Prijs 0.50 fr.
HUMORISTISCH WEEKBLAD - 2e Jaargang - Nr i7
25 Aug. 1932
KOEKOEK
2
DE INZENDINGEN VOOR ONZEN (21) Waarom zou ik kristen-demokraat willen zijn? J a , waarom? Voor vlugge geesten lijk de getrouwe lezers van «Koekoek» is zulks eenvoudig. Inderdaad. Het is ten overvloede bewezen, dat alle kristen-demokraten een ruggegraat bezitten, die a a n plooibaarheid e n lenigheid niets te wenschen overlaat. Het onmiddellijk gevolg daarvan is zonder twijfel de totale afwezigheid bij die schepsels van allerhande rugkwalen, zooals daar zijn: nierziekten, lumbago, sciatiek, enz., enz. Elkeen, die reeds werd aangetast door dergelijke ongemakken, zal zonder achterdocht mijn onverdeelde sympathie tegenover de symbolen der kristen-demokratie, begrijpen. Voeg daarbij hun onmiskenbaren aanleg, om het tegenovergestelde van de waarheid te verkondigen — om parlementair te blijven in uitdrukking — op een wijze, die den geniaalsten tandentrekker zou doen blozen tot a a n zijn navel. Wanneer ik u duidelijk m a a k , dat ik een ontembaren hekel heb aan charlatans, begrijpt ge nogmaals mijn bewondering voor de nattevinger-politiekers. Er is nog wat anders. Wie zal ooit een kristen-demokraat — denk eyen a a n minister Heyman — evenaren, wat betreft de geschoktheid tot den dienst van lakei? Voorwaar, zooiets is niet denkbaar. En nochtans is
alles, wat vooraf gaat slechts een klein beestje vergeleken bij het bezit van dien parel, dit juweeltje van een encykliek als daar is: Rerum Novarum. i>at is iets eenig, en dan spreken we nog niet van die andere pauselijke boodschap, welker titel mijn pen onmachtig is neer t •> schrijven zonder t e stotteren. Maar dat dokument laten ze vooralsnog wat rusten, want zooiets heeft veel gelijkenis met den wijn, die verbetert met te verouderen. Op grond van dit alles, heb ik me voorgenomen geduldig te wachten, tot mijn verstandelijke vermogens in zulken staat van ontbinding gekomen zijn, dat mijn plaats in de rangen d e r onsterfelijke kristen-demokratie onmisbaar geworden is. Ik berust en heb vertrouwen in de voorzienigheid. Ronse, Mei 1931. REMO.
[22] D e genoegens van de zee Ik ben nooit a a n zee geweest. Dit wil n u juist niet beduiden, dat ik me niet kan voorstellen, wat de genoegens wel zouden kunnen zijn aan zee, van iemand zooals ik. Ik ben geen dichter, of liever, ik heb geen dichterlijke neigingen. Dus geen kwestie, dat ik mijn vakantie a a n de poëzie over de zee zou ten offer brengen. Kortem, ik ben wat men noemt een m a n van de werkelijkheid. Zulks wil zeggen, d a t ik er wel genoegen zou
PRIJSKAMP
in scheppen mijn eerbiedwaardige voeten te wasschen in 't internationaal zoutwater. Ondertusschen zou ik profiteeren en genieten van den prachtigen aanblik der baadsters in hun aanbiddelijke toiletten. Overbodig er op te wijzen, d a t ik een vurig aanhanger ben der energieke kampanje gevoerd door den achtbanen Dr. Wibo. Ik zou waarlijk gen achterlijke krèatuur wezen, m o e s ! ik, iri voorkomend geval, • geen wandeling maken langs de Duinen. Zonder twijfel zou ik pret hebben in het gadeslaan der kleuters,' die zandtorens maken en haasje over springen, onder h e t w a . k z a a m oog van vrijende kindermeiden, goevernantes, en andere moeders uit den vierden graad. Ik wil niet eens gewag maken van het feit, hoe h e t me zou te moede zijn, bij het aantreffen van een koppel jong menschenras, dat ongestoord tusschen de zandheuvels aan lichamelijke oefening doet. Stel u voor, zoo'n partijtje vrije lutte. Wat zalig genot bieden de spannende strijdfazen wel m e t , m e t afwisselende nekgrepen, brugsteken en beenenschaarzetten? Waarachtig de genoegens liggen ginds voor 't grijpen. J a m m e r , heel jammer, zegt mijn beste vriend steeds : Wie verstand heeft van 't genieten mist de middelen; wie de middelen bezit mist het begrip. Voorwaar, moest het zeestrand zulks begrijpen h e t ware verontwaardigd. R. E. M. Ronse, Mei 1932.
Wijze woorden over de Ijzerbedevaart Men heeft ongelijk niet meer n a a r de wijze raadgevingen van de «Gazette van Gent» te luisteren. Dat is natuurlijk alweer een spijtige vasitstelllng, zooals we er al te dikwijls moeten doen: de pers ln Belgenland is als de losbandige jeugd, die den wijzen raad van de ouderen aan h a a r hielen lapt. Want, vergeet het niet, de gazet, waarvan sprake, is i n h a a r 263ste j a a r l E n toch, behalve een beetje i h u m a tisme en een te groote afscheiding van de speekselklieren, is de «Gazette van Gent» nog flink te pas. Verleden week schreef ze over de Ijzerbedevaart. In het vlammend artikel werd het feit aangeklaagd, d a t «verschillende inrichters der manifestatie ook ambtenaren van den Belgischen Staat sijn». ' t Is bijna niet t e gelooven! Die kareis moeten dadelijk gestraft worden, EOO met met afzetting, dan toch met
verplichting de «Gazette van Gent» te lezen gedurende een zeker aantal dagen. Verder gaat de 263-jarige te keer tegen «Het Laatste Nieuws». En niei malsch, zulle: W a t het sportblad van Hotsebotse betreft, dat een grootere oplage heeft dan «Le Petit Parisien», zijn taal is zoo duister a's de Bijbel. Geen woord over het weren van de Belgische Vlag. Voila! Nog een, die op zijnen bult ligt. En de uitroeiing wordt verder doorgezet: Het blad van S a p is Oosttndisch doof. Zelfde vaststelling voor het bisschoppelijk blad «Het Volk-De Tijd». Wat zegt h e t bisdom van dit gehoor- en spraakverlies van den aartsengel?
Van «Het Laatste Nieuws», «De Standaard» en «Het Volk-De Tijd» hoeven wij geen klaren wijn te verwachten. Dat is ten minste gesproken, ziel
LATERE BERICHTEN DIKSMUIDE. — 21 Augustus. — Ijzerbedevaart totaal mislukt. Dank zij propaganda Gazette van Gent. (get.) Carpentier, volksvertegenwoordiger en schepen.
• • • BRUSSEL. ste Nieuws Iedereen kan (get.) Hoste,
— 22 Augustus. — Laathoudt op van bestaan. Gazette van Gent lezen, ex-bestuurder.
LAATSTE BERICHT GENT. — (in den loop van 1933). — Gazette van Gent zachtjes in den Heer ontslapen. Voor de familie: Carpentier e n Paul Henen.
HUMORISTISCH WEEKBLAD van VOORUIT Redaktie : 64, St. Pietersnieuwstraat, Gent — Telefoon 157.40 Abonnement 1 Jaar Abonnement 6 maanden Abonnement 3 maanden Posteheckrekenlng «Het Licht»
fr. 25.00 fr. 13.50 fr. 6.25 n. 56733
Verschijnt den Donderdag — 0.50 fr. per nummer Nummer 17 - Tweede Jaargang — 25 Aug. 1932
ONZE GALERIJ VAN BEROEMDE EN BERUCHTE
MANNEN
ARTHUR
IPfl
Hij is misschien niet ouder dan hij er uitziet, maar in ieder geval ziet hij er jong uit voor zijn jeugd... maar van hem kunt ge dat' niet zien, zooals Koe koek dat zeggen zou. Hij is slank van lijn, in zijn aangezicht heeft hij iets van den onschuldigen Adonis, hij is geen fanatiek liefhebber van meer dan een glas bier. Ik zeg dat, al gaat het niemand anders aan dan zijn vrouw, maar ik zeg het toch omdat Joseph Wauters en Arthwr Wauters niet een en dezelfde persoon zijn. Ik zeg dat vooral, omdat men nog steeds de gewoonte heeft Arthur Wau ters de zware erfenis van zijn broeder Joseph te doen dragen. Zeker, hij kan niet beter droomen, dan dezelfde deug den te hebben en dezelfde vereering te genieten als zijn broer, want langs een anderen kant heeft men in zekere krin gen nog altijd de gewoonte Arthwr voor al te beschouwen als de broer van zijn broer. Men heeft hem nog niet alleen voor dezelfde overweldigende verantwoorde lijkheden zien staan, Maar die hem geregeld volgen weten reeds dat hij er niet voor terugschrikken zou. Hij heeft den kloven blik van Joseph. Hij heeft dien alomvattenden blik. Dat is geen ijdele lof: ge legt hem twee, drie bljzonderheden bloot van een kwestie, en hij heeft ze reeds in alle hoeken en kanten in gansch haar samenhang begrepen. Wij hebben hem overigens in den laatsten tijd met brio de hand zien slaan aan een reuzentaak; het was eenigszins achter de schermen, maar het ging er hard toe. De staking was als een stroovuurke over da-Ie, vier pro vincies gesneld; het was geen vuurke meer, het was al een brand; er mocht geen oogenblik aarzeling zijn of de ver warring kon overslaan in een bloedbad. Arthur Wauters icas reeds ter plaatse met Vandervelde; en intusschen moest de stem van de arbeiders hard en juist klinken bij de regeering, en bij de pa troons. Met Balthazar en een paar an dere kameraden was Arthwr de spil waarop de gansche beweging een oogen blik draaide. En aan den uitslag, aan wat regeering en patroons in een hand omdraaien toegaven, kan men uitre kenen in hoeverre de opstand van de duizenden arbeiders met gezag weer klank vond in de eischen van onze onderhandelaars. De stellingen van den vijand waren stormenderhand ingeno men. Na deze harde dagen kon men Arthur
WAUTERS wat ontdaan zien; hij kwam juist uit een tamelijk zware ziekte. Maar 's an derendaags reisde hij weer door de Bo rinage, door het Zwarte Land, door het Luiksche, om den pols van alle arbei ders tegelijk en den pols van eiken ar beider op zich zelf te-voelen. Men weet hoe de gansche party de eerste strijders vereert; maar gebeurte nissen als deze van Juli en Augustus hebben de toekomst weer eens goed rood geverfd: er leeft nog strijdlust en opofferingsgeest in de werkende klasse; en de mannen van bij de veertig zullen voor de groote voorgangers niet moeten onderdoen aan de leiding. * ** We moeten hier niet alleen de pane gyriek van Arthur schrijven, 't Zijn triestige merelaars die niet eens kun nen lachen, al is de nood nog zoo groot. Verheugt u deze anekdote niet: Van Wallegem zit met zijn hoofd vol zor gen en zijn handen vol werk in het midden van de staking. De telefoon gaat. — C'est twoi. Van Wallegem? (De stem klinkt vol spanning). — Ja! (Nieuws, denkt hij, misschien weer al een incident!) — Zeg eens, wordt er morgen met het balletje gespeeld? Zoo ook kan Arthur Wauters, temid den van al den ernst, te midden van al de zorgen die hij ook ter harte neemt, ineens losbulderen in een onbedaarlijken lach. Tusschen werk voor de staking, een syllabus voor onze propa gandisten en de voorbereiding van een kursus voor de Hoogeschool van ds'i Arbeid klaart zijn gezicht open alsof hij Bébé Cadum den loef ging afste ken. Het is niet die rollende lach op zichzelf die u vroolijk stemt; het «s nog meer de zekerheid die zij ineens krijgt dat Wauters geen man van de theorie alleen is; dat deze eeuwige student, dat deze profesor aan de Uni versiteit van Brussel geen van die ge leerde mannen is, die vergeten dat het leven nog een beetje bestaat. • * *
Hij komt, ziet en begrijpt. Maar het is soms gemakkelijker in de stratosfeer te stijgen dan behoorlijk een kaderken aan den muur te hangen. God de Vader zelf heeft het gemakkelijker gevonden de wereld te scheppen dan Fieullien manieren te leeren. En als Wauters alles begrijpt, dan gebeurt het dat hij een kleinigheidje van belang vergeet. Trek een vijsken uit een horloge en
het is te laat... Zoo moest Arthur een meeting houden in zijn arrondisement. Hij treedt binnen en spreekt. Maar het volk schijnt niet mee te wil len, als het uitkomt dat hij bij de katholieken is terechtgekomen. Een andere maal was het te Doornijk; het publiek was gemeduseerd als de socialitische theorieën werden verkondigd: Wauters was bij de liberalen binnenge vallen. Maar de beste historie gebeurde te Libramont. Minister van State Colleaux wachtte onze vrienden Arthur Wauters en Debock op aan het station; hij toon de hun het hotel waar de socialistische meeting plaats had en vertrok naar zijn eigen bezigheden. Onze meetingisten treden op het verhoog en stellen on middellijk vast, dat de socialisten in Luxemburg netjes gekleed zijn; vele vrouwen onder de toehoorders, wat een jong redenaar nooit mishaagt (het moet niet alles voor Valentino of Garat zijn!) En Debock begint. Debock is een ver woed voorvechter van het zuivere Mar xisme. Het Marxisme breekt hem uit den mond als vlammen, het breekt hen uit alle poriën van zijn lichaam. En toch, het publiek blijft koel. — 't Is waar, denkt Wauters, de Luxemburgers zijn landbouwers en zij moeten over landbouwzaken hooren... Hij geeft Debock een duw in de zijde en fluistert hem toe: «Laat Marx een beetje op den achtergrond! Niet te veel theorie! Spreek over ossen, ploegen, patatten en varkens!!» Maar het publiek blijft stom. Men schen verlaten de zaal. Gansche groe pen trekken er uit... En daar komt plots een tegenstrooming, andere men schen komen de zaal binnen... Er had den eenvoudig in hetzelfde hotel twee verschillende vergaderingen plaats, eene van de V. P. A. en eene van de socia listen. Maar het zou niet alles zijn. Wauters en Debock gingen nog elders in Luxemburg spreken en tegen den avond ku'amen zij terug te Libramont, op weg naar Brussel. Zij besloten een brokje te eten in het hotel waar zij gesproken hadden. Zij traden dus bin nen, lachend over hun lotgevallen van 's morgens, en zetten zich aan een tafel. Daar werd hun eten opgediend, en tot hun verbazing bracht men hun ook een halve flesch wijn die zij niet gevraagd hadden. (Zie vervolg bis.
t).
KOEKOEK
4 Dat is hier misschien gewoonte, dachten zij, en enfin, vrij hebben het vandaag verdiend. Maar aan een andere tafel sagen zij menschen die te lachen zaten. En een van dezen kwam weldra bij onze vrienden: — Niet alleen komt gij ons publiek nemen om meetings te houden, zei de mijnheer, maar nu komt gij ook nog ons eten opsmuXlen... Wauters en Debock hadden eenvoudig geprofiteerd van het banket dat de V. P. A. in het hotel hielden/11
• ••
Er heerschte nog en vreeselijke verwarring in het leger, toen Wauters reeds als vrijwilliger dienst deed. Zij zaten aan den Uzer, en Arthur had nog nooit een geweer geladen. Een pzar granaten ontploften in de nabijheid van zijn groep, waarop een wapenmaker uit Luik, de menschelijke bedenking maakte, dat «hij even gaarne en misschien nog liever in een kleine herberg was dan op een groot slagveld». Vijf minuten voor hij naar den slag trok leerde Arthur gauw een geweer laden.... Over den oorlog zijn de verhalen onuitputtelijk. Gaarne vertelt Arthur van den man, die wekelijks 3 flesschen cognac kreeg om ze onder zijn mannen uit te deelen; hij deelde er wel vijf uit van de drie en vond toch nog de gelegenheid om steenzat te loopen. Dienzelfden braven man, die een ridderlijk hart had, moest Wauters later een paar malen uit Hoogstraten helpen. En toen Wauters hem eens vroeg hoe het kwam dat hij altijd moeilijkheden had, verklaarde de vent: «Dat kunt gij niet begrijpen;, als alles rustig en in orde is, dan zijt 'gij tevreden; maar ik, ik kan dat niet uitstaan'!» Eindeloos kan hij vertellen van aalmoezeniers en van dokters uit het Ittger. «Ik was altijd de vriend van de pasters...» voegt Arthur er terloops bij. Hij vertelt van den geneesheer, dien men «Apte» noemde omdat hij moest oordeelen of de gewonden weer naar het front moesten. Wat vertelt hij nog? Van den jezuïet die zich in het kamp van Auvours het muziekkorps had aangetrokken, en bij voorkeur een schoon deuntje liet spelen; hij begreep niet waarom juist dit deuntje zooveel geestdrift verwekte onder de soldaten, toen hij op zekeren dag vernam, dat de jassen op deze muziek een smerig liedje zengen. Van dien dag af veranderde het repertorium. En de soldaten zongen niet meer: «Den baas van de ditigentie, die had nen dikken lummel aan zijn \gat...» of iets dergelijks, op het aria van de Freischütz... Ge moet hem met liefde hooren spreken over de mannen over wien hij het bevel voerde. En ook over sommige oversten; ge moet hem hooren lachen met de driemaal heilige hiërarchie die tot de grootste dwaasheden kan leiden Daar was een kommandant die terzelfdertijd dienst deed als majoor. Er moest een onderzoek gehouden worden over de schopjes... een onderzoek over schopjes in vollen oorlog. De bedoelde kommandant bracht een gunstig verslag uit over de schopjes; maar de majoor, die een en dezelfde persoon was, die verklaarde schriftelijk dat hij het oordeel van zijn kommandant niet deelde!!! Èn histories uit het bevoorradingskamp te Londen. Over luitenant V. met zijn katjes. Luitenant V. had nooit centen, maar hij had een katje in zijn kleedermagazHn, een katje waarvoor hij
dagelijks een penny melk moest koopen. Dat kostte hem tenslotte • te duur, en hij diende een rapport in om vergoeding te vragen voor zijn kat; die kat, welke miljoenen deed winnen aan den staat omdat zij demuizen en ratten verslond, hij beschreef de deugden, de onmisbaarheid, de heldhaftigheid van die kat. Het rapport volgde den ofjicieelen hiërarchischen weg, en onze luitenant kreeg zijn penny vergoeding. Maar die kat was een kattin, en zij kreeg volgens den gang van de wereld jongskens. Drie katjes bij!!! De melk kostte nu twee pence. Luitenant V. die nog steeds centeloos was, diende een nieuw rapport in; hij bezong zijn lieve beestjes, preekte voor de liefde tot de dieren en het scheelde niet veel of hij bewees dat de overwinning van de geallieerden in de... handen lag van zijn kat met haar drie jongskens.
Een
En het antwoord keerde terug langs den hierschischen weg: — Twee jongskens moeten ter dood gebracht, eentje mag melk krijgen!! Er was waarschijnlijk een krijgsraad gehouden voor deze katjes. De plaats ontbreekt om Arthur nog te laten voorthollen. Wij zullen een andere gelegenheid moeten zoeken, om hem te toonen als operazanger... want hij zong de «Tosca»... En wij zullen ook nog wel gelegenheid vinden om hem te toonen als directeur van de Peuple»; over de avonturen in dit blad geraakt met natuurlijk nooit uitgeput. Vroeger toen Arthur nog geen leider maar eenvoudig opsteller was, telefoneerde hij eens volgend bericht: EEN MAN IN STUKKEN GESNEDEN. IS HET EEN ZELFMOORD?
g e l u k k i g e
J a n Kloef wordt door zijn vrouw beduveld. W a t met alle treffelijke m a n s kan gebeuren. Maar J a n Kloef is er niet bewust vah. Des te beter, zult ge zeggen. J a n Kloef kan m a a r gelukkig zijn. 't Is niet aan t e prijzen voor den huiselijken vrede, d a t de mans alles weten. En omgekeerd van 't zelfde. Die gezonde filosofie ls echter niet in ieders bereik. E r zijn altijd vuilmuilen en lahgetongen, die er genot in vinden andermans private aangelegenheden aan 't klokzeel te hangen. Zóó was Dees Vijneke eenigszins. Dees Vijnoke was een uitstekend vriend vah J a n Kloef, een kameraad van kindsgebeente af. Ze waren geboren in dezelfde straat, hadden samen h u n eerste kommunte gedaan, samen geloot, waren samen soldaat geweest, enz., enz. Alleen waren ze met een verschillende vrouw getrouwd. En, zooals ik zei. J a n Kloef h a d er een koppel op zijn hoofd staan en hij wist e r niemendalle van. Dees Vijneke wist h e t wei. En Dees Vijneke had reeds verschillende malen zijn goeden vriend J a n lichtjes e b ' voorzichtig gewaarschuwd.
— Wat ls hij veranderd sedert zijn huwelijk! > — O Ja, hij lijdt geweldig van de zenuwen! — Zóó?... vah deze zijner vrouw zeker?
IJol
— *k Geloof d a t niet van mrjn Melanie, zei J a n Kloef. . — Ik zeg u, dat 't waar ls, verzekerde Dees Vijneke. — Allemaal kommeerepraat! beet J a n Kloef toe. Gewoonlijk eindigden Dees Vijncke's welgemeende waarschuwingen met deze klassieke woorden van J a n Kloef. Er was niets aan te doen. J a n Kloef was en bleef overtuigd van de rotsvaste trouw zijner brave Melanle. Maar gisteren was Dees Vijnoke ooggetuige geweest van Melanie's perten en hij verwittigde daarvan zijn kameraad. Hij wilde het echter zeer diplomatisch a a n boord leggen, ten einde J a n niet te kwetsen en hem terzelfdertij d h e t bewijs te leveren van Melanie's ontrouw. — Zeg eens J a n , zei Dees Vijneke, 'k wist niet, d a t ge nog zoo'n oude zot zijt! — 'n Oude zot? Wat wilt ge zeggen? — Wel, 'k passeerde gisteren voorbij uw huls. Ge waart boven op uw kamer met uw vrouw. Het venster stond rekkewijd open. E n juist als ik voorbij kwam, n a a m t ge uw Meieken in de armen en gingt ge aan het totten gelijk een verliefden leikspek van 20 jaar. — H a h a ! antwoordde J a n Kloef.- Ehwel, is dat niet schcoh van mijn par*,? Dat bewijst, dat ik een gelukkige kerel ben! — Potverginder! dacht Dees Vijneke. Hij verstaat er weer niemendalle van... Bij ja, zei hij toen een beetje uit zijn lood geslagen, bij ja... bij Ja... maar, ge moet d a t toch niet doen, dat iedereen h e t kan zien! — Zie, d a t is misschien wel waar, antwoordde J a h Kloef lachend. Maar wanneer was d a t juist, dat ge mijn liefdescène gezien hebt? — Gisteren. — Wanneer, gisteren? — Drie uur van den namiddag. — Allee, Allee, Dees, ge komt niet lachen, h é ! Geen lollekens. *k Was van 's morgens uit mijn huis weg en 'k ben m a a r 's avonds te 8 u u r thuis gekomen!
KOEKOEK
5 Onze beschaving met o n d e r g a n g bedreigd I
VLAANDEREN WELDRA EEN WILDERNIS | TRAGISCHE GEVOLGEN VAN EEN O N N O O Z E L E • I n de omgeving van Parijs Is er iets verschrikkelijks gebeurd. Bij den eer sten oogopslag lijkt h e t iet6 komisch, m a a r bh' nader onderzoek staat men versteld over de gevolgen, die ont zettend kunnen worden. Men huivert, ja, men wanhoopt a a n h e t nog langer voortbestaan der menschheid, als men even de zaak tot op den bodem wil doorpeilen. Wat is er d a n wel gebeurd? Is een orkaan in aantocht? Zijn de Noormannen teruggekeerd? Breekt een nieuwe oorlog uit? Was h e t m a a r dat, beste lezers. We »ouden een groot vreugdevuur aan steken! Neen, de kwaal is oneindig grooter! Én nu, dat we TJ op het ergste heb ben voorbereid, durven we met het noodlottig nieuws voor den dag ko men. De pers meldde het voor enkele da gen onder dezen vorm: « Tijdens een groot zwemfeest te Aubervilliers nabij Parijs, werd een jonge krokodil, afkomstig uit een me nagerie, in het kanaal van St. Martin geworpen. Een premie van 100 fr. was uitge loofd voor den zwemmer die h e t diertje zou terug brengen. De jonge krokodil, die nog maar 60 centimeter lang is, m a a r behoort tot een zeer vraatzuchtige soort, die het in het groeien brengt tot een lengte van 3 meter, is echter spoorloos ver. dwenen. Alle pogingen om de premie te win nen... en het gevaarlijk goedje te van gen, bleven vruchteloos ». Dé vreeselijke gevolgen van dit tra gisch voorval laten zich gemakkelijk raden. Vermits de beste zwemmers van Aubervilliers het monster-in-den-dop mét konden vatten, is het uitgesloten, d a t h e t nog ooit gevangen wordt voor aleer het zich heeft voorgeplant. De jonge krokodil, die nog geen aar drijkskunde heeft gestudeerd, zal na tuurlijk van het eene kanaal in het andere terecht komen, Hij zal zoo stil aan de Fransen-Belgische grens na deren, en op een goeden nacht, de douane en de kontingenteering ver schalkend, zich in onze rustige, schil derachtige Vlaamsche wateren bege ven. 'Aangelokt, door. h e t zoetste mehscheHjk fcalfsvleesch, d a t thans bij het stikheete weer in de Leie te plamodder e n ligt, zal het kruiperig dier de Leie opzwemmen om weldra té verbroederen met de palingen en de kikvorschen die de streek Deinze-Oent bewonen. Te Deurle, waar de kunstschilders zich doodmoe werken en waar. de dich ters op de «golden river» h u n beste
muze verslijten, zal h e t gedrocht tot de vaststelling komen in h e t aardsch paradijs te zijn beland, en er zich ves tigen. De krokodil — krokodil is mannelijk — zal natuurlijk de vrouwen geen kwaad doen, m a a r de m a n n e n zullen het dubbel en dik ontgelden. Het uur is niet meer veraf, waarop het ondier, na vage kruisingen met kikkers, koeien, konijnen, brandnetels, baadsters en ander onkruid, het léven zal schenken aan voorhistorische mons ters, die nog nooit hebben bestaan. Het helsche gebroed zal langs hon derdvoudige wegen ons arm Vlaande ren overrompelen en vermits h e t ve nijn nog rapper vermenigvuldigt dan den beroemden Inaudi, zal die over rompeling weldra een overwoekering worden, eindigend in den chaos, tn de wanorde, in den ondergang van de kuituur en van de beetwortelenteelt.
DE
VERDEDIGING
Vlaanderen, we roepen u op! Te weer, te wapen en te water! Houd uw water zuiver, want als het troebel wordt zal het onmogelijk zijn den onheilspellenden groei der fcrokodilbacillen te volgen! We moeten op het klein berichtje uit Aubersvüliers reageeren met al onze energie en al onze Vlaamschgezindheid. Ijzerbedevaarten en openluchtspe len zullen daarbij niet van pas komen: alleen daden zijn broednoodig. Welke en wiens daden? Daar is eerst het Belgisch Rood Kruis! Waarom geen kursussen inrichten ter verpleging van krokodillebeten en dito tranen? Waarom geen hulpposten inrichten langs de Leie, bediend door de zacht zinnigste en bekoorlijkste verpleeg stertjes? D a a r is ten tweede onze nationale vloot, die er nog niet is. Helaas! Waar zijn nu onze kruisers en onderzeeërs? Zij alleen zouden bij machte zijn onze stroomen, rivieren, meren en zeeën voor h e t gevaar van de alligatoren, de kaaimannen, gaviateh en de andere crocodilussen niloticussen te vrijwaren. Maar ons landeken bezit geen vloot! O, die dwaze antimilitaristen! Waarom hebben ze nooit rekening gehouden met die eventueele kruipdierehplaag? I n elk geval: jammeren helpt niet. Alleen een vloot kan ons redden. Er moet op de ' gansche natie. een supreem beroep worden gedaan, en iedereen moet zijn penning storten
GRAP •
voor de vloot. Er is geld te veel. Een nieuwe leening zou een gepaste ader lating, zijn voor ons duizelig volk! Daar is ten derde het leger van Jo ris Van Severen: de krokodillenvendels! Dat deze groote anti-patriot eindelijk eens tot inkeer kome en zijn mannen afzende op het ongedierte, dat uit het lauwe Zuiden onze frissche Vlaam sche oevers komt bespringen. Daar is ten vierde: de kommunistische partij. Ze moet de scherpschut ters leveren. De krokos worden toch 't best In den rug geschoten. Maar als de monsters, verjaagd door dit prachtig verweer, zich in de riolen en greppels gaan verschuilen, zal er ons slechts één jagei overblijven, die hen tot in de stinkende modder zal kunnen achtervolgen: M. Fieullieh. Ook op hem doen we een beroep bi) voorbaat. Maar in dezen heldhaftigen weer stand zullen we nog op andere vijan den botsen, bondgenooten vah de kro kodillen. Ge kent ze: de vrouwen. De vrouwen zullen de langstaartige kruipdieren in bescherming nemen. a. Omdat ze h a a r het krokodillen leer voor niets zullen leveren; b . Omdat ze h a a r zullen leeren schreien... zonder te weenen. c. Omdat ze h a a r zullen toelaten, met de kaaimannetjes aan 't water te spelen zonder zich te verbranden. d. Omdat ze... enfin, omdat meh altijd ten slotte voor zijn familie aan trekt. Daarom zullen niet alleen de indrin gerige krokodillen m a a r ook de vrou wen moeten bewerkt worden. Het schijnt dat er jongens zijn van ohze Roede Militie, die zich daarvoor willen aangeven. We kunnen h e t gelooven. Maar ze komen een beetje te laat. Ze hebben zich van deze affaire niets aan te trekken. Ze hebben andere katten te geeselen.
ZAL ONZE STEM NIET IN DE WOESTIJN KLINKEN? We meeneh onzen plicht te hebben gedaan, door te wijzen op wat ko men zal en hoe men h e t verhinderen kan. Zal onze stem niet in de woes tijn klinken? Zal men niet minachtend de schouders ophalen voor onze waar schuwingen? Het is te hopen, want de eerste ver schijnselen van de verkrokodiliseering van onze gewesten is reeds merkbaar. (Zie vervolg onderaan blz. 6)
6
KOEKOEK
D e w a a r h e i d e v e r Pref. Piccard's stratosfeertocht OPHEFMAKENDE ONTHULLINGEN De laatste berichten van verleden week meldden, dat Prof. Piocard met sukses zijn tweeden stratosfeertocht heeft afgelegd. Heel de beschaafde wereld staat daarvoor in bewondering e n de Koning en Mussolini zonden telegrammen vol felicitaties. We zullen zoo banaal niet zijn, ons hier bn' die aigemeene sympathiebetuigingen aan te sluiten, we zullen liever een kat een kat noemen en kalm de gebeurtenissen objektief onderzoeken.
1. WAAROM STEEG PICCARD IN ZIJN GONDEL? Hü heeft het zelf verklaard: om eens terdege de Zwitsersche Alpen in oogen. schouw te nemen. De Oostenrijksche kende hij reeds van verleden jaar. Voila. D a t is alles. De goede sloebers, die beweren, dat Prof. Piccard de stralenbreking op 16.000 m. hoogte wou bestudeeren zijn nogal een klein beetje mis! Enkele dagen tevoren • immers deed Dr. Regener van Stuttgart OOÏ
De temperatuur is deze week onrustwekkend gestegen en het tropisch klim a a t , waarvan we het slachtoffer zijn, is slechts de natuurlijke weerslag van het heimwee, dat het 60 cm .-lang monsterken reeds in onze wateren manifesteert. De kristen-demokraten beginnen te spartelen als alligatoren in een wijwatervat, terwijl de zeemonsters in al onze bladen opduiken. Hier en daar wordt er al — zoogezegd ter Telegenheid der kieskampanje — met venijn gespogen, m a a r alles is ten slotte verstaanbaar: de krokodillen- »n slangenmanieren breiden zich uit als een echte epidemie. Hoe zal dit alles eindigen? Wérden die onnoozelaards uit Aubervilliers reeds vervolgd? Werden de verlofgangers aan de Leie reeds verwittigd? Hebben ze zich reeds kunnen oefenen in het vechten tegen krabben, palingen, zeesterren, grietjes, mooie meisjes en andere visch? Werd goeverneur Janssens de Beestenhoven reeds op de hoogte gebracht? I n elk geval roepen we onze lezers toe: opgepast voor den krokodil! Niet a a n 't water spelen bij zulke heete dagen! Jongens, begeeft u niet knotsloos in de bosschen of lahgs de grachtkanten en gij meisjes, weest voorzichbig en houdt uw oogsken in h e t zeil! En vooral, blijft niet te laat uit, blijft niet te lang samen. Het parool weze: scheidt op tijd!
metingen in de stratosfeer, met balEn waarom is hij de eerste toegekolons die tot 28.000 m . gingen! men, terwijl geen enkele andere balDaarbij, Prof. Piccard heeft het toelon h e m op een banddikte volgen kon? ristisch doel zijner reis verraden, door Allemaal sport! de manier waarop hij vooral de kijkAllemaal commerce, zou onze sportgaten van zijn gondel inrichtte. kronieker zeggen. En welke waren ten andere de eerMaar Koekoek laat zich .daar niet ste woorden, die hij uitsprak h a zn'n aan vangen! landing? 3. PROF. PICCARD'S « Ik ben zeer tevreden, m a a r zeer vermoeid. Wij bereikten een hoogte TOCHT WAS GEVAARLIJK! van 16.770 meter. Wij hebben veel te We lachen niet weinig met dergeUJlijden gehad van de koude, want op ken prietpraat! die hoogte wees de thermometer in de Gevaarlijk, peins ne keer! gondel 16 graden onder nul a a n . Toen Hebt ge al ooit iémand weten verwij daalden boven het Gardaméer, ongelukken bi) een stratosfeertocht, werden wij een vreeseiyke hitte gem e t den ballon, die Prof. Piccard h a d ? waar ». Werd er al ooit iemand vermist, die Wat verraadt er in dit gezegde den Prof. Piccard vergezelde? wetenschapsmensen? Niets. En zelfs indien de gondel ware losAlleen h e t jammeren over het «te geschoten, denkt ge dat de Professor warm» en het «te koud» en het «te er kon uitvallen? moe» kenmerken den doodgewoner Neen, al die grapjes moet men ons toerist. niet wijs maken. De reis van den geVerder verklaarde Piccard nog: leerde was een pleziertochtje zonder « De zichtbaarheid was steeds goed meer. in de stratosfeer. O p een hoogte van Wat echter al deze kritiek te niet 16 duizend meter, kan men beter de doet is het heuglijke feit, dat Prof. streken onderscheiden, waarboven Piccard den fascistischen groet b r a c h t men zich bevindt, d a t op een hoogte aan de Italiaansche vliegers, die h e m van duizend meter. Zoo zagen wij, na verwelkomden. over de Alpen te hebben gevlogen, Hij heeft aldus de onverbrekelijke rechts van onzen ballon de Thyrrheenliefde, die België a a n Italië koppelt, sche en links de Adriatische Zee ». eens te meer gemanifesteerd. Al de bekommeringen van den proDat is een daad, die op zich zelf fessor bestonden dus in het onderscheireeds een standbeeld waard is. den, het kijken, het zien, b e t vliegen. . Geen wonder dan ook, d a t de «Duce» En wélke partijdigheid legt hij dan aan Prof. Piccard per telegram zijn nog aan deh dag! Hij ziet de Alpen, gelukwensohen zond. de Thyrreensche Zee en zoo meer, Wat deed echter de délégué der maar de redaktie van Koekoek? Was ' Sovjets? die onzichtbaar misschien? Hü verroerde geen vin. Dit bewijst Waarom de eenen vernoemen en de eens te meer, welke grootsche vaderanderen opzettelijk doodzwijgen? landscbe bijbedoelingen bij den ballo'nWe zullen hier geen protest aanteetoeht gemoeid waren. keneh tegen dit laag manoeuver dat Herinnert ge u nog de woorden van zich in de hoogste luchtregionen afProf. Piccard? speelde. We halen eenvoudig de schou« de Thyrreensche en Adriatische ders op. Zee...? ». 2. PROF. PICCARD Aldus heeft hij Italië's grenzen tot in de stratosfeer uitgetrokken terwijl LOOCHENT ALLE zijn stilzwijgen over Rusland door de SPORTIVITEIT W A T 'Sovjets als een schromelijke verklelBETREFT ZIJN neering werd aangevoeld. HOOGTEVLUCHT Maar dat was juist de geheime zenJ a , en waarom droeg hij dan een ding van den professor! sportkostuum? Waarom moést zijn Dat was zijn klandestien doel. gondel voetbalvormlg zijn? Waarom Ons kan het slechts verheugen en liet hij de wolken op zijn bal shotten, we roepen ontroerd uit: Leve Piccard! recht de stratosfeer-goal binnen? Is Leve Marie Josué! Leve België! Nu weten onze lezers waar het paard dat alles geen sport? eigenlijk gebonden s t a a t . En waarom zweefde hij vier uren boHet was gemakkelijk om vindenven het Gardaméer? Was dat niet Maar men moest daarvoor toch om, n a h e t rekord van het snelste stijKoekoek heeten. gen, ook dat van het langste hangen te slaan? En waarom moest Piccard met zijn bal tegen een heuvel botsten? Was het niet om den kampioenstitel van de beste eh kloekste extrumenten te heHier zijn de l e t t e r s g e s m o l t e n machtigenï v a n de h i t t e .
_
7
KOEKOEK
GEMENGDE BERICHTEN BIJNA EEN ERG ONGELUK. — De genaamde Van Lamperdepampe, wonende Treurstraat, te Trieste, ging gisteravond aldaar een stilstaand gespan voorbij. Als bij wonder kreeg hij geen hoefslac en kwam er dan ook — toen hij twee straten verder h e t opgeloopen gevaar inzag — met den schrik van af. Een onderzoek is door de politie ingesteld. DRAMA DER ONTUCHT. — Kin deren ontdekten in een bosch bij Parijs h e t lijkje van een pasgeboren katje. De ontaarde moeder wordt ijverig opgespoord. De vroedvrouw A. C , die reeds menigmaal met de politie af te rekenen had, werd, in verband met deze droeve zaak, tot nog toe niet onderhoord. EEN NIEUWE AANSLAG OP WARD HERMANS? — Eergisteravond liet een voorbijganger in de Dorpstraat te Boven-Onderboelare een wind vliegen. Een bij, die daar juist vxirbijzoemde, werd onpasselijk en stak een paard. Het dier sloeg op hol zoodat de kar, waarin h e t gespannen was, tegen een paal der elektrische verlichting te pletter sloeg. De draden knapten af en in het dorp gingen al de lichtjes uit. Gelukkig ontsnapte Ward Hermans, die zich daar ergens juist liet scheren, aan h e t doodende mes. De gendarmerie werd verwittigd. De voorbijganger uit de Dorpstraat wordt onmeedoogend achtervolgd. Zijn aan houding is nog slechts een kwestie van jaren. EEN ZEEMONSTER? — De rechter' lij'.:e brigade van Gent, speciale dienst der kust, heeft in den nacht van 24n op 23n Augustus een raadsel achtig wezen op de Noordzee zien drijven. Door de duisternis was het moeilijk om zijn vorm met juistheid te bepalen. Toen de m a a n van achter \ de wolken t e voorschijn kwam, dob berde enkel nog een visschersschuit op de plaats, waar het monster zich moest bevinden, m a a r zeker reeds op groote diepte was weggedoken. De | fotografische dienst werd dadelijk verwittigd. Men deed peilingen op [ d e plek, waar het raadselachtig ge drocht voorbij gezwommen h a d . Op de aldaar opgehaalde mosselschelpen -werden verdachte vingerafdrukken ' aangetroffen. Het onderzoek wordt i voortgezet. TERDOODVEROORDEELDE G E E F T ZICH GEVANGEN. — Henri Guilbeaux, die vóór dertien j a a r door den Parijschen krijgsraad ter dood veroorI deeld werd wegens verstandhouding ( met de Duitschers, kwam zich thans f i n de bureelen van het Parijsche par ket gevangen geven. Men weet nog niet of het hier een zelfmoord of een misdaad geldt. ZEDENZAAK. — Maandagavond verlieten twee katholieken, die gepolld hadden, den Werkmanskring der Meulestedestraat te G e n t .
— Hebt ge goed voor Mej. Boonants gepolld? vroeg de eene. — 'k Geloof u, 'k heb h a a r n u m m e r 9 gegeven. — Nummer 9? Zijt ge zot. Ge zeidet nochtans d a t Bertha Juist uw kaliber was? — Natuurlijk vriend! En juist daar om gaf ik h a a r n r 9! Een agent, die ongemerkt h e t ge sprek h a d afgeluisterd, t r a d n u plots naar voren en maakte zonder komplimenten dezen onverstandigen polier een proces-verbaal op. 't Is wel besteed. • * * Iedereen kent de smerige vandalenstreek van Rennes. Men weet ook d a t een zekere Leroux in verband er mee aangehouden ls. Karei Leroux laat ons weten dat hij niets gemeens heeft met den verdach ten kerel. Waarvan akte. (Dergelijke terechtwijzingen in Koe koek kosten slechts 7 glazen munich per regel).
• • • Een gek, heeft het schilderij «De Angelus» vah Millet in de Louvre te Parijs doorkorven. Helaas, er bestaan nog zoovele afdrukken en kopieën van dit doek dat deze daad werkelijk al leen vah een krankzinnige kan ko men. • • * Wenduyne heeft ook zijn miss 1932 gekozen. Voor de gelegenheid h a d men Wenduyne de «Prinses der Badplaat sen» gedoopt. Desalniettemin zijn wij bereid miss Wenduyne op onze bureelen te ont vangen met dezelfde genegenheid als gelijk wie.
• • •
De heer Wibo, die verleden Zaterdag van hemd veranderde, heeft zijn na vel gezien. De politie heeft proces-ver baal opgemaakt tegen den dader.
1
— *k Heb de maag een weinig over last... laat zien... geef mij een kleinig heid... Eenige eieren uit de pan... 3 varkenskoteletten en... wat fruit en taartjes.., ,
Verloren ![ Een strooien hoed, in betrekkelijk !| 'islechten staat, niet ver vah « D e ' , !' Welgezinde», te Astene. Terug te J" '[bezorgen tegen rijke belooning t c i ] !i Deurle, bij Hugo V. d. A. Ji 3731. i|
j
LAATSTE BERICHTEN EEN ONVOLLEDIG NUMMER Onze lezers zullen h e t den redakteurs van Koekoek niet ten kwade duiden een onvolledig nummer te ontvangen. Gezien de betrekkelijk warme tem peratuur in onze bureau's, was het ons onmogelijk te schrijven tot Koekoek voldoende kopij had. Nadat er twee dooden waren te be treuren en de anderen een onderko men hadden gezocht in den frisschen kelder (waar echter noch papier, noch inkt, noch potlood voorhanden .zijn), heeft de redaktie-sekretaris «stop» be volen, zoodat «Koekoek» met een hal ve kolom wit verschijnt, waarover ieder lezer vrijelijk mag beschikken.
KOEKOEK
£2tLAR]/Ltr " van o r u £H VAH AMDfcRtll Zou het voldoende zijn? Pleidooi voor polka en «Het Volkske» van G e n t schrijft ln mazurka een moment van warme devotie: We bidden God, en onze lezers zeker met ons, dat die elf werkers v a n het eerste uur nog lang mogen leven, opdat ze eens de vol. ledige en onbeperkte triomf mogen beleven der Kristelijlke organisatie in ons land. Dat is zeer vriendelijk tegenover die elf werkers van het eerste uur. Maar d a t die menschen, dank zij de gebeden van «Het Volkske» zóó lang zullen leven, dat is another question. Om te beginnen, en om zeker te zijn van ons spel, zouden wij er liever Voronoff bij halen.
Sympathieke gevoelens «De Nieuwe Gazet» koestert de beste gevoelens voor professor Piccard: Tot ontdekkingen van nog andere wetenswaardigheden in de stratosfeer mag hij zich natuurlijk wel laten verleiden; zelfs zoud e n wij er geen graten in vinden indien hij officieel tot onderkoning van de stratosfeer uitgeroepen werd, zooals Colomibus eens onderkoning van Amerika was... m a a r het droevige lot van den 15e eeuwschen ontdekker wenschen wij h e m niet toe! » Dat is ten minste een vriendelijke taal, waaraan prof. Piccard zeer gevoelig zal zijn, hopen we.
Onae goede vrienden v a n de «Gazet van Antwerpen», die destijds doeltreffend hebben meegeholpen a a n Koekoek's faam en waarvoor wij h e n tot in h e t hiernamaals dankbaar zullen blijven, hebben h u n Mik over de wereld geslagen en... Maar, laten we liever tekstueel overnemen: Als ge uwen blik over de wereld slaat stelt ge vast dat er eene ernstige verwarring, een bitter misverstand heerscht in de wijze waarop de volkeren zich vermaken. I n dit vak van h e t menscheMjk bedrijf, zijn er vele- abuizen geslopen. Gelijk de kunst niet meer in voeling s t a a t met het volk, m e t den grooten hoop, is h e t openb a a r pleizler een zeer gevaarlijken weg opgestapt. De dans bijvoorbeeld: wie zal beweren dat de oude manier, de beenen te bewegen op m a a t , t h a n s nog zoo vermakelijk is als vroeger? Het vergt een heeie studie, e n buiten d a t h e t de wulpschheid in. de h a n d werkt, vraag ik mi) af welk genot er daarin steken mag, voort over den vloer te glijden, zonder de beenen uit te slaan of zichtbaar te bewegen? Absoluut akkoord! Dansen zonder de beenen uit te slaan, is geen dansen. En wij roepen met de «Gazet van Antwerpen»: Genoeg misverstand, genoeg verwarring, genoeg abuizen. Vivan de polka en de mazurka!
Lektuur voor intellektueelen «De Tijd» begint zich te emanlclpeeren. e n geeft lektuur voor intellektueelen e n voor soortgelijke menschen, die Fransch k e n n e n of een beetje Fransch willeb leeren. Kijk: Scheppen wil zeggen niet waar, uit h e t Niet trekken (tirer du n é a n t ) . Er zijn twee middels tot inflatie, h e t rechtstreeiksch en h e t oarechtetreekisch. Beide even gevaarlijk, het onrechtstreekscn werkt «a retardement». Oui, se komsa!
Duister geval We leoen in «De Nieuwe Gazet»; Gelukkige Gebeurtenis bfl da Habsburgers PRINSES ILEANA VAN ROEMENIE, MOEDER GEWORDEN Daaronder geeft Rip's blad de foto van genoemde prinses, met volgend onderschrift: De moeder, die ook voor den vader zou kunnen doorgaan. We hebben d a t een paar keeren traag herlezen: een moeder, die ook de vader zou kunnen zijn...? Onze vriend Dr. Pangloss, daarover ingelicht, zal t r a c h t e n uit t e m a k : n hoe d a t eigenlijk zit met de prinses, die misschien de vader van h a a r kind is.
Tegen wien zegt ge 't?
flU. DE NIEUWE KASSIER - _ u w voorganger is gevlucht met 100.000 frank... Ge zult hem niet nadoen, hoop ik! — Wees gerust, menheer! ... Ik zou toe niet vergenoegen met 100.000 *r.
«Het Handelsblad» heeft het in een diepzinnig artikel over de mislukte monarchistische revolutie in Spanje en schrijft o j n . : Nu heeft de müitaire opstand, onder de leiding van generaal San Jurgo, die anti-clericale beweging meer vuur bijgezet. Het is in de linksohe pers een echt ordewoord: men stelt het namelijk voor dat deze militaire opstand door de katholieken is aangestookt e n ondersteund. Natuurlijk is dat van a tot z uitgevonden en verzonnen. Zeer juist! E r is zelfs meer: De Spaansche katholieken hebben zelfs onder Alfonso X H I zich nooit ingelaten met politiek! 't Moet gedaan zijn met die leugens, iniHedju!
O P DE BOETSTRAFFELIJKE RECHTBANK —Een vrouw slaan! Zijt ge niet beschaamd! Gij... een Belg ! ! —• Ik ben Zwitser, mijnheer de voorzitter!,..
KOEKOEK
P a r l e m e n t d e r Geleerde Mannen De v e r g a d e r i n g w o r d t g e o p e n d om 2 u u r door dokter Pangloss, voorzitter. PANGLOSS. — Zooals kamerlid M a r q u e t h e t u i t d r u k t e m o e t e n de k l e i n e B e l g e n h u n g r o o t e n blik verruimen door h e t reizen. Onze leus t i j d e n s d e n v a k a n t i e t i j d m o e t zijn: «Wij r e i z e n o m t e l e e r e n » . M . S E G E R S . — Pff! D a t is e e n liedje v a n P i e r r e B e n o y , e e n k l e i n , gewoon liedje. I k b e n e e r d e r voors t a n d e r v a n de groote opera. Ik moet ruimte hebben om mijn armen uit te slaan op gepaste mom e n t e n , e n de vrije l u c h t o m m i j n stem te laten dreunen. Madame B u t e r f l i , d a t is e e n kolfke n a a r mijn h a n d . Et c'est u n beau navire Qui faisant relache e n t r e d a n s la r a d e . . . PANGLOSS. — Goed, m a a r we m o e t e n n i e t t e hoog vliegen. F O R T H O M M E . — Vliegen is t o c h ook r e i z e n . VAN I S A C K E R . — Als h e t n i e t b u i t e n v l i e g e n i s , w a n t b u i t e n vlieg e n is; t h u i s blijven. PANGLOSS. — G e e n persoonlijkh e d e n . L a a t o n s d e a g e n d a volg e n . Wij r e i z e n o m t e l e e r e n . I n d e verschillende steden van h e t land k u n n e n wij o n z e v e r s c h i l l e n d e n a tionale bieren leeren k e n n e n . Munnich, Dort, Walsheim, het bierken van de brouwerij v a n mijnheer Ko G n a k . Zooveel b e g r i p p e n die d e n geest openen.
LIPPENS. — Van 't water, van ' t groen, v a n ' t leven verdomd! PANGLOSS. — D a t is allemaal flauwen t h e e . E n h e t is n i e t noodig d a a r o v e r r u z i e t e m a k e n . H e t k i e k e n is m i s s c h i e n e e n d w a a s v a r k e n v a n een beest, m a a r h e t geeft goed voedsel a l s h e t g e b r a d e n is. Zoo h e e f t alles zijn n u t . Zoo zijn e r de b l o o t e of q u a s i d i t o v r o u w e n n o o d i g , z o o n i e t zou d e n a a m v a n baron de Bisthoven nooit tot net n a g e s l a c h t zijn d o o r g e d r o n g e n . D e onzedigheid v a n de huidige wereld l a a t d r . Wibo toe op goedkoope wjjze e e n n a a m t e v e r w e r v e n , d e v u i l b a k k e n zijn m i s s c h i e n m i n d e r a a n g e n a a m v a n reuk, m a a r onze v r i e n d F i e u l l i e n v i n d t e r stof i n voor w i j d v e r m a a r d e r e d e v o e r i n g e n . D i t alles e c h t e r b r e n g t n i e t s bij t n h e t d e b a t over h e t n u t v a n h e t reizen. C H A L M E T . — Wij z o u d e n m i s schien k u n n e n spreken over de g r o o t e r e i s n a a r h e t h e m e l s c h e vaderland. LEURIDAN. — H e t hemelsche v a d e r l a n d , d a t is V l a a n d e r e n .
H E R M A N S . — Leeft e r een gror> t e r volk, v r i j e r is h e t n i e t . VAN S E V E R E N . — D a t v a l t n o g t e b e z i e n . We zijn eigenlijk verk n e c h t a a n de s t i n k e n d e d e m o k r a tie v a n B r u s s e l . G E L D E R S . — D e m o k r a t i e is w a t veel gezegd. De d e m o k r a t i e v a n R e n k i n is eigenlijk n o g h e t i d e a a l niet. HEYMAN. — M e i n L i e b c h e n , w a s willst d u n o c h m e h r ? ANSEELE. — De sociale verzek e r i n g e n , voila. HEYMAN. — W e e r a l ? A c h t e r de vakantie. P A N G L O S S . — J a , l a a t o n s bij de d a g o r d e blijven. Wij m o e t e n reizen o m te leeren. R E N K I N . — Elk j a a r r e i s lk n a a r Echternach. D a a r g a a t de fameuze processie u i t v a n d r i e s t a p p e n vooru i t e n vier a c h t e r u i t . Wie r e k e n e n k a n , zal s p o e d i g v i n d e n d a t m e n d a a r m e e ook v o o r u i t k o m t . PANGLOSS. — Vooruit langs den a n d e r e n k a n t . D a a r b i j wij h e b b e n al d e n tijd. I k stel voor i n t u s s c h e n een glas te g a a n d r i n k e n .
M. H Y M A N S . — L a a t o n s e e n subkommissie aanstellen., BRUNFAUT. — Dat wordt d a n e e n b e g r a v i n g gelijk t e G e n è v e . PANGLOSS. — W a a r o m een subk o m m i s s i e ? W e zijn t o c h a l l e m a a l g r o o t e j o n g e n s g e n o e g o m zelf de diepere beteekenis v a n e e n glas te waardeeren mistgaders van de waarden achter den toog. BARON J A N S S E N S D E B I S T HOVEN. — A c h t e r d e n t o o g , d a t g a a t mij n i e t a a n . Als ze m a a r a a n 't; s t r a n d n i e t k o m e n . F I E U L L I E N . — V a n *t s t r a n d g e s p r o k e n , ik h e b e e n v o o r s t e l o m d e zedelijkheid t e b e v o r d e r e n . W a a r om z o u d e n wij d e g r o o t e b o u l e vards niet doopen volgens m a n n e n van beproefde zedigaards Wibclaan, Van Cauwelaertboulevard, Janssensdrjk. LIPPENS. — En waarom niet Fieullienpark? FIEULLIEN. — Ja, w a a r o m niet? L I P P E N S . — Nooit, v e r d o m d ! G e moet er de a n d e r e m e n s c h e n niet van degouteeren. FIEULLIEN. — W a a r v a n degouteeren?
W a t ! Ge snuit uw neus in die gordijnen? m e n bij de menschen is.
D a t betaamt
toch niet
als
10
KOEKOEK
tBtievetv- aan- JUeckeu^
TVEERTICH GRAATEN IN DEN — Wel, kunt ge u verwannen, Pier? — Mijn gedagten en hangen wel niet goet aneen mee dat weer, m a a r tis altüt nen troost dat nen mens niet aleen stat in zn'n mizeere. Kebbe daar zuust de gaazette in mün handen gat en kstelle mee plezier vast dant de zoernaliesten ook lelijk ziten. ebben! — Hoezoo? — Ebde niet gezien dat ze weer die zeeslange uit den hoek gaalt ebben? Zis nu opgedooken in den stilen ocej a n onder den form van nen vierberg. — En waarom niet? Toekomend j a a r zal het monster wellicht verschij nen in de gedaante van een lantaarn paal, of een belastingsbrief, of een schoonmoeder... Ge moet een beetje medelijden hebben met de journalis ten... — Kwille wel, maar konpase en streikt geen zalve! Zouden ze met beeter doen van nen boek te maaken voor die mn'nschen voor waneer als z' op drooch zaat ziten üder een han deken toe te steeken? Kpeize als e zoo vort gat dat die zeeslange heur nen keer kwaat zal maaken en de leezers ook. Waarom zouwden ze niet nen keer proobeeren in de warme daagen mee Treezeken van Kontersruit of nen an f
deren helt uit de vorhiestoriekschge geschgiedenis? Dat waare temihste nen vriendeirjkeren numeroo dan die slanch die geduurich de veraajersrol moe speelen en h a a r daarbei niet kan verweeren omdat ze eewichduurent veroordeelt is van den stoomen anbacht uit tangen, in de plaatse van heur neh keer in een zantieje rol te laaten optreeden bei tbetaalen van een algemeen toerneetsen of onder tzingen van een zagtmoedlch liet. — Ge zoudt ze toch zeker niet wil len doen praten? — En waarom niet? Moestet van mij zijn kegoof heur ale jaaren teen of tander iestorieks woort in heur sgoenen, geleik dat ze doen mee Naapoleejon, Tsaak van Artevelde of Willem den Zweiger. Apropoo kvraage mij af wadat tzoo geweest zijn h a t dendieneh inplaatse van den zweiger nenkeer den Babeleire gejeeten? De mijns en eeft maar nen keer par maleur zijnen mont oopen gedaan en pafte! ter is geen eenen deepietee of geen eenen leikbidder die nen keer van zijn late moe geeven of zijn iestoorieksch woort is ter bij.
SCHGADUUW
— Och ja, hoe is h e t ook weer dan? — Mijn vaader haaüet schgier daagelijksch aan om zijn eigen en zn'n teegenstreevers te trosten agter dat hij zn'n boomken gewonen eeft in Tsaapeurken: «Ten is niet noodich van dust t ' e b ben om te drinken en van takoort te zijn om te betaalenl». — Halt la! Pier, 't schijnt me d a t uw vader nogal vrij omspringt met de historische teksten! — Is tniet zuust misgien? — Min of meer. — Dat is persies de waarde van d'iestoorieksohge toverspreuken dade nooit weet ofdat z'egt zijn en d a t iedereen ulder op zn'n persoonlijk geval toe kan passen. Tis nen trost geleik nen anderen, maar iemant die hem blouwe sgeenen loopt, die zijnen trn'n mist of die door de mande valt en moe m a a r den ditksiejoneir oopenslaan bei Wilhem den Zweiger om gestilt te zijn... — Heel juist! Vooral daar b e t nog geenszins vaststaat dat de Prins van Oranje die woorden heeft gesproken... — Zeg, vinde niet d a t onzen p r a a t een beetse van d'itte weet? — Adieu, Pier!
KOEKOEK
£>a&aX a&ijjisrk. WZJZJÜL
II
-rzo^ ^u~a^r
KOEKOEK
12 REKENSCHAP De heer Raemacfcers is een teekenaar «fie in de «Soir» huishoudt. Tot hiertoe beperkte hij er zich voora l toe de vaderlandsliefde in beeld te brengen, zoodat u de patriottische tran e n uit al de poriën van uw corpus spatteden, af en toe en telkens als er gelegenheid toe bestond spuwde hij zijn buitenlandsoh speeksel in h e t aangezicht der flaminganten. Dat was alles netjes en aangezien men hem daarvoor betaalde, was h e t d a t de «Soir» zulke heldendaden van hem verlangde. Maar nu eischen wij, dat de So:r rekenschap zou geven voor een onlangs verschenen karikatuur van Raemackers. Zij stelt de Spaansche republiek voor, die een geweer richt op de borst van de Spaansche monarchistische opstandelingen. De persoon, die den monarchist afbeeldt, is een echte bandiet met een koningskroon in de h a n d . Welnu, zal men dulden dat Raemackers, geboren in het koninkrijk Nederland en teekenende voor het koninkrijk België, hier de republiek komt aanmoedigen, wat zal Albert daar van zeggen? Zal Devèze nog langer willen schrijven voor een blad dat zoo te keer gaat tegen den gevallen koning Alfons? Zal het gerecht hier niet optreden? Of zal men wachten tot het republikeinsch gespuis in België sterker wordt?
Minister Hymans vereerd De zaakgelastigde van Columbia te Brussel heeft aan minister Hymans het groot-kruis van de orde van Boyaca verleend. Wij houden er a a n te verklaren dat Koekoek niet gemengd is in deze affaire.
Een nieuwe komeet Een sterrekundige te Kopenhagen heeft een nieuwe komeet ontdekt. Daar men ze met het bloote oog niet kan zien heeft baron de Bisthoven geen aanklacht ingediend.
Ex-minister Dens te Knokke De heer Dens, gewezen minister van Landsverdediging heeft te Knokke een wedstrijd van zandforten bijgewoond. In een roerende toespraak wees hij er den kinderen op, d a t hij h u n voorbeeld zou gevolgd hebben indien hij minister was gebleven. Een inzameling onder de toeschouwers bracht 6,20 fr. o p voor de werken der landsverdediging.
Ons
eigen
De verlofmaanden brengen een ügemeene slapte mee. De Rand-kins schijnen vah de markt verdwenen, wat geen kwaad doet aan h u n koers. De firma Eygenbilsen voorloopig gesloten om h e t bilan op te maken. Koloniale waarden opgewarmd door Tschoffen. Kolenmijne~ flauw, niettegenstaande duchtige be scherming van de gendarmen. Koper waarden zonder kooper. Zinkwaarde zinken. Carton heeft lood in de vleugels. Geldmarkt. — Het pond blijft nc_ steeds onder h e t half kilo. De Lie wordt overal het gat van Timmerma; gewezen. De roebels stijgen met troebels. De dollar m a a k t bonus. Ma de bonussen maken geen dollars. Ziehier eenige inlandsche noteer gen: Textiel de Bisthoven: 3.225. Wibo-awembroeken: 0.14 Druivensap: 1.124.—\ Heyman-dhsurance niet genoteerd!
Miss-Belgium:
'.
Hulde aan de Dooden Senator Llbbrecht is overleden. Wij zullen er des te minder kwaad over zeggen, daar wij hem hooit gekend hebben. Maar er zijn er zoovelen, die hem nooit gekend hebben en die hem nu lullen loven. Erger nog, wij zullen in den Senaat alle partijen hooren wedijveren in roerende woorden en loftuigingen. Eerbied voor de dooden, asjeblief 1 Waarom moet men zwanzen met e^n mensch, die overleden is? En wacht u, heeren Magnette, Segers, Hicquet en Lekeu, wat gij de dooden nu aandoet zal u later ook eens geschieden!
Bestaat minister Carton? Een Amerikaansch wetsgeneesheer herkent nu de identiteit van de menschen aan hun haren. Men heeft hem bij wijze van experiment een haar gegeven van onzen gendarmenminister Carton. Daar Carton kaal is, kwam de Amerikaansche geleerde tot het verrassende besluit d a t Carton een legende is.
De comble der dwaasheid Verwoed voorstander zijn vah alle moderne uitvindingen, en zich latendoodrijden i n een s t r a a t met enkele richting.
—
— Hem«i, ' t ztji.... Ongelukkige ge gaat vergiftigd zijn? Ik pluk ze niet om te eten, —.maar om t e verkoopen.
0.003.—j
KOEKOEK 13
Serieus proza uit «'t Getrouwe Maldeghem» gesticht door Victor De Lille
Een snodde aanval tegen d e kunst
B R I E V E N B U S
Dat e r van den Pool Pilsoedski niet veel goeds te verwachten is, weet de grootste stommerik van h e t heelal. E n d a t er in d a t bevrijde land aan slagen worden gepleegd tegen de kunst, zal niemand verwonderen. We lazen deze week i n de serieuze pers:
OVER P R O F . PICCARD: D a a r was een staipelaar die a a n professor Piccard zei: Ge kunt ze ker niets meer zien als ge zoo hoog zit? Waarom niet? antwoordde de h . PiccaTd. Als 't klaar is kunt ge van op Ons Lieve Vrouw Toren van Antwerpen de stad Brussel zien liggen, d a t is 40.000 meter, ge k u n t jaren ver zien, ge ziet wel de m a a n en de sterren. 't Was Donderdag 't schoonste weer van de wereld, er waren geen wolken, er was zelfs geen mist. Professor Piccard zag van .boven h e t Alpengebergte geheel Zwitser land als op een postkaartje, en seinde draadloos in wat richting hij dreef, en van beneden zagen de Zwitsersche paters die in de bergen wonen, h s t zwarte stipje van den luchtbal. OVER HARTKWALEN: Met zelfden tred, gepaard a a n die ondermijnde voeding, wordt het zenuwstelsel opgezweept. Ds jacht zit t h a n s in de wereld. E n hoe meer jacht hoe meer over prikkelende drank en spijs men eischt. Dat een h a r t , d a t zoo wij selijk regelmatig pompen moet, ten slotte «rateert» of overschrikkelt door dien nerveuzen kring loop, kan niet.anders. OVER LAJIBRECHT LAMBRECHTS: By de hulde die de Letterkunde eh de Muziek aan zijne nagedach tenis bereidt, zullen thans de zoo rijk opbloeiende zoekers naar oude geplogendbeden zich ook wel voe gen
MAURICE CHEVALIER ONGEWENSCHT IN POLEN
BARON M., beeldhouwer. — Uw strijdgenoot A. Servaes is ons, in te genstrijd met wat u denkt, zeer erken telijk. E n we hopen, dat u het ook zult zün n a 't verschijnen van uw bio grafie. We zullen overigens a a n sodalistenvreterij doen, wat u bizonder aange n a a m zal zijn.
A. S. (Deinze). — We zün geen a n t i Maurice Chevalier en zijn vrouw semieten. Integendeel. K u n n e n dua Yvonne Vallée zouden in September te niets verkeerds aanvangen. Zijn be Warschau optreden niettegenstaande hün echtscheidingsplannen. Bij elk reid zelf te probeeren. optreden zouden zij 36.000 fr. ontvan gen. X . X. X. (Gent). — Marinus is met Thans wordt echter vit Warschau verlof. Er k a n bijgevolg niets ernstigs gemeld, dat de Poolsche overheid de gebeuren. Slaap gerust. vereischte passen weigert, daar het verblijf alleen wordt toegelaten aan «groote kunstenaars». HTJGO. — Foto's uitstekend ge We hebben ons dadelijk in betrek slaagd. De heele redaktie van Koekoek king gesteld met onzen berichtgever wenscht soortgelijk portret. Zend a.u.b. uit Warschau, die ons. helaas slechts hoogen hoed en langen frak. koh bevestigen wat hierboven s t a a t . Het nieuws is bijgevolg officieel en. JEANNE. — Neen, niemand is ver wij zijn weer de eersten, die het mel plicht een vuil gaaetje als Koekoek te den. lezen. Aan het lezen heeft men ten Ons aller vriend Maurice mag niet slotte niet veel. binnen. Een verschrikkelijk schan daal! E n zijn vrouw Yvonne Vallée MAX (Brussel). — Een likje van uw ook niet. Een schandaal van een beet hondje zou voor ons de grootste be je kleiner allooi! looning 4jn. Zoo, zoo! Het verblijf in Polen wordt alleen toegelaten a a n «groote kunste R. MAN (op zwier). — Amuseer u naars!». goed, sloeber. Ge kunt niet gelooven Hebt ge van uw leven gemeener iro welke deugd het doet als ge aan ons nie gehoord? denkt. Maar we zouden toch liever «Groote kunstenaars»... wie weet kopij ontvangen. Het weze u in alle dat, wie oordeelt daarover? vriendschap gezeid. Is Pilsoedski in s t a a t een strooien hoed op zün lompen kop t e zetten zooA S T A R O T H . — Voor het honora als Maurice h e t doet? rium, tracht u te arrangeeren m e t K a n hü op een heerlijke stem bogen Servaes. zooals die van Maurice? Wordt hij door miljoenen vrouwen verafgood zooals dit met Maurice Che vrolet h e t geval is? Geen sprake van dit alles! Maurice Ohevalier's prestige is dui zendmaal steviger d a n dit van Pilsoedslki.. Daarom nemen wij hem onder onze bescherming, werd onze medewerker Jo-Jo op zijn vrouw afgezonden en zond Pierken hem een brief van sym pathie.
i
TERUG VAN DE JACHT
.
.
.
—
• • • • • • • • • I l l l l
SPREEKWOORDEN ZEGSWIJZEN
EN
Zijt gij reeds op de paardenrennen geweest? En h e b t gij d a n h e t aange zicht bekeken van de verwoede wed ders? Zoudt ge d a n nog durven zeggen dat De Mensch de schoonste overwin ning van h e t p a a r d is? '— Wel, mijnheer de dokteur? Hebt fe iets kunnen dooden? — Helaas, neen! — Ge hebt meer geluk met uw ziedan!
Hoe leefden de menschen zonder fo nograaf of radio? — Rustig. D em u i s is e e nn u t t i gh u i s d i e r , de
kat.
z e g t
— Onze zoon gedraagt zich op hoogst bespottelijke wijze, ge moet hem eens ernstig spreken. — Maar mijn vriend, ge weet tocfc d a t hij enkel >-aar gekken luistert. — Goed dan, ik zal h e m zelf spreken.
14
KOEKOEK
UIT HET LEVEN YAM DEN PLATTE DE PLATTE BIEDT HULP De Platte was aan het wandelen. Hij bekeek de steenen en hij bekeek de lucht en hij zag er goed gehumeurd uit. Daar werd hij eensklaps aange roepen door een vrouw, schuimbek kend van woede, de h a r e n los, met de armen zwaaiend, huilend: — Jongen, jongen, riep ze, help! De Platte schrok. — W a t is er vrouwtje? vroeg hij, deelnemend. Een ongeluk gebeurd? — Neen. Daar zit een onbeschofte kerel op mrjn kamer en hij wil' er niet uit. De Platte spuwde even in zijn han den: — Wijs me den weg, sprak hij, ik zal er hem uittrappen! Hij volgde de vrouw die hem in een smal huis binnenleidde, h e m voorliep op de trap, een deur openstiet... — Daar ls de schurk! nijdaste ze. De Platte stond ln zijn volle lengte in het gat van de deur. Inderdaad, ln de kamer, op een keukenstoel, zat een kerel die er nu juist niet uitzag als een kat om zonder handschoenen a a n te pakken. — Ga-de maken dat ge wegkomt! riep de Platte. Maar de andere boegeerde'niet. Toen de Platte een tweede maal geroepen had, haalde de andere mis prijzend de schouders op en zei: — Weggaan? En voor wie? — Voor mij, riposteerde de Platte, manhaftig op zijn borst kloppend. — Nog voor zoo geen twee, smaalde de andere- terug. Daarop schoot de Platte op hem kt. Maar de kerel, niet lui gevallen, liet zich niet te na komen. Hij sprong óp en gaf den Platte een draai om zijn ooren dat hij al de sterren van het firmament aan zijn blik zag voorbij defileeren. Doch de Platte was van zoo één oorvijg nog niet buiten slag, en zijn knuisten sloegen nu percies ook niet mis. Kortom, het werd daarbin nen een vechtpartij dat de stukken in de geburen vlogen. Maar met al zijn kracht geraakte de Platte t o c h . niet meester over zijn tegenstander, en' te langen laatste donderde hij van al de trappen af. Het vrouwtje was voorzichtigheids halve beneden aan de trap gaan staan. Toen de Platte overeind gekrafeld was, vroeg ze: — Wel, jongen, hebt ge er hem van langs gegeven? — Ik heb mijn best gedaan, ant woordde de Platte bescheiden, m a a r die kerel daarboven is percies ook van geen spekulatie gemaakt. — Hebt ge hem goed afgedroogd? — Zus en zoo. Maar ik heb zooveel peren gekregen als ik er a a n hem heb uitgedeeld.
De Platte klopte het stof uit zijn jas, die bovendien gescheurd was. — Ge ziet wel, niet waar, sprak de Platte, dat hij er ook niet naast heeft gekoekt. — Spijtig, schuddebolde het wijf, ik had hem anders eens een goede les willen geven. — Aan dien indringer daarboven? — Dat is geen indringer. — Wie is dat dan? — Wel, dat is mijn vent. Maar ik ben niet sterk genoeg om hem alleen aan te kunnen eh daarom had ik op u gerekend!
HIJ WOU HEM ZIEN! Bij den Platte was er eens een dief ingebroken, toen hij nog getrouwd was. De kerel h a d zich een paar dagen later aan de galg geklapt en was aangehouden geworden. De Platte vernam dat men den dader bij de lurven h a d en als een pijl schoot hij n a a r het politiebureel. — Is de kommissaris daar? vroeg hij. — Waarom? — Ik zou hem volstrekt moeten spreken. — Wie zijt ge dan? — Jk ben de m a n bij wlen de dief dien ge zoo pas hebt aangehouden, eergisteren is binnengebroken. — En wat wenscht ge n u ? — Ik zou dien kerel eens van nabij willen aankijken? — Waarom? — Wel dat zal ik u ln drie woorden vertellen. De m a n ls bij mij om twee uur 's nachts binnengebroken, zonder mijn Trien wakker te maken. Eh n u zou ik gaarne weten hoe hij h e t heeft aangelegd, om zoo stil binnen te komen, dat mijn wijf er niets heeft van gemerkt.
OP REIS Dat was nog in den goeden tijd, toen er van de krisis geen kwestie was en een fatsoenlijk arbeider zijn kostje kon verdienen en zelfs nog wat oversparen. Zoo had de Platte ook wat geld over gespaard en hij was in zijn eentje op reis getrokken n a a r Luxemburg. W a n t hij wou nu eens andere bergen zien dan den Kattenberg, den Gul denberg en al de andere bergen die men te Antwerpen vindt. Maar op een avond was hij ver dwaald geraakt in een bosch en toen hij weer op de rechte baan was ge komen, was het al een beetje donker. Daar de paden daar langsheen af gronden slingeren en de Platte nu juist zijn nek niet wou breken op reis, besloot onze vriend in h e t eerste, het beste huis, dat hij op zijn weg ontmoeten zou, te overnachten.
Zoo kwam hij a a n een boeren schuur. Hij klopte aan. Na veel spek takel te hebben gemaakt, kwam een boer opendoen, in zijn onderbroek. De boer had alle moeite van de wereld om den uitleg van den nachtelij ken passent te verstaan, m a a r ten slotte liet hij den Platte toch binnenkomen, Hij h a d alleen een klein kamerken, een afgeschoten zolder. Als de Platte daar genoegen mee wou nemen, dan zou de boer er een deken op den grond uitspreiden, waarop de Platte zich kon uitstrekken. Een ideale op lossing was dat niet, m a a r de Platte n a m het zoo nauw niet. Hij volgde den boer die hem met een opgestoken kaars voorliep n a a r de kamer. I n de kamer gekomen keek de Platte even aandachtig, rond. Tegen de wit. gekalkte planken bemerkte hij eens* klaps een heeleboel verdachte bruine stippen. De Platte keek n a a r den boer, wees daarop de bruine stippen a a n en zei: — Zijn d a t soms geen vlooien, baas? De boer liet even zijn blik waren over het bezoedeld beschot en zei dan, onverschillig. — Ik weet h e t niet. Weet ge wat ge doet? Klao even in de h a n d e n . Als ge ziet dat die stippen wegspringen, dan zijn h e t vlooien.
EEN GESCHENK Toen de Platte van de reis thuis was, haalde hij uit zijn vestjas een ring te voorschijn, die in een schrijn gevat zat. — Trientje, zei hij tot zijn vrouw, kijk eens wat lk voor u heb meege bracht! — Een gouden ring! — J a , zei de Platte, een ring. Maar ik heb langen tijd geaarzeld tusschen een ring en een gouden armband met diamantjes. — Een armband met diamantjes? En waarom hebt ge dien niet ge nomen? — Omdat z e , op d a t oogenblik, justement op mijn vingers stonden te: kijken! zei de Platte.
HIJ HIELD EEN OOG IN 'T ZEIL De Platte en zijn vriend Pol zaten in de herberg, een praatje te maken. Het viel Pol op dat de Platte al luisterend altijd n a a r een zelfde punt Uitkeek. Dat ergerde Pol. — Wat hedde gij toch zoo in de gaten, Platte? vroeg Pol. — Mijnen hoed, vent. — Uwen hoed? — J a , want met dien van u zijn ze al een dikke tien minuten het gat uit!
KOEKOEK
15
B E M J I W E SCHELMERIJEN XXXIII. (Opgedragen aan den heer Goeverneur van West-Vlaanderen)
Sktm
het
Ik leef, Mijnheer, ge moogt het weten, In eer en deugd, gelijk dat hoort. Ik heb mij nimmer nog vergeten En leef aldus in braafheid voort. De vuige zonde te bestrijden, Dat geeft mij steeds de hoogste vreugd, Ik ben, als Gij, door alle tijden Een streng apostel van de deugd. Wanneer 'k uw aanklacht had gelezen, Van wat gebeurt daarginds aan 't strand, Toen dacht ik : Man, daar moet ge wezen, Het gaat hier om de eer van 't land. Ge moet uw beste verzen wijden, In felle woorden, rijk aan kleur, Ge moet ons strand van 't vuil bevrijden , Tezamen met dien goeverneur. Ik toog er heen en 'k moet bekennen, Mijnheer, Gij overdreeft het niet; 't Is niets dan 't laagste zedenschennen Wat g'er langs alle kanten ziet; Ik zag er vrouwen, vet als koeien In badkostuum op 't mulle zand Of tot de knie in 't water stoeien, Gelijkend op een olifant. Maar 'k zag er ook, God wil 't vergeven De fijnste brokskens, naakt bijna. Ik voelde heel mijn lichaam beven, De wulpsche lust, hij sloop mij na. Ook zag ik mannen, ongedwongen In badkostuum, nauwsluitend, straf Om 't naakte lichaam als gewrongen, Zoodat het al de vormen gaf. En waar mijn blikken ergens togen Bij wie daar zaten, nog gekleed,
Flinke weduwe, 65 jaar, in 't bezit van een getemden kanarievogel, 5 Kreuger-aandeelen en een beetje rheumatiek, zoekt kennismaking met wel stellend Jongeling van onberispelijk ge drag. Gescheiden lappen, nudisten, godeloozen en duivenmelkers zich onthou den. EENZAAM EN VERLATEN. — Troost u madam. Bij zulk tropisch we der is het heel begrijpelijk d a t uw echt genoot de geneuchten van den haard ontvlucht is. Al waren we 't zelf. Reken er stellig op dat de ontrouwe bij de eerste koude dagen zich weer zal komen warmen. AFGEWEZEN MINNAAR. — Ge zijt m e t uw g a t i n 't water gevallen?
slvand Ik zag alom hun loerende oogen Tot het verslinden haast gereed. 't Zag oude bokken, vol begeeren Sadistisch loeren naar hun buit; Ze deden 't laatste lapje kleeren lm hun verbeelding zeker uit. 'k Zag ouw matrones, reeds verschrompeld Een jongen volgen naar het bad; Totdat hij was in 't nat gedompeld Maar altijd zien naar 'k weet niet wat I 'k Zag mannen, lijkend op een sater Met jonge meisjes zwemmen gaan. En wat gebeurde onder water Dat kan het kleinste kind verstaan. 'k Zag koppels in kabiens verdwijnen; 't Ontkleeden duurde wel een uur... En d' oukens denken thuis : « Mijn kleine Ze doet aan z e e . . . een waterkuur ». Ik heb toen gauw een kruis geslagen En ben gevlucht zoo ver het ging. Ik kon 't niet langer meer verdragen : Jaloerschheid is een aardig ding... Dus zeg ik U, o goeverneurtje, Ik vecht met U geestdriftig mee; Er hangt voorwaar een schunnig geurtje, Daarginder aan ons wijde zee. En om de daad bij 't woord te zetten, 'k Begin 't Oostende aan het strand Een winkeltje met badtoiletten Die niet onkuisch meer zijn of schand. Als Gij de lui dan wilt verplichten Om steeds te koopen slechts bij mij Dan zal de deugd zich opwaarts richten En ik... word rijk dan nog daarbij !...
Hel Hoekje wan d e n l e z e r Nu dat de thermometer op 4n gra den staat, hebt ge geen reden u te beklagen. Integendeel. GENTLEMAN. — Zeker, h e t be taamt niet, al is het ook nog zoo warm, uw vest, uw gilet en uw schoenen uit te spelen op s t r a a t . Overigens, d a n moet ge u nog eens de moeite doen van h e t boeltje weer aan te trekken. Hetgeen u tweemaal in 2weet zet. W i c h t u ook iemand a a n te spre ken met het verzoek: Een beetje vuur, a.u.bl De menschen zouden u voor een halve gedraaide houden.
TWIJFELAAR. — Of het verkieslij ker is te sterven aan een bloedopdrang, veroorzaakt door de warmte, d a n a a n een dito, veroorzaakt door de koude? Dit gaat onze bevoegdheid te bui ten. Richt uw vraag, vergezeld van vijf bierkaartjes, tot Dr. Pangloss. SPRIET eh ASPERGE. — Freaifl* lijk ge zegt: De warmte doet de dik ken vermageren, m a a r doet de dun nen niet verdikken. Wij zijn hei met u eens om deze onrechtvaardigheid aan te klagen. HEILIGE MARTPNUS. — Niets t» deen, jongen! Het gebod de naak ten te kleeden is voorlooplg buitea dienst gesteld.
KOEKOEK
HUMOR VAN ANDEREN NOTA DER REDAKTIE We nemen schrijVenjdasnogminderVoor de karikaturen gen overnemen. Van Vriend en tegenstander,
geen Verantwoordelijkheid op Voor Wat We zelf Van deze bladzijde. Het feit dat Wij deze teekeninbewijst niet dat Wij het met de strekking eens zijn
ENGELAND EN IERLAND
— Gelief mij te betalen, dt som ii zoo klein. — Juist, ben je n i e t beschaamd, zoo'n klein sommetje op te ejschen? («Gazzettino Illustrato», Venetië)
Scheepsofficier. — Wie voor den drommel heeft hier «man over boord» geroepen, terwijl er niks a a n de hand was? Mevrouw. — Dat neb ik gedaan. M ' n zoontje wou zoo graag zien, hoe de booten werden uitgezet. (Passing Show).
DE TER. — Ik ben zoo groot als papa. (Daily Star, Montréal).
— Waarom heb je die medecijnen weg gegoten? — Ik ben bü den geneesheer ge weest, om dat die moet leven; ik heb de medecünen laten bereiden, omdat de apotheker moet leven, en ik heb het flescfhje weg gegoten omdat lk wil leven. («Gazzettino Illustrato», Venetië).
i
UUU \
— Pa, in dezen roman lees ik: «De vrouw barstte in tranen los en snikte hartverscheurend». Wat wil d a t be duiden? PA. — Dat ze een nieuwen hoed wou. (AUt for AUa, Stockholm). • iiMlllilllinilllllMlllllllllllllllillllllilllll
I PRIJSKAMP KOEKOEK
Gevangenisdokter: E n denk e r vooral a a n : niet op s t r a a t gaan met dit gure weerl (Ideas),
— K u n t ge me 1000 fr. leenen tot morgen? — I k kan. Maar ik leen nooit aan vrienden. Waarom stelt ge uw kleede ren niet ih pand? — ' t Is waar ook!... Wel, leen me eens een kostuum. (FUegende B l a t t e r ) .