OER voor 2011 competentiegerichte opleidingen A. Basisgegevens Kwalificatie Naam Cohort Crebocode Versie van het Kwalificatiedossier Studie nummer(s)
Niveau Studiebelasting zoals landelijk vastgesteld Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Voorzitter examencommissie Versiebeheerder OER Ingangsdatum2
Metselaar 2 2011 93900 2011 BOL1 BBL DTBOL 2 3200 SBU
: :x :
Fundeon
A. Dijkstra H. Everts 1-8-2011
Uitstroomdifferentiaties Crebo- Naam code 93901 Metselaar inclusief Casco lijmwerk 93902 Metselaar inclusief lichte scheidingswanden
Certificeerbare eenheden X Nee Bij crebocode
Certificeerbare eenheid
Plaats en datum: Akkoord voorzitter examencommissie Mevrouw A. Dijkstra
Emmen, 15 augustus 2011 Vastgesteld namens het College van Bestuur Mevrouw H.H. Coutinho
1
De BOL opleidingen voldoen aan de vereisten van de wet op de studiefinanciering. Omdat het hier nog om een werkdocument gaat, heeft deze OER voorlopig een geldigheidsduur van 1 jaar. Vóór 1 mei wordt bezien of aanpassing van de OER noodzakelijk is. Wijzigingen in de OER gedurende een cohort kunnen slechts bij hoge uitzondering worden aangebracht door de voorzitter van de examencommissie en dienen onmiddellijk ter kennis te worden gebracht van de deelnemers.
2
1
Inhoud A. Basisgegevens.................................................................................................................... 1 Kwalificatie............................................................................................................................ 1 Uitstroomdifferentiaties ....................................................................................................... 1 Certificeerbare eenheden................................................................................................... 1 B. Onderwijs- en examenregeling van de verschillende uitstroomdifferentiaties.......... 3 1. Toelatingseisen ................................................................................................................... 3 2. Overzicht van de kerntaken en de werkprocessen.................................................... 4 2b. Globale onderwijsprogrammering .............................................................................. 7 2c. Keuzemomenten in de opleiding ................................................................................ 8 2d. Vrije ruimte ..................................................................................................................... 8 2e. Keuze (examen) onderdelen....................................................................................... 8 3. Examinering ......................................................................................................................... 9 3a. Wanneer kom je in aanmerking voor een diploma?................................................ 9 3b. Inhoudelijke criteria bewijsmap(pen) ......................................................................... 9 3c. Inhoud van het examen: examenplannen ............................................................... 10 3d. Aantal malen per jaar waarop je examen kunt afleggen ...................................... 20
2
B. Onderwijs- en examenregeling van de verschillende uitstroomdifferentiaties 1. Toelatingseisen Om toegelaten te kunnen worden tot deze opleiding: moet je minimaal een diploma behaald hebben van het VMBO basisberoeps of de opleiding bouwplaats assistent Timmeren/Metselen.
3
2. Overzicht van de kerntaken en de werkprocessen In onderstaande matrices staan de kerntaken, werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier Metselaar per uitstroom. Dit toetsplan en de bijbehorende afzonderlijk te leveren exameninstrumenten (toetsen/examens) zorgen voor de dekking van de kerntaken, werkprocessen en competenties per uitstroom van de opleiding Metselaar. De verantwoording van de in hoofdstuk 3 genoemde opleidingstructuur is opgenomen in hoofdstuk 6.
Matrix Kerntaken/Werkprocessen – Competenties voor de uitstroom Metselaar inclusief casco lijmwerk
4
Samenwerken en overleggen
Vakdeskundigheid toepassen
Materialen en middelen inzetten
Kwaliteit leveren
Instructies en procedures opvolgen
E
K
L
S
T
X
X
X
X
1.2 Verricht stelwerkzaamheden
X
X
X
1.3 Brengt hulpconstructies aan
X
X
1.4 Maakt metselwerk 1.5 Brengt benodigde bouwkundige voorzieningen aan 1.6 Brengt voegwerk aan
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1.7 Dekt metselwerk af
X
X
1.8 Ruimt werkplek op
X
X
X
X
X
X
3.2 Stelt de kim
X
X
3.3 Verricht stelwerkzaamheden
X
X
3.4 Brengt hulpconstructie aan 3.5 Brengt benodigde bouwkundige voorzieningen aan 3.6 Maakt handmatig lijmwerk
X
X
X
Competenties 1. Voert metselwerkzaamheden uit
Kerntaak
Werkprocessen 1.1 Richt werkplek in
3. Voert lijmwerkzaamheden uit
3.1 Richt werkplek in
3.7 Maakt machinaal lijmwerk 3.8 Werkt lijmwerk af
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
3.9 Schoort lijmwerk af 3.10 Ruimt werkplek op
X
X
X
X
X
5
Vakdeskundigheid toepassen
Materialen en middelen inzetten
Kwaliteit leveren
Instructies en procedures opvolgen
E
K
L
S
T
X
X
X
X
1.2 Verricht stelwerkzaamheden
X
X
X
1.3 Brengt hulpconstructies aan
X
X
1.4 Maakt metselwerk 1.5 Brengt benodigde bouwkundige voorzieningen aan 1.6 Brengt voegwerk aan
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1.7 Dekt metselwerk af
X
X
1.8 Ruimt werkplek op
X
X
X
X
X
X
3.3 Verricht stelwerkzaamheden 3.5 Brengt benodigde bouwkundige voorzieningen aan 3.6 Maakt handmatig lijmwerk
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
3.8 Werkt lijmwerk af
X
X
X
Competenties
Samenwerken en overleggen
Matrix Kerntaken/Werkprocessen – Competenties voor de uitstroom Metselaar inclusief lichte scheidingswanden.
1. Voert metselwerkzaamheden uit
Kerntaak
Werkprocessen 1.1 Richt werkplek in
3. Voert lijmwerkzaamheden uit
3.1 Richt werkplek in
X
3.9 Schoort lijmwerk af 3.10 Ruimt werkplek op
X
X
X
X
X
6
2b. Globale onderwijsprogrammering Onderstaande programmering betreft een mogelijke onderwijsprogrammering. In het geval van een flexibele leerweg kan in overleg met de studieloopbaanbegeleider gekozen worden voor een aangepaste onderwijsprogrammering. Metselaar inclusief casco lijmwerk Jaar
1
Blok A
Blok B
Blok C
Blok D
Basis metselwerk 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Schoonmetselwerk 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Vuil Metselwerk 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Lijmen kalkzandsteen 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Aanbrengen van onderdelen 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Stelwerk 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Voegwerk
2
5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Bovenstaande onderwijseenheden kunnen ook in een andere volgorde doorlopen worden. Metselaar inclusief lichte scheidingswanden Jaar
1
Blok A
Blok B
Blok C
Basis metselwerk 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Schoonmetselwerk 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Vuil Metselwerk 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Aanbrengen van onderdelen 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Stelwerk 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Voegwerk
2
5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Blok D Lijmen lichte scheidings wanden 5 l.u vaktheorie 1 l.u wiskunde 2 l.u mvc /burgerschap 32 klokuren BPV
Bovenstaande onderwijseenheden kunnen ook in een andere volgorde doorlopen worden.
7
2c. Keuzemomenten in de opleiding N.v.t.
2d. Vrije ruimte Een deel van de studietijd wordt niet landelijk vastgelegd maar kan het ROC naar keuze invullen. Voor deze opleidingen is ervoor gekozen om: X de vrije ruimte toe te voegen aan de beroepsgerichte kerntaken X de vrije ruimte in te vullen met de onderstaande onderwijseenheden. Als deelnemer van deze opleiding ben je verplicht deze onderdelen te volgen: 1 Informatica 2 Rekenen
2e. Keuze (examen) onderdelen N.v.t.
8
3. Examinering 3a. Wanneer kom je in aanmerking voor een diploma? Landelijk is vastgelegd dat onderstaande kerntaken/taalvaardigheden geëxamineerd moeten worden om voor het diploma in aanmerking te komen: 1. Kerntaken basisprogramma 2. Kerntaken uitstroomdifferentiaties 3. Talen a. Nederlands b. Moderne vreemde taal
: overnemen van overzicht 2a : overnemen van overzicht 2a
: opleidingen op niveau 1,2,3 Nederlands 2F opleidingen op niveau 4: Nederlands 3F . : overnemen vanuit KD
4. Rekenen
opleidingen op niveau 1,2,3 Rekenen 2F opleidingen op niveau 4 Rekenen 3F
5. Loopbaan en Burgerschap
:
1. Burgerschap 1.1 De politiek-juridische dimensie 1.2 De economische dimensie 1.3 De sociaal maatschappelijke dimensie 1.4 De dimensie vitaal burgerschap 2. Loopbaan 6. BPV : De WEB geeft aan dat de BPV met een voldoende moet worden afgerond.
3b. Inhoudelijke criteria bewijsmap(pen) Je bewijsmap moet minimaal voldoen aan de eisen die geformuleerd staan in het algemene deel van het examenreglement cgo. Dat betekent onder andere dat je voor een bewijsmap alle werkprocessen twee keer moet laten beoordelen onder examencondities. Uitzondering op deze regel zijn: - Burgerschap: de werkprocessen van burgerschap moeten minimaal één keer beoordeeld worden onder examencondities. - Talen: elke taalvaardigheid moet minimaal één keer beoordeeld worden onder examencondities.
9
3c. Inhoud van het examen: examenplannen Het examen is onderverdeeld in de onderstaande exameneenheden. Tevens vind je hierbij aangegeven op welke manier je dit examen moet afleggen: via het aanleveren van een bewijsmap of door het afleggen van een proeve. In beide gevallen kan het mogelijk zijn dat je als onderdeel van het examen een tentamen moet afleggen.
3.
Beoordelingseenheden
De opleiding Metselaar incl. casco lijmwerk is opgedeeld in 7 beoordelingseenheden: De examinering wordt uitgevoerd op het niveau van een beoordelingseenheid volgens onderstaande indeling:
Opleiding Metselaar inclusief casco lijmwerk Beoordelingseenheid 1. Basismetselwerk 2. Schoonmetselwerk 3. Vuilmetselwerk 5. Lijmen kalkzandsteen 6. Voegwerk 7. Aanbrengen van onderdelen 8. Stelwerk
3.
Beoordelingseenheden
De opleiding Metselaar incl. lichte scheidingswanden is opgedeeld in 7 beoordelingseenheden: De examinering wordt uitgevoerd op het niveau van een beoordelingseenheid volgens onderstaande indeling:
10
Opleiding Metselaar incl. lichte scheidingswanden Beoordelingseenheid 1. Basismetselwerk 2. Schoonmetselwerk 3. Vuilmetselwerk 4. Lijmen lichte binnenwanden 6. Voegwerk 7. Aanbrengen van onderdelen 8. Stelwerk
11
4.
Toetsvormen en beoordelingsmethoden
De deelnemer toont middels een mix van toetsvormen en beoordelingsmethoden aan dat hij zijn competenties en vakvaardigheid voor het beroepsgerichte deel voldoende heeft ontwikkeld.
Praktijkexamen Competentheid en vakvaardigheid worden geëxamineerd op het eindniveau van een beoordelingseenheid als praktijktoets in de omvang van één of meerdere beroepstaken. De inhoud van de praktijktoetsen staat omschreven in de trajectmap. Per praktijktoets is een beoordelingsmodel met vastgestelde criteria opgenomen waarop beoordeeld dient te worden. Het praktijkexamen wordt voor een vastgesteld deel afgenomen in de beroepspraktijk en voor een deel in een examencentrum*. Het moment waarop een praktijktoets wordt afgenomen, is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de deelnemer en de beschikbare werkzaamheden in het leerbedrijf. Het examenmoment wordt bepaald in overleg met de leermeester. In de beroepspraktijk treedt een erkend/of in opleiding zijnde leermeester/praktijkbegeleider op als beoordelaar. In een opleidingsbedrijf treedt een instructeur op als beoordelaar. De trajectmap beschrijft de wijze waarop de aanmelding, uitvoering, beoordeling en afhandeling van het praktijkexamen moet plaatsvinden. De uitvoering van het praktijkexamen wordt steekproefsgewijs gecontroleerd door de adviseur examinering van Fundeon. * Dit is een examenlocatie die voldoet aan door Fundeon gestelde inrichtings- en uitvoeringseisen.
Theorie-examen Kennis wordt geëxamineerd op het niveau en in de omvang van een beoordelingseenheid in de vorm van een theorietoets en tekentoets. Het betreft hier de noodzakelijke kennis om te kunnen anticiperen op verschillende praktijksituaties en inzicht in het waarom van het handelen in de verschillende praktijksituaties. De theorietoetsen en tekentoetsen zijn gebaseerd op vastgestelde toetsmatrijzen. De duur van een toets ligt vast en wordt bekendgemaakt voor aanvang van de toetsing. De corrector beoordeelt de schriftelijke toetsen aan de hand van een correctiemodel. De beoordeling van beeldschermtoetsen is geautomatiseerd. Het cijfer wordt bepaald met behulp van een score-cijfertransformatietabel. De theorietoetsing vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling.
Competentiebeoordeling Tijdens de opleiding beoordelen de leermeester/praktijkbegeleider/instructeur en ROC-docent periodiek de competentieontwikkeling van de deelnemer bij het leerbedrijf of ROC. De trajectmap bevat hiervoor formulieren met vastgestelde criteria. Om te kunnen vaststellen of het vereiste niveau in competentieontwikkeling is bereikt maken de twee laatste beoordelingen deel uit van het examen.
12
5.
Examenopbouw
In onderstaande tabel zijn voor de opleiding Metselaar incl. lichte scheidingswanden de verplichte beoordelingsmethoden (toetsvormen) met het aantal beoordelingen aangegeven.
Beoordelingseenheden 1 2 3 4 6 7 8
Basismetselwerk Schoonmetselwerk Vuilmetselwerk Lijmen lichte binnenwanden Voegwerk Aanbrengen van onderdelen Stelwerk
Examenvormen en beoordelingsmethoden en aantal beoordelingen Praktijk- CompetentieTheorie-examen toets beoordeling Theorie- Tekentoets toets 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 laatste 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Examenlocatie Voor deze kwalificatie dient 1 van de 7 praktijktoetsen in een examencentrum te worden afgenomen.
13
6. Normering De deelnemer voldoet aan de diploma-eisen van het beroepsgerichte deel van de kwalificatie Metselaar incl. lichte scheidingswanden indien hij alle examenonderdelen, die in de tabel in hoofdstuk 5 zijn weergegeven, met voldoende resultaat heeft afgesloten. Praktijktoetsen De beoordelingsonderdelen van een praktijktoets worden beoordeeld met een cijfer. Het eindresultaat van een praktijktoets is een cijfer met 1 decimaal. Het resultaat per beoordelingspunt maakt voor de deelnemer inzichtelijk hoe het eindresultaat tot stand is gekomen. Als ondersteuning voor de beoordelaar en de deelnemer is de beoordeling in 4 categorieën verdeeld. Per categorie kan een tussenresultaat worden gegeven. De categorieën ’Voorbereiding’, ’Algemeen’ en ’Werkproces’ zijn vergelijkbaar voor alle praktijktoetsen binnen de opleiding. Bij een praktijktoets mag een deelnemer op één van deze onderdelen een onvoldoende scoren maar het eindresultaat van de praktijktoets moet dan wel voldoende zijn. Voor de categorie ’Product’ moet de deelnemer altijd een voldoende scoren om voor de praktijktoets een voldoende eindresultaat te kunnen scoren. Het eindresultaat voor de praktijktoets is gebaseerd op de resultaten per beoordelingspunt. De vier categorieën wegen ten opzichte van elkaar even zwaar. Het eindcijfer voor een praktijktoets moet ≥ 5,5 zijn. Theorietoetsen (en tekentoetsen) Theorietoetsen en tekentoetsen worden met een cijfer beoordeeld. Op de toetsen is aangegeven hoeveel punten per vraag gescoord kunnen worden en hoeveel punten nodig zijn om een voldoende te halen. Het correctievoorschrift bij elke toets is voorzien van een score-cijfertransformatietabel, voor bepaling van het cijfer. Voor de toetsen van Fundeon, bij deze opleiding, is het minimum te behalen cijfer een 1.0 en het maximum te behalen cijfer een 10.0 en wordt de volgende beheersingsgraad en cesuur gehanteerd. Bij een open vragentoets: beheersingsgraad 55%. Bij maximaal 50 te behalen punten ligt de cesuur op 27,5 punt. Bij een stellingtoets: beheersingsgraad 33,3%. Rekening houdend met ’weet niet’ ligt bij maximaal 60 te behalen punten de cesuur nabij de 20 punten, afhankelijk van de moeilijkheidsgraad per stelling. Het cijfer voor een theorietoets moet ≥ 5,5 zijn. Competentiebeoordeling Of de competenties voldoende ontwikkeld zijn wordt per competentie beoordeeld met voldoende of onvoldoende. Het eindresultaat van de twee laatste beoordelingen moet voldoende zijn. De beoordelingen van de leermeester/praktijkbegeleider/instructeur en de beoordeling van de docent wegen even zwaar.
14
7.
Verantwoording
Onderstaande matrix toont de relatie tussen de beoordelingseenheden van de opleiding Metselaar incl. lichte scheidingswanden en de kerntaken en werkprocessen van de betreffende kwalificatie. Zie voor een gedetailleerdere verantwoording het specifieke verantwoordingsdocument.
Matrix relatie Beoordelingseenheden – Kerntaken/Werkprocessen
4. Maakt metselwerk
5. Brengt benodigde bouwkundige voorzieningen aan
6. Brengt voegwerk aan
7. Dekt metselwerk af
8. Ruimt werkplek op
1. Richt werkplek in
3. Verricht stelwerkzaamheden
5. Brengt benodigde bouwkundige voorzieningen aan
6. Maakt handmatig lijmwerk
8. werkt lijmwerk af
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.8
2.1
2.3
2.5
2.6
2.8
x
x
x
2. Schoonmetselwerk
x
x
3. Vuilmetselwerk
x
x
4. Lijmen lichte binnenwanden
x
6. Voegwerk
x
7. Aanbrengen van onderdelen
x
8. Stelwerk
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
2.9 2.10
x
x
x
10. Ruimt werkplek op
3. Brengt hulpconstructies aan
1.1
9. Schoort lijmwerk af
2. Verricht stelwerkzaamheden
Beoordelingseenheden 1. Basismetselwerk
2. Voert lijmwerkzaamheden uit
1. Richt werkplek in
Werkprocessen
Kerntaak 1. Voert metselwerkzaamheden uit
x
x
x
x
x
x
x
x
15
16
Nederlands en Rekenen Niveau 1,2 en 3 De onderstaande exameneenheden van Nederlands en rekenen vormen één examenonderdeel. De onderliggende exameneenheden worden met een cijfer op 1 decimaal nauwkeurig beoordeeld. Nederlands Afname Vaardigheid periode gesprekken voeren
Beheersings niveau 2F
Naam exameneenheid
Vorm
1. Mondelinge taalvaardigheid: Gesprekken 2. Mondelinge taalvaardigheid: Spreken
Mondeling tentamen Mondeling tentamen
Spreekvaardigheid : spreken
2F
3. Schrijven
Schriftelijk Tentamen
2F
4. Mondelinge taalvaardigheid: Luisteren 5. Lezen: zakelijke teksten
Schriftelijk tentamen*
Schrijfvaardigheid Begrippenlijst en taalverzorging NL Luisteren
2F
Leesvaardigheid
2F
Schriftelijk tentamen*
De exameneenheden Lezen en luisteren worden gemiddeld tot één beoordeling en afgerond op 1 decimaal. Beide exameneenheden wegen daarbij even zwaar. De exameneenheden Gesprekken, Spreken en Schrijven worden ook gemiddeld tot één beoordeling. Alle exameneenheden wegen daarbij even zwaar. De twee verkregen beoordelingen worden gemiddeld tot het eindcijfer Nederlands en afgerond tot een geheel getal. *Vanaf schooljaar 2014-2015 worden de onderdelen lezen en luisteren centraal geëxamineerd voor niveau 2 en 3. Rekenen Naam exameneenheid
Vorm
1. Getallen
Schriftelijk tentamen
2. Verhoudingen
Schriftelijk tentamen
3. Meten en meetkunde
Schriftelijk tentamen
4. Verbanden
Schriftelijk tentamen
Afname periode
Vaardigheid
Notatie, taal en betekenis Verbanden leggen en gebruiken Notatie, taal en betekenis Verbanden leggen en gebruiken Notatie, taal en betekenis Verbanden leggen en gebruiken Notatie, taal en betekenis Verbanden leggen en gebruiken
Beheersi ngs niveau 2F
2F
2F
2F
17
Vanaf schooljaar 2014-2015 wordt rekenen centraal geëxamineerd voor niveau 2 en 3. Tot die tijd is het eindcijfer het gemiddelde van de 4 exameneenheden. Alle onderdelen wegen daarbij even zwaar. Het eindcijfer wordt afgerond tot een geheel getal. Voor het behalen van het diploma mag voor Nederlands of rekenen een eindwaardering van tenminste 5 zijn behaald mits voor het andere onderdeel tenminste het cijfer 6 is behaald.
Nederlands en Rekenen Niveau 4 De onderstaande exameneenheden van Nederlands en rekenen vormen één examenonderdeel. De onderliggende exameneenheden worden met een cijfer op 1 decimaal nauwkeurig beoordeeld. Nederlands Naam exameneenheid
Vorm
1. Mondelinge taalvaardigheid: Gesprekken 2. Mondelinge taalvaardigheid:: Spreken
Mondeling examen Mondeling examen
Spreekvaardigheid : spreken
3F
3. Schrijven
Schriftelijk examen
3F
4. Mondelinge taalvaardigheid: Luisteren
Centraal ontwikkeld Schriftelijk examen Centraal ontwikkeld Schriftelijk examen
Schrijfvaardigheid Begrippenlijst en taalverzorging NL Luisteren
3F
Leesvaardigheid
3F
5. Lezen: zakelijke teksten
Afname Vaardigheid periode gesprekken voeren
Beheersings niveau 3F
De instellingsexamens Gesprekken, Spreken en Schrijfvaardigheid, worden gemiddeld tot één beoordeling en afgerond op 1 decimaal. Alle exameneenheden wegen daarbij even zwaar. Deze beoordeling van de instellingsexamens wordt gemiddeld met het resultaat van het centraal ontwikkelde examen (lezen/luisteren): ook hier wegen beide onderdelen even zwaar. Het cijfer wordt afgerond tot een geheel getal. Dit vormt het eindcijfer Nederlands.
18
Rekenen Naam exameneenheid Rekenen: Getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden
Vorm Centraal ontwikkeld examen
Afname periode
Vaardigheid Notatie, taal en betekenis Verbanden leggen en gebruiken
Beheersin gs niveau 3F
Voor het behalen van het diploma mag voor Nederlands of rekenen een eindwaardering van tenminste 5 zijn behaald mits voor het andere onderdeel tenminste het cijfer 6 is behaald
Loopbaan en burgerschap Naam Vorm Dimensie exameneenheid Burgerschap Bewijs 1.1 politiek- juridisch map 1.2 economisch 1.3 sociaal-maatschappelijk 1.4 vitaal burgerschap Loopbaan Bewijs 2.0 loopbaan map
Bewijzen
Alle exameneenheden loopbaan en burgerschap moeten zijn voldaan.
19
3d. Aantal malen per jaar waarop je examen kunt afleggen Bewijsmappen kunnen 4 keer per jaar aangeleverd worden, voor proeven heb je ook minimaal 4 keer per jaar de gelegenheid om deze af te leggen. De examencommissie geeft aan het begin van het schooljaar aan voor welke datum je je moet aanmelden om aan een examen deel te nemen.
20
Transparante Onderwijs Programmering Studieprogramma Naam opleiding Cohort Niveau
Metselaar 2 2011 2
Activiteit
Crebocode: 93900 Leerweg: BBL
Leerjaar 1 Lessen Klokuren pw per jaar
Leerjaar 2 Lessen Klokuren pw per jaar
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Lessen Klokuren per Lessen Klokuren pw jaar pw per jaar
Introductie Lessen
7
180
7
180
Begeleiding/ slb-uren
1
36
1
36
32
1152
32
1152
Toetsen BPV klokuur Begeleide projecturen Overig:
IIVO
1338
1338
Zelfstudie
262
262
1600
1600
Sbu per jaar
21