www.utrecht.nl
Milieujaarverslag 2006
Inhoudsopgave Voorwoord
3
1
Inleiding
5
2
Gebiedsgericht en integraal milieubeleid
6
3
Luchtkwaliteit
8
4
Geluid
10
5
Bodem
12
6
Externe veiligheid
15
7
Afval
18
8
Groen
20
9
Energie
22
10
Duurzaam bouwen en wonen
24
11
Duurzaam ondernemen
26
12
Bedrijven
28
Coverfoto In Terwijde kom je voorbeelden van de milieu-expertise van de gemeente tegen. In het eilandengedeelte van de wijk in Leidsche Rijn versterken stedenbouwkundige en milieu en duurzaamheid-principes elkaar. De woningen in de wijk zijn duurzaam gebouwd, wat wil zeggen dat er duurzame materialen gebruikt zijn, tijdens de bouw is bespaard op energie en alle woningen zijn aangesloten op stadsverwarming. Een deel van de wijk bestaat uit allergeen-arme huizen. Dat is prettig voor mensen met astma of allergieën. Tenslotte is nagedacht over het leefbaar maken van de wijk: de omgeving is groen en waterrijk. Ook vind je er planten die oorspronkelijk in het drassige veengebied stonden.
2
Milieujaarverslag 2006
Voorwoord Voor u ligt het Milieujaarverslag over 2006. Het is het derde milieujaarverslag van de gemeente Utrecht. De activiteiten die in het afgelopen jaar zijn uitgevoerd vloeien voort uit de doelstellingen in het Milieubeleidsplan 2003-2008. Het jaarverslag over 2006 is het eerste waarvoor ik als wethouder verantwoordelijkheid draag. Onderwerpen die aan de orde komen hebben betrekking op verankering van milieuthema’s in de ruimtelijke planontwikkeling, luchtkwaliteit, geluid, bodem, handhaving van milieuregels, afval, groen, energie en duurzaam bouwen, wonen en ondernemen. Al met al een staalkaart van activiteiten waarmee we planmatig en resultaatgericht de milieukwaliteit van onze stad willen verbeteren en beheersen. Tymon de Weger, wethouder Milieu
3
Muurvarens in de binnenstad
4
Milieujaarverslag 2006
1
Inleiding
In dit Milieujaarverslag staat wat de gemeente Utrecht in 2006 heeft gedaan om de milieukwaliteit van Utrecht te verbeteren en te beheersen. Het Milieujaarverslag 2006 is op dezelfde manier ingedeeld als het Milieujaarverslag van 2004 en 2005. De activiteiten zijn gekoppeld aan thema’s. Deze thema’s zijn op vrijwel dezelfde manier ingedeeld als in het Milieubeleidsplan 2003-2008. Hiermee kunnen de uitgevoerde activiteiten en resultaten vergeleken worden met de doelstellingen uit het milieubeleidsplan. Binnen het hoofdstuk duurzaam ondernemen wordt in een tweede gedeelte uitgebreid aandacht geschonken aan vergunningverlening en handhaving. Dit geeft een duidelijker beeld van de inspanningen die hiervoor worden verricht. Bij de behandeling van het Milieubeleidsplan zijn er keuzes gemaakt binnen de geplande activiteiten. Er zijn geen extra financiële middelen vrijgemaakt voor duurzaam ondernemen en energie. Het behalen van deze doelstellingen staat daardoor onder druk. Wel zijn extra gelden vrijgemaakt voor de uitvoering van de vergunningverlening en handhaving. Dit jaarverslag is onderdeel van de Milieubeleidscyclus. De cyclus bestaat uit het Milieubeleidsplan, het Meerjarenprogramma Milieu, Milieumonitoring en het Milieujaarverslag. De beleidscyclus biedt een inzichtelijk, planmatig en resultaatgericht milieubeleid. De financiële verantwoording van het milieubeleid loopt via de gemeentelijke begrotingscyclus. Daarnaast geeft Gemeente Utrecht hiermee invulling aan de wens van VROM om een Milieujaarverslag te maken. Het Milieujaarverslag begint met een hoofdstuk over gebiedsgericht milieubeleid. Hierin is de milieu-inbreng bij gebiedsgerichte ontwikkelingen weergegeven, waaronder de gebieden Leidsche Rijn en het Stationsgebied. De milieuinbreng omvat alle milieuthema’s waaraan de gemeente Utrecht werkt. Deze inbreng is bij de verschillende thema’s niet herhaald. Vanaf hoofdstuk 3 is het Milieujaarverslag thematisch opgezet. Per hoofdstuk komt één speerpunt van het Milieubeleidsplan aan de orde. Elk hoofdstuk heeft een korte inleiding. Daarna worden de activiteiten uit 2006 gekoppeld aan de doelstellingen van het Milieubeleidsplan. Die doelstellingen zijn gericht op 2008. Tenslotte volgt een vooruitblik op 2007. Ter illustratie is bij ieder hoofdstuk een voorbeeld van een project uitgewerkt.
5
2
Gebiedsgericht en integraal milieubeleid
Ruimtelijke planontwikkelingen in de stad bieden de kans om vanaf de start milieuthema’s te verankeren in het plan. Het is daarbij nodig om milieubelangen af te wegen tegen andere belangen, zoals economische ontwikkeling of bereikbaarheid van de stad. Bij ruimtelijke ontwikkelingen zoekt de gemeente oplossingen voor milieuknelpunten en benut kansen om het milieubeleid uit te voeren. In onderstaand overzicht staan een aantal locaties waar milieu-inbreng is geleverd.
Milieu in planlocaties Bestemmingsplannen, voorontwerp
Vleuten, de Meern Zuid, Ondiep, Overvecht, Rivierenwijk, Haarzuilens,
bestemmingsplannen, structuurplannen
De Lunetten, Veemarktterrein, Oudwijk- Kromme Rijn e.o., Rotsoord,
en planvisies
Veemarktterrein en Stationsgebied en deelgebieden.
Woningbouw en herstructureringslocaties
Overvecht- de Gagel, diverse kleinere locaties in Overvecht zoals Bruisdreef, Piramidedreef en Orinocodreef, recreatievaartuigen Leidsche Rijn, Delaterrein, Marnixlaan, Magnuslaan, Lauwerecht en Thomas A Kempisplantsoen en Leidsche Rijn Centrum.
Verkeersplannen
Parkeergarages Grifthoek en Groenestraat en NOUW (nieuwe ontsluitingsroute Utrecht West).
Economische ontwikkellocaties en utiliteit
Inpassing spoorwegemplacement in Stationsgebied, Lage weide, Catharijnesingel, de Meerstroom, Kromhoutgebied, Dr Pelsschool, Mesos Overvecht en Mesos Oudenrijn, Daltonschool en kinderopvang Rijnsweerd en Leidsche Rijn Centrum.
Milieu Effect Rapportage (MER)
Kop Jaarbeurs, Muziekpaleis en Tijdelijk Muziekpaleis.
Daarnaast zijn er twee grote ontwikkelingsgebieden in de stad: Stationsgebied en Leidsche Rijn. In het Stationsgebied zijn de eerste planuitwerkingen voor het Jaarbeursterrein met casino en megabioscoop, Catharijnesingel, De Vredenburg (winkel- en appartementencomplex Noordblok), het Muziekpaleis en het Stadskantoor gestart. Bij zowel het Muziekpaleis als De Vredenburg passen de ontwikkelaars Greencalc, een instrument om duurzaam
6
Milieujaarverslag 2006
bouwen te beoordelen, toe. Ook bij andere planuitwerkingen zullen de milieuthema’s zoals die vorig jaar in de Werkboeken bij de uitvoeringsplannen zijn vastgelegd worden toegepast. Denk hierbij aan ambities voor groen, energie, intensief ruimtegebruik en kwaliteit van de leefomgeving.
Milieustreefbeeld Om in een vroeg stadium van planontwikkelingen aan te geven, wat vanuit milieuthema’s bekeken (on)mogelijkheden zijn van een stedenbouwkundig ontwerp, werkt Utrecht met milieustreefbeelden. Dit is een instrument om de eerste afwegingen tussen milieuthema’s en andere gemeentelijke belangen inzichtelijk te maken. Een milieustreefbeeld wordt in drie stappen opgesteld:
het gebied komt afschermende bebouwing om verkeerslawaai van de A2 in het achterliggende gebied tegen te gaan. Andere kansen voor milieu zijn het verbinden van de te behouden groene gebieden om recreatie en ecologie mogelijkheden te bieden. Op dit moment worden de mogelijkheden voor ondergronds parkeren, goederentransport en afvalinzameling onderzocht. Door al deze functies ondergronds te bundelen zal de kwaliteit
1 2 3
in de leefomgeving van het gebied verbeteren. Of dit economisch, technisch en juridisch haalbaar is, wordt ook onderzocht.
Verkenning van de huidige situatie Milieuanalyse van de toekomstige situatie Oplossingen en kansen voor de toekomstige situatie
Aan de hand van twee voorbeelden is deze werkwijze toegelicht.
Ontwerp nieuwe bouwblokken bij As Kanaleneiland
As Kanaleneiland Bij de toekomstige ontwikkelingen in dit gebied zijn knelpunten op lucht en geluid te verwachten. Daarnaast moet bij het Amsterdam-Rijnkanaal rekening worden gehouden met een bebouwingsvrije zone, omdat over het kanaal gevaarlijk vrachtvervoer met gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Bij het opnieuw inrichten van de oever kan het naast een recreatieve functie ook een ecologische waarde krijgen. Om het verkeerslawaai in woningen langs de verkeersweg tegen te gaan, zal de bebouwing zoveel mogelijk aaneengesloten zijn. Echter, door deze bebouwing zullen stoffen zoals NOx en kleine roetdeeltjes langer in de straat blijven hangen. Om te voorkomen dat de luchtkwaliteit hierdoor verslechterd zijn er openingen in de bouwblokken opgenomen, zodat de wind deze stoffen kan afvoeren. Het nieuwe centrum van Leidsche Rijn
Leidsche Rijn Centrum In het nieuwe centrum van Leidsche Rijn moet een omvangrijk programma aan woningen, winkels, kantoren en cultuurvoorzieningen komen. Een deel van het gebied ligt op de overkapping van de rijksweg A2. De grootste uitdaging vanuit milieuperspectief is de ontwikkeling zo te sturen dat de leefbaarheid wat betreft geluid en luchtkwaliteit na realisatie zo goed mogelijk is. Door de gehele rijksweg A2 te overkappen verbetert de geluidsbelasting en luchtkwaliteit in het gebied. Eerder is al gekozen de verkeersstromen zoveel mogelijk langs de spoorlijnen bundelen, zodat het doorgaande verkeer niet door het nieuwe centrum hoeft. Aan de noordzijde van
7
3
Luchtkwaliteit
In Nederland gelden regels voor luchtkwaliteit die in het Besluit luchtkwaliteit 2005 staan. Daarin zijn de grenswaarden uit de Europese richtlijnen opgenomen. Grenswaarden zijn waarden waaraan de concentraties van stoffen in de buitenlucht minimaal moeten voldoen. De grenswaarden gelden voor zeven stoffen, te weten stikstofdioxide, fijn stof (PM10), zwaveldioxide, stikstofoxiden, koolmonoxide, benzeen en lood. Te hoge concentraties van deze stoffen leiden tot chronische gezondheidsklachten, bijvoorbeeld irritaties aan keel en neus en astmatische klachten. In Utrecht is sprake van overschrijding van de normen van stikstofdioxide en fijn stof. Aan de wettelijke normen voor benzeen en koolmonoxide voldoet de gemeente.
Uitgevoerde activiteiten luchtkwaliteit Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
In Utrecht voldoet de buiten-
• Het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht is vastgesteld. Daarin staan maatregelen die ervoor
lucht ter plaatse van de ver-
zorgen dat er geen nieuwe knelpunten in de stad ontstaan, ook als (toekomstige) ruimtelijke
blijfsfuncties in 2007 aan de
plannen in de stad worden ontwikkeld. Het plan stelt een integraal pakket aan maatregelen
Europese norm voor 2010. In
over meerdere jaren voor om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. Denk aan: het instel-
het grootste deel van de stad
len van een milieuzone voor vrachtverkeer, het verbeteren van de inzet van transferia, het
is de bijdrage van het lokale
aanscherpen van het parkeerbeleid, het verbeteren van de doorstroming van het verkeer en
verkeer aan de vervuiling van de buitenlucht klein. Daar-
het stimuleren van het fietsgebruik in de stad. • De luchtrapportage over 2005 is vastgesteld. De luchtkwaliteit over 2005 geeft bij meer
buiten wordt gestreefd naar
wegvakken overschrijdingen van de normen. Belangrijkste oorzaak is dat nu voor de bereke-
zo schoon mogelijk lucht
ningen van luchtkwaliteit op bijna alle stedelijke wegen is gemeten, terwijl dat voorheen niet op alle wegvlakken gebeurde. Ook lag het percentage vrachtverkeer op de stedelijke wegen hoger dan in 2004 en waren de weersomstandigheden ongunstig. Hierdoor is de luchtkwaliteit ten opzichte van 2004 slechter geworden. Allemaal redenen om stedelijk, regionaal en landelijk aan de slag te gaan met het verbeteren van de luchtkwaliteit.
Vermindering uitstoot van
• Deze doelstelling wordt bij vergunningverlening en handhaving standaard meegenomen.
verzurende en vermestende stoffen met vijftien procent ten opzichte van 2000 Andere activiteiten
• Utrecht beïnvloedde de totstandkoming van de regelgeving (Wet luchtkwaliteit, algemene maatregelen van bestuur), de regionale en landelijke beleidsaanpak (regionaal en nationaal samenwerkingprogramma) en de aanpassing van de beleidsinstrumenten (landelijk meet- en rekenmethoden) door lobby en deelname aan werkgroepen. Dit om de volksgezondheid te waarborgen, maar ook ruimtelijke ontwikkelingen in de stad mogelijk te blijven maken. • In alle ruimtelijke en infrastructurele plannen is een uitgebreide luchtparagraaf met de effecten van het plan op de luchtkwaliteit opgenomen.
8
Milieujaarverslag 2006
Vooruitblik 2007 In 2007 breidt Utrecht het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht (ALU) uit met een aantal extra maatregelen, zodat Utrecht overal in de stad de nieuwe normen gaat halen. Dit ALU-plus werkt de gemeente uit naar een concreet uitvoeringsprogramma, dat onderdeel uitmaakt van een regionaal en landelijk programma om de luchtkwaliteit te verbeteren. Daarnaast onderzoekt de gemeente de mogelijkheden om het verbeteren van de luchtkwaliteit te koppelen aan het gemeentelijke klimaat- en energiebeleid.
Verschonen eigen wagenpark In het Actieplan Luchtkwaliteit Utrecht is als maatregel het verschonen van het eigen wagenpark opgenomen. Gemeentelijke vuilnisauto’s, bestelwagens, personenauto’s en overige voertuigen (kranen, trekkers) moeten dus zo min mogelijk roet en stikstofdioxide uitstoten. In 2006 onderzocht de gemeente hoe zij haar eigen wagenpark schoner kan maken. Op grond van de Europese regelgeving maken fabrikanten dieselmotoren voor zware vrachtwagens steeds schoner. Door te kiezen voor de meest schone dieselmotoren (dus schoner dan verplicht) kan de gemeente de uitstoot van de stoffen al verminderen. Vuilniswagens die de gemeente nu gebruikt krijgen een (gecertificeerd) roetfilter. Zo dragen ook de ‘oudere’ vuilnisauto’s een steentje bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in de stad. Daarnaast onderzoekt de gemeente de haalbaarheid van alternatieve brandstoffen zoals aardgas. Bijvoorbeeld voor veegwagens kan dit interessant zijn. Voor deze wagens zijn de Europese normen voor de motoren minder streng, dus de fabrikanten hebben geen stimulans om de motoren schoner te maken. Door te kiezen voor een alternatieve brandstof, kunnen ook deze wagens een schonere lucht uitstoten. Vuilniswagens met (gecertificeerd) roetfilter.
9
4
Geluid
Een belangrijke bron van geluidsoverlast in Utrecht is gemotoriseerd verkeer. Daarnaast veroorzaken bedrijven, het spoor, de scheepsvaart en de luchtvaart geluidhinder. In de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer is de beheersing van het geluid geregeld om ongewenste gezondheidseffecten te beperken. In de Geluidnota Utrecht is het geluidsbeleid van de gemeente Utrecht vastgelegd. Een wetswijziging van de Wet Geluidhinder per 1 januari 2007, waarbij een decentralisatie van bevoegdheden plaatsvindt van provincie naar gemeente, maakt het noodzakelijk een Geluidnota op te stellen. Daarnaast is de Geluidnota een voortvloeisel van de doelstellingen uit het Milieubeleidsplan.
Uitgevoerde activiteiten geluid Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
In 2005 is het nieuwe
• De Geluidnota Utrecht is in 2006 nader ingevuld waarmee het beheersen van geluidshinder
geluidbeleid vormgegeven
bij toekomstige ontwikkelingen in Utrecht is gewaarborgd. Bestaande knelpunten inven-
en vastgesteld
tariseert de gemeente en pakt de gemeente aan. Hierbij wordt rekening gehouden met de EU-richtlijn Omgevingslawaai. De Geluidnota heeft alleen betrekking op weg- spoorweg en industrielawaai; voor geluidhinder van bijvoorbeeld brommers, luchtvaart en buren geldt de Wet Geluidhinder niet. • De Geluidnota beschrijft de nieuwe gemeentelijke bevoegdheden, geeft aan hoe met een aantal beleidsvrijheden wordt omgegaan, legt bestaande werkwijzen helder en eenduidig vast en vult gebleken hiaten in bestaand beleid in met nieuw gemeentelijk beleid. Bestaande wettelijke normen zijn niet aangescherpt.
Andere activiteiten
Advisering
• Geluidsadviezen worden gegeven bij zowel vergunningverlening als bij klachten. Vaak wordt in één jaar meerdere keren geadviseerd rond een bedrijf. In 2006 zijn, vergeleken met 2005, voor minder bedrijven adviezen gegeven in het kader van de Wet milieubeheer. Zowel de ruimtelijke advisering (industrielawaai, wegverkeerslawaai en spoorweglawaai) als de advisering over infrastructurele aanpassingen is gelijk gebleven. Het aantal geluidsmetingen is ongeveer constant. Zie de grafiek voor de getallen.
Sanering
• In 2006 is de geluidssanering voor 10 woningen aan de Cartesiusweg afgerond. Tevens zijn er saneringsprojecten opgestart in de Amsterdamsestraatweg en de Adelaarsstraat. De saneringsoperatie, waarvan de opgave is vastgelegd in het Investering Stedelijke Vernieuwing II (ISV-II) programma is hiermee op koers. Verder zijn er voor 70 bestaande woningen de benodigde geluidsmaatregelen in uitvoering. Dit gebeurt in het kader van de spoorverbreding Utrecht - Amsterdam, de aanleg van de Stroomweg de Tol en de realisatie van de wegenstructuur in Vleuterweide.
Juridische procedures
• In 2006 zijn voor 343 woningen, 12 procedures gevolgd voor ontheffing van de geluidsgrenswaarde. Dit aantal woningen is minder ten opzichte van de vorige jaren, maar er zijn wel meer procedures doorlopen.
10
Milieujaarverslag 2006
Vooruitblik 2007 De Geluidnota wordt in 2007 vastgesteld. De geluidsbelastingkaarten in het kader van de EU-richtlijn worden voor 1 juli afgerond. Verder zal in 2007 de saneringsoperatie volgens het programma worden voortgezet. De verwachting is daarnaast dat de omvang van de advisering gezien de concrete ontwikkelingen in het stationsgebied licht zal toenemen en het aantal geluidsmetingen redelijk constant zal blijven.
Grafiek 1: type geluidsadviezen in getal ��� ���
���
���
���
���� ���
���
����
���
��� ���
����
���
���
���
���
��
��
��
� ��������������� ��������� ������������� ������������������
����������� ������������
�������������
Geluidsschermen bij Emplacement Utrecht CS en Cartesiusweg
In 2006 is de definitieve vergunning verleend voor het NS Emplacement. Deze vergunning is de langste vergunning ooit: de vergunning gaat over een traject van ruim 3 kilometer. Naar het emplacement worden ‘s avonds en ‘s nachts lege treinen gebracht om schoon te maken
de Wet Geluidhinder (het reguliere treinverkeer). Een belangrijke afweging om deze hogere geluidsniveaus toe te staan was dat het geluid van het gewone treinverkeer toch vaak dominant is. Wel wordt de geluidsoverlast zoveel mogelijk beperkt door allerlei maatregelen, zoals
en deze blijven daarna ‘overnachten’. Het aspect geluid was een groot probleem om de vergunning te kunnen verlenen, hierdoor heeft de vergunningverlening een aantal jaren geduurd. Om dit probleem op te lossen is speciaal beleid vastgesteld om geluidsniveaus te kunnen vergunnen die ruim boven de normale grenswaarden van de milieuwetgeving liggen. Voor de Wet Milieubeheer (Emplacement) gelden namelijk andere regels dan voor
voegloze rails en wissels en smeerinstallaties in krappe bochten. Ook komen er op sommige plekken geluidsschermen tot 4 meter hoog. Door het nemen van deze maatregelen wordt het totale geluid dat de omwonenden van de Cremerstraat en directe omgeving daarvan waarnemen, door de komst van dit emplacement niet verhoogd.
11
5
Bodem
De gemeente Utrecht streeft naar een bodemkwaliteit die geen belemmering vormt voor het wonen en werken in de stad. Het bodemsaneringsbeleid is bedoeld om deze kwaliteit te waarborgen. De Wet bodembescherming biedt de juridische instrumenten. Bodemonderzoeken en -saneringen worden via het jaarlijkse bodemsaneringsprogramma uitgevoerd. Uitgevoerde activiteiten bodem Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
Sanering van ernstige en
• De gegevens van uitgevoerde bodemonderzoeken en bodemsaneringen fluctueren, voor
urgente (spoedeisende)
zowel de gemeente als voor derden, jaarlijks (zie ook grafiek). Er is in 2006 iets minder
gevallen volgens het
onderzoek uitgevoerd vergeleken met 2005. Ook is er door derden iets minder gesaneerd.
meerjarenprogramma
Een locatie die gesaneerd is, is het Van der Lindeterrein aan de Oosterkade. De grondsanering
bodemsanering
is afgerond, de grondwatersanering wordt uitgevoerd en de bouwwerkzaamheden kunnen in 2007 starten. In 2006 zijn er twee ISV-saneringen afgerond. De asbestsanering van de Billitonkade en een oude saneringslocatie van de Hopakker is afgerond.
Het bodembeleidsplan is
• Zoals elk jaar is de Bodemkwaliteitskaart van Leidsche Rijn vernieuwd.
gereed en vormt het kader
• In 2006 is door nieuwe landelijke wet- en regelgeving (nieuwe Wet bodembescherming en de
voor het beschermen,
circulaire bodemsanering) nader invulling gegeven aan een nieuwe saneringsdoelstelling voor
beheren en waar nodig
functiegericht en kosteneffectief saneren en het criterium om te bepalen of en wanneer een
saneren van de bodem
verontreiniging gesaneerd moet worden. • Het bodembeleidsplan zal in 2007 worden afgerond en vastgesteld.
Reguliere activiteiten
Toezicht en handhaving
• Het bouwstoffenbesluit reguleert het toepassen van licht verontreinigde grond als bodem of in een werk, bijvoorbeeld als geluidswal. Er zijn 114 meldingen binnen gekomen. Hierop zijn 90 controles uitgevoerd, met 12 geconstateerde overtredingen. • In Leidsche Rijn wordt de transport en het toepassen van schone grond gemeld. Dit resulteerde in een beter overzicht van de totale grondstromen binnen de bodemkwaliteitskaart en het toepassen van grond volgens het Bouwstoffenbesluit. • In 2006 zijn 18 tanksaneringen uitgevoerd waarbij 27 controlebezoeken zijn afgelegd. Er zijn 95 bodemsaneringen gecontroleerd. In 5 gevallen is de sanering (tijdelijk) stilgelegd en in de andere gevallen zijn zowel administratieve overtredingen als tekortkomingen in het veld geconstateerd. Deze werden in het algemeen soepel opgelost.
Publieksinformatie
• Veel bewoners informeren naar de kwaliteit van de bodem. In het gemeentelijk Bodeminformatiesysteem zijn van ca. 3.600 terreinen bodemonderzoeksgegevens opgenomen. Via internet kwamen 9579 aanvragen binnen, iets minder dan vorig jaar. In 98,7 % van de gevallen is de aanvraag probleemloos en volledig geautomatiseerd afgehandeld. De overige aanvragen zijn handmatig afgehandeld.
12
Milieujaarverslag 2006
Reguliere activiteiten
Activiteiten 2006
Bouwvergunningen
• In 2006 zijn er 333 bouwaanvragen getoetst op de kwaliteit van de bodem. Het merendeel van de bouwaanvragen zijn goedgekeurd en er zijn 152 bodemkwaliteitsverklaringen afgegeven. Bij de overige aanvragen is er of geen bodemonderzoek vereist of een sanering noodzakelijk voor nieuwbouw of niet akkoord door ontbreken van het bodemonderzoek. • Sinds 2006 worden ook beschikkingen afgegeven op een evaluatierapport en een nazorg-
Beschikkingen
plan. Voorheen was dat alleen voor een onderzoek of een saneringsplan. Er is met 18 evaluatierapporten ingestemd, en met vier nazorgplannen. Verder zijn in totaal 21 saneringsplannen beschikt, 22 ernst en spoedeisendheid besluiten genomen en één ernst en urgentie besluit genomen. Zie de grafiek voor de gegevens. • Vanaf 1 januari 2006 geldt de AMvB Besluit Uniforme Saneringen. Een BUS melding is een verkorte procedure voor kleinschalige en eenvoudige saneringen. In 2006 zijn zeven BUS meldingen ingediend en goedgekeurd. Van de zeven goedgekeurde meldingen is er één afgerond en is er één gestart zonder startmelding. De rest moet nog starten.
Vooruitblik 2007 In het bodemsaneringsprogramma 2007 staat de inspanning voor bodemonderzoek en - sanering beschreven. Saneringen die in 2007 doorlopen of gestart worden zijn bijvoorbeeld de sanering van Leidsche Rijnpark, een sanering van vluchtige aromatische koolwaterstoffen bij de Jaarbeurs of voortzetting van nazorg op het Cindu terrein (Utrecht-Oost).
In 2007 zal het landelijk besluit bodemkwaliteit verder uitgewerkt. Er is daarna een doorvertaling nodig naar gemeentelijk beleid of werkafspraken. Als laatste wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van gebiedsgericht grondwaterbeheer en verdere inbedding van bodemaspecten in het begin van ruimtelijke planprocessen.
Grafiek 2: aantal bodembeschikkingen
Grafiek 3: uitgevoerde bodemonderzoeken en bodemsaneringen
��
��� ��
��
��
����
�� ��
���
����
��
��
��
��
��
���� ���
�
��
����
��
��
� �
����
����
��
���� ��
����
���
���
� � �������� ��������
�� ��
�� ��
�� ��
��
�� �
� �������� ���������� ��������������� ����
���������
����������
�������������� �������������� ��������� ����������
������������� ���������
� �
�
������������� �����������
13
Kop van Lombok De Kop van Lombok was rond 1900 één van de stadsuitbreidingen ten westen van het oude stadscentrum van Utrecht. Sindsdien is het gebied gebruikt voor diverse bedrijfsactiviteiten, zoals autogarages, wasserijen en kleine fabriekjes. Daardoor is de bodem verontreinigd geraakt met olie en oplosmiddelen. De bovenste laag is verontreinigd geraakt met diverse verontreinigingen als zware metalen en kolengruis.
het verontreinigde grondwater. Om de verontreiniging zo goed en veilig mogelijk te verwijderen is direct langs de Vleutenseweg gebruik gemaakt van een damwandconstructie waarbinnen de verontreinigde grond is ontgraven. Nadat de bodem op de Kop van Lombok is schoongemaakt wordt het gebied opnieuw ingericht. Er zullen onder andere een nieuwe moskee, een cultureel centrum en enkele winkels met appartementen worden gerealiseerd.
In 2006 is gestart met de bodemsanering. De verontreinigde grond wordt verwijderd door middel van ontgraving van de verontreinigde grond en het oppompen van
Kop van Lombok
14
Milieujaarverslag 2006
6
Externe veiligheid
De gemeente Utrecht geeft bovenop de reguliere handhaving van de milieuregels bij inrichtingen jaarlijks extra aandacht aan de handhaving van de externe veiligheid. Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het werken met, op- en overslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen (zoals LPG en vuurwerk). De rijksoverheid heeft het veiligheidsbeleid behoorlijk aangescherpt, bijvoorbeeld met ministeriële besluiten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, verkoop van vuurwerk en externe veiligheid rondom inrichtingen. Naast de Wet milieubeheer en de vergunningen waarin alle milieuregels voor de inrichtingen zijn opgenomen zijn er specifieke regels voor externe veiligheid. Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen milieubeheer (BEVI) regelt de afstanden tussen risicovolle bedrijven en kwetsbare objecten, zowel vanuit de Wet milieubeheer (Wm) als vanuit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Sinds 2002 is een gemeentelijke Routeringsregeling voor het vervoer van die gevaarlijke stoffen van kracht.
Uitgevoerde activiteiten externe veiligheid Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
Er zijn geen onveilige
Toezicht en handhaving (op basis van de Wet milieubeheer) bij bedrijven die als risicovol
situaties meer: Utrecht
worden gezien staat centraal. De belangrijkste inzet vindt plaats bij concreet benoemde
voldoet aan de landelijke
bedrijven en verloopt jaarlijks volgens een vaste aanpak. Bij een deel van de controles wordt
norm / wetgeving
alleen gecontroleerd op Externe Veiligheid. Vaak ook worden de controles gecombineerd met controles van overige milieuaspecten. Met het uitvoeren van controles wordt beoordeeld of inrichtingen de veiligheidsvoorschriften naleven. De kans op onveilige situaties wordt hierdoor verminderd. Indien nodig wordt afgedwongen dat bedrijven maatregelen nemen om onveilige situaties te verhelpen. Hieronder staan de belangrijkste bedrijfscategoriën uit het plan van aanpak genoemd en de aantallen uitgevoerde controles en verstuurde bestuurlijke waarschuwingen. • Er zijn in Utrecht 20 BEVI bedrijven, te weten: 14 LPG tankstations, 2 Brzo-bedrijven (Besluit risico zware ongevallen), 1 ammoniak koelinstallatie en 3 opslagen met meer dan 10.000 kg gevaarlijke stoffen. Er zijn eind 2006 3 LPG-stations minder dan eind 2005. Om verschillende redenen is bij deze drie tankstations de LPG verkoop beëindigd. Daarmee is gemeentebreed de veiligheid toegenomen. Bij deze bedrijven is in sommige gevallen meer dan één controle uitgevoerd. In totaal zijn er 28 controles uitgevoerd. Vanwege geconstateerde overtredingen werden 7 bestuurlijke waarschuwingen gestuurd. Bij de hercontroles waren alle overtredingen beëindigd. Alle BEVI-bedrijven voldoen aan de afstandseisen tot kwetsbare objecten, rekening gehouden met de overgangsbepalingen van BEVI.
15
Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
• In december zijn alle zeven vuurwerkverkooppunten (inclusief één locatie waarvoor de provincie bevoegd gezag is) gecontroleerd. Dit is gedaan in samenwerking met Brandweer en Politie. Net als in 2005 werden geconstateerde overtredingen snel opgeheven door de verkooppunten, verdere handhaving was daardoor niet nodig. • Ook zijn controles uitgevoerd bij overige bedrijven, zoals bedrijven met grote vuurbelasting, bovengrondse propaantanks, bedrijven met stofexplosierisico en bedrijven met veel gevaarlijke stoffen in de opslag, zoals bijvoorbeeld gasflessenverkoop en zwembaden (vanwege chloor). Bij deze bedrijfscategorieën zijn er 35 controles uitgevoerd en 21 bestuurlijke waarschuwingen verstuurd. Vervolgens zijn de overtredingen beëindigd door de bedrijven. • Er is een project ‘Bedrijven met grote vuurbelasting’ uitgevoerd waarbij intensief de bouwregels, regels van de brandweer en de regels voor externe veiligheid vanuit de milieuwetgeving gezamenlijk zijn gecontroleerd. Dit heeft ingrijpende consequenties voor de bedrijfsvoering van deze bedrijven gehad. Zo zijn er grote bouwingrepen nodig geweest aan daken en scheidingswanden en sprinklerinstallaties geïnstalleerd. Om maatregelen af te dwingen zijn bij deze bedrijven 18 dwangsommen opgelegd, overigens niet alleen voor milieu-overtredingen. Andere activiteiten
• Er is deelgenomen aan het Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid (PUEV). • In 2006 is voor de provincie Utrecht de risicokaart op internet gezet. Ten behoeve van een betrouwbare en volledige weergave is de input voor deze kaart (i.c. het landelijk Risicoregister) gescreend en waar nodig aangevuld en verbeterd. • In 2006 zijn voor twee risicovolle bedrijven (Engelhard en Vechtsebanen) de kwantitatieve risico’s voor externe veiligheid in beeld gebracht. • Er is een nota Externe Veiligheid opgesteld waarin de gemeentelijke ambities staan beschreven voor de risiconormering rondom bedrijven en transport van gevaarlijke stoffen. Vervoer gevaarlijke stoffen
• Er zijn aan 2 leveranciers verzamelontheffingen gegeven voor transportroutes aan 16 LPG stations. 3 bedrijven hebben een ontheffing gekregen voor transport van gevaarlijke stoffen. • Er zijn 6 verzamelontheffingen afgegeven voor vuurwerktransport voor 14 routes aan 7 verkooppunten en 2 ontheffingen voor transport van evenementenvuurwerk.
Vooruitblik 2007 De Nota Externe Veiligheid wordt in 2007 vastgesteld. Hiervoor zal eerst een consultatieronde worden gehouden waarbij de mening van belanghebbenden over de nota Externe veiligheid gevraagd wordt. Ook in 2007 zal bij de bedrijven die als risicovol zijn benoemd de controle en handhaving worden uitgevoerd. Voor LPG-stations zullen diverse vergunningen worden aangepast waarbij de jaarlijkse verkoop van LPG door LPG-stations wordt vastgelegd om de veiligheidsrisico’s beperkt te houden.
16
Milieujaarverslag 2006
Gesloten LPG-station aan de Groeneweg
Sluiting LPG-stations In 2006 zijn van 3 LPG-stations de milieuvergunningen ingetrokken, waarmee ze definitief zijn gesloten. Het zijn de LPG-stations aan de Eykmanlaan, de Groeneweg en de
risico dat daarmee verkleind is, is het risico op blootstelling aan vuur of hittestraling als er een ongeval gebeurd.
Weg der Verenigde Naties. Het LPG-station aan de Eykmanlaan is uitgekocht omdat vanwege geplande woningbouw de risico’s boven de wettelijke normen kwamen. Het LPG-station aan de Groeneweg was al een tijd niet meer in gebruik en het LPG-station aan de Weg de Verenigde Naties is een onbemand tankstation geworden. Bij onbemande tankstations is LPG-verkoop niet toegestaan. Met de sluiting van de LPG-stations is het aantal mensen dat blootgesteld is aan gevaarsrisico’s verkleind. Het gevaars-
Overigens gaat het om risico’s met een kleine kans daarop. De grens waarbij de risico’s wettelijk gezien niet meer zijn toegestaan ligt voor bestaande benzinestations op 10-5 per jaar. Dat wil zeggen een kans van 1 op de 100.000 dat er een overlijdenskans is per jaar per blootgesteld individu. Ter vergelijking, de kans op overlijden door autorijden is 1 op de 10.000, de kans op overlijden door blikseminslag is 5 op de 10.000.000 per jaar.
17
7
Afval
Voor het inzamelen en verwerken van afval gebruikt Utrecht de ‘voorkeursvolgorde afvalbeheer’. Dit betekent dat de gemeente het voorkomen van afval als eerste nastreeft. De tweede voorkeur richt zich op het hergebruiken van afval en als dat niet lukt het zoveel mogelijk toe te passen (verbranden met energie terugwinning). Utrecht is volgens de Wet milieubeheer verplicht het huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen en de inwoners daarvoor de mogelijkheden te bieden. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor het gescheiden inzamelen van afval.
Uitgevoerde activiteiten afval Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
Het zwerfafval is met 45%
• De Vereniging van Nederlandse Gemeenten koppelde het verminderen van zwerfafval aan de
verminderd ten opzichte van
onderhandelingen over de vergoeding voor het inzamelen van verpakkingen. Echter de onder-
2002
handelingen over de verpakkingen en het landelijk opgestelde ‘Impulsprogramma Zwerfafval’ zijn in een impasse geraakt. Daardoor is ook de haalbaarheid van deze doelstelling onzeker. • In het Stationsgebied startte de gemeente, met hulp van rijkssubsidie, een onderzoek naar zwerfafval. Met de uitkomsten van dit onderzoek zal Utrecht een optimale keuze kunnen maken voor de toekomstige zwerfafval-inzameling in dit gebied.
43% van het huishoudelijke en bedrijfsafval wordt hergebruikt
• Om de doelstelling te toetsen deed Utrecht in 2006 mee aan een landelijke benchmark. Daaruit bleek dat Utrecht in 2005 een hergebruikpercentage van 40% haalde. De dienstverlening voor het gescheiden inzamelen van grof huishoudelijk afval werd als zeer goed beoordeeld. • Vijftien kinderdagverblijven deden mee aan een proef met gescheiden luierinzameling. Tegelijk is een onderzoek uitgevoerd naar het milieurendement van gescheiden luierinzameling. In 2007 zullen alle resultaten bij de afweging op een eventueel vervolg van de proef worden gebruikt. • Uit de jaarlijkse sorteeranalyses bleek dat in het Utrechtse restafval veel oud papier zit. Als aanvulling op de bestaande brengvoorzieningen is in een proef in drie wijken het papier huisaan- huis opgehaald. In 2007 neemt de gemeente een beslissing over het voortzetten en uitbreiden hiervan. De ‘grote’ papierinzamelaars onder de vele vrijwilligers die papier inzamelen kregen een extra bonus. • Het inzamelresultaat van de gescheiden GFT- inzameling heeft Utrecht in kaart gebracht. Ook de mogelijkheden voor het verbeteren en op maat aanbieden van tuinafval zijn onderzocht. Op basis hiervan volgt in 2007 een voorstel voor de GFT- inzameling in Utrecht met daarin meer aandacht voor de inzameling van tuinafval. • Bewoners kunnen hun spullen voor kringloopbedrijven op de drie afvalscheidingstations kwijt. Ook is op de afvalscheidingstations een kleinschalige proef gestart met de gescheiden inzameling van PVC en hard polyethyleen, om ook deze plastics te recyclen. • In Leidsche Rijn is een tijdelijke, mobiele voorziening voor groot en volumineus verhuis- en bouwafval, zoals grote kartonnen dozen en overtollig tuingrond, gemaakt. Daarnaast is hier de chemokar te vinden zodat bewoners ook hun verfresten makkelijk kunnen inleveren.
18
Milieujaarverslag 2006
Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
• Een nieuwe route indeling van de chemokar maakt het mogelijk meer routes in het voor- en najaar te rijden. Als bewoners een grote schoonmaak houden, kunnen ze het afval meteen kwijt bij de chemokar. Ook is gestart met het inzamelen en demonteren van computers en mobiele telefoons. • De verspreiding van de ja / nee sticker is voortgezet, waardoor in Utrecht per jaar ongeveer 1400 ton minder papierafval ontstaat. • Utrecht startte een haalbaarheidstudie voor ondergronds afvaltransport in het Stationsgebied. • De Reinigingspolitie heeft in 2006 totaal 1928 beschikkingen voor, met name, het te vroeg buiten zetten van het afval afgegeven. Na het onderzoek van de gemeentelijke ombudsman is, onder andere, de bezwaarprocedure aangepast en is meer informatie over het juiste wijze van aanbieden aan de bewoners gegeven.
Vooruitblik 2007 De hoop is dat het ministerie van VROM de onderhandelingen tussen de verpakkingsproducenten en VNG in 2007 vlot trekt. Ook start het rijk met het uitvoeren van het Impulsprogramma Zwerfafval. Met beide zal Utrecht in 2007 te maken krijgen. Onderzoek uit 2006 naar de
papier- en GFT- inzameling in de stad toonden aan dat een optimalisering van de inzamelsystemen mogelijk is. In 2007 kan dit leiden tot enkele aanpassingen in de bestaande haal- en brengsystemen.
Papierproef huis- aan- huis inzamelen Utrecht probeert 43% van haar huishoudelijke afval opnieuw te gebruiken. Om deze doelstelling te halen moeten bewoners hun oud papier naar de ondergrondse kringlooppunten, een school of vereniging brengen. Uit onderzoek naar de soorten afval in het restafval, blijkt dat in het Utrechtse restafval nog vrij veel (20%) herbruikbaar papier zit. In andere gemeenten bleek door het huis- aan huis ophalen van oud papier, de hoeveelheid in het restafval flink te verminderen. In wijken in Vleuten, Overvecht, Tuindorp en Voordorp startte de gemeente met een proef om papier huis-aan- huis in te zamelen. Deelname aan de proef is vrijwillig. Ongeveer 75% van de inwoners van de proefgebieden doet mee. Sommige bewoners willen geen derde container (met blauw deksel), omdat deze niet meer in hun schuurtje of achtertuin past. Andere bewoners, van buiten het proefgebied, vragen juist waarom zij geen container krijgen. Verenigingen en scholen zijn bang dat ze geld mislopen. Er zijn ook bewoners die vertelden dat ze eerst al het papier in de grijze, maar nu in de blauwe bak gooien. De eerste resultaten zijn bemoedigend. In de eerste metingen bleek de hoeveelheid papier in het restafval met meer dan 5% afgenomen te zijn. In drie maanden tijd is ruim 100.000 kilogram papier in deze wijken opgehaald. In 2007 evalueert de gemeente de proef en neemt ze een beslissing over het doorgaan en uitbreiden van de proef. Afvalscheiding
19
8
Groen
Al enkele jaren bouwt Utrecht aan een samenhangend netwerk van groene plekken en verbindingen waardoor mensen, dieren en planten de stad in en uit kunnen gaan. In het Groenstructuurplan staan de vier prioriteiten beschreven waar de gemeente zich op richt: groen om de stad, groen in de stadsrand, groen in specifieke wijken en beleidsontwikkeling. Uitgevoerde activiteiten groen Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
Het openbaar groen voldoet
Aan deze doelstelling is gewerkt door het uitvoeren van het Groenplan, programma Overvecht,
aan de kwaliteitsnormen
plan Maarschalkerweerd en het Groene Web. • Programma Overvecht: In de wijk Overvecht wordt openbaar groen samen met de bewoners opgeknapt. In een proefproject aan de Cleopatradreef is het binnenterrein opnieuw ingericht. • Plan Maarschalkerweerd: Maarschalkerweerd is een overgangsgebied in de stadsrand aan de oostkant van Utrecht, de gemeente wil hier de recreatie en natuur verder verbeteren. De plannen voor drie projecten zijn verder uitgewerkt: een wandelbrug over de Kromme Rijn, een recreatieve route langs de Mytylweg en het opknappen van de randen van sportpark Zoudenbalch. • Groene Web: Op het Volkstuinencomplex de Driehoek zijn borden geplaatst met natuurinformatie. In 2006 is de Salamanderpoel in Lunetten gemaakt, in 2007 volgt de opening. De laatste jaren is gewerkt aan de aanleg van faunapassages in en rond Utrecht. De passages verbinden groene stukken met elkaar en overbruggen een grote weg of water. Er worden drie passages langs het Merwedekanaal gemaakt, de faunapassage aan de Voordorpsedijk wordt volgend jaar uitgevoerd. Daarnaast wordt er samen met de gemeente De Bilt, provincie Utrecht, het waterschap en Stichting Het Utrechts landschap verder gewerkt aan de faunapassage ‘onderdoorgang Biltse Rading’.
De helft van de bevolking is
• In de Utrecht Monitor 2006 is bewoners gevraagd of ze ‘Utrecht een stad met veel groen’
tevreden over de kwaliteit
vinden. 44% van de respondenten was het (zeer) eens met deze stelling. 86% van de
van het groen
bewoners was het (zeer) eens met de stelling: ’voor mijn gezondheid is het belangrijk dat er veel groen in mijn buurt is’.
Andere activiteiten
Planning en programmering
• In 2006 is het ontwerp Groenstructuurplan definitief gemaakt. Ook is in 2006 het Groenprogramma 2007-2011 geschreven, hierin staan de acties van de gemeente en van derden. Er is met name aandacht voor groen in de stad (na-oorlogse wijken Overvecht en Kanaleneiland), het Leidsche Rijnpark en groen om de stad (drie grote groengebieden).
Groene Hart
• In 2006 heeft Utrecht samengewerkt met de vier grote gemeenten, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het groene Hart en regio Randstad aan het Projectenplan Groene Hart. In dat projectenplan staan (groen)projecten benoemd die raken aan of liggen in het groene Hart.
20
Milieujaarverslag 2006
Andere activiteiten
Activiteiten 2006
GIOS conferentie 2006
• Met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is in 2006 een GIOS (Groen in en om de Stad) conferentie in Utrecht gehouden. Er is een intentieverklaring getekend waarin partijen (rijk, provincies, 31 gemeenten, maatschappelijke koepelorganisaties) beloven om samen het thema groen hoger op de agenda te zetten. Van het extra impulsbudget vanuit het rijk, heeft Utrecht subsidie ontvangen.
Vooruitblik 2007 Het definitieve Groenstructuurplan en Groenprogramma
Verder wordt in 2007 gewerkt aan het uitvoeren van
worden in 2007 ter besluitvorming voorgelegd. Ook wordt in 2007 een bomenvisie opgesteld. Deze beschrijft hoe Utrecht omgaat met de in de stad aanwezige of nog ontbrekende bomen en boomstructuren en maatregelen over beheer, onderhoud en vervanging. Verder beschrijft ze waar nieuwe bomen gewenst zijn om bijvoorbeeld een ecologische verbinding sluitend te maken. In de bomenvisie staat welke bomen in aanmerking komen om in de toekomst in de lijst van Beschermde Bomen te worden opgenomen.
diverse groenprojecten, zoals beschreven in het Groenprogramma 2007-2011. Voorbeelden zijn de herinrichting van het park Kanaleneiland langs het Amsterdam Rijnkanaal, verder uitwerken van het ambitieplan recreatiegebied Ruigenhoek in het Noorderpark en de eerste fase van de aanleg van het Leidsche Rijnpark.
Ecologisch tuinenpark ‘De driehoek’ Het tuinenpark ‘de Driehoek’ is een groene oase, grenzend aan de wijken Overvecht, Tuindorp en Voordorp. Met het groene webgeld zijn een aantal plekken die geen tuin zijn natuurvriendelijker ingericht. Ook zijn op het park borden geplaatst. Hier kunnen bezoekers en tuinders lezen welke bijzondere planten en dieren al zijn gezien. De tuinders hebben het initiatief genomen om waarnemingen uit het park te verzamelen. Zo krijgt natuur bij de tuinders gerichte aandacht. Voor vlinders zijn er twee groenstroken met nectar - en waardplanten ingericht. Voor de egel en de ringslang zijn takkenbossen en broeihopen langs de randen van het park aangelegd. Voor de vogels zijn enkele fruitbomen langs de watergangen aangeplant. Tuinders composteren hun eigen tuinafval. Eerst spoelden veel voedingsstoffen van de grote composthoop naar de watergangen rond het park. Omdat de composthoop nu veel kleiner is, gebeurt dat niet meer. Het ecologisch tuinenpark ‘De Driehoek is een ideaal wandelplekje in de wijk om even te ontsnappen aan de stedelijke realiteit. Leuk met kinderen: er zijn twee ontdektochten gemaakt. Deze zijn afgestemd op de seizoenen. De ontdektochten zijn verkrijgbaar op het park. Ecologisch tuinenpark ‘De driehoek’
21
9
Energie
Energie richt zich zowel op energie besparen, het efficiënt gebruiken van de energie, zoals stadsverwarming, als op het toepassen van duurzame energie (zon, wind, bodem). Dit is nodig omdat het klimaat verandert en Nederland economisch niet te afhankelijk van de energie-import wil zijn. Klimaatverandering heeft een negatieve invloed op het weer, ecosystemen, economie, de veiligheid en gezondheid van mensen. De vermindering van broeikasgassen, waaronder de CO2-uitstoot, gaan deze negatieve invloed tegen. Ook Utrecht levert hiervoor een inspanning. Zo gaat de gemeente slim om met het energiegebruik in haar eigen gebouwen en installaties. Daarnaast beweegt de gemeente derden ertoe ook een steentje bij te dragen.
Uitgevoerde activiteiten energie Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
In 2004 is het Plan van
Er is geen Plan van Aanpak gemaakt, maar de gemeente richt zich op kansen die zich voordoen
Aanpak Energie gereed
bij nieuwbouw of herstructurering. Zo kan Utrecht, mede dankzij de inzet van andere partijen,
waarin een strategie wordt
de CO2- uitstoot in de stad verminderen.
voorgesteld om de CO2uitstoot voor de gehele gemeente te verminderen. In 2007 wordt 6,5 miljoen kWh per jaar duurzaam opgewekt, goed voor 4,5 kton CO2-uitstootreductie CO2-reductie en efficiëntie
• Het project ‘Actie €nergiewinst, dat levert wat op’ is in oktober van start gegaan. Aan het eind van het jaar waren 3.500 U-pas houders gevraagd mee te doen aan de actie. Ongeveer 1.400 U-pas houders ontvingen een gratis energieadvies en bespaarbox van € 35,-. De actie loopt door tot oktober 2007. Doel is ongeveer 12.000 huishoudens met een laag inkomen een gratis energieadvies en -bespaarbox te geven. • Als onderdeel van het project Actie €nergiewinst volgden 379 allochtonen vrouwen een milieucursus. Daarnaast volgden 79 inburgeraars een milieucursus als onderdeel van de inburgering. Alle deelnemers ontvingen de gratis energiebespaarbox. Ook deze projecten lopen in 2007 door. • In november ontving de openbare basisschool De Meander in de Meern de 100ste frisse scholendoos. Dat is een doe-het-zelf pakket waarmee scholen met verbouwplannen ondersteuning krijgen bij het verbeteren van het binnenklimaat en het besparen van energie. De gemeente ondersteunt dit landelijke initiatief door scholen bij verbouwplannen hierover te informeren. • In december ontstak de burgemeester de kerstboomverlichting met spaarlampen voor het stadhuis. Daarna konden mensen spaarlampen kopen bij de ‘1 miljoen spaarlampen’ actie van Greenpeace.
22
Milieujaarverslag 2006
Andere activiteiten
Activiteiten 2006
Duurzame energie
• In het Griftpark is het eerste zonnetegelplein van Nederland geopend. Een zonnetegel is een stoeptegel die zonne-energie opwekt. • De gemeente adviseerde veel initiatiefnemers over een toekomstbestendige en zuinige energievoorziening. Veelbelovende projecten zijn WarmteKoudeOpslag in het Stationsgebied en Leidsche Rijn.
Andere activiteiten
• De gemeente heeft inbreng geleverd aan het Gemeentelijk Platform Warmtetarieven over de invoering van de Warmtewet, het Klimaatverbond over energiezuinig en gezond bouwen en is betrokken bij de ontwikkeling van het landelijke klimaatbeleid. De Warmtewet moet de klanten van warmtelevering beter beschermen tegen de effecten van de monopoliepositie van hun warmteleverancier.
Vooruitblik 2007 Door stijgende energieprijzen, de toenemende aandacht voor klimaatverandering en problemen met de energielevering, is er meer belangstelling ontstaan voor energie- en klimaatbeleid. In 2007 zal de daad bij het woord moeten worden gevoegd. Waarschijnlijk maakt het rijk meer financiële middelen vrij voor CO2 reductie en
adaptatie aan de klimaatverandering. Daarnaast zullen ontwikkelingen zoals het energielabel voor woningen, de vergroening van het lokale belastingstelsel en wijzigingen in het woonwaarderingstelsel voor huurwoningen, in meer of minder mate effect hebben op het te voeren gemeentelijke beleid.
Zonnetegelplein Griftsteede In 2004 won het Utrechtse bedrijf Ecofys BV de energiebesparingprijs voor Grond-, Weg- en Waterbouw met haar idee om zonnecellen in stoeptegels op te nemen. De tegels leveren elektriciteit die gebruikt kan worden om, bijvoorbeeld, een fontein te laten werken of verlichting te laten branden. Dit idee sprak de gemeente en Milieupunt Noordoost aan. Samen met Ecofys en verschillende subsidiegevers is een innovatief zonnetegelplein op Griftsteede in het Griftpark aangelegd. Zoals bij een experiment hoort, moest bij het maken van de tegels het nodige worden uitgetest. Toch onthulde wethouder Giesberts in 2006 een zonnetegelplein met veertig werkende zonnetegels. Aan de twintig blauwe en twintig groene tegels zijn transparante buizen met groen en blauw bubbelend water gekoppeld. Bij het afdekken van de tegels zien kinderen dat het water minder hard gaat bubbelen. Op Griftsteede is nu dus een leuke leerplek voor kinderen ontstaan. Bij de zonnepanelen die aan de muren van de stallen hangen is een infobord met de werking van zonne-energie geplaatst.
Zonnetegelplein
23
10 Duurzaam bouwen en wonen Duurzaam bouwen richt zich op een duurzame kwaliteitsverbetering in zowel woning - als utiliteitsbouw. Nieuwe gebouwen die voldoen aan het Bouwbesluit zijn kwalitatief goed, maar hebben vaak toch nog een hoge milieubelasting. Door duurzaam te bouwen, kan deze belasting lager worden, zodat ze duurzaam voor mens, milieu én economie zijn. De nadruk van het duurzaam bouwen beleid in de gemeente Utrecht ligt meer op gebruikskwaliteit én maatwerk dan op technische maatregelen en ambities.
Uitgevoerde activiteiten duurzaam bouwen en wonen Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
In 2008 is duurzaam wonen
• Sinds 2006 zijn het toepassen van FSC- gecertificeerd hout (keurmerk Forest Steward Counsel-
bekend bij 20% van de Utrechtse bevolking
ship) en bouwmaterialen met een beperkte uitstoot van stoffen essentiële milieuvoorwaarden bij alle nieuwbouwprojecten in Utrecht. • Utrecht ondertekende het FSC convenant. Daarmee sprak Utrecht haar intentie uit in gemeentelijke gebouwen en andere houten producten zoveel mogelijk FSC gecertificeerd hout te gebruiken. In de openbare ruimte, bijvoorbeeld voor het straatmeubilair, past Utrecht al jaren zoveel mogelijk FSC gecertificeerd hout toe. • Om vervuiling van water met verontreinigde bouwmaterialen tegen te gaan is samen met het waterschap een plan van aanpak opgesteld. Dit krijgt in 2007 een vervolg.
In 2008 wordt 20% van de
• Meerdere ISV-STEK projecten (StimuleringsTender Energie en Kwaliteit) zijn in 2006 tot uit-
nieuwbouwprojecten en
voering gekomen. Bij 194 woningen in de Robijnhof, 80 nieuwbouwwoningen in de Ahorn-
20% van de grootschalige
straat en 358 woningen in de Lessepstraat zijn maatregelen getroffen om het binnenmilieu
renovatieprojecten duur-
te verbeteren. Daarnaast zijn woningen of aangesloten op stadsverwarming of zijn extra
zaam uitgevoerd
energiebesparende maatregelen in de woningen aangebracht. • Ongeveer 90% van de nieuwbouwwoningen in Leidsche Rijn voldoet aan de Integrale WoningKwaliteit (IWK). Dit betekent dat deze woningen een betere en dus duurzamere kwaliteit hebben dan het Bouwbesluit vereist. • In diverse grote en kleine bouwprojecten is geadviseerd over duurzaam bouwen. Bijvoorbeeld bij particuliere bouwers uit Leidsche Rijn, Groenrand Wonen, Kromhoutkazerne, Overvecht Noord, Lage Weide en Rotsoord. Een aantal van deze private initiatiefnemers nam de adviezen over. Daarnaast is over de milieukwaliteit in het Muziekpaleis en het stadskantoor geadviseerd.
Het aantal gezondheids-
24
• Voor deze doelstelling zijn voor de periode 2004-2008 geen financiële middelen toegekend,
klachten door de kwaliteit
waardoor het behalen van de doelstelling onzeker is. In de adviezen voor het Stadskantoor
van het binnenmilieu is
en het Muziekcentrum is het belang van een goed binnenmilieu wel benadrukt. Ook bij het
afgenomen
verbouwen van scholen is een goed binnenmilieu onderwerp van gesprek.
Milieujaarverslag 2006
Vooruitblik 2007 Ook in 2007 ligt de nadruk op samenwerking met diverse partijen zoals corporaties, projectontwikkelaars en provincie. Daarnaast zullen meer ISV STEK projecten, bijvoorbeeld in Overvecht, in de uitvoeringsfase komen.
Renovatie Robijnhof van een ‘oude’ stempel In de wijk Tolsteeg / Hooggraven ontwierp in de jaren vijftig de vermaarde architect Gerrit Rietveld enkele sociale woningbouwcomplexen. Rietveld maakte woningen met een meer dan gemiddelde kwaliteit vergeleken met andere sociale woningbouw. Daarom koos woningbouwcorporatie BO-EX ervoor het wooncomplex aan de Robijnhof zorgvuldig te renoveren in plaats van te slopen. Oorspronkelijke details en kleurgebruik aan de gevel van Rietveld zijn zoveel mogelijk teruggebracht. De indeling van de woningen is aangepast aan de huidige tijd. Isolatie van dak, gevel en vloeren, het vervangen van de oude verwarmingsketel en het toepassen van dubbel glas, vermindert het energieverbruik. Om het binnenmilieu in de woningen te verbeteren, is een aantal ventilatiemaatregelen genomen. Eén woning zal als museum worden ingericht, om zo het Rietveld karakter van de woningen te benadrukken. Met deze bijzondere en unieke aanpak mondt de renovatie van het Robijnhof uit in woningen die zeker weer veertig jaar meekunnen. Tegelijk behoudt het wooncomplex de oude waarden en krijgt het een nieuwe identiteit. Hierdoor wordt het voor nieuwe bewoners aantrekkelijk in deze wijk te gaan wonen.
Robijnhof
25
11 Duurzaam ondernemen Bij duurzaamheid gaat het er om schade en overlast voor de toekomstige generaties te beperken. Uitstoot van stoffen naar water, bodem en lucht zijn voorbeelden die op termijn schade veroorzaken voor ons leefmilieu. De actieve rol van de gemeente om duurzaam ondernemen te stimuleren is beperkt. Maar waar het mogelijk was zijn kansen gegrepen om duurzaam ondernemen te stimuleren.
Uitgevoerde activiteiten duurzaam ondernemen Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
In 2008 hebben tien bedrijven in Utrecht duurzaam
• Door Milieuzorg Utrecht zijn 144 Utrechtse bedrijven
ondernemen in haar ondernemingstrategie verankerd
bezocht. Dit zijn veelal kantoren, garages en opslagbedrijven. De bedrijven worden voorzien van adviezen
75% van de bedrijven heeft maatregelen getroffen om de leefbaarheid en gezondheid op het gewenste niveau te brengen
voor besparingen op energie- en water en afvalpreventie. • Via het provinciale project ‘Energie in uitvoering’ krijgen de deelnemers 50% van de investeringskosten van de
Op alle Utrechtse bedrijfsterreinen wordt de haalbaarheid van
energiebesparende maatregelen die ze nemen vergoedt.
duurzaam ondernemen onderzocht
Op deze manier wordt duurzaam ondernemen bij bedrijven gestimuleerd. Hiervoor hebben 42 bedrijven belangstelling getoond, de definitieve toewijzing heeft begin 2007 plaatsgevonden.
Gemeentelijke Interne Milieuzorg
• De energiebesparingscampagne Gemeentelijke gebouwen is voortgezet. • Utrecht deed in het najaar mee aan een VROM onderzoek naar duurzaam inkopen bij overheden. • De campagne ‘Milieubewust gedrag loont’ is afgerond. Posters met tips voor besparing op energie, papier, afval, vervoer en duurzaam inkopen hebben in de gemeentelijke gebouwen gehangen.
26
Milieujaarverslag 2006
Provinciaal project ‘Energie in uitvoering’ Drie bedrijven hebben in 2006 met geld van de provincie maatregelen genomen om hun energiegebruik te beperken. Café de Zaak heeft haar ventilatiesysteem aangepast, LED-verlichting aangebracht en dubbel glas HR++ geïnstalleerd. LED-verlichting (Licht Emitterende Diode) wordt steeds meer gebruikt. Voordeel van LED-verlichting is het lage energieverbruik, omdat de lampen bijna geen
Ook sieradenatelier Nobelia en Hazal Pijpbeugels hebben in 2006 energiebesparende maatregelen genomen met de verkregen subsidie. Daarnaast zijn in 2006 voor acht andere bedrijven aanvragen ingediend. De daarbij behorende maatregelen zijn al deels uitgevoerd of in voorbereiding. Afronding van deze maatregelen zal medio april 2007 plaatsvinden.
warmte produceren. Daarnaast gaan de lampen lang mee en zijn kapotte lampen geen chemisch afval.
Café de Zaak
27
12 Bedrijven Utrecht heeft 20.000 bedrijven, waarvan er ongeveer 4.800 vallen onder de Wet milieubeheer (Wm). De Wm regelt het milieubeleid bij bedrijven ten aanzien van leefbaarheid en duurzaamheid. In het Milieubeleidsplan zijn voor de activiteiten die gericht zijn op bedrijven geen concrete doelen opgenomen. Maar de uitvoering van de activiteiten draagt bij aan het realiseren van de gestelde doelen bij andere thema’s en zorgt ervoor dat de bedrijven zich aan de weten regelgeving houden.
De gemeente Utrecht geeft prioriteit aan de aspecten veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. Door advisering bij bouw- en ruimtelijke plannen wordt blijvend een veilige leefomgeving gegarandeerd. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan het correct afhandelen van klachten, zodat de overlast voor inwoners afneemt. Jaarlijks komen er ongeveer 400 meldingen van overlast door bedrijven (inclusief horeca) binnen bij de gemeente Utrecht, waarvan er ongeveer de helft betrekking heeft
op activiteiten vallend onder het Milieubeleidsplan. Een milieuvergunning of -melding betekent voor een ondernemer dat hij weet aan welke milieuregels hij moet voldoen. De gemeente kan de ondernemer controleren of hij zich ook daadwerkelijk aan deze milieuregels houdt. Omdat de milieuregels voor bedrijven over het algemeen voor een lange tijd hetzelfde blijven hoeven bedrijven niet ieder jaar opnieuw een milieuvergunning of melding in te dienen.
Uitgevoerde activiteiten bedrijven Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
Vergunningverlening
• Utrecht heeft in 2006 de intensivering van de vergunningverlening voortgezet.
Wet milieubeheer en
• In 2006 zijn 84 milieuvergunningen afgegeven waarvan 25 artikel 8.19 meldingen. Van
meldingen
beiden is ongeveer de helft binnen de gestelde termijnen behandeld. • 242 AMvB meldingen zijn binnengekomen, hiervan had een kwart betrekking op de horeca. Bedrijven moeten voldoen aan algemeen geldende milieuregels voor de bedrijfscategorie waar zij onder vallen. Het aantal meldingen in 2006 is hoger dan in 2005. Er zijn ook bij 7 AMvB-bedrijven nadere eisen opgelegd aan omdat de algemeen geldende regels voor de activiteiten van deze bedrijven niet voldoende waren voor de bescherming van het milieu.
Toezicht en handhaving
• Het niveau van de handhaving van 2005 is in 2006 voortgezet. Bij de selectie wordt uitgegaan van bedrijven die in een hoge milieucategorie vallen (relatief hoogste milieueffecten) en de meeste externe veiligheidsrisico’s hebben. • In 2006 zijn 904 bedrijven gecontroleerd. In circa 53% van de gevallen waren meerdere controles noodzakelijk (hercontroles en sanctiecontroles). In het totaal zijn 1424 bezoeken gebracht. • Door bestuursrechtelijke handhaving is bij 416 bedrijven naleving van de milieuregels afgedwongen.
28
Milieujaarverslag 2006
Doelstellingen 2008
Activiteiten 2006
• Bij 39 bedrijven was daarvoor het opleggen van een dwangsom of bestuursdwang nodig. • Bij 3 bedrijven was de geconstateerde overtreding bij de eerste controle zodanig dat direct een bestuurlijke maatregel is opgelegd gericht op het geheel of gedeeltelijk stoppen van de activiteiten. • Na afronding van de controles voldoen de bedrijven op dat moment aan de milieuregels die vallen onder de kernvoorschriften. Indien nodig is dit afgedwongen met bestuurlijke waarschuwingen en dwangsommen. • Er zijn in 2006 bij 28 gemeentelijke inrichtingen controles uitgevoerd. Dit betrof 18 integrale controles en drie controles naar aanleiding van klachten. De overige controles waren hercontroles. De milieubelastende gemeentelijke bedrijven worden elke twee jaar gecontroleerd terwijl de minder milieubelastende gemeentelijke bedrijven eens in de vijf jaar gecontroleerd worden. • Het aantal klachten dat is behandeld is ongeveer gelijk gebleven (zie grafiek voor getallen).
Klachten
Bij 110 meldingen van de 270 overtrad een bedrijf de milieuregels en is naleving afgedwongen. Er waren relatief meer klachten over geur van mengvoederbedrijven door de warmere zomer. Uit onderzoek bleek dat hierdoor de geur zich minder sterk verspreidde dan normaal. • Er zijn in 2006 140 bouwaanvragen van bedrijven die vallen onder de Wet Milieubeheer
Bouwaanvragen
beoordeeld en er zijn diverse adviezen afgegeven.
Vooruitblik 2007 In 2007 zal de Activiteiten AMvB van kracht worden. Dit is een bundeling van bestaande AMvB’s zoals horeca en detailhandel. Bovendien zullen meer bedrijven dan voorheen in plaats van een vergunning onder deze AMvB vallen. Deze algemene regels gaan voor meer bedrijven dan voorheen gelden waardoor er meer bedrijven onder de AMvB zullen vallen en minder bedrijven een eigen milieuvergunning nodig hebben.
Ook wordt er gewerkt aan de omgevingsvergunning die in 2008 van kracht zal worden. In deze brede vergunning voor wonen, ruimte en milieu zullen de huidige vergunningen, ontheffingen en toestemmingsvereisten samengevoegd worden. Vooruitlopend hierop zal in 2007 al de nodige aandacht aan worden gegeven. Tenslotte zal de aandacht voor integrale handhaving (meer thema’s dan alleen milieu) worden verhoogd.
Grafiek 4: activiteiten vergunningverlening
Grafiek 5: activiteiten handhaving
���
���� ���
���
����
���
���
����
���
���
���
����
����
����
���
���� ����
���
���
���
����
���
���
���
���
���
��
�� �
���� ����
����
��
��
��
�������������������
�� ��
�� ��
����������������
��� ��� ��� ��� ���
� ���������������������
���������
�������������� ���������
�������� �����������
��������
29
Prochemco
Onveilige opslag gevaarlijke chemicaliën beëindigd
30
Gemeente Utrecht heeft in april 2006 een hoeveelheid van meer dan 50.000 liter gevaarlijke chemische stoffen laten verwijderen van het bedrijfsperceel aan de
tie door de Brandweer, de Milieupolitie en de gemeente Utrecht nadat in het pand op het terrein een grote hennepplantage was ontmanteld. Bij de laatste milieu-
Hyperonenweg 10 op industrieterrein Lage Weide. De chemische stoffen werden op last van de burgemeester met spoed afgevoerd, omdat ze niet volgens de geldende regels uit de Wet milieubeheer waren opgeslagen. Er bestond een onaanvaardbaar risico op brand, ontploffingsgevaar en daardoor op grote gifwolk en bodemverontreiniging. De ontoelaatbare opslag van de chemische stoffen kwam aan het licht bij een inspec-
inspectie van het terrein van de voormalige verffabriek Prochemko voldeed de opslag van de chemische stoffen nog wel aan de wettelijke normen. Het bedrijf ging vervolgens failliet en er is een hennepplantage ingekomen. Om daar in het voormalige bedrijfspand ruimte voor te maken, zijn de chemicaliën ‘aan de kant geschoven’ waarbij de regels voor de opslag van dergelijke stoffen volledig werden genegeerd.
Milieujaarverslag 2006
31
Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Dienst Stadsontwikkeling
Drukwerk Nashuatec, Utrecht
Tekst Gemeente Utrecht, afdeling Milieu en Duurzaamheid
Datum Juni 2007
Fotografie Anton van Daal (cover), Westzaan Bo-Ex (renovatie Robijnhof), Utrecht Gemeente Utrecht, afdeling Milieu en Duurzaamheid Hans Smeijsters, Utrecht
Meer informatie Afdeling Milieu en Duurzaamheid Telefoon 030 286 4760 E-mail
[email protected] www.utrecht.nl
Vormgeving Hans Smeijsters, Utrecht