(Meerjaren)begroting 2009 - 2013 Op de kaart en in de samenleving
Dagelijks Bestuur Waterschap Peel en Maasvallei
Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei op
Inhoudsopgave Leeswijzer.................................................................................................................................. 3 1 Aanbieding van de begroting 2009 .................................................................................... 5 1.1 1.2 2
3
Inleiding ....................................................................................................................... 5 Externe en interne ontwikkelingen conform Voorjaarsnota 2008 ............................... 6
1.3 De financiële situatie ................................................................................................. 17 Begroting 2009 naar kostensoorten en de financiële positie ........................................... 25 2.1
Begroting naar kostensoorten ................................................................................... 25
2.2 2.3
Waterschapsbelastingen........................................................................................... 35 Weerstandsvermogen ............................................................................................... 41
2.4 2.5
Financieringsparagraaf ............................................................................................. 44 Risicoparagraaf ......................................................................................................... 47
Programma Waterkering en Veiligheid ............................................................................ 51 3.1 Wat willen we bereiken ............................................................................................. 51 3.2
Wat doen we ervoor in 2009 ..................................................................................... 53
3.3 Wat mag het kosten .................................................................................................. 57 4 Programma watersysteem op orde: watersysteem geschikt voor grondgebruik ............. 59 4.1 4.2
Wat willen we bereiken ............................................................................................. 59 Wat doen we ervoor in 2009 ..................................................................................... 61
4.3 Wat mag het kosten .................................................................................................. 69 5 Programma watersysteem op orde: herstelde watersystemen........................................ 72
6
5.1
Wat willen we bereiken ............................................................................................. 72
5.2 5.3
Wat doen we ervoor in 2009 ..................................................................................... 75 Wat mag het kosten .................................................................................................. 80
Programma bestuur, communicatie en heffingen ............................................................ 83 6.1 Wat willen we bereiken ............................................................................................. 83 6.2 6.3
7
Programma bedrijfsvoering .............................................................................................. 90 7.1 7.2
8 9
Wat doen we ervoor in 2009 ..................................................................................... 85 Wat mag het kosten .................................................................................................. 88 Wat willen we bereiken ............................................................................................. 90 Wat doen we ervoor in 2009 ..................................................................................... 91
7.3 Wat mag het kosten .................................................................................................. 97 Programma concernposten / administratieve posten..................................................... 100 Meerjaren Investeringsprogramma 2009-2013 .............................................................. 102 9.1 Inleiding ................................................................................................................... 102 9.2
Investeringsprojecten in het watersysteem en de waterkering ............................... 102
9.3 Investeringen 2009-2013 ........................................................................................ 111 10 Overige paragrafen begroting..................................................................................... 113 10.1 10.2
Verbonden partijen .............................................................................................. 113 Uitgangspunten en normen ................................................................................. 114
10.3 10.4
EMU-saldo ........................................................................................................... 114 Kostentoerekening............................................................................................... 114
Bijlagen .................................................................................................................................. 117 Missie..................................................................................................................................... 131 Strategische doelen ............................................................................................................... 131
Leeswijzer Hierbij bieden wij u de begroting 2009 aan. De begroting is opgesteld conform de in de Voorjaarsnota 2008 geschetste kaders, uitgangspunten en inhoudelijke ontwikkelingen. In hoofdstuk 1 vindt u de visie van het dagelijks bestuur op deze begroting en de meerjarenraming. Verder zijn in dit hoofdstuk de nieuwe ontwikkelingen opgenomen die financiële consequenties met zich meebrengen en wordt in één oogopslag inzicht gegeven in onze financiële situatie. In hoofdstuk 2 wordt de begroting naar kostensoorten en de vermogenspositie van het waterschap, conform de wettelijke voorschriften, in beeld gebracht. Het hoofdstuk eindigt met een aantal risico’s die wij op ons af zien komen. In de hoofdstukken 3 tot en met 7 geven wij per programma weer waar ons waterschap inhoudelijk voor staat en welke projecten en producten wij in 2009 gaan leveren.
Opbouw Ieder hoofdstuk is op dezelfde wijze opgebouwd. •
Als eerste schetsen wij een beeld van wat wij als waterschap willen bereiken. U vindt de opgave waarvoor wij staan, het effect dat wij maatschappelijk gezien willen bereiken en de doelen die wij nastreven.
•
Vervolgens geven wij aan binnen welke kaders wij moeten werken en welke concrete beleidsvoornemens, producten en projecten wij in 2009 willen gaan uitvoeren.
•
Tot slot maken wij inzichtelijk welke kosten gepaard gaan met de uitvoering van ons werk en geven wij inzicht in de meerjarige kostenontwikkeling die wij verwachten.
Op deze wijze krijgt u een transparant beeld over de wijze waarop en de middelen waarmee wij onze doelen realiseren.
Programma concern posten Het progamma opgenomen in hoofdstuk 8 is toegevoegd vanwege de wettelijke verplichting dat alle lasten en baten van het waterschap moeten worden opgenomen op programma’s. Dat geldt dus ook voor de lasten en baten die niet direct in verband kunnen worden gebracht met de programma’s opgenomen in hoofdstuk 3 tot en met 7. Het betreft zogenaamde concernposten en administratieve posten.
Investeringen Per programma is een overzicht opgenomen van de geplande investeringen in de periode 2009-2013. In hoofdstuk 9 gaan wij dieper in op het meerjarig investeringsprogramma van het waterschap. Wij staan immers voor de belangrijke opgave om ons watersysteem op orde te brengen. Dit betekent dat wij een groot aantal herstelprojecten aan het uitvoeren zijn. Vanaf 2008 investeren wij jaarlijks € 6,5 miljoen aan het op orde brengen van het watersysteem. Daarnaast bevat hoofdstuk 9 een samenvatting van alle investeringen opgenomen in de begroting.
- 3-
In hoofdstuk 10 bevat paragrafen die volgens de nieuwe voorschriften in de begroting opgenomen moeten worden en die nog niet in eerdere hoofdstukken aan de orde zijn gekomen.
Besturing Tot slot hebben wij het organisatiedashboard bijgevoegd. Ieder begrotingsprogramma’s kent diverse doelstellingen die samengevat zijn in het organisatiedashboard. Aan deze doelstellingen zijn de werkprocessen en de producten van de organisatie gekoppeld. Het organisatiedashboard is daarmee de kern van het besturingsmodel van ons waterschap.
- 4-
1 1.1
Aanbieding van de begroting 2009 Inleiding
Aanbieding van de meerjarenraming 2009- 2013 en de begroting 2009 In de periode 2004-2008 is veel van de ambitie van dit bestuur waargemaakt. ‘Er gebeurt veel en veel gaat goed’ is een van de conclusies uit het rapport “Presterende waterschappen.” Daarnaast zijn onze taken toegenomen. Denk bijvoorbeeld aan onze taak in Nieuw Limburgs Peil, de reconstructie van het platteland en de waterkeringen. Uiteraard heeft dit invloed op onze kostenontwikkeling gehad. Het belastingvolume is na 2004 met gemiddeld 2,5 % gestegen. Optisch staan we er financieel goed voor, omdat we jaarlijks een rekeningsoverschot hebben en omdat onze reserves hoog zijn, vanwege de uitkering van ruim 8 miljoen euro van de waterschapsbank in 2007. Echter, de stijging van het belastingvolume (onze inkomsten via belastingen) heeft geen gelijke tred gehouden met de taakontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn de bewuste en logische keuzes die het bestuur heeft gemaakt om doeluitkeringen (gelden van de staatssecretaris) en/of tijdelijke vergoedingen voor overgenomen taken (grondwater) in te zetten ter dekking van onze exploitatie. Het beleid van het bestuur was om geen extra reserves op te bouwen, maar deze direct in te zetten voor nieuw beleid, waardoor ook de lastenstijging beperkt kon blijven. Het bijzondere voor de begroting 2009 is dat in dit jaar deze verschillende incidentele dekkingen zijn vervallen. Kostenontwikkeling beperken en belastingvolume laten toenemen De toename van de kosten in 2009 hebben wij door ombuigingen en bezuinigingen beperkt kunnen houden tot 1,89 %. Ook hebben we in deze begroting net als voorgaande jaren omgebogen en bezuinigd. Onderdeel van deze ombuigingen is ook het nivelleren van het rekeningoverschot. Hiervoor hebben we de kapitaalslasten van niet gedane investeringen afgeboekt en de inkomsten hoger geraamd, zodat er minder nagekomen baten zijn. We zeilen dus behoorlijk scherper in de wind. Ondanks deze ingrepen is de uitkomst van de begroting dat voor een dekkende exploitatie 2009 een stijging van het belastingvolume met 7,5 % noodzakelijk zou zijn, als we geen reserves zouden inzetten. Uw bestuur heeft de wens te kennen gegeven dat de toename van het belastingvolume beperkt moet blijven tot 3% en aangegeven dat wij om dit te bereiken reserves in moeten inzetten. Wij zijn van mening dat we onze extra reserves maximaal moeten inzetten om het belastingvolume gelijkmatig te laten stijgen en de sprong van het belastingvolume 2009 (7,5%) op te vangen. Met het inzetten van reserves “kopen we tijd” om de dekking van de exploitatie structureel op orde te brengen. Daarbij merken we op dat dit ‘op orde brengen’ betekent dat we uiteindelijk toch onze inkomsten zullen moeten verhogen, omdat we aan de uitgavenkant al fors omgebogen en bezuinigd hebben (€ 2,9 miljoen de afgelopen jaren) en omdat we van mening zijn dat het verder beperken van de kosten de kwaliteit van de dienstverlening beneden een aanvaardbaar niveau brengt. Wat wij u wel toezeggen, is dat wij de komende jaren onze exploitatie en het investeringsniveau steeds kritisch tegen het licht zullen houden. Een discussie met u over de omvang van het investeringsniveau van jaarlijks € 6,5 miljoen maakt
- 5-
daar ook onderdeel van uit. Het verlagen van het investeringsniveau tot bijvoorbeeld 5 miljoen euro betekent dat er jaarlijks ongeveer € 120.000 euro minder kapitaalslasten en rente op onze exploitatie drukt. En als we deze verlaging structureel doorzetten dan leidt dit tot een structurele besparing van circa € 530.000 euro in 2013. Dit is dan ongeveer 1 % van onze begroting. Van belang hierbij is wel om op te merken dat het huidige investeringsniveau is afgestemd op de ILG overeenkomst met de provincie en onze ambitie in het kader van Nieuw Limburgs Peil. Ons uitgangspunt is dat wij in meerjarig perspectief een sluitende begroting moeten hebben. In 2013 Onze uitgaven en de omvang van het belastingvolume zullen dan met elkaar moeten samenvallen. De huidige meerjarenraming die wij u presenteren is een financiële doorrekening van loon- en prijsinflatie met 2% (wat op zich al een risico met zich mee brengt, gelet op de huidige loon- en prijsontwikkeling) en een voortzetting van het huidige investeringsniveau. Er is dus geen rekening gehouden met de uitvoering van eventueel nieuw te ontwikkelen beleid en nieuwe bestuurlijke ambities. Trekken we uw wens, een gemiddelde stijging van 3 % van het belastingvolume door, dan zullen we met inzet van de opgebouwde extra reserves in 2013 geen sluitende begroting hebben. Er blijft dan een gat van € 1,9 miljoen dat niet structureel gedekt is en onze extra reserves zijn dan nagenoeg helemaal ingezet. Dit komt ook doordat de kosten de komende jaren rond de 3% stijgen. Anderzijds zijn er scenario’s denkbaar waarbij in 2013 wel een sluitende begroting te realiseren is, bijvoorbeeld met een structurele verhoging van het belastingvolume van 4%. In dat scenario zijn onze extra reserves niet helemaal ingezet. Voorstel Wij zijn van mening dat we moeten kiezen voor het versneld inzetten van onze extra reserves. Daarmee verschuiven we onze lasten ten dele naar de toekomst, maar dat vinden we aanvaardbaar nu de koopkrachtontwikkeling op dit moment iets achter blijft. Bij die keuze kan de stijging van het belastingvolume voor 2009 beperkt blijven tot 3%. Als we vervolgens kiezen voor het geleidelijk laten stijgen van het belastingvolume tot 4%, door dit jaarlijks een half procent extra te verhogen, hebben we in 2013 een sluitende begroting. Wij vinden dit acceptabel, omdat we jaarlijks naast onze reguliere taken ook extra investeren in het op orde brengen van ons watersysteem. Uiteindelijk komt de gemiddelde stijging voor 5 jaar uit op 3,7%. Onze extra reserves zijn dan nog niet helemaal uitgeput en die kunnen dan ingezet worden voor tegenvallers of nieuw beleid.
1.2 1.2.1
Externe en interne ontwikkelingen conform Voorjaarsnota 2008 Programma waterkering en veiligheid
In 2009 en de daaropvolgende jaren toetsen we de waterkeringen volgens het Voorschrift ‘Toetsen op Veiligheid’. Wij voorzien dat hiervoor een totale investering van € 650.000,- nodig is, waarbij wij er vanuit gaan dat er voldoende informatie beschikbaar is van de door Maaswerken verbeterde waterkeringen om een toetsoordeel te kunnen geven. Daarnaast zullen we lopende projecten afronden en verder ontwikkelen.
- 6-
Wij zien voor de komende jaren een algemene verzwaring van onze waterkeringstaak. Die verzwaring houdt in: •
Maaswerken zal de komende jaren de tweede fase dijkverbeteringen realiseren. In de planvoorbereiding hiervan en het toezicht hierop hebben wij uitdrukkelijk een rol.
•
Ruimtelijke ontwikkelingen in het Maasdal en activiteiten van derden dichtbij onze waterkering zullen meer aandacht en eventuele financiële bijdragen van ons vragen. Als bijvoorbeeld de reactivering van de Oude Maasarm niet doorgaat, zullen we toch een bijdrage van circa € 200.000,- in de plankosten moeten leveren.
Wij investeren in het opzetten van een organisatie en in onze medewerkers om op een structurele en professionele wijze invulling te geven aan taken en verantwoordelijkheden bij calamiteiten en incidenten. Zo huren wij onder andere externe deskundigheid in voor het opleiden en oefenen van de medewerkers en voor verdere planvorming, regelen we wachtdienstvergoedingen, investeren we in extra hulpmiddelen voor de taakuitoefening, stellen we bestrijdingsplannen op, organiseren we de communicatie, enzovoorts. Wij hebben hiervoor een bedrag van € 75.000,- per jaar opgenomen voor de komende vier jaren. Deze professionalisering van de calamiteitenorganisatie is noodzakelijk. Wij vinden het belangrijk dat wij als volwaardige en serieuze partner worden gezien binnen de veiligheidsregio en sturen op meer samenwerking met de hulpdiensten binnen onze regio. Samengevat richten wij ons in 2009 met name op: •
Het starten met de toetsing van de Maaskaden conform het Voorschrift Toetsen op Veiligheid. Deze toetsing is verplicht in het kader van Wet op de waterkeringen en moet voor 2011 uitgevoerd zijn.
•
Het assisteren bij de tweede tranche dijkverbeteringen langs de Maas. Belangrijk onderdeel is het toetsen en beoordelen van de werkzaamheden tijdens de planvorming en uitvoering.
•
Het doorvertalen van het beheersplan waterkeringen naar een beheervisie.
•
Het laten voldoen van Keur, legger en beheerregister waterkeringen aan de vereisten van de Wet op de waterkeringen en de Verordening waterkeringen Limburg. In 2009 richten wij ons op de restrictieve handhaving. Dit sluit aan op de opgave en doelstelling om het veiligheidsniveau van de waterkeringen te handhaven volgens onze contouren uit het beheersplan waterkeringen. Aanvullend beleid met betrekking tot vergunningen, toezicht en handhavingregels en de daarbij horende personele consequenties zijn hierbij nodig.
•
Het volgen van de externe ontwikkelingen en de ontwikkelingen in het Maasdal. Het gaat hier om plannen als hoogwatergeulen, weerdverlagingen en andere ruimtelijke plannen.
•
Het afronden van fase 2 van het landelijk project ‘Veiligheid Nederland in kaart.’ Deze toetsingsmethode heeft tot doel de faalkansen van de kaden en de gevolgen hiervan, kortom de risico’s, in beeld te brengen en de scenario’s te schetsen hoe een dijkdoorbraak zich voltrekt.
•
Het modelleren van hoogwaterstanden in de Maas als gevolg van toevoer uit de zijbeken.
•
Het verder optimaliseren van beheer en onderhoud van de waterkeringen in lijn met de Wet op de Waterkeringen.
- 7-
•
Het verder professionaliseren van de calamiteitenzorg. In 2009 heeft het kennismaken met de nieuwe opzet van de calamiteitenzorg prioriteit. Door middel van opleiden en oefenen krijgen we inzicht in de eigen rol van onze medewerkers in de calamiteitenorganisatie.
•
Het starten met het opstellen van gewenste bestrijdingsplannen door de verantwoordelijke afdelingen op basis van een globale risicoanalyse.
•
Het verder uitwerken van relatie met de veiligheidsregio. Op alle niveaus (strategisch, tactisch, operationeel) geven we invulling aan de wettelijke rol die het waterschap als crisispartner heeft. Wij richten ons daarbij niet alleen op meedenken, maar willen ook als gelijkwaardige en volwaardige partner meedoen.
•
1.2.2
Het helder communiceren met burgers over mogelijke risico’s en welke rol burgers zelf, in de vorm van zelfredzaamheid, kunnen uitvoeren.
Programma watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik
Waterwet en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Met de Waterwet wordt voorzien in integratie van een achttal bestaande wettelijke regelingen op het terrein van waterbeheer. De aparte vergunningenstelsels op grond van de Wet op de waterhuishouding (onder andere lozen en onttrekken aan oppervlaktewater in kwantitatieve zin), de Grondwaterwet (onder andere ontrekken van grondwater aan de bodem in kwantitatieve zin) en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (onder andere lozen op oppervlaktewateren in kwalitatieve zin) komen te vervallen; hiermee wordt voorzien in integrale vergunningverlening en handhaving op dit terrein. In het kader van de Waterwet vindt bovendien een verschuiving plaats van vergunningplicht naar algemene regels. Met de nieuwe afdeling Vergunningen en Handhaving hebben wij de basis gelegd voor integrale vergunningverlening en handhaving. Door één loket en – op termijn – één vergunning voor wateraspecten kunnen we een grote mate van klantgerichtheid realiseren. In verband met de nieuwe afdeling Vergunningen en Handhaving per 1 januari 2008 heeft uw bestuur bij besluit van 5 maart 2008 de begroting 2008 aangepast. Bij die gelegenheid zijn de kosten tot een bedrag van circa € 543.000 incidenteel gedekt. Voor de lange termijn is dit een ongewenste situatie. Op basis van de huidige inzichten bedragen de structurele meerkosten € 360.000. Met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verschuift onze vergunningverlenende bevoegdheid op het terrein van indirecte lozingen op de gemeentelijke riolering naar het bevoegd gezag Wabo (in de regel is dat de provincie of gemeente). Voor ons komt hiervoor in de plaats de bevoegdheid tot het uitbrengen van (bindend) advies aan het bevoegd gezag Wabo op het terrein van vergunningverlening en handhaving. Afhankelijk van de vraag of er wel of geen sprake is van verdergaande samenwerking tussen het bevoegd gezag Wabo en ons, zijn hieraan gevolgen voor onze formatie verbonden. Dit is overigens niet de enige ontwikkeling die gevolgen voor onze formatie kan hebben. Van belang zijn bijvoorbeeld ook •
de te ontwikkelen strategie ten aanzien van de achterstanden,
•
de gevolgen van de (meer) integrale benadering én de in dat kader te boeken synergievoordelen,
- 8-
•
de mate waarin verdergaande samenwerking met collega-overheden op het terrein van handhaving gestalte krijgt en
• de gevolgen van professionalisering van vergunningverlening / handhaving. Gelet op de vele variabelen enerzijds én de omstandigheid dat de nieuwe afdeling net is ingesteld anderzijds, is het doen van een uitspraak over de belangrijkste kostencomponent, de formatieontwikkeling, op dit moment nog niet mogelijk. Over een jaar kunnen wij hierover meer duidelijkheid geven. In afwachting daarvan vullen wij de organisatie op onderdelen flexibel in. Waterbeheerplan en stroomgebiedbeheerplan Op 22 december 2008 wordt het stroomgebiedbeheerplan en ons waterbeheerplan ter visie gelegd. Dat betekent dat 2009 met name in het teken zal staan van de inspraakprocedure en het definitief vaststellen van deze waterplannen (in de tweede helft van 2009). We laten onze aandacht met name uitgaan naar een goede afhandeling van de inspraakreacties, de communicatie en de uiteindelijke oplevering van het nieuwe waterbeheerplan. Beheer en onderhoud In 2009 ligt het accent bij het project De Stuwende Kracht op het doorontwikkelen van de beheersituatie. Dit doen wij door monitoring, zowel in kwalitatieve als in kwantitatieve zin. Met betrekking tot de beverrattenbestrijding is de landelijke vergoeding voor 2009 nog niet formeel toegezegd. In de begroting 2009 gaan wij hier wel van uit. Nieuw Limburgs Peil De bestuurlijke afronding van het project Nieuw Limburgs Peil vindt in de eerste helft van 2009 plaats. Voor de afronding van alle deelrapportages, technische inhoudelijke rapportage en eindanalyses is in 2009 capaciteit nodig die wij niet eerder hebben voorzien. Daarnaast intensiveren wij de communicatie in 2009. De communicatie met het bestuur, met de eigen organisatie, met de provincie, met de belangengroeperingen en met de streek zijn een belangrijke factor. Naast de capaciteit voor de afronding, hebben wij extra budget nodig voor de communicatie (inzet van een communicatieadviesbureau) met de tien deelgebieden van het Nieuw Limburgs Peil, voor het opstellen van een of meerdere populaire versies van de rapportages en voor het produceren van folders of flyers. Voor bovenstaande (afronding rapportages en communicatie) is in 2009 een bedrag nodig van € 98.000 (directe kosten). Wij verwachten dat het totale project medio 2009 volledig is afgerond. Het op- en vaststellen van het gewenste Nieuw Limburgs Peil is één. De realisatie ervan is een tweede. Met het realisatietraject voor de pilotgebieden zijn wij gestart in 2008, maar vanaf 2009 moeten we Nieuw Limburgs Peil in het MIP verankeren. Ook moeten we de ontwikkeling die we met Nieuw Limburgs Peil hebben ingezet, borgen. Dit moeten we ook in personele zin doen. De dialoog met de streek naar vernieuwing van de waterhuishouding moeten we voortzetten. Ook moeten we de realisatie door externen en de doelrealisatie volgen. En we moeten uitvoeringsmaatregelen, zowel van de eigen organisatie als van derden, toetsen op het bereiken van de doelen van het Nieuw Limburgs Peil. In de begroting 2009 en verder hebben we hiervoor vanaf medio 2009 structureel personele capaciteit van 1 fulltime eenheid opgenomen.
- 9-
Gebiedscoordinatie en Reconstructie In 2007 zijn we gestart met gebiedscoördinatie om de gebiedscommissies en onze bestuurders te faciliteren. Inmiddels is het rendement van de gebiedscoördinatoren reeds duidelijk geworden. Onze bestuurders worden beter ondersteund en de gebiedscoördinatoren fungeren als spin in het web voor communicatie van en naar onze omgeving (met name bij Reconstructie van het platteland). Door een intensievere inzet van de gebiedscoördinatoren kunnen we een duurzame relatie met onze partners opbouwen. Dit geldt zowel voor gemeenten als voor andere partners in het reconstructieproces. Wij constateren dat de volgende aspecten meer inzet vragen: •
Het verder uitbouwen van het relatiebeheer met gemeenten op strategisch niveau. Dit doen we door onder andere frequenter bestuurlijk overleg met gemeenten te organiseren en te faciliteren, voorafgegaan door een ambtelijk overleg op strategisch
•
Een adequate ondersteuning van de bestuurlijke vertegenwoordiging in de reconstructie.
•
De realisatie van onze inhoudelijke doelstellingen in de gebiedsprocessen.
niveau.
Buitenlandse activiteiten In 2009 intensiveren wij het aantal buitenlandse activiteiten verder. Zo gaan wij het INTERREG-IV-project ‘Interactief Waterbeheer’ met Vlaanderen uitvoeren (onder meer herinrichting van de Tungelroysebeek bovenstrooms van het Kanaal W-NW) en het project ‘Water zonder Grenzen’ met Niersverband en Schwalmverband (onder meer gemeenschappelijke meetstations en IBRAHYM). Het Twinning-project in Turkije ronden wij af in 2009. We starten een project in Kameroen waarin we met de overheden aldaar samen-werken in het kader van het realiseren van de Millenniumdoelen waaraan de Nederlandse waterschappen bij monde van de Unie van Waterschappen zich hebben gecommitteerd. In het algemeen vereisen deze buitenlandse projecten personele aandacht, maar leveren ze ook extra subsidie bijdragen op. Met name de interregionale en transnationale EU-projecten kunnen wij hierdoor in de regel budgetneutraal uitvoeren. Doorontwikkeling en verankering IBRAHYM We ronden het model IBRAHYM in 2008 af. Hiermee hebben wij een gebiedsdekkend model van het hele beheersgebied beschikbaar waarmee we de effecten van ingrepen in het gronden oppervlaktewatersysteem op verschillende schaalniveaus zichtbaar kunnen maken. We gebruikten het model intensief in 2008 voor het ondersteunen van het project Nieuw e Llimburgs Peil- en voor het project WaterBeheer 21 eeuw. Dit model is ook een krachtig instrument voor andere toepassingen, zoals voor herinrichtingprojecten en voor het optimaliseren van het onderhoud van beken en voor operationeel peilbeheer van beken. In het dagelijks beheer hebben wij hier grote behoefte aan. Waar wij nu rekenscenario’s uitbesteden, kunnen we dit met het model IBRAHYM in eigen huis doorrekenen. Wij hebben immers een beter modelinstrumentarium in huis dan externe adviseurs.
- 10-
Het applicatiebeheer van IBRAHYM hebben wij binnen de huidige formatie opgevangen. Dit model kan in veel werkvelden in onze organisatie dienstig zijn, met name bij projectvoorbereiding. Voor toepassingen in de organisatie hebben wij wel extra capaciteit nodig. De dekking voor de extra capaciteit (vooralsnog 1 fulltime eenheid structureel en 1,5 fulltime eenheid tijdelijk) verkrijgen wij door besparingen op de uitbesteding binnen de MIP-projecten. Binnen het MIP-budget wordt labelen wij hiervoor € 150.000. Deze uitbreiding evalueren wij eind 2010 op basis van de werkelijke besparingen. Als de ontwikkeling van IBRAHYM in een beheersituatie is geraakt, kunnen wij een bredere (interne en externe) toepassing overwegen. Het instrument is geschikt om voor of door derden te gebruiken. Dit is een groeiscenario. De mogelijkheden en consequenties leggen wij dan aan uw bestuur voor. Voor de verdere ontwikkeling van IBRAHYM voorzien wij investeringen om (samen met de andere partners) de modellering van de ondiepe ondergrond te verbeteren, het model uit te breiden met waterkwaliteitscomponenten en de inventarisatie van de dimensies van de watergangen af te ronden. Beheer en onderhoud In 2009 richten wij ons op: •
Het houden van meer watercafés naar aanleiding van klachten en meldingen, met als doel om van elkaar te leren en zonodig beleidsregels en uitvoeringsplanning te verbeteren;
•
Het jaarlijks bijstellen van het onderhoudsplan aan de hand van de meldingen van het voorgaande jaar;
•
Het beter in beeld brengen van effecten van afvoeren van maaisel uit beken.
•
Het beschikbaar stellen van de planning van het onderhoudsplan via onze website.
•
Het mogelijk maken van digitale communicatie met onze doelgroepen via e-mail en sms.
•
Het doorvoeren van verbeteringen in het omgaan met klachten (naar aanleiding van het klanttevredenheidonderzoek).
•
Het nadrukkelijker rekening houden met specifieke gebiedskenmerken bij onderhoud van beken.
Monitoring In 2009 herstructureren wij de meetnetten op basis van het (in 2008 op te stellen) onderzoeksplan. Vooruitlopend daarop kunnen wij al een aantal ontwikkelingen voor 2009 aangeven: •
Start van de gefaseerde vervanging (gedurende 10 jaar) van de huidige afvoermeetapparatuur die gebreken begint te vertonen en die deels niet meer past binnen de nieuwe telemetrie-opzet.
•
Investering in de automatisering van de huidige handmatige grondwaterstandmetingen.
•
Doorontwikkeling van de datavalidatie tool Delft-FEWS
•
Overdracht van de grondwatermonitoring van de provincie naar ons waterschap.
- 11-
Wat de overdracht van de taken op het gebied van grondwatermonitoring (financieel) gaat betekenen, is momenteel nog onduidelijk. Hierop kunnen wij nog niet worden anticiperen en dit vormt een zeker risico voor 2009. De investering in de automatisering van de huidige handmatige grondwaterstandmetingen staat los van deze overdracht naar de provincie, omdat het in elke optie besparingen oplevert. 1.2.3
Programma watersysteem op orde: herstelde watersystemen
Kaderrichtlijn water In 2009 is het ontwerp Stroomgebiedbeheerplan (SGBP) gereed en loopt de inspraakprocedure. De capaciteit die wij momenteel inzetten op het gebiedsproces KaderRichtlijn Water (KRW) en de realisatie van het SGBP brengen wij met 30% terug in 2009. Deze capaciteit is noodzakelijk om invulling te geven aan de daadwerkelijk landelijke harmonisatie van het beleid op het gebied van diffuse bronnen en prioritaire stoffen. Daarnaast zetten wij in op de monitoring van de uitvoering van de KRW-maatregelen en de afstemming met andere partners hierover. Bijdrageregeling saneren overstorten Om ervoor te zorgen dat de gemeenten de meest urgente overstorten voor 2015 saneren, stellen wij voor om dit mede te financieren, dat wij hiervoor een regeling opstellen en dat uw bestuur deze begin 2009 vaststelt. Om deze medefinancieringsregeling uit te kunnen voeren putten wij uit de bestemmingsreserve van € 3 miljoen euro. Optimalisatie Afvalwatersystemen Nadat wij de eerste generaties studies naar optimalisatie van het afvalwatersysteem (OASen) hebben afgerond, geven wij in 2009 in samenwerking met het WaterschapsBedrijf Limburg hier een vervolg aan door het aangaan van samenwerkingsverbanden met gemeenten. Daarnaast bepalen wij (in 2008) hoe wij de maatregelen die gemeenten aanvullend op de basisinspanning nemen, verder met hen uitwerken en vastleggen. Hierbij denken wij aan het opstellen van Waterakkoorden met gemeenten. Realisatie MIP en beekherstel De wijze waarop wij onze doelstellingen voor de komende jaren willen realiseren, gekoppeld aan de Wet Inrichting Landelijk Gebied, is gerelateerd aan het gebiedsproces waarin wij en andere organisaties lerende zijn. In 2008 hebben wij een belangrijke stap gezet door niet meer eendimensionaal onze doelrealisatie te benaderen, in de vorm van beekherstel, maar driedimensionaal, in de vorm van beekdalherstel. De verdere uitwerking van Nieuw Limburgs Peil en het bijbehorende maatregelenpakket zien wij als een belangrijke en essentiële basis voor het verder realiseren van onze doelstellingen. Daarnaast beseffen we dat het gebiedsproces een intensief proces is en verwachten we dat diverse projecten enkele jaren vertraging zullen ondervinden. Wij zijn er echter van overtuigd dat een integrale aanpak resulteert in een betere en duurzamere inrichting van het landschap. Door uitvoering te geven aan het plan van aanpak, zoals ook verwoord in de voorjaarsnota, door een actievere rol in de strategische grondverwerving en de ruimtelijke ordening te agenderen bij integrale projecten, willen wij via meerdere sporen onze doelrealisatie bewerkstelligen.
- 12-
Zuiveringstaak In de bedrijfsvoering staat centraal dat wij zuiveren tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten, dat wij voldoen aan milieu- en regelgeving, staat veiligheid centraal, enzovoorts. Op het gebied van zuiveringen waren er op landelijk niveau grote verwachtingen met betrekking tot schaalvergroting met name door het sluiten van de waterketen. In de praktijk ligt dit moeilijker dan gedacht, enerzijds omdat de mogelijkheden tot kostenbesparing c.q. kwaliteitsverhoging beperkter blijken dan verondersteld, anderzijds omdat de structuur van de watersector inclusief de wetgeving waarop deze is gebaseerd niet erg bevorderlijk is voor vergaande integratie van activiteiten op het gebied van productie drinkwater, transport en zuiveren van afvalwater, harmonisering tarieven en belastingen, enzovoorts. Wij benutten voortvarend de mogelijkheden die er zijn om samen te werken met vooral gemeenten. Het gaat dan met name om het identificeren, voorbereiden en uitvoeren van investeringsprojecten (steeds meer als resultaat van optimalisatiestudies), het uitwisselen en samen opbouwen van informatiebestanden en het beheren van IBA’s en gemalen. De initiatieven zijn inmiddels zo talrijk en de respons van vele gemeenten zo goed, dat structurering noodzakelijk is. Deze structurering is zowel beleidsmatig, met name met betrekking tot ambitieniveau en prioritering, als operationeel, met name met betrekking tot de doorrekening van de kosten en de verdeling van investeringen en risico’s, noodzakelijk. Met betrekking tot de investeringen verschuift de aandacht. Nu wij de korte termijn van vijf jaar steeds beter planmatig beheersen, door het goed functionerende meerjaren investeringsprogramma, hebben wij meer aandacht voor de structuur van het zuiveringen- en transportstelsel op langere termijn (bijvoorbeeld tien tot vijftien jaar). Op dit moment laten wij studies uitvoeren uit naar de bedrijfseconomische haalbaarheid van de bouw van “groene en duurzame” zuiveringsinstallaties in combinatie met het verminderen van het aantal zuiveringsinstallaties van achttien naar ongeveer tien voor geheel Limburg. Gekoppeld aan de meerjarenraming presenteren wij een toekomstvisie over mogelijke wijzigingen in de structuur van het zuiveringen- en transportstelsel op een termijn van tien à vijftien jaar. Met betrekking tot de rioolwater zuiveringsinstallaties zetten wij in op een verdergaande zuivering voor stikstof en fosfaat (scenario 1 en 2), en op het kiezen voor kwetsbare regionale wateren voor volledige biologische zuivering (scenario 3). Dit leidt tot investeringen (Limburgbreed) in de ordegrootte van € 140 miljoen tot 2027. Uw bestuur neemt hierover definitieve besluiten in het kader van de voorbereiding van het nieuwe Waterbeheerplan. In de beleidsbegroting 2008 hebben wij deze ontwikkeling voor de rioolwater zuiveringsinstallaties reeds aangegeven. In de periode 2009-2013 wordt in de meerjarenraming uitgegaan van een groei van het investeringsniveau van € 25 miljoen naar € 30 miljoen per jaar in de periode 2009-2010 en naar € 35 miljoen per jaar in de periode 2011-2013. Zowel om de achterstanden in onderhoud weg te werken als om het stelsel adequaat in stand te houden, gaan wij in het Meerjaren Exploitatie Programma onderhoud (MEP) uit van een groei van het onderhoudsbudget van € 6,5 miljoen naar € 8,0 miljoen per jaar in de periode 2009-2011. Daarnaast vereist de opschoning van het investeringsprogramma voor de investeringen die eigenlijk thuis horen bij de exploitatielasten, een additionele verhoging van de exploitatielasten met € 800.000,- per
- 13-
jaar. Omdat het investeringsprogramma met eenzelfde bedrag op jaarbasis kan worden verlaagd, zal het op termijn geen invloed hebben op het lastenniveau door de resulterende verlaging van de kapitaallasten. Naast de besluiten met betrekking tot de samenwerking met gemeenten en met betrekking tot het investeringsniveau voor het stelsel, moet uw bestuur in het komende jaar nog een ingrijpend besluit nemen, namelijk over hoe we in de toekomst ons zuiveringslib verwerken. Door de te verwachten stopzetting in de komende jaren (uiterlijk 2020) van de mergelwinning en de sluiting van de ENCI oven, in combinatie met de twijfelachtige toekomst van de in 2012 afgeschreven drogers in onder andere Venlo, zal het Waterschapsbedrijf Limburg een andere aanpak van het verwerken van het slib nodig hebben. Hierover doen wij voorstellen aan uw bestuur. Monitoring In 2009 zullen wij de meetnetten ‘herstructureren’ op basis van het (in 2008 op te stellen) onderzoeksplan. Vooruitlopend daarop voorzien wij dat het onderzoek naar de chemische waterkwaliteit meer inspanning van zowel de eigen dienst als het INTERTEK-laboratorium zal vergen. Met name de uitwerking van de notitie ‘Waterkwaliteit krijgt de sporen’ en de uitwerking van de Kaderrichtlijn Water vragen om specifiek nieuw onderzoek naar onder meer chemische bestrijdingsmiddelen en hormonale vervuilingen. Dit betekent dat de huidige voor ons beschikbare 280.000 ILOW-punten niet meer voldoende zijn om het noodzakelijke onderzoek uit te voeren. We schatten momenteel dat een uitbreiding met 30.000 naar 310.000 punten afdoende is. Dekking kan naar alle waarschijnlijkheid plaatsvinden via herverdeling van het ILOW-puntenbudget intern, met het Waterschapsbedrijf Limburg en mogelijk (incidenteel) met het Waterschap Roer en Overmaas. 1.2.4
Programma bestuur, communicatie en heffingen
Bestuur Met de begroting 2009 spelen wij in op maatschappelijke ontwikkelingen die spelen; e Reconstructie van het Platteland, Nieuw Limburgs Peil, Waterbeheer 21 eeuw, Kaderrichtlijn Water, verzwaring waterschapstaak waterkeringen. Vanaf 2009 heeft een nieuw algemeen bestuur, bestaande uit 25 leden, zitting voor de periode 2009-2012. Rond de jaarwisseling zal de Provincie Limburg de rapportage behandelen die ziet op een evaluatie van het bestel. In onze eigen terugblik op de periode 2004-2008 (het rapport ‘Presterende waterschappen’) worden aanbevelingen gedaan die we oppakken. Dat betekent dat we de ingezette lijn van pro-actief handelen en meer omgevingsgericht zijn met extra kracht moeten doorzetten. Voor het nieuwe bestuur stellen wij in het eerste half jaar van 2009 een programma op ter introductie, waarbij inhoudelijke taken van ons waterschap aan de orde komen als ook het functioneren van het algemeen bestuur als geheel en de fracties en de leden.
- 14-
De nieuwe Waterschapswet en het Waterschapsreglement bieden de mogelijkheid om de genormeerde tijdsbesteding van het dagelijks bestuur meer in overeenstemming te brengen met de werkelijk bestede tijd. Het geven van een goede invulling aan het portefeuillehouderschap betekent extra werk voor de leden van het dagelijks bestuur. We ontwikkelen de nota visie en strategie verder door. De aanbevelingen vanuit de terugblik nemen wij in de nieuwe visie mee. Ook zullen wij het proces voor de totstandkoming hiervan omgevingsgericht insteken. Communicatie In 2009 implementeren wij het communicatiebeleidsplan verder. Dit plan geeft een ontwikkeling aan van 2008 tot en met 2010. Hierin staat centraal dat we groeien naar een communicatieve organisatie die in staat is de interactie met de doelgroepen aan te gaan. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de juiste gespreks- en onderhandelingstechnieken. Volgens dit plan blijven we ook investeren in onze bekendheid, door onze doelgroepen te informeren over wie we zijn en wat we doen. Als onze doelgroepen dat weten, kunnen we meer met hen samenwerken en in dialoog gaan. Die dialoog gaat dan over de taken die van invloed zijn op de directe werk- en leefomgeving van onze doelgroepen. Uw bestuur stelt vast bij welke beleidsterreinen dit mogelijk en zinvol is. Heffingen Eind 2008 heeft uw bestuur de nieuwe kosten-toedelingverordening vastgesteld. Deze kosten-toedelingverordening is gebaseerd op de Waterschapswet, waarbij het principe geldt van solidariteit en een transparanter, doelmatiger en rechtvaardiger heffingensysteem. De lasten worden verdeeld over de systeemheffing en de zuiveringsheffing. De kosten van passief kwaliteitsbeheer en de kosten voor de waterkering vallen vanaf 2009 onder de systeemheffing. Natuurterreinen is een aparte categorie geworden. Ten opzichte van 2008 zullen er verschillen in aanslagen optreden die een gevolg zijn van de wetswijziging. Wij zetten de ontwikkeling zoals het Waterschapsbedrijf Limburg die heeft ingezet op het gebied van samenwerking met andere waterschappen voort. 1.2.5
Programma bedrijfsvoering
Onze bedrijfsvoering is gericht op het ondersteunen van onze primaire processen, de realisatie van bestuurlijke doelstellingen en de sturing van de organisatie. Wij hebben ons tot doel gesteld om in 2010 een volwaardig extern georiënteerde organisatie te zijn (INK fase 3). Om dit te bereiken investeren wij in onze mensen en onze middelen. De stijl van leidinggeven is gericht op het bieden van helderheid, duidelijkheid en open communicatie. Wij objectiveren onze meetsystemen, leggen op open en transparante wijze verantwoording af en spreken openlijk onze waardering uit voor geleverde prestaties. Ons doel is om in 2009 alle informatiestromen binnen het waterschap en de aanwezige gegevens in kaart te brengen en de eerste stappen voor integratie te zetten. Leidraad hierbij vormt het project IRIS, waarbij alle waterschappen zijn aangesloten en dat we uitvoeren onder leiding van het Waterschapshuis. In 2009 nemen wij Iris versie 1.0 in gebruik, beginnen
- 15-
wij Geo-informatie en administratieve informatie te integreren, zetten we als digitaal verlengstuk van het beheerregister, een data-dictionary op en werken we aan digitalisering van onze documenten. Vanaf 2010 zijn we in staat om gegevensverzamelingen bedrijfsbreed te benaderen en gebruiken. Vanaf 2011 richten we ons in onze informatievoorziening structureel op onze externe klanten. De contacten verlopen digitaal, interactief en transparant voor de klant. Vanaf 2012 verbreden wij ons perspectief op de digitale keten naar geautomatiseerde bedrijfsoverschrijdende processen. Deze ambitieuze doelen vereisen in de komende jaren extra inspanningen en investeringen in de ICT-infrastructuur, in de bijbehorende processen en in onze medewerkers. Projecten als IRIS en IBRAHYM kunnen niet tot volle wasdom komen als wij niet ook in hardware, software, kennis en beveiliging investeren. Het (verplicht) beschikbaar stellen van onze (geografische) informatie aan derden vergt een herziening van de infrastructuur en de hiervoor relevante processen. Conform de prognose in de voorjaarsnota hebben wij de investeringen in ICT e infrastructuur, software, de telefooncentrale, 2 fase Iris, integratie van de afdeling Vergunningen en Handhaving opgevoerd in deze begroting (totaal circa € 1,1 miljoen). De exploitatie is met € 360.000 gestegen waarvan € 100.000 incidenteel. Daarnaast stellen wij voor om aanvullend op de Voorjaarsnota een bedrag van € 200.000 ter beschikking te stellen voor het op orde brengen van de ondersteuning die de afdeling Middelen biedt aan de rest van de organisatie. In diverse uitgebrachte rapporten, zoals het rapport van K+V (2005) en het rapport van Van Naem en Partners (2003) is aangegeven dat de onderdelen Personeel en organisatie, ICT en Gis versterking behoeven. In 2008 brengen wij de huidige stand van de problematiek in kaart en stellen wij een plan van aanpak op dat de basis zal vormen voor de besteding van het gevraagde budget van € 200.000 in 2009. Aangezien er nog geen inzicht is in de omvang van de benodigde versterking en het karakter hiervan (structureel of incidenteel of beide) moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid van extra benodigde investeringen, mocht dit het resultaat zijn van de in 2008 uitgevoerde onderzoeken. Als dit het geval zal zijn dan zult u hier afzonderlijke voorstellen voor ontvangen. Organisatieontwikkeling Onze medewerkers zijn ons kapitaal. Het organisatieontwikkelingtraject is rond de zomer van 2006 gestart en heeft geleid tot een heldere, duidelijke aansturing van de organisatie, het beschrijven van onze processen en een nieuwe leiderschapsstijl. Nu is het zaak om vanuit deze basis te komen tot veranderingen die voor onze omgeving merkbaar zijn in termen van klantvriendelijkheid, accuraatheid en snelheid van handelen. Wij willen structureel blijven investeren in onze medewerkers. Wij stellen voor om vanaf 2009 € 50.000 op te nemen voor organisatieontwikkeling, het opleidingsbudget te verhogen met € 50.000 en een reserve mobiliteit op te nemen. Daarvoor ontwikkelen we in 2009 een mobiliteitsbeleid.
- 16-
1.3 1.3.1
De financiële situatie De meerjarenraming 2009-2013
De meerjarenraming is de belangrijkste indicator om inzicht krijgen hoe de ontwikkeling in de jaren is (trend) van de structurele lasten ten opzichte van de structurele baten. Niet meer, niet minder. De nauwkeurigheid dient daarom gerelativeerd te worden. De wetgever schrijft voor dat er sprake moet zijn van een structureel sluitende meerjarenraming en, als dat niet zo is, hoe gedacht wordt om het evenwicht te herstellen. De provincie heeft in deze een toezichthoudende taak.
) Programma waterkering en veiligheid Programma watersysteem op orde: Geschikt voor grondgebruik Programma watersysteem op orde: Herstelde watersystemen Programma Bestuur, communicatie en heffingen Programma Bedrijfsvoering (*) Programma concernposten/administratieve posten Vrijval kapitaallasten in meerjarenraming (cumulatief) ! Programma waterkering en veiligheid Programma watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik Programma watersysteem op orde: herstelde watersystemen Programma bestuur, communicatie en heffingen Programma bedrijfsvoering (*) Programma concernposten/administratieve posten !
" ##
$
#
% % %
" (
&
'
%
* De bruto lasten en baten van het programma bedrijfsvoering maken, via een doorverdeling naar de overige programma’s, al onderdeel uit van de gepresenteerde kosten per programma. Wanneer deze afzonderlijk vermeld zouden worden, is er sprake van een dubbeltelling.
In de meerjarenraming hebben wij gerekend met een loon- en prijsontwikkeling van 2%. Gelet op marktontwikkelingen is dit een concreet risico voor de meerjarenraming. Daarnaast hebben wij rekening gehouden met de meerjarige lasten van het investeringsplan voor zowel de afschrijvingslasten als de financieringslasten. Géén rekening hebben wij gehouden met groei van het accres of opname van een budget voor structureel nieuw beleid. De structurele lasten zullen ons inziens op basis van voortschrijdend inzicht eerder toenemen dan afnemen. De structureel te dekken kosten over de periode 2008-2013 lopen op van € 44,6 miljoen in 2008, naar € 53,6 miljoen (+ € 9 miljoen = +20,2%) in 2013. De nog te dekken kosten 2009 bedragen afgerond € 47,9 miljoen. Ten opzichte van het belastingvolume 2008 stijgen de te dekken kosten met 7,5%.
- 17-
Procentuele verdeling lasten progamma's 2009
4%
11%
3% 23%
59%
Programma waterkering en veiligheid Programma watersysteem op orde: herstelde watersystemen Programma concernposten/administratieve posten
Programma watersysteem op orde: geschikt voor grondgebruik Programma bestuur, communicatie en heffingen
Door een aantal ontwikkelingen én in het verleden genomen besluiten, staan de structureel te dekken kosten zwaar onder druk. De analyse op hoofdlijn van de stijging van 2009 ten opzichte van 2008 is als volgt: 1.
In de Waterwet (inwerkingtreding op zijn vroegst 1 januari 2009) worden de grondwatertaken toebedeeld aan het waterschap. De basis onder het huidige delegatiebesluit waarmee de provincie grondwatertaken aan ons opgedragen heeft, vervalt daarmee. Dit geldt dan ook voor de lumpsum-vergoeding die wij nu ontvangen. Op basis van de huidige begroting betekent dit dat ook de rekening voor uitvoering van de grondwatertaken volledig bij het waterschap komt te liggen. Het gaat hierbij om een structureel bedrag van circa € 770.000 (inclusief uitvoering Nieuw Limburgs Peil) waarop wij, door de wetswijziging, geen enkele invloed uit kunnen oefenen, maar waarvan wij wél structureel de financiële consequenties moeten dragen. In 2009 komt, omdat we nog een lumpsum vergoeding hebben geraamd, hiervan al circa € 455.000 structureel ten laste van het waterschap. Om deze kosten te dekken, zou het
2.
belastingvolume 2009 met 1,02% moeten stijgen ten opzichte van 2008. Zoals in de begroting 2008 was aangekondigd, is de overgang van de afdeling Vergunningen en Handhaving gepaard gegaan met structurele meerkosten. Op basis van de aan uw bestuur voorgelegde begrotingswijziging in de vergadering van 5 maart 2008, bedragen de structurele meerkosten ca € 360.000. Deze meerkosten zijn in de begroting 2008 incidenteel gedekt, omdat ten tijde van de totstandkoming nog geen duidelijkheid bestond omtrent de precieze omvang van deze structurele kosten. Om deze kosten te dekken, zou het belastingvolume 2009 met 0,81% moeten stijgen ten opzichte van 2008.
3.
In de eerste begrotingswijziging 2008 van het waterschapsbedrijf (behandeld in de vergadering van het uw bestuur van 5 maart 2008) was niet alleen de overgang van Vergunningen en Handhaving opgenomen, maar ook de wijziging van een aantal structurele uitgavenposten (energiekosten, personeelslasten) welke ten opzichte van de primitieve begroting 2008 heeft geleid tot structurele meerkosten voor ons
- 18-
waterschap in het Waterschapsbedrijf van circa € 330.000. Omdat deze in 2008 incidenteel zijn gedekt, werken deze in de begroting 2009 voor het eerst structureel door. Tezamen met de reguliere stijging ten opzichte van de gewijzigde begroting 2009 van € 964.000, zijn de structurele kosten ten opzichte van de primitieve begroting 2008 met € 1.294.000 gestegen. Om deze kosten te dekken zou het belastingvolume 2009 4.
met 3% moeten stijgen ten opzichte van 2008. Bij de begrotingsbehandeling 2006 heeft uw bestuur besloten om een deel van de nadeel compensatiegelden hoogwater van de staatssecretaris in zetten in de periode 2006-2008, om de tarieven voor de waterkeringomslag te verlagen. Mede naar aanleiding van een bestuurlijke belofte gedaan bij de verhoging van de waterkeringtarieven 2004. Daarnaast is vanwege egalisering van tariefsstijgingen 2008 aanvullend een bedrag uit de reserves gehaald. Als gevolg van het vervallen van de hiervoor bedoelde incidentele dekkingen, nemen de door belastingen te dekken kosten in structureel toe met afgerond € 650.000. Om deze kosten te dekken, zou het belastingvolume 2009 met 1,46% moeten stijgen ten opzichte van 2008.
5.
De overige wijzigingen bestaan met name uit de verhoging van het budget voor de bestuurskosten van € 158.000 vanwege uitbreiding van de tijdsbesteding van het dagelijks bestuur. De opvoering van de onderhoudskosten van de waterkeringen van € 150.000. De verhoging van het budget voor ICT met € 360.000 (waaronder de bijdrage aan het Waterschapshuis) waarvan € 100.000 incidenteel. De opname van een incidenteel budget voor de ontwikkeling van de afdeling Middelen van € 200.000. De wijzigingen als gevolg van algehele loon- en prijsstijgingen. De correctie van de achterstand in het investeringsplan, de hogere activering van kosten, de verlaging van de formatie en de raming van structurele meer-opbrengsten belastingen hebben een verlagend effect gehad op het saldo (circa € 1,6 miljoen structureel).
De toename in de meerjarenraming wordt naast loon- en prijsindexatie, veroorzaakt door de uitvoering van het investeringsprogramma. Jaarlijks investeren wij uit hoofde van onze opgedragen taken en ambitie, aanzienlijke bedragen. Als gevolg hiervan neemt de groei van de jaarlijkse kapitaallasten vanaf 2009 met jaarlijks gemiddeld zo’n € 975.000 toe, terwijl de vrijval uit oude investeringen gemiddeld zo’n € 240.000 per jaar bedraagt. Hierdoor stijgen de te dekken kosten vanaf 2009 elk jaar met zo’n € 735.000. Dit betekent dat jaarlijks het belastingvolume met ca 1,65% moet stijgen om de kosten van de uitvoering van het investeringsplan te dekken (uitgegaan van het belastingvolume van 2008). Om de stijging van de te dekken kosten 2009, maar ook van de afgelopen jaren, te beperken, hebben wij de afgelopen jaren alle lucht (die in die jaren heeft gezorgd voor aanzienlijke positieve rekeningsaldi) uit de begroting geperst. Voor 2009 hebben wij wederom onze begroting vergeleken met de jaarrekening 2007 om zo scherp mogelijk te begroten. Om het verschil tussen de begroting en de jaarrekening verder op te heffen hebben wij voor 2009 de achterstand in de investeringen van de watersysteemprojecten gecorrigeerd (€10 miljoen), op basis van ervaringen een structurele meeropbrengst van € 600.000 uit belastingen geraamd, en de formatie verder laten krimpen (per saldo -2,55 fte). Hiermee verwachten we dat alle “lucht” die nog in onze begroting zat, er uit is gehaald.
- 19-
De getroffen maatregelen in de begroting 2009 volgen op diverse maatregelen van de afgelopen jaren om de kostenontwikkeling in de hand te houden en de lasten voor de burger tot het minimum te beperken. •
In 2006 hebben wij reserves ingezet om investeringen vervroegd af te schrijven om een structurele besparing te realiseren van € 200.000.
•
In de begroting 2007 hebben wij een bezuinigingspakket van € 943.000 voorgelegd (waarvan € 740.000 structureel). U heeft op basis hiervan de organisatie opdracht gegeven deze uit te voeren. Ook het personeel is hierbij niet buiten schot gebleven (bijvoorbeeld het vervallen van verlofdagen om de productieve uren te verhogen).
•
In 2008 hebben wij aanvullend een bezuiniging van € 620.000 doorgevoerd, waarvan
€ 350.000 structureel. Met de maatregelen 2009 is daar nog € 1,6 miljoen structureel bovenop gekomen. In totaal is de afgelopen jaren structureel € 2,9 miljoen bezuinigd. Deze bezuiniging is gerealiseerd op eigen te dekken kosten door belastingen van € 15,8 miljoen (2008 exclusief waterschapsbedrijf). Dit is een structurele bezuiniging over de periode 2006-2009 van ca 18%. Met de inzet van de reserves is de gemiddelde lastenstijging voor de burgers gemiddeld 2,5% per jaar geweest. Dekkingsplan 2009-2013 Op dit moment beschikken we over € 12,2 miljoen aan vrij in te zetten reserves, waarvan € 3 miljoen wordt geoormerkt in verband met een stimuleringsregeling voor verbetering van watersystemen. Resteert € 9,2 miljoen. Uw algemeen bestuur heeft de wens uitgesproken om de door belastingen te dekken kosten 2009, met inzet van de reserves, niet harder te laten stijgen dan 3%. Met inzet van de reserves van € 9,2 miljoen over de jaren is dat incidenteel te realiseren. Uitgaande van een structureel sluitende meerjarenraming in 2013 wordt het scenario voor de komende jaren als volgt: Ontwikkeling belastingvolume 2009-2013 Nog te dekken kosten Dekking uit reserves t.b.v. tariefsontwikkeling Totaal belastingvolume
(x € 1.000)
2008
2010
2011
2012
2013
44.583
47.921
49.243
50.917
52.324
53.592
44.583
2.001 45.920
1.715 47.528
1.489 49.428
918 51.406
53.592
Stijging t.o.v. voorgaande jaar Totale onttrekking reserves 2009-2012
2009
3,00%
3,50%
4,00%
4,00%
4,25%
6.123
Dit scenario leidt tot herstel van het structurele evenwicht in de meerjarenraming. In dit scenario blijft er per 1 januari 2013 circa € 4 miljoen (inclusief rentebijschrijving) nog in de reserve over voor incidenteel nieuw beleid. Dit scenario leidt tot een taakstellende structurele bezuiniging voor 2013, om op 4% stijging in 2013 uit te komen, van circa € 0,1 miljoen. Natuurlijk is het zo dat van jaar tot jaar op basis van voortschrijdend inzicht, een heroverweging plaatsvindt. Ook hebben wij de mogelijkheden bekeken van een scenario met 3% per jaar in de periode 2009-2013. Echter, gelet op de meerjarige ontwikkeling, met als uitgangspunt een structureel sluitende meerjarenraming in 2013, lijkt dit geen reële optie. De overwegingen die tot die conclusie leiden, zijn de volgende.
- 20-
Ontwikkeling belastingvolume 3% per jaar Nog te dekken kosten
(x € 1.000)
Dekking uit reserves t.b.v. 3% ontwikkeling Totaal belastingvolume
2008
2010
2011
2012
2013
44.583
47.921
49.243
50.917
52.324
53.592
44.583
2.001 45.920
1.945 47.298
2.200 48.717
2.146 50.178
53.592
Stijging t.o.v. voorgaande jaar Totale onttrekking reserves 2009-2012
2009
3,00%
3,00%
3,00%
3,00%
6,80%
8.292
Dit scenario is in theorie mogelijk. Vanwege een gelijke netto kostenontwikkeling, is er geen sprake van een feitelijke verbetering van de structurele baten ten opzichte van de structurele lasten. Er is dan in 2013 geen sprake van een structureel sluitende meerjarenraming. In dit scenario blijft er per 1 januari 2013 circa € 1,8 miljoen (inclusief rentebijschrijving) nog in de reserve over. Dit scenario leidt tot een taakstellende structurele bezuiniging voor 2013, om op 3% stijging in 2013 uit te komen, van circa € 1,9 miljoen. Het realiseren van een aanvullende bezuiniging van dergelijke omvang lijkt ons, gelet op de bezuinigingen van de afgelopen jaren, niet reëel. De afgelopen jaren hebben wij ten gunste van de belastingbetaler circa € 2,9 miljoen structureel bezuinigd / omgebogen. Om in 2013 een structureel sluitende begroting te realiseren met een 3% scenario, is het noodzakelijk een extra taakstelling van € 1,9 miljoen door te voeren. Dit lijkt ons niet reëel. Op basis van de analyse van de meerjarenraming en de begroting van kostensoorten is onze conclusie dat het structurele probleem van onze begroting niet zozeer zit in beheersing van de kosten (met uitzondering van de kapitaallasten), maar vooral in lagere structurele inkomsten gecombineerd met het niet oneindig kunnen beschikken over incidentele dekkingsmiddelen (inzet reserves). Gelet op de kostenstructuur van onze begroting en de beperkte beïnvloedbaarheid daarvan (met uitzondering van personeelslasten en goederen en diensten van derden), de gevolgen van uitbreiding en verbreding / verdieping van taken, zien wij verder maar zeer beperkte mogelijkheden - door bijvoorbeeld samenwerking - om de structurele kosten te verminderen. Anders dan in het bedrijfsleven hebben wij niet de vrijheid om vanwege kostenbeheersing taken die ons bij wet of anderszins zijn toebedeeld af te stoten of te saneren. In feite resten aan de kostenkant alleen nog de personeelsbudgetten en de kapitaallasten van het investeringsplan. De kostenstijging als gevolg van verzwaring van taken en het toegeschoven krijgen van taken alsook onze eigen ambitie, is dermate hoog dat redelijkerwijs deze kosten niet meer uit bezuinigingen op de totale begroting kunnen worden gedekt. Als wij doorberedeneren op het “3% scenario,” betekent dat concreet dat er tot en met 2013 jaarlijks een structurele bezuiniging van circa € 380.000 gerealiseerd moet worden. Vertaalt naar het personeelsbudget betekent dat zwartwit gesteld dat tot en met 2013 jaarlijks circa 7,6 fte (uitgaande van een gemiddelde loonsom van € 50.000) moet uitstromen. Over de hele periode bezien een uitstroom van 38 fte in 2013. Wij hebben daarom er geen vertrouwen in dat met het verder terugbrengen van de formatie / personeelslasten, het structurele evenwicht in de meerjarenraming hersteld zou kunnen worden met een tariefsontwikkeling gelijk aan de inflatie. De afgelopen jaren zijn wij al, in het belang van kostenbeheersing, actief aan het sturen op de formatie. Een lagere formatie ten opzichte van 2004 (de overgang van Vergunningen en
- 21-
Handhaving buiten beschouwing gelaten) is hier het resultaat van, terwijl in de loop van de jaren nieuwe taken zijn opgepakt of taken zijn verzwaard (bijvoorbeeld de waterkeringzorg). Inzet reserves in relatie tot de meerjarenraming Door het “nadeel” van het kunnen beschikken over incidentele reserves, is de verleiding groot om de structurele ontwikkeling van het belastingvolume beneden de structurele kostenontwikkeling te houden. Dit is dan ook mede de oorzaak van de ontstane situatie. Bij het voldoen aan uw wens om de op te brengen belastingen niet meer te laten stijgen dan de inflatie, worden we door de in het verleden opgelopen achterstand en de taakuitbreidingen en verzwaringen in de weg gezeten. We beginnen al op achterstand. Om onze meerjarenraming structureel op orde te brengen, hinken wij, voor wat betreft de inzet van de reserves, steeds op twee gedachten. Aan de ene kant willen we een stap zetten om de begroting structureel op orde brengen, ook voor het nieuwe bestuur. Aan de andere kant betekent het snel structureel op orde brengen van de begroting dat we maar beperkt interen op de reserves. Het “voordeel” van het hebben van reserves is dat wij de mogelijkheid hebben om voor de komende jaren een evenwichtig belastingbeleid te voeren. We kunnen in feite tijd “kopen” om geleidelijk naar een evenwichtssituatie toe te groeien. Samenvatting dekkingsvoorstel begroting 2009 Voor 2009 gaan wij conform de wens van uw algemeen bestuur uit van een stijging van het belastingvolume van 3%. Om dit te realiseren halen wij € 2.001.573 uit de bestemmingsreserve dekking toekomstige exploitatie. Het totale belastingvolume 2009 bedraagt € 45.920.140.
1.3.2
De begroting van kostensoorten 2009
0
* #
+ !
%
! ,
-
.
+ !
%
) / !
&
" & "
"
"
"
"
"
#
%$'
"
"( "
&
" )
*
)
)
- 22-
0
* #
+ !
%
! ,
-
.
+ !
%
! +
&
!
& "
"
& "
" "
(
"
"
! & '
! $ 4
" ##
1 '
"
2 1
" ##
#
3
3
3
%
De kosten stijgen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2008 met € 971.000 (1,89%). Een bedrag van € 964.000 (1,87%) wordt veroorzaakt door een stijging van de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg. Ten opzichte van de primitieve begroting 2008 stijgen de kosten 2009 met € 1.462.000. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door de stijging van de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg van € 619.000 en de verschuiving van de kosten van de afdeling Vergunningen en Handhaving van het Waterschapsbedrijf Limburg naar ons waterschap (stijging van de bruto kosten van € 1.415.000). Voor meer gedetailleerde cijfers met toelichting verwijzen we naar het hoofdstuk van de kostensoorten.
Begroting 2009 naar soort kosten
1% 0%
11%
23%
54%
11%
Rente en afschrijvingen Goederen en diensten WBL
1.3.3
Personeelslasten Bijdrage aan derden
Goederen en diensten derden Toevoegingen aan voorzieningen / onvoorzien
Vermogenspositie
In juli 2005 heeft het Algemeen Bestuur onze nota “ Reserves en voorzieningen” vastgesteld. In deze nota zijn normen opgenomen voor de hoogte van onze algemene reserves. De algemene reserves worden geacht aan de maat te zijn, wanneer deze een omvang hebben van minimaal 5%, en maximaal 10% van de structurele netto kosten van een taak. Op basis van de uitgevoerde toetsing blijkt dat de omvang van de algemene reserves voldoen aan de gestelde normen.
- 23-
Vanwege de ontvangst in 2007 van het extra dividend van de Nederlandse waterschapsbank, is onze vermogenspositie flink toegenomen. De algemene reserves zijn op orde en het vrij inzetbare vermogen waarover uw bestuur kunt beschikken voor incidentele doeleinden bedraagt per 1 januari 2009 circa € 12,2 miljoen. Op basis van de voorjaarsnota wordt een bedrag van € 3 miljoen afgezonderd voor stimulering verbetering watersystemen (waaronder aanpak van gemeentelijke overstorten). Er resteert dan nog een vrij in te zetten bedrag van € 9,2 miljoen. Hiervan wordt in 2009 een bedrag van € 2 miljoen ingezet ter dekking van het begrotingssaldo 2009. Een en ander om het belastingvolume niet harder te laten stijgen dan 3%. Daarnaast wordt voorgesteld om een bestemmingsreserve te vormen van € 1 miljoen voor bevordering van de mobiliteit van personeel. Het eigen vermogen (algemene en bestemmingsreserves) bedraagt per einde 2009 circa € 13,2 miljoen op een verwacht balanstotaal van ongeveer € 59 miljoen. 1.3.4
Conclusie ten aanzien van de financiële positie
De financiële positie moet in samenhang worden gezien met de ontwikkeling van structurele lasten en baten (meerjarenraming), de vermogenspositie en de mogelijkheden tot kostenbeheersing in relatie tot taakuitvoering. De meerjarenraming wordt beschouwd als de belangrijkste indicator. Een exploitatie die structureel op orde is, is de beste garantie voor de continuïteit van een overheidsbedrijf. Een structureel sluitende meerjarenraming en het eventueel nemen van maatregelen om het evenwicht te herstellen, wordt onderschreven/geëist door de wetgever. Enerzijds vanwege het streven naar een structureel financieel gezonde overheid, anderzijds vanwege afspraken op europees niveau (EMU). Uit de analyse van de meerjarenraming maken wij op dat de kosten, voor zover mogelijk, worden beheerst, maar dat door incidentele dekking van structurele lasten in de voorbije jaren en overige teruglopende inkomsten, de exploitatie zwaar onder druk staat en blijft staan. Deze druk hebben we enerzijds kunnen verlichten door het doorvoeren van bezuinigingen en efficiencyverbeteringen, en anderzijds hebben we door de inzet van reserves “tijd” gekocht om de groei van het belastingvolume af te zwakken ondanks taakuitbreidingen en –verzwaringen. De inzet van reserves is vanwege onze goede vermogenspositie ook te rechtvaardigen. Neemt niet weg dat het ter beschikking hebben van incidentele middelen niet oneindig is en dat op een gegeven moment de structurele achterstand in moet worden gelopen. Het tij keren door het verder terugbrengen van de lasten lijkt gelet op onze taakuitvoering en maatschappelijke verantwoordelijkheid, geen soelaas meer te bieden. Het afstoten van taken of het vergaand saneren van taken is door wettelijke bepalingen beperkt. Op het moment dat de lastenkant van onze begroting niet meer de oplossing biedt voor herstel van het structurele evenwicht in de begroting, wordt ook de batenkant in de discussie betrokken. De ontstane situatie vraagt niet alleen om structurele maatregelen in lastensfeer maar ook om maatregelen in batensfeer. Door het belastingvolume voor 2009 met 3% te verhogen en voor de meerjarenraming uit te gaan van een geleidelijke stijging van de het belastingvolume tot 4 %, door jaarlijks een half procent extra te verhogen, hebben we in 2013 een structureel sluitende begroting en is volgens de geldende maatstaven onze financiële positie op orde.
- 24-
2 Begroting 2009 naar kostensoorten en de financiële positie 2.1
Begroting naar kostensoorten
0
" * #
+
%
!
!
, -
+
.
%
!
) Rente en afschrijvingen externe rentelasten
1.390.714
1.614.588
1.621.339
Interne rentelasten
389.257
736.010
736.010
720.549
3.137.906
3.743.179
3.758.179
3.751.195
0
0
Salarissen huidige personeel en bestuurders
6.645.881
7.139.943
8.511.058
8.975.649
Sociale lasten
1.202.929
1.358.156
1.628.740
1.711.348
0
0
0
0
Overige personeelslasten
624.043
745.164
790.746
729.862
Personeel van derden
395.991
176.650
509.366
338.000
35.659
54.762
54.762
68.160
Duurzame gebruiksgoederen
437.566
453.704
466.546
469.243
Overige gebruiks- en verbruiks-goederen
305.183
318.913
351.754
433.264
Energie
326.786
399.779
399.779
398.748
Huur en pachten
339.140
355.057
355.057
387.788
Verzekeringen
157.556
186.440
189.808
191.661
49.731
62.350
62.350
69.035
Onderhoud door derden
1.302.535
1.506.456
1.527.956
1.811.577
Overige diensten door derden
1.936.565
2.472.946
2.017.724
1.807.270
27.689.606
28.042.895
27.697.739
28.661.718
535.883
778.733
0
0
Aan overheden
53.859
45.000
45.000
30.000
Aan overigen
57.837
36.000
46.000
38.000
Afschrijvingen van activa Overige kapitaallasten
1.540.346
Totaal Personeelslasten
Uitkering huidig personeel en bestuurders
Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Totaal Goederen en diensten van derden
Belastingen
Totaal Goederen en diensten Waterschapsbedrijf Limburg Bijdrage Waterschapsbedrijf Totaal Grondwaterbeheer Kosten grondwaterbeheer Totaal Bijdrage aan derden
Totaal Toevoegingen aan voorzieningen / onvoorzien Aan voorzieningen
557.361
Onvoorzien
583.553
583.553
135.000
196.156
143.156
200.079
51.006.434
51.496.622
52.468.492
Totaal )
47.571.988
- 25-
0
" * #
+
%
!
!
, -
.
+
%
!
! Financiële baten Externe rentebaten
555.393
0
0
0
Interne rentebaten
306.170
268.213
268.213
333.309
Dividenden en bonusuitkeringen Totaal
9.898.681
0
0
1.365.000
10.760.244
268.213
268.213
1.698.309
Personeel baten Baten salarissen / sociale lasten Totaal
24.931
0
12.500
0
24.931
0
12.500
0
51.398
50.000
50.000
50.000
0
0
0
0
58
0
0
0
Goederen en diensten aan derden Verkoop grond Verkoop overige goederen Opbrengsten uit grond en water Huuropbrengsten uit overige eigendommen Diensten voor derden Totaal
0
0
0
0
857.459
943.820
1.014.820
884.500
908.915
993.820
1.064.820
934.500
750.936
307.203
307.203
313.347
Bijdragen van derden Van overheden
0
Van overigen
0
750.936
307.203
307.203
313.347
Opbrengst gebouwd
8.677.817
8.644.485
8.644.485
10.651.293
Opbrengst ingezetenen-omslag
3.848.722
3.894.676
3.894.676
5.739.486
Opbrengst ongebouwd
2.939.461
3.086.597
3.086.598
2.641.696
28.688.000
28.956.903
28.956.903
Totaal Waterschapsbelastingen
44.615
Opbrengst natuur Opbrengst verontreinigings-heffing
0 26.843.050
Opbrengst zuiveringsheffing 1.048.000
0
0
600.000
-691.000
-693.381
-693.381
-693.381
44.511.000
43.889.280
43.889.281
45.826.759
Onttrekkingen aan voorzieningen
454.994
1.495.786
1.507.056
73.214
Onttrekkingen aan reserves
666.226
0
0
0
1.051.742
1.363.036
1.363.036
1.620.790
Belasting-opbrengsten voorgaande jaren Kwijtschelding en oninbaarverklaring Totaal Interne verrekeningen
Geactiveerde lasten Totaal !
$
"
4
##
2.172.962
2.858.822
2.870.092
1.694.004
59.128.988
48.317.338
48.412.109
50.466.919
3
3
3
1 '
"
1
%
In de tabellen vergelijken we, conform de comptabiliteitsvoorschriften, de jaarrekening 2007, de primitieve begroting 2008, de gewijzigde begroting 2008 en de primitieve begroting 2009 met elkaar. In de primitieve begroting 2009 zijn de ontwikkelingen tot en met medio 2008 verwerkt. De lasten van de kostensoorten stijgen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2008 met € 971.000 (van € 51.497.000 naar € 52.468.000). Van deze stijging komt € 964.000 voor rekening van de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg. De kostenstijging op onze eigen budgetten bedraagt ten opzichte van de gewijzigde begroting 2008 € 7.000. Dat is een stijging van 0,03% (ten opzichte van de gewijzigde begroting 2008 exclusief de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf).
- 26-
2.1.1
Toelichting op de kostensoorten
Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de wijzigingen in kostensoorten binnen onze exploitatiebegroting naar kosten- en opbrengstensoorten. Rente en afschrijvingen De kosten van rente en afschrijving bedragen € 6.012.090 (begroting 2008: € 6.093.777). De afschrijvingskosten bedragen € 3.751.195 en de rentekosten € 2.260.895. De kosten van rente en afschrijving hebben betrekking op voormalige en geplande investeringsprojecten 2009 (Mip: Meerjareninvesteringsprogramma). Afschrijvingen De afschrijvingskosten 2009 dalen licht ten opzichte van 2008 ondanks de doorberekening van de lasten van het investeringsplan 2009. Bij het opstellen van de begroting 2009 hebben wij, mede op basis van de uitkomsten van de jaarrekening 2007, nog eens kritisch gekeken naar onze investeringsplanning. Begroting en jaarrekening zijn gedurende de jaren voor wat betreft de kapitaallastenontwikkeling verder uit elkaar gaan lopen. Voor ons is dit aanleiding om de opgelopen achterstand, in financiële zin, met betrekking tot de watersysteemprojecten met € 10 miljoen te corrigeren. Dit levert een besparing op van ruim € 0,3 miljoen aan afschrijvingen, waarmee wij tevens de verschillen tussen begroting en jaarrekening willen verkleinen. Dit is een structurele besparing met een eenmalig effect op de begroting. In de daarop volgende jaren stijgen de kapitaallasten weer, omdat wij jaarlijks € 6,5 miljoen blijven investeren in ons watersysteem. Een dergelijke maatregel leidt ertoe dat het langer duurt voordat wij in de situatie verkeren dat de jaarlijkse vrijval aan kapitaallasten zich op een zelfde niveau bevindt als de jaarlijkse extra kapitaal-lasten. Bij het bereiken van dat moment stijgt het niveau van onze kapitaallasten niet langer. Gegeven de huidige vermogenspositie, hebben wij gekeken of het verder vervroegd afschrijven van investeringen tot de mogelijkheden behoort. Onze conclusie is dat de in 2006 en 2007 uitgevoerde opschoonactie al heeft geleid tot de gewenste balans-sanering. Bovendien willen wij op dit moment niet vooruitlopen op de nieuwe voorschriften ten aanzien van activering, waardering en afschrijving. Ten tijde van de totstandkoming van deze begroting hebben wij de nieuwe voorschriften uit het Waterschapsbesluit) langs onze investeringen gelegd, om te onderzoeken of wij met het oog op invoering van de nieuwe voorschriften, investeringen ineens of gedeeltelijk moeten afwaarderen / afschrijven ten laste van de exploitatie. Onze voorlopige conclusie is dat, met uitzondering van geactiveerde saneringskosten, de gevolgen in vergelijking met sommige andere waterschappen mee zullen vallen. Een onzekerheid is dat de ministeriële regeling waarin de nieuwe voorschriften zijn uitgewerkt, op dit moment niet voorhanden is. Bovendien is de Unie van Waterschappen nog volop in de weer, met een afgevaardigde vakgroep van accountants, over hoe bepaalde voorschriften uitgelegd en toegepast moeten worden. Daarop gelet, lijkt het niet verstandig om op basis van speculaties nu vergaande acties uit te voeren.
- 27-
Rente Bij het opmaken van de begroting houden we vooraf rekening met de rentelast van de financiering van nieuwe investeringen. Het aantrekken van een externe geldlening levert dus geen extra lasten op voor de begroting, tenzij we meer moeten aantrekken dan vooraf voorzien. In de begroting 2009 hebben we er rekening mee gehouden dat de financieringsbehoefte voor nieuwe investeringen circa 12 miljoen bedraagt. In de Wet Financiering Decentrale Overheden (= Fido) staan heldere regels over wanneer een geldlening aangetrokken moet worden. Daarnaast hebben we nog nadere regels gesteld in ons Treasurystatuut. Ons beleid is gericht op het financieren van activiteiten tegen zo laag mogelijke financieringskosten. De financieringsbehoefte neemt afhankelijk van de omvang van het meerjaren investeringsprogramma jaarlijks toe. Het grootste gedeelte van het investeringsprogramma is gebaseerd op de projecten van ons Integraal Waterbeheerplan (vanaf 2008 € 6,5 miljoen). Door de uitvoering van deze projecten nemen de jaarlijkse kapitaallasten toe met circa € 535.000, terwijl de vrijval uit oude projecten slechts € 35.000 is. Onze structurele inkomsten zouden in principe jaarlijks met 1,1% verhoogd moeten worden om de ambitie die we hebben neergelegd in het Integraal Waterbeheerplan waar te maken. De jaarlijkse stijging van de kapitaallasten zet in de toekomst door. Dit komt doordat we elk jaar opnieuw investeren en dat tegelijkertijd de vrijvallende kapitaallasten uit oude investeringen gering zijn. Interne rentelasten De interne rentelasten betreffen een vergoeding aan de reserves en voorzieningen op basis van de verwachte stand op 1 januari van het betreffende jaar. Op basis van de verwachte omvang per 1 januari 2009 (circa € 16 miljoen), rekenen we circa € 720.000 toe aan onze reserves en voorzieningen. Dit is nagenoeg gelijk aan het bedrag voor 2008. Een gedeelte van deze rente sluizen we terug naar de exploitatie ter dekking (zie interne rentebaten). Personeelslasten De geraamde bestuurs- en personeelslasten betreffen alle lasten die verband houden met het huidige en voormalige bestuur en personeel. Hierbij horen het salaris met vaste toelagen van het personeel en bestuur, de uitkeringen en pensioenen ten behoeve van voormalig personeel en de daarop betrekking hebbende sociale lasten. Ook horen hierbij de uitgaven die voortvloeien uit diverse vergoedingsregelingen. We ramen de personeelslasten 2009 op totaal € 11.823.019,-. Dit is een stijging van 2,86% ten opzichte van de gewijzigde begroting 2008 (€ 11.494.672). Salarissen huidig personeel en bestuur We ramen de salariskosten 2009 op een bedrag van € 8.975.649. In de gewijzigde begroting 2008 raamden we die op € 8.511.058. Dit is een stijging van afgerond € 465.000. Het betreft niet alleen maandelijkse bruto loonkosten (inclusief stijging periodieken), maar ook bijvoorbeeld reiskosten woon-werkverkeer, stagevergoedingen, vergoeding ziektekosten en dergelijke.
- 28-
Een bedrag van € 158.000 heeft specifiek betrekking op aanpassing van de omvang / tijdsinvulling van het dagelijks bestuur aan de mogelijkheden van de nieuwe Waterschapswet en Waterschapsreglement. Dit hebben we aangekondigd in de voorjaarsnota 2008. Verder is voor 2009 een hoger bedrag geraamd van € 15.000 voor presentiegelden commissieleden en leden van het Algemeen bestuur. Daarnaast is eind 2007 besloten om 2fte tijdelijke formatie (landmeters) om te zetten in structurele formatie. In de begroting 2008 zijn deze vanwege te verwachten incidentele meevallers in de totale personeelslasten niet direct op geld gezet. In de begroting 2009 is dit wel gebeurd, waardoor de personeelslasten toe zijn genomen met € 78.000. De resterende stijging van € 214.000 (2,5%) vloeit voort uit de indexering van de salarissen, stijging van de eindejaarsuitkering, stijging van de reiskosten woon-werkverkeer, stijging van de resultatendeling enzovoorts. Op grond van de uitgangspunten van de salarisberekening was een hogere stijging te verwachten. Echter, vanwege teruglopende dekkingsmiddelen in onze begroting, hebben wij een inspanning geleverd om de personele lasten terug te brengen. Zo zijn wij voornemens om het aantal structurele fte’s medio 2008 zijnde 169,4 fte, terug te brengen naar 167,95fte (= 169,4 fte +/+ 2fte landmeters +/+ 0,1 fte Communicatie +/+ 1 fte Nieuw Limburgs Peil -/- 1fte Optimalisering Waterbeheer Landbouw -/- 1fte databeheerder afdeling Kennis & Advies -/- 1fte afdeling Beheer, Onderhoud Watersystemen -/- 1,55 fte Vergunningen en Handhaving). Sociale lasten De sociale werkgeverslasten zijn een afgeleide van de berekende bruto loonkosten en overige vergoedingen waarover we sociale werkgeverslasten zijn verschuldigd. Overige personeelslasten Met ingang van 2009 wordt het budget voor organisatieontwikkeling anders ingevuld. Het daarvoor gereserveerde budget in de exploitatie van € 300.000 wordt omgezet in een structureel budget voor organisatieontwikkeling van € 50.000 en de verruiming van het centrale opleidingsbudget (in totaal jaarlijks € 50.000). Verder hebben wij hier incidenteel een bedrag opgenomen van € 200.000 ten behoeve van de ontwikkeling van de afdeling Middelen. Dit komt in 2010 weer te vervallen. Voorts nemen de kosten van de geneeskundige dienst en werving- en selectiekosten toe. Personeel van derden De commissie Bestuur en Middelen heeft in haar vergadering van 11 juni 2008 ingestemd met het opnemen van een budget van € 100.000 incidenteel voor de inhuur van een Gismedewerker. Deze kosten zijn in de raming van deze kostensoort “personeel van derden” opgenomen. De stijging van de kosten ten opzichte van de primitieve begroting komt doordat hier nu kosten zijn geraamd die tot en met 2008 vanwege hun aard onder kostensoort “overige diensten door derden” (4310) waren opgenomen. Het gaat hierbij om € 90.000 voor uitvoering van een optimalisatiestudie afvalwatersystemen (OAS), de doorontwikkeling van het model Ibrahym en de veiligheidstoetsing voor waterkering. Daarnaast zijn ten opzichte van de primitieve begroting 2008 in de raming van deze kostensoort “personeel van derden,” uitgavenramingen opgenomen voor Nieuw Limburgs Peil
- 29-
terwijl deze eerder apart gepresenteerd waren onder de kostensoort “kosten grondwaterbeheer” (4310a). De daling ten opzichte van de gewijzigde begroting 2008 heeft te maken de opvoer in 2008 van incidentele uitgavenposten met betrekking tot het project Nieuw Limburgs Peil. Vanwege het aflopende karakter in 2009 zijn de kosten in 2009 voor ondersteuning in het project aanzienlijk lager. Uitkeringen voormalig personeel De hier vermelde kosten hebben betrekking op bruto wachtgeld- en pensioenverplichtingen van oud bestuurders. Het verschil met de jaarrekening ontstaat, doordat in de jaarrekening 2007 een gedeelte van de kosten was verantwoord onder kostensoort 4201 (€ 22.342). Goederen en diensten van derden De totale kosten van goederen en diensten van derden bedragen € 5.568.568,- (in 2008 was dat € 5.755.645) en bestaan uit: • •
energiekosten, belastingen, verzekeringen, huren en pachten; onderhoudskosten; het uitbestede onderhoud van waterlopen en waterkeringen; onderhoud waterschapshuis en loodsen, werkmaterieel, pompen en dergelijke;
•
overige diensten door derden, zoals: juridische en technische advisering door derden, maar ook contributies, lidmaatschappen en bijdragen aan verenigingen (STOWA en Unie van Waterschappen);
Overige gebruiks- en verbruiksgoederen De stijging ten opzichte van de primitieve begroting 2008 wordt veroorzaakt door: •
kosten van kopieerwerk (€ 7.000)
•
kosten van kantoorbenodigdheden (€ 8.000)
•
abonnementskosten van GBKN ten behoeve van de informatievoorziening van het Geografisch informatiesysteem (€ 28.000)
•
overige abonnementskosten (€ 8.000)
•
communicatie-/representatiekosten optimalisering waterbeheer in de landbouw (€ 50.000)
•
Overige per saldo afgerond € 13.000.
Energie In 2008 hebben wij, ten opzichte van 2007, vanwege de verwachte hogere energieprijzen het budget voor de levering van energie (brandstoffen, gas, elektriciteit) verhoogd. Gelet op de uitkomst in 2007, handhaven wij het budget van 2008 voor 2009. Huren en rechten De stijging van kosten voor deze kostensoort komt hoofdzakelijk voor rekening van de leasekosten voor dienstauto’s. De kosten hiervan ramen wij € 24.000 hoger dan in 2008. Daarnaast verwachten we dat de kosten voor de huur van kopieermachines € 10.000 hoger uitvallen. De overige posten, voor huur en rechten, nemen per saldo met afgerond € 1.300 af.
- 30-
Verzekeringen Hier ramen we de verzekeringspremies van de verzekeringen die we hebben afgesloten. Het betreft een brand- / opstal- / stormverzekering, een bedrijfs-WA-verzekering, een reconstructieverzekering, een fraudeverzekering, een motorvoertuigenverzekering, een werkmaterieelverzekering, een ongevallenverzekering en een transportverzekering communicatiemiddelen. Vanwege het gereedkomen van de gecombineerde hoogwaterloods, verwachten we voor 2009 een lichte stijging ten opzichte van de begroting 2008. Belastingen Gelet op de bouwwaarde van de gecombineerde hoogwaterloods verwachten wij een stijging van de te betalen onroerend zaakbelasting ten opzichte van 2008. De overige te betalen belastingen blijven nagenoeg gelijk. Onderhoud door derden De kosten stijgen ten opzichte van de primitieve begroting 2008 met circa € 305.000. De stijging wordt met name veroorzaakt door de toenemende onderhoudskosten van geautomatiseerde systemen van € 150.000 en de onderhoudskosten voor waterkeringen van € 150.000 (nieuw). Daarnaast stijgen de kosten voor het onderhoud van het waterschapshuis en de loodsen met afgerond € 26.000. De overige kosten zijn per saldo met € 21.000 gedaald. Overige diensten door derden Onder de kostensoort “overige diensten door derden” verantwoorden wij ook de contributies en lidmaatschappen. Onder de contributie en lidmaatschappen hebben wij onder andere opgenomen de contributie van de Unie van Waterschappen € 207.000 (dat was in 2008 € 200.000) en de STOWA € 165.000 (dat was in 2008 € 163.000) en de bijdrage aan Rijkswaterstaat (€ 100.000) uit hoofde van het gesloten Waterakkoord. De wijzigingen ten opzichte van de primitieve begroting, per saldo een verlaging van € 720.000, hebben betrekking op: •
toename kosten gesprekskosten / datacommunicatie (€ 22.000);
•
toename van reclame- en advertentiekosten (€ 15.000);
•
afname afvoerkosten papier (€ 10.000);
•
toename contributie (€ 105.000) aan Het Waterschapshuis in verband met ontwikkeling van specifieke software voor toepassingen in de waterschapswereld;
•
toename contributies Unie van Waterschappen, STOWA, Rioned en overige (€ 10.000);
•
afname vanwege verantwoording in 2009 onder de kostensoort “personeel derden” (4205) (€ 85.000);
•
vervallen van een incidentele post 2008 voor uitwerking waterkwaliteit in watertoets (€ 50.000);
•
opname budget kwaliteit-monitoring van de afdeling Vergunningen en Handhaving (€ 25.000)
•
aframing van kosten organisatiebeleid (€ 20.000);
•
opname structurele kosten voor organisatieontwikkeling (€ 50.000);
•
opname budget voor kwaliteitszorg organisatiebreed (€ 10.000);
- 31-
•
opname budget voor externe adviezen en onderzoek met betrekking tot vergunningverlening WVO en toezicht (€ 20.400)
•
verlaging budget voor inhuur van machines inclusief bediening ten behoeve van het onderhoud watergangen / waterkeringen (€ 62.000);
•
vervallen van de uitgavenpost met betrekking tot het laboratorium van het Waterschapsbedrijf Limburg (€ 300.000 die opgenomen wordt in de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg)
•
vervallen van de stelpost voor de meerkosten in verband met de overgang van de afdeling Vergunningen en Handhaving van het Waterschapsbedrijf Limburg naar ons waterschap (€ 543.000)
•
toename reis- en verblijfskosten met (€ 85.000) in verband met de overgang van de afdeling Vergunningen en Handhaving van het Waterschapsbedrijf Limburg naar ons waterschap (waren in de gewijzigde begroting wel al geraamd).
•
overige: per saldo een verhoging van € 7.600.
De daling van het budget 2009 ten opzichte van de gewijzigde begroting 2008 wordt veroorzaakt door het vervallen van een aantal incidentele uitgavenposten (met name posten voor het project Nieuw Limburgs Peil en invoering van de postcode-tool “Hoogwatercheck”). Ook hebben we een aantal structurele bezuinigingen ten opzichte van 2008 doorgevoerd, zoals bijvoorbeeld de verlaging van de onderhoudskosten watergangen / waterkeringen. Goederen en diensten van Waterschapsbedrijf Limburg Deze kostensoort betreffen de kosten van Waterschapsbedrijf Limburg. De kosten van het waterschapsbedrijf bedragen voor 2009 € 28.661.718. Dit is een stijging van € 963.979 (3,48%) ten opzichte van de gewijzigde begroting 2008 (€ 27.697.739). Op het eerste gezicht lijkt deze stijging al aanzienlijk, maar er is feitelijke ten opzichte van de begroting 2008 sprake van een grotere stijging. Een en ander vanwege de eerste begrotingswijziging van het Waterschapsbedrijf Limburg en ons eigen waterschap. De bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg zou volgens onze begroting, vanwege de overgang van de afdeling Vergunningen en Handhaving en het Laboratorium, uit zijn gekomen op € 27.368.000. Dit zou de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg zijn geweest in de primaire begroting 2008, als destijds de wijziging inzichtelijk was bij de voorbereiding van de begroting. En het zou als basis hebben gediend voor de vergelijking met de bijdrage voor 2009. In de begrotingswijziging van het Waterschapsbedrijf Limburg zaten echter ook nog een aantal andere wijzigingen (onder andere personeelskosten, energiekosten, hogere afname laboratoriumpunten bij het bedrijf Intertek en dergelijke). Deze laatste hebben geleid tot een extra stijging van de structurele bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg van € 330.000 (€ 27.698.000 -/- € 27.368.000) welke gedurende het begrotingsjaar 2008 incidenteel is gedekt. Die hogere structurele kosten komen nu voor het eerst tot uitdrukking in de door belastingen te dekken kosten. Oftewel, het saldo van de eerstvolgende (meerjaren)begroting. In dit geval dus, de (meerjaren)begroting 2009-2013. De feitelijke stijging ten opzichte van de primitieve begroting, begroting 2008, bedraagt daarom geen € 963.979 maar € 963.979 + € 330.000 = € 1.293.979. Een structurele stijging voor ons waterschap van 4,72% die nu voor het eerst in het saldo van de begroting doortelt ten opzichte van de vastgestelde begroting 2008.
- 32-
Overeenkomstig de vastgestelde begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg hebben wij de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf berekend. Hierbij dient de verhouding van het aantal vervuilingeenheden in het beheergebied van Waterschap Roer en Overmaas en in ons beheergebied als basis. In 2008 waren de vervuilingseenheden voor ons gebied geraamd op 586.000 op een totaal van 1.646.000 vervuilingseenheden in heel Limburg (gebied Roer en Overmaas 1.060.000). Voor 2009 bedraagt het aantal vervuilingseenheden voor ons gebied 573.000 op een totaal van 1.610.000 vervuilingseenheden voor heel Limburg (gebied Roer en Overmaas 1.037.000). De vervuilingseenheden zijn in totaliteit en per gebied gedaald vanwege aanpassing van de zuurstofnorm en het in gebruik nemen van eigen zuiveringsinstallaties door bedrijven. De daling van het aantal vervuilingseenheden heeft een extra verhogend effect op de tarieven (zie paragraaf waterschapsbelastingen). Kosten grondwaterbeheer Tot en met de primitieve begroting 2008 zijn de kosten voor uitvoering van de grondwatertaken afzonderlijk in beeld gebracht. Met de komst van de afdeling Vergunningen en Handhaving zijn de grondwatertaken integraal in ons takenpakket overgenomen. Hierdoor zijn in het kostensoorten overzicht ook de budgetten voor de uitvoering integraal in onze waterschapsbudgetten opgegaan. Deze zijn dus niet meer afzonderlijk zichtbaar in het overzicht. Bijdragen aan derden Deze kostensoort betreft voornamelijk subsidies die we verstrekken aan derden. Het bedrag heeft betrekking op de bijdrage aan de Unie van Waterschappen met betrekking tot de landelijke bestrijding van de muskus- en beverratten € 30.000 en de bijdrage aan het projectbureau Maas voor de Kaderrichtlijn Water € 26.000 (was in 2008: € 36.000). Daarnaast is een bijdrage begroot op basis van een bestuurlijk convenant met betrekking tot glastuinbouw en milieu ter grootte van € 12.000. Ten opzichte van de primitieve begroting 2008 hebben wij vanwege bezuinigingen de bijdrage aan het projectbureau Maas voor Kaderrichtlijn Water met € 10.000 afgeraamd en hebben wij de bijdrage in de gemeentelijke waterplannen € 15.000 laten vervallen. Toevoegingen aan voorzieningen/onvoorzien De toevoeging aan de voorziening bestaat uit de toevoeging aan de voorziening Onderhoud Waterschapshuis € 135.000. In de begroting is verder een (verplichte) post ter grootte van € 200.156,- opgenomen ter dekking van onvoorziene kosten.
2.1.2
Toelichting op de opbrengstensoorten
Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de opbrengstensoorten binnen de exploitatiebegroting, opgenomen aan het begin van dit hoofdstuk:
- 33-
Financiële baten De financiële baten bedragen € 1.698.309,- (dat was in 2008: € 268.213). Het verschil met 2008 ontstaat, doordat we in 2008 éénmalig geen dividendinkomsten hebben geraamd vanwege een stelselwijziging voor wat betreft de verantwoording van dividend. In 2009 ramen wij conform het nieuwe voorgeschreven verantwoordingsstelsel het jaarlijkse dividend weer. De overige financiële baten betreffen de bespaarde rente vanwege het kunnen aanwenden van reserves en voorzieningen voor de interne financiering. Goederen en diensten voor derden Naast lagere legesontvangsten (een daling van € 15.500), verwachten we op basis van de jaarrekeningcijfers 2007 een lagere bijdrage (een daling van afgerond € 110.000) voor de beverrattenbestrijding in 2009. Bijdrage van derden/overheden Hier is de bijdrage van de Provincie Limburg geraamd voor uitvoering van de grondwatertaken op basis van het delegatiebesluit. Waterschapsbelastingen Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren hebben wij een inschatting gemaakt ten aanzien van een structurele post voor extra / nagekomen belastingbaten. Met ingang van de begroting 2009 nemen wij een post op van € 600.000. Het geraamde bedrag voor kwijtschelding en oninbaar is, hetzelfde als in 2008, € 693.381. Uitgaande van 3% stijging van het belastingvolume, groeit het bedrag van € 44.582.661 naar € 45.920.140. In de afzonderlijke paragraaf waterschapsbelastingen gaan wij hier nader op in. Interne verrekeningen Onttrekking aan voorzieningen We halen voor in de exploitatie opgenomen kosten een totaal bedrag van € 73.214 (bruto uitkering + sociale lasten) uit voorzieningen vanwege te verwachten wachtgeld- en pensioenverplichtingen. Onttrekkingen aan reserves Na een aantal meevallers de afgelopen jaren is onze vermogenspositie flink toegenomen. Om onze reserves terug te brengen tot de afgesproken maxima, willen we de komende jaren geleidelijk de opgebouwde reserves vrij laten vallen ten gunste van de belastingtarieven. In wezen is hier sprake van een indirecte belastingteruggave. Gelet op de ontwikkelingen in de meerjarenraming onttrekken we voor 2009 een bedrag van € 2.001.573 aan de reserve dekking toekomstige exploitatie. Geactiveerde lasten Hier verantwoorden we de inzet van personeel op investeringsprojecten. Voor 2009 betreft het een bedrag van € 1.620.790 (dat was in 2008 € 1.363.036). In vergelijking met andere jaren is dit bedrag hoger, omdat we de kosten van inzet van personeel ten behoeve van projecten op een breder vlak gaan activeren. Voorheen werden alleen de kosten van de afdeling Projecten en Veiligheid geactiveerd. Echter de afdeling Kennis en Advies voert ook projectgebonden werkzaamheden uit die in geval van uitbesteding ook zouden worden
- 34-
geactiveerd. De nieuwe voorschriften onderschrijven een ruimer activeringsbeleid. In principe zouden we nog verder kunnen gaan voor wat betreft andere afdelingen, maar omdat de betrokkenheid van andere afdelingen deel uitmaakt van het reguliere structurele en “normale” werkpakket en taakuitvoering, horen deze kosten naar onze mening verantwoord te worden in de exploitatie.
2.1.3
Incidentele baten en lasten
In 2009 hebben wij een incidentele uitgavenpost van € 200.000 opgenomen voor de ontwikkeling van de afdeling Middelen en € 100.000 voor de inhuur van een tijdelijke Gismedewerker. Aan de batenkant zijn de geraamde inkomsten inzake de lumpsum van de grondwatertaken incidenteel (€ 313.347) en de dekking van het saldo van de begroting waarbij we een bedrag van € 2.001.573 uit de reserve “dekking toekomstige exploitatie” halen. Verder bestaat de begroting nagenoeg geheel uit structurele lasten en baten.
2.2
Waterschapsbelastingen
2.2.1
Inleiding
Gezien het belang van de waterschapsbelastingen en de wijzigingen op dat gebied, gaan we hierna nog eens uitvoerig in op de op te brengen belastingen. De uiteindelijke tariefsontwikkeling wordt bepaald door twee factoren te weten enerzijds de kostenontwikkeling en anderzijds de ontwikkeling in de belastinggrondslagen. Omdat we in de voorgaande paragrafen zijn ingegaan op de kostenontwikkeling, ligt de focus in deze paragraaf op de ontwikkeling van de belastingopbrengsten en de belastinggrondslagen of – categorieën.
2.2.2
Het nieuwe belastingstelsel
Soorten belastingen Tot en met 2008 hadden we drie soorten belastingen namelijk de waterschapsomslag kwantiteit, de waterschapsomslag waterkering en de verontreinigingsheffing (WVO). Als gevolg van de nieuwe wetgeving worden deze vervangen door de watersysteemheffing, verontreinigingsheffing voor directe lozingen op ons watersysteem en de zuiveringsheffing (indirecte lozingen). Op de verontreinigingsheffing wordt verder niet ingegaan omdat de opbrengsten onderdeel uitmaken van de watersysteemtaak en de opbrengsten verwaarloosbaar zijn omdat de gemeentelijke overstorten zijn vrijgesteld. In het nieuwe stelsel zijn de oude waterschapsomslagen waterkwantiteit en waterkering opgegaan in de watersysteemheffing. De oude verontreinigingsheffing wordt gezuiverd voor de zogenaamde kosten voor het passief kwaliteitsbeheer (10% van de netto kosten van de oude kwaliteitstaak). De opbrengst uit de nieuwe zuiveringsheffing wordt dus lager dan de huidige verontreinigingsheffing ten laste van de watersysteemheffing. Op de aanslag voor de zuiveringsheffing is dit te merken door een lager tarief per vervuilingseenheid. De opbrengst van de watersysteemheffing wordt op haar beurt dus hoger dan de optelling van de opbrengst van de oude waterschapsomslag waterkwantiteit en waterkering. Feitelijk is
- 35-
er sprake van een verschuiving. De kosten van het passief kwaliteitsbeheer welke voorheen werden opgebracht uit de verontreinigingsheffing, moeten per 2009 opgebracht worden door de watersysteemheffing. Een gedeelte van tariefsdaling van de zuiveringsheffing wordt echter teniet gedaan door de wettelijke aanpassing van de zuurstofnorm waardoor het aantal vervuilingseenheden in ons gebied waarover de netto kosten van het zuiveringsbeheer kunnen worden omgeslagen, aanzienlijk afneemt. Belasting categorieën De belastingcategorieën in het nieuwe stelsel (systeembeheer) lijken in eerste instanttie op de oude. Er zijn echter wel wat verschillen die impact kunnen hebben op de hoogte van de aanslag 2009 ten opzichte van 2008. De verschillen op hoofdlijn in willekeurige volgorde: -
vrijstellingen in de categorie gebouwd en ongebouwd vervallen omdat iedereen geacht wordt belang te hebben bij de taakuitvoering van het waterschap;
-
de classificatie van de gronden in de categorie ongebouwd vervalt;
-
binnen ongebouwd wordt tariefsdifferentiatie gehanteerd tussen verharde wegen en overig ongebouwd, maar in een andere verhouding dan voorheen (in nieuwe stelsel
-
wegen maximaal +100% ten opzichte van overig ongebouwd); binnen de categorie ongebouwd worden voortaan ook waterwegen belast;
-
natuurgronden verdwijnen uit de categorie ongebouwd en gaan een aparte categorie vormen;
-
de definities die bepalen wat tot natuur, wegen en dergelijke behoort zijn gewijzigd;
-
de keuzevrijheid/beoordelingsruimte ten aanzien van de kostentoedeling naar de te onderscheiden categorieën is ingeperkt alsook de eventuele verdeling binnen die
-
categorieën; geen aparte omslag meer voor waterkering. Iedereen gaat meebetalen aan de waterkering omdat er geen taakgebieden meer gelden.
2.2.3
Belastingopbrengsten 2009
Rekening houdende met het halen van € 2.001.573 uit de bestemmingsreserve dekking toekomstige exploitatie (in wezen een tariefsegalisatie reserve) ten behoeve van een maximale stijging van het belastingvolume van 3%, stijgt het totale belastingvolume van € 44,58 miljoen in 2008 naar € 45,92 miljoen in 2009. Gebaseerd op de kostenverdeling zoals vastgelegd in de kostentoedelingsverordening voor 2009 zijn de opbrengsten naar belastingcategorie als volgt:
- 36-
5
- ##
'
5
2
'
2-
6
2
%
7 88
%
$
8
Gebouwd
8.677.817
8.644.485
Ongebouwd
2.939.461
3.086.597
2.641.696
Ingezetenen
3.848.722
3.894.676
5.739.486
2. 1 %
10.651.293
44.615
Natuur 26
9 %
7 88
$
7 88
7 88
%
8
Huishoudens Bedrijven 9 % 2. 1 % 7 88
18.880.000
19.172.830
18.269.500
9.807.600
9.784.073
8.573.550
'
Zoals eerder aangegeven verschuiven de netto-kosten van het passief kwaliteitsbeheer van de oude verontreinigingsheffing naar de watersysteemheffing. Hierdoor stijgt de opbrengst van de watersysteemheffing ten opzichte van de “oude” omslag. Het omgekeerde is het geval ten opzichte van de oude verontreinigingsheffing. De te dekken kosten 2009 (vóór het halen van gelden uit de reserve) bedraagt in totaal € 47.921.713. Hiervan heeft een bedrag van € 20.304.528 betrekking op te dekken kosten watersysteembeheer en € 27.617.185 op zuiveringsbeheer. Gelet op totaal te dekken kosten 2009, bedragen de dekkingspercentages van de belastingen voor het watersysteem- en zuiveringsbeheer respectievelijk 94% en 97%. Naarmate de gemiddelde ontwikkeling van het belastingvolume achterblijft bij de gemiddelde netto kostenontwikkeling neemt het structurele tekort in de meerjarenraming toe en nemen de dekkingspercentages af. Bestemmingsreserve dekking toekomstige exploitatie De bestemmingsreserve dekking toekomstige exploitatie functioneert feitelijk als een egalisatiereserve voor de belastingontwikkeling. Voor wat betreft de stand en het verloop in 2009 verwijzen wij naar paragraaf 2.3.2. Kwijtscheldingsbeleid Het kwijtscheldingsbeleid wordt uitgevoerd door de Unit Waterschapsheffingen en Invordering van het Waterschapsbedrijf Limburg. Basis voor de ramingen inzake kwijtschelding zijn gebaseerd op het rapport “Financiële gevolgen Kwijtscheldingsbeleid Limburgse Waterschappen” van maart 2001. Het geraamde kwijtscheldingsbedrag voor 2009 bedraagt € 470.000.
- 37-
Belastingtarieven 2009 Op basis van de voorliggende begroting en het dekkingsvoorstel bedragen de door belastingen te dekken kosten 2009 in totaal € 45.920.140 waarvan € 19.077.090 betrekking heeft op de watersysteemheffing en € 26.843.050 op de zuiveringsheffing. Wanneer we de kostentoedelingsverordening toepassen komen we voor de watersysteemheffing tot de volgende tarieven. Ter vergelijking zijn ook de tarieven 2008 volgens het oude en het nieuwe belastingstelsel opgenomen. 8
- ##
3
<%
-
#-
3#
1" 0 > + ? + & 5 ; ; ; ; ; = ;
8
- ##
-
6
1"
7 88
1-
0
9
6
9
6
. . 1- " 9 5 :3 7 % 9 . 31- " , # , # , # , , % 11 ,
3
"
,
,
,
,
, , ,
, ,
,
, ,
, ,
,
,
"
<%
%
7 88 1" @
3 7 88
; 1 7 1" + % %1 ! " % + % %1
,
.1 %
7 88
1:1 % 7 88
3
:1 % 7 88
7
"
,
,
,
7
"
,
,
,
3
Het tarief voor de verontreinigingsheffing (directe lozingen) wordt vastgesteld op hetzelfde tarief als van de zuiveringsheffing. Omdat in ons gebied het aantal directe lozingen verwaarloosbaar is en daardoor de perceptiekosten niet in verhouding staan tot de inkomsten, zal in de praktijk geen feitelijke aanslagoplegging plaatsvinden. Voor wat betreft de watersysteemheffing voor de categorie gebouwd is voorgeschreven dat met ingang van 2009 het tarief niet in euro’s wordt vastgesteld, maar als een percentage van de woz-waarde. Voor de vergelijking met 2008, het tarief 2009 voor gebouwd in euro’s bedraagt € 0,59. De tarieven worden bepaald door de door belastingen te dekken kosten van het watersysteembeheer conform de kostentoedelingsverordening te verdelen naar de te
- 38-
onderscheiden categorieën waarna we het op te brengen belastingbedrag delen door de omvang van de belastingmaatstaf (aantal ingezetenen, hectares enzovoort). In zijn algemeenheid wordt de stijging van een tarief niet alleen bepaald door de stijging van de door belastingen te dekken kosten maar ook door de ontwikkeling in de omvang van een belastingmaatstaf. Het kan zijn dat de uit de belastingen te dekken kosten hetzelfde blijven, terwijl de tarieven tóch stijgen doordat bijvoorbeeld het aantal vervuilingseenheden in het gebied afneemt. Met andere woorden: een kostenbeheersing garandeert niet op voorhand een tariefbeheersing. Ofschoon het belastingvolume 2009 overall met 3% stijgt, ontstaan desondanks door de aangepaste directe kostentoerekening (w.o. hogere verkiezingskosten 2009-2012), jaarlijks grotere woz-waarde voor gebouwd en ook de afname van het aantal vervuilingseenheden, altijd verschillen in de tariefsstijging ten opzichte van de groei van het belastingvolume van 3%. Dit is niet te voorkomen omdat het met name externe ontwikkelingen betreft. Bij de tariefsberekeningen zijn we uitgegaan van de volgende grootheden: 5
%
%
@
-
6
9 #-
>
3
9 #
3
9 6
3
9 6
3
. .
?
1- "
!
9 5 :3
!
9
5
1- "
. 3-
; ,
#
; ,
#
; ,
"
"
#
; ,
-
; , =
7 "
%
1- "
11
; ,
11
Het gegeven dat de wetgever vanaf 2009 voor alle gebouwde en ongebouwde eigendommen een belang aanwezig acht bij de waterschapstaak en dus sprake is van een belastbaar feit, zorgt voor de substantiële toename van de te belasten woz-waarde en aantal hectares. Er is vanaf 2009 geen sprake meer van vrijstellingen binnen de categorieën gebouwd en ongebouwd. 5
- ##
@
%1
%
%1
7 " ; 1 @
9 % 2. 1 %
7 88
7 1" %1
! " @
7 "
7 " %
%1
7 "
- 39-
Door aanpassing van de zuurstofnorm alsook de ingebruikname van eigen zuiveringsinstallaties door bedrijven in ons gebied, neemt het aantal belastbare vervuilingseenheden in ons gebied af. Deze ontwikkeling heeft een verhogend effect op het tarief per vervuilingseenheid van de zuiveringsheffing. Lastendruk De effecten van de wijziging van het belastingstelsel zullen voor elke individuele aanslag anders uitpakken omdat het afhankelijk is van de persoonlijke omstandigheden van de belastingplichtige. Beredeneert vanuit de totale belastingopbrengst 2009 voor ons gebied kunnen we stellen dat de belastingdruk met 3% toeneemt ten opzichte van 2008. Nogmaals hoe dat individueel uitpakt hangt af van de omstandigheden. We onderkennen op hoofdlijn de volgende effecten: -
belastingplichtigen gebouwd en ongebouwd die voorheen waren vrijgesteld van belastingheffing gaan nu meebetalen in de kosten van het watersysteembeheer;
-
als gevolg van het voorgaande hebben belastingplichtigen die tot en met 2008 werden aangeslagen voor gebouwd en ongebouwd een voordeel omdat de kosten in 2009
-
over meer woz waarde en hectares kunnen worden omgeslagen; als gevolg van het vervallen van de classificatie bij categorie ongebouwd en de
-
vorming van een aparte categorie natuur, gaat natuur minder betalen; als gevolg van de maximering van de mogelijkheid tot tariefsdifferentiatie binnen gebouwd, gaan de wegenbeheerders in totaliteit minder betalen;
-
de belastingplichtigen inzake overig ongebouwd gaan als totaal vanwege het nieuwe belastingstelsel en de gemaakte keuzes in de kostentoedeling (de verschuiving van de kosten van het passief kwaliteitsbeheer van de zuiveringsheffing naar watersysteem buiten beschouwing gelaten), minder betalen. Daarnaast is er sprake van een verschuiving binnen de groep vanwege de introductie van één tarief binnen overig ongebouwd. Belastingplichtigen die voorheen in klasse III zaten (niet zijnde natuur) gaan meer betalen en die voorheen in klasse II gaan minder betalen. Neemt niet weg dat overig ongebouwd als groep in euro’s minder gaan betalen (grootste daler) en dat geldt ook in relatieve zin ten opzichte van de andere
-
categorieën (met uitzondering van wegen en natuur); belastingplichtigen die voorheen werden aangeslagen voor de waterkeringsomslag hebben voordeel omdat iedereen in ons gebied gaat meebetalen aan de kosten van de waterkeringszorg.
-
alle categorieën gaan meer betalen in de watersysteemheffing vanwege het feit dat de kosten van het passief kwaliteitsbeheer welke voorheen in de verontreinigingsheffing waren opgenomen, nu via de watersysteemheffing worden verhaald. Hier staat
-
tegenover dat het tarief van de zuiveringsheffing per vervuilingseenheid daalt. de categorie ingezetenen gaan in absolute zin meer belasting betalen omdat via de kostentoedelingsverordening de aan hen procentueel toe te rekenen kosten stijgen van 25% naar 30%.
- 40-
Op basis van de begroting 2008 hebben we het oude en nieuwe belastingstelsel cijfermatig nog eens langs elkaar gezet om de verschuivingen en oorzaken aan te geven. We nemen 2008 als uitgangspunt om de effecten van de wijziging van de directe kostentoerekening in 2009 en de kostenstijging 2009 te elimineren. 2008 was: Oud belasting regime
Categorie
Ingezetenen Gebouwd Ongebouwd wegen Ongebouwd overig Natuur Totaal
€ € € € € €
2008 wordt: % totale Nieuw belasting opbrengst regime
3.894.676 8.644.485 727.927 2.093.048 265.622 15.625.758
24,9% 55,3% 4,7% 13,4% 1,7% 100,0%
€ € € € € €
5.469.552 10.417.030 497.637 2.066.180 43.378 18.493.777
Totaal verschil % totale nieuw -/- oud opbrengst
29,6% 56,3% 2,7% 11,2% 0,2% 100,0%
€ € € € € €
1.574.876 1.772.545 230.29026.868222.2442.868.019
Analyse oorzaak verschil: Nieuw Verschuiving belastingregime kosten passief en kwaliteitsbeheer kostentoedeling
€ € € € € €
706.174 183.507 310.625360.474228.0289.446-
€ € € € € €
868.702 1.589.038 80.335 333.606 5.784 2.877.465
Voor wat betreft het tarief van het Wvo tarief 2008 zijnde € 49,41 per vervuilingseenheid, daalt deze voor de zuiveringsheffing naar € 45,17 vanwege de verschuiving van de kosten van het passief kwaliteitsbeheer naar de watersysteemheffing. Dat de kolom “nieuw belastingregime en kostentoedeling” bij de analyse niet helemaal op nul sluit heeft te maken met afronding van de tarieven waarmee is gerekend.
2.3
Weerstandsvermogen
In juli 2005 heeft uw Algemeen Bestuur onze nota “Reserves en voorzieningen” vastgesteld. De in deze nota opgenomen voorstellen tot herijking van reserves en voorzieningen hebben we in de begroting 2006 geïmplementeerd en actualiseren we van jaar op jaar. Verkorte staat reserves en voorzieningen (x € 1.000) Verkorte staat reserves en voorzieningen Eigen vermogen Algemene reserve watersysteem Algemene reserve waterzuivering Bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen (a) Voorzieningen (b) Totaal reserves en voorzieningen (a+b)
2.3.1
Stand per 1 januari
Vermeerderingen
Verminderingen
Stand per 31 december
2009
2009
2009
2009
1.272 1.962 12.375 15.609
257 88 4.557 4.902
32 249 6.986 7.267
1.497 1.801 9.946 13.244
404
153
191
366
16.013
5.055
7.458
13.610
Algemene reserves
•
Algemene reserve watersysteem (geraamde stand 1 januari 2009: € 1.271.544 positief).
•
Algemene reserve waterzuivering (geraamde stand 1 januari 2009: € 1.961.616 positief).
Als gevolg van de nieuwe Waterschapswet en de voorschriften voor verslaglegging, is het nodig dat we de algemene reserves herstructureren. Was er eerst sprake van drie algemene reserves (waterkwantiteit, waterkering en waterkwaliteit), nu kennen we nog maar twee algemene reserves, te weten een algemene reserve watersysteem en een algemene reserve waterzuivering. In feite zijn voormalige drie reserves herverdeeld over twee reserves, waarbij in feite alleen de algemene reserve waterkwantiteit en waterkering zijn samengevoegd.
- 41-
Verder hevelen we, vanwege het feit dat ca 10% van de waterkwaliteitskosten betrekking heeft op het passief kwaliteitsbeheer en bij de watersysteemkosten doorgerekend moet worden, 10% van de algemene reserve waterzuivering over naar de algemene reserve watersysteem. %
%
.
%
$
1, 1
?
-
6
9
.1 %
# "
$
-
$
-
$
-
@
9
-
,7
"
'
" ,
In de nota “Reserves en voorzieningen” hebben we normen opgenomen voor de gewenste hoogte van de algemene reserves. Streefniveau is een hoogte van 7,5% van de netto kosten per taak, waarbij het minimum niveau is bepaald op 5% en het maximum niveau op 10%. Op basis van het voorgaande concluderen we dat de algemene reserves voldoen aan de gestelde normen. 2.3.2
Bestemmingsreserves
•
Bestemmingsreserve “Thema- en gebiedsgerichte plannen” (geraamde stand per 1 januari 2009 € 19.844).
•
Bestemmingsreserve “Limburg-brede projecten” (geraamde stand per 1 januari 2009 € 18.168).
•
Bestemmingsreserve “hoogwaterbestrijding” (geraamde stand per 1 januari 2009:
•
€ 400.000 positief).
•
Bestemmingsreserve “dekking toekomstige exploitatie” (geraamde stand per 1 januari 2009: € 11.936.546).
•
Bestemmingsreserve “stimulering verbetering watersysteem” (geraamde stand per 1 januari 2009: € 0)
•
Bestemmingsreserve “mobiliteit” (geraamde stand per 1 januari 2009: € 0)
Bestemmingsreserve “Thema- en gebiedsgerichte plannen” / “Limburg-brede projecten” Bij het ontstaan van het huidige waterschapsbestel zijn de reserves en voorzieningen en de daaronder liggende verplichtingen / toezeggingen overgegaan naar de waterschappen. In verband met gedane toezeggingen hebben we deze reserves vooralsnog gehandhaafd. Aanspraak op deze reserves vindt plaats op basis van declaraties van derden. Bestemmingsreserve “Hoogwaterbestrijding” De bestemmingsreserve “Hoogwaterbestrijding” is bedoeld om de variabele kosten bij een hoogwatergolf te dekken. Conform eerder gemaakt afspraken hebben we de noodzakelijke omvang bepaald op € 400.000.
- 42-
Bestemmingsreserve”Dekking toekomstige exploitatie” De bestemmingsreserve “Dekking toekomstige exploitatie” hebben we met ingang van de jaarrekening 2005 ingesteld. Deze bestemmingsreserve is bedoeld om, indien de algemene reserves aan de maat zijn, rekening- / begrotingoverschotten in te storten, welke we op een later moment kunnen inzetten om de tarieven te egaliseren en / of om deze minder hard en / of gelijkmatiger te kunnen laten stijgen in de toekomst. In feite is er sprake van een instrument waarmee we een evenwichtiger tarievenbeleid kunnen voeren. Deze reserve is inclusief het extra ontvangen dividend van de Waterschapsbank (in 2007). Op basis van de voorliggende begroting onttrekken we een bedrag van € 2.001.573 aan deze bestemmingsreserve voor de dekking van het saldo van de exploitatie en halen we er € 3 miljoen uit om te storten in een nieuwe bestemmingsreserve “Stimulering verbetering watersystemen”. Daarnaast stellen wij voor om van de reserve een bedrag van € 1 miljoen af te zonderen voor de vorming van een bestemmingsreserve mobiliteit. Per 31 december 2009 ramen we de stand van de bestemmingsreserve “Dekking toekomstige exploitatie” op afgerond € 6,3 miljoen. Bestemmingsreserve “Stimulering verbetering watersystemen” Deze reserve wordt ingesteld om mogelijkheden te creëren om derden te stimuleren maatregelen te nemen welke leiden tot verbetering van het watersysteem. In de voorjaarsnota 2008 hebben we bijvoorbeeld aangekondigd dat we gemeenten willen stimuleren om de gemeentelijke overstorten op ons watersysteem aan te pakken maar ook andere stimuleringsregelingen kunnen hier onderdeel van uitmaken. Hiervoor maken we een bedrag van € 3 miljoen vrij. We verwachten dat we de gevormde reserve voor 2009 aanspreken voor een bedrag van € 750.000. Bestemmingsreserve “mobiliteit” De mens de belangrijkste productiefactor voor een organisatie. Het is daarom van belang dat de kennis en vaardigheden van de mensen kwalitatief op peil blijft. Dat kan alleen wanneer we in mensen blijven investeren. Als dat niet gebeurt is het net als bij een ander kapitaalgoed, de waarde vermindert. Daarnaast is het zo dat wanneer er discrepanties zijn in de organisatie, er ruimte moet zijn om deze aan te pakken. Met de vorming en het kunnen beschikken over deze reserve kunnen we de mobiliteit van het personeel bevorderen/ stimuleren. Hoe een en ander precies ingevuld zal gaan worden moet nog in een beleid worden vertaald. In de voorjaarsnota was aangekondigd dat er structureel een voorziening zou worden gevormd ten laste van de exploitatie. Echter, om de druk op de exploitatie te verlichten en gegeven het feit dat er toereikende incidentele middelen voorhanden zijn, heeft ons ertoe gebracht u voor te stellen een bedrag van € 1 miljoen af te zonderen uit de bestemmingsreserve dekking toekomstige exploitatie. 2.3.3 •
Voorzieningen Voorziening “Wachtgelden en pensioenverplichtingen voormalig bestuurders” (geraamde stand per 1 januari 2009: € 284.575 positief).
•
Voorziening “Onderhoud waterschapshuis” (geraamde stand per 1 januari 2009: € 119.893)
- 43-
Voorziening “Wachtgelden en pensioen verplichtingen” Met ingang van 2006 moeten we voor wachtgeld- en pensioenverplichtingen voor voormalige bestuurders een voorziening vormen ter grootte van de verwachte toekomstige verplichting. Voor 2009 halen we een bedrag van € 73.214 uit de voorziening “Wachtgelden en pensioenverplichtingen voormalig bestuurders.” Voorziening “Onderhoud waterschapshuis” Met ingang van 2007 hebben we een voorziening ingesteld voor het onderhoud van het waterschapshuis. De jaarlijkse storting bedraagt, op basis van het beheerplan voor het waterschapshuis, € 135.000. Voor het uitvoeren van diverse onderhoudswerkzaamheden in 2009 hebben we naar verwachting € 100.000 nodig. 2.3.4
Prognose balans 2009
Als basis voor de berekening van de kapitaallasten die voortvloeien uit de in het verleden gedane investeringen hebben we de staat van vaste activa begroting 2009 genomen waarin we ook de investeringsprogramma’s 2004 tot en met 2008 hebben verwerkt.
2.4
Financieringsparagraaf
Vermogensbehoefte 2009-2013 Als gevolg van onze dagelijkse activiteiten is er continu een ingaande en uitgaande geldstroom via onze rekening courant. Via de rekening courant doen we niet alleen reguliere uitgaven - bijvoorbeeld salarissen - maar ook investeringsuitgaven. Uitgaande van een sluitende jaarbegroting zorgen de investeringsuitgaven ervoor dat er een vermogensbehoefte (financieringsbehoefte) op lange termijn bestaat. In de bedrijfseconomie wordt als vuistregel gehanteerd dat reguliere uitgaven (exploitatie-uitgaven) met “kort geld” gefinancierd mogen worden, zoals bijvoorbeeld de rekening courant, en investeringsuitgaven met “lang geld” (looptijd geldlening langer dan één jaar). Een en ander om de financieel-economische kwetsbaarheid te minimaliseren en de continuïteit op langere termijn te waarborgen (= solvabiliteit). Op grond van het voorgaande kan de financieringsstructuur van een organisatie op hoofdlijn worden afgelezen aan de verhouding tussen de afschrijvingen op investeringen en de aflossingen op geldleningen. Wanneer deze verhouding nagenoeg (structureel) 1:1 is, zou men kunnen concluderen dat investeringen zijn gefinancierd met vaste geldleningen met een looptijd die nagenoeg aansluit bij de investerings- en kapitaalbehoefte op langere termijn. Voor een (semi-)overheidsorganisatie geldt echter een uitzonderlijke situatie in die zin dat naast het wettelijke kader, financieringsbeslissingen vooral worden geleid door het kostenaspect. De continuïteit staat niet of nauwelijks ter discussie. Als we kijken naar de verhouding tussen afschrijvingen en aflossingen in de begroting 2009, dan is die verhouding € 3.751.195 : € 1.818.150 of te wel 2 : 1. Hieruit kunnen we concluderen dat we gepleegde investeringen in het verleden veelal met “kort geld” en interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) hebben gefinancierd. Indien wettelijke of andere kaders daartoe de ruimte hebben gegeven en de rentetarieven voor kort geld voordeliger waren, is dat op basis van kostenoverwegingen een goede keuze geweest. De bewegingsruimte voor dit soort overwegingen zijn op dit moment meer beperkt dan voorheen
- 44-
door de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) door het hanteren van de renterisico-norm en de kasgeldlimiet. Bij het opmaken van de begroting houden we vooraf rekening met de rentelast van de financiering van nieuwe investeringen. De rentelasten dekken we in de begroting door de rentecomponent in de kapitaallasten van investeringen. Wanneer we namelijk een nieuwe investering in het investeringsprogramma opnemen, ramen we kapitaallasten die bestaan uit een afschrijvingskostencomponent en een rentekostencomponent. Door deze laatste in de begroting als last op te nemen, hebben we de financieringskosten voor de investering afgedekt. Het aantrekken van een externe geldlening levert dus geen extra lasten op voor de begroting, tenzij we meer moeten aantrekken dan vooraf voorzien of rentepercentages hoger zijn. In de begroting 2009 hebben we de financieringsbehoefte voor eind 2009 berekend op € 11,9 miljoen. In de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) staan heldere regels over wanneer een geldlening aangetrokken moet worden. De financieringsbehoefte neemt afhankelijk van het meerjaren investeringsprogramma jaarlijks met zo’n € 8,8 miljoen toe. Renteontwikkeling 2009-2013 in relatie tot de meerjarenraming Mede onder invloed van de internationale kredietcrisis zal de wereldhandel afzwakken. Als gevolg hiervan zal de economie afzwakken en de inflatie oplopen (mede ook vanwege de stijgende prijzen voor grondstoffen zoals olie). De onrust op de financiële markten levert onzekerheden op ten aanzien van de renteontwikkeling. Naar verwachting zal de rente, vanwege krapte op de internationale kapitaalmarkt, de komende jaren stijgen. In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een rentepercentage van 4,5% voor 2009, van 5% voor 2010 en 2011 en van 5,5% voor 2012 en 2013. Een en ander conform de voorjaarsnota 2008. Reserves en voorzieningen Het bedrag van de reserves en voorzieningen wenden we aan voor de financiering van investeringen. Dit levert een besparing op ten aanzien van de rentelasten. Indien we reserves en / of voorzieningen aanwenden, betekent dit een stijging van de rentelasten. We moeten dan namelijk “vreemd geld” (in de vorm van een geldlening) aantrekken, waarvan de rentekosten (die aanmerkelijk hoger zijn) volledig ten laste van de exploitatie komen. Rentegevoeligheid Zoals eerder aangegeven, houden we in de meerjarenraming rekening met de financieringslasten van investeringen. De rentegevoeligheid van onze begroting hangt af van hoe de rente zich ontwikkeld ten opzichte van de begrote rentepercentages. De rentegevoeligheid moet in relatie worden gezien met de nieuw af te sluiten geldleningen voor de te plegen investeringen of herfinancieringen. De rentegevoeligheid van de huidige leningportefeuille is nihil, omdat we over de hele looptijd vaste percentages hebben afgesloten. We kunnen rentegevoeligheid meetbaar maken door te berekenen wat het betekent als de rente 1% hoger uitvalt dan geraamd. Uitgaande van jaarlijks een gemiddelde oplopende financieringsbehoefte van circa € 8,8 miljoen, zouden de rentelasten elk jaar met € 88.000 meer toenemen dan wat nu is geraamd in de meerjarenraming. In de meerjaren-begroting betekent dit een rentelast die € 440.000 hoger is dan waarmee we nu rekening hebben gehouden.
- 45-
De Kasgeldlimiet en renterisico-norm Op 1 januari 2001 is de Wet Financiering decentrale overheden" (wet Fido) in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet Financiering lagere overheden" (wet Filo), die sinds 1987 van kracht was. De wet Fido heeft kort gezegd tot doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Om die doelstelling te kunnen toetsen, hanteert de wet twee instrumenten: •
De kasgeldlimiet ten behoeve van de beperking van het renterisico op korte ( 1 jaar) financiering.
•
De rente risiconorm ten behoeve van de beperking van het renterisico op lange ( > 1 jaar) financiering.
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met korte middelen mogen financieren. Een en ander om de renterisico’s te beperken. Voor waterschappen is die limiet bepaald op 23% van het begrotingstotaal. Elk kwartaal wordt de gemiddelde “kortgeld”-schuld van de betreffende maanden getoetst aan de limiet. Voor ons betekent dit voorschrift dat in 2009 de “kortgeld”-schuld gemiddeld per kwartaal maximaal afgerond € 12.068.000 (23% van € 52.468.492) mag bedragen. Als we twee kwartalen de kasgeldlimiet overschrijden, móeten we de “kortgeld”-schuld omzetten in een langlopende financiering. We ramen het financieringstekort in 2009 op circa € 11,9 miljoen. We financieren zo lang mogelijk vanuit de rekening courant, vanwege de lage kosten voor “rood staan.” Hoe lang we hiermee doorgaan, hangt af van de (verwachte) renteontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt. Renterisico-norm Uitgangspunt voor het invoeren van een renterisico-norm is het streven naar een spreiding van looptijden van “langgeld”-leningen met het oog op een beperking van renterisico' s. Het bedrag aan aflossingen en het leningsbedrag dat in aanmerking komt voor renteherziening mogen in het betreffende jaar de renterisico-norm niet overschrijden. Voor alle decentrale overheden is de renterisico-norm bepaald op 20% van de vaste schuld per 1 januari (dat is: € 28.077.979). Het in 2009 op geldleningen af te lossen bedrag is € 1.818.150 en blijft daarom ruim binnen de renterisico-norm van € 5.616.600. Gezien het feit dat we de vaste geldleningen zijn aangegaan zonder de mogelijkheid tot renteherziening gedurende de looptijd, lopen we een laag renterisico. Risicogedrag Ons beleid is gericht op het financieren van activiteiten tegen zo laag mogelijke financieringskosten en zo laag mogelijk renterisico.
- 46-
2.5
Risicoparagraaf
Waterkeringen Met de komst van de Wet op de Waterkering is een ander kader met veiligheidseisen ontstaan waarbinnen onze waterkeringen moeten voldoen. De toetsing op veiligheid, die de komende jaren wordt uitgevoerd, zal daarin een objectief oordeel geven. Het inspectie- en onderhoudsplan van de waterkeringen zal, samen met het beheersplan waterkeringen en de beheervisie, kader zijn voor het uit te voeren onderhoud. We verwachten dat noodzakelijke onderhoudsmaatregelen en de inhuur van externe deskundigheid in de komende jaren een substantiële druk op onze begroting zullen leggen en blijven leggen. Tussentijdse noodzakelijke reparaties aan de waterkering zullen we vooralsnog beschouwen als onvoorziene uitgaven. Eveneens zal het proces van dijkinspecties en controle op en toezicht bij activiteiten en verleende vergunningen op en nabij de waterkeringen meer aandacht vragen. Wij zijn daarbij van mening dat, in het kader van de Wet op de waterkering en de toepassing van de Keur en Legger in combinatie met beleidsregels, er ook zeker inhaalacties nodig zijn. Ook belangrijk zal het volgen van de externe ontwikkelingen en de ontwikkelingen in het Maasdal zijn. Het gaat hier om plannen als hoogwatergeulen, weerdverlagingen en dergelijke en andere ruimtelijke plannen. Bij een deel van deze plannen is de waterkering direct betrokken of zijn er (in)direct effecten op de waterkering. Naar verwachting zal de reactivering van de oude Maasarm in een versnelling komen en daardoor meer inzet van ons vragen. Voor het beoordelen van de plannen is specifieke deskundigheid vereist. Samen met Rijkswaterstaat Maaswerken werken wij aan de tweede tranche dijkverbeteringen. Wij vinden dat wij intensiever betrokken moeten zijn bij de realisatie van toekomstige dijkverbeteringen door Rijkswaterstaat Maaswerken, met name tijdens de planvorming en het toezicht op de uitvoering. Ook zal de algemene democratie worden betrokken in de bepaling van eventuele nieuwe dijktracés. Deze werkzaamheden zullen een behoorlijke capaciteit van onze organisatie vragen. Daarbij is nog onduidelijk in hoeverre Rijkswaterstaat Maaswerken een beroep op ons zal doen om mee te werken aan de realisatie van de tweede tranche dijkverbeteringen. De consequenties van deze gehele verzwaring van de waterkeringstaak, volgend uit bovenstaande ontwikkelingen en ten behoeve van de realisatie van onze doelstellingen, zullen wij uw bestuur in een later stadium inzichtelijk maken. Op dit moment zijn deze investeringen / structurele kosten nog niet te kwantificeren en zullen wij u via de bestuursrapportages of afzonderlijke notities hierover tijdig informeren. Verwacht wordt dat met ingang van 1 januari 2009 de Wet op de Veiligheidsregio in gaat. Hierin wordt het waterschap aangewezen als crisispartner. De gevolgen die dit heeft voor het capaciteitsbeslag van vertegenwoordigers op de verschillende niveaus van onze organisatie (strategisch, tactisch, operationeel) kunnen we nog niet kwantificeren. Het nationale waterveiligheidsbeleid wordt geactualiseerd (project Waterveiligheid in de 21e eeuw). Dit beleid kent drie speerpunten; •
voorkomen van overstromingen en van gevolgen (pro-actie en preventie),
- 47-
•
voorbereiden van maatregelen bij overstromingen (preparatie en respons),
•
herstel van schade (nazorg).
Wat de uitkomst voor ons waterschap zal betekenen, is nog onbekend. Risico's Nieuw Limburgs Peil in relatie tot ontwikkeling model IBRAHYM Zowel ons waterschap als de Provincie Limburg stellen in 2009 het Nieuw Limburgs Peil vast en nemen het op in het beleid. Dit is ook een eerste uitwerking van maatregelen voor het e
Waterbeheerplan, de Kaderrichtlijn Water en Waterbeheer 21 eeuw. Echter, het Nieuw Limburgs Peil geeft streefbeelden voor 2015. Dit betekent ook dat ontwikkelingen in het gebied én ontwikkelingen in kennis doorgaan en moeten gaan. Nieuw Limburgs Peil zal dan ook een continue proces moeten zijn waarbij we maatregelen afwegen tegen voorgestane doelrealisatie(s). We moeten nog veel kennis ontwikkelen op zowel kwantiteitsgebied als kwaliteitsgebied. En het is noodzakelijk om die in te brengen cq te borgen in het model IBRAHYM. Alleen daarmee is het mogelijk om het Nieuw Limburgs Peil actueel te houden en goed te kunnen reageren op ontwikkelingen in de Ruimtelijke Ordening en daarmee sturend te worden en te blijven op het gebied van water. Investeren we niet in het model IBRAHYM, dan zullen we dit niet waar kunnen maken en zal het Nieuw Limburgs Peil na enkele jaren niet meer worden gehanteerd of worden gezien als maatstaf. Overdracht grondwatertaken Momenteel betaalt de Provincie Limburg de kosten voor grondwatermetingen (voor een deel). Bij overdracht van de grondwatertaken, zullen die kosten à € 150.000 voor onze rekening komen. De kosten voor de grondwaterstandwaarnemingen kunnen we terugbrengen. De geplande investering in het grondwatermeetnet betreft het grootschalig inzetten van automatische dataloggers om de opname van grondwaterstanden efficiënter te laten verlopen. Oorspronkelijk hadden we een bedrag van jaarlijks circa € 150.000 in de begroting opgenomen om de metingen (in opdracht van de Provincie Limburg) handmatig uit te voeren. En een nauwkeurigere inventarisatie levert inmiddels een kostenpost op van € 220.000. Maar op dit moment bezoeken wij de locaties tweewekelijks en met de geplande investering zou dit nog maar driemaandelijks hoeven te gebeuren. Ook kunnen we besparen op de verwerkingskosten. De terugverdientijd op basis van een investering van € 220.000 schatten wij op twee a drie jaar. Ontwikkeling model IBRAHYM Voor de uitbouw van het model IBRAHYM met een waterkwaliteitscomponent, de afronding van de inventarisatie van de secundaire watergangen en de medefinanciering van een onderzoek naar de ondiepe bodemgesteldheid in het beheersgebied, hadden wij een investeringsbedrag opgevoerd van totaal € 300.000. Als we deze investeringen niet plegen, zijn de volgende risico’s aan de orde: 1. Wij kunnen onze ambities op het gebied van de waterkwaliteit niet of voorlopig niet voldoende waarmaken. Tevens ontstaat er een breuk in de samenwerking met de instellingen waar we nu mee samenwerken. Het is niet zeker of we bij een uitstel van 2.
de investering deze ontwikkeling zomaar weer kunnen oppakken. Het model IBRAHYM wordt niet of voorlopig niet verbeterd op een aspect dat in het algemeen als meest onzekere factor gezien wordt door de bedieners van het model en
- 48-
de gebruikers van de resultaten. Het is daarnaast niet zeker of de medefinanciers na 3.
uitstel nog steeds de benodigde middelen voorhanden hebben. Hetzelfde als bij de invoer van de ondiepe ondergrond geldt ook voor de inventarisatie van het secundaire systeem, hoewel IBRAHYM minder gevoelig is voor dit gegeven. Uitvoering van het project in 2009 heeft als voordeel dat we gebruik kunnen maken van de bestaande productiecapaciteit en logistiek die (nog) aanwezig is voor inventarisatie van het primaire systeem. Vertraagde uitvoering zal dan ook meer middelen kosten.
Indien de ontwikkelingen plaatsvinden zoals verwacht, dan doen wij via de bestuursrapportage alsnog een voorstel om de investering te plegen op het moment dat dit aan de orde is. Indien de externe ontwikkelingen vertraging oplopen, dan zullen we de projecten voor de begroting van 2010 opvoeren. Waterplannen We hebben € 15.000 bezuinigd in de bijdrage aan het opstellen van waterplannen door gemeenten. Dit betekent dat wij nieuwe aanvragen van gemeenten niet kunnen honoreren. Gezien de toename in watertaken van de gemeenten is het de vraag of deze bijdrage nog nodig is. Het gezamenlijk opstellen van waterplannen heeft overigens wel geleid tot een betere samenwerking met gemeenten. Wijziging van verslagleggingvoorschriften en administratieve voorschriften De Wet modernisering waterschapsbestel heeft gevolgen voor de wijze van verslaglegging en de wijze waarop het resultaat van de begroting en jaarrekening moet worden bepaald. Er zijn nadere regels gesteld met betrekking tot het activeren, waarderen en afschrijven van investeringsuitgaven. Hoe we die regels moeten uitleggen en interpreteren, is nu nog niet helemaal duidelijk. Qua uitleg en interpretatie verschilt de vakgroep van accountants op een aantal punten van mening met de Unie van Waterschappen. Bijvoorbeeld op het gebied van het wel of niet mogen activeren en afschrijven van verkiezingskosten over de zittingsperiode van het bestuur. Ook het ontbreken van de – gebruikelijke- uitwerking van de voorschriften in een ministeriële regeling, maakt de begrotingsvoorbereiding niet eenvoudig. Onze eigen accountant heeft geadviseerd om eerst de ministeriële regeling af te wachten en vervolgens in één actie de nodige wijzigingen door te voeren. Vast staat inmiddels dat we de kosten van bodemsaneringen niet meer mogen activeren en in één keer als verlies moeten nemen (Tungelroyse beek: circa € 1,5 miljoen). Na het verschijnen van de ministeriële regeling, zullen we de verplichte wijzigingen doorvoeren. Omdat de aanpassingen in ieder geval zullen leiden tot afboeking van bodemsaneringskosten ten laste van het vermogen, zullen we uw bestuur een afzonderlijk voorstel voorleggen over de aanpassingen en de gevolgen daarvan. Meerjarenraming 2009-2013 In de meerjarenraming zijn we uitgegaan van een loon- en prijsontwikkeling van 2% per jaar. Gelet op de inflatie en de geluiden vanuit de vakbonden staan deze percentages zwaar onder druk, waardoor de structurele kosten hoger uit zullen vallen dan op dit moment geraamd.
- 49-
Verkiezingen 2008 Na de bestuursverkiezingen 2008 zullen de kosten van wachtgelden naar verwachting toenemen. Waterlandstichting Vanaf begin jaren 90 heeft het Waterschapsbedrijf Limburg projecten ingebracht in de Waterlandstichting. Ze had hierbij het behalen van fiscaal voordeel als voornaamste doelstelling. De Belastingdienst is het niet eens met de fiscale constructie en heeft naheffingen opgelegd aan de Waterlandstichting. Tot en met het jaar 2002 heeft het Waterschapsbedrijf Limburg € 85,5 miljoen aan investeringen gerealiseerd via de Waterlandstichting. Uitgaande van een BTW-tarief van 17,5% bedraagt de claim voor het Waterschapsbedrijf Limburg maximaal € 15 miljoen. Hoewel de Waterlandstichting van mening is juridisch sterk te staan in deze kwestie, kunnen we niet geheel uitsluiten dat uiteindelijk het Waterschapsbedrijf Limburg een bedrag aan de Belastingdienst zal moeten betalen (bron: begroting 2009 Waterschapsbedrijf Limburg). In verband met de garantstelling door ons waterschap en door Waterschap Roer en Overmaas, lopen ook wij een financieel risico Vergunningen en Handhaving In de voorjaarsnota hebben wij de ontwikkelingen geschetst die op de afdeling Vergunningen en Handhaving afkomen. Bij die gelegenheid hebben we aangegeven dat het - gelet op de vele variabelen enerzijds én de omstandigheid dat de nieuwe afdeling net is ingesteld anderzijds - op dit moment nog niet mogelijk is een uitspraak te doen over de formatieontwikkeling. Over een jaar kunnen we hierover meer duidelijkheid geven. In afwachting vullen we de organisatie op onderdelen flexibel in. Enkel ingegeven door de financiële situatie van ons waterschap op middellange termijn, hebben wij (in afwijking tot het bovenstaande) bij de begroting 2009 in totaal 1,55 fte ingeleverd op een totale afdelingsformatie van 31,95 fte (0,8 fte Technisch Medewerker Vergunningen bij het team Vergunningen en 0,75 fte Administratief Technisch Medewerker bij het team Handhaving); een formatiereductie van 5%. De formatiereductie leidt tot een structurele besparing van circa € 40.000. Aan deze keuze zijn risico’s verbonden. De afdeling boet in op kwaliteit en flexibiliteit, terwijl het nog nadrukkelijker nodig is / wordt prioriteiten te stellen. Daarnaast hebben wij om dezelfde reden een incidentele besparing van € 25.000 doorgevoerd op het punt van communicatiekosten Keur en Legger. Het risico bestaat dat wij breken met de gedragslijn om regelgeving expliciet te communiceren met de doelgroep, voordat we tot toezicht en handhaving overgaan. We bezien of en hoe we hieraan op alternatieve wijze invulling kunnen geven.
- 50-
3 Programma Waterkering en Veiligheid 3.1
Wat willen we bereiken
Opgave De opgave waarvoor wij ons gesteld zien, is het beschermen van de bevolkingsconcentraties langs de Maas tegen hoogwaters van die Maas. We willen op realistische wijze invulling geven aan deze opgave, zodat de inwoners in ons gebied zich veilig voelen en zo weinig mogelijk overlast ondervinden van eventueel hoog water. Parallel hieraan gaan wij onze inwoners bewust maken van de risico’s van het wonen langs het water en gaan we eveneens hun zelfredzaamheid stimuleren voor de situatie dat er onverhoopt toch iets mis mocht gaan. Want ondanks onze inspanningen kan het toch misgaan en kunnen zich ook andere incidenten zoals waterverontreiniging, wateroverlast, watertekort, droogte of het technisch falen van installaties voordoen. Dit zijn voorbeelden van risico’s die wij het hoofd moeten kunnen bieden. Hiervoor is een adequate calamiteitenorganisatie nodig, waarbij adequaat staat voor goed georganiseerd en voorbereid. De Wet op de waterkeringen heeft het beschermingsniveau bepaald op 1/250e per jaar. De huidige dijken, behalve de trajecten die Rijkswaterstaat Maaswerken onlangs heeft aangelegd, voldoen daar grotendeels niet aan. Deze bieden bescherming tot een niveau van 1/50e per jaar (norm Deltawet grote rivieren). In 2015 moet Rijkswaterstaat Maaswerken alle dijken op niveau (verhogen en eventueel verlengen) hebben gebracht en moeten rivierverruimde maatregelen met waterstandsverlagende effecten zijn uitgevoerd. In de komende jaren zullen wij Rijkswaterstaat Maaswerken hierbij assisteren, waarbij wij voor onszelf een kaderstellende en toetsende rol zien. De keuze voor eventuele nieuwe waterkeringen zullen wij voorleggen aan de algemene democratie, aangezien onze rol het beheer van de waterkeringen betreft. Vanuit de wet is het noodzakelijk dat wij groot onderhoud aan onze waterkeringen en bijbehorende constructies uitvoeren. Bovendien willen wij diverse constructies gaan vervangen en maatregelen treffen bij bomen die mogelijk een negatieve invloed kunnen hebben op de veiligheid van de waterkering. Voor deze werkzaamheden hebben wij in het verleden nog geen middelen gereserveerd, maar wij vinden het uitermate belangrijk dat ze wel worden uitgevoerd in het belang van de veiligheid van onze waterkeringen. Een verdere uitwerking van het beheerplan waterkeringen in een beheervisie en een inspectie- en onderhoudsplan geeft een concreter inzicht op de benodigde werkzaamheden en kosten voor de komende jaren. Als beheerder moeten we zodanig onderhoud aan de groene en grijze dijken en alle technische voorzieningen (afsluiters, pompopstellingen, demontabele wanden, enzovoorts.) in de dijken uitvoeren dat deze te allen tijde aan hun functie voldoen. Het beheer van de waterkeringen regelen we in een op te stellen beheerplan waterkeringen. Qua beheer voeren we vanwege de veiligheidsaspecten restrictief beleid: we pakken alle handelingen die de functionaliteit van de dijken nadelig kunnen beïnvloeden aan. Dit beheer hebben we verankerd in de Keur. Deze Keur handhaven we strikt.
- 51-
We sluiten niet uit dat als gevolg van klimaatverandering in de toekomst nog verdergaande maatregelen nodig zijn om de bevolkingsconcentraties de afgesproken bescherming blijvend te bieden. We zijn dan van mening dat deze bescherming door duurzame maatregelen, maatregelen aan de Maas zelf, gerealiseerd moeten worden. Beoogd Effect De burger voelt zich veilig en heeft vertrouwen in ons als waterkerende en waterbeherende instantie. Randvoorwaarden Als randvoorwaarden stellen wij daarbij dat •
we efficiënt de waterkeringen en de gegevens daarvan beheren en onderhouden;
•
we zoveel mogelijk samenwerken met andere publieke partijen;
•
we de burger zo weinig mogelijk opzadelen met regelgeving en beperkingen, maar wel wijzen op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid.
Doelstellingen Wij willen op realistische wijze invulling geven aan de bescherming tegen hoogwater op de Maas en tegen andere mogelijke calamiteiten, zodat inwoners in ons gebied zich veilig voelen en zo weinig mogelijk overlast ondervinden. •
We hebben ons waterschapsreglement en de provinciale verordening op de waterkering helder en eenduidig binnen het waterschap in uitvoering genomen.
•
We hebben ons waterkeringbeleid eenduidig en transparant vastgelegd in het beheerplan waterkeringen en erover gecommuniceerd.
•
Onze Keur, Legger en Beheerregister waterkeringen voldoen aan de vereisten van de Wet op de waterkeringen en de Verordening waterkeringen Limburg.
•
We hebben activiteiten van derden met betrekking tot de dijken door middel van adequate vergunningen en handhaving gereguleerd.
•
We bewaken overige ontwikkelingen in het Maasdal die direct / indirect effect kunnen hebben op de waterkeringstaak aan de voorzijde bewaakt door participatie in projecten. We stimuleren hierbij rivierverruimende maatregelen.
•
Onze dijken voldoen in 2015 aan de eisen zoals aangereikt in het Voorschrift Toetsen op Veiligheid. En we hebben ons beheer en onderhoud is op deze doelstelling afgestemd. Uitgangspunt hierbij is dat de verbeteringsmaatregelen van de Maaswerken bij overdracht voldoen aan deze eisen.
•
Wij streven naar een professionele en kwalitatief goede calamiteitenbestrijding.
•
Ons calamiteitenplan en de bestrijdingsplannen zijn actueel.
•
Wij geven invulling aan een adequate incidentenbestrijding om vervolgschade zoveel mogelijk te voorkomen.
Wij maken de inwoners in ons gebied bewust van de overstromingsrisico’s en stimuleren zelfredzaamheid. •
We communiceren met inwoners over risico’s en wat zij hiertegen kunnen doen.
•
Als waterpartner werken wij samen in de veiligheidsregio.
- 52-
3.2
Wat doen we ervoor in 2009
Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
1
Beheersplan waterkeringen
2008
2008 - 2013
2
Versterking calamiteitenzorg
2008
2008 - 2011
3
Meerjarenplan opleiden en oefenen calamiteitenorganisatie
2008
2008 - 2011
Beleidsvoornemens Nr
Naam
Toelichting
Product
Middelen
1
Waterveiligheid
Landelijke studie naar
Verwerking in eigen
Bestaande capaciteit
21 eeuw
waterveiligheidsbeleid voor de komende 50 jaar na 2015.
beleidsproducten t.z.t.
Speerpunten: Preventie, Beperking gevolgen, Rampenbeheersing 2
3
Calamiteiten-
Opstellen en actualiseren van
Calamiteiten-
plannen
bestrijdingsplannen
plannen
Beheervisie
Opstellen beheersvisie, volgend uit
Beheerplan
het beheerplan waterkeringen, met
waterkeringen
Bestaande capaciteit
Bestaande capaciteit
als doel afstemming tussen onderhoud en hoofd- en nevenfuncties 4
5
Vergunningen
Kaderstellend document hoe ons
Keur
Bestaande capaciteit
beleid
Dagelijks Bestuur omgaat met
waterkeringen
Keur-bepalingen
Calamiteiten-
Opstellen jaarplan 2009, opleiden
Calamiteiten-
Bestaande capaciteit
organisatie
en oefenen en uitvoering geven aan plan
plannen
€ 75.000,-
- 53-
Projecten Nr 1
2
Naam project
Omschrijving project
Veiligheid Nederland in Kaart
Landelijk project dat de faalkansen van ons systeem in beeld
fase 2 en veiligheidstoets
brengt
Activiteiten
Beoogde resultaten
Begeleiden en ondersteunen externe toetsing
Inzicht (ook landelijk) in een andere veiligheidsbenadering voor waterkeringen.
vijfjaarlijkse veiligheidstoets
Toetsen Maaskaden aan het Voorschrift toetsen Maaskaden
Activiteiten
Beoogde resultaten
Opstellen programma vijfjaarlijkse toets
Veilige keringen
Inwinnen van gegevens
Noodzakelijke gegevens voor de toets zijn aanwezig, kosten voor 2009 bedragen € 100.000,-. Uitgangspunt is dat door Maaswerken gerealiseerde trajecten voldoende informatie bevatten voor het uitvoeren van de toets.
Uitvoeren toets in 2009 / 2010 /
Inzicht in veiligheid van de keringen ten opzichte van de norm,
2011
kosten bedragen € 250.000,- voor 2009, € 250.000,- voor 2010 en € 50.000,- voor 2011.
3
FLIWAS
Ontwikkelen van een digitaal draaiboek hoogwater
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het ontwikkelen van een digitaal draaiboek hoogwater.
Het digitaal draaiboek hoogwater FLIWAS wordt ontwikkeld door derden. Dit programma zal gebruikt worden door diverse waterschappen en buitenlandse organisaties. In 2009 zal verder worden gewerkt met de eerste contouren van het digitaal draaiboek.
Producten Nr
Naam project
Omschrijving project
1
Eigen plannen waterkeringen
Het opstellen van beheer- en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema’s en / of gebieden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Beheervisie
Het opstellen van een beheervisie als onderdeel van het vastgestelde beheersplan waterkeringen om ter afstemming van onderhoud en hoofd- en nevenfuncties van de waterkering.
- 54-
Intensiveren volgen Ro-
Uitvoering wettelijke taak.
ontwikkelingen Maasgemeenten, waaronder. dijkverbeteringen 2
Beheersinstrumenten
Voorbereiding, op- en vaststelling en het actueel houden van de
waterkeringen
legger en het beheerregister, met bijbehorende kaarten, waarin de ligging, richting, vorm, constructie en overige kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand van de waterkeringen en de daarin gelegen kunstwerken is aangegeven.
Activiteiten
Beoogde resultaten.
Beheer voeren o.b.v. nieuwe
Actueel beheer conform de laatste voorschriften. In 2009 nemen
legger en beheerregister.
we de door Rijkswaterstaat Maaswerken verbeterde trajecten op in de Legger: dijkring 54 Mook-Ottersum, dijkring 55 Gennep, dijkring 68 Zuid Venlo en dijkring 69 Blerick.
3
Aanleg en onderhoud waterkeringen
Het tot stand brengen, vernieuwen, overnemen en uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden van keringen en de bij het waterschap in beheer zijnde kunstwerken, inclusief het verwerven van de ondergrond.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Overdracht keringen van Maaswerken aan het
Het creëren van een veilige leefomgeving door het voeren van een goed onderhoud en beheer.
waterschap Het uitvoeren van onderhoud aan grijze en groene dijken en
Waterkering voldoet aan de normering, 1/250, en de functieeisen. Groot onderhoud € 150.000,-.
aan de daarin gelegen kunstwerken. Monitoring onderhoudsplan
Garanderen van het voldoen van de kering aan de gestelde instandhoudingdoelen.
4
Intensivering inspecties waterkeringen
Inzichtelijk maken van risico’s, uitvoeren van restrictief/repressief beleid en vergroting bewustwording bij burgers.
Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding
Het plan– en doelmatig bewaken van waterkeringen in bedreigende situaties en het treffen van maatregelen om de
waterkeringen
(doen) waterkerende functie te waarborgen
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het laten functioneren van de
Adequate dijkbewaking tijdens hoogwaters.
dijkenwacht-organisatie
- 55-
Het laten functioneren van de hoogwaterbestrijding-
Adequaat optreden tijdens hoogwaters.
organisatie Onderhoud en beheer van
Goed functionerend/betrouwbaar materieel.
materieel hoogwaterbestrijding. Het periodiek inspecteren van de dijken en de daarin gelegen
Inzicht in toestand dijken en kunstwerken.
kunstwerken.
5
Het actueel houden van het calamiteiten bestrijdingsplan
Actueel bestrijdingsplan, aanpassen n.a.v. de overdracht van door de Maaswerken verhoogde Maaskaden Venlo en Gennep-
hoogwater Maas.
Mook en Middelaar door de Maaswerken.
Keur
Voorbereiding, op- en vaststelling en onderhoud van de verordening van het waterschap waarin de ge- en verbodsbepalingen ten aanzien van beheer, onderhoud en gebruik van de waterstaatkundige infrastructuur door derden is opgenomen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Ontwikkelen beleidsregels
Nadere uitwerking van het beheersplan in beleidsregels, zoals kabels en leidingen en beleid VTH kades (objecten, medegebruik).
6
Versterking calamiteitenzorg
Opzetten en invullen van een professionele calamiteitenorganisatie
Activiteiten
Beoogde resultaten
Oefenen gericht op de interne
De calamiteitenorganisatie functioneert als één geheel, schakels
samenwerking.
haken vloeiend in elkaar, deelnemers kennen hun taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Voor 2009 bedragen de kosten € 75.000,-.
Samenwerken met partners in de hulpverlening.
We zijn een volwaardig en gelijkwaardig partner.
- 56-
3.3
Wat mag het kosten
+
-
#
%
7
" * #
!
!
! ,
-
.
) 42 Personeelslasten 43 Goederen en diensten van derden
10.293
0
0
0
268.808
254.540
307.540
423.667
45 Toevoegingen aan voorzieningen
0
0
182.132
248.210
248.210
287.102
646.319
898.318
899.026
1.013.993
83 Goederen en diensten aan derden
0
0
0
0
84 Bijdragen van derden
0
0
0
0
86 Interne verrekeningen
109.042
39.248
39.248
0
50 Kapitaallasten 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening
0
Totaal Lasten
!
Totaal Baten $
"
1
Toelichting 43 Goederen en diensten van derden De toename van de kosten wordt veroorzaakt doordat met ingang van 2009 een structureel budget wordt geraamd van € 150.000 per jaar voor het onderhoud van waterkeringen. Deze post was nog niet eerder in onze begroting opgenomen. Een en ander op basis van het ontwerp beheerplan waterkeringen 2009-2013. Ons waterschap wil de wettelijk vereiste veiligheid op een zo effectief en efficiënt mogelijke wijze realiseren en behouden. Efficiënt, doelmatig beheer en onderhoud van robuuste en duurzame waterkeringen staat voorop in het plan. 50 Kapitaallasten De toename in 2009 is het gevolg van de doorrekening van de kapitaallasten van de geplande investeringen voor dit programma. Hierdoor stijgen de jaarlijkse kapitaallasten. De voor dit programma geplande investeringen zijn opgenomen in het overzicht “Investeringen 2009-2013” dat bij dit programma is opgenomen. 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening In de afdelingskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling verzameld waarna op basis van het aantal direct productieve uren een uurtarief wordt berekend. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2009 de kosten door naar de desbetreffende producten en programma’s. 86 Interne verrekeningen De interne verrekening in 2008 betrof het halen van kapitaallasten van de aanleg maaskades uit de daarvoor gevormde bestemmingsreserve. Bij de begroting 2006 was hiertoe besloten voor de periode 2006-2008 (dekking kwam uit de “staatssecretarisgelden” nadeelcompensatie). Conform het eerder genomen bestuursbesluit, komt deze onttrekking met ingang van 2009 te vervallen als ook de daarvoor specifiek gevormde bestemmingsreserve. De terugval
- 57-
van de raming ten opzichte van 2007 heeft te maken met het afdekken van de investeringen 2007 die ineens zijn afgeschreven. Productramingen + +
-
#
%
7
"
"1,
)
!
Calamiteitenplannen
299.189
0
Beheersinstrumenten waterkeringen
367.155
0
Aanleg en onderhoud van waterkeringen
701.083
0
Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding
357.335
0
$
"
Investeringen 2009-2013 > %
'
" A
8 ,7
Periodieke veiligheidstoetsing waterkeringen
A
5 jaar
350,0
250,0
50,0
Calamiteitenplannen
A
5 jaar
75,0
75,0
75,0
50,0
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start / realisatie hebben gepland in 2009 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2009. In de meerjarenraming zijn alle geplande investeringen doorgerekend. Meerjarenraming
Lasten Baten
$
1.725
1.837
1.924
1.965
1.988
0
0
0
0
0
"
In de meerjarenraming hebben we rekening gehouden met het meerjarig investeringsprogramma, stijging loon- en prijspeil 2% en het vervallen van eventuele incidentele posten. Geen rekening is gehouden met groei van het accres of budgetten voor nieuw beleid.
- 58-
4 Programma watersysteem op orde: watersysteem geschikt voor grondgebruik Onder het programma ‘Watersysteem geschikt voor grondgebruik’ verstaan wij al onze activiteiten die tot doel hebben om de watergerelateerde functies in de omgeving van de watergangen te bedienen. Integrale activiteiten die tot doel hebben de hydrologische, ecologische of chemische toestand van de watergangen zelf te beïnvloeden, zijn ondergebracht bij het programma ‘’Herstelde watersystemen.”
4.1
Wat willen we bereiken
Opgave We proberen zo veel mogelijk het grondgebruik in overeenstemming te brengen met de randvoorwaarden die het watersysteem stelt. Dat realiseren we door middel van Nieuw Limburgs Peil. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij de teelt van gewassen met een zware droogleggingseis op van nature natte plekken faciliteren indien het bestaand gebruik betreft. Indien hierin een wijziging optreedt kan dit leiden tot een initiatief tot uitwisseling. Het uitvoeren van onderhoud dat is aangepast aan de functie draagt ook bij aan het genoemde doel. Daarnaast draagt dit aangepaste onderhoud bij aan het behoud of herstel van de ecologische waarde van de watergangen. We voeren als waterschap het actief beheer en onderhoud over circa 2.000 kilometer watergang, waarvan circa 1.440 kilometer primair, circa 260 kilometer secundair en 300 kilometer tertiair. Met deze watergangen en het gehele watersysteem zorgen we voor een afgepaste hoeveelheid water in het gebied: niet teveel (wateroverlast), maar ook niet te weinig water (verdroging). Ons doel is het realiseren van een optimaal gebiedsgericht waterpeil op een klantgerichte, meedenkende en betrouwbare wijze. Wij beheren onze secundaire en tertiaire wateren niet alleen door actief ingrijpen via onze primaire wateren, maar ook op andere manieren. Naast het stellen van regels en het uitoefenen van toezicht op de naleving van de gestelde regels, vindt dit onder andere plaats door het voeren van een stimuleringsbeleid voor waterconservering (project “De Stuwende Kracht”) en coaching van de betrokken ingelanden. In 2009 is er een beheersituatie waarbij het waterschap de begeleiding van de bediening door derden zal gaan verzorgen. In 2007 zijn de gebiedsprocessen Nieuw Limburgs Peil, Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en Kaderrichtlijn Water (KRW) gestart. De eerste twee richten zich voornamelijk op het landelijk gebied. Hierbij worden de Gebiedscommissies betrokken. Het gebiedsproces KRW richt zich zowel op het landelijk als op het stedelijk gebied, terwijl dat rond OAS (Optimalisatiestudies Afvalwatersystemen) zich alleen op het stedelijk gebied richt. Hierbij worden de gemeenten betrokken. De komende tien jaar zien we ons voor de volgende opgaven gesteld. •
We stellen niet meer regels aan de burgers en bedrijven dan strikt noodzakelijk is. Dit doen we door een adequate uitwerking en toepassing van de keur. De regels die noodzakelijk zijn, handhaven we consequent.
- 59-
•
Ondanks minder regels, vooral in het secundaire en tertiaire systeem, oefenen we meer invloed uit in de zogenaamde haarvaten. Dit doen we door intensivering van een op stimulering gericht beleid (onder andere via het project “De Stuwende Kracht”) en coaching van betrokkenen.
•
We onderhouden en beheren watergangen op een zo efficiënt mogelijke wijze en garanderen voldoende drooglegging. Tevens met een zo groot mogelijke doelrealisatie
•
We stellen voor het hele gebied Nieuw Limburgs Peil vast en voeren dit ook in. Ook door veerkrachtige systemen te creëren waarbij het grondgebruik zich waarnodig en
voor peilbeheer, waterconservering en ecologisch herstel.
mogelijk voegt naar de eisen die het watersysteem stelt. Wateraanvoer is daarbij geen strikt gegeven meer. •
e
We lossen alle vastgestelde wateroverlastknelpunten (Waterbeheer 21 eeuw) op. Bovendien laten wij iedere burger weten op welk beschermingsniveau hij/zij kan rekenen ondersteunt door een afdoende calamiteitenorganisatie (zie programma Bestuur, communicatie en heffingen).
•
We leggen het voorgestane beleid vast in een beheersplan en eventuele beleidsnotities en -regels. We voldoen daarbij aan de Europese Kaderrichtlijn Water, Zwemwaterrichtlijn, Grondwaterrichtlijn enz. We spreken andere uitvoerende overheden aan op het integreren van waterschapsbeleid in hun eigen beleid. Dit doen we door de samenwerking te zoeken met deze collega overheden.
•
We werken volledig conform de Waterwet die medio 2009 van kracht wordt. De Waterwet voorziet in de integratie van een achttal bestaande wettelijke regelingen op het terrein van het waterbeheer en vormt daarmee de basis voor integrale vergunningverlening en handhaving op dit terrein. Tevens vindt in de regelgeving een verschuiving plaats van vergunningplicht naar algemene regels (Waterwet, Wet milieubeheer, enzovoorts).
•
We beschikken over een monitoringssysteem dat niet alleen gericht is op het bewaken van de toestand van het watersysteem, maar ook op de implementatie en evaluatie van beleid en uitgevoerde plannen.
Beoogd Effect Een met de regio afgestemd grond- en oppervlakte waterregiem dat de functies in het gebied bevordert en daarmee een bijdrage leveren aan de economische dynamiek. Randvoorwaarden Als randvoorwaarden stellen wij daarbij dat: •
we oplossingen bij voorkeur vinden via het creëren van veerkrachtige systemen;
•
we de burger en bedrijven zo weinig mogelijk opzadelen met regelgeving en beperkingen.
Doelstellingen Wij realiseren van een optimaal gebiedsgericht waterpeil •
We streven ernaar dat er in 2015 sprake is van een op de Nieuw Limburgs Peil gebaseerde inrichting van het watersysteem.
•
In 2015 zijn alle bestaande wateroverlastknelpunten duurzaam opgelost. In 2009 zijn de WB21-normen verankerd en is alle informatie over de knelpuntsituaties voorhanden.
- 60-
•
De keur zorgt op een transparante wijze voor een optimale bescherming van onze watergangen in 2010. Hierbij zijn alle benodigde beleidsregels beschikbaar en de handhaving is ook wat betreft professionaliteit op voldoende niveau.
Wij zijn klantgericht, meedenkend en betrouwbaar •
Zowel Nieuw Limburgs Peil, als de maatregelen uit de Kaderrichtlijn Water en de e
Waterbeheer 21 eeuw-normen en – knelpunten, hebben in 2009 een integraal gebiedsproces voor het hele beheersgebied doorlopen. •
Degene, waartoe gestelde regels zich richten (algemene regels of vergunning), is hiervan op de hoogte en accepteert de inhoud van de gestelde regels.
•
We ontsluiten informatie actief via internet.
4.2
Wat doen we ervoor in 2009
Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
1
Integraal Waterbeheersplan IWBP
2003
t/m 2007/2008
2
Stedelijk waterbeheer
2005
2005-2009
3
Evaluatie strategisch onderhoudsplan
2005
2006-2009
4
Keur en legger WPM
2006
2006-2015
5
Beregeningsbeleid
2008
2008-2015
6
Integraal onderzoeksplan
2008
2009-2015
7
Buitenlandbeleid
2008
2008-2015
Toelichting
Product
Middelen
Waterbeheer-
Gedurende 2009 (parallel aan het
Waterbeheerplan
Eigen uren
plan 2009-2015
SGBP van de KRW) zal het waterbeheerplan aan inspraak
Eigen uren
Beleidsvoornemens Nr 1
Naam
onderworpen te worden en zal het definitieve plan worden vastgesteld 2
Definitieve knelpunten-
De overstromingsfrequentie en de knelpunten worden berekend op
Thema en gebiedsgerichte
analyse, risicokaart en
basis van IBRAHYM inclusief maatregelen voor Nieuw Limburgs
plannen
plan van
Peil en klimaatverandering
aanpak WB21
- 61-
3
Nieuw
Voor het hele gebied is NLP
Thema en
Eigen uren +
Limburgs Peil
vastgesteld en dit wordt met name in 2009 uitgedragen
gebiedsgerichte plannen
€ 98.000,= onder andere voor inhuur en communicatie
Projecten Nr
Naam project
1
Doorontwikkeling IBRAHYM
Omschrijving project
Activiteiten
Beoogde resultaten
1. Verbeteren invoer ondiepe ondergrond.
Eind 2009 is het model voorzien van de meest actuele en betrouwbare data en kan behalve kwantiteitsaspecten ook
2. Verbeteren invoer primair en secundair systeem.
kwaliteitsaspecten doorrekenen. Daarnaast is er sprake van een goede verankering binnen de organisatie zowel wat betreft
3. Uitbreiding met
ontwikkeling, onderhoud en beheer en gebruik.
waterkwaliteit. 4. Opzetten beheerorganisatie
Besluiten over verbetering van de invoer van de ondiepe ondergrond alsmede de uitbreiding naar de waterkwaliteit laten
en ‘rekencentrumfunctie’. 5. Samenwerking met Duitse
wij verlopen via de bestuursrapportage.
partners. 2
3
Inwinnen gegevens waterlopen Activiteiten
Beoogde resultaten
Afronden inventarisatie primair
Een database met dimensies van alle watergangen binnen het
systeem alsmede start en oplevering inventarisatie
beheersgebied. Besluiten over de verdere inventarisatie van het secundaire
secundair systeem
systeem laten verlopen via de bestuursrapportage.
Water zonder grenzen Activiteiten
Beoogde resultaten
Gemeenschappelijke
Duurzame operationele samenwerking.
activiteiten met Niers- en Schwalmverband (meetstations, onderhoud, modellering)
- 62-
Producten Nr
Naam product
Omschrijving product
1
Eigen plannen
Het opstellen van beheer- en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema’s en/of gebieden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Opstellen waterbeheerplan (WBP) 2009-2015.
Inspraak op en vaststelling van het waterbeheerplan gedurende het gehele jaar 2009.
Opstellen van een
In 2009 is voor het gehele gebied het Nieuw Limburgs Peil
gebiedsdekkende GGOR /
vastgesteld. Dit zullen wij breed uitdragen naar de deelgebieden
Nieuw Limburgs Peil.
(streek) en naar Provincie.
Knelpuntenanalyse en
In 2009 brengen wij aan de hand van een gebieddekkende
risicokaart WB21
berekening met het model IBRAHYM de actuele overstromingskans voor het hele gebied in kaart, zowel in de huidige situatie als in de toekomstige situatie inclusief maatregelen voor Nieuw Limburgs Peil en verwachte klimaatverandering. Tevens doen wij aan de hand van deze berekening een e
definitieve check van de Waterbeheer 21 eeuw-knelpunten en presenteren wij een definitief plan van aanpak. Opstellen beleidsnotities,
Uitwerken van actuele beleidsvraagstukken tot notities, plannen,
-uitwerkingen en -onderzoeken.
enzovoorts. (betreft onder andere de regeling saneren overstorten, uitwerking beekherstel).
Deelname aan INTERREG-IV-
Het project omvat min of meer een voortzetting van het
project ‘Interactief waterbeheer’
INTERREG-III-project ‘Duurzame Watersystemen’, waarin we samenwerken met een aantal Vlaamse en Noord-Brabantse projectpartners. Het project loopt over een periode van 20072010 en richt zich op herstel van het waterkwantiteit- en kwaliteitsysteem en op vernieuwende landbouwmethoden ter verbetering van (natte) leefomgeving. Binnen dit kader voeren we het project Herinrichting Tungelroysebeek bovenstrooms van het Kanaal W-NW uit.
Buitenlandse projecten
We ronden het Twinning-project in Turkije af in 2009. Mogelijk starten we één of enkele projecten waarin we met ontwikkelingslanden samenwerken in het kader van het realiseren van de Millenniumdoelen waaraan de Nederlandse waterschappen bij monde van de Unie van Waterschappen zich hebben gecommitteerd, onder andere het project Kameroen (€ 30.000,-) We laten besluiten hierover verlopen via de bestuursrapportage.
- 63-
2
Plannen van derden
Het beoordelen en zo nodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden ten behoeve van het realiseren van doelstellingen van het waterschap
Activiteiten
Beoogde resultaten
Participeren in de beleidsvorming van hogere en
Kennis van het beleid van derden nemen ten behoeve van de eigen planvorming
andere overheden, waaronder de organisatie/ deelname
Realisatie waterschapsbeleid in de plannen van anderen.
waterpanels van de provincie. Beoordelen en beïnvloeden van plannen van derden (o.a.
Gemeenten moeten de basisinspanning zo snel mogelijk realiseren. Dit bewaken we via de Gemeentelijk
Gemeentelijke Rioleringsplannen).
Rioleringsplannen en de WVO en WWH vergunningverlening.
Uitvoeren watertoets.
Voor plannen boven de 2000 m2 en niet gelegen in een aandachtsgebied voor water geven we een wateradvies af. Als doelstelling stellen we dat in 2008 in 99% van de gevallen het wateradvies wordt overgenomen.
Opstellen gemeentelijke waterplannen.
In 2009 hebben we geen rekening gehouden met het opstellen van waterplannen in samenwerking met gemeenten.
Inzet op samenwerking in de reconstructie.
We realiseren onze doelstellingen via (integrale) reconstructieprojecten. Hiervoor nemen zowel bestuurders als ambtenaren (gebiedscoördinatoren) deel aan de reconstructie commissiebijeenkomsten met als doel: • Allianties vormen; • Doelstellingen waterschap inzichtelijk maken; • Gezamenlijk projecten formuleren; • Middelen inzichtelijk maken.
3
Beheersinstrumenten
Het opstellen en actualiseren van de legger met de juridische
watersystemen
grenzen van de beheersobjecten en het beheersysteem, waarin we ook de werkelijke situatie inclusief vergunningsgegevens bijhouden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Completeren legger met
Legger is compleet.
meanderzones, overkluizingen, herinrichtingstroken en inundatiegebieden en dergelijke.
- 64-
Gedeeltelijk vullen van beheerregister (converteren)
Actuele databank met gegevens over de waterlopen, onderhoudspaden, kunstwerken en andere objecten en zones
met gegevens van WB21inventarisatie.
waarop de Keur van toepassing is.
Toepassing peilbesluit
Peilbesluit is middel om invulling te geven aan transparante afrekenbare overheid. Toepassingsmogelijkheden zijn in 2008 uitgewerkt. We bepalen een standpunt over toepassing op brede(re) schaal.
4
Vergunningen en
Het reguleren via onder andere besluiten op aanvragen voor
keurontheffingen
vergunningen en overige ontheffingen, op basis van de Keur de Wet op de waterhuishouding en de Grondwaterwet.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Vergunningen verlenen.
Reguleren van aanpassingen aan de natte infrastructuur op basis van geldende wettelijke regelingen, met inachtneming van het vastgestelde beleid. Plan van aanpak om te komen tot adequaat en actueel vergunningenbestand is in uitvoering.
5
Professionalisering
Proces vergunningverlening is gecertificeerd.
Keur
Voorbereiding, op- en vaststelling en het onderhoud van de verordening waarin de ge- en verbodsbepalingen ten aanzien van beheer, onderhoud en gebruik door derden van de waterstaatkundige infrastructuur zijn opgenomen, en ook de beleidsuitwerking in beleidsregels.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Aanpassen Keur
Herziening Keur in verband met de nieuwe Waterwet
Toepassen en handhaven Keur en beleidsregels.
Veiligstellen van de waterhuishoudkundige en ecologische functie van de waterkeringen en de watergangen, de daarin liggende waterstuwende en waterregulerende kunstwerken en de onderhoudspaden. Ruimte voor het beheer en onderhoud van de waterkeringen en waterlopen.
Uitvoeren beleidskader VTH
Dit kader voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, dat eind 2008 is vastgesteld, geeft aan welke objecten acceptabel zijn. We hebben een strategie bepaald voor het vastleggen van de nulsituatie. Het vastleggen van deze gegevens in het beheerregister is ingevolge de Integrale waterwet verplicht.
- 65-
6
Monitoring watersystemen
Het meten van relevante parameters om de toestand en het effect van maatregelen en het functioneren van het watersysteem te kunnen beschrijven en beoordelen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Vergaren van de benodigde
Database met gegevens van de routinematige meetnetten,
gegevens
waaronder grondwatermeetnet dat we (vooralsnog) in opdracht van de Provincie Limburg uitvoeren en het hydrologische, chemische en ecologische oppervlaktewatermeetnet. We zullen de grondwatermetingen in 2009 verregaand automatiseren, waardoor we op termijn een forse kostenreductie kunnen realiseren. Hiervoor hebben we een investeringspost van € 150.000,- geraamd waarover de besluiten volgen via de bestuursrapportages.
Uitvoeren van GIS-analyses
GIS-analyses
Stroomlijnen van de datastromen binnen
Het verdere implementeren van Delft-FEWS, onder meer internetpublicatie van de meetgegevens en het verder ont-
beleidsproduct
wikkelen van secundaire validatie.
Uitbrengen van diverse rapportages
Onder meer jaarlijkse onderzoeksrapportage ‘Blik op het watersysteem’
Uitvoeren specifiek
Onder meer onderzoek naar stromingsweerstand watergangen.
(monitorings)onderzoek Strategische monitoring
Integrale evaluaties uitgevoerde beekherstel en verdrogingbestrijding-projecten.
Beheer en onderhoud databaseprogramma’s en
Betrouwbare en actuele rekensoftware voor verwerking (databases) en analyse (modellen) van monitoring-gegevens.
rekensoftware
Hiervoor hebben we een extra ontwikkelbudget van € 25.000,opgenomen in de begroting
Verdere implementatie
Een betrouwbaar werkend telemonitoring-systeem
telemonitoringssysteem en gedeeltelijke vervanging
In 2008 hebben we een alternatief voor het telemonitoringsysteem TMX aangeschaft, in 2009 implementeren we dit
meetstations
systeem verder, onder meer in relatie tot de vervanging van afgeschreven meetstations. Hiervoor hebben we structureel € 30.000,- in de begroting opgenomen (Mip).
- 66-
7
Beheer hoeveelheid water
Het aansturen en onderhouden van kunstwerken die direct regulerende invloed uitoefenen op de hoeveelheid water, het waterpeil en kwaliteit van het water. Ook de benodigde energie en alle andere handelingen die voor de gewenste beïnvloeding van het watersysteem nodig zijn.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitvoeren
Het bereiken van de vastgestelde waterpeilen en de
instelwerkzaamheden
waterkwaliteitsdoelstellingen op het gebied van watervoerendheid binnen de invloedssfeer van een waterregulerend kunstwerk door actieve sturing met de beschikbare middelen zoals stuwen en gemalen. De peilen stellen we zodanig in en beheren we zondanig dat de oppervlaktewateren aan de aan hen toegekende functies kunnen voldoen, waarbij het grondgebruik en de waterhuishouding van het stroomgebied bepalend zijn.
Uitvoeren inspecties
Consolideren technische infrastructuur.
Onderhoud waterregulerende kunstwerken
In stand houden van de actieve sturingsmiddelen om de vastgestelde waterpeilen te kunnen realiseren.
Coachen participanten “De
Realiseren waterconservering in de haarvaten.
Stuwende Kracht” 8
Handhaving Keur en
Het uitvoeren van toezicht en controles gericht op de naleving
grondwater
van de Keur en de Wet op de waterhuishouding/provinciale verordening waterhuishouding en daarop gebaseerde algemene regels, vergunningen en keurontheffingen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Programmatisch handhaven
Het Dagelijks Bestuur bepaald jaarlijks vooraf prioriteiten. We handhaven programmatisch. We rapporteren over de voortgang via de bestuursrapportages.
Beheersregister sluitend maken
Het in stand houden van een correct watersysteem en een efficiëntere onderhoudsorganisatie.
Onderzoeken gedoogsituaties
Zie 5. Keur
Uitvoeren van een efficiënte en kostenbesparende
Met de instelling van een nieuwe afdeling Vergunningen en Handhaving hebben we de basis gelegd voor integrale
bedrijfsvoering.
benadering op het terrein van handhaving, waarbij we toezien op de naleving van de regels op grond van de Keur, Wet op de waterhuishouding, Grondwaterwet en Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Voordeel vormt dat de administratieve lasten worden teruggedrongen. Dit bouwen we verder uit.
- 67-
Professionalisering handhaving
Handhaving grondwater beantwoordt aan de kwaliteitscriteria die worden gehanteerd in het kader van de professionalisering van de (milieu)wetgeving. In navolging hiervan passen we ook kwaliteitscriteria toe bij handhaving van de Keur. Proces handhaving is gecertificeerd.
9
(Aanleg en) verbetering en
Uitvoering en onderhoudswerkzaamheden aan de waterlopen /
onderhoud watersystemen
kunstwerken en het houden van toezicht op werkzaamheden wanneer deze zijn uitbesteed. Uitvoering van inspecties voor het vaststellen van de onderhoudsstaat van de waterlopen en de daarin gelegen kunstwerken. Bovendien uitvoering van, of bijdrage aan derden voor, de bestrijding van muskusratten en andere schadelijke graaf- en knaagdieren.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Onderhoud van de
Het in stand houden van het watergangprofiel en de daarin
watergangen en de daarin gelegen niet waterregulerende
gelegen niet waterregulerende kunstwerken om daarmee de gewenste (norm)waterpeilen te kunnen realiseren.
kunstwerken
Het creëren van een zodanige toestand in de waterlopen dat het doorstroomprofiel en het bergend vermogen altijd voldoet aan de waterhuishoudkundige randvoorwaarden. Het creëren van een zodanige toestand in de waterlopen dat binnen dit regiem de ecologische ontwikkelmogelijkheden van de waterlopen optimaal benut worden zonder afbreuk te doen aan de hydraulische randvoorwaarden.
10
Uitvoeren inspecties
Consolideren technische infrastructuur.
Bestrijding muskusratten, beverratten en andere
Vangsten muskusratten < 0,25 vangsten per uur Vangsten beverratten < 0,06 vangsten per uur en grensbewaking
schadelijke graaf en knaagdieren
(verspreiding vanuit het buitenland voorkomen). Graafschade aan waterschapsobjecten voorkomen.
Waterwet
Tijdig en op een verantwoorde wijze doorvoeren van wijzigingen noodzakelijk in verband met de inwerkingtreding van de Waterwet
Activiteiten
Beoogde resultaten
Implementatie Waterwet
Projectmatig doorvoeren van wijzigingen.
Werkafspraken met Rijk en Provincie Limburg
We maken afspraken / hebben afspraken gemaakt met Rijk / Provincie Limburg over de taakverdeling.
- 68-
4.3
Wat mag het kosten
+
9
6
'
" <
,7 # %
"
1 # !
* #
!
! , -
.
) 42 Personeelslasten 43 Goederen en diensten van derden 44 Bijdragen aan derden
15.747
246.870
361.511
147.320
1.596.825
1.773.404
1.885.595
1.545.071 56.000
103.896
81.000
81.000
76.936
307.203
307.203
0
201.800
385.762
385.762
498.655
9.239.523
9.610.254
9.578.067
9.885.283
83 Goederen en diensten aan derden
819.058
943.820
943.820
813.500
84 Bijdragen van derden
750.936
307.203
307.203
313.347
86 Interne verrekeningen
172.764
1.568.874
1.805.144
0
45 Toevoegingen aan voorzieningen 50 Kapitaallasten 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening Totaal Lasten
!
Totaal Baten $
"
1
Toelichting 42 Personeelslasten Onder deze kostensoort ramen we alleen de personeelslasten die we rechtstreeks op een product en programma verantwoorden. De afname van de kosten wordt veroorzaakt doordat de kosten van inhuur van derden met betrekking tot het Nieuw Limburgs Peil (loopt af medio 2009) teruglopen. Daarnaast zijn een aantal incidentele budgetten 2008 met betrekking tot vergunningen en handhaving in 2009 komen te vervallen. 43 Goederen en diensten van derden De verlaging op deze kostensoort is het resultaat van de afloop van het project Nieuw Limburgs Peil medio 2009, het vervallen van incidentele budgetten in 2009 en ook het doorvoeren van structurele bezuinigingen op het gebied van onderhoud, vergunningen en handhaving. We kunnen niet ontkennen dat we hierdoor bepaalde risico’s lopen ten aanzien van het beheer of handhaving van vergunningen. Daarnaast hebben we er kosten opgenomen voor communicatie over en representatie van de Optimalisering Waterbeheer in de Landbouw. Met het plaatsen van de stuwen in de waterlopen bij agrariërs is dit structureel een punt van aandacht geworden. 44 Bijdrage aan derden Voor 2009 hebben we een bijdrage geraamd van € 30.000 voor de Unie van Waterschappen voor de landelijke bestrijding van de muskus- en beverratten. Dit is hetzelfde bedrag als in 2008. Vanwege bezuinigingen hebben we de bijdrage in de vervolgfase van de Kaderrichtlijn Water in 2009 afgeraamd met € 10.000 tot € 26.000 en hebben we de bijdrage in de gemeentelijke waterplannen (€ 15.000) laten vervallen. 45 Toevoeging aan voorzieningen Omdat de voorziening voor grondwatertaken haar egaliserende functie heeft verloren (deze voorziening is namelijk eind 2008 leeg), kunnen we de lumpsum vergoeding van de Provincie
- 69-
Limburg niet meer doorstorten en wenden we deze direct aan om de kosten van uitvoering van de grondwatertaken te dekken. 50 Kapitaallasten De toename in 2009 is het gevolg van de doorrekening van de kapitaallasten van de geplande investeringen voor dit programma. Hierdoor stijgen de jaarlijkse kapitaallasten. De voor dit programma geplande investeringen hebben we opgenomen in het overzicht “Investeringen 2009-2013” dat we bij dit programma hebben opgenomen. 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening In de afdelingskostenplaatsen verzamelen we alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling, waarna we op basis van het aantal direct productieve uren een uurtarief berekenen. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2009 de kosten door naar de desbetreffende producten en programma’s. 83 Goederen en diensten voor derden Naast lagere legesontvangsten (daling € 15.500), verwachten we op basis van de jaarrekeningcijfers 2007 een lagere bijdrage (daling afgerond € 110.000) voor de beverrattenbestrijding in 2009. Dit is feitelijk een doorzetting van de trend waarmee we de afgelopen jaren te maken hebben gehad. 84 Bijdragen van derden Hier ramen we de lumpsum vergoeding 2009 van de Provincie Limburg voor de grondwatertaken. Het verschil tussen de kosten en de vergoeding komt in 2009 voor het eerst voor rekening van onze eigen begroting. 86 Interne verrekeningen De interne verrekeningen betroffen tot en met 2008 de verrekeningen van de kosten van de grondwatertaken met de egalisatievoorziening grondwatertaken. Omdat deze voorziening haar egaliserende taak per eind 2008 is verloren, simpelweg omdat deze leeg is, blijft ook een raming voor het halen van geld uit de voorziening achterwege. In wezen betekent dit dat de kosten voortaan structureel ten laste komen van onze eigen begroting. Productramingen + +
-
6
'
" <
"1,
Eigen plannen Plannen derden
,7 # %
"
1 # )
! 1.391.039
0
989.405
0
Beheersinstrumenten watersystemen
592.160
7.700
Vergunningen en keurontheffingen
883.683
418.347
Keur
24.860
0
1.157.133
43.000
Beheer hoeveelheid water
948.911
45.000
Handhaving keur en grondwater
804.543
0
5.340.595
612.800
Monitoring watersystemen
(Aanleg, verbetering en) onderhoud watersystemen
$
"
- 70-
Investeringen 2009-2013 > %
'
" A
8 ,7
Vervanging meetapparatuur monitoring
A
10 jaar
30,0
Vervanging industriële laptops
A
3 jaar
25,0
Vervanging TMX centrales
C
3 jaar
50,0
Vervanging debietmetingen
C
3 jaar
50,0
Inventarisatie primaire waterlopen (MA<100 l/s)
A
5 jaar
Update Ibrahym
C
5 jaar
30,0
30,0
30,0
30,0
25,0
150,0 75,0
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start / realisatie hebben gepland in 2009 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2009. Categorie C investeringen zijn investeringen waarvan we de start / realisatie na 2009 hebben gepland en die nog niet voor uitvoering in aanmerking komen. In de meerjarenraming hebben we alle geplande investeringen doorgerekend. Meerjarenraming
Lasten
12.132
12.331
12.652
12.929
13.189
Baten
1.127
1.149
846
863
881
$
"
3#
In de meerjarenraming hebben we rekening gehouden met het meerjarig investeringsprogramma, stijging loon- en prijspeil 2% en het vervallen van eventuele incidentele posten. We hebben geen rekening gehouden met groei van het accres of budgetten voor nieuw beleid.
- 71-
5 Programma watersysteem op orde: herstelde watersystemen Onder het programma ‘’Herstelde watersystemen’ verstaan wij onze activiteiten die tot doel hebben de hydrologische, ecologische of chemische toestand van de watergangen zelf te beïnvloeden. Onze activiteiten die tot doel hebben om de watergerelateerde functies in de omgeving van de watergangen te bedienen, zijn ondergebracht bij het programma “Watersysteem geschikt voor grondgebruik”.
5.1
Wat willen we bereiken
Opgave Het creëren / herstellen en in stand houden van veerkrachtige watersystemen zien wij als onze belangrijkste opgave. Veerkrachtige watersystemen zijn watersystemen die zichzelf in stand houden evenals de eraan toegekende functies. Ons doel is om gezonde beekecosystemen te realiseren. Wij onderkennen dat watergangen óók een intrinsieke waarde bezitten die op herstel en bescherming mag rekenen van de waterbeheerder. Als de watergang in een goede ecologische toestand verkeert, dan ontstaat in en rondom die watergang een gezonde levensgemeenschap van flora en fauna. Ook zijn de beekdalen drager voor natuurontwikkeling en een belangrijke verbindingszone tussen natuurelementen. Het ingezette ecologische herstel van watergangen zetten we, voor zover het binnen onze taakstelling past, de komende jaren op alle beschikbare manieren voort. We zullen herstel van het watersysteem in al zijn facetten nastreven: hydrologisch, morfologisch, chemisch en (als resultante) ecologisch. We realiseren een en ander door het uitvoeren van herinrichtingprojecten, door het verbeteren van de waterkwaliteit door optimalisatie van afvalwatertransport en -zuivering en door toezicht op lozingen op het oppervlaktewater. We herstellen de voeding van de beken door water in de intrekgebieden van de beken zo lang mogelijk vast te houden. Het op te stellen Nieuw Limburgs Peil (zie ook programma “Watersysteem geschikt voor grondgebruik”), moet er enerzijds voor zorgen dat de randvoorwaarden vanuit het grondwater voor beekherstel worden gerealiseerd en anderzijds dat de diffuse vervuiling in de intrekgebieden zoveel mogelijk wordt teruggedrongen. Adequaat monitoringonderzoek ondersteunt een en ander. Dit heeft als doel de voortgang van herstel te kunnen volgen en om kennis op te bouwen over het functioneren van het watersysteem. Wij zien als belangrijkste opgave de komende tien jaar: het voldoen aan de eisen voor het watersysteem die we in het kader van de Kaderrichtlijn Water met de overige waterpartners afspreken.
- 72-
Specifiek betekent dit voor ons: Voor de morfologie: •
We hebben alle watergangen met een Specifiek Ecologische Functie uit het Provinciaal Omgevingsplan Limburg in 2023 heringericht, dit betekent nog 155 kilometer te realiseren beekherstel.
•
We beschermen de beekmorfologie door toepassing van de Keur en door het effectueren van meander- en herinrichtingzones in de legger.
Voor de hydrologie: •
We realiseren gebiedsdekkende waterconservering en verduurzamen dit op basis van het project De Stuwende Kracht en peilgestuurd draineren.
•
We stellen het Nieuw Limburgs Peil op, waardoor de beek zich morfologisch en hydrologisch optimaal kan ontwikkelen en we de diffuse vervuiling in de intrekgebieden zoveel mogelijk terugdringen.
Voor de chemische waterkwaliteit: •
We hebben volledig zicht op de waterkwaliteitsproblematiek, kennen de bronnen die hieraan ten grondslag liggen en beschikken over een plan van aanpak om de problematiek op te lossen. In 2015, of zoveel later als op nationaal niveau overeengekomen wordt (2027), beschikken wij over ecologische gezonde watersystemen conform de Kaderrichtlijn Water.
•
We dringen het gebruik van gevaarlijke stoffen en de emissie ervan via diffuse bronnen zoveel mogelijk terug, vooral door het opzetten van een actieve lobby richting Provincie Limburg, Rijk en Europese wetgever en daar waar mogelijk stimulering van de relevante doelgroepen.
•
We beschermen de kwaliteit van het oppervlaktewater en de doelmatige werking van zuiveringstechnische werken door het stellen van regels in het kader van vergunningverlening en door het uitoefenen van toezicht op de bij of krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren gestelde regels. In het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, die waarschijnlijk medio 2009 in werking treedt, verschuift de verantwoordelijkheid voor vergunningverlening en handhaving voor indirecte lozingen van ons waterschap naar de gemeenten / de provincie. Hiervoor in de plaats treedt een – op onderdelen bindende – adviesrol in het kader van vergunningverlening en een beperkte toezichthoudende taak.
•
Vergunningverlening en handhaving functioneren efficiënt en worden meer gericht op het optimaliseren van het (milieu)rendement.
•
We richten het bestaande systeem van afvalwatertransport en –zuivering opnieuw in op basis van de uitgevoerde studies (Optimalisatiestudies Afvalwatersystemen) om kosten te reduceren en milieuschade door overstorten te beperken.
•
We dringen rioolwateroverstorten terug tot een ecologisch aanvaardbaar niveau. Dit doen we via aanvullende maatregelen die vooral gericht zijn op het stimuleren van afkoppelen van hemelwater en zonodig aanleg van groene bergingen, via beleidsbeïnvloeding (Gemeentelijke Waterplannen, Gemeentelijke Rioleringsplannen, Watertoets) en via vergunningverlening en handhaving. Met de inwerkingtreding van de het Besluit algemene regels lozingen buiten inrichtingen komt de bevoegdheid tot
- 73-
vergunningverlening voor rioolwateroverstorten te vervallen en treden hier algemene regels voor in de plaats. •
We dringen de emissies van de rioolwaterzuiveringinstallaties terug tot een voor de Kaderrichtlijn Water aanvaardbaar niveau (terugdringen 33 prioritaire stoffen), door zonodig het zuiveringsproces te optimaliseren en / of uit te breiden met een extra zuiveringstrap.
Beoogd Effect Het realiseren van een veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem in al zijn facetten (waterkwaliteit, -kwantiteit, morfologie, ecologie) als bijdrage aan een gezonde, veilige en aantrekkelijk leefomgeving. Randvoorwaarden Als randvoorwaarden stellen wij daarbij dat: •
we huidige gebruiksvormen zoveel mogelijk respecteren;
•
onze oplossingen passen binnen de aanpak van de Kaderrichtlijn Water en het Nationaal Bestuursakkoord Water;
•
we transparant de kosten, doelen en uitvoeringstermijnen afwegen.
Doelstellingen Wij willen gezonde beek-ecosystemen realiseren •
In 2023 zijn alle watergangen met een Specifiek Ecologische Functie heringericht.
•
We faciliteren hydrologisch systeemherstel door peilgestuurd draineren en gebiedsdekkende waterconservering in de vorm van het plaatsen van stuwen inclusief afdoende instructie / coaching van de betrokkenen.
•
In 2015 beschikken alle gemeenten over een Gemeentelijk Waterplan. We gaan ervan uit dat we in 2009 bij één of twee gemeenten het opstellen van een waterplan kunnen starten.
•
De emissie van de rioolwaterzuiveringinstallaties voldoet bij voorkeur in 2015, maar
•
Het eenduidig vastleggen van de hydrologische, chemische en ecologische toestand en trends van het watersysteem door middel van gebiedsdekkende of projectmatige
uiterlijk in 2027 aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water.
metingen. Wij creëren randvoorwaarden voor een gezonde leefomgeving (ecologische, duurzaam + schoon) •
Ter bestrijding van rioolwateroverstorten en voor het herstel van de oorspronkelijke afvoerdynamiek, zetten we in op maximale afkoppeling van verhard oppervlak in bestaande gebieden. Dit doen we via Optimalisatiestudies Afvalwatersystemen, Gemeentelijke rioleringsplannen, Gemeetlijke Waterplannen, enzovoorts. Bij nieuwe bebouwing streven we 100% afkoppeling na. Dit doen we via de watertoets.
•
We maken afspraken / hebben afspraken gemaakt met gemeenten / provincie over de wijze waarop wij onze rol invullen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en in het kader van de Waterwet.
•
Wij brengen wateradviezen uit die maximaal worden overgenomen in de ruimtelijke plannen.
- 74-
•
Wij brengen adviezen uit over gemeentelijke rioleringsplannen aan gemeenten om de vuilemissie te beperken en om een doelmatig gebiedsgericht beleid voor beheer en lozingen van hemelwater en grondwater te bevorderen.
•
Bij iedere gemeente is duurzaam waterbeleid vastgelegd dat is voorzien van middelen en wordt uitgevoerd.
•
Wij realiseren onze rol als waterautoriteit en waterpartner.
•
De gestelde regels ter bescherming van de kwaliteit van de oppervlaktewateren handhaven we consequent.
5.2
Wat doen we ervoor in 2009
Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
1
Integraal Waterbeheersplan IWBP
2003
t/m 2007/2008
2
Nota Visie & Stategie WPM
2005
2005-2009
3
Keur en legger WPM
2006
2006-2015
4
Beleidsnotitie stedelijk waterbeheer
2005
2005-2009
5
Beleidsnotitie beekherstel
2007
2006-2010
6
Beleidsnotitie venherstel
2007
2006-2010
7
Evaluatie onderhoudsplan
2005
2007-2015
8
Beleidsnotitie beregeningsbeleid
2007
2007-2015
9
Integraal onderzoeksplan
2008
2009-2015
Beleidsvoornemens Nr
Naam
Toelichting
Product
Middelen
1
Ontwerp-SGBP Maas 2009-
Eind 2009 moet het Stroomgebiedbeheerplan Maas
Thema- en gebiedsgerichte
Eigen uren en regulier budget
2015
voor ons waterschap gereed zijn .
plannen
- 75-
Projecten Nr
Naam project
Omschrijving project
1
Meerjaren investeringsprogramma
Het betreft een programma van diverse projecten voor beekherstel en andere reconstructiewerkzaamheden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het jaarlijks uitvoeren van projecten met een netto
Een watersysteem dat in 2027 op orde is
investering van € 6,5 mln. In hoofdstuk 8 wordt gedetailleerd ingegaan op het Meerjaren investeringsprogramma.
Producten Nr
Naam product
Omschrijving product
1
Eigen plannen
Het opstellen van beheer- en beleidsplannen rond specifieke thema’s en / of gebieden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Kaderrichtlijn water
In 2009 is het ontwerp Stroomgebied-beheerplan gereed en loopt de inspraakprocedure. Vervolgens zal dit worden vastgesteld in december 2009. De capaciteit die we momenteel inzetten op het gebiedsproces voor de Kaderrichtlijn Water en de realisatie van het Stroomgebied-beheerplan is dan noodzakelijk om invulling te geven aan de daadwerkelijk landelijke harmonisatie van het beleid op het gebied van diffuse bronnen en prioritaire stoffen. Daarnaast zullen we inzetten op de monitoring van de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water-maatregelen en de afstemming met andere partners hierover. Om ervoor te zorgen dat de meest urgente overstorten voor 2015 gesaneerd worden, stellen we voor dit mede te financieren, hiervoor een regeling op te stellen en deze begin 2009 vast te stellen. Om deze medefinancieringsregeling uit te kunnen voeren hebben we circa 3 miljoen euro gereserveerd.
Afronden OAS-project en opstellen AWA’s.
In 2009 ronden we de Optimalisatiestudies Afvalwatersystemen van het hele beheergebied af. Vervolgens zullen we doelstellingen om overstorten te saneren met gemeenten vastleggen in Waterakkoorden met gemeenten. Hierbij passen we de saneringsregeling voor ovestorten (€ circa 3 miljoen) waarschijnlijk toe.
- 76-
Roluitwerking waterkwaliteit
Om een goede invulling te geven aan onze rol als all-in waterschap is het noodzakelijk te investeren in de kennis op het gebied van waterkwaliteit. Met name een gedegen systeemanalyse en het invullen van onze agendastellende rol is hiervoor noodzakelijk. Dit hebben we verwoord in de visienotitie waterkwaliteit. In 2008 stellen we een plan van aanpak op, waarna de exacte koers bepaald kan worden. Dit geldt tevens voor het uitzetten van een koers voor waterbodems. De consequenties daarvan brengen we in beeld. Een verhoogde inzet op dit gebied is waarschijnlijk noodzakelijk. Dit kunnen we vooralsnog dekken uit de bestaande formatie, aangezien de druk op de Kaderrichtlijn Water afneemt in 2009 en een aantal beleidsnotities gereed zijn.
Uitwerken inrichtingseisen vispassages
Dit levert een rapport op met richtlijnen voor de inrichting van vispassages. Het betreft een uitgesteld project uit 2007 en we voeren het in eigen beheer uit.
2
Plannen van derden
Het beoordelen en zo nodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden voor het realiseren van onze doelstellingen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Adviseren van derden in de rol als waterautoriteit.
Vragen op het gebied van water (over onderhoud, aanleg, overlast, enzovoorts.) moeten we voorzien van een gedegen advies waar de klant tevreden over is.
3
Aanleg, verbetering en
Het tot stand brengen, vernieuwen, aanpassen en van derden
onderhoud van watersystemen
overnemen van natte infrastructuur (= samenstel van watergangen). Hiertoe behoort ook groot onderhoud aan watergangen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitvoering MIP watersystemen en waterkeringen jaarschijf
Hebben en houden van een adequate natte infrastructuur.
2008. 4
Baggeren van waterlopen en saneren waterbodems
Derden stimuleren om een bagger-plan op te stellen. Verstrekken van een geldelijke bijdrage aan derden voor het verwijderen van verontreinigde bagger.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Voortzetten sanering
Schoon watersysteem
Tunglroyse beek
- 77-
5
Monitoring watersystemen
Het meten van relevante parameters om de toestand en het effect van maatregelen en het functioneren van het watersysteem te kunnen beschrijven en beoordelen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Vergaren van waterkwaliteit- en
Actuele en betrouwbare informatie ten behoeve van rapportages,
ecologische gegevens
onderzoek, evaluatie en beleidsontwikkeling.
Uitvoering specifieke (monitorings)onderzoek
Onder meer voortzetting van onderzoek naar kwaliteitsaspecten peilgestuurde drainage, deelname fosfaatpilot, brede screening bestrijdingsmiddelen
Overige
Een aantal activiteiten die een meer integraal karakter dragen (zowel kwaliteit als kwantiteit) zoals databeheer en simulatie (model IBRAHYM) hebben we beschreven onder het programma ‘Watersysteem geschikt voor grondgebruik’.
6
Getransporteerd afvalwater
Het vernieuwen, aanpassen, onderhouden en beheren van de transportgemalen en -leidingen
Activiteiten
Beoogde resultaten
Optimaliseren van rioleringsstelsel in samenwerking met
Tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten voldoen aan wet- en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de
gemeenten. Operationele
bedrijfsvoering centraal staan.
samenwerking met gemeenten op het gebied van Beheer en
Operationele samenwerking met gemeenten leggen we vast in een Lichte Gemeenschappelijke Regeling.
onderhoud. 7
Zuiveren van afvalwater
Het vernieuwen, aanpassen, onderhouden en beheren van de zuiveringsinstallaties.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Optimaal benutten van de capaciteit van de rwzi’s.
Tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten voldoen aan wet- en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan.
Verbeteren van de energie-
De Optimalisatiestudies Afvalwatersystemen zijn afgerond en
efficiency
monden (eventueel) uit in een Afvalwaterakkoord (AWA) met gemeenten. Het investeringsprogramma in de zuiveringstaak moet daarbij aansluiten.
- 78-
8
Verwerkt Slib
Het vernieuwen, aanpassen, onderhouden en beheren van de slib-verwerkingsinstallaties.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Realiseren slibreductie door nieuwe technologieën
Tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten voldoen aan wet- en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan
Verbeteren van de energieefficiéncy
idem
Heroverweging aanpak slibverwerking
In verband met de sluiting van de ENCI op termijn en de afweging van de toekomst van het slibdrogen, onderzoeken we een andere aanpak van slibverwerking.
9
Aanpak diffuse emissies
Stimuleren van derden om diffuse emissies aan te pakken.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Invulling geven aan onze
Verbeterde waterkwaliteit.
agendastellende rol 10
Vergunningen Wvo
Reguleren van gevolgen van de lozing op oppervlaktewater via vergunning op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Vergunningen verlenen
Het vergunningenbestand is adequaat en actueel (niet langer dan vijf jaar terug getoetst op actualiteit).
11
Professionalisering
Proces vergunningverlening is gecertificeerd.
Handhaving Wvo
Optreden tegen veroorzakers van geconstateerde illegale lozingssituaties.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Programmatisch handhaven
Het Dagelijks Bestuur bepaalt de prioriteiten jaarlijks vooraf. De handhaving vindt programmatisch plaats. We rapporteren via de bestuursrapportages over de voortgang.
Toezicht
Het toezien op de naleving van de bij of krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren gestelde regels
Uitvoeren van een efficiënte en
Zie onder Handhaving Keur en grondwater (programma
kostenbesparende bedrijfs-
watersystemen op orde) en vernieuwing toezicht (onder 13).
voering Professionalisering handhaving
De handhaving beantwoordt aan de kwaliteitscriteria, die zijn
- 79-
gesteld in het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving. Proces handhaving is gecertificeerd. 12
Wet algemene bepalingen
Tijdig en op verantwoorde wijze doorvoeren wijzigingen
omgevingsrecht
noodzakelijk in verband met de inwerkingtreding van de Wabo.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Duidelijkheid over rolinvulling
We maken afspraken / hebben afspraken gemaakt met gemeenten / provincie over de wijze waarop wij onze rol invullen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
13
Vernieuwing toezicht
Terugdringen van administratieve lasten
Activiteiten
Beoogde resultaten
Samenwerking met andere
Het terugdringen van administratieve lasten in het kader van
handhavende organisaties
toezicht (bij ten hoogste gelijkblijvende bestuurlijke lasten) door bundeling van toezichtactiviteiten met andere handhavende organisaties.
5.3
Wat mag het kosten
+
9
6
'
" <7
"
-
6
* #
!
!
! , -
.
) 42 Personeelslasten 43 Goederen en diensten van derden 44 Bijdragen aan derden 50 Kapitaallasten 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening
800
30.000
30.000
0
24.913.498
25.572.830
24.518.794
25.351.818
7.800
0
10.000
12.000
2.224.588
3.531.042
3.531.042
3.291.667
784.755
494.222
1.296.040
2.184.688
Totaal Lasten
! 83 Goederen en diensten aan derden 86 Interne verrekeningen
51.398
50.000
121.000
121.000
0
543.000
686.752
0
Totaal Baten
$
"
1
Toelichting 42 Personeelslasten In 2008 hadden we een incidentele uitgavenpost opgenomen van € 30.000 voor inhuur voor de monitoring waterkwaliteit (uitvoeren van analyses en dergelijke). Deze is met ingang van 2009 komen te vervallen.
- 80-
43 Goederen en diensten van derden Een bedrag van € 25.174.118 (dat was in 2008: € 24.614.330) heeft betrekking op onze bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg. Ten opzichte van de begroting 2008 is de opgenomen administratieve stelpost voor de meerkosten (€ 543.000) in verband met de overgang van Vergunningverlening en Handhaving van het Waterschapsbedrijf Limburg naar ons waterschap komen te vervallen, omdat in 2009 de kosten op de juiste programma’s en kostensoorten zijn geraamd. 44 Bijdragen van derden Hier hebben we een bijdrage geraamd van € 12.000 op grond van een bereikt bestuurlijk (landelijk) convenant met betrekking tot glastuinbouw en milieu. Hiermee was ook al rekening gehouden in de gewijzigde begroting 2008. 50 Kapitaallasten Hier hebben we de kapitaallasten opgenomen die voortvloeien uit de investeringsprojecten. Zie ook het opgenomen investeringsoverzicht op dit programma. Om de begrote kapitaallasten dichter bij de werkelijkheid te brengen, hebben we van de opgelopen investeringsachterstand tot en met 2007 voor de watersysteemprojecten € 10 miljoen gecorrigeerd. Dit resulteert in lagere kapitaallasten. 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening In de afdelingskostenplaatsen verzamelen we alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling, waarna we op basis van het aantal direct productieve uren een uurtarief berekenen. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2008 de kosten door naar de desbetreffende producten en programma’s. 83 Goederen en diensten aan derden Naast de met ingang van 2008 geraamde opbrengst voor grondverkopen (niet project gebonden gronden), hebben we inkomsten geraamd (van de afdeling Vergunningen en Handhaving) vanuit inspecties met betrekking tot de Wet Afvalwater en de controle van zwemwaterkwaliteit. 86 Interne verrekeningen Zoals eerder onder 43 aangegeven hadden we in de begroting 2008 een post opgenomen voor de structurele meerkosten voor de overgang van Vergunningverlening en Handhaving van het Waterschapsbedrijf Limburg naar ons waterschap. Deze meerkosten hebben we in de oorspronkelijke begroting 2008 incidenteel uit de bestemmingsreserve dekking toekomstige exploitatie gehaald. Bij het verwerken van de begrotingswijziging van het Waterschapsbedrijf Limburg bleek dat door andere doorgevoerde wijzigingen (zie voorstel algemeen bestuur 5 maart 2008) in de begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg nog een aanvullend bedrag van € 143.752 aanvullend uit de reserves moest worden gehaald. Omdat structurele kosten uit structurele inkomsten moeten worden gedekt in onze begroting, is de raming voor 2009 vervallen.
- 81-
Productramingen + +
-
6
'
" <7
"
-
6
"1,
)
!
Aanleg, verbetering van watersystemen
3.446.944
50.000
951.524
0
0
0
5.579.069
0
11.924.295
0
7.033.739
0
Monitoring watersystemen Baggeren van waterlopen en saneren waterbodems Getransporteerd afvalwater Gezuiverd afvalwater Verwerkt slib WVO vergunningen en meldingen Handhaving WVO Rioleringsplannen en subsidies lozingen Aanpak diffuse emissies derden
$
397.691
0
1.380.264
71.000
108.281
0
18.366
0
"
Investeringen 2009-2013 > %
'
" A
Afdeling Projecten en veiligheid (investeringen in watersystemen) Uitbouw Ibrahym/Wahyd waterkwaliteit Overname en installaties overstortmetingen gemeenten
8 ,7
D
30 jaar
A
5 jaar
6.500,0 100,0
B
n.v.t.
p.m.
6.500,0
6.500,0
6.500,0
6.500,0
p.m.
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start / realisatie hebben gepland in 2009 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het Dagelijks Bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2009. Categorie B investeringen zijn investeringen waarvan we de start / realisatie hebben gepland in 2009, maar waarvan de uitvoering pas wordt geautoriseerd aan het Dagelijks Bestuur, nadat een afzonderlijk voorstel aan het algemeen bestuur is voorgelegd. Categorie D investeringen zijn investeringen in het watersysteem. Voor wat betreft de procedure is het projectstatuut van toepassing. In de meerjarenraming hebben we alle geplande investeringen doorgerekend. Meerjarenraming
Lasten Baten
$
"
30.840
31.936
33.043
34.157
35.284
121
123
126
128
131
#
In de meerjarenraming hebben we rekening gehouden met het meerjarig investeringsprogramma, stijging loon- en prijspeil 2% en het vervallen van eventuele incidentele posten. We hebben geen rekening gehouden met groei van het accres of budgetten voor nieuw beleid.
- 82-
6 Programma bestuur, communicatie en heffingen 6.1
Wat willen we bereiken
Opgave Uw bestuur wil een transparant functioneel bestuur zijn. We hebben als waterschap vanuit verschillende rollen contact met onze omgeving. Aan deze rollen moeten we vanuit een gedeeld (zelf)beeld invulling geven: •
Waterschap Peel en Maasvallei is een prima waterbeheerder die kiest voor kwaliteit van het watersysteem;
•
Waterschap Peel en Maasvallei is een (overheid)partner die met waterkennis het beleid vaststelt daar waar water in het geding is. We beschikken over het gewenste imago als onze omgeving dit beeld herkent en
onderschrijft. Hier werken we onder andere aan door onze doelgroepen te informeren over wie we zijn en wat we doen en door met hen in dialoog te gaan als onze taken hun directe werk- of leefomgeving raken. In het Integraal Waterbeheerplan en in de nota Visie en strategie hebben wij de strategie voor de middellange termijn geformuleerd. In deze plannen heeft uw bestuur strategische keuzes gemaakt op het gebied van de waterkeringzorg en het watersysteem. De keuzes geven de kaders voor het te ontwikkelen beleid en de uitvoering door het Dagelijks Bestuur. Vanuit de vertegenwoordigende en kaderstellende rol maakt uw Algemeen Bestuur deze keuzes mede op basis van informatie uit de samenleving en op basis van een eigen analyse van de maate
schappelijke situatie. Europese (Kaderrichtlijn Water) en nationale (Waterbeheer 21 eeuw) wetgeving bepalen in hoge mate onze opdracht. Uw bestuur vindt participatie door belanghebbenden uit ons beheergebied belangrijk. De diverse categorieën van belanghebbenden moeten onze inkomsten opbrengen. Wij kiezen voor de volgende vijf bestuurlijke accenten: •
heldere keuzes en prioritering van beleid en uitvoeringsmaatregelen,
•
het creëren van draagvlak voor ons beleid,
•
het verminderen van de administratieve lastendruk,
•
het verkleinen van de afstand bestuur en omgeving door onze omgeving klantgericht, meedenkend en op een betrouwbare wijze tegemoet te treden,
•
samen met onze partners werken aan integrale gebiedskwaliteit.
Beoogd effect •
Het vergroten van het vertrouwen in het bestuur.
•
Het leveren van een bijdrage aan de welvaart en welzijn van de belanghebbenden in ons gebied.
•
Het ontstaan van wederzijds begrip, actieve betrokkenheid en succesvolle samenwerking, waardoor draagvlak bij de doelgroepen voor het waterschapswerk ontstaat;
•
Het op een steeds hoger niveau brengen van onze dienstverlening.
- 83-
Doelstellingen Het Bestuur maakt kenbaar waar beleidsaccenten moeten liggen •
We beschikken in 2009 over een beheerplan dat naadloos aansluit op het KRWStroomgebiedbeheerplan Maas.
•
Beleidsparticipatie: we regisseren zelf en nemen deel aan de ontwikkeling van beleid van derden om de belangen van het watersysteem optimaal te borgen.
•
Beleidsproject: we stellen de door het bestuur gewenste beleidsproducten op om de koers van ons waterschap eenduidig vast te leggen.
•
Beleidsproces (OAS, Nieuw Limburgs Peil): we doorlopen grote beleidsprocessen onder aansturing van het Dagelijks Bestuur.
•
We realiseren onze rol als waterautoriteit.
Het Bestuur keurt de begroting goed met specifieke, meetbare, acceptabele, realistische, tijdige en inspirerend (Smarti) opdracht en bijbehorende middelen. •
We ontwikkelen beleid bij de programma’s en stellen dit op een cyclische wijze vast.
•
Uw Algemeen bestuur stelt het Meerjaren investeringsprogramma 2009-2013 vast.
Bestuur en organisatie creëren draagvlak voor onze activiteiten. •
We baseren de uitvoering van onze activiteiten op duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
•
We verdelen op een rechtvaardige wijze de lasten over de verschillende categorieën belanghebbenden.
Wij willen administratieve lastendruk verminderen. •
We introduceren de elektronische dienstverlening. We creëren de mogelijkheid om bezwaarschriften, vergunningen en belastingheffingen via e-formulieren aan te vragen en af te handelen.
Wij zijn klantgericht, meedenkend en betrouwbaar We bereiken met communicatie dat de verschillende doelgroepen: •
Waterschap Peel en Maasvallei kennen als professionele waterpartner die samen met u
•
positief staan ten opzichte van de doelen, taken en dienstverlening van deze organisatie;
•
bereid zijn met ons samen te werken bij het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid.
en anderen werkt aan het beheer en de kwaliteit van het water;
- 84-
6.2
Wat doen we ervoor in 2009
Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
1
Nota visie en strategie
2005
2005-2010
2
Integraal Waterbeheersplan
2004
2004-2007
3
Meerjareninvesteringsprogramma
jaarlijks
2007-2013/2015
4
Communicatiebeleid
2007
2008-2011
Beleidsvoornemens Nr
Naam
Toelichting
Product
Middelen
1
Doorontwikkelen nota visie en
Nota heeft een looptijd tot 2010
•
Eigen plannen
Eigen uren
•
Communicatie
strategie 2
e-overheid
Visie, beleid en strategie bepalen
•
met betrekking tot samenwerken in de keten (andere overheden;
Ondersteuning iteam (HWH)
•
Eigen uren
één-loket-functie) en dienstverlening via het Internet (waterschapsloket)
Projecten Nr
Naam project
Omschrijving project
1
Bestuursverkiezing
Het (afronden van het) verkiezingsproces om te komen tot een rechtmatig en democratisch gekozen en benoemd bestuur.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Introductie bestuursleden
We maken in overleg met de nieuwe bestuursleden een programma maken voor hen ter introductie.
Implementatie communicatiebeleidsplan
Het communicatiever maken van de organisatie.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Zoals uiteengezet in het communicatiebeleidsplan
Onze doelgroepen kennen ons, staan positief ten opzichte van ons en zijn bereid met ons samen te werken.
2
- 85-
Producten Nr
Naam product
Omschrijving product
1
Bestuur
•
Het democratisch besturen door het nemen van besluiten in vergaderingen
•
Het extern representeren.
Activiteiten
Beoogde resultaten
•
(Beleids)beslissingen
De wettelijke waterschapstaken uitoefenen en daarmee
nemen in vergaderingen en in overleg met overheden
veiligheid, welvaart en welzijn van alle ingezetenen bevorderen.
en anderen.
2a
•
Bijeenkomsten.
•
Representatie.
Externe communicatie
Het bevorderen van een communicatieve organisatie, die in staat is de interactie met de omgeving aan te gaan.
Activiteiten
Beoogde resultaten
A. Beleidscommunicatie: informeren over ontwikke-
A. Doelgroepen weten wie we zijn en wat we doen en gaan met ons in dialoog waar ons werk hun directe werk- en leefom-
lingen en doelen van het
geving raakt. We zijn transparant en leggen verantwoording
beleid.
af, maar luisteren ook, houden voeling met onze doelgroepen en wisselen op basis van gelijkheid gedachten uit, gericht op meedenken en meedoen.
B. Perscommunicatie.
B. We hebben een goede relatie met de pers, omdat in het contact met de omgeving de pers en belangrijke rol speelt.
C. Public relations: opbouwen en onderhouden van een goede structurele relatie met externe partners. D. Educatie: passief aanbieden van educatiemogelijkheden voor onderwijs. 2b
C. We beïnvloeden structureel het beeld dat externe partners van ons hebben. We werken aan zichtbaarheid, aanwezigheid en naamsbekendheid.
D. We geven jongeren inzicht wat ze zelf kunnen bijdragen aan een goed watermilieu en zetten aan tot gewenst gedrag.
Interne communicatie
Medewerkers informeren, stimuleren en activeren.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Communiceren over vier soorten informatie: A. taakinformatie
A. Medewerkers beschikken over praktische informatie om hun werk te kunnen doen.
- 86-
B. beleidinformatie
B. Medewerkers krijgen (goed en tijdig) het waarom van belangrijke beslissingen toegelicht.
C. personeel- en organisatieinformatie D. sociale informatie
C. Medewerkers hebben informatie over de faciliteiten en regelingen die voor hen beschikbaar zijn. D. Medewerkers krijgen informatie die hen het gevoel geeft dat ze gewaardeerd worden en die ervoor zorgt dat medewerkers meer tevreden en gemotiveerd zijn.
3
Belastingheffing
Het samenstellen van belastingkohieren en het opleggen van aanslagen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Opstellen en actueel houden van belastingbestanden,
Klantgerichte, rechtsgeldige aanslagoplegging.
belastingverordeningen en uitvoeringsregelingen.
4
•
Beslissen op bezwaarschriften;
•
verweer dienen in beroep.
Invordering
Verzending aanslagbiljetten, betalingsverwerking, kwijtschelding en verdere invorderingsmaatregelen op het gebied van waterschapsbelastingen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Aanslagen, aanmaningen en verdere dwanginvorderingen
Het innen van 99% van de totaal opgelegde aanslagen en het ontvangen van de belastingbedragen binnen 3 - 6 maanden na
verzenden.
dagtekening van de aanslagoplegging.
Beslissen op verzoekschriften tot uitstel van betaling, betalingsregeling en kwijtschelding.
- 87-
6.3
Wat mag het kosten
+
11 B,
1
,
7 88 !
* #
!
! , -
.
) 42 Personeelslasten 43 Goederen en diensten van derden 45 Toevoegingen aan voorzieningen
346.065
356.280
356.280
602.694
3.595.566
3.747.444
3.716.732
4.140.947
28.695
0
0
0
212.370
247.746
247.746
250.589
51 t/m 59 Lasten uit doorberekening
609.312
611.668
601.577
638.599
69 Lasten uit doorberekening
242.630
269.732
269.732
248.131
54.513
54.762
54.762
73.214
50 Kapitaallasten
Totaal Lasten
! 86 Interne verrekeningen Totaal Baten $ "
1
Toelichting 42 Personeelslasten Onder deze kostensoort hebben we de personeelslasten geraamd van het Algemeen bestuur, het Dagelijks Bestuur en de pensioenverplichtingen en wachtgeldverplichtingen van voormalig leden van het bestuur. De verhoging is het gevolg van hoger geraamde kosten voor met name de aanpassing van de omvang / tijdsinvulling van het dagelijks bestuur aan de mogelijkheden van de nieuwe Waterschapswet en Waterschapsreglement (€ 158.000). De verhoging is ook het gevolg van hoger geraamde kosten vanwege wachtgeld- en pensioenverplichtingen. 43 Goederen en diensten van derden Een bedrag van € 3.546.847 (dat was in de begroting 2008: € 3.174.014) heeft betrekking op de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg (bestuur, heffing en invordering) 51 t/m 59 + 69 Lasten uit doorberekening In de afdelingskostenplaatsen verzamelen wij alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling, waarna we op basis van het aantal direct productieve uren een uurtarief berekenen. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2009 de kosten door naar de desbetreffende producten en programma’s. De kosten van de begroting, bestuursrapportages en jaarrekening rekenen we rechtstreeks door naar dit programma (69). 86 Interne verrekeningen Het vermelde bedrag heeft betrekking op de kosten van wachtgelden en pensioenen van voormalig bestuursleden die wij halen uit de daarvoor ingestelde voorziening.
- 88-
Productramingen + +
11 B,
1
,
7 88
"1,
)
!
Bestuur Externe communicatie Belastingheffing Invordering Calamiteitenbestrijding watersystemen
$
2.299.721
73.214
215.755
0
2.379.373
0
898.322
0
87.789
0
"
Investeringen 2009-2013 > %
'
" A
Bestuursverkiezingen 2012
C
8 ,7 4 jaar
0,0
0,0
200,0
500,0
Categorie C investeringen zijn investeringen waarvan de start / realisatie na 2009 is gepland en nog niet voor uitvoering in aanmerking komen. In de meerjarenraming hebben wij alle geplande investeringen doorgerekend. Meerjarenraming
Lasten Baten
$
"
5.881
5.989
6.108
6.227
6.347
73
75
76
78
79
#
In de meerjarenraming hebben wij rekening gehouden met het meerjarig investeringsprogramma, de stijging van loon- en prijspeil 2% en het vervallen van eventuele incidentele posten. We hebben geen rekening gehouden met groei van het accres of budgetten voor nieuw beleid.
- 89-
7 Programma bedrijfsvoering 7.1
Wat willen we bereiken
Opgave De bedrijfsvoering in onze organisatie is gericht op het ondersteunen van de organisatie bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. De organisatie wil zich ontwikkelen tot een organisatie die zich bevindt in fase 3 van het INK-managementmodel. De organisatie wordt hierbij ondersteund door heldere kaders en een gerichte informatievoorziening. Beoogd effect We zijn een organisatie die resultaat- en omgevingsgericht is en haar primaire taken op effectieve en efficiënte wijze uitvoert én een organisatie, waarin de medewerker op een veilige en prettige wijze zijn werk kan verrichten. Doelstellingen Wij willen het vertrouwen van belanghebbenden in de organisatie vergroten •
Het bestuur waardeert de wijze waarop de organisatie het operationeel waterbeheer invult en vertegenwoordigt deze wijze van invullen met enthousiasme buiten het waterschap.
•
In 2009 zijn wij op het gebied van waterkwaliteit een volwaardige kennisautoriteit.
•
We voeren het Integraal Waterbeheerplan uit.
•
Bij alle belanghebbenden willen wij bereiken dat zij de consequenties van de uitvoering van het vastgestelde beleid accepteren.
•
De organisatie beschikt over een adequaat planning- en control-instrumentarium, met als subdoelstelling dat het ontwikkelen, werkend krijgen, evalueren en bijstellen van kaders ten behoeve van het integraal management op alle bedrijfsvoeringaspecten een continu en geborgd proces is.
Wij willen de competentie van medewerkers verhogen •
Wij willen enthousiaste en betrokken medewerkers die met passie de ontwikkelingsruimte benutten om persoonlijke doelen en waterschapsdoelen te realiseren (persoonlijk jaarplan). De vijf bedrijfsbrede competenties staan hierbij centraal.
Wij willen contente medewerkers •
Met al onze collega’s willen wij met respect voor ieders rol en expertise samenwerken om de doelen van het waterschap te realiseren.
•
Wij streven naar het vergroten van de verantwoordelijkheid van medewerkers en het vasthouden van de betrokkenheid van medewerkers.
Met een beperkt aantal leveranciers gaan wij een duurzame relatie aan om gezamenlijk innovatief voordeel te behalen
- 90-
7.2
Wat doen we ervoor in 2009
Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
1
Informatiebeleidsplan
2008
2008-2013
2
Nota Reserves en voorzieningen
2005
Geen termijn
3
Financiële beheersverordeningen
2008
Geen termijn
4
Treasurystatuut (vanaf 2009 opgegaan in punt 3)
t/m 2008
Geen termijn
5
Sectorale Arbeidsvoorwaarden waterschapspersoneel
2006
2006-2007
6
Verordening bestuurscompensatie
1994
Geen termijn
7
Archiefverordening
2000
Geen termijn
8
De Andere overheid (e-overheid)
2007
2008-2010
Projecten Nr
Naam project
Omschrijving project
1
Organisatieontwikkeling
Het (door)ontwikkelen van de organisatie naar een probleem-, klant-, toekomst en omgevingsgerichte organisatie
2
Activiteiten
Beoogde resultaten
Coachen en ondersteunen
Professionele houding en gedrag van onze medewerkers in de
medewerkers
omgang met onze doelgroepen.
Uitvoeren medewerkerstevredenheidonderzoek
Medewerkers hebben vertrouwen in onze organisatie.
Uitvoeren klant-tevredenheidonderzoek
Klanten hebben vertrouwen in onze organisatie.
ICT Activiteiten
Beoogde resultaten
Integratie van Geo-informatie en administratieve informatie uit
Vervolgstap om tot eenmalige en eenduidige registratie van gegevens te komen.
de primaire processen Opzetten van data-dictonary
Uitbreiden van digitale beschikbaarheid beheerregister. Mogelijk
(formele
maken van uitwisseling van gegevens tussen diverse
gegevensverzamelingen en procesgerichte gegevenssets)
informatiesystemen.
- 91-
Ingericht functioneel beheer
Optimale ondersteuning in het gebruik en functionele inrichting
voor de bedrijfsbrede applicatie (IRIS, CODA, BO, CORSA,
van informatiesystemen zorgt voor hoger rendement van gebruikte informatiesystemen.
Officepakketten) Synchroniseren van al onze
Gezamenlijk referentiekader van alle waterschappen bij het
processen met het WIA model
gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe informatiesystemen.
als algemeen geldig referentiekader Waterschapsdatabase met basisregistraties beschikbaar
Borging dat alleen actuele gegevens vanuit externe basisregistraties (GBA, kadaster, KvK, enz.) worden gebruikt.
Aansluiting op LVO en
Aansluiten op de landelijke Voorziening Omgevingsvergunning
invoering e-formulieren
en ervoor zorgen dat de uitwisseling van informatie tussen het bevoegd gezag en de betrokken organisatiedelen van het waterschap optimaal verloopt. Tevens introductie van elektronische dienstverlening voor bezwaren, ontheffingen en belastingen. Een gedetailleerde businesscase en projectplan bieden wij in het derde kwartaal ter goedkeuring aan uw bestuur aan.
3
Uitbreiding
Voor kostenbeheersing en optimaal gebruik van (human)
samenwerkingsverbanden
resources voor efficiënter en effectiever gebruik van de informatievoorzieningen.
Iris
Invoering van een nieuw geografisch informatiesysteem
Activiteiten
Beoogde resultaten
In gebruik name versie 1.0
De migratie van Gis-zes naar Iris is gerealiseerd.
Start 2 fase Iris
Uitbreiden van de functionaliteit van Iris ten behoeve van de processen van vergunningverlening en handhaving (€ 300.000) en het realiseren van de koppeling tussen Iris en andere informatiesystemen zoals IBRAHYM (€ 200.000).
4
Digitalisering documenten
Invoeren digitaal archief en –procesgang.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Ontwikkelen digitaal archief,
Voldoen aan wettelijke verplichtingen en het bereiken van
digitale dossiers en workflowmanagement
doelmatigheidsvoordelen.
- 92-
Producten Nr
Naam product
Omschrijving product
1
Personeel en organisatie
(door)ontwikkelen van het organisatie- en personeelsbeleid en beheren van de organisatie- en personeelsgegevens.
Activiteiten
Beoogde resultaten
• Functiebeschrijvingen, functiewaarderingsysteem
Een robuuste organisatie met contente leidinggevenden en medewerkers.
• Ondersteunen OR en GO • Werving en selectie • Loopbaanbeleid • Ziekteverzuim • Bezwaar en beroep • Salarisadministratie • Personeelsadministratie • P&O-control 2
Bestuurlijke en juridische zaken
Kaderstellend adviseren en ondersteunen van bestuur en producthouders bij algemeen bestuurlijke en juridische zaken.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Opstellen/actualiseren van
Betrouwbare, robuuste overheidsorganisatie die besluiten neemt
algemene verordeningen.
conform de geldende wet en regelgeving.
Juridische kwaliteitszorg verzorgen. Algemene bezwaar- en beroepszaken houden. Kwijtschelden. Assurantiën beheren. Aansprakelijkheid stellen. Algemene overeenkomsten opstellen. Klachten coördineren waaronder de Nationale Ombudsman. Adviseren over wet- en regelgeving
- 93-
3
Interne communicatie
Onze centrale en intern gerichte communicatieactiviteiten gericht op het vergroten van kennis en het beïnvloeden van de houding en het gedrag van medewerkers
Activiteiten
Beoogde resultaten
Adviseren
Adviezen aan het management over het verbeteren van de interne communicatie.
Toetsen / monitoren
Controle op juistheid en correctheid van de interne informatiestromen en het uiting geven aan de gewenste waterschapsidentiteit.
Coachen
Een communicatief gevoelige organisatie
Uitvoerende activiteiten
Het samenstellen van waterwerk en interne nieuwsbrieven, het beheren van intranet, het organiseren van interne evenementen zoals het eindejaarsuitstapje en de Nieuwjaarsbijeenkomst.
4
Concerncontrol
Het geheel van centrale activiteiten die gericht zijn op het zo doelmatig mogelijk sturen en beheersen van de organisatieprocessen ten behoeve van de te bereiken organisatiedoelstellingen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Meerjaren begroting, begrotingswijzigingen
Een doelmatige, stuurbare en beheersbare organisatie die haar doelen bereikt.
management- en bestuursrapportages; jaarrekening. 5
Financieel beleid
Geheel van centrale activiteiten gericht op financiële sturing en beheersing om de juiste voorwaarden te scheppen zodat de organisatie haar doelstellingen kan bereiken.
Activiteiten
Beoogde resultaten
(Door)ontwikkelen/actualiseren van financieel-economische
Vanuit financieel-economische invalshoek een robuuste (gezonde, stabiele, flexibele) overheidsorganisatie.
kaders; advisering producthouders, management en bestuur. Toetsing op de naleving van de kaders. (Door)ontwikkelen en uitvoeren van de treasury-functie (financiering organisatie / beheer geldstromen).
- 94-
6
Financiële informatieverwerking
Het geheel van centrale activiteiten gericht op het voorzien in
en -voorziening
informatiebehoefte van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie ten behoeve van de financiële sturing en beheersing. Het voorzien in de externe informatiebehoefte en – eisen (CBS, EU, UvW, andere waterschappen, provincie, enz.).
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het voeren en onderhouden van diverse administraties
We voorzien in de interne informatiebehoefte ten behoeve van de financiële sturing en beheersing. We voldoen aan de externe
(debiteuren, crediteuren, activa, uren, enz.).
informatiebehoefte en –eisen (comptabiliteitsvoorschriften, Burgerlijk Wetboek)
(Door)ontwikkelen en onderhouden rapportage-tools. Opstellen rapportages voor derden. Verstrekken van financiële informatie en bieden van ondersteuning bij analyses. 7
Documentaire informatievoorziening
Het geheel van activiteiten dat nodig is om de documentaire informatie actueel en organisatiebreed toegankelijk te hebben en houden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het beheren van de
Reconstrueren van documenten en besluiten.
documentaire informatie- en poststromen en het archief. 8
Huisvesting en services
Het geheel van activiteiten dat nodig is om te kunnen beschikken over een “slim” kantoor, inclusief alle activiteiten welke in en om het gebouw plaatsvinden en een wezenlijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van de organisatie en het welbevinden van de werknemers.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Beheer en onderhoud kantoor,
We scheppen randvoorwaarden waarbinnen bestuur en
loodsen, mobiele telefonie en dienstauto’s
medewerkers met een gevoel van welbehagen optimaal kunnen functioneren.
Interne dienstverlening (post, repro, receptie, kantoorartikelen, vergaderfaciliteiten)
- 95-
Inkoop- en aanbesteding Centraal dienstverleningsmeldpunt 9
ICT
Voorwaarden scheppen, beleid ontwikkelen en toetsen met het oog op het functioneren van het netwerk ter ondersteuning van de primaire en secundaire processen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Zorgen voor een goed
Voldoen aan service niveau overeenkomst (= SNO).
uitgeruste werkplek, voldoende back-up- en opslagcapaciteit en de juiste programma’s. Voeren van een helpdesk. Zorgen voor voldoende telecommunicatiemogelijkheden. Beveiliging netwerk
De eisen die gesteld worden aan informatie-uitwisseling tussen overheden vergen aanvullende investeringen in het netwerk ter grootte van € 50.000 en een structurele verhoging van de exploitatie van € 15.000.
10
Vervangen telefooncentrale
Gegarandeerde bereikbaarheid van het waterschap.
GIS
Onderhouden, inrichten en beheren van de GIS-applicatie. Ondersteunen van gebruikers bij het gebruik van de GISapplicatie.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Inrichten en beheren van het
We beschikken over een robuust GIS-systeem dat past bij de
geo-loket.
behoeften van de organisatie.
Bieden van ondersteuning aan de gebruikers. Beheren, onderhouden en inrichten van de GIS-applicatie (Iris).
- 96-
7.3
Wat mag het kosten
+
"
8 % * #
!
!
! , -
.
) 42 Personeelslasten 43 Goederen en diensten van derden 45 Toevoegingen aan voorzieningen 50 Kapitaallasten 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening
265.823
510.500
518.500
322.000
2.102.604
2.228.580
2.261.580
2.627.307
110.000
135.000
135.000
135.000
1.541.594
1.756.997
1.778.747
1.683.235
3.059.849
3.052.305
2.924.800
3.530.777
7.046.870
7.674.582
7.609.827
8.298.319
33.000
8.800
8.800
0
Totaal Lasten
! 51/59 Baten uit doorberekening 86 Interne verrekeningen Totaal Baten
$
"
1
Toelichting Algemeen De hier vermelde kosten hebben betrekking op de ondersteunende producten (voornamelijk van de afdeling Middelen) volgens de Beleids- en BeheersProducten-systematiek (=BBP). De baten en lasten van de ondersteunende producten belasten wij óf direct door naar een programma / product óf als overhead naar de verschillende afdelingskostenplaatsen. In het laatste geval belasten wij de kosten door naar de eindproducten als opslag in het uurtarief op basis van de verwachte urenbesteding. In de kostenplaatsen blijven geen kosten achter. Alles belasten wij uiteindelijk door naar de producten via de nummers “51 t/m 59” en “69”. Het saldo van de ondersteunende producten is daarom altijd “0”. Een en ander om tot een integrale kostprijs te komen. 42 Personeelslasten In 2008 was de post organisatieontwikkeling (€ 306.000) onder dit programma geraamd. Conform de voorjaarsnota 2008 is deze komen te vervallen. De commissie Bestuur en Middelen heeft in haar vergadering van 11 juni 2008 ingestemd met het incidenteel opnemen van € 100.000 voor de inhuur van een Gismedewerker. Hiermee is in deze kostensoort rekening gehouden. Verder zijn de kosten van de geneeskundige dienst en de werving- en selectie hoger geraamd. 43 Goederen en diensten van derden De kostenstijging betreft met name hogere structurele kosten voor ICT en GIS. Om onze informatiestructuren op orde te krijgen en ook te houden, hebben wij de geraamde kosten structureel moeten verhogen (€ 235.000). Daarnaast is met ingang van 2009 een structurele post opgenomen voor organisatieontwikkeling (€ 50.000). Een en ander conform de voorjaarnota 2008. Verder worden de kosten voor onderhoud waterschapshuis en loodsen, leaseauto’s en de huur van kopieermachines hoger geraamd dan in 2008. 45 Toevoeging voorzieningen De toevoeging aan de voorziening betreft de toevoeging aan de voorziening groot onderhoud van het waterschapshuis € 135.000.
- 97-
50 Kapitaallasten In de kapitaallastenberekening is rekening gehouden met de het investeringsplan opgenomen investeringen. Productramingen + +
"
8 %
"1,
)
Personeel en organisatie
! 1.138.714
0
Bestuurlijke en juridische zaken
201.783
0
Concerncontrol en financieel beleid
529.004
0
415.992
0
Financiële informatieverwerking en -voorziening Interne faciliteiten
2.470.292
0
Huisvesting en services
1.736.477
0
ICT
929.352
0
GIS
876.705
0
0
8.298.319
Doorberekening naar producten / thema’s
$
"
Investeringen 2009-2013 > % '
" A
8 ,7
ICT Hardware
A
3 jaar
240,0
ICT Software
A
5 jaar
260,0
ICT Vergunningen en Handhaving
A
3/5 jaar
300,0
Iris 2de fase
A
5 jaar
83,0
Koppeling Iris met ander systemen
A
5 jaar
200,0
240,0
Implementatie communicatieplan
A
5 jaar
7,5
10,0
Tractiemiddelen/materieel buitendienst
A
5 jaar
300,0
300,0
PC' s (aangeschaft 2008)
C
3 jaar
Telefooncentrale
A
5 jaar
Mobiel dataverwerking/telefoons
C
2 jaar
28,3
Inrichting werkplekken/waterschapshuis
C
10 jaar
51,0
Voicelogging
C
5 jaar
Geoloket
C
5 jaar
7,0
Financieel informatie systeem
C
5 jaar
256,0 55,0
300,0
300,0
300,0
63,0 150,0 28,3 17,0 12,0 42,7 50,0
69,7
Onderhoud Management systeem
C
5 jaar
42,5
80,0
Iris/investeringen geografie
C
5 jaar
202,7
346,2
55,0
Huisvesting loods Weert
C
30 jaar
Corsawebz/Digitalisering archiefstromen
C
5 jaar
Communicatiemiddelen staf communicatie
C
5 jaar
100,0 39,0
16,4
22,6
7,3
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan wij de start / realisatie hebben gepland in 2009 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2009. Categorie C investeringen zijn investeringen waarvan wij de start / realisatie na 2009 hebben gepland en die nog niet voor uitvoering in aanmerking komen. In de meerjarenraming hebben wij alle geplande investeringen doorgerekend.
- 98-
Meerjarenraming
Lasten
8.298
8.322
8.549
8.753
8.916
Baten
8.298
8.322
8.549
8.753
8.916
$
"
In de meerjarenraming hebben wij rekening gehouden met het meerjarig investeringsprogramma, de stijging loon- en prijspeil van 2% en het vervallen van eventuele incidentele posten. We hebben geen rekening gehouden met groei van het accres of budgetten voor nieuw beleid.
- 99-
8 Programma concernposten / administratieve posten Een eis uit het Waterschapsbesluit is dat wij op de programma’s al onze baten en lasten moeten opnemen. Eén van de gevolgen van deze eis is dat wij de belastingopbrengsten en andere algemene dekkingsmiddelen, zoals dividend, ook in één of meer programma’s moeten verantwoorden. Met de opname van dit programma “concernposten en administratieve baten en lasten” voldoen we aan het bepaalde in het Waterschapsbesluit. +
,
,
32 "
%
' * #
!
!
! , -
.
) 41 Rentekosten 42 Personeelslasten 43 Goederen en diensten van derden Toevoegingen aan voorzieningen/ 45 onvoorzien 46 Rekening-/begrotingsresultaat
0
-80.250
-80.250
66.477
-42.499
-97.499
0
153.819
146.892
83.793
-164.547
341.730
337.506
284.506
200.079
11.557.000
0
0
0
0
0
0
0
547.306
1.967.848
2.351.555
1.895.365
347.526
10.413
132.151
0
10.204.851
268.213
268.213
1.698.309
4.605
0
0
0
50 Kapitaallasten 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening 69
-40.628
Totaal Lasten
! 51/59 Baten uit doorberekening 81 Totaal financiële baten 82 Totaal personeelsbaten Totaal goederen en diensten aan 83 derden 85 Totaal waterschapsbelastingen
38.459
0
0
0
44.511.000
43.889.281
43.889.281
45.226.759
1.605.590
3.342.033
3.342.033
1.620.790
85 Nagekomen belastingbaten
600.000
86 Interne verrekeningen Totaal Baten
$
"
1
3
3
3
3
Producten/-posten + +
"1,
, 2+
,
32 "
%
' )
!
Dividenden en bonusuitkeringen
0
1.365.000
Interne rentebaten
0
333.309
Post onvoorzien WPM
200.079
0
Post onvoorzien Waterschapsbedrijf
120.173
0
Verlaging wpm bijdrage i.v.m. dekking uit reserves Waterschapsbedrijf zelf
-284.720
0
0
19.077.090
Opbrengst zuiveringsheffing (indirecte lozingen)
0
26.843.050
Opbrengst verontreinigingsheffing (verwaarloosbaar)
0
Opbrengst watersysteemheffing
Nagekomen belastingbaten
0 600.000
Kwijtschelding en oninbaarheid
0
-693.381
Rentekosten voor renteomslag
-40.628
0
Kosten kostenplaatsen Activering kosten
$
-150.000
0
2.045.365
1.620.790
"
Investeringen 2009-2013 Niet van toepassing.
-100-
Meerjarenraming 2009-2013
Lasten
1.890
1.932
1.974
2.018
2.062
Baten
49.146
3.179
3.198
3.217
3.237
$
"
#
-101-
9 Meerjaren Investeringsprogramma 2009-2013 9.1
Inleiding
In deze paragraaf lichten wij onze investeringsprojecten toe. We kennen drie soorten investeringsprojecten: •
Watersysteeminvesteringen: aanleg en verbetering watersystemen: aanleg en verwerving van waterlopen en kunstwerken voor de waterbeheersing inclusief alle kwaliteitsmaatregelen in oppervlaktewater en voorzieningen verwante belangen die daarin worden getroffen.
•
Waterkeringinvesteringen: aanleg waterkeringen: aanleg en aanpassing van het waterkerend vermogen van de waterkeringen die wij in beheer hebben.
•
Bedrijfsinterne investeringen: investeringen ter ondersteuning van de optimalisering van de bedrijfsvoering.
9.2
Investeringsprojecten in het watersysteem en de waterkering
Investeringsprojecten in het watersysteem Voor 2009 gaan wij uit van een gemiddeld investeringsvolume van € 6,5 miljoen netto. Er zijn diverse lopende projecten die in 2009 (gedeeltelijke) in uitvoering gaan, waarmee we dit investeringsvolume kunnen realiseren. Het Meerjaren Investeringsprogramma hebben wij geactualiseerd op basis van de laatste inzichten en ontwikkelingen. Vanaf 2009 zullen wij ook de uren van de afdeling Kennis en Advies voor de realisatie van onze projecten activeren en daar vervolgens over afschrijven. Tot op dit moment was dit alleen van toepassing op de uren van de afdeling Projecten en Veiligheid. De wijze waarop wij onze doelstellingen voor de komende jaren willen realiseren, gekoppeld aan de Wet Inrichting Landelijk Gebied, is gerelateerd aan het gebiedsproces waarin wij en andere organisaties lerende zijn. In 2008 is een belangrijke stap gezet door niet meer ééndimensionaal onze doelrealisatie te benaderen, in de vorm van beekherstel, maar driedimensionaal in de vorm van beekdalherstel. De verdere uitwerking van het Nieuw Limburgs Peil en het bijbehorende maatregelenpakket zien wij als een belangrijke en essentiële basis voor het verder realiseren van onze doelstellingen. Wij vinden het daarbij van belang dat bij integrale projecten de instrumenten uit de ruimtelijke ordening meer worden toegepast bij de inrichting van het landschap. Wij zullen dit agenderen bij de Provincie Limburg, ook gezien de voorgenomen herziening van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg in 2009. Ook zullen wij aandringen op het toepassen van wettelijke instrumenten in de grondverwerving. Gezien het complex van factoren en processen die een rol spelen bij de realisatie van grootschalige integrale projecten, voorzien wij enige vertraging in de realisatie van onze doelstellingen in de komende jaren in integrale projecten. Wij zijn er echter van overtuigd dat een integrale aanpak resulteert in een betere en duurzamere inrichting van het gebied.
-102-
Naast de genoemde integrale projecten, zullen wij ook sectorale projecten tot uitvoering e
brengen. Hierbij kan gedacht worden aan de oplossing van Waterbeheer 21 eeuwknelpunten, het herstel van beekmondingen of andere projecten waar geen of nauwelijks sprake is van functieverandering of grootschalige grondverwerving. Met bovenstaande en het plan van aanpak dat wij u in de voorjaarsnota hebben gepresenteerd, gaan wij verder met de voorbereiding en uitvoering van onze doelstellingen. Daarnaast gaan wij de strategische grondverwerving meer toepassen ten behoeve van de realisatie van onze doelstellingen op de langere termijn. Wij zijn van mening dat wij hiermee op een verantwoorde, evenwichtige en overwogen wijze invulling geven aan de realisatie van onze doelstellingen en onze rol in het gebiedsproces. Investeringsprojecten in de waterkering Met de komst van de Wet op de Waterkering is een ander kader ontstaan waarbinnen onze waterkeringen moeten voldoen aan de gestelde veiligheidseisen. De toetsing op veiligheid, die de komende jaren wordt uitgevoerd, zal daarin een essentiële rol spelen. Daarnaast zullen wij samen met Rijkswaterstaat Maaswerken werken aan de tweede tranche dijkverbeteringen. Bij tussentijdse inspecties, op basis van een nog op te stellen inspectie- en onderhoudsplan, is aannemelijk dat we noodzakelijke investeringen in het kader van groot onderhoud moeten uitvoeren. Op dit moment zijn deze investeringen nog niet te kwantificeren. Wij zullen u via de bestuursrapportages of afzonderlijke notities hierover tijdig informeren. 9.2.1
Projecten
In 2009 (gedeeltelijk) uitgevoerd Oude Graaf Het project dient ter bestrijding van de verdroging van natuurgebieden (Weerter Bos en In den Vloed) enerzijds en ter opheffing van wateroverlast in het stedelijk gebied (Sterksels kanaal) anderzijds. Hiervoor hebben wij een plan uitgewerkt voor de herinrichting van de Oude Graaf en het aanbrengen van retentievoorzieningen. We maken een verbinding tussen de bovenloop van de Oude Graaf en De Nederweerter Riet. Dit project is vertraagd door problemen in de grondverwerving en door een verzoek vanuit de gebiedscommissie, maar ook vanuit de Provincie Limburg, om een koppeling te maken met het klimaatproject van het Limburgs Landschap en met het project Nieuw Limburgs Peil. We starten de uitvoering van dit project waarschijnlijk nog in 2008, maar het zal zeker doorlopen in 2009. Tungelroysebeek Herinrichting en sanering Fase 3 De opnieuw in te richten delen van de Tungelroysebeek liggen ten westen van de kern Heythuijsen en ten oosten van de kern Tungelroy. In een eerdere aanpak zijn we voor de resterende 18,5 km Tungelroysebeek uitgegaan van verdeling in Fase 3 en Fase 4. Elke fase hadden we onderverdeeld in een herinrichtingonderdeel en een saneringonderdeel. In fase 3 hadden we een lengte gepland van 11,2 kilometer (9 kilometer herinrichting en sanering en 2,2 kilometer herinrichting). Gezien de stand van zaken voor de diverse trajecten, hebben we nu gekozen voor een indeling in deelgebied West en Oost. (een en ander conform de inrichtingsplannen).
-103-
Voor het westelijke traject hebben we veel tijd geïnvesteerd in communicatie met omwonenden naar aanleiding van de inspraakprocedure. We zullen de hoofdmoot van Fase 3 in 2009 uitvoeren met een mogelijk uitloop tot in 2010. In 2009 in uitvoering Kabroeksebeek We hebben voor de aanpak van de wateroverlast bij een lange overkluizing in de kern van Horst bestuurlijk aan de gemeente Horst toezeggingen gedaan. En we hebben een plan van aanpak opgesteld. Het projectplan hebben we inmiddels vastgesteld en het project bevindt zich in de ontwerpfase. Een belangrijk aspect in dit project vinden wij de communicatie in verband met de hoge bewoningsgraad in het beekdal. In 2009 nemen we dit project in uitvoering. Roode beek Arcen, herinrichting Ook aan de Roode beek is de specifiek ecologische functie toegekend. Door de huidige inrichting voldoet de beek hier niet aan. Ook de monding van dit beeksysteem in de Maas is niet of onvoldoende ingericht voor de vismigratie. Samen met de betrokken partijen hebben we gewerkt aan het opstellen van een visie. Deze werken we uit in een herinrichtingsplan. We voorzien de start van de uitvoering in het voorjaar van 2009. Schelkensbeek, herinrichting, Reuver. De middenloop van de Schelkensbeek, gelegen in landbouwgebied, heeft de specifiek ecologische functie toegekend gekregen. De visie is om deze in te richten als een ecologische verbindingsader binnen landbouwkundig gebied. Afhankelijk van de grondverwerving, kunnen we in de eerste helft van 2009 met de uitvoering starten. Oostrumsebeek, herinrichting fase 3 De benedenloop van deze beek heeft de status van Specifiek Ecologische Functie. Deze hebben we voor een belangrijk deel gedurende de afgelopen jaren opnieuw ingericht. Enkele delen van de benedenloop, met een totale lengte van ongeveer 1,5 kilometer, konden we om reden van niet beschikbare gronden nog niet herinrichten. Inmiddels zijn de gronden wel beschikbaar en hebben we de planvorming weer opgepakt. Het projectplan hebben we inmiddels vastgesteld. We voorzien de start van de werkzaamheden begin 2009. Herinrichting Heukelomsebeek In het kader van de reconstructie van het landelijk gebied en onder leiding van de Dienst Landelijk Gebied werken we een plan uit voor de herinrichting van dit beeksysteem. Hierbij hebben we tevens aandacht voor het herstel van een zo natuurlijk mogelijke monding op de Maas. We starten de uitvoering op zijn vroegst pas in 2009. Sarsven / De Banen In het gebied van de pilot van de reconstructie Nederweert liggen een aantal prioritair verdroogde gebieden, de Peelrestanten Middden Limburg. Ons pakket van maatregelen bestaat uit het omleiden van de Hulsenlossing, de Rietbeek, het Vlakwater en de Eerste Moost en het dempen of verondiepen van het oorspronkelijke tracé. Het project hebben wij op verzoek van de gebiedscommissies opgeschort. Inmiddels hebben wij wel alle voorgenomen
-104-
maatregelen onzerzijds uitgewerkt tot op besteksniveau. Wij gaan ervan uit, gezien het tempo van verdere uitwerking in de gebiedscommissie, dat we een groot deel van de voorgenomen uitvoeringsmaatregelen in 2009 ter hand zullen nemen. Einderbeek (herinrichting) Het Limburgs Landschap herstelt de komende jaren het vroegere ven “Schoorkuilen” door het opgebrachte zanddek te verwijderen. Om het ven op een voldoende peil te houden, is het nodig dat we de naastliggende Einderbeek opstuwen. Dit kunnen we doen door de beek over een lengte van ongeveer 2 kilometer opnieuw in te richten. De uitvoering nemen we in samenhang met de projecten Sarsven / De Banen ter hand. De realisatie is echter sterk afhankelijk van de planning van het Limburgs Landschap. Door een herprioritering bij het Limburgs Landschap zal de realisatie mogelijk pas in 2009 / 2010 gaan plaatsvinden. Belfelderbroekbeek In en rond dit beeksysteem, dat ten zuiden van de kern Belfeld ligt, wordt ten gevolge van sterke uitbreiding van het verhard oppervlak in de vorm van tuinbouwkassen regelmatig wateroverlast ervaren. Het onderhavige project hebben we indertijd ook meegenomen bij de e
inventarisatie van de zogenaamde Waterbeheer 21 eeuw-knelpunten. Het plan maakt onderdeel uit van het integrale plan Dal van Aalsbeek. De voorbereiding en grondverwerving vinden integraal plaats. Uit nadere analyses blijkt dat er minder retentievoorziening nodig is, dan we op voorhand hadden ingeschat. Na afronding van het integrale inrichtingsplan, zullen we de voorbereidingen voor de uitvoering opstarten. We verwachten dat de uitvoering in 2009 / 2010 plaatsvindt. Aquaplanning Swalm fase 2 aanleg meestromende nevengeul In 2006 hebben we met hulp van een subsidie van Rijkswaterstaat de uitmonding van de Swalm op de Maas al verbeterd door een kortsluiting te maken met de oude Maasarm. Maar omdat er geen afvoer op deze oude Maasarm zit, is de lokstroom te gering om goede resultaten voor de vismigratie te bereiken. We hebben de voorbereidingen voor dit project gestart. We hebben alles erop gericht om de uitvoering van dit project in 2009 te laten starten. In 2009 in verdere voorbereiding Loobeek en afleidingskanaal herinrichting Aan deze beeksystemen, gelegen in de gemeente Venray, is de specifiek ecologische functie toegekend. Eind 2005 startte de gemeente Venray met de uitwerking van het deelgebied "Loobeekdal" in de vorm van het integrale project "Masterplan Loobeekdal". Het opmaken van het Masterplan / inrichtingsplan vergt meer tijd dan gedacht. Oorzaken daarvan zijn de procedurele stappen voor integrale projecten binnen het project “Platteland in uitvoering,” de nodige helderheid in de ruimteregeling en afstemming van dat Masterplan op Nieuw Limburgs Peil en omgekeerd. De planning hebben we hierop bijgesteld. In het inrichtingsplan werken we de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen nader uit. In verband met de afstemming op de bijdrageregeling Synergie en Kaderrichtlijn Water starten we de uitvoering van dit project waarschijnlijk in 2010.
-105-
Groote Molenbeek, herinrichting A73-spoorlijn / Herinrichting bovenloop Grashoek / Boksloot / Herinrichting Lollebeek Bovengenoemde projecten hebben allen betrekking op een bepaald deel van de Groote Molenbeek waar, door de toekenning van de Specifiek Ecologische Functie aan de Groote Molenbeek, herinrichtingmaatregelen noodzakelijk zijn. Met visiedocumenten moeten we in overleg met de gebiedscommissie bezien of het hier gaat om integrale dan wel sectorale projecten. Afhankelijk van het karakter van het project zullen we hier een actieve sturende rol of een adviserende rol in gaan vervullen. Leukerbeek, herinrichting fase 2 De Leukerbeek voldoet qua inrichting niet aan de eraan toegekende Specifiek Ecologische Functie. Bovendien is er sprake van verdroging in de aanliggende natuurgebieden zoals de Krang en Roukespeel. Door de geplande herinrichting van de Leukerbeek kunnen we een zeer belangrijke bijdrage aan de bestrijding van de verdroging bewerkstelligen. Wij werken volop aan de voorbereiding, maar wanneer de uitvoering van dit project kan plaatsvinden is nu nog niet duidelijk. Wilderbeek en Venlose Molenbeek herinrichting In het kader van de aanleg van de rijkswegen A73 en A74 vindt er een wijziging plaats van de tracering van beide watergangen. Beide beken hebben de status van Specifiek Ecologische Functie. Daarom hebben wij een plan uitgewerkt om de herinrichting en de nieuwe tracering uit te kunnen voeren volgens de ecologische en hydrologische inzichten daaromtrent. De herinrichting is gekoppeld aan het tracébesluit van de A74. Op dit moment is nog onduidelijk over het moment waarop dit besluit plaats gaat vinden, mogelijk in 2009. Tungelroysebeek herinrichting en sanering fase 4 Gelijk aan fase 3, hebben we ook voor dit traject talloze werkzaamheden gestart en opgepakt. Conform de inrichtingsplannen spreken we nu niet meer over Fase 3 en 4, maar over West en Oost. Fase 4 komt voor een groot deel overeen met Oost. De uitvoering van dit traject moeten we voor december 2009 gunnen. We hebben alles erop gericht om deze termijn te halen. Kroonbeek / Tielebeek, herinrichting Lob van Gennep In het kader van het gebiedsproces wordt voor het gebied van de Lob van Gennep, waarin de Kroon- en Tielebeek zijn gelegen aan een plan gewerkt om deze beken, waaraan de specifiek ecologische functie is toegekend, meer toe te snijden op deze ecologische functie. De voorbereiding zal naar alle waarschijnlijkheid nog het gehele jaar 2009 in beslag nemen zodat de uitvoering van dit project op zijn vroegst in 2010 zal kunnen starten. Herstel van Maasmondingen In het kader van het convenant Herstel en Inrichting Beekmondingen Maas, gesloten tussen de waterschappen in Zuid-Nederland en Rijkswaterstaat, werken ook wij aan de voorbereiding van een aantal beekmondingen die kunnen vallen onder de aan het convenant gekoppelde subsidieregeling. Naast de eerder genoemde Swalm, Neerbeek, Heukelomsebeek en Kroon- en Tielebeek werken we aan de volgende beekmondigen: Broekhuizermolenbeek; Lingsforterbeek, Kwistbeek en Everlosche Beek.
-106-
Overige projecten We geven ook prioriteit aan onze doelstellingen die niet of minder afhankelijk zijn van de e gebiedsprocessen, zoals het oplossen van de Waterbeheer 21 eeuw-knelpunten; bijvoorbeeld: Buffer Scheide Venray en het uitvoeren van maatregelen voor de realisatie van Nieuw Limburgs Peil; zoals het project Peelvenen-Mariapeel. Hierna is een overzicht opgenomen van de geplande projecten in de periode 2008-2013
-107-
+
,
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
'
' ! 1
=
! "
' = %
%
Beekherstel Kroon- en Tielebeek (incl. monding in de Maas) €
2.921
€
2.010
€
200
€
185
€
416
€
407
€
545
€
530
€
1.297
€
741
€
463
€
147
€
-
€
-
€
1.887
€
1.200
€
220
€
211
€
454
€
216
€
1.201
€
763
€
12
€
10
€
-
€
-
€
-
€
-
€ € € € € €
1.518 388 3.040 155 1.353 300
€ € € € € €
679 289 2.128 118 695 75
€ € € € € €
30 130 155 53 -
€ € € € € €
30 130 118 26 -
€ € € € € €
524 248 1.300 300
€ € € € € €
248 149 1.269 75
€ € € € € €
473 10 -
€ € € € € €
196 10 600-
€ € € € € €
473 608 -
€ € € € € €
196 425 -
€ € € € € €
18 608 -
€ € € € € €
9 425 -
€ € € € € €
1.824 -
€ € € € € €
1.278 -
€ € € € € €
4.821 4.950 2.395 2.377 2.960 2.280
€ € € € € €
3.191 874 1.610 351 2.072 1.596
€ € € € € €
645 301 862 570 -
€ € € € € €
563 265 848 557 -
€ € € € € €
1.416 870 1.498 1.750 -
€ € € € € €
1.365 829 1.537 261-
€ € € € € €
2.714 3.706 35 57 -
€ € € € € €
1.793 962 77555 -
€ € € € € €
46 73 -
€ € € € € €
5301.182-
€ € € € € €
-
€ € € € € €
-
€ € € € € €
2.960 2.280
€ € € € € €
2.072 1.596
€
1.880
€
1.316
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
1.880
€
1.316
€ € € € €
999 351 1.120 869 1.309
€ € € € €
753 279 784 465 1.214
€ € € € €
127 15 243 336
€ € € € €
121 13 218 321
€ € € € €
409 173 495 752
€ € € € €
299 103 109 724
€ € € € €
458 163 131 221
€ € € € €
329 163 138 169
€ € € € €
5 -
€ € € € €
4 -
€ € € € €
-
€ € € € €
-
€ € € € €
1.120 -
€ € € € €
784 -
€ €
1.330 360
€ €
868 252
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
165 -
€ €
84 -
€ €
165 -
€ €
84 -
€ €
1.000 360
€ €
700 252
€
315
€
137
€
150
€
130
€
165
€
7
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€ €
2.370 1.000
€ €
1.596 700
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
165 -
€ €
84 -
€ €
165 -
€ €
84 -
€ €
2.040 1.000
€ €
1.428 700
€
2.893
€
2.182
€
209
€
192
€
441
€
423
€
1.447
€
999
€
796
€
568
€
-
€
-
€
-
€
-
€ € € €
6.170 1.320 3.295 1.520
€ € € €
4.256 924 1.872 1.064
€ € € €
150 -
€ € € €
150 -
€ € € €
500 -
€ € € €
450 -
€ € € €
1.000 -
€ € € €
900 -
€ € € €
165 1.300 -
€ € € €
84 800 -
€ € € €
165 345 -
€ € € €
€ € € €
5.840 1.320 1.520
€ € € €
4.088 924 1.064
Interreg Riverscape Gr. Molenbeek Lollebeek Heukelomsebeek (incl. monding in de Maas) Oostrumsche beek, fase 3 Kwistbeek (incl. monding in de Maas) Aquaplanning Swalm fase 1b meestromende nevengeul Swalm Aquaplanning Swalm fase 1c Tungelroysebeek Oost (incl. monding in de Maas) Tungelroysebeek Oost sanering Tungelroysebeek West Herinrichting Tungelroysebeek West sanering Wellse Molenbeek Roggelse beek, traject Heibloem Roggel Haelensebeek traject Heythuijsen-Nunhem Groote Molenbeek: Bovenloop Grashoek (Boksloot) Aalsbeek Huilbeek Leukerbeek fase 2 Wilderbeek en Venlose Molenbeek, Broekhuizer Molenbeek (incl monding in de Maas) Panheelderbeek-Meggelveld Rode beek te Arcen (incl monding in de Maas) Lingsforterbeek (incl. monding in de Maas) Wolterskamplossing Groote Molenbeek herinrichting A73-Spoorlijn Everlosche beek (incl monding in de Maas) Springbeek Loobeek en Afleidingskanaal Bevelandsebeek
84 428-
-108-
+
,
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
'
' ! 1
=
! " Aa Vliet Uffeltsebeek Thornderbeek Teutebeek Schelkensbeek fase 2 (Zone 2, Vistrap Ronckenstein en Maasmonding) Oude Graaf fase 2 Meilossing Grote Molenbeek aanp. Kabroeksebeek (Saar) Eckeltsebeek(incl. monding in de Maas) Totaal beekherstel
' = %
%
€ € € € €
760 1.360 840 1.600 480
€ € € € €
532 952 588 1.120 336
€ € € € €
-
€ € € € €
-
€ € € € €
-
€ € € € €
-
€ € € € €
-
€ € € € €
-
€ € € € €
340 -
€ € € € €
238 -
€ € € € €
340 -
€ € € € €
238 -
€ € € € €
760 680 840 1.600 480
€ € € € €
532 476 588 1.120 336
€ € €
799 2.680 200
€ € €
563 1.876 111
€ € €
333 -
€ € €
318 -
€ € €
464 100
€ € €
244 56
€ € €
2 100
€ € €
1 55
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
-
€ € €
2.680 -
€ € €
1.876 -
€ 768 € 265 € 68.198
€ 751 € 156 € 42.535
€ € €
234 265 5.228
€ € €
145 156 4.697
€ 505 € € 12.780
€ € €
581 8.830
€ 29 € € 12.292
€ € €
25 5.713
€ € €
5.445
€ € €
1.522
€ € €
2.269
€ € €
643
€ €
€ €
142 335
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
142 335
€ €
142 335
€ €
-
€ €
-
€ €
-
€ €
409 409
€ € € € € € €
338 338
€ € € € € € €
477
€ € € € € € €
477
€ € € € € € €
1.000 1.000
€ € € € € € €
1.000 1.000
€ € € € € € €
1.000 1.000
€ € € 30.184
€ € € 21.130
-
€ €
-
€ €
-
€ € € € € € €
1.000 1.000
€ € € € € € €
8.000 8.000
€ € € € € € €
8.000 8.000
Nieuw limburgs peil maatregelen Heidsche Peel NLP maatregelen Peelvenen-Mariapeel NLP-maatregelen Algemene raming Nieuw Limburgs Peil 20102020 Sarsven en de Banen Einderbeek Oude Graaf fase 1 Groote Peel Stuwende Kracht Groote Peel scherm zuidwestzijde Totaal maatregelen limburgs peil
€ 10.000 € 1.014 € 243 € 998 € € 874 € 13.606
€ 10.000 € 928 € 152 € 248 € € 402 € 12.207
€ € € €
605 243 998
€ € € €
590 152 248
€ €
874 2.720
€ €
402 1.392
€ € € € € € €
Venherstel Venherstel jaarlijkse bijdrage 2008-2020 Totaal venherstel
€ €
2.600 2.600
€ €
2.600 2.600
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
200 200
€ €
1.600 1.600
€ €
1.600 1.600
€
1.127
€
1.105
€
802
€
782
€
325
€
323
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
WB 21 knelpunten en buffers Knelpunten WB21 Belfelderbroekbeek WB 21 Knelpunt Groote Molenbeek MeerloWanssum WB 21 Eckeltsebeek Lackbar Cereslossing WB 21 knelpunt Flieraylossing WB 21 Helenabeek WB 21 Knelpunt Leiverspeelke WB 21 buffer bermsloot Busseweg Nederweert
142 335
€
260
€
260
€
-
€
-
€
-
€
-
€
86
€
86
€
174
€
174
€
-
€
-
€
-
€
-
€ € € €
197 101 428 343
€ € € €
197 101 428 343
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
-
€ € € €
114
€ € € €
114
€ € € €
33 143 229
€ € € €
33 143 229
€ € € €
197 68 285 -
€ € € €
197 68 285 -
€
214
€
214
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
214
€
214
€
-
€
-
-109-
+
,
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
' =
' ! 1
! "
%
WB 21 Buffer Melderseloop WB 21 Buffer van Smallenbroek WB 21 Buffer Broekesbeek Middelaar WB 21 Buffer Flieraylossing WB 21 Buffers Scheide WB 21 buffer Wessemerven WB 21 Buffer Everloschebeek Totaal WB 21 knelpunten en buffers
€ € € € € € € €
TOTAAL GENERAAL
€ 88.101
Strategische Grondvoorraad Rentelast Strategische Grondvoorraad
' =
27 138 61 75 253 51 422 3.697
€ € € € € € € €
27 138 61 75 253 51 422 3.675
€ € € € € € € €
802
€ € € € € € € €
782
€ 61.017
€
8.950
€
7.071
€ € € € € € € €
325
€ € € € € € € €
323
€ 13.714
€
9.691
€
€
100
100
€
27
€
27
€ € €
-
€ € €
-
€ €
113
€ €
€ 13.082
€
200
113
€ € € € € € € €
138 51 116 593
€ € € € € € € €
138 51 116 593
€ € € € € € € €
61 306 986
€ € € € € € € €
61 306 986
€
6.503
€
7.238
€
3.315
€
4.455
€
2.829
€
200
€
250
€
250
€
250
€
250
€ € € € € € € €
75 253 878
% € € € € € € € €
75 253 878
€ 40.662
€ 31.608
€
€
2.000
2.000
-110-
9.3
Investeringen 2009-2013
In deze paragraaf hebben we een samenvatting van de investeringen opgenomen waaronder bedrijfsinterne investeringen. De vermelde investeringen hebben we in de voorgaande programma’s aan de orde gesteld. Voor wat betreft de beschrijving van de activiteit verwijzen we daarom naar de hoofdstukken van de beleidsprogramma’s. Overzicht meerjarige investeringen 2009-2013 > %
'
" A
8 ,7
Periodieke veiligheidstoetsing waterkeringen
A
5 jaar
350,0
250,0
50,0
Calamiteitenplannen
A
5 jaar
75,0
75,0
75,0
Vervanging meetapparatuur monitoring
A
10 jaar
30,0
30,0
30,0
Vervanging industriële laptops
A
3 jaar
25,0
Vervanging TMX centrales
C
3 jaar
50,0
C
3 jaar
50,0
A
5 jaar
Update Ibrahym Afdeling Projecten en veiligheid (investeringen in watersystemen)
C
5 jaar
D
30 jaar
30,0
30,0
25,0
Vervanging debietmetingen Inventarisatie primaire waterlopen (MA<100 l/s)
50,0
150,0 75,0 6.500,0
6.500,0
Uitbouw Ibrahym/Wahyd waterkwaliteit Overname en installaties overstortmetingen gemeenten
A
5 jaar
100,0
B
n.v.t.
p.m.
p.m.
Bestuursverkiezingen 2012
C
4 jaar
0,0
0,0
ICT Hardware
A
3 jaar
240,0
ICT Software
A
5 jaar
260,0 300,0
6.500,0
6.500,0
200,0
500,0
6.500,0
240,0
ICT Vergunningen en Handhaving
A
3/5 jaar
Iris 2de fase
A
5 jaar
83,0
Koppeling Iris met ander systemen
A
5 jaar
200,0
Implementatie communicatieplan
A
5 jaar
7,5
10,0
Tractiemiddelen/materieel buitendienst
A
5 jaar
300,0
300,0
PC' s (aangeschaft 2008)
C
3 jaar
300,0
300,0
300,0
63,0
Telefooncentrale
A
5 jaar
Mobiel dataverwerking/telefoons
C
2 jaar
150,0 28,3
Inrichting werkplekken/waterschapshuis
C
10 jaar
51,0
28,3 17,0
Voicelogging
C
5 jaar
Geoloket
C
5 jaar
7,0
Financieel informatie systeem
C
5 jaar
256,0
50,0
Onderhoud Management systeem
C
5 jaar
55,0
42,5
80,0
Iris/investeringen geografie
C
5 jaar
202,7
346,2
55,0
Huisvesting loods Weert
C
30 jaar
Corsawebz/Digitalisering archiefstromen
C
5 jaar
Communicatiemiddelen staf communicatie
C
5 jaar
12,0 42,7 69,7
100,0 39,0
16,4
22,6
7,3
Categorie A investeringen zijn investeringen waarvan we de start / realisatie hebben gepland in 2009 en waarvan de uitvoering bij vaststelling van de begroting wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur. Dit geldt alleen voor de bedragen opgenomen in jaarschijf 2009.
Categorie B investeringen zijn investeringen waarvan we de start / realisatie hebben gepland in 2009, maar waarvan de uitvoering pas wordt geautoriseerd aan het dagelijks bestuur, nadat we een afzonderlijk voorstel aan het Algemeen Bestuur hebben voorgelegd.
-111-
Categorie C investeringen zijn investeringen waarvan we de start / realisatie na 2009 hebben gepland en die nog niet voor uitvoering in aanmerking komen. Categorie D investeringen zijn investeringen in het watersysteem. Voor wat betreft de procedure is het projectstatuut van toepassing.
-112-
10 Overige paragrafen begroting Als gevolg van de gewijzigde wetgeving op het gebied van verslaglegging hebben we in dit hoofdstuk een aantal nieuwe paragrafen opgenomen.
10.1 Verbonden partijen Met name als gevolg van de intensivering van de samenwerking van waterschappen, onderling en met andere partijen, is het aantal deelnemingen en andere partijen waarmee het waterschap een financiële en bestuurlijke relatie heeft de laatste jaren sterk toegenomen. Het gaat om NV’s, BV’s, gemeenschappelijke regelingen, VOF’s, stichtingen, verenigingen en commanditaire vennootschappen. Mede omdat er altijd een zeker (financieel) risico aan deze relaties verbonden is, is het van belang dat we voldoende inzicht bieden in deze zogenaamde verbonden partijen, oftewel die organisaties waarmee het waterschap een bestuurlijke relatie heeft èn waarin zij een financieel belang heeft. Naam verbonden partij Waterschapsbedrijf Limburg
Belang Bestuurlijk, financieel belang
Nederlandse Waterschapsbank NV
Bestuurlijk, financieel belang
Unie van Waterschappen
Bestuurlijk belang, financieel beperkt tot het betalen van contributie.
Het waterschapshuis
Bestuurlijk, financieel belang
Actief Bodembeheer de Kempen
Bestuurlijk, financieel belang
INTERREG-project Interactief Waterbeheer
Financieel belang
Beheer en Onderhoud IBRAHYM
Financieel belang
Waterakkoord voor middenlimburgse en noordbrabantse kanalen (WATAK)
Bestuurlijk, financieel Belang
Korte omschrijving doel samenwerking/deelname Gemeenschappelijke Regeling met Waterschap Roer en Overmaas. Samenwerking op het gebied van watersysteembeheer, zuivering en belastingheffing teneinde de processen zo efficiënt en doelmatig mogelijk in te richten tegen zo laag mogelijke kosten. De waterschappen staan met hun vermogen garant voor het Waterschapsbedrijf. De Nederlandse Waterschapsbank is huisbankier van de waterschappen en heeft ten doel de waterschappen tegen zo laag mogelijke kosten de meest gunstige voorwaarden te creëren voor uitoefening van de financieringsfunctie. Het waterschap is aandeelhouder in de NV en bezit 1.866 aandelen A en 153 aandelen B respectievelijk 3,7% en 1,8% van het totaal aantal geplaatste aandelen. De Nederlandse waterschappen zijn verenigd in de Unie van Waterschappen. De Unie behartigt op nationaal en internationaal niveau de belangen van de waterschappen voor een goede waterstaatsverzorging binnen het waterschapsbestel Het waterschapshuis is de regie en uitvoeringsorganisatie voor de waterschappen op het gebeid van informatie en communicatie technologie. Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) is het milieuprogramma in Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg dat de nadelige effecten van de vroegere bodemverontreiniging met zware metalen in en rondom de Kempen aanpakt. Het programma is op initiatief van de provincies Noord-Brabant en Limburg, het ministerie van VROM, gemeenten en waterschappen in het projectgebied tot stand gekomen. Sinds 1999 ligt de dagelijkse uitvoering van het programma bij het Projectbureau ABdK. Door samenwerking met ABDK kunnen wij als waterschap subsidie ontvangen op saneringsprojecten. Binnen dit project werken we met ca. 20 Brabantse, Zeeuwse en Vlaamse partijen samen. De bijdragen van alle partijen (WPM ruim € 300.000,-) vormen een fonds waarmee de verschillende partijen projecten uitvoeren (o.m. Tungelroysebeek voor € 1 miljoen) en waarmee een aantal generieke activiteiten uitgevoerd worden. De basis van de samenwerking vormt een samenwerkingsovereenkomst, risicoparticipatie en een 2partijenovereenkomst Samen met de Limburgse opstellers van het model (WRO, Prov. Limburg en WML) is een gezamenlijk onderhouds- en beheerscontract opgesteld met Deltares voor onderhoud en beheer en gebruik van rekenfaciliteiten. Elk van de partijen neemt 1/4 van de kosten voor haar rekening. In 2009 wordt deze samenwerking mogelijk uitgebreid met partijen uit NoordNederland Als waterschap zijn we een van de regionale parijen die een waterakkoord met rijkswaterstaat hebben ondertekend waarmee wateraanvoer en waterafvoer van en naar rijkswater is vastgelegd zowel financieel als water hoeveelheden. Het waterakkoord gaat uit van het principe ' samen uit, samen thuis'en dit schept verplichting naar zowel rijkswaterstaat als andere regionale waterbeheerders.
-113-
10.2 Uitgangspunten en normen Voor het opstellen van de begroting en meerjarenraming hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd: Gehanteerde kwantitatieve uitgangpunten begroting en meerjarenraming 2009 2010 2011 2012 Inflatie-/loonkostenontwikkeling Rente
2013
3%
2%
2%
2%
2%
4,5%
5,0%
5,0%
5,5%
5,5%
Voor een uitgebreidere toelichting verwijzen wij naar de bijlagen.
10.3 EMU-saldo !
#
C
D
" -2.002
EMU / exploitatiesaldo (voor gebruik reserves): Invloed investeringen: bruto - investeringsuitgaven investeringssubsidies verkoop materiële en immateriële activa afschrijvingen
-/+ + +
-8.210 15.984 4.023 0 3.751
Invloed voorzieningen: toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. exploitatie onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie betalingen rechtstreeks uit voorzieningen eventuele externe vermeerderingen van voorzieningen
+ -/-/+
-38 135 73 100 0
Invloed reserves: eventuele betalingen rechtstreeks uit reserves eventuele externe vermeerderingen van reserves
-/+
750 0
-/+
0 0
Deelnemingen en aandelen: boekwinst boekverlies C D 3 $ )4 5 @ 5 )? C= $ ! C? * 5
>= ?
<
Het EMU-saldo is een in Europees verband gehanteerd en gedefinieerd macro-economisch begrip dat het vorderingssaldo van de overheid weergeeft.
10.4 Kostentoerekening Kostentoerekening, ofwel de kostenverdeling naar kostendragers en waterschapstaken, moet geschieden op basis van objectieve criteria voor zover deze niet rechtstreeks toe te rekenen zijn. De budgetten voor onze activiteiten hebben we gekoppeld aan voorgeschreven beheerproducten. De beheerproducten hebben we vervolgens weer gekoppeld aan voorgeschreven
-114-
beleidsproducten. Een en ander conform de zogenaamde Beheers- Beleidsproducten (=BBP) systematiek. Deze beleidsproducten (verzameling van beheerproducten) vormen de basis voor de kostentoerekening naar de waterschapstaken. De meeste beleidsproducten kunnen we eenduidig aan een waterschapstaak toerekenen. Echter, in bepaalde gevallen is er sprake van gemengde kosten die meerdere waterschapstaken dienen. In die gevallen, waarin eenduidige toerekening niet kan plaatsvinden, rekenen we de kosten toe op basis van een verdeelsleutel naar taken. Deze verdeelsleutels heeft de voorbereidingscommissie van het huidige bestel ontwikkeld. We handhaven deze, omdat argumenten om deze te wijzigen ontbreken. We streven ernaar zoveel mogelijk een consistent beleid te volgen. In de toelichting van de bijlage “Kostenverdeelstaat naar kostendragers en taken” gaan we uitvoerig in op de kostentoerekening.
-115-
-116-
Bijlagen
-117-
! >/ ) ? C
$
5
' "
) "
# %
#
4
1
5 B$ B* B+ 1
"#
,
,
, , 5
' 1
!
/
&
* '
3
)
'
"
@
%
"
,
* 3 '
*
$ C ? C ) 4 ) C = >= ? C =
! " '
"
E
.
&
8?
@
1
%
@
"
,7 1 " ' 1
"
!
"
% 7 #
=
%
# "
,7 '
8
" ,
* '
,
,
,
,
,
,
,
.
,
,
,
,
,
,
,
.
,
,
,
,
,
,
,
.
,
,
,
,
,
,
,
)
-118-
" " ,
$ 5
,7
%
%
, %
%
@
"
@
!
"
Gronden
#3 3
"
8 ,7
'
%
' '
898.596
Vervoermidddelen en werktuigen Overige bedrijfsmiddelen
!
%
#3
"
'
*
3
B &
0 '
0
0
898.596
40.437
40.437
30.000
326.785
356.785
922.710
50.827
407.612
1.470.500
4.128.671
163.217
1.049.421
1.212.638
4.386.533
218.877
1.431.515
344.219
344.219
8.106.715
380.292
724.511
350.000
669.673
35.000
64.058
99.058
920.614
38.010
6.650.000
31.237.996
5.000
1.705.705
1.710.705
36.177.291
1.555.335
137.068 0 3.266.040
11.473
11.473
75.602
3.918
15.391
3.734.877
51.488.061
2.287.696
6.022.573
Gemalen tbv kwantiteitsbeheer Totaal materiele vaste aktiva
8 ,7
979.495
8.450.934
Watergangen en kunstwerken
8 ,7 % %1 "
,
300.000
Kantoren, dienstwoningen en centrale werkplaatsen Waterkeringen (niet aparte taak)
8 ,7 % " '
87.074 8.770.500
0
Uitgaven i.v.m. het afsl. van geldleningen
46.452.438
233.217
3.501.660
0
59.519
16.317
16.317
43.201
2.678
18.995
Uitgaven i.v.m. onderzoek en ontwikkeling
0
0
0
0
0
0
Overige immateriële vaste activa
0
0
0
0
0
16.317
43.201
2.678
18.995
Totaal immateriele vaste aktiva
0
0
Deelnemingen en effecten
59.519
0
16.317
0
247.724
0
0
247.724
11.148
11.148
Verstrekte geldleningen
0
0
0
0
0
0
Vorderingen
0
0
0
0
0
0
0
247.724
11.148 -40.628
11.148 -40.628
Totaal financiele vaste aktiva Gecorrigeerde rente 5
) @
$ C
0
0
247.724
0
0
0
A >@
-119-
$ $ @
5
,7
"
%
@
@ >
= * C $ C * @ C $ C = @ 5 5 * : >C = >= ? C = "
"
0
"
$ -
%
%
%
"
"
" "
0 0 0
$
( )2
1
$
& % &
&2
&
"
"
' '
! (
5! 5!
&
; ; & ;
&
) ) 22 " )
:
;
A
5
,
,
,
,
, , , , ,
, , , , ,
,
, ,
,
,
,
, , ,
,
, , , ,
, ,
, , , , ,
, ,
"7 ( &
, ,
1
9
:
, ,
"
& 08 $
, ,
3
$ ! $ $ 4 '' 4 '' 64 " . 2 $
2
@ >
C
,
, ,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
, ,
, ,
,
, ,
, ,
,
,
,
,
,
3 !
! *( "
)
) ? C= C*
)
2" (
" !
2
, ,
,
,
,
3
-120-
! >/ ) ? C *
#
$< 9 = # 00 4 9 ; 0. 9 0= >; 0 ? 9 @
2
,
"
, ,
0A 3 B 9 % 4 % 9 C >C B 9 C
*B ? 9
9 .9 ; 9 . 9 C ; < < 0A .:E
D >9 C >C B 9 C ? 9
>F ; >C B 9 C < ; 9
6
"
&
,
"
&
,
G !7
, , ,
= 0? > 00% $9 E < 9 A 9 9C
9 ; 0. 9 B 9 % 4 % 9 C >C B 9 C
,
9C
9
,
9 .9 ; 9 . 9 C ; < <
9 = 9 C >C B :< H 9C
9 < ;9
D >9 C >C B 9 C
0C
,
= 0? > 00% $9 E < 9 A 9
A
2
!
,
"
"
,
-
I , , ,
0A 3 :< 9C
9 : >9 G $
;< <
9 ;< <
9 < G .% 0B $9 9 = 9 C >C B
9C
B 9 C < G 9 C >C ; 9 . 9 >C B 9 C
9 C 9 < G .% 0B ? 9 :9 C 0B 9
-
B 94 H
9C 4 9
* F 00 < ; 9
,
I
, ,
, ,
5
-
I
-121-
$
@
= +C* $5 = CC)$) $ C= $
<
(
B
"
"
B
&
)
"
.
B
. 55
! " $
J
J
<
"
! "
55
&
&
'
J
22
;
&
&
22
6!
*(
*) 7
22
4 . " . . " ? = 0" ? ; $ < " G "" ; 2
:
2
: " 2" # E
1
"
2
$ < &
.2 & ? <
( ''
G ""
?
-122-
! >/ ) ? C 0
%
"
#
"
# WPM eigen kosten
WPM kosten naar taak WBL kosten naar taak Watersysteem Kwaliteitsbeheer Kwaliteitsbeheer Watersysteem
Totaal
Verdeeld over taken Watersysteem Kwaliteitsbeheer
? 9 ?
! "
0 $ 0 4 '& ( >
"
" 2
2" "
( ' (
"
'' " " ''
'
'
& 1
2" ( (
$ 2 0 & $ ( ! $ " ( : & " G ( 1 $ 2( 5! )2 B ! " ( B )2 " ( ; ( ' & ; 2 = 2 ; 2 ' 2 E " ' 2 $ ) # 2 E " # ;< ! 2 0 ! ' " 2 E " $ > " $ 22 2 $ 22 95 2 B "( & ; 2 E " : ! " < ) 4 " " C # $ !& > & 6& ! . " ' ! : G !& 2 " = ' ! ; ( '( " ; ( & " < 0
'
( 2"
1 "
2" (
(
1 (
& "
1 (
'
"
" & " " "
)
!
" 2(
7 (
'
= "
' 2
"
0
&
5! &
2
-123-
Toelichting kostenverdeelstaat Algemeen Een kostenverdeelstaat moet volgens de voorschriften inzicht bieden in de wijze waarop de kosten/opbrengsten worden verdeeld naar de kostendragers. Een kostendrager is in dit verband de reglementaire taak volgens de Waterschapswet. Met ingang van 2009 onderscheiden we twee taken te weten de zorg voor de watersysteemtaak (waterkwantiteit, waterkering, passief kwaliteitsbeheer) en de zorg voor het zuiveren van afvalwater (zuiveringstaak). Om de onderlinge vergelijkbaarheid van kosten/opbrengsten van de diverse waterschappen mogelijk te maken, onderscheiden de voorschriften landelijk uniforme beleidsvelden en beleidsproducten binnen elke reglementaire taak. Ook ons waterschap moet zich hier aan houden. Het totaal van de netto kosten verdeeld naar de taken vormen het uitgangspunt voor de opbrengst uit de verschillende belastingen en daarmee het uitgangspunt van de tariefsberekening. De begroting en jaarekening worden conform het landelijke uniforme BBP-model opgesteld, waarbij naast beleidsvelden/beleidsproducten ook uniforme beheerproducten worden onderscheiden. Op organisatieniveau is ten behoeve van de bewaking en uitvoering van begrotingsbudgetten een extra dimensie toegevoegd (werkplanproducten), om kosten en baten te kunnen indelen naar de taken van een organisatieonderdeel. Werkplanproducten zijn zodanig geformuleerd dat een werkplanproduct maar onderdeel kan uitmaken van één beleids-/beheerproduct. Omgekeerd bestaan beleids-/beheerproducten uit één of meerdere werkplanproducten De kostenverdeelstaat voor de kosten en de baten De kostenverdeelstaat is ingedeeld naar de relevante voorgeschreven beleidsvelden en beleidsproducten. De kolom “WPM eigen kosten” bestaat uit de geraamde netto kosten (lasten minus baten) per beleidsveld en beleidsproducten van onze eigen organisatie (exclusief de bijdrage aan het waterschapsbedrijf). Onderligger hiervoor vormen de onderliggende voorgeschreven beheerproducten en werkplanproducten naar kostensoorten. In twee volgende kolommen zijn deze kosten verdeeld over de kostendragers of wel de reglementaire taken. In principe zijn alle kosten die voortvloeien uit onze eigen activiteiten, toe te rekenen aan het watersysteembeheer. Natuurlijk zitten er ook waterkwaliteitsaspecten in onze activiteiten, maar die behoren tot het passief kwaliteitsbeheer en daarmee tot de watersysteemtaak. Uitzondering hierop vormen de beleidsproducten Wvo vergunningen en meldingen (nr 25) , handhaving wvo (nr 26), bestuur (nr 31) en externe communicatie (nr 32). Op basis van het landelijk rekenmodel van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gaan we uit dat van de kosten van Wvo vergunningverlening en handhaving 50% toegeschreven kunnen worden aan de zorg van het watersysteem en dat 50% een directe relatie heeft met de zorg van het afvalwater. Voor wat betreft de kosten van bestuur en externe communicatie gaan we uit van 90% toerekening aan de watersyteemtaak en 10% aan het zuiveringsbeheer. Ook de bijdrage aan het waterschapsbedrijf (kolommen “wbl kosten naar taak”) moet uitgesplitst worden naar beleidsproducten en vervolgens naar kostendragers/taken toegerekend worden. Dit is gebeurt op basis van begroting van het Waterschapsbedrijf. De meeste kosten hebben betrekking volledig betrekking op het zuiveringsbeheer met
- 124
uitzondering van de kosten van monitoring watersystemen, belastingheffing en invordering en de post onvoorzien. De kosten van monitoring watersystemen welke in de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf is versleuteld, heeft betrekking op het watersysteem beheer alsook op het passief kwaliteitsbeheer. Deze kosten worden daarom 100% toegerekend aan het watersysteembeheer. De kosten van belastingheffing en invordering zijn versleuteld op basis van het aantal aanslagen. De post onvoorzien is volgens de verdeelsleutel 97% zuiveringsbeheer en 3% watersysteembeheer toegerekend aan de taken. De verlaging van onze bijdrage door de onttrekking van het waterschapsbedrijf zélf aan haar reserves, is ten gunste gebracht van het zuiveringsbeheer. In de laatste drie kolommen zijn alle kosten van de voorgaande kolommen getotaliseerd en getotaliseerd per taak. Waarbij na toevoeging van de kosten van oninbaarheid en kwijtschelding alsook de dekking van het saldo van de begroting door onttrekking aan de reserve dekking toekomstige exploitatie, het totaal geeft te zien van de door belastingen te dekken kosten per soort belasting. Het totaal van de kolom “watersysteem” en “waterkwaliteit” vormen de basis voor de berekening van de tarieven voor de watersysteemheffing respectievelijk de zuiveringsheffing. Onderliggende toerekening van kosten Algemeen uitgangspunt kostentoerekening Kosten worden zoveel mogelijk rechtstreeks toegerekend tenzij er gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. Kapitaallasten De kapitaallasten (afschrijving- en rentekosten) zijn toegerekend op basis van de staat van activa naar investeringsobjecten in relatie tot het doel van de investering. Indirecte kosten Kosten die verband houden met de inzet van personele capaciteit kunnen niet rechtstreeks toegerekend worden aan producten. Deze worden eerst verzameld in zogenaamde kostenplaatsen waarna de kosten op basis van de verwachte tijdsbesteding tegen een (voorcalculatorisch berekend) uurtarief worden doorverdeeld naar producten. Overheadkosten De toe te rekenen overheadkosten bestaan uit het saldo van de kosten en baten zoals die zijn verzameld op de ondersteunende producten (zie ook programma bedrijfsvoering). De ondersteunende beheerproducten en de gehanteerde verdeelsleutels zijn hierna weergegeven. Huisvesting waterschapskantoor De kosten van het waterschapskantoor (directe kosten, uren x aangepast tarief, kapitaallasten) worden gedeeld door het aantal in gebruik zijnde netto m² van de kantoorruimtes, hierdoor krijg je een tarief per m². Na inventarisatie van de in gebruik zijnde m² per afdeling wordt het aantal in gebruik zijnde m² vermenigvuldigt met het tarief, naar iedere afdeling doorberekend.
- 125
Mobiele telefonie De kosten van de mobiele telefoons (directe kosten, uren x tarief, kapitaallasten) worden gedeeld door het aantal mobiele telefoons. Het resultaat is een tarief per mobiele telefoon. Na inventarisatie van hoeveel mobiele telefoons iedere afdeling gebruikt, wordt het aantal in gebruik zijnde telefoons vermenigvuldigd met het tarief, naar iedere afdeling doorberekend. Huisvesting loodsen De kosten van de 7 loodsen (directe kosten, uren x tarief, kapitaallasten) worden verdeeld als volgt: gezamenlijke loodsen 50% noord en zuid, Bergen is noord, Belfeld is zuid, Horst is noord, Maasbree is zuid, Nederweert is zuid en de gecombineerde loods is 60% noord en 40% product 5.1. Noord en zuid wordt naar de kostenplaats noord en zuid gerekend. ICT De kosten van ICT (directe kosten, uren maal tarief, kapitaallasten) worden gedeeld door het aantal PC’s. Het resultaat is een tarief per PC. Na inventarisatie van hoeveel PC’s iedere afdeling gebruikt wordt het aantal in gebruik zijnde PC’s vermenigvuldigd met het tarief, naar iedere afdeling doorberekend. GIS De kosten van GIS (directe kosten, uren x tarief, kapitaallasten) worden gedeeld door het aantal GIS gebruikers, hierdoor krijg je een tarief per gebruiker. Na inventarisatie van het aantal gebruikers per afdeling wordt het aantal gebruikers vermenigvuldigd het tarief naar iedere afdeling doorberekend. Dienstauto’s De kosten van de dienstauto’s (directe kosten, uren x tarief) worden doorberekend naar de afdelingen voor het aandeel dat de afdelingen hebben erin hebben gehad. Tractie De kosten van tractie worden per groep verzameld. Deze worden per groep gedeeld door het aantal productieve (draai) uren. Hieruit volgt het uurtarief. De productieve uren vermenigvuldigd met het tarief, worden doorberekend naar de diverse producten waarvoor de tractie wordt ingezet. Directie/Personeel en Organisatie/Bestuurlijke en juridische zaken/Concerncontrol en financieel beleid/Financiële informatieverwerking en –voorziening en overige. Voor zover deze kosten niet rechtstreeks kunnen worden toegerekend worden deze op basis van de onderling verhouding van de direct productieve uren tussen de afdelingen verdeeld. Afdelingskostenplaatsen Per afdeling worden alle kosten die verband houden met de bedrijfsvoering (Salarissen, opleidingskosten, reiskosten enz inclusief de doorrekeningen van andere (hulp)kostenplaatsen) verzameld, waarna op basis van het aantal direct productieve uren een afdelingstarief wordt berekend. Na organisatiebrede inventarisatie van de verwachte tijdsbesteding wordt het berekende afdelingstarief vermenigvuldigd met te verwachten direct productieve uren per product/programma en naar de producten en programma’s
- 126
toegerekend. Op deze wijze worden alle kosten uiteindelijk doorgerekend naar de producten en programma’s. Deze toerekening komt op de programma’s tot uitdrukking in de kostensoort 51 t/m 59 en 69 met als omschrijving “lasten uit doorberekening”.
- 127
Bijlage uitgangspunten en normen Algemene uitgangspunten Basis voor de meerjarenbegroting 2009-2013 zijn:
•
de nota visie en strategie;
•
het integraal waterbeheersplan 2004-2007 en de evaluatie 2004-2008;
•
overige tussentijds vastgestelde beleidsnota’s;
•
de kaders zoals deze door uw bestuur op basis van de voorjaarsnota zijn gesteld.
Interne uitgangspunten: Doorberekening De interne kostendoorberekening vindt plaats volgens de voorgeschreven landelijke BBPverrekeningssystematiek. Loonkostenberekening De personeelsformatie vormt de basis voor de berekening van de loonkosten 2009 en is uitgangspunt voor de capaciteitsberekening van te leveren productie. Kwijtschelding/oninbaar Belastingkwijtschelding en oninbaarheid beoordeling voor 2009 vindt plaats volgens de bestaande beleidslijn en is geraamd op een percentage van het belastingvolume te weten, circa 0,5 % voor kwijtschelding en eveneens circa 0,5 % voor oninbaarheid. Post onvoorzien Het budget voor onvoorziene uitgaven bedraagt bruto ± 0,4 % van het begrotingstotaal, conform bestaand beleid. Reserves en voorzieningen Uitgangspunt vormt de in 2005 vastgestelde nota reserves en voorzieningen. De reserves en voorzieningen voldoen aan de gestelde normen. Externe uitgangspunten/factoren De externe uitgangspunten zijn gebaseerd - waar mogelijk - op de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) en de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Prijsinflatie Uit het overzicht kerngegevens voor Nederland 2003-2007 van het CPB (bron: Macro Economische Verkenning 2008) blijkt dat het consumentenprijsindexcijfer in die periode gemiddeld met 1,6 % per jaar is gestegen. 2007 was het vierde jaar op rij dat de prijsstijging minder dan 2 % was. De inflatie in Nederland is in vergelijking met andere Europese landen zeer laag. De inflatie van de eurozone is in 2007 uitgekomen op 2,1 %. Voor wat betreft de prijsstijging van de uitgaven heeft het waterschap feitelijk te maken met een ander prijsindexcijfer, te weten de prijsmutatie van het “intermediair verbruik overheid”. Voor de periode 2003-2007 bedroeg de gemiddelde stijging voor het “intermediair verbruik van de overheid” 2,22 % (Dit betreft de prijsstijging voor lopende aankopen van goederen en diensten zoals energie, huisvesting, kantoorartikelen en uitzendkrachten voor de sector
- 128
overheid). Voor het jaar 2008 wast een stijging van 2,5 % verwacht en is inmiddels bijgesteld tot 3%. Gelet op de ontwikkeling van genoemde indexcijfers is in de begroting 2009 uitgegaan van een inflatie van 3 % (inflatiecijfer tot en met september 2009 was 3,1%). Voor de opvolgende jaren van de meerjarenbegroting hebben we een inflatiecorrectie van 2 % per jaar gehanteerd. De hiervoor genoemde percentages zijn inflatiecijfers en staan los van stijging van de kosten als gevolg van bijvoorbeeld taakuitbreidingen en –verzwaringen. Loonkosten De huidige CAO voor het waterschapspersoneel heeft een looptijd van 1 april 2007 tot 1 oktober 2009. De voorliggende CAO bevat voor 2009 een structurele verhoging van de salarissen met 1,4 % (per 1 april 2009), een verhoging van de bijdrage in de levensloopregeling met 0,65 % ter compensatie voor de afschaffing van de leeftijdsdagen, en een verhoging van de eindejaarsuitkering in 2009 met 0,5 %. De stijging die vastligt op grond van de CAO bedraagt daarom voor 2009 2,55 %. Voor 2009 is, naast de reguliere periodieke verhogingen, rekening gehouden met een indexering van de loonkosten van 3 %. Dit betekent dat voor de nieuw af te sluiten CAO per 1 oktober 2009 rekening is gehouden met een structurele loonruimte van 0,45 %. Uit de jaarlijkse indexering wordt de stijging van de kosten van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden bekostigd. Voor wat betreft de sociale lasten zijn we ervan uitgegaan dat deze gemiddeld 20 % van de bruto loonkosten bedragen. Voor de jaren 2010-2013 is uitgegaan van een jaarlijkse stijging van 2,0 %. De stijging van de loonvoet voor de overheid bedroeg op landelijk niveau over de periode 2003-2007 gemiddeld zo’n 2,87 % per jaar (bron: Macro Economische Verkenning 2008). Rente langlopende leningen De verwachting van de financiële instellingen is dat de rente op langlopende geldleningen, gelet op de te verwachten economische groei en de daarmee samenhangende ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt, enigszins toeneemt. Ondanks deze veronderstelling handhaven wij, op basis van onze eigen ervaringen, hetzelfde rentepercentage als gehanteerd bij de begroting 2008 te weten 4,5. Voor de jaren 2010 en 2011 wordt gerekend met 5 %; voor 2012 en 2013 met 5,5 %. In de vorige meerjarenraming is hetzelfde ontwikkelingspatroon voor de rente in de opeenvolgende jaren gevolgd. Op basis van voorgaande onderdelen is met betrekking tot de ontwikkeling van de kosten uitgegaan van onderstaande percentages: Gehanteerde kwantitatieve uitgangpunten begroting en meerjarenraming 2009 2010 2011 2012 Inflatie-/loonkostenontwikkeling Rente
2013
3%
2%
2%
2%
2%
4,5%
5,0%
5,0%
5,5%
5,5%
- 129
Rente kortlopende leningen De financiële instellingen verwachten dat de rente op kortlopende geldleningen dichter naar de rente voor langlopende leningen zal groeien. Daarom hanteren wij voor kortlopende geldleningen (lees rekening-couranttekorten) 4,5 %. In de meerjarenraming gaan wij vanaf 2010 eveneens uit van een percentage van 4,5. Rente reserves en voorzieningen Over de reserves en voorzieningen schrijven we in principe alleen rente bij, ten laste van de exploitatie, wanneer koopkrachtbehoud noodzakelijk is. Invoering nieuwe verslagleggingvoorschriften (=comptabiliteitsvoorschriften) De comptabiliteitsvoorschriften bepalen voor een groot deel wat de vorm/inhoud van een begroting/tussenrapportages en de jaarrekening moet zijn. Ook bevatten de voorschriften eisen ten aanzien van bijvoorbeeld hoe het resultaat bepaald moet worden, hoe er met investeringen moet worden omgegaan enz enz. Met ingang van 2009 gaan nieuwe voorschriften gelden in navolging van de reeds eerder doorgevoerde wetgeving voor provincies en gemeenten. Om aan de eisen te voldoen zijn onderdelen van de begroting op een andere manier gepresenteerd en zijn paragrafen toegevoegd of uitgebreid.
- 130
ORGANISATIEDASHBOARD
Missie
Kern-competenties
Strategische doelen
WPM is waterbeheerder in Noord en Midden-Limburg.
Klanten (agrariërs, bedrijfsleven, inwoners, gemeenten, natuurterreinbeheerders, provincie, collega waterschappen, RWS.)
Ons gebied - in hoofdzaak bestaande uit zandgrond, doorsneden door de Maas heeft een fijnmazig beekstelsel grotere agrarische complexen, enkele verstedelijkte kernen en versnipperde natuurgebieden.
•
Gebiedskenmerken zijn: • Gedevalueerde beekecosystemen • Verdroogde natuurge bieden; • Te veel of te weinig water voor rendabele agrarische bedrijfs-voering; • Versnipperd grondgebruik wat tot tegenstellingen leidt in waterbehoefte; • Vervuiling door cadmium, zink, nitraat, fosfaat, huishoudelijk- en industrieel afvalwater; • Regenwaterrivier die periodiek ernstige wateroverlast veroorzaakt; • Wateroverlast door verstedelijking.
•
• •
• •
Externe gerichtheid en omgevingsbewust zijn; Creativiteit en innovatie; Resultaatgerichth eid, flexibiliteit en integriteit; Vraaggestuurd en vraaggericht; Lerend vermogen (leren en verbeteren
Wij willen op basis van maatschapelijk aanvaardbare kosten het bestuurlijk maximaal haalbare bereiken inzake kwantiteit, kwaliteit en de veiligheid m.b.t. oppervlakte- en grondwater
Kritische succesfactoren
Maatstaf
•
Juiste hoeveelheid water op juiste moment en - peil;
•
•
Functionerende kunstwerken; Goedgekeurd beheersplan; Afkoppelen stedelijk gebied van riolering; Functioneren rwzi’s; Ringen gesloten en voldoen aan de wet op de waterkering Functionerend veiligheids-/ Calamiteitenteam.
•
• • • •
•
‘09
‘13
Stuwende kracht - medewerkers kennen het project stuwende kracht en kennen het fenomeen accountmanagement (2008:60%) - agrariërs bedienen de stuwen (2009: 60%/2012: 90%) % realisatie onderhoudsplan
• •
Vastgesteld waterbeheerplan % afgekoppeld stedelijk gerioleerd
• •
% verwijdering stoffen Veiligheidstoets
•
Actueel en recent geoefend calamiteitenplan
•
Wij willen op realistische wijze invulling geven aan de bescherming tegen hoogwater op de Maas en tegen andere mogelijke calamiteiten, zodat inwoners in ons gebied zich veilig voelen en zo weinig mogelijk overlast ondervinden.
•
Een professionele en kwalitatief goede calamiteitenorganisatie met beschikking over voldoende middelen.
• •
Aantal oefeningen en evaluaties Aantal actuele draaiboeken
•
Wij maken de inwoners in ons gebied bewust van de overstromingsrisico’s en stimuleren zelfredzaamheid
• •
Communicatie met burgers; Voorbereidingen door inwoner
• •
% bewust in enquête Aantal contactmomenten (persberichten, artikelen, watercafé’s, informatieavonden e.d.)
- 131
ORGANISATIEDASHBOARD
Missie De missie: << WPM is waterautoriteit in Noord- en Midden-Limburg. Samen met partners brengen wij, via Nieuw Limburgs Peil, alans in het vasthouden en afvoeren van water, saneren en herinrichten beken, keren Maashoogwater en zuiveren wij afvalwater. Onze taak is gericht op economische dynamiek en een gezonde en veilige leefomgeving. >>
Kern-competenties
Strategische doelen
Kritische succesfactoren
Maatstaf •
•
Wij zijn klantgericht, meedenkend en betrouwbaar
• •
Competente medewerkers ; Transparante besluitvorming.
•
Aantal ontvangen klachten - klachten/meldingen (2008:1.000; 2009: 1.200; 2010: 1.400) - % tevreden over afhandeling (2008:85%; 2009:87%; 2010:90%) Klanttevredenheidsonderzoek
•
Wij realiseren een optimaal gebiedsgericht waterpeil
•
•
Aantal ontvangen klachten
•
Juiste hoeveelheid water op juiste moment en –peil NLP;
•
%gebiedsopp.voldoet aan NLP (zie afd.dashboard BOW)
Beschikbaarheid middelen; Keur KRW
• •
Km ’s herstelde beken KM’s beken die aan KRW-norm voldoen (P&V)
•
Wij willen gezonde beek-ecosystemen realiseren
• •
•
Wij creëren randvoorwaarden voor een gezonde leefomgeving (ecologisch, duurzaam + schoon)
•
•
Wij willen administratieve lastendruk verminderen
•
Wij verlenen vergunningen op een professionele en klantgerichte wijze verlenen ter bescherming van het watersysteem en de veiligheid
Waterbeheer op basis van tritsen ‘vasthouden, bergen, afvoeren’ en ‘schoonmaken, scheiden, schoonhouden’ • Aantal knelpunten WB 21 • Voortgang WB21 Hoeveelheid regels en Aantal keurartikelen procedures Integrale benadering op terrein vergunningen en handhaving Kwalitatief goede vergunningen/besluiten met handhaafbare voorschriften, verleend binnen de gestelde termijnen
‘09
PvA
Integrale benadering PvA geïmplementeerd 90% Percentage: 100%x (totaal aantal verleende - na bezwaar/bedenking gewijzigde vergunningen)/totaal aantal verleende vergunningen Percentage Vergunningen / besluiten binnen de gestelde termijnen afgehandeld
‘13
80%
90%
90%
- 132
ORGANISATIEDASHBOARD
Missie
Kern-competenties
Strategische doelen
•
Wij handhaven op een voorspelbare, slagvaardige, consequente en rechtvaardige wijze ter bescherming van het watersysteem en de veiligheid.
Kritische succesfactoren
Handhavingsbeleid bepaald
Maatstaf
‘09
‘13
Actualiteit van het vergunningenbestand Sanctie- en gedoogstrategie vastgesteld
90%
100 % Eval uatie
Besl
Prioritering op basis van relevantie
Naleefgedrag per doelgroep conform PNP
75%99%
Voldoen aan kwaliteitseisen
Score professionalisering van de handhaving
100%
• • •
Toegankelijkheid; Actief & consistent bestuur. Kwaliteit begroting
• • •
% opgevolgde adviezen WPM Positieve pers
Kwaliteit en transparantie besluitvorming; Respect
•
75% 99% 100 %
Bestuur •
Het Bestuur maakt kenbaar waar beleidsaccenten moeten liggen
•
Het Bestuur keurt de begroting goed met SMARTi opdracht + bijbehorende middelen
•
Bestuur en organisatie creëren draagvlak voor onze activiteiten
•
•
Aantal interactieve beleidstrajecten Aantal gehouden watercafé’s
•
Wij zijn klantgericht, meedenkend en betrouwbaar
•
Doorlooptijden van procedures en processen
•
Klanttevredenheidsonderzoek
•
Het vertrouwen van belanghebbenden in de organisatie vergroten
•
Gebruik van communicatiemiddelen
•
Positieve pers
•
Organisatieontwikkeling
•
Voortgang organisatieontwikkeling
INKfase2
INKfase3
•
KAM-certificering VenH
Cert.
Cert.
•
% medewerkers dat over de gewenste competenties beschikt
•
% tevreden medewerkers
•
• • Medewerkers •
Wij willen de competentie van medewerkers verhogen
•
Kaderstellend HRM-beleid en voldoende toegerust P&O
•
Wij willen contente medewerkers
•
Respect en duidelijkheid
- 133
ORGANISATIEDASHBOARD
Leveranciers •
Met een beperkt aantal leveranciers gaan wij een duurzame relatie aan om gezamenlijk innovatief voordeel te behalen
• •
Verwachtingen benoemen Win/win-situatie creëren
• •
Het aantal ‘prefered suppliers’ Het aantal keren dat samenwerking tot resultaat leidt.
- 134