Milieujaarverslag 2012
Bouwen, wonen en milieu, juni 2013 vastgesteld door b & w op 9 juli 2013 besluit nr. 15
2
INHOUDSOPGAVE Pagina Voorwoord
3
Samenvatting
4
Hoofdstuk 1
Algemene milieutaken
5
Hoofdstuk 2
Vergunningverlening
6
Hoofdstuk 3
Handhaving
7
Hoofdstuk 4
Bodem
9
Hoofdstuk 5
Geluid
11
Hoofdstuk 6
Externe veiligheid
11
Hoofdstuk 7
Lucht en geur
11
Hoofdstuk 8
Water
11
Hoofdstuk 9
Afval
12
Hoofdstuk 10
Klimaat, duurzaam bouwen en gemeentelijke interne milieuzorg
13
Hoofdstuk 11
Natuur en landschap
14
Hoofdstuk 12
Milieu en ruimtelijke ordening en bouwen
15
Hoofdstuk 13
Milieu en gezondheid
15
Financiële onderbouwing
16
Kostenoverzicht personeel conform TIM (tijdschrijfsysteem), incl. RMD
17
3
Voorwoord Op 28 september 2010 heeft de gemeenteraad het Milieu-Uitvoeringsplan (MUP) vastgesteld voor de periode 2011 tot en met 2014. Het plan schept op een compacte, concrete en heldere wijze het kader voor de planmatige uitvoering van de gemeentelijke milieutaken. Jaarlijks wordt het uitvoeringsprogramma herijkt en wordt er een verslag gemaakt waarin de uitvoering van het programma wordt verantwoord. Overigens is dit laatste een plicht die voortvloeit uit artikel 21.1 van de Wet milieubeheer. Het verslag wordt gelijktijdig toegezonden aan gemeenteraad en inspecteur. Ook in 2012 is de milieutaak verzorgd door de afdeling Beleid & Projecten, onderdeel bouwen woningtoezicht en milieu. Dit onderdeel verzorgt sec de gemeentelijke taken op het gebied van milieu en bouw- en woningtoezicht, maar ook de integrale handhavingstaak voor alle gemeentelijke beleidsvelden. De ondersteuning van de RMD bedroeg 147 uur op vergunningverlening (incl. meldingen) en 53 uur op handhaving, de totale milieu-inzet van de RMD 1280 uur = 0, 91 fte (contractueel 900 uur); de interne inzet voor de milieutaken bedroeg 1,63 fte. Bijzondere aandacht is besteed aan de komst van de RUD, de voorbereidingen voor de overstap naar het provinciale bodeminformatiesysteem (NAZCA-i), de startnotitie klimaatbeleid en de nieuwe bodemkwaliteitskaart. Dit verslag geeft een beeld van de activiteiten van het afgelopen jaar. Een kostenoverzicht per taak vindt u onder het Financieel overzicht. Om snel een totaalbeeld te krijgen van de uitvoering van het milieuprogramma wordt u verwezen naar de Samenvatting op pagina 4.
4
Samenvatting Binnen Zeeland is in de loop van 2012 besloten een gezamenlijke uitvoeringsdienst, de RUD-Zeeland, op te richten. Noord-Beveland zal alle milieutaken overdragen aan deze RUD. Dit betekende dat in vliegende vaart moest worden gestart met de voorbereidingen voor deze RUD, die per 1 januari 2014 in werking moet zijn. Er is 1 omgevingsvergunning met betrekking tot milieu verleend; er zijn geen omgevingsvergunningen ingetrokken. Er zijn 4 meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit ingediend. In 2012 zijn er relatief weinig klachten ingediend. De meeste klachten behelsden geluidsoverlast ten gevolge van horeca. Er waren vrijwel geen klachten als gevolg van mestopslagen. Het aantal mestopslagen daalde: in 2012 zijn er 5 opslagen gerealiseerd (2011: 17). Afvalvalscheiding blijft succesvol: wel nam de textielinzameling wat af. Op grond van de subsidieregeling Duurzaam Bouwen is subsidie verleend voor een totaalbedrag van € 35.420. Een daverend succes dus.
5
1.
Algemene milieutaken
In dit kader worden de overkoepelende milieutaken uitgevoerd, zoals het ontwikkelen en uitvoeren van het milieu-uitvoeringsplan, het opstellen van een jaarverslag, etc. NoordBeveland voert een praktisch milieubeleid uit, hetgeen wil zeggen dat op een, ook voor de burger, efficiënte wijze zoveel mogelijk milieurendement wordt nagestreefd. Door de uitvoering van milieutaken planmatig aan te pakken, is het mogelijk monitoring uit te voeren. De gemeente heeft zich in het MUP ten doel gesteld de huidige en toekomstige bewoners van Noord-Beveland een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving te bieden. Om dit te realiseren staat Noord-Beveland voor een duurzaam, geloofwaardig en praktisch uitvoerbaar milieubeleid. Concreet betekent dit onder meer: - hoge prioriteit voor vergunningverlening met betrekking tot milieu; - adequate uitvoering van de milieuhandhavingstaak; - actueel houden van bodembeleidsplan; - voorkomen en beperken van geluidsoverlast; - het voorkomen en zoveel mogelijk beperken van schade aan het milieu als gevolg van rampen en calamiteiten door bedrijfsactiviteiten en transport gevaarlijke stoffen; - voldoen aan de wettelijke bepalingen inzake luchtkwaliteit; - voldoen aan de wettelijke plicht om zorg te dragen voor doelmatige inzameling en transport van afvalwater; - afvalscheiding en hergebruik bevorderen; - milieuvriendelijk en duurzaam inrichten en beheren van het openbaar groen; - omgevingskwaliteit bevorderen bij stedelijke ontwikkelingen. Monitoring vindt plaats aan de hand van de in het MUP opgenomen indicatoren. In 2012 is het niet nodig geweest een milieu-effectrapportage op te stellen. Er zijn geen gemeentelijke activiteiten ontplooid waarvoor het Besluit milieu-effectrapportage een mer verplicht stelt of adviseert.
Samenwerkingsoverleg milieu (ambtelijk en bestuurlijk) In 2007 is Noord-Beveland voorzitter geworden van het Samenwerkingsverband Oosterschelderegio (SMO), het milieusamenwerkingsverband tussen de Bevelandse gemeenten. Er zijn werkgroepen in het leven geroepen om de diverse deeltaken (zoals handhaving, bodem, vergunningverlening etc.) uit te werken. Inmiddels zijn, conform de verplichtingen als vastgelegd in de bestuursovereenkomst, ook de overige handhavingspartners aan tafel geschoven (dus waterschap, RWS, provincie).
6
Er is in gezamenlijkheid een risico-analyse opgesteld voor de Bevelanden, waarop het gezamenlijke handhavingsprogramma is gebaseerd. Afgezien werd van een SMO-RUD, werktitel SORBET: alle Bevelandse gemeenten zullen instappen in de Zeeuwse RUD, voor ten minste alle basistaken (Noord-Beveland voor alle milieutaken).
Overig extern overleg Er is overleg gevoerd met provincie, waterschap en andere overheden over onvoorziene onderwerpen als bijv. overtredingen in het Veerse Meer gebied.
2.
Vergunningverlening
Vergunningverlening Wet milieubeheer Het aantal Wm-vergunningplichtige bedrijven is door de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit gereduceerd tot 11, het aantal meldingsplichtige bedrijven bedraagt 391. Er was 1 vergunning gepland, qua meldingen werd gerekend op een aantal van 5. Er is in 2012 1 omgevingsvergunning m.b.t. de activiteit milieu verleend. Er zijn geen meldingen op grond van artikel 8.19 Wet milieubeheer ingediend. Er is geen vergunning ingetrokken. De vergunningen worden opgesteld door de RMD; de procedures worden door de gemeente uitgevoerd. Van de 201ur vergunningverlening (en afhandelen meldingen) is 147 uur uitgevoerd door de RMD. Er zijn 4 meldingen ingediend in het kader van het Activiteitenbesluit. In 2011 zijn Squit Milieu en Squit Bodem opgegaan in Squit XO, het automatiseringssysteem voor de omgevingsvergunning. Gebleken is, dat bij de conversie gegevens slechter bereikbaar zijn geworden. Hier wordt nog steeds aan gewerkt.
7
3.
Handhaving
Handhavingsnota- en programma In de loop van 2007 is integraal handhavingsbeleid met een daarbij behorend werkprogramma opgesteld. De milieuhandhaving was in 2005/2006 al geprofessionaliseerd, de overige kleursporen zijn in 2007 gevolgd. Per kwartaal is een rapportage opgesteld. Op de milieutaak is de capaciteit in 2012 niet aangepast. Wel is het zeer noodzakelijk het handhavingsbeleid te actualiseren. Dit bleek ook weer tijdens het opbouwproces voor de RUD en zal in 2014, na vorming van de RUD, gebeuren.
Ontwikkelen van een individueel ontwikkelingsprogramma Advisering inzake vergunningverlening en handhaving ligt deels bij de RMD (vanaf 1 januari 2013: OMWB); gezien deze specifieke deskundigheid is er geen bijstelling nodig. Middels de functioneringsgesprekken en het daarbij behorende POP-gesprek wordt jaarlijks getoetst in hoeverre onze eigen medewerkers over de benodigde deskundigheid beschikken om hun taken uit te oefenen.
Klachtenregistratie en –behandeling Er is 187 uur besteed aan klachtenafhandeling. De aard van de klachten in 2012 betrof vooral geluid. Geluidsoverlast werd met name ondervonden van enkele horecagelegenheden in Kortgene & Colijnsplaat. De RMD heeft hiertoe geluidmetingen verricht. Gespecificeerd is het overzicht als volgt: - geluid: horeca Kortgene & Colijnsplaat; - luchtkwaliteit en stankhinder: stookhinder en stankhinder (mestopslagen); - vliegen; - afval: verkeerd aangeboden afval; - bodemverontreiniging: olielekkage; - waterverontreiniging: geen klachten; - openbaar groen: geen klachten (althans niet in verband met milieuwetgeving).
Uitvoeren piketdienst in kader van calamiteiten De piketdienst heeft te maken gekregen met klachten over horecageluid. De dienst is minimaal opgeroepen (voor milieuzaken althans).
Toezicht Wet milieubeheer Gepland waren 45 bezoeken, uitgevoerd zijn 40 bezoeken, waarvan 0 hercontroles. Het percentage controles met geconstateerde overtredingen en vervolgacties betrof dus ca. 0 %.
Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving Het is niet nodig gebleken dwangsommen op te leggen of hiermee te dreigen. In het kader van de APV moest wel diverse malen actie ondernomen worden. Dit betrof bijvoorbeeld het
8 op onjuiste wijze aanbieden van afval of geluidsoverlast ten gevolge van het houden van dieren. Er zijn geen pv’s opgesteld door de boa.
Projectmatige handhavingsacties Dit betreft onder meer APHO-projecten die voornamelijk nog liepen in en getrokken werden door andere gemeenten. Het project Veerse Meer surveillance, dat door het waterschap geïnitieerd wordt, wordt jaarlijks uitgevoerd en brengt goede resultaten: de overlast van recreatie neemt af. Wel neemt de overlast op het water toe. In het kader van het APHO en het LOM liepen in 2012 de volgende projecten: 1. Ontwikkeling handhavingstools Externe veiligheid; 2. Constructieve veiligheid; 3. Brandveiligheid; 4. Jeugd en Alcohol; 5. Actualisatie Zeeuwse Probleemanalyse (afgerond); 6. Consumentenvuurwerk 7. 8-uurssurveillance; 8. Project Surveillance Veerse Meer; 9. Externe Veiligheid project 3B; 10. Visstroperij. In het kader van het SMO liepen in 2012 geen projecten.
Handhavingsoverleg Handhavingsoverleg omvat LHO, APHO, voorbereiding PHO voor de wethouder en ad hoc overleg. In het PHO is in 2009 nadrukkelijk de risico-analyse aan de orde geweest: welke prioriteiten dienen in het Zeeuwse gesteld te worden voor wat betreft de handhavingstaak? Daaruit is de volgende lijst gekomen: 1. respecteren externe veiligheid (inmiddels geannuleerd); 2. emissienormen naleven (inmiddels geannuleerd); 3. veiligheid arbeidsmigranten garanderen (afgerond); 4. naleving regelgeving (afgerond); 5. regelgeving brandveiligheid naleven (afgerond); 6. voorkomen directe lozingen van op- en overslagactiviteiten (afgerond); 7. bodemkwaliteit op huidig niveau handhaven of verbeteren (afgerond); 8. regelgeving, lozing op oppervlaktewater naleven (geannuleerd); 9. naleving afvalstoffenwetgeving (afgerond); 10. naleving veiligheidseisen (afgerond). Deze lijst resulteerde in een aantal projecten, uit te voeren vanaf 2010. Noord-Beveland is van geen van deze projecten trekker; dat is met name de provincie. In 2010 is gestart met het opstellen van een probleemanalyse voor de provincie Zeeland. Deze is afgerond in 2012.
9
Verder wordt intern tweewekelijks handhavingsoverleg gevoerd binnen het cluster bouwen, wonen en milieu, waarin alle lopende handhavingszaken integraal aan de orde komen en vindt elk kwartaal breed handhavingsoverleg plaats, waarbij de politie aanschuift. Wekelijks vindt overleg plaats met de portefeuillehouder, ook over handhavingszaken.
Gedoogregeling opslag vaste mest(stoffen) op landbouwgronden In 2012 is vrij weinig sprake geweest van klachten als gevolg van mestopslagen. Vliegenoverlast trad niet op (althans niet ten gevolge van deze mestopslagen). Er zijn 5 mestopslagen gemeld en gerealiseerd. Er waren geen bestuursrechtelijke maatregelen nodig.
4
Bodem
Integraal bodembeleidsplan In 2003 is een integraal bodembeleidsplan vastgesteld door de raad. Het vaststellen van dit plan is een uitvloeisel van actief bodembeheer en beslaat voor wat betreft de Wet milieubeheer het opstellen van bodemvoorschriften en nul- en eind-situatie-onderzoeken en voor wat betreft de Wet bodembescherming alle mogelijke vormen van onderzoek en sanering. Er zijn diverse beleidsuitgangspunten geformuleerd en eenduidige geldigheidstermijnen opgenomen voor bodemonderzoeken. Door het vaststellen van het plan wordt vertraging bij ruimtelijke ontwikkeling en bouwplannen en uitvoering van civiele werken voorkomen c.q. beperkt, verminderen de kosten van bodemonderzoek en –sanering, is er eenduidigheid in uitvoering en toetsing alsmede het voorkomen van precedenten en beschikken we thans over kwaliteitsborgingen. In 2012 zijn de bkk en het bodembeheerplan geactualiseerd. Reden hiervoor was het Besluit bodemkwaliteit, waaraan nog niet helemaal voldaan werd. Voor 1 januari 2013 moesten de kaart en het plan daarom worden herzien. De doelstelling van de Nota bodembeheer en bijbehorende bkk is, om het hergebruik van gebiedseigen grond te stimuleren en de (gewenste) bodemkwaliteit af te stemmen op de bodemfunctie. Op deze manier geven we uitvoering aan duurzaam grond- en baggerstromenbeheer. Eén van de grote voordelen van een bkk is dat deze kan dienen als bewijsmiddel bij het hergebruik van grond. Dure partijkeuringen zijn dan niet meer nodig. De nota beschrijft de regels voor het toepassen van grond en bagger op de landbodem in de gemeente Noord-Beveland. Het betreft een lokale uitwerking van de landelijke regelgeving uit het Besluit bodemkwaliteit. In dit Besluit bodemkwaliteit zijn generieke regels opgenomen, waarbij de normen voor het toepassen van grond en bagger afhankelijk zijn van zowel de kwaliteit als de functie van de ontvangende bodem. De functie van de bodem is vastgelegd
10 in de bodemfunctiekaart, de kwaliteit van de bodem is vastgelegd in de bkk. De bodemfunctiekaart en de bkk vormen de technisch-inhoudelijke onderbouwing voor het grondstromenbeleid zoals dat is vastgelegd in de Nota bodembeheer. Op grond van de lokale omstandigheden kan (binnen bepaalde grenzen en randvoorwaarden) worden afgeweken van het generieke kader. In dat geval is er sprake van gebiedsspecifiek beleid. In het Besluit bodemkwaliteit is vastgelegd, dat gebiedsspecifiek beleid voor de landbodem wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Gedeeltelijk hanteert de gemeente Noord-Beveland voor het toepassen van grond en bagger het generieke beleid. Daarnaast bevat de nota een aantal beleidskeuzes die gelden als gebiedsspecifiek beleid en die naar voren zijn gebracht tijdens een werkgroepsessie, bijgewoond door medewerkers van civiel techniek en milieu: - voor een aantal gebieden zijn verhoogde Lokale Maximale Waarden (LMW) vastgesteld; - de toepassingseisen gelden voor het hele dieptetraject van 0 – 2,0 m-mv; - er geldt afhankelijk van de zone een maximaal percentage bodemvreemde bijmengingen van 5 % (buitengebied + naoorlogse woonwijken) dan wel 10 % (vooroorlogse bebouwing) in plaats van het generieke percentage van 20 %. Deze norm is in SMO-verband afgesproken; - de voorwaarden voor het gebruik van de bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel (milieuhygiënische verklaring) voor de kwaliteit van vrijkomende grond zijn nader omschreven (aantoonbare controle op uitzonderingslocaties); - geen ontheffing verlenen van het doen van een bodemonderzoek bij een aanvraag voor de omgevingsvergunning van een bouwactiviteit op grond van de bodemkwaliteitskaart. De reden hiervoor is, dat de bodemkwaliteitskaart een gemiddelde kwaliteit weergeeft op gebiedsniveau en niets zegt over de kwaliteit op perceelsniveau. - toepassing van licht verontreinigde grond (klasse Wonen) toe te staan bij nieuwe uitbreidingsgebieden (Groote Duynen, Stadspolder en Paardekuup); - hergebruik van grond onder infrastructurele werken binnen vooroorlogse kernen die vrijkomt bij civiele werken. Het nuttig hergebruiken van binnen de gemeente vrijkomende grond heeft de voorkeur boven het tegen hogere kosten afvoeren van deze grond. Overigens geldt het specifieke beleid alleen voor grond die vrijkomt uit het eigen bodembeheergebied. Grond die wordt aangevoerd van buiten het bodembeheergebied is het generieke beleid van toepassing.
Implementatie Besluit bodemkwaliteit Het uitvoeren van het Besluit bodemkwaliteit (voorheen: Bouwstoffenbesluit) is tot uitdrukking gekomen in het toetsen van meldingen. De meldingen dienen via een centraal landelijk meldpunt bij het bevoegd gezag gemeld te worden. De RMD neemt de meldingen voor de gemeente Noord-Beveland in ontvangst. Gestudeerd wordt nog steeds op een methode om meer meldingen binnen te halen, bijv. door meer of betere voorlichting.
11
Ontwikkeling actief bodembeheer Betreft deelname aan regionale overlegvormen. Teneinde bedrijven niet met verschillende regelgeving van de diverse gemeenten te confronteren, organiseert de provincie regelmatig afstemmingsoverleg tussen provincie en gemeenten. De RMD participeert hierin, al naar gelang de behoefte (agenda), voor de gemeente Noord-Beveland. Dit geldt ook voor het Zeeuws Platform bodem.
Beheren van bodeminformatiesysteem Ons bodeminformatiesysteem is up to date; ook zijn alle rapporten digitaal in kaartmateriaal verwerkt. De RMD houdt het systeem gebruiksklaar gemaakt voor de landelijke actie Landsdekkend Beeld, waarmee het ministerie van VROM een totaalbeeld zal schetsen van de bodemsituatie in Nederland. De provincie onderzocht, in samenwerking met de gemeenten, de mogelijkheden voor één Zeeuwse databank, middels het project Bodem & ICT, en heeft inmiddels opdracht verstrekt tot het opbouwen van zo’n systeem en wel aan NASCA-I. De Zeeuwse databank is inmiddels in opbouw.
Uitvoeren/begeleiden/toetsen bodemonderzoeken De ingediende onderzoeksrapporten hielden verband met bouwaanvragen en voor een deel met verkoop van gronden en landerijen. Bij de verkoop van gemeentelijke percelen wordt de grond in principe zonder verontreiniging opgeleverd. Dit betekent dus dat de grond onderzocht en indien nodig gesaneerd dient te worden. Beoordeling van bodemrapporten wordt verricht door de RMD. Dit geldt ook voor het begeleiden van nulsituatieonderzoeken en saneringen.
Uitvoeren/begeleiden saneringslocaties In 2012 heeft voorbereiding plaatsgevonden van de sanering ten behoeve van het winkelverbeterplan Wissenkerke (locaties De Moor, Van Dijke). Tevens werd de sanering van asbest op het haventerrein te Kamperland voorbereid; deze sanering is in 2013 uitgevoerd. Er zijn geen in gebruik zijnde ondergrondse tanks gesaneerd; wel is tijdens civieltechnische werken een lege tank aangetroffen in de Kaaistraat, die om veiligheidsredenen is afgevuld met zand.
5
Geluid
Volgen landelijke pilot-projecten MIG II: Er bestaat nog steeds geen aanleiding voor een eigen geluidbeleid; de landelijke regelgeving is vooralsnog afdoende om de geluidssituatie op Noord-Beveland te reguleren.
12 Onderzoek naar aanleiding van geluidklachten Naar aanleiding van klachten over horecageluid zijn metingen uitgevoerd in Kortgene en Colijnsplaat en gesprekken gevoerd met uitbaters van horecagelegenheden. Er zijn afspraken gemaakt over de bedrijfsvoering; tevens is in 1 geval gewaarschuwd voor bestuursrechtelijke sancties.
Geluidsproductie evenementen Geen bijzonderheden.
6
Externe veiligheid
Ook in 2012 heeft de RMD de taak Externe veiligheid voor ons behartigd door vertegenwoordiging in provinciaal overleg en beschikbaar stellen van deskundigheid. De activiteiten in 2012 hebben vooral bestaan uit het bijwonen van provinciaal overleg en bijhouden/actualiseren van informatie, onder meer het risicoregister. Aanleveren van gegevens ten behoeve van de RRGS en Zeeuwse Risicokaart gebeurt tijdig; de gegevens worden regelmatig geactualiseerd.
7
Lucht en geur
Noord-Beveland is (nog) niet verplicht een jaarrapportage op te stellen inzake de luchtkwaliteit. Er zijn geen bijzondere meldingen geweest van normoverschrijding op dit gebied, noch is er sprake geweest van stagnatie van procedures ten gevolge van de luchtkwaliteit. Wel heeft de RMD eerder al gesignaleerd dat de luchtkwaliteit op NoordBeveland nogal eens wil variëren.
8
Water
Waterbeheer is een taak die bij de afdeling Beheer berust. Hoewel wel eerder opgenomen in het milieuprogramma, is deze taak als gevolg van voortschrijdend inzicht aan genoemde afdeling toegedicht. Wel wordt geadviseerd over de milieu-aspecten in geval van het ontwikkelen van bijvoorbeeld het GRP (gemeentelijk rioleringsplan) en wordt tweejaarlijks een regentonnenactie uitgevoerd (in 2013 eerstvolgende actie). De gemeente streeft naar een doelmatig, duurzaam en veilig watersysteem. Het gemeentelijk beleid op dit terrein is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan. De rol die gemeenten de komende jaren krijgen in relatie tot de Kaderrichtlijn Water wil de gemeente Noord-Beveland actief oppakken in o.a. de vorm van het gerealiseerde waterloket en het
13 SSC (gemeenten Reimerswaal en Noord-Beveland en waterschap werken hierin samen). Het SSC heeft een persoon aangesteld die het GRP uitwerkt in een uitvoeringsplan. Vanaf 1 januari 2011 is de gemeente loket voor de watervergunning (geen bevoegd gezag dus) en wordt ook op dit gebied samen gewerkt met de waterbeheerders. De gemeente is nu bevoegd gezag voor indirecte lozingen. Het aantal panden dat aangesloten is op de riolering, betreft ca. 4.500, het aantal panden met IBA-voorziening 12. Er zijn ca. 1650 aansluitingen op een gescheiden rioolstelsel.
9
Afval
Afvalbeleid wordt sinds 1 januari 2003 in overleg met de ZRD ontwikkeld. In 2010 is het onderzoek naar zwerfafval afgerond en gebleken, dat er vrijwel geen zwerfafval te vinden is op Noord-Beveland. Op een schaal van 1 tot 10 scoren de onderzochte hot spots een 9. Het bureau Milieu & Werk, dat het onderzoek voor ons uitvoerde, had nog nooit een zo hoog cijfer uit kunnen delen. Teneinde dit resultaat te handhaven, zullen gerichte voorlichtingsacties plaatsvinden. In 2011 bleek uit een schouwing, dat het resultaat zelfs nog verbeterd was. In 2012 hebben geen specifieke acties op dit gebied plaatsgevonden.
Textielinzameling In 2004 is gestart met het rouleren van textielinzamelaars voor de huis-aan-huis-inzameling. De opbrengst in 2012 was 9,6 ton (2011: 10,2 ton), waarvan 7 ton op de milieustraat werd opgehaald. Dit is 0,6 ton minder dan in 2011. Zeelandbreed wordt gezocht naar een efficiëntere inzamelmethode.
Groente-, fruit- en tuinafval In 2012 is 1652 ton (2011: 1734 ton) waarvan 517 ton op de milieustraat) De inzameling bleef vrijwel gelijk.
Restafval In 2012 is 2240 ton restafval ingezameld (waarvan 213 ton op de milieustraat). De inzameling daalde met 0,2 ton.
14 Afvalkalender De afvalkalender voor 2013 is opgesteld door de ZRD.
Papier Huis-aan-huis is 608 ton opgehaald, op de milieustraat is 62 ton ingezameld, totaal dus 670 ton (dit is 35 ton minder dan in 2011).
Klein chemisch afval De opbrengst via de milieustraat bedroeg in 2012 13 ton (1,7 ton meer dan in 2011). Er heeft geen aparte inzameling plaatsgevonden.
Plastic afval Vanaf 1 januari 2010 zijn alle gemeenten verplicht plastic afval apart in te zamelen. De gemeente Noord-Beveland is als één van de eerste Zeeuwse gemeenten van start gegaan. Er is 41 ton ingezameld, weer 2 ton meer dan in 2011. De bakken blijken herhaaldelijk vol te zijn; er zijn al meer bakken geplaatst en er wordt vaker geledigd. Een groot succes dus.
10
Klimaat, DUBO en GIM
Vanaf 2007 wordt binnen de organisatie gewerkt aan duurzame inkoop; vanaf 2010 is iedere gemeente immers verplicht om de inkoop van goederen en diensten voor ten minste 50 % duurzaam uit te voeren. De inkoopmedewerker zal hieraan invulling geven in het nieuwe inkoopbeleid dat in 2013 vastgesteld wordt. Het totale stroomverbruik van de gemeentelijke gebouwen bedroeg in 2012: … kWh (nog niet bekend ten tijde van het opstellen van het verslag). Verder is gestart met het uitvoeren van klimaatbeleid: de gemeente Noord-Beveland doet al vrij veel aan duurzaamheidsactiviteiten, maar had dit nog niet vastgelegd in beleid. In 2011 is de startnotitie klimaatbeleid vastgesteld, waarin voor een periode van 4 jaar wordt vastgelegd welke projecten zullen worden uitgevoerd en welke doelstellingen hiermee bereikt moeten worden. Een CO2-footprint zal als nulmeting fungeren. Vanaf 2012 wordt een jaar- en kwartaalrapportage gemaakt van de vorderingen van de klimaatwerkgroep. We zijn in 2012 gestegen op twee van de drie onderdelen van de duurzaamheidsmeter: People: blijft 58 % , op ranglijst 95 (van 178 gemeenten) Planet: werd 72 %, op ranglijst van 112 naar 83 (van 192 gemeenten) Profit: wordt 76 %, op ranglijst van 70 naar 38 (van 190 gemeenten). De vooruitgang zit met name in onze beleidsverklaring bosbeheer en onze meetbare doelstellingen in de startnotitie klimaatbeleid.
15
Uitvoeren Zeeuws Convenant Duurzaam Bouwen Ingevolge de subsidieregeling Duurzaam Bouwen is subsidie verleend voor onder meer dubbele beglazing en isolatie. In 2008 heeft de raad de Subsidieregeling Duurzaam Bouwen 2002 vervangen door een nieuwe regeling, die meer duurzame voorzieningen subsidieert en niet alleen op permanente, maar ook op recreatie-woningen van toepassing is. Alleen natuurlijke personen komen in aanmerking voor de subsidie, dus projectontwikkelaars en andere commercieel handelende personen niet. Op deze wijze hoopt de raad het verduurzamen van woningen door particulieren verder te stimuleren. De nieuwe regeling blijkt een succes en is in oktober 2009 geactualiseerd. De actualisatie hield in dat standaardmaatregelen, die reeds verplicht werden in het Bouwbesluit, niet langer gesubsidieerd worden, maar dus vooral de extra duurzame maatregelen. Verder richt de regeling zich nu alleen op bestaande bouw, omdat daar het meeste rendement voor het milieu te behalen valt. In 2012 zijn in totaal 76 aanvragen toegewezen, er zijn 77 aanvragen ingediend. Uitgekeerd is een bedrag van € 35.420 (voor aanvragen van 2012 en daarvoor; voor 2012 sec is dat bedrag € 28.123) . De locatie voormalige sportvelden in Wissenkerke verkeert in een vergevorderd voorbereidingsstadium als duurzame wijk. Hier zullen onder meer duurzame starterswoningen verrijzen die voldoen aan het concept Passief wonen. Het project wordt gerealiseerd met europese subsidie, waardoor dit Noord-Bevelandse project ook buiten de landsgrenzen belangstelling krijgt. De bouw van de eerste woning is voorbereid in 2012 en gestart in 2013.
11
Natuur en landschap
Natura 2000 wordt nauwlettend gevolgd. Wat betreft Noord-Beveland gaat het om de gebieden Voordelta, Oosterschelde en Veerse Meer. Ter bescherming van de Europese natuur hebben de lidstaten van de EU in 1979 en 1992 de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn aangenomen. Beide richtlijnen verplichten tot het aanwijzen van speciale beschermingszones die tezamen het Europees ecologisch netwerk Natura 2000 moeten gaan vormen. Het aanwijzen van de Natura2000-gebieden valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van LNV. Door de aanwijzing komt een Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied onder de wettelijke bescherming van de Natuurbeschermingswet. In het (ontwerp-)aanwijzingsbesluit staat op basis van welke nationale wetten en internationale richtlijnen en/of verdragen het gebied beschermd wordt. Het ontwerpbesluit somt bovendien op voor welke vegetaties (of anders gezegd habitattypen) en/of soorten het gebied wordt aangewezen.
16
In het aanwijzingsbesluit staat niet vermeld wat er al dan niet is toegestaan in het gebied. Daartoe worden te zijner tijd beheerplannen opgesteld. De beheerplannen doorlopen een aparte procedure. Op 23 december 2009 heeft minister Verburg de Oosterschelde definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Ook de Voordelta en het Veerse Meer zijn definitief aangewezen en beschikken over een beheerplan. Voor de Oosterschelde is een beheerplan nog in de maak.
12
Milieu en RO
Bij de ontwikkelingen in zowel bebouwd als landelijk gebied staat een integrale aanpak voorop. Verstoringen in een gebied (lucht, bodem, geluid, veiligheid) zullen door verkeerskundige en stedenbouwkundige oplossingen zoveel mogelijk aangepakt worden.
Ontwikkelen van duurzaamheidsprofielen Deze taak wordt uitgevoerd door de stedenbouwkundige. Het betreft het leveren van concrete en realiseerbare voorstellen op het terrein van energie, groen, water en mobiliteit waarmee het betreffende plan op structuur-, deel- en woningplanniveau duurzaam vorm gegeven kan worden. In 2004 zijn komplannen ontwikkeld waarin deze aspecten aan de orde kwamen.
13
Milieu en gezondheid
Noord-Beveland heeft geen specifiek beleid op dit gebied en ziet op korte termijn ook geen aanleiding om dit te ontwikkelen. Actuele ontwikkelingen en onderzoeksresultaten worden actief gevolgd. Bij de uitvoering van gemeentelijke taken wordt aandacht voor gezondheid als vanzelfsprekend meegenomen.
17
FINANCIELE ONDERBOUWING Begroting (in euro’s) Grootboeknr.
Omschrijving
Begroting 2012 Uitgaven 2012 Toelichting
4343027
Bijdrage MEC De Bevelanden
€
7.320,00
€
7.451,73
4343035
Calamiteiten
€
5.000,00
€
0,00
4343068
Interne milieuzorg en voorlichting
€
3.500,00
€
2.757,38
Fietsen Scoort, afvalkalender, Zeeuws Klimaatfonds, transportkosten inzamelactie leeg fust ZLTO en gemeente, abonnement Milieubarometer
4343235
Servicepunt/Hand- € Having Samenwerking
6.500,00
€
5.462,19
Er is een voorschot betaald voor 2012 (conform verzoek).
4343126
Monsterneming en € uitrusting
500,00
€
140,59
Bonnenboekjes en handboek boa.
4343066
Contract RMD
€ 138.000,00
€ 126.766,73
RMD geraamd 82.000, werkelijk 81.000. In 1e Berap geraamd voor SORBET/RUD 8.000, werkelijk: 12.473 (veroorzaakt door minder soepel lopende oprichting RUD) en in 1e Berap geraamd 48.000 isv-3, werkelijk: 31.485 (de RMD kon niet meer tijd vrijmaken om isv-3 werk te doen, geen problemen in de planning).
4343378
Milieumeldpunt politie
€
1.450,00
€
2.472,74
Heflt bedrag 2011 en heel bedrag 2012.
4343379
Onderzoek i.v.m. (ver)koop grond
€
10.000,00
€
6.633,66
Onderzoeken Voorstraat, Oost voorstraat en sportvelden.
8422001
Overige ontvangsten
€
0,00
€
7.677,10-
Terugbetaling SORBET gemeenten voorgeschoten kosten gemaakt op 4343066.
8422002
Bijdrage Storl
€
500,00-
€
292,18-
8422003
Bijdrage provincie
€
61.500,00-
Totaal
€ 110.270,00
€ 61.460,25€ 82.255,49
Indexering
18
Kostenoverzicht personeel conform TIM (tijdschrijfsysteem), incl. RMD
Product Milieuvergunningverlening en meldingen 8.41 Meldingen 8.19 Wet milieubeheer Toezicht inrichtingen
Kosten 16.929,58 1.385,36 65.379,99
Onderzoek n.a.v. geluidklachten
3.005,45
Toezicht gedoogregeling mest
3.936,86
Adm. afhandeling gedoogregeling mest
3.316,95
Handhavingsprojecten
107,81
LHO
3.543,36
APHO
2.677,28
BPHO
359,37
(Herijken) handhavingsbeleid Enquetes
2.510,18 215,62
Piketdienst
2.409,55
Jaarverslag milieutaken
1.491,37
Overleg milieusamenwerking
1.327,86
Overleg overigen
2.758,14
Bestemmingsplannen (integrale advisering) Zwerfvuil
26,95 1.766,29
Projecten afvalinzameling
301,87
Overleg ZRD
107,81
Uitvoering reguliere afvaltaken
188,67
Gemeentelijk geluidbeleid
107,81
Uitvoeren activiteiten/projecten geluidbeleid
323,43
Geluidsonderzoek RO
242,57
Windenergie
1.439,26
Onderzoek mogelijkheden duurzame energie
107,81
Ontwikkeling bodemsaneringsbeleid
988,26
Implementatie/uitvoeren Besluit bodemkwaliteit
53,90
Opstellen bodemkwaliteitskaarten
215,62
Bodemkwaliteitskaart buitengebied
35,94
Ontwikkeling integraal beleidsplan
134,76
Ontwikkeling actief bodembeheer
1.836,36
Beheer bodeminformatiesysteem
431,24
Be-, afhandeling bodemonderzoeken
1.128,41
Uitvoeren saneringslocaties
134,76
Subsidies
107,81
19 Ontwikkelen voorlichtingsmateriaal
89,84
Overleg voorlichter
89,84
Uitvoeren voorlichtingsactiviteiten milieu
116,79
Externe Veiligheid
670,22
Klachten milieu Klimaatbeleid
20.169,45 3.546,95
Toezicht gedoogregeling landbouwproducten
269,52
Adm. afhandeling gedoogregeling landbouwproducten
377,34
APHO-projecten
9.224,94
Nieuwe wetgeving
7.818,02
Squit Milieu EEP
13.364,85 783,42