Magazine voor relaties en medewerkers van het ROC Kop van Noord-Holland
Thema: Startcentrum Schagen wint Innovatieprijs Relatie: Veiligheidsacademie van start In de schoolbank: Loes den Hollander, bestsellerauteur
Jaargang 9 Nummer 2 Oktober 2011
Oktober 2011
3 Voorwoord Feedback cruciaal 4 Thema - Startcentrum Schagen wint Innovatieprijs - Diploma en werk voor kwetsbare groep - Norman Nolta: “Ik wil graag loonwerker worden” 8 De andere kant van... Mirjam Ohler: “Teksten kunnen mij ontroeren” 9 Een dag mee met Abdullahi Jimale Mohamed, Cursist Inburgerings traject 10 Relatie Veiligheidsacademie van start 12 Dubbelgesprek Annabel Grooteman en Simone Lubbi Scholing voor mensen met een beperking 14 Column René F.W. Diekstra – Het verschil tussen ervaring en excellentie
4
12
8
15
16
18
Thema Innovatieprijs Startcentrum Schagen
Dubbelgesprek Annabel Grooteman en Simone Lubbi
15 In de schoolbank Loes den Hollander, bestsellerauteur 16 Samenwerking Startkwalificatie voor vrouwen in de zorg 18 In the spotlight Bas Habets : Maatschappelijk betrokken uitblinker 19 Kort - Hulp voor Dorus Rijkers - Civiel diploma vergroot employability - Gemeentelijke informatie Niedorp meest duidelijk - Jaarverslag 2010 - Cursiste Elisabeth Smit stagiaire van het jaar
De andere kant van... Mirjam Ohler
Samenwerking Startkwalificatie voor vrouwen in de zorg 2
In de schoolbank Loes den Hollander
In the spotlight Bas Habets
Feedback cruciaal Eén van de belangrijkste thema’s in ons onderwijs is de verbetering van de kwaliteit. Niet door revolutionaire veranderingen, maar door stap voor stap te verbeteren. Ik zeg wel eens: elke dag een beetje beter! Verbeteren doe je op basis van feedback. Feedback van onderwijsgevenden over de omstandigheden waaronder zij werken en van leerlingen over de organisatie, het onderwijs en de wijze waarop zij les krijgen en begeleid worden naar het diploma. Leerlingen geven daarbij elke keer weer twee hoofdthema’s aan: vakmanschap en betrokkenheid. Als de docent een vakman(-vrouw) is en betrokken, is dan gaat het over het algemeen goed. Betrokken betekent dan openstaan voor wat er met de leerling gebeurt (‘er voor mij zijn wanneer ik dat nodig heb’) en openstaan voor de reacties van de leerling tijdens de lesactiviteiten en daar wat mee doen. Uit onderzoek blijkt dat met name de laatste factor een significante invloed heeft. René Diekstra verhaalt in zijn column in dit magazine over excellente docenten. Een excellente docent, zo blijkt, heeft het vermogen de leerling te ontlokken hoe hij/zij de wijze van lesgeven ervaart. Wat spreekt de leerling aan, wat niet, wat weet hij al, wat niet, op welke manier neemt hij de lesstof het gemakkelijkst tot zich. Openstaan voor feedback door leerlingen is dus cruciaal. Niet alleen voor docenten maar voor ieder lid van de organisatie, de leidinggevenden en het ondersteunend personeel. In die zin brengt feedback ons allemaal verder en kunnen we ook dit jaar weer stap voor stap beter worden. Ik wens u weer veel leesplezier! Aad de Wit Voorzitter college van bestuur
3
Startcentrum Schagen
k Ze lieten ruim 100 scholen achter zich door eerder dit jaar de Nationale Innovatieprijs Beroepsonderwijs te winnen met een uniek project. Opgezet door het Regius College en het Clusius College, beide gevestigd in Schagen, en het ROC Kop van Noord-Holland. Door slim te investeren en gebruik te maken van elkaars kwaliteiten en faciliteiten kon voor een kwetsbare doelgroep thuisnabij onderwijs worden gerealiseerd. Speciaal hiervoor is gezamenlijk het Startcentrum Schagen opgericht, waar zeer betrokken coördinatoren en docenten het beste uit hun leerlingen Adrie Lugtig, Jan Jacob Jaasma en Nico Dobbe.
4
weten te halen.
en wint Innovatieprijs lende kwaliteiten en faciliteiten van ons drieën te benutten, hebben we een sterk Startcentrum kunnen opzetten. Daarbij kunnen we ook zicht houden op de leerlingen als zij na hun niveau 1 opleiding aan het werk zijn gegaan.”
‘Leerlingen op arbeidsmarkt krijgen en houden‘ De Nationale Innovatieprijs Beroepsonderwijs, georganiseerd door het Platform Beroepsonderwijs en de MBO Raad, is onlangs tijdens de Skills Masters in AHOY Rotterdam uitgereikt. De jury roemde vooral de slimme manier waarop het Startcentrum Schagen erin is geslaagd om een kleinschalige voorziening voor een specifieke doelgroep op te zetten en in stand te houden, waarbij de sterke kanten van de samenwerkende partners optimaal worden benut. Over die specifieke doelgroep zegt Adrie Lugtig, vestigingsdirecteur van het Clusius College: “Het gaat onder andere om leerlingen van de Praktijkschool die wel een niveau 1 diploma kunnen halen, maar tot voor kort vanwege te grote reisafstanden vaak na enkele maanden afhaakten of vastliepen.” Directeur onderwijs Nico Dobbe van het ROC Kop van Noord-Holland vult aan: “Door de praktijkschoolleerlingen van het Regius, akaleerlingen van het ROC en bbl-leerlingen van het Clusius in een vertrouwde omgeving bij elkaar te zetten, is er voldoende volume ontstaan om onderwijs op maat te kunnen geven.” Adjunct sectordirecteur Vmbo/PrO Jan Jacob Jaasma van het Regius College voegt hier nog aan toe: “Afzonderlijk hadden wij geen niveau 1 onderwijs kunnen bieden. Wij hebben die kwaliteit niet, maar het ROC en het Clusius wel. Daarentegen is de Praktijkschool wel weer heel goed in stagebegeleiding. Door de verschil-
Meerdere uitstroomrichtingen Adrie Lugtig: “Twee jaar geleden zijn we met het centrum van start gegaan. Het eerste jaar met 14 leerlingen, waarvan er 11 het niveau 1 diploma hebben gehaald. Het tweede schooljaar zijn we begonnen met 27 leerlingen, waarvan we aan 24 het niveau 1 diploma hebben mogen uitreiken. En dit schooljaar zijn we met 36 leerlingen gestart. Overigens is het niet zo dat de uitvallers van school zijn gegaan. Zij zijn overgestapt naar het aka-onderwijs of teruggegaan naar de Praktijkschool.” Bijzonder is dat door de intensieve samenwerking ook een heel pallet aan opleidingen kan worden geboden. Nico Dobbe: “Er zijn uitstroomrichtingen naar zorg & welzijn, handel & economie, techniek en groen, waarbij techniek weer kan worden uitgesplitst in metaal en bouw en vanaf dit jaar ook in elektro- en installatietechniek.” Adrie Lugtig legt op haar beurt uit dat de uitstroomrichting groen verschillende mogelijkheden biedt. “Dit betreft tuin, park en landschap, zeg maar hovenierswerk, of groen, grond en infra ofwel loonwerk. Verder is er nog plantenteelt en dierenhouderij. Dit laatste vindt dit schooljaar plaats op een zorgboerderij in het Dijkgatsbos in de Wieringermeer.” Alle leerlingen zitten op maandag voor basisvakken als Nederlands, rekenen, burgerschap en ict bij elkaar op het Clusius College in Schagen en de rest van de week werken zij bij hun stagebedrijven. Specifieke praktijkzaken worden of bij het ROC, het Clusius of Regius gegeven, afhankelijk wie hiervoor over de juiste faciliteiten beschikt. Gezien het succes van het Startcentrum Schagen wordt momenteel bekeken of er ook een soortgelijk centrum in Den Helder kan worden opgezet. Prestatie van formaat De kunst van deze vorm van onderwijs is volgens Jan Jacob Jaasma de leerlingen op een goede manier op de arbeidsmarkt te krijgen en hen daar ook te houden en indien nodig te ondersteunen. “Wij kunnen jongeren wel goed richting arbeidsmarkt leiden, maar ze daar hou-
den en ondersteunen gaat ons minder goed af. Voor dit laatste maken we gebruik van de expertise van ProWerk, een organisatie die acht jaar geleden door het gezamenlijke praktijkonderwijs in Noord-Holland is opgericht.
‘Coördinatoren en docenten maken Startcentrum tot succes’ Sommige leerlingen kunnen wel zelfstandig werken, maar andere hebben wat meer ondersteuning van een jobcoach nodig. Deze kan maatwerk leveren bij de arbeidsbemiddeling en bij het houden van de leerling op de arbeidsmarkt.” De drie directieleden steken hun bewondering voor de coördinatoren en docenten die het Startcentrum Schagen vorm hebben gegeven, niet onder stoelen of banken. Hierbij worden met naam genoemd Hetty Beverdam, Hans Visser en Rob Jasper. Jan Jacob Jaasma: “Wij hebben het Startcentrum bedacht, maar zij hebben het in de praktijk gerealiseerd en dankzij hen is het een succes geworden. Deze zeer betrokken groep van bekwame coördinatoren en docenten, afkomstig uit verschillende culturen, weet heel goed met de leerlingen om te gaan. Zij hebben ook zelf de presentaties verzorgd voor de Innovatieprijs en verdienen alle eer. En het winnen van de Nationale Innovatieprijs Beroepsonderwijs is een stimulans om door te gaan.” De prijs, een bronzen olifant die door een hoepel springt, symboliseert dat het een bijzonder kunststukje is om innovatieve ideeën in het beroepsonderwijs te realiseren.
5
Diploma en werk voor kwetsbare Het moeten wel idealisten zijn, de groep coördinatoren, docenten en begeleiders van het Startcentrum Schagen. Want ondanks hun verschillende achtergronden vormen zij een hecht team dat in twee jaar tijd een opleidingscentrum voor een heel kwetsbare groep leerlingen uit de regio Schagen landelijk op de kaart heeft weten te zetten. In het kort de eerste ervaringen van de coördinatoren Hetty Beverdam en Hans Visser.
6
Het Startcentrum Schagen is ondertussen aan het derde schooljaar begonnen. Wat twee jaar geleden als thuisnabij onderwijs voor een relatief kleine groep kwetsbare leerlingen uit de regio Schagen van start is gegaan, lijkt een opleidingsinstituut van formaat te worden. Hetty Beverdam, werkzaam bij het ROC Kop van Noord-Holland en coördinator van het Hans Visser Startcentrum Schagen, zegt over het project: “Het eerste jaar zijn we begonnen met 14 leerlingen, het tweede jaar met 24 en nu hebben we er al 36. En de aanmeldingen komen niet alleen meer uit de regio Schagen, maar uit de gehele Kop van Noord-Holland. Dit geeft wel aan dat wij met het centrum in een bepaalde behoefte voorzien.” Naast de solide basis van het gezamenlijk gebruik van de faciliteiten en kwaliteiten van het ROC Kop van Noord-Holland, het Regius College en het Clusius College, is het succes ook te danken aan manier waarop de opleiding is opgezet. Hans Visser, werkzaam bij het Clusius College en net als Hetty coördinator en daarnaast ook als docent nauw bij het nieuwe centrum betrokken, zegt op zijn beurt: “Voor onze groep leerlingen is het heel belangrijk dat naast het geven van de lessen in een voor hen vertrouwde omgeving ook structuur wordt aangebracht in het rooster en de jaarplanning.
Ze hebben iedere week een vast rooster per uur en het jaar is opgedeeld in vier blokken. Hierbij bekijken we per les hoe ver de leerlingen zijn. En ieder van hen wordt door een docent heel goed begeleid. Daarnaast is er ook nog een coach die vinger aan de pols houdt.” Hetty Beverdam vult aan: “Het accent ligt bij het Startcentrum op de praktijk. De leerlingen gaan twee dagen per week naar school. Ze krijgen dan één dagdeel algemeen vormend onderwijs (avo) en drie dagdelen praktijk. De overige drie dagen lopen ze stage. Tussen de 70 en 80 procent zijn praktijkschoolleerlingen, waarvoor in de meeste gevallen niveau 1 het eindonderwijs is. Onze hoogste doelstelling is dat iedere leerling een niveau 1 diploma haalt en met werk kan uitstromen. En wanneer een praktijkschoolleerling doorstroomt naar het bbl, dan kan hij of zij begeleiding krijgen van een jobcoach. Daarmee heeft het bbl-traject meer kans van slagen. Want laat je hen los, dan zitten ze zo weer thuis.”
Norman Nolta
Intensieve stagebegeleiding “Niet alleen op school, maar ook tijdens de stage worden de leerlingen intensief begeleid”, zegt Hans Visser. “Het is de bedoeling dat een leerling twee keer per acht weken bezoek krijgt van de stagebegeleider. Deze trekt direct aan de bel als er iets dreigt mis te gaan.
re groep
Dit wordt door zowel de betrokken leerling als het stagebedrijf zeer gewaardeerd. Ook maakt het de zaak sterker, waardoor de leerling vaak op zijn of haar stageplek kan blijven. Tevens komt het vaak voor dat de leerlingen vanuit hun stage werk krijgen aangeboden. Deze intensieve begeleiding is mogelijk omdat de leerlingen bij de praktijkschool ingeschreven blijven staan.” Zowel Hetty Beverdam als Hans Visser vinden het opmerkelijk dat de coördinatoren, docenten en stagebegeleiders ondanks de grote
Intensieve begeleiding wordt zeer gewaardeerd cultuurverschillen tussen de betrokken scholen toch zo’n hecht team vormen. Hans Visser zegt hierover: “Iedereen doet zijn stinkende best. Ze gaan er helemaal voor. We moeten wel idealisten zijn als je ziet hoeveel uur er in het project worden gestoken.” Medewerking vanzelfsprekend Het winnen van de Nationale Innovatieprijs Beroepsonderwijs kwam voor het kernteam als een grote verrassing. Hetty Beverdam: “Wij hadden ons er wel voor ingeschreven, maar dachten er verder niets meer van te zullen horen. Maar dat pakte anders uit. Eigenlijk hadden we het niet echt in de gaten dat we zo uniek bezig waren. Dat laatste werd echter wel door het winnen van deze prijs bevestigd.” Hans Visser zegt tot slot: “Het heeft ons vanuit het land aardig wat reacties opgeleverd. Hierop is door ons weer informatie opgestuurd en we hebben zelfs geïnteresseerden op bezoek gehad. Wij verlenen graag onze medewerking, want men hoeft elders niet opnieuw het wiel uit te vinden.”
“Ik wil graag loonwerker worden” Het liefst werkt de 17-jarige Norman Nolta met machines en werktuigen. Na een uitgebreide zoektocht kwam hij terecht bij het Startcentrum Schagen dat hem het afgelopen schooljaar de kans bood zich hier verder in te bekwamen. Aan het einde van het afgelopen schooljaar werd zijn inzet beloond met het diploma arbeidsgekwalificeerd assistent, voedsel en leefomgeving met specialisatie groen, grond en infra op niveau 1. Een diploma waarmee hij bij een loonwerkersbedrijf aan de slag kon. “Het was wel even zoeken om een opleiding tot assistent loonwerker te vinden”, vertelt Norman Nolta. “Samen met mijn moeder moest ik eerst heel wat afbellen, voordat we bij het Startcentrum Schagen terechtkwamen. Daar heb ik het schooljaar 2010-2011 gedaan en mijn diploma gehaald. Via dit centrum heb ik ook pasjes voor veilig werken met diverse machines gehaald, waaronder met een minigraver en een wiellader.” Zijn stage tijdens dit schooljaar heeft hij gelopen bij een veehouderij in Spaarnwoude. Norman werkt namelijk ook graag met dieren. “Bij deze veehouder was ik verantwoordelijk voor al het jongvee en verder deed ik daar alle voorkomende werkzaamheden.” Zijn liefde voor dieren gaat ver, want bij hem thuis in West-Knollendam houdt Norman ook schapen. Verder is hij de trotse eigenaar van twee pony’s en een kalf. Over zijn toekomst zegt Norman: “Dit schooljaar volg ik bij het Clusius College in Schagen een niveau 2 opleiding en ook deze hoop ik met succes af te ronden. Op 1 augustus ben ik hiervoor gaan werken bij een loonwerker annex aannemer in Beverwijk. Geen onbekend bedrijf voor mij, want ik had er al eens gesolliciteerd, maar toen was er geen werk. Mijn broer heeft er gewerkt en een paar van mijn vrienden werken er ook.” Norman kijkt met plezier terug op zijn tijd bij het Startcentrum Schagen. “Ik heb het prima naar mijn zin gehad en ik kan het iedereen, die net als ik graag met z’n handen werkt, aanraden om erheen te gaan.”
7
Zingen is voor haar een uitlaatklep; het is inspannend, maar het geeft ook veel In deze rubriek vertellen medewerkers iets verrassends over zichzelf. Deze keer Mirjam Ohler, coördinator basisopleiding.
“Teksten kunnen mij ontroeren”
energie. Zodra Mirjam Ohler zingend door de gangen loopt, herkennen cursisten haar stem. Zangeressen als Celine Dion, Carol King en Melissa Etheridge behoren tot haar favorieten. Regelmatig zingt ze nummers van deze vrouwen tijdens optredens. Zo zingt Mirjam in een koor en nu en dan springt ze het podium op tijdens een bruiloft of een feest. “Ik kom uit een muzikaal gezin en ik vind zingen enorm leuk. Ik word er vrolijk van en tegelijkertijd kunnen teksten mij ontroeren. Dat is het bijzondere aan muziek, dat iemand met een lied anderen kan ontroeren. Teksten geven mij ook stof tot nadenken. Want ze kunnen herkenbaar zijn of inspiratie geven. En als ik teksten zing, kunnen ze me ook inzicht geven in mijn leven. Zo vind ik het nummer Heal the world van Michael Jackson heel mooi. Het gaat over jou en mij, dat we samen iets moois van de wereld moeten maken. Ook het nummer You’ve got a friend van Carol King is bijzonder. Als ik dit nummer zing wil ik er ook voor anderen zijn, als vriend. En het nummer Papa van Stef Bos is ook een lied dat ik mooi vind. Dan denk ik aan wie ik ben en hoe ik ben opgevoed. Dat ontroert me.” Dynamiek Met een koor zingt ze liedjes als Perhaps love, Love changes everything en Colours of the wind. “Samen zingen is gezellig, het verbindt mensen met elkaar”, zegt Mirjam Ohler. Dit heeft zij ook ervaren in Tunesië, waar zij vrijwilligerswerk heeft gedaan. Wanneer je elkaars taal niet spreekt kun je elkaar wel leren aanvoelen door muziek. “In een koor moet je je overigens wel aan de noten houden en kun je minder makkelijk een eigen interpretatie aan een lied geven. Dat kan wel zodra ik alleen op een podium sta, dan kan ik veel meer mijn eigen dynamiek in een nummer leggen. Anderen laten genieten, dat vind ik helemaal leuk. Ik word vooral vrolijk en enthousiast zodra mensen gaan swingen op de nummers die ik zing.” X Factor Mirjam heeft kort zangles gehad. De lerares die ze destijds had, wilde haar op een klassieke manier scholen en dat was niets voor haar. Dus zocht ze naar andere manieren om bij te scholen. Zo heeft ze onlangs een workshop gevolgd bij Alfons Verreijt, de zangcoach van het televisieprogramma X Factor. “Dat was heel leerzaam want ik kon nog wel wat tips rondom mijn ademhalingstechniek gebruiken.” Dan is uiteraard ook snel de link gelegd om mee te doen aan een talentenjacht als X Factor. Maar dat ziet Mirjam niet zitten. “Van andere mensen hoor ik dat ik een mooie stem heb, maar meedoen aan een talentenjacht, dat doe ik niet. Want zo goed vind ik mezelf nu ook weer niet en ik hoef niet op televisie. Wat ik wel heel leuk zou vinden is zingen in een coverband. Want het geeft mij én mijn toeschouwers energie. Zingen is gewoon mijn ding!”
8
Abdullahi Jimale Mohamed
Dictee
In de klas 9.00 uur - Dictee Abdullahi Jimale Mohamed (27 jaar) Cursist Inburgeringstraject
De uit Somalië afkomstige Abdullahi Jimale Mohamed wil zich zo snel mogelijk de Nederlandse taal en cultuur eigen maken. Abdullahi kwam in 2008 naar Nederland en vroeg hier asiel aan. Na achtereenvolgens in Ter Apel, Eindhoven, Zevenaar en Almelo te zijn opgevangen, kwam hij in juli 2009 op Texel terecht. Abdullahi woont nu ongeveer een jaar in Den Helder. In april kon hij zijn opleiding bij het ROC Kop van Noord-Holland - waar hij op Texel al mee was begonnen - vervolgen. Sindsdien volgt hij een Inburgeringstraject op de locatie Kievitstraat en gaat hij drie keer per week naar school. Vakken die op het programma staan zijn onder meer: Taalvaardigheid (Nederlands), Burgerschap en Kennis van de Nederlandse samenleving. Abdullahi ging in Somalië tot zijn 15e naar school en heeft zich al in boekhouden verdiept. Administratie is dan ook de richting waarin hij zich graag verder wil verdiepen en in de toekomst werk wil vinden.
De klas van Abdullahi wordt gevormd door een groep mensen met heel verschillende achtergronden. De cursisten zijn afkomstig uit Somalië, Afghanistan, Irak, Wit-Rusland en Bulgarije. Zoals meestal op woensdag heeft docent René van Beekum ook vandaag weer een dictee voorbereid. Geconcentreerd wordt er meegeschreven. Docent René is natuurlijk niet te beroerd om een moeilijke zin even toe te lichten.
Rollenspel Oefenen 11.00 uur - Oefenen, oefenen en nog eens oefenen
In de klas worden vaak praktijksituaties nagebootst door middel van rollenspellen. Abdullahi: “We moeten allerlei situaties die je in het dagelijks leven tegenkomt, oefenen. Bijvoorbeeld hoe je aangifte doet bij de politie, hoe je ergens om informatie vraagt, verzekeringen of bankzaken regelt. Het is uiteindelijk de bedoeling dat je jezelf goed en zelfstandig kunt redden in de maatschappij. Natuurlijk doen we dit in het Nederlands.” Abdullahi werkt hierbij graag samen met de uit Irak afkomstige Mohammad Golzad.
Studiecentrum Nieuwe buren 13.00 uur Nieuwe buren
Het ROC werkt met de methode ‘Nieuwe buren’. Deze taalcursus dient ertoe bij te dragen dat de cursisten zo snel mogelijk in staat zijn deel te nemen aan de Nederlandse samenleving. De methode is een combinatie van groepsgewijs en zelfstandig leren. Het programma bevat onder andere digitaal lesmateriaal waarmee de cursisten in hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren. Vanmiddag werkt Abdullahi in het Studiecentrum aan zijn grammaticale vaardigheden. “Ik vind het leuk om op de computer te werken. Je kunt het in je eigen tempo doen en stukken overslaan als het te makkelijk is.”
Informatie
15.30 uur - Naar huis
De dag zit er weer op. Nog even snel langs de balie voor wat informatie en dan naar huis. Het bevalt Abdullahi goed in Den Helder. “Ik vind de mensen aardig en wil hier graag blijven wonen en in de toekomst ook werken”. Of Nederlands een moeilijke taal is? Volgens Abdullahi valt dat wel mee. Nederlands lezen is best wel makkelijk; zeker 70% van wat hij leest, begrijpt hij ook. De grammatica is goed te doen en ook het schrijven levert geen bijzondere moeilijkheden op. Heel anders is dat met het spreken van de Nederlandse taal. Een goede uitspraak is lastig. Abdullahi vertelt dat het nog niet meevalt om Nederlands te spreken buiten de school. Vooral omdat de mensen met wie je praat heel snel overstappen op Engels. “Maar,” zegt hij lachend, “daar helpen ze me nou juist níet mee!”
9
Veiligheidsacadem Met ingang van dit cursusjaar is Noord-Holland een nieuw opleidingsinstrument rijker: de Veiligheidsacademie. Hierin zijn de verschillende veiligheidsopleidingen van het ROC Kop van Noord-Holland gebundeld. Nieuw in het pakket is de opleiding Handhaver toezicht en veiligheid (HTV) met de uitstroomrichting politie. Voor de opzet van deze nieuwe opleiding is onlangs een convenant gesloten met onder meer Politie Noord-Holland Noord en de Politieacademie.
10
Het ROC Kop van Noord-Holland heeft veel ervaring met het geven van veiligheidsopleidingen. In Nederland was het zelfs één van de eerste opleidingsinstituten die ermee begonnen. Al deze opleidingen, inclusief de nieuwe opleiding HTV, worden nu onder één dak gegeven. En dankzij het convenant is voor de cursisten die kiezen voor de uitstroomrichting politie een stageplek gegarandeerd. De andere partners binnen dit convenant zijn de gemeenten Den Helder, Heerhugowaard, Alkmaar en Hoorn en het kenniscentrum ECABO. Samen willen de partners de positie van jongeren op de arbeidsmarkt vergroten en een doorstroming van talentvolle cursisten richting politie bewerkstelligen.
belangstelling voor uniformberoepen groter worden. Dit is dus een goed moment om jongeren enthousiast te maken voor een baan bij defensie, gemeente of politie.” Met alle bezuinigingen die nu worden doorgevoerd, is het echter de vraag of jongeren, ongeacht de aankomende vergrijzing, wel een stageplaats en aansluitend een werkplek kunnen bemachtigen. Opleidingsmanager Orde & Veiligheid Jaap Lont ziet het niet zo somber in: “Het aantal stageplaatsen bij defensie wordt niet verminderd en voor wat betreft de werkplekken is de instroom van burgers, spijkerbroeken genaamd, stopgezet en worden alleen nog gediplomeerden van de opleiding Veiligheid en Vakmanschap aangenomen.”
Enthousiast maken Om de Veiligheidsacademie gestalte te geven werkt voormalig inspecteur van politie Huub Hesselmans nauw samen met het ROC Kop van Noord-Holland. Volgens hem neemt de behoefte aan veiligheidsopleidingen toe. “Defensie en politie regelden de opleidingen bijna altijd zelf, maar uit kostenoverweging worden ze nu vaker uitbesteed bij ROC’s. Daarnaast stijgt als gevolg van de vergrijzing de vraag naar nieuw personeel. Ook zien we onder de jeugd de
‘De behoefte aan veiligheidsopleidingen neemt toe’
relatie Uitkomst Met name voor cursisten die te jong zijn om bij de politie te solliciteren biedt de Veiligheidsacademie uitkomst. Huub Hesselmans: “Zodra je 17,5 jaar bent, mag je bij de politie solliciteren. Ben je jonger dan kun je naar de Veiligheidsacademie. Dit is dus eigenlijk een extra mogelijkheid om alvast aan je toekomst te werken. Kies je voor de opleiding HTV met uitstroomrichting politie, dan kan de politieopleiding met een jaar worden bekort. Dat is mooi meegenomen, omdat je dan een vol jaar eerder gediplomeerd agent of hoofdagent kunt zijn.” Met de ondertekening van het convenant kunnen cursisten naast bij de politie nu ook stagelopen bij de afdeling Stadstoezicht van
de gemeenten Den Helder, Heerhugowaard, Alkmaar en Hoorn. Stages vormen een belangrijk onderdeel van de opleiding en met het convenant wordt het aantal stageplaatsen in het publieke domein aanzienlijk uitgebreid. Op deze manier krijgen jongeren de kans zich goed voor te bereiden op een baan in het toezichthoudende domein en kunnen ze de juiste praktijkervaring opdoen. Medio december starten de eerste stages. In eerste instantie gaat het om 12 stageplaatsen, maar eind volgend jaar zal het aantal geüniformeerde stagiairs al 24 bedragen. De verwachting is dat minimaal vijftig procent van de stagiairs doorstroomt naar de Politieacademie.
mie van start
Partners in onderwijs De ondertekening van het convenant is onderdeel van het project ‘Partners in onderwijs’, dat als doel heeft de samenwerking en relatie tussen politie, stadstoezicht en regulier onderwijs te versterken. Bestuursvoorzitter Aad de Wit van het ROC Kop van Noord-Holland is verguld met de samenwerking: “Op het gebied van veiligheid is deze brede samenleving een aanwinst voor de regio. Het is goed dat we dit samen met de politie en de kerngemeenten hebben kunnen opzetten.”
‘Een extra mogelijkheid om aan je toekomst te werken’ Naast de stages die op dit moment in de Noordkop worden aangeboden, kan ook stage worden gelopen bij de politie in Amsterdam, de stadsdelen in Amsterdam en de afdeling Handhaving van de gemeente Haarlemmermeer. Als voormalige inspecteur van politie heeft Huub Hesselmans goede contacten bij de politie en heeft hij deze stageplaatsen kunnen regelen. Hij zegt hierover: “We merken dat de cursisten een baan bij de politie of het stadstoezicht dynamisch en spannend vinden. Het is ook één groot avontuur. Zo hebben onlangs twee stagiairs in het centrum van Amsterdam drie straatrovers aangehouden. Daar zijn we trots op.” Nu de Veiligheidsacademie van start is gegaan, is ook meteen een einde gekomen aan de versnippering van de lessituaties. Jaap Lont: “Voor de cursisten is er nu meer herkenbaarheid en wordt niet langer versnipperd lesgegeven. Ook onze praktijkstraat in Schagen wordt weer up-to-date gemaakt. Het wordt nog meer een echte straat, waar cursisten te maken krijgen met levensechte situaties en hierdoor nog beter voorbereid zijn op de praktijk.”
Foto: Jaap Lont en Huub Hesselmans
11
Scholing voor mensen m Dat ook mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking goed zijn te scholen, blijkt uit het dubbelgesprek dat wij hebben gevoerd met adviseur Annabel Grooteman van WNK Bedrijven uit Alkmaar en ROC-docente Simone Lubbi uit Schagen. Beiden zijn al een aantal jaren nauw bij het opleiden van deze mensen betrokken. En met succes, want naast op niveau 1 worden ondertussen ook op niveau 2 en op termijn zelfs op niveau 3 diploma’s gehaald. Annabel Grooteman
Het ROC Kop van Noord-Holland en WNK Bedrijven werken al enige tijd nauw samen als het gaat om het ontwikkelen van opleidingen op maat. Een aantal van deze opleidingen wordt opgezet om volwassenen met een beperking te scholen. Mensen met een WSW-indicatie die als gewone werknemers bij WNK Bedrijven passend werk wordt geboden. “Deze mensen zijn in hun doen en laten beperkt met wat ze met zich meedragen. Het kan gaan om mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking of met psychiatrische problemen. In het reguliere onderwijs zouden zij hierdoor nooit goed kunnen functioneren, maar ondertussen hebben wij wel ervaren dat deze mensen wel degelijk zijn te scholen”, zegt Annabel Grooteman, die als adviseur opleidingen en ontwikkeling optreedt en daarnaast bij WNK Bedrijven verantwoordelijk is voor de gezamenlijke inkoop van opleidingen. “Twee jaar geleden hebben we samen met het ROC Kop van Noord-Holland voor een groep mensen een eerste niveau 1 aka-opleiding opgestart en het jaar daarop een tweede. Deze opleidingen worden gevolgd door mensen die bij ons in de schoonmaak, documentenservice en businesspost werken.” Simone Lubbi vervolgt: “Eén van hen was een 54-jarige man die nooit op een normale school had gezeten. Zijn grote wens was om nog eens in een klas te zitten en een diploma te halen. En wat was hij trots toen hij was geslaagd.” 12
Vraag naar niveau 2 Nadat de leerlingen uit de eerste groep hun niveau 1 diploma hadden gehaald, kwam het verzoek van de bedrijfsleider van het WNK Schoonmaakbedrijf of het mogelijk was om een aantal mensen verder te scholen. Simone: “Doel was om mensen uit de eerste groep naar een diploma niveau 2 Specifiek schoonmaak te scholen. Enkelen van hen zijn inderdaad doorgestroomd en de groep is verder aangevuld met vijf mensen van Opmaat uit Hoorn. Deze groep is het afgelopen schooljaar met een uitstroomrichting medewerker vloeronderhoud en glasbewassing opgeleid. En wij zijn nu zelfs zo ver dat we niveau 3 willen aanbieden. Als dit laatste naar werk in de schoonmaakbranche wordt gerelateerd, dan praten we over de functie van voorman/voorvrouw. Mensen dus met een echt mbo-diploma.” Annabel voegt hieraan toe: “Het leuke is dat de praktijkvakken op schoonmaakgebied door onze eigen docenten worden gegeven. De praktijkvakken worden gegeven op het eigen bedrijf, waar we over diverse leslokalen kunnen beschikken. Op dit moment zijn we ook bezig met het opzetten van een niveau 2 opleiding Logistiek.” ROC-docente Simone Lubbi is ook regelmatig in Alkmaar te vinden. Zij geeft daar dan de algemene vakken Nederlands, rekenen en llb (leren/loopbaan/burgerschap) en specifiek voor de WNK-leerlingen van het businesspostbedrijf het vak administratie.
met een beperking Toegesneden op werksituatie
Simone Lubbi
Nauwelijks uitval Dat de betrokken WNK-medewerkers heel serieus studeren, blijkt wel uit het geringe aantal uitvallers. Annabel: “Van de eerste groep voor niveau 1 was er maar één uitvaller en dan nog als gevolg van ziekte. De betrokken leerlinge is bij de tweede groep weer aangehaakt en heeft inmiddels ook haar diploma gehaald. En de tweede niveau 1 groep had maar twee tot drie uitvallers. Hier betrof het mensen met een psychiatrisch verleden. Alles bij elkaar valt het aantal uitvallers dus heel erg mee.” Het afgelopen schooljaar heeft geleerd dat de groep die de niveau 2 opleiding Schoonmaak met uitstroomrichting vloeronderhoud heeft gevolgd, hier een hele kluif aan heeft gehad. Annabel: “De eisen voor dit diploma zijn behoorlijk zwaar. Over het onderhouden van vloeren moet men ten eerste heel wat theoretische kennis hebben. Maar ook de proeve van bekwaamheid aan het einde van de opleiding is vrij pittig. Zij moeten vloeren kunnen testen, behandelen, en aangeven welke chemische middelen hiervoor mogen worden gebruikt. Dit laatste hebben we in kritische beroepssituaties verwerkt met zaken uit de praktijk. Wel merken we dat deze mensen moeite hebben met het plaatsen van de opgedane theoretische kennis in de praktijksituatie. Dit is echter wel nodig als ze straks zelfstandig op locatie gaan werken. Daarom hebben ze acht weken lang examentraining gekregen. De kracht van deze
opleiding vind ik dat we hem op maat kunnen aanbieden en dat de proeven zijn toegesneden op de werksituatie. Als deze groep naar een reguliere opleiding had gemoeten, dan hadden ze het volgens mij niet gered.” Een mooi leerproces Simone vervolgt: “Het valt mij op dat nogal wat mensen concentratieproblemen hebben. Zij zijn door het minste of geringste afgeleid. Daarom laat ik hen tijdens het examen in een hoek van een klaslokaal plaatsnemen. Het algemene doel is het behalen van het diploma, maar de weg erheen is voor iedereen weer anders. Daarom zit ik er bovenop. Ik ken alle leerlingen persoonlijk en weet wat hij of zij doet en wat ieders zwakke punten zijn. Je kunt hierdoor ook beter sturing geven.” Inmiddels is de ROC-docente kind aan huis bij WNK Bedrijven in Alkmaar. “Ik ben daar heel leuk ontvangen en voel me er thuis. Ik kan overal binnenlopen om even snel zaken te regelen. Op deze manier krijg ik een goed beeld van de mensen. Hoe zij naar dingen kijken en hoe zij deze beleven. En van zowel henzelf als van de praktijkbegeleiders hoor ik de verhalen aan en deze informatie kan ik weer gebruiken in de klas. Het werken met deze mensen is voor ons een mooi leerproces.”
13
René F.W. Diekstra
Het verschil tussen ervaring en excellentie In de laatste week van juni heb ik met collega’s van de universiteit van Harvard een cursus aan hbo- en universitaire docenten gegeven onder de titel Excellent learning through teaching excellence. Een belangrijke doelstelling van de cursus was te bevorderen dat docenten zoveel mogelijk gebruik maken van op goed wetenschappelijk onderzoek gebaseerde didactische methoden. Een daarmee samenhangende doelstelling was om duidelijk te maken wat excellente van ervaren docenten onderscheidt. Ook daarover is inmiddels het nodige onderzoek verricht en de uitkomsten daarvan zijn om een aantal redenen belangwekkend. Maar, verwonderlijk genoeg, nog altijd weinig bekend, ook onder docenten. Dat laat zich goed illustreren aan de hand van de inhoud van een sessie tijdens de trainingsweek. Daarin vroeg ik aan de deelnemers welke kwaliteit van de docent, gezien het beschikbare onderzoek, het grootste effect heeft op leerprestaties. Ze konden kiezen uit alternatieven zoals: a) passie; b) kennis van inhoud; c) aantal jaren ervaring; d) feedback aan studenten; e) het zich strak houden aan het leerplan; f ) informele contacten met studenten; g) de meeste invloedrijke kwaliteit staat niet op deze lijst: h) weet niet. Het overgrote deel van de deelnemers meende het juiste antwoord te weten en koos één van de alternatieven a) t/m f ). Toen ik, zonder nog het juiste antwoord te geven, meldde dat ze het, ondanks hun ervaring (tot de training waren alleen ervaren docenten toegelaten) bij het verkeerde eind hadden, ontstond er enig gemor. ‘Hoezo bij het verkeerde eind,…was passie of inhoudskennis dan niet belangrijk’..’was feedback aan studenten niet wezenlijk dan…’. Natuurlijk, zo reageerde ik, zijn deze aspecten belangrijk, maar dat was niet de vraag. De vraag was welke is, gegeven de beschikbare wetenschappelijke kennis, de belangrijkste docentkwaliteit in relatie tot studieprestaties. Daarop kwam meteen nog een aantal andere suggesties vanuit de zaal. Maar opnieuw, en zoals ik direct uit zal leggen verwonderlijk genoeg, zat daar het juiste antwoord niet tussen. Dat is namelijk inderdaad feedback. Maar niet de feedback van de docent aan de student. Maar omgekeerd, de feedback van de student aan de docent. Wat excellente docenten vooral van ervaren docenten onderscheidt, is hun vermogen en hun voortdurende inspanning en interesse om aan de student te ontlokken hoe deze de wijze van doceren ervaart. Wat hem daarin aanspreekt 14
en wat niet, wat hij al weet en wat niet, wat hij onthoudt en begrijpt van het geleerde en wat niet, op welke manieren hij leert en of hij überhaupt over effectieve leervaardigheden, gegeven het onderwerp of de stof, beschikt. Het is met name bekwaamheid in deze zogenaamde formatieve assessment, ter onderscheid van evaluatieve assessment, die de excellente van de ervaren docent onderscheidt. Maar behalve kennis en vaardigheid in methoden van formatieve assessment vraagt het ook om een andere bekwaamheid. Namelijk een sterke motivatie en voortdurende aandacht van de docent voor het scheppen van een sfeer van veiligheid en samenwerking in de klas. De mate waarin studenten bereid en in staat zijn om feedback te geven hangt sterk af van de mate waarin ze de klas als een veilige leeromgeving ervaren en een waarin samenwerking hoger wordt gewaardeerd dan competitie. Natuurlijk doen cijfers ertoe, maar vooral als uitdrukking van of bewijs voor goede samenwerking en uitwisseling tussen student en docent en studenten onderling. Dat brengt me op een belangrijke vraag. Waarom is feedback van de student naar de docent zo’n belangrijke leerfactor? Daarop vallen tenminste twee antwoorden te geven. Het eerste is afkomstig uit onderzoek in de (cognitieve) onderwijspsychologie. Daarin is vastgesteld dat studenten beter leren naarmate de leerstof beter wordt aangesloten op wat ze al weten. En om te weten wat ze al weten is het nodig daarover feedback van studenten te verzamelen. Het tweede antwoord betreft het feit dat naarmate een docent middels feedback van studenten op de bovengenoemde punten meer van hen weet, hij beter de diversiteit in de klas in kennis, leerstijlen en vragen kan beoordelen en er rekening mee houden. Dat brengt me op de tweede meest belangrijke kwaliteit van de excellente docent. De excellente docent gebruikt, vanuit zijn kennis van de diversiteit in de klas, een grotere diversiteit aan didactische methoden. Dat betekent zowel dat zijn onderwijs veel interactiever is alsook dat hij meer studenten meer en dieper ‘raakt’. En dit alles leidt tot een simpele maar tegelijkertijd cruciale conclusie. Het onderscheid tussen de ervaren en excellente docent ligt niet in verschil in kennis van inhoud maar in de pedagogische manier waarop de laatste met de inhoud omgaat. (Docenten/leerkrachten die geïnteresseerd zijn in het volgen van een excellent onderwijs training aan de Roosevelt Academy kunnen die interesse kenbaar maken via
[email protected])
Bij taal In deze rubriek interviewen wij bekende en minder bekende mensen uit de regio over de leuke en minder leuke aspecten van hun schooltijd.
“Ik wilde non worden”
al had ik de aandacht Loes den Hollander, bestsellerauteur van onder meer boeken als Zielsverwanten, Zwanenzang, Vluchtgedrag, Krachtmeting en Uitglijder. Ze woont in Wieringerwaard. Haar schoolbanken stonden in Nijmegen.
Lagere school “Op de lagere katholieke school in Nijmegen werd er veel met ons gezongen en werden er voordrachtwedstrijden gehouden. Toen schreef ik al gedichtjes. Het hoofd van de school was een non, zuster Crispina. Zij heeft de schrijfdrang in mij aangewakkerd en me gestimuleerd om te schrijven. Ik wilde ook non worden, ze moest er enorm hard om lachen. Ze zei: ‘Wat je ook wordt, jij wordt geen non.’ Ze is nog op mijn bruiloft geweest.” Middelbare school “Op de mulo kreeg ik ook les van nonnen. Ze droegen zwarte habijten en witte kappen. Tijdens de lessen was ik makkelijk af te leiden. Een vlieg kon ik door de hele klas volgen en was ik de aandacht kwijt. Zoals bijvoorbeeld bij boekhouden, dat vond ik verschrikkelijk. Maar bij taal had ik de aandacht. Dat werd op een interessante manier gebracht waardoor het voor mij ging leven. Zuster Leonardine las mijn gedichten en opstellen. Ze vond dat ik talent had en er iets mee moest doen. Toen had ik nog niet het idee om er mijn beroep van te maken. Tot vlak voor haar dood heb ik contact met haar gehouden en ze heeft al mijn boeken gelezen. Het enige wat ze niet waardeerde in mijn boeken was de seks.” Hoogtepunt “Absoluut hoogtepunt was mijn rol als Genevieve Montagne, een Franse kokkin, in een toneelstuk op de mulo. Ik had de gekste rol van iedereen en om zelf niet in de lach te schieten, zette ik mijn bril niet op. Zodra ik mijn bril zou opzetten, kon ik het publiek zien lachen en zou ik zelf ook in de lach schieten. Nu kon ik ze alleen maar horen.” Dieptepunt “John F. Kennedy werd vermoord toen ik op de mulo zat. Daar stond de hele wereld van te schudden en zijn begrafenis heeft diepe indruk op me gemaakt. De nonnen regelden voor elke klas een televisietoestel en volgden met de leerlingen de uitvaart. Dat hakte er stevig in.” Eerste baan “School vond ik leuk, het was er gezellig en veilig. Eigenlijk wilde ik naar de kweekschool, maar ik wilde niet nog eens vier jaar leren. Daarom ben ik gaan werken. Mijn eerste baan was op kantoor en dat vond ik verschrikkelijk. Je mocht niet praten en nauwelijks vragen stellen. Opeens bleek die volwassen wereld enorm saai te zijn. Na twee weken zei ik tegen mijn baas: ‘Ik kom maandag niet meer terug.’ Daarna heb ik verschillende banen gehad en achteraf denk ik; ik had naar de kweekschool moeten gaan. Daar heb ik altijd spijt van gehad.” Vervolgonderwijs “Vanaf mijn 24ste ben ik in de gezondheidszorg gaan werken en wilde ik ook weer leren. Uiteindelijk heb ik meerdere cursussen en opleidingen gevolgd en werd ik directeur van een zorginstelling. Schrijven deed ik in die tijd voor mezelf en als ik een beleidsstuk schreef dan gaf ik daar een eigen draai aan. Ook toen had ik niet het idee om professioneel schrijver te worden. Totdat mijn columns in het tijdschrift Midi werden gepubliceerd en ik in 2001 de zomerverhalenwedstrijd van Libelle won, toen begon het echt. De tijd is nu rijp voor mij om boeken te schrijven. Ik heb nooit gedacht; had ik het maar eerder gedaan.” 15
Startkwalificatie voor Hoe krijg je (allochtone) vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt dusdanig geschoold dat zij in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Het antwoord hierop wordt gegeven door ROC-docente Marlies Hoebe en projectleider Ad van der Made van de Stichting Werkprojecten Diversiteit uit Bussum. Beiden zijn nauw betrokken bij een pilotproject in Schagen, waarmee voornoemde vrouwen aan een startkwalificatie worden geholpen.
Ad van der Made
Het plan om (allochtone) vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt uit hun uitkeringssituatie te halen, is oorspronkelijk afkomstig van de Emancipatieraad in Den Haag, zegt projectleider Ad van der Made. “Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de Stichting Werkprojecten Diversiteit in Nederland de boer is opgegaan om pilotprojecten op het gebied van Zorg, Zelfstandig ondernemen en Techniek op te zetten. De eerste prioriteit van de Stichting is het zoeken van werkgevers, want een opleiding kan volgens ons pas worden opgezet als er een soort baangarantie is. Veel integratieprojecten lukken niet omdat mensen wel worden opgeleid, maar er vervolgens voor hen geen werk is. 16
6
r vrouwen in de zorg Dit moet dus anders. In Schagen kwamen we in contact met de Woonzorggroep Samen, die wel met ons in zee wilde met een mbo-project Vrouwen in de zorg. Kort daarop is ook het ROC Kop van Noord-Holland bij dit project betrokken.” Marlies Hoebe, ROC-docente met coördinerende taken binnen de afdeling Zorg voegt hieraan toe: “Samen met de gemeente Schagen en de Intergemeentelijke Sociale Dienst Kop van Noord-Holland heeft voor dit pilotproject eerst onder allochtone vrouwen een uitgebreide selectie plaatsgevonden. Vervolgens moesten deze vrouwen een voortraject doorlopen met heel veel taal, communicatievaardigheden en beroepsoriëntatie, zodat zij voldoende kennis in
Beschouw mijzelf als goed voorbeeld huis hadden om aan deze niveau 2 opleiding te kunnen beginnen. Uiteindelijk zijn we in januari 2010 met acht vrouwen van start gegaan.” Resultaat Anderhalf jaar later blijken er van de acht vrouwen drie hun diploma Helpende Zorg en Welzijn te hebben gehaald. Zowel Marlies als Ad vinden dit absoluut geen slecht resultaat. Marlies: “Voor deze vrouwen is deze bbl-opleiding heel zwaar. Zij gaan één dag in de week naar school en werken daarnaast 24 uur per week in wisseldiensten in Verpleeghuis Magnushof. Dit betekent dat zij heel goed moeten kunnen organiseren. En lang niet iedereen kan dat. De vrouwen hebben allemaal een gezin. Meestal zijn het eenoudergezinnen met vaak ook nog probleemkinderen. En geen sociaal netwerk of familie om hulp te bieden.” Ad voegt hieraan toe: “Om school, werk en huishouden goed te combineren, is voor deze vrouwen vaak een brug te ver. Dit heeft de meeste uitval veroorzaakt. Dat maar drie van de acht slagen lijkt teleurstellend, maar zet je dit af tegen een leeftijdsgroep zonder al die achterstanden dan is het toch nog een heel fatsoenlijk resultaat. Dit uitvalpercentage ligt niet hoger
Marlies Hoebe
dan het landelijk gemiddelde. Het is dus helemaal geen slechte score. Daarnaast hebben we nu veel meer zicht op de afvallers die dankzij de door ons verworven kennis nu nog beter kunnen worden begeleid. Kortom, wij zijn best tevreden met het behaalde resultaat.” Mamma op universiteit De 49-jarige Shukria Hamed, afkomstig uit Iraaks Koerdistan, is één van de drie vrouwen die met goed gevolg de mbo-opleiding hebben afgerond. Zij is al elf jaar in Nederland en heeft zeven kinderen, waarvan er twee nog thuis wonen. “In Koerdistan gaf ik met veel plezier les op een basisschool. Helaas was dit in Nederland niet mogelijk. Toch wilde ik heel graag werken en zelf geld verdienen. Ik was het altijd gewend om zelfstandig te zijn.” Shukria greep de kans om een zorgopleiding te kunnen volgen dan ook met beide handen aan. Het leren viel niet altijd mee, maar het werken met ouderen was haar op het lijf geschreven. “Eerst heb ik vier maanden het voortraject gedaan om mijn taalvaardigheid te verbeteren en vervolgens heb ik anderhalf jaar de opleiding gevolgd. Als je gewend bent om veel kinderen op te voeden, dan gaat het werken met ouderen eigenlijk vanzelf. Gelukkig heb ik veel geduld en daarbij ben ik ook steeds heel goed begeleid. En zat ik ’s avonds te studeren, dan zeiden mijn kinderen: mamma zit op de universiteit.” Maar ook Shukria zat het thuis niet altijd mee. Zo verloor zij aan het begin van haar opleiding een zoon en kwam haar man ziek thuis te zitten. Maar zij wist al deze tegenslagen op te vangen. Inmiddels heeft Woonzorggroep Schagen haar een baan aangeboden. Het gaat om een baan voor 32 uur op de afdeling waar zij ook stage heeft gelopen. “Ik mocht van mijn begeleider en teamleider niet meer weg”, zegt Shukria, die ook voorzitter is van een Europese vereniging die Koerdische vrouwen helpt met integreren. “Ik beschouw mijzelf als een goed voorbeeld hoe zoiets zou kunnen”. 7
17
Maatschappelijk betrokken uitblinker
Zijn spieren zet hij in om andere mensen te helpen. Zo zwom hij voor het goede doel van Den Helder naar Texel en in september heeft hij middels een mountainbikemarathon geld ingezameld voor de spierziekte Duchenne. Deze initiatieven, zijn maatschappelijke betrokkenheid, doorzettingsvermogen en een tomeloze inzet hebben Bas Habets de titel Uitblinker van het ROC Kop van Noord-Holland 2011 opgeleverd. Hij is blij verrast met deze titel. “Het is heel speciaal om uitblinker te zijn.” De 21-jarige, inmiddels afgestudeerde, cursist Sport en bewegen wilde in eerste instantie bij de politie werken, maar hij was destijds te jong om een opleiding hiervoor te volgen. Hij sportte altijd veel; waterpolo, mountainbiken, (openwater) zwemmen en hardlopen. Dus de link was snel gelegd richting de opleiding Sport en bewegen. “Ik was gelijk enthousiast en het idee om bij de politie te willen werken, liet ik varen. Het afgelopen cursusjaar heb ik bij Zeemacht, de marinesportvereniging, stage gelopen. Tijdens die stage heb ik met Björn Kooijman het project ‘Sports to school’ opgezet. Met dit project bieden we sportlessen op basisscholen aan. Een paar keer per week gaven we les op de basisscholen De Dijk, de Vlieberg en Schooterduyn in Den Helder. De scholen zijn zeer enthousiast en willen er mee doorgaan. Daarom hebben we het project overgedragen aan derdejaars cursisten.” Goede doelen Naast zijn opleiding en stages is Bas druk met goede doelen. Zo zwom hij in 2009 van Den Helder naar Texel voor het project Todos (Toekomst door sport). Todos zet zich in voor sportprojecten voor kinderen in ontwikkelingslanden. “Voor deze kinderen is het niet vanzelfsprekend om te sporten,” vertelt Bas. “Ik sta achter de visie en missie van Todos, het is een belangrijk doel.” In veertig minuten tijd zwom Bas van Den Helder naar Texel en haalde hij ruim 1600 euro op. Dit bedrag werd verdubbeld door Wilde Ganzen. “Ik zou het zo weer willen doen, maar dan groter. Bijvoorbeeeld met twintig zwemmers.” Bas houdt daarom contact met Todos om op termijn weer een zwemtocht te organiseren.
Bas Habets: ‘Het greep mij enorm aan’ 18
In september heeft Bas gemountainbiked voor het Duchenneproject. De ziekte van Duchenne is een spierziekte die zich vooral bij jongens manifesteert. Zeven dagen lang honderd kilometer per dag fietsen op onverharde paden door België, Duitsland, Luxemburg en Nederland. Via medecursist Jorick Quax kwam Bas met dit project in aanraking. “Ik wist niet wat de ziekte van Duchenne was en heb me er in verdiept. We kwamen in contact met Kevin van de Haag uit Julianadorp, hij heeft deze ziekte. Iemand een hand geven is voor hem al een sport. Ik kwam er achter dat er nauwelijks overheidssteun is voor de bestrijding van deze ziekte. Het is een vergeten groep en dat greep me enorm aan. Als ik met mijn gezonde spieren iemand kan helpen, dan doe ik dat. We hebben Kevin meerdere keren ontmoet en hebben ons verdiept in zijn leven. Met ons team willen we tienduizend euro bij elkaar fietsen.” Emoties Bas heeft inmiddels de opleiding Sport en bewegen afgerond en is hij tot het besef gekomen dat je veel van sporten leert. “Je leert bijvoorbeeld goed om te gaan met andere mensen en met emoties die loskomen. Met sporten ben je in het diepst van je emoties want je kunt moe, blij of verdrietig zijn. Als je dergelijke situaties meemaakt, leer je er ook makkelijker mee te dealen.” In september gaat Bas naar de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. “Ik wil graag het onderwijs in en met kinderen werken. En op termijn zou ik graag in bijvoorbeeld Zuid-Afrika ontwikkelingswerk op het gebied van sport gaan doen. Maar eerst wil ik mijn vervolgstudie afronden, een ondergrond opbouwen in Nederland en dan naar landen gaan waar sport onderontwikkeld is. ” Nu is Bas in ieder geval nog een jaar lang ambassadeur van het ROC Kop van Noord-Holland.
t
r n
Hulp voor Dorus Rijkers Een aantal derdejaars cursisten van de marof-opleiding heeft waardevolle praktijkervaring opgedaan: onder leiding van docente Karen de Jong hebben zij op het terrein van Scheepswerf Visser geholpen met de restauratie van de museale reddingboot Dorus Rijkers. Zo zijn zij betrokken geweest bij het reviseren van de hoofdmotor, een 4-clinder Deutz Brons uit 1923. De reddingboot, vernoemd naar één van Nederlands meeste gedecoreerde redders, wordt gerestaureerd door vrijwilligers van de Stichting Instandhouding Motorreddingboot Dorus Rijkers. Na de bouw, in 1923, was het de eerste motorreddingboot die in Den Helder op station kwam te liggen. Met de Dorus Rijkers werden in totaal 290 reddingsacties uitgevoerd, waarbij 659 drenkelingen konden worden gered. In 2013 moet de restauratie klaar zijn en heeft Museumhaven Willemsoord er weer een blikvanger bij.
Mechatronica 3 in ontvangst genomen. Een bijzonder leertraject, specifiek gericht op functies binnen de Koninklijke Marine. Bijzonder, omdat de cursisten hierdoor een waardevol, civiel diploma in handen hebben, waarmee ze in hun verdere loopbaan, binnen de marine of daarbuiten, alle kanten op kunnen. In de mechatronica worden alle traditionele technische richtingen verenigd: elektrotechniek, werktuigbouwkunde en ict. De opleiding is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen Koninklijke Marine Technische Opleidingen (KMTO), het ROC Kop van Noord-Holland en Tetrix Bedrijfsopleidingen. Genoemde partijen hebben de leerplannen zodanig op elkaar afgestemd dat civiele diplomering mogelijk is geworden; maatwerk in optima forma dus.
Gemeentelijke informatie Niedorp meest duidelijk
Jaarverslag 2010
Het jaarverslag over 2010 toont dat het ROC Kop van Noord-Holland op tal van punten vooruitgang heeft geboekt. Het ROC is financieel gezond, werkt hard aan het optimaliseren van de kwaliteit en groeide wederom het afgelopen jaar. U kunt het jaarverslag downloaden van onze website (www.rockopnh.nl). Wilt u liever een exemplaar ontvangen, bel dan met 0223 - 611 200.
Cursiste Elisabeth Smit
n
s
kleuren gebruikt. Voor de binnenkort nieuw te vormen fusiegemeente Hollands Kroon (Anna Paulowna, Wieringen, Wieringermeer en Niedorp) hebben de cursisten nog wel een aantal tips: gebruik eenvoudige taal, zorg voor een groot lettertype, veel witruimte tussen de regels en plaats foto’s bij de tekst.
stagiaire van het jaar
V.l.n.r. : de vier ROC-cursisten, vrijwilligers Nico Verduin, Ton Lantau en Sip Wiebenga en docente Karen de Jong.
Civiel diploma vergroot employability
n
e
Eind juni heeft een groep medewerkers van de Koninklijke Marine op de Techniekcampus in Den Helder een diploma Machinebouw
Ambassadeur van de laaggeletterdheid Peter Schipper ondertekent de oorkonde onder toeziend oog van wethouder onderwijs Jan Steven van Dijk en burgemeester Anneke van Dok. Iedereen in Nederland zou moeten kunnen lezen en schrijven. Tijdens de Week van de Alfabetisering, die jaarlijks begin september plaatsvindt, staat het belang van lezen, schrijven en rekenen centraal. In dat kader hebben cursisten van de Taal- en Rekenwerkplaats (volwassenen die moeite hebben met lezen en schrijven) de meest duidelijke gemeentelijke informatie(pagina) gekozen. Daarbij kwam de gemeente Niedorp als winnaar uit de bus. De cursisten beoordeelden negen gemeenten in de regio. Niedorp viel op in positieve zin. Zo is het fijn dat de gemeente een aparte folder uitgeeft, omdat je dan niet zo hoeft te zoeken in het weekblad. Deze folder bevat nuttige informatie, is zakelijk en overzichtelijk, en er worden duidelijke letters en rustige
ROC-cursiste Elisabeth Smit is stagiaire van het jaar geworden bij ’s Heeren Loo in Noord-Holland. Zij kreeg deze prijs voor haar doorzettingsvermogen, enorme inzet en haar positief kritische houding waardoor zij het team van de woning aan de Perenhout 3 in Julianadorp scherp houdt. De verkiezing vond plaats in het kader van de dag van de stagiaire. De stagiaires werden voorgedragen door hun team. Uit 12 inzendingen nomineerde een onafhankelijke jury drie kandidaten: Elisabeth Smit (Perenhout 3), Lianda Roelofs (Dagbesteding MVG) en Nadine Lokkerbol (Fasehuis). Bijzonder dit jaar was dat alle genomineerden de opleiding Maatschappelijke zorg volgen bij het ROC Kop van Noord-Holland. De prijs bestaat uit een beeldje van een gestileerd mensfiguur, het boek ‘Help mijn zus is gek’ van Fabiënne van Kempen en cadeautjes die door cliënten zijn gemaakt.
V.l.n.r. : Lianda Roelofs, Nadine Lokkerbol en winnares Elisabeth Smit.
19
Werkend leren lerend werken
De afdelingen Bedrijfsopleidingen van het ROC Kop van Noord-Holland en het Clusius College hebben hun krachten gebundeld in de coöperatie Onderwijsgroep Noordwest-Holland. Dit betekent dat alle (avond-)opleidingen, cursussen en trainingen die beide onderwijsinstellingen verzorgen voor volwassenen worden aangeboden onder de vlag van de Onderwijsgroep Noordwest-Holland
onderwijsgroep noordwest-holland bedrijfsopleidingen adres tel
postbus 250, 1780 ag den helder
(0223) 611 310
e-mail
fax
(0223) 610 213
[email protected]
www.onderwijsgroepnwh.nl
Kijk voor ons gehele cursusaanbod op
www.onderwijsgroepnwh.nl
ROC Magazine is een uitgave van : ROC Kop van Noord-Holland, afdeling communicatie Redactie-adres
: Postbus 250, 1780 AG Den Helder
Redactie : Aad de Wit, Paul Schaap, Sandra Zeck, Hester Visser en Jannie de Graaf Tekst : PAS Publicaties, Anna Paulowna Erica Krijgsman en Jannie de Graaf Foto’s : Tenzij anders vermeld: DH Foto, Den Helder Vormgeving
: Studio Kisteman, Julianadorp
Druk : Drukkerij Zeeman Reclame Groep, Den Helder