Eerste voortgangsrapport Ruimtelijk Strategisch Project Bosland 2.0 1 mei 2015
Projectcoördinator Bosland: Koen Driesen Projectperiode: 01/11/2014 – 01/11/2017
0
Inhoudstabel Inleiding ................................................................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1: Projectstructuur Bosland .................................................................................................... 4 1.1 Ontstaan en mijlpalen ................................................................................................................. 4 1.2 Een open projectorganisatie ...................................................................................................... 4 1.2.1 Beheercomité .................................................................................................................... 5 1.2.2 Coördinatiecel.................................................................................................................... 5 1.2.3 Stuurgroep ......................................................................................................................... 5 1.2.4 Boslandparlement.............................................................................................................. 5 1.2.5 Werkgroepen ..................................................................................................................... 5 1.3 Projectplanning en financiering .................................................................................................. 6 1.3.1 Planning en evaluatie ........................................................................................................ 6 1.3.2 Transparante begroting ..................................................................................................... 6 1.3.3 Gemeenschappelijke rekening voor overkoepelend beleid .............................................. 6 1.3.4 Publiek-private samenwerking .......................................................................................... 6 1.3.5 Voortgang LSM-dossier Bosland....................................................................................... 7 1.3.6 Personeelsinzet ................................................................................................................. 7 Hoofdstuk 2: Missie en strategische doelstellingen Bosland ............................................................... 10 2.1 Missie en strategische doelstellingen ....................................................................................... 10 2.1.1 Missie .............................................................................................................................. 10 2.1.2 Strategische doelstelling: Bosland als cultuurhistorisch streekerfgoed .......................... 10 2.1.3 Strategische doelstelling: Bosland als leverancier van ecosysteemdiensten ................. 10 2.1.4 Strategische doelstelling: Bosland als biodiversiteitshotspot .......................................... 11 2.1.5 Strategische doelstelling: Bosland als toeristisch-recreatieve attractiepool.................... 11 2.1.6 Strategische doelstelling: Bosland als een open project ................................................. 11 2.2 SMART-actieplan ..................................................................................................................... 11 Hoofdstuk 3: Gebiedsgericht stimuleren van ruimtelijke kwaliteit ......................................................... 13 3.1 Ontsnipperingsplan Bosland .................................................................................................... 13 3.1.1 Versnippering .................................................................................................................. 13 3.1.2 Doelstelling ontsnipperingsplan....................................................................................... 13 3.1.3 Overlegstructuren ........................................................................................................... 14 3.1.4 Analyse verbindingen ...................................................................................................... 14 3.1.5 Principiële goedkeuring ................................................................................................... 15 3.2 Sleutelsites en sleutellandschappen ........................................................................................ 16 3.2.1 Oranje landgebruiksklasse .............................................................................................. 16 3.2.2 Groene landgebruiksklasse ............................................................................................. 24 3.2.3 Gele landgebruiksklasse ................................................................................................. 29 3.2.4 Rode landgebruiksklasse ................................................................................................ 30 Hoofdstuk 4: Participatie, sensibilisatie en communicatie ..................................................................... 33 4.1 Participatiemodel ...................................................................................................................... 33 4.2 Een herkenbare Boslandstijl .................................................................................................... 33 4.2.1 Communicatielijnen ......................................................................................................... 33 4.2.2 Beeldkwaliteitsplan .......................................................................................................... 34 4.3 Ontwikkeling communicatiedragers ......................................................................................... 34 4.3.1 Masterplan en jaarverslag ............................................................................................... 34 4.3.2 Nieuwsbrieven ................................................................................................................. 34 4.3.3 Website............................................................................................................................ 34 4.3.4 Social media .................................................................................................................... 35 4.3.5 Fotodatabank Bosland .................................................................................................... 35 4.3.6 Promotiefilmpjes Bosland ................................................................................................ 35 4.4 Productontwikkeling ................................................................................................................. 35 4.4.1 Toeristisch-recreatieve producten ................................................................................... 35 4.5 Publieksactiviteiten en evenementen ....................................................................................... 37 4.5.1 Educatieve activiteiten ..................................................................................................... 37 4.5.2 Boslandevenementen ...................................................................................................... 38 4.5.3 Wetenschap..................................................................................................................... 38 4.6 Persberichten ........................................................................................................................... 38
1
Inleiding De Vlaamse Regering wil gemeenten, provincies en andere publieke actoren stimuleren om de ruimtelijke kwaliteit in Vlaanderen te verhogen door concrete strategische projecten te realiseren in het kader van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Op 14 december 2009 keurde de Vlaamse minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, de heer Muyters, de erkenning van Bosland als ruimtelijk strategisch project goed. Bosland situeert zich in het noordwesten van de provincie Limburg en beslaat het volledige grondgebied van de gemeenten Hechtel-Eksel, Overpelt en de stad Lommel. In het noorden grenst Bosland aan Nederland en in het westen aan de provincie Antwerpen. Bosland staat voornamelijk bekend om haar uitgestrekte natuur- en bosmassieven. Het centrale kerngebied wordt gevormd door het militair domein Kamp Beverlo en de uitgestrekte bossen van het Pijnvencomplex. Dit kerngebied vormt, met een totale oppervlakte van meer dan 10.000 ha, het grootste aaneengesloten natuur- en boscomplex van Vlaanderen. Dankzij de erkenning van Bosland als strategisch project verkreeg Bosland op drie jaar (1/09/20101/09/2013) een subsidie van 196.948 euro voor de aanstelling van een projectcoördinator Bosland. De projectcoördinator stond in voor het stimuleren van een optimale betrokkenheid en inbreng vanuit de diverse overheidsdiensten en organisaties die samen invulling en uitvoering kunnen geven aan de doelstellingen van het ruimtelijke beleid in het gebied. Tijdens deze periode werd de organisatiestructuur onder de loep genomen, werden verschillende werkgroepen opgericht, ontstond er een geïntegreerde en geactualiseerde visie van Bosland door de opmaak van een Masterplan, werden verschillende ruimtelijke processen opgestart die o.a. een belang hebben bij de ontwikkeling van de toegangspoorten en de ontsnippering van het gehele gebied, werd Bosland ook op terrein herkenbaar gemaakt via verschillende communicatiestrategieën, enz. Doordat het project slechts over een periode van 3 jaar liep, werd door de Boslandgemeenten Lommel, Overpelt en Hechtel-Eksel op 3 april 2013 een nieuwe aanvraag tot erkenning als ruimtelijk strategisch project ingediend. De Vlaams minister Muyters keurde in het ministerieel besluit van 17 december 2013 het strategische project Bosland 2.0 goed. Dit houdt in dat het project een bedrag van 173.331,6 euro ter beschikking krijgt als bijdrage voor de loon- en werkingskosten van de projectcoördinatie. Bosland beschikt zodoende over de mogelijkheid om bepaalde concrete doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven uit het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen verder te realiseren. Bosland draagt er immers zorg voor dat belangrijke structuurdragers (zoals bos en natuur) structureel gevrijwaard worden van aantastingen en het ondersteunt het tegengaan van versnippering in het buitengebied. Bosland beoogt een kwaliteitsvolle invulling van zijn uitgestrekte natuur- en bosmassieven en hun omgeving, alsook nadrukkelijk een buffering van de aanwezige natuurwaarden. Daarenboven tracht Bosland actief in te spelen op alle mogelijkheden die natuur en bos bieden voor de regio. Door een integrale inbedding van o.a. ruimtelijke en recreatief/toeristische ontwikkelingen in het strategische project wordt duurzaamheid en dynamiek in het buitengebied gewaarborgd. Een goede wisselwerking met woon- en stadskernen kan bovendien de hefboomfunctie van het groenpatrimonium versterken en creëert zodoende bijkomende kansen voor een duurzame ontwikkeling van de open ruimtegebieden binnen Bosland. Met de nieuwe erkenning wenst Bosland in de komende jaren onder andere invulling te geven aan de volgende kernacties: (1) Verder consolideren van de globale projectplanning, –evaluatie en uitbreiding conform het Masterplan Bosland (2012). (2) Opvolging en finalisatie van de nog lopende ruimtelijke inrichtingsvisies en planningsinitiatieven ten gevolgen van het Ruimtelijk Strategisch Project Bosland 1.0 (1 september 2010 – 1 september 2013). (3) Uitvoeren van (prioritaire) acties die resulteren uit het ontsnipperingsplan Bosland en opvolgen van gemeentelijke/provinciale/Vlaamse projecten die een effect (kunnen) hebben op de aangeduide verbindingen. (4) Actualisatie van de beheerplannen en –visies in het gebied. 2
(5) Ondersteunende communicatieve acties aangaande het ‘Ruimtelijk Strategisch Project Bosland 2.0’. Het voorliggende “Voortgangsrapport Bosland” wordt opgesteld naar aanleiding van de eerste schijfaanvraag m.b.t. het strategisch project Bosland 2.0. Naast de ruimtelijke ontwikkelingen in het kader van het strategisch project wordt in het verslag tevens een beknopt overzicht gegeven van alle projecten rond recreatie, communicatie, participatie, enz. Hierdoor kan een volledig beeld gevormd worden van wat er zich allemaal in Bosland afspeelt. Doordat er momenteel verschillende coördinatoren tewerkgesteld zijn binnen Bosland (zie 1.3.6), zal in het verdere verslag de projectcoördinator van het Ruimtelijk Strategisch Project aangeduid worden als RSP-coördinator.
3
Hoofdstuk 1: Projectstructuur Bosland Het eerste hoofdstuk van het “Voortgangsrapport Bosland” biedt inzicht in het ontstaan en de oorspronkelijke mijlpalen van het project Bosland en verduidelijkt in het kort de evolutie die de projectstructuur onderging sinds de opstart van het ruimtelijk strategisch project Bosland 1.0.
1.1 Ontstaan en mijlpalen In 2005 werd het officiële startsein gegeven van, wat toen reeds één van de grootste bosprojecten uit de Vlaamse geschiedenis werd genoemd. De gemeente Hechtel-Eksel, de stad Lommel en het Agentschap voor Natuur en Bos gingen een partnership aan om het beheer van hun bossen op elkaar af te stemmen. Een jaar later trad ook de gemeente Overpelt toe met haar bospatrimonium. Op 30 september 2006 werd het statutair partnership boven het doopvont gehouden. Meer dan 4.500 ha openbaar bos werd zo verenigd in één project. De eerste jaren stond de samenwerking in het teken van het verbeteren van het bosbeheer en het recreatief onthaal door de opmaak van een globale structuurvisie, gezamenlijke bosbeheerplannen, het behalen van een FSC-certificaat en het betrekken van de inwoners en bosbezoekers bij het uittekenen van de toegankelijkheid. Vanuit de geografische ligging en het overwicht aan bos werkten de partners onder de projectnaam ‘Bossen van de Lage Kempen’. In 2008 doopte toenmalig Vlaams minister van Leefmilieu, Hilde Crevits, het project om tot Bosland. De naamsverandering stond symbool voor de evolutie die het project op korte tijd doormaakte. De unieke samenwerking, die in de eerste plaats de ruimtelijke kwaliteit en maatschappelijke functies van het bos vooropstelde, groeide uit tot een integraal project. De bossen blijven een sleutelpositie innemen, maar zijn deel van het grotere geheel: Bosland. Het is in de eerste plaats via de wisselwerking met de lokale samenleving en met andere landschappen dat de bossen een hefboom worden voor regionale streekontwikkeling. De originele projectstructuur van Bosland werd, naar aanleiding van de erkenning van Bosland als strategisch project en als te ontwikkelen toeristisch-recreatieve attractiepool op Vlaams niveau uitgebreid en verdiept o.a. door de oprichting van een stuurgroep Bosland (zie 1.2.3). De relatie met het Provinciale en het Vlaamse bestuursniveau werd o.a. hierdoor concreter ingevuld. Daarenboven was in 2011 de toetreding van Toerisme Limburg en het Regionaal Landschap Lage Kempen als zijnde Boslandpartners een logische volgende stap om met alle vereiste deskundigheid de uitdagingen voor de toekomst aan te gaan. Het Ruimtelijk Strategisch Project Bosland 2.0 voorziet in de officiële formalisering van de toetreding van deze twee partijen d.m.v. het actualiseren van de originele statuten van het partnership Bosland (2006).
1.2 Een open projectorganisatie Bosland betreft een samenwerkingsverband tussen 6 partners: het Agentschap voor Natuur en Bos, de gemeente Hechtel-Eksel, de stad Lommel, de gemeente Overpelt, het Regionaal Landschap Lage Kempen en Toerisme Limburg. De projectstructuur van Bosland bestaat uit een evenwaardig drieluik. Het centrale luik bestaat uit het beheercomité Bosland en de coördinatiecel Bosland. Het linkerluik bestaat uit de stuurgroep Bosland en het rechterluik uit het boslandparlement. Met deze projectstructuur wordt ernaar gestreefd een goede interne samenwerking te laten samengaan met een maximale inbreng van alle mogelijke externe partners en belanghebbenden.
4
1.2.1 Beheercomité Het overkoepelend beheer wordt uitgetekend door het beheercomité Bosland. Het beheercomité heeft beslissingsbevoegdheid in het kader van de organisatie, uitbouw en realisatie van het overkoepelende niveau. Het beheercomité is al operationeel van voor de start van het strategische project, namelijk in 2006. De samenstelling van het beheercomité Bosland bestaat uit de LSM-coördinator en projectmedewerker Bosland (zie 1.3.6), twee leden van het college van Burgemeester en Schepenen van elke deelnemende gemeente, één ambtenaar van elke deelnemende gemeente, twee leden van het Agentschap voor Natuur en Bos namens de Vlaamse overheid, en de voorzitter en directeur van zowel Toerisme Limburg als van het Regionaal Landschap Lage Kempen. Naargelang de besproken onderwerpen wordt het beheercomité bijgewoond door de andere coördinatoren van Bosland. Wat betreft de ruimtelijke processen, geeft de RSP-coördinator toelichting aan de leden van het beheercomité. Het beheercomité kent een minimale vergaderfrequentie van 2 maal per jaar. Door de uitbreiding van het projectbureau is beslist om vanaf januari 2015 tijdelijk de vergaderfrequentie te verhogen naar eenmaal per maand. Om de vergadering efficiënter te laten verlopen, worden de voorgestelde onderwerpen nu ook onderverdeeld in twee secties, namelijk ‘beslissing’ en ‘kennisgeving’. 1.2.2 Coördinatiecel In het centrale luik vindt men eveneens de coördinatiecel Bosland terug. De coördinatiecel bestaat uit ambtelijke vertegenwoordigers van de partners en heeft een maandelijkse vergaderfrequentie. De coördinatiecel fungeert als projectbureau dat belast is met de dagelijkse coördinatie/uitvoering op het operationele niveau van het project Bosland. Hiermee geeft de coördinatiecel uitvoering aan de beslissingen van het beheercomité. De RSP-coördinator heeft quasi alle vergaderingen bijgewoond, enerzijds om het project Bosland beter te leren kennen, anderzijds om de ruimtelijke processen te bespreken. 1.2.3 Stuurgroep Het linkerluik van de organisatiestructuur omvat de stuurgroep Bosland waarin de bevoegde overheden en administraties zetelen. De deskundigheid, kennis en competenties van de leden van de stuurgroep zijn van essentieel belang voor een goede werking en de verdere uitbouw van het project Bosland. De stuurgroep informeert, stuurt en adviseert. Naast de participatie aan de stuurgroep zijn meerdere stuurgroepleden ook actief in specifieke werkgroepen omtrent diverse deelprojecten van Bosland. Al naargelang de specificiteit van thema’s en deelprojecten worden op de stuurgroep bijkomende specialisten uitgenodigd. De stuurgroep Bosland is tijdens de eerste periode van het strategisch project Bosland 2.0 niet samengekomen. 1.2.4 Boslandparlement Het rechterluik omvat het boslandparlement. Dit boslandparlement bestaat uit drie kamers: een economische, een ecologische en een sociale. Via deze kamers worden belanghebbenden en doelgroepen gericht geïnformeerd en gesensibiliseerd. Nadrukkelijk wordt ook de kans gegeven tot eigen initiatief. De ecologische kamer functioneert reeds van bij de start van het project en levert belangrijke informatie aan in functie van natuurgericht beheer en de instandhouding van zeldzame habitats en soorten. De andere kamers zullen in de komende periode verder uitgebouwd worden door de verschillende coördinatoren van Bosland. 1.2.5 Werkgroepen Vanuit het bovenstaande drieluik worden vervolgens verscheidene thematische en projectmatige werkgroepen geïnitieerd. Er zijn verschillende projectmatige werkgroepen actief, onder meer met betrekking tot de hoofdpoorten, sleutelsites en –landschappen, het beeldkwaliteitsplan, communicatie en educatie. Werkgroep educatie en gidsenwerking en werkgroep communicatie zijn structurele werkgroepen met een vaste vertegenwoordiging vanuit zowel interne als externe partners. Andere werkgroepen zijn vaak van tijdelijke aard (zolang het project loopt). Voor de implementatie van het ontsnipperingsplan zullen nog bijkomende werkgroepen opgestart worden. Zo is er, bijvoorbeeld, voor
5
de acties op de gewestwegen recent een werkgroep opgestart waarin AWV, ANB, LNE en de RSPcoördinator in zetelen.
1.3 Projectplanning en financiering 1.3.1 Planning en evaluatie De toegenomen complexiteit en de hoge ambities van Bosland vereisten een duidelijke afbakening van de doelstellingen en een professionele organisatie. Daarom werd in 2012 een masterplan opgesteld, waarin doelstellingen en actielijnen werden uitgezet op middellange termijn (2012 tot 2020). Om de stap te zetten naar een planmatige en kwaliteitsvolle realisatie is een gedegen projectplanning vereist waarin taakverdeling, inzet van middelen, samenwerking met partners en timing worden vastgelegd. Vandaar dat er jaarlijks een concreet actieplan Bosland wordt opgemaakt dat kadert in het globale Masterplan Bosland. De RSP-coördinator verzorgt alle acties in het kader van de ruimtelijke processen. De actieplannen van 2014 en 2015 werden respectievelijk goedgekeurd op het beheercomité van 17 december 2013 en 20 januari 2015. De jaarlijkse actieplannen Bosland worden aan de hand van de jaarverslagen van Bosland geëvalueerd. Deze jaarverslagen zijn online raadpleegbaar op de website van Bosland (www.bosland.be). 1.3.2 Transparante begroting Met het oog op het bevorderen van de financiële transparantie van het project is er een globale financieringstabel Bosland opgesteld. Deze geeft een overzicht van de inzet van de Boslandmiddelen en verworven subsidies vanaf de start van het project Bosland in 2005. Zoals besproken in 1.3.1, wordt er jaarlijks een actieplan opgesteld met alle geplande projecten en acties in Bosland. Door middel van deze plannen kunnen elk najaar de noodzakelijke budgetten voor het volgende werkingsjaar vastgelegd worden bij elk van de 6 partners van Bosland. De ambities van het Masterplan Bosland overstijgen de draagwijdte van de budgetten en de inzetbaarheid van personeel die jaarlijks voorzien kunnen worden binnen het partnership. Een deel van de vooropgestelde doelstellingen is bijgevolg enkel realiseerbaar door gerichte samenwerking met externe publieke en private partners, door het aantrekken van bijkomende fondsen en de noodzakelijke uitbreiding van de personeelsinzet ten behoeve van het unieke project Bosland. 1.3.3 Gemeenschappelijke rekening voor overkoepelend beleid Bij de start van het ruimtelijk strategisch project bleek dat de partners binnen het partnership reeds geruime tijd de nood voelden om gezamenlijke uitgaven, in het kader van het overkoepelend beleid, op een snellere en efficiëntere manier te laten verlopen. Omdat het partnership een interlokale vereniging betreft en bijgevolg geen rechtspersoonlijkheid heeft, was het niet mogelijk een eigen rekening te openen. Via een overeenkomst met het Ondersteunend Centrum van het Agentschap voor Natuur en Bos (OC-ANB) kan Bosland echter sinds eind 2010 de rekening van het OC-ANB gebruiken om gemeenschappelijke uitgaven op een efficiënte wijze te laten verlopen. De drie Boslandgemeenten en het ANB stortten tot nu toe jaarlijks elk een bedrag van 15.000 € op deze gemeenschappelijke rekening. Het beheercomité gaf bovendien m.b.t. de gemeenschappelijke rekening op 26 januari 2011 de goedkeuring voor de autonome werking van de coördinatiecel bij kleine bestedingen tot 5.500 € excl. BTW. Dit voor zover deze bestedingen betrekking hebben op het regulier communicatiebeleid van Bosland en/of de implementatie van deelaspecten van de huisstijl. 1.3.4 Publiek-private samenwerking Met het oog op een verdere professionalisering van de uitwerking van de toeristisch-recreatieve strategische doelstelling van Bosland, werd in 2012 een procedure opgestart om private partners aan te trekken. Er werd gezocht naar een private partner die in eigen naam en voor eigen rekening de ontwikkeling en de uitbating van het onthaal, ter hoogte van de te ontwikkelen recreatieve toegangspoorten in het gebied, op zich wenst te nemen. Ondanks de georganiseerd infomomenten en onderhandelingsprocedures met kandidaat-investeerders heeft deze inspanning niet geleid tot samenwerkingsovereenkomsten.
6
Vanaf 2015 kan er volop ingezet worden op de publiek-private samenwerking, aangezien er i.h.k.v. Vlaamse subsidies een nieuwe projectmedewerker is kunnen starten (zie 1.3.6). Deze collega zal o.a. investeerders zoeken voor de recreatieve ontwikkeling en hen begeleiden bij de verdere uitwerking van grootste kindvriendelijkste avonturenbos van Vlaanderen. 1.3.5 Voortgang LSM-dossier Bosland De gemeentelijke partners van het partnership Bosland ontvingen in 2010 reeds een formele bevestiging vanwege LSM omtrent de reservering van een budget van € 2.000.000,00 om het project Bosland te realiseren. Oorspronkelijk werd de projectperiode vastgelegd van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013. In de loop van 2013 werd aan het directiecomité van LSM een verlenging van de projectperiode aangevraagd. Het directiecomité van LSM verlengde de projectperiode tot en met 31 december 2016. Er werd voorzien om de middelen gelijk te verdelen tussen de drie gemeenten. Door LSM werd aldus € 666.666,66 gereserveerd voor de stad Lommel, de gemeente Hechtel-Eksel en de gemeente Overpelt. De outputindicatoren met betrekking tot de realisatie van het LSM dossier kunnen samenvattend als volgt onderverdeeld worden: 1) Investeren in goede software voor een kwalitatief onthaal voor de bezoekers van Bosland 2) Investeren in goede hardware voor een kwalitatief onthaal van de bezoekers 3) Investeren in goede communicatieproducten voor recreanten en toeristen 4) Investeringen gerelateerd aan de ontwikkeling van de hoofdpoorten binnen Bosland. Daarenboven werden deze outputindicatoren ter verduidelijking gekaderd binnen het Masterplan Bosland. In het voorjaar van 2012 werd door LSM een eerste voorschot van 5% betaald aan de gemeenten. Zowel Hechtel-Eksel, Lommel als Overpelt ontvingen een eerste subsidieschijf van € 33.333,00. Op het Beheercomité van 26 april 2012 werd de aanvraag van de tweede subsidieschijf goedgekeurd. Deze tweede subsidieschijf omvat een bedrag van 666.666,00 € die als volgt aan de partners wordt toegekend: Hechtel-Eksel 25% (166.667,00 €), Overpelt 25 % (166.667,00 €) en Lommel 50% (333.333,00 €). Voor de resterende drie schijven die nog aangevraagd kunnen worden, zal het recht op subsidiëring jaarlijks worden bepaald door het directiecomité van LSM op basis van een aanvraag met een bijgevoegd financieel en inhoudelijk werkingsverslag, een rapport met betrekking tot de voortgang van het project en de clusterwerking met derden, een planning en programmabeschrijving en een toelichting in verband met het behalen van de doelstellingen zoals bepaald in het aanvraagdossier. De voortgangsrapportages voor 2014 werden eind februari aan het LSM secretariaat bezorgd ter goedkeuring op het LSM directiecomité. 1.3.6 Personeelsinzet Eén van de basisvoorwaarden om de geformuleerde ambities uit het masterplan te kunnen realiseren, betreft de inzet van voldoende personeel en middelen om hieraan invulling te kunnen geven. Eind 2013 / begin 2014 liepen een groot deel van de contracten van het Boslandpersoneel af, waardoor de onzekerheid ontstond om niet meer te kunnen voldoen aan de ambities. Echter, één jaar verder zien we een tegenovergesteld resultaat, namelijk een sterke uitbreiding van het projectbureau. Op dit moment telt het projectbureau 7 mensen (6,5 VTE) die permanent voor Bosland werken. Aangezien de meeste collega’s projectcoördinator zijn, is er voor ieder een passende functienaam gezorgd. (1) Coördinator ruimtelijke processen (RSP-coördinator): in het kader van de erkenning van Bosland als ruimtelijk strategisch project (1 VTE). (2) Coördinator LSM + algemeen coördinatie (1 VTE): ter beschikking gesteld door ANB. (3) Projectmedewerker (0,5 VTE): administratieve ondersteuning ter beschikking gesteld door ANB. (4) Coördinator Communicatie en Participatie (1VTE): subsidies Vlaamse regering. (5) Coördinator Investeringen en Publiek-private samenwerking (PPS) (1 VTE): subsidies Vlaamse regering. (6) Coördinator project ‘Ondernemingen geven kleur aan de stad Lommel’ (1VTE): subsidies ANB via ‘Groen in de stad’. (7) Coördinator Life+ ‘Together’ (1VTE): subsidies Europa (Life+)
7
Naast deze 7 personen die het projectbureau Bosland vormen, ondersteunt Veronique Desmet, tewerkgesteld bij Inverde, bij de communicatie van het Life+-project (0,5 VTE). Ook wordt vanuit de verschillende Boslandgemeenten ondersteuning gegeven aan het project, wat overeenkomt met om en bij 4 VTE. Om een duidelijk overzicht te behouden, is er een takenpakket opgesteld voor alle medewerkers van het projectbureau Bosland (zie tabel 1). Dit zorgt er enerzijds voor dat ieder weet wat zijn/haar taken zijn en er geen ongewenste overlapping plaatsvindt. Anderzijds is dergelijk overzicht van belang voor o.a. de gemeentelijke besturen, zodat zij weten wie de contactpersoon is voor een bepaald project. Voor de RSP-coördinator is de afbakening duidelijk, aangezien deze persoon instaat voor alle ruimtelijke processen binnen Bosland. Voor de educatieve, recreatieve en sensibiliserende projecten is er meer overlapping mogelijk. De meeste coördinatoren hebben hun ‘vaste’ werkplaats op verschillende locaties, waaronder het VAC-gebouw te Hasselt, het gemeentehuis van Hechtel-Eksel en het stadhuis van Lommel (bureau RSP-coördinator). Om de samenwerking te bevorderen, is afgesproken dat er twee dagen per week gezamenlijk gewerkt wordt in het regiokantoor van het ANB te Hechtel. Verder is er sinds begin dit jaar een wekelijks overlegmoment tussen de coördinatoren. Op dit overleg wordt door elke coördinator kort aangegeven waar hij/zij die week mee bezig zal zijn en of hierbij hulp nodig is van andere collega’s. Op deze manier is geweten wie waar mee bezig is en wordt vermeden dat er overlapping ontstaat.
8
Tabel 1: Overzicht taken projectbureau Bosland Coördinator Ruimtelijke processen Koen Driesen: 0491/61.63.33
Coördinator LSM + algemeen An Creemers: 0486/30.53.02
Projectmedewerkster Rasa Zukauskaite: 0499/80.89.83
Coördinator participatie Coördinator Lisbet Wellens: investeringen en PPS 0471/46.11.28 Dominique Laane: 0486/35.46.67
Coördinator Life+ Together Bart Tessens: 0486/29.45.03
Coördinator Groen in de stad Valérie Persoons: 0491/27.91.30
1) Algemene coördinatie en opvolging ruimtelijke processen binnen Bosland (Ruimtelijke uitvoeringsplannen, milieueffectrapporten, landschapsbeheerplannen,…) 2) Implementatie ontsnipperingsplan Bosland
1) Algemene coördinatie: Voorbereiding en opvolging werkgroepen, coördinatiecel en beheercomité 2) Opvolging en rapportage LSM dossier 3) Communicatie (extern/intern), pers, promotie (Bosland en deelprojecten) 4) Budgetbeheer en jaarplanning 4) Opvolging planning
1) Administratieve ondersteuning (o.a. gemeenschappelijke rekening, bestelbonnen, jaarverslag,…) 2) Kwaliteitsbewaking huisstijl (gebruik en nazicht) - Algemeen - Themaprojecten 3) Publieksactiviteiten 4) Ondersteuning communicatie (Project algemeen en themaprojecten)
1) Participatie intern: - Introspectie & Reflectie - Ambtenarendag - Teamdag Bosland 2) Participatie extern: - Uitwerking Boslandparlement - Ondernemersplatform - Grensoverschrijdende samenwerking -( Boslanddag) - Gidsenwerking - Bezoek aan Bosland 3) Social Media 4) Ondersteuning communicatie, pers en promotie (Project algemeen en themaprojecten) 5) Promotie en communicatie toeristische producten (oa. Schatzoektochten, ontdekkingskaarten,...) 6) Educatie
1) Algemene coördinatie en opvolging Life+ Together project 2) Beheer - en bestrijdingswerken 3) Vergunningen (oa. MER, Stedenbouwkundige vergunningen, ontbossingen,…) 4) Bosbeheerplan ihkv Life+ 5) Kappingen (tekenen, verkoop, uitvoering,…) 6) Inrichting 7) Monitoring 8) Rapportage 9) Communicatie (o.a. Uitvoering communicatieplan, website, facebook, twitter) 10) Verkennen en benutten cofinancieringsmogelijkheden (Vb. interreg LAND)
1) Algemene coördinatie vlinderproject 2) Opstarten groennetwerk Lommelse bedrijventerreinen 3) Uittekenen groenplannen voor bedrijventerreinen 4) Opstarten en ondersteunen Lommels vlindernetwerk 5) Terrein: realiseren van cafés en crèches 6) Communicatie (o.a. website, film,...) 7) Verkennen en benutten cofinancieringsmogelijkheden (Vb. Interreg,…)
1) Participatie extern: - Uitwerking economische kamer - Opzetten coördineren en opvolgen ondernemersplatform 2) PPS ihkv poortontwikkeling, toeristische producten en arrangementen 3) Investeringen ihkv poortontwikkeling, toeristische producten en arrangementen 4) Uitwerken, opvolgen en coördineren merkenbeleid Bosland 5) Portfolio Bosland
9
Hoofdstuk 2: Missie en strategische doelstellingen Bosland Voor het ruimtelijk strategisch project Bosland was de opmaak van een geïntegreerde en geactualiseerde missie en visie Bosland d.m.v. een Masterplan Bosland wenselijk. Dit masterplan werd in 2012 afgerond en vormt momenteel de basis van alle projecten en acties. Alle initiatieven worden afgetoetst aan één van de 5 opgenomen strategische doelstellingen (zie 2.1). Tevens is er een SMART-actieplan in opmaak waarin wordt aangegeven welke projecten in welke periode uitgevoerd zullen worden (zie 2.2).
2.1 Missie en strategische doelstellingen De hoofdlijnen uit het Masterplan Bosland worden gevormd door de geformuleerde missie en strategische doelstellingen van Bosland. De missie van Bosland weerspiegelt immers waarvoor Bosland staat en de strategische visie verduidelijkt waarvoor Bosland zich blijvend wenst in te zetten. De strategische visie wordt verduidelijkt aan de hand van vijf strategische kerndoelstellingen voor de realisatie van het integrale project Bosland. Specifiekere operationele doelstellingen en actielijnen uit het Masterplan Bosland verduidelijken bovendien de richting waarin de geformuleerde missie en visie ingevuld dienen te worden. 2.1.1 Missie Bosland wil haar open ruimte veilig stellen voor de toekomst en tegelijk het beste hieruit naar boven halen voor de samenleving. De partners hanteren een open en transparante aanpak en streven naar een maximale wisselwerking tussen natuur, bos en de mensen. Omwille van het duurzaam en toekomstgericht karakter van dit project kiezen de partners bewust voor kinderen als eerste belanghebbende en voornaamste doelgroep. Vanuit zijn ruimtelijke kwaliteiten wil Bosland op een duurzame en maatschappelijk geïntegreerde manier het grootste kindvriendelijkste bos van Vlaanderen realiseren als een hefboom voor regionale streekontwikkeling. 2.1.2 Strategische doelstelling: Bosland als cultuurhistorisch streekerfgoed Door het zichtbaar maken en verduidelijken van haar erfgoedwaarden wil Bosland de mensen verbinden met hun streek en haar landschapsgeschiedenis. In Bosland vinden we diverse belangrijke cultuurhistorische erfgoedwaarden terug. Het landschap draagt immers herinneringen in zich van de historische strijd tegen de natuurelementen en het zoeken naar een manier om in deze weinig vruchtbare streek toch bronnen van inkomsten te vinden. Het huidige landschap is hier een gevolg van en kan, indien correct gelezen, dienst doen als een venster naar dit rijk cultuurhistorisch verleden. Het verder identificeren, vrijwaren, ontsluiten en beleefbaar maken van het (on)roerend erfgoed in Bosland voor de mensen, vormt daartoe een eerste belangrijke peiler van het project Bosland. 2.1.3 Strategische doelstelling: Bosland als leverancier van ecosysteemdiensten De unieke ecosystemen van Bosland worden duurzaam beheerd en ontwikkeld zodat onze natuur blijvend goederen en diensten levert aan de maatschappij. De grote natuur- en boscomplexen van Bosland leveren verschillende duurzame producten en diensten aan onze samenleving. De bossen staan in voor de vastlegging van CO2 en zo dragen ze bij aan het tegengaan van de opwarming van het klimaat. Deze productiefuncties creëren, samen met de investeringen in natuur en toegankelijkheid, ook bijkomende tewerkstellingsmogelijkheden. Door de productiefuncties doordacht verder te ontwikkelen kan tegelijk de regulerende betekenis en milieufunctie van Bosland in de toekomst nog verder worden versterkt. Cruciaal daarin is dat de ecosysteemdiensten, die Bosland als gebied levert, optimaal ingezet worden voor het duurzaam leveren van regulerende diensten.
10
2.1.4 Strategische doelstelling: Bosland als biodiversiteitshotspot Door een natuurgericht beheer wordt de unieke biodiversiteit van Bosland in stand gehouden en verder ontwikkeld. Bosland herbergt talrijke habitats en soorten die op Vlaamse of zelfs Europese schaal erg zeldzaam zijn. Deze hoge natuurwaarden zijn zowel in de uitgestrekte boscomplexen als in de open landschappen te vinden. Het behoud van deze natuur vereist een deskundig beheer en gerichte investeringen. Door samenwerking met de onderzoekswereld kan Bosland als biodiversiteitshotspot ook een belangrijke laboratoriumfunctie vervullen en nieuwe inzichten verwerven die ten goede komen aan het natuurbehoud in het algemeen en de instandhouding en versterking van de natuur in Bosland in het bijzonder. 2.1.5 Strategische doelstelling: Bosland als toeristisch-recreatieve attractiepool Door het ontwikkelen van een aangepast aanbod voor families, gezinnen, jeugdverenigingen en actieve ontdekkers profileert Bosland zich als gastvrij bos waar iedereen welkom is. Het partnership wil een gevarieerd en boeiend pakket van belevingsvolle producten aanbieden aan lokale recreanten en bezoekers van Bosland. De aard en de omvang van het huidige aanbod heeft zondermeer potenties om een belangrijk element te vormen binnen het toeristische aanbod van Limburg en dat van de groene en kindvriendelijke Limburgse Kempen in het bijzonder. Naast de verdere uitwerking van een kwalitatieve toeristische ontsluiting en onthaal, het optimaliseren van de beleving via toeristische producten en de vermarkting ervan, vormt het voeren van een eenduidige toeristische communicatie een belangrijk aandachtspunt bij de verdere uitbouw van deze strategische doelstelling. 2.1.6 Strategische doelstelling: Bosland als een open project Bosland streeft naar een maximaal draagvlak en medeverantwoordelijkheid voor het project door het betrekken van diverse stakeholders. In de eerste plaats wil Bosland de lokale bevolking overtuigen van het unieke karakter van dit uitgestrekte natuurgebied en van de kansen die dit biedt voor de regio. Door het gebied beleefbaar te maken en de mensen te betrekken bij de ontwikkeling ervan wordt Bosland als project bevattelijk en bereikbaar gemaakt. Educatieve projecten vormen hiertoe een belangrijk middel. Daarnaast is het ook belangrijk om vanuit het partnership te investeren in eenduidige communicatie en herkenbaarheid op het terrein. Op deze manier hopen de partners de mensen ook aan te zetten tot eigen initiatief. Het bos mag lokaal een heel eigen maatschappelijke dynamiek op gang brengen en zal zo des te meer gewaardeerd worden als een uniek erfgoed. In alle facetten van Bosland gaat er daarenboven maximale aandacht uit naar het betrekken van de lokale bevolking en andere partners en potentiële stakeholders via overleg en inspraak.
2.2 SMART-actieplan Zoals in 1.3.1. aangehaald, wordt er jaarlijks een actieplan opgemaakt dat kadert in het Masterplan Bosland. In dit plan worden de acties weergegeven die in dat jaar worden opgestart of verder worden opgevolgd. Om een duidelijk overzicht te verkrijgen, worden de verschillende acties onderverdeeld onder de 5 strategische doelstellingen. Een op te maken RUP voor de ontwikkeling van een hoofdpoort valt dan bijvoorbeeld onder de doelstelling ‘Bosland als toeristisch-recreatieve attractiepool’. Echter brengen de meeste acties een bijdrage aan meer dan één doelstelling. Daarom is het van belang om de acties integraal op te vatten en te koppelen aan meerdere doelstellingen. In tabel 2 wordt o.a. als actie de implementatie van het ontsnipperingsplan weergegeven. Zo zal deze actie niet enkel bijdragen tot het verhogen van de biodiversiteit (hoofddoelstelling). Een duurzaam beheer van bepaalde verbindingen kan ecosysteemdiensten bevorderen. Daarnaast zal het effect op toeristen en recreanten positief zijn, aangezien ze meer in aanraking kunnen komen met (zeldzame) dieren en planten. Tevens kan er een combinatie ontstaan van ontsnipperende maatregelen en de ontsluiting van bepaalde gebieden door bijvoorbeeld een brug ecologisch in te richten met medegebruik van recreatie. Tenslotte is bij de opmaak van het ontsnipperingsplan een participatieve aanpak gehanteerd. 11
Het projectbureau Bosland is momenteel bezig met de opmaak van een overzichtelijke SMARTactietabel (zie tabel 2). Per actie wordt aangegeven in welke periode (geraamde start en einde) deze van toepassing is. Daarnaast zal ook aangeduid worden welke collega’s van het projectbureau, naast de trekker, een rol spelen om deze actie uit te voeren. Zo zal bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de hoofdpoorten de RSP-coördinator een trekkersrol hebben, maar zal ook de coördinator Investeringen en PPS een belangrijke rol spelen om de site een gepaste invulling te geven. Dit overzicht zal up-todate gehouden worden zodat o.a. de gemeentelijke besturen de trekker van de acties kent en op de hoogte kan blijven van de termijnen. Het vervolledigde overzicht voor alle medewerkers van Bosland zal bij de volgende halfjaarlijkse rapportering bijgevoegd worden.
Tabel 2: Voorbeeld van SMART-actieplan: acties met bijdrage aan strategische doelstelling en geraamde timing.
Actie
Doelstelling 2 3 4 X X X X X X X X X 1
Implementatie ontsnipperingsplan Plan-MER Park de Soeverein Landschapsbeheerplan ‘t Hobos
5 X X X
1
2
3
4
5
2015 6 7 8
9 10 11 12
12
Hoofdstuk 3: Gebiedsgericht stimuleren van ruimtelijke kwaliteit In het derde deel van het “Voortgangsrapport Bosland” worden de ruimtelijke processen besproken waar de RSP-coördinator trekker of mede betrokken is. Enerzijds zal de opmaak van het ontsnipperingsplan besproken worden. Anderzijds wordt er ingegaan op enkele sleutelsites en sleutellandschappen in het Boslandgebied, die ruimtelijk gezien potentiële kansen en/of knelpunten kunnen inhouden.
3.1 Ontsnipperingsplan Bosland 3.1.1 Versnippering Ondanks de aanwezigheid van uitgestrekte natuur- en boscomplexen in Bosland en de hierin aanwezige unieke fauna en flora, stellen zich in Bosland, zoals in de rest van Vlaanderen, op diverse manieren en locaties problemen door versnippering. In het algemeen wordt het proces van versnippering in Vlaanderen als één van de belangrijkste oorzaken aangehaald voor de achteruitgang van natuurwaarden en de biodiversiteit in bepaalde gebieden. Door versnippering worden immers ruimtelijke en functionele entiteiten (biotopen, landschappen, grondwaterstromen, …) verstoord of verbrokkeld. Versnippering vormt een effectief probleem wanneer de samenhang tussen deze entiteiten zodanig wordt verstoord dat het functioneren ervan gevoelig verslechtert. Ook in Bosland zijn voor bepaalde soorten nog bijkomende inspanningen tot ontsnippering nodig om de aanwezige populaties duurzame overlevingskansen te kunnen bieden. De versnipperingsproblemen zijn aldus ecologisch van aard, en zijn bovendien lokaal van invloed op een kwaliteitsvolle toegankelijkheid voor de bezoekers van Bosland en/of verhinderen kansrijke relaties tussen toegankelijke natuur en bijvoorbeeld lokale horeca. 3.1.2 Doelstelling ontsnipperingsplan De aanwezige uitlopers van natuur in de geürbaniseerde omgeving van Bosland hebben de potentie om de basis te vormen voor het ontwikkelen van een functionele ecologische verbinding van noord naar zuid. Bosland sluit via de vallei van de Grote Nete immers aan op het Kamp Beverlo. Dit militaire domein vormt de kern van een zuidelijk gelegen massief natuurgebied van ruim 6.000 ha. In het noorden lopen de Lommelse natuurgebieden op Nederlands grondgebied bovendien verder door in uitgestrekte naaldbossen, verweven met landbouwvalleien en heideterreinen. Bosland vormt dan ook een cruciale schakel in een transnationale natuurstructuur die de Limburgse Kempen verbindt met Nederland. Op verscheidene plaatsen stellen zich bovendien aan de buitengrenzen van Bosland uitdagingen, op vlak van het realiseren van functionele ecologische verbindingen met andere aanpalende gebieden in het oosten, zuiden en westen. Om vanuit het ruimtelijk strategisch project Bosland invulling te kunnen geven aan deze uitdaging werd overgegaan tot de opmaak van ontsnipperingsplan. Het ‘ontsnipperingsplan Bosland’ vormt aldus een concreet uit te voeren actie in het kader van de strategische doelstelling omtrent ‘Bosland als biodiversiteitshotspot’ uit het Masterplan Bosland 2012-2020. De opdracht werd eind december 2012 gegund aan het studiebureau Technum en ging in maart 2013 van start. Het doel van het ontsnipperingsplan is: (1) de groenpolen in het gebied structureel met elkaar te verbinden als kwalitatief open ruimte gebied en als onderdeel van het volledige ruimtelijke multifunctionele kader van de Boslandgemeenten. (2) de groenpolen tevens structureel te verbinden met omliggende groengebieden die zich situeren aan de grens van de Boslandgemeenten (Nederland, Antwerpen, …). (3) de verkeersveiligheid van bepaalde wegen te verhogen door het nemen van maatregelen voor overstekende dieren. (4) de belevingswaarde voor de recreanten te verhogen, maar ook voor de bewoners door (bijzondere) dieren dichter naar de woonkernen te geleiden.
13
3.1.3 Overlegstructuren Een goede samenwerking tussen de verschillende organisaties en instanties, die instaan voor de invulling van het ruimtelijk beleid in het gebied, is uiterst belangrijk voor een goede kwalitatieve uitwerking en opvolging van de opdracht. Daarom werd er getracht om een groot aantal sleutelpersonen actief te betrekken bij zowel de opmaak van het bestek als het verdere verloop van de studie. (1) Werkgroepen: Voor de uitwerking van de opdracht werd er gewerkt met een kerngroep (cfr. Stuurgroep Bosland) en een begeleidingsgroep, waarin naast de leden van de kerngroep ook infrastructuurgebonden instanties (AWV, Infrabel, NV de Scheepvaart) en themagebonden instanties (Natuurpunt, Isis, Boerenbond) zaten. De overlegmomenten van de kerngroep gingen door op 28 mei 2013, 11 juni 2013 en 26 juni 2013, 19 september 2013, 21 november 2013 en 24 april 2014. De begeleidingsgroep kwam samen op 11 juni 2013, 18 september 2013 en 22 november 2013. (2) Bilateraal overleg: Na een eerste opmaak van het actieplan door het studiebureau vonden er bilaterale overlegmomenten plaats met de verschillende instanties. Tijdens deze overlegmomenten bestond de kans om in detail de bekommernissen en/of ideeën door te geven. Aan de hand van deze feedback werd het finale actieplan opgesteld. (3) Terugkoppeling met CBS: Naast het feit dat de gemeenten zetelden in zowel de kern- als de begeleidingsgroep en er met hun ook bilateraal overleg heeft plaatsgevonden, is er tevens toelichting gegeven aan het College van Burgemeester en Schepenen (CBS). Deze infomomenten vonden plaats in het najaar van 2013 en 2014. 3.1.4 Analyse verbindingen In de eerste fase werd het ruimtelijk en natuurbeleid binnen Bosland nagegaan en in beeld gebracht. Op deze manier werd duidelijk waar de natuurgebieden, de industriegebieden, bebouwing,… zich bevinden. In een volgende fase werd op basis van deze gegevens de versnipperingsproblematiek onderzocht. Via een SWOT-analyse werd de ecologische samenhang en de relaties met andere vormen van grondgebruik beschreven: sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen werden hierbij in beeld gebracht. In de derde fase werd een stappenplan uitgetekend om de vastgestelde problemen aan te pakken. In totaal werden er 13 waardevolle open ruimtegebieden aangeduid (zie figuur 1): (1) Verbinding tussen Waaltjesbos en de bos- en heidegebieden van Antwerpen via Maatheide. (2) Verbinding tussen Waaltjesbos en de bos- en heidegebieden van Nederland via Sahara. (3) Verbinding tussen Waaltjesbos en Kattenbosserheide via het industrieterrein BalendijkKristalpark. (4) Verbinding tussen Pijnven en Keiheuvel (Balen) via Kattenbosserheide en Balengracht. (5) Verbinding tussen Blekerheide en Hageven (Neerpelt). (6) Verbinding tussen oostelijke en westelijke deel van de centrale natuurkern van Bosland. (7) Verbinding tussen ’t Plat en de vallei van de Dommel via de vallei van de Holvenbeek. (8) Verbinding tussen De Grote Hof en de vallei van de Dommel. (9) Verbinding tussen het noordelijke en zuidelijke deel van de centrale natuurkern van Bosland. (10) Verbinding tussen de vallei van de Grote Nete en de vallei van de Bollisserbeek. (11) Verbinding tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het militair domein Kamp Beverlo. (12) Verbinding tussen Hechtelse Heide en Resterheide. (13) Verbinding tussen Hechtelse Heide en de zuidelijk gelegen bos- en heidegebieden van Limburg.
14
Figuur 1: Open ruimteverbindingen i.h.k.v. ontsnipperingsstudie Bosland Binnen de open ruimtegebieden komen één of meerdere aandachtszones voor (bv. waar de open ruimte gekruist wordt door weginfrastructuur). Voor elk van deze aandachtszones werden oplossingen gezocht in de vorm van concrete ontsnipperingsacties. In 2014 werden alle acties verder geconcretiseerd in nauw overleg met de Boslandpartners en de instanties (bilateraal overleg), aangezien deze partners een belangrijke rol spelen bij de uitvoering ervan. Naast de acties overzichtelijk weer te geven op een algemene kaart van Bosland, werd voor elke actie een aparte fiche opgesteld. Op deze fiche staat onder andere weergegeven wat voor maatregel het betreft, welke partners er betrokkenen dienen te worden en wat de prioriteit van de actie is. De ontsnipperingsstudie bevond zich in de afrondingsfase op het moment dat de RSP-coördinator van start is gegaan met het strategisch project Bosland 2.0. Op 6 november 2014 werd het plan door het studiebureau aan de coördinator toegelicht, waarna deze het plan volledig heeft bekeken en opmerkingen heeft bezorgd aan het studiebureau. Na een finaal overleg tussen het studiebureau, het ANB (opdrachtgever) en de coördinator op 17 december 2014 werd het finale rapport opgemaakt. 3.1.5 Principiële goedkeuring Aan de Boslandgemeenten werd gevraagd om een principiële goedkeuring te geven over het ontsnipperingsplan. De 3 gemeenten hebben hun goedkeuring over het ontsnipperingsplan gegeven, wat wil zeggen dat ze zich engageren om de opgenomen acties mee uit te voeren. Gemeente Overpelt heeft het ontsnipperingsplan direct goedgekeurd. In de gemeente Hechtel-Eksel werd het plan eerst voorgesteld aan de gemeentelijke Minaraad en vervolgens voorgelegd aan de Gemeenteraad. Vooraleer de stad Lommel het ontsnipperingsplan goedkeurde, werd aan de RSP-
15
coördinator een overzicht gevraagd met acties die betrekking hebben op de stad (voor welke acties is Lommel trekker, welke acties zijn prioritair, enz.). Dit overzicht werd besproken met stad Lommel op 2 december 2014, waarna het CBS de principiële goedkeuring gaf. In de volgende paragraaf wordt een stand van zaken van enkele sleutelsites en sleutellandschappen van Bosland weergegeven. Ook de verdere implementatie van het ontsnipperingsplan voor verschillende gebieden is in deze paragraaf terug te vinden.
3.2 Sleutelsites en sleutellandschappen Dit onderdeel van het “Voortgangsrapport Bosland” behandelt per landgebruiksklasse een aantal sleutelsites en sleutellandschappen. Het betreft: (1) oranje landgebruiksklasse: hoofdpoorten, nevenpoorten, recreatiezones, instappunten, …; (2) groene landgebruiksklasse: bos- en natuurcomplexen; (3) gele landgebruiksklasse met blauwe dooradering: (gevarieerde) landbouw- en beekvalleien; (4) rode landgebruiksklasse: urbanisatie (woningen, industrie, transportinfrastructuur (spoor, weg, kanaal),…). Deze sleutelsites en sleutellandschappen dienen niet als limitatief beschouwd te worden binnen de voortgang van het ruimtelijk strategisch project Bosland. 3.2.1 Oranje landgebruiksklasse 3.2.1.1 Hoofdpoort Soeverein De toekomstige hoofdpoort Bosland te Lommel situeert zich ten oosten van het gebied de Lommelse Sahara en ten noordwesten van het centrum van Lommel ter hoogte van het derde platform van het Park de Soeverein. In het Masterplan, dat werd opgemaakt (goedkeuring december 2010) voor het Park De Soeverein, is er ruimte voorzien in het park voor sport, natuur en vrije tijd. Drie platformen staan in voor het structureren van het Park De Soeverein: (1) Arena/sporthal/congrescentrum, (2) Stedelijke sportzone en voetbalstadion en ten derde (3) Een noordelijke toeristisch-recreatieve natuurpool.
Met het oog op de gewenste ontwikkelingen ter hoogte van het derde platform van het Park De Soeverein werd er een opdracht gegund aan het studiebureau Tritel (Technum – Tractebel) op 15 december 2010 voor het uitvoeren van een Plan-MOBER en GRUP voor de directe omgeving van de toekomstige hoofdontvangstlocatie Bosland te Lommel. De kosten worden voor 70% gedragen door de Stad Lommel en voor 30% door het ANB. De projectcoördinator Bosland (i.h.k.v. strategisch project Bosland 1.0) stond naast het uitschrijven van het bestek van de opdracht eveneens in voor de coördinatie en opvolging van het dossier omtrent de hoofdpoort Bosland te Lommel i.s.m. de stedenbouwkundig ambtenaar van de stad Lommel (aanbestedende overheid). e
In het projectgebied van het GRUP zullen drie zones worden opgenomen: (1) zone 3 platform van het Park De Soeverein, (2) het gebied de Lommelse Sahara en (3) de toekomstige zone voor parkeergelegenheid ter hoogte van Platform 2 van het Park De Soeverein.
16
De PLAN-MOBER werd afgerond en goedgekeurd op het CBS van Lommel (08/06/2011). In het plangebied van deze PLAN-MOBER werd het volledige Park De Soeverein (3 platformen) opgenomen en onderzocht. Bij de uitwerking van de PLAN-MOBER werden AWV en MOW actief betrokken. In het kader van het RUP heeft de dienst Mer gesuggereerd om een plan-MER op te stellen indien men het volledige programma, dat Lommel voor ogen heeft, zou wensen te realiseren. Op 18 september 2012 werd de opdracht tot de opmaak van een plan-MER gegund aan studiebureau Antea Group. De startvergadering voor deze opdracht vond plaats op 7 november. De eerste versie van de de kennisgevingsnota m.b.t. het plan-MER werd eind februari 2013 door de dienst Mer onvolledig verklaard. Na diverse aanpassingen is de nota in juli opnieuw ingediend en vervolgens volledig en ontvankelijk verklaard. De kennisgevingsnota heeft in openbaar onderzoek gelegen van 4 september tot en met 3 oktober 2013. Vervolgens vond op 11 oktober de richtlijnenvergadering plaats en werden op 15 oktober de definitieve richtlijnen doorgegeven door de dienst Mer. Op het moment dat de RSP-coördinator in dienst trad, heeft het studiebureau een eerste versie van het ontwerp plan-MER afgewerkt. De coördinator heeft op 27 januari 2015 een werkgroep, die bestaat uit twee schepenen en verschillende diensten van stad Lommel, bijeengeroepen om de opmerkingen te bespreken. Na goedkeuring van de opmerkingen door het College van burgemeester en Schepenen werden deze bezorgd aan het studiebureau. Ondertussen heeft het studiebureau alle opmerkingen en extra informatie verwerkt en doorgestuurd naar de dienst Mer. Op 7 mei zal de ontwerptekstbespreking plaatsvinden, waarbij de adviesinstanties de mogelijkheid hebben om opmerkingen te geven. Op 1 april 2015 is de nieuwe uitkijktoren van Bosland officieel geopend. Deze 30 meter hoge toren die e een prachtig uitzicht biedt op de Sahara, situeert zich nabij het 3 platform Park de Soeverein en maakt onderdeel uit van de poort Bosland. Het ontwerp van de uitkijktoren is gebaseerd op de Sahara, waarbij de zware touwen rond de toren de glooiende landduinen kenmerken. Het project werd gefinancierd met LSM-middelen Bosland voor Lommel. 3.2.1.2 Hoofdpoort De Grote Hof Binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Overpelt is ‘De Grote Hof’ aangeduid als ‘te ontwikkelen hoofdtoegangspoort’ tot Bosland, zowel op de kaart voor de gewenste toeristische structuur als op de kaart voor de synthese van de gewenste ruimtelijke structuur voor Overpelt. De ligging van De Grote Hof sluit fysiek aan bij de meest oostelijke boscomplexen van Bosland en de locatie biedt enerzijds direct toegang tot de natuur en draagt anderzijds maximaal bij aan het recreatief zoneringsbeleid van Bosland, door haar excentrische ligging. Aangezien de site op 200 meter ligt van een afrit van de noord-zuidverbinding Hasselt-Eindhoven (N74) kent ze een goede bereikbaarheid. Omwille van de doelstellingen voor deze site werd er voor ‘De Grote Hof’ een inrichtingsvisie uitgewerkt en een eerste informele marktverkenning uitgevoerd in opdracht van de gemeente Overpelt en het OC-ANB in 2010. In deze ‘haalbaarheidsstudie’ werd een uitgebreide inventarisatie opgemaakt van o.a. de ontsluiting, de eigendomssituatie alsook de planologische context. Er werd eveneens een concreet inrichtingsplan opgesteld voor de site. 17
Sinds half juni 2012 is de Vlaamse overheid eigenaar van de Grote Hof in Overpelt. Het Agentschap voor Natuur en Bos telde voor de 5,5 hectare grote historische site ongeveer een miljoen euro neer. Deze aankoop vormt een belangrijke stap vooruit in de verdere uitbouw van de toeristisch-recreatieve pijler van het project Bosland. In 2012 werd er een bestek opgemaakt voor het uitvoeren van de noodzakelijke ruimtelijke procedures met het oog op de toekomstvisie van o.a. deze Boslandsite te Overpelt. Ter hoogte van De Grote Hof is een planologische omzetting van het gewestplan van natuurgebied naar een gedeeltelijke recreatieve zone met het oog op de inrichtingsvisie voor het gebied immers noodzakelijk. Ook andere sleutelsites in Overpelt, namelijk De Winner en Napoleonstrand, zijn samen met De Grote Hof, opgenomen in het GRUP. De site Het Hobos werd in het begin ook opgenomen in de studie, maar werd uiteindelijk uit de opdracht gehaald, aangezien een GRUP geen oplossing biedt omwille van de status als beschermd landschap. Voor het Hobos wordt momenteel een landschapsbeheerplan opgemaakt door de gemeente Overpelt en het Agentschap voor Natuur en Bos (zie 3.2.2.4). De kosten van het GRUP worden gedragen door de gemeente Overpelt (70%) en het ANB (30%). De opdracht werd op 17 september 2012 gegund aan het studiebureau Antea Group. Het historisch onderzoek en herbestemmingsonderzoek, zoals aangevraagd door het Agentschap Onroerend Erfgoed, werd uitgevoerd voor de site van het Hobos. Nadien werd het onderdeel Hobos uit de opdracht van Antea verwijderd. De mobiliteitstoets werd reeds in december 2013 afgerond. Op 5 september 2013 vond de bespreking van het voorontwerp-RUP met de stuurgroep plaats. Tevens werd op 19 september een informatievergadering voor de gemeenteraad gehouden i.v.m. het voorontwerp-RUP. Het studiebureau heeft intussen het ontwerp-RUP opgesteld. Op 1 april 2014 vond de zitting van de GECORO plaats i.f.v. adviesverlening voor de plenaire vergadering, dewelke op 2 april heeft plaatsgevonden. De volgende stap is de voorlopige vaststelling van het ontwerp-RUP door de gemeenteraad. Echter ligt de procedure voorlopig stil totdat er duidelijkheid komt over de aankoop van Napoleonstrand (zie 3.2.1.8). De verdere procedure zal opgevolgd worden door de RSP-coördinator i.s.m. het diensthoofd R.O. van de gemeente Overpelt (aanbestedende overheid). 3.2.1.3 Hoofdpoort Hechtel-Eksel De van in het begin geselecteerde site voor de toekomstige ontwikkeling van de hoofdpoort Bosland te Hechtel-Eksel situeert zich ter hoogte van het Pijnven, in het noordwesten van de gemeente. Een hoofdtoegangspoort op deze locatie is wenselijk om het echte ‘wildernisgevoel’ van Bosland te kunnen beleven. Het aaneengesloten boscomplex van Pijnven vormt dan ook het kerngebied/hart van Bosland waar tevens wetenschappelijk onderzoek verricht wordt. De huidige ontvangstlocatie Pijnven situeert zich ten noorden van de Kiefhoekstraat en bestaat momenteel uit een parking, een bosmuseum, sanitaire voorzieningen en informatieborden. Ten noorden van de Kiefhoekstraat (domeinbos Pijnven) kan men momenteel een groene gewestplanbestemming terugvinden en ten zuiden, in de directe nabijheid van de huidige 18
ontvangstlocatie, een uitgebreide recreatiezone die zich in oost-west richting uitstrekt. Het betreft een gedeelte van het valleigebied de Grote Nete dat, naast de aanwezige belangrijke natuurwaarden, gekenmerkt wordt door een zeer versnipperde eigendomsstructuur. In het westen sluit deze recreatiezone tenslotte aan op het militaire domein Kamp Van Beverlo. Ten gevolge van het feit dat Pijnven van in het begin geselecteerd werd als een te ontwikkelen hoofdpoort binnen Bosland, werd in 2013 een inrichtingsvisie afgerond voor de site. In het rapport wordt een realistische visie gevormd (zowel functioneel, ruimtelijk als financieel) voor de ontwikkeling van de hoofdpoort Pijnven. Een richtinggevend zoneringskader houdt rekening met de aanwezige gradaties qua biologische kwetsbaarheid en de potentiële functionele synergie met de reeds aanwezige voorzieningen in de omgeving. In een zone A zouden in beperkte mate dynamische, intensieve infrastructuurelementen gepositioneerd kunnen worden. Zone B moet daarentegen opgevat worden als een laagdynamische zone voor lichte infrastructuurelementen die gerelateerd zijn aan spel, educatie of wetenschappelijk onderzoek. Zone C zou tenslotte beschouwd kunnen worden als zijnde zeer laagdynamisch. Hier wordt geen infrastructuur voorzien, behalve gerelateerd aan vormen van wetenschappelijk onderzoek (bv. kijkhutten, kijktoren, …). De volledige opdracht werd gefinancierd door de Boslandpartner het ANB (100%).
Zoals voor de twee andere poorten, dient voor het Pijnven vervolgens een opdracht uitgeschreven te worden voor het opmaken van een GRUP met het oog op het bekomen van de noodzakelijke planologische omzettingen voor toekomstige ontwikkelingen ter hoogte van deze site. Bij het uitwerken van een ontwerpbestek, werd onder meer aandacht besteed aan te ontwikkelen relaties met andere onthaalsites binnen de gemeente. Naast sites waarrond reeds diverse initiatieven lopen zoals In den Brand en Achter de Berg, werd ook de site Vlasmeer nabij de bebouwde kern van Eksel daarbij naar voor geschoven. Naar aanleiding van een overleg met de bevoegde schepen van de gemeente en ANB op 29 januari 2015 werd door de RSP-coördinator reeds een beknopte locatie-analyse opgesteld voor de sites Pijnven, Vlasmeer en Achter de Berg (zie tabel 3). Op 3 februari kwam de werkgroep, bestaande uit beleid en diensten van Hechtel-Eksel, ANB en de RSP-coördinator, samen om de locaties verder te bespreken. Op dit overleg is afgesproken dat bij de opdracht voor het opmaken van het GRUP een bijkomende opdracht toegevoegd wordt, namelijk een vooronderzoek naar de verschillende sites. Het doel van dit vooronderzoek is om een analyse op te stellen van de potentiële sites en op basis hiervan een keuze te maken waar en met welke programma-elementen deze onthaalpunten best ontwikkeld kunnen worden. De overige sites staan tevens in verbinding met de poorten en kunnen een belangrijke recreatieve aanvulling vormen. Na het overleg is er aan de werkgroep een nota bezorgd met wat het vooronderzoek dient te bevatten (sites, doel, werkwijze,…). Na informele goedkeuring van de Burgemeester en Schepen van de inhoud van de nota heeft de RSP-coördinator een aanzet voor het bestek opgemaakt en bezorgd aan het diensthoofd R.O. van de Boslandgemeente Hechtel-Eksel. Op 11 mei is een overleg vastgelegd om het ontwerp-bestek te bespreken. Vervolgens zal de Stuurgroep Bosland uitgenodigd worden om eind mei/begin juni samen te zitten, zodat het definitief bestek voor de zomer in aanbesteding kan gebracht worden. Het Pijnven is begin 2015 door Toerisme Limburg geselecteerd als unieke locatie om het project ‘fietsen tussen de bomen’ te ontwikkelen. In het kader van SALK wil Toerisme Limburg een verhoging van de outdoor beleving van het fietsroutenetwerk via nieuwe belevingsvolle en onderscheidende
19
initiatieven, die inspelen op landschappelijke kwaliteiten. Er worden 4 belevingen toegevoegd op het bestaande fietsroutenetwerk, namelijk een fietstraject op het water, in de lucht, onder de grond en het creëren van een uitzichtspunt. De projectlocatie van ‘fietsen tussen de bomen’ is vastgelegd in Bosland ter hoogte van toegangspoort ‘Pijnven’. Voor dit project is een stuurgroep opgericht, die bestaat uit Toerisme Limburg, gemeente Hechtel-Eksel, ANB en het projectbureau van Bosland, eventueel aangevuld met bijkomende expertise. Bij de overlegmomenten tot hier toe (28/01, 25/02, 18/03, 15/04 en 20/04 (plaatsbezoek)) lag de nadruk voornamelijk op het zoeken van de geschikte locatie van de fietsbrug. Dit blijkt niet evident te zijn, aangezien het traject moet liggen op het huidige fietsroutenetwerk, er een natuur- en landschapsbeleving moet zijn maar deze niet geschaad mogen worden (o.a. Natura 2000- en VEN-gebied aanwezig), en er een koppeling dient te zijn met de plaatselijke horeca. Ondanks de afwezigheid van het fietsroutenetwerk, wordt het traject idealiter voorzien in de afgebakende projectzone volgens de Inrichtingsvisie Pijnven (zie hierboven). Er wordt door de RSP- en LSM-coördinator een traject uitgetekend, die als voorstel zal dienen voor het volgende overleg op 29/04. Van zodra een onderbouwde keuze voorhanden is binnen de stuurgroep, zal Ruimte Vlaanderen eveneens betrokken worden bij het projectvoorstel.
20
Tabel 3: Locatie-analyse onthaalsites te Hechtel-Eksel Pijnven
Achter de Berg
Vlasmeer
Bestemming Gewestplan
Recreatie-/natuurgebied
Zone voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut
Recreatiegebied
Centrumgerichtheid
Afgelegen
Vlakbij centrum Hechtel
Vlakbij centrum Eksel
Aanknoping natuurgebied
In directe omgeving
Enkel Achter de Berg, rest is militair domein
Mits aanwerving (militair domein/autokeuring) + versnippering N715
Oppervlakte
75 ha (recreatiegebied), 3000 ha (gehele gebied)
25 ha (zone voor gemeenschapsvoorzieng en openbaar nut)
23 ha (gemeentebossen), 50 ha (+ omliggende privé-bossen)
BWK
Omgeven door (zeer) waardevolle elementen
Omgeven door zeer waardevolle elementen
Omgeven door waardevolle elementen
VEN
In omgeving
Omgeven door VEN-gebied
In omgeving
SBZ-H
Recreatiegebied ligt grotendeels in habitatrichtlijngebied
Deels gelegen in habitatrichtlijngebied
In omgeving
SBZ-V
Recreatiegebied ligt volledig in vogelrichtlijngebied
Volledig gelegen in vogelrichtlijngebied
In omgeving
Wandelen
Wandelroutes aanwezig
Niet aanwezig
Niet aanwezig
Ruimtelijk
Natuur
Toeristischrecreatief
Fietsen
Fietsroutenetwerk aanwezig
Routenetwerk aanwezig
Routenetwerk aanwezig
Mountainbike
Niet aanwezig
Aanwezig
2 routes aanwezig
Ruitersport
Aanwezig
Aanwezig
Aanwezig
Speelbos
1 grote speelzone aanwezig
2 speelzones aanwezig
1 grote speelzone aanwezig
Natuurbeleving
Hoog
Hoog
Medium
Ligging tov nevenpoort
8,1 km (vogelvlucht: 4,6 km)
3,3 km (vogelvlucht: 2,8 km)
4 km (vogelvlucht: 2,4 km)
Ligging
Afgelegen
Vlakbij centrum Hechtel
Vlakbij centrum Eksel
Bereikbaarheid
Auto
Ver van gewestweg Hechtel-Eksel (3,7 km) en Kerkhoven (3 km)
Vlakbij gewestweg (400 meter)
Vlakbij gewestweg (800 meter)
Openbaar vervoer
Ver van bushalte Hechtel-Eksel (6 km) en Kerkhoven (3 km)
700 meter van bushalte
1,2 km van bushalte
Fiets
Fietsroutenetwerk aanwezig (ver van centra)
Fietsroutenetwerk aanwezig
Fietsroutenetwerk aanwezig
Eigendom/beheer
Noordelijk deel eigendom van Boslandpartners, zuidelijk deel privaat
Redelijke oppervlakte eigendom van Boslandpartners
Redelijke oppervlakte eigendom van Boslandpartners
Eigendom
21
3.2.1.4 Nevenpoort Kattenbos De nevenpoort Bosland te Lommel situeert zich ter hoogte van het bos- en heidecomplex Kattenbos dat in het zuidwesten overgaat in de vallei van de Molse Nete. Naast verschillende wandelroutes is er tevens een speelbos aanwezig met speelelementen, die door de land-artkunstenaar Will Beckers zijn ontwikkeld. Het grootste attractiepunt is de Leyssensmolen, die enkele jaren geleden gerestaureerd en verplaatst werd naar de vallei van de Molse Nete. In 2014 is het gehele gebied voorzien van infoborden, banken en picknicktafels, conform het beeldkwaliteitsplan van Bosland (zie 4.2.2). Dit voorjaar werd het onthaal ingericht met infoborden, educatieve borden en stappaaltjes voor de kinderen. 3.2.1.5 Nevenpoort Heesakkerpark De nevenpoort Bosland te Overpelt situeert zich in het zuidoosten van de gemeente ter hoogte van Heesakkerheide of Heesakkerpark (Breugelweg). Heesakkerheide is een wandelpark dat in 19691971 werd opgericht. Het park herbergt tevens belangrijke natuurwaarden en is daarom opgenomen als VEN-gebied. De nevenpoort wordt reeds doorheen het ganse jaar druk bezocht met als grootste aantrekkingspool de in het gebied voorkomende Sevensmolen. Tevens zijn er twee speelzones ingericht en is een land-artkunstwerk geplaatst in het thema van de gemeente Overpelt, namelijk ‘Terug naar de wortels’. Zoals in de andere nevenpoorten zijn er infoborden, banken en picknicktafels geplaatst en is de onthaalzone ingericht met Boslandinfrastructuur (infoborden en educatieve borden). 3.2.1.6 Nevenpoort In den Brand Het gebied ‘In den Brand’ werd geselecteerd als te ontwikkelen neventoegangspoort Bosland voor Hechtel-Eksel. Het gebied ligt ten westen van Hechtel en vormt op vlak van natuur een (Europees) topgebied. De landduinen met grillige boomstructuren vormen de basis van het landschap. Het gebied is dan ook bekend als ‘de grootste zandbak van Vlaanderen’. In het kader van een PDPO-project (Programma voor plattelandsontwikkeling) zijn enkele jaren geleden reeds inrichtingswerken gebeurd om de nevenpoort te ontwikkelen: aanleg van een nieuwe parking, straat afsluiten van gemotoriseerd verkeer, aanleg van wandelroutes, plaatsen van speeltoestellen, enz. Zoals aan de nevenpoorten in de twee andere Boslandgemeenten is het gebied voorzien van infoborden, educatieve borden, banken en picknicktafels. Verder zijn er in 2014 twee hondenlosloopzones (één voor grote honden en één voor kleine honden) gerealiseerd, die ervoor moeten zorgen dat de honden in het natuurgebied zelf aan de lijn zullen blijven. Voor het gebied ‘In den Brand’ is er een projectaanvraag voor ‘Investeringssubsidies Natuur (ISN)’ in opmaak. Met deze subsidies wil het ANB privé-eigenaars, privaatrechtelijke personen en lokale besturen binnen de Speciale Beschermingszones de kans bieden om nu al een bijdrage te leveren aan de Europese natuurdoelen. Doordat In den Brand zowel in habitat- als vogelrichtlijngebied ligt, kan het gebied in aanmerking komen voor de subsidies. Enkele maatregelen die men wil uitvoeren om tot een goede staat van instandhouding te komen: (1) Landduinherstel met ontwikkeling van buntgrasvegetaties (2330); (2) Psammofiele heideherstel (2310); (3) Herstel eikenhakhoutstoven (9190); (4) Bijdrage aan instandhoudingsdoelstellingen van boomleeuwerik, nachtzwaluw en gladde slang; (5) Exotenbestrijding in habitattypes (2330, 2310 en 9190): Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik verwijderen; (6) Ontsnippering door deel van weg die door het gebied loopt, af te sluiten en gedeeltelijk op te breken met behoud van fietspad; (7) Ontsluiting van het gebied, rekening houdend met de draagkracht van het gebied. Aangezien het gebied zowel ecologisch als recreatief een belangrijke rol speelt in het kader van Bosland, zal de RSP-coördinator betrokken worden bij de verder procedures (wijziging beheerplan, ontheffing MER,…).
22
3.2.1.7 Winnerscouts In de opdracht ‘Opmaak GRUP Boslandsites Overpelt’ is ‘De Winner Scouts’ als één van de drie te behandelen sites meegenomen. Het nationaal verblijfscentrum De Winner is eigendom van de scouts van VVKSM. De Winner Scouts telt 24.000 overnachtingen per jaar en is daardoor de belangrijkste overnachtingsplek (kwantitatief) van de Boslandgemeente Overpelt. De lokale toeristische accommodatie De Winner is een bivakverblijfsaccommodatie in recreatiezone (JC) met her en der paviljoenen rondom een centraal hoofdgebouw. Aan het verblijfscentrum grenst ook een bos in zone natuurgebied. Het bos wordt door de gasten van de Winner gebruikt als speelbos en op de open plekken worden bivaktenten geplaatst. Het omliggende wandelgebied doet dienst als decor voor (zacht-recreatieve) activiteiten (dropping, wandeltochten, avond- en nachtspelen, …). Het ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Boslandsites Overpelt wil een juridisch kader bieden voor het gebruik van het bos op de site De Winner als speelbos en (gedeeltelijk) als zone waar kamperen ook gewestplanmatig mogelijk is. Het omvat aldus een gedeeltelijke regularisatie van de bestaande toestand. Gedurende de opdracht ‘opmaak GRUP Boslandsites Overpelt’ staat de RSP-coördinator Bosland verder in voor de coördinatie en opvolging van het dossier i.s.m. het diensthoofd R.O. van de gemeente Overpelt (aanbestedende overheid). 3.2.1.8 Napoleonstrand In de opdracht: ‘Opmaak GRUP Boslandsites Overpelt’ is ‘het Napoleonstrand’ ook als één van de drie te behandelen sites opgenomen. De effectieve invulling van de site ‘Napoleonstrand’ was vroeger een camping in dagrecreatie. In de omgeving van de vroegere camping kon men ook zonevreemde weekendverblijven terugvinden. Het overgrote gedeelte van de site is in privé-eigendom en werd, net als de gemeentelijke gronden op de site, ondertussen volledig gesaneerd. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voorziet voor deze site zeer laagdynamische activiteiten (zonder overnachtingsmogelijkheden). Kleinschalige infrastructuren (qua gebouwen, parkeerfaciliteiten, …) in een groen kader vormen hier het uitgangsprincipe. Concreet is ter hoogte van deze site de bouw van een paardenmanege gepland (vergunning verleend 16.02.2011). In het kader van de gewenste ontwikkeling van de hoofdpoort Bosland ter hoogte van De Grote Hof zal de site het Napoleonstrand onderzocht worden als compensatiezoekzone voor een potentiële omzetting van een deel van de site van de bestemming ‘dagrecreatie’ naar ‘natuur’. In het kader van het GRUP is er een aankoopdossier door het ANB opgesteld. Dit dossier werd opgestuurd ter goedkeuring van Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, maar werd om nog onbekende reden afgekeurd door de Kabinetchef. Burgemeester Fransen van Overpelt zal dit verder kortsluiten met de Kabinetchef. Gedurende de opdracht ‘opmaak GRUP Bosland Overpelt’ staat de RSP-coördinator in voor de coördinatie en opvolging van het dossier i.s.m. het diensthoofd R.O. van de gemeente Overpelt (aanbestedende overheid). 3.2.1.9 Achter de Berg De Boslandgemeente Hechtel-Eksel heeft in 2012 Technum de opdracht gegeven voor de opmaak van een masterplan voor de sport- en recreatiezone ten zuiden van het centrum van Hechtel. Het masterplan werd in 2014 afgerond en voorziet in een globale inrichtingsvisie die op vlak van ruimtelijke ontwikkeling, beheer en uitbating passend en haalbaar is. De volgende uitgangspunten werden hieromtrent gedefinieerd: (1) sport-, spel- en recreatieve activiteiten in een groen en bosrijk kader nabij het centrum van Hechtel; (2) recreatief medegebruik van de omliggende duingebieden: strandsport en –spel; (3) autoverkeer doorheen het gebied beperken, structuur van voet- en fietspaden ontwikkelen. Het plan is opgemaakt met inspraak van zowel de huidige als de (gekende) toekomstige gebruikers van het gebied. Het voorontwerp is tevens voorgelegd aan de omwonenden, zodat ook zij hun mening en ideeën kwijt konden. Het masterplan zal als leidraad dienen voor de toekomstige ontwikkelingen in het gebied. De opmaak van het masterplan ‘Achter de Berg’ maakte deel uit van het LSM-dossier Bosland voor Hechtel-Eksel.
23
3.2.1.10 Musschennest ‘Musschennest’ is een gebied voor verblijfsrecreatie, gelegen ten zuidoosten van Eksel. In het verleden stonden op dit terrein chalets/vakantiehuisjes zodat toeristen hier konden overnachten. Echter, de meeste huisjes werden permanent bewoond en de hele camping vertoonde een verloederende indruk. Door de gemeente Hechtel-Eksel is een oplossing gezocht om deze situatie aan te pakken. De site is ondertussen volledig gesaneerd en is opgekocht door een nieuwe eigenaar. Het is de bedoeling dat ‘Musschennest’ mee wordt opgenomen als één van de gebieden waarvoor men een duurzame oplossing wil zoeken. De site biedt namelijk potentie om een project te ontwikkelen dat een recreatieve bijdrage kan leveren aan Bosland. Echter heeft de huidige eigenaar een nieuwe stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor een project dat veel weg heeft van de vroegere situatie. Het gehele plangebied staat ingetekend met vakantiewoningen, waarbij er weinig tot geen aandacht gaat naar recreatieve functies op het domein zelf. Hiervoor wordt verwezen naar de omliggende bossen en bestaande fiets- en wandelroutes in de omgeving. De gemeente heeft inmiddels ook samen gezeten met het ANB (dat advies moet geven over de vergunningsaanvraag). Omwille van het recreatieve belang voor Bosland, werd de RSPcoördinator hier ook bij betrokken. Intussentijd hebben verschillende investeerders de Boslandgemeenten gecontacteerd met allerlei ideeën voor Bosland, zoals een wildpark. Doordat de site volledig gesaneerd is, zou ‘Musschennest’ hiervoor een potentiële locatie kunnen zijn. Echter, het feit dat de site in privé-eigendom is, bemoeilijkt deze mogelijkheden. 3.2.2 Groene landgebruiksklasse 3.2.2.1 De Sahara Een belangrijk sleutellandschap van het ruimtelijk strategisch project Bosland betreft de Sahara van Lommel. De Sahara van Lommel is als landschap uniek binnen de Provincie Limburg en wordt binnen het bosbeheerplan van de stad Lommel aangeduid als een waardevol natuurcomplex. Momenteel komt een gedeelte ‘de Sahara’ volgens het gewestplan echter overeen met ontginningsgebied met nabestemming recreatie. Vanuit de delfstoffenplanning is de Sahara van Lommel een te schrappen zone. Het gebied vormt het hele jaar door een trekpleister voor recreanten uit Lommel en wordt bijgevolg gekenmerkt door een hoge recreatiedruk. In het zomerseizoen wordt het gebied daarenboven druk bezocht door toeristen van ver buiten de gemeente. Lommel wenst sinds lang ‘de Sahara’ als natuurgebied te erkennen en te beschermen tegen eventuele recreatieve inplantingen. Het gebied ‘de Sahara’ ligt binnen het ‘gewenst VEN’ en was daartoe normaliter op gewestelijk niveau te herbestemmen naar natuurgebied met overdruk GEN. Aangezien Lommel, met het oog op de gewenste ontwikkeling van een hoofdpoort Bosland ten oosten van de Sahara, startte met de opmaak van een GRUP, werd de mogelijkheid onderzocht of de (al dan niet gedeeltelijke) bescherming van de Sahara als natuurgebied in deze opdracht geïntegreerd kon worden. Aangezien de herbestemming naar natuurgebied met overdruk GEN in principe een gewestelijke taak was, werd de formele vraag gesteld aan de minister van R.O. om de planningsbevoegdheid voor het afbakenen van het natuurgebied met overdruk GEN te delegeren aan de stad Lommel conform artikel 2.2.1 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De bevoegdheid om de Sahara in het GRUP van de stad Lommel op te nemen werd verkregen d.m.v. een ministerieel besluit van 26 september 2011. De stad Lommel wenst via het GRUP in het kader van Bosland een eerste gedeelte van de Sahara om te zetten naar natuurgebied en wenst in een tweede fase een eventueel resterende oppervlakte recreatiegebied van de Sahara eveneens om te zetten naar natuurgebied als compensatie voor een ander toekomstig GRUP te Lommel. Op die manier kan gegarandeerd worden dat de volledige Sahara op gemeentelijk niveau omgezet wordt naar natuurgebied (gewenst VEN, overdruk GEN). e
De Sahara maakt onderdeel uit van het plan-MER gerelateerd aan het GRUP 3 Platform Park de Soeverein/Poort Bosland. Van zodra het plan-MER definitief is afgerond, kan de GRUP-procedure hervat worden. In de praktijk zijn toch reeds enkele recreatieve initiatieven genomen, zoals de
24
ontwikkeling van een speelbos, het plaatsen van banken en picknicktafels in boslandstijl, kinderspelletjes waaronder het Zeno Zandloopkeverspel, en de bouw van de uitkijktoren. 3.2.2.2 Riebosserheide-Blekerheide-Sahara Een aantal delen van Bosland zijn aangeduid als speciale beschermingszone (Europese Habitat- en Vogelrichtlijn). Voor deze SBZ-gebieden zijn Natuurdoelen geformuleerd die voorzien in het in stand houden van de specifieke habitats en soorten waarvoor het gebied is aangemeld bij de Europese Unie. Deze Natuurdoelen werden in 2014 door de Vlaamse Regering vastgesteld. De RSP-coördinator volgt de overlegplatforms op van de verschillende SBZ in Bosland. Eén van deze speciale beschermingszones is het Habitatrichtlijngebied ‘Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heide’ met als code BE2100026. De Lommelse gebieden Riebosserheide, Blekerheide en Sahara zijn gelegen in deze SBZ en hebben een totale oppervlakte van 732 ha. Voor dit projectgebied werd een projectvoorstel Life+ Nature ingediend onder het acroniem TOGETHER (To Get Heath Restored). Het projectvoorstel werd ingediend door het Agentschap voor Natuur en Bos, de privépartner SCR-Sibelco en de stad Lommel. Het 4-jarig project werd in mei 2013 goedgekeurd en startte in oktober 2013. Voor de realisatie van het project zijn een projectcoördinator (1 VTE) en een communicatiemedewerker (0,5 VTE) in 2014 in dienst getreden. De acties, die de projectpartners voorstellen in het ingediende dossier, zijn integraal gericht op herstel en behoud van soorten en habitats van deze Habitatrichtlijn. De gladde slang is de soort van de Habitatrichtlijn waarvoor het gebied een groot belang krijgt toegekend. Recente waarnemingen tonen duidelijk dat deze soort momenteel nog verspreid aanwezig is binnen het projectgebied. Het projectgebied heeft de potentie om een cruciale schakelfunctie in te nemen binnen een transnationale natuurstructuur en een ruimer populatienetwerk voor gladde slang en andere soorten van heidehabitats, zoals boomleeuwerik en nachtzwaluw. Het projectgebied vormt het scharnier naar grote natuur- en boscomplexen in het zuiden, het westen en het noorden (Nederland). Om deze verbindingen te realiseren, zijn er enkele maatregelen opgenomen in het ontsnipperingsplan Bosland. Enkele acties die sinds de start van het project uitgevoerd zijn: - Opmaak van een overkoepelende visie en een concreet plan van aanpak waarbij o.a. een akker van 18 ha wordt omgevormd naar natuur. - Vogelkersbestrijding over een oppervlakte van 103 ha. - Aanvraag tot ontheffing MER en stedenbouwkundige vergunning voor omvorming van naaldbos naar heide. - Zonering van toegankelijkheid met o.a. afbakening van 2 hondenlosloopzones. - Monitoring van vlinders en gladde slang. - Communicatie en participatie (starthappening met een 1000-tal bezoekers, geleide wandelingen, infofolders, website (www.togetherfornature.be), enz.) 3.2.2.3 De Watering Eén van de bijzondere sleutellandschappen in Bosland betreft de Vloeiweiden of Watering te LommelKolonie. De Watering is een 230 ha groot natuurgebied, dat niet alleen cultuurhistorisch gezien uitzonderlijk is, maar ook op vlak van fauna en flora een uniek gebied vormt. Vanaf 1850 werden in Noord-Limburg uitgestrekte heideterreinen ontgonnen. Dankzij een ingenieus bevloeiingssysteem werden de arme Kempense zandgronden omgevormd tot vruchtbare ‘vloeiweiden’. Het water was afkomstig uit de Maas en werd aangevoerd via het Kempens kanaal Bocholt-Herentals. Vanaf 1950 verminderde de belangstelling voor de graslanden van de vloeiweiden omdat deze enkel manueel konden gemaaid en gehooid worden. De eigenaars schakelden steeds meer over op populieraanplantingen. Hierdoor dreigde het open cultuurlandschap met haar specifieke fauna en flora te verdwijnen. Door de jarenlange historische bevloeiing met kalkrijk en relatief voedselrijk Maaswater komen in de Watering nochtans heel wat kalkminnende soorten voor die in Vlaanderen in het algemeen, en in de Kempen in het bijzonder zeldzaam zijn. Het historische inzaaien met MiddenEuropese grasmengsels voegde daar nog unieke plantensoorten aan toe. De Watering bestaat momenteel uit 6 rechte blokken. Blok 1 wordt gekenmerkt door een zeer versnipperde particuliere eigendomsstructuur en is momenteel in gebruik als landbouwgebied. In Blok 2 startte Natuurpunt, in samenwerking met de stad Lommel, reeds 20 jaar geleden met het herstel en
25
beheer van enkele vloeiweiden op de oorspronkelijke, arbeidsintensieve wijze. Zo blijft dit waardevol ecologisch en cultuurhistorisch landschap, dat uniek is in West- Europa, intact en is ook de specifieke kennis voorhanden om dit systeem in de toekomst verder te herstellen. Een klein gedeelte van Blok 2 is daarnaast momenteel nog in landbouwgebruik. Blokken 3, 4, 5 en 6 zijn in eigendom van de stad en omvatten nog steeds populierenaanplanten. Er werden in het verleden verschillende plannen opgesteld door verschillende partijen omtrent (delen van) het gebied. Er is diverse wetgeving van toepassing m.b.t. de Watering of Vloeiweiden. (1) Ministerieel besluit houdende definitieve bescherming als landschap: Zo werden de Vloeiweiden of Watering, gelegen te Lommel-Kolonie, beschermd als landschap bij ministerieel besluit van 20 mei 2003. De bescherming gebeurde wegens de esthetische, historische en natuurwetenschappelijke waarden van het gebied. Het beschermingsbesluit formuleert tevens richtinggevende doelstellingen voor het toekomstige beheer van de Watering (2) Habitatrichtlijngebied: De Watering maakt onderdeel uit van het Habitatrichtlijngebied “Hageven met Dommelvallei, Beverheide, Warmbeek en Wateringen”. Een uitbreiding van het erkende natuurreservaat wordt in het kader van de natuurdoelen van het habitatrichtlijngebied naar voren geschoven. (3) Erkenning als natuurreservaat: Een gedeelte van de Watering werd officieel erkend als natuurreservaat. (4) Atlas van de relicten Limburg: In de “Atlas van de relicten van de traditionele landschappen in de provincie Limburg” daterend van 1998 wordt voor de Watering Lommel-Kolonie vooral de nadruk gelegd op de wetenschappelijke en historische waarde van deze relictzone. (5) Landschapsatlas Vlaanderen: In de landschapsatlas Vlaanderen worden voor de ankerplaats “Watering van LommelKolonie” de verschillende waarden opgesomd: wetenschappelijke, historische, esthetische, sociaal-culturele en ruimtelijk structurerende waarden. (6) VEN-gebied: Volgens het besluit van de Vlaamse regering van 19 september 2003 voor de afbakening van de eerste fase van het VEN werd het gebied onder de naam “Vloeiweiden Lommel” aangewezen als GEN. (7) Bosbeheerplan stad Lommel: In het beheerplan werd met betrekking tot de Watering een geïntegreerde visie goedgekeurd die het volgende omvat: de hoge ecologische beschermingsstatus die aan dit gebied wordt gegeven, wettigt een hoofdfunctie natuur. Tegelijkertijd dient getracht te worden om het cultuurhistorische belang van dit gebied zoveel mogelijk te behouden. Naar recreatie wordt geen intensivering voorzien hetgeen impliceert dat het gebied bezocht kan worden via geleide wandelingen die regelmatig worden georganiseerd met het Wateringhuis als vertrekpunt. (8) Natuurbeheerplan: In februari 2009 werd tenslotte door Natuurpunt een beheerplan opgemaakt voor Blok 2 van de Watering. In het kader van het ruimtelijke strategische project Bosland 1.0 ondersteunde de projectcoördinator Bosland de Boslandgemeente Lommel bij de opmaak van een ontwerpbestek voor de opmaak van een landschapsbeheerplan dat alle bestaande plannen integreert en invulling kan geven aan de van toepassing zijnde wetgeving en visies vanwege het (ruimtelijke) beleid. De aanbesteding hiervoor werd in het najaar van 2012 uitgeschreven. Er werd tevens een subsidiedossier ingediend bij Onroerend Erfgoed Vlaanderen, waar een toelage tot 80% is voorzien voor de opmaak van een dergelijk plan. Het landschapsbeheerplan werd opgemaakt door studiebureau Antea Group en werd op 6 november 2014 goedgekeurd door de bevoegde minister van Onroerend Erfgoed. Het plan heeft in totaliteit 24.941,73 euro gekost, waarvan 80% gesubsidieerd werd door Onroerend Erfgoed. 3.2.2.4 Het Hobos In de uit te voeren opdracht ‘Opmaak GRUP Boslandsites Overpelt’ was ‘het Hobos’ oorspronkelijk opgenomen als één van de vier te behandelen sites. Het domein ‘het Hobos’ is als landschap (inclusief hoeve ‘het Hobos’) en als monument beschermd. Op dit moment situeert de hoeve ‘het
26
Hobos’ zich volgens het gewestplan in agrarisch gebied met ecologisch belang en het omliggende domein ‘het Hobos’ in natuurgebied. Het domein ‘het Hobos’ kent een uitermate interessante geschiedenis die teruggaat tot de 16e eeuw. De boerderij ‘het Hobos’ wordt in de 16e eeuw vermeld als ‘Hoogbos’, naar de ligging op één van de hoogste punten van de gemeente. Op het einde van de 18e eeuw werd het landgoed verworven door J.M. Clercx junior, luitenant-drossaard van het ambt Stokkem. Als drossaard roeide hij de roversbende de Bokkenrijders uit. Toen de Fransen onze streken in 1795 inlijfden, trok drossaard Clercx zich terug in ‘het Hobos’, waar hij een jeneverstokerij begon, schapen teelde en bossen plantte. Het 143 hectaren grote privé-domein werd in mei 2011 op de private markt aangeboden. Ondertussen werd het domein en de hoeve het Hobos aangekocht door het ANB en de gemeente Overpelt. Op deze manier kunnen deze Boslandpartners de toekomst van het unieke landgoed veiligstellen. Eventuele toekomstige ontwikkelingen op de site moeten leiden tot het bewaren van het bijzondere landschap en de authenticiteit van de landbouwnederzetting. Omwille van het feit dat, na toewijzing van de opdracht aan Antea group, in de stuurgroep bleek dat een GRUP geen oplossing bood voor het Hobos omwille van de bescherming als landschap, werd dit deel van de opdracht stopgezet. Er werd beslist dat voor het Hobos een landschapsbeheerplan zal worden opgemaakt, dat vertrekt vanuit de principes van het beschermingsbesluit. Op 20 november 2014 werd een toekenning van een subsidie vanuit de Vlaamse overheid van 32.355,40 euro (80 %) verkregen voor de opmaak van een landschapsbeheersplan. De firma M-Impact werd aangesteld om de opmaak van dit plan te begeleiden voor een bedrag van 40.444,25 euro incl. BTW. Om zowel rekening te houden met de waardevolle natuur (via natuurbeheerplan) als met het Beschermd Landschap (via landschapsbeheerplan) is ervoor gekozen om een geïntegreerd beheerplan op te stellen. In dit plan zal een uitgebreide analyse van de ecologische, economische en sociale functie van het Hobos opgenomen worden, alsook een integratie van deze aspecten. Tijdens de startvergadering op 23 februari 2015 is bekeken welke aspecten belangrijk zijn voor de stuurgroep (waar ook de RSP-coördinator in zit) en hoe het beheerplan opgesteld zou moeten worden. Op 2 april is de stuurgroep samen met enkele schepenen van Overpelt op terreinbezoek geweest om een beeld te kunnen vormen van de mogelijkheden en de aandachtspunten. In september vindt de jaarlijkse Hobosdag plaats, waar de lokale bevolking ook de kans krijgt om input te geven voor het beheerplan. Het definitieve landschapsbeheerplan zou in januari 2016 afgerond moeten zijn. De duur van een goedgekeurd natuurbeheerplan bedraagt 24 jaar, terwijl dat van een landschapsbeheerplan 27 jaar bedraagt. Voor het geïntegreerd beheerplan betekent dit dat de geldigheidsperiode mogelijks aangepast dient te worden. 3.2.2.5 Het militaire domein Het militaire domein ‘Kamp Van Beverlo’ situeert zich in het zuidwesten van de Boslandgemeente Hechtel-Eksel en valt in strikte zin niet onder het werkingsgebied van het ruimtelijk strategisch project Bosland. Dit neemt niet weg dat er in de praktijk een goede samenwerking (formeel protocol) bestaat tussen Defensie en het ANB als Boslandpartner omtrent de functionele afstemming en beheer van militaire domeinen. Dit geldt tevens voor het militaire domein Kamp van Beverlo, waar gezocht wordt naar functionele relaties i.h.k.v. Natura 2000 (bv. het reeds afgelopen Life+project DANAH, …). Het militaire domein ‘Kamp van Beverlo’ is volledig gelegen binnen het habitatrichtlijngebied ‘Vallei- en brongebieden van de Zwarte Beek, Bolisserbeek en Dommel met heide en vengebieden’ met als code BE2200029. Zoals in alle andere Speciale Beschermingszones is er in de eerste helft van 2015 een eerste overlegplatform georganiseerd, namelijk op 31 maart 2015. Tijdens dit lokaal overleg werd informatie gegeven over de locaties waar de Europese natuurdoelen gerealiseerd zullen worden, welke maatregelen daarvoor nodig zijn, welke impact dit heeft en wie zich daarvoor zal inzetten. Aangezien de Kamperbaan (N73) doorheen het militair domein loopt en deze is opgenomen in het ontsnipperingsplan, volgt de RSP-coördinator de overlegplatforms mee op. Het ‘Kamp van Beverlo’ is meer dan 5.000 ha groot en bestaat uit een mozaïek van o.a. droge en natte heiden, vennen en landduinen. Het gebied herbergt een grote populatie van gladde slang, bijlage IV-soort van Habitatrichtlijn, en is daarom van Europees belang. De Kamperbaan doorkruist het militair domein en zorgt zo voor een versnippering voor gladde slang en andere diersoorten.
27
Daarnaast zien we de voorbije jaren een toename van groot wild, waaronder everzwijn, waardoor de verkeersveiligheid in gevaar komt. Door de ligging in Natura 2000-gebied, het belang voor gladde slang en de toename van wildaanrijdingen, is de verbinding in het ontsnipperingsplan opgenomen met hoge prioriteit. Naar aanleiding van een parlementaire vraag van volksvertegenwoordiger An Christaens heeft Minister van leefmilieu Joke Schauvliege in februari 2015 bevestigd dat in Bosland een proefproject met een wilddetectiesysteem zal opgestart worden. Er werd door de Minister aangegeven dat het ANB en AWV zouden bekijken op welke gewestweg dit project het best zou plaatsvinden. Op een provinciaal overleg tussen ANB en AWV (26 februari) heeft de RSP-coördinator, die daar het ontsnipperingsplan Bosland heeft voorgesteld, nagevraagd welke personen hier best bij betrokken worden. Op 13 april heeft een nieuw overleg met ANB, AWV en LNE plaatsgevonden over de implementatie van het ontsnipperingsplan en zijn verdere afspraken gemaakt omtrent het proefproject met wilddetectiesysteem. Er is onderling overeen gekomen dat de Kamperbaan de meest geschikte locatie is. Naar aanleiding van het volgende overleg met terreinbezoek (26 mei) is afgesproken dat AWV de verschillende systemen bekijkt en dat de RSP-coördinator samen met ANB de meest geschikte locaties langs de Kamperbaan onderzoekt. Tijdens het overleg op 13 april is tevens gesproken over de aanleg van reptielentunnels voor gladde slang i.h.k.v. het ontsnipperingsplan. Hiervoor werd contact opgenomen met Katja Claus van LNE, die veel kennis en ervaringen heeft met reptielen. Zij heeft ondertussen al aangegeven dat zij bereid is om ons mee te helpen zoeken naar de meest geschikte keuze. Van zodra duidelijk is welk type van tunnel geschikt is, wordt verder met AWV afgestemd voor de geschikte locaties. AWV heeft op het overleg reeds te kennen gegeven dat de aanleg van reptielentunnels mogelijk is. 3.2.2.6 Het Pijnvencomplex Gedurende de erkenning van Bosland als ruimtelijk strategisch project werd, zoals in de voorgaande jaren, ter hoogte van het Pijnvencomplex, zijnde het hart van Bosland, verder invulling gegeven aan de realisatie van diverse infrastructuurmaatregelen conform het goedgekeurde bosbeheerplan Pijnven. Het bosbeheerplan geeft invulling aan het intern versterken van de kernfunctie en het leggen van verbindingen met de omliggende gebieden zoals het militaire domein, ’t Plat, Kattenbos,… De verschillende ecologische infrastructuurmaatregelen uit het bosbeheerplan van het gebied zijn geënt op de aanwezige ecologische waarden en potenties in het gebied, de toeristische visie voor het gebied en zijn economische functie. Zodoende wordt invulling gegeven aan het bewerkstellingen van een duurzame multifunctionaliteit in het gebied. Met betrekking tot de toeristische visie voor het gebied wordt er verwezen naar het onderdeel ‘Hoofdpoort Hechtel-Eksel (3.2.1.3) van het voorliggende “Voortgangsrapport Bosland”. Het betreft de toelichting omtrent de stand van zaken m.b.t. de te ontwikkelen hoofdpoort Bosland in Hechtel-Eksel, waarbij het Pijnven één van de onthaalsites is. Wat betreft de economische visie voor het gebied, kan vermeld worden dat er de voorbije jaren een doctoraatstudie in het Pijnven heeft plaatsgevonden. Haben Blondeel, een student in de bioingenieurswetenschappen aan Universiteit Gent onderzocht er de samenhang tussen houtkap en biodiversiteit. In de studie wordt getracht om de twee bosfuncties optimaal met elkaar te verenigen. Een intensievere vraag naar hout kan positief opgevangen worden door deze economische activiteit te gebruiken om open plekken en verbindingen te creëren ten voordele van verschillende soorten. Verschillende habitats werden gekoppeld aan karakteristieke indicatorsoorten (op basis van habitatvoorkeur, mobiliteit en detecteerbaarheid). Er werden drie groepen afgebakend, namelijk de bossoorten (zwarte mees en kuifmees), de soorten van open plekken (heivlinder) en soorten van halfopen plekken en bosranden (levendbarende hagedis en nachtzwaluw). Aan de hand van de gegevens werd een generalized linear model (GLM) opgemaakt, die de kans op aanwezigheid van een soort in een habitat voorspelt. Uit de resultaten blijkt dat de bossoorten vooral in de kerngebieden van het bos voorkomen. Bij aantasting van die gebieden zullen zij sterke negatieve gevolgen ondervinden, waardoor deze locaties best niet beïnvloed worden. De andere indicatorsoorten bevinden zich meer in geconnecteerde open habitatelementen die meer verspreid en verder van de kern gesitueerd zijn. Er wordt door de onderzoeker aangeraden om in een 20-jarige cyclus te werken, waarbij de bosbeheerder nieuwe open plekken kan creëren en aan verjonging kan doen. Zo blijven de bossoorten beschermd en hebben de andere soorten de kans om te overleven in steeds nieuwe
28
habitats. Er wordt besloten dat als het bosbeheer gericht wordt ingepland, dat biodiversiteit en biomassaproductie op een evenwichtige manier kunnen samengaan. Met betrekking tot de ecologische functie dient vermeld te worden dat het Pijnven al enkele jaren het wetenschappelijke studiegebied vormt voor uitgebreid nachtzwaluwonderzoek. Het Pijnvencomplex staat sinds lang bekend om haar belangrijke populatie nachtzwaluw. Door de mysterieuze en gespecialiseerde levenswijze van deze soort ontbreekt informatie die gebaseerd is op degelijk wetenschappelijk onderzoek en is het erg moeilijk de beschikbare gegevens over populatie-evoluties en populatiegroottes op provinciaal of Vlaams niveau, correct te beoordelen. Nochtans is de nachtzwaluw een belangrijke soort bij het beoordelen van de kwaliteit van grote natuurgebieden en het evalueren van de impact van het beheer. Daarenboven is het in het kader van het Europese natuurbeleid ook van groot belang een beter beeld te verkrijgen van de ecologische vereisten en de correctheid van de beschikbare populatiegegevens. In samenwerking met vrijwilligers wordt de populatie nachtzwaluw al zo’n 15 jaar nauwgezet opgevolgd in Bosland. Enkele jaren geleden is, voor het eerst in Vlaanderen, een zenderproject opgezet. Enkele van deze interessante gegevens werden wetenschappelijk verwerkt in een degelijk eindwerk vanuit de Universiteit van Leuven met als titel ‘Onderzoek naar het habitatgebruik van nachtzwaluwen (Caprimulgus europaeus) met behulp van radiotelemetrie in Bosland’ (Evens Ruben, academiejaar 2010-2011). Het eindwerk leverde een schat aan nieuwe informatie op over de levenswijze en de vereisten die deze intrigerende soort stelt aan haar omgeving. Evengoed bleven een aantal vragen onbeantwoord. In 2014 onderging het onderzoek naar nachtzwaluwen in Bosland een upgrade. Voor het eerst werd samen met de Universiteit van Hasselt onderzoek gedaan naar de ecologie van nachtzwaluwen onder de noemer van een doctoraatonderzoek. Er werden in dat jaar 24 nachtzwaluwen gezenderd en 4 individuen werden uitgerust met een GPS-zender. In totaal werden meer dan 90 nachtzwaluwen geringd, een resultaat dat te wijten is aan een hogere vangintensiteit. Bijkomend waren in 2014 drie bachelorstudenten actief die de voedselbeschikbaarheid onderzochten en de zang van individuele mannetjes bestudeerden. Vanuit meerdere onderzoeksinstellingen binnen en buiten Europa wordt sterke interesse getoond voor het baanbrekend werk in Bosland. De komende jaren zal dus ook een internationale samenwerking worden opgezet. Op educatief vlak werd in 2014 een grootschalige inventarisatie van nachtzwaluwen op poten gezet, werden tientallen kleine wandelingen georganiseerd, werden drie georganiseerde wandelingen ingekleed met wetenschappelijke info en beleefden tientallen kinderen het verhaal van Nelle de Nachtzwaluw. Met betrekking tot het lopende nachtzwaluwonderzoek beperkt de rol van de RSP-coördinator zich tot het informatief opvolgen van deze studie en de bijhorende resultaten. Hoewel vogels minder gevoelig (niet ongevoelig) zijn voor versnippering, kan dit onderzoek toch interessante resultaten opleveren. 3.2.3 Gele landgebruiksklasse 3.2.3.1 Vallei van de Balengracht De Vallei van de Balengracht vormt een belangrijk sleutellandschap van het ruimtelijke strategische project Bosland. De Vallei van de Balengracht is een open agrarisch valleigebied met kleinschalige natuur- en bosgebieden in het zuiden van de gemeente Lommel. Dankzij het gevarieerde landschap, met onder meer heidegebiedjes, houtkanten en bosjes, huist in deze vallei een zeer bijzondere dagvlinderfauna met diverse soorten die in Vlaanderen erg zeldzaam zijn geworden. De vallei werd in 2007 omgedoopt tot de Vlindervallei en situeert zich op het ‘raakpunt’ van de drie Boslandgemeenten. Doordat de vallei omgeven is door natuurgebied, zou het ruimtelijk gezien goed zijn om de bestaande structuurrijke open vallei te behouden en verder te ontwikkelen. Het streefbeeld is het creëren van een open gebied met een mozaïek aan kleine akkers, heischrale graslanden, bloemrijke graslanden, nattere stukken en kleine landschapselementen. Planologisch is het gebied volgens het gewestplan immers landschappelijk waardevol agrarisch gebied, terwijl de Vallei van de Balengracht eveneens geselecteerd werd als een provinciale natte natuurverbinding (nummer 45: Lommel, Balen, Pijnven tot voorbij het Kanaal van Beverlo tot aan Antwerpen, via de Balengracht (zijbeek Grote Nete)). Veel van de landbouwpercelen zijn op dit moment echter in private eigendom en worden intensief geakkerd. Er zal door o.a. de RSP-coördinator, ANB en de gemeente bekeken worden hoe deze doelstelling bereikt kan worden. Eventuele mogelijkheden zijn: (1) het realiseren van een planologische omzetting en (2) het doorvoeren van een gericht aankoopbeleid en het afsluiten van beheerovereenkomsten via de VLM.
29
3.2.3.2 Landbouwgebied Gortenloop Een gedeelte van de Gortenloop maakt onderdeel uit van het landgoed ‘het Hobos’. In deze zone is de uitdaging om de aanwezige verwevingsfuncties in het gebied te behouden. Dit zal verder bekeken worden bij de opmaak van het landschapsbeheerplan. Eén van de aspecten die meegenomen zal worden, is het al of niet behouden van het extensief beheer van het gebied. Enkele jaren geleden liet de eigenares van het Hobos het domein namelijk begrazen door runderen op basis van een rotatiesysteem. 3.2.3.3 Vallei Holvenloop De vallei van de Holvenloop ligt als een stapsteen tussen het Pijnvencomplex en het natuurreservaat ’t Plat. In de ruimtelijke visie is dit gebied opgenomen als landbouwgebied waarbinnen gestreefd moet worden naar het behoud van kleine bos-, natuur- en/of landschapselementen. Ten behoeve van de realisatie van een goede verbindende functie is het wenselijk de versterking van deze kleine elementen te onderzoeken en waar mogelijk terreinacties uit te voeren. Tijdens het overleg met AWV op 13/04 is o.a. gesproken over het plaatsen van een ecoduiker onder de N715, aangezien dit een belangrijke natte verbinding vormt. Het AWV heeft voorgesteld om alle gewenste locaties voor een ecoduiker op te lijsten en te vermelden welke de belangrijkste locaties zijn (waaronder deze). Daarnaast is er de aankoop van het aanliggende Napoleonstrand, dat via het GRUP ‘Boslandsites Overpelt’ als planologische compensatie zal omgezet worden van recreatiezone naar natuur (zie 3.2.1.8). Een goede inrichting en beheer van deze site kan een versterking geven aan de valleifunctie. 3.2.4 Rode landgebruiksklasse 3.2.4.1 Kristalpark III Ten westen van de stadskern van Lommel situeren zich de industriegronden van Kristalpark en Balendijk. Het gebied wordt als volgt begrensd: de N71 in het noorden; ambachtelijke zone Balendijk en open ruimte van Meysterbergen in het oosten; de vallei van de Molse Nete en de Kattenbosserheide in het zuiden; de gemeentegrens Balen-Lommel en het kanaal van Beverlo in het westen. Volgens het gewestplan is de site deels bestemd als industriegebied, KMO-zone, recreatiegebied en agrarisch gebied. Bepaalde gronden zijn in volle exploitatie. Andere zijn ondertussen door verschillende acties van het stadsbestuur bouwrijp gemaakt en klaar voor ontwikkeling. Kristalpark bestaat uit drie verschillende parkonderdelen, namelijk Kristalpark I, Kristalpark II en Kristalpark III. Samen omvatten de drie deelparken van Kristalpark meer dan 500 ha bruto industriegronden. Dit maakt van het terrein één de grootste aaneengesloten nog te ontginnen industriegebieden van WestEuropa. In 2012 is er een visie voor het gehele Kristalpark opgemaakt, die voor elk van de deelgebieden aangeeft waar we naar toe willen en wat voor ontwikkelingen er mogelijk zijn. Naast de economische opportuniteiten van het gebied, is Kristalpark III het leefgebied voor tal van bijzondere diersoorten, zoals gladde slang, kommavlinder, boszandloopkever, veld- en boomleeuwerik, heivlinder, enz. Op deze plaats is naar waarschijnlijkheid ’s werelds grootste populatie lentevuurspin gevonden, een kleurrijk spinnetje dat op de Rode Lijst staat aangeduid als ‘uitgestorven in Vlaanderen’. Naast het feit dat het gebied vele bijzondere soorten herbergt, speelt het tevens een zeer essentiële corridorfunctie. Op Euregionaal niveau blijkt dit één van de weinige verbindingen te zijn die de zuidelijke met de noordelijke natuurgebieden verbindt. Kristalpark III zit dan ook vervat in de provinciale natuurverbinding (droge verbinding nummer 1 – Lommel, Mol, tussen de Zeven Heerlijkheden, via Hoge Maatheide). Uit de ontsnipperingsstudie van Bosland blijkt deze verbinding tevens (één van) de meest essentiële te zijn voor o.a. gladde slang en andere heidegebonden soorten. Door de ontwikkeling van het industriegebied dreigt deze soortenrijkdom en verbindende functie te verdwijnen. Zoals is opgenomen in het MER, is tijdens de terreinvoorbereiding van Kristalpark III een 100 meter brede corridor ontwikkeld om de ecologische waarde te beschermen. Echter, door de beperkte breedte en de aanwezigheid van windmolens en een fietspad in de corridor, is deze verbinding onvoldoende functioneel. Daarom wordt er voorgesteld om de corridor uit te breiden naar een
30
functionele breedte van 250 meter en om een deel van het leefgebied van de lentevuurspin te vrijwaren. Deze extra ruimte van 28 ha kan via een RUP omgezet worden van industrie naar natuur. Op basis van een breed overleg met verschillende instanties is er een compromisvoorstel opgemaakt. De meest geschikte locatie (op vlak van natuur en archeologie) om, ter planologische compensatie, industrie te ontwikkelen is ten zuiden van Kristalpark II. ANB heeft zich met deze ruil akkoord verklaard op basis van de beschikbare kennis van de betrokken sites. Het agentschap Onroerend Erfgoed houdt momenteel vast aan uitgebreid archeologisch onderzoek, dit zowel in het e industriegebied waar reeds archeologisch onderzoek is uitgevoerd en er nog een 4 site dient onderzocht te worden, als in het bosgebied dat voorgesteld wordt als compensatiezone. Omdat de kosten hierdoor sterk stijgen en de termijn van zowel de ontwikkeling van het nieuwe industriegebied als de inrichting van de ecologische corridor naar achter schuiven, werd nog geen volledige overeenstemming bereikt. Gezien het belang van Kristalpark III i.h.k.v. de ontsnipperingsstudie, zijn de gesprekken, na een tijd lang stil gelegen te hebben, weer hervat. Doordat Kristalpark III een cruciale schakel vormt, kunnen via deze verbinding namelijk ook andere ontsnipperingsprojecten gefaciliteerd worden, zoals ecoinfrastructuren aan N71 en over kanaal Bocholt-Herentals. Op vraag van de gouverneur Reynders heeft Bert Foucaert (Turbomanager voor VIP-dossiers Limburg) eind 2014/begin 2015 gezocht naar een mogelijke oplossing voor deze problematiek. Echter bleek dit antwoord negatief. Ook bij nieuwe gesprekken tussen de stad Lommel, ANB en Onroerend erfgoed bleven oplossingen uit. Het proces zal verder op hoger niveau besproken worden. Omwille van het belang voor de ontsnipperingsstudie, volgt de RSP-coördinator dit overlegproces nauw op. De coördinator verzamelt n.a.v. de gesprekken ook financiële overzichten, kaartgegevens, soortengegevens, enz. Indien het traject op hoger niveau een positief gevolg kent, kunnen de verdere procedures opgestart worden (MER, RUP, ontheffing van ontbossingsverbod, inrichting corridor, zoeken van externe financiële middelen,…). 3.2.4.2 Bedrijventerreinen Lommel In februari 2014 werd door de Lommelse Ondernemersclub vzw (LOC) samen met de stad Lommel en het Agentschap Natuur en Bos (ANB) een project opgestart rond het beleidsthema ‘Natuur in je buurt’ (voorheen ‘Groen in de stad’) van ANB. Het project werd geselecteerd en goedgekeurd door minister Schauvliege voor een totaalbudget van 149.000 euro. Hiervan is 5.000 euro partnerbijdrage van de LOC, 16.500 euro van de stad Lommel en 127.500 euro gesubsidieerd door ANB. Het doel van het project is tweeledig. Enerzijds willen de Lommelse ondernemers een belangrijke stap voorwaarts zetten in de ecologische inrichting en het natuurgericht beheer van de groeninfrastructuren binnen hun bedrijventerreinen. Anderzijds willen zij, samen met de stad, bijdragen aan een stedelijk vlindernetwerk als basis voor een kleurrijk groenweefsel doorheen de stad. Via verschillende wervingsmomenten werden de Lommelse bedrijven gecontacteerd om deel te nemen aan het project. Enerzijds via een presentatie op ontbijtsessies, anderzijds via een flyer. Daarnaast werden de bedrijven ook bilateraal aangesproken tijdens netwerkmomenten of wanneer zij een stedenbouwkundige vergunning indienden. In 2014 engageerden reeds 17 bedrijven zich om hun bedrijfsterrein vlindervriendelijk te maken. Naast de communicatie voor de bedrijven werd ook grootschalig gecommuniceerd via de pers, met een promofilm op seminaries en via de lancering van de website www.locdevlinder.be in de Boslandhuisstijl. Op 19 mei 2015 zal ANB een groensafari organiseren voor professionals, met als centraal thema het duurzaam vergroenen van bedrijventerreinen. Naast het focussen op bedrijven is in het voorjaar van 2015 tevens gestart met een vlindercampagne voor de bevolking, scholen en verenigingen van Lommel. Aan de hand van 5 doelstellingen (20.000 vlindercafés (nectarplanten), 100 vlindercrèches (tuinen), 500 insectenhotels, 1.000 vlindertekeningen en 200 vlinders-voor-één dag op het eindevenement van 28 juni 2015, zal de bevolking uitgedaagd worden om van Lommel de vlindervriendelijkste stad te maken. In het kader van de campagne is tevens een vlinderherkenningskaart opgemaakt door het projectbureau Bosland waarop alle vlinders staan die je in Bosland kan tegenkomen. Voor het project te coördineren, is in 2014 een projectcoördinator aangesteld (1 VTE). Aangezien het project bijdraagt tot ontsnippering (o.a. door heide te ontwikkelen op de bedrijventerreinen), volgt de RSP-coördinator het project mede op en is deze betrokken bij verschillende overlegmomenten.
31
In 2014 is tevens het project ‘2B Connect: bedrijven en biodiversiteit zorgen voor connectie’ ingediend voor Interreg V (Vlaanderen-Nederland). Het doel van het project is om de groene infrastructuur van verschillende bedrijventerreinen zo in te richten en te beheren dat zij de nabijgelegen Natura 2000gebieden versterken. Tijdens dit 3-jarig project wil men minstens 150 bedrijven vinden die mee willen bijdragen aan deze doelstelling. Door de gelijkaardige ervaringen van het vlinderproject in Lommel, is Bosland gevraagd om als casus mee in het project te stappen. In april 2015 werd bekend gemaakt dat het project geselecteerd is. Met deze middelen kan het vlinderproject, dat normaal in de zomer van 2015 afliep, verlengd en doorgetrokken worden tot heel Bosland, waaronder Nolimpark in Overpelt en het industriegebied in Hechtel-Eksel. 3.2.4.3 Maatheide In het noordwesten van Lommel heeft Sibelco enkele grote sites in eigendom waar aan zandontginning wordt gedaan. Deze ontginningen leiden tot enorme waterplassen, die een grote invloed hebben op het omgevende woongebied, maar ook op de natuur. Omwille van milieuvergunningen die over enkele jaren ten einde lopen, is i.h.k.v. de komende aanvraag tot hervergunning een MER in opmaak. In dit MER is een toekomstvisie van de ontginningsplassen opgesteld aan de hand van enkele nabestemmingsplannen op korte (4-6 jaar) en lange (20-25 jaar) termijn. Bij de opmaak van deze nabestemmingsplannen heeft Sibelco zich gebaseerd op het recent opgemaakt beeldkwaliteitsplan van Lommel, waarin de ruimtelijke kwaliteiten en visies in zijn opgenomen. Daarnaast is ook rekening gehouden met de belangrijke verbindingsfunctie van het gebied. Maatheide valt namelijk binnen de provinciale open ruimteverbinding en droge natuurverbinding tussen Kattenbosserheide en Zeven Heerlijkheden via Hoge Maatheide. Ook in het ontsnipperingsplan van Bosland is het gebied opgenomen als belangrijke noord-zuidverbinding tussen Waaltjesbos en de bos- en heidegebieden van Antwerpen en Nederland. Door het belang van de nabestemmingsplannen voor het ontsnipperingsplan, was de RSP-coördinator betrokken bij de overlegmomenten. Op 4 november 2014 werden de plannen voorgesteld aan het beleid van stad Lommel. Daarnaast was er op 27 november een bilateraal overleg met Sibelco, stad Lommel, ANB en LNE, waarbij de nabestemmingsplannen meer in detail werden besproken. In december vond tevens een infosessie plaats voor de omwonenden en andere betrokkenen van het gebied, met mogelijkheid tot het stellen van vragen en het aanreiken van ideeën.
32
Hoofdstuk 4: Participatie, sensibilisatie en communicatie Het ruimtelijk strategisch project Bosland wil de (lokale) bevolking overtuigen van het unieke karakter van het uitgestrekt natuurgebied en van de kansen die Bosland biedt voor de regio. Door het gebied beleefbaar te maken en de mensen te betrekken bij de ontwikkeling ervan, wordt Bosland als project bevattelijk en bereikbaar gemaakt. Hiervoor is het belangrijk om vanuit het partnership ook te investeren in eenduidige communicatie en herkenbaarheid op het terrein. Op deze manier hopen de partners de mensen ook aan te zetten tot eigen initiatief. De initiatieven rond participatie en communicatie worden voornamelijk gerealiseerd door de andere coördinatoren van Bosland (zie 3.1.6). De RSP-coördinator neemt initiatief in geval deze acties kaderen binnen de ruimtelijke projecten en geeft ondersteuning bij andere initiatieven.
4.1 Participatiemodel De organisatorische structuur van Bosland bestaat uit een evenwaardig drieluik (zie 1.2) van waaruit verschillende thematisch en projectmatige werkgroepen geïnitieerd worden. Deze structuur staat in voor de participatie, consultatie en betrokkenheid van de bevoegde instanties op gewestelijk en provinciaal niveau, alsook van alle lokale belanghebbenden (omwonenden, gebruikers, natuurliefhebbers ,… ) bij het project Bosland. In het rechterluik bestaat de ecologische kamer uit lokale natuurliefhebbers uit Bosland, versterkt met specialisten uit heel Limburg. Deze kamer is gericht op inventarisatie en monitoring van de natuurwaarden, kennisuitwisseling, uittekenen van natuurgerichte beheermaatregelen en beheerevaluatie. De deelnemers aan deze kamer stellen zich tevens ter beschikking voor de begeleiding van educatieve beheeracties en de begeleiding van wandelingen. De ecologische kamer werd voorheen enkel vorm gegeven door de organisatie van het Platform fauna en flora. Tijdens dit infomoment worden de natuurliefhebbers op de hoogte gebracht van alle lopende natuurprojecten binnen Bosland. Op het vorige platform van 26 februari 2015 werd o.a. het ontsnipperingsplan door de RSP-coördinator voorgesteld. Andere voordrachten waren het vlinderproject (Groen in de stad), het life+ project ‘Together’, landschapsbeheerplan Hobos, algemene beheerwerken van het ANB, enz. Na overleg met de natuurverenigingen werd de nood aan een splitsing van informeren en discussiëren op het platform aangekaart. Er werd afgesproken dat er naast het platform nog twee extra overlegvormen werden opgericht. Op het eerste extra overleg, namelijk het afstemmingsoverleg, worden dossiers besproken met de voorzitters en de secretarissen van de natuurverenigingen. Op 23 april 2015 vond het eerste afstemmingsoverleg plaats en werd o.a. het ontsnipperingsplan besproken. Door de RSP-coördinator werd er aan de natuurverenigingen meegedeeld welke stappen ondertussen zijn ondernomen, werd gevraagd welke acties zij essentieel vinden op korte termijn en werd advies gevraagd over bepaalde acties. Het tweede soort overleg, namelijk het dossierspecifiek overleg, dient ervoor dat de expertise van de verenigingen en eventueel externe specialisten gevraagd wordt over één bepaald dossier. In het voorbije half jaar vond er nog geen dossierspecifiek overleg plaats. Met deze drie verschillende overlegvormen wordt het participatief gegeven van de natuurverenigingen en de natuurliefhebbers in het ecologisch aspect van Bosland vergroot. De sociale en economische kamers zullen een verdere uitwerking kennen in 2015, wat op dit moment wordt opgenomen door de coördinator Participatie en coördinator PPS.
4.2 Een herkenbare Boslandstijl 4.2.1 Communicatielijnen Om de naambekendheid van Bosland te verhogen is het belangrijk om eenduidige communicatie en producten voor Bosland te ontwikkelen, die afgestemd zijn op de beoogde doelgroepen. De opmaak van een praktisch communicatie- en marketingplan voor Bosland diende zich dan ook aan en in 2014 werd hiertoe een opdracht gegund aan het communicatiebureau Connect voor een bedrag van 51.013,60 euro incl. BTW. Deze opdracht kadert in het LSM-dossier van Bosland. Het doel van de opdracht is driedelig, waarbij de nadruk ligt op de opmaak van een praktisch communicatie- en marketingplan voor Bosland. In een eerste fase werd een beperkt participatietraject opgezet waarin verschillende belangengroepen en stakeholders binnen Bosland gehoord werden. 33
Vervolgens werd in een tweede fase aan de hand van de hierbij verzamelde input een strategie voor Bosland uitgetekend. In een laatste en derde fase wordt een flexibel marketingplan voor Bosland uitgewerkt. De opdracht is in de afrondingsfase en zal in het voorjaar van 2015 opgeleverd worden. 4.2.2 Beeldkwaliteitsplan De samenhang en herkenbaarheid van Bosland wordt bovendien verder gerealiseerd door het verhogen van de zichtbaarheid van Bosland op terrein in de publieke ruimte. Bosland wil de eigen huisstijl uitwerken voor terreininfrastructuren, zoals infoborden, picknicktafels en zitbanken. De opdracht omtrent het beeldkwaliteitsplan werd in april 2013 gegund aan het bureau Bailleul voor de prijs van 452.065 euro incl. BTW. De implementatie van het beeldkwaliteitsplan wordt begeleid door een stuurgroep met afgevaardigden van de 6 partners. In 2014 werden de technische tekeningen voor de infrastructuur goedgekeurd en werd gestart met de implementatie van fase 1. In deze eerste fase werd een eerste deel van de recreatieve huisstijl geplaatst over het volledige grondgebied, zijnde de picknicktafels, infoborden en zitbanken. In het voorjaar van 2015 wordt gestart met fase 2, namelijk de implementatie van de nevenonthalen, de hoofdonthalen en de grensborden.
4.3 Ontwikkeling communicatiedragers 4.3.1 Masterplan en jaarverslag Bosland maakt in zijn communicatie gebruik van diverse communicatiedragers die ontwikkeld en gerealiseerd worden volgens de herkenbare huisstijl van Bosland. Het Masterplan Bosland 20122020, uitdagingen voor de toekomst, werd op 17 juni 2012 publiekelijk gelanceerd. Het masterplan is online ter beschikking gesteld via de website van Bosland. Daarenboven wordt er elk jaar een jaarverslag Bosland opgemaakt. In tegenstelling tot eerdere jaren werd in 2013 door het beheercomité beslist om het jaarverslag voortaan enkel digitaal ter beschikking te stellen. Alle jaarverslagen zijn digitaal beschikbaar onder de categorie publicaties op de website www.bosland.be. 4.3.2 Nieuwsbrieven Bosland maakt jaarlijks twee nieuwsbrieven op, namelijk een zomer-editie en een herfst-editie. De nieuwsbrief wordt huis-aan-huis bedeeld bij meer dan 27.000 huishoudens in Hechtel-Eksel, Overpelt en Lommel om hen te informeren omtrent de vorderingen en activiteiten binnen Bosland. Aangezien kinderen een belangrijke doelgroep vormen van het project, wordt aan elke nieuwsbrief telkens een kinderpagina toegevoegd. Na een gunningsprocedure betreffende de redactie, grafische vormgeving, druk en bedeling van 4 nummers werd de opdracht in februari 2014 gegund aan Impuls communicatie. In het communicatieplan (zie 4.2.1) wordt vooropgesteld om de nieuwsbrieven nog meer kindgerichter op te stellen. Er wordt voorgesteld om de rollen om te draaien, namelijk om de nieuwsbrief op kinderniveau te schrijven en 1 volwassenpagina toe te voegen. Deze wijzigingen zullen vermoedelijk pas in de volgende aanbesteding tot uiting komen, maar het bureau Impuls wil alleszins binnen de huidige opdracht enkele kindgerichte aanpassingen doen. 4.3.3 Website Doordat de oude website (d.d. 2010) te beperkt was qua mogelijkheden en flexibiliteit, en om de website meer af te stemmen op de werking van Bosland, werd in 2013 een opdracht gegund aan Inventis voor de opmaak van een meer uitgebreide en vernieuwde Boslandwebsite. De url www.bosland.be werd echter behouden. De vernieuwde website werd voorzien van een frissere look en interactieve kaart, uitgebreide zoekmogelijkheden, speciale pagina’s voor de schatzoektochten en een partnergedeelte met login. Het partnergedeelte bevat een beeldenbank dat voor alle Boslandmedewerkers van de verschillende partners toegankelijk is. De documenten (verslagen, huisstijlelementen, rapporten) kunnen hier geraadpleegd of gedownload worden. Van zodra het SMART-actieplan (zie 2.2) afgerond is, zal ook deze op de website gezet worden om geraadpleegd te kunnen worden door de Boslandmedewerkers. De nieuwe website is gelanceerd op 25 maart 2014, net voor de lancering van de nieuwe schatzoektochten. Speciaal voor dit nieuw product werden aparte pagina’s ontwikkeld, waarbij de
34
foto’s met de schatkisten door de bezoekers opgeladen kunnen worden in de eregalerij van de schattenjagers. Op één jaar tijd (van 25/03/2014 tot 25/03/2015) werd de website 30.771 keer bezocht door 23.416 unieke bezoekers, dat zijn gemiddeld 84 bezoekers per dag. Uit de statistieken van de bezoekersaantallen is te zien dat vanaf april het aantal bezoeken stijgt en een piek vertoont in het najaar (september tot november). 4.3.4 Social media Bosland kiest in de sociale media voor het platform Facebook om de volgers meteen op de hoogte te brengen van gebeurtenissen die op de agenda staan. Daarnaast worden er geregeld berichten gepost over de reeds afgelopen activiteiten met sprekende foto’s. Door de frequentie van berichten in 2015 te verhogen, hopen we op een toename in volgers en bekendheid van Bosland. Momenteel vinden een kleine 400 personen Bosland leuk op Facebook. 4.3.5 Fotodatabank Bosland Om de verschillende doelgroepen in de 4 verschillende seizoenen in Bosland in beeld te brengen, is een fotografieopdracht uitbesteed. De opdracht werd in 2014 opgeleverd, waarbij er 240 foto’s werden aangekocht bij Creative Nature. De foto’s worden op regelmatige basis door de partners gebruikt voor promotie en worden opgenomen in publicaties. Het fotomateriaal kan door de partners geraadpleegd worden via de website van Bosland. 4.3.6 Promotiefilmpjes Bosland Bosland lanceerde in 2014 vier promotiefilmpjes. Cameleon TV schetste een sprookjesachtig beeld van wat Bosland te bieden heeft. De filmpjes zijn te bekijken via de websites van Bosland en de drie Boslandgemeenten, via Youtube en via de sociale mediakanalen van Bosland en de verschillende partners.
4.4 Productontwikkeling 4.4.1 Toeristisch-recreatieve producten 4.4.1.1 Schatzoektochten De schatzoektochten zijn nieuwe kindvriendelijke Boslandproducten en worden inhoudelijk gelinkt aan de drie thema’s van Bosland: De boom in, Terug naar de wortels en Bijt in het zand. De verhaallijnen en uitwerking zijn van de hand van Leen Raats, de illustraties zijn van kinderboeken-illustrator Frank Daenen. De schatzoektochten vormen een belangrijk hulpmiddel bij het realiseren van de Boslandmissie: het tot stand brengen van het grootste, meest kindvriendelijke bos van Vlaanderen waar biodiversiteit, duurzaam beheer, erfgoedbehoud en participatie hand in hand gaan met recreatie en toerisme. In Hechtel-Eksel gaan de kinderen in het gebied In den brand op zoek naar de superkrachten van Tommy Twijgman. Het verhaal vertelt over speciale kenmerken van bv. de nachtzwaluw, de mossen of korstmossen,… Op een leuke manier leren de kinderen zoeken naar sporen van de specht en leren ze aandachtiger kijken naar de kleine, maar bijzondere plantjes die in het gebied groeien. Wenke Wortel is een nieuwsgierig meisje uit Overpelt dat in Heesakkerpark op zoek gaat naar het geheim van haar familie. Op een leuke manier leren de kinderen in dit gebied iets over de geschiedenis van Overpelt en omstreken. Kapitein Korrel is een ervaren zeeman. De kist met de schatten uit zijn wereldreizen bewaart hij in de Lommelse Sahara. Als de kist verdwenen blijkt te zijn, verdenkt de kapitein de bewoners van de Sahara van diefstal. Op een grappige manier leren de kinderen de bewoners van de Lommelse Sahara kennen. Na het volbrengen van de missie brengt een zoektocht met kompas de kinderen tot bij de verloren schat in de schatkist. Op de schatzoektochten-pagina de Boslandwebsite kunnen ze tevens een beloning downloaden via een code die ze in de schatkisten ontdekken. De pakketjes met de drie
35
boekjes kunnen in de toeristische kantoren van Hechtel-Eksel, Lommel of Overpelt aangekocht worden. Voor 6 euro krijg je de drie boekjes boordevol avontuur, een kompas, een Boslandpotlood en natuurlijk de sleutel tot de schatkisten. De schatzoektochten werden zeer positief onthaald en de voorraad van de eerste 500 exemplaren was al tegen het einde 2014 uitgeput. Eind 2014 is er dan ook beslist om de schatzoektochten nog te verbeteren en te herdrukken. 4.4.1.2 Wandelroutes en kaarten In 2014 werden de startborden van de 8 Bosland-wandelgebieden aangepast aan de nieuwe Bosland huisstijl. De laatste (Dommelvallei, Holven-’t Plat en Kattenbos) werden in het voorjaar van 2015 aangepast. De wandelkaarten van Heuvelse Heide, Blauwe Kei en Sahara werden aangepast aan de nieuwe huisstijl van Bosland. Bij Heuvelse heide werd het blote voetenpad, in overleg met de stad Lommel, geschrapt. In de Sahara werden de routes herlegd en werden belevingselementen toegevoegd. 4.4.1.3 Wandelknooppuntennetwerk Op dit moment lopen er heel wat wandelroutes van verschillende afstanden doorheen Bosland. In de omliggende streken (Antwerpse Kempen en Brabantse Kempen (Nederland)) bestaan er echter wandelroutenetwerken, gelijkaardig aan het fietsroutenetwerk. Het zou interessant zijn om de bestaande routes van Bosland aan te kunnen sluiten op deze wandelroutenetwerken. Daarom heeft Bosland aan het Regionaal Landschap Lage Kempen de opdracht gegeven om de haalbaarheid van dergelijk wandelknooppuntennetwerk in Bosland te onderzoeken. In het kader van dit onderzoek wordt navraag gedaan bij de Brabantse en Antwerpse Kempen. 4.4.1.4 Ontdekkingskaart Bosland Er is een ontdekkingskaart opgesteld met een duidelijk overzicht van de belangrijkste landschappelijke, ecologisch en recreatieve troeven van Bosland. De Nederlandstalige versie van deze kaart zit zo goed als door de voorraad heen. Momenteel wordt een herziening toegepast, daar er heel wat nieuwe initiatieven zijn opgestart in Bosland. De nieuwe kaarten zullen in mei gedrukt worden. Aangezien er nog veel anderstalige (Engelse, Franse en Duitse) kaarten op voorraad zijn, zullen hiervan voorlopig geen nieuwe gedrukt worden. 4.4.1.5 Kinderbelevingsroutes Om Bosland verder uit te bouwen tot een kindvriendelijk avonturenbos werd het studiebureau FocusID aangesteld voor de conceptontwikkeling van drie kinderbelevingsroutes, één in elke gemeente. In het Pijnven worden een klim- en klauterparcours en een reuzegrote eikel geplaatst, in Overpelt elementen die refereren naar de ‘Terug naar de wortels’ (zowel letterlijk als figuurlijk) en in Lommel een gladde slang waarin geklommen kan worden en een boomleeuwerik als kabelbaan. In december 2014 werd de opdracht voor de realisatie van de kinderbelevingsroutes gegund aan de firma Derriks nv met firma TVB in onderaanneming. In het voorjaar van 2015 worden de toestellen geplaatst. 4.4.1.6 Uitkijktoren Bosland Zoals aangehaald in 3.2.1.1, is op 1 april 2015 de nieuwe uitkijktoren van Bosland officieel geopend. e Deze 30 meter hoge toren die een prachtig uitzicht biedt op de Sahara, situeert zich nabij het 3 platform Park de Soeverein en maakt onderdeel uit van de poort Bosland. Het ontwerp van de uitkijktoren is gebaseerd op de Sahara, waarbij de zware touwen rond de toren de glooiende landduinen kenmerken. De toren bestaat uit 3 platforms, waarvan de laagste tevens toegankelijk is voor andersvaliden. Het project werd gefinancierd met LSM-middelen Bosland voor Lommel. 4.4.1.7 Bostheater In het kader van landinrichtingsproject ‘Grote Netegebied – de open ruimte tussen Hechtel en Eksel’ is een bostheater ontworpen door Land-artkunstenaar Will Beckers. De uitvoering door de kunstenaar is
36
gestart in het voorjaar van 2015 en wordt gerealiseerd met levend materiaal van de aanwezige bossen. De opening van het theater wordt verwacht in de zomer van 2015. 4.4.1.8 Inrichting speelzones voor kinderen In Bosland zijn er reeds verschillende speelzones voor kinderen aanwezig. Er zullen binnen Overpelt vijf speelzones worden (her)ingericht. Drie kleine bestaande speelzones (in het bos in OverpeltFabriek (Duinenstraat), in de bossen van Holheide (Jeneverbesstraat-Esstraat) en in Heesakkerheide (achter het Molenmuseum) worden opgewaardeerd door het plaatsen van een infobord met een nog te bepalen leuke naam en een plannetje van het bos (eventueel aangevuld met een picknickbank en een fietsrek). Hetzelfde gebeurt met de grote speelzone aan het Scouts- en Gidsenverblijf De Winner. Deze borden werden, in uitvoering van het beeldkwaliteitsplan, in het najaar van 2014 geplaatst en worden in het voorjaar van 2015 gefinaliseerd (voorzien van de infosticker). Daarnaast wordt er een nieuwe speelzone ingericht op de voormalige bloemenweide van Heesakkerheide. De uitbouw van de beide speelzones in Heesakkerheide kaderen in de uitvoering van het Harmonisch Park- en Groenbeheerplan (HPG). In 2014 werd de Firma Buur aangesteld voor het ontwerp en de realisatie van de speelzone op de bloemenweide en aansluitend bos in Heesakkerheide. Het budget werd opgetrokken naar 73.500 euro incl. BTW (63.500 euro via LSM en 10.000 euro via gemeentebudget). Eind 2014 werd de vergunningsaanvraag bij Ruimte Vlaanderen ingediend. De opening wordt eind juni 2015 voorzien. 4.4.1.9 Hangmat uitleendienst In de zomer van 2012 lanceerde Toerisme Lommel in samenwerking met Regionaal Landschap Lage Kempen het initiatief om hangmatten uit te lenen in Bosland, meer bepaald in de Sahara. Bezoekers aan dit wandelgebied kunnen een gratis hangmat uitlenen aan de balie van de Soeverein om te ‘dromen tussen de bomen’. Bosland maakt hiermee één van zijn ambities waar: wandelaars op een duurzame manier laten genieten van de natuur. Het gaat om kleurrijke fairtrade hangmatten die samen met de bevestigingskoorden opgeborgen zitten in een Bosland rugzak. Ook wordt een gebruiksaanwijzing bijgevoegd waarop staat aangeduid waar de beste plekken zijn om even uit te rusten tijdens de wandeling. In totaal zijn er 12 hangmatten en 1 babyhangmat aanwezig, die kunnen uitgeleend worden in ruil voor een identiteitskaart of een borg van 50 euro. In 2014 werd er 79 keer een hangmat uitgeleend, zonder extra promotie buiten de websites (Bosland, Toerisme Lommel, Toerisme Limburg, RLLK) en toeristische gids Lommel.
4.5 Publieksactiviteiten en evenementen Naast de diverse publieke openingen die plaatsvinden in Bosland, ten gevolge van de realisatie van diverse producten die (in)direct de toeristisch-recreatieve beleving verhogen, vinden er ook publieksactiviteiten plaats die een educatieve, ecologische of wetenschappelijke insteek kennen (beleefbare natuur). Tenslotte worden in dit onderdeel eveneens de jaarlijks terugkerende publiekevenementen van Bosland aangehaald. 4.5.1 Educatieve activiteiten 4.5.1.1 Boslandwandelingen In 2014 werd er in samenwerking met de natuurverenigingen (Natuurpunt Noord-Limburg, Natuurpunt Hechtel-Eksel en werkgroep Isis vzw) maandelijks een wandeling georganiseerd in Bosland. Hierover werd door alle partijen gecommuniceerd onder de noemer ‘Boslandwandelingen’. Bij deze wandelingen werd er een duiding gemaakt of het al dan niet kindvriendelijk en/of rolstoel/buggytoegankelijk was. Elke wandeling heeft een eigen thema, zoals nachtzwaluwwandeling, wandeling in landduinen, paddenstoelenwandeling, mierenleeuwensafari, enz. Verschillende van deze wandelingen kende een groot succes met zelfs een maximum van 150 wandelaars. De samenwerking werd eind 2014 geëvalueerd door de recreatiewerkgroep, waarin het projectbureau van Bosland, de Boslandgemeenten en de natuurverenigingen in zetelen. Alle partijen waren tevreden over de samenwerking, waardoor is beslist om deze voort te zetten in 2015.
37
Dit jaar zal er tevens een gidsenwerkgroep opgestart worden, waarbij de verschillende gidsen en natuurverenigingen samen werken aan een ‘Boslandopleiding’ voor gidsen. De gidsenwerkgroep zal ook bijkomende wandelingen organiseren. 4.5.1.2 Educatieve pakketten ‘Vegers voor vlinders’ en ‘Op zoek naar de geitenmelker’ In het educatief pakket ‘Vegers voor vlinders’ voor lagere scholen worden verschillende aspecten van het heide- en stuifduinlandschap op een aangename manier aan kinderen bijgebracht. De geschiedenis en het ontstaan van het landschap komen aan bod, net als de typische soorten (enkele adoptiesoorten, gelinkt aan heidegebieden) en het huidige natuurbeheer. Het educatief pakket bestaat uit twee delen: een terreingedeelte waarbij de kinderen grote bulten van pijpenstrootje uitgraven en de wortels sorteren; en een gedeelte waar de kinderen eigenhandig de vegers maken en uitleg krijgen over heide, het beheer en de soorten. Het educatief pakket ‘Op zoek naar de geitenmelker’ voor het 4de en 5de leerjaar werd ontwikkeld door Tracing Nature en Werkgroep isis vzw. Vanuit het verhaal over Lei en de geitenmelker neemt de gids de kinderen mee op de heide waar ze het biotoop van de nachtzwaluw leren kennen. Het beheer van de heide komt aan bod, alsook de cultuurhistorie en de specifieke eigenschappen van de nachtzwaluw. Het beheercomité Bosland besliste om deze educatieve pakketten voor 100% te financieren, waardoor beide pakketten gratis aangeboden konden worden aan de scholen binnen Bosland. In 2014 gingen in totaal 7 klassen uit verschillende scholen op het voorstel in. Via deze educatieve actie werden 305 leerlingen bereikt. 4.5.2 Boslandevenementen 4.5.2.1 Film in het bos Iedere zomer trekt Bos+ samen met de Gezinsbond en tal van lokale partners het bos in voor een heuse ‘Film in het Bos’-tournee. Al meerdere jaren achtereen wordt het evenement in één van de Boslandgemeenten georganiseerd. Het laatste evenement dateert van 30 augustus 2014, waarbij de film ‘De Lorax’ werd vertoond in het park Heesakkerheide te Overpelt. Ondanks het slechte weer trok de film zo’n 60 toeschouwers. 4.5.2.2 Week van het bos De Week van het Bos werd in 2014 gekoppeld aan de herdenking van WO1. In het kader van dit thema werkte de gemeente Hechtel-Eksel samen met ANB een gepast programma voor de Boslandse activiteit uit. Aan de hand van verschillende activiteiten kregen de bezoekers een beeld van het leven zoals het 100 jaar geleden was. Het boeiende programma, de prachtige omgeving van het Pijnven en de stralende najaarszon zorgde op 12 oktober voor een grote opkomst bij het startevenement van de Week van het Bos. Zo’n 700 bezoekers genoten met volle teugen van het evenement. Er zijn vele stropoppetjes geknutseld, heggefluitjes gemaakt, ritjes op trekpaarden gereden, nostalgische foto’s genomen en boekweitpannenkoeken gegeten. 4.5.3 Wetenschap 4.5.3.1 Bezoek FORBIO aan Bosland De jaarlijkse FORBIO bijeenkomst ging dit jaar door in het Pijnven (Bosland) waar het recentste van drie wetenschappelijke proefvelden gelegen is. Met het FORBIO project wil men beter begrijpen wat het belang is van boomsoortendiversiteit voor het functioneren van bossen en voor de diensten die zij leveren. Met bijna 90.000 aangeplante bomen is dit Belgische project van UGent, KU Leuven en UCL één van de grootste biodiversiteitonderzoeken in bossen ter wereld.
4.6 Persberichten Hieronder een aantal publicaties aangaande Bosland sinds het ruimtelijk strategisch project Bosland 2.0 van start ging:
38
02/11/2014 Eén Groenland: Boswachter Eddy Ulenaers laat Bartel Van Riet kennismaken met de mooiste ruiterroutes van Bosland 15/11/2015 Eén Vlaanderen Vakantieland: Weekend weg in de Limburgse Kempen (wandeling in In den Brand met boswachter Eddy Ulenaers) 03/12/2015 Het Belang van Limburg Bouw opvallende uitkijktoren in de Sahara gestart 17/01/2015 Het Belang van Limburg Sociale tewerkstelling en trekpaarden doen onderhoud van Bosland 26/01/2015 TVL Proef met wilddetectiesysteem in Bosland 27/01/2015 Het Belang van Limburg Wegen en Verkeer onderzoekt detectiesysteem voor overstekend wild 29/01/2015 Het Belang van Limburg Vuilbakken weg om sluikstorten tegen te gaan 27/02/2015 Het Belang van Limburg Wilddetectiesysteem wordt in Bosland getest 07/03/2015 Het Belang van Limburg Veiliger Bosland voor mens en dier door ecoducten en –tunnels 13/03/2015 Het Belang van Limburg Twee losloopzones voor honden in Sahara 02/04/2015 Het Belang van Limburg Toren op Sahara ingehuldigd 13/04/2015 Het Belang van Limburg Voor 145.000 euro nieuwe speeltoestellen in Bosland
39
Bosland volgens het gewestplan:
40