Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Academie voor Beeldende Vorming Bacheloropleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (Docent BKV) Voltijd en Deeltijd Croho-registratienummer: 39100 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 6 en 23 maart 2007
Inhoud van het verslag Identificatie ......................................................................................................................................... 2 Managementsamenvatting.................................................................................................................... 4 Bevindingen ........................................................................................................................................ 7 Bijlage 1: Programma.........................................................................................................................40 Bijlage 2: Documenten........................................................................................................................41 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader ..........................................................................................42 Bijlage 4: Visitatieteam.......................................................................................................................44 Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen...........................................................................................52 De verantwoordelijke teamleider: Dr. M.S. Leloux namens deze,
M.I. van de Velde Certiked September 2007
Pagina 1 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Identificatie Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Academie voor Beeldende Vorming Bacheloropleiding Docent Beeldende Kunst & Vormgeving (Docent BKV) Hortusplantsoen 2 1018 TZ Amsterdam Telefoon: 020 527 7220 Website: www.academievoorbeeldendevorming.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: R. Smit, directeur, (
[email protected]) Kwaliteitsfunctionaris: Mw. A. ten Bruggencate, (
[email protected])
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Academie voor Beeldende Vorming, Amsterdam • HBO opleiding docent Beeldende Kunst & Vormgeving • Voltijd & deeltijd • Locatie Amsterdam, Hortusplantsoen Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat worden afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: Dr. M.S. Leloux Extern deskundige: Drs. D. Vermeulen Extern deskundige: Dr. H.I.M. Coppens Extern deskundige: Ing. M. van Hoorn Secretaris: Drs. P.M. Esveld Studentlid: A. Kolle
Pagina 2 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam op 21 februari 2007. Het visitatieteam heeft een voorbereidende bijeenkomst gehad op 6 maart 2007. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 6 maart 2007; en op 23 maart 2007 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 27 april 2007 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 5 juli 2007 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er driemaal een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomsten hadden alle een voorlichtend en planningstechnisch karakter.
Pagina 3 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Managementsamenvatting Op 6 en 23 maart 2007 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de Bacheloropleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Voltijd en Deeltijd van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader.
Algemeen beeld De docentopleiding Beeldende Kunst en Vormgeving, binnen de AHK ‘BVO’ genoemd, van de AHK heeft in 2002 een nieuw competentiegericht curriculum ingevoerd, waarvan in 2006 de eerste lichting afstudeerde. De redenen om het curriculum te vernieuwen waren belangrijk en meervoudig. In de eerste plaats waren deze inhoudelijk. Het streven was de uitgangspunten te formuleren van een nieuw competentiegericht programma: een heldere didactische visie en een dito opleidingsconcept. Dit om beter aan te sluiten bij de actieve kunstbeoefening en een duidelijkere balans te vinden tussen de artistieke en didactische verworvenheden van de aankomende docent. De nieuwe profielen waren niet langer gebaseerd op de afzonderlijke vakken tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen, maar op een algehele visie op het beeldende vakgebied en het docentschap. BVO volgde deze ontwikkeling door het omzetten van de vakgroepenstructuur op basis van de domeinen Beeldende Kunst en Vormgeving, Overdracht en Kunst & Cultuur. De vernieuwde opleiding was ook het resultaat van een fusie tussen de eerste en tweedegraads docentenopleidingen BKV in Amsterdam – wat deels ingegeven was door de van overheidswege “ongedeeld-ongegradeerde”gelijkschakeling van de onderwijsbevoegdheden in het kunstonderwijs. Daarnaast was het kunstonderwijs onderhevig aan de invoering van de bachelor-masterstructuur. Er is dus sprake van een grootschalig vernieuwingsproces dat door de BVO planmatig ter hand is genomen. Bij de ontwikkeling van de nieuwe competentiegerichte onderwijsvisie heeft de opleiding op de landelijke ontwikkelingen vooruitgelopen. Er werden zeven beroepscompetenties en verschillende deelcompetenties geformuleerd die gerelateerd konden worden aan de eindkwalificaties en leerdoelen van de opleiding en die betrekking hebben op de voor het beroepenveld relevante domeinen, namelijk het domein van de Beeldende Kunst en Vormgeving, het domein van de Overdracht en het Domein van Kunst en Cultuur. De docentenopleiding BVO is primair een docentenopleiding, waarbij tevens veel aandacht uitgaat naar het actieve zelfstandig kunstenaarsschap. De opleiding ziet dit als een gezond spanningsveld. Het didactische concept van de opleiding kenmerkt zich door competentiegerichtheid, is opdracht gestuurd, en faciliteert met name in de differentiatiefase een toenemende zelfsturing door de student die gericht is op de integratie van het kunstenaarschap met het docentschap. Binnen het domein Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV) ontwikkelt de student onder meer zijn creërend vermogen, kritische reflectie en innovatief vermogen door praktische kunstbeoefening. De student doet ervaring op met bijvoorbeeld 2D, 3D technieken alsmede Nieuwe Media. Binnen het domein Overdracht ontwikkelt de student met name de vermogens die betrekking hebben op het leraarschap door theoretisch onderwijs (onderwijskunde, vakdidactiek en pedagogiek) en stages bij verschillende representanten van het afnemend beroepenveld. Binnen het domein Kunst en Cultuur doet de student veel kennis op over cultuurhistorische ontwikkelingen en actuele kunst aan de hand van colleges, excursies etc. en ontwikkelt ook competenties als hij of zij presenteert, formuleert, schrijft, onderzoekt, debatteert, etc.
Pagina 4 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
De onderwijsontwikkelingen die in gang zijn gezet hebben reeds geleid tot een voldoende samenhangend curriculum. De integratie van de drie domeinen vindt vooral in de laatste twee jaar van de opleiding plaat. De visitatiecommissie is van mening dat deze integratie ook in de eerste jaren van de opleiding verder uitgewerkt kan worden. De verdere integratie van docentschap en kunstenaarschap is binnen de opleiding een belangrijk punt van aandacht, zowel op beleidsniveau als op het niveau van het onderwijsprogramma. Hoewel het opleidingsmanagement dit als een gezond spanningsveld ziet dat ook tegemoetkomt aan de individuele interesse van studenten, hebben verschillende stakeholders tijdens de visitatiegesprekken aangegeven dat zij ervaren dat de opleiding met dit spanningsveld worstelt. De opleiding bevindt zich nog steeds in een proces van (ingrijpende) onderwijsvernieuwing, waarin de structurering en standaardisering van onderwijsprocessen nog immer aandacht behoeven. Tijdens de visitatie ontving de visitatiecommissie hierover wisselende geluiden vanuit het werkveld, studenten en medezeggenschapsorganen over enkele belangrijke aspecten van de opleiding, namelijk stagebegeleiding, de kennelijk docentafhankelijke beoordelingen van eindscripties binnen de domeinen Overdracht en Kunst & Cultuur, en over de onduidelijkheid bij de beoordelingscriteria en het beoordelingsproces van door studenten gemaakte kunstwerken. De visitatiecommissie is van mening dat het opleidingsmanagement hierop alert en kritisch moet blijven. De opleiding kenmerkt zich tevens door een hoog ambitieniveau, dat zich onder andere uit in initiatieven rond internationalisering en “de Ambassade”: een plaats waarin men alle externe relaties wil standaardiseren. De visitatiecommissie is van mening, verschillende beleidsstukken hierover gezien hebbende, dat de onderliggende onderbouwingen, de legitimering en focus van deze activiteiten nog aandacht behoeven. Studenten zijn over het algemeen enthousiast over het niveau, de kennis en de toegankelijkheid van de docenten, en vooral ook de vrijheid om “je eigen ding te doen”. De opleiding stelt zich tevens flexibel op ten aanzien van (deeltijd)studenten die een individuele leerroute volgen, bijvoorbeeld op basis van eerder verworven competenties. Voor deze groep is een duidelijk vrijstellingsbeleid ontwikkeld dat in de praktijk goed functioneert. Ook wordt door studenten en alumni opgemerkt dat de opleiding ook echt iets probeert te doen met onderwijsevaluaties. Vanuit de medezeggenschapsorganen ontvangt de visitatiecommissie hierover een gemengd signaal. Het visitatieteam van Certiked spreekt waardering uit voor de vele onderwijsontwikkelingen die de opleiding in enkele jaren heeft weten te realiseren. Ook heeft het visitatieteam vastgesteld dat ten aanzien van de onderwerpen Doelstellingen Opleiding, Inzet van Personeel, Voorzieningen, Interne kwaliteitszorg en Resultaten een en ander voldoende goed geregeld is. Op enkele deelfacetten binnen deze onderwerpen is volgens de visitatiecommissie verbetering mogelijk. Zo blijft aandacht voor de verhouding kunstenaar en docent binnen de opleiding belangrijk, en kan hiermee samenhangend ook nog een verdere integratie van de domeinen binnen de eerste twee leerjaren worden bewerkstelligd. De relatie met het beroepenveld kan meer structureel worden geïmplementeerd. De visie op internationalisering kent reeds een educatieve component, en dit kan verder worden uitgebreid. Het management dient naar de mening van het visitatieteam de komende tijd vooral in te zetten op de interne onderwijskundige ontwikkeling om deze bij alle docenten goed te verankeren. Dit geldt ook voor de verdere systematische en gestandaardiseerde implementatie van het toetsbeleid, over alle domeinen heen en binnen de verschillende werkvormen: stages, beeldende kunst, schriftelijke eindwerkstukken.
Pagina 5 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Dit alles overwegend, geeft het visitatieteam van Certiked een positief advies aan de NVAO ten aanzien van accreditatie van de Bacheloropleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Voltijd en Deeltijd van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Academie voor Beeldende Vorming te Amsterdam.
Pagina 6 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven.
Overzicht van Certiked beoordelingen voltijd en deeltijd opleidingen Bachelor docent Beeldende Kunst & Vormgeving Onderwerp en facet §
Doelstellingen opleiding
§ § §
Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO
§
Programma
§ § § § § § § §
Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
Inzet van personeel § § §
Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Voorzieningen § §
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Voltijd Deeltijd Positief Goed Voldoende voldoende Positief Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Goed Goed Voldoende Voldoende Positief Voldoende Goed voldoende Positief Voldoende voldoende
Pagina 7 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Interne kwaliteitszorg o o o
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Resultaten § §
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Positief Voldoende Voldoende Voldoende
Positief Voldoende voldoende
Pagina 8 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De Academie voor Beeldende Vorming is de oudste zelfstandige opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving in Nederland. De opleiding biedt onderwijs aan zo'n 350 studenten en heeft 30 praktijk- en theoriedocenten in dienst. De student ontvangt -na het afsluitend examen met goed gevolg te hebben afgelegd- een bachelordiploma en is bevoegd om les te geven aan alle scholen vanaf het basisonderwijs tot en met het hoger beroepsonderwijs. Ook staan allerlei functies open gericht op overdracht van beeldende kunst en vormgeving in het buitenschoolse werkveld, bij culturele instellingen en in de kunstbeoefening door amateurs. In 1999 liet het Ministerie beroepsprofielen van de kunstberoepen en beroepskwalificaties voor leraren formuleren. Bij het opstellen van het beroepsbeeld voor de docent BKV en de daarmee verbonden hoofd- en deelcompetenties, heeft de opleiding aansluiting gezocht met diverse bronnen, o.a. het Rapport van de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs (1999), de Startbekwaamheden leraar secundair onderwijs, de Uitwerking startkwalificaties docenten kunstvakken en de Handreiking voor instellingscurricula tweedegraads opleidingen: beeldende vorming. De opleiding heeft vervolgens en vooruitlopend op het werk van de HBO-raad, die in 2001 het initiatief nam tot het opstellen van een competentiebenadering voor het kunstvakonderwijs, zelf alvast de competenties geformuleerd. Het idee was dat zo een bijdrage kon worden geleverd aan de discussie over een passende competentiebenadering en er sneller aan het opstellen van een onderwijsprogramma kon worden begonnen. Een belangrijke motor voor de ontwikkeling van het nieuwe competentiegerichte curriculum, dat met ingang van het studiejaar 2002-2003 van start is gegaan, is ook de fusie tussen de eerste en tweede graads docentenopleidingen BKV te Amsterdam geweest. Dit was ondermeer ingegeven door de “ongedeeld-ongegradeerd” gelijkschakeling van de onderwijsbevoegdheden in het beroepenveld. Daarnaast was het hele kunstonderwijs onderhevig aan de invoering van de bachelor-master structuur en de oriëntatie op competentiegerichte onderwijsprofielen in het kader van het nieuwe kwalificatiestelsel voor het hoger onderwijs. De Bacheloropleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (BVO) beschikt momenteel over een uitgewerkt beroepsbeeld, namelijk het verzorgen van onderwijs in de beeldende kunst en vormgeving in één of meer sectoren of fasen van het reguliere onderwijs of het verzorgen van lessen, cursussen en projecten in de buitenschoolse kunsteducatie of de amateuristische kunstbeoefening. De uitwerking van dit beroepsbeeld in een competentiegericht curriculum staat beschreven in het document: De Kunst Onderwijzen, een nieuw onderwijsprogramma voor de Academie voor Beeldende Vorming (E. Viskil, 2001). De kerntaken waar een docent BKV voor staat zijn eveneens beschreven, en omvatten o.a. het inspireren en ontwikkelen van kennis en inzicht in beeldende kunst en vormgeving en het stimuleren en verbeteren van creatieve en beeldende vaardigheden van leerlingen/cursisten. Vervolgens zijn zeven hoofdcompetenties met een vijftigtal deelcompetenties geformuleerd. De zeven hoofdcompetenties zijn:
Pagina 9 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
• • •
•
•
1. Creërend vermogen; 2. Stimulerend vermogen; 3. Vermogen tot overdracht; 4. Vermogen tot samenwerken; 5. Organiserend vermogen; 6. Vermogen tot kritische reflectie; 7. Vermogen tot innovatie en doorgroei. De opleiding Docent BKV heeft bij de verdere uitwerking van een competentiegericht curriculum de zeven hoofdcompetenties op een zodanige manier gegroepeerd, dat er drie logische competentiedomeinen te onderkennen zijn, namelijk het competentiedomein van de kunstbeoefening (waarin de hoofdcompetenties nrs.1, 6 en 7 centraal staan), het competentiedomein van het leraarschap (hoofdcompetenties nrs.2, 3, 5, 6 en 7) alsmede het competentiedomein van de reflectie of kunst en cultuur (hoofdcompetenties nrs.6 en 7). Bij het opstellen van deze competenties heeft de opleiding eigen uitgangspunten gehanteerd. Zo heeft men ervoor gekozen dat de competenties recht zouden doen aan zowel de praktische kunstbeoefening als kennis van kunst en cultuur als basis van het leraarschap. Ook moesten de competenties gerelateerd kunnen worden aan de startkwalificaties van de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs, en tevens qua inhoud en formulering een relatie hebben met het profiel van de academie. Naast de formulering van competenties (m.n. gericht op vaardigheden) heeft de opleiding tevens een reeks kwalificaties gerelateerd aan voorwaardelijke kennis geïdentificeerd. Er is tevens een verbinding gelegd tussen deze kenniskwalificaties en de verschillende competenties. Ten opzichte van andere docentenopleidingen BKV onderscheidt de opleiding zich door de extra aandacht op de ontwikkeling van het kunstenaarsschap door de studenten. Het visitatieteam heeft op basis van verschillende gesprekken met diverse stakeholders vastgesteld dat de visie van de opleiding op het kunstenaarschap en docentschap nog in ontwikkeling is. Volgens het opleidingsmanagement is hierbij sprake van een gezond spanningsveld dat recht kan doen aan keuzemogelijkheden bij studenten. Leden van de werkveldadviescommissie, studenten en alumni ervaren hier echter meer een frictie tussen het docentschap en kunstenaarschap, en hebben ook de indruk dat de opleiding hier nog niet helemaal uit is. De AHK kiest voor verbinding met de opleiding Docent BKV binnen het kunstdomein. Met onder andere de Rietveld academie wordt projectmatig samengewerkt (bijv. binnen het nieuw op te zetten Ambassade project, te beschouwen als een soort “incubator” voor kunst, waardoor externe relaties gestructureerd kunnen worden).Er zijn verder samenwerkingen met andere docentenopleidingen binnen de AHK (drama, dans, muziek) en relevante netwerken (KVDO). Het visitatieteam constateert dat er geen structurele samenwerking bestaat met andere docentenopleidingen BKV. Bij de ontwikkeling van het competentiegerichte curriculum is het werkveld via docenten die tevens in de beroepspraktijk werkzaam zijn, betrokken geweest. Deze hebben in ontwikkelteams geparticipeerd. Er bestaat sinds kort ook een vernieuwde werkveldadviescommissie en deze zal zich onder meer gaan bezighouden met de onderwijsontwikkeling.
Pagina 10 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
Nu de complete curriculumverandering van de laatste 5 á 6 jaar zich in de praktijk begint af te tekenen is ook de herziening van het internationaliseringprogramma van de Academie, zoals dat sinds 1990 bestaat, aan de orde. De opleiding heeft hiervoor een (ambitieuze) visie opgesteld waarin samenwerkingen en internationale stages voor studenten met enkele Amerikaanse en Engelse kunstinstellingen op het gebied van (educatie van) de beeldende kunsten worden gestimuleerd. Sinds 2000 bestaat er tevens contact met de Manchester Metropolitan University. Jaarlijks komt een kleine groep studenten van de afdeling Art Education, een 1-jarige kopopleiding, in het kader van een Leonardo-project naar de opleiding Docent BKV voor verdieping van hun opleiding. Vaste onderdelen zijn een project binnen het voortgezet onderwijs in samenwerking met het Van Gogh Museum, en het verzorgen van workshops voor studenten van de opleiding Docent BKV. Ook worden met de Britse en Amerikaanse partners, 1 op 1 studenten uitgewisseld met de Faculty of Fine Arts. Het gaat wat de opleiding Docent BKV betreft vooral om studenten uit het 3e studiejaar.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam spreekt haar waardering uit over de opzet van het competentiegerichte onderwijs, waarbij duidelijke beroepscompetenties zijn uitgewerkt die vervolgens in het vernieuwde onderwijscurriculum zijn geïntegreerd. De opleiding heeft met deze ontwikkeling ook landelijk voorop gelopen. Het visitatieteam ziet vervolgens dat de opleiding bezig is om een visie op het kunstenaarschap en docentschap binnen de opleiding verder te ontwikkelen. De opleiding is ambitieus over internationalisering, en deze is vooral gericht op de beeldende kunstpraktijk en (nog) in mindere mate op educatie en docentschap. Het visitatieteam wil hierbij graag meegeven dat samenwerkingen met instituten in een hele andere cultuur, bijv. Marokko, wellicht additionele meerwaarde hebben. Dit alles overwegende beoordeelt het visitatieteam de domeinspecifieke eisen als goed.
Pagina 11 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
De opleiding heeft aan het visitatieteam een overzicht verschaft waarin de vijf dublin descriptoren gekoppeld worden aan de competenties en de voorwaardelijke kenniskwalificaties. Zo wordt de dublin descriptor “kennis en inzicht” vooral gerelateerd aan voorwaardelijke kenniskwalificaties op het gebied van kernconcepten, structuren, werkwijzen, actuele ontwikkelingen, samenhang, informatiebronnen en historisch-maatschappelijke achtergronden van de beeldende kunst en vormgeving, kennis van uiteenlopende media, technieken en instrumenten op het gebied van de beeldende kunst en vormgeving, inzicht en kennis in didactiek en onderwijskunde, in leerlingen, in relaties tussen onderwijs, vorming en opvoeding binnen een sociaal culturele context, in kerndoelen en eindtermen van de vakken op het gebied van beeldende kunst en vormgeving in het onderwijs evenals van algemene en vakoverstijgende onderwijsdoelen voor de verschillende onderwijssectoren, en tevens kennis van de Nederlandse educatieve binnenschoolse en buitenschoolse structuur, culturele instellingen en het actuele culturele aanbod, cultureel ondernemerschap en potentiële werkvelden. De dublin descriptor “toepassen van inzicht”wordt vooral gerelateerd aan de competenties vermogen tot overdracht, creërend vermogen en organiserend vermogen. De dublin descriptor “oordeelsvorming” wordt vooral gerelateerd aan de competenties rond vermogen tot overdracht, kritische reflectie en vermogen tot samenwerking. Ten slotte wordt de dublin descriptor “leervaardigheden” vooral gerelateerd aan de competenties rond innovatie en doorgroei en kritische reflectie. N.B. de competentie “stimulerend vermogen” is niet gekoppeld aan dublin descriptoren; deze wordt wel gekoppeld aan leerinhouden van onderwijsonderdelen teruggevonden. De opleiding geeft vervolgens aan dat de dublin descriptoren uiteindelijk op niveau 3 (meervoudige beheersing van competenties op complex uitvoerend niveau) beheerst worden. Tevens beschrijft de opleiding een viertal beoordelingsniveau-indicaties van de competentiegroepen (m.u.v. creërend vermogen). Hierbij is ook een relatie gelegd met onderliggende HBO-gedragskenmerken. Tijdens de opleiding ontwikkelt de student zich zo van minder tot meer complexe vraagstukken kunnen oplossen, van minder tot meer zelfstandig kunnen werken, van minder tot meer creatief oplossingen kunnen aangeven, van minder tot meer methodisch kunnen werken, van minder tot meer verantwoordelijkheden kunnen nemen en van minder tot meer relevante theorievorming kunnen toepassen. Voor de competentie creërend vermogen wordt een alternatieve niveau-indeling gehanteerd
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opleiding door de eindkwalificaties op een overzichtelijke manier verbindt aan de internationaal vigerende dublin descriptoren. Hiermee beoordeelt het visitatieteam dit aspect als voldoende.
Pagina 12 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
De opleiding Docent BKV heeft vooruitlopend op de landelijke ontwikkeling eindkwalificaties en domeinspecifieke eisen opgesteld. Hierbij heeft de opleiding voornamelijk via docenten die tevens in de beroepspraktijk werkzaam waren overleg met het relevante beroepenveld gehad. Deze hebben vrijwel allemaal zitting gehad in de diverse projectteams die bij de ontwikkeling van het competentiegericht curriculum betrokken waren. Onlangs is de werkveldadviescommissie vernieuwd; deze zal zich ook in de toekomst verder met de onderwijsontwikkeling gaan bezighouden. De eindkwalificaties van de bachelor opleiding Docent BKV weerspiegelen het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit heeft het visitatieteam kunnen vaststellen aan de hand van het niveau van verschillende eindexamenwerkstukken, de vakdidactische scripties en gesprekken met alumni, die momenteel als docent BKV werkzaam zijn. Bij het formuleren van het nieuwe competentieprofiel vanaf 2002 zijn de eindkwalificaties getoetst aan de Dublin Descriptoren. Het visitatieteam ontvangt van zowel afgestudeerden als vertegenwoordigers van het werkveld wisselende signalen over het aansluiten van de eindkwalificaties bij de eisen vanuit werkveld. Hierbij kan worden opgemerkt dat deze werkveld vertegenwoordigers tot dusver slechts ervaring hadden met afstudeerders oude stijl. De communicatie tussen opleiding en werkveld zijn hier mede debet aan.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opleiding in voldoende mate tegemoetkomt aan de “Oriëntatie HBO”. Het visitatieteam geeft de opleiding in overweging om de contacten met het werkveld verder te institutionaliseren; de vorming van de recente ingestelde vernieuwde werkveldadviescommissie zal hiertoe bijdragen.
Pagina 13 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Beoordeling van het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding naar aanleiding van de vorige visitatie, waarbij duidelijke verbeterpunten ten aanzien van beroepsbeeld en de relevantie van de eindtermen van de opleiding met het oog op de beroepsvoorbereiding werden aangegeven, een grote slag heeft weten te maken. Ook de integratie van de eerste- en tweedegraads opleiding tot een vierjarige ongegradeerde opleiding alsmede de invoering van het BaMa stelsel, zijn door de opleiding met kracht ter hand genomen. De opleiding heeft een duidelijk competentiegericht beroepsbeeld ontwikkeld en de relatie gelegd tussen beroepscompetenties en eindkwalificaties. Het visitatieteam spreekt haar waardering hiervoor uit. Het visitatieteam ziet enkele verbeterpunten met name op het gebied van structurele verankering met het beroepenveld en ziet de onlangs vernieuwde werkveldadviescommissie, die zich overigens voldoende kritisch opstelt, ook als een juiste ontwikkeling. Ook zouden internationale contacten die zich vooral richten op het docentschap beeldende vorming extra aandacht kunnen krijgen. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het onderwerp “Doelstellingen opleiding”als positief.
Pagina 14 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
De literatuur die in de opleiding wordt gebruikt is over het algemeen relevant en traditioneel. Tijdens lessen worden ook actuele beroepscasussen behandeld. Het visitatieteam merkt hierbij op dat met name de literatuur binnen het domein van de Overdracht (d.i. didactische literatuur) een vrij willekeurige indruk gaf en dat met name internationale bronnen weleens ontbraken. Aanvullende relevante literatuur die niet verplicht is, wordt aangeschaft door de mediatheek en is vrij toegankelijk voor alle studenten. De opleiding beschikt over een goed-geoutilleerde mediatheek . De meeste docenten zijn als parttimer verbonden aan de opleiding en daarnaast zijn zij werkzaam in het vakgebied, meestal als uitvoerend kunstenaar, maar sommige ook als docent BKV. De opleiding heeft recentelijk per domein ook studieleiders aangesteld die binnen het betreffende domein beroepservaring hebben. Deze studieleiders zijn verantwoordelijk voor de onderwijsinhoud en –kwaliteit binnen hun domein. Dit betekent dat de docenten voldoende uit hun ervaring kunnen putten om binnen de opleiding de relatie met de praktijk te leggen. Mede daardoor sluit de inhoud van de modules en lessen aan bij ontwikkelingen in de praktijk. De student komt regelmatig in contact met de beroepspraktijk van het docentschap. In de voltijdopleiding loopt de student in het eerste studiejaar twee korte stages met het doel zich te oriënteren op het toekomstige werkveld. De stages vinden in tweetallen plaats in resp. een kunsteducatieve instelling (omvang 1 ECTS) en een school voor voortgezet of basis onderwijs (omvang 2 ECTS). De tweedejaarsstage (4 ECTS, in tweetallen) is gericht op het verkrijgen van praktijkervaring, m.n. in het zelf ontwikkelen van een zelf opgezette les of lessenreeks of een medium voor een duidelijk aangegeven doelgroep. De totale studiebelasting van 112 uur is als volgt verdeeld: 12 uur stagevoorbereiding, 80 uur stage-uitvoeren en 20 uur voor het afronden en beoordelen van de stage. De stage wordt begeleid door een docent van de Academie en door een begeleider op de stageplaats. In het derde studiejaar is er een stage van 9 ECTS die gericht is op het opdoen van een (brede) ervaring in het binnen- en buitenschoolse werkveld. De student bepaalt in overleg met de opleiding in welk jaar de stages voor de verschillende werkgebieden worden gevolgd. Omdat het derde studiejaar voor het grootste deel in het teken van CKV staat volgen studenten in het derde jaar hun stage in de bovenbouw van het Voortgezet Onderwijs. De studiebelasting van 252 uur is als volgt verdeeld: 20 uur stagevoorbereiding (o.a. plan van aanpak), 180 uur voor uitvoering, 24 uur voor afronding en beoordeling en 28 uur voor de verplichte intervisiebeoordeling binnen de Academie. In het vierde jaar ten slotte volgt de student een individuele stage van 12 ECTS waarbij het zelfstandig kunnen verzorgen van docenttaken op uitvoerend niveau in diverse contexten centraal staat. Zowel de begeleidende docent als de instellingsbegeleider zijn bij de beoordeling betrokken. Zowel de leerdoelen als de beoordelingseisen van de stages staan vermeld in de studiegids.
Pagina 15 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
• •
•
Bij de deeltijdopleiding vinden er ook stages plaats gedurende de gehele opleiding en door het hele domein. Het gaat om stages bij scholen en instellingen waar kunsteducatie een rol speelt. Tijdens de propedeuse en het tweede studiejaar zijn de stages onderdeel van het vak vakdidactiek. Het doel is oriëntatie en verkenning. De meest intensieve stages vinden plaats in het derde (twee stages van resp. 14 ECTS + 2 EC’s voor intervisie; en 7 ECTS + 1 EC’s voor intervisie) en vierde studiejaar (7 EC + 1 EC voor intervisie). Als werkgebieden zijn voorgezet onderwijs en beroepsonderwijs verplicht, met als aanvullende eis dat in één van de stages een lessenserie in CKV context wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Daarnaast heeft de student de keuze uit een kunsteducatieve instelling, of het primaire onderwijs of projecten (breed). Alle stages worden vanuit de Academie begeleid. De opleiding organiseert geregeld excursies voor studenten (musea, theater- en dansvoorstellingen) om studenten met actuele culturele ontwikkelingen in contact te brengen. De opleiding besteedt ook veel aandacht aan praktijklessen, waarbij de studenten competenties verwerven op het terrein van de kunstbeoefening, zoals vlak werk, ruimtelijk werk en nieuwe media. De student maakt kennis met diverse materialen (hout, keramiek, steen, metaal) en technieken (grafiek, litho, tekenen, schilderen, metaalbewerking etc.). Ongeveer 45-50% van de beschikbare opleidingstijd wordt hieraan besteed. De opleiding participeert in twee lectoraten. Het lectoraat Kunsttheorie en onderzoek richt zich op onderwerpen op het snijvlak van artistieke praktijken, theoretische reflecties en onderwijskundige toepassingen. Het lectoraat Kunsteducatie (september 2002) richt zich op kennisontwikkeling (studie & onderzoek) op het gebied van de Kunst- en cultuureducatie en heeft een kenniskring en een onderwijskring opgericht. De opleiding organiseert tevens geregeld gastcolleges.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding vlecht de actuele beroepspraktijk op verschillende manieren in de dagelijkse onderwijspraktijk: door studieleiders en (gast)docenten in te zetten die zelf in de beroepspraktijk werkzaam zijn (geweest), door lectoraten te ontwikkelen, door gebruik van beroepscasuïstiek, door excursies en door tijdens de opleiding veel tijd in te ruimen voor docentenstages en de praktijk van de beeldende vorming. Hierdoor waarborgt de opleiding de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. Het visitatieteam adviseert om een verdere verankering in de actuele beroepspraktijk te waarborgen, door verdere banden met andere docentenopleidingen te ontwikkelen, door docenten te stimuleren lid te worden van beroepsorganisaties (zoals de VELON) en door de nieuwe werkveldadviescommissie structureel en actief te gaan inzetten voor onderwijsvernieuwing en –actualisatie. Ook verdient de actualisatie en relevantie van vakliteratuur tijdens de opleiding verdere aandacht. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet “Eisen HBO” als voldoende.
Pagina 16 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
Bij de competentiegerichte ontwikkeling van het curriculum is uitgegaan van een drietal competentiedomeinen waaraan de zeven hoofdcompetenties werden gekoppeld. Deze competentiedomeinen zijn: kunstbeoefening, leraarschap en reflectie op kunst en cultuur (20-25% van de studietijd). Deze drie competentiedomeinen zijn leidend geworden voor de verdere inrichting van het curriculum. In het competentiedomein van de kunstbeoefening (45-50% van de studietijd) werkt de student vooral aan de competenties creërend vermogen (o.a. ontwikkeling van visie op en vaardigheden in eigen praktisch werk), kritisch reflectief vermogen (o.a. praktische ervaring in het bespreken en beoordelen van eigen en andermans werk), het vermogen tot doorgroei en innovatie (o.a. kennis en inzicht in het eigen en andermans kunstenaarsontwikkelproces). In het competentiedomein van het leraarschap (25-30% van de studietijd) werkt de student vooral aan de volgende competenties: stimulerend vermogen (o.a. praktijkervaring in begeleiden en aanmoedigen van leerlingen), vermogen tot overdracht (o.a. inzichten en vaardigheden in communicatie en overdracht), organiserend vermogen (o.a. het opzetten van lesprogramma’s), samenwerking (o.a. strategisch opereren), kritisch-reflectief vermogen en doorgroei en innovatie. In het competentiedomein van de reflectie op kunst en cultuur zijn de competenties voornamelijk instrumenteel van aard, en worden studenten opgeleid tot leraren van kennis van de beeldcultuur met het vermogen die kennis uit te breiden. In dit domein houdt het kritisch en reflectief vermogen in dat de student elementen van de beeldcultuur (processen zowel als producten) kan analyseren, beschouwen en beoordelen. Het vermogen tot doorgroei en innovatie berust hier voor een deel op gedegen kennis van de beeldcultuur en vaardigheden in het verdiepen en verder ontwikkelen van die kennis. Vervolgens zijn drie studiefasen onderscheiden, namelijk de propedeuse, die voornamelijk een oriënterend en selecterend karakter heeft, de tweejarige differentiatiefase, waarin de student werkt aan de verwerving van competenties op stageniveau en de eenjarige eindexamenfase, waarin de student zelfstandig aan de voorbereiding van het afstuderen werkt.
Pagina 17 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
• • •
Het basisraster van het curriculum wordt gevormd door de drie studiefasen en de drie inhoudelijke competentiedomeinen. Per domein is vervolgens de inhoud van het onderwijsprogramma ontwikkeld. Stages in de beroepspraktijk spelen een belangrijke rol door de hele opleiding heen. De propedeuse staat in het teken van de beeldende kunst en beeldcultuur en de communicatie daarover. Het onderwijsprogramma is over de volle breedte gericht op ontdekking, waarderen en oordelen en de student dient zijn eigen onafhankelijkheid, oorspronkelijkheid en kritisch vermogen in een dialoog hiermee te versterken. In de differentiatiefase (tweede en derde studiejaar) wordt het perspectief in de kunst- en cultuurhistorische vakken verbreed van de beeldende kunst naar andere kunstdisciplines, terwijl specifieke onderdelen in het kunstonderwijs zoals CKV2 en CKV3 meer nadruk krijgen. In het domein beeldende kunst & vormgeving maakt de student keuzes uit media, instrumenten en materialen. Ook kan de student in de vrije ruimte keuzeonderdelen aan het programma toevoegen. Gaandeweg wordt de zelfstandigheid van de student dus groter. In het afsluitende eindexamenjaar verricht de student zelfstandig onderzoek, zowel in de beeldende kunst & vormgeving als in het overdrachtsdomein. Uiteindelijk wordt afgestudeerd op beeldend werk, didactisch-educatief werk (onderwijsmateriaal) en cultuurhistorisch werk (een scriptie). Het programma voor voltijd- en deeltijdopleiding komen in grote lijnen overeen. Op detailniveau zijn er verschillen. Het visitatieteam is van mening dat de leerdoelen van voldoende diepgang en breedte zijn. Ook heeft het visitatieteam kennis genomen van de inhoud en opbouw van het curriculum en is van mening dat het geheel aan leerdoelen dekkend is voor de eindkwalificaties. Aan internationalisering wordt vormgegeven door (soms) het gebruik van Engelstalige literatuur en door rekening te houden met internationale culturele ontwikkelingen. Internationalisering op het gebied van het docentschap is minder ontwikkeld. Concreet zijn er de volgende ontwikkelingen: - in vaktheoretische modules zijn relevante internationale ontwikkelingen en vakkennis verwerkt; - studenten die dat willen kunnen studieonderdelen in het buitenland, bij enkele daartoe aangewezen instituten in de VS of UK doen. Het visitatieteam heeft hierbij voorbeelden gezien van studenten die textiele werkvormen in Manchester zijn gaan bestuderen. - in het derde jaar is er een excursie naar Istanbul, waarbij tevens aandacht geschonken wordt aan internationale en/of interculturele overeenkomsten en verschillen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat het programma een adequate concretisering is van de beroepsspecifieke competenties die bij afronding van de opleiding op het niveau van startbekwaamheid dienen te worden bereikt. Het visitatieteam heeft tevens kunnen vaststellen dat de eindkwalificaties adequaat zijn vertaald in leerdoelen van de programmaonderdelen: dit is in de studiegidsen ook steeds duidelijk vermeld. Op het gebied van internationalisering zou meer aandacht aan de opzet internationale docentstages moeten worden besteed, waardoor de docentgerichte eindkwalificaties ook in internationaal opzicht kunnen worden geijkt. Hierbij kan overigens worden opgemerkt dat de opleiding zich vooral richt op het Nederlandse kunstonderwijs. Dit overwegende beoordeelt het visitatieteam de “relatie tussen doelstellingen en inhoud programma” als voldoende.
Pagina 18 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
Zowel in de voltijds- als deeltijdopleiding is de opleiding ingericht in drie studieonderdelen en drie fasen. De studieonderdelen zijn Beeldende Kunst & Vormgeving, Kunst & Cultuur en Overdracht. De drie fasen zijn de propedeuse, de differentiefase en de eindexamenfase. Er wordt zowel aan de praktische aspecten van het kunstenaarsschap (m.n. praktijklessen) als aan de vorming tot docent (via theoretische lessen vakdidactiek en stages) in ruime mate aandacht besteed. Binnen het studieonderdeel Beeldende Kunst & Vormgeving staat het verwerven van het beeldend creërende vermogen centraal. Deze competentie bevat zowel een conceptuele als uitvoerende component die altijd in samenhang met elkaar worden bezien. In het disciplineoverschrijdende vak Beeld- en Conceptontwikkeling komen verschillende vakgebieden geïntegreerd aan de orde. Daarnaast zijn er drie mediumgebonden vakken waarin een bepaalde dimensie centraal staat, namelijk 2-D, 3-D en Nieuwe Media. Bij het mediumspecifieke deel ligt de nadruk op materiaal, techniek, instrumenten en in het conceptuele deel vormt het ontwikkelen van het idee (het concept, de betekenis) het uitgangspunt. In het derde jaar komen deze perspectieven bij elkaar en is het uitgangspunt het ontwikkelen van het individuele artistieke onderzoeksproces en het productieproces als geheel, binnen de door de student zelf gekozen of te kiezen. Binnen het studieonderdeel Overdracht staat het toekomstige werkveld, de beeldende kunst en beeldcultuur centraal. Kenmerkend voor dit studieonderdeel is de integrale aanpak waarin theorie, praktijk en stage elkaar versterken, waar gastdocenten meewerken en waar tijd is voor excursies. Overdracht gaat uit van een dynamische visie op leren, d.i. het stimuleren van de leeractiviteit van leerlingen door het geven van activerende voordrachten. Tijdens de propedeuse worden alle aspecten van het lesgeven beoefend, door middel van aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek, opdrachten en stages. Het vak didactiek leert een visie op kunstbeschouwing te ontwikkelen waarmee richting gegeven wordt bij het lesgeven en het reflecteren op eigen beeldend werk en dat van anderen. In het tweede jaar komen zaken als lesvoorbereiding, beoordelen, didactiek van de kunstbeschouwing en orde handhaven uitgebreid aan bod. Ook achtergronden als de geschiedenis van de beeldende vorming, authentiek leren en interculturele kunstpedagogiek worden behandeld. In het derde studiejaar worden alle genoemde opleidingsdomeinen onder de noemer overdracht geïntegreerd. Binnen het studieonderdeel Kunst & Cultuur wordt kennis over beeldcultuur verworven en ontwikkelt de student het vermogen om culturele informatie te onderzoeken. Er wordt kennis aangeboden over actuele kunst, de geschiedenis van de beeldende kunst, cultuurgeschiedenis, de geschiedenis van de kunsten en het verrichten van onderzoek naar Kunst & Cultuur. De theoretische basis is in principe bereikt aan het einde van het tweede studiejaar. In het derde studiejaar wordt de kennis nodig voor het geven van CKV in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs verder uitgediept. Meer specialistische onderwerpen kunnen in de differentiatiefase in keuzevakken worden bestudeerd. Hierdoor ontwikkelt de student een breed perspectief aan invalshoeken, met name vanuit het perspectief dat de Hogeschool in zijn geheel te bieden heeft. In het derde en vierde jaar ontwikkelt de student verder inzicht, gebaseerd op eigen onderzoeksvaardigheden.
Pagina 19 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
•
• •
•
Er is in het onderwijsprogramma sprake van een toename aan complexiteit en integraliteit en ook in leerzelfstandigheid en zelfsturend en zelflerend vermogen van de student. In de beide eerste leerjaren volgt de student een sterk voorgestructureerd opdrachtgestuurde programma, waarbij de opdrachten het karakter dragen van instructie en leren methodisch te handelen. In het derde studiejaar wordt de student steeds meer geconfronteerd met situatiebeschrijvingen waaruit hij zelf het probleem destilleert en waarvoor hij zelf een handelwijze kiest. Een substantieel van het derde jaar is ingericht met het Eigen Project (26 EC’s), een eerste confrontatie met het opstellen en uitvoeren van een op zelfgeformuleerde leerdoelen gebaseerd individueel programma. Het gaat hierbij om het maken van authentiek eigen werk waarbij de nadruk ligt op het individuele artistieke onderzoeksproces en productieproces als geheel. De student kiest het medium of de combinatie van media. De student dient binnen het Eigen Project zelfstandig een aan de kunst- en cultuureducatie gerelateerd probleem te stellen en een werkwijze te kiezen. Deze fase wordt begeleid door een projectcommissie (die het projectplan ook vooraf moet fiatteren) en een procesbegeleider. Het Eigen Project wordt geflankeerd door twee Ondersteunende vakken, gericht op het vergroten van de onderzoeksvaardigheden, en het bijwerken van (technische) hiaten bij de student. In alle studiejaren is ruimte ingericht voor stages (zie ook facet 2.1). Het vierde studiejaar heeft een integratief karakter, en zijn er geen domeinspecifieke inleidingen meer. In de tijd van het domein Overdracht vindt afhankelijk van de visie van de student integratie tussen de wereld van de kunst en de wereld van het onderwijs plaats. Ook is er veel ruimte voor AHKKeuzevakken en BKV-Ondersteunende vakken. De opleiding wordt afgerond met een eindexamenexpositie waarin de student de resultaten van het beeldend examenwerk exposeert. Verder schrijft de student in het kader van resp. het theorieonderzoek voor Kunst & Cultuur (individuele opdracht) en het didactisch onderzoek, met een echte opdracht vanuit het werkveld, voor Overdracht artikelen (in tweetallen) of een schriftelijk verslag. Een leuk onderdeel is het Kunstdebat (1 ECTS). Het visitatieteam heeft verschillende studenten gesproken, waarbij sommigen meer affiniteit voor het docentschap en andere meer affiniteit voor het kunstenaarschap aan de dag legden. De opleiding maakt door de aandacht voor zowel docentschap als kunstenaarschap deze accentverschillen mogelijk.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat ieder domein door de jaren heen een logische volgorde kent. De integratie tussen de domeinen en tevens tussen het docentschap en kunstenaarsschap worden vooral in het derde en vierde jaar gelegd. Het visitatieteam is van mening dat de opleiding de eigen visie ten aanzien van het kunstenaardocentschap nog verder in het programma zou kunnen implementeren en kan vooral in de eerste jaren van de opleiding nog meer integratie tussen de domeinen plaatsvinden. Dit overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet “samenhang programma”als voldoende.
Pagina 20 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
De studiepunten zijn als volgt verdeeld: domein Beeldende Kunst en Vormgeving: 89-124 EC – domein Kunst en Cultuur: 67 EC - domein Overdracht: 50-84. een EC staat voor 28 uur studiebelasting. De propedeuse is 60 EC - de differentiatiefase 120 EC - de eindexamenfase 60 EC. Om te mogen starten met de differentiatiefase moet in de verschillende domeinen minstens (respectievelijk) 24 - 11 - 13 EC gehaald zijn. Binnen twee jaar moet de student de propedeuse voltooid hebben (al de specifieke propedeuse 60 EC zijn gehaald, waarbij ook een diagnostisch assessment heeft plaatsgevonden), anders volgt een bindend negatief studieadvies. Hieraan gaat altijd een waarschuwing vooraf in februari van het betreffende studiejaar (door het mentoraat). BVO geeft een Negatief Bindend Studieadvies als per domein minder dan 80% van de studiepunten gedurende het eerste jaar van de studie behaald is. Studenten kunnen binnen kaders een eigen accentuering in de leerroute aan te leggen. Of dit werkzaam is wordt in de gaten gehouden door o.a. de mentor. Zij koppelen eventuele problemen terug met betrokken docenten, ofwel met het management team. BVO hecht aan een intensief contact met de studenten en (aansluitend op de structuur met domeinen) faciliteert ze zoveel als mogelijk begeleiding in de vorm van het persoonlijk coachschap, ook om studie- en of motivatieproblemen in een vroeg stadium te kunnen signaleren. Te hoge studielast is (blijkens exitgesprekken) niet vaak de reden voor uitval, meestal zijn privé-omstandigheden (zwangerschap, verhuizing en dergelijke), of een verkeerde beroepskeuze aan de start de redenen. In het vierde jaar wordt door studenten wel geklaagd over een (te) hoge studielast. De eis om over te gaan van jaar één naar jaar twee is een achterstand van maximaal 12 studiepunten. Een student mag van jaar twee naar drie als hij niet meer dan 6 studiepunten heeft laten liggen. Deelname aan het examen is toegestaan als de student geen achterstanden meer heeft. De eis voor de propedeuse is voor de Academie goed te handhaven. De studiegids en de les- en tentamenroosters tonen dat tot op detailniveau van een programmaonderdeel. Het AHK-intranet speelt een belangrijke rol in de communicatie daarvan naar de student. Ook als zich tussentijds wijzigingen voordoen bij incidentele lesuitval (bijvoorbeeld bij ziekte van de docent). Studenten (zowel voltijd als deeltijd) zijn van mening dat de opleiding zich zeer flexibel opstelt ten aanzien van afwijkende leerroutes en de studenten ervaren een grote mate van individuele vrijheid bij het inrichten van de eigen studie. “Als je met een goed idee komt, proberen ze echt te helpen om dit waar te maken” zijn tijdens de visitatie veelgehoorde uitspraken. Ook de informatievoorziening via intranet etc. wordt door de studenten positief gewaardeerd.
Pagina 21 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de studeerbaarheid van het programma goed is en dat de opleiding erg haar best doet om studenten te ondersteunen bij het uitvoeren van de eigen leerroute. Daarom beoordeelt zij dit facet “studielast” als goed.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
Om toegelaten te worden tot de opleiding docent BKV moet de kandidaat behalve (beeldend) talent ook in het bezit te zijn van een diploma VWO, HAVO of MBO op niveau vier. Indien deze niet beschikt over één van deze diploma's, maar 21 jaar of ouder is, kan de kandidaat zich wel aanmelden voor de reguliere toelating. Een aanvullende toets maakt dan onderdeel uit van de toelating. Een theoretische toets heeft betrekking op een eventuele vrijstelling voor het kunst- en cultuurhistorisch overzicht (jaar 1). Ook voeren de studieleiders met elke deeltijd-instromer een gesprek waarin vrijstellingen worden vastgesteld op basis van bewijsmateriaal. Indien studenten in aanmerking willen komen voor andere vrijstellingen, kunnen ze in een later stadium een vrijstellingenformulier inleveren dat door de betreffende studieleider beoordeeld wordt. Vroeger kreeg de 1e graadsopleiding voornamelijk Havisten en VWO-ers, de 2e graadsopleiding MBO-ers en Havisten. Het niveau en de kenmerken van de instroom zijn met de ongegradeerde opleiding meer divers geworden, en varieert van gymnasiasten tot MBO-ers. In het HBO-kunstonderwijs is een toelatende selectie (bijvoorbeeld een toelatingsexamen) verplicht. Daarin wordt beoordeeld of de kandidaat over voldoende aanleg beschikt om de opleiding te kunnen volbrengen. Met name wordt gekeken naar beeldend vermogen, oorspronkelijkheid en eigenzinnigheid. De toelating duurt een hele dag en wordt vier keer per jaar georganiseerd. Op die dag moet de kandidaat eerder gemaakt werk laten zien. Het gaat om recente werkstukken die een dwarsdoorsnede geven van de beeldende kwaliteiten. Bijvoorbeeld twee- en driedimensionale werkstukken, maar ook foto's, video's, notities en schetsen. Tijdens het toelatingsexamen wordt een gesprek gevoerd met de toelatingscommissie die bestaat uit een aantal docenten en één student. De kandidaat krijgt een opdracht uit te voeren. Het gesprek, het eerder gemaakte werk en de opdrachten bepalen samen of de kandidaat wordt aangenomen voor de propedeuse. Ook om toegelaten te worden tot de deeltijdopleiding moet een vergelijkbaar toelatingsexamen gedaan worden. Aankomend studenten met reeds een kunstacademiediploma hoeven deze toelating niet volledig te doen. Zij krijgen een toets kunstgeschiedenis om het niveau van deze kennis te kunnen bepalen. Verder volgt een gesprek met de studieleiders teneinde te kunnen vaststellen of en voor welk jaar / blok vrijstellingen gegeven kunnen worden voor de beeldende vakken en eventuele andere modules. Ook deeltijdkandidaten met een opleiding c.q. werkervaring gericht op overdracht of kunstgeschiedenis worden uitgenodigd voor een gesprek om eventuele vrijstellingen te bespreken.
Pagina 22 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
•
•
BVO kan tijdens de toelatingsprocedure goed selecteren omdat het aantal aanmeldingen de hoeveelheid plaatsen ruim overtreft: o Voltijd 2006-2007: Aanmeldingen 145 / Afgewezen: 50 / Aangenomen: 61 (gestart 54) / Teruggetrokken: 41 o Deeltijd 2006-2007: Aanmeldingen 47 / Afgewezen: 11 / Aangenomen: 31 (gestart 27) / Teruggetrokken: 14 De AHK heeft een actief wervingsbeleid gericht op de Amsterdamse regio: ten eerste om te zorgen dat de meest geschikte kandidaten zich aanmelden, ten tweede om de kandidaten een goed beeld te schetsen van de opleiding, ten derde om 'meer culturele diversiteit' in de opleiding te brengen. BKV streeft naar een representatieve afspiegeling van de Amsterdamse context van de opleiding, die overeenkomt met die van het toekomstig werkveld. Bijvoorbeeld met de vooropleiding, projecten met VMBO scholen en het Istanbulproject (en in de toekomst de Ambassade). Net als in het hele kunstonderwijs het geval is, is het echter tamelijk moeilijk om de 'allochtone' jongere voor het kunstvak te interesseren. Tijdens de visitatie gaven studenten aan dat zij het toelatingsexamen als positief beoordelen ofschoon de reden van acceptatie of afmelding door hen niet altijd als duidelijk worden ervaren.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opleiding een goed instroombeleid heeft, een serieus vrijstellingenbeleid heeft opgezet en dit ook op adequate wijze uitvoert. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet “instroom”als goed. 2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
Het totale programma beslaat 240 EC’s, waarvan 60 in de propedeuse, 120 in de differentiatiefase en 60 in de eindexamenfase. In de studiegidsen voor voltijd en deeltijd wordt de verdeling van EC’s over de verschillende studiejaren en domeinen gedetailleerd aangegeven. Deze planning ziet er evenwichtig uit. Bij de opleiding Docent BKV zijn de studiepunten tevens evenwichtig verdeeld over de competentiedomeinen. In de deeltijdopleiding is het aantal contacturen lager dan bij de voltijd opleiding. De studenten besteden 25 uur per week aan de studie, inclusief colleges. De studeerbaarheid, studielast en studieduur van het programma komen structureel aan bod tijdens schriftelijke curriculum- en module-evaluaties. Tevens worden deze onderwerpen besproken in de periodieke evaluatiebijeenkomsten met studenten. De studieleiders bespreken de resultaten hiervan met de betreffende docenten en voeren verbetermaatregelen door als dat wenselijk of noodzakelijk is.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam:
Pagina 23 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Het visitatieteam beoordeelt het facet “duur” als voldoende. 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
In het visiedocument De kunst Onderwijzen, dat aan de basis van deze opleiding staat, is een beeld geschetst van een competentiegerichte en opdrachtgestuurde leeromgeving, waarbij voor de beroepspraktijk relevante studieonderdelen op het gebied van Beeldende Kunst & Vormgeving, Overdracht en Kunst & Cultuur worden aangeboden met veel aandacht voor praktijklessen en stages, en waarbij tevens sprake is van een toenemende complexiteit, integraliteit en zelfstandigheid van de student. Tijdens de hele opleiding wordt de student uitgedaagd de eigen competenties in een opdrachtgestuurde setting te ontwikkelen. Desgevraagd herkennen docenten en studenten dit onderwijsconcept. Desgevraagd herkennen docenten en studenten dit onderwijsconcept. De opleiding onderscheidt een variatie aan werkvormen: practicum, projecten, trainingen, spreekuren en collegecombinaties die bestaan uit hoor-, discussie- en werkcolleges. Deze variatie draagt bij aan de actieve participatie van studenten, en borgt dat individueel werk met groepswerk wordt afgewisseld. Vooral in de Kunstdebatten (vierde leerjaar) en de verplichte intervisiebijeenkomsten tijdens de stages in het derde en vierde leerjaar is er veel aandacht voor communicatie. Zo leert de student de studiestof via verschillende manieren en raakt niet alleen vertrouwd met de eigen leerstijl maar ook met die van anderen. In de studiegidsen staan per studieonderdeel de leerdoelen en werkvormen beschreven. De studenten komen op diverse manieren met de beroepspraktijk in aanraking, bijvoorbeeld via casuïstiek (vooral vanaf het derde jaar) en via de diverse stages in alle vier de leerjaren (zie ook facet 2.1).
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat het didactisch concept aansluit bij de doelstellingen van de opleiding en dat de gekozen werkvormen in grote lijnen aansluiten bij dit didactisch concept. Studenten zijn steeds meer zelf verantwoordelijk voor hun eigen groei en ontwikkeling, en de werkvormen zijn gerelateerd aan het onderwerp. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet “afstemming tussen vormgeving en inhoud”als voldoende.
Pagina 24 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
•
De opleiding heeft in 2002 in samenhang met de nieuwe competentiegerichte onderwijsontwikkeling een toetsbeleid ontwikkeld. Men onderscheidt toetsen: onderzoek naar de gerealiseerde competenties van de kandidaat, en beoordelen: het waarderen van de toetsresultaten in termen van 1 tot 10 (of slecht, matig, voldoende, goed of zeer goed), zonodig aangevuld met een geschreven of mondelinge toelichting en aanwijzingen voor verbetering. Het beoordelen moet objectief, valide en betrouwbaar zijn. Het geheel van toetsen en beoordelen bij een tentamen kan bij een voldoende beoordeling leiden tot de toekenning van studiepunten. De procedure, rechten en plichten en de taken van de examencommissie zijn beschreven in een Onderwijs en Examen Reglement, welke jaarlijks wordt bijgesteld. Er worden verschillende werkvormen en toetsmodellen onderscheiden, zoals werkbeoordelingen, projecttoetsen, kennistoetsen, stagebeoordelingen. Blijkens de informatie in de studiegids is voor alle onderwijsonderdelen bij zowel voltijd als deeltijdopleiding (vooraf) duidelijk wat de leerdoelen zijn en de criteria bij het toetsen waarmee wordt teruggekoppeld naar de doelstellingen en de eindkwalificaties. Eveneens is in de studiegids het beoordelingsformulier voor de praktijkvakken opgenomen (bijlage III). Bij de stagebeoordeling wordt ook de stagegever (als adviseur) betrokken. Stagebegeleiders geven hierbij desgevraagd aan dat het voorkomt dat zij een stage onvoldoende zouden beoordelen maar dat dit oordeel niet als zodanig door de opleiding wordt gevolgd. De examencommissie bestaat uit de studieleiders en de beoordelingscommissies worden gevormd door de betrokken docenten. Bij het eindexamen worden door de beoordelingscommissies externen betrokken. De scripties en onderzoeksverslagen binnen het domein kunst en cultuur en overdracht worden door de begeleidende docenten beoordeeld. Bij het eindexamen is daarbij de AHK-lector kunst en cultuureducatie betrokken. Voor de praktijkvakken binnen het domein Beeldende Kunst en Vormgeving is een apart beoordelingsformulier ontwikkeld dat in de studiegids is opgenomen. Het gemaakte werk wordt beoordeeld op inhoudelijke aspecten (intensiteit, visie en oorspronkelijkheid), formele aspecten (technische vaardigheden, materiaaltoepassing en onderzoek), beeldende ontwikkeling (omgang met beeldende problematiek, experiment en reflectie), attitude (zelfstandigheid, inzet en presentatie), productiviteit en presentatie. Blijkens studenten gebruiken sommige docenten dit formulier wel, en andere niet. Studenten geven eensgezind aan dat het hen over het algemeen niet duidelijk is hoe de beoordeling van een door hen gemaakt beeldend werk tot stand komt. Studenten geven aan dat sommige docenten niet opbouwend maar cynisch beoordelen, en dergelijke beoordelingen worden niet altijd als fair ervaren. Bij het onderdeel vakdidactiek binnen het domein Overdracht wordt overigens de beoordeling van het beeldend werk in het domein Beeldende Kunst en Vormgeving wel nabesproken. Studenten geven aan dat de terugkoppeling van hun studieresultaten per onderwijsperiode gebeurt in een korte mondelinge sessie waarbij verschillende docenten aanwezig zijn. Studenten ervaren dit als onduidelijk. Blijkens een enquête onder studenten in het voorjaar van 2007 scoren aspecten rond “communicatie over beoordelingscriteria”en “tevredenheid over beoordelen” gemiddeld 2.8 op een
Pagina 25 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
•
•
schaal van 1-5. Bij de nieuwe aangescherpte beoordelingsprocedure krijgt de mentor de taak om het beoordelingsproces en de communicatie hierover aan de student te verbeteren. Docenten en management geven aan dat er is binnen de opleiding Docent BKV een grote ervaring gegroeid is hoe met de complexiteit rond de artistieke beeldend vormende ontwikkeling van de studenten moet worden omgegaan, bijvoorbeeld in het hanteren van intersubjectieve criteria bij het toetsen en beoordelen. Professionele praktijkdocenten weten waarnemingen, gevoel, impliciete kennis en geïnternaliseerde criteria snel te koppelen en tot een oordeel te komen. Sommige docenten voeren met studenten "onderwijsleergesprekken" met het doel om ervaringskennis van de docent over te brengen en vakspecifieke vaardigheden aan te leren. Niet alleen het eindwerkstuk, maar ook het ontwikkelproces van de student wordt in de beoordeling meegenomen. Het visitatieteam stelt hierbij vast dat er enig verschil is in perceptie tussen studenten enerzijds en docenten/management anderzijds over de inzichtelijkheid van het beoordelingsproces van beeldend werk. Het visitatieteam stelt tevens vast dat de beoordeling van vakdidactisch onderzoekswerkstukken en werkstukken binnen het domein Kunst & Cultuur in het vierde jaar wisselend verloopt en docentafhankelijk lijkt te geschieden. In sommige stageverslagen heeft de visitatiecommissie uitgebreide ingevulde stagebeoordelingsformulieren aangetroffen, en in andere niet. De rol van de externe deskundige is niet vastgelegd. De beoordelingscriteria voor deze werkstukken (hoewel soms erg summier) zijn overigens wel via o.a. de studiegids aan de studenten bekend gemaakt. Op basis van deze bevindingen stelt de visitatiecommissie dat de implementatie van het toetsbeleid binnen de verschillende domeinen beter in de opleiding kan worden verankerd. De opleiding heeft vervolgens aanvullende documentatie overlegd over het beoordelen van kunstwerkstukken, het beoordelen van stages en het beoordelen van schriftelijke werkstukken in het vierde jaar. De beoordelingsprocedures zijn in alle gevallen aangescherpt. Dit is tijdens een aparte studiedag met alle docenten besproken. Bij de eindexamens van 2006-2007 zijn de nieuwe beoordelingsprocedures ook gevolgd.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam stelt vast dat de opleiding beschikt over een formeel toetsbeleid, en dat de implementatie daarvan momenteel structureel wordt geïmplementeerd en gestandaardiseerd. Op basis hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet “beoordeling en toetsing” als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp ‘Programma’ Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding naar aanleiding van de vorige visitatie veel werk heeft verricht in de opbouw van een competentiegericht curriculum, en daarmee ook duidelijk is tegemoetgekomen aan de destijds genoemde verbeterpunten. Het visitatieteam spreekt hierover dan ook haar waardering uit. Verbeterpunten betreffen vooral de kwaliteit van de vakdidactische vakliteratuur (2.1), aandacht voor internationale docentenstages voor studenten (2.2), verdergaande aandacht voor transdomein integraties en integraties tussen docentschap en kunstenaarschap (2.3). Een goede beoordeling wordt gegeven voor de facetten 2.4 en 2.5, vanwege de flexibele opstelling van de opleiding t.a.v. studentgerichte leerroutes en de goede instroomprocedures. Deze overwegingen leiden tot een positieve beoordeling van het onderwerp 2: Programma.
Pagina 26 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De betrokkenheid van het onderwijzend personeel bij het werkveld is te herleiden uit de CV's. Het beleid van BVO is (jonge) docenten aan te nemen die werkzaam zijn in het werkveld naast hun aanstelling bij BVO of zeer recent in het onderwijswerkveld hebben gewerkt (voornamelijk in het VO en HBO). Dat is de afgelopen jaren vooral in het domein Kunst en Cultuur, en Overdracht verbeterd. In het bijzonder de praktijkdocenten, hebben een beroepspraktijk als kunstenaar naast de aanstelling. De meeste docenten zijn ook stagebegeleider en hebben zodoende actuele ervaring met het onderwijswerkveld. Theoriedocenten met alleen een kunsthistorische achtergrond worden als dat nodig is tijdelijk begeleid door collega's om meer feeling te krijgen met het onderwijswerkveld. Enkele docenten/studieleiders hebben tevens ervaring als docent beeldende vorming in VMBO of VWO. Interessant is verder dat docenten afkomstig uit alle domeinen stagebegeleiders zijn binnen het domein overdracht. Enkele docenten doen onderzoek naar werkveldrelevante kunsteducatie- en onderwijsontwikkelingen onder auspiciën van het AHK lectoraat kunst- en cultuureducatie. De resultaten worden BVO-breed teruggekoppeld naar collega's (en studenten). Het visitatieteam is van een dergelijke terugkoppeling getuige geweest. Er worden praktijklessen en workshops georganiseerd met inbreng van gastdocenten (ongeveer 20 gastdocenten per jaar), en symposia en lezingen met professionals van buiten de academie. Docenten nemen studenten in het kader van programmaonderdelen mee naar tentoonstellingen en manifestaties. In de docent-student relatie, vooral bij de praktijkvakken, is in veel gevallen sprake van een gedurige discussie over actuele ontwikkelingen in het kunstenveld - als referentie voor reflectie op het werk, op de visie of op (artistieke) beslissingen en de ontwikkeling van de student. Studenten geven aan dat de stagebegeleiding door docenten wisselend verloopt omdat docenten niet altijd contact hebben met de opleiding die de stage verzorgt, tijdens de stage. Docenten geven aan dat hier een urenprobleem soms debet aan is. Het opleidingsmanagement denkt dat het hierbij om ongeveer 10% van de stages gaat. Desgevraagd beamen studenten wel dat docenten zich als ze er expliciet om vragen wel bij hun stage betrokken tonen. Er zijn door studenten enkele voorbeelden genoemd van situaties waarbij docenten ook een positieve bijdrage aan de stagiare hebben geleverd. Met ingang van het studiejaar 2007-2008 wordt een verbeterbeleid op het stagebeleid gezet, waarbij docenten alle studenten tijdens de stages verplicht 1x moeten bezoeken. Ook de beoordeling van stages wordt aangescherpt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam stelt vast de huidige docenten in voldoende mate de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk kunnen leggen. De stagebegeleiding door docenten kan worden verbeterd. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet 3.1 “eisen HBO”als voldoende.
Pagina 27 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
BVO is een tamelijk kleine organisatie met zo’n 30 vnl. parttime docenten. Het onderwijs wordt verzorgd door een team van 3 studieleiders, docenten, gastdocenten en 9 instructeurs technische vaardigheden. De verhouding onderwijsgevend personeel (inclusief instruerend personeel) en studenten is reeds lange tijd ca 21 fte / ca 350 studenten (voltijd + deeltijd) (1:16). Er is tevens een overzicht van ondersteunend, niet-onderwijzend personeel (bijv. bij het AHK service bureau) beschikbaar. Er is geen boventalligheid en geen sprake van grote problemen om het curriculum uit te voeren als gevolg van afwezigheid of ziekte. Verhoudingsgewijs is de beschikbare ruimte in fte voor gastdocenten de afgelopen jaren gestegen, en dat zal het ook langzaamaan blijven doen. Uit evaluatieresultaten blijkt dat in het algemeen de werkdruk niet als te hoog wordt ervaren. De samenstelling van het personeelsbestand met de diverse taken is gedetailleerd te vinden in de meerjarenprognose, Hierin worden tot 2010 geen veranderingen in studentenaantallen of personeelsbestand verwacht.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van de gevoerde discussies en de bestudeerde informatie beoordeelt het visitatieteam het facet “kwantiteit personeel”als goed.
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
Bij de wijziging in structuur door de invoering van het competentiegerichte curriculum zijn nieuwe taken en verantwoordelijkheden aan het onderwijzend personeel toegekend. Zo heeft elk domein zijn eigen studieleider. Verder zijn er functies als coördinatoren en seniordocenten geïdentificeerd. Hoewel de nadruk en inhoud van het werk van het onderwijzend personeel op het lesgeven bleef liggen, is er meer geïnvesteerd in kennis op het gebied van onderwijskundige visie, didactische uitgangspunten en praktische toepassing op de werkvloer. Daarnaast is sprake van een toegenomen cohesie, dit is belangrijk gezien de fusie van voormalige de eerste- en tweedegraads docentenopleidingen in een ongegradeerde opleiding. Ook is het aantal fte’s voor kwalitatieve onderwijsondersteunende functies, in kwaliteitszorg, mentoraat, decanaat, studiebegeleiding relatief toegenomen.
Pagina 28 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
• •
•
• • • •
• •
Alle docenten zijn bevoegd om op het HBO les te geven en er is een functieomschrijvingsboek. Recentelijk zijn nieuwe docenten aangetrokken voor vakdidactiek en nieuwe media, vanwege nieuwe ontwikkelingen in het beroepenveld. De overlegstructuur is fijnmazig, de facultaire medezeggenschapsraad en onderwijscommissie hebben een belangrijke adviserende en autoriserende rol. Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de facultaire medezeggenschapsraad in sommige gevallen uitgenodigd wordt om advies uit te brengen, maar ook in sommige gevallen hiertoe niet wordt uitgenodigd (bijv. bij het aanstellen van de nieuwe directeur). Het beleid is er tevens op gericht dat de docenten hun contacten met de beroepspraktijk nog verder gaan verstevigen, bijvoorbeeld door deelname aan projecten binnen de Ambassade, een nieuw Academiegebonden Centrum voor actuele kunsteducatie, dat moet gaan functioneren als experimentele werk- en studeeromgeving voor de eigen studenten en die der Rietveld Academie. Het visitatieteam heeft kennis genomen van het nieuwste ondernemingsplan van de Ambassade en stelt vast dat hieruit een hoog ambitieniveau spreekt dat tevens een groot tijdsbeslag van het management van de opleiding zal gaan vergen. Vanuit docenten en stagebegeleiders ontvangt het visitatieteam signalen dat het management overbelast is. Het opleidingsmanagement ervaart dit niet zo. Het visitatieteam is van mening dat de verdere sturing, samenhang en implementatie van het competentiegerichte onderwijs de grootste prioriteit van de directie/het management zou moeten zijn. BVO voert een actief beleid t.a.v. deskundigheidsbevordering n.a.v. tweejaarlijkse functioneringsgesprekken of evaluatieresultaten. Er worden regelmatig studiedagen georganiseerd (bijvoorbeeld over het beroepsbeeld, of CKV) en men kan externe cursussen (bijv. nieuwe media, computergebruik, auteursrecht) of studiereizen volgen. Daarbij sluit men aan bij het nieuwe personeelsbeleid van de AHK, dat o.a. bezig is met een nieuw functiewaarderingstraject. Binnenkort wordt tevens een systeem van competentieprofielen en individuele ontwikkelingsplanning geïntroduceerd, dat ook geschikt is bij het assessment van kandidaten voor vacatures of nieuwe functies. De recent gehouden medewerkerenquête geeft aan dat het management meer aandacht zou moeten hebben voor organisatie en interne communicatie. Docenten geven hiervan desgevraagd een wisselend beeld. Het opleidingsmanagement geeft aan dat hier inmiddels een verbeterbeleid opgezet is. Het systeem van functioneringsgesprekken met docenten is recentelijk aangescherpt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat het onderwijzend personeel voldoende gekwalificeerd is voor de inhoudelijke en onderwijskundige realisatie van het programma. Het recent aanstellen van studieleiders die zich ook gaan buigen over de onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma wordt door het visitatieteam gezien als een positieve ontwikkeling. Het management moet zich ook blijven richten op de verdere ontwikkeling van het onderwijs, en dan vooral op de implementatie van onderwijsvisies zodat deze door het hele onderwijzend personeel ook echt zullen worden gehanteerd. Ook de interne communicatie verdient aandacht. Dit alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet “kwaliteit personeel”als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ Het visitatieteam heeft de facetten binnen het onderwerp “Inzet van personeel”respectievelijk voldoende (facet 3.1 en 3.3) en goed (3.2) beoordeeld. Daarmee beoordeelt zij dit onderwerp positief.
Pagina 29 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • Het moderne kunstonderwijs vergt voorzieningen als intranet, websites, tentoonstellingsruimte, computerlokalen, computer hard- en software, een digitale beeldbank, grote werkplaatsen (met machines), praktijk- en theorielokalen, overlegruimtes, een kantine, winkel, kantoren, een bibliotheek, een mediatheek, etc. Het huidige vrij oude gebouw heeft voldoende capaciteit ca 2500m2 functioneel vloeroppervlak (3850m2 bruto) - om alternerend (dag-avond) voor de voltijd en de deeltijdopleiding goed onderwijs te kunnen verzorgen en de noodzakelijke voorzieningen te herbergen. De hoeveelheid studenten wordt na een periode van toename (vooral in de deeltijd) op het maximum van ca 350 gehouden, ook in de prognoses voor de komende jaren. De huidige ruimte wordt wel door studenten als krap ervaren, waarbij ze tevens aangeven dat er in de avonduren nog voldoende ruimte is. • Tentoonstellingen, symposia en dergelijke worden buiten de deur georganiseerd. Veel programmaonderdelen van het opdrachtgestuurde onderwijs impliceren overigens dat studenten op scholen (bij stages), thuis of in het eigen atelier aan het werk zijn. Daarnaast worden er bij programmaonderdelen vaak tentoonstellingen en manifestaties buiten de school bezocht, bijvoorbeeld binnen het domein Kunst en Cultuur. • Bovenstaande ontwikkelingen maken dat de grenzen van het gebouw zijn bereikt. Deze situatie wordt onder andere door interne verhuizingen, verbouwingen en veranderingen opgelost. Ook worden toekomstige samenwerkingen met andere instituten verkend. • De studenten zijn over het algemeen tevreden over het gebouw en de faciliteiten blijkens studententevredenheidonderzoek, net als de medewerkers blijkens het medewerkerstevredenheidonderzoek. Studenten geven wel aan dat er soms weinig ruimte is om even met een klein groepje ergens te overleggen. • Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding over diverse ruim uitgevoerde werkateliers beschikt, die allen een goede lichtinval hebben. Er zijn voorzieningen getroffen om stofoverlast te beperken. Ook is er een kleine tentoonstellingsruimte en een goedgeoutilleerde mediatheek. In de zomer maken studenten graag gebruik van een binnentuin. Het visitatieteam is van mening dat de theorielokalen erg saai zijn uitgevoerd. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is te spreken over de ateliers, maar ziet ook dat de grenzen aan het gebouw zijn bereikt en dat nieuwbouw of samenwerking binnen afzienbare tijd aan de orde is. Het visitatieteam oordeelt het facet “materiele voorzieningen”als voldoende.
Pagina 30 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • AHK-breed wordt een studievoortgangsysteem B&E geïmplementeerd. De belangrijkste informatievoorziening voor studenten is het intranet, infoland en de studiegids, daarnaast is er veel (informeel) contact tussen docenten en studenten. • BVO organiseert studiebegeleiding vanuit de opvatting dat de ontwikkeling van een student volgens een studiepad met eigen accentuering binnen een curriculum met ruime keuzemogelijkheden, alleen succesvol kan zijn als dat intensief en van dichtbij begeleid wordt. Op individueel niveau kan de student daarom aanspraak maken op studiebegeleiding van de decaan, eventueel van studieleiders en van een mentor (domeinoverstijgend, in een met de student meeontwikkelende relatie). Zij zijn aanspreekbaar voor informatie en advies bij eventuele studeerbaarheid- of studieproblemen. De mentor kan daar ook zelf initiatief voor nemen. • De opleiding Docent BKV heeft een visie op het mentorschap in het competentiegerichte onderwijsmodel nader uitgewerkt. De mentor wordt gezien als de ruggengraat van het onderwijs. In de propedeuse en in de hoofdfase wordt de mentorrol verschillend ingevuld. In de propedeuse bewaakt de mentor de studievoortgang van de student en helpt deze bij het bereiken van competenties, in de hoofdfase ondersteunt de mentor de student bij het maken van keuzes en de realisatie daarvan. • De mentor voert gesprekken met studenten die voortgangsproblemen hebben en exitgesprekken met studenten die tussentijds (moeten) stoppen met de studie. Het is meestal zo dat externe factoren debet zijn aan de studievertraging en er zijn soms ook positieve redenen voor de beslissing van de student te stoppen. Voor de Voltijd- en de Deeltijdstudenten zijn aparte mentoren aangesteld. In geval dat nodig is zijn er binnen de AHK (bij het servicebureau en andere faculteiten) externe vertrouwenspersonen voor studenten van de opleiding Docent BKV aangesteld. • Docenten zijn zich desgevraagd bewust van de balans tussen enerzijds hun rol als toetser/beoordelaar en anderzijds als begeleider van het (persoonlijke, psychologische) ontwikkelingsproces bij een student in het kunstonderwijs. • De rechten en plichten van de student, de consequenties bij studievertraging worden nadrukkelijk meegedeeld aan al de studenten en zijn opgenomen in de studiegidsen en de OER. Van de beroepsmogelijkheden naar aanleiding van bindende studieadviezen is alleen zeer incidenteel gebruik gemaakt. De Facultaire medezeggenschapsraad en de onderwijscommissie is ontvankelijk voor studenten als deze structurele problemen aan de orde wil stellen. • De opleiding ontvangt klachten over de stages, zowel uit het werkveld, de studenten als de facultaire medezeggenschapsraad. De opleiding heeft daarom in november 2006 over dit onderwerp een speciale studiedag ontwikkeld. Hierbij zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de ondersteunende rol van de stagebegeleider naar de student toe, bijv. een verbeterde discipline op het inleveren van de stageovereenkomst, het verplicht maken van een verslag n.a.v. het bezoek van de stagebegeleider aan de stagiaire op diens stageadres, het verbeteren van de stagehandleiding en het ontwikkelen van een checklist voor lesobservatie. Daarnaast zijn de eisen t.b.v. stages (begeleiding, beoordelingen) vanaf 2007-2008 verder aangescherpt.
Pagina 31 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
• Studenten ervaren de informatievoorziening via intranet als positief. Ze zijn minder te spreken over de vorm waarin de terugkoppeling van hun resultaten aan het einde van iedere periode plaatsvindt. • Studenten zijn positief over studiebegeleiding in het algemeen en wisselend over stagebegeleiding door de begeleidende docenten. Studenten zijn wel positief over de intervisiebijeenkomsten tijdens de stages. Deze zijn verplicht en worden door een docent begeleid. Hierin komen ook problemen die studenten bij stages ondervinden aan de orde.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt het facet “Studiebegeleiding en informatievoorziening” als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Voorzieningen’ Het visitatieteam heeft voor de beide facetten binnen dit onderwerp een “voldoende”gegeven. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp “Voorzieningen”positief.
Pagina 32 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • In mei 2004 is het eerste AHK kwaliteitsplan vastgesteld. Het plan bevat een algemeen deel met uitleg over kwaliteitszorg en een aantal uitgangspunten met daarnaast een reeks ‘afspraken’ die faculteiten in hun eigen kwaliteitsplan of kwaliteitsbeleid moeten opnemen en nakomen. Het is een kaderstellend plan met ruimte voor eigen invulling per faculteit. BVO gaat meedoen met AHK-brede (onderwijs- en tevredenheids)evaluaties. Deze worden aangevuld met gegevens van eigen of externe onderzoeken (bijvoorbeeld werkveld- en alumnionderzoeken). Er zal vaker kwalitatief verdiepend onderzoek volgen op de resultaten van deze grotendeels kwantitatieve onderzoeken. • Sinds de vorige visitatie heeft de opleiding Docent BKV werk gemaakt van een gestructureerde opzet van de kwaliteitszorg, wat begon met de aanstelling voor kwaliteitszorgtaken van twee kwaliteitszorgfunctionarissen in 2003. Het doel van deze nieuwe functionarissen was drievoudig: 1) Het laten groeien van een vanzelfsprekende rol van formelere kwaliteitszorgprocessen - met instandhouding van informele processen. 2) Het organiseren van een aantal kleine kwaliteitszorgcycli om snel en adequaat verbeteringen en aanvullingen te kunnen doen ter ondersteuning van de onderwijsontwikkeling en de praktische uitvoering van de programma's binnen elk (vernieuwd) studiejaar. 3) Het 'signaleren' van de effecten en resultaten van (het implementatieproces van) het nieuwe curriculum. Deze drie doelen zijn gehaald. • Sinds 2002 was het Kohnstamm instituut betrokken bij de evaluatie van het onderwijscurriculum. De opleiding wil dit nu zelf gaan oppakken. • Het accreditatietraject heeft verder input gegeven aan een proces van permanente actualisering van kwaliteitszorg binnen de opleiding te realiseren waarbij iedereen vanuit zijn positie betrokken moet worden (stakeholder-benadering). Deze aanpak zal ook na de accreditatie worden voortgezet. • BVO gebruikt verschillende evaluatie-instrumenten: de vak-, programma-, curriculumevaluatie, de alumni- en mentoraatsenquête, de kuo-monitor en het personeels-tevredenheidsonderzoek (AHK). Doelstelling van deze evaluaties is onder meer het verzamelen van gegevens over de beoordeling van onderwijskwaliteit door studenten. Elk vak, jaar en het totale curriculum wordt om de twee jaar geëvalueerd. Elk volgend cohort heeft daardoor kunnen profiteren van kleine of soms middelgrote verbeteringen. • De bespreking van de evaluatiegegevens vindt steeds op verschillende plekken binnen de organisatie plaats. De studiedagen vormen het grootste podium voor docenten en de staf om van gedachten te wisselen over inhoudelijke kwesties m.b.t. het totale curriculum. In de domeinen worden de programmaevaluaties doorgenomen. De resultaten van de vakevaluaties worden besproken met de betrokken docent(en) en zijn/haar studieleider. Tijdens functioneringsgesprekken maken de vakevaluaties deel uit van de gespreksstof. Daarvoor gebeurde dat doelbewust niet om de docenten de waarde van de evaluaties als verbeterinstrument te laten ervaren zonder de dreiging of schijn van rechtspositionele gevolgen.
Pagina 33 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
• Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de instrumenten voor interne kwaliteitszorg worden gehanteerd volgens een procedure die aansluit bij de PDCA-cyclus. De studieleiders bewaken het proces en schakelen indien gewenst andere stafleden in. • De BVO hanteert bij de cyclische evaluatie-instrumenten normen voor een tevredenheidscore. Een voorbeeld hiervan is de normering van de medewerkers-enquête van 3,5 op een schaal van 1-5 voor alle items in 2008.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding in voldoende mate periodiek wordt geëvalueerd mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Daarom beoordeelt zij dit facet met een voldoende.
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding op diverse punten blijk heeft gegeven van verbeteringen waar dit nodig was. Enkele voorbeelden: o Bij de laatste visitatie van de eerstegraads docentenopleidingen werden door de toenmalige visitatiecommissie diverse tekortkomingen geconstateerd, o.a. op het gebied van beroepsbeeld, curriculum (bijv. plek van de didactiek), voeling met wetenschappelijke ontwikkelingen etc. De opleiding heeft bij het ontwerp van de ongegradeerde docentenopleiding blijk gegeven in staat te zijn dergelijke verbeterpunten ook daadwerkelijk te verbeteren (bijv. invoering competentiegericht curriculum, meer didactiek in het domein overdracht, invoering lectoraten). o De vraag naar meer duidelijkheid over de inhoud en organisatie van de opleiding is gesignaleerd in de programma-evaluatie van de propedeuse 03-04, jaar twee 04-05, jaar drie van 04-05 en het personeelstevredenheidsonderzoek. De studiegids speelt hierin een belangrijke rol. Daarom zijn de teksten eenvormiger gesteld, is er gebruik gemaakt van overzichtelijke schema’s waarin de periode, studiepunten, vakken en inhoudsopgave verwerkt zijn. Andere maatregelen ter bevordering van de communicatie een monitor in de gang en het Intranet. Medewerkers is de mogelijkheid geboden cursussen via het Intranet te volgen. Daarnaast zijn de faculteitssecretaris en de medewerker kwaliteitszorg structureel aanwezig tijdens de stafvergaderingen om de koppeling tussen de organisatie en de stafbesprekingen te verstevigen. o Er is recht gedaan aan de klacht van docenten en vraag van studenten om het referentiekader voor de Actuele Kunst te vergroten door het vak Actuele Kunst na jaar 1 ook in jaar 3 te programmeren. o Naar aanleiding van de evaluatie van jaar 4 en het gehele curriculum is het vakdidactisch onderzoek gestructureerder aangeboden. Er is een aantal groenlicht momenten ingebouwd zodat gedurende het jaar een gelijkmatiger inspanning van de student wordt vereist. Ook voor het onderzoek van het domein Kunst & Cultuur een ruim bemeten begeleidingstijd uitgetrokken. Gestreefd wordt naar een gelijktijdige begeleiding door de docent kunst- en cultuurgeschiedenis.
Pagina 34 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
o De aanbevelingen die door de Alumni (ex-eerstegraads) gedaan werden sluiten achteraf heel goed aan bij de koers van de curriculumvernieuwing. Een voorbode van verbetering blijkt uit de berichten over de laatste uitstroom (zij die de eerste keer het nieuwe curriculum hebben voltooid). Zij hebben na het afstuderen gemakkelijk passend werk gevonden. Zij voelen zich in staat dit werk goed uit te voeren. o De opleiding heeft in november 2006 een studiedag belegd over stages en stagebegeleiding, naar aanleiding van problemen hiermee die door het werkveld zijn gesignaleerd. Vervolgens is o.a. de stagehandleiding vernieuwd en de begeleiding wordt verbeterd. o Ook vanuit de medezeggenschapsorganen wordt aangegeven dat het management van de opleiding bij verschillende situaties bijstuurt. Recentelijk zijn ook verschillende verbeteracties opgestart met als doel de implementatie van het toetsbeleid en de stagebegeleiding en –beoordeling te verbeteren. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opleiding in voldoende mate beschikt over een zelfreinigend vermogen. Daarom wordt het facet “Maatregelen ter verbetering” als voldoende beoordeeld.
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
Diverse medewerkers in verschillende functies zijn medeverantwoordelijk voor de output van de kwaliteitszorg, zoals tot uiting komt in de overlegstructuur. Personeel wordt bevraagd over de kwaliteit van de opleiding en de werkomstandigheden middels het AHK-brede werknemersonderzoek, tijdens functioneringsgesprekken, docentenoverleg, brainstormsessies, studiedagen, (zitting in) de facultaire medezeggenschapsraad en (zitting in) de opleidingscommissie. Hun functioneren komt ook aan de orde bij evaluaties door studenten. Het personeel wordt op de hoogte gehouden (kan zich op de hoogte houden) van het resultaat van de bespreking in de overlegorganen, alsmede van eventuele verbeteracties, via persoonlijk contact, notulen, mededelingen op het intranet, en dergelijke. Studenten zijn betrokken bij de kwaliteitszorg via programma- en vakevaluaties, het vierde jaar wordt afgesloten met een opleidingsevaluatie, alsmede via studiedagen, (zitting in) de facultaire medezeggenschapsraad en (zitting in) de opleidingscommissie. Via het decanaat en de mentor komen ervaringen van studenten ook terecht in de overlegstructuur. Ook de studenten worden op de hoogte gehouden (kunnen zich op de hoogte houden) van het resultaat van de bespreking in de overlegorganen, alsmede van eventuele verbeteracties, via persoonlijk contact (vooral vakevaluaties in contact met betrokken docenten), notulen, mededelingen op het intranet, en dergelijke.
Pagina 35 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
•
De alumni van de opleiding zijn kortgeleden telefonisch met een aantal open vragen benaderd over hun ervaringen op de arbeidsmarkt, over het imago van BVO in de buitenwereld, en dergelijke. BVO heeft een vernieuwd alumnibeleid dat mikt op steviger binding van vooral de uitstroom van het nieuwe curriculum. Ook de respondenten van de telefonische enquête zijn gevraagd of zij in de toekomst bij het (alumni)beleid van de academie betrokken willen zijn. Het Ambassadeproject zal daarvoor een belangrijke context zijn. De onlangs vernieuwde werkveldadviescommissie gaf tijdens de visitatie blijk van een groot kritisch vermogen. De visitatiecommissie ervaart het als een positief punt dat de opleiding dergelijke kritische geluiden in deze werkveldadviescommissie een kans geeft.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet “Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld”als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding haar kwaliteitszorg voldoende op orde heeft. Alle facetten binnen dit onderwerp zijn als voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp “Kwaliteitszorg”als positief.
Pagina 36 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
•
De belangrijkste meetlat voor het gerealiseerde niveau is het onderwijswerkveld. Bij de eindbeoordeling van onderzoeksresultaten en stages en scripties is het werkveld betrokken (bij scripties en onderzoeksresultaten tevens de AHK lector kunst en cultuureducatie). Hierbij moet worden opgemerkt dat de vertegenwoordigers van het werkveld hierbij slechts een adviserende rol hebben. De evaluaties en beoordelingen van de stages in samenspraak met de betrokken school zijn indicatief voor het werkveld. Uit gesprekken met stagebegeleiders blijkt dat de ervaringen van hen met stagiaires wisselend zijn. Er zijn de laatste tijd relatief veel studenten die aan hun stages een baan overhouden. Jaarlijks vindt een eindexamenexpositie plaats waarvoor het hele circuit van de (Amsterdamse) kunst en kunsteducatie wordt uitgenodigd. Sommige bijzonder talentvolle studenten in het praktijkdomein stromen door naar een voortgezette kunstopleiding (en werden dan op zo'n tentoonstelling gescout). Enkelen studenten uit de afgelopen tijd ontwikkelden een succesvolle beroepspraktijk als kunstenaar of conservator. Ter afronding van de opleiding maakt de student binnen het domein Beeldende Kunst en Vormgeving een eindexamenexpositie. Hierbij werpt de student een beeldende probleemstelling op, die eens in de 4-6 weken met studenten en een team van docenten wordt besproken met als doel de student te confronteren met de opvattingen van anderen. De begeleider(s) adviseert en reageert. De beoordeling daarvan vindt plaats aan de hand van het beoordelingsformulier voor praktijkvakken. Hierbij dient te worden opgemerkt dat studenten aangeven dat dit beoordelingsformulier niet consequent wordt gebruikt. Volgens het opleidingsmanagement is dit beperkt gebleven tot één incident. Ter afronding van het domein Overdracht doet de student een onderzoeksproject vakdidactiek en onderwijskunde. Beoordeeld worden de kwaliteit en relevantie van het onderzoeksresultaat dat wordt gerapporteerd aan de opdrachtgever en gepresenteerd tijdens de afstudeerexposities aan overige belangstellenden; de kwaliteit en voortgang van het onderzoeksproces waarbij de methodische reflectie en analyse zichtbaar zijn; het vermogen om klantgericht te kunnen adviseren en de kwaliteit van de samenwerking in de projectgroep. De stages worden beoordeeld aan de hand van het stageverslag en/of een eindpresentatie. Beoordelingsbevoegd is de begeleidend docent maar de begeleider op de school/instelling spreekt een beargumenteerd oordeel uit aan de hand van een beoordelingsformulier. Het domein Kunst & Cultuur wordt afgerond aan de hand van een Kunst- en cultuur onderzoek, waarbij eisen worden gesteld aan het onderzoeksgebied, de vraagstelling, de omvang en vereiste lay-out van de scriptie. Bij het onderdeel didactische kunstbeschouwing schrijft de student een artikel waarbij hij zijn visie op het vak ontvouwt en geeft een les van 30 minuten op locatie. Hierbij komen kunstbeschouwelijke, kunsthistorische en cultuurhistorische aspecten aan de orde. Beide onderdelen tellen mee in het eindexamencijfer (les 66%, artikel 33%).
Pagina 37 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
•
•
• •
•
De eindexamens van de voltijd-opleiding en deeltijdopleiding verschillen enigszins. Naast de hierboven genoemde domeinafrondingen, kent de voltijdopleiding binnen het domein Overdracht nog Kunstdebatten in het derde studiejaar, waarbij de student zich middels websites of literatuur voorbereidt op het debat en stellingen maakt. Vervolgens maakt hij verslagen van het debat en voegt deze samen tot een portfolio. Dit wordt beoordeeld. De student moet aantonen dat hij de competenties tot overdracht, kritische reflectie en doorgroei en innovatie op niveau 4 beheerst. Binnen het domein Kunst en Cultuur schrijft de student twee artikelen i.p.v. één. Ook worden in het vierde jaar enkele keuzevakken (8 ECTS) afgesloten. Het visitatieteam heeft kennis genomen van de diverse werkstukken en kunstwerken die door studenten tijdens de opleiding en in het afsluitende eindexamen zijn gemaakt. Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat het niveau van de eindexamenexpositie, de stageverslagen en de verschillende eindscripties/artikelen van een wisselende kwaliteit is, maar wel een voldoende bachelorniveau bezit. Het visitatieteam heeft tevens kunnen vaststellen dat de geïnterviewde afstudeerders wisselende verwachtingen en interesses in het docentschap-kunstenaarschap hebben en dat dit ook gerelateerd kan worden aan de door deze studenten geproduceerde eindwerken. Het visitatieteam heeft met plezier enkele enthousiaste alumni gesproken die aangaven door hun opleiding voldoende toegerust te zijn om als docent beeldende vormgeving in het onderwijs op diverse niveaus werkzaam te zijn. Dit betrof zowel alumni die de deeltijdopleiding als alumni die de voltijdopleiding recentelijk hadden doorlopen. Verschillende studenten stromen na de opleiding door naar de Koninklijke Academie in Den Haag, de nieuwe masteropleiding of academische opleidingen kunstgeschiedenis etc.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam stelt vast dat de opleiding tamelijk ambitieuze doelstellingen ten aanzien van het eindniveau heeft. De behaalde resultaten van de opleidingen tonen verschillen in eindniveau ten aanzien van de geproduceerde eindscripties, stageverslagen en kunstvoorwerpen. Het visitatieteam is van mening dat deze verschillen in eindniveau wel erg wisselend zijn maar wel het niveau van startbekwaamheid als docent Beeldende Kunst en Vormgeving behalen. Daarom beoordeelt het visitatieteam dit facet als voldoende.
Pagina 38 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
BVO hanteert streefcijfers die het landelijk gemiddelde als minimum stellen. Dat houdt in: handhaving uitstroom met diploma na vier jaar op ca 60%, studieduur gemiddeld tussen 4,25 en 4,5 jaar. Uitval na propedeuse circa 20%.
In onderstaande tabel is informatie over uitval opgenomen. De opleiding voldoet blijkens deze tabel steeds beter aan de eigen streefcijfers.
studenten
aantallen diploma's
2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 studenten 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006
studieduur
voltijd instroom uitvallers 70 65 67 71 55 voltijd
diploma's
uitvallers
66 68 75 47
43 21 26 21
diploma's 4,35 4,41 4,11 4,19
uitvallers 2,02 2,14 1,92 2,00
deeltijd instroom
diploma's
uitvallers
14 50 59 63 53
11 5 9 9
2 20 23 22
deeltijd
diploma's 1,09 1,20 2,11 2,11
uitvallers 1,50 1,00 1,30 1,59
totaal instroom 84 115 126 134 108
77 73 84 56
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt dit facet als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Resultaten’ Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat het eindniveau van de afgestudeerden hoewel van wisselende kwaliteit toch een voldoende bachelor niveau heeft. Ook het onderwijsrendement is voldoende. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het onderwerp “Resultaten” positief.
Pagina 39 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Bijlage 1: Programma 6 maart Dag 1 13.00-13.30 1: staf (directie & cvb) R. Smit en O. Brouwer 13.30-15.30 2: studieleiders ('didactische staf') A. de Heus, M. Crone en L. Vroegindeweij Doelstellingen, het curriculum, didactische visie, domeinspecifieke eisen, niveau 15.30-16.30 3: alumni (DT en VT!) M. Kluit, T. Gijsbertsen, M. van Wijk, E. Dijkman, I. Vrasdonk, R. Boer en K. Driessen 16.30-18.30 4: documentenstudie, korte rondleiding door het gebouw 18.30-19.30 5: studenten/docenten uit de opleidingscommissie: over studeerbaarheid, het programma, de kwaliteitszorg F. van Panhuis, A. Neervoort en J. vd Burg 19.30-20.30 6: aanvullend onderzoek 20.30-21.00 7: staf terugkoppeling R. Smit, L. Vroegindeweij, A. de Heus, M. Crone
23 maart Dag 2 8.30-9.30 1: docenten: verdeeld over de domeinen, de vakinhoud, beroepsoriëntatie, didactiek: P. Meijer, R. Klatser, L. Moorrees, J. Werkhoven, M. Clumpkens, C. Goedman, H. Kortland, C. Ellemers 9.30-10.30 2: stagecoördinatoren, docenten die het afstuderen begeleiden, over afstudeeropdrachten, betrekken beroepspraktijk bij het afstuderen J. Korenaar, K. Streefkerk, E. Heijnen, B. Raeven, R. van Nuland, A. de Heus, A. ten Bruggencate, P. Dam en D. Kubbe 10.30-11.15 3a: eerste en tweede jaarsstudenten DT, over de studiebegeleiding, studielast, informatievoorziening faciliteiten M. Rijnders, P. van Hoften, P. Jansen en L. Averes 11.15-12.00 3b: eerste en tweede jaarsstudenten VT, over de studiebegeleiding, studielast informatievoorziening, faciliteiten L. van Wijck, M. Zuidema, C. Henning, M. Koster 12.00-13.45 4: documentenonderzoek + werkstukken bekijken 13.45-15.00 5: werkveldadviescie, plus begeleiders bij stagescholen A. Corman, R. Hulshoff Pol, E. van Strien, H. Verweij, J. Jonker, M. Bouman en S. Baumann 15.00-15.15 Presentatie lectoraat 15.15-16.15 6a: 'afstudeerders' - derde en vierde jaarsstudenten DT, waarvan enkelen met werk(stukken) N. Faas, W. van Leeuwen, H. Mulder, J. Waltman 16.15-17.15 6b: 'afstudeerders' - derde en vierde jaarsstudenten VT, waarvan enkelen met werk(stukken): D. Hoolwerf, S. van Leeuwen, H. den Breejen, C. Pols 17.15-18.15 7: intern beraad panel
Pagina 40 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Bijlage 2: Documenten Documenten die zijn bestudeerd: • • • • • • • • • • • •
Infoland: een interactief intranet systeem waarop alle relevante documenten tbv deze visitatie waren vermeld, inclusief zelfevaluatierapport en alle hiermee samenhangende bijlagen Vorige visitatierapport eerste graads opleiding Lesmaterialen van alle jaren Studiegids Bachelor opleidingen voltijd en deeltijd Stageverslagen Afstudeerscripties didactisch onderzoek inclusief beoordeling Een breed overzicht van door studenten geproduceerde kunstwerken (2D, 3D, nieuwe media) Notulen werkveldcommissie Notulen opleidingscommissie en facultaire medezeggenschapsraad Resultaten module evaluaties, resultaten werknemersenquête Toetsen sinds 2003 Toetsbeleid KW/BGL
Enkele specifiek bestudeerde werkstukken van studenten: • • • • • • • • • • • • • •
Educatieve CKV2 cd-rom: Tara Steemers, Floor den Uyl, Tanja Visser; Onderwerp: reclame Scheepvaart in de 17e eeuw. Oefenvragen voor het eindexamenprogramma CKV2: Nancy Faas, Judith de Haas, Dea Bijlsma Het atelier van de schilder in de 17e eeuw: CKV2 proefexamen voor HAVO: Jeannette Hamers, Lied Nolet, Wilma van Leeuwen In public, impressie van een CKV-week voor het vmbo: Iris te Slaa, Kim Driessen De leerling als kunstenaar én galeriehouder: Isis Vrasdonk en Iris Frederiks Ontwikkeling van het leergebied Delta binnen natuurlijk leren: Sophie Terluin, Angelique Beijk Vakdidactisch onderzoek voor de Basisschool St. Bavo in Haarlem: Chantal Maarleveld, Willy Rechter DVD diagnostisch assessment juni 2004 Stageverslag van Gogh museum (3e leerjaar) Stageverslag Stage Rijnlands Lyceum (4e leerjaar)
Pagina 41 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader Als domeinspecifiek kader heeft het visitatieteam gebruik gemaakt van het competentieprofiel zoals het in het visiestuk “De kunst Onderwijzen” van E. Viskill, november 2001 is uiteengezet. De opleiding staat met één been in de kunstwereld en met één been in de wereld van het onderwijs. Haar taak is om studenten bekend te maken met de historische rijkdom van cultuur, ze te confronteren met actuele kunst en het is tevens haar taak studenten op te leiden tot leraren die anderen wegwijs maken in de kunstbeoefening en de beeldcultuur. De opleiding docent BKV wordt door deze hybride gekenmerkt. Het beroep van docent BKV komt neer op het verzorgen van onderwijs in één of meer sectoren of fasen van het reguliere onderwijs of in buitenschoolse kunsteducatie of amateuristische kunstbeoefening. De kerntaken waar een docent BKV voor staat omvatten het inspireren en ontwikkelen van kennis en inzicht in beeldende kunst en vormgeving en het stimuleren en verbeteren van creatieve en beeldende vaardigheden van leerlingen/cursisten. Vervolgens zijn zeven hoofdcompetenties met een vijftigtal deelcompetenties geformuleerd. De zeven hoofdcompetenties zijn: 1. Creërend vermogen De student kan eigen oorspronkelijk werk scheppen 2. Stimulerend vermogen De student kan bij leerlingen de belangstelling voor de beeldcultuur aanwakkeren 3. Vermogen tot overdracht De student kan met een eigen stijl kennis, inzichten en vaardigheden op anderen overbrengen 4. Vermogen tot samenwerken De student is tot opbouwend overleg in staat en functioneert in een team 5. Organiserend vermogen De student kan de fysieke, sociale en onderwijskundige leeromgeving zo inrichten dat leerlingen zich kunnen ontwikkelen 6. Vermogen tot kritische reflectie De student kan beelden, gebeurtenissen en geschriften systematisch analyseren en een afgewogen oordeel geven over zichzelf en anderen 7. Vermogen tot innovatie en doorgroei. De student kan het eigen leraarschap en kunstenaarsbeoefening ontwikkelen De opleiding Docent BKV heeft bij de verdere uitwerking van een competentiegericht curriculum de zeven hoofdcompetenties op een zodanige manier gegroepeerd, dat er drie logische competentiedomeinen te onderkennen zijn, namelijk het competentiedomein van de kunstbeoefening (waarin de hoofdcompetenties nrs. 1, 6 en 7 centraal staan), het competentiedomein van het leraarschap (hoofdcompetenties nrs. 2, 3, 5, 6 en 7) alsmede het competentiedomein van de reflectie op kunst en cultuur (hoofdcompetenties nrs. 6 en 7). Bij het opstellen van deze competenties heeft de opleiding eigen uitgangspunten gehanteerd. Zo heeft men ervoor gekozen dat de competenties recht zouden doen aan het hybride karakter van de opleiding waarbij zowel de praktische kunstbeoefening als kennis van kunst en cultuur de basis vormen van het leraarschap. Ook moesten de competenties gerelateerd kunnen worden aan de startkwalificaties van de Projectorganisatie Kunstvakonderwijs, en tevens qua inhoud en formulering een relatie hebben met het profiel van de academie. Het primaat van de opleiding is het docentschap.
Pagina 42 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Tevens heeft de opleiding uit de hoofdcompetenties verdere deelcompetenties geformuleerd die als startkwalificaties voor de beroepsuitoefening te beschouwen zijn. Naast de formulering van competenties (m.n. gericht op vaardigheden) heeft de opleiding tevens een reeks kwalificaties gerelateerd aan voorwaardelijke kennis geïdentificeerd. Er is eveneens een verbinding gelegd tussen deze kenniskwalificaties en de verschillende competenties.
Pagina 43 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Bijlage 4: Visitatieteam Dr. M.S. Leloux (1961), teamleider Mevrouw Leloux is na haar studie en promotie farmacie aan de RUU bij diverse organisaties (AKZO Nobel, RIKILT, NIZO food research) in verschillende research-functies (onderzoeker, projectleider, programmaleider, onderzoeksdirecteur en business development manager) werkzaam geweest. Vanuit haar functie als adjunctdirecteur van RIKILT was ze onder andere programmaleider van een interdepartementaal project op het gebied van ketenkwaliteit van voedingsmiddelen. Bij NIZO food research heeft ze gedurende enkele jaren contractonderzoek verworven voor het voedingsmiddelenonderzoek van NIZO binnen de internationale farmaceutische en functional food industrie. Daarnaast voert zij voor Certiked regelmatig visitaties uit, o.a. als teamleider, secretaris en extern deskundige. Momenteel is zij zelfstandig adviseur op het gebied van kennisexploitatie, bijvoorbeeld bij de Vrije Universiteit van Amsterdam en daarnaast tevens werkzaam aan de Universiteit Twente als senior onderzoeker op dit gebied. Daarnaast is ze sinds kort toegetreden als lid van een schoolbestuur van een school voor voortgezet onderwijs. Drs. P. Esveld, secretaris Na zijn studie Nederlandse Taal- & Letterkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, begon drs. Paul M. Esveld (1960) zijn loopbaan als docent/trainer van bedrijfsopleidingen op het terrein van mondelinge en schriftelijke communicatie, didactiek en opleidingskunde. Na korte tijd kreeg hij een commerciële functie bij een grote opleidingsorganisatie te Den Haag. Daarbij lag het accent voornamelijk op de acquisitie van nieuwe opleidingsopdrachten, het zorgdragen voor een goede uitvoering van het traject, en op het onderhouden van klantcontacten. Paul Esveld is in 1994 in dienst getreden bij Cedeo te Rotterdam, en is sinds 1998 directeur van deze organisatie. Cedeo is bekend van de Cedeo-erkenning. Deze erkenning kan worden verleend aan onder andere opleidingsorganisaties die postinitiële beroeps- en functiegerichte opleidingen en trainingen verzorgen. Basis voor de Cedeo-erkenning vormt een performance meting in de vorm van klanttevredenheidsonderzoek. Daarnaast is Esveld directeur van het Centrum voor Post Initieel Onderwijs Nederland (CPION). Binnen deze organisatie vinden inhoudelijke toetsingen van opleidingen om onder meer inhoud, aansluiting op het werkveld, toegevoegde waarde voor de beroepsgroep en niveau vast te stellen. CPION werkt onder auspiciën van onder meer de Stichting PHBO Nederland. Met positief resultaat getoetste opleidingen worden aangemerkt als officiële Post HBO-Registeropleiding. Sinds 1 februari 2007 is Esveld directeur van Certiked VBI. De activiteiten van Certiked VBI zijn niet nieuw voor hem, aangezien hij als algemeen directeur betrokken was bij de oprichting en vervolgens verdere uitbouw van Certiked VBI.
Pagina 44 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Mevrouw Dr. H. Coppens, deskundige Huidige activiteiten Onderzoek naar de manier waarop docenten CKV1 geven. Onderzoek naar het beeld dat kunstenaars geven van docenten. Voorzitter Stichting Jeugdtheaterschool Leiden Lid raad van advies van de Beroepsvereniging Docenten theater en Drama (BDD) Voorzitter werkgroep internationaal van de BDD Lid International editorial board van het tijdschrift Research in Drama Education (Routledge) Docent Russisch Stemacteur Vroegere activiteiten 19 jaar docent drama en decaan in het voortgezet onderwijs 21 jaar lerarenopleider aan de Hogeschool Rotterdam en de Universiteit Leiden. 8 jaar opleider docent CKV1 8 jaar nascholing CKV2 10 jaar medewerker SLO voor leerplanontwikkeling in de kunstvakken. 3 jaar coördinator experiment universitaire master kunsteducatie met lesbevoegdheid. Promotieonderzoek naar de invoering van kunstvakken in het voortgezet onderwijs Publicaties Bakelen, Maria van en Coppens, Henriette (1994) Bouwstenen voor de Basisvorming, een Leerplan Drama. SLO Wolters-Noordhoff Coppens, Henriette (1996) Over toetsen, drama toetsen in de basisvorming. Amsterdam: Uitgeverij International theatre and filmbooks. Coppens, Henriette (2000) Drama op school, de invoering van een nieuw vak in het Nederlandse voortgezet onderwijs. Leuven: ACCO Coppens, Henriette (2001) Bronnenboek CKV1. Alphen a/d Rijn: Kluwer en vele artikelen.
Pagina 45 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Mevrouw M. van Hoorn, deskundige Personalia Naam:
Marjo van Hoorn
Geboren:
28 december
Diploma’s/Certificaten:
1954 Havo, Rijksscholengemeenschap Lochem (1971); Staatsdiploma’s Handvaardigheid A en B, Akademie voor Beeldende Vorming Amersfoort (1976 en 1978); Cursus NIMA-A (1993); Informatief Schrijven en Journalistiek Schrijven, Hogeschool van Utrecht, FORUM (1996,1997 en 1998).
Werkzaamheden Sinds januari 2001 werkzaam bij Cultuurnetwerk Nederland (rechtsopvolger van het LOKV, Nederlands Instituut voor Kunsteducatie), landelijk expertisecentrum voor de cultuureducatie. Cultuurnetwerk Nederland verzamelt en verspreidt informatie en kennis over theorie, beleid en praktijk van cultuureducatie in Nederland en het buitenland. Het heeft een studiecentrum met een gespecialiseerde bibliotheek, organiseert studiedagen, debatten, trainingen en congressen, geeft publicaties uit en onderhoudt een uitgebreide internetsite. 1999 – heden
Senior Beleid en Onderzoek bij LOKV, vanaf 2001 bij Cultuurnetwerk Nederland
1991 – 1999
Stafmedewerker Onderzoek en Ontwikkeling (beleidsadvisering en onderzoek naar producten en diensten voor het LOKV en onderzoek naar trends en behoeften in de kunst - en cultuureducatie);
1984 - 1990
Algemeen stafmedewerker voortgezet onderwijs LOKV (beleidsadvisering op het gebied van de buitenschoolse kunstzinnige vorming in relatie tot het voortgezet onderwijs);
1993 - 1998
Lid kernredactie tijdschrift Kunst & Educatie (deeltijd);
1990 – 1991
Waarnemend hoofd van de afdeling onderwijs LOKV
Van 1978 tot en met 1984 werkzaam als docent Handenarbeid en Kunstgeschiedenis op verschillende scholen voor voortgezet onderwijs: het Zandevelt College te ’s Gravenzande (havo en vwo); de Gemeentelijke Dag- en Avondschool voor Volwassenen (mavo, havo en meao) en de Katholieke Technische School te Voorhout. NEVENWERKZAAMHEDEN Tussen 1980 –1992 regelmatig werkzaam in de Verenigde Staten: 1984–1989
Gastdocent vakdidaktiek aan Penn State University, University of New York, State University of New York at New Paltz en Skidmore College;
1983-1984
Research assistant voor de J.P. Getty Trust; waarbij onder andere onderzoek werd verricht naar de inhoud van leerplannen kunsteducatie in schooldistricten in de Verenigde Staten;
1986–1992
Adviseur voor Pace (Performance Assessment Collaboratives for Education, Harvard Graduate School of Education, Cambridge) op het gebied van methodiek- en leerplanontwikkeling.
Pagina 46 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
BESTUURS- EN ADVIESFUNCTIES 2005-2006
Lid adviescommissie Opleiding Artiest voor de afdeling design, Art & Technology van het Koning Willem I College te Den Bosch
2004- 2006
Lid Adviescommissie kenniskring Lector Kunst en Cultuureducatie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
2004-2005
Lid adviescommissie Kunstenplan Gemeente Den Haag
2000–2004
Lid adviescommissie Culturele Diversiteit gemeente Den Haag, Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn;
2000–2004
Lid adviescommissie Culturele Projecten gemeente Den Haag, Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn;
1998–heden
Lid adviescommissie Goede Praktijk van Bureau Erfgoed Actueel;
1998–2006
Lid adviescommissie van de provincie Noord Holland voor het Actieplan Cultuurbereik;
1995–1998
Adviseur voor nascholingsaanbod voor docenten in het voortgezet onderwijs voor de Hogeschool voor de Kunsten (HKU) in Utrecht.
1990–1992
Organisatie van de examens beeldende vakken voor het Voortgezet Speciaal Onderwijs(VSO);
1985–1992
Lid Algemeen Voortgezet Onderwijs (AVO) Commissie Kunstzinnige vakken;
1989–1996
Vice-voorzitter van de European Council van de International Society for Education through Art (InSea);
1987-1996
Secretaris International Society for Education through Art (InSea) Nederland;
1985-1990
Rijksgecommitteerde examens vakdidactiek aan opleidingen voor leraren in de beeldende vakken;
1982–1984
Bestuurslid van de Vereniging voor Leraren Handenarbeid (VLH).
Pagina 47 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Dhr D.C. Vermeulen, deskundige Naam
:
Vermeulen
Voornamen
:
D.C.
Geboortedatum
:
30-01-1949
Geboorteplaats
:
Geldermalsen
Nationaliteit
:
Nederlands
Burgerlijke staat
:
ongehuwd
Adres
:
Levantkade 83
Postcode en woonplaats
:
1019MJ Amsterdam
Telefoon
:
020 4194185
E-mail adres
:
[email protected]
Opleiding
:
1960 -1965 1965-1973
Werkervaring
:
Rijks HBS-B, Tiel studie tandheelkunde R.U. Utrecht
1973-1978 schooltandarts Amsterdam 1978-1992 tandartspraktijk Amsterdam 1993-1997 docent opleiding tandartsassistent 1993-heden galeriehouder De Praktijk Amsterdam 1995-heden gastdocent Sandberg Instituut Amsterdam gastdocent HKU Utrecht 1995-2007 extern deskundige eindexamen HKU Utrecht 1995-2007 rijksgecommitteerde eindexamens Gerrit Rietveld Academie Amsterdam AKI Enschede Gerrit Rietveld Academie Arnhem
Pagina 48 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Aart Kolle, Student Werkervaring
2003-Heden Vereniging Kunsten ’92 Amsterdam Bureaumedewerker Kunsten ’92 is een bovensectorale belangenbehartiger voor kunst, cultuur en cultuurbehoud in Nederland. 0,3 FTE Manusje van alles Lobbyen politiek Organiseren debatten Analyses o.g.v. Rijksbegrotingprognoses, cultuurnota etc.
Schrijven teksten, zowel beschouwend als wervend 2001-2002 Rijkswaterstaat D.G. Utrecht Secretaris van de Controller Via detacheringcontract Randstad N.V. Secretariële werkzaamheden Zelfstandig voeren van secretariaat Ad-Hoc werkzaamheden Fulltime
Nieuwegein
2000 Spaarbeleg N.V. Nieuwegein Back Office / deblokkeerder Beheren spaarloonrekeningen Beoordelen aanvragen tot deblokkeren m.b.t. wet Vermeend-Vreugdenhil Klanten te woord staan Fulltime
Pagina 49 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Stage Ervaring
2003 Vereniging Kunsten ’92 Amsterdam Initiële opdracht: onderzoek naar de state of the arts. In delen uitgevoerd maar achterhaald door beleidsdocumenten. Tegelijkertijd allerhande werkzaamheden. Zie werkervaring. 2002 - 2003 Congres Kunst en Economie ’03 – 1e editie Utrecht Organisator Samen met medestudent organiseren congres Inhoudelijke begeleiding dr. Giep Hagoort Bereikte doelgroep 137 cultureel managers / bedrijfsleven / overheid Zelfbedruipend en reserve voor volgende editie
2001 - 2002 Rosa Ensemble All Round medewerker Produceren concerten / contact met zalen Publicitaire werkzaamheden Ondersteunen subsidieaanvragen Onderzoeken mogelijkheden internationale projecten 2 dagen per week voor een periode van 4 maanden
2001 Oerol theaterfestival Vrijwilligerscoördinator Coördineren vrijwilligers (op de dag zelf) Verantwoordelijk voor centraal kassaterrein Westerkeyn Centraal aanspreekpunt
Utrecht
Terschelling
2001 - 2002 Studievereniging Zappa! Utrecht Secretaris Oprichten studievereniging ten dienste van opleiding Kunst en Economie en bestuurswerkzaamheden
Pagina 50 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Opleiding
2001-heden Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Utrecht Opleiding Art and Economics Verwachte afstudeerdatum: januari 2005 P.s. een duidelijkere benaming voor de studie is Artmanagement, aangezien het een managementstudie is i.p.v. een economische studie. 1999-2000 Hogeschool van Utrecht
Utrecht
Sociaal-Juridische dienstverlening Opleiding voortijdig gestaakt i.v.m. ontevredenheid behandelde lesstof 1998 – 2000 ROC Utrecht Utrecht Voorbereidend Hoger Beroepsonderwijs Vergelijkbaar met volwassenenonderwijs: 5 vakken HAVO, één vak MBO.
Interesses
Liefhebber en vervent verzamelaar van muziek, wijnproeven, joggen, klimmen (zij het dat de ambitie groter is dan de kunde in het klimmen).
Eigenschappen
Analytisch sterk, in staat zelfstandig te werken, vriendelijk. De neiging te detaillistisch te zijn.
Pagina 51 van 51 Docent BKV – definitief
Amsterdamse HS voor de Kunsten © Certiked VBI
Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 52 van 51 Docent BKV – definitief