Milieujaarverslag 2010
1
2
Inhoudsopgave
1
In le i di ng/ Voorwoord
3
2
Apollo Vre deste i n B.V.
4
3
Maatschappe lijk Ve rant woord On de rn eme n
6
4
In novati es op h et ge bi e d van Duu rzaamh e i d
9
4.1
Quatrac Lite
9
4. 2
Project Sti l e n Ve i lig Wegve rke e r
9
4. 3
Ni euwe vu lkan isati e lijn e n
10
4. 4 Integraal Afvalmanageme nt Syst e em
11
4. 5
12
4. 6 Bodemmaatrege le n plan
12
4.7
13
4. 8 FEM
13
4. 9 Exte rn e Ve i ligh e i d
16
5
Mi li eu prestati es
17
6
Ambiti es A pollo Vre deste i n 2011 – 2015
26
Re ducti e ve rpa kki ngsmat e riaal En e rgi e re ducti e programma
Voorwoord
Voor u ligt het milieujaarverslag over 2010. Waarschijnlijk zal dit de laatste uitgave zijn in deze vorm, want we beseffen dat milieu slechts een onderdeel vormt van een groter geheel: duurzaamheid. Binnen het Apollo concern is In 2011 een belangrijk project geïnitieerd onder de naam Agile. Agile, een acroniem voor Apollo Growth Innovation and Leadership Excellence, staat voor een significante groeidoelstelling voor 2016. Een van de belangrijkste pijlers die deze groei moet helpen bewerkstelligen, is duurzaamheid. Om deze filosofie kracht bij te zetten, is een multinationale werkgroep in het leven geroepen die het duurzaamheidprincipe bedrijfsbreed zal gaan uitdragen. Het doel is uiteindelijk om het gehele Apollo concern in 2015 op A-niveau te laten rapporteren volgens de Global Reporting Initiative (GRI3) richtlijnen. Het rapporteren en handelen volgens deze richtlijn zal alle aspecten van People, Planet en Profit binnen en buiten de onderneming verder verbeteren. Apollo Vredestein is in Nederland reeds ver op dit gebied gevorderd en zal een leidende rol gaan vervullen om andere bedrijven binnen het Apollo concern op het gewenste niveau te brengen. Een belangrijke taak, maar voor Apollo Vredestein is dat nog niet genoeg. Op het gebied van duurzaamheid is namelijk ook in Nederland nog zeer veel te bereiken. De komende jaren zullen wij ons verder bekwamen in alle aspecten van duurzaamheid, waarbij feiten en cijfers zonder twijfel zullen leiden tot het nog beter functioneren van ons bedrijf. Dit milieujaarverslag 2010 is daarbij een prachtige aanzet.
Rob Oudshoorn Directeur Apollo Vredestein B.V.
3
4
Apollo Vredestein B.V.
Apollo Vredestein B.V. ontwikkelt, produceert en verkoopt rubberproducten, waarvan hoogwaardige banden voor personenauto’s, bestelwagens, tweewielers en voor agrarische en industriële toepassingen de belangrijkste zijn. Een belangrijk deel van onze autobanden wordt ontworpen door het Italiaanse designhuis Guigiaro. Sinds 2009 maakt Apollo Vredestein onderdeel uit van Apollo Tyres Ltd. uit India. Apollo Tyres is een multinational met kantoren en productielocaties in onder meer India, Zuid-Afrika en Nederland. Het is een jonge, ambitieuze en dynamische organisatie die trots is op haar unieke identiteit. Het hoofdkantoor is gevestigd in de Indiase hoofdstad New Delhi. De vestigingen van Apollo Vredestein B.V. in 16 Europese landen en Amerika, verkopen jaarlijks ruim zeven miljoen banden. Onze omzet realiseren wij voor het overgrote deel buiten Nederland. Een deel van de producten wordt onder ons toezicht geproduceerd bij partners in onder meer India en Thailand. Wij hebben zodoende vaste voet in diverse landen in het Verre Oosten. Dit milieujaarverslag heeft betrekking op de activiteiten die in onze hoofdvestiging in Enschede plaatsvinden. Hier werken ruim 1500 medewerkers, waarvan het merendeel in meerploegendienst. We beschikken over moderne productiefaciliteiten, die zijn toegesneden op de complexe taak om in één fabriek een zeer breed bandenassortiment te produceren. De levenscyclus analyse van banden toont aan dat de milieubelasting het grootst is gedurende de gebruiksfase van een band in verhouding met de andere fasen in de cyclus. Dit heeft ertoe geleid dat er door de Research en Development afdeling van Apollo Vredestein B.V. veel onderzoek gedaan wordt naar het verder reduceren van de milieubelasting gedurende deze fase. Hierop wordt in verdere hoofdstukken nog terug gekomen.
Apollo Vredestein B.V.
De belangrijkste milieuaspecten van Apollo Vredestein zijn:
Energie: de aandrijving van machines en het vulkaniseren van banden middels stoom kosten relatief veel energie. Energiemanagement staat bij Apollo Vredestein op een hoog niveau;
Lucht:
de stoomproductie op onze locatie brengt emissies CO2 en NOx met zich mee;
Bodem: door de aard van onze processen en onze productielocatie vraagt het beheersen van bodemrisico’s aandacht. Hier wordt door Apollo Vredestein jaarlijks veel in geïnvesteerd;
Afval: zo efficiënt mogelijk produceren heeft altijd onze aandacht. Daarnaast worden zoveel mogelijk afvalstromen gerecycled;
(Externe) veiligheid: is een zeer belangrijk onderwerp voor Apollo Vredestein. Risico’s op dit gebied zijn dan ook goed beheerst.
In 2010 heeft de focus gelegen op het voorbereiden van de fabriek op de grote productiegroei die in 2011 gerealiseerd moet gaan worden (een productie groei van circa 20%). In 2010 is de basis gelegd voor het verder ontwikkelen van het huidige milieubeleid, naar een beleid voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. In dit beleid staan de ‘drie P’s’ centraal: People, Planet, Profit. Naast de zorg voor het milieu (planet) wordt dus een evenwicht gezocht met de juiste aandacht voor People (medewerkers en de maatschappij) en Profit (winstgevendheid/financiële stabiliteit van de onderneming).
5
6
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
“Designed to protect you” is het uitgangspunt in het MVO beleid van Apollo Vredestein B.V. Wij spreken hiermee uit een duidelijke verantwoordelijkheid op ons te nemen richting de gebruikers van onze producten, onze werknemers, maar ook richting de omgeving en de maatschappij waarvan wij deel uitmaken. Een verantwoordelijkheid om producten te vervaardigen die ons allen veilig thuis brengen. Maar ook een verantwoordelijkheid deze producten op een veilige en verantwoorde wijze te ontwikkelen, te vervaardigen, te transporteren en her te gebruiken. Veilig in de breedste zin van het woord waarin eenieders gezondheid centraal staat en het ons omringende milieu gerespecteerd wordt. In 2010 is het milieubeleid van Apollo Vredestein ontwikkeld naar een Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen beleid, waarin de drie kernthema’s People, Planet en Profit, centraal staan. Het belang van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu kan niet vaak genoeg worden benadrukt. Dit wordt onder meer geborgd door aandacht voor opleidingen, veiligheid het gebruik van zo veilig mogelijke machines en het beschikbaar stellen van persoonlijke beschermingsmiddelen. Een goede kwaliteit van het milieu is onontbeerlijk voor ons welzijn. Werken bij Apollo Vredestein B.V. betekend een grote mate van autonomie, veelzijdigheid en multidisciplinaire samenwerking. Dit komt ook tot uiting in het opleidingstraject die alle nieuwe medewerkers wordt aangeboden. Verder is het P&O beleid van Apollo Vredestein B.V. gestoeld op voortdurende innovatie en optimale benutting van competenties, gericht op verbetering van bedrijfsprestaties en ontplooiing van talent. Geconfronteerd met de vergrijzing en andere ontwikkelingen in onze maatschappij heeft er toe bijgedragen dat het personeelsbeleid onder andere gericht is op duurzame vitaliteit en inzetbaarheid van de medewerkers.
7
Dat dit ook buiten Apollo Vredestein B.V. wordt opgemerkt blijkt wel uit de vele prijzen die het bedrijf in 2010 mocht ontvangen. Onder andere de innovatietrofee van de algemene werkgevers vereniging Nederland vanwege het vernieuwde P&O beleid en de award voor beste leerbedrijf 2010 sector procestechniek van het ministerie van OCW. ISO 14001 Sinds 2008 beschikt Apollo Vredestein over een ISO 14001:2004 gecertificeerd Milieuzorgsysteem. Samen met de ISO/TS 16949 certificering vodoen we hiermee aan de strengste internationale normen op het gebied van milieu- en kwaliteitsmanagement. Het hart van het management systeem wordt gevormd door een analyse van de milieuaspecten van onze activiteiten en onze producten. Wettelijke eisen en convenanten Apollo Vredestein B.V. anticipeert op nieuwe ontwikkelingen in de wetgeving aan de hand van een overzicht van alle geldende eisen dat frequent wordt geactualiseerd. Het voldoen aan deze eisen wordt periodiek getoetst. Wij hebben ons gecommitteerd aan verbeteringen van onze energie en milieuprestaties door deel te nemen aan de convenanten MJA3, respectievelijk IMT. In het kader van het IMT-convenant is in 2008 het bedrijfsmilieujaarplan vastgesteld (BMP1+). De verbetermaatregelen die voortvloeien uit de verschillende convenanten worden opgevolgd als onderdeel van een integraal milieujaarplan, dat jaarlijks wordt geëvalueerd. 
8
Sinds 1 april 2004 zijn conform het besluit beheer autobanden producenten en importeurs van personenwagenbanden, aanhangwagens en caravans verantwoordelijk voor een milieuverantwoorde verwerking van alle afgedankte autobanden. Als actief lid van de vereniging Band en Milieu neemt Apollo Vredestein B.V. hier zijn verantwoordelijkheid. Naast de belangenbehartiging van haar leden maakt de vereniging zich sterk voor het milieu. Het inzamelen en recyclen van gebruikte autobanden krijgt dan ook alle aandacht. Initiatieven van de vereniging Band en milieu die bijdrage aan deze doelstelling zijn onder andere: • Plakkies - In samenwerking met de TU Delft is in Zuid Afrika een fabriek opgezet waar slippers (plakkies) van afgedankte autobanden worden geproduceerd •
Rubbergranulaat als in strooisel voor kunstgrasvelden
Mede door deze initiatieven zijn het aantal autobanden die jaarlijks worden verbrand met ruim de helft terug gebracht terwijl hergebruik meer dan verdubbeld is. In 2010 zijn 8,5 miljoen banden ingezameld.
8
Innovaties op het gebied van Duurzaamheid
9
Quatrac Lite De Quatrac Lite is de eerste all season band met een “groen” karakter. De band voldoet aan alle toekomstige milieu eisen die van kracht worden in de Europese Unie vanaf 2012, met de focus op het zuinig omgaan met brandstof. Uiteraard worden geen concessies gedaan aan de kwaliteit en veiligheid waar Vredestein zo beroemd om is geworden. De Vredestein Quatrac Lite is het optimale alternatief voor automobilisten die één type band willen gebruiken voor zowel het zomerals winterseizoen, en grote waarde hechten aan milieuvriendelijke alternatieven. In vergelijking met de Quatrac 3 heeft Vredestein met de Quatrac Lite niet alleen meer aandacht besteed aan de toekomstige milieu eisen, ook is het matenpakket gericht op auto’s met een “groene” positionering. Binnen dit marktsegment vallen de huidige en toekomstige hybride en elektrische auto’s. De Vredestein Quatrac Lite heeft haar avant première op de Autosalon van Genève van 1 tot 13 maart 2011 gemonteerd op de laatste elektrische concept car van het Italiaanse ontwerphuis Giugiaro, de Proton Emas3. Project Stil en Veilig Wegverkeer In het kader van de toekomstige bandenlabelling heeft de Research-afdeling van TCE een tweetal projecten opgestart: • Safe Tyres, Save Energy (materiaalontwikkeling voor verbeterde rolweerstand,grip, slijtage) • Stil Veilig Wegverkeer (band & profiel ontwikkeling voor verbeterde wet grip en geluid).
9
10
Het doel van Apollo Vredestein in beide projecten is om kennis en ontwikkeltools te genereren, die ons een AAA-label kunnen geven op het gebied van wet grip, rolweerstand en geluid. Beide onderzoeks- & ontwikkelingstrajecten worden samen met verschillende externe partners uitgevoerd en worden grotendeels gesubsidieerd met Europees en Regionaal geld. Nieuwe vulkanisatielijnen Eén van de blikvangers in de fabriek is de nieuwe vulkanisatielijn. Deze lijn is noodzakelijk geworden door de capaciteitsuitbreiding van Apollo Vredestein B.V. In deze nieuwe vulkanisatielijn is de laatste stand der techniek toegepast waardoor voordeel wordt behaald op het gebied van energie. Voorbeelden hiervan zijn: • De warmte overdracht tussen de stoomplaten en de vorm is verbeterd door middel van verbeterde isolatie toe te passen tussen de stoomplaat en het frame. • Door verbeterde isolatie van al het leidingwerk is de stralingswarmte verminderd waardoor ook het werkklimaat verbeterd is. • Ventilatie wordt aangedreven door energie zuinige motoren. • Door het toepassen van LED-verlichting boven de vulkanisatielijn is ook hier energievoordeel behaalt. Kortom, een ontwikkeling die vervolg krijgt bij het verder uitbreiden, maar ook vervangen, van de capaciteit van de productie.
11
Integraal Afvalmanagement Systeem Grondstoffen voor de productie van banden zijn beperkt beschikbaar en dus duur. Apollo Vredestein streeft er in haar productieprocessen dan ook naar de hoeveelheid rest- en afvalstoffen tot een minimum te beperken. Verantwoord hergebruik van grondstoffen staat bij Apollo Vredestein hoog in het vaandel. Eind 2010 is de samenwerking gestart met van Gansewinkel, één van de grotere afvalverwerkers binnen de Benelux. Van Gansewinkel heeft zich vooral gespecialiseerd in het verantwoord hergebruiken van rest- en afvalstoffen. Kernbegrippen bij van Gansewinkel zijn; “Cradle to Cradle” en “Afval bestaat niet”. In samenwerking met deze rest- en afvalstoffenverwerker probeert Apollo Vredestein de daadwerkelijke hoeveelheid afval zo klein mogelijk te houden en de reststoffen zo optimaal mogelijk opnieuw te gebruiken. Kernbegrippen m.b.t. rest- en afvalstoffen bij Apollo Vredestein zijn: • Vermijdt het ontstaan van afvalstoffen. • Scheidt afvalstoffen aan de bron • Draag zorg voor verantwoord hergebruik
12
Reductie verpakkingsmateriaal Eén van de doelstellingen in 2010 was het terugdringen van verpakkingsmateriaal bij de grondstoffen. De afdeling inkoop speelde hierbij een grote rol vanwege haar contacten met de leveranciers. Met het gros van de leveranciers zijn afspraken gemaakt. Deze afspraken gaan over het aanleveren van grondstoffen in emballage zodat verpakkingen retour gaan en niet op het conto komen van Apollo Vredestein. Een klein aantal leveranciers zijn nog immer onvoldoende in staat mee te werken, vervolgafspraken blijven dus noodzakelijk. Met betrekking tot de doelstelling speelde in 2010 de schaarste op de grondstoffenmarkt ons parten. Om de continuïteit van het bedrijf niet in gevaar te laten komen moesten we vanwege de schaarste grondstoffen accepteren die niet volgens onze wensen verpakt waren. Desondanks blijft de inkoopafdeling aandacht vragen voor het minimaliseren van de verpakking dan wel het aanleveren van grondstoffen in emballage. Bodemmaatregelen plan Om te voldoen aan de geldende wet- en regelgeving is in 2010 overeenstemming bereikt met het bevoegd gezag (provincie Overijssel) over het bodembeschermingplan. Dit plan bevat een meerjaren actieplan waarin zowel maatregelen zijn opgenomen die betrekking hebben op het voorkomen van bodemvervuiling door bijvoorbeeld slechte vloeren evenals lekende bedrijfsriolering, tevens zal de actuele bodemsituatie in kaart worden gebracht. In 2010 zijn de overeengekomen maatregelen uitgevoerd, zoals een vloeistofdichte vloer in de wasplaats, het inspecteren van enkele riooldelen op vloeistofdichtheid en diverse bodemonderzoeken. De in het plan genoemde actiepunten zijn met de provincie Overijssel besproken en akkoord bevonden.
13
Energiereductie programma Apollo Vredestein is deelnemer aan MJA-3 convenant (Meerjaren Afspraak Energie Efficiency), in dit kader is een meerjaren energie efficiencyplan opgesteld voor de jaren 2009 t/m 2012, de doelstelling is om jaarlijks ca 2% energie te besparen. In 2010 zijn diverse maatregelen uitgevoerd om de doelstelling te bereiken, de belangrijkste besparingsacties zijn: • Het vervangen van menger 4 met een aangepaste rotorconfiguratie en een toerengeregelde energiezuinige motor heeft geresulteerd in een efficiëntere mengstap. • Diverse verlichtingslijnen zijn vervangen door energiezuinige verlichting. • Een onderzoeksprogramma naar defecte condenspotten en het vervangen van deze defecte exemplaren. • Energiezorg inbedden in de organisatie door o.a. dagelijks energieverbruiken te monitoren. FEM De Finite Elementen Methode, of Eindige Elementen Methode in het Nederlands werd in de jaren ’40 door de wiskundigen Hrennikhoff, Courant en Zienkiewicz ontwikkeld. Zeer moeilijk oplosbare problemen gingen ze opdelen in heel veel kleine deelproblemen, die daardoor wel makkelijk op te lossen zijn. De complete band wordt bijvoorbeeld opgedeeld in kleine delen waaraan je vervolgens rekent.
Dwarsdoorsnede van FEM-band met de opdeling (mesh) in kleine oplosbare deelproblemen.
14
Met de komst van de computer in de jaren ’50 en ’60 nam het gebruik toe. Sinds de jaren “70 wordt FEM in het ontwikkelproces op grote schaal toegepast in de vliegtuig, automotive en civiele techniek. Precies 12,5 jaar geleden investeerde Vredestein ook in het ontwikkelen van de FEM methodiek om zo het ontwikkelen van het product en productieprocessen te ondersteunen. Sindsdien is het mogelijk om virtueel een band te bouwen en virtueel te testen.
Overeenkomst tussen stijfheidsmetingen aan echte banden (-- ) en FEM-voorspellingen (..) aan virtuele banden.
Stijfheid van de band, de contactdruk in het contactvlak (statisch of rollend), initiatie van onregelmatig slijtage, spoorstijfheid, exterieur geluid, rolweerstand, belt separatie zijn voorbeelden van deze virtuele testen.
15
Diverse productlijnontwikkelingen hebben ondersteuning ontvangen vanuit FEM en de Researchafdeling in de vorm van deze virtuele testen. Het grote voordeel os dat je geen banden hoeft te bouwen en de resultaten niet afhankelijk zijn van de wegdek- en weersomstandigheden. Het is dus sneller, goedkoper en beter voorspelbaar. Daarnaast kan men middels FEM op elke plek in de band ‘kijken’ en analyses uitvoeren.
Een simpel voorbeeld is de interne spanningen die ontstaan ten gevolge van het opblazen van de band bij montage. Door FEM in te zetten in het productontwikkelproces kan een groot gedeelte van proefbanden (met bijbehorende scrap) en testen worden bespaard. Een implementatie waar we met zijn allen voor staan, de methodiek is klaar!
16
Externe Veiligheid Ten aanzien van het onderdeel brandveiligheid worden er de laatste jaren voortdurend projecten uitgevoerd waarbij iedere keer een nieuw stap wordt gezet in een verdere verbetering van de brandveiligheid binnen het bedrijf. Zo zijn vorig jaar de productieruimten VERMONT en Bleckman voorzien van sprinkler en hebben we enkele kantoorruimten voorzien van een brandmeld- en ontrruimingsinstallatie. De reden is dat we onze belangrijke bedrijfsactiviteiten goed willen beschermen. Uiteraard heeft dit ook een gunstig effect ten aanzien van het milieu. Ook hebben we gekozen voor een groter LPG-tank op ons terrein. Zoals bekend wordt LPG gebruikt voor het laten rijden van onze heftrucks. De nieuwe tank zal in de eerste helft van 2011 worden geplaatst. Een grotere tank is veiliger omdat er beduidend minder vaak gelost behoeft te worden door een tankwagen, waardoor het risico enorm wordt verkleind.
Milieuprestaties
Productievolume banden
60000
Volume banden in tonnen
17
52500
45000
37500
30000
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Het productievolume van banden (in tonnen) is in 2010 toegenomen met 5,4 procent. Voor 2011 is een doelstelling van 20% groei vastgesteld. Apollo Vredestein streeft ernaar om de absolute toename van het gebruik van elektriciteit, aardgas en grondstoffen dusdanig te beheersen, dat er een neutrale of negatieve relatieve groei in verbruik gerealiseerd kan worden.
18
Verbruik grondstoffen
% t.o.v .v. .v v. volume banden
120%
110%
100%
Gebruik grondstoffen en milieugevaarlijke grondstoffen Het verbruik van grondstoffen per ton gereed product is toegenomen
90% 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
met 2,7%. Echter, tegelijkertijd is een daling van 21% gerealiseerd t.a.v. het verbruik van milieugevaarlijke grondstoffen per ton eindproduct.
v Verbruik milieugevaarlijke vaarlijke grondstoffen
% t.o.v .v .v. v. volume banden
15%
10%
5%
0%
2006
2007
2008
2009
2010
19
Verbruik aardgas en elektriciteit Voor 2010 was als doelstelling een verdere reductie van het relatieve gebruik van aardgas vastgelegd. Echter doordat 2010 een uitzonderlijk koud jaar is geweest (zowel de eerste als de laatste maanden van 2010 waren relatief koud), is er meer aardgas gebruikt voor het verwarmen van de fabriek en kantoorruimtes. Voor wat betreft het verbruik van elektriciteit is er zelfs een sterkere reductie gerealiseerd dan we ons ten doel gesteld hadden.
20
Gebruik kanaalwater en verbruik leidingwater Apollo Vredestein gebruikt kanaalwater voor koeling in het productieproces. Dit kanaalwater komt niet in aanraking met het product (een gesloten leidingsysteem) en wordt in overeenstemming met de voorschriften teruggebracht in het Twentekanaal (waarbij een monitoring plaatsvindt over het temperatuursverschil tussen het kanaalwater en het gebruikte koelwater). Mede doordat 2010 een relatief koud jaar was, is er minder koelwater gebruikt dan ten doel gesteld was. Een verdere (relatieve) reductie van het verbruik van leidingwater is gerealiseerd volgens doelstelling. 3,00
90,00
M3/ton eindproduct
67,50
2,00
45,00
22,50
1,00
0 2005
2006
2007
2008
2009
doel leidingwater
verbruik leidingwater (m3) / ton eindproduct
doel kanaalwater
gebruik kanaalwater / ton eindproduct
2010
Afval
(milieugevaarlijk, niet-milieugevaarlijk, gevulkaniseerd en ongevulkaniseerd)
Ongevulkaniseerd rubber
6%
% t.o.v. volume banden
5% 4% 3% 2%
Het ongevulkaniseerd rubberafval is in 2010 met 3,3% afgenomen.
1% 0%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Dit als gevolg van een continue aandacht voor afvalreductie die een aantal jaren geleden is ingezet.
Gevulkaniseerd afval
5%
% t.o.v. volume banden
4% 3% 2% 1% 0%
Het gevulkaniseerde afval is daarin tegen met 3.6% gestegen. Oorzaak 2005
2006
2007
2008
2009
2010
kan hier met name gezocht worden in het steeds complexer worden van banden. Ook de mix tussen hoogwaardigere banden en banden in m.n. de grote maten, dus zwaarder, leiden onherroepelijk tot meer afval.
21
22
Niet milieugevaarlijk v vaarlijk afval v val
% t.o.v .v. .v v. volume banden
3%
0%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Niet milieugevaarlijk afval afgenomen, -19,7%
Ten aanzien van afval heeft in 2010 de focus gelegen op het verbeteren
v v Milieugevaarlijk vaarlijk afval val
6
van het interne registratiesysteem en het verkennen van de
Kg per ton volume banden
5
mogelijkheden voor een integraal afvalmanagement systeem.
4
Ondanks de inspanningen om het afval uit productie (gevulkaniseerd
3
en ongevulkaniseerd rubberafval) verder terug te dringen, is er bij
2
de scrap banden een geringe toename zichtbaar. In lijn met de groei doelstellingen van Apollo Vredestein voor het komende jaar, zal de focus
1
liggen op het ombuigen van deze trend en een verdere reductie van
0 2005
2006
Milieugevaarlijk afval afgenomen, -13,2%
2007
2008
2009
2010
scrap banden te realiseren.
CO2 emission (kg/tonne endproduct)
Emissies
23
CO2 Emissions
400,0 300,0 200,0
De geringe toename (4.4%) in de emissie van CO2 wordt
100,0 0
veroorzaakt door het feit dat wegens het relatief koude jaar, er 2005
2006
2007
2008
Year
2009
2010
meer gestookt moest worden voor het verwarmen van de productie en kantoor faciliteiten. De emissie ligt echter binnen de toegekende emissie quota voor Apollo Vredestein.
NOx emissions
NOx emission (kg/tonne endproduct)
0,24
0,18
0,12
0,06
0
Daar de totale uitstoot van de NOx emissie nagenoeg gelijk is 2004
2005
2006
2007 Year
2008
2009
2010
gebleven maar het productievolume is toegenomen valt hier een daling te noteren van 4,3%
24
VOC Emissions
VOC emissions (kg/tonne endproduct)
1,20
0,90
0,60
0,30
0
2006
2007
2008 Year
2009
2010
Wederom is een sterke daling (-26%) van de uitstoot van Vluchtige Organische stoffen gerealiseerd in 2010. De verwachting voor 2011 is dat deze reductie zal stagneren, mede doordat het optimum bereikt is. Daarnaast dient er een wijziging in het productieproces doorgevoerd te worden, waarmee het gebruik van stoffen die de uitstoot van NMVOS veroorzaken toe zal nemen. Het streven is echter om deze toename tot een minimum te beperken.
Beschrijving milieuincidenten
In 2010 hebben zich 3 minor milieu incidenten plaats gevonden. Incidenten met een dusdanige omvang dat er geen meldingen richting wetgever hebben plaatsgevonden. De drie incidenten zijn: • Na het aftappen van solutie in het menghok is de kraan niet goed gesloten waardoor een geringe hoeveelheid solutie in de bodem terecht is gekomen. E.e.a. is direct opgeruimd. • Door een technische storing is bij het transport van een grondstof tussen de opslagtank en de mengerij een kleine hoeveelheid van deze stof in de lucht geblazen. Ook hier de verontreiniging direct opgeruimd. • Als laatste hebben we bij het interntransport van een bepaalde grondstof last van stofvorming. Momenteel wordt gezocht naar een passende oplossing.
25
26
27
Ambities Apollo Vredestein 2011 – 2016
GRI-verslaggevingsraamwerk Eén van de pijlers onder het Agile-project waar het Apollo concern zich de aankomende jaren op gaat richten is sustainability. In het kader hiervan heeft Apollo Vredestein zich ten doel gesteld om de duurzaamheidsverslagleg-ging in te richten volgens het GRI-model. Het systeem is ontworpen voor gebruik door elke organisatie, ongeacht omvang, sector of locatie. Met andere woorden, door dit model te hanteren is het mogelijk om verschillende bedrijfstakken toch met elkaar te vergelijken. De duurzaamheidsverslaglegging ansich omvat het meten en publiceren van en verantwoording afleggen aan interne en externe belanghebbenden. Dit verslag zal dan ook het huidige milieujaarverslag vervangen. MVO prestatieladder Maatschappelijk verantwoord ondernemen sluit goed aan bij het hierboven genoemde sustainability. Net zo als het milieumanagementsysteem kan worden gecertificeerd (ISO14001) kan ook MVO worden gecertificeerd (ISO26000). De MVO prestatieladder, certificatienorm is van toepassing op bedrijven en organisaties die zich richten op maatschappelijk verantwoord ondernemen en die deze ontwikkeling willen laten certificeren. Op basis van de MVO prestatieladder kan op ieder niveau een MVO managementsysteem certificaat worden afgegeven. In totaal zijn er 5 niveaus waarbij de eerste twee niveaus bedoeld zijn om de organisatie te ontwikkelen tot een algemeen niveau 3. De twee hoogste niveaus zijn echt de niveaus waarbij wij als Apollo Vredestein ons kunnen onderscheiden van andere gelijkwaardige bedrijven dan wel organisaties. De ambitie om op het gebied van sustainability en MVO tot de eredivisie in Nederland en daarbuiten te gaan horen zal de nodige inspanning van de organisatie in Enschede vragen, een inspanning die we in het kader van het Agile programma van Apollo graag op ons nemen.