het magazine van verslavingszorg noord nederland jaargang 2, nr. 2 2012
COVERSTORY
MDFT: Therapie voor het hele gezin
Jansje Kolthof, namens het team behandeling Aweg
COLOFON Omslag is een magazine voor cliënten, medewerkers en relaties van Verslavingszorg Noord Nederland en wordt
Veelzijdig
en van alle markten thuis
gemaakt onder verantwoordelijkheid van de afdeling Communicatie. Omslag verschijnt vier keer per jaar. Hoofd- en eindredactie: Eveline Molenaar (hoofdredacteur) Lianne Zijlstra (eindredacteur)
“Veelzijdig en van alle markten thuis” moeten we zijn als we bij VNN werken en “doen wat nuttig is en werkt”. Muurtjes afbreken en opbouwen, ramen
Aan dit nummer werkten mee:
openen of juist sluiten, zaken laten zoals ze zijn of radicaal helpen veranderen,
Albert Hazenberg, Auke Koekoek, Casper, Corien van
dat is wat ambulante behandelaren in gesprek met cliënten doen.
Luijk, Hans Venema, Henk Eitens, Henk ter Horst, Janny Boskamp, Jansje Kolthof, Jelly Gras,
Soms kunnen we cliënten in een vroeg stadium ondersteunen bij hun vraag waardoor ontsporing van middelengebruik uitblijft. Dat werkt dan. Soms is de ontsporing er al wel, maar is deze redelijk snel onder controle te krijgen; zonder dat de cliënt de wens heeft de geschiedenis die voorafgaat onder de loep te nemen. Dan werkt dat ook.
Jorrit Bosma, Josch, Kobi Bosma, Mirjam van der Vaart, Natie Visser, Rianne Abbring, Rianne Sulmann, Saffira Rijkee, Sietse de Jong, Trijnie Tillema, Wim Wubs Fotografie Jacky van der Ende
INHOUDsopgave
6
Drie dagen achter de gokkast Afgestudeerd in de psychologie en gok verslaafd. Dat zijn karakter veranderde, vond Josch (27) nog het ergste.
8
Robert van der Molen
Verslaafd op oudere leeftijd
(h)erkend en begrepen worden, er moeten handvatten gevonden worden om
Vormgeving
Toen hij de bijnaam “Henk Port” kreeg, wist Henk ter Horst (73) dat het niet goed kwam.
toekomstige ontsporing tegen te gaan.
Haagsblauw, Den Haag
De foto die u ziet op pagina 6, de onderwerpen in dit nummer en het team dat
Druk
centraal staat hebben met bovengenoemde veelzijdigheid van ambulante
Koninklijke Van Gorcum BV, Assen
Soms is de relatie tussen gebeurtenissen in het leven zo nauw met de verslavingsproblemen verbonden dat, om herhaling te voorkomen, de luiken
Mirjam van der Vaart
naar het verleden opengezet moeten worden. Er moet ontdekt, benoemd,
hulpverlening te maken. Wil een cannabis- of gokverslaafd jong iemand een omslag in zijn leven maken, dan is een andere aanpak nodig dan wanneer het kind van een 60+’er belt en aangeeft dat ‘vader sterk vermagert en naar alcohol ruikt, een te hoge bloeddruk heeft, drank en medicijnen gebruikt, niets wil en soms de deur niet opendoet’. Over zijn individuele omslag vertelt de in dit nummer geïnterviewde gokverslaafde Josch. Over waarom MDFT niet de laatste strohalm zou
Oplage 3.500 exemplaren
www.vnn.nl
team Aweg op pagina 18 over deze missie.
02
omslag nr. 2 2012
‘Echt heel goed’ vindt Hans Venema van Bureau Jeugdzorg Groningen de werkwijze van de jongerenwerkers van VNN.
9702 KA Groningen
[email protected]
18
Abonnee worden? Stuur een e-mail naar
[email protected]. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaardt de redactie geen aansprakelijkheid. Publiceren onder pseudoniem is mogelijk, de echte namen zijn bekend bij de redactie. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, in fotokopie of anderszins, zonder voorafgaande toestemming. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
14 Ketenpartner: Bureau Jeugdzorg Groningen
Postbus 8003
ambulante (en overige) hulpverleners. Wat is eigenlijk kwaliteit van leven en
al die kwaliteiten eigen maken en bij blijven leren... Lees ook het verhaal van
12
Afdeling Communicatie
050 - 364 89 86
En als de cliënten al niet hardlopen moeten wij hulpverleners ons hardlopend
‘Wij leren ouders op een andere manier te communiceren, zodat ze weer eens met open vizier kunnen luisteren naar wat de jongere eigenlijk te vertellen heeft.’
Verslavingszorg Noord Nederland
Verslaving onder ouderen (pagina 8) vraagt een omslag in het denken van
dit zijn vragen die hulpverleners zichzelf en elkaar moeten stellen.
Multi Dimensionele Familie Therapie (MDFT)
Redactieadres
moeten zijn, vertelt de MDFT-therapeut.
wie bepaalt dat, in hoeverre mag ik ingrijpen in de leefwijze van een oudere,
10
Verslaving en hardlopen Voor runningtherapeut Albert Hazenberg is er niets mooiers dan zijn cliënten te laten inzien dat ze wél iets kunnen. Ex-cliënt Casper is net als Albert besmet met het hardloopvirus.
Team centraal: behandelteam Aweg Groningen ‘We worden steeds meer een team en stralen dat ook uit.’
omslag nr. 2 2012
03
Zingevingsfestival 2012 Op dinsdag 19 juni organiseren VNN en GGZ Drenthe voor de tweede keer gezamenlijk het Zingevingsfestival, ten behoeve van alle cliënten die bij hen in zorg zijn. Het festival vindt dit jaar plaats op landgoed Nieuw Allardsoog in Bakkeveen. Op verhaal komen Het Zingevingsfestival is een feestelijke, ontspannen en creatieve dag voor cliënten en naastbetrokkenen, zoals vrienden en familie. De deelnemers worden in het dagelijks leven geconfronteerd met psychische klachten en/of verslavingsproblemen. Het festival wil deze mensen “op verhaal” laten komen door ze een feeste-
Nieuwe
bereikbaarheidsdienst VNN
04
omslag nr. 2 2012
of problemen hebben betreffende verslaving. De telefoondienst wordt bemand door ervaringsdeskundige vrijwilligers van VNN, die kennis hebben van verslavingsgerelateerde zaken.
Op 22 en 23 mei jl. heeft VNN de training Oplossingsgericht Denken en Werken georganiseerd. Deze training sluit aan bij de zorg die VNN biedt. Het bijzondere van de training was, dat deze ook toegankelijk was voor deelnemers van buiten VNN. Naast honderd VNN-medewerkers waren er honderd externe deelnemers aanwezig. VNN is in januari 2011 gestart met het project Oplossingsgericht Denken en Werken. Tijdens de tweedaagse training maakte men kennis met de werkwijze achter Oplossingsgericht Denken en Werken. Aan de hand van concrete cases van deelnemers werden verschillende oefeningen in kleine groepen gehouden en live demo’s uitgespeeld. Deze methode is een belangrijke aanvulling op het repertoire van de professionele hulpverlener. De training werd gegeven door Louis Cauffman, een internationale coryfee op het gebied van Oplossingsgericht Denken en Werken. Al jaren geeft hij opleiding in
lijke en ontspannen dag te bezorgen. Dit jaar met als thema “Uit eigen beweging”. Deelname is gratis en voor busvervoer wordt gezorgd, vanuit zeventien opstapplaatsen in de drie noordelijke provincies. Kijk voor meer informatie en aanmelding op www.vnn.nl/zingevingsfestival of www.ggzdrenthe.nl/zingevingsfestival.
✆
Onlangs is de nieuwe cliëntgestuurde bereikbaarheidsdienst van VNN, “Trek aan de bel” van start gegaan. “Trek aan de bel” kan, via 0800 – 020 27 21, zeven dagen per week gratis en anoniem gebeld worden. Er kan gebeld worden in het geval van dreigende terugval in het gebruik van verslavende middelen of vragen die daaraan gerelateerd zijn. De dienst is niet alleen bedoeld voor cliënten en ex-cliënten, maar ook voor naasten of anderen die vragen
Oplossingsgericht Denken en Werken draagt bij aan goede hulpverlening
Het team is bekend met de zorg die VNN biedt en weet ook welke andere maatschappelijke organisaties er zijn in het werkgebied van VNN. VNN hoopt zowel het team vrijwilligers als de dienst zelf in de toekomst verder uit te kunnen breiden.
de oplossingsgerichte benadering in diverse settings binnen de gezondheidszorg en het bedrijfsleven. We horen vele positieve geluiden van medewerkers. Zij merken dat het Oplossingsgericht Denken en Werken bijdraagt aan een goed hulpverleningsproces voor zowel cliënt als medewerker.
Twitter mee over Oplossingsgericht Denken en Werken via @VeerkrachtVNN.
Feestelijke afronding
Make up your mind
Op 16 april heeft de feestelijke afronding van het project Make up your mind plaatsgevonden in Leeuwarden. Tijdens een gezamenlijke lunch zijn de producten van Make up your mind gepresenteerd en hebben de deelnemers een oefening uit het werkboek voor jongeren aan den lijve ondervonden. Make up your mind is een behandel module voor jongeren tussen de twaalf en achttien jaar die alcohol of drugs gebruiken, gokken en gamen en problemen ervaren die gerelateerd zijn aan het middelengebruik, gokken en gamen. De
leuk or i n g
NIEUWS
vnn tim
module heeft een individuele variant (acht bijeenkomsten) en een groepsvariant (negen bijeenkomsten). Een informatiebijeenkomst voor ouders/opvoeders en het werken met een “maatje” zijn integraal onderdeel van de module.
Make up your mind is een gezamenlijk product van Jeugdhulp Friesland, Behandelcentrum Woodbrookers en Verslavingszorg Noord Nederland. Voor meer informatie: Kobi Bosma (
[email protected] of 06-51565732).
omslag nr. 2 2012
05
MIJN OMSLAG Hij vindt zijn verhaal niet zo bijzonder vergeleken met dat van sommige gokverslaafden uit zijn groep. Toch zocht hij een jaar geleden hulp bij VNN. ‘Het zijn nog maar drie jaar, maar dat zijn drie jaar te veel om gokverslaafd te zijn.’
Vluchten
in lichtjes en getallen
Twee maanden geleden studeerde Josch (27) af, nota bene in de psychologie. ‘Haha, ja, dat maakte het niet gemakkelijker. Ik zou alles beter moeten weten dan de “gewone” gokker, maar dat hielp helemaal niks. In theorie wist ik prima wat er gebeurde, maar in de praktijk…’ Josch is het gokequivalent van de periodedrinker: hij wist de afgelopen drie jaar steeds een paar weken bij gokhallen uit de buurt te blijven, om daarna twee tot drie volle dagen achter een gokkast door te brengen. Zijn studie psychologie, waarvoor hij vijf jaar geleden vanuit Zuid-Duitsland naar Nederland kwam, was pittig en daarnaast werkte hij heel veel. Daardoor had hij voor een student altijd genoeg geld, maar ook veel stress. Omgaan met stress vindt hij altijd al moeilijk en achteraf denkt hij dat hij altijd een manier heeft gezocht om hier beter mee om te kunnen gaan. In zijn jeugd kampte hij jaren met een blowverslaving. Na jaren geen verslaving, bleken gokkasten de ideale manier om te vluchten voor de werkelijkheid.
en gaven me zakgeld zodat ik in ieder geval niet al mijn geld kon uitgeven. Maar ik probeerde dan toch aan meer geld te komen. Ik probeerde mijn vriendin en vrienden gewoon op te lichten, steeds geniepiger. Zo erg verandert een verslaving je. Maar in je eentje zie je dat soort dingen niet. Pas toen mijn vrienden me ermee confronteerden dacht ik: waar ben ik mee bezig? Op dat moment besefte ik dat het anders moest en heb ik me door laten verwijzen. Zo kwam ik bij VNN terecht.’ Josch doorliep een gokgroep en een algemene leefstijltraining. Nu zit hij in een nieuwe groep die een combinatie is van de eerste twee, puur gericht op gokkers. Hij heeft heel veel aan de ervaringen van andere gokkers. De informatie die hij in de eerste gokgroep kreeg was ook een eyeopener. ‘We leerden hoe zo’n kast in elkaar zit, over alle theorieën achter gokken en verschillende psychologische processen zoals “magical thinking”. Dat houdt in dat je echt denkt dat je die kast kunt beïnvloeden. Ik wist het wel, maar toch was het goed om steeds
‘Je denkt echt dat je die gokkast kunt beïnvloeden’ Als je twee of drie volle dagen achter zo’n kast doorbrengt moet je wel helemaal van de wereld zijn. ‘Ja, en dat is juist het effect dat je zoekt. Al je zorgen ben je helemaal kwijt. Je ziet alleen maar die lichtjes en hebt heel simpele gedachten over getallen.’ Maar uiteindelijk leverde gokken hem alleen maar meer stress op. Zijn verliezen werden steeds groter waardoor hij nog meer moest gaan werken. Tijd om stress op een gezonde manier weg te werken was er niet. ‘En nog kon ik niet zomaar stoppen.’ Uiteindelijk vertelde Josch zijn geheim aan zijn vriendin en een paar goede vrienden. Zij spoorden hem aan hulp te zoeken. Dat was een grote stap. ‘Want je denkt zelf natuurlijk dat het zo erg niet is. Daarom ging ik eerst naar de studentenpsycholoog. Deze wilde me al snel door verwijzen maar dat wilde ik niet.’ Als hij na drie volle dagen achter de gokkast ontwaakte uit zijn roes vond hij zichzelf zwak en was hij erg teleurgesteld in zichzelf. Maar het ergste vond hij dat zijn karakter veranderde. ‘Dat gebeurt zo snel. Ik ben heel gelukkig dat ik vrienden om mij heen had die actief meehielpen om mij te laten stoppen. Ze namen mijn pinpas in beslag
tekst: Saffira Rijkee
weer te horen te krijgen: je hebt geen invloed op die kast. Want ook al weet je het en begrijp je het, op een gegeven moment zit je toch weer voor die kast en druk je op een bepaalde manier op de knoppen en ergens geloof je dan toch dat je beter bent dan die andere gokkers die alleen maar verliezen.’ Josch gokt nog steeds, anderhalve maand geleden voor het laatst. Dat is op zich een lange tijd, maar zeggen dat hij er klaar mee is durft hij niet meer. Hij heeft wel hoop, want er zijn gokkers die er helemaal vanaf komen. Toch zal hij altijd voorzichtig moeten blijven, net zoals een alcoholist die geen druppel meer mag drinken. Voor nu wil hij zich enkel richten op zijn genezing. Daarna gaat hij pas bedenken wat hij wil met zijn leven. Kunst maken is in elk geval al een stap in de goede richting: zijn muren hangen er helemaal vol mee, schilderen maakt hem rustig. Terug naar Zuid-Duitsland gaat hij niet, al sluit hij niet uit dat heimwee ook één van de oorzaken van zijn vluchtgedrag is geweest. ‘Ik voel me hier thuis. Ik heb heel bewust gekozen om mijn geluk ergens anders te zoeken en dat heb ik hier wel gevonden. Het is nog niet helemaal af, maar ik ben er mee bezig!’
fotografie: Mirjam van der Vaart
06
nr. 2 2012
omslag nr. 2 2012
07
Verslaving en ouderen
‘Coaching zou net zo normaal moeten zijn als een cursus’
Steeds meer ouderen ontwikkelen verslavingsproblemen. Oorzaken, aard en omvang van deze problemen worden op dit moment onderzocht in opdracht van de ZonMw-commissie Risicogedrag en Afhankelijkheid*. Henk ter Horst (73) weet zelf wel waarom hij op zijn oude dag nog verslaafd raakte.
Vanaf februari heeft VNN een nieuw instrument voor professionele ontwikkeling. In een serie gesprekken met een interne coach komt van alles aan bod: sterke kanten, valkuilen en het aanleren van gewenst gedrag. Henk ter Horst
tekst: Saffira Rijkee
tekst: Jorrit Bosma fotografie: Jacky van der Ende
fotografie: Robert van der Molen Hij weet, zo zegt hij zelf, inmiddels wel waar Abraham de mosterd haalt. Nog altijd staat hij midden in het leven. Hij doet vrijwilligerswerk, heeft zitting in allerlei besturen en in de cliëntenraad van woonzorgcentrum Erasmushiem in Leeuwarden, waar hij woont. Ook werkt hij mee aan een boek over de geschiedenis van de kaasdivisie onder Frico. Henk ter Horst heeft altijd een goede baan gehad, eerst bij een verzekeringsmaatschappij, later als intermediair in de reclamewereld. Samen met zijn vrouw bezat hij een mooi huis in een dorpje bij Leeuwarden en het echtpaar werd gezegend met twee kinderen. Maar waar die mosterd vandaan komt, daar is hij ook op minder plezierige manieren achtergekomen. Op de dag van zijn examen op het HBS, was Henk met zijn zusje thuis. Hun vader had ploegendienst, maar was nergens te bekennen. ‘Ik weet niet waarom, maar ik had zo’n unheimisch gevoel. Ik liep naar zolder en daar hing mijn vader, hij had zich opgehangen. Vraag me niet hoe, maar ik heb hem in no-time losgekregen
en heb net zolang geschreeuwd en aan hem geschud tot hij weer rochelend ademhaalde.’ Henks vader leefde na zijn zelfmoord poging nog dertig jaar, maar er is nooit meer over gesproken. Henk nam al gauw de rol van ouder op zijn schouders voor zijn twee zusjes. ‘Ik kon redelijk met die spanning omgaan, behalve als mijn vader met touwtjes rondliep of als ik ’s nachts iets hoorde.’ In de reclamewereld waarin Henk later zat werd altijd veel gedronken, maar zelf had Henk nooit enige interesse in alcohol. ‘In 1972 zijn we in Parijs wezen stappen en toen is het misgegaan. Dat was mijn kennismaking met te veel. Daarna heb ik jaren niet gedronken, tot er weer eens iets gebeurde en ik in de drank vluchtte.’ Henk dronk nooit dagen achter elkaar, juist hele lange periodes niet, maar als hij eenmaal dronk gingen alle remmen los. ‘Ik heb altijd waardering gehad voor mensen die twee uur met een glaasje jenever kunnen doen. Ik kan dat niet.’
‘Ik dacht: ik haal maar een flesje port’ 08
omslag nr. 2 2012
In 2007 overleed Henks vrouw, na een gevecht van twintig jaar tegen kanker. ‘Ze heeft nooit geklaagd, stond altijd voor anderen klaar.’ Henk ging door met leven, tot hij hun huis verkocht in 2010. Toen kwamen er zoveel emoties los dat hij dacht: ik haal maar een flesje port. De eeuwige zorgen om zijn zoon, die schizofreen is, het verdriet om zijn vrouw en zijn jeugd zorgden ervoor dat alcoholverslaving Henk eindelijk in zijn greep kreeg. Hij kreeg zelfs de bijnaam Henk Port. ‘Toen dacht ik: Henk, dit komt niet goed.’ Hij meldde zich aan bij VNN, had een goed gesprek met de verslavingsarts waardoor hij begreep hoe zijn verslaving was ontstaan, en zette zonder moeite een streep onder zijn gebruik. Hij is nog steeds in cognitieve therapie, want hij weet dat alcohol altijd zal blijven trekken. ‘Ik weet ook dat als je iets echt wilt, het ook gebeurt. En dat niemand een probleem voor je op kan lossen.’ Henk is een selfmade man. Eentje met veel verdriet, onder andere over zijn zoon. ‘Maar ik hoef niet te klagen. Ik denk wel eens: wat overkomt mij toch allemaal? En dan komt er een invalidekar voorbij met een meneer zonder benen. En die fluit ook nog. Dan denk ik nou, wat mankeert jou dan in vredesnaam?’ * Zon Mw is een organisatie die gezondheids onderzoek en zorginnovatie stimuleert.
Wim Wubs (56) is interne coach. Hij lost problemen niet op en geeft geen adviezen. Wat doet Wim dan wel? Hij leert medewerkers zelf oplossingen te ontdekken door optimaal gebruik te maken van hun eigen kracht. ‘Coaching is niet alleen voor overspannen medewerkers – dat misverstand hoor ik vaak. Coaching stimuleert ontwikkelgericht leren. Het brengt een verbeterproces op gang waar medewerkers zelf verder mee gaan. Iedere professional zou het eigenlijk moeten doen.’ Pilot scoort goed In 2010 start Wim de pilot Interne Professionele Begeleiding (IPB). Hij inventariseert de behoefte en het aanbod van begeleidingsvormen. Naast coaching van individuen en teams horen daar ook intervisie, supervisie, teamdagen en specifieke trainingen bij. Wim formeert een pool van interne deskundigen die kunnen coachen of trainen. Zij kennen de organisatie als geen ander en zijn bovendien goedkoper. De activiteiten in de pilot zouden commercieel bijna de helft duurder uitvallen. Toch is de aanpak niet alleen door euro’s ingegeven. Inhoudelijk weten de interne coaches precies wat speelt bij VNN. Zo ontstaat er snel een klik. De ‘coachees’ (gecoachten) en hun leidinggevenden gaven de interne coaching gemiddeld een 8. Bewustwording Een van Wims eerste coachees in de pilot was Henk Eitens (50). Als Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV) had hij net een nieuwe rol als teamleider gekregen. Henk: ‘Ik voel mij superverantwoordelijk als mens en als hulpverlener. Daarom trek ik veel naar me toe. Als teamleider krijg je het dan behoorlijk druk. Ik was op zoek naar de juiste mix van afstand en betrokkenheid.’ Tijdens het tweede coachgesprek heeft Henk een doorbraak. Hij had zich niet voorbereid, terwijl hij dat juist altijd grondig doet. Henk: ‘Ik viel noodgedwongen terug op mijn ervaring en intuïtie. En dat bleek goed te gaan. Loslaten werd de leidraad van mijn coachingstraject. Vertrouwen op intuïtie én op collega’s. Bij een probleem schoot ik niet meteen in de actiemodus, maar vroeg me bewust af of ik het kon delegeren. Mijn medewerkers wisten dat ik hiermee bezig was en grapten weleens: “Zo, Henk heeft zijn leerdoel voor vandaag wel weer gehaald zeg!”’
Aanmelden Wim Wubs
Coaching is voor iedere VNNmedewerker mogelijk in overleg met de leidinggevende. Na een driegesprek met coach, coachee en leidinggevende ondertekent iedereen de leerdoelen. Het traject van 5-10 coachgesprekken sluit af met een evaluerend driegesprek.
Veel klussen als rood stoplicht Henk is sinds maart teammanager en heeft nog meer aansturingstaken, ook op het gebied van financiën en personeelsbeleid. ‘In zulke nieuwe situaties kan ik in oude patronen terugschieten. Thuis ga ik dan heel veel klussen. Het betekent dat mijn hoofd niet leeg is. Ik ben dan mijn valkuil ingegleden, maar lig nog niet op de bodem. De oplossing is dat ik mijn automatische piloot stop en weer heel bewust bezig ga met delegeren en anderen betrekken in oplossingen. Later wordt dat gedrag weer natuurlijker.’ Coach Wim luistert met een glimlach. Hij ziet dit als een schoolvoorbeeld van een succesvol traject. ‘Bij rood licht moet je niet doorrijden. Dat is lastig, want onder druk ontstaat de neiging juist een stapje extra te doen. En veel valkuilen zijn eigenlijk doorgeschoten kwaliteiten. Grondigheid is goed, maar te veel willen controleren kan je functioneren belemmeren. Het doel van coaching is eigen krachten herkennen en benutten, ook wanneer ze doorschieten en de stoplichten op rood staan. De kwaliteiten en valkuilen verschillen natuurlijk per persoon.’
Overspannenheid Wim ziet coaching eigenlijk het liefst preventief toegepast. Als een medewerker overspannen is, dan zijn de rode stoplichten te lang genegeerd of niet herkend. Ook dan is coachen nog steeds een geschikte methode volgens Wim. ‘De eerste stap is bewustwording: wat is hier precies aan de hand? De volgende stap is actiever en cruciaal, zelf verantwoordelijkheid nemen. Vaak deugt er van alles niet in de omgeving. Dat kan ook wel zo zijn, maar je moet inzien dat alleen jij het kunt veranderen. Vervolgens moet je scherpe keuzes maken en concrete acties uitzetten. Als je daar de vruchten van plukt, helpt dat enorm.’
omslag nr. 2 2012
09
COVERSTORY
de hersenen van jongeren. Aan het eind van de behandeling ligt er een goed terugval-preventieplan klaar. Een behandeling duurt vier tot zes maanden en de resultaten – zo blijkt uit onderzoek dat van 2003 tot 2010 in vijf verschillende landen werd uitgevoerd – zijn erg goed, ook vergeleken met andere therapieën. Janny denkt dat dit komt door de combinatie van brede aandacht, achter jongeren aan gaan, de grote bereikbaarheid van therapeuten en de sterke betrokkenheid van ouders. Ook het feit dat de therapeuten als team veel steun aan elkaar hebben maakt de therapie zo succesvol. Iedere therapeut krijgt supervisie, er is gezamenlijk overleg over alle cliënten en intervisie met het team waarin opgenomen sessies worden becommentarieerd. Daarnaast is er live supervisie met behulp van een onewayscreen of camera’s. Alles om een steeds betere therapeut te worden.
MDFT:
therapie voor het hele gezin Binnen Multi Dimensionele Familie Therapie (MDFT) draait alles erom de band tussen ouders en kind weer te herstellen. MDFT wordt binnen VNN nog vaak als laatste strohalm aangegrepen, terwijl het team liever meteen ingezet zou worden om erger verslavingsgedrag te voorkomen. tekst: Saffira Rijkee fotografie: Robert van der Molen Het MDFT-team binnen VNN bestaat uit supervisor Janny Boskamp (tevens docent aan de MDFT-academie), Rianne Sulmann en Trijnie Tillema (therapeuten), Natie Visser (therapeut in opleiding) en Corien van Luijk (therapeut in opleiding en Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige). Allemaal hebben ze hun eigen “casussen”, maar als team werken ze ook intensief samen. Binnen MDFT wordt probleemgedrag niet als iets op zichzelf staands gezien, maar binnen de context van vier domeinen: de jongere, de ouders, het gezin en het externe domein, bijvoorbeeld school, vrienden of justitie. Kenmerkend voor de therapie is de grote betrokkenheid van therapeuten. Ze komen bij gezinnen thuis, gaan met de jongere naar school of de rechtbank. Per week staan zomaar drie gesprekken gepland. Ook wordt er veel gebeld om de jongere aan afspraken te herinneren. De bereikbaarheid van therapeuten is groot. Janny: ‘We werken in
Het MDFT-team: Trijnie Tillema, Janny Boskamp, Rianne Sulmann, Nati Visser en Corien van Luijk.
die over het algemeen nog thuis wonen. Naast gedrag en relaties wordt ook naar praktische zaken gekeken. De therapie komt oorspronkelijk uit Amerika waar ze er in 1985 mee begonnen zijn. Janny: ‘We zeggen dan ook: first things first. Dreigt bijvoorbeeld een huisuitzetting omdat ouders de huur niet hebben betaald, dan pakken we dat eerst op. Mocht het ons de pet te boven gaan dan betrekken we er bijvoorbeeld de Kredietbank bij. Maar wij houden de regie’. Corien: ‘Het komt ook wel voor
dat een van de ouders zelf een verslavingsprobleem heeft. Dan proberen we ook hulp voor de ouder te organiseren’.
Onzichtbaar Eigenlijk bevat MDFT alle kernwaarden waar VNN voor staat. Natie: ‘We zijn heel betrouwbaar, heel beschikbaar voor onze cliënten, steeds beter… Maar dat zichtbare binnen de organisatie hebben we niet’. Jongeren en hun ouders hebben vaak al veel hulpverleners gezien voor ze bij het MDFT-team terechtkomen. Dat is jammer, want de therapeuten moeten nogal wat doen om door de opgebouwde weerstand heen te komen. Bovendien zouden ze preventief te werk kunnen gaan als ze jongeren bij de voordeur van VNN al konden opvangen. Janny: ‘Binnen de organisatie wordt nog vaak gedacht dat we alleen voor de zwaardere gevallen zijn. Terwijl wij zeggen: gaat het om middelengebruik bij jongeren van 12 tot 18 jaar, dan gaat het om opvoeding en kun je MDFT beter zo snel mogelijk inzetten’. Trijnie: ‘Zo kun je veel zwaarder verslavingsgedrag en opname voorkomen’.
Succesvol Binnen het behandelplan wordt alles gepland, elk gesprek wordt vooraf besproken binnen het team en per week wordt gekeken wat er moet gebeuren. Ook wordt er psycho-educatie gegeven over opvoeding, puberteit en middelen en het effect daarvan op
Maar Janny heeft goede hoop voor de toekomst. Dat MDFT tot nu niet helemaal is ingebed is ook een financiële kwestie geweest. Binnen het toekomstige jongerenbeleid van VNN wordt MDFT op een andere manier gefinancierd en krijgt het een veel prominentere plek.
‘Binnen VNN wordt nog vaak gedacht dat we alleen voor de zwaardere gevallen zijn’ ieder geval tot acht uur ’s avonds. Mensen kunnen altijd bellen, ook in het weekend. Daar maken we wel goede afspraken over. Ik doe dit werk nu vier jaar en mijn ervaring is dat het eigenlijk bijna nooit voorkomt. Met het feit dat je zo bereikbaar bent, win je al heel veel’. First things first MDFT wordt ingezet voor jongeren met verslavingsproblemen
10
omslag nr. 2 2012
Zeuren Het succes van MDFT ligt ook voor een deel in de manier van benaderen. Jongeren vinden vaak dat hun ouders zeuren, dus met het voorstel: “Als wij nou eens zorgen dat je ouders stoppen met zeuren”, zit je meteen goed. Janny: ‘Wij leren ouders op een andere manier te communiceren, zodat ze weer eens met open vizier kunnen luisteren naar wat die jongere eigenlijk te vertellen heeft. Jongeren leren eerlijk te zijn over hun gebruik, zodat er weer openheid is’. Voor ouders is het belangrijk erkenning te krijgen voor wat ze allemaal al gedaan hebben. Rianne: ‘En dat je ze duidelijk maakt dat het niet hun schuld is, dat ze niet alles in de hand hebben’. Ook wat de jongere vindt is belangrijk. Ouders moeten leren onderhandelen met hun kind in plaats van alles van bovenaf op te leggen én tegelijkertijd consequenties te verbinden aan niet nagekomen afspraken.
De Cliëntenraad over MDFT ‘Eigenlijk bevat MDFT alle kernwaarden waar VNN voor staat. We zijn heel betrouwbaar, heel beschikbaar voor onze cliënten, steeds beter… Maar dat zichtbare binnen de organisatie hebben we niet’, zo valt te lezen in het interview dat hiernaast is afgedrukt. In de Cliëntenraad is er ook maar één lid dat uit eigen ervaring iets over MDFT kan zeggen: ‘Het uiteindelijke resultaat is in onze situatie was heel erg goed, waarbij wel opgemerkt moet worden dat MDFT niet het eindstation was.’ Een ander lid vatte de kennis van zaken van de Cliëntenraad op het gebied van MDFT als volgt samen: ‘Ik kom het tijdens de locatiebezoeken en in de gesprekken met cliënten eigenlijk nooit tegen.’ Aan de informatie op papier of op intranet ligt dat beslist niet, want die is in overvloed beschikbaar. Waarom blijven delen van de zorg dan toch zo onzichtbaar? De cliëntenraadsleden komen tijdens hun locatiebezoeken regelmatig het verschijnsel “onbekendheid met de behandelmogelijkheden van VNN” tegen en dan gaat het echt niet alleen over MDFT. Zij spreken cliënten die onlogische paden in hun behandelingen hebben bewandeld of die zeggen ‘als ik toen geweten had dat therapie x bestond...’. De cliëntenraadsleden spreken ook met medewerkers en moeten weleens vaststellen dat men niet overal even goed op de hoogte is van de mogelijkheden van VNN. Het is aan VNN om daar wat aan te doen, om het zorgaanbod zichtbaar te maken en effectief en efficiënt in te zetten. Het is aan de Cliëntenraad om continue aandacht voor dit cliëntenbelang te vragen. Zorgpaden als toverwoord VNN gaat zorgpaden invoeren.
Er is al veel informatie beschikbaar over de zegeningen hiervan. In een VNN-notitie van oktober 2011 over zorgpaden wordt de doelstelling als volgt geformuleerd: ‘cliënten en hun naastbetrokkenen hebben inzicht in de behandelmogelijkheden, weten waaruit ze kunnen kiezen en weten wat ze van de behandeling kunnen verwachten; van begin tot eind’. In dezelfde notitie staat ook: ‘Medewerkers van VNN dienen de zorgportfolio en de vastgestelde zorgpaden en modules goed te kennen om de cliënt en zijn naasten een passend en helder zorgaanbod te kunnen doen’. Op papier is het goed geregeld; nu de praktische uitvoering nog... MDFT in de schijnwerpers De reorganisatie heeft zijn beslag gekregen. De divisiemanagers en teammanagers zijn benoemd, evenals de zorgmanager en de zorgpadregisseurs. De schijnwerpers kunnen nu op de zorgpaden worden gericht. De aandacht mag zo zoetjesaan wel verlegd worden van de structuurveranderingen naar de implementatie van de zorgpaden, meent de Cliëntenraad. Dan kan ook MDFT, als onderdeel van één of meer zorgpaden, zichtbaarder en beter benut worden. Kortom: werk aan de winkel, want onzichtbare zorg is niet in het belang van de cliënten en ook geen goede reclame!
Namens de Cliëntenraad, Jelly Gras, ambtelijk ondersteuner
omslag nr. 2 2012
11
Hij straalt als hij zegt: ‘Mijn uitdaging is om mensen in beweging te krijgen, letterlijk en figuurlijk. Ik vind het geweldig als ik zie dat mensen fysiek en mentaal beter worden door het hardlopen.’ Albert Hazenberg is runningtherapeut en sociotherapeut bij VNN en zelf een gepassioneerd hardloper.
‘Hardlopen zorgt ervoor dat ik niet verval in oude patronen’
tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Robert van der Molen
Albert Hazenberg wil mensen in beweging krijgen Het begon allemaal op Terschelling, tijdens de bewonersvakanties van verslavingskliniek Hoog-Hullen. ‘Elke ochtend gingen we een rondje hardlopen, voor wie wilde. Later organiseerden we wedstrijden en langzamerhand werd hardlopen toegevoegd aan het behandelprogramma van Hoog-Hullen. Voor mij was hardlopen eerst alleen een hobby, maar al snel werd ik fanatieker. Ik begon met het lopen van marathons en ging een trainerscursus volgen, om loopgroepen te kunnen bege leiden. Ook heb ik de cursus voor runningtherapeut gevolgd. Hardlopen hoort nu heel erg bij mij, maar ook bij VNN.’ ‘Het hardlopen heeft VNN veel naamsbekendheid opgeleverd, met name in de begintijd toen we regelmatig marathons liepen. We hebben er de landelijke media mee gehaald. De cliënten vonden al die aandacht voor hun prestaties prachtig en terecht!’ Goed voor iedereen? Vanuit de psychiatrie is al langer bekend dat hardlopen een gunstige invloed kan hebben op de psyche. Door het hard lopen maakt het lichaam stoffen aan die ervoor zorgen dat de loper zich beter
12
omslag nr. 2 2012
voelt. Bovendien is hardlopen lichamelijk zwaar, tijdens het lopen ligt de focus daarop en is er weinig ruimte om te piekeren. Ook zorgt een verbeterde conditie voor meer zelfvertrouwen. Uit eigen onderzoek van VNN naar runningtherapie blijkt verder dat het de zogenaamde “therapietrouw” van cliënten verhoogt en zorgt voor meer onderlinge sociale contacten. Albert Hazenberg: ‘Hardlopen is een heel goede manier om mensen te motiveren. Als iemand moeite heeft met bepaalde onderdelen van de behandeling, dan is hardlopen een goede manier om het daar op een informele manier over te hebben. De drempel is dan vaak lager. En de mensen die lekker met hardlopen bezig zijn, doen het vaak ook beter in het behandelprogramma.’ Natuurlijk is hardlopen niet voor iedereen geschikt. Fysieke problemen kunnen een belemmering vormen. Feit is wel dat bewegen sowieso goed is. Albert: ‘Mensen hoeven van mij niet per se hardlopen, wandelen of fietsen is ook prima.’ Hardlopen als verslaving De verhalen over dat hardlopen ook
Casper (51) was van september 2009 tot en met april 2010 cliënt van VNN. Hij was verslaafd aan alcohol. Tijdens zijn opname op Hoog-Hullen is hij begonnen met hardlopen en inmiddels heeft hij de cursus tot runningtherapeut gevolgd.
Casper (links) en Albert
onder het lopen ongelofelijk veel gepraat wordt over gebruik en verslaving en zij als geen ander weten wat verslaving inhoudt en wat het met je lichaam kan doen. Ook een landelijk loopcircuit voor verslavings-
een verslaving zou zijn, kent Albert. ‘Hardlopen is geen verslaving, maar als ik een tijdje niet hardloop, mis ik het wel. Ik ben sneller geïrriteerd, minder actief en rusteloos.’
in het oog. In zijn ogen zou VNN een actiever anti-rookbeleid moeten voeren. ‘Roken is een heel heftige verslaving, die niet past bij een verslavingskliniek’, zegt hij resoluut. ‘Sigaretten zijn troep voor
Over de vraag wat zijn werk als runningtherapeut leuk maakt, hoeft Albert niet lang na te denken. ‘Er is niets mooiers dan mensen te laten inzien dat hun lichaam iets kan, dat dat lichaam dat ze zo lang verwaarloosd hebben, wel degelijk tot iets in staat is. Hardlopen maakt mensen beter, op alle vlakken. Ook het contact tussen hulpverlener en cliënt is anders als je samen hardloopt; je bent meer elkaars gelijke.’ Plezier in het lopen staat bij hem voorop. ‘Het maakt mij niet uit of je tien kilometer loopt of honderd meter, als je er maar plezier in hebt.’
plezier in het lopen staat voorop
Troep voor lichaam en geest Dat veel van de cliënten én personeels leden van VNN roken, is Albert een doorn
lichaam en geest. Gelukkig is hardlopen vaak een stimulans om te stoppen met roken, in ieder geval worden mensen zo geconfronteerd met de negatieve effecten van roken.’ Wensen ‘Het hardlopen wordt goed ondersteund door de organisatie, maar VNN zou nog veel meer kunnen doen met runningtherapie. We zouden bijvoorbeeld op meer locaties kunnen starten met loopgroepen. Lopen kun je immers overal, je hebt alleen goede schoenen nodig. Cliënten zouden als begeleider kunnen fungeren, omdat er
zorginstellingen is een grote wens van mij. VNN zou daarin een voortrekkersrol kunnen vervullen. Wat mijn eigen ambities betreft, ik zou het liefst fulltime als runningtherapeut aan de slag gaan. Dat is wat ik het allermooiste vind.’ ‘Ik heb zelf nog veel te leren op dit gebied. Zo ben ik door het boek “Verademing” van Bram Bakker en Koen de Jong geïnteresseerd geraakt in de relatie tussen ademhaling en fysieke inspanning. Het is fascinerend om te lezen hoe ingrijpend de gevolgen van te snel ademen kunnen zijn.’
‘Ik heb heel veel baat bij het hardlopen. Het zorgt ervoor dat ik niet weer verval in oude patronen, dat ik structuur en zelfdiscipline heb. Mensen met een verslaving zijn vaak einzelgängers, het hardlopen in een groep is een sociaal gebeuren en maakt dat je contact zoekt met anderen. Van nature heb ik nogal drempelvrees, voor mij is het goed om op deze manier contact te leggen.’ ‘Ik heb 32 jaar lang erg veel gedronken. Vroeger hockeyde ik en na afloop van de wedstrijd sloeg ik heel wat biertjes achterover. Daarmee is mijn verslaving eigenlijk begonnen. Op Hoog-Hullen heb ik het sporten weer opgepakt en ook het eerste jaar na mijn opname ben ik daar nog blijven hardlopen.’ ‘Nu ik mijn verslaving overwonnen heb, heb ik pas het gevoel dat ik leef. Ik heb mij vaak geschaamd voor mijn verslaving, vooral ten opzichte van mijn kinderen. Gelukkig ligt die tijd nu achter me.’ ‘Ik zou heel graag in mijn woonplaats Drachten een loopgroep willen beginnen voor cliënten van VNN. Ik weet hoe belangrijk hardlopen kan zijn en wil dat graag doorgeven aan anderen.’
omslag nr. 2 2012
13
Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is een provinciale instelling die is opgericht in het belang van kinderen en jongeren in de provincie en ervoor zorgt dat jeugdigen en ouders met ernstige opgroei- en opvoedproblemen toegang krijgen tot de jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg werkt vanuit de gedachte dat iedere jeugdige het recht heeft om op te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. De mede werkers helpen kinderen en ouders daarom bij vragen en problemen rond opgroeien en opvoeden. Zij geven aandacht waar nodig, ondersteunen waar het kan, beschermen en houden toezicht waar dat moet. De organisatie bestaat uit een vrijwillige en een gedwongen tak. Kinderen en ouders kunnen zich vrijwillig aanmelden, maar er kan ook sprake zijn van een gedwongen hulpverleningscontact, bijvoorbeeld bij uithuisplaatsing van kinderen.
ketenpartner
‘Je weet nooit
wie er achter de deur staat’
In deze tweede aflevering van een nieuwe serie waarin ketenpartners van VNN aan het woord komen, vertelt jeugdreclasseerder Hans Venema van Bureau Jeugdzorg Groningen over zijn werk en de samenwerking van zijn organisatie met VNN. ‘De mensen die ik heb leren kennen bij VNN, denken mee met de ander en dat vind ik een belangrijke eigenschap.’ tekst: Lianne Zijlstra. fotografie: Robert van der Molen
14
omslag nr. 2 2012
Hans Venema begeleidt jongeren die een strafbaar feit hebben gepleegd en die met politie en/of justitie in aanraking zijn gekomen. De jeugdreclasseerder maakt rapportages over deze jongeren en verstrekt deze aan De Raad voor de Kinderbescherming. Verder krijgen het Openbaar Ministerie en de rechtbank de rapportages voor strafzittingen. Venema praat met de jongeren over school, hun thuissituatie, vrije tijd, eventuele psychiatrische problemen, verslaving enzovoort. Meestal komt hij bij de jongeren thuis.
Bureau Jeugdzorg Groningen werkt veel samen met de politie, het Openbaar Ministerie, de rechtbank, Elker (jeugden opvoedhulp), Juvaid (justitiële jeugdinrichting), Accare (kinder- en jeugdpsychiatrie), FJP (Forensische Jeugd- en orthoPsychiatrie) en scholen. Bureau Jeugdzorg Groningen heeft 250 medewerkers.
‘Het mooie van mijn werk is dat je als je ergens aanbelt, nooit weet wie er achter de deur staat. Je komt zoveel verschillende mensen tegen en ieder mens is uniek. De problemen die jongeren kunnen hebben, mogen dan op elkaar lijken, de jongeren zelf doen dat zeker niet. En doordat je op veel plekken komt, bouw je een enorm netwerk op. Het grappige is dat je veel hulpverleners dezelfde dingen hoort zeggen tegen de jongeren, ongeacht van welke instantie ze zijn. We spreken blijkbaar toch allemaal een beetje
dezelfde taal.’ Lachend: ‘Een van de jongeren zei laatst tegen mij: “Man, wat ben jij nieuwsgierig, jij wilt altijd alles van me weten” en dat klopt ook wel, denk ik. Ik ben gewoon geïnteresseerd in mensen en hun verhalen.’ Agressie ‘Als ik vertel wat voor werk ik doe, denken mensen al snel dat ik veel te maken heb met agressie. Maar dat is totaal niet het geval. Ik kom wel veel weerstand tegen, maar nauwelijks agressie. Ik kan me ook enorm ergeren aan de verhalen die er in de krant staan over criminelen. Natuurlijk hebben deze mensen iets gedaan wat niet
‘De samenwerking met VNN verloopt in het algemeen prima. Als ik iemand nodig heb, kan ik die meestal snel bereiken en zaken kortsluiten gaat makkelijk. Ik heb relatief veel te maken met de outreachend jongerenwerkers van VNN en hun werkwijze vind ik echt heel goed. Doordat ze de jongeren in hun eigen omgeving opzoeken, in de kroeg, in de jeugdsoos, op een hangplek enzovoort, krijg je een heel ander soort gesprekken met ze dan wanneer je ze bij je op kantoor zou laten komen. Overigens lijkt dat laatste me soms ook niet zo verkeerd; als jongeren met een alcohol- of drugsprobleem bijvoorbeeld in een wachtkamer geconfronteerd zouden
‘ik kom veel weerstand tegen, maar nauwelijks agressie’ goed is, maar als je de mens achter het verhaal leert kennen, is het tóch anders. Dan zie je vaak ook een heel andere, menselijke, kant.’ Samenwerking ‘Bij veel van de jongeren die ik spreek, is er sprake van gebruik van alcohol of drugs’, vertelt Hans Venema. Als er grote problemen zijn op dat gebied, verwijs ik de jongeren door naar VNN. Ik heb regelmatig contact met de jongerenwerkers, de ambulante hulpverleners en de detoxafdeling aan de Vondellaan (waar cliënten afkicken, red.), maar eigenlijk heel weinig met het Bauhuus (jongerenkliniek van VNN, red.). Dat heeft vooral te maken met het feit dat een opname in het Bauhuus vrijwillig is; als jongeren weg willen, kan VNN ze niet vasthouden, terwijl er vanuit onze organisatie wel de nodige druk is om jongeren bijvoorbeeld af te laten kicken. En dat bijt elkaar weleens. Het zou voor ons makkelijker zijn als die druk er ook vanuit de kant van VNN zou zijn, maar ik begrijp ook wel dat het bij VNN niet zo werkt.’
worden met volwassenen met een dergelijk probleem, zien ze misschien eerder de ernst van hun eigen probleem in.’ Beeld van VNN Het beeld dat Hans van VNN heeft is dat het ‘een actieve club mensen’ is, die graag dingen organiseert en bovendien ook naar buiten treedt. ‘De mensen die ik heb leren kennen bij VNN, denken mee met de ander en dat vind ik een belangrijke eigenschap. De organisatie is trouwens wel zo groot dat ik niet precies weet wat VNN allemaal doet. Ik hoor nog elke keer nieuwe afdelingen voorbijkomen, waarvan ik het bestaan niet kende.’ Eilandjes Hans Venema vindt dat de samenwerking met andere organisaties sowieso verbeterd is, ten opzichte van een aantal jaren geleden. ‘Vroeger waren organisaties veel meer eilandjes: iedereen deed zijn eigen werk, zonder daarbij de samenwerking met anderen te zoeken. Nu is er onderling veel meer bereidheid om op één lijn te komen.’
omslag nr. 2 2012
15
Opvallend Preventieve alcoholactie
bij discotheek TDF
VNN is een van de vier verslavingszorginstellingen die aangewezen is om een nieuwe leerstraf voor jongeren, “Stay-a-way” genaamd, uit te voeren.
De politie, de gemeente Menameradiel, de eigenaar van discotheek TDF in Berlikum (Fr) en medewerkers van de afdeling Voorlichting & Preventie van VNN uit Leeuwarden hebben onlangs gezamenlijk een preventieve alcoholactie gehouden. Iedere laatste vrijdag van de maand wordt in de TDF een zogenaamde ‘Teenage party’ georganiseerd, voor de jeugd van 12 tot 16 jaar. Op deze avond wordt geen alcohol geschonken. Naar aanleiding van klachten uit de buurt en van de eigenaar van de discotheek werd besloten om een alcoholactie te houden. Blaasproef Voordat de jongeren naar binnen gingen, werd bij hen een blaasproef afgenomen. Hierop was te zien of ze al alcohol hadden gedronken of niet. Degenen die volgens deze blaasproef alcohol hadden gedronken, werden verzocht met de politie mee te gaan en mochten de discotheek niet
meer in. Vervolgens werden de ouders en/of verzorgers gebeld met de mededeling dat hun kind alcohol had gedronken en met het verzoek hun kind op te komen halen. Bij het afhalen volgde een gesprek met een medewerker van VNN waarbij de ouders en het kind gewezen werd op het gevaar van het gebruik van alcohol onder de 16. Van de ongeveer 1300 bezoekers werden 29 jongeren betrapt die in meer of mindere mate alcohol hadden gedronken. 2 van hen hadden dusdanig veel gedronken dat zij voor invordering van het rijbewijs in aanmerking zouden zijn gekomen indien dit van toepassing was geweest.
Netwerken in Buckshot Elke derde vrijdag van de maand organiseert VNN een netwerkbijeenkomst in Buckshot Café in Groningen. De bijeenkomsten hebben een informeel karakter en zijn bedoeld voor iedereen die beroepshalve te maken heeft met hulpverlening en geïnteresseerd is om zijn of haar netwerk uit te breiden. De afgelopen maanden zijn de bijeenkomsten bezocht door medewerkers van onder andere NOVO, Elker, Politie, MJD (Maatschappelijke en Juridische Dienstverlening), Bureau Jeugdzorg, Stichting Huis en het Alfa-college.
16
omslag nr. 2 2012
Stay-a-way
De eerstvolgende bijeenkomsten zijn op: 15 juni, 20 juli en 17 augustus, aanvang vanaf 17.00 uur. Locatie: Buckshot Café, Gedempte Zuiderdiep 58, Groningen. Nieuwe netwerkpartners zijn van harte welkom, dus kom gewoon eens langs! Meer weten? Stuur een e-mail naar Ermo van Doorn,
[email protected].
VNN is verantwoordelijk voor de uitvoering van de leerstraf in de drie noordelijke provincies. De drie medewerkers van VNN die de trainingen in het kader van de leerstraf zullen gaan verzorgen, zijn: Janet Nienhuis, Derk Jan Hento en Wanda Krzeminski. Stay-a-way is bedoeld voor jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen en problemen hebben met het gebruik van alcohol en/of drugs. De rechter of officier van justitie bepaalt of een jongere Stay-a-way opgelegd krijgt. Jongeren die deze leerstraf krijgen, volgen een intensieve training waarin ze nee leren zeggen tegen drank of drugs. Er zijn verschillende Stay-a-way-trainingen, bestaand uit 23 of 16 bijeenkomsten (de verkorte variant).
Tijdens de trainingen praat de jongere over drank of drugs, maar ook over zichzelf en zijn omgang met anderen en doet hij of zij oefeningen. Ook huiswerkopdrachten maken deel uit van de training. Ouders hebben een belangrijke rol in de trainingen. Zij hebben bijvoorbeeld ook afzonderlijk gesprekken met de trainer waarin de communicatie tussen ouder en kind centraal staat. Meer informatie? Stuur een e-mail naar Janet Nienhuis, coördinator Stay-a-way van VNN,
[email protected].
Handboek forensische verslavingszorg Onder redactie van Dr. Eric Blaauw en Dr. Hendrik Roozen is in april het “Handboek forensische verslavingszorg” verschenen. Eric Blaauw werkt als forensisch gz-psycholoog bij VNN en heeft meer dan honderd boeken en wetenschappelijke publicaties geschreven over onder meer psychische stoornissen, stalking en zelfmoord onder gedetineerden. Hendrik Roozen is gz-psycholoog en verbonden aan de Noord-Brabantse verslavingszorginstelling Novadic-Kentron. Het boek gaat in op de complexe relatie tussen verslaving en criminaliteit, maar legt de focus vooral op de mogelijkheden om de relatie tussen verslaving en criminaliteit te doorbreken. In het boek worden de veranderingen en de huidige stand van zaken in de zorg voor verslaafde mensen die met justitie in aanraking zijn gekomen, besproken. Tevens behandelt het boek de
mogelijkheden voor een goede forensische verslavingszorg in het spanningsveld van meer en zwaarder straffen en meer behandelen met de vermindering van het herhaaldelijk plegen van strafbare feiten als doel. Het handboek bevat nuttige informatie voor professionals die te maken hebben
met de forensische verslavingszorg, waaronder medewerkers van verslavings zorginstellingen, GGZ-instellingen, reclasseringsinstellingen, penitentiaire inrichtingen, TBS-inrichtingen en opleidingsinstituten. Het Handboek forensische verslavingszorg is verschenen bij Bohn Stafleu van Loghum (ISBN 9789031388509) en kost € 36,95. Zie voor meer informatie www.bsl.nl.
omslag nr. 2 2012
17
‘Aan de Aweg wordt hard gewerkt, maar daar hoor je nooit iemand over. Daar mag best eens verandering in komen!’ Dit zijn de woorden van waarnemend teammanager Jansje Kolthof, die het haar team gunt om ook eens in de belangstelling te staan. Outreachend jongerenwerker Auke Koekoek en maatschappelijk werker Mirjam van der Vaart vertellen namens respectievelijk het behandelteam jongeren en het behandelteam volwassenen over hun werk.
Van links naar rechts: Deborah Niestijl, Natascha Goedhart, Mirjam van der Vaart, Jansje Kolthof, Wilma Bos, Auke Koekoek, Natascha Penninga, Meine Bosma-Bleeker, Trijnie Tillema en Maryll Harsta. Niet op de foto: Guillermo van Doorn, Anneriet Maes, Wilma Frey, Marjan de Nekker, Agnes Soppe, Emmie de Vries, Renate Latupeirissa, Reina Jorritsma, Lydia Bluhm, Elisabeth Scheffer, Maria Rodgers, Johan Huizing, Jedidja Trip en Fons van den Oever.
TEAM CENTRAAL
Behandelteam jongeren en behandelteam volwassenen
Aweg
Hoe ziet een gemiddelde werkdag van jullie eruit? Mirjam: ‘Ik ben relatief veel op kantoor, maar ga af en toe ook op huisbezoek bij mijn cliënten. Mijn werkzaamheden zijn heel gevarieerd: ik doe intakes, voer aanmeldgesprekken met nieuwe cliënten, behandel mensen -zowel individueel als in groepsverband- en voer bijvoorbeeld ook “systeemgesprekken”, gesprekken met familieleden of andere direct betrokkenen van cliënten. Daarnaast draaien we bij toerbeurt bureaudiensten waarin alles wat je maar kunt bedenken aan bod komt; van refusal-verstrekking (middel dat ervoor zorgt dat je alcohol niet meer verdraagt, red.) tot crisis-interventie.’ Auke: ‘Als outreachend jongerenwerker ben ik juist heel veel onderweg. Ik bezoek jongeren vanaf ongeveer 15 tot 23 jaar op alle mogelijke plekken waar ze samenkomen: op scholen, bij hangplekken, in jeugdsozen, in kroegen enzovoort. Ik probeer dus op een heel laagdrempelige manier contact met ze te maken.’ Waarom zou iemand in jullie team willen werken? Mirjam (lachend): ‘Als man wil je hier sowieso graag werken, want er werken hier bijna alleen vrouwen. Maar even serieus, we hebben een open team, er is veel ruimte voor eigen inbreng en iedereen wordt in zijn
18
omslag nr. 2 2012
tekst: Lianne Zijlstra fotografie: Robert van der Molen
waarde gelaten. Ook het werken in de stad maakt het leuk: de stadse fratsen die je hier hebt. Er wordt hier echt geleefd!’ Auke: ‘Je hebt hier een autonome plek en als outreachend jongerenwerker heb je contact met jongeren nog vóór ze echt bij je organisatie binnen zijn. Ook de nieuwe divisie jeugd biedt veel mogelijkheden: die moeten we nu echt gaan opzetten en dat brengt veel kansen met zich mee.’
Wat is de kracht van jullie team? Mirjam: ‘Onze veelzijdigheid en het feit dat we altijd mee blijven denken met de cliënt. We kijken niet alleen naar de mogelijkheden binnen VNN, maar zeker ook daarbuiten.’ Auke: ‘Het jongerenwerk was iets wat er altijd maar een beetje bij gedaan werd. Die tijd is voorbij, we worden steeds meer een team en stralen dat ook uit.’
Vinden jullie je werk weleens moeilijk? Auke: ‘Nee, moeilijk vind ik het niet. Je hebt altijd je team om op terug te vallen en eventuele lastige situaties kun je bespreken in het MDO (Multi Disciplinair Overleg, red.). Jongere collega’s ervaren het werk soms wel als moeilijk, weet ik.’ Mirjam: ‘Moeilijk is niet het goede woord. Ik ben wel blij dat ik inmiddels de nodige levenservaring heb, die komt goed van pas in dit werk. De psychiatrische problemen van onze cliënten kunnen weleens lastig zijn, maar dat is vooral omdat ik daar nog niet zoveel ervaring mee heb. Aan de andere kant maakt de samenwerking met arts en psychiater het werk juist weer heel leerzaam en boeiend.’
Waarin kunnen jullie nog groeien als team? Auke: ‘We zouden ons nog beter kunnen verbinden binnen VNN, nog meer laten zien dat we er zijn. We kunnen onze expertise nog beter inzetten dan we nu doen.’ Mirjam: ‘Dan kom ik toch weer terug op het gebrek aan mannen in ons team. Een betere man-vrouwverhouding zou mooi zijn.’ Merken jullie al iets van een terugloop van cliënten vanwege de eigen bijdrage? Mirjam: ‘Nee, dat niet. We hebben het hartstikke druk. We merken wel dat het onderwerp van gesprek is bij cliënten.‘ Auke: ‘Bij ons speelt dat eigenlijk niet. Wij krijgen veel jongeren binnen
via bemoeizorg en wie op deze manier binnenkomt, hoeft geen eigen bijdrage te betalen.’ Wat willen jullie verder nog kwijt over jullie werk? Auke: ‘Als team hebben we heel veel zin om binnen de nieuwe divisie aan het werk te gaan! Het mooie van het werken met jongeren is dat je bij hen nog echt het verschil kunt maken. Het doorbreken van transgenerationele verslaving (het gegeven dat verslaving vaak van generatie op generatie “overgedragen” wordt, red.), begint met de behandeling van jongeren. Waar veel andere afdelingen van VNN proberen mensen in zorg te krijgen, proberen wij vanuit het outreachend jongerenwerk juist te voorkomen dat jongeren onze zorg nodig hebben.’ Mirjam: ‘Ik heb het gevoel dat wij voor de cliënt echt de spil zijn en dat vind ik mooi. Wij helpen hem of haar op weg en hebben veel contact met andere locaties van VNN, waardoor we goed kunnen doorverwijzen.’
omslag nr. 2 2012
19
‘In eerste instantie zie je een vaas, maar wanneer je er langer naar kijkt, zie je dat je het niet als vaas kunt gebruiken. Het is een object op zich geworden. De bedoeling van dit object is ook dat je gaat twijfelen over wat het zou kunnen zijn. Ik heb het gemaakt van een bestaande papieren lamp en een model gemaakt van kippengaas. Daarna heb ik het behandeld met papier maché. Ook heb ik gekozen voor varkenspootjes om een speciaal effect aan het object te geven.’ ‘Vervolgens heb ik het beplakt met spliterwten, wat veel geduld vereist en een goede vorm van meditatie is. Ik heb al mijn gevoel in dit object kunnen leggen. Het gaf me de tijd om na te denken over wat zich allemaal heeft afgespeeld in mijn leven en wat hier op Hoog-Hullen allemaal op mij af is gekomen. Ik ben erg blij met het eindresultaat. Voor mij staat dit werk voor creativiteit en ontspanning door middel van meditatie.’ Sietse de Jong (28), in behandeling bij verslavingskliniek Hoog-Hullen sinds oktober 2011