Voortgangsrapport 1: juli 2015 Landschap in Actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol), loont!
Strategisch project: RP 2.71/00004/055.19
Inhoud Voortgangsrapport 1: juli 2015 ............................................................................... 1 1.
Leerproces ..................................................................................................... 4
1.1. Ecosysteemdiensten en de kracht van kaarten ................................................ 4 1.2. Keuzes maken ............................................................................................. 5 2.
Partnerschap en lokaal draagvlak ...................................................................... 6
2.1. Projectpartners ............................................................................................ 6 2.1.1.
Gemeente Meerhout ............................................................................. 6
2.1.1.
Stad Geel............................................................................................ 7
2.1.2.
Gemeente Mol ..................................................................................... 8
2.1.3.
Gemeente Balen .................................................................................. 8
2.1.4.
Vzw Bosgroep Zuiderkempen ................................................................ 8
2.1.5.
Vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete ....................................... 8
2.1.6.
Kempens Landschap vzw ...................................................................... 8
2.1.7.
Vzw Rurant ......................................................................................... 8
2.1.8.
Vzw Toerisme Provincie Antwerpen ........................................................ 8
2.1.9.
Natuurpunt ......................................................................................... 9
2.1.10. k.ERF ................................................................................................. 9 2.2. Hefboomeffect: toelichting en overleg over het concept ecosysteemdiensten en de kansen op ruimtelijk vlak ..................................................................................... 9 2.2.1.
Interne contacten binnen de provincie Antwerpen .................................... 9
2.2.2. Externe contacten: Studiedagen, netwerkmomenten, overleg met bestaande processen en andere actoren in het gebied.......................................................... 9 2.3. Antenne met dossier ecosysteemdiensten ......................................................11 3.
Deelprojecten ................................................................................................12
3.1. Bossen ......................................................................................................12 3.1.1.
Heidehuizen .......................................................................................12
3.1.2.
Scherpenbergen-De Hutten ..................................................................12
3.2. Biodiva ......................................................................................................12 3.3. Groene infrastructuur en recreatie ................................................................13 3.3.1.
Landschap en verhalen ........................................................................13
3.3.2.
Gastheerschap ...................................................................................14
3.3.3.
Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud ..........................................14
3.3.4.
Trage wegennetwerk ...........................................................................14
3.4. Ruimtelijk structuurplan Geel .......................................................................16 3.5. Grote Netewoud en scenario’s ......................................................................16 3.6. Bodem ......................................................................................................16 4.
Grondbeleid ..................................................................................................18
5.
Vervolg .........................................................................................................20
5.1. Indicatieve timing .......................................................................................20 5.2. Taakverdeling ............................................................................................21 6.
Budget .........................................................................................................21
6.1. Gemaakte kosten........................................................................................21 6.1.1.
Personeelskosten ................................................................................21
6.1.2.
Werkingskosten ..................................................................................21
1. Leerproces 1.1.
Ecosysteemdiensten en de kracht van kaarten
De ecosysteemdienstenkaarten tonen de mogelijkheden op schaal van een landschap, ze laten ook vergelijkingen toe tussen verschillende deelgebieden. Vergelijkbare kaarten zoals opgemaakt voor de landduinenregio worden nu ook voor Vlaanderen opgesteld binnen het kader van het project Ecoplan en het Natuurrapport 2014 (NARA). Kort gesteld kunnen ze gebruikt worden bij alle processen in de ruimtelijk ontwikkeling. Ze hebben daarbij niet de ambitie om kant en klare gebiedsvisies aan te leveren. Wel om inspiratie en informatie te geven bij het ontwikkelen van die gebiedsvisies. Ze spelen in op een behoefte aan betere, gemakkelijk toegankelijke informatie heel vroeg in ruimtelijke processen. Omdat ze beschikbaar zijn in kaartformaat geven ze bovendien gemakkelijk een overzicht, kunnen ze naast elkaar worden gelegd en vergeleken. Zo zorgen ze voor inspiratie bij ruimtelijke processen. De informatie weergegeven op de kaarten is het resultaat van wetenschappelijk onderzoek dat nu gemakkelijk toegankelijk en op één locatie beschikbaar is. Ecosysteemdiensten kunnen op verschillende manieren worden ingezet. Als inspiratie, heel vroeg in het planningsproces. De kaarten bevatten een schat aan informatie en helpen om de basisinformatie over een bepaald (deel)gebied snel te screenen. Bij voorbeeld de herziening van het RSP in Geel helpen ze om tijdens de eerste verkenning in te schatten welke potenties een gebied heeft, en hoe die potenties zich verhouden tot de rest van de stad. Bv: potenties voor voedselproductie, houtproductie, waterretentie, waterinfiltratie, vraag naar groen,… Deze inzichten worden meegenomen in het verdere proces van de herziening. De uiteindelijke keuzes worden binnen de klassieke processen gemaakt. Daarnaast laten de kaarten ook zien dat een bepaald landgebruik, op een verschillende plaats in het landschap en afhankelijk van de karakteristieken (bodem, grondwater, ligging in het landschap,…) heel andere ecosysteemdiensten kan generen. Door een juiste inplanting kan eenzelfde maatregel meer of andere effecten hebben. Bij voorbeeld. door een scenario te maken waarin een hele zoekzone een bepaald fictief landgebruik krijgt, lichten deelgebieden op waar dit type landgebruik meer ecosysteemdiensten kan generen dan in een ander deelgebied. Ook een verschillend beheer kan effecten hebben. Ecosysteemdiensten laten ook toe om de verschillende functies van een perceel of zone te duiden. Zo wordt de gevoelsmatige keuze die bijvoorbeeld boseigenaars moeten maken tussen naaldhout en loofhout objectiever. Door ze al vroeg te informeren over welke andere functies hun bosperceel ook kan hebben, kunnen ze een beter gefundeerde keuze maken. Het blijkt dat ze ook bereid zijn om diensten voor het algemeen belang (afvang fijn stof, koolstofopslag) boven hun eigen belang (houtproductie) te stellen. Ecosysteemdiensten zijn erg geschikt om de blik te verruimen en ook de andere potenties te zien van een bepaald gebied. Maar ook om te laten zien dat een deelgebied steeds past binnen een groter kader. Er komt duidelijkheid dat een eigendom, deelgebied, … deel uitmaakt van een groter geheel en dat er kansen zijn om diensten te leveren die misschien niet direct zichtbaar zijn, maar zo wel zichtbaar worden gemaakt. Ze kunnen in die zin ook gebruikt worden als overtuigingsmiddel.
Voortgangsrapport 1: Blz. 4 Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
De websites www.ecosysteemdiensten.be en https://data.inbo.be/ecosysteemdiensten/ verenigen informatie in een geoloket, die daarvoor enkel beschikbaar was in wetenschappelijke publicaties. Bovendien moest er dan al een grote gebiedskennis zijn. Pas als je weet welk bodemtype en grondwaterdiepte er is op een bepaalde locatie kan de link worden gelegd met kansen voor een bepaalde ecosysteemdienst. De kaarten hebben de kans om uit te groeien tot een volwaardig naslagwerk. Ze zorgen ervoor dat ruimtelijke keuzes objectiever worden. Zo kan er veel sneller worden gesproken over de concrete keuzes die moeten worden gemaakt en kan er een objectieve afweging worden gemaakt. De discussie verschuift zo van een gepolariseerde, gevoelsmatige discussie naar een concrete afweging van verschillende diensten. Verschillende partners en sectoren kunnen dankzij ecosysteemdiensten dezelfde taal gebruiken waardoor sneller een constructief gesprek mogelijk is.
1.2.
Keuzes maken
In de eerste zes maanden van dit project hebben we, binnen de krijtlijnen van de beoogde projectdoelstellingen, keuzes moeten maken. We hebben voor de landduinenregio de beschikking over de ecosysteemdienstenkaarten opgemaakt door de UA en de kennis van zowel UA en INBO. Hun expertise en modellen werden gebruikt binnen het proces van de Volsbergenbossen. En met succes. Daarnaast staan de berekeningen niet stil en blijven zowel het INBO als Ecoplan de modellen waarmee de kaarten worden opgemaakt, verfijnen. Bovendien zal Ecoplan tools ontwikkelen waarmee aan de slag kan worden gegaan in ruimtelijke processen in heel Vlaanderen. Wij hebben nu al de kans om met de ecosysteemdiensten concreet aan de slag te gaan tijdens verschillende lopende processen in de ruimtelijke ontwikkeling van de landduinenregio. Zo kunnen we ervaring opdoen, die we daarna zouden kunnen gebruiken in andere regio’s en delen met tal van andere diensten die ook ruimtelijke keuzes maken. Dat gaat van ruimtelijk planners over land- en natuurinrichtingsprojecten van VLM en ANB naar bosgroepen en hun bosbeheerplannen. Om onze kennis ook te kunnen delen buiten de landduinenregio zal er eerst verkend worden in hoeverre de kaarten die voor heel Vlaanderen beschikbaar zullen komen, kunnen worden gebruikt. Daarbij gaan we uit van de veronderstelling dat als wij zelf aan de slag kunnen met deze berekeningen in GIS, andere administraties dit ook kunnen. Onze hoofddoelstelling blijven de pilootprojecten binnen de landduinenregio. We willen de ruimtelijke keuzes die daar worden gemaakt beter gefundeerd en goed doordacht maken door het gebruik van ecosysteemdiensten. De voorkeur gaat uit naar bestaande processen. Enerzijds om de plan- en vergaderlast niet te vergroten en anderzijds om zo tijd te winnen om in meer projecten te kunnen experimenteren. Daarnaast willen we ook ambassadeurs worden van ecosysteemdiensten. Of we dat doen door te vertellen hoe wij het hebben aangepakt of dat we echt een handleiding of tool zullen kunnen ontwikkelen? Dat zal bepaald worden door de ervaring die we gaandeweg opdoen en de signalen die we krijgen van onze partners. Een kort overzicht van de ambassadeurswerking tot op heden staat verder in dit rapport.
Voortgangsrapport 1: Blz. 5 Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
2. Partnerschap en lokaal draagvlak 2.1.
Projectpartners
Er wordt gezocht naar een evenwicht tussen de verschillende partners en de spreiding van de projecten. Hoewel ecosysteemdiensten de verbindende factor zijn, zit er heel wat differentiatie binnen de verschillende deelprojecten en heel wat verschil in de werkvelden van onze verschillende partners. Het overleg in dit eerste half jaar was dan ook vooral met elke partner afzonderlijk om zo het project te situeren en in alle openheid de mogelijke pilootprojecten te bespreken. Bij elke partner werd het volledige project gesitueerd maar werd er vooral gericht gesproken over die deelprojecten waar het project raakt aan het werkveld van de partner. In oktober 2015 zal de bestaande stuurgroep worden bijeengeroepen, eventueel aangevuld met Natuurpunt en k.ERF. De doelstelling is om de stand van zaken van het landduinenproject toe te lichten. Daarnaast zal er ook nog een bijeenkomst worden georganiseerd rond de mogelijkheden voor biomassa.
2.1.1.
Gemeente Meerhout
Op 11 maart 2015 werd een toelichting gegeven in Meerhout over het strategisch project en werd er gepolst naar geplande ruimtelijke processen en projecten waarvan er vanuit het strategisch project en ecosysteemdiensten een meerwaarde kan worden verwacht. Zowel de schepenen als de ambtenaren van stedenbouw en milieu namen deel aan dit overleg. Ook een vertegenwoordiger van Natuurpunt vzw was aanwezig. Volgende project ideeën werden tijdens de vergadering naar voren geschoven: 1. Nikelaan: In het drevenbeheerplan van de gemeente Meerhout zijn hier dreefbomen gepland. Maar de weg is overgedragen aan AWV die deze dreef niet wenst te realiseren. Een doorrekening van de positieve effecten van dreefbomen kan ze mogelijk overtuigen. 2. Bedrijven langs de Ambachtstraat en in de zone Molsebaan-Lil hebben een verplichting om een groenscherm aan te leggen maar dat is tot nu toe niet gebeurd. Via biodiva en informatie rond ecosysteemdiensten en een natuurlijke inrichting kunnen zij misschien overtuigd worden om dit scherm te realiseren. 3. Natuurpunt laat een ecohydrologische studie opmaken door het INBO. Beware nam hiervoor extra bodemstalen. 4. Reconstructie van de watermolen en mogelijkheden om elektriciteit te maken met het tweede wiel. Het is de enige mogelijkheid in de provincie Antwerpen om energie te winnen uit water. 5. Knelpunt: er is momenteel geen doorgang tussen de watermolen en de straalmolen, er zijn een aantal missing links waardoor wandelen niet gaat of niet regulier gaat. 6. Trage wegennetwerk: er wordt bekeken welke trage wegen eventueel terug worden opengesteld en waar prioriteit aan wordt gegeven. Mogelijk kan er ook bekeken worden langs welke trage wegen het zinvol zou zijn om ook bermen, bomenrijen of houtkanten een grote meerwaarde zouden bieden aan biodiversiteit. Voortgangsrapport 1: Blz. 6 Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
7. Rond de landbouwzone Verloren Schaap zijn geen projecten gepland, maar een student van het INBO bekijkt deze zone wel eens vanuit de ecosysteemdienstenbril zonder rekening te houden met randvoorwaarden. Afhankelijk van de resultaten hiervan zijn er eventueel mogelijkheden. 8. De watermolensite aan de Grote Nete heeft de potentie om een onthaalpoort te worden voor het gebied. Het staat te koop, maar de huidige eigenaar heeft een hoge vraagprijs en onderhandelen gaat moeizaam. 9. De gemeente Meerhout zal intern bekijken of er nog mogelijke pilootprojecten zijn.
2.1.1.
Stad Geel
Op 10 april 2015 werd in de stad Geel samen gezeten met Bart Julliams, schepen van ruimtelijke ordening, milieu, duurzaamheid, Yasmine Driesmans, Sectormanager stedelijke ontwikkeling en infrastructuur, Georg Klein, duurzaamheidsambtenaar, Dominique groenambtenaar, Rob Krabbenborg stedenbouwkundige herziening ruimtelijk structuurplan, Bart de Boel medewerker waterlopen en buurtwegen. Er werd een toelichting gegeven over het strategische project en er werd gepolst naar geplande ruimtelijke processen en projecten waarvan er vanuit het strategisch project en ecosysteemdiensten een meerwaarde kan worden verwacht. Stad Geel had volgende vragen en bedenkingen: 1. Stad Geel vraagt om het Regionaal landschap, Natuurpunt en het verhaal van het Grote Netewoud te betrekken bij dit project en hoe de verhoudingen zijn tussen de verschillende projecten. 2. Er is een grote vraag naar valorisatie van ecosysteemdiensten, het uitdrukken van diensten als geldbedrag. Bv. de waarde in euro van een boom in de stad. Binnen het strategisch project wordt er bewust gekozen om te werken met waarderingen i.p.v. geldbedragen. 3. Er wordt ook de vraag gesteld om recreatie ruimer te zien dan alleen natuurrecreatie. 4. Rond Geel-Bel is er een knelpunt met de uitgestippelde wandelroutes en het scheiden van verschillende vormen van recreatie (wandelen, fietsen, paarden,…). Ook in een aantal andere gebieden zijn er vragen rond toegankelijkheid. 5. Voor de realisaties in het boscomplex Maneshoeve heide moet gezocht worden naar compensatiegronden. 6. Trage wegennetwerk: aan het Regionaal landschap zal de opdracht gegeven worden om het trage wegennetwerk in kaart te brengen, dit zal gefaseerd gebeuren (per parochie). Er zijn mogelijkheden rond het vormen van corridors en het zoeken naar quick wins tussen beide. 7. Stad Geel werkt aan een gedeeltelijke herziening van het ruimtelijke structuurplan, ze vragen of de mogelijkheid bestaat om de ecosysteemdienstenkaarten in dit proces te gebruiken.
Voortgangsrapport 1: Blz. 7 Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
2.1.2.
Gemeente Mol
Op 25 juni 2015 werd zowel aan schepen Peter Van Rompaey als aan de stedenbouwkundig ambtenaar het project toegelicht. In Heidehuizen zal de bosgroep Zuiderkempen in het najaar van 2015 een bosbeheerplan opstellen met de private boseigenaars. De methodiek gebruikt in Volsbergenbossen zal hier opnieuw worden toegepast en zo worden getoetst. Verder is er vanuit de gemeente ook interesse in het trage wegennetwerk als dit een gebiedsdekkend project zou worden en in het gebruik van hout uit beheerresten als duurzame bron van energie.
2.1.3.
Gemeente Balen
Omwille van langdurige ziekte van de stedenbouwkundig ambtenaar was het niet mogelijk om ons te ontvangen en het project te komen voorstellen. Er waren wel contacten met schepenen Vincent Kolen en Zjeen Reynders. En op 9 juni 2015 was er een terreinbezoek aan de zone van de Molse Nete rond de mogelijkheden om het trage wegennetwerk verder uit te bouwen, zowel voor functionele verplaatsingen als in het kader van het project Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud. Ondertussen werd er een afspraak gemaakt om in september samen te zitten rond het Strategisch project.
2.1.4.
Vzw Bosgroep Zuiderkempen
Overleg met coördinator Jan Seynaeve op 22 januari 2015 over zijn ervaringen met de Volsbergenbossen en het gebruik van het concept van ecosysteemdiensten. Ook rond het verkennen van mogelijke vervolgprojecten. In het najaar van 2015 staat het bosgebied Heidehuizen op het programma. Er wordt afgesproken dat de methodologie gebruikt in de Volsbergenbossen nogmaals zal uitgetest worden in Heidehuizen en dat er daarna verder bekeken wordt hoe er nog kan worden samengewerkt.
2.1.5.
Vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete
Met het Regionaal landschap Kleine en Grote Nete werd op verschillende vlakken samengewerkt. Het Regionaal landschap heeft geholpen bij de opmaak van de verhalenfietsroute Sporen in het Zand. Daarnaast is er ook al overleg geweest rond het trage wegennetwerk in de regio. Ook bij het project Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud is het Regionaal Landschap betrokken.
2.1.6.
Kempens Landschap vzw
Kempens Landschap vzw was betrokken in het overleg rond de verwerving van de site van de watermolen. Gemeente Meerhout, ANB en Natuurpunt vzw zullen nu proberen om delen van de site te verwerven.
2.1.7.
Vzw Rurant
Op 10 april 2015 was er een kennismakingsronde en werd zowel de werking van Rurant voorgesteld als de doelstellingen van het strategisch project. Rond concrete gezamenlijke projecten zal er opnieuw contact worden opgenomen.
2.1.8.
Vzw Toerisme Provincie Antwerpen
Er was overleg met TPA in het kader van de verhalenfietsroute Sporen in het Zand en in het kader van het project Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud. Ook de lokale toeristische diensten werden betrokken in het uitstippelen van de fietsroute en het aanleveren van verhalen.
Voortgangsrapport 1: Blz. 8 Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
2.1.9.
Natuurpunt
Natuurpunt vzw heeft heel wat eigendommen in de regio en is er actief met het LIFE project. Vanuit LIFE wordt er aandacht gevraagd voor ecosysteemdiensten. Bovendien staat Natuurpunt voor de uitdaging om extra Europees habitat te creëren. Natuurpunt staat open voor het doorrekenen van een aantal scenario’s op basis van ecosysteemdiensten en het gebruiken hiervan als inspiratie voor hun aankoopbeleid en herinrichting of herinplanting binnen het gebied. Daarnaast zijn zij ook een belangrijke partner in het realiseren van een recreatief netwerk en het project Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud.
2.1.10.
k.ERF
Erfgoedcel k.ERF bezit een schat aan informatie rond het erfgoed in de streek en verhalen die leven in de streek. Ze ontpopten zich als een belangrijke partner in de verhalenfietsroute en in het vervolgtraject daarvan.
2.2. Hefboomeffect: toelichting en overleg over het concept ecosysteemdiensten en de kansen op ruimtelijk vlak 2.2.1.
Interne contacten binnen de provincie Antwerpen
In het afgelopen halfjaar werden we stilaan ambassadeurs van ecosysteemdiensten en hun gebruik in ruimtelijke processen. Er werden binnen de provincie Antwerpen contacten gelegd met andere diensten. • Tine Van Passel, strategisch project Bebouwd perifeer landschap. Linken tussen beide strategische projecten. Het gebruik van biomassa uit het landschap als duurzame bron van energie (30 maart 2015) • Christel Claes, Adviseur Landbouw, Dienst Landbouw- en Plattelandsbeleid. Het belang van plaggenbodems voor de landbouw, het belang van goede kaarten als basis en waar vind je die kaarten (23 april 2015) • Toelichting over ecosysteemdiensten en de kaarten op het dienstoverleg van de ruimtelijke planners (8 juni 2015). Ook hier positieve reacties op de kaarten en er werden veel mogelijkheden gezien. Daarnaast voor ons strategisch project interessant om te horen dat gemeenten vaak proberen woonuitbreidingsgebieden niet uit te voeren en dat dat problemen kan veroorzaken met quota, iets waarmee we tot nu toe geen rekening hielden. • Overleg met Kathy Van Aperen en Marc Vanhee, dienst mobiliteitsplanning en het project ARO. Kennismaking met elkaars projecten (7 juli 2015).
2.2.2. Externe contacten: Studiedagen, netwerkmomenten, overleg met bestaande processen en andere actoren in het gebied. • • •
Overleg Duurzame Kempen: IOK, SPK, Regionaal landschap, DMN (11 februari 2015): mogelijke samenwerkingen rond beheerresten (hout uit snoeiwerken, maaisel van bermen en natuurgebieden). Studiedag vergisting van natuurmaaisel (24 februari 2015): mogelijkheden tot verwerking van het natuur- en bermmaaisel tot energie. Overleg met Boerenbond, introductie van het strategisch project en linken tot samenwerking (25 februari 2015): Boerenbond ziet een samenwerking met het strategisch project mogelijk, maar zien wel bodem als enige mogelijke thema. Er is te grote ongerustheid rond IHD en PAS om op korte termijn een andere samenwerking rond ecosysteemdiensten op te zetten.
Voortgangsrapport 1: Blz. 9 Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
•
• • • • • • • •
• • • • •
•
•
Overleg met Karen Van Campenhout (KULeuven), bodemkundige rond koolstof en bodem (27 februari 2015): interessante onderzoeksthema’s rond koolstof aanwezig in de bodem door jarenlang gebruik van plaggen als bemesting, effecten van verdroging op verlies aan C in de bodem, belang van C in de bodem, in kaart brengen van bodemprofielen (bodemverkenner.be),… Bezoek aan pelletfabriek en introductie tot de werking van een coöperatie (2 april 2015): eventueel valoriseren van snoeihout en kroonhout. Biogas E-forum (9 april 2015): mogelijkheden rond de verwerking van natuur- en bermmaaisel in het gebied tot energie, warmte of biogas. Overleg met Natuurpunt, LIFE Grote Netewoud (28 april 2015): verkenning beide projecten en mogelijkheden tot samenwerking. Ecoplan midterm event (4 mei 2015): informatie rond de ecosysteemdienstenkaarten die voor Vlaanderen worden opgemaakt en ter beschikking gesteld op de website www.ecosysteemdiensten.be Overleg met INBO, groep rond opmaak ecosysteemdienstenkaarten NARA (11 mei 2015): verkenning beide projecten en mogelijkheden tot samenwerking. Vervolgoverleg op 15 juli 2015. Ronde tafel Living lab Energie (22 mei 2015): praktijkvoorbeeld van de verwarming van openbare gebouwen met beheerresten (houtsnippers). Atrium Zuiderkempen (5 juni 2015): toelichting over het project en ecosysteemdiensten. Werkbezoek aan de Drentsche AA (11 juni 2015): samen met actoren van het gebied Kempense heuvelrug, verkennen van het concept van ‘gastheerschap’ en het werken rond streekidentiteit en van de mogelijkheden om deze concepten ook toe te passen in de landduinenregio. Deelname expertenworkshops Ecoplan (11 en 25 juni 2015): krijgen van gedetailleerde info over de modellen en de kaarten op www.ecosysteemdiensten.be, zodat de projectpartners van het strategisch project goed kunnen worden begeleid. Deelname aan de vergadering rond het stroomgebied van de Grote Nete (15 juni 2015) Begeleid bezoek aan een particuliere houtsnippercentrale (18 juni 2015): concrete werking van een houtsnipperkachel, hoe ziet het eruit, welke technische ruimte is er nodig en concrete getallen (rendement,…) van een centrale. Overleg met Ecopower over de mogelijkheden voor het aanleveren van houtsnippers uit beheerresten (19 juni 2015). Project Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud (23 juni 2015): overleg met alle betrokken partners over welke infrastructuur er nu nog ontbreekt om het meerdaags wandelen mogelijk te maken en wat er kan ingeschoven worden in een projectoproep van Toerisme Vlaanderen. Werken aan de trage wegen zelf of aanleg zijn niet meer subsidieerbaar, enkel speelse elementen die worden toegevoegd aan een bestaand netwerk komen in aanmerking. Overleg ecosysteemdiensten en communicatie georganiseerd door INBO in het kader van NARA met deelnemers VLM, ANB,… (26 juni 2015) hoe kan er worden gecommuniceerd over ecosysteemdiensten en hoe kunnen ecosysteemdiensten gebruikt worden in participatie. Overleg met INBO rond opmaak NARA (14 juli 2015): hoe kan de ervaring die wij opdoen binnen het strategisch project met de kaarten van NARA en Ecoplan worden geïntegreerd in de rapportage van beiden om zo meer bekendheid te krijgen en kan er een gelijkaardig traject worden gestart in het regionaal landschap Rivierenland?
Voortgangsrapport 1:
Blz. 10
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
2.3.
Antenne met dossier ecosysteemdiensten
De Antwerpse Koepel voor Natuurstudie (ANKONA) is een samenwerkingsverband tussen het provinciebestuur Antwerpen en eenieder die zich met natuur- en landschapsstudie in de provincie Antwerpen bezighoudt. ANKONA heeft als algemene doelstelling om binnen de provincie Antwerpen het natuur- en landschapsstudiewerk te ondersteunen. ANKONA streeft ernaar om via communicatie (tijdschrift ANTenne, studiedagen, website, excursies,…) het draagvlak hiervoor te vergroten binnen de provincie Antwerpen. De resultaten van de (inventarisatie)studies en uitwisseling van informatie dienen ook om het provinciaal natuuren landschapsbeleid te voeden en te ondersteunen. ANKONA wil daarom ook een platform zijn waar iedereen (als individu of vereniging) die zich inzet voor behoud van de biodiversiteit en landschapsontwikkeling in de provincie Antwerpen gratis terecht kan. Het tijdschrift ANTenne verschijnt driemaandelijks in een oplage van 1.200 exemplaren. Om het begrip ecosysteemdiensten ruimer bekend te maken bij iedereen die bezig is met natuur- en landschapstudie werden de traditionele artikels in het tweede kwartaalnummer van 2015 vervangen door een dossier over ecosysteemdiensten in de landduinenregio. Een exemplaar van dit tijdschrift is als bijlage toegevoegd.
Voortgangsrapport 1:
Blz. 11
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
3. Deelprojecten In alle verkennende gesprekken werd er gepolst naar de verwachtingen van mogelijke partners, en naar bestaande projecten en processen waarvoor zij ecosysteemdiensten als een meerwaarde zien. Hieruit werden deelprojecten geselecteerd, waarbij we rekening hielden met: - Hoe past het project binnen de doelstellingen van het strategisch project? - Is er een duidelijke link met ecosysteemdiensten? - Is de tijdsbesteding haalbaar? - Is er een link met ruimtelijke ontwikkeling? - Is samenwerking tussen verschillende partners gewenst? Deze lijst is niet statisch. We stellen ons flexibel op naar onze partners en verwachten dat naarmate projecten concreet in uitvoering komen, er nog nieuwe projectideeën zullen worden aangeboden. In de mate van het mogelijke, waarbij vooral de beschikbare tijd een bepalende factor zal zijn, willen we ook ingaan op deze vragen. In bijna elk deelproject zullen we samen met onze partners experimenteren en gaandeweg knelpunten ontdekken en oplossen. Dit leerproces is minstens even belangrijk als het eindresultaat.
3.1.
Bossen
3.1.1.
Heidehuizen
In het najaar van 2015 zal de bosgroep Zuiderkempen starten met de opmaak van een natuurbeheerplan voor de zone Heidehuizen in Mol, via een gelijkaardige procedure als bij de Volsbergenbossen. De ideale gelegenheid om de methodiek gebruikt in de Volsbergenbossen nogmaals uit te testen en toe te passen. Deze keer zal er wel gewerkt worden zonder de ondersteuning van UA en INBO. Bedoeling is dat er kan gezocht worden naar een methodiek die de bosgroepen ook zonder of met minimale ondersteuning kunnen toepassen.
3.1.2.
Scherpenbergen-De Hutten
Ook voor het boscomplex Scherpenbergen – De Hutten kreeg de bosgroep Zuiderkempen een vraag tot opmaak van een beheerplan. De gemeente Meerhout gaf daarbij aan om ook hier gebruik te willen maken van het concept ecosysteemdiensten. Ook hier zullen we in de mate van het mogelijke proberen in te gaan op de vraag. In september zal een eerste overleg gehouden worden over dit project.
3.2.
Biodiva
De biodivatool werd uit zijn excell-omgeving gehaald en is nu ook beschikbaar als een onlinetool. Hierdoor wordt het overzichtelijker en beter toegankelijk. Eind 2015 en begin 2016 zullen bedrijven uit de regio gericht worden gecontacteerd om samen de biodivatool te doorlopen. https://biodiva.provincieantwerpen.be/
Voortgangsrapport 1:
Blz. 12
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
3.3.
Groene infrastructuur en recreatie
3.3.1.
Landschap en verhalen
‘Landschapsidentiteit kan een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een visie op landschapsverandering. Met het oog op een draagkrachtig ruimtelijk beleid biedt de integratie van herkenbare landschappelijke componenten belangrijke voordelen met het oog op herkenning van, vertrouwdheid met en sociale betrokkenheid bij een bepaalde plek. Ingrijpende landschapsveranderingen zijn mogelijk mits een goed participatief proces waarbij omwonenden mee kunnen groeien in de ontwikkeling van een visie op een landschappelijke verandering’. Het landschapseducatief project landschap & verhalen beoogt om inwoners uit de regio (opnieuw) in contact brengen met hun landschap, om de band met het landschappelijk erfgoed terug aan te halen en de sporen van vroeger landschapsgebruik leesbaar te maken. Beleefbaarheid is daarbij een kernbegrip. Het is immers pas wanneer mensen zich ook bewust zijn van de unieke waarden in hun streek en deze beleefbaar en herkenbaar zijn, dat een basis voor het duurzaam behoud voor de toekomst wordt gelegd. De belangrijkste ingrediënten in de werkwijze zijn participatie, streekkarakter, cultuurhistorie en mondelinge zowel als geschreven bronnen vertalen naar het brede publiek. Een eerste product in dit verhalenproject is de brochure ‘Sporen in het zand – Fietsen door de geschiedenis van de Kempense landduinen’. De brochure bevat een fietsroute doorheen het Kempense Landduinenland in Balen, Meerhout, Geel en Mol en verhalen over het Kempense landschap van vroeger en nu, doorweven met oude en nieuwe volksverhalen en foto’s van weleer. Bedoeling is dat mensen al fietsend trage wegen exploreren, de merkwaardige geschiedenis achter kapellen en molens ontdekken, opmerkelijke figuren zoals ingenieur Kümmer, Peer Plimp en zuster Antonia ontmoeten. Kortom, dat zij ervaren waarom men in de Kempen zo vreselijk trots is op zijn wondermooie Zandland. De fietsroute volgt het netwerk van fietsknooppunten van Toerisme Provincie Antwerpen. De route is in totaal 80km, opgedeeld in deellussen tussen 20km en 50 km en met startpunt de Wasserij in Meerhout. De gratis brochure ‘Sporen in het zand’ wordt gelanceerd op 15 juli 2015 en is vanaf dan te verkrijgen via de toeristische infopunten in Balen, Meerhout, Mol en Geel. Ze is eveneens downloadbaar via www.provincieantwerpen.be. Een exemplaar wordt als bijlage bij dit voortgangsrapport gevoegd. In het najaar van 2015 zal een vervolgtraject worden uitgetekend.
Voortgangsrapport 1:
Blz. 13
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
3.3.2.
Gastheerschap
Eenheid in een streek is belangrijk. Voor de regio wordt ernaar gestreefd om één duidelijke onthaalpoort te ontwikkelen waar alle info wordt gecentraliseerd en als startpunt voor mensen van buiten de streek. Daarnaast willen we ook de inwoners meer bewust maken van de sterktes van de regio. Door het informeren van uitbaters van verblijfslocaties, cafés en restaurants wordt de regio voorzien van een netwerk van ambassadeurs of gastheren van het landschap en kunnen bezoekers op heel wat plaatsen terecht voor informatie. Een eerste stap was een bezoek aan de Drentsche Aa op 11 juni 2015. In oktober zal in een vervolgoverleg een eerste stap worden gezet naar een traject om ook in de landduinenregio het gastheerschap te ontwikkelen.
3.3.3.
Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud
Via het project Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud werken Toerisme Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete, Natuurpunt, en de gemeenten Geel, Mol, Balen en Meerhout samen. Om meerdaags wandelen mogelijk te maken wordt er geïnvesteerd in verbindingen met stations en bushaltes. Binnen de verschillende deelgebieden zijn er wandellussen die binnen dit project met elkaar verbonden worden. Er wordt ook een verbinding gemaakt naar overnachtingsmogelijkheden en een uitbreiding naar nieuwe en avontuurlijke vormen van overnachtingen. Zo wordt het ook mogelijk om een trektocht te maken van een aantal dagen in de regio. De bestaande werking kan nog worden versterkt door een overzicht te maken van alle bestaande wandelpaden, het in kaart brengen van de missing links en de verschillende eigendommen van alle partners bij elkaar te brengen op één kaart. Bedoeling is om vanuit het Strategisch project ondersteuning te bieden door als neutrale partner alle betrokkenen samen te brengen rond specifieke onderwerpen. Zoals het oplossen en eventueel verwerven van stroken voor missing links of nadenken over een huisstijl.
3.3.4.
Trage wegennetwerk
Drager voor zowel culturele als regulerende en producerende diensten Zowel de gemeente Meerhout als stad Geel gaven in het overleg aan dat zij werken aan het in kaart brengen van het trage wegennetwerk. Ze willen na de inventarisatiefase ook werk maken van het optimaliseren van het netwerk. Bij navraag zien ook de gemeenten Mol en Balen kansen in het trage wegennetwerk. Omdat de trage wegen vaak de open ruimte doorkruisen, bieden zij ook kansen om langs de wegen via een goed beheer te zorgen voor verweving. Er kan worden gekeken waar een gerichte inrichting of beheer langs de trage wegen kan zorgen voor een verhoging van de ecosysteemdiensten. Dat kan gaan van het niet verharden van een trage weg in zones met hoge potenties voor infiltratie, over bredere bermen als verbinding tot houtkanten en bomenrijen als habitat voor bestuivers,… Eenzelfde hoeveelheid bermen, houtkant of bomenrijen kan veel meer diensten generen door ze op een gerichte manier in te planten. Het optimaliseren van de culturele diensten, veilige functionele verplaatsingen en een goed netwerk voor een goed toegankelijk landschap kan hier worden gecombineerd met het optimaliseren van de regulerende en eventueel zelfs producerende diensten. Geert De Blust van het INBO bekijkt tegen eind augustus 2015 met welke methodiek dit in kaart kan worden gebracht. Op basis van zijn resultaat zal er dan gekeken worden welke schaal haalbaar is voor de landduinenregio. In het najaar van 2015 zal dit verder worden uitgewerkt. Voortgangsrapport 1:
Blz. 14
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
Reststromen uit beheer Daarnaast wordt er bekeken hoe de beheerresten uit het beheer in de regio efficiënt kunnen worden verwerkt. Wanneer er nu beheer wordt uitgevoerd, gebeurt dit vooral in functie van biodiversiteit. De beheerresten in het gebied zijn afval die vaak tegen betaling moeten worden afgevoerd. Het beheer zorgt voor een financiële kost. Door het houtkantennetwerk opnieuw in beheer te nemen, kunnen de houtkanten een aantal van de diensten die zij leverden in het verleden, zoals houtproductie, opnieuw leveren. Bovendien krijgt het landschap opnieuw een gezamenlijk beheer dat nauw aansluit bij het historische beheer, waardoor ook rond de culturele diensten wordt gewerkt. Door ook de beheerresten een nuttige toepassing te geven, leveren ook zij diensten. Zo kan maaisel via vergisting zorgen voor energieproductie (biogas, warmte en omzetting tot groene stroom). Het maaisel kan ook gebruikt worden om het koolstofgehalte van landbouwgronden te verhogen. Hout kan rechtstreeks gebruikt worden als brandhout, of - via houtsnippers of pellets aan een hoger rendement - voor verwarming. Bovendien kunnen de beheerresten verkocht worden waardoor het afval wordt omgevormd tot een waardevolle grondstof. Zo kan de financiële kost van het beheer worden gedrukt. Hierdoor verlaagt dan weer de drempel om de houtkanten en bomenrijen opnieuw in beheer te nemen. Door het bijwonen van een aantal studiedagen (zie 2.2.2) werden de mogelijkheden verkend en op 19 juni 2015 werd een overleg gehouden met IOK en Ecopower. IOK omwille van hun ervaring met de logistiek van het verzamelen en verwerken van hout. Ecopower omwille van hun knowhow en ervaring op het gebied van biomassacentrales en gebruik van houtsnippers voor pellets. Er kwam meer duidelijkheid over de randvoorwaarden. De doelstelling is het landschap opnieuw in een beheerplan brengen waarbij vanuit ecologisch oogpunt wordt gekeken welke beheercyclus het meest geschikt is voor elk landschapselement. Bijvoorbeeld elke 6 jaar knotten of elke 8 jaar hakhout afzetten. Door het op landschapsschaal te bekijken kan dit beheer zo worden gespreid in de tijd dat er elk jaar ongeveer eenzelfde hoeveelheid hout wordt geoogst. De volgende stappen zijn: − De juridische randvoorwaarden verkennen voor een eventuele publiek-private samenwerking, het oprichten van een coöperatieve, de regelgeving rond overheidsopdrachten voor gezamenlijke verkoop van houtsnippers,… (najaar 2015) − een overleg/infomoment organiseren voor de verschillende beheerders in het gebied (najaar 2015/ voorjaar 2016). − De mogelijkheden om het hout op een centrale plaats te verzamelen, versnipperen en gezamenlijk te verkopen en te transporteren bekijken. IOK is hierin een waardevolle partner (najaar 2015 / voorjaar 2016). − Het in kaart brengen van de verschillende kleine landschapselementen die op korte termijn in aanmerking komen voor houtoogst en het opstellen van een beheerplan (voorjaar 2016). − Het opzetten van een proefproject voor de gezamenlijke verkoop. − Het bekijken van de mogelijkheden om de houtsnippers in de regio te gebruiken in een hoogrendementsketel voor de verwarming van administratieve centra, ziekenhuizen, zwembaden,… Verkenningsronde bij de verschillende partners wie bereid is tot een investering hierin. Voortgangsrapport 1:
Blz. 15
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
3.4.
Ruimtelijk structuurplan Geel
De stad Geel herbekijkt een deel van haar ruimtelijk structuurplan. Ze stuiten daarbij op een aantal gebieden waarvan de te volgen visie niet altijd even duidelijk is. De gebieden waarbij zij vragen hebben, zijn vooral de open ruimtegebieden binnen de ring. Is de landbouw in deze zone belangrijk genoeg om hier te blijven investeren in landbouw of zijn er voor deze zone andere kansen? Hetzelfde met een aantal restpercelen binnen de stad, langs de spoorweg. Waarmee wordt de meeste winst geboekt, met het investeren in toegankelijk groen of door vooral te investeren in hoge natuurkwaliteit, eventueel ten koste van toegankelijkheid? Voor al deze open ruimtegebieden is het interessant om te bekijken welke potenties er zijn om daar in de verdere besluitvorming rekening mee te houden. De kaarten beschikbaar op ww.ecosysteemdiensten.be werden samen bekeken. Omdat de schaal op Vlaanderen staat, waren subtielere verschillen niet altijd duidelijk. Ook wat er precies op de verschillende kaarten staat was niet altijd duidelijk. Op basis van de shapefiles gebruikt op de website zullen gedetailleerdere kaarten worden opgemaakt met de basisinformatie en een korte uitleg over wat er precies op de kaarten staat afgebeeld. Ook de provinciale ruimtelijk planner krijgt dit document. Er bestaat bij hen de bezorgdheid rond het gebruiken van de ecosysteemdiensten om het niet realiseren van woonuitbreidingsgebied te motiveren. Zo wordt enkel de basisinformatie aangeleverd en kan stad Geel de herziening verder ontwikkelen via de gangbare procedure. Dankzij de basisinformatie vergroot de kennis over de potenties en wordt er ook met bepaalde factoren rekening gehouden waarvan de kennis zonder de kaarten niet voor handen zou zijn.
3.5.
Grote Netewoud en scenario’s
Natuurpunt vzw engageerde zich binnen het LIFE+ project Grote Netewoud tot het realiseren van bijkomende hectares nat bos. Bovendien is het gelegen binnen speciale beschermingszone en worden hiermee de instandhoudingsdoelstellingen gerealiseerd. De plaats waar zij dat realiseren, is vaak afhankelijk van de mogelijkheden tot verwerving. Door via de ecosysteemdiensten scenario’s te berekenen waarbij een hele zone het fictieve landgebruik nat bos krijgt, kunnen zones met hoge potenties worden gedetecteerd. In die zones zouden veel ecosysteemdiensten worden gegenereerd omdat abiotische omstandigheden daar het meest geschikt zijn om nat bos te realiseren. In deze zones kan dan prioritair worden geprobeerd te verwerven. Ook hier zal er samen met de partner worden bekeken welke mogelijkheden de kaarten bieden.
3.6.
Bodem
Uit overleg in februari 2015 met de Boerenbond bleek de bereidheid rond samenwerken rond bodem. Omdat de bodem de basis vormt van veel van de berekeningen van de ecosysteemdienstenkaarten is het een logisch thema om rond te werken. Uit de verkenning bleek alvast het belang van plaggenbodem voor de regio. De zandige bodem van de Kempen is verbeterd voor landbouw door het jarenlang (700 jaar) inbrengen van koolstof onder de vorm van heideplaggen vermengt met de uitwerpselen van schapen. Waar deze verbeterde landbouwgronden zich bevinden is in kaart gebracht op https://www.dov.vlaanderen.be/portaal/?module=public-bodemverkenner#ModulePage.
Voortgangsrapport 1:
Blz. 16
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
Het koolstof in de bodem draagt niet alleen bij tot de ecosysteemdienst voedselproductie, maar ook tot vermijden van uitspoeling van nutriënten, tegengaan van klimaatverandering door opslaan van koolstof, vermeden erosie, … Bij gesprekken met de verschillende partners blijkt telkens weer de interesse hierin. Maar tot concrete projectvoorstellen of vragen kwamen we nog niet. Hoe we binnen het strategisch project rond bodem kunnen werken is nog niet helemaal duidelijk. Daarom werd beslist om de studiedag dit jaar te organiseren rond het thema bodem als basis voor ecosystemen. Op deze manier willen we alvast de kennis en de verschillende visies rond bodem samenbrengen. Door een ruim netwerkmoment aan deze studiedag te koppelen, hopen we meer zicht te krijgen op de vraag die er leeft.
Voortgangsrapport 1:
Blz. 17
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
4. Grondbeleid Ecosysteemdiensten kunnen worden ingedeeld in drie groepen, regulerende diensten, producerende diensten en culturele diensten. De werking rond de regulerende diensten en de producerende diensten wordt zoveel mogelijk ingebed in de reguliere acties en bestaande processen. Het gaat bij deze diensten om analyseren, vergelijken, afwegen, combineren en gebruiken als inspiratie bij lopende of nieuwe planprocessen. Deze diensten en de afweging ertussen gebeurt op zo’n grote schaal dat dit niet kan worden geoptimaliseerd via verwerving. Het gaat hier meer om sensibiliseren en overtuigen van partners, zowel publieke als private om de ecosysteemdiensten te gebruiken in bestaande of nieuwe processen. Voor de culturele diensten daarentegen ligt de situatie anders. Deze diensten hebben een effect op lichaam en geest (wandelen, spelen, welzijn, stilte, verhalen, …) Om te werken rond natuurbeleving, erfgoed, toerisme, recreatie, ontspanning door contact met het landschap,… is het noodzakelijk om een goed toegankelijk landschap te hebben. En daarmee samenhangend een goed recreatief netwerk. De valleien van de Grote en Molse Nete, de landduinen, landbouw- en bosgebieden zorgen voor een groot aanbod aan open ruimte rondom de woonkernen. Op dit moment zijn er door de versnipperde eigendomssituaties nog veel missing links en is er geen duidelijke en goed ontwikkelde toegangspoort. Het realiseren en optimaliseren van de culturele diensten overstijgt het belang van één gemeente of één partner. Een toegangspoort tot de regio overstijgt het gemeentelijk belang. Partners zoals ANB, Natuurpunt, een gemeente hebben allen percelen in eigendom, maar het uitwerken van een goed ontwikkeld netwerk gaat over verschillende eigendommen. Soms verhinderen één of twee percelen in privébezit het vormen van een verbinding,… Dit kan enkel worden gerealiseerd door samenwerking tussen alle partners. En waar nodig door het verwerven van strategische missing links. De verwervingsstrategie binnen het strategisch project omvat dan: − Percelen of delen van percelen die in privébezit zijn verwerven op voorwaarde dat: o ze noodzakelijk zijn om een verbinding te realiseren. o de eigenaar aangeeft de voorkeur te geven aan een verwerving t.o.v. een samenwerkingsovereenkomst. − Realiseren van een onthaalpoort tot de landduinenregio en het Grote Netewoud Om het gebied duidelijk te profileren als één regio is het belangrijk om naar voren te komen met één duidelijk merk. Via verhalenroutes, infobrochures, erfgoedtochten, wordt er gewerkt rond de eigenheid van de landduinenregio. Eén duidelijke onthaalpoort als startpunt voor een bezoek aan de regio versterkt de identiteit. - Realiseren van laagdrempelige (avontuurlijke) overnachtingsmogelijkheden (zie hier bv. jeugdverblijfcentra in Geel-Bel, locaties voor boomhutten, paalkamperen) in de streek in het kader van het project Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud. Binnen het project is de eigendomssituatie van de grond vaak een knelpunt dat de realisatie van een overnachtingsgelegenheid verhindert. Het trage wegennetwerk vormt de basis om verbindingen te maken via de open ruimte en kan als drager fungeren voor andere vormen van verweving zoals bv. houtkanten in functie van houtoogst, windvang, biodiversiteit, bestuiving,… De watermolensite in Meerhout ligt centraal in de regio en is door zijn ligging een geschikte onthaalpoort. Voortgangsrapport 1:
Blz. 18
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
Binnen het toeristische recreatief project werken de projectpartners: Toerisme Provincie Antwerpen, Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete, Natuurpunt, ANB, de gemeenten Geel, Meerhout, Mol en Balen samen aan het project “Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud” en ook daar speelt de site van de watermolen een cruciale rol als poort tot het gebied. Via het project Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud wordt er naast een goed uitgebouwd netwerk ook gewerkt aan kwaliteitsvolle overnachtingsgelegenheden, vooral voor laagdrempelig en avontuurlijk overnachten. De realisatie van trage wegenverbindingen zal zoveel mogelijk worden geregeld via overeenkomsten tussen de betrokken partners waarbij elke partner op zijn eigendom instaat voor de kosten. Bij de verwerving van missing links of bufferstroken langs trage wegen zal geval per geval bekeken worden welke partner kan en wil instaan voor de restfinanciering. Verdere versnippering van de eigendomssituatie zal worden vermeden. Op de watermolensite rust deels een recht van voorkoop. De Vlaamse Landmaatschappij zal een belangrijke rol spelen in het lichten van dit voorkooprecht voor een deel van de site. Hiervoor moet er vooraleer dit voorkooprecht wordt gelicht duidelijkheid zijn over wie de gebouwen zal verwerven. De VLM kan geen eigenaar blijven. Het realiseren van nieuwe verbindingen via “trage wegen” zal gebeuren via overeenkomsten met de verschillende partners (gemeenten, Natuurpunt, ANB,…) eventueel na verwerving van bepaalde missing links. Waar nodig zal de inrichting gebeuren na het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning. Op de watermolensite is reeds een RUP van toepassing dat de ontwikkeling van de site als toeristisch-recreatieve zone mogelijk maakt. Een gemotiveerde privé-partner kan deze site ontwikkelen volgens het RUP. De huidige potentiële eigenaar heeft deze intentie niet, zodat enkel via een verwerving via het voorkooprecht dit RUP kan worden gerealiseerd. Het hele dossier komt zo in een stroomversnelling terecht. Er zal naar alle waarschijnlijkheid dit jaar al een aanvraag voor verwervingssubsidies worden ingediend. Gemeente Meerhout heeft zich geëngageerd tot het verwerven van het woonhuis en de gronden errond. VLM moet hiervoor eerst het voorkooprecht lichten. Het ANB heeft dit dossier alvast positief geadviseerd. Zij zullen de vijver verwerven. Ondertussen werkt Natuurpunt vzw actief aan een verwerving van de watermolen zelf. De watermolen zelf wordt via een makelaar verkocht dus heeft de huidige eigenaar een beslissende stem in wie de site kan verwerven. De realisatie van de onthaalpoort zal gebeuren via verwerving op de budgeten van de betrokken partners.
Voortgangsrapport 1:
Blz. 19
Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
5. Vervolg 5.1.
Indicatieve timing juli 2015
september 2015
oktober 2015
november 2015
december 2015
2016
3.1 Bossen: Heidehuizen 3.2 Biodiva: gericht contacteren bedrijven 3.3.1 Landschap en verhalen: uitwerken vervolgtraject 3.3.1. Landschap en verhalen: project 2 3.3.2 gastheerschap: uitwerken vervolgtraject 3.3.3. Meerdaags wandelen in het Grote Netewoud 3.3.4 Trage wegennetwerk: uitwerken methodiek combinatie culturele, regulerende en producerende diensten 3.3.4 Trage wegennetwerk: houtige beheerresten: juridisch kader 3.3.4 Trage wegennetwerk: houtige beheerresten: zoektocht naar mogelijke projectpartners 3.3.4 Trage wegennetwerk: houtige beheerresten: in kaart brengen mogelijke houtbronnen + beheerplanning ervan 3.4 Ruimtelijk structuurplan Geel: aanleveren basiskaarten 3.5 Grote Netewoud en scenario's 3.6 Bodem: studiedag Grondbeleid: overleg rond mogelijke verwerving watermolensite Stuurgroep Strategisch project en projectgroep landduinenproject
Voortgangsrapport 1: Landschap in actie! Samen investeren in de ecosysteemdiensten van de landduinenregio (Geel, Meerhout, Balen, Mol) loont!
Blz. 20