Senefelder Misset BV
Milieujaarverslag 2013
milieujaarverslag
2
0
1
3
2
Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Senefelder Misset BV
4
2. Milieubeleid, instrumenten en maatregelen
5
2.1 Milieubeleid 2.2 Relatie met de overheid 2.3 Instrumentarium en organisatie 2.4 Doelen en maatregelen 2.5 Milieuzorg: ISO 14001 2.6 FSC en PEFC
5 5 7 8 11 11
3. Milieugegevens Senefelder Misset BV
12
3.1 Inleiding 3.2 Verbruikgegevens 3.2.1 Grondstoffen 3.2.2 Processtoffen 3.2.3 Hulpstoffen 3.3 Afvalstromen 3.4 Lucht 3.5 Energie 3.6 Water 3.7 Bodem 3.8 Geluid 3.9 Milieu-incidenten
12 13 14 16 17 18 20 21 22 23 24 25
4. MVO verklaring Roto Smeets Group
26
5. Algemeen
28
milieujaarverslag
2
0
1
3
2
Inleiding Senefelder Misset BV presenteert hierbij het milieujaarverslag over het jaar 2013. Een goed ondernemerschap vraagt openheid over veel zaken. Dit jaarverslag geeft een beeld van de milieuprestaties van Senefelder Misset BV en is bestemd voor overheden en ondernemingsraad en ligt ter inzage voor medewerkers, buurtbewoners en overige belanghebbenden. Zorg voor milieu neemt bij Senefelder Misset BV een belangrijke plaats in. Door het uitvoeren van audits wordt het bereikte milieuniveau welke is opgezet conform de eisen en normen van ISO 14001 gehandhaafd en verder uitgebouwd. Het voldoen aan onze milieunormen en het rekening houden met de omgeving blijft in hoge mate prioriteit hebben binnen de bedrijfsvoering van Senefelder Misset. Duurzaamheid en continuïteit zijn daarbij belangrijke items. In dit jaarverslag is gebruik gemaakt van de cijfers uit de Ecobalans 2013. Voor de vergelijking hebben we gebruik gemaakt van ratio’s. Op deze manier wordt een goed beeld gegeven over de effecten van eventuele maatregelen in relatie tot volumegroei of –afname. Het combineren van het continu verbeteren van ons proces, het reduceren van de milieubelasting en investeren in MVO levert veel toegevoegde waarde op. Iets wat we in 2013 dan ook zeker zullen continueren.
Ir R.E.J. van Rossum Algemeen directeur
milieujaarverslag
2
0
1
3
3
1 Senefelder Misset BV Senefelder Misset BV is een onderdeel van de Roto Smeets Group (RSG). Het zwaartepunt van de milieuzorg binnen de Roto Smeets Group ligt op de drukkerijbedrijven, omdat daar milieuaspecten in het bijzonder spelen. Senefelder Misset maakt, naast rotatieoffset, ook gebruik van vellenoffset. Offsetdruk is een vlakdruktechniek. De beelddrager heeft geen noemenswaardig hoogteverschil tussen de drukkende en de niet-drukkende delen. Het is mogelijk om met een vlakke aluminium plaat, met daarop een gevoelige laag, te drukken door fysische verschillen in oppervlakteen grensvlakspanning van water en inkt ten opzichte van de gevoelige laag op de aluminium plaat. Deze aluminium plaat, de beelddrager, wordt met water ingerold. Er zet zich alleen een dun vochtlaagje vast op de wateraantrekkende plaatsen. De (vettige) beeldpartijen stoten het vochtwater af. Wanneer de beelddrager vervolgens met inkt wordt ingerold zal de vettige inkt zich alleen hechten op de drooggebleven beeldplaatsen. Het leesbare drukbeeld van de offsetplaat wordt in spiegelbeeld overgedragen op een rubberdoek, welke het beeld weer leesbaar op het papier overbrengt. Bij rotatiedruk loopt het te bedrukken papier vanaf een papierrol de drukpers in. Bij passage van cilinders die zijn voorzien van drukvormen, de eerdergenoemde rubberdoek met de drukvorm, wordt de papierbaan aan beide zijden met inkt bedrukt. Bij vellendruk wordt op een drukpers vel na vel eenzijdig van inkt voorzien. Om de andere zijde van inkt te voorzien wordt de stapel eerst gekeerd, waarna het hele proces opnieuw begint. Het aanbrengen van een nieuwe papierrol gebeurt zonder de machine te stoppen. Er wordt een nieuwe papierrol op exact dezelfde snelheid
als de papierbaan die bedrukt wordt gebracht. Op het beslissende moment worden al draaiende, beide papierbanen aanéén geplakt, en wordt de oude baan afgesneden. Rotatiedruk is vooral efficiënt bij drukwerk in grotere oplagen. Papier, inkt, energie en water vormen de bulk van de ‘input’ van Senefelder Misset BV. In het productieproces worden verder diverse hulpstoffen, waaronder reinigingsmiddelen, ingezet. Als tijdschriftendrukker met 140 jaar ervaring in het ontsluiten van content middels print is het voor Senefelder Misset een logische stap om uitgevers te ondersteunen bij het zorgvuldig crossmediaal ontsluiten van hun content. Daarom is de business unit ‘X-Media Solutions’ begin 2010 opgericht. Klanten kunnen bij X-Media Solutions terecht voor een scala aan oplossingen die zijn gericht op het effectief beheren, produceren en crossmediaal ontsluiten van content. Andere activiteiten binnen Senefelder Misset BV zijn: Nabewerking (afwerken van drukwerk d.m.v. snijden, vouwen, hechten e.d.) en Expeditie. Ondersteunende diensten worden geleverd door de Administratie, Personeel en Organisatie, de Technische- en Facilitaire Dienst, Sales Support (klantencontacten, acquisitie), Ordermanagement en de afdeling Kwaliteit, Arbo & Milieu (ondersteuning van het hele proces op kwaliteit-, arbo- en milieuzorggebied). Binnen het grafische proces hebben zich razendsnelle en ingrijpende ontwikkelingen voorgedaan. Volledige digitalisering van drukwerkproductie is een feit geworden. Vanaf het allereerste begin heeft Senefelder Misset acties ondernomen om ervoor te zorgen dat klanten digitaal aan kunnen leveren. Een proces waarbij het milieu veel minder belast wordt.
milieujaarverslag
2
0
1
3
4
2 Milieubeleid, instrumenten en maatregelen 2.1 Milieubeleid
2.2 Relatie met de overheid
Het beleid van Roto Smeets Group en haar dochterondernemingen is erop gericht de uitvoering van al haar diensten op een dusdanig hoog kwaliteitsniveau te houden dat constant aan de verwachtingen van klanten kan worden voldaan. Daarnaast ziet Roto Smeets Group milieubeleid evenals de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn als een integraal onderdeel van het ondernemingsbeleid. Tevens heeft zij een maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid jegens medewerkers, klanten en samenleving.
Milieubeleidsovereenkomst De overheid heeft het milieubeleid in Nederland vormgegeven in het Nationaal Milieubeleidsplan. In dit plan staan de algemene doelstellingen om de verontreiniging van het milieu terug te dringen. De overheid maakte voor het uitvoeren van het beleid een vertaling naar groepen van bedrijven (doelgroepenbeleid). Daarbij werden de algemene doelstellingen uit de plannen omgezet in concrete doelstellingen en maatregelen. Elke doelgroep sloot een convenant (Milieubeleidovereenkomst) af met de overheid. De grafische industrie had een Milieubeleidovereenkomst welke liep tot 2010. Dit convenant is beëindigd en tijdens de looptijd zijn diverse successen behaald. Lucht- en wateremissies zijn gedaald. De externe veiligheid van de industrie is goed geregeld. Industrielawaai is beperkt en er is aandacht voor bodemsanering, bodembescherming en milieuzorg.
Alle werkzaamheden worden professioneel en met de modernste technieken uitgevoerd. Het concern voert een effectief en stringent kwaliteitsbeleid in alle aspecten van haar werkzaamheden. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd conform het systeem van analyseren en verbeteren volgens nauwkeurig beschreven kwaliteitsbeheersprocedures per bedrijf en per activiteit. Om daadwerkelijk en gericht uitvoering te geven aan het milieubeleid van Roto Smeets Group wordt gewerkt volgens een Intern Milieuzorgsysteem dat voldoet aan de normen van ISO14001:2004. Op holding niveau is het milieubeleid verwoord in de Roto Smeets Group MVO beleidsverklaring. Senefelder Misset BV onderschrijft deze als zijnde haar eigen verklaring.
Wetten en vergunningen Via wetten en de daarmee samenhangende vergunningen hebben bedrijven zeer direct met de overheid te maken. In het geval van Senefelder Misset BV is de gemeente Doetinchem het ‘bevoegd gezag’ voor het afgeven van een vergunning in het kader van de Wet Milieubeheer. Op 10 september 2009 heeft Senefelder Misset een
milieujaarverslag
2
0
1
3
5
2 aanvraag voor een revisievergunning Wet milieubeheer ingediend bij de gemeente Doetinchem. In augustus 2010 is de concept-milieuvergunning, nadat we noodzakelijk onderzoek en aanvullingen hadden bijgevoegd, afgerond. Vanaf 25 november 2010 tot 5 januari 2011 heeft de vergunning ter inzage gelegen op het gemeentehuis en heeft publicatie plaatsgevonden. In die periode is de vergunning tevens doorgenomen en beoordeeld door de provincie. Hierbij is om een aanvullende IPPC-toets gevraagd. Er is vervolgens een volledige IPPC-toets uitgevoerd, waarbij alle wijzigingen in het gebouw en machinepark zijn meegenomen. Dit onderzoek is bij de aanvraag gevoegd, waarop de milieuvergunning is op 4 oktober 2011 vastgesteld door het college van B&W. Na opnieuw een termijn van ter inzage, waarbij het indienen van eventueel bezwaar alleen nog mogelijk was op de wijzigingen in de milieuvergunning, is de milieuvergunning vanaf 29 december 2011 definitief van kracht geworden. Jaarlijks worden alle vergunningeisen gecontroleerd door middel van inspecties en een algemene controle. Controles worden uitgevoerd door interne auditoren en de KAM-coördinator.
Calamiteitenafhandeling Wanneer uit controles zou blijken dat toegestane concentraties worden overschreden, of in het geval van andere calamiteiten, neemt Senefelder Misset BV onmiddellijk actie om de oorzaak tegen te gaan. In voorkomende gevallen stelt ze ook de vergunningverlener van de gebeurtenissen en vervolgacties op de hoogte. Senefelder Misset BV heeft een basisplan voor noodsituaties klaarliggen. Oefeningen zorgen voor vaardigheden van de BHV-ers1 èn de medewerkers om adequaat te kunnen reageren wanneer zich een incident voor mocht doen. Het nut van een goed geoefende BHV-organisatie werd duidelijk op 15 maart 2013. Bij onderhoudswerkzaamheden aan het afzuigsysteen van de lijminstallatie van de garenloos bindstraat ontstond een (beginnende) brand. Voor het schoonmaken van het filter in het afzuigsysteem is een ontvlambaar middel gebruikt. Deze is met perslucht drooggeblazen. Na terugplaatsing, heeft dit filter zich direct geladen, waardoor restanten/dampen van het gebruikte middel in brand zijn gevlogen. Hierdoor zijn restanten die nog in het filter zaten gaan branden en hebben voor rookontwikkeling gezorgd. Doordat direct is ingegrepen door de TD-medewerkers, die ook BHV-er zijn, is geen grotere brand ontstaan. De ontruiming is, voor wat betreft de locaties waar het ontruimingssignaal hoorbaar was, vlot verlopen. Omdat in het naastliggende compartiment ook stank werd geroken is deze ruimte ook ontruimd. De twee externe monteurs die hier aan het werk waren zijn meegenomen. Op deze locatie is de ontruiming niet middels een signaal gegeven, maar door BHV-ers ontruimd. In verband met de ontstane rookontwikkeling wordt op last van de brandweer besloten tot een gedeeltelijke ontruiming van het pand: de gehele nabewerking. En in tweede instantie wordt de ruimte van de stäckers van de Lithoman ook ontruimd. Middels een ventilator wordt de rook uit de hal geblazen. Nadat alle rook uit de hal was geblazen konden de werkzaamheden weer worden hervat. 1
BedrijfHulpVerleners
milieujaarverslag
2
0
1
3
6
2 2.3 Instrumentarium en organisatie Milieuplannen Het milieubeleid bij Senefelder Misset BV krijgt een concrete uitwerking in doel- en taakstellingen. De actiepunten die hieruit voortvloeien worden in een jaarprogramma opgenomen. Aan het eind van ieder jaar wordt geëvalueerd of alle actiepunten volgens planning zijn afgerond. Punten die niet afgerond zijn en een vervolg krijgen in het opvolgende jaar worden in het nieuwe jaarprogramma opgenomen. Voor de bewaking van de voortgang is een digitaal systeem opgezet. KAM-coördinator De KAM-coördinator (waarbij KAM staat voor Kwaliteit, Arbo en Milieu) heeft een belangrijke interne adviesrol, onder meer bij het opstellen en vastleggen van procedures. Deze functionaris is ook de ‘controlepost’ voor de beoordeling van inkomende stoffen op milieu- en arboveiligheid. Tevens worden door de KAM-coördinator leveranciers van producten en diensten op milieuaspecten beoordeeld. De coördinator kan het gebruik van stoffen en leveranciers in overleg met de betrokkenen ‘groen’ of ‘rood licht’ geven, of onder voorwaarden toestaan. De coördinator besteedt daarnaast tijd aan de voortgang en het uitvoeren van controles en inspecties op de diverse afdelingen. Controles en inspecties richten zich op veiligheid, orde & netheid, naleven van afspraken en tevens het communiceren met medewerkers over arbo- en milieuaangelegenheden. Overleg Periodiek vindt op afdelingen overleg plaats. Het afdelingsoverleg vormt een belangrijk moment om milieuaangelegenheden met medewerkers te bespreken. Daarnaast is er speciaal milieuoverleg in de vorm van het Roto Smeets Group brede
milieucoördinatoren overleg. Eens per kwartaal praten milieucoördinatoren uit alle de Roto Smeets Group productiebedrijven over ontwikkelingen, problemen en oplossingen op hun werkterrein en wisselen zij kennis en ervaring uit.
Ecobalans De Ecobalans is een massabalans die alle in- en uitgaande materiaalstromen (inclusief energie) voor het hele bedrijf in beeld brengt. Het is niet alleen een registratiemiddel. Als de prestaties van het bedrijf zo goed in getallen ‘gevangen’ zijn, is het ook mogelijk precieze doelen te stellen met actieplannen waarvan ook de effecten goed meetbaar zullen zijn. Omdat de Ecobalans de gehele stoffenhuishouding in beeld brengt, kan Senefelder Misset niet alleen op emissies sturen, maar ook op een efficiënt gebruik van grondstoffen en hulpstoffen in haar productieproces. Vanuit een milieuzorgsysteem wordt voorgeschreven dat een bedrijf zijn milieuaspecten goed in beeld heeft. Met deze complete massabalans geeft Senefelder Misset BV een invulling aan die verplichting die verder gaat dan wat gevraagd wordt. Binnen de Ecobalans worden de gegevens gereflecteerd aan de productiehoeveelheid, uitgedrukt in ton product. Er is echter een verschuiving naar lichtere papiersoorten waarneembaar. De productie, uitgedrukt in meter papierverbruik, neemt toe. De productie, uitgedrukt het aantal kilogrammen papier, neemt af. Dit heeft invloed op de verbruikte grond- , hulp- en processtoffen. Door het gebruik van lichtere papiersoorten wat tot gevolg heeft dat het aantal kilogrammen afneemt, wordt de trendmatige tendens van een aantal van de gehanteerde kengetallen ‘verstoord’.
milieujaarverslag
2
0
1
3
7
2 Het basisprincipe van de Ecobalans wordt in het onderstaande schema weergegeven.
2.4 Doelen en maatregelen Senefelder Misset BV
schema 1: Schema van de Ecobalans
Hieronder staan de belangrijkste milieudoelen van Senefelder Misset BV voor het jaar 2013, waarbij is aangegeven wat er in het verslagjaar op die punten is gedaan.
Afval en emissies (output)
Grondstoffen Hulpstoffen Processtoffen Energie (input)
Ontwikkelingen Milieudoelstellingen 2013 Voor 2013 stonden de volgende milieudoelstellingen op het programma: Producten
Klachtenprocedure Klachten, van zowel interne als externe herkomst, zijn waardevolle signalen waarmee Senefelder Misset BV haar bedrijfsvoering kan verbeteren. Er is een procedure opgezet waarbij de interne en externe (milieu)klachten centraal binnenkomen bij de KAM-coördinator. De procedure waarborgt schriftelijke vastlegging van de klachten, persoonlijke afhandeling, registreren en ondernemen van vervolgacties.
• Opzetten van een energiebesparingsplan naar aanleiding van de bevindingen uit het energiebesparingsonderzoek welke van oktober 2012 tot en met maart 2013 loopt. ijdens het onderzoek is veel aandacht geschonT ken aan de ontsluiting van informatiebronnen voor het opstellen van zo nauwkeurig mogelijke energiebalansen die de basis vormen voor het traceren van energiebesparende maatregelen. De verdeling van het aardgasverbruik over de verschillende gebruikers:
Ketel 1
Integratie milieuzorg ISO 14001 Het milieuzorgsysteem bevat, naast een handboek, procedures, werkinstructies, formulieren en andere documenten. Ook voor het kwaliteitszorgsysteem bestaat een dergelijke structuur. Om het beheer hiervan beter te laten verlopen is het kwaliteit- èn het milieuzorgsysteem digitaal beschikbaar gesteld. Hierbij is waar mogelijk gekozen voor een samengevoegd geheel. Alhoewel Arbo geen onderwerp is welke getoetst wordt aan NEN-EN-ISO normen wordt dit, waar mogelijk, binnen de opzet van het digitale KAM-zorgsysteem wel meegenomen.
Ketel 2 Lithoman Rotoman N1 Rotoman N2 Polyman 2005 Naverbrander 3 Overig
Van het totale elektriciteitsgebruik is ongeveer 97 % productie gerelateerd. De verdeling daarvan wordt als volgt in beeld gebracht (kWh referentiegebruik per jaar).
milieujaarverslag
2
0
1
3
8
2 Subtotaal luchtbehandeling Subtotaal productie installaties Subtotaal transport Subtotaal verlichting Subtotaal restverbruik
Het energiebesparingsonderzoek is in april 2013 afgerond middels een rapport. Het resultaat van dit energiebesparingonderzoek moet worden beschouwd als een aanzet tot het ontwikkelen en implementeren van structureel energiebeheer binnen de organisatie. • IPA –reductie. De acties in 2012 hadden nog niet het gewenste resultaat laten zien. De verstoringen in het proceswater hebben een toename van het IPA verbruik tot gevolg gehad. We willen dit verbruik weer terug zien te krijgen op het niveau van 2010. In 2011 werd duidelijk dat het probleem nog hardnekkiger aanwezig bleef dan verwacht. Een onderzoek van het bestaande waterleidingsysteem en de expertise van een vochtwaterdeskundige leverde een advies op om rechtstreeks met een waterleiding naar de drukpersen te gaan, waarbij de waterbehandeling pas vlak voor het drukproces plaatsvindt. Hiervoor is medio 2012 op afdeling Rotatie een nieuwe installatie voor waterbehandeling geplaatst, zodat de al bestaande installatie voor afdeling Vellenoffset dienst kon blijven doen. De resultaten in de 2e helft lieten een stabielere kwaliteit van het proceswater zien. Maar op onverwachte momenten was er weer sprake van onbalans. Er bleek nog een waterleiding te bestaan die zich kon vermenging met het nieuwe systeem en voor een verstoring van het systeem zou kunnen zorgen. Het volledig separeren van het waterleidingsysteem ten behoeve van het proceswater is een voorwaarde
om beheersing en stabiliteit in de toekomst te kunnen garanderen. In 2013 zijn we, met de nieuwste inzichten en ontwikkelingen, opnieuw aan de slag gegaan om de verbruikcijfers weer op het niveau van 2010 terug te krijgen. Wat in 2012 nog niet lukte, is wel in de 2e helft van 2013 gerealiseerd. Drie van de vier rotatiepersen draaien volledig zonder alcohol. De vellenpersen waren al alcoholvrij. Dit betekent dat we nog een drukpers op een laag-alcoholpercentage hebben draaien. Er lopen wel onderzoeken om te beoordelen of ook deze drukpers volledig alcohol-vrij kan draaien, maar helemaal zonder is op dit moment nog niet mogelijk. Toch mogen we heel tevreden zijn dat alle inspanningen van de laatste jaren toch het gewenste resultaat heeft opgeleverd. We draaien momenteel weer met verbruikscijfers die vergelijkbaar zijn met het jaar 2010. • Efficiëntie in afvalstromen. Welke inzamelmethode, frequentie, locatie is het meest efficiënt. Afdelingsoverstijgend worden meerdere afvalstromen hierin betrokken met als doen om Afvalfolie 25.000 20.000 15.000 kg
Subtotaal facilitaire voorzieningen
10.000 5.000 2010
2011
milieujaarverslag
2012
2
0
2013
1
3
2 9
2
kostenreductie te bereiken. Dit punt is nu volledig over alle afdelingen heen ingevoerd en heeft een mooie toename in de stroom recyclebare kunststofstromen opgeleverd. •Integrale benadering van inkoop, toetsing en beoordeling van chemie(leveranciers). Het doel is om alle inkoop en opslag van chemicaliën, zowel centraal als decentraal besteld en opgeslagen, transparant te maken. Hierdoor kan de toetsing van gebruikte chemicaliën en leveranciersbeoordeling op alle fronten beter op elkaar afgestemd worden.
staat in procedures kon het toch voorkomen dat testproducten zonder goede registratie en bijbehorende veiligheidsinformatie gebruikt werden. De problemen die hierdoor ontstaan zijn intern besproken. Dit heeft tot een verbetering geleid, omdat meer duidelijkheid is ontstaan over de noodzaak van een goede registratie. We zijn echter niet in staat geweest om dit traject te automatiseren. Het is en blijft mensenwerk om op de juiste wijze met de gemaakte afspraken om te gaan.
Knelpunt hierin betrof met name de levering van testproducten. Ondanks dat dit prima beschreven
milieujaarverslag
2
0
1
3
10
2 2.5 Milieuzorg: ISO 14001 Op 13 augustus 2001 mochten we, na een intensieve periode van voorbereiding, voor het eerst het ISO 14001 certificaat in ontvangst nemen. In het kader van integratie van het kwaliteit- en milieuzorgsysteem zijn de controle en certificeringsonderzoeken opnieuw afgestemd. Beide systemen worden vanaf 2003 in één onderzoek beoordeeld. Dit betekende voor Senefelder Misset dat het voor het milieuzorgsysteem eind september/begin oktober 2003 een vervroegd certificeringsonderzoek uit heeft laten voeren om beide systemen parallel te laten lopen met betrekking tot de vereiste externe controles. Dit onderzoek is succesvol afgerond, waardoor Senefelder Misset zowel voor ISO 9001 als ISO 14001 gecertificeerd is. Het ISO 14001-certificaat wordt uitgegevens door een onafhankelijke instantie. Auditoren van deze instelling hebben in de periode voorafgaande aan de certificering de bedrijfsprocessen beoordeeld en gesprekken gevoerd met het personeel. Het milieuzorgsysteem richt zich op alle activiteiten die een ‘link’ met milieu hebben. Het legt onder meer procedures vast gericht op milieubewust inkopen, selectie van leveranciers en verwerkers in de keten, werken met minimale voorraden, de wijze van opslag en etikettering van processtoffen, ‘good housekeeping’ (juist gebruik van stoffen) en netheid op de werkplek (rommel opruimen en scheiden volgens procedures). Andere elementen van het zorgsysteem betreffen: het bevorderen van betrokkenheid van werknemers, milieuopleidingen en (interne en externe) communicatie over ‘milieu’. Een ISO 14001-certificaat wordt voor een periode van drie jaar afgegeven. Tussentijds worden er steekproefsgewijze controles gehouden door de auditoren. Ook zijn er onder het personeel auditoren opgeleid die de vinger aan de pols zullen houden. Nadat in 2012 een hercertificering van ISO 9001 en 14001 heeft plaatsgevonden, stond 23 en 24 september 2013 in het teken van de eerste controle-audit. De conclusie aan het eind van deze twee dagen
was dat de beoordeelde onderwerpen en processen effectief zijn geïmplementeerd en voldoende worden beheerst door de organisatie. De corrigerende maatregelen van afwijkingen uit de vorige audit zijn beoordeeld en door uw organisatie voldoende geïmplementeerd en er zijn geen nieuwe afwijkingen geïdentificeerd tijdens de audit.
2.6 FSC®- en PEFC-keurmerk Papier met het FSC- of PEFC-keurmerk staat voor verantwoord bosbeheer. Alleen met duurzaam bosbeheer kan hout een duurzame en hernieuwbare grondstof zijn. De keurmerken FSC en PEFC stellen eisen aan duurzaam bosbeheer. Achter elk van deze keurmerken bevindt zich een organisatie die werkt met certificeringen voor duurzaam bosbeheer. FSC staat voor Forest Stewardship Council® en PEFC voor Programme for the Endorsement of Forest Certification schemes. Senefelder Misset is gecertificeerd voor het FSC- keurmerk onder certificaatnummer SCSCOC-000970 en voor PEFC onder certifcaatnummer DC COC0384/10. Dat wil zeggen dat we volgens bepaalde richtlijnen drukwerk mogen maken op papier wat is gecertificeerd als FSC of PEFC papier. Deze systemen zijn de verbindende schakel tussen verantwoord bosbeheer en de consument. Hiermee kan Senefelder Misset het groeiende aantal klanten bedienen dat betrokkenheid bij duurzaam ondernemen zichtbaar wil maken door het FSC of PEFC logo op het drukwerk te laten meedrukken als bewijs dat de grondstof voor papier en papierproducten afkomstig zijn uit verantwoord beheerde bossen. Ieder jaar vinden er controles plaats om te beoordelen of Senefelder Misset alle richtlijnen goed toepast. En voordat een certificaat is verlopen dient een hercertificeringsonderzoek plaats te vinden. Het FSC certificaat is afgegeven voor een periode van 5 jaar en is geldig tot 14 februari 2017. Het PEFC certificaat heeft een geldigheid tot 30 juni 2015.
milieujaarverslag
2
0
1
3
11
3 Milieugegevens Senefelder Misset BV 3.1 Inleiding Het gaat bij de hier gepresenteerde milieuaspecten van de bedrijfsvoering van Senefelder Misset BV om verbruik (energie, water, in het proces gebruikte stoffen) afvalstoffen (vaste afvalstoffen, afvalwater, emissies) en om eventuele hinder die het bedrijf voor de omgeving oplevert. Dit alles voor zover er een directe samenhang is met de activiteiten van Senefelder Misset BV. Uiteraard spelen er ook indirecte milieuaspecten mee. Bijvoorbeeld bij de productie van de stoffen die Senefelder Misset BV inkoopt of bij de verwerking van afvalstromen van het bedrijf. Wat er elders in de ‘keten’ aan belasting optreedt, is geen onderdeel van de Ecobalans (zie par.2.3) en is niet opgenomen in de gegevens van dit hoofdstuk. Dit betekent overigens niet dat de zorg van Senefelder Misset BV pas begint na inkoop of ophoudt na afvalverwijdering. Senefelder Misset BV werkt ook actief aan andere delen van de keten door eisen te stellen aan haar leveranciers en afvalverwerkers.
Milieubelasting? De gegevens over afvalstromen en emissies van Senefelder Misset BV staan niet in alle gevallen voor de daadwerkelijke belasting van het milieu. Zo wordt ‘gevaarlijk afval’ vanzelfsprekend niet in het milieu gebracht maar afgevoerd en verwerkt. En zo ondergaat het afvalwater dat Senefelder Misset BV op het riool loost nog een eindzuivering in een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Senefelder Misset BV beoordeelt zichzelf echter, ook wat deze uitgaande stromen betreft, onverkort op de hoeveelheden die ze ervan produceert. De Ecobalans onderscheidt wel apart een categorie ‘recyclebare afvalstoffen’, omdat deze feitelijk niet in de afvalfase terechtkomen maar als grondstof opnieuw worden ingezet.
Omwonenden stellen doorgaans met name belang in ontwikkelingen op het gebied van hinder (in hoofdzaak geluid en geur). Van overheidszijde (landelijke overheid en vanuit de Europese Unie) ligt een accent op de prestaties van drukkerijen bij de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS). Ondanks het bestaan van dergelijke accenten is voor Senefelder Misset BV de hele stoffenbalans belangrijk, vanuit een actieve milieuzorg en het streven naar efficiënt gebruik van stoffen en energie in alle onderdelen van de bedrijfsvoering. In de volgende paragrafen worden allereerst gegevens gepresenteerd over de ‘output’ van Senefelder Misset BV in de vorm van afvalwater, emissies naar de lucht en afval, en over hinder en milieu-incidenten. De laatste paragraaf van dit hoofdstuk geeft verbruikscijfers: over energiegebruik en het gebruik van water, en over andere stoffen aan ‘inputzijde’. De getallen zijn tot stand gekomen door nauwkeurige registratie van in- en uitkomende stromen. Niet alle stromen laten zich eenvoudig wegen. Voor het vrijkomen van vluchtige stoffen uit bepaalde middelen bijvoorbeeld, moet worden uitgegaan van een bepaald verdampingspercentage. In die gevallen wordt teruggegrepen op theoretische en empirische kennis, zoals ook gehanteerd wordt in het informatieblad L33 Lucht ‘Oplosmiddelenbesluit’ van InfoMil, welke echter zoveel mogelijk met experimenten en met metingen op de werkvloer wordt geverifieerd. In de navolgende presentatie gaan de gegevens steeds vergezeld van cijfers over voorgaande jaren. Gegevens over verschillende jaren laten zich niet zonder meer vergelijken. Veranderingen in het productievolume zijn immers van invloed op input en output. Om een vergelijking mogelijk te maken zijn de gegevens steeds teruggerekend naar hoeveelheden per ton product.
milieujaarverslag
2
0
1
3
12
3 3.2 Verbruiksgegevens De input van alle gebruikgegevens bestaat uit een drietal stromen, te weten: - Grondstoffen - Processtoffen - Hulpstoffen Voor bijna alle verbruikgegevens was in de laatste jaren een relatief negatieve tendens waarneembaar. Dit wordt veroorzaakt doordat alle gegevens gerelateerd worden aan kilogrammen papierverbruik. Het totaal aantal kilogrammen papierverbruik is nauwelijks toegenomen. De laatste jaren neemt de oplagegrootte af, de keuze voor dunnere papiersoorten neemt toe, evenals het aantal titels. Het aantal offsetplaten per ton product laat dit duidelijk zien.
Bij een zelfde procesbeheersing zal dit zondermeer een toename aan afvalstoffen, inktverbruik en energieverbruik betekenen. Dit betekent een toenemende trendmatige verschuiving in de kengetallen. De afzonderlijke factoren van mogelijke oorzaak zijn in die gevallen niet altijd te achterhalen. De registraties blijven we nauwlettend volgen en de verwachting is dat de effecten van deze verschuiving geleidelijk aan ook weer zullen nivelleren.
Offsetplaten per ton product 4,0 3,5 3,0
kg/ton product
2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
milieujaarverslag
2012
2
0
2013
1
3
13 2
3 3.2.1 Grondstoffen Bij deze categorie stoffen gaat het om stoffen als inkt en papier.
Grondstoffengebruik Senefelder Misset BV in ton / ton product Grondstoffen (ton/ton product) 2,00 1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00
2004
2005
2006
2007
2008
Uit de bovenstaande gegevens is af te leiden dat grondstoffenverbruik per ton product nagenoeg gelijk blijft. Op detailniveau zijn er wel veranderingen zichtbaar. De hoeveelheid inkt per ton product is in het afgelopen decennia ca. 12% afgenomen, maar de laatste jaren blijft dit constant en onder controle. Om het inktverbruik goed te kunnen bewaken zit er een GMI-systeem op de rotatiepersen. GMI is een systeem waarbij
2009
2010
2011
2012
2013
middels een fotospectraalmeting de papierbaan met bedrukking continu gemeten wordt. Volautomatisch wordt het inktbedieningssysteem bijgestuurd op de densiteitsnormen die vooraf ingesteld zijn. De positieve ontwikkelingen hierin zijn duidelijk zichtbaar in navolgende grafiek.
milieujaarverslag
2
0
1
3
14
3 Inktverbruik per ton ingekocht papier (kg / ton) Ingekochte inkt per ton ingekocht papier (kg/ton) 25,0
20,0
15,0
10,0
5,0
0,0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
milieujaarverslag
2012
2
0
2013
1
3
15
3 3.2.2 Processtoffen De figuur toont het gebruik van processtoffen bij Senefelder Misset BV in 2013 en voorgaande jaren.
Verbruik processtoffen in kg / ton product Processtoffen (ton/ton product) 16,0
14,0
12,0
10,0
8,0
6,0
4,0
2,0
0,0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
De overgang naar CTP en de resultaten ten aanzien van IPA-reductie hebben een aanzienlijke afname in het verbruik aan chemicaliën veroorzaakt. De afname in 2009 en 2010 zijn toe te schrijven aan de reducties in het IPA-verbruik. Het chemicaliënverbruik betreft een onderdeel van alle processtoffen en maatregelen op detailniveau zijn om die reden ook in totaalregistraties terug te vinden. In 2011 is de hoeveelheid IPA wat toegenomen. Dit is inmiddels weer op het oude niveau. Daarnaast is ook de hoeveelheid plaatontwikkelaar afgenomen. Per slado heeft dit in een nagenoeg gelijkblijvende trendlijn geresulteerd.
milieujaarverslag
2
0
1
3
16 2
3 3.2.3 Hulpstoffen Bij deze categorie stoffen gaat het om stoffen als hechtmiddelen (draad, lijm), plakmiddelen en verpakkingsmaterialen (ruim 90% van het totaalgewicht aan hulpstoffen).
Hulpstoffengebruik Senefelder Misset BV in kg / ton product Hulpstoffen (kg/ton product)
25,0
20,0
15,0
10,0
5,0
0,0 2004
2005
2006
2007
2008
Het kengetal voor hulpstoffen wordt voornamelijk bepaald door het verbruik aan verpakkingsmaterialen. Met name de hoeveelheid pallets zijn bepalend voor de stijging van dit kengetal. Bijna 50% van de hoeveelheid kilogrammen verpakkingsmaterialen betreft (eenmalige) pallets. Een aantal van onze klanten willen graag dat hun tijdschriften op een duurzame manier verpakt worden. Dat kan door 100% biologisch afbreekbare sealfolie te gebruiken. Er is een compleet assortiment aan 100% biologisch afbreekbare verpakkingsfolie. De verpakkingen die voorzien zijn van het kiemplantlogo zijn gecertificeerd volgens EN 13432; dit geeft de garantie dat de materialen composteerbaar zijn. De verpakkingen worden vervaardigd uit her-
2009
2010
2011
2012
2013
nieuwbare grondstoffen zoals zetmeel uit maïs of biomassa en uit vezelmaterialen zoals suikerriet of palmvezel. Het gebruik van landbouwgewassen levert een positieve bijdrage aan de koolstofkringloop ten opzichte van oliegebaseerde materialen. Senefelder Misset gebruikt al een aantal jaren de ‘harde’ PLA-folie, De basisgrondstof van deze folie is maïs. In de Nabewerking is deze folie wat lastig te verwerken, scheurt snel en heeft door de hoge glans niet echt een milieuvriendelijke uitstraling. Daarom hebben we een andere folie getest. Deze folie is gemaakt van zetmeel en is ook voor 100% composteerbaar. Bij de juiste vochtigheid en temperatuur is de folie in 12 weken ‘vergaan’ tot compost. De dikte is slechts 18μ, terwijl de dikte van normale folie 25μ bedraagt.
milieujaarverslag
2
0
1
3
17 2
3 3.3 Afvalstroom De afvalstromen binnen Senefelder Misset bestaan uit een drietal stromen, te weten: - Gevaarlijk afval - Bedrijfsafval - Recyclebaar afval, waaronder papier- en karton afval.
De tabel geeft informatie over recyclebaar afval, bedrijfsafval en gevaarlijk afval in 2013 in relatie tot voorgaande jaren. De hoeveelheid recyclebaar afval is in de periode 2004 tot 2007 licht gestegen. Dit werd met name bepaald door de hoeveelheid afvalpapier.
Afvalstoffen Senefelder Misset BV in kg / ton product 3,0
250,0
Totaal recyclebaar
2,0 150,0 1,5 100,0 1,0 50,0
0,0
Gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen
2,5
200,0
0,5
2004
2005
2006
2007
2008
Daarnaast zijn met name het steeds beter scheiden van restafvalstromen een oorzaak voor de verdere toename van de hoeveelheid recyclebaar afval. De laatste jaren heeft ook het structureel inzamelen en afvoeren van restanten folie hier aan bijgedragen, waardoor de stijgende tendens zich heeft voortgezet. In de totale productielijn vindt sinds oktober 2008 het garenloos binden binnen de muren van Senefelder Misset plaats. Voorheen was dit een activiteit die we niet zelf konden verzorgen en werd het afval wat hierbij ontstond door het uitbesteedadres afgevoerd. Deze (papier)afvalstroom veroorzaakte een stijging in hoeveelheid recyclebaar afval in 2008 en 2009.
2009
2010
2011
2012
0,0
2013
Schommelingen in de stroom bedrijfsafval worden vooral veroorzaakt door verbouwingen en het incidenteel opruimen van overbodige materialen. De daling in gevaarlijke afvalstoffen is met name toe te kennen aan de afname van de hoeveelheid plaatontwikkelaar. Dit bepaald ca. 30% van de totale hoeveelheid gevaarlijk afval. In 2012 is een afname van het gebruik aan plaatontwikkelaar gerealiseerd. Dit heeft te maken met het optimalisatieproces in procedures welke betrekking hebben op het schoonmaken en verversen van de ontwikkelbaden. Midden 2012 is overgeschakeld op een andere chemie. Deze chemie gaat langer mee en de vervuiling van
milieujaarverslag
2
0
1
3
18
3 60000
50000
40000
30000
20000
10000
0 2004
2005
2006
2007
2008
de ontwikkelmachines is minder dan voorheen. Hierdoor hebben we, zowel het verbruik als de afvalstroom, aanzienlijk weten te reduceren. Het
2009
2010
2011
2012
2013
effect van dit optimalisatieproces liep door tot in 2013, waardoor nu pas het volledige effect goed in beeld gebracht kan worden.
milieujaarverslag
2
0
1
3
19 2
3 3.4 Lucht In onderstaand figuur staan de gegevens over de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) naar de lucht in 2013 en voorgaande jaren.
Emissies VOS naar lucht in kg / ton product VOS-emissie (kg/ton product) 2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
2004
2005
2006
2007
2008
Er is sinds eind jaren ’90 een forse daling in de uitstoot per ton product opgetreden. Deze wordt hoofdzakelijk verklaard door reductie van IPAverbruik en vochtwatertoevoegingen en het inzetten van minder vluchtige reinigingsmiddelen. Het verbruik aan IPA is afgenomen door met lagere doseerinstellingen te werken. Binnen afdeling Rotatiedrukkerij hebben we een resultaat weten neer te zetten door met twee drukpersen alcoholvrij te drukken. Dit heeft in een enorme reductie in vluchtige stoffen geresulteerd. In 2009 en 2010 waren we in staat om, met de investering in een nieuwe offsetrotatiepers opnieuw een forse reductie te bereiken. In 2012 is de hoeveelheid VOS toegenomen. Dit komt door een toename van het verbruik aan IPA. Verstoringen van het proceswater, waarbij de drukkwaliteit ernstig verstoord raakte, maakte het noodzakelijk om de dosering aan IPA te verhogen.
2009
2010
2011
2012
2013
In 2013 zijn er metingen verricht met betrekking tot emissies naar de lucht. Dit onderzoek is uitgevoerd door een specialistisch onderzoekbureau in luchtonderzoek. Van 29 oktober tot 5 november hebben continue metingen inzage gegeven in het verloop van de emissieconcentraties van de drie naverbrandingsinstallaties. Uit deze gegevens is per naverbrander een representatieve periode van 1 ½ uur geselecteerd waar de hoogste emissie verwacht kan worden. Deze waarden zijn gebruikt voor de toetsing aan het oplosmiddelen besluit Voor de toetsing aan de grensmassastroom en concentratie-eis uit de NeR is uitgegaan van de gemiddelde meetwaarde van drie deelmetingen met correctie voor de onderzijde van het 95 % betrouwbaarheidsinterval van de meetmethode. Er is geen sprake van een overschrijding van de grensmassastroom, zodat conform de NeR geen concentratie-eisen van toepassing is. Er wordt voldaan aan de eisen uit de NeR.
milieujaarverslag
2
0
1
3
2 20
3 3.5 Energie De figuur geeft informatie over het energieverbruik in 2013 en voorgaande jaren. Het totale energieverbruik (zie onderstaand overzicht) is als volgt bepaald: GJ = (aantal kWh x 3,6 + aantal m³ x 31,7) / 1000.
Energieverbruik Senefelder Misset BV in Gigajoule / ton product Totaal energieverbruik (CJ/ton product) 3,5
3,0
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
2004
2005
2006
2007
2008
Energie is als onderdeel meegenomen in de opzet van een milieuzorgsysteem. In 2009 zijn 2 offsetpersen vervangen voor 1 offsetpers met geïntegreerde naverbranding. De eerste resultaten waren in 2009 al
2009
2010
2011
2012
2013
naar verwachting. De reductie in gasverbruik gaat enigszins ten koste van een lichte toename in electriciteitsverbruik, maar per saldo levert het meer reductie op. Het vervangen van een (2e) naverbrander voor een energiebesparende regeneratieve naverbrander heeft in 2010 plaatsgevonden. Dit gunstige effect is vanaf 2010 ook duidelijk zichtbaar geworden in bovenstaande grafiek.
milieujaarverslag
2
0
1
3
21
3 3.6 Water Onderstaande grafiek geeft informatie over het waterverbruik in 2013 in relatie tot voorgaande jaren. De bulk van het door Senefelder Misset BV geloosde afvalwater bestaat uit koelwater. Dit koelwater komt vrij bij de koeltorens en komt niet met het productieproces in aanraking en blijft dan ook vrij van de in het productieproces gebruikte stoffen. Daarnaast loost Senefelder Misset BV huishoudelijk verontreinigd water op het riool. Er worden jaarlijks op eigen initiatief metingen verricht waaruit blijkt dat de kwaliteit van het afvalwater ruimschoots aan de lozingsnorm voldoet.
Waterverbruik Senefelder Misset BV in m3 / ton product 1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
Het waterverbruik laat in de afgelopen jaren wat schommelingen zien. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de weersinvloeden. In 2013 was
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
het waterverbruik op een gemiddeld niveau, wat valt binnen de te verwachten schommelingen.
milieujaarverslag
2
0
1
3
22
3 3.7 Bodem Senefelder Misset heeft vanaf 1994-1998 een aantal bodemonderzoeken laten verrichten om in kaart te brengen of er sprake is van eventuele verontreiniging van de bodem. Uit de gegevens die uit het Inventariseren BSB-onderzoek (BodemSanering Bedrijfsterreinen) naar voren zijn gekomen is conform een landelijk werkend systeem bepaald dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is. Om de bodem blijvend te kunnen beschermen tegen mogelijke verontreiniging in de toekomst is in 2002 door een advies- en onderzoeksinstituut een onderzoek gestart naar de mate van vloeistofdichtheid van de werkvloer. Deze hebben aan de hand van een visuele inspectie op de bodembeschermende voorzieningen een rapport opgesteld met richtinggevend advies. Uit dit rapport komt naar voren dat de voorzieningen in de ruimte opslagtanks en werkplaats Technische Dienst een nader onderzoek behoeven waarbij kernboringen worden verricht om de gemiddelde indringdiepte van de betonvloer te bepalen. Het proeven van de boorkernen afkomstig van die ruimtes is begin 2003 gestart. De voorzieningen in de overige ruimtes die aan een visuele inspectie zijn onderworpen komen in principe in aanmerking voor een PBV-verklaring2 vloeistofdichte voorziening.
3
Uit de proeven van de boorkernen is gebleken dat de vloer in de ruimte opslagtanks aan de eisen voldoet, de vloer van werkplaats van de technische dienst voldoet echter niet, zodat hier aanvullende maatregelen getroffen moesten worden. Samen met een expert is naar een goede oplossing voor deze ruimte gezocht. De ruimte is volledig ontruimd, gestraald en behandeld met een vloeistofdichte coating. Na deze behandeling heeft in 2004 opnieuw een inspectie plaatsgevonden en is een PBV-verklaring afgegeven. Deze verklaring vormt een waarborging dat Senefelder Misset geen bodemverontreiniging zal veroorzaken. Deze verklaring is geldig tot 27 januari 2017, waarbij is meegenomen dat ieder halfjaar een interne inspectie van de vloer moet plaatsvinden. In 2012 heeft Senefelder Misset B.V. opdracht gegeven om mogelijke de bodemrisico’s inzichtelijk te maken. Het doel hiervan is om aan te tonen dat het bodemrisico van bodembedreigende activiteiten door het treffen van doelmatige maatregelen en voorzieningen voldoet aan bodemrisicocategorie A zoals gedefinieerd in de NRB. Op grond van deze toetsing kan het volgende worden geconcludeerd. Senefelder Misset heeft voor het merendeel van de aldaar bodembedreigende activiteiten een verwaarloosbaar bodemrisico gerealiseerd.
Plan Bodembeschermende Voorzieningen
milieujaarverslag
2
0
1
3
23
3
3.8 Geluid Senefelder Misset is gesitueerd op een gezoneerd industrieterrein. De akoestische situatie als gevolg van de activiteiten is in beeld gebracht via rapportages naar aanleiding van akoestisch onderzoek. Dit heeft geleid tot doelgrenswaarden in de vergunning voor de dag-, avond- en nachtperiode. Senefelder Misset wil graag eventuele hinder en klachten voorkomen. Dit kan alleen door preventief al maatregelen te treffen. Intern is een procedurele afstemming van in- en externe meldingen in gang gezet om meer en beter zicht te krijgen op bijna ongevallen en kleine incidenten die, hoewel ze nog geen problemen hebben veroorzaakt, toch een aanwijzing kunnen zijn voor mogelijke problemen in de toekomst. In geval van storingen met een verhoogd geluidsniveau wordt onmiddellijk gericht onderzoek uitgevoerd met eigen geluidsmeetapparatuur, naar de mogelijke oorzaak en worden alle mogelijkheden meegewogen om geluidsoverlast voor de directe omgeving te voorkomen c.q. zo veel als binnen de mogelijkheden ligt te beperken. Eventuele storingen met een verhoogd geluidsniveau worden zo snel mogelijk bij de gemeente bekend gemaakt evenals de verwachte termijnen waarbinnen de storing verholpen zal zijn. Conform de Wet milieubeheer mag van een bedrijf worden verwacht dat de geluidemissie van akoestisch relevante geluidbronnen binnen redelijke
grenzen en de stand der techniek zo veel mogelijk moet worden geminimaliseerd volgens het principe van best beschikbare technieken (BBT). Bij Senefelder Misset is geen sprake van eigen dominante geluidbronnen met een onnodig hoge geluidemissie. Uit het onderzoek is echter gebleken dat geluidbeperkende voorzieningen noodzakelijk waren om aan de eisen te voldoen. Het geluidniveau van de nieuwe snipperafzuiginstallatie en het rooster in het ketelhuis zijn met geluidwerende materialen en omkastingen naar beneden gebracht met respectievelijk 13 en 8 dB(A). Tevens zijn afspraken gemaakt om de afvoer van de papiercontainer, gelegen aan de zijde van de Liemersweg, na 7 uur ’s ochtends te laten plaatsvinden. Met deze aanvullende maatregelen wordt de overschrijding van het geluidniveau weer gereduceerd tot onder de grenswaarden van 45 (overdag en ’s avonds) en 40 dB(A) ’s nachts. Sinds het laatste akoestische onderzoek uit 2009 is de nieuwbouw gerealiseerd en zijn een aantal nieuwe installaties op het dak geplaatst. Om een indruk te krijgen van de geluidemissie van het bedrijf zijn op 14 mei 2012 in en rond het bedrijf geluidmetingen verricht. De conclusie van dit akoestisch onderzoek is dat de grenswaarden uit de milieuvergunning niet worden overschreden. De geluidemissie van de nieuwe geluidbronnen ligt zelfs lager dan op voorhand is aangehouden.
milieujaarverslag
2
0
1
3
24
3 3.9 Milieu-incidenten, hinder Interne meldingen Om de melding en afhandeling van incidenten beter te kunnen registreren en de noodzakelijke maatregelen hier op af te kunnen stemmen is als onderdeel in het zorgsysteem hiervoor een procedure opgesteld. In 2013 zijn er in totaal 17 interne meldingen binnen gekomen die betrekking hebben op EHBO(6x), brand(6x), Signalering Onveilige Situatie (4x) en milieu (1x). De EHBO-meldingen betroffen lichtere bedrijfsongevallen die door een arts of specialist zijn behandeld. Er zijn 6 brandmelding geweest. Een ervan betrof een beginnende brand die vrij snel onder controle was. Omdat er rookontwikkeling had plaatsgevonden is de betreffende bedrijfshal goed geventileerd, waarna de productie gewoon weer opgepakt kon worden. De overige brandmeldingen waren naar aanleiding van stofontwikkeling, drukval in de sprinklerleiding en de hoge buitentemparaturen. Dit waren meldingen zonder dat er daadwerkelijk sprake was van brand. De melding van het milieu-incident betrof een omgevallen IBC. Hierbij is inkt vrijgekomen. Uit nader onderzoek is gebleken dat het om ongeveer 25 liter inkt ging welke op een stelconplaat terecht is gekomen. Dit is direct opgeruimd,
zodat het niet in de bodem of oppervlaktewater terecht is gekomen. De meldingen met betrekking tot onveilige situaties zijn heel waardevol. Hiermee kan namelijk een daadwerkelijk ongeval worden voorkomen. Naar aanleiding van de meldingen zijn passende acties ondernomen en zijn de risicovolle situaties opgelost.
Hinder en klachten In het jaar 2013 zijn er 6 externe klachten geregistreerd. Alle klachten hadden betrekking op op stankoverlast, waargenomen op verschillende dagen en tijdstippen. Er is in voorgaande jaren naar aanleiding van soortgelijke klachten al een heel onderzoek geweest, aangezien de oorzaak destijds gezocht werd bij de Lithoman: een conclusie die getrokken is naar aanleiding van het ontstaan van de klachten en de ingebruikname van deze drukpers in dezelfde periode. Het onderzoek heeft echter uitgewezen dat de wettelijke norm niet wordt overschreden. De gemeente is geïnformeerd over de resultaten en heeft schriftelijk bevestigd dat Senefelder Misset niet verplicht is om maatregelen te treffen of aanvullend onderzoek uit te voeren. In 2012 is nogmaals onderzocht wat de oorzaak van deze klacht kan zijn. Aangezien rond die periode de emissiemeting aan de naverbranders toch al gepland stond, is met de gemeente afgesproken dat we tevens de uitkomst van dat onderzoek zouden afwachten. Uit dat rapport is gebleken dat de emissie van de naverbranders geen overtredingen laten zien en daarmee is de klacht, voor wat de gemeente betreft, afdoende beantwoord. In 2013 hebben we, mede naar aanleiding van de aanhoudende klachten, op eigen initiatief een continue meting laten verrichten. Doordat we dit keer een week lang metingen hebben laten verrichten hebben we een goed beeld van het verloop van de emissieconcentraties tijdens diverse productieomstandigheden. Ook uit dit onderzoek is gebleken dat er geen sprake is van een overtreding.
milieujaarverslag
2
0
1
3
25
4 MVO verklaring Roto Smeets Group Roto Smeets Group en haar dochterondernemingen (RSG) verklaren dat zij bij alle bedrijfsbeslissingen zowel een hoger bedrijfsrendement nastreven, als de kansen benutten voor een beter milieu en meer welzijn van de medewerkers en de maatschappij. RSG streeft bij de uitvoering van dit beleid naar een optimale balans tussen people, planet en profit. De keuzes die RSG maakt worden op een eerlijke en transparante manier gecommuniceerd en verantwoord. RSG heeft de OESO richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de norm ISO 26000 gebruikt voor het systematisch integreren van deze maatschappelijke verantwoordelijkheid in de organisatie. Dit verwoordt zij in de volgende 10 beloftes: I. Behoorlijk bestuur Het bestuur van RSG respecteert de principes en best practice bepalingen van de Nederlandse Corporate Governance Code, en past deze, daar waar deze van toepassing zijn op RSG, al geruime tijd toe. RSG voldoet aan alle wet- en regelgevingen. Via een gedragscode bevordert ze ethisch gedrag intern en streeft dit door regelmatige screening extern ook te bereiken. RSG legt over al haar prestaties verantwoording af aan haar stakeholders en tracht daardoor continu de transparantie te vergroten. II. Arbeidsomstandigheden RSG bevordert de vitaliteit, inzetbaarheid en ontwikkeling van haar medewerkers door het uitvoeren van hierop gerichte projecten. Door het aanbieden van brede opleidingsmogelijkheden, ook voor talentontwikkeling buiten de eigen industrie, tracht ze de kansen voor verdere ontplooiing te vergroten. In de personeelssamenstelling streeft zij naar diversiteit in geslacht, herkomst, cultuur en leeftijd en tracht zij kansen te creëren voor groepen die het op de arbeidsmarkt moeilijk hebben. RSG streeft naar een optimale veiligheid van pro-
ductieprocessen en naar optimale inrichting van de werkplekken. RSG stelt belang in een goed overleg over arbeidsvoorwaarden. Zij biedt daartoe personeelsvertegenwoordigers de faciliteiten om hun taak zo goed mogelijk te doen. Door een open opstelling en heldere communicatie probeert zij een zo goed mogelijk beeld te geven van wat er in de onderneming gebeurt. III. Mensenrechten RSG zal alleen activiteiten ondernemen, die rekening houden met de geldende mensenrechten zoals vastgelegd in de universele verklaring van de rechten van de mens. Dit in overeenstemming met internationale verplichtingen en de in de diverse landen geldende rechtsregels. Zij keurt elke vorm van intimidatie of discriminatie op basis van ras, leeftijd, geslacht, huidskleur, seksuele voorkeur, geloofsovertuiging, handicap of land van afkomst af. RSG legt haar medewerkers geen belemmering op zich te verenigen of zich aan te sluiten bij een vakbond en doet geen zaken met leveranciers die medewerkers producten laten vervaardigen onder dwang en/of door kinderarbeid. IV. Ketenverantwoordelijkheid RSG is ervan overtuigd dat een product pas duurzaam kan zijn als er in alle stadia van de levenscyclus duurzaam mee omgegaan is. Dat vraagt om samenwerking met leveranciers aan de ene kant van de keten en met de klant aan de andere kant. RSG let bij het inkopen van producten en diensten sterk op de sociale, milieu en veiligheidsaspecten en maakt daarover afspraken met haar leveranciers. V. Eerlijk zaken doen De basis voor alle zakelijke handelingen is integriteit. Iedereen die met RSG te maken heeft, zowel intern als extern, kan rekenen op een respectvolle, eerlijke en rechtvaardige behandeling. In overeenstemming met de genoemde richtlijnen wijst RSG corruptie in welke vorm
milieujaarverslag
2
0
1
3
26
4 dan ook, volstrekt af. Alle RSG medewerkers zijn van dit bedrijfsbeleid op de hoogte en ontvangen instructies in de vorm van de RSG gedragscode over hoe zij “eerlijk zaken moeten doen”. RSG respecteert de belastingregels in de landen waarin zij actief is en onderschrijft daarmee de aanbevelingen van de OESO. RSG zal de bevoegde autoriteiten alle informatie verschaffen die nodig is om de te heffen belasting in verband met haar activiteiten juist vast te stellen. VI. Consumentenaangelegenheden RSG heeft niet direct met consumenten te maken maar komt wel in aanraking met persoonsgegevens in het kader van adresseringen en CRM projecten voor opdrachtgevers. RSG garandeert dat alle aan ons verstrekte gegevens volstrekt vertrouwelijk worden behandeld. Het privacyreglement van RSG garandeert, dat gegevens niet in handen van anderen kunnen komen. De veiligheid en gezondheid van alle stakeholders,
dus ook consumenten die uiteindelijk met onze producten te maken kunnen krijgen, gaat voor alles. RSG streeft dan ook naar het gebruik van veilige en gezonde grondstoffen in haar producten. Dat doet zij door het toepassen van moderne technologieën en het continu bewaken van haar bedrijfsprocessen.
VII. M ilieu, grondstoffen, energie, emissies RSG streeft naar een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Dit doet zij door o.a. de milieubelasting, het energiegebruik en de CO2-uitstoot zo veel als kan te reduceren. RSG streeft naar een beter milieu voor nu en in de toekomst. RSG doet er alles aan om schade, in welke vorm dan ook, te voorkomen. Zij past de hoogste Europese normen toe op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid. VIII. Betrokkenheid RSG levert een bijdrage aan de leefbaarheid in de plaats of regio waarmee het is verbonden. Zo investeert zij in het lokale zakenleven en in de mensen die er wonen en werken. RSG let bij het inkopen van producten en diensten sterk op de sociale en milieu- aspecten die bij de productie, het transport en het gebruik een belangrijke rol spelen en maakt daarover afspraken met leveranciers en afnemers. IX. Transparantie RSG formuleert periodiek nieuwe MVO-doelen, geeft over de vorderingen eerlijke en heldere informatie en is bereid hierover met belanghebbenden in overleg te treden. RSG kenmerkt zich door openheid. Ze heeft een actief informatiebeleid richting haar stakeholders en voorziet in elke informatiebehoefte. X. Wetenschap en technologie RSG zoekt voortdurend naar nieuwe kansen op het gebied van duurzame producten en diensten. RSG staat open voor samenwerking en partnerschappen en is bereid kennis en ervaringen actief te delen. Bij de wetenschappelijke en technologische activiteiten van RSG houdt ze rekening met de behoeften van de lokale markt. Dat betekent dat zij bij voorkeur op de plaats van haar vestigingen werknemers aantrekt. Voor scholing wordt gezorgd.
milieujaarverslag
2
0
1
3
27
5 Algemeen Voor het opstellen van de Ecobalans is een contract afgesloten met het Instituut voor Toegepaste Milieu Economie (TME). Zij formuleren jaarlijks de cijfers en conclusies ten aanzien van de milieuprestaties. De vermelde conclusies zijn overgenomen uit de Ecobalans.
Colofon
Senefelder Misset BV Mercuriusstraat 35 7006 RK Doetinchem Tel. 0314-35 55 00 Fax 0314-35 56 47
Coördinatie: Karin Driezen Senefelder Misset, Doetinchem
Vormgeving: Aad Koeleman Senefelder Misset, Doetinchem
milieujaarverslag
2
0
1
3
28