Teksten, uitgesproken door rector magnificus prof. mr. A. Oskamp op 1 februari 2013 in Rotterdam bij de uitreiking getuigschriften van de Open Universiteit ▬▬▬▬▬ Bachelors ▬▬▬▬▬ 1) Bert den Hoed ( Bachelor Psychologie) Het afstuderen gebeurt in de bachelor Psychologie door het schrijven van de bachelorthesis (4 modulen). Titel bachelor-eindopdracht: De ervaren fysieke gezondheid (QOL-fysiek) bij Personen met Gehoorproblemen: Verbanden met Mindfulness, Verbondenheid met de Natuur en Existentiële Vervulling In dit onderzoek is gekeken of de psychologische factoren mindfulness, verbondenheid met de natuur of existentiële vervulling een verband hebben met de kwaliteit van de waargenomen gezondheid bij mensen met gehoorproblemen. Leden van de Nederlandse Vereniging Voor Slechthorenden de NVVS is via de website en een nieuwsbrief gevraagd om aan een survey mee te doen. Verbanden tussen de HQOL (Health Related Quality of Life), de CAMR-R (mindfulness), de EFS (existentiële vervulling) en de CTN (verbondenheid met de natuur) zijn met Pearsons r en regressie berekend. Resultaten: Zelfacceptatie en zelfactualisatie hebben een positief verband met een betere kwaliteit van HQOL. Mindfulness toonde geen significante samenhang in de regressieanalyse. Conclusie: Zelfacceptatie en zelfactualisatie zijn psychologische factoren die een rol spelen bij de kwaliteit van de zelf waargenomen gezondheid (HQOL) van mensen met gehoorproblemen.. Zelfreflectie student: De motivatie om te gaan studeren licht in een combinatie van een fascinatie voor het werk als psycholoog en een wetenschappelijke nieuwsgierigheid. Ik vond het een voorrecht dat ik op mijn 47ste jaar nog kon gaan studeren. Gelukkig leren we kritisch de kwaliteit van onderzoek te beoordelen en toe te passen. Waarom gedragen we ons zoals we ons gedragen. Toch moet heel veel onderzoek over omdat het niet goed genoeg gedaan is, of erger dat er gefraudeerd is.
Naast de nieuwsgierigheid voel ik ook het praktisch belang van onderzoek. In de klinische psychologie vind ik het belangrijk om ook op basis van onderzoek te weten welke interventies zinvol zijn. Het liefst wat de werkingsmechanismen van een therapie zijn. Ik hoop dat ik de opgedane onderzoek vaardigheden in een zinvol onderzoek verder kan verdiepen in de Masterfase van de opleiding.
2) Sylvia van Leeuwen Bachelor Psychologie Het afstuderen gebeurt in de bachelor Psychologie door het schrijven van de bachelorthesis (4 modulen). Titel bachelor-eindopdracht: BMI en Seksdrive: de Modererende Invloed van Sekse De centrale vraagstelling voor dit onderzoek is: Bestaat er een samenhang tussen overgewicht en seksdrive? Wanneer bewezen is dat lichaamsgewicht invloed heeft op de seksdrive kan de voorlichting aan mensen met een verminderde seksdrive verbeterd worden. In dit onderzoek werden twee hypothesen getoetst: BMI heeft een negatief effect op seksdrive en Het verband tussen BMI en seksdrive wordt gemodereerd door het geslacht van de respondenten. De negatieve samenhang tussen BMI en seksdrive is sterker bij mannen dan bij vrouwen. Uit de analyses blijkt dat leeftijd negatief samenhangt met seksdrive. Verder blijkt uit de resultaten dat de gestelde hypotheses niet worden aangenomen. De bevindingen ondersteunen eerder onderzoek niet; er is geen samenhang gevonden tussen BMI en seksdrive. Doordat er geen significante interactie-effecten werden gevonden kan er niet gestratificeerd geanalyseerd worden en kunnen er geen uitspraken gedaan worden over mannen en vrouwen afzonderlijk. Zelfreflectie student: Ik ben begonnen aan de OU in 2001. Op dat moment had ik net een jaar de HBO-Verpleegkunde afgerond en was ik aan het werk in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Op dat moment wist ik wel dat ik méér wilde dan het werk dat ik toen deed. Over veel richtingen heb ik nagedacht en ook de vele manieren. Uiteindelijk sloot de OU het beste aan bij mijn wensen. Ik dacht dat ik er misschien wel 10 jaar over zou doen, maar in combinatie met mijn werk zou dat niet zo erg zijn. Nu heb ik eindelijk mijn bachelor en ga ik, toch weer enthousiast, verder aan mijn master. Ik heb gekozen voor de master Klinische psychologie. Wat het inschatten van mijn studietempo betreft, ik denk over 2 jaar aan mijn scriptie te zijn begonnen…. Maar ik beloof niks!
3) Elly aan de Wiel-Driel Bachelor Psychologie Het afstuderen gebeurt in de bachelor Psychologie door het schrijven van de bachelorthesis (4 modulen). Titel bachelor-eindopdracht: De Invloed van Leesproblemen op Gedragsproblemen en de Modererende Werking van Rekenproblemen In dit onderzoek is gekeken of kinderen die leesproblemen hebben, vaker gedragsproblemen vertonen dat kinderen zonder leesproblemen. Daarnaast is onderzocht of rekenproblemen een modererende invloed hebben op de relatie tussen leesproblemen en gedragsproblemen. Het onderzoek is uitgevoerd op scholen in het Zuidwesten van Nederland, in een overwegend landelijke regio. Bij alle leerlingen is een toets afgenomen die het technisch leesniveau op woordniveau toetst. De leerlingen hebben een vragenlijst ingevuld met stellingen die de sociaal emotionele ontwikkeling meet. Om het rekenniveau te meten is een rekentoets afgenomen. Op basis van literatuuronderzoek wordt verwacht dat kinderen hun faalervaringen compenseren door probleemgedrag te laten zien. Dit probleemgedrag is gemeten door te kijken naar de mate van egocontrole, met als subcategorieën sociaal initiatief en impulsbeheersing. Met de hiërarchische multiple regressieanalyse is geen samenhang aangetoond tussen leesproblemen en gedragsproblemen. Het toevoegen van de moderator rekenproblemen heeft geen effect. Zelfreflectie student: Hoe ben ik bij de opleiding psychologie van de Open Universiteit terecht gekomen? Nadat ik mijn (HBO) opleiding had afgerond volgden jaren van afwisselend: parttime werken, vrijwilligerswerk enz. In deze periode werden onze 3 kinderen geboren en steeds bleef ik rondkijken naar een geschikte cursus of opleiding. Dat rondkijken heeft jaren geduurd en steeds waren er omstandigheden waardoor ik toch maar niet doorzette. Tot ik op een dag op de site van de Open Universiteit terecht kwam en daar een kijkje in de keuken kon nemen. Hierna volgden jaren waarin afwisselend, en afhankelijk van persoonlijke omstandigheden, meer of minder werd gestudeerd. In 2012 besloot ik dat het nu echt tijd werd om het bachelordiploma te gaan halen, en in september was het dan zo ver.
4) Andreas van den Dool Bachelor Rechtsgeleerdheid. Het afstuderen gebeurt in de bachelor Rechtsgeleerdheid door het uitvoeren van het integratiepracticum (2 modulen). Dhr. van den Dool is in juni 2006 gestart met de cursus Verbintenissenrecht. Dit is een post propedeusecursus, omdat hij reeds eerder een deel van de rechterstudie elders heeft gedaan en bij ons een aantal vrijstellingen heeft gekregen. Bij de faculteit rechtswetenschappen wordt de bacheloropleiding niet afgesloten met een scriptie, maar met het Integratiepracticum. In dat afsluitende vak moet de student laten zien dat hij zich alle kennis en vaardigheden uit de hele bacheloropleiding heeft eigen gemaakt. Dat moet blijken uit de juridische uitwerking van een privaatrechtelijk, een strafrechtelijk en een bestuursrechtelijk dossier. Deze dossiers zijn afkomstig uit de juridische praktijk. De slotbijeenkomst van deze cursus bestaat uit een rechtszitting waarin een van deze zaken moet worden bepleit. Dhr. Van den Dool moest daarbij pleiten voor de civiele kamer van de rechtbank. De deskundige jury die bestond uit een echte rechter, een advocaat en een docent van de OU was zeer te spreken over zijn pleitkwaliteiten en de juridisch inhoudelijke kennis. Zijn pleitvaardigheden werd gehonoreerd met een 7. Zelfreflectie student: Mijn droom was om vóór mijn veertigste te zijn afgestudeerd in de economie, de Elfstedentocht te hebben gereden en de marathon te hebben gelopen. De marathon is gelukt (totaal 15), het vroor niet hard genoeg voor een Elfstedentocht en de economie was tot half kandidaats. Dus dan maar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) sociologie, Propedeuse. Er werd te veel gepraat en er moest te veel uit het hoofd worden geleerd. Genoeg dus. Dan toch maar rechten aan de EUR. Na propedeuse nog half doctoraal. Wel wist ik dat ik na mijn pensionering een van de afgebroken studies wilde afmaken. Dat is rechten geworden aan de OU. De propedeuse van de EUR was niet voldoende voor de OU; ik moest nog internationaal recht er bij doen. De OU-lat ligt hoger dan de EUR-lat. Mijn droom is nu om in een flink tempo af te kunnen studeren; mogelijk kan ik er dan als zeventiger nog iets mee. Wellicht is dat toch moeilijk want het lukt de 74 jarige rechter Van Eck niet om zich als stagiair-advocaat te laten registreren.
▬▬▬▬▬ Masters ▬▬▬▬▬ 1) Anne Mulder (Master Management variant Public Management) Het afstuderen gebeurt in de Master Management door het volgen van het afstudeertraject managementwetenschappen (6 modulen) Begeleider Boudewijn Becker geeft aan: Als beleidsadviseur Samenlevingszaken van de gemeente Bunnik houdt Anne zich bezig met beleidsontwikkeling richting kwetsbare groepen. Dat doet ze met veel passie. Net als de eigen gemeente gelooft ze in interactieve beleidsontwikkeling en netwerkdenken. Niet als doel op zich om prettig met elkaar samen te werken, maar wel als middel om productief te zijn. We leven in een ‘netwerksociety’, maar ze was niet 100 procent overtuigd of netwerken nu echt werken en/of het niet de zoveelste modegril is. Welnu, een onderwerp was geboren. Ondanks het enthousiasme over de eigen gemeente, is er gezocht naar een casus buiten de eigen organisatie. Verstandig. Onderzoek doen is vooral ook afstand behouden en dingen vanuit de buitenkant scherp willen zien. De centrale vraag van het onderzoek luidde: ‘In hoeverre beïnvloeden de managementstrategieën van de netwerkcoördinator van de netwerken van de Academische Werkplaats Ouderenzorg de effectiviteit op netwerkniveau?’ Ouderenzorg op zichzelf is natuurlijk interessant, maar haar aandacht ging logischerwijs uit naar managementgedrag. Een lastige materie omdat het bij netwerken gaat om horizontale verhoudingen en de hiërarchische gezagsverhoudingen er niet zijn. Men luistert niet automatisch naar elkaar. Kortom, managers in netwerken moeten zich anders gedragen om resultaten te boeken. De uitkomsten van het onderzoek laten zich niet gemakkelijk samenvatten, maar als we dit toch doen dan kan gezegd worden dat netwerkactiviteiten er toe doen. En goed voorbeeld is hiervan is ‘activating’ (het identificeren van participanten en het inzetten van hun skills, en soms ook deactivating waarbij actoren uit het netwerk worden gehaald). ‘Activating’ is van invloed, en dan met name op de legitimiteit van het netwerk en op de dienstverlening. Netwerken zijn dus geen vormloze samenwerkingsverbanden, maar zijn gevoelig voor horizontale sturing. Een goed netwerkmanager kan ‘zaken’ doen.
2) Rik Orta (Master Management variant Strategic Human Resource Management) Het afstuderen gebeurt in de Master Management door het volgen van het afstudeertraject managementwetenschappen (6 modulen) Titel scriptie: “Het lerend vermogen van key account management teams – onderzoek naar de invloed van leren op de KAM team effectiviteit” Begeleider Kees Gelderman geeft aan: Veel bedrijven in zakelijke markten maken onderscheid tussen belangrijke en minder belangrijke klanten. Belangrijke klanten worden gemanaged door key account management teams met vertegenwoordigers van verschillende specialisaties. De ervaringen met dergelijke teams (KAM teams) zijn wisselend. Rik heeft onderzoek gedaan naar de invloed van het lerend vermogen van KAM teams op hun effectiviteit. De resultaten laten zien dat het lerend vermogen erg belangrijk is voor de effectiviteit van KAM teams. Lerende teams zijn beter in staat om duurzame relaties met klanten te onderhouden. Ze denken beter mee met hun klanten, kunnen beter adviseren dan hun minder-lerende KAM team-collega’s. Kortom, lerende KAM teams zijn effectiever, hebben tevreden klanten en dragen daarmee bij aan de concurrentiepositie van hun bedrijf. Rik heeft ook nog onderzoek gedaan naar factoren die op hun beurt een positieve invloed zouden kunnen hebben op het lerende vermogen van KAM teams. In het verkennende onderzoek wordt gewezen op het belang van de bedrijfscultuur en de persoonskenmerken van teamleden. Empathie, durf en creativiteit zijn belangrijk, maar ook een organisatie waarin flexibele, informele verhoudingen voorkomen. Vanaf april 2012 heeft Rik zich vol op het afstudeeronderzoek gestort, maar dan wel in combinatie met een drukke baan. Daarom is het ook een extra knappe prestatie dat Rik het gehele afstudeertraject binnen 8 maanden heeft afgelegd. Rik heeft zich ook van zijn goede kanten laten zien richting medestudenten. Eind 2012 was hij ‘key note speaker’ op de bijeenkomst van de afstudeerkringen Supply Chain Management. Rik heeft daar zijn verhaal verteld, zijn ervaringen en leermomenten gedeeld met startende scriptiestudenten. Ook hiervoor dank en waardering!
3) Martine Brunt-Leeuwen (Master Onderwijswetenschappen) Het afstuderen gebeurt in de master Onderwijswetenschappen door het schrijven van een masterthesis van 4 modulen. De koudwatervrees, waar Martine last van had bij de start van haar scriptietraject, maakte al snel plaats voor het beeld dat het scriptietraject een leerproces op zichzelf was. Martine formuleerde een ambitieus scriptieplan, waarin ze beoogde om de verschillende typen speciaal onderwijs, werkplekleren en expertise met elkaar in verband te brengen, zowel theoretisch, empirisch als praktisch. Een kwalitatief vooronderzoek, bij twee groepen docenten in het speciaal onderwijs, bood haar een stevige, in de theorie gefundeerde basis voor het completeren en vernieuwen van bestaande vragenlijsten om informele leeractiviteiten te meten. Tevens combineerde Martine haar eigen werkervaring in het speciaal onderwijs met de novice-expert literatuur en ontwikkelde ze een vragenlijst voor domeinspecifieke expertise voor het speciaal onderwijs. De nieuwe instrumenten blijken bij uitstek geschikt om scholen in het SO te adviseren over professionaliseringstrajecten, zowel op groepsniveau, als individueel. Martine’s vragenlijstonderzoek toonde aan dat leraren in het Mytyl en Tyltylonderwijs hoger scoren op informele leeractiviteiten dan leraren in het ZMLK onderwijs. Tevens wees haar onderzoek uit dat zowel informele leeractiviteiten als aantal jaren ervaring in het speciaal onderwijs voorspellers zijn van domeinspecifieke expertise in het SO. Dat wijst erop dat het uitvoeren van passende informele leeractiviteiten, volgens de hiërarchie die in het instrument van Martine wordt verduidelijkt, expertise in het speciaal onderwijs kan bevorderen en versnellen. In de piek van haar scriptieonderzoek trad Martine ook nog actief op als studentcommissielid van de accreditatiecommissie Pedagogische Wetenschappen. In die functie was zij betrokken bij het accrediteren van 12 opleidingen in zes verschillende universiteiten, verspreid over Nederland.
Martine, het resultaat van jouw inspanningen is een prachtige scriptie, waarvoor je niet alleen een dikke acht kreeg, maar tevens het advies om de scriptie om te zetten in een wetenschappelijk artikel.. Jouw scriptie is misschien niet alleen de afronding van een succesvol traject, maar tegelijkertijd het begin van een nieuwe uitdaging. Misschien zelfs een promotietraject?
4) Korstiaan Karels (Master Onderwijswetenschappen) Het afstuderen gebeurt in de master Onderwijswetenschappen door het schrijven van een masterthesis van 4 modulen. Als eerste willen we je namens de opleiding Onderwijswetenschappen van harte feliciteren met je Master-titel. Het is meer dan verdiend. In september 2011 begin je aan de laatste fase van je studie; de scriptie. Je mailde je onderwerp waarover je graag een scriptie zou willen schrijven. Je wilde gaan kijken naar de benaderingswijze van jongeren betrekking tot vorming en toerusting en de mogelijke invloed daarvan op de identiteitstijl binnen het reformatorische onderwijs. Om dit onderzoek vorm te geven hebben we samen met de heer Fieret, lector bij hogeschool Driestar, gesproken en het onderzoek kon worden gepositioneerd binnen zijn lectoraat. Dit bleek een prima keuze, want de samenwerking verliep erg plezierig. Doel van je onderzoek was dat de bevindingen moeten leiden tot aanbevelingen voor docenten over geschikte benaderingswijzen met betrekking voor toerusting en vorming. Dat bleek nog niet eenvoudig, want de resultaten interpreteren is geen sinecure. Maar je hebt daar toch een steentje aan kunnen bijdragen. Korstiaan, je was een volhardende student, die zich niet snel van de wijs liet brengen. Je beargumenteerde en onderbouwde de keuzes die je maakte in je onderzoek en dat is wat een goede wetenschapper doet. Dat zijn dus goede eigenschappen. Je was gedegen in je werkt, zeker waar het de analyse van de data betrof. Verder was je prima in staat je begeleiders aan te sturen. Je vroeg op gezette tijden feedback en formuleerde je vragen aan je begeleiders zorgvuldig. Zeker de sessie waarin we via het delen van elkaar beeldscherm samen naar de data-analyse hebben gekeken heb ik als erg constructief ervaren. Dat werkte echt heel plezierig. Met vriendelijke groet. Saskia Brand-Gruwel
5) Sylvia Lagerweij-Kersbergen (Master Psychologie, variant Gezondheidspsychologie.) Het afstuderen gebeurt in de master Psychologie door het uitvoeren van het afstudeeronderzoek (4 modulen). Titel scriptie: Kwaliteit van Leven van Partners van borstkankerpatiënten: Literatuuronderzoek en Kwalitatief Onderzoek. Sylvia heeft samen met andere studenten gereageerd op een scriptiethema-aanbod waarin mannelijke partners van vrouwelijke borstkankerpatiënten kwalitatief onderzocht zouden gaan worden. Zij heeft in het voortraject actief meegedacht over de doelgroep, de wervingsstrategie. Ze heeft ook een eigen bijdrage geleverd aan het gebruikte kwalitatieve (interview)instrument op basis van uitgebreid literatuuronderzoek. Zij heeft een groep van tien partners geworven en geïnterviewd, en daarna de interviewteksten systematische geanalyseerd. Uit haar analyse bleek onder meer, dat angst en vermoeidheid bij de partners leidden tot minder kwaliteit van leven bij partners. De veerkracht en weerbaarheid van de partners bleek over het algemeen groot. Zij heeft in het interview ook met de partners over gevolgen van de borstkanker voor het seksuele leven gesproken. Borstamputatie bleek over het algemeen geen aversieve stimulus op te leveren die aanleiding gaf tot geremdheid in het seksuele contact. Zelfreflectie student: Na mijn HBO studie psychologie, waarbij ik de eerste afgestudeerde student in deeltijd was in 2005, ben ik in 2006 bij de OU gaan studeren. Ik was toen al geconfronteerd met de ziekte borstkanker wat ik de eerste keer in 2003 kreeg. In 2008 was het voor de tweede keer raak. Toch ben ik op de dag dat ik een Petscan kreeg ’s avonds nog een tentamen gaan doen en dat heb ik nog gehaald ook! Eind 2009 heb ik de bachelor gehaald en eigenlijk wilde ik met de studie stoppen na deze mijlpaal. Echter na het behalen van het getuigschrift ontving ik een studentenprijs uitgeloofd door de studentenraad. Deze prijs hield in dat ik vier modules gratis kon bestellen. Dat was voor mij de aanleiding om aan de master te beginnen en misschien na deze vier modules alsnog te stoppen. De keuze die ik maakte met bestellen, pakte echter verkeerd uit omdat ik de module het onderzoekspracticum scriptieplan aanvroeg. Het bleek dat deze dubbele module al veel voorbereidend werk voor de uiteindelijke scriptie inhield en geen losstaande module was. Ik ben ook wel een keer van plan geweest om met de scriptie te stoppen maar het vertrouwen dat mijn respondenten in mij stelden, wilde ik niet beschamen. De scriptie afmaken, gaf mij voldoening en de master halen, was voor mij de bekroning van tien jaar studeren.
6) Jeroen Rietveld (Master Psychology, variant Arbeids- en organisatiepsychologie) Het afstuderen gebeurt in de master Psychology door het uitvoeren van het afstudeeronderzoek (4 modulen) Scriptiebegeleider: dr. Inge van Seggelen Titel scriptie: Helder zicht op coaching; een doorkijkje in coachend leiderschap. Medio december 2010 heb je voor het eerst contact met je scriptiebegeleider opgenomen. Enthousiast gaf je aan onderzoek te willen doen naar reflectie. Dat je veel tijd in de scriptie wilde steken bleek al uit het feit dat ons eerste, uitvoerige telefonische contact plaatsvond tijdens de Kerstvakantie van 2010. Je was eveneens bereid om je kennis en ervaring via een logboek te delen met andere psychologiestudenten binnen de virtuele afstudeerkring ‘Reflectie’ waarvan je deel uitmaakte: Door de tijd heen heb je je deadlines een aantal keren aangepast, maar altijd weloverwogen en ten goede komend aan het eindresultaat. Titel scriptie: Helder zicht op coaching; een doorkijkje in coachend leiderschap Om concurrerend te blijven, vragen organisaties veel inzet en proactiviteit van medewerkers. Coaching wordt steeds vaker gebruikt om medewerkers te versterken. Het doel van dit onderzoek was om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van coaching bij het bevorderen van bevlogenheid en ondernemerschap van medewerkers. Hierbij is ook gekeken naar de mediërende invloed van assertiviteit, zelfvertrouwen en zelfreflectie. Coaching door de leidinggevende en zelfvertrouwen blijken een significante positieve invloed te hebben op bevlogenheid. Coaching heeft geen significante invloed op ondernemerschap, maar assertiviteit wel. De conclusie van dit onderzoek is dat coaching door de leidinggevende ingezet kan worden voor het bevorderen van bevlogenheid, maar niet voor het bevorderen van ondernemerschap, assertiviteit, zelfvertrouwen en zelfreflectie. Om de laatstgenoemde variabelen te beïnvloeden is wellicht specialistische coaching nodig.
7) Coranne Steenkamp-Scheinhardt (Master Psychology, variant Gezondheidspsychologie) Het afstuderen gebeurt in de master Psychology door het uitvoeren van het afstudeeronderzoek (4 modulen) Scriptiebegeleider: dr. Gérard Näring Titel scriptie: Modereren Roeping en Spiritualiteit de relatie tussen emotionele belasting en emotionele uitputting? In maart 2011 meldde je je voor het eerst bij je begeleider: “Zojuist heb ik de materialen voor de cursus Scriptieplan besteld” Je meldt dan ook dat je al bezig bent met het verkrijgen van toestemming voor het doen van een onderzoek. Die instelling waar je onderzoek wilt doen is een instelling waar ruim 500 mensen werken, verdeeld over ongeveer 13 locaties in Nederland, allemaal geselecteerd op hun christelijke achtergrond. Een behoorlijk reservoir om aan respondenten te komen dus. Je onderzocht de rol van roeping bij mensen die in een emotioneel belastende omgeving werken. Bekend is dat emotionele belasting een duidelijk verband heeft met emotionele uitputting. Mensen die veel belast worden zijn vaker moe. Soms is dat het begin van een proces dat tot burnout leidt. Jij toonde aan dat het hebben van een roeping juist samen gaat met minder uitputting. Doordat we eerder op zoek waren naar een ander complexer verband, was ons bijna ontgaan dat deze twee rechtstreekse effecten, van belasting en van roeping, even sterk zijn en dat ze dus theoretisch gezien even relevant zijn. Zelfreflectie student: Ik ben de studie begonnen met het idee dat het een lang traject zou worden. Bij aanvang van de studie heb ik eens 7 jaar terug gekeken (een bestuursperiode die ik toen net achter de rug had) en vond dat te overzien en eigenlijk achteraf heel snel gegaan. Toen bedacht ik mij dat 7 jaar vooruit toch ook te doen zou moeten zijn! In de 9 ½ jaar van mijn studie heb ik álle modules zonder vrijstellingen doorlopen in een gemiddeld tempo dat ik vooraf voor mijzelf had vastgesteld: 6 modules per jaar. Daarvoor heb ik wekelijks tussen de 10 en 20 uur aan de studie besteed (naar het einde toe werd het meer). Eén jaar heb ik vanwege het overlijden van mijn vader maar 5 modules gedaan maar dat heb ik een ander jaar ‘ingehaald’ door een keer 7 modules te doen. Momenteel krijg ik begeleiding om mijn scriptie om te vormen tot wetenschappelijk artikel dat ter publicatie voorgelegd kan worden aan het tijdschrift Gedrag en Organisatie.