VERSLAG VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM W OENSDAG 27 mei 2015
Locatie: De Rotterdam - Wilhelminakade 179 - 40e verdieping, kamer 40.11 AANWEZIG Commissie: Michel (voorzitter, aanwezig tot 15:40 uur), Bakker (plv. voorzitter vanaf 15:40 uur), Bloks, Diederen, Galema, Molenaar en Stuhlmacher Secretariaat: Van der Klauw (verslag), Scheer (gedeeltelijk) Bureau Monumenten: Knibbeler 3
BOUWPLANNEN
14:30 – 17:00
3.1 Coolsingel 40, Centrum (1e behandeling) (rijksmonument) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
3.2 Tinbergenlaan (Biezenrijk), Overschie (1e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:40-15:50
3.4 Marinestraat/De Ruyterstraat, Feijenoord (1e behandeling)
16:10
Aanpassing beide plannen: gevangenis en muurdoorbraak Sander Nelissen (Wessel de Jonge architecten) OMV.14.03.00091/ OMV.14.10.00487
3.6 Steigersgracht 11, Centrum (2e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
15:50
Nieuwbouw 8 woningen Noordereiland (CPO) Joep van der Veen (Bokkers van der Veen Architecten & Planners) OLO 1713511 (conceptaanvraag)
3.5 Noordsingel (Tuin van Noord), Noord omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:20
Nieuwbouw Meander Park16Hoven Thomas Bedaux (Bedaux de Brouwer) – Björn Moust (Kalliste) OLO 1808971 (conceptaanvraag)
PAUZE
omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:00
Nieuwbouw woningen Gert de Graaf (Groosman architecten) OLO ??? (conceptaanvraag)
3.3 Tinbergenlaan/Van der Waalslaan (Meander), Overschie (1e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
14:30
Aanpassing raadzaal stadhuis Bert de Munnik (DeMunnik-deJong architecten) OMV.15.04.00259
16:40
Realiseren bouwwerk tbv Stadsinitiatief Erik de Jong (Morfis Architectuur) OLO 1171693 (conceptaanvraag)
1
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
BOUWPLANNEN 4.1 Coolsingel 40, Centrum (1e behandeling) (rijksmonument) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
14:30
Aanpassing raadzaal stadhuis Bert de Munnik (De Munnik – de Jong architecten) OMV.15.04.00259
Omschrijving van het plan Voorgesteld wordt om de raadzaal van het stadhuis te moderniseren waarbij meerdere praktische (gebruiks)bezwaren worden aangepakt. De architect geeft aan dat vooral functionaliteit moet worden verbeterd (zitcomfort, av-middelen, klimaatregeling). De volgende ingrepen worden daarom voorgesteld: - Verbeteren ambtenaren- en perstribune, waarbij de indeling van de tribune aangepast wordt; - Integratie audiovisuele middelen in meubilair, wand- en plafond; - Vergroten zit- en werkcomfort vergaderingen, waarbij voorgesteld wordt de werkbladen en stoelen van de raadtafels te vervangen; - Nieuwe vloerafwerking; - Aanpassingen wandbespanning en raambekleding t.b.v. zonwering, tv opnames en akoestiek. Een gevolg hiervan is dat de eikenhouten kaders rondom de raamopeningen opgedikt worden en boven de raamopeningen een geperforeerde messing kuif wordt toegevoegd; - Verbetering beeld en kleurstelling; - Verbeteren verlichting, waarbij voorgesteld wordt de bestaande lampen aan te passen. Reactie van de commissie op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie bedankt de architect voor de presentatie. Zij geeft aan de onderbouwing van de diverse ingrepen aan de raadzaal niet geheel te begrijpen in relatie tot de monumentwaarde van de raadzaal van het rijksmonument. De keuzes lijken vooral gebaseerd te zijn op praktische en esthetische aspecten zonder dat voldoende rekening gehouden wordt met de monumentale waarden. Bij de aanpak van de raadzaal is het van belang te bepalen in hoeverre latere wijzigingen, vooral die van 1964, als belangrijke tijdlaag moeten worden gezien. Dit is nodig omdat deze verbouwing volgens de waardestelling bepalend is geweest voor de uitstraling van de huidige raadzaal, terwijl de ruimtelijke impact van deze verbouwing als negatief omschreven is. Tegelijkertijd baseert het nu voorliggende plan zich voor wat betreft de ruimtelijke indeling júist op de in 1964 doorgevoerde aanpassingen. Er wordt bijvoorbeeld voorgesteld om de indeling van de zijtribunes te wijzigen, maar de in 1964 aangebrachte opzet te behouden. Vanuit de waardestelling geredeneerd wordt deze keuze niet begrepen. Ook van bijvoorbeeld de voorgestelde aanpassingen van de vensteromlijstingen in de achter- en zijwanden wordt de relatie met het monument niet begrepen. Het plan lijkt zich nu te veel te richten op modificatie, waarbij een heldere restauratievisie als onderlegger ontbreekt. De commissie vraagt de architect daarom een stap terug te doen en eerst een duidelijke restauratievisie op te stellen en op basis hiervan het ontwerp nogmaals te bezien om zo tot een helder en overtuigend ontwerp te komen. Conclusie De commissie vraagt aandacht voor bovenstaande opmerkingen en ziet de architect graag terug in een volgende vergadering. De commissie adviseert vooralsnog negatief aan het bestuur ten aanzien van het afgeven van de omgevingsvergunning.
2
4.2 Tinbergenlaan, Overschie (1e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:00
Nieuwbouw woningen Biezenrijk Gert de Graaf (Groosman architecten) OLO 1803961 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Het plan omvat een nieuwbouwproject van 33 woningen, genaamd Biezenrijk fase II. De eerste fase is reeds uitgevoerd naar een ontwerp van DP6. Deze binnenwereld van Park16Hoven wordt doorkruist door het HSL-park. De woningen gelegen langs het HSL-park worden allen uitgevoerd conform het ontwerp van DP6. Hiervan is reeds een deel is gebouwd. De overige woningen van de tweede fase worden afwijkend van de eerste fase ontworpen maar blijven wel familie. De architect legt uit dat verschillende middelen ingezet zijn om de samenhang van de twee fasen te waarborgen. Zo worden bijvoorbeeld de steensoort, de toepassing van houten delen in de gevel en de karakteristieke witte dakkapellen uit fase I overgenomen in het ontwerp van fase II. De architect geeft aan dat de h.w.a.’s conform de voorschriften uit de welstandsparagraaf uitgevoerd zullen worden in zink of aluminium. Voor de daken zal gekozen worden voor een nader te bepalen donkergrijze pan zodat zonnecollectoren netjes ingepast kunnen worden. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Projecten na 1985 (welstandsparagraaf Park 16Hoven) Welstandsniveau: Ontwikkeling Relevante criteria Algemene welstandscriteria Park Zestienhoven Gebouwen en bouwwerken zijn ontworpen met aandacht voor hun relatie tot de openbare ruimte. Materialisatie en detaillering zijn hoogwaardig en ondersteunen het ontwerpconcept. PVC regenpijpen aan de openbare zijde van het gebouw zijn niet toegestaan. Welstandscriteria C9 Binnenwerelden Relatie met het stedenbouwkundig plan De sfeer en het karakter van de binnenwerelden kan als volgt worden omschreven: intiem, kleinschalig, besloten, gemoedelijk, speels. De inrichting en de bebouwing dienen te passen binnen de geschetste sfeer. De bebouwing in een binnenwereld vormt één architectonische familie; de individuele woning mag binnen het collectief herkenbaar zijn, mits dit geen afbreuk doet aan het gezamenlijke beeld. Identieke woningen zijn niet toegestaan; kleine verschillen tussen de woningen dragen bij aan een levendige uitstraling van de binnenwereld. Bebouwing op zichzelf De bebouwing moet een originele, levendige, expressieve uitstraling hebben; tegelijkertijd moeten de gebouwen een chique en exclusief karakter hebben en passen in een villawijk. De dakvorm domineert in het ontwerp van de gebouwen. Gevels en daken, grenzend aan openbaar gebied zijn open van karakter. De overgang openbaar gebied – tuin – gebouw dient geleidelijk en vloeiend te zijn. Toepassing van bouwkundige elementen, zoals luifels, erkers, vlonders, etc. is vanuit dit oogpunt vereist. Erafscheidingen moeten de overgang openbaar gebied – tuin zo min mogelijk belemmeren; gebouwde erfafscheidingen moeten worden mee-ontworpen met de bebouwing en dienen tevens te passen in de binnenwereld. Detaillering, materiaal- en kleurgebruik Detaillering, materiaal- en kleurgebruik dienen te passen bij het chique en exclusieve karakter van de bebouwing en de binnenwereld. Materialen dienen een natuurlijk en ‘warm’ karakter te hebben, bijvoorbeeld hout, natuursteen, leisteen, riet, helder glas, etc. Het gebruik van baksteen is slechts beperkt toegestaan. Bijzonder gebruik van baksteen, bijvoorbeeld gekeimde of geglazuurde bakstenen, is wel toegestaan. Per binnenwereld moet een eigen, ingetogen kleurenprogramma worden gebruikt dat past bij het chique karakter van de wijk. Een kakofonie aan kleuren is niet toegestaan. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op het gepresenteerde ontwerp. Zij deelt de mening van de architect dat het van belang is dat de twee fasen van het project een familie blijven maar dat betekent niet dat hier rigide aan vastgehouden moet worden. Wel meent de commissie dat het bij de entreepartijen van de waterwoningen aan kwaliteit ontbreekt. Zij vraagt om een herzien voorstel van dit onderdeel. Verder is de commissie benieuwd naar de
nadere uitwerking van de materialen en details, waaronder die van de kozijnen, gezien de verschillende wijze van detaillering en posities in het gevelvlak. Ook vraagt zij om een duidelijk overzicht en uitwerking van de kopersopties, waarbij het van belang is dat de karakteristieke elementen van de woningen zoals de doorlopende dakkapellen en witte erkers niet alleen als opties mogelijk zijn maar ook op een aantal plekken standaard worden uitgevoerd. Een ander belangrijk aandachtspunt is de achterzijde van de woningen waarbij een pergola/carport wordt voorgesteld. Deze hoek lijkt nog aan kwaliteit en helderheid te kunnen winnen. Verder attendeert de commissie de opdrachtgever, gezien de ontstane problemen bij fase I, op het belang van de betrokkenheid van de architect bij de verdere uitwerking en bouwbegeleiding van het project. Conclusie Zonder hiermee volledig of uitputtend te zijn, vraagt de commissie aandacht voor de hierboven genoemde aandachtspunten en opmerkingen. Zij ziet de definitieve aanvraag omgevingsvergunning met belangstelling tegemoet.
4.3 Tinbergenlaan/Van der Waalslaan (Meander), Overschie (1e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:20
Nieuwbouw Meander Park16Hoven Thomas Bedaux (Bedaux de Brouwer) – Björn Moust (Kalliste) OLO 1808971 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Het plan omvat een schetsontwerp voor de nieuwbouw van 72 woningen in clusters van 2, 3 of 4. Voor de verkaveling is door de architect en ontwikkelaar een afwijkende opzet voorgesteld waarbij direct wonen aan het water mogelijk wordt gemaakt en een parkeerstrook tussen woningen en water vermeden wordt. In dit voorstel wordt het parkeren tussen de achtertuinen van de woningen opgelost. Om de clusters steeds rondom op elkaar aan te laten sluiten en zicht op achtergevels te voorkomen worden tuinmuren voorgesteld met geïntegreerde pergola’s waaronder parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd worden. Door middel van een toevoeging van een dak aan de pergola is deze voorziening uit te breiden naar een carport. De architect toont hiervan een referentie uit eigen werk. De woningen worden gedomineerd door de karakteristieke kap met ruime overstek. De gevels worden gekenmerkt door en een speelse a-symmetrische compositie van de gevelopeningen en horizontale aaneengesloten bandramen op de verdiepingen. Op de begane grond worden naar binnen geschoven erkers en nog iets verder terugliggende entreepartijen voorgesteld. Tevens toont de architect een bemonstering van een bruin-rode steen voor het metselwerk. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: Projecten na 1985 (welstandsparagraaf Park 16Hoven) Welstandsniveau: Ontwikkeling Relevante criteria Algemene welstandscriteria Park Zestienhoven: De positie en de architectonische uitstraling van de bebouwing moeten het chique en groene karakter van Park Zestienhoven ondersteunen. Gebouwen en bouwwerken zijn ontworpen met aandacht voor hun relatie tot de openbare ruimte. PVC regenpijpen aan de openbare zijde van het gebouw zijn niet toegestaan. Welstandscriteria C9 Binnenwerelden: Relatie met het stedenbouwkundig plan Elke binnenwereld heeft een eigen identiteit, die wordt bepaald door de inrichting van het openbaar gebied en de bebouwing. De sfeer en het karakter van de binnenwerelden kan als volgt worden omschreven: intiem, kleinschalig, besloten, gemoedelijk, speels. De inrichting en de bebouwing dienen te passen binnen de geschetste sfeer. Bebouwing op zichzelf De dakvorm domineert in het ontwerp van de gebouwen. De overgang openbaar gebied – tuin – gebouw dient geleidelijk en vloeiend te zijn. Toepassing van bouwkundige elementen, zoals luifels, erkers, vlonders, etc. is vanuit dit oogpunt vereist. Erafscheidingen moeten de overgang openbaar gebied – tuin zo min mogelijk belemmeren; gebouwde erfafscheidingen moeten worden mee-ontworpen met de bebouwing en dienen tevens te passen in de binnenwereld. Detaillering, materiaal- en kleurgebruik Detaillering, materiaal- en kleurgebruik dienen te passen bij het chique en exclusieve karakter van de bebouwing en de binnenwereld. Materialen dienen een natuurlijk en ‘warm’ karakter te hebben, bijvoorbeeld hout, natuursteen, leisteen, riet, helder glas, etc. Het gebruik van baksteen is slechts beperkt toegestaan. Bijzonder gebruik van baksteen, bijvoorbeeld gekeimde of geglazuurde bakstenen, is wel toegestaan.
Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie geeft aan waardering te hebben voor het zorgvuldige ontwerp van de woningen. Zij ondersteunt de gewijzigde verkaveling waardoor wonen aan het water optimaal mogelijk wordt gemaakt. Echter acht zij het parkeergebied en de gesloten tuinmuren nog van onvoldoende kwaliteit. Alhoewel de oplossing met tuinmuren zeker wordt gewaardeerd is enige verfijning/verzachting en openheid wel nodig om de kwaliteit en uitstraling van het parkeergebied op een acceptabel niveau te brengen, daarbij speelt vergroening van het gebied een belangrijke
rol. De commissie doet als mogelijke kwaliteitsverbetering verder de suggestie om het parkeergebied nog meer omsloten te maken door de tuinmuren meer als poort vorm te geven. De commissie constateert dat het materiaalgebruik in strijd is met de geldende criteria. Zeker de voorgestelde roodbruine kleur van het metselwerk is vanuit de welstandsparagraaf bedoeld voor de lanen en juist niet voor de binnenwerelden. De commissie vraagt hiervoor aandacht. Tevens geeft de commissie aan niet overtuigd te zijn voor de optie tot het aanpassen van de pergola naar carport. Dit vanwege het feit dat het dichtzetten wellicht tot vergunningvrije mogelijkheden behoort, waardoor in het huidige voorstel een grote kans bestaat dat een rommelig beeld ontstaat van verschillende invullingen. Tenslotte is de commissie benieuwd naar de uitwerking van de erfafscheidingen, bergingen, opties zoals dakkapellen etc. Conclusie Zonder hiermee volledig of uitputtend te zijn, vraagt de commissie aandacht voor de hierboven genoemde aandachtspunten en opmerkingen. Zij ziet de definitieve aanvraag omgevingsvergunning met belangstelling tegemoet.
4.4 Marinestraat/De Ruyterstraat, Feijenoord (1e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:40
Nieuwbouw 8 woningen Noordereiland (CPO) Tom Bokkers en Joep van der Veen (Bokkers van der Veen Architecten & Planners) OLO 1713511 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan De conceptaanvraag betreft een schetsontwerp voor de nieuwbouw van acht woningen welke ontwikkeld zullen worden vanuit een collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). De locatie is gelegen in het beschermde stadsgezicht ‘Noordereiland’ en betreft een kavel dat vanaf het bombardement van WOII geen bebouwing kent. De architect legt uit dat het een eerste opzet betreft voor het ontwerp van de acht woningen. De structuur in het gevelbeeld vormt de drager van het geheel. De particuliere opdrachtgevers hebben binnen deze structuur een aantal vrijheden, uitgewerkt in opties voor uitbreidingen, invullingen, indelingen en materiaalgebruik. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Rivierlocaties Welstandsniveau: bijzonder (beschermd stadsgezicht) Relevante criteria Verschijningsvorm Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. De begane grondverdieping past bij het karakter van de straat en geeft (in proportie) uitdrukking aan het belang van de begane grondverdieping. Materiaal, kleur en detaillering Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. Toepassing van hoogwaardige materialen en detaillering in overeenstemming met de uitstraling van het beschermde stadsgezicht. Materiaal en detaillering dienen aan te sluiten bij het robuuste karakter van de kades. In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). Sneltoetscriteria voor zonnecollectoren en zonnepanelen Algemeen - Plaatsing op de gevel is mogelijk mits de zonnecollector of het zonnepaneel goed is ingepast in het ontwerp - indien de collector of het paneel niet één geheel vormt met de bijbehorende installatie,dan moet de installatie aan de binnenzijde van het bouwwerk worden geplaatst. Beschermde stadsgezichten Bij plaatsing op een plat dak - Regelmatige rangschikking. - Afstand tot de randen van het dak ten minste gelijk aan hoogte collector of paneel. Sneltoetscriteria voor dakterrassen Plaatsing - De balustrade is altijd binnen de gevellijn geplaatst en aan de voorzijde van het gebouw minimaal 1.5 meter teruggeplaatst van de gevel of van de bovenrand van een schuin dakvlak. - De dakopgang is minimaal 2,0 meter teruggeplaatst van de gevel of van de bovenrand van een schuin dakvlak. Maatvoering - Hoogte van de toegang naar het dakterras is maximaal 2,3 meter. - Oppervlakte dakopgang is maximaal 2m². Vormgeving - Vormgeving van de opbouw is ondergeschikt aan het hoofdgebouw. - Balustrade is uitgevoerd als hekwerk (met verticale spijlen). Materiaal, kleur en detaillering - Kleurkeuze is terughoudend en afgestemd op het hoofdgebouw. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking
De commissie reageert op de hoofdopzet van het schetsontwerp positief. Wel adviseert zij de architect de vrijheden binnen het concept in te perken om te voorkomen dat de draagstructuur en samenhang van het ensemble verloren gaat door sterk uiteenlopende of juist overeenkomende eisen van de kopers. Bijvoorbeeld de materialisering, die nu een sterk uiteenlopend palet van keuzemogelijkheden laat zien, kan juist aan kracht verliezen wanneer een groot deel van de bewoners eenzelfde materialisering kiest. Ook geeft de commissie aan dat enige samenhang en overeenstemming in soorten en kleuren materialen nodig is om het geheel als een overtuigend ensemble vorm te geven en in te passen in het beschermde stadsgezicht ‘Noordereiland’. Verder vraagt zij zich af of voor het doorbreken van de structuur van de gevelindeling, bij toepassing van bijvoorbeeld schuifpuien, aanvullende regels nodig zijn om te voorkomen dat de collectieve drager (structuur) aan kracht verliest. De commissie geeft aan dat de inpassing van de bergingen op geen enkele wijze voldoet aan de criteria voor levendige plinten en kwaliteit van beganegrondgevels. De commissie vraagt in het bijzonder aandacht voor dit onderdeel. Ook deelt zij mede dat de voorstellen voor dakterrassen en zonnepanelen nog niet voldoen aan de sneltoetscriteria voor deze onderdelen. Ten slotte vraagt de commissie de architect of toepassing van bel-etages ook tot de mogelijkheden kan behoren aangezien dit juist zo kenmerkend is voor het gebied. Zij meent dat deze afwisseling het ontwerp zou versterken. Conclusie Zonder hiermee volledig of uitputtend te zijn, vraagt de commissie aandacht voor de hierboven genoemde aandachtspunten en opmerkingen. Zij ziet de definitieve aanvraag omgevingsvergunning met belangstelling tegemoet.
4.5 Noordsingel (Tuin van Noord), Noord omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
16:10
Herbestemming gevangenis, muurdoorbraak en nieuwe muurdoorbraak Sander Nelissen (Wessel de Jonge architecten) OMV.14.03.00091/ OMV.14.10.00487/ OMV.15.05.00295
Omschrijving van het plan De architect presenteert, naar aanleiding van de opmerkingen van de commissie in de vergadering van 25 maart 2015, een aangepast ontwerpvoorstel voor de entreepartijen van het gevangeniscomplex. De entreepartijen zijn conform de architectuurtaal van de Bergstraat vormgegeven. De entree in de kopgevel van de cellenvleugel laat een voorstel zien waarbij een nieuwe pui in het gevelvlak wordt voorgesteld die voorzien wordt van een stalen portaal overeenkomstig de taal van de doorgang in de Bergstraat. Tevens presenteert de architect een nieuw voorstel voor een doorbraak in de muur tussen de directievilla’s. Deze doorbraak wordt overeenkomstig de eerder vergunde poort met vogels uitgevoerd. Tevens wordt het opgestelde transformatiekader voor het exterieur van de bouwwerken van het gevangeniscomplex kort toegelicht. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: niet-planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: bijzonder (beschermd stadsgezicht sinds 5 november 2014) daarvoor regulier Reactie van de commissie op de aangepaste aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie geeft aan dat zij zich kan vinden in het aangepaste voorstel waarbij een eenduidige heldere en eenvoudige architectuurtaal toegepast wordt voor de nieuwe toevoegingen aan het gevangeniscomplex. De commissie adviseert dan ook positief op de voorliggende aanvragen. Voor wat betreft het transformatiekader ontvangt zij graag een nadere toelichting op het geheel wanneer deze compleet is gemaakt met het kader voor de tuin van het complex. Zij gaat graag het gesprek aan over de inhoud van het complete transformatiekader om volgende ingrepen aan het complex op een zo soepel mogelijke wijze te laten verlopen en de samenhang binnen deze ingrepen te waarborgen. Het kader is hiervoor cruciaal, alhoewel benadrukt wordt dat dit geen vastgesteld beleidsstuk betreft waaraan de commissie de aanvragen zal toetsen, deze zullen te allen tijde getoetst worden aan de criteria uit de Welstandsnota. Alvorens volgende aanvragen voor het gevangeniscomplex door de commissie behandeld/beoordeeld worden dient het transformatiekader compleet te zijn en besproken te zijn met de commissie. De commissie vraagt hiervoor aandacht bij de ontwikkelaar en eigenaar van het complex. Conclusie De commissie adviseert positief op de aanvragen voor de doorgang aan de Bergstraat en de muurdoorbraak tussen de directievilla’s. Voor wat betreft de aanvraag omgevingsvergunning voor de cellenvleugel adviseert de commissie positief onder voorwaarde aan het bestuur. Deze voorwaarde houdt in dat het tussenlid tussen het panopticum en administratiegebouw niet eerder gesloopt of gedeeltelijk gesloopt mag worden alvorens een uitgewerkt voorstel voor de zijde van het administratiekantoor beoordeeld is door de commissie. Ten slotte vraagt de commissie in het bijzonder aandacht voor de opmerking aangaande het transformatiekader.
4.6 Steigersgracht 11, Centrum (2e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
16:40
Realiseren bouwwerk tbv Stadsinitiatief Erik de Jong (Morfis Architectuur) OLO 1171693 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Naar aanleiding van de eerdere behandeling van het conceptplan in de vergadering van de commissie van 15 oktober 2014 is het plan als volgt aangepast: - Het volume waarin de ondersteunende functies worden ondergebracht is verkleind, zo veel mogelijk functies worden in de kelder van het gebouw ondergebracht. Het kantoor voor de ticketverkoop en toezichthouders is vanaf Vlasmarkt zichtbaar. Qua vormgeving is gestreefd naar een zo transparant mogelijke vormgeving. - De kapvorm is omgedraaid en de hoogte van het dak is verlaagd. - De bovenste verdieping en trap die vanuit de Vlasmarkt zichtbaar zijn, zijn zo transparant mogelijk gemaakt. - Het volume is qua vormgeving meer afgestemd op de vormgeving van de gracht. - De materialisering van het gebouw is aangepast naar een donkere houtsoort voor het gedeelte dat boven het straatniveau uitsteekt en een onbehandeld houten materialisering voor het gedeelte daaronder. Daarnaast is onderzocht of het mogelijk is om de ondersteunende functies onder te brengen in de bestaande omliggende bebouwing. De architect geeft aan dat uit het onderzoek is gebleken dat dit qua ruimtelijk organisatie, financiële haalbaarheid en veiligheid niet mogelijk is. Verder geeft de architect aan dat de vuurtoren de surfwereld symboliseert en daarom wordt vastgehouden aan de toevoeging van de vuurtoren. Voorgesteld wordt om deze op de steiger aan de Grotemarkt te plaatsen om zo het initiatief te markeren in de stad. Verdere reclame/naamgeving zou dan niet nodig zijn, aldus de architect. De initiatiefnemer geeft aan dat er geen sprake zal zijn van afbakening van het terrein door middel van hekwerken of dergelijke afsluitingen. Door middel van 24uurs bewaking wordt voorkomen dat het initiatief dergelijke afzettingen met zich meebrengt. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: centrummix Welstandsniveau: bijzonder Relevante criteria Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. Bouwinitiatieven versterken de gelaagdheid en transparantie van ensembles en zijn afgestemd op de specifieke positie die het gebouw inneemt binnen het grotere geheel (wand, tribune, achter, voor, plint e.d.). Toepassing van hoogwaardige materialen en detaillering in overeenstemming met de hoge centrumambities. Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. Daken die zichtbaar zijn vanuit de omliggende bebouwing krijgen dezelfde kwaliteit als de gevel en worden ingericht als groene daken (of op andere wijze aantrekkelijk vormgegeven). Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie geeft aan dat zij de gedrevenheid waarmee aan het ontwerp wordt gewerkt waardeert. Zoals de criteria uit het welstandsbeleid voorschrijven, dient een bouwinitiatief de stedenbouwkundige structuur herkenbaar te houden en niet te verstoren. De commissie acht het inpassen van dit initiatief in de historische grachtenstructuur, zonder hiermee de stedenbouwkundige structuur te verstoren, niet mogelijk maar geeft aan dat wanneer dit op de juiste wijze wordt gedaan de stedenbouwkundige structuur wel afleesbaar kan blijven. Zij geeft aan dat het daarom des te belangrijker is dat het initiatief als een herkenbaar, eenduidig en ingetogen object (meubelstuk) in de gracht wordt ingepast. Het object dient vanaf verschillende niveaus in de stad afleesbaar te zijn als een eigentijdse zelfstandige toevoeging aan de Steigersgracht, en de historische waarde van de grachtenstructuur zoveel mogelijk te respecteren. De commissie meent dat het nu voorliggende ontwerp hier niet van getuigt en het hoge ambitieniveau voor het binnenstedelijk gebied nog onvoldoende waarmaakt. Door de toepassingen van verschillende houtsoorten, de nog onsamenhangende samenstelling van de diverse onderdelen van het initiatief en de toepassing van de vuurtoren, is het geheel niet afleesbaar als een eenduidig, ingetogen object. Daarnaast vraagt zij aandacht voor de criteria met betrekking tot veroudering van materiaalgebruik en daken die zichtbaar zijn vanuit de omliggende omgeving. Ook vraagt zij in kaart te brengen waar installaties en dergelijke worden ondergebracht.
Conclusie Zonder hiermee volledig of uitputtend te zijn, vraagt de commissie aandacht voor de hierboven genoemde aandachtspunten en opmerkingen. De commissie ziet de architect graag terug in een volgende vergadering met een herzien voorstel waarin bovenstaande opmerkingen zijn verwerkt.