I
NOORDNIEUWS MAGAZINE VAN VNO-NCW NOORD JAARGANG 14 NUMMER 2 > 2009
Drenthe klaar voor vuelta
> Maakindustrie = kenniseconomie > Mobilteitscentrum: van werk naar werk > De aarde is plat: internationale kansen > Met een noordgang ondernemen
Inhoud NoordNieuws 2 > 2009
1
2
4
8
12
18
24
Opinie Actualiteit
2 Maakindustrie is kenniseconomie 16 Grensgevallen: Nederlands-Duitse samenwerking kan beter
Vereniging
24 Met een Noordgang ondernemen 26 Kredietcrisis-update
Praktijk
8 Met Mobilteitscentrum van werk naar werk 12 De aarde is plat: internationale kansen voor Noord-Nederland 18 Georgia on my mind: Competentiemanagement in Georgië 21 Het A-woord: acquisitie 22 Opbrengst versus kosten
Vaste rubrieken
6 Bedrijfsnieuws 7 Column 20 Netwerken op het net 25 Actualiteiten 28 VNO-NCW Noord in actie 29 Personalia 30 Welkom nieuwe leden 32 Agenda
4 11 14 23
Bartje lust paella: Vuelta brengt Drenthe in Spaanse sferen Waddenfonds: niet goed… geld weg? Debet-crisis: Het belang van effectief debiteurenbeheer Fryslân Ferbynt ondernemers wereldwijd
2
NoordNieuws april 2009
Jan-Willem Lobeek
[email protected]
Maakindustrie is kenniseconomie Industrie als drager van de diensteneconomie Het maatschappelijk klimaat zorgt ervoor dat we massaal inzetten op de kenniseconomie. Dit wordt ten onrechte als synoniem gezien voor een inzet op de diensteneconomie. Juist de industrie is een belangrijke drager voor de diensteneconomie, al wordt dit vaak gemakshalve vergeten.
Sinds de jaren vijftig is de maakindustrie zwaar vertegenwoordigd in NoordNederland, vooral vanwege het destijds gunstige investeringsklimaat en de lage prijs van de arbeidskrachten. Waar in de jaren zestig nog 30% van de banen in Nederland zich in de industrie bevonden is dat aantal inmiddels gehalveerd. Veel banen in de industrie zijn verdwenen door rationalisatie. Dingen die vroeger met de hand gebeurden zijn overgenomen door machines en laagwaardige bulkindustrie naar goedkopere oorden is verdwenen. Maar veel banen zijn ook door de statistiek ‘verplaatst’. Waar industriële bedrijven voorheen hun eigen catering, hun eigen onderhoudsdienst en hun eigen beveiligingmensen in dienst hadden, zijn deze taken tegenwoordig veelal uitbesteed. In de statistische praktijk betekent dit, dat ‘industriële’ banen zijn omgetoverd in ‘dienstverlenende’ banen. De diensteneconomie staat dus niet geheel op zichzelf, het is voor een groot deel afhankelijk van dragende sectoren als de industrie. De toekomst van de industrie in NoordNederland stond centraal tijdens het Noord-Nederlands Industriedebat op 24
februari jl.. Gerenommeerde experts gaven niet alleen hun toekomstvisie, maar gaven ook antwoord op de vraag wat de huidige recessie betekent voor de Noordelijke industrie. Al voor de economische crisis stond, net als elders in Nederland, de positie van de maakindustrie onder druk. Enerzijds zien we de producenten van bulkproducten met lage marges verhuizen naar lage lonen landen, anderzijds weten nog steeds veel bedrijven door innovatie en focus op toegevoegde waarde hun positie te behouden. Het is evident dat er sectoren binnen maak- en procesindustrie zijn met een hoge toegevoegde waarde waarbij andere factoren dan alleen de loonkosten van invloed zijn op het vestigingsklimaat.
Verborgen kampioenen Maar waar staat de Nederlandse industrie momenteel? Professor Dany Jacobs gaf het als volgt weer: ‘De Nederlandse industrie en industriële export bezit nog steeds een relatief sterke positie, ondanks de huidige tegenwind. De sector kent veel verborgen kampioenen in gespecialiseerde niches.’ Ook Wessel Bruining, Director Manufacturing Teijin Aramid gaf een genuanceerd beeld weer
van de huidige situatie. ‘In de afgelopen negen jaar waren wij, ondanks een voortdurende capaciteitsgroei, continu uitverkocht. Hierdoor konden sommige binnen R&D nieuw ontwikkelde producten niet zo snel gecommercialiseerd worden. Nu is er als gevolg van het af en toe beschikbaar zijn van productielijnen wel ruimte voor bedrijfsproeven waardoor implementatie en commercialisatie versneld kunnen worden.’ Een algemeen gedeelde visie is dat juist nu innovatie nodig is om versterkt uit de crisis te komen. Volgens Dany Jacobs moet de industrie in een intensieve dialoog met de klant en de klant van de klant. Zie deze klanten als ‘co-designer’ is zijn devies. Jos Pâques van Paques uit Balk onderstreepte deze gedachte. Zijn industrie draait bijna volledig op innovatie. Met zijn hoogwaardige en hoogtechnologische kennis op het gebied van waterbehandeling is hij een zeer belangrijke speler in zijn marktsegment geworden. Pâques vatte het bondig samen: ‘Maakindustrie is kenniseconomie.’ Hiermee de schijnbare tegenstrijdigheid in het maatschappelijke debat tussen de ‘nieuwe’ kenniseconomie en de ‘oude’ industrie
3
tegensprekend. Hoewel slechts 19 van de 350 mensen in zijn bedrijf zich ook daadwerkelijk met productie bezighouden (de rest besteedt hij uit) wil hij deze rol als producent niet kwijt. Daarvoor levert het zelf produceren teveel kennis op om tot nieuwe innovatie te kunnen komen. Jos Pâques benadrukt de prominent rol van industrie als aanjager van vernieuwing. ‘Zonder kennis ben je niks.’ Dit wordt ook door statistiek onderbouwd. Meer dan 80% van de uitgaven voor Research & Development wordt binnen de industrie gedaan. Hiermee is de industrie dé vernieuwingsmotor.
SIC Het Noord-Nederlands Industriedebat dat op 24 februari jl. in het Gasunie gebouw werd gehouden werd door VNO-NCW Noord en de Stichting voor Industriebeleid en Communicatie (SIC) georganiseerd. SIC is in 2000 in het leven geroepen als onafhankelijk adviesorgaan, waarin op persoonlijke titel wordt deelgenomen door vertegenwoordigers uit werkgeverskring, vakorganisaties, wetenschap en overheid (en dus ook door VNO-NCW). SIC heeft geconstateerd dat het bestaande beeld van de maakindustrie bij het publiek, maar ook bij de opinie- en beleidsmakers, nauwelijks overeenkomt met de werkelijke betekenis. Het economische en maatschappelijke belang van de maakindustrie is niet alleen onvoldoende bekend, maar wordt ook onderschat. SIC wil daar verandering in aanbrengen en is daarom pleitbezorger en stimulator voor het ontwikkelen van een industriebeleid door bedrijfsleven, sociale partners en overheid. Uit de onlangs door SIC gehouden enquête onder Nederlandse Industriebedrijven blijkt dat 85% van de bedrijven daadwerkelijk last heeft van de economische crisis. Ruim 2/3 van hen wordt geconfronteerd met omzetdaling en een teruglopende orderportefeuille. Met name bedrijven in de metaal(producten) sector blijken ernstig geraakt te worden.
opinie
Vestigingsvoorwaarden Maar naast kennisverwerving en vermenigvuldiging binnen het bedrijf zijn er nog veel meer randvoorwaarden voor een succesvolle industrie. Misschien wel in de eerste plaats de lokale arbeidsmarkt. Gerichte scholings- en uitwisselingsprogramma’s zijn essentieel. Wessel Bruining schetste: ‘De aantrekkelijkheid van de regio wordt voor een belangrijk deel bepaald door de aanwezigheid van vakmensen en de samenwerking tussen onderwijs en industrie. Ook zijn expert en ervaringsnetwerken belangrijk om het kennisniveau op te krikken.’ Maar een toekomst voor de industrie in Noord-Nederland vraagt meer. Vooral in de faciliterende sfeer ligt hier een belangrijke taak voor de overheid. Bijvoorbeeld als het gaat om resultaatgerichte vergunningstrajecten: op het vlak van snelheid van handelen, omgaan met complexiteit en het vermogen om mee te denken kunnen overheden zich nationaal en internationaal onderscheiden. Een stapje extra is nergens vanzelfsprekend en juist in het ‘overzichtelijke’ NoordNederland een factor die gemakkelijk in het voordeel kan worden uitgenut. Het spreekt vanzelf dat de overheid aan de lat staat voor zaken als infrastructuur (niet alleen wegen, maar ook energie) en woonklimaat.
Wereldmarkt De meeste industriële bedrijven zijn internationaal opererend. Vaak komt dit voort uit hun specifieke marktpositie; Ofwel omdat men door hun specialisme één
van de weinige producenten is, danwel omdat ze binnen een internationaal conglomeraat opereren waarvan de productie van één productsoort geconcentreerd wordt op een enkele productielocatie. De afwegingen van bedrijven moeten ook juist binnen deze internationale context worden gezien. De keuze om zich niet te vestigen in Nederland of hier niet verder te groeien wordt ook door zaken bepaald die ver buiten de invloedsfeer liggen van publieke partijen. Bedrijven nemen daarbij ook zaken in overweging als de locatie van de belangrijkste klanten, valuta-effecten en internationale regelgeving. Gelukkig is op het vlak van dat laatste er zo langzamerhand steeds meer een Europees level playingfield. Dat neemt niet weg dat in Nederland de regelgeving uitermate streng is als het gaat om uitstoot. Daarmee behoort de industrie in Nederland tot de schoonste van de wereld. In het kader van duurzaamheid en C02 problematiek wordt ook vaak minachtend gekeken naar de industrie terwijl men er aan voorbijgaat dat men milieudoelstellingen op globaal niveau beter kan realiseren met industrie in Nederland dan met industrie in bijvoorbeeld China of Brazilië. Niet omdat deze landen niet zouden willen, maar omdat wij in Nederland het al wel kunnen en zij nog deze achterstand moeten inlopen. Dit leidt tot de paradoxale conclusie dat een duurzame globale economische ontwikkeling is gebaat bij een goed industrieklimaat in Nederland. <
4
NoordNieuws april 2009
Daan Bultje
[email protected]
Bartje lust paella Vuelta brengt Drenthe in Spaanse sferen
Ruim 350 jaar na de Tachtigjarige oorlog kunnen de lage landen weer even gerekend worden tot Spaans grondgebied. Van 29 augustus tot en met 1 september dendert de Ronde van Spanje door Nederland.
De Vuelta Ciclista a España, oftewel de ronde van Spanje, ging nog nooit van start buiten het Iberisch schiereiland. 10 jaar geleden werd gestart in Lissabon, maar verder van huis ging de Vuelta niet. Des te unieker is de prestatie van Drenthe om de start van deze grote wielerronde binnen te halen. Zeker omdat het peloton ook nog eens vier dagen in Nederland blijft. Jos Vaessen, directeur van La Vuelta ’09 Drenthe Holanda, vat het als volgt samen: ‘Zorg dat je erbij bent, want we maken niet gauw meer mee dat een van de grote wielerrondes vier dagen door Nederland koerst.’ De Vuelta wordt sinds 1936 jaarlijks verreden en is na de Tour de France het grootste wielerevenement van de wereld. Tot de winnaars behoren onder andere Jacques Anquetil, Raymond Poulidor, Eddy Merckx, Pedro Delgado, Roberto Heras, Denis Mensjov, maar ook Jan Janssen en Joop Zoetemelk. De renners leggen in de editie van 2009 meer dan 3200 kilometer af. Hoewel de Vuelta
in de Lage Landen begint, lijkt het routeschema vooral in het voordeel van de klimmers, met 10 etappes in het middenof hooggebergte en met vijftien nieuwe bergpassages in het parcours. De enige ‘klim’ in Drenthe is de Cola de Witteveen, met een hoogte van 30 meter. Dat de start van de Vuelta komende zomer in Drenthe zal plaatsvinden, begon met de droom die Relus ter Beek destijds had. De op 29 september 2008 overleden Commissaris der Koningin van Drenthe was wielerfanaat en hij schreef rondedirecteur Victor Codero in een brief met het idee om vanuit Drenthe te starten. Dit bracht het balletje aan het rollen. Een Drentse delegatie bezocht de start van de Vuelta in Malaga en wist het enthousiasme over te brengen. Het Spaanse organisatiebureau Unipublic bracht een tegenbezoek en werd op Bourgondische wijze ontvangen. Vanwege de banden van Unipublic met het Spaanse managementbureau Dorna dat de rechten voor de MotoGP bezit, was het idee om
de proloog op het TT-circuit te organiseren zeer aansprekend. Vaessen: ‘De motorwereld wordt in belangrijke mate gedomineerd door Spanjaarden en het TT Circuit in Assen staat bekend als de kathedraal van de motorsport. Daardoor sprak het Drentse voorstel bijzonder tot de verbeelding.’ Het duurde dan ook niet lang voordat bevestigd werd dat de Vuelta in Assen zou starten. De proloog op zaterdag 29 augustus op het TT Circuit is circa 4,8 kilometer lang. Volgens oud-wielrenner Herman Strijbosch, die als routeplanner verantwoordelijk is voor de Nederlandse etappes van de Vuelta, wordt de proloog door veel renners gevreesd. ‘De renners hebben angst voor het asfalt omdat het niet lekker loopt. Lars Boom laat speciaal nieuwe banden ontwikkelen om goed het circuit over te komen.’ De eerste etappe gaat vervolgens van Assen naar Emmen. Bij wijze van eerbetoon maken de renners in deze etappe een lus langs Witteveen, waar Relus ter Beek begraven is. Ook komt het peloton door Coevorden, de geboorteplaats van Ter Beek. De renners zullen bovendien over de landingsbaan van Groningen Airport Eelde geleid worden. Volgens kenners zijn de laatste twintig kilometer van deze etappe het verraderlijkst. Op 31 augustus gaat de karavaan vervolgens van Zutpen naar
5
Venlo, waarna de Vuelta Nederland op 1 september verlaat wanneer het de grens oversteekt tussen Venlo en Luik.
Exposure
actueel
Er zijn vaker grote wielerrondes van start gegaan in Nederland. De Tour de France startte voor het laatst in Nederland op 29 juni 1996 in Den Bosch. En in 2002 vertrok de Giro d’Italia vanuit Groningen. Maar waar de Giro destijds niet live in Nederland werd uitgezonden, zal de NOS gedurende de 4 Vuelta-etappes in Nederland elke dag anderhalf uur live verslag doen. Tijdens dit internationale sportspektakel zijn dus alle ogen op Drenthe gericht. Daarom wordt ook aan ondernemers de mogelijkheid geboden mee te profiteren van deze exposure. De combinatie van sport en ondernemers levert vrijwel altijd een win-win situatie op, of het nu gaat om sponsoring, seminars door topsporters en coaches of het onderhouden van relaties tijdens sportevenementen. Zeker wat dat laatste aspect betreft, biedt de start van de ronde van Spanje in Drenthe volop kansen. Rondom de Vuelta worden diverse hospitalitymogelijkheden geboden. Tijdens de proloog op het TT Circuit kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een VIP-loge. Ook is het mogelijk om bij de start en finish van de etappes gasten te ontvangen of om mee te rijden met één van de gastenwagens. Dergelijke arrangementen worden ook aangeboden rondom de ploegenpresentatie op 28 augustus. Voor wie liever zelf op de fiets stapt, is de toerversie La Vuelta georganiseerd,
waarbij gefietst wordt over het officiële parkoers van de eerste etappe. Bedrijventeams (vanaf 10 personen) kunnen zich inschrijven voor een speciaal Business Team Toerversie. Hierbij bestaat de keuze tussen 60, 90 en 120 kilometer. Een goede gelegenheid om de eigen fietsprestaties te vergelijken met de tijden van de profs, of natuurlijk om de condities van medewerkers, collega´s of relaties te testen. < Kijk voor meer informatie over de Vuelta in Drenthe op www.vueltadrenthe.nl
Vuelta-bijeenkomst VNO-NCW Noord Op 6 april organiseerde VNO-NCW Noord in samenwerking met La Vuelta ‘09 Drenthe Holanda een bijeenkomst over de mogelijkheden voor ondernemers om mee te profiteren van de Vuelta in Drenthe. Een kleine honderd leden waren aanwezig bij deze bijeenkomst op het TT Circuit in Assen. De verschillende aspecten van de Vuelta werden onder andere belicht door Jos Vaessen, directeur La Vuelta ’09 Drenthe Holanda, gedeputeerde Anneke Haarsma, Jaap Kuin, wethouder Assen en Herman Strijbosch, wedstrijdorganisatie.
6
NoordNieuws april 2009
>D e Havixhorst in De Schiphorst is uitgeroepen tot Kasteel van het Jaar 2009. Het Châteauhotel- en restaurant kwam van alle leden van de vereniging Châteaux et Résidences Gastronomiques als beste uit de beoordeling op het vlak van service en kwaliteit. De uitslag werd bekend gemaakt door Châteaux et Résidences Ambassadeur Hans Wiegel. De bij de uitverkiezende horende oorkonde werd in ontvangst genomen door Jos Wijland, Directeur-eigenaar van De Havixhorst.
>D B Wilaard Holding BV is overgenomen door GEA Farm Technologies Division, onderdeel van de GEA Group AG uit Duitsland. De Wilaard Groep is marktleider op het gebied van stalinrichting voor de rundveehouderijsector en heeft haar hoofdvestiging in Leeuwarden. Ook Wilarus, de eigen verkoop en productie faciliteit in Rusland, is onderdeel van de overname. De productie en verkoop van stalinrichting en mestverwerking blijft gehandhaafd vanuit de hoofdvestiging in Leeuwarden en de verkoop en productie faciliteit van Wilarus in Kolomna in Rusland. GEA Farm Technologies Division ontwikkelt en levert wereldwijd geïntegreerde systeem oplossingen voor de melkveehouderij.
>K reeft Opleidingen BV uit Hoogeveen heeft het Verkeers Edu-
>R DW gaat nauw samenwerken met het Instituut voor Informatie- en Communicatietechnologie van de Hanzehogeschool Groningen. RDW zendt afgevaardigden naar de werkveldadviescommissie van het Instituut voor ICT, stelt stageplaatsen beschikbaar, verzorgt gastcolleges, praktijkopdrachten en rondleidingen én biedt docenten aan om stage te lopen. De Hanzehogeschool Groningen heeft er belang bij dat haar opleidingen aansluiten bij de wensen en eisen van het bedrijfsleven. Studenten worden actief gewezen op de mogelijkheden die de RDW als werkgever biedt.
> Tecnovia Noord BV is onlangs op een schiereiland voor de fabrieken van AVEBE in Foxhol de bouw gestart van een futuristische fabriek. In het 24-uursbedrijf komen machines te staan die dag en nacht door robots worden bediend. Slechts een klein deel van deze uren zijn er mensen aanwezig om de machines en de robots te programmeren en om te zorgen voor aanvoer van materiaal en afvoer van producten. Tecnovia is gespecialiseerd in het produceren van precisie onderdelen voor onder andere ruimtevaart, vliegtuigindustrie en medische technologie. De bouw zal naar verwachting in juni 2009 zijn afgerond.
>S ensor Universe en TechnologieCentrum Noord-Nederland hebben een convenant ondertekend om intensief te gaan samenwerken. Door de nauwe samenwerking kunnen ondernemers beter begeleid worden in het implementeren van sensorsysteemtechnologie in het bedrijf. Sensor Universe is een programma van een consortium van partners om de komende
>W tbE Groningen heeft een arbeidspool voor technische specialisten opgezet onder de naam TemPlacement. Bij tijdelijke onder- of overbezetting kunnen technische ingenieurs en kaderpersoneel van het ene bedrijf uitgeleend worden aan het andere bedrijf. Doel is de gevolgen van de economische crisis te beperken en bedrijven in de industrie zonder problemen door te laten draaien. Bedrijven die wegens terugtrekking van orders met tijdelijke overcapaciteit kampt, kan deze mensen via WtbE bij een ander bedrijf laten plaatsen.
>B runner Mond BV gaat haar activiteiten in Delfzijl rond september 2009 beëindigen. In Delfzijl wordt onder andere natriumcarbonaat (soda, een hoofdbestanddeel van glas) en natriumbicarbonaat vervaardigd. Door de stijging van energieen grondstofkosten en de grote concurrentie op de markt draait de fabriek in Delfzijl sinds 2003 verlies. Ondanks een intensief programma van verbeteringen en kostenvermindering en de investeringen in een nieuwe natriumbicarbonaatfabriek is het niet gelukt het tij te keren. Brunner Mond is voor 100% in handen van Tata Chemicals Limited, een onderdeel van de Indiase Tata Group
>Y antai Wanhua Polyurethane Co. Ltd, een Chinees chemiebedrijf, vestigt zich definitief in Delfzijl. Het bedrijf heeft een betaalde optie genomen op een kavel van vijf hectare op het industrieterrein. Deze ruimte is bedoeld voor opslag van goederen. Daarnaast wordt 75 hectare vrijgehouden waar mogelijk op termijn een productiebedrijf tot stand komt. Als deze plannen doorgaan, wordt werkgelegenheid geboden aan 500 tot 1000 mensen. Wilbert Boneschansker wint Mensen voor Cijfers Prijs Wilbert Boneschansker, manager Business Operations bij Groningen Seaports, heeft de Mensen voor Cijfers Prijs 2008 gewonnen. Naast Boneschansker waren ook Rolf Kruit van Ziegler Brandweertechniek en Erik Mulder van FC Groningen genomineerd. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan de de beste financiële manager in het Noorden. Met de prijs worden de financieel manager en de controller, een beroepsgroep die normaal gesproken enigszins in de schaduw staat, in het zonnetje gezet. Volgens de jury is Boneschansker onder meer initiatiefrijk, gedreven en alert en heeft hij een substantiële bijdrage geleverd aan het succes van het bedrijf.
Jan Houkes ´Drentse Ondernemer van het Jaar’ Jan Houkes, algemeen directeur van Pals Letselschade en adviseur van Houkes Advocaten is gekozen tot Drents ondernemer van het jaar. De bekendmaking vond plaats voorafgaand aan de opening van de Bedrijven Contact Dagen Drenthe. Houkes werd door de jury geroemd vanwege zijn vermogen een combinatie te maken van zijn persoonlijke kennis, ontwikkelingen in het vakgebied en nieuwe kansen als gevolg van de liberalisering. Ook vond de jury het bijzonder dat iemand met een wetenschappelijke opleiding zoveel ondernemerschap aan zijn vakgebied heeft weten toe te voegen.
– Geef uw bedrijfsnieuws door via
[email protected] –
Bedrijfsnieuws
catie Centrum (VEC) in Drachten gekocht. Het bedrijf verzorgde al brandweertrainingen en Trials op het terrein. In 2008 moest het centrum de deuren sluiten, waarop de provincie Fryslân heeft ingegrepen en de stichting Bevordering Verkeerseducatie vroeg om tijdelijk het VEC door te laten gaan. Met Kreeft Opleidingen BV is een partij gevonden die affiniteit heeft met verkeer. Het bedrijf verzorgde al diverse opleidingen in Drachten en zal het aanbod opleidingen nu gaan vergroten. Zo kunnen vrachtwagenchauffeurs bijscholingen doen of in de vrachtwagen een slipcursus volgen. De provincie ziet in het VEC een goed instrument om het aantal verkeersgewonden terug te dringen.
tien jaar in Noord-Nederland een internationaal toonaangevend economisch cluster te ontwikkelen rond sensor¬technologie. TCNN houdt zich al meer dan tien jaar bezig met de economische versterking van het industriële en stuwende Noord-Nederlandse mkb door samenwerking en innovatie.
COLUMN
7
Voorsprong VNO-NCW brengt samen met onder andere MKB Nederland en het CBS vier keer per jaar de COEN (ConjunctuurEnquête Nederland) uit. Op basis van een enquête onder 12.000 ondernemers worden de belangrijkste ontwikkelingen en verwachtingen van het Nederlandse bedrijfsleven in kaart gebracht. De conclusies over het eerste kwartaal van 2009 waren, zoals te verwachten viel, niet mals: ‘Economische crisis verbreedt en verdiept zich in het Nederlandse bedrijfsleven’. Deze trend werd ook geconstateerd in Noord-Nederland, maar er waren toch lichtpuntjes. Zo is de daling van de export van industrie, groothandel en transportsector in Noord-Nederland minder dan elders. De krimp van de omzet bleef in deze sectoren in Noord. Anderzijds waren in Noord-Nederland de detaillisten pessimistischer gestemd dan elders in het land. En daar zit ‘m nu net de crux. De kredietcrisis wordt voor een niet onbelangrijk deel gevoed door emotie. Vanuit een gevoel van onzekerheid worden belangrijke beslissingen uitgesteld. Daarbij gaat het niet alleen om nieuwe activiteiten maar ook om
noodzakelijke ingrepen in de bedrijfsvoering. Uitstel versterkt de economische crisis alleen maar. Noorderlingen staan niet bekend om hun uitgesproken enthousiasme. Dat brengt het risico met zich mee dat bij het invullen van een enquête, de conclusie somberder is dan wat er in werkelijkheid gaande is. Want uit verschillende cijfers blijkt dat Noord-Nederland het relatief gezien beter doet dan de rest van Nederland. Dat moeten we niet wegstoppen, maar juist benadrukken. We hebben in de jaren negentig– voor zover dit nog nodig was - toch de omslag gemaakt van achterstandsdenken naar ontwikkelingsdenken? Dit is de kans om de volgende stap te zetten: voorsprongsdenken. Tijdig maatregelen nemen als het noodzakelijk is, maar ook tijdig investeren en gereed staan als de economie weer aantrekt. Dan kunnen we straks alsnog in alle nuchterheid vertellen hoe we het gepresteerd hebben. Durk van Tuinen, voorzitter VNO-NCW Friesland
8
NoordNieuws april 2009
Lambert Zwiers
[email protected]
“Het Mobiliteitscentrum is er voor alle bedrijven” Met Mobilteitscentrum van werk naar werk
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de coördinatie van de Mobiliteitscentra bij het UWV WERKbedrijf belegd. Ron Spaans, Bedrijfsadviseur van het UWV WERKbedrijf, ondersteunt en faciliteert de inrichting van de Mobiliteitscentra in de Regio Noord. Daarnaast zoekt hij actief naar projecten en arrangementen in het kader van ‘werk naar werk’. Zijn werkgebied omvat de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en een deel van de provincie Gelderland. De centra in de drie noordelijke provincies bevinden zich in Groningen, Leeuwarden, Emmen, Assen en Roden.
Voor wie zijn de mobiliteitscentra bedoeld? ‘We richten ons primair op de werkgevers. Zowel de werkgevers in het grootbedrijf als in het mkb. Alle werkgevers die te maken hebben met Werktijdverkorting of deeltijd WW kunnen op ons rekenen. Het blijkt echter niet altijd eenvoudig te zijn om ervoor uit te komen dat je bedrijf in de problemen verkeert. Wij nuchtere noorderlingen lopen nu eenmaal niet met onze sores te koop. Ik wil alle ondernemers op het hart drukken om het Mobiliteitscentrum al bij “dreiging van zwaar weer” in te schakelen voor advies en hulp. We zijn er ook voor om preventief hulp te bieden. Grotere bedrijven hebben vaak een eigen
mobiliteitscentrum en hebben ons niet zo hard nodig. Maar het mkb is vaak minder goed gefaciliteerd. Daar blijkt grote behoefte te zijn aan ondersteuning. Het Mobiliteitscentrum is er voor alle bedrijven, of ze nu 2000 of 2 mensen in dienst hebben.’
Waarin zit de toegevoegde waarde van een mobiliteitscentrum? ´Het unieke van de Mobiliteitscentra is de samenwerking tussen publieke en private
partijen. Zie een Mobiliteitscentrum als een netwerkorganisatie waarin gemeenten, provincie, werkgevers- en werknemersorganisaties, scholingsinstituten, brancheorganisaties, uitzendbureaus, re-integratiebureaus en outplacementbureaus nauw samenwerken. Die samenwerking maakt de Mobiliteitscentra zo krachtig. Gezamenlijk hebben we de arbeidsmarkt goed in kaart en hebben we een enorm netwerk. We vinden niet opnieuw het wiel uit, maar bundelen de
Diensten van de mobiliteitscentra in Groningen, Leeuwarden, Assen en Emmen: • • • • • • • • • • • • • • • • •
arbeids juridische dienstverlening (AJD) voorlichtingsbijeenkomsten betrokken werknemers WERKplan registratie en intake contactpunt kandidaten en werkgevers matchen van kandidaten aan vacatures jobhunting doelgroepgerichte projecten: Project 45+, jongeren competentie Test Centrum (CTC) scholingsinformatie en –advies EVC leren & werken zelfstandig ondernemerschap detacheren workshops Werk; solliciteren, brief, CV, gesprek en netwerken business to business meetings/netwerkbijeenkomsten fysieke ruimte (desgewenst)
actueel
Nederland kent sinds kort een landelijk dekkend netwerk van 33 Mobiliteitscentra. De tijdelijke centra ondersteunen door de economische crisis getroffen bedrijven met voorlichting, advies en begeleiding. Wat maakt dat deze centra ook echt gaan werken? Wat doen ze en voor wie zijn ze bedoeld?
9
expertise en kennis van alle organisaties. Daar zit de toegevoegde waarde. Alle betrokken organisaties zijn enthousiast over de aanpak en zetten zich voor 100% in om de Mobiliteitscentra tot een succes te maken. De lijnen zijn kort en we hebben een goed aanbod van dienstverlening. Iedere partij speelt zijn eigen rol. Het gaat er niet om dat de één belangrijker is dan de ander. We zijn complementair aan elkaar. Alleen zo kunnen we een groot netwerk ontsluiten, dat maar één doel heeft: voorkomen dat werknemers in de WW of WWB terechtkomen.´
Is er perspectief op werk? ´Ondanks de economische crisis is er nog veel vraag naar goed geschoold personeel. Ook in onze regio. Bovendien gaat de economische crisis op enig moment voorbij. En de vervangingsvraag blijft, onder andere door de vergrijzing. Er zijn ook nu kansen voor mensen die werkloos dreigen te worden, of al werkloos zijn. Zo speelt er op dit moment ontslag bij een makelaarskantoor in de provincie Groningen, terwijl zich tegelijkertijd een
financiële dienstverlener vestigt in de stad. Bovendien zie je een verschuiving in werk. Als mensen minder snel een nieuwe auto kopen, blijven ze langer in hun oude wagen rijden. Die auto vraagt onderhoud en dat betekent meer werk voor garagebedrijven. Hetzelfde zie je in de bouw. De markt voor nieuwe huizen stagneert, maar ook hier verschuift het accent naar onderhoud. Vergeet ook de vacatures in onderwijs en zorg niet. Er is dus echt perspectief op werk.’
gaan we soortgelijk te werk. We speuren actief naar vacatures. Zo is er in Friesland onlangs een “vliegende brigade” opgericht, die er op uittrekt om vacatures te vergaren. Onder andere in de landbouw, want daar liggen nog kansen. En we luisteren goed en actief naar signalen in de markt, onder andere met behulp van de vakbonden.’
Alle werkgevers die te maken hebben met Werktijd verkorting of deeltijd WW kunnen op ons rekenen
Hoe gaat het in z’n werk? ‘Al onze activiteiten zijn erop gericht mensen van werk naar werk te begeleiden. Een goed praktijkvoorbeeld zijn de Poortwachtercentra van VNO-NCW. Die richten zich vooral op medewerkers die arbeidsongeschikt zijn of dreigen te worden. Een mooi initiatief dat laat zien hoe samenwerking en netwerken tot resultaten leidt. In de Mobiliteitscentra
Hoe zit het met scholing? ´Vaak zullen werknemers om- of bijgeschoold moeten worden. Het Mobiliteitscentrum kan deze scholing ondersteunen. Een goed voorbeeld van de samenwerking op het gebied van scholing zijn de contacten met Innovam, het kennis- en opleidingscentrum voor alle vormen van vervoer: auto’s, trucks, caravans en tweewielers en met de BOVAG. Het massaontslag bij Autodrôme is natuurlijk een zware klap, maar tegelijkertijd is er in de mobiliteitsbranche vraag naar gekwalificeerde medewerkers. Of
10
NoordNieuws april 2009
het nu gaat om monteurs, inkopers of verkopers. In samenwerking met Innovam kunnen op de branche gerichte opleidingen worden aangeboden.´
Waar staan de mobiliteitscentra en wat doen ze voor de werknemers? ´Fysieke Mobiliteitscentra ontstaan dáár waar ze nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan het Mobiliteitscentrum van Cordis, dat in Roden is opgericht en al enkele jaren heel succesvol is. Ik verwacht in de provincie Groningen binnenkort centra in de stad Groningen, in Hoogezand en in Delfzijl. Weliswaar ligt de regie dan bij het UWV WERKbedrijf in de stad, maar de centra worden lokaal ingericht. Daarbij zijn de gemeenten belangrijke partners. Zij stellen ruimten ter beschikking, dichtbij de bedrijven en hun werknemers. In die fysieke centra worden groepen werknemers opgevangen en krijgen ze scholing in solliciteren, het schrijven van
een brief, het opstellen van een cv en netwerken. Er staan pc’s tot hun beschikking. Ze krijgen begeleiding bij het zoeken naar geschikte vacatures en worden desgewenst omgeschoold. Er worden workshops gegeven en het is ook een ontmoetingsruimte. Op het Werkplein Emmen is bijvoorbeeld een Werkcafé ingericht. Daar kunnen werknemers elkaar ontmoeten en ervaringen delen. Het gaat ook om het verwerken van het verlies van je baan. Vaak werken mensen al jarenlang bij hetzelfde bedrijf en voelt het als familie. In het Werkcafé is dan ook ruimte voor rouwverwerking. Tegelijkertijd is het een enorme opsteker als blijkt dat je collega weer een nieuwe baan heeft. Mensen motiveren elkaar en ervaren een nieuw toekomstperspectief. De Mobiliteitscentra kunnen werknemers die een eigen bedrijf willen starten eveneens ondersteunen. In het Noorden zijn we er klaar voor.´ <
Vliegende brigade in Fryslân Het Mobiliteitscentrum Fryslân zet sinds 1 april vliegende brigades in om ontslagen bij bedrijven te voorkomen. De vliegende brigade is een unieke samenwerking tussen publieke en private partijen: UWV, Provincie Fryslân, VNO-NCW Noord, CNV, Randstad en AB Fryslân. Ondernemingen die aangeven dat zij kampen met overtollig personeel, worden bezocht door specialisten die de situatie in kaart brengen en kijken naar alternatieve manieren om werknemers in te zetten. Bedrijven kunnen contact opnemen met het mobiliteitscentrum in Leeuwarden waarna medewerkers van zowel het UWV als één van de marktpartijen langskomen om de situatie in kaart te brengen. De vervolgstappen worden vervolgens op maat gemaakt, zoals het uitlenen van werknemers aan andere bedrijven, detachering, deeltijdwerkloosheid of het verzorgen van extra scholing. Hierbij wordt ook gekeken naar mogelijke bronnen van financiering. De vliegende brigade fungeert als vooruitgeschoven post van het Mobiliteitscentrum Fryslân, dat is opgericht om de effecten van de economische crisis op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk te beperken. Door het economische tij dreigt het aantal ontslagen in de komende periode fors toe te nemen, terwijl de arbeidsmarkt op iets langere termijn juist steeds krapper wordt. Doordat de specialisten de bedrijven in een vroeg stadium bezoeken, kan ontslag van tijdelijk overtollig personeel – wat leidt tot grotere afstand tot de arbeidsmarkt - voorkomen worden. Daarmee blijft vakmanschap voor het bedrijf of de branche behouden. Door het mobiliteitscentrum te positioneren als een servicecentrum voor bedrijven hopen de initiatiefnemers zoveel mogelijk mensen van werk naar werk te begeleiden.
Contactgegevens Mobiliteitscentrum Groningen Telefoon (088) 898 20 08 Eendrachtskade Zuidzijde 2 9726 CW Groningen
[email protected] contactpersonen Theo Laan en Rutger Verbeek Mobiliteitscentrum Leeuwarden Telefoon (058) 292 12 05 Tesselschadestraat 5 8913 HA Leeuwarden
[email protected] contactpersoon Harry Wiersum Mobiliteitscentrum Emmen Telefoon (059) 178 86 48 Boslaan 20 7822 EN Emmen
[email protected] contactpersoon Rika Schuiling Mobiliteitscentrum Assen/ Noordenkwartier Telefoon (050) 751 92 32 Heerestraat 121 9301 AE Roden
[email protected] contactpersoon Kim Heinen ron spaans: 06 48 31 95 06
[email protected]
11
Jan-Willem Lobeek
[email protected]
Waddenfonds: niet goed… geld weg?
actueel
In het Waddengebied nemen de zorgen over het Waddenfonds toe. Ooit leek die grote pot met geld het panacee voor alle kommer en kwel met betrekking tot dit kwetsbare gebied. Maar na twee tenders zonder economische projecten doet het kabinet in haar bezuinigingshonger ook nog eens een greep in de goedgevulde kas.
Bij de instelling van het Waddenfonds waren de verwachtingen hooggespannen. Zeker gezien de omvang van € 800 miljoen euro over een periode van 20 jaar, waarvan na uitkoop van de kokkelvissers nog zo’n € 677,5 miljoen overbleef. Eindelijk kon eens écht worden geïnvesteerd in het Waddengebied, niet alleen in de natuur maar ook in de regionale economie. Twee rondes zonder economische projecten later, staan de mondhoeken inmiddels omlaag. En niet alleen vanuit economische hoek – vanwege de onmogelijkheid voor bedrijven om mee te dingen – maar ook uit maatschappelijke en overheidshoek is men niet enthousiast. Ja, veel projecten zijn ingediend. Dat lijkt op ideeënrijkdom te duiden, het tegendeel is echter waar. Veelal weinig vernieuwende projecten die ook nog eens onderling weinig samenhang vertonen. Dat laatste is overigens een nadeel van een tenderprocedure, iets wat men bij instelling over zich heeft afgeroepen. De – logische – roep om samenhang krijgt nu zijn invulling. Het Regionaal Coördinatiecollege voor het Waddengebied (RCW) mag als bestuurlijk orgaan een nieuw uitvoeringsprogramma vaststellen. Het gevaar dreigt dat hiermee allerlei publieke agenda’s worden ingevuld zonder daarbij voldoende rekening te houden
met de uitgangspunten van het fonds of met maatschappelijke tendensen. Er zijn voor het bedrijfsleven twee belangrijke adders onder het gras. Allereerst mag het Waddenfonds niet uitmonden in het financieren van de reguliere overheidstaak. Het Waddenfonds is expliciet bedoeld als additioneel. Overigens moet deze overheidstaak nog nader worden omschreven in het bijna tegelijkertijd – wederom door het RCW - vast te stellen Beheer- en Ontwikkelplan voor de Waddenzee. Het tweede gevaar is dat projecten niet enkel mogen worden afgemeten aan de mate waarin ze bijdragen aan de verduurzaming van het Waddengebied. Een duurzame economische ontwik-
Recent heeft VNO-NCW Noord minister Cramer per brief laten weten dat een derde tender onherroepelijk moet worden opengesteld voor het bedrijfsleven. Twee tenders heeft het bedrijfsleven niet kunnen meedingen als gevolg van het ontbreken van de verklaring van ‘geen bezwaar’ m.b.t. staatssteun door de EU, een derde maal zou onaanvaardbaar zijn. De oproep van VNO-NCW Noord was mede geplaatst in het licht dat circa 50% van het Waddenfonds ten goede moet komen aan duurzame economische ontwikkeling.
Hoe ontoegankelijk het Waddenfonds tot op heden was voor economisch getinte projecten bewijst de ‘niet-ontvankelijk verklaring’ van een project dat was ingediend door Groningen Seaports, nota bene een publiekrechtelijk orgaan. Hoewel het hier net als bij bijvoorbeeld fietspaden ging om randvoorwaardelijke infrastructuur in de vorm van een stoomleidingennetwerk, werd het afgewezen op grond van de nadrukkelijke participatie van belanghebbende bedrijven.
keling gaat ook over het vergroten en verbeteren van economische activiteiten en een bijdrage leveren aan het bruto regionaal product. VNO-NCW Noord zal bij de minister en bij het RCW blijven aandringen op een goede vertaling van de economische paragraaf in het nieuwe Uitvoeringsprogramma. De economie was de eerste twee rondes het kind van de rekening, maar bij een ondoelmatig Uitvoeringsprogramma lopen we het risico dat het gehele Waddengebied uiteindelijk moet constateren: niet goed… geld weg! <
12
NoordNieuws april 2009
Christel Slim
[email protected]
De aarde is plat
Hoe internationale kansen voor Noord-Nederland te benutten?
Succesvol ondernemen over de grens klinkt vaak eenvoudiger dan het daadwerkelijk is. Het opbouwen en onderhouden van internationale businessrelaties vraagt om zogeheten ‘internationale competenties’: kennis van landen, culturen en markten en specifieke vaardigheden om daarin handig te opereren. De Hanzehogeschool Groningen wilde graag weten welke problemen mkbondernemers op dit gebied tegenkomen en voerde een onderzoek uit. De ondernemingen bleken vooral behoefte te hebben aan internationale competenties op drie terreinen. • Marketing & Sales: in andere landen gelden andere gewoonten en regels (= communicatief gericht). • Financieel-economisch management: het ontbreekt aan vaardigheden om regels en procedures goed over te brengen, of om achter de interpretatie van regels te komen (= gericht op overdracht). • Communicatietechniek: soms wordt vergeten dat er in een andere context wordt geopereerd, met andere omgangsvormen (= gericht op de inhoud). Neopost Technologies BV in Drachten is een bedrijf dat betrokken is bij het onderzoeksproject The World is Flat. Dit in systemen voor de postkamerautoma-
praktijk
Een groeiend aantal bedrijven doet zaken in het buitenland. Maar internationaal ondernemen is een ware kunst. Andere gewoonten, omgangsvormen, regels en cultuurverschillen kunnen een belemmering vormen. Het onderzoeksproject ‘The World is Flat’ van het Kenniscentrum Ondernemerschap zoekt nieuwe wegen op weg naar onbekende verten.
Internationaliseringscongres Op 5 maart jongstleden organiseerden de internationale studentenorganisatie AIESEC Groningen en VNO-NCW Noord voor de vierde keer gezamenlijk het jaarlijkse internationaliseringcongres. Plaats van handeling was net als voorgaande jaren het hoofdkantoor van de Gasunie in Groningen. De belangrijkste boodschap voor deelnemers aan het congres:de kennis en kunde van studenten en trainees uit andere landen kunnen een grote meerwaarde kunnen hebben voor hun bedrijf. Door de inzet van AIESEC studenten/trainees wordt de ondernemer gedwongen om met andere ogen naar zijn of haar organisatie te kijken. De imposante line-up aan sprekers, waaronder de commissaris van de Koningin van Groningen Max van den Berg, CDA Tweede Kamerlid Rikus Jager en de enthousiaste dagvoorzitter Geert Sanders (voorzitter SER Noord-Nederland) maakten dit jaarlijks terugkerende congres wederom zeer de moeite waard. Verschillende thema´s en landen passeerden de revue. Zo schetste Bert Panman van de Gasunie de internationale cultuur die de afgelopen jaren binnen Gasunie is ontstaan en hoe het bedrijf daarop inspeelt. AIESEC Trainee Antonio Jovanovski (uit Skopje, Macedonië) vertelde over zijn succesvolle stage bij Canvas Company. Directeur eigenaar van Canvas Company en begeleider van Jovanovski, Halbe Boersma, gaf aan hoe de samenwerking met Jovanovski succesvol is verlopen en hoe de andere medewerkers van zijn bedrijf reageerden op de AIESEC Trainee.
13
tisering gespecialiseerde bedrijf – denk aan enveloppenvulmachines en automatische briefopeners – verkocht altijd al producten op de internationale markt, vertelt HR-officer Jelle Westendorp. Er speelt echter een nieuwe ontwikkeling. Westendorp: ‘Machines die te duur zijn om in Drachten te vervaardigen, of onderdelen van machines waarvan we zeer grote hoeveelheden nodig hebben, laten we tegenwoordig produceren in Azië. Dit vergt een aanpassing, want hoe bereik je dat de kwaliteit van de producten in Azië voldoet aan de eisen die we in Drachten stellen? Onze hoogopgeleide medewerkers die betrokken zijn bij de ontwikkeling, logistiek en service van onze producten, moeten de taal leren spreken van het land, de cultuur leren kennen, leren samenwerken en leren
presenteren. Dit zijn allemaal gedragscompetenties die nodig zijn om in de complexe internationale wereld succesvol te kunnen zakendoen. The World is Flat biedt hiervoor aanknopingspunten.’ Hoe werkt het nu precies? Bedrijven die hun inspanningen op een buitenlandse markt richten en daarbij tegen problemen aanlopen, kunnen kosteloos een maatwerk training aanvragen. Projectmedewerkers van The World is Flat maken eerst een analyse van de huidige bedrijfssituatie en van de aanwezige competenties. Vragen die daarbij aan de orde kunnen komen, zijn onder meer: Hoe is het gesteld met de kennis van het land en de markt?; Hoe is de taalvaardigheid van medewerkers?; en hoe zijn de internationale activiteiten verankerd in het beleid van de organisatie? Op basis van de bedrijfsanalyse wor-
The World is Flat is een onderzoeksproject van de Hanzehogeschool Groningen en wordt gesubsidieerd door SIA/RAAK-MKB. Interne partners van de hogeschool zijn het Kenniscentrum Ondernemerschap, het Instituut voor Communicatie & Media, het lectoraat Internationalisering en de International Business School. Ook draagt een aantal externe partners (Kamer van Koophandel, Syntens, VNO-NCW Noord, MKB-Noord, Neopost Technologies BV en de hogescholen Avans en Zuyd) bij aan een goede aansluiting van het project met het werkveld. Het onderzoeksproject loopt van 1 september 2008 tot 1 september 2010.
den behoeftes in kaart gebracht en ten slotte trainingsdoelen vastgesteld. Deze trainingsdoelen worden op drie niveaus gemaakt: persoonsspecifiek, vakspecifiek en bedrijfsspecifiek. Een doel op persoonlijk niveau is bijvoorbeeld dat een medewerker de taal van het land moet leren beheersen. Een vakspecifiek doel kan zijn dat het in het buitenland gehanteerde vakjargon moet worden beheerst. Een bedrijfsspecifiek doel kan zijn dat een medewerker optreedt als ambassadeur van zijn bedrijf en de kernwaarden van zijn bedrijf in zijn internationale contacten uitdraagt. De uiteindelijke training wordt op de vastgestelde trainingsdoelen afgestemd. Echt maatwerk dus. Hier blijft het overigens niet bij. The World is Flat heeft plannen voor de toekomst. International Projectmanager Trienke Drijfhout: ‘We hebben de intentie om workshops te gaan geven. Bijvoorbeeld voor bedrijven die aansluiten bij de handelsmissie naar Rusland, een initiatief van de noordelijke Kamers van Koophandel. Maar nog niet onmiddellijk, hoor. We willen eerst het maatwerktraject goed in de steigers zetten!’ <
Tweede-Kamerlid Rikus Jager
Meer informatie over het onderzoeks project The World is Flat? Trienke Drijfhout, telefoon: (050) 595 20 91 e-mail:
[email protected]. Meer informatie is ook te vinden op de website van het Kenniscentrum Ondernemerschap: www.hanze.nl/ kenniscentrumondernemerschap
14
NoordNieuws april 2009
Daan Bultje
[email protected]
Nationale en internationale Debet-crisis Het belang van effectief debiteurenbeheer In een economisch klimaat waar onderling vertrouwen wegvalt, opdrachten in de ijskast gezet worden en liquiditeitsproblemen ontstaan, wordt het belang van goed debiteurenbeheer benadrukt.
Als er veel energie gestoken is in het binnenhalen van een order of opdracht en vervolgens in het leveren van een dienst of product, lijkt het logisch om ook te zorgen dat er betaald wordt. Toch blijkt het debiteurenbeheer in de praktijk niet zelden de sluitpost van de dagelijkse werkzaamheden te zijn. Dat merkt ook Henk Knol, directeur van Debiteuren Service Internationaal bv. ‘Het is raar om te moeten zeggen, maar je merkt bij ondernemers vaak een soort angst om naar hun centen te vragen. Terwijl het een volstrekt vanzelfsprekend onderdeel van ondernemerschap is.’ Debiteurenbeheer is in de regel een papieren aangelegenheid, van factuur, via herinnering naar aanmaning en in het uiterste geval ingebrekestelling waarna incassobureau of deurwaarder worden ingeschakeld. Debiteuren Service Internationaal gelooft daarentegen in de kracht van de telefonische benadering.
‘Het werkt eigenlijk heel eenvoudig. Een bedrijf kan een via een ons geautomatiseerd systeem doorgeven achter welke facturen aangebeld moet worden, waarna uit naam van dat bedrijf gebeld wordt door een van onze medewerkers. Wij bellen maximaal drie keer per factuur en registreren die gesprekken in ons systeem waardoor ze gelden als herinnering en aanmaning. Dat hoeft sinds 2007 niet meer per post. Zodoende kan er in het uiterste geval alsnog een gerechtsdeurwaarder ingeschakeld worden wanneer als er niet betaald wordt.’ aldus Knol. Uitgangspunt bij debiteurenbeheer is de Days Sales Outstanding (DSO): het gemiddelde aantal dagen tussen het verzenden van de factuur en het ontvangen van de betaling. Idealiter is dit getal zo laag mogelijk. Knol: ‘Wij merken dat door onze manier van bellen, er minimaal 25% van deze DSO af gaat. Die score garanderen we. Door dit telefonische contact bereik
15
actualiteit
je dat de facturen eerder voor betaling in aanmerking komen dan de facturen waarvoor een papieren aanmaning is verstuurd. Een brief is onpersoonlijk en wordt op een stapel gelegd. Door actief te bellen, volgt de reactie sneller.’ Bijkomend voordeel is dat je ook eerder achter klachten komt. Een factuur kan immers om verschillende redenen niet betaald worden. ‘Het kan zijn dat een factuur niet ontvangen is, of dat de klant ontevreden is over de levering en dat wil laten voelen door te wachten met betalen,’ legt Knol uit. ‘Wij registreren deze klachten en helpen onze opdrachtgever deze klachten snel op te lossen zodat de betaling kan volgen. De managementinformatie die over de klachten wordt bijgehouden kan bovendien worden gebruikt om verbeteringen aan te brengen in het gehele traject van order tot factuur. Want een debiteur is nog steeds je klant, en een tevreden klant is een terugkerende en betalende klant.’ Debiteuren Service Internationaal werkt met debiteurenbeheerders die verschillende talen beheersen, waardoor alle EUlanden bediend kunnen worden en de debiteur in de eigen taal wordt verzocht tijdig de facturen te betalen.
Internationale wanbetalers Vorderingen op buitenlandse klanten worden regelmatig afgeboekt omdat ondernemers opzien tegen het gedoe van incasso in onbekende omstandigheden. GGN Tijhuis & Partners heeft onlangs in Almelo een portaal geopend voor incasso in de Euregio, voor opdrachtgevers aan beide zijden van de grens. In dat kader is het de samenwerking aangegaan met advocatenkantoor Bierschenk, Hagemann, dr. Kühle & Kollegen in Gronau. ‘Ook al komen de brieven van een deurwaarderskantoor en zijn ze in perfect Duits geschreven. Post uit het buitenland wordt in het Duitse ondernemersland meestal niet serieus genomen’, zegt Oscar Pont, manager Sales en Marketing van GGN Tijhuis & Partners die samen met accountmanager Claudia in het Veld de Euregionale activiteiten voorbereidt en uitvoert. De moeilijkheden met betrekking tot vorderingen in Duitsland betreffen niet alleen cultuurverschillen. Ook op het vlak van regelgeving en structuur zijn een aantal zaken anders geregeld. In Duitsland heb je een advocaat nodig om een Gerichtsvollzieher te kunnen
inschakelen. Een Duitse deurwaarder is een ambtenaar die niet op commerciële basis mag werken en niet door iedereen kan worden ingeschakeld. Bovendien is in de wetgeving in Duitsland vooral de debiteur beschermd, terwijl dat in Nederland de crediteur is. ‘Daarom liggen de scoringskansen om je vorderingen betaald te krijgen beduidend lager – dertig procent – dan in Nederland. Een reden te meer om de vordering meteen professioneel aan te pakken,’ aldus In het Veld. Door samen te werken met een Duits advocatenkantoor, weet GGN zich verzekerd van een netwerk in Duitsland om het incassoproces landelijk in gang te zetten en overal een deurwaarder te kunnen inzetten. Maar GGN heeft ook een aantal Duitse klanten, onder andere vanwege het landelijke databestand voor informatie over debiteuren. In het Veld: ‘Wij hebben een aantal ziekenhuizen in Duitsland als klant. Steeds meer Nederlanders maken gebruik van de gezondheidszorg over de grens. Dat leidt ook tot een toename van onbetaalde rekeningen. Wij kunnen aan de hand van onze bestanden vooraf informatie geven over het betaalgedrag van debiteuren.’ Het is de bedoeling dat het portaal in Almelo en de samenwerking met het kantoor in Gronau uitgroeit tot een kenniscentrum voor ondernemers in Nederland en Duitsland. ‘Zoals wij ondernemers nu bijvoorbeeld adviseren over hun debiteurenbeheer, zo willen wij ook adviezen gaan geven over zakendoen in Nederland en Duitsland,’ geeft Oscar Pont aan. ‘De grootste valkuil is gebrek aan duidelijkheid. Duitse ondernemers houden strak vast aan het principe van afspraak is afspraak. Duidelijkheid in afspraken en (algemene) leveringsvoorwaarden. Wie niet precies aan zijn verplichtingen kan voldoen, hoeft niet te rekenen op begrip,’ aldus Pont. Relaties zijn altijd zakelijk en formeel. De persoonlijke touch die in Nederland bijdraagt aan het vertrouwen, werkt in Duitsland averechts. ‘Nederlanders reageren altijd bescheiden op de vraag of zij goed zijn in hun werk. Ze zeggen dan iets in de trant van: ik doe mijn best. Als je dat zegt tegen een Duitse klant dan voelt hij zich bekocht. Hij dacht dat hij zaken deed met de beste leverancier en dat krijgt hij niet bevestigd.’ <
16
NoordNieuws april 2009
Christel Slim
[email protected]
Grensgevallen Onderzoek naar Nederlands-Duitse samenwerking Noord-Nederland lijkt sterk op de regio ten oosten van de grens. De ondernemers aan beide zijden zien de voordelen aan samenwerking. Tal van instellingen proberen die samenwerking te bevorderen. Toch is niet altijd duidelijk waar ondernemers terecht kunnen.
Van november 2008 tot en met maart 2009 heeft AIESEC-trainee Alexander Neumann onderzoek gedaan naar bestaande Nederlands-Duitse samenwerkingsverbanden. Hierbij heeft hij specifiek gekeken naar de mate waarin deze samenwerkingsverbanden aansluiten op behoeften vanuit het bedrijfsleven. Door middel van een tweetalige, maar verder identieke vragenlijst werden Nederlandse en Duitse ondernemers uit de grensregio ondervraagd over uiteenlopende aspecten van grensoverschrijdende samenwerking. De steekproef bestond uit 190 Nederlandse en 157 Duitse ondernemers. Het onderzoeksgebied bestaat aan Nederlandse kant uit de provincies Groningen, Drenthe en Friesland. De Duitse zijde van het onderzoeksgebied omvat negen districten (Landkreise) en drie zelfstandige steden (kreisfreie Städte). In het noordelijke kustgebied liggen de districten Leer, Aurich, Wittmund, Friesland en Ammerland evenals de zelfstandige steden Emden, Wilhemshaven en Oldenburg. Nader beschouwd blijken de Nederlandse en Duitse zijde van het grensgebied qua geografische structuur sterk op elkaar te lijken. Ze bevinden zich allebei aan de uiterste rand van het grotere staatsgebied, beide beschikken ze in dezelfde mate over kust, Waddenzee en havens. In beide regio’s is een centrale, middelgrote universiteitsstad (Groningen en Oldenburg) met meer dan
150.000 inwoners gelegen. Beide regio’s ondervinden op bepaalde vlakken last van het feit dat zij relatief ver verwijderd zijn van de politieke centra (Den Haag resp. Berlijn en Hannover), waardoor ze in de politieke besluitvorming slechts in geringe mate aan bod komen. Ook in economisch opzicht vertonen de regio’s overeenkomsten. Beide zien zich geplaatst tegenover andere gebieden die economisch sterker zijn, waardoor ze in de economische vergelijking vaak als ‘irrelevant’ worden afgedaan. In Nederland is de blik namelijk vaak eenzijdig
gericht op de Randstad (Noord- en ZuidHolland, Flevoland en Utrecht), terwijl in Noordwest-Duitsland de aandacht vrijwel uitsluitend uitgaat naar de opkomende metropoolregio Bremen en de agglomeratie van het Ruhrgebied, waar zich momenteel overigens sterke structurele veranderingen voordoen. Een uitgebreide en onbeschadigde infrastructuur is voor de (duurzame) ontwikkeling van elke regio van evident belang. Afgezien van enkele problematische knooppunten (bijv. de ringweg rond
17
opinie
Groningen), maakt het wegennet aan beide zijden van de grens een tamelijk solide indruk. Er zijn nog wel enkele verbeterpunten zichtbaar. Met de voltooiing van de A31 kwam er weliswaar een zeer goede noord-zuid-verbinding tot stand die onmisbaar is gebleken voor de regio, maar toch blijft de behoefte bestaan aan een uitbreiding van de oost-westverbindingen vanuit het binnenland naar de kust. Ook voor het spoorwegnet zijn zowel voor het personen- als goederenverkeer verbeteringen denkbaar. Het regionale personenverkeer per spoor is gedurende de afgelopen jaren al duidelijk verbeterd (o.a. door de verbinding Groningen-Leer-Oldenburg), maar het ontbreekt algemeen nog aan infrastructuur voor interregionale afstanden, laat staan voor hogesnelheidsverbindingen. Voor wat betreft het goederenverkeer per spoor kunnen vooral de verbindingen met het achterland van de grote havenregio’s (o.a. Wilhelmshaven of Eemshaven) nog worden uitgebreid. Geen van beide regio’s beschikt over een vliegveld voor lijnvluchten (hoewel dit punt aan Nederlandse zijde (vliegveld Eelde) al decennialang ter discussie staat), waardoor men op de vliegvelden van Amsterdam, Münster/Osnabrück en Bremen is aangewezen.
Hindernissen De ondervraagden in de NederlandsDuitse grensregio zijn er niet alleen van overtuigd dat er een groot potentieel voor een intensievere samenwerking bestaat, maar staan hier ook positief tegenover. Toch is er ook sprake van enkele hindernissen die de vorming van hechte onderlinge relaties in de weg staan. Op de vraag wat in hun ogen nu de grootste obstakels voor de Nederlands-Duitse betrekkingen vormen, worden aan beide zijden van de grens juridische/administratieve hindernissen en vooral de ontbrekende kennis over potentiële handelspartners als hoofdfactoren genoemd. Interessant genoeg worden de risico’s van samenwerking met partners aan de andere kant van de grens door ondernemers van beide kanten als uiterst klein ingeschat. Ook lijkt de samenwerking geregeld te lijden onder het feit dat bedrijven en particulieren geen toegang hebben tot belangrijke informatie of dat zij in het geheel niet bekend zijn met de beschikbaarheid van dergelijke informatie. Het merendeel van de ondervraagden heeft behoefte aan meer informatie over potentiële partners voor samenwerking
(Nederlandse resp. Duitse bedrijven). Ook informatie over een efficiëntere omgang met administratieve en juridische hindernissen staat bij de ondervraagden hoog op de verlanglijst. Vooral aan Duitse zijde bestaat de behoefte aan platforms voor interregionale uitwisseling. Aan Nederlandse zijde is men vooral geïnteresseerd in interregionale evenementen en projecten. Op dit punt bestaan er blijkbaar nog hiaten, en dit is opvallend te noemen, gezien de diverse initiatieven voor Nederlands-Duitse samenwerking en hun uitgebreide inspanningen om hun doelen te bereiken. In het grensgebied zijn tal van organisaties en initiatieven actief om de samenwerking tussen Nederland en Duitsland te bevorderen. Zoals de Eems Dollard Regio (EDR) dat zich door het organiseren van grensoverschrijdende evenementen en projecten heeft ontwikkeld tot een centrale organisatie voor de ondersteuning en ontwikkeling van samenwerking. Het Nederlands-Duits Ondernemersverbond VNDU werd in 2007 opgericht als platform voor grensoverschrijdende mobiliteit en voor samenwerking tussen ondernemers en relevante instellingen. Nordconnect is opgericht door het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) om samenwerking tussen noordelijk Nederland en andere Noord-Europese regio’s op te starten en te verbeteren. Te denken valt ook aan de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK), Nieuwe Hanze
Interregio (NHI), Centers of Competence e.V. (CoC), Holland Business House / German Business House en Euro-Office, Oldenburg.
Afstemming noodzakelijk Hoewel meer dan 80% van zowel de Duitse als Nederlandse ondervraagden aangaf één of meer van de NederlandsDuitse samenwerkingsorganisaties te kennen, weten zij vaak niet precies waar zij terecht kunnen met bepaalde vragen. Hierdoor blijft de vraag in sommige gevallen onbeantwoord. De samenwerkingsverbanden hebben allemaal hun eigen accenten en sterke punten. Bovendien beschikken al deze organisaties over een eigen netwerk bestaande uit de meest uiteenlopende belanghebbenden en partners en hebben zij specifieke kennis en ervaring op het vlak van Nederlands-Duitse betrekkingen. Om deze optimaal te benutten, zullen de samenwerkingsverbanden hun activiteiten beter op elkaar moeten afstemmen. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dan ook dat de bestaande samenwerkingsverbanden meer gezamenlijk moeten opereren. Dit kan op verschillende manieren. Zo zou een organisatie als de Eems Dollard Regio goed in staat kunnen zijn om verschillende initiatieven te bundelen. <
VNDU Circa anderhalf jaar geleden is het Verbund Niederlandisch-Deutscher Unternehmen (VNDU) opgericht. Het Verbond is een samenwerkingsverband van VNONCW Midden en Noord met soortgelijke organisaties en federaties van bedrijvenkringen aan Duitse zijde, van de Waddenzee tot aan het Ruhrgebied. Indirect zijn hierbij circa 30.000 ondernemingen aangesloten. In de kern wil dit Verbond de grensoverschrijdende zakelijke- en arbeidsmobiliteit en activiteiten een extra impuls geven en met een stem praten richting Euregio’s. Die beschikken doorgaans over aanzienlijke Brusselse middelen voor economische structuurversterking. Er is inmiddels een beleidsplan met concrete actiepunten, waaraan door de deelnemende organisaties met professionele ondersteuning uitvoering wordt gegeven. Duitsland is de belangrijkste handelspartner van Nederland, met nog altijd de grootste economie van Europa. Nederland is voor Duitsland het tweede importen het vijfde exportland. Beide economieën zijn voor een belangrijk deel met elkaar vervlochten, meer dan met andere landen in de Eurozone. Deze verwevenheid kan juist in deze tijd extra voordelen bieden door het bij elkaar brengen van zakelijke kennis en kunde. Zo zullen nieuwe coalities ontstaan, die samen sterker opereren op een Europese en mondiale markt.
18
NoordNieuws april 2009
Daan Bultje
[email protected]
georgia on my mind
Competentiemanagement in Georgië
Grenzen vervagen en competentiemanagement blijkt universeler dan je in eerste instantie zou verwachten. Wat begon met een hulpvraag van Georgië aan de NAVO, mondde uit in een intensief contact tussen het Nederlandse VIPD en het Georgische ministerie van Defensie.
het in Steenwijk gevestigde vIPD werd zes jaar geleden opgericht en ondersteunt bedrijven bij performanceverbetering. De activiteiten zijn te onderscheiden in drie elementen: consultancy, competentietrainingen en ondersteuning met hrM-tools, waarbij ICt een steeds belangrijkere rol speelt. Sinds twee jaar ook actief in België en sinds kort pionierend in roemenië, maar eerder al werd de stap gezet richting Georgië. vier jaar geleden diende Georgië een hulpvraag in bij de navo voor het implementeren van een financieel managementsysteem. De navo stelde namelijk als eis dat op basis van plannen, transparante budgetten werden opgesteld en dat de uitgaven ook gerelateerd waren aan de oorspronkelijke plannen. het Georgische ministerie van Defensie wil daar bij aansluiten. Zo is er bijvoorbeeld materieel zonder dat daar onderhoudscontracten aan vastzaten. De hulpvraag werd door de navo doorgespeeld aan nederland, vanwege de expertise met betrekking tot dergelijke vraagstukken. Doordat zowel hennie verkerk, directeur van vIPD International, als Bert Smit, verantwoordelijk voor vIPD nederland, een achtergrond hadden bij het ministerie van Defensie, werden zij benaderd om mee te denken over het opzetten van een factfinding missie in Georgië. om de organisatie van het Georgische ministerie van Defensie in kaart te brengen en zo de hulpvraag te verfijnen, werd gebruik gemaakt van het IPD-model. Bert Smit: ‘Dat is de basisfilosofie van
Georgische delegatie in training vIPD. een piramide die ervan uit gaat dat een organisatie rust op drie belangrijke pijlers: beleid, competenties en gedrag. Dit wordt gerelateerd aan de vier verantwoordelijkheidsniveau’s: strategisch, operationeel en de tussenliggende lagen strategisch-operationeel en operationeelstrategisch. Mensen de vaardigheden aanleren om het beleid uit te voeren is al een lastige stap, maar om het dan ook uiteindelijk te doen (gedrag) dat is nog lastiger. Je ziet dat in die tussenliggende lagen een spanningsveld ontstaat omdat daar mensen zitten met dubbele petten. Mensen die verantwoordelijk zijn voor
het operationele, maar wel meeschrijven aan de lange termijn plannen. Men moet zich bewust zijn van dat spanningsveld.’ Deze benadering vereist wel enige tact in een land als Georgie, aldus Smit: ‘Georgië is een heel trots land, dus zodra je over gedrag gaat praten kom je heel dicht bij de mensen. Dus dat moet je voorzichtig opbouwen vanuit de vraag: hoe zijn de plannen vertaald en kunnen de mensen daar ook daadwerkelijk invulling aan geven? tijdens het eerste bezoek aan Georgië, met een team bestaande uit mensen van het nederlandse ministerie
19
praktijk
Hennie Verkerk bij ondertekening MOU van Defensie en ons, is een Memorandum of Understanding ondertekend. Je merkte heel duidelijk dat men eerst de kat uit de boom keek. Het heeft een aantal bezoeken geduurd voordat de Georgiërs overtuigd raakten dat de Nederlandse manier van werken succes kon opleveren.’ De verantwoordelijkheid voor het implementeren van het managementsysteem lag primair bij het Georgische projectteam. Smit: ‘VIPD reikt hen slechts de tools aan. Ook is er een Georgische delegatie naar Nederland gekomen, die een week lang werden getraind op managementvaardigheden. Een belangrijk resultaat hiervan was dat ze zelf een handboek hebben opgezet, gericht op het transparant maken van budgetten, het samenwerken en het beheersen. In het huidige project is VIPD bezig om met de Georgiërs het handboek te herzien en verder te implementeren op alle verantwoordelijkheidsniveaus.’ Het bleef niet bij het ene project. Zo kwam er een nieuwe hulpvraag met betrekking tot het opzetten van een HRM afdeling die gericht is op het civiele deel van het Ministerie van Defensie. Een door VIPD ontwikkeld competentiemanagement-systeem (VCM) werd vertaald in het Georgisch en wordt nu in Georgië gebruikt. Het systeem ondersteunt bij het opmaken van competentieprofielen, het maken van ontwikkelprogramma’s per in-
dividu en het gebruik maken van een opleidingsdatabase. VIPD ondersteunt nog steeds op afstand de verdere ontwikkeling van de HRM afdeling. Vanwege het uitbreken van de oorlog tussen Georgië en Rusland werd de nieuwe hulpvraag door Nederland om politieke redenen niet gehonoreerd. VIPD werd daarop rechtstreeks door het ministerie van Defensie in Georgië benaderd. ‘Het is anders zaken doen nu er rechtstreeks wordt samengewerkt. VIPD heeft nu zelf meer de regie, en dat verwacht het Georgische ministerie ook van ons.’ Sinds maart van dit jaar zitten elke maand vier personen een week in Georgië. Met de voorbereiding en nazorg van de bezoeken en het regelmatige contact tussen de mensen in Georgië en Nederland tussendoor, is dit een heel intensief project. Maar volgens Bert Smit is het wel heel leuk en nuttig om te doen: ‘Het zijn allemaal groepen met jonge mensen tussen de 22 en 35 jaar, die wel verantwoordelijke functies hebben binnen het Ministerie van Defensie. Dat komt omdat deze mensen vrijwel allemaal een internationale opleiding hebben gevolgd. Het ontbreekt ze echter nog aan ervaring. Het belangrijkste doel is om hen zaken aan te reiken zodat mensen op alle niveaus ook daadwerkelijk gaan doen wat ze moeten doen, én daarbij communiceren met elkaar.’ Ook de omgeving heeft Bert Smit niet onberoerd gelaten. ‘Het is een land met verschrikkelijke mooie natuur en cultuur,
een grote historie met vele verhalen. Eén van de leden van het Georgische HRM team is historicus, die graag vertelt over Georgië, de vroegere parel van de kaukasus. Omdat Georgië tussen Rusland en Turkije ligt, is het echt een land van onderdrukking geweest, meer dan bijvoorbeeld omliggende landen als Armenië of Azerbaidzjan. Dat heeft natuurlijk invloed op de cultuur van Georgië gehad. Wij krijgen daar in ons project ook mee te maken en houden daar rekening mee. De werkwijze is op zich niet anders, maar omdat de context en de cultuur anders is, en de mensen anders zijn opgeleid, gaan we daar ook wat anders mee om. De basis blijft echter hetzelfde: hoe zorg je ervoor dat elk verantwoordelijkheidsniveau meekomt in de ontwikkeling. Uiteindelijk wil je resultaat zien in de mensen, daar gaat het om, en dat is in Georgië ook zo.’ <
20
NoordNieuws april 2009
vno-ncw noord digitaal Netwerken op het net
De activiteiten van VNO-NCW Noord zijn naast het behartigen van belangen, gericht op het bieden van mogelijkheden om kennis en ervaring uit te wisselen. Internet speelt hier een steeds belangrijkere rol in. de poll op de homepage van www.vno-ncwnoord.nl staat regelmatig een nieuwe poll om de mening te peilen. In de afgelopen tijd brachten 196 mensen een stem uit op basis van de volgende stelling: kredietcrisis: de rijksoverheid... uitslag: > handelt verstandig 46% (90 stemmen) > Moet krachtiger optreden 40% (79 stemmen) > Moet zich er niet mee bemoeien 14% (27 stemmen) De nieuwe stelling luidt:
noord-nederland moet extra inzetten op de zorgeconomie Stem op www.vno-ncwnoord.nl
surfen verhoogt productiviteit?
activiteiten op de kaart gezet www.vno-ncwnoord.nl biedt naast het gebruikelijke chronologische overzicht van komende activiteiten, sinds kort ook een geografisch overzicht. De activiteiten zijn in kaart gebracht met behulp van Google Maps. hierdoor kan gekeken worden welke bijeenkomsten in de nabijheid georganiseerd worden en is het ook mogelijk een routeplanning te maken naar de locatie van de bijeenkomst. http://www.vno-ncwnoord.nl/activiteiten/ komendeactiviteitenopkaart
uit onderzoek van de universiteit van Melbourne blijkt dat het bezoeken van onder andere sociale websites (zoals hyves, linkedIn en Facebook) onder werktijd, de productiviteit vergroot. volgens de onderzoekers zijn de mensen die tijdens hun werk het internet voor privédoeleinden gebruiken 9% productiever dan zij die het niet doen. als verklaring voor dit fenomeen wordt aangedragen dat de hersenen tijdens de korte bezoekjes tot rust kunnen komen, waardoor de concentratie gedurende de hele dag per saldo hoger is. De onderzoekers waarschuwen wel dat werknemers die neigen naar internetverslaving minder productief zijn dan zij die dat niet hebben.
Internet
vno-ncw noord op linkedIn Steeds meer leden maken gebruik van de digitale ontmoetingsplek van vno-nCW noord op de sociale netwerksite www.linkedin.com. via deze groep is het eenvoudig om in contact te komen met andere leden die actief zijn op linkedin, informatie uit te wisselen en op de hoogte te blijven van de laatste nieuwsberichten van vno-nCW noord. Zoek op linkedIn onder ‘groups’ naar vno-nCW noord en meld u aan. <
21
praktijk
Martin van Setten Mercuri International
Acquisitie het A-woord
Door de kredietcrisis dreigen “afwachten” en “aankijken” de termen van 2009 te worden. Maar als omzet wegvalt bij bestaande klanten, zou logischerwijs het andere A-woord moeten vallen: Acquisitie! Nu de economie zich van haar weerbarstige kant laat zien, lijken voor veel inkopers “afwachten”, “aankijken” en “uitstellen” de werkwoorden van 2009 te worden. Al trekt het wellicht na de eerste schrik allemaal weer wat aan, ook nu moet er brood op de plank komen. Als er omzet wegvalt bij je bestaande klanten is een rekensom gauw gemaakt: er moeten nieuwe klanten bij! Het A-woord is dus gevallen. Acquisitie van nieuwe klanten is op zijn minst een uitdaging voor veel verkopers. De sluitpost in de verkooptijd. Velen zijn door hun managers tot acquisitie verkoren, maar weinigen voelen zich geroepen.
van eindeloos veel vragen om achter de strategische agenda van een prospect te komen wordt tijdens het acquisitiegesprek als vermoeiend en ongewenst ervaren. De verkoper die kan inspelen op deze verkoopsituatie vergroot zijn kans om door te mogen naar de volgende ronde.
Aanpak Dat juist op dit moment behoefte bestaat aan acquisitievaardigheden lijkt logisch maar is niets minder dan een trend die al een paar jaar aan de gang is. De wijze waarop de verkoopsituatie door de verkoper wordt ingeschat en hoe hij/ zij hierop reageert bepaalt namelijk het succes. Hoe vaak komt u in de situatie waarbij de potentiële nieuwe klant met open armen bij de deur staat te wachten en op weg naar de spreekkamer zijn complimenten uitspreekt voor het unieke karakter van uw product en zich verbaast over het feit dat het alleen bij u te koop is? De inkoper van vandaag is goed opgeleid, weet wat hij wil en heeft vaak al een relatie met een andere leverancier. Hoe vriendelijk en beleefd u ook benaderd wordt, er is nog geen sprake van een relatie, laat staan van een voorkeur. Om deze prospect dan met uw empatische vaardigheden te bestoken is waarschijnlijk zinloos. Wat de inkoper dan verwacht is overtuigingskracht. Door de volwassenheid van vele markten en producten wordt de meerwaarde van toegevoegde waarde vaak onderschat, zeker in de acquisitiefase. Vaak kun je je waarde pas in een later stadium van de samenwerking bewijzen. Het stellen
Assertiviteit Voor een succesvol acquisitiegesprek is een vaardigheid van groot belang: assertiviteit. In de praktijk zien we vier belangrijke tools om een effectief acquisitiegesprek te voeren, waarin assertiviteit de sleutel is. 1. Neem de leiding en behoud de leiding in het gesprek. Vaak zie je een inkoper die (soms letterlijk) achterover leunt met de armen over elkaar: “zeg het maar, jij wilde deze afspraak”. Maak hier gebruik van en doe je verhaal kort, krachtig en vooral uitnodigend. Bovendien heb je de kans om op assertieve wijze te vragen wat de ander van het gesprek verlangt en wat hij van jou verwacht. Jij hebt immers het initiatief genomen tot de afspraak, maar de inkoper heeft er tenslotte in toegestemd: waarom?
2. Zorg dat je een sterk en niet te weerstaan eerste aanbod paraat hebt. In een koude acquisitiesituatie mag je niet verwachten dat je meteen de hele handel kunt overnemen. Je hebt meer kans van slagen wanneer je een klein, makkelijker te kopen aanbod doet. En je geeft hen de kans ervaring met je op te doen. 3. Gebruik je houding, woordkeuze en persoonlijkheid om te beïnvloeden. Noem het overtuigingskracht. Wanneer de inkoper met zijn gedachten bij de concurrent zit, zal je zijn aandacht moeten trekken. Verkering krijgen doe je tenslotte ook niet door stil in een hoekje te gaan zitten! 4. Wees een winnaar! Klanten doen nu eenmaal graag zaken met winnaars. Wanneer jij denkt dat de klant beter is dan jij of meer recht van spreken heeft dan jij zal hij ook bewijzen dat je aanname klopt. Zorg dus dat je overtuigd bent van je argumenten en ook van hoe je tegenwerpingen pareert.
Agressiviteit De meeste verkopers zijn van nature empatisch en gelukkig steeds vaker goed opgeleid om een goede relatie te onderhouden met klanten. Om dit te mogen doen moet je die relatie echter wel eerst tot stand brengen en daarvoor moet je toch echt in beweging komen. Een veel gehoord misverstand over assertiviteit is dat je daarbij agressief of manipulatief bent. De scheidslijn is natuurlijk dun, maar wanneer je steeds met respect voor jezelf en voor de ander handelt zal je aan de goede kant van de lijn blijven. Met behoud van je eigen stijl en persoonlijkheid, want die heb je juist hard nodig! En dan mag je daarna weer je empatische vaardigheden gebruiken om de relatie verder uit te bouwen. Succes met assertiviteit in de acquisitie! <
NoordNieuws april 2009
John Dollenkamp
[email protected]
Opbrengst versus kosten
Het kan zomaar gebeuren dat uw bedrijf door de economische recessie vandaag of morgen voor een groot deel van het personeel geen werk meer heeft. Daarom denkt iedereen alvast na over alternatieve afspraken om de ontslagdreiging te vermijden. Gezamenlijk zoeken we naar mogelijkheden voor kostenreductie, maar laten we daarbij ook vooral de opbrengstenkant niet vergeten. Het principe van sociale innovatie kan daarbij, juist in deze tijd, iets toevoegen. Bijna alles wat in werkorganisaties gebeurt, blijkt namelijk slimmer te kunnen. Door een frisse blik zien werknemers en werkgever vaak nieuwe invullingen voor oude werkzaamheden. Er zijn vijf basisthema’s waarmee u aan de slag kunt: organiseren van het werk, arbeidsparticipatie, gezondheidsmanagement, resultaatgericht belonen en scholing & employability. Op het AWVN symposium ‘Sociale Innovatie, juist nu’, op 25 maart jl. kwamen deze onderwerpen uitgebreid aan de orde. Momenteel blijken werkgevers veel interesse te tonen in scholing en in de organisatie van het werk. Wij ondersteunen hen dan ook graag bij de invulling van deze thema’s. Er zijn diverse middelen toepasbaar, maar het principe van slimmer werken blijft maatwerk. Neem bijvoorbeeld de werknemers die binnen uw bedrijf met hetzelfde onderwerp in de weer zijn, al dan niet vanuit
verschillende perspectieven. Betere communicatie over de werkzaamheden leidt tot betere resultaten middels kruisbestuiving. Een praktische invulling van dit doel kan een roulatiesysteem zijn: laat werknemers een aantal dagen rouleren in andere teams. Zij worden zo meer allround en daarmee flexibeler inzetbaar. De voordelen van dergelijke samenwerkingsvormen kunnen ook op wat langere termijn voelbaar zijn: door meer begrip en waardering voor elkaar kan het bedrijf er als geheel sterker uitkomen omdat het geheel (nog) meer is geworden dan de som der delen. De financiering van scholing is er vaak al, het gaat nu om meer en betere organisatie van scholing. Nú werknemers laten scholen kan de productkwaliteit, de inzetbaarheid en de motivatie van werknemers ten goede komen. <
Werkgeversvereniging AWVN verleent diensten rond onder meer arbeidsvoorwaarden (cao’s), functiewaardering, arbeidsrecht, beloningssystemen, competentiemanagement en sociale innovatie. AWVN werkt nauw samen met VNO-NCW. Het hoofdkantoor is gevestigd in Den Haag. AWVN heeft vestigingen in Haarlem, Barendrecht, Apeldoorn, Roermond en Groningen. Meer informatie: www. awvn.nl of neem contact op met de AWVN-werkgeverslijn, 070 850 86 05.
praktijk
22
23
Akke Groenewoud
[email protected]
Startschot voor een vergezicht
actueel
Fryslân Ferbynt ondernemers wereldwijd Fryslân heeft een goede naam. Hoe kunnen ondernemers, maar ook particulieren en studenten, die naam wereldwijd voor zich laten werken? Op 24 maart gaven gedeputeerden Galema en De Vries van de provincie Fryslân het officiële startschot voor Fryslân Ferbynt. De mondialisering biedt kansen, zeker voor een volk dat zijn hele geschiedenis handel heeft gedreven tot in de uithoeken van de bekende wereld en soms zelfs nog verder. Om die kansen te benutten is Fryslân Ferbynt opgericht. De organisatie moet Friezen wereldwijd met elkaar in contact brengen om handel te drijven en het A-merk Fryslân te vermarkten. Met Fryslân houses, te beginnen in New York, een interactieve website en vooral veel persoonlijk contact. Bij de officiële start presenteerde het bestuur van de stichting in wording zich in het kantoor van de Kamer van Koophandel in Leeuwarden, op een steenworp afstand van het WTC. Voor Gelkje van Eunen, PR-manager en vestigingsleider van Sonnema in Bolsward, maakt het bestuurslidmaatschap een cirkel rond. Het idee achter Fryslân Ferbynt sluit nauw aan bij haar ideeën
V.l.n.r. Robert-Jan Hageman (Dokkumer Vlaggen Centrale), gedeputeerde Sjoerd Galema, Gelkje Schotanus (Sonnema), Herman Timmermans (DHV), gedeputeerde Jannewietske de Vries, Wiebe Wieling (De Friesche Elf Steden), Ate van der Meer (Snakeware BV) en Roel Cazemier (Omrop Fryslân). over de vermarkting van de producten van Sonnema. Niet voor niets maakt het merk regelmatig gebruik van de Friese taal in zijn reclame, ook voor de Nederlandse markt. ‘Consumenten hebben positieve associaties bij Fryslân. Het gaat om binding, identiteit en beleving. Fryslân is een bijzonder unique selling point. Het past bij deze tijd en bij ons product.’
Sonnema hiervoor bewust contacten tijdens de mega-reünie Simmer 2000, waarvoor ruim honderdduizend Friezen van over de hele wereld terugkeerden naar hun geboortegrond. Fryslân Ferbynt wordt exclusief voor dit soort contacten opgezet en kan zeer efficiënt zijn, verwacht Van Eunen.
Offensief Van Eunen gelooft sterk in de potentie van Fryslân Ferbynt als moderne variant op de Fryske kriten, de genootschappen waarin Friezen in den vreemde elkaar altijd wisten te vinden en te steunen. ‘Met een goede netwerkorganisatie kun je markten sneller benaderen. Wij zijn sinds een aantal jaar internationaal actief in Azië en de Verenigde Staten. We merken dat het zeer prettig is om mensen ter plekke te hebben die als ambassadeur voor je kunnen werken.’ In 2000 legde
Fryslân Ferbynt is daarmee volgens het bestuurslid een prima offensief tegen de kredietcrisis. De stichting gaat uit van een positieve, pro-actieve houding om kansen te creëren. Een open houding ook, waaruit trots en (zelf)vertrouwen spreken. Van Eunen: ‘Het is in deze tijd belangrijk een ruime blik te houden. Dat is de beste verdediging tegen het geweld dat op ons afkomt. Protectionisme beperkt. Ik geloof oprecht dat één plus één veel meer kan worden dan twee. <
Fryske Fiersichten Fryslân Ferbynt maakt deel uit van het programma Fryske Fiersichten. Fryske Fiersichten staat voor de brainstormsessies die de provincie Fryslân in 2006 organiseerde over de toekomst van Fryslân. De meest aansprekende ideeën werden genoteerd en gebundeld met de toezegging dat de provincie de projecten zal stimuleren en waar mogelijk faciliteren. Met het officiële startschot van Fryslân Ferbynt op 24 maart loste de provincie die belofte voor het idee van een wereldwijd Fries netwerk in. Meer informatie vindt u behalve op de speciale website www.fryslanferbynt ook op www.fryskefiersichten.nl.
24
NoordNieuws april 2009
Lambert Zwiers
[email protected]
Met een Noordgang ondernemen
De kracht van VNO-NCW Noord is het veelzijdige netwerk van 1400 persoonlijke leden. Om naast het leggen van nieuwe contacten ook de mogelijkheid tot kennis en ervaringsuitwisseling te vergroten, gaat VNO-NCW Noord van start met Noordgangen.
Diepgang Noordgangen zijn kleinschalige groepen ondernemers die zes keer per jaar bijeen komen om onderwerpen van gemeenschappelijke interesses diepgaand te bespreken. De leden bepalen zelf de onderwerpen die besproken worden. Ook kunnen sprekers van buiten uitgenodigd worden. Door de uitwisseling van kennis en ervaring en het klankborden, worden nieuwe inzichten verworven. Een Noordgang zorgt voor verbreding en verdieping.
Kleinschalig
Digitaal
De maximale groepsgrootte per Noordgang is 25 personen, met een vaste samenstelling. De groepen worden per regio samengesteld, waarbij voor een goede spreiding in heel Noord-Nederland gezorgd wordt. Er is dus altijd een Noordgang in uw omgeving te vinden.
Iedere Noordgang krijgt de beschikking over een eigen afgesloten digitaal platform, waar ook buiten de bijeenkomsten om aan uitwisseling gedaan kan worden.
Clubgevoel In een Noordgang leert u andere leden beter kennen. Door mee te doen in een Noordgang maakt u niet alleen deel uit van een groep ondernemers, maar ervaart u ook alle aspecten van de vereniging VNO-NCW Noord. Actuele onderwerpen worden besproken, ervaringen uit de dagelijkse praktijk worden uitgewisseld en nieuwe contacten worden opgedaan. Het nuttige wordt met het aangename verenigd.
Betrokken Door deel te nemen aan een Noordgang, geeft u actief invulling aan het lidmaatschap van VNO-NCW Noord. Bovendien kunnen onderwerpen die in een Noordgang geagendeerd worden, als voeding dienen voor de belangenbehartiging door VNO-NCW Noord.
Voorwaarden Deelname aan een Noordgang is gratis. Alleen kosten die gemaakt worden, zoals dinerkosten, worden door de leden zelf betaald. Betrokkenheid is essentieel. Voor het goed functioneren van een Noordgang is het van belang dat leden minimaal vier van de zes bijeenkomsten bijwonen.
Deelnemen Heeft u interesse om deel te nemen aan een Noordgang? Stuur dan een bericht naar
[email protected]. Binnenkort gaat in elke provincie een pilotNoordgang van start. Afhankelijk van het aantal aanmeldingen en de regionale spreiding van de deelnemers zal het aantal Noordgangen uitgebreid worden. Wij streven ernaar om uiteindelijk iedereen die zich aanmeldt, in te delen bij een Noordgang. <
vereniging
VNO-NCW Noord start met vaste kleinschalige groepen
25
ACTUALITEITEN
Grote gemeenten verlagen regeldruk De 27 grootste gemeenten van Nederland (G27) hebben afspraken gemaakt over het verlagen van de regeldruk voor ondernemers. Samen met onder andere Staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken werd een convenant ondertekend waarmee alle partijen zich vastleggen op het verminderen van bureaucratie om ondernemers juist in deze tijden te ondersteunen. Het convenant bevat afspraken over onder andere afschaffing reclamevergunning, vernieuwing van toezicht door bijvoorbeeld samenwerking tussen verschillende (rijks)inspecties, gemeente en toezichthouders en stimulering van de invoering van Bedrijven Investerings Zones. Het convenant is afgesloten in het kader van de kabinetsdoelstelling om de regeldruk te verminderen en de dienstverlening aan ondernemers te verbeteren. De coördinatie binnen het kabinet is in handen van de staatssecretarissen Heemskerk en De Jager (Financiën). In Noord-Nederland vallen Emmen, Groningen en Leeuwarden onder de G27.
lijk Energieakkoord. Eén van de actieplannen voortkomend uit het Energieakkoord Noord-Nederland is het 100.000 woningenplan, gericht op nieuwbouw en de bestaande voorraad. In 2015 moeten minimaal 100.000 woningen voldoen aan de ambities van het Energieakkoord. De ambitie is fors: het gaat om 15.000 woningen per jaar waarvan 5.000 nieuwbouw, 4.000 woningen die bij herstructurering door de corporaties worden aangepakt en 1.000 woningen van particuliere eigenaren die daarop kunnen meeliften, en 5.000 particuliere energiebesparende aanpassingen mede te stimuleren door collectief opdrachtgeverschap. Op de eerste dag van deze vakbeurs zal energiek ondernemen III plaatsvinden, het congres voor en door het Noorden dat immers haar eigen energieproblematiek en uitdagingen kent op het gebied van energie-innovaties en besparing. Ook het bedrijfsleven neemt zijn verantwoordelijkheid en sloot zich aan bij het Energieakkoord.
SNN stelt HRM+ regeling in De provincies Groningen, Fryslân en Drenthe gaan ondernemingen ondersteunen bij het vormgeven van personeelsmanagement en de verbetering van inzetbaarheid van werknemers. Daarom is de Human Resource Management Plus 2009 regeling (HRM+2009) in werking gesteld. De HRM+ 2009 omvat twee onderwerpen. Enerzijds het professionaliseren van het personeelsmanagement door het opstellen en implementeren van een personeelsbeleidsplan en nieuwe functieprofielen voor de onderneming en het verwerven van een erkenningscertificaat. Anderzijds de verbetering van inzetbaarheid van werknemers door het laten uitvoeren van een employabilityscan en het opstellen van een ontwikkelingsplan. De kosten die gemoeid zijn met het inhuren van externe adviseurs voor het uitvoeren van bovengenoemde trajecten vormen een drempel voor ondernemers. Daarom bedraagt het het subsidiepercentage van het SNN: 40% van de subsidiabele kosten tot 100.000 euro en in sommige gevallen meer. Zie voor nadere informatie: www.snn.eu > subsidies > subsidieregelingen voor (individuele) ondernemers
Ondernemers werken gemiddeld 55 uur Uit de ondernemersenquête van het ING Economisch Bureau en De Zaak, kennisnetwerk voor ondernemers, blijkt dat ondernemers gemiddeld 55 uur per week werken. Dat is gemiddeld dertien uur per week langer dan personen met een voltijdbaan in loondienst. Ondernemers hebben minder vakantie en kennen vrijwel altijd een overlap tussen werk en privé. Van de ondernemers met een bedrijf aan huis geeft de helft aan dat dit de scheiding tussen werk en privé bemoeilijkt. Anderzijds zorgt de fysieke nabijheid ervoor dat thuiswerkende ondernemers juist meer ruimte hebben voor het privéleven. De helft van de ondernemers is minimaal eens per week een avond van huis in verband met het bedrijf. Bovendien werkt bijna driekwart regelmatig door in het weekend. Overigens verschillen mannen en vrouwen in dit opzicht: een man is vaker ’s avonds van huis, vrouwen werken sneller in het weekend door.
Vakbeurs Energie in Bouw en Vastgoed 2009 Op initiatief van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe wordt op 27 en 28 mei de vakbeurs Energie in Bouw en Vastgoed 2009 georganiseerd. In de TT Hall in Assen presenteren fabrikanten, importeurs en door hen aangestelde dealers hun energiebesparende oplossingen voor de gebouwde omgeving. Daarnaast is er plaats voor energieleveranciers, installateurs en adviesbureaus. De beurs is bedoeld als aftrap voor het Noorde-
Bedrijfskundig Congres Groningen: The War for Talent Op 19 mei vindt in het Martiniplaza het 30e Bedrijfskundig Congres Groningen plaats. Het congres wordt georganiseerd vanuit de Bedrijfskundige en Economische faculteitsvereniging van de Rijksuniversiteit Groningen. Door de kwaliteit van de sprekers komen meer dan 400 deelnemers op het congres af, waarvan velen in de laatste fase van hun studie zitten. Zo worden er onder meer lezingen en workshops gegeven door toonaangevende mensen uit zowel het bedrijfsleven als de wetenschap. Het thema van dit jaar: ‘The War for Talent’. Op het congres worden de volgende subthema’s behandeld: ‘Talent management en de braindrain, de positie van Nederlands talent, de invloed van de kredietcrisis op personeelsbeleid en Talent: zin of onzin? ’ Het congres onderscheid zich door de focus op interactie, door zoveel mogelijk contactmomenten tussen studenten en bedrijfsdeelnemers te faciliteren. Op die manier kan op een laagdrempelige manier contact gelegd worden met potentiële werknemers. De entree voor het congres en toegang tot de faciliteiten bedraagt €250,-, maar leden van VNO-NCW Noord betalen slechts € 200,-. Zie voor meer informatie over de dagindeling en inschrijving raadpleeg: www.bedrijfskundigcongres.nl
26
NoordNieuws april 2009
Daan Bultje
[email protected]
Update Kredietcrisis
In verband met de kredietcrisis worden op verschillende niveaus acties ondernomen en maatregelen afgekondigd. Een update van de belangenbehartiging door VNO-NCW en VNO-NCW Noord en de overheidsmaatregelen. Klankbord kredietcrisis VNO-NCW Noord heeft samen met MKB Noord en de Kamer van Koophandel Noord-Nederland de website klankbordkredietcrisis.nl geopend. Via deze website kunnen ondernemers problemen voorleggen die het gevolg zijn van de kredietcrisis. Vervolgens worden zij in contact gebracht met ervaren (oud-) ondernemers of relevante instellingen. De berichten van ondernemers via de website klankbordkredietcrisis.nl komen binnen bij de Kamer van Koophandel Noord-Nederland. Van daaruit wordt binnen 24 uur contact opgenomen met de ondernemer en worden de vragen
met ondersteuning van de MKB Noord Servicedesk en van specialisten uit het netwerk van VNO-NCW Noord beantwoord. Maar liefst 90 leden van VNONCW Noord die actief zijn in de zakelijke dienstverlening of de financiële sector, hebben gehoor gegeven aan de oproep hun expertise ter beschikking te stellen. Niet alleen een geweldige respons, maar het laat vooral ook de onderlinge betrokkenheid van de persoonlijke leden zien. Klankbordkredietcrisis.nl is een vervolg op het Meldpunt Kredietcrisis dat VNO-NCW Noord eerder opende, waar werd geïnventariseerd welke problemen ondernemers ervaren als gevolg van de kredietcrisis. Hieruit bleek dat niet alle problemen opgevangen kunnen worden door generieke overheidsmaatregelen, maar juist 1 op 1 besproken zouden moeten worden. Deze mogelijkheid wordt nu door de samenwerking tussen de Kamer van Koophandel Noord-Nederland, MKB Noord en VNO-NCW Noord geboden.
Nationaal Akkoord Op 25 maart heeft VNO-NCW samen met MKB Nederland en LTO Nederland
een “Nationaal Akkoord” met kabinet en vakbonden gesloten. Uitgangspunt is een gezamenlijke aanpak om de Nederlandse economie door het slechte economische tij te helpen. De hoofdlijnen van het akkoord: Een investering van € 6 miljard door het Rijk (2009: € 3 miljard en 2010: € 3 miljard) en € 1,5 miljard door provincies en gemeenten. Dit geld gaat onder andere naar: • het verruimen van de liquiditeit van bedrijven door de mogelijkheid BTW later af te dragen en het sneller kunnen verrekenen van verliezen over 2008 met eerdere winst. • investeringen in grote infrastructuur (kust, wegen, havens) en in publieke bouw en onderhoud (denk aan scholen, ziekenhuizen e.d.) • een sloopregeling voor oude bestelauto’s • afschaffing van de vliegtaks • verruiming fiscale prikkels voor milieuinvesteringen • fiscale lastenverlichting voor het MKB • aanpak en voorkomen jeugdwerkloosheid via onderwijs, stages en scholing.
27
vereniging
Liquiditeitsimpuls Om een directe liquiditeitsimpuls aan het bedrijfsleven te geven worden btwplichtige ondernemers in staat te gesteld hun afdracht van btw uit te stellen. Btw-ondernemers die maandaangifte doen en maandelijks btw afdragen, krijgen de mogelijkheid om met ingang van 1 juli 2009 te kiezen voor kwartaalaangifte- en betaling. Hiertoe schrijft de Belastingdienst eind april 2009 de betrokken ondernemers aan met het verzoek aan te geven of zij voor een kwartaalaangifte in aanmerking willen komen. Naar verwachting zullen de belastingplichtigen die maandaangifte doen en gewoonlijk een maandelijkse teruggave van btw ontvangen (bijvoorbeeld exporterende ondernemers) ervoor kiezen maandaangifte te blijven doen. De uit de aanschrijvingsronde voortvloeiende mutaties worden vóór 1 juli 2009 verwerkt teneinde met ingang van het derde kwartaal 2009 de tijdvakwissel van maand- naar kwartaalaangifte mogelijk te maken. Door deze maatregel wordt betalingsuitstel gerealiseerd en daarmee een rentevoordeel voor de ondernemers gecreëerd. Deeltijd-WW De sociale partners hebben op 21 april overeenstemming bereikt over de invoering van deeltijd-WW. Bedrijven die als gevolg van de recessie te maken krijgen met een tijdelijke neergang, kunnen de werktijd voor maximaal 50 procent verkorten. De werkgever betaalt het loon over de gewerkte uren. Over de niet gewerkte uren ontvangt de werknemer een WW-uitkering. Voor deeltijd-WW is de toestemming vereist van de vakbond of een andere werknemersvertegenwoordiging. Met de werkgever kunnen zij afspraken maken over een gehele of gedeeltelijke aanvulling op de WW-uitkering. Tijdens de deelttijd-WW-periode worden WW-rechten verbruikt. In de uren die werknemers werken, bouwen zij deze weer op. Als zij vervolgens 26 weken volledig werkzaam zijn, is het verlies aan WW-rechten weggewerkt. Reactie VNO-NCW Noord en MKB-Noord In een reactie op het Nationaal Akkoord hebben MKB-Noord en VNO-NCW Noord aangegeven dat de gezamenlijke aanpak ook voor Noord-Nederland de scherpe randjes van het slechte economische tij zal afhalen. Toch blijft er nog wel wat te wensen over. Zo worden maatregelen gemist die gericht zijn op het vlottrekken
van de vastgelopen woningmarkt. Het op gang houden van de woningmarkt is essentieel voor de bouwsector, maar daar wordt geen actie op ondernomen. Ook zijn de zorgen uitgesproken over het onttrekken van 40 miljoen euro aan het Waddenfonds. Dat bedrag zou in 2011 weer teruggestort worden, maar het kan niet zo zijn dat het fonds in de tussentijd op slot gaat. VNO-NCW Noord en MKB-Noord hebben ook bepleit dat noordelijke overheden hun uitgaven van consumptieve aard bevriezen en juist investeringsuitgaven naar voren halen. Op die manier blijven de overheidsuitgaven binnen de perken terwijl de economie gestimuleerd wordt.
Aanpassing NIOF regeling Het SNN, dat namens de drie provincies subsidies verstrekt aan Noordelijke ondernemers die willen innoveren, heeft in verband met de economische crisis de NIOF regeling aangepast. De Noordelijke Innovatie en Ontwikkeling Faciliteit (NIOF) is een subsidieregeling waarvan vooral het mkb in Noord-Nederland veel gebruik van maakt. Het SNN heeft nu het subsidiepercentage voor extern advies binnen de NIOF opgehoogd naar 50% (was 40%). Eind 2008 was in de NIOF al de mogelijkheid opgenomen om een voorschot aan te kunnen vragen. Ook een verlaging van ondergrens wordt in de loop van 2009 doorgevoerd. Insteek hierbij wordt de huidige ondergrens van € 12.500 te verlagen naar € 7.500. Met deze maatregelen hoopt het SNN tegemoet te komen aan het innovatiepotentieel van mkb-bedrijven in NoordNederland.
Bijeenkomst kredietcrisis VNO-NCW Noord heeft op 23 april een bijeenkomst georganiseerd over de economische crisis. In het Abe Lenstra Stadion te Heerenveen werden de economische omstandigheden vanuit verschillende invalshoeken belicht. Niek Jan van Kesteren, algemeen directeur van VNO NCW gaf een toelichting op de lobby van VNO NCW en analyseerde de keuzes die het kabinet uiteindelijk gemaakt heeft. Eric Jansen, algemeen directeur Kamer van Koophandel Noord-Nederland, gaf een korte schets van de stand van zaken in de bedrijven. Ruurd Verdam, directeur Strategie Friesland Bank, schetste de positie van de banken en Piet Adema, gedeputeerde Verkeer en Vervoer in Fryslân, gaf aan hoe de provincies in Noord-Nederland projecten naar voren
halen. Ook de kredietverzekeraars waren vertegenwoordigd in de persoon van Bert Bruning, directeur van Atradius. De drukbezochte bijeenkomst gaf de deelnemers de mogelijkheid om hun visie op de situatie te geven, maar ook om vragen te stellen aan de verschillende relevante spelers.
Workshops Om opvolging te geven aan de bijeenkomst van 23 april, organiseert VNO-NCW Noord in samenwerking met Deloitte een drietal workshops. Deze kleinschalige sessies kunnen leden ondersteunen bij het formuleren en uitvoeren van maatregelen om niet alleen de recessie te doorstaan, maar er ook nog eens sterker uit te komen. Tijdens deze bijeenkomst kan geklankbord worden met andere ondernemers en met specialisten met een financieel-economische, bedrijfs- of bestuurskundige achtergrond. De workshops bestaan uit de volgende onderwerpen: Workshop 1: Strategie beoordeling, investeringsuitgaven, acquisitie/afstoting Workshop 2: Kostenverlaging, personeel Workshop 3: Financiering, verbetering werkkapitaal, vastgoed/overige activa Alle bijeenkomsten worden ingeleid door deskundige sprekers. Tijdens de workshops wordt ingegaan op de aspecten die van belang zijn voor de vitaliteit van de bedrijfsvoering. De groep kan gebruikt worden als klankbord bij belangrijke beslissingen. Om een goede discussie te kunnen voeren en het vertrouwelijke karakter van de gespreksonderwerpen te waarborgen, bedraagt de groepsgrootte maximaal 8-10 ondernemers. De samenstelling van de groepen zal worden afgestemd met VNO-NCW Noord. De data/tijd/locatie/groepsindeling worden vastgesteld op basis van het aantal aanmeldingen. De kosten voor deelname aan de drie workshops bedragen € 150 (ex. btw). Opgave kan bij Margitt Verstraaten,
[email protected] <
28
NoordNieuws april 2009
In deze rubriek houden we u op de hoogte van de activiteiten van VNO-NCW Noord.
Klankbord Kredietcrisis Het huidige economische klimaat kan ondernemers voor problemen stellen waar zij nog niet eerder mee te maken hebben gehad. Op zo’n moment kan het goed zijn om even vrijblijvend met iemand te kunnen klankborden. VNO-NCW Noord, MKB-Noord en de Kamer van Koophandel Noord-Nederland hebben de handen ineen geslagen om dit klankbord te bieden.
(advertentie)
VNO-NCW NOORD IN ACTIE
Loopt u tegen problemen aan als gevolg van de kredietcrisis? Leg deze dan voor via onderstaande website. De berichten komen binnen bij de Kamer van Koophandel Noord-Nederland en van daaruit wordt binnen 24 uur contact met u opgenomen. Afhankelijk van de aard van de problemen kunt u in contact gebracht worden met ervaren (oud-) ondernemers of relevante instellingen. Dit gebeurt met ondersteuning van specialisten uit het netwerk van VNO-NCW Noord en van de MKB Noord Servicedesk. <
www.klankbordkredietcrisis.nl
29
personalIa
Robert Berting is op 1 april jl. in dienst getreden van de hanzehogeschool Groningen als directeur Facilitair Bedrijf. Berting is jarenlang verbonden geweest aan het holland Casino, eerst als vestigingsdirecteur holland Casino Groningen en vanaf 2004 als directeur Facilities van holland Casino hoofddorp.
Age Offringa is per 1 april jl. toegetreden tot de raad van Commissarissen van nDC|vBk de uitgevers. offringa begon zijn loopbaan bij de aMro bank in amsterdam, waarna hij meerdere functies vervulde bij de Friesland Bank in leeuwarden, waar hij in 2005 afscheid nam als voorzitter van de raad van Bestuur.
Ton Schroor is per 1 april aangesteld als regiodirecteur Capneuf noord nederland. Schroor was eerder werkzaam bij oranjewoud, arcadis en heijmans vastgoed, alwaar hij verantwoordelijk was voor verschillende stedelijke- en gebiedsontwikkelingen in noord-nederland. hij zal zich bezig gaan houden met het realiseren van de ambities van Capneuf Interim Managers ruimtelijke ontwikkeling voor de noord-nederlandse markt.
Jos Hillen is op 2 maart jl. begonnen als interim-directeur van Groningen airport eelde. hij volgt Jeroen Meulendijks op, die per 1 maart de overstap maakt naar vtl in alphen aan de rijn. hillen werkt sinds 1995 als Senior Partner bij twijnstra Gudde Management Consultants in amersfoort. Jacques Tichelaar is met ingang van 1 mei de nieuwe Commissaris van de koningin in de provincie Drenthe. tichelaar volgt relus ter Beek op, die op 29 september 2008 is overleden. Jacques tichelaar was eerder onder andere voorzitter van de algemene onderwijsbond en fractievoorzitter van de Pvda in de tweede kamer.
Robbert Klaasman is op 1 april jl. benoemd tot voorzitter van de raad van Bestuur van Friesland Bank. hij volgt in deze functie Willem Cramer op. klaasman is sinds 1 januari 2009 in dienst bij Friesland Bank en was voordien onder andere algemeen Directeur Corporate & Public Banking nederland bij Fortis en algemeen Directeur Corporate Clients nederland bij InG Bank nv. Johan Bossink heeft om gezondheidsredenen zijn functie als voorzitter van het Dagelijks Bestuur van kroeseWevers accountants en Belastingadviseurs per 1 april jl. neergelegd. hij wordt opgevolg door Jan arkink. eric hutten is als nieuw lid van het Dagelijks Bestuur benoemd. Bossink blijft betrokken bij kroeseWevers als adviseur van het Dagelijks Bestuur.
(advertentie)
Martini Hotel Groningen Al sinds 1871 een gastvrij huis in hartje Stad. Slapen op steenworpafstand van de Martinitoren.
NoordNieuws april 2009
Welkom nieuwe leden De volgende personen zijn lid geworden van de vereniging:
Drenthe J.G.M. Beijer KCA Deutag Nederland B.V., Assen Mw A.H. Buurke Telegram Service Nederland, Alteveer A.H. Finke Forbo-Novilon B.V., Coevorden K. Groot Syntens, Meppel M. van Haarlem Stichting Lofar/Astron, Dwingeloo Mw C. van Haeften PAC Interim, Hoogeveen ing J.H. Landkroon Goedewaagen Gouda bv, Nieuw-Buinen J.P. Peterson Stenden hogeschool, Emmen M. van Setten Mercuri International, Hilversum J.B.E. Velthuis MSe Photonis Netherlands B.V., Roden
Friesland J.H. Breukelaar Incassade Oordijk B.V., Leeuwarden Mw I. Hoekstra CVO-VMBO Schoolbedrijven, Sneek ing. J.H.M. Poortier MBA Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (Catsplein), Leeuwarden Mw N. Schaap Oopen BV, Apeldoorn ir. S.T. Tjalsma Lankhorst Sneek BV, Sneek
Groningen P. Baak Mw drs. E.M. Braam J. Hofman R. Pepping D. Postma drs. S. Leijendekker J.P.J. Levering ing. A. Steenbergen
Groninger Museum, Groningen Beljon + Westerterp B.V., Groningen Young Executive Recruitment, Groningen Ship’s Equipment Centre Groningen B.V., Groningen Golden Tulip Paterswolde-Groningen, Paterswolde Simon Projects & Interim, Groningen Creyf’s (USG People), Almere Westerman Wegenbouw, Groningen
Ingezonden oproep De Lieflandschool is een school voor zeer moeilijk lerende kinderen en kinderen met één of meerdere handicaps. De school heeft in de stad Groningen in totaal 7 locaties en volgend jaar zelfs 8. Tussen deze locaties rijdt de conciërge jaarlijks tussen de 15.000 en 20.000 km per jaar voor het vervoer van kinderen, middelen en materialen. Tot op heden gebeurde dit met de privéauto van de conciërge, maar dat is geen structurele oplossing. Om geen geld te hoeven onttrekken aan andere projecten, probeert de school de aanschaf van een auto te bekostigen door middel van reclame of logo’s op de auto. Door de vele kilometers die de auto gaat maken, bent u verzekerd van exposure door heel Groningen. Mocht u geïnteresseerd zijn of vragen hebben kunt u contact opnemen met Robert Veldhuis (06-30396650 /
[email protected])
NIEUWE LEDEN
30
31
Conferentie ZODAT HET NETWERKT: Voorsprong door Veiligheid
praktijk
ZODAT HET NETWERKT is een project van het Alfa-college (ROC), de gemeente Hoogeveen, een 80-tal regionale bedrijven en MKB-Noord. Naast een aantal kenniskringen (Metaal en Kunststof, Transport en Logistiek, Duurzaamheid, Veiligheid, MBO-Plus) biedt ZODAT HET NETWERKT al enige jaren conferenties met uiteenlopende, boeiende onderwerpen. Er is een vitaal netwerk ontstaan, waarbij in een rechtstreekse dialoog tussen bedrijfsleven/instellingen en het onderwijs vraaggerichte en innovatieve opleidingsarrangementen worden ontwikkeld. Na het succes vorig jaar van de conferentie duurzaamheid, nu het thema “Voorsprong door Veiligheid”. Juist nu het economisch moeilijk gaat is het belangrijk anticyclisch en duurzaam in uw bedrijfsvoering te investeren. Wat zijn de nieuwste trends en ontwikkelingen op het gebied van veiligheid die u niet mag missen wilt u de continuïteit van uw bedrijf waarborgen. Deze bijeenkomst is bedoeld als startbijeenkomst, gevolgd door een aantal seminars, uit te voeren na de zomervakantie. De Kenniskring Veiligheid heeft voor de bijeenkomst en de te volgen seminars twee thema’s gekozen: > sociale veiligheid (preventie, awareness, gevolgen van schade, verzekeringen etc.) > veiligheid en techniek/ICT (software, dataproblematiek, juridische effecten, intelligente camera’s, sensortechniek, glasvezel etc.). De seminars kunnen gevolgd worden door mensen uit het bedrijfsleven, overheid, non-profit, docenten en leerlingen van het Alfa-college. De presentatie van de conferentie is in handen van Tom van ’t Hek. Als sprekers treden onder andere op de heer Van Gent (MKB-Noord), de heer Botter (NAM/VNO-NCW Noord), en vertegenwoordigers van Delta Lloyd Verzekeringen, Hoffmann Beveiliging en Microsoft. Daarna worden op innovatieve wijze de twee thema’s gepresenteerd, zoals die in de te volgen seminars (na de zomer) worden uitgediept. Verder bestaat de
gelegenheid diverse stands tijdens de conferentie te bezoeken. Er is een marktplein ingericht, met de twee thema’s als clusters van stands. Aanmelding voor deze conferentie kan via het e-mail adres
[email protected] Graag met vermelding van uw NAW-gegevens. Deelname aan de conferentie is kosteloos. <
27 mei 2009, vanaf 14.30 uur in de Tamboer te Hoogeveen
Colofon
Dinsdag 12 mei Bedrijfsbezoek ICON Yachts ‘Jachtbouwvirus zorgt voor passie en innovatie in Friese scheepsbouw’ Plaats: Harlingen Ontvangst: 15.00 uur Sprekers: Jen Wartena en Wim Koersvelt, directeuren ICON Yachts B.V. Deelnemers: Leden VNO-NCW Friesland
NoordNieuws, het magazine van VNO-NCW Noord verschijnt zes maal per jaar en wordt verspreid onder leden in Drenthe, Friesland en Groningen. Jaargang 14 nummer 2 April 2009 Oplage 2.000 exemplaren Redactie Daan Bultje (hoofdredacteur) Akke Groenewoud Jan-Willem Lobeek Christel Slim Lambert Zwiers
[email protected]
Donderdag 14 mei Bedrijfsbezoek Ruma Rubber ‘Vooruit met gazelle-sprongen’ Plaats: Hoogeveen Ontvangst: 15.30 uur Spreker: Gé Bax, algemeen directeur Ruma Rubber Deelnemers: Leden VNO-NCW Drenthe
Postbus 132 9700 AC Groningen T 050 5343844 F 050 5346145 www.vno-ncwnoord.nl
Prepress, druk en distributie Koninklijke Van Gorcum bv, Assen
VNO-NCW Noord vertegenwoordigt in Groningen, Friesland en Drenthe 12.000 bedrijven waarbij ruim 1.400 persoonlijke leden de harde kern van de vereniging vormen. Genoemde bedrijven representeren tachtig procent van de werkgelegenheid in de marktsector. Zestig procent van het ledenbestand zijn mkbbedrijven.
agenda
Basisvormgeving studio Tineke Wieringa bno, Haren
Dinsdag 19 mei De energie spat eraf ‘een intensieve en inspirerende middag beleefd in de Eemshaven’ Plaats: Eemshaven Ontvangst: 13.00 uur Sprekers: Harm Post, Groningen Seaports Robbert Wittmaekers, Essent Wind Deelnemers: Leden van JNO
Maandag 25 mei Het Europa-debat Groot debat in het kader van de Europese verkiezingen met onder andere kandidaat Europarlementariërs. Hoe raakt het Europese beleid Noord-Nederland waar het gaat om economie, landbouw, milieu en internationaal beleid. Plaats: Huize Maas, Groningen Ontvangst: 19.00 uur Sprekers: René Cuperus (PvdA), Jan Mulder (VVD), Esther de Lange (CDA), Bas Eickhout (GroenLinks) en vele anderen Dit debat is openbaar
Dinsdag 26 mei Net Wakker, netwerken De ontbijttafel wordt gedekt voor 15 ondernemers die allemaal de mogelijkheid krijgen zich in drie minuten aan hun tafelgenoten te presenteren. Plaats: Restaurant Van der Valk, Drachten Ontvangst: 07.45 uur Einde: 09.00 uur Beperkte deelname Woensdag 27 mei Energiek Ondernemen in het Noorden De derde editie van Energiek Ondernemen, een congres voor en door het Noorden. Plaats: TT Hall, Assen Ontvangst: 12.30 uur Keynote spreker: Jan Terlouw - Kansen voor energiebesparing in de gebouwde omgeving. Deelsessies: Elektriciteitsnetwerk: slimme koppelingen Gebouwde omgeving: woningen Duurzame energie: groen gas Elektriciteitsnetwerk: Elektrisch rijden Gebouwde omgeving: bedrijfsgebouwen Duurzame energie: zonne-energie
Advertentie Gasunie 1/1 pagina