Provincie Groningen Uitkomsten controle jaarrekening 2011 Verslag van bevindingen voor Provinciale Staten
Ernst & Young Accountants LLP Leonard Springerlaan 17 9727 KB Groningen Postbus 997 9700 AZ Groningen Tel.: +31 (0) 88 - 407 1000 Fax: +31 (0) 88 - 407 2505 www.ey.nl
VERTROUWELIJK Provinciale Staten van de provincie Groningen T.a.v. de griffier, de heer J. Berkhout Postbus 610 9700 AP GRONINGEN
Groningen, ….. april 2012
BSCG-8SSADJ/PF/67772
Geachte leden van Provinciale Staten, Naar aanleiding van onze controle van de jaarrekening 2011 van de provincie Groningen, brengen wij u hiermee verslag uit omtrent onze bevindingen en aanbevelingen. De onderwerpen die in dit verslag aan de orde komen, hebben onderdeel uitgemaakt van onze overwegingen bij de bepaling van de aard, het tijdstip van uitvoering en de diepgang van de controlemaatregelen die zijn toegepast bij de uitvoering van de controle van de jaarrekening van de provincie Groningen. De in dit verslag opgenomen bevindingen doen geen afbreuk aan ons oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening 2011. Wij willen u als opdrachtgever met dit verslag zo goed mogelijk informeren. Wij beogen hiermee u met name in uw controlerende functie met raad en daad bij te staan. Dit verslag sluit aan op de afspraken die wij met u hebben gemaakt en die wij hebben vastgelegd in onze opdrachtbevestiging d.d. 22 oktober 2011. Het concept van dit rapport is d.d. 2 april 2012 besproken met en toegelicht aan de dames Faber en Huisman en de heer Meertens. Eventuele opmerkingen zijn verwerkt in dit verslag van bevindingen. Een afschrift van dit verslag is toegezonden aan het college van Gedeputeerde Staten. Wij stellen het op prijs bijgevoegd verslag nader aan u toe te lichten of eventuele vragen hierover van u te beantwoorden. Hoogachtend, Ernst & Young Accountants LLP
drs. R.T.H. Wortelboer RA
drs. B.W. Littel RA
Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer OC335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Controleverklaring bij de jaarrekening 2011 Controlebevindingen en aanbevelingen Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten Top vijf bevindingen eindejaarscontrole
1 1 1 1 1
2 2.1 2.2 2.3
Onze controleaanpak Reikwijdte van de opdracht Controleaanpak Single information en single audit
2 2 2 3
3 3.1 3.2
Uitkomsten van de controle Controleverklaring Oordeel controleverklaring
4 4 4
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Bevindingen en aanbevelingen naar aanleiding van de controle Analyse resultaat 2011 en ontwikkeling financiële positie ultimo 2011 Kwaliteit totstandkoming jaarrekening Bevindingen en aanbevelingen – Getrouwheid en rechtmatigheid Bevindingen en aanbevelingen – Sisa Bedrijfsvoering
5 5 6 7 15 16
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Actuele ontwikkelingen Noordelijke samenwerking OV-Bureau Deelakkoord natuur Horizontaal toezicht Rijksbezuinigingen Wet Houdbare Overheidsfinanciën (de wet HOF)
24 24 24 24 25 26 26
6
Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten
27
Bijlagen 1 2 3
Overzicht controleverschillen SISA Controleverklaring
2011 Uitkomsten controle
1
Inleiding
In dit hoofdstuk geven wij kort onze belangrijkste conclusies naar aanleiding van de door ons uitgevoerde controle van de jaarrekening 2011 weer.
1.1
Controleverklaring bij de jaarrekening 2011
Bij de jaarrekening 2011 zullen wij, naar verwachting, een controleverklaring verstrekken met daarin een goedkeurend oordeel over zowel getrouwheid als rechtmatigheid. De goedkeurende strekking van de controleverklaring voor zowel het getrouwheids- als het rechtmatigheidsoordeel betekent dat de jaarrekening met een redelijke mate van zekerheid geen fouten of onzekerheden bevat die in totaliteit de voor de jaarrekeningcontrole gehanteerde goedkeuringstolerantie overschrijden.
1.2 — — — — —
1.3
Controlebevindingen en aanbevelingen Het nettoresultaat na overboeking van kredieten bedraagt 11,2 miljoen euro. De financiële positie is ten opzichte van 2010 verbeterd. De kwaliteit van de verslaggeving was wederom van een goed niveau. De kwaliteit van de oplevering van de Sisa-dossiers is verbeterd ten opzichte van 2010. Voor overige bevindingen en aanbevelingen verwijzen wij naar hoofdstuk 4 van deze brief.
Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten
Hoofdstuk 6 behandelt de informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten.
1.4
Top vijf bevindingen eindejaarscontrole
Uit de door ons verrichte werkzaamheden hebben wij een top vijf gedestilleerd van bevindingen welke wij in het kader van de jaarrekening hebben geconstateerd: 1 2 3 4 5
Blauwestad Rechtmatigheid van inkopen en aanbestedingen ILG Landsbanki Voorzieningen algemeen
Wij verwijzen naar de betreffende hoofdstukken voor een inhoudelijke toelichting.
Pagina 2
2 2.1
Onze controleaanpak Reikwijdte van de opdracht
Conform de aan ons verleende opdracht hebben wij de jaarrekening van de provincie Groningen gecontroleerd. De jaarrekening is onder verantwoordelijkheid van het college van Gedeputeerde Staten opgesteld. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over de jaarrekening, als bedoeld in artikel 217, tweede lid, van de Provinciewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG) en het door de staten vastgestelde controleprotocol. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
2.2
Controleaanpak
Onze controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante internebeheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het internebeheersingssysteem van de provincie. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen heeft gemaakt en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. U heeft ons voor het boekjaar 2011 opgedragen om bij onze oordeelsvorming uit te gaan van de hierna vermelde goedkeuringstolerantie: Goedkeuringstolerantie
Bedrag
Goedkeurend
Beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten)
€ 4.388.545
≤ 1%
> 1% < 3%
—
≥ 3%
Onzekerheden in de controle (% lasten)
€ 13.165.637
≤ 3%
> 3% < 10%
≥ 10%
—
Pagina 3
Het normenkader en de goedkeuringstolerantie zijn op 28 september 2011 vastgesteld door Provinciale Staten als onderdeel van het controleprotocol. De rapporteringtolerantie bedraagt 10% van de goedkeuringstolerantie. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
2.3
Single information en single audit
Uw provincie is op grond van wettelijk voorschrift verplicht de verantwoordingsinformatie voor de met name benoemde specifieke uitkeringen hieromtrent op te nemen in een bijlage bij de jaarrekening op basis van een door het ministerie van BZK voorgeschreven model. Bij de controle van deze bijlage betrekken wij de door het ministerie van BZK hiervoor gegeven aanwijzingen (Circulaire Single information single audit 2011, waarin onder andere opgenomen de Nota verwachtingen accountantscontrole 2011). De hierbij geconstateerde fouten en onzekerheden dienen op grond van het BAPG in het verslag van bevindingen te worden opgenomen indien de navolgende rapporteringstolerantie per specifieke uitkering wordt overschreden: — 10.000 euro indien de omvangbasis kleiner dan of gelijk aan 100.000 euro is; — 10% indien de omvangbasis groter dan 100.000 euro en kleiner dan of gelijk aan 1.000.000 euro is; — 100.000 euro indien de omvangbasis groter dan 1.000.000 euro is.
Pagina 4
3
Uitkomsten van de controle
In dit hoofdstuk behandelen wij de uitkomsten van onze werkzaamheden naar aanleiding van de controle van de jaarrekening van de provincie Groningen.
3.1
Controleverklaring
Wij zullen het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen machtigen onze controleverklaring bij de jaarrekening 2011 van uw provincie op te nemen. Hierbij zijn wij ervan uitgegaan dat de Staten de nu overlegde jaarrekening ongewijzigd vaststellen en dat met de voordracht Garantstelling Groningen Seaports ingestemd wordt. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze controleverklaring hierin mag worden opgenomen. De tekst van de controleverklaring hebben wij in bijlage 5 opgenomen. Uit hoofde van onze controletaak hebben wij alleen de financiële gegevens in de jaarrekening gecontroleerd. De in de jaarrekening opgenomen kengetallen en toelichtingen daarop hebben wij niet gecontroleerd. Dit is ook als zodanig aangegeven in de ‘opdrachtparagraaf’ van onze controleverklaring. Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 21,7 lid 3, onder d, Provinciewet hebben wij vastgesteld dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
3.2
Oordeel controleverklaring
3.2.1 Controleverklaring getrouwheid Bij de jaarrekening van de provincie Groningen zullen wij, naar verwachting, een goedkeurende controleverklaring afgeven met betrekking tot de getrouwheid. Tijdens onze controle hebben wij een aantal fouten en onzekerheden geconstateerd. Deze fouten en onzekerheden kunnen zowel individueel als gezamenlijk als niet materieel voor de jaarrekening als geheel worden aangemerkt. De controleverschillen zijn opgenomen in de bijlagen 1 en 2 bij deze brief en vormen een integraal onderdeel van onze oordeelsvorming. Gedeputeerde Staten hebben ons schriftelijk medegedeeld in te stemmen met de door ons geconstateerde controleverschillen en onze mening rondom het materieel belang ervan te delen. Aanpassing van de jaarrekening naar aanleiding van de door ons in bijlage 1 opgenomen controleverschillen wordt daarmee ook door Gedeputeerde Staten niet noodzakelijk geacht.
3.2.2 Controleverklaring rechtmatigheid Bij de jaarrekening van de provincie Groningen zullen wij een goedkeurende controleverklaring afgeven met betrekking tot de rechtmatigheid. Tijdens onze controle hebben wij een aantal onrechtmatigheden en onzekerheden geconstateerd. Deze kunnen zowel individueel als gezamenlijk als niet materieel voor de jaarrekening als geheel worden aangemerkt. De bevindingen hieromtrent worden toegelicht in bijlage 2 en in bijlage 1 is het totaaloverzicht opgenomen.
Pagina 5
4 4.1
Bevindingen en aanbevelingen naar aanleiding van de controle Analyse resultaat 2011 en ontwikkeling financiële positie ultimo 2011
4.1.1 Analyse van het resultaat 2011 Het rekeningresultaat van de provincie Groningen van 19,6 miljoen euro kan als volgt nader worden geanalyseerd: Begroting na Rekening Rekening (in miljoenen euro’s) wijziging 2011 2010 Baten Lasten
405,8 394,5
Saldo voor resultaatbepaling Mutaties reserves
11,3 -
Rekeningresultaat
11,3
534,5 357,0 177,4 (157,8) 19,6
368,5 353,7 14,8 (2,7) 12,1
De rekening over 2011 is afgesloten met een voordelig saldo voor bestemming van het resultaat van ca. 177 miljoen euro. Hierbij valt het op dat een verschil van ca. 130 miljoen euro aanwezig is tussen de begrote baten (na wijziging) en de rekening 2011. Het grootste deel van dit verschil wordt veroorzaakt door de mutatie als gevolg van de afkoopsom Winschoterdiep (75 mln. euro) en de ontvangen middelen als gevolg van de verkoop van het aandeel in Publiek Belang Elektriciteitsproductie (50 mln. euro). De belangrijkste verklaringen van het resultaat zijn als volgt: (in duizenden euro’s) Resultaat volgens de rekening 2011 Af: overboekingen van kredieten 2011 naar 2012
19.608 8.376
Nettoresultaat 2011
11.232
Waarvan: Vrijval voorziening Landsbanki Vrijval voorziening WAO Vrijval voorziening frictiekosten Overige
5.232 1.700 500 3.800 11.232
Pagina 6
Voor een verdere inhoudelijke analyse van het resultaat verwijzen wij naar hoofdstuk 2 van de Programmarekening 2011.
4.1.2 Financiële positie ultimo 2011 Op basis van de jaarrekeningen 2011 en 2010 is de financiële positie van de provincie Groningen als volgt samengesteld:
(in duizenden euro’s)
Rekening 2011
Rekening 2010
Algemene reserve Bestemmingsreserves Rekeningresultaat
48.178 927.140 19.608
58.771 746.669 12.055
Totaal eigen vermogen
994.926
817.495
66
64
Solvabiliteit in procenten balanstotaal (eigen vermogen/totaal vermogen)
Na de voorgestelde verwerking van het resultaat zal de stand van het eigen vermogen ultimo 2011 995 miljoen euro bedragen. Zoals uit bovenstaande opstelling blijkt, is de reservepositie van de provincie Groningen ten opzichte van 2010 verbeterd.
4.2
Kwaliteit totstandkoming jaarrekening
Intern heeft de provincie Groningen een gedetailleerde planning en rekeningrichtlijnen opgesteld. Het doel hiervan is onder meer binnen de gestelde tijdslijn de noodzakelijke informatie op een kwalitatief toereikende wijze ter beschikking te hebben voor het opstellen van de jaarrekening, zodat deze aan de gestelde eisen voldoet. Het jaarrekeningtraject is (nagenoeg) conform planning verlopen. Uitzondering hierop was het iets verlaat beschikbaar komen van de (concept) programmarekening. Wij hebben begrepen dat u bezig bent om een verbeterslag te maken in de gehele Planning & Control cyclus. Eén van de acties in dit verband is om te bezien of de Programmabegroting en Productenbegroting zouden kunnen worden geïntegreerd in één document. U heeft aangegeven dat dit dan ook zijn weerslag zal hebben op de Programmarekening en Productenrekening, waarbij dan ook integratie aan de orde zal zijn. Wij raden u aan om in dit traject ook aandacht te besteden aan mogelijkheden om de Programmarekening eerder beschikbaar te kunnen hebben voor onze controle. Daarnaast hebben wij, in overleg met uw organisatie, een lijst met op te leveren stukken opgesteld, welke wij voorafgaand aan de controle hebben besproken. De daadwerkelijke oplevering is gedurende de controle met u besproken, rekening houdend met de afspraken ter zake. De algemene kwaliteit van de oplevering is ten opzichte van voorgaand jaar verbeterd, met name de specificaties inzake de deelwaarnemingen van de materiële vaste activa en reserves en met betrekking tot personeelskosten. Bij Single information en single audit (Sisa) wordt een aantal specifieke uitkeringen gelijktijdig met de jaarrekening verantwoord. In 2011 worden totaal acht specifieke uitkeringen verantwoord. Dit zijn twee minder dan in 2010.
Pagina 7
Wij zijn van mening dat het proces van totstandkoming van de jaarrekening door uw provincie adequaat beheerst wordt, rekening houdend met de omstandigheden en de mogelijkheden die de tijdsplanning geeft. Wij zijn van mening dat de samenwerking met de afdeling F&C wederom harmonieus is verlopen.
4.3
Bevindingen en aanbevelingen – Getrouwheid en rechtmatigheid
4.3.1 Inleiding Net zoals in onze brief over de jaarrekeningcontrole 2010 zijn in bijlage 2 bij dit verslag in tabelvorm de bevindingen naar aanleiding van de controle van de verschillende posten van de jaarrekening van de provincie Groningen opgenomen.
4.3.2 Bevindingen en aanbevelingen – Getrouwheid Financiële vaste activa In 2011 hebben diverse transacties plaatsgevonden die gelieerd zijn aan de verkoop van de aandelen Essent aan RWE.
—
PBE (Publiek Belang Elektriciteitsproduktie B.V.) In 2011 is een akkoord bereikt inzake het geschil dat in 2009 is ontstaan tussen (onder meer) Essent N.V. en Delta N.V. met betrekking tot de voorgenomen overdracht van de indirecte deelneming in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) aan RWE als onderdeel van de verkoop van Essent door RWE (de ‘EPZ Schikking’). Naar aanleiding van de schikking zijn de aandelen in EPZ door PBE geleverd aan RWE en heeft betaling van de overnamesom voor de aandelen EPZ door RWE plaatsgevonden. Hierop heeft de provincie Groningen een interim-dividend van PBE ontvangen van 44,1 miljoen euro.
—
Vrijval General Escrow (Verkoop vennootschap B.V.) Tevens is in april 2011 het eerste deel van de General Escrow Essent vrijgevallen. Bij verkoop van Essent is 800 miljoen euro van het verkoopbedrag gestort in een speciaal daarvoor ingerichte voorziening, ook wel Escrow genoemd. Op 30 maart 2011 is 50% van deze Escrow vrijgevallen onder aftrek van ingediende claims van RWE. Deze claims zijn nog in behandeling en moeten nog definitief worden vastgesteld. Het restant van de Escrow zal onder aftrek van ingediende claims door RWE op 30 september 2015 vrijvallen. Als gevolg van de vrijval uit de General Escrow is een interim-dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders, dat voor de provincie Groningen 21,5 miljoen euro bedroeg. Dit bedrag is als bate verantwoord in 2011 aangezien, voorzichtigheidshalve, ervan uit werd gegaan dat het gehele bedrag benodigd was voor garanties.
—
Vrijval CBL Escrow Fonds (CBL vennootschap B.V.) Het CBL Escrow Fonds is een gezamenlijk fonds met RWE waarin een bedrag was gestort voor het voortijdig beëindigen van zogenaamde Cross Border Leases, die medio 2011 zijn beëindigd. Hierop hebben RWE, Essent, Enexis en CBL Vennootschap in augustus 2011 besloten een groot deel van het fonds ($ 96 miljoen) vrij te laten vallen. In het fonds is nog een bedrag van ongeveer $ 20 miljoen achtergebleven voor de definitieve afwikkeling van de Cross Border Leases en de daaruit voortvloeiende kosten. Naar verwachting zal het restant van het fonds eind 2012 voor 50% aan de aandeelhouders vrijvallen. Omdat op dit moment geen inschatting kan worden gemaakt van de kosten dient het resterende deel van de vordering op CBL Vennootschap B.V. volledig te worden voorzien. Op dit moment heeft u deze vordering (en voorziening) voorzichtigheidshalve niet opgenomen in de jaarrekening. Een mogelijk restant in het fonds aan het einde van de looptijd zal tot een boekwinst leiden.
Pagina 8
—
Conclusie Wij hebben de verwerking van bovenstaande transacties door de provincie Groningen beoordeeld. Wij kunnen instemmen met de wijze waarop bovenstaande transacties door de provincie Groningen in de jaarrekening worden verantwoord. Blauwestad — Inleiding De provincie Groningen ontwikkelt het project Blauwestad. Vanaf 1 september 2009 draagt de provincie Groningen door de beëindiging van de samenwerking met Koop Holding Europe B.V. het gehele financiële projectrisico. Door de omvang van het project, de verwachte hoge uitgave en de lange doorlooptijd (tot 2051) is de ontwikkeling van Blauwestad een risicovol project voor de provincie Groningen.
—
Planning & Control In 2011 is de informatievoorziening met betrekking tot Blauwestad aan Provinciale Staten geïntegreerd in de reguliere planning & control cyclus van de provincie Groningen. Provinciale Staten wordt bij de voorjaarsnota, begroting, integrale bijstelling en de jaarrekening geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking van Blauwestad. Daarnaast is Blauwestad aangemerkt als ‘groot project’ en wordt de voortgang met name voor wat betreft de ontwikkeling van de (financiële) risico’s behandeld in de Statencommissie ‘grote projecten’. Wij vinden dit een goede ontwikkeling.
—
Hercalculatie Begin 2011 is de second opinion van AT Osborne op de Grondexploitatie Blauwestad definitief geworden. Genoemde second opinion gaf geen aanleiding tot een wezenlijke herziening van de onderzochte GREX. Wij hebben begrepen dat de provincie Groningen voornemens is om in 2012 de huidige ontwikkelvisie (en dus de grondexploitatie) opnieuw tegen het licht te houden. Hierbij zal enerzijds onderzocht worden of het mogelijk is de opbrengsten op korte tot middellange termijn te verhogen en anderzijds om te onderzoeken welke neerwaartse kostenbijstellingen doorgevoerd kunnen worden, zonder de kwaliteit van het project Blauwestad aan te tasten. De herevaluatie die in 2012 zal plaatsvinden dient bezien te worden als een tussentijds meetmoment, gegeven het besluit van Provinciale Staten uit december 2009 om de calculatie van het project Blauwestad tenminste eenmaal per vijf jaar grondig te herzien, waarbij onder andere de gehanteerde parameters en uitgangspunten worden geëvalueerd en indien noodzakelijk worden aangepast. Ten behoeve van de voorjaarsnota 2012 en jaarrekeningcontrole 2011 heeft, vooruitlopend op de nieuwe ontwikkelvisie, een administratief -technische actualisatie van de calculatie plaatsgevonden, waarbij de verkopen 2011 zijn verwerkt in de calculatie. De actualisatie heeft geresulteerd in de GREX 2012.
—
Ontwikkelingen in de GREX In de GREX 2011 is voor 2011 uitgegaan van de verkoop van zeven vrije kavels. In 2011 zijn uiteindelijk vier kavels verkocht (getransporteerd). Deze achterblijvende verkopen zijn (deels) gecompenseerd met de verkoop van restgronden. De gerealiseerde m2 prijs van de in 2011 verkochte kavels ligt in lijn met de geprognosticeerde m2 prijs.
Pagina 9
Het verloop van het onderhanden werk over 2011 kan als volgt worden weergegeven: (in miljoenen euro’s) Boekwaarde 1 januari 2011 Bij: — reguliere investeringen 2011 — rente Af: verkochte kavels en bijdragen
91,3 3,3 3,0 (1,0)
Boekwaarde 31 december 2011
96,7
De mutaties in bovenstaande tabel kunnen als volgt nader worden toegelicht:
— —
—
De reguliere investeringen hebben betrekking op kosten bouw- en woonrijp maken (1,3 miljoen euro), kosten inzake de ontvangen naheffingsaanslagen btw en kosten voor de projectorganisatie van 0,9 miljoen euro. Het rentepercentage staat in principe vast voor de gehele looptijd van de grondexploitatie (tot 2051). Eens per vijf jaar zullen echter wel alle parameters, inclusief rente, kritisch worden beoordeeld en indien nodig worden bijgesteld. In 2011 is voor een bedrag van 3,0 miljoen euro aan rente toegerekend aan het onderhanden werk. Gedurende 2011 zijn er vier kavels verkocht (getransporteerd) voor een bedrag van ca. 0,5 miljoen euro. De lagere verkopen van bouwkavels zijn gecompenseerd met de hogere verkoop van restgronden voor een bedrag van ca. 0,4 miljoen euro.
—
Waardering onderhanden werk In het kader van de jaarrekeningcontrole hebben wij de GREX voorjaarsnota 2012 gecontroleerd. De provincie Groningen is van mening dat het achter blijven van de opbrengsten kan worden gedekt door de uitgaven ook naar achter uit te stellen. Onze conclusie op basis van de uitgevoerde werkzaamheden is dat wij kunnen instemmen met deze veronderstelling en hiermee met de GREX 2012 en daarmee tevens met de huidige boekwaarde van het project op de balans. Voorziening frictiekosten In 2009 is een voorziening frictiekosten gevormd. Het verloop van de voorziening kan als volgt worden weergegeven: Boekwaarde 1 januari 2011 Dotaties Onttrekkingen Correctie 2011 Boekwaarde 31 december 2011
7,5 0,0 0,3 (0,5) 6,7
Ultimo 2011 is het grootste deel van deze voorziening nog in stand en in 2011 hebben in beperkte mate onttrekkingen aan de voorziening plaatsgevonden. De onttrekkingen aan deze voorziening zullen grotendeels plaatsvinden in de periode 2012 tot en met 2015. Wij raden wij u aan om ultimo 2012, als de uitstroom van medewerkers op gang is gekomen, een actualisatie van de berekening te maken om vast te stellen of de stand van de voorziening op 31 december 2012 toereikend is.
Pagina 10
In de voorziening is een bedrag van 2,3 miljoen euro opgenomen inzake uitgestelde reductie stafafdelingen. Dit bedrag is door de Staten geautoriseerd, en aldus voor dit doel geoormerkt. Wij merken op dat dit bedrag daardoor veeleer het karakter heeft van een bestemmingsreserve. Daarnaast is een correctie van 0,5 miljoen euro doorgevoerd, omdat bleek dat de voorziening te hoog was weergegeven. De stand van de voorziening na correctie bedraagt 6,7 miljoen euro, waarvan 2,3 miljoen euro bestemd voor uitgestelde reductie stafafdelingen. Voorziening WAO Sinds 1 januari 2005 is de provincie Groningen eigen risicodrager voor de WAO. Om onverwachte tegenvallers te kunnen opvangen is in voorgaande jaren een voorziening gevormd van 1,7 miljoen euro. In 2011 hebben geen onttrekkingen of dotaties aan de voorziening plaatsgevonden, omdat er geen onverwachte tegenvallers hebben plaatsgevonden en de kosten (circa 100K euro) ruimschoots gedekt kunnen worden middels het beschikbare budget (460K euro). Overigens wordt dit budget komende jaren als gevolg van de bezuinigingen verlaagd. Het eigen risicodragerschap leidt ertoe dat in sommige jaren de provincie Groningen met hogere lasten geconfronteerd wordt en andere jaren met lagere lasten. Dit betekent dat het karakter van deze middelen meer eigenschappen heeft van een egalisatiereserve dan van een voorziening. Om deze reden heeft u ervoor gekozen om de voorziening vrij te laten vallen ten gunste van het resultaat en bent u voornemens om hiervoor een egalisatiereserve te vormen. De noodzaak en de hoogte van deze reserve gaat u in 2012 nader onderzoeken. Wij kunnen instemmen met de wijze waarop de provincie Groningen de vrijval van de voorziening WAO in de jaarrekening heeft verwerkt. Voorziening Meerstad De bij het project Meerstad betrokken publieke en private partijen hebben in de afgelopen jaren gewerkt aan een aangepaste strategie voor Meerstad om adequaat te kunnen reageren op de verslechterde situatie op de woningmarkt. De partijen stellen een structurele aanpassing voor van het financiële en organisatorische raamwerk van de publiek-private samenwerking. De gemeente Groningen neemt, als toekomstig enig aandeelhouder van de Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij Meerstad (GEMM), de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van Meerstad op zich. De gemeente Slochteren zal zich voor haar grondgebied richten op de realisatie van publieke voorzieningen en op het beheer van de openbare ruimte. De provincie neemt, in lijn met de landelijke decentralisatie van groentaken, de opgave van het Rijk over en zal in dit kader de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) opgave buiten het exploitatiegebied nader vormgeven. De private partijen concentreren zich op de woningbouw en sluiten hiertoe een overeenkomst met de gemeente Groningen. De oorspronkelijke samenwerkings- en bestuursovereenkomsten worden ontbonden en er worden nieuwe samenwerkingsovereenkomsten gesloten tussen partijen.
Pagina 11
Uw Staten hebben in februari 2012 ingestemd met een bijdrage van 6,2 miljoen euro aan deze herijking van de grondexploitatie Meerstad. Als gevolg hiervan zal de provincie Groningen niet langer deel uitmaken van de publiek-private samenwerkingsovereenkomst. De bijdrage aan de herijking bestaat uit: — Kwijtschelding van de kapitaaldeelname en niet betaalde rente op de achtergestelde lening van 1,2 miljoen euro aan de Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij Meerstad (GEMM); en — beschikbaar stellen van 5,0 miljoen euro aan GEMM/gemeente Groningen. Dekking van de bijdrage van 6,2 miljoen euro aan de herijking vindt plaats uit het weerstandsvermogen (onttrekking aan de algemene reserve). Aangezien de bijdrage betrekking heeft op reeds in 2011 aanwezige risico’s, is in de jaarrekening een voorziening opgenomen ten aanzien van de vorderingen en de kapitaaldeelname (samen 1,2 miljoen euro), aangevuld met een generieke voorziening aan de passivazijde van de balans ad 5 miljoen euro. De voorziening Meerstad zal naar verwachting in 2012 worden afgewikkeld. Wij hebben vastgesteld dat de gevolgen voortvloeiend uit bovenstaande herijking juist en volledig in de jaarrekening zijn verwerkt. Voorziening Landsbanki In het kader van de jaarrekeningcontrole 2011 hebben wij de waardering van de vorderingen op het failliete Landsbanki nader onderzocht op basis van de thans beschikbare informatie. Uit de beschikbare informatie blijkt naar onze mening dat de in de boedel van Landsbanki aanwezige activa toereikend zijn om alle preferente schulden van Landsbanki te voldoen aan de schuldeisers, waaronder de provincie Groningen. In overleg met ons bureau Vaktechniek hebben wij geconstateerd dat deze informatie moet leiden tot het waarderen van 100% van de nominale vordering van de provincie Groningen op Landsbanki, inclusief de vastgestelde rente tot 22 april 2009, verminderd met de eind 2010 ontvangen bedragen. Eventuele voorzieningen die als gevolg van onzekerheden over de inbaarheid in het verleden zijn getroffen kunnen daarmee feitelijk vervallen. Een naar onze mening resterend risico ligt besloten in valutarisico’s; de vordering wordt terugbetaald in andere valuta dan Euro’s. Eventuele voor en nadelen voortvloeiend uit dit restrisico dienen te worden verwerkt in het jaar van ontvangst van de aflossing. Op grond van het bovenstaande ziet de balanspositie van de Landsbanki vordering er als volgt uit per 31 december 2011 (inclusief de aandelen van de verbonden partijen): € Nominale vordering Vastgestelde rente
10.000.000 748.500
Totale vastgestelde claim Ontvangst in december 2011
10.748.500 -3.331.323
Restant claim 31 december 2011 (totaal nog te ontvangen van Landsbanki, incl. rente)
7.417.711
Pagina 12
Rekening houdend met de rekening-courantposities van de verbonden partijen leidt dit tot de volgende opstelling: € Restant claim 31 december 2011 Af: — voorziening aandeel provincie Groningen — schuldpositie aan overige verbonden partijen (50,59%)
7.417.711 -3.752.620
Per saldo vordering provincie Groningen (49,41%)
3.665.091
De provincie Groningen heeft in de jaarrekening de positie Landsbanki als volgt verwerkt: € Restant claim Landsbanki 31 december 2011 Af: — voorziening aandeel provincie Groningen — schuldpositie aan overige verbonden partijen
7.549.384 -403.173 -3.813.194
Per saldo vordering per 31 december 2011
3.333.017
Dit leidt uitgesplitst tot de volgende analyse van verschillen:
Restant claim Landsbanki 31 december 2011 Af: — voorziening aandeel provincie Groningen — schuldpositie aan overige verbonden partijen Totaal
Feitelijke situatie
Thans in jaarrekening
Verschil
€
€
€
7.417.711 -3.752.620
7.549.384 -403.173 -3.813.194
-131.673 403.173 60.574
3.665.091
3.333.017
332.074
Resumerend zou dit nog tot een bate in de jaarrekening 2011 van de provincie Groningen kunnen leiden. De provincie heeft er echter voor gekozen genoemde bate voorzichtigheidshalve niet meer in de jaarrekening 2011 te verwerken. Dientengevolge is genoemd verschil opgenomen in ons overzicht van controleverschillen. Voorziening pensioenen gedeputeerden (APPA) De provincie Groningen draagt het risico voor het uitbetalen van de pensioenen van (oud-)gedeputeerden. Op dit moment worden de jaarlijkse lasten van ingegane pensioenen gedekt uit de begroting.
Pagina 13
De commissie Dijkstal heeft in 2006 geadviseerd om een pensioenfonds voor oud-wethouders in het leven te roepen, maar dit is tot op heden nog niet gerealiseerd. De verwachting is echter wel dat dit pensioenfonds zal worden ingesteld. Hiermee bestaat het risico dat op het moment dat waardeoverdracht van de opgebouwde pensioenen (naar bijvoorbeeld het nog in te stellen pensioenfonds voor oud-gedeputeerden) moet plaatsvinden, de waarde van de pensioenen op dat moment moet worden gekapitaliseerd en het benodigde bedrag acuut moet worden vrijgemaakt om over te dragen aan een ander bestuursorgaan of aan een pensioenfonds. Het Besluit Begroting en Verantwoording beveelt mede hierom aan om ter dekking van de pensioenverplichtingen van (oud-) gedeputeerden een voorziening te vormen. Daarnaast heeft het ministerie van BZK recentelijk middels een circulaire (d.d. 16 januari 2012) aan gemeenten een dringende oproep gedaan om een passende en toereikende voorziening te treffen voor toekomstige waardeoverdrachten. De omvang van de benodigde voorziening pensioenen (oud-)gedeputeerden is echter niet in te schatten, doordat de provincie Groningen niet beschikt over actuariële berekeningen van de benodigde voorzieningen. Derhalve hebben wij ten aanzien van de voorziening Appa een onzekerheid voor een bedrag van p.m. opgenomen in ons overzicht met controleverschillen. Wij hebben van u begrepen dat u actuariële berekeningen laat maken om de benodigde pensioenvoorziening te bepalen. Wij raden u aan om ter dekking van de toekomstige verplichtingen uit hoofde van door (oud-)gedeputeerden opgebouwde pensioenrechten een voorziening te vormen. Indien wenselijk gaan wij graag samen met Ernst & Young Actuarissen met u in overleg om de voor u meest passende wijze voor de verwerking van de pensioenen van (oud-)gedeputeerden te bepalen. Voorzieningen algemeen Tijdens onze controle hebben wij bij verschillende voorzieningen bevindingen geconstateerd, die later alsnog zijn aangepast. Wij raden u aan om voor het afsluiten van het verslagjaar de voorzieningen te toetsen aan de in BBV gestelde voorwaarden. Dit voorkomt herstelacties in uw verslaggevingsproces.
4.3.3 Bevindingen en aanbevelingen – Rechtmatigheid algemeen Rechtmatigheidsproces In 2011 heeft u voor het eerst een controleplan voor de rechtmatigheidscontroles opgesteld. In dit controleplan wordt ingegaan op: — de uitgangspunten voor de rechtmatigheidscontrole; — de wijze waarop de rechtmatigheidscontroles zullen worden uitgevoerd (risico’s en beheersmaatregelen en selectie van de steekproeven); en — de planning van de rechtmatigheidscontroles. Voor 2011 was de planning om reeds in de zomerperiode te starten met de uitvoering van de rechtmatigheidscontroles, om de werkdruk meer te spreiden over het jaar. Wegens andere werkzaamheden is dit uiteindelijk slechts ten dele gelukt, waardoor de laatste rechtmatigheidscontroles in 2012 door u zijn afgerond. Wij adviseren u om de planning van alle uit te voeren werkzaamheden (regulier en bijzondere projecten) meer te spreiden over het jaar, zodat indien nodig eerder bijgestuurd kan worden.
Pagina 14
De begrotingsrechtmatigheid De overschrijdingen inzake de begrote baten en lasten op programmaniveau zijn toereikend toegelicht in de jaarrekening. Het Misbruik-en-Oneigenlijk-gebruikcriterium (M&O) De provincie Groningen heeft op het gebied van M&O een procedure opgesteld inzake de vaststelling van het beleid op het gebied van M(isbruik)-en-O(neigenlijk)-gebruik, inclusief de werkwijze ten aanzien van inschatting risico's en het treffen van beheersmaatregelen, alsmede de rapportagemethodiek. De controllers toetsen vervolgens de implementatie van bovenstaande maatregelen in de processen en de werking van deze maatregelen. Wij onderschrijven deze aanpak. Het voorwaardencriterium Onze bevindingen in het kader van de controle van het voorwaardencriterium kunnen samengevat als volgt worden weergegeven:
—
Aanbestedingsbeleid Wij hebben geconstateerd dat voor een bedrag van 801.000 euro onrechtmatigheden zijn aangetroffen in het aanbestedingsbeleid. Deze onrechtmatigheden zijn met name veroorzaakt door het toepassen van het verkeerde aanbestedingsregime. Daarnaast is een onzekerheid aangetroffen van 57.000 euro.
—
Subsidiebeheer In het subsidiebeheer hebben wij een onrechtmatigheid voor een bedrag van 361.000 euro aangetroffen, welke ziet op een niet verstuurde beschikkingsbrief.
—
Staatssteun Voorts hebben wij een onzekerheid in de rechtmatigheid aangetroffen op het gebied van staatssteun ad 308.000 euro.
—
Garantstellingen In 2011 is door uw afdeling F&C onderzoek verricht naar in het verleden door de provincie Groningen afgegeven bankborgtochten ten behoeve van Groningen Seaports ad 12,5 miljoen euro. In dit onderzoek is ook een afgegeven huurgarantie van 3,4 miljoen euro die in het verleden is afgesloten aan het licht gekomen. Zowel de bankborgtocht als de garantie is niet vastgesteld en verwerkt conform de geldende wet- en regelgeving (financiële verordening, treasurystatuut, BBV), en ontberen goedkeuring van Provinciale Staten. Daarmee zijn genoemde beheershandelingen onrechtmatig tot stand gekomen. Inmiddels is een voordracht voorbereid waarmee de Staten alsnog in de gelegenheid worden gesteld hiermee achteraf in te stemmen. Onze voorgenomen controleverklaring en deze brief is onder voorbehoud van goedkeuring door de Staten van de genoemde voordracht; daarmee vervalt immers de geconstateerde onrechtmatigheid alsnog.
—
Formele onrechtmatigheden — Daarnaast hebben wij enkele formele onrechtmatigheden geconstateerd: een inkoopopdracht is niet door de bevoegde/gemandateerde portefeuillehouder verleend; en — aanvragen/vaststellingsdocumenten van een aantal (verstrekte) subsidies welke te laat zijn ingediend;
Pagina 15
—
te late afdracht van BTW over een in rekening gebrachte bijdrage in de projectkosten van een samenwerkingsverband.
Niet-financiële beheershandelingen Handelingen en beslissingen van niet-financiële aard vallen buiten de scope van de rechtmatigheidscontrole door de accountant. De accountant toetst deze handelingen en beslissingen niet inhoudelijk door gegevensgericht onderzoek. Volstaan wordt in dit kader met het beoordelen van het interne systeem van risicoafwegingen. Binnen dit systeem moeten voorwaarden zijn geschapen om risico’s goed te kunnen beoordelen en in de tijd te kunnen volgen. Wij hebben ons een beeld gevormd over de wijze van totstandkoming van de inventarisatie van de risico’s en de getrouwe weergave van de hieruit mogelijk voortvloeiende financiële gevolgen in de paragraaf weerstandsvermogen van het jaarverslag. Daarnaast hebben wij gericht geïnformeerd naar de lopende procedures waarbij de provincie betrokken is, teneinde indicaties te verkrijgen over de eventuele risico’s op dit vlak. Op grond hiervan beschikken wij niet over aanwijzingen die een nader onderzoek naar de (financiële) gevolgen noodzakelijk maken.
4.4
Bevindingen en aanbevelingen – Sisa
Wij hebben de in de Sisa-bijlage van de jaarrekening genoemde specifieke uitkeringen gecontroleerd met inachtneming van de Nota verwachtingen accountantscontrole 2011. Voor de hierbij eventueel geconstateerde bevindingen gelden op grond van artikel 5, lid 4, van het BAPG zwaardere rapporteringstoleranties dan de rapporteringstolerantie, die wij met uw Staten zijn overeengekomen voor de controle van de jaarrekening. Op grond van ons onderzoek en rekening houdend met de voorgeschreven kleinere rapporteringstolerantie per specifieke uitkering hebben wij bij de navolgende specifieke uitkeringen de in onderstaande tabel vermelde fouten en/of onzekerheden geconstateerd: Nummer specifieke uitkering conform Sisabijlage
Specifieke uitkering of overig
Fout of onzekerheid
E9 E27
Externe Veiligheid Brede doeluitkering verkeer en vervoer Regionale mobiliteitsfondsen (Regio Groningen – Assen 2030) Regionale mobiliteitsfondsen (Zuiderzeelijn/RSP) Quick Wins Binnenhavens Bijdrage Hoofdvaarwegen Groningen en Fryslân Verzameluitkering EL&I (incl. oud LNV) Doeluitkering jeugdzorg
Geen Geen
0 0
n.v.t. n.v.t.
Geen
0
n.v.t.
Geen
0
n.v.t
Geen Geen
0 0
n.v.t n.v.t.
Geen
0
n.v.t.
E28 E28 E30 E34 F3 H8
Onzekerheid
Financiële omvang in euro’s
p.m.
Toelichting fout/ onzekerheid
zie hieronder
Pagina 16
Bovenstaande bevindingen zullen wij overnemen op het door het ministerie van BZK verplicht voorgeschreven format ‘Sisa verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen’. Dit format dient door uw provincie samen met een aantal andere verplicht voorgeschreven verantwoordingsstukken voor 15 juli a.s. elektronisch bij het CBS te worden aangeleverd. Bij Single information en single audit (Sisa) wordt een aantal specifieke uitkeringen gelijktijdig met de jaarrekening verantwoord. In 2011 worden totaal acht specifieke uitkeringen verantwoord. Dit zijn er twee minder dan in 2010. Doeluitkering jeugdzorg De provincie Groningen heeft de indicator ‘Het aantal aanmeldingen en afmeldingen 2011 aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)’ ingevuld aan de hand van door Stichting Bureau Jeugdzorg verstrekte gegevens. Deze gegevens zijn op 2010 gebaseerd en de accountant van Stichting Bureau Jeugdzorg heeft een assurance-rapport afgegeven waarbij is aangegeven dat gezien de aard van de LBIO-meldingen geen voldoende en geschikte assurance-informatie verkregen kon worden omtrent de juistheid en volledigheid van de LBIO-meldingen. Deze opmerking wordt al jaren gemaakt door de accountants van Stichting Bureau Jeugdzorg en door ons en de problematiek speelt ook bij andere provincies.
4.5
Bedrijfsvoering
4.5.1 Onze rol bij de beoordeling van de bedrijfsvoering Bij onze controle maken wij zoveel mogelijk gebruik van internebeheersingsmaatregelen in een organisatie, zoals de planning & control cyclus, interne controle, risicomanagement etc. Deze internebeheersingsmaatregelen, ook wel de bedrijfsvoering, zijn bepalend voor de beheersing en sturing van een organisatie. Wij beoordelen deze internebeheersingsmaatregelen in de eerste plaats ten behoeve van de controle van de jaarrekening van de provincie Groningen. Daarnaast besteden wij, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, in gesprekken, managementletters en rapportages veel aandacht aan de verdere ontwikkeling van de bedrijfsvoering en bestuurlijke informatievoorziening.
4.5.2 De bedrijfsvoering in relatie tot de controle van de jaarrekening De interne beheersing van de provincie Groningen is naar onze mening adequaat ingericht. Op basis van deze interne organisatie kunnen wij tot een goedkeurende verklaring komen bij de jaarrekening. De administratieve organisatie van de significante processen is beschreven en de interne controle en rechtmatigheidscontrole worden over het algemeen steeds beter uitgevoerd. Dit wordt onder andere verklaard doordat de interne controle-ervaring van de medewerkers toeneemt.
Pagina 17
4.5.3 Risicomanagement Risicomanagement heeft betrekking op het managen van alle risico’s en kansen op strategisch, tactisch en operationeel niveau die de organisatie verhinderen om haar doelstellingen te behalen. Risicomanagement houdt nadrukkelijk niet in dat alle geïdentificeerde risico’s worden afgedekt. Het betreft een proces waarin risico’s op een professionele wijze gewogen worden en, afhankelijk van de aard van het risico (waarschijnlijkheid van voordoen en mogelijke financiële impact), op een passende wijze worden beheerst. Beheersing van risico’s kan bestaan uit het aanvaarden, mijden, delen of vermijden van risico’s. Afhankelijk van bijvoorbeeld de omvang van het weerstandsvermogen kunnen verschillende organisaties soortgelijke risico’s op verschillende wijze beheersen. Daarnaast richt risicomanagement zich tevens op de kansen die de organisatie heeft teneinde haar doelstellingen op een efficiëntere wijze te behalen. Risicomanagement binnen de provincie Groningen is door u de afgelopen jaren steeds verder ontwikkeld. Over de ontwikkelingen tot en met 2010 hebben wij u in voorgaande jaren geïnformeerd. In deze brief berichten wij u over de in 2011 doorgevoerde verbeteringen, als volgt: — Momenteel wordt door de afdeling F&C een format ontwikkeld waarin voorafgestelde meetbare doelen worden opgeleverd vanuit de programma/productenbegroting naar de concernprioriteiten. Door toepassing van dit format kunnen de betrokken afdelingen in het kader van de managementrapportages de realisatie afzetten tegen de voorafgestelde doelen en hier, waar nodig, conclusies aan verbinden. Op deze wijze wordt een betere afstemming bewerkstelligd tussen de managementrapportages en de uiteindelijke concernrapportage. Deze werkwijze wordt met ingang van 2012 operationeel. Vanaf 2013 zijn de concernprioriteiten onderdeel van de begroting. — In 2011 is de statencommissie ‘grote projecten’ opgericht. De statencommissie is een technische commissie die de Staten voorafgaand aan een Go-no-Go moment en tijdens de uitvoering van een project adviseert over belangrijke zaken als projectrisico’s. In de commissie komen vooraf gedefinieerde majeure projecten aan de orde. Op dit moment betreft dit alleen het project Blauwestad. Dit betreft een lopend project waarover jaarlijks met een voortgangsrapportage, binnen de planning & control cyclus, aan de commissie zal worden gerapporteerd. Ook aanpassing en/of wijziging in de grondexploitatie en de daarvan afgeleide begrotingen kunnen in deze commissie aan de orde komen. Wij zijn van mening dat het risicomanagement op alle niveaus binnen de provincie Groningen als onderdeel van de planning & control cyclus de afgelopen jaren sterk is verbeterd. De provincie Groningen heeft een beleid geformuleerd om zelfstandig risico’s te beheersen. Afhankelijk van de aard en impact van de risico’s dienen de risico’s gerapporteerd te worden aan de directie, Gedeputeerde Staten en/of Provinciale Staten. Op een aantal onderdelen van risicomanagement hebben wij aanbevelingen. Hierover rapporteren wij u in de volgende paragrafen.
Pagina 18
4.5.4 Risicobeheersing samenwerkingsverbanden Uw provincie werkt momenteel op tal van gebieden samen met andere provincies, gemeenten en organisaties. U voert samen verschillende taken uit en u heeft taken waarvoor u als provincie verantwoordelijk bent uitbesteed aan andere organisaties. Het risicobeheer ten aanzien van deze samenwerkingsverbanden is sterk in ontwikkeling. Bewaking van de risico’s vindt daar waar dit door u nodig wordt geacht intensief plaats. Gegeven het feit dat bezuinigingen een grote impact (kunnen) hebben op de financiële positie van samenwerkingsverbanden, raden wij u aan waakzaam te blijven ten aanzien van (financiële) ontwikkelingen bij bestaande samenwerkingsverbanden. Inherent aan een samenwerkingsverband is immers dat u als provincie niet de volledige grip hebt op de bestedingen binnen het samenwerkingsverband. Tevens bent u voornemens om nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan, onder meer op het gebied van de regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s). Samenwerken brengt mooie kansen met zich mee, maar ook risico’s. Kansen op het gebied van kwaliteitsverbetering, een betere dienstverlening en een efficiëntere bedrijfsvoering. De risico’s die zich kunnen voordoen zijn van organisatorische, financiële, fiscale, informatietechnische en juridische aard. Enkele belangrijke vragen op het gebied van risico’s en kansen zijn: — Hoe zorgt u ervoor dat de ‘nieuwe’ organisatie daadwerkelijk meer kwaliteit biedt en/of efficiënter werkt? — Is de voor de samenwerking opgestelde begroting realistisch? — Zijn de frictiekosten daarin op een juiste wijze meegenomen? — Hoe houdt u voldoende grip op de risico’s in het nieuwe samenwerkingsverband en heeft u hiervoor goede afspraken gemaakt? — Zijn de fiscale consequenties vooraf goed in beeld? — Zijn de contracten inzake de samenwerking juist en volledig opgesteld om juridische knelpunten in de toekomst te voorkomen? Tot slot geldt bij samenwerkingsverbanden dat uw provincie bijna altijd de financiële risico’s blijft lopen. Het tijdig en goed voorlichten van de Staten over risico’s vanuit samenwerkingsverbanden is een belangrijke taak. Daarom adviseren wij u een goed bewakingsinstrumentarium in te richten en te gaan gebruiken. Dit om de Staten altijd adequaat te kunnen voorzien van tijdige informatie omtrent de ontwikkelingen in de risico’s bij samenwerking.
4.5.5 Compliance De provincie Groningen toetst het voorwaardencriterium in de rechtmatigheidscontrole, en besteedt hierdoor goede aandacht aan compliance (de naleving van wet- en regelgeving) binnen de financiële processen. Om een verdere ontwikkeling op het gebied van compliance te realiseren adviseren wij u intern nog aandacht te besteden aan de volgende punten: — De toets op naleving van wet- en regelgeving in niet financiële processen, bijvoorbeeld daar waar het gaat om vergunningverlening etc. — Continue bewaking van de volledigheid van de in het normenkader voor de rechtmatigheid opgenomen overzicht van externe en interne wet- en regelgeving.
Pagina 19
4.5.6 Samenstelling verstrekte geldleningen en uitgezette gelden jaarrekening De samenstelling van de uitgezette gelden < 1 jaar ultimo 2011 is als volgt:
(in duizenden euro’s)
2011
2010
NWB ING Bank ABN AMRO1 Rabobank BNG BNP Paribas SEB Gothenborg Deutsche Bank Ministerie van Financiën (Nederlandse Staat)
10.000 94.700 362.052 35.000 55.000 50.000 0 35.000 -
25.000 116.000 87.916 35.000 25.000 25.000 20.000 — 70.000
Totaal kort
641.752
403.916
De samenstelling van de uitgezette gelden > 1 jaar is als volgt: ABN AMRO 40.000 Rabobank 130.799 ING Bank 40.000 BNG 100.000 NWB 35.000 BNP Paribas 56.705 Credit Agricole 30.000 APG 7.578 Landsbanki Islands 7.147 Royal Bank of Scotland N.V. —
45.000 130.575 40.000 100.000 35.000 64.724 30.000 7.578 5.246 8.425
Totaal lang
466.548
447.229
Rating Moody’s 31-12-11
Land
AAA AA3 AA3 AAA AAA AA3 n.v.t. AA3 AAA
Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Frankrijk Zweden Duitsland Nederland
AA3 AAA AA3 AAA AAA AA3 AA3 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Frankrijk Frankrijk IJsland Nederland
Wij hebben vastgesteld dat de verstrekte geldleningen en uitgezette gelden ultimo 2011 voldoen aan het Financieringsstatuut van de provincie Groningen.
1
De hoogte van dit bedrag wordt mede verklaard door ontvangst tijdens het kerstreces, welke begin januari 2012 is weggezet bij verschillende partijen.
Vooruitblik naar volgend jaar
Pagina 24
5
Actuele ontwikkelingen
5.1
Noordelijke samenwerking
Op 25 januari 2011 is door de provincies Groningen, Friesland en Drenthe een intentieverklaring getekend waarin is uitgesproken dat onderzoek moet worden verricht naar een optimale samenwerkingsvorm voor de drie provincies op een zestal deelgebieden in de bedrijfsvoering, namelijk: — Financiële administratie — Personeel- en salarisadministratie — Grafische dienstverlening (repro) — GEO/GIS — Inkoop — Specifieke kennisgebieden (arbeidsvoorwaarden/rechtspositie en fiscaliteit) Deze optimale samenwerkingsvorm dient voor deze zes deelgebieden bij te dragen aan kostenreductie, verbetering van de kwaliteit van dienstverlening en de verbetering van de continuïteit van de dienstverlening. Vanuit de resultaten van de deelgebieden wordt een geïntegreerd advies opgesteld, met accenten per deelgebied. De kwaliteit en inzichtelijkheid van dit advies moet zodanig zijn, dat de colleges van Gedeputeerde Staten van de drie provincies in staat zijn een besluit te nemen over de toekomstige samenwerking en over het bijbehorende implementatietraject. Wij hebben begrepen dat de besluitvorming over de Noordelijke Samenwerking in 2012 plaats gaat vinden. Wij willen uw aandacht vestigen op het feit dat bij de totstandkoming van een samenwerkingsverband juridische, fiscale en economische aspecten aan de orde kunnen komen die een effect kunnen hebben op de jaarrekening en/of de interne beheersing van de provincie Groningen. Wij gaan graag tijdig met u in gesprek over hoe één en ander vormgegeven kan worden.
5.2
OV-Bureau
Het OV-Bureau verwacht over het jaar 2011 een tekort van 7,1 miljoen euro. Dit tekort kan worden gedekt uit de beschikbare reserves van het OV-Bureau. Over het jaar 2012 verwacht het OV-Bureau een tekort van ongeveer 4,5 miljoen euro. Dit tekort kan het OV-Bureau niet volledig dekken uit haar eigen reserves. Om het tekort 2012 te dekken worden bezuinigingen doorgevoerd op onder meer de dienstregeling en op de programmakosten. Tevens hebben de drie overheden besloten om aanvullende BDU-middelen beschikbaar te stellen voor het jaar 2012. Wij raden u aan de financiële ontwikkelingen ten aanzien van het OV-Bureau te blijven volgen om eventuele risico's voor de provincie Groningen tijdig te signaleren.
5.3
Deelakkoord natuur
Op 23 februari 2012 heeft de provincie Groningen besloten om, na het verwerpen van het eerste akkoord, niet alsnog in te stemmen met het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur d.d. 20 september 2011 en aanvullende afspraken d.d. 7 december 2011, maar wel mee te werken aan de uitvoering van het akkoord en om in beginsel af te zien van juridische procedures.
Pagina 25
Het Investeringsbudget Landelijk Gebied (hierna ILG) tot en met 2010 zal worden afgerekend op basis van de PEIL-verantwoording over de uitvoering van de bestuursovereenkomst 2007-2010 per 1 januari 2011. De harde/afdwingbare juridische verplichtingen welke voor 20 oktober 2010 zijn aangegaan en door het Rijk zullen worden gefinancierd bedragen 70 miljoen euro, conform rapportage PWC d.d. 10 februari 2011. Daarnaast zijn ter uitvoering van de verwerving en inrichting EHS verplichtingen aangegaan. Het is niet duidelijk of deze verplichtingen uit het grond-voor-grondprincipe of op andere wijze kunnen worden gefinancierd. Tot op heden is het derhalve niet mogelijk om betrouwbaar in te schatten welke financiële consequenties het onderhandelingsakkoord voor de provincie Groningen heeft. Deze onzekerheid is in de risicoparagraaf toegelicht. De verworven gronden zijn door de provincie onder de vooruitbetaalde kosten ILG in de balans opgenomen. Deze gronden worden deels doorgeleverd aan Terrein Beherende Organisaties en deels ingezet in het kader van landinrichtingsdoeleinden. De werving van de gronden welke doorgeleverd worden aan Terrein Beherende Organisaties worden tot 1 januari 2011 voor 100% gedekt door rijksmiddelen. In onze managementletter d.d. 6 maart 2012 hebben wij aangegeven dat het de vraag is in hoeverre de provincie door de decentralisatie van het natuurbeleid in de toekomst juridisch eigenaar van de gronden wordt.
5.4
Horizontaal toezicht
Horizontaal toezicht is een manier van werken van de Belastingdienst en staat tegenover verticaal toezicht. Bij verticaal toezicht onderzoekt de Belastingdienst achteraf of de door de belastingplichtige ingenomen fiscale standpunten juist zijn en legt, voor zover dit niet het geval is, vervolgens al dan niet een correctie op (eventueel verhoogd met boete). De belastingplichtige verkeert lange tijd in onzekerheid over zijn belastingpositie. Bij horizontaal toezicht gaat het om transparantie, begrip en vertrouwen. Er worden vooraf afspraken gemaakt met de Belastingdienst; deze afspraken kunnen betrekking hebben op de werkafspraken, maar ook op de inhoud. Bedoeling is dat er in het heden wordt gewerkt en dat zowel de belastingplichtige als de Belastingdienst weten wat ze aan elkaar hebben, waardoor ze achteraf niet met verrassingen worden geconfronteerd. Op deze wijze worden de fiscale risico’s verkleind. Tot op heden is er een aantal gemeenten en provincies in Nederland die een convenant horizontaal toezicht hebben afgesloten. Een groot aantal anderen heeft inmiddels ook interesse getoond in deze vorm van toezicht en de daaraan verbonden uitgangspunten en voorwaarden. Wij hebben begrepen dat de provincie Groningen in 2011 een werkgroep Horizontaal toezicht heeft gevormd. De werkgroep zal gaan uitzoeken wat de verwachtingen van de provincie Groningen en de Belastingdienst ten aanzien van Horizontaal toezicht zijn, wat de huidige stand van zaken is, welke soorten belasting onder een eventueel af te sluiten convenant Horizontaal toezicht zouden moeten vallen en welke verdere acties zouden moeten worden ondernomen om te komen tot een convenant Horizontaal toezicht met de Belastingdienst. Het project bevindt zich nu nog in het beginstadium; wij hebben begrepen dat op dit moment een plan van aanpak wordt opgesteld. Eind december 2011 heeft een eerste oriënterend gesprek met de Belastingdienst rond Horizontaal toezicht plaats gevonden. Middels het sluiten van een convenant Horizontaal toezicht zullen de fiscale risico’s van de provincie Groningen worden verkleind, wat ons inziens een positieve ontwikkeling is. Wij zullen bovenstaande ontwikkelingen dan ook blijven volgen.
Pagina 26
5.5
Rijksbezuinigingen
Naar aanleiding van de op 1 maart 2012 gepubliceerde nieuwe prognoses over de Nederlandse economie door het Centraal Planbureau worden nieuwe (aanvullende) bezuinigingen verwacht van 9 euro à 16 miljard euro. Op dit moment is het onduidelijk wat de consequenties zijn voor de provincie Groningen en hoe deze geëffectueerd zullen worden. Omdat de bezuinigingen een belangrijk effect kunnen hebben op de interne organisatie en bedrijfsvoering, zullen wij deze in de komende periode blijven volgen.
5.6
Wet Houdbare Overheidsfinanciën (de wet HOF)
De Europese leiders hebben recent besloten een keiharde grens van 3% van het BBP aan de nationale begrotingstekorten te gaan stellen. Daarbovenop mag de overheidsschuld niet hoger zijn dan 60% van het BBP. Dit vanwege de voortdurende crisis en de gebrekkige begrotingsdiscipline. Kern van de afspraken is dat het Rijk zich committeert aan een verbetering van het structurele EMU saldo met tenminste 0,5 % punt per jaar. Naast de begroting van het Rijk zijn ook de begrotingen van gemeenten, provincies en waterschappen onderdeel van de totale overheidsbegroting. Dit heeft tot gevolg dat ook provincies strenge regels krijgen opgelegd omtrent de bestedingen. Onderdeel van deze bestedingen zijn ook investeringen en het inzetten van gespaarde reserves. Door het Rijk worden aan provincies normen toegekend waarbinnen provincies mogen handelen. Overtreding van de norm leidt tot een boete. De wet HOF kan een enorme invloed hebben op de begroting van uw provincie in de komende jaren. Het gevolg van deze wet kan zijn dat geplande investeringen mogelijk geen doorgang meer kunnen hebben. Wij adviseren u de publicaties en ontwikkelingen in deze wetgeving goed te monitoren en de consequenties hiervan - met name op de meerjarenbegroting - te bezien. De wet HOF wordt naar verwachting per 1 januari 2013 ingevoerd. Hoe de exacte getallen en eisen voor uw provincie zullen zijn is nog niet bekend. Dit zal naar verwachting dit jaar bekend worden gemaakt.
Pagina 27
6
Informatie uit hoofde van onze functie als controlerend accountant van de Staten
Vanuit onze functie als controlerend accountant van de Staten hebben wij u in eerdere passages van deze brief geïnformeerd omtrent de resultaten en de financiële positie van uw provincie, een en ander gebaseerd op de jaarrekening 2011, de uitkomsten van onze controle en diverse nieuwe ontwikkelingen op het gebied van verantwoording en verslaggeving die voor uw Staten relevant zijn. Daarnaast hechten wij er tevens aan u terdege te informeren over de inhoud en reikwijdte van de door ons in het kader van de jaarrekeningcontrole uitgevoerde wettelijk uitgevoerde taken. Deze informatie treft u aan in onderstaand overzicht van aandachtgebieden: Aandachtgebied
Mededeling
Algemeen aanvaarde controlestandaarden Onze controle is verricht in overeenstemming met Nederlands recht waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. Dit betekent dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Onderdeel van onze controle is het uitvoeren van een evaluatie van de interne beheersingsmaatregelen teneinde de mate en diepgang van onze testwerkzaamheden te plannen.
Bij de jaarrekening 2011 zullen wij naar verwachting een goedkeurende controleverklaring afgeven op het gebied van de getrouwheid en de rechtmatigheid.
Belangrijke verslaggevingsgrondslagen Wij beoordelen de keuze van en de wijzigingen in belangrijke verslaggevingsgrondslagen en controleren de toepassing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
Er hebben zich in 2011 geen belangrijke wijzigingen voorgedaan in de gehanteerde verslaggevingsgrondslagen. De in 2011 doorgevoerde wijzigingen in het BBV zijn, voor zover van toepassing, op toereikende wijze geïmplementeerd.
Onze mening over de gehanteerde waarderingsgrondslagen en naleving van wettelijke bepalingen en richtlijnen voor de financiële verslaggeving Wij bespreken met Gedeputeerde Staten en het management de kwaliteit en niet alleen de aanvaardbaarheid van de gehanteerde waarderingsgrondslagen, de consistente toepassing daarvan, alsmede de duidelijkheid en
De gekozen waarderingsgrondslagen zijn aanvaardbaar en consistent toegepast met betrekking tot de significante jaarrekeningposten en bijzondere transacties. Dit geldt tevens voor het tijdstip waarop die transacties hebben
Pagina 28
Aandachtgebied
Mededeling
volledigheid van de jaarverslaggeving.
plaatsgevonden, de periode waarin zij zijn verantwoord en de desbetreffende toelichtingen in de jaarrekening.
In deze bespreking komen tevens zaken aan de orde die een significante invloed hebben op de kwaliteit van de jaarverslaggeving, zoals: — nieuwe of gewijzigde waarderingsgrondslagen; — schattingen, beoordelingen en onzekerheden; — bijzondere transacties; — waarderingsgrondslagen met betrekking tot significante jaarrekeningposten, inclusief het tijdstip waarop transacties plaatsvinden en de periode waarin die worden verantwoord.
Verschillen van inzicht met het management over administratieve en verslaggevingskwesties
Er waren geen verschillen van inzicht met Gedeputeerde Staten en het management over de waarderingsgrondslagen, de financiële administratie, de verslaggeving of onze controlewerkzaamheden.
Beoordelingen en schattingen van het management Voor het opstellen van de jaarrekening moeten vaak schattingen worden gemaakt. Bepaalde schattingen zijn van bijzonder belang door hun invloed op de jaarrekening en de waarschijnlijkheid dat toekomstige gebeurtenissen significant afwijken van de verwachtingen van Gedeputeerde Staten en het management.
Wij onderschrijven de schattingen en de wijze waarop deze worden gemaakt door het management en Gedeputeerde Staten.
Volledigheid verplichtingen, claims, risico’s en garanties De provincie Groningen gaat gedurende een boekjaar tal van transacties aan. Het overgrote deel van deze transacties heeft zijn weerslag in de financiële administratie. Een deel van de door uw provincie in 2011 aangegane transacties heeft geen weerslag in de financiële administratie over 2011, terwijl hieruit wel financiële consequenties kunnen volgen. Als voorbeeld in dit kader noemen wij afgesloten contracten en aansprakelijkheidstellingen.
Aangezien wij als accountant niet in staat zijn vast te stellen dat alle niet uit de administratie blijkende relevante verplichtingen, risico’s en garanties volledig en juist in de jaarrekening zijn verwerkt, hebben wij Gedeputeerde Staten gevraagd schriftelijk te bevestigen dat bij het opmaken van de jaarrekening alle relevante (en bekende) feiten en omstandigheden zijn betrokken. Wij hebben deze bevestiging ontvangen.
Pagina 29
Aandachtgebied
Werking van de interne beheersingsmaatregelen (waaronder de continuïteit en betrouwbaarheid) van de geautomatiseerde gegevensverwerking
Mededeling
In het kader van de controle van de jaarrekening brengt de accountant verslag uit omtrent zijn bevindingen met betrekking tot de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking. Onze controle was niet primair gericht op het doen van een uitspraak omtrent de continuïteit en betrouwbaarheid van (delen van) de geautomatiseerde gegevensverwerking en wij hebben daartoe ook geen opdracht van het management ontvangen.
Wij hebben Gedeputeerde Staten in het kader van de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking adviezen gegeven.
Overige informatie in documenten die de gecontroleerde jaarrekening bevatten
Uit hoofde van onze wettelijke controletaak hebben wij alleen de jaarrekening gecontroleerd. Het jaarverslag is door ons beoordeeld op mogelijke tegenstrijdigheden met de jaarrekening.
Materiële fouten, fraudes en illegale handelingen
Hoewel hier niet specifiek op gericht, hebben onze controlewerkzaamheden het afgelopen jaar geen materiële fouten, fraudes of andere illegale handelingen, uitgevoerd door Gedeputeerde Staten, het management of andere werknemers, aan het licht gebracht.
Onze onafhankelijkheid Onafhankelijkheid is naast deskundigheid een van de pijlers van onze beroepsuitoefening. Wij hechten aan onze reputatie op het gebied van deskundigheid en onafhankelijkheid. Wij kennen een groot aantal maatregelen, vastgelegd in een continu geactualiseerde database, die de onafhankelijkheid dienen te waarborgen. Periodiek wordt de naleving van interne en externe onafhankelijkheidsvoorschriften beoordeeld, bijvoorbeeld ten aanzien van potentieel conflicterende diensten en de financiële onafhankelijkheid. Onze professionals moeten jaarlijks hun onafhankelijkheid bevestigen.
Wij voldoen op alle punten aan de onafhankelijkheidsregelgeving die op ons van toepassing is.
Bijlagen
Pagina 31 Bijlage 1
Overzicht controleverschillen (in duizenden euro’s)
A
Fouten
Onzekerheden
Recapitulatie
Ten behoeve van getrouwheidsoordeel onderdeel controleverschillen rekeningresultaat
(332)
298
Totaal controleverschillen in kader van getrouwheid
(332)
298
Controleverschillen in kader van getrouwheid, die ook van invloed zijn op de rechtmatigheid Specifieke verschillen in het kader van de rechtmatigheid
332 1.162
298 365
Totaal controleverschillen in het kader van de rechtmatigheid
1.494
663
-
298
-
P.M.
B
Specificatie controleverschillen in het kader van het getrouwheidsoordeel
B.1 1 B.2 1 B.3 1
Overige schulden Overige schulden Materiële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Landsbanki (min=bate)
Totaal controleverschillen ten behoeve van het getrouwheidsoordeel (saldering is mogelijk)
C
Specificatie controleverschillen in het kader van de rechtmatigheid
C.1
Getrouwheidsverschillen dienen voor de navolgende bedragen betrokken te worden bij het rechtmatigheidsoordeel (saldering is niet mogelijk) Specifieke rechtmatigheidsverschillen Subsidiebeheer Aanbestedingen Groningen Airport Eelde
C.2 1 2 3
Totaal controleverschillen ten behoeve van rechtmatigheidsoordeel
(332)
-
(332)
298
332
298
361 801 -
57 308
1.494
663
Pagina 32 Bijlage 2
Sisa Nummer specifieke uitkering conform Sisabijlage
Specifieke uitkering of overig
Fout of onzekerheid
E9 E27
Externe Veiligheid Brede doeluitkering verkeer en vervoer Regionale mobiliteitsfondsen (Regio Groningen – Assen 2030) Regionale mobiliteitsfondsen (Zuiderzeelijn/RSP) Quick Wins Binnenhavens Bijdrage Hoofdvaarwegen Groningen en Fryslân Verzameluitkering EL&I (incl. oud LNV) Doeluitkering jeugdzorg
Geen Geen
0 0
n.v.t. n.v.t.
Geen
0
n.v.t.
Geen
0
n.v.t
Geen Geen
0 0
n.v.t n.v.t.
Geen
0
n.v.t.
E28 E28 E30 E34 F3 H8
Onzekerheid
Financiële omvang in euro’s
p.m.
Toelichting fout/ onzekerheid
zie paragraaf doeluitkering Jeugdzorg
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan:
Provincie Groningen
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2011 van de provincie Groningen te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de exploitatierekening over 2011 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving, de Sisa-bijlage en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten Het college van Gedeputeerde Staten is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Tevens is het college van Gedeputeerde Staten verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de begroting en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het college van Gedeputeerde Staten is daarnaast verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 217, tweede lid, van de Provinciewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en het controleprotocol dat d.d. 28 september 2011 vastgesteld is door Provinciale Staten van de provincie Groningen. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden.
Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de provincie Groningen. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten, inclusief toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is d.d. 28 september 2011 vastgesteld door Provinciale Staten van de provincie Groningen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van de activa en passiva van de provincie Groningen per 31 december 2011 en van de baten en lasten over 2011 in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 217, lid 3, onder d, Provinciewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Groningen, .. april 2012
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. B.W. Littel RA