Milieujaarverslag 2012
2
Milieujaarverslag 2012 Gemeente Berkelland
3
4
INHOUDSOPGAVE
1
Milieujaarverslag ............................................................................... 7 1.1 1.2 1.3
2
WET MILIEUBEHEER.......................................................................................... 7 MILIEUTAKEN EN DE ORGANISATIE .................................................................... 7 COALITIE AKKOORD 2010-2014: SAMEN ANDERS ............................................. 7
Menskracht: formatie, beleid en ontwikkelingen ............................ 8 2.1 2.2 2.3 2.4
3
MILIEUFORMATIE .............................................................................................. 8 BELEIDSVORMING............................................................................................. 8 MILIEU & KLIMAATPLAN BERKELLAND 2011-2014 ............................................. 8 OMGEVINGSDIENST ACHTERHOEK .................................................................... 9
Duurzaam wonen en werken .......................................................... 10 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4
BEDRIJVEN EN INRICHTINGENBESTAND............................................................ 10 VERGUNNINGVERLENING EN MELDINGEN ......................................................... 11 TOEZICHT EN HANDHAVING ............................................................................ 12 AFVAL ............................................................................................................ 16 MILIEU- EN AFVAL- KLACHTENREGISTRATIE EN –AFHANDELING ......................... 19
Duurzame ruimtelijke ordening en milieu ..................................... 20 4.1 4.2 4.3
5
RUIMTELIJKE ORDENING ADVIEZEN EN MILIEU .................................................. 20 KLIMAAT EN ENERGIE ..................................................................................... 23 BODEM EN ASBEST ......................................................................................... 27
Water management ......................................................................... 28 5.1
6
AFVALWATER: GEMEENTELIJKE RIOLERINGSPLAN (GRP) ................................ 28
Milieucommunicatie en interne Milieuzorg, .................................. 29 6.1 6.2 6.3
7
NME ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR VOOR BASISSCHOLEN ............................. 29 VERDRAG VAN AARHUS EN DE GEMEENTELIJKE WEBSITE ................................. 29 DUURZAAM INKOPEN ...................................................................................... 29
Milieu uitvoeringsprogramma ........................................................ 30 7.1
MONITORING .................................................................................................. 30
5
6
1
Milieujaarverslag
1.1
Wet milieubeheer
Wettelijk verplicht Het milieujaarverslag geeft inzicht in de milieuactiviteiten die in 2012 door de gemeente Berkelland zijn uitgevoerd. Deze verplichting ligt vast in de Wet milieubeheer (Wm). De verplichte onderdelen daarbij zijn: - Beleids- en uitvoeringswerkzaamheden ten aanzien van inrichtingen. - Procedures voor vergunningen en ontheffingen. - Handhaving en coördinatie bij aanvragen om een beschikking. - Verslag doen door het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad. In het milieujaarverslag wordt ingegaan op relevante milieutaken of milieuthema’s waaraan is gewerkt. Het betreft taken waarvoor het gemeentebestuur van de
1.2
Rijksoverheid milieugelden ontvangt en zaken die voortkomen uit lokale wensen en/of initiatieven. Transparantie en monitoring Een milieujaarverslag bevordert de openheid en wordt uitgevoerd op basis van monitoring van de gemeentelijke milieutaken en prestaties. Het milieujaarverslag maakt voor de buitenwereld zichtbaar wat de gemeente doet binnen haar milieutaak. Welke punten aandacht hebben bij het verbeteren van het milieubeleid of de uitvoering daarvan. Het verslag maakt het mogelijk de eigen prestaties te vergelijken met die van andere gemeenten.
Milieutaken en de organisatie
Door het zeer gevarieerde karakter van alle milieutaken worden deze op meerdere afdelingen in de organisatie uitgevoerd. Tabel 1 geeft hiervan een overzicht. De horizontale samenwerking tussen de
1.3
afdelingen is intensief door deze invulling. Dit zal gaan veranderen doordat er een groot aantal milieutaken naar de Regionale uitvoeringsdienst (RUD) over gaan per 1 januari 2013.
Coalitie akkoord 2010-2014: Samen Anders “De coalitie kiest voor een duidelijk, objectief en verantwoord handhavingsbeleid, waarbij veiligheid voor mens en milieu voorop staat.”
In het Coalitie akkoord Samen Anders en het collegeprogramma is de route voor de komende jaren uitgezet. De hoofdlijn hierin is dat er bezuinigd moet worden. Alle taken en bezigheden worden bekeken en tegen het licht gehouden. Wat blijven we doen en wat niet. En als we het blijven doen, wat is dan voor dat onderwerp de beste weg. Ook leggen we meer verantwoordelijkheid bij partijen buiten de gemeente, zoals burgers en bedrijven. Over milieu en handhaving komen we de volgende gedeelten tegen:
“De gemeente Berkelland heeft toezicht en handhaving goed op orde. Met minder regels en andere vormen van toezicht en handhaving is het verantwoord om aan deze taak minder tijd en geld te besteden. Daarbij staat veiligheid voor mens en milieu voorop.” “We gaan werken aan een energiezuinig en duurzaam Berkelland. Dit gaan we doen door de uitstoot van broeikasgassen (CO2) te verminderen. Verder willen we inspelen op duurzame ontwikkelingen zoals, groene stroom, biogas, aardwarmte en zonne-energie.”
“Op gebied van veiligheid in de openbare ruimte hebben en houden wij als lokale overheid de eindverantwoordelijkheid. En in de openbare ruimte regelen wij als gemeente de zaken die inwoners individueel of samen niet kunnen organiseren: riolering, wegen, afval en inrichting van het openbare gebied.”
Samengevat: minder regels, meer verantwoordelijkheid geven, maar zonder de veiligheid geweld aan te doen.
7
2
Menskracht: formatie, beleid en ontwikkelingen
2.1
Milieuformatie
In tabel 1 is de formatie voor milieutaken in 2011 weergegeven. Hiernaast wordt ook gebruik gemaakt van algemene
functies binnen ondersteunende werkvelden zoals juridische ondersteuning.
Taak
Afdeling
Formatie 2012
milieutechnisch advies, (excl riolering en afval, incl. energie en klimaat)
Ruimtelijke ontwikkeling
4,7
milieubeleid en regie
Ruimtelijke ontwikkeling
0,25
milieubeheer, afval, riolering (excl energie)
Gemeentewerken
4,5
handhaving milieu
Bouwen en milieu
4
milieuvergunningen
Bouwen en milieu
3
Tabel 1: Beschikbare milieuformatie 2012 Berkelland
2.2
Beleidsvorming
In 2012 zijn de volgende beleidstukken vastgesteld en zaken ontwikkeld en/of opgezet op milieugebied: - Milieujaarverslag 2011 programmalijn 3.2 leefomgeving de - Internet publieksenquête lichthinder, doelstelling energieneutraal in 2030 ter vaststelling belevingsnorm belegd. Dit vormt een belangrijke - Bijdrage aan regiogemeenten plan van aanvulling op de doelen zoals gesteld aanpak voor bemeting (hoge) in het Milieu- en klimaat grondwaterstanden in woongebieden uitvoeringsprogramma 2011-2014. door vakberaad water. Inhoudelijk betekent dit het volgende: - Bijdrage aan provinciaal o We willen stimuleren dat in gebiedsdossier drinkwaterwinning 2030 de energieproductie en Haarlo en Noordijkerveld het energieverbruik in de - In september werd in regionaal gemeente Berkelland gelijk is. verband (Achterhoek) de moties voor Dit doen we samen met duurzame energie en biomassa andere regiopartijen. Door het initiatieven in de achterhoek duurzaam produceren van gepresenteerd aan 3 Nederlandse zonne-energie en biogas en Europarlementariërs in Brussel. door energiebesparing via - Beleidsuitgangspunten t.a.v. verduurzamen van woningen proefboringen schaliegaswinning en gebouwen. Het aanjagen werden afgestemd met van deze energietransitie regiogemeenten, college. Dit leidde tot draagt bij aan een duurzame een raadsmotie aan de 2e kamer gemeente en regio. En - Bij de vaststelling van de begroting stimuleert de innovatie in de 2013 is door college en raad in regionale economie. november 2012 binnen de
2.3
Milieu & Klimaatplan Berkelland 2011-2014
Het milieu- & klimaatuitvoeringsprogramma beschrijft de activiteiten in de periode 2011 en 2014. Het milieu uitvoeringsprogramma 20112014 voor Berkelland dient twee doelen, te weten:
1. In de Wet milieubeheer is voor gemeenten een verplichting opgenomen om een milieuprogramma op te stellen; 2. In het collegeprogramma 20102014 is een opdracht opgenomen die invulling geeft ten aanzien van
8
energie en duurzaamheid. Ook wordt aangesloten bij het eerder vastgestelde klimaatplan 20092012 en milieu uitvoeringsprogramma (MUP). In het MUP is hier invulling aan gegeven. Het MUP is verdeeld in tweeën. Het eerste gedeelte (hoofdstuk 2 en 3) gaat over de uitgangspunten en uitvoering van de energie en klimaat taken. Het tweede
2.4
gedeelte (hoofdstuk 4) gaat over de bedrijfsgerichte wettelijke milieutaken. Afgesloten wordt met hoofdstuk 5 waarin de taken in een uitvoeringkalender (paragraaf 5.3) voor de planperiode zijn weergegeven. Onder punt 7 is deze kalender opgenomen in dit jaarverslag.
Omgevingsdienst Achterhoek
Omgevingsdienst Achterhoek (ODA)). De Gelderse gemeenten hebben eind 2009 ingestemd met het organiseren van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) volgens de Gelderse Maat. Deze Gelderse Maat gaat o.a. uit van een RUD op schaal van de Achterhoek.De naam van deze RUD is de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). De ODA wordt opgezet voor de uitvoering van milieuvergunningverlening en -handhaving en de Wabo-specialismen (o.a. advies over bodem, geluid, constructies en externe veiligheid). De
provincie brengt ook de andere werkzaamheden die samenhangen met de omgevingsvergunning over naar de ODA. De complexe vergunningverlening komt terecht bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). De ODA gaat van start op 1 april 2013. Hieronder het algemene beeld van de ODA zoals opgenomen in de uitgangspuntennotitie (vastgesteld door alle partners op 1 in januari 2012).
1
De ODA is een openbaar lichaam, dat is ingericht op het nieuwe werken (HNW). Er is sprake van een ‘centrale ontmoetingsplek’ en ‘werkplekken op locatie’. In de centrale ontmoetingsplek (in het gemeentehuis van Bronckhorst in Hengelo Gld.) zitten de leidinggevenden, de ‘provinciale’ medewerkers en de medewerkers voor wie het op dat moment handig is om daar aanwezig te zijn. In de overige gemeentehuizen zitten de ODA-medewerkers die ter plekke het dagelijkse vergunning-, handhaving- en advieswerk doen. Onder kwaliteitsbewaking van de ODA leveren zij de producten die zij nu ook al leveren. De aansturing vindt plaats door de leiding van de ODA. Het takenpakket van de ODA wordt gevormd door de samengevoegde takenpakketten van de aangesloten partners. Uitgangspunten voor het takenpakket zijn de ‘basistaken’ en de Wabo-brede specialismen. De ODA voert het totale ODA-programma uit. Het bevoegd gezag blijft bij provincie en gemeenten. De ODA krijgt een ruim mandaat. 1) Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Montferland, Winterswijk, Zutphen en de provincie Gelderland.
9
3
Duurzaam wonen en werken
3.1
Bedrijven en inrichtingenbestand
Bedrijven onder het bevoegd gezag van de gemeente Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna Activiteitenbesluit) inwerking getreden. De vergunningverlening-systematiek is hierdoor omgedraaid. Bedrijven zijn nu volgens de Wet milieubeheer meldingsplichtig op basis van het Activiteitenbesluit, tenzij ze zijn uitgezonderd. Daarnaast worden zij op basis van hun activiteiten in een drietal categorieën opgedeeld: type A, B en C. Type A bedrijven Bedrijven waarvan de activiteiten weinig invloed hebben op het milieu. Voorbeelden van bedrijven die onder deze categorie vallen zijn onder andere kantoren, banken en zorginstellingen. De type A bedrijven vallen volledig onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit maar hoeven geen melding (meer) te doen. Deze bedrijven moeten wel voldoen aan de (zorgplicht)voorschriften van het Activiteitenbesluit. Type B bedrijven Bedrijven die een middelgrote invloed hebben op het milieu. Dit betreffen de bedrijven die grotendeels onder de oude branchegerichte algemene regels vielen en bedrijven uit onder andere de metaalelektro-industrie, tandheelkundige laboratoria, zeefdrukkerijen en een deel van de afvalverwerkende bedrijven. Deze bedrijven vallen volledig onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit en moeten een melding indienen. Deze bedrijven moeten voldoen aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit. Type C bedrijven Zijn uitgezonderd in het Activiteitenbesluit en zijn op te delen in twee groepen. De eerste groep betreft bedrijven die een grote invloed hebben op het milieu en daardoor vergunningplichtig zijn.
De tweede groep betreft bedrijven die onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw milieubeheer vallen. Binnen deze bedrijven kunnen activiteiten plaatsvinden die onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit vallen. Hierdoor kunnen zij gedeeltelijk onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit vallen en moeten voor dit deel ook een melding indienen. Daarnaast moeten zij afhankelijk van de groep waarin ze vallen een milieuvergunning aanvragen of een melding doen op basis van het Besluit landbouw milieubeheer. Ze moeten voldoen aan de voorschriften uit de milieuvergunning ofwel het Besluit landbouw en eventueel aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit. Bedrijven met een GPBV-installatie (De afkorting staat voor Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreinigingen.) Deze zijn vergunningplichtig, vallen niet onder het Activiteitenbesluit en zijn de bedrijven waarbinnen een GPBV-installatie aanwezig is. Zij hebben een zeer grote invloed op het milieu en moeten altijd een milieuvergunning aanvragen. Bedrijven onder het bevoegd gezag van de provincie In Berkelland liggen 13 bedrijven waarvoor GS van de provincie Gelderland het bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer. Bedrijven onder het bevoegd gezag van het rijk In Berkelland ligt één bedrijf waarvoor het ministerie van Infrastructuur en Milieu het bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer. In 2009 is het bedrijvenbestand aangepast op de nieuwe categorie-indeling op basis van het Activiteitenbesluit. Hierdoor is alleen het aantal bedrijven voor 2009 en 2010 aangegeven in het overzicht.
Tabel 2: Overzicht van het aantal bedrijven in Berkelland op basis van de Wet milieubeheer in 2009-2011: Soort bedrijf 2009 2010 2011 2012 226 225 Type A 223 222 800 816 Type B 776 784 492 486 Type C - Vergunningplichtig 579 493 625 608 Type C - Besluit landbouw 617 664 32 32 GPBV-installatie 18 25 13 12 Provincie bevoegd gezag 13 6 1 1 Rijk bevoegd gezag 1 1 Jaar
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Totaal aantal bedrijven
2.211
2.297
2.227
2.195
2.190
2180
10
3.2
Vergunningverlening en meldingen
Besluit algemene regels voor inrichtingen Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit in werking getreden. Dit besluit wordt in fases ingevoerd. Op 1 januari 2008 is fase 1 in werking getreden. Hierbij hebben 12 algemene maatregelen van bestuur (amvb's) plaatsgemaakt voor één nieuwe algemene maatregel van bestuur, het Activiteitenbesluit. Fase 2 wordt in een aantal tranches ingevoerd. e Op 1 januari 2010 is de 1 tranche van fase 2 in werking getreden, hierbij zijn 7 bedrijfstakken en inrichtingen voor traditioneel schieten (bijvoorbeeld vogelschieten Zomerfeesten) onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit gebracht. e Op 1 januari 2011 is de 2 tranche van fase 2 inwerking getreden, hierdoor zijn een groot aantal afvalgerelateerde activiteiten onder het Activiteitbesluit komen te vallen. Op 1 januari 2013 zal waarschijnlijk de derde tranche van fase 2 van het Activiteitenbesluit inwerking treden. Deze tranche omvat de meer complexe bedrijfstakken. Naast de derde tranche wordt gewerkt aan de samenvoeging van het Soort procedure Oprichtings-/veranderingsvergunning (art. 2.1.e Wabo) Revisievergunning (art. 2.6 Wabo) Wijzigen vergunning op verzoek (art 2.31 Wabo) Ambtshalve wijzigen vergunning (art. 2.31 Wabo) Intrekken vergunning op verzoek (art. 2.33 Wabo) Ambtshalve intrekken vergunning (art. 2.33.2.b Wabo) Milieuneutrale vergunning (3.10.3 Wabo) Mer-beoordelingen (art. 7.8 Wm) Meldingen (art. 8.40 Wm) Totaal
Activiteitenbesluit met het Besluit landbouw milieubeheer. Verder zal naar verwachting de implementatie van de herziene GPBV-richtlijn (richtlijn voor Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreinigingen) leiden tot wijzigingen in het Activiteitenbesluit. Al deze wijzigingen zullen ertoe leiden dat het overgrote deel van de bedrijven binnen de gemeente Berkelland meldingsplichtig zullen worden op basis van het Activiteitenbesluit. De toetsing voor meldingsplichtige veehouderijen zal echter wel moeten worden uitgebreid. Alleen inrichtingen waarbinnen een GPBVinstallatie aanwezig is blijven vergunningplichtig. Dit zijn bedrijven die een zeer grote invloed op het milieu hebben. Naar schatting zullen ongeveer 25-30 bedrijven vergunningplichtig blijven binnen Berkelland.
ingekomen aanvragen 2011 17 34 0 0 13 1 22 4 126 217
afgehandelde aanvragen 2011 14 17 0 0 11 0 17 3 113 175
ingekomen aanvragen 2012 9 17 9 1 14 4 9 2 88
afgehandelde aanvragen 2012 8 15 0 1 13 4 9 2 83
144
135
Tabel 3: Overzicht van procedures op basis van de Wet milieubeheer in de periode 2010-2012
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo) - Op 1 oktober 2010 is de Wabo in werking getreden. De Wabo maakt het mogelijk om voor een groot aantal toestemmingen op het gebied van de fysieke leefomgeving nog maar één vergunning aan te vragen, de zogenoemde omgevingsvergunning. De Wabo betreft een procedurewet, dit betekent dat de
inhoudelijke toetsing nog steeds plaatsvindt op basis van de specifieke wet- en regelgeving zoals de Woningwet, Wet milieubeheer, etc. Door het inwerking treden van de Wabo zijn bestaande procedures gewijzigd. Hierdoor is een vergelijking met het aantal procedures van voorgaande jaren niet mogelijk.
11
3.3
Toezicht en Handhaving
3.3.1. Handhaafbeleid In 2012 is het “Handhaafbeleid Fysieke leefomgeving Gemeente Berkelland” voortgezet. In dat beleid staan voor het toezicht en de
3.3.2
handhaving de doelen en prioriteiten. Ook is aangegeven op welke wijze de gemeente controles uitvoert en bij overtredingen handhaaft.
Bedrijfsgebonden controle taken
Voor het bepalen van de prioriteiten bij de bedrijfsgebonden taken is in het bedrijvenprogramma Powerforms een risicomodel ingevoerd. Het model bepaalt voor elk bedrijf het risico en daarmee de prioriteit als volgt: Risico = (gevolg effecten) x (factor naleving langere periode) x (factor naleving laatste bezoek). Van alle 2200 bedrijven zijn de milieubelastende activiteiten in het bedrijvenprogramma vastgelegd. Daarbij is beoordeeld welke effecten deze activiteiten kunnen hebben, hoe vaak ze
voorkomen en in welke omvang. Bij de waardering van de effecten zijn prioriteiten gesteld. Zo is de hoogste prioriteit (en waarde) gegeven aan het belang van de bescherming van de fysieke veiligheid. Ook is van elk bedrijf het naleefgedrag bij zowel de laatste controle als in het verleden vastgelegd. Aan de hand van deze gegevens bepaalt het model voor elk bedrijf hoe vaak er een controle moet plaatsvinden. De eindscore van de risicoberekening bepaalt de prioriteit en de controlecategorie voor het bedrijf. Hierbij gelden de volgende controlefrequenties.
Tabel 4: categorie indeling scores
Omschrijving Categorie 0 (geen controle nodig) Categorie 1 (1 x 10 jaar controle) Categorie 2 (1 x 5 jaar controle) Categorie 3 (1 x 2 jaar controle) Categorie 4 (1 keer per jaar)
Minimale score 1 76 151 251 501
Maximale score
Prioriteit
75 150 250 500 50000
Zeer laag Laag Gemiddeld Hoog Zeer hoog
In 2012 zijn de volgende controles uitgevoerd.: Tabel 5: Bedrijfsgebonden controle taken 2012
Omschrijving Periodieke controles* Opleveringscontroles Controles intrekkingsbesluiten Hercontroles Projectmatige controles: - vetafscheiders - loonbedrijven
Administratieve controles Voornemen dwangsom/bestuursdwang Besluiten dwangsom/bestuursdwang
2012 342 5 11 35 12 5
85 6 0
** aantal gevel- en bedrijfscontroles niet bekend
Toelichting: Van de 420 geplande periodieke controles zijn er 342 uitgevoerd. In 2012 was er minder personele capaciteit beschikbaar dan gepland. Een medewerker heeft gedurende het jaar binnen de gemeentelijke organisatie een andere functie
aanvaard. In het kader van de bezuinigingen is deze functie niet meer ingevuld. Daarnaast hebben 2 medewerkers in de periode 15 maart tot en met 30 juni elk 2 dagen per week toezichts- en handhavingswerkzaamheden voor de gemeente Doetinchem verricht.
12
In verband met deze ontwikkelingen zijn ten aanzien van de uit te voeren controles nadere prioriteiten gesteld. Ten eerste zijn de geplande controles bij 64 zogenaamde B2 bedrijven volgens het Actieplan Ammoniak uitgesteld. Dit was mogelijk omdat deze bedrijven in verband met de vertraging van het inwerkingtreden van het Activiteitenbesluit de bestaande stallen niet al per 1 juli 2012 maar pas per 1 januari 2014 hoeven aan te passen. Daarnaast zijn voor 14 bedrijven de controles doorgeschoven naar 2013. In het project vetafscheiders zijn 12 horecabedrijven gecontroleerd op het naleven van de lozingsvoorschriften voor het aspect vet. De reden voor dit project is dat er regelmatig grote hoeveelheden vet in het riool worden aangetroffen. Dit levert problemen op voor de goede werking van de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Volgens het Waterschap Rijn en IJssel ontstaan deze verstoppingen door het bereiden van voedsel bijvoorbeeld vetlozingen en het lozen van gemalen en ongemalen groenten. De controles hebben zich dan ook gericht tot bedrijven met deze activiteiten. Bij 2 horecabedrijven bleek er teveel vet in de vetvangput te zitten. Naast het ledigen van de vetvangput diende één van deze bedrijven ook een nieuwe vetafscheider te plaatsen. Met het waterschap zijn bij 6 bedrijven controles afvalwater uitgevoerd. Bij 1 controle werden de lozingseis voor chloor overschreden. Het bleek dat hiervoor de lozingseisen moest worden bijgesteld.. Dit is in procedure. In mei is bij het bedrijventerrein de Korenbree geïnventariseerd of de gemeentelijke informatie over de aanwezige bedrijven nog actueel is. Er bleken zich enkele nieuwe bedrijven te hebben gevestigd zonder dat. Met de provincie Gelderland is het project Afvalketen Berkelland uitgevoerd. In dit project zijn verschillende loonbedrijven gecontroleerd op de aanwezigheid van de verschillende afvalstromen. Er zijn 5 bedrijven bezocht. Uit deze controles is gebleken dat de bedrijven vaak meer of andere afvalstromen opslaan dan volgens de Wabo-
vergunning milieu is toegestaan. Hierdoor kan het ook voorkomen dat het bevoegd gezag niet de gemeente maar de provincie is. Doort de provincie is bij een bedrijf een dwangsom opgelegd wegens niet vergunde activiteiten. De 9 vuurwerkverkooppunten zijn in oktober en december gecontroleerd. In oktober is gekeken naar de technische voorzieningen en in december is tijdens de verkoopdagen gecontroleerd. Bij 7 bedrijven was er een overtreding. Deze overtredingen hadden te maken met het vernieuwde Vuurwerkbesluit en het nog nier hierop aanpassen van de vuurwerkopslagen. Ten tijde van de verkoopdagen waren deze overtredingen inmiddels opgeheven. In 2012 zijn 4 gemeentelijke bedrijven (gemeentewerf Berkelland, 2 opslagdepots en het openluchttheater) gecontroleerd. Bij de controle van de gemeentewerf bleken er teveel gasflessen aanwezig. Deze zi8jn inmiddels afgevoerd. Alle 3 bedrijven met een natte koeltoren zijn gecontroleerd. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd. De gemeente controleert niet elke verleende milieuvergunning/ingediende melding. Wanneer wij constateren dat een bedrijf heeft uitgebreid zonder hiervoor een melding in te dienen/vergunning aan te vragen ontvangt het bedrijf hiervoor een aanschrijving. Wanneer het bedrijf de uitbreiding laat legaliseren en er tijdens de eerdere controle is gebleken dat de uitbreiding aan de milieueisen voldoet dan vindt er geen opleveringscontrole meer plaats. Als in een jaar zowel een opleveringscontrole als een periodieke controle bij een bedrijf moet plaatsvinden worden deze controles gecombineerd. In 2012 is ambtelijk deelgenomen aan verschillende werkgroepen in verband met de vorming van de Omgevingsdienst Achterhoek. Hierbij zijn onder andere de handhavingstrategieën en standaarddocumenten opgesteld.
13
Tabel 6: Samenvatting van het totaal aantal controles in 2005 - 2010 Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal 2005 2006 2007 2008 2009 Totaal aan fysieke 649 885 809 611 692 controles
Naleefgedrag In 2012 was bij 43% van de uitgevoerde controles er sprake van één of meer overtredingen. De meest voorkomende overtredingen waren: Het uitbreiden van een bedrijf zonder een melding/vergunning; - Onjuiste mestopslag/niet keuren mestbassin;
Totaal 2010
Totaal 2011
Totaal 2012
626
818
490
- Geen bodembeschermende voorziening bij opslag gevaarlijke (vloei)stoffen; - Onjuiste opslag van gasflessen.
Uit het volgende overzicht blijkt dat het naleefgedrag van bedrijven tot 2010 jaarlijks verbeterde maar daarna weer afneemt Tabel 7: naleefpercentages t.o.v. eerder jaren
Jaar 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Aantal periodieke controles 389 463 467 441 426 417 415
In orde 124 (32%) 163 (35%) 205 (44%) 266 (60%) 268 (62%) 243 (58%) 237 (57%)
Niet in orde 265 (68%) 300 (65%) 262 (56%) 175 (40%) 158 (38%) 174 (42%) 178 (43%)
2012
342
181 (53%)
161 (47%)
Communicatie en voorlichting kan bijdragen aan een beter naleefgedrag. Via Berkelbericht geven we regelmatig voorlichting over de milieuvoorschriften die gelden voor activiteiten. In 2012 is aandacht besteedt aan de onderwerpen
vaste mestopslag, bodembeschermende voorzieninge en vuurwerk. Ook is een artikel opgesteld over de vaccinatieverplichting tegen de Q-koorts voor kinder- en zorgboerderijen waar geiten en/of schapen worden gehouden.
Afspraakformulier/sanctiestrategie Indien er bij een milieucontrole sprake is van een overtreding dan gebruikt de toezichthouder het afspraakformulier. De ondernemer ondertekent het formulier waarin de actie en de termijn(en) staan waarbinnen hij de overtreding(en) moet verhelpen.
Bij ernstige overtredingen wordt het afspraakformulier niet gebruikt maar ontvangt de vergunninghouder een brief met hersteltermijnen en een vooraankondiging dwangsom/bestuursdwang.
Klachten In 2012 zijn er 34 klachten over bedrijven afgehandeld. De meeste klachten gingen over stank- en geluidsoverlast.
14
3.3.3. Niet bedrijfsgebonden taken In 2012 is prioriteit gegeven aan het toezicht en de handhaving van het Besluit Bodemkwaliteit, bodemsaneringen (tanks) en mobiel puinbreken. Van de 31 ingediende meldingen Besluit Bodemkwaliteit voor het verplaatsen en toepassen van grond zijn er 27 gecontroleerd. Bij 5 van deze controles waren er kleine overtredingen die direct ongedaan zijn gemaakt. Naast de controles van de meldingen is er toezicht in het vrije veld uitgeoefend. Daarbij zijn 3 illegale toepassingen van grond ontdekt die niet waren gemeld.
Door het indienen van een melding of het overleggen van keuringscertificaten van partijkeuringen zijn deze toepassingen alsnog gelegaliseerd. Er zijn 7 saneringen van tanks gecontroleerd. Deze saneringen voldeden aan de voorschriften. Er zijn 33 controles uitgevoerd bij activiteiten met mobiele puinbrekers. In 8 gevallen waren de activiteiten niet gemeld. In 1 geval werd er puin van buiten het bedrijf gebroken.
3.3.4. Regionale en overige handhavingsprojecten Samen met het Waterschap Rijn en IJssel zijn gemeentelijke IBA’s (Individuele Behandeling Afvalwater) gecontroleerd. In 2 gevallen is er een
overtreding van de lozingsnormen geconstateerd. Deze zijn opgeheven.
3.3.5. Lokaal handhavingoverleg Er heeft een keer een lokaal handhavingoverleg met de politie plaatsgevonden. Het Waterschap is agendalid. In dit overleg zijn de lopende en nieuwe handhavingzaken besproken en
afspraken gemaakt over de aanpak van overtredingen. Er zijn geen bijzondere projecten opgepakt.
15
3.4
Afval
3.4.1
Inzameling huishoudelijk afval
In 2006 heeft de gemeenteraad van Berkelland het “Afvalstoffenplan Gemeente Berkelland 2007 – 2012” vastgesteld. Dit plan is met ingang van 1 januari 2007 in werking getreden. In dit plan zijn de inzamelsystemen van de vier voormalige gemeenten Borculo, Eibergen, Neede en Ruurlo omgevormd tot één Berkellands systeem. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveelheid afval in de jaren 2007 tot en met 2012 in de gemeente Berkelland is ingezameld. Volgens het
Landelijk Afvalbeheerplan 2 (LAP2) moet in 2015 in totaal 60% van het huishoudelijk afval gescheiden worden ingezameld. Voormalig staatssecretaris Atsma heeft dit percentage verhoogd tot 65% in 2015. In de tabel is aangegeven hoeveel nu al wordt gescheiden en hoeveel nog extra gescheiden moet worden ingezameld om het percentage van 60/65 te halen.
Tabel 8: Ingezamelde hoeveelheden (in tonnen) en per inwoner.(in kg) (aantal inw. per 1-1-2011: 44.855) Afvalstof
Huishoudelijk restafval Grof huishoud. restafval GFT Grof tuinafval Oud papier Verpakkingsglas Textiel Kunststof verpakkingen Schoenen KCA Luiers Hout WEB Bruikbare huisraad (kringloop) Vloerbedekking (kringloop) Matrassen Vlakglas (kringloop) Metalen (kringloop) Gasflessen en brandblussers
2007
2008
2009
2010
2011
2012
(tonnen)
(tonnen)
(tonnen)
(tonnen)
(tonnen)
(tonnen)
11.522
11.803
11.751
11.300
341
336
311
357
369
410
5.291*
5.125*
5.171*
4.891*
5.072*
4.875*
120 4.306 1.010 233
175 4.268 985 266
175 3.888 972 246 448
134 3.874 988 253 488
116 3.562 978 209 536
1 29 289 387 96 272
1 44 270 438 520 338
134 3.952 997 265 22 (1 mnd) 1 35 285 408 440 540
133,88 ** 2,58 79,31 21,78 4,65 11,93
1 49 204 484 444 288
1 41 154 492 474 498
1 44 143 510 408 266
0,02 0,98 3,18 11,36 9,08 5,92
193
160
141
156
148
105
2,34
11
68 12
56 14
1,25 0,31
21
23
25
0,56
0,3
54
1,20
16
16
20
11.246
Totaal ingezameld
24.106
24.745
24.681
24.034
24.335, 3
Gescheiden ingezameld (totale hoeveelheid minus (grof) restafval
50,79 %
50,95 %
51,13%
51,50%
52,27% *** (gecorrigeerd 55,6%)
Bruikbare huisraad en materiaalhergebruik totaal (kringloop)
2.100
1.988
1.906
1.655
11.176
54 23.542 50,78% *** (gecorrigeerd 53,05%)
Landelijke richtlijnen
Te plegen extra inspanning
60% (LAP2)
9,22% (gecorrigeerd 6,95%)
2012 per inwoner (in kg.) 248,85 9,13
1,20 524,19
65% in 2015 (brief Atsma)
14,22% (gecorrigeerd 11,95%)
1.561 = 77,01% ****
16
* ** *** ****
Deze hoeveelheden zijn ingezameld in de kernen. Sinds 2007 wordt in het buitengebied geen GFT meer gescheiden ingezameld. Een deel van het GFT uit het buitengebied wordt met het restafval aangeboden. De hoeveelheid GFT die in 2011 in de kernen is ingezameld is gedeeld door het aantal inwoners van de kernen. Het percentage gescheiden ingezamelde afvalstoffen wordt negatief beïnvloed doordat in het buitengebied geen GFT meer wordt ingezameld. Was dat wel zo geweest, dan was in totaal 53,05% gescheiden ingezameld. Berekening: 2.027.395 kg. (totaal ingezameld door kringloopbedrijven) – 466.056 kg. (grof huishoudelijk restafval van kringloopbedrijven) = 1.561.339 kg. Hergebruik is 1.561.339 kg : 1% van 2.027.395 kg. = 77,01%.
Opmerkingen bij de tabel: De totale hoeveelheid afval is met 3,6% gedaald, van 24.335 ton naar 23.542 ton. Dit zal met name te maken hebben met de economische teruggang. De kringloopbedrijven hebben minder grof huisvuil ingezameld. In 2012 werd van het ingezamelde grof huisvuil 77,01% hergebruikt: In 2011 was dat nog 83,45% . Volgens de kringloopbedrijven wordt dit veroorzaakt doordat de inwoners minder goederen aanleveren van mindere kwaliteit. Ook hier is de slechtere economische situatie de oorzaak. De hoeveelheid oud papier is verder gedaald. De daling kan verschillende In 2015 moet in Berkelland 60% van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval gescheiden worden ingezameld. Toenmalig staatssecretaris Atsma heeft dit verhoogd tot 65%. Het scheidingspercentage komt voor Berkelland in 2012 uit op 50,78.
-
oorzaken hebben, zoals de economische crisis, toenemend gebruik van de nee/neeen nee/ja-sticker en een verminderd scheidingsgedrag. Ook werd er minder textiel gescheiden aangeboden. Aangenomen wordt dat kleding langer wordt gedragen. De hoeveelheid plastic stijgt nog steeds. Een goede ontwikkeling. De afvalstoffen die de kringloopbedrijven inzamelen zijn uitgesplitst. Dit is bij de afvalstoffen aangegeven. Het aanbod van wit- en bruingoed, bruikbare huisraad en vloerbedekking is aanzienlijk gedaald.
Als de ingezamelde hoeveelheid GFT per inwoner in de kernen wordt doorgerekend naar het buitengebied komt het scheidingspercentage op 53,05. Het scheidingspercentage moet dus nog verder omhoog.
17
3.4.2
Wijze van inzameling
In het volgende overzicht is aangegeven welke afvalstoffen in 2012 in opdracht van de gemeente werden ingezameld. Overzicht manier van afvalinzameling 2012 Afvalstof Restafval
GFT
Grof huisvuil (alle herbruikbare en niet herbruikbare goederen, mits herkenbaar als huishoudelijk afval + textiele vloerbedekking) Grof hout (bepaalde eisen aan hout) Grof tuinafval Kerstbomen Glas
Wijze en frequentie van inzamelen huis-aan-huis alternerend (1x per 2 weken) (volumesysteem)
huis-aan-huis alternerend (1x per 2 weken) in de bebouwde kom, buitengebied wordt niet meer ingezameld halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen:bij kringloop halen: 2x per jaar huis-aan-huis, in buitengebied op afroep halen/brengen door kinderen, 1x per jaar brengen (deels kleurscheiding)
Papier
halen: huis-aan-huis (verenigingen/scholen) brengen: stationaire containers (verenigingen/scholen)
Kunststof verpakkingsafval
halen: huis-aan-huis 1x per maand in plastic zakken halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop halen: 2x per jaar huis-aan-huis, in buitengebied op afroep brengen: 2 x per jaar standplaats in alle kernen halen: charitatieve instellingen brengen: containers
Groot en klein wit- en bruingoed KCA en klein wit- en bruingoed
Textiel Luiers en incontinentiemateriaal Oud ijzer (mits handzaam)
brengen: kinderdagverblijven en zorginstellingen halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop
Collectieve inzamelmiddelen grijze container -53 bovengr.verzamelcontainers op 21 locaties -38 ondergr. Verzamelcontainers op 34 locaties groene container
40 ondergr. containers op kleur op 27 locaties 3 halen met kraakperswagen 1 halen met kraakperswagen/ brengen 15 halen met eigen middelen 4 halen met eigen middelen/ brengen 9 brengen
KCA-box
-7 bovengrondse containers en 3 ondergrondse containers op 10 locaties -28 bovengrondse containers op 19 locaties
18
3.5
Milieu- en afval- klachtenregistratie en –afhandeling
3.5.1
Gemeente Berkelland systeem komen naast de hoofdcategorieën milieu en afval ook de aan natuur en leefbaarheid gerelateerde hoofdcategorieën (bomen, dierplagen, groen, overlast, riolering, vergunningen en wegen). In dit verslag zijn deze echter buiten beschouwing gelaten.
De klachten en meldingen worden sinds 2005 geregistreerd in het geautomatiseerde klachtenregistratie- en afhandelingsysteem systeem (RS 8 melddesk) door de front-Office medewerkers (afdeling gemeentewinkel). In dit
Tabel 10: Aard en aantal klachten 2007 - 2012 de hoofd categorieën milieu- en afval gemeld bij gemeente Berkelland aantal 2007 1
aantal 2008 0
aantal 2009 0
aantal 2010 0
aantal 2011 0
aantal 2012 0
Bodem
3
3
0
0
0
1
Geluidsoverlast
3
9
6
8
0
6
Illegale lozingen
1
3
4
2
0
0
Mestopslag
0
0
1
1
0
0
Stankoverlast
14
7
21
26
7
21
Hoofdcategorie Milieu Afvaloverlast bedrijfsterreinen
Totaal
22
22
32
37
7
28
Hoofdcategorie Afval
aantal 2007
aantal 2008
aantal 2009
aantal 2010
aantal 2011
aantal 2012
Wrakken/autobanden
3
-
4
1
2
1
Asbest
1
7
8
2
0
0
Bouw-en sloopafval
1
5
11
2
9
5
Dode dieren
9
1
5
10
0
-
Straatreiniging
21
25
11
7
11
8
Overige Afval Illegale stort
9
16
43
35
49
45
87
116
79
80
96
81
39
42
27
36
22
16
Zwerfafval Totaal
170
212
205
163
187
148
‘-‘ = categorie vervallen
In het klachten registratie- en afhandelingssysteem van Berkelland zijn normtijden opgenomen voor afhandeling. Deze normtijden
3.5.2
komen voort uit overleg binnen de gemeentelijke afdelingen die de klachten afhandelen en zijn in het geautomatiseerde systeem aangegeven.
Omgevingsloket provincie Gelderland
Het omgevingsloket van de provincie Gelderland krijgt ook klachten binnen over zaken waarvoor gemeente Berkelland het bevoegd gezag is.
Deze worden doorgespeeld en dan opgenomen in ons klachtensysteem.
19
4
Duurzame ruimtelijke ordening en milieu
4.1
Ruimtelijke ordening adviezen en milieu
In 2012 zijn adviezen van diverse aard verstrekt in verband met ruimtelijke ordening, bouwen en milieu. Aard van de adviezen: • archeologie • bodem • bedrijven en milieuzonering • geurregelgeving veehouderijen ("geurcontouren")
• • • •
geluid externe veiligheid luchtkwaliteit overige aspecten (lichthinder, hoogspanningslijnen, zendmasten, ammoniak, ecologische hoofdstructuur en Natura 2000)
Tabel 11: Aard van de adviezen in kader van RO Milieuadviezen
2007
2008
2009
2010
2011
2012
totaal integrale milieuadviezen:
143
107
153
155
223
159
70 87 80 70 94 71 72 9
91 114 99 70 122 80 76 24
36 52 56 41 90 45 40 16
opgesplitst in milieudeelgebieden: archeologie bodem bedrijven en milieuzonering geurregelgeving veehouderijen geluid externe veiligheid luchtkwaliteit overige aspecten
4.1.1
totaaldeeladviezen 553 676 376 Sinds half 2009 wordt gewerkt met een uitsplitsing van de adviesonderdelen in de onderliggende milieutaakvelden. Vanaf 2010 is dat weer te geven voor een heel jaar. Eén advies kan uit meerdere deeladviezen bestaan. Vandaar is de som van alle milieuadviezen samen hoger dan het totaal aan integrale adviezen.
Bedrijven en milieuzonering
Het is gebruikelijk om voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van bedrijvigheid aansluiting te zoeken bij de afstanden genoemd in de publicatie Bedrijven en milieuzonering. Dit betreft afstanden voor de aandachtsgebieden geur, stof, geluid en gevaar. Andersom kan deze publicatie worden gebruikt voor het verantwoord inpassen van bedrijvigheid in de fysieke omgeving. Deze VNG-publicatie geeft op systematische wijze informatie over de milieukenmerken van vrijwel alle voorkomende bedrijfstypen. Het biedt daarmee een hulpmiddel
4.1.2
om ruimtelijke ordening en milieu op gemeentelijk niveau op elkaar af te stemmen. Het is niet de bedoeling om de in deze publicatie genoemde richtafstanden zonder meer toe te passen. De afstanden moeten worden afgestemd op de omgevings- en bedrijfskenmerken. Dit leidt tot een gemotiveerd toepassen van de afstanden. In de praktijk gaat het dan om de combinatie van deze publicatie met de voorhanden zijnde bestemmingsplan- en milieuvergunninggegevens en relevante andere informatie, zoals richtlijnen en jurisprudentie.
Geurhinder veehouderijen en industrie
Sinds 1 januari 2007 is er een nieuwe wet voor de beoordeling van agrarische geurhinder: de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). Deze wet is opgesteld voor de milieuvergunningverlening aan veehouderijen, maar geldt ook voor besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen (vanuit het principe van de “omgekeerde werking”).
Na inwerkingtreding van de Wgv zijn alle binnen de gemeente Berkelland spelende ruimtelijke plannen beoordeeld op de gevolgen van deze nieuwe wet. Geconstateerd is dat een aantal plannen in met name de kleine kernen geen doorgang kan vinden met toepassing van de standaardnormen. Ook zit een aantal veehouderijen onder het regime van de Wgv op slot qua uitbreidingsmogelijkheden. Gelukkig
20
biedt de Wgv de mogelijkheid tot maatwerk, waarbij gemeenten een bepaalde mate van beleidsvrijheid hebben. Om die reden is besloten tot het opstellen van geurbeleid voor de kleine kernen. Dit heeft geleid tot een in december 2008 vastgestelde geurverordening, die op 1 juli 2009 in werking is getreden. Deze verordening leidt tot een versoepeling van de geurnorm voor de kleine kernen en een kleinere aan te houden minimumafstand. Dit zonder dat het woon- en leefklimaat binnen de kernen in het geding komt. Voor het overige grondgebied van de gemeente Berkelland voldoen de standaardnormen uit de Wgv in de regel prima. Daarom bestaat er geen
4.1.3
Luchtkwaliteit
De Wet luchtkwaliteit heeft als doel het beschermen van mens en milieu tegen negatieve effecten van luchtverontreiniging door bepaalde stoffen. Stikstofoxiden en fijn stof zijn daarbij in de praktijk de meest kritische stoffen. Het wegverkeer en enkele grote intensieve veehouderijen (met name pluimvee) zijn in Berkelland de belangrijkste bronnen die bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Deze bijdrage komt bovenop de achtergrondbelasting. Dit zijn concentraties die op de achtergrond aanwezig zijn door natuurlijke bronnen en diverse bronnen van menselijke oorsprong uit binnen- en buitenland. Volgens de meest recente inzichten is in algemene zin in Berkelland geen sprake meer van overschrijding van luchtkwaliteitsnormen. Voor de situatie rondom wegen was dat ook voorgaande jaren al bekend. In het verleden was de N18 door Eibergen nog een knelpunt. Door
4.1.4
directe noodzaak tot het opstellen van verder gemeentelijk geurbeleid. Desondanks kunnen zich in specifieke situaties best knelpunten voordoen. Voor de beoordeling van industriële geurhinder vormt de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR) het belangrijkste toetsingskader. De NeR is formeel geen wet maar heeft in de praktijk wel een soortgelijke status gekregen door uitspraken van de rechtsprekende macht.' Daarnaast gelden soms specifieke bepalingen uit het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim, meestal aangeduid als het Activiteitenbesluit).
een dalende trend van de concentraties fijn stof en stikstofoxiden is dit inmiddels niet meer het geval. Deze daling is vooral te danken aan maatregelen op rijksniveau. Met de komende omleiding om Eibergen wordt de belasting in Eibergen enorm verlaagt. Alle Berkellandse veehouderijen. met uitzondering van het bedrijf Groenloseweg 53 in Ruurlo, blijken in de vergunde situatie te voldoen aan de wettelijke grenswaarden. Deze pluimveehouderij voldeed op het moment van vergunningverlening wel aan de grenswaarden. Door de ongunstige klimatologische omstandigheden in 2012 was echter sprake van een geringe overschrijding van de grenswaarde voor fijn stof. In 2013 vindt onderzoek plaats naar eventuele maatregelen.
Geluid
Geluid kent een breed taakveld. Onder dit taakveld vallen bijvoorbeeld: industrielawaai, horecalawaai, lawaai van evenementen en sporten, verkeerslawaai, railverkeerslawaai, maar ook de APV. Deze vormen van geluid kennen elk verschillende wetten en regelingen waarin normen en kaders zijn gesteld. Wetten en regelingen kunnen elkaar soms overlappen en aanvullen maar ook weer verbonden zijn met andere wetten, zoals de Wet op de Ruimtelijk Ordening. Dit houdt onder andere in dat geluid veel raakvlakken heeft. Bij ruimtelijke plannen, vergunningverlening, evenementen en handhaving is geluid een belangrijk en soms bepalend aspect. Adviezen hierover vinden nu in een vroeg stadium plaats, zodat mogelijkheden en onmogelijkheden snel bekend zijn en problemen in een verdere procedure worden voorkomen.
Geluid is een vast aspect geworden dat standaard meegenomen wordt bij het inpassen van nieuwe ontwikkelingen. Bij grote veehouderijen is geluid steeds meer het aandachtsgebied waar de knelpunten overblijven. Waar men op geur en ammoniakgebied de uitstoot steeds verder terug weet te dringen is dit bij geluid lastiger. Het betreft meestal het laden en lossen van dieren, bulkvoer en mest. Dit gebeurt meestal voor de stallen en daarbij straalt het geluid de omgeving in. Vooral in de avond en nachtperiode is het dan lastig als er woningen van derden in de directe omgeving staan. Dit zal een vast aandachtspunt voor de sector moeten gaan worden bij de opzet van bedrijven en bij uitbreidingen en wijzigingen. De situering van de laad en losplaatsen is heel belangrijk.
21
Daarnaast kent de gemeente een op grond van de Wet geluidhinder gezoneerd industrieterrein: ‘Borculo’. De zone rond dit terrein kende een overschrijding. In 2009 is er al veel vooruitgang geboekt in het terugdringen van deze overschrijding. In 2010 is, door het vaststellen van een gedeeltelijke zonewijziging en het aanpassen
4.1.5
Ammoniak/EHS/Natura 2000 (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden)
De provincie Gelderland heeft in 2009 de nieuwe Ecologische Hoofd Structuur (EHS) vastgesteld. Daarbij is eveneens een aanwijzingsbesluit genomen over de zeer kwetsbare gebieden in het kader van de Wet ammoniak en veehouderij. Vanwege de beperkingen die hieruit voortvloeien, vooral voor veehouderijbedrijven, is dit van belang voor ruimtelijke besluitvorming en milieuvergunningen. Overigens is het aantal aangewezen zeer kwetsbare gebieden iets afgenomen ten opzichte van de eerder geldende situatie. In onze gemeente lag één Habitatrichtlijn-gebied. Het betrof het ten noorden van Neede gelegen Teeselinksven. Inmiddels is dit gebied geschrapt van de lijst met Natura 2000-gebieden. Daarnaast liggen er 6 Habitatrichtlijn-gebieden (net) buiten Berkelland, aan diverse kanten van de gemeentegrens. Daarvan zijn er 3 ook Vogelrichtlijngebied. Het betreft de volgende gebieden: - Stelkampsveld (Beekvliet); - Buurserzand en Haaksbergerveen; - Korenburgerveen; - Lüntener Fischteich en Ammeloer Venn (Duits gebied, aansluitend aan het Buurserzand en Haaksbergerveen, tevens Vogelrichtlijngebied); - Zwillbrocker Venn en Ellewicker Feld (Duits gebied, tevens Vogelrichtlijngebied);
4.1.6
van de milieuvergunning van Friesland Foods, de overschrijding definitief teruggedrongen. Het zonebeheer op dit industrieterrein terrein is opgezet. Dit beheer bestaat uit de bewaking van de geluidsbelasting op de zone omvat het gehele industrieterrein.
- Krosewicker Grenzwald (Duits gebied, tevens Vogelrichtlijngebied). Natura 2000 is de benaming voor dit Europese stelsel van Vogel- en Habitatrichtlijngebieden. Het wettelijk kader voor deze gebieden vloeit voort uit de Europese richtlijnen, maar is sinds 1 februari 2009 volledig verankerd in de Natuurbeschermingswet 1998. De provincie is daarbij het bevoegd gezag voor vergunningverlening. Bij de vergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer mag sindsdien geen Natura 2000toets meer plaatsvinden. Bij besluitvorming op grond van de Wet ruimtelijke ordening moet deze toets wel plaatsvinden. Doel daarvan is om situaties te voorkomen die volgens de Natuurbeschermingswet 1998 niet zijn toegestaan. Provincie Gelderland heeft in 2011 de Verordening stikstof en Natura 2000 vastgesteld. De insteek van deze verordening is om de problemen in de veehouderijsector weer vlot te trekken. Daarvoor is een drempelwaarde vastgesteld voor kleine uitbreidingen waaronder geen actie nodig is. Daarnaast is er een salderingssysteem waarin rechten van stoppende bedrijven worden opgenomen. Bedrijven die doorgaan kunnen hier ammoniakrechten uithalen. Op deze wijze wil men ruimte bieden binnen de huidige ammoniakrechten die vergund zijn.
Externe veiligheid
In 2012 zijn enkele bestemmingsplannen vastgesteld en milieuvergunningen verleend, waarbij het aspect externe veiligheid een rol heeft gespeeld. Het ging daarbij voornamelijk om inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer (zowel vergunningverlening als ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving daarvan). Daarnaast zijn ondergrondse buisleidingen voor het transport van aardgas onder hoge druk een belangrijk aandachtspunt in vooral het buitengebied. Vervoer van gevaarlijke stoffen is volgens de risicosystematiek geen probleem in de Berkellandse situatie. Gezien de aard en hoeveelheid van het aantal transporten op de N18 blijft dit wel een aandachtspunt. Zowel bij ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van de
N18 als bij de vaststelling van het nieuwe N18tracé. Er wordt gewerkt met de Beleidsvisie externe veiligheid die in februari 2009 door de gemeenteraad is vastgesteld. Hierin is vastgelegd hoe de gemeente Berkelland omgaat met externe veiligheid. Het gaat daarbij om keuzes en maatregelen die doorwerken op taken als ruimtelijke ordening, milieuvergunningverlening, milieuhandhaving, ruimtelijke ordening en communicatie. In Berkelland zijn een aantal risico-objecten als zodanig aangewezen: de LPG-tankstations (in de nabijheid van bebouwing) en de weiproduktenfabriek in Borculo (FrieslandCampina Domo). Voor deze risico-objecten zijn in 2005 rampenbestrijdingsplannen vastgesteld, waarin is
22
aangegeven op welke wijze gehandeld moet worden in het geval zich een calamiteit voordoet. Alle risicovolle bedrijven zijn opgenomen in het risicoregister en terug te vinden op de provinciale risicokaart. Het actueel houden van dit register is een terugkerende taak. In het kader van de milieuhandhaving worden alle risicovolle bedrijven jaarlijks bezocht. Regionaal crisisplan De Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland heeft het Regionaal Crisisplan 2012-2015 opgesteld. Het crisisplan beschrijft de organisatie (de hoofdstructuur), de taken, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. Daarnaast bevat het de afspraken die zijn gemaakt met partijen die
4.1.7
(mogelijk) betrokken zijn bij rampen en crises. Het crisisplan is in de plaats gekomen van het sinds maart 2005 gehanteerde Rampenplan gemeente Berkelland. Het thema milieu is tegenwoordig ondergebracht onder het hoofdproces omgevingszorg.
Overige aspecten
Lichtvervuiling en zones langs hoogspanningslijnen en GSM-/UMTS-masten vormen tegenwoordig een standaardonderdeel van het milieuadvies bij de afdeling Ruimte en Projecten. In toenemende mate komen daar de plan-MER’s bij. Het gaat hierbij om de zogenaamde
4.2
In 2012 zijn daarbij geen grote gebreken geconstateerd. Voor risicocommunicatie is aangesloten bij de behoefte die daaraan volgens publieksonderzoek bestaat in dit deel van Nederland: doorlopende informatie via de gemeentelijke website en één keer per jaar een publicatie in BerkelBericht.
strategische milieubeoordelingen bij bestemmingsplannen. In 2012 ging het om enkele grote veehouderijen, maar ook bijvoorbeeld het bestemmingsplan buitengebied. . Het gaat hierbij om forse onderzoeksinspanningen en vaak lastige procedures.
Klimaat en energie
Om uitvoering te geven aan het coalitie akkoord (Berkelland Vedan) is het Klimaatplan Berkelland 2009-2012 opgesteld. Het klimaatplan is in samenspraak met alle Achterhoekse gemeenten opgesteld. Dit klimaatplan geeft de ambities weer om aan de hand van concrete projecten te komen tot energiebesparing en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen. Om een gedeelte van de onkosten vergoed te krijgen is de inhoud van het klimaatplan voorgelegd aan SenterNovem. Zij hebben
aangegeven dat wij in aanmerking komen voor de Subsidieregeling Lokaal Klimaatbeleid (kortweg SLOK). Een aantal projecten uit het klimaatplan sluiten aan bij het regiocontract van de regio Achterhoek en/of bij rijks- en provinciale subsidieregelingen. Het klimaatplan bevat drie hoofdthema’s, daaronder hangen de verschillende uitvoeringsprojecten. In tabel 12 staat de voortgang van de verschillende uitvoeringsprojecten beschreven.
Tabel 12 Klimaatplanonderwerpen Eigen gebouwen, voorzieningen en installaties
Energiemanagement eigen gebouwen Doel is het behalen van een energiebesparing van 2% per jaar door het opzetten van energiemanagement in de gemeentelijke gebouwen. Resultaat is een beter inzicht in het energieverbruik van de verschillende gemeentelijke gebouwen (signaleringsfunctie) om met eenvoudige maatregelen het energieverbruik te verlagen.
Voortgang Als energiemanagement systeem hebben wij het software pakket ‘Erbis’ in huis. Dit pakket geeft inzicht in het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen. In 2011 is het Erbis-systeem gevuld met verbruikscijfers van energie. Daarna zijn deze bekeken op onverwachte pieken ten opzichte van vergelijkbare situaties. Regionaal wordt bekeken in hoeverre ‘slimme’ elektriciteitsmeters (digitale uitlezing meterstanden) uitkomst kunnen bieden. Ook wordt bekeken of het aanstellen van een (regionale) energiemanager mogelijk is.
23
Energielabels eigen gebouwen Doel is het behalen van een energiebesparing van 2% per jaar door verbetering van het energielabel van de gemeentelijke gebouwen. Resultaat is opstellen en uitvoeren verbeterplannen
Duurzaam inkopen groene energie Doel is 100% opwekking en/of inkoop van duurzame energie. Resultaat is de continuering van inkoop 100% groene energie.
Duurzame mobiliteit Doel is het behalen van 5 % besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen. Resultaat inzicht in energieprestatie van gemeentelijke wagenpark en realisatie 2 aardgastankstations in de Achterhoek.
Openbare verlichting en installaties Doel is het behalen van een energiebesparing van 4% per jaar door verbetering van de (energetische) kwaliteit van de openbare verlichting en andere installaties in de grond- weg- en waterbouw. Resultaat is het opstellen van en uitvoering geven aan verbeterplannen Woningen;
26 gemeentelijke gebouwen zijn voorzien van een energielabel. Het label verschilt per gebouw van A tot F. In 2011 is duidelijk geworden dat een groot aantal van deze gebouwen verkocht gaan worden. Investering om de gebouwen energiezuinig te maken wordt nader bekeken. De criteria van AgentschapNL om duurzaam in te kopen worden gehanteerd door alle betrokken medewerkers. In 2011 is een aanbestedingstraject gestart voor de inkoop van groene energie voor de periode 2013-2017. De Achterhoekse gemeenten werken hierin samen met de gemeenten uit de regio Steden3hoek en enkele omliggende gemeente. Er wordt gekeken of het mogelijk is om duurzame stroom te gaan gebruiken die in de regio is opgewekt. Gesprek met adviseur (Reinder Boom), wagenparkbeheerder en klimaatcoördinator zijn gevoerd. Kansen voor het rijden op duurzame en schone energiebronnen zijn aanwezig. In Borculo loopt een onderzoek naar een geschikte locatie voor een aardgastankstation. In oktober 2011zijn in Berkelland in de 4 kernen 4 Elektrische laadpalen voor 8 openbare P-plaatsen gerealiseerd met de stichting E-laad. In 2011 gaan we uitvoering geven aan ‘Allicht, een actieplan licht’. Hierin staan de maatregelen die zich richten op het beperken van lichthinder en mogelijkheden voor energiebesparing van onder andere de openbare verlichting.
Voortgang
Handhaving EPC
Handhaving EPC wordt meegenomen bij de vergunningverlening en controles bij bouwprojecten. Doel is toetsing van EPC-berekening en toezicht op de Energiebesparing wordt in het kader van de handhavingscontroles vooral bekeken bij de bedrijven waar dit EPN op de bouwplaats bij 40% van de aspect relevant is. De controle vinden plaats in de categorie bouwvergunningen voor woningen en bedrijfsgebonden controles (zie par. 3.3.2). De wettelijke grens utiliteitsgebouwen. voor het opstellen van een energiebesparingsplan en/of alle Resultaat praktische werkwijze ontwikkelen voor energiebesparende maatregelen te realiseren die zich binnen 5 vergunningverleners en handhavers om de EPCjaar terugverdienen ligt bij bedrijven die meer dan 50.000 toetsing mee te nemen in het werkproces. Kwh/jr aan elektriciteit en/of 25.000 m3/jr aardgas gebruiken. Gemeenten gebruiken daarbij de databank Energiebesparing en Winst. Daartoe worden in de uitvoering van de handhaving energierekeningen van de laatste drie jaar opgevraagd. Hoeveel bedrijven in Berkelland boven deze wettelijke grens deze hoeveelheid energie gebruiken is niet bekend. In het besluit omgevingsrecht is de verplichting opgenomen (art 7.3) voor het handhavingsbeleid een uitvoeringsprogramma uit te werken. Het college doet op grond van art 7.7 aan de raad verslag over het handhavingsuitvoeringsprogramma.
Duurzame woningbouwprojecten Doel is het realiseren van woningbouw met een minimaal 10% verscherpte EPC. Resultaat duurzaamheid verankeren in bestemmingplannen. Externe partijen moeten bekend zijn dat gebouwd kan worden met een lagere EPC.
Nul-energiewoningen Doel realiseren van energie neutrale woningen.
EPC wordt steeds verder aangescherpt in de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, waardoor we meer gaan inzetten op handhaving van de EPC.
Op achterhoek schaal is een streven om 300 passief woningen te realiseren met de stichting Achterhoek duurzaam verbouwen. Gemeenten dragen daarin bij met coördinatie-uren aan bij via het regiocontract .
24
Koelteparken Doel is het realiseren van een koeltepark in een dicht bebouwde woonwijk.
Duurzaamheid bestaande woningvoorraad Doel verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad. Resultaat subsidieregeling om de energieprestaties van bestaande woningen te verbeteren. En energiedoelstelling opnemen in gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid. .
Het park achter het nieuwe gemeentehuis is in beeld als koeltepark. De aanvraag is in 2011 ingediend bij de regio Achterhoek. Inmiddels is het koeltepark gerealiseerd Om inwoners van Berkelland te stimuleren energiebesparende maatregelen te treffen aan hun woning is de Subsidieregeling Achterhoek Bespaart van toepassing. Achterhoek bespaart 2009 is afgerond en 2010 is in uitvoering. In 2011 wordt de voorbereiding getroffen voor een nieuwe subsidieregeling. In het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid (Woonvisie) zijn energiedoelstellingen opgenomen. De stichting Achterhoek Duurzaam Verbouwen is in oprichting en gaat vraaggericht een bijdrage leveren aan het verduurzamen van 3800 woningen, 400 bedrijven, 5% van de overheidsgebouwen
Grootschalige Duurzame Energie-opties (20% in 2020) Voortgang
Kansen voor biomassa Doel 5% van de energie die binnen Berkelland wordt gebruikt wordt duurzaam opgewekt en geleverd via biomassa. Resultaat regionale inzamelstructuur voor snoeiafval. Locatiescan voor kleinschalige initiatieven voor covergisting.
In 2011 is uitvoering gegeven aan een regionaal haalbaarheidsonderzoek voor het opzetten van een inzamelstructuur voor knip- en snoeihout. In 2011 is het project Bio Infrastructuur Oost Nederland (kortweg BION) gestart. Het betreft een biogasleiding tussen Groot Zevert en het bedrijventerrein in Borculo. Door de leiding wordt biogas getransporteerd. In 2011 is gewerkt aan het verduurzamen van het Haarlose Veld. Het opzetten van een lokaal energiebedrijf wordt nader onderzocht. Het Euregionale Project Stoken op streekhout is afgerond en heeft in Gelderland geleid tot nieuw initiatief van de verenigingen agrarisch natuurbeheer. Daarnaast hebben de acht gemeente van de Regio Achterhoek een haalbaarheidsstudie laten doen naar de concrete mogelijkheden voor een inzamelstructuur van snoeihout die expliciet gericht is op regionaal gebruik. De haalbaarheidsstudie bestaat uit twee onderdelen, te weten een inventarisatie en een modellenstudie. Uit de inventarisatie blijkt dat in de regio Achterhoek: Per huishouden 22,4 kilogram snoeihout wordt aangeboden voor inzameling. Per gemeente gemiddeld 188 stookontheffingen 3 worden verleend waarbij 4.413 m hout wordt verbrand. Het totaal snoeihout uit gemeentelijk groenbeheer 14.186 ton is. De Achterhoekse Agrarische Natuurverenigingen een belangrijke rol spelen bij houtinzameling gezamenlijk zamelen zij 4.220 ton in en hun potentieel is 13.000 ton per jaar, omdat nog niet alles wordt ingezameld. De modellenstudie heeft tot doel enkele alternatieve inzamelsystemen te ontwerpen die voldoen aan de eisen van duurzame regionale afzet van snoeihout en deze te vergelijken met het huidige inzamelsysteem, uitgedrukt in: PROFIT (kosten/baten-verhouding). PLANET (CO2-balans); PEOPLE (regionale werkgelegenheid); Uit het meest gewenste toekomstige systeem blijkt dat als alle houtstromen gecoördineerd bij elkaar gebracht worden: Ongeveer tweemaal zoveel hout (39.200 ton) ingezet kan worden als regionaal geproduceerde brandstof voor hout gestookte installatie; 16.302 ton CO2 minder uitgestoten wordt; 32,8 FTE aan werkgelegenheid gecreëerd kan worden;
25
Windenergie Doel 3% van de energie die binnen Berkelland wordt gebruikt wordt duurzaam opgewekt en geleverd via windenergie. Resultaat regionale productie van duurzame windenergie en realisatie van windmolenparken.
€ 375.900,- verdiend kan worden aan benutting snoeihout.
Het hout, dat momenteel in de Achterhoek wordt ingezameld, vertegenwoordigd al een energiewaarde van minstens 230.000 GJ. Deze hoeveelheid zou kunnen groeien tot 355.000 GJ als alle beschikbare snoeihout zou worden geoogst en ingezet als brandstof. Door deze brandstof voor warmte- en stroomproductie binnen de regio te benutten, kan al voor 1,1% voldaan worden aan de ambitie van de regio Achterhoek om duurzame energie te gebruiken. Om deze ambitie waar te maken worden de voorgestelde maatregelen uit het rapport nader uitgewerkt in het regionaal klimaatoverleg. In Berkelland liggen 2 zoekzones voor grote windmolens Beltrum ligt een laagvliegroute van Defensie waardoor er geen windmolens gerealiseerd kunnen worden. Ook het bedrijventerrein de Laarberg is een optie. In 2010 is door wethouders aan de task force provincie aangegeven dat voorkeur uitgaat naar Zonne-energie en biomassa projecten op de Laarberg. Er wordt gewerkt aan uitvoeringsbeleid voor kleine windmolens in o.a. de bestemmingsplannen voor woongebieden
Naar aanleiding van de energie en klimaat doelen uit het MUP 2011-2014 hebben zich in 2012 de volgende ontwikkelingen voorgedaan die bijdragen aan een energieneutraal Berkelland in 2030: a) Voor de uitwerking van de ambitie wordt per kern in 2013 een ronde gemaakt in de 4 kernen om de bijdrages en initiatieven van betrokken te kennen; b) Is de oprichting van de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij AGEM inmiddels een feit. De gemeente ondersteunt de 1e fase van oprichting van een coöperatie c) De gemeente faciliteert actief partijen als Liander Groot Zevert en overleg met
Tijdstraject waarbinnen de regeling is uitgevoerd Totaal subsidiebedrag provincie Gelderland (€) Subsidiebedrag per aanvraag
Totaal aantal aanvragen Aantal positief beschikte aanvragen Aantal uitgekeerde aanvragen Uitgevoerde energiebesparende maatregelen Dubbelglas (HR++) Vloerisolatie Dakisolatie Gevelisolatie Zonneboiler Zonnecellen
het rijk om de aanleg van een biogasnetwerk te bevorderen; d) De energieproductie in het Haarloseveld is t.a.v. zonne-energie is in uitvoering. . e) Daarnaast zijn in de periode 2009-2012 inwoners aangemoedigd besparingsmaatregelen uit te voeren met de provinciale subsidie Achterhoek bespaart. Daarbij zijn de volgende resultaten behaald:
Achterhoek bespaart 2009 1 juni 2009 tot 9 februari 2010 50.000,Maximaal € 500,bij een investering groter dan € 1.000. Onder de € 1.000,- wordt de helft vergoed 170 103 85
Achterhoek bespaart 2010 1 oktober 2010 tot 4 april 2011 50.000,Maximaal € 500,bij een investering groter dan € 1.000. Onder de € 1.000,- wordt de helft vergoed 141 103 90
37 11 13 20 7 7
32 15 11 26 13 6
Achterhoek bespaart 2011 Loopt door t/m februari 2012 150.000,Maximaal € 500,bij een investering groter dan € 1.000. Onder de € 1.000,- wordt de helft vergoed
370
82 87 201
26
Warmtepomp Opgemerkt dat in sommige gevallen meerdere energiebesparende maatregelen zijn uitgevoerd. Totale investering van particulier woningbezitters voor het treffen van de energiebesparende maatregelen (€) Totaal door Berkelland uitgekeerd aan subsidie (€) Energiebesparing uitgekeerde aanvragen (GigaJoule) 1 GigaJoule is ongeveer gelijk aan 45 m 3 gas Gasbesparing (m3) Vermindering uitstoot broeikasgassen (kg CO2) Aantal bomen die een jaar lang moeten groeien om de CO2 uit de lucht te halen Aantal zonnepanelen die een jaar lang energie moeten opwekken in Nederland (bron:1). Totaal uitstoot broeikasgassen door particuliere woningen in Berkelland voor de periode 2009 en 2010* (kg CO2) Besparing in uitstoot broeikasgassen als gevolg van Achterhoek bespaart voor Berkelland (%) * = Bron: ‘Energie in Beeld’ van Liander
1
2
€ 344.678,29,-
€ 438.205,38
€ 716.873,08
€ 41.132,98,4.697
€ 42.777,65 1.945
€ 146.572,99
211.365 376.230
87.525 155.795
19023
7877
6341
2626
47.030.318
46.535.232
0,80
0,33
384.731,00
Ook zijn programmalijn 3.1. Wonen bijdragen geleverd aan de energie en klimaatdoelen van de gemeente: gerichte acties voor het verduurzamen Huiseigenaren stimuleren van resp. 2200 koop- en 1600 energiebesparende maatregelen uit te huurwoningen t/m 2015, evenals 400 voeren met hulp van de subsidieregeling bedrijven en 5% van de “Achterhoek Bespaart 2011 die tot in overheidsgebouwen. De toegekende 2012 en 2013 doorliep omdat het subsidie liet langer op zich wachten. subsidiebedrag nog niet was uitgeput. Eind 2012 is de Stichting Achterhoek Duurzaam Verbouwen via de gelden het regiocontract van start kunnen gaan met
4.3
Bodem en asbest
Doelstelling Wij willen zorgen dat de bodem duurzaam geschikt blijft voor de beoogde functies. Gebieden die schoon zijn, willen we schoon houden.
Om invulling te geven aan deze doelstelling zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd.
Adviezen Er zijn bij diverse adviezen in relatie tot bodembeleid, bodemonderzoek en bodemsanering geleverd.
Hieronder staat het aantal uitgebrachte adviezen weergegeven en wordt een vergelijking gemaakt met de aantallen van 2008, 2009, 2010 en 2011.
Tabel 13: bodemadviezen
Bodemadviezen Adviesaanvraag Bodem (excl. bodemgeschiktheid) Bodemonderzoeken Sanering eigen beheer Historisch onderzoek Verzoeken makelaars Ondergrondse tanks Meldingen Besluit bodemkwaliteit Totaal
2008
2009
2010
2011
2012
141
144
87
114
53
75 1 62 198 6 138.562 ton (23 meldingen) 506
94 3 67 178 2 39.800 ton (22 meldingen) 510
61 4 56 258 3 39.319 ton (20 meldingen) 487
60 2 67 169 2 66.609 ton (33 meldingen) 448
55 55 77 nb 48 meldingen 288
27
5
Water management
5.1
Afvalwater: Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP)
Op 14 mei 2013 heeft de gemeenteraad het GRP vastgesteld voor de periode 2013 – 2018. Dit plan is in overleg met waterschap Rijn en IJssel tot stand gekomen, Het GRP richt zich bij toekomstige rioolvervangingen op doelmatigheid. Het is niet vanzelfsprekend dat indien de rioolbuis vervangen moet worden, gekozen wordt voor de aanleg van een (verbeterd) gescheiden rioleringssysteem, waarbij het regenwater
gescheiden van het afvalwater wordt afgevoerd. Er wordt meer ingezet op het handhaven van de bestaande riolering. Dat doen we door het renoveren van de buis. Dit wordt ook wel relinen genoemd. Indien het doelmatig is wordt een beroep gedaan op de burger om lokaal regenwater af te koppelen. In het GRP is het hemelwater- en grondwaterbeleid verder uitgewerkt.
Waterkwaliteitsspoor In 2012 is het rapport waterkwaliteitsspoor Berkelland afgerond. Dit rapport is samen met waterschap Rijn en IJssel opgesteld. In het
rapport zijn de achtergronden, waterkwaliteitsknelpunten en passende maatregelen beschreven.
Vakberaad Water Verder neemt de gemeente Berkelland deel aan het vakberaad water met de 8 gemeenten in de Achterhoek plus de gemeenten Zutphen en Lochem. In het gezamenlijke overleg participeert ook het waterschap Rijn en IJssel en desgewenst de provincie Gelderland. Het ambtelijk vakberaad
water is de voorbereiding van het halfjaarlijkse bestuurlijk overleg Water. Dit bestuurlijke overleg is weer de voorbereiding op het Regionaal bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn Oost voor de besluitvorming van de EU kader richtlijn water .
28
6
Milieucommunicatie en interne Milieuzorg,
6.1
NME ondersteuningsstructuur voor basisscholen
Gemeente Berkelland steekt vanaf 2010 in op een vraag gestuurd NME onderwijs en ondersteunt de scholen hierin t/m 2012. De
6.2
Verdrag van Aarhus en de gemeentelijke website
In november 2005 is ingestemd met de uitvoering van het plan van aanpak voor verdere digitale ontsluiting van milieu informatie volgens het verdrag van Aarhus. Sinds medio 2007 is de informatie site direct toegankelijk via de gemeentelijke website. Via de gemeentelijke homepage kan het register met de milieu en leefomgeving informatie met drie klicks bereikt worden (via het menu aan de linkerzijde: Actueel, Publicaties en dan Milieu informatie). Provincie Gelderland wil het project blijven ondersteunen en ontwikkelen. Er wordt
6.3
subsidiesteun aan centrum de Huusker is eind van 2011 afgebouwd, die voor de basisscholen eind 2012.
aansluiting gezocht met de landelijke wijzigingen die zich afspelen bij de automatisering van vergunningenpublicatie in verband met de Wabo wetgeving. Ook wordt aansluiting gezocht met het landelijke project “overheid geeft antwoord”. In 2011 was er een ontwikkeling de website te integreren met die van Milieu centraal waaraan een dialoog mogelijkheid aan de site is toegevoegd. De ontwikkeling komt voort uit de opzet voor ontsluiting van actuele omgevingsvergunningen informatie. Deze zal per 2013 afkomstig zijn van de in oprichting zijnde Regionale Uitvoerings-Dienst voor de achterhoek. Medio 2013 verwacht de gemeente bekendmakingen van vergunningen rondom de postcode van een woning digitaal weer te kunnen geven.
Duurzaam inkopen
In 2009 is de Nota Duurzaam Inkopen vastgesteld. De opgave is om in 2010 75% duurzaam in te kopen en in 2015 moet dat 100% zijn. Om duurzaam inkopen 'tussen de oren te krijgen' zijn in 2010 intern een tweetal cursussen aangeboden aan de budgethouders. De criteria van AgentschapNL om duurzaam in te kopen worden gehanteerd door alle betrokken medewerkers.
vanuit de gemeentelijke bedrijfsvoering een impuls te geven.. Met 4 afdelingen werden afspraken gemaakt over People Planet Profit afwegingen transparant te maken en naast aanschafkosten ook exploitatiekosten mee te nemen bij inkoop. In 2012 zijn initiatieven gestart vanuit de stichting Achterhoek Duurzaam verbouwen de gebouwbeheerders te helpen aan 5% verduurzaming van het gemeentelijk onroerend goed in de Achterhoek
In mei werd een intern overleg belegd om het duurzaam inkopen op budgethouders niveau
29
7
Milieu uitvoeringsprogramma
7.1
Monitoring
Het milieu- en klimaat uitvoeringsprogramma (MUP) beschrijft de activiteiten die in de periode 2011 t/m 2014 het kader van de wettelijke (milieu)taken worden uitgevoerd. Ook sluit het programma aan op het eerdere klimaatplan 2009-2012 en het milieu en klimaat uitvoeringsprogramma 2009-2010. Het geeft ook invulling aan collegeprogramma 20102014 ten aanzien van energie en duurzaamheid. Het opstellen van een milieu en klimaat uitvoeringsprogramma 2011-2014 voor Berkelland dient twee doelen: 1. De in de Wet milieubeheer voor gemeenten opgenomen verplichting om een milieuprogramma op te stellen; 2. De voorgestelde klimaat en energie ambities en doelen voor de periode te formuleren en vast te stellen. In het programma is de inhoud van de gekende wettelijke taken voor de planperiode t/m 2014 aangegeven. Het gaat dan om het op een sobere en doelmatige wijze uitvoeren van onze wettelijke taken op het terrein van: de handhaving en milieuvergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer, bodembeheer, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit, geur veehouderijen en industrie, Natura 2000, Milieu Effect Rapportage, archeologie, riool- en waterbeheer, afvalinzameling, Natuur en Milieueducatie en de Aarhus verplichtingen voor openbare milieu informatie.
Voor het 2e doel beschrijven we de uitvoering van maatregelen (A t/m E) ten aanzien van energie en klimaat op basis van de volgende uitgangspunten: “Samen met maatschappelijke partners werken we aan energie efficiëntie in bestaand woningen en toename van het volume aan duurzame energie uit biomassa en zon.” Binnen het gemeentelijk bedrijf werken we aan energie efficiëntie en duurzame energie in eigen gebouwen, voorzieningen en installaties. We kopen we duurzaam in en denken mee over duurzame initiatieven en oplossingen in omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen. A Duurzaam (ver)bouwen, wonen en werken te stimuleren in de bestaande woningvoorraad B Duurzame energie productie met biomassa en zon te stimuleren C Geprogrammeerde inzet op de handhaving van energie-efficiency van installaties in industriële bedrijven en energieprestatienorm (EPC) bij nieuwbouw. D Energie efficiëntie eigen gebouwen en openbare verlichting. E Duurzaam gemeentelijk inkopen We doen dit binnen de bestaande formatie en middelen. Als dat niet gaat wordt daarvoor een separaat een collegebesluit voorbereid.
Tabel 14: programmaonderdelen MUP activiteitenkalender 2011-2014
Blauw nog niet gestart Oranje in voorbereiding of in uitvoering Groen gerealiseerd of in werking
CH
A1-A5
E1-E5
D2-D5
B1
2014
Betrokkenheid, communicatie en meten van duurzaam inkoopvolume verbeteren. Groene energie-inkoop gebruikskosten tijdens de levensfase van een aan te schaffen product inzichtelijk maken evenals kansen voor economische, ecologische en sociale evenwichtig af te wegen Energie efficiëntie eigen (niet af te stoten) gebouwen en basisscholen
Lichthinder en openbare verlichting
WMM
Uitwerking van bijdrage aan initiatief centrum duurzaam bouwen i.s.m. bouwend Nederland, Prowonen , Industriekring en bouwend bedrijfsleven in Berkelland. Aansluiting bedrijfsleven op gemeentelijke webpagina Bijdrage koppelen aan regionale woonvisie met ons digitaal informatiepunt duurzaam bouwen, wonen, werken Bijdragen Elektrische rijden in 4 kernen mogelijk te maken
Duurzaam inkopen
CH
2013
Duurzaam bouwen in bestaande woningvoorraad
MvdH
2012
Onderdeel
2011
AanSpreekpunt
KLIMAAT & ENERGIE (ZIE MUP PAR 3.2)
Indicatieve eigen metingen en belevingsonderzoek en dat als basis voor Investeringsvoorstel E-zuinige Openbare verlichting Acties benoemd voor doelgroepen landbouw, parkmanagement industrieterreinen en reclameverlichting en sportverenigingen uitvoeren
Project BION Achterhoek Samen met provincie Gelderland en regio Achterhoek ondersteunen bij de opzet van: Biogasleiding tussen Groot Zevert Vergisting en bedrijventerrein Borculo. Opzetten biogasnetwerk Achterhoek. Opzetten biogasnetwerk provincie Gelderland.
B3/B6
Ondersteunen van duurzame energieproductie bedrijven bijvoorbeeld: Groot Zevert Vergisting Ingrepro algen reactor algen koppelen inzet voor digistaat en sluiten van de keten naar de voedselketen Friesland Foods Domo (warmte koude) Waterpark Lankheet in samenwerking met Rentray Ondersteunen vergunning en levering biomassa
WMM CH WMM CH WMM CH
Biomassa initiatieven
B4
Project stoken op streekhout Project van de VAN koppelen aan gezamenlijke aanbesteding van de achterhoekgemeenten van biomassa grondstoffen uit onderhoud openbaar groen: Marktkansen stimuleren om 3.000 m3 snoeiafval in paasvuurhout, 5100 ton GFT en 2300 ton biomassa berm en slootmaaisel gedeeltelijk aan te wenden als biomassa voor energie Vestiging van op/overslag biomassa en opwekking duurzaam energie op 20 Ha. van de Laarberg i.s.m. Oost Gelre en marktpartijen
31
B2
2014
2013
2012
2011
AanSpreekpunt WMM
Onderdeel Klimaatneutraal Haarlose Veld Deelprojecten Energie Marke Haarlose Veld: Zonne-energie Biomassa Mestvergisting Andere vormen van grondgebruik Innovatieve ideeën
CH
B5
Zonne-energie
Wijkinitiatieven (potentie van 18000 daken woonhuizen), eigen gebouwen Investeringsaftrek voor bedrijven Stimuleren van onderzoeken naar verdienmodellen voor ongebruikte landbouwen/of gemeentelijke bouwgrond, daken woonhuizen en veestallen, bedekken stortplaats Bellegoor Optie bij vervanging asbestdaken
SLOK Samen met regio gemeenten uitvoering geven aan SLOK (duurzame energie, beperken fossiele brandstoffen, vermindering uitstoot CO2). Het betreffen de volgende deelprojecten uitgewerkt in klimaatplan 2009-2012: WMM
D1
Eigen gebouwen, voorzieningen en installaties Energiemanagement eigen gebouwen, o.a. nieuw gemeentehuis; Verbetering energielabels eigen te behouden gebouwen; Inkoop groene stroom;
Gemeentelijk wagenpark, dienstreizen en woon-werkverkeer
WMM
Duurzaam inkopen, duurzame mobiliteit (carpoolplaatsen) CH
D6
Openbare verlichting en installaties
WMM
Woningen
WMM
MM
Openbare verlichting en installaties
Handhaving EPC (woningen en utiliteitsbouw) Duurzame woningbouwprojecten Nul energiewoningen Koelteparken Duurzaamheid in de bestaande woningvoorraad
Grootschalige duurzame energie-opties
Kansen voor biomassa Windenergie
Inkoop groene stroom
Organisatieversterkende randvoorwaarden
Intergemeentelijk projectleider
32
2014
2013
2012
2011
AanSpreekpunt
Onderdeel Tafel van Groenlo We volgen de projecten vanuit de regio SLOK werkgroep klimaat, waarbij we kansen voor Berkelland aanpakken: Energiebesparing bestaande woningbouw 50% CO2-besparing in de Achterhoek tov 1990 Energiebesparing bedrijven 50% CO2-besparing in de Achterhoek tov 1990 Productie biogas 3 Opwekking 100 miljoen m biogas in de Achterhoek Productie Zonne-energie Opwekking 1.500.00 kWh in de Achterhoek Productie Windenergie 4 windparken in de Achterhoek Bewustwording/educatie Bewustwording bij burgers, scholen, gemeenten en bedrijven over energiebesparing en duurzame energieopwekking Achterhoekse groene energie maatschappij (agem) 100% duurzame energie opwekking voor en door de Achterhoek
CH WMM WMM WMM WMM WMM WMM
Afkortingen namen: AL CH HH JLvE JP JS MD MM MvdH MWM PB TK TW
Annemiek Lugtigheid Carlo Huijser Hans Haas Jan Luuk van Eijk Jan Prakken Johan Sonderen Mark Daalwijk Mirjam Mellink Mark van der Horst Marcel W Meijer Paul Bovenmarsch Thorben Koeslag Tom Westendorp
33
PB
MWM
Controle bedrijfsterreinen
Opleveringscontroles
Controle intrekkingsbesluiten
Vorming Regionale uitvoeringsdiensten
VERGUNNINGVERLENING
Actualiseren van vergunningen
Actief intrekken milieuvergunningen voor het vullen van de depositiebank die ingesteld gaat worden voor de Natura 2000 gebieden.. Inventariseren type A inrichtingen.
Opstellen beoordelingsdocument voor meldingsplichtige veehouderijen.
Implementatie van het gewijzigde Activiteitenbesluit.
Implementatie van het Besluit huisvesting.
Implementatie van de Waterwet.
BODEMBEHEER
Het voorkomen van nieuwe gevallen van bodemverontreiniging.
Het opstellen van het gemeentelijke bodembeleid.
De uitgevoerde bodemonderzoeken registreren in ons bodeminformatiesysteem up to date houden en gegevens uitwisselen met provincie Gelderland. Vormgeven van de loketfunctie bodemkwaliteit voor zowel de interne organisatie maar ook burgers en bedrijven. Meewerken aan een regionale bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan volgens de regels uit het Besluit Bodemkwaliteit. de Ondersteuning bij de 3 fase saneringsregeling asbestwegen.
HH JP
Flankerend op energie en klimaatdoelen meer beoordelingskennis en name advieskennis bij handhavers. Dit voor het beoordelen en aanreiken van alternatieven voor efficiënte energie installaties bij doelgroep industrie. Inzet op scherpere handhaving bij doelgroep industrie dit volgt als onderzoek preventie, bewustwording door branche(s) en industrieplatform op de energie-efficiency van installaties in industriële bedrijven onvoldoende effect sorteren (monitoring Nederlandse emissieregistratie.nl). Eis is voor de bedrijven om energie-installaties die in 5 jaar zich terugverdienen ook te installeren. Periodieke controles volgens risicomodule nota “Handhaafbeleid Fysieke leefomgeving Gemeente Berkelland 2010-2011”. Jaarlijkse controles BEVI, vuurwerk en natte koeltorens;
2014
HANDHAVING WET MILIEUBEHEER EN WABO
2013
TW
2012
Onderdeel
2011
AanSpreekpunt
UITVOERING WETTELIJKE MILIEUTAKEN
GELUID
Opstellen van gemeentelijk geluidsbeleid als de nieuwe ontwikkelingen helder zijn. Zodat dit aansluit bij de landelijk koers. Kritisch zijn over nieuwe ontwikkelingen. Ruimere normen die ontstaan zijn uit de krappe ruimte en problemen van de stedelijke gebieden in de Randstad zijn hier niet altijd nodig. Rekening houden met de Berkellandse maat. De juiste functie op de juiste plaats is het beste als de ruimte voorhanden is. Bij ontwikkelingen, geluid als één van de uitgangspunten te nemen van waaruit gestart wordt. Geluidknelpunten in beeld brengen en mee te denken over creatieve oplossingen met een goed en duurzaam werk- en leefklimaat als doel.
34
Uitvoering geven aan de door de raad vastgestelde beleidsvisie externe veiligheid.
Voorkomen van nieuwe knelpunten door structurele aandacht voor externe veiligheid bij vergunningverlening en bestemmingsplannen. Verder actualiseren van bestemmingsplannen.
Jaarlijkse controles van risicovolle bedrijven.
Onderhouden van het risicoregister (als basis voor de provinciale risicokaart).
Communiceren van externe veiligheidsrisico’s (plus hoe te handelen in geval van een calamiteit) richting bevolking. Inventarisatie mogelijke knelpunten groepsrisico langs buisleidingen.
MD
JP MD
Jaarlijkse update aan te leveren gegevens voor landelijke monitoringstool.
Voorkomen van nieuwe knelpunten door structurele aandacht voor luchtkwaliteit bij vergunningverlening en bestemmingsplannen.
Meedenken over oplossingen voor mogelijke knelpunten op het gebied van industriële geurhinder. Voorkomen van nieuwe knelpunten door structurele aandacht voor industriële geurhinder bij vergunningverlening en ruimtelijke besluitvorming.
NATURA 2000/NATUURBESCHERMINGSWET
Meekijken en praten bij het opstellen van de beheerplannen voor de Natura 2000 gebieden. Meedenken bij het zoeken naar oplossingen voor de balans tussen ontwikkelingen in de omgeving en beschermen van de Natura 2000 gebieden. Toetsen aan de Natuurbeschermingswet bij ruimtelijke besluitvorming; Mede uitvoering geven aan de uitvoering van de nieuwe Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland (o.a. door het actueel houden van ons inrichtingen- en vergunningenbestand)
MILIEUEFFECTRAPPORTAGE (MER)
AL
Meedenken over oplossingen voor mogelijke knelpunten op het gebied van agrarische geurhinder. Voorkomen van nieuwe knelpunten door structurele aandacht voor agrarische geurhinder bij vergunningverlening en ruimtelijke besluitvorming.
GEUR INDUSTRIE
MD
2014
GEUR VEEHOUDERIJEN
JLvE
Samenwerken met andere Achterhoekse gemeenten en vakspecialist externe veiligheid Regio Achterhoek om te kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria. Deelname aan het regionale vakberaad externe veiligheid.
LUCHTKWALITEIT
MD
2013
EXTERNE VEILIGHEID
2012
MD
2011
AanSpreekpunt
Onderdeel
Waar dit nodig is volgens het Besluit milieueffectrapportage een MER of MERbeoordeling laten opstellen. In alle overige gevallen een vormvrije MER-beoordeling onderdeel laten uitmaken van ruimtelijke besluiten en vergunningen. Meedenken bij het zoeken naar oplossingen voor de balans tussen milieubelasting en ontwikkelingen. Gegevens ontsluiten en beschikbaar stellen zodat de extra last van een MER in tijd en geld zoveel mogelijk beperkt kan blijven. Voor het bestemmingsplan buitengebied (inclusief de landbouwontwikkelingsgebieden of LOG’s) bijdragen aan het MER.
ARCHEOLOGIE
Vroegtijdige integratie van archeologie in planvorming.
Het duurzaam in stand houden van archeologische waarden.
Vergroten van archeologisch besef en draagvlak.
35
JS
2014
2013
WATERBEHEER
2012
TK
2011
AanSpreekpunt
Onderdeel
In 2012 wordt voor de periode 2013 t/m 2016 een nieuw GRP voor de gemeente Berkelland opgesteld. In dit nieuwe GRP wordt het hemelwater- en grondwaterbeleid opgenomen. Het hemelwater- en grondwaterbeleid wordt in 2011 in samenwerking met waterschap en Prowonen opgesteld. Uitvoering geven aan het gemeentelijke rioleringsplan 2009 t/m 2012. In 2011 zijn de watergangen in kernen van Berkelland in samenwerking met waterschap Rijn en IJssel uitgebaggerd. Daarmee voldoen wij aan de baggeropgave voor het stedelijke gebied. Het slibdepot in Borculo wordt voor 1 april 2012 opgeruimd. Het slibdepot in Neede wordt voor 2013 ontmanteld. Indien het door een goede rijping van het slib sneller kan, zal het depot eerder worden ontmanteld. In 2009 is samen met het waterschap het waterkwaliteitsspoor gestart. Het waterkwaliteitsspoor heeft tot doel om de nog aanwezige waterkwaliteitsknelpunten na uitvoering van de basisinspanning aan te pakken. Gekeken wordt naar de daadwerkelijk chemische en ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. In 2011 wordt hiervoor samen met waterschap Rijn en IJssel het maatregelplan opgesteld.
AFVAL
CH
Elk jaar worden in de gemeente sorteerproeven gehouden. Op deze manier kan het aanbiedgedrag van de inwoners worden gevolgd. Waar nodig kan de gescheiden inzameling worden verbeterd en/of aangepast om de resultaten van de gescheiden inzameling verder te verbeteren. De gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsmateriaal verloopt boven verwachting. In het eerste jaar is evenveel opgehaald als voor het derde inzameljaar was voorzien. Onder andere door regelmatige voorlichting wordt geprobeerd de inzameling op peil te houden of nog verder te verbeteren. In 2011 wordt het aantal textielcontainers uitgebreid. In 2011 wordt de inzameling van huisvuil (restafval, GFT en grof tuinafval) Europees aanbesteed. In 2011 wordt ook de verwerking van huisvuil (restafval en grof huisvuil) Europees aanbesteed. Het gaat dan om het huisvuil van het grondgebied van de voormalige gemeenten Borculo, Eibergen en Ruurlo. Het huisvuil van het grondgebied van de voormalige gemeente Neede gaat naar Twence in Hengelo. In 2011 worden de aandelen van Twence in het kader van actief aandeelhouderschap overgedragen aan de deelnemende gemeenten. De aandelen zijn nu nog in handen van Regio Twente, als vertegenwoordiger van de gemeenten.
NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE en ARHUS
Geautomatiseerd systeem actueel houden met beleidsdocumenten en besluiten met als uiteindelijk doel om relevante milieu-informatie centraal te beheren en geografisch weer te kunnen geven aan inwoners, instellingen en bedrijven. De verantwoording van de NME subsidiegelden van de Huusker en 7 lagere schoolbesturen voor NME onderwijs aan het college rapporteren.
Afkortingen namen: AL CH HH JLvE JP JS MD
Annemiek Lugtigheid Carlo Huijser Hans Haas Jan Luuk van Eijk Jan Prakken Johan Sonderen Mark Daalwijk
MM MvdH MWM PB TK TW
Mirjam Mellink Mark van der Horst Marcel W Meijer Paul Bovenmarsch Thorben Koeslag Tom Westendorp
36