000
Goudse Poort
85-135
85-135
Gouwe Spoor
120-140
115-140
Stationsgebied/Binnenstad
100-145
100-145
80,000 19,000 40,000
j
FGH real estate report 2011 Factsheet office market
Source: take-up and supply PropertyNL
175
FACTSHEET office market province/cities
general
market structure
497,100
4.2
26,400
21,500
-19%
83,300
Rijswijk
46,700
3,100
37,900
47.0
5.8
8.0
2.1
37.1
896,800
19.2
23,600
14,300
-39%
159,500
Rotterdam
607,300
24,700
322,400
18.7
18.5
5.3
4.8
52.7
3,415,300
5.6
136,400
122,600
-10%
533,400
Zoetermeer
121,700
5,800
49,900
24.2
10.7
10.7
3.6
50.8
633,500
5.2
26,600
15,100
-43%
134,800
Supply 2010 in m²
65.8
Take-up compared with 2005–2009 in %
0.9
Take-up 2010 in m²
Stock 1 january 2011 in m²
6.5
Average take-up 2005-2009 in m²
% Other 2010
12.9
Office space per resident in m²
% Industry, trade, transport 2010
13.9
% Banking and insurance 2010
Business services 2010
58,000
% Government 2010
Number of jobs 2010
4,700
Number of companies 2010
117,700
Number of residents 2010
Leiden
Province Zuid-Holland
176
rents
development prospects Planning capacity 2010in BFS in m²
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
Most prominent new building locations/ plans
Expectation 2011
Range for rents 2010 in €/m²
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent office locations Kanaalpark/Lammenschans
100-135
90-135
Plesmanlaan/Science Park
125-150
125-150
Stationsgebied
100-165
100-165
j/p Achmea j ROC Leiden Centraal j Trafolocatie
Hoornwijck
115-145
115-145
j/p Limpergstraat
30,000
80-125
80-125
j/p Plaspoelpolder (diverse projecten)
50,000
Stationsgebied/ Eisenhowerplein
100-160
100-160
j/p
Blaak/Westblaak
125-180
120-180
j/p Baltimore
Brainpark I
145-170
140-165
j/p Blaak 8
15,000
Brainpark II
155-180
150-180
j/p De Rotterdam
70,000
Brainpark III
165-185
160-180
j/p Eneco
25,000
De Boompjes
140-185
135-180
j/p Nieuwbouw van Oord
14,000 12,000
Plaspoelpolder
Kop van Zuid
150-185
145-180
j/p Rotterdam Airport Business Park
Prins Alexander/Oosterhof
130-160
125-160
j/p Rotterdam Central District
Waalhaven
110-135
100-130
j/p Stadskantoor Rotterdam
Weena/Coolsingel
150-190
150-190
j/p Vopaktoren
Zuidplein
115-145
110-145
j/p Weenapoint
Afrikaweg
90-125
90-125
Rokkeveen
125-145
120-145
j/p Boerhaavelaan j Cadenza
Stadscentrum
110-130
100-130
j/p Plein van de Verenigde Naties
FGH real estate report 2011 Factsheet office market
30,000 12,000 12,000
45,000
300,000 25,000 11,000 40,000 145,000 5,000 18,000
Source: take-up and supply PropertyNL
177
FACTSHEET retail market province/cities
general
market structure
rents
Share of daily food in %
Share of non-daily in %
Take-up in 2009 in m²
Take-up in 2010 in m²
Rise/fall compared to 2009 in %
Supply 2010 in m²
14%
86%
3,000
7,600
153%
27,800 Gedempte Singel
Most prominent shopping streets
Sales of floor space in m² 2010
Service index 2010
Disposable incomes 2010 / National Average € 26.800
Number of residents 2010
180,000
Province Drenthe Assen
67,100
€ 25,700
High
Koopmansplein/Forum Kruisstraat Meruisplein Emmen
109,300
€ 22,800
High
283,400
15%
85%
7,000
3,700
-47%
14,400 Hoofdstraat Noorderstraat-Derkstraat Vlinderpassage
Province Flevoland Almere
189,900
€ 36,100
Average
264,300
19%
81%
5,000
2,200
-56%
1,100 Bottelaarspassage
Citadel Grote Markt Korte Promenade Stadshuisplein Stationsstraat Lelystad
74,900
€ 26,400
Average
147,700
17%
83%
4,000
1,600
-60%
3,500 Centrum, Dukaatpassage
De Wissel Neringspassage Province Friesland Leeuwarden
94,700
€ 23,100
High
257,100
15%
85%
1,000
2,000
100%
100 Nieuwestad Ruiterskwartier Wirdumerdijk Zaailand
Province Gelderland Apeldoorn
156,000
€ 27,000
Average
297,700
17%
83%
4,500
10,200
127%
15,000 Brinklaan Hoofdstraat Korenstraat
Arnhem
148,100
€ 25,000
High
304,400
18%
82%
8,500
7,900
-7%
10,500 Bakkerstraat Grote Oord Jansstraat Ketelstraat Roggestraat Steenstraat Vijzelstraat
Ede
108,100
€ 26,600
Low
164,800
21%
79%
4,000
7,600
90%
10,500 Achter de Doelen Grote Straat Maandereind
Nijmegen
163,900
€ 24,100
Average
251,900
20%
80%
14,000
10,100
-28%
12,900 Broerstraat Burchtstraat Marikenstraat Moenenstraat
178
development prospects
j/p Citadel j Hommes, Groningerstraat
Planning capacity 2001 in BFS in m²
50-75
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
200-400
50-75
Most prominent new building locations/ redevelopments
200-400
Expectation 2011
150-250
Range for rents 2010 in €/m²
175-250 j/p De Triade j Meubelboulevard 200-450 Borgcenter
200-450
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent shopping centers
Range for rents 2010 in €/m²
Expectation 2011
Range for rents 2009 in €/m² 175-250
12,500 2,700
275-400
150-250 j/p j 275-400
125-275
125-275
150-275
150-275 j/p
225-350
225-350
250-350
225-325 j/p Stadshart Almere
450-750
400-700
j/p Almere Buiten (fase 2), Centrum Zuidzijde
5,000
450-750
400-700
275-500
j/p Metropole
7,500
175-275
j T’ Circus j
300-550
200-300 225-325
200-325
325-650
275-600
325-700
300-650
j
200-425
200-425
j Batavia Stad Shopping Outlet
250-450
250-450
j De Gordiaan
225-375
225-375
250-650
250-650
125-250 275-650
125-250 j/p j 275-650
180-300
180-300 j/p
175-350
175-350 j/p De Eglantier j Oranjerie 350-800
350-800
j Winkelcentrum Nieuwe Weiert
450-900 700-1.100
600-1.000
600-1.000
100-250
6,500
Winkelcentrum Emmerhout
7,500
j
Olympiakwartier Oost
30,000
j
Olympiakwartier Westzijde
30,000
j Herontwikkeling ABC complex, Neringpassage j Winkelcentrum De Gordiaan j
8,100
200-325
200-300
80-120
80-120
j Woonboulevard Palazzo
50-75
50-75
j Woonboulevard De Centrale
65-90
65-90
275-800 j/p Kronenburg
450-900
j/p Autorama
4,000
300-800
700-1.100
175-400
Mix to the Max, Evenaar
175-350 j/p Woonboulevard Het Rietveld
900-1.050
175-400
16,500
j
175-350
900-1.050
TT world, De Haar
j Musiskwartier j Presikhaaf j Woonboulevard Gelderse Poort j
150-225
150-225
250-650
250-650
55-85
55-80
325-450
325-450
2501.050
2501.050
200-350
200-350
70-100
70-95
j De Centrale Retailpark
600-1.100
250-450
250-450
250-450
250-450
150-250 650-900
150-250 j/p j Dukenburg 650-900
350-550
350-550
400-600
375-600
150-400
300-500
j De Molenpoort j Woonboulevard Novium
150-400
300-500
60-90
60-90
175-300
175-300
j
j Hof van Gelderland j
200-400
200-400
27,000
Nieuw Zaailand
3,900
Winkelcentrum Cammingaburen
9,900
j Anklaar j De Eglantier
15,800 6,000
j/p Omnisport
12,000
j Coberco kwartier (Centrum-Oost)
25,000
j OV Terminal Arnhem
4,200
j/p Presikhaaf
7,300
Rijnboog Havenkwartier
12,000
Schuytgraaf
10,400
j Bunschotenplein Kernhem Ede
FGH real estate report 2011 Factsheet retail market
5,000
j/p Bartok, Centrum
100-250 j/p j
600-1.100
17,500
2,600 10,000
j Citadel, Waalsprong (Noordkant) j Plein 1944
30,000 11,300
j
Source: take-up and supply PropertyNL
179
FACTSHEET retail market province/cities
general
market structure
Supply 2010 in m²
Most prominent shopping streets
Rise/fall compared to 2009 in %
Share of non-daily in % 84%
Take-up in 2010 in m²
Share of daily food in % 16%
Take-up in 2009 in m²
Sales of floor space in m² 2010
Service index 2010
Disposable incomes 2010 / National Average € 26.800
Number of residents 2010
436,200
rents
118%
23,300 A-Kerkhof
Province Groningen Groningen
189,400
€ 24,900
High
10,000
21,800
Carolieweg Herestraat Vismarkt Waagstraat Zwanestraat Province Limburg Heerlen
89,200
€ 22,800
Very high
320,200
11%
89%
3,000
2,000
-33%
15,500 Promenade I en II Saroleastraat I Saroleastraat II
Maastricht
118,900
€ 23,700
Average
246,400
18%
82%
5,000
5,900
18%
12,400 Grote Staat Kleine Staat Maastrichter Brugstraat Muntstraat Spilstraat Stokstraat Wolfstraat Wycker Brugstraat
Roermond
55,600
€ 24,300
Very High
226,400
11%
89%
1,500
1,200
-20%
4,200 Graaf Gerardstraat Hamstraat Steenweg Varkensmarkt
Province Noord-Brabant Breda
174,200
€ 27,800
High
363,800
16%
84%
23,500
17,100
-27%
11,800 Eindstraat Ginnekenstraat Karrestraat Ridderstraat
Den Bosch
140,600
€ 28,100
High
274,900
17%
83%
5,000
3,800
-24%
7,600 Hinthamerstraat-Zuid Hinthamerstraat-Noord Hooge Steenweg Kerkstraat Markt Pensmarkt Schapenmarkt
Eindhoven
215,900
€ 25,800
High
430,400
16%
84%
15,000
34,900
133%
33,900 Demer Hermanus Boexstraat Hooghuisstraat Marktstraat Rechtestraat Vrijstraat
Tilburg
205,600
€ 24,400
Average
337,500
17%
83%
4,500
7,300
62%
13,700 Heuvelstraat Juliana van Stolberstraat
180
development prospects
j Vinkhuizen
140-180
140-180
100-350
100-350
250-500
60-90
60-90
200-350
200-350 j/p
350-600
350-600 j/p Corio Center (begane grond)
350-600
350-600
500-700
500-700 j/p Corio Center (souterrain)
125-160
125-160
65-90
65-90
200-400
200-400
4001.000
4001.000
300-800
325-500 700-1.300
325-500 j/p Woonboulevard In de Cramer j Brusselse Poort 700-1.300
700-1.200
700-1.200
j Entre Deux
600-1.100
600-1.100
j Mosae Forum
500-800
500-800
j
450-725
450-725
j
400-700
400-700
j
450-750
450-750
j
300-500
300-500 j/p
275-350
275-350 j/p Roercenter
200-350 300-600
200-350 j/p Designer Outlet Center j 300-600
350-550
350-550 j/p
525-900
525-900
450-900
j/p Herontwikkeling Sontweg j Oostwand Grote Markt j Meerstad
Planning capacity 2001 in BFS in m²
200-550
250-700 j/p Westerhaven j Woonforum Peizerweg 250-500
250-700
600-1.400
200-550
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
600-1.400
60-85
Most prominent new building locations/ redevelopments
175-300 j/p Paddepoel
60-85
Expectation 2011
175-300
j Meubelboulevard Hoendiep
Range for rents 2010 in €/m²
250-400
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent shopping centers
Range for rents 2010 in €/m²
Expectation 2011
Range for rents 2009 in €/m² 250-400
12,000 2,500 14,000
j/p Reitdiephaven fase 3 j
3,500
j/p Maankwartier
12,400
j SchinkelkwadrantZuid, De Plu j Woonboulevard fase 3
20,000 8,000
j/p Herontwikkeling Sphinx/ Belvédère j Maartenspoort
24,000
250-750
j/p Uitbreiding Brusselse Poort
10,000
150-250
150-250
200-450
200-450
j/p Designer Outlet Center fase 3 j
j De Barones
350-650
350-650
75-100
75-100
525-900
450-900 j/p Woonboulevard Breda j 525-900
400-700
400-700 j/p
250-400
250-400 j/p Bossche Boulevard
70-100
70-100
250-450
250-450
475-725
475-725
600-1.000
600-1.000
400-750
j Winkelcentrum Arena j
500-850
400-750 j/p j 500-850
500-950
500-950
j
400-650
400-650
j
700-1.300
700-1.300
j Heuvelgalerie
250-650
200-650
3501.000
3501.000
400-650
400-650 j/p Woensel
300-600
300-600
450-750
450-750
75-110
75-110
500-875
500-875
350-550
350-550
j/p
250-550 425-925
250-550 j/p j Emmapassage 425-925
275-375
275-375
300-600
300-600 j/p Heyhoef
175-250
175-250
j/p AaBe-Complex/ Leypark j Stappegoor
250-375
250-375
j Wagnerplein
FGH real estate report 2011 Factsheet retail market
9,000 22,000
j Ziekenhuisterrein (GZG) j
425-625 j/p Piazza Center
Pieter Vreedeplein
7,200
j/p OV Terminal Breda j Stadionkwartier
425-625
j Woonboulevard Ekkersrijt j De Admirant/ Nieuwe Emmasingel
3,500
j/p Boulevard-Zuid j Stationsdistrict, Fellenoord j Winkelcentrum Meerrijk, Meerhoven j
28,000
7,000 15,000 11,000
39,000 13,000 5,500
Source: take-up and supply PropertyNL
181
FACTSHEET retail market province/cities
general
market structure
rents
Take-up in 2009 in m²
Take-up in 2010 in m²
9,000
6,000
Most prominent shopping streets
Share of non-daily in % 86%
Supply 2010 in m²
Share of daily food in % 14%
Rise/fall compared to 2009 in %
Sales of floor space in m² 2010
Service index 2010
Disposable incomes 2010 / National Average € 26.800
Number of residents 2010
272,400
Province Noord-Holland Alkmaar
94,000
€ 26,300
High
-33%
7,500 De Laat Langestraat Payglop
Amstelveen
81,600
€ 34,200
Low
117,400
20%
80%
3,000
3,600
20%
Amsterdam
777,400
€ 28,100
Average
1,058,700
22%
78%
44,000
43,400
-1%
400 Zaagland
8,000 Beethovenstraat Cornelis Schuytstraat Damrak
Ferdinand Bolstraat Heiligeweg
Kalverstraat Kinkerstraat Leidsestraat Nieuwendijk P.C. Hooftstraat Rokin Van Baerlestraat Haarlem
150,500
€ 28,600
Average
246,000
19%
81%
6,500
5,600
-14%
4,100 Anegang Barteljorisstraat Generaal Cronjéstraat Grote Houtstraat
Zaanstad
146,600
€ 30,300
Average
279,800
18%
82%
8,000
9,100
14%
6,100 Gedempte Gracht Westzijde
Province Overijssel Deventer
98,800
€ 25,400
Average
189,300
17%
83%
1,500
3,300
120%
Enschede
157,700
€ 22,100
Average
318,400
17%
83%
7,000
10,500
50%
9,100 Korte Bisschop Lange Bisschop 27,100 Havenstraatpassage
Hofpassage Kalanderstraat Langestraat Van Heekplein Hengelo
80,800
€ 24,900
Average
202,600
14%
86%
1,000
14,600 1360%
11,000 Brinkstraat Markt Nieuwstraat Telgen
182
development prospects
250-400
250-400
j Stadshart Amstelveen
Planning capacity 2001 in BFS in m²
500-650
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
325-700
500-650
100-150
Most prominent new building locations/ redevelopments
325-700
100-150
Expectation 2011
j Noorder Arcade
Range for rents 2010 in €/m²
175-550
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent shopping centers
Range for rents 2010 in €/m²
Expectation 2011
Range for rents 2009 in €/m² 200-550
j De Hoef, Van Ostadelaan
10,250
j
Overstad
13,000
j
Ringers/Noorder Arcade
52,000
550-900
550-900
Winkelcentrum Binnenhof
500-700
500-700
500-750
500-750
j Amsterdamse Poort
300-550
300-550
500-900
500-950
j Arena Boulevard
200-250
175-225
850-1.000
850-1.000
j Boven ’t Y / Buikslotermeerplein
350-700
350-600
300-550
300-550
j Groot Gelderlandplein
275-600
300-625
1.350-1.750
1.5002.000
j Kalvertoren
4001.500
4001.500
1.750-2.250
1.7502.250
j Magna Plaza
275-900
250-750
j Osdorpplein j Villa Arena
250-450
250-450
80-150
80-150
225-400
225-400
1.000-1.500
1.2001.750
650-1.500
700-1.750
j
1.000-1.300
900-1.300
j Winkelcentrum Westwijk j Middenhoven
8,000 5,000
j Banne Centrum gebied j Buikslotermeerplein fase 2 j GETZ Entertainment Center, Arena Boulevard j Oosterdokseiland (kavel 2,3) j Oostpoort, Polderweg/ Linaeusweg
10,000 23,200 21,000
7,000
12,000 17,000
j/p ROC Amsterdam
10,000
j Rokin
10,000
j/p Stadscentrum Osdorpplein
17,000
Station Amsterdam Centraal
12,800
j
Westpoort (fase II)
18,000
600-850
550-800 j/p
Zuidas, Ravel, Van Leijenberghlaan
10,000
300-700
300-700
j
225-475
225-475
j/p Herontwikkeling Brinkmanpassage
7,700
350-550
350-550
j Winkelcentrum Schalkwijk j
150-250
150-250
j
400-950
400-950
j
250-425
250-425
150-250
150-250
j Shopping Centre Zaandam j Woonboulevard Zaanplein
350-550
350-550
Marsmanplein
3,800
Raaks 60-80
60-80
60-85
60-85
9,000
j Centrumplan Inverdan j Winkelcentrum Westerwatering
10,000 5,200
Zuiderhout 500-800
500-800
225-800
225-800
250-500
j De Boreel j De Snipperling
100-175
100-200
60-75
60-75
225-450 j/p De Klanderij
400-700
400-750
350-500
350-500
175-275
350-800
50-75
50-75
300-500
300-500
j Twentec j Woonboulevard Schuttersveld j
175-250
350-800
350-800
350-850
j
300-450
300-450
200-350
200-350
j Retail Park Plein Westermaat j
300-525
300-500
j
300-500
300-500
j
20,000
j De Boreel Fase 3 j Keizerslanden
2,000
j Grolsch-terrein ‘Op de Brouwerij’, Roomweg j Lage Bothof
9,400
10,000
j Miro-complex
15,500
8,000
Stokhorst, Brakershorst 90-110
80-110
FGH real estate report 2011 Factsheet retail market
5,200
j Hart van Zuid
6,000
Lange Wemen
15,000
Plein Westermaat (fase III)
21,000
Source: take-up and supply PropertyNL
183
FACTSHEET retail market province/cities
general
market structure
rents
Take-up in 2009 in m²
Take-up in 2010 in m²
2,500
3,900
Most prominent shopping streets
Share of non-daily in % 83%
Supply 2010 in m²
Share of daily food in % 17%
Rise/fall compared to 2009 in %
Sales of floor space in m² 2010
Service index 2010
Disposable incomes 2010 / National Average € 26.800
Number of residents 2010
220,400
Province Overijssel Zwolle
120,100
€ 25,900
Average
56%
15,100 Broerenstraat Diezerstraat Grote Markt Roggenstraat Spiegelstraat Vismarkt Weeshuisstraat
Province Utrecht Amersfoort
146,300
€ 29,900
Low
267,000
16%
84%
5,500
6,000
9%
4,300 Langestraat Utrechtsestraat Varkensmarkt
Nieuwegein
Utrecht
60,900
€ 27,900
Average
97,700
17%
83%
500
0
309,800
€ 27,000
Average
501,600
17%
83%
5,500
15,900
900 City Plaza
189%
19,300 Bakkerstraat Choorstraat Lange Elisabethstraat Lange Viestraat Oudegracht Oudkerkhof Radboudtraverse Steenweg Vredenburg
Province Zeeland Middelburg
48,100
€ 25,700
High
126,800
16%
84%
1,500
700
-53%
8,600 Lange Delft Langeviele
Province Zuid-Holland Delft
97,300
€ 25,300
Average
174,000
15%
85%
4,000
3,400
-15%
5,400 Brabantse Turfmarkt Jacob Gerritstraat Paradijspoort
Den Haag
493,600
€ 27,800
Average
710,700
22%
78%
10,000
16,100
61%
17,800 Grote Marktstraat Hoogstraat Korte Poten Lange Poten Noordeinde Passage Spuistraat Venestraat Vlamingstraat Wagenstraat
Dordrecht
118,800
€ 26,200
Average
178,400
20%
80%
1,000
3,100
210%
4,000 Bagijnhof Sarisgang Voorstraat
184
development prospects
Planning capacity 2001 in BFS in m²
50-75
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
175-225
50-75
Most prominent new building locations/ redevelopments
175-225
Expectation 2011
300-500
Range for rents 2010 in €/m²
250-475
j Stadshagen j Woonboulevard Zwolle
Range for rents 2009 in €/m²
250-475
Most prominent shopping centers
250-450 400-1.050
Expectation 2011
Range for rents 2010 in €/m²
Range for rents 2009 in €/m² 250-450 400-1.050
j Ikea Zwolle
32,000
j/p Spoolderwerk
20,000
j
Willemspoort
10,000
300-500
j
Woonboulevard Zwolle
25,000
225-350
225-350
j
160-300
160-300
j
350-550
350-550
j
225-700
225-700
575-700
550-700
j Emiclaerhof j St. Jorisplein
200-700
200-650
j
Winkelcentrum Leusderweg
300-600
300-600
j
Muntplein, De Batau
150-250
150-250
300-550
300-550
j Eemcenter j Winkelcentrum Vathorst fase II
12,600 9,000 3,000
Stadskwartier fase I
13,000 18,000
Stadskwartier fase II Passage 750-1.000
750-1.000
j Hoog Catharijne
700-1.000
700-1.000
1.000-1.650
1.0001.600
700-1.000
600-900
750-1.300
750-1.300
j
Neude Postkantoor
550-750
500-700
j
Winkelcentrum Kanaleneiland
800-1.300
800-1.300
j
800-1.250
800-1.350
j
850-1.000
800-950
j
350-600
350-600
200-325
200-325
j Woonboulevard Mortiere j
225-475
225-475
j Zuidpoort
400-550
400-550 j/p j 300-600
300-600
3001.250
3001.250
j Kanaleneiland
225-350
150-300
j Overvecht
325-550
250-550
80-130
80-130
j Woonboulevard Utrecht
j Haaglanden Megastores j Leyweg
75-105
75-100
250-550
250-550
90-160
80-160
250-550
250-450
14,500
j Hoog Catharijne
35,000
j Leidsche Rijn Centrum j Leidsche Rijn Terwijde j Overvecht, Einsteindreef
35,000 12,600 11,000 8,000 12,000
j Mortiere
5,000
j Albert Heijnlocatie, Martinus Nijhofflaan
6,000
500-1.000
500-1.000
600-900
600-900
250-350
250-350 j/p
New Babylon
300-400
300-400 j/p
Nieuwe Haagse Passage
200-500
200-550
Spuimarkt
14,000
400-550
400-550 j/p
Wijnhavenkwartier fase 2
28,900
j
1.000-1.400
1.0001.450
j
900-1.200
900-1.250
j
600-900 600-1.000
j/p Hagaterrein
6,100
j/p Kijkduin
17,000 17,000 9,000
600-900 j/p j 750-1.000
250-400
240-400 j/p Drie Vriendenhof
225-550
225-550
300-575
275-575 j/p Statenplein
250-550
250-550
175-375
165-375 j/p Sterrenburg
200-300
200-300
FGH real estate report 2011 Factsheet retail market
j Gezondheidspark j Oostpoort, Voorm. EZH-terrein j Paradium
6,000 10,500 6,000
Source: take-up and supply PropertyNL
185
FACTSHEET retail market province/cities
general
market structure
rents
Take-up in 2009 in m²
Take-up in 2010 in m²
3,500
3,900
Most prominent shopping streets
Share of non-daily in % 75%
Supply 2010 in m²
Share of daily food in % 25%
Rise/fall compared to 2009 in %
Sales of floor space in m² 2010
Service index 2010
Disposable incomes 2010 / National Average € 26.800
Number of residents 2010
166,700
Province Zuid-Holland Leiden
117,700
€ 27,500
Low
11%
2,500 Breestraat Donkersteeg Haarlemmerstraat Maarmansteeg
Rotterdam
607,300
€ 24,800
Average
934,900
21%
79%
40,000
38,800
-3%
37,900 Beurstraverse Beijerlandselaan Groene Hilledijk Hoogstraat Korte Lijnbaan Lijnbaan Noordmolenstraat Stadhuisplein Zwart Janstraat
Zoetermeer
121,700
€ 28,900
Low
164,500
20%
80%
6,000
3,000
-50%
1,000 Dorpstraat Promenade Stadshart/Spazio
186
development prospects
j
350-550
350-550
850-1.500
900-1.600
120-150
110-150
145-250
140-225
275-750
275-750
j Alexandrium I (Oosterhof) j Alexandrium II (Megastores) j Alexandrium III (Woonmall) j Binnenhof
350-750
350-775
175-250
150-225
180-275
125-250
150-250
150-250
500-1.000
275-900
j Keizerswaard
350-475
350-475
700-1.500
750-1.750
j Zuidplein (hoog)
475-750
195-275
195-275
j Zuidplein (zuiderterras)
250-850
250-800
j
195-300
195-285
j
180-250
j/p Kooiplein
Planning capacity 2001 in BFS in m²
j
Under construction 2010 in BFS (Business Floor Space) in m²
300-800
150-250
Most prominent new building locations/ redevelopments
500-700
300-800
150-250
Expectation 2011
500-700
j Winkelcentrum Luifelbaan j
Range for rents 2010 in €/m²
180-350
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent shopping centers
Range for rents 2010 in €/m²
Expectation 2011
Range for rents 2009 in €/m² 180-350
5,300
Aalmarkt
8,000
Winkelcentrum Stevensbloem
6,400
j Centrumplan IJselmonde, fase 2 j Coolsingel (voorm. postkantoor) j Forum Rotterdam
9,000 17,000 35,000
j Markthal j OV-Terminal Rotterdam
14,700
475-725
j/p Vierhavenstrip/ Parkboulevard
25,000
200-300
200-285
j/p Watermanweg, Aquarius
18,000
180-250 j/p Meerzicht
150-210
150-210
16,000
375-700
400-700
160-210
160-210
j/p Cadenza, StadshartOost j Oosterheem
325-600
325-600
80-110
80-110
j Rokkeveen j Woonhart
FGH real estate report 2011 Factsheet retail market
7,000
12,000
j/p
Source: take-up and supply PropertyNL
187
FACTSHEET industrial real estate market province/cities
general
market structure Rise/fall compared to 2009 in %
Total still issuable 2010 in net ha
Stock of business parks 2010 in net ha
% Banking and insurance 2010 3.7
63.5
284
43
2,000
4,400
120%
26,000
109,300
6,800
49,200
12.3
21.1
4.1
1.2
61.3
869
122
2,000
1,900
-5%
31,400
54,800
3,600
27,800
9.1
21.6
3.8
4.5
61.0
493
116
6,000
8,900
48%
45,000
Almere
189,900
13,300
80,200
27.2
10.5
5.9
2.1
54.3
977
394
23,000
31,600
37% 216,000
Lelystad
74,900
5,700
35,600
21.2
13.1
8.7
1.1
55.9
892
482
7,000
12,300
76%
Leeuwarden
94,700
5,800
65,700
15.4
9.0
11.6
10.4
53.6
410
37
1,000
0
30,900
Drachten
55,400
3,400
29,900
12.3
22.4
1.8
1.5
62.0
428
107
1,000
0
23,200
Apeldoorn
156,000
10,100
96,500
16.0
12.0
14.9
6.0
51.1
668
87
7,000
35,900
413%
55,500
Arnhem
148,100
10,400
100,600
22.6
8.6
11.3
3.8
53.7
224
27
15,000
5,600
-63%
37,100
Ede
108,100
7,600
55,000
14.4
14.7
4.6
4.3
62.0
317
95
31,000
32,000
3%
96,100
Nijmegen
163,900
10,100
99,200
13.7
14.2
5.1
1.3
65.7
527
40
9,000
10,400
189,400
12,800
133,000
23.1
7.8
8.9
1.5
58.7
710
58
14,000
10,300
-26%
73,000
89,200
5,000
56,800
13.0
16.3
9.8
7.0
53.9
412
76
15,000
32,500
117%
34,900 26,800
Supply 2010 in m²
10.3
Take-up 2010 in m²
10.1
Take-up 2009 in m²
12.4
% other 2010
35,800
% Government 2010
% Business services 2010
% Industry, trade, transport 2010
Number of jobs 2010
Number of companies 2010 3,600
Number of residents 2010 67,100
Province Drenthe Assen
Emmen Hoogeveen Province Flevoland
26,500
Province Friesland
Province Gelderland
16% 100,200
Province Groningen Groningen
Province limburg Heerlen Maastricht
118,900
7,700
73,400
20.0
13.3
6.4
1.5
58.8
401
52
3,000
21,300
610%
Sittard-Geleen
95,000
5,800
51,800
14.1
28.8
3.1
2.6
51.4
1.036
225
24,000
10,100
-58% 121,700
Venlo
99,900
6,500
60,200
7.8
28.9
5.2
1.1
57.0
1.011
192
6,000
69,600
1060% 175,100
188
rents
development prospects
25-40
Stadsbedrijvenpark
25-35
25-35
Bargermeer
25-40
25-40
Business Park Eigenhaard
25-40
25-40
Bedrijventerrein De Wieken
20-40
Buitenvaart
j Messchenveld
Still issuable business parks 2010 in net ha.
35-45
25-40
Most prominent new building locations/ extensions
35-45
Scheepersmaat
Expectation 2011
Range for rents 2010 in €/m²
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent business parks
Peelerpark
19 ha
j/p Peelerpark j Stadsbedrijvenpark
8 ha 28 ha
20-40
j/p Bargermeer j Bedrijvenpark A37 j Buitenvaart I
20-40
20-40
j/p Buitenvaart II
83 ha
De Steiger
40-55
40-55
j/p De Vaart IV
64 ha
De Vaart
40-55
40-55
10 ha
Gooise Kant
50-70
50-70
Hollandse Kant
50-65
50-65
j/p Hoge Kant j Lage Kant j Sallandsekant
Veluwse Kant
50-70
50-70
j Stichtse Kant j
120 ha
Stichtse Kant
50-70
50-70
Larserpoort
25-50
25-50
j/p Flevopoort
Noordersluis
25-45
25-45
j/p Larserpoort
Oostervaart
25-45
25-45
j/p Lelystad Airport
9 ha 39 ha 12 ha
13 ha 8 ha
63 ha 9 ha 18 ha
Noordersluis Hemrik
35-55
35-55
Leeuwarden-West
30-50
30-50
Newtonpark
35-55
35-55
Bedrijvenpark Azeven-Noord
35-55
35-55
De Haven
25-50
25-50
Apeldoorn-Noord
40-60
40-60
Apeldoorn-Zuid
30-50
30-50
Laan van Malkenschoten
35-55
35-55
Stadshoudersmolen
25-45
25-40
IJsseloord II
45-60
45-60
Kleefse Waard
30-50
30-50
Westervoortsedijk
30-50
30-50
Frankeneng
35-50
35-50
Heestereng
35-50
35-50
15 ha
j Business Park Leeuwarden j/p Newtonpark IV Fase I j
8 ha 14 ha
j Bedrijvenpark Azeven-Noord j/p De Haven-Noorderhogeweg j Apeldoorn-Noord (Fase II)
33 ha 12 ha 40 ha
j/p Apeldoorn Zuid j Ecofactorij j
100 ha
j IJsseloord II j Kleefse Waard
15 ha
23 ha
9 ha
j/p Westervoortsedijk j Bedrijvenpark De Vallei j A12 Ede-Veenendaal
7 ha 8 ha 65 ha
Kievitsmeent
35-55
35-60
j
Bijsterhuizen
40-60
40-60
West Kanaaldijk
30-45
30-45
j A-73 Zone j Bijsterhuizen
Winkelsteeg
25-40
25-40
j/p
Driebond
40-55
40-55
45-60
45-60
j/p Eemspoort j Westpoort (fase I)
41 ha
Eemspoort Euvelgunne
30-45
30-45
j/p Zernike Science Park
14 ha
Winschoterdiep/Eemskanaal
30-45
30-45
j/p
De Beitel
35-50
35-50
j/p Avantis
23 ha
De Koumen
35-50
35-50
j/p Trilandis
27 ha
Beatrixhaven
35-55
35-55
j/p Maastricht/Eijsden
37 ha
Bedrijvenstad Fortuna
35-45
35-45
j/p Bedrijvenstad Fortuna
Holtum-Noord
35-55
35-50
j/p Chemelot
137 ha
j/p Industrial Park Swentibold j Trade Port Noord j Venlo Greenpark
103 ha
Industriepark-Noord
30-45
30-45
Veegtes
30-40
30-40
Venlo Trade Port
40-55
40-55
Venlo Trade Port West
45-60
40-60
j ZON Fresh Park
FGH real estate report 2011 Factsheet industrial real estate market
63 ha 34 ha
27 ha
24 ha 17 ha 28 ha 38 ha
Source: take-up and supply PropertyNL
189
FACTSHEET industrial real estate market province/cities
general
market structure
710
25
52,000
22,900
-56% 207,700
Den Bosch
140,600
10,600
99,400
20.3
9.6
7.2
4.6
58.3
548
25
13,000
36,000
177% 135,100
Eindhoven
215,900
15,900
150,800
28.0
15.2
3.6
4.3
48.9
818
123
52,000
60,300
16% 179,300
Helmond
88,600
6,100
42,900
12.9
24.1
2.8
1.6
58.6
539
36
14,000
18,500
32%
70,400
Moerdijk
36,500
3,000
20,900
10.4
33.0
1.7
1.0
53.9
1.372
10
16,000
36,500
128%
93,500
Oss
77,400
4,800
39,900
10.1
32.4
2.4
1.3
53.8
515
80
22,000
18,900
-14%
35,500
Roosendaal
77,600
4,900
41,200
12.7
26.3
5.0
1.5
54.5
388
58
16,000
22,700
42% 176,400
205,600
12,000
109,900
13.1
19.2
4.0
6.8
56.9
902
30
120,000
98,200
-18% 329,200
46,100
3,500
25,400
12.1
25.1
2.1
1.9
58.8
403
31
26,000
87,100
235%
54,100
94,000
7,300
50,700
15.7
8.8
10.0
6.4
59.1
348
100
23,000
23,600
3%
56,600
Amsterdam
777,400
75,700
507,600
28.7
6.6
5.9
9.3
49.5
2.100
461
100,000
194,900
95% 457,000
Haarlemmermeer
143,300
8,000
124,900
17.2
40.9
4.0
2.2
35.7
1.369
653
59,000
108,900
85% 244,000
Zaanstad
146,600
10,100
60,600
18.7
20.1
4.4
2.1
54.7
551
37
18,000
21,800
21% 131,200
72,600
4,100
40,000
10.3
23.0
6.5
1.3
58.9
338
95
23,000
14,600
Supply 2010 in m²
58.9
Rise/fall compared to 2009 in %
Take-up 2010 in m²
2.3
Total still issuable 2010 in net ha
8.8
Stock of business parks 2010 in net ha
11.7
% other 2010
18.3
% Banking and insurance 2010
100,600
% Government 2010
Take-up 2009 in m²
% Industry, trade, transport 2010
12,200
% Business services 2010
Number of companies 2010
174,200
Number of jobs 2010
Number of residents 2010
Breda
Province Noord-Brabant
Tilburg
Waalwijk Province Noord-Holland Alkmaar
Province Overijssel Almelo
190
-37%
53,900
rents
development prospects
35-50
45-55
40-55
j/p Hoogeind III j
Hazeldonck
40-55
40-55
Hoogeind
45-60
45-55
De Brand
45-60
45-55
De Herven
40-55
40-55
j De Brand j Treurenburg
De Rietvelden
40-55
40-55
j
Still issuable business parks 2010 in net ha.
35-50
Haagse Beemden
Most prominent new building locations/ extensions
Expectation 2011
Range for rents 2010 in €/m²
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent business parks
De Krogten
15 ha
j/p j 8 ha 9 ha
Maaspoort
40-55
35-50
De Hurk
45-60
40-55
j/p GDC Eindhoven Acht
54 ha
Eindhoven/Acht
40-55
40-55
58 ha
Ekkersrijt
45-60
40-55
j/p Park Forum West j
Esp
50-60
45-55
Flight Forum/Eindhoven Airport
45-65
45-60
j
j/p j
Kapelbeemd
45-55
35-50
j
BZOB-terrein
40-55
35-50
j BZOB-terrein
Hoogeind
35-50
30-50
j/p
Moerdijk
45-60
40-60
j/p Logistiek Moerdijk
130 ha
Danenhoef
35-45
30-45
35-50
30-45
j/p De Geer zuid/oost j Vorstengrafdonk
13 ha
Elzenburg Landweer
35-45
30-45
Vorstengrafdonk
40-55
40-55
Borchwerf
35-50
35-50
Majoppeveld
30-45
30-45
Katsbogten
40-50
Kraaiven
31 ha
52 ha
j/p j j Borchwerf II
23 ha 34 ha
35-50
j/p Uitbreiding Majoppeveld j Loven-Noord
35-50
35-50
j/p Tradepark 58 (Noord en Zuid)
13 ha
Loven
30-45
30-45
52 ha
Tradepark 58
50-60
50-60
j/p Vossenberg West II j
Vossenberg
40-50
35-50
j
Haven
40-50
40-55
j Haven Zeven
Zanddonk
35-45
30-45
Beverkoog
35-55
35-55
Boekelermeer
40-60
40-60
Amstel Business Park
50-65
50-65
Noord, Noordelijke IJ-oevers
45-65
45-65
West, Schinkel
45-70
40-70
Sloterdijk I & II
50-65
50-65
Westpoort/Havengebied
40-65
Zuidoost/Amstel III
55-75
De President
10 ha
31 ha
j/p j Boekelermeer-Zuid (fase I & II) j
110 ha
j Afrikahaven j Airport Business Park Amsterdam Osdorp j Amerikahaven
104 ha
130 ha
40-65
j Atlaspark j Sloterdijk
55-75
j
55-75
55-75
De Hoek
45-65
45-65
Hoofddorp j A4-zone West j De President
Graan voor Visch
50-70
50-70
j
Noord
40-55
40-55
j/p
Schiphol-Oost
45-85
45-85
Schiphol-Rijk
50-80
50-80
Schiphol-Zuid
55-85
55-85
Achtersluispolder
35-55
35-55
Hoogtij/Westzanerpolder
35-55
35-55
j
Bedrijvenpark Twente
25-45
25-45
Dollegoor/Turfkade
25-40
25-40
j Bedrijvenpark Twente-Noord j Rijksweg 36 N04
Twentepoort
35-45
35-45
j XL Businesspark
Hoofddorp
Schiphol
71 ha 29 ha
149 ha 60 ha
Schiphol j Anthony Fokker Business Park j/p Schiphol Zuidoost j Schiphol Logistic Park j
FGH real estate report 2011 Factsheet industrial real estate market
20 ha
25 ha 35 ha 45 ha
20 ha 25 ha 120 ha
Source: take-up and supply PropertyNL
191
FACTSHEET industrial real estate market province/cities
general
market structure Rise/fall compared to 2009 in %
Total still issuable 2010 in net ha
Stock of business parks 2010 in net ha
% Banking and insurance 2010
3.7
1.5
55.7
384
67
6,000
19,700
228%
Enschede
157,700
8,400
77,800
14.8
16.6
6.1
2.2
60.3
674
38
48,000
17,400
-64% 175,600
Hengelo
80,800
4,700
45,800
15.7
22.7
6.1
1.3
54.2
534
71
12,000
14,600
22%
79,300
120,100
6,300
85,500
16.9
13.5
9.7
3.2
56.7
586
185
22,000
33,500
52%
85,400
Amersfoort
146,300
10,300
82,400
24.5
9.3
4.6
5.4
56.2
291
37
19,000
24,600
29% 117,000
Nieuwegein
60,900
4,100
45,600
27.1
10.7
2.3
2.7
57.2
268
73
17,000
8,800
309,800
22,900
220,600
25.1
7.9
6.6
7.7
52.7
411
31
53,000
87,000
49,700
3,800
28,400
19.0
14.2
2.4
1.1
63.3
189
7
3,000
4,100
37%
Supply 2010 in m²
18.5
Take-up 2010 in m²
20.6
Take-up 2009 in m²
46,800
% other 2010
5,400
% Government 2010
% Business services 2010
% Industry, trade, transport 2010
Number of jobs 2010
Number of companies 2010
98,800
Number of residents 2010
Deventer
Province Overijssel
Zwolle
89,000
Province Utrecht
Utrecht
Woerden
-48%
70,700
64% 193,700
24,900
Province Zeeland Goes
36,600
2,900
24,400
13.9
10.6
5.3
3.6
66.6
166
25
1,000
9,400
840%
24,600
Middelburg
48,100
3,000
25,000
9.0
15.6
13.1
1.1
61.2
188
19
1,000
500
-50%
18,100
Capelle aan den IJssel
65,900
2,700
38,100
31.6
7.2
2.4
5.9
52.9
127
7
6,000
14,400
140%
18,700
Delft
97,300
5,400
52,900
22.6
10.7
4.5
1.3
60.9
252
57
14,000
2,300
-84%
26,500
Den Haag
493,600
34,300
265,900
21.1
6.1
19.3
3.5
50.0
365
35
28,000
18,100
-35%
75,400
Dordrecht
118,800
4,800
54,700
13.3
19.4
7.3
1.1
58.9
517
50
11,000
14,400
31%
54,100
Leiden
117,700
4,700
58,000
13.9
12.9
6.5
0.9
65.8
131
30
3,000
2,600
-13%
13,600
Rotterdam
607,300
24,700
322,400
18.7
18.5
5.3
4.8
52.7
6.791 1.575
136,000
202,700
99,700
9,000
58,500
15.6
13.3
1.8
2.2
67.1
453
23
6,000
27,800
363%
45,100
121,700
5,800
49,900
24.2
10.7
10.7
3.6
50.8
209
32
15,000
25,400
69%
69,800
Province Zuid-Holland
Westland Zoetermeer
192
49% 315,700
rents
development prospects Still issuable business parks 2010 in net ha.
Most prominent new building locations/ extensions
Expectation 2011
Range for rents 2010 in €/m²
Range for rents 2009 in €/m²
Most prominent business parks
Bergweide
25-50
25-50
Kloosterlanden
20-50
20-50
j
Business & Science Park
35-50
35-50
10 ha
De Haven
35-45
35-45
j Euregio Bedrijvenpark j Josink Es
De Marssteden
40-50
40-50
6 ha
Euregio Bedrijvenpark I
25-40
25-40
j Zuiderval-Kotmanpark j
Twentekanaal Zuid
30-50
30-50
Westermaat
35-55
35-55
j
7 ha
j Buren-De Veldkamp j t Oosterveld
29 ha 17 ha
Twentekanaal Zuid De Marslanden
30-55
30-55
Hessenpoort
45-55
45-60
j Hessenpoort I j Hessenpoort II
Voorst
30-55
30-55
j
Calveen
50-60
45-60
De Hoef
45-60
40-55
j De Wieken/Vinkenhof j Vathorst
De Isselt
30-45
25-45
Vathorst
50-65
50-65
De Wiers
30-50
30-50
Laagraven/Liesbosch
45-65
45-65
7 ha 40 ha 80 ha
28 ha 20 ha
j/p j j/p Het Klooster j
73 ha
Plettenburg
45-55
45-55
j
Cartesiusweg
35-55
30-55
j
11 ha
De Wetering
55-70
55-70
j Haarrijn (De Meern)
12 ha
Lage Weide
35-55
30-55
Oudenrijn (De Meern)
40-60
35-60
j/p Nieuwerijn (Papendorp) j Strijkviertel
6 ha 30 ha
Overvecht
35-55
35-55
Barwoutswaarder
30-60
30-60
Middelland/Polanen
35-60
35-60
De Poel
35-60
35-55
Arnestein
25-40
25-40
Mortiere
35-55
35-55
Hoofdweggebied
40-65
40-60
Schieoevers Noord
30-50
30-50
j Fascinatio j Technopolis Innovation Park
Schieoevers Zuid
30-50
30-50
j
Technopolis Innovation Park
60-75
55-75
Bedrijvenpark Ypenburg
60-75
45-70
j/p Ypenburg, de Bras
6 ha
De Binckhorst
35-70
35-70
j/p Ypenburg, overig
12 ha
Forepark
50-75
45-75
Kerketuinen/Zichtenburg/Dekkershoek
40-70
40-70
j/p j
j/p j Breeveld j Polanen
4 ha 4 ha
j/p De Poel fase II j Mortiere j
21 ha 14 ha
5 ha 57 ha
j
Nieuw Laakhaven
40-60
40-60
Amstelwijck
60-65
55-60
j/p Amstelwijck
Dordtse Kil I + II
40-60
40-60
j/p Dordtse Kil III
25 ha 29 ha
j 9 ha
Dordtse Kil III
55-65
50-60
Roomburg
50-65
50-65
Rooseveltlaan/Cronestein
35-55
35-55
j/p Krabbepolder j Oostvlietpolder j
5 ha
Bedrijvenpark Noordwest
50-70
50-65
j/p Hoog Zestienhoven
Charlois/Groene Kruisweg
50-70
50-65
j/p Maasvlakte II
Distripark Eemhaven
55-65
40-60
Gadering (Hoogvliet)
45-60
45-60
Spaanse Polder
35-65
35-60
j/p Nesselande j Rotterdam Airport (RTM Airpark) j Zeehaventerreinen Rotterdam
6 ha 1.000 ha
Zuidelijk Havengebied
40-65
35-60
j
Honderdland
65-85
60-85
Wateringse Veld/Zwethove
50-70
40-70
j ABC Westland j Trade Park Westland Mars
Lansinghage/Rokkeveen-Oost
40-70
40-70
Zoeterhage
30-65
30-35
j Dwarstocht j Oosterhage
FGH real estate report 2011 Factsheet industrial real estate market
11 ha 20 ha 544 ha 4 ha 17 ha 10 ha 11 ha
Source: take-up and supply PropertyNL
193
FACTSHEET residential market province/cities
general
market structure
forecast Housing stock/ population/households
%
Age of housing stock
% / National average 71% Egw/29% Mgw
Single family/multiple family
% / National average 31% Social/11% Private
Social/private rent
% / National average 58% buy/42% rent
Buy/rent
Housing occupancy in 2010
Number of dwellings in 2010
Number of residents 2010
Province Drenthe Assen
67,100
29,700
2.3
Buy Rent
Emmen
109,300
47,000
2.3
Buy Rent
61% 39%
64% 36%
Social Private
Social Private
30% 9%
29% 7%
Egw Mgw
Egw Mgw
80% 20%
86% 14%
< 1944
8% Housing stock
1945-1970
27% Households
1971-1990
37% Residents
1991 >
29%
< 1944
13% Housing stock
1945-1970
31% Households
1971-1990
37% Residents
1991 >
19%
Province Flevoland Almere
189,900
73,400
2.6
Buy
64%
Social
28%
Egw
78%
< 1944 1945-1970
Rent
36%
Private
8%
Mgw
22%
1971-1990
0% Housing stock 0% Households 43% Residents
1991 >
57%
< 1944
30% Housing stock
Province Friesland Leeuwarden
94,700
46,600
2.0
Buy Rent
56% 44%
Social Private
32% 12%
Egw Mgw
64% 36%
1945-1970
29% Households
1971-1990
29% Residents
1991 >
12%
< 1944
19% Housing stock
Province Gelderland Apeldoorn
156,000
66,200
2.4
Buy Rent
Arnhem
148,100
67,800
2.2
Buy Rent
Ede
108,100
42,000
2.6
Buy Rent
60% 40%
45% 55%
70% 30%
Social Private
Social Private
Social Private
30% 10%
38% 17%
22% 8%
Egw Mgw
Egw Mgw
Egw Mgw
75% 25%
57% 43%
78% 22%
1945-1970
29% Households
1971-1990
37% Residents
1991 >
16%
< 1944
26% Housing stock
1945-1970
31% Households
1971-1990
31% Residents
1991 >
13%
< 1944
13% Housing stock
1945-1970
32% Households
1971-1990
35% Residents
1991 >
194
20%
prices
561
0%
€ 178,958
€ 1,549
145
14% Mid-terrace house
175
-5%
€ 147,511
€ 1,410
100
67,100
71,200
74,800
11% End-of-terrace house
91
-5%
€ 162,111
€ 1,461
97
Semi-detached house
121
16%
€ 233,278
€ 1,668
125
Increase/decrease 2010–2020%.
Detached house Apartment
68
8%
€ 295,100
€ 1,989
222
106
-6%
€ 108,826
€ 1,441
234
47,000
48,500
49,900
6% Total
674
-5%
€ 166,584
€ 1,406
141
47,700
49,300
50,500
6% Mid-terrace house
173
-13%
€ 126,611
€ 1,189
78
109,300
110,600
111,400
2% End-of-terrace house
138
6%
€ 142,025
€ 1,295
88
Semi-detached house
150
-16%
€ 178,425
€ 1,449
156
Detached house
141
0%
€ 242,444
€ 1,709
232
72
11%
€ 136,472
€ 1,470
184
Apartment 73,400
85,800
95,900
31% Total
1,080
-8%
€ 190,015
€ 1,643
101
76,200
85,400
94,800
24% Mid-terrace house
543
-16%
€ 173,778
€ 1,514
71
189,900
204,300
222,900
17% End-of-terrace house
190
-22%
€ 188,800
€ 1,547
116
Semi-detached house
87
-9%
€ 275,556
€ 1,818
196
Detached house Apartment
48
2%
€ 414,550
€ 2,445
315
212
44%
€ 146,750
€ 1,807
74
46,600
47,800
50,000
7% Total
653
-8%
€ 155,379
€ 1,446
127
47,900
49,200
51,200
7% Mid-terrace house
304
1%
€ 132,325
€ 1,325
112
94,700
94,700
97,800
3% End-of-terrace house
154
-9%
€ 153,275
€ 1,402
110
Semi-detached house
77
13%
€ 207,889
€ 1,625
134
Detached house
38
-14%
€ 334,250
€ 2,028
245
Apartment
80
-39%
€ 111,529
€ 1,554
150
Range of rents p/m² per month in €
Price per m² GBO in € median 2009
12% Total
33,700
Term median 2010
Transaction prices of owner-occupier housing in € median 2010
33,300
31,600
Increase/decrease compared to 2009 in %
2020
Number of dwellings sold in 2009
2015 31,300
29,600
Owner-occupier housing
2010 29,700
€5-8
€5-7
€6-9
€5-8
66,200
68,400
70,400
6% Total
956
5%
€ 238,453
€ 1,971
167
66,800
68,300
69,400
4% Mid-terrace house
269
4%
€ 199,222
€ 1,674
134
156,000
155,100
154,800
-1% End-of-terrace house
131
-3%
€ 214,694
€ 1,745
138
Semi-detached house
149
6%
€ 277,944
€ 2,205
159
Detached house
193
23%
€ 376,333
€ 2,489
200
Apartment
214
-2%
€ 150,462
€ 1,860
201
1,229
-2%
€ 181,536
€ 1,795
108 € 6 - 10
369
5%
€ 173,000
€ 1,570
95
7% End-of-terrace house
151
-21%
€ 190,111
€ 1,686
100
Semi-detached house
82
-2%
€ 307,900
€ 2,054
161
67,800
71,400
74,800
10% Total
73,800
77,500
80,900
10% Mid-terrace house
148,100
152,200
158,300
Detached house Apartment
29
0%
€ 503,056
€ 2,465
169
598
1%
€ 151,718
€ 1,896
107
42,000
44,800
47,400
13% Total
653
0%
€ 254,063
€ 2,185
148
44,300
47,000
49,500
12% Mid-terrace house
162
-11%
€ 219,850
€ 1,852
106
108,100
113,700
118,700
10% End-of-terrace house
93
35%
€ 238,972
€ 1,914
140
Semi-detached house
102
-1%
€ 310,850
€ 2,425
154
Detached house
107
-1%
€ 436,833
€ 2,822
201
Apartment
189
0%
€ 156,694
€ 2,117
153
FGH real estate report 2011 Factsheet residential market
€5-9
€5-8
Source: Woningprijzen NVM
195
FACTSHEET residential market province/cities
general
market structure
forecast
%
Housing stock/ population/households
Age of housing stock
% / National average 71% Egw/29% Mgw
Single family/multiple family
% / National average 31% Social/11% Private
Social/private rent
% / National average 58% buy/42% rent
Buy/rent
Housing occupancy in 2010
Number of dwellings in 2010
Number of residents 2010
< 1944
23% Housing stock
Province Gelderland Nijmegen
163,900
70,800
2.3
Buy Rent
44% 56%
Social Private
42% 14%
Egw Mgw
62% 38%
1945-1970
34% Households
1971-1990
29% Residents
1991 >
14%
< 1944
30% Housing stock
Province Groningen Groningen
189,400
84,700
2.2
Buy Rent
43% 57%
Social Private
41% 16%
Egw Mgw
44% 56%
1945-1970
28% Households
1971-1990
28% Residents
1991 >
14%
< 1944
21% Housing stock
Province Limburg Maastricht
118,900
56,700
2.1
Buy Rent
Sittard-Geleen
95,000
44,700
2.1
Buy Rent
45% 55%
59% 41%
Social Private
Social Private
32% 23%
30% 11%
Egw Mgw
Egw Mgw
63% 37%
78% 22%
1945-1970
36% Households
1971-1990
30% Residents
1991 >
13%
< 1944
15% Housing stock
1945-1970
41% Households
1971-1990
30% Residents
1991 >
14%
< 1944
18% Housing stock
Province Noord-Brabant Breda
174,200
76,800
2.3
Buy Rent
Den Bosch
140,600
61,900
2.3
Buy Rent
Eindhoven
215,900
96,300
2.2
Buy Rent
58% 42%
51% 49%
53% 47%
Social Private
Social Private
Social Private
29% 13%
36% 13%
42% 5%
Egw Mgw
Egw Mgw
Egw Mgw
67% 33%
65% 35%
69% 31%
1945-1970
32% Households
1971-1990
31% Residents
1991 >
19%
< 1944
12% Housing stock
1945-1970
33% Households
1971-1990
35% Residents
1991 >
20%
< 1944
17% Housing stock
1945-1970
36% Households
1971-1990
30% Residents
1991 >
196
18%
prices
€ 209,264
€ 2,018
109 € 5 - 10
11%
€ 192,375
€ 1,761
105
7% End-of-terrace house
166
-11%
€ 219,450
€ 1,873
87
Semi-detached house
100
-4%
€ 325,585
€ 2,322
142
36
33%
€ 495,200
€ 2,715
214
482
-7%
€ 172,951
€ 2,149
105
Detached house Apartment 4% Total
Range of rents p/m² per month in €
-2%
362
Term median 2010
175,800
Price per m² GBO in € median 2009
169,100
Transaction prices of owner-occupier housing in € median 2010
163,900
1,146
9% Mid-terrace house
11% Total
Increase/decrease compared to 2009 in %
95,500
Number of dwellings sold in 2009
2020 78,800
91,600
Owner-occupier housing
2015 74,900
87,300
Increase/decrease 2010–2020%.
2010 70,800
84,700
86,300
88,400
1,860
0%
€ 169,057
€ 1,732
71 € 5 - 10
108,500
110,800
113,200
4% Mid-terrace house
460
-9%
€ 177,025
€ 1,653
55
189,400
187,900
191,800
1% End-of-terrace house
194
0%
€ 177,000
€ 1,643
57
Semi-detached house
120
2%
€ 275,800
€ 1,932
83
Detached house
70
4%
€ 328,950
€ 2,275
148
1,016
3%
€ 140,308
€ 1,725
75
359
7%
€ 222,862
€ 1,901
110
31%
€ 228,650
€ 1,826
88
-7% End-of-terrace house
38
-14%
€ 226,380
€ 1,835
81
Semi-detached house
51
-30%
€ 273,889
€ 1,930
89
Apartment 56,700
57,700
57,200
60,600
60,200
59,800
118,900
113,400
111,200
1% Total -1% Mid-terrace house
Detached house Apartment 44,700
45,700
45,700
2% Total
43,900
44,500
44,000
0% Mid-terrace house
95,000
93,100
89,200
113 € 5 - 10
31
72%
€ 350,833
€ 2,020
188
129
11%
€ 165,963
€ 1,948
135
131
10%
€ 173,316
€ 1,385
193
22
-19%
€ 127,325
€ 1,155
162
-6% End-of-terrace house
13
44%
€ 155,400
€ 1,212
148
Semi-detached house
50
0%
€ 177,700
€ 1,399
130
Detached house
24
85%
€ 270,333
€ 1,639
387
Apartment
22
10%
€ 114,091
€ 1,414
180
76,800
79,700
82,000
7% Total
1,332
1%
€ 248,626
€ 2,125
116
81,000
84,000
86,400
7% Mid-terrace house
483
1%
€ 227,167
€ 1,910
85
174,200
177,400
181,500
4% End-of-terrace house
208
7%
€ 239,300
€ 1,980
109
Semi-detached house
159
5%
€ 324,333
€ 2,396
105
Detached house
102
2%
€ 520,200
€ 2,761
213
Apartment
380
-3%
€ 176,433
€ 2,203
137
61,900
64,500
66,100
7% Total
852
-1%
€ 240,656
€ 2,137
133
64,000
66,400
68,100
6% Mid-terrace house
242
-4%
€ 213,500
€ 1,860
103
140,600
139,900
141,600
1% End-of-terrace house
123
-11%
€ 237,500
€ 1,918
101
Semi-detached house
123
9%
€ 311,278
€ 2,207
188
Detached house Apartment
56
65%
€ 473,850
€ 2,583
200
308
-5%
€ 192,650
€ 2,341
135
€4-8
€6-9
€6-9
96,300
100,300
102,400
6% Total
1,347
12%
€ 221,815
€ 1,926
133 € 5 - 10
105,500
109,200
111,200
5% Mid-terrace house
597
16%
€ 211,694
€ 1,740
109
215,900
215,500
217,300
1% End-of-terrace house
204
2%
€ 243,350
€ 1,887
152
Semi-detached house
111
22%
€ 314,944
€ 2,153
168
49
20%
€ 502,500
€ 2,303
217
386
8%
€ 163,673
€ 2,124
140
Detached house Apartment
FGH real estate report 2011 Factsheet residential market
Source: Woningprijzen NVM
197
FACTSHEET residential market province/cities
general
market structure
forecast
%
Housing stock/ population/households
Age of housing stock
% / National average 71% Egw/29% Mgw
Single family/multiple family
% / National average 31% Social/11% Private
Social/private rent
% / National average 58% buy/42% rent
Buy/rent
Housing occupancy in 2010
Number of dwellings in 2010
Number of residents 2010
< 1944
19% Housing stock
Province Noord-Brabant Tilburg
205,600
89,300
2.3
Buy Rent
56% 44%
Social Private
34% 10%
Egw Mgw
71% 29%
1945-1970
30% Households
1971-1990
30% Residents
1991 >
21%
< 1944
49% Housing stock
Province Noord-Holland Amsterdam
777,400
395,000
2.0
Buy Rent
Haarlem
150,500
70,000
2.2
Buy Rent
25% 75%
54% 46%
Social Private
Social Private
48% 27%
33% 13%
Egw Mgw
Egw Mgw
16% 84%
59% 41%
1945-1970
19% Households
1971-1990
19% Residents
1991 >
13%
< 1944
52% Housing stock
1945-1970
24% Households
1971-1990
18% Residents
1991 >
Zaanstad
146,600
63,200
2.3
Buy Rent
46% 54%
Social Private
42% 12%
Egw Mgw
67% 33%
< 1944
5%
22% Housing stock
1945-1970
32% Households
1971-1990
29% Residents
1991 >
18%
< 1944
21% Housing stock
Province Overijssel Enschede
157,700
68,300
2.3
Buy Rent
Zwolle
120,100
52,200
2.3
Buy Rent
52% 48%
54% 46%
Social Private
Social Private
40% 8%
34% 12%
Egw Mgw
Egw Mgw
71% 29%
71% 29%
1945-1970
33% Households
1971-1990
28% Residents
1991 >
17%
< 1944
19% Housing stock
1945-1970
24% Households
1971-1990
33% Residents
1991 >
24%
< 1944
18% Housing stock
Province Utrecht Amersfoort
146,300
60,500
2.4
Buy Rent
55% 45%
Social Private
33% 12%
Egw Mgw
69% 31%
1945-1970
22% Households
1971-1990
30% Residents
1991 >
198
31%
prices
€ 184,600
€ 1,675
133
205,600
209,400
212,100
3% End-of-terrace house
221
18%
€ 213,889
€ 1,816
118
Semi-detached house
139
23%
€ 297,167
€ 2,066
222
Increase/decrease 2010–2020%.
Detached house Apartment
147 € 5 - 10
58
7%
€ 423,300
€ 2,270
297
219
-23%
€ 153,692
€ 2,031
126
395,000
409,100
429,400
9% Total
6,183
-1%
€ 248,375
€ 3,367
421,300
439,900
460,100
9% Mid-terrace house
441
-4%
€ 352,417
€ 2,730
88
777,400
789,900
821,500
6% End-of-terrace house
121
-19%
€ 306,611
€ 2,537
92
Semi-detached house
48
7%
€ 481,200
€ 3,515
90
Detached house Apartment
65 € 6 - 16
30
3%
€ 613,450
€ 3,719
120
5543
0%
€ 234,834
€ 3,432
62
1,368
-2%
€ 252,879
€ 2,648
81 € 5 - 10
70,000
71,600
73,600
5% Total
72,800
74,900
77,000
6% Mid-terrace house
576
4%
€ 275,350
€ 2,672
60
150,500
150,800
153,600
2% End-of-terrace house
164
25%
€ 317,250
€ 2,790
96
Semi-detached house
20
-5%
€ 473,700
€ 3,498
91 175
Detached house Apartment
16
45%
€ 861,875
€ 3,985
592
-13%
€ 189,263
€ 2,525
94
63,200
66,100
70,000
11% Total
842
-9%
€ 194,063
€ 1,939
114
64,700
68,000
71,600
11% Mid-terrace house
310
-4%
€ 202,250
€ 1,819
105
146,600
150,300
155,900
6% End-of-terrace house
163
-5%
€ 216,500
€ 1,917
113
Semi-detached house
75
-28%
€ 198,167
€ 1,997
128
Detached house Apartment
Range of rents p/m² per month in €
€ 1,835
-3%
Term median 2010
Price per m² GBO in € median 2009
€ 208,394
590
7% Total
Increase/decrease compared to 2009 in %
Transaction prices of owner-occupier housing in € median 2010
Number of dwellings sold in 2009
-2%
6% Mid-terrace house
Owner-occupier housing
1,227
104,400
2020 95,600
102,200
2015 93,500
98,000
2010 89,300
68
-9%
€ 252,810
€ 2,205
218
226
-10%
€ 147,614
€ 2,018
93
68,300
70,100
71,800
5% Total
752
-3%
€ 171,973
€ 1,500
75,700
77,800
79,600
5% Mid-terrace house
192
-17%
€ 140,375
€ 1,301
91
157,700
158,400
160,300
2% End-of-terrace house
129
-9%
€ 157,167
€ 1,404
111
Semi-detached house
182
-7%
€ 175,800
€ 1,522
108
€5-9
147 € 6 - 10
Detached house
100
27%
€ 317,200
€ 2,021
221
Apartment
149
14%
€ 123,368
€ 1,484
247
52,200
56,100
60,000
15% Total
808
2%
€ 219,496
€ 1,966
95 € 6 - 10
54,500
58,100
61,500
13% Mid-terrace house
352
-2%
€ 199,950
€ 1,869
90
120,100
125,900
132,400
10% End-of-terrace house
160
15%
€ 212,250
€ 1,869
85
Semi-detached house
81
23%
€ 320,167
€ 2,208
134
Detached house Apartment
42
-2%
€ 470,550
€ 2,542
90
173
-7%
€ 157,884
€ 2,002
96
60,500
66,800
71,100
17% Total
1,213
6%
€ 245,197
€ 2,179
63,000
69,500
74,000
17% Mid-terrace house
443
6%
€ 229,472
€ 2,025
89
146,300
158,200
166,900
14% End-of-terrace house
217
17%
€ 267,889
€ 2,179
109
Semi-detached house
118
16%
€ 400,400
€ 2,605
130
41
86%
€ 613,444
€ 3,129
171
394
-5%
€ 165,579
€ 2,126
92
Detached house Apartment
FGH real estate report 2011 Factsheet residential market
100 € 6 - 10
Source: Woningprijzen NVM
199
FACTSHEET residential market province/cities
general
market structure
%
Housing stock/ population/households
Age of housing stock
% / National average 71% Egw/29% Mgw
Single family/multiple family
% / National average 31% Social/11% Private
Social/private rent
% / National average 58% buy/42% rent
Buy/rent
Number of dwellings in 2010 132,400
Housing occupancy in 2010
Number of residents 2010 309,800
forecast
< 1944
35% Housing stock
Province Utrecht Utrecht
2.4
Buy Rent
52% 48%
Social Private
34% 14%
Egw Mgw
51% 49%
1945-1970
30% Households
1971-1990
15% Residents
1991 >
20%
< 1944
23% Housing stock
Province Zeeland Middelburg
48,100
21,700
2.3
Buy Rent
62% 38%
Social Private
29% 9%
Egw Mgw
79% 21%
1945-1970
27% Households
1971-1990
35% Residents
1991 >
16%
< 1944
42% Housing stock
Province Zuid-Holland Den Haag
493,600
236,400
2.1
Buy Rent
Dordrecht
118,800
53,400
2.2
Buy Rent
Leiden
117,700
51,400
2.3
Buy Rent
Rotterdam
607,300
295,200
2.0
Buy Rent
48% 52%
56% 44%
52% 48%
32% 68%
Social Private
Social Private
Social Private
Social Private
32% 20%
29% 15%
35% 13%
48% 20%
Egw Mgw
Egw Mgw
Egw Mgw
Egw Mgw
27% 73%
56% 44%
50% 50%
29% 71%
1945-1970
24% Households
1971-1990
16% Residents
1991 >
19%
< 1944
23% Housing stock
1945-1970
29% Households
1971-1990
31% Residents
1991 >
16%
< 1944
34% Housing stock
1945-1970
23% Households
1971-1990
33% Residents
1991 >
10%
< 1944
34% Housing stock
1945-1970
27% Households
1971-1990
24% Residents
1991 >
Zoetermeer
121,700
52,900
2.3
Buy
53%
Social
38%
Egw
59%
< 1944 1945-1970
Rent
47%
Private
9%
Mgw
41%
1971-1990 1991 >
200
16%
2% Housing stock 9% Households 65% Residents 25%
prices
€ 2,611
81 € 6 - 13
€ 259,700
€ 2,590
71
309,800
332,700
356,300
15% End-of-terrace house
247
12%
€ 283,778
€ 2,443
70
Semi-detached house
47
-20%
€ 407,500
€ 2,991
125
Increase/decrease 2010–2020%.
Detached house Apartment
36
57%
€ 598,700
€ 3,251
148
1,517
2%
€ 186,971
€ 2,627
87
21,700
22,600
23,500
8% Total
262
-2%
€ 187,776
€ 1,690
135
21,900
22,800
23,500
7% Mid-terrace house
116
1%
€ 170,150
€ 1,561
129
48,100
48,900
50,000
4% End-of-terrace house
44
-6%
€ 186,600
€ 1,597
92
Semi-detached house
38
41%
€ 257,625
€ 1,965
122
Detached house
16
-41%
€ 298,125
€ 2,176
187
Apartment
48
-6%
€ 139,370
€ 1,707
184
Range of rents p/m² per month in €
€ 230,420
10%
Term median 2010
Price per m² GBO in € median 2009
5%
1,064
Increase/decrease compared to 2009 in %
Transaction prices of owner-occupier housing in € median 2010
Number of dwellings sold in 2009 2,911
15% Mid-terrace house
Owner-occupier housing
17% Total
185,000
2020 155,200
173,500
2015 144,000
161,500
2010 132,400
€5-9
236,400
244,600
255,200
8% Total
3,693
-1%
€ 209,766
€ 2,011
100 € 6 - 15
241,100
250,000
260,900
8% Mid-terrace house
605
5%
€ 313,167
€ 2,203
110
493,600
500,400
519,600
5% End-of-terrace house
160
-5%
€ 352,000
€ 2,317
133
Semi-detached house
88
40%
€ 632,750
€ 3,329
120 187
Detached house Apartment
27
59%
€ 786,111
€ 3,791
2,813
-3%
€ 160,673
€ 1,896
94
53,400
54,700
56,200
5% Total
699
-12%
€ 181,401
€ 1,752
134
53,500
55,100
56,600
6% Mid-terrace house
303
-10%
€ 182,056
€ 1,696
122
118,800
116,900
117,400
-1% End-of-terrace house
114
-6%
€ 195,950
€ 1,709
121
Semi-detached house
46
-8%
€ 271,250
€ 2,210
179
Detached house Apartment
18
125%
€ 474,375
€ 2,559
261
218
-21%
€ 129,734
€ 1,688
137
51,400
53,200
54,800
7% Total
693
-5%
€ 231,073
€ 2,350
62,700
64,700
66,300
6% Mid-terrace house
274
2%
€ 261,700
€ 2,423
65
117,700
119,600
121,500
3% End-of-terrace house
81
-9%
€ 279,278
€ 2,433
138
Semi-detached house
13
160%
€ 474,000
€ 2,683
150 176
Detached house Apartment 295,200
300,800
306,100
300,300
302,500
307,600
607,300
589,600
593,400
4% Total 2% Mid-terrace house
89 € 5 - 10
4
33%
€ 610,000
€ 3,155
321
-12%
€ 178,207
€ 2,243
3,143
-2%
€ 177,569
€ 1,857
109 € 6 - 14
95
513
-8%
€ 218,444
€ 1,848
124
-2% End-of-terrace house
207
-5%
€ 238,167
€ 1,942
134
Semi-detached house
56
-11%
€ 383,500
€ 2,479
133
Detached house Apartment
44
42%
€ 586,000
€ 2,905
231
2,323
-1%
€ 150,443
€ 1,817
101
52,900
54,300
55,700
5% Total
718
-16%
€ 200,342
€ 1,919
123
52,500
54,200
55,800
6% Mid-terrace house
264
-6%
€ 225,100
€ 1,862
106
121,700
123,900
126,800
4% End-of-terrace house
102
-17%
€ 239,700
€ 1,941
115
Semi-detached house
21
-22%
€ 367,222
€ 2,329
219
Detached house Apartment
€5-9
10
-33%
€ 512,500
€ 2,774
241
321
-20%
€ 146,833
€ 1,908
129
FGH real estate report 2011 Factsheet residential market
€5-9
Source: Woningprijzen NVM
201
FGH Bank N.V. heeft de in dit rapport weergegeven informatie met de grootste zorg samengesteld, doch staat niet in voor de juistheid of volledigheid van de verstrekte informatie. Hieraan kan dan ook geen enkel recht worden ontleend. FGH Bank N.V. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden of onvolkomenheden in de informatie in dit rapport. Het is de gebruiker van dit rapport niet toegestaan de inhoud te gebruiken voor commerciële doeleinden en/of te vermenigvuldigen, door te sturen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van FGH Bank N.V. De in deze uitgave genoemde huurprijzen, (voorraad)cijfers en de aanbod- en opnamecijfers van kantoor-, winkel- en bedrijfsruimten zijn deels ontleend aan: ABF Research, Aedex/ IPD, Almanak Winkelvastgoed, Bak, Blauw Research, CBS, CPB, Cushman & Wakefield, DNB, DTZ Zadelhoff, Dynamis, EIB, EIM, Van Gool en Partners, INREV, IVBN, Locatus, NEPROM, NRW, NVB, NVM, PropertyNL, Rabobank, IPD Nederland, Shopnet.nl, Vastgoedmarkt (VGM), VTIS en Thuiswinkel.org. Deze publicatie is verkrijgbaar bij de afdeling Marketing &
Tekst | text
Communicatie van FGH Bank in Utrecht,
[email protected].
FGH Bank N.V. Valuation and Research department drs. Maarten Donkers,
De prijs bedraagt € 50,- inclusief 6% BTW en verzendkosten.
Roel Drenth MSc RE, drs. Jacob Velleman
FGH Bank N.V. has compiled the information shown in this report
Fotografie | photography
with the greatest care. However, we cannot be held responsible for
Cover photo left: Edwin Walvisch
the accuracy or completeness of the information provided, nor can
Interviews: Lex Draijer
any rights be derived from the information provided. Users of this
Other images: Rob ’t Hart (Wateringse Veld, p. 50, 150),
report are not permitted to use its content for commercial purposes
Hollandse Hoogte
and/or are not permitted to duplicate, send, distribute, spread or make said content available to third parties for money without the
Eindredactie | editing
explicit written permission of FGH Bank N.V.
Eric Harms Communicatie, Utrecht FGH Bank N.V. Marketing & Communications department
The prices, (stock) figures and supply and take-up figures for office,
Minke Jonker
industrial and retail space contained in this report are partly obtained from ABF Research, Aedex/IPD, Almanak Winkelvastgoed, Bak, Blauw Research, CBS, CPB, Cushman & Wakefield, DNB, DTZ Zadelhoff,
Vormgeving en productie | design and production
Dynamis, EIB, EIM, Van Gool en Partners, INREV, IVBN, Locatus,
Coördinatie | coordination
NEPROM, NRW, NVB, NVM, PropertyNL, Rabobank, IPD Nederland,
FGH Bank N.V. Marketing & Communications department
Shopnet.nl, Vastgoedmarkt (VGM), VTIS and Thuiswinkel.org.
Monique Derksen
For a copy of this publication contact the Marketing & Communica-
Vertaling | translation
tions Department of FGH Bank in Utrecht,
[email protected].
Language Partners, Amsterdam
The price is EUR 50.00 inclusive of 6% VAT and mailing costs. ontwerp | design
Volta_ontwerpers, Utrecht
© FGH Bank N.V. 2011
FGH real estate report 2011
colofon
203
Hoofdkantoor | HEADOFFICE
Leidseveer 50 3511 SB Utrecht Postbus 2244 3500 GE Utrecht T +31 30 232 39 11 F +31 30 233 45 72 info @fgh.nl www.fghbank.nl