Programmarekening 2008
Inhoudsopgave Programmarekening 2008 Inleiding ...........................................................................................................................5 Deel 1 Politieke Verantwoording.....................................................................................7 Deel 2 Beschrijving en middeleninzet per programma ................................................. 45 Deel 3 Paragrafen ......................................................................................................231 Deel 4 Balans en Toelichting ...................................................................................... 289 Deel 5 Bijlagen ........................................................................................................... 331 Accountantsverklaring ................................................................................................. 349 Vaststelling Provinciale Staten .................................................................................... 351 Afkortingenlijst ............................................................................................................. 353 Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen ......................................... 357
Inhoudsopgave Programmarekening 2008
3
4
Inhoudsopgave Programmarekening 2008
Inleiding Voor u ligt de programmarekening 2008. Deze is opgesteld volgens comptabiliteitsvoorschriften, vervat in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten van 17 januari 2003, hierna aan te duiden als BBV. Het BBV bevat de regels voor de opzet en de inrichting van de begroting en de jaarstukken voor gemeenten en provincies. Deze voorschriften hangen voor een belangrijk deel samen met de invoering van het duale systeem in maart 2003. De scheiding in posities en bevoegdheden tussen Provinciale Staten en het College van Gedeputeerde Staten heeft gevolgen voor de inrichting en invulling van de jaarstukken. Een logische uitkomst is dat er twee rekeningsdocumenten zijn. Het eerste is de rekening voor de Staten die de kaderstellende functie - de allocatie en de autorisatie van de gelden - en de controlerende taak van de Staten ondersteunt. Het tweede is een document voor het College dat de bestuursbevoegdheden - de uitvoerende functie - ondersteunt. De Staten en het College krijgen op die manier elk hun eigen document. Het eerste document wordt getypeerd als de Programmarekening, het tweede als de Productenrekening. In onderstaande tabel is ter verduidelijking de relatie tussen de begroting 2008 en de jaarstukken 2008 weergegeven. BEGROTING 2008 Programmabegroting
JAARSTUKKEN 2008 Programmarekening
Inleiding
Inleiding
deel 1. Begroting 2008 in één oogopslag
deel 1. Politieke Verantwoording
deel 2. Programmaverantwoording 2008 deel 2. Programmaplan 2008-2011 deel 3. Paragrafen deel 3. Paragrafen deel 4. Balans en toelichting deel 4. Financiële begroting 2008 a. Financieel beleid 2008-2011 op hoofdlijnen b. Overzicht baten en lasten (programmabegroting) c. Meerjarenramingen 2008-2011 per programma deel 5. Bijlagen - aanvaarde moties en amendementen - overzicht single information single audit Productenbegroting
Productenrekening
Productenbegroting per productgroep
Productenrekening per productgroep + analyse verschillen en bijlagen
Bijlagen De onderdelen van de programmarekening zoals opgenomen in voorgaande tabel worden hierna verder toegelicht. Deel 1 Politieke Verantwoording Dit betreft de politieke verantwoording over de hoofdlijnen van het beleid, zoals wij die in ons collegeprogramma 2007-2011 hebben geformuleerd en hebben vertaald in de Programmabegroting 2008, de Voorjaarsnota 2008 en nadien opgetreden ontwikkelingen. Deel 2 Programmaverantwoording In de programmaverantwoording worden per thema de in de begroting 2008 vastgestelde onderwerpen inhoudelijk verantwoord. Tevens worden per programma, per thema en per productgroep de geraamde lasten en baten vergeleken met de realisatie.
Inleiding
5
Deel 3 Paragrafen In de paragrafen worden de onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de provincie, conform de voorschriften van het BBV. Deel 3 bevat o.a. beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede de lokale heffingen. Deel 4 Balans en Toelichting In dit deel is de balans met de toelichting op de balans opgenomen. Tevens worden hier de reservepositie, het verloop van het provinciefonds en het provinciale belastinggebied besproken. Verder zijn opgenomen: het verloop van de uitvoering provinciale investeringen (reserve ESFI) en cofinanciering (reserve Cofinanciering Kompas) en een overzicht van het nieuwe beleid over 2008. Deel 5 Bijlagen Stand van zaken moties 2008 Tijdens uw vergadering van 25 mei 2005, bij de behandeling van de Programmaverantwoording 2004, is afgesproken dat in de toekomst bij de Programmaverantwoording gerapporteerd wordt over de uitvoering van aanvaarde moties en amendementen. Als onderdeel van de bijlagen wordt hierover gerapporteerd. Bijlage Single Information Single Audit Middels de bijlage SiSa opgenomen in de Programmarekening 2008 leggen wij verantwoording af richting het rijk over 17 ontvangen specifieke uitkeringen.
6
Inleiding
Deel 1 Programmarekening 2008 Politieke Verantwoording
Inhoudsopgave Deel 1. Politieke Verantwoording 1.
Ondernemend Groningen ....................................................................................... 11
2.
Wonen..................................................................................................................... 15
3.
Karakteristiek Groningen......................................................................................... 19
4.
Bereikbaar Groningen ............................................................................................. 21
5.
Schoon/veilig Groningen ......................................................................................... 23
6.
Gebiedsgericht........................................................................................................ 27
7.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur ............................................................ 31
8.
Bestuur.................................................................................................................... 35
9.
Bedrijfsvoering ........................................................................................................ 37
10. Algemene middelen ................................................................................................ 39 11. Rekening in één oogopslag..................................................................................... 41
Inhoudsopgave
9
10
Inhoudsopgave
1.
Ondernemend Groningen
Hans Gerritsen: "De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tot medio 2008 lieten een positief beeld zien. Echter na deze periode kreeg ook de provincie Groningen te maken met de gevolgen van de wereldwijde kredietcrisis. Samen met bijvoorbeeld werkgever- en werknemerorganisaties proberen we daar waar het kan het bedrijfsleven te steunen. We hebben in 2008 geïnventariseerd welke projecten we versneld kunnen starten. Daarmee geven we de economie in Groningen een impuls." Bedrijvigheid Arbeidsmarktontwikkelingen De werkgelegenheid in stad en provincie Groningen nam in de periode 1 april 2007 tot 1 april 2008 toe met 3,6 procent. In vergelijking met de landelijke cijfers kent de provincie in deze periode een gunstige ontwikkeling van de werkgelegenheid; landelijk groeide de werkgelegenheid namelijk met 2,4 procent. Ondanks de groei die zichtbaar was in de periode tot 1 april 2008 maken we ons zorgen over de recente werkgelegenheidsontwikkelingen. De kredietcrisis heeft ook gevolgen voor de economische ontwikkeling in onze provincie. Dit werd in het najaar van 2008 zichtbaar. Uit cijfers van het UWV Werkbedrijf blijkt bijvoorbeeld dat in de periode november tot en met december 2008 het aantal werklozen in de provincie Groningen is toegenomen met 3,2 procent. Ondanks de afnemende werkgelegenheid is er in bepaalde sectoren, zoals de techniek, nog steeds sprake van een verschil tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Met het in 2008 vastgestelde Actieprogramma arbeidsmarkt 2008-2012 willen wij dit knelpunt aanpakken. We zetten bijvoorbeeld in op scholing. Goede scholing vergroot de kans op het vinden van een baan. Wij willen samen met gemeenten, kennisinstellingen en werkgever- en werknemerorganisaties zorgen voor voldoende en goed opgeleid personeel in economische sectoren, zoals techniek, bouw, zorg, onderwijs en zakelijke dienstverlening. Om dit te bereiken richten we ons in de periode 2008-2012 op vier actielijnen: investeren in de kwaliteit van de beroepsbevolking, talentontwikkeling, vergroten arbeidsparticipatie en stimuleren van ondernemerschap. Eind 2008 zijn we gestart met een inventarisatie van projecten die we in de komende periode versneld kunnen uitvoeren. Hiermee willen we de economie een impuls geven. Daarnaast zijn we samen met VNO NCW, MKB Noord, CNV, FNV Bondgenoten en het UWV Werkbedrijf een overleg gestart. Met dit overleg informeren wij elkaar over actuele ontwikkelingen. Groningen Seaports Voor Groningen Seaports was 2008 een recordjaar. De havens (Delfzijl en Eemshaven) hebben in 2008 een winst geboekt van 21 miljoen euro tegen 5,6 miljoen euro het jaar ervoor. Deze winst is te danken aan het grote aantal hectares grond dat werd verkocht of verpacht. In 2008 is in totaal 120 hectare verkocht/verhuurd. In 2007 was dat 17,6 hectare. De omzet steeg van 19,3 naar 37 miljoen euro. De overslag in de havens is in 2008 gestegen tot 7,9 miljoen ton (7,8 miljoen ton in 2007). Seaports Experience Center Dit jaar zijn we samen met Groningen Seaports, Hanzehogeschool Groningen, ISD Noordoost / Werkplein Eemsdelta en de Noordelijke Regieraad Bouw gestart met de voorbereidingen voor de oprichting van het Seaports Experience Center. De Eemshaven en het havengebied Delfzijl zijn sterk in ontwikkeling en de gevestigde (en nog te vestigen) bedrijven kunnen moeilijk voldoende en gekwalificeerd personeel vinden. Dit probleem zal in de toekomst naar verwachting alleen nog maar toenemen. Het Seaports Experience Center richt zich onder andere op het coördineren van activiteiten tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt. Bedrijven kunnen er in de toekomst stageprojecten en leerwerkplekken melden en scholieren kunnen er terecht voor het vinden van een stageopdracht of leerwerkplek. Het Seaports Experience Center krijgt daarnaast een informatie- en promotiefunctie.
Politieke Verantwoording
11
Landbouw Landbouwagenda In 2008 hebben we verschillende acties uit onze landbouwagenda 2008-2011 opgepakt, onder andere op het gebied van kennis, energie, klimaat en biologische landbouw. Over de biologische landbouw hebben we eind 2008 een netwerkbijeenkomst georganiseerd waaraan een breed scala van betrokkenen uit de biologische landbouw heeft deelgenomen. Er zijn enkele concrete initiatieven uitgekomen die verder ontwikkeld kunnen worden en op onze ondersteuning kunnen rekenen. Zo wordt de Week van de Smaak 2010 aangegrepen om biologische projecten meer onder de aandacht te brengen. Kennis en innovatie Verschillende projecten op gebied van ondermeer verduurzaming van de landbouw en kennisontwikkeling hebben subsidie van ons ontvangen. Bijvoorbeeld het Biogreenproject, waarbij digestaat uit mestvergisting wordt bewerkt tot mineralenconcentraten die kunnen worden aangemerkt als kunstmestvervanger. Dit project is door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aangewezen als één van de tien pilotprojecten. In dit project wordt geëxperimenteerd met de toepassing van mineralenconcentraten in de akkerbouw in de Veenkoloniën op de Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) Proefboerderij 't Kompas te Valthermond. Twintig akkerbouwers uit de regio zijn hierbij betrokken. Ook hebben we een haalbaarheidsonderzoek gefinancierd naar een Kenniscentrum voor de akkerbouw in Noordoost-Groningen (de Veenkoloniën). Wat betreft de Pootgoedacademie, die moet bijdragen aan verbetering van kennisdoorstroming en -uitwisseling in de pootgoedsector, kunnen we melden dat de pilot nu een jaar loopt en de telers veel nieuwe kennis hebben opgedaan en met elkaar hebben uitgewisseld. Het idee was om een landelijke pootgoedacademie van de grond te krijgen, maar dat is nog niet gelukt. LTO Noord gaat nu proberen om een Regionale Pootgoedacademie op te zetten. Hier zouden dan de provincies Fryslân, NoordHolland, Flevoland en Groningen in vertegenwoordigd zijn. Europees landbouwbeleid In 2008 maakten de Europese ministers van landbouw hun conclusies bekend over de vernieuwingen in het Europese landbouwbeleid. De ministers oordeelden dat de komende jaren de inkomenssteun aan boeren meer en meer afhankelijk moet worden van de mate waarin boeren maatschappelijke waarden als milieu, landschap, biodiversiteit (dus ook akkervogelbeheer) bevorderen. Het kabinet heeft aangegeven dat al vanaf 2010 de eerste stappen gezet kunnen worden en dat er dus al een begin kan worden gemaakt met extra beloning voor maatschappelijke prestaties. Aangezien er in Groningen een behoorlijke hoeveelheid aan Europese landbouwsubsidies neerdalen stond 2008 dan ook in het teken van een lobby richting de minister van LNV en Tweede Kamerleden. Inzet die wij hebben gepleegd concentreerde zich vooral rond akkervogels en akkerrandenbeheer en krijgt in 2009 een vervolg (zie ook 5. Karakteristiek Groningen onder Weide- en akkervogels). Visserij De minister van LNV heeft de zes kustprovincies gevraagd om invulling te geven aan het Europees Visserij Fonds (EVF) en uitgenodigd om te komen met een visie op duurzame visserij. Wij hebben daarvoor in oktober een bijeenkomst georganiseerd voor vissers en partijen, zoals de handel, overheden, organisaties als Raad voor de Wadden, maar ook horeca en toerisme. Duidelijk werd dat er zich genoeg kansen voordoen om de duurzame visserij een toekomst te geven, ondermeer door meer samenwerking, kennisverbetering en -uitwisseling, imagoverbetering van vis en de vissers. Wij zijn vervolgens aan de slag gegaan om de partijen daadwerkelijk bij elkaar te brengen om zo te komen tot een gezamenlijk visie op duurzame visserij in de Waddenzee. Dat krijgt in 2009 een vervolg. Ook heeft het ministerie van LNV aan de kustprovincies gevraagd of zij willen participeren in het EVF. Om daar uitvoering aan te geven, zijn we begonnen met het maken van een programma voor het onderdeel 'Versterken van visserijgemeenschappen'. Op basis van dat programma kunnen de komende jaren investeringen worden gedaan. Hiervoor is 5 miljoen euro beschikbaar voor de kustprovincies bedoeld voor het ondersteunen van lokale initiatieven. Het betreft de periode van 2009 tot en met 2013. Afspraak is dat de projectverwerving geschiedt via de LEADER-aanpak. We hebben duurzame visserij en EVF dan ook opgenomen in het LEADER-actieprogramma Hoogeland en een aparte LEADER-actiegroep opgericht.
12
Politieke Verantwoording
Recreatie en Toerisme Vaarrecreatie Wij willen vaarrecreatie in de provincie stimuleren. Daarom investeren wij in het aanleggen en verbeteren van vaarverbindingen. In 2008 is bijvoorbeeld de aanleg van het eerste deel van de nieuwe vaarroute van het Zuidlaardermeer naar Oost-Groningen ('Van Turfvaart naar toervaart') afgerond. In mei is deze route feestelijk geopend. Daarnaast is in 2008 is gewerkt aan het tweede deel van deze vaarverbinding; van het Kieldiep naar het Langeboschmeer bij Veendam. Ook zijn we gestart met de aanleg van de vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta. Om de mogelijkheden voor vaarrecreatie onder de aandacht te brengen van de vaarrecreant hebben we de promotie van de vaarcampagne een impuls gegeven met de campagne 'Groningen voor de boeg' STAR In 2008 zijn wij en de gemeenten Stadskanaal en Veendam door het bestuur van de Stichting Museumspoorlijn Stadskanaal Rail (STAR) op de hoogte gebracht van financiële problemen bij het project STAR. Om een volledig beeld te krijgen van de financiële stand van zaken is in opdracht van de provincie en de twee gemeenten een onderzoek uitgevoerd en gewerkt aan een oplossing. De afronding van dit traject verwachten wij in het eerste kwartaal van 2009. Toeristische promotiecampagne 'Er gaat niets boven Groningen' In opdracht van de provincie voert Marketing Groningen de toeristische promotiecampagne 'Er gaat niets boven Groningen' uit. Deze campagne heeft in 2008 een bronzen Effie gewonnen, een reclameprijs voor de meest effectieve campagnes. Het is de eerste toeristische regiocampagne in Nederland die in de prijzen valt. De Effie wordt in Nederland sinds 1984 ieder jaar uitgereikt en is een belangrijke communicatieprijs in Nederland. We streven naar een nieuwe campagne die in 2009 van start zal gaan.
Politieke Verantwoording
13
14
Politieke Verantwoording
2.
Wonen
Pim de Bruijne: "Bevolkingskrimp heeft effect op het aantal benodigde woningen, maar ook op het voorzieningenniveau in een gebied. We onderzoeken wat deze ontwikkeling precies betekent voor de woonkwaliteit in de regio's Eemsdelta en Oost-Groningen, en wat de gevolgen zijn voor de bewoners, de overheid en de wooncorporaties. Vervolgens moeten we samen met alle betrokken partijen aan de slag om het platteland en de kleine en grotere kernen leefbaar te houden." Ruimtelijke ontwikkeling Nieuwe Wet ruimtelijke ordening Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De bestuurlijke verantwoordelijkheden worden in deze nieuwe Wro op een zo laag mogelijk niveau gelegd ('decentraal wat kan, centraal wat moet'). Belangrijke gevolgen hiervan zijn dat de bestaande beleidsen doorwerkingsinstrumenten van de provincie (het streekplan en de goedkeuring van bestemmingsplannen) zijn komen te vervallen. Provinciale Staten dienen door de nieuwe Wro vooraf duidelijk aan te geven wat zij als provinciaal belang zien op het gebied van de ruimtelijke ordening in de provincie. Hier hebben wij in het, in 2008 door ons vastgestelde, voorontwerp Provinciaal Omgevingsplan (POP) reeds op ingezet (zie hst 6 Gebiedsgericht onder Provinciaal Omgevingsplan). Tevens is door de nieuwe Wro een andere verhouding ontstaan tussen gemeenten en provincie. Na de inwerkingtreding van de wet hebben we in het tweede deel van 2008 geparticipeerd in een stuurgroep met Groninger gemeenten om deze waar mogelijk te ondersteunen bij het vervullen van hun (nieuwe) taken op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Nota Ruimte In de Nota Ruimte beschrijft het kabinet haar visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland. In 2008 is hier een realisatieparagraaf aan toegevoegd. Hierin geeft het kabinet aan op welke nationale ruimtelijke belangen zij zich wil richten en met welke instrumenten zij deze gaat realiseren. Een aantal nationale ruimtelijke belangen en instrumenten uit de realisatieparagraaf komen in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Ruimte. Deze AMvB wordt het juridische normenkader bij de Nota Ruimte, maar is nog niet vastgesteld. In 2008 hebben wij via het Interprovinciaal Overleg succesvol onze bijdrage geleverd aan de invulling van de realisatieparagraaf bij de Nota Ruimte en de AMvB Ruimte. Onze inzet hierbij was dat wij geen nieuwe onderdelen in de realisatieparagraaf wilden. De vertaling van de Nota Ruimte naar de realisatieparagraaf moest, met andere woorden, beleidsneutraal worden. Ook wilden de provincies niet teveel detailbemoeienis vanuit het Rijk. De onderdelen waar directe werking naar lagere overheden functioneel zou zijn, moesten naar onze mening opgenomen worden in één AMvB Ruimte. Ten slotte hebben wij ervoor gepleit dat de AMvB zo integraal mogelijk zou worden opgepakt. Alle aspecten van de ruimtelijke kwaliteit zouden hier in opgenomen moeten worden. Mooi Nederland De landelijke samenwerkingsagenda 'Mooi Nederland' heeft als doel de verrommeling van het landschap tegen te gaan. Dit door stimulering (subsidies, overleg) en wetgeving. Een voorbeeld hiervan is de SER-ladder. In de SER-ladder staan richtlijnen rondom de ontwikkeling van (nieuwe) bedrijventerreinen. Het gebruik van de SER-ladder vindt u terug in het voorontwerp POP. Hierin is opgenomen dat een restrictief beleid wordt gevoerd voor uitbreiding van (nieuwe) bedrijventerreinen. De provincie legt het accent op revitalisering van bestaande bedrijventerreinen om zo verrommeling van het landschap tegen te gaan. Een ander voorbeeld uit de samenwerkingsagenda is het gebruik van snelwegpanorama's. Dit zijn open gebieden die unieke landschappelijke kwaliteiten hebben. In de provincie Groningen is dit (een deel van) de Drentsche Aa bij de A28. In de voorontwerp Omgevingsverordening (zie hst 6 Gebiedsgericht onder Provinciaal Omgevingsplan) is opgenomen dat in bestemmingsplannen het vrije uitzicht vanaf de snelweg op dit landschap moet worden gewaarborgd.
Politieke Verantwoording
15
Ruimtelijke kwaliteit in de provincie Centraal uitgangspunt van ons ruimtelijke ordeningsbeleid is en blijft het streven naar een zo hoog mogelijke ruimtelijke kwaliteit. Deze ruimtelijke kwaliteit staat soms vanwege diverse redenen onder druk. De provincie wil, vanuit haar eigen rol, een bijdrage leveren om deze kwaliteit te beschermen en verder te ontwikkelen. Het beschermen gebeurt via de regels in de Omgevingsverordening. Bij het ontwikkelen en stimuleren bieden wij ondersteuning aan door het Provinciaal Bouwheerschap en de zogenaamde keukentafelgesprekken (zie onderstaand). Provinciaal Bouwheerschap In 2008 is verder gewerkt aan de uitvoering van de Nota Provinciaal Bouwheerschap. Hiermee zetten wij mensen en financiële middelen in om alle projecten die met ruimtelijke ordening te maken hebben op een hoogstaand niveau te tillen. In de afgelopen jaren is het Provinciaal Bouwheerschap een begrip geworden, zowel in de eigen organisatie als daarbuiten. Het bouwheerschap draagt de rol als ambassadeur, ontwerper, adviseur en toetser. In 2008 is er vanuit het bouwheerschap ambtelijk geadviseerd over en geparticipeerd in grote projecten waarbij de provincie nauw betrokken is. In Meerstad via de klankbordgroep (participantenontwerpadviesgroep), in Regio Groningen-Assen als medevoorbereider van een extern kwaliteitsteam en als ontwerpadviseur vanuit de provinciale belangen. Bij Leek-Roden als deelnemer in multidisciplinaire ontwerpgroepen en bij de Veenkoloniën als ontwerpend participant aan de ontwikkeling van de Veenkoloniën-Zuid. Daarnaast heeft het bouwheerschap inbreng gehad in infrastructurele projecten, zoals de inpassing van wegen. Het bouwheerschap heeft met alle Groninger gemeenten ambtelijk overlegd over de aanpak en kwaliteit van plannen en processen. Soms op hoofdlijnen (gemeente Groningen), soms tot op detailniveau (kleinere gemeenten). De jaarlijkse studiereis van het Provinciaal Bouwheerschap, samen met gemeentelijke portefeuillehouders en hun ambtelijke adviseurs, ging naar Gelderland en stond in het teken van gebiedsontwikkeling en de nieuwe Wro. Deze studiereis had als doel alle betrokkenen bewust te maken en te betrekken bij ons streven naar een zo hoog mogelijke ruimtelijke kwaliteit in de provincie Groningen. Dit door het delen van kennis en het creëren van bewustwording. Keukentafelgesprekken Voor het vergroten of nieuw aanleggen van agrarische bouwblokken werken we in de provincie Groningen sinds enkele jaren met keukentafelgesprekken. Dit zijn maatwerkgesprekken waarbij de betreffende gemeente, de initiatiefnemer en alle andere betrokken instanties samen om de keukentafel zitten om te bepalen op welke wijze tegemoet gekomen kan worden aan de wens van de agrariër. In totaal zijn in 2008 vijfenzestig keukentafelgesprekken gevoerd. Vanaf 2008 wordt overigens onderscheid gemaakt tussen provinciale en gemeentelijke keukentafelgesprekken. De provincie richt zich op de meer kwetsbare gebieden en als de uitbreidingen groter zijn dan 1,5 hectare. De gemeenten nemen samen met Libau de kleinere, eenvoudige en voor het landschap minder ingrijpende schaalvergrotingen voor hun rekening. De provincie draagt financieel bij aan een landschapsarchitect bij Libau. In 2008 zijn er achttien provinciale en zevenenveertig gemeentelijke keukentafelgesprekken gevoerd. Wonen Bevolkingskrimp De demografische ontwikkelingen in onze provincie hebben een nauwe relatie met het woningbouwbeleid. We weten dat de komende jaren niet alleen de samenstelling van de bevolking zal veranderen, maar dat met name in de regio's Eemsdelta en Oost-Groningen sprake zal zijn van bevolkingskrimp. Het afgelopen jaar hebben wij ons ingezet om de bewustwording van en de kennisbevordering over deze ontwikkelingen te vergroten. Gezien de schaal waarop de problematiek zich voordoet, hebben wij de gemeenten Eemsmond, Delfzijl, Appingedam, Loppersum en De Marne en alle negen Oost-Groninger gemeenten gevraagd om vóór oktober 2009 op regionaal niveau een visie en concrete aanpak te ontwikkelen en vast te leggen in een woon- en leefbaarheidsplan. Aandachtspunten zijn de transformatie van de bestaande woningvoorraad en de planning en verdeling van woningen en voorzieningen. Kwaliteitsslag goedkope koop Samen met de streekraad Oost-Groningen, de stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting en de woningbouwcorporaties hebben we in 2008 het samenwerkingsverband Kwaliteitsslag Goedkope Koop opgericht. Doelen zijn om te onderzoeken hoe de kwaliteit van koopwoningen in het goedkope segment verbeterd kan worden en een uitvoeringsvoorstel uit te werken. In dit kader hebben we
16
Politieke Verantwoording
gezamenlijk een onderzoek gestart naar de effecten van de krimp in het gebied op basis van verschillende scenario's, bijvoorbeeld niets doen of juist actief ingrijpen. Verder hebben wij Grontmij de opdracht gegeven in kaart te brengen wat de opgave is en wat de kosten zijn om het op te lossen. Regio Groningen-Assen In de regio Groningen-Assen blijft sprake van sterke groei van de bevolking en de woningbehoefte. Ook in 2008 hebben wij ondersteuning verleend aan de gemeenten in deze regio bij de realisatie van hun woningbouwtaakstellingen. Er zijn 3.323 woningen gerealiseerd, waarmee de ambitieuze taakstelling van 6000 woningen in 2008 voor 25 procent is gehaald. Verder hebben wij met de regio nieuwe afspraken gemaakt over de regionale woningbouwopgaven en de realisatie per gemeente. Met de woningbouwmonitor volgen wij de ontwikkelingen nauwlettend. Convenant Wonen en Zorg Om de positie van kwetsbare groepen op de woningmarkt te verbeteren, hebben wij twee jaar geleden met gemeenten en woningcorporaties convenanten Wonen en Zorg ondertekend voor de regio Groningen-Assen en de gemeenten Marum en Grootegast. Afgelopen jaar is de uitvoering hiervan geëvalueerd. Het blijkt dat men goed aan de slag is met de ontwikkeling van plannen voor de bouw van woningen voor ouderen en mensen met een beperking. In 2008 hebben wij voor Noord- en Oost-Groningen eenzelfde convenant ondertekend. Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Afgelopen jaar hebben wij een provinciale stimuleringsregeling Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) opgesteld. Het Rijk heeft hier geld beschikbaar voor gesteld. Het CPO sluit aan op onze ambities de kwaliteit van woningen en woonomgeving te verhogen. De regeling is bedoeld voor particulieren die in groepsverband hun huis willen laten bouwen of verbouwen, zonder winstoogmerk. De regeling treedt op 1 januari 2009 in werking. Ganzedijk In februari 2008 werd Ganzedijk landelijk nieuws. Architectenbureau KAW had onderzoek uitgevoerd in opdracht van de gemeente Reiderland, woningcorporatie Acantus en de provincie. De conclusie was dat sloop van zevenenvijftig in slechte staat verkerende woningen onontkoombaar was. De bewoners vonden deze slotsom te voorbarig. Vervolgens hebben wij de bewoners de gelegenheid gegeven zelf een plan voor de toekomst van het dorp ontwikkelen. Samen met de gemeente en de corporatie hebben we besloten dat totale sloop niet meer aan de orde is. Acantus gaat de huurwoningen verbeteren en particuliere eigenaren zullen gestimuleerd worden hun huizen te verbeteren. In het totaalplan wordt sloop niet uitgesloten, als dit gezien de bouwkundige situatie en de plek waar ze staan beter is. In het najaar hebben we samen de gemeente, Acantus en de bewoners een projectgroep gevormd. Deze groep gaat in gezamenlijkheid een uitvoeringsplan opstellen. De opdrachtformulering hiervoor is inmiddels afgerond.
Politieke Verantwoording
17
18
Politieke Verantwoording
3.
Karakteristiek Groningen
Douwe Hollenga: "Samen met ondermeer agrarische natuurverenigingen en terreinbeherende organisaties hebben we een actieprogramma gemaakt voor weide- en akkervogels: 'Meer doen in minder gebieden'. Onze aanpak is concentratie van middelen in die gebieden waar de meeste soorten nog vrij veel voorkomen en waar voldoende jongen worden geboren om de populatie op peil te houden. Zo proberen we het geld dat we hebben, zo effectief mogelijk in te zetten." Waddenzee Begin 2008 hebben de Nederlandse en Duitse overheden een gezamenlijk nominatiedossier voor de Waddenzee ingediend bij UNESCO. Dit dossier beschrijft het belang van het ecosysteem van de Waddenzee en het unieke karakter van de biodiversiteit. In september heeft UNESCO een veldbezoek gebracht aan de Waddenzee om het voorgedragen erfgoed ter plekke te bekijken. Er is gekeken naar de grenzen van het erfgoed, feitelijke en mogelijke risico’s zijn in kaart gebracht. Ook is er gesproken met plaatselijke overheden, de lokale bevolking en belangenorganisaties. Dit onderzoeksproces moet leiden tot een rapport op basis waarvan naar verwachting in 2009 een beslissing wordt genomen. Medio 2008 is het concept 'Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddengebied Léven in de Wadden' tijdens de Waddentoogdag in Den Helder gepresenteerd. Met dit plan is voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse waddenbeleid met alle betrokken overheden een gezamenlijke koers uitgezet. Raden, staten en waterschapsbesturen zijn eind 2008 via voorlichtingsbijeekomsten geïnformeerd over de inhoud van dit plan, en in 2009 nemen zij het definitieve besluit. Weide- en akkervogels In 2008 hebben Provinciale Staten de nota Weidevogels - Akkervogels Provincie Groningen 'Meer doen in minder gebieden' vastgesteld. Aanleiding voor deze nota was de rondetafelconferentie over de toekomst van het weidevogelbeheer in Groningen, die op initiatief van de Provinciale Staten plaatsvond in november 2006. De nota geeft uitvoering aan de moties die in januari 2007 door de staten zijn aangenomen. In overleg met verschillende beheerders (waaronder agrarische natuurverenigingen en terreinbeherende organisaties) is de nota tot stand gekomen. Kernboodschap is het bundelen van maatregelen ter bescherming van weidevogels (zoals de grutto, tureluur en wulp) en akkervogels (zoals de veldleeuwerik, patrijs en geelgors) in louter die gebieden die nog goede kansen bieden voor deze soorten. Meer doen in minder gebieden dus. Ondanks onze aanpak, waarbij we de afname van het aantal weide- en akkervogels proberen te stoppen en zelfs proberen te laten toenemen, maken we ons toch zorgen over de kansen voor met name de akkervogels. Het afgelopen jaar was het eerste jaar waarin de braakregeling niet meer werd toegepast, waardoor het aantal beschikbare hectares voor deze vogels in Groningen snel is gedaald. Daarom hebben wij ons in 2008 ingezet voor meer geld voor akkerranden, om het aantal hectares voor akkervogelbeheer uit te breiden. We hebben ondermeer gelobbyd richting Tweede Kamerleden, wat heeft geleid tot een verhoging van de begroting van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) 2009 met 5 miljoen euro voor weidevogels inclusief 200.000 euro als extra impuls voor de akkervogels in de provincie Groningen. Bovendien werd er een motie aangenomen meer gericht op lange termijn oplossingen in verband met de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid om ondernemers meer te belonen voor akkerrandenbeheer (zie ook hst 1 Ondernemend Groningen onder Europees Landbouwbeleid). Natura 2000 Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek In 2008 is een start gemaakt met de voorbereidingen van de totstandkoming van de Natura 2000 beheerplannen voor het Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek. Bij de plannen wordt gezocht naar een optimale balans tussen natuur, ruimtelijke ontwikkeling en landbouw. In september 2009 moeten de plannen in concept klaar zijn.
Politieke Verantwoording
19
Waddenzee en Natuurbeschermingswet Ook de Waddenzee is een Natura 2000-gebied. Hier speelde in 2008 de vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet aan Nuon voor de mogelijke effecten op de natuur als gevolg van de bouw en het gebruik van een electriciteitscentrale in de Eemshaven. Begin 2008 heeft de minister van LNV een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 afgegeven. De Raad van State heeft deze vergunning geschorst, onder andere omdat het Ministerie van LNV onbevoegd was om vergunning te verlenen voor het hele gebied. Voor een deel ligt het bevoegd gezag bij de provincie Fryslân. Eind 2008 heeft ook de provincie Fryslân in het kader van de Natuurbeschermingswet een vergunning afgegeven voor de centrale. Wij hebben deze vergunning met Fryslân inhoudelijk voorbereid. Programma Landelijk Gebied Agrarische structuurverbetering De agrarische structuurverbetering is nog in volle gang. Via kavelruil is in 2008 in totaal 126 hectare gerealiseerd. We hebben inmiddels een kavelruilbureau. Er zijn in de hele provincie voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd over de mogelijkheden en voordelen van kavelruil. We verwachten de piek van zowel de klassieke landinrichting en van de inrichtingsprojecten Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in 2009/2010. Samen met Dienst Landelijk Gebied hebben we onderzocht waarom enkele opdrachten niet sneller gaan, met name op de doelen als verdroging, inrichting EHS en vergroting landbouwkavels. Het merendeel van de vertraging wordt veroorzaakt door de juridische procedures die moeilijk te beïnvloeden zijn. Realisatie Ecologische Hoofdstructuur Wat betreft de doelstelling rondom de realisatie van de EHS liggen wij op schema. In 2008 is 500 hectare ingerichte EHS gereed gemeld (in de meeste gevallen inclusief verdrogingsbestrijding). We hebben in 2008 voor 109 hectare subsidie toegekend voor de omvorming van landbouwgrond naar natuur door particulieren. Dit betrof reeds begrensde reservaatsgronden bedoeld voor particulier natuurbeheer. Zowel de verwerving als inrichting betreft ook de robuuste verbindingszones. Inrichting en beheer In 2008 hebben we weer veel projecten gefinancierd vanuit het Programma Landelijk Gebied betreffende inrichting en beheer van het landschap. Bijvoorbeeld het herstel van in totaal twaalf slingertuinen en honderd bijzondere landschapselementen. Wat betreft ons Nationaal Landschap Middag-Humsterland hebben we in 2008 veel energie gestoken in het goed in kaart brengen van het karakteristieke slotenpatroon. Dat heeft geleid tot een cascokaart die wordt opgenomen in het POP 2009-2013 en de betreffende bestemmingsplannen. Een zeer groot deel van de in totaal achthonderd kilometer aan sloten is vastgelegd en een deel blijft flexibel om dempverzoeken van boeren in te willigen. Daarnaast zijn we een onderzoek gestart naar mogelijkheden voor het belonen van deze boeren voor zogenaamd passief beheer in verband met de natuurlijke handicap waar zij mee te maken hebben; de kleine kavels. Daarvoor willen we als provincie een beroep doen op het Europese beleid voor ‘Less Favourite Areas’, beter bekend als ‘probleemgebieden’. In 2009 hopen we daar meer duidelijkheid over te kunnen geven. Landschap heeft in 2008 landelijk veel aandacht gekregen. In september 2009 werd door het Rijk, provincies, gemeenten en tientallen belangenorganisaties het 'Akkoord van Apeldoorn' ondertekend. Dit akkoord is een gezamenlijke noodkreet om 'Mooi Nederland' te behouden en de verrommeling van het landschap tegen te gaan. De Task Force Financiering Landschap Nederland presenteerde eind 2008 haar bevindingen in het advies 'Landschap verdient beter!'. Ook wij zijn in 2008 aan de slag gegaan om te onderzoeken of er mogelijkheden bestaan voor het financieren van ons landschap. We zijn een quick scan gestart naar kansen en mogelijkheden voor een gebiedsfonds (financiële middelen) in het Zuidelijk Westerkwartier voor een duurzaam en langjarig beheer en onderhoud van de houtsingels. De extra middelen voor landschap (1 miljoen euro per jaar) hebben we in 2008 onder andere ingezet als investeringsimpuls voor de komende drie jaar voor de houtsingels in het Zuidelijk Westerkwartier, zodat we vijfentwintig kilometer per jaar kunnen opknappen (zie ook hst 6 Gebiedsgericht onder West). Ook de betrokken gemeenten hebben een behoorlijke bijdrage geleverd.
20
Politieke Verantwoording
4.
Bereikbaar Groningen
Henk Bleker: "Het jaar 2008 kunnen we beschouwen als fundament voor de Groninger infrastructuur en mobiliteit van de komende jaren. De minister van Verkeer en Waterstaat en vertegenwoordigers van Noord-Nederland ondertekenden vlak voor de zomer het convenant Regiospecifiek Pakket/ Zuiderzeelijn. Maar ook binnen de provinciegrenzen werden fundamentele afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over het sparen binnen de Brede Doeluitkeringsgelden. Dit maakt het mogelijk in de komende jaren grote infrastructurele verbeteringen aan te brengen die nodig zijn om onze economie op peil te houden en te ontwikkelen." Een busvervoerder in Groningen en Drenthe Het OV-bureau Groningen Drenthe heeft de voorbereidingen van de aanbesteding van het busvervoer in 2008 afgerond. In het voorjaar van 2009 zal de gunning aan de vervoerder plaatsvinden, die vanaf december 2009 gaat rijden. Al het openbaar busvoer in Groningen en Drenthe wordt in één concessie aanbesteed, met uitzondering van een aantal treinvervangende lijnen, zoals de Qliners en het huidige kleinschalige openbaar vervoer, zoals regiotaxi's en servicebussen. Trein en tram Op het terrein van het openbaar vervoer is de planvorming voor een aantal concrete projecten uit het Regiospecifiek Pakket (RSP) in gang gezet in 2008. Daarbij kunt u denken aan de gedeeltelijke verdubbeling van het spoor Leeuwarden-Groningen, de reactivering van de spoorlijn ZuidbroekVeendam en de opwaardering en toegankelijkheid van stations. Onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep Regiotram is in 2008 het Raamwerk Regiorail opgesteld (zie hst 6 Gebiedsgericht onder Centraal – Regio Groningen-Assen). De eerste en de tweede lijn van de tram van de stad Groningen zijn in het Raamwerk onlosmakelijk verbonden met de spoorse verbindingen van nu en die van de toekomst. Voor die toekomstige spoorlijnen is in 2008 ondermeer begonnen met de planstudie naar de treinverbinding Veendam-Stadskanaal en de eerste verkenning naar de treinverbinding GroningenHeerenveen. Regiospecifiek Pakket Ook de Zuidelijke Ringweg Groningen is opgenomen als een van de concrete bereikbaarheidsprojecten in het RSP. In lijn met het advies van de commissie Elverding is eind 2008 de eerste stap gezet naar het zogenaamde bestuurlijk voorkeursalternatief, als tussenstap tussen de uitgevoerde verkenning en het planstudiebesluit. Aan de hand van kwaliteiten als doorstroming, milieu en leefbaarheid, maar zeker ook het taakstellend budget en de raadpleging van de bevolking, zullen wij het bestuurlijk voorkeursalternatief uiterlijk 1 juli 2009 voorleggen aan de minister van Verkeer en Waterstaat in het voorjaarsoverleg van 2009. Het Regionaal Mobiliteitsfonds is beschikbaar voor projecten die in principe voor 2020 klaar kunnen zijn, of waarvan de realisatie start voor 2020. Voor een aantal van deze projecten is in 2008 een belangrijke basis gelegd. Zo is in dit jaar de tracékeuze voor de N361 (Mensingeweer-Groningen) voorbereid. Voor de toekomstige spoorlijnen is in 2008 ondermeer de planstudie naar de treinverbinding Veendam-Stadskanaal uitgevoerd en is begonnen met de eerste verkenning naar de treinverbinding Groningen-Heereveen. Andere infrastructuur In 2008 is doorgewerkt aan de planstudie voor de verdubbeling van de N33 (Assen-Zuidbroek). In het voorjaar van 2008 is na een lange periode van intensieve consultatie van bewoners rondom alternatieven voor de rondweg Zuidhorn een keuze gemaakt door Provinciale Staten. Daarmee viel het doek voor de rondweg om Noordhorn en kon alternatief 4A-III, het alternatief tussen Noordhorn en Zuidhorn door, verder worden uitgewerkt. Ook werd in 2008 in samenspraak met de bevolking van de wijken langs de Oostelijke Ringweg en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven gewerkt aan het eindbeeld voor de Oostelijke Ringweg. Een ander intensief interactief traject liep in 2008 voor de vervanging van de bruggen over het Van Starkenborghkanaal in Aduard en bij Dorkwerd. Zowel het
Politieke Verantwoording
21
eindbeeld van de Oostelijke Ringweg als het bruggenplan voor Aduard en Dorkwerd zullen begin 2009 worden voorgelegd aan Provinciale Staten. De ongelijkvloerse kruising bij Alteveer die aan het begin van 2008 is geopend, is een belangrijke bijdrage aan het eindbeeld voor de N366 (Veendam-Ter Apel). In dit eindbeeld vormt de N366 in de toekomst een veilige verbinding tussen Veendam en Ter Apel.
22
Politieke Verantwoording
5.
Schoon/veilig Groningen
Rudi Slager: “Met het 100.000 woningenplan geven we uitvoering aan de ambities uit het Energieakkoord op het gebied van de gebouwde omgeving: in de periode tot 2015 35.000 nieuwe energiezuinige woningen duurzaam bouwen en 65.000 bestaande woningen met minimaal twee energielabels verbeteren in Noord-Nederland. Daarmee zijn wij straks een innovatief voorbeeldgebied voor duurzaam bouwen en het levert een lagere energierekening.” Milieu Wabo De invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is een aantal keren uitgesteld, van 1 januari 2008 naar 2009 en nu naar 2010. De voorbereiding van de organisatie op de inwerkingtreding van de Wabo is in 2008 onverminderd voortgezet. Nieuwe werkprocessen zijn beschreven en er zijn concept samenwerkingsovereenkomsten tot stand gekomen op basis waarvan de provincie, gemeenten en waterschappen van elkaars kennis gebruik kunnen maken en elkaars capaciteit kunnen inhuren. In 2008 is een verkenning naar de mogelijkheden voor omgevingsdiensten voorbereid, die begin 2009 zal worden uitgevoerd. Grote complexe vergunningen In 2008 hebben zich wederom bedrijven gemeld die nieuwe initiatieven willen realiseren in de Eemshaven. Het betreft een gasgestookte elektriciteitscentrale van Eemsmond Energie (Advanced Power) en een grootschalige olieopslag van Vopak. Vooroverleg over de noodzakelijke vergunningstrajecten is gestart en de procedures zullen in 2009 worden doorlopen. Voor een aantal in 2007 vergunde initiatieven speelde in 2008 beroepsprocedures bij de Raad van State. De vergunning op grond van de Wet milieubeheer van Nuon is door de Raad van State vernietigd. Naar verwachting kan voor Nuon medio 2009 een aangepast besluit worden genomen. De uitspraak over de vergunning op grond van de Wet milieubeheer van RWE volgt begin 2009. Verder is de ontgrondingsprocedure voor de havenverdieping in procedure gebracht. In Delfzijl in 2008 gestart met de bouw van de afvalverbrandingsinstallatie van de onderneming E.On Energy from Waste (voorheen BKB). Ook hier speelde in 2008 een procedure bij de Raad van State waarbij de beroepen tegen de Wet milieubeheervergunning ongegrond zijn verklaard. De ontwikkeling met betrekking tot nieuwe chemieprojecten hebben zich (nog) niet doorgezet. Gasfabrieklocaties In 2008 is de sanering op de locatie in Pekela, in opdracht van de gemeente, in uitvoering gegaan. Ook is in 2008 het aanbestedingsproces voor de saneringen voor de locaties in Appingedam, Stadskanaal en Bedum doorlopen. Deze saneringen zullen in 2009 daadwerkelijk uitgevoerd worden. De locatie in Winschoten is nog steeds in de voorbereidende fase. Woltersum Begin april 2008 is er in Woltersum een voorlichtingsavond georganiseerd voor omwonenden, omdat er ongerustheid was over de kwaliteit van de waterbodem in de slootjes rondom de gesaneerde voormalige stortlocatie. Naar aanleiding hiervan is een aantal onderzoeken gestart naar de kwaliteit van de waterbodem in de slootjes en aangrenzende weilanden. Hieruit zijn geen alarmerende resultaten gekomen, maar de sloten en slootkanten worden wel gesaneerd. De verwachting is dat in het voorjaar 2009 met de sanering kan worden begonnen. Voormalige rioolpersleiding In 2006 is opdracht verleend door waterschap Noorderzijlvest voor de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve van de rioolpersleiding Groningen-Delfzijl. Eind oktober is dit project succesvol ten einde gebracht en is er geen risico meer. Klimaat In december is de aanvraag van de provincie Groningen voor de regeling Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) bij SenterNovum ingediend. Op het SLOK-programma anticipeert de provincie Groningen ondermeer met het Actieplan Biomassa en het 100.000 woningenplan (zie onder Energie). De regeling SLOK is bedoeld voor de (personele) uitvoering van klimaatprogramma's. De
Politieke Verantwoording
23
maximaal verkrijgbare uitkering voor de provincie Groningen is 326.692 euro. Wij verwachten in april 2009 bericht te ontvangen van SenterNovum of onze aanvraag is gehonoreerd. Water Kust In de in 2008 vastgestelde Kustvisie is gekozen voor de overstromingsrisicobenadering. Dit betekent dat naast het verdedigen van de kust, het beperken van de gevolgen van overstroming centraal staat. Zeewaarts aanpassen van de bestaande primaire waterkering is het uitgangspunt. Daarnaast is in de voorontwerp POP aan beide zijden van de zeekering ruimte gereserveerd voor het toekomstig waarborgen van de veiligheid. Bij de havens (Lauwersoog, Eemshaven en Delfzijl), die een open verbindingen hebben met de zee is gekozen voor maatwerk. Kaderrichtlijn Water De doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn samen met de maatregelenpakketten en de financiële consequenties omschreven in de KRW Beslisnota, die in 2008 is vastgesteld door Provinciale Staten. Gemaal bij Lauwersoog Het Bestuurlijk Overleg Watervisie Lauwersmeer (BOWL) heeft, na uitgebreid onderzoek, gekozen voor een nieuw te bouwen gemaal op Lauwersoog. Daarmee kunnen zowel het (vrije) afwateren van het achterland van Fryslân en Noordwest-Groningen als de natuurdoelstellingen (Natura2000) het best worden gegarandeerd. Eind 2008 heeft het BOWL de minister van LNV over dit standpunt geïnformeerd. Eind 2008 waren wij nog in afwachting van een reactie van de minister van LNV op de vraag of zij op grond van de te behalen doelstellingen met ons van mening is dat zij een substantiële financiële bijdrage zou moeten leveren aan de bouw van het gemaal. Waterberging Eind 2008 waren de Ulsderpolder, de Onner- en Oostpolder inzetbaar voor waterberging. Daarmee is ruim 39 miljoen m3 waterbergingsvolume beschikbaar (76 procent van het totaal). In de omgeving van Nieuweschans zijn voor de realisering van de robuuste verbindingszone en het laatste nog te realiseren grootschalige waterbergingsproject in Groningen gronden aangekocht. De uitvoering van dit project start in 2009. Ratten Het aantal muskusratten dat in 2008 is gevangen ligt iets lager ten opzichte van voorgaande jaren. Toch was de toename van het aantal beverratten in onze provincie aanleiding voor het uitbreiden van de bestrijdingsformatie. Ook is begonnen met het uitwerken van een proef waarbij in twee gebieden in Groningen de muskusratten niet langer worden gevangen. Dit om te kijken of en hoe de populatie (en de schade die de dieren veroorzaken) zich zonder vangst stabiliseert. De uitkomsten van de proef zijn een belangrijke informatiebron voor de discussie rond nut en noodzaak van het vangen van de muskusratten. Een betere wetenschappelijke verantwoording en een uitgewerkte schaderegeling vergen meer tijd, waardoor de proef pas in 2009 kan worden vastgesteld en gestart. Energie Energieakkoord Het eerste jaar (2008) van de uitvoering van het Energieakkoord is vooral een jaar geweest van het opzetten van een effectieve uitvoeringsorganisatie en het investeren in projectontwikkeling en concrete beleidsmaatregelen. Niettemin zijn reeds belangrijke resultaten geboekt. Voorbeelden zijn de realisering van fase III van Stichting Energy Valley en de start van het Flexinesproject dat de basis vormt van RenQi, één van de drie te realiseren kennisinstituten. Op dit moment is nog geen inzicht te geven in de voortgang op het gebied van duurzame energieproductie en CO2-emissiereductie. De Energy Valley provincies hebben voor dit doel inmiddels een projectenmonitor ontwikkeld die door de Stichting Energy Valley beheerd wordt. De verwachting is dat in 2009 een kwantitatief overzicht gegeven kan worden van de voortgang. Met de verwachte vestiging van de energiecentrales van RWE en Nuon in de Eemshaven levert Noord-Nederland een belangrijke bijdrage aan een onafhankelijke positie op de energiemarkt. Ook het
24
Politieke Verantwoording
positieve effect op de werkgelegenheid is reden om de bedrijven welkom te heten in het Eemshavengebied. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is de tijdige uitbreiding van de elektriciteitsinfrastructuur, waar we veel aandacht aan geven. Daarnaast vinden wij het belangrijk om ontwikkelingen rond grootschalige afvang van CO2 te stimuleren, evenals het transport en de eventuele opslag van CO2 in de ondergrond. Schone energie en CO2-emmissiereductie zijn ook op andere gebieden van belang. Het Actieplan Biomassa bijvoorbeeld, kan in kwalitatieve zin bijdragen aan het ontwikkelen van biomassaprojecten. In het afgelopen jaar is ondermeer gewerkt aan een Europese samenwerkingsproject ADORE-IT, waarin de niet-technische barrières voor projecten op het gebied van biobrandstoffen uit de weg worden geruimd. Met dit soort projecten kan biomassa een sterkere positie innemen in beleid en markt. Daarnaast is een aantal marktinitiatieven ondersteund, zoals bijvoorbeeld het subsidiëren van haalbaarheidsstudies. 100.000 woningenplan (Actieplan gebouwde omgeving) In december 2008 is het 100.000 woningenplan vastgesteld, als uitwerking van een van de thema's van het Energieakkoord Noord-Nederland. In dit plan is als doel opgenomen dat in 2015 100.000 woningen voldoen aan de ambities uit het Energieakkoord. Die ambitie richt zich op nieuwbouw en op bestaande bouw. De grootste opgave ligt in de bestaande bouw, waarbij naast energie en betaalbaarheid van wonen ook het krimpvraagstuk en de kwaliteit van bestaande goedkope woningen een rol spelen (kwaliteitsslag goedkope koop). De betrokken overheden willen dat in die periode 20082015 65.000 bestaande woningen met minimaal twee energielabels verbeteren door onder andere isolatie en toepassing van betere technieken. In het plan staat ook dat er in dezelfde periode tenminste 35.000 woningen duurzaam gebouwd moeten worden die energiezuinig zijn. Daarvoor zou onder andere voor nieuwbouw niet de landelijke Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van 0,8 moeten gaan gelden, maar een vernieuwde regionale EPC van 0,5. Recent is bekend geworden dat de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), en Wonen, Wijken en Integratie zullen zorgen voor een Algemene Maatregel van Bestuur voor een noordelijke energieprestatienorm wat de realisatie van deze 35.000 woningen dichterbij brengt. Energie Beter Van 1 oktober 2007 tot en met 30 juni 2008 liep het project Energie Beter. Doel van Energie Beter was om de CO2-uitstoot te verminderen door de twintig procent laagst verdienenden in de provincie voelbaar en blijvend (gemiddeld ruim tweehonderd euro per jaar) te laten besparen op hun energierekening. Er namen 12.500 huishoudens deel, waarmee de doelstelling van 15.000 pakketten voor 83 procent is gehaald. Deelnemers kregen een box met energiebesparende producten en een bespaaradvies op maat. Verder zijn van de 70 medewerkers (langdurig werkelozen) die speciaal zijn opgeleid tot administratief medewerker, energiemonteur of energieadviseur 24 mensen doorgestoomd naar een andere baan. Risicobeleid en Veiligheid Toetsing planvorming Op grond van de wet Rampen en Zware Ongevallen zijn in 2008 de vijfentwintig gemeentelijke rampenplannen door het college van Gedeputeerde Staten getoetst. Daarnaast is het nieuw gemeentelijk modeldraaiboek 'Registratie van slachtoffers' door het college getoetst. Er zijn verschillen in de draaiboeken geconstateerd. Deze worden nu onderling afgestemd en aangepast. Wetsvoorstel Wet veiligheidsregio's De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is tegemoet gekomen aan de kritiek van Provinciale Staten van Groningen en de commissarissen van de Koningin (CdK’s) en de wensen vanuit de Tweede Kamer om de CdK’s een rol te laten houden in de rampenbestrijding, zoals neergelegd in het wetvoorstel Veiligheidsregio's. In de voorbereiding op rampen en crisissen kunnen de CdK’s namens de minister aanwijzingen geven aan de veiligheidsregio's, als uit het toezicht door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid blijkt dat een regio onvoldoende is voorbereid op een ramp. Een kernbepaling om met provinciegrenzen samenvallende veiligheidsregio's de CdK te kunnen aanwijzen als voorzitter, blijft de minister afwijzen.
Politieke Verantwoording
25
Provinciaal Actiecentrum Het Provinciaal Actiecentrum (PAC) heeft in 2008 een kwaliteitsimpuls gekregen door wijziging van de functionele samenstelling en door opleiding en oefening. Naast de Management Teamleden, als voorzitters PAC, zijn er acht procesondersteuners en vier administratief ondersteuners. Daarnaast hebben circa dertig medewerkers de basismodule Crisismanagement gevolgd. Het PAC wordt ingezet als beleids- of beheersafdelingen van de provincie bij een incident of calamiteit zijn betrokken, en ter ondersteuning voor de sectie Provincie in het Operationeel Team.
26
Politieke Verantwoording
6.
Gebiedsgericht
Marc Calon: “In gesprekken met burgers en andere belangstellenden over het nieuwe omgevingsbeleid van de provincie is vaak aangegeven dat Groningers trots zijn op hun landschap. Wij willen de verschillen in de landschappen beschermen, versterken en benutten. Dit hebben wij opgenomen in het voorontwerp van het Provinciaal Omgevingsplan. Het eigen karakter staat centraal bij alle ontwikkelingen in onze provincie.” Provinciaal Omgevingsplan Het tot stand komen van een nieuw Provinciaal Omgevingsplan (POP) 2009-2013 is een uitvoerig traject. Het bevat het voorgenomen beleid over ruimtelijke ordening, waterhuishouding, verkeer en vervoer en milieu. In maart 2008 is het interactieve burgerparticipatieproces afgerond dat bestond uit zes interactieve bijeenkomsten (‘Provincie op Pad’), de Kamers van Groningen, een internetforum, een fotowedstrijd en de game ‘Koning van Groning’. Het participatieproces is afgerond met de vaststelling van het keuzedocument POP. In dit document staan uitgangspunten en randvoorwaarden voor de verdere ontwikkeling van het POP. In augustus is op basis van het keuzedocument het voorontwerp POP verschenen. In dit voorontwerp zijn de lijnen uitgezet voor het uiteindelijke POP. Ook bevat het huidig en nieuw geformuleerd beleid. Uitgangspunten bij het voorontwerp zijn sterke steden en een vitaal platteland, het handhaven en versterken van het eigen karakter en het werken aan een duurzame leefomgeving. Het gebiedsgericht werken zetten wij voort in de regio's Noord, Oost, West en Centraal, omdat wij dit zien als een goed instrument voor de samenwerking met onze diverse partners. Daarnaast zijn er vijf gebieden die onze bijzondere aandacht hebben; Lauwersmeer, Eemsdelta, Veenkoloniën, de stad Groningen en de regio Groningen-Assen. In deze vijf gebieden willen we als provincie een actieve rol spelen als ontwikkelaar en/of regisseur. Uit het voorontwerp POP vloeien regels voort die in een verordening opgenomen zijn. We borgen daarmee de onderwerpen op het terrein van milieu, water en ruimtelijke ordening die wij als provinciaal belang zien. De voorontwerp Verordening is in augustus 2008 tegelijk verschenen met het voorontwerp POP. Het bevat beleidsregels, normen en doelstellingen voor de genoemde beleidsterreinen. De bepalingen over milieu en water zijn overigens grotendeels ontleend aan bestaande verordeningen. In september zijn verschillende ambtelijke en bestuurlijke overleggen gehouden met gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties over de beide voorontwerpen. Op 5 november zijn de voorontwerpen besproken en voor kennisgeving aangenomen in Provinciale Staten. Hierbij is tevens een aantal moties aangenomen. Begin 2009 heeft het college van GS het ontwerp POP en de ontwerp Verordening vastgesteld. Centraal Regio Groningen-Assen De Regio Groningen-Assen is een ruimtelijke ontwikkelingsvisie waarbij over de bestuurlijke grenzen tussen gemeenten en provincies heen wordt gekeken. De overheden werken samen aan meer kwaliteit in en voor de regio. Het jaar 2008 stond in het teken van de evaluatie van de samenwerking. Met de uitvoering van de beleidsmonitor, de robuustheidanalyse, resulterend in een bestuurlijke conferentie, een consultatieronde en het advies van Harry Meijdam (december) aan de stuurgroep, is een belangrijk fundament gelegd voor de volgende fase van de regionale samenwerking. In 2009 worden de adviezen uitgewerkt in een actieprogramma Regio Groningen-Assen 2009-2014. De stuurgroep Regio Groningen-Assen heeft in januari 2008 het definitieve Meerjareninvesteringsprogramma 2008-2015 vastgesteld. Dit is het resultaat van de positief en constructief verlopen meningsvormende ronde langs de betreffende gemeenteraden en Provinciale Staten in de eerste helft van 2007. Er is in 2008 een grote slag gemaakt in de uitvoering van projecten uit de programma's Regiopark en Bereikbaarheid. Veel projecten zoals de fietsrouteplus Eelde-Paterwolde-Groningen en de realisatie van het transferium bij Hoogkerk zijn gestart en er is substantieel meer aan projecten bijgedragen dan in de voorgaande jaren. Zie de grafiek hieronder waarin de bijdragen zijn afgezet tegen de uitgaven.
Politieke Verantwoording
27
30 25 20
bijdrage van regio deelnemers (€ mln)
15
regiofonds uitgaven (€ mln)
10 5 0 2004
2005
2006
2007
2008
Het programma regionale samenwerking bedrijventerreinen is bij het ministerie van VROM aangemeld als pilotproject voor het rijksprogramma Mooi Nederland. Begin 2009 wordt de reactie van het ministerie verwacht. De provincie is nauw betrokken bij het opstellen van de plannen voor de Regiotram. De planvorming hiervan is afgerond door de ontwikkeling van het Raamwerk Regiorail. Hoewel we in 2008 onderhandelingen hebben gevoerd over de financiering, is in dat jaar nog geen definitief besluit genomen over het Raamwer. Verder hebben wij actief geparticipeerd in de planvorming voor Hoogezand-Zuid (het plan Groene Compagnie) en de intergemeentelijke structuurvisie Leek-Roden. Meerstad De voorbereiding van de realisatie van Meerstad, het nieuwe woon-, werk- en recreatiegebied ten oosten van de stad Groningen, is in volle gang. Fase 1 van deelplan 1 loopt. In 2008 is hard gewerkt aan planologische procedures. Zo zijn het stedenbouwkundig plan en het concept-verkavelingsplan van deze eerste fase gereed gekomen. Ook hebben wij de ontgrondingsvergunning voor het eerste deel van het meer afgegeven. Verder zijn de bestemmingsplannen door de gemeenten Groningen en Slochteren goedgekeurd. Ten slotte is begonnen met de aanleg van infrastructurele werken en openbaar gebied en groenstructuren. Eind 2008 is opdracht gegeven voor het uitgraven van (het eerste deel van) het meer en het bouwrijp maken van de uit te geven gronden van deze eerste fase. Noord Het Regioprogramma Noord is aangepast in verband met de nieuwe ontwikkelingen als het Programma Landelijk Gebied en het nieuwe LEADER-programma. De deelgebieden Lauwersmeer en Eemsdelta hebben een specifieke opgave gekregen in het nieuwe POP. In 2008 is het Bestuursakkoord Eemsdelta door de provincie en de betrokken gemeenten getekend. Er is gestart met een verkenning voor de opgave Lauwersoog (recreatieve druk) en naar de problematiek van de plattelandswegen. Hiervoor zijn door de betrokken gemeenten enkele pilots geformuleerd, die de basis zullen vormen voor de verdere uitvoering in 2009. West Hoofdthema van het nieuw Ontwikkelingsprogramma West is geworden: ’economie in het landelijk gebied’. Met name de ruimtelijke aspecten van inpassing van bedrijvigheid in het buitengebied heeft in 2008 bijzondere aandacht gekregen, mede in relatie tot het in voorbereiding zijnde POP. Voorbeelden van projecten in regio West zijn de visie voor het gebied Trimunt Haarsterbos en Dwarsdiep. Voor Dwarsdiep is gewerkt aan een integrale visie voor het gebied waarin naast natuur en water, ook recreatie, sociale economische vitalisering, wonen zijn meegenomen. Wij hebben samen met de gemeenten Leek, Marum en Grootegast in 2008 besloten om de komende drie jaar extra geld beschikbaar te stellen voor het opknappen en beheren van 75 kilometer extra houtsingels in het Zuidelijk Westerkwartier. Wij hopen dat ook bedrijven belangstelling krijgen en wellicht willen investeren in het beheren van houtsingels. Daarom hebben wij een onderzoek in gang gezet naar de mogelijkheid van aanvullende particuliere financiering, bijvoorbeeld door een gebiedsfonds die het beheer van de houtsingels ook voor de toekomst garandeert.
28
Politieke Verantwoording
Oost In het geactualiseerde Regioprogramma 2008-2011 van de negen gemeenten, de Streekraad OostGroningen, waterschap en provincie staan vier thema’s centraal: Regionale economie, Regiomarketing, Regionaal erfgoed en Wonen & leefbaarheid. Daarnaast zijn er vijf gebiedsuitwerkingen: Visie Midden-Groningen/Oldambt, Inrichtingsplan Runde-Ruiten Aa, Westerwoldse Aa Plus, POP-gebiedsuitwerking Veenkoloniën-(Zuid) en gebiedsuitwerking Groene Ster (Veenkoloniën-Noord). De verschillende partijen werken ook samen in andere samenwerkingsvormen, zoals de Ring Blauwestad en de Agenda voor de Veenkoloniën. De diverse samenwerkingsvormen hebben in 2008 weer geleid tot een scala aan resultaten, zoals het opleveren van de eerste ongelijkvloerse kruising in de N366 en het versterken van de recreatie door de realisatie van de eerste fase van de vaarverbinding Zuidlaardermeer-Oost-Groningen (‘Van Turfvaart naar toervaart’). Blauwestad In 2008 is de vaarverbinding in Reiderwolde opgeleverd, die begin 2009 wordt geopend. Ook zijn de toeristische recreatieve infrastructuur (inclusief de Ring Blauwestad) en de publieke infrastructuur bijna klaar. Belangrijk aandachtspunt was de tegenvallende kavelverkoop, mede door de verslechterde economische situatie. In 2008 zijn slechts tien kavels aan eindgebruikers verkocht. Hierop anticiperend heeft de Ontwikkelingsmaatschappij in het voorjaar aangegeven ondersteuning nodig te hebben bij de financiering. Na lang onderhandelen zijn nieuwe afspraken gemaakt tussen de Ontwikkelingsmaatschappij en de provincie Groningen over onder andere versnelde grondoverdracht, een concerngarantie en een pandakte. Ook komt een onderzoek naar de meest optimale vorm van samenwerking tussen publieke en private partijen. Belangrijke onderwerpen daarbij zijn de financierbaarheid, het behoud van kwaliteit en de continuïteit. Dit onderzoek zal in 2009 plaatsvinden. Wij zijn van mening dat de nieuwe afspraken het project een nieuwe impuls geven en benadrukken dat alle betrokken partijen vertrouwen hebben in het concept van de Blauwestad. Dat wil zeggen de realisatie van een hoogwaardig woon-, werk-, en recreatiegebied. LEADER Een belangrijke opgave binnen het Programma Landelijk Gebied is het versterken van de sociaal economische vitaliteit van het landelijk gebied. In totaal zijn binnen dat thema achtenveertig projecten toegekend, die vanuit de verschillende LEADER-actiegroepen naar voren zijn gekomen. Het project Levende Dorpen is als koepelproject onderdeel van de LEADER-aanpak geworden. In de regio’s West en Oost zijn Plattelandshuizen opgericht. In de regio Hoogeland zijn voorbereidingen getroffen voor een Plattelandshuis dat begin 2009 zal worden geopend. In 2008 zijn voor de drie LEADER-gebieden websites gelanceerd: www.leaderwesterkwartier.nl, www.leaderhoogeland.nl en www.leaderoostgroningen.nl. Deze sites geven informatie over het aanvragen van subsidies, de thema's waar de LEADER-actieprogramma's zich op richten en de leden van de LEADERactiegroepen. Door bovenstaande acties weten steeds meer organisaties en particulieren met goede ideeën de juiste wegen te bewandelen, waardoor hun initiatieven een bijdrage kunnen leveren aan een leefbaarder en vitaler platteland.
Politieke Verantwoording
29
30
Politieke Verantwoording
7.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
Pim de Bruijne: "In 2008 hebben we een aantal stappen voorwaarts gedaan om de problemen in de jeugdzorg aan te pakken, onder andere het bestuursakkoord met het Rijk om meer geld te investeren, het bestuursakkoord Jeugd met de Groninger gemeenten en de start van Zorg voor Jeugd, waarin we gezamenlijk werken aan een provinciale verwijsindex voor risicojongeren en de Centra voor Jeugd en Gezin. Maar we zijn er nog niet; in mijn ogen is 2009 hét jaar van de waarheid voor de jeugdzorg." Sociale Agenda De afgelopen periode hebben we veel aandacht besteed aan de formulering van de Sociale Agenda voor de komende jaren. Er is een sociaal rapport opgesteld, we hebben rondetafelgesprekken gevoerd en in een sociaal debat hebben geïnteresseerden en vertegenwoordigers van diverse organisaties met elkaar gediscussieerd over belangrijke trends en ontwikkelingen. Via internet hebben we ook de mening van Groningers zelf gepeild. Vervolgens leidden waardevolle inspraak vanuit het veld en gesprekken met gemeenten tot diverse wijzigingen in het voorontwerp. Begin november hebben Provinciale Staten de Sociale Agenda 2009-2012 vastgesteld. De rode draad in de Sociale Agenda 2009-2012 is "meedoen aan de samenleving". De agenda is opgedeeld in drie programmalijnen: jeugd, participatie & volksgezondheid en wonen-welzijn-zorg. Het zwaartepunt in deze Sociale Agenda ligt bij de samenwerking met gemeenten. We intensiveren het gebiedsgericht werken door meer geld beschikbaar te stellen en van zes naar acht gebieden te gaan. Speerpunten In 2008 is doorgewerkt aan de vijf provinciale speerpunten: wonen-welzijn-zorg, armoede, jeugd & veiligheid, vrijwilligerswerk en huiselijk geweld. Subsidieregelingen die hierbij een belangrijke rol spelen zijn het stimuleringsfonds Zorg en het investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg (WWZ). De criteria voor het fonds WWZ zijn eind 2008 vastgesteld. De komende twee jaar is hiervoor twee miljoen euro beschikbaar. Met een bijdrage uit het stimuleringsfonds Zorg hebben we in 2008 het voortbestaan van het coördinatiepunt Vrijwillige Thuiszorg en Mantelzorg gegarandeerd. Alle huidige speerpunten zijn ingebed in de nieuwe Sociale Agenda. Alleen het speerpunt huiselijk geweld, waar we acht jaar aan hebben gewerkt, is dit jaar afgerond. Dankzij samenwerking tussen allerlei organisaties en overheden is de aandacht voor het signaleren, voorkómen en bestrijden van (de diverse vormen van) huiselijk geweld toegenomen. Er is een infrastructuur opgezet van signalering, informatie en advies, melding en hulpverlening. Toch diende zich de vraag aan of deze infrastructuur effectief is, tegen de achtergrond van ontwikkelingen vanuit het Rijk. Door de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet op het tijdelijk huisverbod, de landelijke meldcode voor huiselijk geweld en de aanpak kindermishandeling neemt de vraag naar hulpverlening immers toe. Daarom hebben wij samen met de gemeente Groningen de commissie Hamel ingesteld, die medio 2009 advies zal uitbrengen over de meest effectieve aanpak van huiselijk geweld. Wij zijn medeopdrachtgever, omdat de resultaten van belang zijn voor een sluitende aanpak van kindermishandeling en de betrokkenheid van Bureau Jeugdzorg en het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling daarbij. Onderwijs Op het gebied van onderwijs is in maart het provinciaal plan Voortijdig Schoolverlaten 2008-2011 van start gegaan, waarvan wij de uitvoering financieel ondersteunen. Om taalachterstanden bij jonge kinderen aan te pakken ondersteunen wij de projecten SpraakMakend in de negen Oost-Groninger gemeenten. Verder hebben wij een start gemaakt om de gevolgen van vergrijzing en ontgroening voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van het onderwijs op de agenda te zetten. De komende twintig jaar kunnen wij een daling van twintig naar vijfentwintig procent van de jeugdigen verwachten, waarbij de situatie in Noord- en Oost-Groningen het meest zorgelijk is. In oktober hebben wij in samenwerking met schoolbesturen en gemeenten een bijeenkomst over dit thema georganiseerd. Voor mboleerlingen in onze provincie hebben wij in september naar aanleiding van een motie van Provinciale Staten een regeling getroffen voor het volledig vergoeden van de reiskosten. Het gaat hierbij om een uitbreiding van het Studiefonds voor mbo-scholieren tot achttien jaar, die meer dan tien kilometer van de opleiding wonen en waarvan de ouders een minimum inkomen hebben.
Politieke Verantwoording
31
Jeugdzorg Helaas is eind 2008 zowel landelijk als in onze provincie nog steeds sprake van wachtlijsten in de jeugdzorg, en ook de doorlooptijden worden nog niet binnen de wettelijke termijnen gehaald. Dit geldt overigens niet meer voor het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Het afgelopen jaar hebben wij wel voortgang geboekt in de aanpak van de problemen in de jeugdzorg door te investeren in het versterken van de provinciale organisatie op het gebied van jeugdzorg, flexibilisering van de zorg en zorginnovatie, lobby richting het Rijk, verbetering van de organisatie van Bureau Jeugdzorg (BJZ). Daarnaast is samen met de Groninger gemeenten het Platform Jeugd opgericht om een sluitende jeugdketen te realiseren. Resultaat van het Platform is dat de provincie en de Groninger gemeenten in november een bestuursakkoord Jeugd hebben afgesloten, met tweeëndertig afspraken over verbeteringen in de jeugdzorg op korte termijn. Een belangrijk project dat in dit kader is gestart is Zorg voor Jeugd Groningen. In dit project wordt samen gewerkt aan de realisatie van een provinciale verwijsindex en de oprichting van de Centra voor Jeugd en Gezin. De verwijsindex heeft als doel problemen bij jongeren tot 23 jaar vroeg te signaleren en de hulpverlening goed op elkaar af te stemmen. De invoering wordt gefinancierd uit de ruim 1 miljoen euro die de gemeenten en provincie begin 2008 wonnen met een prijsvraag van het Rijk. In september 2008 hebben de minister voor Jeugd en Gezin en de gezamenlijke provincies een flinke stap gezet in de aanpak van de problemen in de jeugdzorg in de vorm van een akkoord om hiervoor meer geld in te zetten. Voor Groningen betekende dit een extra impuls van 5 miljoen euro, waarvan anderhalf miljoen euro provinciale middelen. Verder hebben wij voor 2009 met jeugdzorgaanbieder Base Groep de afspraak gemaakt om ruim 1 miljoen euro extra in te zetten uit eigen middelen voor uitbreiding van ambulante zorg en pleegzorg (provincie 150.000 euro en Base Groep 850.000 euro). Cultuur Media en Erfgoed Nieuwe cultuurnota In 2008 hebben wij de cultuurnota Stroomversnelling II 2009-2012 gepresenteerd. Op tien december hebben Provinciale Staten hiermee ingestemd. Uit verschillende evaluaties en bijeenkomsten met vertegenwoordigers uit het culturele veld bleek dat het vanaf 2005 ingezette cultuurbeleid werkt. Daarom hebben wij voorgesteld om het bestaande cultuurbeleid op hoofdlijnen voort te zetten en verder te ontwikkelen. De komende jaren staan de volgende programma’s centraal: 1. Cultuurbereik: actieve participatie, bereik door verankering en vernieuwing. 2. Erfgoed: Het verhaal van Groningen, identiteit door ontwikkeling 3. Kunsten: profiel door dynamiek. Bij de uitwerking van deze programma’s is op basis van actuele ontwikkelingen en bijvoorbeeld nieuwe beleidslijnen van andere overheden een aantal nieuwe accenten gelegd Enkele voorbeelden hiervan zijn: het versterken van het organiserend vermogen bij grote en kleine instellingen; meer aandacht voor talentontwikkeling; het bereiken van kinderen en jongeren door actieve participatie; het verbinden van cultuur met andere sectoren (bijvoorbeeld kunst en economie en kunst en ruimte). Gezamenlijke lobby landsdelen Noord, Oost en Zuid voor extra middelen cultuur In 2008 hebben we als landsdeel Noord samen met Zuid en Oost, onder het motto 'Nationale kwaliteit, regionale kracht', de lobby voor een betere spreiding van rijksmiddelen voor cultuur voortgezet. In 2008 werden de resultaten van deze lobby zichtbaar. Het Nederlandse Fonds voor Podiumkunsten stelde een bedrag van 693.583 euro extra beschikbaar voor zeven noordelijke instellingen. Bijvoorbeeld Noorderzon kon een extra impuls van ruim 170 000 euro tegemoet zien. En de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap maakte op Prinsjesdag bekend dat culturele instellingen in de basisinfrastructuur er vanaf 2009 940 007 euro bij krijgen. Zo is Noorderlicht opgenomen in de basisinfrastructuur en is de Rijkssubsidie voor deze instelling met ruim 233 000 euro verhoogd. Ook voor symfonieorkesten is een extra bedrag beschikbaar gesteld. Voor het Noord Nederlands Orkest gaat het om een bedrag van 230.000 euro. Daarmee krijgt de Noordelijke cultuursector in totaal een impuls van 1.863.590 euro.
32
Politieke Verantwoording
Lobby Erkenning Nedersaksisch Samen met de gemeenten Oost- en Weststelingwerf en de provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland voeren we een lobby voor erkenning van het Nedersaksisch in Deel III van het Europese Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. In 2008 hebben we, om de haalbaarheid hiervan te kunnen inschatten, de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) gevraagd om de implicaties van erkenning van het Nedersaksisch als taal met een deel III status in beeld te brengen. Het onderzoek van de RUG moet duidelijk maken hoe Deel III kan worden gerealiseerd met een zo licht mogelijke wet- en regelgeving. Inmiddels is de gezamenlijke besluitvorming en daarmee het verzoek van de overheden aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot officiële erkenning in voorbereiding.
Politieke Verantwoording
33
34
Politieke Verantwoording
8.
Bestuur
Max van den Berg: "Vragen over salaris van de commissaris van de Koningin, hoe vaak zie ik de Koningin, discussies over vervoer, uitgaan, kansen op werk. Er komt veel voorbij in de gastlessen die ik geef op de middelbare scholen in de provincie. In het contact met de Groningse jongeren probeer ik een bijdrage te leveren aan de democratische en provinciale bewustwording door enthousiasme en vertrouwen over te brengen, dat je mening er toe doet!" Bestuurskracht gemeenten Rond de zomer 2008 zijn de individuele bestuurskrachtonderzoeken bij de gemeenten afgerond. Op verzoek van de Vereniging Groninger Gemeenten is een overkoepelend eindrapport gemaakt waarin varianten zijn geschetst voor keuzes voor de toekomstige inrichting van het lokale bestuur in onze provincie. Uit het overkoepelende rapport komt naar voren dat alle gemeenten – klein én groot – met andere overheden en maatschappelijke organisaties moeten samenwerken om hun bestaande en nieuwe opgaven te kunnen realiseren. Vormen van samenwerking tussen gemeenten kunnen daarbij naar ons idee een belangrijke bijdrage leveren. In de bestuurskrachtonderzoeken is niet alleen naar gemeentelijke taken gekeken, maar ook naar de mate waarin gemeenten in staat zijn een bijdrage te leveren aan bovenlokale en regionale opgaven. De provincie en het samenspel tussen provincie en gemeenten komt dan ook in beeld. Wij vertrouwen erop dat gemeenten in eerste instantie zelf met de conclusies en de aanbevelingen van de bestuurskrachtonderzoeken aan de slag gaan. Bestuurskracht provincie Parallel aan de bestuurskrachtonderzoeken bij gemeenten heeft de provincie besloten om haar bestuurskracht te laten onderzoeken. Omdat er enerzijds al veel (interne) onderzoeken zijn verricht op tal van beleidsterreinen en om anderzijds niet het totale opgavenpakket tot onderwerp van de bestuurskrachtmeting te maken, is besloten eerst een vooranalyse te verrichten. Op basis hiervan is een voorstel gedaan voor het vervolgonderzoek. De planning is om het bestuurskrachtonderzoek rond de zomer 2009 af te ronden. Communicatie De corporate communicatie levert een belangrijke bijdrage aan het profiel en het imago van de provincie. Dit doen we via de publiekscommunicatie, de campagne '…ook de provincie!' en door inwoners op een interactieve manier te betrekken in de beleidsvorming. Het afgelopen jaar zijn in januari/februari en in november/december uitzendingen van radio- en tv-spotjes geweest over het onderwerp energie. Uit onze jaarlijkse monitor naar het bereik van onze communicatiemiddelen blijkt dat een ruime meerderheid (78 procent) van de inwoners tevreden is en dat onze inzet van communicatie hoog wordt gewaardeerd. In de beleidsprocessen, zoals het POP, de sociale agenda, jongerenparticipatie, gebiedsgericht werken en verkeer en vervoer hebben burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en overheden gedurende steeds meer stadia van het beleidsproces hun inbreng gehad. De CdK is gestart met het bezoeken van middelbare scholen in de provincie. Het doel van deze bezoeken is de jeugd in de provincie te informeren over de provincie en de mogelijkheden die Groningen biedt voor wat betreft opleiding, leven, werken en wonen. Daarnaast wil de CdK de functie van de provincie toelichten. Met deze gastlessen hoopt de provincie een bijdrage te leveren aan de democratische en politieke bewustwording van leerlingen. Goan! Onder deze titel is een nieuwe corporate brochure verschenen over de provincie Groningen. Deze brochure kent een andere opzet dan eerdere corporate brochures. Het is een mix van gebiedspromotie en profileren van de organisatie. De brochure moest voor zowel inwoners van de provincie Groningen als voor bezoekers (nationaal en internationaal) interessant zijn en de lezer prikkelen om zelf verder op zoek te gaan naar meer informatie over de provincie Groningen. De brochure is verkrijgbaar bij het provinciehuis, zal ingezet worden bij open dagen, zoals bijvoorbeeld Open Monumentendag, en wordt ook gebruikt als onderdeel van een relatiegeschenk. Ook wordt de
Politieke Verantwoording
35
brochure opgenomen in een informatiemap voor bezoekers van congressen die georganiseerd worden door het Groninger Congresbureau.
36
Politieke Verantwoording
9.
Bedrijfsvoering
Rudi Slager: “Het groot onderhoud aan ons gebouw heeft tijdens de planvorming voor Metamorfose op een laag pitje gestaan. Omdat dit project niet doorging is het project Renovatie+ gestart. De plus staat voor meer dan alleen noodzakelijk onderhoud. We benutten in dit project ook de mogelijkheden om de bezettingsgraad te verbeteren, onze ruimte efficiënter te gebruiken, het binnenklimaat te verbeteren en duurzame materialen en apparatuur toe te passen." Personeelszaken Met het interne programma ‘Kleiner en Beter’ besteden wij aandacht aan zowel kwaliteitsontwikkeling als formatiereductie van de ambtelijke organisatie. In het programmaonderdeel productiever werken worden alle afdelingen kritisch onderzocht op efficiëntie. In 2008 is een start gemaakt met de onderzoeken. In totaal zijn nu vijftien afdelingen onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat de winst niet zozeer uit de afdelingen zelf te halen is, maar meer uit de afstemming tussen afdelingen. De verwachting is dat in de loop van 2009 helder wordt waar en op welke wijze een formatiereductie in de organisatie gerealiseerd kan worden. Huisvesting In februari 2008 hebben wij besloten om het project Metamorfose niet uit te voeren. De spankracht van de medewerkers zou met de invoering van Metamorfose meer op de proef worden gesteld dan was te voorzien. Dit komt ondermeer door het tempo en de intensiteit van het invoeren van de ICTverandering. Ook bleken de financiële risico’s te groot. De terugverdientijd zou uiteindelijk uitkomen op ruim twintig jaar. Wij hebben aangegeven dat er wel verder wordt gegaan met digitalisering van de organisatie, het stimuleren van een andere wijze van werken en het verbeteren van de bezettingsgraad. Daarnaast moet ook het noodzakelijke groot onderhoud worden opgepakt dat tijdens de planvorming voor Metamorfose op een laag pitje heeft gestaan. Dit alles zal gerealiseerd worden in het project Renovatie+. De voorbereidingen voor dit project zijn in 2008 gestart en worden in 2009 verder uitgewerkt. Naar verwachting zal de uitvoering van de renovatiewerkzaamheden in 2010 starten en tot begin 2013 zullen duren.
Informatievoorziening en technologie In 2008 heeft de provincie een nieuw Content Management System geselecteerd voor het bouwen van een nieuwe website. Het is een Open Source-systeem, dat wil zeggen een systeem dat vrije toegang biedt tot software waaraan iedereen kan mee ontwikkelen. Daarnaast heeft de afdeling Informatievoorziening en Technologie het pilotproject OpenOffice.org (ook op basis van een Open Source-systeem) afgerond. Dit krijgt een vervolg in 2009, de invulling daarvan is momenteel in ontwikkeling. Ook is voldaan aan de wetgeving om per 1 januari 2009 gegevens in ‘open document formaat’ te kunnen ontvangen. Op het terrein van digitale intakes via internet heeft de provincie voor het studiefonds de site 'live' ontwikkeld, waarop gekeken kan worden in hoeverre men in aanmerking komt voor een subsidie (www.provinciegroningen.nl/welzijnencultuur/onderwijs/studiekosten). Ook voor digitale intakes op het gebied van subsidies en vergunningen zijn activiteiten voor realisatie opgestart. Het digitaliseringsproject Opslag voor Iedereen bleek niet geheel de juiste aanpak voor digitalisering van de organisatie. Het was voor het moment van nu werkbaar, maar niet voldoende toegespitst op (eventuele) toekomstige organisatieontwikkelingen.
Politieke Verantwoording
37
38
Politieke Verantwoording
10.
Algemene middelen
Marc Calon: "Financieel gezien zijn het roerige tijden. In 2008 hadden we ondermeer te maken met de verdwenen miljoenen in IJsland en de afroming van de provinciale vermogens door het Rijk met negen miljoen euro per jaar. De komende tijd liggen bovendien andere bedreigingen op de loer, zoals de mogelijke herziening van de verdeling van middelen uit het Provinciefonds en de mogelijke invoering van een nieuw belastinggebied. Een meevaller waar we in 2008 hard voor geknokt hebben was het compensatiegeld van de EDON." Kredietcrisis Het jaar 2008 wordt gekenmerkt door de wereldwijde kredietcrisis. In oktober bleek dat ook de provincie Groningen geld had uitstaan bij twee IJslandse banken. Het ging om twee deposito's van tien miljoen euro bij Kaupthing Bank en een deposito van tien miljoen euro bij Landsbanki Islands. Het totaal bedrag was niet alleen van de provincie, maar ook van het Samenwerkingsverband Noord Nederland, Regio Groningen-Assen, het OV-bureau Groningen-Drenthe en Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging. Bij het aflopen van de termijndeposito's zijn deze gelden door de IJslandse banken niet terugbetaald. Wij maakten ons, samen met de hierboven beschreven partners, ernstige zorgen over de situatie. Als reactie had de provincie aanvankelijk, samen met andere gedupeerde overheden, beslag laten leggen op de tegoeden van de IJslandse banken in Nederland en diverse buitenlanden. Er ontstond echter een verschil van opstelling tussen het Rijk en de gedupeerde medeoverheden over het uitvoeren van deze beslaglegging. Na bestuurlijk overleg hebben wij in november, samen met de gemeente Den Haag, afspraken gemaakt met het Rijk over de inzet richting IJsland. Hierdoor zijn wij niet zelf overgegaan tot de tenuitvoerlegging van de beslaglegging. De samenwerking hield in dat het Rijk de belangen van de provincie op een gelijkwaardige wijze behartigt als andere crediteuren. Verder is overeenstemming bereikt over het gezamenlijk inschakelen van een incassobureau en het regelen van juridische ondersteuning door de landsadvocaat. Overigens is begin 2009 20 miljoen euro én de bijbehorende rente door Kaupthing Bank teruggestort op de provinciale rekening. Met betrekking tot het nog niet terugontvangen deposito Landsbanki Islands hebben wij bij de jaarrekening 2008 een voorziening getroffen voor het provinciaal deel ad 5,2 miljoen euro inclusief rente. Dividend Essent (inclusief Edon-gelden) In 2008 is overeenstemming bereikt over een compensatie van oud-aandeelhouders van EDON. Nadat in 1999 de energiebedrijven EDON en PNEM/MEGA gefuseerd zijn en daaruit Essent N.V. is ontstaan, hebben de aandeelhouders van de fusiebedrijven aandelen Essent N.V. ontvangen. Destijds was het moeilijk de waarde van de inbreng van EDON vast te stellen vanwege onenigheid over de waarde van haar deelname in het elektriciteitsproductiebedrijf EPON. Enkele jaren geleden is duidelijk geworden dat de netto-opbrengst van de aandelen EPON hoger is uitgevallen dan in 1999 was voorspeld. De aandelen EPON waren dus ondergewaardeerd. De oud-aandeelhouders, onder andere de provincie Groningen, waren van mening dat op basis van de destijds gemaakte afspraken een compensatie op zijn plaats is. Er is door de provincies Groningen en Overijssel langdurig onderhandeld over een compensatie, maar in december heeft de aandeelhoudersvergadering van Essent N.V. hiermee ingestemd. Wij hebben eind 2008 ruim vijfentwintig miljoen euro (van de in totaal 150 miljoen euro) ontvangen. Wij zijn erg tevreden met dit bereikte resultaat. Aandeelhouderschap Essent Per 1 januari 2011 moeten alle energiebedrijven op basis van de Wet Onafhankelijk Netbeheer zijn gesplitst in een commercieel productie- en leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf. Door het mislukken van de fusie tussen Essent en Nuon in november 2007, is besloten te starten met het herformuleren van een toekomststrategie van Essent. In de zomer van 2008 hebben Provinciale Staten de toekomststrategie en het aandeelhouderschap van Essent besproken. Provinciale Staten hebben toen reeds ingestemd met het verkopen van de aandelen in het (commerciële) productie- en handelsbedrijf van Essent na de komende afsplitsing van het netwerkbedrijf van de onderneming. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Essent heeft eind juni besloten dat het commerciële bedrijf van
Politieke Verantwoording
39
de onderneming aansluiting zal zoeken bij een sterke Europese partner. Vanaf dat moment is gezocht naar een potentiële koper. Vervolgens is begin 2009 door de raden van bestuur van Essent het Duitse RWE overeenstemming bereikt over een mogelijke overname van het productie-en leveringsbedrijf van Essent door RWE. Afroming door het Rijk De provincies en het Rijk hebben in het tweede halfjaar van 2007 een financieel akkoord voor 2008 gesloten als uitwerking van de voornemens in het coalitieakkoord van februari 2007. Er is toen geen bestuursakkoord voor de gehele regeerperiode 2007-2011 tot stand gekomen. Dat gebeurde pas een jaar later. In het financiële akkoord voor 2008 is afgesproken dat de provincie Groningen een aandeel levert van 9 miljoen euro in de taakstelling afromen vermogens provincies (totaal 200 euro miljoen). De bijdrage 2008 hebben we voor 6,5 miljoen euro opgevangen ten laste van de reserve ESFI en voor 2,5 miljoen euro ten laste van het flexibel budget. Begin juni 2008 hebben de provincies en het Rijk een bestuursakkoord gesloten voor de periode 2009-2011. In het akkoord zijn ondermeer afspraken gemaakt over de invulling van de taakstelling afromen vermogens provincies. Met het Rijk is afgesproken dat de provincies in de jaren 2009 tot en met 2011 een bijdrage leveren van 200 miljoen euro per jaar. Ons aandeel in de taakstelling afromen vermogens provincies bedraagt gedurende de jaren 2009 tot en met 2011 9,5 miljoen euro per jaar. Hiervan wordt 6,5 miljoen euro ten laste van de reserve ESFI en 3 miljoen euro gedekt ten laste van het flexibel budget. Provinciale inkomsten De inkomsten van de provincie in het jaar 2008 bedroegen ruim 426 miljoen euro. Afgerond zijn de grote inkomstenposten: overdrachten (met name doeluitkeringen) met circa 133 miljoen euro, het provinciefonds met 82,96 miljoen euro (inclusief verrekeningen 2007 en nacalculatie accres 2008), dividenden met 52,16 miljoen euro en de opcenten motorrijtuigenbelasting met 43,37 miljoen euro. De opcenten motorrijtuigenbelasting zijn goed voor circa tien procent van de inkomsten en zijn daarmee voor de provincie een belangrijke inkomstenbron. Ieder jaar worden de opcenten op basis van indexering verhoogd. Per 1 april 2008 gingen de opcenten van 77,2 naar 77,8. De opbrengst van deze heffing die bedoeld is als algemeen dekkingsmiddel, bedroeg over het jaar 2008 43.374.117 euro. Dat was uiteindelijk 1,81 miljoen euro meer dan er in 2007 is binnengekomen en circa 85.000 euro minder dan wij vorig najaar nog voor 2008 verwachtten. Verbeterd begrotingsbeeld op korte termijn In de loop van 2008 verbeterde het begrotingsbeeld ten opzichte van de ramingen in de oorspronkelijke begroting 2008. Zo bleek bij de Integrale Bijstelling 2007 dat de omvang van het flexibel budget 2008, vooral vanwege hogere vrij besteedbare accres 2008 Provinciefonds met ongeveer 2,27 miljoen euro toenam tot bijna 4,84 miljoen euro. Deze middelen zijn vervolgens volledig ingezet voor met name extra cofinanciering ruimtelijke en economische programma's, extra middelen ten behoeve landschap en het deels opvangen van de taakstelling afromen vermogens provincies. In de Voorjaarsnota 2008 nam de omvang van het flexibel budget toe met circa 3,15 miljoen euro tot circa 3,15 miljoen euro. De extra ruimte was het gevolg van een hogere uitkering uit het Provinciefonds, hogere opbrengsten opcentenheffing motorrijtuigenbelasting en het afromen van een deel van de reserves (ruimte boven het minimaal benodigde weerstandsvermogen). In de Voorjaarsnota 2008 is aan deze ruimte tot een bedrag van circa 1,75 miljoen euro invulling gegeven voor de bekostiging van het aanvullende nieuw beleid 2008. Onder andere ten behoeve van het actieprogramma weide- en akkervogels, het RSP/Zuiderzeelijn, het energieakkoord, jeugdzorg en kunst en cultuur. Na de Voorjaarsnota 2008 resteerde er een flexibel budget 2008 van circa 1,40 miljoen euro. In de Integrale Bijstelling 2008 nam de omvang van het flexibel budget 2008 toe met nog eens 7,59 euro miljoen tot circa 8,99 miljoen euro. Deze verbetering was vooral toe te schrijven aan hogere rentebaten en lagere personeelskosten. Vanwege de onzekerheden met betrekking tot de gevolgen van de kredietcrisis is er voor gekozen deze ruimte tot aan de vaststelling van de Jaarrekening 2008 niet in te vullen. Bij de Jaarrekening 2008 blijkt dat het feitelijk rekeningsaldo uitkomt op circa 4,0 miljoen euro. In de Rekening in één oogopslag wordt nader ingegaan op het rekeningresultaat.
40
Politieke Verantwoording
11.
Rekening in één oogopslag
De rekening over 2008 is afgesloten met een voordelig saldo vóór bestemming van het resultaat van € 45.993.000. Per saldo werd over 2008 aan bedrag van € 35.808.000 aan de reserves toegevoegd. Het resultaat na bestemming bedroeg derhalve € 10.185.000. De overboeking van kredieten 2008 naar 2009 zijn berekend op € 6.136.000. Hiervan is reeds gereserveerd bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2008 een bedrag van € 663.000. Bij de jaarrekening over 2008 wordt een bedrag van € 5.473.000 overgeboekt. Het resultaat na overboeking over 2008 bedraagt € 4.049.000. Recapitulerend kan het volgende overzicht van het begroot en werkelijk resultaat over 2008 worden weergegeven: Resultaat zoals becijferd bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2008 Per saldo onttrokken aan de reserves conform de begroting 2008 Begroot resultaat volgens de Integrale Bijstelling 2008 Saldo van baten en lasten 2008 Per saldo gestort in de reserves Bruto resultaat over 2008 Overboekingen van 2008 naar 2009 Netto resultaat over 2008
€ 2.571.000 € 6.416.000 € 8.987.000 € 45.993.000 € 35.808.000 € 10.185.000 € 6.136.000 € 4.049.000
Verschil tussen raming 2008 en realisatie 2008
€ 4.938.000
In onderstaande tabel is het verschil tussen raming en realisatie per programma gespecificeerd: (bedragen x € 1.000) Programma 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Ondernemend Groningen Wonen Karakteristiek Groningen Bereikbaar Groningen Schoon/veilig Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering Algemene middelen Mutaties reserves (begrotings)resultaat
begroting lasten baten 17.064 3.908 17.262 10.210 43.042 29.446 121.197 74.439 34.894 13.138 5.398 111 70.892 40.007 14.355 41 2.607 1.922 25.993 182.053 352.704 355.275 28.230 34.646 8.987
werkelijkheid lasten baten 12.735 3.983 16.223 9.598 26.669 15.951 109.427 62.504 36.090 13.167 4.634 181 70.404 41.058 14.015 75 4.085 3.058 28.383 219.083 322.665 368.658 93.968 58.160 10.185
389.921
426.818
389.921
Rekening in één oogopslag
426.818
saldo 4.404 427 2.878 -165 -1.167 834 1.539 374 -342 34.640 43.422 -42.224 -1.198 0
overboeking 601 486 80 2.066 762 800 1.004 305 32
-6.136
Netto saldo 3.803 -59 2.798 -2.231 -1.929 34 535 69 -374 34.640 37.286 -42.224 4.938
0
0
6.136
41
Het verschil tussen de raming en werkelijkheid ad € 4,9 mln. is als volgt te verklaren: (bedragen x € 1.000) Omschrijving
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
voordeel
Hogere apparaatskosten Minder toegerekende apparaatskosten aan investeringen Per saldo meer apparaatskosten ten laste van de exploitatie Hogere uitkering provinciefonds Lagere opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting Dividenden, kapitaallasten en rente Vorming voorziening inzake vordering Landsbanki inclusief rente Hogere storting in reserve ESFI door hogere dividenduitkering Essent Vrijval onvoorzien en stelposten BTW-compensatiefonds Onderschrijding budgetten voor programmakosten Saldo van baten en lasten voorgaande jaren
nadeel 1.325 1.263 2.588
402 85 37.559 5.208 36.913 1.306 1.333 947 975 41.189 4.938 46.127
Per saldo verschil
46.127 46.127
De uitgaven over 2008 werden bij de Integrale Bijstelling geraamd op een bedrag van € 352.704.000. De geraamde stortingen in de reserves bedroegen € 28.230.000. De geraamde lasten na de IB 2008 bedroegen derhalve € 380.934.000. De werkelijke uitgaven over 2008 bedroegen € 322.665.000, terwijl tot een bedrag van € 93.968.000 aan de reserves werd gedoteerd. De werkelijke lasten over 2008 bedroegen in totaal € 416.633.000. Per uitgavencategorie is dit als volgt grafisch weer te geven: 195.000
197.595
120.000
95.000
n te os sk i r la sa
en er ed o g
en
st en di
en
n n ge ge in in ek ijv r o h b sc m af ad n en e e nt en re st ko e ig er ov
t ch ra rd e ov
en
uitgav e ncate goriën
s ie at ut m
-4.066
-2.802
93.968 28.230
18.780
7.106
69.573
-5.000
43.581
53.792
20.000
58.288
45.000
28.398
70.000
24.208
bedragen x € 1.000
145.000
180.916
170.000
n te ec oj r p gs in er t s ve in
es rv se e r
raming
realisatie
De geraamde baten over 2008 bedroegen € 355.275.000. De geraamde onttrekkingen aan de reserves bedroegen € 34.646.000. De totaal geraamde baten bedroegen € 389.921.000. De werkelijk baten bedroegen € 368.658.000, terwijl in werkelijkheid tot een bedrag van € 58.160.000 aan de reserves werd onttrokken. De batenzijde van de exploitatierekening sluit derhalve met een totaal van € 426.818.000.
42
Rekening in één oogopslag
Grafisch per batencategorie als volgt weer te geven: 180.000
164.797
160.000
139.070
120.000
100.000
0 en nt ce Op
58.160 34.646
3.377
2.826
5.179
4.175
52.165 15.120
43.374
20.000
43.459
40.000
41.790
60.000
43.085
82.557
80.000
82.959
bedragen x € 1.000
140.000
e n n en s nt ge st de ve re en n er en kin di es ge oe r vid n n i b e s D tva n ve tie re ta tie on de tra Mu en s oe i e g in t rd m aa gs ad sp en br Be p O
s n te nd fo ch ra cie d r n i e ov Ov Pr
B MR
raming
batencategoriën
realisatie
De financiële positie ultimo 2008 is als volgt weer te geven: (bedragen in miljoenen euro’s)
BALANS PER 31 DECEMBER 2008, met vergelijkende cijfers per 31 december 2007 ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Vlottende activa
2008 0,07 164,52 120,54
2007
PASSIVA
2008
2007
334,68 24,10 12,66
23,99
285,13
0,11 Reserves inclusief resultaat 151,76 Voorzieningen 127,77 Langlopende geldleningen en waarborgsommen 279,64
371,44
335,14
526,48
420,33 Vlottende passiva
440,17
364,83
811,61
699,97
811,61
699,97
SPECIFICATIE RESERVES
288,69 22,46
ultimo 2008 2007 39,60 37,39 10,19 16,30 284,89 235,00
* Algemene reserve * Bruto rekeningresultaat * Bestemmingsreserves
334,68
Rekening in één oogopslag
288,69
43
44
Rekening in één oogopslag
Deel 2 Programmarekening 2008 Beschrijving en middeleninzet per programma
INHOUDSOPGAVE Deel 2. Beschrijving en middeleninzet per programma Inleiding .........................................................................................................................49 0.
1.
2.
3.
4.
5.
Middelenbeleid en -beheer......................................................................................51 0.1
Financieel beleid 2008
51
0.2
Rekeningresultaat 2008
52
0.3
Analyse van de verschillen
54
Ondernemend Groningen........................................................................................59 1.1
Bedrijvigheid
60
1.2
Landbouw
64
1.3
Recreatie en toerisme
66
1.4
Lasten/baten en analyse Ondernemend Groningen
69
Wonen.....................................................................................................................73 2.1
Ruimtelijke Ontwikkeling
74
2.2
Technische infrastructuur
86
2.3
Lasten/baten en analyse Wonen
88
Karakteristiek Groningen.........................................................................................91 3.1
Natuur en landschap
92
3.2
Programma Landelijk Gebied (PLG)
96
3.3
Lasten/baten en analyse Karakteristiek Groningen
107
Bereikbaar Groningen ...........................................................................................111 4.1
Mobiliteitsbeleid en Infrastructuur
112
4.2
Lasten/baten en analyse Bereikbaar Groningen
120
Schoon/veilig Groningen .......................................................................................125 5.1
Water
126
5.2
Milieu
130
5.3
Risicobeleid/veiligheid
142
5.4
Lasten/baten en analyse Schoon/veilig Groningen
148
Inhoudsopgave
47
6.
Gebiedsgericht ......................................................................................................153 6.1
POP/Gebiedsgericht
154
6.2
Lasten/baten en analyse Gebiedsgericht
159
7.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur ..........................................................161 7.1
Welzijn
162
7.2
Sociaal beleid
169
7.3
Jeugdzorg
175
7.4
Cultuur, media, erfgoed
180
7.4
Lasten/baten en analyse Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
189
8.
Bestuur..................................................................................................................195 8.1
Provinciale Staten
196
8.2
Overige Bestuursorganen
200
8.3
Bestuurlijke samenwerking
202
8.4
Communicatie
206
8.5
Lasten/baten en analyse Bestuur
211
9.
Bedrijfsvoering ......................................................................................................215 9.1
Lasten/baten en analyse Bedrijfsvoering
216
10. Algemene middelen...............................................................................................219 10.1
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
220
10.2
Onvoorziene uitgaven
223
10.3
Lasten/baten en analyse Algemene middelen
224
Recapitulatie van lasten en baten per programma ......................................................227 Overzicht Begroting 2008 met wijzigingen ...................................................................229
48
Inhoudsopgave
Inleiding In dit deel van de Programmarekening 2008 wordt bij elk programma en de daarbinnen te onderscheiden thema’s een beschrijving gegeven van het gevoerde beleid. Daarbij zullen drie vragen als leidraad dienen: Wat hebben wij bereikt?, Wat hebben we daarvoor gedaan? en Wat heeft het gekost? We hanteren het stramien, dat eerder aan uw Staten is voorgelegd in het kader van de pilot uitwerking duale begroting. Dit deel van de programmarekening is als volgt opgebouwd. Allereerst volgt hierna een overzicht van het middelenbeleid en –beheer. Daarna worden in de hoofdstukken 1 tot en met 9 de verschillende programma’s verantwoord. Dit geschiedt in de eerste plaats inhoudelijk. Telkens zal daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen voorgenomen beleid en uitgevoerde acties. Aan het slot van elk hoofdstuk staan de financiële consequenties van het uitgevoerde beleid. In hoofdstuk 10 worden de algemene middelen toegelicht. Deel 2 wordt besloten met een recapitulatie van de lasten en baten per programma en een overzicht van de rekening 2008. Tevens is een overzicht van de begroting 2008 en alle begrotingswijzigingen opgenomen.
Inleiding
49
Inleiding
50
0.
Middelenbeleid en -beheer
Dit hoofdstuk is opgebouwd uit de volgende onderdelen: 0.1. Financieel beleid 2008; 0.2. Rekeningresultaat 2008; 0.3. Analyse van de verschillen.
0.1
Financieel beleid 2008
Het begrotingsjaar 2008 startte – rekening houdend met het nieuw beleid dat al was vastgelegd in de Voorjaarsnota 2007 (€ 6,82 miljoen) – met een flexibel budget van ca. € 2,57 miljoen. Dit is exclusief de middelen die beschikbaar zijn voor onvoorziene uitgaven (ca. € 0,67 miljoen). De invulling van het resterende flexibel budget (ca. € 2,57 miljoen) hebben wij vervolgens doorgeschoven naar de Integrale Bijstelling 2007. Per saldo was er sprake van een sluitende begroting. In het najaar van 2007 verbeterde het begrotingsbeeld 2008 ten opzichte van de ramingen in de oorspronkelijke begroting 2008. Zo bleek bij de Integrale Bijstelling 2007 dat de omvang van het flexibel budget 2008, vooral vanwege hogere vrij besteedbare accres 2008 Provinciefonds, met ongeveer ca. € 2,27 miljoen toenam tot bijna € 4,84 miljoen. Deze middelen zijn vervolgens volledig ingezet voor met name extra cofinanciering ruimtelijke - economische programma's, extra middelen ten behoeve landschap en het deels opvangen van de taakstelling afromen vermogens provincies. In de Voorjaarsnota 2008 nam de omvang van het flexibel budget toe met ca. € 3,15 miljoen tot ca. € 3,15 miljoen. De extra ruimte was het gevolg van een hogere uitkering uit het Provinciefonds, hogere opbrengsten opcentenheffing motorrijtuigenbelasting en het afromen van een deel van de reserves (ruimte boven het minimaal benodigde weerstandsvermogen). In de Voorjaarsnota 2008 is aan deze ruimte tot een bedrag van ca. € 1,75 miljoen invulling gegeven voor de bekostiging van het aanvullende nieuw beleid 2008. Onder andere ten behoeve van het actieprogramma akker- en weidevogels, het Regio Specifiek Pakket ZZL, energieakkoord, jeugdzorg en kunst en cultuur. Na de Voorjaarsnota 2008 resteerde er een flexibel budget 2008 van ca. € 1,40 miljoen. In de Integrale Bijstelling 2008 nam de omvang van het flexibel budget 2008 toe met nog eens € 7,59 miljoen tot ca. € 8,99 miljoen. Deze verbetering was vooral toe te schrijven aan hogere rentebaten en iets lagere personeelskosten. Op de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven 2008 resteerde na de Integrale Bijstelling 2008 een bedrag van ca. € 0,20 miljoen. Vanwege de onzekerheden met betrekking tot de gevolgen van de kredietcrisis is er bij de Integrale Bijstelling 2008 voor gekozen de ruimte van ca. € 8,99 miljoen tot aan de vaststelling van de Jaarrekening 2008 voorshands niet in te vullen. Bij de Jaarrekening 2008 blijkt nu dat het voordelig rekeningsaldo over 2008 uitkomt op circa € 4,05 miljoen (na aftrek van de overboeking van kredieten 2008 naar 2009 tot een bedrag van in totaal € 6,14 miljoen)
Middelenbeleid en -beheer
51
0.2
Rekeningresultaat 2008
De rekening over 2008 is afgesloten met een voordelig saldo vóór bestemming van het resultaat van € 45.993.000. Per saldo werd over 2008 aan bedrag van € 35.808.000 aan de reserves toegevoegd. Het resultaat na bestemming bedroeg derhalve € 10.185.000. De overboeking van kredieten 2008 naar 2009 zijn berekend op € 6.136.000. Hiervan is reeds gereserveerd bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2008 een bedrag van € 663.000. Bij de jaarrekening over 2008 wordt een bedrag van € 5.473.000 overgeboekt. Het resultaat na overboeking over 2008 bedraagt € 4.049.000. Recapitulerend kan het volgende overzicht van het begroot en werkelijk resultaat over 2008 worden weergegeven: Resultaat zoals becijferd bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2008 Per saldo onttrokken aan de reserves conform de begroting 2008 Begroot resultaat volgens de Integrale Bijstelling 2008 Saldo van baten en lasten 2008 Per saldo gestort in de reserves Bruto resultaat over 2008 Overboekingen van 2008 naar 2009 Netto resultaat over 2008 Verschil tussen raming 2008 en realisatie 2008 Dit verschil is op hoofdlijnen als volgt te specificeren: Omschrijving Hogere apparaatskosten Minder toegerekende apparaatskosten aan investeringen 1 Per saldo meer apparaatskosten ten laste van de exploitatie 2 Hogere uitkering provinciefonds 3 Lagere opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting 4 Dividenden, kapitaallasten en rente 5 Vorming voorziening inzake vordering Landsbanki inclusief rente 6 Hogere storting in reserve ESFI door hogere dividenduitkering Essent 7 Vrijval onvoorzien en stelposten 8 BTW-compensatiefonds 9 Onderschrijding budgetten voor programmakosten 10 Saldo van baten en lasten voorgaande jaren Per saldo verschil
Middelenbeleid en -beheer
€ 2.571.000 € 6.416.000 € 8.987.000 € 45.993.000 € 35.808.000 € 10.185.000 € 6.136.000 € 4.049.000 € 4.938.000 (bedragen x € 1.000) voordeel nadeel 1.325 1.263 2.588 402 85 37.559 5.208 36.913 1.306 1.333 947 975 41.189 46.127 4.938 46.127 46.127
52
Ter vergelijking met 2007 is onderstaande tabel weergegeven, waarin over de jaren 2008 en 2007 het saldo van de raming minus realisatie, de overboeking van de kredieten naar het volgend jaar, de mutaties in de reserves alsmede het saldo (netto-resultaat) per programma is opgenomen. (bedragen x € 1.000) Programma
1
Ondernemend Groningen
2
W onen
3 4
raming -/realisatie 4.817
2007 overmutaties boeking reserves 405 -3.106
saldo
Raming
realisatie
2008 raming-/overrealisatie boeking 4.404 601
mutaties reserves -2.527
saldo
1.306
13.156
8.752
248
189
-1.714
-1.655
7.052
6.625
427
486
-1.347
-1.406
Karakteristiek Groningen Bereikbaar Groningen
5.265 5.540
80 3.416
-2.512 492
2.673 2.616
13.596 46.758
10.718 46.923
2.878 -165
80 2.066
-1.402 1.518
1.396 -713
5
Schoon/veilig Groningen
-1.575
314
-648
-2.537
21.756
22.923
-1.167
762
1.416
-513
6 7
Gebiedsgericht W elzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
601 1.842
459 1.770
0 -492
142 -420
5.287 30.885
4.453 29.346
834 1.539
800 1.004
130
34 665
8
Bestuur
9 Bedrijfsvoering 10 Algemene middelen Mutaties reserves Resultaat na bestemming
1.276
211
27
184
14.314
13.940
374
305
69
324 35.035
17 -32.114
307 2.921
685 -156.060
1.027 -190.700
-342 34.640
32
-40.012
-342 -5.404
52.308
6.677
-40.094
5.537
-2.571
-45.993
43.422
6.136
-42.224
-4.938
6.677
40.094 0
0 5.537
-6.416 8.987
35.808 10.185
-42.224 1.198
6.136
42.224 0
0 -4.938
-40.094 12.214
In de verschillende hoofdstukken van deel 2 van de programmaverantwoording zullen de hier gepresenteerde cijfers nader worden uitgewerkt en verklaard.
Middelenbeleid en -beheer
53
0.3
Analyse van de verschillen
De verschillen tussen de raming en realisatie, die aan het begin van hoofdstuk 0.2 staan, worden in het volgende gedeelte geanalyseerd. Te beginnen met de apparaatskosten, uit onderstaande berekening blijkt dat de begroting met ruim € 1,3 miljoen is overschreden. 1. Apparaatskosten, nadeel € 1.325.000 raming De apparaatskosten 2008 zijn als volgt te specificeren Personele kosten (AKP) * stafafdelingen * beleidsafafdelingen * wegen en kanalen * diverse projecten * overige salarissen en wedden, waaronder (oud-) leden GS, CdK en inactief personeel
realisatie
17.022.322 20.688.722 16.702.027
16.474.263 21.420.205 16.734.538
2.368.236
2.298.343
1.649.236
1.820.165
Totale personele kosten Materiële kosten * huisvestingskosten * services * automatiseringskosten (ICT) * informatievoorziening * personeelsbeheer * financiën * juridisch- en risicomanagement * diverse bedrijfsvoeringskosten * rollend en varend materieel etc.
58.430.543
58.747.514
3.847.370 2.278.905 4.683.840 369.710 2.836.559 128.300 163.760 159.610 2.083.093
3.680.591 2.067.438 5.217.992 351.664 2.553.610 152.470 118.275 170.797 2.665.371
Totale materiële kosten
16.551.147
16.978.208
Totale apparaatskosten Hiervan geboekt ten laste van: * de produkten van de exploitatierekening * investeringswerken wegen en waterwegen
74.981.690
75.725.722
70.915.838 4.065.852 74.981.690 1.474.561
72.923.160 2.802.562 75.725.722
Begroot onder stelposten en onvoorzien Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves Overboeking kredieten naar 2009
-1.598.505
3.344.557 -2.920.235 32.397
74.857.746
76.182.441
Per saldo nadeel apparaatskosten
-1.324.695
Dit nadeel is als volgt ontstaan: Personele kosten 1. rechtstreeks op de betreffende producten geboekte inkomsten, welke betrekking hebben op gedeclareerde en doorberekende personeelskosten en als zodanig meegenomen worden bij de AKP-budgetten 2. hogere kosten overige salarissen, uitkeringen oud-leden GS en inactief personeel (geen AKP-budget) 3. overige verschillen personele kosten
€
1.428.517
" "
170.929 1.879
Per saldo nadeel personele kosten
€
1.601.325
Middelenbeleid en -beheer
54
Materiële kosten 4. lagere huisvestingskosten als gevolg van lager accres van de huur, lagere assurantiekosten en een lagere gasverbruik 5. inkoopvoordeel op de cateraar, koffie en schoonmaak en aanscherping parkeerbeleid 6. Overige verschillen in de materiële kosten
€
102.227
" "
144.924 29.479
Per saldo voordeel materiële kosten € Per saldo nadeel apparaatskosten, na boeking in de betreffende reserves en overboeking van kredieten naar 2009 €
276.630 1.324.695
2. Uitkering provinciefonds, voordeel € 402.000 Voor een nadere toelichting op de uitkeringen van het Provinciefonds over 2008 verwijzen wij u naar het onderdeel "Provinciefonds”. Dat is opgenomen in deel 4. 3. Opcenten motorrijtuigenbelasting, nadeel € 85.000 Een toelichting op de opbrengsten opcenten motorrijtuigenbelasting is opgenomen in het onderdeel "Provinciaal Belastinggebied". Zie deel 4. 4. Dividenden, kapitaallasten en rente, voordeel 37.559.000 (bedragen x € 1.000) Begroot
Realisatie
Verschil
3.336
3.362
-26
902 381
902 381
521 13.410
521 13.411
-4.347
-4.218
9.584
9.714
-130
12.920
13.076
-156
1.105
1.114
-9
11.815
11.962
-147
11.288 3.750 952
11.203 3.678 943
4.347
4.218 902
20.337
20.944
Aan vaste activa toegerekende kapitaallasten Afschrijvingen Rente langlopende geldleningen ontvangen van waterschappen (ZPG-leningen) rente over reserve en voorzieningen rente vlottende activa gefinancierd met langlopende middelen Totaal aan vaste activa toegerekende rente Totaal aan vaste activa toegerekende kapitaallasten Af: toegerekende kapitaallasten aan apparaatskosten Toegerekende kapitaallasten aan producten Rente Betaalde rente: rente banken, opgenomen kasgeldleningen en rekeningen-courant rente vooruitontvangen rijksmiddelen rente voorziening Nazorg stortplaatsen rente vlottende activa gefinancierd met langlopende middelen rente opgenomen geldleningen Subtotaal betaalde rente
Middelenbeleid en -beheer
55
Begroot
Realisatie
Ontvangen rente: rente banken, uitzettingen en rekeningen-courant rente langlopende geldleningen opbrengst obligaties en garantieproducten bespaarde rente reserves en voorzieningen dividend beleggingen
22.728 320 2.874 13.410 15.120
23.032 1.222 2.935 13.411 52.165
Subtotaal betaalde rente
54.452
92.765
Per saldo voordeel op rente en dividend
34.115
71.821
Verschil
37.706
Per saldo voordeel kapitaallasten, dividend en rente
37.559
Meer aan vaste activa toegerekende rente ad € 130.000 als gevolg van afwijkend rentepercentage. Het dividend van Essent is ruim € 36,9 hoger dan geraamd. Dit is het gevolg van: 1. extra dividend Essent aan de voormalige aandeelhouders EDON € 25,0; 2. door betere bedrijfsresultaten een hoger regulier dividend Essent € 11,9. De gehele dividenduitkering van Essent wordt in de reserve ESFI gestort. Van de NV Bank Nederlandse Gemeenten werd € 131.700 meer dividend ontvangen. De overige renteresultaten zijn € 661.000 hoger dan geraamd. Dit is enerzijds het gevolg van hogere uitstaande saldi (voordeel € 774.000) en anderzijds een lager gegenereerd gemiddeld rentepercentage (nadeel circa € 113.000). 5. Vorming voorziening inzake vordering Landsbanki, nadeel € 5.208.000 De vordering van de provincie op de in betalingsproblemen geraakte IJslandse bank Landsbanki hf bedraagt op 31 december 2008 nominaal € 10.000.000. Daarnaast heeft de provincie de reeds vervallen rente van 3 november 2007 tot 3 november 2008 ad € 475.061 tegoed. Op basis van het voorstel van de controlerende accountant, Ernst & Young, wordt ook rente over de gehele vordering toegerekend. Hiervoor geldt als rekenrente het gemiddeld 3-maands Euribor. Op 31 december 2008 bedraagt de totale vordering € 10.540.898. Aangezien onduidelijk is wanneer en hoeveel van de vordering zal worden ontvangen, is door Ernst & Young geadviseerd een voorziening te treffen. Ieder van de partijen, de provincie en de derde partijen (SNN, Regio Groningen-Assen, het OV-bureau Groningen Drenthe en het SLB) bepalen zelf of en tot welk bedrag een voorziening getroffen wordt. Het aandeel van de provincie is 49,41%. De gevormde voorziening bedraagt € 4.941.000 voor de nominale vordering en voor rente € 267.258. De totale voorziening bedraagt derhalve € 5.208.258. 6. Storting in reserve ESFI, nadeel € 36.913.000 De hogere dividenduitkering van NV Essent is toegevoegd aan de reserve ESFI. 7. Vrijval onvoorzien en stelposten, voordeel € 1.306.000 Bij de Integrale Bijstelling van de begroting over 2008 resteerde een post voor onvoorziene uitgaven van Vrijval voorfinanciering grote projecten Vrijval overboeking naar 2009, reeds in de analyse meegenomen Vrijval overige stelposten
€ " " "
200.000 407.000 663.000 36.000
€ 1.306.000 8. BTW-compensatiefonds, nadeel € 1.333.000 Op de post onvoorzien werd een bate geraamd van per saldo € 1.585.000. Dit betreft het bedrag waarmee de geraamde kosten nog moeten worden verlaagd. De vrijval van omzetbelasting op de gemeenschappelijke regelingen en diverse projecten bedraagt over 2008 € 252.000.
Middelenbeleid en -beheer
56
9. Onderschrijding budgetten voor programmakosten € 947.000 De verschillen tussen de begroting na de Integrale Bijstelling 2008 en de realisatie van de programmakosten zijn geanalyseerd. Deze analyses zijn opgenomen bij de toelichting op de betreffende programmakosten. 10. Baten en lasten voorgaande jaren € 975.000
Afboeking oude schulden en vorderingen, per saldo Aanpassing voorziening dubieuze debiteuren Vrijval op afrekening subsidies: - vervoer - waterbeheer - milieu, vergunningen en bodemsanering - recreatie en toerisme - natuur en landschap - werkgelegenheid en landbouw - welzijnsbeleid - cultuurbeleid - sociaalbeleid - jeugdbeleid - regionale ontwikkeling
(bedragen x € 1.000) voordeel nadeel 438 5 9 35 22 25 95 52 136 120 31 44 79 1.033
58 975 1.033
Per saldo voordeel 1.033
In 2003 is begonnen met het afwikkelen van de oude vorderingen en schulden. De afboeking is voortgezet en is een jaarlijks terugkerende handeling geworden. Conform de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) is hieronder een overzicht weergegeven van de incidentele baten en lasten. Incidentele baten en lasten, per saldo nadeel De incidentele baten en lasten over 2008 zijn als volgt te specificeren: Baten baten voorgaande jaren Lasten nieuw beleid voor maximaal drie jaar beschikbaar lasten voorgaande jaren
per saldo incidentele last
€ "
€
1.033.000
997.000 58.000 €
1.055.000
€
Middelenbeleid en -beheer
22.000
57
Middelenbeleid en -beheer
58
1.
Ondernemend Groningen
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Bedrijvigheid; 2. Landbouw; 3. Recreatie en toerisme. Het programma Ondernemend Groningen richt zich op een duurzame groei van economie en werkgelegenheid. Hierbij gaat het o.a. om een goed functionerende arbeidsmarkt, een optimaal vestigingsklimaat en een goede bereikbaarheid. Recreatie en toerisme leveren in toenemende mate een bijdrage aan de werkgelegenheid. De landbouw blijft ook in de toekomst van groot belang. Aandeel in de totale rekening 2008: 3,02%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2007
raming 2008*
rekening 2008
1. Ondernemend Groningen a. bedrijvigheid - lasten - baten saldo van lasten en baten
9.141 4.040 5.102
12.143 3.903 8.240
9.396 3.981 5.415
b. landbouw - lasten - baten saldo van lasten en baten
662 0 662
737 0 737
448 0 448
c. recreatie en toerisme - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.535 162 2.372
4.185 5 4.180
2.890 2 2.889
Saldo Ondernemend Groningen
8.136
13.157
8.752
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Ondernemend Groningen zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Ondernemend Groningen
59
1.1
Bedrijvigheid
Omschrijving thema Bedrijvigheid In noordelijk verband streven we naar het samengaan van economie en omgeving: een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid in combinatie met behoud en versterking van de fysieke omgeving. Voorwaarden hiervoor zijn een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven met een goede kennisinfrastructuur, innovatiemogelijkheden, een goed functionerende arbeidsmarkt, sterke clusters van samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen en een gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties die uitstekend bereikbaar zijn. Vanuit een zuinig en duurzaam ruimtegebruik willen we bestaande bedrijventerreinen optimaal benutten en zo nodig herstructureren voordat nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Leidraad bij de ontwikkeling en ondersteuning van projecten is het innovatie- en speerpuntenbeleid, zoals in de nota 'Werken aan economische groei, beleidsagenda economie 2004-2008' is verwoord. In de agenda zijn de volgende 6 speerpuntsectoren opgenomen: Energy Valley, Life Sciences, Chemische Sector in Delfzijl, ICT, Agribusiness en Scheepsbouw. Naast het actief participeren in netwerken, bestaan onze activiteiten in dezen met name uit het verwerven van projecten en projectideeën en het meeontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd 1. bedrijvigheid: behoud en ontwikkeling bedrijvigheid in de speerpuntsectoren, inclusief toeleveranciers en afnemers
Gerealiseerd 1. Alhoewel de bedrijvigheid in 2008 zich redelijk voorspoedig heeft ontwikkeld, zijn de eerste tekenen van stagnatie ten gevolge van de kredietcrisis eind 2008 zichtbaar geworden (onder andere is door diverse bedrijven in de bouw en industrie werktijdverkorting aangevraagd).
2. werkgelegenheidsontwikkeling: werkgelegenheidsontwikkeling die gelijke tred houdt met het landelijk gemiddelde
2. Voor 2007 was de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de provincie Groningen gelijk aan het landelijk gemiddelde (groei van 2%). Voor 2008 is de verwachting dat deze groei zich bestendigt tot het najaar 2008. De exacte cijfers zijn hierover thans (januari 2009) niet beschikbaar.
3. arbeidsmarkt: goed functionerende arbeidsmarkt door een goede afstemming van vraag en aanbod
3. Een goede afstemming van vraag en aanbod blijft aandacht vragen en staat prominent op de agenda; beleidsmatige vertaling hiervan heeft plaatsgevonden in het nieuwe actieprogramma arbeidsmarkt 2008-2012.
4. bedrijventerreinen: ontwikkeling duurzame bedrijventerreinen
4. Aan diverse initiatieven op het gebied van parkmanagement en verduurzaming bedrijventerreinen wordt financiële ondersteuning verleend ten behoeve van stimulering en uitvoering.
Te bereiken in (planperiode):
2008 t/m 2011
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Beleidsagenda economie 2004-2008 provincie Groningen "Werken aan economische groei"; Provinciaal Omgevingsplan Groningen; Plan van aanpak project Provincie-ring; Uitvoeringsagenda 2004-2008 "Groningen werkt aan werk"; Collegeprogramma 2007-2011.
Ondernemend Groningen
60
Prioriteiten 2008 Uitvoering innovatie- en speerpuntenbeleid, speerpuntsectoren exclusief Energy Valley Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • ontwikkelen en subsidiegereed maken van • De activiteiten zijn uitgevoerd. (innovatieve) projecten gerelateerd aan de (Subsidiebronnen: Koers Noord, OP EFRO en speerpuntsectoren; Innovatieve Actieprogramma Groningen 2.) •
(laten) ontwikkelen van diensten voor de provincie-ringen.
•
Er is één project ontwikkeld zorg en ICT (DRIFT, zie ook productenbegroting).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 4-6 (innovatieve) projecten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2008 is in het kader van het Innovatieve Actieprogramma Groningen 2 een zevental innovatieve projecten gecommitteerd (5 Life Sciences (LS) en 2 Innovatie in de zorg). • In samenwerking met Drenthe, Triade en gemeente Noordenveld is een Masterclass Life Sciences ontwikkeld. • Binnen de LS-sector is in samenwerking met diverse partijen (NOM, kennisinstellingen, provincies, gemeente Groningen en bedrijfsleven) een proces gestart met als doel tot een noordelijk LS-cluster in brede zin te komen.
Kwalitatieve informatie: • sterk en concurrerend bedrijfsleven als bron voor werkgelegenheid.
Kwalitatieve informatie: • De projecten zijn innovatief en verbeteren de concurrentiepositie van het bedrijfsleven.
Goed functionerende arbeidsmarkt Gepland Activiteiten: • mee ontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten (o.a. op het gebied van scholing voor specifieke knelpunten in het bedrijfsleven en het intensiveren van scholing voor werknemers);
Gerealiseerd Activiteiten: • Realisering van de SNN "Talentregeling" bestemd voor bedrijven in het MKB: activiteiten gericht op verbetering van de werking van de arbeidsmarkt door het bevorderen van professionalisering van het personeelsmanagement en de inzetbaarheid van werknemers in het arbeidsproces. • In het kader van het regionaal arbeidsmarktbeleid vindt er ondersteuning plaats van het project "Ik doe mee in Oost-Groningen": o inzet duale en EVC trajecten; o bevorderen uitstroom WAO en Wajong; o ontwikkelen van projecten ter stimulering van NUGG'ers. • Continuering van het project Leren en Werken: o duale trajecten: 500; o eerder verworven competenties (EVC): 500. • Bedrijfsgerichte Actie Techniek en Scholing: Hoofddoel is het versterken van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in de Eemsdelta door de ontwikkeling van een methodiek "marktgericht opleiden", waardoor de instroom van technisch personeel met de juiste kwalificaties voldoet aan de vraag van het
Ondernemend Groningen
61
•
verbeteren van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 5 arbeidsmarktgerelateerde projecten;
•
het opzetten van 3 bedrijfstakoverleggen (BTO's/branchegericht met ondernemers en onderwijsinstellingen) ter bevordering van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt.
Kwalitatieve informatie: • door middel van BTO‘s concrete afspraken maken m.b.t. leerlingen stageplaatsen, docentenstages, stimulering techniek, bevorderen bedrijfsexcursies etc.; • met relevante stakeholders (kennisinstellingen, ondernemers, intermediairs) ondernemerschap in brede zin bevorderen.
Revitaliseren bedrijventerreinen Gepland Activiteiten: • opzetten nieuw beleidskader bedrijventerreinen; • ontwikkelen en financieren van revitaliseringsprojecten (geen nieuwe bedrijventerreinen) en -huisvestingen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 3 revitaliseringsprojecten in uitvoering.
•
bedrijfsleven. Twee projectvoorbeelden: 1. AOT (algemeen operationeel technicus); 2. Engineering Noord. Najaar 2008 is gestart met het idee om een Seaports Experience Center op te gaan richten voor: - het promoten van de Eemshaven en Havengebied Delfzijl in brede zin; - het bevorderen van de instroom (ondersteuning beroepskeuze) van leerlingen/studenten, werkzoekenden naar beroepen in de Eemsdelta.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In het kader van de uitvoering van het Actieprogramma Arbeidsmarkt zijn er per actielijn diverse (10-15) arbeidsmarktgerichte projecten uitgevoerd. • In 2008 functioneren er 5 BTO's: drie in Eemsdeltaverband en in Groningen en Stadskanaal ieder één. Kwalitatieve informatie: • De afspraken gemaakt in het kader van BTO tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen zijn uitgevoerd. •
In het kader van het netwerktraject bevorderen ondernemerschap hebben er in 2008 drie stakeholdersbijeenkomsten (brede netwerksessies) plaatsgevonden met gemiddeld 70 tot 120 deelnemers. Er is een tiental plateaubijeenkomsten geweest. Tijdens deze bijeenkomsten worden de vraagstukken en behoeften van ondernemers in verschillende stadia van ontwikkeling geïdentificeerd (potentieel ondernemer - starter - doorgroeier gevestigde ondernemer).
Gerealiseerd Activiteiten: • Er is ondersteuning verleend aan initiatiefnemers bij de afronding en ontwikkeling van diverse projecten. • Er is een bijdrage geleverd aan werkzaamheden in het kader van POP en in IPO-verband aan de werkgroep bedrijventerreinen. Op basis van deze ontwikkelingen kan in 2009 het provinciaal bedrijventerreinkader worden ontwikkeld. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn nog 2 revitaliseringsprojecten in uitvoering (Pekela West en Oosterhorn Delfzijl). • Binnen het revitaliseringsproject Vleddermond (Stadskanaal) moet het onderdeel sanering gasfabrieklocatie nog worden uitgevoerd.
Ondernemend Groningen
62
•
Kwalitatieve informatie: • realiseren van een evenwichtig en op de marktbehoefte afgestemd aanbod van bedrijventerreinen.
Verschillende initiatieven zijn ondersteund (parkmanagement Westpoort, Energiemanagement Groningen-Zuidoost, parkmanagement Winschoten).
Kwalitatieve informatie: • Door de uitvoering van de revitaliseringsprojecten zijn enige ha nieuw uitgeefbare bedrijfskavels ontwikkeld. Deze herontwikkeling voorziet in een marktbehoefte gezien het feit dat de kavels al voor een deel zijn uitgegeven en dragen daarmee bij aan een evenwichtig aanbod van bedrijventerreinen.
Ondernemend Groningen
63
1.2
Landbouw
Omschrijving thema Landbouw De landbouw in onze provincie blijft ook in de toekomst van groot belang. Diverse ontwikkelingen (internationale liberalisering van de markt, veranderende inzet van Europese inkomensondersteuning, zwaardere milieueisen en veranderende wensen van de consument) leiden ertoe dat de landbouw en bijbehorende agribusiness een dynamische sector blijft. De komende jaren zullen we ons blijven richten op verdere verbetering en structuurversterking van de productiefactoren grond en water, waarbij de landinrichting een belangrijk instrument zal zijn. Daarnaast zal onze inzet gericht zijn op innovatie van de gangbare landbouw, waarbij wij zodanige voorwaarden en faciliteiten willen scheppen dat ondernemers maximaal kunnen inspelen op economische en technische ontwikkelingen. Tevens streven wij naar kennisvergroting in de gangbare landbouw en zullen wij productiewijzen zoals biologische landbouw en nieuwe teelten stimuleren. Met een breed programma willen we voorwaarden en faciliteiten scheppen zodat ondernemers maximaal op de door hen gewenste wijze kunnen inspelen op de ontwikkelingen, hetzij door schaalvergroting, productiviteitsverhoging en/of kostprijsverlaging, hetzij door verbreding en/of nieuwe teelten.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd 1. agrarische werkgelegenheid: behoud en waar mogelijk uitbreiding van directe en indirecte werkgelegenheid in de agrarische sector
Gerealiseerd 1. p.m. (cijfers 2008 volgen nog)
2. (markt)positie van de agrarische sector: sterke marktpositie op interne en externe markt
2. p.m. (cijfers 2008 volgen nog)
3. grootschalige en verbrede landbouw: ruimte voor ondernemers om zich richting grootschaligheid of verbreding te ontwikkelen
3. Diverse projecten zijn momenteel draaiende op het gebied van schaalvergroting en verbreding.
4. verbeteren agrarische structuren: versterkte structuren, bijvoorbeeld door sterke productieketens en goede samenwerkingsverbanden
4. Diverse projecten, bijvoorbeeld het kenniscentrum waarin verschillende stakeholders samenwerken aan de verbetering van onderlinge kennisontsluiting.
Te bereiken in (planperiode):
2008-2011
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • •
Collegeprogramma GS; Beleidsnotitie Landbouw "B(l)oeiend Groningen"; Regeerakkoord; Provinciaal Omgevingsplan Groningen; Nota Ruimte; Structuurschema Groene Ruimte; Maatregelen tegen wateroverlast in Groningen en Noord-Drenthe; Provinciale nota Waterberging; Landbouwstructuuronderzoek; Strategische Agenda Noord-Nederland; Nota Kiezen voor Landbouw; Programma Landelijk Gebied (PLG).
Ondernemend Groningen
64
Prioriteiten 2008 Versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • ontwikkelen en uitvoeren van projecten t.b.v. • 18 projecten op gebied van versterking, versterking, vernieuwing en verbreding van de vernieuwing en verbreding; sector; • ontwikkelen en uitvoeren van projecten gericht • 7 projecten, bijvoorbeeld kleinschalige op behoud en versterking van natuur- en natuurmaatregelen; milieukwaliteiten in landbouw- en tuinbouw; • inzetten op kennisontwikkeling, • 6 projecten, bijvoorbeeld het Agro Eco Cluster ketenontwikkeling en afzetbevordering; Wedde; • continuering project glastuinbouw Eemsmond. • Het NB-wet rapport met bijbehorend lichtmonitoringsprogramma is afgerond. Het ontwerpUitvoering van de projecten zal grotendeels via het bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen: door Programma Landelijk Gebied (PLG) plaatsvinden. VROM is een zienswijze ingediend. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • behoud van werkgelegenheid: 8.900 direct en 8.500 indirect in 2008 (bron: provinciaal werkgelegenheidsregister); • marktpositie: behoud of verhoging van toegevoegde waarde (2004: € 295 miljoen, voorlopig cijfer CBS); • 8 projecten in het kader van versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector; • 1 project gericht op verduurzaming landbouw; • 2 projecten gericht op regionale kennisontwikkeling; • 1 project agribusiness (niet zijnde primaire sector); • starten met gebiedsinrichting glastuinbouwproject Eemsmond; • gelijke tred houden met landelijke ontwikkeling op gebied van biologische landbouw (hectares).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • p.m.
Kwalitatieve informatie: • zorg dragen voor een goed functionerende kennisstructuur; • duurzame landbouw vanuit oogpunt natuur en milieu; • stabiele biologische landbouwsector.
Kwalitatieve informatie: • middels projecten, waaronder Kenniscentrum Akkerbouw Noord-Nederland; • middels pilotprojecten VROM in PLG;
•
p.m.
•
18 projecten op gebied van versterking, vernieuwing en verbreding;
• •
4 projecten gericht op verduurzaming; 3 projecten gericht op kennisontwikkeling;
•
1 project gericht op agribusiness;
•
bestemmingsplanwijziging is nog niet afgerond: gebiedsinrichting is nog niet aan de orde; groei van 16,9%.
•
•
middels projecten, waaronder Agro Eco Park Wedde.
Ondernemend Groningen
65
1.3
Recreatie en toerisme
Omschrijving thema Recreatie en Toerisme Wij verwachten, dat toerisme en recreatie voor meer werk en inkomen kunnen zorgen. Het toeristische bedrijfsleven moet ruimte behouden om te investeren in nieuwe ontwikkelingen. Kansen op groei doen zich voor in het verblijfs- en dagtoerisme en de vaarrecreatie. Wij verwachten dat het toeristisch bedrijfsleven actief inspeelt op de vraag naar kwaliteitsverbetering. De investeringen in promotie en marketing van de toeristische mogelijkheden in stad en provincie Groningen zullen in 2008 worden gecontinueerd. Ook willen we opnieuw investeren in fiets-, wandel- en vaarroutes.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd 1. extra werkgelegenheid: groei aantal banen toeristische sector: 2%
Gerealiseerd 1. In 2007 is de werkgelegenheid in de sector ten opzichte van 2006 met ruim 4% gestegen*.
2. extra bestedingen: groei toeristische bestedingen: 2,5%
2. De toeristische bestedingen zijn in 2007 ten opzichte van 2006 met € 50 mln. gestegen (van € 485 mln. naar € 535 mln.)*.
Te bereiken in (planperiode):
2008-2011
* De cijfers over 2008 zijn pas in de loop van 2009 beschikbaar.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Provinciaal Omgevingsplan Groningen; OP EFRO / Koers Noord; Provinciaal meerjarenplan (PLG); Toerdata Noord: rapporten 'Toerisme in cijfers' en 'Consumentenonderzoek Toerisme'; Collegeprogramma 2007-2011.
Prioriteiten 2008 Verbindingen: onderdeel vaarrecreatie Gepland Activiteiten: • realiseren vaarverbindingen (waaronder Zuidlaardermeer - Oost-Groningen); • verbeteren bestaande vaarvoorzieningen / verbeteren bereikbaarheid. De eerder beschikbaar gestelde bedragen uit de reserve ESFI voor het oplossen van knelpunten doorvaarten, nieuwe vaarverbindingen, vaarverbinding Ems-Tijdenskanaal en ecologisch herstel Zuidlaardermeer worden in 2007/2008 en volgende jaren aangewend.
Gerealiseerd Activiteiten: • afronding en opening eerste fase vaarverbindingen Zuidlaardermeer - Oost-Groningen (Van Turfvaart naar Toervaart); • uitvoering fase 1a vaarverbinding Erica - Ter Apel; • verhoging brug Ulrumertil; • uitgave jaarlijkse folder brugbediening recreatievaart; • uitvoering promotie vaarrecreatie (Vaarcampagne).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • zie overzicht pagina 41.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie maatschappelijke effecten en prestatieindicatoren en zie kwantitatieve prestatieindicatoren hieronder.
Kwalitatieve informatie: • bijdrage aan een leefbaarder platteland; • aantrekkelijk vaarwegennet.
Kwalitatieve informatie: • De activiteiten dragen bij aan de kwaliteitsverbetering van het Groninger
Ondernemend Groningen
66
vaarcircuit en aan behoud c.q. versterking van de leefbaarheid (o.a. vitale dorpen) en cultuurhistorisch herstel van het platteland.
Verbindingen: uitvoering Plankader wandelen en fietsen Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • begeleiden en ondersteunen van activiteiten • Er is een (financiële) bijdrage geleverd aan de gericht op de realisering van wandel- en realisering c.q. voorbereiding van verschillende fietspaden; projecten die gericht zijn op de verbetering van de toeristisch-recreatieve fiets- en wandel• verbeteren van infrastructuur en bijbehorende infrastructuur, incl. routes. voorzieningen; (Zie ook verantwoording productgroep 6101.) • realiseren van toeristische wandel- en • Er is een (financiële) bijdrage geleverd aan de fietsroutes. realisering c.q. voorbereiding van projecten die gericht zijn op de versterking van het toeristischVanaf 2008 zal de uitvoering van projecten grotenrecreatieve aanbod in de provincie. deels via het PLG plaatsvinden (zie programma (Zie ook verantwoording productgroep 6101.) Karakteristiek Groningen). Daarin is ook opgenomen het Groninger aandeel in de financiering van de landelijke wandel- (252 km) en fietsroutestructuur (274 km) voor de periode 2007-2013. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • zie overzicht pagina 41.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie maatschappelijke effecten en prestatieindicatoren en zie kwantitatieve prestatieindicatoren hieronder.
Kwalitatieve informatie: • bijdrage aan een leefbaarder platteland; • aantrekkelijk netwerk van kwalitatief hoogwaardig netwerk van fiets- en wandelmogelijkheden.
Kwalitatieve informatie: • De activiteiten dragen bij aan de verbetering/ instandhouding van de leefbaarheid van het platteland door o.a. de vergroting van de aantrekkingskracht van het recreatieve fiets- en wandelnetwerk.
Toeristische promotie en marketing (incl. toeristische mediacampagne, zie VJN2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • samenstellen en uitbesteding pakket diensten op • Marketing Groningen heeft in opdracht van de het gebied van toeristische promotie en provincie een pakket maatregelen uitgevoerd: marketing; actualisering en onderhoud van het provinciale deel van de toeristische website en Uitburo, samenstelling en productie van het provinciale deel van het toeristisch magazine, provinciaal aanspreek- en informatiepunt en werven van vrije publiciteit. • uitvoering mediacampagne: € 115.000 (nieuw • G7-Campagne 2008-2012 (fase 2 Toeristische beleid Voorjaarsnota 2007); Mediacampagne): beoordeling, honorering c.q. doorgeleiding van provinciale en EFRO-subsidieaanvragen van Marketing Groningen. • continueren verzamelen en publiceren van • Toerdata Noord heeft het rapport Toerisme in ontwikkelingscijfers via Toerdata Noord. cijfers 2008 gepubliceerd. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • zie overzicht pagina 41.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • zie maatschappelijke effecten en prestatieindicatoren en zie kwant prestatie-indicatoren hieronder.
Ondernemend Groningen
67
Kwalitatieve informatie: • versterking toeristisch imago provincie Groningen.
Kwalitatieve informatie: • De activiteiten dragen bij aan de verbetering van het (toeristisch) imago van Groningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren van de genoemde prioriteiten Gepland Gerealiseerd • werkgelegenheid: • 15.775 banen in 2007 t.o.v. 14.878 in 2002 *. 16.100 banen direct/indirect full- en parttime in 2008 t.o.v. 14.878 direct en indirect in 2002: zie navolgend overzicht; • (cumulatief) bestedingen (uit Toerdata Noord): • Bestedingen dag- en verblijfsrecreatie: zie navolgend overzicht. € 535 mln. t.o.v. € 456 mln. in 2002 *. * De cijfers over 2008 zijn pas in de loop van 2009 beschikbaar.
Overzicht werkzame personen Recreatie en Toerisme (full- en parttime) provincie Groningen (ontleend aan jaarrapportage 'Toerisme in cijfers 2008' van Toerdata Noord) Werkgelegenheid * 2002 2003 2004 2005 2006 2007 horeca logies cultuur, recreatie, sport en amusement personenvervoer reisorganisatie en -bemiddeling recreatiegoederen overige detailhandel totaal aandeel in totale werkgelegenheid
7.704 1.247 2.914
7.778 1.429 3.354
7.390 1.358 3.216
7.243 1.352 3.094
7.306 1.383 3.422
7.453 1.407 3.509
1.589 531
1.784 562
1.770 574
1.881 562
1.624 537
1.974 594
580 313
646 290
605 271
594 243
620 232
625 213
14.878
15.843
15.184
14.969
15.124
15.775
5,5%
6,1%
5,8 %
5,8%
5,9%
6,0%
* Daar waar op basis van nieuwe informatie evident is dat cijfers voor oudere jaren incorrect zijn, vindt bijstelling plaats. Dit om tegemoet te komen aan het belangrijkste doel van de Toerdata-gegevens: in kaart brengen van de ontwikkelingen in de toeristische en recreatieve sector in Noord-Nederland. De methodiek die hiervoor wordt gebruikt is in 2008, n.a.v. kritiek van de Noordelijke Rekenkamer, aangepast. T.o.v. vorig jaar zijn de kolommen 2003 en 2006 aangepast.
Overzicht bestedingen Recreatie en Toerisme provincie Groningen (ontleend aan jaarrapportage 'Toerisme in cijfers 2008' van Toerdata Noord) Bestedingen * (x € 1 mln.) 2002 2003 2004 2005 2006
2007
dagrecreatie ** verblijfsrecreatie
367 89
375 86
379 88
386 88
390 92
444 91
totaal
456
461
467
474
482
535
* T.o.v. vorig jaar zijn de kolommen 2005 en 2006 aangepast. Zie voetnoot werkgelegenheid. ** Er is een groot verschil in bestedingen van dagtoeristen tussen 2001 enerzijds en 2002 en volgende jaren anderzijds. Dit komt doordat Toerdata Noord uitgaat van alleen de toeristische dagtochten, terwijl het NRIT een veel ruimere definitie hanteert van het begrip dagtocht. Vanaf 2002 is gewerkt met de definitie van toeristische dagtocht van Toerdata Noord.
Ondernemend Groningen
68
1.4
Lasten/baten en analyse Ondernemend Groningen
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
ONDERNEMEND GRONINGEN Bedrijvigheid
gerealiseerd bedrag 2008
9.141.449
12.142.566
9.396.362
116.701 209.974
129.691 229.650
128.870 211.440
603.164 3.900.976
980.825 5.479.981
772.108 4.410.576
277.021 71.133
287.750 1.207.567
293.821 271.598
1.927.042 2.035.438
1.870.625 1.956.478
1.315.164 1.992.785
662.263
736.554
448.283
662.263
736.554
448.283
Recreatie/toerisme
2.534.696
4.185.234
2.890.426
Toerisme en recreatie Toeristische promotie
1.933.967 600.729
3.277.974 907.261
2.392.243 498.184
12.338.408
17.064.354
12.735.071
Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen Landbouw Landinrichting Landbouw
Totaal ondernemend Groningen
Omschrijving
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
ONDERNEMEND GRONINGEN Bedrijvigheid
4.039.716
Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Arbeidsmarkt
3.902.500
3.981.397
-
5.314
11.429
-
-
Regioprogramma's Provinciale bedrijven
1.139.136 114.305
1.042.000 114.400
1.115.635 114.353
Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen
378.750 2.396.096
350.000 2.396.100
350.000 2.396.096
-
-
-
162.457
5.300
1.900
5.300
1.900
3.907.800 13.156.554 17.064.354
3.983.297 8.751.773 12.735.071
Landbouw Landinrichting Landbouw Recreatie/toerisme Toerisme en recreatie
3.315-
Toeristische promotie (nieuw)
165.772 4.202.172 8.136.235 12.338.408
Nadelig slot ondernemend Groningen Totaal ondernemend Groningen
Ondernemend Groningen
69
Analyse programma Ondernemend Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 5.655.009 11.409.345 17.064.354 3.907.800 13.156.554
Realisatie 4.490.211 8.244.859 12.735.071 3.983.297 8.751.773
Saldo 1.164.797 3.164.486 4.329.283 75.497 4.404.780
Aangezien de apparaatskosten niet per programma maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Bedrijvigheid Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 4.570.985 7.571.581 12.142.566 3.902.500 8.240.066
Realisatie 3.584.422 5.811.940 9.396.362 3.981.397 5.414.965
Saldo 986.563 1.759.641 2.746.204 78.897 2.825.101
De totale directe kosten zijn t.o.v. de raming € 1.759.641 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
• •
•
•
• •
De bestedingen ten laste van de reserve Cofinanciering Kompas voor projecten met betrekking tot het thema Bedrijvigheid zijn achtergebleven bij de bij de Integrale Bijstelling 2008 ingeschatte prognoses. Bepaalde projecten zijn lager afgerekend, voor een aantal projecten is de uitvoeringstermijn verlengd en voor andere projecten zijn de eindafrekeningen inmiddels binnen of zitten in de afrondingsfase bij het SNN. De middelen blijven binnen de reserve beschikbaar. Op het budget Promotie en acquisitie is een onderbesteding ontstaan omdat een aantal geplande toekenningen aan activiteiten na voorbereiding niet tot een concrete aanvraag hebben geleid. Vanuit het budget Arbeidsmarktbeleid was een bijdrage gepland voor de opzet van het Seaport Experience Center (SEC). Het proces om tot medefinanciering met de overige partijen te komen heeft echter meer tijd gekost dan voorzien. Dit heeft er toe geleid dat in 2008 geen bijdrage is toegekend. Dit heeft er mede toe geleid dat een onderschrijding op het budget arbeidsmarktbeleid is ontstaan. Het krediet revitalisering bedrijfsterreinen is bedoeld als 'smeermiddel' of als 'prikkel' voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen. De voorbereiding van diverse plannen heeft meer tijd gekost dan voorzien. Van het restant wordt € 10.000 overgeboekt naar 2009 in verband met het project om te komen tot een ruimtelijk-economische ontwikkelingsvisie in Delfzijl. Het budget voor toekomst vaste ICT-infrastructuur is onder te verdelen in ESFImiddelen voor de aanleg van de provinciering Oost-Groningen en middelen voor de ontwikkeling van een loketfunctie voor de provinciering en onderzoeken en advies. Deze laatste middelen zijn ingezet voor een loketfunctie. Voor de afronding van de werkzaamheden in 2009 worden de resterende middelen (€ 17.396) overgeboekt naar 2009. Als gevolg van het nog niet voltooien van de provinciering Oost-Groningen is € 170.957 van de middelen voor de aanleg nog niet aangewend. Deze middelen blijven binnen de reserve ESFI beschikbaar. In verband met de aanleg van provinciering Eemsdelta is € 15.000 uitbetaald en onttrokken aan de reserve ESFI. Kapitaallasten voor de deelnemingen in de NOM, Essent en Waterbedrijf Groningen zijn als gevolg van een ten opzichte van de raming afwijkend rentepercentage hoger uitgevallen. De eindafrekeningen van de Innovatief Actieprogramma Groningen (IAG) 1projecten moesten uiterlijk 31 december 2008 binnen zijn. De financiële Ondernemend Groningen
1.332.110
19.795 34.278
82.920
173.353
-27.062 87.141
70
•
•
•
afwikkeling op projectniveau heeft een uitloop tot het 1e kwartaal van 2009. In totaal is in 2008 € 1.557.677 aan projecten gerealiseerd. Hiervan komt € 1.114.716 ten laste van bijdragen van de Europese Commissie (EFRO) en van het Rijk (EZ/Kompas). Het overige deel ad. € 442.961 komt ten laste van de reserve cofinanciering Kompas. De lagere realisatie ten opzichte van de raming leidt een voordeel van € 87.141. De bij de Integrale Bijstelling 2008 verwachte uitgaven voor de gecommitteerde projecten ten laste van de reserve cofinanciering Ruimtelijk Economische programma's (REP) blijken te laag ingeschat. Dit heeft mede geleid tot een hogere onttrekking aan de reserve REP. Eind 2008 was besluitvorming vrijwel rond over de opdracht tot het laten opstellen van een projectplan voor recreatieve toegankelijkheid van de waddendijken voor een bedrag van € 24.440. Omdat de feitelijke werkzaamheden pas vanaf januari 2009 gaan lopen en zeer waarschijnlijk aanvullend opdracht moet worden verleend voor specifieke onderdelen, zoals voor ingenieurswerk maar ook voor een samenhangende presentatie naar het Waddenfonds, worden de resterende middelen procesgelden waddenfonds (€ 34.197) overgeboekt naar 2009. Overige afwijkingen als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren en vrijval op de reguliere budgetten ontstaat per saldo een voordeel.
-46.013
34.197
68.922
De directe baten vallen € 78.897 hoger uit dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. Dit heeft met name betrekking op de hogere bijdragen voor de IAG 1-projecten € 72.716.
Thema Landbouw Raming 507.179 229.375 736.554 0 736.554
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 353.775 94.507 448.283 0 448.283
Saldo 153.403 134.868 288.271 0 288.271
De totale directe kosten zijn t.o.v. de raming € 134.868 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
• •
In 2008 zijn beperkt kosten gemaakt voor het glastuinbouwproject. Volgende stappen worden pas gezet, wanneer meer duidelijkheid bestaat over de uitkomsten van en besluitvorming rond de ruimtelijke verkenning van de uitbreidingsmogelijkheden Eemshaven, die medio 2008 is gemaakt. De beperkte bestedingen hebben als gevolg een lagere onttrekking uit de reserve Cofinanciering Kompas (mutaties reserves). De gereserveerde middelen blijven binnen deze reserve beschikbaar. Als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren en vrijval op de reguliere budgetten ontstaat per saldo een voordeel. De middelen voor het project noordelijke samenwerking glastuinbouw zijn binnen de reserve ESFI beschikbaar gesteld maar niet begroot binnen het thema Landbouw. De bijdrage is uit de reserve ESFI onttrokken (mutaties reserves).
115.000
25.268 -5.400
De directe baten vertonen geen afwijking.
Ondernemend Groningen
71
Thema Recreatie/toerisme Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 576.845 3.608.389 4.185.234 5.300 4.179.934
Realisatie 552.014 2.338.412 2.890.426 1.900 2.888.526
Saldo 24.831 1.269.977 1.294.808 -3.400 1.291.408
De totale directe kosten zijn t.o.v. de raming € 1.269.977 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
•
•
•
Als gevolg van lagere afrekeningen en vertragingen in de projectuitvoering is van de geraamde middelen Cofinanciering Kompas voor toeristische projecten minder aangewend. De middelen blijven binnen de reserve cofinanciering Kompas beschikbaar. In de periode najaar 2004 tot voorjaar 2007 is, onder de vlag van 'Er gaat niets boven Groningen', het project Toeristische Mediacampagne uitgevoerd. Om een optimaal rendement te halen uit de bestedingen tot nu toe wordt een vervolg gegeven aan het project Toeristische Mediacampagne in de vorm van het meerjarige project De G7 Campagne 2008-2012. De geraamde kosten daarvan bedragen € 2,5 miljoen. Ter cofinanciering is een EFRO-subsidieaanvraag ingediend en begin 2009 is de EFRO bijdrage toegezegd. Als verdere financiering dient onder andere een deel van het provinciale krediet toeristische promotie. Deze middelen worden in verband met de start in 2009 overgeboekt. Op basis van de werkelijke investering in de vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta is een bijdrage onttrokken aan de beschikbare middelen vanuit de reserve ESFI. De voor 2008 beschikbare middelen zijn in de raming bij deze thema opgenomen, terwijl de werkelijk benodigde middelen zijn verantwoord bij het thema Infrastructuur van het programma Bereikbaar Groningen zijn verantwoord. Overige afwijkingen als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren en vrijval op de reguliere budgetten ontstaat per saldo een voordeel.
628.243
408.000
200.000
33.734
De afwijking op de directe baten is marginaal (€ 3.400 lager dan geraamd) en wordt niet nader toegelicht.
Ondernemend Groningen
72
2.
Wonen
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Ruimtelijke ontwikkeling; 2. Technische infrastructuur. Het programma Wonen richt zich op het creëren van een ruim en gevarieerd aanbod aan woningen en woonmilieus dat voldoet aan de woonbehoefte van de (potentiële) inwoners. Ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid in zowel de steden als de dorpen zijn hierbij van groot belang. Aandeel in de totale rekening 2008: 3,85%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2007
raming 2008*
rekening 2008
2. Wonen a. ruimtelijke ontwikkeling - lasten - baten saldo van lasten en baten
17.571 12.528 5.043
17.142 10.210 6.932
16.104 9.598 6.506
b. technische infrastructuur - lasten - baten saldo van lasten en baten
115 0 115
120 0 120
119 0 119
5.158
7.052
6.625
Saldo Wonen
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Wonen zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Wonen
73
2.1
Ruimtelijke Ontwikkeling
Omschrijving thema Ruimtelijke ontwikkeling De ruimtelijke ontwikkeling levert een bijdrage aan de hoofddoelstelling van het omgevingsbeleid, te weten voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke leefomgeving. Een prettig leefklimaat in het stedelijk gebied met een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en bewoners. Een vitaal platteland waarin plaats is voor natuur, mensen oog hebben voor elkaar en kwetsbare groepen niet verstoken blijven of worden van de nodige voorzieningen en verzorging. We hebben grote ambities om de regionale ruimtelijke opgaven te realiseren. Wij willen hiertoe meer sturing op de uitvoering van deze opgaven. Door sneller en actiever op de grondmarkt te opereren kunnen we meer invloed uitoefenen op regionale ruimtelijke projecten. Eind 2008 willen we ons actieve grondbeleid operationeel hebben, in de vorm van uitvoeringsgericht beleid, de benodigde regelgeving en een uitvoeringsorganisatie. In Groningen streven we naar een kwalitatief hoog woningaanbod dat alle Groningers, ongeacht het inkomen, voldoende keuzemogelijkheden biedt. We streven ook naar het verhogen van de kwaliteit van het stedelijke gebied. Dit doen we in de brede context van leefbaarheid en duurzaamheid. Concreet komt het neer op het ontwikkelen en uitvoeren van provinciaal beleid voor de woningbouw en voor stedelijke vernieuwing. En op het stimuleren en ondersteunen van gemeenten bij de invulling van de kwalitatieve en kwantitatieve woningvraag en de aanpak van stedelijke vernieuwing. Vanuit onze toezichthoudende functie richting gemeenten zien wij er op toe dat statushouders (verblijfsgerechtigde asielzoekers) zo snel mogelijk gehuisvest worden. Hiervoor zal de komende tijd extra inzet nodig zijn in verband met het generaal pardon.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd
Gerealiseerd
Wonen • aanpassen van de woningvoorraad op woningbehoefte.
Wonen • In de periode 2002-2008 zijn gemiddeld circa 2.350 woningen per jaar gebouwd, dit is minder dan de geplande 3050 nieuwe woningen per jaar. In 2008 zijn 3.134 nieuwe woningen gebouwd. Het jaar 2008 was, vergeleken met voorgaande jaren, een topjaar wat betreft bouwproductie in de regio Groningen-Assen. • In de periode 2002-2008 zijn gemiddeld per jaar 1.400 slechte woningen vervangen door nieuwe, dit is meer dan vooraf was voorzien. In 2008 zijn 1.283 slechte woningen vervangen door nieuwe woningen. • In 2008 hebben wij samen met de gemeenten in Noord- en Oost-Groningen en de betreffende corporaties het convenant wonen en zorg voor deze regio ondertekent; hiermee is bij de betrokken partijen de noodzaak van het bouwen van woningen voor kwetsbare groepen alsmede de behoefte aan goede welzijns- en zorgvoorzieningen onder de aandacht gebracht. In 2007 is door ons eenzelfde convenant voor de regio Groningen-Assen en de gemeenten Marum en Grootegast ondertekend, de uitvoering van dit convenant is in 2008 in opdracht van de gemeenten geëvalueerd. Hieruit blijkt dat de gemeenten in overleg met de uitvoerende partijen goed aan de slag zijn met de ontwikkeling van plannen voor de bouw van woningen voor ouderen en mensen met een beperking.
•
aandacht voor de kwaliteit van de woningvoorraad.
• •
aandacht voor wonen, welzijn, zorg. aandacht voor specifieke groepen.
Wonen
74
te bereiken door: • opstellen nieuw kaderstellend beleid Wonen.
•
stimulering van de uitvoering van de woningbouwafspraken met het Rijk.
•
stimulering van de uitvoering van gemeentelijke woonplannen.
•
beoordeling gemeentelijke bestemmingsplannen en projectbesluiten.
•
stimulering van de bouw van betaalbare huuren koopwoningen. stimulering van de bouw van voldoende woningen voor specifieke doelgroepen: starters, ouderen en mensen met een beperking.
•
•
stimulering investering in kwaliteit van de koopwoningen van lage inkomensgroepen.
Ruimte • verbetering van de woon- en leefomgeving in stedelijk gebied, incl. de bebouwde kom op het platteland. • aandacht voor behoud en versterking van (vitaliteit van) de niet-stedelijke omgeving; Wonen
bereikt door: - Als onderdeel van het nieuwe POP is een nieuw kaderstellend beleid Wonen opgesteld. De totstandkoming van regionale woon- en leefbaarheidplannen door samenwerkende gemeenten staat hierin centraal. De inhoud van deze plannen wordt voor wat betreft de woningbouw geborgd door de verordening bij het POP (d.m.v. de zgn. "nieuwbouwruimte"). - Ook in het jaar 2008 is aan de gemeenten van de regio Groningen-Assen ondersteuning verleend bij de realisatie van hun woningbouwtaakstellingen. Dit heeft geleid tot een recordproductie van 3.323 woningen. - Door middel van periodiek overleg op regionaal niveau met de bij gemeentelijke woonplannen betrokken partijen is een bijdrage geleverd aan de uitvoering van deze plannen. - Circa 60 gemeentelijke plannen zijn mede begeleid en getoetst vanuit het beleidsveld Bouwen en Wonen. - Zie tekst hierboven bij aandacht voor wonen, welzijn, zorg en aandacht voor specifieke groepen - Wij stimuleren de gemeenten aandacht te hebben voor alle groepen op de woningmarkt, dus ook voor starters; in de praktijk blijkt het echter heel moeilijk om nieuwe woningen voor starters te bouwen: de bouwkosten zijn zodanig gestegen dat starters met name aangewezen zijn op de bestaande woningvoorraad; de bestaande voorraad biedt zodanig veel ruimte dat starters voldoende mogelijkheden hebben om een goede woning te vinden (provinciebreed). - Het Rijk heeft de provincies een subsidiebedrag beschikbaar gesteld voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO), waarmee eigenbouw in collectief verband wordt gestimuleerd. CPO sluit aan op onze ambities om de kwaliteit van de woning en de woonomgeving te verhogen. We hebben daarom een provinciale beleidsregel CPO opgesteld, welke met ingang van 1 januari 2009 in werking is getreden. We hebben de regeling ondermeer bekend gemaakt op een bijeenkomst van Portefeuillehouders Wonen. - Er is een samenwerkingsverband Kwaliteitsslag Goedkope Koop opgericht met de streekraad Oost-Groningen, de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting, woningbouwcorporaties en de provincie om de mogelijkheden tot stimulering te onderzoeken en een voorstel uit te werken. Dit wordt in het bredere perspectief geplaatst van de bevolkingsafname en vergrijzing en ontgroening onder de noemer. Ruimte • Met alle gemeenten is contact over de kwaliteit van ruimtelijke plannen. Het kwaliteitsniveau van ruimtelijke plannen van gemeenten neemt toe door de advisering door het provinciaal bouwheerschap over proces en inhoud van de 75
• •
herkenbaarheid ruimtelijk beleid van de provincie op gemeentelijk niveau. betere en snellere uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingsopgaven.
•
te bereiken door: - stimulering van de uitvoering van gemeentelijke programma's en plannen voor stedelijke vernieuwing ter verbetering van de leefbaarheid. -
beeld van problematiek stedelijke vernieuwing toekomstig ISV.
-
ondersteuning gemeentelijke planvorming via Vliegende Brigade.
-
bijdrage aan de uitvoering regioprogramma's en uitvoeren provinciaal beleid zoals verwoord in de nota Provinciaal Bouwheerschap. bijdrage aan de uitvoering geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen, het meerjareninvesteringsprogramma (MIP).
-
-
uitvoering (doorwerking + agenda) Nota Ruimte.
-
geïntegreerde gebiedsontwikkelingen zie ook bouwheerschap (start processen Lauwersmeer, Eemsmond, Veenkoloniën).
Wonen
ruimtelijke ordeningsplannen en trajecten en door de cofinanciering vanuit het budget provinciaal bouwheerschap van ruimtelijke studies als onderlegger voor ruimtelijke ontwikkelingen. Deze kwaliteitstoename is te constateren in de inhoud van de plannen zoals ingediend bij de provincie in het kader van de Wro. Dit geldt zowel voor de stedelijke als de niet-stedelijke leefomgeving. Door in de nota Bouwen en Wonen 2005-2008 terughoudend te zijn met het formuleren van nieuw beleid hebben wij een bijdrage geleverd aan de versnelling van de woningbouw. Om deze versnelling verder te bevorderen hebben wij een woningbouwregisseur in de regio GroningenAssen aangesteld.
bereikt door: Geregeld contact met de in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) aangewezen programma- en projectgemeenten. Besproken wordt de voortgang van de uitvoering van de programma's en projecten. Ter voorbereiding op de volgende ISV-periode, is bij de project- en programmagemeenten de stedelijke vernieuwingsopgave geïnventariseerd voor de periode 2010-2014. Ingeval van stagnatie in de uitvoering kunnen gemeenten een beroep doen op externe deskundigheid via het instrument van de Vliegende Brigade. In 2008 hebben de gemeenten Reiderland en Haren een beroep gedaan op deze regeling. Het provinciaal bouwheerschap participeert vanuit zijn expertise in de regionale projecten en ontwikkelingsprojecten. De projecten van het MIP zijn in uitvoering volgens de planning. De projectdirectie stuurt nu nadrukkelijker om belemmeringen weg te nemen bij projecten die dreigen te vertragen. Er is een rapport opgesteld om met het Rijk te komen tot verstedelijkingsafspraken. Het aangepast subsidiekader geeft financiële prikkels om uitvoering van projecten te versnellen. In het proces van de actualisatie Regiovisie is de samenwerking met stakeholders bij uitvoering van de visie versterkt. De regio is aangemeld voor uitvoering van pilotprojecten op het gebied van regionale samenwerking bedrijventerreinen. De Realisatieparagraaf Nota Ruimte is door het Rijk vastgesteld en dient als input voor de AmvB; via het Bestuurlijk Overleg IPO is/wordt aan beide trajecten mede invulling gegeven. Daar is in verband met het provinciaal Omgevingsplan (POP) in 2008 beleid voor geformuleerd. In kader van Uitvoering van het POP zal vanaf 2009 de geïntegreerde 76
-
-
bevordering realisatie ZZL in relatie tot gebiedsontwikkeling uitvoeringsgericht grondbeleid.
gebiedsontwikkeling voor de drie genoemde projecten worden opgestart. Het project Zuiderzeelijn is van rijkswege gestopt. Er is een convenant RSP Zuiderzeelijn afgesloten (zie ook programma Bereikbaar Groningen). Projecten zijn in voorbereiding. Gestreefd wordt naar gebiedsgerichte ontwikkeling bij uitvoering van deze projecten. Dat biedt zicht op realisatie van strategische projecten in de regio.
Te bereiken in (planperiode): • Nota Bouwen en Wonen 2005-2008; • Afspraken met Rijk in kader van BLS; • Beleidskader Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV-2) 2005-2009; • Provinciaal Omgevingsplan (POP 2) 2006-2008; • Actualisering regio Groningen-Assen; • Kadernota Grondbeleid: invulling gebiedsopgaven.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • • • • • •
POP (bestaand december 2006 en in 2008 nieuw vast te stellen); Kadernota Grondbeleid 2007; Nota Provinciaal Bouwheerschap in de provincie Groningen; Ontwikkelagenda Nationaal Stedelijke Netwerk Groningen-Assen 2006; Geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen 2030; Meerjaren Investeringsprogramma Groningen-Assen (2008-2015); Nota Ruimte 2006; Uitvoeringsagenda Nota Ruimte 2006-2008; Nota Ruimte, ieder zijn rol, december 2005 (VROM, IPO en VNG); Nieuwe Wro 2007; IBW; Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied (PMJP 2006); Handelingskader grondverwerving ILG (2006) Nota Bouwen en Wonen; Beleidskader Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV); Beleidsregel Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS).
Prioriteiten 2008 Provinciaal Bouwheerschap / gebiedenbeleid Gepland Activiteiten: uitvoeren nota Provinciaal Bouwheerschap: • initiëren van en participeren en adviseren in provinciale gebiedsgerichte processen en trajecten, planvorming en uitvoering (m.n. de regiogebieden).
•
participeren en adviseren in provinciale ontwikkelingsprojecten (Blauwestad, Meerstad, regio Groningen-Assen, Veenkoloniën, Wonen
Gerealiseerd Activiteiten: uitvoeren nota Provinciaal Bouwheerschap: • Er is geparticipeerd in de voorbereiding van het POP (11 karakteristieken, teksten ruimtelijke kwaliteit en kaartbeelden). • Er is geparticipeerd in en geadviseerd over 20 provinciale gebiedsgerichte processen en trajecten, planvorming en uitvoering: • Er is partieel geparticipeerd in en geadviseerd over de volgende provinciale ontwikkelingstrajecten: 77
Eemsdelta en Lauwersmeer).
•
initiëren van en participeren en adviseren in provinciale thematische projecten (nieuwe wegen, windmolens en agrarische schaalvergroting).
•
•
financieel en proactief vakmatig ondersteunen van gemeenten ten behoeve van ruimtelijke kwaliteitsgerichte strategie, beleid en planvorming. adviseren over subsidieaanvragen. bewerkstelligen kennisontwikkeling en -uitwisseling (excursie/workshops/pilotprojecten).
•
• •
• • • •
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • advisering over subsidieaanvragen (ca. 15). • • •
organiseren excursie voor gemeenten (1). advisering over gemeentelijke RO-plannen (WRO en ISV: 90 stuks). aantal gemeenten waar proactief overleg mee wordt gevoerd (80%).
•
percentage RO-plannen waarin ruimtelijke kwaliteit adequaat is behandeld (70%).
•
aantal succesvolle agrarische schaalvergrotingsmaatwerkprojecten (10 stuks).
Kwalitatieve informatie: • Door een zorgvuldig beheer kunnen bestaande kwaliteiten gehandhaafd blijven: permanente en continue resultaten. • Door zorgvuldige planontwikkelingen kunnen kwalitatief goede nieuwe ruimtelijke kwaliteiten gerealiseerd worden: een continue stroom van op te leveren nieuwe ruimtelijke kwaliteiten.
Beleid en uitvoering Nota Bouwen en Wonen Gepland Activiteiten: • opstellen nieuw kaderstellend beleid Wonen vanuit een breed perspectief. Wonen
- Blauwestad; - Meerstad; - regio Groningen-Assen; - Leek-Roden, IGS; - Hoogezand-Zuid, de 'Groene Compagnie' ; - Veenkoloniën; - Lauwersmeer. Advisering andere afdelingen over: - wegaanpassingen, wegbeplantingen, bruggen etc.; - ruimtelijke effecten toeristisch recreatieve ontwikkelingen; - inpassing/herstructurering bedrijfsterreinen; - landschappelijke onderwerpen (LGW). Er is met alle Groninger gemeenten overleg geweest over aanpak en kwaliteit van plannen en processen. Er zijn 17 subsidieaanvragen behandeld. Er is een 14-daags overleg met de welstandsorganisatie Libau. Er is een excursie Provinciaal Bouwheerschap georganiseerd ten behoeve van gemeentelijke portefeuillehouders en hun ambtelijke adviseurs. Er is geparticipeerd in een congres over stallenbouw/agrarische schaalvergroting, in een IPO-congres en deelgenomen aan landelijke bijeenkomsten over ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 17 stuks subsidieaanvragen/financiële bijdragen vanuit budget provinciaal bouwheerschap; • 1 excursie Provinciaal Bouwheerschap; • circa 200 adviezen over gemeentelijke ROplannen; • met alle gemeenten is (pro)actief overleg gevoerd over (een deel van) hun ruimtelijke ordeningsplannen (100%); • percentage RO-plannen waarin is ruimtelijke kwaliteit adequaat is behandeld: 70%; • 18 agrarische schaalvergrotingsmaatwerkprojecten. Kwalitatieve informatie: • Door een zorgvuldig beheer kunnen bestaande kwaliteiten gehandhaafd blijven: permanente en continue resultaten. • Door zorgvuldige planontwikkelingen kunnen kwalitatief goede nieuwe ruimtelijke kwaliteiten gerealiseerd worden: een continue stroom van op te leveren nieuwe ruimtelijke kwaliteiten.
Gerealiseerd Activiteiten: • Als onderdeel van het nieuwe POP is een nieuw kaderstellend beleid Wonen opgesteld. De 78
• •
stimulering uitvoering woningbouw-, transformatie- en woonzorgplannen gemeenten en woningcorporaties. begeleiden en toetsen nieuwe woonplannen, gemeentelijke bestemmingsplannen en projectbesluiten voor wat betreft de bouwcapaciteit voor woningbouw.
• •
totstandkoming van regionale woon- en leefbaarheidsplannen door samenwerkende gemeenten staat hierin centraal. De inhoud van deze plannen wordt voor wat betreft de woningbouw geborgd door de verordening bij het POP (d.m.v. de zgn. nieuwbouwruimte). Er is doorlopend contact met gemeenten en corporaties geweest over deze uitvoering. Ca. 60 bestemmingsplannen zijn mede begeleid en getoetst vanuit het beleidsveld Bouwen en Wonen. Veel gemeenten zijn bezig met het evalueren en actualiseren van woonplannen. Indien gewenst is hierbij geadviseerd.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantallen nieuw gebouwde 3000 en gesloopte 1300 woningen in 2008.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2008 zijn 3.134 nieuwe woningen gebouwd en zijn 1.283 slechte woningen vervangen door nieuwe woningen.
Kwalitatieve informatie: • inloop kwalitatieve woningtekorten, met speciale aandacht voor de tekorten van specifieke doelgroepen (lage inkomens, statushouders, zorgbehoevende senioren, starters en ouderen).
Kwalitatieve informatie: • Uit het door ABF uitgevoerd woningbehoefteonderzoek blijkt dat de woningbehoefte is gedaald in de periode tot 2020 ten opzicht van eerdere prognoses. Met name doordat het buitenlands migratieoverschot is ingezakt.
Uitvoering woningbouwafspraken met het Rijk (BLS) De provincie Groningen coördineert de uitvoering van het Besluit Locatie Gebonden subsidies (BLS). Het BLS is door het Rijk in het leven geroepen om de woningbouwproductie te stimuleren en is in Groningen gericht op de regio Goningen-Assen. De provincie is budgethouder. Gepland Activiteiten: • opzetten en bijhouden woningbouwmonitor.
• •
ondersteuning en advisering gemeenten bij hun bouwactiviteiten. stimulering succesvolle bouwprogramma's.
•
regionale afstemming woningaanbod.
•
uitbetaling BLS-subsidies aan de 12 deelnemende gemeenten van de Regio Groningen-Assen.
Wonen
Gerealiseerd Activiteiten: • In de maanden mei en december zijn twee monitors verschenen. Het jaar 2008 liet een opmerkelijk feit zien, namelijk dat er voor het eerst meer harde plancapaciteit aanwezig is, dan er volgens de jaarplanning noodzakelijk is. • Ook in dit jaar is de woningbouwregisseur actief geweest met de ondersteuning van gemeenten. • Voorts is periodiek zowel ambtelijk als bestuurlijk informatie gewisseld voor succesvolle programma's. • Van een regionale afstemming is geen sprake geweest omdat alle partijen zo veel mogelijk hun eigen taakstellingen wensen te realiseren. • In 2008 is de BLS-bijdrage over het jaar 2007 van € 4,2 mln. aan de twaalf deelnemende gemeenten uitgekeerd. Nieuw was dat het Rijk met terugwerkende kracht tot 1-1-2007 een regeling introduceerde die de eigenbouw van particulieren moet stimuleren. Hiervoor heeft de regio circa € 0,3 mln. ontvangen.
79
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • bouw van in totaal 6.000 woningen in het gebied van de regio Groningen-Assen; hiervan dienen de Groninger gemeenten in het gebied van de Regiovisie 4.215 huizen te bouwen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het jaar 2008 was een topjaar voor de woningproductie in de regio Groningen-Assen. De productie bedroeg 3.323 woningen, het hoogste aantal in de periode 2005 -2008. Met deze productie werd de hoge taakstelling van 6.000 woningen voor 55% gerealiseerd. De productie in de Groninger gemeenten van de Regiovisie lag relatief nog hoger. Met een aantal van 2.800 op de geplande 4.215 woningen, werd een realisatiepercentage van 66 % gerealiseerd. Positieve uitschieters zijn de gemeente Groningen, gemeente Winsum en m.n. de gemeente Slochteren.
Kwalitatieve informatie: • afstemming woningbouwprogramma's qua prijsniveau.
Kwalitatieve informatie: • Er heeft geen afstemming plaatsgevonden qua prijsniveau. Gerichte vragen van de woningbouwregisseur hierover zijn maar gedeeltelijk beantwoord.
Blauwestad Gepland Activiteiten: • verkoop en bouw van bouwkavels en projectmatig ontwikkelde woningen, in 2008 samen 150 stuks. • oplevering vaarverbinding in Reiderwolde.
Gerealiseerd Activiteiten: • In het jaar 2008 zijn tien kavels aan eindgebruikers verkocht. •
•
oplevering natuurgebieden in Reiderwolde.
•
•
algehele oplevering meer en de dijken.
•
•
afronding en uitvoering afspraken inzake beheer en onderhoud met waterschap, gemeenten en projectorganisatie Blauwestad.
•
•
aanwijzen officieel zwemstrand Midwolda.
• •
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantallen nieuwbouwwoningen in de periode 2005-2014 in totaal 1480, in 2008 150 stuks. Wonen
De vaarverbinding in Reiderwolde is tijdig opgeleverd en hiermee is voor dit punt voldaan aan de harde subsidievoorwaarde van Kompas. De VOF Reiderwolde heeft een start gemaakt met de aanleg van de natuurgebieden in Reiderwolde. De algehele oplevering van het meer en dijken is een stap dichterbij gekomen met het op diepte brengen van bepaalde ondiepten in het water. De afspraken inzake beheer en onderhoud zijn nog niet bekrachtigd. Wel voert het waterschap onderhoudswerkzaamheden uit voor de huidge eigenaar van het meer. Ook is ambtelijk overeenstemming met het waterschap bereikt over de nautische verkeersbesluiten zoals vaarsnelheid, ligplaatsen, waterdiepten, De watermonsters voor het predicaat "provinciaal zwemwater" worden geanalyseerd. Door de volledigheid wordt opgemerkt dat het jaar 2008 tevens voor een groot deel is besteed aan een aantal ongeplande activiteiten voor dit project. Genoemd worden de ophoging van het Provinciaal Investeringskrediet en het verkrijgen van aanvullende zekerheden van de private partijen, aanvullende afspraken omtrent levering van bouwkavels aan de private ontwikkelingsmaatschappij en de discussie omtrent het uittreden van twee private partijen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn 10 kavels verkocht. De verkoop is duidelijk achtergebleven bij het streefgetal aantal van 150. 80
Kwalitatieve informatie: • woningen in het hogere prijssegment.
Kwalitatieve informatie: • De woningen die zijn opgeleverd zijn gerealiseerd in het hogere prijssegment.
Planontwikkeling Meerstad Gepland Activiteiten: • uitwerking van het Masterplan Meerstad in verschillende deelplannen waarin begrepen de rode elementen (wonen en werken), de blauwe elementen (water) en de groene elementen (natuur). • uitwerking van het Masterplan Meerstad in een plan voor de infrastructuur (grijze elementen), inclusief de hoofdontsluiting en hoofdinfrastructuur van het plangebied en de overige verkeersoplossingen. • initiëren en regisseren van planologische procedures (o.a. bestemmingsplannen en milieueffectrapportages) alsmede het aanvragen en begeleiden van de aanvraag van vergunningen o.m. ontgrondingvergunnning; • initiëren en aanleggen van infrastructurele werken en openbaar gebied, groenstructuren en het meer conform het Masterplan. • het bouwrijp maken van de uit te geven gronden en het uitgeven van deze gronden in combinatie met productierechten, een en ander overeenkomstig de Samenwerkingsovereenkomst Meerstad. • deelname aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) als lid van de Stichting Zeggenschap. In deze stichting hebben de publieke partijen zich verenigd; de private partijen nemen in de AVA deel als Grondbank. Beide partijen hebben één stem; • in de AVA worden besluiten genomen over onder meer: - voorbereiding verplaatsing hoogspanningsleiding; - vaststellen Zekerhedenagent; - grondexploitatie; - sluis.
Gerealiseerd Activiteiten: • Het stedenbouwkundig plan van fase 1 van deelplan 1 is afgerond. Het concept verkavelingplan van dit deel is gereed. •
•
De uitwerking van de infrastructuur van deelplan 1 is in concept gereed. Het ontwerp van de tijdelijke fietsverbinding van Meerstad naar de stad Groningen is gereed. Fietstunnels zijn al opgenomen in de Euvelgunnetracé. De ontgrondingvergunning voor het eerste deel van het meer is afgegeven. De bestemmingsplannen zijn door de gemeenten Groningen en Slochteren goedgekeurd.
•
De uitwerking van de infrastructurele werken en de groenstructuren is in volle gang.
•
Eind 2008 is opdracht gegeven voor het uitgraven van het eerste deel van het meer en voor het bouwrijp maken van fase 1 van deelplan 1.
•
In 2008 hebben 6 AVA en 4 bijeenkomsten inzake de grondprijs plaatsgevonden waaraan de vertegenwoordiger van de provincie geparticipeerd heeft.
•
In 2008 zijn o.a. de volgende besluiten in de AVA genomen: - verplaatsing en deels ondergronds aanbrengen van de hoogspanningsleiding. - benoeming van de Zekerhedenagent; - vaststellen GREX; - vaststellen stedenbouwkundig deelplan 1; - vaststellen verkaveling deelplan 1.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • start bouwrijp maken deelplan 1.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Opdracht tot bouwrijp maken is gegeven.
Kwalitatieve informatie: • De procedure van het globale bestemmingsplan Meerstad-Midden is afgerond (onder voorbehoud van eventuele beroepsprocedures Raad van State). • De art. 19-2 procedure voor het eerste deelplan (1100 - 1300 woningen) is afgerond.
Kwalitatieve informatie: • Procedure globaal bestemmingsplan is afgerond (onder voorbehoud procedures Raad van State).
Wonen
• •
Art. 19-2 procedure deelplan 1 is afgerond. Ontgrondingvergunning deelplan 1 is afgerond.
81
Stimulering uitvoering stedelijke vernieuwing (ISV) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • monitoring en stimulering uitvoering • De programmagemeenten hebben op basis van gemeentelijke stedelijke vernieuwingshun ontwikkelingsprogramma een meerjarige programma's en -projecten voor de periode financiële zekerheid gekregen. Voor het 2005-2009 € 5.145.800. uitvoeringsjaar 2008 hebben de programmagemeenten Hoogezand en Winschoten (2 projecten) tevens een aanvraag ingediend voor een bijdrage uit de knelpuntenpot. Een project van de gemeente Winschoten is afgewezen. De programmagemeenten leggen na afloop van de ISV2-periode 2005-2009 in 2010 verantwoording af over de realisatie van het programma. Tussentijds geven de programma gemeenten jaarlijks inzicht in de voortgang van de uitvoering. • In het uitvoeringsjaar 2008 hebben 8 projectgemeenten een aanvraag ingediend om een ISVbijdrage. Hiervan is een projectaanvraag van de gemeente Winsum afgewezen. In de ISV2periode 2005-2009 zijn tot en met 2008 in totaal 28 projecten gehonoreerd. Hiervan zijn in 2008 vijf projecten afgerond. Opgemerkt wordt dat de meeste projecten meerjarige uitvoering kennen, die in de laatste twee jaar zijn aangevraagd en derhalve nog volop in uitvoering zijn. De projectgemeenten geven jaarlijks de stand van zaken van de projecten waarvoor een ISV-bijdrage is toegekend. • uitvoeren stimuleringsregeling Vliegende Brigade • Twee gemeenten (Haren en Reiderland) hebben € 117.200 (continuering nieuw beleid 2003-2007 een beroep gedaan op ondersteuning van de - Voorjaarsnota 2007). Vliegende Brigade voor een totaalbedrag van € 78.000 ). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Monitoring voortgang ISV-programma's in de 5 programmagemeenten en ISV-projecten in 19 projectgemeenten. • Naar verwachting doen 5 gemeenten een beroep op ondersteuning van de Vliegende Brigade.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De voortgang van de ISV-programma's en projecten is gemonitord.
Kwalitatieve informatie: • Ter voorbereiding op ISV-3 zal bij gemeenten de stedelijke vernieuwingsopgave voor de periode 2010-2014 worden geïnventariseerd. Het betreft een onderzoek (€ 50.000 ) naar de structurele opgave en de knelpunten (nieuw beleid behoefteraming ISV-3 Voorjaarsnota 2007) die om maatregelen vragen om de leefbaarheid te kunnen waarborgen. De resultaten hiervan zullen mede dienen als onderbouwing van onze claim ISV-3 richting Rijk.
Kwalitatieve informatie: • Voorjaar 2008 is het rapport "Inventarisatie Stedelijke Vernieuwingsopgave in de provincie Groningen ISV3" gereedgekomen waarin de stedelijke vernieuwingsopgaven volgens de gemeenten voor de periode 2010-2014 is beschreven. De resultaten kunnen een leidraad zijn voor de verdeling van de middelen in ISV3 en geven een kwalitatieve beschrijving van de fysieke opgave. Om inzicht te krijgen in de omvang van de opgave zal de opgave ook kwantitatief wordt vertaald. • Alle gemeenten hebben inzicht gegeven in de voortgang van de programma's en projecten en de stand van zaken per 1 januari 2008.
•
Zicht houden op de voortgang van de uitvoering van de stedelijke vernieuwingsopgave in de periode 2005-2009 en inzicht verkrijgen in de stedelijke vernieuwingsopgave in onze provincie voor de periode 2010-2014.
Wonen
•
Twee gemeenten (Haren en Reiderland) hebben een beroep gedaan op ondersteuning van de Vliegende Brigade.
82
Uitvoering geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen Onze rol is initiërend, stimulerend en instrumenterend. Samen met 14 partners uit de regio wordt het Meerjareninvesteringsprogramma (MIP) 2008-2015 uitgevoerd. Gepland Activiteiten: • OV-maatregelen voor regio: spoor, bus, fiets. • maatregelen autoverkeer.
•
samenwerking regionale bedrijvenlocaties.
•
voorinvesteren in landschap t.b.v. integrale verstedelijking.
•
regionaal uitvoeringsprogramma Regiopark.
•
regionale afstemming woningaanbod (zie boven).
.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • realisatie station Europark, Noordelijke Ringweg, facelifts diverse stations, tracéstudie tramlijn Hoofdstation-Zernike, studie HOV-as Meerstad, transferium Hoogkerk, transferium Haren. realisatie businfra Roden-Leek-Groningen; • woningbouwafspraken (zie boven).
•
realiseren uitvoeringsprogramma 2008 Regiopark. Wonen
Gerealiseerd Activiteiten: • De provincie trekt 20 meerjarige projecten die in het MIP zijn opgenomen. Er is met het Rijk een convenant afgesloten over RSP Zuiderzeelijn. Dat biedt zicht op realisatie van strategische projecten in de regio. • Er is een samenwerkingsovereenkomst getekend over de samenwerking aan exploitatie van regionale bedrijvenlocaties en herstructurering. De regio is aangemeld voor uitvoering van pilotprojecten op het gebied van regionale samenwerking bedrijventerreinen. • Er is een plan voor ontwikkeling van HoogezandZuid (De Groene Compagnie) ontwikkeld en er is een principebesluit genomen over een regionale bijdrage aan de benodigde voorinvesteringen. • De provincie trekt 10 meerjarige projecten die in het MIP zijn opgenomen. Het aangepast subsidiekader geeft financiële prikkels om uitvoering van projecten te versnellen. Er is een gebiedscommissie voor het Reitdiepdal ingesteld. • Er is een nieuwe regionale afspraak gemaakt over de regionale woningbouwopgaven en de realisatie per gemeente. Met de woningbouwmonitor worden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd. • Er is een rapport opgesteld om met het Rijk te komen tot verstedelijkingsafspraken. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er is een tijdelijk station Europapark gerealiseerd. Transferium Haren is gerealiseerd en reeds succesvol. Transferium Hoogkerk is in uitvoering (na grenswijziging). Er zijn afspraken gemaakt over financiering Zuidelijke Ringweg. Er moet nog keuze worden gemaakt over planconcept. Realisatie van project Kolibri loopt volgens MIP. De provincie is nauw betrokken bij opstellen van plannen voor de Regiotram; De planvorming voor het regionaal concept en inpassing tramlijn Groningen-CS-Zernike is afgerond. Gesprekken over financiering regiotram zijn gaande (besluitvorming voorjaar 2009. • de projectdirectie stuurt nu nadrukkelijker om belemmeringen weg te nemen bij projecten die dreigen te vertragen. • in het proces van de actualisatie Regiovisie is samenwerking met stakeholders bij uitvoering van de visie versterkt. • de gebiedsopgaven krijgen uitwerking in de meerjarige projecten MIP, onderdeel Regiopark. 83
Deze zijn in ontwikkeling. Kwalitatieve informatie: • Er worden een tweetal gebiedsopgaven (Noord en Zuidoost/Zuidwest) en een viertal ontwerpopgaven (Groningen-Haren, Assen, Hoogezand-Sappemeer en Leek-Roden) voorzien, met belangrijke relaties naar het project Regiopark. • De gebiedsopgave Noord behelst de integrale ontwikkeling van het landelijk gebied ten noorden van de T-structuur; die van Zuidoost/Zuidwest idem ten zuidoosten en ten zuidwesten van de Tstructuur. • De ontwerpopgave Groningen-Haren betreft de integrale ontwikkeling rond het hart van de T-structuur, de knoop van het stedelijk netwerk waar verschillende landschapstypen aan elkaar grenzen. De ontwerpopgaven Assen, HoogezandSappemeer, Leek-Roden betreffen de integrale stedelijke ontwikkelingen van deze kernen.
Uitvoering Nota Ruimte / Grondbeleid Gepland Activiteiten: • uitvoering Ontwikkelagenda Groningen-Assen waaronder FES-VROM project Centrale Zone/Meerstad, duurzaamheid, Energy Valley.
• •
• •
doorvoering afspraken met Rijk/IPO/VNG in POP 2008 (EHS, bundeling, NL, Basiskwaliteit, saldobenadering). implementatie notitie Mooi Nederland (verrommeling) en restant Uitvoeringsagenda Nota Ruimte zoals Klimaat en Energie.
uitvoeringsgericht grondbeleid voor de uitvoering van het grondbeleid benodigde regelgeving. operationele organisatie voor de uitvoering grondbeleid, inclusief uitgewerkte relatie met de Dienst Landelijk Gebied.
Kwalitatieve informatie: • Drie keer per jaar is er overleg tussen de provincie en de gemeente Groningen over de Structuurvisie, Regiotram, Weg GroningenWinsum, Westpoort, Brugwachterlocatie, Meerstad, De Held 3 en Zuidelijke Ringweg. • De provincie participeert actief in de planvorming voor Hoogezand-Zuid (het plan Groene Compagnie). De fase van visievorming is afgerond, ingezet wordt op advisering bij uitvoering. De provincie participeert actief in het intergemeentelijke structuurvisie Leek-Roden; voorjaar 2009 zal het ontwerp ter visie worden gelegd en een intentieovereenkomst voor samenwerking aan de uitvoering. Er vindt drie maal per jaar bestuurlijk overleg plaats over de belangrijke keuzen.
Gerealiseerd Activiteiten: • Ontwikkelingsagenda Groningen-Assen is overgegaan in MIRT/verstelijkingsafspraken 2010-2020, waarvoor een Gebiedsdocument Groningen-Assen is vastgelegd (najaar 2008). • In het ontwerp POP heeft de doorvoering van de afspraken gestalte gekregen in beleid en de omgevingsverordening. • Deze implementatie heeft plaatsgevonden in middels het Klimaat- en Energieakkoord VROM/IPO (december 2008) dat in het POP is verwerkt, voorts in de afspraken bedrijventerreinen (revitalisering en SER-ladder) die eveneens in het POP zijn opgenomen. • onderzoek naar de huidige gang van zaken bij de provincie is afgerond. • organisatie grondbeleid wordt in lijn met en na vaststelling van het POP geoperationaliseerd in 2009
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Akkoord over inzet rijksmiddelen en instrumenten in regio Groningen-Assen en in overige delen provincie, voor zover gerelateerd aan de Ruimtelijke Hoofdstructuur Nota Ruimte. Belangrijk is daarbij de toekenning van FESVROM middelen voor de Centrale As/Meerstad en de start van de uitvoering van het Meerstadonderdeel daarin (Sontbrug e.o.).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Inzet rijksmiddelen t.a.v Meerstad-onderdeel Sontbrug lijken akkoord. Uitvoering Sontbrug is nog niet gerealiseerd.
Kwalitatieve informatie: • Uitvoering Nota Ruimte houdt verband met de Grondexploitatiewet en de nieuwe Wro die
Kwalitatieve informatie: • Uitvoering Nota Ruimte houdt verband met de Grondexploitatiewet en de nieuwe Wro die
Wonen
84
•
beide in 2008 van kracht zijn. Dit heeft direct consequenties voor andere prioriteiten in 2008 zoals het nieuwe gebiedenbeleid in kader van het POP, de structuurvisie die het POP wordt en de verordening die in verband met het POP wordt opgesteld.
Planontwikkeling Zuiderzeelijn Gepland • Bij positieve besluitvorming in 2007 door het kabinet en de Tweede Kamer over de Structuurvisie ZZL wordt er inbreng geleverd bij de voorbereiding en uitvoering van een Planstudie ZZL (in samenhang met regionale ontwikkelingsopgaven).
Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA) Gepland Activiteiten: • activiteitenprogramma 2008. • inbreng bij advisering ten aanzien van promotie, netwerkbijeenkomsten, bestuurlijke bezoeken en lobbies, projectontwikkeling 7e kaderprogramma en Interreg BSR, seminars.
Wonen
•
beide in 2008 van kracht zijn. Dit heeft direct consequenties voor andere prioriteiten in 2008 zoals het nieuwe gebiedenbeleid in kader van het POP, de structuurvisie die het POP wordt en de verordening die in verband met het POP wordt opgesteld.
Gerealiseerd • Het project Zuiderzeelijn is van rijkswege beëindigd. In plaats daarvan is met de noordelijke provincies een convenant afgesloten voor een regionaal specifiek pakket (RSP Zuiderzeelijn), met inzet van middelen voor realisatie van projecten van regionale infrastructuur en ruimtelijk-economische structuurversterking.
Gerealiseerd Activiteiten: • In SNN-verband heeft in oktober de zeer geslaagde handelsmissie naar Sint Petersburg plaatsgevonden: goede handelscontacten. • Op 19 juni 2008 bestond de Nederlands-Duitse Commissie voor de Ruimtelijke Ordening 40 jaar. Deze commissie is een vruchtbaar platform waarin overheden aan weerszijden van de grens informatie over ruimtelijke ontwikkelingen uitwisselen, plannen op elkaar afstemmen en gezamenlijk ruimtelijke perspectieven voor het grensgebied ontwikkelen. Dit jubileum is - onder meer met een zeer interessante forumdiscussie gevierd op kasteel het Nijenhuis in Heino nabij Zwolle. Er kan worden teruggezien op een zeer zinvolle bijeenkomst.
85
2.2
Technische infrastructuur
Omschrijving thema Technische infrastructuur Ruimtelijk beleid ontwikkelen en uitvoeren voor technische infrastructuur (diepe delfstoffen zout en aardgas, windenergie, militaire oefenterreinen, kabels en leidingen). Het beleid is en wordt vastgelegd in het POP (Provinciaal Omgevingsplan) en het IBW (Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied). Het gaat daarbij om projecten op het gebied van opsporen, winnen, produceren, opslaan, transporteren en distribueren van energie en of andere stoffen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd • uitbreiding productiecapaciteit windenergie met 165 MW tot 2010. • voorzien in de maatschappelijke behoefte aan technische infrastructuur (locaties voor projecten en traceringen voor transportleidingen) zodanig uitvoeren dat nadelige (ruimtelijk en milieukundig) zo gering mogelijk zijn; • technische infrastructuur dient veilig en betrouwbaar te zijn.
Gerealiseerd • Er is tot en met het jaar 2008 392 MW gerealiseerd. • Advisering over aardgastransportleidingen vanuit Duitsland via Oude Statenzijl en Rysum-Midwolda. • Advisering over een stikstoffabriek langs N33 bij Menterwolde en opslag van stikstof bij Heiligerlee.
Te bereiken in (planperiode):
• •
2010 (einde looptijd van het BLOW-convenant); Het voorzien in de behoefte aan technische infrastructuur is een continue activiteit.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Bestuursovereenkomst BLOW 2001; Plan van Aanpak BLOW 2002; POP 2 2006; Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied 1995; Structuurschema Militaire Terreinen 2, 2001.
Prioriteiten 2008 Technische infrastructuur Gepland Activiteiten: • Uitvoering van het Plan van Aanpak BLOW van 2002. Jaarlijks wordt gerapporteerd. De doelstelling is om in 2008 meer dan 100% van de taakstelling (ca. 170 MW) te hebben gerealiseerd. • Uitvoering van taken ter zake van technische infrastructuur binnen het beleidskader van het POP en het IBW.
Gerealiseerd Activiteiten: o In 2008 is 266 MW gerealiseerd.
•
Uitvoering van taken ter zake van technische infrastructuur binnen het beleidskader van het POP en het IBW.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De uitvoering van het Plan van Aanpak BLOW is • In 2008 staat er in totaal 392 MW. De nieuwe POP ambitie is tenminste 750 MW voor 2019. gericht op de realisatie van 165 MW uiterlijk in 2010. De vordering van de uitvoering is niet goed • In het bestuurlijke overleg van 12 februari 2009 te plannen maar jaarlijks wordt het jaarverslag wordt de nieuwe LUW (Landelijke Uitwerking getoetst door ons college en de Statencommissie Windenergie) voor de korte 2011 en de lange Wonen
86
Omgevingsbeleid en Wonen.
termijn 2010 besproken. Het gaat om 6000 MW op land.
Kwalitatieve informatie: Kwalitatieve informatie: • Uitgaande brieven van het college welke van • Uitgaande brieven van het college welke van strategisch ruimtelijk belang zijn worden strategisch ruimtelijk belang zijn worden voorgelegd aan de Staten. voorgelegd aan de Staten. • Geen goedkeuring wordt verleend aan zaken die • Geen goedkeuring wordt verleend aan zaken die afwijken van het POP en het IBW dan nadat de afwijken van het POP en het IBW dan nadat de Staten hierover zijn gehoord. Staten hierover zijn gehoord.
Wonen
87
2.3
Lasten/baten en analyse Wonen
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
WONEN Ruimtelijke ontwikkeling
19.081.477
17.141.666
16.103.659
Regionale planning Gemeentelijke plannen
10.113.656 1.579.956
9.279.903 1.669.338
8.370.888 1.712.139
7.387.866
6.192.425
6.020.632
Bouwen en wonen Technische infrastructuur
118.894
119.966
119.039
Technische infrastructuur
118.894
119.966
119.039
19.200.372
17.261.632
16.222.698
Totaal wonen
Omschrijving
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
WONEN Ruimtelijke ontwikkeling Regionale planning Gemeentelijke plannen Bouwen en wonen Technische infrastructuur
12.124.736
10.209.702
9.597.800
5.944.689
5.256.902
4.497.734
6.180.047
4.952.800
5.100.066
10.209.702 7.051.930 17.261.632
9.597.800 6.624.898 16.222.698
-
Technische infrastructuur
12.124.736 7.075.635 19.200.372
Nadelig slot wonen Totaal wonen
Wonen
88
Analyse programma Wonen Raming 3.648.920 13.612.712 17.261.632 10.209.702 7.051.930
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 3.580.153 12.642.545 16.222.698 9.597.800 6.624.898
Saldo 68.767 970.167 1.038.934 -611.902 427.032
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Ruimtelijke ontwikkeling Raming 3.528.954 13.612.712 17.141.666 10.209.702 6.931.964
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal Saldo
Realisatie 3.461.115 12.642.545 16.103.659 9.597.800 6.505.859
Saldo 67.839 970.167 1.038.007 -611.902 426.105
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 358.265 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • •
•
• • •
•
De uitgaven in het kader van het provinciaal bouwheerschap zijn lager dan begroot. Het niet bestede bedrag ad € 37.785 wordt aangewend ter dekking van ingehuurde deskundigheid (verantwoord binnen de apparaatskosten). In de begroting 2008 is een budget opgenomen van € 75.000 voor het project Digitale Uitwisseling van Ruimtelijke Processen. De werkzaamheden voor dit project zijn gestart in 2008, maar lopen door naar 2009. In 2009 zal de afrekening eveneens plaatsvinden. Het budget is betrokken bij de overboekingsvoorstellen. Voor de bouwregisseur, die werkzaam is in het kader van het Besluit Locatiegebonden Subsidies 2005-2009 (BLS), is minder uitgegeven dan begroot. Jaarlijks wordt hiervoor een vast bedrag begroot maar de inzet is afhankelijk van de vraag. Het niet bestede bedrag is op de balans opgenomen als vooruitontvangen bedrag ad € 143.556. Het budget BLS is onderbesteed omdat in 2008 de BLS-bijdrage 2007 is uitbetaald, terwijl het budget is gebaseerd op de jaartranche 2008 van het Rijk. Dit bedrag is nog niet uitgekeerd omdat eerst de definitieve cijfers over de woningproductie in 2008 van het CBS beschikbaar moeten komen. De niet benodigde middelen van het Rijk zijn teruggeboekt naar de balans. Een eventueel overschot aan BLS-middelen moet in het jaar 2010 bij de definitieve beschikking worden teruggestort aan SenterNovem. Voor de vliegende brigade ISV is minder uitgegeven dan begroot omdat op voorhand niet goed valt aan te geven hoe groot de behoefte is om deskundigheid in te zetten ten behoeve van gemeenten. Voor de behoefteraming ISV-III is minder uitgegeven dan begroot. Dit komt doordat een aantal opdrachten uit 2008 doorlopen naar 2009 en pas na afloop worden betaald. De uitgaven in het kader van SDV, ISV I en ISV II komen voort uit reeds afgegeven beschikkingen. De hiervoor benodigde gelden zijn beschikbaar op de balans als vooruit ontvangen van het Rijk. De uitgaven hiervoor worden niet geraamd aangezien niet bekend is wanneer de gemeenten een beroep doen op deze middelen. In de realisatie komen deze kosten wel naar voren met een dekking ten laste van de vooruit ontvangen middelen van het Rijk. In voorgaande jaren zijn diverse incidentele budgetten beschikbaar gesteld die om diverse redenen geen doorgang hebben gehad of waarbij de bijdrage achteraf lager is vastgesteld. Het ongebruikte deel valt vrij ten gunste van de algemene middelen. Wonen
37.785 75.000
nihil
108.800 69.183 nihil
36.476
89
•
31.021
Overige verschillen
Thema Technische infrastructuur Raming 119.966 0 119.966 0 119.966
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 119.039 0 119.039 0 119.039
Saldo 927 0 927 0 927
Op de directe kosten en baten is geen afwijking ontstaan.
Wonen
90
3.
Karakteristiek Groningen
Dit programma bestaat uit het thema's 1. Natuur en landschap; 2. Programma Landelijk Gebied (PLG). Het programma Karakteristiek Groningen richt zich op het behouden en herstellen van het bijzondere karakter van het Groninger landschap. Het realiseren van de ecologische hoofdstructuur en de daarin gewenste natuurkwaliteit leveren hier een belangrijke bijdrage aan. Aandeel in de totale rekening 2008: 6,33%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2007
raming 2008*
rekening 2008
3. Karakteristiek Groningen a. natuur en landschap - lasten - baten saldo van lasten en baten
6.933 587 6.346
3.657 0 3.657
2.828 -9 2.838
b. PLG - lasten - baten saldo van lasten en baten
0 0 0
39.385 29.346 10.039
23.841 15.960 7.881
6.346
13.696
10.719
Saldo Karakteristiek Groningen
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Karakteristiek Groningen zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Karakteristiek Groningen
91
3.1
Natuur en landschap
Omschrijving thema Natuur en landschap Het thema natuur en landschap richt zich op beleidsuitwerkingen natuur en landschap, waddenzaken, uitvoering groene wetten en het biologisch meetnet. Hoofddoel is behoud en verbetering van de natuurkwaliteit en versterking van het landschappelijk karakter. Samen met diverse overheden en belangengroepen werken we aan het realiseren van de hoofddoelstelling voor de Waddenzee: duurzame bescherming en ontwikkeling van de waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap. Natura 2000 en de Flora- en faunawet richten zich op behoud van de biodiversiteit, dit geldt voor soorten en leefgebieden, binnen en buiten natuurgebieden. De beleidsuitwerkingen hebben ten doel de effectiviteit van beleid, regelgeving en inzet van financiering te verhogen en hiermee de natuur- en landschapskwaliteit te behouden en te verbeteren. Het biologisch meetnet levert de gegevens om de veranderingen in beeld te brengen en het beleid zo mogelijk bij te sturen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd 1. Duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied, inclusief behoud van het unieke open landschap en bescherming archeologische waarden en cultuurhistorie, met name getracht te bereiken door middel van beleidsbeïnvloeding, uitvoering van projecten via het Waddenfonds en ontsluiting van kennis via de Waddenacademie.
Gerealiseerd 1. In 2008 is deel A van het Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddengebied ontwikkeld en in RCW-verband vastgesteld. Het nominatiedossier voor de werelderfgoedstatus is voorgelegd aan UNESCO.
2. Duurzame bescherming en ontwikkeling van soorten en leefgebieden. NB De jaarlijkse ontheffingverlening Flora- en faunawet, de vergunningverlening Natura 2000, en wadloopvergunningen is niet constant. Bij de jaarlijkse verantwoording worden aantallen vergunningen weergegeven.
2. Voor de Flora- en faunawet zijn 6 individuele ontheffingsaanvragen afgehandeld en is 1 aanwijzingsbesluit ex artikel 67 van de wet genomen.
Te bereiken in (planperiode):
2008
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • •
Toestand van natuur en landschap 2006; Investeringsplan Waddenfonds 2006; Beleidsnotities Flora- en faunawet 2002 en 2004 Faunabeheerplan provincie Groningen 2004 PKB Waddenzee 2007; Wadloopverordening 1996+ wijziging 2005; Natuurbeschermingswet 1998 (Nb-wet).
Prioriteiten 2008 Samenwerking Waddenoverheden Gepland Activiteiten: In het Regionaal Coördinatiecollege Waddengebied (RCW) vindt afstemming en besluitvorming plaats over het waddenbeleid en trekken provincies gezamenlijk op bij de uitvoering van o.a. de
Gerealiseerd Activiteiten: • De thema's uit het Waddengebied zijn verdeeld over regisseurs. De provincie Groningen heeft de thema's natuur, kennis en visserij in portefeuille. • Er is een basiskaart beheer opgesteld.
Karakteristiek Groningen
92
Natuurbeschermingswet, het recreatiebeleid en het internationale waddenbeleid. Het RCW speelt ook een rol in het Waddenfonds, de Waddenacademie, het Servicepunt Handhaving (SepH) Waddenzee en het rampenplan Waddenzee. Het RCW rond eind 2007/begin 2008 het Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddenzee af.
•
Kwalitatieve informatie: • informatievoorziening via de gezamenlijke overheidssite www.waddenzee.nl; • handhavingstaken op de Waddenzee gecoördineerd via het SepH Waddenzee; • nominatiedossier werelderfgoedsite Waddenzee; • beleid en regelgeving vastgelegd in het Beheeren Ontwikkelingsplan Waddenzee; • veiligheid van recreanten en bescherming van de natuur gegarandeerd; • coördinatie van Groningse projecten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd uit het Waddenfonds.
Kwalitatieve informatie: • informatievoorziening via de gezamenlijke overheidssite www.waddenzee.nl; • handhavingstaken op de Waddenzee gecoördineerd via het SepH Waddenzee; • nominatiedossier werelderfgoed Waddenzee; • beleid en regelgeving vastgelegd in het Beheeren Ontwikkelingsplan Waddenzee; • veiligheid van recreanten en bescherming van de natuur gegarandeerd; • coördinatie van Groninger projecten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd uit het Waddenfonds.
Er is een begin gemaakt met het vormgeven van een gezamenlijke visie op duurzame visserij.
Natura 2000 en Flora- en faunawet (incl. opstellen beheerplan Natura 2000: IB2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • De aanwijzingsbesluiten en instandhoudings• Er is een begin gemaakt met het proces voor de doelstellingen zijn voor de gebieden totstandkoming van de beheerplannen. Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek vastgesteld. In 2008 worden de beheerplannen vergunningverlening voor deze gebieden opgesteld. • Met betrekking tot Flora- en faunawet worden de • Eind 2008 is de Beleidsnotitie Flora- en faunawet beleidsregels herzien. Het faunabeheerplan uit 2009 in de inspraak gebracht. Hiernaast is de 2002 zal in 2008 worden geactualiseerd en Faunabeheereenheid Groningen in september opnieuw worden vastgesteld. In 2007 is de 2008 gestart met de opstelling van het evaluatie afgerond. faunabeheerplan 2009. Kwalitatieve informatie: Voor de gebieden Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek worden beheerplannen vergunningverlening opgesteld die voor bepaalde activiteiten een vergunningaanvraag overbodig maakt. Door aanpassing van de wetgeving externe werking zal provincie vanaf 2008 ook vergunning verlenen voor activiteiten in het Waddengebied.
Beleid natuur en landschap Gepland Activiteiten: • Wij passen in 2008 de natuurdoelenkaart aan. Tevens stellen we de EHS-kaart in het kader van de Wet ammoniak en veehouderij vast.
•
We streven ernaar alle landschapsontwikkelingplannen in 2008 te evalueren.
Kwalitatieve informatie: De wetswijziging Natuurbeschermingswet 1998 wordt medio 2009 van kracht. Op de toekomstige vergunningverlening waarbij de provincie Groningen bevoegd gezag wordt, wordt al geanticipeerd gezien de uitspraak van de Raad van State inzake de NUON-vergunning.
Gerealiseerd Activiteiten: • Er is een begin gemaakt met de actualisatie van de natuurdoeltypenkaart. Op basis van het plan van aanpak zal de actualisatie half 2009 worden afgerond. Kaart met voor verzuring gevoelige gebieden maakt onderdeel uit van het nieuwe POP. • Het LOP Oost is geëvalueerd en de evaluatie naar LNV gestuurd i.v.m. de door LNV gestelde voorwaarden bij het toekennen van de subsidie.
Karakteristiek Groningen
93
•
Het ministerie van LNV zal eind 2007 met een nieuwe soortenbeleid komen. Wij zullen het nieuwe soortenbeleid in 2008 implementeren.
•
•
Voor de bescherming van weidevogels voeren we het actieprogramma uit dat eind 2007 is opgesteld. Dit geldt tevens voor de bescherming van het karakteristieke Groninger landschap.
•
Kwalitatieve informatie: De uitvoering van het natuur- en landschapsbeleid vindt plaats binnen het Programma Landelijk Gebied (PLG).
Biologisch meetnet Betreft continueren nieuw beleid 2003-2007 ad € 42.200 . Deze middelen worden ingezet ten behoeve van de uitvoering van het biologisch meetnet waarvoor jaarlijks onderzoek wordt gedaan naar het voorkomen van flora en fauna in onze provincie.
De eerste aanzetten tot de leefgebiedenbenadering zijn bij het ministerie van LNV neergelegd, begin 2009 moet de nadere uitwerking plaatsvinden. Het actieprogramma is in GS vastgesteld op 1 april 2008. Het proces om beheerplannen op te stellen is eind 2008 volop gaande.
Kwalitatieve informatie: Voor de midterm-review zijn bodemmonsters genomen en zijn verschillende bodemparameters geanalyseerd.
Meetpunten zijn opgenomen en data zijn toegevoegd aan de database. Data voor het CBS (NEM meetnet) zijn doorgestuurd.
Faciliteren particuliere natuurbeheerders (VJN2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • ondersteuning in oriëntatiefase; • DLG gaat voor nog niet gerealiseerde EHSgebieden na waar kansrijke situaties zijn voor • faciliteren samenwerkingsverbanden; particulier natuurbeheer. De betrokken grond• actieve benadering particuliere grondeigenaren eigenaren zullen gericht worden benaderd en middels keukentafelgesprekken. worden voorgelicht over de mogelijkheden van particulier natuurbeheer. Bij gebleken interesse zal samen met de grondeigenaren worden nagegaan op welke wijze het particulier natuurbeheer op hun grond vorm kan krijgen (maatwerk) en zal men worden begeleid in het traject van ideeontwikkeling tot subsidieaanvraag SNG. Waar nodig kunnen particulieren een beroep doen op aanvullende specialistische kennis. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantal particulieren dat met subsidie uit de SNG (Subsidieregeling Natuurbeheer Groningen) landbouwgrond omvormt naar natuurgebied. Kwalitatieve informatie: • aandeel particulier natuurbeheer bij realisatie EHS. Actieprogramma weide- en akkervogels (VJN2008) Gepland Activiteiten: • maken van gebiedsuitwerkingen met de streek; • uitvoeren van faunarandpakketten; • aanstellen coördinator/aanjager.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Aantal particulieren dat met subsidie uit de SNG landbouwgrond omvormt naar natuurgebied. Geen aantallen gespecificeerd, zie landelijke taakstelling tot 2018 welke het college wil realiseren. Kwalitatieve informatie: • Aandeel particulier natuurbeheer bij realisatie EHS. Landelijke taakstelling is 2.200 ha tot 2018.
Gerealiseerd Activiteiten: • Actieprogramma is in GS vastgesteld op 1 april 2008. • Proces om beheerplannen op te stellen is eind 2008 volop gaande.
Karakteristiek Groningen
94
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 5 beheerplannen weidevogels, 4 beheerplannen akkervogels in voorbereiding.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 5 beheerplannen weidevogels, 4 beheerplannen akkervogels in voorbereiding.
Kwalitatieve informatie: • Compensatiebeginsel opgenomen in ontwerp POP.
Kwalitatieve informatie: • Compensatiebeginsel opgenomen in ontwerp POP.
Karakteristiek Groningen
95
3.2
Programma Landelijk Gebied (PLG)
Omschrijving thema PLG In 2006 zijn in het kader van het Investeringsbudget landelijk Gebied (ILG) afspraken gemaakt tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Het Rijk stelt doelen en geld beschikbaar en bemoeit zich niet met de uitvoering. De provincie krijgt een regisserende rol in het landelijke gebied en maakt afspraken met het Rijk. In het Programma Landelijk Gebied (PLG) 2007-2013 worden doelen en rijks-, Europese en provinciale middelen gebundeld. Vervolgens worden, in samenwerking met de gebiedspartners, de afgesproken doelen en prestaties gerealiseerd. De provincie wordt door het Rijk afgerekend op haar prestaties na afloop van de programmaperiode. Het PLG is een breed programma voor de thema's: • Natuur; • Recreatie en Toerisme; • Landschap en Cultuurhistorie; • Landbouw; • Sociaal-economische vitalisering; • Bodem; • Water. Het PLG omvat de realisatie van doelen in het landelijk gebied door middel van fysieke inrichting en het beheer van natuur en landschap. Het regulier beheer en onderhoud valt buiten het PLG. Wij streven naar de realisatie van duurzame economische groei in combinatie met behoud en waar mogelijk verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De natuurlijke, landschappelijke en milieuwaarden in de provincie Groningen zijn ten opzichte van vele andere delen van Nederland uniek. Daarom zijn ook het behoud en de versterking van deze kwaliteiten van groot belang. Daarnaast streven wij naar een duurzame sociaaleconomische structuur in het landelijk gebied, wij zien dit als een voorwaarde voor een vitaal platteland. Wij kiezen daarom voor een verdere versterking van het platteland in een offensieve ontwikkelingsgerichte strategie. Kernpunt voor de realisatie van onze doelen in het landelijk gebied van onze provincie wordt ‘koppelen van maatregelen tot integrale projecten’. Vanwege een tekort aan financiële middelen voor met name recreatie en toerisme, cultuurbehoud, landschap en sociaal-economische vitalisering zullen we met alle partners ontwikkelen die een efficiënte aanpak en een meerwaarde in zich hebben. Wij zetten de realisatie vooral in door middel van gebiedsgericht werken. Deze aanpak heeft alleen meerwaarde wanneer het oppakken van de opgaven op regioniveau winst opleveren ten opzichte van een centrale provinciale aanpak. Op basis hiervan hebben we een start gemaakt met het vertalen van doelen naar concrete maatregelen in de regio's. Per regio worden een aantal grote integrale projecten ontwikkeld, waaraan meerdere doelstellingen gekoppeld worden. Deze worden ook vermeld in het regioprogramma dat jaarlijks wordt bijgesteld.
Karakteristiek Groningen
96
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd
Rijks- (R) of Provinciaal (P) doel
Gerealiseerd
R
In 2008 is 43 ha verworven en 500 ha ingerichte EHS (project voor 2007 gestart) gereed gemeld en 1 knelpunt opgelost. Piek afronding inrichtingsprojecten ligt in 2009/2010. Deze inrichting is in de meeste gevallen incl. verdrogingsbestrijding. Uitvoeren secretariaat Nationaal Park Lauwersmeer en uitvoeren jaarplan.
Natuur BIODIVERSITEIT EN KWALITEIT LEEFOMGEVING Zekerstelling van de biodiversiteit en de kwaliteit van de leefomgeving door behoud, herstel, ontwikkeling en duurzaam gebruik van de natuur. Te bereiken door (prestatie-indicatoren): Realisatie EHS; d.m.v. verwerving, inrichting en (particulier) beheer en oplossen knelpunten infrastructuur Milieukwaliteit EHS/VHR; gericht op milieutekorten en verdrogingsbestrijding Nationaal Park Lauwersmeer; realiseren van een grootschalig natuurgebied gericht op natuur, recreatie, educatie, voorlichting en onderzoek Soortenbescherming; realiseren soortbeschermingsplannen Natuurbeheer buiten de EHS; ontwikkelen van natuurwaarden in het agrarisch cultuurlandschap en beheer van bestaande natuurgebieden.
R R
R
Heeft zich o.m. gericht op de grauwe kiekendief.
R/P
Via diverse projecten wordt daar invulling aan gegeven.
P
Renovatie Pieterpad en vernieuwde publicatie. Voor Groningen gaat dit om ruim 40 km.
R/P
n.v.t.
R/P
Voor generiek landschap (inrichting en beheer) zijn er in 2008 een 13-tal projecten beschikt. Onder andere het herstel van de circa 12 slingertuinen in Noord-Groningen en Oost-Groningen, is een begin gemaakt met herstel houtsingels in Westerkwartier (25 km per jaar). In 2008 is o.a. begonnen met het herstel van het monumentale erf Melkema en de Fraeylemaborg In Middag-Humsterland is n.a.v. een evaluatie discussie ontstaan over behoud van het karakteristieke slotenpatroon. Dat heeft geleid tot nieuwe afspraken over een cascoplan, waarin behoud van het slotenpatroon en van reliëf belangrijke elementen zijn. Na diepgaand onderzoek en uitgebreide discussie hebben wij op 28 oktober 2008 de begrenzing van het Groninger deel van het Nationaal Landschap Drentsche Aa vastgesteld welke formeel wordt vastgelegd via de POP3-procedure.
Recreatie en Toerisme RECREATIEF EN TOERISTISCH AANTREKKELIJK GRONINGEN Behoud en ontwikkeling van een recreatief en toeristisch aantrekkelijk Groningen Te bereiken door (prestatie-indicatoren): Landelijke routenetwerken; ontwikkelen en in stand houden landelijke routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen Provinciale routenetwerken; ontwikkelen en in stand houden provinciale routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen Landschap en Cultuurhistorie BEHOUD EN VERSTERKING LANDSCHAP Behoud en versterking van de identiteit, diversiteit en belevingswaarde van het landschap. Behoud en versterking van cultuurhistorische en ecologische waarden en objecten van het landschap. Te bereiken door (prestatie-indicatoren): Landschap (generiek) en cultuurhistorie; door inrichting en beheer landschapselementen
Nationaal landschap Middag-Humsterland; ontwikkelen van het landschap door inrichting en beheer landschapselementen, vergroten toegankelijkheid, structuurverbetering landbouw en versterken cultuurhistorische waarden
R
Nationaal landschap Drentsche Aa; ontwikkelen van het landschap door inrichting en beheer landschapselementen, vergroten toegankelijkheid, structuurverbetering landbouw en versterken cultuurhistorische waarden (provincie Drenthe voert daarin de regie) Meerjarenovereenkomst Stichting Landschapsbeheer
R
R/P
Karakteristiek Groningen
We hebben een meerjarenovereenkomst met Stichting Landschapsbeheer
97
Beoogd
Rijks- (R) of Provinciaal (P) doel
Gerealiseerd
R/P
Via kavelruil en landinrichting wordt gewerkt aan deze prestatie. Via kavelruil is 126 ha gerealiseerd.
R/P
•
Landbouw DUURZAME LANDBOUW Een toekomstgerichte, concurrerende landbouw als economisch drager in het landelijk gebied die duurzaam gebruik maakt van bodem, water, lucht en overige natuurlijke hulpbronnen Te bereiken door (prestatie-indicatoren): Grondgebonden landbouw; behoud en ontwikkelen van de grondgebonden landbouw en glastuinbouw door agrarische structuurverbetering Duurzaam ondernemen; bevorderen van duurzame productie door de land- en tuinbouw, via projecten op gebied van versterking, vernieuwing en verbreding Landinrichting; door de brede inzet van het instrument landinrichting kunnen, in samenhang met het belang voor landbouw, water, natuur, landschap, recreatie en infrastructuur, eigendom, bestemming en inrichting van de grond worden gerealiseerd.
R/P
project duurzaam ondernemen: praktijkpilot Kunstmestvervangers Greenpower Salland; • diverse landbouwprojecten versterken vernieuwing verbreding agrarische sector; • bijeenkomst biologische landbouw. De piek van de afronding lopende inrichtingsprojecten EHS zal in 2009 en 2010 liggen. Klassieke landinrichting loopt redelijk volgens planning: in 2009/2010 grotendeels af.
Sociaal-economische vitalisering DYNAMISCH PLATTELAND Gezonde economische en sociale basis en een voorzieningenniveau, toegesneden op de behoeften Te bereiken door (prestatie-indicatoren): Stimulering en verbreding van de plattelandseconomie; stimuleren van de marktsector en kwaliteitsverbetering vooral gericht op kleinschalige MKB, landbouw en toeristisch-recreatief bedrijfsleven Verbetering van de leefbaarheid in plattelandsgebieden; verbetering en versterking van het woon-, werk- en leefmilieu en vergroten van betrokkenheid en bij de leefomgeving Stimuleren lokale ontwikkelingen via LEADERaanpak; in het regioloket wordt samengewerkt tussen programmamanagement PLG, LEADER-actiegroep (LAG) en gemeenten. Het project levende dorpen maakt integraal onderdeel uit van het loket.
P
P
P
In 2008 is de ontwikkeling van projecten in hoog tempo ter hand genomen. Dat heeft geleid tot de toekenning van 48 projecten. Het betreft projecten die vanuit de Lokale Actiegroepen (LAG’s) naar voren zijn gekomen. De adviezen van de LAG’s zijn zonder uitzondering overgenomen. Voorbeelden van projecten: dorpsvoorzieningen, recreatieftoeristische projecten, fietspaden, dorpsommetjes, versterken ondernemerschap, ondernemende vrouwen netwerk, versterken buurthuizen/ multifunctionele centra. Landelijk heeft de provincie Groningen in 2008 de meeste projecten en het hoogste percentage committeringen. Het project Levende Dorpen is als koepelproject onderdeel van de LEADER-aanpak geworden. In 2008 heeft dit zijn beslag gekregen. Tussen Levende Dorpen en overige LEADER-aanpak is nauwe afstemming.
Bodem VEILIGSTELLING GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN De (gebruiks)waarde van de bodem moet behouden blijven of worden hersteld. Te bereiken door (prestatie-indicatoren): Duurzaam bodemgebruik; bodemgebruik en (water)bodemkwaliteit zijn op elkaar afgestemd Bodemsanering; realiseren van de gewenste bodemkwaliteit in het landelijk gebied door saneringsprojecten.
R R
Karakteristiek Groningen
Loopt pas via PLG vanaf 2010. De genoemde indicatoren kunnen ook pas vanaf 2010 gerapporteerd worden.
98
Water DUURZAAM WATERSYSTEEM Het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten Te bereiken door (prestatie-indicatoren): Waterkwantiteit; het op orde brengen boezem- en regionaal watersysteem
Waterkwaliteit; verbeteren en handhaven grond- en oppervlaktewaterkwaliteit en saneren verontreinigde waterbodems.
In 2008 zijn de bestemmingsplannen waarin de Ulsderpolder en de Onner- en Oostpolder zijn aangewezen als waterbergingsgebieden goedgekeurd. In het project waterberging en natuurontwikkeling omgeving Nieuweschans zijn in 2007 en 2008 gronden aangekocht ten behoeve van de realisering van de robuuste verbindingszone. De KRW-doelstellingen en maatregelenpakketten zijn beschreven in de KRW Beslisnota. Deze nota is in 2008 door PS vastgesteld.
R/P
R
Te bereiken in (planperiode):
2007-2013
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Agenda Vitaal Platteland; Rijksmeerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007-2013; PMJP provincie Groningen 2007-2013; POP 2; Alle nota's van de provincie per thema.
Prioriteiten 2008 Natuur Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Realisatie EHS (incl. robuuste verbindingszones) • EHS te verwerven • EHS inrichting • EHS particulier beheer • Knelpunten infrastructuur ontsnipperd Milieukwaliteit EHS/VHR • Verdrogingbestrijding Nationaal Park Lauwersmeer • Versterken samenwerking en stimuleren educatieve functie Soortenbescherming Natuurbeheer buiten de EHS • Beheer (via realisatie EHS) • Natuurbraak • Overige maatregelen
Prestatie-indicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2008
Gerealiseerd in 2008
ha ha ha aantal
862 1784 p.m. 4-6
250 255 250 ha 0
43 nieuw 1 oud 500 109 1
ha
3770
300
0
gerealiseerd Beheer- en Inrichtingsplan (BIP) realiseren van het MJP Uitvoering Soortenbeleid
7 jaarplannen uit BIP 7 jaarplannen uit BIP
1
1
1
1
ha ha ha/projecten
p.m. 1000 p.m.
p.m. p.m. p.m.
p.m. p.m. p.m.
Kwalitatieve informatie: De ecologische hoofdstructuur bestaat uit de kerngebieden, robuuste verbindingszones, ecologische verbindingszones en ontsnipperingspunten. In alle categorieën wordt de EHS middels aankoop, particulier natuurbeheer, inrichting en beheer gerealiseerd. In 2008 behalen we de doelstellingen conform het provinciaal bod PLG. Prioriteit is meer deelname van particulieren aan beheer van natuur. In 2008 gaan we door met de uitvoering aan de nota actualisatie natuur en landschapsbeleid. De agrarische natuurverenigingen blijven we steunen en financieren projecten die de basisnatuurkwaliteit verbeteren en maken we gebruik van natuurbraak.
Karakteristiek Groningen
99
Voor bescherming soorten en leefgebieden komt er een nieuw landelijke programma vanaf 2008. We richten ons op belangrijke leefgebieden voor meerdere gidssoorten: akkerflora en fauna, weidevogelkerngebieden en een natuurvriendelijker oever, berm en slootbeheer De uitvoering van de Flora- en faunawet is goed geregeld. De Natuurbeschermingswet is eind 2005 gewijzigd. De provincie is bevoegd gezag voor de vergunningverlening Natuurbeschermingswet, vogel- en habitatrichtlijngebieden. De instandhoudingsdoelstellingen zijn vastgesteld. Bij de totstandkoming van het Programma Landelijk Gebied is gebleken dat de ambitie hoger is dan we met rijks en provinciale middelen kunnen uitvoeren. In het kader van de Voorjaarsnota 2007 is voor continuering van nieuw beleid voor Natuurkwaliteit landelijk gebied een bedrag van € 210.000 beschikbaar gesteld. Dit betekent dat een extra ambitie kan worden gerealiseerd, veelal zal dat gebeuren in projecten. Hierbij wordt de systematiek uit het Programma Landelijk Gebied gevolgd. Meer concreet betreft het de verbetering van natuurkwaliteit in het landelijk gebied binnen en buiten EHS; ontwikkelen van natuurwaarden in het agrarisch cultuurlandschap en beheer van bestaande natuurgebieden. Realisatie EHS De grondmarkt was in 2008 zeer lastig. De beperkte beschikbaarheid van vervangende bedrijven blijft een probleem, waardoor bedrijfsverplaatsingen uitblijven. Losse kavels worden beperkt aangeboden en vraagprijzen zijn hoog. De piek van de afronding van de lopende inrichtingsprojecten EHS zal in 2009 en 2010 liggen. Dan kunnen ook de meeste prestaties gereed gemeld worden. DLG en provincie gezamenlijk hebben een analyse gemaakt van de redenen waarom een aantal opdrachten niet sneller gaan dan ze gaan. Met name op de doelen inrichting – verdroging, inrichting EHS en vergroting landbouwkavels – hebben we geanalyseerd welke onderliggende zaken spelen en of deze beïnvloedbaar zijn. Het merendeel van de vertraging wordt veroorzaakt door de juridische procedures die moeilijk te beïnvloeden zijn. De opdrachten waar inzet van extra menskracht bijdraagt aan snellere resultaten, hebben we voor 2009 prioriteit gegeven. De analyse heeft tevens geleid tot het inzicht dat op het gebied van grondverwerving nieuwe impulsen nodig zijn Uit de voorlopige gegevens van de Dienst Regelingen blijkt dat in 2008 voor 109 ha subsidie functieverandering is toegekend voor de omvorming van landbouwgrond naar natuur door particulieren. Dit betrof reeds begrensde reservaatgronden bedoeld voor particulier natuurbeheer. . Basisnatuurkwaliteit agrarisch cultuurlandschap In 2008 hebben we ondersteuning verleend aan de agrarische natuurverenigingen Biodiversiteit en kwaliteit leefomgeving Ook in 2008 heeft het project "beschermingsmaatregelen Grauwe Kiekendief" een bijdrage ontvangen voor het uitvoeren van beschermingsmaatregelen voor deze vogel en het stimuleren van het akkervogelbeheer. Organisatie programma beheer In 2008 is onder coördinatie van het IPO hard gewerkt aan het opstellen van een nieuw stelsel voor natuur en landschapsbeheer. Dit stelsel (o.a. een verordening en een index van natuurtypen) zal na behandeling in de IPO adviescommissie, in het voorjaar 2009 worden vastgesteld door de provincie Groningen. In 2009 zal het stelsel in Groningen verder worden ingevoerd. Vanaf 2010 zullen er op basis van het nieuwe stelsel subsidies kunnen worden verleend. Daarmee is de invoering van het nieuwe stelsel dus met 1 jaar vertraagd Uitvoeren vergunningverlening Natuurbeschermingswet In 2008 zijn een zestal verzoeken ingediend voor een vergunning Natuurbeschermingswet. 3 van de verzoeken bleken na toetsing geen vergunningplichtige handelingen te zijn, de overige 3 verzoeken hebben geleid tot de gevraagde vergunning. Daarnaast heeft de inhoudelijke voorbereiding van diverse vergunningen met betrekking tot de Waddenzee en waarvoor Friesland bevoegd gezag is, plaatsgevonden.
Karakteristiek Groningen
100
Recreatie en Toerisme Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis)
Prestatie-indicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2008
Gerealiseerd in 2008
Ontwikkelen en versterken toegankelijkheid Landelijke routenetwerken • Ontwikkelen en onderhouden van een landelijk aaneengesloten routenetwerk voor wandelen, fietsen en varen
• • • •
252* 274* 500 8
p.m. p.m. p.m. p.m.
40 nvt nvt nvt
netwerk wandelen (km) netwerk fietsen (km) netwerk varen (km) aantal bewegwijzerde routes
Provinciale netwerken 117 p.m. nvt • Ontwikkelen en in stand • netwerk wandelen en houden van kwalitatief fietsen (km) 250 p.m. nvt hoogwaardige, aaneen• netwerk varen (km) 25 p.m. nvt gesloten (grensoverschrij• aantal bewegwijzerde dende) netwerken voor routes wandelen, fietsen en varen en bekendheid geven aan de netwerken * bron: Meerjarenprogramma Landelijke routenetwerken wandelen en fietsen (programmering 2007 t/m 2013).
Kwalitatieve informatie: Wij willen ons de komende jaren richten op het stimuleren van de toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Wij rekenen daarbij ook nadrukkelijk op de medewerking van onze gebiedspartners, die wij hierbij zeker nodig zullen hebben. Hierbij blijven wij aandacht geven aan verdere verbetering van de infrastructuur voor zowel fiets-, wandel-, vaarroutes en ruiterpaden en het profileren van het Groninger platteland als aantrekkelijk gebied voor toerisme en recreatie. Wij verwachten dat het toeristisch bedrijfsleven actief inspeelt op de vraag naar kwaliteitsverbetering. De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in toeristische infrastructuur. Voor de fiets- en wandelpaden zullen wij, samen met onze gebiedspartners, actief prioritaire projecten bepalen en deze tot uitvoering brengen. Verdere uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de recreatieve vaarwegen blijft nodig. Ook de komende jaren zal dit flinke financiële inspanningen vergen. Voor de ontwikkeling van landelijke vaarroutes zullen wij ons actief blijven inzetten. Ook zal, samen met gebiedspartners, naar oplossingen worden gezocht om regionale en lokale knelpunten in het vaarwegennet op te lossen. De hoofdlijnen voor de ontwikkeling van nieuwe vaarroutes zijn verwoord in ons Provinciaal Omgevingsplan (POP). Meer nog dan voorheen zullen wij trachten de verbetering van de toeristische infrastructuur vorm te geven binnen grotere, integrale projecten. Realisatie Vaarverbindingen De rijksbijdrage voor de landelijke routestructuur varen is in het PLG opgenomen, maar de provinciale cofinanciering niet. In het programma voor het landelijke toervaartnet zijn o.m. voorzieningen opgenomen in het Hunsingokanaal en de Hoornse vaart. Voor de oplossing van het belangrijkste knelpunt (de vervanging van de HD Louwessluis te Zoutkamp) is na bestuurlijk overleg waterschap/gemeente de Marne/provincie Groningen inmiddels gestart met de planvoorbereiding. Dit project is ook opgenomen in het Regioprogramma Noord 2009/2010. Het initiatief en de eindverantwoordelijkheid berusten bij het Waterschap Noorderzijlvest. Fiets- en wandelpaden In het PLG is o.m. een rijksbijdrage met provinciale cofinanciering opgenomen voor de Groninger trajecten in de landelijke routestructuren voor wandelen en fietsen. Wandelen over boerenland is ook in het PLG opgenomen, maar de provinciale cofinanciering niet. Voor de onderdelen routereconstructie, netwerkbeheer en promotie (wandelen en fietsen) staan voor de provincie Groningen in 2009 geen activiteiten in het Meerjarenplan vermeld. In 2008 is het Pieterpad gerenoveerd en is er een vernieuwde publicatie gekomen van het Pieterpad. Voor de provincie Groningen gaat het om ca. 40 km.
Karakteristiek Groningen
101
Landschap en Cultuurhistorie Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Landschap (generiek) en cultuurhistorie • Inrichting landschap en landschapselementen: lijn-, punt- en vlakelementen • Beheer landschap en landschapselementen: lijn-, punt- en vlakelementen • Nieuwe of verbeterde gebouwde monumenten en behoud van historische erven en kerkterreinen Nationaal landschap MiddagHumsterland - Uitvoeringsprogramma prov. Drenthe - Bestemmingsplan behoud nat./landsch. Nationaal landschap Drentsche Aa - Uitvoeringsprogramma - Bestemmingsplan behoud nat./landsch. Landschapsbeheer Groningen - Meerjarenovereenkomst
Prestatie-indicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2008
Gerealiseerd in 2008
aantal
150
25
11
aantal
250
35
ca 100
aantal
enkele
p.m.
5
uitvoeringsprogr. bestemmingsplan
1 1
1/7 p.m.
1 n.v.t.
uitvoeringsprogr. bestemmingsplan
1 1
1/7 p.m.
1 n.v.t.
meerjarenovk.
p.m.
p.m.
n.v.t.
Kwalitatieve informatie: De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de inrichting en het beheer van karakteristieke landschapselementen zoals houtwallen, essen en bijzondere cultuurhistorische terreinen. Doordat wij geen rijksmiddelen meer ontvangen voor laatstgenoemde werkzaamheden kunnen wij het beheer van deze landschapselementen mogelijk niet meer voortzetten dan wel in een lagere cyclus beheerswerkzaamheden uitvoeren waardoor de beheerskosten uiteindelijk toenemen door ingrijpender werkzaamheden. Doordat de middelen voor beheer beperkter zijn zal daar waar mogelijk gekeken worden naar duurzamere vormen van beheer. Uiteraard dienen deze maatregelen landschappelijk verantwoord te zijn. Bij de totstandkoming van het Programma Landelijk Gebied is gebleken dat de ambitie hoger is dan we met rijks en provinciale middelen kunnen uitvoeren. Bij de IB2007 is voor continuering van nieuw beleid voor landschapsontwikkeling en -herstel een bedrag van 4 maal € 1.000.000 beschikbaar gesteld. Dit betekent dat een extra ambitie kan worden gerealiseerd, veelal zal dat gebeuren in projecten. Hierbij wordt de systematiek uit het Programma Landelijk Gebied gevolgd. Meer concreet betreft het ontwikkeling en herstel van landschap en landschapselementen; inrichting en beheer van lijn-, punt- en vlakelementen. Realisatie Generiek landschapsbeleid Voor generiek landschap (inrichting en beheer) zijn er in 2008 een 13-tal projecten beschikt. Onder andere het herstel van de circa 12 slingertuinen in Noord Groningen en Oost Groningen, is een aanvang gemaakt met herstel houtsingels in Westerkwartier (25 km per jaar),Architectuur en cultuurhistorie wordt zoveel mogelijk meegekoppeld aan landschapsprojecten. Andere projecten betreffen onder meer het herstel van bijzondere landschapselementen (provinciebreed circa 100 stuks totaal). Nationaal Landschap Middag-Humsterland: In Middag-Humsterland is n.a.v. een evaluatie discussie ontstaan over behoud van het karakteristieke slotenpatroon. Dat heeft geleid tot nieuwe afspraken over een cascoplan, waarin behoud van het slotenpatroon en van reliëf belangrijke elementen zijn. Daarnaast is in 2008 het uitvoeringsprogramma verder vorm gegeven. Nationaal Landschap Drentsche Aa Na diepgaand onderzoek en uitgebreide discussie heeft GS op 28 oktober 2008 de begrenzing van het Groninger deel van het Nationaal Landschap Drentsche Aa vastgesteld welke formeel wordt vastgelegd via de POP3-procedure. Daarnaast heeft het ministerie van VROM in een Structuurvisie voor de Snelwegomgeving het gebied langs de A28 tussen Glimmen en Groningen aangewezen als Nationaal Snelwegpanorama Drentsche Aa, hetgeen ook is opgenomen in het POP3. In samenwerking met de gemeente Haren en de provincie Drenthe zullen we een en ander verder uitwerken. In 2008 is het project Inrichting buitenterrein Huis te Glimmen in het kader van het uitvoeringsprogramma NL Dr. A. uitgevoerd.
Karakteristiek Groningen
102
Architectuur en cultuurhistorie In 2008 is o.a. begonnen met het herstel van het monumentale erf Melkema en de Fraeylemaborg. Beheer De afgelopen jaren en ook in 2008 is geïnvesteerd in de inrichting en het beheer van karakteristieke landschapselementen zoals houtwallen, wierden, essen en bijzondere cultuurhistorische terreinen. Ook werden er afspraken gemaakt in de nationale landschappen over het behoud van de gebiedseigen kernkwaliteiten. Tegenover de beperkingen voor de landbouw, die de natuurlijke handicaps met zich meebrengen willen wij aanvullende middelen voor beheer inzetten en zullen de mogelijkheid nalopen in te zetten op. In Middag Humsterland zal het nieuwe slotencasco leiden tot extra aanvragen voor beheer van karakteristieke kernkwaliteiten, zoals het slotenpatroon, de dijken en de laagten. Doordat wij geen of in het geval van Middag Humsterland onvoldoende rijksmiddelen (meer) ontvangen voor het beheer van landschapselementen kunnen wij dit mogelijk niet meer voortzetten of onvoldoende op inzetten dan wel in een lagere cyclus beheerswerkzaamheden uitvoeren waardoor de beheerskosten uiteindelijk toenemen door ingrijpender werkzaamheden. Doordat de middelen voor beheer beperkter zijn wordt waar mogelijk gekeken naar duurzamere vormen van beheer. Uiteraard dienen deze maatregelen landschappelijk verantwoord te zijn.
Landbouw Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Grondgebonden landbouw • Grondgebonden landbouw • Glastuinbouw
Duurzaam ondernemen • Pilot projecten duurzame ondernemen (VROM) • Versterking, vernieuwing en verbreding Landinrichting Door de brede inzet van het instrument landinrichting kunnen, in samenhang met het belang voor landbouw, water, natuur, landschap, recreatie en infrastructuur, eigendom, bestemming en inrichting van de grond worden gerealiseerd.
Prestatie-indicator
Prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2008
Gerealiseerd in 2008
• opp. landbouw ingericht (ha) • opp. glastuinbouw (ha) • aantal verspreid liggende glastuinbouwbedrijven
14.040 p.m.
p.m. p.m.
126 n.v.t.
p.m.
p.m.
n.v.t.
• aantal projecten
7
1
1
• aantal projecten
70
10
8
• aantal af te ronden klassieke landinrichtingsprojecten • aantal af te ronden modulaire landinrichtings- en waterbergingsprojecten
11
4
1
5
p.m.
n.v.t.
Kwalitatieve informatie: In 2008 richten we ons op: • versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector; • glastuinbouw Eemsmond; • kennisstructuur/regionaal praktijkonderzoek; • pilots duurzaam ondernemen (VROM). We zetten sterk in op het afwerken van klassieke (oude) landinrichtingsblokken. Het rijksbod betekent een inzet van € 15,28 miljoen voor de lopende verplichtingen (klassiek en vastgestelde modules). Daarnaast naar aanleiding van het landbouwstructuuronderzoek inzet kavelruilcoördinator ten behoeve van verbetering van de agrarische structuur en realisering van niet agrarische doelen zoals de EHS. Tevens inzet landinrichting/ flankerend beleid ten behoeve van de (nood)waterbergingsgebieden in de Onner- en Oostpolder, Ulsderpolder en Binnen Aa. Realisatie Grondgebonden landbouw Landinrichting en kavelruil wordt zoveel mogelijk uitgevoerd door Dienst Landelijk Gebied, daarvoor wordt jaarlijks een prestatieovereenkomst opgesteld. Middels kavelruil is in 2008 126 hectare geruilde hectares gerealiseerd. Karakteristiek Groningen
103
Provinciebreed zijn voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd over de mogelijkheden en voordelen van kavelruil. Ondersteuning Stichting Acquisitie Glastuinbouw Noord-Nederland (SAGNN)? Duurzaam ondernemen In 2008 is één pilot duurzaam ondernemen gerealiseerd: "Praktijkpilot Kunstmestvervangers Greenpower Salland. Toepassing in Noord-Oost Nederland". In 2008 hebben we ons verder gericht op de volgende zaken: - versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector; middels diverse landbouwprojecten binnen het PLG; - glastuinbouw Eemsmond: in 2008 is het NB-wet rapport met bijbehorend lichtmonitoringsprogramma afgerond. Begin 2008 heeft het ontwerp-Bestemmingsplan ter inzage gelegen: door VROM is een zienswijze ingediend. Zie ook verantwoording onder landbouw, 7302. - biologische landbouw; middels 1 project binnen het PLG en de organisatie van een biologische bijeenkomst (zie hieronder). Landinrichting de klassieke en modulaire projecten zijn allen weer een stapje dichter bij afronding gekomen. In een aantal gevallen kosten de te doorlopen procedures meer tijd dan tevoren ingeschat. De piek van de afronding van de lopende inrichtingsprojecten EHS zal in 2009 en 2010 liggen. Dan kunnen ook de meeste prestaties gereed gemeld worden. DLG en provincie gezamenlijk hebben een analyse gemaakt van de redenen waarom een aantal opdrachten niet sneller gaan dan ze gaan. Met name op de doelen inrichting – verdroging, inrichting EHS en vergroting landbouwkavels – hebben we geanalyseerd welke onderliggende zaken spelen en of deze beïnvloedbaar zijn. Het merendeel van de vertraging wordt veroorzaakt door de juridische procedures die moeilijk te beïnvloeden zijn. De opdrachten waar inzet van extra menskracht bijdraagt aan snellere resultaten, hebben we voor 2009 prioriteit gegeven.
Sociaal-economische vitalisering Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Stimulering en verbreding van de plattelandseconomie • Stimuleren van de marktsector en kwaliteitsverbetering vooral gericht op kleinschalige MKB, landbouw en toeristischrecreatief bedrijfsleven Verbetering van de leefbaarheid in plattelandsgebieden • Verbetering en versterking van het woon-werk- en leefmilieu en vergroten van betrokkenheid bij leefomgeving Stimuleren lokale ontwikkelingen via LEADER-aanpak • Stimuleren van het ontwikkelen van initiatieven en plannen bottom-up
Prestatie-indicator
prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2008
Gerealiseerd in 2008
wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER
wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER
wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER
Kwalitatieve informatie: Het gaat bij dit onderdeel om twee speerpunten: 1. Leefbaarheid en verbreding plattelandseconomie; 2. Lokale ontwikkelingen. ad 1. Gezonde economische en sociale basis en een voorzieningenniveau dat toegesneden is op de behoeften. Daarnaast behoud van werkgelegenheid en het ontwikkelen van een vitale werk- en woonomgeving. ad 2. Voor de sociale vitaliteit is van groot belang dat er initiatieven ontstaan (initiatiefgroepen met voldoende Karakteristiek Groningen
104
zelforganiserend vermogen) die in goede verhouding met de overheid kunnen opereren, zodat de leefbaarheid van de directe omgeving van onderop wordt gegarandeerd. Hierbij wordt gewerkt met de zgn. LEADER-systematiek. NB. In de Voorjaarsnota 2007 is in het kader van nieuw beleid voor het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg voor de periode 2008-2011 jaarlijks een bedrag van € 1.000.000 beschikbaar gesteld. De beschikbare middelen voor de bijdrageregelingen Zorginfrastructuur (€ 250.000 ) en multifunctionele gebouwen (€ 500.000 ) worden voor € 200.000 respectievelijk € 500.000 ingezet ten behoeve van sociaal-economische vitalisering. De overige middelen ad € 300.000 worden ingezet bij het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur, onderdeel thema Sociaal beleid. Realisatie Verbreding plattelandseconomie en verbetering leefbaarheid in plattelandsgebieden In 2008 is de ontwikkeling van projecten in hoog tempo ter hand genomen. Dat heeft geleid tot de toekenning van 48 projecten. Het betreft projecten die vanuit de Lokale Actiegroepen (LAG’s) naar voren zijn gekomen. De adviezen van de LAG’s zijn zonder uitzondering overgenomen. Voorbeelden van projecten: dorpsvoorzieningen, recreatief-toeristische projecten, fietspaden, dorpsommetjes, versterken ondernemerschap, ondernemende vrouwen netwerk, versterken buurthuizen / multifunctionele centra. Landelijk heeft de provincie Groningen in 2008 de meeste projecten en het hoogste percentage comitéringen. Het project Levende Dorpen is als koepelproject onderdeel van de LEADER-aanpak geworden. In 2008 heeft dit zijn beslag gekregen. Tussen Levende Dorpen en overige LEADER-aanpak is nauwe afstemming. Stimuleren lokale ontwikkelingen via LEADER-aanpak Voor begeleiding van leefbaarheids- en kleinschalige plattelandsprojecten en stimulering voorzieningen in dorpen is gebruik gemaakt van de leaderaanpak. In het kader van het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg 2008 zijn voor 12 projecten een subsidie (totaal € 581.633 ) verleend, waarvan een clubhuisvoorziening (voor doven), een centrum voor onderwijs, dagbesteding en gezinsondersteuning, drie multifunctionele gebouwen en 4 dorpshuizen. In de vier regio’s is in 2008 met voortvarendheid gewerkt aan de ontwikkeling van een forse projectenstroom. In de regio’s West en Oost zijn plattelandshuizen opgericht, passend binnen de LEADER-aanpak, waarbij samenwerkingen tot zijn gebracht tussen diverse partijen in de regio. In de regio Hoogeland zijn voorbereidingen getroffen voor een plattelandshuis dat begin 2009 zal worden geopend. Het project Levende Dorpen is, ondanks aanpassing in de organisatie, onverminderd doorgegaan. Bodem Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis)
Prestatie-indicator
Duurzaam bodemgebruik
• Opstellen en uitvoeren bodemvisie
Bodemsanering • Realiseren van de gewenste bodemkwaliteit in het landelijk gebied door sanering
• Uitgevoerd MJP Bodem 2005-2009 • Opgesteld MJP Bodem 2010 -2013
Prestatie in PLGperiode (ambitie) 2007-2013 1
Gepland in 2008
Gerealiseerd in 2008
-
Vanaf 2010
1
-
Vanaf 2010
1
-
Kwalitatieve informatie: Naar verwachting is met het huidige budget de doelstelling alle spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging beheerst dan wel gesaneerd in het landelijk gebied voor 2015, niet haalbaar. Wat betreft de locaties in het landelijk gebied met een ernstige en spoedeisende (water)bodemverontreiniging waarbij sanering noodzakelijk is, richt dit zich met name op voormalige stortplaatsen en gedempte sloten (wijken). In het verleden is hier vaak afval gestort, zonder dat bodembeschermende voorzieningen zijn getroffen. In het kader van het onderzoek 'voormalige stortplaatsen' wordt op een tiental locaties nader onderzoek uitgevoerd om te bezien of in de toekomst saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn. Wanneer er sprake is van een ernstige bodemverontreiniging waarbij de sanering spoedeisend is, zal deze met alle belanghebbenden worden opgepakt. Karakteristiek Groningen
105
Bodembeheer zal steeds meer integraal worden benaderd. In de samenleving willen wij bevorderen dat bewuster en duurzamer met de (water)bodem wordt omgegaan en dat de gebruiksmogelijkheden van de (water)bodem op de langere termijn worden veilig gesteld. Hiervoor stellen wij een Bodemvisie op en actualiseren wij de bodemkwaliteitskaarten en stellen we bodemambities op. Realisatie De realisatie zal plaatsvinden vanaf 2010. Water Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis)
Prestatieindicator
prestatie in PLGperiode (ambitie)
Gepland in 2008
Gerealiseerd in 2008
Waterkwantiteit • Realiseren grootschalige waterberging
m³
43,7 miljoen
Hunze en Aa's: Ulsderpolder en Onner- en Oostpolder ingericht als waterbergingsgebieden;
m³
p.m.
Inrichten polder Vredewold 3 (zomerpolder) 225.000 m ; 55 ha.
Eind 2008 waren de Ulsderpolder en de Onner- en Oostpolder inzetbaar. Daarmee was ruim 39 miljoen m3 waterbergingsvolume beschikbaar (76% van de aangewezen waterbergingsgebieden). De polder Vredewold is ingericht voor kleinschalige waterberging (225.000 m3). In het Dwarsdiepproject worden nog kansrijke gebieden voor waterberging verkend.
km km stuks
39 114 80
• Realiseren kleinschalige waterberging
Waterkwaliteit (o.a.) Implementatie KRW: • Beekherstel • Natuurvriendelijke oevers • Vispassages
In 2008 worden doelstellingen en maatregelenpakketten uitgewerkt.
Doelstellingen en maatregelenpakketten zijn beschreven in de KRW Beslisnota. Deze nota is in 2008 door PS vastgesteld.
Kwalitatieve informatie: Voor de realisatie van de waterberging worden de volgende acties uitgevoerd: • goedkeuren bestemmingsplannen waarin de Ulsderpolder en Onner- en Oostpolder zijn aangewezen als waterbergingsgebieden; • inzetten flankerend beleid: aankoop en verpachting van gronden en inzet landinrichtingsmaatregelen. Ten aanzien van de Europese Kaderrichtlijn Water worden de volgende acties uitgevoerd: • doelstellingen en maatregelenpakketten uitwerken; vanaf 2009 uitvoeren inrichtingsmaatregelen via het PLG; • geen spijtmaatregelen voor waterkwaliteit door onder andere beekherstel, natuurvriendelijke oevers en terugdringen emissies. Realisatie waterberging In 2008 zijn de bestemmingsplannen waarin de Ulsderpolder en de Onner- en Oostpolder zijn aangewezen als waterbergingsgebieden goedgekeurd. Er hebben geen grondaankopen of grondverkopen meer plaatsgevonden. Ook verpachting door de provincie heeft hier niet plaatsgehad. In het project waterberging en natuurontwikkeling omgeving Nieuweschans zijn in 2007 en 2008 gronden aangekocht ten behoeve van de realisering van de robuuste verbindingszone. Het grondgebruik door de voormalige grondeigenaren mocht worden voortgezet tot 1 november 2008 in verband met de geplande start van de uitvoering in 2009. Europese Kaderrichtlijn Water De KRW doelstellingen en maatregelenpakketten zijn beschreven in de KRW Beslisnota. Ook de financiële consequenties zijn hierin weergegeven. Deze nota is in 2008 door PS vastgesteld.
Karakteristiek Groningen
106
3.3
Lasten/baten en analyse Karakteristiek Groningen
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
KARAKTERISTIEK GRONINGEN Natuur en landschap
2.606.772
3.656.893
2.828.415
Natuur en landschap
2.606.772
3.656.893
2.828.415
16.306.453
39.385.476
23.840.985
810.961
2.066.113
478.015
658.458 11.963.562
860.300 25.861.992
895.918 780.571 1.196.982
3.135.991 5.756.300 1.704.780
1.332.249 3.099.522 1.438.579
18.913.225
43.042.369
26.669.400
PLG Water (PLG) Toerisme en recreatie (PLG) Natuur (PLG) Landschap en cultuurhistorie (PLG) Landbouw en landinrichting (PLG) Sociaal Economische Vitalisering (PLG)
Totaal karakteristiek Groningen
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
8.27217.500.892
gerealiseerd bedrag 2008
KARAKTERISTIEK GRONINGEN Natuur en landschap
183.029
100.000
9.232-
Natuur en landschap
183.029
100.000
9.232-
10.841.178
29.346.181
463.648 156.992
748.200
9.456.389 308.977
22.803.281 1.451.000
12.740.270 540.563
338.672 116.500 11.024.208 7.889.017 18.913.225
4.343.700 29.446.181 13.596.188 43.042.369
2.670.501 67.409 15.950.719 10.718.681 26.669.400
PLG Water (PLG) Toerisme en recreatie (PLG) Natuur (PLG) Landschap en cultuurhistorie (PLG) Landbouw en landinrichting (PLG) Sociaal Economische Vitalisering (PLG) Nadelig slot karakteristiek Groningen Totaal karakteristiek Groningen
Karakteristiek Groningen
15.959.951 58.792-
107
Analyse programma Karakteristiek Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 3.989.531 39.052.838 43.042.369 29.446.181 13.596.188
Realisatie 4.561.090 22.108.310 26.669.400 15.950.719 10.718.681
Saldo -571.559 16.944.528 16.372.969 -13.495.462 2.877.507
Aangezien de apparaatskosten niet per programma maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Natuur en landschap Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.849.328 1.807.565 3.656.893 100.000 3.556.893
Realisatie 1.515.123 1.313.292 2.828.415 -9.232 2.837.647
Saldo 334.205 494.273 828.478 -109.232 719.246
De totale directe kosten zijn t.o.v. de raming € 494.273 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
• • •
De bestedingen ten laste van de reserve Cofinanciering Kompas zijn achtergebleven bij de ingeschatte prognoses. Bepaalde projecten zijn lager afgerekend of moeten nog worden afgerekend. De middelen blijven binnen de reserve beschikbaar. Als gevolg van de afwikkeling van subsidies uit voorgaande jaren valt een bedrag van € 103.888 vrij. Er is een begin gemaakt met het proces voor de totstandkoming van de beheerplannen Natura 2000. Het opstellen van de plannen vindt plaats in 2009, daarom is het budget 2008 gedekt door een rijksbijdrage niet aangewend. Overige afwijkingen als gevolg van vrijval op reguliere budgetten ontstaat per saldo een voordeel.
231.447
103.888 100.000 58.938
De directe baten vallen € 109.232 lager uit dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door de in 2008 niet benodigde rijksbijdrage voor beheerplannen Natura 2000 (€ 100.000).
Thema ILG Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 2.140.203 37.245.273 39.385.476 29.346.181 10.039.295
Realisatie 3.045.967 20.795.018 23.840.985 15.959.951 7.881.034
Saldo -905.764 16.450.255 15.544.491 -13.386.230 2.158.262
De totale directe kosten zijn t.o.v. de raming € 16.450.255 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. De aanwending van de middelen voor het PLG (ILG) kent in principe een doorlooptijd van 2007-2013. In eerste instantie zijn de beschikbare middelen gelijkelijk begroot over een periode van 7 jaar. Gelet op deze kasritme kunnen gedurende de looptijd van het PLG verschillen ontstaan tussen de raming en realisatie. De niet bestede provinciale middelen worden toegevoegd aan de reserve PLG en blijven op deze Karakteristiek Groningen
108
manier beschikbaar voor de resterende looptijd van het programma. Naast de provinciale middelen zijn rijksmiddelen begroot. De DLG is voor het ILG, behalve voor Programma Beheer, de uitvoerende dienst. Op basis van de rapportages van het DLG worden de werkelijke uitgaven (kasbasis) verantwoord. Onderstaand wordt per thema van het PMJP een en ander kort toegelicht. • Van de voor het onderdeel water geraamde budget ad. € 1.901.167 is € 212.884 besteed. Dit betreft het budget voor de realisering van waterbergingsgebieden ten laste van de reserves ESFI en grondwaterheffing. In eerste instantie was de (financiële) afwikkeling van de inrichting waterbergingen in 2008 voorzien, maar schuift door naar 2009. De middelen blijven binnen de genoemde reserves beschikbaar. • Voor het onderdeel recreatie en toerisme is in totaal € 860.300 beschikbaar. Hiervan is -/- € 8.272 besteed. De DLG heeft in haar verantwoording een correctie toegepast op de verantwoording 2007 met betrekking tot de afwikkeling van lopende verplichtingen van het Rijk ad. -/- € 121.492. Daarnaast is met name op het aandeel van het rijk in netwerk varen en lopende verplichtingen landinrichting minder besteed. • Van de voor het onderdeel natuur geraamde budget ad € 25.480.395 is € 15.991.315 aangewend. De onderbesteding ad. € 9.489.080 is met name het gevolg van de stelpost nader te verdelen rijksmiddelen (€ 10.942.942). • Voor landschap en cultuurhistorie is € 858.408 van het geraamde budget ad.€ 2.893.912 besteed. De onderbesteding heeft m.n. betrekking op de inrichting van landschap en landschapselementen en lopende verplichtingen rijk met betrekking tot landinrichting en nationaal landschap. • Voor het onderdeel landbouw en landinrichting is in totaal € 5.143.700 beschikbaar. Hiervan is € 2.877.061 besteed. De onderbesteding van € 2.266.639 heeft voor het grootste deel betrekking op kavelvergroting/-verbetering (-/€ 2.261.940) en lopende verplichtingen inrichting grondgebonden landbouw (€ 3.824.700). • In totaal is € 965.799 beschikbaar voor Sociaal-Economische Vitalisering. In 2008 is hiervan € 863.621 aangewend, zodat een onderbesteding van € 102.178 is ontstaan. Met name door de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren ontstaan op de budgetten cofinanciering multifunctionele centra en zorginfrastructuur overschrijdingen. De totale overschrijding van € 129.321 is onttrokken aan de beschikbare middelen binnen de reserve ESFI. Op de budgetten cofinanciering projecten regio's en lokale ontwikkelingen LEADER is € 231.498 minder besteed.
1.688.283
868.572
9.489.080 2.035.504
2.266.639
102.177
De directe baten vallen € 13.386.230 lager uit dan geraamd. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de lagere rijksbijdragen. Zie toelichting directe kosten.
Specificatie bestede rijksbijdragen ILG Bestedingen Dienst Regelingen (DR) Bestedingen Dienst Landelijk Gebied (DLG) Overige bestedingen rijksbijdrage ILG Totaal bestede rijksbijdragen ILG
Karakteristiek Groningen
2007 6.074.344 3.998.207 17.268 10.089.819
2008 6.437.425 8.723.113 587.046 15.747.583
109
Karakteristiek Groningen
110
4.
Bereikbaar Groningen
Dit programma bestaat uit de thema's Mobiliteit en Infrastructuur. Vanwege de grote onderlinge verwevenheid van beide thema's is het niet goed mogelijk deze thema's afzonderlijk te beschrijven. Daarom is voor een beschrijving op programmaniveau gekozen. Het programma Bereikbaar Groningen richt zich op de verbetering van de bereikbaarheid van het platteland en de stad Groningen door middel van een samenhangend pakket van maatregelen, waarbij zowel openbaar vervoer als de verdere verbetering van de infrastructuur een belangrijke rol spelen. Aandeel in de totale rekening 2008: 25,98%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2007
raming 2008*
rekening 2008
4. Bereikbaar Groningen a. mobiliteit - lasten - baten saldo van lasten en baten
63.495 60.494 3.001
78.772 63.298 15.474
61.322 47.949 13.373
b. infrastructuur - lasten - baten saldo van lasten en baten
50.302 64.091 -13.789
42.425 11.141 31.285
48.105 14.556 33.550
Saldo Bereikbaar Groningen
-10.788
46.758
46.923
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Bereikbaar Groningen zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Bereikbaar Groningen
111
4.1
Mobiliteitsbeleid en Infrastructuur
Omschrijving thema's Mobiliteit en Infrastructuur Wij vinden transport van personen en goederen een belangrijke voorwaarde voor welbevinden, welvaart en welzijn. Wij zien de auto voor de verdere economische ontwikkeling van onze regio als onmisbaar. De auto is ook voor het functioneren van het platteland noodzakelijk. Het garanderen van een blijvend goede bereikbaarheid van de gehele regio staat centraal in ons verkeers- en vervoerbeleid waarbij wij ernaar streven om de ongewenste neveneffecten van vooral de auto zoals filevorming, verkeersonveiligheid, geluidhinder, stank en ruimtebeslag in vooral stedelijke gebieden zoveel mogelijk te beperken. Wij staan een werkwijze voor waarbij wij samen met de andere overheden de verkeers- en vervoerproblematiek zoveel mogelijk per gebied of vervoerrelatie (bundel) aanpakken. Daarnaast dragen wij zorg voor duurzame instandhouding van het provinciale wegennet, inclusief fietspaden, kunstwerken, verkeersregelinstallaties, wegmeubilair, beplanting en andere bijkomende voorzieningen.
Planstudie Lemmer-Delfzijl 2e fase c.a. Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd • Verschuiving goederenvervoer van weg naar water. Door het verruimen van het kanaalprofiel naar klasse V-a en het verbreden van de bruggen naar het tweestrooks concept wordt het aantrekkelijk om goederen over water te vervoeren in plaats van over de weg. Vervoer over water is milieuvriendelijker, economisch aantrekkelijker en het ontlast de bestaande wegenstructuur. •
Gerealiseerd Wij hebben in 2008 prioriteit gegeven aan het uitvoeren van een netwerkanalyse vaarwegen. Het plan van aanpak voor de planstudie Lemmer-Delfzijl 2e fase zal in het voorjaar van 2009 worden afgerond. Vervolgens zullen deelstudies worden uitgevoerd.
Verschuiving van containervervoer van weg naar water. Door het verhogen van de bruggen op de vaarweg naar een doorvaarthoogte van minimaal 9,10 meter wordt het aantrekkelijk om containers over water te vervoeren in plaats van over de weg.
Te bereiken in (planperiode):
2020
Het verbeteren van de verkeersafwikkeling/verkeersveiligheid op de Ring Groningen Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd • Verbeteren doorstroming: Door het opheffen van gelijkvloerse kruisingen en het opruimen van verkeersregelinstallaties wordt de doorstroming van het verkeer bevorderd.
Gerealiseerd • Het betreft hierbij langetermijndoelstellingen waaraan gefaseerd uitvoering wordt gegeven.
•
Verbeteren verkeersveiligheid: Door het opheffen van gelijkvloerse kruisingen en het opruimen van verkeersregelinstallaties wordt de kans op het ontstaan van bepaalde type ongevallen, zoals voorrangs- en kop-staartongevallen, verkleind.
•
Het betreft hierbij langetermijndoelstellingen waaraan gefaseerd uitvoering wordt gegeven.
•
Verbeteren bereikbaarheid: Door de bouw van ongelijkvloerse aansluitingen verbetert de doorstroming van de Ring Groningen hetgeen de bereikbaarheid van de
•
Het betreft hierbij langetermijndoelstellingen waaraan gefaseerd uitvoering wordt gegeven. Met ingang van het laatste kwartaal van 2008 is, net als in de rest van Nederland, begonnen met
Bereikbaar Groningen
112
stad Groningen ten goede komt. Specifiek op de Zuidelijke Ringweg verbetert de doorstroming enigszins door uitvoering van de Langman-maatregelen (tot en met 2009). Een robuuste verbetering van de bereikbaarheid daarna, wordt gerealiseerd door uitbouw van de weg op het bestaande tracé. De bestaande hoofdrijbaan wordt verbreed en daarnaast of daaronder wordt een parallelstructuur aangelegd voor verkeer dat in de stad zijn bestemming heeft. Te bereiken in (planperiode):
reistijdmetingen auto en openbaar vervoer van deur tot deur. Deze metingen worden voortaan ieder kwartaal uitgevoerd. Daarmee wordt in de loop der tijd de ontwikkeling van de bereikbaarheid van de stad Groningen vanuit de omgeving zichtbaar.
circa 2020
Planstudie Groningen-Delfzijl c.a. Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd • Verbeteren van de doorstroming/ bereikbaarheid stad Groningen;
Gerealiseerd De verwachting is dat de studie eind 2009/begin 2010 wordt afgerond. Van realisatie van maatregelen is logischerwijs nog geen sprake.
•
Verbeteren van de verkeersveiligheid;
•
Verbeteren van de OV-verbinding Ten Boer-Groningen;
•
Bevorderen gebruik fiets.
NB. In de planstudie wordt gekeken naar de mogelijkheden van het huidige wegtracé en in relatie daarmee de doorstromingsmaatregelen voor de bus Groningen-Ten Boer. Ook zal gekeken worden naar de mogelijkheden voor een Fietsroute Plus (Groningen-Ten Boer). Tevens wordt gestudeerd op de mogelijkheden en effecten van een kortsluiting tussen de N360 en de Eemshavenweg (N46) al dan niet in combinatie met capaciteitsverruiming van de Eemshavenweg tussen Bedum en Groningen. Te bereiken in (planperiode): Betreft een B-project uit het onderdeel infrastructuur van ons collegeprogramma. In deze bestuursperiode willen wij de haalbaarheid onderzoeken ten behoeve van eventuele realisatie op de middellange termijn.
Bereikt in (planperiode): De studie is in uitvoering.
Regiotram (fase 1, zie IB2007; fase 2 t/m 4, zie VJN2008) Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd • Verbeteren bereikbaarheid: De Regiotram zorgt voor verbetering van de bereikbaarheid vanuit de regio naar de stad Groningen alsook in de stad Groningen. •
Gerealiseerd De RegioTram bevond zich overeenkomstig de planning in 2008 nog in de verkenningsfase.
Verbetering (verkeers)leefbaarheid: Door de inzet van de Regiotram als duurzame vervoersmodaliteit, zal de (verkeers)leefbaarheid verbeteren. Bereikbaar Groningen
113
•
Beperking groei autoverkeer: De Regiotram zal bijdragen aan de modal shift en daardoor aan de beperking van de groei van het autoverkeer. 1e fase (Hoofdstation-Zernike) in 2014. (Voor fase 2 en volgende dient de planperiode nog te worden bepaald.)
Te bereiken in (planperiode):
Planontwikkeling ZZL (incl. Regiospecifiek Pakket ZZL, zie VJN2008) Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd • Aansluiting Noorden-Randstad: Met de snelle verbinding van de ZZL (HST) wordt het Noorden beter aangesloten op het economisch centrum van Nederland. De bereikbaarheid van de Noordvleugel verbetert. •
Ontwikkeling NOA: De HST vormt belangrijke infrastructurele drager bij de vorming van een Noordelijke Ontwikkelingsas (Randstad-Noorden-DuitslandScandinavië en verder).
•
Economische impuls: Door sterke reistijdverkorting gaat grotere wisselwerking optreden tussen gebieden en steden. Verbetert het imago van het Noorden en bevordert de vestiging en groei van bedrijven. Versterking van kennisgeoriënteerde economische sectoren en wonen. De verbinding maakt gebieden in het Noorden toegankelijker. Het faseverschil tussen het Noorden en de rest van Nederland verbinding vermindert.
•
Ruimtelijke structurering: De HST versterkt de functie van de haltesteden, draagt bij aan bundeling van verstedelijking in kernzones en vergroot draagvlak voor aansluitend regionale openbaar vervoer.
Te bereiken in (planperiode): Afhankelijk van de definitieve besluitvorming in 2007 door het kabinet en de Tweede Kamer over de Structuurvisie ZZL wordt er een procedure voor een planstudie voorbereid. De planstudie zou kunnen leiden tot een besluit tot realisatie van de verbinding 2017. Bij een negatief besluit wordt het planproces ZZL beëindigd.
Gerealiseerd Na het kabinetsbesluit van 16 november 2007 over het stopzetten van het proces van de Zuiderzeelijn is zeer intensief overleg gevoerd met het Rijk over het alternatieve pakket, het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, hetgeen uiteindelijk heeft geresulteerd in uw besluit om in te stemmen met het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (voordracht 12/2008).
Bereikt in (planperiode): Het planproces ZZL is vanwege het kabinetsbesluit beëindigd.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • •
Provinciaal Omgevingsplan; Beleidsnota Fiets provincie Groningen; Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen; Geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen; Beleidsnota openbaar vervoer in beweging; Beleidsnota Herijking Investeringsniveau Infrastructuur (H2i); Actualisering Beleidsnota Herijking Investeringsniveau Infrastructuur (H2i2); Bereikbaar Groningen
114
• • • • • •
Managementcontract beheer wegen en kanalen; SNN-beleidsvisie Goederenvervoer Noord-Nederland; SNN-beleidsvisie Mobiliteitsmanagement; Gebiedsuitwerking ZZL, uitwerking A6/A7-as; Omgevingsbalans POP; Netwerkanalyse Groningen-Assen.
Prioriteiten 2008 Planstudie Lemmer-Delfzijl 2e fase c.a. Gepland Activiteiten: Met de planstudie Lemmer-Delfzijl 2e fase is ook een netwerkanalyse van de noordelijke vaarwegen annex. Deze netwerkanalyse zal aan het licht brengen welke knelpunten zich voordoen op het noordelijk vaarwegennet die om een oplossing vragen. Dit om de mogelijkheden van de op te waarderen vaarweg Lemmer - Delfzijl niet alleen voor het doorgaande maar ook voor het scheepvaartverkeer met een bestemming (haven) in de regio maximaal te benutten. In 2008 wordt: • de netwerkanalyse afgerond; • een start gemaakt met de planstudie (met deelstudies) met een doorloop naar 2010.
Gerealiseerd Activiteiten:
In 2008 is: • de netwerkanalyse afgerond; • gestart met het opstellen van een plan van aanpak voor de planstudie.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Naast het opleveren van de netwerkanalyse is nu nog niet aan te geven hoeveel en welke deelstudies in 2008 worden uitgevoerd. Dit zal in de loop van 2007 duidelijk worden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Plan van aanpak voor de planstudie LemmerDelfzijl 2e fase is in het voorjaar 2009 beschikbaar.
Kwalitatieve informatie: • De planstudie moet passen binnen het MITkader. • Het Rijk kan eerst in 2012 financiële middelen vrijmaken voor de uitvoering van de 2e fase van de vaarweg Lemmer-Delfzijl; de planstudie moet in 2010 worden afgerond.
Kwalitatieve informatie: Voor de aanpak van die knelpunten (quick wins) in het vaarwegennetwerk heeft het Rijk circa € 50 mln. beschikbaar. In de eerste tranche hebben wij naast de opwaardering van het Aduarderdiep het op afstand bedienen van de Westerbroeksterbrug ingediend voor een subsidie van 50%. Laatstgenoemd project is gehonoreerd, het provinciaal aandeel in de uitvoeringkosten kunnen wij dekken uit reguliere middelen. Het Rijk heeft ons gevraagd voor het project Aduarderdiep te kijken naar versoberingen.
Het verbeteren van de verkeersafwikkeling/verkeersveiligheid op de Ring Groningen Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • De inspanningen richten zich op de spoedige • De studie eindbeeld Oostelijke Ringweg is start van de werkzaamheden rond het uitgevoerd maar nog niet helemaal afgerond. ongelijkvloers maken van de kruising Noordelijke Reden hiervan is dat, vanwege samenhang met Ringweg-Bedumerweg in combinatie met de gemeente Groningen er op grond van de vernieuwing van de Noordzeebrug. Het moment gemeentelijke inspraakverordening een dat daadwerkelijk kan worden begonnen hebben inspraakprocedure aan de procesgang is wij niet in de hand. Dit heeft te maken met het toegevoegd. Het resultaat van de studie kan naar ingewikkelde proces van grondverwerving. Wij verwachting voorjaar 2009 worden vastgesteld. Bereikbaar Groningen
115
•
streven er voor wat betreft de Oostelijke Ringweg naar in 2008 de studie naar het eindbeeld voor dit onlangs van het Rijk overgenomen deel van de Ringweg Groningen af te ronden. Naar aanleiding van de motie Mastwijk (Tweede Kamer, oktober 2006) heeft Rijkswaterstaat Noord-Nederland, in nauwe samenwerking met ons en de gemeente Groningen, de Verkenning Zuidelijke Ringweg Groningen 2e fase opgesteld. Deze is op 14 mei 2007 besproken met de minister van Verkeer en Waterstaat. De maanden erna worden gebruikt om zodanige financieringsafspraken te maken dat de minister van Verkeer en Waterstaat uiterlijk in het bestuurlijk overleg in het najaar van 2007 kan besluiten een planstudie op te starten. Als dat het geval is dan zal die planstudie in 2008 en 2009 uitgevoerd worden.
•
Met het convenant RSP-ZZL voorjaar 2008 zijn in principe de financiële middelen geregeld die nodig zijn voor de 2e fase Zuidelijke Ringweg Groningen. In lijn met het advies van de commissie Elverding is voorjaar 2008 afgesproken om de tijd tot april 2009 te benutten om te komen tot een zogenaamde "bestuurlijke voorkeursvariant". Dit als tussenstap tussen de uitgevoerde Verkenning Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2 en het planstudiebesluit. Het planstudiebesluit kan dan in mei 2009 genomen worden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwalitatieve informatie: De projecten passen in ons streven om te zijner tijd alle (belangrijke) aansluitingen op de Ring Groningen ongelijkvloers uit te voeren. Dit komt de verkeersafwikkeling op de Ring Groningen ten goede en verbetert tevens de verkeersveiligheidssituatie bij de aansluitingen. De projecten worden ondersteund via een communicatietraject ten behoeve van de weggebruikers. Om de financiële dekking van deze grootschalige projecten mede mogelijk te maken sparen wij sinds 2001 jaarlijks uit eigen middelen een bedrag van € 953.300 . Eenzelfde bedrag reserveren wij ook in de Brede Doeluitkering (BDU). Bovendien heeft de overdracht van de N46 financiële middelen opgeleverd die wij kunnen inzetten voor de verbeteringsmaatregelen aan de Oostelijke Ringweg.
Kwalitatieve informatie: Met het convenant RSP-ZZL stelt het Rijk € 574 mln. beschikbaar voor de 2e fase Zuidelijke Ringweg Groningen.
Planstudie Groningen-Delfzijl c.a. Gepland Activiteiten: Het doen van een planstudie bestaande uit een eindbeeld en het ontwikkelen van een maatregelenpakket om dit eindbeeld te bereiken. Ook zal worden gekeken naar het oplossend vermogen van een kortsluitende verbinding tussen de N360 (weg Groningen-Delfzijl) en de N46 (Eemshavenweg).
Gerealiseerd Activiteiten:
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Planstudie wordt in 2009 afgerond.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Op basis van de huidige inzichten zal afronding van de planstudie eind 2009/begin 2010 plaatsvinden.
Kwalitatieve informatie: • In de planstudie zullen de betrokken gemeenten participeren alsook relevante belangengroepen/
Kwalitatieve informatie: Studie is volop in uitvoering.
Bereikbaar Groningen
116
• • •
organisaties en burgers. Voor de planstudie zal externe deskundigheid worden ingehuurd. Studie wordt uitgevoerd in het kader van de regio Groningen-Assen. Studie wordt mede bekostigd uit het Regiofonds.
Regiotram (fase 1, zie IB2007; fase 2 t/m 4, zie VJN2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • afronden voorlopig ontwerp tracéstudie voor • Studie is afgerond met eindrapport Hoofdstation - Zernike (inclusief aansluiting 'Voorkeurstracé 1e lijn' van 14 oktober 2008. Hoofdstation); • studie aansluiting tram op Hoofdstation (studie • Studie is meegenomen in eindrapport afgerond in 2009); 'Voorkeurstracé 1e lijn' en daarmee afgerond op 14 oktober 2008. • afronden inspraak over het voorlopig ontwerp • Inspraak is nog niet gestart in 2008. tracéstudie voor Hoofdstation - Zernike. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwalitatieve informatie: Definitieve besluitvorming over het tracé voor de tramverbinding Hoofdstation - Zernike zal naar verwachting in 2008/2009 plaatsvinden.
Kwalitatieve informatie: Definitieve besluitvorming over het tracé voor de tramverbinding Hoofdstation - Zernike zal in 2009 plaatsvinden.
Planontwikkeling Zuiderzeelijn (incl. Regiospecifiek Pakket ZZL, zie VJN2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • voeren van overleg met kabinet over • Na het kabinetsbesluit van 16 november 2007 besluitvorming en opzet van Planstudie ZZL; over het stopzetten van het proces van de Zuiderzeelijn is zeer intensief overleg gevoerd • bij positieve besluitvorming: bijdragen aan met het rijk over het alternatieve pakket, het uitvoering Planstudie Zuiderzeelijn. Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, hetgeen uiteindelijk heeft geresulteerd in uw besluit om in te stemmen met het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (voordracht 12/2008). Het convenant is op 23 juni 2008 ondertekend. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Voor het eerste RSP-ZZL-project (reactivering • Planstudie Zuiderzeelijn. trein Zuidbroek - Veendam) hebben PS in 2008 een realisatiebesluit genomen. • Het plan van aanpak (verlengde verkenning) is eind 2008 ter informatie aan Provinciale Staten gestuurd. Kwalitatieve informatie: Het kabinet heeft in 2005 besloten om - voordat het project ZZL wordt vervolgd - eerst nut en noodzaak aan te tonen in een Structuurvisie volgens het wetsvoorstel voor de nieuwe Wro. In de ontwerp-Structuurvisie ZZL (april 2006) is het kabinetsvoornemen opgenomen om de Zuiderzeelijn niet aan te leggen maar met de regio een regiospecifiek pakket uit te werken. De Tweede Kamer heeft om uitwerking verzocht van de door de regio voorgestelde hogesnelheidstrein
Kwalitatieve informatie: Het jaar 2008 is vooral gebruikt om de projectorganisatie voor het RSP-ZZL vorm te geven. Bij brief van 16 december 2008 (briefnummer 200868.244/51/A.25, VV) zijn PS over de stand van zaken rond het regiospecifieke pakket geïnformeerd.
Bereikbaar Groningen
117
(HST-3) en een regiospecifiek pakket. In oktober 2006 kon tussen Rijk en regio geen overeenstemming worden bereikt over de uitkomsten van deze uitwerking. De besluitvorming over de Structuurvisie en aanvullende uitwerking is aan het volgende kabinet overgelaten. De besluitvorming over het vervolg van het project, zo mogelijk in de vorm van een Planstudie voor de HST-3, wordt medio 2007 verwacht. De planstudie volgens de procedure van de Tracéwet vergt 3 tot 4 jaar. De regio zal te zijner tijd op basis van de uitkomsten van de Planstudie een besluit dienen te nemen over de daadwerkelijke realisatie van het project en over de inzet van de tot dusverre gereserveerde middelen. Verlenging managementcontract Beheer Wegen en Kanalen (VJN2008/IB2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Opstellen nieuw managementcontract Beheer • In 2008 is het nieuwe managementcontract Wegen en Kanalen. Beheer Wegen en Kanalen opgesteld voor de contractduur 2009 t/m 2011. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Behandeling door PS.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • PS zullen het nieuwe managementcontract in 2009 definitief behandelen.
Kwalitatieve informatie: • Geen.
Kwalitatieve informatie: • Het contract voorziet o.m. in extra middelen voor de vaste kunstwerken en voor beplanting.
Rotonde Blauwe Roos (IB2008) Gepland Activiteiten: • Aanbesteding project Herinrichting verkeersknoop Beertsterweg-aansluiting A7Oostelijke Ringweg gemeente Winschoten. •
Uitvoering van het project.
Gerealiseerd Activiteiten: • Het project is aanbesteed op 1 juli 2008. Op 19 augustus 2008 is ingestemd met de financieringsopzet. Bij de IB2008 is in dat kader besloten om hiervoor € 290.000 ten laste te brengen van de algemene middelen. • De uitvoering van dit project is in volle gang.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen.
Kwalitatieve informatie: • Het streven is erop gericht het werk in 2009 op te leveren.
Kwalitatieve informatie: • Het streven is erop gericht het werk in december 2009 op te leveren.
Rotonde De Rensel (IB2008) Gepland Activiteiten: • Bijdrage in kosten aanleggen rotonde ter ontsluiting industrieterreinen De Rensel en Hoogebrug in Winschoten.
Gerealiseerd Activiteiten: • Bij de IB2008 hebben PS besloten om de bijdrage te bekostigen uit de opbrengst van eerdere verkoop van gronden aan de gemeente Winschoten.
Bereikbaar Groningen
118
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De rotonde is inmiddels gerealiseerd.
Kwalitatieve informatie: • Geen.
Kwalitatieve informatie: • Met de bijdrage van de provincie kon een sluitende financiële dekking van het project worden bewerkstelligd.
Verbreding N46 (IB2008) Gepland Activiteiten: • Verbreding van de Eemshavenweg (N46) van 7,30-7,50 meter naar 8,60 meter (ARBO-norm).
Gerealiseerd Activiteiten: • De verbreding van de Eemshavenweg naar 8,60 meter zal in het voorjaar van 2009 worden uitgevoerd.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen.
Kwalitatieve informatie: • Geen.
Kwalitatieve informatie: • De besteksvoorbereiding is in 2008 grotendeels afgerond.
Bereikbaar Groningen
119
4.2
Lasten/baten en analyse Bereikbaar Groningen
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
BEREIKBAAR GRONINGEN Mobiliteit
75.475.872
78.771.655
61.321.884
Mobiliteitsbeleid Luchtvaartvervoer
17.697.316 351.536
26.696.014 354.582
18.557.132 357.418
Collectief Personenvervoer
57.427.020
51.721.059
42.407.334
Infrastructuur
49.241.201
42.425.420
48.105.351
9.899.502
7.613.663
7.720.345
Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid (Re)constructie waterwegen
17.185.617 1.955.507 2.567.219
14.253.231 2.505.572 3.012.254
16.856.613 1.642.023 4.486.898
Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer overige vaarwegen
10.966.935 5.900.421
9.809.794 4.941.318
10.663.369 5.638.836
766.001 124.717.073
281.117 8.470 121.197.075
124.717.073
121.197.075
1.097.267 109.427.235 109.427.235
(Re)constructie wegen en fietspaden
Onderhoud en beheer sluizencomplex Lauwersoog Herstel schade a.g.v. bodemdaling Voordelig slot bereikbaar Groningen Totaal bereikbaar Groningen
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
BEREIKBAAR GRONINGEN Mobiliteit Mobiliteitsbeleid
71.507.815 14.432.670
63.298.000 12.109.901
47.948.605 6.104.988
Luchtvaartvervoer Collectief Personenvervoer
57.075.146
51.188.099
41.843.617
Infrastructuur (Re)constructie wegen en fietspaden
15.350.561 1.364.876
11.140.914 536.384
14.555.849 1.830.308
197.330 -
839.163 21.375
Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid
717.418 16.500-
(Re)constructie waterwegen Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer overige vaarwegen
53.457 10.212.610 2.747.617
9.634.610 625.380
9.990.799 1.405.014
Onderhoud en beheer sluizencomplex Lauwersoog Herstel schade a.g.v. bodemdaling
271.083 86.858.377
147.210
469.191
74.438.914
62.504.454
37.858.696 124.717.073
46.758.161 121.197.075
46.922.781 109.427.235
Nadelig slot bereikbaar Groningen Totaal bereikbaar Groningen
Bereikbaar Groningen
120
Analyse programma Bereikbaar Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 21.085.788 100.111.287 121.197.075 74.438.914 46.758.161
Realisatie 21.049.596 88.377.638 109.427.235 62.504.454 46.922.781
Saldo 36.191 11.733.649 11.769.840 -11.934.460 -164.620
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Mobiliteit Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 2.633.359 76.138.296 78.771.655 63.298.000 15.473.655
Realisatie 2.199.511 59.122.373 61.321.884 47.948.605 13.373.279
Saldo 433.848 17.015.923 17.449.771 -15.349.395 2.100.376
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 1.666.528 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht. •
•
De directe kosten/baten voor mobiliteitsbeleid vallen per saldo € 1.662.677 lager uit dan geraamd. Belangrijkste oorzaak is dat de geraamde middelen vanuit ESFI voor de projecten met betrekking tot de aanpak van de Ring Groningen niet behoefden te worden aangewend. De middelen blijven binnen de reserve beschikbaar voor de aanpak van de Ring Groningen (€ 953.300). De uitvoering van de beleidsnota fiets laat een onderbesteding zien van € 510.271. Het restantbudget, nodig voor de aanleg van de Fietsroute Plus Groningen-Bedum, is betrokken bij de overboeking kredieten naar 2009. De lasten voor (reservering) infrastructurele projecten vallen ca. € 6.000.000 lager uit dan geraamd. Dit heeft te maken met het moment waarop BDU-ontvangers tot declaratie overgaan. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de reserve BDU. De te ontvangen BDUmiddelen van het Rijk zijn door de onderbesteding evenredig verlaagd. De middelen voor collectief personenvervoer betreffen rijksmiddelen en vindt plaats op kasbasis. Ten opzichte van de raming laat de reservering regionaal spoor een voordeel zien van € 5.199.822. Voor de OV-chipkaart waren in 2008 geen uitgaven ten opzichte van de raming van € 2.599.713. Hetzelfde geldt voor de beschikbare middelen voor de haltevoorzieningen ad € 1.582.124. Bovenstaande middelen blijven beschikbaar als vooruitontvangen middelen van het Rijk. Doordat op kasbasis wordt gewerkt, valt de rijksbijdrage evenredig lager uit. Het effect op het saldo baten/lasten is hierdoor klein.
1.662.677
3.851
Thema Infrastructuur Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 18.452.429 23.972.991 42.425.420 11.140.914 31.284.506
Realisatie 18.850.086 29.255.265 48.105.351 14.555.849 33.549.502
Saldo -397.656 -5.282.274 -5.679.931 3.414.935 -2.264.996
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 1.867.339 hoger uitgevallen dan geraamd. Een aantal productgroepen binnen dit thema maakt deel uit van het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen en het convenant Hoofdvaarwegen. De tekorten c.q. overschotten maken derhalve geen onderdeel uit van het rekening resultaat maar worden via een daarvoor gebruikte egalisatie reserve Bereikbaar Groningen
121
afgewikkeld. Er is hier onderscheid gemaakt in het deel dat valt onder het managementcontract BWK / convenant Hoofdvaarwegen en onderdelen die hier niet onder vallen. managementcontract BWK / convenant Hoofdkanalen De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 2.691.271 hoger uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht. Aan de begroting voor het managementcontract (lumpsum) is de stand van de egalisatiereserve toegevoegd. Door deze opzet kunnen negatieve ramingen op posten zijn ontstaan als gevolg van in het verleden opgebouwde nadelige saldi. •
•
• •
•
Met betrekking tot het onderhoud van wegen en fietspaden is per saldo een nadeel van € 1.772.318 ontstaan. Dit nadeel wordt onder andere veroorzaakt doordat bij de gladheidbestrijding het aantal strooibeurten al een aantal jaren meer is dan begroot en stijgende kosten op het onderdeel beplantingen. Daarnaast is in 2008 extra geïnvesteerd in het wegwerken van achterstallig onderhoud van vaste kunstwerken. Het probleem van de hoogovenslakken in de N366 is in 2008 verholpen door de uitvoering van groot onderhoud. Het tekort op onderhoud wegen en fietspaden wordt voor ca. € 1,3 miljoen gecompenseerd door een bijdrage uit de reserve ESFI (knelpunten wegen en waterwegen). In 2008 is er een negatief saldo van € 766.043 met betrekking tot de directe kosten/baten van het onderhoud hoofdvaarwegen. Deze overschrijding kan grotendeel worden verklaard door werkzaamheden in het kader van B-Akwa. Het betrof werkzaamheden aan de dijken en de vervanging van boordvoorzieningen langs de noordzijde van het Eemskanaal. Voor wat betreft de inzet van middelen is prioriteit gegeven aan bovenstaande werkzaamheden, waardoor op andere onderdelen binnen hoofdvaarwegen minder uitgeven is dan begroot. Per saldo is echter wel een negatief saldo ontstaan op de directe kosten en baten. Voor het project Zeesluizen Farmsum is een bijdrage ontvangen van € 416.176. De kosten van dit project zijn reeds verantwoord in voorgaande jaren. Met betrekking tot het onderhoud en beheer van overige vaarwegen is in 2008 een negatief resultaat van € 62.778 ontstaan. Het grootste deel van alle beschikbare middelen is ingezet voor de vervanging van boordvoorzieningen langs het A.G. Wildervanckkanaal. Op de overige posten zijn alleen de hoogst noodzakelijke werkzaamheden uitgevoerd. Per saldo is er in 2008 een negatief saldo van € 90.132 met betrekking tot het onderhoud en beheer van het Haven- en Sluizencomplex Lauwersoog. Dit negatieve saldo wordt veroorzaakt door de noodzakelijke versterking van de deuren en deurbewegingswerken van de sluis.
- 1.772.318
-766.043
- 62.778
-90.132
Niet vallend onder het managementcontract BWK / convenant Hoofdkanalen. De totale directe kosten/lasten zijn t.o.v. de raming € 781.937 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht •
•
Op het product (re)constructie wegen en fietspaden is per saldo een voordeel ontstaan van € 1.630.694. Het voordeel kan op de volgende wijze worden verklaard: Op de programmakosten nieuw beleid knelpunten (water)wegen is een voordeel gerealiseerd van € 1.750.000. Dit komt omdat de kosten die gemaakt zijn om de knelpunten op te lossen zijn verantwoord onder beheer en onderhoud wegen en waterwegen. De kosten van uitbesteding laten eveneens een voordeel zien. In het verband met het doorschuiven van kosten voorbereiding en toezicht op investeringswerken is hiervoor een bedrag van € 683.172 overgeboekt naar 2009. De uitvoering van de MER omlegging Zuidhorn zal plaats vinden in 2009. In 2008 werden geen uitgaven gedaan, zodat een voordeel is ontstaan van € 378.150. Voor niet geraamde bijdragen voor investeringswerken is een negatief saldo ontstaan van € 1.149.001. De bijdrage uit de reserve ESFI is verantwoord onder productgroep 0800 (mutaties reserves en voorzieningen). Daarnaast zorgen diverse kleinere verschillen voor het uiteindelijke voordeel van € 1.630.694 Voor verkeersveiligheid is een voordeel ontstaan van € 704.434, voornamelijk veroorzaakt door minder kosten voor het actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen. De niet bestede middelen zijn betrokken bij de overboeking naar 2009.
Bereikbaar Groningen
1.630.694
704.434
122
•
(Re)constructie waterwegen laat per saldo een nadeel zien op de directe kosten van € 1.553.190, veroorzaakt door niet geraamde bijdragen voor investeringsprojecten. Deze middelen zullen worden onttrokken uit de reserve ESFI onder productgroep 0800.
Bereikbaar Groningen
-1.553.190
123
Bereikbaar Groningen
124
5.
Schoon/veilig Groningen
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Water; 2. Milieu; 3. Risicobeleid/veiligheid. Het programma Schoon/veilig Groningen richt zich op een schone en veilige leefomgeving. Zo moet bijvoorbeeld het risico van calamiteiten, ontploffingen en overstromingen zo klein mogelijk zijn. Aandeel in de totale rekening 2008: 8,57%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2007
raming 2008*
rekening 2008
5. Schoon/veilig Groningen a. water - lasten - baten saldo van lasten en baten
5.665 1.626 4.039
5.071 1.747 3.325
6.256 2.399 3.857
b. milieu - lasten - baten saldo van lasten en baten
23.431 9.819 13.612
27.894 10.044 17.850
27.452 9.382 18.069
c. risicobeleid/veiligheid - lasten - baten saldo van lasten en baten
1.639 800 839
1.929 1.347 582
2.381 1.386 996
18.490
21.757
22.922
Saldo Schoon/veilig Groningen
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Schoon/veilig Groningen zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Schoon/veilig Groningen
125
5.1
Water
Omschrijving thema water Water is één van de essentiële thema's voor het bereiken van een schone en veilige leefomgeving. Klimaatwijziging noopt ons tot een visie op de gevolgen van zeespiegelstijging en neerslagveranderingen. Hierbij spelen ook keuzes in de ruimtelijke ordening een rol. Voor het gebiedsgericht waterbeleid is het behouden, het herstellen en het realiseren van duurzame watersystemen het uitgangspunt. Voor het herstellen van de watersystemen is de denkrichting: vasthouden, bergen en afvoeren per gebied in onderling evenwicht. Door een veerkrachtige inrichting van de watersystemen en het bevorderen van een adequate waterkeringszorg moeten voldoende waarborgen kunnen worden geboden om veilig en zonder wateroverlast in deze provincie te kunnen wonen, werken en recreëren. Voor de uitvoering van het waterbeleid zijn in eerste aanleg de waterschappen de meest aangewezen lichamen van functioneel bestuur met een eigen financieringssysteem. Een deel van het waterbeleid (inrichting waterbergingsgebieden, bestrijding verdroging en het verbeteren van de ecologische doelstellingen van de watersystemen (KRW)) is ondergebracht bij programma Karakteristiek Groningen, thema PLG. Muskusratten en beverratten worden bestreden om onveilige situaties te voorkomen en schade te beperken.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd 1. voorkomen (en/of beperken) van wateroverlast: • als gevolg van overstromingen vanuit zee door de 5-jaarlijkse toetsing van de primaire waterkeringen; • vanuit de boezemsystemen door het versterken van regionale waterkeringen; • in de regionale watersystemen (vanuit overige watergangen) door het treffen van waterhuishoudkundige maatregelen.
Gerealiseerd 1. In 2006 is gerapporteerd over de resultaten van de 2e toetsingsronde van de primaire waterkeringen. Op basis van de toen geldende hydraulische randvoorwaarden bieden de primaire waterkeringen voldoende bescherming tegen overstromingen vanuit zee. De uitvoeringsprogramma's van de waterschappen voor het versterken van de regionale waterkeringen zijn er op gericht om deze waterkeringen in 2015 aan de norm te laten voldoen. Er is een kader voor normering regionale wateroverlast opgesteld. De vast te stellen normen worden te zijner tijd in de Provinciale Omgevingsverordening opgenomen. Maatregelen om aan de norm te voldoen worden voor 2015 genomen door de waterschappen.
2. beperken schade en voorkomen van onveilige situaties door muskus- en beverratten: terugdringen van de muskusrattenpopulatie, en beverratten geen kans geven in Groningen.
2. Er hebben zich geen onveilige situaties voorgedaan. Het aantal gevangen muskusratten was in 2008 iets lager dan in 2007. Het aantal gevangen beverratten is toegenomen, de bestrijdingsformatie is uitgebreid.
Te bereiken in (planperiode): 1. De primaire waterkeringen voldoen in 2010 aan de veiligheidsnorm; De regionale waterkeringen voldoen in 2015 aan de veiligheidsnorm; De regionale watersystemen voldoen in 2015 aan de normen voor wateroverlast.
Bereikt in (planperiode): 1. Van de in de 2e toetsingsronde geconstateerde knelpunten, wordt in 2009 het laatste knelpunt opgelost (steenbekleding Nieuwstad; 800 m.). De waterschappen moeten in september 2010 rapporteren over de 3e toetsingsronde. De waterschappen hebben uitvoeringsprogramma's voor de regionale waterkeringen opgesteld, die er op gericht zijn om deze waterkeringen in 2015 aan de veiligheidsnorm te laten voldoen.
2. De norm voor muskusratten wordt bereikt in 2012. Aan de norm voor beverratten wordt voldaan.
2. De norm voor muskusratten wordt over 4 jaar bereikt. Als beverratten worden gesignaleerd worden ze zo spoedig mogelijk gevangen.
Schoon/veilig Groningen
126
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • •
Provinciaal Omgevingsplan / POP-uitwerking waterberging; Stroomgebiedsvisie Groningen/Noord- en Oost-Drenthe; Europese Kaderrichtlijn Water; Notitie Doorbraak Waterberging; Water 2000+: actie- en uitvoeringsprogramma 2008; Nationaal Bestuursakkoord Water; Regionaal Bestuursakkoord Water; Meerjarenbeleidsplan muskusrattenbestrijding provincie Groningen.
Prioriteiten 2008 Uitvoeren Regionaal Bestuursakkoord Water Gepland Activiteiten: • uitvoeren actie- en uitvoeringsprogramma Water 2008; •
uitvoeren communicatieplan Water 2000+.
Gerealiseerd Activiteiten: • Overeenkomstig het actie- en uitvoeringsprogramma Water 2008 is gewerkt aan het op orde brengen en houden van de waterhuishouding in Groningen. • Het Communicatieplan Water 2000+ is uitgevoerd.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • opstellen driejaarlijkse Regionale WaterSysteemRapportage (RWSR).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Als gevolg van de monitoringsverplichtingen op grond van de KRW is in 2008 geen Regionale WaterSysteemRapportage (RWSR) opgesteld.
Kwalitatieve informatie: • voortgangsrapportage actie- en uitvoeringsprogramma Water 2007;
Kwalitatieve informatie: • Er is geen voortgangsrapportage actie- en uitvoeringsprogramma Water 2007 meer opgesteld. • De Stuurgroep Water heeft twee digitale nieuwsbrieven (Waterzine) uitgebracht. De website www.groningenleeftmetwater.nl is het gehele jaar online geweest. Er is een bestuurlijk symposium over de KRW gehouden. Er is een publiekscampagne (Waterproof) over de kwaliteit van water (KRW) gehouden.
•
nieuwsbrief, website en andere communicatieen informatiemiddelen.
Watervisie Lauwersmeer Gepland Activiteiten: • besluitvorming toekomstig waterbeheer Lauwersmeer. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • uitwerking 3e weg (gemaal Lauwersoog in 2015 met inzet voor natuur en waterbeheer)
Gerealiseerd Activiteiten: • Er is nog geen besluit genomen over het toekomstig waterbeheer op het Lauwersmeer. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn onderzoekrapporten verschenen over: - gemaalontwerp en -kosten; - verandering in zoute kwel; - zoutopdringing op het Lauwersmeer; - streefbeeld natuur; - milieurapport.
Schoon/veilig Groningen
127
Kwalitatieve informatie: • behoud veiligheid tegen overstromingen en voorkomen van wateroverlast; •
scheppen van randvoorwaarden voor het realiseren van de doelstellingen voor het Nationaal Park Lauwersmeer.
Integrale Kustvisie Gepland Activiteiten: • opstellen integrale Kustvisie (2008/2009).
Kwalitatieve informatie: • Met behulp van een gemaal op Lauwersoog kan de veiligheid worden gewaarborgd en kan wateroverlast worden voorkomen. • Met inzet van het gemaal kan de Natura 2000doelstelling worden bereikt.
Gerealiseerd Activiteiten: • In samenwerking met de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa's, de gemeente Delfzijl en Rijkswaterstaat, directie NoordNederland is de Kustvisie provincie Groningen opgesteld en op 10 juni 2008 vastgesteld.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • integrale Kustvisie voor de Groninger kust.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De Kustvisie provincie Groningen.
Kwalitatieve informatie: • voorkomen en beperken van overstromingen vanuit zee;
Kwalitatieve informatie: • De Kustvisie gaat uit van de meerlaagse veiligheidsbenadering: waarborgen van de veiligheid, beperken van de gevolgen van een overstroming en organisatorische maatregelen (bijv. rampenplannen en evacuatieplannen). • Bij de in de Kustvisie neergelegde beleidsuitgangspunten voor de kustverdediging is rekening gehouden met de gevolgen van klimaatverandering en de bodemdaling.
•
anticiperen op klimaatverandering door het geven van oplossingsrichtingen voor de toekomstige bescherming tegen overstromingen vanuit zee.
Hoogwaterstudie (HOWA3-studie) Gepland Activiteiten: • onderzoek naar maatregelen tegen wateroverlast na 2015; uitvoeren in 2008 en 2009. Daarbij de bodemdaling door aardgaswinning betrekken.
Gerealiseerd Activiteiten: • Er wordt eerst een quick-scan uitgevoerd naar maatregelen voor de lange termijn. Indien de quick-scan daartoe aanleiding geeft voeren de provincie en de waterschappen de studie Hoogwater 2025 uit. De quick-scan start in 2009.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • maatregelen tegen wateroverlast uit de boezem na 2015; • maatregelen om gevolgen van bodemdaling door aardgaswinning te compenseren of te voorkomen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Nog niet bekend.
Kwalitatieve informatie: • beperken wateroverlast uit de boezem.
Kwalitatieve informatie: • De maatregelen die uit de Hoogwaterstudies 1 en 2 zijn voortgevloeid zijn volop in uitvoering. Voor de situatie na 2015 zijn nog geen maatregelen vastgesteld.
•
Nog niet bekend.
Schoon/veilig Groningen
128
Droogtestudie Gepland Activiteiten: • onderzoek uitvoeren naar het effect van klimaatverandering op de behoefte aan oppervlaktewater: uitvoeren onderzoek in 2008 en 2009.
Gerealiseerd Activiteiten: • In 2008 is een concept-projectvoorstel opgesteld. Het onderzoek loopt op met landelijk onderzoek door Rijkswaterstaat. De eerste fase van het onderzoek wordt afgerond in 2010.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • maatregelen om effect van klimaatverandering te beperken; • implementatie nieuwe verdringingsreeks.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Moet nog worden onderzocht. Vanaf 2010 kunnen maatregelen gegenereerd worden. • De reeks is opgenomen in de Nota Normdoelstellingen Water en in de ontwerp-POV (Provinciale Omgevingsverordening).
Kwalitatieve informatie: • de beschikbaarheid van oppervlaktewater voor landbouw, natuur, industrie etc. zoveel als mogelijk zeker stellen.
Kwalitatieve informatie: Voorzien wordt dat er tot 2015 op basis van het huidige waterakkoord voldoende oppervlaktewater beschikbaar is. In zeer droge perioden wordt de wateraanvoer uit het IJsselmeer beperkt op basis van de nieuwe verdringingsreeks.
Intensivering beverrattenbestrijding (IB2008) Gepland Activiteiten: • Omdat beverratten op verschillende plaatsen in de provincie zijn opgedoken is extra inzet voor de bestrijding nodig.
Gerealiseerd Activiteiten: • Bij de Integrale Bijstelling 2008 zijn middelen voor tijdelijke extra inzet beschikbaar gesteld.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Uitbreiding van de formatie met 1 fte met ingang van het vierde kwartaal van 2008 tot en met eind 2009.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De uitbreiding is gerealiseerd.
Kwalitatieve informatie: • Voorkomen dat de beverratten zich verder uitbreiden.
Kwalitatieve informatie: • De toegekende formatie-uitbreiding voor 2008 en 2009 is ontoereikend. Voor 2009 zal ten laste van het landelijke budget voor beverrattenbestrijding de formatie verder worden vergroot.
Schoon/veilig Groningen
129
5.2
Milieu
Omschrijving thema Milieu Wij hebben in ons Collegeprogramma 2007-2011 als belangrijke trends opgenomen de verandering van het klimaat en de grote rol die duurzaamheid speelt bij de kwaliteit van onder meer het milieu. In bovenstaand kader richten wij er ons de komende jaren dan ook op dat het in de provincie Groningen zo duurzaam, gezond en veilig leven is. Daarbij gaat het om verbetering van de milieukwaliteiten schoon, gezond, veilig, stil, duister, energiebesparing en het duurzaam gebruik van energiebonnen. Wij willen aansluiten bij de prioriteiten die minister Cramer van het ministerie van VROM aan de Tweede Kamer heeft voorgelegd, te weten aandacht voor klimaat en energie, burgers in een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving, het hanteren van regels die minder lasten opleveren en beter in de uitvoering zijn en aandacht voor in ons geval mooi Groningen. In IPO-verband zijn wij hier ook mee bezig. Wij gaan alle onderwerpen op het gebied van energie zo integraal mogelijk benaderen. Op grond hiervan hebben wij onder milieu ook het onderwerp Energy Valley ondergebracht. Daarbij zijn wij er ons van bewust dat de missie van Energy Valley is: "economische structuurversterking door de uitbouw en concentratie van energiegerelateerde activiteiten in het Noorden van Nederland". Ons doel is om aan de nationale doelstellingen met betrekking tot klimaatbeleid en -verandering een evenredige bijdrage te leveren, dit door mitigatie. Met dit begrip bedoelen wij het vermijden, verminderen van het energiegebruik, het efficiënt inzetten en gebruiken van energie, het inzetten van duurzame energie en de schone inzet van fossiele brandstof. Hierbij gaat het ons in concreto om het uitvoeren van Actieplan Biomassa (het brede door u vastgestelde programma voor de toepassing van biomassa als grondstof en energiebron). Met het aantreden van het nieuwe kabinet en de verstevigde positie van het klimaatprobleem op de (inter)nationale agenda is het Actieplan Biomassa zeer actueel. In de tweede plaats geven wij inhoud aan ons Energie- en Innovatiefonds: eerste spoor daarbij is het Energieconvenant Groningen en het tweede het Actieplan Gebouwde Omgeving (een programmatische aanpak van energiebesparing in de gebouwde omgeving). Verder vormt ons project Costa Due fase II een belangrijke beleidsprioriteit (vooral de industrie een belangrijke speler) en Energy Valley (speerpunt in de Beleids- en activiteitenagenda Economische speerpunten provincie Groningen). Verder willen wij bij de komst van kolencentrales in de Eemshaven daadwerkelijk stimuleren dat het nodige gedaan wordt aan grootschalige afvang van CO2, transport ervan en eventuele opslag in de ondergrond. Om invulling te geven aan de in ons collegeprogramma opgenomen trend duurzaamheid streven wij er naar dat duurzame ontwikkeling wordt meegenomen in allerlei beleidsontwikkelingen en projecten (o.a. bij de opstelling van het nieuwe POP). Ons doel is om daarbij ook de onderwerpen donker en stilte te betrekken. Hierbij is vermeldenswaard dat wij bezig zijn met de voorbereiding van een nota Openbare Verlichting. Indien het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) daartoe aanknopingspunten biedt, zijn wij bereid om ook in een volgende programmaperiode hierop actief te participeren. In 2007 is in IPO-verband per provincie een gezondheidskaart opgesteld. Ons doel is om in IPO-verband in 2008 een gezamenlijke strategie te ontwikkelen om de problemen aan te pakken. Daarnaast zullen wij, indien noodzakelijk, aanvullende activiteiten ontwikkelen specifiek voor de provincie Groningen. Uitgangspunt bij bodemsanering blijft, dat in 2030 alle ernstige verontreinigingen van de (water)bodem gesaneerd en/of onder controle zijn. Daarnaast streven wij in lijn met het rijksbeleid naar een situatie waarbij alle spoedeisende locaties voor 2015 zijn beheerst dan wel gesaneerd. Onderzoek daartoe doen wij in samenwerking met de gemeenten. Duurzaam gebruik van de bodem is leidend uitgangspunt in onze benadering, waarbij wij de rol van de bodemsanering in gebiedsontwikkeling en in programma's zoals ISV en PLG zullen inbrengen.
Schoon/veilig Groningen
130
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd Het behouden en verbeteren van het leefmilieu in Groningen, te bereiken door: 1. een actuele vergunning voor ieder bedrijf;
2. uitgevoerde toezichtbezoeken, onderzoek van meldingen en klachten en uitvoering van bestuurlijke handhavingsacties;
3. ontwikkeld milieubeleid, gestimuleerde duurzame ontwikkeling, uitgevoerd provinciaal klimaatbeleid en uitgevoerde projecten;
Gerealiseerd 1. Eens per 5 jaar worden de vergunningen middels een toetsing actueel gehouden. Zonodig worden de vergunningen op basis hiervan aangepast. In 2008 zijn 9 actualiseringstoetsen uitgevoerd. 2. In 2008 waren 845 toezichtacties gepland, in totaal zijn er 994 uitgevoerd. Dit is 118% van het geplande aantal. In verband met o.a. een aantal probleembedrijven is er een lichte verschuiving van preventief naar repressief geweest. Er zijn 478 klachten binnengekomen over bedrijven dan wel zaken waarvoor GS bevoegd gezag is. 92 klachten zijn doorgegeven aan een ander bevoegd gezag. Er zijn 337 meldingen van ongewone voorvallen bij bedrijven gedaan. In 322 gevallen heeft naar aanleiding van een klacht (292) of een melding (30) een bedrijfsbezoek plaatsgevonden. Daar waar nodig zijn handhavingacties ingezet. dat heeft geresulteerd in 51 bestuurlijke waarschuwingen, 8 aanzeggingen tot dwangsom en 7 aanzeggingen tot bestuursdwang. In 2 gevallen is de dwangsombeschikking ook geëffectueerd en in geen enkel geval is het gekomen tot daadwerkelijke uitvoering van bestuursdwang. 3. Met een breed scala aan projecten is in 2008 duurzame ontwikkeling zichtbaar vormgegeven, zowel voor wat betreft de voorwaardelijke kant (positie duurzaamheid bij beleidsafwegingen) als in de ondersteuning bij concrete, fysieke projecten. Leidende programma's op energiegebied zijn veelal opgehangen aan het Energieakkoord Noord-Nederland, zoals het Actieplan Biomassa, het 100.000 voertuigenplan, EnergieConvenant Groningen, de ontwikkeling van de Noordelijke Energienorm voor de woningbouw, het 100.000 woningenplan, Wonen++ en Eemsdelta Groen. Milieubeleid en duurzaamheid is steeds sterker geïntegreerd met andere beleidsterreinen, zoals ruimtelijke kwaliteit en waterbeheer, en afgestemd op de effecten op mens en ecosysteem. Dit komt onder meer tot uiting in de toetsing van ruimtelijke plannen aan duurzaamheidscriteria en in onze projecten gericht op een gezond binnenklimaat op scholen. In 2008 is gestart met het maken van een geografische kaart van de provincie Groningen met de gezondheidseffecten van geluids- en geuroverlast. Daarnaast zijn ook in 2008 non-profitorganisaties op gebied van milieu en duurzaamheid ondersteund, zoals de Milieufederatie Groningen, het Informatiepunt Duurzaam Bouwen, en het IVN. Ook zijn symposia en congressen rond duurzame ontwikkeling en energie mede mogelijk gemaakt.
Schoon/veilig Groningen
131
4. behoud en uitbouw van de energiesector en profilering van het Noorden als energieregio;
5. verkleining werkvoorraad bodemsanering. Te bereiken in (planperiode):
4. In het najaar van 2007 is het Noordelijk Energieakkoord getekend met het Rijk. Voor realisatie van de gekwantificeerde ambities voor energiebesparing en CO2-reductie is behoud en uitbouw van de energiesector wezenlijk. Dat hebben we in 2008 onder meer gedaan via het werkprogramma van Energy Valley. Ook profilering van de regio is op die wijze gebeurd, naast ondermeer campagnes op de regionale radio en tv en via publicaties in huis-aan-huisbladen. 5. Landelijk gezien bevinden wij ons in de voorhoede. Dit is in 2008 niet veranderd. jaarlijks tot vierjaarlijks (collegeperiode)
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4); VROM-beleid ten aanzien van duurzame ontwikkeling en transities; POP Groningen; Provinciaal Milieuverordening (PMV); Meerjarenprogramma bodemsanering provincie Groningen 2005-2009; Beleidsbrief Bodem (ministerie van VROM, december 2003); Beëindiging Stichting BSB (Bodemsanering in gebruik zijnde Bedrijventerreinen); Nota Grondstromenbeleid provincie Groningen; Handhavingsstrategie en -werkwijze; Handhavingsprogramma 2007; Handhavingsprogramma 2008-2011 (voor nieuwe collegeperiode vastgesteld in 2007); Handhavingsuitvoeringsprogramma 2008 (vastgesteld in 2008); Visie Duurzaam Bodembeheer; Potentieelstudie Energie Provincie Groningen; CO2-nota: van Kyoto via Den Haag naar Groningen; (nieuwe) Uitvoering(splan) klimaatbeleid provincie Groningen (BANS 1 en 2); Provinciaal klimaat/CO2-programma; Nota Mestvergisting; Actieplan Biomassa; Uitvoeringsplan Energieconvenant Groningen; Systeemschets Costa Due I; Beleidsagenda economie 2004-2008; Perspectief voor Energy Valley; Wegen in de Vallei; Werkplan Energy Valley; Convenant Duurzaam Bouwen; (nieuw) Noordelijk Ambitiestatement Leren voor Duurzame Ontwikkeling; Regeringsverklaring; Collegeprogramma 2007-2011.
Prioriteiten 2008 Actieplan Biomassa Gepland Het Actieplan Biomassa 2007-2010 is een samenhangend totaalprogramma ter stimulering van de toepassing en het gebruik van biomassa in onze provincie. Om redenen van efficiëntie en zorgvuldigheid is in het actieplan nadrukkelijk
Gerealiseerd
Schoon/veilig Groningen
132
afgestemd met projecten als Costa Due, het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS) en het EnergieConvenant Groningen. Activiteiten: • Inzet op stevige positie van biomassa in beleid. Dit spoor heet het 'meerjarenprogramma' en leidt tot gunstige randvoorwaarden voor biomassa in het overheidsbeleid. Het programma is ondermeer gericht op: coherentie in beleid, concessieverlening OV, gunstige juridische kaders voor biomassa, ondersteuning van gemeentes, kennis over kansen voor biowarmte, biofuels en bioraffinage (teelt, verwerking). In dit programma worden ook aanvragen ontwikkeld voor Europese subsidies voor (internationale) biomassaprojecten.
Activiteiten: • Het 100.000 voertuigenplan is in samenwerking met Fryslân en Drenthe opgesteld en is in juni 2008 vastgesteld door de respectievelijke provinciebesturen. In dit kader zijn diverse projecten uitgevoerd. Hiertoe behoren onder meer duurzaamheidseisen voor de aanbesteding van OV-concessie, het ontwikkelen van een communicatieplan voor duurzame transportbrandstoffen, het opstellen van duurzaamheidscriteria voor duurzame transportbrandstoffen.
•
•
Ondersteuning van marktinitiatieven. Dit spoor heet het 'ondersteuningsprogramma' en kent drie peilers: 1. meefinanciering van een tijdelijke, competente trekker voor nieuwe bio-energieprojecten ('organiserend vermogen'); 2. bij elkaar brengen van partijen om projecteninitiatieven te versnellen ('makelen en schakelen'); 3. subsidiëren van haalbaarheidstudies.
•
•
•
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het Actieplan Biomassa geeft via de factsheets per project (gedetailleerde beschrijving van
De subsidieaanvraag voor het ADORE IT-project is door Brussel gehonoreerd. ADORE IT staat voor Adolescence for Renewable Energies in Transport. Het is een samenwerkingsproject met zes andere Europese regio's. ADORE IT richt zich op de niet-technische barrières voor hernieuwbare transportbrandstoffen, omdat techniek, kostprijs en accijnzen maar een klein deel van het verhaal zijn dat de versnelde marktintroductie in de weg staat. Nadat de verschillende contracten zijn getekend, is in het laatste kwartaal van 2008 een start gemaakt met de uitvoering. De aftrapbijeenkomst vond in Groningen plaats; resultaten hiervan zijn op de inmiddels ontworpen projectsite geplaatst. Om te komen tot een proeftuin waar bedrijven de ruimte en voorzieningen krijgen om bio-energieinstallaties (pre-commercieel) te beproeven en te testen is een inventarisatie gemaakt van mogelijke kansen en knelpunten. Vanuit een brede maatschappelijke en politieke discussie is onderzoek uitgevoerd naar de duurzaamheid van biomassa in NoordNederland. Tevens zijn naast de duurzaamheidscriteria voor transportbrandstoffen ook duurzaamheidscriteria opgesteld voor het beoordelen van subsidieverzoeken voor haalbaarheidstudies en investeringen. Voor diverse haalbaarheidsonderzoeken zijn subsidies verstrekt. Het gaat hierbij om projecten zoals verwijderen van ammoniak (restproduct na slibvergisting) en het gebruik hiervan in een brandstofcel, energiezelfvoorzienend Zijldijk en biobased chemicaliën uit residustromen. Begeleiden diverse subsidieaanvragen in voorbereiding, waaronder rond (mest)vergisting, houtverbranding in relatie tot landschapsbeheer, en kennisvermeerdering en -verspreiding.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De haalbaarheidsstudies geven inzicht in de reductie van CO2-emissies die behaald kunnen
Schoon/veilig Groningen
133
voorgenomen activiteiten) nauwgezet aan welke werkzaamheden moeten worden verricht, hoeveel uren daarvoor nodig zijn en hoeveel additioneel procesgeld dit vereist en waarvoor. •
Kwalitatieve informatie: • Het Actieplan Biomassa levert in kwalitatieve zin een gunstige omgeving op voor de ontwikkeling van biomassaprojecten.
worden als biomassa gerelateerde energie projecten daadwerkelijk worden gerealiseerd. Tevens kan onder meer door gebruik te maken van de informatie uit de haalbaarheidsstudies het percentage duurzame energie dat jaarlijks (kan) worden geproduceerd, worden herleid. Een groot deel van de haalbaarheidsstudies bevindt zich in de afrondende fase. Derhalve zijn de cijfers met betrekking tot CO2-reductie en het percentage opgewekte duurzame energie nog niet voorhanden.
Kwalitatieve informatie: • Aantal projecten dat is aangejaagd middels verschillende vormen van ondersteuning levert kennis van kansen en knelpunten op. Hierdoor is het mogelijk om te komen tot een beter gestuurde ontwikkeling van het klimaatbeleid.
Energie- en Innovatiefonds Met behulp van het Energie- en Innovatiefonds zullen wij aan het thema klimaatbeleid en -verandering een evenredige bijdrage leveren door vooral aandacht te besteden aan de onderwerpen energiebesparing en duurzaam energiegebruik. Het fonds kent twee sporen: het Energieconvenant Groningen en het Actieplan Gebouwde Omgeving. Energieconvenant Groningen (€ 125.000 ) Activiteiten: • Het opstellen en uitvoeren van het jaarprogramma ECG 2008-2011.
Energieconvenant Groningen (€ 125.000 ) Activiteiten: • In maart is het Energie Convenant Groningen 3 ondertekend door 8 partijen. Essent, Rabobank, Waterbedrijf Groningen en GasTerra zijn nieuwe deelnemers. Nuon, gemeente Groningen en Gasunie blijven ook deelnemen. Deze partijen leggen extra € 360.000 in het convenant, waardoor het jaarlijkse budget voor uitvoering van concrete energiebesparing en duurzame energieprojecten € 485.000 is. • Diverse projecten zijn gestart onder het nieuwe convenant. Een greep uit de projecten: realisatie bio-ethanolpomp, plaatsing van duurzame elektriciteitsoplaadpunten voor elektrische scooters, plaatsing 5 HRe-ketels, energiescans openbare verlichting door gemeenten, investeringsbudget voor energiebesparing en gezonder binnenklimaat op scholen, stimulering zonneboilers, energiebesparing op het boerenbedrijf.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • CO2-emissiereductie, het provinciale streven is om te komen tot CO2(-equivalenten)emissiereductie van 1,8 à 2,4 Mton in 2010 ten opzichte van 1990; • Opwekking duurzame energie als percentage van het totale gebruik: doelstelling is 5% in 2010.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Energiescan openbare verlichting levert gemiddeld een directe besparing op van 12% voor een gemeente. • Bij gasverbruik van 1562 m3 (normale verbruik van een gezin) wordt 2250 kWh opgewekt (x5 ketels). • Besparing op scholen: in 2008 is gestart met het scannen van een 10-tal scholen. In 2009 wordt
Schoon/veilig Groningen
134
• •
• •
besloten welke energiebesparende maatregelen genomen gaan worden. Productie standaard zonneboiler: 3,5-4 GJ, komt overeen met verbruik van 250-280 m3. Doel: plaatsen 1.000 extra boilers. Elektriciteitsproductie oplaadpaal: 3 zonnecollectoren en een kleine windmolen zorgen voor een gedeeltelijke duurzame energieproductie. Nog niet bekend is om hoeveel duurzame energie het exact gaat. De oplaadpalen (2 stuks) worden begin 2009 geplaatst. Elektrische scooters zijn per gereden km 15-20% zuiniger dan benzine. Ethanolpomp levert 2.270 GJ duurzame energie (ethanol), vermeden CO2-uitstoot = 148 ton (prognose). Prognose bij (eerste) 12 boerenbedrijven: meer dan 20% energiebesparing en max. vermeden CO2 tot 240 ton.
Kwalitatieve informatie: • Centraal staat het produceren van duurzame energie en het bereiken van energiebesparing.
Kwalitatieve informatie: • Verschillende ontwikkelingen worden versterkt in gang gezet: - rijden op elektriciteit; - rijden op duurzame brandstof (ethanol); - energiebesparing bij boeren, scholen, - openbare verlichting, huishoudens; - duurzame warmteproductie; - verstevigen onderwerp duurzaamheid in installatiebranche; - bieden leerprojecten voor studenten; - technologieontwikkeling (HRe, elektrisch rijden, etc.).
Actieplan Gebouwde Omgeving (€ 125.000 ) Activiteiten: • Intensiveren en uitbouwen bestaande projecten als Wonen++, TELI (concrete projecten voor energiebesparing voor bewoners).
Actieplan Gebouwde Omgeving (€ 125.000 ) Activiteiten: • Het Actieplan Gebouwde Omgeving voor NoordNederland is opgesteld getiteld het 100.000 woningenplan. Hierin wordt onder meer de ervaring van de afgeronde projecten Wonen++ en Energie Beter (voorheen TELI) gebruikt voor het opzetten van verbeterde aanpak van de particuliere voorraad. • De bouw van energiezuinige of zelfs energieneutrale woningen is actief ondersteund (ad hoc ondersteuningen bij initiatieven derden). Structureel is ingezet op een versnelde aanscherping van de energienorm (EPC) in Noord-Nederland voor alle nieuwbouwwoningen. • Het 100.000 woningenplan wordt in noordelijk verband uitgevoerd. Binnen dit gebied wordt daarmee een level playing field gecreëerd. In het plan is plaats voor velerlei nieuwe ideeën en initiatieven.
•
•
•
Actief ondersteunen van bouw energiezuinige of zelfs energieneutrale woningen. Dit komt tot uiting in het streven naar een zo hoog mogelijke EPL (Energieprestatie op Locatie) op wijkniveau, of een zo laag mogelijke EPC (energieprestatiecoëfficiënt) op woningniveau. Nieuwe ideeën en initiatieven ondersteunen zoals ander andere de uitrol van de HRe-ketel (micro-WKK), de invoering van energielabels onder de EPBD (Energy Performance Buildings Directive: richtlijn voor gebouwen op gebied van energie) en het creëren van een level playing field voor actoren in dit speelveld (bouwers, ontwikkelaars, gemeenten, (particuliere) huishoudens, woningbouwcorporaties, etc.) Inzet van het energie- en Innovatiefonds voor de cofinanciering van BANS II (Bestuursakkoord
•
Het energie- en innovatiefonds is ingezet voor cofinanciering van SLOK (voorheen BANS II).
Schoon/veilig Groningen
135
Nieuwe Stijl) dat gericht is de gebouwde omgeving en energiebesparing. Kwalitatieve informatie: • Opstellen van een programmatische aanpak voor het ontwikkelen van interventiestrategieën in de bouw gericht op energiebesparing. Wij zullen natuurlijk noodzakelijke verbanden tussen beide onderdelen leggen evenals tussen dit fonds, het Actieplan Biomassa en Costa Due, fase II.
Energy Valley Gepland Activiteiten: • meeontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten.
Kwalitatieve informatie: • Het 100.000 woningenplan 2008-2011 voor Noord-Nederland is op 9 december 2008 vastgesteld in Groningen en Drenthe. In Fryslân wordt het vastgesteld in januari 2009. Het woningenplan behelst ca. 15 noordelijke projecten gericht op bestaande bouw, nieuwbouw en flankerende activiteiten.
Gerealiseerd Activiteiten: • In 2008 zijn voor het eerst de economische ontwikkelingsprogramma's Koers Noord en OPEFRO in werking getreden. Energie neemt als één van de 4 belangrijkste speerpunten van Noord-Nederland een prominente plaats in binnen deze subsidieprogramma's. Tevens is er geld beschikbaar uit het Energy Valley krediet van de afdeling EZ voor de financiering van kleinere projecten en als procesgeld voor de ontwikkeling van projecten. De activiteiten hebben bestaan uit de voorbereiding van de projecten en het subsidiegereed maken daarvan voor de bovengenoemde programma's. In het kader daarvan wordt uitgebreid overleg gevoerd met de initiatiefnemers en wordt al in een vroegtijdig stadium afgestemd met de uitvoeringsorganisatie SNN en het ministerie van EZ. Tevens vindt intern afstemming plaats binnen het interne Energy Valley Overleg. De werkzaamheden worden uitgevoerd gecoördineerd door de afdeling EZ (projectleider EV), maar er wordt nauw samengewerkt met de projectverwervers van de afdeling PP.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • faciliteren van tenminste 10 concrete projecten in Groningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn 11 concrete projecten gerealiseerd in Groningen. Gerealiseerd betekent hier dat er financiële verplichtingen zijn aangegaan (ofwel subsidie toegezegd is uit de bovengenoemde bronnen) voor de realisering van de projecten. Het gaat om 5 grote projecten gefinancierd uit OP-EFRO en Koers Noord, 2 kleinere projecten uit het Energy Valley krediet en 3 projecten die het verwerven van projecten ondersteunen en 1 onderzoeksopdracht. Verder waren er ultimo 2008 6 projecten in voorbereiding waarvan verwacht wordt dat ze in de eerste helft van 2009 gerealiseerd zullen worden.
Kwalitatieve informatie: • Energy Valley verder op de kaart zetten als de energieregio van Nederland en de voorsprong op andere regio's (in Nederland) verder uitbouwen.
Kwalitatieve informatie: • In 2008 is de derde fase van de Stichting Energy Valley opgestart. Wij hebben daarin een voortrekkersrol gespeeld: samen met de stichting, de stakeholders van de stichting en de
Schoon/veilig Groningen
136
andere participerende overheden is een werkplan voor de stichting opgesteld en is het uitvoeringsbureau van de stichting gereorganiseerd. Tevens werd door ons aan de stichting een garantie verstrekt op de eindafrekening van fase II van de stichting. Eind 2008 werd door de stichting hard gewerkt aan het aantrekken van nieuwe personeelsleden. Fase III van de stichting zal doorlopen tot eind 2011.
Costa Due Fase II Gepland Activiteiten: Costa Due Fase II is gericht op de hoofddoelstelling economische structuurversterking in de Eemsdelta, waarbij grote nadruk ligt op het terugdringen van de CO2-uitstoot. Het uitgangspunt is om (grootschalig) biomassa om te zetten in groene grondstoffen en energie. Met Costa Due I heeft de provincie zwaar geïnvesteerd in het ontwikkelen van een intensieve dialoog met een zestigtal relevante stakeholders. Eindresultaat hiervan is de Systeemschets Eemsdelta 2030, alsmede de start van een aantal concrete businesscases. Fase II is bedoeld om het netwerk levend te houden, de businesscases en eventuele nieuwe projectinitiatieven (verder) te ondersteunen en de Systeemschets up-to-date te houden.
Gerealiseerd Activiteiten: • Er is bestuurlijke overeenstemming bereikt met de relevante partijen (Samenwerkende Bedrijven Eemsdelta (SBE), gemeenten, provincie, Seaports) over karakter en speerpunten van Costa Due II. Dit is gedaan met nadrukkelijke verwijzing naar het Energieakkoord tussen Rijk en Noord-Nederland, waarvan de vergroening van de industrie zoals in de Eemsdelta één van de speerpunten is. De werktitel is gewijzigd in Eemsdelta Green en de looptijd van het project is verlengd tot medio 2010. • De stuurgroep is geïnstalleerd en het projectteam geformeerd. Het Plan van Aanpak is in concept besproken en wordt uitgewerkt.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantal business cases dat verder wordt ontwikkeld vanuit het Costa Due-netwerk; • aantal ondersteunde marktinitiatieven.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn vier concrete quick-notes geschreven, die deels zijn uitgewerkt in een haalbaarheidsonderzoek (groene waterstof, CO2-footprint, groene methanol).
Kwalitatieve informatie: • levend houden van het netwerk; • optimale kennisverspreiding als goede voedingsbodem voor innovatieve projectontwikkeling.
Handhaving Gepland Activiteiten: • Projecten opstarten (rond omgevingsvergunning, eenduidig toezicht) in het kader van de deregulering van verschillende VROM-vergunningen voor wonen, ruimte en milieu (zo veel mogelijk samenvoegen). De nieuwe werkwijze zal consequenties hebben voor het verlenen van vergunningen en voor onze toezichts- en handhavingstaken, o.a. een meer integrale benadering.
Kwalitatieve informatie: • Er zijn werkbezoeken gebracht aan de leidende bedrijven voor oriëntatie op kansrijke projecten en identificatie van de prioriteiten bij de beoogde innovaties. • De verankering van Eemsdelta Green vindt vooral plaats via SBE en Energy Valley. Dat is in afspraken vastgelegd.
Gerealiseerd Activiteiten: • Geparticipeerd is in de landelijke voorbereiding van het programma Vernieuwing Toezicht (frontoffice chemie en afval). Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van een frontoffice die aansluit bij de wensen en ideeën van de provincie Groningen. In het bijzonder is inbreng geleverd bij de pilots Meldingen, Systeemtoezicht en Compliance Management. Daarnaast zijn werkwijzen voor integraal, door de provincie gecoördineerd toezicht ontwikkeld. Deze zullen in 2009 worden
Schoon/veilig Groningen
137
•
Uitvoering geven aan structurele oplossing van klachten en meldingen bij circa 15 bedrijven die geuroverlast veroorzaken.
•
•
De invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) medio 2008 zal leiden tot een aantal inhoudelijke wijzigingen en veranderingen in de organisatie van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Verbeteringen doorvoeren die voortvloeien uit de uitkomsten van de onderzoeken door de Regisseurs professionalisering milieuhandhaving en door VROM-Inspectie naar de uitvoering van toezichttaken hebben wij in 2006 opgepakt. Deze betreffen primair het verder ordenen, structureren en transparant maken van de werkprocessen die wij doorlopen in het kader van toezicht en handhaving, inclusief de afhandeling van klachten en meldingen. In 2008 bouwen we voort op deze in gang gezette verbeteringen.
•
toegepast in de sectoren chemie, afval, energie (Eemsdelta) en Meerstad. Feitelijk wordt daarmee vooruitgelopen op integraal toezicht zoals voorzien in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Naast bovenstaande is een verkenning naar omgevingsdiensten uitgevoerd. Bij een deel van deze bedrijven moest en is de vergunning gewijzigd waarbij extra aandacht is besteedt aan de voorschriften betreffende stof, geur en geluid. Dankzij stringentere handhaving van bestaande en verbeterde vergunningvoorschriften is het aantal klachten bij de betreffende groep bedrijven afgenomen. Bij drie bedrijven is inmiddels sprake van geen of significant minder klachten. Twee bedrijven zijn inmiddels gesloten en bij het gros van de bedrijven stabiliseert het aantal klachten zich. Een en ander laat onverlet dat deze bedrijven invloed op hun omgeving blijven uitoefenen. De voorbereiding van de organisatie op de inwerkingtreding van de Wabo is in 2008 onverminderd voortgezet. De inwerkingtreding van de Wabo is als gevolg van de complexiteit van de regelgeving en de ICT-voorzieningen wederom uitgesteld, en als richtdatum voor de inwerkingtreding wordt inmiddels uitgegaan van 1 januari 2010. De administratieve organisatie heeft in 2008 verder vorm gekregen, de nieuwe werkprocessen zijn beschreven, en er zijn concept samenwerkingsovereenkomsten tot stand gekomen op basis waarvan de provincie, gemeenten en waterschappen van elkaar kennis en capaciteit kunnen inhuren.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: (geactualiseerd op basis van HUP 2008) • grijs toezicht totaal: 845 inspecties; • BRZO-toezicht: 16 inspecties; • vergunningplichtige vuurwerkevenementen: 100% toezicht; • uitvoering bodemsaneringen: 100% toezicht; • groen toezicht totaal: 144 inspecties; • blauw toezicht totaal: 156 inspecties; • regievoerders: beoordelen uitvoeringsprogramma's, jaarverslagen, dossieronderzoeken totaal: 84; • MER/SMB: begeleiding ca. 30 MER-procedures.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: (HUP = Handhavingsuitvoeringsprogramma) • grijs toezicht totaal: 994 inspecties; • BRZO-toezicht: 16 inspecties; • vuurwerkevenementen: 89% toezicht;
Kwalitatieve informatie • invulling geven aan verbetermaatregelen uit onderzoek VROM-Inspectie en regisseurs;
Kwalitatieve informatie: • In 2008 zijn 5 deeltaken geprogrammeerd en uitgevoerd (HUP 2008). De verbetermaatregelen zijn doorgevoerd of daarmee is begonnen. • De evaluatie en herziening hiervan is ondanks enige vertraging vergevorderd, afronding zal in 2009 plaatsvinden.
•
herziening handhavingstrategie;
• • • •
bodemsaneringen: 95% toezicht (100 v.d. 105); groen toezicht totaal: 168 inspecties; blauw toezicht totaal: 143 inspecties; regievoerders totaal: 79;
•
In 2008 was de provincie betrokken bij ca. 25 (Plan) MER-procedures;
Schoon/veilig Groningen
138
•
uitvoering geven aan handhavingsuitvoeringsprogramma, met als speerpunt samenwerking;
•
•
verdere professionalisering van de handhaving(sorganisatie).
•
Vergunningverlening Gepland Activiteiten: • Afronding van het project in het kader van de implementatie van de omgevingsvergunning: medio 2008 gaat de provincie vergunningen verlenen waarin de toestemmingsvereisten voor milieu, wonen, bouwen, slopen, indirecte lozingen etc. moeten worden meegenomen. Ook moeten wij toezien op de naleving van deze vergunningen en waar nodig handhavend optreden.
•
Het beoordelen en het beheer van luchtkwaliteit in kader van het besluit luchtkwaliteit.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • het verlenen van circa 150 vergunningen en toestemmingen;
•
periodieke rapportages in het kader van het Besluit luchtkwaliteit met inzicht in de luchtkwaliteit in de provincie (vier keer per jaar naar VROM).
Kwalitatieve informatie
In 2008 zijn 7 deeltaken geprogrammeerd en uitgevoerd (HUP 2008). Dit heeft geresulteerd in diverse afspraken met handhavingspartners. Onder andere zullen in 2009 gezamenlijke uitvoeringsprogramma’s voor 9 onderwerpen worden gehanteerd (zie HUP 2009). (Zie gedetailleerde verantwoording productenbegroting.) In 2008 zijn 11 deeltaken geprogrammeerd (HUP 2008), daarvan zijn 10 uitgevoerd. Het betreft deeltaken vallend onder stimulatie door de regievoerders handhaving. O.a. is een benchmark uitgevoerd en is een film over integrale handhaving gemaakt. (Zie gedetailleerde verantwoording productenbegroting.)
Gerealiseerd Activiteiten: • De voorbereiding van de organisatie op de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is in 2008 onverminderd voortgezet. De inwerkingtreding van de Wabo is als gevolg van de complexiteit van de regelgeving en de ICT-voorzieningen wederom uitgesteld, en als richtdatum voor de inwerkingtreding wordt inmiddels uitgegaan van 1 januari 2010. De administratieve organisatie heeft in 2008 verder vorm gekregen, de nieuwe werkprocessen zijn beschreven en er zijn concept samenwerkingsovereenkomsten tot stand gekomen op basis waarvan de provincie, gemeenten en waterschappen van elkaar kennis en capaciteit kunnen inhuren. • De milieuvergunningen worden beoordeeld en indien relevant worden voorschriften opgesteld. Het MNP (Milieu- en Natuurplanbureau) levert jaarlijks kaarten met grootschalige concentraties die wij gebruiken als achtergrond voor het toetsen van de milieuvergunning. Eind 2007 is het Besluit luchtkwaliteit gewijzigd in Hoofdstuk 5.2 van de Wet milieubeheer (Wm). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Wij hebben in 2008 in totaal 155 vergunningen verleend, te weten: - 37 Wm-vergunningen (Wet milieubeheer); - 22 Ogw-vergunningen (Ontgrondingenwet); - 13 Gww-vergunningen (Grondwaterwet); - 37 meldingen; - 46 ontbrandingstoestemmingen en toepassingsvergunningen. •
Eind 2007 is het Besluit luchtkwaliteit gewijzigd in Hoofdstuk 5.2 van de Wm. Hiermee is de rapportageverplichting vervallen.
Kwalitatieve informatie Schoon/veilig Groningen
139
•
kwaliteitsverbetering door toetsen van milieuvergunningen en bestemmingsplannen aan de luchtkwaliteitseisen (opleggen van voorschriften ter vermindering van de emissie van luchtverontreinigende stoffen in milieuvergunningen);
•
Dit is een doorlopende activiteit. Medio 2008 is de Wet ruimtelijke ordening gewijzigd, met deze wijziging is de goedkeuring van bestemmingsplannen door de provincie vervallen. Alle milieuvergunningen, waar de provincie bevoegd gezag voor is, worden getoetst aan geldende wet- en regelgeving met betrekking tot het aspect lucht. Indien relevant worden voorschriften opgelegd ter vermindering van de emissie van luchtverontreinigende stoffen.
•
resultaat audit van kwaliteitszorgsysteem via extern bureau; reguliere audits.
•
In verband met allerlei ontwikkelingen op de afdeling Milieuverguningen (MV), waaronder de voorbereiding op de Wabo, de organisatieontwikkeling van de afdeling MV en het project Kleiner en Beter is Kwaliteitszorg in 2008 op een laag pitje gezet en daaruit voortkomend zijn er in geen audits uitgevoerd.
Pilots Wabo (IB2007 en VJN2008, zie ook prioriteiten Vergunningverlening en Handhaving) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Er was gepland medio 2008 een start te maken • Als gevolg van het uitstel van de met de Wabo-pilots vergunningverlening en inwerkingtreding van de Wabo en de ontstane toezicht & handhaving. onduidelijkheden over mogelijke wijzigingen in de bevoegdheidsverdeling zijn de Wabo-pilots vergunningverlening en toezicht & handhaving getemporiseerd. De nieuwe planning voor de Wabo-pilots vergunningverlening is april/mei 2009. Voor de Wabo-pilots toezicht & handhaving is nog geen nieuwe planning gereed. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het uitvoeren van een of meerdere Wabo-pilots vergunningverlening/toezicht & handhaving.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het uitvoeren van de pilots is uitgesteld tot 2009.
Kwalitatieve informatie: • De pilots hebben tot doel de werkafspraken t.b.v. de uitvoering van de Wabo tussen provincie en Groninger gemeenten in de praktijk te testen en zonodig aan te passen.
Kwalitatieve informatie: • De werkafspraken zijn gerealiseerd maar de uitvoering van de pilots is uitgesteld tot 2009.
Blik Recycling Waterhuizen (VJN2008) Gepland Activiteiten: • Afval (laten) verwijderen (na faillissement).
Gerealiseerd Activiteiten: • In 2007 is begonnen met het opruimen van de berg afval doorlopend in 2008. Medio oktober is het laatste afval afgevoerd. Op basis van alle gegevens kan eindafrekening tussen TCN/SIG en de provincie plaatsvinden. Deze actie wordt in 2009 definitief afgerond.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Totale verwijdering van het afval.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Afval is volledig opgeruimd.
Kwalitatieve informatie: • Kosten afvalverwijdering maximaal € 600.000 .
Kwalitatieve informatie: • De uiteindelijke kosten waren € 583.387,09.
Schoon/veilig Groningen
140
Energieakkoord (VJN2008, zie ook prioriteit Energy Valley) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Organiseren en bewaken voortgang uitvoering • Overlegstructuur opgebouwd en onderhouden, van het Energieakkoord. met onder meer ondertekening door de gemeenten van het akkoord in maart 2008, en tijdens bijeenkomst met de minister in juni 2008 het ondertekenen door VNO-NCW Noord en MKB-Noord van het Energieakkoord. • Werkbezoek rijksambtenaren aan Delfzijl in november 2008. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Kwantitatieve doelstellingen in de vijf pijlers, met overall doelstellingen voor Noord-Nederland; • Pijlers: energiebesparing in gebouwde omgeving, industrie en glastuinbouw; duurzame energie; biotransportbrandstoffen en duurzame mobiliteit; schoon fossiel; kennis en innovatie; • Concrete beleiddoelstellingen: 40-50 PJ duurzame energie opwekking, 4-5 Mton CO2emissiereductie, 3 kenniscentra op het gebied van energie-innovatie en minimaal 15 innovatieve demonstratieprojecten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Opleveren van de uitgangspositiemeting en een monitoringstool voor de realisatie van het Energieakkoord. • Voorbereiden actieplan energiebesparing energie, opzetten van het 100.000 woningenplan en Energy Valley 3 en het uitvoeren van bijvoorbeeld Actieplan Biomassa. • Oplevering van de eerste jaarrapportage van het Energieakkoord. Hierin staat alle inhoudelijke informatie. Dit rapport is door ons aan PS aangeboden.
Kwalitatieve informatie: • Versterken van de relatie met het Rijk en van de samenwerking op energiegebied in NoordNederland.
Kwalitatieve informatie: • Dit is gerealiseerd (voorbeelden: Carbon Capture and Storage (CCS), het traject Noordelijke Energienorm en het SLOK-traject).
Schoon/veilig Groningen
141
5.3
Risicobeleid/veiligheid
Omschrijving thema Risicobeleid/veiligheid Wij dragen bij aan een veilige provincie door een toename van veiligheid en een afname van het gevoel van onveiligheid bij de inwoners. Hiervoor wordt de komende jaren zowel intern (de ambtelijke provinciale organisatie) als extern aandacht besteed aan veiligheid. De provinciale activiteiten op dit terrein worden beschreven in het Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2006-2007. In 2006 zijn het uitvoeringsprogramma extern veiligheidsbeleid 2006-2010 en het jaarplan 2007 vastgesteld. Via het programma wordt externe veiligheid opgenomen in milieuvergunningen en bestemmingsplannen. De risico's van gebruik, transport en opslag worden gecommuniceerd met burgers. Het Rijk subsidieert dit programma. De provincie is regisseur van de uitvoering. Het programma wordt uitgevoerd samen met de gemeenten, de regionale brandweer, de gemeentelijke samenwerkingsverbanden en de eigen provinciale afdelingen. De verantwoordelijkheid hiervoor is grotendeels neergelegd bij het steunpunt Externe Veiligheid Groningen. Dit steunpunt is in 2006 geformeerd.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd 1. De provinciale organisatie is goed voorbereid op calamiteiten en rampen in de provincie en de plannen worden geoefend;
2. De provincie stelt zich actief op in de (voorbereiding op de) rampenbestrijding.
3. Er is toezicht op de politietaak met betrekking tot de handhaving van de openbare orde en hulpverlening aan de burgers. 4. Bevolking en intermediairs zijn goed geïnformeerd over risicosituaties, preventie en bestrijding van rampen met behulp van middelen die de provincie ter beschikking stelt.
5. Bij milieubesluiten en besluiten van ruimtelijke ordening wordt rekening gehouden met risico's van gevaarlijke stoffen.
Te bereiken in (planperiode):
Gerealiseerd 1. In 2008 is de door de commissaris van de koningin vastgestelde uitgave van het provinciaal coördinatieplan verspreid. Het plan zal tot aan de overdracht aan de Veiligheidsregio - naar verwachting per 1 januari 2010 - worden bijgehouden, zodat de inhoud van het coördinatieplan in de planvorming van de regio kan worden meegenomen. 2. De provincie wordt regelmatig geraadpleegd als adviseur bij de ontwikkeling van plannen, sjablonen, bij oefeningen en bij het kwartier maken van de Veiligheidsregio. 3. Periodiek worden vergaderingen van het regionaal college bijgewoond en op incidentele basis laat de provincie zich informeren. 4. Via de digitale risicokaart worden burgers doorlopend geïnformeerd over risico's. De mate waarin de provinciale kaart actueel is, is getoetst. Zij staat in vergelijking met andere provincies op de derde plaats. In 2008 is financieel bijgedragen aan de Risicowijzer. Deze brochure is op maat gemaakt voor elke gemeente. Ze behandelt 12 ramptypen. De brochure is overhandigd aan minister Ter Horst, waarna de brochure is bezorgd bij alle huisadressen in Groningen. 5. In 8 provinciale milieubesluiten is externe veiligheid opgenomen, 22 vergunningen voor LPG-stations zijn geactualiseerd en 144 concepten van paragrafen externe veiligheid voor ruimtelijke plannen zijn getoetst. 2008-2011
Relevante beleidsnota's/informatie • • • •
Website www.risicokaart.nl; Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2008-2009; Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding Regio Groningen 2005-2009; Uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010 'Samen sterk, samen veilig'.
Schoon/veilig Groningen
142
Prioriteiten 2008 Provinciaal Veiligheidsbeleid (zie ook VJN2008) Gepland Activiteiten: • uitvoering actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2008-2009; •
participeren in het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Groningen.
NB. Door ontwikkelingen op het gebied van de externe veiligheid en BRZO, op het gebied van de voorbereiding op de rampenbestrijding en de ontwikkeling van het provinciaal veiligheidsbeleid zal het budget voor veiligheid in de komende jaren verder onder druk komt te staan. Daarom is bij de Voorjaarsnota 2007 voor de komende jaren jaarlijks € 100.000 voor (incidentele) kosten veiligheid beschikbaar gesteld. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • een rapportage over het uitgevoerde beleid van 2007; •
deelname aan alle bestuursvergaderingen en platformbijeenkomsten van het RPC Groningen.
Crisismanagement Gepland Activiteiten: • actualisering provinciaal coördinatieplan;
• •
opleidings- en trainingstraject van potentiële deelnemers aan het Provinciaal Actiecentrum (PAC); organisatie oefening Regionaal Beleidsteam (RBT);
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • trainingsbijeenkomsten voor PAC-medewerkers; •
deelname aan oefeningen: als deelnemer, als responscel of bijwonen van MDOG-overleg;
Gerealiseerd Activiteiten: • De activiteiten die in 2008 zijn gerealiseerd, worden in het voorjaar van 2009 aan Provinciale Staten gerapporteerd. • Wij hebben dit jaar geparticipeerd in het RPC Groningen. De commissaris van de koningin is voorzitter van het stichtingsbestuur. Het RPC heeft diverse projecten uitgevoerd wat o.a. geleid heeft tot de certificering van diverse winkelgebieden en bedrijventerreinen in de provincie met het Keurmerk Veilig Ondernemen. • In de ontwikkeling van het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan hebben wij onze kennis van de voorbereiding op de rampenbestrijding door gemeenten, diensten en waterschappen en externe veiligheid in het algemeen ingebracht. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De activiteiten die in 2007 zijn gerealiseerd, zijn aan Provinciale Staten gerapporteerd in 2008 op de Dag van de Verantwoording. • We hebben deelgenomen aan de bestuursvergaderingen en platformbijeenkomsten van het RPC Groningen.
Gerealiseerd Activiteiten: • Tot aan de komst van de Veiligheidsregio Groningen wordt het dit jaar verspreide provinciaal coördinatieplan bijgehouden c.q. bijgewerkt, zodat het straks (deels) kan worden opgenomen in de planvorming van de Veiligheidsregio. • Het PAC heeft een kwaliteitsimpuls gehad, zowel in personele zin als op het gebied van opleiding en training. • Voor het Regionaal Beleidsteam stond één oefening gepland. In samenwerking met het Regionaal Coördinatiecollege voor het Waddengebied heeft in oktober een overdrachtsoefening Beleidsteam Waddenzee naar het Regionaal Beleidsteam Groningen en in samenwerking met TMO (Taskforce Management Overstromingen) heeft in november een RBT-oefening plaatsgevonden. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • deelname aan de multidisciplinaire basismodule Crisismanagement; • De provincie heeft aan alle multidisciplinaire oefening waarvoor zij gepland was, meegedaan. • Er is een bijdrage geleverd aan de voorbereiding
Schoon/veilig Groningen
143
•
het feitelijk plaatsvinden van een RBT-oefening.
Kwalitatieve informatie: • de positionering van potentiële PACmedewerkers in hun rol moet verbeteren, zowel door opleiding als door oefening;
•
doelen van het multidisciplinaire oefenbeleidsplan dienen gehaald te worden;
•
de kwaliteit van de RBT-oefening zal blijken uit de evaluatie.
Risicokaart Gepland Activiteiten: Ons college is wettelijk verantwoordelijk voor het beheer van de provinciale risicokaart van Groningen. Het bevoegd gezag - veelal gemeenten, maar ook de provincie - is wettelijk verantwoordelijk voor de actualisatie van deze kaart. Het Steunpunt Externe Veiligheid Groningen ondersteunt gemeenten hierbij. Aan de hand van ervaringen van professionele gebruikers met de professionele en/of de openbare risicokaart heeft het IPO in 2006 een analyse gedaan naar de functionaliteit van de model risicokaart. Daarnaast hebben de provincies in 2007 is onderzoek gedaan naar de communicatieve functie en gebruiksvriendelijkheid van de openbare risicokaart. Op basis van de resultaten uit de analyse en het communicatieonderzoek hebben de provincies een advies opgesteld voor de doorontwikkeling van de professionele model
•
van de 2 RBT- en OT-oefeningen en aan TMO en de grootschalige eindejaarsoefening. Een 30-tal medewerkers heeft de basismodule Crisismanagement gevolgd. 2 RBT-oefeningen hebben plaatsgevonden.
Kwalitatieve informatie: • Naast gerichte instructies over het functioneren in het team hebben bijna alle procesondersteuners en algemeen ondersteuners van het PAC de basismodule Crisismanagement (CM) doorlopen. Daarnaast is deze basismodule aangeboden aan potentiële PAC-deelnemers vanuit de beleids- en beheerafdelingen. • De oefendoelen voor zover het de provinciale deelname in de multidisciplinaire setting betreft, zijn gehaald. • De jaarlijkse oefening van het RBT vond in 2008 plaats in het teken van de Taskforce Management Overstromingen (TMO). In een drietal deelsessies debatteerden leden van het RBT, aangevuld met de overige burgemeesters uit de regio Groningen en de ambtelijke adviseurs over knelpunten die zullen optreden bij een dreiging van grootschalige overstroming, bij de overstroming zelf en bij de nafase van een overstroming (herstel en wederopbouw). Waren de maatregelen bij dreiging en overstroming zelf nog tamelijk concreet: de nafase met de veelheid aan dilemma's bleek dermate ver af te staan van de beleving van bestuurders dat de hoeveelheid dilemma's zich manifesteerde als een wiskundige vergelijking met te veel onbekenden: niet oplosbaar. Toch heeft de oefening wel bijgedragen aan het inzicht bij bestuurders wat er op hen afkomt, en het feit dat onherroepelijk knelpunten optreden wat betreft schaarste en prioriteitstelling.
Gerealiseerd Activiteiten: • Vanaf 30 maart 2007 is de wetgeving rond de provinciale risicokaart in werking getreden. Het betreft het Registratiebesluit Risicosituaties gevaarlijke stoffen en de ministeriële regeling provinciale risicokaart. Dit betekent dat het bevoegd gezag vanaf 1 april 2008 alle relevante gegevens op de risicokaart hoort te hebben en ze vervolgens actueel houdt. Het Steunpunt Externe Veiligheid heeft gemeenten daarbij ondersteund. Tevens heeft het steunpunt een handreiking gedaan hoe de taken rondom de actualisering van de risicokaart in de gemeentelijke en provinciale werkprocessen geborgd kunnen worden. • In IPO-verband is de publiekskaart op basis van de resultaten uit de analyse gebruiksvriendelijker en meertalig gemaakt. Tevens zijn de gegevens
Schoon/veilig Groningen
144
risicokaart. De activiteiten die hieruit voortvloeien zijn in 2007 landelijk opgepakt en worden in 2008 verder uitgevoerd. Wij participeren in deze ontwikkelingen.
over overstromingsrisico's vernieuwd op basis van modelmatige berekeningen. De doorontwikkeling van de professionele kaart heeft in 2008 verder gestalte gekregen. Deze trend zal zich in 2009 voortzetten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • de publieke risicokaart Groningen is actueel en voor burgers beschikbaar op het internet; • de professionele risicokaart Groningen is actueel en voor (externe) professionals beschikbaar;
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De publieksversie van de risicokaart is nog niet volledig en actueel. • De professionele risicokaart is beschikbaar voor (externe) professionals via een inlogcode, maar nog niet volledig en actueel. • Het steunpunt externe veiligheid heeft adviezen uitgebracht aan diverse gemeenten.
•
25-50 adviezen aan gemeenten (van het steunpunt externe veiligheid).
Kwalitatieve informatie: De risicokaart van de provincie Groningen - een samenwerking tussen de provincie, de gemeenten en de hulpverleningsorganisaties in de provincie Groningen - bestaat uit een versie voor professionals en een versie voor publiek. Deze laatste versie is te vinden via de website van de provincie Groningen en op www.risicokaart.nl. Op de risicokaart staan zowel potentiële veroorzakers van risico's als degenen die mogelijk door de risico's zullen worden getroffen. De professionele risicokaart - die voor een beperkte groep beschikbaar is - kan gebruikt worden bij rampenbestrijding en ook - proactief - in de sfeer van ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld ter voorkoming van vestiging van risicobronnen bij bebouwing met een woonfunctie.
Toetsing en Toezicht Gepland Activiteiten: • In 2008 zullen de resultaten van de toetsing in 2007 van de aangeboden planvorming op het gebied van de preparatie op rampen worden verwerkt. De gemeentelijke implementatie van het in 2007 vastgestelde nieuwe model rampenplan zal onderwerp van provinciale toetsing zijn. In 2008 zal een nieuw regionaal beheersplan worden vastgesteld en ter toetsing worden aangeboden. De afgelopen jaren is de aandacht van de provincie steeds meer van implementatie van wet- en regelgeving naar oefening en continue verbetering verschoven. Dit is mede te danken aan de voortvarende wijze waarop de wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding in de regio is geïmplementeerd. Naar het zich laat aanzien is in 2008 de nieuwe wet op de veiligheidsregio's van kracht en zal daarmee de planvorming ingrijpend zijn gewijzigd. Gevolgen voor de toetsing van de planvorming zullen de gedachten over aanpassingen in interbestuurlijk toezicht en de rol van de provincie in dat kader in 2008 nog niet hebben. Provinciale activiteiten op
Kwalitatieve informatie: Niet van toepassing
Gerealiseerd Activiteiten: • toetsing draaiboek Centraal Registratie- en Informatiebureau (CRIB); • toetsing 25 geactualiseerde gemeentelijke rampenplannen;
•
De verwachte Wet Veiligheidsregio's ligt ter behandeling in de Tweede Kamer. De verwachting is dat de wet per 1 januari 2010 in werking zal treden.
Schoon/veilig Groningen
145
•
het gebied van toezicht gaan vergezeld van advies en ondersteuning, gericht op kwaliteitsverbetering en -borging, zowel in de richting van gemeenten als naar de Veiligheidsregio (die in oprichting is). De versterking van de horizontale intervisie door gemeenten zal de provincie krachtig stimuleren en waar mogelijk faciliteren. Hierbij wordt gezorgd voor afstemming met andere provincies. In 2005 is de inspectie OOV van het ministerie van BZK begonnen met de algemene doorlichting op de rampenbestrijding, een meerjarig proces dat uit drie fasen bestaat. De provincie is bij de doorlichting onderwerp van onderzoek in het laatste en bestuurlijke gedeelte. In eerdere fasen van het onderzoek is zij vertegenwoordigd geweest in het doorlichtingteam en daardoor eventueel volger van de voortgang van verbeteringen. Dit op verzoek van de inspectie OOV. De afspraken hierover en die over de afstemming en samenwerking bij het toezicht op de voorbereiding van de rampenbestrijding liggen vast in een landelijk protocol. In 2006 is een grote simulatie uitgevoerd van een ramp, waarmee zowel meldkamers als gemeenten en hulpdiensten zijn geconfronteerd. De resultaten van dit deel van het onderzoek zijn in 2007 gepresenteerd. Op grond van deze onderzoeksresultaten zijn hernieuwd verbeteringen in de bedrijfsvoering aangebracht en is de doorlichting in de fase beland dat in 2008 de bestuurlijke en organisatorische aansturing van het beleid kan worden getoetst.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zullen 25 gereviseerde gemeentelijke rampenplannen of één nieuw crisisplan en er zal een geactualiseerd regionaal beheersplan of een regionaal beleidsplan worden getoetst. •
•
Er zullen 4 gemeentelijke rampbestrijdingsplannen (resp. revisies van deze) worden getoetst. Bijzonder daarbij is dat één plan voor het gehele Chemiepark zal worden opgesteld voor 6 BRZO-bedrijven en de op dat terrein niet VR-plichtige bedrijven. Er zullen revisies van 2 calamiteitenplannen worden getoetst en ons oordeel over het plan van het wetterskip Fryslân zal worden gegeven aan de coördinerende provincie, zodra dit plan aan ons is aangeboden.
Kwalitatieve informatie: Onze opgebouwde kennis op het gebied van toetsing zal landelijk worden ingebracht in het kader van de evaluatie van het instrumentarium en bezinning over de uitvoerbaarheid van de regelgeving en de werkbaarheid van het instrumentarium. De informatie die voortvloeit uit het toezicht kan ook worden benut om tot meer integrale beleidsvoering te
•
In verband met de komst en inrichting van de Veiligheidsregio's is de Algemene Doorlichting Rampenbestrijding (ADR) in zijn opzet gewijzigd. De derde fase van de doorlichting (gemeenten) zal nog wel plaatsvinden maar op een aangepaste wijze in het project RADAR (RAmpenbestrijdings DoorlichtingsARrangement) als opvolger van de ADR.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De door de gemeenten geactualiseerde gemeentelijke rampenplannen met bijbehorende draaiboeken zijn getoetst. Daarnaast is het nieuwe draaiboek Centraal Registratie - en Informatiebureau separaat getoetst. • Er zijn geen nieuwe rampbestrijdingsplannen of revisies getoetst.
•
De eind 2008 vastgestelde calamiteitenplannen van de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest zullen in begin 2008 worden getoetst. Tevens zal dan het rampbestrijdingsplan Veerdiensten Waddenzee worden getoetst.
Kwalitatieve informatie: Zowel ambtelijk als bestuurlijke heeft de concentratie gelegen op de ontwikkelingen rond de wet veiligheidsregio's. De veranderingen voor de rol van de provincie op het gebied van toezicht en toetsing heeft voor de provinciale taakuitvoering nog geen directe gevolgen gehad. Met betrekking tot de actualisatie van de gemeente-
Schoon/veilig Groningen
146
komen. De provinciale behoefte aan inzicht in de implementatie van planonderdelen in de basis van de diverse organisaties kan worden bevorderd door beschikbaar te zijn voor het uitvoeren van evaluaties van beoefening van de plannen. Vraagstukken van veiligheid zullen meer moeten doorklinken in het omgevingsbeleid en in de ruimtelijke ordening. Programmafinanciering voor de implementatie van VROM-regelgeving wordt gebruikt voor verdere ontwikkeling van extern veiligheidsbeleid op gebieden waar de overheid nu geen invloed op heeft.
lijke rampenplannen zijn aandachtspunten geformuleerd waaraan bij de toetsing van deze plannen extra aandacht zou worden besteed.
Uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010 Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • het rapporteren over de programma-activiteiten • De jaarrapportage over 2007 is opgesteld en in 2007; verspreid. • het uitvoeren van het jaarplan 2008; • Het jaarplan 2008 is grosso modo uitgevoerd. Medio 2008 is het jaarplan op basis van nieuwe inzichten bijgestuurd. In 2008 is een bedrag van € 1.042.814,38 uitgegeven. • het opstellen van het jaarplan 2009. • Het jaarplan 2009 is opgesteld. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • de halfjaarrapportages over het uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010; • het aantal adviezen van het steunpunt.
Kwalitatieve informatie: • de terugkoppeling van de gemeenten over het functioneren van het Steunpunt Externe Veiligheid Groningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De notitie over de voortgang in de eerste helft van 2008 is opgesteld. •
Het Steunpunt Externe Veiligheid heeft 135 adviezen verstrekt (69 over ruimtelijke plannen en 14 over LPG). Daarnaast zijn 144 concepten voor paragrafen externe veiligheid van ruimtelijke plannen getoetst.
Kwalitatieve informatie: • Aan de gemeentelijke contactpersonen externe veiligheid is in 2007 gevraagd of het steunpunt de goede dingen doet. Het steunpunt doet de goede activiteiten. Vooral de advisering wordt gewaardeerd. In 2008 heeft de programmaleider aan de collega's bij de gemeenten gevraagd of de medewerkers van het steunpunt de goede dingen goed doen. Het werk van de medewerkers wordt zeer gewaardeerd (rapportcijfer 8).
Schoon/veilig Groningen
147
5.4
Lasten/baten en analyse Schoon/veilig Groningen
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2006
SCHOON/VEILIG GRONINGEN Water Water Waterschapsaangelegenheden Muskusrattenbestrijding Kwantitatief waterbeheer Milieu Coördinatie Milieu (algemeen) Metingen en registratie Milieuzorg en preventie/hergebruik Bodemsanering Duurzaambodembeheer en afval Gebiedenbeleid/landbouw en milieu Geluid Vergunningverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen Risicobeleid/veiligheid Openbare orde en veiligheid
Totaal schoon/veilig Groningen
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2007 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
5.664.595 3.225.518 365.164 2.073.913 -
3.743.303 1.413.389 377.937 1.951.978 -
4.750.601 1.815.911 448.856 2.485.834 -
23.431.047 3.763.025 8.013.855 2.251.333 805.162 5.058.220 3.504.264 35.187
22.130.690
24.022.287
3.891.103
4.548.298
8.665.395 1.714.022
8.991.785 1.582.503
4.078.827 3.709.839 71.503
4.915.319 3.957.506 26.876
1.638.811 1.638.811
2.048.931 2.048.931
1.540.244 1.540.244
30.734.453
27.922.924
30.313.132
gerealiseerd bedrag 2006
BATEN geraamd bedrag 2007 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
SCHOON/VEILIG GRONINGEN Water Water Waterschapsaangelegenheden Muskusrattenbestrijding Kwantitatief waterbeheer
1.625.705 930.232 695.473 -
1.296.600 650.000
1.461.113 701.932
646.600
759.181
Milieu Coördinatie Milieu (algemeen) Metingen en registratie Milieuzorg en preventie/hergebruik Bodemsanering Duurzaambodembeheer en afval Gebiedenbeleid/landbouw en milieu Geluid Vergunningverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen
9.818.817 619.925 6.603.480 837.370 76.611 1.178.167 84.973 418.291
7.118.510
7.845.367
208.339
513.059
6.270.600 40.000
6.363.113 46.404
589.571 10.000
760.855 136.437 25.500
800.110 800.110 12.244.633 18.489.821 30.734.453
1.030.000 1.030.000 9.445.110 18.477.814 27.922.924
953.643 953.643 10.260.123 20.053.009 30.313.132
Risicobeleid/veiligheid Openbare orde en veiligheid Nadelig slot schoon/veilig Groningen Totaal schoon/veilig Groningen
Schoon/veilig Groningen
148
Analyse programma Schoon/veilig Groningen Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 17.090.694 17.803.606 34.894.300 13.137.544 21.756.756
Realisatie 18.313.953 17.775.650 36.089.602 13.167.487 22.922.116
Saldo -1.223.259 27.956 -1.195.302 -29.943 -1.165.360
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Water Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 3.590.882 1.480.499 5.071.381 1.746.740 3.324.641
Realisatie 3.977.440 2.279.028 6.256.468 2.399.491 3.856.977
Saldo -386.558 -798.529 -1.185.087 -652.751 -532.336
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 145.778 hoger uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • • • • • • • • • • • • •
Enkele toegekende subsidies en opdrachten uit voorgaande jaren vallen vrij ten gunste van de algemene middelen. Voor het Actieprogramma Water zijn de vrijvallende middelen gestort in de reserve ESFI voor waterberging Meerstad. Daarnaast zijn er kosten aan derden doorbelast. Voor Stuurgroep Water 2000+ zijn meer kosten gemaakt. Daarentegen staan eveneens opbrengsten van derden in het kader van communicatie Water 2000+. Het budget voor geohydrologisch onderzoek grondwater toont een onderschrijding. De beschikbare middelen voor de grondwaterwinning Onnen blijven binnen het Grondwaterfonds beschikbaar voor dit doel. In 2008 is er minder grondwater gewonnen dan geraamd waardoor de baten lager uitvallen. De middelen voor het systeem Regis zijn niet besteed en blijven beschikbaar binnen het Grondwaterfonds. Het budget Onderzoek Waterhuishouding is overschreden. Hiertegenover zijn ook inkomsten gerealiseerd. De ontvangen rente voor flankerend beleid polder valt lager uit dan oorspronkelijk begroot. Voor overig flankerend beleid Polders zijn geen middelen begroot. De kosten/baten komen ten laste van de grondwaterheffing en de reserve ESFI. De uitgaven van Muskusrattenbestrijding (Mura) zijn hoger uitgevallen dan begroot. De lasten voor de beverratbestrijding zijn hoger dan geraamd. Van de landelijke organisatie voor de beverratbestrijding zijn vergoedingen voor de jaren 2007 en 2008 ontvangen. Door hogere apparaatskosten Mura valt de bijdrage van de waterschappen hoger uit. Overige verschillen:
Schoon/veilig Groningen
37.578 62.351 21.830 129.688 -99.988 6.800 -446 -41.373 -395.630 29.632 88.773 15.338 -331
149
Thema Milieu Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 12.771.154 15.122.777 27.893.931 10.043.617 17.850.314
Realisatie 13.070.024 14.381.611 27.451.635 9.382.281 18.069.354
Saldo -298.870 741.166 -442.296 661.336 -219.040
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 79.830 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
•
• •
• •
•
•
•
Het project BANS is afgerond en binnenkort volgt de financiële afwikkeling met het ministerie van VROM. Afgesproken is dat de onderbesteding van € 34.985 wordt toegevoegd aan de apparaatskosten van de afdeling Milieubeleid en Bodemsanering. Het Actieplan Biomassa is een meerjarig programma. Het budget voor 2008 was deels bedoeld voor de uitvoering van twee programma's. Namelijk het 100.000 voertuigenplan (2008-2011) en het SLOK programma (2009-2012). De vaststelling van beide programma's heeft later plaatsgevonden dan oorspronkelijk was gepland. Dit betekent dat de uitvoering van beide programma's ook later is aangevangen en dat een deel van het budget voor 2008 nog niet is besteed en doorloopt naar 2009. De restantmiddelen worden overgeboekt naar 2009. Het Energieconvenant 2003-2008 is afgerond. Het vernieuwde energieconvenant is afgesloten. Hiervoor wordt het saldo overgeboekt naar 2009. Het budget Costa Due fase 2 is overschreden als gevolg van onjuiste begrotingsmutaties. Bij de Integrale Bijstelling is de stelpost Costa Due ad. € 220.000 niet bijgeraamd bij het budget, maar abusievelijk vrijgevallen ten gunste van de begrotingsruimte 2008. Daarnaast was het budget voor meefinanciering Energie abusievelijk wel bijgeraamd. Het resultaat is dat de rekening nu een tekort op het budget laat zien van € 30.400, terwijl dit een overschot van € 189.600 had moeten zijn. In de Integrale Bijstelling is Costa Due fase 2 reeds als voorgenomen overboeking aangekondigd. Bij de bestemming van het rekeningresultaat wordt voorgesteld het bedrag van € 189.600 alsnog beschikbaar te stellen voor 2009. Het Actieplan Gebouwde Omgeving is deels bedoeld voor uitvoering van het SLOK-programma en het 100.000 woningplan. Beide programma's zijn later dan verwacht vastgesteld. Hierdoor wordt het overschot overgeboekt naar 2009. Het krediet Energy Valley is bedoeld voor de cofinanciering van projecten in de provincie Groningen die binnen het programma Energy Valley worden uitgevoerd en als procesgeld voor hetzelfde doel. Het budget 2008 is niet volledig benut, omdat het subsidiegereed maken van een aantal voorstellen meer tijd in beslag heeft genomen dan voorzien. Omdat het budget 2009 in verband met andere geplande activiteiten geen ruimte biedt voor deze projecten wordt het restantkrediet ad € 131.102 overgeboekt naar 2009. Bij de Voorjaarsnota 2008 is structureel geld (€ 345.000) beschikbaar gesteld binnen het programma Energieakkoord, bestemd voor extra inzet voor de uitvoering van het Energieakkoord met het Rijk. Het Energieakkoord NoordNederland, vertaald in het door Provinciale Staten vastgestelde programma Energie is een meerjarig programma, waarin behalve de provincie ook andere partijen participeren. Het is niet mogelijk om in dit geval de provinciale kredieten per jaar af te rekenen. Dit kan pas na afloop van het programma. Het restantkrediet € 210.925 wordt overgeboekt naar 2009. Het begrote bedrag van het programma Leren voor Duurzaamheid is bedoeld voor cofinanciering voor LvDO programma 2008-2011. Het betreft een meerjarenprogramma in samenwerking met de provincies Groningen en Drenthe. Vanwege verlate vaststelling wordt het restant overgeboekt naar 2009. Bij het programma bodemsanering is bij de raming 2008 uitgegaan van een totaal aan programmakosten van € 9.754.100. Dit is inclusief het deel van de Schoon/veilig Groningen
34.985
273.732
86.573 -30.400
131.119 131.102
210.925
38.500
278.802
150
•
•
•
•
•
•
•
•
• •
apparaatskosten dat in de raming wordt gedekt door de Rijksbijdrage (€ 108.200). Daadwerkelijk zijn de programmakosten lager uitgevallen. De kosten, inclusief een deel van de personeelskosten ad. € 382.419, zijn uitgekomen op € 9.475.298. De geraamde kosten voor bodemsanering worden voor het grootste deel door de Rijksbijdrage (€ 9.154.100) gedekt. Daarnaast komt een deel ten laste van derden/gemeenten (€ 200.000) en per saldo resteert het deel van de provincie (€ 400.000). Aangezien de werkelijke kosten lager zijn, vallen de bijdragen van het Rijk (€ 8.75.474) en derden/gemeenten (€ 186.446) ook lager uit (€ 1.092.179). Het werkelijke aandeel van de provincie bedraagt inclusief de bijdrage voor de persleiding € 1.213.377. Ten opzichte van de raming is de bijdrage van de provincie € 813.377 hoger en dat leidt tot een hogere onttrekking aan de reserve bodemsanering. De geraamde kosten van de nazorg zijn niet besteed omdat de gemeente Delfzijl de gemaakte kosten voor de uitvoering van de nazorg stortplaats Kloosterlaan, voor een geraamd bedrag van € 284.000 pas bij de formele sluiting van de stortplaats (medio 2009) bij de provincie in rekening zal brengen. De afwijking betreffende de dotatie Voorziening Nazorg wordt veroorzaakt doordat er vanuit de algemene reserve € 371.277 gestort is in de voorziening Nazorg. Het bedrag staat op deze manier beter gealloceerd. Voor personele inzet en kosten nazorg zijn de totale kosten uitgekomen op € 44.921. Dit bedrag is onttrokken aan de Voorziening Nazorg. Bij de begroting is uitgegaan van een totale onttrekking van € 340.000. De onderbesteding van het krediet procesondersteuning vergunningverlening is met name veroorzaakt doordat er in 2008 minder uitgaven zijn geweest aan onder andere onderzoeken en opleidingen ter ondersteuning van de werkprocessen. Voor het project "Geluidszones Delfzijl" wordt € 20.000 overgeboekt naar 2009. Voor bestuursdwang en voor dwangsommen vindt geen raming plaats vanwege onzekerheid. In 2008 heeft de provincie voor in totaal € 32.750 aan dwangsommen opgelegd. De kosten voor bestuursdwang zijn uitgekomen op € 51.094 die op de overtreder zijn verhaald. Het krediet metingen t.b.v. toezicht is met onderschreden. Dit budget is voor een belangrijk deel bedoeld om luchtemissiemetingen te laten uitvoeren. Dit jaar zijn er geen onderzoeken uitbesteed omdat door capaciteitsproblemen er geen tijd beschikbaar was om de onderzoeken voor te bereiden. De provincie Groningen en SIG TCN Real Estate hebben afspraken gemaakt over de ontruiming van het bedrijfsterrein van het failliete Blik Recycling. De fysieke ontruiming is medio 2008 uiteindelijk afgerond. De daadwerkelijke kosten voor de provincie Groningen zijn uitgekomen op afgerond € 583.387. Met betrekking tot de ontgrondingsheffing zijn in 2008 zijn vier aanslagen uit 2005 en 2006 verlaagd met € 564.171. Uit nieuwe aanslagen is € 105.804 meer ontvangen dan begroot. Dit is met name veroorzaakt door een aanslag in 2008 met betrekking tot Meerstad. Het nadeel komt ten laste van de reserve Afwikkeling verplichtingen uit voorgaande jaren. Overige afwijkingen als gevolg van vrijval op reguliere budgetten en hogere lasten gedekt door hogere baten leidt per saldo tot een voordeel.
Schoon/veilig Groningen
-1.092.179
290.853
-666.356
47.555
-32.750
60.747
16.613
-458.367
299.067 459.309
151
Thema Risicobeleid en veiligheid Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 728.659 1.200.330 1.928.989 1.347.187 581.802
Realisatie 1.266.488 1.115.011 2.381.499 1.385.715 995.784
Saldo -537.829 85.319 -452.510 -38.528 -413.982
De totale directe kosten zijn t.o.v. de raming € 123.847 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • • • • •
De personeelskosten van het uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid vallen lager uit dan de begroting. Als gevolg van een opschoonactie van verplichtingen uit voorgaande jaren 2005 t/m 2007 is er een voordeel ontstaan. In het kader van Openbare orde en veiligheid heeft de hulpverleningsdienst dit jaar geen subsidie aanvraag ingediend. De geplande bijeenkomst voor gemeentelijke ambtenaren belast met de risicokaart is uitgesteld naar 2009. Overige verschillen:
Schoon/veilig Groningen
38.528 51.622 22.697 10.682 318
152
6.
POP / Gebiedsgericht
Dit programma bestaat uit het thema POP. Het programma Gebiedsgericht richt zich op een optimale ontwikkeling van de vier regio's in de provincie Groningen. Dit vanuit de gedachte dat iedere regio haar eigen kwaliteiten, problemen en kansen heeft, binnen een (streek)eigen dynamiek. Aandeel in de totale rekening 2008: 1,10%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
6. Gebiedsgericht a. POP - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Gebiedsgericht
rekening 2007
raming 2008*
rekening 2008
4.887 193 4.694
5.398 112 5.286
4.634 181 4.453
4.694
5.286
4.453
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Gebiedsgericht zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Gebiedsgericht Beleid
153
6.1
POP/Gebiedsgericht
Omschrijving thema POP/Gebiedsgericht Uitvoering van het Provinciaal Omgevingsplan (POP) zowel de opgaven per programma (Ondernemend Groningen, Wonen, Karakteristiek Groningen, Bereikbaar Groningen en Schoon/veilig Groningen) als de opgaven per regio (Centraal, Noord, Oost en West). Opstellen van een nieuw POP, met o.a. de thema's demografie, economie en klimaat en uitwerkingen voor 4 gebieden, te weten stad Groningen, Veenkoloniën, Eemsdelta en Lauwersmeer.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd Duurzame ontwikkeling: Voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving. Hoofdaccenten POP: 1. Dynamische economie Onze economie, de werkgelegenheid en de deelname van mensen aan het arbeidsproces op hetzelfde niveau brengen en houden als de rest van het land. Te bereiken door: • vergroten werkgelegenheid en deelname aan arbeidsproces; • goed vestigingsklimaat voor bedrijven; • sterke economische kernzone met voldoende en gedifferentieerd aanbod van bedrijfsterreinen; • passend en gevarieerd arbeidsaanbod.
Gerealiseerd Via gebiedsgericht werken wordt op de schaal van de vier regio's Centraal, West, Noord en Oost een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de generieke en thematische doelstellingen/opgaven van het POP. Het thema POP/Gebiedsgericht kent om die reden geen afzonderlijke prestatie-indicatoren. Deze zijn per definitie gelijk aan die van de (overige) thema's, zij het dat daarin veelal geen differentiatie op regionale schaal is aangebracht. De relatie tussen het POP, de thema's en de regioopgaven enerzijds en de bijdragen van de regioprogramma's en de doelstellingen anderzijds is in onderstaand schema verduidelijkt.
2. Sterke steden Een stedelijk gebied met een prettig leefklimaat voor de inwoners en met goede vestigingsvoorwaarden voor bedrijven. Te bereiken door: • een sterke stad Groningen als economisch en cultureel hart van Noord-Nederland; • een woningvoorraad die voldoet aan de wensen van de consument; • goede bereikbaarheid door goede infrastructuur en een goed openbaar vervoer; • een veilige leefomgeving met goede voorzieningen. 3. Leefbare omgeving Een provincie waar je als bewoner prima een boterham kunt verdienen en tot op hoge leeftijd goed kunt wonen in een omgeving waar ook plaats is voor natuur. Een omgeving waar de mensen oog hebben voor elkaar en waar kwetsbare groepen niet verstoken blijven van de nodige voorzieningen en verzorging. Te bereiken door: • een goed niveau van voorzieningen, zorg en Gebiedsgericht Beleid
154
• • • • •
cultuur; voldoende deelname van kwetsbare groepen aan de samenleving; mogelijkheden om zelfstandig te wonen in een veilige en aantrekkelijke woonomgeving; hoge kwaliteit van natuur, landschap, milieu en water; zuinig zijn met voorraden als ruimte, water, grondstoffen en energie; openbaar vervoer voor iedereen.
Te bereiken in (planperiode):
t/m 2010
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
POP 2; Regioprogramma's; Voortgangsrapportage gebiedsgericht werken; Diverse beleidsnota's (waaronder rijksnota's en sectornota's); Voorbereidingsdocumenten integrale herziening POP (startnotitie, analysedocument).
Prioriteiten 2008 Uitvoeren Regioprogramma's Centraal-, Noord-, Oost- en West- Groningen Algemeen: Algemeen: Voor alle vier regio's is een herziening van het De 4 herziene regioprogramma's zijn gereed; voor alle regioprogramma gereed. Onder andere is de 4 regio's geldt, dat tevens een convenant thematiek verbreed in relatie tot het Programma regiospecifiek beleid (RSP) is afgesloten. Landelijk Gebied (PLG), het Waddenfonds en daaraan verbonden budgetten. Daarnaast anticiperen de regio's zowel qua proces als inhoud met regionale inbreng op de lopende integrale herziening van het POP. Gepland
Gerealiseerd (zie ook programma's Wonen (thema Ruimtelijke ontwikkeling) en Bereikbaar Groningen):
Activiteiten: • Uitvoering Regioprogramma Centraal, met accent op: - positioneren van de stad Groningen: structuurvisie gemeente Groningen, POPgebiedsopgave bereikbaarheid van de stad; - bereikbaarheid van de stad Groningen: Zuidelijke Ringweg, (regio)tram, gebiedsontwikkeling Centrale Zone, transferia;
Activiteiten: • Uitvoering Regioprogramma Centraal, met accent op: - Concept structuurvisie gemeente Groningen is vastgesteld, op bestuurlijk niveau is deze visie afgestemd met het voorontwerp POP. - Over de Regiotram en de Zuidelijke Ringweg is afgestemd. Provincie participeert in gebiedsontwikkeling Centrale Zone, het transferium Haren is gerealiseerd en reeds succesvol, het transferium Hoogkerk wordt op dit moment aangelegd. - Evaluatie Regiovisie is gestart, woningbouwprogrammering 2008-2019 is bijgesteld. Convenant RSP is afgesloten. Er is een samenwerkingsovereenkomst getekend over de exploitatie van regionale bedrijvenlocaties en herstructurering, uitvoeringsprogramma bereikbaarheid is uitgevoerd.
-
ontwikkelen wonen, werken en bereikbaarheid van de regio Groningen-Assen: uitvoeringsprogramma bereikbaarheid, versnellen woningbouw, ontwikkelen woningbouwlocaties voor lange(re) termijn, regionale samenwerking bedrijventerreinen;
Gebiedsgericht Beleid
155
-
•
Uitvoering Regioprogramma Noord, met accent op: - uitvoering Identiteitsvisie Damsterdiep;
-
-
-
•
relatie stad - platteland: voorinvesteren landschap, investeringsprogramma Regiopark, westelijke en noordelijke stadsrandzone.
-
•
versterking sociaal-economische positie Eemsdelta: uitvoering van een nieuw Bestuursakkoord Eemsdelta met een actieprogramma tot 2010. Rekening wordt gehouden met de POP-gebiedsopgave voor de Eemsdelta; toeristisch-recreatieve ontwikkeling van het Lauwersmeergebied: opstellen grensoverschrijdende visie en begeleiden concrete plannen in het gebied; rekening wordt gehouden met de POP-gebiedsopgave voor het Lauwersmeer; noordelijke stadsrandzone: uitwerken van een gezamenlijke aanpak; plattelandseconomie en leefbaarheid: servicenetwerk voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf, verder uitvoeren van de extra woningbouwopgave voor het Hoogeland en uitvoeren LEADER NoordGroningen.
Uitvoering Regioprogramma Oost, met accent op: o Blauwestad: zie het programma Wonen, thema Ruimtelijke ontwikkeling; o Ring Blauwestad: uitvoering Beertsterdiep, Blauwe Roos en Toeristische infrastructuur, voorbereiding noordelijke vaarverbinding en particuliere woningverbetering; o Regioprogramma Oost: uitvoering van het geactualiseerde regioprogramma voor de periode 2008-2010. Er wordt nauw aangesloten op het programma Landelijk Gebied voor Oost. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan onderdelen van het nieuwe POP. De thema's regionale economie (MKB), sociaal-economische vitalisering, toerisme/recreatie, ruimtelijk beleid/wonen en regiomarketing krijgen (blijvend) aandacht; uitvoeren LEADER-programma voor Oost; o Agenda voor de Veenkoloniën: uitvoering van het nieuwe meerjarige gebiedsprogramma met accent op de thema's:
Uitvoering Regioprogramma Noord, met accent op: - Uitvoering Damsterdiepvisie loopt via 3 lijnen: PLG/Regiopark, marktpartijen (stagneert), project TRACER (in eerste instantie afgewezen). - De vier Eemsdeltagemeenten en de provincie hebben een nieuw bestuursakkoord gesloten.
-
Lauwersmeer: POP-gebiedsopgave is opgestart, onderzoek recreatieve druk is in uitvoering, voor Lauwersoog is een verkenning gestart.
-
Plan van aanpak is bestuurlijk vastgesteld; met de uitvoering van de diverse opgaven is een begin gemaakt. MKB-project heeft ernstige vertraging ondergaan, overleg om tot gedragen projectvoorstel te komen loopt; extra woningbouwopgave maakt beperkte vorderingen, diverse LEADER-projecten in ontwikkeling en uitvoering;
-
•
plan van aanpak Stadsrand Groninger Ommelanden is vastgesteld (onderdeel investeringsgebied Regiopark), tot voorinvesteren in het landschap voor Hoogezand Zuid (De Groene Compagnie) is in principe besloten.
Uitvoering Regioprogramma Oost, met accent op: o Blauwestad: zie het programma Wonen, thema Ruimtelijke ontwikkeling. - Ring Blauwestad: Beertsterdiep, Blauwe Roos en Toeristische infrastructuur (deels) aanbesteed en in uitvoering, onderzoek haalbaarheid noordelijke vaarverbinding loopt, particuliere woningverbetering is geen Ringproject geworden. - Regioprogramma Oost: nieuw regioprogramma voor 2008 - 2011 is gemaakt en vastgesteld, waarbij voor zover nodig rekening is gehouden met het nieuwe POP. Binnen de thema's regionale economie (MKB), regiomarketing, regionaal erfgoed en wonen en leefbaarheid en het LEADERprogramma zijn diverse projecten in ontwikkeling en uitvoering.
-
Gebiedsgericht Beleid
Agenda voor de Veenkoloniën: binnen de thema's van het nieuwe meerjarige gebiedsprogramma zijn diverse projecten in 156
agribusiness, water en wonen, infrastructuur, toerisme en innovatie en kennis. Rekening wordt gehouden met de POP-gebiedsopgave voor de Veenkoloniën. •
Uitvoering Regioprogramma West, met accent op: - uitvoering van het nieuwe ontwikkelingsprogramma voor West voor de jaren 2008 e.v.; Er wordt nauw aangesloten bij het programma Landelijk Gebied voor West; het thema 'Economie in het landelijk gebied' zoals het MKB krijgt bijzondere aandacht. - uitwerking en uitvoering van het reeds lopende programma West; - opstarten nieuwe projecten programma 2008 e.v.; - uitvoeren LEADER-programma voor West.
ontwikkeling en in uitvoering. Met het operationaliseren van de POP-gebiedsopgave Veenkoloniën is gestart. •
Uitvoering Regioprogramma West, met accent op: -
-
Nieuwe ontwikkelingsplan en meerjarenprogramma 2008+ zijn vastgesteld en in uitvoering. De ruimtelijke aspecten van inpassing bedrijvigheid in het buitengebied heeft bijzondere aandacht gekregen, mede in relatie tot het nieuwe POP. Lopende projecten zijn overgenomen in het meerjarenprogramma 2008+. Voor diverse projecten uit het ontwikkelplan zijn startnotities opgesteld. LEADER-programma West loopt. In november 2008 is het Plattelandshuis Westerkwartier geopend.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie toelichting in blok maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren op pagina 117.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie toelichting in blok maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren op pagina 117.
Kwalitatieve informatie: Vanuit de regio's is breed gedragen de bestuurlijke wens geuit om de gebiedsgerichte samenwerking door te zetten. In het kader van de voorbereiding van het nieuwe POP worden de opgaven per regio c.q. per deelgebied opnieuw verkend en wordt met de regionale partners nagegaan in welke vorm de gebiedsgerichte samenwerking wordt voortgezet. De discussie rond de bestuurlijke organisatie (intergemeentelijke samenwerking, rolverdeling provincie/gemeenten) en de nieuwe Wro (waarbij alle overheidslagen toegesneden instrumenten en bevoegdheden krijgen voor gebiedsontwikkeling) spelen hierbij ook een belangrijke rol.
Kwalitatieve informatie: We gaan door met gebiedsgericht werken. Deze ambitie is vertaald in het nieuwe POP en in de nieuwe regioprogramma's. Hoge prioriteit wordt gegeven aan de vijf gebiedsopgaven in het POP. Voor de (overige) opgaven en de regioprogramma's verwachten we van de gemeenten een grotere rol met bijbehorende inzet van menskracht en middelen. Daarnaast willen we de regionale stuurgroepen blijven gebruiken voor beleidsafstemming, agendering van generieke POP-thema's en uitwerking en realisering van regionale opgaven.
Opstellen nieuw Provinciaal Omgevingsplan (POP) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: De inzet is om in 2008 een nieuw Provinciaal In 2008 is het burgerparticipatieproces afgerond met Omgevingsplan (POP) besluitvormingsgereed te vaststelling van het keuzedocument. hebben. Het POP is een ontwikkelingsgerichte visie. Vervolgens is het voorontwerp POP gemaakt. Toekomstgericht én met ruimte om die toekomst Daarna heeft een uitgebreide consultatie van andere vorm te geven. overheden en overige doelgroepen plaatsgevonden. Daarvoor is een proces op gang gebracht, waarbij in Na vaststelling van het ontwerp start de formele het laatste kwartaal van 2007 het accent heeft gele- inspraak en verdere afronding van de procedure. gen op interactieve communicatie met (groepen van) de bevolking. De uitkomsten hiervan, samen met de resultaten uit de eerdere analysefase, zijn gebundeld en na politieke besluitvorming verwerkt in een voorontwerp POP. In de loop van 2008 zal dit voorontwerp na besluitvorming in GS aan PS ter vaststelling worden voorgelegd.
Gebiedsgericht Beleid
157
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • één breed gedragen agenda met onderwerpen en richting voor ontwikkelingen van de provincie Groningen voor de komende decennia; • één voorontwerp voor het Provinciaal Omgevingsplan (POP); • één vastgesteld POP.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • gereed maart 2008;
Kwalitatieve informatie: De centrale uitgangspunten van het omgevingsbeleid (sterke steden en vitaal platteland, eigen karakter handhaven en versterken van en werken aan een duurzame leefomgeving) en een gebiedsgerichte aanpak zijn voor het nieuwe POP vertrekpunt. In het verlengde daarvan wordt de aandacht gefocust op drie brede, integrale thema's: demografische ontwikkelingen, klimaat en economie. Bovendien is voor 4 gebieden een integrale opgave - uitvoeren van het LEADERprogramma voor Oost - voorzien. Dit zijn: het Lauwersmeer, de Veenkoloniën, de stad Groningen en de Eemsdelta. De bedoeling is dat het POP een visiedeel gaat bevatten (strategisch, richtjaar 2030), een beleidskader gericht op uitvoering (tactisch, 20082020) en een uitvoeringsprogramma, samen met de gebiedspartners, met haalbare en meetbare doelen voor de periode 2008-2011.
Kwalitatieve informatie: De genoemde centrale uitgangspunten zijn tot en met het voorontwerp POP gehandhaafd. Een aantal nieuwe punten zijn: • ontwikkelen en koesteren van de kernwaarden van het Groninger landschap; • een aantal tracéreserveringen voor majeure (spoor)wegen; • vergemakkelijken van verplaatsing van lokale bedrijven(terreinen) naar een geschiktere locatie; • opstellen van woon- en leefbaarheidsplannen door gemeenten om de krimp aan te pakken; • het aantal gebieden met een integrale opgave is met de toevoeging van de regio Groningen-Assen uitgebreid naar 5.
•
gereed juni 2008;
•
planning juni 2009.
De thematiek en indeling van het POP sluiten nóg beter aan op de indeling van de provinciale begroting. Hierdoor wordt de doorwerking van het POP naar de begroting en de begrotingscyclus sterk verbeterd. Zo is het de bedoeling jaarlijks een geactualiseerd uitvoeringsprogramma te maken waardoor eventuele financiële consequenties reeds bij de Voorjaarsnota zichtbaar kunnen worden gemaakt.
Gebiedsgericht Beleid
158
6.2
Lasten/baten en analyse Gebiedsgericht
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
GEBIEDSGERICHT BELEID
4.532.398
5.397.916
4.633.922
Gebiedsgericht werken/uitvoering POP
4.532.398
5.397.916
4.633.922
Totaal gebiedsgericht beleid
4.532.398
5.397.916
4.633.922
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
GEBIEDSGERICHT BELEID Gebiedsgericht werken/uitvoering POP Nadelig slot gebiedsgericht beleid Totaal gebiedsgericht beleid
Gebiedsgericht Beleid
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
146.889
111.538
181.364
146.889 146.889 4.385.509 4.532.398
111.538 111.538 5.286.378 5.397.916
181.364 181.364 4.452.558 4.633.922
159
Analyse programma Gebiedsgericht Raming Realisatie Saldo Apparaatskosten 3.020.346 3.028.659 -8.313 Directe kosten 2.377.570 1.605.262 772.308 Totaal lasten 5.397.916 4.633.922 763.994 Directe baten 111.538 181.364 69.826 Totaal saldo 5.286.378 4.452.558 833.820 Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen. De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 842.134 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. •
• • •
•
De budgetten voor Gebiedsgericht werken hebben betrekking op diverse projecten in de provincie. Dit zijn meerjarige programma's waarbij naast provinciale geld ook middelen van derden worden ingezet. Jaarlijks wordt een voortgangsrapportage aan Provinciale Staten aangeboden. Door de meerjarigheid van deze programma's en omdat de eindigheid van projecten fluctueert ontstaan er jaarlijks onder- en overschrijdingen. Aangezien een aantal programma's pas in 2009 en volgende jaren worden afgerekend, worden de provinciale middelen, rekening houdend met de extra bijdragen uit de regio's, overgeboekt naar 2009. Deze systematiek wordt gevolgd bij de budgetten: cofinanciering projecten in de regio's, de cofinancieringsmiddelen Veenkoloniën, Stimuleringskrediet leefbaarheid platteland, Uitvoeringsbesluit bestuursakkoord Eemsmondgebied en krediet Levende Dorpen. Het krediet Veenkoloniën proces-/projectgelden laat een onderschrijding zien van zien van € 26.974. Dit bedrag wordt meegenomen met de overboekingsvoorstellen 2008-2009. Het POP zit nog in de aanloopfase, hierdoor zijn nog niet alle middelen tot besteding gekomen. De restantmiddelen ad € 225.542 worden met de overboekingsvoorstellen 2008-2009 meegenomen. De baten vallen € 69.826 hoger uit dan geraamd. Dit is met name het gevolg van de niet geraamde baten vanuit de regio in meerjarige programma's/projecten (regio's en Levende Dorpen). In de berekening van de overboekingen naar 2009 zijn de bijdragen vanuit de regio's meegenomen. Overige verschillen:
Gebiedsgericht Beleid
547.030
26.974 225.542 69.826 -27.238
160
7.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Welzijn; 2. Sociaal beleid; 3. Jeugdzorg; 4. Cultuur, media, erfgoed. Het programma Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur richt zich op het vergroten van de sociale samenhang in de provincie. Goede, voor iedereen bereikbare, voorzieningen, welzijns-, buurt- en jongerenwerk, sport en een bloeiend cultureel klimaat zijn daarvoor essentieel. Aandeel in de totale rekening 2008: 16,72%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2007
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg en cultuur a. welzijn - lasten - baten saldo van lasten en baten
raming 2008*
rekening 2008
7.207 522 6.685
7.603 205 7.398
7.078 455 6.623
b. sociaal beleid - lasten - baten saldo van lasten en baten
1.282 0 1.282
2.209 0 2.209
1.906 -6 1.913
c. jeugdzorg - lasten - baten saldo van lasten en baten
38.866 37.610 1.256
40.286 38.517 1.769
41.078 39.195 1.884
d. cultuur, media, erfgoed - lasten - baten saldo van lasten en baten
19.053 1.404 17.649
20.794 1.285 19.508
20.342 1.414 18.927
26.872
30.885
29.347
Saldo Welzijn, soc. beleid, jeugdzorg, cultuur
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
161
7.1
Welzijn
Omschrijving thema Welzijn Betrokkenheid van mensen bij de samenleving waarin zij wonen is zeer waardevol voor die samenleving als geheel. Voor Stad en Ommeland is het zaak dat mensen zich volwaardig lid voelen van de samenleving en daarin ook actief participeren. Daarom zal het creatieve vermogen van individuen, organisaties, bedrijven en samenwerkingsverbanden zo goed mogelijk worden gestimuleerd. Begrippen als zorg voor elkaar, menselijke maat, eigen verantwoordelijkheid en wederzijds respect zijn daarbij essentieel. Wij willen initiatieven stimuleren die bijdragen aan zo'n betrokken samenleving. Vooral de menselijke maat zal uitgangspunt zijn voor ons beleid. Dat betekent ook dat samen met andere partijen naar kleinschalige oplossingen zal worden gezocht als de problematiek daar om vraagt. Hoewel de eigen verantwoordelijkheden van inwoners van onze provincie niet uit het oog worden verloren, zullen mensen die in de knel dreigen te raken zo goed mogelijk worden ondersteund en weer op weg geholpen. De gebiedsgerichte aanpak is een goede methode om samen met de Groninger gemeenten aan de lokale sociale infrastructuur te werken en een waardevolle bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van het platteland. Projecten die uit de gebiedsgerichte aanpak komen, geven antwoord op lokale vragen. Aan de leefbaarheid van de wijken in de grote steden in onze provincie wordt vanuit welzijn ook aandacht besteed via bijdragen voor sociale herstructurering. Bovenlokaal werkt de provincie samen met organisaties een vijftal provinciale speerpunten uit. Deze speerpunten zijn wonen,welzijn en zorg, armoede, huiselijk geweld, jeugd & veiligheid en vrijwilligerswerk. Het speerpunt Wonen, welzijn en zorg komt aan de orde bij het thema Sociaal Beleid. Armoede heeft met het nieuwe collegeprogramma een extra accent en extra middelen gekregen. Er komt een fonds beschikbaar van jaarlijks € 500.000 waarop instellingen en organisaties een beroep kunnen doen voor de uitvoering van projectmatige activiteiten die gericht zijn op preventie, sociale activering, (schuld)hulpverlening, veiligheid en arbeidsre-integratie in wijken en buurten. Er wordt een Actieprogramma Armoedebeleid 2008-2011 opgesteld dat in oktober 2007 aan uw Staten wordt voorgelegd. Het huidige provinciale beleid is vastgelegd in het beleidsplan Wel(en)levend Groningen 2005-2008. Ook onderwijs en sport dragen bij aan de sociale infrastructuur van de provincie en bevorderen de maatschappelijke betrokkenheid van burgers. Op het gebied van onderwijs is de beleidsnota 'Handig zelfstandig' verschenen en zijn Equal-aanvragen op het gebied van aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt gedaan. Met betrekking tot de sport ligt er de nieuwe beleidsnota 'Mitdoun=Goud'. Hierin is het beleid voor de komende jaren aangegeven. Het accent ligt op buurten en wijken, onderwijs en jeugd, de ondersteuning van sprotverenigingen, talentontwikkeling en initiatieven om ouderen meer te laten bewegen en sporten en tenslotte de (mede)financiering van evenementen die bijdragen aan de verhoging van de sportparticipatie (inclusief een bijdrage aan het sportgala). De provincie vindt het belangrijk dat jongeren worden betrokken bij maatschappelijke ontwikkelingen en het provinciaal beleid en hierin hun inbreng hebben. Via het beleidsveld jongerenparticipatie (12 tot 18 jaar) draagt de provincie hieraan bij. Tenslotte zal in 2008 in als afronding van de Simons-cyclus de Sociale Agenda worden opgesteld op basis van de analyse, waaronder het Sociaal Rapport en het Sociaal Debat dat in het najaar van 2007 wordt georganiseerd. De agenda bevat de onderwerpen waarop de provincie in de periode 2009-2012 wil inzetten. Voor die agenda is natuurlijk ook het nieuwe collegeprogramma Sociaal en Slagvaardig van belang.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd
Gerealiseerd
1. Versterken van de sociale infrastructuur: • door met de Groninger gemeenten welzijn gebiedsgericht te benaderen;
1. Versterken van de sociale infrastructuur: • In alle 6 gebieden heeft de uitvoering conform de gebiedsprogramma's plaatsgevonden. De activiteiten verschillen per gebied. Er zijn
162
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
•
•
door aan de G6-gemeenten bijdragen te verstrekken voor sociale herstructurering van wijken;
•
•
door bovenlokaal onderwerpen aan te pakken binnen provinciale speerpunten wonen-welzijn-zorg, huiselijk geweld, jeugd & veiligheid, vrijwilligerswerk en armoede;
•
•
door terugdringing van het aantal vroegtijdig schoolverlaters;
•
•
door verbetering van preventie en vroegtijdige onderkenning van achterstanden, optimalisering van de aansluiting tussen inen externe zorgstructuren op scholen en versterking van de infrastructuur van schakel- en spijbelopvangprojecten;
•
•
door behoud en uitbreiding sportaanbod.
•
2. Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van burgers bij mondiale problematiek: • door COS Groningen themabijeenkomsten te laten houden en andere vergelijkbare activiteiten te stimuleren en financieren.
echter ook overeenkomsten. In vrijwel alle gebieden is aandacht besteed aan het versterken van het jeugd en jongerenwerk. Er is ingezet op voeg en voorschoolse educatie. Ook het terugdringen van het aantal vroegtijdig schoolverlaters is een onderwerp geweest. Er is gewerkt aan afspraken tussen zorginstellingen en het onderwijs. Andere thema's zijn: verbetering van de hulpverlening aan multiproblem-gezinnen en vitale dorpen. Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt over de voortzetting van het gebiedsgericht werken welzijn in de periode 2009-2012. Hiervoor zijn 8 gebieden gevormd. Conform het uitvoeringsprogramma voor de G6 is ingezet op de sociale cohesie in buurten en wijken en het betrekken van bewoners. Het succesvolle G6-project Heel de Buurt is eind 2008 afgesloten. Aan alle vier speerpunten is gewerkt. Voor wonen, welzijn en zorg is het Stimuleringsfonds Zorg aangewend. De speerpunten huiselijk geweld jeugd en veiligheid zijn conform het uitvoeringsprogramma voor de provinciale speerpunten uitgevoerd. Conform het actieprogramma armoede zijn subsidies voor verschillende projecten verstrekt. Er is een provinciaal actieplan voorkomen voortijdig schoolverlaten opgesteld. Gemeenten werken aan een gezamenlijke aanpak en registratie. Er is een convenant ondertekend tussen de scholen en het ministerie van OCW om het aantal voortijdig schoolverlaters jaarlijks met 10% terug te dringen. De geplande daling van 10% is alleen in Noord-Groningen gerealiseerd. In het schooljaar 2007/2008 is 75,5% van de voortijdig schoolverlaters herplaatst naar school of bemiddeld naar een werkduaal traject. Alle gemeenten werken aan de handhaving van de kwalificatieplicht en leerwerkplicht. Nagenoeg alle scholen hebben een interne zorgstructuur. Met de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin wordt de relatie tussen de interne en externe zorgstructuur opnieuw bekeken. De provincie heeft het Huis voor de Sport Groningen subsidie toegekend voor de ondersteuning van de sportverenigingen in de provincie.
2. Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van burgers bij mondiale problematiek: • COS Groningen is gesubsidieerd. Uit het activiteitenbudget mondiale bewustwording zijn incidentele activiteiten gesubsidieerd.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
163
3. Vergroten van de betrokkenheid van jongeren bij provinciale ontwikkelingen: • door regelmatig via polls, expertmeetings en jongerenpanels jongeren uit te nodigen om met de provincie over thema's te discussiëren waar zijzelf interesse in hebben. Daarbij gaat onze aandacht in het bijzonder uit naar vmbo-ers. Via scholen, universiteit, buurthuizen en verenigingen proberen wij steeds weer nieuwe jongeren enthousiast te maken.
3. Vergroten van de betrokkenheid van jongeren bij provinciale ontwikkelingen: • Door middel van het tv-programma De Uitlaatklep op RTV Noord is het provinciaal bestuur in dialoog geweest met jongeren uit de hele provincie. De kijkcijfers zijn hoog. De jongeren hebben mede de onderwerpen voor De Uitlaatklep bepaald. Ze hebben meegedacht over alcoholmisbruik, cultureel erfgoed en jongerenfestivals. Het provinciale Trendteam is ca. 10 keer bijeengeweest.
4. Verhogen sport- en bewegingsparticipatie en daarmee bevorderen van sociale samenhang en gezondheid. NB. De uitwerking van het sportbeleid staat vermeld op bladzijde 131 en 132.
4. Verhogen sport- en bewegingsparticipatie en daarmee bevorderen van sociale samenhang en gezondheid: • Er is in alle gemeenten gestart met de uitvoering van de Buurt-, Onderwijs- en Sportimpuls (BOS).
Te bereiken in (planperiode)
2005-2008
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • •
Beleidsplan welzijn 2005-2008 'Wel(en)levend Groningen'; Zestal gebiedsprogramma's 2005-2008; Uitvoeringsprogramma provinciale speerpunten 2005-2008; Actieprogramma armoedebeleid; Onderwijsnota 'Handig zelfstandig' 2005-2008; Jeugd- en Onderwijsmonitor; Sportnota 'Mitdoun=Goud'; Beleidsnotitie mondiale bewustwording; Meerjarenplan jongerenparticipatie 2007-2009.
Prioriteiten 2008 Continueren gebiedsgericht werken met Groninger gemeenten in zestal gebieden en één functionele regio (G6-herstructurering wijken) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Uitvoering van zes geografische (door • De activiteiten zijn uitgevoerd conform de gemeenten en provincie) goedgekeurde uitvoeringsprogramma's die voor de periode gebiedsprogramma's en één functioneel 2005-2009 zijn vastgesteld. programma (G6-gemeenten) gericht op versterken sociale infrastructuur op lokaal niveau. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Deelname van alle 25 Groninger gemeenten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Aan het gebiedsgericht werken (inclusief de G6) is door 25 gemeenten deelgenomen.
Kwalitatieve informatie: • Gebiedsprogramma's; deze worden zo meetbaar mogelijk gemaakt.
Kwalitatieve informatie: • Er is een uitvoerige voortgangsrapportage over het gebiedsgericht werken in 2006 verschenen.
164
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
Uitvoering provinciale speerpunten (waaronder Armoedebeleid, zie VJN2007) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Uitvoering provinciale speerpunten wonen• Aan al deze speerpunten is gewerkt. welzijn-zorg, armoede, vrijwilligerswerk, jeugd & veiligheid, huiselijk geweld. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Toename in aangiften van huiselijk geweld en afname van recidive; meten door middel van monitoring huiselijk geweld; • •
Vermindering aantal meldingen overlast, vandalisme en criminaliteit in relatie tot jongeren; Armoede: Uitvoering van het Actieprogramma Armoedebeleid 2008-2011 (nieuw beleid: € 500.000 per jaar in de periode 2008-2011). Het actieprogramma wordt in oktober 2007 aan uw Staten voorgelegd.
•
Vrijwilligers: - Bevorderen dat vrijwilligersorganisaties advies en/of informatie inwinnen bij het kenniscentrum vrijwilligers. Streven voor 2008: 25 organisaties; - Bevorderen dat leerlingen vrijwilligerswerk gaan doen via het project vrijwilligersstage in het onderwijs. Streven voor 2008: 300 leerlingen. Kwalitatieve informatie: • Uitvoeringsprogramma's speerpunten; deze worden zo meetbaar mogelijk gemaakt.
Uitvoering sportbeleid Gepland Activiteiten: • ondersteunen gemeenten bij uitvoering Buurt-, Onderwijs- en Sportprojecten (BOS); • verenigingsondersteuning; • sportondersteuning voor 55-plussers; • ondersteuning talenten en talentcentra; • realisering verhoging sportparticipatie, ook van gehandicapten en chronisch zieken; • realisering verhoging sportaanbod voor gehandicapten en chronisch zieken; • realisering verhoging sportparticipatie asielzoekers; • realisering verbreed aanbod sportverenigingen; • realisering verhoging van potentieel kader sportverenigingen, gericht op vrouwen en culturele minderheden.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het percentage aangiften van huiselijk geweld is in 2007 ten opzichte van 2005 gestegen van 35,8% naar 38,1%. Dit is conform het landelijke beeld. De afname van recidive is niet onderzocht. • Gegevens over 2008 zijn nog niet beschikbaar •
Conform het Actieprogramma Armoedebeleid zijn subsidies verstrekt voor: database voorbeeldprojecten (CMO), pilot voorzieningengebruik (Hoogezand), onderzoek lespakket budgetbeheer (CMO), pilot vroegsignalering (MJD), woonkansproject (MJD) Leergeld en Jeugdsportfonds, Thuisadministratie (Humanitas) en Educatieve Televisie (ETV). Armoedebestrijding is inmiddels ingebed in het sociaal beleid (Sociale Agenda).
•
Vrijwilligers: - Dit is ruimschoots gerealiseerd. Het kenniscentrum vrijwilligerswerk heeft goed gefunctioneerd. -
345 leerlingen hebben deelgenomen aan het project vrijwilligersstage in het onderwijs.
Kwalitatieve informatie: • De offertes van CMO van de speerpunten bevatten meetbare prestaties.
Gerealiseerd Activiteiten: • Dit is gerealiseerd. • • • •
Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd.
•
Dit is gerealiseerd.
•
Dit is gerealiseerd.
• •
Dit is gerealiseerd. Dit is deels gerealiseerd.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
165
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • structurele verhoging sportparticipatie gehandicapten en chronisch zieken (toename van 50% na afloop project); • toegankelijk maken van het sportaanbod voor gehandicapten en chronisch zieken (15 verenigingen extra na afloop project); • verhoging sportparticipatie van asielzoekers in de sport (15 sportverenigingen extra en jaarlijks deelname van 100 asielzoekers); • kwalitatieve en kwantitatieve versterking kader en bestuur sportverenigingen: 10% van sportvereniging moet na afloop project aanbod hebben verbreed; daarnaast moet (bestuurlijke) organen na afloop van het project bestaan uit vrouwen en/of culturele minderheden; • 25 Groninger gemeenten voeren BOS-projecten uit, met in de uitvoering ondersteuning van het Huis voor de Sport Groningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De toename is 72%.
Kwalitatieve informatie: • minimaal het behoud van en mogelijk verbreding sportaanbod;
Kwalitatieve informatie: • In 2008 is er doorgegaan met de uitvoering van de Buurt-,Onderwijs- en Sportprojecten (BOS) in alle Groninger gemeenten. Hierbij is het Huis voor de Sport ingeschakeld. De eerste gegevens worden halverwege 2010 bekend. • Aan het eind van de 2010 (de looptijd van de sportnota) worden hierover gegevens verzameld.
• • •
gezondere Groningers, en dan vooral handhaving of vermindering van jeugd met overgewicht. toename gezonde 55-plussers en vermindering van sociaal isolement verkerende 55-plussers. provinciaal dekkend sportondersteuningsinstituut, te weten het Huis voor de Sport.
Uitvoering onderwijsbeleid Gepland Activiteiten: • alle jongeren in beeld; •
preventieve maatregelen ter voorkoming van voortijdig schooluitval;
•
sluitende aanpak en terug naar school of werk;
166
•
In 2003 waren er 55 sportaanbieders voor mensen met een handicap, in 2008 waren dat er 90. Dit is een toename van 63%.
•
De toename is 16 verenigingen.
•
In totaal hebben 38 sportverenigingen hun sportaanbod verbreed (2,5%).
•
Er zijn 25 gemeenten die de BOS-projecten uitvoeren, waarvan 24 de ondersteuning van het Huis voor de Sport Groningen hebben ingeroepen.
•
Het Huis voor de Sport zal in 2009 daarnaar onderzoek verrichten.
•
Dit is gerealiseerd.
Gerealiseerd Activiteiten: • Eind 2008 is de derde provinciale jeugd- en onderwijsmonitor opgeleverd. • Op 19 mei 2008 hebben de drie RMC's, de ROC's, vo-scholen en het ministerie van OCW een convenant ondertekend met als doel het realiseren van een zo hoog mogelijke reductie van het aantal vsv-ers. Partijen beogen een gemiddelde reductie van 10% per jaar voor de komende vier jaar. De omvang van de reductie 2010/2011 wordt vastgesteld t.o.v. het schooljaar 2005/2006. De geplande daling van 10% is alleen in Noord-Groningen gerealiseerd. • In het schooljaar 2007/2008 is 75,5% van de voortijdig schoolverlaters herplaatst naar school of bemiddeld naar werk/duaal traject. In de RMC regio Oost worden alleen vsv-ers die teruggaan naar school of een leerwerktraject volgen geregistreerd als herplaatst. In de twee andere gebieden worden ook herplaatsingen naar werk en bemiddelen meegerekend. •
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
•
versterken relatie onderwijs en bedrijfsleven.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters: meten en monitoren per regio;
•
provinciale dekking sluitende aanpak van 100%.
Kwalitatieve informatie: • Jeugd- en Onderwijsmonitor provincie Groningen; •
provinciaal dekkend netwerk van spijbel- en schakelvoorzieningen;
•
opzetten van regionale bestuurlijke netwerken in de hele provincie.
Uitvoering jongerenparticipatie Gepland Activiteiten: • nieuw meerjarenplan 2007-2009 voor jongerenparticipatie uitvoeren; • gebiedsgericht werken in kader van jongerenparticipatie.
•
De provincie heeft flink geïnvesteerd in een optimale relatie tussen het onderwijs en het regionale bedrijfsleven. Er zijn diverse projecten gestart om onderwijsvernieuwingen tot stand te brengen op basis van de vraag van het bedrijfsleven.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De geplande daling van 10% is alleen voor Noord-Groningen gerealiseerd. De monitoring is verbeterd: in 2008 is 99% van alle 0-23 jarigen in onze provincie in beeld en geregistreerd in de leerlingenadministraties van de gemeenten. • Er is een provinciaal dekkend netwerk. Kwalitatieve informatie: • De kwaliteit van de leerlingenadministraties van gemeenten is sterkt verbeterd. De Jeugd- en Onderwijsmonitor bevat daardoor gegevens over een groter percentage van de jongeren. • Er is een provinciaal dekkend netwerk. • Er zijn zes voorzieningen in de provincie: Time Out te Veendam, De Doorstart te Delfzijl, Rebound en Wieder in Winschoten, Reboundvoorziening De Doorstart in Stadskanaal, Rebound Groningen en Rebound te Sauwerd. • De bestuurlijke regie voor het jeugdbeleid ligt bij gemeenten. Zij moeten ervoor zorgen dat vanuit een gezamenlijke visie alle partijen zodanig samenwerken dat doelstellingen verwezenlijkt worden. Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop het integraal jeugdbeleid vorm krijgt in 8 gebieden.
Gerealiseerd Activiteiten: • Conform het meerjarenplan uitgevoerd. •
Door het onderbrengen van jongerenparticipatie in het cluster Jeugd is er voor een andere methodiek gekozen dan de gebiedsgerichte aanpak, te weten integrale inbedding van jongerenparticipatie in het beleidskader Jeugd.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • handhaven van contacten die met ca. 1500 jongeren zijn gelegd door middel van 1 sms-poll en naar aanleiding hiervan 1 persconferentie; • 1 meeting waar 100 vmbo-jongeren aan deelnemen; • 3 verschillende panels met jongeren.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Gezien de huidige ontwikkelingen in jongerencommunicatie is er voor een ander medium gekozen dan sms. Er is ingezet op tv. • Dit is gerealiseerd.
Kwalitatieve informatie: Geen.
Kwalitatieve informatie: N.v.t.
•
Dit is gerealiseerd.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
167
Project SpraakMakend: taalpilot 0-4 jarigen in Oost-Groningen (VJN2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Het project SpraakMakend wordt uitgevoerd. • Het project SpraakMakend is van start gegaan. Het voorkomen en opheffen van taalachterstand bij de doelgroep van peuters wordt nagestreefd door middel van 6 speerpunten: 1. 100% bereik van de doelgroep; 2. uitbreiding aantal dagdelen voorschoolse educatie; 3. bereiken van een hoog professioneel niveau van de peuterspeelzalen; 4. versterken van het aanbod voor 0-4 jarigen door middel van een taal-/leesprogramma; 5. realiseren van een professionele begeleidingsstructuur; 6. meten van de effectiviteit van bovengenoemde speerpunten. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Geen.
Kwalitatieve informatie: • Geen.
Kwalitatieve informatie: • Geen.
168
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
7.2
Sociaal beleid
Omschrijving thema Sociaal beleid Het thema Sociaal beleid omvat wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen (ouderen, mensen met een lichamelijke en verstandelijke handicap, mensen met een psychische handicap), zorg en hulpverlening en asielzoekersbeleid. De provincie hanteert als beleidsuitgangspunt dat kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een handicap zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en in de eigen woonomgeving ondersteuning kunnen krijgen. Dat vraagt om afstemming tussen wonen, welzijn en zorg. Kwetsbare groepen moeten kansen krijgen deel te nemen aan de samenleving. De provincie Groningen vindt het belangrijk dat de inwoners van Groningen kunnen rekenen op een goed aanbod van (gezondheids)zorg. De provincie wil een bijdrage leveren aan noodzakelijke vernieuwingen in de zorg en zet zich ervoor in om samen met de betrokken partijen knelpunten op te lossen. Zorgvragersbeleid (patiënten en consumenten) maakt onderdeel uit van sociaal beleid. Met de nieuwe beleidsnotitie wil de provincie de positie van zorgvragers verder versterken. Het accent wordt sterk gelegd op bundeling en samenwerking. Verder zullen prestatieafspraken worden gemaakt. De provincie wil verder een bijdrage leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers en mensen die gebruik maken van een vorm van noodopvang. Voor de uitvoering van het sociaal beleid zijn o.a. twee fondsen beschikbaar, het Stimuleringsfonds Zorg en het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg. Het laatste fonds is weliswaar nieuw, maar omvat de oude regelingen voor multifunctionele centra en zorginfrastructuur en wordt nu uitgebreid met extra middelen voor de component wonen. De criteria hiervoor moeten nog worden ontwikkeld.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd 1. Het creëren van een aanbod wonen, welzijn en zorg dat aansluit bij de vraag van kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap. De provincie voert een stimulerend beleid, kan faciliteiten beschikbaar stellen en kent incidentele subsidies toe. Beoogd wordt: • een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven van ouderen en mensen met een lichamelijke en/of geestelijke beperking; • een bijdrage te leveren aan een ontwikkeling waarbij de vraag kwetsbare groepen op het terrein van wonen, welzijn en zorg bepalend is voor de organisatie van het aanbod;
•
de invloed van cliëntenorganisaties te versterken;
•
een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het mede door ons ondertekende convenant Wonen, Welzijn en Zorg in het kader van de Regiovisie Groningen-Assen. Er wordt bijgedragen aan een aantal pilotprojecten en aan de uitwisseling van
Gerealiseerd 1. Het creëren van een aanbod wonen, welzijn en zorg dat aansluit bij de vraag van kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap. De provincie voert een stimulerend beleid, kan faciliteiten beschikbaar stellen en kent incidentele subsidies toe. Bereikt is: • Wij hebben in het kader van het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg 2008 voor twaalf projecten een subsidie verleend, waarvan twee kleinschalige woonzorgvoorzieningen voor ouderen, een voorziening voor dagbesteding, een clubhuisvoorziening voor doven, een centrum voor onderwijs, dagbesteding en gezinsondersteuning, drie multifunctionele gebouwen en vier dorpshuizen. • Uit ons Stimuleringsfonds Zorg hebben wij aan vier groepen (ouders van) gehandicapten een subsidie verleend voor de voorbereidingskosten van realisering van een kleinschalige woonzorgvoorziening. • Er zijn resultaatafspraken gemaakt met Zorgbelang Groningen waarbij samenwerking bij activiteiten een belangrijke plek heeft gekregen. • Er is een subsidieverzoek van de gemeenten ingediend dat beoogt ICT-voorzieningen aan te brengen in dorpshuizen. Hierover vindt nog overleg plaats. Zie eerdergenoemde projecten.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
169
kennis via een werkplaats. 2. Zorg en hulpverlening: Bijdragen aan innovatie en aan de oplossing van knelpunten die de burgers raken. De provincie voert een stimulerend beleid, kan faciliteiten beschikbaar stellen en kent incidentele subsidies toe uit het Stimuleringsfonds Zorg. Belangrijke onderwerpen zijn: • bijdragen aan een betere afstemming tussen verschillende vormen van spoedeisende medische hulp buiten kantooruren;
•
versterken van de positie van zorgvragers door de activiteiten van hun organisaties te financieren en bij gemeenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars aandacht te vragen voor hun belangen;
•
de provincie bevordert het ontstaan van goede netwerken voor palliatieve zorg in de regio.
3. Asielzoekersbeleid: Acceptatie, integratie en participatie asielzoekers. Deelname van asielzoekers aan onderwijs, recreatie, sport, werk, leerprojecten, vrijwilligerswerk en inburgeringsprojecten. Beoogd wordt in samenwerking met de ketenpartners een bijdrage te leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers in de provincie Groningen en mensen die gebruik maken van een vorm van noodopvang. Te bereiken in (planperiode):
170
2. Zorg en hulpverlening: Voor toekenningen uit Stimuleringsfonds Zorg zie bij beleidsprioriteiten.
Belangrijke onderwerpen waren: • Door middel van het project "Verbetering acute zorg buiten kantooruren in Groningen" hebben wij eraan bijgedragen dat er een telefonisch netwerk tussen de (callcenters van) Doktersdiensten Groningen, Thuiszorg Groningen en Lentis (v/h GGz Groningen) tot stand is gekomen, waardoor patiënten (buiten kantooruren) direct verbonden kunnen worden met de juiste hulpverlener. Verder zijn er samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de doktersdiensten en de afdelingen spoedeisende hulp van de vijf Groninger ziekenhuizen. De resultaten van het project zijn gepresenteerd tijdens een goed bezochte conferentie. Het project heeft een structureel vervolg gekregen in het Regionaal Overleg Acute Zorg Groningen. De betrokken partijen hebben hun tevredenheid uitgesproken over onze stimulerende en faciliterende rol en over de behaalde resultaten. • Naast het financieel ondersteunen van provinciale organisaties van zorgvragers is bij projecten in zorgsector steeds aandacht gevraagd voor de betrokkenheid van de zorgvragers, bijvoorbeeld bij projecten die in het kader van het Innovatief Actieprogramma Groningen zijn ingediend. • Er is een provinciedekkende structuur van netwerken voor palliatieve zorg. In de door ons voorgezeten en gefaciliteerde provinciale Stuurgroep Palliatieve Zorg worden informatie, kennis en ervaringen tussen de (vier) regionale netwerken uitgewisseld en vindt beleidsafstemming plaats. 3. Asielzoekersbeleid: Acceptatie, integratie en participatie asielzoekers. Subsidies hebben wij verleend aan VluchtelingenWerk Groningen ten behoeve van het project Perspectief, aan de Stichting de Vrolijkheid die culturele activiteiten verzorgt voor kinderen in de opvang en aan de Stichting Somaliërs Groningen. Wij hebben aandacht besteed aan de effecten van de pardonregeling (zie ook nog hierna). 2005-2008
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • •
Rijksnota's; Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO); Nota Bouwen en Wonen van de provincie Groningen; Het advies "Verbetering van de acute zorg in Groningen" en de opdrachtverlening voor een vervolgproject; Rijksbeleid acute zorg; Kadernotitie Zorgvragers in de provincie Groningen; Stimuleringsfonds Zorg; Investeringsfonds Wonen, Welzijn en Zorg; Beleidsinformatie COA; Beleidsnota Asielzoekersbeleid 2005-2008.
Prioriteiten 2008 Stimuleringsfonds Zorg Gepland Om in de komende periode een stimulans te geven aan het tot stand komen van vernieuwingen in de zorg is het Stimuleringsfonds Zorg bij de Voorjaarsnota 2007 gecontinueerd. Het fonds heeft betrekking op het terrein van de jeugdzorg, de gezondheidszorg algemeen, de geestelijke gezondheidszorg, het gehandicaptenbeleid en het ouderenbeleid. Het fonds wordt ingezet voor vernieuwende activiteiten waarvan de effecten voor zorgdragers en -gebruikers direct aantoonbaar zijn. Enkele van de onderstaande prioriteiten komen ten laste van dit fonds. Voor een nadere toelichting over de inhoud en financiering van het Stimuleringsfonds Zorg verwijzen wij u naar bladzijde 43, Voorjaarsnota 2007.
Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg Gepland Activiteiten: Ter verbetering van de sociale infrastructuur en het sociale huisvestingsbeleid in dorpen, buurten en wijken hebben wij een Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg ingesteld, bestaande uit drie onderdelen: 1. zorginfrastructuur in kleinschalige woonzorgvoorzieningen voor kwetsbare doelgroepen (€ 250.000); 2. welzijnsvoorzieningen/multifunctionele gebouwen (€ 500.000); 3. betaalbare en kwalitatief goede (levensloopbestendige) woningen voor specifieke groepen (€ 250.000). Totaal nieuw beleid: VJN2007 € 1.000.000. De onderdelen ad 1. en ad 2. zijn grotendeels opgenomen onder het programma Karakteristiek
Gerealiseerd Wij hebben in 2008 voor een totaalbedrag van ca. € 350.000 subsidies verleend aan 18 projecten op diverse terreinen: sportstimulering voor mensen met een handicap; mantelzorgondersteuning; 'uitzendbureau' voor ervaringsdeskundigen; stimulering mentorschap voor mensen met een handicap; activiteiten cliënten van een ecologische zorgboerderij; uitzendingen ETV (voor laaggeletterden) over de Wmo; 'Werken in de zorg na je 50ste'; elektronisch netwerk voor uitwisseling medicatiegegevens; begeleiding van (ex-)AMA's; hulpverlening aan slachtoffers van huiselijk geweld; voorbereidingskosten realisering van een kleinschalige woonzorgvoorziening (4); activiteiten voor een minderhedengroep; afstemming eerstelijnszorg-Wmo. Voor meer informatie zij verwezen naar onze brief hierover aan Provinciale Staten (briefnummer 200868.575/50/A.13, CW).
Gerealiseerd Activiteiten: Wij hebben met ingang van de huidige collegeperiode het Investeringsfonds Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) ingesteld. Met dit fonds willen wij de realisatie van aard- en nagelvaste voorzieningen ondersteunen die zich richten op drie sporen van ons WWZ-beleid, namelijk: - wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen; - verbetering leefbaarheid van buurten en wijken; - bereikbaarheid en beschikbaarheid van voorzieningen op het platteland. Voor de periode 2007-2010 is jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar, waarvan € 700.000 wordt gekoppeld aan ons Programma Landelijk Gebied (PLG) en LEADER en € 300.000 specifiek wordt ingezet voor de WWZ-voorzieningen die buiten de criteria van PLG/LEADER vallen. Een en ander hebben wij
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
171
Groningen, thema PLG, productgroep 9105 Sociaaleconomische vitalisering voor de bedragen € 200.000 respectievelijk € 500.000.
vastgelegd in een beleidsregel. Voor verdere details zij verwezen naar de brief die wij hierover hebben gestuurd aan Provinciale Staten (briefnummer 200865.239/48/A,11, CW).
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Wij hebben in het kader van het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg 2008 voor 12 projecten een subsidie (totaal € 581.633) verleend, waarvan 2 kleinschalige woonzorgvoorzieningen voor ouderen, 1 voorziening voor dagbesteding, 1 clubhuis voor doven, 1 centrum voor onderwijs, dagbesteding en gezinsondersteuning, 3 multifunctionele gebouwen en 4 dorpshuizen. Let wel, investeringen in de kwaliteit van woningen is geen onderdeel geworden van het Investeringsfonds WWZ.
Kwalitatieve informatie: Voor de uitwerking van de onder ad 3. benoemde regeling zullen we ons beleid op dit terrein gaan uitwerken, nadat er meer duidelijkheid is over de sociale, economische en ruimtelijke problematiek als gevolg van een krimpende bevolking in OostGroningen en er meer duidelijk is over de criteria voor de leefbaarheidvraagstukken in het kader van de stedelijke vernieuwing.
Kwalitatieve informatie: Zie hierboven.
Convenants Wonen, Welzijn en Zorg Gepland Activiteiten: Een bijdrage leveren aan de uitvoering van het mede door de provincie ondertekende convenant Wonen, Welzijn en Zorg voor ouderen en kwetsbare groepen in het kader van de Regiovisie Groningen-Assen door middel van het betrokken zijn bij een aantal pilotprojecten en de uitwisseling van kennis via een werkplaats. Eind 2007 wordt voor de overige Groningse gemeenten een vergelijkbaar convenant afgesloten.
Gerealiseerd Activiteiten: Het convenant voor de overige gemeenten is in april 2008 afgesloten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er wordt een concreet aantal pilots uitgevoerd. Voor de werkplaats zie hieronder.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er is sprake geweest van een aanvraag voor ICT-faciliteiten in dorpshuizen.
Kwalitatieve informatie: • De convenants Wonen, Welzijn en Zorg vormen de basis voor de activiteiten van de betrokken partijen.
Kwalitatieve informatie: • Dit is in 2008 het geval geweest.
Zorgvragersbeleid (patiënten en consumenten) Gepland Activiteiten: • Subsidiëren van zorgvragersorganisaties teneinde de positie van de regionale zorgvrager op het terrein van welzijn en zorg te versterken.
Gerealiseerd Activiteiten: • Aan de zorgvragersorganisaties is subsidie verleend.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Afsluiten budgetcontracten met Zorgbelang
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Met Zorgbelang Groningen zijn voor 2008
172
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
Groningen en de koepels in samenhang met prestatieafspraken (nog in ontwikkeling). De eerste afspraken zullen voor 2008 worden gemaakt. Prioriteit ligt bij de basisfuncties collectieve belangenbehartiging en informatievoorziening. Kwalitatieve informatie: • Kadernotitie zorgvragers in de provincie Groningen.
Werkplaats wonen, welzijn en zorg Gepland Activiteiten: • Wonen, welzijn en zorg: opzetten werkplaats in samenwerking met zorgverzekeraar Menzis. (Zowel de afdeling Cultuur en Welzijn als de afdeling Ruimtelijke Plannen is hierbij betrokken). Via de werkplaats wisselen organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg informatie uit over het opzetten van woon-zorgprojecten voor kwetsbare groepen.
prestatieafspraken gemaakt met betrekking tot diverse activiteiten. D De resultaten daarvan zijn op dit moment nog niet beschikbaar.
Kwalitatieve informatie: • De kadernotitie is als basis voor beleid gebruikt.
Gerealiseerd Activiteiten: • De Werkplaats WWZ is in september 2008 geëindigd na de afgesproken periode van 2 jaar.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 1 werkplaats, minimaal 4 activiteiten, 120 deelnemers.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het aantal voorgenomen activiteiten, bijeenkomsten en adviestrajecten is ruimschoots gehaald. Het aantal deelnemers aan bijeenkomsten varieerde van 40 tot ongeveer 120. De resultaten zijn gebundeld in een boekje.
Kwalitatieve informatie: • Tevredenheid deelnemers werkplaats wonen, welzijn en zorg. Tijdens twee bijeenkomsten worden de deelnemers gevraagd een beoordelingsformulier in te vullen.
Kwalitatieve informatie: • De deelnemers waren over het algemeen tevreden.
Verbetering acute zorg buiten kantooruren Gepland Activiteiten: • verbetering van de acute zorg buiten kantooruren; • verbetering van de afstemming tussen de doktersdiensten, de spoedeisende hulp in ziekenhuizen en de ambulancezorg via een gezamenlijk project van de betrokken partijen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er wordt uitvoering gegeven aan een uitgewerkt plan voor één fysiek loket (huisartsenposten en ziekenhuizen), met als eerste resultaat één telefonische ingang voor de acute zorg buiten kantooruren. Er is sprake van een toenemend gebruik van deze telefonische ingang. Verder
Gerealiseerd Activiteiten: • Dit vond gestalte in het project 'Verbetering acute zorg buiten kantooruren in Groningen'. Daarvoor is een stuurgroep, waarvan het voorzitterschap en het secretariaat berustten bij de provincie, en een projectgroep opgericht. Het project is ondersteund door het bureau Advies, Research, Gezondheidszorg en Ouderenbeleid (ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV), door ons en de regionale zorgverzekeraars gefinancierd. Het project is begin 2008 afgerond. De resultaten zijn gepresenteerd op een conferentie. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er is een telefonisch netwerk tussen de (callcenters van) Doktersdiensten Groningen, Thuiszorg Groningen en Lentis (v/h GGz Groningen) tot stand gekomen, waardoor patiënten (buiten kantooruren) direct verbonden kunnen worden met de juiste hulpverlener.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
173
wordt er minimaal 1x een gezamenlijke activiteit ondernomen om de bewoners van Groningen te informeren.
Hierover zijn inwoners van de provincie Groningen geïnformeerd via berichten in de pers, inclusief op onze provinciale pagina in dag- en streekbladen. Verder zijn er samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de doktersdiensten en de afdelingen spoedeisende hulp van de vijf Groninger ziekenhuizen, als basis voor de vorming van één loket voor de acute zorg per ziekenhuislocatie.
Kwalitatieve informatie: • Er is draagvlak bij de partijen voor de uitvoering van het project.
Kwalitatieve informatie: • Partijen (doktersdiensten, huisartsen, ziekenhuizen, ambulancedienst, GGzinstellingen, thuiszorg, apothekers, patiëntenorganisaties) hebben actief meegewerkt aan de uitvoering van het project. In de Stuurgroep Acute Zorg is door alle partijen unaniem vastgesteld dat dankzij het project de samenwerking ten dienste van en de kwaliteit van de acute zorg duidelijk is verbeterd, dat er concrete resultaten zijn behaald en dat het project verder moet gaan in een structureel netwerk (het Regionaal Overleg Acute Zorg Groningen). Op die manier is het project geborgd en wordt er in structureel verband verder gewerkt aan de verbetering van de acute zorg in onze provincie.
Asielzoekersbeleid Gepland Activiteiten: • uitvoering nota provinciaal asielzoekersbeleid 2005-2008;
•
bijdrage leveren aan het COA-project 'Gezond in AZC'.
Gerealiseerd Activiteiten: • Er is uitvoering gegeven aan de nota onder andere door aandacht te besteden aan de effecten van de pardonregeling. De taakstelling is moeiteloos gehaald: ongeveer 1000 mensen zijn gehuisvest. Er heeft overleg plaatsgevonden met de VGG, de ketenpartners en het COA. • Aan dit project is een bijdrage geleverd, evenals aan projecten kunst en cultuur.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • inventarisatie aantal deelnemende asielzoekers aan projecten: streefgetal 800.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het streefgetal is ruimschoots gehaald.
Kwalitatieve informatie: • verslaglegging COA.
Kwalitatieve informatie: • verslaglegging COA.
174
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
7.3
Jeugdzorg
Omschrijving thema Jeugdzorg De provincie is op grond van de Wet op de jeugdzorg verantwoordelijk voor de regie, planning en financiering van het bureau jeugdzorg en van het zorgaanbod jeugdhulpverlening. Dit aanbod moet aansluiten op de behoefte/vraag van cliënten en op het aanbod van gemeentelijke voorzieningen voor jeugdigen. Ook moet de provincie er zorg voor dragen dat de cliënten hun aanspraken op jeugdzorg tot gelding kunnen brengen binnen een redelijke termijn. Er moet dus kwalitatief en kwantitatief voldoende aanbod zijn. Voor de uitvoering van deze taken ontvangt de provincie twee doeluitkeringen, een doeluitkering bureau jeugdzorg en een doeluitkering aanbod jeugdhulpverlening. Deze uitkeringen worden ontvangen op basis van een vierjarig beleidskader jeugdzorg en een jaarlijks uitvoeringsprogramma. Op dit moment is een provinciaal Beleidskader jeugdzorg 2005-2008 van kracht. Voor 2008 wordt een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld. Het concept daarvan is in oktober 2007 beschikbaar. Eind 2006 is een start gemaakt met het procesmanagement jeugdzorg. Volgens het plan van aanpak 'Als het ergens kan, kan het in Groningen' dat hiervoor is vastgesteld, wordt in 2007 en 2008 gewerkt aan vernieuwing en intensivering van het provinciale jeugdzorgbeleid.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd • Het hebben van een goed functionerend Bureau Jeugdzorg (BJZ) die optreedt daar waar sprake is van ernstige opvoed- en opgroeiproblemen. Te bereiken door: - geen wachtlijsten bij BJZ en het zorgaanbod; - doorlooptijden BJZ binnen de wettelijke termijnen; - vraaggerichte indicatiestelling door BJZ.
•
Het hebben van voldoende zorgaanbod dat is zo flexibel is dat het is afgestemd op de vraag van de jongeren. Te bereiken door: - starten met het flexibiliseren van het aanbod van de zorgaanbieders; - verhoging van de rijksuitkering ter dekking van 100% van de provinciale zorgvraag
Gerealiseerd • BJZ kende in 2008 financiële en organisatorische problemen. In dat kader zijn voor 2008 met BJZ prioriteiten gesteld en vastgelegd in werkafspraken. Kern van deze afspraken was dat de wachtlijst AMK nul zou zijn, er een plan van aanpak zou liggen rond de kindertelefoon, het VIB (Verbeteren indicatiestelling Bureau Jeugdzorg) zou zijn ingevoerd, evenals het protocol kindermishandeling en de Delta-methodiek. Verder zouden Eigen Kracht-conferenties worden uitgevoerd en consulenten ten behoeve van de aansluiting met het voorliggend veld aangesteld. In het algemeen heeft BJZ in 2008 aan deze afspraken voldaan. Vanaf 1 september heeft BJZ ons met maandcijfers geïnformeerd over de wachtlijst. Deze informatie gaf een structurele nul aan bij de wachtlijst AMK. De 4e kwartaalcijfers laten echter een ander aantal zien (69). De cijfers van het 4e kwartaal 2008 zijn aanleiding geweest om aan de hand van een externe audit bij BJZ de betrouwbaarheid van de cijfers te laten toetsen. Ook op de andere onderdelen waren er in 2008 wachtlijsten en zijn de doorlooptijden niet binnen de wettelijke termijnen gehaald. Eind 2008 zijn ons inziens de financiële randvoorwaarden gecreëerd, zodat BJZ in 2009 de beoogde doelstellingen wel haalt. Hierover bestaat echter een verschil van inzicht met BJZ. BJZ heeft bezwaar ingediend tegen de beschikking 2009. • In 2008 is de Base Groep gestart met het project flexibilisering zorgaanbod. Eind 2008 is er een deal gesloten tussen het IPO en het Rijk. Hierdoor is er meer structureel en incidenteel geld beschikbaar voor de jeugdzorg. •
Lysias is gevraagd een verkenning naar flexibilisering bij andere provincies uit te voeren.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
175
•
(kunnen realiseren van genoegzaam aanbod). Aansluiting hebben tussen het lokale jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid waardoor jongeren van de zorg ontvangen die ze nodig hebben (licht waar het kan en zwaar waar het moet). Te bereiken door: - afspraken met alle gemeenten/ regio’s over de aansluiting van het lokale jeugdbeleid op de provinciale jeugdzorg; - het stimuleren van vernieuwingen in de zorg en de voorliggende voorzieningen (via het Stimuleringsfonds Zorg).
Te bereiken in (planperiode):
•
In 2008 hebben wij samen met de VGG het platform jeugd opgericht, met als doel een sluitende jeugdketen te realiseren. De gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een bestuursakkoord. Inmiddels is gestart met de uitvoering van dit akkoord. Dit heeft geresulteerd in het project Zorg Voor Jeugd (ZVJ), waarin gemeenschappelijkheid gewerkt wordt aan de realisatie van een provinciale verwijsindex en de oprichting van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Deze inzet is beloond met een rijkssubsidie van afgerond € 1 miljoen. Verder zijn een viertal kwartiermakers aangesteld en zijn Eigen Kracht-conferenties als nieuwe zorgvorm gelanceerd in het voorliggende veld. Dit laatste is overeenkomstig de motie van PS van 18 juni.
2005-2008
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • •
Beleidskader Jeugdzorg 2005-2008; Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2008; Kwartaalrapportages Jeugdzorg; Rapport 'Het gaat goed, maar kan beter' van BMC (Bureau Management Consultants) naar doelmatigheid in de jeugdzorg; Notitie Jeugdzorg in Groningen stand van zaken; Notitie 'Samen Sterk' (sturen op kwaliteit in de jeugdzorg); Plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen' (procesmanagement jeugdzorg); Voortgangsrapportages jeugdzorg; Stimuleringsfonds Zorg.
Prioriteiten 2008 Uitvoering plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject versterking regierol provincie Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • uitvoeren en implementatie van de notitie • Deze notitie is vastgesteld en uitgevoerd. sturingsfilosofie van de provincie; • verbeteren/verscherpen informatievoorziening; • Er zijn 2 (vraag)analyses uitgevoerd. • monitoring van gemaakte afspraken; • Dit is uitgevoerd. • continueren van in 2007 gestart financierings• Overleg heeft structureel karakter gekregen. overleg (provincie, AWBZ, ministerie Justitie, ministerie maakt (nog) geen deel uit van overleg. gemeenten); • formatie van de afdeling jeugdzorg in evenwicht • Dit is gerealiseerd. brengen met de uit te voeren werkzaamheden; • afspraken maken met BJZ, zorgaanbieders en • Met alle instellingen zijn afspraken gemaakt. andere ketenpartners over benodigde informatieverstrekking. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • twee rapportages over voortgang procesmanagement waarin dit project wordt belicht; 176
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2008 is gerapporteerd aan de hand van de kwartaalrapportages. Met PS hebben wij nieuwe
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
• • •
herinrichten/uitbreiden van de afdeling jeugdzorg met nader te bepalen formatie; afsprakenlijst uit financieringsoverleg; rapportage/notitie over informatieverstrekking.
Kwalitatieve informatie: • mate van waardering van ketenpartners voor de sturing door de provincie en de mate waarin afspraken worden nagekomen; • inzicht in de complexe financieringsstromen en de besteding ervan; • verwerken van verbeterde informatievoorziening in (voortgangs)rapportage en uitvoeringsprogramma; • de voor sturing en beheersing van benodigde informatie wordt gedeeld door ketenpartners.
•
afspraken gemaakt over de rapportering. Dit is gerealiseerd.
• •
Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd.
Kwalitatieve informatie: • Deze waardering is in 2008 niet gemeten. •
Eind 2008 is een inkoper jeugd aangesteld.
•
Dit is gerealiseerd.
•
Dit is gerealiseerd, onder andere middels de kerngroep jeugd.
Uitvoering plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject veranderprogramma BJZ Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: In 2007 is een veranderprogramma binnen BJZ De voortgang is gemonitord. Op basis hiervan is gestart en door de provincie financieel ondersteund. vastgesteld dat de uitvoering nog niet gerealiseerd is. In 2008 moet worden gemonitord op de resultaten van dit veranderprogramma. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • doorlooptijden van AMK en Toegang (vrijwillige instroom) binnen de wettelijke normen; • geen wachtlijsten bij AMK, Toegang, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering; • deelname van BJZ in de gerealiseerde centra voor jeugd en gezin; • leveren van maandelijkse rapportages door BJZ aan de provincie; • twee rapportages over voortgang procesmanagement waarin dit project wordt belicht.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Dit is niet gerealiseerd.
Kwalitatieve informatie: • aanpassen van de organisatie BJZ aan landelijke ontwikkeling (onder meer invoering van (nieuwe) werkmethodieken, aanpassing van registratiesystemen); • verwerken van informatie uit cliënttevredenheidsonderzoeken in de organisatie BJZ.
Kwalitatieve informatie: • Nieuwe methodieken als Delta en VIB (videointeractiebegeleiding) zijn ingevoerd.
•
Dit is niet gerealiseerd.
•
BJZ participeert in overleggen rond de oprichting van CJG. Dit is gerealiseerd.
• •
•
In 2008 is gerapporteerd aan de hand van de kwartaalrapportages. Met PS hebben wij nieuwe afspraken gemaakt over de rapportering.
Dit is gerealiseerd.
Uitvoering van het plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject vraaggerichte jeugdzorg Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • uitvoering van pilots op basis waarvan gekeken • Pilot Base Groep is opgestart. wordt of vraaggerichte jeugdzorg haalbaar is. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • twee rapportages over procesmanagement
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2008 is gerapporteerd aan de hand van de
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
177
jeugdzorg waarin dit deelproject wordt belicht; •
uitvoering van een nog nader te bepalen aantal pilots.
Kwalitatieve informatie: • de mate waarin BJZ en de zorgaanbieders van jeugdzorg in staat zijn hun organisaties aan te passen op vraaggericht werken.
•
kwartaalrapportages. Met PS hebben wij nieuwe afspraken gemaakt over de rapportering. Naast de pilot bij de Base Groep is Lysias gevraagd een verkenning naar de flexibilisering bij andere provincies uit te voeren.
Kwalitatieve informatie: • Er wordt vraaggericht geïndiceerd.
Uitvoering van het plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject afstemming lokaal jeugdbeleid/Centra voor Jeugd en Gezin Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: In 2007 is met een aantal Groninger gemeenten een In 2008 is een platform jeugd opgericht met de convenant afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt gemeenten en is een bestuursakkoord afgesloten. over het realiseren van de aansluiting. In deze Hierin zijn genoemde activiteiten opgenomen. Het aansluiting spelen de Centra voor Jeugd en Gezin bestuursakkoord is voor een groot deel in uitvoering een grote rol. De provincie heeft in deze centra een middels het project Zorg Voor Jeugd (ZVJ). rol enerzijds omdat BJZ hierin een positie inneemt en anderzijds omdat ze de vorming ervan wil stimuleren en faciliteren. In 2008 zal de provincie deze twee rollen nader vorm geven in die gemeenten waarmee een convenant is gesloten. Met die gemeenten waarmee in 2007 nog geen convenant is gesloten zullen in 2008 afspraken worden gemaakt. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • twee rapportages over procesmanagement jeugdzorg waarin dit deelproject wordt belicht; •
•
met alle Groninger gemeenten (of clusters van gemeenten) zijn in 2008 convenanten afgesloten voor de aansluiting lokaal en provinciaal jeugd(zorg)beleid; met alle Groninger gemeenten (of clusters van gemeenten) zijn in 2008 afspraken gemaakt over de inzet van BJZ in Centra voor Jeugd en Gezin.
Kwalitatieve informatie: • cliëntstromen binnen Centra voor Jeugd en Gezin geven aan hoeveel cliënten in het voorliggend veld (onder verantwoording van de gemeenten) zijn geholpen en hoeveel cliënten zijn doorgestuurd naar BJZ en daar van een indicatie zijn voorzien.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2008 is gerapporteerd aan de hand van de kwartaalrapportages. Met PS hebben wij nieuwe afspraken gemaakt over de rapportering. • Met alle gemeenten is een bestuursakkoord afgesloten. •
Op hoofdlijnen zijn afspraken gemaakt. De nadere invulling maakt onderdeel uit van het project Zorg Voor Jeugd.
Kwalitatieve informatie: • Aangezien de CJG nog niet opgericht zijn, zijn deze gegevens geïnventariseerd op basis van losse onderzoeken.
Uitvoering van het plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject samenwerking in de keten Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • continueren van het financieringsoverleg ter • Dit is gerealiseerd. versterking van de keten (provincie, zorgkantoor, ministerie justitie en gemeenten); • monitoren van de afspraken tussen provincie, • Dit is gerealiseerd middels Bestuurlijke Lentis (voorheen GGz Groningen), Accare Overleggen. (instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie), BJZ, 178
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
zorgaanbieders en huisartsen over toegang van de jeugd-ggz; • monitoren van gemaakte afspraken met jeugdgezondheidszorg, de lvg-sector (licht verstandelijk gehandicapte kinderen en jongeren) en het ministerie van Justitie. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • twee rapportages over voortgang procesmanagement jeugdzorg waarin dit project wordt belicht; • alle instroom van jeugd-ggz via de toegang van BJZ; • instroom jeugd-ggz cliënten wordt door BJZ afgedaan binnen de wettelijke doorlooptijden. Kwalitatieve informatie: • jeugd-ggz cliënten krijgen vraaggerichte indicatie die afhankelijk van de inhoud van de indicatie gericht is op jeugdhulpverlening of AWBZ (en niet zonder meer een AWBZ-indicatie). Sturen op jeugdzorg (VJN2008) Deze middelen zijn beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van de activiteiten onder deelproject versterking regierol provincie. Kwartiermakers (VJN2008 en IB2008) Deze middelen zijn beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van de activiteiten onder deelproject afstemming lokaal jeugdbeleid/Centra voor Jeugd en Gezin.
•
Dit is gerealiseerd middels Bestuurlijke Overleggen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2008 is gerapporteerd aan de hand van de kwartaalrapportages. Met PS hebben wij nieuwe afspraken gemaakt over de rapportering. • Hieronder wordt verstaan: zicht hebben op de totale instroom. Dit is middels onderzoek bereikt. • Dit is niet gerealiseerd. BJZ werkt niet binnen de wettelijke doorlooptijden. Kwalitatieve informatie: • Dit is gerealiseerd.
Voor de verantwoording wordt naar de prioriteit deelproject versterking regierol provincie (hierboven) verwezen.
Voor de verantwoording wordt naar de prioriteit deelproject afstemming lokaal jeugdbeleid/Centra voor Jeugd en Gezin alsmede naar de tekst bij het onderdeel Maatschappelijke effecten en prestatieindicatoren (hierboven) verwezen.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
179
7.4
Cultuur, media, erfgoed
Omschrijving thema cultuur, media, erfgoed Het thema Cultuur omvat de onderdelen cultuurbereik, erfgoed en kunsten. In de Cultuurnota 2005-2008 zijn deze drie onderdelen vertaald in drie programma's: 1. Creatieve netwerken (bereik door verankering) Wij willen het cultuurbereik in de regio's stimuleren. Hierin werken we nauw samen met gemeenten en instellingen in de Regionale Cultuurplannen. Het nieuwe beleid op het gebied van Amateurkunst sluit aan bij de Regionale Cultuurplannen en heeft als doel het organisatorisch vermogen in de regio te versterken, nieuwe initiatieven mogelijk te maken en bij te dragen aan de ontwikkeling van de amateur-kunstenaar. Door het leggen van een stevige basis in de regio creëren wij ook kansen voor talent om te groeien. Personen en instellingen in stad en regio vormen netwerken en individuen kunnen zich ontplooien. Het beleid is gericht op verankering van, nu nog vaak incidentele, initiatieven in de regio, maar ook van cultuuronderwijs op scholen en van de belevingswaarde van de Groninger taal en cultuur van de inwoners van Groningen. Onder dit programma valt ook bibliotheken. 2. Het verhaal van Groningen (identiteit door ontwikkeling) Wij willen het cultureel erfgoed niet alleen bewaren maar ook presenteren aan de huidige en toekomstige generaties. Door het vertellen van verhalen over Groningen in de vorm van eigentijdse presentaties van collecties wordt het verleden op een actuele en aansprekende manier weer zichtbaar gemaakt. Om dit te bereiken willen wij de verschillende collecties benaderen als één geheel, te weten de Collectie Groningen. Deze Collectie Groningen is het collectief van alle collecties binnen de afzonderlijke beleidsterreinen zoals de archieven, monumenten, immaterieel erfgoed, archeologie, museale objecten, collectie Groningana en het landschap. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het instandhoudingsbeleid van deze Collectie Groningen, waarbij selectie een steeds grotere rol zal gaan spelen. 3. Dynamiek in de kunsten van stad en regio Wij willen de aantrekkelijkheid van Groningen zowel als vestigingsplaats als ook voor bezoekers van elders versterken door een krachtige culturele profilering: in Groningen valt veel te beleven. Hierin werken we nauw samen met de gemeente Groningen en de grote instellingen en festivals die de basis van de bekendheid van Groningen als culturele hoofdstad van het Noorden vormen. Wij willen de kwaliteit van deze instellingen en festivals behouden en versterken. Talentontwikkeling is daarbij een belangrijke focus. Daarnaast willen wij het organisatorisch vermogen in de kunsten versterken bijvoorbeeld door samenwerking te stimuleren, aangezien hiervan een sterke dynamische werking uitgaat. Ook wordt onder het concept Creatieve Stad het creatieve milieu in de stad Groningen versterkt. Dit om het woon- en vestigingsklimaat in stad en regio te bevorderen. Door het beleid Culturele Planologie proberen wij het leefklimaat in stedenbouwkundig en landschappelijke zin te versterken door kunsten/cultuurhistorie en planologie aan elkaar te verbinden. Kortom: het beleid is gericht op het vergroten van de dynamiek in de kunsten in stad en regio. Niet opgenomen in de Cultuurnota 2005-2008: 4. Media Conform artikel 107 Mediawet is het provinciebestuur verantwoordelijk voor minstens een regionale omroep in de provincie zodanig dat een kwalitatief hoogwaardige programmering mogelijk is en continuïteit van de bekostiging gewaarborgd is. In Groningen verzorgt RTV Noord de programmering. Met RTV Noord onderhouden wij een structurele relatie. Over de relatie tussen omroep en provincie is in 2003 de Medianota, kadernota RTV Noord verschenen. Daarnaast zijn afspraken in 2006 gemaakt tussen IPO en ROOS die zijn vastgelegd in een handboek financiële verantwoording regionale omroepen en uitgangspunten beleid. Deze drie documenten zijn de basis geweest voor de budgetafspraken met RTV Noord die in 2006 zijn overeengekomen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd 1. Creatieve netwerken (cultuurbereik): Het versterken van sociaal-culturele samenhang in de regio door in te zetten op laagdrempelige, voor een breed publiek toegankelijke functies en 180
Gerealiseerd 1. Creatieve netwerken (cultuurbereik): Alle beleidsmaatregelen binnen het programma Creatieve Netwerken hebben zich in 2008 verder ontwikkeld. Binnen de regio's van de Regionale
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
initiatieven in de provincie, dichtbij en herkenbaar voor Groningers. Hierdoor worden de inwoners van de provincie Groningen in aanraking gebracht met cultuur en wordt de actieve deelname aan cultuur bevorderd.
2. Het Verhaal van Groningen (erfgoed): Het stimuleren dat het publiek meer met de informatie vanuit de Collectie Groningen in aanraking komt en daar kennis van neemt en het waarborgen van de instandhouding van de Collectie Groningen voor toekomstige generaties. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan het zelfbewustzijn van de burgers over de regio.
3. Dynamiek in de kunsten van stad en regio: De mogelijkheden voor het uitvoeren van nieuwe toepassingen, nieuwe ideeën, experimenten en samenwerkingsvormen vergroten en nieuwe initiatieven stimuleren. Hiermee wordt aan de bestaande culturele infrastructuur een impuls gegeven. Deze aanpak heeft zodoende direct effect op de Kunsten en resulteert in nieuwe toepassingen van cultuur, zoals Culturele Planologie en bewerkstelligen van de Creatieve Stad. Het verbinden van de kunsten met andere sectoren (economische en maatschappelijke) is een uitgangspunt in ons beleid.
4. Media: Zoveel mogelijk inwoners over het maatschappelijke, economische, sportieve en culturele leven in de provincie Groningen informeren. In het geval van een ramp heeft de regionale omroep een speciale taak als rampenzender. Te bereiken in (planperiode):
Cultuurplannen zijn meer initiatieven ontstaan vanuit het veld. Hiermee werden vele mensen bereikt zowel als toeschouwer en/of als actieve deelnemer. Vele initiatieven hadden ook een interactie in zich tussen amateurs en professionals. Ruim 90% van de scholen heeft een cultuureducatieplan. Steeds meer leerlingen komen in aanraking met kunst en cultuur. De inhoudelijke bibliotheekvernieuwing heeft zich in 2008 verder voortgezet. 2. Het Verhaal van Groningen (erfgoed): De beleidsmaatregelen ten aanzien van het (integraal) presenteren en instandhouding van de Collectie Groningen worden - voor het merendeel via de organisaties - goed uitgevoerd. Het geformuleerde beleid met betrekking tot het Verhaal van Groningen heeft een sterke impuls gegeven aan nieuwe initiatieven waarbij meer wordt nagedacht over samenwerking en aan een betere bewustwording van onderlinge collectie- en informatiesamenhang. In 2008 is er nadere invulling gegeven aan het nieuwe beleid met betrekking tot integrale presentaties van de Collectie Groningen, zowel digitaal - www.hetverhaalvangroningen.nl - als fysiek (thema-/regioprojecten). 3. Dynamiek in de kunsten van stad en regio: De beleidsmaatregelen kunsten zijn op dusdanige wijze uitgevoerd dat (nieuwe) initiatieven en organisaties gestimuleerd zijn nieuwe projecten en ideeën mogelijk te maken. Dit is enerzijds gebeurd via de Kunstraad Groningen, die in 2008 middels subsidierondes en het uitzetten van de opdracht Versterken Productiefunctie, de betreffende beleidsmaatregelen gerealiseerd heeft. Anderzijds heeft dit beleid vorm gekregen in het beleid Creatieve Stad. Ten aanzien van Culturele Planologie is het project Woordenstroom afgerond, evenals de opdracht die was verleend voor het maken van een documentaire over (cultuur)historie Meerstad en is subsidie verstrekt voor project Atlas (Regiovisie Groningen-Assen). Daarnaast hebben de instellingen die binnen Dynamiek in de Kunsten zijn opgenomen in de Cultuurnota uitvoering gegeven aan de met hun afgesproken prestaties. 4. Media: De doelstellingen zijn door de regionale omroep gerealiseerd.
2005-2008
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Cultuurnota 2005-2008 provincie Groningen: Stroomversnelling; Cultuurconvenant OCenW - Noord Nederland 2005-2008; Noordelijk Profiel: Investeren in Ontwikkeling; Medianota, kadernota RTV Noord; Uitgangspunten beleid regionale omroepen; Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
181
• • • • • • • • •
Handboek financiële verantwoording regionale omroepen; Afspraken Budgetfinanciering van de budgetinstellingen; Notitie Cultuureducatie, beleidsnotitie Bureau voor Cultuureducatie in de provincie Groningen; Marsrouteplan Bibliotheekvernieuwing provincie Groningen; Notitie Amateurkunst in stad en provincie Groningen; Notitie Regionale Cultuurplannen 2004/5-2007; Aanvraag OCW Actieplan Cultuurbereik, Cultuureducatie, Beeldende Kunst en Vormgeving; Plan van aanpak RTV Noord. Voordracht PS: Doorontwikkeling kennissite www.hetverhaalvangroningen.nl en de financiering daarvan.
Prioriteiten 2008 Creatieve Netwerken (Cultuurbereik) Gepland Activiteiten: • Regionale Cultuurplannen (RCP) worden versterkt door verankering (deelname van bestaande instellingen en follow-up), verdieping (professionele inbreng) en ontwikkeling (inhoudelijk en organisatorisch). •
•
•
•
182
Het amateurkunstbeleid kent via het financieel faciliteren van de creatieve netwerken een meer op de regio gerichte invulling met als doel het versterken van het organisatorisch vermogen in de regio, nieuwe initiatieven mogelijk te maken en bij te dragen aan de ontwikkeling van amateurkunstenaars. De theaterwerkplaats De Prins van Groningen heeft hierbij een verbindende en ondersteunende rol. Investeren in jeugd; via cultuureducatiebeleid basisonderwijs en voortgezet onderwijs en doelgroep jongeren (Jonge Harten Festival, De Steeg, en ondersteuning van initiatieven die zich richten op jongeren die normaal niet zo snel met kunst en cultuur in aanraking komen (voorheen de Paradox-gelden). Naast een reguliere jaarlijkse bijdrage aan Biblionet wordt flink geïnvesteerd in bibliotheekvernieuwing (p.m., afhankelijk van besluitvorming vanuit het Rijk): bibliotheken gaan moderner werken en hebben een duidelijke sociale functie, de in 2006 en 2007 in gang gezette vernieuwingen worden afgerond en geconsolideerd. Steeds meer scholen stellen een cultuureducatieplan op en het aantal cultuurcoördinatoren groeit. De scholen maken gebruik van de ondersteuningsstructuur via IVAK en Kunststation C.
Georganiseerd Activiteiten: • Regionale Cultuurplannen/Regionale Netwerken (RCP/RCN) en amateurkunstbeleid. In 2008 heeft regelmatig overleg plaatsgevonden met de deelnemende gemeenten en kwamen de culturele gangmakers in diverse bijeenkomsten bijeen. • Ca. 20 kleinere of grotere netwerken met uiteenlopende projecten zijn actief. De theaterwerkplaats is op diverse manieren betrokken bij de projecten in de regio, zoals via advisering en het leveren en begeleiden van deelnemers. De communicatie over RCP/RCN vindt plaats via de website, het blad Blick en soms via advertorials. •
•
•
De Steeg speelde in 2008 107 voorstellingen, waarmee 10.000 jongeren werden bereikt. Er namen 50 jongeren actief deel aan deze voorstellingen. Jonge Harten had in 2008 8500 bezoekers. Er namen 1250 jongeren actief deel aan de activiteiten. De Paradox-middelen zijn in 2008 besteed aan 4 projecten, waaraan 4380 jongeren actief deelnamen en waarmee ongeveer 3000 jongeren zijn bereikt als publiek. In 2008 werkten we met een Bibliotheekplan dat als vervolg diende op het Marsrouteplan 2007. Het jaar 2008 was door het rijk als een extra jaar toegevoegd aan de bibliotheekvernieuwingsperiode, waardoor alle in 2006 en 2007 ingezette projecten afgerond konden worden. Dat is in de provincie Groningen gelukt. Ruim 90% van de scholen voor primair onderwijs in de provincie hebben een cultuureducatieplan opgesteld of zijn hiermee bezig. De twee provinciale ondersteuningsinstellingen voor cultuureducatie in de provincie, Kunststation C en IVAK, werken aan het behalen van deze doelstelling. Beide ondersteuningsinstellingen geven de cursus Interne Cultuurcoördinator voor leerkrachten in het basisonderwijs. Kunststation C heeft in 2008 78 certificaten
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
•
Scholen ontvangen onder meer via Kunststation C en IVAK een leerlingbijdrage.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 1 werkplaats in de gemeente Groningen; • • • • •
• • •
•
4 regionale cultuurplannen en 21 gemeenten die participeren in deze plannen; 8 clusters van basisbibliotheken; 4 of meer regionale creatieve netwerken in de regio (Noord-Groningen, Oost-Groningen, Gorecht en het Westerkwartier); 8 sterke organisatoren in positie; ca. 300 basisscholen die een cultuureducatieplan opstellen; ca. 40.000 leerlingen van basisscholen die met cultuur in aanraking komen;
Ontwikkeling instrumentarium om de uitbreiding van de relatie van de scholen met de culturele omgeving te kunnen meten (beoogd effect 25%). Alle basisscholen en op termijn de onderbouw van het voortgezet onderwijs maken gebruik van Kunststation C en IVAK als sparringpartner. Publieksbereik is via RCP/RCN in 2008 met 5% gegroeid ten opzichte van de meting in 20022003 (van 25.000 toen naar 26.500 mensen in 2008). Jaarlijks worden 400 jongeren actief en 6000 jongeren passief bereikt door Jonge Harten Festival, De Steeg en initiatieven voor jongeren die normaal niet snel met kunst en cultuur in aanraking komen (voorheen Paradox-gelden).
Kwalitatieve informatie: • Binnen iedere RCP-regio ontstaan netwerken die de functie van het RCP kunnen versterken en wordt in samenwerking met de werkplaats in de
•
afgegeven. In het gebied van IVAK hadden alle coördinatoren in 2007 al het certificaat gehaald. Kunststation C heeft in het kader van de aansluiting van primair onderwijs op voortgezet onderwijs een subsidie van OCW voor onderzoek naar de doorlopende leerlijn cultuureducatie ontvangen. De opleiding Kunsten, Cultuur en Media van de RUG voert dit onderzoek uit. Kunststation C heeft in het kader van de versterking van erfgoededucatie een erfgoedconsulent aangesteld. IVAK draagt in Noordoost-Groningen op vergelijkbare wijze als Kunststation C bij aan de uitvoering van het cultuureducatiebeleid van de provincie. Het IVAK werkt aan invoering van een vraaggerichte werkwijze in het primair onderwijs door het vormen van netwerken rond scholen. Voor erfgoededucatie neemt het IVAK deel aan het landelijke project Erfgoed à la Carte. Scholen hebben in 2008 aanspraak kunnen maken op de bijdrage van € 2,50 per leerling.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 1 theaterwerkplaats in de gemeente Groningen, werkzaam voor de hele regio; • 4 regionale cultuurplannen en 21 gemeenten die participeren in deze plannen; • 8 clusters van basisbibliotheken; • 8 regionale creatieve netwerken in de regio (Noord, Oost, Westerkwartier en Gorecht), incl. de combinatie RCN/RCP is dit aantal 20; • 8 sterke organisatoren in positie; • ca. 320 basisscholen die een cultuureducatieplan opstellen; ca. 40.000 leerlingen van basisscholen die met kunst en erfgoed in aanraking komen. Ca. 25% van de scholen in Kunststation Cgebied is in een verkennende fase, ca. 60% schrijft een cultuureducatieplan, ca. 15% voert het plan uit. Ruim 90% van de scholen in IVAKgebied heeft een cultuureducatieplan opgesteld. • KunststationC en IVAK ondersteunen het opzetten van culturele netwerken rondom scholen. • Alle basisscholen en op termijn de onderbouw van het voortgezet onderwijs maken gebruik van Kunststation C en IVAK als sparringpartner. • Totaal RCN: publieksbereik in 2008: 28.765 en actieve deelname: 1.546. Groei: 15%. Totaal RCP: publieksbereik in 2008: 29.546 en actieve deelname: 2.115. Groei: 18%. • De gestelde doelen met betrekking tot het actief betrekken van jongeren en het publieksbereik van jongeren zijn ruimschoots gehaald. Opgeteld luiden de cijfers als volgt: actief bereik 5.680 en publieksbereik 13.500. Kwalitatieve informatie: • Zie hierboven bij Activiteiten.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
183
• •
stad en de koepels verder gebouwd aan een bloeiend amateurkunstenaarsnetwerk in stad en regio. Bibliotheken blijven moderner werken en hebben een duidelijke sociale functie. Verankering van cultuureducatie in het onderwijs wordt bevorderd, scholen gaan als volwaardige partner deelnemen aan het culturele netwerk in de regio.
Het Verhaal van Groningen (Erfgoed) Gepland Activiteiten: • Een presentatiebeleid, waarbij de Collectie Groningen als collectief van alle collecties (archieven, monumenten, archeologie, musea, landschap, bibliotheken en immaterieel erfgoed) in samenhang wordt getoond. De (historische) collectie van het Groninger Museum maakt hier een wezenlijk onderdeel van uit.
•
Instandhouding van de Collectie Groningen. Het betreft het zorg blijven dragen voor de instandhouding van de Collectie Groningen, waarbij selectie een steeds grotere rol zal gaan spelen. Verder zal er worden gewerkt aan een goede afstemming hierover tussen de verschillende overheden. Bovenstaande activiteiten zijn als zodanig verwoord in de Cultuurnota 2005-2008 als beleidsmaatregelen. NB. In het kader van de Voorjaarsnota 2007 is besloten (cf. het collegeprogramma 2007-2011) voor de periode 2008 t/m 2012 de subsidie aan het Huis van de Groninger Cultuur te continueren en te verhogen naar € 325.000 alsmede het mediabudget regionale cultuur van € 25.000 te continueren. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • presentaties, instandhouding Collectie Groningen via 28 erfgoedinstellingen incl. activiteiten; • inzet van 5 kredieten voor activiteiten op gebied van publieksbereik en instandhouding; •
• 184
het realiseren van tentoonstellingen door het Groninger Museum vanuit Collectie Groningen;
tot stand komen van 1 Provinciaal Steunpunt
•
Zie hierboven bij Activiteiten.
•
Zie hierboven bij Activiteiten.
Gerealiseerd Activiteiten: • Verbinding en presentatie van de Collectie Groningen, in samenhang, is verder uitgewerkt door: - de (gesubsidieerde) organisaties afzonderlijk; - de verdere ontwikkeling van het digitale podium www.hetverhaalvangroningen.nl; - de derde vertaling van integrale (fysieke) presentaties door het project Het Verleden van Groningen onder leiding van prof.dr. M.G.J.Duyvendak, hoogleraar regionale geschiedenis RUG. • Dit is gerealiseerd via de (gesubsidieerde) organisaties in het veld. • Dit is gerealiseerd door in te zetten op een richting Rijk om de problematiek in de monumentenzorg zoals restauratieachterstanden en subsidieregelingen onder aandacht van de minister te brengen. • Dit is gerealiseerd door subsidiëring van restauratieprojecten. NB. In de vergadering van Provinciale Staten van 10 december 2008 is in het kader van de cultuurnota 2009-2012 tot herbestemming van het mediabudget per 1 januari 2009 besloten.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Presentaties en instandhouding zijn door genoemde organisaties gerealiseerd, mede via budgetafspraken. • Kredieten zijn 100% ingezet voor het vastgestelde doel. •
Het Groninger Museum is in de Cultuurnota opgenomen onder Programma 3 - De Kunsten. Het Groninger Museum heeft drie tentoonstellingen gerealiseerd vanuit de historische collectie dan wel Groninger perspectief alsmede diverse exposities in het kader van De Ploeg. Daarnaast ontsluit het museum haar historische collectie via vele bruiklenen, www.hetverhaalvangroningen.nl en doet redactioneel werk hiervoor.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
•
Monumentenzorg; •
realiseren van 2 Archeologische Informatiepunten (AIP). (Zie verder de productenbegroting.)
Kwalitatieve informatie: • het vergroten van de belangstelling voor en het gebruik van informatie over de Collectie Groningen (in relatie met kennis over geschiedenis in het algemeen), hetgeen een bijdrage levert om de dynamiek, de rijkdom en potentie van de eigen regio meer zichtbaar te maken;
•
het digitaal ontsluiten van de Collectie Groningen: www.hetverhaalvangroningen.nl;
•
presentaties/gebruik van de historische collectie van het Groninger Museum;
•
samen met erfgoedinstellingen in stand houden van de Collectie Groningen.
Dynamiek in de kunsten stad en regio (Kunsten) Gepland Activiteiten: • De dynamiek in de beeldende kunsten en podiumkunsten in stad en regio wordt actief bevorderd. De Kunstraad heeft opdracht gekregen door middel van het Kunstenbudget deze dynamiek te versterken.
•
Wij dragen zorg voor talentontwikkeling, zowel
•
Er is een personele en bestuurlijke unie tussen de Monumentenwacht, Libau en Libau Steunpunt. De stichtingen blijven gehandhaafd. Geopend zijn het AIP Oost-Fivelingo (gevestigd in Appingedam), het AIP Middag-Humsterland (gevestigd in Ezinge) en is fase 1 van het AIP Dollardboezem afgesloten (gevestigd in Nieuweschans).
Kwalitatieve informatie: • Gerealiseerd via de (gesubsidieerde) organisaties in het veld. Daarnaast door de realisatie en verdere ontwikkeling van www.hetverhaalvangroningen.nl, waarbij door middel van verhalen de Collectie Groningen in samenhang zichtbaar wordt gemaakt, interactief. Verder is er een derde fysieke vertaling ontwikkeld voor presentaties in samenhang door het project Het Verleden van Groningen. Er zijn inventarisaties uitgevoerd binnen de monumentenzorg Groningen. • Dit is gerealiseerd. Er is ingezet op de verdere ontwikkeling van de erfgoedbrede kennissite www.hetverhaalvangroningen.nl. Zo is er een eerste stap gezet om de site beter en breder te positioneren en meer en beter gebruik te maken van de mogelijkheden die ICT biedt om informatie te ontsluiten, ook voor nieuwe doelgroepen. In 2008 zijn gesprekken gevoerd met het provinciale jongerentrendteam over hoe jongeren tegen erfgoed aankijken. Er is gekozen voor een presentatie van Game Based Learning (www.geschiedenisspel.nl). Vanuit het Masterplan Waddenland is een project voor middelbare scholieren ontwikkeld. • Het Groninger Museum is in de Cultuurnota opgenomen onder Programma 3 - De Kunsten. Het Groninger Museum heeft drie tentoonstellingen gerealiseerd vanuit de historische collectie dan wel Groninger perspectief alsmede diverse exposities in het kader van De Ploeg. Daarnaast ontsluit het museum haar historische collectie via vele bruiklenen, www.hetverhaalvangroningen.nl. en doet redactioneel werk hiervoor • Dit is gerealiseerd via de (gesubsidieerde) organisaties.
Gerealiseerd Activiteiten: • In 2008 zijn vijf subsidierondes gehouden. Binnen deze subsidierondes zijn (interdisciplinaire) activiteiten gesubsidieerd in stad en provincie Groningen. Deze subsidies zijn gedekt door het Kunstenbudget 2008. De Kunstraad heeft bovendien een opdracht uit het krediet Versterken Productiefunctie. •
Dit beleidsvoornemen is in 2008 gerealiseerd.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
185
op professioneel als op amateurniveau, door het subsidiëren van instellingen actief op dit gebied en door het uitzetten van culturele prijzen. •
De uitstraling van de grote instellingen en festivals en van de culturele infrastructuur in algemene zin wordt versterkt, door deze instellingen te subsidiëren.
•
• • •
•
Er wordt een plan ontwikkeld waarin kunsten, wetenschap en bedrijfsleven samenwerken om te komen tot creatieve milieus onder het concept “De Creatieve Stad”.
•
• •
Er wordt een sterk cultureel planologisch beleid ontwikkeld.
Bovenstaande activiteiten zijn als zodanig verwoord In de Cultuurnota 2005-2008 als beleidsmaatregelen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • plaatsvinden van 5 grote interdisciplinaire manifestaties (aanname t.b.v. Kunstraad Groningen); •
ontstaan van 5 nieuwe samenwerkingsinitiatieven, onder andere tussen topinstellingen en potentials (aanname);
•
realiseren van 1 broedplaats;
•
houden van 3 grote internationale festivals (Noorderzon, Noorderlicht en Noorderslag);
• •
plaatsvinden van 2 creatieve projecten; realiseren van 1 cultuurpand;
186
•
Alle instellingen uit de Cultuurnota 2005-2008, zowel op professioneel als amateurniveau, die zich met talentontwikkeling bezig houden, hebben in 2008 een structurele subsidie ontvangen; Daarnaast heeft in 2008 een expertmeeting plaatsgevonden in het kader van talentontwikkeling. Dit naar aanleiding van de enquête die gehouden was onder instellingen die zich bezig houden met talentontwikkeling op zowel amateur- als professioneel niveau. Dit is gerealiseerd via subsidiëring van grote instellingen en festivals in 2008. Dit is gerealiseerd via subsidiëring van grote instellingen en festivals in 2008. Het Groninger Museum heeft 2 'blockbuster'tentoonstellingen georganiseerd en 9 overige tentoonstellingen, waarvan 3 vanuit perspectief Collectie Groningen. Gerealiseerd middels het krediet Creatieve Projecten, kunstenaarsinitiatieven en artists-inresidence, waarbij kunstenaarsinitiatieven en andere kunstorganisaties gesubsidieerd zijn in activiteiten, waarbij sprake is van cross-overs tussen kunsten, bedrijfsleven, ICT en/of onderwijswezen. Budgetsubsidie verstrekt aan Pavlov Medialab te Groningen. Het meerjarige kunstproject Woordenstroom (langs Vaarweg Lemmer-Delfzijl) is conform planning uitgevoerd en afgerond. De laatste kunstopdracht langs het Eemskanaal is verstrekt, er is opdracht verleend aan Stichting Beeldlijn voor een afrondende documentaire over het project, de laatste 2 (onderzoeks)documentaires in het kader van Meerstad zijn opgenomen en er is een grote kunstopdracht verleend ten behoeve van gebied Houwingaham. Daarnaast is de boekuitgave verschenen ten behoeve van cartografieproject Regiovisie Groningen-Assen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn minstens 5 interdisciplinaire manifestaties gerealiseerd via de subsidierondes van Kunstraad Groningen. • Er zijn minstens 5 nieuwe samenwerkingsinitiatieven gerealiseerd via de subsidierondes van de Kunstraad en middels kredieten Creatieve Stad. • De opdracht Versterken Productiefunctie is in december 2008 verstrekt door de Kunstraad. • Er zijn minstens 2 broedplaatsen/productiehuizen gerealiseerd middels subsidies van de Kunstraad en Creatieve Stad/ESFI. • In 2008 zijn de drie grote festivals gesubsidieerd en hebben deze plaatsgevonden (Noorderzon, Noorderlicht, Noorderslag). • In 2008 zijn 3 creatieve projecten gesubsidieerd. • De provincie heeft in 2008 voor de verbouw van 3 cultuurpanden een ESFI-subsidie verstrekt.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
•
realiseren van 2 projecten culturele planologie;
•
•
houden van 1 culturele prijs (opdrachten);
•
•
functioneren van de Kunstraad Groningen, waarbij subsidieaanvragen binnen 8 weken worden afgehandeld; minimaal 1 vernieuwend project via krediet Versterken productiefunctie (opdrachtendeel Kunstraad Groningen); realiseren van 1 grote tentoonstelling door het Groninger Museum.
•
• •
Kwalitatieve informatie: • Vergroten aantrekkelijkheid van Groningen als vestigingsplaats, innovatieve bedrijvigheid en het aantrekken en behouden van hoogwaardig personeel.
Media Gepland Activiteiten: • Financieren van 1 regionale omroep RTV Noord die conform de Mediawet programmering op radio, televisie, teletekst, internet, nieuwsbrief en tekst-tv verzorgt; • Bewaken financiële positie RTV Noord waarbij het plan van aanpak van RTV Noord leidend is.
• •
In 2008 zijn 4 projecten Culturele Planologie gerealiseerd (afronding Woordenstroom, opdrachtverlening documentaire Woordenstroom, kunstopdracht Meerstad, onderzoek/publicatie Regiovisie GroningenAssen). Er zijn in 2008 zijn zowel de Wessel Gansfortprijs als ook het Belcampo Stipendium verleend. Over het gemiddelde van alle aanvragen is deze prestatie behaald. De opdracht Licht en kleur in de specifieke ruimte is verstrekt aan Wall House en Kunstruimte 09. Het Groninger Museum heeft 2 'blockbuster'tentoonstellingen georganiseerd en 9 overige tentoonstellingen, waarvan 3 vanuit perspectief Collectie Groningen.
Kwalitatieve informatie: • Deze beleidsdoelstelling is gerealiseerd middels: - subsidiëring van culturele organisaties in stad en provincie; - subsidiëring van 3 grote festivals (Noorderslag, Noorderzon en Noorderlicht); - subsidiëring van het Groninger Museum; - subsidiëring middels creatieve projecten, kunstenaarsinitiatieven en (gast)ateliers; - deelname in project Atelierbeleid gemeente Groningen; - regulier overleg met de dienst RO/EZ van de gemeente Groningen ten aanzien van projecten op het terrein van Creatieve Stad en Cultuur en Economie; - de uitvoering van het project Woordenstroom, documentaire Meerstad en kunstopdracht Houwingaham.
Gerealiseerd Activiteiten: • Deze activiteit/doelstelling is gerealiseerd.
•
RTV Noord heeft gerapporteerd over de voortgang van het plan van aanpak 2005-2010.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Positief exploitatiesaldo RTV Noord.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • RTV Noord heeft in 2007 een positief exploitatiesaldo gerealiseerd van € 5.928 (in 2006 was er een negatief exploitatiesaldo van € 141.512 ).
Kwalitatieve informatie: • Een regionale omroep die een gezonde financiële basis heeft voor de toekomst. Als basisdocument hiervoor geldt het plan van aanpak uit 2003 en de aanvullende brief hierop
Kwalitatieve informatie: • RTV Noord voert het plan van aanpak uit. Dit heeft geresulteerd in een positief exploitatiesaldo van € 5.928 .
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
187
•
van RTV Noord die medio 2005 ontvangen is. Conform het Handboek financiële verantwoording legt de regionale omroep jaarlijks verwoording aan de provincie.
•
RTV Noord heeft conform het Handboek financiële verantwoording afgelegd.
Voorbereiding nieuwe Cultuurnota (2009-2012) (VJN2008 en IB2008) Gepland Gerealiseerd Activiteiten: Activiteiten: • Realiseren van de Cultuurnota 2009-2012. • Dit is gerealiseerd. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 1 cultuurnota 2009-2012.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Dit is gerealiseerd.
Kwalitatieve informatie: • geen.
Kwalitatieve informatie: • geen.
188
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
7.4
Lasten/baten en analyse Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGDZORG EN CULTUUR Welzijn
5.643.151
7.602.885
7.078.079
Ontwikkeling en ondersteuning welzijn Studiefonds
4.191.375 162.246
5.602.494 165.651
4.971.231 167.246
301.872 987.658
856.574 978.165
1.014.331 925.270
Sociaal beleid
1.833.126
2.209.192
1.906.129
Asielzoekers Zorg en hulpverlening Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen
49.434 1.231.451 552.241
121.171 1.259.154 828.867
76.707 1.233.159 596.263
Jeugdzorg
41.615.511
40.286.394
41.078.441
Jeugdzorg
41.615.511
40.286.394
41.078.441
Cultuur, media, erfgoed
Onderwijsbeleid Sport
20.004.167
20.793.553
20.341.696
Media Creatieve netwerken
7.848.514 1.792.285
8.261.259 1.892.705
8.151.460 2.075.765
Het verhaal van Groningen Dynamiek in de kunsten van stad en regio Bibliotheekwerk
3.022.223 3.358.682 3.982.464
3.567.914 3.495.815 3.575.861
3.245.401 3.338.518 3.530.552
69.095.956
70.892.023
70.404.345
Totaal welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg en cultuur
Omschrijving
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGDZORG EN CULTUUR Welzijn Ontwikkeling en ondersteuning welzijn
114.472 31.673-
Studiefonds Onderwijsbeleid
204.729 91.229
455.177 362.368
32.699
-
113.445
113.500
Sociaal beleid
6.466
-
6.466-
Asielzoekers (nieuw) Zorg en hulpverlening
6.466
-
6.466-
-
-
Jeugdzorg
39.986.677
38.516.939
39.194.614
Jeugdzorg
39.986.677
38.516.939
39.194.614
Sport
Wonen, welzijn em zorg voor kwetsbare groepen
Cultuur, media, erfgoed
9.279102.088
1.819.660
1.285.113
1.414.394
Media Creatieve netwerken
456.676
402.565
418.347
Het verhaal van Groningen Dynamiek in de kunsten van stad en regio
19.077 227.832
21.250 209.506
18.634 358.160
1.116.075 41.927.275 27.168.680 69.095.956
651.792 40.006.781 30.885.242 70.892.023
619.253 41.057.719 29.346.626 70.404.345
Bibliotheekwerk Nadelig slot welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg en cultuur Totaal welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg en cultuur
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
189
Analyse programma Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 4.609.850 66.282.173 70.892.023 40.006.781 30.885.242
Realisatie 4.737.359 65.666986 70.404.345 41.057.719 29.346.626
Saldo -127.509 615.187 487.679 1.050.938 1.538.617
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Welzijn Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.664.473 5.938.412 7.602.885 204.729 7.398.156
Realisatie 1.786.521 5.291.558 7.078.079 455.177 6.622.902
Saldo -122.048 646.854 524.806 250.448 775.254
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 897.302 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht.
• •
• •
•
•
190
In voorgaande jaren zijn diverse incidentele subsidies beschikt die om diverse redenen geen doorgang hebben gehad of waarbij de subsidie achteraf lager is vastgesteld. Het ongebruikte deel valt vrij ten gunste van de algemene middelen. Bij de besluitvorming m.b.t. de Sociale Agenda is aangenomen dat het provinciale deel van de restantbudgetten gebieden worden aangewend ter dekking van overgangsproblematiek 2009. Onder de overgangsproblematiek valt ondermeer dat de bestuurlijke afspraken in 2008 vielen, terwijl de daadwerkelijke vastlegging in 2009 gaat plaatsvinden. De overboekingsvoorstellen beslaan een totaal bedrag van afgerond € 523.764. Met betrekking tot de budgetten breedtesport en onderdelen uit de sportnota zijn werkzaamheden reeds gestart in 2007, danwel zijn er minder initiatieven uit het veld gekomen. Dit heeft geresulteerd in een onderbesteding van € 62.542. De geraamde bestedingen integrale aanpak jeugdzorg/jeugdbeleid vallen lager uit dan voorzien, omdat inzet voor het traject in 2008 voor de aansluiting jeugdzorg/jeugdbeleid niet t.l.v. het speerpunt jeugd en veiligheid is gebracht maar vanuit de kaders van de jeugdzorg zijn opgenomen. Het restantbudget is vervolgens ingezet voor cofinanciering van een aantal andere projecten, maar niet volledig benut. De restant middelen, zijnde € 108.658 worden middels een overboekingsvoorstel overgeboekt naar 2009. Het budget voor antidiscriminatievoorziening dat bij de septembercirculaire 2006 door het Rijk beschikbaar is gesteld is nog niet geheel aangesproken, het restantbudget is overgeboekt naar 2009. De uitvoering hiervan is reeds gestart in 2007 en loopt ook door in 2009. Overige verschillen:
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
49.141
523.764
62.542 108.658
94.329 58.868
Thema Sociaal beleid Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 421.592 1.787.600 2.209.192 0 2.209.192
Realisatie 391.868 1.514.261 1.906.129 -6.466 1.912.596
Saldo 29.724 273.339 303.063 -6.466 296.596
De totale directe/baten kosten zijn t.o.v. de raming € 266.873 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht.
•
• •
•
De verantwoording van de middelen vanuit het Stimuleringsfonds Zorg vindt op kasbasis plaats. Niet benodigde middelen blijven beschikbaar binnen het Stimuleringsfonds Zorg. In 2008 is in totaal € 383.831 betaald uit het Stimuleringsfonds Zorg. Dit bedrag bestaat uit betalingen op verplichtingen in 2008 en uit betalingen op verplichtingen uit voorgaande jaren voor respectievelijk € 233.376 en € 150.455. Het verschil tussen de raming (€ 350.000) en de hogere realisatie wordt onttrokken uit het fonds. De onderschrijding van de budgetten voorgaande jaren Asielzoekersbeleid en Cliënten en consumenten belangen wordt vooral veroorzaakt doordat van in voorgaande jaren toegekende subsidies € 40.952 niet is benut. Van de programmakosten nieuw beleid bijdrage regeling zorginfrastructuur ad € 300.000 zijn in 2008 vier projecten toegekend voor een totaal bedrag van € 133.000. Op één verplichting is het verleende bedrag van € 30.000 uitbetaald. De restantmiddelen blijven beschikbaar binnen de reserve ESFI. Overige verschillen:
-33.831
40.952 270.000 -10.248
Thema Jeugdzorg Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 724.471 39.561.923 40.286.394 38.516.939 1.769.455
Realisatie 995.529 40.082.911 41.078.441 39.194.614 1.883.827
Saldo -271.059 -520.988 -792.047 677.675 -114.372
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 156.687 lager dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht.
•
• •
•
Vanwege een langere dan voorziene voorbereidingstijd van het project effectmonitor jeugd start het project begin 2009. De bijdrage uit het budget begeleiding ondersteuning jeugdzorg ad. € 110.000 wordt overgeboekt naar 2009. Een bedrag van € 10.000 van het budget aansluiting jeugdzorg wordt overgeboekt naar 2009 ter dekking van de kosten van de subsidie aan het project pilot gezinsbegeleiding De Marne. Bij de Integrale Bijstelling 2008 zijn de provinciale middelen voor de kwartiermakers (voor Centra voor Jeugd en Gezin) overgeboekt naar 2009. Het opstellen van het profiel van de kwartiermakers en het plan van aanpak van het project heeft meer tijd gekost dan voorzien. De bijdrage van het Rijk is niet afgeraamd, waardoor als gevolg van de genoemde vertraging, deze middelen ook doorschuiven naar 2009. In 2008 is gestart met de Verwijsindex Zorg voor jeugd. De kosten 2008 van het project (€ 184.155) komen ten laste van het stimuleringsfonds zorg (€ 122.000) en een bijdrage van het Rijk (€ 62.155). Het budget Stimuleringsfonds Zorg 2008 Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
110.000
10.000 58.333
-73.155
191
•
• •
• • • •
is niet voldoende, zodat aanvullend € 11.000 is onttrokken aan de reserve stimuleringsfonds zorg. Dit leidt te samen met de niet geraamde bijdrage van het rijk tot een afwijking van € 73.155. De verhoging van de verleende subsidies ten behoeve van het uitvoeren van een aantal specifieke werkafspraken, waaronder Protocol kindermishandeling, Eigen Kracht Conferenties, AMK en kindertelefoon, ten laste van ruimte rijksmiddelen van voorgaande jaren, heeft geleid tot een verhoging van de lasten. Deels was hier al rekening meegehouden in de raming. Dit leidt tevens tot hogere baten. Als gevolg van lagere opgelegde justitiële maatregelen (onder toezichtstelling, voogdij en jeugdreclassering) is een lagere subsidie verleend. In 2008 is, zoals elk jaar gebruikelijk, een vergoeding ontvangen voor de gestegen loonkosten (OVA). Deze middelen komen pas in oktober beschikbaar terwijl de hoogte ervan evenmin eerder bekend is. Daarom kan deze vergoeding niet in de raming worden opgenomen en veroorzaakt derhalve een overschrijding van € 1.117.104. Een correctie op de definitieve vaststelling van de subsidie 2007 aan bureau Jeugdzorg heeft geleid tot een extra last van € 109.531. De verhogingen van diverse subsidies in verband met zorgaanbod heeft geleid tot een overschrijding op de geraamde lasten. Overige verschillen als gevolg van o.a. minder uitgaven voor landelijke- en uitvoeringskosten en lagere vaststellingen van subsidies. Als gevolg van de bovenstaande afwijkingen is de rijksbijdrage € 677.675 hoger dan geraamd.
-56.924
984.789 -1.117.104
- 109.531 - 432.208 104.812 677.675
Thema Cultuur, media en erfgoed Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.799.315 18.994.238 20.793.553 1.285.113 19.508.440
Realisatie 1.563.440 18.778.256 20.341.696 1.414.394 18.927.302
Saldo 235.874 215.982 451.857 129.281 581.138
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 345.263 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht.
•
•
•
192
De middelen voor de regionale cultuurplannen zijn beschikbaar gesteld voor de gehele periode van de cultuurnota 2005-2008. Op basis daarvan zijn verplichtingen aangegaan met het Rijk (matching) en met de gemeenten uit de provincie (matching). De periode 2005-2008 is nu afgesloten. Op de provinciale middelen resteert een bedrag van € 19.857. Tevens is in verband met het regionaal cultuurplan Noord een bedrag van € 7.286 onttrokken aan de binnen de Algemene Reserve hiervoor beschikbare middelen. Een aantal budgetten, zoals Paradox, creatieve netwerken en stimulering jongerencultuur, worden gematcht met de Rijksbijdrage cultuurbereik. Op deze budgetten is een onderbesteding ontstaan. Voor Paradox waren middelen gereserveerd voor mogelijke kosten die zouden voortvloeien uit de liquidatie van Paradox. Die zijn er echter niet geweest. Verder is er nog een bedrag terugontvangen in verband met het opheffen van Paradox. De onderschrijding heeft geleid tot een lagere rijksbijdrage vrijval op provinciale middelen. De Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK) was onder voorwaarden bereid om de Folkingestraat Synagoge over te nemen van de gemeente Groningen. Een van die voorwaarden was een bruidschat om het pand te restaureren en achterstallig onderhoud weg te werken. Provinciale Staten hebben op 28 juni 2006 besloten om € 125.000 aan de gemeente Groningen beschikbaar te stellen als provinciaal aandeel in de bruidschat. De overdracht heeft in november 2008 plaatsgevonden. Onze bijdrage is echter nog niet uitbetaald omdat de gemeente Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
19.857
28.705
125.000
•
•
•
•
•
•
•
• •
begin 2009 de administratieve en financiële afhandeling van de overdracht verzorgt. Het restant van € 125.000 wordt overgeboekt naar 2009. Met betrekking tot het budget Archeologiewet Malta is een tekort van € 44.400 ontstaan. De overschrijding wordt veroorzaakt door de aanschaf (ons aandeel € 135.000) van een derde loods voor het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD), waarvan het beheer (loodsen en personeel) aan ons is overgedragen. De € 44.400 wordt gedekt uit de algemene middelen, post onvoorzien. In 2009 en 2010 wordt jaarlijks € 22.200 ten laste van het krediet Archeologiewet Malta ten gunste van de algemene middelen gebracht. De Post Middendorp Opdracht is een tweejaarlijkse prijs. De in 2008 geplande Post Middendorp Opdracht is niet verstrekt, mede omdat de opdracht 2006 pas in september 2008 is gerealiseerd. De opdracht wordt in 2009 verstrekt, daarom wordt het budget ad. € 9.634 overgeboekt naar 2009. De verantwoording van de basisvoorzieningen Culturele Infrastructuur Stad Groningen (CIS) vindt plaats op kasbasis. In 2008 is een subsidie verleend voor de verbouw van trapopgangen van het Noorderstation. De vaststelling van deze subsidie vindt plaats in 2009. Het overschot is het gevolg van een te hoog ingeschat kasritme. Dit bedrag is beschikbaar gesteld binnen de reserve ESFI en blijft beschikbaar voor 2009. Een aantal budgetten, zoals culturele planologie, creatieve projecten, kunstenaarsinitiatieven en (gast)ateliers, worden gematcht met de rijksbijdrage Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV). In 2008 is als gevolg van extra toekenningen een overschrijding ontstaan van € 159.182. Vanwege het meerjarige karakter van de rijksmiddelen is € 145.654 van de nog beschikbare middelen aangewend als dekking. Het restant van de matching komt ten laste van de provincie. Doordat de Belcampo Stipendium en Post Middendorp opdracht zijn uitgesteld is ook de organisatie van de uitreiking vertraagd. Het budget organisatie culturele prijzen gaat uit van evenredige verdeling van de organisatiekosten over de jaren. Vanwege de vertraging van het Belcampo Stipendium, de Post Middendorp Opdracht en de organisatie van beide prijzen, wordt het restantbudget Organisatie Culturele Prijzen € 7.188 overgeboekt naar 2009. Het budget nader in te vullen nieuw beleid dient onder andere voor het vormgeven en drukken van de Cultuurnota 2009-2012. De uiteindelijke druk van de cultuurnota kon niet meer in 2008 plaatsvinden en is doorgeschoven naar 2009. De resterende middelen van het budget (€ 13.641) worden daarom overgeboekt naar 2009. Het budget Stimuleringsfonds Kunst en Cultuur is onderbesteed als gevolg van het ontbreken van geschikte projecten waaronder het nog niet uitvoeren van een geplande nulmeting, die nodig is om goed zicht te hebben op onze startsituatie aan het begin van de nieuwe cultuurperiode (2009-2012). Doordat geen overeenstemming is bereikt met de opdrachtnemer over de wijze van uitvoering is het niet tot opdrachtverlening en -uitvoering gekomen. Van de rijksmiddelen voor bibliotheekvernieuwing is in 2008 minder aangewend voor personele inzet. De niet benodigde rijksmiddelen zijn teruggeboekt naar de balans. Overige afwijkingen als gevolg van de afwikkeling van verplichtingen uit voorgaande jaren en vrijval op reguliere budgetten leidt per saldo tot een voordeel.
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
-44.400
9.364
30.000
- 12.528
7.188
13.641
14.236
- 32.539
186.739
193
194
Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg, Cultuur
8.
Bestuur
Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Provinciale Staten; 2. Overige bestuursorganen; 3. Bestuurlijke samenwerking; 4. Communicatie. Het programma Bestuur richt zich op de algemene ondersteuning van zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten, het inzichtelijk maken van het provinciaal beleid voor burgers, belangengroepen en andere belangstellenden en op de deelname van de provincie Groningen aan diverse samenwerkingsverbanden. Aandeel in de totale rekening 2008: 3,33%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2007
raming 2008*
rekening 2008
8. Bestuur a. Provinciale Staten - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.250 0 2.250
2.314 0 2.314
2.211 0 2.211
b. overige bestuursorganen - lasten - baten saldo van lasten en baten
3.678 32 3.646
3.941 3 3.938
4.327 35 4.292
c. bestuurlijke samenwerking - lasten - baten saldo van lasten en baten
3.403 107 3.296
4.102 0 4.102
3.931 0 3.931
d. communicatie - lasten - baten saldo van lasten en baten
3.534 1 3.533
3.998 1 3.997
3.546 1 3.544
12.725
14.351
13.978
Saldo Bestuur
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor het beleid. De verschillende thema’s van het programma Bestuur zullen daarbij inhoudelijk worden beschreven. Telkens zal een onderscheid worden gemaakt tussen gepland beleid en uitgevoerde acties. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van het beleid.
Bestuur
195
8.1
Provinciale Staten
Omschrijving thema Provinciale Staten Provinciale Staten werken sinds 2006 met een eigen Statenbegroting. Het voorliggende ontwerp is vastgesteld door het presidium. De beoogde maatschappelijke effecten van het dualisme zijn: de herkenbaarheid van de provinciale politiek vergroten. De burger en maatschappelijke organisaties weten beter wat Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten doen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Ook weet de burger dat de politieke discussie plaatsvindt in de Statenvergadering en dat zij meer invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming. Om bij te dragen aan deze effecten is het presidium continu bezig met ontwikkeling van nieuwe initiatieven en verbetering van processen. Zo is in 2007 begonnen met een training voor de (plaatsvervangend) commissievoorzitters. De kwaliteit van het debat staat of valt namelijk voor een groot deel met de inrichting van een (commissie)vergadering en de wijze waarop een voorzitter de vergadering leidt. Maar ook rondetafelgesprekken, vergaderingen op locatie, werkbezoeken en startnotities zijn vormen waarmee de herkenbaarheid en zichtbaarheid van de Staten wordt vergroot. Ook in 2008 lag de nadruk op zichtbare en herkenbare politiek. Na de Statenverkiezingen in 2007 is een aantal veranderingen doorgevoerd. Het aantal Statenleden is teruggebracht van 55 naar 43. Het aantal commissies is teruggebracht naar 4: Bestuur en Financiën; Economie en Mobiliteit; Welzijn, Cultuur en Sociaal beleid; Omgeving en Milieu. De commissies vergaderen verspreid over twee weken, waarbij 's ochtends om 9.00 uur en 's middags om 17.00 uur vergaderingen plaatsvinden. Deze indeling biedt de commissies de mogelijkheid om 's middags activiteiten te ondernemen, zoals werkbezoeken. De Staten hebben bij de Algemene Beschouwingen op 27 juni 2007 besloten een nieuwe (tijdelijke) commissie in te stellen die onderzoekt op welke wijze de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in Groningen beter beschermd en hersteld kunnen worden. Het onderzoek is in 2008 afgerond. De uitkomsten van deze commissie zijn in 2008 gepresenteerd aan Provinciale Staten. De uitkomsten zijn (in november 2008) en worden (in het voorjaar en zomer 2009) betrokken in het debat en de besluitvorming over het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan. Het contact met Groningers staat bij Provinciale Staten zoals gezegd hoog in het vaandel. Er zijn verschillende vormen om de interactiviteit met burgers te vergroten. Ook op het gebied van ICT. Voor 2007 stond onderzoek naar een portal voor de provinciale politiek gepland: één centrale ingang voor de burger voor informatie over Provinciale Staten en de fracties. In 2008 hebben de Staten gesproken over het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan (POP), een belangrijke onderwerp waarover de Staten ook de mening van de Groningers willen horen. Door het instellen van een dergelijke portal zouden burgers hierbij betrokken kunnen worden. Het onderzoek naar een dergelijke portal is niet opgestart, gezien de ontwikkelingen van het Content Management Systeem (CMS) van de provincie Groningen. Er komt een nieuw CMS, waardoor de ontwikkelingen van de website van de provincie Groningen op een laag pitje staan totdat dit nieuwe systeem er is. De bouw van een interactief portal voor PS (en eventueel GS), zal daarom (eventueel) meegenomen moeten worden bij het opstellen van het programma van eisen voor een nieuw CMS en nieuwe website. Een andere vernieuwende vorm informatievoorziening die burgers en politici dichter bij elkaar kan brengen is het uitzenden van Statenvergaderingen via internet, met een systeem waarmee burgers tevens op een innovatieve en laagdrempelige manier toegang kunnen krijgen tot andere informatie over Provinciale Staten en inhoudelijke stukken. Op deze wijze kunnen zij gemakkelijk informatie kunnen opzoeken dat hen interesseert. Het presidium heeft besloten onderzoek te doen naar de mogelijkheden en kosten van het uitzenden van Statenvergaderingen via internet. Het onderzoek is afgerond en het presidium heeft eind 2008 ingestemd met het voorstel. Ook bij de behandeling van de begroting kunnen de Staten laten zien wat zij belangrijk vinden voor Groningen. In 2008 heeft de werkgroep politieke begroting - samen met de ambtelijke ondersteuning - bekeken hoe (de behandeling van) de begroting politieker gemaakt kan worden. Met andere woorden: uit de behandeling moet nadrukkelijk blijken wát de Staten willen bereiken, in plaats van hoe dit bereikt moet worden.
Bestuur
196
Financiële toelichting Vermindering aantal Statenleden Met ingang van 15 maart 2007 is het aantal Statenleden verminderd (van 55 naar 43 Statenleden). Daarnaast is het aantal - wat nu genoemd wordt - burgerleden van Statencommissies toegenomen. De post 'vergoedingen c.q. salariskosten Statenleden' is per saldo verlaagd naar € 630.000 in 2008. NB. In de Begroting 2008 hebben wij voorlopig verondersteld dat de lagere vergoeding Statenleden zal leiden tot een evenredige vermindering van onze uitkering uit het Provinciefonds. Indien dit niet of slechts ten dele het geval zal zijn, zal het verschil ten gunste van de algemene middelen worden gebracht. Fractievergoedingen Op 4 juli 2007 hebben Provinciale Staten ingestemd met de verhoging van de fractievergoedingen per 15 maart 2007. Het budget voor 2008 is nu € 230.750 . Verordening rechtpositie Statenleden Met de invoering van de nieuwe verordening rechtspositie Statenleden zijn voorzieningen getroffen voor o.a. een vaste internetvergoeding en een beperkte wachtgeldregeling. De vaste internetvergoeding is € 25 per maand. Omtrent de wachtgeldregeling wordt nader ingegaan in de paragraaf Weerstandsvermogen. Verslaglegging Met ingang van 2007 is het aantal Statencommissies van vijf naar vier terug gebracht. Mede gelet op de uitgaven over 2006 is het budget met ca. € 10.000 verlaagd en bedraagt het voor 2008 € 58.220 . Facilitair catering De uitgaven van dit krediet over de afgelopen jaren geven aanleiding met ingang van 2008 het krediet op te hogen tot € 25.000 .
Bestuursorganen Provinciale Staten Provinciale Staten bepalen het beleid (op hoofdlijnen) en nemen de belangrijkste beslissingen. Provinciale Staten richten zich in het bijzonder op hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende functies. Provinciale Staten vertegenwoordigen de gehele bevolking van de provincie. De leden van Provinciale Staten worden direct gekozen door de burgers en staan aan het hoofd van provincie. De provincie Groningen heeft 43 Statenleden. Vanuit de Staten hebben diverse leden zitting in bestuurlijke vertegenwoordigingen, zoals de Algemene Vergadering (AV) van het Interprovinciaal Overleg (IPO), Groningen Seaports, het NHI Parlementariërforum, de commissie Rechtsbescherming, het Algemeen Bestuur (AB) van het Samenwerkingsverband NoordNederland (SNN) en de Programmaraad van de Noordelijke Rekenkamer. Presidium Het dagelijkse bestuur van Provinciale Staten. Het presidium bereidt de vergaderingen van Provinciale Staten voor. In het presidium zijn de negen fractievoorzitters in Provinciale Staten vertegenwoordigd: Partij van de Arbeid, CDA, SP, VVD, ChristenUnie, GroenLinks, de Partij voor het Noorden, D66 en de Partij voor de Dieren. De voorzitter van Provinciale Staten, de commissaris van de koningin in de provincie Groningen, zit het presidium voor. Seniorenconvent Overlegorgaan bestaande uit alle negen fractievoorzitters in Provinciale Staten. De voorzitter van Provinciale Staten, de commissaris van de Koningin in de provincie Groningen, zit het Seniorenconvent voor. Het Seniorenconvent bespreekt vertrouwelijke aangelegenheden. Om deze reden zijn de vergaderingen van het convent niet openbaar. Statencommissies In het dualistische stelsel is de functie van Statencommissies in essentie dezelfde als die van Provinciale Staten; die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend lichaam. Statencommissies adviseren Provinciale Staten over de aan hen toebehorende onderwerpen. In Groningen bestaan vier Statencommissies: Welzijn, Cultuur en Sociaal beleid; Omgeving en Milieu; Bestuur
197
Economie en Mobiliteit; Bestuur en Financiën. Noordelijke Rekenkamer De provincie Groningen heeft een onafhankelijke rekenkamer, samen met de provincies Drenthe en Fryslân. De Noordelijke Rekenkamer houdt zich bezig met het onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Tevens bestaat er een Programmaraad voor de Noordelijke Rekenkamer. Deze bestaat uit drie Statenleden per provincie. De Programmaraad functioneert als een soort gesprekspartner voor de Noordelijke Rekenkamer. De Noordelijke Rekenkamer hoeft door haar onafhankelijke positie de suggesties van de Programmaraad niet over te nemen. Voor 2007/2008 stonden de volgende onderzoeken geprogrammeerd: cultuurbeleid, bedrijventerreinen, sociaaleconomische vitalisering van het platteland, mobiliteit, toerisme en recreatie, quick scan 'criteria (noordelijke) cultuursubsidies' en vervolgonderzoek Provinciale Staten. Voor 2007/2008 heeft de Noordelijke Rekenkamer tevens capaciteit ingeruimd om de volgende onderwerpen te blijven monitoren: uitvoering wet Inrichting Landelijk Gebied, aanwijzing nationale landschappen, toezicht (beheer) primaire waterkeringen, uitvoering Kaderrichtlijn Water en het Waddenfonds. Twee aandachtspunten worden meegenomen door de Noordelijke Rekenkamer, indien deze van toepassing zijn op het onderwerp: provinciaal beleid: Europaproof? en de aansluiting Collegeprogramma-VoorjaarsnotaBegroting.
Prioriteiten 2008 Provinciale Staten Gepland Activiteiten: Volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak uitvoeren en voor een herkenbare politiek zorgen ondermeer door: • Provinciaal Omgevingsplan (POP);
Gerealiseerd Activiteiten:
•
•
werkgroep politieke begroting;
•
•
onderzoekscommissie voor bescherming/herstel landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
•
Bestuur
Provinciaal Omgevingsplan: op 5 november 2008 hebben Provinciale Staten gesproken over het voorontwerp van het Provinciaal Omgevingsplan (POP) en de Omgevingsverordening. In 2009 wordt dit vervolgd. In 2008 is gekeken hoe (de behandeling van) de begroting politieker gemaakt kan worden. Met andere woorden: uit de behandeling moet nadrukkelijk blijken wát de Staten willen bereiken, in plaats van hoe dit bereikt moet worden. Het presidium komt zo nodig met voorstellen voor een andere aanpak van de begrotingsbehandeling. Twee programma's zijn uitgewerkt door de professoren Van Helden en Ter Bogt van de Rijksuniversiteit Groningen. Gedeputeerde Staten zullen de overige programma's gaan uitwerken volgens het stramien van Van Helden en Ter Bogt. De werkgroep politieke begroting gaat nu verder onder de naam Werkgroep Staghouwer (voorzitter Statencommissie Bestuur en Financiën). De werkgroep Landschap heeft in 2008 haar eindrapportage 'Mooi Groningen' uitgebracht. Deze rapportage is en wordt betrokken bij de discussie over het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan.
198
Communicatie/interactie Gepland Activiteiten: • uitzenden vergaderingen via internet;
•
betrekken van burgers (herkenbare politiek) door ICT.
Bestuur
Gerealiseerd Activiteiten: • Op 3 september 2008 heeft het presidium ingestemd met het voorstel om de Statenvergadering uit te zenden via internet. In 2009 wordt dit uitgevoerd. In dit voorstel wordt het betrekken van burgers door ICT meegenomen.
199
8.2
Overige Bestuursorganen
Omschrijving thema Overige bestuursorganen In het duale stelsel (zoals dat is ingevoerd in maart 2003) zorgen Gedeputeerde Staten voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van beleid binnen door Provinciale Staten vastgestelde kaders. De commissaris van de koningin vormt de schakel tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten en is belast met de zorgplichten met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers. De commissaris van de koningin heeft een aantal wettelijke taken op het terrein van het openbaar bestuur. Dit betreft o.a. een rol bij de vervulling van burgemeestersvacatures en bij de eventuele herbenoeming van burgemeesters, bij het bezoeken van de gemeenten, bij de toekenning van Koninklijke onderscheidingen en bij het bevorderen van de samenwerking tussen vertegenwoordigers van rijksdiensten, die in de provincie werkzaam zijn, en functionarissen van provinciale-, gemeente- en waterschapsbesturen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd Goede kwaliteit van het openbaar bestuur in de provincie: Komen tot een extern georiënteerde en slagvaardige provincie, die tegemoet komt aan de wensen en behoeften van haar klanten en doelgroepen. Daartoe wordt wekelijks een goed voorbereide GS-vergadering gehouden met een goede agenda en een adequate uitvoering van en communicatie over de genomen besluiten. Daarnaast worden bijeenkomsten met ons ambtelijk managementteam en met externe partijen goed voorbereid.
Gerealiseerd Wekelijkse GS-vergadering met zorg voor de kwaliteit van de agenda. Wekelijks wordt ook een persconferentie gehouden en persberichten verzorgd. Met het managementteam vindt regelmatig overleg plaats.
Te bereiken in (planperiode):
2008
Relevante beleidsnota's/informatie Geen.
Prioriteiten 2008 Gemeentebezoeken Gepland Activiteiten: • De commissaris van de koningin benut zijn bezoeken aan de gemeenten om een beeld te krijgen van de bestuurlijke kwaliteit. Dit heeft betrekking op zowel de raad, het college van B en W als de gemeentelijke organisatie. Ook de wijze waarop burgers en organisaties bij het bestuur van de gemeente worden betrokken heeft zijn bijzondere aandacht. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De commissaris van de koningin bezoekt iedere gemeente eens in de twee jaar.
Bestuur
Gerealiseerd Activiteiten: • De commissaris van de koningin heeft de gemeentebezoeken benut om een beeld te krijgen van de bestuurlijke kwaliteiten en de wijze waarop de gemeente betrokken is bij burgers en organisaties. Het jaar 2008 stond in het teken van kennismaking met bevolking, gemeentebestuur en bedrijven/organisaties. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • In 2008 heeft de commissaris van de koningin de volgende gemeenten bezocht: Scheemda 9 januari 2008 Bedum 30 januari 2008 Menterwolde 8 februari 2008 Winsum 12 maart 2008 200
Stadskanaal Pekela De Marne Slochteren Haren Marum Bellingwedde Hoogezand-Sappemeer Veendam Reiderland Eemsmond Loppersum Groningen Leek Vlagtwedde Ten Boer Delfzijl Zuidhorn
Bestuur
26 maart 2008 2 april 2008 16 april 2008 14 mei 2008 23 mei 2008 6 juni 2008 11 juni 2008 20 augustus 2008 10 september 2008 24 september 2008 3 oktober 2008 8 oktober 2008 29 oktober 2008 12 november 2008 19 november 2008 3 december 2008 5 december 2008 17 december 2008
201
8.3
Bestuurlijke samenwerking
Omschrijving thema Bestuurlijke samenwerking 1. Bij dit programmaonderdeel gaat het zowel om meer algemene bestuurlijke zaken en bestuurlijke organisatie als om specifieke wettelijke taken zoals geschillenbeslechting, toezicht op de gemeentefinanciën en archiefzorg. Daarnaast betreft het programma ook de provincie- en landsgrensoverschrijdende samenwerking (IPO en SNN respectievelijk NHI en NSC). 2. Het beleid bij het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen is gericht op het verkrijgen en behouden van financieel gezonde overheden. Wij voeren - binnen de mogelijkheden van de Gemeentewet - het toezicht op maat uit op basis van het door ons vastgestelde 'Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen'. Ons toezicht kenmerkt zich door een terughoudende opstelling met ruimte voor de eigen autonomie en door maatwerk. Repressief toezicht is de norm en preventief toezicht wordt slechts ingezet bij gebleken noodzaak. Een frequent en open overleg met gemeenten en gemeenschappelijke regelingen past in deze koers.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd ad 1. • Het zo goed mogelijk functioneren van het openbaar bestuur, inclusief de behandeling van geschillen en klachten daaromtrent. • Gezamenlijke voorbereiding en uitvoering van beleid op diverse terreinen en belangenbehartiging in noordelijk verband (SNN) en in het verband van de 12 provincies (IPO). • Ontwikkeling, uitbreiding en onderhoud van bestuurlijk relevante internationale netwerken en samenwerkingsverbanden; stimulans voor participatie in grensoverschrijdende projecten via onder meer de kanalen van de Nieuwe Hanze Interregio (NHI) en de North Sea Commission (NSC).
Gerealiseerd ad 1. • Dit is gerealiseerd.
ad 2. Structureel financieel gezonde gemeenten en gemeenschappelijke regelingen: Door middel van een continu proces van overleg en informatie-uitwisseling is het de bedoeling ontwikkelingen zodanig tijdig te signaleren, dat waar mogelijk preventief toezicht kan worden voorkomen, evenals het afglijden van gemeenten naar de artikel 12 FVW-status.
ad 2. Op basis van ons onderzoek naar de gemeentelijke begrotingen en rekeningen hebben wij 24 van de 25 Groninger gemeenten voor het jaar 2008 onder het repressieve begrotingstoezicht kunnen plaatsen. Alleen de gemeente Loppersum moesten wij onder het preventieve begrotingstoezicht plaatsen. De reden voor de instelling van preventief toezicht was de aanvraag van de gemeente Loppersum bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) om voor 2008, op grond van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet, in aanmerking te komen voor een aanvullende bijdrage uit het gemeentefonds. Bij besluit van 22 april 2008 hebben wij onze goedkeuring onthouden aan de door de raad vastgestelde begroting 2008. Aan de gemeente werd toestemming verleend tot het doen van uitgaven in 2008 tot en met het niveau van de begroting voor het dienstjaar 2007 exclusief het geraamde tekort. 2008
Te bereiken in (planperiode):
Bestuur
•
Dit is gerealiseerd voor IPO en SNN.
•
Bestendiging van internationale contacten vergt voortdurend aandacht en onderhoud. Speciale aandacht is geschonken aan contacten in het directe grensgebied met Duitsland. Daarnaast is, onder Gronings voorzitterschap, een start gemaakt met de discussies omtrent de toekomstige rol van de Nieuwe Hanze Interregio.
202
Relevante beleidsnota's en informatie: ad 1. • IPO-jaarplan 2008; • IPO-meerjarenagenda 2008-2011; • nieuw bestuursakkoord IPO-Rijk (2007); • Strategische Agenda voor Noord-Nederland 2007-2013; • SNN Nota Europastrategie 2007 -2011 • Koers Noord-programma 2007-2010; • Operationeel Programma EFRO 2007-2013; • Operationeel Programma Interreg IVC. ad 2. Wij voeren - binnen de mogelijkheden van de Gemeentewet - het toezicht op maat uit op basis van het door ons vastgestelde 'Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen'.
Prioriteiten 2008 Gepland Activiteiten: • bevordering van de noordelijke samenwerking door uitvoering van het EFRO-programma 2007-2013.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het realiseren van het EFRO-programma is nog niet in handzame en zinvolle getallen uit te drukken. Het jaarverslag (en de voortgangsrapportages) van vergelijkbare programma's in de periode 2000-2006 geeft een behoorlijke indruk over de geleverde prestaties.
Gerealiseerd Activiteiten: • Deelname aan diverse vergaderingen van de ambtelijke stuurgroep van het SNN ter beoordeling van ingediende projectvoorstellen. • Deelname aan ambtelijke projectverwerversbijeenkomsten van het SNN ten behoeve van de uitvoering van het EFRO-programma. • Deelname aan de SNN-werkgroep Programmabeheer in verband met het gezamenlijke beheer van onder meer het EFRO-programma. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Meer dan 20 projecten zijn in 2008 in SNNverband goedgekeurd voor een EFRO-bijdrage. • Omstreeks 40% van het totale EFRO-budget is in 2008 vastgelegd in de vorm van committeringen.
Kwalitatieve informatie: N.v.t.
Kwalitatieve informatie: Geen.
NHI Gepland Activiteiten: • NHI: intensivering contacten in het grensgebied en realisatie projecten in het kader van o.a. Interreg IVC; • vernieuwen en uitbouwen van internationale netwerken. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • een aantal nieuwe initiatieven in grensoverschrijdende en interregionale samenwerking in Bestuur
Gerealiseerd Activiteiten: • De banden met onder meer de Landkreise in het grensgebied en enkele steden als Emden, Oldenburg en Bremen zijn aangehaald. • Nieuw projectvoorstel Hanse Innovation Potential met 11 partners uit 8 EU-lidstaten is ingediend in Interreg IVC. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Diverse bestuurlijke bezoeken en contacten.
203
onder meer Interreg IVC. Kwalitatieve informatie: Geen.
Kwalitatieve informatie: N.v.t.
Financieel toezicht op gemeenten Gepland Activiteiten: • In 2005 is door Deloitte Management Support BV een onderzoek verricht naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het financieel toezicht op gemeenten. Dit op basis van de verordening betreffende periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door GS van Groningen uitgevoerde bestuur. In 2006 heeft Deloitte rapport ter zake uitgebracht. Om het financieel toezichtsproces verder te optimaliseren adviseert Deloitte om een (financiële) risicoanalyse per gemeente op te stellen. Op grond van deze analyse kunnen de gemeenten alsdan, op basis van objectieve criteria, worden ingedeeld in slecht-matigredelijk-goed. In 2007 is een model ontwikkeld op grond waarvan wij de Groninger gemeenten, op basis van hun financiële positie, nader zullen kunnen kwalificeren zoals hierboven aangegeven. Op basis van de uitkomsten zal het financieel toezicht vanaf 2008 dan nader afgestemd kunnen worden, waarbij meer aandacht zal kunnen worden besteed aan financieel zwakkere gemeenten. Dit laat overigens onverlet dat ook de financieel sterkere gemeenten door ons gevolgd zullen worden, zij het in iets mindere mate. In 2008 zal als gezamenlijk onderzoeksthema door de provinciale toezichthouders aandacht worden besteed aan de volgende twee onderwerpen: • toetsing duurzaam financieel evenwicht; • (kwalitatieve) samenstelling van informatie (ten behoeve van duurzaam financieel evenwicht).
Bestuur
Gerealiseerd Activiteiten: • Wij hebben - op basis van de begrotingen voor het jaar 2008 - per gemeente een risicoanalyse gemaakt. Op basis van de diverse scores komen wij tot een totaaloordeel (zwak, redelijk of goed) waarop wij de intensiteit van het financieel toezicht baseren. Gemeenten met een score goed worden globaal gevolgd door middel van de - op grond van de gemeentewet en ons beleidskader - in te zenden stukken. De gemeenten met een score redelijk worden gevolgd zoals dat tot nu toe gebruikelijk was. Dit betekent een intensievere mate van toezicht, waarbij tenminste éénmaal een ambtelijk overleg plaatsvindt waarin de uitkomsten van het begrotingsonderzoek (waaronder de risicoanalyse) worden besproken. De raden van de betreffende gemeenten worden, zo nodig, schriftelijk van de bevindingen van het begrotingsonderzoek op de hoogte gebracht. De gemeenten met een score zwak worden zeer nadrukkelijk gevolgd. Naast het reguliere begrotingsonderzoek vinden meerdere ambtelijke overleggen plaats teneinde de financiële positie van de betreffende gemeente zo nauwlettend mogelijk te volgen. De raad wordt van de uitkomsten van het begrotingsonderzoek op de hoogte gesteld en, indien daartoe aanleiding bestaat, wordt een bestuurlijk overleg geïnitieerd. Dit teneinde te bewerkstelligen dat de gemeente de nodig maatregelen neemt ter verbetering van de financiële positie. In beginsel zal een financieel zwakke gemeente onder het preventieve begrotingstoezicht worden geplaatst. Voor het jaar 2008 werd de financiële positie -op grond van de voornoemde risicoanalyse- van een vijftal gemeenten als goed aangemerkt. Van 16 gemeenten werd de financiële positie als redelijk gekenmerkt, zodat een tweetal zwakke gemeenten resteert. De twee financieel zwakke gemeenten betreffen de gemeenten Loppersum en De Marne. De gemeente Loppersum had voor 2008 een aanvraag ex artikel-12 van de Financiële verhoudingswet ingediend en viel derhalve van rechtswege onder het preventieve begrotingstoezicht. De gemeente De Marne was niet in staat een begroting met een materieel evenwicht te presenteren. Wij hebben met deze gemeente, op bestuurlijk niveau, eenduidige afspraken 204
gemaakt, op grond waarvan mocht worden verwacht dat de komende jaren weer een (reëel) materieel begrotingsevenwicht gerealiseerd zal kunnen worden. Op grond van de gemaakte afspraken hebben wij de gemeente onder het repressieve begrotingstoezicht geplaatst. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 25 gemeenten en 31 gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen: - percentage repressief toezicht-gemeenten in de provincie: 100%; - percentage repressief toezichtgemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen: 100%.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Van de 25 gemeenten en 31 gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen vielen in 2008: - 24 gemeenten onder het repressieve begrotingstoezicht: 96%. - 30 gemeenschappelijke regelingen onder het repressieve begrotingstoezicht: 97%.
Kwalitatieve informatie: Geen.
Kwalitatieve informatie: N.v.t.
Versterking lokaal bestuur (VJN2008) Gepland Activiteiten: • subsidieverlening gemeentelijke bestuurskrachtonderzoeken.
Gerealiseerd Activiteiten: • uitgevoerd
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 21 gemeenten
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 21 gemeenten
Kwalitatieve informatie: • n.v.t.
Kwalitatieve informatie: • n.v.t.
Fusieproces gemeenten Blauwestad (VJN2008) Gepland Activiteiten: • zienswijze GS
Gerealiseerd Activiteiten: • uitgevoerd
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • n.v.t.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • n.v.t.
Kwalitatieve informatie: • herindeling gaat door per 1-1-2010
Kwalitatieve informatie: • uitgevoerd
Bestuur
205
8.4
Communicatie
Omschrijving thema Communicatie De provincie treedt naar buiten als modern ambitieus collegiaal en integraal samenwerkend bestuur, dat wordt geleid door de maatschappelijke problemen en kansen waarmee we worden geconfronteerd. Dit betekent transparant, interactief en aanspreekbaar communiceren. We willen ons beleid baseren op thema's die de burger belangrijk vindt, het reguliere werk van de provincie beter zichtbaar maken en nadrukkelijk aandacht hebben voor communicatie in het beleidsproces. We betrekken de bevolking bij de provinciale politiek door hen te laten weten wat de provincie doet en de dialoog met hen op gang te brengen en te houden. Via ons relatiemanagement investeren we in de opbouw en onderhoud van goede contacten met personen, instanties en organisaties die voor ons van belang zijn voor het realiseren van onze doelstellingen. Zoveel mogelijk wordt ons relatiebeleid gekoppeld aan evenementen die door ons of in onze provincie worden georganiseerd. De mensen die voor ons van belang zijn laten we op een zinvolle en aangename manier kennismaken met Groningen. Een kennismaking met ons gebied, maar ook met het provinciaal bestuur. Onder de vlag van 'Er gaat niets boven Groningen' voeren wij met de gemeente Groningen, Marketing Groningen, Kamer van Koophandel, Groninger Museum en diverse bedrijven en organisaties jaarlijks gezamenlijk campagne om Groningen te promoten. De activiteiten van het GPO worden gesponsord door de 'Ambassadeurs van Groningen': 22 bedrijven in stad en provincie Groningen. Wij willen de bekendheid, aantrekkelijkheid en kwaliteit van provincie en stad Groningen verbeteren en ervoor zorgen dat er een positief beeld bestaat over Groningen, zodat consumenten onze provincie graag bezoeken en ondernemers zich hier willen vestigen. Ook willen wij de betrokkenheid van onze inwoners en ondernemers bij onze provincie vergroten. Want meer betrokkenheid heeft een positieve invloed op het werken leefklimaat in Groningen en op de waardering voor onze provincie. Wij richten ons daarbij op vier sectoren: toerisme, cultuur, economie en onderwijs. Met ons evenementenbeleid willen we bijdragen aan een positief beeld over Groningen. Evenementen zijn van belang voor de leefbaarheid en ontwikkeling van onze provincie. Wij zien hierin een unieke gelegenheid om Groningen 'op de kaart te zetten'. Door grote evenementen en manifestaties te ondersteunen willen wij het beeld van Groningen als enerverende en bedrijvige provincie te versterken. Bovendien willen we zo het woon- en werkklimaat en de economische ontwikkeling bevorderen. De subsidieaanvragen worden getoetst aan de criteria die aan het budget zijn verbonden.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Beoogd • Inwoners en organisaties weten wat het bestuur wil en doet. • Ze kunnen zich daarover een mening vormen. • Ze zijn in staat - waar mogelijk - het beleid te beïnvloeden.
Te bereiken in (planperiode):
Gerealiseerd • Een ruime meerderheid (78%) van de inwoners is tevreden, de inzet van communicatie wordt hoog gewaardeerd. • Bijna 56% van de ondervraagden van de provinciemonitor weet een onderwerp te noemen waar de provincie zich mee bezighoudt. • Inwoners en organisaties zijn in staat gesteld om op een aantal beleidsterreinen inbreng te hebben op beleidsbeslissingen. Uit de provinciemonitor blijkt dat 42% van de ondervraagden de indruk heeft dat de provincie inwoners en organisaties voldoende betrekt bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. 2008
Relevante beleidsnota's en informatie • • • • •
Klantenonderzoek publieksvoorlichting 2007; Burgerjaarverslag 2007; Evaluatie provinciale monitor (2007); Rapport Effectmeting GPO (RUG, elke twee jaar); Nota Provincie, profiel en communicatie; Bestuur
206
• •
Jaarverslag CdK 2007; Notitie profilering provincie Groningen 2006.
Prioriteiten 2008 Beleidscommunicatie Gepland Activiteiten: • stimuleren van een communicatieve houding en gedrag bij medewerkers; • pers en publiciteit: persberichten en beantwoording persvragen; •
interactieve activiteiten: interactief beleid met doelgroepen te ontwikkelen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 10 beleidsprojecten waarbij communicatieadvies is gegeven;
•
3 interactieve activiteiten begeleid;
•
450 persvragen beantwoord.
Kwalitatieve informatie: • doelgroepen zijn in staat waar mogelijk het beleid te beïnvloeden.
Publiekscommunicatie Gepland Activiteiten: • uitvoering notitie publiekscommunicatie (profilering en vergroten bekendheid provincie);
Bestuur
Gerealiseerd Activiteiten: • Dit project zal in 2009 worden opgepakt onder de naam de C-factor. • In 2008 zijn er 41 GS-persconferenties gehouden na afloop van de GS-vergaderingen. En zijn er 168 persberichten aan de media verstuurd. • In afwachting van de verdere ontwikkeling van de website zal aan het interactief beleid verder vorm worden gegeven. Ook zal er een verkenning gedaan worden naar de mogelijkheden een digitaal burgerpanel in te zetten. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zijn diverse adviezen gegeven onder andere bij de volgende projecten: cultuurnota, POP, Blauwestad, kredietcrisis, Ganzedijk, Jeugdzorg, Sanering Meidoornlaan, het bestuurskrachtonderzoek, Renovatie+, diverse milieuvergunningen, Omvorming Programma Beheer en Energie Beter. • Interactieve activiteiten: scholentoer (bezoek aan middelbare scholen door de commissaris van de koningin), POP, Sociale Agenda. • In 2008 zijn 470 persvragen beantwoord. Kwalitatieve informatie: • Doelgroepen hebben inbreng gehad in de ontwikkeling van onder andere het POP en de Sociale Agenda welke heeft geleid tot aanpassingen. • In de jaarlijkse monitor heeft 42% van de ondervraagden aangegeven de indruk te hebben dat de provincie inwoners en organisaties voldoende betrekt bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid.
Gerealiseerd Activiteiten: • De publiekscampagne '… ook de provincie!' is in 2008 voortgezet. Er zijn radio en tv-spots en internetfilmpjes over het thema energie uitgezonden. Ook werd de campagnestijl gebruikt in een tweetal advertenties met als onderwerpen sport en cultuur. • In de provinciemonitor gaf 25% van de ondervraagden aan redelijk tot zeer geïnteresseerd te zijn in politiek op provinciaal niveau, in 2004 was dat 14%. 207
•
provinciale website en intranet;
•
•
beantwoording publieksvragen.
•
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 40 bezoekers GS-spreekuur; •
20.000 bezoekers per maand van de website;
•
1.000 publieksvragen/reacties.
Kwalitatieve informatie: • bekendheid van de provincie bij de inwoners; • inwoners weten wat de provincie wil en doet.
Groningen Promotie Gepland Activiteiten: • persberichten: doorlopende activiteit, verschijnen onregelmatig; • beantwoording persvragen: doorlopende activiteit; • advertenties: doorlopende activiteit, verschijnen onregelmatig; • websites www.daaromgroningen.nl (met maandelijkse digitale nieuwsbrief) en www.groningerstudieblogs.nl: doorlopende activiteit; • redactie portal.groningen.nl: doorlopende activiteit; • uitvoering positioneringsrapport: doorlopende activiteit; • beantwoording publieksvragen: doorlopende activiteit; • incidentele sponsoring: doorlopende activiteit; • 2 netwerkbijeenkomsten Ambassadeurs van Groningen.
Bestuur
De provinciale website is dagelijks van actuele informatie voorzien. Dagelijks vindt beantwoording van publieksvragen via de telefoon en e-mail plaats.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er hebben 17 bezoekers gebruik gemaakt van het GS-spreekuur. • De website werd in 2008 door 302.594 mensen (unieke bezoekers) bezocht. De weeklog 'meekijken met Max' is 19.909 keer bezocht (niet aantal unieke bezoekers). • In 2008 zijn 67 informatieaanvragen via de telefoon binnengekomen en 607 bestellingen via e-mail. Via de chatfone zijn 96 informatieaanvragen binnengekomen. Totaal: 770 bestellingen. Kwalitatieve informatie: • Een ruime meerderheid (78%) van de inwoners is tevreden en waardeert onze inzet van communicatie hoog. • Bijna 56% van de ondervraagden weet een onderwerp te noemen waar de provincie zich mee bezighoudt. • 42% van de ondervraagden heeft de indruk dat de provincie inwoners en organisaties voldoende betrekt bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. • In de provinciemonitor gaf 25% van de ondervraagden aan redelijk tot zeer geïnteresseerd te zijn in politiek op provinciaal niveau, in 2004 was dat 14%.
Gerealiseerd Activiteiten: • In 2008 bezochten gemiddeld 4500 bezoekers per maand de website daaromGroningen en ca. 5000 per maand de website Groningerstudieblogs/GroningenLife. De digitale nieuwsbrief daaromGroningen heeft 3300 abonnees. • Incidentele sponsoring van toeristische mediacampagne, het evenement Gronings Volkslied zingen voor het Guiness Book of Records, campagne voor de Groningse deelnemers aan Mijn Tent Is Top, de zonnebotenrace, de Ballon Fiësta, de Kerstparade, het mobiele telefoonfilmfestival Viva la Focus! en uitvoeringsfase 1 en 2 van de kenniscampagne (2008/2009) en de arbeidsmarktcampagne van het Akkoord van Groningen. • Er zijn 2 netwerkbijeenkomsten georganiseerd, in januari en oktober 2008.
208
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 60.000 bezoekers per jaar van de websites; • 19.000 publieksvragen/reacties.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 114.000 bezoekers per jaar op beide websites; • publieksvragen/reacties niet gemeten.
Kwalitatieve informatie: • bekendheid/imago van de provincie bij de inwoners van Nederland en ondernemers in Nederland.
Kwalitatieve informatie: • Imago-onderzoek december 2008: opleidingsmogelijkheden en mooie provincie zijn de aspecten in het imago van Groningen die het meest zijn geprofileerd. Ook het feit dat er veel mogelijkheden zijn op het gebied van cultuur en dat het een goed woonklimaat heeft wordt beaamd. Dat Groningen een provincie is waar je gemakkelijk goed betaald werk vindt en waar je gemakkelijk contacten maakt is minder op Groningen van toepassing. De provincie Brabant wordt, nog steeds, op alle aspecten beter beoordeeld dan de provincie Groningen. Het meest van toepassing op de provincie Groningen zijn de aspecten rustig gebied, mooi natuurgebied en mooi woongebied. Men is van mening dat Groningen meer dan andere provincies in Nederland beschikt over wandel- en fietsgebieden, natuur en een eigen cultuur.
Grote evenementen Gepland Activiteiten: • subsidiëren van eventuele grote evenementen; • voorbereidingen organisatie van DelfSail 2009. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 100.000 bezoekers per evenement; • (internationale) media-aandacht voor het evenement. Kwalitatieve informatie: • bekendheid/imago van de provincie bij inwoners binnen en buiten de provinciegrenzen.
Relatiemanagement Gepland Activiteiten: • organiseren GS-jaardiner; •
verder vernieuwen van relatiegeschenken;
• •
organiseren nieuwjaarsreceptie; diverse ontvangsten in kader van Gezamenlijk Gastheerschap.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 70 bezoekers GS-jaardiner; •
Gerealiseerd Activiteiten: • voorbereiding DelfSail, G50 en lustrum Rijksuniversiteit Groningen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er hebben in 2008 geen grote evenementen plaatsgevonden. Kwalitatieve informatie: • zie Groningen Promotie.
Gerealiseerd Activiteiten: • Het GS jaardiner is eind november in de Statenzaal gehouden, met vooraf een ontvangst en rondleiding in het Groninger Museum. • Fietsstuurtas met nieuw promotieboekje provincie, innovatieve en duurzame fietsverlichting en fietsroutekaart. • De nieuwjaarsreceptie is op 5 januari gehouden. • Geen ontvangsten in kader Gezamenlijk Gastheerschap. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 53 relaties hebben deelgenomen aan het GSjaardiner. • Totaal 13.902 relatiegeschenken waarvan: Fietstassen 500 Fietsverlichting 500
aantal uitgegeven relatiegeschenken;
Bestuur
209
Fietsgidsen Keycords Rugzakjes Usb-sticks Balpennen Atlas van Kooper Fotoboek Groningen Kunstboeken Zeepkistje Mayda Stoel Zijden stropdassen Vulpennen Paraplu's Winkelwagenmuntjes Wijnkoelers •
500 bezoekers nieuwjaarsreceptie;
•
•
aantal ontvangsten en bezoekers in het kader van Gezamenlijk Gastheerschap.
•
Kwalitatieve informatie: • bekendheid/imago van de provincie bij inwoners binnen en buiten de provinciegrenzen; • het onderhouden van functionele relaties; • aangaan van nieuwe functionele relaties.
Middenevenementen Gepland Activiteiten: • subsidiëren van evenementen op het gebied van cultuur, sport en toerisme die passen in de bestaande infrastructuur van Groningen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantal bezoekers van het evenement; • (landelijke) media-aandacht voor het evenement.
Kwalitatieve informatie: • bekendheid en imago van de provincie bij inwoners binnen en buiten de provinciegrenzen. •
onderhouden van functionele relaties;
•
aangaan van nieuwe functionele relaties.
Bestuur
500 2.000 100 100 10.000 26 17 40 8 10 25 26 35 15
505 bezoekers hebben de nieuwjaarsreceptie op het Provinciehuis bijgewoond. n.v.t.
Kwalitatieve informatie: • zie Groninger Promotie.
Gerealiseerd Activiteiten: • 40 aanvragen behandeld waarvan er 24 zijn gehonoreerd voor een totaalbedrag van € 252.743 . Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • gemiddeld 500 bezoekers per evenement buiten de 3 noordelijke provincies; • gemiddeld 2 landelijke exposures per evenement. Kwalitatieve informatie: • Gezien de landelijke exposure die evenementen hebben bewerkstelligd wordt er geconstateerd dat er een positief beeld van Groningen is geweest in 2008. • Het college van Gedeputeerde Staten is uitgenodigd voor de 24 evenementen die gehonoreerd zijn. Soms als gast, soms om een openingshandeling te verrichten. • Door het subsidiëren van nieuwe evenementen zijn er contacten gelegd met diverse stichtingen en organisaties.
210
8.5
Lasten/baten en analyse Bestuur
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
BESTUUR Provinciale Staten
2.135.907
2.314.463
2.210.936
Ondersteuning PS
2.135.907
2.314.463
2.210.936
Overige bestuursorganen
3.881.903
3.940.881
4.327.280
Gedeputeerde staten
2.743.939
2.754.385
3.039.224
Kabinetszaken
1.137.964
1.186.497
1.288.056
Bestuurlijke samenwerking
3.519.750
4.102.259
3.931.364
260.291 406.659
445.398 443.321
477.218 442.902
1.140.700 1.710.587
1.335.331 1.841.294
968.329 2.004.865
1.513
36.915
38.051
Communicatie
3.952.939
3.997.826
3.545.707
Communicatie Representatie/relatiemanagement
2.767.916 1.185.023
2.537.506 1.460.321
2.744.865 800.842
13.490.499
14.355.429
14.015.287
Bestuurlijke organisatie Financieel toezicht op gemeenten (Uitvoering van) wettelijke regelingen Bestuurlijke samenwerking Algemeen bestuurlijk
Totaal bestuur
Omschrijving
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
BESTUUR Provinciale Staten
-
Ondersteuning PS
-
-
-
8.687 1.500 7.187
2.750 2.750 -
35.499 34.567 932
Bestuurlijke samenwerking Bestuurlijke organisatie
-
37.115
38.380
Financieel toezicht op gemeenten (Uitvoering van) wettelijke regelingen
37.115
38.380
Overige bestuursorganen Gedeputeerde staten Kabinetszaken
Bestuurlijke samenwerking Algemeen bestuurlijk
-
Communicatie
1.005
1.241
1.371
Communicatie
1.005
1.241
1.371
9.692 13.480.807 13.490.499
41.106 14.314.323 14.355.429
75.250 13.940.037 14.015.287
Representatie/relatiemanagement Nadelig slot bestuur Totaal bestuur
Bestuur
211
Analyse programma Bestuur Raming 9.351.804 5.003.625 14.355.429 41.106 14.314.323
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 9.392.833 4.622.454 14.015.287 75.250 13.940.037
Saldo -41.029 381.171 340.142 34.144 374.286
Aangezien de apparaatskosten niet per programma maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen per thema.
Thema Provinciale Staten Raming 984.359 1.330.104 2.314.463 0 2.314.463
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 918.588 1.292.348 2.210.936 0 2.210.936
Saldo 65.771 37.756 103.527 0 103.527
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 37.756 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uit gelicht. • • • • •
Op het reis & verblijfskosten -, catering- en scholingsbudget is minder uitgegeven. In 2008 is 15% meer vergaderd dan in 2007. Daarnaast zijn van een aantal informatieve bijeenkomsten en rondetafelgesprekken verslagen gemaakt. De activiteiten in het kader van de uitvoering duale taken zijn in de regel van tevoren niet bekend. Een deel van de middelen is niet besteed. Er zijn minder advertenties geplaatst dan aanvankelijk is aangenomen. Overige afwijkingen:
17.885 -15.821 20.892 10.636 4.164
Thema Bestuursorganen Raming 3.418.681 522.200 3.940.881 2.750 3.938.131
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 3.724.875 602.405 4.327.280 35.499 4.291.781
Saldo -306.194 -80.205 -386.399 32.749 -353.650
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 47.456 hoger uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • •
•
De kosten met betrekking tot vergoeding Gedeputeerde Staten zijn dit jaar hoger uitgevallen vanwege extra kosten voor o.a. reis- en verblijfkosten, representatie en begeleiding GS/MT-debat. Deze kosten zijn moeilijk te prognosticeren. De verhoging van het budget voor deskundige advisering met € 230.000 bij de Integrale Bijstelling 2008 bleek niet voldoende er heeft extra advisering plaatsgevonden voor onder andere: de kredietcrisis, Blauwestad en verkoop aandelen Essent. Overige afwijkingen:
Bestuur
-22.384 -26.454
1.382
212
Thema Bestuurlijke Samenwerking Raming 2.530.481 1.571.778 4.102.259 37.115 4.065.144
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 2.382.937 1.548.427 3.931.364 38.380 3.892.984
Saldo 147.544 23.351 170.895 -1.265 172.160
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 24.616 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • • • • •
• •
Er hebben afrekeningen plaatsgevonden 2006 en 2007 met de 3 noordelijke provincies betreffende archieftoezicht. Dit heeft geleid tot een vrijval ten gunste van de algemene middelen. Bij Versterking lokaal bestuur is sprake van een meerjarig programma van derden. Hierdoor wordt € 24.639 overgeboekt naar 2009. In het kader van NHI zijn weinig nieuwe initiatieven ontwikkeld. Derhalve is er hier sprake van een overschot. De bijdrage aan het IPO is hoger uitgevallen vanwege extra activiteiten in het kader van de E-provincies. Hiermee was geen rekening gehouden. De begrotingspost Internationale samenwerking is bestemd voor specifieke en veelal incidentele acties die gericht zijn op verbetering en intensivering van de relaties met buitenlandse partners. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar het directe grensgebied met Duitsland. Omvang van de besteding is moeilijk voorspelbaar. Het jaar 2008 laat een incidentele onderbesteding zien, die niet als structureel kan worden aangemerkt. Vanwege niet beïnvloedbare kosten bij de BANN is een overschot ontstaan. Overige afwijkingen:
16.401 24.639 3.176 -25.823 4.758
2.339 -874
Thema Communicatie Raming 2.418.283 1.579.543 3.997.826 1.241 3.996.585
Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Realisatie 2.366.432 1.179.275 3.545.707 1.371 3.544.336
Saldo 51.851 400.268 -452.119 -130 452.249
De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 400.398 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • • •
In verband met de afboeking van verplichtingen betreffende grote evenementen, relatiemanagement en beleidsvoorlichting uit voorgaande jaren vallen middelen vrij. In 2008 hebben er initiatieven en voorbereidingen plaatsgevonden voor drie grote evenementen die in 2009 gaan plaatsvinden, te weten DelfSail 2009, Hanzejaar en 50 jaar Gas. Hiervoor is € 280.000 overgeboekt naar 2009. Overige afwijkingen.
Bestuur
118.791 283.504 -1.897
213
Bestuur
214
9.
Bedrijfsvoering
Op dit programma onderdeel worden onder andere de volgende zaken verantwoord: 1. voorzieningen ten behoeve van het huidig en voormalig personeel, zoals de werkgeversbijdrage aan de personeelsvereniging, de kosten van de jaarlijkse reünie voor oud-medewerkers, alsmede de kosten van de wachtgeld en non-activiteitsregeling. 2. de kosten en opbrengsten van de diensten die voor derden worden verricht, voorzover deze lasten en baten niet op een ander programma onderdeel zijn verantwoord. 3. de verhuur van onderdelen van het Provinciehuis aan derden. 4. diverse baten en lasten, waaronder de afboekingen van schulden en vorderingen van voorgaande jaren. Voor de beleidsmatige verantwoording van het programma onderdeel Bedrijfsvoering wordt verwezen naar hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering van deel 3 (Paragrafen) van de programmaverantwoording. Aandeel in de totale rekening 2008: 0,97%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2007
9. Bedrijfsvoering a. totaal bedrijfsvoering - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Bedrijfsvoering
raming 2008*
rekening 2008
2.994 3.821 -827
2.607 1.923 684
4.085 3.058 1.028
-827
684
1.028
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de financiële consequenties van het beleid.
Bedrijfsvoering
215
9.1
Lasten/baten en analyse Bedrijfsvoering
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
BEDRIJFSVOERING Totaal
3.094.696
2.606.575
4.085.335
Voorzieningen personeel Diensten voor derden
434.090 2.395.991
279.653 2.067.346
210.193 3.647.335
233.440 31.175
259.576 -
177.232 50.575
2.606.575
4.085.335
Verhuur gebouwen Diverse baten en lasten Apparaatskosten
-
Totaal bedrijfsvoering
3.094.696
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
BEDRIJFSVOERING Totaal
2.492.129
1.922.563
3.057.803
Voorzieningen personeel Diensten voor derden Verhuur gebouwen
28.294 2.155.484 63.091
13.600 1.855.263 53.700
25.743 2.971.020 52.879
Diverse baten en lasten Apparaatskosten
245.260 2.492.129
-
8.160
1.922.563
3.057.803
Nadelig slot bestuur Totaal bedrijfsvoering
602.567 3.094.696
684.012 2.606.575
1.027.532 4.085.335
Bedrijfsvoering
216
Analyse programma Bedrijfsvoering Apparaatskosten Directe kosten Totaal lasten Directe baten Totaal saldo
Raming 1.532.393 1.074.182 2.606.575 1.922.563 684.012
Realisatie 2.296.928 1.788.407 4.085.335 3.057.803 1.027.532
Saldo -764.535 -714.225 -1.478.760 -1.135.240 -343.520
Aangezien de apparaatskosten niet per programma, maar op totaalniveau worden geanalyseerd, volgen onderstaand de belangrijkste verschillen. De totale directe kosten/baten zijn t.o.v. de raming € 421.015 lager uitgevallen dan geraamd. De belangrijkste verschillen worden er uitgelicht. • • • •
• • • •
De begrote uitgaven en inkomsten van regiovisie, SNN, EDR EU-lobbyist, diensten regiotram en diensten Elo-Grunn zijn begrotingstechnisch niet aangepast. Daardoor ontstaat er per saldo een voordelig saldo. Met betrekking tot de diensten regiovisie wordt het voordelige resultaat voornamelijk veroorzaakt doordat de administratiekosten € 10.000 begrotingstechnisch niet zijn verwerkt. Op diensten voor de commissie bodemdaling heeft een declaratie over het 4e kwartaal 2007 van de NAM gezorgd voor een voordelig resultaat. Ten opzichte van de begrote inkomsten zijn er dit jaar meer vergoedingen voor diensten van derden (o.a. detacheringen) gedeclareerd welke niet zijn begroot. Aangezien een aantal vergoedingen betrekking hebben op afdelingen worden deze toegevoegd aan de personeelsbudgetten van de betreffende afdelingen. Deze zijn derhalve ook meegenomen bij de analyse van de apparaatskosten. Met betrekking tot voorgaande jaren heeft er een opschoonactie van vorderingen en schulden. Dit heeft per saldo geleid tot extra kosten. De gepensioneerdendag heeft niet plaatsgevonden. Op de personeelsvoorziening met betrekking tot brutering PC privé is het opgenomen budget niet besteed. Overige afwijkingen:
Bedrijfsvoering
-253.530 12.604 64.976 615.832
-42.519 6.050 20.540 -2.938
217
Bedrijfsvoering
218
10.
Algemene middelen
De algemene dekkingsmiddelen zijn bedoeld om de uitgaven die niet ten laste van specifieke middelen kunnen worden gebracht, op te kunnen vangen binnen een reëel sluitende begroting. Tot deze algemene dekkingsmiddelen kunnen onder andere worden gerekend de opbrengst van de opcentenheffing op de motorrijtuigenbelasting en de uitkering uit het Provinciefonds. Deze twee inkomstenbronnen vormen samen circa 34% van de totale inkomsten 2008. Aandeel in de totale rekening 2008: 30,12%. Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen uitgegeven, inclusief stortingen in en onttrekkingen uit de reserves: Recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000) Omschrijving
rekening 2006
10. Overzicht algemene middelen a. financiering en algemene dekkingsmiddelen - lasten - baten saldo van lasten en baten Saldo Algemene Middelen
raming 2008*
rekening 2008
106.208 192.474 -86.266
79.193 227.203 -148.010
129.694 272.642 -142.948
-86.266
-148.010
-142.948
* raming 2008 is na de laatste wijziging Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk bevat de politieke verantwoording voor de opgetreden ontwikkelingen en het gevoerde beleid. Aan het eind van het hoofdstuk wordt een gedetailleerd overzicht gepresenteerd van de financiële consequenties van deze ontwikkelingen en het gevoerde beleid.
Algemene Middelen
219
10.1
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven. Onder deze tabel wordt een aantal onderdelen kort toegelicht. In de paragraaf Lokale heffingen (deel 3) gaan wij naast opcenten motorrijtuigenbelasting in op de diverse leges- en overige heffingen. In de financiële begroting (deel 4) geven wij een totaalbeeld van de baten en lasten en gaan wij nader in op de financiële positie. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven 2007 realisatie
Omschrijving
(bedragen x € 1.000) 2008 raming realisatie
Opcenten motorrijtuigenbelasting Uitkering Provinciefonds Dividenden Saldo van de financieringsfunctie Saldo van het BTW-compensatiefonds Saldo overige dekkingsmiddelen Saldo mutatie reserves
41.569 77.304 78.338 15.999 1.419 0 -68.681
43.459 82.557 14.964 16.276 1.584 -2.780 6.416
43.374 82.959 52.007 12.109 252 0 -35.809
Saldo algemene dekkingsmiddelen
145.948
162.476
154.892
2007 realisatie
Omschrijving Raming voor werkelijk onvoorziene uitgaven, na de Integrale Bijstelling 2008 (excl. stelposten)
(bedragen x € 1.000) 2008 raming realisatie 0
200
0
10.1.1 Algemene dekkingsmiddelen Opcenten Motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Provincies kunnen vervolgens zelf bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit willen benutten. Het verschil tussen het wettelijk toegestane aantal opcenten en het feitelijke aantal is de vrije belastingcapaciteit. Per 1 april 2008 bedroeg het wettelijke maximum 107,9 opcenten. Dit is een toename van 2,9 ten opzichte van 2007. De provincie Groningen zit met zijn tarief al jaren boven het provinciale gemiddelde. Met de beperkte tariefsverhoging per 1 april 2008 is Groningen gezakt naar de zesde plaats. Tarieven opcenten MRB in 12 provincies periode 2000-2008 Provincie
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Groningen
61,3
62,7
64,3
65,8
68,00
75,70
76,80
77,20
77,80
Fryslân
50,6
50,6
50,6
58,6
60,10
61,00
66,60
67,30
78,80
Drenthe
61,9
63,2
64,8
66,9
69,00
75,90
77,40
78,60
79,70
Overijssel
65,0
66,8
68,1
70,3
72,00
73,10
74,00
75,30
76,80
Gelderland
58,5
59,9
61,5
64,3
76,50
78,10
79,00
80,50
81,40
Flevoland
53,8
55,1
57,4
59,8
61,40
62,50
63,40
64,00
67,40
Utrecht
61,7
62,9
64,0
65,2
68,60
71,70
71,70
71,70
72,60
Noord-Holland
52,8
44,7
44,7
42,7
52,70
52,70
52,70
63,40
63,90
Zuid-Holland
58,5
58,5
59,7
61,2
71,80
71,80
72,20
73,30
91,80
Zeeland
62,2
63,6
65,2
66,7
69,30
69,30
69,30
69,30
69,30
Noord-Brabant
58,4
59,5
63,3
66,3
68,10
68,30
69,70
71,60
71,60
Limburg
56,1
58,2
60,4
62,6
66,95
71,10
75,30
78,80
79,60
Gemiddeld tarief
58,4
58,8
60,3
62,5
67,03
69,27
70,68
72,58
75,89
Maximum tarief
76,0
80,0
84,8
89,9
94,70
99,00 102,40 105,00 107,90
Algemene Middelen
220
De opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting 2008 is licht bij de ramingen achtergebleven vanwege een geringere groei van het aantal voertuigen en voorts de opkomst van de zeer zuinige auto's, die vanaf 1 april 2008 slechts het halve tarief hoeven te betalen.
10.1.2 Algemene uitkering uit het Provinciefonds Doorwerking opbrengst opcentenheffing MRB 2006 in uitkering Provinciefonds 2008 Er is een relatie tussen de opcentenheffing en de algemene uitkering uit het Provinciefonds. De verdeling tussen de provincies van de totale omvang van het Provinciefonds is gebaseerd op verdeelmaatstaven waaronder de theoretische opbrengst voor de motorrijtuigenbelasting. In het verdeelmodel Provinciefonds wordt de opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting als negatieve inkomstenmaatstaf gehanteerd. Voor 2008 gaat het om de gerealiseerde opbrengst per opcent m.r.b. in 2006. Met deze maatstaf wordt beoogd de tussen de provincies bestaande verschillen in belastingcapaciteit te compenseren. In situaties waarin het totale provinciale belastinggebied groter van omvang wordt en/of waarin ons aandeel in het totale provinciale belastinggebied afneemt zal de compensatie via het Provinciefonds stijgen. En omgekeerd zal deze dalen. Accres 2008 Aan de hand van de septembercirculaire 2008 hebben wij de raming voor de uitkering uit het Provinciefonds bijgesteld. In de Integrale Bijstelling 2008 hebben wij het accres 2008 geraamd op + 7,44%. Daarbij zijn wij uitgegaan van een volledige inhouding van de behoedzaamheidsreserve 2008. Op basis van de maartcirculaire 2009 is echter gebleken dat er in 2008 sprake was van een forse onderuitputting van de rijksuitgaven. Het feitelijke accres 2008 is uitgekomen op 6,49%. Zie ook hierna. Daardoor valt onze uitkering uit het Provinciefonds voor 2008 ca. € 402.100 hoger uit dan wij eerder hebben geraamd. Dit verschil komt ten gunste van het rekeningresultaat 2008. Behoedzaamheidsreserve 2008 In de Voorjaarsnota 2008 hebben wij verondersteld dat de behoedzaamheidsreserve 2008 slechts voor de helft tot uitbetaling zal komen. In de septembercirculaire 2008 is het accres voor 2008 nog verder wordt verhoogd (van 7,09% naar 7,44%). Daarom hebben wij bij de Integrale Bijstelling 2008 uitgesproken dat de kans op een nog grotere onderuitputting in de rijksbegroting 2008 aanwezig is. Wij hebben op basis daarvan toen voorgesteld uit te gaan van de inhouding van de gehele in plaats van de halve behoedzaamheidsreserve 2008. Een situatie die vergelijkbaar is met de uiteindelijke afwikkeling van 2007, toen de behoedzaamheidsreserve helemaal niet werd uitgekeerd. De behoedzaamheidsreserve 2008 komt op basis van de ontwikkelingen in de rijksbegroting 2008 voor een deel tot uitbetaling (€ 7,44 miljoen, aandeel Groningen € 402.100 ). Aangezien wij als provincie bij de raming van het Provinciefonds in meerjarig perspectief ons eigen behoedzaam scenario volgen, zien wij in de ontwikkelingen tot en met 2008 geen reden om het door ons gekozen uitgangspunt (volledige uitbetaling van de behoedzaamheidsreserve) in structurele zin los te laten.
10.1.3 Dividend De provincie Groningen neemt deel (voor onderstaande bedragen) in het aandelenkapitaal van: • Essent N.V. € 1.722.096 • N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) " 571.962 • N.V. Waterbedrijf Groningen " 11.345 • Groningen Airport Eelde N.V. " 13.680 • NV NOM " 6.353 Het reguliere dividend van de aandelen Essent N.V.en de aandelen BNG komt voor 2008 uit op ongeveer € 26.891.136 respectievelijk € 251.688. In de begroting 2008 gingen wij voor de raming van het dividend van de Essent N.V. nog uit van een bedrag van € 15 miljoen en voor de NV BNG van een bedrag van € 120.000. Onze deelname in Oikokrediet leverde een dividend op van € 154. Een en ander is iets lager dan de raming in de begroting 2008.
Algemene Middelen
221
Daarnaast heeft de provincie Groningen extra inkomsten tot een bedrag van ca. € 25.021.953 ontvangen wegens de schikking van een geschil van de provincies Groningen en Overijssel met Essent i.v.m. de verkoop eind 1999 van EPON. Het dividend van Essent en de extra inkomsten wegens de hierboven genoemde schikking worden conform de bestendige gedragslijn toegevoegd aan de reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI).
10.1.4 Saldo financieringsfunctie (rente) Hier komt tot uitdrukking het saldo van rentelasten en -baten in verband met de financiering van de provinciale uitgaven. Daarbij is rekening gehouden met administratieve boekingen vanwege een berekend financieringstekort en de opbrengst wegens bespaarde rente.
10.1.5 Saldo van het BTW-compensatiefonds In 2008 treedt er een vrijval van BTW m.b.t. doeluitkeringen, gemeenschappelijke regelingen en overige posten op van circa € 252.000 . Dat is circa € 1.332.000 minder dan was geraamd in de begroting 2008.
10.1.6. Saldo overige dekkingsmiddelen Het verschil bij dit onderdeel wordt enerzijds veroorzaakt door het vrijvallen van de restantmiddelen voor onvoorziene uitgaven en een aantal stelposten (€ 1.305.760) en anderzijds doordat de bij de begroting 2008 de onverdeelde apparaatskosten 2008 nu functioneel zijn toegerekend dan wel kunnen vrijvallen (€ 1.474.561) waardoor er op deze onderdelen uiteindelijk geen lasten behoeven te worden verantwoord.
10.1.7. Mutaties reserves In 2008 hebben zich de volgende toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves voorgedaan. Reserve - algemene reserve - reserve ESFI - reserve Stimuleringsfonds Zorg - reserve NOM participatie - reserve groen - reserve huisvesting en inrichting - egalisatiereserve grondwaterheffing - egalisatiereserve automatisering - egalisatiereserve wegen en kanalen - reserve cofinanciering Kompas - egalisatiereserve ontgrondingen - egalisatiereserve BTW-Compensatiefonds - reserve AKP-budgetten - reserve bodemsanering - reserve programma Landelijk Gebied - reserve cofin. ruimtelijke econ. progr. totaal mutaties reserves
lasten 2008 17.921.830 56.625.118 202.000
3.184.235 502.200 3.903.286 13.000.000
baten realisatie raming 2008 saldo 2008 saldo 2008 32.010.608 -14.088.778 -11.243.407 16.984.744 39.640.374 348.264 72.500 129.500 174.311 668.524 -668.524 -245.000 100.000 -200.000 -100.000 160.322 87.253 412.622 73.380 534.182 -534.182 482.775 -482.775 -202.635 7.892.023 -5.329.567 -3.273.804 382.937 -376.417 54.400 605.493 -605.493 -605.000 338.454 2.845.781 -701.161 1.244.584 -742.384 77.200 1.002.923 2.900.363 933.574 252.666 12.747.334 8.293.653
98.467.842
62.659.665
-100.000 160.322 499.875
2.562.456 6.520
35.808.177
-6.416.225
Het verschil tussen realisatie en raming wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de storting van het hogere dividend Essent en de eenmalige baten in verband met de afwikkeling van het geschil m.b.t. EPON in de reserve ESFI.
Algemene Middelen
222
10.2
Onvoorziene uitgaven
In de begroting dient een budget te worden opgenomen ten behoeve van onvoorziene uitgaven. De hoogte van de reservering kan de provincie zelf vaststellen. Door middel van een adequate kredietbewaking tracht de provincie het aantal onvoorziene tegenvallers zoveel mogelijk te beperken en hierdoor het beroep op onvoorzien zoveel mogelijk te minimaliseren. De post voor werkelijk onvoorziene uitgaven bedroeg bij de start van het begrotingsjaar 2008 € 671.368. In de 1e wijziging van de begroting 2008 is een bedrag van € 89.607 ingezet ter dekking van een aantal bestedingsvoorstellen. In de Integrale Bijstelling 2008 is een deel (€ 381.761) toegevoegd aan de begrotingsruimte 2008. Na de Integrale Bijstelling 2008 bleek een bedrag van € 45.000 nodig ter bekostiging van de extra lasten van het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis. Het restant (€ 155.000) is vrijgevallen ten gunste van het rekeningresultaat 2008.
Algemene Middelen
223
10.3
Lasten/baten en analyse Algemene middelen
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
OVERZICHT ALGEMENE MIDDELEN Financiering en algemene dekkingsmiddelen Geldleningen en uitzettingen korter dan een jaar Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan een jaar Algemene uitkering Provinciefonds Eigen middelen Deelnemingen Onvoorzien Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties
129.694.195 10.495.625
54.222.192 19.384.529
126.850.543 23.524.909
5.624.605
3.672.108
4.699.607
163.422
155.860
158.185
113.410.542
1.305.760 1.474.561 28.229.374
98.467.842
Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Voordelig slot algemene middelen Totaal algem ene middelen
Omschrijving
129.694.195
54.222.192
126.850.543
142.947.969 272.642.163
162.476.409 216.698.601
154.892.276 281.742.819
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
OVERZICHT ALGEMENE MIDDELEN Financiering en algemene dekkingsmiddelen
272.642.163
216.698.601
281.742.819
Geldleningen en uitzettingen korter dan een jaar Geldleningen en uitzettingen langer of gelijk aan een jaar Algemene uitkering Provinciefonds
14.773.074 17.345.688 78.723.130
22.727.900 16.604.391 82.556.893
22.765.765 17.567.421 83.210.920
Eigen middelen Deelnemingen
41.568.602 78.501.960
43.459.144 15.120.200
43.374.117 52.164.931
1.584.474
-
34.645.599
62.659.665
216.698.601
281.742.819
Onvoorzien Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming
Totaal algem ene middelen
41.729.708 -
272.642.163
Algemene Middelen
224
Analyse programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven Raming Baten financierings- en algemene dekkingsmiddelen af: lasten financiering- en algemene dekkingsmiddelen Totaal saldo
Realisatie
Saldo
216.698.601
281.742.819
65.044.218
54.222.192
126.850.543
72.628.351
162.476.409
154.892.276
-7.584.133
De financiering- en algemene dekkingsmiddelen geven een nadeel te zien van € 7.584.133. Ten gunste van de reserves, derhalve ten laste van het resultaat, is tot een bedrag van € 42.224.402 meer geboekt dan bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2008 geraamd. De redenen van deze boekingen is terug te vinden op alle andere programmaonderdelen. Het overig verschil ad € 34.640.269 (positief) is als volgt te verklaren. • • • • • • • • • • • •
Extra dividend Essent, betreft een uitkering aan de voormalige aandeelhouders van de NV EDON. Regulier dividend Essent, hoger als gevolg van betere bedrijfsresultaten Beide bedragen zijn in de reserve ESFI gestort. Hoger dividend Bank Nederlandse Gemeenten NV. Vorming voorziening inzake vordering Landsbanki, inclusief rente. Rente ILG, bij de raming werd deze rente als last bij het betreffende functieonderdeel geboekt. Bij de rekening is, conform de voorschriften, de rente toegevoegd aan de reserve PLG (0.8). Hogere rente baten als gevolg van hogere saldi. Per saldo lagere rente baten als gevolg van een lager gemiddeld rentepercentage. Hogere uitkering behoedzaamheidsreserve Provinciefonds. Lagere opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting door een geringere groei van het wagenpark. Het nadeligverschil van het BTW-compensatiefonds wordt veroorzaakt doordat voor de stelpost baten BTW-compensatiefonds een te hoog bedrag is geraamd. Een deel van met BTW belaste lasten zijn te weinig "afgeroomd". Overboekingen naar 2009, welke bij de Integrale Bijstelling zijn meegenomen. Vrijval onvoorzien, stelposten, niet verdeelde apparaatskosten en overige verschillen.
Algemene Middelen
25.013.089 11.900.000 131.688 -5.208.258 461.726 773.944 -65.442 402.096 -85.027 -1.332.543 663.433 1.985.563
225
Algemene Middelen
226
Recapitulatie van lasten en baten per programma Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
RECAPITULATIE Ondernemend Groningen Wonen Karakteristiek Groningen
12.338.408 19.200.372 18.913.225
17.064.354 17.261.632 43.042.369
12.735.071 16.222.698 26.669.400
Bereikbaar Groningen Schoon/veilig Groningen
124.717.073 30.313.132
121.197.075 34.894.300
109.427.235 36.089.602
4.532.398 69.095.956
5.397.916 70.892.023
4.633.922 70.404.345
13.490.499 3.094.696 129.694.195 425.389.953
14.355.429 2.606.575 54.222.192 380.933.865
14.015.287 4.085.335 126.850.543 421.133.436
Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering Algemene middelen TOTAAL LASTEN
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
RECAPITULATIE Ondernemend Groningen Wonen Karakteristiek Groningen
4.202.172 12.124.736 11.024.208
3.907.800 10.209.702 29.446.181
3.983.297 9.597.800 15.950.719
Bereikbaar Groningen Schoon/veilig Groningen
86.858.377 10.260.123
74.438.914 13.137.544
62.504.454 13.167.487
Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur Bestuur
146.889 41.927.275 9.692
111.538 40.006.781 41.106
181.364 41.057.719 75.250
2.492.129 272.642.163 441.687.766
1.922.563 216.698.601 389.920.730
3.057.803 281.742.819 431.318.712
Bedrijfsvoering Algemene middelen TOTAAL BATEN
RESULTAAT BESTEMMING
gerealiseerd bedrag 2007
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
Resultaat Gewone dienst voor bestemming
87.978.647
2.570.640
45.993.452
Onttrekking uit reserves
41.729.708
34.645.599
62.659.665
129.708.355 Storting in reserves Resultaat Gewone dienst na bestemming
37.216.239
108.653.117
113.410.542
28.229.374
98.467.842
16.297.813
8.986.865
10.185.275
Recapitulatie van Lasten en Baten per programma
227
Recapitulatie van Lasten en Baten per programma
228
Overzicht Begroting 2008 met wijzigingen Bedragen x € 1.000 BEGROTINGSWIJZIGINGEN
primitief
Overboeking van 2007 1e wijz.
lasten 1 Ondernemend Groningen 2 Wonen 3 Karakteristiek Groningen 4 Bereikbaar Groningen 5 Schoon/veilig Groningen 6 Gebiedsgericht 7 Welzijn, sociaal beleid, jeugzorg, cultuur 8 Bestuur 9 Bedrijfsvoering 10 Algemene middelen Mutaties reserves Begrotingsresultaat
baten 1 Ondernemend Groningen 2 Wonen 3 Karakteristiek Groningen 4 Bereikbaar Groningen 5 Schoon/veilig Groningen 6 Gebiedsgericht 7 Welzijn, sociaal beleid, jeugzorg, cultuur 8 Bestuur 9 Bedrijfsvoering 10 Algemene middelen Mutaties reserves
2e wijz.
voorjaarsnota 3e wijz.
4e wijz. Kompas
5e wijz. Nieuw bel.
9.297 20.685 31.335 107.590 27.699 4.673 65.242 13.485 2.506 12.760 295.272 23.060 2.568
237 10 2.080 8.922 4.000 278 2.75012.777 4.000 -2.568
186 189 2.471 396 459 1.630 27 17 5.375 -
383 3.7661772.897 1.495 -1 4.013 242 2 12.672 17.760 1663.151
5.721 678 101 116 6.616 -
100 98 190 448 136 861 1.833 -1.750
320.900
14.209
5.375
20.745
6.616
2.580 13.665 20.302 71.949 8.064 36.082 21 1.029 155.468 309.160 11.740
-
-
-
1073.940 -
-
320.900
552.630 6.408 7.801
14.209
Integrale bijstelling 2008 6e wijz. 7e wijz. Kompas/ REP 1.694 144 9.110 974740 267 407601 99 2.183 13.457 1.336 7.836
-554 -82 250 386250-
17.064 17.262 43.042 121.197 34.894 5.398 70.892 14.355 2.607 25.993 352.704 28.230 8.987
83
22.629
-636
389.921
-
1.042 256 9.313 196 328
192 10.193 21.888 741
-636
3.908 10.210 29.446 74.439 13.138 111 40.007 41 1.922 182.053 355.275 34.646
22.629
-636
389.921
5.375
286 3.7111692.401 723 111 3.557 20 756 13.762 17.736 3.009
6.616
83
5.375
20.745
6.616
83
83
368
Overzicht Begroting 2008 met Wijzigingen
Begroting na laatste wijziging
229
Overzicht Begroting 2008 met Wijzigingen
230
Deel 3 Programmarekening 2008 Paragrafen
232
INHOUDSOPGAVE Deel 3. Paragrafen 1.
Weerstandsvermogen ...........................................................................................235 1.1.
Inleiding
235
1.2.
Europese Regioprogramma's / LEADER +
235
1.3.
BTW Europese subsidies
238
1.4.
Besmetting bermgrond met cystenaaltjes
238
1.5.
Hoogovenslakken
238
1.6.
Blauwestad
238
1.7.
Herschikking van taken in het waterbeheer
238
1.8.
BTW-compensatiefonds
240
1.9.
Rijksbezuinigingen
240
1.10.
Gewaarborgde geldleningen
240
1.11.
Meerstad
241
1.12.
Risico's bij aan en verkoop gronden in Ulsderpolder
242
1.13.
Afschrijving op gebouwen
242
1.14.
Glastuinbouw Eemsmond
243
1.15.
Persleiding Groningen - Delfzijl
243
1.16.
Kunstwerken wegen en kanalen
243
1.17.
Specifieke uitkeringen voor hoofdkanalen
243
1.18.
Extern veiligheidsbeleid
243
1.19.
Civiele procedure over schuur met aanbouw
244
1.20.
Zuidlaardermeer - Oost-Groningen
244
1.21.
Revitalisering Zuidlaardermeer Bestek 2004-10
244
1.22.
PLG
244
1.23.
Groningen Seaports
245
1.24.
Handhaving vergunningen
245
1.25.
Waterbergingsgebieden en grondbedrijf
245
1.26.
Bureau Jeugdzorg
245
1.27.
Gevolgen kredietcrisis
246
1.28.
Afwikkeling subsidie ministerie Jeugd en Gezin
246
1.29.
Schade aan tuinbouwbedrijf door bodemsanering
246
1.30.
Subsidie voor kleine windmolens
247
1.31.
Jeugdzorg
247
1.32.
Nazorgfonds gesloten stortplaatsen provincie Groningen
248
1.33.
Bodemsanering locatie Eendracht te Appingedam
249
1.34.
Actualisatie projectrisico's
249
Inhoudsopgave
233
2.
Financiering...........................................................................................................251 2.1.
Agemeen
251
2.2.
Ontwikkeling rentetarieven
251
2.3.
Financieringsbeleid 2008
251
2.4.
Uitzettingen
252
2.5.
Resumé 2005-2008
254
3.
Bedrijfsvoering ......................................................................................................263 3.1.
Personeel & Organisatie,
263
3.2.
ICT-beleidsplan 2007-2009
266
3.3.
Facilitaire dienstverlening
267
3.4.
Financiën & Control
267
3.5.
Wat mag het kosten?
269
4.
Lokale heffingen ....................................................................................................271 4.1.
Inleiding
271
4.2.
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
271
4.3.
Lokale lastendruk
271
4.4.
Overige heffingen
273
5.
Onderhoud kapitaalgoederen................................................................................275 5.1.
Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen.
275
5.2.
Huisvesting
276
5.3.
ICT
277
6.
Grondbeleid...........................................................................................................279
7.
Verbonden partijen ................................................................................................281 7.1.
Programma Ondernemend Groningen
281
7.2.
Programma Wonen
283
7.3.
Programma Bereikbaar Groningen
284
7.4.
Programma Schoon/Veilig Groningen
285
7.5.
Programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
285
7.6.
Programma Bestuur
285
234
Inhoudsopgave
1.
Weerstandsvermogen
1.1.
Inleiding
Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 2004 zijn de provincies verplicht aan de Begroting en Rekening een paragraaf Weerstandsvermogen toe te voegen. Volgens de voorschriften bevat deze paragraaf ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b. een inventarisatie van de risico's (inclusief openeinderegelingen, bedrijfsvoering, financiering, positieve risico's en voorzieningen); c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's (o.a. risicomanagement). De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts optreden en substantieel gedekt moeten worden, op te vangen. Het gaat om die elementen waaruit tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden zoals bijvoorbeeld algemene reserve, maar ook onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves. Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die te laag of tegen nul zijn gewaardeerd, doch direct verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met incidenteel wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat deze invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Met structurele weerstandscapaciteit worden middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn niet om een andere manier te ondervangen. Reguliere risico’s - risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal goed meetbaar zijn maken geen deel uit van de risico’s opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden getroffen. Onder risico's verstaan de voorschriften alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of niet tot afwaardering van activa hebben geleid en van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of het eigen vermogen. Het gaat daarbij onder andere om: • aanspraken als gevolg van de door de provincie gegarandeerde geldleningen aan instellingen; • eventuele door de provincie te betalen afkoopsommen; • schadeclaims; • risico's die voortvloeien uit mogelijke aanspraken op vermogensschade, die niet verzekerd zijn/kunnen worden. 1.1.1. Weerstandscapaciteit Ernst & Young heeft in het najaar van 2007 een onderzoek gedaan naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Er is onderzoek gedaan naar de risico's die de provincie loopt. Uiteindelijk is de omvang van de aan te houden weerstandscapaciteit vooral afhankelijk van het risicoprofiel. Uit vergelijking van de provincie Groningen met andere provincies is gebleken dat de financiële positie van de provincie Groningen ten opzichte van de andere provincies in de afgelopen jaren in relatieve zin is verslechterd. Deze ontwikkeling is vooral toe te schrijven aan het meer participeren in grote projecten. Uit de vergelijking komt tevens naar voren dat de structurele weerstandscapaciteit (vooral bepaald door de onbenutte belastingcapaciteit bij de opcenten motorrijtuigenbelasting) van de provincie Groningen relatief laag is. Dit pleit voor een stevige algemene reservepositie. De weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd als de vrije ruimte in de algemene reserve, vrij aanwendbare bestemmingsreserves, onbenutte belastingcapaciteit, het gereserveerde bedrag voor onvoorziene uitgaven en de verwachte begrotingsruimte. Reservepositie De omvang van de reservepositie (vrije ruimte Algemene Reserve en bestemmingsreserves) wordt door ons per ultimo 2008 berekend op ongeveer € 24,4 miljoen. Het aanwenden van deze middelen leidt er toe dat de opbrengst wegens bespaarde rente, die nu in de begroting als algemeen dekkingsmiddel wordt gebruikt, zal afnemen.
Weerstandsvermogen
235
Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit heeft betrekking op extra inkomsten die de provincie Groningen kan genereren als het maximum aantal opcenten op de motorrijtuigenbelasting wordt geheven (107,9) in vergelijking met de opbrengst bij het op dit moment geldende tarief (per 1 april 2008: 77,8 opcenten). Deze capaciteit kan per 1 april 2008 wordt berekend op ca. € 16,85 miljoen. Omdat de door uw Staten vastgestelde verhoging van het aantal opcenten per 1 april 2009 (+ 1,7%) geringer is dan de maximale stijging van het maximum aantal opcenten (+ 3,7%) neemt deze capaciteit in 2009 toe tot ca. € 18,62 miljoen. Gereserveerde middelen voor onvoorziene uitgaven In de Programmabegroting 2009 is voor de periode 2009-2012 jaarlijks een bedrag van ca. € 671.000 gereserveerd voor het opvangen van werkelijk onvoorziene en onvermijdbare uitgaven. Dit bedrag is ontstaan op basis van gebleken historische behoefte om onvoorziene en onvermijdbare uitgaven jaarlijks op te vangen. Verwachte begrotingsruimte 2009-2012 Op basis van actuele financiële meerjarenramingen verwachten wij de onderstaande begrotingsruimte: Tabel 7. Verwachte begrotingsruimte 2009-2012 Omschrijving
(bedragen x € 1.000) 2009 2010 2011
Verwachte begrotingsruimte (- = tekort)
3.290
2012
307 - 1.591 - 1.005
Deze cijfers zijn gebaseerd op een doorrekening van het financieel perspectief op basis van de gegevens die medio maart 2009 bij ons bekend waren. In deze cijfers zijn wij al vooruitgelopen op de bestemming van het rekeningresultaat 2008 ten gunste van het flexibel budget 2011-2013. Er past bij deze cijfers een duidelijk voorbehoud. Momenteel is het Rijk bezig te beoordelen welke maatregelen er nodig zijn om de negatieve gevolgen van de economische crisis zoveel mogelijk te beperken en tegelijkertijd de overheidsfinanciën zoveel mogelijk op orde te houden. In welke mate dit gaat leiden tot bezuinigingen op de rijksuitgaven (van invloed op de hoogte van het accres van het Provinciefonds) dan wel tot een rechtstreekse ingreep in de omvang van het Provinciefonds is op dit moment nog niet aan te geven. Dergelijke ingrepen zullen onherroepelijk forse consequenties hebben voor de omvang van het flexibel budget. Ook zal vanaf 2011 rekening moeten worden gehouden met de mogelijke gevolgen van het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) ten aanzien van omvang en verdeling van het Provinciefonds. Verder zijn de ontwikkelingen van rente, lonen en prijzen bepalend voor de omvang van het flexibel budget. In het kader van de Voorjaarsnota 2009 zullen de ramingen op basis van bovengenoemde ontwikkelingen worden bijgesteld. 1.1.2. Beleidslijn Dit voorjaar hebben wij aan de Statencommissie Bestuur en Financiën de meest recente rapportage over het minimaal benodigd weerstandsvermogen voorgelegd. In een begeleidende notitie hebben wij aangegeven dat er geen functionele redenen zijn om van het advies van de accountant inzake de omvang af te wijken. Dat houdt in dat wij in principe € 24,4 miljoen aan willen houden als financieel weerstandsvermogen. Aan het begin van de volgende collegeperiode (2011) zullen wij opnieuw een onderzoek laten uitvoeren naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Wij stellen ons op het standpunt dat tot op het moment dat er een nieuw onderzoek naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit is uitgevoerd de norm op basis van het onderzoek 2007 gehandhaafd blijft. Indien en voor zover er in deze collegeperiode een beroep wordt gedaan op het bedrag van € 24,4 miljoen, zal aanvulling in beginsel via rekeningsaldi moeten geschieden. Indien er geen positief rekeningsaldo optreedt, zal tijdelijk genoegen moeten worden genomen met een lager bedrag. In die omstandigheid moet naar bevind van zaken worden gehandeld. Zou er zich een grote "financiële ramp" voordoen dan zal er niet aan te ontkomen zijn om gedurende een aantal jaren voor aanvulling van het saldo ook begrotingsruimte aan te wenden. Om eindeloze discussies te voorkomen over de vraag wat een financiële ramp is, stellen wij voor daarvoor een vuistregel te hanteren van minimaal 10% van het benodigde vermogen van € 24,4 miljoen. De vrije ruimte in de Algemene Reserve en de bestemmingsreserves per 31 december 2008 bedraagt ongeveer € 24,4 miljoen. Deze is daarmee toereikend om de minimale benodigde reservering van € 24,4 miljoen mogelijk te maken. Of de omvang van de minimaal aan te houden weerstandscapaciteit na 2011
236
Weerstandsvermogen
ook € 24,4 miljoen moet bedragen, is de vraag. In de loop van de tijd zal het risicoprofiel wijzigen. Teneinde met dat gegeven rekening te houden is het naar onze mening nodig van tijd tot tijd opnieuw een discussie daarover te voeren. Het eerstvolgende moment voor een dergelijke discussie is na het voorgenomen onderzoek in 2011. In de navolgende subparagrafen worden de te onderkennen risico's beschreven. In de paragrafen 1.2 tot en met 1.34 zijn de wijzigingen ten opzichte van de meest recente risico's, zoals vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen bij de Integrale Bijstelling 2008, cursief weergegeven. Indien een beschreven risico niet langer een financieel risico vormt, dan wordt dit vermeld in deze paragraaf. In de volgende rapportage over het weerstandsvermogen verdwijnt het risico uit de paragraaf weerstandsvermogen.
1.2.
Europese Regioprogramma's / LEADER +
Voor de eindafrekening van de Doelstelling 2 (1994-1999) van de provincies Groningen en Drenthe heeft de Europese Commissie controleonderzoeken uitgevoerd op projectniveau. Deze controles hebben uiteindelijk geresulteerd tot een definitieve correctie. Op 12 december 2008 heeft de Europese Commissie een definitieve beschikking vastgesteld. Tegen deze beschikking kan geen bezwaar meer worden gemaakt bij de Europese Commissie. Het enige dat nu nog rest is een beroepsprocedure bij het Europese Hof. De Europese Commissie vordert een bedrag terug van circa € 6 miljoen. Hiervan betreft € 1,8 miljoen het project Martinihal te Groningen. Dit project is nog niet afgerekend omdat er nog een staatssteunprocedure bij de rechter loopt. Het project is dan ook buiten de afrekening van het programma gehouden. Desalniettemin vordert de Europese Commissie deze € 1,8 miljoen nu terug. Blijkt op enig moment dat de subsidie aan de Martinihal terecht is toegekend, dan zal dit bedrag alsnog weer overgemaakt worden door de Europese Commissie. Vooralsnog moet de terugvordering betaald worden. Dit wordt in eerste instantie betaald door het SNN. Afhankelijk van de uitspraak van het Europese Hof zal uiteindelijk deels het weerstandsvermogen van de provincie worden aangesproken. Deels kan de terugvordering worden betaald ten laste van de rentebaten, die bij het SNN zijn ingeboekt op de programma's van Groningen en Drenthe (1994-1999). De exacte verdeling van de lasten zal dan in overleg met provincie Drenthe en het SNN dienen plaats te vinden. Voor wat betreft het Leaderprogramma (LEADER+ 2000-2006) is door de Europese Commissie een auditonderzoek uitgevoerd. Dit programma valt onder de verantwoordelijkheid van het SNN. Echter, met de provincies is indertijd afgesproken dat deze de financiële aansprakelijkheid op zich nemen voor de projecten, die binnen de betreffende provincie worden uitgevoerd. De Europese Commissie overweegt een correctie over het gehele programma toe te passen van max. 5%. Dit komt ongeveer neer op een korting van € 850.000 op de EOGFL middelen. De correctie wordt voorgesteld op grond van systeemfouten, die overigens inmiddels door het SNN zijn hersteld. Een formeel correctievoorstel is ontvangen. Echter SNN gaat niet akkoord met dit voorstel en zal hiertegen in bezwaar/beroep gaan. Voor vervangende projecten zal geen ruimte zijn omdat enerzijds het eindresultaat van de audit nog niet definitief bekend is en anderzijds ultimo 2008 alle projecten gerealiseerd en afgerekend dienen te zijn. Bij de start van het LEADER-programma (2000-2006), waarvan het SNN managementautoriteit is en dus verantwoordelijk voor het beheer van het programma, is afgesproken dat de financiële risico's bij de individuele provincies zou komen te liggen op grond van de door de provincies uitgesproken wens om de LEADER-middelen zelf te mogen beschikken in plaats van het SNN. Ook het Doelstelling 2 programma (2000-2006) is aan een auditonderzoek van de Europese Commissie onderworpen. Dit betrof een landelijke aanpak, die in de vorm van een nationaal actieplan tot een voor de Europese Commissie aanvaardbare correctie moet leiden. Dit programma valt onder de verantwoordelijkheid van het SNN. Eventuele financiële consequenties kunnen derhalve indirect van invloed zijn op het weerstandsvermogen van de provincie als partner binnen het SNN wanneer het weerstandsvermogen van het SNN tekort zou schieten.
Weerstandsvermogen
237
1.3.
BTW Europese subsidies
Bij brief van 18 juni 2007 heeft het ministerie aan de gemeente- en provinciebesturen laten weten dat naar de mening van de Europese Commissie de huidige praktijk (waarbij de compensabele BTW deel uitmaakt van de subsidieaanvragen) niet langer in overeenstemming blijkt te zijn met een bepaalde regel uit een Verordening van de Europese Gemeenschap. Dat betekent concreet dat de BTW-uitgaven die voor compensatie bij het BTW-compensatiefonds in aanmerking komen, na dagtekening van de brief (18 juni 2007) geen onderdeel meer mogen uitmaken van de betalingsaanvragen aan de Europese Commissie. Het ministerie van Financiën heeft zich hiervoor garant gesteld en heeft een onderzoek laten instellen naar de omvang van de problematiek. Daaraan zijn twee afzonderlijke aspecten te onderkennen, te weten de situatie tot 18 juni 2007 en de situatie na die datum. Over dit laatste punt is in het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen op 9 april 2008 de afspraak gemaakt dat de uitname uit het Provinciefonds niet zal worden gewijzigd als gevolg van deze problematiek. De "schade" die is ontstaan in de periode tot 18 juni 2007 is door het ministerie van Financiën vergoed. Het aandachtspunt kan hiermee vervallen.
1.4.
Besmetting bermgrond met cystenaaltjes
Langs de N363 zijn bermen aangevuld met grond die besmet bleek te zijn met cystenaaltjes (globodera pallida), welke aardappelmoeheid veroorzaken. De provincie is aansprakelijk gesteld voor schade die de aanliggende boeren ondervinden. De provincie is op 8 september 2004 in hoger beroep door het Gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld tot betaling van de (nog nader te bepalen) schade. Inmiddels is een schadeclaim ingediend ter hoogte van € 97.418 en heeft de afdeling ABJ een contraexpertise laten uitvoeren. Over de afwikkeling van de schadeclaim wordt nog onderhandeld. Uit periodiek onderzoek (november 2006) is gebleken dat van het traject Ranum-Roodeschool (N363) bepaalde bermgedeeltes aan weerszijden van de weg nog licht besmet zijn met cystenaaltjes. Gemiddeld is het aantal ten opzichte van het onderzoek van 2004 nog verder afgenomen, maar het percentage is nog te hoog om de bermen weer normaal ecologisch te beheren. In december 2008 zijn de bermen weer op het voorkomen van de globodera pallida onderzocht. De onderzoeksrapportage wordt in het eerste kwartaal van 2009 verwacht.
1.5.
Hoogovenslakken
Een deel van de provinciale wegen heeft een fundering bestaande uit hoogovenslakken. In deze funderingen doen zich veranderingen voor, waardoor het wegdek plaatselijk omhooggedrukt wordt en verkeersonveilige situaties kunnen ontstaan. Er wordt van uitgegaan dat kan worden volstaan met het wegfrezen van de oneffenheden en slechte plekken en het aanbrengen van overlagingen op enkele slechte wegvakken. Het risico is aanwezig dat zich op enkele plaatsen ontwikkelingen zullen voordoen waardoor meer ingrijpende maatregelen nodig zijn. Een gedeelte van de N366 bij Nieuwe Pekela met ernstige schade is in 2008 duurzaam hersteld. Voor het gedeelte Menneweer-Lauwersoog van de N361 moet eveneens rekening worden gehouden met een zware onderhoudsmaatregel, uit te voeren in de periode 2010-2015, kosten prognose € 3,0 miljoen. Dit project is opgenomen in het provinciale MIT.
1.6.
Blauwestad
Ten behoeve van de aanleg van de publieke infrastructuur Blauwestad treedt de provincie op als voorfinancier. Daarvoor heeft zij de eigendom van de gronden als zekerheidsstelling. Begin 2009 heeft Provinciale Staten ingestemd met de ophoging van het provinciaal investeringskrediet tot € 105 miljoen. Tegenover deze ophoging met € 15 miljoen heeft de Ontwikkelingmaatschappij additionele zekerheden gesteld, middels een concerngarantie van Koop Holding Europe BV, die zowel juridisch als financieel door een externe accountant zijn gevalideerd. De uitgaven en daarmee het investeringskrediet worden scherp in de gaten gehouden. Nu de uitvoering van het meer grotendeels is voltooid, is het zaak om sluitende afspraken te maken over beheer en onderhoud. Het gaat om contracten met de gemeenten, het waterschap en met de Stichting Het Groninger Landschap. Hieronder staan in een notendop een aantal potentiële financiële risico's die de provincie loopt in de nabije toekomst. Een raming van de bedragen is bijgevoegd. Wel wordt hierbij opgemerkt dat er hard wordt gewerkt aan beperking of eliminatie van de risico's.
238
Weerstandsvermogen
Kompas1/Zuidelijke vaarverbinding Er is tot 31 december 2008 uitstel verkregen voor de afronding van de werkzaamheden aan de zuidelijke vaarverbinding. De mogelijkheid bestond om nogmaals uitstel te krijgen tot 1 juli 2009. In overleg met de Ontwikkelingsmaatschappij Blauwestad BV/CV is besloten hier geen gebruik van te maken, omdat de werkzaamheden, die in aanmerking komen voor de Kompassubsidie, voltooid zijn. Voor 1 april 2009 dient de eindrapportage -en afrekening, voorzien van een accountantsverklaring, bij het SNN te zijn aangeleverd. Op dit moment is het accountantsonderzoek in de afrondende fase. Vaarweg- en nautisch beheer Het nautisch beheer op het Oldambtmeer is door de provincie grotendeels geregeld. De afrondende investeringen betreffen: plaatsen havenlichten bij de jachthaven en het plaatsen van verkeersborden die de doorvaarthoogte van bruggen aangeven. Dit is wettelijk verplicht. Het is de bedoeling dat het nautisch beheer te zijner tijd overgaat naar het waterschap Hunze en Aa's, maar dit vergt overleg, duidelijkheid inzake financiën en proceduretijd. Omdat het nautisch beheer door Provinciale Staten moet worden toegewezen aan een bevoegd gezag, is hiermee een vergoeding gemoeid. Over de verdeling van deze kosten vindt in de eerste helft van 2009 nog overleg plaats met de projectorganisatie, het waterschap en de overige publieke partijen. Kwelsloten en wateroverlast De ingestorte kwelsloten zijn inmiddels hersteld, nadat tussen waterschap, projectorganisatie Blauwestad en provincie overeenstemming bestond over de verdeling van de kosten. Het provinciale aandeel werd geraamd op € 410.000 (prijspeil 1-5-2008). Dit bedrag is gefinancierd vanuit het Programma Landelijk Gebied, waarin de rijksmiddelen ILG zijn opgenomen. Deze mogelijkheid bestond doordat er een duidelijke relatie was met de HAK Oldambt. De HAK Oldambt is één van de verplichtingen die de provincie van het Rijk heeft overgenomen. Mee- en tegenvallers zijn voor de provincie. Hoewel de HAK-commissie reeds is opgeheven, heeft de subsidievaststelling nog niet plaatsgevonden. Daardoor was het mogelijk binnen de afspraken die Rijk en provincie met elkaar zijn overeengekomen, de kosten op het ILG-deel van het PLG te laten drukken. Hiermee is de facto het risico geëlimineerd. Kosten beheer en onderhoud De provincie is eigenaar van het meer en de dijken. In afwachting van een definitieve overdracht verricht het waterschap onderhoudswerkzaamheden aan het provinciaal eigendom. Zij heeft over het jaar 2007 een rekening gepresenteerd van ca. € 56.000 en zal over het jaar 2008 opnieuw met een rekening komen. Op dit moment is dekking van deze kosten onderwerp van gesprek tussen diverse partijen. In de eerste helft van 2009 moet hierover meer helderheid komen. Onroerend Zaak Belasting De drie gemeenten hebben de aanslagen voor de OZB voor de jaren 2006 en 2007 aan de provincie verlaagd tot ca. € 66.500. Dit in plaats van de eerdere aanslagen ter hoogte van ca. € 175.000. Deze verlaging betekent, bij een overdracht van de rest van de gronden aan de OM voor eind 2016, een maximale heffing van 2006 tot en met 2016 van ca. € 225.000. De provincie is voor het jaar 2008 aangeslagen voor ca. € 33.000. Tussen gemeenten, de provincie en de OM is nog geen definitieve afstemming inzake deze opgelegde aanslagen. In de 1e helft van 2009 moet hierover meer helderheid komen. Afname planning Grootschalige gebiedsontwikkeling projecten (en met name de daarin opgenomen woningbouwcomponent) hebben een zekere gevoeligheid voor conjuncturele en marktomstandigheden. Dit geldt ook voor de Blauwestad. Door de publieke en private partijen vindt overleg plaats over duiding en eventuele gevolgen van deze ontwikkelingen.
1.7.
Herschikking van taken in het waterbeheer
In de met de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer' in 2000 is opgenomen dat de provincie zorg draagt voor de financiering van de vervangingsinvesteringen van de bestaande sluizen in de vaarwegen van de waterschappen behorende tot de categorie B (situatie 1 januari 1995). Voorts draagt de provincie voor 50% zorg voor de financiering van de meerkosten van baggerwerk dat nodig is ten behoeve van het vaarwegbeheer op de categorie B-vaarwegen, voor zover deze meerkosten uitsluitend het gevolg zijn van de aanwezigheid van klasse III en IV verontreinigde baggerspecie.
Weerstandsvermogen
239
Indien en voor zover bij het baggeren de aanwezigheid van klasse III en IV verontreinigde baggerspecie wordt geconstateerd, zal op het moment van baggeren een schatting moeten worden gemaakt van de hiermee gemoeide kosten voor de provincie. Ervan uitgaande dat eens per 25 jaar gebaggerd wordt, loopt dit risico door tot het jaar 2025.
1.8.
BTW-Compensatiefonds (BCF)
In het jaar 2007 is een evaluatie uitgevoerd over de omvang van de uitname uit Provincie- en Gemeentefonds. Voor de provincies heeft dat geen extra kortingen op het Provinciefonds opgeleverd. In het najaar van 2009 is gestart met de evaluatie van de werking van het BCF. Daarbij gaat het om het beantwoorden van de vraag of het BCF heeft opgeleverd wat bij de start de bedoeling was. Een belangrijk doel van de introductie van het BCF was om intern bij gemeenten en provincies de afweging inzake zelf doen of uitbesteden niet langer te belasten met de BTW. Het onderzoek naar de werking van het BCF zal in de loop van het jaar 2009 worden afgerond. Bij belangrijke investeringsobjecten wordt in sommige gevallen een bijdrage van het Rijk ontvangen. De daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten vermelden dat het gaat om een subsidie inclusief BTW. In de praktijk blijkt echter dat Rijkswaterstaat de bijdrage van het Rijk netto uitkeert. Het verschil van inzicht is voorgelegd aan het ministerie van Financiën. Het heeft lange tijd geduurd voordat op het verzoek om hierin een uitspraak te doen, werd ingegaan. De gesprekken lopen momenteel. In een afzonderlijke nota ten behoeve van de commissie Bestuurszaken zullen wij binnenkort nader ingaan op het BTW-Compensatiefonds.
1.9.
Rijksbezuinigingen
De provincie is voor haar inkomsten in belangrijke mate afhankelijk van de algemene en specifieke uitkeringen van het Rijk. De uitkering uit het Provinciefonds hangt samen met de bestedingen van het Rijk. De provincie krijgt gedurende het jaar (mei-/juni- en september-/oktobercirculaire) informatie over de hoogte van de uitkeringen uit het Provinciefonds en het verwachte accres. Het accres wordt na afloop van het begrotingsjaar definitief vastgesteld op basis van de gerealiseerde ontwikkeling van de rijksuitgaven. De omvang van het accres is voorafgaand en gedurende het begrotingsjaar onzeker. Om tegenvallers zoveel mogelijk in meerjarig perspectief op te kunnen vangen, stellen wij onze ramingen voor de uitkering uit het Provinciefonds op volgens ons eigen behoedzaam scenario. In hoeverre de daarmee opgebouwde buffer toereikend is, is vooraf niet aan te geven. Op basis van het regeerakkoord 2007-2011 van het in februari 2007 aangetreden kabinet blijkt dat de provincies opnieuw met ombuigingen op het Provinciefonds te maken krijgen. In het nieuwe collegeprogramma zijn afspraken gemaakt over hoe wij omgaan met deze rijksbezuinigingen. De provincies en het Rijk hebben in 2007 voor 2008 een financieel akkoord gesloten als uitwerking van de voornemens in het Coalitieakkoord van februari 2007. Er is toen geen bestuursakkoord tot stand gekomen. Wel is overeengekomen dat er een gemengde commissie in het leven zal worden geroepen, die als taak krijgt decentralisatievoorstellen voor de periode 2009-2011 te ontwikkelen. In onze brief van 17 september 2007 hebben wij u nader geïnformeerd over het voor 2008 bereikte financiële akkoord en de consequenties die dit zal hebben voor de provinciale financiën. De financiële gevolgen van het een en ander hebben wij vertaald in een wijziging van de Programmabegroting 2008 in het kader van de Integrale Bijstelling 2007. Begin juni 2008 hebben de provincies en het Rijk een bestuursakkoord gesloten voor de periode 20092011. Door middel van onze voordracht van 3 juni 2008, nr. 20/2008, hebben wij u geïnformeerd over de inhoud van dit akkoord. De financiële consequenties van de in het bestuursakkoord aangekondigde overdracht van rijkstaken en -middelen naar de provincies zullen pas in de loop van de komende jaren duidelijk worden. Zoals wij in de Voorjaarsnota 2008 al hebben gemeld, hebben wij wel rekening gehouden met ons aandeel in de taakstelling afromen vermogens provincies van € 9,5 miljoen per jaar gedurende de jaren 2009 tot en met 2011. Hiervan wordt € 3,0 miljoen gedekt ten laste van het flexibel budget en € 6,5 miljoen ten laste van de reserve ESFI. De economische crisis, welke het gevolg is van de wereldwijde kredietcrisis, heeft er inmiddels toe geleid dat de rijksfinanciën zijn verslechterd en naar verwachting de komende jaren nog verder zullen verslechteren. Momenteel is het kabinet bezig een pakket maatregelen te ontwikkelen om de rijksfinanciën op middellange termijn weer in balans te krijgen zonder de huidige economische recessie
240
Weerstandsvermogen
verder te verergeren. De bezuinigingen op de rijksuitgaven zullen volgens de op basis van de met de gemeenten en provincies afgesproken normeringsystematiek doorwerken in de hoogte van de uitkeringen uit het Gemeente- en Provinciefonds. Daarnaast loopt momenteel een onderzoek door de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) naar de financiële verhouding Rijk-provincies in den brede. Dit onderzoek betreft enerzijds de omvang en de verdeling van het Provinciefonds en anderzijds de vorm en omvang van een nieuw provinciaal belastinggebied. Wij sluiten niet uit dat het Rijk de uitkomsten van dit onderzoek zal aangrijpen voor het afromen van een deel van de provinciale inkomsten teneinde daarmee de financiële problematiek van het Rijk iets te verlichten. Duidelijkheid daarover ontstaat op z'n vroegst eind maart 2009.
1.10. Gewaarborgde geldleningen Per 31 december 2008 heeft de provincie gewaarborgde geldleningen hebben uitstaan tot een bedrag van € 23.610.857. Het betreft borgstellingen richting geldgevers ten behoeve van het Waterbedrijf Groningen, het Nationaal Groenfonds, diverse zorginstellingen en kredietgaranties voor een aantal bedrijven. Door de borgstellingen loopt de provincie het risico tot overname van de aflossingsverplichting te moeten overgaan indien de geldnemers niet aan hun verplichtingen tegen de geldgevers kunnen voldoen. Voor de afgegeven garanties voor bedrijven wordt binnen de algemene reserve 25% van het nominaal bedrag gereserveerd. Het gaat hierbij om een bedrag van 25% van € 7.768.733 is € 1.942.183. Om het eventuele nadelige risico zichtbaar te maken, worden jaarlijks de solvabiliteit en liquiditeit van de zorginstellingen en het Waterbedrijf Groningen beoordeeld. In de afgelopen jaren zijn de borgstellingen voor zorginstellingen in omvang aanzienlijk afgenomen. De provincie heeft per 1 juli 1985 het verlenen van garanties voor betaling van rente en aflossing van geldleningen aangegaan door instellingen in de gezondheidszorg beëindigd. Tot en met 2000 zijn nog wel garanties verleend in het geval dat bestaande geldleningen werden geconverteerd naar leningen met een lager rentepercentage. Per 1 januari 2001 heeft de provincie haar beleid aangescherpt door het verlenen van garanties bij conversie naar laagrentende leningen te beëindigen. Als uitzondering worden wel garanties verleend indien aangetoond kan worden dat het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ) de lening niet wil waarborgen. Doordat steeds meer leningen worden ondergebracht bij het WfZ neemt het risico op de portefeuille af. Dit fonds kan ingrijpen in de bedrijfsvoering van een zorginstelling wanneer dit financieel gezien noodzakelijk blijkt. De omvang van de gewaarborgde leningenportefeuille van zorginstellingen zal als gevolg van aflossen en het niet meer garanderen van nieuwe leningen de komende jaren gestaag afnemen. In de vergadering van de Statencommissie Bestuur en Financiën van 12 november 2008 is de vraag gesteld of de door de provincie gewaarborgde geldleningen aan de gezondheidzorg en afgegeven garantieverplichtingen aan bedrijven en instellingen een extra risico vormen als gevolg van de kredietcrisis. Uit een eerste analyse is niet gebleken dat bij de afzonderlijk gewaarborgde geldleningen en afgegeven garanties extra risico's worden gelopen als gevolg van de kredietcrisis. Het onderzoek is beperkt tot het beoordelen van de laatst bekende balansen (ultimo 2007) van de betreffende instellingen op het gebied van de watervoorziening en zorg. Bij de kredietgaranties is alleen gekeken naar het doel waarvoor garanties zijn afgegeven, zoals scholingstrajecten, een aandeel in expliciete kosten en een garantie voor een tijdelijk liquiditeitstekort bij de afrekening van subsidies. Er is niet gekeken naar de exploitatie en de gevolgen van de verslechterde economische situatie.
1.11. Meerstad Meerstad is het nieuw te ontwikkelen gebied ten oosten van de stad Groningen dat onder meer in belangrijke mate moet voorzien in de toekomstige woningbehoefte van de provincie Groningen. De ontwikkeling van Meerstad zal het ongewenste uitwaaieren van woningbouw naar plattelandsgebieden en naar de kop van Drenthe moeten beperken. De vijf hoofddoelstellingen van het project Meerstad Groningen zijn: • de bouw van op termijn 10.000 woningen in het midden- en hoger segment; • de aanleg van een groot meer, gericht op buffering en berging van water; plm. 600 ha; • het creëren van een recreatieve trekker, onder meer in de vorm van het genoemde meer; • de ontwikkeling van een robuuste verbindingszone ter versterking van de ecologische (hoofd)structuur van stad en regio, en daarmee: • de aanleg van een nieuw, kwalitatief hoogwaardig landschap van substantiële omvang (GIOS, ofwel groen in en om de stad).
Weerstandsvermogen
241
Door de gezamenlijke overheden en marktpartijen is het Masterplan Meerstad vastgesteld. De Samenwerkingsovereenkomst (SOK) is op 28 september 2005 ondertekend. Onderdeel van deze SOK is de Grondexploitatie (GREX). De overheidspartijen hebben samen een Bestuursovereenkomst (BOK) afgesloten. Tevens is de organisatie, die Meerstad gaat realiseren, opgericht: de Grondexploitatie Maatschappij Meerstad (GEMM). De partijen die deel nemen aan de GEMM zijn: de gemeenten Groningen en Slochteren, de provincie Groningen, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vier marktpartijen: Amstelland Deelnemingen Grondbedrijf B.V., Hanzevast Projectrealisatie 4 B.V., Heijmans Vastgoed Realisatie B.V. en GIP Groningen I B.V. Een project van een dergelijke omvang en een looptijd van 20 jaar - uniek in Nederland -, gaat gepaard met risico's. Ook voor de betrokken overheidspartijen. De publieke partijen staan garant voor een deel van de ondernemings- en financieringsrisico's. De provincie neemt deel aan de financiële garantstelling voor het restrisico voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. Van dit bedrag is € 1 miljoen gestort. Momenteel wordt onderzocht op de teruggang in de woningmarkt, veroorzaakt door de financiële crisis, of het gecalculeerde restrisico en daarmee de garantstelling van € 6 miljoen overschreden kan worden. Een eventuele verhoging van het restrisico zal altijd de toestemming van de Provincie behoeven. De storting van € 1 miljoen is bij de provincie geadministreerd als lening verstrekt aan enerzijds de Stichting Zeggenschap (groot € 2.000) en anderzijds de Stichting Kapitaal (groot € 48.000 en € 950.000). De Stichting Zeggenschap financiert met deze lening de storting van het geplaatste aandelenkapitaal in GEMM Beheer B.V. De Stichting Kapitaal financiert met de lening de storting van het kapitaal in GEMM C.V. en de aan GEMM C.V. ter beschikking gestelde achtergestelde lening. Conform de huidige gedragslijn hoeft hiervoor geen reservering gedaan te worden in het vrij beschikbare deel van het weerstandsvermogen. Voor de € 5 miljoen is dit conform de huidige gedragslijn binnen de provincie echter wel gebruikelijk. Dit betreft een mogelijk te lopen financieel risico. Afdekking van dit risico gebeurt vanuit de beschikbare vrije ruimte in het weerstandsvermogen. Dit betekent dat hiervoor 25% van € 5 miljoen, zijnde € 1,25 miljoen, is gereserveerd.
1.12. Risico's bij aan en verkoop gronden in Ulsderpolder In de Ulsderpolder is landbouwgrond aangekocht. Deze grond behoudt de agrarische bestemming. De waarde van de grond als onderpand blijft dus ook - grosso modo - intact. Het mogelijke risico in de Ulsderpolder is nog verder beperkt door het uitgangspunt, dat de gronden (en de bedrijfsgebouwen) worden aangekocht tegen de reële agrarische waarde van het moment van aankoop. Daarmee wordt de basis gelegd om de gronden eveneens weer te verkopen tegen een prijs die een kopende landbouwer wil betalen. De gronden zijn grotendeels verkocht aan landbouwers in de polder. De aktepasseringen hebben plaatsgevonden. Met het waterschap dient nog een transactie plaats te vinden betreffende niet verkochte gronden welke benodigd zijn voor de aanleg van kaden. Dit zal naar verwachting in 2009 plaatsvinden, waarna de totaalbalans kan worden opgemaakt.
1.13. Afschrijving op gebouwen Voor aankoop gebouwen geldt hetzelfde uitgangspunt als voor aankoop grond. Daar komt bij, dat op voorhand geen onderbouwde uitspraak was te doen over een mogelijke af- of bijschrijving bij verkoop van gebouwen, omdat - meer dan bij grond - bij aankoop door een derde dit specifiek en maatwerk is. Gebouwen worden zo snel mogelijk doorgeleverd en dus niet verpacht. Ook geldt als uitgangspunt dat de gronden behorende bij de bedrijfsgebouwen zo veel mogelijk gebruiksvrij op korte termijn worden gehouden, teneinde snelle doorlevering van het gehele bedrijf mogelijk te maken. Daarnaast worden er geen bedrijfsgebouwen aangekocht buiten de Ulsderpolder. In de polder ligt slechts 1 bedrijf bestaande uit 2 boerderijen met bijbehorende opstallen, welke in 2005 is aangekocht. In 2006 zijn beide boerderijen separaat te koop aangeboden aan ingelanden in de Ulsderpolder. Dit heeft in 2007 geleid tot verkoop van de beide boerderijen met bijbehorend land. Gezien de verwevenheid van de verkoop van de boerderijen en het land is een uitsplitsing hiervan niet zinvol. Het verlies/afschrijving op grond en gebouwen wordt thans geraamd op ca. € 100.000. tot € 120.000. De definitieve balans wordt in 2009 opgemaakt, nadat de ver- en afrekening met het waterschap heeft plaatsgevonden.
242
Weerstandsvermogen
1.14. Glastuinbouw Eemsmond Bij de Voorjaarsnota 2004 heeft u € 400.000 beschikbaar gesteld ten laste van de reserve Cofinanciering Kompas, teneinde de noodzakelijke voorbereidingskosten voor de uiteindelijke uitvoering van het project te kunnen financieren. Over de jaren is de verdeling als volgt: 2004: € 165.000, 2005: € 155.000 en 2006: € 80.000. Een deel van de voorbereidingskosten en de bijbehorende financiering is doorgeschoven naar 2007, 2008 en volgende jaren. Het project zal kostendekkend worden uitgevoerd. De kosten die in de voorfase van het project worden gemaakt, zullen zoveel mogelijk worden doorberekend in de uiteindelijke grondprijs. Als dat niet mogelijk is, zal een vereffening via de reserve Cofinanciering Kompas worden nagestreefd. Indien het totale project niet doorgaat kunnen deze kosten niet gedekt worden uit de reserve Cofinanciering Kompas. De tot dan toe bestede middelen moeten in dat geval als verlies worden afgeboekt. In de procedure voor wijziging van het bestemmingsplan (2009) is een duidelijk go/no-gomoment opgenomen, zodat het daadwerkelijke risico beduidend lager is.
1.15. Persleiding Groningen - Delfzijl In 2006 is opdracht verleend door waterschap Noorderzijlvest voor de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve van de rioolpersleiding. In oktober 2008 is dit werk afgerond. De financiën zijn begin 2009 afgehandeld De werkelijke kosten en geraamde kosten ontlopen elkaar niet veel en bedragen circa € 12 miljoen en worden als volgt verdeeld: VROM : € 9 miljoen (is schriftelijk toegezegd) Waterschappen : € 2,025 miljoen Provincie Groningen : € 0,675 miljoen (uit de provinciale reserve Bodemsanering) Gemeente Groningen : € 0,3 miljoen. Het project is afgerond, het risico komt te vervallen.
1.16. Kunstwerken wegen en kanalen Uit extern onderzoek is gebleken dat voor de instandhouding van de kunstwerken in de provinciale wegen en kanalen aanzienlijk meer middelen nodig waren dan beschikbaar. Uitstellen van onderhoud kan ten koste gaan van de duurzaamheid van de constructie en van de veiligheid van de weg- en vaarweggebruiker. Ook kunnen zich situaties voordoen dat acute (nood)maatregelen noodzakelijk zijn. Bij de ontwikkeling van het nieuwe managementcontract Beheer Wegen en Kanalen zijn deze risico's betrokken. Dit heeft geresulteerd in een aanzienlijke verhoging van het budget. Uitgangspunt is om de onderhoudsachterstand niet verder te laten oplopen. De daarvoor benodigde extra middelen zijn vastgelegd in de begroting. Hiermee is dit risico komen te vervallen.
1.17. Specifieke uitkeringen voor hoofdkanalen Naar aanleiding van het rapport van de Commissie Brinkman inzake specifieke uitkeringen hebben de provincies Groningen en Fryslân en het Rijk een intentieovereenkomst gesloten. De intentie is dat de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer bij de provincies blijft en dat onderhoud en exploitatie van de zijtakken (waaronder het Winschoterdiep en de Rensel) door het Rijk wordt afgekocht. Met het rijk is nog geen definitieve overeenstemming bereikt over de afkoop van het Winschoterdiep en de Rensel. Ook over de voorwaarden en de financiële aspecten van het beheer van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl vindt nog overleg plaats. Het is nog onzeker of voldoende middelen worden verkregen voor onderhoud en exploitatie van de hoofdvaarweg en van het Winschoterdiep en de Rensel.
1.18. Extern veiligheidsbeleid De kosten voor het uitvoeringsprogramma extern veiligheidsbeleid 2006-2010, waaronder personele kosten voor 6,2 fte, worden tot 2011 volledig vergoed door de subsidieregeling programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden 2006-2010. Formeel is sprake van een eindige financiering. In de toelichting op de subsidieregeling is echter aangegeven dat de gelden na 2011 zullen worden verdeeld via het Provinciefonds en het Gemeentefonds. Aan deze overgang van de financiering kleven twee risico's die kunnen leiden tot een vermindering van de vergoedingen: 1. het Rijk vermindert de totale gelden voor externe veiligheid; 2. binnen het Provinciefonds vloeit het extra geld naar andere provincies. De risico's zijn niet concreet. Dat worden ze pas als de verdeelsleutel bekend is. Het ministerie van VROM zal die naar verwachting in 2009 vaststellen. Bij een lagere uitkering ontstaat een wachtgeldrisico. Dit risico omvat twee aspecten: de kans dat het wachtgeld daadwerkelijk moet worden
Weerstandsvermogen
243
betaald én de hoogte van het wachtgeld. In de jaren 2009 en 2010 is de kans op wachtgeld minimaal. Daarna zal naar verwachting voor één medewerker in de periode tussen 1 januari 2011 en 1 juli 2013 wachtgeld (circa € 115.000) moeten worden betaald.
1.19. Civiele procedure over schuur met aanbouw Ten behoeve van de beweegbare brug over het Eemskanaal zijn, als onderdeel van de ombouw/verbetering van de N33-Noord, eind jaren tachtig ophogingen van grond/zand gemaakt. Vanwege de weinig draagkrachtige ondergrond ter plaatse is bij de uitvoering van de grondwerkzaamheden grote zorg besteed aan het voorkomen c.q. beperken van stabiliteitsproblemen. De gedragingen van de ondergrond zijn voortdurend gevolgd, opdat tijdig ingegrepen zou kunnen worden indien zich problemen zouden voordoen. De heer Hummel te Appingedam vordert schadevergoeding van de provincie voor volgens hem geleden schade aan zijn schuur met aanbouw. De provincie wijst de vordering af omdat zij naar haar mening zorgvuldig heeft gehandeld en van oordeel is dat de schade niet kan zijn veroorzaakt door de werkzaamheden. De heer Hummel heeft een civiele procedure aangespannen tegen de provincie. De vordering bedraagt € 114.308,79 te verhogen met wettelijke rente en kosten (nog onbekend). Op 23 november 2006 is een comparitie alsmede gerechtelijke plaatsopneming gehouden. Na de plaatsopneming en comparitie is beide partijen gevraagd om in overleg met elkaar aan te geven aan de Rechtbank welke de vervolgstap moet zijn. Op 2 april 2008 heeft de Rechtbank de vordering van de heer Hummel afgewezen. De Rechtbank oordeelde dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat de heer Hummel schade aan de muur met aanbouw heeft ondervonden als gevolg van de aanleg van de N33. De heer Hummel is op 2 juli 2008 bij het Gerechtshof in hoger beroep gekomen tegen het vonnis van de Rechtbank. Uiteindelijk heeft de heer Hummel het Hoger beroep niet doorgezet. Met de uitspraak van de Rechtbank is de zaak nu dus afgesloten en kan het risico komen te vervallen.
1.20. Zuidlaardermeer - Oost-Groningen Ten behoeve van de voltooiing van het project "Van Turfvaart naar Toervaart" (vaarverbinding Zuidlaardermeer - Oost-Groningen) heeft de provincie zich garant gesteld voor eventuele tekorten voor de resterende werkzaamheden. Aangezien de hoofdonderdelen zijn aanbesteed en daarvan de prijzen dus vast staan achten wij de risico's op verdere overschrijdingen beperkt. Voor de volledige zekerheid is echter voor de normale bedrijfsrisico's een bedrag van € 400.000 gereserveerd. Eind 2008 zijn de werkzaamheden afgerond en is het project financieel afgewikkeld. Aanvullende middelen bleken niet noodzakelijk. Het risico komt daarmee te vervallen.
1.21. Revitalisering Zuidlaardermeer Bestek 2004-10 In de periode oktober 2004 t/m mei 2007 is op het Zuidlaardermeer baggerwerk uitgevoerd. Aannemingsbedrijf Christiaan Den Dekker heeft hierbij aangegeven dat sprake was van afwijkende omstandigheden. Deze aannemer heeft ondertussen een arbitrageprocedure tegen de provincie aanhangig gemaakt en vordert een bedrag van € 2.139.387 plus rente en kosten (in totaal ca. € 2,3 miljoen) exclusief BTW. De schriftelijke afhandeling van het geding is in 2008 afgerond, waarna mondelinge behandeling in 2009 volgt. Hoe snel er een uitspraak zal volgen is onduidelijk.
1.22. PLG Voor het Programma Landelijk Gebied (PLG) is besloten dat de Dienst Landelijk gebied (DLG) voor ons de functie van betaalhuis vervult met uitzondering van het onderdeel programmabeheer dat wordt uitgevoerd door de Dienst Regelingen (DR). Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat met de uitvoering van PLG in de periode 2007-2013 een bedrag is gemoeid van € 184 miljoen. Van dit bedrag is € 146 miljoen rijksgeld. De resterende € 38,0 miljoen is provinciaal geld. Door het verlenen van het mandaat aan DLG en DR hebben we naast de betaalfunctie ook de besluitvorming over de bestedingen van de middelen (beschikken / bevoorschotten en definitief vaststellen) formeel overgedragen aan de DLG en DR. De provincie blijft echter (financieel en beleidsmatig) eindverantwoordelijke en moet tevens de bestedingen verantwoorden in de jaarrekening. Afgesproken is dat de DLG ons rapporteert over de financiële voortgang van het PLG zodat we zicht hebben op de vrije ruimtes. Op dit moment zijn de DLG-rapportages nog van zodanig niveau dat we geen volledig inzicht in de financiële voortgang hebben. Hieraan wordt gewerkt en er is al verbetering opgetreden. DLG en provincie werken samen om zo snel mogelijk de gewenste informatie wel te kunnen
244
Weerstandsvermogen
leveren. De DR verantwoordt maandelijks de stand van verplichtingen en betalingen van het programmabeheer. Inzicht in vrije ruimtes hebben we nog niet. Concluderend kan worden gesteld dat de rapportages van DLG en DR ons nog niet volledig in staat stellen om goed de vinger aan de pols te kunnen houden. Voor het onderdeel functieverandering worden door DR subsidies verleend voor 30 jaar en dus ook voor de periode na 2013. In de bestuurovereenkomst zijn alleen de overeenkomsten voor de periode 20072013 geregeld. Het IPO heeft op 21 oktober 2008 een brief van de minister ontvangen waarin LNV voorstelt het volgende in de bestuurovereenkomst op te nemen: Voor deze verplichtingen, voor zover de jaarlijkse uitgaven doorlopen na 2013, garandeert LNV de financiering. Hierdoor kan het risico komen te vervallen.
1.23. Groningen Seaports Overeenkomstig de bestaande Gemeenschappelijke Regeling, is bij ontoereikende reserves van Groningen Seaports (GSP), de provincie Groningen voor 60% aansprakelijk voor de afdekking van eventuele tekorten van de bedrijfsuitoefening en de betaling van rente en aflossing van externe financiering. In verband met de verschillende ambitieuze toekomstplannen van GSP, zullen de komende jaren zeer grote investeringen moeten worden gedaan, waarvoor op een veel grotere schaal dan voorheen, vreemd vermogen zal moeten worden aangetrokken. Volgens het Financieel Meerjarenplan 2008-2012 zal door GSP in deze periode ca. € 300 miljoen moeten worden geïnvesteerd in reeds geplande projecten, waarvan ongeveer € 175 miljoen zal moeten worden afgedekt middels externe financiering. De met Groningen Seaports samenhangende risico’s nemen gegeven het voorgaande toe. Deze risico's zijn het afgelopen jaar nader in kaart gebracht door een studie van het bureau AON Risk Consulting. Conclusie daarvan is dat de weerstandscapaciteit van GSP zelf vooralsnog voldoende lijkt om deze te kunnen opvangen. Sommige risico's zijn voor wat betreft de kans dat deze zich daadwerkelijk voordoen en de mogelijke financiële gevolgen daarvan, echter moeilijk in te schatten. Dat laatste geldt met name voor een eventueel niet kunnen nakomen van verplichtingen, waarbij de oorzaak geheel of gedeeltelijk buiten de directe invloedsfeer van GSP ligt.
1.24. Handhaving vergunningen De provincie Groningen is verantwoordelijk voor het toezicht op vergunningen. Een onderdeel van dat toezicht is toezicht bij afvalverwerkende bedrijven. Indien bedrijven failliet gaan is er vrijwel altijd sprake van het achterblijven van een negatieve waarde aan afval. Naast claims van derden als reactie op mogelijk falend toezicht door de provincie loopt de provincie het risico uiteindelijk op te draaien voor opruimkosten. Een recent voorbeeld hiervan is Blik Recycling. Dit bedrijf is failliet gegaan en de opruimkosten die wij samen met de verhuurder van grond en gebouwen (50/50) hebben gedragen bedroegen totaal ca. € 1,2 miljoen. Momenteel zijn er enkele bedrijven die in zwaar weer verkeren, mede als gevolg van de kredietcrisis, maar het lijkt er vooralsnog niet op dat de provincie conform Blik Recycling daar geheel of gedeeltelijk voor de kosten moet opdraaien.
1.25. Waterbergingsgebieden en grondbedrijf De provincie Groningen acteert offensief om beleid te realiseren en neemt daarin steeds vaker grondposities in. Als bijvoorbeeld waterschappen geen grond willen kopen dan doet de provincie dat voor hen. Hieraan is een transactierisico verbonden (grondprijsontwikkeling). Wij schatten dit risico in op een bandbreedte van € 150.000 tot € 350.000.
1.26. Bureau Jeugdzorg In onze beschikkingsbrief 2008 aan Bureau Jeugdzorg (BJZ) hebben wij met betrekking tot de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering subsidie verleend op basis van de in de begroting van BJZ opgenomen verwachte productie 2008. De aan BJZ te verstrekken subsidie wordt gebaseerd op het aantal werkelijk uitgevoerde taken. Deze subsidie wordt door de provincie gedekt door uitkeringen van het Rijk: 1. een zeker bedrag op basis van de gerealiseerde productie 2006 (t-2); 2. een door de provincie gevraagde aanvulling op de uitkering op basis van de productie 2007; 3. indien nodig een beroep op de hardheidsclausule op basis van de werkelijke productie 2008 tot en met 1 juli en een prognose over de maanden juli t/m december; 4. eventueel een restbedrag uit de reserve;
Weerstandsvermogen
245
5. een eenmaal door het Rijk verleend bedrag wordt direct vastgesteld: er hoeft op basis van de werkelijke productie niet worden terugbetaald. In de beschikking 2008 aan BJZ was rekening gehouden met een aanvulling van € 893.912 op basis van de productie 2007 en met een hardheidsclausule van € 700.000. Op basis van de productie 2007 bedraagt de aanvulling ongeveer € 876.000 in plaats van € 893.912. Gezien de verwachte lagere productie 2008 van BJZ, afgeven in augustus 2008, kan geen beroep worden gedaan op de hardheidsclausule. Mocht de productie in 2008 toch hoger worden dan nu wordt verwacht dan kan de hogere productie in eerste instantie voor ongeveer € 145.000 worden gefinancierd uit het verschil tussen het in 2008 ontvangen bedrag van het Rijk en de te verwachten vast te stellen subsidie. Het meerdere blijft het risico van de provincie. Uit de laatste prognose van BJZ blijkt dat het risico op dat moment als nihil kan worden gekwantificeerd. Ook de subsidie voor de taken AMK wordt vastgesteld op basis van de gerealiseerde productie 2008. Hier staat geen bepaalde uitkering van het Rijk tegenover. De subsidie moet worden gedekt uit de overige beschikbare uitkering (exclusief Jeugdbescherming en Jeugdreclassering). Op basis van de huidige verwachting voor 2008 behoeft er geen extra bedrag beschikbaar te worden gesteld. Op basis van de voorlopige cijfers van 2008 blijkt dat bovenstaande aannames correct zijn.
1.27. Gevolgen kredietcrisis Sinds de zomer van 2008 is er sprake van een wereldwijde kredietcrisis. In eerste instantie waren er een gering aantal banken, met name banken uit de VS die zogenaamde Amerikaanse subprime hypotheken in hun boeken hadden en op de kredietportefeuilles moesten afschrijven. Naderhand bleek dat ook Europese banken als gevolg hiervan moesten afschrijven op hun kredietportefeuilles. Dit had tot gevolg dat het onderling vertrouwen in de banken onderling verdween en geen kredieten meer aan elkaar verstrekten. Sinds de zomer van 2008 zijn steeds meer banken getroffen door de kredietcrisis. Door het verdwijnen van het onderling vertrouwen konden een groot aantal banken niet langer aan hun verplichtingen voldoen. Dit heeft geleid tot faillissementen, overnames en nationalisaties van verschillende banken. Vanaf 1 januari 2008 hebben wij geen deposito's meer uitgezet in het buitenland. Op het moment van opstellen van Programmarekening 2008 hebben wij nog één deposito bij een IJslandse bank uitstaan: € 10 miljoen van 2 november 2007 tot 3 november 2008 bij de Landsbanki Islands. Met betrekking tot bovenstaand deposito is het onzeker of de middelen onder de huidige omstandigheden worden terugbetaald. De € 20 miljoen die waren uitgezet bij de Kaupthing Bank zijn in januari 2009 teruggestort op de rekening van de provincie. Ook de rente over dit bedrag is uitbetaald. Het gaat hierbij om een bedrag van € 1,1 miljoen. Over de € 10 miljoen die is uitgezet bij Landsbanki Islands is nog geen duidelijkheid. Wij doen er alles aan om ook deze gelden terug te krijgen. Wij trekken hiermee samen op met het Rijk en de gemeente Den Haag.
1.28. Afwikkeling subsidie ministerie Jeugd en Gezin In 2005 en 2006 hebben wij subsidie ontvangen ad € 100.000 voor het project Professionalisering 20052006 (training & ontwikkeling). Deze subsidie is doorbeschikt aan Bureau Jeugdzorg. Door te late indiening van de verantwoording heeft VWS (Jeugd en Gezin) in augustus 2008 de subsidie op nihil vastgesteld. Tegen dit besluit hebben wij bezwaar gemaakt. Wij wachten op een nieuw besluit van het ministerie VWS. Van het ministerie hebben we formeel nog geen reactie gekregen op ons bezwaar. Hierover vindt binnenkort op initiatief van de provincie een gesprek plaats met het ministerie. Informeel hebben wij vernomen dat het Rijk voornemens is de vaststelling te herzien op € 75.000.
1.29. Schade aan tuinbouwbedrijf door bodemsanering De provincie heeft in 2001 ingestemd met het door Arcadis Heidemij Advies, namens de commanditaire vennootschap Ontwikkelcombinatie Vosholen C.V., ingediende raamsaneringsplan op hoofdlijnen voor het gebied van het bestemmingsplan De Vosholen te Hoogezand als bedoeld in artikel 39 van de Wet bodembescherming (hierna Wbb). De heer Van Veen heeft de provincie aansprakelijk gesteld voor de door hem gestelde geleden schade ten gevolge van deze sanering, groot € 412.241. De claim is aanvankelijk als civiele claim opgevat en gelet op het schadebedrag voor behandeling doorgestuurd naar de verzekeraar van de provincie. In de loop van 2008 heeft Van Veen expliciet verzocht om behandeling via de bestuursrechtelijke weg (in
246
Weerstandsvermogen
plaats van de civiele weg). De provincie heeft hiertoe in januari 2009 een schadebesluit genomen. Tegen dit besluit kan Van Veen bezwaar maken en eventueel tegen de beslissing op bezwaar beroep instellen. De verzekeraar van de provincie heeft een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de polisdekking.
1.30. Subsidie voor kleine windmolens Het project "Voor de wind gaan!" heeft gelopen van 12 maart 2004 tot en met 31 december 2007. Het betrof een praktijkexperiment voor het plaatsen van kleine windturbines op bedrijventerreinen, in woonomgeving en in landelijk gebied. Het project is afgerond, de rapportage is eind juni 2008 ingediend bij SenterNovem. Het definitieve subsidiebedrag dient door SenterNovem te worden vastgesteld. Bij de eindrapportage was het voor de kleine windmolenleveranciers soms een probleem om de formats van SenterNovem in te vullen en te laten waarmerken door een accountant. Dit is niet altijd even goed gelukt. Het totale subsidiebedrag van SenterNovem (€ 186.616) is derhalve nog niet vastgesteld. Dit zou kunnen betekenen dat het subsidiebedrag lager wordt. In principe kan dit worden teruggevorderd bij de windturbineleverancier(s) maar de kans bestaat dat men geen middelen meer heeft.
1.31. Jeugdzorg Met het Rijk zijn voor de jaren 2008 en 2009 met betrekking tot de uitvoering van de jeugdhulpverlening prestatieafspraken gemaakt (overeenkomst IPO - Rijk). Op grond van deze afspraken met het Rijk hebben wij in de beschikkingen aan het Bureau Jeugdzorg en de zorgaanbieders daarvan afgeleide afspraken gemaakt. Aan de uitvoering van de te verrichten prestaties op het gebied van de Jeugdzorg zijn de volgende risico's verbonden: 1. Wij worden afgerekend op de te realiseren aantallen gebruikers zorgaanbod en de te verrichten onderzoeken AMK. De wachtlijsten zorgaanbod van langer dan 9 weken en de wachtlijsten onderzoek AMK van langer dan 5 dagen dienen eind 2009 geheel te zijn weggewerkt. Indien de groei hoger uitpakt dan verwacht zijn wij niet gehouden de wachtlijsten eind 2009 op nul te hebben. Indien de groei niet hoger uitpakt dan de prognoses en de prestaties niet worden gehaald dan dienen wij zelf extra middelen in te zetten vanuit de algemene middelen. 2. De financiële berekeningen zijn gebaseerd op de prognose 2008 van de aantallen vanuit de tweede kwartaalrapportages en begrotingen 2009 van de diverse instellingen. Indien deze prognoses in werkelijkheid lager zullen uitpakken dan lopen wij het risico op het niet behalen van de prestaties uit de IPO - Rijk overeenkomst en dienen wij middels extra financiële middelen alsnog te zorgen dat de benodigde prestaties worden gerealiseerd. 3. Door het in 2009 volledig inzetten van de provinciale reserve jeugdhulpverlening zijn geen middelen meer beschikbaar voor problemen c.q. onvoorziene uitgaven. Indien zich daadwerkelijke problemen voordoen dienen de algemene middelen te worden aangesproken. Wij hebben voorgesteld om bij de Voorjaarsnota 2009 € 154.696 te claimen. 4. Uit het door ons opgestelde financiële kader 2010-2012 blijkt dat vanaf 2010 structureel bezuinigd dient te worden bij de instellingen. De onderhandelingen hierover dienen nog plaats te vinden. Aankondigingen in die richting hebben overigens al wel plaats gevonden. In dit verband wordt opgemerkt dat wij toe willen werken naar het principe dat de verleende subsidie aan Bureau Jeugdzorg m.b.t. de justitiële taken zoveel als mogelijk in overeenstemming wordt gebracht met de rijkstarieven voor deze taken. 5. In de overeenkomst IPO - Rijk wordt opgemerkt dat onze bijdragen een incidenteel karakter hebben ter overbrugging naar de invoering van de Kaiser systematiek. Wij hebben hiervoor een bedrag beschikbaar gesteld van € 1,56 miljoen. In de Kaiser systematiek wordt er van uitgegaan dat jeugdzorg met rijksmiddelen moet worden bekostigd. In de overeenkomst IPO - Rijk wordt echter niet zwart op wit gesteld dat het Rijk na 2010 de door ons en het Rijk incidenteel beschikbaar gestelde middelen voor structurele activiteiten daadwerkelijk structureel beschikbaar zal stellen. Indien deze middelen niet structureel beschikbaar komen wordt het in structurele zin voor onze provincie ca. € 646.255 nadeliger. 6. Om alle jeugdzorgactiviteiten te kunnen financieren wordt de gehele provinciale reserve jeugdhulpverlening per 1-1-2009 ingezet. Per 1-1-2009 is deze reserve becijferd op € 1.587.232. Bij deze berekeningen is een aantal uitgangspunten/aannames gehanteerd. In dit verband kan worden gedacht aan het terugvorderen van een deel van de verleende subsidies die op basis van p*q zijn gefinancierd. Deze terugvordering is op basis van de tweede kwartaalrapportage 2008 in de gehanteerde berekeningen ten gunste gebracht van deze reserve. Indien de productie hoger ligt dan de prognose uit de tweede kwartaalrapportage 2008 dan valt er minder vrij ten gunste van deze reserve. Tevens is het zo, dat op basis van sturingsinformatie vanuit de tweede kwartaalrapportage
Weerstandsvermogen
247
7.
8.
9.
10.
2008 met betrekking tot de productieaantallen justitiële taken van Bureau Jeugdzorg, medio 2008 geen gebruik is gemaakt van de zgn. hardheidsclausule bij het Rijk. De prognose van de aantallen gaf geen mogelijkheid om een beroep te doen op de hardheidsclausule. Indien de productie in 2008 achteraf hoger uitvalt en uitkomt boven de door ons verleende subsidie dan dienen wij dit meerdere te financieren. In het eerste geval is de berekening van de reserve Jeugdhulpverlening onjuist geweest (dus een onterechte toevoeging). In het tweede geval zal sprake zijn van aanvullende financiering door ons in verband met een te lage doeluitkering van het Rijk. De berekening van de doeluitkering van het Rijk voor de jaren 2009 tot en met 2012 is gebaseerd op de huidige inzichten c.q. productie. Op basis van daadwerkelijk gerealiseerde productie wordt de doeluitkering voor jeugdbescherming en jeugdreclassering 2 keer per jaar bijgesteld. Dit kan negatieve gevolgen en positieve gevolgen hebben voor de hoogte van de doeluitkering. Het belangrijkste risico voor ons is de volgende: indien de productie van het jaar t hoger is dan de productie t-1 hebben wij de mogelijkheid om op basis van de hardheidsclausule aanvullende subsidie aan te vragen. Het Rijk gaat alleen over tot bijstelling indien zij hiervoor middelen in haar begroting heeft opgenomen en wij aannemelijk kunnen maken dat de beschikbare middelen onvoldoende zijn om te voorzien in de uitvoering van de wettelijke taken. De wijze van toedeling door het Rijk is onbekend. Met Bureau Jeugdzorg hebben wij de afspraak gemaakt om crisis en uithuisplaatsingen op basis van nacalculatie te verrekenen. Crisissen dienen naar onze mening altijd te worden opgelost. Indien de daadwerkelijke realisatie hoger ligt dan de prognose van de begroting 2009 zal Bureau Jeugdzorg een aanvulling dienen te krijgen vanuit onze (algemene) middelen. Landelijk loopt een project Verbetering Indicatiestelling Bureau Jeugdzorg (VIB). Dit project is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de indicatiestellingen door Bureau Jeugdzorg en is gericht op uniformering van de indicatiestellingen. Het indiceren voor de PGB's (persoonsgebonden budgetten) valt nu nog buiten dit kwaliteitstraject. De verwachting is echter dat het Rijk zal bepalen dat ook de PGB's 'VIB-proof' moeten worden. Dit betekent dat de tijdsinvestering voor de indicatiestelling PGB's verhoogd gaat worden van 4,5 naar 20 uur per indicatie PGB. Dit heeft gevolgen voor het aantal benodigde fte's bij Bureau Jeugdzorg. In de begroting 2009 van Bureau Jeugdzorg is nog geen rekening met deze ontwikkelingen gehouden. Bureau Jeugdzorg wordt door ons gefinancierd op basis van kostprijzen. Met betrekking tot drie onderdelen lopen wij risico ingeval de werkelijke productieaantallen hoger zijn dan de begrote productieaantallen. In het geval van onder punt 8 genoemde crisissen en uithuisplaatsingen, voor het AMK en de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Indien de werkelijke productieaantallen van deze p*q gefinancierde activiteiten hoger zullen liggen dan de begrote productieaantallen krijgt Bureau Jeugdzorg ook deze extra productie gefinancierd tegen de afgesproken kostprijzen. Bij de Jeugdbescherming en Jeugdreclassering is dit een gedeeltelijk risico namelijk het verschil tussen de aan Bureau Jeugdzorg verleende kostprijzen en de door het Rijk te vergoeden kostprijzen.
1.32. Nazorgfonds gesloten stortplaatsen provincie Groningen Op 1 april 1998 is de Leemtewet Bodembescherming in werking getreden. Deze Wet bevat een regeling die waarborgt dat gesloten stortplaatsen geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu hebben. Daarnaast legt de Wet de verantwoordelijkheid voor nazorg van stortplaatsen waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort bij de provincie. Op grond van deze wettelijke regeling is de provincie organisatorisch, financieel en bestuurlijk verantwoordelijk voor de “eeuwigdurende nazorg” van de stortplaatsen die binnen haar grondgebied liggen. Om de financiële verantwoordelijkheid inhoud te kunnen geven bevat de Wet de bepaling dat Provinciale Staten een heffing instellen ter bestrijding van de kosten van de nazorg. Deze kosten bestaan uit kosten van de nazorgmaatregelen, de kosten voor de door de provincie gevoerde inventarisatie van voormalige stortplaatsen en de systematische controle (monitoring) van eventuele verontreiniging bij die locaties. Deze heffing wordt bij belastingverordening opgelegd aan de vergunninghouder van de in de provincie gelegen stortplaatsen. In de provincie Groningen wordt de heffing vanaf 2006 alleen opgelegd ter bestrijding van de kosten van de nazorgmaatregelen. De financiering van de nazorg vindt plaats uit de opbrengsten – en daarop te behalen rendementen – van de in te stellen heffing. De opbrengst van de heffing wordt gestort in een door de Provincie Groningen opgericht en beheerd nazorgfonds. De provincie of een andere organisatie, die de feitelijke nazorg zal uitvoeren, krijgt geld uitgekeerd uit het fonds. De contante waarde van de doelvermogens voor de nietbedrijfsgebonden stortplaatsen bedraagt per 31 december 2008 € 21.381.494. Het saldo van het nazorgfonds bedraagt ultimo 2008 € 23.270.612. In nader overleg tussen de provincie en BRP Stainkoeln is afgesproken om het positieve verschil ad € 1.889.118 miljoen tussen de contante waarde van de
248
Weerstandsvermogen
doelvermogens en de waarde van het fonds voorlopig in het fonds te laten. In de komende jaren, evenals in de jaren 2006, 2007 en 2008, behoeft er geen afdracht van de Stainkoeln aan de provincie Groningen plaats te vinden. De nazorgheffing voor 2009 voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen is wederom vastgesteld op € 0.
1.33. Bodemsanering locatie Eendracht te Appingedam In januari 2007 is een bestuurlijk overleg geweest met de gemeente Appingedam. De gemeente heeft in het overleg de provincie verzocht hen te helpen met de aankoop van het terrein "De Eendracht". De uitkomst van het overleg was dat de provincie niet een deel van de aankoopkosten op zich neemt, maar wel de bodemsanering van het terrein “De Eendracht” voor haar rekening neemt. Hierdoor is het voor de gemeente mogelijk geworden de locatie aan te kopen en de regie in handen te houden op een verantwoorde stedenbouwkundige ontwikkeling. Het maximale bedrag dat de provincie voor deze bodemsanering vrij wil maken is € 5 miljoen. Deze afspraak komen wij na als de gemeente voor 1 april 2009 het saneringsplan gereed heeft en de saneringskosten bekend zijn. Van het toegezegde bedrag is € 1 miljoen gereserveerd (vanuit de bestemmingsreserve bodemsanering). Verwacht wordt dat de gemeente extra opbrengsten kan genereren uit de ontwikkeling van het terrein. Deze extra opbrengsten bedragen maximaal € 0,7 miljoen. Het is niet duidelijk of deze extra opbrengsten er op termijn ook komen. In januari 2007 was er nog ruimte in de ISV-knelpuntenpot. Deze ruimte is er inmiddels niet meer. De gemeente stuurt aan op een sanering voor het maximaal toegezegde bedrag. Mogelijk kan er een functiegerichte sanering worden uitgevoerd voor een lager bedrag. Hierover worden gesprekken gevoerd met de gemeente. Conclusie: Er is dus nog geen dekking gevonden voor de overige € 4 miljoen van het maximaal toegezegde bedrag.
1.34. Actualisatie projectrisico's Projecten waarvan uit de accountantsverklaring blijkt dat niet geheel conform de voorwaarden is gewerkt. In de loop van ieder jaar worden veel projecten afgerond. Op grond van de subsidievoorwaarden worden hierbij accountantsverklaringen afgegeven. In de meeste gevallen geeft de accountant een goedkeurende verklaring af. Soms wordt wel een opmerking gemaakt. Voor een goed zicht op de aard van deze opmerkingen zijn deze hieronder in beeld gebracht. Wij hebben alleen de nog lopende risico's weergegeven naar aanleiding van accountantsverklaringen die zijn gedateerd tot en met 31 december 2008. Wij worden geconfronteerd met strengere eisen van onze subsidiegevers. Dit leidt tot opmerkingen in de afgegeven accountantsverklaringen bij projecten. Hierbij valt te denken aan: termijnoverschrijdingen, uitvoering van het werk gestart voordat de definitieve beschikking is afgegeven, of de accountant geeft aan dat niet vastgesteld kan worden dat naast subsidie van het Rijk ook andere subsidies zijn verkregen. In veel gevallen gaat het bij dergelijke projecten om risico's die qua omvang binnen onze normale bedrijfsvoering kunnen worden opgelost. Uiteraard zullen wij passende maatregelen treffen om de risico's zoveel mogelijk te beperken. Tabel 1.2.: Bevindingen van de accountant bij de afrekening van projecten Project 1.Programma Stads- en Dorpsvernieuwing 2004
Opmerking accountant Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op artikel 41a waarin is opgenomen dat het fonds niet groter mag zijn dan het bedrag van de laatste vier uitgekeerde jaarlijkse bijdragen. Het saldo van het fonds ad € 5.345.000 ultimo 2004 overschrijdt echter de totale bijdragen van de laatste vier jaar ad € 1.484.000.
Weerstandsvermogen
Risico en mogelijke beheersmaatregelen Deze opmerking is een logisch gevolg van de eindigheid van de regeling Stads- en Dorpsvernieuwing. Inmiddels zijn gemeenten aangespoord om projecten af te rekenen met de provincie. Medio mei 2008 heeft de gemeente Winschoten gevraagd het restant van de toegekende SDV-bijdrage voor de aankoop van enige percelen te kunnen inzetten voor de herontwikkeling van een aangrenzend gebied waar bodemverontreiniging is geconstateerd. Van de overige drie gemeenten is de rapportage van de afgeronde projecten nog niet ontvangen. De gemeenten zijn opnieuw verzocht deze projecten af te melden
249
2. Interreg ComCoast
Uit de financiële afrekening van dit project blijkt een overbesteding op een aantal deelbudgetten. De totale besteding laat eveneens een overbesteding zien van € 4.673.
3. Regeling bijzondere subsidies waterkeren en waterbeheren
Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij uw aandacht op artikel 5 lid 3c van de beschikking d.d. 13 december 2006 met kenmerk DNN 2006/5883 en artikel 9 lid 1 van de regeling. In artikel 5 is opgenomen dat jaarlijks voor 1 april een voortgangsverslag ingediend te worden. Wij hebben vastgesteld dat aan deze voorwaarde niet is voldaan. Verder is in artikel 9 van de regeling opgenomen dat de subsidieontvanger binnen zes maanden na voltooiing van het werk een aanvraag tot subsidievaststelling indient. Aan deze voorwaarde is niet voldaan. Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij uw aandacht op de voorwaarde opgenomen in artikel 16 van de uitvoeringsregeling subsidies inrichting landelijk gebied 2006 inzake publiciteit, waarin is gesteld dat de subsidieontvanger verplicht is te vermelden dat de activiteiten geheel of gedeeltelijk worden gerealiseerd met subsidie van de provincie. Wij hebben vastgesteld dat hier niet aan wordt voldaan.
4. Jaarverslag 2007 Nationaal Park Lauwersmeer
250
Weerstandsvermogen
De overbesteding is afgestemd met de leadpartner. De verwachting is dat door onderbesteding bij andere partners de overbesteding geaccepteerd zal worden. De definitieve vaststelling is nog niet ontvangen. Op dit moment is niet duidelijk wanneer de definitieve vaststelling wordt ontvangen. De voortgangsrapportages waren niet vereist, aangezien het project , in overleg met RWS, reeds gestart was voordat de formele subsidieaanvraag werd ingediend. Overleg met RWS tijdens de verantwoordingsfase van het project m.b.t. het wel of niet subsidiabel zijn van de btw-component hebben geleid tot een vertraging van de aanvraag tot subsidievaststelling. De definitieve vaststelling is nog niet ontvangen. Op dit moment is niet duidelijk wanneer de definitieve vaststelling wordt ontvangen.
Niet alle projecten lenen zich voor het vermelden van de subsidiegever. Daar waar zich de mogelijkheden voordoen zal de subsidieontvanger er op worden gewezen de naam van de provincie als subsidiegever moet worden vermeld.
2.
Financiering
2.1.
Algemeen
Bij het functioneren van de provincie Groningen speelt de financiële sturing een steeds belangrijkere rol. Door de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt, de verdere decentralisatie van overheidstaken en niet in de laatste plaats de kassiersfunctie die de provincie uitoefent voor een aantal samenwerkingsverbanden, wordt de provincie gedwongen een steeds actiever financiering- en treasurybeleid te voeren. De treasuryfunctie bij de provincie Groningen richt zich op: a. de beheersing van de in- en uitgaande geldstromen; b. beschermen van vermogen en resultaten tegen financiële risico's zoals rente- en beleggingsrisico's; c. verkrijgen en behouden van vermogensverschaffers, alsmede de toegang tot de geld- en kapitaalmarkt; d. het rendabel maken van liquiditeitsoverschotten. Als algemene doelstelling geldt dat renterisico's en renteresultaten dienen te worden beheerst door te streven naar een grote mate van zekerheid over de renteresultaten in de tijd. Als afgeleide hiervan streeft de provincie Groningen ernaar marktconforme prijzen te realiseren door, voordat een transactie wordt aangegaan, meerdere offertes te vragen en deze met elkaar te vergelijken. Daarnaast wordt uitsluitend risicomijdend uitgezet. Naast de treasuryfunctie van de provincie zelf, wordt ook de treasuryfunctie en het kasbeheer van de SNN-middelen en een drietal andere samenwerkingsverbanden uitgevoerd.
2.2.
Ontwikkeling rentetarieven
Refi-rente De marktrente wordt grotendeels bepaald door de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB richt zich volledig op het handhaven van prijsstabiliteit. De stand van de Refi-rente (basisherfinancieringsrente) ) bedroeg ultimo 2007 4,00% en is begin juli 2008 verhoogd met 0,25% naar 4,25. Om de kredietcrisis te beteugelen hebben wereldwijd de Centrale Banken op 8 oktober 2008 gezamenlijk besloten om de rente 0,50% te verlagen. Op 6 november 2008 heeft de ECB de rente met 0,50% verlaagd. Op 10 december 2008 is de rente nogmaals met 0,75% verlaagd en bedraagt ultimo 2008 2,50%. In 2009 heeft de ECB de rente reeds twee keer verlaagd met 0,50%, namelijk per 21 januari 2009 en per 11 maart 2009 en bedraagt thans 1,50%. Euribor-tarieven Dit zijn tarieven die de banken onderling berekenen en worden dagelijks vastgesteld. Aangezien het vertrouwen van de banken onderling is afgenomen door de kredietcrisis zijn de Euribor-tarieven gestegen vanwege de hogere risico-opslagen. Begin 2008 was het niveau van de 3-maands Euribor 4,8%. Dit tarief is in het 1e kwartaal van 2008 gedaald tot 4,4%. Daarna is dit tarief opgelopen tot eind september 2008 naar 5,1%. Door de renteverlagingen en andere maatregelen door de ECB is de rente nadien gedaald tot een niveau van 2,9% ultimo 2008. Kapitaalmarktrente De kapitaalmarktrente (10 jaars staatsobligaties) had begin 2008 een niveau van rond de 4,7%. De rente is in 2008 opgelopen. In augustus 2008 was de rente 4,9%. Nadien is de rente gedaald tot een niveau van 3,7% ultimo 2008. In de grafiek op de volgende pagina wordt het verloop van de 3-maands Euribor en de 10-jaars Europese staatsobligaties weergegeven over de periode 1 januari 2006 tot en met 1 januari 2009, met hun gemiddelden over de genoemde periode.
)
De Refi-rente is de rente die banken/financiële instellingen betalen aan de Centrale Bank wanneer zij geld opnemen. De Refi-rente is een instrument dat door de Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt wordt voor het beheersen van de inflatie en de geldmarkt.
Financiering
251
6,00
5,00
rentepercentage
4,00
3,00
2,00
1,00
9
8
n0 ja
08
8
8
no v0
se p-
ju l-0
-0 8
ei -0 m
m
rt
8
7
n0 ja
07
7
7
no v0
se p-
ju l-0
-0 7 rt
ei -0 m
m
n0
7
6 ja
06
6
6
no v0
se p-
ju l-0
ei -0 m
rt m
ja
n0
6
-0 6
0,00
tijdvak 3-mnds euribor per mnd
3-mnds euribor gem
10- jaars Eur. staatsobl. per mnd
10- jaars Eur. staatsobl. gem
Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt is tot ultimo 2008 de "korte" rente hoger dan de "lange" rente. Dit heet een inverse rentestructuur. Normaal gesproken ligt de korte rente lager dan de lange rente. De reden van een inverse rentecurve is het volgende. De korte rente wordt in belangrijke mate bepaald door de Centrale Banken. Deze stellen de rente vast die commerciële banken moeten betalen voor kortlopend geld. De lange rente wordt veel meer bepaald door de markt en is dus afhankelijk van de mondiale kapitaalstromen. De reden dat dit toen speelde zijn de redelijk snelle renteverhogingen - voor medio 2008 - door de Centrale Banken in met name de VS en Europese Unie en is vooral ingegeven door het inflatiegevaar. Door de renteverlagingen is sinds november 2008 geen sprake meer van een inverse rentestructuur. Door de hypotheekcrisis in Amerika bleek het hele bankwezen wereldwijd - ook in Europa - met grote problemen te zitten. Door de complexiteit, de ondoorzichtige markt en de creatieve constructies ontstond er een groeiend wantrouwen tussen de banken onderling. Dit wantrouwen weerspiegelde zich in de geldmarkt, waar de interbancaire rentetarieven tot recordhoogtes stegen. Door de terughoudendheid van de banken onderling, moesten de Europese Centrale Bank en de Federal Reserve ingrijpen door extra liquiditeit te verschaffen. Voor de geldmarkttarieven waren deze acties succesvol maar voor leningen met een langere looptijd bleven de interbancaire tarieven hoger dan normaal door de toeslagen op de basistarieven. Doordat de rente tarieven tot één jaar beduidend hoger waren dan de lange tarieven (langer dan 12 maanden) werden in 2008 de meeste gelden kort uitgezet. Er is voor een bedrag van € 10,0 miljoen aan obligaties gekocht, waarbij de rente gekoppeld is aan de korte rente met een opslag.
2.3.
Financieringsbeleid 2008
De provincie Groningen heeft een voorzichtig doch degelijk beleggingsbeleid, passend binnen de kaders van het Treasury Statuut. Uitzettingen in speculatieve zaken zijn niet aan de orde. Een en ander betekent wel dat niet het hoogste rendement wordt behaald, zoals mogelijk zou kunnen zijn bij uitzettingen in aandelen, opties of andere derivaten. De uitvoering van het treasurybeleid wordt naast het gestelde in door de rijksoverheid vastgestelde weten regelgeving, zoals Provinciewet, Wet FIDO, ministeriële regelingen, het Besluit Begroting en Verantwoording, bepaald door de Financiële Verordening Provincie Groningen en de hierop gebaseerde nadere uitvoeringsregels van Gedeputeerde Staten, het Treasury Statuut voor de provincie Groningen, het Bevoegdhedenbesluit Gedeputeerde Staten 2007, het Bevoegdhedenbesluit Commissaris van de Koningin 2004 evenals de Administratieve Organisatie (AO) Treasury.
252
Financiering
In het periodieke treasury overleg SNN worden de resultaten over de afgelopen periode besproken en worden tevens de te verwachten kasstromen voor de komende periode vastgelegd. In dit overleg zijn ambtenaren van de drie noordelijke provincies vertegenwoordigd en medewerkers van het SNN. De provincie Groningen voert sinds begin september 2007 de financieringsfunctie uit voor het OV-bureau Groningen Drenthe. De afspraken voor de financieringsfunctie zijn vastgelegd in een Vermogensbeheerovereenkomst. Begin oktober 2008 zijn de wijzigingen van de Wet FIDO vastgesteld. De wijzigingen van de Wet FIDO die op 1 januari 2009 zijn ingaan en van toepassing zijn voor de provincie zijn als volgt: • minister van Financiën eerstverantwoordelijk voor de EMU-norm. Toevoeging dat de minister van Financiën ook nog bij wijze van ultimum remedium het aandeel van de decentrale overheden of overheidslagen in een eventuele Europese EMU-boete kan vaststellen. • einde hypotheekverstrekking eigen personeel. • de nieuwe renterisiconorm zal gebaseerd worden op het begrotingstotaal. • kasgeldlimiet. Geen uitwisseling meer van kwartaalrapportages aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. • prudent uitzetten: minimaal A-rating. • administratieve organisatie bevoegdheid colleges. Het prudent uitzetten dient nog geregeld te worden in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). De voorgestelde wijzigingen van de Ruddo inzake het uitzetten van gelden zijn: • de financiële ondernemingen dienen gevestigd zijn in een lidstaat van de EER met tenminste een Aarating; • voor het uitzetten van gelden tot 3 maanden tenminste een A rating, afgegeven door tenminste 2 gezaghebbende rating agencies; • voor het uitzetten van gelden vanaf 3 maanden tenminste een AA minus rating, afgegeven door tenminste 2 gezaghebbende rating agencies. • tijdelijke overtollige gelden van aangetrokken leningen mogen alleen worden uitgezet bij de financiële onderneming waar deze leningen zijn aangegaan. In 2008 is besloten om vooruitlopend op de wijzigingen van de Ruddo en de wijzigingen van het huidige treasurystatuut van de provincie Groningen: • voorlopig alleen middelen uit te zetten bij Nederlandse financiële instellingen; • indien in de toekomst weer middelen worden uitgezet in het buitenland dit te beperken tot de Eurozone; • voor uitzettingen langer dan 3 maanden een landenrating van minimaal Aa te eisen; • voor uitzettingen langer dan 3 maanden een minimale rating van Aa te hanteren. 2.3.1. Meerjarige liquiditeitsprognose 2008-2011 Voor het bepalen van de kasstromen van de gelden die de provincie Groningen onder haar beheer heeft wordt een meerjarige prognose opgesteld. De bronnen van deze meerjarenraming zijn: • de Programmabegroting 2008 van de provincie Groningen inclusief de meerjarenraming; • liquiditeitsprognoses van het SNN, de Regio Groningen-Assen 2030, de BlauweStad en het OVbureau Groningen Drenthe. Deze prognose wordt periodiek bijgesteld. De meerjarenprognose vormt samen met de rentevisie de basis voor het opvragen van offertes voor het uitzetten - dan wel het aantrekken - van gelden voor een periode langer dan één jaar. 2.3.2. Liquiditeitsprognose 2008 De liquiditeitsprognose 2008 is gebaseerd op de meerjarige liquiditeitsprognose 2008-2011. Deze prognose wordt wekelijks bijgesteld aan de hand van de werkelijkheid. De liquiditeitsprognose voor 2008 en 2009 vormen samen met de rentevisie de basis voor het opvragen van offertes voor het uitzetten - dan wel het aantrekken - van gelden voor de korte termijn.
Financiering
253
2.4.
Uitzettingen
De totale uitgezette middelen ultimo 2008 hadden een totale omvang van € 560,1 miljoen. Te specificeren in: Treasuryfunctie: . Kortlopende uitzettingen . Langlopende uitzettingen Publieke taak: totaal
442,1 miljoen 83,8 miljoen 34,2 miljoen 560,1 miljoen
De oorsprong van deze middelen kan als volgt in hoofdlijnen worden weergegeven, in miljoenen euro's: Provinciale middelen: . Bestemmingsreserves . Afkoopsommen wegen en waterwegen Gelden van derden: . Rekeningcourant SNN . Rekeningcourant St. Landinrichting en Bodemverontreiniging . Rekeningcourant Regiovisie . Rekeningcourant OV-bureau Groningen Drenthe . Vooruitontvangen rijksmiddelen . Voorziening nazorg stortplaatsen/slibdepots Totaal
254,3 30,6
miljoen miljoen
211,4
miljoen
4,7 miljoen 43,7 miljoen 20,0 miljoen 124,1 miljoen 24,1 miljoen 712,9 miljoen
Het verschil van circa € 150 miljoen tussen de uitgezette middelen en de oorsprong van deze middelen is gebruikt ter financiering van onder andere de vaste activa waaronder de Blauwe Stad. 2.4.1. Kortlopende uitzettingen Voor de uitzetting van de tijdelijk overtollige liquiditeiten is gekozen voor de uitzetting in deposito’s en spaarrekeningen bij Nederlandse financiële instellingen met minimaal een A/P1-rating voor uitzettingen tot 1 jaar (creditratings volgens Moody's). Gelet op de kredietcrisis is er voor gekozen om met ingang van 1 januari 2008 geen gelden meer uit te zetten in het buitenland. In december 2008 zijn deze voorwaarden aangescherpt naar een Aa-rating (Moody's) voor uitzettingen langer dan 3 maanden. Gemiddeld stond over 2008 een bedrag aan kortlopende middelen uit van € 373,8 miljoen tegen een gemiddeld rentepercentage van 4,73%. Totaal werd in 2008 € 17,7 miljoen aan rente gegenereerd. Bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2008 was een renteontvangst van € 17,7 miljoen geraamd, met een gemiddeld uitstaand bedrag van € 370,0 miljoen en een geraamd percentage van 4,78%. Ter vergelijking: het gemiddelde van de 3-maands Euribor over 2008 is 4,54%. Het lagere percentage van de 3-maands Euribor wordt veroorzaakt door de scherpe daling in het 4e kwartaal 2008 van de marktrente mede als gevolg van de rentedalingen door de Europese Centrale Bank (ECB). Het saldo aan kortlopende middelen ultimo 2008 is relatief hoog. Voor 2008 werd verwacht dat de korte rente sneller en meer zou gaan stijgen dan de lange rente. Vanuit die visie bezien is een redelijk hoog bedrag aan kortlopende middelen beschikbaar gehouden. Verwezen wordt naar paragraaf 2.2 Ontwikkeling rentetarieven. Gevolgen kredietcrisis Sedert een groot aantal jaren zet de provincie Groningen deposito's uit bij financiële instellingen die vallen onder de Europese Economische Ruimte. Tot en met 31 december 2007 werd ook zaken gedaan met buitenlandse banken, waaronder banken in IJsland. De banken waarmee zaken werden gedaan voldeden allen aan de eisen die staan verwoord in ons Treasurystauut en de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Tot begin oktober 2008 zijn er nooit problemen geweest met de terugbetaling van de uitgezette deposito's, ook die uit het buitenland.
254
Financiering
Medio oktober 2008 werd duidelijk dat de 3 deposito's die eind 2007 aan twee IJslandse banken waren verstrekt totaal € 30,0 miljoen en de rentebaten totaal € 1,4 miljoen niet op de afgesproken vervaldata terugbetaald zouden worden. Het betrof een tweetal deposito's geplaatst bij de Kaupthing bank tot een bedrag van € 20 miljoen. Een derde deposito ad € 10 miljoen werd geplaatst bij de Landsbanki Island Hf. Op 26 januari 2009 zijn de deposito's verstrekt aan de Kaupthing Bank totaal € 20,0 miljoen en ook de rentebaten van deze deposito's ad € 0,9 miljoen (totaal € 20,9 miljoen) terugontvangen. Tevens is de rente vanaf de respectievelijke vervaldata tot 26 januari 2009 ad € 0,2 miljoen ontvangen. Over de € 10,0 miljoen die is uitgezet bij Landsbanki Islands is nog geen duidelijkheid. Het provinciebestuur van Groningen doet er alles aan om ook deze gelden terug te krijgen. Zij trekt hiermee samen op met het Rijk en de gemeente Den Haag. Inclusief rente bedraagt de vordering per 31 december 2008 op Landsbanki ruim € 10,5 miljoen. Voor het provinciaal aandeel in deze vordering is een voorziening getroffen van € 5,2 miljoen (49,41%). Begin maart 2009 is er een verzoek ingediend bij de Nederlandsche Bank om in aanmerking te komen voor het depositogarantiestelsel voor rekeninghouders van het Nederlands bijkantoor van Landsbanki. De Nederlandsche Bank heeft in haar beschikking van 17 maart 2009 aangegeven dat de aanvraag voor een vergoeding in verband met het depositogarantiestelsel toegekend is voor het deel van de vordering dat valt onder het bereik van het IJslandse garantiestelsel (maximaal € 20.887). Voor het aandeel van derden (SNN, Regio Groningen-Assen 2030, OV-bureau Groningen Drenthe en de Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging), in totaal plm. € 5,3 miljoen, kan de provincie geen voorziening treffen. De provincie gaat hier niet over. De derde partijen kunnen zelf bepalen of en tot welk bedrag zij een voorziening gaan treffen en wat zij daarover in hun jaarrekening opnemen. Over de vordering dient volgens Ernst & Young rente te worden toegerekend. Deze rente - gebaseerd op de 3-maands Euribor - wordt bijgeschreven op de vordering op Landsbanki. Het provinciale aandeel in deze rente wordt door de provincie ook in de voorziening opgenomen. De derde partijen kunnen ook voor de rente zelf de waardering bepalen. In 2008 werd een enkele keer callgeld opgenomen, ter aanvulling van het benodigde kasgeld. Gemiddeld werd ruim € 5,6 miljoen opgenomen, tegen een gemiddeld percentage van 3,97%. Aan rente werd € 34.827 betaald. Geraamd werd een bedrag van € 20.000 met een gemiddeld kapitaal van € 0,5 miljoen. De gemiddeld gerealiseerde rentepercentages over 2008 bedroegen over het: o 1e kwartaal 2008 o 2e kwartaal 2008 o 3e kwartaal 2008 o 4e kwartaal 2008 gewogen gemiddeld rentepercentage
4,66 4,65 4,81 4,82 4,73
procent procent procent procent procent
Na correctie van de rentebaten van de IJslandse deposito over 2007 en 2008 totaal € 0,5 miljoen wordt de gemiddelde interne rekenrente neerwaarts bijgesteld naar 4,61%. Het gemiddelde van de 3-maands Euribor over 2008 waren als volgt: o 1e kwartaal 2008 o 2e kwartaal 2008 o 3e kwartaal 2008 o 4e kwartaal 2008 gewogen gemiddeld rentepercentage
Financiering
4,50 4,89 4,96 3,84 4,54
procent procent procent procent procent
255
Per 31 december 2008 is uitgezet in daggelden en kortlopende deposito's een bedrag van € 442,1 miljoen. De specificatie is als volgt: Kort (< 1 jaar) daggelden (tot 1 maand) ABN AMRO Bank (Nederland) Totaal daggelden deposito's: Kauphting Bank (IJsland) Landsbanki Islands (IJsland) Kauphting Bank (IJsland) Friesland Bank (Nederland) ABN AMRO Bank (Nederland) SNS Bank (Nederland) ING Bank (Nederland) Friesland Bank (Nederland) BNG Fido Geldmarktselectfonds (Nederland) Friesland Bank (Nederland) Friesland Bank (Nederland) BNG Fido Geldmarktselectfonds (Nederland) Friesland Bank (Nederland) ING Bank (Nederland) ING Bank (Nederland) ABN AMRO Bank (Nederland) Friesland Bank (Nederland) Artesia Bank (Nederland) (100% gar.stelling GE Capital Corp.) ING Bank (Nederland) ING Bank (Nederland) BNG Fido Geldmarktselectfonds (Nederland) ING Bank (Nederland) ABN AMRO Bank (Nederland) ABN AMRO Bank (Nederland) ING Bank (Nederland) Rabobank (Nederland) Totaal deposito's
Einddatum Looptijd
Perc.
Bedrag
05-01-09
12 dagen
2,140
3,2 3,2
miljoen miljoen
14-10-08 03-11-08 03-11-08 05-01-09 23-01-09 13-02-09 21-02-09 02-03-09 31-03-09 03-04-09 09-04-09 29-04-09 15-05-09 11-06-09 23-06-09 24-06-09 24-07-09
11 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 9 mnd. 1 mnd. 12 mnd. 3 mnd. 3 mnd. 4 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 6 mnd. 12 mnd.
4,650 4,640 4,650 4,780 2,840 4,430 4,000 3,950 4,292 4,780 4,780 4,995 5,000 5,410 5,410 3,290 5,450
10,4 10,5 10,5 15,0 15,0 20,0 15,0 10,0 15,0 15,0 10,0 50,0 20,0 10,0 20,0 25,0 15,0
miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen
01-08-09 05-08-09 14-08-09 30-09-09 23-12-09 23-12-09 23-12-09 24-12-09 24-12-09
12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd. 12 mnd.
5,400 5,350 5,300 5,487 4,932 4,932 4,750 4,800 3,150
30,0 12,5 15,0 15,0 20,0 10,0 10,0 20,0 20,0 438,9
miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen miljoen
442,1
miljoen
Totaal kort < 1 jaar
2.4.2. Toezicht kortlopende middelen Aan de toezichthouder, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, wordt ieder kwartaal de liquiditeitspositie gezonden per begin van de maand. Voor de bepaling van de liquiditeitspositie wordt gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Het saldo van de netto vlottende schuld mag deze limiet niet structureel overschrijden. Een vlottende schuld ontstaat als de kortlopende schulden hoger zijn dan de kortlopende activa, met andere woorden er worden kortlopende schulden gebruikt voor de financiering van vaste activa. Dit percentage is voor 2008 vastgesteld op 7,0%. Voor de provincie Groningen bedraagt de kasgeldlimiet voor 2008 7,0% van € 320.900.000 is € 22.463.000. Deze limiet is in 2008 niet overschreden.
256
Financiering
Opgegeven aan het ministerie werd (bedragen x € 1.000): maand januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
vlottende schuld middelen 273.095 363.513 274.991 350.341 311.267 396.421 286.929 397.691 277.555 372.308 268.315 406.100 268.740 409.484 259.519 395.385 258.233 395.922 280.356 385.984 259.721 364.917 244.090 352.807
saldo 90.418 75.350 85.154 110.762 94.753 137.785 140.744 135.866 137.689 105.628 105.196 108.717
Uit deze tabel blijkt dat in 2008 geen liquiditeitstekorten zijn geweest. De schuld in rekening-courant aan het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) wordt op de balans als vlottende schuld geboekt. Ten behoeve van het bovengenoemde overzicht is gemiddeld € 37 miljoen als langlopende schuld aangemerkt. Dit is het deel wat langlopend is uitgezet ten behoeve van het SNN. 2.4.3. Langlopende uitzettingen Voor het uitzetten c.q. beleggen van gelden voor een periode langer dan één jaar wordt gekozen voor financiële instellingen met een minimale AA-rating (creditrating volgens Moody's). Per 31 december 2008 is belegd in garantieproducten, obligaties en een deposito totaal € 83,8 miljoen als volgt te specificeren: Garantieproducten Obligaties Deposito Onderhandse geldleningen totaal
49,4 miljoen 29,4 miljoen 5,0 miljoen 0,0 miljoen 83,8 miljoen
Gemiddeld stond over 2008 € 93,4 miljoen tegen een gemiddeld rentepercentage van 3,80% uit. Totaal werd in 2008 € 3.551.674 aan rente gegenereerd. Geraamd was een gemiddeld saldo van € 119,3 miljoen à 4,67% is € 5,4 miljoen aan rentebaten. In de raming was opgenomen de achtergestelde lening verstrekt aan Essent ad € 26,6 miljoen à 9,00 % per jaar. Deze lening is opgenomen bij onderdeel 2.4.3 Leningen in het kader van de publieke taak. Garantieproducten Barclays 2004-2009 Het gaat hierbij om een garantieproduct met als onderliggende waarde een obligatie van Barclays. De administratieve waarde van dit product is per 31 december 2008 € 14,7 miljoen. Dit product loopt tot 25 mei 2009. Barclays heeft geen gebruik gemaakt van steun van de Britse overheid. Wel ontvangt zij een kapitaalinjectie van € 9,2 miljard van derden. De rating van Moody's is Aa3. ABN AMRO 2006-2011 Het gaat hierbij om een garantieproduct met als onderliggende waarde een obligatie van de ABN AMRO. De administratieve waarde van dit product is per 31 december 2008 € 8,0 miljoen. Dit product loopt tot 23 februari 2011. De ABN AMRO bank is overgenomen door de Nederlandse Staat. Bij de verkoop van ABN AMRO aan Fortis, Royal Bank of Scotland en Santander is de ABN AMRO bank opgesplitst. Op dit moment is niet duidelijk bij welke bank de langlopende producten van de ABN AMRO bank zullen worden ondergebracht. De rating van Moody's is Aa2.
Financiering
257
BNP Paribas 2006-2011 Het betreft hier een garantieproduct met als onderliggende waarde een obligatie van BNP Paribas. De administratieve waarde van dit product bedraagt per 31 december 2008 € 7,8 miljoen Dit product loopt tot 1 maart 2011. Medio november 2008 week heeft BNP Paribas aangegeven dat zij geen kapitaalverhoging nodig heeft. De Franse bank meldt dat zij ruimschoots voldoende middelen heeft om te voldoen aan de eisen van de regelgevers. De rating van Moody's is Aa1. UBS Warburg Londen 2003-2013 Het betreft een garantieproduct met als onderliggende waarde een obligatie van UBS Warburg London. De administratieve waarde bedraagt per 31 december 2008 plm. € 18,9 miljoen De einddatum van dit product is 4 april 2013. Het betreft hier gelden van de nazorg. UBS Zwitserland (de moeder organisatie) heeft in oktober 2008 overheidssteun ontvangen ad € 3,9 miljard. Het debiteurenrisico bij dit product wordt evenredig gedragen door drie banken te weten: Royal Bank of Scotland, ING Bank en Deutsche Bank. De rating van Moody's voor UBS Warburg is Aa2, Royal Bank of Scotland Aa3, ING Bank Aa3 en Deutsche Bank Aa1. Obligaties APG FS Rentefonds Europa 2004-2009 Er is bijna € 14,4 miljoen uitgezet in het APG Rentefonds bij APG (voorheen Loyalis). Deze belegging betreft staatsobligaties van verschillende Europese landen. De geplande einddatum van deze belegging is 1 juni 2009. De rating van Moody's is gemiddeld Aa. 4,375% Morgan Stanley 2003-2011 Het gaat hierbij om obligaties met als einddatum 14 januari 2011. De administratieve waarde per 31 december 2008 van deze obligaties is € 5,1 miljoen. In het najaar van 2008 is de rating van Moody's verlaagd naar een A-rating. In het statuut is onder meer bepaald dat, indien de rating van een geldnemer daalt beneden de gestelde kredietwaardigheideisen, onderzocht zal moeten worden op welke termijn de afgesloten overeenkomst kan worden beëindigd en tegen welke kosten. Er zal een afweging gemaakt worden van het risico dat men loopt qua tegenpartij en de kosten. Gelet op het onderzoek van de ING Bank naar de kredietwaardigheid van Morgan Stanley, de huidige marktwaarde van deze obligaties en de onrust op de vermogensmarkt heeft de provincie Groningen besloten om de obligaties Morgan Stanley voorlopig in de portefeuille te houden. Indien de koers de nominale waarde benadert ruim voor de aflossing op 14-01-2011, zal een heroverweging van eventuele verkoop plaatsvinden. De rating van Moody's is A2. Eind februari 2009 is de koers van deze obligatie circa 94,57% (€4,7 miljoen). Dit komt neer op een "verlies" van € 0,4 miljoen. FRN's ING Bank 2008-2010 Op 13 juni 2008 is er voor een bedrag van nominaal € 10,0 miljoen - waarvan ruim € 4 miljoen nazorggelden - Floating Rate Notes (FRN's) ING Bank coupon 5,208% (netto) gekocht met een restlooptijd van circa twee jaar. De FRN van de ING Bank heeft een coupon die om de 3 maanden wordt aangepast aan de 3-maands Euribor plus een opslag van 0,55%. Het nettorendement van deze FRN is per 21 november 2008 4,47% per jaar. De ING Bank heeft een kapitaalinjectie van de Nederlandse Staat ontvangen ad € 10 miljard. De rating van Moody's is Aa3. Deposito ABN AMRO 2006-2011 Het betreft een deposito groot € 5,0 miljoen afgesloten met de ABN AMRO Bank met als einddatum 15 februari 2011. Het rendement is maximaal 4,0% per jaar. Het maximum rendement wordt behaald indien het rentetarief van de 6-maands Euribor zich de komende jaren binnen een bepaalde bandbreedte beweegt. Doordat de 6-maands Euribor de laatste twee jaar zich buiten de bandbreedte bevond werd er geen rente vergoed. Met ingang van 18 november 2008 bevindt de 6-maands Euribor zich binnen de bandbreedte. De rating van Moody's is Aa2. Onderhandse geldleningen Waterschappen Noorderzijlvest en Hunze & Aa's In 2008 zijn de laatste twee onderhandse geldleningen totaal € 20,4 miljoen afgelost: • € 11,3 miljoen à 4,48% per jaar; • € 9,1 miljoen à 4,25% per jaar.
258
Financiering
Deze leningen zijn aan de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze & Aa's verstrekt bij de overgang van het Zuiveringsbeheer Provincie Groningen (ZPG) naar de waterschappen per 1 januari 2000 ter financiering van de investeringen in rioolzuiveringsinstallaties. In de onderstaande overzichten worden de specifieke uitzettingen voor de nazorg stortplaatsen en de SNN-middelen op een rij gezet. Uitzettingen middelen nazorg stortplaatsen De totale uitzettingen voor de voorziening nazorg stortplaatsen zijn ultimo 2008: Garantieproduct 4,038 % - 7,602 % Obligaties 3 maands Euribor + 0,55% totaal
18,8 miljoen 4,4 miljoen 23,3 miljoen
Uitzettingen SNN-middelen De totale uitzettingen voor het SNN per 31 december 2008: Garantieproduct 4,61% Obligaties verwacht rendement 4,25 % totaal
14,7 miljoen 14,6 miljoen 29,3 miljoen
2.4.3. Leningen in het kader van de publieke taak (totaal saldo per 31 december 2008 € 34,2 miljoen) Achtergestelde lening Essent à 9,00% Achtergestelde lening GEMM CV à 6,29% Achtergestelde lening Groninger Monumenten Fonds à 3,50-5,00% Hypotheken inzake waterberging Renteloze leningen Provinciaal Accommodatie Fonds Overige Totaal
26,6 1,0
miljoen miljoen
0,5 5,8
miljoen miljoen
0,2 miljoen 0,1 miljoen 34,2 miljoen
Overeenkomstig artikel 2, lid 1 van de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) kunnen provincies middelen uitzetten en garanties verlenen voor de uitoefening van de publieke taak. Bij de besluitvorming inzake deze leningen is de betreffende beleidssector betrokken en verantwoordelijk en niet de treasury. De treasury wordt echter functioneel wel betrokken als "servicecenter". 2.4.4. Langlopende opgenomen middelen Per 31 december 2008 resteren een tweetal onderhandse geldleningen (totaal € 12,6 miljoen): 1. Er is in 1999 € 12,5 miljoen opgenomen à 4,16% bij de Nederlandse Waterschapsbank te Den Haag. De lening diende ter herfinanciering van de in 1999 vervroegd af te lossen hoogrentende leningen van respectievelijk 6 7/8%, 6 5/8%, 7% en 7,46%. Deze lening wordt op 1 april 2009 afgelost. 2. In het voorjaar van 2007 is er € 110.000 à 1,00% opgenomen bij het Nationaal Restauratiefonds ter voorfinanciering van een rijkssubsidie. Bij beschikking van 17 oktober 2006 heeft de Rijksdienst voor Monumentenzorg op grond van het Besluit Restauratie Monumenten 1997 de provincie Groningen een subsidie toegekend van € 110.000 in de kosten van de restauratie van het Provinciehuis, fase 1 en 2, Martinikerkhof 12. Deze subsidie kan de provincie pas begin 2011 ontvangen. Ter informatie: De kosten waarvoor de subsidie ontvangen wordt zijn in 2006 betaald. Deze lening wordt begin 2011 afgelost. Op 1 oktober 2008 is de geldlening ad € 11,3 miljoen à 4,48% afgelost. Deze lening is in 1998 aangegaan voor het toenmalige ZPG (nu waterschappen Noorderzijlvest en Hunze & Aa's). De waterschappen hebben op 1 oktober 2008 deze geldlening aan de provincie terugbetaald. Voorts is eind oktober 2008 € 9,1 miljoen terugontvangen van een onderhandse geldlening die in 1998 is verstrekt aan het Zuiveringsbeheer Provincie Groningen (ZPG). Herfinanciering was daarom in 2008 niet aan de orde.
Financiering
259
2.4.5. Toezicht langlopende middelen Het renterisico op de vaste schuld kan worden berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden hergefinancierd. De wet stelt normen voor het risico van de vaste schulden. Met het stellen van deze normen wordt een kader gesteld om tot een zodanige opbouw van de langlopende leningen te komen, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De renterisiconorm voor de provincie Groningen is voor het jaar 2008 20% van € 23.954.505 (vaste schuld op 1 januari 2008) is € 4.791.000.
2.5.
Resumé 2005-2008
Het treasurybeleid van de provincie is erop gericht binnen de financiële mogelijkheden van de provincie een zo optimaal mogelijk rendement te verkrijgen en de lasten zoveel mogelijk te reduceren. Hierbij moeten de risico's zo goed mogelijk worden beheerst. Om het kredietrisico te beperken wordt er uitsluitend belegd in financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. Voor de beoordeling van de kredietwaardigheid maakt de provincie gebruik van de gegevens van Moody's. Moody's is een Amerikaans kredietbeoordelaar. Voor looptijden tot een jaar geldt een kredietwaardigheideis van een A-rating en voor looptijden vanaf 1 jaar minimaal een AA-rating. Gelet op de kredietcrisis is er voor gekozen om met ingang van 2008 geen gelden meer uit te zetten in het buitenland. In december 2008 is deze voorwaarde aangescherpt naar een Aa-rating (Moody's) voor uitzettingen langer dan 3 maanden. Het uitgangspunt van de provincie ten aanzien van financieel risico is defensief en risicomijdend. Dit houdt in dat niet altijd de hoogste rendementen behaald worden. Kortlopende uitzettingen Onderstaand is een overzicht van de gemiddelde uitgezette gelden - met een looptijd tot 1 jaar - en het behaalde rendement over de jaren 2005 tot en met 2008. Het gaat hierbij om daggelden, kortlopende deposito's en spaarrekeningen. De opgegeven rendementen zijn netto. Jaar
2005 2006 2007 2008
€ € € €
Kort (tot 1 jaar) ug (exclusief nazorg) Gemiddeld Rente bedrag perc. bedrag 99.546.179 2,26% € 2.254.498 92.571.068 3,00% € 2.773.559 246.156.638 4,21% € 10.357.324 373.849.144 4,73% € 17.697.349
Opgenomen gelden (looptijd tot 1 jaar) In de jaren 2005 tot en met 2008 werd een enkele keer daggeld opgenomen ter aanvulling van het benodigde kasgeld. In onderstaand overzicht staan de gemiddelde opgenomen bedragen en de betaalde rente. Jaar
2005 2006 2007 2008
€ € € €
Gemiddeld bedrag 290.278 586.944 136.667 878.056
Kort (tot 1 jaar) og Rente perc. 2,15% € 2,84% € 3,91% € 3,97% €
bedrag 6.250 16.645 5.340 34.827
Langlopende uitzettingen De gemiddelde uitgezette gelden - met een looptijd langer dan 1 jaar - en de rendementen van de jaren 2005 tot en met 2008 staan in het onderstaande overzicht. Het gaat hierbij om obligaties, onderhandse geldleningen, garantieproducten en overige beleggingen, anders dan ten behoeve van de publieke taak. De vermelde rendementen zijn netto. Alle kosten, zoals provisie, bewaar-/beheerskosten en afschrijving agio worden in mindering gebracht op het rendement.
260
Financiering
Jaar
2005 2006 2007 2008
€ € € €
Lang (> 1 jaar) ug (inclusief nazorg) Gemiddeld Rente bedrag perc. bedrag 89.886.887 4,29% € 3.852.225 113.457.784 3,87% € 4.391.588 107.943.680 3,94% € 4.257.905 93.454.791 3,80% € 3.551.674
Langlopende opgenomen middelen In onderstaand overzicht staan de gemiddelde opgenomen middelen - met een looptijd langer dan 1 jaar en de betaalde rente voor de jaren 2005 tot en met 2008. Het gaat hierbij om opgenomen onderhandse geldleningen. Jaar
2005 2006 2007 2008
€ € € €
Gemiddeld bedrag 23.844.505 23.844.505 23.914.900 21.118.379
Lang (> 1 jaar) og R ente perc. 4,31% € 4,31% € 4,30% € 4,27% €
bedrag 1.028.234 1.028.234 1.028.938 902.275
Uitzettingen middelen nazorg stortplaatsen In onderstaand overzicht zijn de bedragen opgenomen die specifiek uitgezet zijn voor de voorziening nazorg stortplaatsen voor de jaren 2005 tot en met 2008.De gelden zijn uitgezet middels een garantieproduct en obligaties. De opgegeven rendementen zijn netto. De kosten van bewaren en beheren voor het garantieproduct worden in mindering gebracht op het rendement. Jaar
2005 2006 2007 2008
€ € € €
Nazorggelden (kort/lang) Gemiddeld Rente bedrag perc. 19.106.987 3,74% € 20.552.095 3,84% € 21.517.670 4,06% € 22.512.128 4,19% €
bedrag 724.129 799.837 874.392 943.168
Financiering
261
262
Financiering
3.
Bedrijfsvoering
Ons doel is om continu de kwaliteit van de interne organisatie te verbeteren en te werken aan doelgerichtheid, slagvaardigheid, doelmatigheid en flexibiliteit.
3.1.
Personeel & Organisatie,
In 2008 is de formatiereductieperiode van 2003-2007 afgerond. In 2008 is een voorzichtig begin gemaakt met de realisatie van het kwaliteitsprogramma Kleiner en Beter. Dit op grond van de afspraken in het collegeprogramma 2007-2011. Uitgangspunt is dat de provinciale organisatie zich doorontwikkelt tot een professionele, daadkrachtige organisatie, waarbij doelmatig en doeltreffend gehandeld wordt. Naast investeringsruimte voor kwaliteit, kennis en vaardigheden is sprake van een reductietaakstelling van € 2.520.000 per jaar. Het programma “Kleiner en Beter”, bestaat uit: • Kwaliteitsimpuls (algemeen en specifiek): De eerste aanzetten zijn gegeven, gericht op maatregelen ten behoeve van kwaliteitsinvesteringen in het ambtelijke apparaat: een bedrag oplopend naar € 836.000 (ca. 11 fte) in 2011, in te zetten op verschillende gebieden van de organisatie. Ook is besloten middelen beschikbaar te stellen voor een algemene kwaliteitsimpuls van € 2.000.000 incidenteel. Dit gaat om ondersteunende programma’s bij het ontwikkelen van andere manieren van werken. Naast inhoudelijke thema's (sociaal beleid, Wet ruimtelijke ordening, ontwikkelingen in het kader van het POP, ILG, infrastructuur) wordt ook gedacht aan het ontwikkelen en binnenhalen van kennis en middelen op specifieke vakdisciplines, nieuwe technologieën, project- en programmamanagement, digitalisering, proces- en klantgericht werken en e-gouvernance. • Formatiereductie bestaande uit twee onderdelen: - Bestuurlijke/politieke selectiviteit (€ 840.000 , ca 14 fte) In de zomer van vorig jaar is een ambtelijke denktank aan de slag gegaan en heeft een eerste opzet gemaakt die besproken is in de GS/MT-bijeenkomst van september van vorig jaar. Naar aanleiding daarvan is in de VJN 2008 besloten deze taakstelling te wijzigen. De reductieopdracht is verminderd van € 840.000 naar € 411.000. Dit komt overeen met een vermindering van ca 14 fte naar ca 7 fte. Een deel van de vermindering, € 114.000, is overgebracht naar van bestuurlijke/politieke selectiviteit naar productiever werken (zie hieronder). - Productiever werken (€ 1.680.000 + € 114.000) Dit gaat om de opdracht voor de ambtelijke organisatie om een bezuiniging op de apparaatskosten te realiseren door efficiënter en effectiever te werken. Het moet leiden tot kwaliteitsverbetering van de werkprocessen en een reductie van het ambtelijke apparaat. Van ruim de helft van de afdelingen zijn de onderzoeksrapporten binnen. Op grond hiervan worden verbeterplannen met concrete maatregelen gemaakt. Door de werkwijze van het programma Kleiner en Beter worden de resultaten pas aan het eind van de bestuursperiode zichtbaar. Door de overheveling vanuit bestuurlijke selectiviteit is het bedrag € 1.794.000 geworden. Totaal gaat het bij benadering nu om 30 fte. - Frictiekosten: Om de uitvoeringskosten en eventuele maatregelen in personele sfeer op te vangen is voor de komende collegeperiode een bedrag van € 4.000.000 voor frictiekosten beschikbaar gesteld. Hiervan is in 2008 een bedrag van € 360.095 besteed, voornamelijk aan programmakosten. De provincie heeft een aantal omvangrijke programma's (bijvoorbeeld RSP) die de komende tijd gestart/ uitgevoerd worden. In die context wordt de formatie, zo gericht mogelijk, uitgebreid en worden nieuwe medewerkers aangenomen/ingehuurd. Daarom bestaat per saldo de mogelijkheid dat de omvang van de organisatie groeit terwijl er toch sprake is van een succesvolle uitvoering van de formatiereductieopdracht in het kwaliteitsprogramma Kleiner en Beter. 3.1.1. Ontwikkeling sociale zekerheid en arbeidsvoorwaarden Eind 2007 is de nieuwe CAO 2007-2009 voor provincies tot stand gekomen. In deze CAO zijn, naast salarismaatregelen, ook afspraken gemaakt over belangrijke trends voor de komende jaren: vergrijzing en ontgroening, schaarste op de arbeidsmarkt en flexibilisering/individualisering. Per 1 juni 2008 is het salaris met 1,5% verhoogd. De CAO loopt tot 1 juni 2009. De regeling betaald ouderschapsverlof is vervangen door de nieuwe, wettelijke, regeling, waarin de werkgever geen bijdrage meer levert. Medewerkers krijgen recht op 26 weken (onbetaald) ouderschapsverlof. Ter bekostiging kan bv. de levensloopregeling worden ingezet.
Bedrijfsvoering
263
3.1.2. •
Formatieontwikkeling provinciaal apparaat
Formatiereductie uit het programma Kleiner en Beter: In 2008 is de taakstelling voor de periode 2003-2007 grotendeels afgerond. De financiële opdracht, groot € 2.150.000, is geheel gerealiseerd. Voor 90% structureel en voor 10% incidenteel. Er zijn momenteel 32 fte’s feitelijk ingeleverd in deze context. Als ook de overige 10% structureel gemaakt wordt, loopt het aantal gerealiseerde fte’s op richting de geïndiceerde 37,5 fte’s. Formatie-uitbreiding: Tegenover deze reducties hebben ook in 2008 uitbreidingen gestaan, omdat het takenpakket van de provincie is uitgebreid (opdracht Rijk of eigen beleidskeuze van de provincie). Daarom is in de Voorjaarsnota 2008 door PS besloten tot het uitbreiden van de formatie. Hiervan is een deel inmiddels geëffectueerd. Dat levert het volgende beeld op van de meerjarige ontwikkeling.
•
• Eindbeeld formatieontwikkeling: Ontwikkeling formatie Stand 31-12 voorgaand jaar Uitbreiding in formatie Formatiereductie per jaar Eindstand in het jaar
2004 875 30 10 895
2005 895 146 875
2006 875 6 7 874
2007 874 14 5 883
2008 883 7 2 888
Formatiereductie, vervallen tijdelijke formatie en (tijdelijke) uitbreiding samen laten zien dat de formatie over 2008 netto gestegen is met 5,45 fte (31-12-2007 882,52 fte, 31-12-2008 887,97 fte). Bovenstaande is gesproken over de formatie van het ambtelijk apparaat. Daarin zijn de overige werkverbanden zoals Regiovisie, Hanzepassage, Zuiderzeelijn en Agenda voor de Veenkoloniën, niet meegenomen. In onderstaande grafiek is dat wel het geval: het bovenste deel van de kolommen is steeds de formatie/bezetting van deze werkverbanden. Verder wordt hier zichtbaar of formatie van de provincie vast of tijdelijk is en welk deel van het personeelsbestand vast of tijdelijk is. Extern is formatie waarop geen vast personeel werkzaam is. Deze formatiegelden worden grotendeels gebruikt voor inhuur uitzendkrachten en externen. Tabel 3.1: Overzicht formatie 950 900 850 800 750
2004
2005 provincie
2006 vast
tijdelijk
2007 extern
bezetting
formatie
bezetting
formatie
bezetting
formatie
bezetting
formatie
formatie
bezetting
700
2008
werkverbanden
Flankerend beleid: Voor flankerend beleid in de vorm van voornamelijk vertrekbevordering is uit de rekeningoverschotten steeds een bedrag gereserveerd. Onderstaand zijn de stand van die middelen op 01-01-2008, de uitgaven in 2008 en de resterende verplichtingen in de komende periode aangegeven. De uitgaven hebben betrekking op ruim 25 personen. Het kan gaan om wachtgeld of afkoop daarvan en om verschillende andere zaken die passen bij maatwerkoplossingen. Dit gaat dan om: outplacement, coaching, training, pensioenreparatie, e.d.. De bedragen zijn afgerond op € 1.000.
264
Bedrijfsvoering
Flankerend beleid
(x € 1.000)
Saldo in de algemene reserve op 01-01-2008 Uitgaven in 2008 Reservering voor aangegane verplichtingen 2009-2017
1.315 338 696
Resteert
281
3.1.3. Formatieontwikkeling provinciaal apparaat en ziekteverzuim Er is besloten in de Voorjaarsnota 2008 om personele gegevens in de rekening op te nemen. Dit in plaats van het Sociaal Jaarverslag, dat met ingang van dit jaar vervallen is. De gegevens hebben betrekking op aantallen personeelsleden, formatieplaatsen, ziekteverzuim, in- en uitstroom. Formatie/bezetting 2004 - 2008 2004 2005 2006 2007 2008 formatie bezetting formatie bezetting formatie bezetting formatie bezetting formatie bezetting vast
866
825
854
805
856
804
862
814
864
tijdelijk
28
27
21
23
18
21
21
26
24
819 35
totaal
895
853
875
828
874
825
883
839
888
854
Boven staat een overzicht van de opbouw en ontwikkeling van de formatie en de bezetting daarvan in de afgelopen jaren afgerond op hele fte’s. Onder 3.1.2. is de uitleg van de aantalsontwikkeling al aangegeven. Onderstaand overzicht laat de verandering in het totale aantal medewerkers, onderverdeeld naar mannen en vrouwen zien. Aantal medewerkers M
V
tot
stand 2007
669
320
989
in dienst
39
26
65
uit dienst
51
13
64
stand 2008
657
333
990
Ook valt uit dit schema af te leiden dat het aantal vrouwen in de organisatie licht stijgt. Dit is een al langer lopende doelstelling die eerder niet vlot van de grond wilde komen. Maar zo langzamerhand is het percentage toch opgelopen van bijna 30% enkele jaren terug naar bijna 34% eind 2008. De eerlijkheid gebied te zeggen dat een groot deel van de relatieve stijging te verklaren valt uit het vertrek van mannen. De gemiddelde deeltijdcoëfficiënt is 0,91. Dat houdt in dat elke medewerker gemiddeld 0,92 fte bezet. In– en uitstroom Onderstaand een aantal gegevens over in- en uitstroom. Opvallend is dat het aantal mensen dat de provinciale dienst verlaat, na enkele jaren van beperkte uitstroom, nu weer stijgt. De grootste toename van dienstverlaters is in de leeftijdscategorie 55+. Dit heeft te maken met het opschuiven van de prépensioenleeftijd door het vervallen van de FPU. Maar ook het aantal medewerkers dat op eigen verzoek de organisatie heeft verlaten is fors toegenomen. Dat schrijven we toe aan de in het grootste deel van 2008 nog voorspoedige economische vooruitzichten. Grote problemen in de personeelsvoorziening hebben zich nog niet voorgedaan. Daardoor konden de meeste vacatures binnen redelijke termijnen worden vervuld. De instroom vond voor 40% plaats in de leeftijdscategorie 25-34 jaar en ook voor 40% in de categorie 35-44 jaar. Gemiddelde leeftijd De gemiddelde leeftijd in 2008 bedraagt 46,6 jaar. Dit komt overeen met de gemiddelde leeftijd in de voorgaande jaren. 2007 en 2006 beide 46,5 jaar. De gemiddelde leeftijd bij mannen was 48,2 jaar en van vrouwen 43,1 jaar. Ook dit is gelijk aan de voorgaande jaren.
Bedrijfsvoering
265
Ziekteverzuim Ontwikkeling ziekteverzuim 1998 - 2008 9,0 8,0
verzuimpercentage
7,9 7,5
7,0 6,0
6,5
6,6 5,6
5,0
5,6 5,1
4,8
5,6 4,8
4,5
4,0 3,0 2,0 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
jaar
Tot 1999 schommelde het verzuimcijfer rond de 6,5% en piekte toen naar 7,9%. De extra aandacht die het verzuim kreeg leidde tot een geleidelijke daling in de periode 2001-2004. Sindsdien schommelt het verzuimpercentage tussen 4,8 en 5,6%. Verdeeld naar mannen en vrouwen ziet het ziekteverzuim er in de afgelopen 5 jaar als volgt uit: Jaar
Man
Vrouw
Totaal
2004
4,11
6,26
4,77
2005
4,95
6,88
5,56
2006
4,55
5,04
4,70
2007
5,25
6,33
5,56
2008
4,19
5,35
4,54
3.2.
ICT-beleidsplan 2007-2009
Eind 2007 is een begin gemaakt met de samenvoeging van de afdelingen ICT en IV. Per 1 januari 2008 zijn deze afdelingen samen verder gegaan onder de nieuwe vlag van InformatieVoorziening & Technologie (IVT). In de loop van 2008 zijn alle sleutelfuncties binnen de afdeling ingevuld. De nadruk van 2008 lag op het optimaliseren van de "vraag"-kant (het positioneren van de accountmanagers) en optimaliseren van de documentaire informatievoorziening. Dit alles om vraag en antwoord beter op elkaar af te stemmen en zoveel mogelijk via 1 ingang te laten verlopen. Dit gehele proces en de verdere optimalisatie van IVT zal in 2009 doorgaan. ICT-beleidsplan 2007-2009 In het voorjaar van 2007 is het Strategisch ICT-beleid 2007-2009 goedgekeurd door Statencommissie Bestuur en Financiën en daarmee het meerjarenprogramma Grondig. Daarbij is afgesproken dat er ieder jaar een informatieplan komt met de starten projecten voor dat jaar. Voor 2008 zijn in het Grondig informatieplan projecten genoemd die doorlieen vanuit 2007 en nieuw te starten projecten. Tevens is er voor gekozen om de projecten voor 2008 te verdelen in drie categorieën, te weten: 1. Basics op orde 2. Wetgeving 3. Klantgerichtheid, Transparantie en Efficiency Grondig is opgebouwd uit de twee deelprogramma's Bedrijfsvoering en Digitalisering welke onderdeel zijn van het programma "Onderweg naar 2010".
266
Bedrijfsvoering
3.3.
Facilitaire dienstverlening
De afdeling Facilitaire Zaken ondersteunt de medewerkers in het provinciehuis onder meer door optimale levering van facilitaire producten en diensten, binnen de randvoorwaarden van financiën, personele bezetting en afgesproken kwaliteit. Om deze producten en diensten zoveel mogelijk af te stemmen op de wensen van de medewerkers wordt om de twee jaar een klanttevredenheidsonderzoek gehouden. De resultaten van de enquête die eind 2007 is gehouden zijn begin 2008 bekend geworden. Ten opzicht van het vorige onderzoek is de klanttevredenheid gestegen van 76,4% naar 84%. Vanzelfsprekend zal FZ bezig blijven om de dienstverlening verder te ontwikkelen. In 2008 is het project Inkoopprofessionalisering is in een stroomversnelling terechtgekomen doordat GS in het collegeprogramma 2007 - 2011 in het kader van dit project enerzijds een kwaliteitsimpuls heeft opgenomen in de vorm van uitbreiding met een tweetal inkoopfuncties en anderzijds een besparing op de uitgaven heeft ingeboekt van € 1,5 miljoen in vier jaar. In het voorjaar 2008 heeft het MT de notitie Inkoop en aanbestedingbeleid provincie Groningen besproken en goedgekeurd. Vervolgens zijn we ingegaan op de consequenties die zowel het collegeprogramma als het nieuwe inkoopbeleid tot gevolg hebben. Inmiddels zijn twee inkopers aangetrokken die met ingang van 1 januari 2009 het bestaande inkoopteam versterken. Wij hebben in 2008 reeds een totaal inkoopresultaat behaald van € 80.500 op schoonmaak, catering, papier en koffie(automaten). In februari 2008 heeft het Managementteam de organisatie laten weten dat het project Metamorfose niet zal worden uitgevoerd. Hierbij is aangegeven dat het groot onderhoud en renovatie aan het provinciehuis wel door zal gaan. Afdeling Facilitaire Zaken heeft de opdracht gekregen om in dit renovatieprogramma te werken aan mogelijkheden om de bezettingsgraad van de werkplek en het gebouw te verhogen en daarbij de dienstverlening te optimaliseren. Dat vereist in korte periode uitvoering van bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden omdat de organisatie als geheel moet worden benaderd voor het op redelijk korte termijn kunnen verhogen van de bezettingsgraad. Hiervoor is in 2008 door de afdeling FZ een projectplan opgesteld.
3.4.
Financiën & Control
3.4.1. Rechtmatigheidtoets Provinciale Staten zijn met ingang van 2004 verplicht in het kader van de controle op de jaarrekening naast een toets op de getrouwheid ook een toets op de rechtmatigheid uit te laten voeren. Uitgangspunt hierbij is dat de accountant alleen de financiële rechtmatigheid toetst. De rechtmatigheidcontrole houdt een uitbreiding in van de werkzaamheden die de controlerende accountant moet verrichten bij de controle van de jaarrekening. In concreto heeft deze uitbreiding van controlewerkzaamheden betrekking op het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het M&O-criterium (Misbruik en Oneigenlijk gebruik). Tijdens het rechtmatigheidonderzoek over 2008 is opnieuw maximaal ingezet op het controleren van de actuele wet- en regelgeving om het resultaat van een goedkeurende accountantsverklaring te bereiken. Het spreekt voor zich dat wij deze lijn in de toekomst zullen blijven continueren. De risico’s op onrechtmatig handelen doen zich vooral voor bij de naleving van de interne en externe regelgeving. Hierop leggen wij bij de uitvoering van activiteiten dan ook de nadruk. Samengevat wordt hieronder een totaalbeeld van de te verrichten structurele activiteiten weergegeven: 1. Begrotingscriterium: Wij toetsen jaarlijks het systeem van budgettering en zullen in de toekomstige jaarrekeningen adequate toelichtingen geven bij overschrijdingen c.q. onderschrijdingen. 2. Voorwaardencriterium: Bij het opstellen van nieuwe verordeningen zullen wij voor zover mogelijk voldoende rekening houden met zogenaamde hardheidsclausules. Hiermee wordt voorkomen dat wij verstrikt raken in een al te stringente toepassing van regels. Verder zullen wij jaarlijks alle externe en interne regels blijven actualiseren en op basis daarvan een risicoanalyse blijven opstellen. De hierbij behorende beheersmaatregelen zullen wij op basis van interne audits toetsen.
Bedrijfsvoering
267
3. Misbruik & Oneigenlijk gebruikcriterium: Het M&O-beleid hebben wij neergelegd in een reeks van verschillende verordeningen c.a. Wij zijn van mening dan wij met behulp van die verordeningen een toereikend M&O-beleid voeren. In onze voordracht van 8 november 2005, nummer 32/2005 hebben wij de verschillende M&O-elementen samengebracht. Op deze wijze ontstaat inzicht in de verschillende verordeningen c.a. waarin het M&Obeleid is vormgegeven. Jaarlijks zullen wij alle verordeningen c.a. waarin maatregelen zijn opgenomen ten aanzien van het M&Obeleid onder de loep nemen. Naast deze inventarisatie van verordeningen zullen ook de risico's en de daarbij behorende beheersmaatregelen in beeld worden gebracht. Ook hier zullen wij interne audits verrichten. Concluderend kan worden gesteld dat wij fors blijven inzetten op het onderwerp rechtmatigheid. Het gehele beheersinstrumentarium is adequaat uitgewerkt en wordt ieder jaar opnieuw geactualiseerd. Wij willen door middel van een groeimodel toewerken naar het inbedden van de rechtmatigheidtoets in het primaire proces. Eind 2008 zijn hierin de eerste stappen gezet. 3.4.2. Doelmatigheid/Doeltreffendheid Op basis van de Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid toetsen wij jaarlijks de doelmatigheid en doeltreffendheid van één of meerdere beleidsprogramma's, waarbij in ieder geval elk beleidsprogramma eens in de acht jaar onderzocht wordt. Tot nu toe zijn drie programma's onderzocht. De onderzoeksresultaten zijn aan u voorgelegd. In 2007 hebben wij de onderzoeksmethodiek "Het Groninger Model" geëvalueerd en hebben wij tevens een beoordeling uitgevoerd naar de efficiency en de effectiviteit van het onderzoek in brede zin. De belangrijkste wijziging die hierbij is gerealiseerd is een aanpassing van de Verordening Onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid. Deze aanpassing betreft het niet meer onderzoeken van een volledig programma, maar het onderzoeken van actuele en politiek relevante onderwerpen van één of meer beleidsprogramma's. Uw Staten hebben op 19 december 2007 ingestemd met de nieuwe verordening. Inmiddels is een start gemaakt met het onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de onderwerpen ICT/glasvezelring en glastuinbouw Eemsmond uit het Programma Ondernemend Groningen. Dit onderzoek zal zijn afgerond voor de zomer. 3.4.3. Single Information Single Audit In de jaarrekening 2006 hebben wij voor het eerst verantwoording afgelegd over een vijftal specifieke uitkeringen middels de SISA-bijlage. In 2007 is deze systematiek uitgebreid en hebben wij over 15 regelingen verantwoording afgelegd richting het Rijk middels de SISA-bijlage. In de jaarrekening 2008 zijn de volgende specifieke uitkeringen middels SISA verantwoord: • BDU Verkeer en Vervoer; • Actieplan Cultuurbereik 2005-2008; • Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving; • Externe Veiligheid; • Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV); • Bodemsanering; • BANS Klimaatovereenkomst; • Doeluitkering Jeugdhulpverlening; • Breedtesportimpuls; • Tenderregeling Energiebesparing Lagere Inkomens; • Uitkering Marsrouteplan bibliotheken en Vernieuwingsimpulsmiddelen; • Versterking cultuureducatie in primair onderwijs; • Industrielawaai; • Besluit Locatiegebonden Subsidies 2005; • Rijkscofinancieringsregeling Interreg; • Regionale Mobilitietsfondsen; • Convenant Hoofdkanalen. Naast onze eigen verantwoording richting het Rijk met behulp van SISA wordt met ingang van de jaarrekening 2008 door gemeenten met betrekking tot 5 regelingen (doorsluissubsidies) verantwoording afgelegd richting de provincie middels de SISA-bijlage.
268
Bedrijfsvoering
3.5. Wat mag het kosten? In tabel 2 zijn de lasten en baten opgenomen die aan de paragraaf Bedrijfsvoering zijn verbonden. Tabel 2. Lasten en baten paragraaf Bedrijfsvoering (externe productgroepen) (bedragen x €1.000)
Omschrijving
LASTEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2007
gerealiseerd bedrag 2008
BEDRIJFSVOERING Totaal
3.094.696
2.606.575
4.085.335
Voorzieningen personeel Diensten voor derden
434.090 2.395.991
279.653 2.067.346
210.193 3.647.335
233.440 31.175
259.576 -
177.232 50.575
2.606.575
4.085.335
Verhuur gebouwen Diverse baten en lasten Apparaatskosten
-
Totaal bedrijfsvoering
3.094.696
Omschrijving
gerealiseerd bedrag 2007
BATEN geraamd bedrag 2008 na wijziging
gerealiseerd bedrag 2008
BEDRIJFSVOERING Totaal
2.492.129
1.922.563
3.057.803
Voorzieningen personeel Diensten voor derden Verhuur gebouwen
28.294 2.155.484 63.091
13.600 1.855.263 53.700
25.743 2.971.020 52.879
Diverse baten en lasten Apparaatskosten
245.260 2.492.129
-
8.160
1.922.563
3.057.803
Nadelig slot bestuur Totaal bedrijfsvoering
602.567 3.094.696
684.012 2.606.575
1.027.532 4.085.335
Toelichting Het betreft hier alleen de lasten en baten van een drietal externe productgroepen. De overige lasten, worden via de verdeling van de apparaatskosten aan de diverse programma's toegerekend en komen daar tot uitdrukking.
Bedrijfsvoering
269
270
Bedrijfsvoering
4.
Lokale heffingen
4.1.
Inleiding
De paragraaf lokale heffingen zal aandacht besteden aan: a. De gerealiseerde versus de geraamde inkomsten opcentenheffing motorrijtuigenbelasting en leges; b. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; c. Een aanduiding van de lokale lastendruk; d. Een overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen. Er wordt geen aandacht besteed aan het kwijtscheldingsbeleid, aangezien dit verder niet van toepassing is op de provinciale belastingen en heffingen. Tabel 4: Inkomsten lokale heffingen (bedragen x € 1.000) Omschrijving Opcenten mrb Leges Totaal
4.2.
realisatie 2007 41.569 1.077 42.646
raming 2008 43.459 898 44.357
realisatie 2008 43.374
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
Opcenten motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. De provincie dient zelf te bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit (verschil wettelijk maximum-provinciaal opcenten niveau) wil benutten. De ingangsdatum van tariefaanpassing is wettelijk bepaald op 1 april. In de tariefstelling wordt rekening gehouden met het toepassen van de inflatiecorrectie en de groei van het wagenpark. Leges De provincie heft voor diverse diensten leges en legt voor het gebruik van haar bezittingen precariobelasting op. In de wijziging van de Legesverordening provincie Groningen 1993 (Statenbesluit van 19 december 2007, nr. B.1) zijn de belastbare feiten, alsmede de tarieven per 1 januari 2008 opgenomen. Om de waardevastheid van de huidige tarieven intact te houden, zijn de tarieven in principe trendmatig verhoogd met het inflatiecorrectiepercentage zoals in de begroting wordt gehanteerd (2008: + 3,6%). De verhoging van de legestarieven is wenselijk met het oog op consistentie in de begroting, waarin sprake is van een trendmatige verhoging van de uitgavenbudgetten enerzijds en van de inkomsten uit leges anderzijds.
4.3.
Lokale lastendruk
Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de lokale lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijke lastendruk. Hierbij is voornamelijk de hoogte van de opcentenheffing van toepassing. Zoals eerder vermeld, stelt het Rijk jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Vanaf 1 april 2008 bedroeg het maximum 107,9 opcenten. Wij hebben ons eigen tarief per 1 april 2008 verhoogd tot 77,8 opcenten. Deze verhoging is gebaseerd op de gebruikelijke indexering. Op de ranglijst van duurste provincies van Nederland, neemt de provincie Groningen op 1 april 2008 de zesde plaats in. De gemiddelde automobilist in onze provincie betaalde in 2008 per voertuig ongeveer € 172 aan provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting. Deze berekening is gebaseerd op de gewichtsverdeling per ultimo 2008. Onderstaand overzicht toont de ontwikkeling van ons tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde en het maximaal toegestane tarief en verder het stijgingspercentage in 2007 en 2008 van deze grootheden. Alhoewel het maximumtarief per 1 april 2008 slechts met 2,8% steeg wil dat niet zeggen dat de tarieven van de provincies in 2008 niet meer mochten stijgen dan dit percentage. De enige begrenzing zit namelijk in de absolute hoogte van het maximum aantal opcenten (2007: 105,0 opcenten en 2008: 107,9 opcenten). De stijging van ons tarief per 1 april 2008 (+ 0,8%) lag onder de landelijke ontwikkeling (+ 4,6%).
Lokale heffingen
271
Tabel 5. Ontwikkeling opcenten Motorrijtuigenbelasting in de jaren 2007 en 2008 realisatie raming realisatie 2007 2008 2008 provincie Groningen landelijk gemiddelde provincie Groningen als % van landelijk gemiddelde
77,2 72,6 106,3
77,8 73,2 106,3
77,8 75,9 102,5
wettelijk maximum provincie Groningen als % van wettelijk maximum
105,0 73,5
107,9 72,1
107,9 72,1
stijgingspercentages tarieven per 1 april
realisatie raming realisatie 2007 2008 2008
provincie Groningen landelijk gemiddelde wettelijk maximum
0,5 2,7 2,5
0,8 0,8 2,8
0,8 4,6 2,8
In tabel 6 laten we zien in welke mate de verschillende provincies in 2008 gebruik hebben gemaakt van hun maximale belastingcapaciteit. Uit die vergelijking blijkt dat Groningen evenals Drenthe, Gelderland, Zuid-Holland en Limburg een meer dan gemiddeld gebruik maakt van de belastingcapaciteit. De provincie Noord-Holland heeft zowel absoluut en procentueel de grootste vrije zoom (= onbenutte belastingcapaciteit). Tabel 6. Belastingcapaciteit en vrije zoom opcenten motorrijtuigenbelasting in 2008 Provincie
Groningen Fryslân Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Totaal
272
Maximale belastingcapaciteit 2008
in %
Belastingopbrengst 2008
in %
Vrije zoom 2008
in %
59.866.336,66 71.288.628,03 58.110.541,15 125.170.890,36 222.328.867,94 153.125.589,97 298.013.432,93 349.415.429,98 45.040.212,30 310.198.030,07 125.341.804,48 70.449.469,22 1.888.349.233,08
3,17% 3,78% 3,08% 6,63% 11,77% 8,11% 15,78% 18,50% 2,39% 16,43% 6,64% 3,73% 100,00%
43.374.117,29 50.502.347,67 43.064.425,14 89.257.618,58 168.393.243,47 103.405.314,38 177.334.329,06 284.210.777,99 29.123.272,64 207.232.833,42 92.858.775,23 43.745.389,76 1.332.502.444,63
3,26% 3,79% 3,23% 6,70% 12,64% 7,76% 13,31% 21,33% 2,19% 15,55% 6,97% 3,28% 100,00%
16.492.219,37 20.786.280,36 15.046.116,01 35.913.271,78 53.935.624,47 49.720.275,59 120.679.103,87 65.204.651,99 15.916.939,66 102.965.196,65 32.483.029,25 26.704.079,46 555.846.788,45
2,97% 3,74% 2,71% 6,46% 9,70% 8,94% 21,71% 11,73% 2,86% 18,52% 5,84% 4,80% 100,00%
Lokale heffingen
Belastingopbrengst als % van de belastingcapaciteit 72,45% 70,84% 74,11% 71,31% 75,74% 67,53% 59,51% 81,34% 64,66% 66,81% 74,08% 62,09% 70,56%
4.4.
Overige heffingen
Bij dit onderdeel gaat het onder meer om de volgende leges en heffingen: • Leges Vaarwegenreglement; • Leges Grondwater; • Leges Ontgrondingen; • Haven- en kadegelden; • Grondwaterheffing; • Ontgrondingenheffing; • Heffing nazorg stortplaatsen. Jaarlijks worden de legestarieven aangepast met een trendmatige verhoging. In bij de legesverordening 1993 behorende tarieventabel worden deze aanpassingen jaarlijks vastgelegd. De haven - en kadegelden zijn gebaseerd op het Havengeldreglement Delfzijl en het Kade- en Havengeldreglement Groningen. Deze zijn voor het laatst gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 5 juli 2006, nr. B.1. In de Verordening op het instellen en invorderen van de grondwaterheffing is het tarief per 1 januari 2009 vastgesteld op 1,11 eurocent (was 2 eurocent) per kubieke meter onttrokken grondwater (zie besluit van Provinciale Staten van 10 december 2008, nummer B.1). Met ingang van 1 augustus 2003 is Heffingsverordening ontgrondingen Groningen 2003 van kracht geworden. Deze is voor het laatst gewijzigd op 26 september 2007. De heffing is gewijzigd in die zin dat (deel)heffingen voor de bekostiging van planning en onderzoek en van compenserende maatregelen met ingang van 2007 vervallen en dat een nieuwe heffing wordt ingevoerd voor de bekostiging van onderzoek naar het verband tussen een ontgronding en schade aan onroerende zaken en de bepaling van de omvang van de schade. In onze voordracht tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van de nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Groningen (voordracht nr. 32/2008) is het tarief voor nietbedrijfsgebonden stortplaatsen genoemd in artikel 7 van deze verordening vastgesteld voor het jaar 2009. Ook is de nazorgheffing voor baggerspeciedepots opnieuw vastgesteld. Hiertoe zijn de doelvermogens geactualiseerd. Dit besluit is op 10 december 2008 onder nummer B.1 door Provinciale Staten vastgesteld. De baten uit leges en andere heffingen zijn in de rekening verwerkt bij de diverse programma's.
Lokale heffingen
273
274
Lokale heffingen
5.
Onderhoud kapitaalgoederen
5.1. Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen. De provincie is eigenaar van 602 km weg, 11 km parallelweg, 245 km fietspad, 150 km vaarweg met de daarbij behorende bruggen, viaducten, tunnels, sluizen, verkeersregelinstallaties, beplanting, bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten. In het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen 2004-2007, vastgesteld door provinciale staten in 2003 en in 2007 met een jaar verlengd, is vastgelegd op welke wijze het beheer en onderhoud van de wegen en vaarwegen in de contractperiode plaatsvindt. Uitgangspunt in het managementcontract is dat de kapitaalgoederen op een sobere en doelmatige wijze worden onderhouden en duurzaam in stand worden gehouden. De middelen voor beheer en onderhoud zijn hierop afgestemd. Het managementcontract is in 2008 geëvalueerd. Er is een nieuw contract opgesteld voor de periode van 2009 tot en met 2011. Besluitvorming over het nieuwe contract heeft plaatsgevonden in de statenvergadering van 4 februari 2009. De middelen zijn opgenomen in het programma Bereikbaar Groningen. Het betreft de volgende productgroepen: • 3102 t.b.v. onderhoud en beheer van wegen en fietspaden • 3302 t.b.v. onderhoud en beheer van hoofdvaarwegen • 3303 t.b.v. onderhoud en beheer van overige vaarwegen • 3304 t.b.v. onderhoud en beheer van de schutsluis Lauwersoog Lasten beheer en onderhoud, exclusief toegerekende rente en apparaatskosten 2008 Wegen: 3102 Wegen en fietspaden Waterwegen: 3302 Hoofdvaarwegen 3303 Overige vaarwegen 3304 Lauwersoog
2009
2010
(bedragen x € 1.000) 2011 2012
9.663
9.424
9.318
9.219
9.377
4.288 3.387 536
2.967 1.916 141
2.945 1.973 145
2.917 2.032 150
2.881 2.093 154
De reconstructie en verbetering van bestaande infrastructuur en de vervanging van kunstwerken vindt plaats in het kader van het investeringsprogramma voor infrastructuur dat in 2005 is geactualiseerd. De middelen hiervoor zijn opgenomen in de volgende productgroepen: • 3101 t.b.v. (re)constructie van wegen en fietspaden • 3301 t.b.v. (re)constructie waterwegen Veelal wordt een bijdrage geleverd vanuit het budget voor onderhoud. Jaarlijks wordt in de afdelingsplannen vastgelegd welke prestaties in het betreffende jaar worden geleverd en welke middelen daarvoor beschikbaar zijn. Het onderhoud aan wegverhardingen wordt uitgevoerd op basis van inspecties en metingen. Het beschikbare budget is erop gebaseerd dat de kwaliteit gedurende de contractperiode licht verbetert. Dit is ook gerealiseerd. De kwaliteit van de fietspadverhardingen is de afgelopen jaren enigszins achteruit gegaan. De kwaliteit van de kunstwerken blijkt bij nader onderzoek slechter te zijn dan werd verwacht. Daarom zijn middelen bestemd voor vervanging van boordvoorzieningen langs wegen ingezet voor onderhoud van kunstwerken. Bij de boordvoorzieningen langs wegen is hierdoor enige onderhoudsachterstand ontstaan. Vooruitlopend op het nieuwe managementcontract zijn in 2008 extra middelen voor urgent onderhoud van kunstwerken beschikbaar gesteld. Ook bij het onderhoud van beplanting is sprake van achterstallig onderhoud als gevolg van ontoereikende middelen. Op de vaarwegen, die vallen onder het convenant hoofdvaarwegen en gefinancierd worden door het Rijk, is sprake van achterstallig onderhoud. Op het Winschoterdiep is in de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt bij het vervangen van boordvoorzieningen, er is echter nog een aanzienlijke achterstand bij het baggerwerk (circa € 13 miljoen). Op het laatste deel van het Winschoterdiep en op de Rensel is een vaardieptebeperking ingesteld. De ontwikkeling van het achterstallig onderhoud op de hoofdvaarwegen in
Onderhoud kapitaalgoederen
275
de komende jaren is afhankelijk van de resultaten van overleg met het rijk over actualisering van het convenant hoofdvaarwegen en de afkoop van onderhoud en exploitatie van het Winschoterdiep en de Rensel. Vooruitlopend hierop zijn in de begroting voor de komende jaren middelen opgenomen ter voorfinanciering van baggerwerk op het Winschoterdiep. Bij de overige vaarwegen is sprake van achterstallig onderhoud op het A.G. Wildervanckkanaal. Hier zijn in 2006, 2007 en 2008 incidenteel extra middelen beschikbaar gesteld voor het vervangen van boordvoorzieningen. In het kader van de actualisering van het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen zijn extra middelen opgenomen voor het baggerwerk van het A.G. Wildervanckkanaal.
5.2. Huisvesting Provinciehuis De afdeling Facilitaire Zaken onderhoudt de gebouwen en de technische installaties van het provinciehuis. Hierbij wordt voldaan aan de NEN- en ARBO-normen. In afwachting van de besluitvorming over het project Metamorfose zijn we de afgelopen jaren terughoudend geweest met het uitvoeren van onderhoud aan het gebouw Sint Jansstraat 4 (SJ4). Nu van totale verbouw geen sprake zal zijn, omdat Metamorfose geen doorgang vindt, is het nodig groot onderhoud aan het gebouw SJ4 te plegen. We willen dit groot onderhoud in de vorm van een renovatie uitvoeren in de jaren 2009 tot en met 2013. Het resultaat van de renovatie moet enerzijds bijdragen aan het verhogen van de bezettingsgraad van het gebouw en de daarin aanwezige werkplekken. Anderzijds bestaat er de wens om op een aantal gebieden kwaliteitsverbeteringen in de bestaande huisvesting aan te brengen. Door de geplande renovatie aan het gebouw SJ4 voor de komende vijf jaren komt het meerjaren onderhoudperspectief er geheel anders uit te zien. Meerjarenperspectief groot onderhoud gebouwen provinciehuis
(bedragen x € 1.000)
2008
2009
2010
2011
2012
0 0 0 0
96 193 179 468
769 1.546 1.432 3.747
769 1.546 1.432 3.747
769 1.546 1.432 3.747
Overig groot onderhoud: - bouwkundig - technische installaties - inrichting totaal overig groot onderhoud
374 405 22 801
369 298 0 694
253 338 0 591
561 297 0 858
177 319 0 496
Renovatie gebouw SJ4 Overig groot onderhoud Totaal renovatie en overig groot onderhoud
0 801 801
468 694 1.162
3.747 591 4.338
3.747 858 4.605
3.747 496 4.243
Renovatie gebouw SJ4: - bouwkundig - technische installaties - inrichting totaal renovatie
Bij de Voorjaarsnota 2008 werd uitgegaan van een totaal investeringsbedrag van € 9.104.416 tegen het huidige investeringsbedrag voor Renovatie+ van € 13.934.746. De afdeling FZ levert € 239.000 in van het beschikbare budget voor onderhoud. Dit bedrag is inclusief de werkplekfinanciering (€ 50.000) welke bij de VJN2008 structureel beschikbaar is gesteld. Huisvesting beheerafdelingen In de tabel op de volgende pagina worden de onderhoudslasten weergegeven van de gebouwen beheerd door de afdelingen, die vallen onder het managementcontract Wegen en Kanalen.
276
Onderhoud kapitaalgoederen
Meerjarenperspectief onderhoud gebouwen vallend onder het Managementcontract (bedragen x € 1.000)
Beschikbare middelen Begroting Restant in de reserve Realisatie / Planning Exploitatie Groot onderhoud Verplaatsing steunpunt WOP Saldo
2008
2009
2010
2011
2012
453 -14 439
500 0 500
509 10 519
513 21 534
515 19 534
404 246
415 75 nb 490 10
423 75 nb 498 21
440 75 nb 515 19
449 75 nb 524 10
650 -173
Het onderhoud van bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten gebeurt op basis van periodieke inspecties. Het betreft 3 steunpunten voor wegbeheer, het steunpunt voor de waterbouwkundige onderhoudsploeg, een deurenloods, de werkplaats van de afdeling SEM, 7 steunpunten voor de muskusrattenbestrijding, 6 centrale bedieningsgebouwen en enkele kleinere bedieningsgebouwtjes. De onderhoudstoestand is voldoende, mede dank zij het uitvoeren van groot onderhoud en het vervangen van een steunpunt voor de muskusrattenbestrijding. Het onderzoek naar de verplaatsing van het steunpunt van de WOP van Ruischerbrug (binnen het gebied van Meerstad) naar een alternatieve locatie is nog niet afgerond. In 2008 is groot onderhoud uitgevoerd aan het bedieningsgebouw Pagode te Lauwersoog. Ter vervanging van de opslagplaats van de muskusrattenbestrijding in Marum en ter ontlasting van het steunpunt in Oldehove is in Grootegast een ruimte gehuurd. Voor de jaren 2009 tot en met 2012 is jaarlijks € 50.000 ingepland voor schilderwerk, vervanging technische installaties en overige groot onderhoud werkzaamheden die op dit moment nog niet zijn in te plannen. De gemeente Groningen heeft bouwontwikkelingsplannen m.b.t. de Reitdiepzone. Mogelijkerwijs zal ons wegensteunpunt in Groningen verplaatst moeten worden als gevolg van deze plannen. Welke consequenties dit heeft en welke tijdplanning deze ontwikkelingsplannen hebben is op dit moment nog niet goed in te schatten.
5.3. ICT De afdeling IVT exploiteert en beheert ICT-objecten. In onderstaande tabel wordt per cluster (organisatieonderdeel IVT) aangegeven binnen welke termijnen de objecten vervangen dienen te worden: Cluster Service en Operations team Beheer Technische Infrastructuur Service en Operations team Helpdesk
Object Server Netwerkcomponenten Back-up omgeving Telefooncentrale Standaard systeemkast Standaard monitor Mobiele telefoon
vervangingstermijn 3 - 5 jaar 3 - 5 jaar 3 - 5 jaar 7 jaar 4 jaar 4 jaar 3 - 4 jaar
In 2008 zijn er ten behoeve van de reguliere vervanging ongeveer 150 systeemkasten en monitoren aangeschaft. Verder zo'n 200 mobiele telefoons waaronder blackberry's en robuustere toestellen voor o.a. muskusrattenbestrijders. Op het gebied van de netwerkinfrastructuur is er één fysieke server vervangen voor meerdere afgeschreven server verder zijn er nieuwe switches aangeschaft en is de aanbesteding van het zogenaamde storage area network gegund. Hiermee hebben we fysiek minder ruimte voor servers nodig en het beheer van servers wordt makkelijker.
Onderhoud kapitaalgoederen
277
278
Onderhoud kapitaalgoederen
6.
Grondbeleid
We hebben grote ambities om de regionale ruimtelijke opgaven te realiseren. In dit kader willen we het huidige grondbeleid en de bijbehorende organisatie evalueren. We willen ons oriënteren op de rol en positie van de provincie inzake het grondbeleid en de effectiviteit van het huidige beleid en organisatie. Het was de bedoeling om op dit tijdstip te beschikken over een kadernota voor een grondbeleid. Met de vaststelling van de kadernota zou een beleidskader geschapen zijn, dat uitgewerkt kan worden tot uitvoeringsgericht beleid en de daarbij behorende regelingen en verordeningen. De intensiteit van actief grondbeleid wordt mede bepaald door de wijze waarop in het nieuwe POP de opzet en inhoud van de gebiedsopgaven worden ingevuld. Het POP wordt zomer 2009 vastgesteld. In verband met het ontwikkelingen van het nieuwe POP en de prioritering van de provinciale werkzaamheden is het opstellen van de kadernota uitgesteld. Wel is de interne organisatie in 2008 doorgelicht ten aanzien van grondbeleid. Effectief grondbeleid kan niet zonder een gestructureerde en efficiënte uitvoeringsorganisatie. Wat willen we bereiken? Het beoogde maatschappelijke effect is: • Betere en snellere uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingsopgaven. Relevante beleidsnota's/informatie: • Statenbesluit nr. 45/2008 inzake ophoging financieringskrediet Blauwestad; • Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied (PMJP 2006); • Handelingskader grondverwerving ILG (2006); • Provinciaal Omgevingsplan.
Grondbeleid
279
280
Grondbeleid
7.
Verbonden partijen
Verbonden partijen zijn (conform het BBV) privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties, waarin de provincie zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij. Ook is sprake van een financieel belang als financiële problemen bij een verbonden partij op de provincie kunnen worden verhaald. In de volgende paragrafen worden de verbonden partijen van de provincie Groningen gegroepeerd per programma weergegeven. De verbonden partijen voeren een beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren of vanuit andere, ook beleidsmatige overwegingen, hebben Provinciale Staten indertijd besloten deel te nemen aan de verbonden partij. De doelstellingen van de verbonden partijen corresponderen met die van de provincie of via de verbonden partijen worden de doelstellingen van de provincie gerealiseerd.
7.1.
Programma Ondernemend Groningen
7.1.1. Essent Essent N.V. levert aan haar binnen- en buitenlandse klanten in de huishoudelijke en zakelijke markt o.a. elektriciteit, gas en warmte en is daarnaast actief in het milieusegment. De provincie Groningen heeft een aandelenbelang van ruim 6% in de betreffende holding. Vanwege de bepalingen van de nieuwe gas- en elektriciteitswetten en het van toepassing zijnde structuurregime, dienen de aandeelhouders zich te onthouden van bemoeienis met de feitelijke bedrijfsuitoefening, echter met dien verstande dat sinds eind 2005 bepaalde bestuursbesluiten zijn onderworpen aan goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders. Gezien de verschillende ontwikkelingen in de internationale energiesector, achten bestuur en commissarissen van Essent een verdere schaalvergroting van de onderneming onontkoombaar. Tegen die achtergrond is in 2007 getracht te komen tot een fusie van Essent en NUON. Na het mislukken van die fusieplannen zijn bestuur, commissarissen en grootaandeelhouders van Essent gestart met een heroriëntatie op de toekomststrategie van de onderneming. Naar aanleiding van de uitkomsten daarvan heeft de algemene vergadering van aandeelhouders op 27 juni 2008 besloten dat het commerciële bedrijf van Essent, aansluiting zal zoeken bij een sterk buitenlands energiebedrijf. Een vervreemding van dat bedrijf is op dit moment echter nog niet mogelijk, omdat wettelijk is vastgelegd dat de gas- en elektriciteitsnetten van de energiebedrijven, in overheidshanden dienen te blijven. Bij Koninklijk Besluit is echter bepaald dat vóór 1 januari 2011, een volledige eigendomssplitsing tussen de netwerken en de commerciële productie- en handelsactiviteiten van de geïntegreerde energiebedrijven gerealiseerd dient te worden. Na de effectuering van dit besluit, kunnen de laatstgenoemde activiteiten desgewenst worden geprivatiseerd. Eind vorig jaar is daarom besloten de daadwerkelijke splitsing van Essent te bespoedigen en is daartoe een concreet splitsingsplan ingediend bij de Energiekamer van de NMa. Gelijktijdig zijn de kort daarvoor gestarte onderhandelingen met mogelijke kandidaten voor een overname van het commerciële bedrijf, in een stroomversnelling geraakt. Vervolgens is begin januari 2009 door de raden van bestuur van Essent en het Duitse energiebedrijf RWE, overeenstemming bereikt over een mogelijke overname van het productie- en leveringsbedrijf van Essent door RWE. Bij goedkeuring en uitvoering van het ingediende splitsingsplan in april/mei 2009, zou de voorgestelde overname van het productie- en leveringsbedrijf van Essent door RWE, direct daarna kunnen worden gerealiseerd. De definitieve besluitvorming daarover, is echter voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders van Essent, die volgens plan eind juni 2009 zal plaatsvinden. De komende maanden zal iedere individuele aandeelhouder van Essent daarom moeten besluiten over de aanmelding van zijn aandelen voor het bod van RWE. Vanwege de liberalisering van de energiemarkten, waardoor de concurrentie op die markten van binnenen buitenlandse energiebedrijven steeds verder toeneemt, met mogelijke nadelige gevolgen daarvan voor
Verbonden Partijen
281
de waarde van het provinciaal aandelenbelang in het commerciële bedrijf Essent, is ons college voorstander van de transactie met RWE. Een daartoe strekkend besluit zal echter eerst worden voorgelegd aan Provinciale Staten. Over een mogelijke verkoop van het milieubedrijf van Essent, is op dit moment nog geen besluit genomen. Zoals gezegd zal het aandelenbelang van de provincie Groningen in het netwerkbedrijf van Essent, dat sinds 1 januari 2009 door het leven gaat onder de naam Enexis, in overheidshanden moeten blijven. Vestigingsplaats: Arnhem Eigen vermogen ultimo 2007: € 5.175 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2007: € 724 miljoen Solvabiliteit ultimo 2007: 0,38 Netto resultaat 2007: € 2.627 miljoen 7.1.2. Groningen Seaports Overeenkomstig de vigerende Gemeenschappelijke Regeling (GR) stelt Groningen Seaports zich ten doel op een zo doelmatig mogelijke wijze een evenwichtige ontwikkeling van de havens en de daarmee verbonden bedrijfsterreinen bij Delfzijl en de Eemshaven te bevorderen. De bestuurlijke verantwoordelijkheid daarvoor berust bij het betreffende Dagelijks en Algemeen Bestuur, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de drie participanten in de GR: de provincie Groningen, de gemeente Delfzijl en de gemeente Eemsmond. De in dit verband te ondernemen acties en uit te werken projectideeën, worden beschreven in een meerjarenprogramma en een daarvan afgeleid jaarplan en begroting, die door het AB worden vastgesteld. Voor de komende jaren staan enkele zeer grote projecten op stapel, waaronder de vestiging van twee nieuwe elektriciteitscentrales en een LNG-terminal bij de Eemshaven. Met deze projecten zijn ook van de kant van Groningen Seaports zelf grote investeringen gemoeid, die voor een belangrijk deel gefinancierd zullen moeten worden middels het aantrekken van externe financiering. Mede vanwege de hiervoor genoemde ontwikkelingen zijn wij van oordeel dat bij Groningen Seaports een aanpassing van de bestaande bestuursstructuur gewenst is. Zoals aangegeven in het Collegeprogramma 2007-2011 streven wij in dat verband naar een scheiding tussen de publieke taken en de commerciële activiteiten van de organisatie. Het afgelopen jaar zijn gesprekken daarover met de gemeenten Delfzijl en Eemsmond hervat. Vestigingsplaats: Delfzijl Eigen vermogen ultimo 2007: € 81,2 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2007: € 52,9 miljoen Solvabiliteit ultimo 2007: 0,61 Resultaat 2007: € 5,9 miljoen 7.1.3. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) De NOM is een overheidsvennootschap, waarvan het Rijk en de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe aandeelhouders zijn. De drie provincies hebben samen echter slechts een aandelenbelang van 0,03%. Bij de statutenwijziging van eind 2005 is afgesproken dat de drie politieke commissarissen (gedeputeerden van Groningen, Fryslân en Drenthe) van het bedrijf, in de loop van 2006 zouden worden vervangen door externe vertegenwoordigers. Deze ontwikkeling is inmiddels geëffectueerd. Jaarlijks kennen de drie noordelijke provincies elk een, al dan niet geïndexeerde, bijdrage toe. Deze bijdrage is niet afhankelijk van de geleverde of te leveren prestaties. De grootste aandeelhouder, het Rijk, levert ook de grootste bijdrage. Het Rijk bepaalt zijn bijdrage mede op basis van een door haar goed te keuren werkplan. Belangrijke prestatie-indicatoren in het werkplan zijn: uitgezet risicodragend kapitaal, aantal startende bedrijven, behoud arbeidsplaatsen en aantal acquisitieprojecten. De richting van de inzet van de verschillende regionale ontwikkelingsmaatschappijen in ons land, wordt grotendeels bepaald door het nationale beleidsprogramma "Pieken in de Delta". In 2007 hebben de aandeelhouders c.q. subsidieverstrekkers van de NOM overleg gevoerd over het meerjarenplan (incl. meerjarige indicatoren) en de begroting. De drie noordelijke provincies hebben daarbij aangegeven ook
282
Verbonden Partijen
belang te hechten aan een stimulering van andere structuurversterkende sectoren dan die welke genoemd worden in het landelijke Piekenprogramma. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2007: € 81,5 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2007: € 9,0 miljoen Solvabiliteit ultimo 2007: 0,90 Resultaat 2007: € 1,7 miljoen
7.2.
Programma Wonen
7.2.1. Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD) De provincie Groningen heeft een aandelenbelang van 2% in de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD). In 2001 is het Masterplan Delfzijl vastgesteld door de gemeenteraad. Het plan heeft tot doel om de jarenlange neerwaartse spiraal te doorbreken van dalende inwonertallen en grote leegstand van woningen. Voor de uitvoering van het Masterplan is de OMD opgericht. De OMD is een samenwerkingsverband van de gemeente Delfzijl, woningcorporatie Acantus en de provincie Groningen. Alle deelnemende partijen hebben inmiddels externe commissarissen benoemd in de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen stelt de ontwikkelingsplannen vast en bereidt de begroting en jaarrekening voor. Tweemaal per jaar vindt er een vergadering plaats van aandeelhouders. Hierbij worden begroting respectievelijk jaarrekening vastgesteld en worden eventuele afwijkingen van het Masterplan besproken. Het budget van de OMD wordt gevoed uit het ISV, bijdragen van de corporatie Acantus, een rijksbijdrage en een bijdrage van de gemeente. Vestigingsplaats: Delfzijl Eigen vermogen ultimo 2007: € 186.097 Vreemd vermogen ultimo 2007: € 34.104.661 Solvabiliteit ultimo 2007: 0,01 Resultaat 2007: -/- € 2.508 7.2.2. Blauwestad De provincie Groningen heeft een aandelenbelang van 40% in Blauwe Stad B.V. In Blauwe Stad B.V. nemen voorts deel de gemeenten Winschoten, Reiderland en Scheemda. Blauwe Stad B.V. is belast met de voorbereiding van (wijzigingen van) planologische besluiten en (bouwen exploitatie)verordeningen betreffende het project Blauwestad, met het voorbereiden van subsidieaanvragen en onteigeningsprocedures en overige voorbereidings- en uitvoeringshandelingen. De bovengenoemde drie gemeenten en de provincie hebben het addendum afgesloten met de Ontwikkelingsmaatschappij De Blauwe Stad C.V. De Ontwikkelingsmaatschappij wordt vertegenwoordigd door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ontwikkelingsmaatschappij Blauwe Stad B.V. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen Blauwe Stad B.V.: Vreemd vermogen: Solvabiliteit: Resultaat:
€ 18.000 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
7.2.3. Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij Meerstad Meerstad is een nieuw te ontwikkelen gebied ten oosten van de stad Groningen dat onder meer in belangrijke mate moet voorzien in de toekomstige woningbehoefte van de provincie Groningen. De ontwikkeling van Meerstad beperkt het ongewenste uitwaaieren van woningbouw naar plattelandsgebieden en naar de kop van Drenthe. Door de gezamenlijke overheden en marktpartijen is het Masterplan Meerstad vastgesteld. De Samenwerkingsovereenkomst (SOK) is op 28 september 2005 ondertekend. Onderdeel van deze SOK is de Grondexploitatie (GREX).
Verbonden Partijen
283
De overheidspartijen hebben samen een Bestuursovereenkomst (BOK) afgesloten. Tevens is de Grondexploitatie Maatschappij Meerstad (GEMM) opgericht; de organisatie die Meerstad gaat realiseren. De partijen die deelnemen aan de GEMM zijn: de gemeenten Groningen en Slochteren, de provincie Groningen, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vier marktpartijen: Amstelland Deelnemingen Grondbedrijf B.V., Hanzevast Projectrealisatie 4 B.V., Heijmans Vastgoed Realisatie B.V. en GIP Groningen I B.V. Een project van een dergelijke omvang en looptijd van 20 jaar - uniek in Nederland- gaat gepaard met risico's. Ook voor de betrokken overheidspartijen. De publieke partijen staan garant voor een deel van de ondernemings- en financieringsrisico's. De provincie neemt deel aan de financiële garantstelling voor het restrisico voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. Van dit bedrag is € 1 miljoen contant gestort. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: 1. De provincie heeft € 2.000 aan kapitaaldeelname in de "Stichting ten behoeve van de bundeling zeggenschap in GEMM Beheer B.V." 2. Er is een kapitaaldeelname van € 48.000 in de "Stichting ten behoeve van kapitaaldeelname in GEMM C.V.", 3. Er is door de provincie aan deze stichting een achtergestelde lening verstrekt van € 950.000, rente 6,4983% op jaarbasis. Voor de overige € 5 miljoen is binnen de ruimte in het weerstandsvermogen 25% zijnde € 1,25 miljoen gereserveerd. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2007: Vreemd vermogen ultimo 2007 Solvabiliteit ultimo 2007: Resultaat 2007:
7.3.
€ 243.550 € 5.054.774 0,05 € 3.258
Programma Bereikbaar Groningen
7.3.1. Groningen Airport Eelde (GAE) GAE houdt zich bezig met het beheer, de exploitatie en de verdere ontwikkeling van de luchthaven Eelde. De aandelen in de betreffende vennootschap worden gehouden door de provincies Groningen en Drenthe (ieder 30%) en de gemeenten Groningen (26%), Tynaarlo (10%) en Assen (4%). De provincie Groningen is bovendien vertegenwoordigd in de raad van commissarissen van GAE. De aandeelhouders van GAE achten de aanwezigheid van de luchthaven o.a. van groot belang voor het regionale acquisitieklimaat, de bevordering van economie en werkgelegenheid en de bijdrage aan de logistieke infrastructuur. Door middel van de voorgenomen baanverlenging wordt getracht hieraan een verdere impuls te geven. Vestigingsplaats: Eelde Eigen vermogen ultimo 2007: € 12,3 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2007: € 24,6 miljoen Solvabiliteit ultimo 2007: 0,33 Resultaat 2007: -/- € 0,7 miljoen 7.3.2. OV-bureau Groningen Drenthe Het OV-bureau, een initiatief van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen, is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in Groningen en Drenthe. Het OV-bureau stuurt de vervoerders aan en geeft het openbaar vervoer vorm. Het OV-bureau is verantwoordelijk voor het beheer van de concessies, voor toekomstige aanbestedingen en voor de ontwikkeling van het openbaar vervoer. Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo 2007: € 0 Voorziening BDU ultimo 2007: € 22.979.954 Vreemd vermogen ultimo 2007: € 2.185.939 Solvabiliteit: n.v.t. Resultaat 2007: € 7.842.657
284
Verbonden Partijen
7.4.
Programma Schoon/Veilig Groningen
7.4.1. Waterbedrijf Groningen (WbG) Het Waterbedrijf Groningen is een overheidsvennootschap die o.a. zorg draagt voor de drinkwatervoorziening in haar verzorgingsgebied. Alle aandelen worden gehouden door de provincie Groningen en de gemeenten die geheel of gedeeltelijk in het voorzieningsgebied liggen. De provincie heeft in het WbG een aandelenbelang van ongeveer 10% en is bevoegd tot voordracht van twee leden van de raad van commissarissen, die daarin de functies van voorzitter respectievelijk vice-voorzitter vervullen. Naast het produceren en leveren van drinkwater, houdt het Waterbedrijf Groningen zich o.a. bezig met verschillende geliberaliseerde activiteiten op het gebied van industriewaterlevering, afvalwaterverwerking en riolering. Deze activiteiten zijn ondergebracht in afzonderlijke BV's. Een spreiding van de daarmee verbonden risico's is daarmee verzekerd. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2007: € 40,0 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2007: € 61,4 miljoen Solvabiliteit ultimo 2007: 0,39 Resultaat 2007: € 5,6 miljoen
7.5.
Programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
7.5.1. Oikocredit Oikocredit stimuleert mensen, kerken en instellingen wereldwijd om hun financiële reserves sociaalethisch te beleggen. Met dit geld verschaft Oikocredit krediet aan groepen kansarme mensen in ontwikkelingslanden, die daardoor voor hun eigen inkomen kunnen zorgen. Oikocredit levert zo een structurele bijdrage aan meer gerechtigheid in de wereld. Oikocredit staat wereldwijd bekend als een van de belangrijkste sociaal-ethische beleggingsfondsen en als toonaangevend verstrekker van krediet voor ontwikkeling. De provincie participeert in Oikocredit door middel van aanschaf van 50 certificaten à € 200 met als uitgangspunt de mondiale bewustwording met betrekking tot de doelstellingen van Oikocredit te vergroten. Onderstaande gegevens betreffen Oikocredit Nederland. Tot nu toe zijn de cijfers van de totale Oikocredit-organisatie gepresenteerd. Vestigingsplaats: Utrecht Eigen vermogen ultimo 2007: € 53,2 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2007: € 338.243 Solvabiliteit ultimo 2007: 0,99 Resultaat 2007: € 90.473
7.6.
Programma Bestuur
7.6.1. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Dit is een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe deelnemen. De gemeenschappelijke regeling heeft het openbaar lichaam SNN opgericht dat de belangen, waarvoor de gemeenschappelijke regeling is aangegaan, behartigt. Deze belangen zijn: • verbreding en intensivering van de samenwerking en het overleg tussen de deelnemende provinciale besturen; • waarborging van de coördinatie in het beleid van de deelnemende provinciale besturen; • het gezamenlijk onderzoeken van de gevolgen van de werkzaamheden van de Europese Unie voor de deelnemende provincies en het opstellen van gemeenschappelijke standpunten dienaangaande; • het bevorderen van gemeenschappelijk optreden tegenover derden, met name de EU en de rijksoverheid; • het gemeenschappelijk uitoefenen van provinciale taken en het bieden van een kader voor decentralisatie van rijkstaken naar samenwerkende provincies; • het verlenen van onderlinge steun tussen de deelnemende provincies en het bevorderen van de uitwisseling van en taakverdeling tussen personeel van de deelnemende provincies.
Verbonden Partijen
285
De organen van het samenwerkingsverband zijn: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter, de commissies. Het voorzitterschap rouleert om de twee jaar tussen de deelnemende provincies; vanaf 1 juli 2007 tot 1 juli 2009 bekleedt de provincie Fryslân in de persoon van de commissaris van de koningin het voorzitterschap. Daarna komt het voorzitterschap van het SNN bij de provincie Groningen te liggen. Leden van Gedeputeerde Staten participeren in de genoemde besturen en in de twee bestuurscommissies. Leden van Provinciale Staten participeren in het algemeen bestuur. De jaarrekening/jaarverslag SNN geeft verantwoording van de kosten en de verrichtingen van het samenwerkingsverband. De drie deelnemende provincies betalen elk een derde van de uitvoeringskosten SNN-algemeen/SEAN. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2007: € 28,8 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2007: € 628,3 miljoen Solvabiliteit ultimo 2007: 0,04 Resultaat 2007: € 3,9 miljoen 7.6.2. Interprovinciaal Overleg (IPO) De twaalf provincies zijn lid van de vereniging. Het bestuur wordt gevormd door de voorzitter (apart gekozen) en een lid van elk college van GS. De vereniging kent een algemene ledenvergadering waarin vanuit elke provincie twee Statenleden participeren. De vereniging heeft, evenals haar voorganger: de Gemeenschappelijke Regeling IPO, tot doel de belangen te behartigen van de provincies bij het Rijk en een effectief platform te vormen voor uitwisseling van kennis en ervaring tussen provincies. Een belangrijke taak was de voorbereiding van een nieuw bestuursakkoord met het Rijk, bedoeld om een adequate bijdrage te geven aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. In 2008 is een bestuursakkoord tussen Rijk en provincies voor de periode 2008-2010 gesloten. Er zijn voor de behartiging van de provinciale belangen 11 bestuurlijke commissies in het leven geroepen die elk een omschreven en afgebakend beleidsterrein behartigen. Deze commissies worden gevormd door leden uit de colleges van GS. Jaarlijks wordt een Jaarprogramma IPO uitgebracht waarin en detail de voornemens en de kosten daarvan staan vermeld. De provincie Groningen betaalt naar rato mee in de kosten van het IPO-secretariaat en de kosten van diverse projecten en programma's. Het jaarverslag inclusief jaarrekening IPO 2008 geeft verantwoording van de verrichtingen en de kosten van de vereniging IPO in 2008. Vestigingsplaats: Den Haag Eigen vermogen ultimo 2007: € 755.365 Vreemd vermogen ultimo 2007: € 10.351.771 Solvabiliteit ultimo 2007: 0,07 Resultaat 2007: € 861.357 7.6.3. Bestuuracademie Noord-Nederland (BANN) Het betreft een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, 69 gemeenten uit deze provincies en dertien waterschappen deelnemen. Vanaf oktober 2002 is de gemeenschappelijke regeling BANN uitsluitend bedoeld als garantievoorziening voormalige BANN. Dit als gevolg van de fusie tussen de BANN en de BAON (Bestuursacademie Oost-Nederland). De garantievoorziening functioneert als vangnetvoorziening voor latente wachtgeldaanspraken en doorlopende wachtgeld- en FPU-uitkeringen met bijbehorende werkgeverslasten, alsmede de werkgeverslasten van de gepensioneerde medewerkers en de aan de IZA Nederland verschuldigde schadeloosstelling. De provincie Groningen draagt jaarlijks bij in de kosten van de handhaving van de kosten van de gemeenschappelijke regeling. Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo 2007: € 929.171 Vreemd vermogen ultimo 2007: € 138.408 Solvabiliteit ultimo 2007: 0,87 Resultaat 2007: -/- € 1.163
286
Verbonden Partijen
7.6.4. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Eind 1990 heeft de Provincie Groningen aandelen gekocht van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) te Den Haag. Door mede-eigenaar van deze bank te worden is de Provincie Groningen betrokken bij de verdere ontwikkeling van de BNG. De Staat der Nederlanden bezit 50% van het totale aandelenkapitaal. De provincie Groningen bezit 75.250 aandelen à € 2,50 (circa 0,14% van het aandelenkapitaal). De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een goede kredietwaardigheid (Moody’s: AAA). Een belangrijk deel van het betalingsverkeer tussen de provincies en het rijk loopt via de BNG. De BNG heeft in 2006 de uitgangspunten van het meerjarige beleid rondom de gewenste kapitalisatie en het dividend gepresenteerd. Het beleid van de BNG gaat daarbij uit van een reguliere pay-out van 50% van de winst (was 43%). Het gepresenteerde kapitalisatiebeleid van de BNG had tot gevolg dat er in 2006 en 2007 een extra dividenduitkering - ten laste van de reserves - van € 500 miljoen per jaar plaatsvond. In 2009 zal nog een uitkering volgen van € 200 miljoen De voornaamste voorwaarde voor dit beleid is het behoud van de aan de bank toegekende ratings. Eén en ander behoudens de goedkeuring in de Algemene Vergadering van aandeelhouders. De resultaatverwachting over 2008 is onzeker, doordat met name de druk op het renteresultaat zal aanhouden. Dit is mede het gevolg van de extra dividenduitkeringen ten laste van de reserves. Verwacht wordt dat de dividenduitkering over 2008 voor de provincie Groningen circa € 120.000 zal bedragen Het dividend over 2007 is in 2008 ontvangen. Het gaat hierbij om € 1,75 per aandeel (totaal € 131.688). Vestigingsplaats: Den Haag Eigen vermogen:ultimo 2007: € 2.053 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2007: € 90.386 miljoen Eigen vermogen als % van het balanstotaal: 2,2% Achtergesteld vreemd vermogen: € 163 miljoen Het aandeel van de provincie in het aandelenkapitaal bedraagt 0,13512% Resultaat 2007 na belastingen: € 195 miljoen 7.6.5. Noordelijke Rekenkamer Om de controlerende rol van Provinciale Staten te ondersteunen, is een rekenkamer(functie) bij de provincies in de provinciewet verplicht gesteld. In Groningen is gekozen om een onafhankelijke rekenkamer met de drie noordelijke provincies op te zetten. De Noordelijke Rekenkamer houdt zich bezig met het onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Op 10 november 2004 is door de Staten besloten tot het instellen van de gemeenschappelijke regeling en de benoeming van de bestuursleden. De Noordelijke Rekenkamer is vanaf dat moment operationeel. De bestuursleden worden op basis van hun verschillende deskundigheden benoemd door de drie noordelijke Staten. Tevens is gekozen voor het instellen van een Programmaraad, bestaande uit drie Statenleden per provincie. De Programmaraad functioneert als een soort gesprekspartner voor de Noordelijke Rekenkamer. Zo bespreekt de Rekenkamer het onderzoeksprogramma met de Programmaraad. De Rekenkamer hoeft, door haar onafhankelijke positie, de suggesties van de Programmaraad niet over te nemen. Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo 2007: € 7.964 Vreemd vermogen ultimo 2007: € 60.316 Solvabiliteit ultimo 2007: 0,12 Resultaat 2007: € 42.492
Verbonden Partijen
287
288
Verbonden Partijen
Deel 4 Programmarekening 2008 Balans en Toelichting
INHOUDSOPGAVE Deel 4. Balans en Toelichting 1. Balans ...................................................................................................................293 1.1
Financiering
296
1.2
Toelichting op de balans
297
2. Reservepositie ......................................................................................................309 3. Provinciefonds.......................................................................................................317 4.
Provinciaal Belastinggebied ..................................................................................319
5. Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering (ESFI en Kompas) ..........321
6.
5.1
Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI)
321
5.2
Cofinanciering Kompas voor het Noorden
322
5.3
Cofinanciering Ruimtelijke- Economische Programma's (REP)
322
Overzicht van het nieuw beleid 2006.....................................................................324
Inhoudsopgave
291
292
Inhoudsopgave
1.
Balans
Met ingang van 2008 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Het is niet langer toegestaan om niet bestede gelden met een specifiek doel als voorziening te presenteren. Dergelijke posten dienen met ingang van 2008 als overlopende passiva te worden gepresenteerd. Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de vergelijkende cijfers in de balans hierop aangepast. Bovenstaande gewijzigde verwerkingswijze heeft ook invloed op de staat van baten en lasten. De vergelijkende cijfers in de staat van baten en lasten zijn echter niet aangepast. Achtergrond hiervoor is dat het herberekenen hiervan te arbeidsintensief is. Overigens wordt opgemerkt dat de gewijzigde verwerkingswijze geen invloed op het vermogen en resultaat van de provincie heeft. In paragraaf 1.1 wordt het financieringstekort toegelicht. Paragraaf 1.2 betreft de toelichtingen op de balans ultimo 2008 en bestaat uit: • waarderingsgrondslagen balans; • waarderingsgrondslagen voor resultaatbepaling; • toelichting op de afzonderlijke posten van de balans; • specificatie mutaties reserves per programma
Balans
293
BALANS PER ACTIVA
(bedragen in
31-12-2008
Omschrijving
31-12-2007
Vaste activa Immateriële vaste activa
73
109
113.037
102.308
51.484
49.451
164.521
151.758
2.319
2.319
50
50
26.623
26.623
950
950
6.565
26.326
83.775
71.506
Materiële vaste activa: * investeringen met economisch nut * investeringen met maatschappelijk nut Financiële vaste activa: * kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen * kapitaalverstrekkingen aan overige verbonden partijen * leningen aan deelnemingen * leningen aan overige verbonden partijen * overige langlopende geldleningen * beleggingen * bijdragen aan activa in eigendom derden
255
Totaal vaste activa
120.537
127.774
285.131
279.642
62.875
49.271
436.943
354.800
12.899
7.522
512.717
411.593
13.765 526.482
8.736 420.329
811.613
699.971
Vlottende activa Vorderingen: * vorderingen op openbare lichamen * verstrekte kasgeldleningen * overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
TOTAAL ACTIVA
294
Balans
31 DECEMBER 2008 PASSIVA
duizenden euro's)
31-12-2008
31-12-2007
39.599
37.390
* bestemmingsreserves
284.895
234.997
* saldo na bestemming
10.185
16.298
334.679
288.685
24.098
22.464
0
11.345
12.610
12.610
54
34
12.664
23.988
371.441
335.137
314.967
265.776
124.555
98.002
650
1.055
125.205 440.172
99.058 364.833
811.613
699.971
23.611
24.577
Omschrijving Vaste passiva Reserves: * algemene reserve
Voorzieningen Langlopende schulden: * pensioen- en verzekeringsinstellingen * banken en overige financiële instellingen * waarborgsommen
Totaal vaste passiva Vlottende passiva Kortlopende schulden Overlopende passiva: * voorschotbedragen overheden voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel * overige overlopende passiva Totaal vlottende passiva
TOTAAL PASSIVA Gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen
Balans
295
1.1
Financiering
Uit het verschil tussen de totale vaste activa en het totaal van financieringsmiddelen (vaste passiva) blijkt dat het financieringsoverschot per 31 december uitkomt op:
Financiering Vaste activa Vaste financieringsmiddelen Financieringsoverschot
31-12-2008 285.131.000 371.441.000
31-12-2007 279.642.000 335.137.000
-86.310.000
-55.495.000
Het financieringsoverschot is ontstaan doordat enerzijds een deel van de vaste activa is gefinancierd met vlottende passiva en anderzijds (vervroegde) aflossingen op langlopende geldleningen met eigen liquide middelen zijn betaald en (nog) niet opnieuw gefinancierd zijn met langlopende middelen. Daarnaast is de schuld in rekening-courant SNN voor een bedrag van € 211,4 miljoen (toename met € 45,1 miljoen) als kortlopende schuld opgenomen, terwijl voor het SNN € 29,1 miljoen langer dan een jaar is belegd en daarom als vast activum is meegenomen. De toename van de vaste activa wordt grotendeels veroorzaakt door toename van de materiele vaste activa (ad€ 12,8 miljoen) en de beleggingen (ad. € 12 miljoen), terwijl de overige langlopende geldleningen zijn afgenomen (ad € 19,8 miljoen). Bij de vaste passiva zit de stijging voornamelijk in de toename van reserves (ad. € 46 miljoen), terwijl de langlopende schulden zijn afgenomen (ad. € 11 miljoen).
296
Balans
1.2
Toelichting op de balans
De balans is opgesteld overeenkomstig het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Dit besluit is op 1 januari 2004 in werking getreden. Waarderingsgrondslagen Immateriële activa De agio op aangekochte obligaties wordt gedurende de looptijd afgeschreven. Materiële vaste activa 1.
Investeringen met economisch nut 1.1. ondergrond provinciehuis 1.2. idem renovatie 1.3. dienstengebouw St. Jansstraat 4 1.4. idem renovatie 1.5. overige dienstgebouwen
1.6. 2.
telefooncentrale
Investeringen met een maatschappelijk nut 2.1. wegen 2.2.
waterwegen
P.M. 10 tot 40 jaar 66⅔ jaar 10 tot 37 jaar 40 jaar 9½ % 40 jaar ann. 6½ % 30 jaar ann. 7 jaar
20 jaar 9%, 20 jaar ann. 20 jaar 7%, 20 jaar ann. 6 jaar 8 jaar 40 jaar
De afschrijvingen geschieden op basis van de verwachte economische levensduur. Op aanschaffingen in het verslagjaar wordt met ingang van het volgende verslagjaar afgeschreven. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. De waardering geschiedt tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. Bij de investeringen met een maatschappelijk nut worden de hieraan bestede kosten van voorbereiding en toezicht van eigen personeel toegerekend. Financiële vaste activa 1. Deelnemingen: De waardering geschiedt tegen de verkrijgingprijs, dan wel de lagere marktwaarde ultimo balansdatum. 2. Langlopende geldleningen De waardering geschiedt tegen nominale waarde. 3. Beleggingen De waardering geschiedt tegen de verkrijgingprijs, eventueel vermeerderd met de minimaal gecumuleerde rente. Vlottende activa 1. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waar nodig zijn voorzieningen voor oninbaarheid getroffen.
Balans
297
2. Liquide middelen De saldi van kas, bank en postbank zijn opgenomen tegen nominale waarde, dan wel het aanwezige kasgeld. Reserves De reserves worden opgenomen op kasbasis. Dit betekent dat reeds aangegane verplichtingen per 31 december niet als schuld zijn opgenomen. Voorzieningen De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde en zijn gevormd wegens: a. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum weliswaar onzeker, doch redelijkerwijs is te schatten. b. Op de balansdatum bestaande risico's van bepaalde te verwachten verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. c. Een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren, voor onderdelen die grote schommelingen kunnen veroorzaken. d. Van derden verkregen middelen, die specifiek besteed moeten worden. Vlottende passiva De vlottende passiva, waaronder begrepen de kortlopende schulden, eventuele banksaldi en overlopende passiva, zijn opgenomen tegen nominale waarde. Grondslagen voor resultaatbepaling Baten Met het begrip baten worden die baten bedoeld, die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te schrijven en in dat jaar gerealiseerd zijn. Verwachte baten zijn voorzichtigheidshalve niet, of alleen gedeeltelijk als baten verantwoord. Baten worden verantwoord in het jaar waarin de goederen zijn geleverd, c.q. de diensten zijn verricht. Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.
298
Balans
Toelichtingen op de afzonderlijke posten van de balans VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
31-12-2008
Betreft agio op obligaties boekwaarde per 1 januari aankoop agio 2008 afschrijvingen 2008 boekwaarde per 31 december aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen boekwaarde per 31 december
Materiële vaste activa
109.433 18.000 54.478
274.153
72.955
109.434
195.500 122.545
1.033.331 923.898
72.955
109.433
31-12-2008
Investeringen met economisch nut boekwaarde per 1 januari (des)geïnvesteerd 2008 per saldo
31-12-2007
164.719
31-12-2007
102.307.538 11.148.730
104.157.084 -1.457.309
afschrijvingen 2008
113.456.268 419.413
102.699.775 392.237
boekwaarde per 31 december
113.036.855
102.307.538
49.450.649 31.054.383
44.716.046 34.312.066
-10.172.681 -5.097.518 -2.552.258 -2.648.180 -5.662.134
-7.268.457 -4.521.562 -3.238.261 -2.964.106 -8.600.970
netto investeringen
4.921.612
7.718.709
afschrijvingen 2008
54.372.261 2.888.572
52.434.755 2.984.107
boekwaarde per 31 december
51.483.689
49.450.649
Investeringen met maatschappelijk nut boekwaarde per 1 januari bruto investeringen bijdragen: * rijksbijdragen * overige overheden * bijdragen uit actieplannen etc. * bijdrage uit reserves * bijdragen uit exploitatie
Specificatie
aanschafwaarde
Investeringen met economisch nut ondergrond nieuwbouw bedrijfsgebouwen apparatuur investeringen in de Blauwestad investeringen waterberging
2.722.681 9.864.199 603.235 99.931.872 3.255.502
Investeringen met maatschappelijk nut wegen waterwegen
Balans
cumulatieve afschrijvingen
boekwaarde 31-12
16.250
2.722.681 6.923.289 219.762 99.931.872 3.239.252
116.377.489
3.340.633
113.036.856
49.716.295 31.841.093
18.158.721 11.914.978
31.557.574 19.926.115
81.557.388
30.073.699
51.483.689
2.940.910 383.473
299
Financiële vaste activa
31-12-2008
31-12-2007
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen boekwaarde per 1 januari correctie op investering 2005
2.319.315
2.321.315 2.000
boekwaarde per 31 december
2.319.315
2.319.315
50.000
48.000 2.000
50.000
50.000
Leningen aan deelnemingen stand per 1 januari
26.623.285
26.623.285
stand per 31 december
26.623.285
26.623.285
950.000
950.000
950.000
950.000
26.325.667 820.000 20.580.807
40.611.785 1.710.200 15.996.318
6.564.860
26.325.667
0 254.895
0
254.895
0
71.505.864 12.458.000 188.913
78.370.398 2.200.561 9.065.095
stand per 31 december
83.774.951
71.505.864
Waarvan belegd ten behoeve van SNN: Garantieproduct Loyalis Rentefonds Loyalis
14.732.581 14.357.504
14.072.841 13.874.352
29.090.085
27.947.193
23.270.611
18.101.736
23.270.611
18.101.736
5.000.000 5.000.000 8.022.218 7.827.407 5.564.630
5.000.000 5.000.000 7.835.044 7.621.892
31.414.255
25.456.936
83.774.951
71.505.864
Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen boekwaarde per 1 januari correctie op investering 2005 boekwaarde per 31 december
Leningen aan overige verbonden partijen stand per 1 januari stand per 31 december Overige langlopende geldleningen stand per 1 januari verstrekte leningen aflossingen stand per 31 december Bijdragen aan derden in eigendom van derden stand per 1 januari verstrekte bijdragen stand per 31 december Beleggingen stand per 1 januari gestort in beleggingen uitname beleggingen
Waarvan belegd ten behoeve van Nazorg stortplaatsen: Garantieproduct BNG Capital Management Spaarrekening ING (2006 kortlopend)
Overige niet te specificeren toe te rekenen: Obligaties Morgan Stanley ABN AMRO deposito Loyalis Garantie Product BNG Capital management Garantie Product FRN ING 08/10
Totaal der beleggingen
300
Balans
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen
31-12-2008
31-12-2007
Vorderingen op openbare lichamen betreft de vorderingen op diverse ministeries, gemeenten, provincies en overige publiekrechtelijke lichamen Specificatie: * BTW-compensatiefonds * investeringswerken * opcenten motorrijtuigenbelasting * vooruitbetaalde kosten ILG * belastingdienst * dividend * diversen
13.904.810 3.671.142 3.762.711 3.288.440 3.753.293 26.900.000 7.594.187
12.574.802 1.689.287 3.396.116 2.816.777 2.710.881 23.900.000 2.182.732
62.874.583
49.270.595
442.151.548 5.208.258
354.800.000
436.943.290
354.800.000
1.394.184 8.216.751 3.517.576
1.756.967 3.399.223 2.591.179
13.128.511 230.000
7.747.369 225.000
12.898.511
7.522.369
Het nog te ontvangen dividend Essent is geherrubriceerd van overige vorderingen naar vorderingen op openbare lichamen. Verstrekte kasgeldleningen * Betreft de beleggingen in deposito's, spaarrekeningen en callgelden, welke binnen twaalf maanden vervallen of op korte termijn kunnen worden opgezegd. * voorziening deposito Landsbanki
Overige vorderingen Specificatie: * vooruitbetaalde bedragen * rente banken, kas- en callgelden * diverse (handels-)vorderingen
* voorziening voor dubieuze vorderingen
Liquide middelen
31-12-2008
betreft de saldi per 31 december bij: * ABN AMRO bank * Bank Nederlandse Gemeenten * Postbank * Nationaal Groenfonds ILG * Nationaal Groenfonds Blauwe Stad * Kassen
31-12-2007
1.298.022 4.793 46.758 10.851.475 1.559.942 4.366
191.847 105.677 61.400 6.837.039 1.534.930 5.157
13.765.356
8.736.051
Verloopstaat Nationaal Groenfonds ILG Saldo Groenfonds ILG 1 januari ontvangen voorschotten LNV ontvangen rente - kosten groenfonds onttrekkingen ILG
6.837.039 21.518.377 390.570 17.894.511
0 19.061.695 205.931 12.430.587
Saldo Groenfonds ILG 31 december
10.851.475
6.837.039
Balans
301
VASTE PASSIVA
Overzicht en verloop reserves NAAM RESERVE
saldo per 01-01-2008
MUTATIES BIJ
AF
saldo per 31-12-2008
verplichtingen
Algemene reserves 1. Algemene reserve 2. Saldo vorig boekjaar
37.390.251 16.297.813
17.921.830
15.712.794 16.297.813
39.599.286 0
15.042.790
Totaal algemene reserves
53.688.064
17.921.830
32.010.608
39.599.286
15.042.790
Bestemmingsreserves 3. Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) 4. Stimulering Zorg 5. N.O.M.-participatie 6. Ecologische HoofdStructuur (Groen) 7. Huisvesting en inrichting 8. Grondwaterheffing 9. Automatisering 10. Beheer wegen en kanalen 11. Cofinanciering Kompas 12. Ontgronding 13. BTW-Compensatiefonds 14. AKP-budgetten 15. Bodemsanering 16. Afkoopsom wegen 17. Programma Landelijk Gebied 18. Ruimtelijke Economische Programma's
162.508.291 826.187 668.524 3.947.614 962.602 491.089 3.348.005 663.012 15.199.493 1.425.213 605.493 3.781.554 4.313.637 30.585.401 2.671.279 3.000.000
56.625.118 202.000
16.984.744 72.500 668.524 100.000
3.184.235 502.200
87.253 534.182 482.775 7.892.023 382.937 605.493 338.454 1.244.584
3.903.286 13.000.000
1.002.923 252.666
202.148.665 955.687 0 3.747.614 1.122.924 903.711 2.813.823 180.237 9.869.926 1.048.796 0 6.627.335 3.571.253 30.585.401 5.571.642 15.747.334
35.520.606 797.147 p.m. 0 1.122.924 903.711 2.813.823 854.958 5.368.315 1.048.796 p.m. 6.627.335 3.571.253 p.m. 5.225.280 6.602.157
Totaal bestemmingsreserves
234.997.393
80.546.012
30.649.057
284.894.348
70.456.305
TOTAAL RESERVES
288.685.457
98.467.842
62.659.665
324.493.634
85.499.095
-100.000 160.322 499.875
2.562.456 6.520
Overzicht en verloop voorzieningen NAAM VOORZIENING 1. Wachtgelden gesubsidieerde instellingen 2. Nazorg stortplaatsen TOTAAL VOORZIENINGEN
302
saldo per 01-01-2008 91.229 22.372.364
1.770.703
AF 91.229 44.921
22.463.593
1.770.703
136.150
Balans
MUTATIES BIJ
saldo per 31-12-2008 0 24.098.146 24.098.146
Langlopende schulden
31-12-2008
Leningen bij pensioen- en verzekeringsinstellingen Saldo per 1 januari Afgelost: * normaal * vervroegd
31-12-2007
11.344.505
11.344.505
11.344.505 0
0 0
0
11.344.505
12.610.000
12.500.000 110.000
Afgelost
12.610.000 0
12.610.000 0
Saldo per 31 december
12.610.000
12.610.000
54.055
33.855
12.664.055
23.988.360
Saldo per 31 december Leningen bij banken en overige financiële instellingen Saldo per 1 januari Opgenomen
Waarborgsommen Saldo van de per 31 december teug te betalen waarborgsommen en sleutelgelden aan diverse personen en instellingen Totaal langlopende schulden
VLOTTENDE PASSIVA Kortlopende schulden
31-12-2008
Per 31 december verschuldigd aan: andere publiekrechtelijke lichamen crediteuren en nog te betalen posten vooruitontvangen bedragen
Saldi in rekening-courant met diverse instellingen Samenwerkingsverband Noord Nederland Regiovisie Groningen-Assen Stichting Groninger Bedrijfslocaties Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging OV-Bureau Groningen/Drenthe Regiotram te verrekenen inzake projecten
Overlopend passiva
4.098.647 19.556.690 6.129.144
2.964.547 23.215.509 6.971.513
29.784.481
33.151.570
211.401.216 43.696.033 50.517 4.693.305 20.001.045 1.337.042 4.002.687
166.303.618 37.132.142 49.519 4.650.509 20.009.708
285.181.845
232.624.052
314.966.326
265.775.622
31-12-2008
Saldo per 31 december van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren Saldo per 31 december van de overige ontvangen en nog te verrekenen bedragen, waarvan de afwikkeling in het volgend dienstjaren zal plaatsvinden
Balans
31-12-2007
4.478.556
31-12-2007
124.554.717
98.002.287
650.394
1.055.448
125.205.111
99.057.735
303
Specificatie
Saldo per 1-1-2008
Mutaties 2008
Saldo per 31-1-2008
Voorschotbedragen van overheidslichamen voor uitkeringen met een specifieke bestedingsdoel Ministerie van Verkeer & waterstaat Nederland leeft met water Reistijdmeting 2009 Hoofdkanalen Bromfietsers op de rijbaan Wegenruil Communicatie Ring Groningen
0 0 188.359 19.994 276.051 484.404
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & sport BDU-OV BDU-GDU BDU-IDC BDU-VV Jeugdzorg Stimmuleringsregeling vrijwillerswerk Zorg voor jeugd verwoksindex/Kiss Breedtesportimpuls (BSI)
4.515.143 8.876.772 478.534 45.540.031 1.125.186 113.445
60.649.111 Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening & Milieubeheer Bodemsanering Geluidsanering Externe veiligheid Samenwerking handhaving Geluidsbelastingkaarten Klimaatconvenant BANS FES (Persleiding) CO2-afval, transport & opslag Noord-Nederland Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid Gron./Assen
6.630.907 378.159 40.202 19.441 128.141 157.151
7.354.001 Ministerie van Onderwijs, Cultuur & en Wetenschap Beeldende Kunsten en Vormgeving Actieplan Cultuurbereik Herstructurering bibliotheekwerk Erfgoed Groningen digitaal Ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit Grondruil Staatsbosbeheer Natura2000 Beheerplan ILG Leren voor Duurzaamheid
249.229 19.273 78.692 3.695 350.888 484.000 50.000 8.971.876 9.505.876
Ministerie van Economische Zaken Investeringspremieregeling (IPR) SenterNovem TIPP Ministerie van Wonen, Wijken & Integratie Stads- en dorpsvernieuwing (SDV) ISV-I ISV-II Locatiegebonden Subsidies 2005 (BLS 2005)
304
1.145 -89.184 -64.000 -2.175.629 19.762.400 1.150.662 -113.445 473.873 11.357 19.045.218
938.869 -378.159 -5.360 -29.956 -157.151 -167.448 24.277 1.400 226.471 -145.356 15.124 32.539
78.800 12.642 26.582 0 276.051 1.145 395.220 4.451.143 6.701.143 478.534 65.302.431 2.275.848 0 473.873 11.357 79.694.328
7.569.775 0 40.202 14.080 98.185 0 -167.448 24.277 1.400 7.580.472
-97.693
103.873 34.396 111.231 3.695 253.195
49.107 5.770.794 144.024 5.963.925
484.000 99.107 14.742.670 144.024 15.469.801
649.000 618.803 1.267.803
-350.000 -350.000
299.000 618.803 917.803
4.036.603 3.475.242 5.585.883 5.279.677 18.377.405
186.087 -687.850 1.277.756 1.089.700 1.865.693
4.222.690 2.787.392 6.863.639 6.369.377 20.243.098
12.800 12.800
-12.000 -12.000
800 800
98.002.287
26.552.430
124.554.717
Bijdragen Europese Commissie Actieprogramma Groningen
Totaal nog te besteden voorschotten
78.800 12.642 -161.777 -19.994
Balans
Gewaarborgde geldleningen en garantieverplichtingen Saldo van de door de provincie gewaarborgde geldleningen, opgenomen door diverse instellingen Garantieverplichtingen ten behoeve van diverse bedrijven
31-12-2008
31-12-2007
15.842.124 7.768.733
17.108.048 7.468.733
23.610.857
24.576.781
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Verplichtingen DR totaal Verplichtingen DLG < 2007 Verplichtingen DLG > 2007
39.379.424 14.478.229 16.029.095 69.886.748
Ingaande 2007 is het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) voor de periode 2007-2013 overgegaan naar de provincie. De lopende verplichtingen tot 2007 zijn door het Rijk overgedragen aan de provincie en komen t.l.v. de ILG-middelen 2007-2013. De restanten per ultimo 2007 van de verplichtingen tot 2007 en de nieuwe verplichtingen met betrekking tot de Rijksmiddelen die zijn aangegaan door de dienst Landelijk Gebied (DLG) en de dienst Regelingen (DR) zijn opgenomen als niet uit de balans blijkende verplichtingen. In totaal is het restant ultimo 2008 € 69.886.748. De verplichtingen ten laste van de provinciale cofinanciering PLG zijn opgenomen als verplichtingen binnen de reserve PLG (zie overzicht en verloop reserves),
Balans
305
Specificatie mutaties reserves per programma Algemene reserve Apparaatskosten
-1.694.870
Algemene middelen
-11.730.703
Schoon/veilig Groningen
-296.470
Bereikbaar Groningen
-332.223
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
-34.513 -14.088.778
Economische , Sociale en Fysieke Infrastructuur Algemene middelen
46.670.060
Ondernemend Groningen
-261.030
Wonen
-1.735.435
Bereikbaar Groningen
-4.007.956
Schoon/veilig Groningen
-201.790
Karakteristiek Groningen
-642.205
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
-181.270 39.640.374
Stimulering Zorg Algemene middelen
5.000
Karakteristiek Groningen
-16.336
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
140.836 129.500
N.O.M.-participatie Algemene middelen
-668.524 -668.524
Ecologische Hoofdstructuur (Groen) Schoon/Veilig Groningen
-100.000
Ondernemend Groningen
-100.000 -200.000
Huisvesting en inrichting Apparaatskosten
160.322 160.322
Grondwaterheffing Apparaatskosten
1.824
Schoon/Veilig Groningen
410.798 412.622
306
Balans
Automatisering Apparaatskosten
-534.182 -534.182
Beheer wegen en kanalen Apparaatskosten
-256.327
Bereikbaar Groningen
-215.876
Schoon/Veilig Groningen
-10.572 -482.775
Cofinanciering Kompas Algemene middelen
-2.000.000
Ondernemend Groningen
-2.770.039
Karakteristiek Groningen
-364.678
Bereikbaar Groningen
-130.450
Schoon/Veilig Groningen
-64.401
Welzijn, Sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur -5.329.567 Ontgronding Schoon/Veilig Groningen
-376.417 -376.417
BTW-Compensatiefonds Algemene middelen
-605.493 -605.493
AKP-budgetten Apparaatskosten
2.845.781 2.845.781
Bodemsanering Schoon/Veilig Groningen
-742.384 -742.384
Programma Landelijk Gebied Karakteristiek Groningen
1.505.064
Algemene middelen
1.395.300 2.900.363
Ruimtelijke Economische Programma's Ondernemend Groningen
-252.666
Algemene middelen
13.000.000 12.747.334
Per saldo gestort in de reserves
35.808.177
Balans
307
308
Balans
2.
Reservepositie
De reservepositie van de Provincie Groningen ultimo 2008 is als volgt weer te geven: (bedragen x € 1.000) 1 Algemene reserve 2 Bestemmingsreserves 3 Voordelig saldo voor bestemming per saldo storting in reserves
39.599 284.894 45.993 35.808
voordelig saldo na bestemming Totaal reservepositie per 31 december 2008 De reservepositie per 31 december 2007 bedroeg Toename van de reservepositie in 2008
10.185 334.678 288.685 45.993
Deze toename is als volgt te verklaren: Mutaties algemene reserve Onttrekkingen Overboeking kredieten 2000-2001 naar 2008 Overboeking kredieten 2001-2002 naar 2008 Overboeking kredieten 2002-2003 naar 2008 Overboeking kredieten 2004-2005 naar 2008 Overboeking kredieten IB Overboeking kredieten 2e wijz. 2008 Minimaal noodzakelijke omvang Havengerelateerde activiteiten E/D Slibdepots Overige Aanvulling begrotingsruimte 2008 Aanwending begrotingsruimte 2003 Aanwending begrotingsruimte 2004 Aanwending begrotingsruimte 2005 Aanwending begrotingsruimte 2006 Aanwending begrotingsruimte 2007
1 7 27 296 1.301 5.375 1.200 1.257 371 5 503 57 25 1.549 3.733 5 15.713
Stortingen Minimaal noodzakelijke omvang
1.624 1.624 -14.089
Per saldo onttrekking aan de algemene reserve Mutaties bestemmingsreserves: Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur Stimulering Zorg N.O.M.-participatie Ecologische Hoofdstructuur Huisvesting en inrichting Grondwaterheffing Automatisering Beheer wegen en waterwegen Cofinanciering Kompas Ontgronding BTW-Compensatiefonds APK-budgetten Bodemsanering Programma Landelijk Gebied Ruimtelijke Economische Programma's Per saldo storting in de bestemmingsreserves Voordelig saldo na bestemming over 2008
39.640 130 -669 -200 160 413 -534 -483 -5.330 -376 -605 2.846 -742 2.900 12.747 49.897 10.185 60.082 45.993
Per saldo toename van de resevepositie
Reservepositie
309
De algemene reserve per 31 december 2008 (met inachtneming van het voordelig saldo na bestemming) is als volgt opgebouwd: (bedragen x € 1.000) Minimaal noodzakelijke omvang Reservering voor algemene risico's Reservering voor kredietgaranties Vrij te besteden wegens vrijval diverse posten Weerstandvermogen per 31 december 2008 Diverse aangegane verplichtingen van voor 2008 Diverse aangegane verplichting 2008 Voordelig resultaat 2008
20.844 1.264 1.867 581 24.556 5.924 9.118 10.185 49.784
Stand van zaken met betrekking tot reserves ultimo 2008 Algemene reserves 1. Algemene reserve De vrije ruimte ultimo 2008 in de algemene reserve bedraagt € 24.556.000. Bij schrijven van 21 februari 2008 hebben Ernst & Young Accountants LLP gerapporteerd inzake het door hen uitgevoerd onderzoek naar het minimaal benodigde weerstandsvermogen voor de provincie Groningen. De doelstelling van het onderzoek was het bepalen van de minimaal noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen waarover de provincie per 1 januari 2007 zou moeten beschikken. Door Ernst & Young wordt geadviseerd een minimaal benodigd weerstandsvermogen aan te houden van € 24.400.000. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: • minimaal te dekken incidentele risico's op basis van de uitgevoerde inventarisatie € 13.400.000 • algemene nog niet nader te benoemen bedrijfsrisico's en p.m. posten € 11.000.000 Op basis van de inventarisatie van de risico's zijn incidentele risico's te onderkennen van maximaal € 56,8 miljoen en minimaal € 13,4 miljoen. Daarnaast is een bedrag van € 11 miljoen aan te merken ter dekking van mogelijke financiële consequenties betreffende risico's waarvan kwantificeren nog onmogelijk is, evenals voor algemene nog niet nader te benoemen bedrijfsvoeringrisico's. De berekening van dit bedrag is naar analogie van de in 1999 en 2003 uitgevoerde onderzoeken berekend op basis van 7,5% van het netto budget van de provincie Groningen ad circa € 150 miljoen. Tevens is de weergegeven stand een voorlopige stand, want enige jaren moeten administratief nog definitief worden afgesloten. Nu zijn die voorlopig afgesloten en dit kan nog enige verschuiving betekenen.
310
Reservepositie
Omschrijving
begroot
werkelijk
Overboeking rekeningresultaat 2007
16.297.813
Storting NOM-participatie
668.524
Storting BTW-compensatiefonds
605.493
Storting rente IPR Vermeerderingen Algemene reserve Overboeking 2007 naar 2008 Bijdragen vertrekbevordering, gerichte uitstroom en mobiliteit Bijdragen breedtesportimpuls Overboeking rekeningsresultaat 2003
0
350.000 17.921.830
6.676.385
6.676.385
694.709
1.690.070
27.227
27.227
560.000
560.000
Overboeking rekeningresultaat 2006
2.285.086
2.285.086
Begrotingsruimte 2007
1.000.000
1.000.000
Bijdrage inzake afkoopsom wegen
332.223
Bijdrage inzake waterberging
296.470
Bijdragen inzake havengerelateerde activiteiten E/D
1.256.971
Bijdragen inzake slibdepots
371.277
Bijdrage aan jeugdhulpverlening
5.000
Diverse posten
4.800
Bijdrage RCO Noord-Groningen
7.286
Overboeking rekeningresultaat 2007
16.297.813
Vrijval overcapaciteit weerstandsvermogen Verminderingen Algemene reserve
11.243.407
1.200.000 32.010.608
Bestemmingsreserves Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de Staten een bepaalde bestemming heeft gegeven. Deze reserves kunnen dus als gebonden worden beschouwd. 3. Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) In het bestuursprogramma 1999-2003 hebben wij voorgesteld een investeringsfonds in het leven te roepen om daarmee bijdragen te kunnen verstrekken in projecten voor een duurzame regionale ontwikkeling en het kunnen realiseren van eigen investeringsprojecten op het gebied van infrastructuur. De vrije ruimte ultimo 2008 bedraagt € 126.987.686,54. Omschrijving
begroot
Bijdrage reserve ESFI Dividend Essent
werkelijk
192.400
192.400
15.000.000
51.913.089
Bijdragen van exploitatie kredieten
4.519.629
Niet bestede kredieten 2008 Vermeerderingen reserve ESFI
119.190 15.311.590
56.625.118
Onttrekkingen inzake diverse bijdragen en cofinaciering diverse projecten
14.963.326
10.484.744
14.963.326
6.500.000 16.984.744
Afromen vermogen Verminderingen reserve ESFI
4. Stimulering Zorg De jaarlijks beschikbare middelen voor stimulering zorg zijn gekoppeld aan een reserve. De uitgaven worden op kasbasis verantwoord en het niet bestede deel wordt toegevoegd aan de reserve. Eind 2008 is € 158.540 vrij te besteden aan stimulering zorg.
Reservepositie
311
Omschrijving
begroot
Storting in reserve stimuleringsfonds zorg Vermeerderingen reserve stimulering zorg Bijdrage inzake breedtesportimpuls
werkelijk
197.000 197.000
202.000 202.000
22.689
11.332
Onttrekking uit reserve stimulering zorg
33.832
Afsluiting 2008 onderdeel jeugdzorg
11.000
Onttrekking inzake zorginfrastructuur 2002-2003 Verminderingen reserve stimulering zorg
16.336 72.500
22.689
5. N.O.M.-participatie Deze reserve is opgeheven in 2008. Het bedrag ad. € 668.524 is toegevoegd aan het weerstandsvermogen. Omschrijving
begroot
Vrijval weerstandscapaciteit Verminderingen NOM-participatie
werkelijk
245.000 245.000
668.524 668.524
6. Ecologische HoofdStructuur (Groen) Deze reserve is gevoed door het budget aankoop natuur en is in eerste instantie bedoeld voor de cofinanciering van de aankoop 1e fase EHS. Dit is een aangewezen gebied (deel van de EHS) waar we een koopplicht hebben als deze zich voordoet en waar de afspraak is dat de provincie Groningen 50% van de kosten voor haar rekening neemt. Wanneer dit is afgerond is op voorhand niet goed in te schatten. Met de komst van het PLG per 1-1-2007 zijn de structurele middelen waarmee de reserve werd gevoed, toegevoegd aan het PLG. In bijzondere gevallen is de reserve aangesproken om natuurdoelen te realiseren. Hierover wordt per geval een afweging gemaakt. Omschrijving
begroot
Onttrekking t.g.v. het Waddenfonds Verminderingen Ecologische HoofdStructuur (Groen)
werkelijk
100.000 100.000
200.000 200.000
7. Huisvesting en inrichting De middelen voor huisvesting en inrichting zijn gekoppeld aan de bestemmings-/egalisatiereserve huisvesting en inrichting. Omschrijving
begroot
Niet bestede kredieten 2008 Vermeerderingen huisvesting en inrichting
werkelijk 160.322 160.322
0
8. Grondwaterheffing In de grondwaterwet is bepaald dat de provincie een heffing kan instellen op de onttrekking van grondwater ter bestrijding van de ten laste van de provincie komende kosten. Omschrijving
begroot
Rente toevoeging Niet bestede kredieten 2008
werkelijk
21.200
21.166
177.810
120.000
Grondwater Onnen
150.000
Storting in reserve grondwater Vermeerderingen grondwaterheffing
199.010
208.709 499.875
Bijdragen cofinaciering waterberging
120.000
84.065
Bijdragen GIS
5.630
Afsluiting grondwaterheffing 2007 Verminderingen egalisatiereserve grondwaterheffing
312
Reservepositie
125.630
3.188 87.253
9. Automatisering De middelen voor automatisering, inclusief de middelen voor de RIO-projecten, zijn gekoppeld aan de bestemmings-/egalisatiereserve automatisering. Omschrijving
begroot
Onttrekkingen inzake ICT Verminderingen egalisatiereserve automatisering
werkelijk 0
534.182 534.182
10. Beheer wegen en kanalen Het huidige managementcontract Beheer Wegen en Kanalen is verlengd met 1 jaar en loopt nog tot en met 2008. De verplichtingen bedragen per ultimo 2008 € 854.958, terwijl de stand van de reserve Beheer Wegen en Kanalen € 180.237 bedraagt. Met ingang van 1 januari 2009 is er een nieuw managementcontract Beheer Wegen en Kanalen. In dit nieuwe contract is een inspanningsverplichting opgenomen om het tekort in te lopen. Omschrijving
begroot
Bijdragen in kosten beheer wegen en kanalen Verminderingen egalisatiereserve wegen en kanalen
202.635 202.635
werkelijk 482.775 482.775
11. Cofinanciering Kompas De verplichtingen hebben voor een deel betrekking op meerjarige toekomstige verplichtingen. De middelen hiervoor komen beschikbaar door de jaarlijkse dotatie aan de reserve Kompas in jaren na 2008. Omschrijving
begroot
werkelijk
Toevoeging conform begroting
2.500.000
2.500.000
Niet bestede kredieten 2008 Vermeerderingen reserve cofinanciering Kompas
2.500.000
62.456 2.562.456
Bijdragen aan Kompasprojecten
5.773.804
3.392.023
Betreft correctie toevoeging 2007 (naar REP) Verminderingen reserve cofinanciering Kompas
5.773.804
4.500.000 7.892.023
12. Ontgrondingen Dit betreft het saldo van de heffingen op ontgrondingen. Dit is een bestemmingsheffing, d.w.z. dat de opbrengst uitsluitend mag worden aangewend voor het doel waarvoor zij is geheven. Daarnaast dient als verplichting opgenomen te worden de bedragen die nog niet zijn ontvangen in het kader van de heffingen op ontgrondingen. Omschrijving
begroot
werkelijk
Ophoging heffingen
86.000
Afsluiting heffingen 2007 Vermeerderingen egalisatiereserve ontgronding
86.000
Aframing heffingen
31.600
51.141
31.600
331.797 382.937
Onttrekking uit egalisatiereserve ontgronding Verminderingen egalisatiereserve ontgronding
6.520 6.520
13. BTW-compensatiefonds Deze reserve is in 2008 opgeheven. Het bedrag ad. € 605.493 is toegevoegd aan het weerstandsvermogen. Omschrijving
begroot
Vrijval weerstandscapaciteit Verminderingen BTW-Compensatiefonds
605.000 605.000
Reservepositie
werkelijk 605.493 605.493
313
14. AKP-budgetten Het restant APK-budget is ingezet in 2008. Een aantal bedragen dienen echter beschikbaar te zijn voor 2009 en volgende jaren. Dit betreft de reservering voor: ● WAO eigen risico € 1.772.667 ● MT voorstellen besteding restanten, waaronder de stuwmeer van verlof € 3.672.977 ● Reservering vrijval stelposten, waaronder de verdere invulling van de formatiereductie € 1.181.691 Omschrijving
begroot
werkelijk
Vertrekbevorderende maatregelen
1.275.711
Restant AKP-budgetten 2008 Vermeerderingen reserve AKP-budgetten
1.908.524 3.184.235
0
Restant AKP 2007 ten behoeve van 2008
701.161
Vertrekbevordering 2008 Verminderingen reserve AKP-budgetten
701.161
338.454 338.454
15. Bodemsanering Van een vrij besteedbare ruimte kan niet worden gesproken, want naast de reserveringen voor de voormalige gasfabrieksterreinen en de stadswateren zal naar verwachting een aanzienlijk bedrag nodig zijn voor de sanering van de persleiding Groningen-Delfzijl. Tevens is de weergegeven stand een voorlopige stand, want enige jaren moeten administratief nog definitief worden afgesloten. Nu zijn die nog voorlopig afgesloten en dit kan nog enige verschuiving betekenen. Omschrijving
begroot
werkelijk
Toevoeging inzake sanering gasfabrieken
187.000
187.000
Jaarlijkse toevoeging aan reserve Bodemsanering Vermeerderingen reserve Bodemsanering
315.200 502.200
315.200 502.200
25.000
31.207
400.000 425.000
1.213.377 1.244.584
Bijdrage in kosten Globis Programmakosten Bodemsanering 2008 Verminderingen reserve Bodemsanering
16. Afkoopsom wegen/waterwegen In verband met de eigendomsoverdracht van wegen en waterwegen aan de provincie hebben wij afkoopsommen ontvangen ter dekking van de jaarlijkse onderhoudskosten. De afkoopsom is de verkapitalisering van het eeuwigdurend onderhoud en dient als dekking van de jaarlijkse lasten die in de begroting worden opgenomen. 17. Programma Landelijk Gebied Het Programma Landelijk Gebied is een meerjarig programma (2007 t/m 2013) en kent financiering vanuit Europese, rijks- en provinciale middelen. De rijks- en provinciale middelen zijn opgenomen op de provinciale begroting. Met het Rijk zijn voor de gehele programmaperiode middels een bestuursovereenkomst afspraken gemaakt over de inzet van de middelen ten behoeve van de realisatie van prestaties. De provinciale middelen zijn veelal gekoppeld aan de rijksbijdragen. Voor de rijksbijdragen geldt dat deze niet kunnen vrijvallen en beschikbaar blijven voor het programma. Omschrijving
begroot
Storting in reserve Programma Landelijk Gebied
werkelijk
933.574
933.574
Restant kredieten 2008 PLG
2.507.986
Rente/kosten Groenfondsrekening PLG Vermeerderingen reserve Programma Landelijk Gebied
461.726 3.903.286
933.574
Onttrekking inzake verwerving EHS
944.854
Onttrekking inzake diverse projecten Verminderingen reserve Programma Landelijk Gebied
314
Reservepositie
0
58.069 1.002.923
18. Cofinanciering Ruimtelijke Economische Programma's (REP) De reserve Cofinanciering Ruimtelijke Economische Programma's is de opvolger van de reserve Cofinanciering Kompas en loopt voor de periode 2007-2013. Er zal jaarlijks € 3 miljoen extra beschikbaar worden gesteld voor cofinanciering van projecten in brede zin. Omschrijving
begroot
werkelijk
Toevoeging conform begroting
8.500.000
8.500.000
Betreft correctie toevoeging 2007 Vermeerderingen Cofin. Ruimtelijke Economische Programma's
8.500.000
4.500.000 13.000.000
206.347 206.347
252.666 252.666
Onttrekking inzake diverse projecten Verminderingen Cofin. Ruimtelijke Economische Programma's
Reservepositie
315
316
Reservepositie
3.
Provinciefonds
In de Programmabegroting 2008 hebben wij de uitkering uit het Provinciefonds voor 2008 geraamd op € 78.401.220. In de 1e wijziging van de begroting 2008 (voordracht nr. 26/2007) hebben wij de raming verhoogd met € 2.130.830. Deze verhoging werd veroorzaakt door: • Wijziging accres 2008/vrijval stelpost accres 2008 + " 2.158.930 • Herverdeeleffecten toevoeging specifieke middelen -/" 31.900 • Wijziging fysieke gegevens 2007-2008 + " 3.800 In de Voorjaarsnota 2008 (voordracht nr. 16/2008) hebben wij deze raming verhoogd met € 1.992.493 tot € 82.524.543. Deze verhoging hield verband met: • Terugvordering i.v.m. nacalculatie accres 2007 -/€ 97.200 • Wijziging inwonertallen 2007 inclusief nabetaling over 2007 (€ 205.793) + " 431.293 • Hoger accres 2008 + " 1.658.400 In de Integrale Bijstelling 2008 (voordracht nr. 35/2008) hebben wij de raming vervolgens verhoogd met € 32.350 tot € 82.556.893. De oorzaken voor de verhoging met € 32.350 zijn: • Hoger accres 2008 + € 203.600 • Collectief Particulier Opdrachtgeverschap + " 411.100 • EG-verordening PRTR + " 44.000 • Vergoeding bestuurslasten BRRM -/" 31.400 • Fysieke gegevens 2008 -/" 253.550 • Inhouding behoedzaamheidsreserve 2008 (100%) -/" 489.600 • Stelpost vermindering aantal Statenleden + " 148.200 In onze voordrachten nr. 26/2007, nr. 16/2008 en nr. 35/2008 zijn wij dieper ingegaan op bovengenoemde ontwikkelingen. Nadat wij de Integrale Bijstelling 2008 hebben vastgesteld heeft zich nog een wijziging voorgedaan in onze uitkering uit het Provinciefonds, waardoor onze uitkering uiteindelijk € 402.100 hoger is uitgevallen dan in de Integrale Bijstelling 2008 is geraamd. Nacalculatie accres 2008 Medio maart 2009 bleek uit de maartcirculaire 2009 Provinciefonds dat de rijksuitgaven in 2008 met 6,49% zijn gestegen in plaats van de eerder geraamde 7,44%. Dit is het percentage waarmee wij rekening hebben gehouden bij het vaststellen van de Integrale Bijstelling 2008, met daarbij de veronderstelling dat de behoedzaamheidsreserve 2008 in z'n geheel niet tot uitbetaling zal komen. Aangezien de ontwikkeling van het Provinciefonds direct gekoppeld is aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven valt het accres van het Provinciefonds in 2008 ook 0,95% lager uit. De verlaging van de uitkering Provinciefonds 2008, die hiervan het gevolg is, kan worden opgevangen binnen de ingehouden behoedzaamheidsreserve 2008. Er resteert daarna nog een bedrag van circa € 7,44 miljoen dat aan de provincies wordt uitgekeerd. Ons aandeel daarin is circa € 402.100. Deze meevaller komt ten gunste van het rekeningresultaat 2008.
Provinciefonds
317
318
Provinciefonds
4.
Provinciaal Belastinggebied
Bij de start van het dienstjaar 2008 bedroeg het tarief voor de provinciale opcentenheffing 77,2. Per 1 april 2008 hebben wij het aantal opcenten verhoogd met 0,6 op grond van de in 1997 afgesproken indexering voor nominale ontwikkelingen. Hiermee kwam het tarief per 1 april 2008 uit op 77,8 opcenten. Op jaarbasis bedraagt de tariefstijging gemiddeld 0,8%. In 2008 werd per opcent een gemiddelde opbrengst gerealiseerd van circa € 558.600 tegenover circa € 539.200 in 2007. Dat is een stijging van circa 3,6% ten opzichte van 2007. Circa 45% van de stijging van het bedrag per opcent werd veroorzaakt door de groei van het voertuigenpark en de rest door de verzwaring van het gemiddelde gewicht van het voertuigenpark. Er is een zekere kentering zichtbaar in de groei van het gemiddelde gewicht. Dit hangt samen met de komst van de zeer zuinige auto's. Voor deze auto's wordt vanaf 1 april 2008 het halve in plaats van het hele tarief betaald. Het aandeel zeer zuinige auto's bedraagt begin januari 2009 bijna 1%. Wij verwachten dat dit aandeel de komende jaren verder zal toenemen. In 2008 lag de gerealiseerde opbrengst in totaal circa 4,3% (en in geld € 1.805.515) hoger dan in 2007. Van deze stijging is ca. 17% het gevolg van de tariefstijging per 1 april 2008 en de rest is het gevolg van de hierboven beschreven volumeontwikkelingen gedurende 2008 (toename aantal voertuigen (aandeel ca. 38%) en toename gemiddeld gewicht per voertuig (aandeel ca. 45%)). In onderstaand schema brengen wij de ramingen in beeld, die tot nu toe zijn opgenomen in de provinciale begroting 2008 en de over 2008 gerealiseerde opbrengsten. Tabel 1. Geraamde en gerealiseerde opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting 2008 Omschrijving
raming in begroting 2008
raming in 1e wijziging 2008
raming in Voorjaarsnota 2008
raming in Integrale Bijstelling 2008
opbrengstgegevens tot en met 13e periode 2008
verschil t.o.v. raming IB2008
Opbrengst 2008
41.932.431
42.431.731
43.036.910
43.459.144
43.374.117
-/- 85.027
Totaal
41.932.431
42.431.731
43.036.910
43.459.144
43.374.117
-/- 85.027
In onze voordrachten nr. 26/2007, nr. 16/2008 en nr. 35/2008 zijn wij nader ingegaan op de door ons verwachte ontwikkeling van de opbrengst 2008 tot en met de Integrale Bijstelling 2008. De in 2008 gerealiseerde opbrengst ligt per saldo ca. € 85.027 lager dan de raming in de Integrale Bijstelling 2008. Dit nadelige verschil (t.o.v. de Integrale Bijstelling 2008) kan met name worden verklaard doordat de groei van het aantal personenauto's in 2008 lager is uitgevallen dan geraamd (1,69% i.p.v. 2%) en omdat er door de komst van zeer zuinige auto's een voorzichtige omslag is opgetreden in de gewichtsverdeling van de voertuigen van zwaar naar licht.
Provinciaal Belastinggebied
319
320
Provinciaal Belastinggebied
5.
Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering (ESFI en Kompas) 5.1
Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI)
In het bestuursprogramma 1999-2003 hebben wij voorgesteld een Investeringsfonds in het leven te roepen om daarmee: • bijdragen te kunnen verstrekken in projecten voor een duurzame regionale ontwikkeling. • eigen investeringsprojecten op het gebied van infrastructuur en economie te kunnen realiseren. Daarom zijn in de Beleidsbegroting 2000 de reserve Cofinanciering Economische en Sociale Infrastructuur (CESI) en de reserve Investeringen Infrastructuur en Economie (IIE) ingesteld. In de Voorjaarsnota 2004 hebben wij u voorgesteld de reserve CESI samen te voegen met de reserve IIE. De nieuw gevormde reserve heeft de naam reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) gekregen. In de Programmabegroting 2005 hebben wij de criteria voor bestedingen ten laste van deze reserve vastgelegd. De reserve ESFI wordt grotendeels gevoed door middel van de dividendopbrengsten NV Essent. Daarnaast wordt een jaarlijkse bijdrage geboekt vanuit het programma Bereikbaar Groningen van € 192.400. Tevens worden de (nog) niet betaalde bedragen op toezeggingen in deze reserve geparkeerd. Op basis van eerder gemaakte afspraken wordt de dividendopbrengst 2008 (gerealiseerd € 51,9 mln. vs. raming € 15.mln.) aan deze reserve toegevoegd. Het verloop van de reserve ESFI over 2008 is als volgt weer te geven: Saldo per 1 januari 2008 Toevoegingen: 1 dividend Essent 2 jaarlijkse bijdrage vanuit de exploitatierekening 3 niet bestede kredieten 4 overige bijdragen vanuit de exploitatie 5 overboeking van de algemene reserve
162.508.291 51.913.089 192.400 286.294 2.679.894 1.553.441 56.625.118 219.133.409
Betaald werd aan: 1 projecten Bereikbaar Groningen 2 projecten Schoon/Veilig Groningen 3 projecten Welzijn, Sociaal beleid, Jeugdzorg en Cultuur 4 projecten Ondernemend Groningen 5 projecten Wonen 6 projecten Karakteristiek Groningen Onttrokken inzake het afromen van vermogen
6.880.250 451.790 181.270 297.324 2.031.905 642.205 10.484.744 6.500.000 16.984.744
Saldo per 31 december 2008
Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering
202.148.665
321
5.2
Cofinanciering Kompas voor het Noorden
De reserve Cofinanciering Kompas wordt gevoed met een deel van het rekeningresultaat 1997 (€ 0,77 miljoen) en het afsplitsen van een deel van het beschikbare flexibele budget in de periode 1999-2006 (€ 22,83 miljoen, waarvan € 2,27 miljoen ten laste van het dienstjaar 2003). In de Voorjaarsnota 2004 heeft u besloten in de periode 2005-2008 aan deze middelen in totaal nog eens € 10 miljoen toe te voegen, zodat de mogelijkheden tot cofinanciering van Kompasprojecten ten volle kunnen worden benut. Bij de Integrale Bijstelling werd verwacht dat er een bedrag van € 5.773.804 van de gecommitteerde bedragen in 2008 tot besteding zou gaan komen. Dit is onder te verdelen naar de volgende programma's: Ondernemend Groningen 4.960.956 Karakteristiek Groningen 596.125 Bereikbaar Groningen 100.660 Schoon en veilig Groningen 116.063 Totaal aan voorstellen 2008
5.773.804
Van dit bedrag en eerdere projecten is in 2008 uiteindelijk € 3.392.023 tot betaling gekomen. De lagere besteding wordt met name veroorzaakt doordat bepaalde projecten lager zijn afgerekend, voor een aantal projecten de uitvoeringstermijn verlengd is en voor andere projecten zijn de eindafrekeningen inmiddels binnen of zitten in de afrondingsfase bij het SNN. Het restant blijft voorshands geparkeerd in de reserve Cofinanciering Kompas. In 2007 zijn de bij de Voorjaarsnota 2004 beschikbaar gestelde middelen voor een nieuwe Kompasprogramma ad. € 4.500.000 in eerste instantie in de reserve cofinanciering Kompas gestort. Dit bedrag is in 2008 overgeboekt naar de reserve cofinanciering Ruimtelijke- Economische Programma's (REP). Het verloop van de reserve Cofinanciering Kompas over 2008 is als volgt weer te geven: Saldo per 1 januari 2008
15.199.493
Toevoegingen: 1 vanuit hoofdfunctie 0, nieuw beleid vastgesteld bij de Voorjaarsnota 2 stortingen vanuit de exploitatie
2.500.000 62.456 2.562.456 17.761.949
Betaald werd aan: 1 projecten Ondernemend Groningen
2.832.494
2 projecten Karakteristiek Groningen
364.678
3 projecten Bereikbaar Groningen
130.450
4 projecten Schoon/Veilig Groningen
64.401 3.392.023
Overgeboekt naar de reserve REP
4.500.000 7.892.023
Saldo per 31 december 2008
322
Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering
9.869.926
5.3
Cofinanciering Ruimtelijke- Economische Programma's (REP)
Bij de Integrale Bijstelling van de begroting 2007 werd besloten om de reserveringen voor cofinanciering Kompas/cofinanciering in brede zin voor de komende periode (2007-2013) wederom te bundelen in een reserve. Omdat de Kompasperiode ten einde is, is voor de nieuwe periode voor een nieuwe naam gekozen, namelijk reserve Cofinanciering Ruimtelijke- Economische Programma's (REP). Bij de Voorjaarsnota 2004 zijn in eerste instantie middelen gereserveerd voor een nieuw Kompasprogramma vanaf 2007. Hiervoor is vanaf 2007 structureel € 4,5 miljoen per jaar vastgelegd. In het kader van de Voorjaarsnota 2007 is € 3 miljoen extra beschikbaar gesteld tot en met 2013. Tevens is een additioneel bedrag van € 1 miljoen in 2008 tot oplopend tot € 4 miljoen in 2011 beschikbaar gesteld. Op deze wijze ontstaat er een budget voor cofinanciering van ruimtelijke-economische programma's van € 7,5 miljoen in 2007, oplopend tot € 11,5 miljoen per jaar in 2011. Ultimo 2008 is voor een bedrag van € 6.602.157 voor concrete programma's gecommitteerd en gereserveerd. Bij de Integrale Bijstelling werd verwacht dat er een bedrag van € 206.347 van de gecommitteerde bedragen in 2008 tot besteding zou gaan komen. Dit bedrag is heeft betrekking op het programma Ondernemend Groningen. Van dit bedrag is in 2008 uiteindelijk € 252.666 tot betaling gekomen. Het verloop van de reserve Cofinanciering Ruimtelijke- Economische Programma's over 2008 is als volgt weer te geven: Saldo per 1 januari 2008
3.000.000
Toevoegingen: 1 Reservering cofinanciering Kompas (Voorjaarsnota 2004), 2007
4.500.000
2 Reservering cofinanciering Kompas (Voorjaarsnota 2004), 2008
4.500.000
3 Aanvulling cofinanciering in brede zin (Voorjaarsnota 2007)
3.000.000
4 Extra aanvulling cofinanciering in brede zin
1.000.000 13.000.000 16.000.000
Betaald werd aan: 1 projecten Ondernemend Groningen
252.666 252.666
Saldo per 31 december 2008
Uitvoering Provinciale Investeringen en Cofinanciering
15.747.334
323
6.
Overzicht van het nieuw beleid 2008
Productgroepnummer
Omschrijving
Programmabegroting 2008
Integrale Bijstelling 2007
Voorjaarsnota 2008
1e wijz.'08
3e wijz.
5e wijz.
Integrale Bijstelling 2008
Budget 2008
6e wijz.
1. Ondernemend Groningen bedrijvigheid 0800 Cofinanciering in brede zin (ruimtelijke economische programma's) 0500 Voorfinanciering grote projecten (economische en ecologische infrastructuur) 7108 Bedrijfsterreinen (amendement begroting)
3.000.000 250.000
1.000.000
4.000.000 250.000 100.000
100.000
recreatie 7003 Toeristische Mediacampagne
115.000
100.000
215.000
180.000
75.000 10.000 75.000 180.000
40.000 32.000 150.000 80.000
1.000.000 1.100.000 300.000 40.000 32.000 150.000 80.000
2. Wonen ruim telijke ontwikkeling/technische infrastructuur 9201 9101 9101 0600
Behoefteraming ISV3 Deelname Stichting Zeggenschap (Meerstad) Digitale uitwisseling ruimtelijke processen (DURP) Tijdelijk extra capaciteit RO en Wonen (3 fte)
50.000
6203 6204 9105 6203 0600 6203 0600
PLG Taakstelling afromen vermogens provincies - bijdrage LNV ILG Tekort middelen landschap Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg Faciliteren particuliere natuurbeheerders W egzetten extra middelen landschap (0,8 fte) Actieprogramma weide- en akkervogels - materiële uitgaven Actieprogramma weide- en akkervogels - formatie (1,0 fte)
25.000 10.000 75.000
3. Karakteristiek Groningen 100.000 700.000
1.000.000 1.000.000 -400.000
4. Bereikbaar Groningen m obiliteit 3001 3001 3001 0600 3001 0600 3101
Voorbereidingskosten Regiotram Verkeersonderzoek Taakstelling afromen vermogens provincies - bijdrage V&W A7/ZRW Formatie verkeer en vervoer (2,0 fte) Uitwerking Regiospecifiek Pakket ZZL - materiële uitgaven Uitwerking Regiospecifiek Pakket ZZL - formatie Extra financiering rotonde Blauwe Roos
200.000 50.000
177.300 8.000.000 80.000 110.000 90.000 290.000
200.000 227.300 8.000.000 80.000 110.000 90.000 290.000
infrastructuur 0500 Voorfinanciering baggerwerk Winschoterdiep 3101/3102 Knelpunten wegen en waterwegen 3102 Bestrijding iepziekte
136.600 1.750.000
136.600 1.750.000 59.400
59.400
5. Schoon/veilig Groningen m ilieu 5003 5003 5003 5003 5003 5502 0600 0600 0600 5003 5201 5501 5003
Costa Due, fase 2 - aanvulling Fonds Energiebesparing en -Innovatie: Energie Convenant Groningen Fonds Energiebesparing en -Innovatie: Actieplan Gebouwde Omgeving Energy Valley Actieplan Biomassa Blik Recycling Waterhuizen Inhuur expertise milieuvergunningen grote en complexe inrichtingen Energieakkoord - formatie binnen AKP (0,9 fte) Energieakkoord - extra formatie (1,6 fte) Energieakkoord - programmakosten (incl. 1 fte) Formatie bodemsanering (1,1 fte) Advertentiekosten Milieu Bijdrage tekort IMPLEMENT
80.000 125.000 125.000 200.000 395.000 600.000 120.000 36.000 64.000 345.000 83.500 75.000 27.000
80.000 125.000 125.000 200.000 395.000 600.000 120.000 36.000 64.000 345.000 83.500 75.000 27.000
risicobeleid/veiligheid 2001 Veiligheid
324
100.000
Overzicht nieuw beleid
-100.000
0
Besteed t/m Nog te betalen Niet of minder Toegevoegd Overboeking Vrijval per 3131-12-2008 per 31-12onttrokken aan naar 2009 12-2008 2008 aan bestemmingsbestemmingsreserves reserves
4.000.000 250.000 28.552
71.448
215.000
5.817
69.183 10.000 75.000
112.500
67.500
1.000.000 241.285 16.336
858.715 283.664 40.000 32.000 150.000 80.000
199.996 159.264 8.000.000 80.000 36.928 90.000 290.000
4 13.437
54.599
4.630
68.442
136.600 1.335.323 59.095
70.452 9.268 30.331 48.206 101.931 583.387 120.000 36.000 26.100 134.075 83.500 79.941 19.038
414.677 305
9.548 29.159 215 47.872 93.508
86.573 94.454 103.922 199.561 16.613
37.900 210.925
5.897
4.9412.065
Overzicht nieuw beleid
325
(vervolg tabel) Productgroepnummer
Omschrijving
Programmabegroting 2008
Integrale Bijstelling 2007
Voorjaarsnota 2008
1e wijz.'08
3e wijz.
5e wijz.
Integrale Bijstelling 2008
Budget 2008
6e wijz.
6. Gebiedsgericht POP 9104 Gebiedsgericht beleid/POP
304.700
304.700
7. Welzijn, cultuur, sociaal beleid w elzijn 8001 Armoedebeleid 8001 Antidiscriminatievoorzieningen 8102 Project Spraakmaken taal 0-4 jarigen
500.000
-212.323 76.600 500.000
287.677 76.600 500.000
sociaal beleid 8701 Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg
300.000
300.000
jeugdzorg 0600 Beleidskader Jeugdzorg 2009-2012 - extra formatie (2,5 fte) 8801 Kwartiermaker voor Centra voor Jeugd en Gezin
162.182 58.333
-58.333
162.182 0
cultuur, media, erfgoed 8312 8311 8311 8312 8312
CIS-basisvoorzieningen Fonds Collectie Groningen (amendement begroting) Bureau Groninger Taal (accres) Kunstraad Noorderlicht
200.000
-157.500
42.500 60.000 2.800 43.000 35.000
-66.000 230.000
234.000 230.000
34.000
173.000 40.000 27.728
60.000 2.800 43.000 35.000
8. Bestuur Overige bestuursorganen 0600 Uitbreiding aantal gedeputeerden 1101 Deskundige advisering
300.000
bestuurlijke samenwerking 1301 Versterking lokaal bestuur 1301 Fusieproces gemeenten Blauwestad 1601 Bijdrage IPO (knelpunten + voorbeslag)
173.000 40.000 -6.272
communicatie 1604 Grote Evenementen 1604 Middenevenementen
326
200.000 110.000
Overzicht nieuw beleid
200.000 110.000
Besteed t/m Nog te betalen Niet of minder Toegevoegd Overboeking Vrijval per 3131-12-2008 per 31-12onttrokken aan naar 2009 12-2008 2008 aan bestemmingsbestemmingsreserves reserves
54.506
24.652
225.542
86.865 350.000
190.749 36.336 150.000
40.264
30.000
10.063
270.000
162.182
12.500 3.964 2.800 32.545 35.000
234.000 196.629
71.131 40.000 25.396
59.998 65.828
30.000 54.428
1.608
10.109
346
46.720
86.255
13.349-
15.614
2.332
138.272
1.730
44.172
Overzicht nieuw beleid
327
(Vervolg tabel) Productgroepnummer
Omschrijving
Programmabegroting 2008
Integrale Bijstelling 2007
Voorjaarsnota 2008
1e wijz.'08
3e wijz.
5e wijz.
Integrale Bijstelling 2008
Budget 2008
6e wijz.
9. Interne organisatie bedrijfsvoering 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600 0600
Taakstelling bestuurlijke selectiviteit Taakstelling productiever werken (Kleiner en Beter) Taakstelling efficiëntere inkoop Concern Taakstelling efficiëntere inkoop Blauwe Veld Ontwikkelingen in beleid Ontwikkelingen in informatie(-technologie) Ontwikkelingen t.a.v. inkoop Facilitair coördinator Salariskosten afdelingen BW en W E Grijs kenteken BW K Grijs kenteken overige afdelingen Overige correcties FZ Reisbesluit Regeling Woon-werkverkeer Extra kosten EG-verordening EPRTR Inhuur expertise vergunningen Natuurbeschermingswet
-210.000 -420.000 -250.000 -125.000 456.000 57.000 114.000 42.000
140.250
37.500
266.500 112.400 13.450 6.770 83.000 43.000 19.200 200.000
-32.250 -420.000 -250.000 -125.000 456.000 57.000 114.000 42.000 266.500 112.400 13.450 6.770 83.000 43.000 19.200 200.000
huisvesting 0600 Scheurvorming in gevel MK12/beeld op gevel MK13 0600 Vaste audiovisuele middelen in vergaderzalen
90.000 22.000
90.000 22.000
0. Algemene dekkingsmiddelen 0600 Stelpost pilots W abo Totaal
33.000
33.000
8.955.300
11.282.400
1.991.248
2.138.565
18.544
24.386.057
Flexibel Budget 2008 Reserve ESFI Sectorale kredieten/stelposten Diverse baten Provinciefonds Apparaatskosten personeel (AKP)
5.913.300 2.950.000 50.000
4.703.000 6.500.000 2.800
1.749.765 0 352.800
322.699 -557.500 253.345
0 42.000
76.600 0
1.299.412 0 684.446 7.390 0 0
0 36.000
0
13.988.176 8.892.500 1.343.391 7.390 76.600 78.000
Totaal
8.955.300
11.282.400
1.991.248
2.138.565
18.544
24.386.057
Dekking
328
Overzicht nieuw beleid
Besteed t/m Nog te betalen Niet of minder Toegevoegd Overboeking Vrijval per 3131-12-2008 per 31-12onttrokken aan naar 2009 12-2008 2008 aan bestemmingsbestemmingsreserves reserves
-32.250 -420.000 -250.000 -125.000 147.289 57.000 114.000 42.000 266.500 112.400 13.450 6.770 83.000 43.000 19.200 200.000
248.000
60.711
90.000 22.000
33.000 14.835.924
901.181
998.341
5.604.420
1.438.830
607.361
6.668.201 7.894.159 195.564
810.246 54.599
998.341 -
5.512.420 92.000
1.348.566 50.000
593.924 13.437
78.000
36.336 -
14.835.924
901.181
998.341
5.604.420
40.264 1.438.830
607.361
Overzicht nieuw beleid
329
330
Overzicht nieuw beleid
Deel 5 Programmarekening 2008 Bijlagen
Ingediende moties en amendementen in 2008 Tijdens de PS-vergadering van 25 mei 2005, bij de behandeling van de Programmaverantwoording 2004, is afgesproken dat wij voortaan bij de Programmaverantwoording rapporteren over de uitvoering van aanvaarde moties en amendementen over het verantwoordingsjaar. In deze paragraaf wordt de stand van zaken m.b.t. de moties nader uitgewerkt. Tevens is een tabel opgenomen met de ingediende amendementen. Hierover wordt niet gerapporteerd over de stand van zaken, omdat het bij amendementen gaat om een concrete directe aanpassing in de besluittekst. Een stand van zaken m.b.t. deze stukken bij de Programmaverantwoording is niet relevant. Daarom is volstaan met een overzicht van de aanvaarde amendementen. In 2008 zijn in totaal 41 moties aangenomen. In onderstaande tabel zijn de verschillende moties weergegeven. Per motie (of clustering daarvan) is de stand van zaken weergegeven. Tabel 8.1: Overzicht aanvaarde en overgenomen moties in 2008 Nr. Fractie
Onderwerp
Datum
1
ChristenUnie
Financieringssystematiek kleine ziekenhuizen
6-feb
2
GroenLinks
Woningbouwbeleid
19-mrt
3
PvdA, CDA, VVD, SP en GroenLinks
Bestuur Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN)
19-mrt
4
GroenLinks e.a.
Bestuur Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN)
19-mrt
5
VVD
Planning realisatie compensatiepakket Zuiderzeelijn
23-apr
6
CDA
Verkenning verdubbeling N33 Zuidbroek-Appingedam
23-apr
7
D66
Openbaar vervoer concessie
23-apr
8
SP
Openbaar vervoer concessie
23-apr
9
PvdA
Openbaar vervoer concessie
23-apr
10
CDA en PvdA
Advies van de RVZ
21-mei
11
PvdA
Isolatie van woningbestanden
18-jun
12
PvdA
Krimp
18-jun
13
PvdA, CDA en Subsidietoekenning ChristenUnie
18-jun
14
CDA
Dorpshuizen in Groningen
18-jun
15
CDA
Kwaliteit van de woningvoorraad
18-jun
16
ChristenUnie
Eigen Krachtconferenties
18-jun
17
ChristenUnie
Project Perspectief van Stichting Vluchtelingenwerk
18-jun
18
GroenLinks
Oude Riet
18-jun
19
D66
Hele jaar door vlaggen
18-jun
20
PvdA, CDA en Gratis OV voor mbo-scholieren ChristenUnie
Ingediende moties en amendementen in 2008
17-sep
333
21
CDA
Meer betrokkenheid bij door de provincie gecofinancierde SNNprojecten
17-sep
22
ChristenUnie
Commissaris van de koningin onafhankelijk voorzitter Veiligheidsregio Groningen
17-sep
23
VVD
Natuurcompensatie Eemshavenprojecten
17-sep
24
PvdA
Aanpassing voorontwerp POP en ontwerp omgevingsverordening 5-nov v.w.b. bescherming en verbetering van de kwaliteiten duisternis en stilte
25
CDA
Consulaat-Generaal in Hamburg
5-nov
26
CDA
(Ver-)plaatsing van lokale bedrijventerreinen
5-nov
27
CDA
Inrichting van gebieden die zijn aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur
5-nov
28
ChristenUnie
Beleid van Groninger gemeenten t.a.v. jongeren en alcohol
5-nov
29
SP
Aanpassing artikel 4.23 van de ontwerp omgevingsverordening
5-nov
30
GroenLinks
Onderzoek van de beleidsinstrumenten Provinciaal Landschap en Beschermd Landschap naar bruikbaarheid en effectiviteit voor het beschermen van Groninger landschappen
5-nov
31
GroenLinks
Onderzoeken welke ruimtelijke variant van een verlengde lijn Stadskanaal - Ter Apel te prefereren is, teneinde die ruimte evt. te kunnen reserveren in POP III
5-nov
32
PvdA
Het gebruik van het verordeninginstrument c.s. waarmee de provinciale ruimtelijke belangen kunnen worden gewaarborgd
5-nov
33
SP
Wijziging subsidieverordening (balkenendenorm)
10-dec
34
SP
Structurele middelen voor St. Vertellus en het openluchtmuseum Het Hoogeland
10-dec
35
ChristenUnie
Vrij toegankelijke cultuurvoorstellingen in de provincie Groningen
10-dec
36
PvdA, CDA
Dreigende sluiting Voedsel- en Warenautoriteit in de stad Groningen
10-dec
37
CDA
Criteria voor toekenning subsidies aan instellingen
10-dec
38
CDA
Onderzoek naar de meest optimale vorm van samenwerking tussen publieke en private partijen
10-dec
39
CDA
Prestatieafspraken met Groninger Museum over historische collectie Groningen
10-dec
40
CDA
Blauwe Stad: termijn stellen in gemaakte afspraken rond het bouwen van 40 woningen
10-dec
41
PvdA, CDA, ChristenUnie
Verdubbeling N33
10-dec
Motie 1 Financieringssystematiek kleine ziekenhuizen Wij hebben deze motie onder de aandacht gebracht van de Regering en de Tweede Kamer. Per brief d.d. 19 mei 2008 laat de minister van VWS ons weten dat ook hij wil voorkomen dat de kleine ziekenhuizen die momenteel een beschikbaarheidstoeslag ontvangen, benadeeld worden door de wijziging in het bekostigingssysteem. Daarom overweegt hij, als oplossing hiervoor, de beschikbaarheidstoeslag te differentiëren, onder verwijzing naar een brief die hij nog naar de Tweede Kamer zou sturen. In deze brief ('Kiezen voor bereikbaarheid en kwaliteit van zorg', d.d. 27 juni 2008) meldt de minister van VWS dat de beschikbaarheidstoeslag in 2009 blijft gehandhaafd, en dat in het kader van de besluitvorming over de zogenoemde prestatiebekostiging ná 2009 besluitvorming over de beschikbaarheidsvergoeding aan de 334
Ingediende moties en amendementen in 2008
orde zal komen. De minister heeft zich bereid verklaard tot een gesprek hierover met de Oost-Groninger ziekenhuizen. Naar aanleiding hiervan is in het Regionaal Overleg Acute Zorg Groningen, waarin alle acute-zorgpartijen zijn vertegenwoordigd en wij als waarnemr participeren, afgesproken om een onderzoek te starten naar de beschikbaarheid van de acute zorg in de provincie Groningen. Dit onderzoek moet inzicht geven in de risico's die vastzitten aan het mogelijk wegvallen van de beschikbaarheidsgelden en moet leiden tot een gezamenlijk gedragen visie ten aanzien van de bereikbaarheid van de acute zorg in onze provincie. Hiermee kan dan het gesprek worden aangegaan met de minister van VWS. Wij hebben voor dit onderzoek, uit te voeren door ARGO RUG bv, een subsidie beschikbaar gesteld van € 24.984 . Het onderzoek wordt in maart/april 2009 afgerond. Motie 2 Woningbouwbeleid PS hebben GS verzocht op korte termijn de evaluatie van de vigerende nota Bouwen en Wonen en de relevante, achterliggende informatie beschikbaar te stellen. De betreffende stukken zijn in april 2008 bij brief (zaaknummer 98604) naar de Staten verzonden, waarmee de motie is afgehandeld. Motie 3 en 4 Bestuur Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Onderwerp is nog steeds aan de orde, laatstelijk in GS op 10 februari 2009, waarbij wij middels een brief aan DB-SNN d.d. 10 februrari 2009 onze visie over structuur, samenstelling en rol DB/AB hebben weergegeven. Motie 5 Planning realisatie compensatiepakket Zuiderzeelijn In de vergadering van 23 april 2008 is naar aanleiding van het principeakkoord invulling Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn een motie ingediend die o.m. betrekking heeft op de planning van de realisatie van het compensatiepakket en de rol van Provinciale staten daarin. Bij brief van 16 december 2008 briefnummer 2008-68.244/51/A.25,VV zijn wij uitgebreid ingegaan op deze motie. Motie 6 Verkenning verdubbeling N33 Zuidbroek-Appingedam In de vergadering van 23 april 2008 is tevens een motie aangenomen waarin de indieners er bij ons op aandringen een verkenning op te starten met betrekking tot de verdubbeling van de N33 op het traject Zuidbroek-Appingedam. In de statencommissie Economie en Mobiliteit heeft gedeputeerde Bleker namens ons college aangegeven te verwachten dat in het voorjaar 2009 uitsluitsel kan worden gegeven wat die eerste verkenning heeft opgeleverd. Motie 7 t/m 9 Openbaar vervoer concessie In de vergadering van 23 april 2008 is een drietal moties ingediend die betrekking hebben op het openbaar vervoer. Twee moties gingen over het rijden op aardgas, de derde had betrekking op het langdurig gebruik maken van uitzend- en oproepkrachten. Bij brief van 26 augustus 2008 briefnummer 2008-48.991/34/A.16,VV zijn wij ruim ingegaan op deze 3 moties. Motie 10 Advies van de RVZ Wij hebben deze motie onder de aandacht gebracht van de Regering en de Tweede Kamer. Verder hebben wij in dit verband het initiatief genomen voor een overleg met de raden van bestuur van de vijf Groninger ziekenhuizen. Daarin hebben de ziekenhuizen unaniem verklaard dat zij het oneens zijn met het onderdeel van het advies van de RVZ waarin het voortbestaan van streekziekenhuizen aan de orde wordt gesteld. Ook hebben zij aangegeven dat alle vijf ziekenhuizen in onze provincie nodig zijn om aan de vraag te kunnen voldoen en dat de grote ziekenhuizen, UMCG en Martini Ziekenhuis, bij sluiting van de streekziekenhuizen niet de capaciteit hebben om patiënten uit de regio op te vangen. Verder hebben de ziekenhuizen naar voren gebracht dat zij, om goede kwaliteit van zorg te kunnen blijven leveren, nog meer gaan samenwerken. Om de vinger aan de pols te houden, hebben wij met de ziekenhuizen afgesproken, als daar aanleiding toe is en onderlinge samenwerking gewenst is, om met elkaar in overleg te treden. Ons gezamenlijk doel is om de ziekenhuiszorg in onze provincie op een goed niveau te houden, zowel qua kwaliteit als qua bereikbaarheid. Deze motie heeft een relatie met de motie 1 inzake instandhouding beschikbaarheidstoeslag voor kleine ziekenhuizen. Motie 11 Isolatie van woningbestanden Motie isolatie woningvoorraad is afgehandeld met de aanbieding van het 100.000 woningenplan. Dit stuk is behandeld in de commissie Economie en Mobiliteit d.d. 14 januari 2009. In navolging daarvan speelt wel het een en ander:
Ingediende moties en amendementen in 2008
335
1. Subsidieregeling voor energiebesparende maatregelen vanuit Essentgelden (500.000 euro) voor particulieren, scholen, dorpshuizen en sportverenigingen en in tweede instantie ook woningcorporaties: gaat volgende week open. 2. In het kader van de versnellingsagenda zijn we bezig met het opzetten van een fonds (korte termijn impuls): totaal max. 20 miljoen (Europees geld, prv. cofinanciering en rijkscofinanciering) voor maatregelen bij particulieren en woningcorporaties. 3. In het kader van de Voorjaarsnota wordt voorgesteld een langere termijn fonds in te stellen, bijvoorbeeld gekoppeld aan ISV 3 voor energiebesparingsmaatregelen. Motie 12 Krimp Samen met gemeenten van zowel Noord als Oost Groningen wordt gewerkt aan het opstellen van een regionaal woon- een leefbaarheidsplannen. Uitgangspunt van deze plannen zijn de resultaten van onderzoek naar bevolkingsafname en de vergrijzing en ontgroening. Conform het POP hebben de gemeenten in regionaal verband hierin het voortouw en treden wij als provincie faciliterend op. Er wordt in divers verband (IPO en SNN) door onze provincie gewerkt om de krimp problematiek bij het Rijk onder de aandacht te brengen. Zowel bij de ministeries van VROM, VWI en BZK. Motie 13 Subsidietoekenning Provinciale Staten hebben op 19 maart 2008 besloten de Kaderverordening subsidies provincie Groningen zo te wijzigen dat het in de wandelgangen genoemde "piepsysteem" wordt afgeschaft. Daartoe is artikel 8 (vroeger artikel 10) van de verordening gewijzigd. Gedeputeerde staten hebben de datum van inwerkingtreding van de wijziging bepaald op 15 april 2008.Voorzover er in sjablonen of nieuw te maken brieven naar dit artikel wordt verwezen is het verstandig kritisch te kijken naar het nut ervan. Het artikel komt met ingang van 15 april 2008 te luiden: Artikel 8: Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om te besluiten op aanvragen tot verlening van subsidies. Deze wijziging betekent niet dat Promis met ingang van 15 april daar al op is aangepast. Het besluit van Provinciale Staten is bekendgemaakt in Provinciaal blad 9 van 2008, waarin tevens is opgenomen de door Gedeputeerde Staten bepaalde datum van inwerkingtreding. Motie 14 Dorpshuizen in Groningen Deze motie is nog in uitvoering. Een aantal maatregelen hebben wij reeds getroffen. Zo hebben wij in december 2008 de beleidsregel Investeringsfonds Wonen, Welzijn en Zorg 2009-2010 vastgesteld. Binnen deze beleidsregel zijn de criteria voor (ver-)nieuwbouw, renovatie en groot onderhoud van dorpshuizen verruimd. De koppeling van een deel van de middelen van het fonds aan het Programma Landelijk Gebied en Leader zorgt er verder voor dat er per saldo meer dorpshuizen kunnen worden ondersteund c.q. geholpen. Een tweede belangrijke maatregel die wij, met instemming van uw Staten, in november 2008 hebben getroffen betreft de verlening van een budgetsubsidie van € 247.500 . aan de Vereniging Groninger Dorpen. Dit laatste voor de periode van 2009-2012. De Vereniging Groninger Dorpen is voor ons de spreekbuis en behartiger van de belangen van dorpsverenigingen en dorpshuizen. De VGD biedt op diverse terreinen, waaronder onderhoud, ondersteuning aan de Groninger dorpshuizen. De leden van Provinciale Staten worden uiteindelijk door ons over alle getroffen maatregelen met een brief geïnformeerd. Motie 15 Kwaliteit van de woningvoorraad Samen met de streekraad werkt de provincie aan een aanpak voor de Kwaliteitsslag Goedkope Koop. Dit krijgt nadrukkelijk een plaats in het nog op te stellen regionale woon- een leefbaarheidsplan van Oost Groningen. Op dit moment wordt samen met de Streekraad Oost-Groningen, het SEV, woningbouwcorporatie Acantus een effect onderzoek van de bevolkingskrimp gericht op de goedkope koopwoningen. In dit kader wordt ook gewerkt aan een drietal pilot projecten. Motie 16 Eigen Kracht Conferenties In de motie worden wij verzocht er op toe te zien dat Bureau jeugdzorg in 2008 60 Eigen Kracht Conferenties realiseert. In 2008 zijn in totaal 72 EKC's uitgevoerd. Overeenkomstig het beleid is een deel hiervan ingezet in het voorliggende veld. In 2008 zijn een aantal gemeenten gestart met de uitvoering van 17 EKC's: Hoogezand-Sappemeer: 2; Leek: 2; regio Delfzijl, Appingedam, Loppersum: 1; Groningen: 10; Zuidhorn: 2. Verder heeft BJZ eind 2008 35 EKC's uitgevoerd intern en 20 EKC's in samenwerking met de Base Groep (als onderdeel van ambulante spoedhulp). Wij concluderen dat zowel onzel doelstelling als die van de motie uitgevoerd is.
336
Ingediende moties en amendementen in 2008
Motie 17 Project Perspectief van Stichting Vluchtelingenwerk Deze motie is uitgevoerd, wij hebben de subsidie met een bedrag van € 15.000 verhoogd. Motie 18 Oude Riet In de vergadering van 10 juni 2008 is een motie aangenomen over het Oude Riet. Hierop hebben wij bij brief van 2 september 2008, nr. 2008-48101/36/A.12 een reactie gegeven. Tijdens de vergadering van Provinciale Staten van 10 december 2008 is geconstateerd dat het gestelde in de motie multiinterpretabel is. Wij hebben aangegeven met nadere informatie te zullen komen waar het gaat om meerdere varianten en bijbehorende kostenindicaties. Hierover zal binnen afzienbare tijd worden gerapporteerd. Motie 19 Hele jaar door vlaggen Wij hebben uitvoering gegeven aan de motie. Op dit moment wordt al europees gevlagd. Alle voorzieningen zijn getroffen. Het officiële vlagprotocol moet alleen nog ter goedkeuring voorgelegd worden aan de CdK. Dit laatste zal op korte termijn gebeuren. Motie 20 Gratis OV voor mbo-scholieren De promotiecampagne Op de provinciale pagina, editie november 2008, was uitgebreid aandacht voor de aanvullende regeling van de provincie voor gratis Ov voor mbo-leerlingen. De website www.studiefondsgroningen.nl is op 17 november 2008 de lucht ingegaan. Er zijn vanaf de site tot nu toe 227 mails ontvangen en afgehandeld. Vanaf 25 november 2008 is de website circa 370 maal bezocht. 20 van de 25 gemeenten hebben de gevraagde leerling-gegevens geleverd voor de mailing aan de ouders/verzorgers van mbo-leerlingen. Er is na elke mailing gedurende gemiddeld vier dagen een niet te tellen aantal telefonische verzoeken om informatie binnengekomen. De aanvragen Normaliter behandelt het Studiefonds de aanvragen in drie rondes, in uitzonderlijke jaren in vier, waarbij dan de vierde ronde samenvalt met de eerste ronde van het daaropvolgende schooljaar. In tegenstelling tot voorgaande jaren is dit jaar de 4e ronde gesloten op 18 februari 2009. Er is een verzoek uitgegaan aan het bestuur van het Studiefonds om in te stemmen met de start van de 5e ronde. Tot en met de derde ronde 2008/2009 - die liep tot 3 december 2008 - kregen 47 mbo-leerlingen de aanvullende bijdrage van de provincie Groningen. Hiermee was een totaal bedrag gemoeid van € 11.301,75. Al deze leerlingen hebben in januari een brief gekregen en de aanvullende bijdrage ontvangen. De bestuursvergadering voor de vierde ronde 2008/2009 - waarvoor mensen tot 18 februari 2009 een aanvraag konden indienen - is op 4 maart 2009. De hierna volgende cijfers over deze ronde zijn dus onder voorbehoud van fiattering door het bestuur. Er zijn voor de vierde ronde 147 aanvragen binnengekomen. In 42 gevallen heeft het secretariaat een positief advies gegeven voor een bijdrage aan mbo-leerlingen uit de doelgroep. Het provinciale aanvullende bedrag komt voor de vierde ronde in totaal op € 8.289,69. Dat er in de vierde ronde sprake is van 42 bijdragen aan mbo-leerlingen, bijna hetzelfde aantal als voor de eerste drie rondes samen, laat zien dat de promotiecampagne een succes is. Voor het schooljaar 2008/2009 zijn tot nu toe 401 aanvragen in behandeling genomen. Er liggen 26 aanvragen voor de mogelijke vijfde ronde. Ter vergelijking: het hoogste aantal tot nu toe voor een heel studiejaar was 339 aanvragen ('07/'08). Motie 21 Meer betrokkenheid bij door de provincie gecofinancierde SNN-projecten Wij verwijzen in dit verband naar de stand van zaken bij de uitvoering van de motie 3 en 4. Motie 22 Commissaris van de koningin onafhankelijk voorzitter Veiligheidsregio Groningen De motie is uitgevoerd. Wij hebben brieven aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten Generaal en aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties gestuurd waarin de motie kenbaar is gemaakt. Er zijn nog geen reacties binnengekomen op de brieven. Dit is verklaarbaar omdat de parlementaire behandeling van de Wet op de veiligheidsregio's nog niet is afgerond. Er lijkt een compromis bereikt tussen VNG, IPO, CdK en minister, waarin voor de CdK een toezichtsrol in de koude en warme fase is voorzien namens de minister. Motie 23 Natuurcompensatie Eemshavenprojecten De motie is uitgevoerd. Wij hebben in januari 2009 een brief gestuurd aan de voorzitter van de Tweede Kamer zoals in de motie is verzocht.
Ingediende moties en amendementen in 2008
337
Motie 24
Aanpassing voorontwerp POP en ontwerp omgevingsverordening v.w.b. bescherming en verbetering van de kwaliteiten duisternis en stilte Per brief van 19 januari hebben wij u het ontwerp POP en verordening aangeboden. In bijlage 2 is aangegeven wat er met de aangenomen en aangehouden moties is gedaan. Teksten in POP en verordening zijn aangepast. Motie 25 Consulaat-Generaal in Hamburg Wij hebben de motie middels een brief d.d. 2 december 2008 ter kennis aan de Tweede Kamer gebracht. Motie 26 (Ver-)plaatsing van lokale bedrijventerreinen De motie is afgedaan met het vaststellen van het ontwerp POP III door de Staten. Half december is het ontwerp POP III door de Staten aangenomen. In onderstaande tekst van artikel 4.8 van het POP wordt verplaatsing van lokale bedrijventerreinen mogelijk gemaakt. In de Ontwerp Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 is hierover het volgende opgenomen. Artikel 4.8 Bedrijventerreinen: Lid 3 Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing van het eerste lid verlenen voor uitbreiding van een bestaand bedrijventerrein ten behoeve van de verplaatsing van een bedrijfslocatie elders onder de voorwaarde dat: a. de noodzaak van de verplaatsing kan worden aangetoond; b. kan worden aangetoond dat op bestaande bedrijventerreinen geen ruimte meer beschikbaar is of kan worden verkregen na herstructurering van die terreinen; c. de totale omvang de bedrijventerreinen per saldo niet toeneemt; d. de bestemming van de oorspronkelijke locatie wordt gewijzigd in een andere bestemming. Toelichting op artikel 4.8 Het uitgangspunt is dat het aantal bedrijventerreinen en de oppervlakte van bestaande bedrijventerreinen niet kunnen worden uitgebreid. Hiermee passen wij de SER-ladder toe (zie ook toelichting 4.4). Ontheffing is mogelijk als na toepassing van de SER-ladder blijkt dat uitbreiding noodzakelijk is en de behoefte is aangetoond. De ontheffing kan alleen worden aangewend in de in bijlage 11 aangegeven gebieden. Tevens is ontheffing mogelijk voor verplaatsing (van delen van) bedrijventerreinen, onder de voorwaarde dat elders de bestaande capaciteit wordt ingetrokken (saldering). Motie 27 Inrichting van gebieden die zijn aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur De motie betrof 2 onderdelen: 1. In het visiedeel van POP III op te nemen dat de Provincie kiest voor een integrale inrichting van de EHS gebaseerd op twee uitgangspunten, namelijk: natuur en landschap. 2. Dit nadrukkelijk mee te nemen bij de gebiedsgerichte uitvoeringsprojecten en in het overleg met de betreffende beheers- en inrichtingsorganisaties. ad 1: Op 13 januari 2009 hebben wij het ontwerp provinciaal omgevingsplan 2009-2013 en de ontwerp Omgevingsverordening 2009 vastgesteld. In het visie deel hebben wij aangegeven dat wij bij de inrichting van de EHS uitgaan van een integrale benadering. Wij hebben dat in het visiedeel van POP III als volgt verwoord: "In het komende decennium vergroten we de omvang en kwaliteit van onze natuur door samen met andere overheden en organisaties de ecologische hoofdstructuur (EHS) te realiseren. Wij vinden het belangrijk dat de inrichting van de EHS integraal wordt benaderd, dus naast de natuurdoelen ook voldoende aandacht voor onder meer landschap, cultuurhistorie, recreatie, waterberging en milieukwaliteit". ad 2. In De toestand van Natuur en Landschap 2006 hebben wij geconstateerd dat de inrichting van de EHS niet alleen heeft geleid tot landschapsherstel (bijvoorbeeld herstel essen met grond die vrijkomt bij inrichtingswerkzaamheden), maar op een aantal punten ook heeft geleid tot aantasting van het oorspronkelijke landschap (bijvoorbeeld het uitgraven van een laagte die niet aansluit bij de oorspronkelijke terreinsituatie of spontane boomopslag in een van oorsprong open beekdal). Naar aanleiding hiervan hebben wij destijds het initiatief genomen om (op ambtelijk niveau) overleg te voeren met organisaties die betrokken zijn bij de inrichting en het beheer van de EHS. Hierbij is afgesproken dat bij de voorbereiding van vervolgprojecten het landschappelijk aspect nadrukkelijker zal worden meegenomen. Dit heeft inmiddels geleid tot resultaten, zoals bijvoorbeeld - De provinciale landschapsdeskundigen en de provinciaal archeoloog worden meer betrokken bij de uitvoering van inrichtingsprojecten 338
Ingediende moties en amendementen in 2008
- Bij het Ruiten A project vindt voorafgaand aan de uitvoering uitgebreid archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek plaats om te voorkomen dat bij het herstel van de oude loop en verschraling van de beekdalgronden op waardevolle plekken schade zou worden aangericht. - In Westerwolde komt bij inrichtingswerkzaamheden in ehs-gebieden soms veel grond vrij. Als er grond over is worden daarmee essen opgehoogd om zo het landschappelijke, cultuurhistorische karakter van deze essen (bolle ligging en steilranden langs het beekdal) weer te herstellen. Dit is inmiddels op een aantal plaatsen gebeurd, zoals o.a. bij de Doene esch en Gravenbrugs esch Verder zullen wij bij subsidieverlening nadrukkelijker het landschappelijk aspect bij de beoordeling betrekken. Veel EHS-inrichtingsprojecten worden gesubsidieerd uit het PLG. Wij zullen subsidieverzoeken integraal beoordelen en daarbij -indien nodig- aandacht te vragen voor het zorgvuldig meenemen van het landschap. Tenslotte hebben wij met het Groninger landschap een prestatieovereenkomst. Hierin zijn al afspraken opgenomen hoe wij verwachten dat het Groninger landschap met het landschap omgaat. Wij zullen boven aangegeven werkwijze naar de toekomst voortzetten. Motie 28 Beleid van Groninger gemeenten t.a.v. jongeren en alcohol In de Sociale Agenda (vastgesteld door PS op 5 november 2008) is een preventieve aanpak van alcoholmisbruik bij jongeren opgenomen als één van de prioriteiten voor een gezamenlijke aanpak binnen de gebiedsgerichte aanpak. Op dit moment zijn in alle 8 regio’s de voorbereidingen gaande voor het opstellen van gezamenlijke gebiedsprogramma’s van provincie en gemeenten. In de regio-overleggen worden gemeenten actief gestimuleerd het thema Jongeren en Alcohol op te nemen binnen de programma’s 2009-2010. In maart worden de gezamenlijke thema’s voor de periode 2009-2010 bestuurlijk bepaald. De planning is dat de gebiedsprogramma’s voor de zomervakantie door de college’s worden vastgesteld. De GGD heeft aangegeven het thema ‘preventieve aanpak alcoholmisbruik bij jongeren’actief in te willen brengen in het overleg met gemeenten. Het ligt in de bedoeling in het eerstvolgende reguliere overleg met gemeenten (was gepland in februari maar is uitgesteld) een presentatie te houden over het pilotproject Jongeren en Alcohol dat (met cofinanciering van de provincie) wordt uitgevoerd in de gemeenten Zuidhorn, De Marne en Winsum. Het belang van regionale afstemming van beleid en activiteiten wordt hierbij benadrukt alsook de afstemming tussen de verschillende regio’s. Motie 29 Aanpassing artikel 4.23 van de ontwerp omgevingsverordening Zie motie 24. Is verwerkt in tekst POP en verordening Motie 30
Onderzoek van de beleidsinstrumenten Provinciaal Landschap en Beschermd Landschap naar bruikbaarheid en effectiviteit voor het beschermen van Groninger landschappen Zie motie 24. Wij hebben dit onderzocht. Ons oordeel is niet gewijzigd Motie 31
Onderzoeken welke ruimtelijke variant van een verlengde lijn Stadskanaal - Ter Apel te prefereren is, teneinde die ruimte evt. te kunnen reserveren in POP III Zie motie 24. Resultaten van verkennend onderzoek naar haalbaarheid komen tijdig voor besluitvorming beschikbaar. Op basis daarvan zullen wij een nadere afweging te maken. Motie 32
Het gebruik van het verordeninginstrument c.s. waarmee de provinciale ruimtelijke belangen kunnen worden gewaarborgd Zie motie 24. Een informatiebijeenkomst is inmiddels gehouden op 11 februari 2009. Motie33 Wijziging subsidieverordening (balkenendenorm) De motie is nog in uitvoering. Wij zullen u zo spoedig mogelijk een voorstel doen toekomen. Motie 34 Structurele middelen voor St. Vertellus en het openluchtmuseum Het Hoogeland Wij hebben uitvoering gegeven aan deze motie. Stichting Vertellus is opgenomen in de cultuurnota 20092012. De subsidie aan het Openluchtmuseum Het Hoogeland is verhoogd. Ook deze ophoging is van de subsidie is verwerkt in de cultuurnota 2009-2012. De Cultuurnota 2009-2012 is op 6 januari 2009 door ons vastgesteld.
Ingediende moties en amendementen in 2008
339
Motie 35 Vrij toegankelijke cultuurvoorstellingen in de provincie Groningen In de prestatieafspraken die wij met de in de cultuurnota 2009-2012 opgenomen instellingen maken, wordt het verzoek opgenomen om minimaal eens per twee jaren een vrij toegankelijke cultuurvoorstelling te geven in de provincie Groningen. De prestatieafspraken met de in de cultuurnota opgenomen instelleningen worden in 2009 gemaakt. Motie 36 Dreigende sluiting Voedsel- en Warenautoriteit in de stad Groningen In SNN verband en in nauwe samenwerking tussen de gemeente Groningen en provincie voeren wij op een intensieve wijze een lobby , teneinde de VWA voor de stad Groningen te be h ouden. Er is een gerichte politieke lobby in gang gezet. Naar verwachting zal de 2e Kamer eind maart a.s. een besluit nemen in dezen. Motie 37 Criteria voor toekenning subsidies aan instellingen Wij voeren de komende maanden een verkenning uit naar voorbeelden elders in Nederland om te komen tot een praktisch en transparant raamwerk van criteria op basis waarvan subsidies aan instellingen worden verleend binnen de cultuurnota. Motie 38
Onderzoek naar de meest optimale vorm van samenwerking tussen publieke en private partijen Er is een "commissie van wijzen" gevraagd ter ondersteuning van de opdracht om te komen tot een optimale samenwerking tussen publieke en private partijen. Uw Staten zullen zoals toegezegd hierbij betrokken worden. Motie 39 Prestatieafspraken met Groninger Museum over historische collectie Groningen Wij maken prestatieafspraken met het Groninger Museum. Deze prestatieafspraken hebben betrekking op de totale collectie van het Groninger Museum waaronder de historische collectie. De prestatieafspraken worden in 2009 gemaakt. Motie 40
Blauwestad: termijn stellen in gemaakte afspraken rond het bouwen van 40 woningen De Ontwikkelingsmaatschappij Blauwe Stad BV/CV heeft toegezegd het voorjaar van 2009 te starten met de verkoop van de eerste fase van Het Dorp. Bij voldoende belangstelling start de bouw. Bij onvoldoende belangstelling zal niet op voorraad gebouwd gaan worden. Motie 41 Verdubbeling N33 In de vergadering van 10 december 2008 is een motie aangenomen die betrekking heeft op het gebruiken van eventuele financiële meevallers die ontstaan bij realisatie van de verdubbeling AssenZuidbroek voor de verdubbeling van het gedeelte Zuidbroek - Appingedam. Wij hebben tijdens deze vergadering aangegeven gaarne bereid te zijn de motie uit te voeren. Tabel 8.2: Overzicht aanvaarde en overgenomen amendementen in 2008 Nr
Fractie
Onderwerp
Datum
1
CDA
Cultuurnota
18 juni
2
CDA
Subsidiedrempel
18 juni
3
PvdA en D66
Verdubbeling N355 bij Noord- en Zuidhorn
23 april
4
PvdA, CDA, ChristenUnie
Verdeling € 100.000 voor oplossen knelpunten in culturele veld
10-dec
5
PvdA
Begrotingspost niet verlagen
10-dec
340
Ingediende moties en amendementen in 2008
Bijlage Single Information Single Audit
Bijlage Single information Single Audit
341
OCW
OCW
OCW
VROM
VROM
1 0A Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving 20052008 (GBKV )
1 1A Actie plan Cultuurbereik 20052008 (APCB)
12
Versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2005-2007 (CPO)
1 7A Uitkering Marsrouteplannen (Bibliotheken). Vernieuwingsimpuls middelen 20
Industrielawaai
2 2A Bodem sanering
Bekostigingsbesluit cu ltuuruitingen art 41 en 45 Ministeriële Regeli ng uitkeringen cultuurbereik 2005-2008
Bekostigingsbesluit cu ltuuruitingen art 41 en 45 Ministeriële Regeli ng uitkeringen cultuurbereik 2005-2008.
Provincies
Provincies en gemeenten
GBKV: a utonome bi jdragen provi ncies incl. bijdragen in samenwerking met gemeenten
In euro’s (het totaal van: het doo r de provincie zelf bestede bed ra g en het bedrag dat provincies samen met gemeenten hebben besteed)
Jaarlijks
GBKV: correctie over autonome bijdragen provincies incl. bijdragen in samenwerking met gemeenten voorga and jaar
In euro's
Jaarlijks
GBKV onbestede middelen van ontvangen rijksmiddelen t/m 2008.
In euro's
2008
APCB: eigen matchingsbijdrage gemeente/provin cie APCB: correcties over eigen bijdrage gemeen te/provincie voorga and jaar
In euro's
Jaarlijks
In euro's
Jaarlijks
APCB: onbestede middelen van ontvangen rijksmiddelen CP O: onbestede middel en van ontvangen rijksmiddelen t/m jaar t
In euro's
2008
In euro’s
2008
In euro’s
Jaarlijks
Bekostigingsbesluit cu ltuuruitingen art 41 en 45 Ministeriële Regeli ng uitkeringen cultuurbereik 2005-2008.
Gemeenten en provincies
Wet op het Specifiek Cultuurbeleid Bekostigingsbesluit cu ltuuruitingen
Gemeenten en provincies (rechtstre ekse ontvangers)
Besteed bedrag jaar t
Wet geluidhinder
Provincies
Besteed bedrag t.l.v. rijksmiddelen In euro’s (kolom 9) en t.l.v. overige middel en (kolom 11) Aantal afgeronde projecten waarbij In aantalle n een verklaring is dat de subsidievoorwaarden zijn nagekomen en de prestatie is geleverd.
Jaarlijks
Besteed bedrag Wbb
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag FES
In euro’s
Jaarlijks
Aantal saneringen (inclusief SEB)
In aantalle n
Na afloop van de programmaperio de Na afloop van de programmaperio de Na afloop van de programmaperio de Na afloop van de programmaperio de Na afloop van de programmaperio de
Wet bodembescherming (Wbb) B esluit financiële bepalingen bodemsanering, Regeling
Provincies en gemeenten
fin anciële bepalingen bodemsanering;
Aantal bodemonderzoeken (inclusief In aantalle n SEB) 2 In m² Aantal m gesaneerd oppervlak (inclusief S EB) 3 Aantal m gesaneerde grond (inclusief S EB) Aantal m 3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB) VROM
342
2 3A Externe veiligheid
Frequentie (jaarrekening) (B)
Toelichting pe r indicator (A)
Indicatoren (3)
Ontvanger (C)
Juridische grondslag (2)
Specifieke uitkering (1)
Nummer
Depa rtement OCW
Subsidieregeling programmafinanciering Externe Veiligheid (EV )beleid en andere overheden 2006-2010
Provincies
In m
3
In m 3
Jaarlijks
% budget t.b.v. in dienst nemen vast In % personeel EV.
Jaarlijks
Besteed bedrag t.l.v. EV
Jaarlijks
Bijlage Single information Single Audit
In euro’s
€ 99.873
€0
0 R
€ 391.343
€ 103.873
€ 404.242 €0
€ 619.253
€0
0
8 9,20%
€ 1.042.814
Bijlage Single information Single Audit R
R
R R
€ 34.396 R
€0 R
R
R
R
€ 4.927.264 R
€ 3.545.441
R
D1
D1
D1
D1
D1
D2
R
343
Aard Controle (16)
Toelichting afw ijking (15)
Overige (14)
Te verrekenen met de Provincie / Wgr (13)
Te verekenen m et het Rijk (1 2)
Overige besteding (11)
Bes te ed t.l.v. provinciale/Wgr middelen (10)
Besteed t.l.v. rijksmiddelen (9)
Overige ontvangsten (8)
Beschikking Rijk (7)
Beginstand jaar t (6 )
Realisatie (5)
Afspraak (4)
VROM
2 6A Subsidieregeling BANS Klim aatconvenant
Wet milieubeheer
Provincies en gemeenten
Frequentie (jaarrekening) (B)
Toelichting pe r indicator (A)
Indicatoren (3)
Ontvanger (C)
Juridische grondslag (2)
Specifieke uitkering (1)
Nummer
Depa rtement
(vervolg tabel)
Totaal cumulatief bestede In euro’s subsidiabele uitvoeringskosten tot en met j aar t (kolom 9) en eige n gemeentelijke bijdrage aan plan van aanpak (kolom 11)
Jaarlijks
Jaarlijks In aantalle n en toelichti ng afwijking indien sprake is van nieuwe, gewijzigde Verklaring van gemeente/ provincie 0f=n iet ll Na afloop van het dat plan van aanpak is gereali seerd 1 =wel gehele 2 =n iet gerealiseerd uitvoeringstraject. conform toekenningsbesluit. conform toekenningsbesluit it i l Besteed bedrag per activteit
Totaal aantal geplande projecten (volg ens plan van aa npak) en totaal afgeronde projecte n (realisatie) tot en met j aar t.
VROM
WWI
WWI
32
RijksCofinancieringsr Wet Ruimtelijke Ordening Besluit Ruimtelijke egeling INTERREG Ordening
3 7A Besluit Locatiegebonden 40
Tijdelijke subsidieregeling Energiebesparing voor huishoudens
Woningwet
Gemeenten, provincies en regionaal openbare Stadsregi o’s en provincies
Wet Mil ieubeheer
1 N.v.t. Besteed bedrag in jaar t
In euro’s In euro’s
Jaarlijks Jaarlijks
In euro’s In euro’s
2008 Jaarlijks
Totaal opbrengsten tot en met jaar t In euro’s (niet Rijk)
Jaarlijks
Besteed bedrag tot en met jaar t-1 Gemeenten en Totaal subsidiabele kosten t/m jaar gemeenschappelijk t. e regelingen
Verklaring gemeente / GR dat project is gerealiseerd conform toekenningbesluit
WWI
43D Investering stedelijke Wet Stedelijke vernieuwing (ISV)
VenW
4 9A Brede doeluitkering verkeer en vervoer
VenW VenW
344
51
Bijdrage hoofdvaarwegen 5 2A Regionale mobiliteitsfondsen
Wet BDU Verkeer en Vervoer, art 10
0 =n iet Na afloop project 1 =wel (selecteer uit periode lijst)
Provincies (rechtstre ekse ontvanger)
Eindsaldo ISV (na afloop periode II) In euro’s Totaal investeringsbedrag IS V II, In euro’s verdee ld over niet-rechtstreekse gemeenten
2010 Jaarlijks
Provincies en Wgrplus-regio’s
Eindsaldo/-reserve ri ng vorig jaar
In euro’s
Jaarlijks
Toegerekende rente Ontvangen BDU-bijdrage VenW Terugbetaling door d erden vanuit BDU-bijdrage verstrekte middelen Bestedingen Co rrectie over bestedingen voorga and jaar Eindsaldo/-reserve ri ng lopend jaar Individuele bestedingen die meer dan 20% van totaal ontvangen BDU bedragen
In euro’s In euro’s In euro’s
Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks
In euro’s In euro’s
Jaarlijks Jaarlijks
In euro’s In euro’s
Jaarlijks Jaarlijks
Bijdrage Hoofdvaarwegen Provincies
Besteed bedrag jaart t
In euro's
Jaarlijks
Regiona le mobiliteitsfondsen
Beginsaldo jaa r t
In euro's
Jaarlijks
Do tatie regio in jaar t Do tatie rijk in jaar t Re nte-opbrengst jaar t Totale onttrekking aan het fonds (besteding, geen onderscheid rijkregio).
In In In In
euro's euro's euro's euro's
Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks
Eindsaldo jaar t
In euro's
Jaarlijks
Provincies en stadsregio’s
Bijlage Single information Single Audit
€ 1.063.329
30 €0 R
30 N.v.t. R
1 N.v.t. D1
€0 € 4.300.990 R R
€ 5.995.861 R
€ 889.676 R
€ 371.285 R
1 R
€0
€ 5.085.066
€ 76.561.849
€ 62.334.000
€ 3.062.474
€ 13.747
€ 47 .800.442
Bijlage Single information Single Audit
R R
R
R R R
€0
R R
€ 94.171.628
R
345
Aard Controle (16)
Toelichting afw ijking (15)
Overige (14)
Te verrekenen met de Provincie / Wgr (13)
Te verekenen m et het Rijk (1 2)
Overige besteding (11)
Bes te ed t.l.v. provinciale/Wgr middelen (10)
Besteed t.l.v. rijksmiddelen (9)
Overige ontvangsten (8)
Beschikking Rijk (7)
Beginstand jaar t (6 )
Realisatie (5)
Afspraak (4)
JenG
346
79
Breedtesportimpuls
Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten
Frequentie (jaarrekening) (B)
Toelichting pe r indicator (A)
Indicatoren (3)
Ontvanger (C)
71
Juridische grondslag (2)
Nummer
VWS
Specifieke uitkering (1)
Depa rtement
(vervolg tabel)
Totale uitgaven in jaar t van Rijks-, In euro’s provi nciale-, gemeentelijke middelen en bijdragen van derden. Uitsplitsing naar herkomst mid delen is niet nodig
Jaarlijks
Totale uitgaven tot en met jaar t-1 van Rijks-, provi nciale-, gemeentelijke midde len en bijdragen van derden. Uitsplitsing naar herkomst mid delen is niet nodig
In euro’s
Jaarlijks
Provincies en Wet op de jeugdzorg (artikel 37) Tijdelijk besluit stadsregio’s uitkeringen jeugdzorg
(v) Onder toezichtstelling (OTS ) , 1 jaar
Aantallen
Jaarlijks
Regeli ng bekostiging jeugdzorg
(OTS) overig
Aantallen
Jaarlijks
Voorlopige voogdij Voogdij Jeugdreclassering Samenloop Individuele Traject Begeleiding (ITB) harde kern ITB Criem Scholing- en trainingsprogramma's (STP) Besteed bedrag aan stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel justiti etaken
Aantallen Aantallen Aantallen Aantallen Aantallen
Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks
Aantallen Aantallen
Jaarlijks Jaarlijks
In euro’s
Jaarlijks
Besteed bedrag aan stichting, die In euro’s een bureau jeugdzorg in stand houdt - deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg
Jaarlijks
Besteed bedrag aan zorgaanbod Aantal aanmeldingen aan he t LBIO jaar t-2 door bureau jeugdzorg Aantal afmeldingen aan het LBIO jaar t-2 door bureau jeugdzorg Omvang egalisatiereserve jeugdzorg per 31 december jaat t
In euro’s In aantalle n
Jaarlijks Jaarlijks
In aantalle n
Jaarlijks
In euro’s
Jaarlijks
Stimuleringsregeling breedtesport
Provincies en gemeenten
Bijlage Single information Single Audit
€ 102.143 R
€ 453.780 R
303 D1
372 D1
17 191 357 45 137 D1 D1 D1 D1 D1
80 0 D1 D1
€ 7.165.230 R
€ 8.347.721 R
€ 23 .619.509
0 R D2
0 D2
€ 2.275.848
Bijlage Single information Single Audit R
347
Aard Controle (16)
Toelichting afw ijking (15)
Overige (14)
Te verrekenen met de Provincie / Wgr (13)
Te verekenen m et het Rijk (1 2)
Overige besteding (11)
Bes te ed t.l.v. provinciale/Wgr middelen (10)
Besteed t.l.v. rijksmiddelen (9)
Overige ontvangsten (8)
Beschikking Rijk (7)
Beginstand jaar t (6 )
Realisatie (5)
Afspraak (4)
348
Bijlage Single information Single Audit
Accountantsverklaring Door Ernst & Young accountants is een concept accountantsverklaring afgegeven. Bij het opstellen van de Programmarekening 2008 was de definitieve accountantsverklaring nog niet voor publicatie beschikbaar. De definitieve accountantsverklaring zal op verzoek worden nagezonden.
Accountantsverklaring
349
350
Accountantsverklaring
Vaststelling Provinciale Staten Aldus vastgesteld door de Staten van de Provincie Groningen in hun vergadering van 27 mei 2009.
Vaststelling Staten
351
352
Vaststelling Staten
Afkortingenlijst AB AGO AIP AKP AMK ANOG AO ARBO AV AVA AVV AWBZ AZC
Algemeen Bestuur Actieplan Gebouwde Omgeving Archeologisch Informatiepunt Apparaatskosten Personeel Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen Administratieve Organisatie Arbeidsomstandigheden Algemene Vergadering Algemene Vergadering van Aandeelhouders Adviesdienst Verkeer en Vervoer Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Asielzoekerscentrum
B&O-plan B&W B-AKWA BAN BANN BANS BAON BAONN BBL BBP BBV BCF BDU BIP BJZ BKK BLOW BLS BNG BOA BOK BOS BRIM BRO BRZO BSB BSR BTO BTI BTW BUS BV BWK BZK
Beheer- en Ontwikkelingsplan Burgemeester en Wethouders Beleidsanalyse Kwantitatief Waterbeheer Bestuursacademie Nederland (na fusie BAONN en Bestuursacademie West-Nederland) Bestuursacademie Noord-Nederland Bestuursakkoord Nieuwe Stijl Bestuursacademie Oost-Nederland Bestuursacademie Oost- en Noord-Nederland (na fusie BANN en BAON) Bureau Beheer Landbouwgronden Bodembeheerplan Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten BTW-compensatiefonds Brede Doeluitkering Beheer- en Inrichtingsplan Bureau Jeugdzorg Bodemkwaliteitskaart Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie Besluit Locatiegebonden Subsidies Bank Nederlandse Gemeenten Bureau Ontwikkeling Arbeidsmarktprojecten Bestuursovereenkomst Buurt, Onderwijs en Sport Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten Besluit op de Ruimtelijke Ordening Besluit Risico's Zware Ongevallen Bodemsanering in gebruik zijnde Bedrijventerreinen Baltic Sea Region Bedrijfstakoverleg Beheer Technische Infrastructuur Belasting Toegevoegde Waarde Besluit Uniforme Saneringen Besloten Vennootschap Beheer Wegen en Kanalen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ministerie)
c.a. CAO CB CBS CDA CdK/CvdK CIS CMO
cum annexis (met bijlagen) Collectieve Arbeidsovereenkomst Commissie Bestemmingsplannen Centraal Bureau voor de Statistiek Christen Democratisch Appèl commissaris van de koningin Culturele Infrastructuur Stad Groningen Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (v/h POZW en SPRONG)
Afkortingenlijst
353
CO2 COA COS Costa Due CPMR CV CWI
kooldioxide Centrale Orgaan opvang Asielzoekers Centrum voor internationale (Ontwikkelings)samenwerking Concrete stappen naar een duurzame Eemsmond Conference of Peripheral Maritime Regions of Europe Commanditaire Vennootschap Centrum voor Werk en Inkomen
D66 DLG DWK
Democraten 66 Dienst Landelijk Gebied (voormalige) Dienst Wegen en Kanalen
ECB ECG EDR EFRO EHS EMU EPBD EPC EPL ESD ESF ESFI EU EV EVC EZ
Europese Centrale Bank Energieconvenant Groningen Eems-Dollard Regio Europees Fonds Regionale Ontwikkeling Ecologische Hoofdstructuur Europese Monetaire Unie Energy Performance Building Directive Energieprestatiecoëfficiënt Energieprestatie op Locatie Elektroschmelzwerk Delfzijl Europees Sociaal Fonds Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (reserve) Europese Unie Externe Veiligheid Erkenning Verworven Competenties Economische Zaken
F&C FES FIDO FPU fte FUWAPROV FVW
Financiën en Control (afdeling) Fonds Economische Structuurversterking Financiering Decentrale Overheden (wet) Flexibel Pensioen en Uittreden fulltime-equivalent FunctieWaarderingssysteem Provincie Financiële Verhoudingswet
G6 GAE GAVA GBL GCA GDU GEMM GGD GGOR ggz GGz GIOS GIS GLB GPO GR GREX GROWABO GS GSP GT GWH
Delfzijl, Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal, Veendam en Winschoten Groningen Airport Eelde Groninger Audiovisueel Archief Groninger Bedrijfslocaties (stichting) Gronings Centrum voor Amateurtheater Gebundelde Doeluitkering Grondexploitatiemaatschappij Meerstad Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime geestelijke gezondheidszorg (Stichting) Geestelijke Gezondheidszorg(-cliëntenplatform Groningen) Groen In en Om de Stad Geografisch Informatiesysteem Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Groninger Promotie Overleg Gemeenschappelijke Regeling Grondexploitatie Groninger Waterschapsbond Gedeputeerde Staten Groningen Seaports Grand Theatre Grondwaterheffing
354
Afkortingenlijst
H2I(2) HAK Halt hbo HOV HP HRe HSB HST HUP HvdS
(Actualisering) beleidsnota Herijking Investeringsniveau Infrastructuur Herinrichting met een administratief karakter Het alternatief hoger beroepsonderwijs Hoogwaardig Openbaar Vervoer Handhavingsprogramma Hoog Rendement elektriciteit Houderschapsbelasting Hogesnelheidstrein Handhavingsuitvoeringsprogramma Huis voor de Sport
IAG IBG IBW ICES ICT IDV IFHP IKAP ILG IMR IND INLIA Interreg IOM IPO IPPC IPR ISM ISP ISV IVAK Ivb IVN IVS IZA IZR
Innovatief Actieprogramma Groningen Informatie Beheer Groep Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking Informatie- en Communicatietechnologie Interimregeling Duurzaam Veilig International Federation for Housing and Planning Individuele Keuzemogelijkheden Arbeidsvoorwaarden Provincies Investeringsbudget Landelijk Gebied Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening Immigratie- en Naturalisatiedienst Internationaal Netwerk aan Lokale Initiatieven ten behoeve van Asielzoekers Interregionaal Internationale Organisatie ter beheersing van Migratie Interprovinciaal Overleg Integrated Pollution Prevention and Control Investeringspremie voor Regionale projecten Instituut Service Management Integraal Structuurplan Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Instituut Voor Amateuristische Kunstbeoefening Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer Instituut voor Natuurbeschermingseducatie Informatie- en Volgsysteem Scheepvaart Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren Interprovinciale Ziektekostenregeling
KB KC KLIC KPGRV KpVV KRW KvK
Kanaalbeheer (afdeling) Kleine Commissie Kabel- en Leidingeninformatiecentrum Koninklijk Provinciaal Groninger Rederijkersverbond Kennisplatform Verkeer en Vervoer Kaderrichtlijn Water Kamer van Koophandel
LAG LAP LBIO LEADER
Leader Actiegroep Landelijk Afvalbeheersplan Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen Liaisons Entre Actions de Développement de l'Économie Rurale (EC: samenwerking voor plattelandsontwikkeling) Light Emitting Diode Limburgse ontwikkelingsmaatschappij Landelijk Meldpunt Afvalstoffen Liquified Natural Gas Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ministerie) Liquified Petroleum Gas Land- en Tuinbouworganisatie Leren voor Duurzame Ontwikkeling
LED LIOF LMA LNG LNV LPG LTO LvDO
Afkortingenlijst
355
lvg
licht verstandelijk gehandicapten
M&O Misbruik & Oneigenlijk gebruik mbo middelbaar beroepsonderwijs MDO Multidisciplinair Oefenplatform MER Milieueffectrapport(age) MERA Milieu, Energie en Recycling van Afvalstoffen MIP Meerjaren Investeringsprogramma MIT Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport MJP Meerjarenprogramma MK12 Martinikerkhof 12 MKB Midden- en Kleinbedrijf MLA Micro Light Aeroplanes MOgroep Maatschappelijk Ondernemers groep (brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang) m.r.b. motorrijtuigenbelasting MT Managementteam MTZ Milieutoezicht (afdeling) MURA Muskusrattenbestrijding MusIP Museum Inventarisatie Project MW MegaWatt NAD NAM NAVOS Nastort NB NBP NEN NHI NIB NIROV NITG NL NMa NME NMP NOA NOM NS NSC NV
Noordelijk Archeologisch Depot Noordelijke Aardolie Maatschappij Nazorg Voormalige Stortplaatsen Nader onderzoek stortplaatsen Natuurbescherming Natuurbeleidsplan Nederlandse Norm Nieuwe Hanze Interregio Nationale Investeringsbank Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen Nationaal Landschap Nederlandse Mededingingsautoriteit Natuur- en Milieueducatie Nationaal Milieubeleidsplan Noordelijke Ontwikkelingsas Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij Nederlandse Spoorwegen North Sea Commission Naamloze Vennootschap
OCW OGGz OM OMD OOV OP OV OVA OVMG
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ministerie) Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Openbaar Ministerie Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl Openbare Orde en Veiligheid Operationeel Programma Openbaar Vervoer Overheidsbijdrage voor de Arbeidskostenontwikkeling (Stichting) Oorlogs- en Verzetsmateriaal Groningen
P&O P+R PAC PAF PCCV PCWM
Personeel & Organisatie (afdeling) Parkeer en Reis Provinciaal Actiecentrum Provinciaal Accomodatiefonds Provinciaal Commandocentrum Civiele Verdediging Provinciale Commissie Water en Milieu
356
Afkortingenlijst
PG PKB PLG PMJP PMV POG POP PPC PPO PRVMD PS PvdA PvhN
Programmabegroting Planologische Kernbeslissing Programma Landelijk Gebied Provinciaal Meerjarenprogramma Provinciale Milieuverordening Provinciale Omgevingscommissie Groningen of Provinciale commissie voor het Omgevingsbeleid Provinciaal Omgevingsplan Provinciale Planologische Commissie Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Dienstverlening Provinciale Staten Partij van de Arbeid Partij voor het Noorden
RBML RBT RCN RCP RCW REGIWA RHC RMC RO ROC ROL ROM ROOS RPC RTV Noord RuG/RUG RWSR
Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens Regionaal Beleidsteam Regionale Creatieve Netwerken Regionale Cultuurplannen Regionaal College Waddengebied Regeling Integraal Waterbeheer Regionaal Historisch Centrum Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Ruimtelijke Ordening Regionaal Opleidingscentrum Regeling Onderhoudsovereenkomsten Landschapselementen Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (Stichting) Regionale Omroep Overleg en Samenwerking Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Radio en TV Noord Rijksuniversiteit Groningen Regionale WaterSysteemRapportage
SAKO SAMO SBB SDV SEAN SEM SepH SEV SMB SN SNN SOK SP SPARC STA STAR STOV STOWA SZW
Samenwerkende Korenorganisaties Samenwerkende Muziekorganisaties Staatsbosbeheer Stads- en Dorpsvernieuwing Sociaal-economische Adviesraad Noord-Nederland Staal, Elektro en Materieel Servicepunt Handhaving Sociaal-economische vitalisering Strategische Milieubeoordeling Subsidieregeling Natuurbeheer Samenwerkingsverband Noord-Nederland Samenwerkingsovereenkomst Socialistische Partij Strategic Partnerships in River Corridors Stichting Amateurdans Stichting Museumspoorlijn Stadskanaal Rail Stadsgewestelijk Openbaar Vervoer Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ministerie)
TELI THD TIPP TNO TSN
Tijdelijke subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lagere Inkomens Telefonische Hulpdienst Tender Investeringsprogramma Provincies (Nederlandse organisatie voor )Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek Topsport Steunpunt Noord
UAF UWV
Universitair Asyl Fonds Uitvoering WerknemersVerzekeringen
Afkortingenlijst
357
VAT VGD VGG VHR VJN VKDG vmbo VNG VNO-NCW vo VOF VONPG VR VROM VVB VVD VVV VWS
Value Added Tax Vereniging Groninger Dorpen Vereniging van Groninger Gemeenten Vogel- en Habitatrichtlijn Voorjaarsnota Vereniging Kleine Dorpen Groningen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Vereniging van Nederlandse Gemeenten Verbond van Nederlandse Ondernemers - Nederlands Christelijk Werkgeversverbond voortgezet onderwijs vennootschap onder firma Vereniging tot Ondersteuning van Noodopvang dakloze vreemdelingen in de Provincie Groningen Veiligheidsrapport Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening Milieubeheer (ministerie) Verkeer- en Vervoerberaad Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Vereniging Vreemdelingenverkeer Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ministerie)
Wabo Wav WB Wbb WbG WfZ Wgh Whvbz WILG WKK Wm WMO WOP Wro WRO
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet ammoniak en veehouderij Wegbeheer (afdeling) Wet bodembescherming Waterbedrijf Groningen Waarborgfonds voor de Zorgsector Wet geluidhinder Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Wet investeringsbudget landelijk gebied Warmtekrachtkoppeling Wet milieubeheer Wet Maatschappelijke Ondersteuning Waterbouwkundige Onderhoudsploeg Wet ruimtelijke ordening (nieuw) Wet op de Ruimtelijke Ordening
ZPG ZVW ZZL
Zuiveringsbeheer Provincie Groningen Zorgverzekeringswet Zuiderzeelijn
358
Afkortingenlijst
Relaties tussen programma’s, thema’s en productgroepen Programmarekening Omschrijving thema's
Productrekening Omschrijving productgroepen
productgroep
Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale Bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen
7001 7002 7103 7106 7107 7108 7109 7201
landbouw
Landbouw
7302
recreatie en toerisme
Toerisme en recreatie Toeristische promotie
6101 7003
Regionale planning Gemeentelijke plannen Bouwen en wonen
9101 9102 9201
Technische infrastructuur
9103
Natuur en Landschap
6205
Water (ILG) Toerisme en recreatie (ILG) Natuur (ILG) Landschap en cultuurhistorie (ILG) Landbouw en landinrichting (ILG) Sociaal economische vitalisering (ILG)
4002 6102 6203 6204 7303 9105
Mobiliteitsbeleid Luchtvaartvervoer Collectief personenvervoer
3001 3401 3402
(Re)constructie wegen en fietspaden Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid (Re)constructie waterwegen Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer overige vaarwegen Onderhoud en beheer schutsluis Lauwersoog Herstel schade als gevolg van bodemdaling
3101 3102 3103 3301 3302 3303 3304 3305
1. Ondernemend Groningen bedrijvigheid
2. Wonen ruimtelijke ontwikkeling
technische infrastructuur 3. Karakteristiek Groningen natuur en landschap programma landelijk gebied
4. Bereikbaar Groningen mobiliteit
infrastructuur
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
359
5. Schoon/veilig Groningen water
Water Waterschapsaangelegenheden Muskusrattenbestrijding Kwantitatief waterbeheer
4001 4101 4201 4301
milieu
Milieu (algemeen) Bodemsanering Afval Vergunningenverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen
5003 5201 5202 5501 5502 5601
risicobeleid/veiligheid
Openbare orde en veiligheid
2001
Uitvoering POP/gebiedsgericht werken
9104
Ontwikkeling Welzijnbeleid Studiefonds Onderwijsbeleid Sport
8001 8101 8102 8201
sociaal beleid
Asielzoekers Zorg en hulpverlening Wonen welzijn zorg kwetsbare groepen
8005 8602 8701
jeugdzorg
Jeugdhulpverlening
8801
cultuur, media en erfgoed
Media Creatieve netwerken Het verhaal van Groningen Dynamiek in de kunst van stad en regio Bibliotheekwerk
8003 8310 8311 8312 8401
Ondersteuning Provinciale Staten
1001
overige bestuursorganen
Ondersteuning Gedeputeerde Staten Kabinetszaken
1101 1201
bestuurlijke samenwerking
Bestuurlijke organisatie Financieel toezicht op gemeenten Uitvoering van wettelijke regelingen Bestuurlijke samenwerking Algemeen Bestuurlijk
1301 1401 1501 1601 1605
communicatie
Communicatie Representatie/relatiemanagement
1603 1604
6. Gebiedsgericht POP / gebiedsgericht
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur welzijn
8. Bestuur Provinciale Staten
360
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
9. Interne organisatie/Bedrijfsvoering .bedrijfsvoering
10. Overzicht algemene middelen financiering en algemene dekkingsmiddelen
Voorzieningen personeel Diensten voor derden Verhuur gebouwen Diverse baten en lasten
1602 1701 1702 1799
Geldleningen en uitzettingen korter dan 1 jaar Geldleningen en uitzettingen langer dan 1 jaar Algemene uitkering provinciefonds Eigen middelen Deelnemingen Algemene baten en lasten / onvoorzien Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves
0010 0110 0200 0310 0410 0500 0600 0800
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
361