het magazine van verslavingszorg noord nederland jaargang 2, nr. 4 2012
COVERSTORY
Kobi Bosma, teammanager Jeugd (ambulant) Groningen
COLOFON Omslag is een magazine voor cliënten, medewerkers en relaties van Verslavingszorg Noord Nederland en wordt
JONG!
gemaakt onder verantwoordelijkheid van de afdeling Communicatie. Omslag verschijnt vier keer per jaar. Hoofd- en eindredactie: Eveline Molenaar (hoofdredacteur) Lianne Zijlstra (eindredacteur)
Het geboortejaar van de nieuwe organisatiestructuur voor VNN, mét een jeugddivisie, is bijna ten einde. De eerste stappen van deze jonge divisie zijn gezet. Het visiedocument waarin
Aan dit nummer werkten mee: Beja van der Schaar, Christiaan, Eglantyne Hoekstra, Fred van Dorp, Henk Meijers, Ingrid Willems,
staat wat we voor jongeren en hun ouders/opvoeders willen betekenen, is
Jelly Gras, Jorrit Bosma, Kobi Bosma,
klaar. Momenteel worden de zorgpaden geplaveid, oftewel: de verschillende
Madicken van Greven-IJzerman, Marcel,
routes voor jongeren binnen VNN zonder wegversmallingen waardoor files
Maria Ruygrok, Meta Plenter, Patrick Sturing,
worden voorkomen. Een uitdagende klus waarin ruimte is om van de
Rianne Koerts, Rosanne Lantinga en Thijs Postma.
gebaande paden af te wijken, nieuwe te verkennen of te leggen.
Fotografie Inge Jansen
Naast de vele lopende zaken is er het eerste half jaar al veel werk verzet. In
Jacky van der Ende
Omslag 3 heeft u kunnen lezen dat we aan de weg timmeren met Make up
Robert van der Molen
your Mind, een korte, motiverende module voor jongeren. Er wordt sinds kort divisiebreed met een leeftijdsspecifieke Leefstijltraining gewerkt, maar ook uitbreiding van Multi Dimensional Family Therapy (MDFT) staat in 2013 op de
Vormgeving Haagsblauw, Den Haag
agenda. Daarnaast is er volop aandacht voor gamen, zoals ook te lezen is in
Druk
het verhaal van Christiaan op pagina 6.
Koninklijke Van Gorcum BV, Assen
Samenwerken is voor de jonge divisie een gouden begrip, netwerkpartners zijn van groot belang: in de jeugd(gezondheid)zorg, het onderwijs en in
Oplage 3.100 exemplaren
huisartsenpraktijken. Denken in mogelijkheden staat hierin centraal. Een
Redactieadres
voorbeeld is jeugdkliniek DOK3 (met Driever’s Dale en Wilster) of het project
Verslavingszorg Noord Nederland
JongLeren voor Wajong-eren (met NOVO, UWV, MEE, Elker en Iederz), maar te
Afdeling Communicatie
denken valt ook aan nieuwe initiatieven op het terrein van E-health, Wonen en
Postbus 8003
”Doe-activiteiten” zoals sporten en leren in de praktijk (ervarend leren). Opgroeien gaat soms langzaam, maar veel vaker snel, dat laatste geldt zeker voor de divisie Jeugd. Het aantal jongeren in zorg bij VNN is de afgelopen 5 jaar verdubbeld (!) en momenteel zijn er meer dan 150 medewerkers werkzaam voor de jeugddivisie, plus nog vele anderen die kort inzetbaar zijn. Eén ding is zeker: met veel enthousiasme, creativiteit en innovatief vermogen groeien we stap voor stap uit tot een volwassen jeugddivisie die op eigen benen staat.
02
omslag nr. 4 2012
9702 KA Groningen 050 - 364 89 86
[email protected] www.vnn.nl Abonnee worden? Stuur een e-mail naar
[email protected]. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Publiceren onder pseudoniem is mogelijk, de echte namen zijn bekend bij de redactie. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, in fotokopie of anderszins, zonder voorafgaande toestemming. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
INHOUDsopgave
6
9
VNN bouwt aan nieuwe zorgprogrammering Manager zorg en projectleider zorgpaden Ingrid Willems: ‘Ik praat graag over zorgpaden, want ik geloof er in.’
10 Van computerspelletjesfan tot gameverslaafde Christiaan gamede meer dan acht uur per dag. ‘Het was mijn enige contactmanier.’
12 VNN in de huisartsenpraktijk
Leefstijltraining Een behandeling waarbij het uitgangspunt is dat gebruik aangeleerd gedrag is, dat te doorbreken is door ander gedrag aan te leren.
14
In de winter van 2012 en het voorjaar van 2013 start VNN pilots in zes huisartsenpraktijken, om meer mensen met lichte en matige verslavings problematiek te bereiken.
18 Team centraal: het Intramuraal Motivatie Centrum (IMC) in Eelde ‘Wat niet staat opgeschreven, bestaat niet.’
Ketenpartner: het Leger des Heils in Nieuw-Amsterdam Afdelingsmanager Patrick Sturing is tevreden over de samenwerking, maar ziet ook mogelijkheden voor verbetering.
omslag nr. 4 2012
03
NIEUWS Reclasseringswerker VNN test enkelbandje Sinds enige tijd heeft de Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG), het overkoepelende orgaan van de verslavingsreclassering in Nederland, de zogenaamde “enkelbandjes” in beheer. Enkelbandjes zijn bedoeld voor cliënten met gebiedsverboden en/of -geboden en verbonden via GPS. Dankzij talloze satellieten is precies na te gaan waar de cliënt met de enkelband zich bevindt en sinds wanneer dat het geval is. Om met enkelbandjes te kunnen oefenen en om te ervaren hoe zo’n enkelband voelt, heeft de SVG reclasseringswerkers benaderd om als testpersoon op te treden. VNN-medewerker Merijn Rolf was gedurende vier dagen één van die testpersonen. Merijn Rolf: ‘Ik mocht op gezette tijden in bepaalde gebieden niet komen of moest juist op bepaalde tijden ergens zijn. Daarbij was het de bedoeling dat ik opzettelijk overtredingen zou begaan, om zo het systeem te testen. Wanneer je een overtreding begaat, trilt de enkelband kort om de paar minuten. Net zolang tot je weer braaf bent.’ ‘Elke enkelbanddrager heeft een toezichthouder, die gebeld wordt door de meldkamer op het
moment dat de cliënt een overtreding begaat. In mijn geval was dat een collega van mij. Buiten kantoortijden belt de meldkamer de landelijke achterwacht van de SVG. De toezichthouder of de achterwacht belt vervolgens de cliënt, met het verzoek het verboden gebied te verlaten.’ Een GPS-enkelband moet elke 24 uur opgeladen worden, regelmatig in de buurt van een stopcontact zijn is dus een vereiste. Douchen en slapen met een enkelband lukte Merijn Rolf prima. ‘Maar de band is vrij groot en drukte af en toe vervelend op mijn enkel.’ Merijn heeft nog wel een advies voor toekomstige enkelbanddragers: ‘Het enkelbandje is soms te zien als je bijvoorbeeld op de fiets zit. Zorg dus voor een goede timing. De winter lijkt me verreweg het meest geschikte seizoen…’
Documentaireserie “Verslaafd” Op Omrop Fryslân en RTV Drenthe is onlangs de documentaireserie “Verslaafd” vertoond. “Verslaafd” is gemaakt in samenwerking met VNN en geproduceerd door PS Produkties uit Leeuwarden. Verschillende mensen lieten de afgelopen maanden camera’s toe op vaak heel persoonlijke momenten. Wat duidelijk naar voren komt uit de televisieserie, is dat leven met een verslaving niet makkelijk is en dat een verslaving iets is wat iedereen kan overkomen.
04
omslag nr. 4 2012
De serie startte met een uitzending over gezinskliniek De Lage Kamp. In de tweede uitzending vertellen twee cliënten wat een GHB-verslaving met hun leven heeft gedaan. Voor de derde uitzending waren de camera’s welkom in jongerenkliniek Het Bauhuus. Een
uitzending over het meest geaccepteerde middel, alcohol, vormde de afsluiting van de serie. De uitzendingen zijn terug te zien via www.omropfryslan.nl/programma/ferslave en www.rtvdrenthe.nl/verslaafd.
naam
uiterlijk
alcohol drank, borrel
VNN brengt vernieuwd drugsoverzicht uit
vloeistof
• Drinken
cocaïne
Cocaïne: wit, kristalachtig poeder Basecoke: witte of gele brokjes
• Snuiven van cocaïne (meest gebruikte vorm) • Spuiten van cocaïne (komt niet vaak voor) • Roken van cocaïne in sigaret (plofje) • Basen: roken van basecoke in pijp
Verkoopwijze: • Cocaïne:
coke, gekookte coke, crack, wit
in dichtgevouwen envelopje: snowseal, ponypack • Basecoke: in klein bolletje met plastic eromheen
Energiedrank
• Stimulerend • Zelfverzekerd, opgewekt en energiek gevoel • Vermindering van het gevoel van vermoeidheid en honger
aantoonbaar
*
ghb (gbl)
• Drinken
• Stimulerend • Vermindering van het gevoel van vermoeidheid en honger
Kleur- en geurloze vloeistof met zoutige smaak
• Drinken
Snuiven Effect voelbaar: na enkele minuten Duur: 20 tot 60 minuten
Urine: 1 tot 4 dagen bij incidenteel gebruik; tot 8 dagen bij intensief gebruik
Spuiten Effect voelbaar: direct Duur: 10 minuten
Effect voelbaar: na ongeveer 15 minuten Duur: 1 uur
• Verdovend • Ontspannend • Ontremmend • Seksueel stimulerend
Verkoopwijze: • Vloeistof in plastic buisje, kleine drankflesjes of flacons • Poeder (zeldzaam)
hasj en wiet Andere benamingen: cannabis, marihuana, stuff Belangrijkste werkzame stof is THC
heroïne Andere benamingen: bruin, dope
ketamine Andere benamingen: k, special k, keta, ket
lsd Andere benamingen: papertrip, microdots
paddo’s en truffels Andere benamingen:
Hasj: bruine, kruimelige of kleverige plak Wiet: bruin/groen gedroogde bloemtoppen
• Roken (blowen) in sigaret (stickie, joint), meestal vermengd met tabak of in (water)pijp • Eten (zoals cake waarin hasj/wiet verwerkt is, de zogeheten spacecake) • Drinken (thee) • Inhaleren via een vaporizer
Verkoopwijze: • In plastic zakje. Soms voorverpakt; soms ter plekke afgewogen • In kant-en-klare joint
• Bruin-wit poeder • Geelbruine brokjes Verkoopwijze: • In zakje als poeder • In een bolletje (dicht gesmolten folie)
plastic
Schilferachtige splinters, soms in pilvorm, soms vloeibaar Verkoopwijze: • Poeder: in dichtgevouwen envelopje: snowseal, ponypack • Pillen • Ampullen
Kleur-, geur- en smaakloze
vloeistof
Verkoopwijze: • Papieren zegeltje met een logo (papertrip) • Klein pilletje (microdot)
Paddo’s: Kweeksetjes
• Chinezen: poeder wordt op aluminiumfolie verhit. Vrijkomende dampen worden door een kokertje opgezogen. • Snuiven • Roken • Spuiten (komt niet vaak voor) • Snuiven • Slikken • Spuiten (komt niet vaak voor)
• Ontspannend • Versterkt gevoelens en stemming • Maakt loom (zogeheten ‘stoned’ zijn) • Kleuren en muziek worden intenser waargenomen
• Pillen • Poeder • Pasta (natte speed)
• Verdovend • Pijnstillend
tabak
Uiterlijk: bruine, gedroogde bladeren van tabaksplant. Verkoopwijze: • Sigaret • Shag • Sigaar
nicotine
xtc Andere benamingen:
• Pillen in verschillende vormen en kleuren. Vaak voorzien van een logo • Kristalachtige korrels (MDMA)
• Hallucinaties • Dissociatie (verstoorde beleving van jezelf en de werkelijkheid) • Pijnstillend
• Slikken • Op de tong leggen en zuigen
• Visuele hallucinaties • Verandering in beleving van tijd en ruimte • Synesthesie (horen van kleuren en zien van geluid)
• Eten • Drinken als thee
• Visuele hallucinaties • Verandering in beleving ruimte
• Snuiven • Slikken (zoals poeder in een vloeitje doorslikken; zogeheten bommetje) • Spuiten (komt niet vaak voor)
• Roken • Kauwen (pruimtabak) • Snuiven (snuiftabak)
• Slikken
ecstasy, e
is MDMA
2012
aantoonbaar (aanvullende informatie uit de kolom) De termijn van aantoonbaarheid hangt af van frequentie van gebruik en van de gebruikte hoeveelheid. Uitzonderingen op de hier genoemde gegevens zijn mogelijk. De meest gebruikte testmethode is de urinetest. De erkende, betrouwbare drugstesten worden niet op verzoek van particulieren uitgevoerd. Het betreft een medisch onderzoek dat wordt aangevraagd door een arts. Van de thuistesten die in omloop zijn, staat de betrouwbaarheid ter discussie; deze testen zijn niet officieel erkend.
© vnn, 5e herziene druk, VNN0207 Poster middelen
Snuiven Effect voelbaar: na 3 tot 10 minuten Duur: 45 tot 60 minuten
Urine: 1 tot 5 dagen
Urine: 2 tot 4 dagen
van tijd en
• Stimulerend • Toename concentratie • Onderdrukking van slaap en vermoeidheid • Euforie
• Stimulerend (door nicotine) • Psychische ontspanning
• Versterking van intieme gevoelens met anderen • Ontremmend en stimulerend • Geeft zorgeloos, ontspannen gevoel • Kleuren en muziek worden intenser waargenomen
Effect voelbaar: na 20 tot 30 minuten Duur: tot 12 uur Sterkste piek tussen 2 en 6 uur
Effect voelbaar: na 30 tot 60 minuten Duur: 3 tot 6 uur. Sterkste piek in de eerste 3 uur
Slikken Effect voelbaar: na 15 tot 30 minuten Duur: 5 tot 8 uur
Urine: 2 tot 3 dagen
Urine: 1 tot 3 dagen
Urine: 1 tot 3 dagen
Snuiven Effect voelbaar: na enkele minuten Duur: 5 tot 8 uur
• Chemisch bewerkte cocaïne is rookbaar en heet basecoke, gekookte coke of crack • Basecoke is sterker dan snuifcoke en is sterk verslavend • Sterk ontremmend in combinatie met alcohol
Bij te hoge dosering: • Nervositeit • Beven en zweten • Versnelde/onrustige hartslag (extra risico voor mensen met hartklachten) • Slapeloosheid • Na langdurig, overmatig gebruik: uitputting
• Vermindering concentratieen reactievermogen • Schade aan luchtwegen (o.a. door hoog teergehalte)
• Kans op overdosering bij eten (van bijvoorbeeld spacecake) • Negatieve, psychische gevolgen voor mensen die daarvoor gevoelig zijn • Misselijkheid • Bij hoge dosering: hallucinaties, angst, paniek (flippen)
Slikken Effect voelbaar: na 20 tot 60 minuten Duur: 1 tot 2 uur
De werkzame stof
*
• Hartkloppingen
• Black-out (tijdelijk geheugenverlie s) • Ademstilstand • Misselijkheid • Duizeligheid
Urine: 1 tot 4 dagen bij incidenteel gebruik; tot 3 weken bij intensief gebruik
Effect voelbaar: na enkele minuten Duur: 4 tot 6 uur
• Vermindering van angst en negatieve gevoelens • Snel en sterk optredende euforie, met name bij spuiten (flash)
pep, meth
De werkzame stof is
Roken Effect voelbaar: na enkele minuten Duur: 1 tot 4 uur Eten of drinken Effect voelbaar: na 1 à 1,5 uur Duur: 4 tot 12 uur
Spuiten Effect voelbaar: 1 tot 5 minuten Duur: 30 tot 45 minuten
Truffels: Knolletjes
Andere benamingen: wekaminen (is de verzamelnaam),
Urine: 30 minuten tot 12 uur
• Extra risico in combinatie met andere drugs
• Bij snuiven: ontsteking neusslijmvlies, bloedneus, chronische verkoudheid • Verwardheid • Depressie en achterdocht • Bij regelmatig gebruik: gewichtsverlies, angst, agressie, uitputting
Urine: Er is geen standaard test voor cafeïne op de markt
Effect voelbaar: na 15 tot 30 minuten Duur: 3 uur
bijzonderheden
• Afname reactievermoge n • Agressie • Zelfoverschatting • Black-out (tijdelijk geheugenverlie s) • Alcoholvergiftiging • Op lange termijn: schade aan lever, hersenen, hart en maag
• Extra risico voor mensen met epilepsie of hartklachten • Bij te hoge dosering: bewusteloosheid • Irritatie en beschadiging slokdarm
Paddo’s: Magic mushrooms Truffels: Filosofer Stones, sclerotia, tripknollen
speed amfetamine/
risico’s
Afhankelijk van gedronken hoeveelheid (zie werkingsduur). Wordt doorgaans getest door middel van adem- en bloedtesten. Nauwelijks aantoonbaar in urine
Verkoopwijze: • Blikjes (meestal 250 ml) • Kleine plastic buisjes (energyshots)
Sinds enige jaren brengt VNN een poster uit met daarop een overzicht van de meest gebruikte drugs in Nederland, inclusief de wijze van gebruik, de werking, de risico’s enzovoort. Onlangs is van deze poster een geheel herziene versie uitgebracht. Werkt u bij een samenwerkingspartner van VNN of heeft u op een andere manier (beroepsmatig) te maken met drugsgebruik of -gebruikers en wilt u de poster graag ontvangen? Stuur dan een e-mail met daarin uw adresgegevens naar
[email protected] en wij sturen een poster naar u op. U kunt de poster ook afhalen bij onze afdelingen Voorlichting & Preventie in Groningen (Leonard Springerlaan 27), Assen (Overcingellaan 19) of Leeuwarden (Oostergoweg 6).
werkingsduur
Effect voelbaar: na enkele minuten Duur: 1 à 1,5 uur per standaardglas
Roken, basen Effect voelbaar: direct Duur: enkele minuten
Belangrijkste ingrediënten: • Water • Suiker • Cafeïne • Taurine
Bekende merknamen: Red Bull, Monster
werking
• Bij kleine hoeveelheid (1 á 2 glazen) ontremmend en ontspannend • Bij grotere hoeveelheid: verdovend
Verkoopwijze: • Wijn • Bier • Sterke drank • Mixdrank etc.
Andere benamingen:
Andere benamingen: snuifcoke,
DRUGSOVERZICHT
wijze van gebruik
Kleur-, geur- en smaakloze
• Emotionele vervlakking • Obstipatie • Impotentie • Depressie • Ondervoeding en verwaarlozing • Overdosis • Infecties zoals hepatitis en hiv/aids
• Paniek (flippen) • Angst en verwarring (bad trip) • Psychosen bij personen die daarvoor gevoelig zijn
• Tandenknarsen en stram gevoel in de kaak (zogeheten kaakklem) • Hartkloppingen • Oververhitting • Afname eetlust • Zelfoverschatting • Geprikkeldheid • Angst, achterdocht, wanen, agressie, psychose
• Vroeger narcosemiddel • GBL wordt in lichaam omgezet in GHB • De dosering komt nauw en is snel te hoog • Verhoogd risico in combinatie met alcohol. Versterkt het verdovend effect waardoor een (levensbedreigende) coma kan ontstaan • Vloeibare GBL is dubbel zo sterk als GHB. Dit vergroot de risico’s • Bij gecombineerd gebruik met alcohol wordt de werking van beide middelen versterkt • Extra schadelijk in combinatie met tabak door verhoogd teergehalte • Medicinale wiet is op recept verkrijgbaar
• Is sterk verslavend • Heftige ontwenningsve rschijnselen bij afkicken
• Misselijkheid • Desoriëntatie • Verstoorde motoriek • Pijn wordt niet gevoeld • Angst (bad trip) • Bij te hoge dosering: bewusteloosheid • Op lange termijn: kans op geheugenproblemen
• Angst • Hallucinaties • Flashbacks • Paniek bij te sterke trip (flippen) • Psychosen bij personen die daarvoor gevoelig zijn
• Samenstelling verschilt per merk of soort • Er bestaan ook energiedrankje s met toegevoegde alcohol • Kinderen zijn extra gevoelig voor de effecten
• Ketamine wordt zelden toegepast in de geneeskunde • Bij recreatief gebruik gaat het om de hallucinogene effecten
• LSD wordt in beperkte
kring gebruikt
• Paddo’s zijn bij de wet verboden. In smartshops worden setjes verkocht om de paddo’s zelf te kweken
• De belangrijkste soorten wekaminen zijn (dex)amfetamin e en methamfetamine • Effect bij methamfetamin e is 1,5 tot 2 maal zo sterk en werkt langer
• Jeuk (‘gevoel van beestjes onder de huid’) • Uitputting van het lichaam Effect voelbaar: direct Duur: 0,5 tot 1 uur
Effect voelbaar: na 15 tot 60 minuten Duur: 6 uur
Urine: 2 dagen
Urine: 1 tot 3 dagen
• Vermoeidheid, hoofdpijn • Kans op hart-, longen vaatziektes. • Kankerverwekkend
• Uitdroging • Oververhitting • Uitputting • Vermoedelijke verandering in hersenen op lange termijn • Aantasting van geheugen en concentratie • Depressiviteit • Risico bij hartziekten en
testservice van
vnn VNN heeft een testservice voor uitgaansdrugs. Je kunt er, anoniem, drugs laten testen zoals XTC, GHB, speed, cocaïne of LSD. Meer informatie bij: www.vnn.nl/ testservice Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) is specialist in verslavingszorg in de drie noordelijke provincies. Voor een volledig overzicht van de locaties van VNN, zie www.vnn.nl/adressen
epilepsie
voor meer informatie over alcohol en drugs, kijk op:
• Het uiterlijk van een pil zegt niets over de samenstelling • Varianten zijn o.a. MDEA en MDA. MDA is meer hallucinogeen, MDEA is meer stimulerend • In combinatie met alcohol sneller kans op uitdroging • In combinatie met stimulerende middelen eerder kans op oververhitting
delfzijl leeuwarden
www.vnn.nl
• Lichamelijke afhankelijkheid • Sterk verslavend
franeker
groningen paterswolde
drachten
hoogezandsappemeer winschoten
eelde veendam
sneek assen
emmen nieuw-amsterdam hoogeveen
6e herdruk V2.indd 1
12-9-12 14:28
VNN-locatie Delfzijl verhuisd Na jaren gehuisvest te zijn in een flat in het centrum van Delfzijl, heeft VNN in Delfzijl een nieuwe plek gevonden. Sinds medio oktober 2012 huurt VNN ruimte bij samenwerkingspartner Lentis, op het terrein van het Delfzicht Ziekenhuis. De VNN-locatie in Delfzijl heeft een eigen vleugel en een aparte ingang. Door de verhuizing werken de hulpverleners van VNN die werkzaam zijn in de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Loppersum en Eemsmond, nu vanuit hetzelfde pand. Dit komt niet alleen de samenwerking tussen VNN-medewerkers onderling ten goede, het bevordert eveneens de samenwerking tussen VNN en Lentis. De medewerkers van de locatie in Delfzijl zijn bereikbaar via 0597 - 45 10 20.
omslag nr. 4 2012
05
MIJN OMSLAG tekst: Maria Ruygrok foto’s uit “League of Legends”
IK HAD DE ECHTE WERELD TOTAAL BUITENGESLOTEN ‘Ik wist niet eens dat gameverslaving bestond. Voor mij was veel gamen net zoiets als veel tv-kijken. Maar uit zo’n VNN-test blijkt dat je al moet oppassen als je meer dan 8 uur per week gamet. Ik ken echt niemand die zó weinig gamet!’
Christiaan (22) is computerspelletjesfan sinds hij 5 was. ‘Mijn vader is ICT’er, dus er waren altijd spellen in huis.’ Het gezin woonde in Sappemeer. Christiaan was 7 toen zijn moeder overleed. Voor zijn gevoel is hij sindsdien meer en meer in een computerwereldje gekropen. ‘Op de basisschool kende ik nog iedereen. Maar op de middelbare school kon ik me niet aanpassen. Als ik al iets met iemand samen deed, dan was het via de computer.’ In het tweede jaar kelderden zijn cijfers dramatisch. Hij was 14 toen hij de theoretische leerweg op het Rehoboth
06
nr. 4 2012
in Hoogezand verliet voor de praktijkopleiding houtbewerking op het Aletta Jacobs College. Maar ook daar ging het niet goed. ‘Achter mijn eigen kont aanzitten, dat kan ik niet. School interesseerde me sowieso niet. Al die situatiewisselingen, ik was heel depressief. Ik ging altijd meteen naar huis om te gamen, ik kende de echte wereld niet en kon niet met mensen omgaan.’ Openhartig: ‘Dat vind ik nog steeds moeilijk.’ Op een ochtend kwam er een emotionele uitbarsting bij zijn vader, die vervolgens voorstelde om hulp te gaan zoeken. ‘Ik kwam bij een psychiater. Aan hem vertelde ik
álles. Eindelijk praten. Mijn vader en zus en ik praatten nooit echt.’ Verhuizing naar Blauwestad De psychiater diagnosticeerde PDD-NOS bij Christiaan. ‘Zo noemen ze het als het iets te maken heeft met autisme of Asperger, maar ze het niet precies weten.’ Hij grijnst: ‘Bijna de helft van de mensen die ik ken heeft het.’ Of het door de gesprekken kwam of de voorgeschreven Ritalin, hij weet het niet. Feit is dat het daarna een tijdlang beter ging. ‘Mijn zus en ik hingen vaak rond bij de skatebaan, in de alto-scene. Ik had ineens vrienden. Ik gamede nog steeds, maar ik had ook andere hobby’s, zoals gitaarspelen en miniatuurpoppetjes beschilderen. En... ik slaagde met vlag en wimpel voor mijn eind examen!’
er iemand met me mee. Ik schrok wel: die hele winkel stond vol echte mensen. Maar het werd een goeie avond. Nu ga ik er bijna elke donderdagavond heen.’ Monter: ‘Je leert weer socialiseren hè!’ Openbaring Bij het tweede gesprek met Ermo ging de vader van Christiaan mee. Samen stelden ze een schema op om weer structuur in de dagindeling van Christiaan te krijgen: vaste huishoud- en tuinklussen en op normalere tijden naar en uit bed. ‘Mijn ouders zaten me flink achter de vodden. Echt niet altijd leuk, maar wel goed voor me.’ Ermo stimuleerde hem ook tekenen en gitaarspelen weer op te pakken. In diezelfde periode kwam er een extra stimulans toen de gemeente Oldambt contact opnam vanwege het school-
‘IK HOOP DAT IK HET ONDER CONTROLE HEB.’ Omdat hij hield van 3D-tekenen, ging hij werktuigbouwkunde doen op het Alfa-college. In diezelfde periode besloten zijn vader en stiefmoeder met het gezin naar Blauwestad te verhuizen. Christiaan maakt een armgebaar naar het raam: ‘Dat sneed me af van de groep, want hier komt echt niemand naartoe. Dus ging ik weer naar de plek waar ik wél mensen kon bereiken: mijn pc.’ Vanaf zijn nieuwe huis was het anderhalf uur reizen naar school en daar hield hij, zoals hij zelf uitdrukt, ‘zijn handen in de mouwen’. Na verloop van jaren ging hij helemaal niet meer naar school en gamede meer dan 8 uur per dag.
Beelden uit League of Legends. Christiaan: ‘Nog steeds mijn favoriete spel. Je speelt 5 tegen 5 en vormt een echt team waarin je elkaar ondersteunt.‘
Weer socialiseren In januari 2012 kwam de omslag. ’Het Alfa-college belde waarom ik nooit meer kwam. Toen ik de schoolpsycholoog vertelde wat ik thuis zat te doen, vroeg zij: “Heb je een gameverslaving? Heb je hulp nodig?” Het was niet makkelijk, maar ik heb ja gezegd. Diezelfde dag nog had ik een telefoongesprek met Ermo (jongerenwerker van VNN, red.) en heb ik alles aan mijn ouders verteld. Die begonnen gelukkig niet meteen te zeuren over school. Ze vonden het knap dat ik hulp had gezocht.’ In overleg met Ermo besloot Christiaan te gaan minderen met gamen, niet helemaal te stoppen. ‘Het was immers mijn énige contactmanier.’ Ermo bracht hem in contact met een “winkeltje” in Groningen waar Warhammer gespeeld wordt. Niet op pc’s, maar op een grote tafel met legers die bestaan uit beschilderbare miniatuurpoppetjes. ‘De eerste keer ging
verzuim. Christiaan bleek nog net een halfjaar te kunnen profiteren van de School voor Maatwerk (opgeheven in augustus 2012) van het Noorderpoortcollege. Hier maakte een bijzondere themaweek veel los in de hele klas. ‘We moesten op zoek naar wat we écht willen. Die week was echt een openbaring. Je moet diepe wensen niet wegstoppen omdat je bang bent om te falen. Zelf ga ik absoluut mijn auto (een oldtimer Pontiac-firebird, red.) compleet opknappen. En ik wil ooit een eigen tekenfilmserie maken.’ Dankzij de maatwerkschool kreeg Christiaan ook kans om uitgebreid stage te lopen in de horeca (‘Ja, toen moest ik wel praten...’) en in een ICT-winkel. Geen makkie Ten tijde van dit interview gamet Christiaan nog steeds, maar wel veel minder. Hij staat op het punt aan een opleiding te beginnen: de tweejarige ICT-sprint aan het Alfa-college. Dat voelt goed, maar hij is ook best nerveus. ‘Sinds de diagnose PDD-NOS weet ik dat ik een heel gefocuste aandacht heb. Ik wil álles weten, maar wel van één ding tegelijk. Ik hoop dat ik het onder controle heb.’ Dan veert hij op: ‘Maar al wordt het geen makkie, tóch zeg ik tegen mezelf: ik kan, ik wil en ik ga er helemaal voor!’ Op de laatste vraag, of hij trots is op “zijn omslag”, zegt hij: ‘Nee, trots is niet het goede woord. Ik zit er best mee dat ik niet eerder hulp heb gezocht. Wel blij: ik had de echte wereld totaal buitengesloten, dus ik ben een stuk vooruitgegaan!’
omslag nr. 4 2012
07
ONDERZOEK TRANSGENERATIONELE OVERDRACHT
DE LAGE KAMP KAN PATRONEN DOORBREKEN Studente Rosanne Lantinga onderzocht of behandeling in gezinskliniek De Lage Kamp (Paterswolde) transgenerationele overdracht kan doorbreken. Haar belangrijkste aanbeveling is om gegevens over kinderen structureel en gestandaardiseerd te registreren. tekst: Jorrit Bosma fotografie: Inge Jansen Transgenerationele overdracht is het overbrengen van gedragingen of kenmerken van de ene op de andere generatie. Rosanne’s onderzoek richt zich op de overdracht van een risicovolle levensstijl, die kan leiden tot verslaving en delinquentie. Verslavingsgevoeligheid kan erfelijk zijn en door de verslaving van hun ouders komen kinderen vaker in een omgeving met drugs en/of criminaliteit. Maar er is nog een mechanisme. Rosanne: ‘Ernstig verslaafde ouders weten diep van binnen dat hun kinderen altijd vóór moeten gaan. Maar vaak lukt dat niet en gaan de drugs
voor. Het is dan moeilijk een goede ouder te zijn en een stabiele omgeving te bieden. Deze frustraties reageren ze vaak af op hun kinderen. In gezinskliniek De Lage Kamp staat de interactie tussen ouder en kind centraal.’ Opmerkelijke uitkomsten Rosanne schreef zestig gezinnen aan die eerder in De Lage Kamp verbleven. Vijftien kinderen werkten mee en vulden een vragenlijst in. Rosanne vergeleek die met antwoorden van twee groepen jongeren uit bestaand onderzoek: één groep jongeren
‘KINDEREN ONDERVINDEN ALTIJD GEVOLGEN VAN DE VERSLAVING VAN HUN OUDERS’ met niet-verslaafde ouders en één groep jongeren met verslaafde ouders zonder behandelverleden. Rosanne verbaasde zich over de uitkomsten. ‘Ik had verwacht dat De Lage Kamp-groep slechter zou scoren dan de groep jongeren met niet-verslaafde ouders, maar ik vond nauwelijks verschillen. Ook de kinderen van verslaafde ouders zonder behandeling vertoonden niet meer delinquent gedrag dan de kinderen van De Lage Kamp, maar ze gaven wel aan meer middelen te gebruiken.’
Rosanne Lantinga: ‘Betere registratie is hard nodig’
Levensfasen volgen Rosanne adviseert om bij alle behandelingen de ouder-kindrelatie mee te nemen. ‘Ik weet dat cliënten soms hun kinderen
08
omslag nr. 4 2012
erbuiten willen houden. Maar dat kan niet. Kinderen ondervinden altijd gevolgen van de verslaving van hun ouders en die wisselwerking heeft weer invloed op de cliënt.’ Rosanne raadt aan om gestructureerd en gestandaardiseerd informatie over kinderen te verzamelen. ‘Het mooist zou zijn als je in verschillende levensfasen volgt hoe het met kinderen gaat. Hoe meer je weet, hoe beter je een behandelprogramma kunt aanpassen. En je kunt de effectiviteit beter meten. Dat is ook van belang voor subsidiestromen. Gegevens over kinderen verzamelen hoeft niet altijd via vragenlijsten. Behandelaars kunnen het ook rapporteren en je kunt met ketenpartners samenwerken.’ Aanvullend onderzoek nodig Het onderzoek van Rosanne geeft een belangrijke indicatie dat de interventies van De Lage Kamp een positief effect hebben op kinderen. Toch is het geen harde conclusie. Rosanne: ‘Helaas kregen we te weinig respons. In veel dossiers was niets te vinden over kinderen. Juist daarom is betere registratie zo hard nodig. Een steekproef van 15 kinderen is te klein om harde uitspraken te doen. Deelnemende kinderen waren bovendien tussen de 12 en 26 jaar. Kinderen uit de controlegroepen waren voornamelijk rond de 18. Op die leeftijd experimenteren jongeren meer met middelen en bepaald gedrag. Aanvullend onderzoek is dus nodig.’ Preventie belangrijk Rosanne heeft zelf ook veel van het onderzoek geleerd. Op de website van VNN las ze het standpunt dat een verslaving iedereen kan overkomen. ‘Vooraf twijfelde ik daaraan. Door de vele erge verhalen begrijp ik beter waarom mensen drugs gaan gebruiken: om niet te hoeven voelen. Afkicken is niet makkelijk. Soms is De Lage Kamp de laatste kans voor ouders. Het is schrijnend als het mislukt. Soms kun je ouders niet verder helpen en is een stabiel leven met methadon echt het hoogst haalbare. Wel kun je proberen te voorkomen dat hun kinderen dezelfde kant opgaan. Voor de maatschappij als geheel is voorkómen van groot belang.’
ALS JE MERKT DAT VEEL CLIËNTEN HETZELFDE BEHANDELPAADJE NEMEN,
DAN IS HET GOED DAT PAD TE EFFENEN
tekst: Maria Ruygrok fotografie: Inge Jansen
zorgpaden. ‘Iemand die een therapie volgt (zorgpad 2) moet soms ook naar een kliniek (zorgpad 3) kunnen, om maar eens een voorbeeld te noemen.’ Voorwaarden om de nieuwe aanpak te laten slagen zijn betere uitwisseling en soepelere doorstroming tussen de vele VNN-teams en -locaties. ‘Als hulpverlener moet je verder kijken dan het eigen team. Je bent één van de schakeltjes in het totale behandeltraject.’
‘Wil je de officiële uitgebreide definitie of een spontane versie?’, grinnikt Ingrid Willems op de vraag wat nu precies een zorgpad is. Dat laatste graag. ‘In een zorgpad organiseer je het voorspelbare deel van het zorgaanbod op zo’n manier dat het de minste wachttijd oplevert voor de cliënt.’ Psychiater Ingrid Willems is manager zorg en projectleider zorgpaden bij VNN. Ze heeft zin in het interview: ‘Ik praat er graag over, want ik geloof er in. Dankzij zorgpaden ziet de cliënt vooraf wat de duur en het effect zijn van het behandeltraject dat hij inslaat en weet hij welke concrete stappen hem onderweg te wachten staan. Die voorspelbaarheid biedt hoop en zekerheid. De cliënt is niet overgeleverd aan wat een ander voor hem beslist, maar maakt bewust zelf keuzes.’ Genoemde ‘concrete stappen onderweg’ bestaan uit evidenced based (wetenschappelijk onderbouwde, red.) behandelmodules. Het positieve behandeleffect is bewezen uit onderzoek of gebaseerd op de praktijkervaring van de VNN-professionals. Soepeler doorstroming De behandelmodules op zichzelf zijn dus niet nieuw. Vandaar dat er vanaf de VNN-werkvloer soms geluiden komen als “maar dat bieden we toch al!”. Inderdaad, zegt Ingrid dan. ‘Maar als je merkt dat grote groepen binnen onze cliëntenpopulatie aldoor hetzelfde paadje nemen, dan is het verstandig dat pad te effenen. Onze uitdaging is alle effectieve behandelonderdelen achter elkaar te plakken tot een logisch zorgpad.’ Als het goed is, telt VNN straks in totaal 9 zorgpaden. Rigide is zo’n pad niet, een cliënt maakt zonodig ‘uitstapjes’ naar modules uit andere
Medewerkers in de lead Omdat de medewerkers van VNN zelf het meest deskundig zijn, lopen zij voorop tijdens deze bouwfase. Een flinke vertegenwoordiging is actief in werkgroepen, onder leiding van de zorgpadregisseurs. Deze vijf regisseurs, VNN-medewerkers die geselecteerd zijn op hun enthousiasmerende en verbindende kwaliteiten, vormen samen met extern adviseur Ruben van Zelm, managementsecretaresse Deliane Vermey en Ingrid Willems het zorgpaden-kernteam. Dit team raadpleegt ook de Cliëntenraad en de cliënttevredenheidsonderzoeken die VNN vanaf nu steeds vaker steekproefsgewijs zal houden. ‘Wij willen graag voortdurend in overleg zijn en blijven met medewerkers en cliënten. De zorgpadregisseurs gaan regelmatig langs bij de teams, we houden halfjaarlijkse informatiebijeenkomsten, we berichten op intranet en wisselen ideeën uit via Yammer. Overleg met ketenpartners is er ook, want in de zorgpaden zitten soms gaten die we niet zelf op kunnen vullen. Denk aan de GGZ en de jeugdzorg. Maar ook aan woonorganisaties en WerkPro bijvoorbeeld; huisvesting en dagbesteding zijn immers wezenlijke onderdelen van het behandeltraject. ‘Kortom’, rondt Ingrid af, ‘zoals een team een schakel is in het zorgpad van een cliënt, zo is VNN een schakel in diens levenspad. Als samenwerkingspartners hebben we elkaar steeds harder nodig. Dat is een van de redenen dat we in het voorjaar van 2013 een symposium organiseren over dit onderwerp.’
Zorgprogramma VNN Tussen het voorjaar van 2012 en de zomer van 2013 bouwt VNN aan een nieuwe zorgprogrammering. Hierin onderscheiden we deelprogramma’s voor de doelgroepen: jeugd, volwassenen en forensische cliënten (mensen die met justitie in aanraking zijn gekomen). Een zorgpad is de aaneenschakeling van stappen (modules) in het behandeltraject van een cliënt. Elk deelprogramma kent twee of drie zorgpaden, die qua intensiteit verschillen. Om ook de eerstelijnszorg te verbeteren, met name voor cliënten met lichtere verslavings problematiek, is een apart project gestart (zie pagina 12-13). Bij de ontwikkeling van de zorgpaden krijgt VNN deskundige ondersteuning vanuit het programma “In voor Zorg” van het ministerie van VWS. Dit programma helpt zorgorganisaties om hun werkprocessen beter in te richten.
omslag nr. 4 2012
09
COVERSTORY
LEEFSTIJLTRAINING:
IETS ANDERS DOEN DAN DRINKEN OF BLOWEN KAN OOK LEKKER ZIJN Zegt de ene deelnemer van de Leefstijltraining: ‘Ik dacht bij de eerste bijeenkomst: van die jonge grieten als behandelaren, wat moet dat worden? Maar die bleken toch hartstikke veel te weten!’ Zegt een ander: ‘Toen ik zag hoe happy groepsgenoten zich voelden omdat ze waren gestopt, wilde ik dat ook!’
Van links naar rechts: Madicken van GrevenIJzerman, Rianne Koerts en Eglantyne Hoekstra
tekst: Maria Ruygrok fotografie: Robert van der Molen Zo kunnen Madicken van Greven-IJzerman, Rianne Koerts en Eglantyne Hoekstra, ambulante hulpverleners in Winschoten, nog wel even doorgaan met het noemen van positieve reacties van hun cliënten. Meest voorkomend is de opluchting; de verademing als ze merken dat ze niet de enige zijn. Eglantyne: ‘In de eigen omgeving krijgen ze negatieve reacties op hun gebruik. Terwijl ze in de Leefstijlgroep een en al begrip voelen van de andere deelnemers.’ Is er dan geen kans op een ouwe-jongens-krentenbroodsfeertje, waarin elkaars gebruik juist wordt vergoelijkt? Rianne: ‘O nee, daar hoeden wij voor. Als de deelnemers tips en trucs gaan uitwisselen, bijvoorbeeld waar je drank allemaal kunt verstoppen, dan grijpen we in. We zijn niet voor niets geschoold in groeps dynamica.’ Drank de baas De bekendste Leefstijltraining is “In zeven weken drank, drugs of gokken de baas”. Het afgelopen najaar startten weer 14 deelnemers met deze (gratis) training in Winschoten. Het is een gemêleerde groep, zowel wat gebruik, leeftijd als achtergrond betreft. Rianne: ‘Tussen de aanmelding en de échte start zijn er altijd nog wat drop-outs, maar als ze één of twee keer geweest
Leefstijltraining is een behandeling voor mensen die hun alcohol- of middelengebruik of hun gokgedrag willen veranderen. Uitgangspunt is dat het gebruik aangeleerd gedrag is, dat te doorbreken is door ander gedrag aan te leren. VNN biedt vier varianten: een korte (4 gesprekken) en een lange (10 gesprekken) individuele behandeling, en een korte (6 bijeenkomsten) en een lange (12 bijeenkomsten) groepsbehandeling. Behandelaar en cliënt bekijken samen welke training het meest geschikt is. Sinds kort doet VNN ervaring op met Leefstijltraining Extra. Hierin worden individuele gesprekken gecombineerd met online-oefeningen.
10
omslag nr. 4 2012
zijn, dan blijven ze meestal komen.’ Eglantyne: ‘Zodra mensen het onderlinge begrip gewaarworden en overtuigd zijn dat alles wat gezegd wordt binnen de groep blijft, voelen ze zich veiliger. Ook de vaste structuur helpt daarbij.’ Strikt genomen is training trouwens niet de juiste benaming, stelt Rianne: ‘Het is een behandeling. De cliënten krijgen vaardig heden aangereikt om hun gedrag te veranderen.’ Geen sessies overslaan VNN in Winschoten biedt al jaren Leefstijltraining. Toch doen ze dat naar eigen zeggen pas echt goed nadat ze in 2010 in Amersfoort de “train-de-trainer”-opleiding van leefstijlgoeroe Maarten Merkx hebben gedaan. Sinds ze deze evidencedbased-methode kennen, omarmen ze het protocollaire werken. Rianne: ‘We staan er heel erg achter, hier in Oost-Groningen!’ Madicken: ‘Juist omdat bij onze cliëntengroep de motivatie sterk fluctueert, is het zo belangrijk dat je vasthoudt aan het protocol. Wij motiveren de deelnemers om hun dagboek bij te houden en geen sessies over te slaan.’ Eglantyne: ‘Vergelijk het maar met een medische kuur. Daarvan kun je ook niet even een onderdeel skippen. Dus kop d’r veur, anders lukt het niet.’ De drie komen enthousiast over. ‘Klopt helemaal’, zegt Rianne. ‘En ik ben ervan overtuigd dit enthousiasme overslaat op onze cliënten.’ Toch houden ze niet louter een hallelujaverhaal: de Leefstijl training is hier te lang een ondergeschoven kindje geweest, vinden ze. Op de vraag of de leefstijlbehandelaars van de verschillende VNN-locaties regelmatig kennis en ervaring uitwisselen, wordt spijtig nee geschud. Eglantyne: ‘Gelukkig is de Leefstijltraining een belangrijk onderdeel van de nieuwe VNN-zorgpaden (zie ook pagina 9, red.). Dat zal de coördinatie en de kwaliteit verder ten goede komen.’ Volkomen terecht, vindt Madicken: ‘Het merendeel van onze cliënten komt ervoor in aanmerking. Dus is het eigenlijk onze belangrijkste therapievorm!’
De Cliëntenraad over LEEFSTIJLTRAINING Met de Leefstijltraining slaat VNN de spijker op de kop, zo blijkt uit de positieve reacties van de leden van de Cliëntenraad (CR) van VNN:
Sociale druk De doelen van de deelnemers verschillen: de één wil minderen en de ander stoppen. Is dat niet lastig? Rianne: ‘Nee hoor, als ieders persoonlijke doel van tevoren maar duidelijk, haalbaar en realistisch geformuleerd is. Het zorgt juist ook voor dynamiek: allemaal zijn ze ervaringsdeskundig, dus prikkelen ze elkaar. Tegelijkertijd zijn velen zeer gevoelig voor sociale druk. In de maatschappij ervaren ze die om weer te gaan drinken, in de groep om te minderen of te stoppen.’ Madicken: ‘Gisteren had iemand zijn huiswerk niet gemaakt, maar hij wilde wél
‘KOP D’R VEUR, ANDERS LUKT HET NIET’ de resultaten van anderen vernemen. Toen kreeg hij de wind van voren. “Ja ja, zelf niks doen en wel horen wat wij gedaan hebben!”. Vrolijk: ‘Dus ik schat in dat zijn dagboekje straks wel ingevuld is! Maar wij bewaken het groepsproces hoor, het is niet de bedoeling dat men elkaar onderuit haalt.’ Dit huiswerk – elke dag bijhouden wanneer je “trek” krijgt en hoe je daarop reageert – is een wezenlijk onderdeel. ‘Hier krijgen ze de tools aangereikt, maar thuis moeten ze het doen. Tegenslagen blijven bestaan in het leven, de kunst is om er anders mee om te gaan.’ Eglantyne: ‘Het gaat er om dat ze erachter komen dat iets anders doen dan drinken of blowen, óók lekker kan zijn: bewegen, een kennis opzoeken, de frisse lucht in, een hobby oppakken. In de groep bespreken we ze anders gedaan hebben toen ze trek kregen. Alle successen vergroten we uit. Dat helpt.’ Madicken: ‘En wij relativeren de “trek”. We leggen uit dat trek geen voorspeller is, maar een risicofactor. Trek gaat heel vaak vanzelf over.’
Eén van de invalshoeken is de eigen ervaring in het verleden met PMT van een CR-lid: ‘De Leefstijltraining past helemaal in de visie van de CR op hoe ambulante hulp er in de praktijk zou moeten uitzien.’ ‘Deze training zouden veel meer mensen moeten volgen. Het helpt tegen de triggers die je kan tegenkomen in je leven.’ ‘Leefstijltraining lijkt mij een uitstekende manier om na te denken over alternatieven voor gebruik, een gezondere levensstijl en opnieuw zin geven aan het leven.’ Bezielende verhalen De leden geven ook graag wat tips, bijvoorbeeld over professionals en ervaringsdeskundigen: ‘Deze uitstekende methode zou verrijkt kunnen worden met de inbreng van bezielende verhalen van mensen die zelf verslaafd zijn geweest en die een zinvol en prikkelend alternatief hebben gevonden voor hun verslaving.’ ‘De cliënt voert zelf de regie. Met professionele ondersteuning van de trainers stelt de cliënt persoonlijke doelstellingen vast en deelt zijn nieuwe leefstijl-ervaring meteen in de wekelijkse groepsbijeenkomst. Zo zijn niet alleen de professionals in the lead, maar ook de ervaringsdeskundigen!’
kan voor de één een op zichzelf staande vorm van behandeling zijn en voor de ander het begin of een onderdeel van een traject. Het allerbelangrijkste is dat VNN mensen weet “vast te houden” zodra zij hun hulpvraag kenbaar maken.’ ‘Als Leefstijltraining is geïndiceerd, maar niet meteen kan worden gestart, bied dan wat anders. Een zelfhulpgroep of een wachttijdbuddy, maar laat de hulpvrager niet meer los!’ ‘Wat ik lees in het artikel, komt aardig overeen met de tweedaagse deeltijdbehandeling die ik gedaan heb in Groningen. Ook hier was er sprake van het bijhouden van een dagboek over ‘’trek-momenten’’ en hoe ermee om te gaan. En ook hier staan groepsdynamiek en veiligheid hoog in het vaandel.’ ‘Ik laat het artikel lezen in de zelfhelpgroepen, die kunnen er veel mee, denk ik zo.’ Enthousiasme ‘Wat me opvalt, is het enthousias me, dat de drie dames tentoonspreiden. Uit dit oogpunt zou ik zeggen: vooral doorgaan, want elke vorm van therapie naar het gevoel van ‘’genezing’’ is welkom! En dan is de slogan ‘’Kop d’r veur, anders red je het niet!” de juiste.’
Niet meer loslaten Namens de Cliëntenraad, De CR kijkt breder: ‘Leefstijltraining Jelly Gras, ambtelijk ondersteuner
omslag nr. 4 2012
11
verslaving en… de eerste lijn
‘EEN CLIËNT GAAT LIEVER NAAR IEMAND DAN NAAR IETS’ ‘VNN wil meer mensen met lichte en matige verslavingsproblematiek bereiken. Tegelijkertijd streven we ernaar dat mensen met zwaardere problematiek sneller en gerichter naar VNN doorverwezen worden’, aldus Fred van Dorp over het doel van “zijn” VNN-programma Eerstelijnszorg. tekst: Maria Ruygrok fotografie: Inge Jansen
‘Deze ambitie heeft VNN al een aantal jaren. Maar nu ook het overheidsbeleid gericht is op een flinke verschuiving van de tweede naar de eerste lijn, geeft dat uiteraard een extra duw in de rug. Zeker als zorgverzekeraars in 2013 en 2014 de bijbehorende budgetten gaan overhevelen.’ Als manager van het VNN-programma Eerstelijnszorg verzamelde Fred van Dorp in het voorjaar van 2012 een twaalfkoppig
Wat wil de overheid? Vanwege de toenemende zorgbehoefte in ons land en de oplopende kosten, is het regeringsbeleid nadrukkelijk gericht op betaalbare gezondheidszorg, dichterbij huis. De verantwoordelijkheid voor herstel komt meer bij de burger zelf te liggen en de rol van de huisarts moet versterkt worden. Minder bedden en verschuiving van tweede- naar eerstelijnszorg (basis-GGz) dus. Hierover is afgelopen zomer een akkoord gesloten tussen GGz Nederland, minister en zorgverzekeraars: vanaf 2014 wordt lichte en matige problematiek behandeld in de eerste lijn, tot maximaal 12 gesprekken.
12
omslag nr. 4 2012
team van, naar eigen zeggen, gedreven VNN’ers om zich heen. Beja van der Schaar, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige in Sneek, is er daar één van. Vanuit een eerder eerstelijnsproject kent zij veel huisartsen, bovendien geeft ze les aan de POH-GGz-opleiding (praktijkondersteuning huisartsen geestelijke gezondheidszorg). En in de afgelopen herfst was ze aanwezig voor voorlichting op de Friese huisartsendagen op Texel, waar
Doelgroep met lichte problematiek Noord-Nederland telt circa 65.000 volwassenen (18-65 jaar) met een middelenstoornis. Van deze groep zijn zo’n 8400 mensen in behandeling bij VNN. In 15% van de gevallen gaat het om lichte tot matige problematiek. Voor deze doelgroep gaat VNN wil het eigen eerstelijns aanbod versterken.
preventiecollega Marcel Seunenga workshops verzorgde samen met kinderarts Tjalling de Vries van het MC Leeuwarden. Het gezicht van VNN In winter 2012 en voorjaar 2013 start VNN pilots in zes huisartsenpraktijken, in elke noordelijke provincie twee. Een VNNbehandelaar gaat een à twee dagdelen per week meedraaien in deze praktijken. Tijdens spreekuren zal hij of zij advies-
Herkenning bij de huisarts In een gemiddelde huisartsenpraktijk is 3 tot 10% van de patiënten probleemdrinker. Dit zijn grofweg 200 mensen per praktijk, wat neerkomt op 16 spreekuurcontacten per week. In slechts 10 tot 30% van deze gesprekken herkent de huisarts alcoholgebruik als het achterliggende probleem. VNN gaat de voorlichting aan huisartsen en praktijkondersteuners verbeteren, zodat ze het gebruik eerder signaleren, hier beter op inspringen en (zo nodig) gericht kunnen doorverwijzen.
Huisartsenpraktijk ondersteuner over VNN en de eerste lijn Thijs Postma is POH-GGz (praktijkondersteuner huisartsen geestelijke gezondheidszorg) in twee huisartsenpraktijken in Zuid-Oost Drenthe. Hier biedt hij kortdurende GGz-hulp aan patiënten die de huisarts naar hem doorverwijst. Hij is in dienst van Indigo, een franchiseorganisatie waar onder andere GGZ Drenthe deel van uitmaakt. Niet alleen huisartsen, ook bijvoorbeeld wijkcentra en scholen kunnen Indigo-professionals inhuren om toegankelijke mentale hulp te bieden. Hoe kijkt Thijs Postma aan tegen de ambitie van VNN om zich meer op de eerstelijnszorg te richten?
Beja van der Schaar en Fred van Dorp: ‘Mensen moeten zich direct tot VNN kunnen wenden’
gesprekken voeren met patiënten met middelenproblematiek. Een ander doel is: deskundigheidsbevordering aan huisartsen en praktijkondersteuners geven over hoe ze signalen van middelengebruik kunnen herkennen en hoe ze gerichter kunnen doorverwijzen naar de juiste VNNhulp op de juiste plek. Uiteraard kunnen de eerstelijnscollega’s dan ook terecht
grotendeels in de tweede lijn, aan patiënten die naar ons doorverwezen zijn. Maar het is nadrukkelijk de bedoeling dat wij zelf ook meer eerstelijnsbehandeling gaan bieden, zodat mensen met middelenproblematiek zich direct tot ons kunnen wenden. Onze online-hulpverlening Webzorg en onze laagdrempelige Leefstijltrainingen (zie pagina 10/11, red.) zijn daar al goede
‘ZORG DAT JE ZICHTBAAR BENT, VNN!’ voor consultatie over bepaald gedrag van patiënten en over de werking van verschillende drugs. Beja: ‘Door onze fysieke aanwezigheid, krijgt VNN een gezicht. Tot nu toe is het zo dat als een huisarts tegen een patiënt zegt “Ga maar naar VNN”, dat deze zo’n advies lang niet altijd opvolgt. Mensen gaan nu eenmaal liever naar “iemand” dan naar “iets”. Het scheelt een stuk als ze je kennen, als je dichtbij bent.’ Dichter bij de mensen Fred: ‘Huisartsen en praktijkondersteuners zijn generalisten, terwijl VNN aanvullende, gespecialiseerde hulp biedt. Dat doen we
voorbeelden van. Om deze nog dichter bij de mensen te brengen, zouden ze ook georganiseerd kunnen worden in of vanuit huisartsenpraktijken en gezondheidscentra.’ Om daar meteen aan toe te voegen: ‘Of in samenwerking met andere eerstelijnsinstellingen. Want de eerste lijn is natuurlijk breder dan huisartsen. Samenwerking binnen de basis-GGz is ministens zo essentieel.’ Beja: ‘Achter een depressie of angst stoornis gaat regelmatig middelen problematiek schuil. Die wordt door eerstelijnspsychologen, systeemthera peuten of maatschappelijk werkers lang niet altijd herkend.’
‘Ik juich het toe dat VNN laagdrempeliger behandeling wil aanbieden. Zelf verwijs ik regelmatig patiënten naar het alcoholspreekuur van een VNN-preventiemedewerker in Emmen. Zo’n spreekuur is toch veel minder bedreigend dan DE verslavingszorg. Laatst zei iemand tegen me: “Als ik naar VNN moet, dan ben ik een alcoholist. Maar bij zo’n spreekuur gaat het om voorlichting: heb ik een alcoholprobleem of valt het wel mee?” Zo’n oriëntatie kan al motiverend genoeg zijn om drinkgedrag te veranderen.’ ‘Ik ben het ermee eens dat wij -huisartsen en praktijkondersteuners- middelengebruik niet snel herkennen. Wij zijn generalisten, we zijn klachtgericht en bieden snelle probleemoplossingen. Wij doen geen uitgebreide anamnese. Dus als de patiënt zelf niet begint over middelengebruik, dan ontdekken wij dat meestal niet. Daarom zou het goed zijn als ook VNN’ers meer spreekuren in de buurt zou hebben. Dat hoeft per se in de huisartsenpraktijk zelf, als het maar wel dichtbij en laagdrempelig is. Ik merk dagelijks hoe functioneel het is als je makkelijk kunt doorverwijzen en overleggen met andere disciplines: fysiotherapeut, diëtist, maatschappelijk werker...’. ‘Het zou ook mooi zijn als VNN-hulpverleners gaan deelnemen in de lokale wijkteams, waarin gemeente, politie, thuiszorg, welzijnswerk en GGz nu al zitting hebben. Of dat VNN vaker bij aansluit bij een van de lokale gezondheidsprojecten die regelmatig georganiseerd worden. Maar gemeenten moeten je daar wel voor uitnodigen natuurlijk. Zorg dus dat je zichtbaar bent, VNN!’ ‘Eén ding nog: versterking van de eerste lijn is een groot goed, maar ik blijf ook geloven in getrapte zorg. Ik kan ernstig verslaafde patiënten niet zelf behandelen en een huisarts ook niet. In zo’n geval beperkt mijn taak zich tot motiveren: proberen hen zo ver te krijgen dat ze gespecialiseerde hulp bij VNN gaan zoeken.’
omslag nr. 4 2012
13
ketenpartner
PERSOONLIJK CONTACT
LEIDT SNELLER TOT GEZAMENLIJKE OPLOSSINGEN
Patrick Sturing van het Leger des Heils: ‘Ik vind het mooi mensen te zien opkrabbelen.’
VNN en het Leger des Heils zijn op veel plekken ketenpartners. In De Breehof in Nieuw-Amsterdam zijn ze ook buren onder één dak. De VNN-kant biedt beschermd wonen, het Leger des Heils maatschappelijke opvang. Afdelingsmanager Patrick Sturing: ‘Ik durf te zeggen dat dankzij De Breehof de samenwerking in heel Zuidoost-Drenthe is opgebloeid.’ tekst: Jorrit Bosma foto: Inge Jansen
14
omslag nr. 4 2012
Afdelingsmanager van het Leger des Heils Patrick Sturing geeft leiding aan twintig medewerkers op De Breehof in NieuwAmsterdam en aan vijf op de dagopvang in Emmen. Hij is ook verantwoordelijk voor financiën en voor contacten met externen. Cliënten komen vaak in crisis binnen op de algemene opvang. De Breehof screent elke cliënt op tien leefgebieden en in overleg formuleren ze doelen in een persoonlijk zorgplan. Patrick: ‘Op elk leefgebied hoop je een klein stukje bagage mee te geven. Veel cliënten zijn eenzaam en hebben weinig dagritme. Je moet eerst leren op tijd op te staan, te eten en jezelf te verzorgen. Cliënten beginnen daarom bij binnenkomst meteen met interne dagbesteding en we zoeken externe plekken. Ik vind het mooi mensen te zien opkrabbelen. Dat ze het weer zien zitten en geholpen willen worden. Ook zie je onderlinge contacten opbloeien. Cliënten trekken samen op, worden maatjes en gaan soms zelfs samenwonen. Mijn werk is geen dag hetzelfde. De doorstroming
is groot en de groepsdynamiek is steeds anders. Soms verdwijnen cliënten weer op straat. Natuurlijk hebben wij het liefst positieve doorstroom. Dat kan zelfstandig wonen zijn of in een cluster met ambulante begeleiding. Of beschermd wonen, bijvoorbeeld bij VNN.’ Gangcollega’s ‘De samenwerking verloopt goed. Met VNN-teammanager Ginette Hendriks heb ik maandelijks overleg over de locatie. We zitten op dezelfde gang. We steken wel tien keer per dag de hand naar elkaar op en lopen zo even binnen. Het is prettig met een collega-leidinggevende te sparren. We hebben ook echt wat aan elkaar. VNN houdt wekelijks een spreekuur voor onze cliënten en kan methadon verstrekken. Andersom vangen wij tijdelijk cliënten op die een time-out hebben of op de wachtlijst staan. Nachtdiensten zijn gezamenlijk en er is één conciërge voor het hele pand. Fysiek is de scheiding wel heel duidelijk,
Leger des Heils in NieuwAmsterdam Leger des Heils Noord heeft in De Breehof een laagdrempelige nachtopvang (vier bedden) en een algemene opvang (twintig bedden). De algemene opvang is erop gericht de zelfredzaamheid van cliënten te vergroten. Het Leger heeft hier ongeveer twintig medewerkers. Cliënten doen alles zelf: boodschappen, schoonmaken en koken. De mate van begeleiding verschilt per cliënt. Een persoonlijk zorgplan beoogt (weer) een eigen plek in de maatschappij te verwerven. De gemiddelde verblijfsduur bedraagt tweeënhalve maand. Het Leger des Heils werkt vanuit een christelijke levensovertuiging. De organisatie wil er zijn voor alle naasten, ongeacht hun achtergrond. Het Leger is onvoorwaardelijk betrokken bij “mensen zonder helper”.
zowel in het pand als op het plein. Dat komt ook omdat onze cliënten niet mogen gebruiken. VNN heeft zich wel echt een plek moeten verwerven vier jaar geleden. Er komen toch andere medewerkers en een andere doelgroep in “ons” pand. Maar we hebben vooraf als teams de koppen bij elkaar gestoken en duidelijke werkafspraken gemaakt.’ Formele procedures omzeilen ‘Ik zie echt een positieve ontwikkeling. Het onderlinge vertrouwen groeit. Bij een crisis help je elkaar. Dan heb je opeens vier in plaats van twee collega’s die bijspringen. Als VNN een teamdag heeft, vallen onze collega’s weleens in. Je kunt echt op elkaar bouwen. Daardoor kun je ook sneller schakelen en samen oplossingen vinden. Op de gang zoek je elkaar sneller op dan wanneer je eerst een telefoniste moet bellen. Een paar weken geleden bijvoorbeeld. Een man kwam regelmatig bij onze nachtopvang, hij wilde
wel verder geholpen worden. Op straat en onder invloed was het steeds “nu even niet”, maar de hulpvraag klonk ondertussen wel door. VNN vond het tijd voor het IMC in Eelde (zie pagina 18/19, red.). Normaal mag een cliënt maar vijf dagen per maand in onze nachtopvang, maar ik maakte een uitzondering omdat VNN een plek aan het regelen was. Dat is bijzonder: vanuit ieders eigen expertise sámen voor de cliënt gaan, er een gezamenlijke case van maken. Je kunt het proces versnellen door elkaar op te zoeken en formele procedures waar mogelijk te omzeilen. Ik ben ervan overtuigd dat de samenwerking in De Breehof in heel Zuidoost-Drenthe doorwerkt.’ Relatie met buurt Er ontstond veel ophef in NieuwAmsterdam toen VNN in 2008 bij De Breehof introk. Patrick: ‘Weerstand heb je overal, maar hier was de buurt wel aan ons gewend na twintig jaar. Nu kwam er een groep met het stigma “junks” bij. De buurt maakt geen onderscheid tussen
zitten we met Plaatselijk Belang, de politie, de gemeente en buurtbewoners om tafel. Mensen kunnen hun verhaal en klachten kwijt. Andersom vertellen wij over ons werk. Het is belangrijk om voortdurend draagvlak en begrip te kweken en klachten serieus te nemen.’ Over kaders heen kijken Patrick is dus erg tevreden over de samenwerking, maar ziet ook mogelijkheden voor verbetering. ‘In de toekomst kunnen we nog meer gebruik maken van elkaars expertise. Zo zou ik graag meer VNNspreekuren hebben op onze afdeling. Of een VNN-training voor onze medewerkers hoe je gebruik herkent en ermee omgaat. Andersom kan VNN wat van onze houding leren. Onze cliënten bevinden zich vaak aan de onderkant van de samenleving. Vaak weet de samenleving ook niet wat ze met hen aanmoet. Het Leger wil altijd blijven proberen en kijken wat er nog wél mogelijk is. Soms moet je dan over kaders heen durven kijken.’ Het Leger des Heils is eigenaar van het
‘WE STEKEN WEL TIEN KEER PER DAG DE HAND NAAR ELKAAR OP’ organisaties. Bij overlast zegt men vaak “Dat is er vast eentje van De Breehof”. Die tegenwind heeft de samenwerking met VNN misschien wel hechter gemaakt. Vanaf het begin trokken we samen op. We openden een gezamenlijke klachtenlijn. Alle klachten worden geregistreerd, uitgezocht en afgehandeld tot een klager tevreden is. Elke drie maanden bespreken we klachten en signalen uit de buurt in het Plaatselijk Overleg Comité (POC). Daar
pand. Patrick hoopt dat die zakelijke relatie de inhoudelijke samenwerking niet in de weg zal staan. ‘Je hebt toch rechten en plichten. Stel dat er schade is aan het pand en er ontstaat een conflict. Hoe ga je daar dan mee om? Laatst hadden we last van ongedierte. Onze organisaties hebben verschillende protocollen en contracten met bestrijders. Toen kwamen er dus twee bedrijven. Afstemming via de bedrijfsbureaus zou nog beter kunnen.’
omslag nr. 4 2012
15
Opvallend Alcoholpoli in Assen Sinds 1 november beschikt het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen (WZA) over een alcoholpoli. De poli richt zich vooral op nazorg en preventie van jeugdige drinkers. Jongeren die na een alcoholvergiftiging in het Assense ziekenhuis zijn beland, de zogenaamde comazuipers, voeren samen met hun ouders gesprekken met een kinderarts. Daarnaast vult de jongere onder begeleiding een vragenlijst in op de website watdrinkjij.nl. Ook worden er afspraken gemaakt met een medisch maatschappelijk werker en krijgen de ouders een gedragsvragenlijst mee. Op basis van de uitkomst van de vragenlijsten en de gesprekken wordt bepaald hoe het eventuele vervolgtraject er uitziet. De alcoholpoli is niet verplicht. De opname vanwege alcoholvergiftiging komt
echter wel terecht in het medisch dossier van de jongere. Als de jongere nogmaals in het ziekenhuis belandt met een alcoholvergiftiging, volgt er een melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Naast de alcoholpoli in Assen zijn er in Nederland nog vier poli’s: in Delft, Hoorn, Eindhoven en Leeuwarden. Er zijn boven dien plannen voor een alcoholpoli in Groningen. Bron: Dagblad van het Noorden
Eerste Nederlandse verslavingsApp GGZ-instelling “Ready For Change” uit Rotterdam heeft als eerste Nederlandse instelling een verslavingsApp gelanceerd. Deze App is gratis verkrijgbaar in de App Store. De verslavingsApp bevat onder meer een zelftest. Ook bevat de App een button voor noodhulp. De gebruiker krijgt dan rechtstreeks contact met een hulpverlener. Voor ex-verslaafden bevat de App een programma waarmee ze hun “cleantijd” kunnen berekenen: de hoeveelheid dagen of uren die ze zonder alcohol of drugs kunnen. Ook heeft de App de button “terugvalpreventie” met informatie over zelfhulpgroepen in de buurt van de gebrui-
16
omslag nr. 4 2012
ker van de App. De App bevat bovendien buttons met praktische informatie, ook voor partners, vrienden en familie. De eerste verslavingsApp van Nederland is gebouwd door de Amerikaanse applicatiebouwer Tristit. Tristit hoopt op deze manier de Europese markt op het gebied van gezondheidszorg-Apps te veroveren. Bron: www.medicalfacts.nl
Nieuwe website over alcohol en cannabis voor LVB-jongeren Jongeren en volwassenen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) op een laagdrempelige en beeldende manier informeren over alcohol- en cannabisgebruik. Dat is het doel van de nieuwe website bekijkhetnuchter.nl. Juist bij jongeren en jongvolwassenen met een lichte verstandelijke beperking leidt het gebruik van alcohol en drugs sneller tot problemen thuis, op school of op het werk en zijn de risico’s op gezondheidsschade (waaronder verslaving) groot. De reguliere preventie- en voorlichtingsactiveiten zijn niet geschikt voor deze doelgroep, terwijl het belang ervan groot is. Bekijkhetnuchter.nl geeft op een makkelijke manier -met weinig geschreven tekst en veel beelden en gesproken woord- uitleg over alcohol en blowen. Aan de hand van Steffie, een digitaal personage, krijgt de bezoeker uitleg over de effecten van alcohol drinken of blowen. Bron: www.trimbos.nl
Doorstart voor De Nieuwe Skuul op Texel Op 1 oktober is De Skuul, herstelondersteunende verslavingszorg, geopend. De Skuul is een zelfstandige GGZ-instelling en een voortzetting van wat voorheen De Nieuwe Skuul heette, een afdeling voor verslavingszorg van Jellinek/Arkin uit Amsterdam. De Skuul is een woonboerderij voor mannen en vrouwen die hun problemen met het gebruik van alcohol, medicijnen en gokken (nog) niet kunnen hanteren. Er wordt gewerkt in twee groepen van maximaal acht personen. De behandeling duurt ongeveer vier maanden en wordt vergoed door de zorgverzekeraar. Bewoners betalen echter wel een eigen bijdrage voor hun verblijf van €150,- per maand. Zie voor meer informatie www.deskuul.nl.
omslag nr. 4 2012
17
Het Intramuraal Motivatie Centrum (IMC) in Eelde diagnosticeert justitiabelen en motiveert hen tot een vervolgbehandeling. Er is plaats voor maximaal 22 cliënten. Het team zou graag zien dat het IMC zich ontwikkelt tot een forensische verslavingskliniek. Intake- en indicatiesecretaresse Meta Plenter en sociotherapeut Henk Meijers vertellen over hun werk.
TEAM CENTRAAL
INTRAMURAAL MOTIVATIE CENTRUM EELDE
Wat doen jullie? Meta: ‘Ik werk hier al sinds het beginjaar 1997 als intake- en indicatiesecretaresse en aanmeldcoördinator forensische zorg. Naast de aanmeldingen heb ik ook veel te maken met cliënten die bij ons op kantoor komen bellen of post versturen. Als expert zit ik ook in een werkgroep om de forensische administratie VNN-breed te verbeteren.’ Henk: ‘Ik heb lang gewerkt in het gevangeniswezen en werk nu zesenhalf jaar op het IMC als sociotherapeut. Ik ben mentor van drie cliënten en doe groepen met thema’s als terugvalpreventie, interactie en sport. Ook geef ik individuele leefstijltraining (zie pag. 10/11, red.). We doen hier aan stabilisatie, diagnostiek, motivatie en lichamelijke verbetering.’ Wat is de kracht van jullie team? Meta: ‘De eenheid. We zijn echt een hecht team. Dat is ook nodig, anders red je het hier niet. Ik voel me echt gesteund door collega’s.’ Henk: ‘We zijn heel open naar elkaar, ook als je iets niet leuk vindt van elkaar. Als ik ergens mee zit, vragen collega’s hoe het gaat. Je hóeft dan
18
omslag nr. 4 2012
niet te praten, maar het kan wel. Het is al genoeg dat een collega ziet dat je niet lekker in je vel zit en even iets overneemt.’ Waar kan het team nog in groeien? Meta: ‘We hebben vaak tijdgebrek. Dan is de overdracht soms onvoldoende. Ik vind ook dat we nog meer op één lijn mogen zitten met het hanteren van regels. Anders krijg je verwarring onder collega’s en cliënten.’ Henk: ‘We hanteren het motto: Wat niet staat opgeschreven, bestaat niet. Als ik mijn collega niet doorgeef dat een cliënt ‘s avonds mag bellen, dan ontstaat er een probleem. Geef je de cliënt het voordeel van de twijfel? Dat gebeurt, maar daar kan ook misbruik van gemaakt worden.’ Wat is nodig om bij jullie te kunnen komen werken? Meta: ‘Je moet levenservaring hebben en feeling met de doelgroep. Toen ik hier begon, geloofde ik alles wat cliënten tegen me zeiden. Ik ging uit van het goede, dat was een beetje naïef. Ik heb echt moeten
tekst: Jorrit Bosma foto: Robert van der Molen
Van links naar rechts: Rudi Kromowidjojo, Henk Meijers, José Meermans, Willeke Greving, Jellie de Jong, Marjon van Dijk, Christa Rustbiel, Botte Schotanus, Meta Plenter, Hanneke Westenbroek, Daijana Wezeman, Sweis Ubels, Jessica de Vries, Geralda Extra, Henk Wit , Elma de Jong, Eva Petersma en Chris Helweg. (Niet op de foto: Erwin Apperloo, Ruud Bekkering, Hafid Bounaanaa, Jochem Slijkhuis, Henk Smit, Sue Vejjabul, Ria Wiering en de medewerkers waak- en slaapdiensten).
leren omgaan met verslavingsgedrag. Je moet ook met stress en agressie om kunnen gaan.’ Henk: ‘Niet iedereen is geschikt om hier te werken. Je moet regelvast zijn én flexibel. Uitzonderingen moet je altijd kunnen onderbouwen. Je bent vaak gebonden aan de eisen in een strafvonnis. Maar cliënten zijn allergisch voor “moeten”. De kunst is dus om het zo te brengen dat een cliënt het nut inziet voor zijn toekomst.’ Waarom wil het team graag dat het IMC zich ontwikkelt tot een forensische verslavingskliniek? Henk: ‘Wij zijn gespecialiseerd in de forensische doelgroep. In het landelijke zorgstelsel is er weinig tot niets voor deze groep. Vertrouwen winnen is een lang proces. Het zou mooi zijn als cliënten hun traject onder één dak kunnen doorlopen: van stabilisatie en diagnose tot en met behandelen, nazorg en woonbegeleiding in satellietwoningen. De nazorg laat nu vaak te wensen over.’ Meta: ‘Als wij nu een cliënt doorverwijzen, moet hij opnieuw aarden in een heel andere setting. In een forensische verslavingskliniek kun je ook
met delictscenario’s werken: hoe komt iemand tot een delict? We kunnen dan veel meer doen. Voor het team is dat ook een welkome uitdaging.’ Komt die kliniek er? Henk: ‘Er is onzekerheid over de toekomst van het IMC en dat zorgt voor onrust. Mensen gaan daardoor solliciteren. Ik hoop dat er snel duidelijkheid komt, wat het ook moge zijn.’ Meta: We zitten al vijftien jaar in dit noodgebouw. Bij eerdere nieuwbouwplannen waren we al over de inrichting aan het nadenken. Toen ging het toch niet door. We zijn nu wel aan het inventariseren hoe een forensische verslavingskliniek er uit zou moeten zien en wat ervoor nodig is. Ik lever input voor het opzetten van de administratie. Ik hoop echt dat die kliniek er komt!’ NB Inmiddels is duidelijk geworden dat er een nieuw gebouw voor het IMC is gevonden. Het IMC zal in 2014 naar Beilen verhuizen en daar verder gaan als forensische verslavingskliniek in samenwerking met GGZ Drenthe.
omslag nr. 4 2012
19
De bedoeling van creatieve therapie is je op kunstzinnige wijze te uiten. Dit kan zowel te maken hebben met je doelen als met je gevoelens. Ik vroeg de therapeute mij een opdracht te geven die in het teken stond van verbinding. Voor mij betekent verbinding het aangaan van contact, in de ruimste zin van het woord. Op een mooie woensdagmiddag stond er een bakje vol spullen voor mij klaar: karton, kurk, ijzerdraad, stof. De opdracht was even simpel als gecompliceerd: ‘Maak iets van de spullen in het bakje, door ze te verbinden. Alleen de aanwezige materialen mogen worden gebruikt.’
Al snel vormde zich in mijn hoofd het “verbindingsproject”. Het moest een zeilschip worden. Ik hou van de zee en schepen vind ik prachtig. Voortvarend (hoe toepasselijk) ben ik aan de slag gegaan en aan het einde van het eerste uur had mijn windjammer al duidelijk vorm gekregen. De twee weken erna heb ik mijn schip voltooid en ik was meer dan tevreden over het eindresultaat. Ondanks mijn twee linkerhanden had ik iets prachtigs gebouwd. Alles verbonden tot één geheel.
Verbinding
Wat heeft het maken van dit schip voor mij betekend? Er zijn vele mogelijkheden om me ergens aan te verbinden of iets met elkaar te verbinden. Ik hoef vaak niet lang te zoeken om dát te vinden wat ik nodig heb. Als ik me ervoor openstel, is er veel mogelijk. Door te verbinden bouw ik iets. Iets wat ik tijdens mijn verslaving juist afbrak. En wat betekent het schip voor mijzelf? Ik kan weer vooruitkijken. Tot aan de horizon en daarna komt er vast wel weer iets nieuws. De wereld is niet langer plat en donker. Als kapitein op mijn eigen schip is het mijn taak het schip varende te houden. Ervoor zorgen dat het niet strandt. En mocht dat onverhoopt toch gebeuren, dan weet ik ook hoe ik mijn schip weer vlot moet trekken. Marcel, cliënt vervolggroep deeltijdbehandeling Groningen