Scriptiebrochure Het schrijven van de scriptie en het afstuderen
Master Financieel recht Sectie Bedrijfseconomie
Versie 2008-2009
Voorwoord Het schrijven van een scriptie vergt enige discipline en planning. De sectie Bedrijfseconomie vindt het belangrijk u goed te informeren en te begeleiden bij het sluitstuk van uw Master Financieel recht en heeft derhalve deze scriptiebrochure samengesteld. Hierin treft u naast allerlei informatie en tips over het schrijven van een scriptie en de procedure van afstuderen ook een overzicht van mogelijke onderwerpen en achtergrond informatie van de (bijbehorende) scriptiebegeleiders aan. Deze brochure kunt u in digitale vorm downloaden vanaf SIN-Online (channel Financieel Recht Studenten). Deze brochure is met zorg samengesteld. Mocht u opmerkingen of suggesties ter verbetering van de brochure hebben, dan horen wij dat graag. U kunt hiervoor terecht bij de sectie Bedrijfseconomie, e-mail:
[email protected]. De sectie Bedrijfseconomie wenst u veel succes, maar vooral ook veel plezier met het schrijven van uw scriptie! Met vriendelijke groet, Aloy Soppe Scriptiecoördinator Sectie Bedrijfseconomie
I
Inhoudsopgave
Voorwoord
I
Inhoudsopgave
II
1. Inleiding
1
2. Een scriptie schrijven voor de Master Financieel recht
2
2.1
Algemeen
2
2.2
Begeleiding en tweede examinator
2
2.3
Scriptie-stage combinatie
2
2.4
Scriptieprijzen
3
2.5
Keuze van het onderwerp
3
2.6
Scriptievoorstel
3
2.7
Beoordelingscriteria
4
2.7.1
Scriptie
4
2.7.2
Scriptie n.a.v. een stage
6
2.8
Overige eisen m.b.t. de scriptie en de scriptiebegeleiding
6
2.9
Duur van de scriptie
7
2.10 Titelblad
8
2.11 Nawoord
8
3. Fraude
8
4. Procedure aanmelding scriptie voor verdediging en bulaanvraag
10
5. Presentatie en verdediging
11
6. Overzicht van begeleider en onderwerp
12
7. Scriptiebegeleiders van de sectie Bedrijfseconomie
15
8. Contactinformatie sectie Bedrijfseconomie
19
II
1.
Inleiding
De Erasmus Universiteit Rotterdam staat van oudsher bekend als een praktijkgerichte universiteit met een sterk bedrijfseconomische tint. De sectie Bedrijfseconomie houdt zich reeds vele jaren binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid bezig met het interdisciplinaire bedrijfseconomisch onderwijs en onderzoek. De sectie telt momenteel 14 medewerkers en is binnen het regulier onderwijs naast de Master Financieel recht ook verantwoordelijk bedrijfseconomisch onderwijs voor juristen en fiscalisten in de bachelorfase. Tevens verzorgt de sectie het onderwijs voor LL.M.-programma’s en postacademische cursussen en opleidingen. Per september 2003 is de zogenoemde BAMA-structuur (de bachelor- en masterstructuur) aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid ingevoerd. Op het zelfde moment is de afstudeerrichting Financieel recht binnen de doctoraalopleiding Nederlands recht vernieuwd als Master Financieel recht van start gegaan. Vervolgens zijn in september 2006 twee verschillende varianten geïntroduceerd binnen het programma. Afhankelijk van de variant, wordt de keuzeruimte meer juridisch of meer bedrijfseconomisch ingevuld. Door de studenten afhankelijk van hun opleidingsachtergrond een eigen programma aan te bieden, is meer op maat gesneden onderwijs mogelijk. Op het gebied van financieel recht is de Erasmus Universiteit Rotterdam de enige universiteit die een masteropleiding Financieel recht aanbiedt. De populariteit van het financieel recht wordt bevestigd door de grote en alsmaar groeiende interesse (zowel van studenten als van werkgevers) voor deze unieke masteropleiding. De Master Financieel recht wordt afgerond met een scriptie op financieel juridisch terrein met een interdisciplinaire aanpak en de verdediging daarvan. Aangezien er hoge eisen worden gesteld aan de scriptie, wordt u intensief begeleid. Dit geschiedt in de vorm individuele afspraken met de scriptiebegeleider, waarin u bijvoorbeeld wordt geholpen met de probleemstelling en de wijze waarop die kan worden uitgewerkt. Ook wordt er aandacht besteed aan de presentatie en verdediging die zullen plaatsvinden na goedkeuring van de scriptie. In deze brochure treft u uitgebreide informatie aan over het schrijven van de scriptie voor de Master Financieeel recht en het uiteindelijke afstuderen. De facultaire minimumeisen zijn echter ook van toepassing en zijn, voorzover mogelijk, ook reeds in deze brochure verwerkt. Tevens worden de procedure(s), beoordelingscriteria, tips, mogelijke onderwerpen en begeleiders hierin beschreven. Mocht u na het lezen van deze brochure toch nog vragen hebben, dan kunt u uiteraard contact opnemen met de scriptiecoördinator, de beoogde begeleiders of het secretariaat van de sectie Bedrijfseconomie. De contactgegevens treft u achterin de brochure aan.
1
2. 2.1
Een scriptie schrijven voor de Master Financieel recht Algemeen
De sectie Bedrijfseconomie hanteert minimumeisen met betrekking tot scripties, scripties naar aanleiding van stages, scriptiebegeleiding en stagebegeleiding. De scriptie dient in beginsel 12 ects te zijn. Studenten die voldoen aan de eisen zoals vermeld in het Onderwijs en Examenregelement van de Master Financieel recht mogen een gedeeltelijke vrijstelling van 5 ects aanvragen. Het aanvraagformulier kunt u downloaden van SIN-Online onder de channel Financieel Recht Studenten. De scriptie is een individueel werkstuk. Een collectief verslag van deelname aan een pleitwedstrijd, een pleitnota of iets dergelijks kan niet gelden als scriptie. Meer informatie over het schrijven van een scriptie kunt u raadplegen via SIN-Online: http://www.frg.eur.nl/onderwijs/facultaire_regelingen_en_scriptie_eisen/
2.2
Begeleiding en tweede examinator
In beginsel vindt begeleiding plaats door één begeleider, afkomstig van de sectie Bedrijfseconomie en beslist een tweede examinator (de meelezer) mee in het cijfer. De begeleiding geschiedt door middel van individuele afspraken met de begeleider. Afhankelijk van het onderwerp is het echter, met voorafgaande toestemming van de scriptiecoördinator en onder eventuele extra voorwaarden, toegestaan een begeleider van een andere sectie te benaderen. In dat geval is de tweede examinator altijd van de sectie Bedrijfseconomie afkomstig. De tweede examinator wordt afhankelijk van de situatie na inlevering van de eindversie van de scriptie of in een eerder stadium ingeschakeld. Uitgangspunt is dat examinatoren van twee verschillende disciplines gezamenlijk de scriptie beoordelen. De verplichte tweede examinator zal door de scriptiecoördinator worden aangewezen.
2.3
Scriptie-stage combinatie
Er bestaan mogelijkheden om door middel van een stage praktijkervaring in de financieel-juridische wereld op te doen. De stage zal doorgaans afgerond worden met een stageverslag. Dit verslag kan afhankelijk van het onderwerp onder voorwaarden uitgewerkt worden tot een scriptie. Ook mogelijk is om in het kader van een afstudeeropdracht bij een door de scriptiebegeleiders goedgekeurd bedrijf of instelling de scriptie te schrijven. Deze mogelijkheden zijn echter vrijblijvend en dus niet verplicht voor de masteropleiding. Bij dergelijke scripties is het noodzakelijk voorafgaand overleg met de scriptiecoördinator en begeleider te voeren. Het cijfer zal vastgesteld worden door de scriptiebegeleider en de meelezer.
2
2.4
Scriptieprijzen
Elk jaar zijn er meerdere instanties en bedrijven die prijzen uitloven voor essays of andere werkstukken. Te denken valt aan de Grote Financiën Prijs (GFP), een essaywestrijd van het Ministerie van Financiën, waarvoor ook afstudeerscripties over een zelf te bepalen thema op financieel-economisch of fiscaal terrein in aanmerking komen. Door het meedingen naar zulke prijzen haalt u meer uit uw scriptie dan alleen de toe te kennen ects. Uw scriptiebegeleider kan u inlichten over de verschillende scriptiewedstrijden. Een overzicht van relevante scriptieprijzen kunt u vinden via Sin-Online
2.5
Keuze van het onderwerp
De keuze van het onderwerp is niet geheel vrij, gezien de interdisciplinaire opzet van de master Financieel recht. Het is in ieder geval gebonden aan de masteropleiding en dient derhalve op het terrein van deze opleiding te liggen. De scriptie dient in beginsel zowel juridisch als (bedrijfs)economische aspecten en een interdisciplinaire opzet te bevatten. De scriptie wordt daarom eveneens in beginsel begeleid door een jurist en een econoom als eerste, respectievelijk tweede examinator. Wie als begeleider of meelezer optreedt hangt af van het onderwerp. De goedkeuring van het specifieke onderwerp/scriptievoorstel geschiedt door de scriptiebegeleider. Verderop in deze handleiding kunt u in de lijst met onderwerpen zien welke onderwerpen u eventueel kunt kiezen en bij welke begeleider u daarvoor terecht kunt. Op SIN-Online (channel Financieel Recht Studenten) is ook een actuele lijst met specifiekere onderwerpen beschikbaar. Een middagje in de bibliotheek, op het internet of een oriënterend gesprek met de scriptiecoördinator kan ook een interessant onderwerp opleveren. Indien u reeds een specifiek onderwerp in gedachten heeft dat niet in de lijst wordt vermeld, kunt u ook meteen de scriptiecoördinator benaderen.
2.6
Scriptievoorstel
Een scriptievoorstel omvat in het algemeen: •
de (voorlopige) titel van de scriptie;
•
de uitgewerkte inleiding waarin opgenomen: -
inleiding tot de probleemstelling;
-
begrenzingen van het onderwerp;
-
omschrijving van relevante te gebruiken begrippen;
•
de probleemstelling;
•
de doelstelling, d.w.z. wat men met het schrijven van de scriptie wenst te bereiken;
3
•
de te volgen werkwijze, d.w.z. een weergave in principe van de wijze waarop men denkt de doelstelling te verwezenlijken. Hieronder valt ook de motivering van de volgorde in de hoofdstukken;
•
de voorlopige inhoudsopgave, ingedeeld naar hoofdstukken en zo mogelijk, globaal de onderverdeling naar paragrafen;
•
de voorlopige lijst van in verband met de scriptie te bestuderen literatuur, te verrichten onderzoeken, te voeren gesprekken of te houden interviews;
•
De voorlopige planning met daarin een schatting van de te besteden tijdsduur (aantal uren) per onderdeel (of stap), alsmede een schema met data waarop de onderdelen zullen zijn voltooid.
2.7
Beoordelingscriteria
2.7.1
scriptie
De scriptie dient te voldoen aan onderstaande minimumeisen: 1. Onderwerp Het onderwerp is gebonden aan de masteropleiding en dient derhalve op het terrein van deze opleiding te liggen. Het is de opzet dat een scriptie die wordt geschreven door een scriptant met een Bachelor Rechten een economisch accent heeft, terwijl een scriptant met een Bedrijfskundige of Economische achtergrond aan de scriptie een juridisch accent moet geven. Goedkeuring van het uiteindelijke onderwerp geschiedt door de scriptiebegeleider. 2. Probleemstelling •
Aan het scriptieonderzoek dienen één of meer eenduidige probleemstellingen ten grondslag te liggen;
•
Deze probleemstellingen moeten in de 'Inleiding' van de scriptie worden weergegeven.
3. Logische opbouw en consistentie •
Het scriptieonderzoek is erop gericht één of meer antwoorden te verschaffen op de in de probleemstellingen onder woorden gebrachte vragen;
•
De scriptie moet zo zijn opgebouwd dat de antwoorden op de gestelde vragen zo overzichtelijk en inzichtelijk mogelijk over het voetlicht worden gebracht;
•
4
Hierbij dienen consistente indelingscriteria te worden gehanteerd;
•
De argumentatiestructuur van het betoog moet helder zijn. (Welke standpunten worden ingenomen, welke argumenten worden daarvoor gegeven en hoe hangen die argumenten precies samen?).
4. Toegevoegde waarde (originaliteit) •
Relevantie voor het vakgebied (wetenschap);
•
Relevantie voor de praktijk.
5. Formulering •
De formuleringen dienen grammaticaal correct en stilistisch aanvaardbaar te zijn;
•
Cruciale begrippen dienen duidelijk en voor één uitleg vatbaar te worden omschreven en steeds in die betekenis te worden gehanteerd.
6. Compositie •
De scriptie dient een 'Inleiding' en een 'Conclusie' te bevatten;
•
Het tussenstuk dient onderverdeeld te zijn in hoofdstukken, paragrafen en alinea's;
•
Bij de indeling in hoofdstukken, paragrafen en alinea's dient te worden uitgegaan van de eerder genoemde logische indelingscriteria (zie punt 2);
•
Zowel de scriptie als geheel als de delen ervan krijgen een titel die de inhoud dekt.
7. Bronvermelding •
In de scriptie worden de gebruikte bronnen steeds zo volledig en nauwkeurig mogelijk weergegeven, inclusief de precieze vindplaatsen van citaten of ontleningen;
•
De lezer van de scriptie moet steeds gemakkelijk kunnen onderscheiden of bevindingen uit de geraadpleegde literatuur dan wel eigen uitgangspunten en opvattingen worden gepresenteerd;
•
Indirect citeren wordt zoveel mogelijk vermeden;
•
Waar nodig of relevant dient de student toegang te zoeken tot elektronische bronnen;
•
Voor het schrijven van de scriptie bevelen wij u dringend aan gebruik te maken van onderstaande boekjes. Een praktische gids voor het schrijven van een scriptie en een boekje dat handzame richtlijnen biedt voor de meest voorkomende vragen rond het op eenduidige wijze citeren, het gebruik van afkortingen, het maken van voetnoten, bronvermeldingen en literatuurlijsten. Beide boekjes zijn verkrijgbaar in de boekhandel:
5
o
W. Oosterbaan, Een leesbare scriptie, Prometheus/NRC Handelsblad;
o
G.A.I. Schuijt, Leidraad voor juridische auteurs, Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandse publicaties, Kluwer.
8. Vorm en omvang De scriptie zelf dient vervaardigd te zijn m.b.v. een moderne tekstverwerker (opmaak, afwezigheid van spelfouten, etc.) De scriptie dient zowel op papier als in elektronische vorm te worden ingeleverd (zie ook “Procedure van aanmelden van de scriptie” verderop). Een scriptie van 12 ects omvat minimaal 16.000 woorden (ongeveer 40 pagina’s) en een scriptie van 7 ects minimaal 10.000 woorden (ongeveer 25 pagina’s). De minimale omvang van een kleinere scriptie is naar verhouding groter dan die van een scriptie van 12 ects, omdat zowel de 'Inleiding' als de 'Conclusie' van elk type scriptie een verplicht onderdeel is. Studenten met een afgeronde juridische vooropleiding kunnen, indien zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in het Onderwijs- en Examenreglement Master Financieel recht, een gedeeltelijke vrijstelling worden verleend van de scriptie. In dat geval wordt een scriptie van 7 ects geschreven.
2.7.2
Scriptie n.a.v. een stage
De scriptie kan ook naar aanleiding van een stage worden geschreven. Dit zal in de praktijk vaak een uitwerking van het stageverslag betekenen. Omdat ook aan een scriptie naar aanleiding van een stage een inhoudelijke probleemstelling ten grondslag moet liggen en omdat deze ook een verslag van verricht onderzoek is, worden aan scripties naar aanleiding van een stage deel dezelfde minimumeisen gesteld als aan andere scripties. Ten aanzien van de compositie geldt in het bijzonder dat de scriptie naar aanleiding van de stage een korte (maximaal 5 bladzijden omvattende) omschrijving van de institutionele omgeving van de stageplaats kan bevatten. Voor de omvang van de scriptie naar aanleiding van een stage geldt het dat een scriptie naar aanleiding van een stage van 12 ects minimaal 18.000 woorden (ongeveer 45 pagina’s) omvat en een scriptie naar aanleiding van een stage van 7 ects minimaal 12.000 woorden (ongeveeer30 pagina’s).
2.8
Overige eisen m.b.t. de scriptie en de scriptiebegeleiding 1. De student maakt na bespreking van het onderwerp en doorverwijzing door de scriptiecoördinator een afspraak met de scriptiebegeleider om het onderwerp nader te bespreken;
6
2. De student levert daarna op korte termijn (of tegelijkertijd bij de bespreking van het onderwerp) bij de scriptiebegeleider een scriptievoorstel in. Zie voor de eisen m.b.t. het scriptievoorstel pagina 3. 3. De scriptiebegeleider geeft binnen twee weken mondeling of schriftelijk op deze voorlopige stukken zijn commentaar. Hij waakt ervoor dat de hoeveelheid te bestuderen literatuur in een redelijke verhouding staat tot het beoogde aantal studiepunten; 4. Zodra de onder punt 4 genoemde stukken zijn goedgekeurd door de scriptiebegeleider dient dit te worden vastgelegd in een overeenkomst. Een model daarvan is te downloaden via de facultaire onderwijssite en te verkrijgen bij de examencommissie Nederlands recht (p/a bestuurssecretariaat, kamer L5-018). De overeenkomst wordt in drievoud vervaardigd, één exemplaar is bestemd voor de scriptiebegeleider, één voor de student en één voor de examencommissie (te zijner tijd in te leveren in kamer L5-18 samen met de definitieve scripties); 5. Na goedkeuring door de scriptiebegeleider van de onder punt 4 genoemde stukken verricht de student nader literatuuronderzoek. Over de uitkomsten wordt - op initiatief van de student periodiek contact gehouden met de scriptiebegeleider; 6. Het regelmatig in delen inleveren van concepten is verplicht voor een goede begeleiding. Het ineens inleveren van grote delen van de scriptie zonder tussentijdse begeleiding wordt niet geaccepteerd; 7. In het eindstadium van de scriptie vindt in ieder geval nog een bespreking plaats tussen student en scriptiebegeleider; 8. Als de scriptie gereed is wordt deze bij de scriptiebegeleider ingeleverd. De scriptiebegeleider dient de scriptie, met uitzondering van de vakantieperioden, binnen uiterlijk twee weken na de inleverdatum na te kijken; 9. De scriptiebegeleider kan schriftelijk of mondeling aan de student meedelen dat de scriptie (met eventuele nog te verrichten kleine aanpassingen) geaccordeerd kan worden voor de verdediging. Er vindt in ieder geval een beoordelingsgesprek plaats als de scriptie als onvoldoende is beoordeeld of als de student om een dergelijk gesprek verzoekt; 10. Indien de scriptie met een onvoldoende wordt beoordeeld, krijgt de student gedurende tenminste twee weken de gelegenheid een verbeterde scriptie in te leveren. Indien ook deze beoordeling 'onvoldoende' luidt, is de beoordeling definitief; 11. In het geval van problemen tussen student en scriptiebegeleider treedt in eerste instantie de scriptiecoördinator op als bemiddelaar; 12. Een eerder in het onderwijs ingebracht werkstuk mag niet worden hergebruikt, tenzij er een duidelijke verdiepende/verbredende uitbreiding, in overleg met de begeleider, wordt aangebracht.
7
2.9
Duur van de scriptie
In beginsel kan men elk moment starten met het schrijven van de scriptie en is er geen maximale duur aan de scriptie verbonden. Het wordt echter afgeraden om te vroeg in de eerste weken van het eerste semester van het masterjaar te starten. Daarnaast dient de student er in zijn tijdsplanning rekening mee te houden dat scriptiebegeleiders in de vakantieperiodes langere tijd afwezig kunnen zijn.
2.10
Titelblad
Het titelblad van de uiteindelijke scriptie dient het volgende te vermelden: •
Erasmus Universiteit Rotterdam
•
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
•
Sectie Bedrijfseconomie
•
Master Financieel recht
•
Scriptietitel
•
Naam student en examennummer
•
Naam begeleider en tweede examinator
•
Maand en jaar van afronding scriptie
2.11
Nawoord
Het schrijven van een scriptie vergt naast een goede voorbereiding ook een goede planning en discipline. Deze brochure heeft de bedoeling de scriptant goed in te lichten over het schrijven van de scriptie en alles wat daarmee samenhangt d.m.v. aandachtspunten, tips en informatie. Hierna willen wij nog uw aandacht vestigen op een aantal zaken zoals het voorkomen van sancties naar aanleiding van fraude en plagiaat en de wijze van aanmelding voor de scriptieverdediging en de buluitreiking. Tenslotte treft u een overzicht aan van mogelijke scritpieonderwerpen met de bijbehorende scriptiebegeleider inclusief een overzicht van de contactgegevens.
8
3.
Fraude
De Erasmus Universiteit Rotterdam hanteert een streng fraudebeleid. Wie fraude pleegt of plagieert overtreedt de regels van de universiteit en in sommige gevallen ook de wet. De scriptant dient een authenticiteitsverklaring te ondertekenen waarin hij verklaart geen plagiaat te zullen plegen. Deze verklaring dient los, maar wel tegelijkertijd met de definitieve exemplaren van de scripties te worden ingeleverd. Het cijfer van de scriptie wordt niet geregistreerd indien een ondertekende verklaring ontbreekt. De authenticiteitsverklaring is te downloaden van SIN-Online. Fraudegevallen die aan het licht komen, worden altijd gemeld bij de examencommissie en zullen bestraft worden. Bij het opleggen van de sanctie zal geen rekening gehouden worden met eventuele studievertraging voor de scriptant. U wordt dringend aangeraden alle informatie over fraude en plagiaat goed door te nemen om misverstanden te voorkomen. Deze informatie treft u aan op internet op de facultaire en universitaire webpagina’s: http://www.frg.eur.nl/onderwijs/facultaire_regelingen_en_scriptie_eisen/plagiaat_en_fraude/ en http://www.eur.nl/plagiaat.
9
4.
Procedure aanmelding scriptie voor verdediging en bulaanvraag Goedkeuring van de scriptie door beide examinatoren door het aftekenen van de scriptie (in viervoud: twee exemplaren bestemd voor de examinatoren en twee exemplaren voor de Examencommissie) en het aftekenen van de Scriptieovereenkomst (voorzover nog niet gebeurd) en de Authenticiteitsverklaring.
Afgeven van twee exemplaren van de definitieve scriptie aan de examinatoren.
In overleg met de examinatoren uitkiezen van een beschikbare verdedigingsdatum en voorkeurstijdstip en dit laten registeren bij het secretariaat van de Sectie Bedrijfseconomie (L4-41).
Uploaden van de scriptie op SIN-Online (abonneren op Channel Scriptie uploads > Master financieel recht). De scriptie dient als één geheel Word document te worden ge-upload.
Inleveren van de resterende 2 exemplaren van de scriptie bij de Examencommissie Rechten (kamer L5-18). U krijgt een ontvangsbevestiging mee die u bij de afstudeeraanvraag bij Examenadministratie Rechten moet tonen. N.B. De scriptie wordt niet in ontvangst genomen als niet reeds aan bovenstaande eisen is voldaan!
Invullen van het tentamenbriefje voor de aanvraag van het scriptiecijfer + invullen van het aanvraagformulier voor het afstuderen en de bul bij Examenadministratie Rechten. Bureau Examens Rechten stuurt u terzijnertijd nog een schriftelijke bevestiging van de verdediging en het afstuderen.
NB: Het tentamenbriefje voor de geaccordeerde scriptie kan alleen tegelijkertijd met het aanvraagformulier voor het afstuderen en de bul ingevuld worden. Het afstuderen en de bul kan pas aangevraagd worden indien alle overige resultaten van de opleiding bekend zijn bij Examenadministratie Rechten.
10
5.
Presentatie en verdediging
Voordat een cijfer aan de geaccordeerde scriptie wordt toegekend, dient een presentatie en verdediging van de scriptie te worden gehouden. Dit gebeurt in de vorm van een openbare zitting, waarbij genodigden van de afstudeerder in de examenkamer (max. 15 personen) aanwezig kunnen zijn . De presentatie van de scriptie dient ondersteund te worden door een powerpointpresentatie en mag niet langer dan 15 minuten duren. Deze presentatie dient uiterlijk twee werkdagen vóór de verdediging naar
[email protected] te worden gestuurd en dient tevens door de afstudeerder zelf op een memorystick meegenomen te worden naar de verdediging. De examinatoren zullen deze presentatie niet van te voren zien. De sectie Bedrijfseconomie zal zorgdragen voor de aanwezigheid van audiovisuele apparatuur voor de presentatie en de powerpointpresentatie gereed zetten. Na de presentatie volgt de verdediging, waarbij de scriptant een aantal vragen van de examinatoren m.b.t. de scriptie beargumenteerd dient te beantwoorden. Vervolgens zal achter gesloten deuren het cijfer door de examinatoren worden vastgesteld. De afstudeerder en de eventuele genodigden dienen dan de examenkamer te verlaten. Tenslotte volgt de bekendmaking van het cijfer en de uitreiking van de bul, die weer in het openbaar in de examenkamer plaatsvinden.
11
6.
Overzicht van begeleider en onderwerp
Hieronder volgt een algemeen overzicht van onderwerpen met de bijbehorende begeleiders. Op SIN-Online treft U daarnaast een overzicht van meer specifieke en actuele onderwerpen. Het overzicht op SIN-Online wordt geregeld geactualiseerd.
Onderwerp
Begeleider
Recht en financiële duurzaamheid
dr. A.B.M. Soppe
Employee Stock Ownership Plans (ESOPS) in Nederland Employee Stock Ownership Plans in UK, US, Duitsland of Frankrijk Is duurzaamheid geprijsd op financiele markten? Asymmetrische beloning en risicostructuur Corporate Governance in West-Europees perspectief Bezoldiging bestuurders en financiële performance Corporate Governance
contactpersoon: dr. A.B.M. Soppe
Institutionele beleggingen en corporate governance Vergelijking corporate governance in Europa Toezicht en corporate governance Governance in not-for-profit & public organisations Commissarissen
mw. dr. M.Lückerath-Rovers
Diversiteit van de RvC RvC en beloningen Taken van de RvC Internationale vergelijkingen Familiebedrijven
Financieel toezicht
mw. dr. M.Lückerath-Rovers
Faillissement Van der Hoop en toezicht DNB Vergelijking financiële toezichtmodellen Eén Europese toezichthouder gewenst? Samenvoegen DNB en AFM wenselijk? Nieuwe concurrerende beurs naast Euronext door samenwerking internationale banken 12
Effectiviteit toezicht in Nederland (kosten/baten-analyse) Imago onderzoek AFM (evt. met enquête) Compliance officers (omvang/ontstaan nieuwe beursgroep) Efficiënte Markten en de relatie met Nederlandse wetgeving Definitie effecten/financiële instrumenten in Wft verbetering? Mifid (Europese Richtlijn markets in Financial instruments) Lamfalussy (Europees Financial action plan) Positie Nederland in Europees toezicht
Fusies en overnames
mw. mr. J.G.C.M. Galle
Internationale en nationale ontwikkelingen Grensoverschrijdende fusies Beschermingsconstructies en hun toekomst Afbreken van onderhandelingen Internationale rechtsvormen en fusies Werknemersbescherming bij overnames Toezichtmechanismen bij fusies en overnames Accountants
mr. drs. J. Kool RA
Accountantscontrole Gedragsregels accountants Toezicht accountants Bedrijfscodes Klokkenluidersregelingen Financiële criminaliteit
Diverse onderwerpen
mr. drs. B.P.A. Santen
Toepassing door curatoren van de nieuwe gedragsregels van RECOFA en INSOLAD Effect en gevolgen van Code Tabaksblatt op verslaggeving Maxeda: een juridische en economische analyse van een fairytale De lessen van Hunter Douglas (minor) een juridische en economische analyse van de overname van Versatel en daarna de avonturen van UPC Een analyse van het faillissement van Vilenzo Landis: een wetenschappelijke analyse waar het fout ging en hoe dit te voorkomen
13
Waarom blijft Wessanen kwakkelen? Limiteren van ontslagvergoedingen van directeuren: een juriische, ethische en economische analyse met rechtsvergelijkende elementen De positie van directies bij overname in het perspectief van de agency theory en het fiduciairy principle: een vergelijking tussen Nederland en UK. Een empirisch onderzoek naar de samenstelling van de board (met name NEDs) Verslaggeving
mr. drs. J. Kool RA
Effect en gevolgen van Code Tabaksblat op verslaggeving Winstmanipulatie en accounting Disclosure en accounting standards Toezicht en Compliance
mr. R.J. de Doelder
Werkgebied van een compliance officer De gescheiden werelden tussen afdeling veiligheidszaken/security en afdeling compliance bij banken. Bevoegdheden van de compliance officer Kan een compliance officer strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld wegens het niet goed uitoefen van zijn/haar functie? Kan de compliance officer en/of de werkgever civielrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor onjuiste beslissingen? Werkgebied van een compliance officer Aansprakelijkheid compliance officer Effectiviteit intern toezicht in NL Is Wft meer principle based geworden dan de oude wetgeving? Wft & compliance? Snijvlak tussen fiscaliteit en bedrijfseconomie of externe verslaggeving
dr. J.W.J. de Kort
Balanswaardering (eventueel vergelijkend met het fiscale recht) Consolidatie Waardering van onderneming Balansleer Bedrijfseconomische verwerking van belastingen De verhouding tussen - en de invloed van de bedrijfseconomische winstbepaling op de fiscale winstbepaling Invloed IFRS op de fiscale winstbepaling
14
7.
Scriptiebegeleiders van de sectie Bedrijfseconomie
Mr. R.J. de Doelder Rutger de Doelder studeerde Nederlands Recht, afstudeerrichting strafrecht, aan de EUR. Momenteel werkt hij als compliance officer bij het Nederlands Compliance Instituut. In die functie houdt hij toezicht op de wet- en regelgeving alsmede de interne normen van onder andere pensioenfondsen, banken en verzekeraars. Daarnaast treedt hij op als docent bij cursussen op compliancegebied. Deze worden georganiseerd door het Nederlands Compliance Instituut en zijn bedoeld voor compliance officers en overige medewerkers van financiële ondernemingen. Één dag per week is hij werkzaam als wetenschappelijk docent aan de EUR. U kunt via het secretariaat telefonisch of per email een afspraak met de heer De Doelder maken.
Mw. mr. J.G.C.M. Galle Mevrouw Galle studeerde rechten aan de Universiteit Leiden. Hierna was zij werkzaam als advocate bij Holland Van Gijzen te Rotterdam. Zij verrichtte hier met name werkzaamheden op het gebied van mergers & aquistions en corporate governance. Sinds september 2005 werkt mw. Galle als fulltime universitair docent in de sectie Bedrijfseconomie bij de master Financieel Recht binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. In de master is zij de docent van het vak Fusies & Overnames en daarnaast is mw. Galle bezig met haar promotieonderzoek. Mw. Galle begeleidt scripties op het grensvlak van vennootschapsrecht, effectenrecht en economie. Eventuele onderwerpen voor scripties binnen het interessegebied van mw. Galle zijn: - internationale en nationale ontwikkelingen op het gebied van fusies & overnames; - de onderlinge samenhang tussen het effectenrecht en vennootschapsrecht; - internationale en nationale ontwikkelingen op het gebied van vennootschapsrecht; - internationale rechtsvormen; - corporate governance en het toezicht hierop. Op donderdag tussen 14.00 en 17.00 uur heeft mw. Galle haar scriptie-spreekuur. U kunt hier telefonisch of per email een afspraak voor maken. Indien u al bepaalde gedachten over een onderwerp hebt of een
15
scriptievoorstel gereed heeft, dan ontvangt mw. Galle dit graag per email (
[email protected]) tijdig voor de gemaakte afspraak.
Mr. drs. J. Kool RA De heer Kool studeerde bedrijfseconomie, accountancy en rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hierna was hij werkzaam als openbaar accountant. Sinds 1997 is hij werkzaam bij Rabobank Nederland met als aandachtsgebieden accounting (IFRS), solvency, etc. Sinds meer dan 20 jaar werkt dhr. Kool als parttime docent bij de EUR. Nu in de sectie Bedrijfseconomie bij de master Financieel Recht binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. In de masteropleiding is hij de docent van het vak Internationaal jaarrekeningenrecht. Dhr. Kool begeleidt scripties op het grensvlak van vennootschapsrecht, jaarrekeningenrecht en economie. Eventuele onderwerpen voor scripties binnen het interessegebied van dhr. Kool zijn: - internationale en nationale ontwikkelingen op het gebied van accounting (IFRS en Dutch GAAP); - prudentieel toezicht bij financiële instellingen; - internationale en nationale ontwikkelingen op het gebied van bedrijfseconomie; U kunt via het secretariaat telefonisch of per email een afspraak met de heer Kool maken.
Dr. J.W.J. de Kort De heer de Kort studeerde bedrijfseconomie (fiscale variant) aan de Erasumus Universiteit. Daarna promoveerde hij op een rechtsvergelijkend onderzoek over de fiscale aspecten van de vervreemding van aandelen door particuliere aandeelhouders aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 2007 is hij verbonden aan de Erasmus universiteit voor één dag in de week. Daarnaast werkt hij als docent belastingrecht aan de Universiteit Utrecht waar hij de vakken fiscaal comptabele verkenningen en internationaal belastingrecht doceert. Eventuele onderwerpen voor scripties binnen het interessegebied van dhr. De Kort zijn: - Onderwerpen op het snijvlak tussen fiscaliteit en bedrijfseconomie of externe verslaggeving - Balanswaardering (eventueel vergelijkend met het fiscale recht) - Consolidatie - Waardering van onderneming
16
- Balansleer - Bedrijfseconomische verwerking van belastingen - De verhouding tussen - en de invloed van de bedrijfseconomische winstbepaling op de fiscale winstbepaling - Invloed IFRS op de fiscale winstbepaling - Vergelijkende onderwerpen maatschappelijk aanvaardbare normen en goed koopmansgebruik - Overige onderwerpen in overleg U kunt via het secretariaat telefonisch of per email (
[email protected]) een afspraak met de heer De Kort maken.
Mw. dr. M. Lückerath-Rovers Mevrouw Lückerath-Rovers heeft in 1994 de studie Financiële Bedrijfseconomie aan de
Erasmus
Universiteit Rotterdam afgerond. Daarna is zij als trainee bij Rabobank International begonnen en na de traineeopleiding is zij bij het directoraat Corporate Finance gaan werken. In haar laatste functie aldaar was zij Vice-President Project Financiering en hield zich met name bezig met fiscaal gedreven lease transacties. Sinds 2001 is zij werkzaam bij de master Financieel Recht binnen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. In de master is mw. Luckerath de docent van het vak Financiële Instellingen en Markten en daarnaast van het vak Finance and Accounting binnen een LLM. Op 5 april 2007 is mw. Luckerath gepromoveerd op: OperatingLease Disclosure an empirical investigation Onderwerpen voor scripties die binnen haar interessegebied liggen zijn: -
Toezicht op financiële markten (Wft),
-
Toezicht op accountants (Wta),
-
De financiële toezichthouders AFM en DNB, en hun opdrachtgever het Ministerie van Financiën
-
Financiële instellingen waaronder Euronext maar ook institutionele beleggers etc.
-
Operationele leases en corporate governance, dus met name of ondernemingen operationele lease gebruiken om een beter beeld van de onderneming te schetsen.
-
Beursgenoteerde ondernemingen en hun financiële structuur.
Empirisch onderzoek naar deze onderwerpen wordt in het bijzonder gewaardeerd maar is niet noodzakelijk.
17
mr. drs. B.P.A. Santen De heer Santen studeerde rechten en economie in Groningen. Hij was daarna werkzaam op de afdeling accounting van Dow Chemical (Nederland) B.V., voor de United Nations Industrial Development Organisation in Pakistan en sinds 1985 als advocaat. Vanaf 1 mei 2004 werkt hij part-time als universitair docent in de sectie Bedrijfseconomie. De heer Santen doet promotie onderzoek naar het verband tussen corporate governance en financial distress. De heer Santen begeleidt scripties op het grensvlak van privaatrecht, vennootschapsrecht en economie.Daarbij kunt u denken aan: - de Europese ontwikkelingen op het gebied van venootschapsrecht - de nationale ontwikkelingen op het gebied van vennootschapsrecht - ontwikkelingen op het gebied van verslaggeving - bepaalde onderdelen van het faillissemenstrecht - corporate governance. Op donderdagmiddag heeft de heer Santen zijn scriptie-spreekuur. U kunt daarvoor telefonisch of per e-mail een afspraak maken. Als u bepaalde gedachten over een onderwerp hebt, of een stuk wilt bespreken, verdient het de voorkeur als u dat tijdig voor de afspraak aan hem per e-mail (
[email protected]) toestuurt.
dr. A.B.M. Soppe De heer Soppe heeft economie gestudeerd in Groningen, is aandelenanalist geweest bij de AMRO bank en heeft enkele jaren valuta-adviezen gegeven via een eigen adviesbureau. In 1987 is hij in dienst getreden bij de vakgroep financiering en belegging van de economische faculteit van de Erasmus Universiteit. In 2001 stapte hij over naar de juridische faculteit. Zijn recente onderzoek richt zich voornamelijk op financiële duurzaamheid en ethiek. Op 16 november 2006 is hij gepromoveerd op: Finance as an instrument to a sustainable
company.
Voor
een
overzicht
van
de
publicaties
kunt
u
kijken
op:
www.few.eur.nl/few/people/soppe/ en http://frg.sin-online.nl/staff/index.html?query=soppe&faculty_choice=Alle+faculteiten&lang=nl Elke dinsdagmiddag tussen 14.00 en 17.00 uur kunt u na afspraak bij hem binnenlopen om scriptiezaken te bespreken.
18
8.
Contactinformatie sectie Bedrijfseconomie
Inloopspreekuur Elke scriptiebegeleider heeft een vaste dag en vaste tijden voor spreekuur voor scripties. U dient hiervoor van te voren telefonisch of per e-mail een afspraak te maken via het secretariaat of met de begeleider zelf.
Naam
Kamer Tijden scriptieoverleg
Telefoonnummer en e-mailadres
Scriptiecoördinator dr. A.B.M. Soppe
L4-39
di. 14.00 - 17.00 uur
010 - 408 1349
[email protected]
Scriptiebegeleiders Prof. dr. P.A.M. Diekman
L4-30
010 – 408 1873
[email protected]
mr. R.J. de Doelder
L4-38
010 - 408 2448
[email protected]
mw. mr. J.G.C.M. Galle
L4-32
mr. drs. J. Kool RA
L4-26
06 - 10969610
[email protected]
dr. J.W.J. de Kort
L4-30
010 - 408 1873
[email protected]
mw. dr. M. Lückerath-Rovers
L4-37
di. 09.00 - 12.00 uur
010 - 408 2757
[email protected]
mr. drs. B.P.A. Santen
L4-38
do. 13.30 - 17.30 uur
010 - 408 2448
[email protected]
dr. A.B.M. Soppe
L4-39
di. 15.00 - 18.00 uur
010 - 408 1349
[email protected]
do. 14.00 - 17.00 uur
010 - 408 2827
[email protected]
Sectiehoofd prof. dr. A. de Bos RA
L4-26
010 - 408 1614
[email protected]
L4-41
010 - 408 1568
[email protected]
L4-41
010 - 408 1568
[email protected]
L4-34
010 - 408 2350
Opleidingscoördinator mw. mr. H.Y. Wu
Secretariaat mw. L. Olieman-van Laviere
Promovendus mr. drs. N. van Zijl
[email protected]
Student-assistenten dhr. S. van den Berg
L4-34
010 - 408 2350
[email protected]
dhr. D. Poot
L4-34
010 - 408 2350
[email protected]
19