OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C Beginner
Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 CREBO 95 Versie C BEGINNER 1415 Fase: beginner Naam deelnemer:………………….
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
BEROEPSTAAK C
Overzicht activiteiten school
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C School C1 Voorlichting, advies en instructie
C1. Voorlichting, advies en instructie 1.1 Preventie en gezondheidsvoorlichting 1.2 Primaire preventie 1.3 Groepsgenoot voorlichten (taaltaak spreken) 1.4 Veiligheid en protocollen 1.5 ASE model 1.6 Tertiaire preventie 1.7 Patiëntenvoorlichting geven (taaltaak spreken) 1.8 Instructieplan (taaltaak spreken) 1.9 Zelftest: Voorlichting, advies en voorlichting (basis)
Beginner
BOL
BBL
3 3 3 2 2 3 4 4
3 2 3 2 2 2 4 4
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C School C2 Psychosociale begeleiding
Beginner
BOL
BBL
1.1 Gedrag en het ontstaan van gedrag 1.2 Persoonlijke eigenschappen-sterkte en zwakteanalyse 2. Communicatie
3 3
3 2
2.1 Jouw communicatiegedrag 2.2 Communicatieschema 2.3 Oefenen met soorten communicatie 2.4 Herkennen van valkuilen en negatieve factoren tijdens de communicatie 2.5 Luisteren en waarnemen 2.6 Gesprekstechnieken 2.7 Plan van aanpak gesprek (taaltaak gesprekken) 2.8 Oefenen met gesprekstechnieken (taaltaak gesprekken voeren) 2.9 Gesprek voeren en actief luisteren 2.10 Feedback geven en ontvangen (taaltaak gesprekken voeren) 2.11 Assertief reageren (taaltaak gesprekken voeren) 2.12 Zelftest communicatie 3. Beroepshouding en beroepsgeheim
3 2 5 3
2 2 3 2
3 3 3 8
3 3 2 8
3 3
2 3
4 2
3 1
3.1 Oefenen met empathie en echtheid 3.2 Empathie en echtheid dialoog 3.3 Respect, normen en waarden 3.4 Omgaan met grenzen 3.5 Beroepsgeheim
2 1 2 2 2
6
1. Persoonlijkheid en gedrag
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
2
Datum Paraaf
Datum
Paraaf
C BEGINNER 1415
Ondersteuningsmagazijn School
MBO-Verpleegkundige
Beroepstaak C C2 Psychosociale begeleiding
Beginner
BOL
BBL
4.1 Persoonlijke en functionele relaties 4.2 Samenwerken in de zorg 4.3 Afspraken maken met zorgvragers 4.4 Samenwerkingsoefeningen 4.5 Onderhandelen 5 Seksualiteit en intimiteit 5.1 Seksualiteit intimiteit 1 5.2 Seksualiteit intimiteit 2 6 Ernstig lijden, sterven en rouw
2 2 2 2 2
8
3 3
4
6.1 Omgaan met verliessituaties 6.2 Kubler Ross en Worden 6.3 Rituelen rondom sterven en dood 6.4 Themadag lijden, rouw en verlies 7 Ethiek Je ontvangt een reader van de docent Ethiek
2 2 2 8
1 1 1 8
7.1 Betekenis van het vak 7.2 Van abstract naar concreet 7.3 Ethische dilemma’s 7.4 De beroepscode 7.5 Visie van het leerbedrijf en ethiek in de beroepspraktijk 7.6. Discussiëren volgens regels 7.7 Themadag Rouw
2 3 3 3 2
1 2 2 2 2
3 Zie boven 2 2
2 Zie boven 2 2
4. Samenwerken
7.8 Stilte 7.9 Actueel dilemma
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
3
Datum Paraaf
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C1 Beginner Voorlichting, advies en instructie
Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie C BEGINNER 1415 Fase: beginner Naam deelnemer:………………….
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
4
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.1 C Preventie en gezondheidsvoorlichting Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student kan: - uitleggen wat de betekenis van preventie en GVO is; - aan de hand van voorbeelden en een poster uitleggen wat primaire, secundaire en tertiaire preventie is; Boek: Voorlichting, advies en instructie Thema 1: Preventie en gezondheidsvoorlichting Bestudeer de theorie over preventie Primaire preventie Secundaire preventie Tertiaire preventie De uitvoerders van preventie en GVO School/thuis Bespreek de activiteiten na met klasgenoten en docent. Activiteit 2 en 3 kijk je na met behulp van het antwoordmodel ThiemeMeulenhoff 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager (I, L)
Activiteit 1 Oriënteer je op de begrippen preventie en gezondheidsvoorlichting door het beantwoorden van de vragen
1. Geef een voorbeeld waarin je zelf voorlichting hebt gegeven, bijv. iemand de weg wijzen, uitleg over wiskunde geven, een brommer starten. - Hoe heb je je de informatie gegeven? - Heb je je doel bereikt? Waarom wel of niet? - Zou je het een volgende keer anders doen? 2. Beschrijf welke campagnes je kent over gezondheidsvoorlichting (via tv, radio, school). - Wat vond je van deze campagne? - Voor wie was deze campagne bedoeld? - Op welke manier probeerden ze de informatie over te brengen Activiteit 2 Maak de vragen bij praktijk 3 , praktijk 4 en praktijk 7 in Thema 1 Activiteit 3 Geef 2 voorbeelden van verpleegkundige taken aanzien van primaire, secundaire en tertiaire preventie Vormen van preventie Primaire preventie
Verpleegkundige taken 1. 2. 1. 2. 1. 2
Secundaire preventie Tertiaire preventie
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
5
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Activiteit 4 Presenteer op een aantrekkelijke manier de verschillende vormen van preventie en gezondheidsvoorlichting Werkwijze Verzamel tenminste 6 folders bijvoorbeeld huisarts, tandarts, ziekenhuis, bibliotheek, mediatheek school, die volgens jou te maken hebben met preventie en GVO. Neem ze mee naar school. Maak groepjes van 4 personen en sorteer de folders op primaire, secundaire en tertiaire preventie. Maak op drie verschillende grote vellen een poster van de gevonden informatie. Schrijf boven de vellen respectievelijk: primaire preventie, secundaire preventie, en tertiaire preventie. De indeling van de vellen is als volgt:
Hier komt de titel
Inleiding: Waar gaat de poster over?
Informatie/gevonden folders
Conclusie Wat is de belangrijkste boodschap
Evaluatie Bekijk de posters van de verschillende groepjes. Is de poster aantrekkelijk om de lezen (je ‘uitnodigen’ om te lezen)?, is de poster overzichtelijk en logische van opbouw? Bevat de poster nuttige informatie? Bevat de poster beknopte informatie ( teveel tekst wordt toch niet gelezen). Ben je wijzer geworden over primaire, secundaire en tertiaire preventie?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
6
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.2 C Primaire preventie Resultaat
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces
De student kan - uitleggen wat primaire preventie is - aan de hand van concrete voorbeelden uitleggen welke maatregelen en/of adviezen genomen c.q. gegeven worden om gezondheidsproblemen te voorkomen primaire preventie is Boek Voorlichting, advies en instructie Thema 1: theorie over primaire preventie Thema 2; theorie over GVO en doel/inhoud van GVO School/thuis Uitwisseling van resultaten in de plenaire groep 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager (I.L)
Activiteit Leg aan de hand van voorbeelden welke maatregelen en/of adviezen genomen c.q. gegeven worden of gezondheidsproblemen te voorkomen Werkwijze: 1. Leg uit wat bedoeld wordt met primaire preventie …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………..
2. Voorbeelden van primaire preventie zijn: Decubitus preventie Val preventie SOA preventie Preventie pneumonie (longontsteking) Voorkomen overgewicht Voorkomen tandcariës Voorkomen rugklachten 3. Leg uit welke maatregelen en/of adviezen binnen primaire preventie genomen c.q. gegeven worden om bovenstaande voorbeelden te voorkomen. Werk 3 voorbeelden uit.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
7
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.3 C Groepsgenoot voorlichten (Taaltaak gesprekken voeren)
Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student: - kan een groepsgenoot voorlichting geven (primaire preventie) over een onderwerp naar keuze - heeft een GVO plan gemaakt en tijdens het gesprek toegepast Boek: Voorlichting, advies en instructie Bestudeer theorie over primaire preventie, het voorlichtingsplan en je onderwerp naar keuze Voorlichtingsplan opstellen over onderwerp naar keuze - Gezondheid en gezondheidsgedrag - Primaire preventie - Voorlichtingsplan - Individuele voorlichting School/thuis Geef feedback op het voorlichtingsgesprek met behulp van feedbackformulier C Laat je voorlichtingsplan beoordelen door de docent. 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager (I, L)
Activiteit Kies een onderwerp om je groepsgenoot voor te lichten Maak een voorlichtingsplan Voer de voorlichting uit met behulp van het voorlichtingsplan Je gaat voorlichting (primaire preventie) geven aan een groepsgenoot. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: Bewegen voor jongeren Goede eetgewoonten Ontspanning Veilig zonnen Veilig vrijen Voorkomen van sportblessures Gevaren van te harde muziek Kies een onderwerp waarover je voorlichting gaat geven Je maakt een GVO plan, aansluitend op het onderwerp
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
8
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Fasen gezondheidsvoorlichting 1. Analyse Beschrijf hier - Welke gezondheidsrisico’s loopt je klasgenoot door zijn leefstijl? - Hoe bewust is je klasgenoot zich van de risico’s - Hoe gemotiveerd is je klasgenoot voor verandering van leefstijl en wat zijn z’n mogelijkheden
Uitwerking
Fasen gezondheidsvoorlichting 2. Planning Beschrijf hier: - Het voorlichtingsdoel (RUMBA) - Plan van aanpak: Wat moet je van te voren regelen? Hoe ga je de voorlichting aanpakken? Welke informatie ga je geven 3. Uitvoering Hier voer je de voorlichting uit.
Uitwerking
4. Evaluatie Beschrijf hier: Minimaal twee evaluatievragen
Evalueer de voorlichting met je klasgenoot aan de hand van onderstaande vragen: Hoe verliep de voorlichting aan je klasgenoot? Waarover ben je tevreden? Wat zou je een volgende keer anders doen. Heb jij je voorlichtingsplan volledig uitgevoerd? Wat liep anders en hoe kwam dit?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
9
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.4 C Veiligheid en protocollen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft ontdekt welke aandacht er gegeven wordt aan veiligheid in protocollen. Verzamel protocollen voor verpleegkundige handelingen (Vilans) Lees thema 2: Een veilige en hygiënische omgeving Boek advies, instructie en voorlichting: Thema 2 School/thuis Doe een uitspraak over de kwaliteit van de geanalyseerde protocollen ten aanzien van de zorg voor veiligheid 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager (I, L)
Activiteit 1 Beantwoord de volgende vragen: 1. Wat is een protocol? 2. Wat is het doel van een protocol? 3. Wat is het belang van het werken met protocollen voor zorgvragers en verpleegkundigen Activiteit 2 Ontdek welke aandacht er gegeven wordt in protocollen aan veiligheid
Werkwijze: Vorm groepjes van drie of vier personen Verzamel protocollen voor verpleegkundige handelingen Neem de protocollen mee naar school. Analyseer 2 protocollen (naar keuze) met behulp van de volgende vragen: - Welke regels en voorschriften in het protocol zijn er opgenomen voor de veiligheid (inclusief besmettingsgevaar) van de zorgvrager? - Welke regels en voorschriften in het protocol zijn er opgenomen voor de veiligheid (inclusief besmettingsgevaar) van de verpleegkundige? - Aan welke risico’s is blijkbaar allemaal gedacht? - Zijn er ook risico’s waar niet aan gedacht is, waarvan jij denkt dat ze wel aanwezig zijn? Evaluatie Doe een uitspraak over de kwaliteit van de geanalyseerde protocollen ten aanzien van de zorg voor veiligheid
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
10
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.5 C Het ASE model
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces
Met behulp van het ASE model, inzicht krijgen in eigen attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit ten aanzien van eigen gezondheidsgedrag Niet specifiek naar keuze Boek Voorlichting, advies en instructie thema 2; het GVO proces School/thuis Je hebt in een verslag primaire preventie geschreven aan de hand van het ASE model 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager
Activiteit Zoek uit wat het ASE model is en leg de relatie tussen dit model en primaire preventie. Doe dit aan de hand van een situatie die je zelf hebt meegemaakt. ! N.B. In je boek wordt het ASE model niet als zodanig benoemt. Het wordt uitgewerkt in thema 2 als “KASZ model” Deze benaming vind je echter niet terug in de theorie Werkwijze: 1. Bedenk een situatie die je zelf hebt meegemaakt of iets wat je jezelf ooit hebt voorgenomen om wel of niet te doen. Denk hierbij aan: stoppen met roken gezonder eten aardiger willen zijn voor je groepsgenoot of vriendin meer sporten minder alcohol gebruik 2. In de uitwerking beschrijf je: wat je afwegingen waren ten aanzien van de voor- en nadelen van het oude gedrag wat de voor- en nadelen zijn als je het oude gedrag omzet in nieuw gedrag welke factoren in je omgeving van invloed waren op het al dan niet slagen van jouw gedragsverandering welke persoonlijke factoren belemmerend of bevorderend werkten of het uiteindelijk gelukt is om je gedrag blijvend te veranderen zo ja, wat je hierbij het meest geholpen heeft zo nee, wat je hierbij het meest belemmerd heeft 3. Leg aan de hand van bovenstaande voorbeelden uit wat de primaire preventie inhoudt.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
11
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.6 C Tertiaire preventie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student heeft aan de hand van zorgsituaties uitgelegd hoe tertiaire preventie wordt toegepast Boek: Voorlichting, advies en instructie. Bestudeer theorie over tertiaire preventie Tertiaire preventie Het begrip tertiaire preventie School/thuis Kijk activiteit 1 en 2 na met behulp van het antwoordmodel van ThiemeMeulenhoff. Activiteit 3: Uitwisselen van de gevonden informatie in de (sub) groep 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager (I, L)
Activiteit 1 Maak de kennisopdracht bij tertiaire preventie. Kijk de vragen na met behulp van het antwoordmodel van ThiemeMeulenhoff.
Activiteit 2 Maak de vragen bij praktijk 1 “Te dik”. Activiteit 3 Je werkt aan de hand van een aandoening uit welke behandeling binnen tertiaire preventie wordt ingezet. Tertiaire preventie is gericht op mensen die al gezondheidsproblemen hebben. Het gaat vaak om mensen met een chronische aandoening. - Leg uit waar is tertiaire preventie bij mensen met chronische aandoening op gericht is. Een geriatrische zorgvrager heeft: - een te hoog cholesterol gehalte in het bloed en een hypertensie - zijn heup gebroken - COPD en rookt veel 1. Ga op zoek naar informatie over bovenstaande aandoeningen 2. Welke behandeling wordt toegepast 3. Met welk doel wordt deze behandeling ingezet?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
12
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.7 C Patiëntenvoorlichting geven (Taaltaak gesprekken voeren)
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft patiëntenvoorlichting gegeven met behulp van een folder en een voorlichtingsgesprek Bestudeer theorie over patiëntenvoorlichting, patiëntenvoorlichting op maat en patiëntenvoorlichting over praktische zaken Boek; advies, instructie en voorlichting thema 4: Patiëntenvoorlichting Zie praktische voorbereiding School/thuis Kijk activiteit 1 na met behulp van het antwoordmodel van ThiemeMeulenhoff 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager Competentie: I; Presenteren, L; Materialen en middelen inzetten.
Activiteit 1 (keuze) Maak de vragen bij praktijk 1, praktijk 2 en praktijk 3 Activiteit 2 (verplicht) Ontwerp een folder, die gericht is op het beïnvloeden van gezondheidsgedrag van een zorgvrager. Kies een actueel gezondheidsrisico of een gezondheidsprobleem Ontwerp vervolgens een folder die gericht is op het gezondheidsgedrag van een zorgvrager ten behoeve van het door jouw gekozen gezondheidsrisico of gezondheidsprobleem. Maak een werkplan en bespreek deze met de docent. In het werkplan dienen in ieder geval de volgende items terug komen: Hoe ben je tot het onderwerp gekomen? Welk doel, soort preventie en soort voorlichting heb je als uitgangspunt genomen? En waarom? Wat heb je in de voorbereidingsfase gedaan? Hoe verliep de uitvoeringsfase? Sluit de doelstelling aan bij de preventievorm en het soort voorlichting? En waarom? Ben je tevreden over het product? En waarom? Ben je tevreden over het proces? En waarom? Waarom sluit de folder goed aan bij de gestelde doelgroep? Of waarom zal de doelgroep zich aangesproken voelen door de folder? Maak de folder. Bereid een korte presentatie (10-15 minuten) voor, waarin je de folder promoot. Zorg ervoor dat je gemaakte keuzes kunt verantwoorden Criteria waaraan de folder moet voldoen: Lay-out is uitnodigend, verzorgd en herkenbaar als folder Doelstelling (kennis, gedrag of vaardigheid) Passend bij doelgroep
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
13
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Activiteit 3 Geef patiëntenvoorlichting aan een zorgvrager over praktische zaken: informatie over de dagindeling Werk hiervoor het stappenplan uit (vijf stappen) Casus Mevrouw Bos is vanochtend opgenomen in een verpleeghuis op een somatische afdeling Voor de opname heeft ze in het ziekenhuis gelegen i.v.m. een collum (heup)fractuur rechts. Mevrouw is nooit eerder opgenomen geweest in een verpleeghuis. Mevrouw heeft bij opname duidelijk aangegeven dat zij helemaal niet blij is met deze situatie en dat ze bang is zich op de afdeling heel erg te gaan vervelen. Haar vraag is dan ook: “ hoe ziet de dagindeling eruit en op welke manier kan ik mijn dagen invullen tijdens mijn opname” Persoonlijke gegevens G.J.A. Bos e.v. P. Pol Geboren 05-06-1930 Sinds 1999 weduwe, 3 kinderen, allen getrouwd en 8 kleinkinderen Woonsituatie: bovenwoning geen lift Mevrouw deed thuis alle huishoudelijke taken zelfstandig Gezondheidsgeschiedenis: Mevrouw heeft in 1990 een hersenbloeding (CVA) gehad. Rest verschijnselen krachtsvermindering in de linker arm en hand. Maak een plan waarin mevrouw Bos GVO krijgt over de dagindeling op de afdeling somatiek in het verpleeghuis. Maak hiervoor gebruik van het vijfstappen plan en werk deze uit. Geef de voorlichting aan de zorgvrager
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
14
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.8 C Instructieplan (Taaltaak gesprekken voeren)
Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie
De student heeft instructie gegeven aan een klasgenoot met behulp van een instructieplan (14 stappenplan) Zorg dat je beschikt over het boek; advies, instructie en voorlichting Handelingsschema: instructieplan opstellen Spreek af met welke studiegenoten jij deze activiteit gaat uitvoeren Instructie geven Instructieplan opstellen School/thuis Evalueer de uitvoer van de instructie met behulp van de criteria en feedbackformulier C Laat je instructieplan beoordelen door de docent 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager (I, L)
Activiteit Maak een instructieplan over een onderwerp naar keuze en voer de instructie uit Werkwijze: Schrijf met je subgroep een instructie (14 stappenplan) over een onderwerp naar keuze met behulp van het instructieplan Voorbeelden voor het maken van een instructieplan zijn bijvoorbeeld: Het aantrekken van een steunkous Het lopen met een looprekje Het (veilig) lopen met een rollator Het bedienen van een hoog-laag bed Gebruik van een papegaai Geef instructie aan een klasgenoot met behulp van het instructieplan. Evaluatie Geef feedback op de instructie op zowel inhoud (inhoud, toepassen 14 stappenplan) als proces (uitvoer) Maak hierbij gebruik van feedback formulier C, werkproces 1.6 Let ook op de volgende punten: - Toepassing van gespreksstructuur o Wordt in de kop van de instructie de ODATT toegepast? o Wordt de instructie afgesloten met een samenvatting + evaluatie op product en proces? - Toepassing van gesprekstechnieken o Wordt geluisterd naar de zorgvrager? o Is er aandacht voor de zorgvrager?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
15
C BEGINNER 1415
1.9 C Zelftest
MBO-Verpleegkundige
Voorlichting, advies en instructie (basis)
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces
Je hebt de vragen van de zelftest goed beantwoord Leer de theorie over GVO Boek Voorlichting en Ondersteunend materiaal bij deze activiteit School/thuis Kijk de zelftest na met behulp van het antwoordmodel 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager
Activiteit Maak de zelftest
1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9.
Leg het gezondheidsgedrag van mensen uit aan de hand van het ASE-model. Geef een voorbeeld van de drie onderdelen, attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit. Geef een definitie van preventie. Beschrijf de drie onderdelen van preventie. Geef een definitie en een voorbeeld van primaire preventie. Geef een definitie en een voorbeeld van secondaire preventie. Geef een definitie en een voorbeeld van tertiaire preventie. Wat heeft GVO tot doel? Maak op de onderstaande voorlichtingsvragen een doelstelling dat voldoet aan de RUMBA eisen. Een zorgvrager heeft overgewicht en wil graag afvallen, ze kookt thuis op een traditionele manier en is dol op jus. Een zorgvrager krijgt morgen een gastroscopie, ze weet niet wat dit inhoud. Wat zijn drie noodzakelijke voorwaarden om het doel van de voorlichting te behalen?
.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
16
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE
Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak C2 Beginner Begeleidt een zorgvrager
Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie C BEGINNER 1415 Fase: beginner Naam deelnemer:………………….
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
17
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.1 C Gedrag en het ontstaan van gedrag Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student kan - vertellen wat er onder menselijk gedrag verstaan wordt - vertellen hoe gedrag ontstaat en welke factoren hierbij een rol spelen - voorbeelden geven van waarneembaar gedrag en niet-waarneembaar gedrag. Bestudeer theorie over gedrag en welke factoren hierbij een rol spelen Gedrag, ontstaan van gedrag, waarneembaar en niet-waarneembaar gedrag School Nabespreking met docent 1.4 Begeleiden (C.D.R.)
Je gedrag wordt beïnvloed door het gedrag van anderen
Activiteit 1: Oriënteren o Geef antwoord op de volgende vraag: Wat weet je al over gedrag en gedragingen?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
18
C BEGINNER 1415
o
MBO-Verpleegkundige
Geef aan of de volgende uitspraken juist of onjuist zijn. Motiveer je keuze!
Uitspraken 1) Gedrag kun je omschrijven als die activiteiten van de mens die kunnen worden geobserveerd door andere mensen 2) Elke menselijke activiteit noemen we gedrag. Onderuitgezakt op de bank zitten en niets doen, is dus geen gedrag. 3) Het gedrag van mensen wordt bepaald door de cultuur waarin ze leven. 4) De thuissituatie speelt een grote rol bij het ontstaan van gedrag. 5) Je gedrag op school wordt beïnvloed door de leraar voor klas, het vak waar je mee bezig bent, je klasgenoten en de deelnemer die naast je zit. 6) Dromen, gedachten en gevoelens zijn activiteiten die waarneembaar zijn door andere mensen 7) Je gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en door omgevingsfactoren. 8) Erfelijke factoren bepalen je uiterlijk en ze bepalen eigenschappen als intelligentie, koppigheid, creativiteit
juist
onjuist
Activiteit 2: Gedrag - Je zit in de bus en iemand staart jou aan. Geef twee gedragingen in deze zin aan en leg uit waarom je dit gedrag noem. - Kun je bij de volgende activiteiten aangeven of er al dan niet sprake is van gedrag: o Schrijven o Denken o Eten o Luisteren o Praten o Moe zijn o Lachen o Lezen o Staan wachten o Slapen o Kijken o Honger hebben Als je dit rijtje overziet, wat kun je dan concluderen? -
Hoe gedraag je je in onderstaande situatie: o Wanneer je flinke hoofdpijn hebt; o Wanneer je ontevreden bent over je uiterlijk; o Wanneer je onzeker bent over jezelf; o Wanneer je je verdrietig voelt; o Wanneer je het niet met iemand eens bent.
-
Leg uit hoe jouw gedrag beïnvloed kan worden door hoe anderen zich gedragen?
-
Leg uit hoe jou gedrag beïnvloed kan worden door de fysische omgeving?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
19
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Een ongezellig huiskamer Je loopt stage op afdeling “de Flierefluiter” in een verpleeghuis. Hier wonen 12 oudere mensen met lichamelijke beperkingen. Ze hebben hulp nodig bij het wassen, aankleden, opstaan etc. De meeste bewoners zitten in een rolstoel en verblijven dagelijks in de huiskamer. Het valt je op dat de huiskamer van de bewoners er niet gezellig uitziet: geen leuk behangetje, geen schilderijen aan de muur, plastic planten in de vensterbank en op de eettafels liggen geen kleedjes. De bewoners hebben allemaal dezelfde kamer, met hetzelfde bed, hetzelfde sprei, een nachtkastje en een stoel. Als je vraagt aan begeleiders waarom de huiskamer zo saai is, krijg je als antwoord dat de praktische inrichting beter en makkelijker schoon te houden is. Zo blijft de omgeving schoon en hygiënisch en dat is beter voor de bewoners, omdat ze vatbaarder zijn voor bacteriën en virussen. Je vindt dat er best meer aan de aanrichting gedaan zou kunnen worden. Maak onderstaande vragen aan de hand van de casus
1.
2.
Vragen Je maakt je druk om de fysische omgeving van de bewoners van afdeling “de Flierefluiter”. Je vindt de inrichting van de huiskamer niet gezellig. De dingen om ons heen kunnen op zichzelf niet gezellig zijn. Toch gebruiken we die uitdrukking vaak. Waarom is dat denk je? Denk je dat de inrichting van een huiskamer een gedragsbepalende factor is. Motiveer je antwoord.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
20
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1.2 C Persoonlijke eigenschappen-sterkte en zwakteanalyse Resultaat
De student: - heeft zijn persoonlijke eigenschappen in kaart gebracht - een sterkte en zwakte-analyse gemaakt
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
Activiteit 1
School Nabespreking met docent 1.4 Begeleiden (C.D.R.)
Persoonlijke eigenschappen, kwaliteiten en gedrag
De volgende uitspraken gaan over jouw persoonlijke eigenschappen, kwaliteiten en gedrag, geef aan in hoeverre deze voor jou gelden. Omcirkel 1 wanneer je vindt dat de uitspraak niet bij je hoort, een 2 als je denkt dat de uitspraak soms bij je hoort en een 3 als je vindt dat het klopt. Niet te lang nadenken, kiezen op je gevoel.
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
ik houd het hoofd koel als het moeilijk is ik heb commercieel inzicht ik kan goed samenwerken ik kan goed schrijven ik kan goed spreken ik ben trots ik raak gespannen als er te veel tegelijk op me afkomt ik ben leergierig ik heb gevoel voor humor ik leer snel iets ik kan goed organiseren ik kan goed leidinggeven ik ben openhartig ik kan goed met mensen omgaan ik ben loyaal ik werk efficiënt ik wil resultaat van mijn werk zien ik heb overtuigingskracht ik laat het initiatief graag aan aderen over ik kan goed luisteren ik ben detaillistisch ik ben toegevend ik ben gauw uit mijn evenwicht ik ben doelgericht ik ben betrouwbaar ik treed graag op de voorgrond ik ben praktisch ingesteld ik vind het belangrijk waardering te krijgen voor wat ik doe ik pas me in nieuwe situaties snel aan Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
21
C BEGINNER 1415
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
MBO-Verpleegkundige
ik ben standvastig ik ben stressbestendig ik ben realistisch ik ben enthousiast ik werk het liefst samen met anderen ik laat mij vaak leiden door het oordeel van anderen ik heb technisch inzicht ik ben ambitieus ik doe vaak wat mijn gevoel me ingeeft ik ben creatief ik kan mij goed concentreren ik werk perfectionistisch ik heb mensenkennis ik pak zaken planmatig aan ik heb een positieve levensinstelling ik neem graag zelf het initiatief ik ben geduldig ik ben betrouwbaar ik kan mijn gedachten goed onder woorden brengen ik laat mij niet gauw uit het veld slaan ik heb natuurlijk gezag ik ben vindingrijk ik ben flexibel ik stel hoge eisen aan mijzelf ik neem graag de leiding ik ben meer een doe- dan een denktype ik denk vooruit ik werk het liefst alleen ik ben evenwichtig ik let op wat iets kost ik kan logisch denken ik heb durf om nieuwe dingen aan te pakken ik kan mijzelf goed presenteren ik durf mijn mening te geven ik houd mij het liefst op de achtergrond ik heb behoefte aan steun ik kan anderen inspireren ik kan onder tijdsdruk werken ik houd goed overzicht als ik veel moet doen ik ben een doorzetter ik kan goed coördineren ik heb zelfvertrouwen ik kan dingen goed analyseren
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
22
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Maak met behulp van de ingevulde lijst een selectie van uitspraken die het meest bij je horen. Het gaat om zowel de sterke kanten als je zwakke kanten Sterke kanten:
Zwakke kanten;
1) …………………………………………
1. …………………………………………….
2) …………………………………………
2. …………………………………………….
3) ………………………………………….
3. ……………………………………………
4) ………………………………………...
4. ……………………………………………
5) ………………………………………….
5. …………………………………………… …
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
23
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.1 C Het communicatieschema Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
De student kan het communicatieschema uitleggen/beschrijven Theorie bestuderen Boek : Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1 H1 Interactie met de zorgvrager Locatie School Evaluatie Nabespreking met docent. Antwoordsleutel schema bij ondersteunend materiaal Werkproces/competenties 1.4 Begeleidt een zorgvrager C, D, R Activiteit: Maak de opdrachten m.b.t. het thema communicatie en leg in eigen woorden alle aspecten van het communicatieschema uit aan een medestudent. Werkwijze: Beantwoord de volgende vragen; Wat versta jij onder communicatie? Welke vormen van communicatie ken jij? Geef voorbeelden. Wat is het verschil tussen inhouds- en betrekkingsniveau? Verzin een voorbeeld.. Lees het volgende gesprekje van 2 collega’s en beantwoord de vragen: Johan: “He , hoe is het afgelopen met die meneer van der Sluis?” Carine : “goed, achteraf bleek er natuurlijk weer niets aan de hand te zijn.
Vraag: wat is hier het inhoudsniveau van het gesprek en wat is het betrekkingsniveau? Wat is het belang van non-verbale communicatie in het contact met de zorgvrager? Wat is de samenhang tussen verbale- en non-verbale communicatie? Wanneer spreken we van effectieve communicatie? Hoe geeft de ontvanger betekenis aan een boodschap van de zender? Hoe kun je rekening houden met het referentiekader van een zorgvrager? Geef een voorbeeld. Wissel je antwoorden uit met een groepsgenoot
Teken en leg het communicatieschema in eigen woorden uit aan een groepsgenoot.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
24
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.2 C Jouw communicatiegedrag Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student: - heeft een sterkte-zwakteanalyse gemaakt van zijn/haar eigen communicatiegedrag
School Nabespreking met de docent. 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C.D.R.)
Activiteit 1 Individueel Denk eens na over jouw manier van communiceren: o Op welke manier draag jij bij tot een goede, duidelijke communicatie? o Wanneer ontstaan er als gevolg van jouw gedrag wel een problemen in de communicatie? o Wat vind jij moeilijk in het communiceren met andere mensen? o Wat is voor jou belangrijk als je met anderen communiceert?
Activiteit 2 Individueel Je krijgt 40 stellingen voorgelegd. Geef bij elke stelling aan welke antwoord op jou van toepassing is. Stelling 40 is een halve zin, het is de bedoeling dat je deze afmaakt. Mocht je zelf nog meer weten over jouw manier van communiceren, dan kun je de lijst aanvullen. Probeer de lijst zo eerlijk mogelijk in te vullen
1. Als ik een groep zit zorg ik ervoor dat aan iedereen duidelijk is waar we mee bezig zijn soms/vaak/ nooit 2. Daartoe stel ik vragen aan iedereen soms/vaak/ nooit 3. Ik moedig iedereen aan om vragen te stellen als iets onduidelijk is soms/vaak/ nooit 4. In groepen durf ik geen verduidelijking te vragen als ik iets niet begrijp soms/vaak/ nooit 5. Ik blijf net zolang vragen stellen tot iets me helemaal duidelijk is soms/vaak/ nooit 6. Ik laat de groep duidelijk merken wanneer ik het met iets eens of oneens ben soms/vaak/ nooit 7. Ik laat het de groep duidelijk merken als ik geïrriteerd, beledigd, opgewonden of blij ben soms/vaak/ nooit Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
25
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
8. Ik vraag aan de groep of datgene wat ik zeg ook duidelijk is soms/vaak/ nooit 9. Ik vraag aan andere groepsleden ook zij zich voelen soms/vaak/ nooit 10. Ik ga in de groep na of men het met mijn mening eens is soms/vaak/ nooit 11. Ik grijp iedere mogelijkheid aan om mijn ideeën en ervaringen aan de groep te vertellen soms/vaak/ nooit 12. Als iemand zijn mening zegt wordt ik ongeduldig soms/vaak/ nooit 13. Ik onderbreek anderen als zij over een onderwerp praten dat me niet interesseert soms/vaak/ nooit 14. Ik zit te lezen of ik loop weg als er in de groep iets wordt gezegd wat me niet interesseert soms/vaak/ nooit 15. Ook al ben ik het met iemand eens, dan nog zal ik het tegendeel beweren, omdat ik discussiëren leuk vind soms/vaak/ nooit 16. Ik ben het eerder met iemand eens die ik graag mag dan met iemand die ik niet mag soms/vaak/ nooit 17. Als ik het met iemand oneens ben, verhef ik mijn stem en probeer hem met ‘kracht’ van het tegendeel te overtuigen soms/vaak/ nooit 18. Ik maak mensen belachelijk die een andere mening hebben dan ik soms/vaak/ nooit 19. Ik beloof wel eens iets waar ik later niet op terug kom soms/vaak/ nooit 20. Opbouwende kritiek verwerk ik in mijn meningsvorming soms/vaak/ nooit 21. Ik vind kritiek constructief (opbouwend) soms/vaak/ nooit 22. Ik toets mijn mening aan die van anderen soms/vaak/ nooit 23. Ik vind het belangrijk om iets van ideeën van anderen te leren soms/vaak/ nooit 24. Ik praat met de een makkelijker dan met de ander soms/vaak/ nooit
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
26
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
25. Als mij iets niet lekker zit, dan is dat aan mijn gedrag te merken soms/vaak/ nooit 26. Ik praat liever niet over persoonlijke onderwerpen wanneer ik met mensen ben die ik niet sympathiek vind soms/vaak/ nooit 27. Ik blijf doorgaan met het vertellen van een verhaal ook al luistert niet iedereen soms/vaak/ nooit 28. Ik laat anderen uitpraten, voordat ik wat ga zeggen soms/vaak/ nooit 29. Ik kan goed onder woorden brengen wat ik denk en voel soms/vaak/ nooit 30. Ik kijk een ander aan als ik met hem/haar praat soms/vaak/ nooit 31. Als ik iets niet begrijp, vraag ik om herhaling of uitleg soms/vaak/ nooit 32. Als ik iets vertel, let ik er goed op of de ander me begrijpt soms/vaak/ nooit 33. Ik durf overal vrij gemakkelijk het woord te nemen soms/vaak/ nooit 34. Ik luister goed als een ander iets aan het vertellen is. Dit laat ik ook merken door mijn non-verbale gedrag soms/vaak/ nooit 35. Ik let op de non-verbale signalen van iemand als ik met iemand in gesprek ben soms/vaak/ nooit
36. Als iemand mij iets vertelt, leef ik me zoveel mogelijk in zijn/haar situatie in soms/vaak/ nooit 37. Ik begrijp een ander, ook zonder woorden soms/vaak/ nooit
38. Ik luister actief soms/vaak/ nooit 39. Mijn non-verbale communicatiegedrag…………… soms/vaak/ nooit 40. Ik ……………………………………………………………………………………………….. soms/vaak/ nooit
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
27
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Activiteit 3 Vorm tweetallen. Bespreek jullie antwoorden met elkaar. Is jouw klasgenoot het eens met jouw kijk op jouw manier van communiceren? Met welke punten is hij/zij het eens? Met welke punten niet? Vraag je klasgenoot naar voorbeelden die verduidelijken waarom hij/zij er anders over denkt. Luister goed naar haar/zijn feedback Activiteit 4 Individueel Formuleer nu je sterke kanten (minimaal 3) en je zwakke kanten (minimaal 3) in je communicatie gedrag. Mijn sterke kanten:
Mijn zwakke kanten;
1……………………………………
1…………………………………………….
2……………………………………
2…………………………………………….
3……………………………………
3……………………………………………
4……………………………………
4……………………………………………
5……………………………………
5………………………………………………
Formuleer naar aanleiding van bovengenoemde analyse je persoonlijke leerdoelen en beschrijf de activiteiten die je gaat ondernemen om je doelen te bereiken
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
28
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.3 C Oefenen met soorten communicatie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student heeft geoefend met verschillende vormen van communicatie Potlood en papier, schaar Boek Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1 H1Interactie met de zorgvrager School Nabespreking met docent 1.4 Begeleidt een zorgvrager C.D.R
Activiteit : Je gaat oefenen met de verschillende vormen van communicatie Oefening 1: in tweetallen Ga tegenover elkaar zitten gedurende 1 minuut. Wat gebeurt er ? Welke conclusies kun je trekken m.b.t. communiceren ? Oefening 2: eenzijdige en tweezijdige communicatie. Eerst tweetallen vormen. Deelnemer 1 (de instructeur) maakt een tekening die deelnemer 2 (de tekenaar) niet mag zien. Situatie 1: Eerst moet deelnemer 2 de tekening maken op aanwijzingen van deelnemer 1 De tekenaar volgt de instructies op zonder te praten en zonder vragen te stellen. Situatie 2: Daarna moet deelnemer 2 de tekening maken op verbale instructie van deelnemer 1 en mag tekenaar wel vragen stellen. Bespreek met elkaar wat het verschil is tussen situatie 1 en het situatie 2 van de oefening. Oefening 3: Communiceren met de ruggen tegen elkaar in 2 tallen: de deelnemers zitten met de ruggen tegen elkaar. Deelnemer 1 vertelt tegen deelnemer 2 een kort verhaal van enkele minuten . Wissel van rol. Bespreek je ervaringen, wat heb je gemist? Oefening 4 : non-verbale communicatie klassikaal Maak kaartjes waar emoties op vermeld staan. Denk aan : Eenzaamheid, geremdheid, hoop, droefheid, teleurstelling, verlegenheid, boosheid, angst, verveling, agressie, vreugde, verliefdheid, teleurstelling, ongeduld, onzekerheid. Bedenk zelf ook nog enkele emoties. Iedereen krijgt een emotiekaartje en beeldt de beschreven emotie aan de groep uit. De groep moet raden welke emotie wordt uitgebeeld.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
29
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Oefening 5: non-verbale boodschap Een deelnemer bromt of humt een opdracht aan 4 groepsgenoten die vervolgens deze opdracht uit moeten voeren. Nabespreking : Welke boodschappen kun je wel en welke kun je niet non-verbaal over brengen? Oefening 6: inhouds- en betrekkingsniveau in tweetallen. a. Deelnemer 1 zegt twee keer dezelfde zin “Ik vind deze jurk niet mooi”. De eerste keer wordt de zin uitgesproken tegen een winkeljuffrouw. De tweede keer wordt de zin uitgesproken tegen een vriendin. Wat is de boodschap op inhoudsniveau? Wat is de boodschap op betrekkingsniveau? Wat maakt het verschil? b. Verzin zelf een andere zin in een situatie met een zorgvrager. Wat maakt het verschil? Oefening 7 Vul het onderstaande schema in en wissel je antwoorden uit met een medegroepslid Situatie
soorten communicatie verbaal
Sander leest de krant.
Pim praat met Jeanet.
Een journalist interviewt een popster.
Moeder geeft haar baby borstvoeding.
Joris schrijft een liefdesbrief aan zijn vriendin.
Maurits (4 jaar) praat met z’n beer die hij ondertussen in zijn armen houdt.
Marije loopt van tafel weg en slaat de deur keihard dicht.
De docent zegt tegen Frank die zijn wenkbrauwen fronst: ‘Volgens mij begrijp je het niet.’
Anita bestudeert het boek Interactie in beroepssituaties.
Paul (4 jaar) bijt z’n broertje Tom (6 jaar).
nonverbaal
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
30
eenzijdig
tweezijdig
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.4 C Herkennen van valkuilen en negatieve factoren tijdens de communicatie Resultaat
De student kan de factoren herkennen en benoemen die de communicatie negatief kunnen beïnvloeden Praktische voorbereiding Vooraf theorie bestuderen Theorie Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1 H1 Interactie met de zorgvrager Locatie School Evaluatie Nabespreking met docent Werkproces/competenties 1.4 Begeleidt de zorgvrager (C.D.R) Activiteit 1: Je gaat onderzoeken welke factoren de communicatie negatief kunnen beïnvloeden. Werkwijze : Lees de theorie over valkuilen bij de communicatie. Bedenk in je subgroep per item voorbeelden van jezelf of van anderen. Geef aan hoe je ermee om kunt gaan als je communiceert met de zorgvrager Activiteit 2: Je gaat oefenen met het herkennen van de verschillende factoren die de communicatie negatief kunnen beïnvloeden onder begeleiding van een docent. Oefening 1 :
Ruis
De klas splitsen in twee groepen: 1 groep gaat naar de gang en de andere groep blijft in de klas. De groep van de gang bedenkt een verhaal van 5 minuten, iedereen neemt een stukje van het verhaal over van de vorige spreker. Tijdens het vertellen van het verhaal in de klas is er 2 minuten volle aandacht voor het verhaal, waarna de interesse wordt verloren en de klas gaat hangen, uit raam kijken, poppetjes tekenen etc..: -
Welk effect neem je waar [zender/ ontvangers];
-
Wat doet de zender om aandacht ontvanger vast te houden?
-
Hoe heb je als verteller deze oefening ervaren?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
31
C BEGINNER 1415
Oefening 2 :
MBO-Verpleegkundige
Storende factoren herkennen
Kijk bij de volgende situaties wat de storende factor is op het gebied van communicatie. 1.
Meneer van Dijk heeft afasie. Hierdoor is het voor de verpleegkundige Amal moeilijk om hem te begrijpen (afasie is een ernstige stoornis in het spreekvermogen)
2.
Als mevrouw Faber aan het praten is, is ze niet meer te stoppen. De verpleegkundige merkt dat hij dan nauwelijks meer naar haar luistert.
3.
Lucie kan haar vriendin Sandra maar nauwelijks verstaan in de kantine. De muziek staat wel erg hard en bovendien wordt er door iedereen hard doorheen gepraat.
4.
Wanneer verpleegkundige Bianca aan meneer Mulder uitlegt hoe hij zijn medicijnen in moet nemen, begrijpt hij er maar weinig van. Bianca gebruikt woorden die hij niet begrijpt.
5.
Farid, verpleegkundige, begrijpt niet altijd wat zijn collega zegt, omdat zij dialect spreekt.
6.
Sharon helpt mevrouw van der Velde terwijl zij barstende hoofdpijn heeft. Ze kan zich daardoor slecht concentreren op wat mevrouw haar vertelt.
7.
Meneer Shamir is slechthorend, hij kan hierdoor niet verstaan wat je tegen hem zegt.
8.
Verpleegkundige Alie zegt tegen Mevrouw de Jong 82 jaar: “Komt u maar fijn in de huiskamer zitten, omaatje”.
9.
Tijdens een gesprek met een zorgvrager draait de verpleegkundige zich om om naar de klok te kijken.
10.
Een verpleegkundige zegt tegen een zorgvrager met overgewicht : “U zult uw lekkere hapjes wel gaan missen, in het ziekenhuis, U houdt toch van lekker eten? ”.
Activiteit 3 Naar aanleiding van voorgaande activiteiten ga je nu een lijst samenstellen met effectieve communicatie. Vul daartoe de volgende zin zo vaak mogelijk aan. Effectieve communicatie wordt bevorderd, wanneer................................................................
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
32
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.5 C Luisteren en waarnemen. Resultaat
De student: kan het verschil tussen luisteren en waarnemen benoemen. - Ontwikkelt zijn luistervaardigheden Praktische voorbereiding Bestudeer theorie over luisteren en luistervaardigheden Theorie Boek Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1: hoofdstuk 1 Het onderdeel gesprekstechnieken-luisteren Locatie School Evaluatie Nabespreking met klasgenoten en docent Werkproces/competenties 1.4 Begeleidt een zorgvrager C.D.R Activiteit : Je gaat oefenen met luisteren en waarnemen. Activiteit 1; Luisteren Luister naar het gedicht van de docent over luisteren en probeer in eigen woorden op papier te zetten wat er voorgelezen is. Wissel de resultaten uit en vergelijk wat andere groepsgenoten hebben opgeschreven. Wat kun je zeggen over je luistervaardigheden? Activiteit 2: Zie wat de ander ziet Optische illusies Wat wordt hiermee bedoeld? ................................................................................................. Bekijk de figuren, en benoem in tweetallen wat je ziet
Zoek op internet naar andere voorbeelden van optische illusies. Activiteit 3: Luistertest Doe de luistertest op: http://www.btsg.nl/quiz/luisteren-zelftoets.htm Bespreek met elkaar het resultaat en formuleer voor jezelf een persoonlijk leerdoel met betrekking tot luisteren.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
33
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.6 C Gesprekstechnieken Resultaat Praktische voorbereiding
De student kan benoemen welke gesprekstechnieken er zijn. Vooraf theorie bestuderen Bestudeer het schema gespreksstructuur en basishouding Theorie Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg H1 Thema 1 Interactie met de zorgvrager Locatie Thuis en school Evaluatie Nabespreking met de docent. Werkproces/competenties 1.4 Begeleidt een zorgvrager C.D.R. Activiteit : Je gaat de theorie bestuderen over de verschillende gesprekstechnieken Werkwijze : Lees de theorie en beantwoord de volgende vragen, vergelijk je antwoorden met een medestudent : -
Welke 5 gesprekstechnieken kun je onderscheiden?
-
Wat is het verschil tussen luisteren en actief luisteren?
-
Hoe kun je laten zien dat je actief luistert?
-
Welke soorten vragen kun je onderscheiden?
-
Geef 3 voorbeelden van gesloten vragen en 3 open vragen.
-
Leg uit waarom doorvragen belangrijk is.
-
Wat is de functie van het samenvatten?
-
Wat betekenen de letters LSD? Wat is het belang van deze gesprekstechnieken?
-
Wat betekenen de letters OMA? Leg uit waarom OMA belangrijk is tijdens het voeren van een gesprek.
-
Leg het begrip metacommunicatie uit in eigen woorden.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
34
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.7 C Plan van aanpak van gesprek (Taaltaak gesprekken voeren) Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student: - kan een plan van aanpak voor een gesprek schrijven volgens de criteria. - Met behulp van dit plan een gesprek voeren Vooraf theorie bestuderen : schema gespreksstructuur en basishouding Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg H1 Interactie met de zorgvrager, schema gespreksstructuur School Criterialijst van aanpak bij ondersteunend materiaal BC2.2 Nabespreking met de docent. 1.4 Begeleidt een zorgvrager C.D.R.
Activiteit: Je gaat een plan van aanpak schrijven voor een gesprek volgens ODATT. Daarna voer je het gesprek uit in een rollenspel Werkwijze : Lees het schema van de gespreksstructuur en basishouding Schrijf een plan van aanpak voor het gesprek dat je gaat voeren. Maak gebruik van de oefencasus. Wissel het plan uit met een medegroepsgenoot en geef elkaar feedback. Gebruik hiervoor de beoordelingslijst voor het plan van aanpak. Verwerk de feedback. Oefencasus: Arthur, een jongen uit jouw klas, komt vaak te laat, heeft vaak het hoogste woord. Hij heeft overal wel een mening over en reageert vaak brutaal naar de docenten. Jij zit in zijn coachgroepje en hebt de ervaring dat hij afspraken nooit nakomt. Je moet hem steeds overal op wijzen en na flink zeuren levert hij pas zijn aandeel. Vandaag heeft hij een (tweede) gesprek met zijn coach en de teamleider van de opleiding. Zij geven hem te kennen dat hij een negatief studie advies krijgt, hetgeen betekent dat hij met de opleiding moet stoppen. Het nieuws verspreidt zich al heel snel in jullie groep. Niemand staat er van te kijken. Jij weet echter dat Arthur het thuis niet gemakkelijk heeft. Zijn vader is werkloos en zijn moeder heeft een chronische ziekte. Hij doet daarom veel in het huishouden en heeft een bijbaantje waardoor er weinig tijd overblijft voor zijn huiswerk. Arthur heeft dit echter niet aan zijn coach verteld. Als je even naar het toilet gaat zie je Arthur op de stoelen bij de gang zitten, het lijkt alsof hij huilt. Je besluit niet naar het toilet te lopen, maar even naar hem toe te gaan.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
35
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Wat is de bedoeling: Wat is het doel bij het gesprek dat je met hem aangaat? Wat doe je in de KOP, Hoe ziet de ODATT eruit? Hoe pak je de romp aan? Hou rond je het gesprek af. Hoe zet je dat in een plan: Doel:…………………… KOP: O : ……………………………………………………… D : ………………………………………………………. A : ………………………………………………………. T:………………………………………………………… T:………………………………………………………… ROMP:
STAART:
Voer het gesprek uit in een rollenspel. Maak hierbij gebruik van je plan van aanpak.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
36
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.8 C Oefenen met gesprekstechnieken (Taaltaak gesprekken voeren) Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student heeft geoefend met de verschillende gesprekstechnieken (LSD/OMA) Vooraf theorie bestuderen over gesprekstechnieken, gespreksstructuur, basishouding en LSD Observatielijst gespreksstructuur en basishouding Observatieformulier gespreksstructuur-basishouding en actief luisteren Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg H1 Thema 1 Interactie met de zorgvrager, School Nabespreking met de docent. Een persoonlijk leerdoel m.b.t. gespreksvoering.. 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C.D.R.)
Activiteit : Je gaat oefenen met verschillende gesprekstechnieken en formuleert na de oefeningen een persoonlijk leerdoel . Oefening :samenvatten in 3 tallen A vertelt een verhaal aan B( bijv. over de vakantie). B stelt vragen aan A en vat na enkele minuten samen wat A verteld heeft. B stelt opnieuw een vraag en probeert ook door te vragen. Na enkele minuten vat B opnieuw samen. C observeert en geeft feedback aan B over het luisteren, samenvatten en op de soorten vragen die er gesteld worden. Wissel van rol. Oefening : in 2 tallen elkaar interviewen, open en gesloten vragen stellen - Kies eerst samen het onderwerp, dit kan voor beide verschillend zijn. Bedenk daarna 5 gesloten vragen over het onderwerp. Neem het interview af. In de eerste ronde mag je alleen gesloten vragen stellen. Wissel van rol. Bedenk vervolgens 5 open vragen. Interview elkaar opnieuw, nu alleen met de open vragen. Bespreek de interviews na. Wat is het effect van de gesloten vragen? Wat is het effect van de open vragen? Wat heb je geleerd van deze oefening ? Oefening : uitvoeren van rollenspelen in 3 tallen A en B voeren het gesprek, C observeert en geeft feedback. Wissel van rol. Kies een casus. Zorg ervoor dat iedereen aan bod komt om het gesprek te voeren Observeer aan de hand van de observatielijst gespreksstructuur en basishouding + observatieformulier gesprekstructuur, basishouding en actief luisteren Bespreek na per gesprek aan de hand van de observatiepunten Stel voor jezelf minstens één persoonlijk leerdoel op na deze cyclus van gesprekken
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
37
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.9 C Gesprek voeren en actief luisteren Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student heeft aan de hand van een praktijksituatie een gesprek gevoerd met een zorgvrager. Hij toont in dit gesprek interesse in de gezondheidsproblemen en vragen van de zorgvrager en - luistert actief en aandachtig. Bestudeer theorie over luisteren en luistervaardigheden (Boek Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg ) Lees het artikel over actief luisteren. Bestudeer het schema gespreksstructuur en basishouding Boek Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1: hoofdstuk 1 Het onderdeel gesprekstechnieken-luisteren School Nabespreking met docent 1.4 Begeleiden (C.D.R)
Activiteit 1 Vul onderstaande zin aan Een goede luisteraar:
Activiteit 2 Voer een gesprek met een zorgvrager in een rollenspel en oefen het toepassen van de gesprekstructuur, basishouding en actief luisteren Uitvoer in drietallen A.
Lezen Leest eerst de opdracht in zijn geheel door.
B.
Stel vast of voor alle groepsleden duidelijk is wat verwacht wordt
C.
Verdeel de rollen/uitvoering Twee van jullie spelen de onderstaande situatie in een rollenspel. Eén student is zorgvrager, één student is de verpleegkundige en één student observeert het rollenspel aan de hand van het observatieformulier (gespreksstructuur, basishouding en actief luisteren) en bespreekt zijn/haar bevindingen naderhand met de spelers. De observant is tevens tijdbewaker en stopt het spel na 10 minuten.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
38
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Casus Mevrouw Schouten (63) verblijft sinds 3 maanden op een revalidatieafdeling in een verpleeghuis. Zij heeft in juni 2009 haar rechteronderbeen gebroken, nadat ze van haar fiets is gevallen. Mevrouw was op weg naar haar vriendin, gleed met haar voet van de trapper en kwam ongelukkig ten val in de struiken. Ze is in het ziekenhuis geopereerd (er is een pin geplaatst) en werd na twee weken overgeplaatst naar revalidatieafdeling “de Berk” in een verpleeghuis. Het doel is dat mevrouw hier weer zelfstandig leert lopen. Mevrouw had gehoopt na 3 maanden weer naar huis te kunnen. De revalidatie verloopt echter minder spoedig dan verwacht. Ze zal nog minimaal 4 maanden moeten blijven. Mevrouw voelt zich erg teleurgesteld en verdrietig. Ze had zo graag met kerst thuis willen zijn. Ze mist haar kater Joop, haar dagelijks fietstochtjes met vriendinnen en haar lekkere stoel. Maar bovenal is mevrouw bang dat ze misschien nooit meer de “oude” wordt.
D. Nabespreking Na het rollenspel vertelt de observator wat hij heeft gezien aan de hand van het observatieformulier. E. Wisselen van rol Wissel hierna van rollen en voer het rollenspel opnieuw uit. Bespreek dit op dezelfde manier na.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
39
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.10 C Feedback geven en ontvangen (Taaltaak gesprekken voeren) Resultaat
De student: - kan de richtlijnen van feedback geven en ontvangen benoemen en toepassen in oefensituaties - heeft geoefend met geven en ontvangen van feedback. Praktische voorbereiding Vooraf theorie bestuderen. Pen en 1 A 4. Theorie Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1 H3 Interactie met de zorgvrager, Locatie School Evaluatie Nabespreking met de docent. Werkproces/competenties 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C.D.R). Activiteit : Je gaat onder begeleiding van een docent oefenen met het geven en ontvangen van feedback . Werkwijze : -
Lees de theorie over feedback geven en ontvangen. Lees praktijksituatie 2 uit je boek en beantwoord de vragen. Wissel je antwoorden uit met een groepsgenoot. Kijk na met behulp van het antwoordmodel van ThiemeMeulenhoff Workshop: verschillende oefeningen met geven en ontvangen van feedback onder begeleiding van een docent.
Oefening 1 : Feedback op een papier schrijven ( klassikaal) Plak op je rug een vel papier (A 4). Loop rond en schrijf bij elke medestudent positieve feedback op dit papier. Aan het eind van de 10 minuten kijk je welke feedback je gekregen hebt van je medestudenten. De feedback wordt met elkaar uitgewisseld in een kringgesprek. Oefening 2 : Het kwaliteitenspel Spelregels: Schud de kaartjes en leg ze op een stapeltje met de tekst naar onder. Neem om de beurt een kaartje met een kwaliteit en lees de eigenschap voor aan de gehele subgroep. Zeg daarna: - aan wie je dit kaartje met deze eigenschap geeft (begin met “IK”) - waarom je dit kaartje aan die persoon wilt geven - geef een positieve lading aan je feedback
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
40
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Voorbeeld: “Ik geef het kaartje ‘kritisch’ aan jou, omdat je tijdens de les op een prettige manier kritische vragen stelt over de lesstof. Door jou kritische vragen blijf ik beter bij de les en begrijp ik beter hoe het spijsverteringskanaal werkt”. De persoon die dit kaartje krijgt luistert actief en laat de ander uitspreken. Deze regel geldt ook voor het andere groepslid. De persoon die dit kaartje krijgt, mag vervolgens op rustige wijze een reactie geven: - je mag om verduidelijking vragen - je mag vertellen wat je ervan vindt om dit kaartje te krijgen (prettig, niet prettig, herkenbaar, niet herkenbaar, onterecht etc.) - je mag aangeven hoe je vindt dat de feedback gegeven is. Ga door tot alle kaartjes vergeven zijn! Bespreek tenslotte de volgende vragen, ook in je subgroep - Hoe was het om feedback te geven? - Hoe was het om feedback te ontvangen? - Welke kaartjes heb je gekregen, wat zegt dat? - Je moet nu een top 5 samenstellen, welke 5 kaartjes kies je? Leg ze rechts van je neer. - En welke 5 kaartje kies je niet! Leg deze links van je neer. - Welk kaartje geef je aan een andere student ? Leg dit kaartje bij die persoon op tafel. Speel het spel nogmaals en oefen dan ook met de “vervormingen ”de kaartjes voor negatieve feedback. Oefening 3: Oefen in 3 tallen met de volgende casus . A en B voeren het gesprek en C geeft feedback met behulp van het feedbackformulier: feedback geven en ontvangen Wissel van rol. Casus Je loopt sinds drie weken als beginnend verpleegkundige stage in een verpleeghuis. Je ergert je ontzettend aan Justine, een gevorderd verpleegkundige, die ook bij jou op de afdeling stage loopt. Je hebt het gevoel dat Justine vindt dat je nog veel moet leren. Natuurlijk is dat ook zo, maar dat zij daarom ongevraagd commentaar levert op dingen die jij doet en jij zegt, gaat je te ver. Ook erger je je eraan dat ze heel precies wil weten waarom jij iets zus of zo oplost. Ze is jouw begeleider niet en daarom vind je het vervelend hoe zij zich tegenover jou opstelt. Maar nu is de helemaal maat vol. Vanochtend hielp je meneer van Straaten met zijn verzorging. Hij wil graag Theo genoemd worden en dat doe je dus ook. Plots stak Justine haar hoofd door het ‘gordijn’ om bits te zeggen dat het niet respectvol is om meneer van Straaten bij zijn voornaam te noemen. Je besluit Justine feedback te geven over haar gedrag.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
41
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.11 C Assertief reageren (Taaltaak gesprekken voeren) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student heeft geoefend met assertief reageren Bestudeer theorie over assertief reageren Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1 H1 Interactie met de zorgvrager, School Nabespreking met de docent. 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C.D.R)
Activiteit : Je gaat onder begeleiding van een docent oefenen met assertief reageren en schrijft naar aanleiding van het oefenen een reflectieverslag. Werkwijze: Beantwoord de volgende vragen : - Wat is het verschil tussen assertief, sub- assertief en agressief reageren? - Geef bij elk begrip 2 voorbeelden. Workshop onder begeleiding van een docent met de volgende oefeningen en geef elkaar feedback. Oefening 1: in 3 tallen Casus: Je werkt in een verpleeghuis. Het is de afspraak dat wie de koffiekan leegmaakt weer nieuwe koffie zet voor de collega’s die later komen. Soms heb je het gevoel dat je de enige bent die zich daaraan houdt. Vandaag zie je het zelf gebeuren: je collega maakt de kan leeg, net voor je neus, en loopt met haar koffie weg zonder nieuwe koffie te zetten. Verdeel de rollen en speel deze situatie 3x : je uit je klacht en Je stelt je non-assertief op. Je stelt je agressief op. Je stelt je assertief op. Beantwoord na afloop de volgende vragen : welk effect heeft het non-assertieve gedrag op het verloop van de situatie? welk effect heeft het agressieve gedrag op het verloop van de situatie/ welk effect heeft het assertieve gedrag ? wat voelt het prettigst in de rol van de klagende collega? wat voelt het prettigst in de rol van de collega die de klacht in ontvangst neemt? en waarom?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
42
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Oefening 2: oefen verder met de volgende situaties: Casus 1: Jouw begeleiding op je stageplek loopt niet zoals je dat zou willen. Vorige week is er ook als een gesprek uitgevallen met je werkbegeleider. Je vraagt om een nieuwe afspraak. Je krijgt te horen dat er geen tijd voor is, ze heeft het veel te druk . Casus 2: Je bent een bewoner aan het wassen, je bent nog lang niet klaar. Jullie hebben net een gezellig praatje over zijn kinderen. Een collega komt binnen en zegt: “Wij moeten gaan koffiedrinken,joh, laat meneer de Vries maar even liggen. Over een kwartiertje zijn we weer terug. Hoe reageer je assertief op deze situatie? Geef elkaar feedback met behulp van het beoordelingsformulier: assertief reageren.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
43
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2.12 Zelftest: communicatie en aandachtig luisteren Deze zelftest gaat over de relatie met de zorgvrager en hoe je hem professioneel benadert. Een relatie begin je en onderhoud je door te communiceren. Kennis over processen die een rol spelen bij communicatie kunnen helpen de communicatie te verbeteren Kijk de zelftest na met behulp van het antwoordmodel. Vraag 1. Aan communicatie zitten veel aspecten onder andere OMA, LSD en ODATT. Leg hieronder uit wat deze letters betekenen en waarom dit belangrijk is met betrekking tot de communicatie met de zorgvrager. 1a.
OMA
Uitleg OMA:
Dit is belangrijk omdat:
1b.
LSD
Uitleg LSD:
Dit is belangrijk omdat:
1c.
ODATT
Uitleg ODATT
Dit is belangrijk omdat:
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
44
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Vraag 2. Communicatie is het uitwisselen van informatie tussen mensen. Dit kan zowel verbaal als non-verbaal verlopen. Maar ook eenzijdig of tweezijdig. Leg de bovenstaande begrippen uit en geef een voorbeeld: 2a.
Verbale communicatie en een voorbeeld
Verbale communicatie is:
een voorbeeld:
2b.
Non-verbale communicatie en een voorbeeld
Non-verbale communicatie is:
een voorbeeld:
2c.
Eenzijdige communicatie en een voorbeeld
Eenzijdige communicatie is:
Een voorbeeld:
2d.
Tweezijdige communicatie en een voorbeeld
Tweezijdige communicatie is:
een voorbeeld:
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
45
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
1. Vul het onderstaande schema in en zet in de kolommen die van toepassing zijn een kruisje. Let op: er kunnen dus meerdere kruisjes geplaatst worden! Situatie a. Sander leest het verpleegkundig dossier b. Pim praat met Jeannette
verbaal
non-verbaal
eenzijdig
tweezijdig
c.
Een journalist interviewt een popster
d.
Maurits (4 jaar) praat met zijn beer, die hij ondertussen in zijn armen houdt
e.
Marije loopt van tafel weg en slaat de deur keihard dicht
f.
De verpleegkundige zegt tegen een collega, die haar wenkbrauwen fronst: ‘volgens mij begrijp je het niet’.
4.
Elk bericht of gesprek heeft een inhouds- en betrekkingsniveau. Leg uit wat dit is en geef van elk een voorbeeld
1.inhoudsniveau:
Voorbeeld:
2.betrekkingsniveau:
Voorbeeld:
5a.
Leg uit wat een referentiekader is
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
46
C BEGINNER 1415
5b.
MBO-Verpleegkundige
Waarom is het belangrijk dat je je verdiept in het referentiekader van de zorgvrager?
Je treft een zorgvrager huilend en helemaal overstuur aan. De reden hiervan is dat ze op weg naar haar huis, zojuist opgehaalde medicijnen heeft verloren. Het gaat onder meer om kalmerende medicijnen. Zij kan nauwelijks een woord uitbrengen, zo overstuur is ze.
6. Beschrijf in 3 zinnen wat je zegt of doet als je empathisch reageert op deze zorgvrager
................................................................................................................................................ .............................................................................................................................................. ............................................................................................................................................. 7a.
Leg het verschil uit tussen luisteren en actief luisteren
Luisteren is:....................................................................................................................... ...........................................................................................................................................
Actief luisteren is:................................................................................................................ ............................................................................................................................................ ............................................................................................................................................
7b.
Geef drie voorbeelden van situaties met een zorgvrager waarin actief luisteren gewenst is
1......................................................................................................................................... 2........................................................................................................................................ 3.......................................................................................................................................
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
47
C BEGINNER 1415
7c.
MBO-Verpleegkundige
Waaraan herken je een goede luisterhouding?
1......................................................................................................................................... 2........................................................................................................................................ 3....................................................................................................................................... 4......................................................................................................................................... 5........................................................................................................................................
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
48
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
3.1 C Oefenen met empathie en echtheid Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student kan in een oefensituatie empatisch reageren en echtheid laten zien. Bestudeer theorie over empathie en echtheid Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg thema 1 H1 Empathie Echtheid School Nabespreking in 3 tallen en met de docent. 1.4 Begeleiden (C.D.R).
Activiteit : Je gaat oefenen met de beroepsaspecten empathie en echtheid Empatisch reageren 1. Oefening in 3 tallen. Zoek de kaartjes met tekst (Tekst Kaartjes Empatisch reageren) Leg de kaartjes zo neer dat de tekst niet leesbaar is. Je gaat om beurten een kaartje pakken. Als je aan de beurt bent om een kaartje te pakken, heb je de rol van zorgvrager, een tweede heeft de rol van zorgverlener en een derde bewaakt de spelregels. Pak een kaartje en lees voor wat er staat. Nadat je de tekst hebt voorgelezen, reageert de zorgverlener op jouw uitspraak als zorgvrager. Hij probeert daarbij op een empathische manier te reageren op jouw uitspraak en jouw gevoel te verwoorden. 2. Oefening : in 3 tallen . Speel de volgende situaties na in een rollenspel. De verpleegkundige reageert empathische. Situatie 1 : Een vroegere collega vertelt je dat hij heeft ontdekt dat een zorgvrager stapels medicatie in zijn nachtkastje bewaart. Hij weet niet wat hij hiermee aanmoet en is hier vreselijk van geschrokken. Hij heeft er nog met niemand over gepraat, niet met de zorgvrager en ook niet met een collega. Situatie 2: Je treft een zorgvrager huilend en overstuur aan. De reden hiervan is dat ze op weg naar huis haar zojuist opgehaalde medicijnen heeft verloren. Het gaat onder meer om kalmerende medicijnen. Zij kan nauwelijks een woord uitbrengen, zo overstuur is ze. 3. Oefening : in 3 tallen De spreker vertelt aan de luisteraar een persoonlijke ervaring. Het gaat dus om een voorval dat je zelf hebt meegemaakt en dat bepaalde emoties bij je opriep. De bedoeling is dat de spreker over zijn ervaring vertelt en dat de luisteraar empatisch reageert . Het gaat er vooral om dat de luisteraar overbrengt dat hij de spreker begrijpt of probeert te begrijpen. De observator observeert het gesprek en let op de volgende zaken: - wat valt op aan de non-verbale communicatie van de luisteraar? Maakt hij nonverbaal duidelijk dat hij de spreker probeert te begrijpen, en hoe doet hij dat? - en hoe gaat dit op verbaal gebied? reageerde de luisteraar inderdaad empatisch?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
49
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Echtheid tonen Oefening : in 3 tallen Lees de volgende situatie en bespreek de vragen in een groepje. Je loopt stage in een verpleeghuis. Op de afdeling waar jij werkt, verblijven zorgvragers omdat zij problemen hebben op somatisch gebied. Mevrouw Dohmen ( 78) kan erg veel aandacht vragen. Als je eenmaal met haar aan de praat raakt, lukt het je nauwelijks om het gesprek af te sluiten zonder dat zij gaat mopperen dat er “nooit iemand tijd heeft” en “ze altijd maar aan haar lot overgelaten wordt.” Verder klaagt ze veel over haar medebewoners. Ze zijn volgens haar ongemanierd en onbeleefd, vooral tegen haar. Als je de huiskamer inloopt, roept mevrouw Dohmen je “Zuster, zuster, er is nu iets vreselijks gebeurd !!.” - Geef precies aan hoe jij in bovenstaande situaties zou reageren. Wat zou je zeggen en doen? - Beoordeel daarna of jouw reactie in deze situatie echt en eerlijk is. Motiveer je antwoord. - Wat houdt in deze situatie echtheid in ?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
50
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
3.2 C Empathie en echtheid Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student kan in een dialoog de aspecten empathie en echtheid beschrijven. Lees theorie over empathie en echtheid Boek : Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1 H1 Interactie met de zorgvrager School Nabespreking met docent. 1.4 Begeleiden (C.D.R)
Activiteit: Je gaat een dialoog herschrijven en de aspecten echtheid en empathie toevoegen. Werk AZXwijze : In tweetallen Lees in het boek de samenwerkingsopdracht “Dialoog schrijven” en herschrijf in tweetallen de dialoog. Vergelijk je uitwerking met een ander groepje Nabespreking onder begeleiding van docent.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
51
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
3.3 C Respect, normen en waarden Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces/competenties
De student kan de begrippen respect, normen en waarden beschrijven en bespreekbaar maken Bestudeer theorie over respect, normen en waarden uit het boek Begeleiden Boek Begeleiden: Thema 2: hoofdstuk 1: over respect, zoek de onderdelen op die betrekking hebben op respect, normen en waarden School Nabespreking met docent Kijk vraag 2 na met behulp van het antwoordmodel 1.4 Begeleiden (C.D.R.)
Activiteit : Je gaat oefenen met de begrippen respect, normen en waarden d.m.v. het spelen van een spel Werkwijze : 1. Maak drie “woordspinnen” van bovenstaande begrippen en kom met elkaar tot een bruikbare definitie. 2. Beantwoord de vragen 1. Wat zijn waarden? Geef drie voorbeelden. 2. Wat zijn normen? Geef drie voorbeelden. 3. Leg in je eigen woorden uit dat waarden, normen en gedrag elkaar beïnvloeden. 4. Betekent respect voor de zorgvrager dat je alles van hem accepteert? Wat zou een reden kunnen 3. Voer onder begeleiding van de docent de samenwerkingsopdracht (boek Begeleiden) uit en beantwoord de vragen van de evaluatie. Wissel klassikaal je antwoorden uit. Wellicht is de uitkomst hiervan bruikbaar voor het formuleren van een persoonlijk leerdoel.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
52
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
3.4 C Omgaan met grenzen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student: - heeft geoefend in het aangeven van grenzen - heeft ontdekt wat het effect is op de ander, als hij een grens aangeeft - kan zijn eigen grenzen benoemen Vooraf theorie bestuderen Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg H1 Interactie met de zorgvrager School Nabespreking klasgenoten en docent 1.4 Begeleiden (C.D.R)
Activiteit: Je gaat oefenen in het aangeven van je grenzen. Ontdekt wat het effect is op de ander als jij een grens aangeeft: welk effect hebben je houding en stem? Werkwijze: 1. Oefening : Uitvoering in tweetallen: Onderdeel 1 A Loopt rustig naar B. B zegt stop als hij vindt dat A dicht genoeg bij is. Wissel van rol. Nabespreking: Kijk welke afstand er is, of je bij het omdraaien van de rollen verschillen ziet. Hoe is er aangegeven dat het dicht genoeg bij was? Onderdeel 2 Hetzelfde, alleen loopt A nu na het stopwoord door en stopt pas als hij ervan overtuigd is dat hij moet stoppen. Wissel van rol. Nabespreking: Wanneer wordt er nu gestopt, wat is de afstand, wat maakte dat A stopte, was het toon, houding, was B overtuigend genoeg? 2. Oefening : verzoek weigeren. Uitvoering: in tweetallen uitvoeren. Voor oefening 1 en 2 andere partner kiezen. Tijdens de oefening allebei de rol oefenen, niet met een andere persoon. A vraagt allerlei zaken aan B om te lenen, zien, gebruiken etc. B weigert steevast met “Nee, dat wil ik niet, omdat….” Nu vraagt A hetzelfde, maar gaat erom zeuren, bedelen, smeken, inspelen op gemoed, chanteren etc. Nabespreking: is het verzoek ingewilligd? Op welk moment, waarom wel/ niet. Waar lag dat aan?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
53
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Grenzen aangeven, hoe doe je dat? Grensoverschrijdend gedrag van een collega of zorgvrager hoef je nooit te accepteren. Het is belangrijk duidelijk je grenzen aan te geven en de zorgvrager of college te vertellen wat je niet wilt. Wees duidelijk welk gedrag wel/niet toelaatbaar is en dat er grenzen zijn aan de zorgplicht Hoe doe je dat, grenzen aangeven? 1. Laat rustig en duidelijk horen dat je iets niet wil of gedrag niet accepteert. 2. Gebruik de ik vorm Ik vindt het niet prettig als u een arm om me heen slaat Ik wil niet dat u me aanraakt tijdens de verzorging Ik ben niet gediend van uw gedrag Ik accepteer niet dat u tegen me schreeuw 3. Geef evt. een reden, of geen een alternatief 4. Benoem de consequenties als de ander niet stopt (stopzetten van de zorg) 5. Maak er geen lang verhaal van Ben je niet duidelijk; dan stopt het gedrag niet, dan doe je misschien dingen die je niet wilt en/of overkomen je dingen die je vervelend vindt. Uitgangspunten die voor jouw van belang zijn Het grensoverschrijdend of ongewenste gedrag moet stoppen Bedenk van te voren wat je doet in dergelijke situatie Bespreek dergelijke situaties met je collega’s en leidinggevende Registratie van grensoverschrijdend gedrag Activiteit Grensoverschrijdend gedrag of niet? Gaan de volgende situaties voor jou te ver of niet? Als het van bepaalde zaken afhangt, schrijf dan op waarvan het afhangt. 1. Een zorgvrager met een verstandelijke beperking, wil je bij het bed brengen een zoen op je wang geven 2. Een manlijke zorgvrager in het ziekenhuis vraagt je zijn been te masseren met olie 3. Een psychiatrische zorgvrager grijpt je vast op de gang 4. Een verpleeghuisbewoner wil je dat even bij hem op bed komt zitten 5. In de thuiszorg wil een kind van vier jaar uit nieuwsgierigheid jouw borsten zien 6. Een zorgvrager in het ziekenhuis, vraagt of hij/zij na ontslag een keer met je kan afspreken in de kroeg. 7. Een psychiatrische zorgvrager vraagt waar je woont, omdat hij/zij jou graag een vakantie kaart wil sturen 8. Een zorgvrager in het ziekenhuis maakt seksueel getinte opmerkingen 9. Een zorgvrager met een verstandelijke beperking wil graag voor het slapen gaan een half uur de tijd om te masturberen 10. Een psychiatrische zorgvrager ontvangt bezoek op zijn kamer en vraagt aan jou een condoom Tip: bekijk de video “intieme grenzen” : http://www.youtube.com/watch?v=Csb27LK4enk&feature=related Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
54
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
3.5 C Beroepsgeheim Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces/competenties
De student heeft kennis van het beroepsgeheim en de gevolgen voor het verpleegkundig handelen Lezen theorie Boek: begeleiden van zorgvragers Thema 3 H 5 Beroepsgeheim School Kijk vraag 4 en 5 na met behulp van klasgenoten en het antwoordmodel van ThiemeMeulenhoff. Kijk vraag 2 en 3 na met behulp van het antwoordmodel 1.4 Begeleidt de zorgvrager C begeleiden D aandacht en begrip tonen
Activiteit Je gaat je verdiepen in het beroepsgeheim en de beroepscode en de gevolgen voor het verpleegkundig handelen Werkwijze : 1. Verklaar de volgende begrippen: - beroepsgeheim - zwijgplicht - verschoningsrecht - strafrecht - tuchtrecht - civielrecht - in welke wetten staan er passages beschreven over geheimhouding in de gezondheidszorg? 2. Beantwoord de volgende vragen( de antwoorden kun je vinden bij ondersteunend materiaal) - Kun je volgens jou het beroepsgeheim vergelijken met iets dat je vriend(in) je in vertrouwen vertelt en dat je als geheim moet beschouwen? Leg uit . - Heb je ten opzichte van collega’s hetzelfde geheim te houden als ten opzichte van vrienden? - Hoe zwaar til jij aan het beroepsgeheim? Motiveer je antwoord. - Vind jij het gemakkelijk of moeilijk om een geheim te bewaren? Waarom? 3. Hier volgen 3 korte situaties die te maken hebben met het beroepsgeheim. Geef per situatie aan of er goed omgegaan wordt met het beroepsgeheim. A. Pascal komt thuis van zijn eerste BPV-dag en zijn moeder vraagt hem hoe deze dag is verlopen. Hij antwoordt; “Leuk, maar verder hoef je niets te vragen, want ik heb een beroepsgeheim.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
55
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
B. Conny vertelt haar collega: ’Soms weet ik niet wat ik moet zeggen tegen meneer Laren als hij zo stilletjes in een hoekje zit. Hij lijkt dan met zijn gedachten zo ver weg……….Ik vraag me af of hij er wel behoefte aan heeft om daarin te worden gestoord”.
C. Marion, verzorgende, vertelt op een feestje dat de vroegere burgemeester van het dorp kortgeleden is opgenomen in het verpleeghuis waar zij werkt. “Hij is zo dement als een deur. Jullie weten wel dat hij vroeger de mond vol had van waarden en normen. Moet je hem nou eens horen, hij loopt de hele dag te schelden en te vloeken.” 4. Maak praktijksituatie 1 en 2 vergelijk je antwoorden met een medestudent. 5. Maak de vragen van de kennisopdracht. 6. Voer de samenwerkingsopdracht uit.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
56
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
4.1 C Persoonlijke en functionele relatie Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student kan uitleggen wat het verschil is tussen een persoonlijke en een functionele relatie. Vooraf theorie bestuderen Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg H1 Interactie met de zorgvrager School Nabespreking met docent 1.4 Begeleiden (C.D.R.)
Activiteit : Je gaat het verschil onderzoeken tussen een persoonlijke en een functionele relatie Werkwijze : Kenmerken van een persoonlijke relatie zijn (vul aan): ...………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ...………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Voorbeelden: 1...……………………………………………………………………………………………………… 2.………………………………………………………………………………………………………… 3……........……............................................................................................................................
Kenmerken van een functionele relatie zijn (vul aan): ...………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ...………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
57
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Voorbeelden: 1...……………………………………………………………………………………………………… 2.………………………………………………………………………………………………………… 3……........……............................................................................................................................
Lees het onderstaande praktijkvoorbeeld:
Mevrouw Elmers verblijft sinds 3 maanden in het verpleeghuis met als doel te revalideren. In toenemende mate maakt zij zich ongerust. Zal ze ooit nog naar huis kunnen? Hoe lang gaat het nog duren? Is er nog wel vooruitgang mogelijk nu ze vorige week ook nog gevallen is? Haar man , die naast zijn drukke werk in een meubelzaak ook nog de kinderen moet verzorgen , heeft ook al eens gezegd : ‘Ik wou dat je weer thuis was. Het groeit mij een beetje boven het hoofd al die drukte. Dit zit mevrouw Elmers behoorlijk dwars. Ze probeert er met een verpleegkundige, Tamar, over te praten. Tamar zegt; “Kom, kom, mevrouw, het valt allemaal wel mee!. Ik heb uw man gisteren bij het bezoek gezien. Hij lijkt mij iemand die van aanpakken weet. Dat moet ook wel met een eigen zaak, zou ik zeggen. Over hem hoeft u zich geen zorgen te maken, uw man redt zich heus wel. Beantwoord de volgende vragen: -
Bestaat er tussen Tamar en mevrouw Elmers een functionele samenwerkingsrelatie? Leg uit. ...…………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
-
Wat vind jij van het gedrag van de verpleegkundige? ...…………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Lees ook het volgende praktijkvoorbeeld: Verpleegkundige Zenet zegt tegen een collega; “Ik heb een collega aan wie ik echt een hekel heb. Ze kijkt me voortdurend op de vingers en controleert wat ik doe of van plan ben om te gaan doen. Ik heb soms het idee dat ze zit te wachten totdat ik een fout maak. Ik probeer nu sinds 2 weken zoveel mogelijk te voorkomen dat ik samen met haar een dienst heb. Want ik weet zeker dat wanneer ik haar te veel zie ik ontzettende ruzie met haar krijg. -
Is hier sprake van een functionele samenwerkingsrelatie? Leg uit. ..……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ..............................................................................................................................................
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
58
C BEGINNER 1415
-
MBO-Verpleegkundige
Vind je dat Zenet op de juiste wijze met deze collega omgaat? ...…………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
-
Hoe zou jij deze situatie aanpakken? ...…………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
-
Hoe voorkom jij tijdens het werken met zorgvragers dat je relaties met hen te persoonlijk worden en het functionele karakter van de relatie verloren gaat? Bedenk verschillende mogelijkheden. ...…………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Wissel je antwoorden uit met een medestudent
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
59
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
4.2 C Samenwerken in de zorg Resultaat
De student kan uitleggen wat onder goede samenwerking wordt verstaan; Praktische voorbereiding Zoekt informatie op via internet of boek. Theorie Boek Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema 1 H1Interactie met de zorgvrager Locatie School Evaluatie Nabespreking met docent Werkproces/competenties 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C.D.R)
Activiteit 1:
Samenwerken
Beantwoord de vragen over samenwerken 1. Geef een omschrijving van het begrip samenwerken 2. Geef uit eigen ervaring eens een voorbeeld waarin: - geen sprake was van een goede samenwerking - wel sprake was van een goede samenwerking 3. Samenwerken is een middel om doelen te bereiken. Geef eens een aantal voorbeelden van doelen die je in je eentje niet kunt bereiken. 4. Bij verschillende werkzaamheden heb je een keuze: of je doet ze alleen, of je doet ze samen met anderen. Geef bij de volgende werkzaamheden aan of je ze liever alleen doet of liever met anderen. Motiveer je keuze kort: - een bed opmaken - een werkstuk maken - je band plakken - een interview houden met een verpleegkundige - een zorgvrager wassen Activiteit 2: Onderzoek wat belangrijk is bij samenwerken. Beantwoord de volgende vragen: 1. welke verschillende aspecten kun je bij samenwerken onderscheiden? 2. met wie moet je in de praktijk allemaal samenwerken? 3. welke overleg vormen zijn er? 4. welke zijn formeel en welke informeel? 5. welke drie fases kent een overleg? 6. welke vragen kom je tegen in een formeel overleg?.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
60
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
4.3 C Afspraken maken met zorgvragers Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces/competenties
De student kan het belang beschrijven van het maken van afspraken met zorgvragers en zich houden aan afspraken Lees de theorie over het maken van afspraken met zorgvragers Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg Thema H2 Interactie met de zorgvrager: Afspraken maken met zorgvragers Afspraken nakomen, gedragsregels Werkbare afspraken maken, gelijkwaardigheid, nut en doel School Kijk de praktijksituaties en de kennisopdracht na met het antwoordmodel van ThiemeMeulenhoff Observatielijst: het maken van afspraken en elkaar houden aan afspraken 2 ingevulde observatielijsten 1.4 Begeleiden (C.D.R)
Activiteit : Je gaat je verdiepen in het belang van het maken van afspraken en maakt in een subgroep een observatielijst. Werkwijze: 1. Je maakt in tweetallen de vragen bij praktijksituaties 1, 2 en 3 (afspraken met zorgvragers). Wissel je antwoorden uit met een ander duo. 2. Maak in hetzelfde hoofdstuk de kennisopdracht 3. Maak in een subgroep een observatielijst met observatiecriteria waarmee je het maken van afspraken en het elkaar houden aan afspraken in verschillende studiegroepen kunt observeren. Vraag feedback over deze lijst aan een ander groepje, verwerk de feedback 4. Vul deze lijst in tijdens het werken in 2 subgroepen
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
61
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Observatielijst: het maken van afspraken en elkaar houden aan afspraken Student:……………………………………………………………………Groep……………………. Beoordelaar:………………………………………………………………Datum…………………….
Ja Observatiecriteria
Het maken van afspraken
1.
2.
3.
4.
5.
Elkaar houden aan afspraken
1.
2.
3.
4.
5.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
62
Soms Nee
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
4.4 C Samenwerkingsoefeningen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
Activiteit 1:
De student heeft de samenwerkingsopdrachten uitgevoerd Theorie doorlezen, internet opzoeken Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg H1 Interactie met de zorgvrager, School Nabespreking met de docent. 1.4 Begeleidt een zorgvrager. (C.D.R.)
Vierkanten
Voer de oefening “vierkanten” uit in groepjes van vijf Uitvoering: in groepjes van vijf Vorm groepjes en zorg ervoor dat 1 persoon in de groep observeert en zo nodig corrigeert als zij zich niet aan de spelregels houden. Zet de tafels en stoelen zo neer (= téén aan téén) 1 3
2 4
Elke groep krijgt een vier enveloppen met daarin stukjes karton. Jullie opdracht is om met die stukjes karton vier gelijke vierkanten van dezelfde grootte te vormen. De opdracht is goed volbracht als jullie alle vierkanten hebben gemaakt volgens de spelregels Spelregels 1. Je mag niet met elkaar praten 2. Je mag op geen enkele manier – ook niet non-verbaal – een ander om een stukje karton vragen 3. Je mag stukjes karton aan de ander geven, maar je mag geen stukjes karton bij een ander wegpakken 4. Je mag bij de stukjes karton die je weggeeft, deze niet inpassen in de puzzel van de ander. Observatiepunten - Wie is meteen al bereid om stukjes karton weg te geven? - Wie doet dat als laatste? - Hoe lang duurt het voordat de deelnemers op puzzels van anderen gaan letten - Hoe lang duurt het voordat de groep echt begint samen te werken - Wat doen deelnemers als hun puzzel klaar is? Leunen ze achterover? Zo ja, hoe lang? - Komen ze weer in actie? Waardoor? - Wie raakt gefrustreerd? Hoe uit zich dit? Hoe reageren de anderen daarop? Evaluatie maximaal 5 minuten De observator bespreekt de observatiepunten met het groepje.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
63
C BEGINNER 1415
Activiteit 1:
MBO-Verpleegkundige
Een dagje uit
Voer de samenwerkingsopdracht uit “een dagje uit” Uitvoering: in groepjes van vijf Vorm groepjes en zorg ervoor dat 1 persoon in de groep observeert. Stel met je groepje een programma voor een dagje uit vast. Spelregels 1. Je hebt 30 minuten de tijd om een programma samen te stellen 2. Een groepslid is observator, de anderen vormen een feestcommissie 3. Het dagje uit is bedoeld voor de hele klas 4. Jullie stellen het programma voor deze dag samen vast 5. Je hebt de beschikking over een gratis bus 6. Daarnaast heb je per deelnemer een budget van 20 euro Stel in overleg het programma samen en schrijf dat (inclusief de tijdstippen waarop een en ander plaatsvindt) op een flap. Observatiepunten - Hoe wordt er een begin gemaakt? - Wie komt of komen er met ideeën? - Wat wordt er met deze ideeën gedaan? Hoe wordt er op gereageerd? - Wie neemt of nemen er besluiten? - Hoe wordt het besluit of de besluiten genomen? - Hoe wordt er door iedereen samengewerkt? - Hoe is de sfeer waarin gewerkt wordt? - Is het doel bereikt? Evaluatie maximaal 10 minuten De observator stopt de tijd na 30 minuten en bespreekt met het groepje haar observatiepunten
Klassikaal maximaal 10 minuten De opdracht wordt klassikaal nabesproken Er wordt aandacht besteed aan de ervaringen van de commissieleden, het resultaat (het programma) en wat de observatoren hebben gezien.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
64
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
4.5 C Onderhandelen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student kan aangeven wat het belang is om te kunnen onderhandelen in een samenwerkingsrelatie met anderen en oefent hiermee. Theorie doorlezen, internet opzoeken Boek: Ondersteunen bij verpleegkundige basiszorg H1 Interactie met de zorgvrager, School Nabespreking met de docent. 1.4 Begeleidt een zorgvrager. (C.D.R.)
Activiteiten: Je gaat oefenen met onderhandelen Werkwijze: 1. Individueel: Lees de volgende uitspraken en geef aan met welke jij het eens of oneens bent. Kies 3 uitspraken waar jij het meest mee eens bent.
1 2 3
4 5 6 7 8
9 10
Uitspraak Onderhandelen is geven en nemen Bij onderhandelen bereik je het meest als je hoog inzet Een onderhandeling is alleen geslaagd als je er zelf een goed gevoel over hebt, als jouw doel bereikt is Bij onderhandelen is het niet verstandig om van tevoren te bedenken tot hoever je wilt gaan Bij onderhandelen moet je goed naar de andere partij luisteren Onderhandelen is alleen maar een strategie om je doel te bereiken Als je niet bereid bent de andere partij tegemoet te komen, kun je net zo goed niet onderhandelen Bij onderhandelen moet je scherp opletten op de argumenten die de ander gebruikt, zodat je hem/haar onderuit kunt halen Bij onderhandelen moet je goed op het gezamenlijke belang letten Voordat je gaat onderhandelen, moet je goed nadenken over wat je wilt bereiken
Eens /oneens
2A.
Vorm groepjes van 4 en bespreek deze uitspraken. Probeer samen tot een overzicht te komen van de 3 meest ware uitspraken, onderhandel hierover.
2B.
Bespreek hoe de onderhandelingen verliepen: wat ging goed, wat kon beter, je eigen rol , zijn jullie het wel of niet eens geworden met elkaar , hoe kwam dit ? Lees de 5 gespreksfasen door: streven naar win-win situatie )
3.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
65
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
a. Voorbereiding : hoe ga ik mij opstellen, wat wil ik bereiken, wat is mijn ‘wisselgeld’- maar ook : inleven in de belangen van de ander, de ander inschatten, wat wil de ander bereiken . b. Opening : “ social talk” , positieve sfeer, informeel begin, hoe gaat het met de zorgvrager?( doorvragen hierop) c. Informatiefase: leg het doel van het gesprek uit, ( heeft de zv. dit begrepen? Vertel wat er aan de hand is volgens jou, herkent de zorgvrager dit, ga hierop door, )uitwisseling van eisen, standpunten d. Onderzoeksfase: vragen stellen, doorvragen( wat wil de zv precies ) en wat wil jij? wat zijn de mogelijkheden? e. Onderhandelingsfase: geven en nemen, loven en bieden bijv. Als jij .......dan doe ik ............ f.
Compromis en afsluiting
Bedenk een voorbeeld uit je stage waarbij er onderhandeld werd met een zorgvrager of een situatie waarbij je zelf hebt onderhandeld. Herken je de bovenstaande fasen? 4.
Oefen in een groepje van 3 met het voeren van een onderhandelingsgesprek. A en B voeren het gesprek en C observeert op : de fasen van het gesprek en het inzetten van gesprekstechnieken( o.a. LSD)
Maak gebruik van situaties uit je eigen praktijk (zorgvrager of collega)
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
66
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
5.1 C Seksualiteit intimiteit 1 Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student heeft een gesprek gevoerd met medestudenten over het omgaan met seksualiteit en intimiteit in de zorgverlening. Lezen theorie. internet Boek: begeleiden van zorgvragers thema 3 H2 School Reflectieverslag n.a.v de uitgevoerde activiteiten 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C.D.R.)
Activiteit: Je gaat met elkaar in gesprek over het omgaan met intimiteit en seksualiteit in het contact met de zorgvragers en schrijft een reflectieverslag Werkwijze; 1. Formuleer zo nauwkeurig mogelijk wat jij verstaat onder: o
intimiteit
o
seksualiteit
Vergelijk de eigen formulering met die van anderen. Zoek de betekenis in het woordenboek op. Noteer de verschillen en beschrijf welke factoren van invloed zijn op de verschillende visies. Neem de uitkomsten mee naar de workshop. 2. Lees de casussen. Casus van meneer Hamers. Meneer Hamers beklaagt zich over zijn kamergenoot. Volgens hem is de kamergenoot, meneer Kil twee keer per dag bezig met zelfbevrediging. Dit feit stoort hem enorm. Hij kan er niets aan doen dat hij het merkt, omdat hij nogal onrustig slaapt. Met zijn kamergenoot (die kennelijk niet in staat is zich te beheersen, aldus meneer Hamers) wenst hij hierover niet te praten. Casus mevrouw Vis. Mevrouw Vis heeft een uitgebreid en behoorlijk gecompliceerd verhaal verteld over de slechte seksuele relatie die zij met haar man heeft. Het zat haar kennelijk behoorlijk dwars. Je weet daarentegen echter ook niet wat je ermee moet, want je hebt nog nauwelijks ervaring met het praten over seksualiteit. Casus meneer Costen. Meneer Costen weet niet meer waar hij het zoeken moet. Hij was altijd al bang dat hij tijdens het wassen een erectie zou krijgen. Hij ligt al een tijd op de ziekenboeg van een psychiatrische instelling en ondanks het feit dat hij bepaald geen seksuele verlangens koestert jegens iemand van het personeel, overkwam het hem gisteren. De verpleegkundige reageerde daar nauwelijks op, maar vandaag verscheen er een mannelijke verpleegkundige om hem te verzorgen. Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
67
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Beantwoord de volgende vragen en neem deze mee naar de les. - Geef je mening over elke casus. - Vind je dat de verpleegkundige in de diverse situaties een bijdrage zou kunnen of moeten leveren? Zo ja, waarom? Over welke bijdrage heb je het dan? Zo nee, waarom niet? - Bespreek jouw mening met anderen en tracht met een mogelijke aanpak voor de problemen te komen 3. Ga voor jezelf na, welke onderstaande uitspraken/handelingen voor jou toelaatbaar zijn. Is het acceptabel of niet? Vul individueel en anoniem het formulier in. Bij punt 20 kun zelf een uitspraak/situatie beschrijven, waarvan je denkt dat je die als zorgverlener tegen kunt komen of waarvan je graag de mening wilt horen van anderen. Lever het ingevulde formulier in bij de docent. De uitkomst wordt in de groep besproken. uitspraak
acceptabel
1
De zorgvrager pakt je hand vast.
2
De zorgvrager geeft je een handkus”
3
De zorgvrager geeft je een “aai” over je bol.
4
De zorgvrager wil je iets vertellen, maar voordat hij/zij dat doet moet je beloven dat je het voor jezelf houdt
5
De zorgvrager zegt dat je er leuk uitziet.
6
De zorgvrager “streelt” je in het gezicht.
7
De zorgvrager, die 4 maanden op e afdeling heeft gelegen en met wie je een goede functionele relatie hebt gehad, vraagt jou op de dag van ontslag om een keertje uit te gaan.
8
De zorgvrager geeft je een schouderklopje.
9
Je collega slaat beide armen om een zorgvrager heen, als die in huilen uit barst.
onacceptabel
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
68
Totaal score
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
uitspraak
acceptabel
10
Een bedlegerige zorgvrager vraagt jou de nieuwste playboy te kopen.
11
De zorgvrager knijpt je in je bil.
12
De zorgvrager legt, terwijl je hem/haar helpt met draaien op bed, een hand op je bil
13
De zorgvrager geeft je een kus op de wang.
14
De zorgvrager vraagt: “wat ga je vanavond gaat doen”?
15
De zorgvrager merkt op, “dat je zo lekker ruikt”.
16
De zorgvrager vertelt een schuine mop.
17
De zorgvrager ligt tijdens het bezoekuur samen met partner in bed.
18
De zorgvrager vraagt of je een partner hebt.
19
De zorgvrager masturbeert op zijn/haar kamer.
onacceptabel
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
69
Totaal score
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
5.2 C Seksualiteit intimiteit 2 Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student kan de problemen rondom seksualiteit en intimiteit in de zorgverlening benoemen. Lezen theorie Boek: begeleiden van zorgvragers thema 3 H2 School Klassikale nabespreking Reflectieverslag 1.4 Begeleiden een zorgvrager C.D.R.
Activiteit: Je voert een discussie over het omgaan met intimiteit en seksualiteit in het contact met de zorgvragers en grenzen hierbij. Werkwijze: 1. Discussieopdracht: Seksualiteit en intimiteit. Instructie: Vorm een subgroep van ongeveer 5 personen. Lees allereerst de gehele opdracht door. Kies een discussievorm. Benoem een discussieleider, die ervoor zorgt dat: iedereen zijn/haar eigen mening naar voren kan brengen. naar elkaar geluisterd wordt. de tijd bewaakt wordt. alle stellingen aan bod komen. in het kort de naar voren gekomen argumenten (voor/tegen) worden genotuleerd. Discussieer met elkaar over de stellingen. Kies 1 persoon die namens de subgroep, deel zal nemen aan de open stoel discussie in de gehele groep. Evalueer de samenwerking in de subgroep. Stellingen 1. Seks is niets voor oude of zieke mensen. 2. Met de seksualiteit van zorgvragers heb ik als verpleegkundige niets te maken. 3. Als een zorgvrager wil, maar niet kan masturberen, moet ik als verpleegkundige hem of haar daarbij helpen. 4. Door een relatie met een zorgvrager, breng ik de kwaliteit van zorg in gevaar. 5. Vrouwelijke verpleegkundigen zijn in hun voordeel m.b.t. de begeleiding op het gebied van seksualiteit, omdat zij meer vertrouwd zijn met uiten van warmte en intimiteit. 6. Als een zorgvrager er zelf niets over zegt, kun je het onderwerp seks het best laten rusten. 7. Bij een (langdurige) opname moet het mogelijk zijn om een intieme c.q. vertrouwelijke sfeer te creëren voor de zorgvrager en zijn partner. 8. Formuleer zelf een stelling!
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
70
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
2. Kringgesprek over thema seksualiteit en intimiteit. Werkwijze: onder begeleiding van de docent Maak van onderstaande stellingen/vragen kleine briefjes, vouw ze op en verzamel ze in een hoed/pot/vaas/doos of iets dergelijks De groep neemt plaats in de kring en de eerste deelnemer pakt een “lootje” Deelnemer leest de stelling voor en het voorlezen ontstaat een korte discussie. Als alle lootjes op zijn en besproken zijn, sluit de docent de les af. Stelling: - Iedere bewoner moet elk moment, wanneer hij dat wil zich terug kunnen trekken op de eigen kamer. Er mogen geen beperkingen worden opgelegd. Stelling: - Elke bewoner moet zijn kamer kunnen inrichten zoals hij dat wil. Hieraan mogen geen beperkingen worden opgelegd Stelling: - Elke bewoner moet de mogelijkheid hebben op zijn eigen kamer ongestoord bezoek te ontvangen. Als dat bezoek wil blijven slapen moet dat ook mogelijk zijn Stelling: - Wanneer een bewoner op zijn kamer is, moet je kloppen en wachten op antwoord voordat je de kamer binnengaat. Vraag : Als je mensen verpleegt en verzorgt, zul je te maken krijgen met seksualiteit en intimiteit. Op welke manieren krijg je hiermee te maken? Vraag : Leg uit: uit de zorgvuldigheid hoe je omgaat met seksualiteit en intimiteit, blijkt hoe je omgaat met macht. Vraag: Stel: je werkt in een revalidatiecentrum voor mensen met een lichamelijke handicap: Telkens als je Jos (23 jaar) helpt bij het douchen, merk je schaamtegevoelens. Wat doe je in de situatie? Stelling: - Seksuele gedachten en gevoelens zijn vrij, omdat niemand er schade door ondervindt, zolang het slechts bij gedachten blijft. Stelling: - Het is in geen geval toegestaan om seksuele handelingen te verrichten in welke vorm dan ook in een zorgvrager-hulpverlenerrelatie. Vraag : Sommige mensen hebben angst voor intimiteit, hoe merk je dat? Vraag : Leg uit: de begeleiding van zorgvragers bij intimiteit staat niet los van jezelf. Leg deze zin uit. Vraag : Een mannelijke zorgvrager vraag je in het ziekenhuis zijn been te masseren. Wat doe je? Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
71
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Vraag: Een psychiatrische zorgvrager grijpt je vast op de gang. Wat doe je? Vraag : Een verpleeghuisbewoner wil dat je even bij hem op bed komt zitten. Wat doe je?
3. Carrouselspel seksualiteit en intimiteit. Hieronder volgen 8 vragen/ opdrachten per subthema. Maak groepjes van 3 a 4 personen en maak 8 “stations”. Knip de opdrachten uit en leg er 1 bij elk station. De docent bewaakt de tijd. Na bv. 15 min wordt er “doorgedraaid “zodat elk groep bij elke opdracht is geweest. Resultaat van het spel; inzicht in eigen waarden en normen t.a.v. seksualiteit en intimiteit Opdracht 1 Ga naar de internetsite www.nu91.nl. Klik vervolgens nieuws/ persberichten/ hiertrekikmijngrens.nl aan. Lees de ervaring van 24 jarige HBO- V stagiaire. Wat vind je van deze situatie? Waarom horen het uitvoeren van seksuele handelingen niet tot het takenpakket van de verpleegkundige? Opdracht 2 1. In welke (dagelijkse) situaties wil jij privacy? (denk aan bv. naar toilet gaan, tijdens het douchen) 2. Denk je dat bewoners in een verpleeghuis ook voldoende privacy hebben? 3. Wat ga jij in de uitvoering van je werk allemaal doen om de bewoners in de stage instelling voldoende privacy te bieden?
Opdracht 3 Mevrouw Schouten heeft de ziekte MS en woont op de afdeling in het verpleeghuis waar jij stage loopt. Ze kan niet meer kan lopen en heeft een slechte arm/ hand functie. Ze vertelt jou dat ze graag weer eens met een man zou willen vrijen. 1. Wat vind jij van deze vraag? 2. Hoe zou jij mevrouw kunnen helpen met deze vraag? 3. Wat zou je niet doen in deze situatie? Opdracht 4 Je hebt via de website kennisgemaakt met: “Flekszorg, als seks zorg is.” Wat vind je ervan dat dit bestaat en motiveer je antwoord
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
72
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
Opdracht 5 Intimiteit verwijst naar intiem zijn of vertrouwelijk met elkaar zijn. Dit kan op lichamelijk gebied zoals knuffelen of vrijen maar kan ook op geestelijk gebied zoals een vertrouwelijke vriendschap waarin je elkaar veel toevertrouwt. 1. Heb jij in je privé leven intieme relatie(s). Zo ja welke en hoe zijn die tot stand gekomen? 2. Denk je dat deze relaties kunnen veranderen of is dat al gebeurd? Opdracht 6 De intieme zone is een denkbeeldige lijn om jezelf heen. Als iemand daar binnen treedt is hij/zij lichamelijk dicht bij jou. Soms vind je dat juist prettig maar soms ook onprettig. 1. Wanneer /Wie mag er lichamelijk heel dicht bij jou komen en waarom? 2. Wanneer/ bij wie wil jij lichamelijk afstand bewaren en waarom? Denk aan zowel privé situaties als beroepssituaties. Opdracht 7 In het verpleegkundig beroep is er vaak sprake van lichamelijke nabijheid. Denk dan aan iemand wassen, aankleden, naar toilet helpen. Hoe denk jij daar mee om te gaan? Wat lijkt jou makkelijk? Wat lijkt jou moeilijk? Opdracht 8 Een zorgvrager krijgt tijdens de wasbeurt een erectie. Hoe zal jij reageren? Een man/ vrouw pakt je regelmatig bij je hand en zegt dan: ik vind u zo’n fijne zuster ……….. Hoe reageer jij?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
73
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
6.1 C Omgaan met verlies situaties Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces/competenties
De student kan naar aanleiding van casuïstiek aangeven hoe hij kan omgaan met situaties van lijden, rouw en verlies Lezen theorie, internet Boek: begeleiden van zorgvragers Thema 4 School Nabespreking met docent. Kijk de antwoorden van de praktijksituaties na met behulp van het antwoordmodel van ThiemeMeulenhoff 1.4 Begeleidt een zorgvrager C, D, R
Activiteit: Je gaat onderzoeken hoe je kunt reageren in situaties van lijden, sterven en rouw Werkwijze: 1. Lees uit boek “begeleiden van zorgvragers” thema 4 blz. 179 t/m 192 2. Maak praktijksituaties 1, 2, en 4 van Thema 4 H 1 Tip: lees de theorie individueel en maak met je subgroep de vragen. 3. Oefen met de volgende situaties en beantwoord de vragen: A.
Dhr. Bartels heeft gisteren een slechte uitslag gehad van zijn bronchoscopie onderzoek. Er is carcinoom ontdekt in zijn linkerlong. De arts heeft verteld dat er weinig tot niets meer aan te doen is. Dhr. gaat morgen naar huis. Hij vertelt jou dat hij erg veel zin heeft om naar huis te gaan en dat zijn geplande reis naar Gran Canaria gewoon door gaat. Verder praat hij honderduit over allerlei plannen die hij nog heeft voor de toekomst. Hoe reageer je?
B.
Mw. IJsseldijk wil maar één ding, ze wil hier niet meer zijn. Ze zegt tegen jou: “zuster, ik heb het liefste vandaag een spuitje, dan hoef ik dit allemaal niet meer mee te maken” Wat zeg je? Hoe reageer je?
C.
Dhr. Karels is een terminale zorgvrager. De familie is constant aanwezig, omdat de verwachting is dat hij snel zal overlijden. Opeens komt er een dochter van hem de kamer uit rennen: “Kunt u snel even komen, mijn vader ademt zo raar! ” Als je op de kamer komt, zie je, dat het stervensproces is begonnen. Wat doe je? Hoe reageer je?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
74
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
D.
Mw. Boersma is een terminale zorgvrager. Haar familie is inmiddels voortdurend aanwezig. Je merkt dat de familie veel overneemt en dat ze graag zelf bepalen hoe Mw. B. wordt verzorgd. Je voelt je bijna een indringer. Waaruit bestaat je verpleegkundige zorg?
E.
Dhr. Beekman is een zorgvrager die vorige week te horen heeft gekregen dat hij niet meer beter wordt. Jij bent terug van een aantal vrije dagen en je besluit met Dhr. kennis te gaan maken. Je komt op de kamer en Dhr. valt ontzettend boos uit naar jou. Jij bent de zoveelste verpleegkundige die aan zijn bed komt en hij is ontevreden over de zorg die gegeven wordt. Hij is het zat en wil naar huis. Hoe reageer je?
F.
Kun je een voorbeeld geven van iemand die onderhandelt (marchandeert) als fase van rouwverwerking?
G.
Welke fasen hebben jullie gezien in de praktijk. Kun je deze ervaringen delen met elkaar?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
75
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
6.2 C Kubler Ross en Worden
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student heeft kennis over rouw en verlies volgens de fasen van Kubler Ross en Worden en kan aangeven wat het verschil is tussen de 2 theorieën. Lezen theorie Internet, boek. School Nabespreken met ander duo. 1.4 Begeleidt een zorgvrager C.D.R.
Activiteit: Je gaat het rouwproces bestuderen volgens Kubler-Ross en Worden. Werkwijze : Lees de theorie goed door die je over het onderwerp hebt gevonden en maak vervolgens de vragen. Vergelijk je uitwerking met 2 groepsgenoten. . 1.
Wat zijn de fases van Kubler Ross?
2.
Wat zijn de fases van Worden?
3.
Welke verschillen zijn hierin te ontdekken.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
76
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
6.3 C Rituelen rondom sterven en dood Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student heeft een presentatie gehouden over rituelen rondom sterven en dood in een andere cultuur Lezen theorie Boek: Begeleiden van zorgvragers thema H4 School Feedbackformulier en nabespreking met docent. 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C, D, R)
Activiteit: Geef een presentatie met behulp van een spiekbrief over rituelen rondom sterven en dood in een andere cultuur. Werkwijze: Bespreek in je subgroep welke cultuur jullie willen uitwerken. Bespreek dit in je lesgroep. Het is de bedoeling dat iedere groep een ander cultuur gaat presenteren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het Jodendom, Katholieken, Islam, Hindoeïsme etc. Tijdens de presentatie bespreek je ook de visie op sterven en dood in de cultuur die je hebt uitgewerkt Gebruik tijdens de presentatie een spiekbriefje van 3 bij 3 cm! Maak vooral gebruik van materiaal zoals foto’s, film, een collage etc. Gebruik je fantasie! Ervaar dus hoe het is om zonder al te veel tekst op papier toch de “boodschap” over te brengen De spiekbrief dwingt je als het ware om de presentatie min of meer uit het hoofd te doen.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
77
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
6.4 C Themadag lijden, rouw en verlies Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student kan benoemen welke thema’s er rondom rouw zijn Lezen theorie Boek: begeleiden van zorgvragers Thema 4 Internet School Per subgroep 4 ingevulde feedbackformulieren van medestudenten en 1 van de docent 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C, D, R) 1.2 Biedt palliatief terminale zorg (E,F,J,K,R,V)
Activiteit : Je gaat met medestudenten een themadag organiseren over lijden, sterven en rouw. Werkwijze: 1. lees de instructie van de : Themadag “rondom de dood” Je loopt stage op een afdeling in het verpleeghuis. Je wilt graag zieke mensen verplegen. Stage lopen in het verpleeghuis betekent dat je op veel manieren in aanraking komt met ernstig lijden, sterven en rouw. Dit zijn moeilijke situaties, die extra veel van je vergen. Dat iemand lijdt of diep verdriet heeft omdat een dierbare doodgaat, gaat je niet in de koude kleren zitten. En toch wordt verwacht dat je efficiënt blijft handelen. Als verpleegkundige geef je ernstig zieke zorgvragers en de naaste familie ondersteuning bij het bieden van palliatieve zorgverlening. Het is belangrijk dat je in eerste instantie van jezelf weet hoe je over verdriet, leed en overlijden denkt. Je maakt in deze activiteit kennis met opvattingen en rituelen rondom sterven en dood. Daarnaast besteed je aandacht aan onderwerpen als palliatieve-terminale zorg, verlichten van klachten, rouw en rouwproces. Het is de bedoeling dat je, samen met groepsgenoten, een workshop/presentatie/voordracht over 1 van de onderstaande doelen organiseert. Overleg met de docent welke onderwerpen uitgewerkt worden in deze themadag. In subgroepen verzorgen jullie verschillende presentaties in afwisselende werkvormen tijdens deze dag. De deelnemer kan de verschillende visies op lijden en sterven verwoorden vanuit de grote levensbeschouwelijke stromingen, alsmede rituelen te benoemen De deelnemer kan een slecht nieuws gesprek demonstreren, met de daarbij behorende communicatieve vaardigheden, rekening houdend met de verschillende fasen van zo’n gesprek. De deelnemer kan aan de hand van voorbeelden de verschillende fasen van het rouw/stervensproces volgens Kübler Ross herkennen en verwoorden. De deelnemer kan de rouwtaken van Worden uitleggen De deelnemer kan de juridische aspecten rond het overlijden, versterven, abstineren en niet reanimeren uitleggen. De deelnemer kan verwoorden wat de betekenis kan zijn van lijden en sterven in iemands leven. Bekijk hiervoor een aflevering van b.v. ‘Liefde voor later’ of ‘Over mijn lijk’
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
78
C BEGINNER 1415
MBO-Verpleegkundige
De deelnemer kan uitleggen wat de rol is van de geestelijk verzorger bij sterven en dood . De deelnemer kan verwoorden welke begeleiding er geboden wordt in een hospice en wat palliatieve zorg inhoudt.
Naast de presentatie/workshop van de eigen subgroep, woon je de andere presentaties/workshops bij. Per presentatie worden er 4 feedbackformulieren door medestudenten ingevuld en 1 door de docent. Als subgroep vul je ook een formulier in. Als voorbereiding op deze dag, werk je per subgroep 1 thema uit in een Plan van aanpak. Brainstorm in de subgroep over de volgende vraag; hoe gaan jullie de activiteiten vormgeven en uitwerken. Noteer leervragen en kom gezamenlijk tot een plan van aanpak ter uitwerking van je activiteit Bedenk ook wat je nodig hebt aan kennis en lesondersteuning om de leeractiviteit te kunnen uitvoeren. Denk hierbij naast inhoud ook aan geschikte werkvormen en hulpmiddelen. B.v. hoorcollege, rollenspel/simulatie, posterpresentatie, film, Power Point presentatie, voordracht. Gebruik vooral je fantasie en je creativiteit om de boodschap die je hebt op een zo pakkend mogelijke manier te presenteren. Per subgroep wordt het resultaat van de brainstormsessies besproken en het plan van aanpak wordt besproken met de docent. Maak indien mogelijk afspraken met minimaal 1 Gastspreker voor het behandelen van de volgende thema’s: Docent Juridische aspecten Mogelijke juridische gevolgen en procedures met betrekking tot versterven, abstineren en niet-reanimeren en met betrekking tot de overleden zorgvrager.(Wet op de lijkbezorging) Docent ethische aspecten De betekenis van lijden en sterven in iemands leven. Welke dilemma’s vloeien voort uit lijden en sterven. Geestelijk verzorger/pastor De betekenis van sterven en dood in de Nederlandse cultuur, rituelen en begeleidingsaspecten door een pastor of geestelijk verzorger. Monuta Uitvaartverzorging De verzorging van de overledene Medewerker van een hospice Het begeleiden van de zorgvrager in de laatste levensfase, palliatieve zorg
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
79