E-zine Provinciale Bibliotheek Westflandrica AANWINSTENLIJSTEN
Aanwinsten februari 2011
UIT HET NIEUWS
Provinciale Bibliotheek Tolhuis op Wikipedia Erfgoednieuws uit West-Vlaanderen. Nieuwe editie provinciaal erfgoedmagazine In de Steigers Erfgoedprijs Klaas Verplancke wint Boekenwelp met 'Appelmoes' Thema in de kijker: Het rijke (West-) Vlaamse wielerleven Wielersportpublicaties in de collectie van de Provinciale Bibliotheek Tolhuis { Koersen op West-Vlaamse wegen Enkele publicaties over West-Vlaamse wielerwedstrijden { Dwangarbeiders van de weg Portretten van West-Vlaamse renners { Het leven rond de koers... { Wielersport en literatuur { Zelf de fiets op... { WieMu – Nationaal Wielermuseum Roeselare. Een thuis voor ieder met een hart voor de fiets
PUBLICATIE IN DE KIJKER
Wielergeschiedenis in het Hoppeland 1896-2007. Gaston Rebry. De eerste Vlaamse Monsieur Paris-Roubaix. Roger Decock. Sluw en slim. Cemeteries of the Great War by Sir Edwin Lutyens. De wonderlijke wereld van pluche en pellicule. De geschiedenis van de Oostendse cinema’s. Pieter Braecke beeldhouwer (1858-1938). Als de ziele luistert. Provincie in de periferie. De economische geschiedenis van Zeeland 1800-2000. Zelandia Comitatus. Geschiedenis en cartobibliografie van de provincie zeeland tot 1860.
AANWINSTENLIJSTEN Aanwinsten februari 2011 De boeken en tijdschriftartikels die in de afgelopen maand in de catalogus van de Provinciale Bibliotheek werden opgenomen kunt u raadplegen via de website.
UIT HET NIEUWS Provinciale Bibliotheek Tolhuis op Wikipedia Sinds kort is op de online encyclopedie Wikipedia een lemma verschenen over de Provinciale Bibliotheek Tolhuis. Het artikel vertelt summier het ontstaan van de bibliotheek en gaat in op enkele belangrijke items in de collectie. De auteur, Andries Van den Abeele, vermeldt onder meer het persoonlijk archief van een
aantal prominente West-Vlamingen, zoals James Weale, Adolf Duclos, Michiel English en Stijn Streuvels, het iconografisch fonds Alexis Verbouwe, de fotocollectie van Stijn Streuvels, de collectie van Luc Schepens, de eerste bibliothecaris, over de Eerste Wereldoorlog en het wetenschappelijke werk van Luc Devliegher, die de tiendelige reeks Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen publiceerde in opdracht van het provinciebestuur. Ook wordt melding gemaakt van de beeldbank West-Vlaanderen (http://www.beeldbankwest-vlaanderen.be), het initiatief van de Provinciale Bibliotheek om haar waardevolle collectie beeldmateriaal toegankelijk te maken voor een breed publiek. Wikipedia vierde op 15 januari laatstleden haar tiende verjaardag. Op 15 januari 2001 lanceerden de Amerikanen Jimmy Wales en Larry Sanger hun gratis encyclopedie. Tot hun eigen verbazing is Wikipedia tien jaar later uitgegroeid tot het grootste naslagwerk ter wereld. Lees meer op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Provinciale_Bibliotheek_en_Archief_Brugge Erfgoednieuws uit West-Vlaanderen. Nieuwe editie provinciaal erfgoedmagazine In de Steigers. Zopas verscheen een nieuw nummer van het erfgoedmagazine In de Steigers. In dit nummer gaat Marc Ryckaert in op het thema brandgevaar en de stedelijke bouwvoorschriften. Vuur is een van de grootste vijanden van de stad. Onachtzaamheid, een technisch defect of brandstichting kunnen een woning of bedrijfsgebouw snel in lichterlaaie zetten. Tegenwoordig is een goed uitgeruste brandweer snel ter plaatse, waardoor de gevolgen van een brand meestal beperkt blijven. In het verleden was dat wel even anders. Toen moest men zich bij het blussen behelpen met primitieve handpompen of lederen brandemmertjes. Een onschuldig brandje dat niet tijdig bedwongen werd, kon uitgroeien tot een wijk- of stadsbrand die soms honderden gebouwen in de as legde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de stedelijke overheden al vroeg maatregelen troffen en voorschriften uitvaardigden om het brandrisico te beperken. Het uitzicht van hoeves veranderde grondig in de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw. De modernisering van de landbouw, met nieuwe teelttechnieken, veranderende manieren om vee te stallen en te voederen en vooral de introductie van grote machines hebben de werking van het traditionele landbouwbedrijf grondig gewijzigd en mede de inrichting en het uitzicht van de gebouwen. Sommige historisch waardevolle, maar economisch niet langer rendabele hoevegebouwen zijn in de loop der jaren verdwenen. Onder meer oude foto’s vormen een belangrijke bron voor de studie van de historische hoevebouw. Jeroen Cornilly heeft het in West-Vlaamse hoeven op de gevoelige plaat over Stijn Streuvels en Clemens Trefois die voor West-Vlaanderen op dit vlak werk van onschatbare waarde leverden. Het recentste nummer van In de Steigers beschrijft tenslotte in een drietal artikels dakconstructies. De daken van gebouwen bepalen mee het uitzicht van steden, dorpen en landschappen. Johan Van Steenkiste gaat onder meer in op historische dakvormen en de materialen die voor de dakbedekking werden gebruikt. Jeroen Cornilly beschrijft hoe West-Vlaanderen, en meer bepaald de regio rond Kortrijk vanaf de late 19de eeuw, en zeker van 1921 met de oprichting van het Kortrijkse Dakpannenkantoor uitgroeide tot de belangrijkste Belgische producent van dakpannen. Sinds 1994 geeft de dienst Cultuur van de Provincie West-Vlaanderen het erfgoedmagazine 'In de Steigers' uit. Je leest er nieuws over provinciale initiatieven maar ook over het cultureel erfgoed binnen de Provincie in het algemeen. De inhoud is gevarieerd, de vormgeving is sober en aantrekkelijk met veel aandacht voor de illustraties. Het tijdschrift richt zich zowel tot de specialist als de geïnteresseerde leek. Een jaarabonnement op 'In de Steigers' (vier nummers) kost slechts 5,00 euro. Voor meer info en abonnementen stuur een berichtje met de mededeling In de Steigers naar
[email protected]. Vergeet niet om je adres op te geven! Erfgoedprijs
Op 3 december 2011 wordt voor het eerst de Erfgoedprijs uitgereikt. Op deze dag bekroont de Provincie West-Vlaanderen organisaties of personen die in de periode 2009-2011 in het oog sprongen met een publieksgericht initiatief rond erfgoed.
Wie deze prijs wint kan jij mee helpen bepalen! Bezocht je een boeiende tentoonstelling? Werd je blij verrast door een recent opgericht of recent vernieuwd museum, erfgoedsite of monument? Of ontdekte je West-Vlaams erfgoed via een route, website, evenement, of op een andere manier? Surf naar www.west-vlaanderen.be/erfgoedprijs en nomineer vóór 15 april 2011 je favoriete kandidaat. Je maakt meteen zelf ook kans op een van de twintig leuke prijzen! Je vindt hier ook meer inspiratie en informatie over wie je kan nomineren, wat erfgoed nu juist inhoudt en het verloop van de wedstrijd. Meer info: Sophie Muyllaert, T 050 40 35 77, E
[email protected] of www.west-vlaanderen.be/erfgoedprijs. Klaas Verplancke wint Boekenwelp met ‘Appelmoes’ De Brugse illustrator Klaas Verplancke heeft voor de tweede keer in zijn carrière de Boekenwelp gewonnen. Hij kreeg deze eervolle vermelding voor zijn boek Appelmoes. De website boek.be bekroonde Verplancke, die ondertussen grossiert in onderscheidingen, tijdens de uitreiking van de Boekenleeuw en Boekenpauw 2011, de onderscheiding voor de beste auteur en illustrator van een kinder- of jeugdboek. Deze prijzen gingen dit jaar respectievelijk naar het schrijversduo Jean-Claude van Rijckeghem en Pat van Beirs voor hun jeugdboek Galgenmeid (Manteau) en Ellen Vrijsen voor Cantecleir (De Eenhoorn), dat geschreven werd door Jo Roets en Greet Vissers. Klaas Verplancke sleepte met Appelmoes de zilveren Boekenwelp in de wacht. Appelmoes is het vijfde boek dat de bekende illustrator ook zelf geschreven heeft. In 2006 kreeg hij deze prijs ook al eens voor zijn boek Nopjes. Wie meer wil weten over Klaas Verplancke kan nog tot 28 maart terecht in de Brugse Biekorf. Daar loop de interactieve tentoonstelling Kijk, naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de carrière van de illustrator. Thema in de kijker: Het rijke (West-) Vlaamse wielerleven Wielersportpublicaties in de collectie van de Provinciale Bibliotheek Tolhuis Op zondag 3 april 2011 start op de markt van Brugge de 95ste Ronde van Vlaanderen. Nu de wielerkoorts in de aanloop naar ‘Vlaanderens mooiste’ weer naar een toppunt stijgt, leek het ons een ideaal moment om in de collectie van de Provinciale Bibliotheek Tolhuis op zoek te gaan naar enkele publicaties die het rijke West-Vlaamse wielerleven illustreren. Hieronder een selectie van enkele stukken. Overzichtswerken over het wielerleven in een dorp of gemeente, publicaties over specifieke wielrenners, ploegen en wedstrijden, evenals studies over de plaats van het wielrennen in het dagelijkse leven, ze zijn allemaal te vinden in de catalogus van de Provinciale Bibliotheek. De titel van deze bijdrage refereert naar de legendarische publicatie Het rijke Vlaamsche wielerleven van de Torhoutse journalist Karel Steyaert (1882-1961), beter gekend onder zijn pseudoniem Karel Van Wijnendaele. Hij stond in augustus 1912 mee aan de wieg van het Vlaamse sportblad Sportwereld, en als hoofdredacteur organiseerde hij een jaar later, in 1913, de eerste editie van de Ronde van Vlaanderen. Naast de publicatie Het rijke Vlaamsche wielerleven zijn in de collectie verschillende werken te vinden over Van Wijnendaele. Zo verscheen in 1975 in de reeks VWS-cahiers van de hand van Herwig Verleyen de bijdrage Karel Van Wijnendaele – Wielerleven en Vlaamse beweging. In het boekenfonds van Stijn Streuvels steekt het boekje Zo was… Karel van Wijnendaele van Achiel Van Den Broeck en Berten Lafosse. In 2006 verscheen de monografie Koarle! Karel Van Wijnendaele. De man die zijn volk leerde koersen. Wielerjournalisten Rik Vanwalleghem, Patrick Cornillie en Frederik Backelandt belichten in dit boek allerlei aspecten van Van Wijnendaele en zijn levenswerk, de Ronde. Het rijke Vlaamsche wielerleven. Karel Van Wijnendaele Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon, 1943 Karel Van Wijnendaele. Wielerleven en Vlaamse Beweging,
door Herwig Verleyen, in VWS-Cahiers 10(1975)54 Zo was… Karel van Wijnendaele. Achiel Van Den Broeck en Berten Lafosse Kortrijk: Atlas, s.d. Koarle! Karel Van Wijnendaele. De mand die zijn volk leerde koersen. Rik Vanwalleghem, Patrick Cornillie en Frederik Backelandt, voorvoord van Michel Wuyts Balegem: Pinguin Productions ; Tielt: Lannoo, 2006
Koersen op West-Vlaamse wegen Enkele publicaties over West-Vlaamse wielerwedstrijden Onder de Vlaamse wielerwedstrijden is de Ronde van Vlaanderen ongetwijfeld de meest tot de verbeelding sprekende. Over deze klassieker schreef Rik Vanwalleghem meerdere boeken. Twintig jaar geleden verscheen naar aanleiding van de 75ste editie De Ronde van Vlaanderen, een prachtige ode aan een van de mooiste eendagswedstrijden. Hij vertelt over de stichter Karel van Wijnendaele, over de Flandriens en de andere helden en over de Ronde van vandaag. In Het wonder van Vlaanderen – Het epos van de ronde uit 1998 graaft hij verder naar de ziel van deze wedstrijd. Sinds enkele jaren wordt jaarlijks een Dorp van de Ronde verkozen. In 2004 was Lichtervelde aan de beurt. In de collectie vonden we de gelegenheidsuitgave Lichtervelde: het dorp, de Ronde… een herinnering. Dezelfde mythische status als de Ronde van Vlaanderen kreeg in de loop der jaren kasseiklassieker Parijs-Roubaix. In de Hel van het Noorden net over de schreve in Noord-Frankrijk wonnen meermaals (West-)Vlaamse renners. Over de helletocht verscheen in 2007 Paris-Roubaix – De Hel van het Noorden. Terug naar West-Vlaamse bodem. Er worden in de kustprovincie immers nog tal van wedstrijden met een luisterrijk verleden georganiseerd. Zo is er Gent-Wevelgem. Geprangd tussen de bulten van de Vlaamse Ardennen en de kasseien van Parijs-Roubaix ontwikkelde deze wedstrijd een heel eigen karakter. De strijd tegen de wind, de bestorming van de Kemmelberg, de vlucht naar Wevelgem, Rudy De Neve beschreef het in 2003 voor de Heemkundige Kring Wibilinga in een boeiende monografie. Koolskamp Koerse, wordt wel eens de klassieker onder de kermiskoersen genoemd. Deze wedstrijd is een van de oudste van het land en de winnaar mag zich een jaar lang kampioen van Vlaanderen noemen. Koolskamp Koers - Een eeuw strijd voor de leeuwentrui van Patrick Cornillie en Jan David schetst het verhaal van deze publiekstrekker. Nog zo’n wedstrijd met traditie is Gent-Ieper, beter gekend onder de benaming Kattenkoers. In 1990 verscheen een publicatie naar aanleiding van de 50ste verjaardag. In West-Vlaanderen werd verschillende malen het Belgisch kampioenschap georganiseerd. Twee maal zelfs werd gestreden om de wereldtitel: in Moorslede (1950) toen Briek Schotte won en in 1957 was Rik Van Steenbergen de beste in Waregem. Over die Belgische titels verscheen recent De tricolore trui. 18822007. 125 jaar Belgische Kampioenschappen. Ook in het cyclocrossen of het veldrijden, zijn de West-Vlaamse wedstrijden een jaarlijks terugkerend treffen van vele duizenden wielerliefhebbers. Over deze fietsacrobaten verscheen de publicatie Helden van het veld – Het succesverhaal van de Belgische wereldkampioenen cyclocross (1966-2006). In de collectie van de Provinciale Bibliotheek vonden we bijvoorbeeld ook een programmaboekje van de De Noordzeecross in Middelkerke. De Ronde van Vlaanderen. Rik Vanwalleghem Gent: Pinguin Productions, 1991 Het wonder van Vlaanderen. Het epos van de ronde. Rik Vanwalleghem
Tielt: Lannoo, 1998 Lichtervelde: het dorp, de Ronde… een herinnering. onder red. van Patrick Cornillie, foto’s van Kurt Desplenter Lichtervelde: Comité Lichtervelde, Dorp van de Ronde 2004, 2004 Paris-Roubaix. De Hel van het Noorden. Tielt: Lannoo, 2007 Gent-Wevelgem. Rudy De Neve Wevelgem: Heemkundige Kring Wibilinga, 2003 Koolskamp Koers. Een eeuw strijd voor de leeuwentrui. Patrick Cornillie en Jan David Roeselare: Roularta Books, 1999 Gent-Ieper. 50 jaar Kattekoers. Koninklijke Yperse Wielerclub. Pol Morisse en Marcel Trybou Antwerpen: De Vlijt, 1990 De tricolore trui. 1882-2007. 125 jaar Belgische Kampioenschappen. Herman Laitem en Jozef Hamels Balegem: Pinguin Productions ; Tielt: Lannoo, 2008 Helden van het veld. Het succesverhaal van de Belgische wereldkampioenen cyclocross (1966-2006). Patrick Cornillie, Patrieck Geldhof en Dries Vanysacker Roeselare: Roularta Books, 2006 De Noordzeecross. Middelkerke. Internationale veldrit. Maandag 29 dec. 2008. 50 jaar cross! [Programma] [Middelkerke]: s.n., 2008
Dwangarbeiders van de weg Portretten van West-Vlaamse renners In West-Vlaanderen zijn tal van grote wielerkampioenen geboren. Namen die nog jaren zullen voortleven in het collectieve geheugen, maar ook enkele vergeten kampioenen, die door heemkundigen door middel van een publicatie even weer uit de vergeethoek worden gehaald. In de boekenverzameling van de Provinciale Bibliotheek vindt men ze in grote getale. We geven een klein overzichtje.
Cyrille Van Hauwaert (Moorslede 1883 – Zellik 1974) Cyrille Van Hauwaert was een van de pioniers van de Belgische wielersport. Hij was actief van 1907 tot 1915. Zijn bijnaam was De Leeuw van Vlaanderen. Hij was de eerste Belg die de klassiekers Bordeaux-Parijs (1907), Milaan-San Remo (1908) en Parijs-Roubaix (1908) won en in 1909 was hij tevens de eerste Belg die een etappe in de Ronde van Frankrijk won. Ter gelegenheid van een tentoonstelling over hem in het Nationaal Wielermuseum in Roeselare stelde Ferdy Callewaert in 1999 een brochure samen onder de titel Cyrille Van Hauwaert – Pionier van de Belgische wielersport. Cyrille Van Hauwaert. Pionier van de Belgische wielersport. Ferdy Callewaert (samenstelling) Roeselare: Stadsbestuur, 1999
Odiel De Fraeye (Rumbeke 1888 – Bierges 1965)
1912: het jaar waarin de Titanic zonk, L.P. Boon werd geboren, en België voor het eerst leek te bestaan… Zo begint auteur Herman Laitem het levensverhaal van Odiel De Fraeye. Ook De Fraeye mag onder de pioniers van de wielersport in België gerekend worden. Als arme volksjongen kon hij zich via de wielersport opwerken. In 1910 won hij het Kampioenschap van Vlaanderen in Koolskamp. In 1911 werd De Fraeye Belgisch kampioen op de weg en in het voorjaar van 1912 won hij de Ronde van België. Als eerste Belg en tweede niet-Fransman won hij in dat jaar ook de Ronde van Frankrijk. Zijn overwinning zorgde voor een nooit geziene volkseuforie in België. De nationale held verloor jaren later echter de pedalen en werd door een andere roes tot een schim. Een vergeten Belg. Odiel De Fraeye. Het levensverhaal van Belgiës eerste Tourwinnaar. Herman Laitem Roeselare: Roularta, 1988
Henri (Ritten) Van Lerberghe (Lichtervelde 1891 - 1966) Jules Van Hevel (Koekelare 1895 – Oostende 1969) Joseph Demuysere (Wervik 1907 – Antwerpen 1969) Nog uit de pioniersjaren vonden we publicaties over Henri (Ritten) Van Lerberghe uit Lichtervelde, Jules Van Hevel uit Koekelare en van wat later Joseph Demuysere uit Wervik. In Den doodrijder van Lichtervelde – Het memorabele verhaal van Ritten de coureur, een gelegenheidsuitgave naar aanleiding van Lichtervelde, Dorp van de Ronde 2004 schetst Partick Cornillie onder meer het verhaal van zijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen van 1919 waar hij zijn bijnaam doodrijder aan zou overhouden. Met een geleende fiets zegt Ritten voor de start aan het peloton dat hij iedereen gaat doodrijden. Het gelach verstomt wanneer hij, voor het huis van de gedoodverfde favoriet ontsnapt, op 120 kilometer voor de aankomst. Onderweg kruipt hij met zijn fiets onder een trein die stil staat aan een overweg. Voor hij de Vélodrome van Gentbrugge opdraait, waar de aankomst ligt, stopt hij in een café om er twee pinten te drinken. Zijn ploegleider komt hem uit het café halen. Aan de meet roept hij de toeschouwers toe dat ze allemaal naar huis mogen gaan omdat hij een halve dag voorop ligt. Uiteindelijk won Van Lerberghe met een voorsprong van 14 minuten op de tweede. Een jaar later, in 1920, won Jules Van Hevel uit Koekelare de Ronde van Vlaanderen. In de reeks Onze Kampioenen verscheen zijn levensschets, waaruit onder meer blijkt dat hij vooral ook goed op de wielerbaan presteerde. In het begin van de jaren dertig zette Joseph Demuysere zijn geboortestadje Wervik op stelten. Zijn exploten in de Tour de France en wat later ook in Italië, waar hij om den brode zijn wielergeluk ging zoeken waren de oorzaak. In die jaren was hij de enige buitenlander die op de stoffige wegen van de Giro d’Italia (1932-1935) gelijke tred hield met de onderdanen van Mussolini. Naar aanleiding van de herdenking van zijn 100ste verjaardag werd in Wervik in 2007 een heus Demuyserejaar georganiseerd, wat onder meer resulteerde in de brochure Straffen toebak op twee wielen. Wielrenner Joseph Demuysere en de Giro d’Italia (1932-1935). Den doodrijder van Lichtervelde. Het memorabele verhaal van Ritten de Coureur. Patrick Cornillie Lichtervelde: Eigen beheer, 2004 Jules Van Hevel. Levensschets van den kampioen der kampioenen als baanrenner. Arthur Soetens Antwerpen: Const. Cleiren, [1925] Straffen toebak op twee wielen. Wielrenner Joseph Demuysere en de Giro d’Italia (1932-1935). Vincent Verbrugge, m.m.v. Timby vansuyt en Raymond Feys Wervik: Stadsbestuur, 2007
Albéric (Briek) Schotte (Kanegem 1919 – Kortrijk 2004)
Briek Schotte zal tot in de eeuwigheid de Laatste der Flandriens blijven. De laatste overlevende van een uitgestorven ras. Briek was een wroeter op zijn fiets, een renner die schitterde in regen en koude. Zijn rijstijl geleek nergens naar, zijn fietsen was harken en afzien, maar daar gaf hij niet om. Briek was sterk en dat bezorgde hem een schitterend palmares. Hij werd tweemaal wereldkampioen, won de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem, Parijs-Brussel
en Parijs-Tours. Ook later als ploegleider zetten zijn renners prachtige resultaten neer. Briek Schotte stierf in 2004 precies op de dag dat de Ronde van Vlaanderen werd gereden. Over Briek verschenen verschillende publicaties. De monografie Briek Schotte – De laatste der Flandriens uit 1999 is een meeslepende ode van Rik Vanwalleghem aan de toen 80-jarige wielerkampioen. Uit 1955 dateert het werkje 20 jaren rennersloopbaan van Briek Schotte van Berten Lafosse. Briek Schotte. De Laatste der Flandriens. Rik Vanwalleghem en Bo Decramer Balegem: Pinguin Productions ; Tielt: Lannoo, 1999 20 jaren rennersloopbaan van Briek Schotte. Berten Lafosse Kortrijk: Atlas, 1955
Germain Derycke (Bellegem 1929 - Kortrijk 1978) Gilbert Desmet (Roeselare 1931) Armand Desmet (Waregem 1931) Willy Van Neste (Zwevezele 1944) Willy Truye (Zwevegem 1934) Georges Vandenberghe (Oostrozebeke 1941 — Brugge 1983) Tussendoor enkele publicaties over wat vergeten kampioenen. Germain Derycke is, begrijpen wie begrijpen kan, zo’n vergeten wielerkampioen. In het boek Germain Derycke, vergeten kampioen doet Frederick Backelandt natuurlijk het verhaal van het wereldkampioenschap op de weg in Lugano in 1953, toen alleen de 23-jarige Germain Derycke het wiel van Fausto Coppi kon houden en tweede werd. Maar hij gaat ook in op de andere successen van de Bellegemnaar. Wie weet nog dat hij als neoprof in 1951 een Tourrit won? Wie weet dat hij in 1953 de stenen tussen Parijs en Roubaix bedwong? Dat hij in 1955 het meeste punch over had op de Via Roma in San Remo en in 1958 de Ronde van Vlaanderen wist te winnen? In het uitgebreide wieleroeuvre van Roeselarenaar Patrick Cornillie vinden we de biografie Gilbert Desmet. Gilbert Desmet was een van de subtoppers die in het peloton streden eind de jaren ’50, begin de jaren ‘60. Ondanks de zware concurrentie behaalde hij een lange erelijst. Armand Desmet uit Waregem maakte naam als knecht van wielerkampioen Rik Van Looy. De brochure Armand Desmet - Meesterknecht van de keizer, die werd samengesteld naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling toont hoe je ook in de schaduw van de groten je naam kon maken in het peloton. Recent verschenen bijvoorbeeld ook nog de publicaties Willy Van Neste - Kroniek van een coureur - Vallen en sterven op de Galibier, van Modest Maertens, Willy Truye - Een onvolprezen kampioen van Luc Vanassche en André Velghe en De ronde van Berghske - Georges Vandenberghe (°Oostrozebeke) elf dagen gele trui in de Tour de France 1968. Zowel in het werk over Willy Van Neste uit Zwevezele, dat over Willy Truye uit Zwevegem, als dat over Georges Vandenberghe uit Oostrozebeke is het boeiende verhaal te lezen van renners die via - of dank zij - het wielrennen opklommen op de sociale ladder. Germain Derycke. Vergeten kampioen. Frederik Backelandt Kortrijk: Groeninghe, 2008 Gilbert Desmet.
Partick Cornillie Eeklo: De Eecloonaar, 2004 Armand Desmet. Meesterknecht van de keizer. Jan De Smet, Patrick Feyaerts, Rik Ghistelinck en Marc Fourneau (samenstelling) Waregem, 2007 Willy Van Neste. Kroniek van een coureur. Vallen en sterven op de Galibier. Modest Maertens Eeklo: De Eecloonaar, 2001 Willy Truye. Een onvolprezen kampioen. Luc Vanassche en André Velghe Zwevegem: Eigen beheer, 2008 De ronde van Berghske. Georges Vandenberghe (°Oostrozebeke) elf dagen gele trui in de Tour de France 1968. Lieven Demedts Oostrozebeke: Eigen beheer, 2008
Patrick Sercu (Roeselare 1944) Patrick Sercu - Portret van een puzzel is niet het eerste wielerboek van Wevelgemnaar Rik Vanwalleghem in dit overzichtje. In 2004 schreef hij dit pakkende portret van een fenomenaal zesdaagsenrijder en Olympisch kampioen. Patrick Sercu, de bescheiden zoon van wielerkampioen Berten Sercu, haalde Olympisch goud in Tokio 1964, vestigde verschillende baanrecords en grossierde in Belgische, Europese en wereldkampioenentruien en records. Hij schreef 88 zesdaagsen op zijn naam. En hij had nog meer in zijn mars. Hij won 13 ritten in de Giro en blonk uit in de Tour met 6 dagzeges en de groene trui in 1974. Rik Vanwalleghem heeft evenzeer oog voor de mens Sercu, zijn leven na zijn actieve wielercarrière, zijn motieven, visies en levensmotto. Door zijn werkkracht, deskundigheid en discretie werkte Patrick zich op tot het gezicht van de Zesdaagse wielerbedrijvigheid in Europa. Patrick Sercu. Portret van een puzzel. Rik Vanwalleghem Balegem: Pinguin Productions ; Tielt: Lannoo, 2004
Jean-Pierre (Jempi) Monseré (Roeselare 1948 – Lille 1971) 15 maart 1971 blijft voor altijd een asgrauwe dag in de annalen van het Belgische wielrennen. Die maandag verongelukte Jean-Pierre Monseré in de Grote Prijs van Retie, tot dan toe een kermiskoers zonder geschiedenis. Monseré, drager van de regenboogtrui en geboren met een eeuwige glimlach, was amper 22. De jonge Roeselaarse volksheld behaalt op 22-jarige leeftijd de wereldtitel bij de profs op het winderige circuit van Leicester. Dit exploot zorgt voor nooit geziene vreugdetaferelen bij vele duizenden uitzinnige supporters. Zijn joviale innemendheid maakt van Monseré in korte tijd een van de populairste renners van zijn generatie. Van hem wordt verwacht dat hij de oppositie zal leiden tegen de grootste renner aller tijden: Eddy Merckx. Amper zeven maanden na die glorierijke zondag in Leicester slaat het noodlot onverbiddelijk toe: tijdens de Grote Jaarmarktprijs van Retie smakt Monseré in Sint-Pieters-Lille op een tegenliggende wagen en blijft op een betonweg in de Antwerpse Kempen dood achter. In de collectie onder meer een brochure naar aanleiding van de tentoonstelling over Jean-Pierre Monseré die gehouden werd in 1995 in het Nationaal Wielermuseum te Roeselare. Jean-Pierre Monseré. Wereldkampioen wielrennen 1970.
Eddy Brouckaert Roeselare: Stadsbestuur, 1995
Freddy Maertens (Lombardsijde 1952)
Het supertalent Freddy Maertens diende zich bij zijn profdebuut meteen aan als een ernstige rivaal voor de gevestigde orde. In het WK van 1973 in Montjuic eiste hij zowaar de hoofdrol op, door de ontsnapte Merckx te counteren. Het gevolg was dat de jonge West-Vlaming het zowel bij het publiek als een deel van de pers verkorven had. Die relatie kwam eigenlijk nooit meer goed. Als ik niet in de koers reed, dan reed ik wel over de tong, zo zei hij ooit. Maertens kreeg het mentaal dan ook hard te verduren en dat weerspiegelde zich ongetwijfeld in zijn turbulente carrière. Het mag trouwens een wonder heten dat hij ondanks alles toch een onwaarschijnlijk palmares bij elkaar fietste. Twee wereldtitels en een Belgische driekleur, drie keer de groene trui in de Tour, eindwinnaar van de Vuelta, negen klassieke overwinningen, 102 ritoverwinningen in rondes. Is er na Maertens ooit nog een landgenoot geweest die een dergelijke erelijst kan voorleggen? In de collectie van de Provinciale bibliotheek onder meer de uit het Frans vertaalde publicatie Maertens - Van uitdager tot kampioen, van Noël Couëdel en de recentere uitgave Freddy Maertens - Album van een wielerfenomeen van Partick Cornillie uit 2003. Maertens. Van uitdager tot kampioen. Noël Couëdel S.l.: Het Volk, 1977 Freddy Maertens. Album van een wielerfenomeen. Partick Cornillie Eeklo: De Eecloonaar, 2003
Johan Museeuw (Varsenare 1965)
Op 14 april 2004 zette Johan Museeuw na de Scheldeprijs in Schoten een punt achter zijn schitterende carrière. Daarmee sloot hij als laatste de rij van grote West-Vlaamse wielrenners. Johan Museeuw wordt algemeen beschouwd als de beste eendagsrenner van zijn generatie. Hij was Belgisch kampioen, gele truidrager, winnaar van de wereldbeker en het wereldkampioenschap in 1996. Daarnaast was hij ook meermaals winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix en verschillende andere zogenaamde klassiekers. Na zijn wereldtitel in Lugano verscheen Johan Museeuw - Van Zevekote tot Lugano, een levensverhaal en carrièreverslag tot dan toe. Maar ook na dit hoogtepunt in zijn carrière was het vet nog niet van de soep. Ondanks enkele zware blessures keerde hij terug en haalde nog mooie overwinningen. Met Leeuw Museeuw - Ook dit is Johan Museeuw schreef Dirk Nachtergaele, jarenlang verzorger van Museeuw, in 2004 een apart herinneringsboek. Johan Museeuw. Van Zevekote tot Lugano. Noël Truyers Eeklo: De Eecloonaar, 1997 Leeuw Museeuw. Ook dit is Johan Museeuw. Dirk Nachtergaele en Stefan Van Laere Eeklo: De Eecloonaar, 2004
Al deze renners, maar vooral ook al diegenen die we hier niet vermelden vonden wel een plaatsje in het boek De eeuw voor Museeuw. 100 jaar wielrennen in West-Vlaanderen. 100 jaar provinciale BWB-afdeling van de eerder al genoemde wielerjournalist Patrick Cornilie. De eeuw voor Museeuw. 100 jaar wielrennen in West-Vlaanderen. 100 jaar provinciale BWB-afdeling. Patrick Cornilie Roeselare: Roularta Books, 1997
Het leven rond de koers… Ook over het leven rondom het wielrennen vonden we enkele interessante publicaties. Twintig jaar lang, van 1959 tot 1979 behoorde de Flandria wielerploeg tot de wereldtop. Bijna alle Belgische toprenners verdedigden ooit de kleuren van de West-Vlaamse wielerploeg. Kleppers als Schotte, Vandaele, Van Looy, Reybrouck, Sels, Godefroot, de gebroeders De Vlaeminck, Monseré, Leman, Pollentier en Maertens stonden garant voor de grootste successen. In het boek Flandria – De 20 wondere jaren van een wielerploeg schetst auteur Mark Van Hamme het verhaal van de ploeg met oorsprong in Zedelgem, gemeente die ontegensprekelijk verbonden zal blijven met de Flandriabedrijven van de familie Claeys. Zij bezorgden immers werkgelegenheid voor heel veel gezinnen in de omgeving. Gedurende 45 jaar was West-Vlaming Jef Braeckevelt een zeer markante figuur in het wielerwereldje. In Zeg maar Jef (Braeckevelt) – 45 jaar aan het stuur van het peloton brengen auteurs Luc en Simon Lamon en Hugo Coorevits een passend eerbetoon aan de Waregemse ploegleider. Flandria. De 20 wondere jaren van een wielerploeg. Mark Van Hamme Eeklo: De Eecloonaar, 2007 Zeg maar Jef (Braeckevelt). 45 jaar aan het stuur van het peloton. Luc en Simon Lamon en Hugo Coorevits Eeklo: De Eecloonaar, 2007
In De Flandriens – Opkomst en ondergang van een wielersoort doet auteur Herman Chevrolet onderzoek naar de oorsprong en betekenis van de term Flandrien. Deze benaming wordt te pas en te onpas gebruikt. Waar komt ze vandaan? Wie en wat was nu eigenlijk een Flandrien? Zo komt aan het licht dat de uitvinding ervan op het conto mag worden geschreven van Karel van Wijnendaele de legendarische wielerjournalist, ploegleider, manager, organisator en grondlegger van de Ronde van Vlaanderen. Hij gebruikte de naam en faam van renners om verschillende redenen, een daarvan was onlosmakelijk verbonden met de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Een andere vraag is hoe de Flandriens aan hun ontzagwekkende reputatie kwamen. Door altijd en overal te winnen? Of waren er andere redenen? Historici Dries Vanysacker en Patrieck Geldhof kijken in hun studie En de broodrenner hij fietste verder naar het wielrennen in België tijdens de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen de broodfietser van vóór de oorlog, maar ook de organisatoren, de Belgische Wielrijdersbond en andere betrokkenen bij de wielrennerij kregen het tijdens de Tweede Wereldoorlog hard te verduren. Verplichte tewerkstelling van renners tussen 18 en 50 jaar in Duitsland, duur en schaars fietsmateriaal, allerhande moeilijkheden voor de organisatoren om een aantrekkelijk deelnemersveld aan de start te krijgen en een splitsing van de Belgische Wielrijdersbond… Het zijn maar enkele van de onderwerpen die de revue passeren in deze boeiende studie. De Flandriens. Opkomst en ondergang van een wielersoort. Herman Chevrolet Amsterdam - Antwerpen: De Arbeiderspers – Het Sporthuis, 2007 En de broodrenner, hij fietste verder. Het wielrennen in België tijdens WO II. Patrieck geldhof en Dries Vanysacker Leuven - Voorburg: Acco, 2005
Wielersport en literatuur De wielersport inspireerde ook menig auteur tot literaire ontboezemingen, zo mag blijken uit de drie publicaties die we selecteerden om dit thema af te sluiten. Willem Steyaert, zoon van de legendarische Karel Van Wijnendaele, schreef onder het pseudoniem Willem Van Wijnendaele de roman De sterken gaan met krukken. Het is een roman over de fictieve renner Georges Romme die het tot nationaal kampioen brengt, op weg lijkt naar de wereldtitel, maar op krukken eindigde.
‘Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt me.’ Het is een citaat uit het boek De renner van Tim Krabbé. Mark Uytterhoeven refereert er naar in het voorwoord van het boekje Vélo-Dromen waarin Patrick Cornillie en Paul Rigolle op zoek gingen naar het wielrennen in de Nederlandse literatuur. Recenter verscheen de publicatie WielerSportCultuur als begeleidende publicatie van de rondreizende tentoonstelling van de fotoreeks Flandrien van WestVlaming Stephan Vanfleteren. Het boekje bundelt een reeks wielergedichten met de prachtige foto’s van Vanfleteren. De sterken gaan op krukken. Roman over de wielersport. Willem Van Wijnendaele Hasselt: Heideland, 1960 Vélo-Dromen. Het wielrennen in de Nederlandse literatuur. Patrick Cornillie en Paul Rigolle (samenstelling), Mark Uytterhoeven (voorwoord) Torhout: de Beer, 1991 WielerSportCultuur. Stephan Vanfleteren (foto’s) s.l.: s.n., [2009]
Zelf de fiets op… Voelt u na al dat lezen zelf de fietskriebels opkomen. Dan kan de Provincie WestVlaanderen u daar bij helpen. Tal van (thematische) fietsroutes werden uitgetekend in het West-Vlaamse landschap en op praktische kaarten vastgelegd. Deze fietskaarten kunt u aankopen in het Provinciaal Informatiecentrum Tolhuis Jan Van Eyckplein 2 - 8000 Brugge - T 0800 20 021 | F 050 40 74 75 - E
[email protected] of bestellen via de e-shop van de provincie WestVlaanderen. WieMu – Nationaal Wielermuseum Roeselare. Een thuis voor ieder met een hart voor de fiets. Wie is de uitvinder van de fiets? Hoelang bestaat de fiets eigenlijk al? Welke invloed heeft de komst van de fiets gehad op het dagelijkse leven? Wanneer ontstonden de eerste wielercompetities? Op deze en nog vele andere vragen krijgt u een antwoord in het Wielermuseum in Roeselare. Met haar unieke collectie fietsen is het Wielermuseum immers een thuis voor ieder met een hart voor de fiets. In het WieMu – recent voorzien van een spiksplinternieuwe onthaalruimte en museumshop -krijgt de bezoeker het verhaal van de fiets die begint bij het wiel, langs de hoge bi voert en eindigt in het hier en nu. Ook het ambacht van fietsenmaker wordt geëerd in het Wielermuseum. In een authentiek fietsenatelier met smidsevuur wordt getoond hoe fietsframes en zadels tussen 1900 en 1950 met de hand vervaardigd werden. Langs het parcours van het Wielermuseum maakt u ook kennis met de grootste wielerkampioenen die vaak hun stempel drukten op de tijdsgeest. Er is zelfs een volledige zaal gewijd en vernoemd naar de nog altijd populaire Jempi Monseré die als wereldkampioen uit Roeselare veel te jong stierf. www.wielermuseum.be
[email protected]
PUBLICATIE IN DE KIJKER Twee net ontvangen wielerboeken… Wielergeschiedenis in het Hoppeland 1896-2007. Raphaël Igodt Poperinge, Wielerclub Hoppeland, 2010 Raphael Igodt - gedurende bijna 50 jaar de drijvende kracht achter de Poperingse wielerclub Hoppeland - kon na zijn afscheid van de wielerclub een droom realiseren, met name de geschiedenis van zijn Wielerclub Hoppeland Poperinge te boek stellen. Het resultaat ‘Wielergeschiedenis in het Hoppeland 1896 - 2007´ rolde eind vorig jaar van de persen. Raph Igodt was de geknipte persoon om deze wielergeschiedenis te schrijven. Zelf maakte hij het allemaal van op de eerste rij mee. Maar liefst 48 jaar lang was hij bestuurslid van Wielerclub Hoppeland Poperinge. Oorspronkelijk wilde hij een fotoboek samenstellen van de naoorlogse periode 1945-2007, sinds de stichting van de Wielerclub Hoppeland. Maar uiteindelijk werd het een beschrijving van 111 jaar wielergeschiedenis in Poperinge, beginnend in 1896. In het ‘Weekblad van Yperen en het arrondissement' van 25 juli van dat jaar vond de auteur immers een aankondiging van ‘een luisterlijk feest, opgeluisterd door muziek, die talrijke wielrijders van het omliggende en van den vreemde zal aanlokken', georganiseerd door ‘den onlangs opgerichten Velo Club Corèbe'. Tientallen affiches, een karrenvracht foto's, briefwisseling, krantenknipsels, ... samengebracht in het archief van Wielerclub Hoppeland waren een haast onuitputtelijke bron voor de auteur. In de periode 1935-1938 waren er gekende criteriums in De Lovie, met onder meer de Flandriens Sylvère Maes en Romain Maes. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er heel wat wieleractiviteiten in Poperinge. Leden van De Vlag vroegen en kregen daarvoor toelating van de Duitse bezetter. In 1968 organiseerde Wielerclub Hoppeland voor het eerst een groots naTourcriterium. In de loop der jaren lokte dat duizenden toeschouwers. In 1974 telden men zelfs meer dan 13.000 wielerliefhebbers in het stadscentrum. Iedereen wilde de wielerhelden van toen bewonderen, met Tourwinnaar en wereldkampioen Eddy Merckx op kop. Maar ook Raymond Poulidor, de gebroeders De Vlaeminck, Patrick Sercu, Walter Godefroot, Herman Vanspringel, Freddy Maertens en anderen zorgden voor heel wat spektakel. Het na-Tourcriterium werd in Poperinge tien jaar lang georganiseerd. De club organiseerde ook dertig jaar lang de Omloop der Zuid-West-Vlaamse Bergen, een wedstrijd voor beroepsrenners. Onder anderen Briek Schotte, André Noyelle en Jempie Monserè prijkten op de erelijst. Jarenlang deden en doen tal van wielerwedstrijden zoals de Vierdaagse van Duinkerke en de Franco-Belge Poperinge aan. De doortocht van de Tour de France in 2007 was zeker een mooi hoogtepunt om het boek mee te beëindigen. Gaston Rebry. De eerste Vlaamse Monsieur Paris-Roubaix. Patrik Rebry, Tonny Rebry en Rudy Neve Ledegem, Cultuurdienst, 2011 Gaston Rebry (1905-1953) was een rasechte flandrien. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog was hij een internationale vedette die veelvuldig bejubeld werd in sportkranten en marktliederen. Toen leek het onvoorstelbaar dat hij 70 jaar later haast helemaal uit het geheugen zou zijn verdwenen. Gaston fietste immers een palmares bijeen waarvan de meeste renners alleen maar kunnen dromen. En toch. Wie weet nog dat Gaston Rebry in 1934 stuntte door zowel Parijs-Nice, de Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix te winnen? Dat hij de helleklassieker driemaal op zijn palmares kon zetten en zo de eerste Vlaamse Monsieur ParisRoubaix werd? Wie herinnert zich nog dat Gaston in zijn wielercarrière vier Tourritten won, in 1929 even de gele trui pakte en in de Tour van 1931 vierde werd in het eindklassement? Bij zijn geboorte viel nochtans te verwachten dat hij later net als zijn vader noodgedwongen zijn brood zou moeten verdienen in de vlasnijverheid. Hij groeide op in een kroostrijk maar arm gezin in Rollegem-Kapelle. Daar leerde hij
fietsen op de erbarmelijke landelijke wegen rond de afgelegen Roobaertmolen. Op een fiets met houten velgen, met daaromheen ineengevlochten molenaarstouwen. Geld voor luchtbanden was er niet. Gaston Rebry, De eerste Vlaamse Monsieur Paris-Roubaix vertelt het levensverhaal van een jongen uit het gewone volk, die wist wat werken was en een flandrien werd. Door zijn vroege en onverwachte dood werd hij te snel in het bestofte pantheon van de vergeten wielerkampioenen bijgezet. Roger Decock. Sluw en slim. Van smokkelaar tot wielerkampioen. Fietstocht doorheen het leven van Ronde van Vlaanderenwinnaar en grootvader RogerDecock Veronique Coene en Guido Van Cauwenberghe Balegem, Puinguin Productions ; Tielt, Lannoo, 2011 Roger Decock is een van onze meest succesvolle beroepsrenners ooit. Hij blonk uit in de jaren 50. Hij won Parijs-Nice in 1951 en de Ronde van Vlaanderen in 1952. Hij is een van de laatste getuigen van een heroïsche wielerperiode, na de Tweede Wereldoorlog. Straks wordt hij 84, is springlevend en nog steeds bijzonder dynamisch. Zijn geest is helder, zijn verhaal uniek. Roger Decock streed in de eerste rijen van het peloton naast de grootsten uit de wielergeschiedenis: Fausto Coppi, Gino Bartali, Raphaël Geminiani, Louison Bobet, Hugo Koblet, Briek Schotte, Rik Van Steenbergen, Raymond Impanis, Rik Van Looy,… In ‘Roger Decock. Sluw en Slim’ hebben kleindochter Veronique Coene en boezemvriend Guido Van Cauwenberghe de woorden van Roger Decock nauwgezet opgeschreven en gekneed tot een meeslepend verhaal. Van zijn smokkelbestaan in de oorlog, over zijn wieleravonturen in Zweden en Afrika, langs zijn grootste successen als coureur, tot zijn latere leven als cafébaas en motor van de sportbeleving in de Tieltse regio. Cemeteries of the Great War by Sir Edwin Lutyens. Jeroen Geurst Rotterdam, 010, 2010 De Britse architect Sir Edwin Lutyens (1869-1944) ontwerpt na de Eerste Wereldoorlog 140 begraafplaatsen voor de gesneuvelde soldaten in het landschap van Vlaanderen en Noord-Frankrijk. De reeks begraafplaatsen vormt als het ware een afdruk van het voormalige strijdfront op de kaart van Europa. Alle zijn ze vormgegeven volgens een van te voren vastgesteld aantal principes, zoals een uniforme grafsteen, een grote altaarsteen en een groot kruis. Door het verschil in grootte, ligging en herkomst zijn het echter allemaal unieke variaties op de gekozen thema’s. Opvallend zijn de zorgvuldige situering in het landschap, de afwisselende keuze van bomen en beplanting en de architectuur van de poorten schuilgebouwen. Het rijk geïllustreerde boek Cemeteries of the Great War behandelt de ontstaansgeschiedenis van de ontwerpen en legt door een uitgebreide landschapsarchitectonische analyse het onderliggende principe van orde en variatie in de architectuur bloot. Alle 140 begraafplaatsen zijn uitvoerig gedocumenteerd met verwijzingen naar de locatie waar ze te vinden zijn. Naast een compleet naslagwerk is het boek een uitstekende reisgids en boeiend voor liefhebbers en professionals op het gebied van architectuur, landschapsarchitectuur en de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. De wonderlijke wereld van pluche en pellicule. De geschiedenis van de Oostendse cinema’s. Johan Geuvens en Régis Benoit Oostende, Eigen beheer, 2010 In dit boek brengen Johan Geuvens en Régis Benoit een overzicht van de vele cinema's die Oostende ooit rijk was en wordt de ontwikkeling van de cinematografie in de badstad op levendige wijze in beeld gebracht. Gegroeid uit de wereld van spektakel, kermissen en variététheaters ontwikkelt de cinema zich op zijn manier en eist het geleidelijk aan zijn eigen plaats op in de wereld van vermaak en vertier. Naast de vele foto's van vergeten filmpaleizen komen de pioniers van het eerste uur aan bod en zien we hoe ze hun imperium konden uitbouwen of soms ook roemloos ten onder gingen. We zien hoe Oostende zich eind de jaren '50 tot een heuse filmstad ontpopt met niet minder dan zestien filmzalen tegelijk. In deze glorietijd komen de sterren van het witte doek naar de
Koningin der Badsteden en poseren er gewillig voor de perscamera's. Deze unieke samenstelling van nooit gepubliceerde foto's, illustraties en affiches schetst het ontstaan, het verloop en de uiteindelijke terugval van een glorierijke periode in Oostende, een nostalgische terugblik op de "wonderlijke wereld van pluche en pellicule". Pieter Braecke beeldhouwer (1858-1938). Als de ziele luistert. Catheline Metdepenninghen en Marcel M. Celis Brussel, Agentschap R-O Vlaanderen, 2010 [M&L Cahier nr.18] In 1928, tien jaar voor zijn overlijden en ruim 70 jaar oud, schenkt de beeldhouwer Pieter Braecke aan zijn geboortestad Nieuwpoort een groot aantal originele gipsmodellen van zijn beelden en reliëfs, samen met erediploma's en medailles. Ze vinden een onderkomen in een daartoe opgericht museum in de heropgebouwde stadshal, later in het Kasteeltje. Zijn opleiding aan de Stedelijke Academie van Brugge bekostigt hij met praktische ervaring in het atelier van de Brugse beeldhouwer Hendrik Pickery. Aan de Stedelijke Academie van Leuven vervolmaakt hij zijn opleiding bij de beeldhouwer Gerard Vander Linden. In Brussel bouwt hij verdere ervaring op in het atelier van de Franse ornemanist Georges Houtstont. Het zijn nochtans de vier jaren die hij als practicien doorbrengt in het Brusselse atelier van Paul de Vigne, die zijn stijl, zijn kunstopvattingen en zijn artistieke entourage in grote mate zullen bepalen. Vanaf ca 1890 gevestigd in de Brusselse randgemeente Sint-Joost-ten-Node, einde 19de eeuw een artistiek broeinest, wordt hij opgenomen in de kunstmiddens rond de mecenas Henri Van Cutsem. Mogelijks in deze kringen ontmoet hij architect Victor Horta, met wie hij een levenslange samenwerking en vriendschap aanknoopt. Herhaaldelijk gelauwerd zijn ondermeer hun bijdragen voor de Belgische paviljoenen op de internationale en wereldtentoonstellingen van Turijn 1902, Milaan 1906 en Parijs 1925. De Eerste Wereldoorlog zet een rem op zijn activiteiten en herleidt zijn WestVlaamse geboortestad tot een puinhoop. Zijn oorlogsgedenktekens voor Tongeren, Ath, Oostende, Nieuwpoort en Opwijk getuigen van een herwonnen elan. Uitschieter vormt het IJzermonument, bij de historische sluizen die de omgevende vlakte in 1914 blank zetten en de vijandelijke opmars stuitten. Een niet minder waardevol aspect van zijn oeuvre vormen het handvol grafmonumenten, waarmee ondermeer de relatie gelegd wordt met de schrijver Herman Teirlinck en de vriendenkring van Braecke, die nooit zijn eenvoudige afkomst en Vlaamse origine uit het oog zou verliezen.
Twee boeiende monografieën over Zeeland Provincie in de periferie. De economische geschiedenis van Zeeland 1800-2000. Paul Brusse en Willem van den Broeke Utrecht, Matrijs, 2005 Over de economische geschiedenis van Nederland in de laatste twee eeuwen zijn verschillende overzichtswerken geschreven. Vergelijkbare studies op regionaal niveau ontbreken echter voor de meeste provincies. Elke provincie ontwikkelde zicht op een eigen manier. Dat gold in zeer bijzondere mate ook voor Zeeland, De excentrische ligging aan de zee en de zeearmen maakte de provincie kwetsbaar. Ver weg van de Randstad voerden de Zeeuwen niet alleen een langdurige strijd tegen het water maar ook tegen de economische achterstand, die de provincie sinds de achttiende eeuw kenmerkte. Deze studie behandelt de Zeeuwse economische geschiedenis tussen 1800 en 2000 en wordt chronologisch gepresenteerd in vier perioden van elk vijftig jaar. In elk deel wordt een antwoord gezocht op de vraag in welk opzicht en waarom de economische ontwikkelingen in Zeeland anders waren dan in de rest van Nederland, waarbij parallellen worden getrokken met gebeurtenissen in andere provincies. In elk van de vier tijdvakken wordt uitvoerig aandacht besteed aan de ontwikkeling in een breed spectrum van bedrijfstakken, van landbouw tot toerisme, van scheepsbouw tot visserij. Deze publicatie biedt de mogelijkheid om op deze vlakken parallellen te vinden met de West-Vlaamse economische geschiedenis. Zelandia Comitatus.
Geschiedenis en cartobibliografie van de provincie zeeland tot 1860. Dick en Joan Blonk-van der Wijst Houten, Hes & De Graaf Publishers, 2010 Dit onderzoek naar gedrukte kaarten van de provincie Zeeland geeft een compleet overzicht en een duidelijke systematische analyse van alle gedrukte kaarten van het oude Graafschap Zeeland. Er wordt een beeld geschetst van de ontwikkeling van het landschap door de eeuwen heen en het steeds veranderende beeld van de cartografie van de eilanden door verschuivende zandbanken, inpolderingen, bedijkingen, stormvloeden en overstromingen, ook van de periode voordat er gedrukte kaarten waren. Bovendien is in de inleiding een overzicht opgenomen van de geschiedenis van de provincie Zeeland in het algemeen. Met dit werk hebben Dick Blonk en Joan Blonk-Van der Wijst een waardig opvolger voltooid van hun eerste boek, deel I uit de Explokart-reeks, Hollandia Comitatus met de cartobibliografie van het Graafschap Holland. Met 129 kaartbeschrijvingen en meer dan 400 afbeeldingen in kleur geeft dit boek een prachtige blik op het karakteristieke, direct herkenbare cartografische beeld van deze dynamische provincie.
CONTACT Provinciale Bibliotheek Tolhuis Jan van Eyckplein 1 8000 Brugge T 050 40 74 61 E
[email protected] W www.west-vlaanderen.be/bibliotheek Meer cultuurnieuws krijgt u via Cultuur Cocktail, het e-zine van de Provinciale Dienst voor Cultuur. Surf naar www.west-vlaanderen.be/ezine en schrijf u daar in.
Wil je je niet langer abonneren op dit e-zine, schrijf je hier uit. Wil je meer informatie over de e-zines van de Provincie West-Vlaanderen, surf dan naar www.westvlaanderen.be/ezine.