Talent van ROC West-Brabant in beeld September 2010
Inhoud Topper 2009 - Yamina El Achouch
3
Toppers 2010 Jimmy Vissenberg Rubin de Ronde Akbardjan Awan Joost van de Plasse Anouk Dahrs Derk Gommers Rajhana Muchles Robbe Hombrockx
4 6 10 14 18 22 26 30 34
Specials Student schrijft docent Studeren en moeder worden: een bewuste keuze Vissen als TOPHOBBY Gamebassadors Wereldkampioen worden! Alles valt te maken met de hand Meedoen aan de Olympische Spelen in 2016 Doktersassistente vindt motorcrossen heel Normaal! ‘Eeuwige tweeden’ winnen eerste prijs
38 40 42 44 46 48 50 52 54 56
Nawoord
58
Colofon
60
‘Dankzij Toppers zijn er deuren voor mij open gegaan’ Yamina El Achouch
Topper ROC West-Brabant 2009 Yamina El Achouch blikt terug op een druk en bewogen jaar. ‘Na de Toppersverkiezing is er zo veel gebeurd. Talloze interviews, zelfs op de landelijke radio, presentaties, het was overweldigend,’ vertelt Yamina enthousiast. ‘Natuurlijk is die publiciteit leuk, maar het belangrijkste is dat ik mijn werk en studie dankzij de Toppers-prijs kan voortzetten. Zonder die prijs was het HBO nog niet mogelijk geweest. De vraag naar mijn workshops over palliatieve zorg aan allochtonen stijgt nog steeds. Ik geef gastlessen op mijn oude school, het Vitalis college, heb burgemeesters toegesproken, geef workshops op mijn huidige school en zelfs artsen zijn geïnteresseerd in mijn aanpak. Of ik een autoriteit op het gebied van palliatieve zorg ben? Dat laat ik graag aan het oordeel van anderen over.’
Tranen om topper van ROC ROOSENDAAL - De opening van het collegejaar van ROC West-Brabant leidde gisteren tot een tranenzee. De van de tv bekende presentatrice Chazia Mourali ging voorop, toen ze de verkiezing van Yamina El Achouch tot ‘topper’ van de 30.000 leerlingen tellende mbo-instelling bekend maakte. ‘In het huidige politieke klimaat had de jury geen betere winnaar kunnen kiezen.’ (Bron: BNDeStem)
5
JimmyVissenberg SJEFDeBeer TOPPER CINGEL COLLEGE 2010
‘Elke dag opnieuw iets moois creëren van grondstoffen, dat is mijn roeping’ Jimmy Vissenberg Toen hij klein was, wist hij het al: Jimmy zou bakker worden. Vanuit het horecabedrijf van zijn vader rolde hij in de bakkerswereld en al snel werkte hij in de weekenden in de bakkerij. Nu staat Jimmy in een van Nederlands meest gerenommeerde patisserieën. ‘Mensen blij maken met mijn creaties, daar word ík blij van.’ Sjef de Beer, docent Brood & Banket aan het Cingel College, licht toe waarom Jimmy Vissenberg dit jaar verkozen is tot Topper. ‘Jimmy plant zijn eigen leerloopbaan, hij heeft een enorm sterke visie en focus op zijn toekomst. Toen hij hier kwam, wist hij precies wat hij wilde: bij de top horen. Hij combineert zijn ambitie met een tomeloze inzet. Niet alleen voor zijn eigen carrière, maar ook voor anderen. Daar waar hij kan, helpt hij medestudenten. Zijn ambitie blijkt ook uit zijn huidige werkplek: patisserie de Rouw in Vught, de crème de la crème binnen ons vakgebied.’
Ik voel me uitgedaagd om elke dag bij te leren. Na een aantal jaren bij bakkerij Strijbos waren zowel mijn werkgever als ik het met elkaar eens dat ik daar niets meer kon leren. ‘Je moet verder’, vertelde mijn baas. Zo ben ik bij De Rouw terecht gekomen.’
Jimmy Vissenberg krijgt regelmatig te horen dat hij beschikt over een enorme ambitie en passie voor zijn vak. Hij zet zich niet in voor 100 maar voor 200%. ‘Ik wil altijd iets beters, lekkerder, mooiers creëren en me daardoor onderscheiden van anderen.
Docent Sjef de Beer ziet meer talenten in Jimmy. ‘Naast zijn drukke baan en school stopt Jimmy ook veel tijd in tal van sociale nevenactiviteiten. Hij draait al twee jaar mee als vrijwilliger op de VMBO Kampioenendag van de stichting Jeugd Vakwedstrijden en hij begeleidt leerlingen van het Markland College (afdeling brood & banket) bij het maken van nieuwe producten en ter voorbereiding op vakwedstrijden.
Ook bij patisserie De Rouw is Jimmy een succes verhaal. Na twee weken viel Jimmy’s talent al op en binnenkort mag hij zichzelf meester ijsbereiding noemen. Een pijlsnelle carrière binnen zo’n topbedrijf is bijzonder.
Jimmy is een ware ambassadeur voor het bakkersvak en een promotor van onze school. Daar zijn we enorm trots op!’ ‘Ik doe nog meer hoor,’ glundert Jimmy. ‘Zelf doe ik ook aan vakwedstrijden mee. In 2007 werd ik vierde, dat vond ik geen bijster goede prestatie. Ik ben net zo lang doorgegaan tot ik de hoofdprijs won. In 2010 is dat gelukt, toen heb ik met mijn creatie de eerste prijs banket gewonnen. De winnende creatie was een amandelmousse met boerenmeisjes en chocolademousse. De Rouw heeft het in het assortiment op genomen. Je eigen gebakje bij een van Europa’s beste patissiers zien liggen, is natuurlijk enorm gaaf!’ Ondanks deze prestaties is Jimmy niet snel tevreden. ‘Nee, ik wil mezelf continu verbeteren. Minimaal één keer per week maak ik een middag vrij om nieuwe producten te leren maken. Ik probeer altijd met creati viteit dingen op te lossen. Vaak doe ik dit met collega’s, medestudenten en docenten. Op die manier komen we altijd tot een mooier en beter resultaat.’ Niet alleen op zijn vakgebied toont Jimmy betrokkenheid, ook in het dorp Zegge waar hij woont is Jimmy een bekende bezige bij. Hij is vrijwilliger bij Stichting Kinderwerk Zegge, mede-organisator van het zomercarnaval in Zegge en vrijwilliger bij het befaamde wielerevenement ‘De Draai van de Kaai’ in Roosendaal. Er blijft daardoor weinig tijd over voor hobby’s. ‘Ach,’ vertelt Jimmy, ‘mijn vak is mijn hobby. Als ik m’n hoofd écht wil leegmaken, pak ik de hengel en ga ik vissen.’ Wat Jimmy in de toekomst wil, is ook duidelijk. Koersvast stevent hij op zijn doel af: alle mogelijke diploma’s behalen op zijn vakgebied, een paar jaar ervaring opdoen in het buitenland en uiteindelijk zijn eigen bedrijf met exclusieve patisserie starten. ‘Ik houd mezelf vast aan dat doel en ik zal er hoe dan ook komen. Over tien jaar heb ik een topzaak!’
Bakkersleerling Jimmy Vissenberg flikt het hem weer ZEGGE - Bakkersleerling Jimmy Vissenberg uit Zegge is er weer in geslaagd een wedstrijd te winnen. Hij is in de regio zuidwest-Nederland kampioen geworden allround-banketbakken van de Stichting Jeugdvakwedstrijden. Dat is een wedstrijd die onder de toppers van de mbo scholen wordt gehouden in samen werking met het bedrijfsleven om het vakniveau op peil te houden. Jimmy gaat nu naar het NK op 14 april in Wageningen. Hij won drie jaar geleden de creativiteitsprijs bij het NK brood en banket voor vmbo-leerlingen. Vissenberg studeert aan het Cingel College in Breda. (Bron: BNDeStem)
11
RUBINDERONDE MARCOVERSCHURE TOPPER FLORIJN COLLEGE 2010
‘Mijn nummer 1 carnavalskraker was een uit de hand gelopen geintje’ Rubin de Ronde Rubin de Ronde is geen Florijn Topper geworden omdat hij op jonge leeftijd al een nummer 1 hit op zijn naam heeft staan. De titel van dit verhaal doet dat misschien vermoeden. Rubin is in veel opzichten een bijzondere student. Muziek is zijn grote liefde, maar ook dat maakt hem geen Topper. Slim als hij is, bereidt Rubin zich op het Florijn College voor op zijn toekomst. Omdat hij later zijn eigen bedrijf wil runnen, studeert hij boekhoudkundig medewerker. ‘Ik wil later mijn eigen boekhouding kunnen doen en niet afhankelijk zijn van anderen.’ Kijk... en dát is top! De liefde voor muziek is al erg vroeg ontstaan bij Rubin. Als jong ventje draaide hij al plaatjes en sprokkelde hij zijn eigen muziekinstallatie bij elkaar. ‘Op achtjarige leeftijd was ik het hulpje van de DJ bij de plaatselijke voetbalvereniging. Samen met mijn vader sleutelde ik muziekinstallaties in elkaar. Door de jaren heen heb ik heel wat spullen bij elkaar gespaard en verhuur ik nu zelfs licht- en geluidsinstallaties.’ Het bleef niet bij plaatjes draaien op de voetbalclub. Rubin rolde via via in het heuse feestcircuit en draait er nu zijn hand niet voor om om voor 4000 man publiek te draaien. Eerst op vrijwillige basis, en nu onder contract. Rubin mocht zelfs de Veerse Dag openen op 17 september.
Op die avond stonden grootheden als Roel van Velzen, Destine, Vinzzent en de 3j’s op het podium. Naast het DJ-werk en de verhuur van licht- en geluidsinstallaties bemiddelt Rubin bij de boeking van artiesten. ‘Mijn netwerk is inmiddels zó groot dat ik veel mensen in het muziekwereldje ken.’ Marco Verschure, zijn mentor binnen studentenbedrijf Flash van Florijn College licht toe waarom Rubin de Ronde Topper van het Florijn is geworden. ‘Allemaal leuk en aardig hoor, die passie voor muziek, maar Rubin vergeet te vertellen waarom hij nu écht Topper is geworden. Rubin is een gemiddelde student en presteert prima, maar wat hem zo bijzonder, en dus Topper maakt, is zijn ongelooflijke organisatietalent.
15
De combinatie van alle activiteiten die hij doet, is uitzonderlijk. Hij gaat naar school, werkt als DJ, heeft zijn eigen bedrijf, doet tal van vrijwilligersklussen en organiseert evenementen.Daar heeft school nooit onder te leiden. Het concept van Flash is ruimte geven aan ondernemerschap van studenten. Rubin is wat dat betreft een modelleerling want hij zoekt altijd een link tussen school en hobby.’ ‘Ja dat klopt,’ licht Rubin toe. ‘Ik heb stage gelopen bij theater De Bussel in Oosterhout. Enerzijds omdat ik daar achter de schermen kon kijken, en anderzijds omdat ik daar binnen mijn studiegebied boekhoudkundig medewerker een stageplaats kon krijgen. Zo combineer ik mijn hobby met mijn studie.’ Dat boekhoudkundig medewerker niet zijn toekomstige droombaan wordt, is natuurlijk duidelijk. Rubin gaat de muziekindustrie in. Na boekhoudkundig medewerker gaat Rubin mediamanagement studeren, en uiteindelijk moet er een eigen bedrijf komen. ‘Alles wat ik nu leer en doe, is bestemd voor mijn toekomst, en elke klus die ik aanpak zie ik als een stepping stone naar grotere en mooiere opdrachten. Soms ben ik wel eens te ambitieus en maak ik fouten. Die bespreek ik dan op school en krijg ik feedback zodat het de volgende keer beter gaat. Bij Flash krijg je ruimte voor ondernemerschap en mogen er dus ook fouten worden gemaakt. Daar leer je alleen maar van.’ Maar dan die nummer 1 hit... ‘Tja, dat was een uit de hand gelopen geintje. Onbedoeld is mijn single ‘De Jaankende Hond’ een regionale carnavalskraker geworden. Die werd ineens enorm goed verkocht en gedownload. Maar dat is niet mijn toekomst hoor. Misschien 3 singles per jaar, maar daar houdt het mee op. Mijn ambities liggen toch echt bij een eigen evenementenbedrijf. Op een oude DJ zit immers niemand te wachten.’
Singel van de week (13)
DJ Rubin De Jaankende Hond Rubin de Ronde is al zo’n 7 jaar actief als DJ Rubin. Met zijn eigen drive-in show zet hij het publiek in binnen- en buitenland op zijn kop. Zo heeft DJ Rubin al een aantal keer in Westendorf, Oostenrijk, gedraaid tijdens de Après Ski. Daar werd hij uitgenodigd door de zanger Stefan Storm, bekend van de hit ‘Goeiemoggel’. DJ Rubin is van alle markten thuis. Hij draait alle genres en is inzetbaar op iedere gelegenheid, zoals: bedrijfsfeesten, bruiloften, jubilea, discotheken, kroegen etc. DJ Rubin vond dat het na 7 jaar tijd werd voor een eigen cd-single. In een café waar DJ Rubin vaak komt draaien ze regelmatig orgelmuziek. Een van die liedjes sprak hem meteen aan en hij wilde er gelijk iets mee gaan doen. Het originele nummer heet ‘Honolulu’. In de volksmond wordt het liedje ‘De Jaankende Hond’ genoemd. Vandaar de titel van de nieuwe cd-single. DJ Rubin heeft inmiddels de smaak te pakken. Hij is nog lang niet klaar met het maken van liedjes. Zo is hij van plan om ruim 3 keer per jaar een cd-single uit te brengen. Dat zal dan gebeuren tijdens carnaval, in de zomer en in de winter. (Bron: www.slog.nl)
AkbardjanAwan LEONIEvanGINNEKEN TOPPER KELLEBEEK COLLEGE 2010
‘Iedereen moet dezelfde kansen krijgen, want iedereen doet ertoe. Daar wil ik mezelf graag voor inzetten’ Akbardjan Awan Volgens zijn mentor Leonie van Ginneken kon het niet anders dan dat Akardjan Awan de Topper van het Kellebeek College zou worden. Niet alleen zijn levensverhaal is opvallend. Met name zijn strijdlust, kracht en eeuwig optimisme maken Akbardjan tot een bijzonder mens. ‘Akbardjan zegt nooit ‘dat kan ik niet’, maar ‘dat weet ik niet, nog nooit gedaan.’ Akbardjan is geboren in Afghanistan als oudste in een gezin met drie kinderen. Op zestienjarige leeftijd is hij in augustus 2001 naar Nederland gekomen als Alleenstaande Minderjarige Asielszoeker (AMA). Hij was toen analfabeet. Na een verblijf in het asiel zoekerscentrum in Gilze-Rijen is hij in Bergen op Zoom terecht gekomen waar hij tot zijn achttiende heeft gewoond. In die periode heeft Akbardjan bij de afdeling Traject van het toenmalige Zoomvliet College twee jaar neveninstroom gedaan. Helaas moest hij na twee jaar zijn opvangadres in Bergen op Zoom verlaten en stond hij bijna op straat. ‘Je moet je eens voorstellen dat je op je achttiende al op eigen benen moet staan, een grote taalachterstand hebt en uit je opvangadres moet,’ vertelt Leonie. ‘Gelukkig had Akbardjan in die periode al vrienden gemaakt.
Een dame uit Woensdrecht bood hem onderdak aan en heeft hem sindsdien als een soort pleegkind opgenomen in haar gezin.’ Akbardjan spreekt met een grote warmte en dankbaarheid over het gastgezin waar hij woont. ‘Ik was en ben nog steeds ongelooflijk dankbaar dat ik daar terecht kon. Ze hebben me als een eigen kind behandeld. Ik had een rustige en fijne thuisbasis waardoor school ook goed ging.’ De schoolcarrière van Akbardjan is onwaarschijnlijk snel verlopen. Na zijn NT2-cursus (Nederlands als Tweede Taal) is hij terecht gekomen op het VMBO (theoretische leerweg) bij VAVO en heeft hij daar zijn diploma behaald. Gelijktijdig deed hij Informatica/ Programmeren op HAVO-niveau. ‘Het VMBO ging eigenlijk best soepel. Mijn Engels was binnen korte
tijd zo goed geworden dat ik meteen naar de examenklas mocht. Na het behalen van mijn diploma kwam de onzekerheid. Onzekerheid over mijn verblijf in Nederland. Dat was een heel spannende tijd. Ik denk er niet graag meer aan terug, maar ik wil het hier wel vertellen. Ik heb zes maanden in een detentie boot in Rotterdam gezeten. Door de onrust in mijn vaderland ben ik uiteindelijk vrijgelaten. Die detentie was volledig onterecht, dat heeft me enorm veel verdriet gedaan.’ Na zijn vrijlating pakte Akbardjan de draad weer op. ‘Ja, ik ben toen naar de HAVO gegaan bij Kellebeek en dit jaar heb ik eindexamen op twee profielen gedaan; natuur/gezondheid en natuur/techniek.’ ‘Akbardjan is zo bescheiden dat hij de helft vergeet,’ grapt Leonie van Ginneken. ‘Hij vergeet erbij te vertellen dat hij onbetaald in de bouw werkt. De vader van het gastgezin waar Akbardjan woont, is aannemer en doet vaak – en nooit tevergeefs – een beroep op Akbardjan. Hij wil graag iets terug doen voor zijn huisgenoten waar hij zo gastvrij is opgevangen. Niet alleen op dat vlak is hij behulpzaam. Hij staat altijd klaar voor zijn medestudenten, is leergierig en enthousiast voor alles. Zoals ik al zei, uit Akbardjan’s mond zul je nooit ‘dat kan ik niet’ horen. Het komt hem niet aanwaaien, maar door zijn wilskracht staat hij waar hij nu staat en heeft hij bijna zijn bestemming gevonden.’ Wat die bestemming is, weet Akbardjan al. ‘Na de HAVO ga ik de lerarenopleiding volgen aan het HBO. Mijn doel is leraar worden, en later misschien wel een school stichten in Afghanistan. Er zijn zoveel mensen met talenten, die moeten ook een kans krijgen. Iedereen moet een kans krijgen, want iedereen doet ertoe. Ook al kan ik misschien niet veel betekenen, toch voel ik mezelf verantwoordelijk voor mijn land.’ Akbardjan Awan, is negen jaar geleden als zestien jarige analfabeet naar Nederland gekomen, en spreekt nu haast accentloos Nederlands. Ondanks alle tegenslagen en de grote onzekerheid over zijn verblijf in Nederland is hij er in geslaagd twee diploma’s te behalen en wil hij zijn talenten gaan inzetten voor zijn vaderland. Leonie van Ginneken kan het niet beter verwoorden: ‘Akbardjan is gewoon een Topper als mens.’
19
JOOSTVANDEPLASSE ARNOCASTEL TOPPER MARKIEZAAT COLLEGE 2010
‘Zo lang ik iets kan leren, blijf ik leren. Niet omdat het moet, maar omdat ik het wil’ Joost van de Plasse Joost van de Plasse is een rasechte techneut. En misschien ook wel een rasechte Zeeuw. Nuchter, hardwerkend, wars van blabla en rechtdoorzee. Ondanks het feit dat hij een BBL-opleiding volgt bij het Markiezaat College, en daar maar één avond per week te vinden is, heeft hij een hechte band met school. Die hechte band heeft hij ook met zijn mentor, Arno Castel, die hem nomineerde voor Toppers 2010. ‘Het was een spannende eindspurt, maar Joost heeft met overtuiging de titel Markiezaat Topper in de wacht gesleept,’ vertelt Arno Castel trots. ‘In al die twintig jaar dat ik in het onderwijs zit, heb ik nog nooit meegemaakt dat een student zó gemotiveerd is. Alles wat Joost aanpakt, wordt een succes. Hij is niet alleen gemotiveerd, maar ook pijlsnel met alles. Hij maakt zijn opdrachten snel, zonder slordig te zijn. Hij slaat geen les over, ondanks zijn drukke baan en de afstand tot zijn woonplaats Yerseke, en hij is altijd behulpzaam in de klas. Een regelrechte Topper!’
‘Het is wel eens anders geweest hoor,’ vertelt Joost met een knipoog. ‘Vroeger wilde ik helemaal niet leren, en ben ik na twee jaar VMBO met school gestopt. Ik moest dus gaan werken. Op m’n vijftiende werkte ik al in de visserij, op de Oosterschelde. Na een paar jaar kwam ik er pas achter wat ik écht wilde: de techniek in. Vanaf dat moment ben ik als een speer door mijn studies gegaan. Leren is geen moeten meer, ik wíl het nu ook echt.’ Dat Joost graag leert, is overduidelijk. Hij zat binnen no time op het MBO, doorloopt Elektrotechniek MBO niveau 3 in een recordtempo, start volgend jaar met de niveau 4 opleiding Eerste Monteur Elektrische Bedrijfsinstallatie én overweegt zelfs om Industriële Automatisering aan het HBO te gaan studeren.
‘Da’s niet slecht voor een voortijdig schoolverlater hè,’ grinnikt Joost. ‘Naast het Markiezaat College studeer ik trouwens nog meer hoor. Ik doe onder andere zelfstudie op het gebied van transformatoren. School biedt deze cursus namelijk ’s avonds niet aan.’ ‘Joost vergeet er bij te vertellen dat hij een fulltime baan heeft, in tegenstelling tot andere BBL-studenten die vier dagen per week werken. Bovendien doet hij zijn huidige opleiding versneld; in twee in plaats van in vier jaar’ vult Arno Castel aan. Joost van de Plasse vindt dat echter niet een verdienste van hem alleen. ‘Ik leer natuurlijk veel op school, maar als BBL’er leer je toch het meest in de dagelijkse praktijk. In mijn geval is dat bij Paree BV in ’s Heerenhoek. Ik werk daar als elektromonteur en ondanks het feit dat ik nog studeer, mag ik uitdagende en best pittige klussen doen. Ik werk met name in de bedrijfstechniek, de utiliteitsbouw. Eigenlijk doe ik werk waarvoor ik nog moet studeren, zoals het aansturen van bijvoorbeeld lopende banden. Maar ik ben bijvoorbeeld ook met duurzaamheid bezig bij een van onze klanten. Het feit dat je zelfstandig mag werken, geeft een enorme kick.’ Bij Paree leert Joost niet alleen het echte werk, dankzij Paree is Joost ook weer gaan studeren. ‘Ja, na een paar jaar op de vissersboot las ik over de praktijk opleiding van Paree. Ik was meteen enthousiast. Dankzij hen ben ik terug naar school gegaan en ben ik zo’n vakidioot geworden. Het is niet vreemd dat Paree genomineerd is voor Beste Leerbedrijf. Ze investeren enorm in aankomende vaklui. Ik draai volledig mee in het bedrijf, en vergeet af en toe zelf dat ik nog student ben.’
23 Paree beste leerbedrijf 2010 Paree is door Kenteq – het kenniscentrum voor technisch vakmanschap - genomineerd voor de verkiezing Beste Leerbedrijf 2010. De jury is tot de nominatie gekomen door de visie van Paree op haar opleidingstaak in combinatie met de inzet die daaraan gekoppeld is. Paree is van mening, dat haar opleidingstaak zich niet beperkt tot het opleiden van haar eigen medewerkers. Er worden daarom structurele contacten onderhouden met het onderwijs van basisonderwijs tot HBO en er wordt actief geparticipeerd in het onderwijs. Op 23 september wordt bekend gemaakt welk bedrijf gekozen wordt als beste leerbedrijf van de regio zuid. (Bron: www.paree.nl)
ANOUKDAHRS PETROTROMMELEN TOPPER PRINSENTUIN COLLEGE 2010
‘Niet het stereotype paardenmeisje’ Anouk Dahrs ‘Ik ben niet het stereotype paardenmeisje hoor.’ De goedlachse Anouk Dahrs wil meteen een vooroordeel de wereld uit helpen. ‘Dierverzorging of paardenhouderij worden vaak gezien als softe, aaibare opleidingen. Als dat zo was, zou ik deze opleiding niet doen. Op het Prinsentuin College krijg ik juist alle ruimte voor ondernemerschap.’ De 20-jarige Anouk Dahrs uit Oosterhout is vierdejaars student Paardenhouderij aan het Prinsentuin College en trotse draagster van de Prinsentuin Topper titel. Haar winst kwam voor haar mentor Petro Trommelen niet uit de lucht vallen. ‘Als je het juryrapport leest, en de referenties van haar stagebedrijven bekijkt, weet je eigenlijk al genoeg,’ vertelt Trommelen. ‘Anouk verenigt haar passie voor paarden met een enorme drive en ondernemersgeest. Haar inzet is verbazingwekkend. Naast school, volgt ze nog tal van opleidingen. Ze zoekt steeds nieuwe uitdagingen binnen haar vakgebied en wil deze overdragen aan anderen. Het docententeam heeft Anouk voorge dragen omdat ze altijd een bijzondere positie in de klas heeft gehad. Ze straalt een bepaalde superioriteit uit, zonder daarbij arrogant of betweterig te zijn. Verder is ze leergierig en slim: ze vergaart kennis door deskundigen om zich heen te verzamelen en natuurlijk haar kennis van de Amerikaanse Parelli trainingmethode. Dát maakt haar echt uniek.’ Parelli blijkt Anouk’s lust en leven te zijn, een passie waar ze urenlang over zou kunnen vertellen. ‘Paarden hebben me altijd al gefascineerd. Als klein meisje ben ik begonnen met paardrijden in de manege en als één van de jongste pupillen haalde ik mijn ruiterbewijs.
Toen ik eenmaal mijn eigen paard had, ben ik begonnen met Parelli. Je kunt Parelli zien als een heel sociale en communicatieve trainingsmethode voor paarden en mensen. Via deze trainingmethode communiceer je voornamelijk via lichaamstaal, taal die een paard begrijpt. Dat is nu eenmaal gemakkelijker als andersom,‘ legt Anouk uit. Door de kennis die Parelli je aanbiedt heb je steeds minder hulpmiddelen nodig om iets met je paard te bereiken. Geen zweep, geen teugels en zelfs geen zadel. Je paard krijgt meer begrip voor de mens dankzij Parelli en andersom. En het is vooral erg leuk voor paard en mens.’ Anouk’s keuze voor de opleiding Paardenhouderij is een heel bewuste keuze geweest. ‘Ik ben gestart op de HAVO, maar door mijn dyslexie was dat te hoog gegrepen. Ik heb toen de overstap naar de MAVO gemaakt, de toenmalige MAVO Ten Strijen. In de tweede klas wist ik al feilloos wat ik wilde. School heeft me geholpen die keuze te maken en ze stonden net als mijn ouders helemaal achter mijn besluit om naar het Prinsentuin College te gaan. Nu ik bijna klaar ben met Paardenhouderij kan ik gerust stellen dat ik de juiste keuze heb gemaakt. Ik kan hier echt mijn ei kwijt, zowel op het gebied van paarden als ondernemerschap.’
Petro Trommelen vult Anouk aan: ‘Anouk wil anderen enthousiast maken voor paardenhouderij en voor het Parelli-principe. Ze wil bewijzen dat er meer is dan de traditionele paardensport en organiseert daarom Parelli-demonstraties op school. Ze is hier uniek in, en brengt ons docenten dus ook iets bij.’ Parelli klinkt simpeler dan het is. Het vergt enorm veel training, geduld en opleiding. Anouk is al Nederlands’ jongste instructrice Natural Horsemanship, maar is vastberaden officieel erkend Parelli-instructeur te worden. ‘Erkend instructeur worden kan alleen in de USA en daarvoor moet je eerst level vier hebben gehaald. Om dit te halen moet ik nog twee weken op cursus in Frankrijk en mijn Engels verbeteren, de taal waarin de instructies worden gegeven. Mijn Toppersprijs wil ik hiervoor graag gaan benutten. Word ik Topper van het ROC West-Brabant, dan wordt mijn prijs verdubbeld en kan ik mijn Parelli droom in de USA afronden.’ Voorlopig is dat nog een beetje toekomstmuziek, want eerst gaat Anouk deeltijd Sportmarketing aan Avans Hogeschool studeren. ‘Hopelijk kan ik die studie gaan combineren met een commerciële functie. Als het lukt, wil ik gaan werken in een groothandel voor ruitersportartikelen. Met mijn HBO-diploma, Prinsentuin diploma, én straks de officiële Parelli-papieren wil ik in de toekomst mijn eigen opfokbedrijf gaan starten zodat ik ondernemerschap met mijn grootste hobby kan combineren. Mijn droom is dan uitgekomen.’
27 Met hart voor het paard Ook in het wedstrijdrijden past Anouk Natural Horsemanship toe. Geen uitputtende races voor haar paard Vitesse, maar endurance wedstrijden waarbij de combinatie hartslag en snelheid van het paard doorslaggevend is. Ook op dat vlak is Anouk een Topper. Haar eerste oefenwedstrijd (2009) leverde meteen een eerste plaats op.
DERKGOMMERS
ALFONSHEERINK TOPPER RADIUS COLLEGE 2010
‘Geslaagd voor vmbo-t maar toch al bezig met het kiezen van een HBO!’ Derk Gommers Deze woorden twittert Radius-student Derk Gommers op 16 juni als hij net de uitslag van zijn VMBO-examen binnen heeft. Zijn MBO-diploma had hij al. Geslaagd voor VMBO-T en tegelijkertijd MBO-student? Dat behoeft nadere uitleg. De vijftienjarige Radius Topper Derk Gommers is een verhaal apart. Op de basisschool wist hij al exact wat zijn leerroute zou worden: kort, praktisch, doelgericht en vooral leuk. ‘Leren moet leuk zijn, ik wist op mijn tiende al precies wat ik wilde. Ondanks een HAVO/ VWO-advies van CITO ben ik naar het VMBO gegaan: Innovatieve Techniek bij Van Cooth. Die opleiding was toen net nieuw en door samenwerking met het Radius College kon je binnen zeven jaar zowel VMBO als MBO halen. Wat ik op het VMBO en het MBO leer, is de echte praktijk, het echte werk. Wat ik nu kan, zou ik ergens anders nooit hebben geleerd.’
Het VMBO met gemak doorlopen is op zich geen bijzondere prestatie als je een HAVO/VWO-advies hebt, eerder opmerkelijk. ‘Ja’, vertelt Derk, ‘ik heb vaak iets uit te leggen. Maar naast het VMBO doe ik MBO-ICT op niveau 3 en daarvoor ben ik inmiddels geslaagd. Ik had mijn MBO-diploma eerder dan mijn VMBO-diploma. Begin volgend jaar hoop ik versneld Mediatechnologie op niveau 4 af te ronden en dan naar het HBO. Ik verwacht daar volgend jaar te kunnen starten.’ Rekent u even mee? Derk heeft binnen vier jaar zowel VMBO als MBO gehaald en zit volgend jaar, op zijn zestiende, op het HBO. Dat is op zich al een bijzondere prestatie, maar wat Derk nóg meer bijzonder maakt, is het feit dat hij al twee jaar zijn eigen bedrijf runt. Op zijn twaalfde zat hij bij de Kamer van Koophandel, en op zijn dertiende was Derk Gommers Media Design & Development een feit.
‘Mijn eerste klant was de plaatselijke voetbalvereniging. Voor hen heb ik een website gebouwd. Niet om geld te verdienen, maar puur om te leren en om te laten zien wat ik in m’n mars heb. Dankzij die website, en mond-tot-mond reclame ben ik aan andere klanten gekomen.’ Derk’s klantenkring is vanaf dat moment behoorlijk gegroeid. Wie zijn website bezoekt, ziet een indrukwekkend portfolio met grote namen van opdracht gevers. ‘Ik ontwikkel niet alleen websites,’ vertelt Derk trots, ‘ik doe ook huisstijlontwerp, hosting en de ontwikkeling van bijvoorbeeld een CMS. Sinds kort ben ik zelfs internationaal bezig. Een van mijn klanten is een golfcoach die topgolfers traint. Ik ontwikkel websites voor hem en adviseer hem op ICT-gebied.’ Mentor en docent Alfons Heerink praat met waardering over ‘zijn’ pupil. ‘Derk is echt een enorm talent, een “one of a kind”. Hij is ongelooflijk leergierig, ongelooflijk snel en hij heeft een enorme focus. Alles wordt zorgvuldig door hem gepland. Op ICT-gebied is hij fenomenaal. Hij weet wat hij wil leren, en creëert op school zijn eigen uitdagingen. Sterker nog; Derk helpt ons zelfs met de ontwikkeling van lesstof.’ Een hoog nerdgehalte, zou je misschien denken, maar het tegenovergestelde is waar. Derk Gommers is ook sociaal actief en betrokken. Hij doet tal van vrijwilligersklussen in zijn woonplaats Galder en heeft een groot vriendennetwerk. Niet alleen online! De toekomst van deze jonge webontwikkelaar is veelbelovend. ‘Mijn ambities liggen in mijn eigen bedrijf, maar ik zou ook wel voor grote gerenommeerde bedrijven willen werken. Opdrachten met een hoge mate van ver antwoordelijkheid liggen me het best. Maar eerst nog een paar jaar leren en mijn bedrijf verder uitbouwen.’
31 Reclame maken mag eigenlijk niet, maar we doen het lekker toch:
www.derkgommers.nl
RAJHANAMUCHLES
RENÉEWILLEMS TOPPER VITALIS COLLEGE 2010
‘Ik wil iets voor Nederland terug doen’ Rajhana Muchles Haar missie is het helpen van andere mensen, betekenisvol zijn voor haar omgeving. Maar ook: levenslessen meegeven, een voorbeeld zijn voor anderen. Rajhana Muchles, Topper van het Vitalis college zet de belofte van het Vitalis college kracht bij. “Meer voor elkaar” is volledig van toepassing op Rajhana. Rajhana werd in 1985 geboren in Kabul, Afghanistan. Op haar elfde jaar moest ze noodgedwongen haar land ontvluchten. Samen met haar familie kwam ze in Nederland terecht. Ze doorliep de taalschool, het VMBO en een jaar laboratoriumschool. ‘De laboratoriumschool bleek niet bij mij te passen, ik had niet het gevoel dat ik met die opleiding betekenis kon gaan geven aan de maatschappij. Ik wilde met en voor mensen werken. Niet dat dat met een laboratoriumopleiding niet kan, maar de zorg trok me meer. Daarom ben ik na een jaar overgestapt naar de opleiding Verzorgende,’ vertelt Rajhana. Door keihard te werken doorliep ze haar studie binnen drie jaar, haalde ze tegelijkertijd haar horecapapieren en ging ze in de avonduren aan de slag bij Mister Wok in Breda.
Rajhana is in meerdere opzichten bijzonder. Met name haar doorzettingsvermogen en de wil er echt iets van te maken. En dat in een razend tempo! Ze leerde Nederlands in zes maanden, ondanks de eerste turbulente maanden in Nederland. ‘De eerste periode in Nederland kwam er erg veel op me af. We moesten van opvangcentrum naar opvangcentrum, elke basis ontbrak. Ik vond het belangrijk om Nederlands te leren, want zonder taal ben je nergens.’ Na het Markenhage, via de Laboratoriumschool, dus naar het Vitalis college. ‘Een goede beslissing,’ meent Rajhana’s mentor Renée Willems. ‘Ze viel mij vanaf dag één op. Ze is een overlever, enorm gedreven, serieus met haar vak bezig maar ook innemend, communicatief sterk en sociaal. Haar wilskracht komt tot uiting in haar leercarrière. Je moet het maar doen: binnen een half jaar een vreemde taal leren, naar het VMBO, door naar MBO niveau 3 en nu MBO niveau 4 afronden.’ Rajhana haalt haar schouders er een beetje bij op. ‘Ik zie het als mijn plicht om hard te werken, en het is mijn roeping om mensen te helpen. Nederland heeft zo veel voor mij gedaan, ik wil graag iets terug doen.’
En dat doet Rajhana ook. In meerdere opzichten zelfs Op haar stage-adressen presteert ze uitmuntend. Zo uitmuntend zelfs, dat ze overal een contract aangeboden kreeg. Op haar huidige stageplaats Thuiszorg Breda valt ze eveneens op en krijgt ze verantwoordelijke taken. ‘Ik loop al een half jaar zelfstandig als wijkverpleegkundige en schrijf verbeterplannen voor de omgang met cytostatica. Deze verbeter plannen worden in de praktijk ook echt toegepast wat erg leuk is, want zo krijgt een stage pas écht betekenis.’ ‘Je kunt het ook andersom zien,’ stelt Renée, ‘Rajhana geeft betekenis aan haar stage en investeert in de instelling waar ze werkt. Ze doet dingen die ertoe doen en die zaken zoals hygiëne verbeteren. Bovendien vergeet Rajhana de helft van wat ze allemaal doet. Naast haar opleiding, stage en werk bij Mister Wok, studeert ze Nederlands aan de Universiteit van Tilburg, gaat ze na het Vitalis college HBO Verpleegkunde doen én doet ze vrijwilligerswerk bij de gehandicaptenzorg Noord-Brabant. Elk jaar offert ze daarvoor haar vakantie op.’ De bescheiden Rajhana nuanceert de lovende woorden van haar mentor. ‘Ach, ik vind dat die mensen ook recht hebben op vakantie. Ondanks mijn drukke leven, vind ik toch ruimte om ieder jaar vakantiewerk bij de gehandicaptenzorg te doen. Het is leuk en erg dankbaar werk. Die taalopleiding Nederlands vond ik zelf nodig. Ik vond mijn Nederlands niet goed genoeg en daar kan ik straks op het HBO misschien wel last van krijgen. Daarom nu even bijspijkeren. Ik heb een druk leven inderdaad, moet veel plannen. Maar wat ik er voor terug krijg, is vele malen belangrijker en alles wat ik doe, doe ik met een doel. Ik wil mezelf gaan specialiseren als diabetesverpleegkundige en in de toekomst als zelfstandig diabetesconsulente gaan werken. Dat is mijn grote droom.’
‘Ik vergeet trouwens nog te vertellen dat ik een brief heb geschreven aan de gemeente,’ vertelt Rajhana tussen neus en lippen door. ‘Tijdens de strenge winter met die zware sneeuwval liep ik mijn wijk en hoorde ik een bejaarde dame mij roepen. Ze vertelde me dat ze al drie dagen de deur niet uit kon om brood te halen omdat er zo veel sneeuw lag. Ze heeft me toen haar portemonnee toegeworpen en ik ben brood voor haar gaan kopen. Ik heb vervolgens een brief gestuurd aan de gemeente met de vraag of er vrijwilligers ingezet kunnen worden die de boel schoonmaken als het sneeuwt. Het kan toch niet waar zijn dat mensen die slecht ter been zijn de deur niet uit kunnen? Ik hoop dat de gemeente gehoor geeft aan mijn vraag en er iets aan gaat doen.’ Werken, studeren, stage lopen, vrijwilligerswerk doen en zich inzetten voor de samenleving. Rajhana Muchles heeft het meer dan voor elkaar! ‘Je hoort het hè?’ besluit Renée Willems trots. ‘Deze meid verdient het om Topper te zijn.’
35
ROBBEHOMBROCKX PAULVANDOOREN TOPPER ZOOMVLIET COLLEGE 2010
‘Ik wil met mijn camera de wereld vertellen wat ze niet weten, maar wel moeten weten’ Robbe Hombrockx ‘Toen ik in Bosnië was, heb ik daar dingen gezien waarvan ik niet wist dat ze nog voorkwamen. Ik weet zeker dat ik daarin niet de enige was. Ik wil dat verhaal vertellen aan mensen. Omdat ik vind dat men dit moet weten. De camera is mijn middel om dingen duidelijk over te laten komen. Niet om daarmee per se mijn mening te geven. Mensen moeten vooral hun eigen mening kunnen vormen na het zien van mijn beelden.’ Robbe Hombrockx is 20 jaar en heeft de wereld een verhaal te vertellen. Toen docent Paul van Dooren aan Robbe voorstelde om hem te kandideren voor de verkiezing van de Zoomvliet Topper 2010, had Robbe zo zijn twijfels. ‘Ik zei tegen hem dat hij er maar eens goed over na moest denken, want ik vond dat hij absoluut ‘topperproof’ was’, vertelt Paul. ‘Ik heb Robbe vanaf de eerste dag dat hij hier binnenkwam gevolgd. Toevallig was ik in de ruimte aanwezig waar hij op dat moment zijn intakegesprek had met een collega van me. Op de een of andere manier viel hij mij meteen op. Natuurlijk zijn Vlaamse accent, maar er was meer. Ik was om te beginnen benieuwd naar waarom Robbe vanuit Antwerpen nu uitgerekend zijn studie wilde volgen in Bergen op Zoom. En of hij zich hier wel thuis zou kunnen voelen. Als docent Burgerschap ben ik altijd geïnteresseerd in mensen en in hun drijfveren. In het begin had hij wel even een aanloopje nodig, maar al snel hoorde hij er helemaal bij.’ Na een tijdje raakt Paul met Robbe in gesprek. ‘Mij viel meteen zijn enorme gedrevenheid op en de manier waarop hij in de opleiding staat. Hij heeft duidelijk zijn doel voor ogen en weet ook dat hij daar nog veel voor moet doen om dat te bereiken. Robbe staat voor mij voor: ambitieus, een zeer professionele opstelling en open communicatie.’
Tijdens zijn presentatie voor de jury van het Zoomvliet College heeft Robbe een fragment laten zien van de documentaire die hij, samen met een klasgenoot en onder leiding van een docent, had gemaakt in Bosnië. Robbe: ‘Wij waren daar om studenten van het Vitalis college te filmen tijdens hun werk in een aantal instellingen voor kinderen, lichamelijk – en geestelijk gehandicapten. Wat ik dáár heb gezien, zal ik nooit vergeten. Een land dat zo’n oorlog heeft meegemaakt. De mensen die onder armoedige omstandigheden proberen er het beste van te maken. Ik móest dat laten zien. Die mensen filmen was natuurlijk niet eenvoudig. Om te beginnen wilden de verzorgers dat niet altijd. Soms hebben we zelfs stiekem opnames gemaakt. Maar altijd met veel respect voor de hoofdpersonen en met maar één doel: dit moet de wereld zien! Ik vind dat je alles moet kunnen filmen, zolang het iets toevoegt. Daar trek ik de grens. Via mijn beelden hoop ik dat er meer aandacht komt voor alle mensen die in deze omstandigheden moeten leven. We maakten niet alleen opnames binnen de instellingen, maar ook buiten in de straten van Sarajevo. De oorlog is er nog zo zichtbaar dat het zelfs onwerkelijk overkomt; de set van ‘Band of Brothers’, dat is misschien wel het eerste dat ik dacht. Zo erg was het dus met me gesteld.’
Robbe is nu wel verkozen tot Topper, maar hij vindt dat hij nog heel veel moet leren. ‘Er is nog zoveel aan de camera dat ik niet weet, niet ken. Eerst moet ik die camera echt helemaal in mijn vingers hebben. Pas dan kan ik gaan filmen wat ik wil. En wat dat precies is, weet ik nog niet.’ ‘Documen taires’, oppert Paul. ‘Neen, zover ben ik nog lang niet’, stribbelt Robbe tegen. ‘Journalistiek dan’, probeert zijn docent nog een keer, want wat hij in zijn Bosniëfilm laat zien, neigt wel naar die kant. ‘Neen’, roept Robbe opnieuw. ‘Ik moet nog heel veel leren. Ik weet helemaal niet of ik dat wel kan. Als ik iets doe, wil ik het goed doen en anders niet. Ik ken mijn eigen capaciteiten en tekortkomingen. Op dit moment vind ik televisie maken heel leuk. Iets (semi-)live registreren, zoals de Topperverkiezing die door een aantal camera’s wordt geregistreerd. Vooral het technisch aspect ervan, vind ik heel interessant. Dat wil ik allemaal leren en volledig onder controle krijgen. Het maken van videoclips spreekt me inhoudelijk niet zo erg aan, maar ik vind het wel prima om ook die techniek te leren. Als ik iets zie, gewoon zomaar in het dagelijks leven, denk ik altijd ‘hoe kan ik dat technisch nu het beste oplossen en goed in beeld brengen?’ Die techniek is nu nog een struikelblok voor me. Ik wil dat onder de knie hebben en kan pas dan het verhaal vertellen. Iemand of iets in beeld kunnen brengen zoals het echt is, dat is de kunst. ‘Laat die camera maar lekker draaien’, en dan zeker op de momenten die er normaal worden uitgehaald. Dat is iets dat de mannen van de Belgische ‘Man bijt hond’ bijvoorbeeld echt goed doen. Mijn grote liefde gaat uit naar het proberen een verhaal te vertellen op een toegankelijke manier, zodat het voor een groot publiek bereikbaar is. Als je een verhaal vertelt, leer je ook zelf zo ontzettend veel. Vooral als je zoekt naar onderwerpen die niemand kent. Je leert mensen kennen, je vertelt het verhaal en je doet wat je heel graag doet. En je kunt er nog je brood mee verdienen ook. Wat wil een mens nu nog meer!?’ ‘Aanvankelijk zag ik dat ‘topppergedoe’ inderdaad een beetje negatief’, zegt Robbe. ‘De afgelopen twee jaar heb ik vanuit mijn opleiding samen met mijn klasgenoten de techniek mogen verzorgen voor de Jaaropening. Ik had dus eigenlijk alleen die kant van de Topperverkiezing gezien. Je bent dan heel geconcentreerd op de techniek en minder bezig met de inhoud van de show, dat is de taak van de regie. Hierdoor zag het er voor mij soms uit als een ‘zottekeskot’. Maar toen ik over de vraag van Paul ging nadenken, ontdekte ik al snel dat er eigenlijk alleen maar positieve kanten aan de Topperverkiezing zijn. Ik verdiepte me in de Toppers van de voorgaande jaren en kwam er achter dat ik zo’n kans niet mocht laten lopen. Want door Topper te zijn, wordt de weg naar je doel net iets makkelijker.
39
Ze geven de studenten echt de kans om verder te gaan in hetgeen ze willen. Ik liet Paul dus al snel weten dat ik wel kandidaat wilde zijn. Wel echt spijtig is dat er maar eentje deze kans krijgt.’
‘Nee, hoor’, pareert Paul, ’in principe krijgt iedereen die kans. Ook studenten kunnen zichzelf of een studiegenoot aanmelden. Toen mijn afdelingsmanager een mailtje rondstuurde met de oproep om toppers aan te melden, ben ik bij mezelf nagegaan of ik een topper had. Vrijwel automatisch kwam ik toen uit bij Robbe. Ook door gesprekken met collega’s is mij in de afgelopen jaren duidelijk geworden dat hij een bijzondere student is. Als je met hem praat, verrast hij je telkens weer. Bij elk gesprek raak je vanzelf geboeid. Robbe kan heel goed zijn gedachten en zijn filosofie verwoorden. Hij doet nooit zomaar iets. Er zit altijd een goeddoordacht verhaal achter. Op school is hij een voorbeeld voor zijn medestudenten. Hij is zeer professioneel en pakt alles gretig aan. Je bent op school om te leren en alle tijd is kostbaar, vindt hij.’ Ook tijdens het interview met Robbe en Paul blijkt die houding keer op keer. Robbe denkt bij elke serieuze vraag eerst goed na en formuleert daarna zijn antwoord zorgvuldig. Maar op de vraag hoe hij zich nu voelt, nu hij Zoomvliet Topper is, komt er spontaan uit: ‘Pff, mijn telefoon staat sindsdien roodgloeiend! Daar een interview en dan weer foto’s trekken, zet mij maar achter de schermen. Ik heb een Belgische en een Nederlandse telefoon. Die laatste gebruik ik niet zo heel veel en ik word er maar sporadisch op gebeld. Maar nu…, vooral die Nederlandse mobiel, die staat maar niet stil! Wel heel leuk, hoor, daar niet van. Ik vind het ook heel zinnig om Topper te zijn. Op de eerste plaats voor mijn eigen toekomst. Maar eigenlijk vind ik dat ik les krijg op een supergeweldige afdeling met een geweldig docententeam en topperklasgenoten. Vooral mijn docenten Funda Isildaksoy en John Huijbregts hebben mij supergoed begeleid. De hele Zoomvliet Studio vind ik meer dan magnifiek! Je krijgt hier alle kans om de dingen te leren die jij wilt. Eender wat je ook vraagt, ze gáán er gewoon voor. En niet zomaar op een goed niveau, maar net die twee stapjes hoger. En dat vind ik echt super hier!’
Janco Bout, student aan de hotelschool van het Zoomvliet College loopt stage bij sterrenrestaurant Beluga in Maastricht. Hoe blij Janco met deze stageplaats is, en hoe bijzonder het gesprek was, beschrijft hij in een brief die hij na zijn sollicitatiegesprek schreef aan zijn docente.
Janco Bout ZOOMVLIET COLLEGE
Student schrijft docent
43
Een studie apothekersassistente volgen terwijl je zwanger bent en bevalt van je eerste kindje, en die studie dan ook nog volbrengen in twee jaar in plaats van drie. Dat verzin je niet. Manal Rustom (19) heeft het gedaan en niet veel studenten zullen het haar nadoen. Manal maakt haar keuzes in het leven heel bewust. En dan gáát ze er ook voor. Zo heeft ze er, samen met haar man uiteraard, heel bewust voor gekozen om op relatief jonge leeftijd moeder te worden. ‘Ik kom uit een Palestijns gezin. Mijn ouders hebben er voor gekozen om hun kinderen niet in een vluchtelingenkamp in Libanon op te laten groeien. Daar ben ik hen heel dankbaar voor. Ze hebben ons altijd gestimuleerd om te gaan studeren. Hier in Nederland krijg je kansen en die moet je met beide handen aangrijpen, vind ik. Een vrouw hoort niet thuis te zitten, ook als ze kinderen heeft. Daar denkt mijn man gelukkig precies zo over. Hij steunt mij in alles wat ik doe. Tijdens mijn studie heeft hij me alle ruimte gegeven en ook veel voor onze baby gezorgd. Hij werkt zelf als cardiologisch verpleegkundige en weet dus wat het is om te studeren. Op school vonden ze het blijkbaar nogal bijzonder wat ik deed. Zelf had ik dat eigenlijk niet zo in de gaten. Ik was zwanger en deed twee jaar van mijn studie in één jaar. Ik besefte pas wat ik heb bereikt, toen ik werd genomineerd voor de Topperverkiezing. Anderen lieten mij zien dat het best uitzonderlijk is wat ik gedaan heb. Ik wil gewoon altijd doorgaan. Ik ben niet zo gauw tevreden over mezelf en weet dat ik meer kan. Tot drie weken voor de bevalling ben ik nog naar school gegaan. Ze moesten me op het laatst zo ongeveer naar huis sturen, omdat ze vonden dat ik mijn rust nodig had. Toen ben ik maar thuis verder gegaan. Twee weken na de bevalling was ik weer op school. Ik wilde immers wel mijn examens doen. Het Kellebeek College heeft mij alle ruimte en steun gegeven om de studie in mijn eigen tempo te doen. Maar ik denk dat als je zelf laat zien dat je echt iets wilt, de docenten daar ook alle medewerking aan willen geven.
Doordat ik een ander traject heb gevolgd, heb ik niet zo veel lessen met mijn medestudenten gevolgd. Dat vond ik wel jammer, maar ja, dat kon niet anders. Ze hadden wel begrip voor mijn situatie. Als klasgenoten om uitleg vroegen, kon ik ze gelukkig wel helpen. En ondanks dat ik ze niet zo vaak zag, heb ik echt heel veel kaarten gekregen na de geboorte van mijn zoontje. En heel veel cadeautjes! Als ik klaar ben met mijn opleiding, ga ik de school verschrikkelijk missen.’ Manal is er gewoon een beetje triest van. Een ander zou misschien denken: ‘hè, hè, nu heb ik eindelijk wat meer tijd voor leuke dingen.’ ‘Dat heb ik zeker, maar toch ga ik het missen! Ik blijf gewoon 27 uur per week in de apotheek werken. Verder heb ik nu wel weer tijd om me te gaan bezighouden met de geschiedenis van mijn volk. Dat heb ik vroeger ook gedaan. Ik ben van plan om alle boeken die ze in de bibliotheek hebben over het Palestijnse volk te gaan lezen en bestuderen. Ik vind het belangrijk dat ik die geschiedenis ken. Ik ben trots op mijn volk, net zoals mijn vader trots is op mij. En ik ben heel blij dat ik in Nederland de kans heb gekregen om me te ontwikkelen. Eigenlijk vind ik dat de opleiding apothekersassistent een hbo-studie zou moeten zijn. Je hebt veel contact met artsen over de – vaak onleesbare – recepten en je moet veel kennis hebben over medicijnen. Jij moet zorgen dat de patiënt de juiste medicatie mee naar huis krijgt. Ik voel dat als een grote verantwoordelijkheid. Misschien ga ik over een tijdje een vervolgstudie doen. Farmaceutisch management of farmakunde lijkt me wel wat.’
Manal Rustom KELLEBEEK COLLEGE
Studeren en moeder worden: een bewuste keuze
45
De meeste mensen zullen bij het begrip ‘sport’ denken aan een inspanning die je verricht met je lichaam. Soms komt daar een bal of ander attribuut bij kijken, soms doet de sporter het alleen met zijn eigen lijf. Maar wacht eens even, sportvissen: is dat ook geen sport?! Dat is het voor Luciën de Rade zeer zeker. Deze 16-jarige vmbo’er van het Prinsentuin College in Andel is er in elk geval zeer fanatiek mee bezig. En dat hij dan een wedstrijd wint met het vangen van één vis waar hij ook nog eens tweeëneenhalf uur op heeft moeten wachten, is voor Luciën alles behalve een probleem.
Luciën de Rade PRINSENTUIN COLLEGE
Vissen als TOPHOBBY
Hoeveel tijd hij er aan besteedt? ‘Eigenlijk ben ik er elke dag wel op de een of andere manier mee bezig’, antwoordt Luciën. ‘Maar om het nou topsport te noemen….; noem het maar een top’hobby’. Ik vis al vanaf mijn zesde jaar. Mijn opa deed het ook en met hem ben ik vaak naar de Biesbosch gegaan om te vissen. Van lieverlee deed ik mee met wat wedstrijdjes en dat vond ik eigenlijk wel leuk. Zeker toen ik er een paar won. Het leuke van vissen vind ik de spanning die je steeds weer hebt. Het is elke keer maar de vraag of je beet gaat krijgen. Daarbij is elk water verschillend. Dat heb ik in de loop van de tijd wel geleerd. Bij een wedstrijd gaat het er niet om wie de meeste vis vangt, maar wie het meeste gewicht aan de haak heeft geslagen. Mijn laatste wedstrijd heb ik gewonnen met het vangen van maar één vis. Daar heb ik dan wel tweeënhalf uur op moeten wachten. Dat vind ik ook helemaal niet erg, hoor. Ik probeer gewoon altijd te winnen.’ Sinds twee jaar behoort Luciën bij de wereldtop. In Nederland doet hij nu twee jaar mee in de Topcompetitie voor de leeftijdscategorie van 15 tot en met 18 jaar. Vanaf je 16e mag je pas meedoen met de Wereldkampioenschappen. ‘Ik ben door de bond (Sportvisserij Nederland, red) geselecteerd om mee te doen. Best spannend allemaal. Mijn sterke kanten zijn dat ik secuur ben en tegelijkertijd snel. Verder kan ik me heel goed aanpassen aan het water. Mijn droom is natuurlijk om wereldkampioen te worden!’ Eind juli 2010 was het zover: Luciën mocht meedoen aan het WK in het Italiaanse Mantova. Helaas was de uitslag bij het ter perse gaan van deze uitgave nog niet bekend, maar wij hopen natuurlijk op een mooi resultaat.
46
‘De voorbereidingen voor een wedstrijd bestaan eigenlijk uit twee dingen’, verduidelijkt Luciën. ‘Je moet natuurlijk zorgen dat je op zoveel mogelijk soorten water traint. Tegen de tijd dat er een wedstrijd is, kijk je wat voor soort water het is en ga je op een soortgelijk water extra trainen. Laatst ben ik gaan trainen
bij de Wadden, omdat het water waar ik een wedstrijd ga vissen veel daar op lijkt. Je moet in elk geval nooit een dag van tevoren op het wedstrijdparcours zelf gaan vissen. Dat heb ik een keer gedaan en toen merkte ik dat iemand die net naast mij zat steeds beet had en ik niet. Dat kwam omdat op die plek iemand een dag tevoren had gezeten en daardoor lag er nog volop aas in het water. Tja, dan willen ze wel bijten! Bij een wedstrijd krijg je een plek toegewezen en je weet dus nooit vooraf waar je precies komt te zitten.’ En dat tweede, Luciën? ‘Je moet zorgen dat je ruim voldoende onderlijnen en tuigen hebt gemaakt.’ Uh?, koop je die dan niet gewoon in de winkel? ‘Nou, nee’, legt hij geduldig uit, ‘voor elke soort vis moet je een andere onderlijn hebben. En die maak je als visser dus zelf. Jij bepaalt welke onderlijn, dobber en bij behorende haak je op welk moment gebruikt. Voor grote vissen heb je een andere nodig dan voor kleinere vissen. En die lijnen gaan natuurlijk voortdurend kapot en dus moet je zorgen dat je er genoeg bij je hebt. Per wedstrijd maak ik zeker 25 tuigen en nog veel meer onderlijnen. Het is de grote kunst om jezelf en je materialen zo optimaal mogelijk aan te passen aan het water en de te verwachten vissoorten. Een wedstrijd wordt vaak in de voorbereiding gewonnen, door het maken van de juiste keuzes die je maakt op grond van je ervaringen in je trainingen.’ En je school, Luciën? ‘Ja, dat fietst er ook nog tussen door. Soms is het wel moeilijk als ik moet leren voor een groot proefwerk. Want eerlijk gezegd gaat het vissen bij mij toch wel vaak voor. Door de week train ik en in het weekend doe ik meestal twee of drie wedstrijden. De docenten en de meeste klasgenoten vinden het wel leuk wat ik doe. Ik heb zelfs een paar klasgenoten aangestoken met het ‘visvirus’. Gelukkig kan ik vrij goed leren. Ik heb nu net mijn vmbo-diploma gehaald en ga door naar het Prinsentuin College in Breda. Daar ga ik de mbo-opleiding Tuin, park en landschap volgen.’
Gamebassadors Een aantal jaren geleden startte ROC West-Brabant met een nieuw en innovatief leermiddel: serious gaming. Inmiddels zijn er drie serious games beschikbaar: Enterprise, het ondernemersspel, Checkout, het talenspel Engels en Embargo, het talenspel Nederlands. Ter ondersteuning van de implementatie van de games worden studenten ingezet. Studenten die studenten en docenten trainen en – zelfs landelijk! – voorlichting geven over serious gaming binnen ROC West-Brabant. Ambassadeurs voor serious gaming: Gamebassadors! Twee van deze Gamebassadors zijn Tom Lees en Jens van Beek, derdejaars studenten Horecaondernemer/manager aan het Cingel College in Breda. Tom en Jens zijn sinds twee jaar actief als Gamebassador. Tom is een fanatiek gamer. Een aantal jaren geleden was hij zelfs verslaafd aan gamen. Als echte die hard gamer zat hij soms vier dagen aaneengesloten achter zijn computer en had hij geen tijd meer voor zijn vrienden. ‘Ik ging zelfs gewoon door met gamen als ze bij mij langs kwamen. Op een gegeven moment besefte ik dat ik heel veel miste, m’n hele sociale leven eigenlijk. Vanaf dat moment ben ik gaan matigen en nu ben ik een “normale” gamer,’ vertelt Tom. Jens doet het wat rustiger aan. ‘Al sta ik op school wel bekend als de jongen die in de klas zit te gamen’, grapt Jens. ‘Op school speel ik het liefst het ondernemersspel Enterprise, ik vind dat echt een game met een uitdaging, je moet constant heel scherp blijven.’
Tom en Jens hoefden niet lang na te denken toen ze gevraagd werden om hun eigen docenten te begeleiden bij het spelen van Enterprise het Ondernemersspel. ‘Niet alleen omdat we gamers zijn, maar vooral omdat we het belang zien van die games voor het onderwijs. Neem nou zo’n talenspel; het is belangrijk dat er goed taalonderwijs wordt gegeven. De talengames kunnen daar een prima ondersteuning bij zijn.’
49
Na de eerste aanraking met serious games volgden meer activiteiten. Zo is Tom naar Media Plaza in Utrecht geweest om een presentatie te geven, heeft Jens workshops tijdens een onderwijsconferentie begeleid in Veldhoven en hebben ze docenten van ROC West-Brabant getraind tijdens de gamedag Future Proof. ‘Wij hebben de docenten de game uitgelegd en een onderlinge competitie kunnen aanwakkeren’, vertelt Tom. ‘Je hebt op zo’n dag echt op een andere manier contact met je docent, de rollen zijn dan een beetje omgedraaid.’ Jens beaamt dit. ‘Dit zijn echt de leukste activiteiten binnen het project. Wat ook erg prettig is, is dat onze docenten achter Gamebassadors staan. We krijgen alle ruimte en support van het Cingel College. Wij blijven dus voorlopig nog wel even doorgaan met het promoten van onze games!’
Tom Lees en Jens van Beek CINGEL COLLEGE
Meer informatie over Gamebassadors is te vinden op:
www.gamebassadors.nl
Koen van Dijke DE ROTONDE
‘Uiteindelijk wil ik natuurlijk wereldkampioen worden!’ Koen van Dijke, leerling van De Rotonde, is een opdondertje van 14 jaar die steevast vijf jaar jonger wordt geschat. Hij leeft voor het wielrennen en zit in de nationale selectie van zowel het wegrijden als het veldrijden. ‘Dat laatste vind ik het leukste en daar ben ik ook het beste in. Ik moet het vooral van mijn techniek hebben.’ Koen heeft de liefde voor het wielrennen niet van een vreemde. Zowel zijn vader als zijn broer hebben dezelfde passie. ‘Vroeger ging ik altijd naar hun wedstrijden kijken en dan wilde ik dat ook. Maar omdat ik altijd zo klein was, kon ik pas op mijn elfde jaar op een echte wielrenfiets. Daarvoor moest ik het doen met m’n mountainbike, waarop ik dan maar wedstrijdjes met mezelf hield. In mijn gedachten fietsten er dan andere jongens mee, waartegen ik het opnam. Ondertussen was ik op atletiek gegaan en daar was ik ook wel goed in.’ Eind vorig jaar behaalde Koen een mooie 2e plaats tijdens een cross in Tilburg. Begin 2010 is Koen 11e geworden op het NK veldrijden in Lieshout. ‘Bij dit NK veldrijden heb ik veel minder gepresteerd. Dat kwam omdat het parcours me helemaal niet lag. Het was gewoon recht en helemaal droog. Ik moet juist veel bochtenwerk kunnen doen en lekker door de modder kunnen dabberen. Dan ben ik op mijn best en passeer ik zo het hele peloton.’ Koen is ook geselecteerd voor het NK op de weg dat in juni plaatsvindt in Limburg. ‘Op dit moment sta ik 7e van mijn district en er mogen er 12 worden geselec teerd. Dus ik zit in de selectie.’ Je bent dus wat je noemt een talent. Hoe vind je dat, Koen? ‘Ik vind het wel leuk om talent genoemd te worden. Sommigen noemen me zelfs een topsporter! Ik denk dat ik wel een talent ben, want ik ben best goed in veldrijden. Ik wil wel prof worden, ja.’ En dat is niet eens zo heel ondenkbeeldig. Zeker als je weet dat Koen in de winterperiode enkele malen werd getraind door niemand minder dan Erik Dekker. ‘Ik rijd ook wel eens tegen zijn zoon. Op de weg wint hij dan, maar in het veld ik.
De komende winter hoop ik dat ik op woensdag middag kan trainen. Die training doet Richard Groen endaal. Dat is ook een echte veldrijder.’ Kan Koen zijn school wel combineren met zijn sport? ‘Ja hoor, dat lukt wel. Ik maak maandag altijd al mijn huiswerk. Dinsdag net voor de training ‘s avonds heb ik nog even tijd om te leren en woensdag heb ik daar ook tijd voor. Donderdag train ik ‘s avonds weer. Volgend jaar ga ik waarschijnlijk meer trainen. Dan zit ik bij de Nieuwelingen en moet ik elke dag trainen. Eigenlijk train ik nu ook wel elke dag. Ik zit namelijk in Breda op school en ik woon in Baarle-Nassau. Elke dag fiets ik op en neer, bij elkaar zo’n 40 km! Een vriendje van mij fietst met mij mee. Die gaat nu ook op wielrennen.’ Als je al zo lang fietst, weet je ook wat afzien is. Koen legt uit: ‘Afzien dat is als je helemaal dood bent, maar toch erbij wilt blijven. Je bent dan heel geconcentreerd om alles te geven.’ Wielrenners hebben het ook – begrijpelijk – altijd over hun benen, Koen. ‘Ja, dat klopt’, verklaart hij geduldig. ‘Kijk, vorig jaar had ik bij het NK echt superslechte benen. Dan wil je wel hard rijden, maar je benen willen niet mee. Meestal heb ik in de week slechte benen, maar in het weekend, precies bij wedstrijden heb ik goede benen. Ik maak goede benen door heel hard in te rijden voor de wedstrijd. Dat helpt. Soms heb je ook de benen van een hardloper nodig, vooral bij het veldrijden. Ik denk dat ik een voordeel heb, omdat ik aan atletiek heb gedaan vroeger.’ Waar zien we jou over, pakweg, drie jaar? ‘Ik denk dat ik dan bij de WK-selectie zit. Of net niet. Maar dan toch wel in mijn tweede jaar als Junior bij het veldrijden. En natuurlijk wil ik wereldkampioen worden!’
51
Pedro van de Zande MARKIEZAAT COLLEGE
Alles valt te maken met de hand Op je 20e verjaardag meedoen met een Europees kampioenschap in Lissabon, dat overkomt niet iedereen. Pedro van de Zande werd begin maart van dit jaar Nederlands kampioen Montagemedewerker Timmerindustrie tijdens de Skillsmasters in Rotterdam. In december mag hij daarom naar Lissabon om deel te nemen aan de Euroskills. ‘Ik ben van jongs af aan bezig geweest met hout. ‘t Zit een beetje bij ons in de familie.’ ‘Ze zeggen dan dat ik een talent ben. Ach, ik weet het niet. Ik doe gewoon mijn best. En ik vind het leuk om met hout bezig te zijn. Eigenlijk werk ik in de geveltechniek, maar dat is een beetje lastig om daar een opdracht voor uit te voeren tijdens zo’n wedstrijd. Ik heb bij de Skillsmasters in Rotterdam een kastje gemaakt en daar ben ik kampioen mee geworden. Maar vergis je niet, het maken van een kozijn is veel secuurder werk dan meubels maken. Als je een kast ergens één mm te breed maakt, is dat niet zo erg; dat kun je gemakkelijk wegwerken door bijvoorbeeld aan de binnenkant een extra stukje hout te verwerken. Maar een kozijn past dan gelijk niet meer in de gevel.’ Bij Skillsmasters was Pedro gekoppeld aan een leerling-ontwerper. ‘Van tevoren had ik een 3D-tekening van het ontwerp gekregen. Aan de hand daarvan ben ik uit gaan zoeken welke verbindingen ik zou kunnen toepassen. Mijn docenten en mijn werkgever hebben me daarbij geholpen door ook ideeën en mogelijke oplossingen aan te dragen. Maar tijdens de wedstrijd heb ik het toch echt zelf moeten doen, hoor. Ik kon wel eventueel verduidelijking vragen aan de ontwerper over iets op de tekening.’ Pedro heeft altijd in België op school gezeten. ‘Daar heb ik geleerd om alles eerst met de hand te maken. Dat is dan ook meteen mij sterke punt. Ten opzichte van de meeste andere (Nederlandse) deelnemers heb ik daarom een voordeel. Zij doen alles met machines en als er dan iets misgaat, of een machine doet niet wat hij moet doen, hebben ze een probleem.
Ik maak altijd eerst alle verbindingen met de hand en daarna pas met de machine.’ De reden dat hij nu in Nederland op het Markiezaat College zit, is dat hij graag tegelijk wilde leren en werken. En dat kan in België niet zo makkelijk. ‘Ik werkte al in de vakanties bij timmerfabriek Op de Beek, het bedrijf waar ik nu nog steeds met veel plezier werk. Na mijn school in België waar ik een soort combinatie van atheneum en lts heb gedaan, ben ik bij het Markiezaat begonnen met de opleiding machinaal houtbewerker. Daarna ben ik overgestapt naar werkplaatstimmerman. Hierna wil ik doorgaan naar de niveau-3 opleiding allround machinaal. Hoewel ik al een aantal jaar werk, vind ik school heel belangrijk. Je leert toch veel dingen die je in het bedrijf niet zo snel leert.’ Als hij straks naar Lissabon gaat, krijgt hij twee maanden van tevoren te horen welk materiaal en welke gereedschappen hij mee moet nemen. ‘Op school hebben we een speciale wedstrijdkist van zo’n drie meter die dan meegaat. Je moet zelf je hand gereedschap meenemen. Wat ik er precies moet gaan maken weet ik niet. Dat zie ik ter plekke wel. Misschien wordt het weer iets in de meubelsfeer.’ Hij gaat van 6 tot en met 13 december naar Euroskills in Lissabon. ‘Ik krijg daar eerst nog twee dagen de gelegenheid om te oefenen met verbindingen. Misschien ga ik wel echt ouderwetse verbindingen gebruiken. De wedstrijd zelf duurt in totaal drie dagen en begint op 10 december, precies op mijn verjaardag!’
53
Toen ze op de basisschool zat, was er bij de plaatselijke tafeltennisvereniging elk jaar een kindertafeltennisfeest. Dianne Overbeeke gaf zich daar op haar ze zesde jaar via haar school voor op, volgde er drie proeftrainingen en is sindsdien niet meer weggeweest bij haar club Hotak’68 in Hoogerheide. Sinds 2004 maakt ze deel uit van het Nederlands team. In februari 2010 werd Dianne Nederlands Kampioene bij de Dames B en in april werd ze Nederlands Kampioene bij de Jeugd A. In juli dit jaar zat ze bij de selectie voor de Europese Jeugdkampioenschappen in Istanbul. Een echte topsportster dus. Dianne is 16 jaar en zit op het Johan Cruyff College. ‘Ben ik nu een talent? Ze zeggen het, maar ja’, aldus een bescheiden Dianne. ‘Ik presteer goed, maar ik weet niet of dat allemaal uit mezelf komt. Volgens de trainers haal ik veel uit mezelf. Het is wel waar dat ik vrij snel begrijp wat de trainer bedoelt en dat ook toepas. Ik train vier keer per week, waarvan twee keer op trainingscentrum Papendal in Arnhem met de nationale jeugdselectie. Maar als je ziet hoeveel de Chinese speelsters trainen; elke dag drie keer drie uur. Ja, dat gaat wel héél erg ver. Dat ga ik zeker op mijn leeftijd niet doen, hoor! Als je zóveel traint en daarom goed presteert, ben je voor mij niet echt een talent.’ ‘Ik vind het spelletje gewoon leuk. Het is lekker snel. In het begin wil je alleen het balletje raak slaan, maar langzaamaan word je steeds beter en wordt het spelletje ook steeds leuker. Mijn trainster is nog dezelfde als in het begin, Marlies Somers. Ik leer heel veel van haar. Op Papendal worden we getraind door Pieke Franssen.’ Dianne’s vaste trainingsmaatje op de club is Li Nan Sun, van Chinese afkomst en 38 jaar. ‘Met de jeugd train ik sowieso niet meer. Daar heb ik totaal geen tegenstand meer van. En ik wil natuurlijk wel steeds vooruit. Mijn doel voor de langere termijn is deelname aan de Olympische Spelen in 2016.’ Als je zo’n talent bent en zo hard traint, 16 jaar bent en dus gewoon naar school gaat, is het fijn als je school en sport optimaal kunt combineren. ‘Ik heb heel bewust gekozen voor het Johan Cruyff College. Ze hadden me gevraagd om te gaan trainen op Papendal. Als ik naar een andere school zou zijn gegaan, weet ik zeker dat dat niet had gekund.
De bond vindt school ook heel belangrijk en de school vindt sport heel belangrijk. Die combinatie vind je denk ik alleen bij het JCC. Als ik op Papendal ben, doe ik tussen de trainingen door mijn school werk. Bijna al het lesmateriaal is bij ons digitaal en als ik contact met een docent zou willen hebben om iets te vragen, kan dat altijd via het JCC-net. Daarop kan ik ook mijn huiswerk inleveren en de opdrachten lezen. Ook als ik op trainingsstage in het buitenland ben, kan ik gewoon op die manier mijn werk voor school maken. Het is fijn dat je met allemaal andere sporters in de klas zit. Zo krijg je het gevoel dat je klasgenoten ook echt geïnteresseerd zijn. Als ik een toernooi heb gespeeld, vragen ze bij terugkomst altijd hoe het is gegaan. Dat is wel leuk. Op het vmbo was dat wel anders. Daar vonden sommige leerlingen het maar niks wat ik deed of ze interesseerden zich er totaal niet voor. Verder vind ik het JCC een erg leuke school. Klein en gezellig en dat is heel fijn.’ De opleiding Marketing, communicatie en organisatie in de sport past goed bij Dianne: ‘Vooral het organiseren vind ik leuk, daar wil ik later misschien nog wel iets mee gaan doen. Eerst maar eens kijken hoe ik ervoor sta met mijn sport als ik hier klaar ben. Misschien ga ik nog wel doorstuderen. Voorlopig zit ik in het eerste jaar van mijn studie en ben ik hier dus nog niet weg.’
Dianne Overbeeke JOHAN CRUYFF COLLEGE
Mijn doel: meedoen aan de Olympische Spelen in 2016
55
Britt van der Wekken KELLEBEEK COLLEGE
Doktersassistente vindt motorcrossen heel Normaal! Als zes weken oude baby was ze al met haar ouders op het circuit. Op haar derde reed ze quad en op haar vierde reed ze haar eerste wedstrijd. Britt van der Wekken heeft het motorcrossen dus zo ongeveer met de paplepel ingekregen. En wie nu denkt dat het dan dus wel een heel stoere jongensachtige meid is, heeft het lelijk mis. Britt is een leuke, spontane jonge vrouw van 18 lentes en studeert voor doktersassistente bij het Kellebeek College. ‘Ik voel me eigenlijk helemaal geen topsporter. Motorcrossen is voor mij normaal’, zegt Britt. ‘Maar als ik erover nadenk, ben ik toch eigenlijk wel een topsporter. Die ook nog school erbij doet. Ik heb er wel over gedacht om naar het Johan Cruyff College te gaan, maar de opleiding sloot niet bij me aan. Toen ben ik maar naar de havo gegaan, maar na een week had ik het daar wel gezien. Zij gaven me duidelijk te verstaan dat ik daar kwam om te leren en dat ik dus mijn bijbaantje en mijn sport maar moest vergeten!’ Nu is ze zielsgelukkig met de opleiding tot dokters assistente. ‘Ik had daar eerst totaal niet aan gedacht. Wel wilde ik altijd al iets doen met mensen en met het menselijk lichaam. En ook iets met administratie. Toen ontdekte ik deze opleiding. Ik had nooit verwacht dat ik het zó leuk zou vinden!’
Maar meestal vraag ik vooraf wat er op het studie programma staat als ik naar een wedstrijd moet. Dan zorg ik dat ik mijn spulletjes in orde heb. Vaak maak ik de toetsen een dag voordat ik wegga. De docenten vertrouwen mij daar volledig in. Als je laat zien dat je je best doet, krijg je er ook veel medewerking voor terug. De meeste docenten vinden het trouwens helemaal geweldig wat ik doe. Dat is wel leuk.’
Britt doet mee met de wereldtop en dat vinden ze op school ook heel bijzonder. Motorcross is best een dure sport en Britt prijst zich dan ook gelukkig dat ze een groot aantal sponsors heeft. Sinds vorig jaar is daar een wel heel bijzondere sponsor bijgekomen: het Kellebeek College sponsort haar helm. ‘Dat vind ik echt héél leuk. Mensen reageren heel enthousiast als ik vertel dat mijn school me zo goed steunt. Niet alleen met die helm, maar ook met het feit dat ze zoveel mogelijk rekening houden met mijn wedstrijden.’
Meedoen met de wereldtop betekent veel trainen. Britt: ‘In het weekend en op woensdag ben ik meestal de hele dag of middag op de motor bezig. Verder werk ik drie keer per week zo’n anderhalf uur aan mijn conditie. Dat kost dus best veel tijd en ik wil mijn studie natuurlijk ook goed doen. Zonder de steun van mijn ouders en mijn vriend zou ik dat nooit kunnen. Zij doen echt heel veel voor me en daar wil ik ze heel erg voor bedanken! En natuurlijk de school.’
Haar klasgenoten vinden het wel apart wat ze doet. ‘Soms is het lastig, omdat ik veel weg ben. Maar ik zorg altijd dat ik mijn deel van een project gewoon doe. Alleen ben ik er niet altijd bij met de presentatie. Dat is wel eens jammer, maar mijn klasgenoten begrijpen het gelukkig wel.’ Britt zorgt zelf wel dat ze niets mist. ‘Soms ga ik naar de docent voor uitleg over wat ik niet begrijp of vraag ik wat ik misschien gemist heb en nog kan inhalen.
‘Het is natuurlijk de droom van ieder kind om ooit wereldkampioen te worden. Mijn streven is om bij de top 10 van de wereld te komen. Op dit moment sta ik 15e in de tussenstand van de WK-wedstrijden. Er komen dit jaar nog twee wedstrijden, een in Tsjechië en een in Italië, en daarin wil proberen om nog wat hoger op de ranglijst te komen.’
Wat betreft het motorcrossen is Britt heel reëel: ‘Ik wil het zeker blijven doen en ook veel wedstrijden rijden, maar mijn geld ermee verdienen? Ja, het kan wel, maar dan werk ik toch liever als doktersassistente. Ik heb inmiddels al twee keer stage gelopen en vind het echt een geweldig beroep. De omgang met mensen, ze geruststellen als ze in paniek zijn. Op mijn stageplek hebben ze me zelfs al een baan aangeboden!’
57
Ooit koffie met rode peper geproefd? Of paprika met framboos? Arjan Kuipers verzint het niet alleen, hij verrast er zijn gasten nog mee ook. Samen met zijn maatje Tommy Luijten bedenken ze de meest creatieve ideeën op kook gebied. Arjan is meer van de nieuwe smaken, Tommy van de structuren. Ze vullen elkaar in de keuken fantastisch aan en leren veel van elkaar. Een onafscheidelijk talentenduo. Ze leerden elkaar vier jaar geleden kennen op de koksopleiding. Inmiddels volgen ze de opleiding gespecialiseerd kok bij het Cingel College. ‘In het begin konden we helemaal niet met elkaar opschieten’, memoreert Tommy. ‘Maar na onze eerste wedstrijd was het helemaal koek en ei tussen ons.’ Die wedstrijden zijn heel belangrijk voor het duo. Arjan: ‘Ze vormen een graadmeter en zijn telkens weer een uitdaging voor ons. Het staat niet alleen goed op je cv, je meet je met andere – aankomende – topkoks en doet iedere keer weer nieuwe contacten op. Die zijn heel belangrijk in de wereld van de sterrenrestaurants.’ Ze hebben stage gelopen in verschillende gerenom meerde restaurants. ‘Van elke chef leer je weer andere dingen’, stelt Arjan. ‘Vorig jaar heb ik gewerkt bij restaurant Solo in Gorinchem. Daar is Mohammed El Harouchi de chef-kok. Hij is de eerste chef-kok van Marokkaanse afkomst in Nederland. Van hem heb ik heel veel nieuwe dingen geleerd. Op dit moment werk ik bij De Gieser Wildeman in Noordeloos waar ik binnenkort chef de partie hoop te worden. René Tichelaar, de meester-kok van dit restaurant is gewoon zó goed; die kan echt alles verwerken. Verder is hij een meester in sauzen en in cuissons van vlees en vis.’ Ook Tommy gaat hier weer naar terug. Staan ze weer samen in dezelfde keuken. ‘Dat is ook wat we uiteindelijk willen’, zegt Tommy, ‘samen een eigen restaurant beginnen. Ik kijk nu al regelmatig of er iets te koop staat.’
CINGEL COLLEGE
‘Talenten? We zijn gewoon vakidioten. Hoe meer je er mee bezig bent, hoe gekker je er mee omgaat. Is dat talent?’ Tommy weet het niet. ‘We doen aan zoveel mogelijk wedstrijden mee en laten daarmee iets van onszelf zien’, vult Arjan aan. ‘Dat is belangrijk.’ Ze hebben al aan veel wedstrijden meegedaan, zowel in binnen- als buitenland. Meestal als duo, soms individueel. En heel vaak werden ze tweede. Een soort ‘Joop Zoetemelk syndroom’ dus. Maar in 2008 wonnen ze de eerste prijs. En niet zomaar één: de amusewedstrijd bij Grand Hotel Huis ter Duin. ‘Er waren 150 inschrijvingen waarvan er uiteindelijk twintig mochten deelnemen. Het is een hele eer om die wedstrijd te winnen. Je krijgt echt alle roem die je je maar kunt wensen!’ Tommy en Arjan zijn er nóg vol van. ‘We moesten onze amuse maken voor 200 gasten. Daarna mochten we het op het galadiner ten behoeve van het Liliane Fonds ook nog eens bereiden voor 600 heel belangrijke gasten. Ook verschillende BN’ers namen deel aan dit galadiner. Je begrijpt, dan speel je jezelf behoorlijk in de kijker!’ Het is nog niet afgelopen met de deelname aan wedstrijden. Arjan heeft zich op het moment van het interview net ingeschreven voor de Roussilon Dessert Trophy 2010. Tommy heeft hier ook al eens aan meegedaan. ‘Ik vind het niet leuk om tegen Arjan uit te komen. Daarom doe ik dit keer niet mee. Maar ik gun het Arjan natuurlijk van harte en vind dan ook wel dat hij moet winnen.’ Een perfect duo, Arjan en Tommy, die elkaar alle succes van de wereld gunnen, maar dat het liefste in combinatie met elkaar bereiken.
Van de website Sharing Success In 2008 was het Cingel College, middelbare beroepsopleidingen (MBO) op het gebied van Brood & Banket, Facilitair, Horeca en Toerisme in Breda, door de vakjury gekozen als overtuigende winnaar, ondanks dat het niveau in het algemeen extreem hoog lag. De winnende amuse van Tommy Luijten en Arjan Kuipers was een Marshmallow van gazpacho gepaneerd in Serrano Ham. Deze studenten mochten hun trofee in ontvangst nemen van Cees Helder en hebben daarnaast een plaats verdiend in zijn sterrenteam dat tijdens het Sharing Success Gala van 29 november 2008 heeft gekookt voor alle gasten. Naast de fantastische bokaal kregen de studenten een koksbuis die ter plekke voorzien werd van alle handtekeningen van de culinaire kopstukken die de Sharing Success Amuse Wedstrijd een warm hart toedragen. Kortom, het was wederom een daverend succes waaruit blijkt welk talent wij in Nederland bezitten, want men vergeet soms dat het hier gaat om een competitie onder studenten en niet tussen sterrenrestaurants. (Bron: www.sharing-success.nl)
Arjan Kuipers en Tommy Luyten
‘Eeuwige tweeden’ winnen eerste prijs!
59
Nawoord Raad van Bestuur ROC West-Brabant U bent gewend in Talent een woord van mij alleen te lezen. Dit keer schrijf ik echter niet slechts namens mijzelf, maar ook namens mijn kersverse collega in de Raad van Bestuur, Arjan Kastelein. Arjan is sinds september benoemd tot Lid Raad van Bestuur van ROC West-Brabant. Velen van u gaan dit jaar ongetwijfeld kennis met hem maken. Zoals ik vorig jaar aankondigde, zou Talent dit jaar – ons jubileumjaar – dubbeldik worden. Dubbeldik was wellicht wat overdreven, maar met 60 pagina’s is Talent alsnog een lijvig werk geworden waar we met elkaar weer enorm trots op mogen zijn. Met name trots op de inhoud, want er is een hele schare aan talentvolle studenten en leerlingen in woord en beeld gebracht. Natuurlijk onze acht Toppers, maar ook VMBO’ers, topsporters en vakkanjers. U ziet dit jaar in Talent overigens voor het eerst geen BN’ers. We hebben ze simpelweg niet nodig, onze studenten vertellen het verhaal. Studenten vertellen in eigen woorden het verhaal van onze kernwaarden. Inderdaad; “de mens centraal”, zij maken nu al het verschil; “ondernemingszin”, zij nemen hun invloed; “duurzaamheid”, geen hype gedrag, maar continue ontwikkeling. Ook kondigde ik u aan dat er dit jaar aandacht zou worden besteed aan de docent/mentor achter de College Toppers. Het resultaat heeft u gezien en gelezen. Wij zijn enorm trots en verheugd om te zien dat deze bevlogen docenten en mentoren wérkelijk de student centraal stellen en werkelijk hun studenten de kansen geven die ze verdienen. Docent en student naast elkaar en met elkaar, mooier kan het haast niet. De letterlijke verbeelding van ons motto “van ik naar wij”. In ons strategisch beleidsplan Onderwijs met Passie 2015 kunt u onze ambities op dit vlak lezen. Die ambities reiken ver. We gaan fors investeren in internationalisering, ‘social inclusive society’, community coaching en digitalisering. We willen verantwoording afleggen aan ouders van VMBO-leerlingen. Stagebedrijven, externe stakeholders en studenten gaan onze MBO-scholen mede beoordelen. ROC West-Brabant gaat voor transparantie, openheid en duurzaamheid. Intern zullen we investeren in dienend leiderschap zodat onze professionals, onze docenten, maximaal in hun eigen kracht worden gezet als het goud van onze organisatie. Dit alles met slechts één doel: de student centraal. Want geen enkel talent mag en zal onzichtbaar blijven.
Rob Franken Raad van Bestuur ROC West-Brabant
61
Colofon
September 2010 TALENT is een uitgave van ROC West-Brabant Trivium 76 4873 LP Etten-Leur Postbus 699 4870 AR Etten-Leur T 076 504 8000 www.rocwb.nl www.benjijeentopper.eu
Redactie Anke Derkse Arianne Goris Fotografie en grafische vormgeving Team Vormgeving ROC West-Brabant
62
Technische vervaardiging Drukkerij Antilope
Copyright © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van ROC West-Brabant.
www.rocwb.nl