Revalidatie sport en bewegen Organisatie: Stichting Onbeperkt Sportief Contactpersoon: heer H Leutscher Contactpersoon 2: Erkenningen: Goed onderbouwd
Sport- en beweegaanbod Achtergrond Samenvatting Doelgroep De eindgebruikers van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen zijn mensen met een lichamelijke handicap en mensen met een chronische aandoening met een -met name- inactieve of semiactieve leefstijl die een revalidatie-instelling bezoeken. Doel Het hoofddoel van het programma is het realiseren van meer doorstroom voor (ex-)revalidanten naar bewegen en sport in de thuissituatie door middel van een structurele inbedding van de methodiek Revalidatie, Sport en Bewegen bij revalidatie-instellingen. Aanpak Revalidatie, Sport en Bewegen fungeert als een soort makelaar tussen de zorg en het sport- en beweegaanbod buiten de revalidatie-instelling. In de observatie- en behandelfase geven vooral de revalidatiearts(en), bewegingsagogen en fysiotherapeuten invulling aan het programma. Tijdens het revalidatieproces komen patiënten in aanraking met diverse beweeg- en sportactiviteiten. Ook is er aandacht voor een actieve leefstijl. Aan het eind van de behandeling voert de sport- en beweegconsulent van het Sportloket een adviesgesprek met de patiënt. In dit gesprek, waarbij de aanpak van Motivational Interviewing wordt gehanteerd, staat de actieve leefstijl met het accent op bewegen en sport (in de thuissituatie) centraal. De sport- en beweegconsulent ondersteunt de revalidant bij het realiseren van deze gedragsverandering. Na afloop van het adviesgesprek voert de sport- en beweegconsulent nog vier counselinggesprekken met de (ex-) revalidant waarbij eveneens de aanpak van Motivational Interviewing wordt gebruikt. Materiaal
1 / 14
Divers materiaal is beschikbaar. Het meest relevant is het handboek Revalidatie, Sport en Bewegen voor de revalidatie-instelling en de uitgave ‘Mijn Beweegredenen’ als ondersteuning voor de revalidant. Onderbouwing Revalidatie, Sport en Bewegen is een interventie die zich richt op gedragsverandering en revalidanten zowel tijdens als na de revalidatieperiode stimuleert een actieve leefstijl te ontwikkelen en continueren. Tijdens de revalidatiebehandeling doet de revalidant positieve bewegingservaringen op waardoor de revalidant (opnieuw) vertrouwen krijgt in zijn lichaam en bewegingsmogelijkheden. Revalidatie, Sport en Bewegen maakt als aangrijpingspunt van de interventie gebruik van revalidatie-instellingen. De sport- en beweegconsulent vormt de spin-in-het-web en de verbindende schakel tussen de zorg en de sport. Deze functionaris is in staat om de gedragsverandering van de revalidant te begeleiden en te ondersteunen en een netwerk op te bouwen met relevante sport- en beweegaanbieders. Revalidatie, Sport en Bewegen kenmerkt zich door een individuele benadering waarin maatwerk voor de revalidant centraal staat. Daarnaast faciliteert Revalidatie, Sport en Bewegen de revalidatie-instelling bij het op lokaal/regionaal niveau bouwen en onderhouden van een passende sport- en beweeginfrastructuur. Onderzoek Uit een eerder uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het programma effectief is wat betreft toename van sportgedrag en lichamelijke activiteit. Dit geldt voor zowel de korte als lange termijn (9 weken en 1 jaar na afronding van de behandeling). Een wetenschappelijk onderzoek (ReSpAct) en monitor maken onderdeel uit van het huidige programma Revalidatie, Sport en Bewegen.
Doel van het sport- en beweegaanbod Visie en hoofddoelstelling De lange termijn visie van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is: Alle revalidatie-instellingen in Nederland voeren een actief beleid op sport, bewegen en een actieve leefstijl tijdens en na de revalidatie van mensen met een lichamelijke handicap en mensen met een chronische aandoening. Missie Revalidanten ontwikkelen en behouden een gezonde (sportieve) leefstijl. Hoofddoelstelling programma Het realiseren van meer doorstroom voor (ex-)revalidanten naar bewegen en sport in de thuissituatie door middel van een structurele inbedding van de methodiek Revalidatie, Sport en Bewegen bij revalidatie-instellingen. Doelstelling op het niveau van de einddoelgroep • 70-80% van de revalidanten van deelnemende instellingen is in contact gebracht met sport en bewegen (persoonlijk adviesgesprek). • 90% van de revalidanten per instelling die een persoonlijk adviesgesprek heeft gehad, ontvangt counseling. • 45-55% van de revalidanten die counseling heeft gehad, is sportief actief na 1 jaar. Doelstellingen organisatie niveau • Implementatie methodiek RSB bij 18 revalidatie-instellingen. • Alle revalidatie-instellingen in Nederland (centra en ziekenhuizen) zijn bekend met RSB en zich bewust van het belang van actief sport- en beweegbeleid tijdens en na de revalidatieperiode.
Hoofddoel Het realiseren van meer doorstroom voor (ex-)revalidanten naar bewegen en sport in de thuissituatie door middel van een structurele inbedding van de methodiek Revalidatie, Sport en Bewegen bij revalidatie-instellingen. Visie De lange termijn visie van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is: Alle revalidatie-instellingen in Nederland voeren een actief beleid op sport, bewegen en een actieve leefstijl tijdens en na de revalidatie van mensen met een lichamelijke handicap en mensen met een chronische aandoening
2 / 14
Subdoelen Doelstelling op het niveau van de einddoelgroep a. 70-80% van de revalidanten van deelnemende instellingen is in contact gebracht met sport en bewegen (persoonlijk adviesgesprek). b. 90% van de revalidanten per instelling die een persoonlijk adviesgesprek heeft gehad, ontvangt counseling. c. 45-55% van de revalidanten die counseling heeft gehad, is sportief actief na 1 jaar. Doelstellingen organisatieniveau a. Implementatie methodiek RSB bij 18 revalidatie-instellingen. b. Alle revalidatie-instellingen in Nederland (centra en ziekenhuizen) zijn bekend met RSB en zich bewust van het belang van actief sport- en beweegbeleid tijdens en na de revalidatieperiode.
Doelgroep De eindgebruikers van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen (RSB) zijn mensen met een lichamelijke handicap en/of een chronische ziekte met een met name inactieve of semiactieve leefstijl. Dit kunnen zowel kinderen als volwassenen zijn. Het programma is daarmee toegankelijk voor een brede groep patiënten. Het programma is ontwikkeld voor patiënten die bij een revalidatie-instelling in klinische of poliklinische behandeling zijn (tweede- en derdelijns gezondheidszorg). De eindgebruiker wordt onder verantwoordelijkheid van een medisch specialist doorverwezen naar het Sportloket, als onderdeel van het programma RSB. Specificatie diagnosegroepen In revalidatie-instellingen worden patiënten aan diverse aandoeningen behandeld. De diagnoses zijn ingedeeld in zeven hoofdgroepen (Revalidatie Nederland 2011). Per hoofdgroep zijn voorbeelden van regelmatig voorkomende aandoeningen opgenomen: - Aandoeningen aan het bewegingsapparaat, bijvoorbeeld reumatische aandoeningen - Amputaties, bijvoorbeeld hand- of beenamputaties - Hersenen, bijvoorbeeld CVA of contusio cerebri - Neurologie, bijvoorbeeld MS of Parkinson - Dwarslaesie, hoge/lage dwarslaesie of spina bifida - Organen, bijvoorbeeld hart of respiratoire aandoeningen - Chronische pijn en psychische stoornissen De eindgebruikers van het programma zijn personen met een (of meerdere) van bovenstaande aandoeningen. De aanpak van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen doorloopt voor elke aandoening dezelfde stappen. Het resultaat van het doorlopen proces zal echter voor elke persoon anders zijn. Dit is telkens maatwerk waarbij de mogelijkheden en de motivatie van de revalidant centraal staan. Zie hiervoor ook de beschrijving van drie casussen bij het onderdeel ‘Praktijkvoorbeeld’ (vanaf pagina 34). Met name volwassenen In de revalidatiesector wordt zorg verleend aan volwassenen en kinderen (tot 18 jaar). Om ervoor te zorgen dat kinderen zoveel mogelijk in hun thuisomgeving kunnen blijven, krijgen zij bij voorkeur geen klinische behandeling. Het programma is geschikt voor zowel volwassenen als kinderen, maar aangezien het totaal aantal revalidanten voor ongeveer 80% uit volwassenen bestaat, zijn kinderen in de minderheid. Wanneer kinderen deelnemen, verschilt de aanpak (dus de inzet van de activiteiten) niet wezenlijk van die van volwassenen. Belangrijk verschil is wel dat de ouders betrokken zijn bij de behandeling en ook deelnemen aan de gesprekken. De sport- en beweegconsulent stelt het kind centraal in stelt ook gerichte vragen aan het kind om aan te sluiten bij zijn/haar wensen en behoeften. Een ander verschil is dat een deel van de volwassenen na de revalidatie het type sport- en beweegactiviteit van voor de revalidatie willen oppakken, terwijl het bij kinderen een (nog) grote(re) ontdekkingstocht is op zoek naar een leuke en passende activiteit.
Intermediaire doelgroep De interventie wordt uitgevoerd bij revalidatie-instellingen, dus zowel revalidatiecentra als ziekenhuizen met een revalidatieafdeling. In de aanpak wordt onderscheid gemaakt tussen de klinische en poliklinische aanpak. Binnen deze revalidatie-instellingen zijn de volgende doelgroepen van belang en hiermee wordt binnen het programma ook nadrukkelijk samengewerkt:
3 / 14
- Revalidatieartsen en overige medisch specialisten (verkrijgen draagvlak en inbedding in behandelprotocol) - Bewegingsagogen. Bewegingsagogen zijn binnen de revalidatie veelal verantwoordelijk voor het uitvoeren van het onderdeel bewegen en sport in de behandeling van de revalidant. - Sport- en beweegconsulenten (uitvoering) De sport- en beweegconsulent vormt de spin-in-het-web en de verbindende schakel tussen de zorg en de sport. Deze functionaris is in staat om de gedragsverandering van de revalidant te begeleiden en te ondersteunen en een netwerk op te bouwen met relevante sport- en beweegaanbieders. Binnen het programma worden de revalidatie-instellingen en de daar relevante intermediaire functionarissen gefaciliteerd om het relevante (sport- en beweeg)netwerk binnen en buiten de eigen organisatie te ontwikkelen en verder te ontsluiten. Naast de revalidatie-instellingen is met name NOC*NSF (als vertegenwoordiger van de georganiseerde sport) betrokken bij de uitvoering van het programma. NOC*NSF richt zich in het programma op het verhogen van de Paralympische talentinstroom. Dit doet ze onder andere door het inzetten van een Paralympische fysieke test en het stimuleren van sportbonden om materialen en methoden te ontwikkelen waarmee sportverenigingen rondom revalidatie-instellingen hier clinics voor de einddoelgroep kunnen verzorgen tijdens en na het revalidatieproces. Hiermee zijn dus ook sportbonden en sportverenigingen als intermediaire organisaties betrokken bij het programma.
Probleembeschrijving Probleem Van de Nederlandse bevolking van 12 tot en met 79 jaar heeft 6,3% een matige of ernstige motorische handicap (ongeveer 0,8 miljoen mensen) en 13.4% een lichte motorische handicap (ongeveer 1,8 miljoen mensen) (CBS, gezondheidsenquête 2008-2011) . Daarnaast is bekend dat in totaal 8.500 kinderen die gebruik maken van het speciaal onderwijs (cluster 3) een motorische handicap hebben. De mate van handicap hangt sterk samen met de leeftijd ofwel het aandeel mensen met een matige of ernstige motorische handicap neemt toe naarmate de leeftijd stijgt. Vrouwen hebben vaker een motorische handicap. De volgende tabel geeft het aantal revalidanten dat gebruik maakte van de verschillende behandelvormen in 2011 weer (Revalidatie Nederland, 2012). Behandelvorm Consultair Klinisch Poliklinisch Kinderen (Volwassenen 22.197 (85%) 7.063 (94%) 43.842( 76%) Totaal 26.195 (100%) 7.551 (100%) 57.935 (100%) Mensen met een matige en ernstige motorische handicap voldoen minder vaak aan de NNGB dan mensen zonder handicap (41% vs 64%). De NNGB van mensen met een matige en ernstige motorische handicap vertoont vanaf 2001 tot 2011 een zeer beperkte groei (2%). De groei in dezelfde periode voor de mensen zonder lichamelijke handicap is 5%. Ook de wekelijkse sportdeelname van mensen met een matige of ernstige motorische handicap blijft sterk achter bij die van mensen zonder handicap (23% vs 59%). Uit onderzoek blijkt ook dat mensen met een motorische handicap per dag aanzienlijk meer tijd zittend door brengen dan mensen zonder handicap . Uit de trendrapporten Bewegen en Gezondheid (2004 en 2010) blijkt dat bewegen als onderdeel van een actieve leefstijl een gunstig effect heeft op de gezondheid en kwaliteit van leven. Denk bij dit laatste aspect met name aan het tegengaan van sociaal isolement, het vergroten van het sociaal netwerk, het verhogen van zelfvertrouwen, zelfrespect en zelfbeeld, acceptatie van de handicap en het verleggen van (sportieve) grenzen. Juist bij mensen met een lichamelijke handicap en/of chronische aandoening kan bewegen en sport een grote bijdrage leveren aan het totale functioneren en welzijn. Lichamelijke inactiviteit en sedentair gedrag zijn, onafhankelijk van elkaar, risicofactoren voor het ontwikkelen van onder meer obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten. Met name bij mensen met een lichamelijke handicap die te
4 / 14
kampen hebben met mobiliteitsproblemen, is sprake van een verhoogd risico op het ontwikkelen van een inactieve leefstijl. Mede door bovengenoemde verhoogde gezondheidsrisico’s zorgt langdurige lichamelijke inactiviteit en sedentair gedrag voor een aanzienlijke stijging van de zorgkosten en heeft het een aanzienlijke invloed op productiviteit en het aantal gezonde levensjaren. Naast de meer fysieke gezondheidsrisico’s hebben mensen met een handicap een verhoogd risico met betrekking tot psychologische, sociaal en emotionele problemen.
Aanpak Strategie GB Het doel van het programma is de revalidant/patiënt een gezonde (sportieve), actieve leefstijl te laten ontwikkelen en behouden. Om deze structurele gedragsverandering te realiseren, stimuleert Revalidatie, Sport en Bewegen de patiënten zowel tijdens als na het revalidatieproces tot beweeg- en sportdeelname. Bewegen en sport wordt hiermee een onlosmakelijk onderdeel van de revalidatiebehandeling. In het programma wordt de verbinding gelegd tussen de zorgsector en de sport- en beweegsector zodat (ex-)patiënten naadloos doorstromen naar bewegen en sport in de thuissituatie. Het Sportloket vormt hierbij de verbindende schakel. Het programma in het kort: Revalidatie, Sport en Bewegen is een soort makelaar tussen de zorg en het sport- en beweegaanbod buiten de revalidatie-instelling. Binnen het programma onderscheiden we vier fasen, namelijk: Fase 1 Observatiefase (instroom) Fase 2 Behandelfase (doorstroom) Fase 3 Afrondingsfase (uitstroom) Fase 4 Nazorgfase (counseling) In de observatie- en behandelfase geven vooral de revalidatiearts(en), bewegingsagogen en fysiotherapeuten invulling aan het programma. Tijdens het revalidatieproces komen revalidanten/patiënten in aanraking met diverse beweeg- en sportactiviteiten. Ook is er aandacht voor een actieve leefstijl. Aan het eind van het revalidatieproces[1] voert de sport- en beweegconsulent van het Sportloket een adviesgesprek met de patiënt. In dit gesprek staat de actieve leefstijl met het accent op bewegen en sport (in de thuissituatie) centraal. De sport- en beweegconsulent ondersteunen bij het realiseren van deze gedragsverandering. Onderdeel van het adviesgesprek is de patiënt een passende beweeg- en/of sportplek te geven, dicht bij de eigen woonomgeving. Na afloop van de revalidatiebehandeling voert de sport- en beweegconsulent in het kader van nazorg, nog twee tot vier counselinggesprekken met de ex-patiënt. Het Sportloket in het kort Een belangrijk onderdeel van het programma is het Sportloket. Binnen de revalidatie-instelling wordt een fysiek Sportloket ingericht waarnaar revalidatieartsen en overige medisch specialisten hun revalidanten kunnen doorverwijzen. Het Sportloket wordt bemenst door een sport- en beweegconsulent. Deze voert, aan het eind van de revalidatieperiode (fase 3), een adviesgesprek met de revalidant. Dit gesprek bestaat uit drie onderdelen: ? bepalen van de fase van gedragsverandering; ? verstrekken van leefstijladviezen gericht op bewegen en sport in de thuissituatie; ? geven van een op maat sport- en beweegadvies . Bij het bepalen van het sportadvies kan een fysieke test ingezet worden. In de praktijk blijkt vaak dat het accent ligt op het verstrekken van een sport- en beweegadvies. Echter het realiseren van een gedragsverandering waardoor de revalidant bewegen en mogelijk ook sporten bewust en structureel inbouwt in zijn dagelijkse leven is van groot belang, vandaar dat hier ook aandacht voor is. Zoals al aangegeven wordt de revalidant na afloop van de revalidatiebehandeling via (telefonische) consulten (counseling) gestimuleerd om actief te blijven. In dit counselingstraject is ruimte voor advies, vragen, ondersteuning en stimulering van sport- en beweegactiviteiten. Als de revalidant hieraan behoefte heeft, dan kan
5 / 14
hij of zij na het afrondgesprek ook zelf contact opnemen voor advies en ondersteuning. In de praktijk kan het voorkomen dat het voor een revalidant niet mogeljik is om de beweeg- en /of sportwens invulling te geven. Redenen hiervoor kunnen zijn: geen passend aanbod, ontbreken van een sporthulpmiddel, nog onvoldoende (zelf)vertrouwen om bewegen en sporten zelf op te pakken, stap naar een bestaande activiteit is (nog) te groot, etc. Een revalidant kan dan kiezen voor het vangnetaanbod dat aangeboden wordt vanuit de revalidatie-instelling. Verder worden door de sport- en beweegconsulent eventueel in samenwerking met sport- en beweegaanbieders jaarlijks een of meerdere laagdrempelige sport- en beweegstimuleringsactiviteiten georganiseerd met als doel de (ex-) revalidanten hun eigen mogelijkheden op het gebied van bewegen en sport te laten ervaren. Voor deze activiteiten wordt iedereen uitgenodigd die een bezoek heeft gebracht aan het Sportloket. Voorbeelden van kennismakingsactiviteiten zijn nordic walking en handbiken. Sportbonden worden vanuit NOC*NSF gestimuleerd en begeleid bij het ontwikkelen van goede instructies en materialen voor clinics. Dit kan verspreid worden onder verenigingen in de buurt van revalidatie-instellingen die deze clinics kunnen verzorgen. Fysieke test Als onderdeel van het adviestraject kan een speciaal ontwikkelde fysieke test worden ingezet waarin resultaten van een patiënt automatisch vergeleken worden met waardes van Paralympische topsporters. Door deze test uit te voeren bij de patiënt, kan goed geadviseerd worden welke sport past bij de fysieke eigenschappen en natuurlijke talenten van de patiënt. Uiteraard blijft de wens van de patiënt hierbij centraal staan. Met dit advies kan de patiënt vervolgens de sport gaan beoefenen waarin hij goed zal zijn. Dat leidt tot meer sportplezier wat resulteert in een langere sportdeelname. Uiteindelijk zal het mee laten wegen van natuurlijke fysieke talenten bij het geven van een sportadvies ook ervoor zorgen dat meer Paralympische talenten ontdekt worden.
Samenwerking GB Inhoudelijke en uitvoerende samenwerkingspartners: Het programma kent een landelijke aansturing en coördinatie vanuit het Gehandicaptensport Nederland. Landelijke partners die betrokken zijn bij het programma zijn: - Ministerie van VWS, NOC*NSF, brancheorganisatie Revalidatie Nederland, landelijke verenging van Revalidatieartsen (VRA) en de werkgroep VRA Bewegen en Sport (WVBS). Het programma kent een monitoring- en onderzoeksonderdeel. Van 2012- 2015 wordt er een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door de Centra voor Bewegingswetenschappen en Revalidatie van UMCG/RUG en de Hanzehogeschool. NOC*NSF houdt zich bezig met een onderdeel van het programma: met het verhogen van de Paralympische talentinstroom vanuit de revalidatieinstellingen. Sportbonden en revalidatieinstellingen gaan nog nauwer samenwerken en kennis delen. Naast het programma revalidatie, Sport en Bewegen start in 2012 het tweejarig project "kennisdeling Revalidatie, Sport en Bewegen". Het doel van dit project is sectorbrede kennisdeling en deskundigheidsbevordering binnen het werkveld van revalidatie, Sport en Bewegen. Lokaal is de samenwerking als volgt: Het ziekenhuis of revalidatiecentrum als plaats waar de interventie start en het opnemen in het behandelprotocol, maar ook de organisatie die na 4 jaar moet zorgdragen dat het programma/ protocol kan worden gecontinueerd. Sport- en beweegaanbieders (georganiseerde, anders en ongeorganiseerde sport), waar de revalidanten na revalidatie een sportplaats krijgen om hun verkregen actieve leefstijl te behouden. Patiëntenverenigingen als aanbieders en lotgenootgroepen. Provinciale sportraden en lokale steunfuncties voor de gehandicaptensport als (mede) uitvoerder van de interventie en om de revalidanten verder te begeleiden naar her (regulire) sport- en beweegaanbod. Sportfonds Wheels2Sport. Dit Sportfonds op naam onder de vlag van het Fonds Gehandicaptensport wil voor elke aanvrager van sporthulpmiddelen de "best fit" realiseren. Dit verlaagt de drempel om daadwerkelijk deel te gaan nemen aan sport en bewegen na de revalidatiebehandelperiode. Gemeenten.
6 / 14
Duur en intensiteit GB De revalidant/patiënt wordt tijdens de revalidatie/behandeling gestimuleerd/geïnformeerd om te sporten en bewegen. Een standaard revalidatietraject bestaat niet; het zijn altijd trajecten op maat. De tijdsduur van de behandeling en hiermee dus ook de methodiek Revalidatie, Sport en Bewegen, is afhankelijk van de diagnosegroep evenals het persoonlijke ziektebeeld en de doelstellingen zoals deze zijn opgenomen in het individueel behandelplan. Om toch een indicatie te geven. Een behandeltraject varieert van 6 weken tot langer dan 1 jaar. Na de revalidatie/behandeling wordt de revalidant/patiënt gestimuleerd/geïnformeerd om te sporten en bewegen via minimaal 2 telefonische consulten na ongeveer 1 maand, 1 kwartaal, een half jaar en een jaar na ontslag uit het revalidatiecentrum of ziekenhuis. De duur van een contactmoment is ongeveer een uur. Na het laatste telefonische consult is er voor de ex-revalidant/ex-patiënt nog de mogelijkheid om met vragen en problemen bij de revalidatie, sport- en bewegingsmedewerker te komen. In het revalidatiecentrum start de interventie al tijdens de revalidatieperiode om de revalidanten meer actief/sportief te laten worden. Aan het eind van de revalidatieperiode krijgen ook zij advies/consult van de sport- en beweegconsulent en ook dan gaan zij het beschreven vervolgtraject in.
Opzet van de interventie Het Sportloket van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen is een soort makelaar tussen de zorg en het sport- en beweegaanbod buiten de revalidatie-instelling. De inzet van het programma is dat bewegen en sport een onlosmakelijk onderdeel van de revalidatiebehandeling wordt. Binnen een klinische of poliklinische revalidatie-behandeling worden standaard drie hoofdfasen binnen een revalidatiebehandeling onderscheiden: - Fase 1: Observatiefase - Fase 2: Behandelfase - Fase 3: Afrondingsfase De duur van deze fasen en hiermee de totale doorlooptijd van een revalidatiebehandeling varieert per aandoening en per persoon. De duur van de revalidatiebehandeling varieert van enkele weken tot meerdere maanden en is voor elke revalidant verschillend en afhankelijk van de diagnose en het zorgtraject dat hieraan gekoppeld is. In 2011 bedroeg de gemiddelde verpleegduur bij klinische behandeling per volwassen revalidant 60 dagen (Revalidatie Nederland 2011). Het programma Revalidatie, Sport en Bewegen grijpt met specifieke activiteiten in op de verschillende fasen van de reguliere (revalidatie)behandeling . Hierdoor is het programma verweven in de gehele revalidatiebehandeling. Elke deelnemer in het programma doorloopt eenzelfde proces ofwel opeenvolging van activiteiten, waarbij het resultaat op individueel niveau steeds opnieuw maatwerk betreft. Met andere woorden: bij het inzetten van de verschillende activiteiten wordt ingezoomd op de wensen, behoeften en (on)mogelijkheden van het individu. Differentiatie vindt hierdoor plaats op individueel niveau. De kennis en ervaring van de sport- en beweegconsulent en het behandelteam op het niveau van diagnosegroepen speelt bij de inzet van de diverse activiteiten van het programma een belangrijke rol Op organisatieniveau wordt vanuit het programma (faciliterend) ingezet op de volgende aspecten : - Creëren van draagvlak op verschillende niveaus binnen de revalidatie-instelling (bestuurlijk, management, medisch, uitvoerend) - Structureren en standaardiseren van het interne doorverwijstraject - Benoemen centraal coördinatiepunt (bijvoorbeeld bewegingsagogie) - Benoemen en inzetten sport- en beweegconsulent - Opzetten Sportloket - Implementeren protocol doorverwijzing vanuit revalidatieartsen en overige medisch specialisten - Creëren betrokkenheid van de behandelaars en communicatie - Opbouwen en onderhouden netwerk en realiseren van nieuw aanbod - Kennisdeling en deskundigheidsbevordering
Locatie en uitvoerders
7 / 14
De interventie wordt uitgevoerd binnen revalidatie-instellingen. Hieronder worden zowel revalidatiecentra verstaan als ziekenhuizen met een afdeling revalidatiegeneeskunde. De sport- en beweegconsulent is binnen de interventie een essentiële functie en fungeert als een spin in het web. Bij de uitvoering binnen een revalidatie-instelling werkt deze functionaris met name- samen met: - Revalidatiearts en overige medisch specialisten Samenwerking ligt vooral op het gebied van (het realiseren van) de doorverwijzing vanuit de medisch specialist richting het Sportloket. - Multidisciplinair behandelteam Samenwerking is vooral gericht op het creëren en behouden van betrokkenheid om zo een goede informatieoverdracht over de revalidant te realiseren. Vanuit de revalidatie wordt de verbinding gelegd naar de sport- en beweegsector. Ook hier speelt de sport- en beweegconsulent een belangrijke rol. Samenwerking vindt plaats met sport- en beweegaanbieders en waar relevant gemeenten.
Overdraagbaarheid Ondersteuning Revalidatie-instellingen worden bij de implementatie van de methodiek Revalidatie, Sport en Bewegen ondersteund door de programmacoördinator Revalidatie, Sport en Bewegen van Onbeperkt Sportief. Deze draagt onder andere zorg voor: - Een intake; - Vastleggen samenwerkingsafspraken in een samenwerkingsovereenkomst; - In overleg opstellen van een projectplan; - Ondersteuning en advisering (kennis en expertise) bij de implementatie en uitvoering; - Monitoring. De sport- en beweegconsulenten van de aan het programma deelnemende revalidatie-instellingen worden tijdens een driedaagse training geschoold ten aanzien van Motivational Interviewing. Na afronding van deze training vinden op regelmatige basis terugkombijeenkomsten plaats. Een aantal personen uit de revalidatie-instellingen wordt verder getraind tot train de trainer Motivational Interviewing. Daarnaast worden jaarlijks kennisdelingsbijeenkomsten georganiseerd. In samenwerking met partners wordt de inhoud van deze bijeenkomsten bepaald en een kennisdelingsagenda opgesteld. Deskundig kader bij sport- en beweegaanbieders is zeer wenselijk. Waar nodig wordt in overleg gekeken naar (bij)scholingsmogelijkheden met betrekking tot de doelgroep. De projectorganisatie binnen de revalidatie-instelling verzorgt op gezette tijden de voortgangsrapportages aan het landelijk programmateam. Onderdeel van de voortgangsrapportages zijn: - De in het projectplan opgenomen doelen en resultaten; - Het aantal doorverwijzingen per medisch specialist; - Het aantal deelnemende revalidanten, aantal adviesgesprekken, doorverwijzingen en counselingmomenten.
Handleiding GB Kijkend naar de criteria die gesteld worden aan het handboek, dan concluderen we het volgende: • De eindgebruiker is niet expliciet benoemd in het handboek omdat het handboek bestemd is voor de intermediaire doelgroep, namelijk de revalidatiewereld (zie voorwoord van het handboek). Hier is de doelgroep bekend en bovendien zeer divers. In het handboek worden de woorden revalidant en patiënt gebruikt. De eindgebruiker is onder doelgroep omschreven. De verschillende settings waar het programma wordt uitgevoerd (ofwel de intermediaire doelgroepen), zijn uitgebreid beschreven in paragraaf 5.2, 5.3 en hoofdstuk 6 van het handboek. • De doelstellingen zijn met name vanuit het vroegere programma Revalidatie en Sport beschreven (zie paragraaf 1.2 in het handboek). Voor het huidige programma Revalidatie, Sport en Bewegen zijn het doel en de belangrijkste beleidsuitgangspunten beschreven (paragraaf 5.1).
8 / 14
• De methodiek is uitgebreid beschreven (handboek: 5.3, hoofdstuk 6, hoofdstuk 7, hoofdstuk 8). • Randvoorwaarden zijn beschreven voor zowel de revalidatie-instelling (hoofdstuk 9) als de revalidant (handboek hoofdstuk 10). In hoofdstuk 11 van het handboek staan de aandachtspunten voor het plan van aanpak beschreven en in hoofdstuk 12 is aandacht voor het onderwerp financiering. • De handleiding is afgestemd op de uitvoerders (zie voorwoord handboek).
Kwaliteitsbewaking GB Voor de uitvoering van het programma binnen revalidatie-instellingen is de programmacoördinator Revalidatie, Sport en Bewegen van Gehandicaptensport Nederland coördinerend in de kwaliteitsbewaking. Dit gebeurt door middel van frequent overleg en ondersteuning bij de uitvoering. Monitoring maakt onderdeel uit van het programma. Onderdeel hiervan is onder andere registratie van het aantal deelnemende revalidanten, aantal adviesgesprekken, doorverwijzingen en counselingsmomenten. De projectorganisatie binnen de revalidatie-instelling verzorgt op gezette tijden de voortgangsrapportages aan het landelijk programmateam. Onderdeel van de voortgangsrapportages zijn: • De in het projectplan opgenomen doelen en resultaten; • Het aantal doorverwijzingen per medisch specialist; • De aantallen sportadvisering en counseling door de sport- en beweegconsulent. Zie verder eventueel ook Monitoring en Evaluatie. In het kort: tijdens de monitor die aan het programma is gekoppeld wordt op landelijk niveau, instellingsniveau en revalidantniveau input en output gemeten.
Materialen - Handboek Revalidatie, Sport en Bewegen (2011). In het najaar van 2013 vindt een update plaats. - Bijlagen uit handboek en dan specifiek 5 tot en met 18 vanwege het praktische karakter - Algemene basisinformatie over het programma en de doelstellingen - Folder Sportloket - Poster Sportloket - Intentieverklaring - Samenwerkingsovereenkomst - Format voor het opstellen van een projectplan - Factsheet met belangrijkste resultaten 1e inventarisatie (zomer 2012) - Boekje ‘Beweegredenen’ voor de revalidant ( voorjaar 2013) - Handleiding voor sport- en beweegconsulent bij het boekje ‘Beweegredenen’ (voorjaar 2013) - Registratietool (voorjaar 2013) - Paralympische fysieke test en bijbehorende ondersteunende materialen (via NOC*NSF) - Website: www.onbeperktsportief.nl/rsb - Website: www.respact.nl (wetenschappelijk onderzoek)
Implementatie
Randvoorwaarden Draagvlak GB Het creëren van draagvlak binnen de revalidatie-instellingen staat centraal. Zonder draagvlak op het hoogste niveau wordt niet gestart met de implementatie van de methodiek Revalidatie, Sport en Bewegen binnen een revalidatie-instellingen. Om dit te realiseren worden mondelinge gesprekken gevoerd met directie, management en/of revalidatieartsen. Door het opgebouwde netwerk, zijn er binnen veel revalidatie-instellingen contactpersonen die als gesprekspartner fungeren of het programmateam in contact brengen met de juiste personen. Met deelnemende revalidatie-instellingen worden intentieverklaringen en samenwerkingsovereenkomsten getekend.
9 / 14
Onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst is een projectplan Revalidatie, Sport en Bewegen voor de betreffende revalidatie-instelling. Zoals al eerder in dit werkblad aangegeven vormt de sport- en beweegconsulent de verbindende schakel tussen zorg en sport/bewegen. Samenwerking met sport- en beweegaanbieders in de regio, maar ook met gemeenten is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Met deze belangrijke partners op lokaal niveau gaat de sport- en beweegfunctionaris in gesprek. Waar relevant/wenselijk sluit een medewerker van het programma aan. De revalidant vormt het uitgangspunt en is de belangrijkste partner tijdens het behandeltraject. Doordat bij adviesgesprekken aangesloten wordt bij de fase van gedragsverandering waarin de revalidant zich bevindt, wordt gewerkt aan het verkrijgen van draagvlak bij de revalidant. Door toepassing van Motivation Interviewing tijdens de gesprekken staat de revalidant en zijn/haar mogelijkheden en wensen ook echt centraal. Ook dit levert een bijdrage aan het draagvlak.
Deskundigheid GB Bij de uitvoering van het project Revalidatie, Sport en Bewegen zijn binnen de revalidatie-instelling diverse professionals betrokken. Vanzelfsprekend is dat de (para)medisch professionals gediplomeerd zijn en voldoen aan de bijscholingseisen die er zijn vanuit de betreffende vakgroepen. De sport- en beweegconsulent vormt bij elk project Revalidatie, Sport en Bewegen de spin in het web en de verbindende schakel tussen de zorg en de sport. Deze functionaris heeft bij voorkeur een bewegingsagogische achtergrond. Verder is een basis training Motivational Interviewing voor de sport- en beweegconsulent een belangrijke voorwaarde. Tijdens de programmaperiode vinden regelmatig kennisdelingsbijeenkomsten plaats. In de samenwerkingsovereenkomst met de revalidatie-instelling is opgenomen dat de functionaris de mogelijkheid krijgt om deel te nemen aan deze bijeenkomsten. Een profiel van de sport- en beweegconsulent is opgenomen in het handboek (bijlage 11 in het handboek). Deskundig kader bij sport- en beweegaanbieders is zeer wenselijk. Waar nodig wordt in overleg gekeken naar (bij)scholingsmogelijkheden met betrekking tot de doelgroep.
Bereik GB Vooraf In het Werkblad beschrijving interventie Effectief Actief wordt uitgegaan van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen. Waar relevant wordt, op advies van de accountmanager, bij het beantwoorden van de vragen op de onderdelen 7B, C en D verwezen naar het in het verleden uitgevoerde programma Revalidatie en Sport. 1. Verleden Hiermee wordt het voormalige project Revalidatie en Sport en voorloper van het programma Revalidatie, Sport en Bewegen bedoeld. Hiernaar is kort verwezen in de aanleiding. 2. Programma Revalidatie, Sport en Bewegen Hiermee wordt het door VWS gehonoreerde en in dit werkblad beschreven programma Revalidatie, Sport en Bewegen bedoeld. Dit programma is recent (begin 2012) gestart. Verleden ........x gemeenten/stadsdelen ........x wijken ........x scholen(gemeenschap): PO, VO, VMBO, MBO, HBO, brede school ........x wijk en buurtcentra ........x sportverenigingen ........x woonzorginstellingen ........x fysiotherapiepraktijken 13 x anders, namelijk:revalidatiecentra In het verleden is het programma Revalidatie en Sport uitgevoerd bij 13 revalidatiecentra.
10 / 14
Locaties GB ........x gemeenten/stadsdelen ........x wijken ........x scholen(gemeenschap): PO, VO, VMBO, MBO, HBO, brede school ........x wijk en buurtcentra ........x sportverenigingen ........x woonzorginstellingen ........x fysiotherapiepraktijken 8 X anders, namelijk: revalidatie-instellingen (intentieverklaring getekend, daadwerkelijke start 4e kwartaal 2012). Gedurende de programmaperiode (2012-2015) vindt implementatie plaats bij 18 nieuwe revalidatie-instellingen. Op dit moment wordt de interventie evalidatie, Sport en Bewegen in het kader van NASB uitgevoerd bij 5 ziekenhuizen met een afdeling revalidatiegeneeskunde.
Aantal deelnemers GB Verleden programma Revalidatie en Sport In de periode 1997 tot 2001 zijn bijna 13.000 revalidanten doorverwezen naar een sport- of beweegaanbod. Onderzoeken in verschillende revalidatiecentra tonen aan dat 50 tot 70% blijvend sport na één jaar. Huidige situatie De revalidatiecentra in Nederland verwijzen bijna allemaal op een verschillende wijze door. Dit wordt (op dit moment) niet structureel bijgehouden. Inzicht in aantallen ontbreekt dan ook. Binnen ziekenhuizen is doorverwijzing veel minder gebruikelijk. Op basis van de huidige ervaringen binnen de vijf ziekenhuizen worden gemiddeld per ziekenhuis jaarlijks honderd sportadviezen verzorgd. Binnen het programma Revalidatie, Sport en Bewegen ontstaat in de nabije toekomst door middel van monitoring inzicht in de aantallen revalidanten die kennismaken met bewegen en sport, het aantal advies- en counselingsgesprekken en het aantal doorverwijzingen naar de sport- en beweegsector.
Ervaringen met de uitvoering GB Succesfactoren Verleden programma Revalidatie en Sport In 2004 en 2008 zijn onderzoeken uitgevoerd naar de stand van zaken met betrekking tot het programma Revalidatie en Sport. Genoemde succesfactoren zijn: • Draagvlak vanuit management • Voldoende uren een sport- en beweegconsulent beschikbaar • Enthousiaste en betrokken medewerkers die begaan zijn met hun vakgebied en dienstverlenend zijn richting de geïnteresseerde potentiële sporter. • Kennisdelingsbijeenkomsten (onderling uitwisselen van ervaringen en ideeën) In 2005 is een procesevaluatie uitgevoerd met betrekking tot het programma Revalidatie en Sport (bijgevoegd als bijlage). De belangrijkste aanbeveling uit deze evaluatie is het samenvoegen van het R&S en AnR programma zodat de revalidant tijdens de revalidatie kennismaakt met sporten en na de revalidatie nog contactmomenten heeft met de sportmedewerker. Een andere aanbeveling is gegeven ten aanzien van de focus op basis van geanalyseerd stadium (‘stage of change’). Om de doelstelling te realiseren is het wellicht noodzakelijk om het programma meer te richten op de revalidanten die zich in de overwegende en voorbereidende fase bevinden. Ervaringen tot nu toe In de ervaringen van Revalidatie, Sport en Bewegen tot nu toe wordt vooral de samenwerking als een meerwaarde ervaren. Er wordt gewerkt vanuit verschillende invalshoeken en dat levert voor alle partijen een meerwaarde op.
11 / 14
Voor de zorg is het een voordeel dat er iets extra’s (service/nazorg) geboden wordt aan de revalidant. Daarnaast wordt het instellen van een Sportloket als zeer zinvol ervaren door medisch specialisten. Specialisten vinden bewegen en een actieve leefstijl over het algemeen belangrijk, maar hebben zelf onvoldoende tijd en informatie om revalidanten te voorzien van een advies en of te gaan werken aan gedragsverandering. Dit kan nu gedaan worden door de sport- en beweegconsulent van het Sportloket. De hierboven genoemde succesfactoren maken onderdeel uit van het huidige programma Revalidatie, Sport en Bewegen. In het handboek wordt hieraan onder het tabblad randvoorwaarden aandacht besteed. Faalfactoren Verleden: programma Revalidatie en Sport Als faalfactoren worden genoemd: • Te weinig aandacht voor structurele borging, waardoor enkele centra niet zelf hebben geïnvesteerd in het vervolg en gestopt zijn met de interventie. • Onvoldoende registratie en analyse van gegevens en doorverwijzingen. Beide faalfactoren zijn in het huidige programma ondervangen door de samenwerking aan te gaan met de revalidatie-instelling als hoofdaannemer en vanaf het begin aandacht te besteden aan de borging op instellingsniveau. Daarnaast wordt ook op landelijk niveau gewerkt aan borgingsscenario’s.
Referenten Referenten Naam en functie Karlijn Meijerink, senior sportconsulent Sport Drenthe (werkzaam voor de sportloketten in Emmen, Hoogeveen & Meppel)
emailadres
[email protected]
telefoonnummer 0528-233775
Uitspraak van de persoon over kwaliteit van de interventie / het aanbod “Ik ben sport- en beweegconsulent bij meerdere ziekenhuizen in meerdere gemeenten. Revalidatie, Sport en Bewegen is een samenwerking tussen verschillende organisaties (zorg, (gehandicapten)sport en gemeente(n)). Deze samenwerking is een van de mooiste dingen van het project. Er wordt gewerkt vanuit verschillende invalshoeken en dat levert voor alle betrokken partijen een meerwaarde op. Inwoners die vanuit de sport en de gemeente niet bereikt worden, worden bereikt via de zorg. Dit gaat vooral om de doelgroepen mensen met een beperking en / of met een lage SES. Voor de zorg is het een voordeel dat er iets extra’s wordt geboden aan patiënten. Specialisten vinden bewegen belangrijk, maar hebben geen tijd en onvoldoende informatie om patiënten te voorzien van een advies.”
Naam organisatie Sport Drenthe
12 / 14
Type organisatie Provinciale sportraad
Website www.sportdrenthe.nl
Referent 2 Naam en functie Robin Mulder, bewegingsagoog en SPort & Beweegconsulent bij Revalidatie Friesland
emailadres
[email protected]
telefoonnummer Sportloket 06 - 330 28 622
Uirspraak van de persoon over kwaliteit van de interventie / het aanbod Begin november zijn we gestart met het Sportloket Heerenveen (locatie Ziekenhuis De Tjongerschans). Hier zie ik voornamelijk patiënten, die nog geen bewegingservaringen hebben opgedaan in de voor hen nieuwe lichamelijke situatie. Zij vragen zich af wat ze met de beperkingen nog kunnen op het gebied van sport en bewegen. Wanneer mensen in revalidatiebehandeling zijn, gaan we daadwerkelijk aan de slag met onder andere bewegingsactiviteiten in het water, de fitnessruimte en de sportzaal. De patiënten die ik tref op het spreekuur van het Sportloket Heerenveen, doorlopen meestal geen revalidatieprogramma en krijgen dus niet de mogelijkheid om binnen de behandeling kennis te maken met bewegen en sporten. Dit maakt het wel lastiger om hen in de thuissituatie tot bewegen te stimuleren; en maakt de uitdaging des te groter! De eerste ervaringen met de interventie en patiënten in het Sportloket Heerenveen zijn positief te noemen!
Naam organisatie Revalidatie Friesland in Beetsterzwaag en Ziekenhuis De Tjongerschans in Heerenveen
Type organisatie Revalidatiecentrum/Ziekenhuis
Website
Kosten en uren Kosten en uren
13 / 14
Inschatting kosten p/jr uren p/wk Personeelskosten Activiteiten Totaal Projectleiding 4 8.320,Implementatie methodiek Sport & beweegconsulent 7 observatiefase behandelfase afrondingsfase nazorgfase
12.740,-
Opzetten beweeggroepen 2,5 Kennismakingsactiviteiten 2 sport/bewegen PR/voorlichting 3 TOTAAL
18,5
3.250,2.600,3.900,30.810,-
1.500,- 9.820,-
2.000,- 14.740,-
1.400,- 4.650,2.000,- 4.600,1.000,- 4.900,7.900,- 38.710,-
Toelichting op kosten en uren Bijlage 101
14 / 14