Scriptiebrochure sectie Burgerlijk Recht 2015-2016
Woord vooraf Het schrijven van een scriptie is het sluitstuk van uw masteropleiding. In uw scriptie combineert u de opgedane kennis en verworven vaardigheden om een concrete vraagstelling van wetenschappelijk én maatschappelijk belang te beantwoorden. Dat is niet altijd eenvoudig, maar wij geloven dat het begeleidingstraject dat wij u bieden de grootste kans geeft op snel en degelijk succes. In deze scriptiebrochure treft u allerlei informatie en tips aan over het schrijven van een scriptie en over het begeleidingstraject. Mocht u opmerkingen of suggesties ter verbetering van de brochure hebben, dan horen wij dat graag. U kunt dan een e-mail sturen naar de coördinator (
[email protected]) of een afspraak maken met uw scriptiebegeleider.
Wij wensen u veel plezier met het schrijven van uw scriptie.
De docenten van de sectie Burgerlijk Recht
2|
Inhoudsopgave
1.
Algemeen ............................................................................................................................... 4
2.
Coördinator, begeleiding en tweede beoordelaar ...................................................... 4
3.
Het begeleidingstraject ...................................................................................................... 4
4.
Het tijdpad ............................................................................................................................. 6
5.
Voorwaarden voor deelname ........................................................................................... 7
6.
Voorbereiding op blok vijf................................................................................................. 8
7.
Blok vijf: het schrijven van de scriptie .......................................................................... 9
8.
Twee alternatieve instroommomenten ........................................................................ 10
9.
Checklist vóór het inleveren........................................................................................... 11
10.
Beoordelingscriteria ..................................................................................................... 11
11.
Plagiaat en andere fraude ........................................................................................... 13
12.
Procedure aanmelding scriptie voor bulaanvraag ............................................... 14
3|
1. Algemeen Met het schrijven van de scriptie zijn 10 ECTS gemoeid. Een korte facultaire handleiding voor het schrijven van een scriptie is te raadplegen via de ESL-site: Facultaire regelingen en scriptie-eisen. Deze brochure geeft aanvullende informatie met het oog op de te schrijven scriptie bij de sectie Burgerlijk Recht. 2. Coördinator, begeleiding en tweede beoordelaar Uw eerste aanspreekpunt is de scriptiecoördinator, mevrouw mr. M.M. van Campen (
[email protected]). Zij helpt u op weg, bemiddelt bij problemen en zorgt voor bewaking van de voortgang. In beginsel vindt begeleiding plaats door één begeleider. De begeleiding geschiedt door middel van individuele afspraken met de begeleider. De tweede beoordelaar wordt afhankelijk van de situatie na inlevering van de eindversie van de scriptie of in een eerder stadium ingeschakeld. De beoordeling geschiedt door de begeleider en een tweede beoordelaar. De tweede beoordelaar wordt door de begeleider en scriptiecoördinator aangewezen. De beoordelingscriteria treft u aan onder punt 10. 3. Het begeleidingstraject Algemeen Naast het vak Methoden van onderzoek staat in het vijfde blok het schrijven van uw scriptie gepland. Het schrijven van deze scriptie is enkel mogelijk met deelname aan het door ons aangeboden scriptietraject. 1 Onze doelstelling met dit scriptietraject is helder: aan het einde van het vijfde blok is uw scriptie afgerond! Om dit te bewerkstelligen, schept de sectie Burgerlijk Recht gunstige randvoorwaarden, speciaal voor u! Zo bieden wij de begeleiding in twee onderdelen aan, te weten: (1) de individuele begeleiding door uw scriptiebegeleider; en (2) een drietal verplichte plenaire bijeenkomsten. Hierna leggen we verder uit wat dat inhoudt. Wat voorop staat, is dat we gezamenlijk er voor zorgen dat u uw scriptie in een sneltreinvaart schrijft. We hebben goede ervaringen met het stellen van duidelijke termijnen en deadlines. Hoewel onze aanpak soms wat schools en streng kan lijken, is het succes ervan onomstreden. Verreweg de meeste studenten lukt het om de scriptie te schrijven volgens onze aanpak. Dat moet vertrouwen geven! Maar let wel, uw scriptie is uw werk: krijgt het een goed cijfer, dan is dat uw verdienste. Krijgt het een matig cijfer, dan is dat uw verantwoordelijkheid. Wij scheppen – zoals vermeld – enkel de gunstige randvoorwaarden.
1
Zie voor de twee alternatieve trajecten par.8.
4|
Houd er rekening mee dat u zich uiterlijk 25 januari 2016 voor deelname aan het traject aanmeldt via Lawweb (MRP00; registrations). Individuele begeleiding De individuele begeleiding is sterk op maat gesneden. U heeft natuurlijk een aantal besprekingen met uw begeleider, maar naast de inhoudelijke begeleiding houdt de begeleider ook toezicht op het tijdpad en uw geboekte progressie. Tijdens het schrijven van de scriptie bent u verplicht gebruik te maken van ‘My Papers’ op Lawweb. Met ‘My Papers’ kunt u gemakkelijk in contact treden met de scriptiebegeleider, de deadlines in de gaten houden en daarnaast uw hoofdstukken bij de scriptiebegeleider inleveren. Over dit laatste punt merken wij graag op dat u vóór het inleveren van uw stuk de punten van de checklist dient na te lopen, zie onder paragraaf 9. Gezamenlijke bijeenkomsten Naast de individuele begeleiding organiseren wij een drietal plenaire bijeenkomsten. Let wel, deelname aan deze bijeenkomsten is verplicht. U houdt bij deze bijeenkomsten voor ongeveer vijftien medestudenten een korte presentatie over uw scriptie; wat is het onderwerp, welke vragen komen in het onderzoek naar voren, tegen welke problemen loopt u aan etc. Daarna gaat u – onder leiding van een ervaren scriptiebegeleider – met uw medestudenten in discussie en zullen zij u voorzien van commentaar. Graag geven wij u mee dat de studenten die u voor gingen de bijeenkomsten als zeer waardevol beschouwden en dat zij volop inspiratie kregen om verder aan de slag te gaan!
5|
4. Het tijdpad Het tijdpad kan als volgt schematisch worden weergegeven. Blok 1 (wk 36-44)
Blok 2 (wk 45-51)
Blok 3 (wk 1-7)
Blok 4 (wk 8-14)
Blok 5 (wk 16-25)
Oriënteren op een scriptieonderwerp
Oriënteren op een scriptieonderwerp
Week 4 25 januari 2016 13-14 u plenaire bijeenkomst 1: het zoeken van een geschikt scriptieonderwer p
Week 8 28 februari 2016 23.59 u notitie 1 inleveren
Het schrijven van de scriptie is verbonden met het vak Methoden van onderzoek (RL79)
Week 10 9 maart 2016 17-19 u Hoorcollege 1 Methode v. Onderzoek (RL79)
Week 16 24 april 2016 23.59 u Notitie 2 inleveren
Week 7 Tentamenweek
Week 11 17 maart 2016 14-16 u plenaire bijeenkomst 2: een goed voorstel is het halve werk, maar hoe? Week 14 Tentamenweek
Invullen en ondertekenen: scriptieovereenkomst en authenticiteitsverklar ing Week 17 t/m 25 Schrijven scriptie Week 18 8 mei 2016 23.59 u Deadline werkstuk Methode v onderzoek (RL79) Week nnb plenaire bijeenkomst 3: obstakels bij het schrijven zelf Week 25 Deadline 26 juni 2016 Afronding en inleveren definitieve versie
6|
5. Voorwaarden voor deelname De sectie schept niet enkel gunstige randvoorwaarden, maar verwacht ook het nodige van u. Als u instapt, dan spreken we een aantal dingen af. Wij beloven goede en snelle begeleiding, feedback en coaching. We weten wat we doen: het scriptietraject werkt, zo is in het verleden al gebleken. Dan de afspraken waar u zich aan moet houden. De meest in het oog springende eis is dat u gehouden wordt om binnen het tijdpad de scriptie in te leveren, uitzonderingsgevallen daargelaten. Dit houdt in dat de scriptie hoe dan ook na week 25 wordt beoordeeld met een cijfer. Mocht dat cijfer lager zijn dan een 6 (bijvoorbeeld omdat de scriptie in week 25 niet af is of (om wat voor reden dan ook) van onvoldoende kwaliteit is), dan heeft u een herstelmogelijkheid: slechts indien het stuk volgens de begeleider herstelbaar is, wordt u twee weken de tijd geboden de gebreken te herstellen en toe te werken naar het maximaal haalbare eindcijfer 6. Lukt dat niet, dan krijgt u definitief een onvoldoende. Mocht in een eerder stadium blijken dat u onvoldoende progressie boekt en dat u de scriptie niet binnen het tijdpad gaat afronden, dan sluit de scriptiecoördinator – in overleg met de scriptiebegeleider – u van verdere deelname aan het traject uit. De begeleiding wordt dan desgewenst in september 2016 opnieuw aangevangen (met een ander onderwerp en een andere begeleider). Alle voorwaarden op een rijtje: (1) U heeft het onderzoekspracticum (blok 1) met een voldoende afgerond; (2) U heeft zich voor het traject aangemeld (uiterlijk 25 januari 2016 09.00 uur); (3) Aanmelden schept verplichtingen: A. Verplichte aanwezigheid bij de drie plenaire bijeenkomsten; B. U levert uiterlijk 28 februari 2016 notitie 1 in bij de scriptiecoördinator; C. U levert uiterlijk 24 april 2016 notitie 2 in bij de scriptiebegeleider; D. U stelt tezamen met de scriptiebegeleider het tijdpad op; E. In week 25 levert u uiterlijk de scriptie in. Mocht de scriptie in week 25 van onvoldoende kwaliteit zijn, dan krijgt u een onvoldoende en wordt u twee weken de tijd geboden om de gebreken te herstellen en toe te werken naar het maximaal haalbare eindcijfer 6. Let op: als u een van deze afspraken niet nakomt, dan betekent dat de directe beëindiging van de scriptiebegeleiding! De begeleiding wordt dan in september 2016 opnieuw aangevangen bij een nieuwe begeleider en met een ander onderwerp. Uitzonderingsgevallen In enkele bijzondere omstandigheden is het gerechtvaardigd het tijdpad voor het schrijven van de scriptie te verlengen. Om hiervoor in aanmerking te komen, dient u de grond voor verlenging voorafgaande aan deelname bij de scriptiecoördinator kenbaar te maken. De coördinator beslist (eventueel in overleg met de studieadviseur). Verlenging kan bijvoorbeeld worden verleend ingeval: - u in deeltijd studeert; - u belast bent met de intensieve verzorging van een familielid of kind; - u te kampen heeft met ernstige lichamelijke en/of psychische ongemakken.
7|
6. Voorbereiding op blok vijf Zoals weergegeven in het tijdpad, vindt de voorbereiding voor het schrijven van de scriptie in het vijfde blok al plaats in blok drie en vier. In deze periode dient u zich te oriënteren op een onderwerp en een voorlopige onderzoeksvraag. De keuze van het onderwerp is vrij en onze docenten zijn breed georiënteerd. Dus ‘kom maar op met dat onderwerp’ zouden we willen zeggen. Maar er is wel een aantal onderwerpen die wij liever niet begeleiden. Bijvoorbeeld onderwerpen die uitgebreid aan de orde kwamen in eerdere bachelorvakken of mastervakken, tenzij u kunt aangeven wat er nieuw is aan de invalshoek die u kiest. Enig voorwerk in de bibliotheek en op het internet kan een interessant onderwerp opleveren. In week 4 vindt de eerste plenaire bijeenkomst plaats over het vinden van een geschikt onderwerp en het formuleren van onderzoeksvragen. Deze bijeenkomst is voor alle deelnemers aan het scriptietraject verplicht. Mocht u inspiratie kunnen gebruiken bij het kiezen van een geschikt onderwerp, kijk dan eens op de lijst met suggesties voor scriptieonderwerpen, zie onder punt 13. Uiterlijk 28 februari 2016 23.59 uur dient u notitie 1 in ‘My Papers’ op Lawweb te uploaden. In deze notitie (niet meer dan 1,5 A4tje) legt u het volgende voor: • • • •
In welk jaar u Onderzoekspracticum burgerlijk recht heeft behaald, welk cijfer u heeft behaald en wie uw docent was. wat het domein is van de scriptie (leg uit, met voorbeelden als het kan, wat het onderwerp van de scriptie is); wat de vragen zijn die u interessant vindt om te onderzoeken binnen dat domein, en waarom die vragen zo interessant zijn; welke literatuur u al bestudeerd heeft over het domein (+/- 10 bronnen).
In blok 4 vindt de tweede plenaire bijeenkomst plaats, waarbij uw onderwerp en (voorlopige) onderzoeksvraag centraal staan. U houdt een korte presentatie en zult – onder leiding van een ervaren scriptiebegeleider – in discussie gaan met uw medestudenten. Overigens: een eerder in het onderwijs ingebracht werkstuk mag niet worden hergebruikt, tenzij er een duidelijke verdiepende/verbredende uitbreiding, in overleg met de begeleider, wordt aangebracht. Maak het uzelf niet onnodig lastig: als wij er achter komen dat u een scriptieonderwerp heeft gekozen dat u bijvoorbeeld al eerder als paper in een ander vak heeft ingebracht, wordt het gehele scriptietraject stopgezet en bent u terug bij af. Zie ook Plagiaat en andere fraude.
8|
7. Blok vijf: het schrijven van de scriptie Het echte werk vangt aan in het vijfde blok van de master. Voor het gehele proces van het schrijven van de scriptie, van ruw idee tot ingeleverde versie, staat dus ongeveer drie maanden. Dat lijkt krap bemeten, maar wij weten uit ervaring dat het mogelijk is! Het komt aan op een goede voorbereiding – die u treft in blok drie en vier – en een gestructureerde werkwijze in blok vijf. Uiteraard helpen wij u daarbij. U dient in blok vijf bij uw scriptiebegeleider notitie 2 in te leveren (uploaden in ‘My Papers’) en te bespreken. Notitie 2 omvat kort gezegd: • • • • • •
de inleiding tot de probleemstelling (wat is het domein, geef voorbeelden van het probleem dat u aan de orde wilt stellen); begrenzingen van het onderwerp; wat wilt u per se wel én niet behandelen? de voorlopige probleemstelling/onderzoeksvraag; de voorlopige inhoudsopgave, ingedeeld naar hoofdstukken en zo mogelijk, globaal de onderverdeling naar paragrafen; de voorlopige lijst van in verband met de scriptie te bestuderen literatuur en jurisprudentie; het tijdpad met daarin een schatting van de te besteden tijdsduur per onderdeel of onderzoeksstap.
Zodra notitie 2 is goedgekeurd door de scriptiebegeleider, dient u samen met uw begeleider de scriptieovereenkomst, inclusief authenticiteitsverklaring in te vullen (één formulier). Een model van dit formulier is te downloaden via de facultaire onderwijssite. Daarnaast dient u een examenbriefje aan te vragen bij het ESSC. De cursuscode die u moet opgeven, is RS112. In blok vijf vindt tevens de laatste plenaire bijeenkomst plaats. Tijdens deze bijeenkomst bespreekt u uw voortgang en obstakels bij het schrijven. Na de bijeenkomst resteren er nog ongeveer zes weken om uw scriptie af te ronden (deadline eind week 25). Tot slot, het schrijven van de scriptie is weliswaar het sluitstuk van uw studie, maar tracht het voor uzelf niet groter te maken dan het is. U heeft bij het onderzoekspracticum een mini-scriptie in twee weken geschreven, dus het schrijven van een scriptie ter waarde van 10 ECTS in blok vijf is absoluut haalbaar!
9|
8. Twee alternatieve instroommomenten Wij willen graag dat u de scriptie schrijft in het blok dat er voor staat, in blok, gecombineerd met het vak Methoden van onderzoek. Mocht u in blok 4 van collegejaar 2014-2015 een onvoldoende hebben behaald voor de scriptie, dan heeft u in collegejaar 2015-2016 de mogelijkheid om een scriptie te schrijven over een nieuw onderwerp. Dat kan bij wijze van alternatief traject, maar ook dan geldt dat wij de voortgang serieus bewaken. Onze sectie werkt met twee alternatieve instroommomenten. Alleen aan het begin van een dergelijk instroommoment heeft u de mogelijkheid met de scriptie te beginnen. Ook hier is onze doelstelling helder: aan het einde van deze periode is uw scriptie afgerond. U dient notitie 1 aan de scriptiecoördinator (
[email protected]) voor te leggen. De coördinator gaat na goedkeuring over tot toewijzing van een scriptiebegeleider. De alternatieve trajecten hebben evenals het reguliere scriptietraject een harde deadline. Ook hier geldt dat wanneer uw scriptie niet af is of (om wat voor reden dan ook) van onvoldoende kwaliteit is, u een onvoldoende krijgt en dat u dan twee weken de tijd wordt geboden om de gebreken te herstellen en toe te werken naar het maximaal haalbare eindcijfer 6; lukt dat niet, dan krijgt u definitief een onvoldoende (registratie in Osiris). Mocht in een eerder stadium blijken dat u onvoldoende progressie boekt en dat u de scriptie niet binnen het tijdpad gaat afronden, dan sluit de scriptiecoördinator – in overleg met de scriptiebegeleider – u van verdere deelname aan het traject uit. De begeleiding wordt dan desgewenst in een ander alternatief traject of het reguliere traject opnieuw aangevangen (met een ander onderwerp en een andere begeleider).
Tijdpad alternatieve trajecten 2015 -2016: Instroommoment 1
Instroommoment 2
Aanleveren notitie 1 Uiterlijk 10 augustus ‘15
Aanleveren notitie 1 Uiterlijk 12 oktober ‘15
Toewijzing begeleider 10-28 augustus ‘15
Toewijzing begeleider 12-30 oktober ‘15
Aanleveren notitie 2 Uiterlijk 7 september ‘15
Aanleveren notitie 2 Uiterlijk 9 november ‘15
Deadline; inleveren eindversie 1 november ‘15
Deadline; inleveren eindversie 10 januari ‘16
10 |
9. Checklist vóór het inleveren Indien u een stuk bij uw scriptiebegeleider wilt inleveren, dient u vóór het uploaden via ‘My Papers’ op sin-online de navolgende punten langs te lopen. Het in te leveren stuk: - is volledig en geen half werk; - sluit aan bij het lezerspubliek van afgestudeerde juristen; - is voorzien van paginanummering; - is voorzien van een hoofdstuknummer en paragraafnummering; - bevat duidelijke alinea’s (inspringen eerste regel of opnemen van witregel); - bevat geen spelfouten; - is gecontroleerd op een juist gebruik van lidwoorden, aanwijzende voornaamwoorden en betrekkelijke voornaamwoorden; - is gecontroleerd op een juist gebruik van leestekens; - bevat in de tekst geen afkortingen; - bevat in de tekst uitgeschreven cijfers (bijv. ‘er zijn vier voorwaarden’ in plaats van ‘er zijn 4 voorwaarden’); - bevat geen fouten in de voetnoten (opgesteld conform de “Leidraad voor juridische auteurs”).
10. Beoordelingscriteria De scriptie wordt beoordeeld aan de hand van een facultair beoordelingsformulier. Dit formulier omvat de volgende punten: Onderwerp Het onderwerp is gebonden aan de masteropleiding en dient derhalve op het terrein van deze opleiding te liggen. Goedkeuring van het domein en de vraagstelling door de coördinator en begeleider volstaat in dit opzicht. Probleemstelling • •
Aan het scriptieonderzoek dient ten minste één eenduidige probleemstelling ten grondslag te liggen Deze probleemstelling moet in de 'Inleiding' van de scriptie worden weergegeven
Logische opbouw en consistentie • •
Het scriptieonderzoek is erop gericht één of meer antwoorden te verschaffen op de in de probleemstelling onder woorden gebrachte vraag/vragen De scriptie moet zo zijn opgebouwd dat de antwoorden op de gestelde vraag/vragen logisch voortvloeien uit het onderzoek
11 |
•
De argumentatiestructuur van het betoog moet helder zijn. (Welke standpunten worden ingenomen? Welke argumenten worden daarvoor gegeven? Hoe hangen die argumenten precies samen?)
Toegevoegde waarde (originaliteit) • •
Relevantie voor het vakgebied (wetenschap) Relevantie voor de praktijk
Formulering en taalgebruik •
• •
De begeleider heeft niet tot taak het taalgebruik te corrigeren. Zo nodig wordt er op gewezen dat het taalgebruik onder de maat is en dat de scriptie in de betreffende toestand niet goedgekeurd zal worden of een aanmerkelijk lager cijfer zal behalen in vergelijking met een foutloze scriptie De formuleringen dienen grammaticaal correct en stilistisch aanvaardbaar te zijn Cruciale begrippen dienen duidelijk en voor één uitleg vatbaar te worden omschreven en steeds in die betekenis te worden gehanteerd.
Compositie • • • • •
De scriptie dient een 'Inleiding' en een 'Conclusie' te bevatten Het tussenstuk dient onderverdeeld te zijn in hoofdstukken, paragrafen en alinea's Bij de indeling in hoofdstukken, paragrafen en alinea's dient te worden uitgegaan van logische indelingscriteria Elk hoofdstuk begint met een inleidende paragraaf en eindigt met een concluderende paragraaf Zowel de scriptie als geheel als de delen ervan krijgen een titel die de inhoud dekt
Bronvermelding, voetnoten en bibliografie • • •
In de scriptie worden de gebruikte bronnen steeds zo volledig en nauwkeurig mogelijk weergegeven, inclusief de precieze vindplaatsen van citaten of ontleningen conform de Kluwer Leidraad voor juridische auteurs (meest recente versie) De lezer van de scriptie moet steeds gemakkelijk kunnen onderscheiden of bevindingen uit de geraadpleegde literatuur dan wel eigen uitgangspunten en opvattingen worden gepresenteerd (zie ook de regels over fraude) Indirect citeren wordt zoveel mogelijk vermeden
Vorm en omvang De scriptie dient door de student zelf vervaardigd te zijn, en wel met behulp van een moderne tekstverwerker (opmaak, afwezigheid van spelfouten et cetera). De scriptie dient zowel op papier als in elektronische vorm te worden ingeleverd. De omvang van de scriptie wordt wel uitgedrukt in het aantal woorden, maar belangrijker dan kwantiteit is de kwaliteit. Als uw scriptie waardevolle inzichten toevoegt, prikkelende vragen stelt en verrassende antwoorden geeft, dan kijken we eerlijk gezegd nauwelijks nog naar de omvang. Veel studenten maken zich zorgen dat ze te weinig tekst zullen
12 |
produceren, maar onze ervaring is juist tegenovergesteld. Als richtlijn voor de omvang geldt dat de scriptie gemiddeld 13.000 woorden bedraagt. 11. Plagiaat en andere fraude De Erasmus Universiteit Rotterdam hanteert een streng fraudebeleid. Wie plagieert of anderszins fraudeert, overtreedt de regels van de universiteit en in sommige gevallen ook de wet. Fraudegevallen die aan het licht komen, worden altijd gemeld bij de examencommissie en zullen bestraft worden. Bij het opleggen van de sanctie zal geen rekening gehouden worden met eventuele studievertraging voor de scribent. U wordt aangeraden de informatie over plagiaat en fraude goed door te nemen om misverstanden te voorkomen. Deze informatie treft u aan op internet op de facultaire en universitaire website: •
Plagiaat en fraude
Voor de volledigheid helpen we op deze plaats enkele veelvoorkomende misverstanden uit de wereld: •
• •
Zinnen van andere auteurs of gerechtelijke instanties mag u alleen met aanhalingstekens en bronvermelding opnemen. Als u dat doet, is sprake van een citaat. Zo niet, dan is sprake van plagiaat. Algemeen gesproken raden wij aan om waar mogelijk eigen woorden te gebruiken in plaats van citaten. Het sterk ‘leunen op’ zinnen van andere auteurs door deze met een enkele wijziging of verandering van zinsconstructies op te nemen, beschouwen wij als plagiaat. Als u een bron aanhaalt, verklaart u daarmee dat u deze bron zelf heeft bestudeerd. Verwijzingen die u uit een secundaire bron aanhaalt, zijn niet toegestaan tenzij u de herkomst expliciet vermeldt (“Auteur X, zoals aangehaald door auteur Y, p. 123, verklaart...”)
De scribent dient een authenticiteitsverklaring te ondertekenen waarin hij verklaart geen plagiaat te zullen plegen. Deze verklaring dient bij de papieren versie van de in te leveren exemplaren van de scriptie te worden gesloten. Het cijfer van de scriptie wordt niet geregistreerd indien een ondertekende verklaring ontbreekt. De authenticiteitsverklaring is te downloaden van SIN Online. LET OP (1) Zodra u een (hoofd)stuk inlevert bij uw scriptiebegeleider garandeert u dat het ingeleverde werk uw pennenvrucht is. LET OP (2) U garandeert ook dat u geen auto-plagiaat pleegt. Als wij er tijdens of na de begeleiding achter komen dat u de scriptie al eerder als paper in eerder WO-onderwijs heeft ingebracht of dat de scriptie gebaseerd is op een dergelijk eerder stuk, dan staken wij de begeleiding en moet u opnieuw een (ander) onderwerp en probleemstelling kiezen. Dit geldt ongeacht hoe ver de scriptie gevorderd is.
13 |
12. Procedure aanmelding scriptie voor bulaanvraag Als de scriptie is afgerond en met een voldoende is beoordeeld en u heeft aan uw overige verplichtingen voldaan, kunt u uw bul aanvragen. Op de website van ESL treft u informatie aan over de procedure. 13. Lijst scriptieonderwerpen burgerlijk recht 2015-2016 Het bedenken van een scriptieonderwerp vormt een van de grootste uitdagingen als u een scriptie wilt gaan schrijven. Wat is nu een geschikt/leuk/interessant onderwerp? Hieronder vindt u een lijst met onderwerpen ter inspiratie. Historisch Welke invloed heeft de Eerste Wereldoorlog gehad op de ontwikkeling van ons vermogensrecht? Welke invloed heeft de Tweede Wereldoorlog gehad op de ontwikkeling van ons vermogensrecht? Fiducia cum creditore en de geschiedenis van de eigendomsoverdracht tot zekerheid De onrechtmatige daad van Hugo de Groot tot het BW-1838 Rechtszekerheid door formaliteiten bij de eigendomsoverdracht: van Rome tot BW-1992 Aansprakelijkheid voor dieren: van Rome tot BW-1992 De invloed van de spoorwegen op de rechtsontwikkeling in de XIXe eeuw Aansprakelijkheidsrecht Europeesrechtelijke verplichtingen tot compensatie van slachtoffers van gewelddelicten, hoe voldoen verschillende lidstaten daar aan? De verantwoordelijkheid van vervoerders voor letsel toegebracht door medepassagiers Letsel door volksgezondheidsprogramma’s: risicoaansprakelijkheid van de overheid? Als partijen op voorhand zouden kunnen contracteren over toepasselijke regels bij schadevergoeding, wat zouden ze dan kiezen? Rechtseconomische aspecten van preventie door schadevergoeding De nieuwe regeling van de overeengekomen buitengerechtelijke kosten Kosten van verzorging van een gekwetste in de toekomst: nu afrekenen? Aansprakelijkheid voor hulppersonen De omvang van het smartengeld, rechtsvergelijkend bezien Onder welke omstandigheden bestaat er de plicht om een schadeverzekering af te sluiten ten behoeve van een ander? Wat is het rechtskarakter van de vordering van de derde uit art. 6:107-108 BW? The tortfeasor takes the victim as he finds him: geldt dat ook voor de vraag of een norm is geschonden? Aansprakelijkheid voor schade als gevolg van 'practical jokes'
14 |
Kan een agent een gearresteerde aansprakelijk houden voor aan de agent toegebrachte (psychische) schade? Aansprakelijkheid tegenover inbrekers, insluipers, verstekelingen en andere ongenode gasten Plaats en functie van de ‘actio negatoria’ (burenactie bijv. om iets weg te nemen) in het huidige aansprakelijkheidsrecht – schuld, risico, processuele actie of iets ertussenin? Schadeplichtigheid uit rechtmatige daad tussen burgers onderling Samenloop van aansprakelijkheid bij beschadiging van infrastructurele voorzieningen (energiekabels, telefonie etc.) De bijdrage van aansprakelijkheidsverzekeraars aan preventie van schade De rechtsbijstandfunctie van aansprakelijkheidsverzekeringen Hoe werkt de D&O verzekering in Nederland en Duitsland? Aansprakelijkheid voor gebrekkige schadeafwikkeling door verzekeraars Concrete schadebegroting en gelijke behandeling bij letsel Schadeverhaal via de strafrechtelijke procedure, gaat dat goed? Polarisatie in de letselschadebranche: feit of fictie? Overeenkomstenrecht Wat is het rechtskarakter van de vaststellingsovereenkomst (gevolgen, mogelijkheden tot vernietiging e.d.)? De gevolgen van dwaling: van algehele vernietiging naar gepaste aanpassing van het contract? De samenloop van overeenkomst en onrechtmatige daad: is het echt één pot nat? Contractsdwang: heeft iedereen recht op een bankrekening, verzekering en andere primaire levensbehoeften? Toetsing van algemene voorwaarden door andere instanties dan de civiele rechter in gereguleerde markten Wettelijke limitering van schadevergoedingsvorderingen: nuttig en noodzakelijk of ongerechtvaardigde benadeling van slachtoffers? Onder welke omstandigheden heeft een debiteur geen recht op nakoming, terwijl nakoming wel mogelijk is? Waarom is harmonisatie van contractenrecht in Europa eigenlijk nodig? Welke maatstaf moet de rechter hanteren bij het aanpassen van een overeenkomst op grond van art. 6:230 BW? Hoe moeten beleggingscontracten na vernietiging ongedaan worden gemaakt of aangepast? Welke maatstaf moet bij aanpassing van een contract wegens onvoorziene omstandigheden worden toegepast? Welke voor- en nadelen heeft private handhaving van parkeerverboden? Een rechtsvergelijkende studie naar Engels en Duitse ervaringen. Overheidsaansprakelijkheid Alternatieve causaliteit in het overheidsaansprakelijkheidsrecht? Actieve en passieve risicoaanvaarding vergeleken met 'eigen schuld'
15 |
De vergoeding van schade die ontstaat bij het anticiperen op regelgeving die uiteindelijk niet tot stand komt Vergoeding van immateriële schade bij onteigening? De diverse vergoedingsperspectieven in het overheidsaansprakelijkheidsrecht vergeleken De verhouding tussen het égalitébeginsel en 'eigen schuld' Burgerlijk procesrecht De rechtsbijstandverzekering (bijvoorbeeld het recht op vrije advocaatkeuze) (Europees) beslag op bankrekeningen Het inzagerecht Het bewijsbeslag Recht op bewijslevering? Bevordering van mediation in het burgerlijk recht Digitalisering en vereenvoudiging van het burgerlijk procesrecht (KEI) De actieve rechter Positieve prikkels ter bevordering van adequate geschiloplossing? De deelgeschilprocedure De preprocessuele comparitie De deskundige in de procedure Toezicht op de advocatuur E-kantonrechter Onrechtmatig procederen; wanneer mag u geen rechtsvordering instellen? Collectief procederen (Derden) financiers van procedures Rechtsmiddelen en art. 6 EVRM Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad Uitvoerbaar bij voorraadverklaring Transparantie van vermogen met het oog op verhaal; hoe vind ik het voor beslag vatbaar vermogen van mijn debiteur? Zet je debiteur in de cel! In hoeverre wordt in Europa het middel van civielrechtelijke gijzeling gehanteerd en welke knelpunten doen zich daarbij voor? Beslag- en executierecht in het licht van verschillende mensenrechten Ambtshalve toetsing door de rechter van onredelijk bezwarende bedingen in algemene voorwaarden Een kostenveroordeling voor de partij die een schikkingsaanbod weigert, zoals dat geldt onder Rule 68 van de Federal Rules of Civil procedure of Section 998 van de Californian Code of Civil Procedure ook in Nederland? Forumshopping in Europees burgerlijk procesrecht: hoe kunnen rechters met elkaar kunnen concurreren en hoe kunnen partijen daar gebruik van kunnen maken? Goederen- en insolventierecht Bodem(voor)recht Boedelvorderingen Superboedelvorderingen (Ontvanger/Hamm en latere rechtspraak)
16 |
Dwangakkoord buiten faillissement De inning van stil verpande vorderingen in faillissement Uitwinning van persoonlijke zekerheden in het faillissement Samenloop tussen persoonlijke en zakelijke zekerheden Rangorde van aandeelhoudersleningen Grensoverschrijdende faillissementen: wie, waar en hoe? Automatische incasso en stornering Eigendomsvoorbehoud Verkrijgende verjaring van beperkte rechten (op registergoederen) Bescherming van de zwakkere partij in insolventies Retentierecht, beslag en verhaalsmogelijkheden De positie van de werknemer in faillissement. Betaling van curatoren (‘loon van de curator’) Verhaal op het vermogen van een ander dan de schuldenaar Syndicaatsleningen/zekerheid in gezamenlijk verband (bijvoorbeeld: wat zijn de gevolgen van no partnership clausules die in de syndicaatsleningen voorkomen?) Bank- en kredietzekerheden Vormerkung (art. 7:3 BW) en insolventie Aandelen in een niet-insolvente vennootschap als boedelbestanddeel Een (aandeel in een) nalatenschap als boedelbestanddeel? (Rechten uit) duurovereenkomsten als boedelbestanddeel? Vergunningen als boedelbestanddeel/zekerheid? Domeinnamen als boedelbestanddeel/zekerheid? Wanneer doorbreekt het beginsel van de paritas creditorum een feitelijke voorrangspositie? Informatieverschaffing door de curator aan derden (bijv. aan stil pandhouder, of i.v.m. Peeters/Gatzen-vordering) Onderneming en burgerlijk recht De curator, bestuurdersaansprakelijkheid en de positie van de crediteuren Vertegenwoordiging van de rechtspersoon en de regeling van de volmacht Verzekering van bestuurders tegen aansprakelijkheid bij faillissement Dienen bestuurders van kleine ondernemingen te worden beschermd in hun persoonlijke vermogen bij borgtocht en zakelijke zekerheid ten behoeve van hun onderneming? Verhaal op foute bestuurders Emissierechten en hun vermogensrechtelijke kwalificatie Oneerlijke handelspraktijken tussen ondernemers onderling Nietigheid en vernietigbaarheid in het rechtspersonenrecht De aansprakelijkheid van een moedervennootschap voor rechtshandelingen van haar dochter Door rechtspersonen heenkijken Rechtspersoon en faillissement(spauliana) Stichting en onrechtmatige daad
17 |