Economische Topper 4 Evaluatievragen thema 3 1
Van een land zijn volgende gegevens bekend: bbp in 2002 bbp in 2003 Prijspeil 2002 t.o.v. 2003 Bevolking 2002 t.o.v. 2003
800 miljard EUR 833 miljard EUR + 1,5 % + 0,2 %
Gevraagd a Bereken de reële wijziging van het bbp van 2002 2003. b 2
Bereken de reële wijziging van het bbp per hoofd van de bevolking.
Verklaar volgende begrippen (a) en gebruik ze in een voorbeeld zodat de betekenis van het woord duidelijk wordt (b). a
b
c
d
e
nationaal inkomen a
……
b
……
negatieve externe effecten a
……
b
……
nominale groei van het bbp a
……
b
……
beroepsbevolking a
……
b
……
hernieuwbare grondstoffen a
……
b
……
3
Vul aan:
a
Om de levenskwaliteit in verschillende landen met elkaar te vergelijken, is de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . van de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . een geschikte maatstaf. Deze is, buiten op het inkomen (bbp) gebaseerd op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
b
Om waarde toe te voegen, maken de ondernemingen gebruik van . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .met name: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ...............................................
4
Lees volgende tekst en beantwoord de vragen.
Een andere kijk op de wereldkaart Terwijl de ons vertrouwde wereldkaart nog alleen bij grote convulsies zoals de dekolonisatie of de ineenstorting van het communisme veranderde, is de economische wereldkaart voortdurend in beweging. Over enkele decennia zal ze er weer heel anders uitzien dan nu. Als men de landen niet op basis van hun oppervlakte maar van hun economische grootte in kaart zou brengen, verschrompelt Afrika tot de omvang van België, maar stijgen economieën zoals Singapore en Hong Kong ver boven hun minuscule geografische dimensie uit. De economische omvang van een land wordt doorgaans gemeten aan de hand van zijn jaarproductie het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. (1) Het is een concept dat niet vrij van kritiek (2) is, maar dat belet niet dat het algemeen wordt gebruikt. Maar zodra men twee economieën met elkaar wil vergelijken, stuit men op een probleem van wisselkoersen en van wisselkoersbewegingen. Als Italië in 1992 zijn munt met 40 procent zag depreciëren, kon men dan zeggen dat zijn economie kleiner was geworden, laat staan dat ze in diezelfde mate was gekrompen ? Klaarblijkelijk niet. De euro/dollar-wisselkoers heeft de jongste jaren bijna even verregaande bewegingen gekend. Een ander probleem is dat men met een dollar (of een euro) doorgaans veel meer kan kopen in een ontwikkelingsland dan in een hoogontwikkeld land. De economische omvang van de armere landen wordt bijgevolg onderschat. Dit alles wordt ondervangen door zich niet te baseren op wisselkoersen maar op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (3). De wisselkoersen worden dan gecorrigeerd voor het verschil in prijsniveau tussen landen. Op die manier kan een betere internationale vergelijking van koopkracht en welvaart worden gemaakt. Naar de Standaard van 12 november 2003
5
a
Plaats de tekst in de leerstof
b
Vul (1) en (3) aan.
c
Welke kritiek (2) kun je geven buiten deze die is terug te vinden in dit artikel?
d
Waarom is economische groei belangrijk voor ontwikkelingslanden?
Bespreek volgende krantenkop uit de Standaard van 30 maart 2004 vanuit de leerstof.
Hogere productiviteit, maar niet meer banen
6
Lees volgende tekst en beantwoord de vragen.
Belg gaat 2,3 jaar vroeger met pensioen dan gemiddelde Europeaan In 2002 verliet de gemiddelde Belg op 58,5 jaar de arbeidsmarkt. In Europa is die gemiddelde effectieve pensioenleeftijd 60,8 jaar. Van alle huidige lidstaten is de leeftijd in België het laagste. Dat blijkt uit een rapport van de Europese Commissie. Het slechte rapport voor België komt niet als een verrassing. Al jaren is België de laatste in de Europese klas wat betreft de werkgelegenheid voor oudere werknemers (55 tot 65 jaar). Ook in 2002 was dat zo. Van de Belgen tussen 55 en 65 was slechts 26,6 procent aan de slag, tegenover een EUgemiddelde (EU-15) van 40,1 procent. Bij de Belgische mannen ligt het cijfer op 36,1 procent, bij de vrouwen op 17,5 procent. Tussen 1998 en 2002 heeft België wel iets meer beterschap kunnen optekenen dan de rest van Europa. De vooruitgang blijft echter ruim onvoldoende. Volgens de EU-doelstellingen (het Lissabonprogramma) moeten tegen 2010 de helft van de oudere werknemers aan de slag zijn. Op zes jaar tijd zou België dus bijna een verdubbeling moeten realiseren. De Commissie raadt de lidstaten aan om meer financiële aanmoedingingen op te bouwen voor oudere werknemers, om meer opleiding te voorzien, om de arbeidsmarkt flexibeler te maken (op maat van de oudere werknemer), om de kwaliteit van de jobs te verhogen, .... Naar de Standaard van 3 maart 2004
7
a
Plaats deze tekst binnen de leerstof van thema 3. Geef voldoende uitleg.
b
Onderlijnde zin. Waarom zou de EU deze doelstelling vooropstellen?
Vul volgend schema aan. Vermeld bij elk van de productiefactoren welke wijzigingen in de hoeveelheid en de kwaliteit aanleiding geven tot economische groei.
productiefactor
hoeveelheid
..........
...........
...........
8
Bekijk volgende grafiek i.v.m. de arbeidsproductiviteit.
kwaliteit
Grafiek Economische Topper 4 p. 238 punt 3
9
a
Wat stel je vast als je de arbeidsproductiviteit van België vergelijkt met die van de andere landen?
b
Hoe kun je dit verklaren?
c
Leg uit dat een stijging van de arbeidsproductiviteit kan leiden tot minder werkgelegenheid.
Lees volgende tekst en beantwoord de vragen.
Vlaanderen en Nederland pakken vervuild Noord-Limburg aan Actieplan Actief Bodembeheer voor verwijdering zware metalen Een actieplan opstellen om de historische vervuiling met zware metalen in Noord-Limburg aan te pakken, en de vuilvracht richting Nederland samen in te perken. Dat was het doel van de ontmoeting in het Nederlandse Veldhoven tussen Vlaanderen, Nederland en Limburg. Zware metalen als zink, lood en cadmium vervuilen in grote mate de Belgische en de Nederlandse Kempen. Die vervuiling is het gevolg van de voormalige zinkfabrieken. De verontreiniging is erg verspreid: niet alleen de bodem, maar ook de waterwegen en het grond- en oppervlaktewater, zijn in beide regio's zwaar vervuild. Daarom slaan Vlaanderen en Nederland nu de handen in elkaar. In het kader van een samenwerkingsovereenkomst die de twee al in 2001 hebben gesloten, wordt tegen begin 2005 het project 'Actief Bodembeheer' opgestart. De bedoeling van het actieplan is om de zware metalenproblematiek uiteindelijk tegen 2015 onder controle te hebben. Vorig jaar nog lanceerden Vlaanderen en Nederland een gezamenlijk project rond alternatieve saneringstechnieken. Daarbij zochten de onderzoekers vooral heil in planten voor een duurzaam beheer van de verontreinigde bodem. Eerder deze week liet de bestendige deputatie van Limburg weten dat zij 100.000 euro besteedt aan de bouw van een 'zandvang' op de Eindergatloop in Noord-Limburg. Met de verbreding van de waterloop wil Limburg de vuilvracht van zware metalen als zink en cadmium naar Nederland drastisch inperken. De zandbak moet ten laatste tegen 2006 af zijn. En ook in Nederland is gisteren officieel het startschot gegeven voor de uitdieping van zandvangen in twee waterlopen. Naar de Standaard van 19 maart 2004
a
Plaats de tekst in de leerstof
b
Waarom blijven de bedrijven liever zo goedkoop mogelijk produceren in plaats van uit zichzelf kosten te maken om het milieu te sparen?
c
Waarom gaan Vlaanderen en Nederland samenwerken?
d
Waar gaan zij de centen voor de sanering zoeken? Waarom daar?
10 Bekijk volgende bevolkingspiramides voor Vlaanderen.
a b c d
Vergelijk beide figuren. Verklaar dat de economische groei mee wordt bepaald door de bevolkingspiramide. Verklaar dat deze evolutie enerzijds een gevolg is van economische groei maar dat er anderzijds ook negatieve aspecten kunnen ontstaan voor een verdere economische groei Waarom is economische groei voor Vlaanderen zeker nodig?
11 Lees volgende tekst en beantwoord de vragen.
Ecover kiest voor een gezonde groei De Belgische ecologische wasmiddelenproducent Ecover zag zijn winst voor belastingen het afgelopen jaar groeien van 2,7 miljoen tot 4,2 miljoen euro. De omzet ging met 22,1 procent vooruit tot 28,7 miljoen euro. Dit jaar hoopt de groep eenzelfde groei neer te zetten ECOVER is na een kwarteeuw naar eigen zeggen Europees marktleider in de ,,groene reinigingsniche''. Maar het bedrijf blijft een kleintje in vergelijking met de wereldspelers zoals Procter & Gamble en Unilever. Zo bezit het bedrijf, dat nu honderd werknemers telt, 1 procentje van de Britse markt. Dat is de markt waar Ecover in zowat alle grote warenhuizen te koop is. De omzet ging er het afgelopen jaar met 42 procent op vooruit. De Britse markt is goed voor zowat 40 procent van de totale omzet. In België haalt Ecover 10 procent van zijn omzet, maar niet eens een procent van de markt. Hier is de verkoop in de warenhuizen minder verspreid. Colruyt verkoopt een heel gamma Ecover-producten en Delhaize biedt er een paar aan, maar in Carrefour heeft de groep uit het Kempense Malle nog geen voet tussen de deur gekregen. Ecover haalt in ons land nog altijd het grootste deel van zijn omzet uit de verkoop via de natuurvoedingswinkels. Dat is ook zo in Frankrijk, Duitsland en Nederland. In Frankrijk staat het bedrijf wel dicht bij een contract met een warenhuisketen. Daarom mikt Ecover voor dit jaar op een omzetgroei met 65 procent bij onze zuiderburen. Het afgelopen jaar werd ook getekend door de overname van de Zwitserse marktleider Held in april. De Gedelegeerd bestuurder sluit niet uit dat er nog gelijkaardige overnames volgen. Maar hij wil vooral stap voor stap groeien in de bestaande belangrijke markten, alvorens nieuwe markten aan te boren. De groei die het bedrijf de jongste jaren realiseerde, dwingt het nu al tot een capaciteitsuitbreiding in Malle. Ecover wil dit jaar 5,2 miljoen euro investeren. Daarvan gaat het grootste deel naar de vestiging in Malle. Het gamma van Ecover bestaat uit een waslijst van huishoudproducten en verzorgingsproducten met daarnaast een reeks producten specifiek bestemd voor industriële gebruikers. Vandaag is het bedrijf actief in een twintigtal landen, maar de West-Europese landen vormen samen met de Verenigde Staten veruit de voornaamste markt. Naar De Standaard van 21 april 2004
a
Plaats de tekst in de leerstof