ijs 0.50 fr.
HUMORISTISCH WEEKBLAD . * , J»AR«AN«. NR J 3
22 Dec.
1932
*
-
KOEKOEK
De briefwisseling tusschen DEVEEE en VANDERVELDE I Waarde Heer Vandervelde, Het lideraal kongres heeft besloten aan de regeering niet mede. te werken, indien de deelneming van de socialisten niet wordt gevraagd door de Broqueville. Daar de Broqueville juist zün meid noodig heeft om hem een koppel eiers te bakken, heeft hü mü met de kommissie belast. Ik verzoek u vriendelük al uw ander werk neer te leggen en op staanden voet mün voorwaarden te lezen. Ge moet er niet veel over nadenken, want ik heb geen tijd van wachten, daar de Broqueville mij van al de trappen stampt als ik te laat kom. Nochtans zal ik de toegevendheid ver drüven en ik geef u zeventien minuten om mü te antwoorden. Hier volgen nu mün voorwaarden, die de socialisten moeten aanvaarden als zü in de regeering willen treden: -. Financieel herstel door het bouwen van forten en het aankoopen van kanonnen. 2. Vervanging van de Internationale door de Brabanconne. 3. De roode vlag zal voortaan bestaan uit 1/3 rood, 1/3 geel en 1/3 zwart. 4. De defaltlsten en pacifisten worden opgeknoopt. 5. De toelagen aan de vrije scholen zullen met 2.50 fr. worden verminderd, en met zooveel worden verhoogd als M. de Broqueville zal vaststellen. 't Is te pakken of te laten. ALBERT D.
V De Liberale Party aan Devèze. Waarde Voorzitter, Gelief ons per omgaande mede te deelen of gü nu in onzen dienst af in den dienst van M. de Broqueville zijt? Wij kunnen met dulden dat gü de schoenen poetst van de Broqueville. Wü zün dan ook ontembaar nijdig op u, maar als ge een schoone rede wilt komen uitspreken, dan zullen wü u toejuichen. DE LIBERALE OPPOSITIE VI Devèze aan de liberale oppositie. Waarde kollega's, Hoevele malen heb ik mün speeksel niet laten vloeien op het altaar van het vaderland? Als gü mü buiten gooit staat morgen Duitschland voor de poorten van Luik! ALBERT D.
VII Telegram van de liberale oppositie aan Devèze. «Doe voort! Hip hoera! Leve Devèze»
VM Affiche van burgemeester Max. Burgers van Brussel, Het komt mü ter ooren dat pato kesdragers zonder bewijsplaat aan den arm, beweren de boodschappen te doen van den ministerpresident. Bi waarschuw de bevolking tegen de aanbiedingen van zekere personen zonder mandaat. MAX. Het is in België niet voldoende zich belacheiyk te maken om zich den nek te breken. Albert Devèze zal minister worden.
XX Mün waarde heer Devèze, Wilt ge ne keer terug komen als ge •en snottebellen meer hebt? E. VANDERVELDE.
M Mün waarde heer Vandervelde, Mün meester is zeer kwaad omdat lk slecht de boodschap schijn gedaan te hebben. Ik moet u mededeelen, dat ik toelating had van mijn baas om u voorstellen te doen. Ik vraag u dringend antwoord, want het land is in gevaar. Als gü niet meedoet zal ik het echter alleen wel redden. ALBERT D.
IV de Broqueville aan de «Natión Beige» Waarde Hoofdopsteller, De boodschapper Devèze is te dom om dood te doen. Hü is met voorstellen bü Vandervelde geloopen. Ik heb daar niets mee te zien. Ik kük van verre en amuseer mü geweldig. GRAAF DE BROQUEVILLE.
IN DE V. S. VAN N. A. — WÜ komen uw vrouw te ontvoeren en gij zult ze slechts terugzien mits 1000 dollar te betalen! — O! Et geef u 1500 dollar als ge ze wilt houden ta der eeuwigheid!
HUMORISTISCH WEEKBLAD van VOORUIT Redaktie : 6 4 , St. Pieter»nieuwatraat, Gent — Telefoon 157.40
Abonnement l
JAAR
ABSSSSAT 3 maanden
=
tt. 85.00
£ "j"
Pogtcheckrekening «Het Licht» n. 86733
VerschUnt den Donderdag — 0.50 fr. per nummer Nummer 34 - Tweede Jaargang — 22 Dec. 1932
O N Z E GALERIJ VAN B E R O E M D E E N B E R U C H T E M A N N E N
JORIS EECKHOUT Dat is er nog een die door de officieele school niet is bedorven. Wij weten overigens niet of hij bij paters of bij moordenaars ter schole ging. Maar een ding staat vast: Joris Eeckhout is een priester uit de duizend. Wi) zullen nu met dien goeden priester al de slechte priesters niet doodslaan. Het zou tc gemakkelijk zijn. Integendeel, aan al onze lezers die zouden verklaren dat Ood ons van het papengebroed moet verlossen, geven wij het voorbeeld van Joris Eeckhout om te bewijzen dat er onder duizend wel een goede kan zitten. Hij is een voorbeeldig priester, in zooverre dat hij soms last krijgt met zijn geestelijke overheden. Gelukkig is hij geen onderpastoor met een parochie, want hij zou waarschijnlijk weigeren met het Kristusbeéld modder naar de andersdenkenden te gooien; hij zou daarvan walgen, en dat zou weer een heele boel last geven; de Broquevïlle zou aan den kardinaal van Mechélen schrijven dat pastoor Eeckhout een slechte propagandist is, de kardinaal zou een nieuwen brief met vuile praat doen schrijven aan zijn bisschoppen, en de bisschop van Eeckhout zou Eeckhout een straf geven in plaats van dertig dagen aflaat. Gelukkig is Joris Eeckhout alleen maar pastoor van het krankzinnigengesticht Guislain te Gent Het is een apostolaat als een ander. De eene neemt een vrouw en een schoonmoeder; de andere trekt zich den last van krankzinnigen op de schouders. Ten andere, Eeckhout kent ook de wereld, en hij weet dat alle zotten niet in Guislain zitten. In dit gesticht brak eenige jaren geleden brand uit, en de bibliotheek van Eeckhout ging in de vlammen op. Deze pastoor is een hartstochtelijk minnaar van boeken. Deze brand was dan ook een gebeurtenis in zijn leven. Een tragisch drama, zoudt ge terecht denken. Maar niet zonder vergel-
ding. Het leven neemt, het leven geeft... En zoo deed deze brand. Onze priester ging onmiddellijk, gelijk de spreekwoordelijke mier die haar nest vernield vindt, zijn bibliotheek weer aan 't opbouwen. Hij verzette hemel en aarde om zich boeken aan te schaffen. Toen men zag met welke onstuimige liefde Eeckhout bij iedereen, en in de pers, en bij het ministerie aanklopte om zijn verloren boeken te vervangen, vertellen kwade tongen dat de brand niet nutteloos was geweest. En op zekeren dag vonden wij een lid der Akademie weenend voor zijn schamele boekenkast staan, en snikkend riep hij: — God van Joris Eeckhout, laat ook ne keer MIJN bibliotheek afbranden. Een directeur van een zeker ministerie, die de verzoekschriften van Eeckhout ontving, bejegende eiken nieuwen brief met den vloek: — Haha, weer den priesterbrandstichter. Waarmede hij geenszins bedoelde dat Eeckhout den brand had gewenscht, maar enkel zijn woede van lastig gevallen functionaris op onbetamelijke wijze bot vierde. Of het bij deze gelegenheid was, dat Joris Eeckhout de Leopoldsorde kreeg, weten wij niet meer. Het feit is, dat hij ze kreeg. Hij had op voorhand verklaard, dat de kroonorde te gering was voor hem, en dat hij geen dekoratie zou aanvaarden, tenzij de Leopoldsorde. Hij kreeg wat hij vroeg. En nu spijt het hem dat hij niet van den eersten keer den titel van prins, of van kroonprins heeft geëischt. Uit deze kleine anecdote mag men besluiten, dat de letterkundige Joris Eeckhout zich bewust is van zijn waarde. Want hij is ook letterkundige. Hij schreef verzen, gelijk gij en ik in onzen jongen tijd. Maar terwijl wij ons nu aan den drank hebben overgegeven, blijft Joris Eeckhout zich overgeven aan de letterkunde. Hij heeft
stapels priesterverzen verzameld. Die verzen zijn als het symbool van de geestelijkheid: hier en daar loopt er een goed gedicht tustchen. Maar Joris Eeckhout beperkt zijn werkzaamheid niet tot het verzamelen van verzen van zijn collega's. Hij heeft ook werk van Karei Van de Woestijne verzameld; hij heeft namelijk een boek over Van de Woestijne geschreven, of liever hij heeft Van de Woestijne overgedrukt en hier en daar zelfs een regel uit zijn eigen pen bijgevoegd. Al wie van schoone letteren houdt, weet dat Van de Woestijne het lezen waard is, al was hij tijdens zijn leven in de Akademie. Ook Joris Eeckhout is lid van de Akademie. En dat verandert niets aan de gevoelens die wij dat aardig gezelschap toedragen. Maar Eeckhout put ook sommige boeken uit eigen innerlijken schal. Hij heeft over zijn medeliteratoren een gansche reeks «Litteraire Profielen» geschreven, die latere verzamelaars van priesterslitera* tuur misschien eens zullen ontdekken. Het zijn geenszins godslasterende, brieschende, stormende brokken kritiek; maar eerlijk gemeend, braaf en klaar als pompwater. Wij verkiezen bier, waar. dat is kwestie van smaak. Helaas, deze sympathieke toerking die geen gevaar opleverde voor het rollen der planeten in het ordelijke heelal; het feit ook, dat de Akademie zedelijke eischen stelt aan haar leden, en tenslotte het feit dat niemand veilig is voor de temptaties van den Cuivel, dit alles deed Joris Eeckhout appetijt krijgen; en in uren van onbegrijpelijke aberratie schreef hij een studie over den Roman, de nieuwe richtingen er van, den oorsprong, het wezen, den schijn, de bestemming en de kategorieke imperatieven van den roman. Dat gaf een slag in het illustere gezelschap, toen d« lezing voor de Akademie werd ontrold. (Zie vervolg bladc. 4)]
KOEKOEK
De Kapper van het zoogezegd Volkske heeft zijn ziel aan de Loge verkocht ^ Christenen, waakt op uw geloof Y Een schunnige en laffe aanval tegen de aanstaande mirakels van Beauraing
Als wü de Gazet van Antwerpen wa ren, zouden wü onomwonden schrijven dat er menschelüke varkens zijn die geen ziel ln hun balg hebben. Maar wij zijn beter opgevoed, en wij vragen i aan het zoogezegd katholiek Volkske, hoeveel zilveren penningen het gekregen heeft om den godsdienst ln den rug te schieten. Het geval is inderdaad te ergerlijk opdat Koekoek het zich niet tot plicht zou rekenen, de schandelijke houding aan te klagen van den meneer X., die ln Het Volk — De Tijd een dagelü'ksche rubriek «Bij den Kapper» helpt vullen. In een der laatste nummers was er sprake van bijgeloof. Van bijgeloof in Indië. En daar wordt volgende hisstorie verteld : « Over Gandhi wordt in de diepste binnenlanden de meest dwaze onzin verteld en geloofd als evangelie. «In 't dorpje Lailonga woonden twee «Bhoetnaars» die leefden van de vischvangst. Op Eekeren dag hadden ze weer esn mandeke visch gevangen, maar opeens stond daar naast hen een goede oude man, die hun vrien delijk vroeg, waarom ze toch die lieve yischjes gingen dood maken.
De meesten dachten aan hun pantoffels en aan hun avondpapken en lieten zonder verzet den criticus Joris Eeckhout losdonderen tegen Gide en andere antechristen van de literatuur. Maar een der Akademieleden, die nog voor zich zelf nadenkt, maakte halfluid de Pallieteriaansche opmerking: %'t Is juist gelijk een straat hondje die Leopold den Eerste van de Kongreskolom wil pissen!» Het was na afloop van die memo rabele lezing dat eenige Akademie leden vergaderden in een kavietje, en Tiet geval bespraken.
Zij antwoordden dat zij arm wa ren, en leefden van de opbrengst van die visch, die ze op de markt gingen verkoopen. Maar Gandhi (want hü was het), gaf hun elk 5 Roepiers (50 fr.) en zei dat ze die visschen weer terug in het water moesten werpen, wat ze de den en de oude man verdween. « De volgende dag was de bekoring te sterk, en weer gingen ze vis schen in de rivier; maar nauwelüks hadden ze hun netten vol visch op het droge getrokken, of de oude man stond daar weer, maar nu kwaad en dreigend: «Wat, ondankbare ellendelingen, riep hü uit, gisteren gaf ik u ge noeg om veertien dagen van te leven, en vandaag zijt ge hier weer om die visschen te dooden. Wel, als straf zult ge uw leven lang niets andere meer eten als visch.» En op hetzelfde oogenblik waren de twee vissohers veranderd in reigers. De .historie ls een sprookje zooals wü er vele kennen uit den Bübel. Gij hebt maar aan de vrouw van Loth te denken, die in een zoutsteen veran derd werd. En iedereen gelooft dat UI
- Och, zei er een vergevens gezind dichter, ge moet hem niet ten kwade duiden dat hij groote kunstenaars een beentje tracht te zetten; ge moet weten dat hij al veel last heeft gehad met het bis dom wegens zijn literaire bedrij vigheid. — Ja, gaf een tweede toe, ik vraag mij zelfs af waarom hij al lang zijn kap niet over de haag heeft geworpen. — Neen, weerlegde een derde, het zou wenschélijker zijn dat hij de literatuur over de haag gooide.
Maar het Volkske besluit; « Eene vraag : Als het eeuwen geduurd heeft om in onze gewes ten het bügeloof te verdringen, hoelang zal het duren eer, met de genade Gods, de afgoderü, de toever ij, de hekserü zal overmeesterd worden in de missielanden. Z. H. den Paus vraagt gebeden en büstand voor 't Missiewerk. Zün op roep weze beantwoord.» Als Huysmans het ons permitteert, zullen wü aan het Volkdie zeggen, dat deze woorden een smeerlapperü zün, een varkensachtige aanval tegen den godsdienst en de ziel van het kind. Wat ? Dit zoogezegd geloovig blad schrüft tegen het bijgeloof, op het oogenbik dat Beauraing zün mirakels moet afwerpen ! Is Beauraing een hekserij? Moet die afgoderü uit onze gewesten verdwünen ? Een smeerlapperü is dat van het Volkske 1 Een kaakslag in het aange zicht van al de katholieke bladen, die nu serieus beginnen hun aandacht van kolommen lang te wüden aan de mira kelen van Beauraing. P. S. — Stort een penning voor 't missiewerk en ge zijt gedekt.
Dan zouden godsdienst en litera tuur er beide bij winnen... Maar kom. Eenieder heeft zijn zwakheden. En wij kennen slech tere akademiekers. Wij kennen geen eenvoudiger, minder kwezel achtige, plichtsgetrouwer geeste lijken. En als wij Joris Eeckhout nog iets beters hebben aan te bieden dan de Leopoldsorde, dan is het een brevet van goed mensch. Onze Lieve Heer is geen venijnige literaire criticus, en hij zal de ge schriften van Joris Eeckhout niet in de weegschaal leggen bij het Laatste Oordeel.
KOEKOEK
5
Waf gaan we doen met de schoone ziel van JO-JO?
Deze week ontvingen we ter redaktle volgend schrijven van onzen gewe zen vriend Jo-Jo, dat we zonder meer en met de gestrengste koelheid aan het rechtzinnig oordeel onzer deftige lezers en oppassende familievaders on derwerpen. M'n goede, oude, trouwe makkers, S. O. S.! Mijn zielken, mijn schoonkinderzielken is in nood! En hoe dat gekomen is? Luistert naar mijn lijdens geschiedenis en ge zult me vergeven. Is het met geen arsenicum, 't zy dan met de absolutie. Jo, (bis) |' ' ' I. ,: • • DE GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING Toen de zon ter kimme rees, den 8n dag voor de verkiezingen, wist zij niet, dat dien avond de maan haar volgen zou met een bleek betraand gezicht, en dat de heele wereld zich afvragen zou: waar Is Jo-Jo nu? Inderdaad, ik was plots uit de cir culatie verdwenen zooals Kreglinger indertijd, zonder auto wel te verstaan. De reden van dit verdwijnen tracht ten mijn vrienden zoowel als mijn vij anden te ontsluieren. Maar ze slaagden geenszins in hun detectievenveronderstellingen en al hun hypothesen leden schipbreuk op de gewone banaliteiten zooals: zelf moord, liefdeverdriet, mazelen, wijnpokjes, faling, ontvoering, geheugen verlies, enz. Neen, dit alles was ziekelijke verbeel ding en de reden, de ware reden van mijn verdwijning zou ik hier nu in deemoed en oprechtheid kenbaar ma ken. Toen ik in de bewuste .vermissings periode de affiches en artikelen las der katholieken over de schoone ziel van 't kind, werd ik zóó ontroerd, dat ik zonder aarzelen naar mijn meisken liep, haar mijn adieus gaf en besloot mij aan de zijde te scharen der hooge en lajge geestelijkheid om het heil dér kroostrijke gezinnen te verdedigen te gen de roode bandieten, petroleurs en verkrachters. Om mijn doel des te schitterender te bereiken verzon ik den volgenden list. Ik schreef een brief naar den pas toor van Schamfelscheute bü Lóotenhulle, hem meldende, dat hij onmid dellijk met verlof mocht gaan en zich eens zes weken mocht uitrusten te Lourdes. Een plaatsvervangend geestelijke zou dadelijk naar Scham felscheute worden gestuurd. Ik teekende: Honoré, bisschop van Groot Gent en de kleine agglomera ties. Toen ik twee dagen nadien, als pas toor verkleed op de bewuste parochie
verscheen, was de echte eerwaarde reeds naar Lourdes vertrokken en vond ik de kerk, de sakristy, de pastorij en de meid te mijner beschikking. — Perpetua, zei ik tot het meisje, ik hoop dat ge over uwen nieuwen pastoor zult tevreden zijn. Het is nu al laat in den avond, ge kunt naar uw kamer gaan slapen... — Nondedju... is me dat ne groene, mompelde het kind terwijl ze mees muilend naar boven trok.
RR. DE ZIEL VAN 'T SCHOONE KIND 's Anderendaag ging ik al vroeg op inspectie in de broerkensschool. Broeder Serafijn was juist bezig met de kinders te leeren stemmen voor de katholieken. — Pierken, sprak ik tot het jongetje dat het. best zijn bolleken had zwart gemaakt, hebt ge broers en zusters? — Ja meneer, de postoor, een zuster van 18 jaar. — En heeft ze een schoon zielken? — 'k Weet het niet meneer de pas toor, ze ligt er mee in 't moederhuis... Hoestend trok ik de klasse uit, ter wijl broeder Serafijn zoo hard hij kon den neus snoot om te gebaren dat hij ook niets gehoord had. III HET SCHOONE VAN DE ZIEL VAN 'T KIND Verder in den morgen kwamen een paar dames, beschermsters der kongregatie, biechten en een beetje van elkander kwaadspreken. We praten ook wat over de a. s. verkiezingen en hoe we het best de menschen, die op het dorp als socialisten bekend ston den, zouden pesten, broodrooven en belasteren. Ha, wat deed dat een deugd aan 't herte, de vooroorlogsche methodes der kalotten weer eens aan te pakken! In onze theologische redekavelingen vroeg me de barones van Schamfel scheute waarom we ten slotte zooveel drukte maakten om de schoone ziel van 't kind. Die adellijke sloor begreep dat niet! — Neen, dat versta ik niet, zei ze, me* haar gewone pretentie, de kinderzielkens gaan toch allen naar den he mel, nietwaar eerwaarde? Ik knikte bevestigend. — Welnu, wedervoer de dame, hoe is 't dan mogelijk, dat de socialisten die zielkens zouden binnenpalmen? Ze hebben toch niets te vertellen in den hemel? — Kom, kom, mevrouw de barones, ge moogt dat zoo op de letter niet nemen. De kinderziel heeft de specia liteit van naief, goedgeloovig en bang van aard te zijn. Een kind ls gemak
kelijk met beloften te paaien en om den tuin te leiden. Zijn dat geen kostbare deugden* Moeten we niet trachten ze nog meer te ontwikkelen ten einde de jonge ziel in dezen staat te bewaren, ook als het lichaam reeds volwassen is? Moeten we niet zorgen, dat dé arbeiders van morgen al deze eigen schappen bezitten? Voor deze argumentatie bezweek de onwetende en konden we samen in de alleenheid onze religieuze werk zaamheden verder vervolgen.
RV. HET KINDERACHTIGE VAN DE SCHOONE ZIEL De verkiezingen brachten ons ech ter een groote verrassing. Al onze gebeden, onze vervolgingen en bedrei gingen dienden tot niets. De socia listen boekten een mooie overwinning en meer dan ooit had onze propaganda een verkeerde uitwerking. Maar dat verhinderde niet, dat ik op mijn strijdpost bleef en voortging met prediken tegen de verkrachters der onschuld. Het mirakel van Beauraing, dat acht dagen te laat gebeurde en waarbij O. L. Vrouw aan 5 kinderen verscheen, versterkte mij in de overtuiging, dat de schoone ziel nog niet uit de mode was. En 'k volhardde dus in nnjn boos heid. Verleden week echter zou een vreeselijk ongeluk nüj in mijn apostolaat komen treffen. Ik kreeg namelijk..., 't Getrouwe Maldegem te lezen! En wat vernam ik daar over 'fc mi rakel van Beauraing? Was onze Lieve Vrouw niet ver schenen aan 5 schoone kinderzielkens? Schoone zielkens? Helaas, ziehier wat M. Jozef De Lille er in zijn gazetje over getuigd: Op de spoorbrug is O. L. Vrouw het eerst verschenen. Is dat niet modern? De kinderen hadden den dag zelf nog heel wat kattekwaad uitgehaald: aan de bellen getrok ken en geravot». Ja, de Heilige verscheen dus aan snotneuzen, aan jonge vandalen! En was het om hen te bestraffen? Neen, ze verscheen integendeel «glim lachend», terwijl de bengels hun kwaad verrichtten. Leest, vrienden, het ongelooflijke en het toch ware : «De kleine Albert zag eerst wat, het zweefde in de lucht. En de kinderen liepen den wegel van het klooster op en af. Ze moesten intusschen nog bellen aan de pensionnaatdeur, dat duurde allemaal een tijd en de wrsclujning bleef maar duren. (Zie vervolg onderaan blz. 61
6
. KOEKOEK
BESCHOUWINGEN OVER HET LEVEN • LANGS DEN PLEZIERIGEN KANT 9 n.
Herinnert gij u nog waar wij verleden week aangeland waren, ln kompagnie van den h. Johano Thiery, den keizer en den engel Gabriël? Gelijk in alle degelijke drama's krijgt de zondaar berouw. Gelukkig dat Gabriël daar is, om de absolutie te geven. «Gij zijt voor d'Hervormlng gewonnen!» zegt hij, tot den keizer, stralend van geluk en 't scheelt niet veel óf ze gaan er eenen op stekken. Ziehier een brok uit dit dialoog: — Inderdaad, ik verlang zelfs vurig die weg te betreden... Maar ik bén ziende blind... 'k Weet niet hoe dat aan te pakken... Maakt mij «clairvoyant»... Indien gij, mij waart, wat zoudt gij doen, om, benevens d'ontvangst van Gods genade, ook de liefde der menschheid te winnen. — Sire, ik zou doen, wat de plicht is van elk waarachtig verlicht mensch: medegaan met den geest des tijds! Zooals ge ziet, niet moeilijker dan dat! Ge stelt uw horloge juist, op den Voila! Daar hebt ge nu 't bewijs hoe schoon de kinderzielen zijn! En 't ergste van al: de Onbevlekte verscheen dan nog aan meisjes, die... Ja, laten we het De Lille zelf zeggen: «Men moet niet denken, dat het heel kleine kinderen zijn, daar zijn een paar meisjes van 14 tot 16 Jaar bij; de oudste kijkt MAAR AL te goed naar de jongens...» Neen, dat is te straf! Het is het kluarblijkendst bewijs, de.t het kinderachtig is nog langer de naïveteit, de zuiverheid en de braafheid der kinderziel te roemen. Onmiddellijk besloot ik ook aan de bellen te gaan trekken en maar al te goed naar de meisjes te kijken... Misschien verschijnt me dan eveneens de gestalte, die te Beauraing zooveel ophef maakte! — Perpetua, zei ik tot de pastoorsmeid, waarmee ik intusschen wat meer bevriend was geworden, ik laat hier den boel maar draaien. Ik keer naar mijn vrienden van Koekoek terug. M. De Lille heeft me tot het lustige leven opnieuw bekeerd. Salut! En wel bedankt voor de verwarmde voeten! V. MEA CÜLPA En nu, broeders, wilt ge me nog weer als vriend beschouwen? En gij. zusters, wilt ge me terug in uwen schoot opnemen? Bs: zal er kwistig het goede zaad strooien, dat ik gedurende mijn 6 weken katholieke propaganda zoo smartelijk heb moeten achterhouden. Uw verloren zoontje, JO-JO.
hoek der straat, en vooruit op de baan der kunst! Maar daarmee zijn we er nog niet, verre van daar! 't Is zelfs hier dat 't groot spektakel eerst begint! En wel met een programma-rede van Gabriël: ... Om te beginnen, Cesar, gaan wij alles wat groot is op aarde: de hoofden aller Staten als van alle Kerken, de Wereld- of geldkoningen, de Majesteiten des geestes, — ik bedoel: al wat aan de spits staat der intellektueele deigeleerde wereld — evenals de kunstenaars van hogen naam uitnoodiigen, om de Wereldkonferéntie te willen komen bijwonen met haar dagorde: «Gezamenlijk vriendschappelijk onderzoek raar de middelen, om die ideale Maatschappij op te bouwen en in stand te houden, waar alle menschen der geheele Aarde als waarachtige broeders en zusters to volle geluk samen leven.» In andere woorden, Genève met zijn Volkenbond, is zoo goed als kompleet naar de vaantjes. En de Ontwapeningskonferentie niet min: ... de oorlogen zullen uitgediend hebben den dag, dat de soldaten aan 't denken zullen gaan, zooals zeer wijselijk Karei de Groote het eens verkondigd heeft, 't Is spijtig voor dienen Charel de Groote dat de Nobelprijs nog niet bestond in zijnen tijd, want zulke gedachte is mier dan goud waard, wy zouden haait zeggen: een jaarabonnement op «Koekoek». Maar ter zake. Volgen wy den h. Gabriël Thiery in zyn verdere konstrukties. Hoe de wereld er uit zal zien? Er zullen duizend staten zyn. Iedere staat telt duizend steden. De geheele aarde bezit dus een millioen steden. Zoodat er geen sprake zal zyn van u te embêteeren en niet te weten waar naartoe. Van koloniën, provintiën, hoofdsteden, arrondissementen,, noch van voor-steden is geen sprake meer. Zulk een zet is voldoende om de sympathie van al de schooljongens weg te dragen. En met reden! Vooral, daar ze zich niet meer zullen bezig te houden hebben met allerlei ingewikkelde kwesties van verschil ln wisselkoers, gouddekking, bi-metalisme en wat weet lk al! Het valsch denkbeeld dat het geld, om waarde te bezitten, uit goud of zilver moet bestaan, heeft uitgediend. (By koninkiyk besluit waarschijnlyk). Het geld is een gefatsoenneerd stukje metaal, steen, papier of andere stof, hetwelke die hooge waarde verkrygt, welke wij het willen toekennen.
Uit zichzelf is het volmaakt waardeloos... al ware het uit zoogenaamde edelsteenen vervaardigd. Daarom dan ook zal het goud gebruikt worden tot fabrikatie van de monturen der gebitten; enz. Maar dit allemaal is nog klein bier. Nu komen we aan de groote kloppen: de Internationale HervormingB-Wetten: Art. 1. — Van dees oogenblik af is over de gansche aarde het militarisme afgeschaft. De opperofficieren, officieren, en de lagere gegradeerden in werkelijken dienst, zyn dadeiyk op pensioen gesteld... Alle soldaten worden dadeiyk naar huis gezonden met eeuwigdurenden congé... Art. 2. — Van dees oogenblik af zyn alle instellingen tot fabrikatie of instandhouding aller godsdiensten over de gansche wereld afgeschaft. Bisschoppen, kardinalen, kosters, klokkeluiders, stoelkeszetsters, allemaal naar huis en op pensioen! Hier is maar een uitzondering : De Broeders- en de Zusters van Liefde zullen hun menschlievend werk voortzetten, tot zy de jaren bereikt hebben waarop zy als alle menschen, moeten op pensioen gaan. Elk van hun welk op rusgeld gaat, zal door een wereldiyken beroeps-zieken verzorger (-ster) opgevolgd worden. tU denkt, mogelyk: «Kan de geest der meeste stervelingen wel die hooge vlucht nemen, om onze wysgeerige beschouwing te kunen begrijpenen als zuikdanig te kunen omhelzen. Kunnen zy het wel stellen zonder godsdienst. Kunnen zy dat soort theater missen. — wy gebruiken hier het woord theater slechts voor wat het is... dus, noch in den spottenden, noch in den verkleinerenden, noch in den minachtenten toon — hetwelk hun een hooge mystieke prikkeling voor hun zenuwen geeft... ja, voor vele eenvoudigen van geest wel dienst doet als «'n saus des levens»?... Met deze saus op de lippen en de belofte van een Internationale Kerk, stappen we in ax-t. 3, de moederhuizen, de kinderkribben en de Hoogescholen binnen, om direkt daarop, in art. 4, te vernemen dat, van heden af, over de gansche aarde de burgerUJke en kerkeiyke huweiyken afgeschaft worden e n met art. 5 weer iu de pedagogie aan 'e landen: Geen ander onderwys zal, te rekenen van heden, over de gansche Aarde meer geduld worden, dan datgene wat officieel-zuiver-wetenschappeiya-vryztamig-aanschouwe(Zle vervolg onderaan blz. 7.)
KOEKOEK
HET MIRAKEL VAN B E A U R A I N G De kleine kreupele wiens genezing nwn verwachtte, wordt nu, op de «houders van een helper, ter plaatse gebracht: Hij komt zijn voet te verstuiken.
De heeren Sap en Jan Boon van den Standaard op het pad der volksverheffing
Wü worden binnen gelaten in het direktoriaal bureau van den Stan Als ge aan uw vel houdt doet ge daard. Wü kussen de vingertoppen van fctót niet naar ginder te gaan: zij die den heer Jan Boon en de teenen van «enigen twijfel durven opperen, krijgen Sap. En onmiddellijk valt ons oog op een groot schilderij die het plafond vtjf eens mee. Het mirakel zal waarschijnlijk nog versiert. Zij stelt Bmile Vandervelde eindigen met blauwe oogen en bloed voor, die juist den buik van een kindje heeft opengereten en de ingewanden neuzen. wil verslinden; maar de engel Gabriël neer uit den hemel en steekt De Leuvensche professoren hebben daalt hem zijn vlammend zwaard in de keel. de kinderen onderzocht. In fonkelende letters leest men rond Wanneer men de mannen der de schilderij: Stort SO frank in de wetenschap ondervroeg, verklaar kas voor de verkiezingen en gij krijgt den zij: eeuwigdurenden aflaat. «De kinderen zien niets, dat is Vol bewondering voor dat verheven een feit! Is het een bovennatuur lijk verschijnsel? Zoo Ja, dan zou onderwerp vragen wü : het natuurlijk 0112e bevoegdheid te — Is deze plafondversiering van boven gaan.» Pra Angelico ? Dat noemen wij tenminste weten— Neen, zegt Sap fier, maar wel »hap! van zijn opvolger, een boezemvriend van Pieuillien. Uit «LA LIBRE BELGIQUE»: Het kost ons moeite onze oogen af «Het woord is thans aan de theo logen om een bepaald oordeel te te wenden van de meesterlijke büzonderheden van de schilderij om het doel vellen in deze kwestie». Die zullen het niet moeilijk hebben. van ons bezoek kenbaar te maken. Krbpzts kwierebie x heilige drievul— Nu de verkiezingen voorbü zün held + de schoone ziel van 't zult gü zeker voortgaan met de red d— mirakel. ding van de ziel van het kind ? — Natuurlijk, beaamt Sap. En onze Maar ge moet nog een beetje pa- propaganda zal nu stelselmatig worden ntie hebben, verklaarde de E. H. ingericht. Hier, onze vriend Boon, en ttmbert, pastoor-deken van Beauraing: ik zelf zullen het voorbeeld geven. Wü Moest er een ontegensprekelijk hebben een organisatie van wandel mirakel gebeuren, dan zal er een predikers ingericht. Gü weet, hoe de het verderf ls van vele kin grondig onderzoek worden inge straat deren... steld, dat nochtans jaren zoo kun nen duren. En het Is enkel nadien dat de H. Kerk zich zou uitspreken.
Waarschijnlijk rond 1993. Iets in den aard, enfin, van de Ontwapenings conferentie. lük en encyclopedisch is... (De h. Gabriël Thiery zal misschen toe laten dat wü ons een beetje zet ten en 'n demi drinken op zün rekening?) ... Dat onderwijs zal uitsluitelük in de hulpwereldtaal het Esperanto gegeven worden En de Zachtmoedigheid zal de basis " , in plaats van de «woestaardigd» geluk wü de Vrüheid hebvan het te brengen ter kennislükvan uw begripsmoigelükheid, binen buiten den tüd, all right! Alles goed en wel met die geest, ar een redelijk schepsel Gods moet voeden ook, en de zwünen en kaldle daartoe moeten dienen, schüniet akkoord te gaan met onze pretatie der zachtmoedigheid. Inndeel.
— De straat en de officieele school ! vullen wü aan. — Juist, maar wij beginnen met de straat. Waar wü een troepke straat bengels büeen vinden, zullen wü op Ook hier weet Gabriël uitkomst. Planten en dieren zullen spontaan, (dat is 'n mooie troost), en zonder lüden gedood worden. Zü mogen ook niet het minste bewustzün hebben gehad van hun nen aanstaanden dood... Dat alles dus wat ons tot voedsel strekken zal, wordt in de voorkamer... dat is: «de kamer des doods» van 't slachthuis, omgebracht, door de middelen welke de Wetenschap voorschrüft. Enkel de volwassen dieren mo gen gedood worden, opdat alles toch tenminste het leven zou ge kend hebben. In de kamer des doods mag niet «gescheid» worden, opdat die ka mer noch door aanzün noch door
staanden voet een les in open lucht geven. De héér Jan Boon heeft zün artikels over den Vlaamschen gentle man op muziek laten zetten, en wü zullen die voorzingen aan de kinderen. Jongelingen uit onze katholieke Jeugd groepen zullen dezen zang begeleiden op de fluit. — Zou de harp tenslotte niet beter passen, vroegen wü met zedig neer geslagen oogen. — Of een klein orgel, zei Jan Boon. — Als het lied de kinderen In opge wekte stemming heeft gebracht, ver volgde Sap, begint het eigenlüke op voedingswerk. —Ja, zegden wü beleefd, alhoewel de gentleman-artikels uit De Stan daard ook reeds verheffend weiken. — Plezierig, plezierig vooral... zei Sap. Het opvoedingswerk moet met steviger hand worden aangevat. De kinderen moeten ln twee kampen wor den verdeeld; zü die naar de vrüe scholen, en zü die naar de officieele scholen gaan. Aan de laatsten geven wü een dolk... — Oei, oei I riepen wü uit. — Waarom oei oei ? vroeg Jan Boon. Op de officieele school krügen ze toch dolken. — Neen, zei Sap, dat is het niet. Wü nemen hun de echte dolken af en ver vangen ze door kleine houten dolken zonder gevaar. En aan de andere groep van kinderen deelen we zware ijzeren Christusbeelden uit. — En wat dan ? vroegen wü ver baasd. — Dan laten we de twee kampen tegen elkander los ! En we zullen eens zien of Christus de slangen niet zal den kop Inslaan. geur hare bestemming zou verra den. Geen bloedend vleesch- noch af gekapte koppen, zal ooit ergens uitgestald worden. Alle charcuterieën worden in de afdeelingen van 't slachthuis be reid, en de kookkunst heeft het zoover gebracht, dat zelfs de pens zoo gezocht wordt... als het beafstuk. Iedereen zal begrijpen, dat na dit gerecht, de scharnieren van onze maag een beetje uit hun haak zün en ons hoofd aan een geblutsten voetbal is gaan Hjken; zoodat we, voor 't ver volg, nog eens verplicht zün acht da gen uitstel te pleiten, met hoop op beternis. Tot Donderdag, voor den dessert.
KOEKOEK
fc2tL.ARJ/lïT VAM
AflDfcRtlï
Allez, foert ! België betaalt zijn schulden aan fVmerika niet. En de «GAZETTE VAN GENT» heeft daardoor esn vlaag van geestdrift gekregen, die de moeite waard is gelezen te worden. De Amerikanen hadden gemeend dat zij, door Europa uit te zuigen, dit werelddeel zouden kunnen koloniseeren. Och arme! Wij hebben genoeg van de auto's van Ford. Wij hebben ook genoeg van de Amerikaansche schrijfmachines, scheermessen, appelen en oranjen. Zelfs kan Europa Amerikaansch graan missen. Als nonkel Sam aandringt kunnen wij het Amerikaansch graan door andere tarwe vervangen. Wij kunnen ook elders katoen koopen net als tabak. De tijd is voorbij dat we Amerika noodig hadden. Als de Vereenigde Staten het verlangen, zullen wij de Unie helpen boycotten zooals de Chineezen gedaan hebben met de voortbrengselen van Japan. Bots en wederbots. Pafte! milledju! En 't zat er niet nevens! Ahoe Amerika! 't Is de volledige breuk tusschen de oudste gazet van België en de r'euwe wereld. Andere ongelukken • ^llen zich nochtans niet voordoen. SCOeOOSOQOSOSOOCCCCOQCOSGC
We gelooven hem Onze vriend Wannes van de «GAZET VAN ANTWERPEN» WAS gedachtenloos en wist niet wat TE schrijven voor zijn dagelijksch artikel. Tot zijn wegblijvende Inspiratie] hem het volgende uit zijn per, duwde: BIJ DEN GENEESHEER Zeg driemaal 33. 99.
Achtbare... «HET HANDELSBLAD» gaf een brief van M. Segers. En M. Van Cauwelaert antwoordde. En M. Segers antwoordde weer. En M. Van Cauwelaert replikeerde nogmaals. En M. Segers zond een nieuwen brief. En... En «Het Handelsblad» besluit: Nota der redaktte. — Wij verheugen ons over 't besluit van den achtbaren Staatsminister, dit debat te sluiten. Doch het is verstaan dat de achtbare burgemeester alle recht bezit, indien hij dit noodig acht, dit slot met een slot te beantwoorden. Och Heere, toch! Dat zijn toeren!... Dat slot van dat slot met al die achtbaren...
Ondertusschen sta ik hier nog altijd zonder kluitje, en uw dagklapper weet nog altoos niet, vriend lezer, waarover geklapt. Ik heb ik goed de zoldering te bezien, gelijk de jongens altijd doen, als ze hun les niet kennen, 'k Heb vruchteloos gezocht met de studenten in al de hoeken hunner kamer, of er daar nergens gee- | nen dubbelen frank was gerold van den een of anderen avond, dat ze welgedaan hun been-1 kleed uittrokken. Ik kon ook misschien een zoo weggerold onderwerp vinden. Niets, niets, ' en mijn koninkrijk moet van een klein bedied zijn, dat er ] mij nog niemand 'nen muil- ] ezel wil voor leenen. (
Tegen wien zegt Wannes het! 1 We gelooven hem ten volle. En ook wij hebben geen muilezel in leen te geven.
Onduidelijke advertenties
— Ik vraag medelijden... tusschen i en 3 uur van den morgen, bij de Hallen... — Vindt ge soms edelmoedige typen? — Wat ge zegt! Ze geven me altijd alles wat ze op zak hebben.
We hebben hier vroeger al eens gewezen op een annonsken van een brouwerij, gesteld in dien aard: Kent gij het lekkere bier van... Warm aanbevolen. Dan zeiden we: We drinken het liever koud. In «DE GENTENAAR» lezen we iets dergelijks: COIFFEUR (SE) SCHOOL Vraagt inlichtingen We willen wel. Maar wie is het, die inlichtingen moet hebben? Moeten wij er vragen of is het de «coiffeur(se)school», die er hebben moet?
— Ah! zut!... We moeten naar Bagdad terugkeeren! Ik heb vergeten de twee porto's te betalen, die we gedronken hebben to de vlleghavenl
—
_
KOEKOEK
'
9
DE VERZOENING
Lieven had een pront wijf. Catheline, zoo heette dat pracht-exemplaar. Ze was groot, welgemaakt, met al de noodige heuvels en valleien, die men bij dergelijke eenheid kan verlangen. Maar boven haar struische. en kloeke schoonheid had ze talrijke gebreken. Van inkomsten en uitgaven had ze niet het minste benul. Geen man ter wereld had het kunnen uithouden, om aan haar drang naar nieuwe toiletten, ringen en kettingen en wat weet ik al meer, te voldoen. Ze vergde daarbij nog een geregeld zakgeld om haar snoeplust tüdens haar talrijke sortieües te verzadigen, en erger nog... ja, noe kan lik dat zeggen?... om de konkurrenten van haar man eens flink te trakteeren. Lieven, van gestalte een worm, was er hoogst fier op, het prachtstuk Catheline de zijne te mogen noemen. Het ventje wilde de nietigheid van zijn persoontje verbergen achter: pose. En de wettige te zyn van Catheline, en dus in den waan verkeerende er iets aan te zeggen te hebben, deed hem van hoogmoedig geluk kroppen. Zün eeuwige verzuchting, als iets hoogers, iets aanzienlijkers geacht te worden dan zijn vrienden, maakte daarbij van onzen Lieven een onverbeterl ijken jager op eeretitels en -lintjes. President van dit, eere—voorzitter van dat, medalje van hier, kruis van daar. Eén droom. Hetgeen doorgaans nogal wat centen kostte. En wat gebeuren moest, gebeurde. Op zekeren dag stelden Madame Catheline en mijnheer Lieven vast, dat er geen zaad meer in 't bakje was, erger, dat ze in de schulden staken. Gevolg: erg krakeel, hevige ruzie, scheldwoorden, en... ze scheidden. • ** Op een schoonen zondagnamiddag was onze Lieven op wandel, propertjes
uitgedost, de noodige lintjes aan 't knoopsgat om er voornaam uit te zien, toen hij onverwacht zijn vriend Jan in 't gezicht liep. Jan, die goed op de hoogte was van 't gebeurde, vroeg Lieven op den man af hoe hü het stelde In zijn nieuwe situatie van gescheiden man. — Gescheiden? vroeg Lieven. Niets van. Dat is 't verleden. — Hoe? Terug bijeen? — Zeker, zeker, alles is terug op zün effen. — Hoe is ,'t mogelük! Na al hetgeen g'elkaar naar den kop hebt geslingerd. — Ta, tat ta, rispoteert Lieven. Dat was al geraas van heethoofden, en dat is gauw vergeten. Nu hebben we een akkoord gemaakt. — Ha! — Ja, een akkoord in regel. Ten eerste, we zullen elkaar nooit meer verwijten maken, en elkaar eiken morgen op ons nuchter hart liefderük zoenen. — Dat is wel. En den levenstrant wat inkrimpen? — Wat? wedervoer Lieven. Wat denkt ge nu? Ik heb mün Catheline zooveel toiletten en zakgeld toegezegd als ze wenscht. En ik zal myn gewoon traintje leven. — Ja maar, bracht Jan in 't midden, ge zeidet mü toch dat ge reeds zoo diep in de schulden zat. — Eenvoudig Jan, onze nakomelingen zullen dat wel vereffenen. Nu had Jan er genoeg van. Lieven, sprak hü, ik wist dat g'het wat hoog in den bol hadt, en g'altü'd verder wildet springen dan uw stok lang was, maar zoo ineens de manieren en zeden van de katholieke en liberale ministers na te apen, zie, dat vind ik wat te straf.
INTERNATIONALE
BERICHTEN
De Ontwapeningsconferentie gaat herbeginnen. Was zij er dus uitgescheiden?
Volgens deze overeenkomst zullen de vüf onderteekenende landen een bedrag van 238 Oostenrüksche shilling aan de regeering te Weenen verstrekken.
De HKJeriauen hebben twaalf millioen mark schuld.' Wat is zooveel? Dat ze doen lijk Frankrijk en België.
238 shilling! Dat is zeker om de postzegels te betalen?
UIT «HET LAATSTE NIEUWS»: Londen, 15 Dec. — De staatsseteretaris voor de schatkist diende een wetsontwerp in tot bekrachtiging van de wet op 15 Juli te Genève onderteekende overeenkomst, betreffende den financieeten steun aan Oostenrijk.
Van leeningen gesproken... Engeland leent aan België en België op zijn beurt aan Oostenryk. Dat wordt al zoo ingewikkeld als het mirakel van Beauraing. Om de zaken in gang te houden, zou Oostenrük nu misschien weer aan Engeland kunnen leenen?
i
Nog een illusie die verdwijnt De filmsterren hebben allen een snoetje om te kussen. Maar ze zijn soms wreed dom. Dat is voor ons niet zoo erg, want wü hebben er geen omgang mee. In onze ooren zingt echter het aandoenlijke lied van hun namen: Greta Garbo, Anita Page, Renée Adorée... Dat tenminste, deze hemelsche muziek kon men ons niet ontnemen. Helaas, het Kalifornische gerecht heeft nu een ïyst opgemaakt der echte namen van deze filmsterren, voor het geval dat zü met het gerecht in aanraking zouden komen. En daar lezen we nu tot onze verbüstering en onverduwbarc smart, dat zü in werkelükheid heeten: Greta Garbo: Greta Gustavson. Douglas Pairbanks: Douglas Ullman. Roman Novarro: Ramon Samanelgo. Samuel Goldwyn: Samuel Goldfish. Mac Manay. Marie Koenig. Anita Page: Anita Pomares. Renée Adorée: Jeanne de la Fonte. Kunt gy nog een film gaan zien waarin Jeanne de la Fonte — gietyzer de rol speelt van een zachte verliefde. En kan een Greta Gustavson nog wulpsche rollen vertolken? AUez toe, Gustavsonske! Dat gaat niet. Zoo verliest men met de jaren alle illusies.
Zoo zijn Engelschenl De jonge lord had zyn familie tot wanhoop gebracht. Hij maakte schulden, hy had voortdurend allerlei onaangename kwesties aan de hand, hy gaf wissels af, die m:e
EN IK D A N ? ! — De sigaar die u mü verkocht heeft is meer dan verschrikkelük slecht. — Ja, en nu heeft u er één — moet u eens beseffen wat dat voor my beteekent, ik neb er tienduizend.
KOEKOEK
10
!Bdevm~ van- JUeikeuIsüt
MIERAKELS IN — Tmach zijn gelijk da twilt, maar kzegge ik dat zezij ginter op geen kwaade daagen ne meer moete pijnzen in de Waalepeej ie en dat ulder brootjen gebaken is en voor goet. — Ha ! ge bedoelt het mirakel van Beauraing, Pier ? — Natturleik ! wie spreekt ter noch van iets anders ? Onzen Homer peist er serjeus op van mee zijn koomerse naar ginter te veruizen. Als zezij daar d'eilige Maareja kunnen zien in den donkeren zecht hij, zijn zezij ook ln staat om krelmdeglas teeten binst de winter. Tis in die kwestie van mieraakels geleik in de reste, tkoomt er op aan van de gepaste mooment te vinden en uw ei in geenen verkeerden nest te leggen. Da moet zijn volle dragt ebben geleik de boorlingen, want aan ne zeevenmander zijt altelt gekult. Tis zuust daarom dat wij to onzen blok mee algemeen stemmen besloeten ebben van ons mieraakel noch eenige manden uit te stellen. — O I O ! We gaan hier dus ook het geluk hebben van... — En waroom toet? Ge kunt er mieschgien al een' wordeken van loosen ln uwe Koekoek, maar voorzlgtlch hein, want ons reepetiesen en ziten nog maar alvelingen to ulderen aak. We zijn zelfs noch toe takkort oover de ooft rol. Den eenen stelt den eiligen Zoozef voor, den anderen den eiligen TJgo en de rosten is nu gisteren zelfs afgekoomen mee nen onbekenden. i — Met wien ? ' — Mee den eiligen... wagt ne keer... den eiligen Gangolfiejuus...
AANTOGT
— Gangulfus ! — Ja, de patroon teegen de kwaade welven, schelnt het. — Zeer juist I — In elk geval mijn vaader voelt teen en tander voor dienen vent. Als tzoover ka; koomen dat hij Ier zijn burgeregtea I-rijcht dan ebben we zeeker al de getrauwde manen lanst onze kant die ME beeters en vraagen lof verzagtende oimtandigeeden van hechtelljke galeijen... Maar de moejelijkeit is, ter is niemant van oiis die hen ooit gezien eeft en al* onzen broeder mee de dookteurs zoudt afkoomen om in ons bllen te nelpen en ulder pennemes in ons gat te steeken, geleik dat ze gedaan ebben in Boortjn, zouden we daar alemal staan mee onzen mont vol tanden... — Stel u onderling akkoord. — Kwille wel, we kunen altijt zeg gen dat hij nen zwarten bril droech en nen platten portemonee in zijnen broekzak, maar ge weet hoedat d'onderzoeksregters zijn, ze pluizen uw afeiren uit tot op den bom. En als tnie en klopt zouwden ze op den oop toe nog' spreeken van u bei meneere te doen koomen. Daarbij tis ier grotte kunst van nen doofstoomen te doen spreeken... — Dat is juist het gemakkelijkste De gepensioeneerde generaals doen wel de dooden spreken to hun offi cieele redevoeringen. — Jamaar, dedie spreeken to tfrans (en voor de Vlaamingen tzelfde),
tandie dat wij voleedich to tdulster tasten omtrent den eiligen Gongolfiejuus zijn nassienaletijt en taalkun dige bevoegteeden. Leejonar sprak van hem zijnen snel te laaten gaan to den expeeranto, maar dan ebben we minstes nog voor zes jaar om hem die taal te leeren en rieskeeren we dat de jonges uit den anderen blok ons voren zijn en zij mee de suubsiede gaan lopen. — Met de subsidie ? — Natturleik ! Gij zult den werk man zijn loon betaalen ! staat er ln den beibei geschgreeven en ten zou maar zuust zijn ook dat de deekentjje ons werkzaamheeden ten gunste van den groe en den bloe van onzen welk nie en vergeet. Of peisde gij mischgien dat manse uit Tsapeurken en de marsaans to schgietgebeedekes van onzen teirlinck ulderen weerelt nie en kennen in ezoo een geval ? Zonder te spreeken van de katholljke partei, die mee een kleine veranderinch weerom heur afiesen van 1929 aan de man zou kunen brengen... — De affiches van 1929 ? — Ja, ge weet wel, dedie oover Aamereka, «tlant waar dat er geen sosjallesten zijn» en al de werkmenschgen mee ulder vrouw en kinders op ulder zondachs to een Fortsen rrjjen op de plak. Mee Aamereka uit te vaagen en den naame van onzen blok in de plaatse te zetten waare tgeloopen. — Maar Pier... — Verexkuzeer mij, kmoe naar de reepetiese. Tot te naaste weeke !..,
to«Z
I
ufo?™*-
4*f^*o&JcZ
KOEKOEK
12
'Briefwisseling tusschen de "Broqueville, DeVèze en anderen DE BRQUEVILLE AAN DEVEZE Besten Albert, voor God en Vaderland, ik smeek u minister van Landsverdediging te willen worden. Zonder u is het gedaan met België (en onder ons gezegd: als gij aanvaardt, dan kunnen wij Bovesse naar zijn perelaar zenden). Neem de portefeuille aan, mijn heldhaftige Albert. En met de komplementen van den anderen Albert. Red het vaderland! Dan moogt ge weer weg. — Graaf de Broqu. DEVEZE AAN DE BROQUEVILLE Ik had neen gezegd. Nu is het vaderland in gevaar. Ik neem aan. Zoo lang ik leef zal het vaderland niet vergaan. Ge moogt al de andere ministers wegzenden. Ik zal het wel alleen doen. — Albert. FERM O AAN DEVEZE In mijn hoedanigheid van directeur van het Koninklijk Cirkus smeek ik u mijn cirkus van den ondergang te redden. Ik heb geen goede komiek meer. Gij zijt de eenige man die het Koninklijk Cirkus kunt helpen. — Fermo. I
DEVEZE AAN FERMO Ik heb aanvaard minister te worden. Ik kan dus uw aanbod niet aanvaarden. Later misschien. — Albert.
FERMO AAN DEVEZE Toen gij mij den laatsten brief hebt geschreven hebt gij er waarschijnlijk niet aan gedacht dat mijn cirkus een KONINKLIJK Cirkus is. Bedenk u nog eens. — Fermo. . • DEVEZE AAN FERMO Ik had het inderdaad niet gemerkt. Ik ben in verwarring gebracht. Ik ben van binnen verscheurd. Ik alleen zou dit Koninklijk Cirkus kunnen redden, maar ik
FERMO AAN DEVEZE MT Uitstel niet mogelijk. Ge kunt minister blijven en als minister o treden in mijn cirkus. Zoo is alt ifflgered. Een prachtig komieknum mer zou zijn, dat gij uw briefwla seling met Vandervelde en met de Broqueville voorleest. Het publiejj zal zich doodlachen. — Fermo; |
EEN O N G E H O O R D SCHANDAAl
M.Devèze vergeef den onbebenden soldaat in zijn liberaal programma Nu het land geen centen heeft hebben de liberalen goed gedaan in de eerste plaats nieuwe forten te eischen. Het is gemakkelijk uw vaderland te verdedigen als er centen zijn maar de kunst der vaderlandsliefde bestaat er juist in uw vel af te stroopen! Nu het financieel herstel hoogst dringend is, hebben de liberalen deu stier bij zijn staart gevat, en aan het hoofd van hun programma
Open briefje aan de Post Waarde Postmeester, Het komt ons ter oore, dat onze vriend Louis Uytroever sedert eenige weken zijn Koekoek niet meer ontvangt. Wij zullen onze verzendingsdiensten aanraden de zaak te onderzoeken, maar wij smeeken u van uw kant de noodlge maatregelen te nemen om een' einde te stellen aan de angsten die Louis doorstaat. Het geval is Immers van buitengewoon belang. Dat Uytroever zijn Koekoek niet bij zijn donderdagboterham krijgt, ware nog zoo erg niet. Maar de kwestie is, dat zijn schoonmoeder er absoluut op staat Koekoek te lezen. Gij begrüpt. De vrouw heeft reeds onomwonden verklaard: — Louis, had ik geweten dat Koekoek niet geregeld den Donderdag zou komen, dan had ik u nooit de hand van mün dochter gegeven! Waarde Postmeester, uw haastig optreden kan hier grooter onheil verhoeden. Aanvaard... enz., KOEKOEK,
alleen kan ook het vaderland redJ den als minister. Kunt ge 't niet] veertien dagen meer uithouden? —1 Albert.
—Het Hof veroordeelt u tot 10.000 fr. boet om een check zonder dekking te hebben uitgegeven. — Uitstekend! Ik maak u een check!
schreven zij heerlijke punten oved de beleediging van de vlag, tegen het ijdelijk gebruik van den naanl van den koning, enz. Dringend werk, goed werk. Maar wat wij niet kunnen begrij ;njpen is, dat Devèze geen wet eisch ch om te beletten dat het onkr groeien zou in de straat voor he graf van den onbekenden soldaat. Heeft hij het vergeten? Is hetj moedwil? Is Devèze geen honderq percent liberaal? Het is, bewust of onbewust, ee schandaal! Hoe zal men het financieel Ir stel van het land kunnen bew ken als het graf van den onbek den soldaat niet terdege bescher ' wordt? Er is hier een dringende herv ming noodig. Zeker, de meeste menschen men den hoed af voor den O. Maar nu Devèze in de regeering is dat niet meer voldoende; wij st len voor dat al wie voorbij het gr passeert op straffe van boete zeven eerste maten van de Braba conne zou zingen. Wij hebben opgemerkt dat er in de huizen rond de Kongresplaats staan, so nog eten gekookt wordt;; dat ra ophouden! De geur van huts is een beschimping van den O. Devèze zou dat moeten weten, die den Onbekenden Soldaat soonlrjk heeft gekend. . Kortom, indien de liberalen nieuwe punt in hun program niet schrijven zullen wij alle trlotten aanzetten oppositie te ken tegen de regeerlngl
KOEKOEK
13
Van Jietjes mJCiekehettecs
ALLES IS KOMEDIESPEL I PC IC /-!.».T~T^»
heb zien vechten. Ik ben dus de beW «De Wereld ls een Schouwtooneel voegdste man om minister van Lands- binst den oorlog waart, den plicht zal begrijpen, die zich I heden uit vaderverdediging te worden op het oogen' Elk speelt zijn rol en krijgt zün blik, dat 60 millioen moffen op den landsliefde aan den vurigen patrioot, deel». die ge thans züt, opdringt, en dat ge it schouwtooneel had tijdens de loer liggen om andermaal ons dierbare uwe patriottische toestemming zult geloopen week de gansche stad Vaderland aan te vallen. Ik heb ten geven om in het vaderlandslievende Brussel, dierbaar oord van alle ketjes andere in vroeger Jaren de beroemde kabinet te treden. EN klekefretters in beslag genomen, school voor reserve-onder-luitenants Gelief nuj dringend te antwoorden E N dat is één der redenen, waarom in gesticht. Aan het hoofd van mijn luidit kroniekske geen sprake zijn zal van tenants wil ik alleen de grens bewa- in den zin vereischt door het hoogste DE sympathieke hoofdstedelingen. De ken. En dat ze dan maar komen, als belang van ons dierbare vaderland, dat uwe vaderlandslievende diensten Bestuurder van Koekoek zal het ons ze het aandurven. Ik moet en zal mi- niet langer kan missen». V [OORWAAR niet euvel nemen, dat we nister van Landsverdediging worden». de Brok-Viel. O N S deze maal boven het tooneel verDoor die stoutmoedige en koene taal Het antwoord van Albert Devèze beffen en plaats nemen op... het bal- geroerd stemde de Brok-Viel toe en als volgt en werd den KabinetsKON. «Veu het spel goed af te zeen» werd Devèze in het geniep tot minis- luidde vormer overhandigd op het oogenblik " d e Wasj zeggen. ter geslagen. dat de «message» met zün brief het sn zondvloed van kommedianten, Maar nu diende het uiterlijke gered ministerie verliet, om hem bü Devèze 'groot honderdtal, hebben de hoofdte dragen. i overvallen ter gelegenheid van de te worden. De «Man in de Straat» Mün waarde Eerste-minister, , ek van de Kinema». Er waren er moest toch niet weten, dat de voor Uwen vaderlandslievenden oproep Tan allerlei slag en geslacht en ze zitter der groote liberale party zoo brutaal weg zijn strijdgenoot, die trou- laat geen twüfel over de vaderlandskwamen uit alle landen. [ Er zijn in de natuur dieren, die een wens veel sympathie geniet, uit den lievende plicht die nuj te beurt valt. .«ergroote aanpassingsmogelijkheid weg heeft geschopt. Daarvoor zou Bro- Ik zal dezen dan ook in de volste quevilleke wel zorgen. maat müner vaderlandsliefde — en jiezitten: insekten nemen den vorm ge weet dat daar nogal wat hektolltera kleur, de gansche gedaante aan «Mijnheer de Voorzitter, schreef hij de bladeren waarop zij leven; de den heer Devèze, ik heb voor vader- in kunnen — vervullen. Ik stel mü patriottisch ter uwer "4oen» verandert van kleur naar landsche plicht u vaderlandslievend het midden, waarin hij zich mede te deelen, dat indien gü niet va- vaderlandslievende beschikking. Indt. De patriottische belangen van het derlandslievend in mün vaderlandsche lekere politiekers en niet de klelns- Kabinet treedt, er geen vaderlandsche vaderland gebieden dat de maatregei bezitten diezelfde macht. En ge- afloop meer zal aan zün (aan de kri- len tot het heil van ons land zonder uitstel en in den grootsten vaderlands"•; Brussel in het teeken en onder sis, niet aan het Kabinet). lievenden geest genomen worden, en dwang stond van de komedianten, Uit vaderlandsliefde heb ik heden dan ben ik, als patriot, er «graag» bü. 4E laatste week der ministerkrisis morgen den Koning op de hoogte geGe kunt dus over mü beschikken». vaste komedie. steld van de moeilükheden, die ik in Van dien stond was Devèzeke minisONS bijblad 4 Vooruit» heeft dag aan mün vaderlandsche taak ontmoette en ter en Bovesseke er buiten gegooid, Wf-, uur per uur de gebeurtenissen Hem gewezen op de gevaren, die het tot groote gramschap der Walen en tegedeeld en wij hoeven er dan ook Vaderland zou loopen Indien een va- wallinganten. 'I meer op terug te komen. Alleen derlandslievende regeering nog langer Beide liberalen ontmoetten elkaar • we spreken over het laatste be- moest uitblyven. op de straat en een heftig tooneel ontstond. Ik twüfel er ook niet aan, dat de I ministerie van M. de Brok-Viel — M. Albert, sprak Bovesse, dat is fep twee man na, samengesteld, vaderlandslievende soldaat, die gü een ploertenstreek, die ge daar uitgedie twee mannen waren de kokenhaald hebt. Er zit nu geen enkele Bovesse, 110 percent wallon purWaal meer in de regeering. die men niet had kunnen af— En ik dan? vroeg Devèze. n met een «klein ministerie», J Albert Devèze, die kost wat kost — Gü, ge züt een «zinneke» lachte V minister worden mèt of zonder Bovesse en niemand zal u op de Waaljfeullle. D'r binnen zijn, een wasche banken ooit ernstig opnemen. oog in 't zeil houden en... de — Wat kan mü dat schelen, Fran«tienduizenden ballekes opstry?ois. «J'y suis, J'y reste» en voor de %daar kwam het op aan, natuurrest kunt ge u richten tot M. de Brokjsgtthet verhevendste patriottische Viel. Hij is het die mü uit vaderlandsipunt gezien. liefde letterlük verplicht heeft in het patriottische kabinet te treden. Er was nu stonden de twee mannen anders geen afloop meer aan, schreef 1 zooals God ze geschapen had: hü mü- Saluut, zei hü, ik ben minis'h liberaal, beiden waal of wallinter, en aan de rest vaag ik mijn j.Bovesse zwierde met zijn armen broek. TB stok en liet zijn zware klokke; weerklinken. «Ik wil er bij zijn» En hü sprong zün auto in. »fcü van den vroegen morgen tot Dien zaterdagavond was het monslaten avond en de echo herhaalde ter-bal van de kinema-artisten in den vliegt er uit». Saint-Sauveur, Raimu, Suces-y Prim, • dan tenslotte toch ook gebeurd Gaby Mord-les, Mona Goya en ande— 't Is zonderling, dat uw man ren spanden er de kroon. Toen rond nog niet thuis is. DE listige Albert (de kleine) middernacht de «kombine» Devèze— «OH hü de Brok-Viel aanmelden — Ja, mama... te meer, daar ik Brok-Viel daar bekend werd, werd het «slaarde: getelefoneerd heb om er hem aan te bal ten teeken van rouw opgeheven. .N grootvader heeft gevochten; herinneren, dat gü hier waart dezen De groote kinema-komedianten hadRADER heeft gevochten, en ik... den zich den loef laten afsteken door avond.. de Brusselsche politiclens. T
v
:
1
KOEKOEK
14
Op een goeden dag las men in al de bladen van de stad, navolgende adver tentie: «Een dokter, die mirakelen doet»! Slechts voor enkele dagen houdt Dr. Pips zich op ln onze stad. Wie is Dr. Pips? Een weldoener der menschheld. Waarom? Omdat hij de menschen van hun kwalen verlost. En welke kwalen? Niet alleen van steenen in den lever, maagkrampen, moeilijke maandston den, verstopping, drankjicht, het geel. ongedierte, enz... Dat kan de eerste de beste pillen draaier, de eerste beste siroop-abt, de eerste de beste slangenbezweerder of fakler. Dr. Pips doet meer en beter. Wie met een slechten lever gescho ren zit, bezorgt hij er een nieuwe, droog of nat, naar keus. Wie last heeft van zijn darmen be zorgt hij een splinternieuwe rioleering. Wie door asthma gekweld wordt, blaast hij zooveel nieuwen asem in, dat hij langs boven en langs onder muziek kan maken. Wie een stijve knie heeft, bezorgt hij een stalen beenscharnier. Wie soms met hangenden staart afdruipt, schenkt hij opnieuw moed en vertrouwen. Gij allen, die lijdt, gaat tot hem en hij zal u MET alleen kwikken en ver kwikken, maar ook genezen. De ziekte is overwonnen! Lourdes ldeml Aarzelt niet langer. Er heen. Te voet of per auto. Spreektijd: elk uur van den dag». • * • Natuurlijk bracht dit nieuwsje de stad in rep en roer. Althans in de buurt van het huis waar de wonderdoktoor zijn tenten had opgeslagen. Geen vrouw of man, of ze spraken er over. Begrijpelijk werden er dadelijk val»che berichten in omloop gebracht. Men beschuldigde de geneesheeren van die maneuvers. En de apothekers. Waar moest het heen als er geen zieke menschen meer waren? Maar de zieken lieten zich door die tegenstrijdige berichten niet weerhou den. Ze zochten Dr. Pips op. En waarlijk: Dr. Pips deed mira kelen! Wie een kwaad been had, kreeg er een nieuw. Dat ging zóó: Dr. Pips nam een bijl, hakte het been af, bond een tafel poot onder het verminkt lidmaat en zei tot den patiënt: — Acht dagen geduld, vriend. Ik zal uw been lntusschen ta mijn labo ratorium vermaken.
Acht dagen later kwam de patiënt terug. Zijn been was gerepareerd. Het werd opnieuw op zijn plaats gezet. En b. v. Iemand die tot daartoe niet, dan met een koppel krukken had kun nen gaan, sprong daarop de trappen op-en-af met zes treden tegelijk! De Platte had van den wonderen man gehoord. Hij was gaaf en gezond van ooren en pooten, maar toch ontbrak er hem wat: een beetje geleerdheid. Ge zult zeggen: dat kunt ge missen, als ge maar wat geluk hebt. Zeker. Maar onze Platte ls nu een maal geen gewoon mensch en hij had het nu in zijn hoofd gestoken, niet alleen slim maar ook geleerd te wil len zijn. Hij trok naar Dr. Pips. En werd ontvangen op audiëntie. — Doktoor zei de Platte, ik heb van u gehoord. — Zeer gevleid! — En hoe is het thuis, vroeg de Platte, om iets te zeggen en mij... iets te laten schrijven. — Best, zei de dokter. En bij u? — Dank u wel, merci. De Platte lachte verlegen. — Doktoor, hernam hij, lk kom u raadplegen voor een zeer bijzonder geval. — Zóó, zei de dokter, de wenkbrau wen fronsend en diep nadenkend. — BE ben een self-made man, betoog de de Platte, toen ik slechts negen maand oud was, verloor ik mijn moe der en mijn vader. — Te zanien verongelukt? — Neen, te zamen me laten zitten. — Toe maar... — En van dien prillen leeftijd af, loog de Platte door, heb ik voor me zeiven moeten zorgen. — Hoe hebt ge dat voor mekaar gebracht, nauwelijks 9 maand oud? — Be begon met een prijs te winnen op een tentoonstelling van het schoonsche Kerstenkind. — Tiens! — Maar dat is de kwestie niet. Ik wou u enkel doen inzien, dat ik nooit veel gelegenheid heb gehad om naar school te gaan. — Juist. N
IIIIILIIILIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIII GENOEG WATER De gasten ta het kleine pension lepe len zwijgend hun soep. Dan komt het dienstmeisje geruischloos binnen, een karaf water ta de hand Zij begint aan het hoofd van de tafel, vraagt een ouderen heer: — Belieft u ook water, mijnheer. De mijnheer kijkt om en antwoordt: — Dank u lieve kind, ik heb al een bord vol.
— En kermis op te doen. — En nu zoudt ge willen... — dat ge mij wat geleerdheid kondt aan de hand doen. Ik lijd aan de kwaal der onwetendheid, als ik me zoo mag uitdrukken. — Ge moogt altijd meer uitdrukken dan drukken, sprak de dokter toege vend. Laat uw tong eens zien? De Platte stak zijn tong uit, een aardig stuk vleesch. — Kunde gij viool spelen, vroeg* dokter? — Neen, zei de Platte, op een viool niet. Maar op, mijnen poot! — Ik vraag u dat, zei de dokter, omdat ik verplicht zal zijn uw heriw nen uit de schedelpan te lichten. En daar die operatie een beetje tijd vergt, zou ik u voorgesteld hebben, Unit dien wat viool te spelen, om u tij verstrooien. — BE zal wel een airken fluiten, til de Platte, tegemoetkomend. De dokter opende de hersenpan van den Platte, nam er uit wat hij noodig had, sloot de doos weer dicht en trok den Platte een pruik over zijn knikker.] — Voila, 't is gedaan, zei hi). Koon over acht dagen terug, dan bezorg ffc u een stel hersens, waar die van mi nister Heyman maar klein bier n zullen zijn. De Platte trok op, verlicht. Maar wie er acht dagen later niet omzag, dat was de Platte. De dokter was geëmbeteerd. H(| had daar nu de hersens van den Platte staan ta een bokaal sterk water.., j ' — Verdorie, dacht de man der «etenschap, ik vermoed wat er schort! Die jongen is de kluts kwijt, met tjjnj hersens heeft die zijn hoofd verloren, die is vergeten waar hij dat pak heeft achtergelaten. Maar hoe het toeval dikwijls een uitkomst brengt, als men die het minst verwacht, hé ! Daar liep hij op een namiddag, op straat, tegen den Platte aan. Hij zag er stralend uit, de Platte, 'j — Wel, groette de dokter, ge ztjt zeker vergeten waar ge uw henem' hebt gelaten, vriend? — Bijlange niet, doktoor. — Waarom zijt ge ze dan niet komen halen? — Wel, zei de Platte, omdat niet meer noodig heb! — Wat!'Niet meer noodig? — Neen, meneer doktoor. — Daar snap ik niks van. — Vroeger, zei de Platte, was kiezer. — Keizer? — Neen, kiezer. — En nu? 'an — Nu ben ik lid geworden van ge homogeen katholieke Bestendig» putatie. En daar denkt de Bl' voor ons!
k o e k o e k 15
50 s c h e l m e r i j e n
DE GODDELIJKE VERSCHIJNING lieve vrienden, wil 't gelooven, 'k heb de heiige maagd gezien. niet door droom of geestverdooven, niet een keertje, maar wel tien.
trok mijn kousen uit en sokken, toonde haar mijn harden weer. spijts de gaten in mijn kousen, boog z e helpend naar mij heen, deed wat wy doen by de pausen, kuste mijnen kleinen teen j
'k had al dagen lang gebeden, met mijn handen flink omhoog, o f de maagd niet op wou treden voor my'n zeere eksteroog !
zalig trilde door mijn leden, deze maagdelijke zoen. 'k heb gesmeekt dan en gebeden ó f z e 't nog een keer wou doen.
t o t opeens, — 'k zal 't nooit vergeten, — stond ze daar in vol ornaat, 'k heb mijn broek bijna besch... v a n de schrik, gelrjk dat gaat ! maar ze loech zoo lief mij tegen, e n ze pinkte keer op keer, dat ik eerst, bedrukt, verlegen, dacht : « verduiveld, 'tis... 'nenbeer ! »•' doch de gouden stralenkransen rond haar hoofdje, fijn en teer, zeiden MIJ : houd op met zwansen, 't is de moeder van ons heer.
1
H O O G E
Men wordt geen graaf gebombardeerd zonder reden. M. Maurice Maeterlinck, die onlangs os i tot den adellijken stand werd verï heven (bij manier van spreken), komt i zijn licht te laten .schijnen over de G L toekomst. Houdt u vast. Want volgens den nieuwbakken I edelman is het niet de burgerlijke maatschappij, maar het collectivisme I I dat in failliet is. Het etatisme en i socialisme zijn twee pestratten en de i menschheid is zoodanig dwaas, dat I ze waarschijnlijk haar toevlucht zal I I nemen tot de sociale revolutie. Dixit. Wij vragen ons af wat het zou gei l veest zijn, hadden ze meneer MêterllUngue, in plaats van graaf, prins moeten slaan? i
Mlchael, kroonprins van Roemenië,
't schijnt toch dat het danig smaakte want z e kwam nog vaak terug. steeds als zij mijn teen genaakte l i e p ik later eens zoo vlug. maar, wat blijf ik hier verbeiden, maak maar toe papiertjes zwart ? 'k moet my'n eksteroog gaan snijden,
'k voelde mij omneer getrokken, viel dus voor haar voeten neer,
ü
maar z e was alweer verdwenen, a l s ik daar nog roerloos zat, starend op mün bloote teenen met de kramp haast in mijn g...!
Want ze steekt w e e r danig hard
is ter gelegenheid van zijn elfden verjaardag, ridder benoemd in de orde van «Cihai Viteasul», of iets in dien aard. HU is bovendien korporaal benoemd van het 1ste regiment jagers en heeft een rijpaard cadeau ge kregen. Het bericht vermeldt echter niet of het een houten of een kartonnen paard is. M. Fransois Coty, de Fransche parfumeriekoning, heeft van onzen Albert het lint van kommandeur in de Leopoldsorde gekregen. Het reukwerk wordt tegenwoordig waarschijnlijk ook onder de schoone kunsten gerekend.
HET ANTWOORD In een plaatselijk blad stond een advertentie. Degene die op den landweg zoo en zoo een portefeuille heeft opgeraapt, i-, herkend. HU wordt verzocht dease terug te brengen. Den volgenden dag stond een advertentie in hetzelfde blad met een advertentie: De eigenaar van de portefeuille kan deze bij NUJ af komen halen.
>
!...
Wetenschappelijke berichten 't Schijnt dus dat de vliegen spreken. De Spaansche waarschijnlijk. De ouderdom der boomen kan men tellen aan hun ringen. De haren ook, volgens een geleerd professor der Universiteit van Ohicago. Als 't waar is, voorzien we dat 't binnenkort bi) de dames mode zal worden van kletskoppen. Ge denkt dat de mossels tot ds dierenwereld behooren? Mis, vriend! De Fransche douane heeft besloten op deze onschuldige wezens het tarief der groenten toe te passen. Wellicht, omdat ze geen ruggegraat bezitten. Maar waar hooren de kristen-demokraten dan bij?
BRIEVENBUS MARIEKE. — Als de dagen u onuitstaanbaar vervelend zijn bij nuj, kom tenminste voor den winter terug; dan zijn de dagen korter. P. P. — Als eenige voorwaarde van haar samenkomst met U, stelt Lies» beth dat zii daar niet alleen staat.
K O E K O E K
16
HUMOR VAN ANDEREN NOTA DER REDAKTIE We nemen geen Verantwoordelijkheid op Voor Wat We zei) M B H schrijven. dusnogminderVoor de karikaturen Van deze bladzijde. Het feit dat Wij deze teekeningen overnemen. Van Vriend en tegenstander, bewijst niet dat Wij het met de strekking eens zijn
— Wat doet ge met het menu ? —Tk verwacht mijn vrouw en schrapw alle gerechten duurder dan 6 stuiven' door. (Hummel, Hamburg).
MARIANNE EN JOHN BULL. — Vlug ! Vlug ! Sam ! Alle drie tegen stroom op, of we zijn naar de' maan ! ONKEL SAM. — Ah 1 Wanneer we naar de maan zijn, geeft me vlug het geld terug, dat lk u geleend heb ! (Le Populaire).
— Marie, zoudt ge uw huwelijk eeai^ week kunnen uitstellen ? — Neen mevrouw, ik ken mijn echt genoot niet goed genoeg om hem zoo iets te vragen. (Hummel, Hamburg).
J'm
— Hebt ge ooit zoo'n autobusdienst gezien als die van ons ? Al anderhalf uur over tijd ! (London Opinion).
De Ideale echtgenoot. (Prager Presse).
— Wilt ge inschrijven voor onMh voetbalsociëteit ? — Waarom ? — Omdat onze bal is gesprongen, (Everybody's Weekly),