FRITI
FREE.
PrïJS 0,10 ff.
HUMORISTISCH
WEEKBLAD -
2 e Jaargang'•- Nr 18
1 S@pt* 1932
2
KOEKOEK
DE INIENBINöEN VOOS ONIEN (23)
Waarom ik kristen-demokraat zou willen worden
hü büt. Gevolg : Mr. Sap wordt mi nister. Nu zün er weer vuiltongen, die be weren, d a t hij : & eerst zün volle portie schoppen krygen E:.1, maar zulks is natuürlük last—~raat. I n plaats van bange menschen zijn de kristen-demokraten echte humoris tische kerels. Bewü'zen ? In n bla den schrüven ze vlammende artikels over de noodzakc lijkheid der O-uren week. Met h e t ernstigste gezicht ter wereld verdedigen zü ze zelfs in het parlement en... met een even ernstig gezicht stemmen zij er tegen. Zij zün akkoord met c'm eisch de.' werkersjeugd betreffende Set betar.'.d arbeidsverlof, maar... ze verkiezen gunstiger tijden af te wachten alvorens h e t t e stemmen, r."- voor 3 en ont wapening en... cü .-haasten zich honderden miljoenen te c'emmen voor nuttelooze forten. Zü ^ün voor een gezonde oplossing der Vlaamsche kwestie en... zü laten er zelfs twee kristen-demokratische ministers voor over boord werpen. Kortom, een krl-ten-demokraat is iemand, die terzelfdertijd met den kop « neen » knikt en —et de tong « ja » zegt. Hiervoor verdien::: z'.j ook onzen dank. W a n t h e t is niet a..:i eenieder gegeven hier op deze droeve wereld wat lol en leute *•« brergen. GUGU.
Reeds meer dan een jaar zün we geteisterd door een erge kwaal : de krisis. De socialisten, — die welweters, — meenen, d a t de oplossing er van voor al t e vinden is in ('3 vermindering der werkuren en het verhoogen van d .1 leerplicht tot 16 jaar. Die stom melingen ! Zün "at remedie - ? — Belachelük-! Ziet integendeel de kristen-dc -kraten. Met één slag komen zü de eenige mogelijke oplossing aan te toonen : bidden en boete doen. Niet de zes uren zullen m e e h e l p e n de krisis te doen eindigen, m a a r het gebed; niet betere v e r d e l i n g van den arbeid, maar de boete. De heeren kapitalisten schrikken en beven voor deze maatregelen e n nu ziet men reeds velen van die heeren in de kerk zitten bibberen en bidden, opdat Onze Lieve Heer toch de smeekbeden der kriste 1 menschen niet zou verhooren.' Is zulks niet reeds voldoende om kristen-demokraat te w o r i t n ? . Zie eens welke twee kolc:sale wa penen deze menschen in handen heb ben; twee wapenen, welke de socia [24] listen totaal negee.en : he* gebed en de boete ! W a t is er verhevener, wanneer m e n geteisterd wordt door allerlei ongelukken en r a m p r i , den t e han den te vouwen en een vulrg gebed ten hemel t e doen stügen ? W a t is er Aan den kwibus uit Koekoek's remooier dan, wanneer men op allerlei daktle. wijze beproefd heeft aan het werk te Ge hebt gemeend de mannen te geraken en zulks niet gelukken mocht, op de knieën te gaan zitten en te bidden : « Wat God is welge daan » ? HUISELIJK ONWEER Boete doen ! Hiermede bewüzen on ze kristen-demokraten welke prak tische menschen zü zün. Op h e t oogenblik d a t duizenden en nog dui zenden gezinnen in de diepste ellende gedompeld zün; d a t ontelbare moe ders zich angstig afvragen, of zü voor h u n kinderen eerstdaags nog brood zullen kunn. 1 koopen; op dit oogen blik is het toch wel gepast aan die duizenden werkloozen en aan deze ontelbare moeders te vragen, zich te onthouden van naar schouwburgen, kinema's, enz., te gaan en het is nu ook wel het geschikte moment h u n te vragen, niet meer zooveel taartjes, chokolade en andere snoeperüen te koopen. Zeggen d a t men mensche. vindt, die zeggen, dat de kristen-demokraten banger zün d a n honden. Als een hond schoppen krügt, zegt men, büt '1. Als een kristen-demo k r a a t schoppen krügt, zegt men, buigt hü ootmoedig den rug. Zulks is een — Overigens, gü züt slechts een me grove leugen. loen! Zie M. Sap. Mr. Sap krijgt schop — Ja... maar vergeet niet, dat ge pen. L a a t hü zich schc. •_ a ? Neen, uit één van m ü n ribben züt gemaakt.
De gebreken van mijn vrouw
moeten vragen n a a r de gebreke» hun ner vrouw. Ik zou u kunnen antwoor den dat h e t u niet aangaat, of ooi nog de rollen omkeeren en uwe Vrouw naar de gebreken van haren man vra gen. Ik ben echter overtuigd dat zij zou weigeren hierop in te gaan, ttiet omdat gü zonder gebreken züt — leen dat ge u met andermans zaken bemoeit is reeds een zeer groot gebrek — maar omdat zü zich zelf daarvoor te hoog schat. En met overschot van GE LUK!
Diensvolgens meen ik dus gerech- 1 tigd te zün zoowel in h a a r n a a m als in den münen en ongetwüfeld ook ia dien van veel andere vrouwen de i n - | trekking dier rondvraag te eischen. En dat zonder humor! Doet gü het niet goedschiks, dan 1 zullen wij u weten te dwingen. Salutl Eene van het zwakke geslacht.
Waarde Koekoek. — Gedwongen door m ü n vrouw heb ik bovenstaande geschreven. Gelukkig vind ik nog mid-' del om dit briefje in denzelfden omslag te steken. Ge zult bemerkt hebben dat zij razend-kwaad is, ik echter heb het ondervonden! Toch heem ik het niet tragisch op. Dat kwaad-zün ligt zoo'n beetje in haren aard en die ondervin ding is mü 'n tweede n a t u u r gewor den. Al dreigt ze nu ook met revolu tie, toch weet ik zeker dat ze voor 't krijgen van een der aangekondigde prijzen me wel eens «lief ventje» zounoemen. D a t zeg ik zoo maar omdat zü dat 's Zaterdags, als ik m ü n pree mee heb wel eens doet, al duurt die vriendelükheid ook Juist zoolang tot ik plat zak ben. Gü stelt de'vraag: Welke zijn de ge breken uwer vrouw? Mün antwoord luidt: Vrouw zonder gebreken I Meent ge nu te mogen besluiten dat ik met me zelf in tegenstrüd ben, dan wil ik er nog h e t volgende aan toe voegen. Ik ben in mün leven reeds vier maal getrouwd en heb dus ook vier verschillende vrouwen gekeind... " gedeeltelük a l t h a n s . Welnu, de drie eersten gaven mü zoowel bevelen, scholden mij evengoed uit als mün tegenwoordige vrouw, ja, durfden ok wel eens den bezem hanteeren, zoodat ik tot de slotsom kom d a t dit alles tot het normale in de vrouw behoort. En wat normaal is, is geen gebrek! Misschien is het feit dat zü mü heeft genomen h a a r eenigste fnut in het leven geweest. De platte zün broer. P . S. — Aangelegenheden van zeer kieschen aard die met h a a r in verband staan, heb ik aan Dr. Pangloss persoonlük overgemaakt.
HUMORISTISCH WEEKBLAD van VOORUIT Redaktie : 64, St. Pietersnieuwstraat, Gent — Telefoon 1S7.40
Jaar IKgSSSSrt a mtanuen Abonnement 1
fr. 25.00 =
n.
*§:|g Verschijnt den Donderdag — 0.50 fr. per nummer
nTlëm Nummer 18 - Tweede Jaargang — 1 Sept. 1932 Onze galerij van beroemde en beruchte mannen po»tcheckrekening «Het Licht»
FRITE Wet der kontrasten! Nooit waart ge nuttiger om een karakter te verklaren. Of was een karakter ooit nuttiger om de wet te bevestigen? Stel u nor: een vent als een boom. Een kerel gebouwd om stieren te vellen of zwaarden te .smeden... Hij werd pennelikker, een beroep, dat in alle er- en redelijkheid de gebochelden en de aamborstigen zou moeten voorbehouden blijven.
*
••
Stel u nog voor: een vent als een boom. Een kerel gebouwd om een muitende bemanning te imponeeren... Als het kwelduiveltje der'letterkunde hem verplicht de openbare meening te braveeren en iets van zijn hand te publiceer en... verschuilt hij zich achter een pseudoniem! • * *
Ge hadt Fritz in 191C moeten kennen. Geen stamineeken rond het Antwerpsche station of Fritz met zijn vrienden waren er gekend. Toen het eerste herbergje bezocht werd, was Fritz de nel' gerangeerde, geëffaceerde jongen, die per abuis in een al te rumoerig gezelschap was verzeild. Madam van achter den toog bekeek hem met een ver' ~derd oog. Toen het tiende cafee'tje verlaten werd, was Fritz de aanvoerder, die den weg naar het elfde, het ti: alfde, liet dertiende kende. En dan was het nog niet gedaan. En de bazinnen van achter den toog riepen: «Houdt ze goed in het oog, want de Fritz is er bij!» En Fritz voerde het hooge woord. — Ik ooit trouwen? Geer. denken aan.
— Ja, maar, Fritz, zoo een aardige poes als MademoiseV'i Irene, daar...» — Niks te doen! Hoe meer vrouwen hoe meer vreugd, "n zoo een platte Bet? Geen spra' van! Er moet volk op 't balkon zijn. Een Rubensiaansche, zeg ik. Een Vlaamsche. Vliegt de Blauwvoet! Wie rakt er nog één? • • * Fritz r .. er nog . i aan hei pakken, den ln Oogst 1914. Voor een Balkanruzie, waarmee ie Vlaamsche Blauwvoet n'.2ts te maken had, moest Fritz ransel en geweer omhangen. Maar dat was niets. Dat wa: verandering. Dat was leven. Dat waren avonturen. En bier in elke streek. En "-omocn? " v vinger één! En onze koning was een held. En Fritz dichtte een gedicht ter eere van den '-oning. En onze koningin was een braaf mensch. En Fritz dichtte een gedicht ter eere van de koningin. En het vaderland üjest men beminnen. En Fritz dichtte een gedicht ter eere van het vaderland. * • • Zóó zag men Fritz neer den oorlog trekken. En hoe zag men Fritz van den oorlog komen? zijn ransel: een pak handschriften: anti-oorlogsgedichten en novellen. Aan zijn hand: een tenger, bevallig kind. Een Franqaise; zijr vrouio. In zijn hart: een wereld van opstandigheid. Die opstandigheid luchtte hij in De S c h e l d e , toen het orgaan van de frontsoldaten. Die opstandigheid vierde zich bot tot in de kleine ochtenduurtjes ir de mooi verlichte toevluchtsoorden
voor noodlijdende zielen, waar Fritz met «tarif d'artistes» begunstigd werd. Die opstandigheid werd omgezet in bundels en boe'ten, waarin M aria-leg enden in VlaanLeren om plaatsruimte vochten met pikanterieën uit den helm. » »
•
We schrijven thans 1932. Fritz Francken is een vc.rbeeU dige, ordelijks onder-bibliothekaris van de stad Anlwerpcn. Hij is redakteur aan < Volksgazet*. Hij is medewerker aan «Vooruit» en «A B C». Hij is een goede kennis van de Platte. Hij gaat éénmaal in de week met zijn vrouw naar de blosk--?. Hij heeft buik gekregen. j Hij brilt. Hij draagt een vilten hoed als gij en ik. Het schijnt dat hij aan een roman werkt. Is hij een sieraad van het «.burgerdom» geworden, de bohème van voorheen? Ik aarzel daar precies op te antwoorden maar kan toch zeggen: dat het goed s at Fritz' vrouw Frangaise is en geen vlaamsch kan lezen, want er zijn, onlangs nog, liefdessonnetten in het Vlaamsch met den naam Francken er onder verschenen, die niet uit de «oude doos» of uit len oorlogsransel afkomstig blijken te zijn; dat er nog steeds ofschoon zeldzamer wordende avonden zijn, die reikp" ***n zonsondertot zonsopgang en gelijken aan die SintPeterburgsche nachten van Dostojevski; dat... Maar wie verraadt er nu een vriend voor het plezier een «rosserie» te kunnen vertellen?
4
KOEKOEK
Huldebrief van Gabriël d'Annunzio aan Piccard I h de bladen stond er onlangs te lezen, d a t de Italiaansche dichter d' Annunzio prof. Piccard ontvangen h a d en hem tevens een episch-lyrischen huldebrief had overhandigd, die elke vertaling tart. Maar vermits Koekoek van geen klein gerucht vervaard is, zoo hebben we ons de moeite getroost den bewust e n brief voor onze leaers te verdietschen. Hier volgt hij: Aan Piccarken, het ventje, dat 16.500 m. hoog steeg en nog maar aan mijn hielen reikte! Piccardio Magno, Dwars door de hemelstraat, sterk als eeh os, licht als een veer, gingt ge, held der stratosfeer! Ge dacht aan de stralen, de wolken, de drukking en de zon, maar dacht gij ook aan den grootsten dichter op aarde? Zaagt ge zijn reusachtige schaduw over den aardbol schuiven, toen uw gondel de toppen van de Jungfrau zoende? Herinnerdedet gij u de historische woerden: «Jantje zag eens pruimen h. ngen, — toen ge in de hooge heme len de vogelen en de winden mijn ver zen hoordedet uitjubelen? Uw bloed verstijve in uw aderen. Gij donkergebronsde Arabieren, die dit ex ploot niet eens vermoedde! M a a r eens komt de dag, dat de vloek uit de sfratospeer op u zal neerbliksemea, millegodverhierensakkermlljardenondeginder. En gij Piccarken, doe zoo voort! Mijn salutio, fratello, ik en gij heb ben geen geheimen meer voor de wol ken. Bravissimo voor onzen helden moed. Gij hebt mij nen pennestok ge zonden van uit den hemel. Bc zend u een straal van mijn adelaarsblik, Evviva!
Een nieuwe brief van d'Annunzio aan Piccard I n een tweeden brief aan Piccard schrijft d'Annunzio, m a a r in eenigsr zins .beleefde termen: «Broeder in de lucht, ik groet u, ik heb er over nagedacht. Bt wensch d a t gij zult ontploffen i n de lucht en ik wensch dat ik in de. zon zal smelten. Immers, hoe vernederend zou het, voor ons, halfgoden zijn, te krepeereri tusseheh twee lakens, gelijk wandluizen, die men dooddrukt. Tusschen twee la kens, stel u voor, gelijk al die varkens van aardlingen, van varkensachtige tweevoeters, die dn h u n nest kruipen alvorens onder den grond te worden gestopt bij aüdere aardwormen. Gegroet, Piccandier van de lucht! d'Annunzio brigadier van de lucht
Het rendement van onze annoncen
— Ge hebt enkel rust noodig, m a dame. — Nochtans, dokter... bekijk mijn tong!
eens
— J a , ook uw tong heeft rust noo dig.
B R I E V E N B U S GUST D l S. (Deurle). — In dit nummer zult ge een brief lezen van M. Hugo V. d. A., waarin hn' meldt, dat hij reeds 3 hoeden heeft. We meenen, dat ge best zoudt doen uw voor genomen plan m e t ten uitvoer te bren gen. ALBERT S. (Déinze). — Zie ant woord hier boven. RICHARD M. (St. M. Li). — Zie antwoord hierbohoven. MELEKEN (Gent). — Gebeten wor den van de liefde is ongeveer hetzelfde als gebeten worden van een mug. Het jeukt in beide gevallen. Doch geen azijn noch ammoniak gebruiken in het eerste geval. SPEURDER. — Neen, de Valeriola van Gent is geen familie van den Ier de Valera. DON JUAN (Kortrijk). — K u n n e n u moeilijk raad geven. Maar ga bij Oatteeuw, hij heeft destijds ook iets verloren. PROP. X.: — Eén paard is enkel voud, nul paarden is meervoud. Zóó zouden wij h e t uitleggen. ISABELLA (Geeraardsbergen). — Hebben destijds een middeltje tegen d^ sproeten opgegeven. Herlees onze nummers v a n de laatste 9 maanden uit den eersten jaargang. A. WAUTERS (Brussel). — Ge moogt de gewoonten van «La Trique» volden, als ze ten minste voondeeliger zijn te onzen opzichte d a n deze van onze beroemde en beruchte m a n n e n .
Het gebeurt niet dikwijls, d a t Koe koek advertenties plaatst — h e t tarief is nochtans zeer menschelijk — maar wat we in alle geval mogen bevestigen, is, dat onze annoncen een buitenge woon rendemeht geven. G e zult u misschien herinneren, dat we verleden week een aankondiging plaatsten over een verloren strooien hoed. Welnu, drie dagen later ontvinger» we van onzen klant volgenden brief: Deurle a/d. Leie (Vlaanderen), den 29n Augustus 1932. Hoogedelgeboren Heeren van Koekoek, Deze om u te melden, dat ge mijn advertentie over den verloren strooien hoed geen tweede maal moet plaatsen, daar gisteren drie goedhartige men schen mij ieder een gevonden strooien hoed hebben gebracht. Wat bewijst, dat de Vlamingen niet alleen een groot volk, m a a r tevens een eerlijk volk zijn! Neen, geloof me, weledelgestrenge, heeren opstellers, ze zullen hem niet temmen den fleren Vlaamschen Leeuw! Ik heb het als mijn Vlaamschen. plicht aangezien de drie hoeden in ontvangst te nemen — hoewel deze, dien ik verloren heb, er niet bij was — en betaalde, zooals ik beloofde, een goede belooning. 'k Wil er nog bijvoe gen, d a t ééi van de hoeden een bi zonder interessant oud-model is, dat, als mijn oudheidskundige kennis me niet bedriegt, zeker ehkele eeuwen Vlaamsche geschiedenis achter den rug heeft. (Ik gebruik het woord «rug» bij manier van spreken; ge weet na tuurlijk zoo goed als ik, dat een hoed geen rug heeft). Deze brief zend ik u echter niet om gepubliceerd te worden (1); dat be grijpt ge. Enkel om u persoonlijk ge luk te wenschen met het rendement, dat de advertenties in «Koekoek» ge ven. Aanvaardt, weledelzeergeleerde hee ren opstellers, met mijn hernieuwden dank, de verzekering van mijn aller oprechtste Vlaamsche gevoelens van waardeerende- hoogachting. (get.) Hugo V. d. A. (1) We konden er niet aan weerstaan gezien het oomtnercleel belang var! soortgelijk sympathlei sohrM^en. (Redaktie),
EEN MOOIE AUTO — K a n ik van nacht mijn auto in uw garage stallen? — Zeker, mijnheer. — Wat kost dat? — Twintig frank, vooruit te beta len. — Waarom vooruit? — Nogal glad. Anders heb ik het risico d a t ge met betaalt en uw auto laat staan.
KOEKOEK
L2tLARJ/tff
ons VAM AflötRtrt VAU
Voor elkeen zooveel niet
De kleeding, een kunst NU tijd v a n n a a k t k u l t u u r , geen gewapend v e r z e t ! d oIent hdezen e t goed a a n ' t h a r t n o g e e n s
«HET N I E U W S VAN DEN DAG» weet m e t b e s l i s t h e i d .te m e l d e n : I n g e u r v a n h e i l i g h e i d over leed hij te M o e r z e k e , p a s 34 j a a r o u d , d e n lOn J u n i 1924. Hij h a d a a n G o d g e v r a a g d e e n offer t e w o r d e n voor de zalig h e i d d e r zielen ,die h e m w a r e n t o e v e r t r o u w d ; en zijn ge bed w e r d v e r h o o r d . De g e u r v a n de h e i l i g h e i d k u n n e n we a a n n e m e n e n v e r s t a a n , m a a r a n d e r z i j d s h e b b e n we i e m a n d g e k e n d , die G o d g e v r a a g d had geen offer t e m o e t e n w o r d e n voor de z a l i g h e i d d e r zielen: zijn g e b e d werd n i e t v e r h o o r d , en onze v r i e n d was 't g a a n zeggen.
We k u n n e n het verheugend nieuws melden, d a t geen gewapend verzet i n Mexico is t o e g e l a t e n . Zoo l e z e n we t e n m i n s t e in «DE STANDAARD»: D e kerk- e n godsdienstver volging i n Mexico O n d e r de h u i d i g e o m s t a n d i g h e d e n w o r d t door den pause lijken d e l e g a a t g e w a p e n d ver zet v e r b o d e n . D u s : onder de huidige omstan d i g h e d e n is h e t v e r b o d e n , m a a r i n andere o m s t a n d i g h e d e n is h e t d u s wel t o e g e l a t e n t e s c h i e t e n en t e bombardeeren.
August De Winne tot volksvertegenwoor diger uitgeroepen Dat h e t Volkske tot na de v e r K i e zingen niet wachten moet, om in 't parlement reeds nieuwe politieke figuren binnen te loodsen, bewijst vol gende zinsnede, die we met vreugde in zijn zeer geëerd artikel over «Van waar is de redding te verwachten?» lazen: «En bü het eindigen van zyn betoog jammert volksvertegenwoor diger Dcwinne: «doü peut venir le salut?» Enkele weken geleden pakte «De . Gazet van Antwerpen» met kamerlid Anseele junior uit. Allez, alle goe dingen verdrievou digen zich! Welk katholiek blad volgt? Als 't zoo voort gaat krügen we dan nog een zuiver socialistisch neo-parlement!
Redenaarskunst De p l e z a n t e «GAZET VAN ANT WERPEN» h e e f t t i j d e n s de Liturgi sche week een r e d e n a a r ontdekt, die over e e n g e n i a a l t a l e n t beschik te: De b e g a a f d e s p r e k e r wist zijn t o c h wel z e e r dood o n d e r w e r p g e n o e g l e v e n i n t e b l a z e n en was, als steeds, h e t sukses van de L i t u r g i s c h e w e e k . J a ' t ! ' t M o e t h e e r l i j k zijn ge weest! W a n t de m a n zal n i e t enkel flinke s t e m b a n d e n h e b b e n , m a a r d a a r e n b o v e n e e n goed b l a a s i n s t r u m e n t zijn.
t e h o o r e n zeggen, d a t de k l e e d i n g een k u n s t is. «HET HANDELSBLAD», i n Zijn k i n e m a - r u b r i e k , v r a a g t zijn l e z e r s of ze w i s t e n , d a t : — J o a n C r a w f o r d , de m e e s t origineele t o i l e t t e n v a n g a n s c h Hollywood d r a a g t e n d a t voor h a a r de k l e e d i n g «een k u n s t » is?... We b e k e n n e n eerlijk, d a t we ' t niet wisten...
Elk zijn suikerdrankje H e t is w e t e n s c h a p p e l i j k v a s t g e legd, d a t de s u i k e r een n u t t i g e w a a r is. De A m e r i k a a n s c h e vliegster m i s s E a r h a r t w e e t h e t ook, a l s we t e n m i n s t e «DE GENTENAAR» m o g e n gelooven, die schrijft: Miss E a r h a r t h a d d u s h a a r grootschen tocht m e t zorg voorbereid; ze h a d voor alles gezorgd, zelfs voor d e n gesuik e r d e n d r a n k , die i n gelijk welke o m s t a n d i g h e d e n t o e l a a t tot h e t einde toe vol te h o u d e n We gevei. zulks t e r o v e r w e g i n g a a n al de m a n n e n , en k u n n e n m e d e d e e l e n , 1 a t de s u i k e r d r a n k voortaan de eenige toegelaten d r a n k voor onze r e d a k t e u r s is.
Aanbevolen films «DE STANDAARD» d e e l t e e n lijst mee van aanbevolen films. En n a a s t de titels v a n de films wor den de soorten v a n m e n s c h e n op g e g e v e n , die de film m o g e n zien. Zoo zijn e r f i l m s : voor v o l w a s s e n e n , voor r i j p e r o n t w i k k e l d e n , voor a l l e n . T e n s l o t t e zijn e r f i l m s , d i e e n k e l m o g e n gezien w o r d e n « t e r s t u die». E l k e e n zal h e t n u t t i g e v a n Iets dergelijks b e a m e n en G r e t a G a r b o d e s t e liever zien.
- J a , heeren gezworenen! Als m ü n klant de stem van zün geweien niet heeft gehoord, is het,; omdat hü heelemaai doof isl
6
€>rgev
KOEKOEK
dan
revolutie Hef g c v o l dep
£ e n sensationeel Huibrecht noch De lezers van «Koekoek » si/'rt op de hoogte: zij weten hoe ons blad het werk der Gebroeders (?) Van Eyck, dat Vlaanderen's kunstroem uitmaakt, tegen de verkleineering van zekere gepatenteerde lijkenschenners heeft verdedigd. Maar rechi is recht! Tegen den onweerstaanbaren voorwaartschen drang van de waarheid, en dan van de waarheid gedragen op de vleugelen van den vooruitgang en gestuwd door de kracht der wetenschap, zou liet. misdaad zijn in te gaan. Maar eens dat men gedreven wordt, zonder vrees noch schroom, de heiligste dingen van een glansrijk verleden, in naam dezer waarheid, naar de ziel te tasten, moet men ook den moed hebben tot het uiterste door te dringen. Geholpen door «Het Laatste Nieuws» gaat de Brugsche kunstgeleerde de heer Emiel Renders voori met zijn ophefmakende openbaringen, betreffend zijn ontdekking, dat een der Gebroeders (?) van Eyck, namelijk Huibrecht, nimmer heeft bestaan, ei. dat «Het Lam Gods», goed en wel het werk is van Jan van Eyck alleen! Deze stelling, die ons tot gisteren nog gewaagd voorkwam, en die door den heer Renders, in overeenstemming met den Duitschen kunstgeleerde Dr. Max Friedlander, tegen de opinie van onzen diepgeleerden stadgenoot Projessor Hulin de Loo, wordt uitgespeeld, deze stelling, zeggen We nu op onze beurt, is VALSCH!. « Het Laatste Nieuws », de h Renders, Dr. Friedlander en Monsieur Hulin de Loo, mogen gerust hun klein getwist in denzelfden zak uitvechten, hun meeninkjes, hun bewijsvoerinkjes zijn onecht en berusten op de dwaaste en ergerlijkste vergissingen. Wat meer: hun tellingen, hoe onderling tegenstrijdig ook, ZIJN ALTIJD VALSCH GEWEEST!!... * • • Èn ziehier op welke nieuwe, sensationeéle grondredenen, he: ons gegeven is dit te staven en te bewijzen: Het toeval bracht ons een dezer dagen te Deurle-aan-de-Leie, in het afgelegen laboratorium, waai onze vriend Gust. Van Hecke, telkens zijn menigvuldige bezigheden hem enkele uren vrij laten, zich aan zijn geliefde sport overlevert: de psychanalyse in betrekking met de terugdrijving der moedermelk bij kinderlooze vrouwen. Over deze opzoekingen en experimenten, die reeds de verrassendste uitslagen opleverden en die zeker ge-
roepen zijn een echte revolutie teweeg te brengen in de psychopatia-sexualis, spreken we hier weldra nader en breedvoeriger. Laten we hier voor vandaag alleen maar hulde brengen aan de hardnekkigheid, tevens aan de bescheidenheid, waarmee deze koene vorscher, — bijgestaan door Sasha Stone voor dc belangrijke fotografische dokumentatle die deze experimenten noodig maken, en door E. L. T. Mesens (anders gezeid: de slappe) voor het verzamelen van het materiaal, — in alle stilte zijn grootsch en nuttig werk doordrijft. Zooals gezegd: ov.r dit alles later meer en beter! Toen we bij onzen vriend binnen vielen, en hem met moeite uit de verre diepten van zijn psychanalitische navorschingen . tot een doodgewoon vriendschappelijk gesprek over de heerschende Warmte hadden teruggebracht, kwamen we er, na wat keuveling toe, ook over het zoogezegd ophefmakend geval der Gebroeders (?) van Eyck te spreken. . Het verstandig gelaat van onzen vriend kreeg plotseling een andere uitdrukking, straalde open in een grijns van spot èn minachting. Het duurde een poosje voor we hem hierover aan 't praten kregen. Eigenlijk moeten ice, tot onze schande, bekennen dat we, verrast als we waren door den hoon
interview Jan van
dien we bij liem hadden opgemerkt, en vermoedend dat hier wellicht een geheim achter schuilde, onzen vriend geniepig en volhardend aan 't bewerken waren gegaan met een whiskyflesch, die we de gewoonte hebben op onze wandelingen door 't lieete Vlaanderen op zak te dragen. Maar wat we dan te hooren kregen was zoo ontstellend, zoo opzienbarend, dat we nu nog, tefwijl we er voor het eerst het schriftelijk relaas van neerpennen, terug naar een nieuwe flesch grijpen moeten, ten einde onze zenuwen meester te blijven. • * •
— Dat lolletje met de Gebroeders (?) van Eyck, zoo verklaarde ons Gust. Van Hecke, behoort voor mij sedert lang tot een verleden, Waarover ik liefst, ten profijte van den officieelen roem van 't Vlaamsche ras — die me op zichzelf beschouwd overdreven voorkomt, doch die me, waar ik zoovéél gewiehtigers te doen heb gansch onverschillig laat — sedert lang niet mier spreek. Niet alleen Huibrecht van Eyck heeft niet bestaan, maar ook Jan van Eyck is een uitvinding van dwalende en ijverzuchtige historische kriticü... — ja, zet maar uw oogen open! Het is zoo en 't laat me koud! Wat kan 't mij schelen dat de Renders'en,
7
KOEKOEK
in d e fowmsïwereld J §rehi?cedev& (?) €ych v c r a
met Eyck
Sust. Van de schilders
ie Hulin de Loo's, dc Dcslrée's, de van Puyvelde's, de Cornetle'n, de Mul'sen en zooveel andere visschers naar onnoodige ^wetenswaardigheden Uit een verleden dat eens voor altijd uitgecijferd lieeft, nu ook eens gaan redekalven ('t woord is niet te erg.'/ over de Gebroeders (?) van Eyck!? Zc deden hei vroeger reeds over Rogier van der Weyden, Hleronymus Bosch, Pieter Breughel en welke vergane glories uit die verdomde Vlaamsche schilderhislorie meer, en het diende tot niets anders dan wat te leuteren aan de spelling der namen, wat te raaskalen over 't vernis, wat te peuteren aan de handteekens, Wa-i tc zeuren met dc jaartallen, enz. Al die dingen hebben lot dusver niets anders bewezen, dun dat er in 't verleden op het gebied der schilderkunst nog erger bedrog werd gepleegd dan tegenwoordig en daarmee uit!... — Maar keeren we nu tol de kwestie der Gebroeders (?) van Eyck terug. Jaren geleden heb ik op het Gentsch archief de ontdekking gedaan, dat noch Huibrecht noch Jan van Eyck als schilders bestonden!... In 't begin van 't jaar 1400, leefde te Gent dc poortersfamilie der van Hecke's. He: familiehoofd Aloysius van Hecke was schilder. Hij liad als kamerknecht een zelere Jan van Eyck. Mijn voorvader
« e c f e e ,
zijn
waaruit van "Met
schilderde het zoo ten onrechte beroemd altaarstuk. Zijn knecht Jan van Eyck was een verwaande en afgunstige vlegel, jaloersch op zijn meester en bovendien tegen hem op politiek gebied intrigeerend. Aloysius van Hccke was immers te dien tijde bij de koningen en de gewestelijke en stedelijke nobelen slecht aangeschreven, om zijn socialistische overtuigingen. Jan van Eyck liad niet veel aanmoediging noodig om een snood werktuig te 'worden in de handen der behoudsgezinde heerschers van dien tijd. In 1425, 't waj geloof ik op Onnoozeiekinderendag, viel mijn voorvader als slachtoffer van een laffe sluipmoord, door niemand anders dan Jan van Eyck bedreven. Daarna, gebruik makend van de gelijkenis tusschen de beide familienamen, en natuurlijk mei CJ medeplichtigheid van de gansche bende der verdrukkers, eigende Jan van Eyck zich de werken van Aloysius van Hecke toe en 't spel was gespeeld. Met het beetje dat hij van acht de deuren had afgeluisterd, stichtte hij dan officieel (ik zeg officieel) de zoogezegde « Vlaamsche bewaarschool van Eyck», waar hij echler nooit zelf liet penseel ter hand nam. Hij had namelijk, en hier komt den helsclien toeleg van zijn plan op den voorgrond, een medeplichtige vriend, die huis-
blijkt Eam
dal Gods,,
noch II..
schilder was en gewoonweg Huibrecht heette, als meestergast aan 't hoofd van mijn voorvaders werkhuis gesteldl Begrijpt ge nu hoe dil zaakje ineenzit!?... — Ik ben sedert jaren van dit alles op de hoogte. Aanvankelijk was ik van plan de rechten der familie van Hecke te laten gelden, en aan den naam van Aloysius van Hecke de plaats te doen toekennen, die hem toekom*.. Maar deze schandelijke ontmaskering der Gebroeders (?) van Eyck, scheen me bitter weinig interessant, waar ik zelf voor den van vader tot zonen overgazetten roem de meeste verachting voedt. Om bijvoorbeeld niet te spreken over de versclibdkken oierdraclilelijke barontitels, Waar in Vlaanderen in den laatsten tijd nogal eens over gezeeverd wordt en Waarop ik van uit de hoogte spuW, ja spuw! Wat de geschiedenis betreft, wat wilt ge, een schilderij is een schilderij en de betrekkelijke waarde van «Het Lam Gods», bijvoorbeeld, heeft er niets bij te Winnen of te verliezen dat de signatuur van den echter schepper ervan, hetzij Aloysius van Hecke, na zooveel eeuwen zou opgeflanst worden... — Maar kijk, als de dagbladen nu voortgaan met over het al of niet bestaa,n van Huibrecht te redetwisten, zou het wel 'tunnen gebeuren, dat ik met mijn papieren en wetenswaardigheden eens voor den dag kom. Maar dan niet om mijn voorvaders' naam in « eer » te herstellen, maar om doodeenvoudig al de schilderijen die doorgaan als behoorend tot de voortbrengst der Gebroeders (?) van Eyck van rechtswege voor mij op te eischen. En dan zult ge natuurlijk een spektakel van belang beleven! Overtuigt', als ik ben dat alleen de kunst van heden iets te beduiden heeft en dat «Het Lam Gods > en de andere stukken van dat soorl, definitief uitgeschakeld zijn door dc triomfantelijke intrede in onze eeuw van het kubisme, het expressionnisme en het surrcallsire, zal het me, in dit geval, als een werkelijke noodwendig le vervullen roeping voorkomen de heele verzameling schilderijen der Gebroeders (?) van Eyck, 't is te zeggen de werken van mijn voorvader Aloysius van Hecke, te vernie'.igen, ja te vernietigen! Ik voeg er u in vertrouwen aan toe: de officieele klieken moeten eigenlijk goed acht geven me in deze kwestie niet te veel te tergen, of ik zal den heelen boel schilderijen, Vlaanderen'» kunstroem of kunst-
8
KOEKOEK
tchande ('t ls me gelijkt) op een openbare plaats te Gent verbranden, ja verbranden!! Kom, laat ons nu maar over wat anders en belangrijker praten... * * * Moet ik u wel bekennen, Waarde leter van «Koekoek» dat ik verslagen
omdat het gevaar goed en wel voor de deur staat. Een plotselinge koleire van onzen vriend en de ramp breekt los! Mijn plan is nu ook in de kolommen van ons blad een uitgebreid petitionnement te beginnen, een lijst te verzamelen van de duizenden Vlamingen die voor het behoud van den kunst-
tal tegenover deze openbaringen van mijn vriend!? Mijn eerste idee was aan dezen vreeselijken ciaat van zaken geen ruchtbaarheid te geven, 't Zou dan toch ten slotte wel al te erg worden moest onze vriend Hust Van Gecke dit geweldig en verschrikkelijk besluit ten uitvoer brengen, al moeten we ook bekennen, dat het hier gepleegd •nrecht op de een oj andere w jze dan toch noodig moet hersteld worden. Wanneer ik dan besloten heb dit alles uit te brengen i het dan ook
schat, door de werken van Aloysius van Hecke uitgemaakt, willen opkomen. Dit welsprekend en met de ziel en het verstand van het gansche bewuste Vlaanderen onderschreven verzoekschrift, zullen we dan Weldra, en ten spoedigste, aan onzen vriend gaan voorleggen met de vaste hoop, dat hij zich met een gewone, doch plechtige familie-eerherstelling tevreden zal willen stellen. Wie doet er mee!?
f
Dr. K. L. ,
' • . • w w v ^ v . . * ^ * . * * ^ ^ * * * * . * * * v * -
BIJ
D E
Feitelijk is er de laatste weken mets no:.iienswaard in de stad gebeurd. Maar daar lk er prijs op stel deze kroniek niet langer op te schorten, ben ik bij meest bekende figuren van onzen metropool op bezoek g e weest,, onder voorwendsel die dames en heeren te vragen hoe of ze de jongste hondsdagen hebben doorgebracht. Ik deel u hieronder den uitslag van mün enquête mee. Camille Huysmans: — Vol vuur! Uffra Gheyt: — Ik weer den winti van mijn eigen ...windjes. Door Opsomer: — Met den hoed op het hoofd. Meneer Baelde: — In weelde zwemmend. Uffra Van den Wijngaard: {- Natuurlijk in den wijngaard i e s Heeren. Neel Meyere:
S —I N JOREN Badend in mijn zweet. Pritz Francken: — Bezwijkend van dorst. Dr. J a n Denucé: — Verdiept in de werken van Fioris Prims. Willem Eekeiers: — Gloeiend rood. Herman Vos: — Met water in mijnen wijn. Mad. Dr. J . Gabriëls: — Bij Roger Avermaete. Mane de Bom: — Met de deugd in 't midden! Bert van Laar: — In mhn onderbroek. Flor Bosmans: — Met de handen in mijn haar. Sjarel Kandael: — Snakkend naar regen. Rip: — Dat leest ge later wel ih mijn gazet. Taxander: — Met mijn Q in een wijwatervat.
'T KON NOG ERGER ZIJN! Eustachius Goetgebuur is een filosoof va hde stoïcijnsche school. Als men hem iets vreeselijks vertelt heeft hij reeds een uur op voorhand zijn troostend antwoord klaar: — Jaja... 't I s erg, m a a r 't h a d nog erger kunnen zijn! Kómpassieuze menschen en zij, die iets ergs al erg genoeg vinden, zijn ten • zeerste. verbolgen over deze uitlating van Eustaach, doch niets helpt. — Jaja..., geeft deze op h u n verwijt e n tot antwoord, wat wilt ge er aan doen, d a t ik nu die leelijke gewoonte heb aangenomen? 't Is natuurlijk erg, m a a r 't h a d nog erger kunnen zijn! Zooals ge ziet valt er niet meer te genezen a a n die «ergerlijke» ziekte. Iedereen heeft d a n ook stilzwijgend bij zichzelf gezworen aan Eustachius Goetgebeuur niets meer mede te deelen. M a a r kijk, e r gebeurt een vreeselijk d r a m a ! Iedereen heeft er den mond van vol! Iedereen weet er h e t zijne van en als een vuurtje loopen de geruchten rond. Jef Vertongen kan zich ook niet meer bedwingen en n a a i t gansch de historie a a n Goetgebuurs ooi. Peins ne keer, w ' er voorgevallen is! De koster heeft zijn eigen vrouw betrapt in de armen van meneer de paster! Hij heeft in zijn gerechtveerdige verontwaardiging een revolver gegrepen en de pastoor en zijn trouwlooze vrouw n a a r 't piereland gezonden! — Maar peins toch ne keer, jammert Vertongen tot Eustaach, peins ne keer hij schie: d a a r op een minuut twee menschen dood.. — Jaja... zegt natuurlijk Goetgebuur,... 't Is erg, maar 't had nog erger kunnen zijn! — Zijt gij d a a r weer mee uwen «erger dan erg» ? Ik vraag me af hoe deze historie nog erger had kunnen geweest geba»' hebben zijn, protesteert Jef tegen den gewonen prietpraattroost van Eustaach. , — Jaja... houdt deze echter vol... jaja... had de koster gisteren zijn vrouw betrapt, dab had ik er gelegen.
Toppunt van verstrooidheid — Kent ge h e t toppunt der verstrooidheid? — J a , dr. Pangloss, die, 's nachts wakker wordend, een lucifertje aansteekt om te zien of hij sorns bij 't slapengaan niet vergeten heeft de kaars uit te blazen!
WIE BETAALT? — Kom kerel, we zullen h e t weerzien eens prettig vieren. Wat drinkt ge, bier of champagne? — D a t hangt er van af. — Hangt er t a n af? Waarvan? — Wie van ons tweeën starks betalen za ' ;
— KOEKOEK _
_
_
_
_
_
_
Q
_
P a r l e m e n t d e r Geleerde Mannen P A N G L O S S o p e n t de v e r g a d e r i n g te 2 uur. M . S I N Z O T v r a a g t h e t w o o r d bij ordemotie. M. S I N Z O T . — I s h e t wel de tijd o m over geleerde onderwerpen te spreken, n u de grenzen i n gevaar zijn. P A N G L O S S . — Welke g r e n z e n ? S I N Z O T . — V a n Bolivië e n P a r a g u a y . I k s t e l voor, d a t wij o n m i d dellijk a l s vrijwilligers z o u d e n op rukken. " P A N G L O S S . — H e t i s zoo w a r m , Sinzot. Zouden we niet beter een glas d r i n k e n ? S I N Z O T . — J a w e l , j a w e l . H e t is echter een spijtig toeval d a t h e t j u i s t zoo w a r m is, a n d e r s z o u i k niet geaarzeld hebben mijn plicht te d o e n . E r is t r o u w e n s n o g e e n a n d e r g e v a a r d a t d r e i g t . Gij w e e t d a t m e n o p J a v a e e n .vezen h e e l t ontdekt dat men orang-pendek noemt. Men weet niet ol h e t een a a p of e e n m e n s c h i s . . . P A N G L O S S . — Of h e t e e n het ander.
en
FIEULLIEN.— D a t is e e n bedekte b e l e e d i g i n g t e g e n m i j , w a n t de orang-pendek is e e n onooglijk klein v e n t j e , m e t l a a g v o o r h o o f d en w i j k e n d v e r s t a n d . T e l k e n s m e n gewag m a a k t v a n den orangp e n d e k z a l ik d a t a l s e e n p e r s o o n lijke b e l e e d i g i n g b e s c h o u w e n . SINZOT. — I k wilde eenvoudig z e g g e n d a t wij o n z e b e s c h a v i n g niet.in gevaar mogen laten bren gen d o o r d e n o r a n g - p e n d e k . I k stel voor e e n e x p e d i t i e k o r p s b i j e e n
DE MISPLAATSTE GEESTIGHEDEN
— Mijnheer Alfons, is 't voor den baard of voor de h a r e n ?
te brengen om den orang-pendek uit te roeien. PICCARD. — In de stratosfeer h e b ik geen orang-pendeks ont m o e t . Alleen de stratosfeer b e s t a a t voor m i j . LINDEKENS. - Stratosfeer, dat is e e n F r a n s c h w o o r d . H e t is d a a r o m d a t alle l e v e n u i t g e s t o r v e n is in de stratosfeer. De F r a n s c h e n zijn goddelooze onkinderkesmakers. D E L I L L E . — D a t is g e e n s c h o o n w o o r d . Wij m o e t e n o n s bij h e t aartsvaderlijke Vlaamsch houden. P A N G L O S S . — L a a t o n s deze echte flaminganterijen staken. H e t is n i e t o m d a t w e g e l e e r d e m a n n e n zijn, d a t w e zoo d o m m o e ten doen. H E R M A N S . — D a t -s e e n p l o e r tige a a n v a l o p o n z e V l a a m s c h e e i g e n h e i d . W a t w a l s e n is v a l s c h is, s c h i l d e n v r i e n d ! PANGLOSS. — Stillekens a a n . We zijn g e e n p o ë t e n . L a a t o n s m e t d e voeten op d e n g r o n d e n onze l i p p e n a a n h e t g l a s blijven. I n t u s s c h e n k a n d r P i c c a r d zijn b e v i n d i n g e n u i t de s t r a t o s f e e r u i t l e g g e n . P I C C A R D . — Z e e r g a a r n e . De s t r a t o s f e e r is e e n i d e a l e p l a a t s o m e e n i g e d a g e n verlof d o o r t e b r e n gen. PANGLOSS. — Zonder vrouw... Jo-Jo. — Zonder vrouwen... PICCARD. — I n tegenstelling m e t o n z e b a d p l a a t s e n v i n d t gij e r geen inktvisschen, om de eenvou dige r e d e n d a t e r g e e n w a t e r is. Gij o n t m o e t e r ook F i e u l l i e n n i e t . . . PANGLOSS. — Om de eenvou dige r e d e n d a t de a t m o s f e e r er p r o p e r is. P I C C A R D . — De krisis is i n de stratosfeer niet m e r k b a a r en w a t de k r i s i s i n d e k o l e n n i j v e r h e i d b e t r e f t doe ik o p m e r k e n d a t e r i n de stratosfeer een groot en onontgon n e n a f z e t g e b i e d zou t e v i n d e n zijn, w a n t h e t . i s er koud. D E V E Z E . — D e B e l g e n zijn d a a r de e e r s t e n g e w e e s t . Wij z o u d e n d a t gebied m o e t e n koloniseeren. T S C H O F F E N . — D a a r v o o r zou d e n wij t o c h e e r s t h e t o o r d e e l v a n de Société G é n é r a l e e n v a n de B a n q u e de B r u x e l l e s m o e t e n v r a g e n . D E V E Z E . - H e t v a d e r l a n d vóór a l l e s . Wij z o u d e n d a n e e n w a r m e kolonie en een koude kolonie h e b ben. DENS. — E n als ik ooit weer mi n i s t e r w o r d t , z u l l e n e r f o r t e n ver rijzen i n de stratosfeer. P A N G L O S S . — I k v e r z o e k de aanwezige leden niet te lachen. H e t is i m m e r s zeer w e l mogelijk d a t D e n s w e e r m i n j s t e r w o r d t . Al
les is mogelijk i n o n s l a n d . H e t is zelfs n i e t o n m o g e l i j k d a t m e n eer l a n g d e n i d e a l e n s o l d a a t zou u i t vinden. C R O K A E R T . —- L a a t h o o r e n , l a a t h o o r e n ! H e b t gij p l a n n e n daarover? Ik ben bereid h e t brevet te koopen. PANGLOSS. — Ik verkoop mijn v a d e r l a n d s l i e f d e n i e t . Volgens mij is de i d e a l e s o l d a a t g e m a k k e l i j k uit te denken, m a a r niet gemakke lijk t e v e r w e z e n l i j k e n . I k d e n k a a n e e n r e u s v a n e e n v e n t , m e t spie r e n a l s s t a a l , m e t e n d e 1 m . 80 v a n a a n de t e e n e n t o t a a n de s c h o u ders. DENS. — En tot a a n h e t hoofd? P A N G L O S S . — De i d e a l e s o l d a a t zou g e e n h o o f d h e b b e n . D E N S . — Pf! D a t is n i e t n i e u w . E r zijn al m i n i s t e r s v a n L a n d s v e r dediging geweest zonder hoofd. P A N G L O S S . — J u i s t . H e t is d o o r te denken aan minister Dens, d a t ik o p de g e d a c h t e b e n g e k o m e n van soldaten zonder hoofd. C R O K A E R T . — M a a r ze z o u d e n de bevelen n i e t h o o r e n die m e n h u n geeft! PANGLOSS. — Eenige schoppen i n h u n a c h t e r d e e l z o u d e n h u n wel h e t r e c h t e p a d der vaderlandslief d e l e e r e n . D i t zou h e t v o o r d e e l h e b b e n d a t zij bij d e n a a n s t a a n d e n oorlog n i e t t e veel z o u d e n n a d e n k e n o v e r h e t n u t v a n d e n oor log. H e t g r o o t e b e z w a a r is e c h t e r , d a t zij bij g e m i s v a n h o o f d ook geen keelgat zouden hebben, en m e n v r a a g t zich af h o e zij e e n g l a s zouden n e m e n !
Tot den menheer, die zün vrouw uit het zicht verloren heeft in een groot magazün: — Münheer zoekt iets? — J a . . . 'k heb m ü n vrouw verloren. — Goed! Afdeeling rouw, a a n h e t uiteinde rechts.
10
KOEKOEK
.Soeoea- aan- JUetkeu^
Er zijn veel soorten van liefden: de voorliefde, de vaaderlantsliefde, de kalverliefde de liefde mee zelfkant, de liefde op tijs ensovort .ensovort. Oooveral waar dade keikt in den weerelt ziede de liefde. Zij dient om de mijnsohgen kontent te maaken en ulder kwaade geptjnzeh te verdreiven. De liefde koomt covereen in geslagt en getal mee heur onderwerp. Alsoo spreekt men van de sooldattenliefde, waarvor dat de verdeedi-hers van ons H n t den zondach ulder kooperen knoopen doen blrjnken om de kindermijses te bejagen en ulder mee ulder footuure in de griejoole te doen kipen en van de vrtjjeitsliefde waardan ze alve kielootses baken en piestoolees. De liefde is een nattuurverscheinsel die mee vorliefde ooptreet tsaavens in de lente onder nen paarenpluu, op de bankskes van tpark of in de gloorejetten wardat den voruitgank van de besgaavini. en den elektriek noch niet dorgedrongen e.. is. De liefde eeft twee grotte vijjanden: de platte beurêe eh de poliesaagenten die de bêjoefenaars van dit geloof tot in ulder laatste schguilhoeken gaan vervolgen om te zien ofdat uwen permie in orde is en dade mee geenen val6Chgen nuumeroo en rijt. ,
LIEFDE i De liefde ie tekserssiesevelt van ds stuudenteh de buroosgrijfsterlggen ,de kaaters, de moodiesten, de melkboeren d'artiesten, de stieren en ander vrijje beroepen. Eene die heuren bok gekreegen eeft in den stiel nomeert men een ouwde Jonge dogter eb de moeders van faaagKde toogen ze aan ulder dogters als een levent beelt van wadat er ulder te wagtea staat alwaaneer dat ze geen verstant en ebben van mee ulder poejerderièdöosje te werken en onverwist expresse tonderste vah ulderen kombienrjzon te laaten zien als z'op den tram sprijngen. De liefde .s door deeuwen een bezongen geworden door de digters die er al de gejeimen van te boek ebben gestelt. Iedereen kent de weize spreuk: de liefde is blint en die in zrjn bedde doet vlnt den ent. Die de liefde wilt leren kennen van aar en van pluimen moet beglneh mee te verkeeren Dat is een kunste die
een klijn beetsen preeparaase vraacht en een vaste h a n t verijst. Gelukichlrjk dat er kompasjeuze zielen gevonden geworden zijn die ons ierin terulpe zyn gesnelt orn onze twijfelende scfagreeden in een vast spoor t' elpen druken. Dendienen die maar een alf wordeken vandoen eeft 'zecht ons Goodelieve zal dierekt begreipen wat munte hij kan slaar uit de staandardwerken van de spiesjaalisten op dat gebiet, geleik touwt bestement. de ttoeejoloozickschge sgrieftuuren vah den ijligen Oguustijn, den ijliegen Diejagonal, den ijlitgen Lieguwoorc en Riesaar Van iCenoove. Ten is nattuurlijk aan den eersten den besten sgeefpiesser niet gegeven van daar ezoo maar sebiet tot op den bom van tonderwerp af te daalen. Dat is vorbejouwden aan deldenteenoors en de sprinters die ulder preuve geleevert ebben om ezoo te zeggen op tclijnpieksc'.i velt van de liefde mee den kroonemcjter in dhant, zecht ons Goodelieve. Donderbeginnelingen moeten eest den absesee van tspel leeren en tboeksken op ulderer duim kennen van paater Callewa;r;, zecht ze. Dat zout ik willen leezen zeit ik. Ge zeit noch te kleine zeit ze, wagt noch een weeke.
KOEKOEK
i<W'
11
< T \
.
P
i
*
A »
I '
,
I
*"
KOEKOEK
12
Prachtige oudheidskundige vondst
Een Engelschman schrijft over ons land Dank zij onze betrekkingen met de postbedienden hebben wij tal van brieven kunnen onderscheppen, die an ders voor de gemeenschap zouden ver loren gegaan zijn. Wij meenden deze kleine onbescheidenheid te mogen be gaan, daar wij in deze warme dagen veel te lui waren om zelf te schrijven. Ziehier eeh brief van den Engelsch m a n John Smith (natuurlijk), die aan zijn vrouw relaas geeft van zijn bezoek aan ons land bij 59 graden Celsius. «Liefste Mrs. Smith. België ligt in de tropische streek en de boeren klagen er geweldig dat het te warm is voor de patatjes. Nochtans verklaarden mij grijze inwoners zich den tijd te herinnersn, dat België in de regenstreek lag en dat de boeren er over kloegen dat het te nat was voor de patatjes. De patatjes zijn, zooals ge ziet, mijn liefste Mrs. Smith, een barometer en een factor der omwente lingen in de atmosfeer sedert het steenen tijdperk. De Theems draagt 'hier den naam van Schelde en te Ghent heb ik onze roeiers van Cambridge gezien, die men gemakkelijk herkennen kan aan hun bloote billen. Ge moet daar echter goed mee oppassen, want te Oostende loopen ook de vrouwen met hun onderste ledematen bloot en zij zijn geen roeiers van Cambridge. Aan het strand heb ik een groot per sonage gezien, namelijk goeverneur Johnson the Beast-Stuff. Hij droeg e;n onderbroek, een broek, een visschersbroek, een baal, een onderlijfje, een pullover, een vest, een jas, een smo king, een redingot, een overjas, een halsdoek, een kapmantel, een paar mitainen, en hij was opgesloten in een houten kist met ijzeren banden besla gen. Gij ziet, liefste, dat gij hier voor mijn zedelijkheid niet te vreezen hebt.
Zoo n u en d a n i n G r i e k e n l a n d , in Egypte, in Mesopotamië en elders nog, worden oudheidskun dige v o n d s t e n g e d a a n v a n h e t hoogste belang. Dat heeft groote voordeelen: t e n e e r s t e h o u d t h e t de geschie d e n i s d e r o u d e t i j d e n w a k k e r , en t e n t w e e d e v e r r i j k e n e r de m u s e a door. Koekoek, di; onder zijn redakteurs groote liefhebbers telt v a n o u d e n brol, heeft hier bij h e t b i j z o n d e r e g e n o e g e n zijn lezers de e e r s t e a f b e e l d i n g t e geven van een onlangs gevonden beeldhouwwerk. Op een kleine tien kilometer I v a n A t h e n e h e e f t m e n een w o n d e r b a a r goed g e k o n s e r v e e r d s t a n d b e e l d o p g e g r a v e n , d a t we h i e r n a a s t i n foto g e v e n . Het merkwaardige beeldhouwwerk, dat v a n de meesterhand van den beroemden P h i d i a s k a n zijn — v a n h e m of v a n een a n d e r — i s , zooals we reeds zeiden, prachtig bewaard en totaal ongeschonden. De t a n d des tijds heeft ^ er n i e t a a n g e k n a a g d . Dadelijk zijn de archeologen aan het s t u d e e r e n g e g a a n om uit te m a k e n wiens b e e l t e n i s h e t wel zijn mocht. Bij h e t t e r p e r s g a a n , is h e t moeilijk p r o b l e e m nog niet heelemaal opgelost. Het staat, n i e t t e m i n reeds v a s t , dat hier een oudGrieksch verweergeneraal is uitgebeeld, 'wiens n a a m e c h t e r in d e n loop d e r e e u w e n is verloren gegaan.
John Smith».
Waarschuwing De bladen hebben gemeld, dat een Okapi uit Congo in den dierentuin van Antwerpen is aangekomen. Voor de weinig verstandige lezers wijzen wij er op, dat de Okapi niets te zien heeft met ocarina, of tapioca, of dergelijke buitenlandsche produkten. De okapi is een Belgisch dier, afdeeling koloniale waren. Met spijt hebben wij echter vastge steld d a t de okapi, gelijk een onbe schaafde neger, geheel naakt is aan gekomen, en bovendien schaamteloos. Geen -pektakel voor families! — Tfc gpeloof, d a t Meyer er over denkt om f> trouwen. — K a n niet! — W a i . j m niet? — Een man die denkt, trouwt nietl
HET BEZIT — Dat gij met uw nieuwen tuur erg m uw schik zijt, kan ik me begrijpen. Maar hoe ge erbij komt, om in een stroomenden regen er in rond te loooen, daar versta ik niets van. - Ge moest eens weten wat voor een zaligheid het is om in uw «eigen» re jen in den tuin te loopen!
DE TIJDEN
VERANDEREN
— Is uw vrouw nog altijd zoo vrien delijk als vroeger? — Waarachtig . wel, maar ze heeft er meer tijd voor noodig!
VOORZORGSMAAT REGELEN De nieuwe dienstbode is pas geko-» men. MEVROUW. — Marie, zal ik u * | koffer van het station laten h a l e n ? ' « De nieuwe, die van buiten komt. —J Neen, mevrouw, Dat hoeft niet. Ut laat altijd mijn koffer de eerste week op het station staan I
DE RAAD — Hij is voor mij de heele wereld, kind. W a t raadt gij mij a a n te doen?: — Ga een stukje meer van de w*i reld zdenl
KOEKOEK
13
Welvoeglijkheid onder de dieren Hoelang zullen J e menschen zich nog als beesten gedragen ? Volgend bericht, d a t dooi Vas Diaz aan de pers werd doorgezonden, wijst op de kentering der dierenbeschaving. «Een bakker te Schwerin heeft een hoogst onaangename ervaring opgedaan. Hü had zün hond met zich mee genomen in zün slaapkamer. Het dier werd echter door h e t overluide snurken van den bakker zoo opgewonden, dat h e t zün baas een stuk van den neus afbeet eh nog eenige verwondingen toebracht». Daaruit moeten wü afleiden, dat de honden betere manieren krügen en door h u n bijtend protest willen te kennen geven, dat het beschavingspeil der beesten onrustbarend stügt. Die Schweringsche beet is h e t sein, dat we op onze hoede moeten zijn voor onze huisdieren. Meer nog voor hen, dan voor de ufrnstboden, zal men acht moeten geven op taal en houding en vooral met Je flauwe grapjes over het dierehrük moeten gedaan maken. Het is niet uitgesloten, dat de varkens op een goeden dag aan het strand verschünen en de zonnekleppers, die er in 't zand li?gen te wroeten en te bruinen, met h u n snuit eens terdege de les spellen. Wie ergens In een boschje of een ander eenzaam plekje aan een natuurlüke behoefte meent te kunnen voldoen, loopt .^ans door de katten uit de buurt te worden aangevallen, zoo hü de beleefdheidregels niet in acht neemt, t. t. z. de bezoedelde plaats reinigt door er aarde of zand op te gooien hetzü met achter- of voorpooten. Wie op s t r a a ' tegen een steen schopt "; zoo e r een ezel juist voorbüstapt,
van grauwtje een standje ophopen van belang. Reeds zien we in onze verbeelding een boerenpaard, in een melkkar gespannen, zich verontwaardigd omkeeren en tegen zün vloekenden, zatten meester opspelen in dezer voege: — Zeg, zatte zeeveraar; hebde god verd... gedt.an mee vloeken? Tot zelfs ih de treins toe, waar in een damescowpée een verstrooide heer een sigaar opsteekt, zal het een of ander schoothondje rechtspringen, n a a r de havana happen en ze vervol gens nydig door het r a a m zwieren. En in de kafeetjes, waar madame met een klant ih een hosksken zonder boeksken zich te verkneukelen zit, hooren we al den deftigen papegaai zeg gen: — Hum... hum... ge moet u niet geneeren, smeerl.... J a , het zal nog zoo ver komen, d a t de koeien, als ze moeten gemolken worden zullen bevelen: — Wascht eerst uw handen, stomme boerinne, en zachtjes aan hé. Zün uw nagels geknipt? En m e t ' uw rechterhand alstublieft! In 't slachthuis zullen nog andere drama's gebeuren. Daar zullen de ossen reklamee.ren als J e vloer niet te proper is. — Wadde? Op zulk een- smerige piaats : oeten doodvallen? Dat niet hoor! We zullen wij beginnen stampen en slaan en toonen d a t we nog kl... ieren aan ons lijf h ê n ! De arme schaapjes, die er moeten gekeeld worden, zullen blatend hun slachters vragen, hoeveel lieven ze 1
—s>7
'
T T ™ " ' " " " "
— Trots al net geblaat der schaapehfcig'e pacifisten, .is de vaderlandsefde nog uit de wereld niet. De Bolilanen en de Paraguayanen geven op "t oogenblik het voorbeeld van hst langloos patriotisme a a n de rest van wereld, hiderdaad, de Gran-Chaco aarvoor zü vechten, is. onherbergwoest, en van geenerlei nut voor -en van beide landen. Is er schooner wüs voor noodig, dat deze beide lan- L enkel e n alleen h u n bloed met emts willen vergieten, enkel en alleen pure vaderlandsliefde?
- «. - « ^„ „ _ ,
— I n Ohili t r a c h t men de werklooso p te lossen door de werklooze arbeiders goud te doen zoeken. Als zü echter te veel goud vinden zal de krisis in de goudnüverheid des t e scherper worden en zal de werkloosheid dus
B M i r e | |
" • " v » « = » JUCVCH
j s e|
M m
,
a i | d s c h
overzicht toenemen. Zou het niet beter zün de werkloozen te bezigen voor h e t vernielen van den oogst? E n als de oogst gansch vernield is zou men de werklieden kunnen doen ploegen en zaaien om een rijken oogst te verkrügeh, die dan weer zou vernield worden. Door dit eenvoudig stelsel ziet m e n onmiddellijk d a t er nooit werkloosheid meer zou te vreezen zün. — M. Hearst, de groote Amerikaan-
Leest en verspreidt KOEKOEK
reeds gehad en bedrogen hebben en of ze niet ï.eter nu eens van plaats zouden verwisselen. In de visohmün zal de paling tegen de vieze vt< ^oopster geweldig uitva» ren: —Hebt ge .'. één vlooitje In m ü n haar gevonden? ofwel: — Hebt ge mij al ooit iemand weten stroopen? En de garnacti tegen den venter: — Hebt ge ai één chieke in münen oaarc v 'e hangen?' Maar het zal bü die enkele gevalletjes niet blüven. De Jwren zullen verder gaan en een «week der welvoeglükheid inrichten». Ze zullen bordjes aan den hals dragen met spreuker zooals: «Beesten, geeft het voorbeeld aan den mensch»! «Laten wü onze meesters met zachtneid behandelen en opvoeden». «Waarom zoo vloeken, zanniken en zweeten bü dit heet weer. Steekt wen en krabben uitgedeeld worden. «Wü eischen meer beleefdheid en meer hygiëne! Wü willen medezeggenschap in hec huisgezin en kijkrecht in de badkamei!» «Wü protesteeren tegen de zoogezegde selektieve kruisingen. Leve h e t vrij huwelük!» enz. Dat wü, menschen, bü zulk een beestenwerk niet veel te winnen hebben spreekt vanzelf. Veel neuzen zullen er afgebeten en veel stampen, klauwen en krabben uitgeieeeld worden. Als onze Koekoek, de onbeleefdste aller vogels, er maar zün staart niet o r j inschiet.. i n s c h i e t bü
,„
sche dagblad-eigenaar is voorstander van het volledig uitbetalen der schulden aan Amerika. De voorspoed van de wereld, zegt hü, kan alleen steunen op de eerlükhei... En schulden niet betalen is oneerlük. Wü zün het volkomen eens met Hearst. Op dezelfde wüze oordeelen wü dat de vrede alleen kan gevestigd worden doof de bloedschuld van den oorlog te betalen. Op eeln paar honderd n a weten wij niet Juist hoeveel soldaten in het glorietüdperk 19141918 zün gesneuveld, maar in al onze drcomen hooren wü boe h u n bloed om wraak schreit. En zoolang er geen acht miljoen mannen sneuvelen (vriend en vüand samen gerekend) zlea wij geen mogelijkheid voor een era= stagen vrede.
KOEKOEK
15
UIT H E T LEVEN YAM DEN P L A T T E De Platte had veel vrienden. Hü was dienstwillig en niet moeilijk van karakter. AI zijn vrienden opsommen, zou ons te ver leiden. Van een van die vrienden willen we echter gewag maken, van zijn vriend Tist Trompet. Tist had de Platte keren kennen, onder den oorlog. Hi) was trompetter in zijn kompanie en 200 was die Tist aan zijn bijnaam gekomen. Na lange jaren ontmoette de Platte ziin vriend Tist in het postkantoor. HU stond vlak achter hem, aan het loket voor de zegeltjes. Hij had hem zoo subiet niet herkend. Althans niet op het eerste zicht, want mannen, niet waar, langs achter bekeken, gelijken nogal fel op elkaar. Maar daar klonk den Platte een vertrouwde stem in de ooren. — Wablief, zoo klonk het! — Uw brief weegt te zwaar vriend, antwoordde de stem van een bediende. Ge moet er nog een zegel van 0.75 fr. meer op plakten. — Wat is dat voor zieke zeever, hoorde de Platte riposteeren. Nog een ttaïber bijplakken en de brief weegt nu al te zwaar! De man die sprak draaide zich om, als om iemand tot getuige te nemen van de dwaasheid van den bediende en... — Wel nondedjol, de Tist! riep de Platte. En daar de Tist nog van nobeleren aard' was dan de Platte en bovendien goed zijn broodje verdiende, gingen de twee oudistrijders op die toevallige ontmoeting een glaasje ledigen..." En terwijl de kameraden aan het heffen zijn, kunnen wij op ons gemak een en ander vertellen over Tist Trompet, derwijes dat ge den man kent die dien dag de pinten betaalde die de Platte uitdronk... Op zekeren dag was de Tist verdiept ln de lektuur van «Vooruit», ons zeer gewaardeerd bijblad. — Ge zijt zoo druk aan 't lezen Tist, zei een verbruiker die zich naast hem, aan de herbergtafel, neerzette. — Wel Jef, antwoordde Tist, 'k ben de huwelijksaankondigingen aan 't nazien! — Waarom dat? — Wel, zei Tist, ik wil weten of er meer mannen dan vrouwen trouwen, den dag van vandaag. Op zekeren dag dat Tist op reis was geweest, kwam zijn vrouw hem afhalen aan het station. Tist zag er bleek en vermoeid uit. — Wat is er, ventje, zyt ge niet goed? — Neen, zei Tist. — Te veel gegeten? — Neen, maar ik heb moeten reizen, tegen de richting in gezeten die we
uitgingen, eh ik heb er koppijn van gekregen. — Ge hadt van plaats moeten verwisselen met den meneer die tegenover u zat. — Onmogelijk, zei Tist. Ik was begod alleen in heel mijn kompartiment! Zekeren keer vroeg iemand aan Tist of hij viool kon spelen. — Misschien wel, zei Tist, maar heel juist zou ik het toch niet kunnen zeggen, want ik heb het nog nooit beproefd. Daar komt Tist thuis, kolelrig als een huis. — Wat is er nu weer gebeurd, vraagt zijn vrouw? — Zwijg, zegt Tist. Kent ge Sjarel? — Sjarel, onze schoenmaker? — Ja, we staan samen een' pint te pakken, we spreken over de politiek, we krijgen woorden en daar geeft die schoenlapper me onverwachts een draai om de ooren dat ik er koud van word. — Ge hebt hem toch zeker wel een oorvijg terug gegeven? — Zijt ge zot, Melanie, als ik hem er een gaf, zou hij me er weer een terug gegeven hebben en zoo zouden we kunnen blijven vechten hebben! Op een Zondagmorgen trok Tist naar de fotograaf. — Meneer, zei Tist, mag ik u iets vragen? — Zeker Meneer. — Wel, ik zou willen dat ge me trokt met een baard. — Met een baard? En uw kin is glad geschoren. — Dat geeft niet, zei Tist. Ik ga mijnen baard laten groeien en ik ben niet van zin binnen een paar maanden, terug te komen voor een nieuw portret. Daar loopt onze Tist zijn vriend Pil tegen het lijf aan, op straat. Pil is al een paar jaar getrouwd en Tist is een van zijn huwelUksgetuigen geweest. — Dag Pil. En hoe is 't er mee? — Goed he, jongen. Een beetje warm — Nog geen kinderen, vraagt Tist? Pil aankijkend. — Neen Tist. Waarop Tist, zich tot Pil's vrouw wendend, vraagt: — En gij ook nog niet, Marieken? De assurantie van Tist was verloopen. Een agent van de maatschappij kwam hem opzoeken. — Meneer, zei die, ge zoudt uw kontrakt moeten doen vernieuwen. — Meneer, zei Tist waardig, neem me niet kwalijk, maar ik denk er niet aan. Ik ga me bij een andere maatschappij laten verzekeren.
— Waarom? — Waarom? Omdat ik nu al tien jaren bij u verzekerd ben, tegen ongevallen en brand, en nog nooit is er me wat overkomen! Tist was. met verlof, bulten, in een boerengat. 's Morgens ging hij gewoonlijk een toertje doen door 't dorp. Zoo kwam hij op zekeren dag bij den hoefsmid te staan. Hij maakte' een praatje en terwijl de andere smeedde dat de gensters in de geburen vlogen, onderhield Tist hem over het leven in de stad. Maar daar merkte Tist eensklaps op, dat telkens als de smid een gloeiend stuk ijzer uit het vuur trek, hij even op het ijzer spuwde. — Waarom speek te gij op het ijzer, smid, vroeg onze Tist benieuwd! — Om te zien of het warm genoeg is, antwoordde de smid. Dat had die lawijdmaker tegen geenen doove gezeid. Tist komt thuis tegen den middag De soeppot staat te vuur. Tist loopt er heen, licht het deksel op en spuwt in de soep. Melanie die het gezien had, springt op Tist toe, geeft hem een meesterlijke oorvijg, roepend: — Zijt ge nu heelemaal zot! — Zot! vraagt Tist verbaasd, en waarom! — Zijn dat nu manieren, zoo maar in de soep te spuwen. — Ik wou weten of ze warm genoeg is, zei Tist Trompet, sussend. Tist had ook een zoon. Het was juist geen feniks en nog minder een brave Hendrik. Nadat zijn spruit het eens te meer al te bont had gemaakt, zei de Tist: — Wel, snotaap, pak u voort, trek naar uw kamer, kruip in uw bed, zonder eten en breng me den sleutel van de deur terug! Tist had een vrijkaartje gekregen voor de konesrten. van klassieke muziek. Tist kende geen witte uit- een zwarte i.oot, maar naar het koncert ging hij, alleen om voor een poosje van het gezaag van zün wederhelft verlost te zijn. Hij had zich echter onder weg verlaat. Toen hij neergezeten was in de zaal, vroeg hij plots, terwijl het orkest de vijfde symfonie van Beethoven had ingezet, aan zijn rechter buur: — Meneer, zoo klonk zijn fluisterende stem, mag ik u vragen wat ze nu spelen? De andere bekeek hem maar stuur en zei dan: — Wel, hoorde dat niet: de vijfde symfonie van Beethoven. — Lieve deugd, de vijfde van Beethoven al, ik wist niet dat ik zooveel te laat was! zuchtte Tist.
KOEKOEK
15
BERUHDE SCHELMERIJEN XXXIV.
Zkls d e hiezing Is kiezing in ons land nabij, Voor dorp of stad of Kamers, D a n dreunt de woordenkramerij Bijna lijk smedershamers. Dan worden wij gebombardeerd M e t vrachten kiesbeloften, E n , worden wij niet g a u w bekeerd Dan zijn w' een hoopje schoften... Men liegt en lastert maar of scheldt, D a t hoort zoo bij de zeden De grootste schreeuwer wordt een held En dient dus aangebeden. M a a r toch wordt ieder overtroefd, Hoe schoon hij ook m a g praten, Door kerels, nimmer moe-gesnoefd : De kristen-demokraten ! . . . D a a r komt een kiezing in 't verschiet ?, Zij houden een kongresje En d a t wordt vast, vergeet het niet, Een demokratisch lesje. Z e zijn bijna zoo radikaal Als vele socialisten En haten alle kapitaal Beslister dan zij 't wisten. Z e denken er geen stond meer aan, — 't Is immer 't zelfde lieken, — T e zamen op een lijst te staan, Met d' heeren katholieken. Z e zweren zelfs bij hoog en l a a g , Dit leger te bevechten Die lui zijn immers veel te t r a a g In strijd voor arbeidsrechten.
HUWELIJKSADVERTENTIE Dames, die genegen zyn met steller dezes nader kennis te maken met het oog op een mogelijk huwelijk, worden vriendelijk verzocht haar portret i:i een brief te sluiten, benevens dat van haar moeder met bijvoeging of üeze moeder nog leeft of niet.
LIEFDE — Dora, ziult ge met mU gelukkig worden? — Maar natuurlijk jongen. Ik stel zoo weinig eischen!
MODERNE TIJDEN De geschiedenisleeraar geeft les. — De behcerscher der onderwereld heette Pluto... Het laatste Woord van deze interessante mededeeling heeft hij nog niet gesproken of hij ziet, dat Frits niet oplet. — Frits, hoe heet de beheersoher der onderwereld? Frits is een getrouw krantenlezer en antwoordt subiet: — Al Capone.
hemt
De goe-gemeente luistert toe En z e g t : « W a t dapp're pieten ! » Z e stemt dus zonder ba noch boe V o o r deze pracht-jezuïeten. W a n t ach, de socialisten zijn T o c h w e l een beetje hevig; Een kristen-demokraat is fijn, M a a r z e k e r even stevig. Hy' wil zijn stem in geen g e v a l Reaktionnairen bieden. D a a r o m dat hy' maar stemmen z a l , V o o r deze brave lieden. M a a r eens voorbij, de wapenschouw, G e moogt het vrij gelooven, Dan komt het a a p j e uit de mouw, De ware aard weer boven. N u z y n de stemmen binnen schot : De demokraten passen. In 't kamer-poesjenellenkot Z y n zij slechts... de paljassen. Zij dansen weer naar 't schuw gefluit Der katholieke heeren En lachen al hun kiezers uit. W a a r o m zich nog geneeren ? W a n t , moet er, na een jaar of vier Een nieuwe kiezing komen, Dan wordt opnieuw met veel plezier De kruistocht ondernomen. Dan wordt nog eens zoo mooi g e p r a a t En niemand zal gelooven, D a t weer die kristen-demokraat Een nieuwe kool komt stoven ! . . .
AUI
DE LANGE VERLOVING
Ds Janssens hebben een vroegeren kollega van kantoor, Willemse, ;e eten gevraagd. Op den dag, dat het dineetje zal plaats vinden, wordt Jansen echter opgehouden en zoo verschijnt hy pas, nadat Willemse er al een kwartiertj3 is. Op hst gerucht van zyn tnuiskomst, zegt mevrouw Jansen, die ondertusschen zeer genoeglijk me; den gast heeft zitten praten:
Vyf jaren resds vrüden Jan en Marietje. Nog altyd maakte de jonge man geen aanstalten om met Marietje te gaan trouwen. Verloofd zyn is mooi, maar elk meisje is toch van oordeel, dat een verloving niet eeuwig kan duren. Al dikwijls had het meisje over de kwestie nagedacht en, toen zjl op een mooien dag met Jan een wandeling deed, zei ze: — Jan, al onze kennissen zeggen, dat wij nu wel gauw zullen gaan trouwen! Jan keek Marietje even aan. Toen zei hy droog: — Is 't waarachtig? Wat zullen die menschen dan opkyken als ze merken, dat het heelemaal niet waar is!
— Weet ge wat, we zullen hem eens verrassen. Ga eens achter die deur staan, zoodat hy u niet ziet. Willemse kruipt achter de deur en Jansen komt binnen. Hij Is er nog niet in of zyn vrouw zegt: — Willemse heeft zooeven opgebeld dat hy onmogelijk kon komen. — Gelukkig, zegt Janssn. Dat is nu werkeiyk de eerste verstandige daad, die hy ooit gedaan heeft...
DE AMAZONE — Jack, weet gU waarom ze som» mige vrouwen amazones noemen? — Ja zeker, kind. Ik geloof, dat dt , Amrvzone-rivier van alle rivieren den grootsten mond heeft!
. KOEKOEK
16
HUMOR VAN ANDEREN NOTA DER REDAKTIE • We nemenschrijven, dus nogmtnder Voor de karikaturen gen overnemen. Van Vriend en tegenstander,
geen Verantwoordelijkheid op Voor Wat We zelf Van deze bladzijde. Het feit dat Wij deze teekeninbewijst niet dat Wij het met de strekking eens zijn
Een karikatuur uit de BerUjnsche «Vorwarts», die betiteld was «Bracht volte tijden» (Bracht is immers de regeeringskommissaris in Pruisen, die zoo ongeveer ais de gouverneur van West-Vlaanderen bij ons, tegen de badgasten te keer gaat)
Hij dacht er anders over... De winkeljuffer (tot het paar, dat aankoopen komt doen): «Mijnheer, ik geloof, dat ge Uw vrouw wel plezier, zult bezorgen door h a a r dit luchtig kleedje t e koopen. Mijnheer. — Gewis, m a a r het zou de m a n n e n nog meer plezier bezorgen, die door h e t kleedje heenkijken... Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
IPRIJSKAMP KOEKOEK
BON
»5
Waarzegster. — U zult trouwen m e t ! een langen donkeren m a n . Hij gaat een prachtige toekomst tegemoet. — M ' n waarde meester, wat hebt ge in de stratosfeer vastgesteld? — D a t er geen reporters waren. (Le Populaire)
Meisje. — En vertelt u me n u eena wat van zijn verleden. (Iueas). ,