Prijs : 0.50 fr. HUMORISTISCH
WEEKBLAD - 3eJaargang - Nr. 42
15 Feb. 1934
2
KOEKOEK
Schoonheid in deugd
In memoriam
Er eUm menschen die ln alles en altüd 't klein beestje moeten zoeken. Dat is een tweede natuur en een ongeneeslüke ziekte. Zoo is er een triestig lollekesheer dit het pjeeierig gevonden heeft een lijstje op te maken van de schoonheidiskoningininen en na te gaan wat er, na hun kroning van die lieve schepsels geworden ls. Miss Engeland 1923 werd aangehouden voor diefstal in een magazijn. Miss Suaanne, (Nancy), idem voor engeltjesmakerü. Miss Winnie (Amerika) wordt ter dood veroordeeld voor moord op twee vriendinnen. Miss Agnès Souret (Bayonne) krijgt op haar beurt een eitje te pellen met de heeren in toga. Een andere koningin maakte te Nice haar echtgenoot een kopje kleiner. Miss 1930. bewerkt haar zoetelief met de schaar. Miss Georgette richt iets uit in denzelfden aard, hetgeen haar 20 jaar bagno kost. Een volgende brengt zich om het leven uit armoe. En nog een volgende eindigt haar dagen in een lazaret voor melaatschen. IJdelheid der IJdelheden, aXes ls üdsüheid! zong reeds de Ecolesiast, ln den tijd dat er van schoonheidskoninginnen waarschijnlijk nog geen sprake was. Deze spreuk is helaas,! maar al te waar! Bn niet alleen met betrekking op de malsche kienen van duizend weken. Zelfs de deugd ontsnapt er niet aan. Iedereen kent de droeve (historie van «Ie Rosier de Madame Husson» door Guy de Maupassant, alsook het geval dan van dienen kleine, rekordhouder van 't gioed gedrag en winnaar van den zedelükheidsprüskaimp, die onlangs in een Waalsche stad gesnapt werd voor speciale kamergymnastiek in gezelschap van een dozijn bejaarde heeren. Als die schoonheid en de deugd gedoemd zijn om zulk een verloop te nemen, dan vraagt men zich af of het nog niet beter is van in alles den middenweg te bewonderen. En of dszsn die, zooals wü, minder of meer achter de deur gestaan hebben toen de schoonheid en de deugd uitgedeeld werden, niet de gelukkigste zijn. Als wij moeten vallen, dan zal het tenminste niet van heel hoog zün. en wrj zullen er geen gevaar bij loopen onzen nek en onze relatieve deugdzaamheid te verstuiken.
Het Anno Saneto, bijgenaamd «Het .xïilig Jaar», waarvan iedereen de wonderlijke uitwerking op den algemeenen gang van zaken heeft kunnen .'aststellen, is zoogoed als van de planken. Op Zondag 2 April is 't definitief schuif. Zoodat het jaar van ekonomisclien bloei en internationalen vrede, dat we komen te beleven, helaas weldra tot het verleden zal behooren. Geen bloemen noch kronen.
M. MARCK Ge k e n t M. Marck, de krlstend'emokratische volksvertegenwoordiger v a n A n t w e r p e n , die i n de politiek v a n o n s l a n d — i n 't bijzonder de V l a a m s c h e kwestie — soms een luidruchtige rol h e e f t gespeeld e n zich daarbij i n elf v a n de tien gevallen als braven kristen demokraat wist te g e d r a g e n . Het is t o e k o m e n d e week zijn beurt o m in o n z e galferij v a n beroemde e n beruchte m a n n e n te komen.
1
Mededeel.ng E e n a a n t a l dagbladen h e b b e n ln de l a a t s t e d a g e n h n n lezers een d a t u m m e d e g e d e e l d , waarop h e t zomeruur weer i n v o e g e zou treden. W e r a d e n e l k e e n tot voorzichtigheid a a n ! Zoolang «Koekoek» n i e t officieel m e l d t , d a t ge u w horloge e e n uur voor- of achteruit m o e t stellen, zult ge goed doen v a n pijkens t e gebaren.
De equilibrist van de opera Kroll,
HUMORISTISCH WEEKBLAD van VOORUIT Redaktie : 64, St. Pietersnieuwstraat, Gent — Telefoon 157.40
Abonnement i Jaar fr. 85.U Abonnement maanden r. 12.50 Abonnement » maanden fr. 6.2S Postcheekrekening «Het l.lfht» n. 5673S
Onz e
galerij
Verschijnt den Donderdag — 0.50 fr. per nummer Nummer 42 - Derde Jaargang - 15 Februari 1934
van b e r o e m d e
Franz
en
beruchte
mannen
Fisch e r
vraagt. De moeilijkheid met hem Fischer kende ze natuurlijk. De Ik ben eens met Frans Fischer is uw vraag te plaatsen; maar eens laatste mop moet gij uit zijn mond gewandeld van de Beurs naar het zoo ver belooft hij u al wat ge vernemen. Waar hij ze vandaan de Brouckèreplein, — als men wilt en nog veel meer. Dat hij het haalt is een raadsel. Het kan niet wandelen mag noemen, wat eermeerendeel van die beloften veranders of hij moet er een groot der op een steeple chase geleek. geet is niet zijn schuld, maar die deel zelf uitvinden. Ge kunt hem We werden namelijk aangeklampt van zijn vrienden. Als ge alle daniet ontmoeten of hij weet er een door juist geteld zeven en dertig gen door zeven en dertig personen nieuwe. Het merkwaardige is echpersonen. wordt gesolliciteerd, verdrijft de ter niet de onuitputtelijke voorDe eerste had iets te vragen aan eene belofte de andere. Ware het raad waarover hij blijkt te beschikden volksvertegenwoordiger, een zoo niet, zijn hoofd zou er spoeken, maar het onvergelijkelijk tavolgende drukte de hand van den dig door barsten en dat ware jamtent waarmede hij de droogste mop schepen, de derde had iets voor mer. weet op te luisteren bij het verhet gemeenteraadslid, de volgende tellen. Het is meer dan talent, het Het vrouwvolk zal het daarover sprak hem aan in. zijn hoedanigis bijna genie. met mij eens zijn. Het hoofd van heid van voorzitter van den BelFischer is een zeer eigenaardig Ik heb mij dikwijls afgevraagd gischen Persbond, nog een ander hoofd. Dat onze lezeressen hun of die uitzonderlijke vaardigheid hield hem staan op grond van het hart vast houden als zij er naar aangeboren was of aangekweekt. feit dat zij samen zetelen in den kijken, want als wij zijn vrienden Beide veronderstellingen zijn even Hoogeren Raad van het Belgischmogen gelooven is het juist te danwaarschijnlijk; misschien zijn ze Luxemburgsch Ekonomisch Verken aan het feit dat hij een ander alle twee waar. Dat vertellerstalent bond, er volgden toen nog kollega's soort schoonheid vertegenwoordigt is voor Fischer het natuurlijk vervan Fischer uit den Hoogeren Raad dan die van Adonis, dat hij zijn dedigingsmiddel geworden tegen voor het Technisch Onderwijs, uit sukses heeft te danken bij het de ontembare zagemannen die den Hoogeren Arbeidersraad; een schoone geslacht. hem komen spreken te pas en ten van de laatsten geloof ik hield Fisonpas over aangelegenheden in Voor ons mannen komt de bekocher staan in zijn hoedanigheid verband met de vele officieele ring die van Fischer uitgaat niet van voorzitter van de Muziekschool posten die hij bekleedt. Het moet van buiten, maar van binnen. van Schaarbeek-St. Joost. We zijn een rappe vogel zijn die Fischer Weinig menschen bezitten een dan gauw een herberg binnen gekomt spreken in zijn hoedanigheid geest zoo sprankelend als de zijne. gaan om ten minste gedurende vijf van Beheerder van den SchaarZijn hoofd zit als volgepropt met minuten rustig te kunnen vraten beekschen Haard, Kwestor der Kadenkbeelden allerhande. En als hij over de aangelegenheid die mij mer van Volksverteaenwoordiaers aan het spreken gaat is het of de naar hem had toegevoerd. Maar of Voorzitter van L'Echo du Peugedachten elkaar verdringen om dat ook bleek een ijdele taktiek, vle en tijd krijgt r - t zijn aanae- ' aan het licht te treden. Dat belet thn.nt d» ei>rx*K klant dip va ons uiteen te zetten. Fishem niet aan elke gedachte een binnen kwam was een nieuwe ken ' ' legenheid scher neemt onmiddellijk zelf de snedige formuleering te geven. En nis van Fischer. Ik weet niet ten leiding van het gesvrek en houdt beschikt hij niet over het spraakwelken titel. Misschien had hü zoolang het woord tot den bezoeorgaan dat bij de schranderheid niets te doen met de officieele ker vergeten heeft waarvoor hü aevan zijn verstand zou passen, toch posten die Fischer bekleedt en was komen is en weaaaat al srhoklabehoort hij tot de sprekers waardeze man eenvoudig een van de chende over de Jodenvertelsels of naar men het liefst luistert. Zijn vele bronnen waaraan Fischer ziin de min of meer gezouten movven stem draagt niet ver en gaat vereindelooze reeks vertelsels put: die Fischer hem heeft voorpetapt. loren voor de achterste riien in een want de eerste woorden van den groote verpadering; daarom is hij man. nog voor hij dacht aan Dat men daaruit nu niet pa afhet best als causeur en dan kungroeten, waren: — Awcl; kent ge leiden dat onze vriend niet gediennen zijn toehoorders uren naaf stig zou zijn voor wie hem iets de laatste? 1
KOEKOEK hem luisteren zonder moe te worden. In het Parlement is hij een voorbeeld: hij spreekt weinig; zijn tusschenkomsten bepalen zich over 't algemeen bij onderbrekingen die luimig of ironisch als zooveel lichtflitsen zijn in het debat. Hij kan ook heftig worden maar nooit boosaardig, omdat de fundamenteele goedheid van zijn karakter zoo hecht is, dat zij door de felste opwinding niet kan verraden worden. Eenmaal heeft de voorzitter last met hem gehad; dat was twee weken geleden, toen een minister tijdens het debat over den geldmuur het Parlement op flesschen wilde trekken en Fischer's gemoed in opstand kioam tegen een al te brutale krenking van de waarheid. — Het is gelogen, riep hij uit, gelogen en als ge mij tot de orde roept, Mijnheer de Voorzitter, dan nog zal ik zeggen; het is gelogen. Zoo worden de makste honden woest als zij al te erg worden gesard. Gewoonlijk zijn Fischer's tusschenkomsten in het debat van meer peiselijken aard. Hij spreekt dan op den zakelijken toon die er niet op berekend is om met oratorische effekten indruk te maken, maar wil treffen door de' juistheid van de argumenten en de logika van het betoog. Als een kwestie gedurende twee dagen is besproken geworden gebeurt het nog dat Fischer voor vijf minuten het woord vraagt om de dingen te zeggen waar noa niemand heeft aan gedacht en die een gansch nieuw licht werpen op het onderwerp. Als men hem hoort krijgt men onmiddellijk den indruk dat hier iemand aan het woord is met een ontzaglijke ervaring en die maar spreekt na met den geest tot de kern van het onderwerp te zijn doorgedrongen. Als hij iemand had om behoorlijk zijn das te knoopen zou hij op de ministerbank een goed figuur maken, want wat voorzitter Poncelet er ook over denke men mist in de reaeering menschen die hun stiel hebben geleerd in de gemeentepolitiek. Dat hij voor de funktie is opneivassen is heeft hü bewezen te Schaarbeek, waar hij op schitterende wijze de taak heeft voortgezet van Louis Bertrand en door een vooruitziende urbanisatiepólitiek de gemeente heeft weten ov te voeren tot den vijfden rang in t' land, wat het bevolkingscijfer betreft. In opzicht van sociale hervormingen is Schaarbeek zelfs de meeste andere socialistische gemeenten voor geweest. De Schaarbeeksche arbeidersklasse heeft hem daarvoor herhaaldelijk hulde gebracht en zulks op schitterende wiïze verleden iaar, toen hij zijn vüf en twintigjarig jubileum vierde als schepen en zijn veertigjarig jubileum van militant in dienst van de socialistische ge-
dachte. In den loop van die veeris al boter aan de galg geweest, tig jaar heeft hij onschatbare want de gedachten borrelen bij diensten bewezen aan de partij, als hem zoo onstuimig op dat zelfs spreker, als mandataris en als een schrijfmachine ze niet kan bijjournalist; want ik mag het niet houden en zijn machineschrift als vergeten dat Fischer een van de 't ware nog onduidelijker is dan schitterendste pennen voert in de zijn handschrift. redaktie van «Le Peuple». De zetAls laatste toets aan dit portret ters zullen het daarover met mij wil ik hier nog aan toevoegen terwaarschijnlijk niet eens zijn. Ik zie wille van de volledigheid en de naar de innerlijke schittering, zij waarheid, dat Fischer zijn haar zien alleen het uiterlijke en die kamt met den pikkel van een tafel laat soms veel te wenschen over. I en dat hij als schepene van den Gelijk de artikels van Huysmans burgerlijken stand eens voor de zouden die van Fischer eerst dietrouwers is verschenen met een nen over geschreven om te kunnen zwarten en een bruinen bottien gelezen worden. Men heeft geaan; maar dat zal hem stellig in meend deze netelige kwestie te de oogen van de Koekoeklezers en kunnen oplossen; door hem een -lezeressen niet minder sympaschrijfmachine te geven; maar het thiek maken.
HET BAL I N DE M U N T DE KRISIS VRIJWEL WEGGEDANST De Maden hebben reeds gemeld dat j vroeg zidh af welke portefeuille hij het karn&valbal in den Muntschouwdezen onschuldigen knaap nu h a d beburg, sinds lang niet meer zulk sukses loofd om hem zoo gemakkelijk mee te heeft gekend als verleden Zaterdag. krijgen. Dank zy de wijze raadgevingen geEen plezant nummer was dat gegeven door de «Iridépendance Beige», leverd door den heer Tschoffen die die na het Hofbal heeft bewezen dat samen met den heer De Vleesdhouwer de krisis alleen door flinke deelname een giraf verbeeldde. De h . De a a n alle mogelijke bals kon weggeVleeschouwer vormde het achterlijk, danet worden, hebben de parlementsde h . Tschoffen den kop van het dier. leden eindelijk h u n plicht begrepen. De gelijkenis was bijzonder treffend. I n grrooten getale zijin zij er in auto's Iedereen meende d a t de Wh. Tschofen te voet n a a r toe • getrokken. Het fen een masker voor had, m a a r het toratingent van de officieele personen was niet waar. vormde een langen stoet waarvan de. De h . Max gaf als danseres een regeering het hoofd had genomen. solo ten beste. Hij maakte «pointes» Ten uitzonderlijken titel h a d de en sloeg «enteechaits» dat h e t een ouderdomsdeken van het diplomatiek aard h a d . Hij heeft aldus gansch korps, Mgr. Mioara, van zijn Heiligalleen het ballet van Faust gedanst. heid den Paus machtiging gekregen Gedurende den ganschen avond om het traditioneel protokol te verheeft de nieuwe minister van Binbreken en a a n h e t bal deel te nemen. neinlaindsche Zaken zich veirdieinsteHij was h e t die a a n de b a n d van lijfc gemaakt door den Pieito uit te onzen miniister van BuitenBandtsche hangen. Zaken met een sentimenteelen «blue» Bij het krieken van den dag nam h e t bal opende. Monseigneur was verdit gezellig feest, waarbij ieder zich kleed in een sympathieke Brusselsche h a d ingespannen voor het welzijn van 'vischverkoopster, terwijl de minister het land, een einde. Het resultaat met een geruite pet op en een roeden bleef dan ook niet uit. De Birusselsche zakdoek om den hails den vaartkapoen banken en wisselagenten Keten aan verbeeldde. Een zeer schoon koppel, dan h . de Broqueville weten d a t zij was de aligemeene indruk. dank* zij h e t geslaagde bal in staat waren al de bedienden weer in dienst De h . Pussemier was verkleed in te RIEMEN die zij sinds 1930 haddien Vuil Jeanette en prikkelde door zijn ontslagen. De Henegouwsdhe mijnwaggelende vormen ten zeerste de bazen stuurden een telegram om te zenuwen van den h . Fieullien, die zelf melden dat zij 5.000 arbeiders hadden ln Pierjanklaas was verkleed. Het feit aangeworven. Van Cugrée Marilhaye, dat hij wegens de zwaarlijvigheid van kwam het bericht in d a t zij niettegenzijn danseres er niet in slaagde h a a r staande de Zondiagirusit vijf hoogovens achter h e t oor t e kussen, was niet weer hadden aangestoken. van aard om heim te kalmeeren. De h . de Brcqueville had de allures E n om h e t sukses te voltooien aangenomen van «la femme fatale». vaardigde minister Van Isacker op Het was niet zonder een eerste komstaanden voet een besluit uit waarbij miuiniekantje in korte broek en platten de werfoloozemeteun werd verjaagd! met kol' en in wien iedereen onmiddellijk 50 t. h . , wat wel het beste bewijs is dien h . Rubbens h a d ertoend. Men d a t de krisis vrijwel is weggedanst.
_
KOEKOEK
.
,
••
5
Goering neemt zijn salaris in ontvangst
als Generaal. (Teekcning van G. van Raemdonck, in «De Notenkraker»),
«Weg met de bonzen! Weg met jacht •p salarissen en baantjes! Leve het Nationaal-Socialisme!».
KOEKOEK
K A R N A V A L AAN HET HOP. — Ter gelegenheid van Karnaval had eens te meer een schitterend hofbal plaats, maar deze maal in de sterkste intimiteit. De tal rijke aanwezigen, uitsluitend habitués, — barons, financiers, generalen. Her man Teirlincks en andere levende openbare monumenten — liepen allen ongemaskerd en in hun hemd. Er heerschte dus een meer dan vol ledig incognito onder de verschillende personages, die zich gracieus met hun opwaaiende slippen bewogen op het rhythme van den dans. Dit bal was eigenlijk een inventie van den houtmarchand-tooneelschrijver, professor Herman, zonder-lüf zelf. — We loopen toch gansch het jaar met een masker aan, had hij gezegd, waarom zouden we ons op karnaval niet eens toonen zooals we eigenlijk zijn? Niemand zal ons durven her kennen! De travestie zal dus in al zijn waarachtigheid volmaakt zijn! En voor den zooveelsten keer slaag de het opzet. Middenin het feest werd de schoonheidskoningin gekozen. Een mooie onbekende, die gansch ge huld was in een prachtige, ongekreukte en onbezoedelde Belgische vlag, werd geprimeerd. Toen ze onder het spelen der Brabanconne een eereronde had gedaan en men absoluut weten wou, wie ze eigenlijk was, werd haar ver zocht haar masker op te zetten. Na veel tegenpreutelen was ze wel ver plicht zulks te doen. Toen zag men... zag men... en steeg meteen een oorverdoovend gehuil en gejouw op: het was schepenin Blomme van Maldegem! BIJ DE KATHOLIEKEN. - Er be staan evenwel nog andere manieren om karnaval te vieren. Op 't eerste zicht zou men denken, dat men het in elk geval bij de katholieken niet moet gaan leeren, dat die aan het mis selijk maskaradenspel niet meedoen. Maar niets is minder waar! De katholieken vieren wel karnaval! En dan nog op een heele «plezante» manier. Het is het zeer kristelijk or gaan «Het Nieuws van den Dag», dat ons inderdaad het zotjesspel ia dezer voege aanpredikt: Wat er ook van weze, zeker is het dat bij ons, Karnaval de plezierpartijtjes aanduidt, waarmede men eens flink wil leute maken in het vooruitzicht der veertig boete dagen van den Vasten. En indien men binnen le behoorlijke grenzen blijft kan niemand daar iets tegen hebben. Ons Vlaamsch volk dat gaarne lacht en uitteraard leutig is, vindt dat men niet altüd zijn zonden moet beweenen. En het verwondert ons niet dat het de drie karnavaldagen als een vreugdlg afscheid heeft opgevat».
Wat moet men echter verstaan onder «behoorlijke grenzen»? En hier raken we precies de kwestie van de verschillende manieren om kar naval te vieren, aan. «Het Nieuws van den Dag» vertelt ons bijv. hoe onze voorvaderen het in de Kempen deden: In de Kempen was er vroeger nog op vastenavond een gebruik dat op zich zelf nogal wreed is: het zoogenaamde HANENRLJDEN of GANSRIJDEN, waarbij men een haan, of een gans en soms ook een kat «knuppelde». Daartoe werd dwars over den weg een koord gespannen, waaraan een levende kat, haan of gans, met den kop naar beneden, gehangen werd. Met vastenavond trokken de jongens, op schoon versierde paar den, naar de plaats waar het spel plaats grijpen zou. De kop van het beest was echter te voren met zeep bestreken geweest; en terwijl de guitige jonge ruiters, elk op zün beurt onder de koord door reden, bestond de kunst in dien ingezeepten kop met geweld af te rukken. Wie er in slaagde, werd tot koning uitgeroepen». Hoe wreed! zult ge zeggen. Ja, het katholiek blad vindt het ook, maar het voegt er aan toe: «Dezelfde lustige pleziermakeTS, die op vastenavond hun perten uit staken, gingen 's anderendaags op Aschwoensdag, met veel ingetogen heid een kruisken halen in de kerk De grappen waren uit; en alles moet op zijn tüd komen, zegden zij. De vasten was voor hen een tüd van "tekeer en boetvaardigheid, dien zij zeer ernstig opnamen en voor niets ter wereld zouden willen geschonden hebben. «Alles wel ingezien, komt het ons voor, dal die voorvaderlijke manier om vastenavond te vieren niet moet onderdoen voor de mo derne feestpartijen en alleszins veel gezelliger waren. Men maakte gaarne leute; en zelfs als er iets of wat buiten de schreef geloopen werd, stak er een ongedwongen levenslust in, die gezonder is dan het geen wü later gezien hebben». Ge ziet, ge moet u niet geneeren om terug te keeren tot de voorvaderlüke gewoonten... of zelfs eens buiten de schreef te loopen: al6 men er maar on gedwongen gezinde levenslust in steekt. Het is, geluk of 't pastoorsblad zegt, alleszins veel gezelliger... BIJ DE SOCIALISTEN. - Als we «Het Volk» moeten gelooven zün de socialisten, ge weet wel, die roode ban
dieten, — nog zonderlinger kerels. Weet ge hoe ze zich ln Wallonië amuseeren? Lees: «In een gieterü van Wallonië worden de leerjongens ontkleed en ingesmeerd met vet en roet. Wie zich als kristen durft aangeven, wordt door de anderen en zelfs door de meestergasten bespot en wat meer». Ziedewelzie! We hebben het altüd gezegd, dat de bolchewisten kommunistlsche moscovleten waren uit de Sov jets! Maar naast deze wajgelüke me thodes om karnaval te vieren bestaan er gelukkig nog andere. De «Gente naar» büv. haalt er een van aan: het is het veertigurengebed». Na de Twee weezen, de 3 musketiers, de 4 stuivers opera, de 7 hoofdzonden, den 8-urendag, enz. zal deze 40 uren-exhibitie een welgekomen attraktie zijn voor het publiek. Laten we hopen, dat het de voorbode zün zal voor de 40-ureniwerkweek en een ernstige stap naar de op lossing van de krisis. BIJ DE PROTESTANTEN. — De heeren der Hervormde kerk, willende in mets voor hun achtbare tegenstre vers der Roomsch-katholieke moeder der Heilige Kerk onderdoen, vierden ook den karnaval. Z richtten namelük leutige anti-karnavalavonden ln, wat ten slotte op hetzelfde neerkwam als pro-karnavalavonden. Ze zetten zich niet aan 't bidden gedurende 40 uur en meer, neen, ze richtten te Gent een partijtje in met muziek, zang, tom bola, enz.... en allemaal in hun kerk in den Brabantdam! Om de travestie en het komediespel ten toppunt te voeren verzekerden ze zich zelfs de medewerking van ééi. onzer beste tooneelspelers. Of het e: lustig aan toe ging hoeft zeker wel memand te betwüfelen gezien «Speciaal de jeugd welkom was, zooals de persberichten het meldden. Als. de Ziegfried-girls ei optreden of Henri Van Daele er eens een revue geeft, zullen we ons ook tot dien godsdienst bekeeren en die kerk frequenteeren. Allons, messieurs, un bon mouvement! BIJ DE MILITAIREN. — De milita risten zetten hun karnaval in met het dekoreeren van... pantserauto's! We lezen daarover ln de bladen: MILITAIRE PLECHTIGHEID TE BRUSSEL. — Zaterdagvoor middag had in de Ruiterijkazerne te Etterbeek, de plechtige uitrei king plaats van den nestel van het oorlogskruis aan de pantserauto's van het gewezen expeditiekorps in Rusland». Als men op dien weg wil voortgaan en de voorwerpen ook al in aanmerking komen voor eereteekens, zullen we toe-
KOEKOEK komend jaar voorstellen op karnaval de Leopoldsorde uit te reiken aan: den velo van Pred Hamerlinck, de trottinet van Pierken, de rollende kakstoel van Devèze, de halve zolen van Lippens, den bolhoed van dokter Pangloss en den sympathieken wandelstok van Frans Toch. BIJ DE REDAKTEURS VAN KOEKOEK. — Onze redakteurs hebben dit jaar karnaval gevierd al werkende. Ziehier waaraan dit te wijten was. Vijf dagen te voren was Jojo al zingend en jubelend binnengekomen. — Jongens, kraaide hü vol pret, ik heb 't groot lot gewonnen van 10.000 frank, 't Zal er af mogen mee karnaval! — Laat er ons maar direkt mee beginnen, zei de vliegende reporter, die altijd op 't schuimen uit is. En zoo trok de redaktie op zwier, eiken dag van 8 uur 's morgens tot 7.59 uur 's ochtends. Tot eindelijk de karnavaldag aanbrak en we tot de vaststelling kwamen dat er nog verduiveld hard moest gewerkt worden, dat er geen kopij was. . We moesten dus dadelijk aan 't labeuren, overijld, koortsig, opgejaagd. — 't Kan mij niet schelen! lachte Jojo als optimist En hy nam zijn masker uit de kast. — 't Kan my niet schelen, dat ik werken moet! Hü zette zün masker op en lachte verder. — Neen, 't kan mü niet schelen, dat ik me niet verkleeden kan! 'k Heb toch chance gehad in de loterij. 10.000 frank! Girre bü. — Had ge veel loten gekocht? vroeg de redaktiesekretaris. — Neen, zei de andere fier, terwül zün masker spontaan afviel, slechts 100 van 100 frank!
MODEKRONIEK
Lof van het b r e i e n Het «Handelsblad» van Antwerpen geeft een lofzang op het breien ten beste. Het stukje is van Diny K. W. Er is zelfs een stukje symfonie bü op de breinaalden: «En de breinaalden zelf, hoeveel verscheidenheid bestaat er nist in. Ze zijn zoo poëtisch, dat ze het herderinnetje van vroeger aan het droomen zouden brengen. Er zijn blauwe en groene en rose. Er zün doorschünende, waarvan men zou denken, dat ze den smaak van confituren zouden hebben. Ze herinneren aan nagemaakte amber.» Maar er is meer. In de breinaalden liigit ook de liefde besloten. Wij kennen bet geval van een poëtisch breistertje, die met haar breinaalden de oogen doorstak van baar ontrouwen minnaar. O Romantiek van de breinaald.
7
DE SCHENDING V A N DE NEUTRALE ZONE EEN DEBAT OVER WAT NIET BESTAAT Het debat over de schending van de neutrale zone is weer een van die verschünselen waaruit klaarlicht blijkt in hoeverre het verval van het parlementair stelsel reeds gevorderd is. Er was daarover al meer dan twee uren geredetwist, toen de h. Max aan de Kamer mededeelde dat er geen neutrale zone bestaat. Hoe de kamerleden het hebben klaar gesponnen om een ganseden namiddag te diskussieeren over iets dat niet bestaat, dat is nu weer een van die mysteries die alleen Madame Blanche zou kunnen ophelderen.
VERMITS ZE NIET BESTAAT, WERD ZE NIET GESCHONDEN Vermits er geen neutrale zone besbaat, kon ze dus ook niet geschonden worden. Dat was het eenige wat de Brusselsche burgemeester te antwoorden had aam de interpellanten. Het was dan ook uit gemis aan mlnisterieele ervaring dat de h. Pierlot den flater besing gedurende een uur te willen bewijzen dat burgemeester Max al gedaan had wat mogelilk was om de schending van de neutrale zone te beletten.
DE H. MAX KEURT DE REGEERING GOED. DIE HEM NIET STRAFT Deze interpellatie was een komiek bedrijf. De interpellantem richtten zich tot de regeering, ofschoon de h. Max de schuldige was en de regeering spande zich in om den Brusselschen burgemeester wit te wasschen. ofschoon zij zelf geïnterpelüeerd werd. Gelukkig heeft burgemeester Max de situatie gered door te verklaren dat hü den lof van den minister aanvaardde en feitelük niets had toe te voegen aan de woorden van minister Pierlot, die weigerde hem af te stellen.
ELK BAAS OP ZIJN TERREIN Daaruit is nog eens goed gebleken tot waar ied?rs bevoegdheid reikt. Men zou zich kunnen indenken dat het de regeering is die boven den burgemeester van Brussel staat. De feiten hebben het teeendeel bewezen. En als de Brusselsche burgemeester ïoesting heeft om de ministers onder hun vensters te laten uitschelden voor rotten viseh, dan heeft de regeerira? zulks voor wel aan te nemen en als
zy haar plicht verstaat, zooals dit met onze regeering gelukkig het geval is, stuurt zü nog felicitaties aan het hoofd van de Brusselsche politie. En als de koning vrü gaat en komt in de neutrale zone die niiet bestaat is het waarschünlijk omdat hü daarvoor een speciale toelating heeft van den h. Max.
MEN ZIET HET MIDDEL NIET, MAAR TELT HET DOEL ALLEEN Br is aan den h. Max verweten de socialistische burgemeesters, die tevens voor het meerendeel parlementsleden zün, te hebben te-gen gehouden toen zü op weg waren naar de zone rond het Parlement. Hü had geluk. De socialistische burgemeesters hebben bekend dat zü niets dan vredelievende bedoelingen in het schild voerden en dan was het werkelijk de moeiite niet ze tot de neutrale zone toe te laten. Anders was het echter gesteld met de Fraterneülen, die hebben tceg'> geven aan een verschoonbare geestdrift en een passie voor een eerbiedwaardige idee, die — laat het ons tusschen haakjes zeggen — niets gemeens had met den eerbied voor de grondwettelüke insteUinigen. Voor zulike betoogingen dient de neutrale zone natuuriyk wagenwüd open te staan. Dit is trouwens door de regeering erkend, daar zü reeds 's anderendaags voldoening heeft geschonken aan den eisch van de Fraternellen.
DOKTER W I B O s c h r i j f t ons w e e r Te Gent heeft zich een spijtig drama voorgedaan. Een zekere Heer Witoo, die noch min noch meer dan gescheiden leefde van zyn echtgenoote en ook van vele andere vrouwen, heeft zijn vrouw afgewacht en haar messteken toegebracht. Dr. Wibo, die zulke weldadige kampanje voert door gansch het land voor de zedeiykheid, laat ons weten, dat hü niets gemeen heeft met dien anderen Wibo. De Wibo die zün vrouw steken toebracht werd aangehouden. Daarmee heeft meneer Wibo nog minder te maken. Het zün namelijk niet alle Wibo's die in de gevangenis moeten, maar wel al de mannen die van hun vrouw zün gescheiden.
8
KOEKOEK
t 2 t L A R J/LfT vam cru Van AMDfcRtrt De Nord en de Midi De «GAZETTE VAN GENT» geeft fc?langwekkende beschouwingen over de politiek in Frankrijk. Kijk maar: De F r a n s c h e Republiek is vooral door de m a n n e n van d e n Midi bestuurd geweest. In den l a a t s t e n tijd waren dit: Daladier, die een slachterszoon is van Oranje; Doumergue; Doumer; Loubet en Fallières, gewezen presidenten der Republiek; Charles Maurras, de royalist, is van Martigues, bij Marseille; Léon Daudet, zijn vriend, is de zoon van Alphonse Daudet, uit Nimes; B l u m , de socialist, vertegenwoordigt N a r b o n n e . Generaal Galliéni e n m a a r s c h a l k Joffre, zijn uit de P y r e n e e ë n en maarschalk F o c h is het ook, vermits m e n zijn standbeeld te Tarbes heeft opgericht. Sarraut is vari Toulouse. Door de «Dépêche de Toulouse» b e h e e r s c h e n de gebroeders Sarraut den Midi. W a t de politiekers betreft, is h e t j a m m e r dat Frankrijk niet door m a n n e n v a n h e t Noorden dfcr Loire wordt bestuurd. Het zijn werkers, terwijl de Zuiderlingen slechts praatmajors zijn. D e m a n n e n v a n de «Gazette van Gent» zijn ook v a n h e t noorden der Loire, ziet g e . . . We leeren daar terzelfder tijd uit, dat, als wij in B e l g e n l a n d ges c h o r e n zitten m e t een taalgrens, m e n in Frankrijk een «praatgrens» heeft.
zult ge niet weten, wat d c sportredakteur van «HET NIEUWS VAN DEN DAG» wist te o n t d e k k e n . Alstublief: Een woordjen lof in h e t bijzonder aan h e t k a m p i o e n e n muziek der Gidsen, m e t Kapitein Prevost als sprinter, en dan ook aan de ziel der heele beweging: L u i t e n a n t Goes, der «Zwarte Duivels». Kapitein Prévost, de chef van «het kampioenen-muziek» der Gidsen, e'en sprinter! Ai! m i j n e n bult!
Konkurrentie aan Pierken Als h e t m e t goede bedoelingen gebeurt, k u n n e n wij er niets t e g e n hebben: we b e d a n k e n in zoo'n geval eenvoudig voor de belangstelling. Maar m o e s t e n we w e t e n , dat h e t een oneerlijke konkurrentie is, hélaba m o u s t a c h e ! 't zal niet pakken! In «VOORUIT», en ook in andere dagbladen, lazen we dezer dagen h e t volgende:
Schoone annonskens En s c h o o n e taal! I n «HET LAATSTE NIEUWS» gelezen: UW KIND IS HANGERIG VANDAAG! WEER EEN DAG SCHOOLVERZUIM! Het gaapt, is druilerig, zeurig en rillerig. Heeft h e t een ziekte onder de leden? D a t is t e n m i n s t e stijl!
Een nieuwe sprinter We h o p e n , dat ge voldoende sport-wetenschap bezit, om te wet e n w a t een sprinter is. (Daarmee maken wij er ons op een gemakkelijke manier van af h e t u te m o e t e n z e g g e n ) . Maar h o e bevoegd ge ook i n de kwestie v a n sprint en sprinters zijt, t o c h
Lucht ! ik stick... zecht de asthmalijder Daaronder den tekst v a n een advertentie. De spelling toont duidelijk a a n (ik stick... z e c h t ) , dat hier een plagiaat van onzen minderjarigen medewerker Pierken a a n den trok is! We laten de zaak m i n u t i e u s onderzoeken, ten einde n a te g a a n of geen schrijversrechten m o e t e n geëischt worden.
Illustratie We w e n s c h t e n wel die illustratie te geven, m a a r ze zou te veel plaats innemen. Bedoeld wordt een cliché vers c h e n e n in «DE GENTENAAR», waaronder te lezen w a s : Op de Beurs te Parijs wordt de regeering door de m e n i g t e uitgejouwd. Nu k u n t ge u goed die foto voorstellen: een groote m a s s a volk, gestikuleerend, roepend, jouwend. Mis, p a t a t ! «Het Gentenaarken» geeft als foto een m e n i g t e van tientallen m a n n e n , die allen blootshoofds, in de grootste orde en in den diepsten ernst naar iets s t a a n te kijken of n a a r i e m a n d s t a a n te luisteren. Verre van een m e n i g t e , die een regeering uitjouwt, lijkt h e t een m a s s a , die een lijkrede aanhoort. Maar ja, ge m o e t zoo kieskeurig niet zijn: h e t «Gentenaarken» h a d algelijk een cliché van h e t oproer te Parijs!...
In praktijk Monseigneur Van Roey deelt tn zijn vastenbrief m e e , w a t de paus h e m o n l a n g s gezeid h e e f t . Ge hebt h e t wellicht gelezen: « . . . al de redmiddelen, door s t a a t k u n d i g e n , financiers, ekon o m i s t e n a c h t e r e e n v o l g e n s ber a a m d en in 't werk gesteld, zijn ondoeltreffend gebleken ». « Er blijft n o g s l e c h t s h e t gebed! Er dient g e b e d e n ! ». We l a t e n daar iedereen 't zijne v a n d e n k e n . Maar we h e b b e n vastgesteld, dat die raadgeving reeds in praktijk wordt gesteld. We lezen namelijk in «HET VOLKSKE»: MAATSCHAPPELIJKE AVOND TE GENT W o e n s d a g a v o n d ging de 2e zitting door, van de zesde reeks der Maatschappelijke Avonden, ingericht door den K a t h . Werkliedenbond «Het Volk». Het was voor een stampvoile zaal dat de voorzitter van den Werkliedenbond, M. Ronse, Bestendig Afgevaardigde, de vergadering opende m e t h e t gebed. Er wordt echter niet bijgevoegd, dat de rest van den «maatschappelijken avond»... ondoeltreffend was.
KOEKOEK
DE BUITENLANDSCHE POLITIEK M. PONCELET opent de deuren te 2 uur. M. HYMANS. — Mijne heeren, de wereldgebeurtenissen zün tegenwoor dig zoo geweldig, dat wij al onze oogen moeten openzetten om niet vooruitgeloopsn te worden. M. MAX. — Vive la Prance! M. HYMANS. — Inderdaad, ik wilde in de eerste plaats op Prankrük wijzen. Gü weet wat er a a a r is ge beurd. De vorige week, Dinsdag, stond Parijs in rep en roer en het scheelde niet veel of het stond ook in brand. M. BOVESSE. — Vive Paris! M. HYMANS. - De Sturmabteilungen van de royalistische partij had den voor ordewoord gekregen de politiekordons te doorbreken en het parlement te overrompelen. M. SINZOT. — Vive les barricades! Vive le Roi de Prance! M. HYMANS. — Het oproer is niet geslaagd. M. SINZOT. — O-o-o! — M. HOTJSIAUX. — Merde ators! M. HYMANS. — Nochtans hebben de royalisten terrassen verbrijzeld, kiosken omgeworpen, autobussen in brand gestoken. M. SINZOT. — Dat noem ik kracht dadig optreden! En zooveel helden moed is niet beloond geworden? Had ik het geweten, ik was naar Parijs gestormd om voor den koning mijn bloed te vergieten! M. HYMANS. — De betoogers heb-
— Hé daar! wat zoekt ge hier? — P... p... paddenstoelen, meneer Je opperhoutvester! (L. Blaetter)
ben de politie met steenen belegerd en zelfs beschoten! M. SINZOT. — Harop! Harop! Lap ze mü daar omver! De Nation Beige had gelyk! Ze moesten het geheele parlement in de Seine geworpen heb ben. M. HYMANS. — Talrijke politie agenten werden gewond. M. HOTJSIAUX. — Bravo! Slaat dood! Slaat dood! M. HYMANS. — Bijna overweldigd, moest de politie op h a a r beurt van de wapens gebruik maken. — M. SINZOT. — Les vaches! M. HYMANS. — Er vielen eenige betoogers. M. HOUSIAUX. — Oho! Het bloed van de onschuld heeft de straten be vlekt. M. HYMANS. — Er werden honder den Camelots du Boy aangehouden! M. SINZOT. — Schande! Schande! M. HOUSIAUX. — Vrüheid! Vrü heid! Leve de Vrü'heid! M. HYMANS. — 's Anderendaags nam Daladier ontslag om verder bloedvergieten te vermijden. M. SINZOT. — Wü zullen zün bloed vergieten! M. HYMANS. — Daarmede hielden de straatgevechten Woensdag en Don derdag eenigszins op. Maar Vrijda? hadden de kommunistische arbeiders van de Parijsche agglomeratie een nieuwe betooging belegd. De kommunisten hebben dus Vrijdae Parijs weer in een staat van revolutie gebracht. M. MAX. — A bas Paris! M. HYMANS. — Sturmabteilungen van de kommunistische partij hadden voor ordewoord gekregen de politie kordons te doorbreken en het parle ment te ove.rrom.pelen. M. SINZOT. — Weg met de barrikaden! M. HYMANS. — Het oproer is niet geslaagd. M. SINZOT. — Bravo! — M. HOUSIAUX. — Merde voor de oproerlingen! M. HYMANS. — Nochtans hebben de kommunisten terrassen verbrijzeld, kiosken omgeworpen, autobussen in brand gestoken. M. SINZOT. — Maar dat is een laf optreden! Hebben de politieagen ten dan geen heldenmoed tegenover deze lafaards die het eigendom van anderen beschadigen? M. HYMANS. — De betoogers heb ben de politie met steenen belegerd en zelfs beschoten! M. SINZOT. — Les vaches! Waar om heeft men de betoogers niet omver gelapt? De Nation Beige had geluk!
Ze moesten al de betoogers in de Sei ne geworpen hebben! M. HYMANS. — Talrüke politie agenten werden gewond. M. HOUSIAUX. — Maar dat is onduldbaar IMijn h a r t bloedt voor die brave agenten. Ik heb het altijd gezegd dat de roode moordenaars voor niets terugdeinzen. M. HYMANS. — Büna overweldigd, moest de politie op h a a r beurt van de wapens gebruik maken. M. SINZOT. — De brave jongens! M. HYMANS. — Er vielen eenige betoogers. M. HOUSIAUX. — Maar niet ge noeg! Geef ons het rood bloed van de rooden! Dat men de straten reed spcele! M. HYMANS. — Er werden 1200 kommu n is ten aa ngehoud e n. M. SINZOT. — Het is 12.000 te weinig! Waarop wacht men cm ze allemaal binnen te draaien? M. HOUSIAUX. — I n de gevan genis! En dat men ze niet loslate! Weg met de vrijheid! De vrijheid is een Udel woord! M. PONCELET. — De volgende ver gadering zal nrorgen plaats hebben. M. HOUSIAUX. — Genoeg! Wü willen niet meer vergaderen! Wij wil len de diktatuur. M. DE BROQUEVILLE. — Stillekes! Wü willen voorloopig alleen de staatshervorming. M. RUBBENS. — Leve den korporatieven staat. M. DEVEZE. — En wat doet ge met de liberalen?
— Heeft uw man weer werk, buur vrouw? — Dat denk ik wel... hij is tenmin ste in veertien dagen niet thuis ge weest. (Everybody's)
10
KOEKOEK
Br i e v e n
an
Pierken
Oover zeenerals en schgotschge troomels — Ke weete nie of dade gij mee eevevee! andagt en schgerpzienderigheit de footografiekschge gebeurtenis sen als de gedrukte rampzaaligeeden folcht in de gaazette? — Luister, Pier. Wanneer ik naar de cinema ga dan is het niet om de filmsterren hun liefdeverdriet te hooren uitkramen, maar om de ver antwoordelijke coco's der Europeesche politiek in het afdraaien der aktualiteiten aan mijn oog te zien voorbij trekken. Aldus van b gezien komen die mannen er gewoonlijk min of meer belachelijk uit en krijgt men t e n slotte weer een goed gedacht van zich zelf. Ik weet wel, dat brengt niet veel aarde aan den dijk. maar 't is toch altijd een troost als ge van u zelf de overtuiging krijgt dat ge nog zoo dwaas niet zijt dan gij er uit ziet. En om nu van de gazetten te spreken: idem. Gewoonlijk vergenoeg ik mij met naar de prentjes te kijken. Die tenminste kunnen niet iegen. — Tis tgeen dat ik ook zech... Ebde vandeweek da poortret gezien waarop da diene sohgotschge zeeneraJ van 81 jaar staat in konpajie van die
duitschge ofessieren in Berlein? — Sir J . Hamilton, die de tijdens den oorlog op de «Gordon Highlanders» veroverde trommels is gaan terughalen? — J a iets in diene zanger... Wa vinde gij van die iestoore? — Dat die trommels meer geluk hebben dan de soldaten die er h u n leven bij inschoten. Een invaliede trommel, met een nieuw vel over zijnen buik, kan weer dienst doen, maar aan een dood soldaat helpt geen repareeren. — Zuust... maar ten is eigetlrjk daaroover nie dak het eb. Ne zeeneral van 81 jaar... — O, dat bewijst dat het de rol niet is van een hooger officier op het slagveld te sneuvelen en dat ge lang zoudt mogen zoeken om een kandidaat te vinden voor de plaats van onbe kenden generaal... — En die troomels tans? Kvraaje mij af... — In militaire en vaderlandsche zaken, Pier, moet ge u nooit afvragen, maar gehoorzamen. Dat is gelijk in 't geloof. Wie vragen begint te stellen geraakt zeker in den
bak, maar wie blindelings gehoorzaamt heeft nog een kans op tien er zonder al te veel blutsen en builen van af te komen. — Tis moogeleik, maar zoolanoh of da we nog d'okkaaze ebben van te fraachen wil ik er toch nog van profeteeren en daarc n zouk wille weete wa affanse da tis van vier j a a r lanch uwe kneut af te draajen in de locpgragten om uwe troomel te beschgermen of om diene zelvde troomel in u magt te krijchen als ze agter uwe ruch van dookske gebaaren en ulder speelgoet weer gaan uitwisselen? Bij ons in den blok ga da teminste toch wa serjeuzer. Als Scezar, of Paalentijn of de Rosten ulder marbels op tslachfeit ferliezen en da ze koome tsjiepen om ze weere t'ebben krijchen z'er gewoonleik nog een fettinch bij. — Ge hebt ongelijk, Pier, de zaken zoo ernstig op te nemen, in den blok. Den dag dat de groote heeren u zullen noodig h.bben. zult ge op uw beurt vier jaar lang uwen kneut afdraaien in de loopgrachten, maar achter uwen rug zullen diezelfde heeren, onder het oog der fotografen, uwe zuurgewonnen marbollen weer uitwisselen...
d-ni
v&xdtJL,
„MuJL
Mi£
$dftuot
&fA*4wvri-
KOEKOEK
12
Berijmde schelmerijen (108)
BELASTINGSWOEDE Een oude man kon jarenlang Zijn lasten stipt betalen. Hij deed het zonder druk of dwang, Hoeveel men ook kwam halen.
De goede man, die jarenlang Zijn centen had gegeven, Die kreeg het koud, werd bleek en bang En stond bevreesd te beven.
Toen kwam de krisis in het land Ze sloeg bij hem haar tenten En vond het kolossaal plezant Te spelen met zijn centen.
Waar haalde hij het geld vandaan ? Wat moest hij nu verrichten ? Een tweede briefje kwam reeds aan, Herin'rend aan zijn plichten.
Weldra was hij zijn beursje kwijt Zijn centen rolden henen En hoe hij kreet van woed' en nijd, Zijn geld, het bleef verdwenen.
De man, die trok er dan op uit En zei tot een bediende : «Zie, beste vriend, 'k bezit geen duit En zelfs nog niet het tiende.
En zie, een zeekren schoonen dag Daar vond die man een schrijven En, beste lezer, 't was geen lach Want... weer ging 't over « schijven ».
Maar 'k wil mijn burgerplicht voldoen Want 'k blijf een man van eere ». En zie... Wat deed die ouwe toen ? — Hij gaf den man, zijn kleeren !
De goeie, brave, groote Staat, Die kwam, lijk vroeger dagen Weer heel beleefd, maar toch kordaat, Naar wat belasting vragen.
Hij liet een zucht, een stillen vloek, Dat was hem een ontlasting... Nu wacht hij, — in zijn onderbroek —> Op andere belasting.
LINKS! RECHTS! of de Duitsche filosofen aan 't werk
Europa's twee aangezichten. (Iswestia, Moscou)
De Duitsche professoren hebben een kongres gehouden te Maagdieburg. Een professor op zich zelf is al een twijfelachtig geval, maar wanneer ze met twintig saam zijn dan moogt ge u heel zeker aan ongelukken verwach ten. Vooral als het filosofen betreft. En Duitsche filosofen op den hoop toe. Een zekere meneer Adhelis heeft dan ook niets beters gevonden dan op dit kongres te verklaren: De nieuwe Duitsche universiteit zal zich in elk geval niet laten inspireeren door den geest der filosofen, maar wel door dezen der S. A. mannen». 't Is te zeggen dat men aan de nieuwe Duitsche universiteit niet lan ger meer zijn tijd zal gaan verkwisten om allerlei geleerde en ingewikkelde dingen te leeren, maar dat men de studenten voortaan zal oefenen in de behandeling der matrak en der mitraljeuze. Zij die hun doktoraat in deze vak ken zullen betaald hebben, worden achterna naar de kazerne gestuurd om hun a b c en den regel van 3 machtig te worden.
KOEKOEK
'*
Oproer te Gent onder de figuratie van het monument der gebroeders Hubertus en Johannes Van Eyck Verhaal 10 Leurders en leursters hadden er spoedig lucht van gekregen dat het er in het groote stadspark zoo bijzonder drukt en jolig toeging, zoodat er van verschillende zijden ijsereem- en andere met snoepwaren beladen karretjes opdaagden. Langs de buitenlanen parkeerden talrijke auto's. Menig van niets bewust voorbijganger kreeg er den zelfden indruk van de dagen der glorierijke Floralies. Wie maar eenigszins tijd over had wilde zich van het gebeuren komen vergewissen, en schaarde zich bij de reeds zoo reusachtige massa. Eenieder vertelde met eigen fantazie de voor hem of haar merkwaardige gebeurtenis, en ook iedereen stond daar met de meeste sympathie tegenover. Waar een volk zóó eens van gedachte is, en zich zóó eens van wil toont, daar is machtig, ja, oneindig veel te bereiken. Zooals ik reeds zei, de stemming onder het volk, kreeg meer en meer een feestelijk dan wel een opstandig karakter. De openbare macht, gendarmen en wat dies-meer, kon enkel beletten dat de beplantingen niet werden beschadigd en het verkeer niet al te zeer gestremd. Waar toch was al dat volk vandaan gekomen?... Het scheen wel of men overal den arbeid had stilgelegd, zoodat het een algemeen feestdag leek. Het echt zonnige weder droeg er veel toe bij om dien indruk te versterken. Iedereen vroeg zich af wat het verder verloop van deze gebeurtenis wel zoo wezen... Want elkeen die maar eenigszins wat gezond verstand bezat, moest de desertie van de in Gent prijkende beroemdheden betreuren, althans voor de leemte die zij naliet. Over de daad zelf ging iedereen akkoord. Het werd een blaam voor het Ministerie van Schoone Kunsten en zijn verspreide Kunsttoeaichtstoomimissies, en dergelijke. Zou er dan niemand van de zijde der autoriteiten in de bres springen om met de daartoe noodige hoffelijkheid en takt het geschil uit dien weg te ruimen?... De Van Eycks met hun volgelingen hadden zich reeds zoo goed mogelijk op Olaus' erf geïnstalleerd. Deze meester had daartoe ook Lieven Bauwens en Laurent en de zijnen tot dezelfde gastvrijheid ultgenoodigd,
door
SINT
en dezen schaarden zich bij de andere invitees. Tseef die reeds van in de Limburgstraat zoo wat den post van ceremoniemeester waarnam, was cok hier in zijn element en sympathiseerde spoedig mat vader Diogenes, den eveneens lang-igebaarden wijsheidsapostel. Op het verhoog en de trappen was het een heen en weer getrippel en een wederzijdsche vriendschapsbetuiging... dat het een genoegen werd om aan te zien. Ook van uit het volk hadden er eenigen zich een weg doorheen de massa gebaand om door het aanbieden van vruchten en wijnen hun bijzondere waardeering en genegenheid aan de beroemde meesters en hun omgeving te betuigen. In den namiddag was ook de heele pleiade van beeldende kunstenaars, de heele Vlaamsche schildersschool in het park verhoord of den laaienden gloed in de Vlaamsche Kunstwereld stond nabij het Claus-monument geschaard. Het werd er een toeloop als gold het een reusachtigen brand waarvan men gehoord of den laaienden gloed in de luchtruimte bespeurd had. Heel de stad door zag men volwassenen en kinderen, normale en kreupelen, zich in koortsachtige haast naar de plaats van het spektakel begeven. Het werd een goed zaakje voor trams en auto's die letterlijk overrompeld werden!... Krisis?... Geen enkele ekonomische krisis die tegen iets ongewoons bestand is. Er is steeds geld voor alles waar het volk belang in stelt, voor al wat zijn smaak, en gevoel opwekt, zijn oog en ooren streelt. Banaliteiten, meent ge?... Neen, geef het volk heusch iets schoons, leidt het op tot het verhevene, het betere, dan zal het er weten van te genieten! Verstomp het niet; neem weg en verbied of straf al wat daartoe aanleiding kan geven! Het volk zelf zal u voor de bewezen weldaden dankbaar zijn. Men zeigt wel eens «een volk is ondankbaar» . Is niet veel van een algemeene opvoeding te wijten?... De volksziel is als DIENSTBODE. — Er is een man aan de deur, die om een oud pak vraagt. HEER DES HUIZES. — Nu, geef hem m'n oud pak. DIENSTBODE. — Hij zegt, dat hrj betere dagen gekend heeft. HEER DES HUIZES. — Geef hem dan mijn oude smoking.
B A V O een zeldzaam teere plant die door bekwame bothaniekers moet behandeld worden, want ook hiermee gaat het zooals met alle nijverheid, wetenschap en kunst: als kwakzalvers er de hand in hebben loopt het verkeerd. Kunst is evenzoo een groote regeeringszaak als onderwijs, als volksopleiding... Een wellend en vriendelijk volk is een volk dat van kunstzin blijk geeft. «Vive la liberté! pour mol et ma bien aimée!» schreeuwde alweer een zeer bekende stem. En er weergalmde een schaterlach door het park als betrof het een grap door Charley Chaplin ten beste gegeven. De goud-blonde wasscher zorgde er af en toe voor de komische noot. Is volkshumor niet als het zout des levens ter afwisseling van den ernst?... Opeens werd er een buitengewoon autogetromp gehoord. Aan de Hofbouwlaan stoof het volk uiteen om den tuffenden auto door te laten vooraf gereden door een paar gendarmen te paard... Wie zou er in dien auto vertoeven?... Hoogwaardigheidsbekleeders naar het scheen... De wagen stopte vlak voor het erf van Baron Claus. De chauffeur sprong uit zijn cabientje, opende het portier van hét luxe-rijtuig en er stapten drie voorname heeren uit getooid met tcga en hoofddeksel die onvermijdelijk deden vermoeden dat die heeren tot het gerecht behoorden. Dadelijk nam ik inlichtingen waardoor ik te weten kwam dat het Meester Htppolyte Metdepenningen was, de oude stafhouder der adivokatenorde vergezeld van een kollega en den Prokureur des Konings. Aanvankelijk dacht iedereen dadelijk dat dit bezoek misschien gepaard aou gaan met een of andere aanhouding, doch weldra bleek het dat ook Meester Metdepenningen wel degelijk als verdediger der Van Eyckszaak zou optreden. Een der omstanders vroeg aan zijn buurman: — Wie van de drie is mijnheer Metdepe nningen ? — Wel, die met zijn bakkebaarden, zei den ander. — Wat doet die eigenlijk? — Ik meen gehoord te hebben dat hij ne metsersbaas is, omdat h^j vaa Hollandsche en Fransche metsert voor het Justiciepaleis op een pietet» staal gezet werd. — Ne metsersbaas voor het JustlcH» paleis?... Da versta ik toch niet heel goed, zulde I (Wordt voortgezet)
KOEKOEK
14
Uit het leven van den Platte Liefste broer. Het is alweer een tijdje geleden, sedert ik u nog geschreven heb, doch al draag ik er veel anderen op mijn schoot, u draag ik in mijn hart. Ge zult u nog herinneren dat ik van post veranderd was. Eilaas, ik heb mijn laatste betrekkingen maar weeral opgezegd. In afwachting dat ik elders onder dak geraak, woon ik op mijn eentje. Ge zult wel begrijpen, dat zulks niet beteekent dat ik altijd alleen op mijn kamer zit te koekeloeren. Ik ben een sociaal schepsel, houd van gezelligheid en alleen is toch r-aar alleen... Ik moet u toch vertellen hoe lk de bons heb gekregen in mijn jongste betrekking. Natuurlijk is er een vrouw in het spel: Madame. Zonderling: ik heb het nu reeds herhaaldelijk mogen ondervinden: met de heeren kan ik altijd best overweg maar de dames, God beware me, het duurt nooit lang, of ik heb het met ze aan dein stok. Ge weet: ik ben nooit erg koppig geweest en als de heeren me met een vriendelijk woord aanspreken, zou ik voor hen door een vuur locpen. In dit geval was het weerom een meneer van de bovenste beste plank. Niks geen aanstellerij, ..ls ik met hem alleen thuis was, kraakten we samen een flesch, hij deed heel vriendelijk en ik verliet hem nooit, of ik had er wat aan verdiend... Madame die dat spoedig in de gaten had, koejonneerde me zoo fel ze kon. Tot ik het op het laatste beu werd en mün baantje opzei. Toen ik dat serpent verliet, snauwde ik haar toe: — Madame ik ga hier weg met de beste herinnering aan Meneer. — Zal me een zorg wezen... — Meneer vond, dat ik koketter ben dan gij... — Zoo... — Dat ik aantokkel U'ker ben dan gij... — Die ouwe bok... — En dan is er iemand geweest, die beweende, dat ik heel wat charmanter ben dan gij... — Toe maar! zei Meneer, dat ook al? — Neen Madame, dat zei de chauffeur! Daar stond ze bij te gapen, maar ik Het haar aan hare verwcrad'eirimg over en met een luiden lach verfiet ik het huis, waar ik zoete en bittere stonden had gekend... En daarmede gaan we weerom naar Paschen. We zün thuis kHsteJiHk grootgebracht, he broer! Daarom teïkens rond Paschen bou*ï ik grooten kuisch. Van mün zieltje. Ik ga biechten. Zoo dit Jaar. Maar daar er vlak voor Pa-
schen te veel liefhebbers opduiken, ga ik steeds een beetje op voorhand. Ik heb dus mün geweten onderzocht en ben te biechten geweest. Bü de paters. Dat zün joviale mannen, die kunnen begrüpen dat een mense* niet van hout is.. Dezen keer ben ik echter op een biechtvader gevallen die niet gemakkelük was. Ik had hem zooal een en ander verteld dat hü interessant vond, want er waren dingen bü, die ik twee maal moest herhalen, hij scheen zün ooren niet te kunnen gelooven! En als ik gedaan had met spreken, begon hü me nog allerlei vragen te stellen, Of ik dit niet had gedaan en dat met. Ik had hem verteld dat ik tusschendoor wel eens van het rechte pad afdwaal. Stel u vóór: hü wou altüd hebben, dat ik niet alles had gezegd wat mijn geweten bezwaarde. Dat begon me ten slotte de keel uit te hangen en op één van zün impertinentie vragen, vloog ik plots uit: — Hoor eens, eerwaarde, zei ik, ik kom hier om penitentie te doen, maar niet om te stoefen, zulle! En ik kreeg het schuifken. Als de nood het hoogst is, is de redding steeds nabij. Toen ik vóór enkele dagen aan het terras van een café op uitkük zat, geraakte ik onverwachts in gesprek met een meneer die er zeer eerbiedwaardig uitzag. Hü was goed aangekleed, zün haren waren grüs, hü had manieren. Zoo stelde hij dadelijk voor mün consumptie te betalen. Het eene woord bracht het andere mee, kortom, eer er een kwartier verlocpen was, wist ik dat hü 56 jaar oud was, weduwnaar, een schoon spaarpotje op zü had staan, zich alleen in zün huis verveelde, naar een zusterziel zocht en wel graag zou hertrouwen, met een fatsoenlijk meisje, ln münen aard, dat wat ervaring had, zonder daarom te oud te zün... Ik sprak hem niet tegen. Integendeel. Ik liet hooren dat het leven, alleen, maar een triestig iets is, dat ik er ook niet tegen zou opzien samen te wonen met iemand, die u de avonden helpt inkorten en zorgt dat er op tüd en stond brood op de plank is. Deneelfdlen avond nog gingen we saZICH VERRADEN HEER (tot een knecht, die zich komt aanbieden). — Ja, vriend, ik heb in mün kelder verscheidene merken wijn: kunt ge daarmee omgaan? KNECHT. — Dat zou ik denken. Juist omdat ik dat zoo goed kon, heeft mijn vorige patroon mü ontslagen!
men naar de cinema. Er werd juist een film vertoond die overliep van liefde, ik voelde den asem van nüjn gebuur op mijn hals spelen, terwül ik me vroroverboog, hü zocht mün handen in het duister, — kort en goed, toen we samen de cinema verlieten, vergezelde ik den man naar zün huis, om eens te kijken hoe of hij in de meubelen zat. Ik moet erkennen: dat kon er door! De vent haalde een flesch op, we tikten samen, we bleven nog wat navertellen, de laatste tram was al lang weg, enfin, het was een eind in den morgen, eer ik de woning van den man verliet... Ik heb nog zelden zoo'n enthoesiasten vrüer aan den haak geslagen! Ik moest met mün hebben en houden maar bü hem komen inwonen, we zouden nog vele schoone avonden samen doorbrengen, hü zou me bü vrienden en kennissen introduceeren, en eer er een maand verstreken was, zouden we in het huweiüksfoootje stappen... Op een goeden avond komen we bü één van zijn vrienden, nondiedjol een brok van een jongen, blond, frisch, amper een eindje in de dertig. Bt had gauw op dat deze kerel niet bevroren was. Hü kon aan mü voorzeker ook merken dat ik niet ongevoelig was voor zün aan/Mik, want, toen mijn aanstaande zich even verwüderde, maakte hij dr!-st van de gelegenheid gebruik, om me eens vast te pakken en een afspraakje te beleggen. Zoo zaten we daar dan te kletsen, tot Frans, zoo heette mijn engelbewaarder, plots zei: — Jef, en nu ga ik u een groot nieuws vertellen... Hij lachte en zich tot mij keerend: — Vertel gü het hem liever, schat. Ik zette een praimenimondje, doch vóór ik een woord had bunnen uiten, zei die andere: — Tk vermoed wat gijlien me i* zegigen hebt. — Zoo Jef, zei Frans. — Ja, de uffra wil me in u, haar toekomende voorstellen. — Juist geraden, zei Frans met een hooge borat. Ik knikte instemmend. Er was een ooeenblik stilte. Daarop neigde ik me naar Jef toe. en fluisterde glimlachend: — Als ik met mijnen toekomende... maar toekoom? Hoe stil ik ook gesproken had, de andere had het gehoord en de rest van de geschiedenis moet ik u natuurlü'k niet vertellen: de man heeft het er niet op gewaagd, zoodat ik weerom als een vogeltje in zijn kooi, op mün kamer in mijn eentje rondtrippeï... Dat liet u welga. Uw liefhebbende zus.
KOEKOEK
15
JOZEF EEN
RECHT
NORMAAL
De politie overste bekeek scherp Jozef Recht. — Wie zijt gij? vroeg Recht. — Kommissaris, zei de man. — In dat geval aal ik u niet trachten uit te leggen dat ik aan al wat gij hier gezien hebt, geen schuld heb, verklaarde Recht met een wyee gelatenheid. Zeg mij wat het moet kosten. — Kosten? vroeg de komimissariB verbaasd. Wat bedoelt gij? Wat bedeelt gij? — Hoeveel geld gij vraagt om mij onschuldig te vinden. — Maar manneken, begon de kommissaris die rood van woede was geworden, denkt gij mij om te koopen? — Gij hebt toch gezegd dat gij politiekommisaaris zijt? — En dan? — En dan? Lk ken reedis van dte heeren. Lk meende dus... En Jozef Recht begon te stamelen, toen hij zag dat de kommissaris tot barstens toe van gramschap zwol. Maar toen de kommissaris merkte dat Recht zelf ter goeder trouw was, daalde zijn atmosfeer. — Ach ja, sprak hij tenslotte, ik weet wel dat er slechte schurftige schapen zijn. Maar er zijn ook goede schurftige schapen die niet schurftig zyn. Ge moet ons niet allemaal over denzielfden kam scheren. — Watite, riep Recht nu uit, gij zyt een eeriyk man? Omhels mij, zeen mij op mijn twee kaken, gij kunt niet ge? looven hoe ontroerd ik ben. Een eerïyik man? Ik wanhoopte dat nog ooit te ontmoeten. En Recht liep naar de trap en zijn stem klonk door bet huis: — Madame Voncke! Madame Voncke Kom eens rap boven. Ademloos stormde Mevr. Voncke de trappen op zoo snel als haar been dat van de rumatiek was bezeten en haar ander been dat de beestjes had haar dragen wilden. — En uw dochter? vroeg Recht. Waar is uw dochter? — O, zei Madame Voncke, ze staat bier in de kamer naast aan den muur te luisteren of zy iets kan hooren van uw gesprek met den kommissaris. En inderdaad, daar verscheen Martha blozend. — Kom binnen, riep Recht haar toe, hier is een eeriyk man. En hy wees op den kommissaris. — Het is toch niet mogeiyik, zei Madame Voncke. — Jawel, zei Recht, en dat moet gevierd worden. Lk ben te blij om geen beestigbeden te doen. Madame Voncke ik vraag u de band van uw dochter. De tranen kwamen de moeder in de oogen.
MENSCH
— Dat heet ik braaf, zei ze, nadat ge mijn dochter verkracht hebt zult gy mijn besten schoonzoon worden. — Hoeveel dochters hebt ge dan wel? vroeg Recht. — Eene, zei de moeder verbaasd. — Hoe spreekt ge dan van uw besten schoonzoon, alsof gü een geheel stel dochters bad. — Neen, ik heb maar een dochter, vervolgde me vrouw Voncke die de verbazing van Recht niet begreep; maar dat moet my toch niet beletten van meer schoonzoons te hebben. Als Martha nu by toeval nog door drie andere mannen moest geweld worden aangedaan, zou ik dan geen vier schoonzoons hebben. — Milledju, zuchtte Recht, en de hoeveelste schoonzoon ben ik dan? — Helaas, zei Martha zelf, gy zlit de eerste, maar ge moet my daarom niet verwerpen... Daaruit zag Recht weer dat Martha de onschuld zelf was en hy wierp alle verdenkingen van zich af. Er werd aan de deur geklopt. Recht was als van de hand gods geslagen toen hy by het opener, van deur voor Alida stond. — Ik kon niet anders dan terugkeeren, schreide de jonge vrouw, zoo beu ben ik van Schoeppe. Gy moet my bü u nemen, al was het maar voor veertien dagen, en dan zult ge mü trouwens niet meer kwüt willen geraken, ik ken müzelf. Recht bezag haar, en Wj scheen niet te twüfelen aan haar hoedanigheden. Hü wees toen op het gezelschap dat zün kamer vulde. — Wel, sprak hü tenslotte, kom binnen. Hy stelde Alida aan al de aanwezi-
gen voor en legde toen uit wat zü hem vroeg. — Nietwaar, Martha, vroeg hü, gy zult er niets tegen hebben dat ik dat brave mensch bü my aan huis neem, voor eenigen tyd maar, wü moeten elkander toch helpen als zusters. — Dat is G ELUK gü wilt, zei Martha. Maar met mevrouw Voncke scheen de zaak niet zoo gemakkelük beslecht. — Watte, zei ze, dat schandaal bij u nemen, dat straatmensen dat hier een eerlyken jongen als mijnheer Recht is komen bederven. — Smoel toe, schoonmama, onderbrak haar eensklaps Recht. Ik wil niet geregeerd worden door mijn schoonmoeder. Hy begreep zelf niet hoe hy ineens zoo krachtdadig durfde optreden. Maar Martha scheen hem goed te keuren, want als haar moeder haar wild by de hand nam om haar weer naar beneden te leiden, rukte het meisje zich los en weenend zegde zy': — Ik wil van mijnheer Recht niet meer weg, ik wil vertkracht worden. — Stillekes, zegde Recht, die den toestand nogal vervelend vond voor Alida en voor den kommissaris. Mevrouw Voncke vertrok woed:nd. Recht haalde een likeurken te voorschijn en weldra waren de vier personen in gezelligen kout vereenigd. * * * Het huwelijk van Recht met Martha Voncke werd eenige weken later gesloten. Alida woonde toen reeds al dce weken bü hem in, en er was niet de minste reden waarom het geluk hen zou verlaten. Maar de verdere lotgevallen van dat gelukkig gezin met drie zullen het voorwerp uitmaken van een nog strafferen roman.
KOEKOEK
16
Humor |
van
anderen
«OTA DEK REDAKTIE. — We n e m e n g e e n verantwoordelijkheid op voor wat wij zeit schrij ven, dus nog minder voor de karikaturen van deze bladzijde. Het feit dat wij deze teekenin gen overnemen, van vriend en tegenstrever, bewijs*' n i e t dat wij het m e t de strekking e e n s zijn
— 't Is me wat moois! Nu vina ik warempel een kikker in mijn waschwatsrl HOSPITA. — Nu, wat verwacht u dan wel voor dertig frank in de week? Haring soms? (Everybody's)
GEGRONDE REDEN — Interesseert u zich voor wielren nen? — Moet ik wel, anders haal ik geen enkelen morgen mijn trein! (L. Blaetter)
PENSIONGAST. — Hoe kan ik me nu met zoo'n handdoek fatsoenlijk af drogen? HOSPITA. — Minder water gebrui ken, dat is 't beste. (Everybody's)
— Wel ja, gij bekritiseert eeuwig en altijd mijn japonnen, maar wat we ten mannen nu van de kleeding van ons, vrouwen, af? — De prijs, m'n beste, de prijs! (Marius)
— En nu, dames en heeren, zullen we er toe over gaan, dit kostbare glas werk onder den hamer te brengen! (Everybody's)
VOORZITTER. — Nu wij eenstem mig den grondslag van deze zaak be handeld hebben, zullen wij overgaan tot het volgende punt op de agenda. (DUBLIN OPINION).
VOORKOMEND — Hebt u een kamer voor ons? — Nee, maar ze hebben vandaag juist het varken geslacht; het hok is dus leeg... als u 't zich daar misschien een beetje gezellig kunt maken... (Marius)
DE «ZIENSTER», — Ik lees in uw hand, dat u Jules heet... (Marius). Verantwoordelijke uitgever: JORIS HAMERS, Gent. — Red. en Adm. St. Pietersnieuwstraat, 64, Gent.
KRUIER (tot levensmoede m a n ) . — Spijt me, meneer, vannacht ver trekken er geen treinen meer met zoo'n mist, (Everybody'6)