Jaarstukken 2014
Gemeente Apeldoorn
1
Inhoudsopgave Inleiding ........................................................................................................ 5 Jaarrekening2014………………………………………………………………..…………………..7 1.1 Waarderingsgrondslagen ........................................................................... 9 1.1.1 Algemeen .........................................................................................11 1.1.2 Waarderingsgrondslagen .....................................................................11 1.1.3 Grondslagen voor resultaatbepaling .......................................................14 1.2 Balans ...................................................................................................17 1.2.1 Algemeen .........................................................................................17 1.2.2 Balans per 31 december....................................................................17 1.3 Toelichting op de balans...........................................................................21 1.3.1 Materiële vaste activa .........................................................................21 1.3.2 Financiële vaste activa .......................................................................23 1.3.3 Voorraden ........................................................................................24 1.3.4 Vorderingen op korte termijn ...............................................................29 1.3.5 Liquide middelen ...............................................................................30 1.3.6 Overlopende activa............................................................................30 1.3.7 Eigen vermogen ................................................................................32 1.3.8 Voorzieningen...................................................................................36 1.3.9 Schulden op lange termijn...................................................................37 1.3.10 Schulden op korte termijn .................................................................39 1.3.11 Overlopende passiva ........................................................................39 1.4 Overzicht van baten en lasten (programmarekening) .....................................45 1.4.1 Algemeen .........................................................................................45 1.4.2 Overzicht van baten en lasten (programmarekening) ...............................46 Jaarverslag 2014..............................................................................................51 Paragrafen .....................................................................................................187 2.2.1 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing..................................189 2.2.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen....................................................199 2.2.3 Paragraaf financiering .........................................................................209 2.2.4 Paragraaf verbonden partijen................................................................215 2.2.5 Paragraaf grondbeleid .........................................................................227 2.2.6 Paragraaf lokale heffingen ...................................................................233 2.2.7 Paragraaf bedrijfsvoering .....................................................................239 2.2.8 Paragraaf dienstverlening.....................................................................249 2.2.9 Paragraaf veiligheid gemeentebreed ......................................................253
3
2.2.10 Paragraaf vastgoed ...........................................................................255 Bijlagen bij de jaarrekening ...............................................................................261 Staat van reserves en voorzieningen ...............................................................263 Specificatie bestemmingsreserve Apeldoorn (BROA)..........................................269 Specificatie algemene reserve........................................................................279 Specificatie reserve overlopende projecten.......................................................285 Specificatie over te boeken kredieten..............................................................297 Staat van investeringen en kapitaallasten ........................................................307 Niet uit de balans blijkende verplichtingen........................................................311 Verloopstaat overlopende activa en passiva "Medeoverheden" ...........................319 WNT..........................................................................................................323 SISA-bijlage ................................................................................................327 Treasury.....................................................................................................333 Controleverklaring........................................................................................341
4
Inleiding Met deze concernjaarstukken over het jaar 2014 leggen wij zowel in financiële als in beleidsmatige zin verantwoording af over het door ons gevoerde beleid. Net als vorig jaar hebben we naast dit reguliere boekwerk een afzonderlijk document “Jaarstukken in vogelvlucht” opgesteld. Hiermee beogen we voor uw raad en de Apeldoornse inwoners op een beknopte wijze inzicht te bieden in de bereikte prestaties. De nota van aanbieding, die voorheen in dit boekwerk was opgenomen, treft u aan in de jaarstukken in vogelvlucht. In dit boekwerk staan alle details en kan worden gezien als naslagwerk. Dit boekwerk bestaat uit de jaarrekening en het jaarverslag. In de jaarrekening treft u naast de balans en programmarekening op beleidsproductniveau een analyse aan van de financiële afwijkingen. Daarnaast geven de diverse bijlagen onder andere inzicht in de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en het verloop van reserves en voorzieningen. Voorts bieden wij u in de bijlagen inzicht in de projecten die in 2014 nog niet geheel zijn afgerond en waarvoor gelden naar 2015 worden overgeheveld. De overheveling van budgetten voldoet aan de “Kaderstelling overlopende budgetten en kredieten” (bijlage bij de nota reserves en voorzieningen), die uw raad in december 2010 heeft vastgesteld. In het jaarverslag vindt u de bereikte maatschappelijke effecten en geleverde prestaties. Deze worden vergeleken met de in de Meerjaren Programma Begroting (MPB) 2014-2017 gemaakte afspraken. Aan de prestaties zijn net als vorig jaar kleuren gegeven, zodat u in één oogopslag kunt zien of de prestatie is gehaald (groen), onderhanden is (blauw) of nog niet gestart (rood). De kleuren zijn bepaald ten opzichte van de planning 2014. Daarnaast rapporteren wij ook over de voortgang van de bezuinigstaakstellingen. Op advies van de rekenkamercommissie in het onderzoeksrapport Jaarstukken 2012 betrekken wij hierbij ook de maatschappelijke effecten. Ten slotte treft u in de concernjaarstukken van 2014 een aantal paragrafen aan, die deels op grond van landelijke regelgeving verplicht zijn voorgeschreven. In de paragraaf financiering is zoals aangekondigd in de MPB 2015- 2018 een analyse op de houdbaarheid van onze financiën toegevoegd. Dit op basis van een model dat is ontwikkeld door de VNG. Bij het vaststellen van de MPB 2015-2018 hebben wij u toegezegd invulling te gaan geven aan de motie “Reserves over de reserves”. In de motie werd ons college opgeroepen om bij de jaarrekening over 2014 een compleet beeld te geven van de financiële risico’s van de gemeente met daarbij een voorstel over de gewenste omvang van de financiële reserves, gezien de richtlijnen van provincie en Rijk, het risicoprofiel van de gemeente en het weerstandsvermogen. In de paragraaf weerstandsvermogen hebben wij invulling gegeven aan deze motie. In de paragraaf zijn alle risico’s meegenomen die we op dit moment voor onze gemeente in beeld hebben. In 2012 heeft uw raad de Zomernota 2012 en het financieel herstelplan vastgesteld. Volgens het financieel herstelplan verwachtten wij in 2022 een positieve algemene reserve van € 15 miljoen en een weerstandsvermogen > 1.
5
6
Jaarrekening 2014
Jaarstukken 2014 Gemeente Apeldoorn
7
1.1 Waarderingsgrondslagen
Jaarrekening 2014 Gemeente Apeldoorn
9
1.1 Waarderingsgrondslagen 1.1.1 Algemeen De gemeentewet schrijft voor dat het College van Burgemeester en Wethouders middels een jaarrekening, jaarverslag en de bijbehorende controleverklaring verantwoording dient af te leggen aan de raad over het gevoerde financiële beheer in een bepaald begrotingsjaar. Alle eenheden van de Gemeente leveren een bijdrage aan de jaarrekening en het jaarverslag. In 2014 hebben twee stelselwijzigingen plaats gevonden door wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Stelselwijzigingen moeten met terugwerkende kracht worden verwerkt. Dit betekent dat voor beide wijzigingen de beginbalans is aangepast. De eerste wijziging heeft betrekking op de materiële vaste activa. De categorie economisch nut waarvan de kapitaallasten doorgerekend kunnen worden naar tarieven is toegevoegd. De materiële vast activa is nu ook zo ingedeeld. De tweede wijziging heeft betrekking op riolering. Voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen hebben wij op basis van de gewijzigde regelgeving een voorziening ingesteld. Deze voorziening is gevoed vanuit de reserve riolering. Dit houdt in dat in de beginbalans € 2 miljoen is verschoven van de reserve riolering naar de nieuw gevormde voorziening riolering.
1.1.2 Waarderingsgrondslagen Algemeen De concernjaarrekening 2014 is opgesteld conform het Besluit Begroting Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV). Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs minus de cumulatieve afschrijving. Bij nieuwe investeringen met een waarde groter dan € 2,5 miljoen wordt tevens bouwrente aan het actief toegerekend. Deze bouwrente wordt samen met de kostprijs van het actief geactiveerd. De af te stoten onroerende goederen (het voormalige oneigenlijke woningbezit van het Grondbedrijf) worden gewaardeerd tegen de gecorrigeerde historische kostprijs van 1995. Erfpachtterreinen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs of registratiewaarde. Als de contante waarde van de toekomstige canons voor deze terreinen lager is, vindt waardering tegen deze lagere waarde plaats. De afschrijvingen worden maandelijks per investering berekend op basis van de looptijd, het rentepercentage en de afschrijvingsmethode die aan de betreffende investering is toegekend. Het rentepercentage is daarbij gebaseerd op de verwachte gemiddelde levensduur van het activum. Daarbij geldt dat een langere levensduur ook een hoger rentepercentage tot gevolg heeft. Immers, hoe langer de looptijd hoe groter de onzekerheid over de te verwachten renteontwikkeling. Verder wordt voor nieuwe investeringen in beginsel de annuïtaire afschrijvingsmethode gehanteerd. Uitzondering hierop zijn de investeringen in onderwijshuisvesting. Deze worden lineair afgeschreven. De levensduur van een activum kan variëren van 3 jaar (voor bepaalde automatiseringsmiddelen) tot 60 jaar (voor bijvoorbeeld de stichtingskosten van onderwijsgebouwen).
11
Investeringen met economisch nut* Investeringen met een economisch nut (verplicht activeren): • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Stichtingskosten onderwijsgebouwen (excl. grond) Uitbreiding onderwijsgebouwen Stichtingskosten gymnastieklokalen en sporthallen onderwijs Stichtingskosten nieuwbouw woningen en gebouwen Rioleringen (aanleg, vervanging en herstel) Parkeergarages Gymnastieklokalen en sporthallen (excl. onderwijs) Aanleg sportvelden Woonwagenlocaties Lichtinstallaties sportaccommodaties Onderlaag/fundering kunstgrasveld Renovatie sportaccommodaties Uitbreiding, verbouwing woningen en gebouwen Algemene technische installaties (inclusief onderwijs) Inrichtingskosten sportaccommodaties Liftinstallatie Centrale verwarmingsinstallatie Installaties klimaatbeheersing Semi-permanente bebouwing Renovatie onderwijsgebouwen Telefooncentrale Noodgebouwen (oude bouwstijl) Gymnastiekmateriaal (excl. onderwijs) Kunstgrasvelden (toplaag) Meubilair, inventaris, diverse kleine voorzieningen Stemmachines Tijdelijke noodgebouwen/huisvesting Transportmiddelen, auto’s, aanhangwagens, motorvoertuigen Automatiseringsapparatuur Gereedschappen, verbindingsmiddelen Software
60 60 60 40 40 40 40 40 30 25 25 20 20 20 20 20 20 20 20 20 10 15 10 10 10 10 5 5 à 15 3à5 5 5
* investeringen met een economisch nut betreffen investeringen die verhandelbaar zijn of bijdragen in de mogelijkheid tot het verwerven van middelen. Investeringen met maatschappelijk nut Investeringen met een maatschappelijk nut (onder andere de aanleg van parken) worden in de meeste gevallen niet geactiveerd. Dit is overeenkomstig het BBV waarin wordt verzocht om investeringen met een maatschappelijk nut bij voorkeur niet te activeren. De uitgaven voor deze investeringen worden direct verrekend met de exploitatie. Alleen bij hoge uitzondering kan van deze regel afgeweken worden. Voor een uitgebreide beschrijving van het afschrijvingsbeleid van de Gemeente Apeldoorn kunt u de kadernotitie afschrijvingsbeleid en waardering van activa raadplegen die op 17 oktober 2013 door uw raad is vastgesteld. Financiële vaste activa De belangen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en effecten worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Langlopende leningen worden opgenomen tegen de nominale waarde of lagere marktwaarde.
12
Voorraden (exclusief Grondbedrijf) De voorraden worden gewaardeerd tegen aanschaffing- of vervaardigingsprijs. Alleen als de marktwaarde lager ligt, zal waardering tegen de marktwaarde plaatsvinden. Voorraden grond De onder de voorraden in exploitatie genomen complexen worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs. Hierbij geldt dat indien de boekwaarde (het saldo van de gemaakte kosten minus ontvangen opbrengsten) niet meer goed gemaakt kan worden vanuit het positieve saldo van de toekomstige opbrengsten en kosten, er een verliesvoorziening wordt gevormd. Voor de niet in exploitatie genomen complexen geldt de volgende werkwijze: • als er sprake is van een “reëel en stellig voornemen” tot bouwrijp maken mogen er kosten geactiveerd worden tot aan de (laagste denkbare) verwachte marktwaarde. Waardering vindt plaats tegen vervaardigingsprijs. Indien de boekwaarde hoger is dan de verwachte marktwaarde, wordt het verschil als verlies genomen via een verliesvoorziening. Er hoeft echter niet meer afgeboekt te worden dan tot aan de huidige marktwaarde; • als er geen sprake (meer) is van een “reëel en stellig voornemen” tot bouwrijp maken mogen er kosten geactiveerd worden tot aan de huidige marktwaarde (bijvoorbeeld agrarische waarde). Waardering vindt plaats tegen verkrijgingsprijs. Indien de boekwaarde hoger is dan de huidige marktwaarde, wordt het verschil als verlies genomen ten laste van de reserve grondbedrijf. De voorraad grond- en hulpstoffen wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde Vorderingen Vorderingen zijn opgenomen tegen de nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor (eventuele) oninbaarheid. Overlopende activa De overlopende activa is opgenomen tegen de nominale waarde. Algemene reserve Algemene reserves zijn reserves waar de raad geen specifieke bestemming aan heeft gegeven. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de raad wel een specifiek doel heeft gegeven. Binnen de bestemmingsreserves is een onderscheid mogelijk tussen wettelijke reserves, egalisatiereserves en overige bestemmingsreserves. De Algemene reserve van het Grondbedrijf wordt bijvoorbeeld in dit kader ook gezien als een bestemmingsreserve. Rentetoevoeging reserves Met uitzondering van de reserves overlopende projecten geldt dat jaarlijks rente over de reserves wordt berekend. De rente wordt aan bestemmingsreserves toegevoegd, als een reserve concrete bestedingsverplichtingen kent en waarbij rentetoevoeging noodzakelijk is, om aan die verplichtingen te kunnen voldoen. De berekende rente over de overige reserves wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Het rentepercentage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Voor 2014 is dit rentepercentage vastgesteld op 1,75 %, met uitzondering van de kapitaallastenreserves. De rentes van deze reserves zijn gekoppeld aan de rente van het actief waarop de kapitaallastenreserve betrekking heeft. Voor de reserves van het grondbedrijf is een afwijkend rentepercentage vastgesteld. Dit rentepercentage (2014 = 4%) komt overeen met het rentepercentage dat wordt gebruikt bij het berekenen van de rente over de voorraad per 1 januari van het betreffende jaar.
13
Voorzieningen Voorzieningen kunnen (conform de BBV) worden gevormd als sprake is van: • verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wel redelijkerwijs ingeschat kunnen worden; • op balansdatum bestaande risico’s, die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang reeds redelijkerwijs ingeschat kan worden; • toekomstige kosten, mits de oorsprong ligt voorafgaande aan de balansdatum en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren. Voorzieningen worden gevormd tegen nominale waarde. Langlopende schulden De langlopende schulden zijn opgenomen tegen nominale waarde. Van langlopende schulden is sprake indien de oorspronkelijke looptijd één jaar of langer is. Kortlopende schulden en vlottende passiva Kortlopende schulden zijn opgenomen tegen nominale waarde.
1.1.3 Grondslagen voor resultaatbepaling ‘lasten-baten stelsel’ De baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarin de diensten of goederen geleverd zijn (lasten-baten stelsel). De baten en lasten waartussen een causaal verband bestaat, zijn in hetzelfde jaar verantwoord. De verliezen en in redelijkheid te berekenen risico’s, die hun oorsprong vinden in of vóór het verslagjaar zijn verwerkt in de jaarrekening. Winstneming grondbedrijf Wij nemen tussentijds winst voor het deel dat de gerealiseerde opbrengsten hoger zijn dan het totaal van de gerealiseerde kosten en de nog te maken kosten, naar beneden afgerond op € 100.000. Bij afsluiting van een complex wordt het saldo van het complex ten gunste of eventueel ten laste van de reserve grondbedrijf gebracht. Resultaatbestemming Conform het BBV worden de mutaties in de reserves, zowel bij de begroting als de rekening, separaat verantwoord (via functie 980 in de programmarekening). Het jaarrekeningresultaat is hierdoor zowel vòòr als na bestemming* inzichtelijk. * Met bestemming wordt hier de verrekening (storting in/onttrekking uit) met de reserves bedoeld.
14
1.2 Balans
Jaarrekening 2014 Gemeente Apeldoorn
15
1.2 Balans 1.2.1 Algemeen De balans is een momentopname en geeft inzicht in de vermogenstoestand op een specifieke datum. Aan de debetzijde van de balans zijn de activa / bezittingen opgenomen. Onder deze bezittingen vallen niet alleen tastbare zaken zoals gebouwen en voorraden maar ook de vorderingen die de gemeente op derden heeft. De creditzijde van de balans geeft de passiva / financieringsbronnen weer. Dit betreft onder andere de gevormde voorzieningen en reserves en de schulden op lange en korte termijn. De indeling van de balans zoals deze hieronder is toegepast is overeenkomstig het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De kolom mutatie is aanvullend opgenomen om meer inzicht te geven in de mutaties die in 2014 hebben plaatsgevonden. Bij de toelichting op de balans is per post een toelichting opgenomen waarin de grote mutatie in het jaar nader wordt verklaard.
1.2.2 Balans per 31 december Balans Gemeente Apeldoorn per 31 december 2014 (bedragen x € 1.000)
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
478.673 49.872 9.790
479.731 50.257 9.029
-1.058 -385 761
4.117 21.400 3.312 37.513 2.434 879
4.117 21.686 3.591 38.541 2.573 879
0 -286 -279 -1.028 -139 0
607.990
610.404
-2.414
Vlottende activa 03 Voorraden - Niet in exploitaitie genomen bouwgronden - Overige grond en hulpstoffen - In exploitatie genomen boouwgronden/Onderhanden werk - Vooruitbetalingen
8.920 28.328 53.830 38
10.979 29.189 58.244 27
-2.059 -861 -4.414 11
04 Vorderingen korte termijn (< 1 jaar) - Vorderingen op openbare lichamen - Overige vorderingen
21.654 11.285
21.075 12.515
579 -1.230
1.520
55
1.465
1.112 22.736
2.971 23.228
-1.859 -492
149.423
158.283
-8.860
757.413
768.687
-11.274
Activa Vaste activa 01 Materiële vaste activa - Economisch nut - economisch nut, met heffingsgrondslag - Maatschappelijk nut 02 Financiële vaste activa - Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen - Leningen aan woningbouwcorporaties - Leningen aan deelnemingen - Overige langlopende leningen - Bijdrage aaan activa in eigendom van derden - Overige uitzettingen Totaal vaste activa
05 Liquide middelen 06 Overlopende activa - Nog te ontvangen bedragen van overheidslichamen - Overige overlopende activa Totaal vlottende activa Totaal Activa
17
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
-18.912 60.381 41.469
-24.975 64.092 39.117
6.063 -3.711 2.352
-3.849
2.802
-6.651
13.515
11.137
2.378
78.000 125.000 362.145 30.000 2.036 1
88.000 125.000 390.642 30.000 2.434 2
-10.000 0 -28.497 0 -398 -1
648.317
689.134
-40.817
Vlottende passiva 10 Schulden met een looptijd < 1 jaar - Kasgeldleningen - Banksaldi - Overige schulden
60.000 0 5.213
25.000 435 3.078
35.000 -435 2.135
11 Overlopende passiva - Vooruit ontvangen bedragen van overheidslichamen - Vooruit ontvangen bedragen overig - Overige overlopende passiva
7.626 4.597 31.660
10.863 7.839 32.338
-3.237 -3.242 -678
109.096
79.553
29.543
757.413
768.687
-11.274
443.276
470.734
-27.458
Passiva Vaste passiva 07 Eigen vermogen - Algemene reserve - Bestemmingsreserve Totaal reserves Rekeningresultaat 08 Voorzieningen 09 Schulden met een looptijd > 1 jaar - Obligatieleningen - Onderhandse leningen van pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - Onderhandse leningen van banken en overige financiële instellingen - Onderhandse leningen van medeoverheden - Onderhandse leningen van overige sectoren (nl) - Waarborgsommen Totaal vaste passiva
Totaal vlottende passiva Totaal Passiva Gewaarborgde geldleningen
18
1.3 Toelichting op de balans
Jaarrekening 2014 Gemeente Apeldoorn
19
1.3 Toelichting op de balans 1.3.1 Materiële vaste activa De materiële vaste activa geven de boekwaarde (aanschafwaarde minus cumulatieve afschrijvingen) weer van alle activa die eigendom zijn van de Gemeente Apeldoorn. Per 31 december 2014 is de stand van de materiële vaste activa als volgt:
01
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
41.340
41.533
-193
4.366
4.454
-88
399.927 6.144
405.247 6.337
-5.320 -193
7.557 41.188 9.790
4.129 41.082 9.029
3.428 106 761
1.661
1.357
304
16.838
15.140
1.698
6.984 2.540
7.871 2.838
-887 -298
538.335
539.017
-682
Materiële vaste activa
01.1 Gronden en terreinen - economisch nut 01.2 Woonruimten - economisch nut 01.3 Bedrijfsgebouwen - economisch nut - economisch nut, met heffingsgrondslag 01.4 Grond-, weg- en waterbouwk. werken - economisch nut - economisch nut, met heffingsgrondslag - maatschappelijk nut 01.5 Vervoermiddelen - economisch nut 01.6 Machines, apparaten en installaties - economisch nut 01.7 Overige materiële vaste activa - economisch nut - economisch nut, met heffingsgrondslag Totaal materiële vaste activa
De mutatie in materiële vaste activa is het gevolg van de jaarlijkse afschrijvingen, desinvesteringen en investeringen. In onderstaand overzicht is per categorie inzichtelijk gemaakt hoe de mutatie is verdeeld over deze onderdelen.
21
Nieuwe investeringen
Desinvesteringen
Afschrijving
Mutatie
193
-193
Mutatie materiële vaste activa 01.1 Gronden en terreinen - economisch nut 01.2 Woonruimten - economisch nut 01.3 Bedrijfsgebouwen - economisch nut - economisch nut, met heffingsgrondslag 01.4 Grond-, weg- en waterbouwk. werken - economisch nut - economisch nut, met heffingsgrondslag - maatschappelijk nut 01.5 Vervoermiddelen - economisch nut 01.6 Machines, apparaten en installaties - economisch nut 01.7 Overige materiële vaste activa - economisch nut - economisch nut, met heffingsgrondslag Totaal mutatie materiële vaste activa
88 5.968
10.809 193
-5.320 -193
3.717 1.404 1.320
289 1.298 559
3.428 106 761
820
516
304
3.783
2.085
1.698
-205
682 298
-887 -298
16.922
-682
16.807
479
-88
567
Toelichting (des-)investeringen In 2014 zijn geen grote investeringen opgeleverd. Het gros van de investeringen heeft betrekking op routine-investeringen (vervanging) en lang lopende projecten zoals beken en sprengen. Wel heeft er bij het oneigenlijk woningbezit één verkoop plaatsgevonden. Tenslotte is er voor € 0,5 miljoen activa overgedragen aan het Grondbedrijf. Bijdragen van derden Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) mogen bijdragen van derden in mindering worden gebracht op de te activeren investeringen. Investeringen waarop een bijdrage van derden in mindering wordt gebracht, worden daardoor voor een lager bedrag geactiveerd dan waarvoor deze eigenlijk zijn aangeschaft of vervaardigd. In 2014 zijn voor de beken en sprengen bijdragen van derden ontvangen. Investeringen met een maatschappelijk nut De investeringen met een maatschappelijk nut die op de balans staan (01.4) betreffen voor het grootste deel investeringen die betrekking hebben op de aanleg en reconstructie van wegen. Rotondes worden daarbij afgeschreven in 40 jaar. De overige investeringen hebben voor het grootste deel een afschrijvingstermijn van 20 of 25 jaar. Investeringen economisch nut met een heffingsgrondslag In 2014 heeft in de BBV een wijziging plaatsgevonden. De categorie investeringen met een economisch nut met een heffingsgrondslag is toegevoegd. Onder deze categorie worden de investeringen geactiveerd waarvan de kapitaallasten is de tarieven kunnen worden verwerkt, zoals bijvoorbeeld de investeringen in riolering. Toegerekende rente aan activa In de vermeerderingen van de materiële vaste activa van 2014 is in totaal voor een bedrag van € 9.000 aan toegerekende rente opgenomen. Dit betreft bouwrente die wordt toegerekend aan investeringen groter dan € 2,5 miljoen.
22
Activa in erfpacht Onder de gronden en terreinen (01.1) zijn gronden voor € 2,3 miljoen opgenomen die in erfpacht zijn uitgegeven via het Grondbedrijf dit betreft name ondergrond benzinestations. Daarnaast is er voor een bedrag van € 3,3 miljoen aan gronden van een woonwagenlocatie in erfpacht. In totaal bedragen de activa in erfpacht € 5,5 miljoen. In het boekjaar hebben zich hierin geen mutaties voorgedaan.
1.3.2 Financiële vaste activa De financiële vaste activa geven de waarde weer van de verstrekte kort- en langlopende geldleningen aan derden. Per 31 december 2014 is de stand van de financiële vaste activa als volgt:
02
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
4.117
4.117
0
21.400 3.312 37.513
21.686 3.591 38.541
-286 -279 -1.028
879
879
0
2.434
2.573
-139
69.655
71.387
-1.732
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen 02.1 Overige verbonden partijen Verstrekte leningen 02.2 Woningbouwcorporaties 02.3 Deelnemingen 02.4 Overige langlopende leningen Vorderingen > 1 jaar 02.5 Vordering opbr. aandelen Nuon Bijdragen aan activa in eigendom van derden 02.6 Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal financiële vaste activa
De mutaties in financiële vaste activa zijn het gevolg van nieuw verstrekte langlopende leningen en aflossingen die door derden op de uitstaande leningen zijn gedaan. In onderstaand overzicht is per categorie inzichtelijk gemaakt hoe de mutatie is verdeeld over deze onderdelen. Verstrekte Leningen
Ontvangen Aflossingen
Mutatie
0
0
0
0 0 600
286 279 1.628
-286 -279 -1.028
0
0
0
600
2.193
-1.593
Mutatie financiële vaste activa (alleen leningen) Kapitaalverstrekkingen 02.1 Overige verbonden partijen Verstrekte geldleningen 02.2 Woningbouwcorporaties 02.3 Deelnemingen 02.4 Overige langlopende leningen Vorderingen > 1 jaar 02.5 Vordering opbr. aandelen Nuon Totaal financiële vaste activa
23
Woningbouwcorporaties (02.2) In 2014 hebben de woningbouwcorporaties voor € 0,3 miljoen afgelost. Deelnemingen (02.3) Dit betreft de restant aflossing van de verstrekte leningen aan Orpheus. Overige langlopende leningen (02.4) De Stichting Wereld Natuurhuis heeft zijn lening vervroegd afgelost, € 0,6 miljoen. Wij hebben van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN) per saldo een aflossing van € 0,2 miljoen ontvangen. De overige aflossingen betreffen reguliere aflossingen op verstrekte leningen. In het kader van het kunstgrasfonds hebben wij € 0,6 miljoen verdeeld over 2 leningen verstrekt aan sportverenigingen. Vordering opbrengst aandelen Nuon (02.5) In 2009 zijn de aandelen Nuon verkocht. De betaling wordt over een aantal jaren uitgespreid. 02.6 Bijdragen aan activa in eigendom van derden Op bijdragen aan activa in eigendom van derden is alleen regulier afgeschreven.
1.3.3 Voorraden De stand van de voorraden per 31 december 2014 is als volgt (x € 1.000): 31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
17.755 -8.835 8.920
17.922 -6.943 10.979
-167 -1.892 -2.059
151.234 -97.716 53.518
146.924 -88.755 58.169
4.310 -8.961 -4.651
03.5 Overige grond-en hulpstoffen
28.328
29.189
-861
Totaal voorraden Grondbedrijf
90.766
98.337
-7.571
312
75
237
38
27
11
91.116
98.439
-7.323
03
Voorraden
Niet in exploitatie genomen gronden 03.1 Niet in exploitatie genomen bouwgronden 03.2 Voorziening niet in exploitatie genomen bouwgronden
Onderhanden werk 03.3 In exploitatie genomen bouwgronden 03.4 Voorziening in exploitatie genomen bouwgronden
03.6 Overige onderhanden werk Overigen 03.7 Vooruitbetalingen Totaal voorraden
Het verloop van de exploitatie genomen bouwgronden ziet er als volgt uit: 31-12-2014
Vermeerdering
Vermindering
31-12-2013
Mutatie in exploitatie genomen bouwgronden 03.3 Mutatie in exploitatie genomen bouwgronden
151.234
24
21.072
16.762
146.924
Niet in Exploitatie genomen bouwgronden (03.1 en 03.2) Voor de niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEG) heeft uw raad wel het voornemen om er in de toekomst nog wat mee te doen (stellig voornemen) maar deze zijn nog niet door uw raad in exploitatie genomen. Hierin zijn per 31 december 2014 opgenomen gronden in de complexen Kieveen, Markstraat-Beekstraat en Kanaalzone Remeha. De gronden zijn gewaardeerd tegen vervaardigingskosten dan wel lagere huidige marktwaarde (HMW). Indien de bruto boekwaarde (03.1) hoger ligt dan de HMW dan is voor het verschil een verliesvoorziening gevormd (03.2). De bruto boekwaarde (03.1) is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar (- € 0,2 miljoen). De mutatie in de verliesvoorzieningen (03.2) (1,9 miljoen) wordt grotendeels veroorzaakt door een daling van de huidige marktwaarde van € 1,4 miljoen in het complex Beekstraat/Marktstraat. In exploitatie genomen bouwgronden (03.3 en 03.4) De boekwaarde van de gronden die in exploitatie zijn genomen en veelal in uitvoering zijn, neemt jaarlijks toe met het saldo van kosten en opbrengsten. Voor het deel van de boekwaarde dat in de toekomst niet meer zal worden terugverdiend, is een verliesvoorziening getroffen. De bruto boekwaarde (03.3) van de in exploitatie genomen gronden (IEG) is in 2014 met € 4,3 miljoen toegenomen. Deze toename wordt voornamelijk veroorzaakt door reguliere kosten en opbrengsten en door winstnames op complexniveau. De grootste mutaties zijn (in miljoen euro): Kosten (boekwaarde verhogend) Bouw en woonrijp maken Rente Apparaatskosten Exploitatiekosten panden/percelen Overige kosten Opbrengsten (boekwaarde verlagend) Verkoop bouwrijpe grond Bijdragen reserves Exploitatieopbrengsten panden/percelen Subsidies Overige opbrengsten
+ + + + +
-
€ € € € €
6,3 6,0 3,5 1,1 1,5
€10,9 € 1,6 € 1,5 € 0,7 € 2,1
Winstnames (boekwaarde verhogend) Winstnames 2014 + € 2,7 (m.n. Erfpacht, Beekpark, Ov. Eigendommen) Voor een uitgebreide toelichting op de gemaakte kosten en opbrengsten wordt verwezen naar de toelichting op het product Bouwgrondexploitatie (830) waar voor het totaal van het Grondbedrijf (IEG + NIEG) een toelichting per kostensoort is opgenomen. De omvang van de verliesvoorzieningen (03.4) bij de IEG is met € 9,0 miljoen toegenomen. Dit wordt allereerst veroorzaakt door een (reguliere) rentetoevoeging van € 3,6 miljoen per 1-12014. Daarnaast is er in 2014 een algemene verliesvoorziening van € 2,8 miljoen gevormd als gevolg van bijstelling van het kwalitatieve woningbouwprogramma en zijn er mutaties verwerkt in verliesvoorzieningen bij diverse complexen (waarvan de grootste: Zuidbroek toename € 3,2 miljoen, Ecofactorij I toename € 1,8 miljoen en afname € 1,0 mln Haven Centrum).
25
Overige grond- en hulpstoffen (03.5) Onder de overige grond- en hulpstoffen zijn de gronden (inclusief opstallen) opgenomen waar geen ontwikkeling meer op is voorzien. Met uitzondering van eventuele aankopen mag de boekwaarde niet worden gemuteerd met overige kosten en opbrengsten. Zowel rente als beheers- en exploitatielasten worden jaarlijks ten laste van de Algemene Reserve Grondbedrijf gebracht. Als gevolg van de herziening van het woningbouw- en bedrijvenprogramma is de omvang van de overige grond- en hulpstoffen de afgelopen jaren fors toegenomen. In 2014 is de voorraad voor € 2,8 miljoen afgewaardeerd (m.n. Beekbergsebroek € 0,9 miljoen, Kanaalzone Overig € 0,6 miljoen). Van de afwaardering heeft € 1,2 miljoen betrekking op rentekosten en € 1,4 miljoen op afwaardering als gevolg van een lagere marktwaarde. Er is € 1,0 miljoen aan aankopen toegevoegd a.g.v. contractuele verplichtingen voor restantbetalingen.
26
De projecten Woudhuis, Osseveld oost, Griftlokaties binnenstad en herstructurering Zuid: Metaalbuurt zijn nu onder projecten restcomplexen gepresenteerd, in 2013 waren zij nog apart opgenomen.
Toelichting op algemene verliesvoorziening kwalitatief woningbouwprogramma In het kader van de waardering van de grondexploitaties is in 2014 gekeken in hoeverre het binnen het Grondbedrijf opgenomen kwalitatieve woningbouwprogramma nog actueel is en aansluit bij de behoefte die op dit moment voor de periode 2015-2029 wordt voorzien. Uit de resultaten van het onderzoek is naar voren gekomen dat het aandeel dure woningen dat binnen het Grondbedrijf zeer waarschijnlijk te hoog ligt. De bijstelling van het kwalitatieve programma binnen het Grondbedrijf is nog niet verwerkt in de individuele grondexploitaties. Wel is er bij deze jaarrekening een algemene verlies voorziening getroffen van € 2,8 mln ter dekking van de financiële gevolgen voor het aanpassen van het programma in de periode 2015-2019. Voor de periode 2020-2029 wordt rekening gehouden met een risico van € 12,7 mln (zie paragraaf weerstandsvermogen).
27
Voor de bepaling van de genoemde bedragen (voorziening en risico) is rekening gehouden met een realistisch worst-case scenario. Het bedrag dat uiteindelijk nodig is om de bijstelling van het kwalitatieve programma op te kunnen vangen, is afhankelijk van de keuzes die uiteindelijk worden gemaakt. Hiertoe zal in 2015 en 2016 worden bekeken in welke grondexploitaties de bijstelling van het programma uiteindelijk zijn beslag zal krijgen. Er bestaat derhalve nog enige onzekerheid omtrent de werkelijke omvang van de voorzieningen. Het uiteindelijk benodigde bedrag kan dan ook afwijken van het bedrag dat op dit moment hiervoor opzij is gezet en het bedrag dat als risico is benoemd. De financiële effecten hiervan zullen naar verwachting uiterlijk worden verwerkt in de jaarrekening 2016.
Overige onderhanden werk (03.6) In het overig onderhanden werk is het saldo van (nog) niet afgerekende uren met het Grondbedrijf voor € 0,3 miljoen opgenomen.
28
1.3.4 Vorderingen op korte termijn Onder vorderingen op korte termijn vallen de vorderingen die binnen een jaar worden afgehandeld. De vorderingen op korte termijn kunnen als volgt worden gespecificeerd:
04
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
6.401 1.533 -1.000 6.934
8.685 4.276 -942 12.019
-2.284 -2.743 -58 -5.085
706 -158 548
903 -180 723
-197 22 -175
18.263 -12.927 5.336
4.849 -800 4.049
13.414 -12.127 1.287
325 19.796 20.121
325 16.474 16.799
0 3.322 3.322
32.940
33.590
-650
Vorderingen op korte termijn (< 1 jaar)
Debiteuren (overige vorderingen) 04.1 Debiteuren algemeen 04.2 Debiteuren publieke organisaties (excl. Belastingdienst) 04.3 Voorziening debiteuren algemeen
04.4 Debiteuren Stadsbank 04.5 Voorziening debiteuren stadsbank
04.6 Belastingdebiteuren 04.7 Voorziening belastingdebiteuren
Vorderingen op openbare lichamen (Belastingdienst) 04.8 Omzetbelasting 04.9 BTW-compensatiefonds
Totaal vorderingen op korte termijn
Debiteuren (overige vorderingen) (04.1 t/m 04.7) De post debiteuren is gesplitst in debiteuren publieke organisaties, belastingdebiteuren, bijstandsdebiteuren (Stadsbank) en overige debiteuren. Deze indeling wordt toegepast omdat de verschillende debiteuren ieder hun eigen risicoprofiel hebben. De voorzieningen zoals deze in 2014 zijn getroffen ter dekking van dubieuze debiteuren zijn als volgt berekend: • De voorziening algemene debiteuren (04.3) wordt bepaald op basis van een dynamische beoordeling met individuele toetsing van debiteuren. • Voor voorziening debiteuren stadsbank (04.6) is in de loop van januari 2013 geconstateerd dat een van onze contractpartners in het sociale domein in de fase van een faillissement is beland. Dit betekent dat voor de openstaande vordering een voorziening is gevormd. • De voorziening belastingdebiteuren (04.7) wordt bepaald op basis van een dynamische beoordeling van de debiteuren en deze beoordeling is statisch getoetst (€ 0,4 miljoen). Daarnaast hebben wij besloten om tot het heffing van precario bij nutsbedrijven over te gaan, ook over voorgaande jaren (2011 t/m 2014). Over 2011 is inmiddels een aanslag opgelegd. Hiertegen is bezwaar gemaakt. Daarnaast speelt deze problematiek landelijk en ligt op dit moment een casus voor bij de Hoge Raad. Daarom laten we de totale verwachte precario-opbrengsten over de genoemde jaren van in totaal € 11,9 mln niet ten gunste komen van het resultaat, maar vormen we hiervoor een voorziening precario (voorziening belastingdebiteuren). Vorderingen op openbare lichamen (04.8 en 04.9) Dit betreft de vorderingen op de belastingdienst.
29
1.3.5 Liquide middelen De samenstelling van de liquide middelen is als volgt: 31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
Kas / Bank / Giro 05.1 Kas 05.2 Bank Nederlandse gemeenten (BNG) 05.3 Overige banken 05.4 Kruisposten
30 0 1.491 -1
45 10 1 -1
-15 -10 1.490 0
Totaal liquide middelen
1.520
55
1.465
05
Liquide middelen
De mutatie in de liquide middelen is niet afzonderlijk te verklaren. Hiervoor dient het totaal aan financieringsmiddelen (liquide middelen (debet en creditzijde balans), kortlopende en langlopende leningen) bekeken te worden in combinatie met de totale financieringsbehoefte die er is. Schatkistbankieren Eind 2013 zijn aanpassingen in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO)doorgevoerd. Met name het schatkistbankieren is een nieuw onderdeel. Kort samengevat houdt dit in dat gemeenten overtollige liquide middelen bij schatkist van het rijk moeten stallen. Hieronder is een tabel opgenomen, waaruit blijkt dat wij 2014 geen middelen bij het Rijk hebben gestald en binnen de bandbreedtes van de wet hieraan uitvoering hebben gegeven. Voor de uitgebreide versie van de tabel verwijzen wij u naar bijlage K.
1.3.6 Overlopende activa De post overlopende activa is in te delen in de nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen. Nog te ontvangen bedragen De post nog te ontvangen bedragen geeft de opbrengsten weer die in 2014 als baten in de exploitatie zijn meegenomen maar die echter nog niet daadwerkelijk zijn ontvangen. De opbrengsten worden als opbrengst in de exploitatie verantwoord met als tegenboeking de genoemde post op de balans. Op het moment dat de opbrengst daadwerkelijk wordt ontvangen, wordt deze van de balanspost afgeboekt en vervalt de openstaande vordering.
30
Vooruitbetaalde bedragen De vooruitbetaalde bedragen betreffen betalingen die in 2014 zijn gedaan waarvan de last niet in 2014 in de exploitatie is meegenomen. Ze worden op de balans ‘geparkeerd’ en worden op een later moment alsnog als kosten opgenomen in de exploitatie.
06 Nog te 06.01 06.02 06.03 06.04 06.05 06.06 06.07 06.08 06.09 06.10 06.11 06.12 06.13 06.14 06.15 06.16 06.17 06.18 06.19 06.20 06.21 06.22
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
1.034 2.216 525 0 0 953 929 0 5.511 1.051 0 0 0 0 0 0 0 0 383 755 297 245 1.764 15.663
1.059 1.930 525 155 265 1.389 2.620 180 5.450 868 273 132 241 295 298 500 646 267 0 0 0 0 1.100 18.193
-25 286 0 -155 -265 -436 -1.691 -180 61 183 -273 -132 -241 -295 -298 -500 -646 -267 383 755 297 245 664 -2.530
6.302 0 0 0 180 772 326 605 8.185
6.255 512 59 33 179 0 309 659 8.006
47 -512 -59 -33 1 772 17 -54 179
23.848
26.199
-2.351
Overlopende activa ontvangen bedragen Rente leningen en beleggingen SOZA debiteuren Precariorechten Onderwijshuisvesting Te ontvangen huren WMO eb WVR Prov. Gld/Rijk Vergoeding processenverbaal (CJIB) Burgers v Apeldoorn Atter0/Afvalfonds Inleenvergoeding 2010/2011 Reïntegratie Collectief vervoer Regionalisering Brandweer Verblijfsrecreatie OVIJ EFRO subsidie Door te berekenen onteigeningskosten Gemeente Epe Hoogspanning Groei & Krimp verblijfsrecreatie Algemene Uitkering/WOZ waarde uitkeringsjaar Diversen < 200.000
Vooruitbetaalde bedragen 06.23 Samenwerkingsverbanden 06.24 Exploitatie domeinen 06.25 Verzekeringspremies 06.26 Facilitaire kosten 06.27 Contributie VNG 06.28 Automatisseringskosten 06.29 Vooruitbetaalde huren Diversen < € 200.000
Totaal overlopende activa
Toelichting grootste mutatie(s) Voor een verloopoverzicht van de overlopende activa van medeoverheden verwijzen wij u naar bijlage H. 06.07 Provincie Gelderland / Rijk Dit betreft een aantal projecten, waarvan de werkzaamheden reeds hebben plaatsgevonden en na declaratie de subsidie in 2015 ontvangen zal worden. Middels de SISA-bijlage worden een aantal van deze subsidieregelingen verantwoord.
31
1.3.7 Eigen vermogen Het eigen vermogen van de Gemeente Apeldoorn is opgebouwd uit een verscheidenheid van reserves. In deze paragraaf wordt alleen op hoofdniveau op deze reserves ingegaan. In de hieronder genoemde bijlagen wordt meer inzicht gegeven in de diverse reserves en de mutaties die op deze reserves in 2014 hebben plaatsgevonden. Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
A: specificatie reserves en voorzieningen B: specificatie bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn C: specificatie algemene reserve D: specificatie bestemmingsreserve overlopende projecten
De stand van het eigen vermogen per 31 december 2014 is als volgt: 31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
-18.912
-24.975
6.063
9.081 4.083 47.217 60.381
11.603 2.139 50.350 64.092
-2.522 1.944 -3.133 -3.711
Resultaat 07.5 Exploitatieresultaat
-3.849
2.802
-6.651
Totaal Eigen vermogen
37.620
41.919
-4.299
07
Eigen vermogen
Algemene reserve 07.1 Algemene reserve Bestemmingsreserve 07.2 Bestemmingsreserve BROA 07.3 Bestemmingsreserve kapitaallasten 07.4 Overige bestemmingsreserves
Mutaties reserves Hieronder zijn de meest belangrijke reserves kort toegelicht alsmede de uitzonderlijke mutaties die in 2014 in de reserves hebben plaatsgevonden. Voor een specifiek overzicht van de mutaties in 2014 wordt verwezen naar de bijlagen A t/m D. Algemene reserve (07.1) In de beginbalans is het voordelig rekeningresultaat van 2013 (€ 2,8 miljoen) verrekend met de Algemene reserve. Onderdeel van de Algemene reserve zijn de in het verleden ontstane tekorten bij het Grondbedrijf. Ook de negatieve reserves van de bouwleges en exploitatie begraafplaatsen werden vorig jaar nog onder de Algemene reserve gepresenteerd. Deze reserves zijn inmiddels weer positief en worden daarom weer gepresenteerd onder de overige bestemmingsreserves. De totale Algemene reserve laat een negatieve stand van per saldo € 18,9 miljoen zien. Wij hebben in 2012 met u afspraken gemaakt om deze negatieve reserve in 10 jaar weer aan te vullen. Voor een totaal overzicht van de mutaties verwijzen wij u naar bijlage C. Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (07.2) Voor een gedetailleerde overzicht van de mutaties wordt verwezen naar bijlage B. In deze bijlage is inzichtelijk welke onttrekkingen uit en welke stortingen in de BROA in 2014 hebben plaatsgevonden.
32
Bestemmingsreserve kapitaallasten (07.3) Aangezien investeringen conform het BBV bruto moeten worden geactiveerd en bijdragen uit reserves niet in mindering hierop mogen worden gebracht, worden de bijdrage aan investering als reserve kapitaallasten op de balans gezet. Gedurende de looptijd van de investering valt deze reserve jaarlijks voor een deel vrij ter dekking van de jaarlijkse kapitaallasten. Op dit moment hebben wij nog twee kapitaallastenreserves, te weten voor Post Zuid (Tranformatieplan) en de Brinklaanparkeergarage. Voor deze laatste zullen wij gelijktijdig met deze jaarrekening een voorstel doen om deze op te heffen. Overige bestemmingsreserves (07.4) Bij deze post gaat het om een groot aantal individuele reserves die elk een eigen bestemming heeft gekregen. De onttrekkingen en stortingen die bij deze reserves hebben plaatsgevonden, zijn conform de bestemming die eraan is gegeven en binnen de richtlijnen in de door uw raad vastgestelde nota reserves en voorzieningen. In bijlage A is per reserve aangegeven wat de stortingen en onttrekkingen zijn geweest. Om inzicht te krijgen in de programma’s en producten waarop de mutaties betrekking hebben, wordt verwezen naar de toelichting op de programmarekening. Hierin is per beleidsproduct toegelicht of een voordeel of nadeel met de reserves is verrekend. Hieronder treft u voor alle overige bestemmingsreserves een nadere toelichting: Bespaarde rente op reserves (toename € 1,9 miljoen) In 2013 is op basis van de waarde per 1-1-2014 rente toegevoegd aan reserves. In 2014 gaat het per saldo om een bedrag van € 1,9 miljoen. Hiervoor is (met uitzondering van maatwerkafspraken en kapitaallastenreserves) een percentage van 1,75 % gehanteerd. In de staat van reserves in bijlage A is de verdeling van € 0,3 mln over de diverse reserves inzichtelijk gemaakt. Het overige bedrag is conform de notitie reserves en voorzieningen toegevoegd aan de Algemene Reserve. Overlopende projecten (toename van € 0,4 miljoen) Elk jaar wordt vastgesteld welke exploitatiebudgetten die niet of gedeeltelijk zijn uitgegeven, in aanmerking komen voor overheveling naar het volgende jaar. In bijlage D is een overzicht opgenomen van de budgetten (totaal € 7,7 miljoen) die worden overgeheveld naar 2015. Dit volgens de kaderstelling overlopende budgetten en kredieten. De vrijval van € 0,6 miljoen betreft de budgetten van 2013 die in 2014 niet tot uitnutting zijn gekomen. Deze budgetten vallen vrij in de exploitatie en worden daar verantwoord. Reserve stelpost locatie woonwagenbewoners en kermisexploitanten (toename € 2.050) In de reserve resteert nog een bedrag van € 119.000 per 1-1-2015. Deze reserve is na de afronding van de renovatie van de Haere in stand gebleven in verband met toekomstige kosten. Dit betreft bijvoorbeeld het op termijn verwijderen van een tijdelijke standplaats na plaatsing van de betreffende bewoner op een reguliere standplaats, de monitoring van het grondwater en een destijds nog lopende schade procedure. Reserve Bereikbaarheid Binnenstad (afname € 0,5 miljoen) Het saldo van de reserve Bereikbaarheid Binnenstad is in 2014 met € 0,5 miljoen. Dit is met name een gevolg van lagere parkeeropbrengsten in 2014. In januari 2014 is de PMA geconsulteerd over bijsturingmaatregelen. In 2015 wordt een voorstel gedaan voor de herijking van de Reserve Bereikbaarheid Binnenstad.
33
Reserve Riolering (toename € 1 miljoen) Van beginstand van de reserve riolering is € 2 miljoen omgezet in een voorziening. Dit betreft vervangingsinvesteringen en groot onderhoud dat door de tarieven wordt gedekt. Deze wijziging is ingegeven door de notitie Riolering die in 2014 is gepubliceerd van de commissie BBV. Het saldo van de reserve Riolering is in 2014 met € 1 miljoen toegenomen. Deze toename wordt veroorzaakt door een batig saldo in 2014 van lasten en baten op projecten. Bij rioleringswerk liften vaak ook andere werkzaamheden, zoals reconstructiewerkzaamheden, mee in een project. Daarvoor wordt vanuit andere budgetten of van derden bijdragen ontvangen. Door de fasering in de uitvoering kunnen baten en uitgaven in een verschillend jaar plaats vinden. Reserve Huisvuilrechten (afname van € 1,1 miljoen) Het saldo van de reserve Huisvuilrechten neemt met € 1,1 miljoen af. Een belangrijk aandeel daarin vormt de teruggave in 2014 van € 2,3 miljoen aan overschot van de reserve aan de burgers van Apeldoorn. Deze teruggave wordt daarentegen voor een aanzienlijk gecompenseerd door hogere opbrengsten van het Afvalfonds. Het Afvalfonds geeft een vergoeding voor de herbruikbare stoffen in het afval. De hogere vergoeding heeft enerzijds te maken met de nascheiding van afval nadat deze is ingezameld en anderzijds met een goed scheidingsgedrag van de burgers. De stand van de reserve per 31-12-2014 is € 5,2 miljoen. Dit is ruim hoger dan het toegestane maximum (is € 3,6 miljoen). In 2015 zal aan uw raad een voorstel worden gedaan, over de wijze waarop het overschot van de reserve terug zal worden gegeven aan de burgers van Apeldoorn. Reserve Egalisatie Bouwleges (toename € 3,1 miljoen) Bij de jaarrekening 2013 hebben wij u, met het oog op de negatieve stand van de egalisatiereserve bouwleges, voorgesteld in 2014 een extra storting van € 2,5 miljoen in de egalisatiereserve te doen vanuit het jaarrekeningresultaat 2013. Daarnaast betekent het – positieve – resultaat (opbrengst minus kosten) over 2014 ter grootte van € 0,6 miljoen voor de egalisatiereserve een extra toevoeging, waardoor de egalisatiereserve eind 2014 uitkomt op een positief saldo van afgerond € 1,6 miljoen Dit positieve resultaat in 2014 is het gevolg van een aanzienlijke legesopbrengst (€ 4,6 miljoen) en een lager kostenniveau (€ 4,0 miljoen). Deze legesopbrengst is het gevolg van een (bouw)markt dat zich steeds moeilijker laat voorspellen. Zo zijn in 2014 uiteindelijk 6 (mega) grote plannen vergund met een gezamenlijke legesopbrengst van € 1,3 miljoen. Daarnaast zijn onder meer vergunningen verleend voor de bouw van in totaal 326 woningen terwijl bij het opstellen van de begroting nog uitgegaan was van 196 woningen. Het lagere kostenniveau is hoofdzakelijk het gevolg van het afbouwen van de ruimte in de bezetting (formatie) door teruglopende werkzaamheden. Bij de vaststelling van de begroting voor 2014 was rekening gehouden met een onttrekking uit de algemene reserve van € 1,75 miljoen om het verwachte verschil tussen de opbrengst en kosten bouwleges op te vangen. Door het genoemde positieve resultaat in de jaarrekening 2014 is deze onttrekking niet nodig. Reserve schildersonderhoud straatverlichting (afname € 0,2 miljoen) In 2014 heeft er een onttrekking plaatsgevonden van € 171.000. De reserve wordt niet meer aangevuld. Door het plaatsen en vervangen van lichtmasten door gepoedercoate lichtmasten zal het schilderwerk afnemen en zelfs stoppen. Het is de bedoeling dat de reserve eind 2017 op nul zal uitkomen. Daarna kan de reserve worden opgeheven. Reserve vernieuwen bomenbestand (toename € 0,2 miljoen) Het saldo van de reserve vernieuwen bomenbestand neemt met € 198.000 toe. Dit wordt veroorzaakt bijdragen inzake groencompensatie van 6 ontwikkelingsprojecten. In 2014 is aan 3 projecten een bijdrage in het kader van groencompensatie uitgekeerd.
34
Reserve exploitatie begraafplaatsen (toename € 0,3 miljoen) Eind 2013 stond de reserve exploitatie begraafplaatsen € 0,2 miljoen negatief. In 2014 hebben wij, volgens uw besluit, de reserve eenmalig aangevuld met € 350.000. Na verrekening van de exploitatie van de begraafplaatsen bedraagt de eindstand van de reserve € 0,1 miljoen. Eind 2014 is een plan van aanpak om de exploitatie gezond te krijgen en te houden in de PMA besproken. Er wordt onder andere een nieuwe begraafmogelijkheid geïntroduceerd. Het effect van het plan van aanpak zal in de komende jaren zichtbaar moeten worden. Egalisatiereserve wegenonderhoud (toename € 0,4 miljoen) Deze nieuw ingestelde reserve (naar aanleiding van het wegenherstelplan) kent een storting, en is tevens het saldo, van € 0,4 miljoen in 2014. Deze reserve zal gaan dienen als egalisatie van de kosten van wegenonderhoud. Zo worden aanbestedingsvoordelen en middelen die in een begrotingsjaar niet worden besteed in deze reserve gestort. De middelen uit deze reserve worden, samen met de middelen uit de begroting en eventuele subsidies, aangewend voor het onderhoud van de wegen. Reserve onderwijshuisvesting (toename € 1,4 miljoen) De reserve onderwijshuisvesting (OHV) is een rentedragende reserve met een egalisatiefunctie. Als de totale investeringsruimte van de kaderstelling IHP met meer dan € 200.000 wordt overschreden, dan zal het college aan de raad een begrotingswijziging voorleggen, tenzij sprake is van een tempoversnelling of -vertraging in de uitvoering. Omdat een aantal activiteiten is verschoven naar 2015 zullen wij u bij vaststellen van de jaarrekening voorstellen om € 0,4 miljoen voordeel op onderwijshuisvesting toe te voegen aan de reserve. Reserve sportactiviteiten (afname € 0,1 miljoen) De reserve is bedoeld om fluctuaties in uitgaven, die vooral worden veroorzaakt door éénmalige activiteiten, op te vangen. En is in 2014 met € 135.000 gedaald. Een deel van de taakstelling voor het zwembad Loenen (in 2014 € 5.000) wordt eenmalig ten laste van de reserve sportactiviteiten gebracht. Het zwembad Loenen was niet in staat de bezuiniging in het voorgestelde tempo te realiseren. Het tekort door de afwijkende fasering komt ten laste van de reserve. Voor het vervangen van de toplaag van 2 kunstgrasvelden in Sportpark De Voorwaarts is, volgens uw raadbesluit van 5 juni 2014, vanuit deze reserve een bijdrage van € 130.000 gedaan. Reserve Topsportevenementen (afname € 40.000) De Topsportevenementenreserve is in 2009 door de raad ingesteld om het mogelijk te maken regelmatig te participeren in het naar Apeldoorn (in het bijzonder Omnisport) halen van topsportevenementen. Van 2009 t/m 2012 heeft de raad hier middelen voor beschikbaar gesteld. In 2014 is € 40.000 onttrokken voor de organisatie van het AFAS-tennistoernooi (2014). Reserve huisvestingslasten (afname € 0,2 miljoen) De vermeerdering (toevoeging rente) en vermindering (vrijval exploitatie) zijn conform de begroting. Voor de verbouw van Marktplein 3 is € 0,1 miljoen minder uit de reserve gehaald dan begroot (lagere kosten). Reserve aandelenkapitaal Teuge (afname € 27.305) De vermeerdering (toevoeging rente) en vermindering (vrijval exploitatie) zijn conform de begroting Reserve BTW-compensatiefonds (afname € 0,6 miljoen) Deze reserve is destijds ingesteld om het structurele tekort als gevolg van de instelling van het BTW-compensatiefonds op te vangen. De onttrekking van deze reserve heeft volgens de begroting plaats gevonden. In 2015 en 2016 vallen respectievelijk nog € 375.000 en € 210.000 vrij. Vervolgens kan deze reserve worden opgeheven.
35
Concern bedrijfsvoeringsreserve (afname € 32.137) Het saldo van de bedrijfsvoeringsreserve bedraagt per 31 december 2014 € 1,9 miljoen. Per 1 januari 2014 was dit € 2 miljoen. In het jaar 2014 is € 1,3 miljoen onttrokken aan de bedrijfsvoeringsreserve op basis van besluitvorming door de Directieraad. Hiertegenover staat een storting in de bedrijfsvoeringsreserve van € 1,2 miljoen. Dit heeft voor het overgrote deel betrekking op het positieve saldo van de eenheidskostenplaatsen, dat conform de systematiek ten gunste van de reserve komt. Algemene reserve Grondbedrijf (afname € 3,9 miljoen) Aan de algemene reserve van het Grondbedrijf is € 0,6 miljoen rente over de stand per 1 januari toegevoegd. Uw raad heeft in 2014 besloten om het nadelig resultaat van het Grondbedrijf uit de jaarrekening 2013 € 2,8 miljoen ten laste van deze reserve te brengen. Op basis van het raadsbesluit “Transformatieplan Slim huisvesten” is € 1,7 miljoen ten laste van de algemene reserve Grondbedrijf en ten gunste van de reserve kapitaallasten Transformatieplan geboekt. Daarmee komt de stand per 31 december 2014 uit op € 14,1 miljoen. Het nadelig resultaat in 2014 is € 6,9 miljoen. Bij het vaststellen van deze jaarstukken zal een bestemmingsvoorstel worden gedaan, om dit nadelige resultaat ten laste van de algemene reserve van het Grondbedrijf te brengen. Na bestemming komt de algemene reserve Grondbedrijf dan uit op € 7,2 miljoen. Reserve De Haere (€ 0) Deze reserve is ingesteld om eventuele toekomstige tekorten bij het verkopen van de grond aan woonwagenbewoners op te kunnen vangen. De rente is dekking voor de rentekosten van de grond van de Haere, zoals deze onder de materiële vaste activa is geactiveerd. Bij het vaststellen van de jaarrekening zullen wij u voorstellen deze reserve op te heffen.
1.3.8 Voorzieningen De stand van de voorzieningen per 31 december 2014 is als volgt: 31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
08.1 Voorzieningen
13.515
11.137
2.378
Totaal Voorzieningen
13.515
11.137
2.378
08
Voorzieningen
Mutaties voorzieningen Een totaaloverzicht van alle mutaties in de voorzieningen is opgenomen in bijlage A. Hieronder worden alleen de voorzieningen toegelicht waarvan de toevoegingen of onttrekkingen groter dan € 1 miljoen bedragen. Voorziening riolering De voorziening riolering is bij de beginbalans gevormd uit de reserve riolering. De voorziening is gevormd ter dekking van groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Deze wijziging is ingegeven door de notitie Riolering die in 2014 is gepubliceerd van de commissie BBV. Voorziening frictiekosten Uit deze voorziening worden de frictiekosten van de reorganisatie betaald. De benodigde middelen voor verdere jaren worden ieder jaar opnieuw vastgesteld. Naar aanleiding daarvan wordt de voorziening op het juiste niveau gebracht.
36
Voorziening bovenwijks Met ingang van de MPB 2012 heeft uw raad besloten een kostenverhaal in te stellen voor bijdragen in de investeringen in wegen, groen en water ingeval van bovenwijkse werken. Vanaf dat moment wordt ook een verevening in verband met het gewenste aandeel sociale woningbouw in de dorpen door middel van de regeling Deficiet Sociaal bij derden in rekening gebracht. Tot op heden werden de ontvangen bijdragen onder de vooruitontvangen bedragen in de balans verantwoord. In overleg met de accountant is besloten deze bedragen per 31 december op te nemen in aparte voorzieningen, zodat het inzicht in de balans wordt verbeterd. Hierdoor wordt beter inzicht gegeven in de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.
1.3.9 Schulden op lange termijn De schulden op lange termijn betreffen alle schulden met een rentetypische looptijd groter dan 1 jaar. Eind 2014 is de schuld op lange termijn als volgt op de balans opgenomen:
09
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
78.000
88.000
-10.000
125.000 362.145 0 30.000 2.036
125.000 390.641 0 30.000 2.434
0 -28.496 0 0 -398
519.181
548.075
-28.894
1
2
-1
597.182
636.077
-38.895
Schulden op lange termijn
Obligatieleningen 09.1 Obligatieleningen Onderhandse leningen: 09.2 Pensioenfondsen en verzekerings instellingen 09.3 Banken en overige financiële instellingen 09.4 Binnenlandse bedrijven 09.5 Medeoverheden 09.6 Overige binnenlandse sectoren
Overige schulden op lange termijn 09.7 Waarborgsommen Totaal schulden op lange termijn
Zoals reeds bij de toelichting op de liquide middelen aangegeven, dient het totaal aan financieringsbehoefte bekeken te worden in combinatie met het totaal aan beschikbare financieringsmiddelen. Via rente-instrumenten hebben wij € 255 miljoen kortlopende schulden omgevormd tot langlopende schulden. Deze rente-instrumenten hebben wij afgesloten bij de BNG Bank (rating: AAA) en bij de Rabobank (rating: AA2). Alle rente-instrumenten die wij hebben afgesloten zijn payers-swaps. In de bijlage K treft u een specificatie van de rente-instrumenten zoals de BBV deze vanaf rapportage jaar 2014 voorschrijft. Naar aanleiding van de motie “Ledig de leningenportefeuille” hebben wij ook de reguliere leningen in deze bijlage opgenomen. Doordat de rente in de markt fluctueert, ontwikkelen leningen een zo genaamde marktwaarde. Die marktwaarde ontstaat indien de actuele rente afwijkt van de rente van een eerder door ons afgesloten langlopende lening. Is de actuele marktrente lager, dan resulteert dat voor ons als gemeente in een negatieve marktwaarde. Die marktwaarde wordt berekend door het renteverschil (actuele rente minus de rente van de afgesloten lening) te ‘vermenigvuldigen’ met de hoofdsom en vervolgens de resterende looptijd van de afgesloten lening. Op het eind van de looptijd van de afgesloten lening (resterende looptijd is dan 0) is er dus geen verschil meer en is de marktwaarde dus nul. De actuele lage rentes leiden er toe dat bijna alle in het verleden afgesloten leningen een hoger rentepercentage hebben. Wij hebben, om u een beeld te geven van het verschil in de contractuele rente en de huidige marktrente, een berekening over ons totale financieringspositie
37
gemaakt en die leidt tot een negatieve marktwaarde per balansdatum van € 91,6 miljoen. Voor de regulier vastrentende leningen bedraagt die negatieve marktwaarde € 42,5 miljoen en voor leningen met behulp van rente-instrumenten € 49,1 miljoen. De vraag die hierbij gesteld zou kunnen worden is waarom wij niet gewacht hebben met het afsluiten van langlopende leningen en dus dat wij met die eerder afgesloten leningen niet profiteren van de huidige lage marktrente. Het antwoord hierop is dat we niet ongelimiteerd met korte geldleningen in ons liquiditeitsbehoefte mogen voorzien. De Wet Financiering Decentrale Overheden stelt hier grenzen aan. Zodra die grens wordt bereikt, zijn we wettelijk verplicht om korte geldleningen om te zetten in langlopende geldleningen. Op dat moment zijn we overgeleverd aan de dan geldende marktrente. Circa 75% van de rente-instrumenten heeft een initiële looptijd tot 10 jaar. Bij bijna 10% bedraagt die 30 jaar en voor de resterende 15% 50 jaar. De contractuele rentepercentages variëren tussen 2,52% en 4,43%. Naast de schulden in het bovengenoemde overzicht staan wij voor € 443,3 miljoen garant voor geldleningen van onder andere woningbouwcorporaties. In de financieringsparagraaf vindt u een nadere toelichting en in bijlage G een specificatie van de gewaarborgde geldleningen. Rentelast schulden op lange termijn De rentelast die voortvloeit uit de schulden op lange termijn is voor 2014 als volgt gespecificeerd: 2014
2013
2.319 211 17.206 0 230 61
2.345 202 18.814 0 79 63
20.027
21.503
Rentelast schulden op lange termijn 09.1 09.2 09.3 09.4 09.5 09.6
Obligatieleningen Pensioenfondsen en verzekerings instellingen Banken en overige financiële instellingen Binnenlandse bedrijven Medeoverheden Overige binnenlandse sectoren
Totaal rentelast
De afname van de rentelast wordt verklaard door een lagere herfinancieringsrente en lagere schulden. Voor meer informatie hierover verwijzen wij u naar de paragraaf ‘financiering’ zoals die in deze jaarstukken is opgenomen.
38
1.3.10 Schulden op korte termijn De schulden op korte termijn betreffen alle schulden met een looptijd van 1 jaar of korter. Eind 2014 is de schuld op korte termijn als volgt op de balans opgenomen:
10 10.1 10.2 10.3 10.4
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
5.161 60.000 0 52
3.004 25.000 435 74
2.157 35.000 -435 -22
65.213
28.513
36.700
Schulden op korte termijn Crediteuren (extern) Kasgeldleningen Banksaldi Rekening courant niet fin.-instellingen
Totaal schulden op korte termijn
Kasgeldleningen (10.2) en banksaldi (10.3) De mutatie in de liquide middelen en de kasgeldleningen is niet afzonderlijk te verklaren. Hiervoor dient het totaal aan financieringsmiddelen (liquide middelen (debet en creditzijde balans), kortlopende en langlopende leningen) bekeken te worden in combinatie met de financieringsbehoefte die er is. Rekening courant met niet-financiële instellingen (10.4) Dit betreft de rekening courant verhouding met het Sociaal voorzieningenfonds.
1.3.11 Overlopende passiva De overlopende passiva bestaat uit drie onderdelen, te weten nog te betalen bedragen, vooruitontvangen bedragen en transitorische posten. Nog te betalen bedragen Posten hieronder opgenomen, betreffen kosten voor diensten die in 2014 zijn geleverd maar waarvoor de factuur nog niet is betaald. De kosten zijn in 2014 al wel in de exploitatie opgenomen. Vooruitontvangen bedragen Dit betreft bedragen die in 2014 zijn ontvangen maar die niet betrekking hebben op het boekjaar 2014. Het betreft ontvangen bedragen voor prestaties die de gemeente in 2015 gaat leveren of uitvoeren. Derhalve mogen de ontvangen gelden niet in de exploitatie worden opgenomen en worden ze tijdelijk op de balans geparkeerd. Transitorische posten Dit betreft alle overige overlopende passiva die in 2015 worden afgewikkeld.
39
11
31-12-2014
31-12-2013
Mutatie
6.899 1.677 3.118 4.811 235 0 0 0 0 948 1.176 0 293 556 0 400 0 0 319 327 253 339 811 988 3.249 26.400
7.978 2.011 3.168 5.062 127 148 222 115 236 840 1.167 350 317 369 450 255 482 325 0 0 0 0 0 0 2.713 26.335
-1.079 -334 -50 -251 108 -148 -222 -115 -236 108 9 -350 -24 187 -450 145 -482 -325 319 327 253 339 811 988 536 65
0 0 72 0 215 301 2.941 385 757 261 1.014 15 0 0 0 218 0 1.405 331 366 1.000 411 570 385 1.577 12.223
2.792 1.752 239 78 329 318 3.694 446 723 350 1.804 1.101 110 108 291 214 412 794 1.289 0 0 0 0 0 1.858 18.702
-2.792 -1.752 -167 -78 -114 -17 -753 -61 34 -89 -790 -1.086 -110 -108 -291 4 -412 611 -958 366 1.000 411 570 385 -281 -6.479
5.276 36 -53 5.259
5.416 138 449 6.003
-140 -102 -502 -744
43.883
51.040
-7.157
Overlopende passiva
Nog te betalen bedragen 11.01 Rente geldleningen 11.02 Afwikkeling huishoudelijke verzorging 11.03 Cliënten stadsbank 11.04 Samenwerkingsverbanden 11.05 Inhuur derden 11.06 Facilitaire kosten 11.07 Automatisering 11.08 Exploitatie/voorzieningen onderwijsgebouwen 11.09 Particuliere monumenten subsidies 11.10 Omzetbelasting 11.11 Tussenrekeningen van de sociale dienst 11.12 Uitvoeringskosten actualisatie bestemmingsplannen 11.13 Afrekening BBZ 11.14 Onderwijshuisvesting 11.15 Vorming en opleiding 11.16 Veiligerhuis 11.17 Economische visie steden driehoek 11.18 Betaalplannen 11.19 Zwem-, gym- en leerlingenvervoer 11.20 Welzijn en zorg 11.21 Jeugd 11.22 WSW Felua 11.23 Bijstorting tbv benodigd pensioen 11.24 Algemene Uitkering Diversen < € 200.000 Vooruitontvangen bedragen 11.25 Bijdragen derden projecten 11.26 WWB-werkdeel 11.27 RPA-regiogelden 11.28 Rijksvergoeding RMC 11.29 Provincie Gelderland luchtkwaliteitsmaatregelen 11.30 Schenking kinderboederijen 11.31 GSO 11.32 Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) 11.33 Socer (Kemo eur. Subs.) 11.34 Bijdragen Stedendriehoek innov. Projecten 11.35 Rijksvergoeding Onderwijs Achterstanden Beleid 11.36 Achmea Laan van Malkenschoten 11.37 Onderwijs en arbeidsmarkt 11.38 Playing 4 succes 11.39 Algemene uitkering 11.40 SVN startersleningen 11.41 Project eendrachtsprengen 11.42 Project Weteringsebroek 11.43 Verrekenbare projecten 11.44 Vooruitontvangen JOGG 11.45 Vooruitontvangen subsidie wegen Prov. Gld. 11.46 BDU-subsidie 11.47 Regio subs. Eendrachtsprengen 11.48 Leges bestemmingsplannen Diversen < € 200.000
Overige transitorische posten 11.49 Personele lasten 11.50 Banken 11.51 Diversen < € 200.000
Totaal overlopende passiva
40
Toelichting grootste mutaties Voor een verloopoverzicht van de overlopende passiva van medeoverheden verwijzen wij u naar bijlage H. Rente geldleningen (11.01) Door goedkopere herfinanciering is de transitorische rentelast afgenomen. Algemene Uitkering (11.24) De definitieve WOZ waarde over 2013 is vastgesteld. Dit resulteert in een nabetaling van € 625.000. In de najaarsnota 2014 van het Rijk wordt gemeld dat er sprake is van onderuitputting. Voor Apeldoorn betekent dit een nabetaling van € 500.000. Bijdragen derden projecten (11.25) Dit bedrag bestond voornamelijk uit bijdragen aan bovenwijkse voorzieningen. In 2014 in zijn deze gelden in een voorziening op de balans ondergebracht. Zie hiervoor ook de toelichting bij de voorzieningen. Achmea Laan van Malkenschoten (11.36) Deze gelden zijn in 2014 uitgegeven ten behoeve van de uitvoering van de verdubbeling van de Laan van Malkenschoten, zijnde wegvak 2. Vooruitontvangen subsidie wegen Provincie Gelderland (11.45) Op basis van het Besluit op de subsidieaanvraag Robuuste Investeringsinpuls Programma Stad en Regio 2012-2015/2017 hebben wij reeds subsidie ontvangen. De werkzaamheden zullen in 2015 plaatsvinden.
41
42
1.4 Overzicht van baten en lasten (programmarekening)
Jaarrekening 2014 Gemeente Apeldoorn
43
1.4 Overzicht van baten en lasten (programmarekening) 1.4.1 Algemeen In de programmarekening wordt inzicht gegeven in de resultaten per programma en per beleidsproduct. Daarbij wordt onderscheidt gemaakt in het resultaat vóór bestemming (vóór verrekening met reserves) en het resultaat na bestemming. In de programmaverantwoording worden afwijkingen > € 200.000 geanalyseerd en verklaard.
45
1.4.2 Overzicht van baten en lasten (programmarekening) 1.4.2.1 Overzicht van baten en lasten Programma / beleidsproducten Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning B&W 003 Burgerzaken 004 Overheidsdocumenten 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) 330 Dividend nutsbedrijven 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Dividend sport 721 Dividend afval 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en beleggingen 921 Algemene uitkering 922 Algemene baten en lasten 930 Uitvoering wet WOZ 931 Baten OZB 932 Baten OZB 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 960 Saldi kostenplaatsen Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming Veiligheid 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid 160 Opsporing en ruiming explosieven Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
Primaire begroting 2014 (A) Lasten Baten Saldo
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo
Rekening 2013 Saldo
6.610 17.232 4.029 877 434 2.658
0 4.846 20 2.467 0 0
-6.610 -12.386 -4.009 1.590 -434 -2.658
7.155 17.297 4.029 877 434 2.730
0 4.846 20 2.467 0 0
-7.155 -12.451 -4.009 1.590 -434 -2.730
7.527 17.383 3.782 1.217 468 2.513
12 4.675 2 2.736 64 0
-7.515 -12.708 -3.780 1.519 -404 -2.513
372 86 -247 340 34 -217
12 -171 -18 269 64 0
-360 -257 229 -71 30 217
-6.398 -11.892 -3.259 1.552 -255 -1.717
18 48 0 0 502 2.840 0 6.049 1.398 0 0 0 0 0 1.084
1.697 0 260 290 7.550 4.171 161.366 16.355 0 9.913 32.873 1.613 771 662 0
1.679 -48 260 290 7.048 1.331 161.366 10.306 -1.398 9.913 32.873 1.613 771 662 -1.084
18 48 0 0 502 2.840 0 5.075 1.398 0 0 0 0 0 1.084
1.697 0 260 290 7.550 4.171 166.329 16.354 0 9.913 32.873 1.613 771 662 0
1.679 -48 260 290 7.048 1.331 166.329 11.279 -1.398 9.913 32.873 1.613 771 662 -1.084
19 48 0 0 104 2.820 0 18.809 1.441 0 0 0 0 0 1.085
1.710 0 260 953 7.568 3.148 166.118 17.255 0 9.204 32.536 1.603 809 12.516 0
1.691 -48 260 953 7.464 328 166.118 -1.554 -1.441 9.204 32.536 1.603 809 12.516 -1.085
1 0 0 0 -398 -20 0 13.734 43 0 0 0 0 0 1
13 0 0 663 18 -1.023 -211 901 0 -709 -337 -10 38 11.854 0
12 0 0 663 416 -1.003 -211 -12.833 -43 -709 -337 -10 38 11.854 -1
1.683 -52 260 1.125 7.382 1.571 161.905 2.094 -1.379 8.766 31.776 1.501 808 532 -961
0 43.779 18.914 62.693
104 244.958 14.317 259.275
104 201.179 -4.597 196.582
1.776 45.263 25.718 70.981
104 249.920 26.861 276.781
-1.672 204.657 1.143 205.800
30.215 87.431 33.406 120.837
33.936 295.105 27.820 322.925
3.721 207.674 -5.586 202.088
28.439 42.168 7.688 49.856
33.832 45.185 959 46.144
5.393 3.017 -6.729 -3.712
4.398 199.440 -3.190 196.250
420 862 0 1.282 1.644 2.926
-10.750 -4.146 -3.126 -18.022 526 -17.496
-809 -31 -1.041 -1.881 1.118 -763
-392 -273 0 -665 569 -96
417 -242 1.041 1.216 -549 667
-11.378 -2.515 -2.720 -16.613 -268 -16.881
11.944 4.999 0 16.943 0 16.943
812 1.135 0 1.947 0 1.947
-11.132 -3.864 0 -14.996 0 -14.996
11.979 5.039 4.167 21.185 0 21.185
46
812 1.135 0 1.947 1.075 3.022
-11.167 -3.904 -4.167 -19.238 1.075 -18.163
11.170 5.008 3.126 19.304 1.118 20.422
Openbare ruimte 3.1 Hoofdwegenstructuur 3.2 Parkeren 3.3 Fiets en (OV) Vervoer 3.4 Veiligheid 3.5 Water en riolering 3.6 Groene mal 3.7 Beekherstel 3.8 Beheer en onderhoud Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
6.151 7.704 1.001 1.978 9.258 2.236 542 38.236 67.106 20.089 87.195
1.770 8.736 144 0 11.905 26 0 4.610 27.191 24.237 51.428
-4.381 1.032 -857 -1.978 2.647 -2.210 -542 -33.626 -39.915 4.148 -35.767
6.267 7.300 1.001 2.022 9.379 2.338 542 40.801 69.650 20.650 90.300
2.450 8.336 144 0 11.905 26 0 4.610 27.471 26.782 54.253
-3.817 1.036 -857 -2.022 2.526 -2.312 -542 -36.191 -42.179 6.132 -36.047
8.341 7.068 1.360 2.142 11.974 2.688 166 40.295 74.034 25.657 99.691
5.624 7.801 832 214 14.411 1.050 46 7.048 37.026 26.981 64.007
-2.717 733 -528 -1.928 2.437 -1.638 -120 -33.247 -37.008 1.324 -35.684
2.074 -232 359 120 2.595 350 -376 -506 4.384 5.007 9.391
3.174 -535 688 214 2.506 1.024 46 2.438 9.555 199 9.754
1.100 -303 329 94 -89 674 422 2.944 5.171 -4.808 363
-1.139 1.664 -903 -1.801 369 -2.009 -501 -29.196 -33.516 -1.814 -35.330
Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving 721 Afvalverwijdering en -verwerking 723 Milieubeheer 725 Afvalverwijdering en -verwerking Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
20.302 5.416 0 25.718 19.928 45.646
3.503 824 16.658 20.985 20.193 41.178
-16.799 -4.592 16.658 -4.733 265 -4.468
20.302 5.580 2.300 28.182 19.928 48.110
3.503 824 16.658 20.985 22.500 43.485
-16.799 -4.756 14.358 -7.197 2.572 -4.625
20.329 6.281 2.300 28.910 22.010 50.920
5.407 2.018 16.219 23.644 22.081 45.725
-14.922 -4.263 13.919 -5.266 71 -5.195
27 701 0 728 2.082 2.810
1.904 1.194 -439 2.659 -419 2.240
1.877 493 -439 1.931 -2.501 -570
-16.101 -4.074 16.308 -3.867 -1.076 -4.943
Jeugd en onderwijs 421 Onderwijshuisvesting openbaar basisonderwijs 423 Onderwijshuisvesting bijzonder basisonderwijs 431 Onderwijshuisv. openbaar voortgezet speciaal onderwijs 433 Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet speciaal onderwijs 441 Onderwijshuisv. openbaar voortgezet onderwijs 443 Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet onderwijs 480 Onderwijsdeelname 480 Onderwijshuisvesting overige aangelegenheden 480 Onderwijskansen 480 Overige onderwijsaangelegenheden 530 Sport (schoolzwemmen) 630 Sociaal cultureel werk 650 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) 715 Jeugdgezondheidszorg (uniform) 716 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
2.331 4.709 304
196 362 0
-2.135 -4.347 -304
2.331 4.709 304
196 362 0
-2.135 -4.347 -304
2.416 4.651 307
171 333 0
-2.245 -4.318 -307
85 -58 3
-25 -29 0
-110 29 -3
-2.163 -4.308 -307
1.452
0
-1.452
1.452
0
-1.452
1.419
0
-1.419
-33
0
33
-2.034
2.032 4.319 1.662 14.101 3.355 2.518 155 3.218 414 2.375 1.780 44.725 608 45.333
0 0 864 4.821 1.950 87 88 0 20 0 428 8.816 790 9.606
-2.032 -4.319 -798 -9.280 -1.405 -2.431 -67 -3.218 -394 -2.375 -1.352 -35.909 182 -35.727
2.032 4.319 1.662 14.101 3.355 2.518 155 4.215 414 2.375 1.780 45.722 1.928 47.650
0 0 864 4.821 1.950 87 88 0 20 0 428 8.816 1.580 10.396
-2.032 -4.319 -798 -9.280 -1.405 -2.431 -67 -4.215 -394 -2.375 -1.352 -36.906 -348 -37.254
2.050 4.331 1.909 13.375 5.236 2.162 170 4.965 428 2.380 1.765 47.564 1.965 49.529
0 0 1.025 4.603 3.902 46 87 737 0 0 377 11.281 1.553 12.834
-2.050 -4.331 -884 -8.772 -1.334 -2.116 -83 -4.228 -428 -2.380 -1.388 -36.283 -412 -36.695
18 12 247 -726 1.881 -356 15 750 14 5 -15 1.842 37 1.879
0 0 161 -218 1.952 -41 -1 737 -20 0 -51 2.465 -27 2.438
-18 -12 -86 508 71 315 -16 -13 -34 -5 -36 623 -64 559
-2.346 -4.380 -557 -7.534 -1.653 -2.332 -101 -2.944 -374 -2.328 -711 -34.072 4 -34.068
47
Werk, inkomen en arbeidsmarkt 310 Stadsbank en schuldhulpverlening 482 Volwassenen- en beroepsgerichte educatie 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 614 Gemeentelijk minimabeleid 623 Participatie 650 Kinderopvang 724 Begraafplaatsen Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming Zorg en welzijn 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 622 Huishoudelijke verzorging 630 Sociaal cultureel werk 652 Voorzieningen gehandicapten 714 Openbare gezondheidszorg Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming Sport en cultuur 480 Overige onderwijsaangelegenheden 510 Openbare bibliotheek 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 511 Kunstzinnige vorming 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Musea 541 Oudheidkunde Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
4.600 0 61.309 26.508 8.138 8.237 247 18 109.057 0 109.057
615 0 50.337 26.268 276 5.847 5 0 83.348 1.245 84.593
-3.985 0 -10.972 -240 -7.862 -2.390 -242 -18 -25.709 1.245 -24.464
4.600 0 61.350 27.997 9.235 8.388 247 18 111.835 0 111.835
615 0 50.337 26.718 276 5.847 5 0 83.798 2.224 86.022
-3.985 0 -11.013 -1.279 -8.959 -2.541 -242 -18 -28.037 2.224 -25.813
4.484 0 56.884 27.672 9.291 8.467 157 49 107.004 2.423 109.427
501 0 46.908 27.311 285 7.345 2 8 82.360 1.936 84.296
-3.983 0 -9.976 -361 -9.006 -1.122 -155 -41 -24.644 -487 -25.131
-116 0 -4.466 -325 56 79 -90 31 -4.831 2.423 -2.408
-114 0 -3.429 593 9 1.498 -3 8 -1.438 -288 -1.726
2 0 1.037 918 -47 1.419 87 -23 3.393 -2.711 682
-3.540 -45 -8.543 -235 -8.166 -3.313 -149 -35 -24.026 844 -23.182
17.015 17.438 5.540 6.841 2.317 49.151 1.500 50.651
1.653 3.955 1.973 730 0 8.311 0 8.311
-15.362 -13.483 -3.567 -6.111 -2.317 -40.840 -1.500 -42.340
18.987 16.078 5.544 6.841 2.317 49.767 1.500 51.267
1.653 3.955 1.973 730 0 8.311 537 8.848
-17.334 -12.123 -3.571 -6.111 -2.317 -41.456 -963 -42.419
17.956 13.926 5.242 6.201 2.260 45.585 2.525 48.110
1.920 3.238 1.980 770 12 7.920 537 8.457
-16.036 -10.688 -3.262 -5.431 -2.248 -37.665 -1.988 -39.653
-1.031 -2.152 -302 -640 -57 -4.182 1.025 -3.157
267 -717 7 40 12 -391 0 -391
1.298 1.435 309 680 69 3.791 -1.025 2.766
-15.798 -12.186 -3.025 -5.836 -2.244 -39.089 297 -38.792
-32 -101 -54 72 314 -44 -181 10 -57 -73 0 -73
0 0 3 0 29 81 -11 0 159 261 -11 250
32 101 57 -72 -285 125 170 -10 216 334 -11 323
-732 -5.045 -431 -182 -8.902 -696 -8.304 -1.665 -2.014 -27.971 174 -27.797
2.910 5.274 378 195 10.594 754 11.603 1.388 3.197 36.293 0 36.293
2.181 0 0 0 1.954 108 3.079 0 1.141 8.463 56 8.519
-729 -5.274 -378 -195 -8.640 -646 -8.524 -1.388 -2.056 -27.830 56 -27.774
2.910 5.274 378 195 10.594 1.042 11.603 1.388 3.197 36.581 0 36.581
48
2.181 0 0 0 1.954 108 3.079 0 1.141 8.463 186 8.649
-729 -5.274 -378 -195 -8.640 -934 -8.524 -1.388 -2.056 -28.118 186 -27.932
2.878 5.173 324 267 10.908 998 11.422 1.398 3.140 36.508 0 36.508
2.181 0 3 0 1.983 189 3.068 0 1.300 8.724 175 8.899
-697 -5.173 -321 -267 -8.925 -809 -8.354 -1.398 -1.840 -27.784 175 -27.609
Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen 310 Handel en ambacht 311 Opbrengsten warenmarkt 560 Openluchtrecreatie 810 Ruimtelijke ontwikkeling 822 Overige volkshuisvesting 823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen 830 Bouwgrondexploitatie Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming Totaal programma 1 t/m 9 Saldo van baten en lasten Bestemming via functie 980 Resultaat 990 Overgeboekt saldo 990 naar balans Resultaat na overboeking saldo naar balans
1.855 0 461 8.178 7.750 0 51.982 70.226 4.151 74.377
462.998 65.189 528.187 0 528.187
177 362 0 526 426 2.400 47.264 51.155 12.173 63.328
455.174 73.013 528.187 0 528.187
-1.678 362 -461 -7.652 -7.324 2.400 -4.718 -19.071 8.022 -11.049
-7.824 7.824 0 0 0
1.855 0 461 11.582 7.959 0 32.700 54.557 8.601 63.158
462.742 78.324 541.066 0 541.066
177 362 0 526 426 2.400 30.960 34.851 14.759 49.610
444.562 96.504 541.066 0 541.066
-1.678 362 -461 -11.056 -7.533 2.400 -1.740 -19.706 6.158 -13.548
-18.180 18.180 0 0 0
2.124 0 487 15.762 7.316 0 31.632 57.321 7.409 64.730
503.661 96.514 600.175 0 600.175
379 333 0 5.664 405 4.641 22.578 34.000 12.260 46.260
501.343 94.983 596.326 3.849 600.175
-1.745 333 -487 -10.098 -6.911 4.641 -9.054 -23.321 4.851 -18.470
-2.318 -1.501 -3.849 3.849 0
269 0 26 4.180 -643 0 -1.068 2.764 -1.192 1.572
202 -29 0 5.138 -21 2.241 -8.382 -851 -2.499 -3.350
-67 -29 -26 958 622 2.241 -7.314 -3.615 -1.307 -4.922
-1.577 333 -453 -8.229 -6.914 2.633 -15.710 -29.917 17.463 -12.454
40.919 18.190 59.109 0 58.109
56.781 -1.521 55.260 3.849 58.109
15.862 -19.681 -3.849 3.849 0
-9.631 12.433 2.802 -2.802 0
Voor de programma’s 1 (product 960 en reservemutaties), 2 (reservemutaties), 3 (reservemutaties), 6 (reservemutaties) en 9 (product 560) hebben ten opzichte van 2013 verschuivingen tussen de programma’s plaats gevonden. De verschuivingen hebben geen gevolgen voor het resultaat 2013 gehad, wel voor de cijfermatige opstelling van de hiervoor genoemde programma’s.
Voor een toelichting per beleidsproduct verwijzen wij u naar de programmaverantwoording. Onder "Wat heeft het gekost?" vindt u een uitgebreide toelichting.
49
50
Jaarverslag 2014
Jaarstukken 2014 Gemeente Apeldoorn
51
2.1 Programmaverantwoording
Jaarrekening 2014 Gemeente Apeldoorn
53
Programma 1 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën
Beleidsproducten: 001 Bestuursorganen 002 Bestuursondersteuning B&W 003 Burgerzaken (verkiezingen) 004 Overheidsdocumenten 005 Bestuurlijke samenwerking 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) 330 Dividend nutsbedrijven (NUON en Alliander) 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Dividend Sport Accres 721 Dividend Afvalverwijdering Circulus 913/ 914 Geldleningen en beleggingen 921 Algemene uitkering Gemeente fonds 922 Algemene baten en lasten 930 t/m 941 Gemeentelijke belastingen 960 Saldi kostenplaatsen
55
2.1.1 Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën Portefeuillehouder(s): - allen
Doelstellingen Wat wilden we bereiken? Met dit programma willen we bereiken dat het gemeentebestuur dicht bij haar inwoners staat, taken aan hen overlaat, ondersteund wordt door een compacte, efficiënte organisatie en de financiën op orde heeft. Daarmee omvat dit programma ook een goed beheer van de financiële positie van onze gemeente en het vragen van financiële bijdragen (via belastingen, heffingen en leges) die in een redelijke verhouding staan tot de gerealiseerde effecten, producten en diensten. De volgende doelstellingen zijn hieraan gekoppeld: • Het vertrouwen van burgers in het bestuur blijft minimaal op gelijk niveau; • De betrokkenheid en inzet van burgers bij hun eigen leefomgeving neemt toe; • Er is sprake van een juiste en efficiënte registratie van persoonsgegevens; • De gemeente kent een compacte, efficiënte organisatie die regisseert en faciliteert en regionaal samenwerkt; • Het gemeentebestuur brengt de financiële positie op orde door structureel te bezuinigen en vraagt redelijke bijdragen van burgers / bedrijven.
Wat hebben we bereikt? Met elkaar, samenleving, gemeenteraad en college, werken wij met elan samen Door te werken aan een (financieel) gezond Apeldoorn. De acties van het Bestuursakkoord zijn daartoe doorvertaald in een collegewerkprogramma waarbij de strategische opgaven, te weten de comfortabele gezinsstad, het toeristisch toplandschap, een innovatief economisch klimaat en duurzaamheid de leidraad vormen. We hebben bij alle doelen programma's gemaakt samen met partners in de samenleving en het bedrijfsleven. Vanuit de ondernemende stad is de business campus gestart. De programma's voor toerisme en city marketing zijn in uitvoering genomen aan de hand van diverse deelprojecten. De samenwerking op de Veluwe is op initiatief van Apeldoorn gereactiveerd. Onder andere de modernisering van de vakantieparken wordt door de toeristische sector opgepakt met een inspirerende en verbindende rol vanuit de Veluwe gemeenten. In het proces om de strategische opgaven te realiseren, staan onze inwoners en ondernemers centraal en iedereen heeft de kans om zijn talenten tot bloei te laten komen. We benutten de kracht van Apeldoorn in al zijn facetten. Verder werken we samen met gemeenten, provincie en rijk en onze wethouders bekleden posities in landelijke commissies als VNG en G32. We willen daarmee bereiken dat Apeldoorn een geziene partner is op vele schaalnivo’s en dat onze lobby versterkt is richting provincie, rijk en Europa. Ook zetten we, waar gewenst, onze rol en positie als grote gemeente in met de daarbij behorende bestuurskracht en ambtelijke inzet (denk aan de decentralisaties in het sociale domein). Kortom in de afgelopen periode zijn de intenties als neergelegd in het Bestuursakkoord nader uitgewerkt en uitgevoerd met samenwerking als sleutelwoord. De gemeenteraad heeft in 2014 een nieuw instrument ingezet: ‘In gesprek met de raad’. Apeldoornse burgers en organisaties kunnen iedere twee weken tijdens de Politieke Markt een eigen onderwerp op de politieke agenda zetten. Hiervan hebben zowel individuele burgers als organisaties gebruik gemaakt.
56
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
001 Bestuursorganen Prestatie Het bestuur onderhoudt structureel contact met inwoners door het organiseren van ontmoetingsmomenten tussen vertegenwoordigers van burgers, instellingen en bedrijven en college en raad en een efficiënte organisatie van informatie- en inspraakbijeenkomsten.
Toelichting De gemeenteraad heeft in 2014 een nieuw instrument ingezet: ‘In gesprek met de raad’. Apeldoornse burgers en organisaties kunnen iedere twee weken tijdens de Politieke Markt een eigen onderwerp op de politieke agenda zetten. Hiervan hebben zowel individuele burgers als organisaties gebruik gemaakt. Verder kunnen Apeldoorners bij de gemeenteraad een epetitie indienen. Bij 600+ ondertekeningen neemt het presidium van de raad de petitie in behandeling.
●
Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 heeft de raad diverse kennismakingsbijeenkomsten gehouden met organisaties uit de gemeente Om te komen tot goede besluitvorming over nieuwe taken in het kader van de decentralisaties (Wet maatschappelijk ondersteuning, Jeugdwet en Participatiewet), en de uitwerking van het Sociaal Vangnet hebben gemeenteraad en college inspraak, hoorzittingen georganiseerd en ook op andere wijze intensief overleg gevoerd met de stad en de dorpen. Er gaat geen dag voorbij, of ons gemeentebestuur heeft ontmoetingen in de stad en de dorpen. Naast deze persoonlijke ontmoetingen zijn er contacten via de social media. Op die manier zorgen we er bijvoorbeeld voor dat de binnenstad levendiger en groener wordt, de toeristische bestedingen toenemen of dat toekomstagenda’s en stadsdeelplannen worden uitgevoerd. Een groot aantal informatiebijeenkomsten van het afgelopen jaar had te maken met de drie decentralisaties in het sociale domein. Het afgelopen jaar is een nieuw ontmoetingsmoment ingevoerd: ‘B&W doet met u mee’. Iedereen kon zich aanmelden voor een werkbezoek door het college. In 2015 maken deze bezoeken deel uit van het wekelijkse werkbezoek door het college op dinsdagmiddag.
57
Prestatie
Toelichting
Collegeleden hebben direct contact met het stadsdeel waarvoor zij de gebiedsverantwoordelijkheid dragen, en onderhouden actief hun portefeuillegerelateerde netwerk.
●
Bestuurders communiceren verbindend door besluiten niet alleen toe te lichten, maar ook dilemma’s, overwegingen en alternatieven naar voren te brengen.
●
Snelle en accurate behandeling van bezwaarzaken door tussenkomst of onder verantwoordelijkheid van een Onafhankelijke Bezwaarschriftcommissie en andere vormen van geschillenoplossing.
●
In 2014 wordt de Toekomstagenda en het Stadsdeelplan voor Noordoost vastgesteld.
●
Uitvoering van de afspraken uit het stadscontract 2012-2015 dat de gemeente met de provincie heeft gesloten om een duurzame woonomgeving en verbeterde leefbaarheid in Apeldoornse wijken te bereiken.
●
De collegeleden hebben informele bezoeken aan de stadsdelen gebracht. Daarnaast hebben er individuele contacten plaatsgevonden met diverse dorps- en wijkraden en met stadsdeelplatforms. Verder heeft het college in het najaar een week bezoeken gebracht aan de samenleving onder het motto ‘B&W doet met u mee’. Het Bestuursakkoord is helder: ‘De wijze van communiceren is proactief en doorzichtig en we zeggen ook duidelijk wanneer iets niet kan’. Daartoe zijn we voortdurend in gesprek met de samenleving. Niet om te polderen, maar om samen met onze inwoners dingen te bereiken. Een goed voorbeeld hiervan is de discussie rond de mogelijke komst van een AZC. Maar er zijn talloze andere voorbeelden van een open en transparante communicatie met de samenleving. Om interactiever en directer te kunnen communiceren met de Apeldoornse samenleving, heeft de gemeenteraad in 2014 een eigen twitteraccount en facebookaccount gemaakt. Over de wijze van afhandeling van bezwaarzaken wordt door de Onafhankelijke bezwarencommissie een jaarverslag opgesteld. Jaarlijks geeft de voorzitter van de bezwarencommissie in de PMA een toelichting op het jaarverslag en de bereikte resultaten. In 2014 is gestart met de doorontwikkeling/evaluatie van de stadsdeelaanpak. Hierdoor is er in overleg met het stadsdeel Noordoost voor gekozen om in 2014 niet te starten met de Toekomstagenda en het Stadsdeelplan. Daarvoor in de plaats is een andere werkvorm gekozen (pilot foto van de wijk t.b.v. de doorontwikkeling stadsdeelaanpak). In Orden is het nieuwe winkelcentrum vóór de zomer opgeleverd en aan het eind van het jaar was ook nagenoeg de gehele buitenruimte ingericht. Verder zijn op enkele locaties in de wijk extra maatregelen genomen om de veiligheid van kinderen te vergroten. Daarnaast is additioneel jongerenwerk ingezet op een specifieke groep jeugd die voor veel overlast zorgt. In Kerschoten is verder gewerkt aan het project Kerschoten Energie Neutraal. Verder heeft de voor het winkelcentrum
58
Prestatie
Toelichting Mercatorplein aangestelde ‘kwartiermaker’ bereikt dat er overeenstemming is met de marktpartijen om gezamenlijk verder te studeren op de ontwikkeling van het winkelcentrum. De aanleg van een avontuurlijk spelen plek in het Matenpark is afgerond. De vernielingen die nog voor de opening zijn aangebracht, zijn hersteld en er is een antigraffitilaag aangebracht. De aanpak van versleten plekken in park de Horst is eveneens in 2014 afgerond. Daarnaast zijn nagenoeg alle 25 ideeën voor Zuidoost uitgevoerd, zoals het verbeteren van diverse speelplekken en het op allerlei plekken opfrissen van groen en openbare ruimte.
Kengetal
• • •
% inwoners dat zich voldoende betrokken voelt bij de beleidsvorming % bezwaarschriften afgehandeld binnen 14 weken % beroepszaken waarbij de gemeente in hoogste instantie in het gelijk wordt gesteld
Realisatie 2012 Geen meting 84%
Realisatie 2013 Geen meting
Doel 2014 >30%
Realisatie 2014 *
80%
90%
90%
* De meting heeft niet plaatsgevonden. Wel is in de Burgerpeiling gevraagd naar het rapportcijfer in welke mate men zich door de gemeenteraad van Apeldoorn vertegenwoordigd voelt (enigszins vergelijkbaar en een topindicator uit de MPB 2015-2018). Het gemiddeld gegeven rapportcijfer was een 5,6.
Wat heeft het gekost? 001 Bestuursorganen Begroting Bestaand Beleid 001 Bestuursorganen
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Verbeteren kwaliteit parken GSO4 wijken de maten Verduurz.voorz.in wijken en dorpen GSO4 wijken orden/kerschoten Overige reserves Eenheid Publiek, Ondernemen & Wijk 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
7.155
-7.155
7.527
12
-7.515
372
12
-360 I
€
7.155
-7.155
7.527
12
-7.515
372
12
-360
30 261 110 286
30 261 110 286
30 -165 -150 -178
30 -165 -150 -178
25 724
-25 -6.853
-451
-50 -873
€ € € € € €
7.155
426 260 464
426 260 464
25 1.175
25 -5.980
50 7.577
50 422
Stadsdelen Conform de afspraken is het stadscontract 2012-2015 in uitvoering in de stadsdelen Zuidoost (De Maten) en Noordwest (Orden en Kerschoten). Daarnaast loopt sinds dit jaar de uitvoering van de Robuuste Investeringsimpuls 2014-2017 voor het programma Wijken en Dorpen. Een aantal projecten is al gerealiseerd of is in uitvoering. Diverse andere projecten zijn nog in de voorbereidende sfeer. Doordat er veel partijen bij betrokken zijn en een goed draagvlak essentieel
59
is, zijn deze voorbereidingen complex en vragen de nodige tijd. Dit heeft geresulteerd in een onderschrijding van € 469.000. Tegenover deze onderschrijding staat een lagere onttrekking aan de BROA voor hetzelfde bedrag. Verder is in het bestuursakkoord en het collegewerkprogramma afgesproken om de Stadsdeelaanpak door te ontwikkelen. Hiertoe is in het najaar 2014 gestart met een strategische koersbepaling van Stadsdeelaanpak naar Gebiedsaanpak. De verwachting is dat de koers in oktober 2015 vastgesteld wordt door college en raad. Om deze doorontwikkeling te kunnen bekostigen, is een bedrag van € 50.400 via de Reserve Overlopende Projecten overgeboekt naar 2015.
Pensioenen oud-bestuurders Als gevolg van een verlaging van de (rendements)rekenrente die Loyalis hanteert bij toekomstige pensioenpolissen, is op pensioendatum een hogere vermogensinleg nodig. Daarnaast heeft Loyalis in december 2014 de levensverwachting in de sterftetafels met een paar jaren verhoogd. Bij elkaar leidt dit tot een storting van een extra vermogenskoopsom van € 811.000 ten behoeve van de pensioenen van oud-bestuurders. De overige verschillen hebben betrekking op afwijkingen kleiner dan de rapportagegrens van € 200.000.
002 Bestuursondersteuning B&W Prestatie
Toelichting
Uitvoeren vastgesteld Plan van Aanpak organisatieverandering, met als doel het realiseren van de andere overheid, met een meer compacte en efficiënte ambtelijke organisatie.
●
Uitvoering van de lobbynota continueren, gericht op afsluiten van convenanten met het Rijk en de provincie, en verkenning van de mogelijkheden binnen de EU.
●
Een goed functionerend systeem van juridische kwaliteitszorg.
●
De organisatieverandering had tot doel meer ruimte te geven aan initiatieven vanuit de samenleving, een kleinere afstand tot de burger en een meer resultaatgerichte en integrale (concern)sturing. De beste graadmeter voor het behalen van deze doelstelling uit 2011, is door te luisteren naar wat burgers, instellingen en bedrijven hiervan vinden. In alle contacten krijgen wij terug dat onze organisatie is veranderd. Dat is ook te zien aan allerlei initiatieven in de stad en de dorpen. De Andere Overheid is niet meer een vaag begrip in de organisatie, maar krijgt betekenis in een andere manier van denken en doen. We zijn betrokken, uitnodigend en slagvaardig. In 2014 zijn er grote stappen gezet in de lobby. In de strategische kadernota lobby' Zien en gezien worden' is een andere lobbykoers geformuleerd. Er is stevig ingezet op Europa en ook richting rijk is in het kader van de decentralisaties een succesvolle lobby geformuleerd. Daarnaast is Apeldoorn actief geworden in een aantal (nieuwe) strategische samenwerkingsverbanden waaronder VNG, G32 en GelreStad. In het jaar 2015 zal verdere uitrol plaatsvinden. De 10 punten uit het werkplan juridische kwaliteitszorg 2014 zijn opgepakt en grotendeels in het verslagjaar2014 uitgevoerd. Het punt Kennismanagement is in 2014 voorbereid en in januari 2015 ingevoerd.
60
Prestatie
Toelichting
Bij herziening van regelgeving, herontwerp van bedrijfsprocessen in dienstverlening, training van medewerkers met publiekscontacten en dergelijke, wordt het thema regeldruk vermindering steeds meegenomen.
●
Het Meldpunt Vermindering Regeldruk volgt ontwikkelingen elders op goede voorbeelden, informeert en volgt de betreffende eenheden hierover.
●
Veelal worden de modelverordeningen van de VNG gevolgd. Bij de implementatie toetsen we aan deze beleidsdoelstelling. De ervaring leert dat de VNG-modellen daaraan voldoen. Als de modellen keuzes bieden kiezen we die tekstformuleringen die de minste administratieve lastendruk veroorzaken. In het bestuursakkoord 2015-2018 is geen vervolg gegeven aan het meldpunt. Er is een dereguleringsopdracht geformuleerd om voor vrijwilligers lastige en /of overbodige regels aan te pakken. Landelijk heeft minister Plasterk (BZK) dit in het programma Beter en Concreter opgenomen. Lokaal lag de focus in 2014 op de invoering van de 3D’s en niet of nauwelijks op dit thema. Wel zijn diverse nieuwsbrieven doorgenomen op de daarin genoemde vernieuwingsideeën. Daar zaten voor Apeldoorn geen nieuwe punten bij.
Bezuinigingsvoorstellen Baliefunctie Portaal De effectuering van dit bezuinigingsvoorstel vindt plaats in 2016 vervalt Bestuursondersteuning college De taakstelling is in 2014 gerealiseerd in de lopende begroting uit incidentele middelen. Met ingang van 2015 is de taakstelling structureel gerealiseerd. Het huidige college heeft één wethouder minder dan het vorige college. De taakstelling op bestuursondersteuning is in 2014 structureel gerealiseerd door een vacature bestuursadviseur te laten vervallen. Kabinetszaken Bezuiniging is verwerkt in de begroting 2014. Het budget is afgeraamd naar een lager niveau, welke in overeenstemming is met het structurele uitgavenpatroon. Echter, in een jaar met incidentele gebeurtenissen, zoals de gemeentelijke verkiezingen, kan een incidentele overschrijding het gevolg zijn. Planschade Dit bezuinigingsvoorstel is m.i.v. de begroting 2015 gerealiseerd. Het maatschappelijk effect is dat budgetten die jaarlijks gereserveerd zijn voor schadevergoedingen nu incidenteel ten laste van het rekeningresultaat worden gebracht. Daarmee wordt structureel budget vrijgespeeld voor maatschappelijke doelen. Versterking beeldvorming: subsidie Aftelfeest Bezuiniging is verwerkt in de begroting 2014. Het budget voor het Aftelfeest is hiermee komen te vervallen. BROA Leefbaarheidsonderzoek (BROA proj.nr. 29.5) BROA-project is vervallen.
61
Wat heeft het gekost? 002 Bestuursondersteuning B&W Begroting Bestaand Beleid 002 Bestuursondersteuning B&W
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA BROA investeringsbudget Alg. voeding broa Overige reserves Eenheid Strategie & Regie Concern bedr.voer.res.Algemeen Eenheid Personeel, Comm en bestuond 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
17.297
4.846 -12.451
17.383
4.675 -12.708
86
-171
-257 I
€
17.297
4.846 -12.451
17.383
4.675 -12.708
86
-171
-257
€ €
-248
-248
300
8
-69 8
-411
-566
300
€ € € €
300 -300
52 300
-69 31 65
69
4.823 -12.929
155
69
23 65 17.597
23 65
5.234 -12.363
31 65 17.752
52 -300
Juridische kosten Op dit product is een nadeel van ongeveer € 420.000. Dit nadeel wordt veroorzaakt door 3 elementen. Het eerste is dat wij de begroting van rechtsgedingen met € 60.000 overschrijden, omdat ons eigen personeel op de 3 d’s werd ingezet en hierdoor voor juridische vragen, die we normaal gesproken zelf uitzoeken, nu daarvoor de huisadvocaat is ingeschakeld. Het tweede element is dat in 2014 een planschade van € 200.000 is uitbetaald. Dit hadden we in de turap 2013 al gemeld, maar i.v.m. omstandigheden is deze schade in 2014 tot uitbetaling gekomen. Op begrotingsbasis moeten wij ruim € 100.000 via juridisch advies terugverdienen door de inzet van de zgn “juridische pool”. Aangezien meerdere personeelsleden betrokken zijn geweest bij de 3 d’s, er sprake is van verlies van capaciteit ten gevolge van zwangerschapsverloven en er nauwelijks vraag was van binnen resp. buiten de gemeente kon er dit jaar geen inzet op de juridische pool worden geleverd. Verder worden de uren overschreden met € 60.000 op juridische beleidsadvisering ten opzichte van de begroting. Dit heeft te maken met de extra inzet voor de 3 d’s. Aanjaaggelden Voor de periode 2014-2017 wordt jaarlijks vanuit de BROA € 300.000 beschikbaar gesteld voor het realiseren van de strategische doelen. Het jaar 2014 was een aanloopjaar; de werkelijke bestedingen gaan voluit lopen vanaf 2015. Het in 2014 niet-bestede deel blijft gereserveerd in de BROA voor besteding in de periode 2015-2017. Huisvesting (GGD en Portaal) Om te voorkomen dat het UWV zou vertrekken uit het Activerium waren wij genoodzaakt om het gebouw Portaal vrij te maken voor hen en aanpassingen te doen in het gebouw Activerium. Het vrijmaken van het Portaal kon plaatsvinden door de GGD naar het Centrepoint te laten verhuizen. Dit leidde tot een nadeel van € 0,3 miljoen. De kosten inzake de aanpassing van het Activerium zijn verantwoord onder product 960.
62
003/004 Burgerzaken/overheidsdocumenten Toelichting
Prestatie Voldoen aan de vastgestelde GBAnorm.
●
Aantoonbaar voldoen aan de ISO 90012008 norm.
●
Voldoen aan beveiligingseisen.
●
Ordentelijk verzorgen van verkiezingen.
●
Maandelijks worden de persoonsgegevens inhoudelijk door het Ministerie gecontroleerd. In 2014 is iedere keer voldaan aan de gestelde normen. Bij de laatst gehouden tussentijdse audit is geconstateerd dat wij op een goede wijze invulling hebben gegeven aan de geldende managementsysteem normen. Wij mogen daarom het ISO keurmerk blijven voeren. De jaarlijks uit te voeren zelfevaluatie geeft als resultaat dat wij voldoende scoren op de aspecten die met beveiliging samenhangen. De verkiezingen voor de Gemeenteraad inclusief de kandidaatstelling en benoemingen, alsmede de verkiezingen voor het Europees Parlement zijn ordentelijk verlopen.
Wat heeft het gekost? 003/004 Burgerzaken/overheidsdocumenten Begroting bestaand beleid 003 Burgerzaken 004 Overheidsdocumenten 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€ € €
4.029 877 4.906
20 2.467 2.487
-4.009 1.590 -2.419
3.782 1.217 4.999
2 2.736 2.738
-3.780 1.519 -2.261
-247 340 93
-18 269 251
229 I -71 I 158
€ €
4.906
2.487
-2.419
4.999
2.738
-2.261
93
251
158
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
De medewerkers op de producten Burgerzaken hadden in 2014 een hoger ziekteverzuim dan begroot. Met als gevolg een lagere productiviteit en een lagere doorbelasting van de organisatiekosten naar het product Burgerzaken. Er is vooral minder inzet geweest op de producten reisdocumenten, rijbewijzen en Gemeentelijke BevolkingsAdministratie (GBA). De verklaring hiervoor is dat er minder reisdocumenten zijn verkocht dan begroot en de vingerafdrukken voor de identiteitskaart zijn afgeschaft. Dit levert tijdswinst op. Daarnaast is er meer op afspraak gewerkt, hetgeen een efficiencyvoordeel oplevert. Er is minder onderzoek gedaan ten behoeve van het GBA, omdat er aan het verzorgen van de verkiezingen meer uren zijn besteed dan begroot. Tegenover dit voordeel van € 67.000 staat een evenzo groot nadeel op saldi kostenplaatsen (960). Met ingang van 9 maart 2014 is de geldigheidsduur van paspoorten en identiteitskaarten voor volwassenen verlengd van 5 naar 10 jaar. Tegelijkertijd zijn de rijksleges verhoogd. Als gevolg hiervan zijn zowel de totale af te dragen rijksleges (€ 319.000) als de legesopbrengsten (€ 190.000) aanzienlijk hoger dan begroot. Daarnaast zijn er meer rijbewijzen aangevraagd dan begroot, waardoor ook voor dit product zowel de rijksleges (€ 36.000) als de legesopbrengsten (€ 48.000) hoger zijn dan begroot. De overige verschillen hebben betrekking op afwijkingen kleiner dan de rapportagegrens van € 200.000.
63
005 Bestuurlijke samenwerking Prestatie
Toelichting
Intensiveren samenwerking in het kader van de regio Stedendriehoek (en daarbuiten), met als doel wederzijds kostenvoordeel.
De regio werkt uitdrukkelijk samen in de uitvoering, deels binnen en deels buiten stedendriehoekverband. In 2014 is hieraan Basismobiliteit (vervoer) toegevoegd.
●
De colleges van Apeldoorn, Lochem, Zutphen, Epe en Voorst hebben de intentie uitgesproken om samen de belastingtaak uit te gaan voeren. In 2014 is gestart met de opstelling van een bedrijfsplan. In de eerste helft van 2015 wordt een voorstel aan de gemeenteraden voorgelegd.
Wat heeft het gekost? 005 Bestuurlijke samenwerking Begroting Bestaand Beleid 005 Bestuurlijke samenwerking
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
434
-434
468
64
-404
34
64
30 I
€
434
-434
468
64
-404
34
64
30
€ €
434
-434
468
64
-404
34
64
30
006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) Prestatie
Toelichting
Formuleren van een heldere en concrete meerjarenprogrammabegroting met voldoende meetbare doelen en prestaties.
●
Verantwoording over prestaties en maatschappelijke effecten van gemeentelijk beleid in het jaarverslag en de Apeldoorn Monitor.
●
Heldere financiële verantwoording (jaarrekening en bestuursrapportages).
●
De gemeenteraad heeft in maart 2014 ingestemd met het advies van een raadswerkgroep modernisering begroting. De plannen tot verbetering van de begroting worden gefaseerd uitgevoerd, deels bij de MPB 2015-2018 en deels in latere jaren. Voor een heldere verantwoording op maatschappelijke effecten is een set van topindicatoren ontwikkeld. In de MPB 2015-2018 zijn voor alle door de raad vastgestelde prestatie indicatoren streefcijfers opgenomen. Via burgerpeilingen wordt de waardering door burgers gemeten. Die worden in de MPB 2016-2019 vermeld. Voor de huidige jaarstukken is de begroting 2014 leidend. Over de daarin opgenomen prestatie indicatoren wordt hierin verantwoording afgelegd. Middels de Tussentijdse Rapportage en de Jaarrekening wordt op het niveau van beleidsproducten financiële verantwoording afgelegd. Daarnaast wordt de raad geïnformeerd over afwijkingen cf. de door
64
Prestatie
Toelichting de raad vastgestelde nota over de actieve informatieplicht. Middels de jaarstukken in vogelvlucht wordt beoogd te voorzien in een beknopte en heldere verantwoording op hoofdlijnen.
Wat heeft het gekost? 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) Begroting bestaand beleid 006 Bestuursondersteuning raad en rekenkamer(functie) 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Financiën & Control Gemeenteraad 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
2.730
-2.730
2.513
-2.513
-217
217 I
€
2.730
-2.730
2.513
-2.513
-217
217
50 53 -2.410
-217
217
€ € €
2.730
50 53 103
50 53 -2.627
2.513
50 53 103
Het voordeel heeft grotendeels betrekking op diverse voordelen op materiële budgetten van de Rekenkamercommissie, internet TV en het communicatiebudget van de Raad, inclusief de vrijval van het niet-gebruikte deel van het gedurende de raadsperiode overgehevelde communicatiebudget voor verkiezingen.
511 Vormings- en ontwikkelingswerk Dit betreft de subsidie aan de Stichting Mondial Apeldoorn, de Stichting Apeldoorn over de grens en Stichting ’40-’45.
Wat heeft het gekost? 511 Vormings- en ontwikkelingswerk Begroting Bestaand Beleid 511 Vormings- en ontwikkelingswerk
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
L
€
48
-48
48
-48
€
48
-48
48
-48
€ €
48
-48
48
-48
Afwijking B
S
330 Dividend nutsbedrijven
Prestatie Door middel van het aandeelhouderschap verkrijgen van informatie over het beleid van de betrokken verbonden partijen.
Toelichting Wij hebben informatie ontvangen van de verbonden partijen: NUON, Vitens en Alliander.
●
65
I/S I
530 Dividend sport Toelichting
Prestatie Door middel van het aandeelhouderschap verkrijgen van informatie over het beleid van de betrokken verbonden partij.
Wij zijn 100% aandeelhouder van Accres BV en hebben daarmee een sterke invloed op de vennootschap. In de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering wordt onder meer de jaarrekening vastgesteld. Tussentijds vindt periodiek bestuurlijk overleg plaats tussen Accres, de portefeuillehouders financiën (aandeelhouder) en vastgoed (opdrachtgever). In 2014 heeft het college u geconsulteerd over het verzoek van Accres om fusie cq. verregaande samenwerking met een andere partij nader te onderzoeken.
●
721 Dividend afval Toelichting
Prestatie Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de betrokken verbonden partij.
In 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met de fusie van Circulus en Berkel Milieu. Apeldoorn heeft 36% van de aandelen.
●
Wat heeft het gekost? 330/530/721 Dividend Begroting bestaand beleid 330 Dividend nutsbedrijven 530 Dividend sport 721 Dividend afval 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980
990
Begroting na wijziging L B S € € € €
18
Realisatie B
L
1.679 260 290 2.229
19
18
1.697 260 290 2.247
18
2.247
2.229
S
Afwijking B
L
S
I/S
1.691 260 953 2.904
1
13
19
1.710 260 953 2.923
1
663 676
12 I I 663 I 675
19
2.923
2.904
1
676
675
Mutaties reserves
Saldo van baten en lasten na bestemming
€ €
Dividend afval Zoals gemeld in de tussenrapportage heeft Circulus het boekjaar 2013 afgesloten met een positief resultaat van € 1.852.000, vergelijkbaar met het resultaat van 2012. Van de winst is € 953.000 als dividend uitgekeerd aan de gemeente Apeldoorn. De dividenduitkering leidt tot een voordelig resultaat van € 663.000. Het grootste deel van het dividend betreft het overslagbedrijf. Het andere deel € 313.000, heeft betrekking op de afvalinzameling. Dit deel van het dividend wordt toegevoegd aan de gemeentelijke reserve huisvuilrechten. Het structurele voordeel van € 210.000 is meegenomen in de MPB 2015-2018. Dividend sport De winst van Accres bedroeg in 2013 € 1.150.000. In 2004 hebben wij met Accres afspraken gemaakt over zowel de winstafdracht als de maximale omvang van de benodigde algemene reserve. Conform deze afspraken heeft de BV een dividend van € 260.000 uitgekeerd. Daarnaast
66
heeft Accres € 575.000 toegevoegd aan haar algemene reserve en € 315.000 aan haar dividendegalisatiereserve.
913/914 Geldleningen en beleggingen Prestatie
Toelichting
Binnen de kaders van het Treasurystatuut voeren van een actief financierings- en beleggingsbeleid. Door middel van het aandeelhoudersschap verkrijgen van informatie over het beleid van de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten, Vitens N.V. en NUON N.V. Zie hiervoor ook de paragraaf verbonden partijen.
●
Door middel van het aandeelhoudersschap invloed uitoefenen op het beleid van N.V. Luchthaven Teuge, Parkeergarage Orpheus B.V., Schouwburg en congrescentrum Orpheus N.V. en Vitens N.V. Zie ook de paragraaf verbonden partijen.
●
Binnen de kaders van het Treasurystatuut is een actief financieringsbeleid gevoerd, gericht op minimalisatie van de rentekosten. Wij hebben in 2014 informatie ontvangen van deze verbonden partijen en ingestemd met de jaarrekeningen 2013. We zijn lid van NUVAL, de vereniging van aandeelhouders van Nuon Alliander en Vitens. NUVAL vertegenwoordigt onze gemeente in de aandeelhoudersvergaderingen. In 2014 is de vliegschool op vliegveld Teuge failliet gegaan. Dit heeft negatieve gevolgen voor de inkomsten en exploitatie van NV Luchthaven Teuge. De aandeelhouders hebben ingestemd met een bijgesteld bedrijfsplan van de directie. Volgens dat plan kunnen de dalende inkomsten binnen de exploitatie worden opgevangen. De aandeelhouders houden de vinger aan de pols. In 2014 hebben de aandeelhouders van NV Luchthaven Teuge ingestemd met het plan van aanpak voor de opstelling van een advies over de toekomst van de luchthaven. Er is een breed overleg gestart met bedrijven, omwonenden, gemeenten en belangenorganisaties ter voorbereiding van dit advies. Het advies wordt door de Provincie Gelderland betrokken bij de opstelling van het luchthavenbesluit in 2015.
●
Bezuinigingsvoorstellen Rentekosten De structurele besparing van € 500.000 is gerealiseerd binnen het product Rente en Financiering, als gevolg van deels korter lenen.
67
Wat heeft het gekost? 913/914 Geldleningen en beleggingen Begroting bestaand beleid 913 Overige financiële middelen 914 Geldleningen en beleggingen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Algemene reserve Ann. Grondbedrijf Besp. rente (deel) best. reserves Rente regulier BROA Voeding broa: Rente Overige reserves Afkoop graven Algemene reserve Grondbedrijf Bereikbaarheid Binnenstad Eenheid Financiën & Control Onderwijshuisvesting Reserve aandelenkapitaal Teuge Reserve de haere Reserve kaplasten brinkparkgarage Reserve kaplasten transformatieplan Riolering Stelpost lokale woonw.bew/kermissen 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S € € €
502 2.840 3.342
7.550 4.171 11.721
Realisatie B
L
7.048 1.331 8.379
104 2.820 2.924
€ € €
254
€
214
€ € € € € € € € € € € €
7.464 328 7.792
-398 -20 -418
1.570
1.570 -254 -465
254
-214
214
4 609 38
4.673
4 -609 -38
-1.331 45
45
11.766
7.093
88 18 72 52 25 62 2 4.358
Afwijking B S
L
7.568 3.148 10.716
-465
1.331
S
45
11.870
-88 27 -72 -52 -25 -62 -2 7.512
18 -1.023 -1.005
416 -1.003 -587
1.570
1.570 -254 -465
-465
I I
-214 4
609 38 -1.331 88 18 72 52 25 62 2 -315
I/S
104
4 -609 -38 1.331 -88 -18 -72 -52 -25 -62 -2 419
Stelpost i.v.m. opheffen Veluwse Nuts Bedrijven (VNB) reserve (onderdeel lasten 913) Voor de lasten van de externe belegging i.v.m. de inmiddels opgeheven bestemmingsreserve VNB gelden, is voor het jaar 2014 nog een stelpost geraamd van € 400.000. Deze last is al verwerkt in de kosten van de al opgenomen geldleningen en kan nu vrijvallen. In de MPB 2015-2018 is deze post niet meer geraamd. Rentetoerekening reserve en voorzieningen (onderdeel van baten 914) Doordat de reserves per 1/1/2014 een lagere stand hadden ten opzichte van de begroting is de bespaarde rente lager dan in de begroting geraamd. De effecten hiervan worden verrekend met de diverse reserves en zijn dus resultaat neutraal (€ 1.006.000).
921 Algemene uitkering Gemeentefonds Toelichting
Prestatie Vaststellen van de gevolgen van de jaarlijkse Gemeentefondscirculaires voor de begrotingspositie van de gemeente Apeldoorn.
●
Het actief samenwerken met andere gemeenten, Rijk en VNG ter behartiging van de (financiële) belangen van Apeldoorn.
●
De beleidsmatige en financiële gevolgen van de circulaires gemeentefonds zijn verwerkt. De raad is daarover via de MPB, separate voorstellen en tussentijdse rapportage geïnformeerd. Als gevolg van de decentralisaties in het sociale domein zijn het afgelopen jaar meer dan ooit de belangen van Apeldoorn in diverse samenwerkingsverbanden behartigd. Dat is gebeurd bij de VNG, de G32, de Raad voor Financiële Verhoudingen en samen met gelijkgestemde (nadeel)gemeenten.
68
Wat heeft het gekost? 921 Algemene uitkering Begroting Bestaand Beleid 921 Algemene uitkering
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
166.329 166.329
166.118 166.118
-211
-211 I
€
166.329 166.329
166.118 166.118
-211
-211
€ €
166.329 166.329
166.118 166.118
-211
-211
De in de jaarrekening verantwoorde werkelijke baten wijken € 0,2 mln af van de geraamde algemene uitkering ad € 166.329.000. Binnen het budget vonden echter aanzienlijke mutaties plaats. We noemen er een aantal: nabetalingen 2012 en 2013 hogere suppletievergoeding OZB hogere vergoeding huishoudelijke verzorging vergoeding inrichting regionale Werkkamers toename inkomstenmaatstaf OZB daling uitkeringsfactor o.a. vanwege doorwerking regeerakkoord VVD/PvdA • verwerkte balansposten o.a. een te verwachten lager accres door onderuitputting op de rijksbegroting
• • • • • •
€
-/-/-/-
612.000
€
413.000
€
1.326.000
€
100.000
€
893.000
€
693.000
€
779.000
In de tussentijdse rapportage 2014 hebben wij aangegeven bij de algemene uitkering een nadeel van € 1 miljoen te verwachten. Dat nadeel heeft zich niet voorgedaan. Dit wordt veroorzaakt door extra nabetalingen over voorgaande jaren, een hogere integratie uitkering huishoudelijke verzorging en de vergoeding voor de inrichting van een regionale werkkamer. Voor de Regionale Werkkamers is een bestemmingsvoorstel opgenomen in het raadsvoorstel bij deze jaarstukken.
922 Algemene baten en lasten BROA Bijdragen aan algemene dienst (proj.nr. 30.4) Als gevolg van de extra bezuinigingen zoals opgenomen in de Verkenning Bezuinigingsmaatregelen Formatie 2010 worden budgetten in de jaren 2011 t/m 2014 toegevoegd aan de algemene dienst. Voor 2014 was een bijdrage voorzien van € 480.000. Dit bedrag is conform de begroting toegevoegd aan de algemene dienst.
69
Wat heeft het gekost? 922 Algemene baten en lasten Begroting Bestaand Beleid 922 Algemene baten en lasten
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Algemene reserve Bestem. Jaarrekening vg jaar Verkoop Drieschoten Bijdrage aan BROA Voorfinanc. NUP gelden Transf.plan Resultaat grondbedrijf Ann. Grondbedrijf Bijdr. van BROA Projecten Bouwleges Bijdrage van/aan de AD Bomenbestand BROA Alg. voeding broa Beken en Sprengen Ecofactory Verduurz.voorz.in wijken en dorpen Kanaalzone 14.1 Voeding BROA beleidslijn gemeenten Overige reserves Eenheid Vastgoed & Grond Algemene reserve Grondbedrijf Concern bedr.voer.res.Algemeen Bcf Reserve Reserve herstel onderhoud wegen Reserve de haere Reserve kaplasten transformatieplan 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
5.075
16.354
11.279
18.809
17.255
-1.554
13.734
901 -12.833 I
€
5.075
16.354
11.279
18.809
17.255
-1.554
13.734
901 -12.833
1.320
1.320
1.320
1.320 -945 200 -295 -336 -2.752 -6.423 606 2.500 5.109 234
945 -1.086
-945 1.086
5.993 47
-5.993 -47 -1.889
€ € € € € € € € € € €
945
1.086 295 336 2.752 6.423 480
€ € € € €
3.986
€ € € € € € € €
1.125
200
1.086 2.500 11.102 281
200 295 336 2.752 6.423 480 5.993 47
-3.986 480 40 900 -3.900
5.875
124 4.482
-1.001 4.482
60
600
600 -1.000 72 -2.133 10.950
480 40 900 3.900
1.000 2.630 29.088
-886 -295 -336 -2.752 -6.423 606 2.500 11.102 281
72 497 40.038
1.086 2.500 11.102 281
-5.875 480 10 900 -3.900
1.889
480 10 900
94 4.482 30 600
34 4.482 30 600
-1.065
72 497 40.909
72 -2.133 -7.606
3.900
2.630 48.545
-30
-30
-30
1.035
30
30
-1.000
1.000
19.457
871 -18.586
Het nadeel van de algemene baten en lasten is als volgt opgebouwd: Stelpost onderuitputting kapitaallasten Voorziening Wachtgeld Voorziening Precario Correctie BTW voorgaande jaren Stelpost onontkoombaar nieuw beleid Correctiepost eenheidsplannen Voorziening Debiteuren Individueel loopbaanbudget Vastgoed Overig Totaal
-/-
€ € € € € € € € € € €
-/-
-/-/-/-/-/-
0,5 0,2 11,9 1,0 0,3 0,4 0,3 0,4 1,5 0,1 12,8
mln mln mln mln mln mln mln mln mln mln mln
Hieronder treft u per verschil een nadere toelichting. Stelpost onderuitputting kapitaallasten Met ingang van 2009 is in de begroting een stelpost onderuitputting kapitaallasten opgenomen. Voor 2014 bedraagt deze € 500.000. Deze stelpost is opgenomen omdat voorgaande jaren bleek dat investeringen ten opzichte van de oorspronkelijke planning vertragen en daarmee lagere kapitaallasten opleveren. De uiteindelijke onderuitputting bedraagt € 1,5 mln. Dit voordeel is terug te vinden op verschillende beleidsproducten. In de turap hadden wij een bandbreedte gemeld van tussen de € 1 en € 2 mln.
70
Voorziening Wachtgeld De voorziening Wachtgeld die een aantal jaren geleden is ingesteld hebben wij opgeheven. De laatste uitgaven zijn met ingang van 2015 in de reguliere begroting verwerkt. Door deze voorziening (€ 146.000) bij de rekening te laten vrijvallen ten gunste van de Algemene Reserve, zijn de uitgaven van 2015 en volgende jaren gedekt. Voorziening Precario Conform uw besluit in het kader van de MPB 2015-2018 hebben wij voor 2011 t/m 2013 aanslagen voor het heffen van precario opgelegd bij nutsbedrijven. Over 2011 is inmiddels een aanslag opgelegd. Hiertegen is bezwaar gemaakt. Daarnaast speelt deze problematiek landelijk en ligt op dit moment een casus voor bij de Hoge Raad. Daarom laten we de totale verwachte precario-opbrengsten over de genoemde jaren van in totaal € 11,9 mln niet ten gunste komen van het resultaat, maar vormen we hiervoor (via product 922) een voorziening precario. Zie ook product 939 baten precariobelasting. Correctie BTW voorgaande jaren De afspraken met de Belastingdienst over horizontaal toezicht hebben geleid tot afwikkeling van een aantal knelpunten over de periode 2007-2012, waardoor wij een teruggave van € 1 mln aan te veel betaalde BTW hebben ontvangen. Het voordeel van € 1 mln als gevolg van deze teruggave hebben wij conform de afspraken in het bestuursakkoord toegevoegd aan de Algemene Reserve. Een bedrag van € 572.000 van dit voordeel komt voort uit te veel betaalde BTW op uitgaven voor gymnastieklokalen en sporthallen. Deze uitgaven zijn in het verleden ten laste van (de reserve) onderwijshuisvesting gekomen. Wanneer wij komend najaar de Kaderstelling onderwijshuisvesting 2016-2019 aan u voorleggen zal duidelijk worden of voldoende budget beschikbaar is voor de gewenste investeringen. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn, dan kan dat leiden tot een beslag op de algemene middelen en/of algemene reserve. Stelpost onontkoombaar nieuw beleid In de MPB 2014-2017 is voor het jaar 2014 een stelpost van € 1 mln opgenomen voor onontkoombare ontwikkelingen. In uw vergadering van 18 september 2014 heeft u besloten om een bedrag van € 210.000 ten laste van deze stelpost beschikbaar te stellen t.b.v. de verhuizing van Real-X. Bij brief van 22 juli 2014 hebben we u geïnformeerd over de noodzakelijk te maken voorbereidingskosten in verband met de in te voeren Jeugdwet en de WMO met ingang van 2015. De meerkosten t.o.v. de (te lage) rijksvergoeding zijn daarin geraamd op ruim € 500.000. Er resteert daarmee een voordeel op deze stelpost van € 290.000. Correctiepost eenheidsplannen In de eenheidsplannen 2014 is een correctiepost nog in te verdienen van € 400.000 opgenomen. De verwachting was dat op diverse fronten in de begroting voordelen zouden ontstaan. Deze verwachting is uitgekomen (voorbeeld: overschot op 913/914, hogere onderuitputting kapitaallasten). Voorziening Debiteuren Jaarlijks wordt de inbaarheid van onze vorderingen geanalyseerd. De conclusie van deze analyse is dat de gevormde voorziening ontoereikend is. De voorziening dient met € 300.000 te worden verhoogd. De belangrijkste oorzaak is een verslechtering in het betaalgedrag als gevolg van de economische crisis.
71
Individueel loopbaanbudget Op basis van CAO afspraken is vanaf 2013 voor 3 jaar voor elke medewerker € 500 beschikbaar. Eind 2013 hadden weinig medewerkers van deze regeling gebruik gemaakt. Om het geld toch beschikbaar te houden voor dit geoormerkte doel is in 2013 een balansreservering opgenomen. In 2014 konden medewerkers hierop alsnog een beroep doen. Het niet benutte deel 2013 (€ 350.000) valt nu bij de jaarrekening vrij. Vastgoed Aan de verkoopopgave vastgoed is in 2014 hard gewerkt. Zoals in het dashboard Vastgoed en Grond is opgenomen zijn in 2014 een twintigtal panden verkocht. Echter, het aantal verkochte panden dat in 2014 tot resultaat leidt voor invulling van de taakstellingen van het Vastgoedbedrijf blijft achter. Dit omdat onder meer de afweging van het maatschappelijke effect leidt tot vertraging in het verkoopproces (zie bijvoorbeeld in geval van Finse School). Daarnaast zijn enkele verkopen in 2014 afgesloten waarbij de levering begin 2015 plaatsvindt. Het totale resultaat voor vastgoed op dit product bedraagt € 1,45 mln nadelig en bestaat uit een nadeel van € 1,35 miljoen aan de lastenkant en een nadeel van € 0,1 mln aan de batenkant.
•
• •
• •
•
In kader van oneigenlijk woningbezit Vastgoedbedrijf is in 2014 één woning verkocht, waarmee het begrote verkoopresultaat voor € 0,5 mln niet is gerealiseerd, een en ander zoals reeds gemeld in de turap 2014. Onderdeel hiervan is de te betalen en niet begrote verhuurdersheffing ad € 45.000. In kader van de taakstelling verbeterd beheer en uitbating ad € 0,7 mln is in 2014 één pand verkocht, wat leidt tot een nadeel van € 0,55 miljoen ten opzichte van de taakstelling. Inzake de verkoopopgave is voor € 0,15 mln aan verkooplasten gemaakt, waaronder interne inhuur projectleider verkoop maatschappelijk vastgoed, taxaties en inhuur medewerkers winkel Kavels en Panden. Tenslotte zijn diverse kleinere begrotingsafwijkingen aan de orde, per saldo resulterend in een nadeel van € 0,15 mln. In lijn met het raadsbesluit Overname werven in kader van Slim Huisvesten in juni 2014 zijn een zevental werven & wijkposten tegen de boekwaarde van € 0,5 mln en met een exploitatieopbrengst van € 0,1 mln over gegaan naar het Grondbedrijf. Dit laatste leidt tot een nadeel voor de Algemene Dienst van € 0,1 mln. De verkoop van het voormalige wijkcentrum Drieschoten was € 0,2 mln lager dan begroot; dit staat in verband met de dito lagere aankoopprijs van het appartementsrecht wijkcentrum Groene Hoven ten laste van het desbetreffende krediet, waardoor de kapitaallasten hiervan binnen programma 7 per jaar € 40.000 lager uitvallen (conform turap 2014).
72
930 t/m 940 Gemeentelijke belastingen en heffingen Toelichting
Prestatie Zorgvuldig en via regionale samenwerking efficiënter opleggen en innen van belastingen en heffingen.
●
Apeldoorn heeft voor Epe de belastingen uitgevoerd. Deze samenwerking leidt tot een efficiëntere uitvoering.
Jaarlijkse taxatie van alle WOZobjecten.
●
Deze zijn onderworpen aan de goedkeuring van de waarderingskamer, het landelijk toezichthoudende orgaan. In 2014 is goedkeuring verleend.
Het jaarlijks in de heffing betrekken van alle belastbare objecten en subjecten volgens de belastingverordening.
●
Met behulp van controles en de interne controle is dit geborgd.
Kengetal
• % toegekende bezwaarschriften OZB
Realisatie 2012 55%
Realisatie 2013 55%
Doel 2014 50%
Realisatie 2014 57%
1
1
6/3
6/3
1
1
• behandeltermijn (in maanden) van: ο
bezwaren, voorzien van advies derden, WOZ/overig
ο
bezwaren zonder advies
Wat heeft het gekost? 930 tm 940 Gemeentelijke belastingen en heffingen Begroting bestaand beleid 930 Uitvoering wet WOZ 931 Baten OZB 932 Baten OZB 936 Baten toeristenbelasting 937 Baten hondenbelasting 939 Baten precariobelasting 940 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Huisvuilrechten Riolering 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
€ € € € € € €
1.398
€
2.482
2.482
€ € €
L
-1.398 9.913 32.873 1.613 771 662 -1.084
1.441
45.832
43.350
2.526
9 5 45.846
9 5 43.364
2.526
9.913 32.873 1.613 771 662 1.084
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
-1.441 9.204 32.536 1.603 809 12.516 -1.085
43
1
-43 -709 -709 -337 -337 -10 -10 38 38 11.854 11.854 -1
56.668
54.142
44
10.836 10.792
9 5 56.682
9 5 54.156
44
10.836 10.792
9.204 32.536 1.603 809 12.516 1.085
I/S
I I I I I I I
931 en 932 De opbrengst OZB is 1 miljoen lager dan begroot. De OZB-opbrengst is gebaseerd op de wozwaarde die continu in ontwikkeling is. Zoals bij het onderdeel van de algemene uitkering gemeld blijkt nu de totale woz-waarde hoger dan bij het CBS opgegeven. Dit leidt daar tot een nadeel. De stijging van deze woz-waarde die normaal gesproken zou leiden tot een hogere opbrengst wordt teniet gedaan door de leegstand van de niet-woningen. Deze leegstand zorgt bij de gebruikers van niet woningen, zoals kantoren, voor een mindere ozb-opbrengst.
73
Voor 2015 is de verwachting dat de opbrengstderving door leegstand minimaal is, omdat deze (deels) in de tarieven ozb niet-woningen wordt verwerkt.
939 Het voordeel van € 11,9 mln heeft betrekking op het heffen van precario over de jaren 2011 t/m 2014. Over precario ligt een casus bij de Hoge Raad. Het vonnis kan gevolgen hebben voor de inning van de precario. Ook is tegen de reeds opgelegde aanslag 2011 bezwaar ontvangen. Om die reden is voor hetzelfde bedrag een voorziening precario gevormd op 922.
960 Saldi kostenplaatsen Dit is een administratief product.
Bezuinigingsvoorstellen Op de bedrijfsvoeringskosten is in 2014 voor € 480.000 aan bezuinigingsvoorstellen ingeboekt. Deze voorstellen zijn onder andere gerealiseerd door efficiënter te werken en in te kopen.
Wat heeft het gekost? 960 Saldi kostenplaatsen Begroting Bestaand Beleid 960 Saldi kostenplaatsen
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Algemene reserve Bestem. Jaarrekening vg jaar Overige reserves Eenheid Strategie & Regie Eenheid Shared Service Center Eenheid Publiek, Ondernemen & Wijk Concern bedr.voer.res.Algemeen Huisvesting Eenheid Financiën & Control Eenheid Veiligheid & Recht Eenheid Informatievoorziening Eenheid Personeel, Comm en bestuond 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
1.776
104
-1.672
30.215
33.936
3.721
28.439
33.832
5.393 I
€
1.776
104
-1.672
30.215
33.936
3.721
28.439
33.832
5.393
750
750
164
164
-586
-586
194
194
57 333 30 38
57 259 30 38
50
50
49 3
1.556
-294
32.032
€ € € € € € € € € €
74
€
1.850
3 250 28 1.341 74 69
Het voordeel van de kostenplaatsen is als volgt opgebouwd: Rente en financiering € 2,5 mln Uitgave 3D's € 0,6 mln Kapitaallasten automatisering € 0,6 mln Documentmanagement € 0,8 mln Directieraad -/- € 0,3 mln Uitvoering gemeentelijke belastingen -/- € 0,2 mln Werkplek- en ruimtemanagement € 0,4 mln Salarissen en premies, CAO-ontwikkelingen -/- € 1,2 mln Salariskosten € 1,6 mln Inhuur -/- € 4,1 mln Verantwoorde uren € 3,3 mln Overige personele kosten € 1,0 mln Overige afwijkingen< € 200.000 € 0,4 mln Totaal € 5,4 mln Hieronder treft u per verschil een nadere toelichting.
74
3 250 28 1.341
50
-3 -56 -28 -17 160 -39 38 -49 47
35.970
3.938
30.182
194 1.324 234 30 38
69
-3 -250 -28 -74 -99 -69
49 3
-49 -3
1.267 -99
34.414
4.232
Rente en financiering Het saldo op de kostenplaats rente & financiering bestaat uit een aantal componenten, die optellen tot een voordeel van € 2.528.000. De grotere afwijkingen zijn: • € 2.070.000 voordeel op rente van lange leningen, door prijs- (ruim 1% lager), volume- (€ 55 mln deels uit 2013 en uit 2014 minder benodigd) en tijd- (later in het jaar benodigd) effecten. • een nadeel van € 535.000 doordat in zowel 2013 als in 2014 minder investeringen hebben plaatsgevonden dan bij het opstellen van de begroting vanuit gegaan was. Dit leidt tot een lagere bijdrage (minder opbrengsten) aan het product rente en financiering. • € 280.000 voordeel op de rente van korte leningen. Er is uitgegaan van een rente van 0,75%, terwijl deze in 2014 gemiddeld onder de 0,1% is uitgekomen. • Over de boekwaarde van het grondbedrijf is een rentevergoeding afgesproken van 4%. Er was een lagere boekwaarde grondbedrijf per 1-1 dan bij de begroting vanuit was gegaan en een lagere reservepositie per 1-1 dan begroot (aan de reserve wordt een rente van 1,75% toegerekend). Deze afwijkingen hebben samen voor het product Rente & Financiering een positief gevolg van ruim € 650.000. Uitgave 3D's U heeft in het kader van de vaststelling van de jaarrekening 2013 € 750.000 beschikbaar gesteld ten behoeve van automatiseringskosten bij de invoering van de 3D's. In 2014 is hiervan € 163.000 besteed. De resterende € 587.000 is gereserveerd voor de in dit verband in 2015 nog te maken kosten. Kapitaallasten automatisering Dit voordeel van € 615.000 wordt enerzijds veroorzaakt door vertraging in de besteding van de in 2014 beschikbare kredieten (€ 215.000). De resterende € 400.000 wordt veroorzaakt doordat de kapitaallasten van de investeringen uit 2013 voor een heel jaar in 2014 zijn begroot. Ook een deel van deze investeringen is vertraagd en pas in de loop van 2014 uitgevoerd. Hierdoor zijn de kapitaallasten voor een deel van het jaar in rekening gebracht in plaats van het hele jaar zoals begroot. De onderuitputting van de kapitaallasten is begroot op product 922. Documentmanagement Om te komen tot een volledige digitale verwerking van de documenten, is er tijdelijk extra inhuurbudget beschikbaar gesteld om de omslag van analoog naar digitaal te begeleiden. De daadwerkelijke uitputting van dit budget is aanzienlijk lager dan begroot. De voorbereidingen voor deze transitie zijn in 2014 wel gestart, maar de uitvoering zal hoofdzakelijk dit jaar (2015) plaatsvinden. Om die reden hevelen wij via de reserve overlopende projecten € 250.000 over naar 2015. Een andere verklaring is dat er minder uren zijn geschreven op dit product (vacatureruimte). De toename van het digitale werken heeft tot gevolg dat er minder drukwerkopdrachten verstrekt zijn aan de Copyshop, er minder geprint wordt en er lagere postkosten zijn. Het totale voordeel van documentmanagement bedraagt € 800.000. Van dit voordeel kan € 0,2 mln aangemerkt worden als structureel en wordt € 250.000 over te geheveld via de reserve overlopende projecten naar 2015. Directieraad Voor de uitoefening van haar taak maakt de Directieraad gebruik van zowel het Managementbureau Apeldoorn als van externe advisering (€ 281.000 N). Deze kosten worden door de Directieraad gedekt door een even grote bijdrage vanuit de bedrijfsvoeringsreserve. Uitvoering gemeentelijke belastingen Als gevolg van de toename van het aantal (gehonoreerde) bezwaren, neemt de te verstrekken vergoeding proceskosten toe, een nadeel van € 0,2 mln. Hoofdzakelijk het aantal ingediend via no cure no pay taxatiebureaus is fors toegenomen. Dit is overigens een landelijke trend. Werkplek- en ruimtemanagement (in combinatie met 002 verhuizing) Dit voordeel van € 0,4 mln wordt voor het grootste deel veroorzaakt door lagere onderhoudskosten. De kosten inzake het aanpassen van het Activerium in 2014 ten behoeve van herhuisvesting UWV en Werkplein bedroegen 0,2 miljoen en konden binnen de begrotingsruimte
75
worden gedekt. Deze ruimte is ontstaan omdat het beleid gericht was op een sober onderhoudsniveau, anticiperend op de toekomstbestendige organisatie (huisvestingsdeel) Voor het overige deel heeft het betrekking op een voordeel op schrijf- en bureaubehoeften en lagere kosten voor vaste telefonie.
Personele kosten Het totale voordeel op de personele kosten bedraagt € 0,6 mln en is opgebouwd uit een aantal componenten die met elkaar samenhangen en ook in samenhang moeten worden bezien. Een voordeel op de salariskosten kan bijvoorbeeld deels weer wegvloeien door extra kosten voor het inhuren van medewerkers om de vacatureruimte op te vullen. Om de verantwoording zo overzichtelijk mogelijk te houden wordt hieronder per component het verschil toegelicht. Salarissen en premies, CAO-ontwikkelingen (prijsverschil) Verschillen in loonkosten kunnen ontstaan door prijseffecten en volume effecten. Prijseffecten hebben betrekking op premie- en cao ontwikkelingen. Volumeontwikkelingen hebben betrekking op de omvang van de formatie. Voor- en nadelen als gevolg van prijsontwikkelingen komen zoals te doen gebruikelijk ten gunste of ten laste van de Algemene Dienst. Voor- en nadelen als gevolg van volume ontwikkelingen worden verrekend met de bedrijfsvoeringsreserve. Het effect van de nieuwe cao-gemeenten per 1 oktober en een nacalculatie 2014 (veroorzaakt doordat de incidentele verhoging van de pensioenpremie niet is teruggedraaid) is berekend op een totale correctie van 1,67%. Het totale effect is een nadeel van € 1,2 mln. Salariskosten (hoeveelheidsverschil) De salariskosten laten een voordeel zien van € 1,6 mln, doordat de bezetting in 2014 gemiddeld 22 fte lager was dan de formatie. Dit betekent dat gedurende het jaar gemiddeld 22 full-time vacatures niet waren ingevuld. Inhuur Het totale nadeel van de inhuurkosten bedraagt € 4,1 mln ten opzichte van de begroting. Deze wordt veroorzaakt doordat een deel van de vacatures (zie hiervoor) is ingevuld door inhuur om de continuïteit van de huidige taken te waarborgen, nadeel € 0,5 mln. Daarnaast is extra inhuur ingezet op projecten en in piekmomenten, nadeel € 3,6 mln. Deze extra inhuur wordt gedekt door projectbudgetten, zoals bijvoorbeeld voor de implementatie van de 3D's en voor projecten van het Grondbedrijf. Verantwoorde uren De verantwoorde uren laten per saldo een voordeel van € 3,3 mln zien. Dit betekent dat er meer werkuren zijn gemaakt. Via een zogenaamde kostenplaats worden de uren door belast naar de beleidsproducten. Het voordeel op de kostenplaats leidt op de beleidsproducten tot een even groot nadeel. Dit zal lang niet altijd bij alle individuele beleidsproducten zichtbaar zijn, omdat vele van dit soort afwijkingen onder de rapportagegrens van € 200.000 zijn. Overige personele kosten (€ 1 mln voordeel) • € 0,5 mln van het opleidingsbudget is niet besteed. Een deel hiervan heeft betrekking op het individueel loopbaanbudget, wat volgens de CAO 3 jaar mag worden opgespaard. Deze middelen worden via reserve overlopende projecten overgeheveld naar 2015. • Een bedrag van € 0,3 mln heeft betrekking op vacatureruimte, die niet is ingevuld omdat die moet worden ingeleverd in verband met toekomstige taakstellingen. De financiële middelen zijn in de begroting nog wel vastgehouden om in de eerste jaren nog tijdelijke capaciteit te kunnen inhuren. Dit bleek niet nodig en de werkzaamheden zijn opgevangen binnen de huidige bezetting. • De overige € 0,2 mln is opgebouwd uit diverse voor- en nadelen onder de rapportagegrens van € 200.000.
76
De overige verschillen zijn liggen onder de rapportage grens van € 200.000. Van alle bovengenoemde voor- en nadelen wordt per saldo € 0,2 mln met de bedrijfsvoeringsreserve verrekend en € 0,5 mln met de reserve overlopende projecten. Ten slotte wordt € 0,6 mln minder onttrokken uit de Algemene Reserve.
Resumé programmakosten Primaire begroting 2014 (A) Programma / beleidsproducten Lasten Baten Saldo Bestuur, (wijk)organisatie, burgerzaken en financiën 001 Bestuursorganen 6.610 0 -6.610 002 Bestuursondersteuning 17.232 4.846 -12.386 B&W 003 Burgerzaken 4.029 20 -4.009 004 Overheidsdocumenten 877 2.467 1.590 005 Bestuurlijke 434 0 -434 samenwerking 006 Bestuursondersteuning 2.658 0 -2.658 raad en rekenkamer(functie) 330 Dividend nutsbedrijven 18 1.697 1.679 511 Vormings- en 48 0 -48 ontwikkelingswerk 530 Dividend sport 0 260 260 721 Dividend afval 0 290 290 913 Overige financiële 502 7.550 7.048 middelen 914 Geldleningen en 2.840 4.171 1.331 beleggingen 921 Algemene uitkering 0 161.366 161.366 922 Algemene baten en lasten 6.049 16.355 10.306 930 Uitvoering wet WOZ 1.398 0 -1.398 931 Baten OZB 0 9.913 9.913 932 Baten OZB 0 32.873 32.873 936 Baten toeristenbelasting 0 1.613 1.613 937 Baten hondenbelasting 0 771 771 939 Baten precariobelasting 0 662 662 940 Lasten heffing en 1.084 0 -1.084 invordering gemeentelijke belastingen 960 Saldi kostenplaatsen 0 104 104 Resultaat vóór bestemming 43.779 244.958 201.179 Bestemming via functie 980 18.914 14.317 -4.597 Resultaat na bestemming 62.693 259.275 196.582
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
7.155 17.297
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
7.527 0 -7.155 4.846 -12.451 17.383
12 -7.515 4.675 -12.708
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo
372 86
12 -171
-360 -257
4.029 877 434
20 2.467 0
-4.009 1.590 -434
3.782 1.217 468
2 2.736 64
-3.780 1.519 -404
-247 340 34
-18 269 64
229 -71 30
2.730
0
-2.730
2.513
0
-2.513
-217
0
217
18 48
1.697 0
1.679 -48
19 48
1.710 0
1.691 -48
1 0
13 0
12 0
0 0 502
260 290 7.550
260 290 7.048
0 0 104
260 953 7.568
260 953 7.464
0 0 -398
0 663 18
0 663 416
2.840
4.171
1.331
2.820
3.148
328
-20 -1.023 -1.003
0 166.329 166.329 0 166.118 166.118 0 -211 -211 5.075 16.354 11.279 18.809 17.255 -1.554 13.734 901 -12.833 1.398 1.441 0 -1.441 43 0 -43 0 -1.398 0 0 9.204 9.204 0 -709 -709 9.913 9.913 0 32.873 32.873 0 32.536 32.536 0 -337 -337 0 0 1.603 1.603 0 -10 -10 1.613 1.613 0 771 0 809 0 38 771 809 38 0 662 0 12.516 12.516 0 11.854 11.854 662 1.084 1.085 0 -1.085 1 0 -1 0 -1.084
1.776 104 -1.672 45.263 249.920 204.657 25.718 26.861 1.143 70.981 276.781 205.800
77
30.215 33.936 3.721 28.439 33.832 5.393 87.431 295.105 207.674 42.168 45.185 3.017 33.406 27.820 -5.586 7.688 959 -6.729 120.837 322.925 202.088 49.856 46.144 -3.712
78
Programma 2 Veiligheid
Beleidsproducten: 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid 160 Opsporing en ruiming explosieven
79
2.1.2 Veiligheid Portefeuillehouder(s): - J.C.G.M. Berends
Effectkengetallen
• • •
waardering inwoners voor veiligheid op straat; Aantal incidenten volgens BHV VNG model Aantal misdrijven volgens BHV VNG model
Werkelijk 2012
Werkelijk 2013
7,3
7,3
Raming 20142017 7,0
Werkelijk 2014
32.433
31.776
11.281
9.798
7,2
Doelstellingen Wat wilden we bereiken? De gemeente Apeldoorn biedt haar burgers een veilige omgeving om te wonen, te werken en te recreëren. Daarbij gaat het om de volgende doelstellingen: 2.1 Voorkomen en bestrijden van branden en rampen en beperken van ongevallen daarbij alsmede het beperken en bestrijden van gevaar bij ongevallen anders dan bij brand. 2.2 Een veiligheidsbeleid met daarin een balans tussen het voorkomen van onveiligheid en het aanpakken van onveilige situaties.
Wat hebben we bereikt? 2.1 Het brandweercluster Epe Voorst Apeldoorn (EVA) heeft uitvoering gegeven aan de taken op het gebied van de basisbrandweerzorg, met als doel het creëren van een veilige leef- en werkomgeving. De drie primaire processen van het brandweercluster stonden hierbij centraal, te weten het beheersen van risico’s, het bestrijden van incidenten en het normaliseren van situaties. 2.2 In 2014 heeft de gemeente Apeldoorn samen met haar partners op het gebied van veiligheid (Openbaar Ministerie, Politie en overige partners) gewerkt op basis van het uitvoeringsplan integrale veiligheid om de doelstellingen op het gebied van veiligheid te bereiken. Uit de tabel hierboven blijkt dat we in 2014 de doelstellingen op onze kengetallen hebben gehaald.
80
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
120 Brandweer en rampenbestrijding Toelichting
Prestatie Basisbrandweerzorg De basis brandweerzorg is afgestemd op de risico’s genoemd in het vastgestelde risicoprofiel. De dekkingsnorm (zorgnorm) voor het bestrijden van incidenten wordt hooguit 5,1 per jaar met maximaal 25% overschreden. De opkomsttijd bij incidenten bos- en heidebranden en bij verkeersincidenten is maximaal 18 minuten.
De taken op het gebied van de basisbrandweerzorg zijn gebaseerd op de drie primaire processen. Voor het beheersen van risico’s zijn analyses en adviezen uitgebracht. Het aantal onechte en nodeloze meldingen zijn in Apeldoorn met 52% afgenomen (t.o.v. 2012). Het leveren van basisbrandweerzorg is gebaseerd op de geïdentificeerde risico’s in het verzorgingsgebied. Daarom is afgelopen jaar geïnvesteerd in de verbinding tussen preventie en repressie.
●
In 2014 zijn in de gemeente Apeldoorn 1183 meldingen afgehandeld. Voor 548 meldingen was een dekkingsnorm (zorgnorm) van toepassing. In 83% van de gevallen is deze norm behaald. Voor wat betreft het normaliseren van situaties worden nabesprekingen, evaluaties en (brand)onderzoeken georganiseerd. Rampenbestrijding De gemeente zorgt voor (het opzetten van) een rampenbestrijdingsorganisatie, waarbinnen door toewijzing van taken en verantwoordelijkheden op een efficiënte manier sturing en uitvoering kan worden gegeven aan het beperken van de gevolgen van crises, rampen en/of zware ongevallen. Als gevolg van de reorganisatie zal de beheersorganisatie in 2013 opnieuw ingericht worden. In 2014 wordt dit verder geïmplementeerd.
Eind 2013 was de rampenbestrijdingsorganisatie op papier aangepast aan de nieuwe gemeentelijke organisatie. In 2014 is er conform schema getraind en geoefend. Financieel is rekening gehouden met extra bestuurlijke oefeningen in verband met de verkiezingen. Achteraf bleek dat vanwege de bestuurlijke continuïteit in het college dit niet nodig was. Vanwege een kapotte waterleiding hebben zich een tweetal calamiteiten voorgedaan waarbij de gemeentelijke crisisorganisatie operationeel is geweest. Door de kapotte waterleiding knapten de gasbuizen, waardoor deze volliepen met modder. In de wijk Zevenhuizen zijn beide keren veel bewoners ongeveer een week afgesloten geweest van gas. De burgemeester heeft in beide gevallen gebruik gemaakt van een noodverordening.
●
81
Bezuinigingsvoorstellen Brandweer/VNOG De bezuinigingen op de Brandweer/Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (VNOG) moeten in het begrotingsjaar 2017 zijn gerealiseerd. In 2014 zijn de bestuurlijke besluiten door de VNOG genomen in het kader van Masterplan voor een Optimale, Effectieve, Doelmatige brandweerorganisatie (MOED). Een onderdeel daarvan is een nieuw verdeelmodel dat mogelijk een bezuiniging voor de gemeente oplevert. Wat heeft het gekost? 120 Brandweer en rampenbestrijding Begroting Bestaand Beleid 120 Brandweer en rampenbestrijding
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Veiligheid & Recht 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
11.979
812 -11.167
11.170
420 -10.750
-809
-392
417 I
€
11.979
812 -11.167
11.170
420 -10.750
-809
-392
417
€ €
11.979
35 35 847 -11.132
11.170
35 35 455 -10.715
-809
-392
417
Het positief saldo van € 417.000 kent de volgende verklaring. In juli heeft het Algemeen Bestuur van de VNOG de jaarrekening 2013 vastgesteld. De jaarrekening van de VNOG sluit met een positief saldo van € 2,8 mln. Daarvan heeft € 2,2 mln betrekking op de brandweerclusters. Het resultaat van het brandweercluster Epe, Voorst en Apeldoorn (EVA) is € 1,4 mln, waarvan € 1,1 mln betrekking heeft op de uitvoering van brandweertaken in Apeldoorn. Het voordeel is incidenteel. In overeenstemming met de dienstverleningsovereenkomst met de VNOG is € 250.000 toegevoegd aan de reserve van het cluster EVA (deel Apeldoorn). De gemeente ontvangt € 877.000. Dit voordeel wordt veroorzaakt: • door onderuitputting kapitaallasten; • een dubbeltelling in het geharmoniseerde deel voor het onderdeel salarissen; • het resultaat van het overgangsrecht; • lagere uitgaven en diverse kleine verschillen; • de vergoeding voor het aantal bouwadviezen die gunstig is uitgevallen. In de jaarrekening 2013 van de gemeente Apeldoorn was al een bedrag ad € 500.000 nog te ontvangen opgenomen. Voor de gemeente Apeldoorn betekent dit een voordeel in 2014 van € 377.000 (€ 877.000 minus € 500.000). Met een aantal diverse kleine verschillen komt hiermee het voordeel op een bedrag van € 417.000. Ten opzichte van de turap is dit ongeveer € 120.000 meer voordeel. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de afrekening FLO 2014.
82
140 Openbare orde en veiligheid Toelichting
Prestatie Regie op integrale veiligheid Samen met de kernpartners in veiligheid, Openbaar Ministerie en Politie, zijn er prioriteiten gesteld voor de periode 2011-2014. Via de lokale driehoek worden de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid gevolgd, wordt de mate van doelbereiking vastgesteld en indien nodig bijgestuurd. In 2014 wordt een nieuw Integraal Veiligheidsplan voor de periode 2015 – 2018 opgesteld.
●
Uitoefening toezicht en handhaving Het leveren van een bijdrage aan de integrale veiligheid en leefbaarheid door toezicht te houden in winkelcentra, voetgangersdomeinen en via specifieke projecten door de inzet van toezichthouders en buitengewone opsporings-ambtenaren (boa’s). Verlenen van vergunningen publiek domein De gemeente verleent evenementenvergunningen en diverse vergunningen bijzondere wetten. Via een vergunningstelsel wegen we alle relevante belangen (veiligheid, leefbaarheid, overlast, bereikbaarheid, gezelligheid, gezondheid, etc.) die een rol spelen bij evenementen en andere activiteiten in de openbare ruimte en bijzondere inrichtingen. Veiligheidskamer Apeldoorn levert een bijdrage aan de werkzaamheden van de Veiligheidskamer door operationele regievoering op casusniveau, zodat zorg en justitie aan elkaar gekoppeld worden ter voorkoming van overlast en criminaliteit.
●
Er is in 2014 conform de bestuurlijke prioriteitstelling gewerkt. Voor detailinformatie wordt verwezen naar de evaluatie van het IVA in de veiligheidsbrief Apeldoorn) De gemeenteraad heeft op basis van een speed-datebijeenkomst en een veiligheidsanalyse Apeldoorn op 3 juli 2014 vijf veiligheidsthema’s geprioriteerd voor de periode 2015-2018. Het concept Integraal Veiligheidsplan Apeldoorn 2015-2018 is november 2014 voor advies naar de wijken dorpsraden verzonden. In 2015 wordt, na inspraak van inwoners en belanghebbenden, het IVA 2015-2018 vastgesteld. Er is conform de bestuurlijke prioriteitstelling gewerkt. Vanwege die prioriteitstelling zijn er minder processen verbaal geschreven. Voor detailinformatie wordt verwezen naar het Jaaroverzicht THOR 2014.
●
In 2014 zijn 1.648 vergunningaanvragen binnengekomen, die binnen de daarvoor gestelde termijnen zijn afgehandeld.
●
Het Veiligheidshuis Noord- en Oost Gelderland legt in een eigen jaarverslag verantwoording af.
83
Wat heeft het gekost? 140 Openbare orde en veiligheid Begroting bestaand beleid 140 Openbare orde en veiligheid 140 Openbare orde en veiligheid 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Bereikbaarheid Binnenstad Eenheid Strategie & Regie Eenheid Veiligheid & Recht Huisvuilrechten 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S € € €
€ € € € €
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
5.039
1.135
-3.904
5.008
862
-4.146
-31
-273
5.039
1.135
-3.904
5.008
862
-4.146
-31
-273
20 20
20 20
50
1.175
-3.864
5.058
513 20 20 56 1.471
513 -30 20 56 -3.587
5.039
I/S
-242 I S -242
513
513 -50
56 296
56 277
50
19
S
De lagere baten worden veroorzaakt, omdat veel minder procesverbalen zijn uitgeschreven en de ontvangen rijksvergoeding daarmee lager is dan begroot. Dit heeft diverse redenen. Als eerste is er in de stad minder op maaiveldniveau geparkeerd. Ten tweede is het naleefgedrag van parkeerders, maar ook in het algemeen, sterk verbeterd. Ten derde is ten gevolge van bestuurlijke keuzes de prioritering verschoven naar jeugd boa’s en naar de wijkgerichte inzet (extra inzet in Park Berg en Bos). Ook het weglekeffect van een niet voorziene verhuizing van het team van Het Portaal naar Aruba in Apeldoorn Zuid heeft duidelijk effect gehad op de operationele inzetbaarheid. Het product 980 geeft een saldo van ongeveer € 500.000. De handhaving op het gebied van parkeren wordt gedekt door de reserve bereikbaarheid. Deze onttrekking was begroot op programma 3 en de realisatie van deze onttrekking is geboekt op programma 2.
160 Opsporing en ruiming explosieven Prestatie Opruimen explosieven Kroondomein De gemeente verzorgt het systematisch ruimen van explosieven in het Kroondomein.
Toelichting In 2014 is er conform het werkplan 2014 zoals vastgesteld door de raad op 16 januari 2014 gewerkt. In de septembercirculaire is de zogenoemde Bommenregeling aangepast. We zijn nog in gesprek met het Ministerie van BZK over de bijzondere situatie van dit project in Apeldoorn.
●
84
Wat heeft het gekost? 160 Opsporing en ruiming explosieven Begroting Bestaand Beleid 160 Opsporing en ruiming explosieven
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Veiligheid & Recht 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
4.167
-4.167
3.126
-3.126
-1.041
1.041 I
€
4.167
-4.167
3.126
-3.126
-1.041
1.041
€ €
4.167
1.000 -3.167
1.068 4.194
-68 -3.194
1.068 27
-1.068 -27
1.000 1.000
1.000 1.000
Op dit product hebben wij een voordeel van ongeveer € 1.040.000. Dit voordeel wordt veroorzaakt door middelen uit voorgaande jaren die niet zijn besteed. Uw raad heeft deze middelen geoormerkt voor opsporing en ruiming van explosieven. In de turap was een voordeel van € 1,8 mln gemeld. Achteraf is gebleken dat er toch meer explosieven zijn opgeruimd dan voornemens. Ieder jaar worden middelen overgehouden op dit programma. Deze middelen zijn door de Raad geoormerkt. Door verandering van de vergoedingssystematiek voor het ruimen van explosieven zal de gemeente in 2015 en verdere jaren eigen budgetten moeten inzetten voor de opsporing en ruiming van explosieven. Op basis van nacalculatie kan naar verwachting slechts 70% van de kosten worden gedeclareerd bij het ministerie van BZK. Om de voortgang van dit project voor 2 à 3 jaar voort te zetten, is bij de jaarrekening 2014 het voordeel van € 1.040.000 in een ROP post omgezet.
Outputkengetal
• aantal ha afgezochte en geruimde kroondomeinen • aanvragen vergunningen publiek domein • aantal bestuurlijke oefeningen
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Raming 2014
Realisatie 2014
18
43
pm
50
1.511 2
1.492 3
900 2
1.648 3
Resumé programmakosten Programma / beleidsproducten Veiligheid 120 Brandweer en rampenbestrijding 140 Openbare orde en veiligheid 160 Opsporing en ruiming explosieven Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
Primaire begroting 2014 (A) Saldo Lasten Baten 11.944 4.999 0
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
812 -11.132 11.979 1.135 0
-3.864 0
5.039 4.167
16.943
1.947 -14.996 21.185
16.943
1.947 -14.996 21.185
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
812 -11.167 11.170 1.135 0
-3.904 -4.167
5.008 3.126
1.947 -19.238 19.304 1.075 1.075 1.118 3.022 -18.163 20.422
85
420 -10.750
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo -809
-392
417
-4.146 -3.126
-31 -1.041
-273 0
-242 1.041
1.282 -18.022 1.644 526 2.926 -17.496
-1.881 1.118 -763
-665 569 -96
1.216 -549 667
862 0
86
Programma 3 Openbare ruimte
Beleidsproducten: 210 Hoofdwegenstructuur 214/ 215 Parkeren 212 Fiets/OV 211 Verkeersveiligheid 722 Riolering en water 560 Groene omgeving 210/ Beheer en onderhoud 211/ 560/ 724
87
2.1.3 Openbare ruimte Portefeuillehouder(s): - O.G. Prinsen - J.G. Kruithof - D.H. Cziesso Doelstellingen Wat wilden we bereiken? Met dit programma 3 wil ons college de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid op verkeersgebied in stand houden en waar mogelijk verbeteren. Uitgangspunt hierbij is de hoofdlijn van het verkeer- en vervoerbeleid zoals vastgesteld in de in 2009 vastgestelde verkeersvisie 2010 - 2020. Verder wil het college met dit programma zorgen voor het in stand houden en uitbouwen van een aangename, schone, gezonde en groene leefomgeving voor mens en dier. Uitgangspunten hier zijn de door de raad vastgestelde Groene Mal en het Waterplan. Dit is uitgewerkt in een aantal subprogramma’s met de volgende doelstellingen. 3.1 Hoofdwegenstructuur Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per auto. 3.2 Parkeren Doelstelling: optimale inzet van het reguleringsinstrument parkeren ten behoeve van de bereikbaarheid vanuit het principe ‘faciliteren waar mogelijk, reguleren waar noodzakelijk’ 3.3 Fiets en (OV)Vervoer Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per fiets en (OV)vervoer. 3.4 Verkeersveiligheid Doelstelling: verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn verbeteren. Het verminderen van het aantal ongevallen met 35% t.o.v. 2002. 3.5 Water en riolering Doelstelling: het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater. 3.6 Groene mal Doelstelling: in stand houden en uitbouwen van een aangename en groene leefomgeving (inclusief ecologie, natuurbescherming, dierenwelzijn en kinderboerderijen). 3.7 Beekherstel Doelstelling: ruimte bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie en recreatie. 3.8 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte Doelstelling: het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteitsniveaus in de groene ruimte, de infrastructuur, speelvoorzieningen, de begraafplaatsen, het rioolstelsel en de gemeentelijke waterhuishouding.
88
Wat hebben we bereikt? Vanuit de brede doelstellingen zoals die in dit programma zijn verwoord, is gewerkt aan een veelheid van aspecten. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om planvorming en uitvoering van verkeersmaatregelen (voor auto, fiets en OV), maar ook op gebieden van voorkomen van wateroverlast, en bescherming van de volksgezondheid, ontwikkeling en inrichting van de groene leefomgeving en het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Bij de prestaties is per onderdeel aangegeven wat de resultaten zijn, die gezamenlijk een bijdrage aan de realisatie van de langjarige doelstellingen hebben geleverd.
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
3.1 Hoofdwegenstructuur Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per auto. Prestatie Toelichting Reconstructie Zutphensestraat
●
Reconstructie Laan van Malkenschoten
●
Reconstructie Arnhemseweg
●
Verkeerscirculatie Binnenstad
●
Verkenning N786
●
A1 korte en lange termijn (planvorming)
●
Maatregelen hoofdwegenstructuur (planvorming)
●
De verdubbeling van de Zutphensestraat is in 2014 uitgevoerd. De aansluitende wegvakken van de Laan van Osseveld en de Laan van Erica zullen in 2015 worden gereconstrueerd. Het laatste deel van de Laan van Malkenschoten, te weten het deel tussen de Oude Apeldoornseweg en de Kayersdijk, is in 2014 verdubbeld. De reconstructie van de Arnhemseweg is in 2014 afgerond, met uitzondering van het gedeelte ter hoogte van de Politieacademie. Aan de planvorming is in 2014 gewerkt. Door de gewijzigde economische omstandigheden is een heroriëntatie op het verkeersaspect noodzakelijk en derhalve is het plan niet afgerond. Door de provincie Gelderland is in 2014 een aanvullende studie verricht naar de aansluiting van de N786 op de A50. In 2015 wordt door de provincie een gebiedsstudie opgesteld. De planvorming voor de korte termijn maatregelen (uitvoering 2016/2017) is in 2014 afgerond. In 2014 is tevens de planvorming voor de lange termijn uitbreiding van de A1 gestart. In het collegeakkoord “Door!” is ervoor gekozen om de verkeersvisie te actualiseren. De planvorming naar de maatregelen op de hoofdwegenstructuur zal hierin worden geïntegreerd.
89
Kengetal
• •
Realisatie 2006
Realisatie 2008
Doel 2014
Realisatie 2014
5,5
6,1
6,0
6,0
5,4
5,8
5,7
5,7
oordeel inwoners over bereikbaarheid stad per auto oordeel inwoners over bereikbaarheid binnenstad per auto
bron: onderzoek eenheid RL, Ruimtelijk programmeren en Beleid
BROA Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisport (Zutphensestraat BROA, proj.nr. 11.0) In 2014 is de Zutphensestraat verdubbeld. De aansluitende wegverbredingen van de Laan van Osseveld en Laan van Erica zullen in 2015 worden gerealiseerd. Door deze maatregelen wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de bereikbaarheid van de oostzijde van de stad. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging L B S
3.1 Hoofdwegenstructuur Begroting bestaand beleid 211 Verkeersmaatregelen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Infrastruct Oostzijde/Omnisportcentr Verkeersvoorzieningen beekbergen Overige reserves Bereikbaarheid Binnenstad Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
€ €
6.267 6.267
2.450 2.450
-3.817 -3.817
8.341 8.341
5.624 5.624
-2.717 -2.717
2.074 2.074
€ €
680
3.448
2.768
680 128
3.010
2.330 -128
128
96 -34 -454
69 2.271
€ € €
6.947
111 35 6.043
111 35 -904
69 9.218
96 35 8.764
3.174 3.174
S
I/S
1.100 I 1.100
-438
-438 -128
-15
-15 -69 450
2.721
Van een aantal projecten, zoals de reconstructie van de Arnhemseweg en de reconstructie van de Laan van Malkenschoten, zijn zowel de lasten als de baten niet begroot. Dit betreft projecten waarvan de uitvoering over de jaargrenzen heen gaat en waarvan de besluitvorming door de raad vóór 2014 heeft plaatsgevonden. De kosten van deze projecten worden gedekt door gelden van derden, BROA en budgetten van andere beleidsproducten. De interne bijdrages zijn geraamd op andere producten en worden "intern bijgedragen". Per saldo is dit kostenneutraal. De lasten op product 211 laten een nadeel van € 2.074.000 zien. Dit nadeel wordt veroorzaakt door kosten in verband met de reconstructie Arnhemseweg fase 3 ( € 2.532.000 N) en kosten in verband met de reconstructie van de Laan van Malkenschoten (€ 121.000 N). Hier tegenover staan voordelen zoals voor de Fietsenstalling station (€ 126.000 V) en de reconstructie van de Zutphensestraat (€ 438.000 V). De overige verschillen betreffen een diverse kleinere verschillen (€ 15.000 V). De baten op product 211 vertonen een voordeel van € 3.174.000. Dit voordeel wordt veroorzaakt door bijdragen in verband met de reconstructie van de Arnhemseweg (€ 2.462.000 V), bijdragen in verband met de reconstructie Laan van Malkenschoten (€ 208.000 V) en bijdragen ten behoeve van verkeersvoorzieningen Beekbergen (€ 128.000 V). Verder zijn er nog kleinere bijdragen ontvangen voor het project Transferium Zuid (€ 45.000 V) en de aanleg van 2 transferia (€ 304.000 V). De overige verschillen betreffen een diverse kleinere verschillen (€ 27.000 V).
90
3.2 Parkeren Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de binnenstad door faciliteren en reguleren van de parkeervoorzieningen. Prestatie Toelichting Transferium Zutphensestraat
●
Beheer Reserve Bereikbaarheid Binnenstad
●
Exploitatieonderzoek gemeentelijke parkeergarages
●
Onderzoek organisatie parkeerbedrijf
●
Digitaliseren parkeerproducten
●
Voorbereiding en aanbesteding hebben in 2014 plaatsgevonden. De uitvoering is uiterlijk eind maart 2015 afgerond. Jaarlijks wordt de financiële stand van de reserve geactualiseerd. Het resultaat wordt meegenomen in de Meerjaren Programma Begroting. Ten aanzien van de herijking van de RBB zijn voorgenomen maatregelen verkend. De raad wordt hierover in het voorjaar 2015 geïnformeerd. Het onderzoek is in 2014 gestart en zal in het eerste kwartaal van 2015 worden afgerond. Bij elke innovatie (nieuwe parkeerapparatuur, vereenvoudiging tarieven e.d.) wordt tevens bezien of de bedrijfsvoering doelmatiger kan. Ook de resultaten van het exploitatieonderzoek parkeergarages (gereed in 2015) kan effecten hebben op de organisatie van het “parkeerbedrijf” . Vanaf 27 november 2014 is belparkeren in Apeldoorn mogelijk. Het vergunningparkeren wordt in 2015 gedigitaliseerd.
BROA Aanleg twee transferia (BROA, proj.nr. 25.5) De uitbreiding van de carpoolplaats/transferium Kayersdijk van 50 naar 100 plaatsen is gerealiseerd. De carpoolplaats/transferium Zutphensestraat is aanbesteed en zal in het eerste kwartaal van 2015 worden uitgevoerd. De carpoolplaats zal circa 80 parkeerplaatsen bevatten, inclusief busen fietsvoorzieningen. Het transferium biedt ruimte aan circa 800 auto’s.
91
Kengetal
• •
•
Realisatie 2012
Realisatie 2007
Doel 2014
Realisatie 2014
-
5,7
60
*
6,7 6,9 8,0 5,7
6,9 7,1 8,0 5,8
7,5 8,5 5,7
* * * *
% inwoners dat tevreden is over de parkeergelegenheid oordeel inwoners over: ο verkeersoverlast ο geluidsoverlast door verkeer ο stankoverlast door verkeer oordeel inwoners over parkeeroverlast stedelijk gebied
Bron: onderzoek Eenheid RL, Ruimtelijke programmeren en Beleid, leefbaarheidsenquête * deze gegevens worden niet meer gemeten sinds afschaffing van de milieumonitor
Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging L B S
3.2 Parkeren Begroting bestaand beleid 214 Parkeren 215 Baten parkeerbelasting 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Wijkontw.plan zevenhuizen 15.1 Overige reserves Bereikbaarheid Binnenstad Reserve kaplasten brinkparkgarage 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € €
7.300 7.300
€ € € €
5.865 13.165
L
4.490 3.846 8.336
-2.810 3.846 1.036
100
100
5.198 267 13.901
-667 267 736
Realisatie B
7.067 1 7.068
5.472 12.540
4.257 3.544 7.801
4.484 267 12.552
S -2.810 3.543 733
-988 267 12
L -233 1 -232
Afwijking B
S
-233 -302 -535
I -303 I -303
-100
-100
-393
-714
-321
-625
-1.349
-724
3.3 Fiets en (OV) Vervoer Doelstelling: handhaven en zo mogelijk uitbreiden van de bereikbaarheid van de stad en binnenstad per fiets en (OV)vervoer.
Prestatie
Toelichting
Verbeteringen fietsdoorstroomas Uchgelen
●
Verbeteren van de positie van de fiets op Kanaal-Noord
●
Met de voorbereidingen is in 2014 gestart. Het ontwerp is gereed en hierover is gesproken op informatieavonden met bewoners en bedrijven. De uitvoering is in 2015, aangezien de werkzaamheden gekoppeld worden aan de asfalteringswerkzaamheden op de Laan van Westenenk die in 2015 gepland staan. Door deze koppeling worden financiële voordelen bereikt. De fietsstroken op Kanaal-Noord zijn gerealiseerd.
Fietsparkeren binnenstad
●
In 2014 zijn nieuwe fietsenrekken geplaatst in de stallingen Stadhuis en Marktstraat.
92
I/S
Prestatie
Toelichting
Stimuleren fietsgebruik met Fiets en Win, inclusief evaluatie. Verkenning OV verbinding Apeldoorn Arnhem.
●
Verkenning nieuwe stations op de lijn Apeldoorn - Amersfoort
●
Programma Hoogfrequent Spoor (PHS).
●
Kengetal
• •
De evaluatie van Fiets en Win is afgerond en er is besloten te stoppen. De verkenning is uitgevoerd. Er gaat geen nieuwe lijn rijden op deze verbinding omdat er geen bus met innovatieve aandrijftechnieken op de markt is. NS heeft een quick scan afgerond. De conclusie is dat er geen vervoerwaarde op de lijn Barneveld –Apeldoorn aanwezig is om nieuwe stations te rechtvaardigen. De Staatssecretaris heeft een besluit voor een tracévariant uitgesteld tot na 2020. Derhalve zijn eventuele consequenties voor Apeldoorn op dit moment niet bekend.
●
Realisatie 2008
Realisatie 2011
Doel 2014
Realisatie 2014
7,9
7,9
7,9
7,8
8,0
8,1
8,1
8,1
oordeel inwoners over bereikbaarheid stad per fiets oordeel inwoners over bereikbaarheid binnenstad per fiets
Bron: onderzoek eenheid RL, Ruimtelijk Programmeren en Beleid
Wat heeft het gekost? 3.3 Fiets en (OV) Vervoer Begroting bestaand beleid 211 Verkeersmaatregelen 212 Openbaar vervoer 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Bereikbaarheid Binnenstad Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S € € €
833 168 1.001
€ € €
144
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
144
-689 -168 -857
1.197 163 1.360
1.028 -196 832
-169 -359 -528
364 -5 359
884 -196 688
36
725
689
896
869
-168
525 -549 -552
335 549 1.243
171
1.037
371 549 2.280
1.728
859
S
I/S
520 I -191 I 329
-164 -549 -384
Van een aantal projecten, zoals de reconstructie van de Arnhemseweg en de fietsdoorstroomas Ugchelseweg, zijn zowel de lasten als de baten niet begroot. Dit betreft projecten waarvan de uitvoering over de jaargrenzen heen gaat en waarvan de besluitvorming door de raad vóór 2014 heeft plaatsgevonden. De kosten van deze projecten (€ 226.000) worden gedekt uit de reserve Bereikbaarheid Binnenstad. Het beheer van de fietsenstallingen heeft € 114.000 meer gekost. Dit is een gevolg van meer openstelling, zoals bij bijzondere evenementen. De overige verschillen worden veroorzaakt door diverse kleine afwijkingen. De baten van product 211 geven een voordeel van € 884.000 te zien. Ten behoeve van de fietsdoorstroomas Ugchelseweg zijn bijdragen van de provincie en vanuit het onderhoudsbudget van wegen ontvangen (€ 705.000 V). Daarnaast zijn bijdragen ontvangen ten behoeve van het kruispunt Papegaaiweg-Zwolseweg en het kruispunt Ugchelseweg-Laan van Westenenk (€ 160.000 V). De overige verschillen worden veroorzaakt door diverse kleine afwijkingen (€ 19.000 V).
93
De baten op product 212 zijn negatief en leveren dus een nadeel op. Oorzaak is het afboeken van een subsidie van de provincie in verband met informatiezuilen (€ 207.000 N). In 2013 werd nog rekening gehouden met deze subsidie. Inmiddels is gebleken dat deze subsidie reeds in 2011 is ontvangen, maar ten gunste van een ander project is gebracht. De overige verschillen worden veroorzaakt door diverse kleine afwijkingen. Op product 980 worden de lasten en baten met de reserve Bereikbaarheid Binnenstad en de reserve Overlopende Projecten verrekend. De lasten op product 980 leveren een nadeel op van € 884.000. Deze wordt gedekt uit het voordeel van baten op product 211. Hiervan komt € 335.000 ten laste van de reserve Bereikbaarheid Binnenstad en € 549.000 ten laste van de reserve overlopende projecten.
3.4 Veiligheid Doelstelling: verbeteren van de verkeersveiligheid in het stedelijk en het buitengebied van Apeldoorn. Het verminderen van het aantal ongevallen met 35% ten opzichte van 2002.
Prestatie
Toelichting
Inrichting herkenbare schoolomgeving.
●
Maatregelen gericht op educatie weggebruikers
●
Uitwerken evaluatie duurzaam veilig.
●
Begeleiden verkeersexamens basisscholen.
●
Kengetal
•
beleving inwoners verkeersveiligheid
• • •
aantal verkeersongevallen per jaar aantal verkeersslachtoffers per jaar beleving inwoners stedelijk gebied verkeersveiligheid beleving inwoners buitengebied verkeersveiligheid
•
In 2014 zijn er geen verzoeken van scholen binnengekomen voor het inrichten van schoolomgevingen. In 2014 zijn diverse educatieve maatregelen genomen gericht op scholieren (voor basisschool en voortgezet onderwijs, zoals Jongleren, Streetwise, Team Alert en Verkeerscarrousel) en beginnende automobilisten en communicatieve maatregelen gericht op snelheid en verlichting. In 2014 zijn verkeersveiligheidsgelden in combinatie met asfaltonderhoudswerkzaamheden ingezet om duurzaam veilig maatregelen te realiseren, zoals in de Jachtlaan, Eendrachtstraat/ Hoenderparkweg en Koninginnelaan. In mei zijn de verkeersexamens van leerlingen van basisscholen afgenomen. Realisatie 2008
Realisatie 2011
Doel 2014
Realisatie 2014
7,0 (fiets) 7,3 (auto) 1.713 434 7,0 (fiets) 7,4 (auto) - (fiets) - (auto)
7,0 7,5 6,9 7,4 -
7,0 7,5 1.267 77 6,9 7,4 6,9 7,5
7,2 7,6 * * 7,0 7,5 6,9 7,5
Bron: onderzoek eenheid RL, Ruimtelijk Programmeren en Beleid * = op basis van verkeersveiligheidgegevens Apeldoorn, cijfers 2014 zijn nog niet beschikbaar.
94
Wat heeft het gekost? 3.4 Veiligheid Begroting bestaand beleid 211 Verkeersmaatregelen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Beheer & Onderhoud 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S € €
2.022 2.022
€ €
2.022
44 44
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
-2.022 -2.022
2.142 2.142
214 214
-1.928 -1.928
120 120
214 214
94 I 94
44 -1.978
2.142
44 258
44 -1.884
120
214
94
3.5 Water en riolering Doelstelling: het beschermen van de volksgezondheid. Het voorkomen van wateroverlast. Het beschermen van bodem, grond- en oppervlaktewater. Een schone en gezonde leefomgeving door het inzamelen en afvoeren van afval- en regenwater.
Prestatie
Toelichting
Technische staat en functioneren van de riolering op orde houden en verbeteren.
●
Duurzaam gebruik afvalwater
●
Maatregelen tegen wateroverlast
●
Waterkwaliteitmaatregelen
●
Het gemeentelijk rioleringsplan 2011- 2015 (GRP) is in uitvoering. De realisatie van de doelstellingen ligt op schema. Een van de hoofddoelstellingen is de technische staat en het functioneren van de riolering op orde houden en zo nodig verbeteren. In 2014 is 2,2 km riolering vervangen en 0,4 km gerelined. De belangrijkste projecten waren de vervangingen in de Oude Beekbergerweg (in samenloop met ondergronds brengen hoogspanning) en de Arnhemseweg (in samenloop met herinrichting en afkoppelen). Er is gestart met de introductie van assetmanagement. Ingezet is op de realisatie van een demonstratieproject voor nieuwe sanitatie in Kerschoten en gezamenlijk landelijk onderzoek (LCA) naar de inzameling van GF-afval via de waterketen. Van beide projecten worden de resultaten verwacht in het 1e kwartaal van 2015. Er is een strategie opgesteld voor de aanpak van wateroverlast met oog op klimaatverandering. Deze strategie wordt via het nieuwe GRP in 2015 (bestuurlijk) geïmplementeerd voor Apeldoorn. Bij de hevige regenval van afgelopen zomer zijn nieuwe knelpunten met wateroverlast naar voren gekomen. Bestaande en nieuwe knelpunten zijn opgelost of er lopen onderzoeken naar de aanpak ervan. In 2014 is een waterkwaliteitspoorstudie voor Apeldoorn uitgevoerd. De knelpunten voor het oppervlaktewater zijn hierbij in beeld gebracht. Er zijn gebruiksfuncties gedefinieerd en maatregelen opgesteld. De maatregelen worden in 2015 uitgevoerd of opgenomen in het nieuwe GRP 2016-2020.
95
Prestatie
Toelichting
Afkoppelen regenwater 5 ha per jaar
●
Regionale samenwerking
●
Kengetal
• •
In 2014 is 8,5 ha verhard oppervlak afgekoppeld. De doelstelling van 5 ha in 2014 is hiermee ruimschoots gehaald. Er is oa. afgekoppeld bij de Jachtlaan, Boerhaavestraat, Arnhemseweg en Hoenderparkweg. Het regionale werkplan 2014 is grotendeels uitgevoerd.
Realisatie 2008
Realisatie 2011
Doel 2014
Realisatie 2014
865 2%
pm 2%
1.000 3%
519 3%
Realisatie 2008
Realisatie 2011
Doel 2014
Realisatie 2014
6,3
26,9
48,6
52,1
aantal meldingen riolering percentage riolering dat technisch niet voldoet
Bron: gegevens buitenlijn en inspectieresultaten 2014 eenheid Ruimtelijke leefomgeving
Outputkengetallen
•
totaal afgekoppeld bestaand verhard oppervlak per jaar (cumulatief vanaf 2006)
Bron: monitoring afkoppeling verhard oppervlak eenheid Ruimtelijke leefomgeving
Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging L B S
3.5 Water en riolering Begroting bestaand beleid 722 Riolering en waterzuivering 726 Baten rioolrecht 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Riolering 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € €
9.379
€ €
L
-9.360 11.886 2.526
11.974
9.379
19 11.886 11.905
11.891 21.270
9.374 21.279
-2.517 9
Realisatie B
S
11.974
2.485 11.926 14.411
-9.489 11.926 2.437
14.397 26.371
11.971 26.382
-2.426 11
L 2.595
Afwijking B
S
I/S
2.595
2.466 40 2.506
-129 I 40 I -89
2.506 5.101
2.597 5.103
91 2
Door het integraal uitvoeren en verantwoorden van projecten, zoals projecten waarbij zowel het riool als de weg wordt vervangen, ontstaan jaarlijks financiële verschuivingen van het ene beleidsproduct naar het andere door de administratieve verrekening van deelbijdragen vanuit diverse producten. Het betreft hier budgettair neutraal verschuivingen. Een voorbeeld van een financiële bijdrage is dat bij het vervangen van een riool ook het afkoppelen wordt meegenomen. Er vindt dan een bijdrage plaats uit 'afkoppelgelden', waar een uitgave tegenover staat. Tegenover een hogere baat staat ook een hogere last. Hiervan is reeds melding gemaakt in de turap.
96
3.6 Groene mal Doelstelling: In standhouden en uitbouwen van een aangename en groene leefomgeving (inclusief ecologie, natuurbescherming, kinderboerderijen en dierenwelzijn). Realiseren bezuiniging: afstoten bos, aanpassen prestatieafspraken met ACCRES. Deze doelstelling wordt verder uitgewerkt in onderstaande prestaties:
Prestatie
Toelichting
Uitvoering wig Zuidbroek en wig Zonnehoeve
●
Uitvoering Weteringse Broek
●
Herziene samenwerkingsovereenkomst Groene Mal partners
●
Ontwikkelingsstrategie oostelijk deel Beekbergerwoud
●
De wig (park) Zuidbroek is grotendeels gerealiseerd. De laatste onderdelen zijn in voorbereiding (de noordrand en de verbinding met het Weteringse Broek). Bijzonder is de oprichting van de Stichting vrienden van park Zuidbroek (particulier initiatief) voor het in stand houden van het park, vrijwilligerswerk en organiseren van culturele activiteiten en evenementen. De wig Zonnehoeve is nagenoeg gereed. De extra pluktuin is deels gesponsord. Beheer & Onderhoud hiervan gebeurt in samenwerking met ’s Heerenloo en de buurtraad Zonnehoeve. De realisatie voor de ontwikkeling van het recreatief uitloopgebied is op schema. In 2014 lag het accent op voorbereiding voor realisatie in 2015. Het betreft particuliere natuurontwikkeling in het Drostendal, een grote kavelruil, vervolg fietspad langs de Groote Wetering, aanplant energiebos en het oversteekbaar maken van knooppunt Apeldoorn Noord/A50 voor recreanten uit de stad. De samenwerking met gemeente Voorst, Natuurmonumenten en Waterschap Vallei en Veluwe is verlengd tot eind 2017. Afspraken zijn gemaakt over gezamenlijke ambities en inzet voor het Weteringse Broek, Landgoed Woudhuis, Beekbergerwoud en Beekbergsebeek. In het najaar is een quickscan uitgevoerd. Centraal hierin staat het denken in ecosysteemdiensten (de diensten die de toekomstige biodiversiteit kan leveren en die baten genereren). Begin 2015 volgt samen met Natuurmonumenten een businesscase. Een nieuwe strategie is nodig omdat de gebruikelijke financiering vanuit de provincie (natuurhectares) met het vaststellen van de omgevingsvisie is vervallen.
97
Wat heeft het gekost? 3.6 Groene mal Begroting bestaand beleid 560 Openbaar groen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving Vernieuwen bomenbestand 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S € €
2.338 2.338
€ € €
281 2.619
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
26 26
-2.312 -2.312
2.688 2.688
1.050 1.050
-1.638 -1.638
350 350
1.024 1.024
674 I 674
102
102 -281 -2.491
62 490 3.240
102 291 1.443
40 -199 -1.797
62 209 621
291 1.315
-62 82 694
128
De lasten van de groene mal laten een nadeel van € 350.000 zien. Hiervan wordt € 285.000 veroorzaakt door groencompensatie bij de projecten Driehuizerspreng en Koningsbeek. Deze bijdrage wordt gedekt uit de egalisatiereserve vernieuwen bomenbestand. Tevens is een bijdrage gedaan aan het project Regiocontract Weteringsebroek (€ 126.000 N). De overige verschillen betreffen een voordeel op diverse budgetten (kleine afwijkingen). De baten van de groene mal laten een voordeel zien van € 949.000. Dit voordeel wordt veroorzaakt door bijdragen van derden (€ 196.000 V) in verband met groencompensatie. Deze bijdragen worden in de reserve bomenbestand gestort. In 2014 heeft de finale afrekening plaatsgevonden van de renovatie van Park Berg en Bos. Van de provincie Gelderland is hiervoor een bijdrage van 607.000 ontvangen. Het genoemde bedrag is het laatste deel subsidie wat is uitgekeerd waarmee het project is afgesloten. Ten behoeve van het project Regiocontract Weteringsebroek is per saldo een bijdrage van € 126.000 ontvangen. De overige verschillen betreffen diverse kleine afwijkingen.
3.7 Beekherstel Door beekherstel ruimte bieden aan afgekoppeld regenwater, overtollig grondwater, ecologie, cultuurhistorie en recreatie.
Prestatie
Toelichting
8 beken in voorbereiding voor beekherstel.
●
In 2014 wordt de uitvoering afgerond van de beektrajecten Orderbeek Oost, Orderbeek winkelcentrum en de Grift 1.
●
De voorbereiding verloopt goed, deze vindt gefaseerd plaats waarbij het tempo mede bepaald wordt door beschikbare gronden en budgetten. De voorbereiding van 3 beektrajecten is afgerond. Het project de Grift 1 (Hilde Heze) maakt samen met de Grift langs de PWAlaan deel uit van het Regiocontract. Het project is vrijwel afgerond. Op financieel gebied vinden de laatste afwikkelingen plaats. De projecten Orderbeek Oost en winkelcentrum worden als één totaalproject uitgevoerd. Bij de afronding van de realisatie werd een vervuiling aangetroffen. De aard, omvang en aanpak worden nader verkend. De aanbestedingsprocedure van de Rodebeek Noord en de Beek in het Orderveen Noord is vrijwel afgerond waarna de realisatie start. Het project Eendrachtspreng Zuid bestaat uit een klein project Zuidwest en een groter project Zuidoost.
●
De uitvoering van de Eendrachtspreng Zuid, Beek in Kerschoten, Rodebeek Noord, Beek in het Orderveen Noord staat gepland in 2014/2015.
●
98
Prestatie
Toelichting Het deelproject Eendrachtspreng Zuidwest is stopgezet omdat geen overeenstemming met de grondeigenaren kon worden bereikt. Hierdoor is het mogelijk dat de synergiebijdrage van het Ministerie van I&M voor deze beek wordt verminderd. Of dit gebeurt en de mate waarin is nog onbekend. Het heeft op korte termijn geen gevolgen. Het kan op de langere termijn gevolgen hebben voor de dekking van de nog te realiseren delen van de Eendrachtspreng. Er is een bodemvervuiling geconstateerd bij de Eendrachtspreng Zuidoost. Dit kan leiden tot meerkosten. Geprobeerd wordt dit financieel binnen het programma op te lossen. Voor het project Eendrachtspreng Zuidoost is het bestek opgesteld en vindt afstemming met gerechtigden van een erfdienstbaarheid plaats voorafgaand aan de uitvoering in 2015. Over de Eendrachtspreng is de raad in het voorjaar geïnformeerd. In verband met bezuinigingen bij het waterschap vertraagt de realisatie van de Beek in Kerschoten richting 2016. De voorbereiding loopt. Geconstateerd is dat de beoogde dekking van € 200.000 vanuit de exploitatie van het grondbedrijfproject Kanaalstraat aan het herstel van De Grift Beurtvaartstraat niet meer beschikbaar is. Hierdoor vervalt een deel van de dekking van het Programma Beken en Sprengen hetgeen op termijn een negatief effect heeft op het eindresultaat. Tevens ontstaat een ongewenste onbalans tussen de verhouding van de 3 financieringsstromen van het Programma (Reserve Riolering, Waterschap en bijdrage Ruimtelijke Ontwikkelingen). Bij het vaststellen van de jaarrekening 2014 zal daarom aan de raad een voorstel worden voorgelegd om het tekort van € 200.000 te dekken uit het jaarrekeningresultaat 2014.
●
●
Grift Beurtvaartstraat financiële afhandeling
●
BROA BROA project 3.13 Projecten beken en sprengen, herstel Eendrachtsprengen De uitvoering van de Eendrachtspreng Zuidoost vindt plaats in 2015. Het BROA-budget van 2014 van € 75.000 is daarvoor overgeboekt naar 2015.
99
Wat heeft het gekost? 3.7 Beekherstel Begroting bestaand beleid 560 Openbaar groen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Aansluiting op Berg&Bos (BROA3.16) Beekbergse broek (BROA 3.15) Herinrichting stadsranden (BROA3.14) 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S € €
€ € € €
542 542
542
-542 -542
60 200 240 500
Realisatie B
L
60 200 240 -42
S
166 166
46 46
-120 -120
166
6 1 4 57
6 1 4 -109
L
Afwijking B
-376 -376
46 46
-376
-54 -199 -236 -443
S
I/S 422 I 422
-54 -199 -236 -67
De lasten van beekherstel leveren een voordeel op van € 376.000. De BROA-projecten "Aansluiting op Berg en Bos (3.16)", "Beekbergse broek (3.15)" en "Herinrichting stadsranden (3.14)" zijn in 2014 in voorbereiding genomen. De ambtelijke voorbereiding komt niet ten laste van de reserve BROA, de overige kosten wel. De 3 genoemde projecten leveren een voordeel op (€ 489.000 V). Dit voordeel wordt verrekend met de reserve BROA. De overige verschillen betreffen een aantal kleinere afwijkingen.
3.8 Beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van de openbare ruimte; het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteitsniveaus in de groene ruimte, de infrastructuur, speel-voorzieningen de begraafplaatsen, het rioolstelsel en de gemeentelijke waterhuishouding.
Prestatie
Toelichting
De kwaliteit van de openbare ruimte voldoet voor 90% aan niveau ‘Basis’.
●
Wij hanteren de Kadernotitie openbare ruimte als leidraad om de huidige onderhoudskwaliteit te borgen.
●
Kengetal
Deze doelstelling is gehaald met uitzondering van de aanwezigheid van uitwerpselen van honden, aanplakkingen en graffiti. In het kader van Apeldoorn Rein wordt hieraan gericht aandacht besteed. Naast de Kadernotitie is eind 2013 het Herstelplan wegen door de raad vastgesteld als kaderstellend document. Het Herstelplan voorziet in de totstandkoming van tweejaarlijkse MeerjarenOnderhoudsplannen die steeds aan de raad worden voorgelegd. Realisatie 2006
Realisatie 2007
78
78
Kwaliteit OR voldoet aan 'basis'
Doel 20132016 >90%
Realisatie 2014 >90%
Bron: schouwresultaten eenheid Beheer & Onderhoud
Bezuinigingsvoorstellen Bedrijfsvoering Beheer en Onderhoud De hiermee voorgenomen afname van de personeelsformatie is gerealiseerd. De besparing bedraagt € 44.000.
100
Beeldkwaliteitsniveau Groen van A naar B De in de fasering voorgestelde bezuiniging van € 80.000 in 2014 is geheel gerealiseerd. Maatschappelijke effecten zullen niet direct zichtbaar zijn maar wellicht aan het licht komen in een eerstvolgende burgerpeiling waarin wordt gevraagd naar de mening over de uitstraling van het openbaar groen. Reductie van € 100.000 door vermindering van straatmeubilair (prullenbakken, zitbanken) Deze bezuiniging is in volle omvang gerealiseerd. De effecten ervan worden de komende periode gevolgd (reacties uit de wijken en mogelijke toename zwerfafval). Wat heeft het gekost? 3.8 Beheer en onderhoud Begroting bestaand beleid 210 Wegen, straten en pleinen 550 Natuurbescherming 560 Openbaar groen 580 Recreatieve voorzieningen 724 Begraafplaatsen 732 Begraafplaatsrechten 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Afkoop graven Bereikbaarheid Binnenstad Eenheid Beheer & Onderhoud Egalisatie Bouwleges Huisvuilrechten Reserve herstel onderhoud wegen Riolering Schildersonderhoud openb verlichting Vernieuwen bomenbestand 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S € € € € € € €
23.936 305 14.176 556 1.828
€ € € € € € € € € €
1.884
40.801
13 42.698
845 -23.091 220 -85 1.746 -12.430 -556 265 -1.563 1.534 1.534 4.610 -36.191
1.548 409 2.565 10 39 1.000 988 320
-336 409 2.565 10 39 1.000 988 320 -13 11.489 -31.209
Realisatie B
L 23.754 261 14.083 443 1.754 40.295
1.850 1.227
3.194 -20.560 201 -60 1.904 -12.179 14 -429 315 -1.439 1.420 1.420 7.048 -33.247
1.520 409 2.565
362 1.111 171 43.734
S
-330 409 1.338
-362 1.111 171
12.824 -30.910
Afwijking B
L -182 -44 -93 -113 -74
S
I/S
-506
2.349 -19 158 14 50 -114 2.438
2.531 25 251 127 124 -114 2.944
-34
-28
6
1.227
362
-13 1.036
-10 -39 -1.000 123 -149 1.335
I I I I I I
-1.227 -10 -39 -1.362 123 -149 13 299
Door het integraal uitvoeren en verantwoorden van projecten, zoals projecten waarbij zowel het riool als de weg wordt vervangen, ontstaan jaarlijks financiële verschuivingen van het ene beleidsproduct naar het andere door de administratieve verrekening van deelbijdragen vanuit diverse producten. Het betreft hier budgettair neutraal verschuivingen. Voorbeeld hiervan is het project 'Jachtlaan'.
Product 210 Wegen, straten en pleinen Aan de batenkant is, voor bestemming reserves, een voordeel ontstaan van € 2.438.000.Tegenover dit voordeel staat een nadeel aan de lastenkant. Hierover is een melding gedaan in de turap. Zoals in de turap is gemeld lopen een aantal projecten over naar 2015. Het betreft onder andere het vervangen van een drietal kanaalbruggen en Provinciale gelden. Middels de 'Reserve overlopende projecten' en de 'Reserve herstel onderhoud wegen' wordt het voordeel naar 2015 overgeboekt. De overige afwijkingen hebben betrekking op kleine verschillen.
101
Resumé programmakosten Programma / beleidsproducten Openbare ruimte 3.1 Hoofdwegenstructuur 3.2 Parkeren 3.3 Fiets en (OV) Vervoer 3.4 Veiligheid 3.5 Water en riolering 3.6 Groene mal 3.7 Beekherstel 3.8 Beheer en onderhoud Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
Primaire begroting 2014 (A) Lasten Baten Saldo 6.151 7.704 1.001 1.978 9.258 2.236 542 38.236 67.106 20.089 87.195
1.770 8.736 144 0 11.905 26 0 4.610 27.191 24.237 51.428
-4.381 1.032 -857 -1.978 2.647 -2.210 -542 -33.626 -39.915 4.148 -35.767
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
6.267 7.300 1.001 2.022 9.379 2.338 542 40.801 69.650 20.650 90.300
8.341 7.068 1.360 2.142 11.974 2.688 166 40.295 74.034 25.657 99.691
2.450 8.336 144 0 11.905 26 0 4.610 27.471 26.782 54.253
102
-3.817 1.036 -857 -2.022 2.526 -2.312 -542 -36.191 -42.179 6.132 -36.047
5.624 7.801 832 214 14.411 1.050 46 7.048 37.026 26.981 64.007
-2.717 733 -528 -1.928 2.437 -1.638 -120 -33.247 -37.008 1.324 -35.684
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo 2.074 -232 359 120 2.595 350 -376 -506 4.384 5.007 9.391
3.174 1.100 -535 -303 688 329 214 94 2.506 -89 1.024 674 46 422 2.438 2.944 9.555 5.171 199 -4.808 9.754 363
Programma 4 Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving
Beleidsproducten: 721/ Afvalverwijdering en -verwerking 725 723 Milieubeheer
103
2.1.4 Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeh/handhaving Portefeuillehouder(s): - O.G. Prinsen
Doelstellingen Wat wilden we bereiken?
• • • • •
•
Alle ernstig verontreinigde locaties in Apeldoorn worden vóór 2030 functiegericht gesaneerd of beheersbaar gemaakt; Het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving door het voorkomen van nieuwe geluidshindersituaties en het saneren van bestaande geluidshindersituaties; Het verbeteren van de luchtkwaliteit in Apeldoorn en het terugdringen van de overlast door luchtverontreiniging; Het voorkomen van hinder van bedrijven in Apeldoorn; Apeldoorn heeft zich het ambitieuze doel gesteld dat in 2020 de gebouwde omgeving energie neutraal is. Minder energieverbruik, duurzaam opwekken, dicht bij huis of in de regio. Maatregelen die behalve aan energieneutraliteit ook bijdragen aan de lokale en regionale economie in de vorm van innovatie en werkgelegenheid; Het creëren van een gezond leefklimaat door het (laten) inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval.
Bij de bovengenoemde doelstellingen horen onderstaande effectkengetallen (zie tabel).
Wat hebben we bereikt? Milieu: In de periode 2005-2030 worden alle 300 ernstig verontreinigde locaties functiegericht gesaneerd c.q. beheersbaar gemaakt. In 2014 zijn 9 locaties aangepakt. Daarmee komt het totale aantal op 138 (= 46% ) van de 300 in de periode 2005-2030. In 2015 zal op basis van het op termijn opgaan van de Wet bodembescherming in de Omgevingswet en de beëindiging van de ISV-subsidie, samen met de provincie een heroriëntatie plaatsvinden op deze oorspronkelijke doelstelling. Het percentage geluidsoverschrijding op de 5 gezoneerde industrieterreinen is conform de doelstelling op 0 gehouden. Voor de maatregelen zoals beschreven in het Actieplan Omgevingslawaai 2013-2018, waaronder stil asfalt op de Anklaarseweg, en gevelisolerende maatregelen bij woningen aan de Eerbeekseweg, W. Druckerstaat en de Zutphensestraat zijn de voorbereidingen gestart en deze zullen volgens planning binnen de planperiode worden uitgevoerd. Ook in 2014 zijn er geen woningen die worden blootgesteld aan een te hoge concentratie stikstofdioxide en/of fijnstof. Door het uitvoeren van het Handhavingsprogramma 2014 is voor zover mogelijk overlast door hinder van bedrijven voorkomen. Duurzaamheid: Binnen de stedendriehoek is een routekaart opgeleverd. Met lokale partijen, markt en belangenorganisaties, zijn concepten (technisch, juridisch, financieel) ontwikkeld om versneld stappen naar energieneutraal te zetten, zoals bijvoorbeeld een training/opleiding om vraag en aanbod bij energieneutrale renovaties beter op elkaar te laten aansluiten of het revolverende fonds dat stichting Loenen Energieneutraal heeft ontwikkeld. Het monitoren van deze stappen was in 2014 een punt van aandacht. De gemeente Apeldoorn is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de landelijke monitor die door de VNG namens Nederlandse gemeenten wordt ontwikkeld in het licht van het SER-energieakkoord.
104
Afval: De inzameling en verwerking van kunststofverpakkingsafval bleef onverminderd in de belangstelling staan. In de buitengebieden/dorpen werd, op basis van de resultaten van een eerdere proef, een vierde container uitgezet (85% acceptatie) en werd de hoogbouw de, extra, mogelijk gegeven om met zakken het kunststofafval aan te bieden. Een verlengde proef met omgekeerd inzamelen is in voorbereiding. De inzameling van gft bij hoogbouw werd afgerond. Alle aanvragen voor voorzieningen zijn gehonoreerd. In 2014 werd de inzameling van oud papier bij hoogbouw aangepast. 1.100 liter containers werden weggehaald en daarvoor kwamen of 240 liter containers terug of een ondergrondse voorziening dichtbij de betreffende locatie. Het jaar sloot met een kleine daling in de hoeveelheid aangeboden restafval naar 142 kg/inw/jr. Effectkengetal
• • • • •
• • • • •
maximaal 150kg restafval per inwoner maximaal 20kg grofvuil per inwoner maximaal € 110 kosten per inwoner (gemiddeld) oordeel burgers over ophalen huisvuil % gesaneerde cq. beheersbaar gemaakte bodemverontreiniging (cumulatief) % geluidsoverschrijding op industrieterreinen % gecontroleerde categorie 2 bedrijven dat milieuvergunning naleeft % gecontroleerde categorie 3 bedrijven dat milieuvergunning naleeft % gecontroleerde categorie 4 bedrijven dat milieuvergunning naleeft aantal aanspraken Wet Dwangsom
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Realisatie 2014
147 19 104
Doel 20132016 150 20 105
155 19 105 64
nb 64
7,5 45
nb 46
1
0
0
0
74
74
70
75
71
62
65
42
44
80
50
72
1
0
0
0
142 19 104
Voor energieneutraal; zie prestatieafspraken
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
721/ 725 Afvalverwijdering en - verwerking Prestatie
Toelichting
Verlagen van de hoeveelheid ingezameld restafval.
●
Verhogen van de hoeveelheid gescheiden ingezameld afval. Verlagen aantal storingen ondergrondse containers met 10%.
● ●
105
De hoeveelheid daalt gestaag. Met verdere invoering van gescheiden inzameling van kunststoffen zal dit nog verder dalen. Zie prestatie hierboven, waardoor het percentage zal stijgen. Het containerpark is aan het einde van haar (technische) levensduur. Er wordt een overeenkomst met Circulus Berkel voorbereid om dit in 2015 goed en adequaat aan te gaan pakken.
Wat heeft het gekost? 721/ 725 Afvalverwijdering en -verwerking Begroting bestaand beleid 721 Afvalverwijdering en -verwerking € 725 Afvalverwijdering en -verwerking € 970 Saldo van baten en lasten voor € bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Huisvuilrechten 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ €
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
20.302 2.300 22.602
3.503 -16.799 16.658 14.358 20.161 -2.441
20.329 2.300 22.629
5.407 -14.922 16.219 13.919 21.626 -1.003
19.358 41.960
21.659 41.820
21.104 43.733
21.597 43.223
2.301 -140
493 -510
Afwijking B
L 27 27
1.904 -439 1.465
1.746 1.773
-62 1.403
S
I/S
1.877 I -439 I 1.438
-1.808 -370
De opbrengst van het inzamelen van huisvuil (721) laat een voordeel zien van € 1,9 mln. Hiervan wordt € 182.000 veroorzaakt door meeropbrengsten oud papier. Het overige deel betreft vergoedingen door het Afvalfonds, in belangrijke mate vanwege kunststoffen maar andere herbruikbare stoffen zoals glas, blik en andere zaken. Een deel van de bijdrage van het Afvalfonds betreft een vergoeding als gevolg van nascheiding van afvalstromen (€ 560.000 V). Deze vergoeding moet nog worden verrekend met de meerkosten welke de nascheiding met zich meebrengt. Een ander deel van de vergoeding betreft een vooruit ontvangen bijdrage in verband met het afschaffen van statiegeld (€ 350.000 V). De overige meeropbrengsten hebben betrekking op hogere vergoedingen voor allerlei herbruikbare stoffen. De opbrengst van de afvalstoffenheffing (725) is € 439.000 lager dan geraamd. Er wordt gerekend op circa 66.000 stuks minder aanbiedingen van restafval. Daardoor wordt de opbrengst van het variabele tarief lager. De hoeveelheid aangeboden restafval bedraagt ook circa 700 ton lager dan was begroot. De voor- en nadelen worden verrekend met de reserve Huisvuilrechten. De reserve mag maximaal € 3.600.000 bevatten. Per 31-12-2014 is de stand van de reserve € 5.223.000. In 2015 zal aan uw raad een voorstel worden voorgelegd op welke wijze het overschot van de reserve terug zal worden gegeven aan de burgers van Apeldoorn.
723 Milieubeheer Toelichting
Prestatie Bodem-, geluid- en luchtkwaliteit Uitvoeren van het ISVbodemprogramma 2010-2015.
●
In 2014 zijn 9 locaties aangepakt. Daarmee komt het totale aantal op 138 (= 46% ) van de 300 in de periode 2005-2030. In 2015 zal op basis van het op termijn opgaan van de Wet bodembescherming in de Omgevingswet en de beëindiging van de ISV-subsidie, samen met de provincie een heroriëntatie plaatsvinden op deze oorspronkelijke doelstelling. In het kader van het uitvoeringsprogramma ISV/Vinac zijn de volgende locaties aangepakt. Op de locatie Hoenderlose 145 A is de bronsanering uitgevoerd, het grondwater wordt aangepakt in het kader van gebiedsgericht grondwaterbeheer Apeldoorn.
106
Prestatie
Toelichting De sanering Ugchelseweg 78 is voorbereid en wordt in 2015 uitgevoerd. Voor de nazorg van voormalige stortplaatsen is het plan van aanpak in uitvoering genomen. Hierbij zijn 17 locaties onderzocht (4 gemeentelijk eigendom en 13 eigendom van derden). Volgens het nazorgplan worden op de 4 gemeentelijke locaties elke 2 jaar de leeflaag en het grondwater gemonitord. Bij de 7 primaire aandachtslocaties van derden wordt elke 2, en bij de secundaire aandachtlocaties van derden elke 5 jaar een leeflaaginspectie uitgevoerd. Dit moet leiden tot een goed beheer van de voormalige stortplaatsen van wat operationeel binnen het gebiedsgericht grondwaterbeheer Apeldoorn valt. Voor het gebiedsgericht grondwaterbeheer Apeldoorn is een programma 2013-2014 operationalisering en uitvoering (GgbA) opgesteld en in uitvoering genomen. Gebaseerd op het plan vindt met een aantal particuliere eigenaren en met de provincie Gelderland financiële onderhandelingen plaats over afkoop van grondwaterverontreiniging.
Uitvoeren gemeentelijke Geluidsnota (woningisolatie, toepassen stil asfalt enz.) en het opstellen / uitvoeren van een actieplan in het kader van de EUrichtlijn Omgevingslawaai.
●
Uitvoeren van de Uitvoeringsnota Lucht en het Regionaal Programma Luchtkwaliteit.
●
107
In het kader van duurzaam bodembeheer is een handreiking “Apeldoorn doorgrond opgesteld en vastgesteld. De handreiking is en wordt momenteel concreet toegepast in diverse nota’s van uitgangspunten, beeld kwaliteitsplannen, bestemmingsplannen en regionale programma’s. Het percentage geluidsoverschrijding op de 5 gezoneerde industrieterreinen is conform de doelstelling op 0 gehouden. Voor de maatregelen zoals beschreven in het Actieplan Omgevingslawaai 20132018, waaronder stil asfalt op de Anklaarseweg, en gevel isolerende maatregelen bij woningen aan de Eerbeekseweg (72), W. Druckerstaat (11) en de Zutphensestraat (21) is de voorbereiding gestart en deze zullen volgens planning binnen de planperiode worden uitgevoerd. Uitgevoerd in 2014: aanpassingen doorstroming diverse wegen, bewaakte fietsenstallingen aangepast, fietsenstallingen bij bushaltes gerealiseerd, concessie e-laadpalen getekend, e-auto
Prestatie
Het uitvoeren van projecten met het oog op de realisatie van grootschalige productie van duurzame energie (windturbines, biogaswinning en warmte-/koudeopslag).
Toelichting
●
besteld. In het Niegg-gebied Zuidbroek wordt een experimenteerruimte gecreëerd voor een 24 ha groot “zonneveld” met zon-PV. Een tender om de grond aan de markt aan te bieden is in voorbereiding. Met houtige biomassa wordt een landschappelijk raamwerk neergezet dat bijdraagt aan Apeldoorn Buitenstand en een aantrekkelijk, groen, uitloopgebied gecreëerd wordt. Verder wordt nog aan een aantal andere projecten gewerkt zoals: - vanuit het regiocontract en binnen S3Hverband is inzet gepleegd voor de realisatie van een biomassarotonde en biogasnetwerk. Er zijn echter nog geen concrete resultaten te melden. - Warmtenet Zuidbroek
Hinder van bedrijven Het uitvoeren van het Handhavingsprogramma 2013.
90% van de milieuvergunningen voor de Apeldoornse bedrijven met de grootste milieueffecten (‘’top 80’’) voldoet aan de huidige Nederlandse standaard voor milieuprestaties en duurzaamheid (actualiteitsdoelstelling). Het uitvoeren van het PUEV3programma externe veiligheid 20122015 voor wat betreft de gemeente Apeldoorn.
Het binnen de wettelijke termijnen behandelen van omgevingsvergunningen op grond van de Wabo. Programma Energieneutraliteit 2020 Aanjagen en regisseren van speerpunten en projecten in samenwerking met regiogemeenten,
●
●
●
●
●
108
Het Handhavingsprogramma 2014 is door de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) uitgevoerd. De geplande taakstelling qua controles is gerealiseerd. Hierbij was ook aandacht voor de achterstand in geplande controles over 2013. Ook deze controles zijn uitgevoerd. Speciale aandacht was er voor de risicovolle bedrijven. Deze zijn in het laatste kwartaal van 2014 gecontroleerd. Uit het actualisatieprogramma milieuvergunningen blijkt, dat 90% van de Apeldoornse bedrijven beschikt over een actuele milieuvergunning.
De opgenomen projecten en activiteiten zijn grotendeels uitgevoerd en op orde. Het onderdeel ISOR is niet uitgevoerd aangezien op landelijk vlak hier in 2015 veranderingen te verwachten zijn waarbij besloten is vanuit Gelderland hierop te wachten. De borging van de EV-taakuitvoering, de verantwoording van het groepsrisico en het beheer van de signaleringskaart en RRGS zijn blijvende aandachtspunten. Het programma PUEV3 2011–2014 is afgerond. Alle beschikkingen zijn afgehandeld binnen de wettelijke termijnen op grond van de Wabo.
In het bestuursakkoord Door! is fors ingezet op duurzaamheid. Tevens is aangegeven dat Apeldoorn aansluit bij de regionale
Prestatie
Toelichting
marktpartijen en maatschappelijke organisaties.
ambitie voor energieneutraliteit 2030.
1. Energiebesparing bestaande bouw
Sinds 2013 voert de gemeente een provinciale subsidieregeling voor woningisolatie uit. De €545.000 beschikbaar gestelde subsidie is in zijn geheel besteed en daarvoor is voor €3.500.000 aan woningisolatie opdrachten uitgevoerd. Eind 2014 is €100.000 extra beschikbaar gesteld die inmiddels reeds ruim is overtekend door aanvragers. De lening energieneutraal renoveren is een lening die uitgevoerd wordt door het SVN, waarbij de gemeente de eerste technische intake doet. Het gaat om een lening tegen 2% waarbij de investering de bewoners naar een energieneutrale woning moet brengen. Tot op heden is er één aanvraag ingediend. Voor de landelijke stroomversnelling koopwoningen zijn woningen aangedragen. De proposities van de bedrijven sluiten nog niet aan bij het gestelde maximum van €45.000 wat nodig zou zijn voor een energieneutrale renovatie. Dit vraagt nog verder uitzoekwerk. De verduurzaming van gemeentelijk vastgoed is verder voorbereid in 2014. In de volgend projecten zijn concrete stappen gezet:
a. Energie Expeditie Apeldoorn: Realiseren van 20 energieneutrale bestaande woningen.
Energie Expeditie: 38 huiseigenaren hebben in het project deelgenomen. Er zijn veel bruikbare producten opgeleverd zoals een stappenplan naar energieneutraliteit. Een drietal consortia van (lokale) aannemers/installateurs zijn ontstaan. Zowel de consortia als de inwoners zijn opgeleid om vraag en aanbod beter op elkaar te laten aansluiten. Verder zijn de bewoners belangrijke ambassadeurs voor andere (nieuwe) bewoners. Twee huizen zijn daadwerkelijk gerenoveerd naar energieneutraliteit (Nul op de Meter) Ruim 20 woningen wordt koersen verder richting energieneutraal.
109
Prestatie
Toelichting
b.
Eind 2013 heeft de projectorganisatie (KEN) in Kerschoten het project aan de gemeenschap overgedragen. In 2014 is de samenwerking georganiseerd in een “Doetank” en “ Denk-tank”. Stap voor stap op de schaal van de inwoners (o.a. collectieve inkoop van isolatie) en energiebijeenkomsten (Power inde Huiskamer) wordt voortgang geboekt.
Kerschoten Energieneutraal
Met steun uit het regiocontact heeft het lokale energiebedrijf 3 scholen (o.a. in Kerschoten) van zonnepanelen voorzien. E.e.a. is deels via crowdfunding door ouders en andere belangstellenden gefinancierd. 2 Energieneutrale dorpen & kernen
Binnen EU-project ACE heeft dorpsteam Loenen forse stappen gezet. Ca. 20 huizen zijn geïsoleerd, ca. 28 woningen zijn van zon-PV voorzien. Daarnaast is de infrastructuur voor het Loenen Energie Fonds (LEV) ingericht en is zeer veel aan kennisverspreiding gedaan (energiefestival, informatieavonden etc). De VNG heeft aan de regio VeluweStedendriehoek (14 gemeenten, ca. 126.000 koopwoningen) in 2014, 2015 en 2016 €150.197,- per jaar beschikbaar gesteld ten behoeve van de ondersteuning van het Regionale Expertisecentrum Energiebesparing dat zich richt op het verhogen van het kennis- en kwaliteitsniveau van de aangesloten partners (gemeenten, consortia/bedrijven, vrijwilligers, lokale energiemaatschappijen en energiecoaches.Tevens informeert het particuliere woningeigenaren over lokale initiatieven en brengt hen met bovengenoemde partijen in contact. Gestart is met Project energie bij MKB bedrijven (provinciale subsidie). Hierbij gaat het om het structureel inbedden van energiebesparing d.m.v. toezicht op MKB bedrijven en het creëren van een centraal energie kennispunt voor toezichthouders. In het Project energieplatform wordt in samenwerking met provincie en marktpartijen vorm gegeven aan een energieplatform wat MKB bedrijven helpt bij het analyseren, realiseren en financieren van energiebesparingsmaatregelen
110
Prestatie
Toelichting
3 Duurzame energieopwekking
Zowel landelijk als regionaal is er meer aandacht voor de ruimtelijke impact van de energietransitie. Met het winnen van de EOWijersprijs krijgen we beter zicht op de dit vraagstuk. Zie hiervoor de teksten in de prestatie "Programma energieneutraliteit 2020" hierboven.
Fondsenwerving en lobby.
●
Bezuinigingsvoorstellen Uitvoering milieutaken Bezuinigingstaakstelling is opgenomen in het bedrijfsplan 2012 en de meerjaren begroting van OVIJ. De taakstelling is gerealiseerd. BROA Bodemmodule (proj.nr. 27.1) De gemeente Apeldoorn is programmagemeente in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Om in aanmerking te komen voor ISV-subsidie heeft de gemeente Apeldoorn een meerjarenontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 2010-2014 (MOP3) opgesteld. Het bodemsaneringsprogramma maakt hier integraal onderdeel van uit, maar is wel afzonderlijk gebudgetteerd. De provincie en de gemeente hebben formeel een akkoord gesloten over het doorschuiven van de prestaties ISV-2/Vinacnaar het bodemprogramma ISV-3 zonder dat daar extra geld bijkomt. De resterende gelden ISV-2 zijn daarom doorgeschoven. Voor het ISV-3 bodemprogramma 2010-2014 is een subsidie toegekend van € 1.110.000. Hiervan is in 2014 € 432.000 uitgegeven. Er resteert dus nog € 678.000. De besteding van de resterende subsidiegelden hangt af van de voortgang van de saneringsprojecten zoals opgenomen in het bodemprogramma. Maar ook van de dynamiek in de markt, er kunnen zich onvoorziene kansen voordoen om verontreinigde locaties middels deze gelden te saneren. Projectleiders, programmamanagers en OVIJ zullen hier alert op zijn. Het restant van de subsidiegelden zal zoveel mogelijk worden besteed in 2015. Wat heeft het gekost? 723 Milieubeheer Begroting Bestaand Beleid 723 Milieubeheer
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Bodemmodule Overige reserves Concern bedr.voer.res.Algemeen Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving Egalisatie Bouwleges 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
5.580
824
-4.756
6.281
2.018
-4.263
701
1.194
493 I
€
5.580
824
-4.756
6.281
2.018
-4.263
701
1.194
493
€
450
800
350
450
432
-18
-368
-368
€ € € €
120
-120
120 336
52 2.502
-120 -336 52 -4.685
11 837
-336 11 -200
6.150
41 1.665
41 -4.485
7.187
336 1.037
Er is € 531.000 meer uitbetaald in het kader van de subsidieregeling woningisolatie particuliere woningen. Hiertegenover staat een extra ontvangen subsidie van € 522.000. Aan het project ACE Loenen Energieneutraal is € 366.000 uitgegeven en ten behoeve van het project Energieneutrale Dorpen en Kernen € 169.000. Hiervoor is respectievelijk € 227.000 en € 114.000 meer subsidie ontvangen dan begroot.
111
Op het project Bodemmodule is € 370.000 minder uitgegeven. Hiertegenover staat een lagere onttrekking uit de BROA Bodemmodule (27.1) Aan het project Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid is € 114.000 meer subsidie ontvangen. Ten behoeve van het project ondersteuning regio Veluwe-RSD is een bijdrage van € 46.000 ontvangen. In het kader van dwangsommen is € 30.000 ontvangen. De overige verschillen worden veroorzaakt door diverse kleine afwijkingen. Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputgetallen van belang: Outputkengetal 2011 2012 2013 Raming 2014
• •
• • • • • • •
aantal gesaneerde/beheersbaar gemaakte bodemverontreiniging aantal bedrijven dat bijdraagt aan geluidsoverschrijding op industrieterreinen aantal integrale controles bedrijven aantal aspectcontroles bedrijven aantal hercontroles bedrijven aantal behandelde beschikkingen en meldingen percentage vergunningen binnen wettelijke termijn aantal storingen ondergrondse containers aantal opgelegde boetes en beschikkingen afval
Realisatie 2014
8
12
9
10
9
0
6
0
0
0
361
302
438
530
570
89 92 108
79 102 126
192 147 102
74 140 125
51 285 177
100
100
100
100
100
1100
1500
1677
1200
1341
600
900
825
800
542
Resumé programmakosten Programma / beleidsproducten Energieneutraliteit, milieubescherming, risicobeheersing en handhaving 721 Afvalverwijdering en verwerking 723 Milieubeheer 725 Afvalverwijdering en verwerking Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
Primaire begroting 2014 (A) Lasten Baten Saldo
20.302
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
3.503 -16.799 20.302
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
5.407 -14.922
27
1.904
1.877
6.281 2.018 -4.263 2.300 16.219 13.919
701 0
1.194 -439
493 -439
25.718 20.985 -4.733 28.182 20.985 -7.197 28.910 23.644 -5.266 19.928 20.193 265 19.928 22.500 2.572 22.010 22.081 71 45.646 41.178 -4.468 48.110 43.485 -4.625 50.920 45.725 -5.195
728 2.082 2.810
5.416 824 -4.592 0 16.658 16.658
3.503 -16.799 20.329
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo
5.580 824 -4.756 2.300 16.658 14.358
112
2.659 1.931 -419 -2.501 2.240 -570
Programma 5 Jeugd en onderwijs
Beleidsproducten: 420.422,430, Openbaar en bijzonder onderwijs 432,440,442 421,423,431, Onderwijshuisvesting opbaar en bijzonder onderwijs 433,441,443 480 Overige onderwijsaangelegenheden 530 Sport (schoolzwemmen) 630 Sociaal cultureel werk 650 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) 714,715,716 Gezondheidszorg (jeugd)
113
2.1.5 Jeugd en onderwijs Portefeuillehouder(s): - J.G. Kruithof - P. Blokhuis
Het jaar 2014 stond in het teken van twee transities. De overheveling van jeugdzorgtaken en de invoering van passend onderwijs. Om de jeugdzorg goed uit te kunnen voeren zijn (1) beleidskaders door het gemeentebestuur bepaald, waarna (2) de zorg is ingekocht bij ruim 150 aanbieders en (3) het CJG is gestart als zelfstandige stichting met gekwalificeerd personeel die de keuzes maakt rondom toegang. Dit is snel en eenvoudig gezegd, maar de nieuwe beleidsvelden vragen om verdieping van onze kennis en intensieve afstemming met partners. Hoewel we in 1-1-2015 starten met een goede basis, zullen we ook gedurende 2015 alle zeilen bij moeten zetten om op koers te blijven. Per 1-8-2014 is passend onderwijs een feit en ligt er een belangrijke opgave bij schoolbesturen om kinderen meer begeleiding te geven binnen het reguliere onderwijs. Gemeente en onderwijs hebben samen ondersteuningsplannen vastgesteld om te borgen dat het onderwijsveld en de gemeentelijke zorgstructuren goed op elkaar aansluiten. In 2015 monitoren we de effecten en verstevigen we de samenwerking in een Lokale Educatieve Agenda. Naast deze twee transities wordt in dit programma ook verslag gedaan over de “going concern” zoals preventief jeugdbeleid, leerplicht/RMC, onderwijshuisvesting, onderwijsachterstandenbeleid en leerlingenvervoer. Hoofddoelstellingen Wat wilden we bereiken? 5.1
5.2 5.3
Bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot 23 jaar binnen kwaliteitsvolle en voldoende onderwijsvoorzieningen; Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren; Ondersteuning van en zorg voor kwetsbare jongeren en gezinnen.
Wat hebben we bereikt? We hebben het beleid rondom jeugdzorg opgesteld en op basis hiervan zorg ingekocht. Ook hebben we het voorliggende (preventieve) veld versterkt. Daarnaast hebben we de Stichting CJG opgericht en afspraken gemaakt tussen het CJG en bijvoorbeeld huisartsen en het onderwijsveld over de wijze van samenwerken. We hebben met de schoolbesturen een analyse gemaakt van het onderwijsveld en afgesproken in een grotere samenhang tot oplossingen voor vraagstukken rondom bijvoorbeeld krimp en zorg te komen. Ook hebben wij het aantal voortijdig schoolverlaters teruggebracht met 14% en zitten daarmee in de top 3 qua landelijke dalers. Wij hebben de Ambelt gehuisvest in het voormalige SLAR/OSCAR en hebben scholen als De Zonnehoek vernieuwd.
Hoofddoelstelling 5.1 Bevorderen van een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn en onderwijsdeelname van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 tot 23 jaar binnen kwaliteitsvolle en voldoende onderwijsvoorzieningen
114
Wat hebben we daar voor gedaan? 480 Onderwijskansen Toelichting
Prestatie Het leveren van een toereikend aanbod van voorscholen.
Via ons onderwijsachterstandenbeleid is er een dekkend aanbod aan voorscholen voor kinderen in achterstandsituaties. Het vergroten van deskundigheid van Het scholingsplan is uitgevoerd. Op het pedagogische medewerkers. gebied van certificering en de taaltoets worden aan alle vereisten voldaan. Ook is het aantal HBO’ers toegenomen. In de begroting 2014 zijn meerdere prestaties geformuleerd die in bovenstaande zijn samengevat.
● ●
Wat heeft het gekost? Onderwijskansen Begroting bestaand beleid 480 Onderwijskansen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€ €
3.355 3.355
1.950 1.950
-1.405 -1.405
5.236 5.236
3.902 3.902
-1.334 -1.334
1.881 1.881
1.952 1.952
71 I 71
€ €
3.355
1.950
-1.405
5.236
3.902
-1.334
1.881
1.952
71
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
We hebben een extra doeluitkering (rijksbijdrage) verantwoord voor onderwijs achterstandenbeleid zoals bijvoorbeeld extra opleidingskosten voor pedagogische medewerkers binnen scholen. Deze extra rijksbijdrage hebben we conform de rijksregeling ook uitgevoerd (uitgegeven).
480 Onderwijsdeelname Toelichting
Prestatie Het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim.
●
Het terugleiden van jongeren naar onderwijs of arbeidsmarkt.
●
Het onder voorwaarden bekostigen van vervoer van en naar school.
●
115
Het schooljaar 2013-2014 heeft Leerplicht ruim 1.300 meldingen van relatief verzuim behandeld, 90 meldingen van absoluut verzuim en bijna 40 meldingen van thuiszitters. Door RMC zijn in het schooljaar 2013-2014 ruim 1.150 preventieve meldingen behandeld en meer dan 600 meldingen van voortijdig schoolverlaten. Het aantal voortijdig schoolverlaters is gedaald met ruim 14% Dit is gebeurd, met inachtneming van de aanpassing van de km-grens.
Wat heeft het gekost? Onderwijsdeelname Begroting bestaand beleid 480 Onderwijsdeelname 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€ €
1.662 1.662
864 864
-798 -798
1.909 1.909
1.025 1.025
-884 -884
247 247
161 161
-86 I -86
€ €
1.662
864
-798
1.909
1.025
-884
247
161
-86
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
In 2014 hebben we projecten (vroegtijdige schoolverlaters en regionale registratie) voor leerplicht/RMC uitgevoerd. Mede door deze projecten hebben we hogere lasten verantwoord. De extra lasten voor de projecten zijn grotendeels gedekt door bijdragen van derden.
421/423, 431/433, 441/443, 480 Onderwijshuisvesting Toelichting
Prestatie Het voorzien en in standhouden van voldoende onderwijsvoorzieningen.
●
Het voeren van een huurbeleid voor het buitenschools gebruik van de onderwijsvoorzieningen.
●
Het laten exploiteren van gymnastieklokalen
●
Het opstellen van leerlingenprognoses
●
Het aantal onderwijsvoorzieningen is toereikend om alle leerlingen binnen de gemeente Apeldoorn te huisvesten. Enkele voorzieningen staan leeg, waarbij afstoten of herhuisvesten wordt overwogen. Er komt een Lokaal Educatieve Agenda (LEA) waarin de samenwerking met de schoolbesturen wordt geïntensiveerd. In 2014 heeft de Ambelt nieuwe huisvesting gekregen in het gebouw dat daarvoor door OSCAR/SLAR in gebruik was. In 2015 wordt er een visie op onderwijs (huisvesting) aan de raad aangeboden. Uitvoering is gegeven aan het huurbeleid schoolgebouwen. Het aantal kindplaatsen is afgenomen door gewijzigd rijksbeleid waardoor minder kinderen binnen de kinderopvang worden opgenomen. De gymnastieklokalen zijn conform de bestaande prestatieafspraken beheerd door Accres. We hebben plannen ontwikkeld om 20 gymzalen te renoveren. De leerlingenprognoses worden jaarlijks geactualiseerd als basis voor de visie op onderwijs(huisvesting).
Bezuinigingsvoorstellen Alle eerder opgelegde bezuinigingen zijn geëffectueerd. De (maatschappelijke) effecten van de gerealiseerde bezuinigingen zijn o.a. dat 20 basisscholen niet gerenoveerd zijn. Dit heeft onder meer gevolgen voor de energieprestaties. De door het rijk voorgestelde uitname van € 256 miljoen uit het gemeentefonds (dat is € 2,3 miljoen voor Apeldoorn) en verschuiving van deze gelden naar de schoolbesturen leidt tot een andere verantwoordelijkheidsverdeling met de schoolbesturen over onderwijshuisvesting.
116
Wat heeft het gekost? 421/423, 431/433, 441/443, 480 Onderwijshuisvesting Begroting bestaand beleid 421 Onderwijshuisvesting openbaar basisonderwijs 423 Onderwijshuisvesting bijzonder basisonderwijs 423 Onderwijshuisvesting bijzonder basisonderwijs 431 Onderwijshuisv. openbaar voortgezet speciaal onderwijs 433 Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet speciaal onderwijs 433 Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet speciaal onderwijs 441 Onderwijshuisv. openbaar voortgezet onderwijs 443 Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet onderwijs 480 Onderwijshuisvesting overige aangelegenheden 480 Onderwijshuisvesting overige aangelegenheden 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Algemene reserve Bijdr. van reserve ond.huis.v. Overige reserves Onderwijshuisvesting 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
2.331
196
-2.135
2.416
171
-2.245
85
-25
-110 I
€
4.709
362
-4.347
4.651
333
-4.318
-58
-29
29 I
€ €
I/S 304
-304
307
-307
3
-3 I
€
I/S
€
1.452
-1.452
1.419
-1.419
-33
33 I
€
2.032
-2.032
2.050
-2.050
18
-18 I
€
4.319
-4.319
4.331
-4.331
12
-12 I
€
14.101
-9.280
13.375
-8.772
-726
4.821
4.603
-218
508 I
€
I/S
€
29.248
5.379 -23.869
28.549
5.107 -23.442
€
300
-300
300
-300
€ €
1.628 31.176
300 -1.328 5.679 -25.497
1.628 30.477
300 -1.328 5.407 -25.070
-699
-272
427
-699
-272
427
De werkelijke baten zijn € 0,3 mln lager dan begroot (nadeel). Dit wordt veroorzaakt doordat de verkooptransactie van een voormalig onderwijspand is uitgesteld naar 2015. De • • •
•
werkelijke lasten zijn € 0,7 mln lager dan begroot (voordeel). Dit wordt veroorzaakt door: uitvoering van uitgestelde werkzaamheden 2013: € 0,2 mln nadeel (zie rekening 2013); verschuiving van geplande werkzaamheden 2014 naar 2015: € 0,15 mln voordeel; de met verkoop en sloop samenhangende geraamde kosten van € 0,65 miljoen zich niet in 2014 voordoen, omdat het afstoten en amoveren van de locaties is doorgeschoven naar 2015/2016; diverse kleinere afwijkingen: € 0,1 mln voordeel.
Voorgesteld wordt om het voordelig resultaat 2014 ad € 0,4 mln toe te voegen aan de reserve onderwijshuisvesting gelet op het doorschuiven van een aantal kostenposten naar 2015 en verder. In november 2014 is de gemeenteraad over de stand van de reserve onderwijshuisvesting geïnformeerd en eind 2015 zal het college een kadernota onderwijshuisvesting aanbieden waarin de voorgestelde investeringen voor de komende 4 jaren worden benoemd.
117
530 Schoolzwemmen speciaal onderwijs Toelichting
Prestatie Het mogelijk maken van schoolzwemmen voor de meest kwetsbare en hulpbehoevende kinderen in het speciaal onderwijs.
Drie basisscholen in het speciaal onderwijs maken gebruik van het schoolzwemmen in het Kristal.
●
Wat heeft het gekost? 530 Sport (schoolzwemmen) Begroting Bestaand Beleid 530 Sport (schoolzwemmen)
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
155
88
-67
170
87
-83
15
-1
-16 I
€
155
88
-67
170
87
-83
15
-1
-16
€ €
155
88
-67
170
87
-83
15
-1
-16
650 Voorscholen Bezuinigingsvoorstellen De bezuiniging op de versterking peuterspeelzaalwerk en kindercentra (OKE) is gerealiseerd.
Wat heeft het gekost? 650 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) Begroting Bestaand Beleid 650 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk)
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
414
20
-394
428
-428
14
-20
-34 I
€
414
20
-394
428
-428
14
-20
-34
€ €
414
20
-394
428
-428
14
-20
-34
118
Hoofddoelstelling 5.2 Bevorderen van participatie en burgerschap bij jongeren.
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
630 Jeugdbeleid Toelichting
Prestatie Stimuleren van vrijwillige inzet voor en door jeugd- en jongeren (vrijwillig jeugden jongerenwerk en Premie op actie). Faciliteren van mogelijkheden voor ontmoeting en ontspanning (jeugd en jongerenwerk Don Bosco en Stimenz (Wisselwerk), Real-X).
Subsidie aan verenigingen is verstrekt in overeenstemming met de kaders van het door de raad vastgestelde JUMPII. De jongerenwerkers zijn in die wijken waar straatgroepen aanwezig zijn. Ook zijn ze in diverse jongerencentra in de gemeente actief. Ten aanzien van Real-X heeft de raad voor huisvesten op het Vlijtsepark gekozen. De accommodatie gaat in januari 2015 open.
● ●
Bezuinigingsvoorstellen Preventieve jeugddomein De volgende tranche van de bezuinigingen op het jeugd- en jongerenwerk is ingegaan. In 2015 ontwikkelen we een nieuw integraal jeugdbeleid, waarin we met voorstellen komen om het preventieve/voorliggende veld te versterken. BROA Wijken – Uitvoeren jeugdbeleid (GSO-4) Broa-proj. 10.3 Er is voor de periode 2012 tm 2015 in totaal € 1,6 mln beschikbaar gesteld voor uitvoeren jeugdbeleid (€ 400.000 per jaar). De bestedingen in de eerste 3 jaarschijven zijn conform planning gerealiseerd. Wat heeft het gekost? 630 Sociaal cultureel werk Begroting Bestaand Beleid 630 Sociaal cultureel werk
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Uitvoeringsbeleid jeugd GSO-4 GS04 wijken Overige reserves Eenheid Jeugd, Zorg & Welzijn 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
4.215
-4.215
4.965
737
-4.228
750
737
-13 I
€
4.215
-4.215
4.965
737
-4.228
750
737
-13
315 67
315 67
-115 -27
-115 -27
756 1.875
719 -3.127
595
-37 -192
€ € € €
4.215
430 94
430 94
756 1.280
756 -2.935
37 5.002
37 787
De afwijking in baten en lasten is een gevolg van kosten van de regionale werkgroep decentralisatie jeugdhulp (jeugdregio Midden IJssel/ Oost Veluwe met de gemeenten Lochem, Zutphen, Voorst, Brummen, Epe, Heerde, Hattem en Apeldoorn). De regionale werkgroep heeft onderwerpen op gebied van beleid, inkoop en financiën uitgewerkt. De stand van zaken met betrekking tot de decentralisatie is nader uitgewerkt in het dashboard decentralisaties. De lasten van de jeugdregio zijn binnen Apeldoorn verantwoord. De kosten van de regionale samenwerking zijn grotendeels gedekt door een bijdrage vanuit de provincie Gelderland.
119
482 Onderwijs aan volwassenen Toelichting
Prestatie Het organiseren van verschillende cursussen in de wijk door het ROC in samenwerking met andere organisaties.
De toelichting is opgenomen in programma 6.
●
Hoofddoelstelling 5.3 Ondersteuning van en zorg voor jongeren en gezinnen.
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
480 Op stap Prestatie
Toelichting
Stimuleren van taalontwikkeling en interactie tussen ouder en kind in de (voor)schoolse leeftijd.
Wekelijks is er een themabijeenkomst over opvoeden en opgroeien gehouden waar ouders ervaringen konden uitwisselen.
●
480 Brede school Prestatie
Toelichting
Bieden van extra ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen in achterstandssituaties (kansenprofiel).
Er zijn 6 brede scholen in de buurten Orden, Sprenkelaar, Sluisoord, Zuid, en Zuidwest. Deze bieden extra activiteiten aan kinderen.
●
Bezuinigingsvoorstellen Leerlingenvervoer De km-grens is verhoogd van 3 naar 5 kilometer. Dit is gebeurt in combinatie met een hardheidsclausule. De bezuiniging heeft niet tot knelpunten geleid. Wat heeft het gekost? 480 Overige onderwijsaangelegenheden Begroting Bestaand Beleid 480 Overige onderwijsaangelegenheden
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
2.518
87
-2.431
2.162
46
-2.116
-356
-41
315 I
€
2.518
87
-2.431
2.162
46
-2.116
-356
-41
315
€ €
2.518
87
-2.431
2.162
46
-2.116
-356
-41
315
In de tussentijdse rapportage 2014 hebben we € 250.000 als verwacht voordeel op leerlingenvervoer gemeld. Dit voordeel is uiteindelijk over geheel 2014 opgelopen tot € 310.000. Meer burgers hebben gekozen voor een vergoeding, waarvan de kosten substantieel lager zijn dan de kosten voor het georganiseerde vervoer. Ook het promoten van fietsen naar school is een succesvol instrument gebleken.
120
630 Sociaal cultureel werk/Jeugdbeleid Toelichting
Prestatie Het begeleiden, ondersteunen en opvangen van dakloze en/of kwetsbare jongeren (outreachende hulpverlening en opvang van dak- en thuisloze jongeren).
●
We hebben dakloze jongeren begeleid en opgevangen, en kwetsbare jongeren en gezinnen ondersteund (outreachende hulpverlening en opvang van dak- en thuisloze jongeren en pedagogische gezinsondersteuning). Zie voor cijfers de outputkengetallen. In het kader van het Passend Onderwijs is OSCAR/SLAR in 2014 gestopt. Er is een schakelvoorziening voor in de plaats gekomen. De effecten van Passend Onderwijs zijn nog niet bekend.
Behouden van jongeren voor het onderwijs (time-outvoorziening voortgezet onderwijs (VO)).
●
Voorkomen en stoppen van jeugdprostitutie, loverboys, seksuele uitbuiting van jongeren en jong volwassenen (tot 23 jaar) en bieden van hulp (ketenaanpak jeugdprostitutie). Voorkomen van jeugdoverlast doordat hinder van (risico)jongeren en jeugdgroepen in beeld is (straatgroepenteams, jeugdcriminaliteitspreventie) en aangepakt wordt.
●
●
De ketenaanpak jeugdprostitutie wordt regelmatig geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Het bereik onder scholen is groot, maar nog steeds worden niet alle scholen/afdelingen bereikt. Binnen de straatgroepenteams zijn jeugdgroepen besproken. Sommige groepen blijken zeer hardnekkig in het veroorzaken van overlast. Ook individuele jongeren zijn in beeld bij de jeugdcriminaliteitscoördinator.
Wat heeft het gekost? De budgetten hiervoor zijn opgenomen onder hoofddoelstelling 5.2 (product 630).
715 Jeugdgezondheidszorg Toelichting
Prestatie Het voorzien in voldoende aanbod en spreiding van voorzieningen op het gebied van jeugdgezondheidszorg. Het uitvoeren van de wettelijke basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg. In 2013 en 2014 zullen twee pilots worden uitgevoerd om te kunnen experimenteren op het gebied van integrale jeugdgezondheidszorg.
● ● ●
121
We hebben voldoende aanbod en spreiding van voorzieningen op het gebied van jeugdgezondheidszorg. We hebben het wettelijk basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg uitgevoerd. In onze regio is een pilot uitgevoerd om de “knip” tussen 0-4 en 4-19 op te heffen. De resultaten hiervan worden in het voorjaar van 2015 bekend. De gemeente streeft naar zo spoedig mogelijke (en zorgvuldige) ontvlechting van de jeugdgezondheidszorg en onderbrenging hiervan binnen het CJG.
715/716 Jeugdgezondheidszorg/Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Toelichting
Prestatie Het faciliteren van 4 wijkgerichte informatie- en adviespunten voor jongeren (-9 maanden tot 23 jaar) en opvoeders (CJG).
●
Zorgen voor een adequaat aanbod aan lichte opvoedingsondersteuning in de wijken (opvoedprogramma’s).
●
Verbinden van de preventieve zorg met het onderwijs (schoolmaatschappelijk werk, de outreachende CJG-teams en zorgadviesteams).
●
Zorgen voor vroegtijdige signalering van zorgen rondom de ontwikkeling van kinderen en jongeren (verwijsindex). Zorgen voor de afstemming in ondersteuning en hulpverlening: één kind/gezin, één plan (coördinatie van zorg).
● ●
122
Er zijn 4 fysieke CJG- inlooppunten gerealiseerd. Het aantal contactmomenten is sterk gegroeid (gekoppeld aan een afname van duurdere vormen van zorg). Medio 2014 heeft de gemeenteraad de nota “doorontwikkeling CJG” vastgesteld en op basis hiervan is in november 2014 een zelfstandige stichting CJG opgericht die besluit over toegang tot nietvrijtoegankelijke zorg. In 2014 is de voorbereiding op deze taak ter hand genomen, onder meer door het beschrijven van de werkprocessen en de aanname van personeel. Er is (regionaal) zorg ingekocht bij 14 grote en 140 kleinere instellingen, waar het CJG toegang toe kan verlenen. Homestart/ Doorstart De projecten Homestart en Doorstart hebben de opdracht gekregen om in 2013 meer samenwerking met elkaar te zoeken. Dit is gebeurd door trainingen voor vrijwilligers gezamenlijk te verzorgen, vrijwilligers moeten nog flexibeler ingezet kunnen worden zodat de twee projecten meer op elkaar afgestemd raken en één lijn volgen. Alle scholen worden minimaal 2 x per jaar bezocht door de outreachende CJG teams en wanneer nodig wordt een beroep gedaan op SMW en JGZ. Er zijn steeds meer structurele contacten met voorschoolse voorzieningen. Er sluiten steeds meer nieuwe instellingen aan, en ook het aantal meldingen stijgt nog steeds Met de methodiek CJG4kracht wordt dit steeds meer in de praktijk toegepast. Er wordt standaard een gezinsplan gebruikt.
Wat heeft het gekost? 715/ Jeugdgezondheidszorg/Centrum voor 716 Jeugd en Gezin (CJG)
Begroting na wijziging L
Begroting bestaand beleid 715 Jeugdgezondheidszorg (uniform) 716 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Uitvoeringsbeleid jeugd GSO-4 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
•
• •
•
•
•
• •
S
L
Afwijking
B
S
L
B
S
I/S
€ € €
2.375 1.780 4.155
428 428
-2.375 -1.352 -3.727
2.380 1.765 4.145
377 377
-2.380 -1.388 -3.768
5 -15 -10
-51 -51
-5 I -36 I -41
€ €
4.155
428
-3.727
4.145
115 492
115 -3.653
-10
115 64
115 74
Outputkengetal
• •
B
Realisatie
aantal gemelde schoolverlaters aantal succesvol herplaatste schoolverlaters bereik aantal unieke bezoekers activiteiten jeugd- en jongerenwerk: ο Wisselwerk (per week) ο Don Bosco (per week) bereik CJG (balie, telefoon, website) aantal kinderen en jongeren (en ouders/opvoeders), dat gebruik maakt van voorzieningen ter ondersteuning van kind en gezin (Homestart, Opvoedsteunpunt, Zats, schoolmaatschappelijk werk) aantal jongeren (0-17 jaar) waarvoor door bureau Jeugdzorg een indicatie is afgegeven voor jeugdzorg bereik van kwetsbare kinderen, jongeren en gezinnen (dak- en thuislozen, PGO, Time-out voorziening VO) aantal jeugdige verdachten (1224 jaar) per 1000 inwoners in die leeftijdsgroep aantal straatgroepen in beeld aantal aanpak straatgroepen
2011
2012
2013
Raming 2014
Realisatie 2014
650 515
871 685
741 503
700 450
600
450 400 375
nb nb 737
380 389 1500
450 400 1200
359 336 3000
nb
797
nb
1075
982
828
812
527
700
nb
157
197
35
15,8
8,8
2,06
49 35
36 35
nb nb
35 30
27 23
Op het moment van opstellen jaarverslag 2014 waren alle outputkengetallen nog niet bekend.
123
Resumé programmakosten Programma / beleidsproducten Jeugd en onderwijs 421 Onderwijshuisvesting openbaar basisonderwijs 423 Onderwijshuisvesting bijzonder basisonderwijs 431 Onderwijshuisv. openbaar voortgezet speciaal onderwijs 433 Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet speciaal onderwijs 441 Onderwijshuisv. openbaar voortgezet onderwijs 443 Onderwijshuisv. bijzonder voortgezet onderwijs 480 Onderwijsdeelname 480 Onderwijshuisvesting overige aangelegenheden 480 Onderwijskansen 480 Overige onderwijsaangelegenheden 530 Sport (schoolzwemmen) 630 Sociaal cultureel werk 650 Kinderopvang (peuterspeelzaalwerk) 715 Jeugdgezondheidszorg (uniform) 716 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
Primaire begroting 2014 Begroting 2014 (A) (B) Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo
2.331
196 -2.135
2.331
196 -2.135
2.416
171 -2.245
85
-25
-110
4.709
362 -4.347
4.709
362 -4.347
4.651
333 -4.318
-58
-29
29
-307
3
0
-3
304
-304
304
-304
307
1.452
0 -1.452
1.452
0 -1.452
1.419
0 -1.419
-33
0
33
2.032
0 -2.032
2.032
0 -2.032
2.050
0 -2.050
18
0
-18
4.319
0 -4.319
4.319
0 -4.319
4.331
0 -4.331
12
0
-12
864 -798 1.662 4.821 -9.280 14.101
864 -798 1.909 4.821 -9.280 13.375
1.025 -884 4.603 -8.772
247 -726
161 -218
-86 508
3.355 2.518
1.950 -1.405 87 -2.431
3.355 2.518
1.950 -1.405 87 -2.431
5.236 2.162
3.902 -1.334 46 -2.116
1.881 1.952 -356 -41
71 315
155 3.218 414
88 -67 0 -3.218 20 -394
155 4.215 414
88 -67 0 -4.215 20 -394
170 4.965 428
87 -83 737 -4.228 0 -428
15 750 14
-1 737 -20
-16 -13 -34
2.375
0 -2.375
2.375
0 -2.375
2.380
0 -2.380
5
0
-5
1.780
428 -1.352
1.780
428 -1.352
1.765
377 -1.388
-15
-51
-36
1.842 2.465 -27 37 1.879 2.438
623 -64 559
1.662 14.101
44.725 608 45.333
0
0
0
8.816 -35.909 45.722 8.816 -36.906 47.564 11.281 -36.283 790 182 1.928 1.580 -348 1.965 1.553 -412 9.606 -35.727 47.650 10.396 -37.254 49.529 12.834 -36.695
124
Programma 6 Werk, inkomen en arbeidsmarkt
Beleidsproducten: 310 Stadsbank en schuldhulpverlening 482 Volwassen- en beroepsgerichte educatie 610 Bijstandsverlening 611 Werkgelegenheid 614 Gemeentelijk minimabeleid 623 Participatie 650 Kinderopvang (Wet Kinderopvang) 724 Begraafplaatsen
125
2.1.6 Werk, inkomen en arbeidsmarkt Portefeuillehouder(s): - J.G. Kruithof Doelstellingen Wat wilden we bereiken? Met dit programma wilden we bereiken dat burgers financieel onafhankelijk zijn en naar vermogen participeren in de samenleving. Een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt is hiervoor noodzakelijk. De volgende doelstellingen hebben we geformuleerd: 1. Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief; 2. Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiële) ondersteuning voor mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen; 3. Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt.
Wat hebben we bereikt? 2014 heeft in het teken gestaan van de voorbereiding op de invoering van de Participatiewet en het nieuw te vormen gemeentelijk minimabeleid; Sociaal Vangnet. Deze trajecten zijn succesvol doorlopen met de vaststelling van de kaderstellingen door de gemeenteraad eind 2014. Het BUIG-bestand (Bundeling Uitkering Inkomensvoorzieningen aan Gemeenten) is eind 2014 uitgekomen op 3.500 bijstandsgerechtigden. Dit is een stijging van 6,5% ten opzichte van vorig jaar. De eerste vijf maanden van 2014 steeg het aantal bijstandsgerechtigden sterk, waarna er vanaf juni een stabilisatie optrad. Over heel 2014 bezien is de stijging in het bestand in Apeldoorn hoger dan het gemiddelde van de referentiegemeenten. In 2014 zijn minder mensen uit de uitkering gestroomd dan in 2013. In 2014 waren dit er 460 tegen 539 in 2013. De doelstelling ‘bemiddeld naar werk’ is wel gehaald. In 2014 zijn 602 mensen bemiddeld naar werk, waarvan 57 al bij de eerste screening zonder dat er een uitkering hoefde te worden verstrekt. 554 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben een traject gevolgd. Deze mensen waren actief op een participatieplek (Talent) of een vrijwilligersplek. De doelstelling van 500 is hiermee ruimschoots behaald. Het tekort op het BUIG-budget is uitgekomen op € 2,7 miljoen en is daarmee € 1,1 miljoen lager dan begroot, ondanks dat het budget door het ministerie gedurende het jaar met 3,8 miljoen euro naar beneden is bijgesteld. Het lagere tekort wordt veroorzaakt doordat het gemiddelde aantal uitkeringen (3.452 uitkeringen) en de gemiddelde bijstandsuitkering lager waren dan begroot (3690 uitkeringen), de debiteurenontvangsten hoger waren en er minder kredieten aan zelfstandigen werden verstrekt. Ook werden er meer aflossingen ontvangen. Er zijn in 2014 meer individuele verstrekkingen geweest in het kader van het minimabeleid: 11.500 verstrekkingen in 2014, tegen 11.124 in 2013. Het slagingspercentage schuldhulpverlening is in 2014 79% en daarmee hoger dan de doelstelling (70%). De Felua-groep voert namens de gemeente Apeldoorn de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit. Op basis van prestatieafspraken krijgt Felua-groep het budget dat de gemeente van het Rijk voor de Wsw krijgt. De opgelegde taakstelling weet de Felua-groep te realiseren. Zoals eerder benoemd is in 2014 geanticipeerd op de invoering van de Participatiewet. Samen met onder andere het UWV en de Felua is geïnvesteerd in de samenwerking met werkgevers onder meer met het project Apeldoorn Scoort, de ontwikkeling van leerwerksettings, de vernieuwing van het re-integratie instrumentarium en de ontwikkeling van een aangepast werkproces voor de nieuwe doelgroep werkzoekenden met een beperking. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met het praktijk- en voortgezet speciaal onderwijs voor een goede aanpak en overdracht van jongeren met een beperking. Ook zijn pilots gestart in
126
samenwerking met maatschappelijke instellingen voor de doelgroep beschut werk en arbeidsmatige dagbesteding. De gemeente Apeldoorn is centrumgemeente in de arbeidsmarktregio Stedenvierkant (Stedendriehoek en Noord-Veluwe). Wij hebben het initiatief genomen om een regionale werkkamer op te richten en met alle betrokken partijen uit de arbeidsmarktregio (gemeenten, SWbedrijven, sociale partners, het UWV, het onderwijs) te bespreken hoe vorm gegeven kan worden aan het regionale werkbedrijf. Voorbereidingen zijn getroffen om onder andere te komen tot één loonwaardemetingsysteem in de gehele regio, een bestuurlijke aansturing en een gezamenlijk arbeidsmarktbewerkingsplan. Apeldoorn heeft actief bijgedragen aan de doorontwikkeling van de Strategische Board Stedendriehoek. In de Board werken vertegenwoordigers van het Onderwijs, de Ondernemers en de Overheid (3 O’s) samen. In 2014 is onder auspiciën van de Board uitvoering gegeven aan de projecten die vallen onder het Akkoord van Beekbergen o.a. Apeldoorn Scoort, Stapelbanen, Stagecarrousel etc.
Hoofddoelstelling 6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief.
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
611 Werkgelegenheid Prestatie De prestaties die van de Felua worden verwacht, worden ieder jaar tussen de gemeente en Felua-groep in afspraken vastgelegd. Onderdeel van deze prestatieafspraken is de overdracht van de taakstelling en het budget door de gemeente aan Felua-groep. Felua-groep voert daarvoor de Wsw voor de gemeente uit. Het bestuur van Feluagroep heeft met haar algemeen directeur afgesproken dat de begroting 2014 van Felua-groep sluitend moet zijn.
Toelichting
●
De gemeente Apeldoorn heeft in 2014 € 26,6 mln ontvangen van het Rijk om uitvoering te geven aan de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw). Conform de prestatieafspraken is dit bedrag aan de Felua-groep overgedragen. Felua-groep heeft in 2014 1010,97 standaard eenheid (SE) gerealiseerd (zie ook tabel met outputkengetallen). Dit is 0,81 SE meer dan de door het Rijk opgelegde taakstelling. De kosten voor deze overrealisatie worden door Felua-groep gedragen. Felua-groep heeft een goed jaar achter de rug. Het (voorlopige) jaarresultaat 2014 van Felua-groep is uitgekomen op ruim € 80.000 positief. De begroting was niet sluitend, daarin werd uitgegaan van een tekort van € 99.000.
127
Wat heeft het gekost? 611 Werkgelegenheid Begroting Bestaand Beleid 611 Werkgelegenheid
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Werkplein Activerium 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
27.997
26.718
-1.279
27.672
27.311
-361
-325
593
918 I
€
27.997
26.718
-1.279
27.672
27.311
-361
-325
593
918
€ €
27.997
939 27.657
939 -340
862 28.534
939 28.250
77 -284
862 537
593
-862 56
Wsw Van het ministerie zijn voor de uitvoering van de Wsw aanvullende beschikkingen ontvangen van in totaal € 0,34 mln. In dit bedrag zit een aanvullende indexering voor 2014 en een bonus voor het aantal plekken begeleid werken dat in 2012 is gerealiseerd. Op basis van de met de Felua gemaakte afspraken, zijn deze bedragen aan de Felua overgemaakt.
Overig Voor de oprichting van een ESFsubsidiebureau hebben de 4 werkpleinen binnen het stedenvierkant voor totaal € 0,1mln middelen beschikbaar gesteld. Met deze middelen is per 1 juni 2014 een subsidiebureau gerealiseerd. Het saldo verantwoordt onder ‘Overige reserves’ van € 0,9 mln (Actieplan Jeugdwerkloosheid, project “Doen wat kan” en regiocontract) zijn middelen die via reserve overlopende posten (ROP) worden overgeheveld naar 2015.
623 Participatiebudget Prestatie Re-integratie In 2014 worden minimaal 500 mensen naar werk bemiddeld (zowel parttime als fulltime*). *Tot 2014 werd alleen volledige uitstroom naar fulltime werk weergegeven. In de cijfers van 2014 zijn ook de uitstroom tijdens de aanvraagperiode (screening) en de bemiddeling naar parttime werk vanuit Direct Actief opgenomen.
Toelichting
●
In 2014 zijn in totaal 602 mensen naar werk bemiddeld. Hiervan zijn 460 mensen met een uitkering uitgestroomd naar fulltime werk. 57 mensen zijn tijdens de aanvraagperiode (vanuit de screening) bemiddeld naar werk zonder dat er een beroep werd gedaan op een uitkering. Daarnaast zijn 85 mensen via Direct Actief bemiddeld naar parttime werk. De resultaten van Direct Actief voor de nieuwe instroom in 2013 waren zo bevredigend, dat in 2014 is gestart om het instrument ook in te zetten voor mensen die al langer een bijstandsuitkering ontvangen
Ook het aantal mensen dat actief participeert in vrijwilligerswerk, een sociaal activeringstraject, dagbesteding en/of binnen een participatieplaats bedraagt minimaal 500.
Voor mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben en voor wie re-integreren op die arbeidsmarkt nog niet aan de orde is, is het doel om deze mensen actief mee te laten doen in de samenleving. In 2014 hebben in totaal 554 mensen een traject gevolgd. Eind 2014 waren 334 klanten actief in een toeleidingstraject dan wel op een participatieplek (Talent). Daarnaast waren er 220 klanten actief op
128
Prestatie
Toelichting een vrijwilligersplek.
Volwassen en beroepsgerichte educatie (Analfabete) volwassenen worden in staat gesteld om een opleiding gericht op alfabetisering en/of staatsexamen te volgen bij Aventus.
De doelstellingen zijn hiermee ruimschoots gehaald. In 2014 zijn in regionaal verband plekken ingekocht bij Aventus voor taal- en rekenopleidingen. Met de middelen die Apeldoorn voor de uitvoering van de wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) ontvangt, is het mogelijk geweest om in 2014 voor 86 mensen een opleiding in te kopen. Als gevolg van het bereiken van de limiet van ingekochte plekken, is er voor Apeldoorn een wachtlijst van 7 mensen die in 2014 niet geplaatst konden worden. Zij starten in 2015 met hun opleiding.
●
Wat heeft het gekost? 623 Participatie Begroting Bestaand Beleid 623 Participatie
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Werkplein Activerium Concern bedr.voer.res.Algemeen 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
8.388
5.847
-2.541
8.467
7.345
-1.122
79
1.498
1.419 I
€
8.388
5.847
-2.541
8.467
7.345
-1.122
79
1.498
1.419
40
40
1.448
40 34 7.419
-1.408 34 -2.496
1.448 34 1.532
-1.448 34 5
€ € €
8.388
5.887
-2.501
9.915
1.527
Van het voor 2014 toegekende Participatiebudget kan maximaal 25% gereserveerd worden voor bestedingen in het volgende jaar (meeneemregeling). Vanaf het begin van de invoering van het Participatiebudget is deze meeneemregeling meegenomen op de balans als vooruitontvangen bedragen. Vanaf 2015 is de Wet participatiebudget ingetrokken en vervangen door de Participatiewet. De participatiemiddelen en de middelen voor de WSW worden voortaan via een integratie-uitkering Sociaal domein van het gemeentefonds aan de gemeenten toegekend. De middelen van de integratie-uitkering Sociaal domein zijn voor de gemeenten geheel vrij besteedbaar voor alle gemeentelijke taken. Daarom is de accountant van mening van de meeneemregeling 2014 geen balanspost kan zijn maar een post in de reserve overlopende projecten moet zijn. Dit is tijdens de controle van de accountant naar voren gekomen.
650 Kinderopvang Bezuinigingsvoorstellen Kinderopvang In de MPB 2014-2017 is een bezuiniging opgenomen van € 150.000 structureel. De verwachting was dat in 2014 de regeling binnen de (verlaagde) begroting kon worden uitgevoerd. Deze verwachting is uitgekomen en hiermee is de bezuiniging gerealiseerd.
129
Wat heeft het gekost? 650 Kinderopvang Begroting Bestaand Beleid 650 Kinderopvang
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
247
5
-242
157
2
-155
-90
-3
87 I
€
247
5
-242
157
2
-155
-90
-3
87
€ €
247
5
-242
157
2
-155
-90
-3
87
Hoofddoelstelling 6.2 Inkomen én uitkomen: het borgen van het recht op inkomen en (financiële) ondersteuning voor mensen die het zelfstandig niet redden om met hun inkomen uit te komen
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
310 Schuldhulpverlening Prestatie
Toelichting
De instroom in een minnelijke schuldregeling ten opzichte van het aantal aanvragen is 65%. Het slagingspercentage uitstroom uit een minnelijk traject is 70%.
In 2014 was de instroom in een minnelijke schuldregeling ten opzichte van het aantal aanvragen 63%. Daarmee is de doelstelling nagenoeg gehaald. Het slagingspercentage uitstroom is dit jaar succesvoller met 79%.
●
Wat heeft het gekost? 310 Stadsbank en schuldhulpverlening Begroting Bestaand Beleid 310 Stadsbank en schuldhulpverlening
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
4.600
615
-3.985
4.484
501
-3.983
-116
-114
2 I
€
4.600
615
-3.985
4.484
501
-3.983
-116
-114
2
€ €
4.600
615
-3.985
4.484
501
-3.983
-116
-114
2
In 2014 is door het Rijk € 575.000 toegevoegd aan het gemeentefonds voor armoede en schuldenbeleid. Op 5 juni 2014 heeft de gemeenteraad besloten om hiervan € 191.000 te bestemmen voor uitbreiding van de dienstverlening bij de Stadsbank om mensen met problematische schulden te helpen met het project ‘Onder het bewind uit’. Deze dienstverlening wordt ingezet met als doel de vergoedingen voor beschermingsbewind ten laste van de bijzondere bijstand te beperken. Een deel van deze middelen wordt via de reserve overlopende projecten (opgenomen bij 614 gemeentelijk minimabeleid) in 2015 ingezet om het effect van de extra inzet te vergroten. In 2014 hebben 70 mensen deelgenomen aan het project en hiervan zitten nog 54 actief in het project. Uit het zittend klantenbestand beschermingsbewind zijn 3 klanten ingestroomd in het project.
130
610 Bijstandsverlening Toelichting
Prestatie Vanuit sociaal oogpunt is het van belang dat het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering zoveel mogelijk beperkt wordt. Doel is om zoveel mogelijk huishoudens in hun eigen inkomen te laten voorzien. Om de prestaties van Apeldoorn te beoordelen, vergelijken we de toename van het aantal mensen in de bijstand in Apeldoorn met een aantal referentiegemeenten. Dat levert een verhoudingsgetal op. Als dit getal 1 of minder dan 1 is, dan presteert Apeldoorn conform of beter dan deze referentiegemeenten.
●
Het aantal uitkeringsgerechtigden (BUIG) is ultimo 2014 uitgekomen op 3500. Dit is een stijging van 213 uitkeringen (6,5%) t.o.v. het in de jaarrekening 2013 gerapporteerde aantal. De toename van het aantal bijstandsgerechtigden is voornamelijk in de eerste vijf maanden van 2014 ontstaan. Vanaf juni 2014 is het bestand stabiel gebleven rond de 3500 uitkeringen. De toename van het aantal mensen in de bijstand is een landelijk beeld. Het bestand WWB in de referentiegemeenten is gemiddeld met 4,4% toegenomen. Het verhoudingsgetal is daardoor uitgekomen op 1,016. Dit betekent dat de doelstelling niet is behaald. Instroom De instroom in de uitkering is in 2014 lager geweest dan in 2013. Voornamelijk is de instroom van jongeren tot 27 jaar in 2014 afgenomen t.o.v. vorig jaar. De instroom van de overige leeftijdscategorieën daalde ook. Uitstroom De uitstroom uit de uitkering in 2014 is lager dan in 2013. Dit geldt zowel voor de beïnvloedbare uitstroom naar werk/studie als voor het deel van de uitstroom dat niet beïnvloedbaar is, zoals bv. verhuizingen, het aangaan van relaties e.d. De ‘uitstroom naar werk’ is de belangrijkste reden waarom inwoners niet langer aangewezen zijn op een bijstandsuitkering. Zie de toelichting bij beleidsproduct 623 Participatiebudget voor de prestaties van uitstroom naar werk. In ‘Reilen en Zeilen’ is aandacht voor een verdiepende analyse naar de ontwikkeling van het bijstandsvolume.
131
Wat heeft het gekost? 610 Bijstandsverlening Begroting Bestaand Beleid 610 Bijstandsverlening
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
61.350
50.337 -11.013
56.884
46.908
-9.976
-4.466
-3.429
1.037 I
€
61.350
50.337 -11.013
56.884
46.908
-9.976
-4.466
-3.429
1.037
€ €
61.350
50.337 -11.013
56.884
46.908
-9.976
-4.466
-3.429
1.037
BUIG Er worden zowel op de baten als de lasten voor- en nadelen behaald. De gerealiseerde baten zijn € 3,3 mln lager dan geraamd. De voorlopige beschikking BUIG van het ministerie, welke basis is voor de Meerjaren Programma Begroting, bedroeg € 48,2 mln. De definitieve beschikking bedraagt € 44,4 mln, een afname van € 3,8 mln. De debiteurenontvangsten zijn € 0,3 mln hoger dan begroot. Door deze positieve ontwikkeling is ook de post debiteuren geherwaardeerd, hetgeen € 0,2 mln voordeel oplevert. De lasten daalden met € 4,3 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat het gemiddeld aantal uitkeringen (3.452 uitkeringen) en de gemiddelde bijstandsuitkering achter bleven bij de begroting (3.690 uitkeringen). Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen) In 2014 zijn minder kredieten aan zelfstandigen verstrekt dan waarmee in de begroting rekening mee was gehouden. Tevens zijn er relatief, t.o.v. de verstrekte kredieten, meer aflossingen ontvangen. Dit levert een voordeel van € 0,1 mln op. Interne verrekeningen hebben binnen dit beleidsproduct geleid tot een extra last van € 0,1 mln.
614 Gemeentelijk minimabeleid Prestatie Aantal inwoners met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau dat gebruik maakt van RegelRecht is in 2014 11.000.
Toelichting
●
132
In 2014 hebben ruim 11.500 volwassenen en kinderen uit huishoudens met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau gebruik gemaakt van de RegelRecht strippenkaart. Afhankelijk van de gezinssituatie, de gemaakte kosten en de duur van het lage inkomen hebben deze mensen ook gebruik gemaakt van de andere minimaregelingen zoals het kinderextraatje, de bijzondere bijstand en de Langdurigheidstoeslag. Ten opzichte van voorgaande jaren is de omvang van de doelgroep toegenomen.
Bezuinigingsvoorstellen Minimabeleid De structurele bezuinigingstaakstelling zoals opgenomen in de MPB 2014-2017, oplopend tot € 500.000 vanaf 2016, wordt geëffectueerd. Deze taakstelling kent geen maatschappelijke effecten aangezien de 1e tranche van de nieuwe maatwerkregeling voor chronisch zieken en gehandicapten ter hoogte van € 450.000 éénmalig voor een bedrag van € 375.000 is gebruikt om de taakstelling op het minimabeleid over 2014 op te vangen. De lokale inkomensregeling chronisch zieken en gehandicapten kon daarmee in 2014 gehandhaafd blijven. In 2014 is het minimabeleid in zijn geheel tegen het licht gehouden met als gevolg dat met ingang van 2015 het nieuwe Sociaal Vangnet van kracht is. Hierin is rekening gehouden met een bezuiniging van € 375.000 in 2015 oplopend naar € 500.000 vanaf 2016. Wat heeft het gekost? 614 Gemeentelijk minimabeleid Begroting Bestaand Beleid 614 Gemeentelijk minimabeleid
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Huisvuilrechten Riolering Eenheid Werkplein Activerium 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
9.235
276
-8.959
9.291
285
-9.006
56
9
-47 I
€
9.235
276
-8.959
9.291
285
-9.006
56
9
-47
977 268
977 268
543 380
-434 112
1.521
-7.714
543 380 -113 -8.196
-434 112 -113 -482
€ € € €
9.235
113 9.404
1.208
113 169
-313
Het beleidsproduct gemeentelijk minimabeleid kent een klein nadelig resultaat. Dit nadelige resultaat bestaat uit een tekort van € 0,6 mln op minimabeleid en een incidenteel voordeel op kwijtscheldingsbeleid van € 0,4 mln. De overige voor- en nadelen hebben betrekking op afwijkingen kleiner dan € 200.000.
Gemeentelijk minimabeleid De overschrijding op minimabeleid van € 0,6 mln wordt voornamelijk veroorzaakt door toegenomen uitgaven aan bijzondere bijstand door meer aanvragen en de cumulerende uitgaven voor vergoedingen van beschermingsbewind en woninginrichting. Het laatste is het gevolg van de hogere taakstelling van het Rijk voor het huisvesten van statushouders. In dit tekort zijn de resterende middelen ad € 0,190 miljoen uit de door het Rijk beschikbaar gestelde extra gelden voor armoede- en schuldenbeleid inbegrepen. In december 2014 heeft de gemeente van het Rijk geld ontvangen om de aanvullende inkomensondersteuning aan mensen met een laag inkomen te verstrekken; de zogenaamde “koopkrachttegemoetkoming lage inkomens”. Het door het Rijk beschikbaar gestelde budget voor uitkering van de koopkrachttegemoetkoming was gebaseerd op een bereik van 70% van de doelgroep. In Apeldoorn is een groter deel van de doelgroep bereikt, waardoor het beschikbare budget beperkt is overschreden.
Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid Naast het bovengenoemd tekort is er ook sprake van een incidenteel voordeel op het gemeentelijk minimabeleid van € 0,4 mln door een lagere kwijtschelding afvalstoffenheffing. Dit éénmalige voordeel dekt een groot deel van het tekort op het product gemeentelijke minimabeleid. Dit voordeel is als volgt te verklaren: De kwijtschelding afvalstoffenheffing die burgers ontvangen bestaat uit een vast deel (betreft het lopende jaar) en een variabel deel (op basis van het werkelijke aantal ledigingen van het voorgaand jaar). Omdat het variabel deel van de kwijtschelding betrekking heeft op het voorgaande jaar, reserveerden we ieder jaar bij de jaarrekening het variabele deel van € 0,4 mln. Omdat het beschikbare budget voor 2015 toereikend is om zowel het vaste- als het variabele
133
deel kwijt te schelden nemen wij éénmalig geen balanspost "nog te betalen variabel deel kwijtschelding afvalstoffenheffing" op. Hierdoor ontstaat een éénmalig voordeel. Het is dus niet zo dat burgers minder gebruik maken van deze kwijtscheldingsregeling, maar het gaat puur om een financieel technische beleidskeus.Tegenover het voordeel op dit product ontstaat een evenredig nadeel bij de verrekening met de reserve (zie 980). Rekening houdend met de ontwikkelingen bij de bijzondere bijstand, is de verwachting dat de uitgaven in 2015 aan de bijzondere bijstand verder zullen stijgen.
724 Wet op de Lijkbezorging Als niemand initiatief neemt tot begrafenis of crematie van een overledene, verzorgt de gemeente de uitvaart. Elk jaar doet zich deze situatie enkele malen voor. In 2014 zijn 17 uitvaarten verzorgd door de gemeente.
Wat heeft het gekost? 724 Begraafplaatsen Begroting Bestaand Beleid 724 Begraafplaatsen
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
18
-18
49
8
-41
31
8
-23 I
€
18
-18
49
8
-41
31
8
-23
€ €
18
-18
49
8
-41
31
8
-23
Hoofddoelstelling 6.3 Het versterken van een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
482 Onderwijs aan volwassenen Prestatie Het organiseren van verschillende cursussen in de wijk door Aventus in samenwerking met andere organisaties.
Toelichting
●
134
Doel van de cursussen is activering, participatie en ontmoeting in de wijk. In het schooljaar 2013/2014 hebben in totaal 174 cursisten deelgenomen.
611 Strategische Board Stedendriehoek (voorheen Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA)) Toelichting
Prestatie uitvoeren nieuwe structuur SBS
●
uitwerken en uitvoeren uitvoeringsagenda
●
versterking onderwijsketen
●
opzetten projecten om de arbeidsmarkt te versterken
●
135
De Stichting Strategische Board Stedendriehoek levert op basis van een gezamenlijke strategische agenda een inspanning om samen met ondernemers, onderwijs en maatschappelijke organisaties het functioneren van de arbeidsmarkt te verbeteren. De gemeente heeft hierin naast een verbindende ook een regisserende rol in de regionale arbeidsmarkt op een aantal onderwerpen. De werkelijke opgave ligt in belangrijke mate bij werkgevers en onderwijsinstellingen. In het jaarverslag van de SBS zal gerapporteerd worden over de resultaten van de inzet en de geïnitieerde projecten. Onder het label Akkoord van Beekbergen wordt een 14-tal projecten uitgevoerd met het doel een bijdrage te leveren aan de oplossing van personele vraagstukken en het creëren van banen en leerwerkplekken. In regionaal verband worden concrete initiatieven voorbereid en uitgevoerd rondom de thema’s ‘aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt’ en ‘iedereen minimaal een startkwalificatie naar vermogen’. In het regionale sectorplan “Samen werk maken van werk” is een verbinding gemaakt tussen de sectorplannen en het Actieplan bestrijding Jeugdwerkloosheid (AJW). De beschikbare financiële middelen worden ingezet voor Startersbeurzen, BBL plekken voor jongeren, Mobiliteit- en Scholingvouchers. Het sectorplan wordt uitgevoerd in de arbeidsmarktregio Stedenvierkant.
Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputkengetallen van belang: Hoofddoelstelling 6.1 Zoveel mogelijk mensen aan het werk dan wel maatschappelijk actief Outputkengetal
2011
2012
2013
Raming 2014
Realisatie 2014
494
539 500
460 602
586 32
500 nvt
554 nvt
1012
1010
1011
2012
2013
Raming 2014
Realisatie 2014
1,07
0,978
1
1,016
10.540
11.124
11.000
11.500
68%
63%
75%
79%
623 Participatiebudget • uitstroom doelstelling werk • bemiddeld naar werk (fulltime+partime) • realisatie participatieplaatsen • aantal te starten inburgeringstrajecten
440 138
611 Werkgelegenheid • Aantal standaard eenheden
Hoofddoelstelling 6.2 inkomen en uitkomen Outputkengetal
2011
610 Bijstandsverlening • lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in verhouding tot de ontwikkeling van de referentiegemeenten 614 Gemeentelijk minimabeleid • aantal mensen met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau dat gebruik maakt van RegelRecht 310 Schuldhulpverlening • aandeel geslaagde schuldhulpverleningstrajecten t.o.v. totaal aantal aanvragen schuldhulpverlening
Resumé programmakosten Primaire begroting 2014 (A) Lasten Baten Saldo
Programma / beleidsproducten Werk, inkomen en arbeidsmarkt 310 Stadsbank en 615 4.600 schuldhulpverlening 482 Volwassenen- en 0 0 beroepsgerichte educatie 610 Bijstandsverlening 61.309 50.337 611 Werkgelegenheid 26.508 26.268 614 Gemeentelijk minimabeleid 276 8.138 623 Participatie 8.237 5.847 650 Kinderopvang 5 247 724 Begraafplaatsen 0 18 Resultaat vóór bestemming 109.057 83.348 Bestemming via functie 980 1.245 Resultaat na bestemming 109.057 84.593
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
-3.985
4.600
0
0
615 -3.985 0
-10.972 61.350 50.337 -240 27.997 26.718 -7.862 9.235 276 -2.390 8.388 5.847 -242 247 5 -18 18 0 -25.709 111.835 83.798 2.224 1.245 -24.464 111.835 86.022
136
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
0
4.484 0
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo
501 -3.983 0
-11.013 56.884 46.908 -1.279 27.672 27.311 -8.959 285 9.291 -2.541 8.467 7.345 -242 2 157 -18 8 49 -28.037 107.004 82.360 2.224 2.423 1.936 -25.813 109.427 84.296
-116
-114
2
0
0
0
-9.976 -4.466 -3.429 -361 -325 593 -9.006 56 9 -1.122 79 1.498 -155 -90 -3 -41 31 8 -24.644 -4.831 -1.438 -487 2.423 -288 -25.131 -2.408 -1.726
1.037 918 -47 1.419 87 -23 3.393 -2.711 682
0
Programma 7 Zorg en Welzijn
Beleidsproducten: 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 622 Huishoudelijke verzorging 630 Sociaal cultureel werk 652 Voorzieningen gehandicapten 714 Openbare gezondheidszorg
137
2.1.7 Zorg en welzijn Portefeuillehouder(s): - P. Blokhuis
Leeswijzer Het wettelijk kader onder dit programma is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo hanteert 9 prestatievelden als indeling. Deze prestatievelden vormen ook (deels geclusterd) de indeling van dit programma.
Invoering Wmo 2015 2014 stond in het teken van de invoering van de Wmo 2015. Diverse taken worden, met een bezuiniging, aan de Wmo toegevoegd: a. begeleiding b. beschermd wonen c. inkomensondersteuning (o.a. middelen Wet Tegemoetkoming Chronische zieken en Gehandicapten (WTCG) /Compensatie Eigen Risico (CER) d. cliëntondersteuning (o.a. middelen MEE) Om deze nieuwe taken in te voeren hebben we het volgende gedaan: Op basis van de kaders, vastgesteld in 2013, is een regionale raamovereenkomst opgesteld waarmee we maatwerkvoorzieningen hebben ingekocht. Het betreft een bedrag van circa € 60 mln per jaar voor hulp bij het voeren van een gestructureerd huishouden, begeleiding, beschermd wonen en coördinatie. Daarnaast is de wet uitgewerkt in de Verordening maatschappelijke ondersteuning welke op haar beurt weer is uitgewerkt in een Besluit maatschappelijke ondersteuning. Deze lokale wetgeving stelt ons in staat om goede indicaties te verstrekken waarmee we maatwerkvoorzieningen leveren. Er is een sociaal vangnet en een nieuwe collectieve aanvullende verzekering opgesteld waardoor minima geen Wmo eigen bijdrage hoeven te betalen. De tweede helft van 2014 stond ook in het teken van het herinrichten van het Wmo loket. Om de nieuwe taken goed uit te kunnen voeren is er een uitvoeringsorganisatie neergezet met getrainde en geschoolde medewerkers. Aan de meer preventieve kant is een geheel nieuwe subsidieregeling voor algemene voorzieningen Wmo opgesteld. Deze regeling gaat uit van functies en niet meer van instellingen. Deze regeling betreft deels nieuwe taken als ontmoeting, dagbesteding en cliëntondersteuning. Ook omvat het een herschikking van taken met betrekking tot welzijn en maatschappelijke opvang. Het gaat jaarlijks om een bedrag van circa € 17 mln. Tot slot zijn de gevolgen van de extramuralisering in kaart gebracht. Deze hebben geleid tot nieuwe concrete afspraken met de Apeldoornse corporaties. De decentralisatieopgave brengt aanzienlijke risico's met zich mee. In de risicoparagraaf wordt daar apart bij stilgestaan.
138
Prestatieveld 1 Bevorderen sociale samenhang Doelstelling Wat wilden we bereiken? Het bevorderen van de sociale samenhang in- en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten door middel van versterking van de informele en formele sociale (netwerk)infrastructuur. Deze doelstelling moet leiden tot: • Versterking van maatschappelijke participatie door en voor autonome en kwetsbare Apeldoornse jeugd en ouderen; • Versterken van de integratie tussen allochtone en autochtone burgers.
Wat hebben we bereikt? De samenwerking tussen zorg- en welzijnsprofessionals ten behoeve van de buurt(bewoners) is verder verstevigd. Het project talent laat bijvoorbeeld zien dat 700 personen, op hun manier, weer actief meedoen aan onze maatschappij.
Wat hebben we daar voor gedaan? Toelichting
Prestatie Vergroting van de maatschappelijke verantwoordelijkheid bij burgers voor de leefbaarheid in de eigen stad, wijk, dorp of buurt.
●
Het realiseren van het wijkcentrum in de Binnenstad en de Finse school, wordt nader afgewogen in het licht van het uitvoeringsprogramma van de wijkvoorzieningenscan.
●
Welzijn en zorgnetwerk worden in de jaren 2014 en 2015 per stadsdeel gerealiseerd. Vergroten van maatschappelijke deelname door allochtonen, met aandacht voor bijzondere problematiek als gevolg van taalachterstand en culturele verschillen.
●
Uitvoeren rijksregeling Huisvestingstaakstelling statushouders. Het betreft het huisvesten van asielzoekers die een verblijfsstatus hebben gekregen.
●
●
139
Zorg- en welzijnsprofessionals werken met elkaar samen in kerngroepen en netwerken, die wijkgericht zijn georganiseerd. Het betrekken van diverse bewoners en hen aanspreken op hun kracht is daarbij uitgangspunt. Daarnaast is geïnvesteerd in ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers, burgers die bij uitstek hun verantwoordelijkheid nemen. De gemeente gaat geen wijkcentrum in de binnenstad realiseren. De Finse School wordt verkocht. Met de subsidieregeling Wmo borgen wij wel de beschikbaarheid van voldoende ontmoetingsplekken om voor Apeldoornse burgers het sociale netwerk, de participatie en de vaardigheden om te functioneren in de samenleving te vergroten. De regeling is in 2014 vastgesteld en in werking getreden voor subsidie over het jaar 2015. Is gerealiseerd.
Wij hebben het maatjesproject Kracht2 gesubsidieerd, dat zich richt op participatie (incl. taal) van allochtone vrouwen en inzet sociale professionals op (allochtone) buurtbewoners. Een ander project was “Maten in geuren en kleuren”, waardoor wij het communicatienetwerk allochtonen versterken en zorgverlening verbeteren. Deze regeling is uitgevoerd in overleg met de regio en de Apeldoornse corporaties.
Wat heeft het gekost? Prestatieveld 1: Bevorderen sociale samenhang
Begroting na wijziging L
Begroting bestaand beleid 630 Sociaal cultureel werk 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980
B
S
Realisatie L
B
Afwijking S
L
B
S
I/S
€ €
5.544 5.544
1.973 1.973
-3.571 -3.571
5.242 5.242
1.980 1.980
-3.262 -3.262
-302 -302
7 7
309 I 309
€ €
5.544
1.973
-3.571
5.242
1.980
-3.262
-302
7
309
Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
De inzet van de personele capaciteit op de activiteiten van de sluitende buurtaanpak is in 2014 sterk achtergebleven bij de raming. De aandacht is meer uitgegaan naar de voorbereiding op de invoering van de nieuwe Wmo en - meer concreet - de toegang (sociale wijkteams). Die uren inzet is op andere producten verantwoord en daarmee wordt het voordeel gecompenseerd door nadelen elders.
Prestatieveld 2 Preventief jeugdbeleid Opgenomen in programma 5 Jeugd en Onderwijs
Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning Doelstelling Wat wilden we bereiken? Doelstelling is dat de burger kan beschikken over de gegevens en ondersteuning die nodig zijn om zelfstandig te zijn, keuzes te maken, zelfregie / zelf management te voeren en aanvragen te doen etc. Het hier achterliggende, meer algemene doel, is het voorkomen, verminderen of oplossen van problemen van (psycho)sociale, pedagogische of financiële aard en het beïnvloeden van maatschappelijke situaties, die dit soort problemen veroorzaken.
Wat hebben we bereikt? Apeldoorn beschikt over een goede infrastructuur in de wijken, dicht bij de burger, waar de burger terecht kan voor informatie, advies en ondersteuning. Hier wordt uitvoering aangegeven door het Wmo loket, de gesubsidieerde instellingen en de ontmoetingsplekken.
140
Wat hebben we daar voor gedaan? Toelichting
Prestatie De gemeente subsidieert maatschappelijke partners zodat zij in staat zijn in “een Gesprek” informatie en advies aan burgers te verstrekken en cliëntondersteuning aan burgers te bieden en hierbij uit te gaan van eigen kracht en zelfredzaamheid. • Prestaties door Apeldoorn zelf: o Een klantvriendelijke en professionele dienstverlening; o Een onafhankelijke en volledige informatieverstrekking over een breed aanbod aan voorzieningen door een gemeentegids, een digitaal loket en beslisbomen; o Het geven van advies en informatie; gericht op bevordering van zelfredzaamheid van burgers, “het Gesprek”; o Het geven van ondersteuning aan cliënten die vragen of problemen hebben, als gevolg van beperkingen, met het zelfstandig functioneren; o Het geven van voorlichting aan maatschappelijke partners, zodat beroepskrachten en intermediairs, burgers kunnen adviseren en bijstaan om zolang mogelijk zelfstandig maatschappelijk te participeren; o Het opleiden van vrijwilligers die o.a. werken in de informatiepunten van de woon service gebieden (gericht op algemene voorzieningen).
●
Deze opdracht is verwerkt in de subsidiebeschikkingen. In 2014 is de site ‘www.ontmoetelkaarinapeldoorn.nl’ aan het aanbod toegevoegd.
●
Een klantvriendelijke en professionele dienstverlening is belangrijk. In de scholing van medewerkers is hier aandacht voor. Cliëntondersteuning is gericht op de eigen kracht van de burger en de mogelijke inzet van het netwerk en algemene voorzieningen ten behoeve van zelfredzaamheid en participatie. Indien de gevraagde ondersteuning niet door ons zelf geboden kan worden, wordt doorverwezen naar een maatschappelijke partner die dit wel kan bieden. In de informatieverstrekking en cliëntondersteuning ligt een belangrijk accent op ontmoetingsplekken in de wijk, waarbij meer dan voorheen ondersteuning werd geboden door vrijwilligers, onder begeleiding van professionals.
Wat heeft het gekost? Prestatieveld 3: Informatie, advies en cliëntondersteuning
Begroting na wijziging L
Begroting bestaand beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980
B
S
Realisatie L
B
Afwijking S
L
B
S
I/S
€
698
-698
699
-699
1
-1 I
€
698
-698
699
-699
1
-1
€ €
698
-698
699
-699
1
-1
Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
141
Prestatieveld 4 Vrijwilligersbeleid en mantelzorg Doelstelling Wat wilden we bereiken? Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers door het in standhouden van een stevige vrijwilligersinfrastructuur en het ondersteunen van mantelzorgers om de zorg voor hun naaste zo lang en goed mogelijk vol te kunnen houden.
Wat hebben we bereikt? De infrastructuur is in 2014 verder verstevigd door betere samenwerking tussen De Kap en Stimenz, MEE en Don Bosco. Hierdoor kunnen de vrijwilligers en mantelzorgers nog beter ondersteund worden.
Wat hebben we daar voor gedaan? Toelichting
Prestatie Faciliteren van de autonome, zelfredzame burgers, die zich verenigen op maatschappelijk, cultureel, ideëel of sportief gebied door waar nodig het versterken van vrijwilligersorganisaties. Het versterken van het sociale netwerk rond de burger door de diensten van vrijwilligersorganisaties en mantelzorgondersteuning hierop te focussen.
●
Vrijwilligers kunnen voor ondersteuning terecht bij het verenigingsbureau.
●
Het bieden van algemene voorzieningen als verenigingsondersteuning of mantelzorgondersteuning, indien het eigen netwerk of de eigen kracht niet voldoende zijn.
●
Er is een impuls gegeven aan de samenwerking tussen De Kap en het Verenigingsbureau wat tot uitdrukking is gekomen in de aanstelling van een (overkoepelend) ketenregisseur informele zorg en een gezamenlijk plan/aanvraag voor 2015. Is gerealiseerd door prestatieafspraken die wij met Kap en Stimenz bij de subsidietoekenning maken.
Bezuinigingsvoorstellen Maatschappelijke stage De bezuinigingstaakstelling is volgens fasering gerealiseerd. Het gevolg is een terugloop van het aantal fte verenigingsondersteuning. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging
Prestatieveld 4: Vrijwilligersbeleid en mantelzorg
L Begroting bestaand beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980
B
S
Realisatie L
B
Afwijking S
L
B
S
I/S
€
1.373
-1.373
1.331
-1.331
-42
42 I
€
1.373
-1.373
1.331
-1.331
-42
42
€ €
1.373
-1.373
1.331
-1.331
-42
42
Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
142
Prestatieveld 5 & 6 Collectieve en individuele verstrekkingen Doelstelling Wat wilden we bereiken? De burgers van Apeldoorn zijn gezond en er zijn voor iedereen bereikbare en toegankelijke plekken voor ontmoeting.
Wat hebben we bereikt? Apeldoorn beschikt over een goede toegang tot de gezondheidszorg en collectieve voorzieningen met het doel om alle Apeldoornse burgers volwaardig te laten deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Waar nodig zijn er individuele voorzieningen verstrekt.
Wat hebben we daar voor gedaan? Toelichting
Prestatie De prestaties ten aanzien van de Gezondheidszorg zijn: o Preventiebeleid dat erop gericht is om ziekten te voorkomen of vroegtijdig op te sporen en mensen gezonder te maken door gezondheidsrisico’s weg te nemen. Hiervoor werkt de Gemeente Apeldoorn intensief samen met de GGD. Preventieve zorg wordt ook door niet (of gedeeltelijk) gemeentelijk gefinancierde organisaties verstrekt zoals de thuiszorg, jeugdzorg, GGZ en verslavingszorg; o Zorgbeleid dat ervoor zorgt dat er in de gemeente voldoende voorzieningen zijn op het gebied van zorg en dat deze aansluiten op de zorgvraag. Wanneer burgers buiten het reguliere systeem vallen moet de gemeente zorgregelend kunnen optreden (vangnetfunctie); o Facetbeleid (integraal beleid) dat er is om ook op andere gebieden dan volksgezondheid aandacht te schenken aan aspecten van gezondheid. Voor de prestaties ten aanzien Collectieve en Individuele verstrekkingen dragen de consulenten van het Wmo-loket zorg voor “Het gesprek” en mogelijk een indicatie op maat voor individuele en collectieve voorzieningen.
•
●
De speerpunten uit de kadernota "Op uw gezondheid" uit 2013 zijn in samenwerking met diverse organisaties (w.o. de GGD) uitgevoerd. De uitvoeringsnota ‘Op uw gezondheid’ die gepland stond voor 2014 is uitgesteld tot 2015. De overige prestaties zijn verricht.
●
143
De werkwijze is als volgt ingericht: In ‘het gesprek’ onderzoekt de consulent de mogelijkheden van de burger (de eigen kracht). Waar mogelijk biedt de consulent collectieve voorzieningen aan (boodschappendienst Attent, was- en strijkservice Omnizorg, scootmobielpool). Waar noodzakelijk verstrekken wij een individuele voorziening.
Bezuinigingsvoorstellen Compensatiemiddelen AWBZ De taakstelling start in 2015 en loopt gefaseerd op tot 2017 en is in de meerjarenbudgetten verwerkt. Het betreft een beperkte efficiencykorting op een aantal projecten waaronder logeeropvang en schakelpunt. De middelen zijn voor 2015 en volgende verwerkt in de subsidieregeling Wmo. Meldpunt discriminatie Door de subsidie voor bedoelde activiteiten te verlagen is de bezuiniging structureel ingevuld. Stelpost WMO De bezuiniging is gerealiseerd. Het effect is beperkt. In eerdere jaren werd het budget al niet volledig benut. Verder maken we projecten mogelijk met subsidie van de provincie. Scootmobielen De bezuiniging uit de MPB 2014 betreft een structurele bezuiniging van € 40.000 in 2014 oplopend tot € 120.000 in 2017. De bezuinigingen tot 2015 zijn gerealiseerd. Doordat de bezuiniging vooral wordt gerealiseerd door een dalende trend in de vraag naar deze voorziening is het maatschappelijke effect beperkt. WMO voorzieningen De taakstelling is gerealiseerd. De bezuinigingen uit de negen maatregelen hebben geleid tot extra besparingen op de Wmo-voorzieningen. Het maatschappelijke effect is, voor zover we kunnen overzien, beperkt. Rolstoelen voor incidenteel gebruik Deze structurele bezuiniging van € 30.000 uit de MPB 2014 – 2017 is uitgevoerd. Er zijn rolstoelpools opgezet, waar mensen gebruik van kunnen maken, die incidenteel een rolstoel nodig hebben. Doordat de bezuiniging vooral wordt gerealiseerd door een dalende trend in de vraag naar deze voorziening is het maatschappelijke effect beperkt. GGD Noord- en Oost Gelderland De GGD heeft haar taakstelling voor de jaren tot en met 2014 gerealiseerd met bezuinigingen op onder andere de Regionale Toekomstverkenningen en interne advisering GGD. Het maatschappelijk effect is beperkt. Wat heeft het gekost? Prestatieveld 5 en 6: Collectieve en individuele verstrekkingen
Begroting na wijziging L
Begroting bestaand beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 622 Huishoudelijke verzorging 652 Voorzieningen gehandicapten 714 Openbare gezondheidszorg 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Algemene reserve Voordeel WMO Overige reserves Eenheid Jeugd, Zorg & Welzijn 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
B
S
Realisatie L
€
6.272
-6.272
5.389
€ € € €
16.078 6.841 2.317 31.508
3.955 -12.123 730 -6.111 -2.317 4.685 -26.823
€
1.500
€ €
33.008
B
Afwijking S
152
L
B
S
I/S
-5.237
-883
152
1.035 I
13.926 6.201 2.260 27.776
3.238 -10.688 770 -5.431 12 -2.248 4.172 -23.604
-2.152 -640 -57 -3.732
-717 40 12 -513
1.435 I 680 I 69 I 3.219
-1.500
1.500
-1.500
537 537 5.222 -27.786
950 30.226
537 -413 4.709 -25.517
950 -2.782
-513
-950 2.269
Maatschappelijke begeleiding en advies Om de overgang van de AWBZ naar de Wmo en de afbouw van de huishoudelijke hulp goed te begeleiden gaat de gemeente met alle cliënten in gesprek. Daar is eenmalig een invoeringsbudget Wmo voor beschikbaar. Het grootste deel van de gesprekken heeft in 2014 nog niet plaats
144
gehad, maar zal in 2015 gevoerd worden. Het noodzakelijke budget wordt via de reserve overlopende projecten in 2015 opnieuw beschikbaar gesteld. Reden waarom in 2014 op het product een voordeel van een kleine € 900.000 ontstaat. Daarnaast hebben we voor de ondersteuning voor het inkoopproces minder beroep gedaan op externe deskundigheid dan geraamd. Dit resulteert in een aanvullend voordeel van € 160.000.
Huishoudelijke verzorging Op dit product bedraagt het totale voordeel € 1.435.000. De 9 bezuinigingsmaatregelen van een aantal jaren geleden hebben, samen met de gekantelde manier van werken, zeer effectief gewerkt. De ervaring leert dat de klanttevredenheid niet significant is afgenomen. Het voordeel is van groot belang in het licht van de aanstaande rijksbezuiniging op dit product. Dit jaar zal het laatste jaar zijn waarin deze maatregelen een dergelijk financieel effect hebben. De rijksbijdrage wordt per 2015 oplopend gekort. Op 17 juli 2014 heeft uw raad hierop besloten om daar waar mogelijk burgers te wijzen op ondersteuning via een algemene voorziening en daar waar noodzakelijk burgers een maatwerkvoorziening te verstrekken. Zorg in natura van huishoudelijke hulp (HH) Dit jaar is het voordeel € 1.350.000. De belangrijkste oorzaak is dat het aantal geleverde uren per cliënten is gedaald. Verder is het aantal cliënten licht gedaald, terwijl juist een bescheiden groei werd verwacht als gevolg van de afschaffing van de Zorgzwaarte pakketten (ZZP). Persoonsgebonden Budgetten (PGB) Door een daling van het aantal PGB gebruikers en het aantal uren per cliënt namen de uitgaven af met € 450.000. Dit is onder andere bereikt door het kritisch toetsen van de aanvraag en de intensievere verantwoordingsplicht van de PGB’s. Eigen bijdrage cliënten Door de daling van het aantal geleverde uren en het aantal klanten is minder eigen bijdrage geïnd. Het nadeel bedraagt € 800.000. Op dit product is voor € 200.000 minder aan personele inzet besteed. De uren zijn besteed aan de voorbereiding op de nieuwe Wmo. Het overige voordeel wordt verklaard door minder advieskosten van € 100.000 en diverse niet nader toegelichte voor- en nadelen van € 135.000.
Voorzieningen gehandicapten Op dit product is sprake van een totaal voordeel van € 680.000. Woonvoorzieningen Op het onderdeel woonvoorzieningen is € 730.000 minder uit gegeven dan begroot. Het grootste voordeel, € 600.000, ontstaat doordat we de woningen goedkoper laten aanpassen en we het afgelopen jaar woonunits hebben kunnen hergebruiken. Het resterende voordeel van € 130.000 wordt voor het grootste deel veroorzaakt doordat minder bijdragen in verhuiskosten en roerende voorzieningen zijn verstrekt. Vervoersvoorzieningen Op dit onderdeel is € 50.000 meer uitgegeven dan begroot. Door volumedalingen en te lage zoneprijzen is de Gelderse vervoerder van het sociale vervoer (Regiotaxi) in financiële problemen gekomen. Om de continuïteit van het vervoer te kunnen garanderen is met de vervoerder een overbruggingsregeling tot 1 juli 2015 overeengekomen. Het aandeel van Apeldoorn in deze regeling bedraagt in 2014 € 150.000 (totaal aandeel Apeldoorn in 2014 en 2015 bedraagt € 300.000). In eerste aanleg heeft de rechtbank de vordering afgewezen, maar in afwachting van de beroepsprocedure of een mogelijk faillissement van de vervoerder wordt dit bedrag vooralsnog als last aangemerkt. Verder heeft dit product meer tijdinzet gevraagd waardoor de personele kosten € 100.000 meer zijn dan geraamd. Daarnaast
145
bedraagt het voordeel op rolstoelen € 100.000 en is er een resterend voordeel van € 100.000 dat voor het grootste deel is veroorzaakt door een meevaller op onderhoudskosten.
Prestatieveld 7 Vrouwenopvang en huiselijk geweld Doelstelling Wat wilden we bereiken? Het bestrijden van geweld in afhankelijkheidsrelaties door inzet op het voorkomen en het signaleren ervan en door het (acute) beschermen en ondersteunen van slachtoffers, opdat het geweld snel stopt en slachtoffers een leven zonder geweld kunnen opbouwen. Het realiseren en subsidiëren van opvang voor slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties is primair een taak van de centrumgemeente. In het kader van prestatieveld 7 van de Wmo heeft echter elke gemeente de verantwoordelijkheid om te monitoren of er voldoende opvangcapaciteit beschikbaar is voor haar eigen inwoners, zowel kwalitatief als kwantitatief.
Wat hebben we bereikt? Veilig Thuis, mede gericht op het voorkomen van geweld, is opgericht zonder dat betrokken organisaties (Stimenz, Bureau Jeugdzorg en Moviera) op hun preventie- en adviestaken inboeten. De organisatie voor opvang (Moviera) heeft verdere stappen gezet in de omslag van (dure) opvang naar meer (goedkopere) ambulante zorg na opvang c.q. ter voorkoming van opvang trajecten.
Wat hebben we daar voor gedaan? Prestatie
Toelichting
Financiering van hulpverlening en opvang gericht op zowel mannen, vrouwen, minderjarigen als ouderen.
●
Is gerealiseerd door subsidiëring van het Steunpunt huiselijk geweld, reservering van jeugdzorg budget voor Algemeen meldpunt kindermishandeling en subsidiëring van Moviera (opvang)
Bevorderen van de ketenaanpak door volgen van en waar mogelijk ingrijpen teneinde de hulp ‘lean’ en efficiënt te houden. De veranderingen op rijksniveau doorvertalen naar de gemeente zelf, de 12 regiogemeenten en de ketenpartners, inclusief afstemming over het belangrijkste, aanpalende beleidsveld: de (transitie van) jeugdzorg. Apeldoorn financiert ook één zogenoemde daderkamer (daders die in laatste instantie voor korte tijd een bed wordt aangeboden). Bevorderen van de doorstroming uit de opvang naar zelfstandig wonen waarbij in samenwerking met de woningcorporaties woonruimte ter beschikking wordt gesteld na de opvang. Bestrijden begint bij weten. In 2012 is bij het Steunpunt Huiselijk Geweld het aantal meldingen opnieuw toegenomen. Hulpverleners lijken in anticipatie op de aanstaande Wet Meldcode huiselijk
●
Dit is een opdracht aan de gesubsidieerde instellingen, maar verdient nadere uitwerking. In 2015 vindt dit plaats.
●
Dit betrof in 2014 het creëren van Veilig Thuis en de transitie jeugdzorg.
● ●
Deze actie omvat meerdere jaren en loopt door in 2015. Moviera houdt de opdracht om een omslag naar meer ambulante zorg te realiseren.
●
Met Veilig Thuis zijn afspraken gemaakt over managementinformatie, prestatie indicatoren en aan te leveren analyses over meldingen. Het effect hiervan doet zich voor in 2015.
146
Prestatie
Toelichting
geweld en kindermishandeling meer aandacht voor het onderwerp te hebben. In 2012 is de decentralisatie-uitkering voor het beleidsveld vrouwenopvang en huiselijk geweld verhoogd. Bestedingsdoelen voor 2012, 2013 en 2014 zijn in overleg met de regiogemeenten gekozen
De 4 Gelderse centrumgemeenten ontvangen netto minder geld vanaf 2015. Zij maken afspraken over een bezuinigingstraject bij Moviera dat tot 2018 loopt.
●
Bezuinigingsvoorstellen Regionale vrouwenopvang In 2014 is nog niet op het prestatieveld bezuinigd. Vanaf 2015 gebeurt dat conform MPB stapsgewijs wel. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging
Prestatieveld 7: Vrouwenopvang en huiselijk geweld
L Begroting bestaand beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Jeugd, Zorg & Welzijn 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
B
S
Realisatie L
B
Afwijking S
L
B
S
I/S
€
2.834
-2.834
2.830
161
-2.669
-4
161
165 I
€
2.834
-2.834
2.830
161
-2.669
-4
161
165
€ €
2.834
-2.834
75 2.905
161
-75 -2.744
75 71
161
-75 90
Prestatieveld 7 (6), 8 & 9 Regionaal kompas Doelstelling Wat wilden we bereiken? De maatschappelijke zorg beoogt mensen zo volwaardig mogelijk en zo zelfredzaam mogelijk mee te laten doen in de samenleving met een aanvaardbare kwaliteit van leven door middel van preventie, toeleiding, doorstroom, rehabilitatie en herstel op de terreinen zorg, wonen, dagbesteding, financiën, sociaal netwerk en veiligheid. Het beleid is gericht op uitstroom uit de maatschappelijke zorg, naar een stabiele leef- en woonsituatie en op maximaal haalbare zelfredzaamheid
Wat hebben we bereikt? In 2014 is het vigerende beleid nagenoeg ongewijzigd voortgezet. Dit mede vanwege de decentralisaties die van invloed zijn op de uitvoering van het Regionaal Kompas.
147
Wat hebben we daar voor gedaan? Toelichting
Prestatie Bieden van maatschappelijke opvang en vergroten van de weerbaarheid.
●
Bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg.
●
Bieden van verslavingszorg.
●
Met outreachende bemoeizorg en ambulante begeleiding helpen de instellingen die wij subsidiëren de cliënten op weg naar zelfstandig wonen. Door subsidiëring realiseren wij een samenhangende integrale aanpak en individuele hulp trajecten voor preventie, toeleiding opvang, zorg en nazorg voor kwetsbare mensen met meervoudige problemen die behoren tot de doelgroep maatschappelijke zorg. Met een integrale en samenhangende aanpak zorgen wij voor voorlichtingslessen preventie alcohol en drugs op scholen. Verder verzorgen de gesubsidieerde instellingen individuele trajecten voor preventie, toeleiding opvang, zorg en nazorg voor kwetsbare mensen met meervoudige problemen die behoren tot de doelgroep maatschappelijke zorg (sociale verslavingszorg).
Regionaal Kompas (opvang dak- en thuislozen) Op het subsidiebudget Regionaal Kompas is door een rijkskorting, die de gemeente eenmalig met extra budget gecompenseerd heeft, het budget verlaagd met € 460.000. De korting is gedifferentieerd doorgevoerd ten laste van verschillende activiteiten. Voorzover dit nu kan worden overzien zijn de effecten hiervan beperkt. Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging
Prestatieveld 7(6), 8 & 9: Regionaal kompas
L Begroting bestaand beleid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980
B
S
Realisatie L
B
Afwijking S
L
B
S
I/S
€
7.810
1.653
-6.157
7.707
1.608
-6.099
-103
-45
58 I
€
7.810
1.653
-6.157
7.707
1.608
-6.099
-103
-45
58
€ €
7.810
1.653
-6.157
7.707
1.608
-6.099
-103
-45
58
Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
148
Resumé programmakosten Programma / beleidsproducten Zorg en welzijn 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 622 Huishoudelijke verzorging 630 Sociaal cultureel werk 652 Voorzieningen gehandicapten 714 Openbare gezondheidszorg Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
Primaire begroting 2014 (A) Lasten Baten Saldo
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo
17.015
1.653 -15.362 18.987
1.653 -17.334 17.956
1.920 -16.036
-1.031
267
1.298
17.438 5.540 6.841
3.955 -13.483 16.078 1.973 -3.567 5.544 730 -6.111 6.841
3.955 -12.123 13.926 1.973 -3.571 5.242 730 -6.111 6.201
3.238 -10.688 1.980 -3.262 770 -5.431
-2.152 -302 -640
-717 7 40
1.435 309 680
2.317 49.151 1.500 50.651
0 -2.317 2.317 8.311 -40.840 49.767 -1.500 1.500 8.311 -42.340 51.267
0 -2.317 2.260 8.311 -41.456 45.585 537 -963 2.525 8.848 -42.419 48.110
12 -2.248 7.920 -37.665 537 -1.988 8.457 -39.653
-57 -4.182 1.025 -3.157
12 -391
149
69 3.791 -1.025 -391 2.766
150
Programma 8 Sport en cultuur
Beleidsproducten: 480 Overige onderwijsaangelegenheden 510 Openbare bibliotheek 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Oudheidkunde en musea
151
2.1.8 Sport en cultuur Portefeuillehouder(s): - D.H. Cziesso - N.T. Stukker Doelstellingen Wat wilden we bereiken? 8.1 Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie; 8.2 Bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad als woon- en vestigingsplaats en ruim baan voor talentontwikkeling met een hoogwaardig palet aan (top)sport en cultuurvoorzieningen; 8.3 Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed.
Wat hebben we bereikt? 8.1 In 2012 is door de gemeenteraad de cultuurnota “Spin-Off (I) 2013-2016” voor de jaren 2013 en 2014 vastgesteld. Spin-Off I concentreerde zich voornamelijk op de grote culturele instellingen van Apeldoorn (CODA, Orpheus, Markant, Gigant) die door de gemeente een budgetsubsidie ontvangen. De kaders en prestatie-afspraken* voor de vier instellingen werden in deze nota gebundeld, in combinatie met een culturele agenda. In 2014 is een nieuwe nota Spin-Off II gemaakt en vastgesteld door de gemeenteraad met daarin voor de jaren 2015 en 2016 resterende prestatieafspraken. In deze nieuwe nota wordt het cultuurbeleid in de volle breedte in beeld gebracht in samenhang met de ambities uit het coalitie-akkoord. De grote instellingen uit het cultuurkwartier werkten in 2014 meer samen. Voorbeelden hiervan zijn de projecten Cultuurkwartier Open, de Stadsoase en Indisch DNA. Er is ingezet op noodzakelijke omzetgroei binnen economisch ongunstige omstandigheden. De vaste kosten, zoals die van huisvesting, waren nauwelijks beïnvloedbaar. Dit maakt dat een groot beroep werd gedaan op het ondernemerschap van de organisaties. Er is ook instabiliteit ontstaan. In 2013 dreigde bijvoorbeeld een acuut liquiditeitsprobleem bij Gigant. In 2014 werd de financiële situatie bij Gigant stabieler. In april 2014 heeft het college de Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur vastgesteld. Daarin zijn onder meer de voorwaarden opgenomen waaronder sportverenigingen in aanmerking kunnen komen voor een rentesubsidie en een renteloze lening voor de aanleg van kunstgrasvelden. De regeling borgt de instandhouding van sportvoorzieningen in Apeldoorn. 8.2 Het NJO (Nederlands Jeugd Orkest) geeft met de Gelderse muziekzomer tussen de 60 en 70 concerten in heel Gelderland, waarvan een groot deel in Apeldoorn. Er wordt op bijzondere locaties gespeeld, industrieel erfgoed, opengestelde privétuinen, en in Orpheus. De Ereprijs, orkest voor hedendaagse klassieke muziek, organiseert jaarlijks de Young Composers Meeting, de internationale masterclass voor jonge componisten. De Ereprijs werkt samen met het Gelders Orkest in het Orkest van de 21ste eeuw. ISMA (Internationale stichting masterclasses Apeldoorn) is een Apeldoornse organisatie die zich richt op ontwikkeling van toptalent, onder meer rond kamermuziek tijdens de Internationale Masterclass in augustus. Hierbij wordt samengewerkt met NJO en Markant. Het NJO kan rekenen op financiële bijdragen van rijk en provincie. Orkest De Ereprijs is door overheidsbezuinigingen in een financieel lastige positie terechtgekomen.
152
8.3 In 2014 is goed gebruik gemaakt van de subsidieregelingen die de gemeente heeft voor de instandhouding of herstel van cultureel erfgoed. In totaal is € 350.000 gesubsidieerd in 50 panden. Daarnaast is ingezet op een goede borging van het erfgoed door een vervolg te geven aan de inventarisatie, selectie en aanwijzing van het naoorlogse erfgoed en het integraal opnemen van cultuurhistorische waarden in de verschillende bestemmingsplannen. Dit geldt ook voor de archeologische waarden die door de vaststelling van de archeologische beleidskaart veel nauwkeuriger te voorspellen zijn. Als laatste is aandacht besteed aan communicatie over erfgoed om zo de bewustwording van de waarde van erfgoed te vergroten en draagvlak te krijgen voor het behoud.
Hoofddoelstelling 8.1 Bijdragen aan een stedelijk voorzieningenniveau dat Apeldoorners ruimte geeft voor ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en actieve sport en cultuurparticipatie.
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
510 Bibliotheek Prestatie
Toelichting
Bereikbare bibliotheekvoorziening
●
Leesbevordering
●
153
CODA opende CODA Junior, bezuinigingen zijn tot kansen gemaakt bij de bibliotheek op school, de creatieve sector wordt ingeschakeld bij tentoonstellingen in het museum, de samenwerking met het Erfgoedplatform is op poten gezet en CODA droeg bij aan de toerisme-informatie voor Apeldoorn. Het aantal bezoekers en uitleningen voor de bibliotheek zijn licht afgenomen ten opzichte van 2013. Dit heeft te maken met de omvorming van wijkfilialen en maatschappelijke trends. Het aantal leden van de bibliotheek 2014 was 36.500. In 2013 was dit 37.500. Het aantal uitleningen bleef nagenoeg gelijk op 1,2 mln. Het aantal bezoekers daalde licht, van 574.000 in 2013 naar 571.000 in 2014. CODA participeert in het provinciale project De Bibliotheek op School (dBos). Dat houdt in gezamenlijk werken aan de verbetering van taalvaardigheid, leesmotivatie en informatievaardigheden van leerlingen in het basisonderwijs. CODA heeft naast de vier jeugd- en buurtbibliotheken i.s.m. het PCBO en Ugchelens Belang, zes basisscholen die deelnemen aan het project ‘de Bibliotheek op School’. Daarnaast biedt CODA via Cultuurwijzer, het coördinatiepunt voor Cultuur- en Kunsteducatie in Apeldoorn, diverse taalprogramma’s aan voor alle basisscholen in Apeldoorn. 80% van alle leerlingen in het basisonderwijs heeft een abonnement van de bibliotheek, bezoekt
Prestatie
Toelichting met regelmaat de bibliotheek of maakt via school kennis met één van de activiteiten van CODA Bibliotheek. CODA verzorgt rondleidingen in de verschillende vestigingen waarbij leerlingen CODA bezoeken, kennismaken met de mogelijkheden en een gratis abonnement krijgen aangeboden, voor zover ze dat nog niet hebben. In 2014 hebben in totaal voor heel CODA hier 12.200 kinderen / leerlingen hier aan deelgenomen. Voor CODA Bibliotheek zijn dat 7350 leerlingen in 2014.
Wat heeft het gekost? 510 Openbare bibliotheek Begroting Bestaand Beleid 510 Openbare bibliotheek
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
5.274
-5.274
5.173
-5.173
-101
101 I
€
5.274
-5.274
5.173
-5.173
-101
101
€ €
5.274
-5.274
5.173
-5.173
-101
101
511/540 Kunstzinnige vorming Prestatie
Toelichting
Gevarieerd aanbod van amateurkunst
●
Breed aanbod cultuureducatie en activiteiten voor een breed publiek
●
Stimulering jong talent
●
154
Ongeveer 80 verenigingen hebben gebruik gemaakt van de subsidieregeling Amateurkunst (bedrag per lid). Op dit budget is in 2014 20% gekort, als gevolg van lopende taakstellingen. Markant haalde de banden met woningcorporaties en welzijnsorganisaties aan en organiseerde amateurevents in de binnenstad. Daarnaast bood Markant het reguliere cursus-aanbod kunst, dans en muziek aan. Het aantal cursisten in 2014 is 2.775. Stichting Markant is gestart met het grote project Cultuureducatie met Kwaliteit op scholen. Scholen en de cultuursector gaan hand in hand aan de slag om te zorgen voor goed cultuuronderwijs. Doorgaande leerlijnen worden ontwikkeld, de verbinding met cultuur in de wijken wordt gelegd, en de kwaliteit en diversiteit van de uitvoering wordt verbeterd. Dit wordt uitgevoerd door Cultuurwijzer Apeldoorn, als lokale bemiddelaar tussen vraag en aanbod voor cultuureducatie op school.
Wat heeft het gekost? 511/540 Kunstzinnige vorming Begroting bestaand beleid 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 540 Kunst 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
€ € €
378 1.443 1.821
-378 -1.443 -1.821
324 1.389 1.713
3
€ €
1.821
-1.821
1.713
S
L
Afwijking B
S
I/S
-54 -54 -108
3
3
-321 -1.389 -1.710
3
57 I 54 I 111
3
-1.710
-108
3
111
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
480/530/531 Ruimte voor sport Prestatie
Toelichting
Het efficiënt en kwaliteitsvol beheren en exploiteren van gemeentelijke sportaccommodaties.
●
Optimale inzet, spreiding en benutting van gemeentelijke sportvelden.
●
Sporthal Zuiderpark is aan het eind van zijn levensduur. Dit dwingt ons tot een standpunt over de toekomst van deze hal die intensief wordt gebruikt door verenigingen. In 2015 komen wij met een voorstel. Het Sportfondsenbad is na een gebruik van bijna 80 jaar op 31 december 2014 definitief gesloten. Wij voeren een passief beleid. Om in aanmerking te komen voor een renteloze lening voor kunstgrasvelden, is een optimale benutting van de velden een belangrijk criterium.
Wat heeft het gekost? 480/530/531 Ruimte voor sport Begroting bestaand beleid 480 Overige onderwijsaangelegenheden 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Sportactiviteiten 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S € € € €
2.910 5.382 1.042 9.334
€ €
9.334
2.181
L
108 2.289
-729 -5.382 -934 -7.045
2.878 5.312 998 9.188
135 2.424
135 -6.910
9.188
155
Realisatie B 2.181
S
L
Afwijking B
S
I/S
189 2.370
-697 -5.312 -809 -6.818
-32 -70 -44 -146
81 81
32 I 70 I 125 I 227
135 2.505
135 -6.683
-146
81
227
530 Sportverenigingen en -activiteiten Toelichting
Prestatie Kwaliteitsbehoud van het verenigingsaanbod en het stimuleren van vitale verenigingen.
●
Bevorderen samenwerking tussen en fusies van verenigingen.
●
Vergroting van de sportdeelname door mensen met een handicap, jeugd, allochtonen en ouderen.
●
Sportverenigingen worden versterkt met het oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk. Het stimuleren van dagelijkse sport- en beweegaanbod op en rond scholen.
●
In samenwerking met het sportveld wordt gewerkt aan het opstellen van een ‘Sportagenda’ met kansen voor de sport in de komende jaren. Die Sportagenda komt voorjaar 2015 gereed. De gemeente heeft faciliteiten aangeboden voor hulp bij samenwerking en fusies. Er loopt een aantal trajecten. Hiervoor is budget beschikbaar in de sportbegroting. De subsidievoorwaarden zijn opgenomen in de Ondersteuningsregeling Sportinfrastructuur. Door het subsidiëren van sportstimulering en buurtsportcoaches en met het project Jongeren op Gezond Gewicht, zetten wij ons in voor het vergroten van de sportdeelname in het algemeen en door genoemde doelgroepen in het bijzonder. De aandacht is vooral gericht op het realiseren en in stand houden van een passend aanbod van sportvoorzieningen.
Zie hiervoor.
●
Wat heeft het gekost? 530 Sportverenigingen en -activiteiten Begroting bestaand beleid 530 Sport 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
Begroting na wijziging L B S € €
622 622
€ €
622
Realisatie B
L
S
L
Afwijking B
S
I/S
-622 -622
460 460
25 25
-435 -435
-162 -162
25 25
187 I 187
-622
460
25
-435
-162
25
187
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
0
540 Creatieve industrie Prestatie
Toelichting
Faciliteren van de Apeldoornse creatieve sector met ruimte voor productie, experiment, expositie en ontmoeting.
●
Coördineren van de plaatsing van kunst in de openbare ruimte (incidenteel particulier initiatief en kunstwerken
●
156
Stichting ACEC gebouw heeft 12 tentoonstellingen en meerdere debatten en bijeenkomsten georganiseerd. Ook organiseerde ACEC voor de derde keer een kunstveiling. De Stichting Ateliers organiseerde de Apeldoornse Atelierroute en meer dan 25 exposities in de Loolaangalerie. Er stonden geen kunstopdrachten voor 2014 uit. Wel is er een schenking van de Apenheul (beeld Bongo) geplaatst op het
Prestatie
Toelichting
Wilhelminaring).
Van Berlo-terrein. Ook is achter Omnizorg een grote muurschildering gemaakt tijdens het Street Art Festival 2014, georganiseerd door New Arts (Markant). De planning voor het onderhoud kunst (groot en klein onderhoud) is uitgevoerd.
Uitvoeren van regulier onderhoud van kunst in de openbare ruimte.
●
Wat heeft het gekost? 540 Creatieve industrie Begroting bestaand beleid 540 Kunst 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€ €
1.524 1.524
-1.524 -1.524
1.437 1.437
-1.437 -1.437
-87 -87
87 I 87
€ €
1.524
-1.524
1.437
-1.437
-87
87
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Hoofddoelstelling 8.2 Bijdragen aan de waardering, het vestigingsklimaat en de aantrekkelijkheid van de stad met een palet van hoogwaardige voorzieningen voor cultuur en sport.
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
511 Kunstzinnige vorming Prestatie
Toelichting
Een goed aanbod op het gebied van jong muziektalent.
●
Markant organiseerde het reguliere aanbod muzieklessen.
Een goed aanbod op het gebied van muziekproductie.
●
Het NJO organiseerde de Gelderse Muziekzomer, De Ereprijs organiseerde de Young Composers meeting en Aardlekconcerten.
Wat heeft het gekost? 511 Kunstzinnige vorming Begroting Bestaand Beleid 511 Kunstzinnige vorming
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
195
-195
267
-267
72
-72 I
€
195
-195
267
-267
72
-72
€ €
195
-195
267
-267
72
-72
157
530 Omnisport Toelichting
Prestatie Een platform bieden voor de organisatie van grote topsportevenementen (zoals EK’s en WK’s) in het Omnisport Apeldoorn.
●
Bijdragen aan de passieve sportbeleving door een hoogwaardig sportaanbod.
●
Trainingslocatie voor topsport Voorziening voor Apeldoornse verenigingsactiviteiten op gebied van alle indoor zaalsporten, baanwielrennen, indooratletiek en voor outdoor skeeleren, schaatsen en beachvolleybal. Voorziening voor activiteiten op gebied van bewegingsonderwijs
●
• •
•
I.v.m. de ‘splinterproblematiek’ was de Omnisport wielerbaan van februari t/m september 2014 gesloten. Na een grote onderhoudsbeurt ging de baan in oktober weer open. Er is een voorstel in behandeling voor vervanging van de toplaag. Met een financiële bijdrage kon in 2014 opnieuw het AFAS-tennisclassic toernooi georganiseerd worden. Verder was er onder andere de voorronde voor het WK Beach en het NK Atletiek in Apeldoorn.
Wat heeft het gekost? 530 Omnisport Begroting bestaand beleid 530 Sport 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Topsportevenementenfonds 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
€ €
4.590 4.590
1.954 1.954
-2.636 -2.636
5.136 5.136
1.958 1.958
-3.178 -3.178
546 546
4 4
-542 I -542
€ €
4.590
40 1.994
40 -2.596
5.136
40 1.998
40 -3.138
546
4
-542
S
Afwijking B
L
S
I/S
In 2014 zijn vooral diverse technische en juridische onderzoeks- en advieskosten aan de orde geweest in het kader van knelpunten vanuit de bouw en de problematiek met betrekking tot de wielerbaan. Ook is de wielerbaan gerepareerd door de aannemer om de baan voorlopig te kunnen gebruiken. Hierover is de gemeenteraad in december 2014 openbaar en niet openbaar nader geïnformeerd. Tenslotte is er een verplichting nagekomen voor de realisatie van een kunstobject ad € 125.000. Het budget is in 2012 in het kader van de bezuinigingen ten onrechte ingeleverd. Een en ander heeft geleid tot een totale lastenoverschrijding van afgerond € 185.000. Het college heeft besloten een voorziening te treffen van € 250.000 ten laste van het programmabudget Sport 2014 om de noodzakelijke kosten van de voorbereiding en organisatie van het WK Beachvolleybal 2015 te kunnen dekken. Ook de extra inzet vanuit de organisatie, nodig voor de voorbereiding op het evenement, is op dit product verantwoord (€ 93.000). Het nadeel wordt gecompenseerd door voordelen binnen het product Sport (op diverse hoofddoelstellingen), die vooral ontstaan door een lagere aanspraak op het subsidiebudget voor sportvoorzieningen en kunstgrasvelden. In totaal gaat het om een voordeel van € 339.000 dat verantwoord wordt onder doelstelling 8.1.
158
540 Podiumkunsten Prestatie
Toelichting
Een schouwburg met een breed en divers aanbod.
●
Een filmhuis en poppodium met een breed en divers aanbod.
●
Orpheus ontwikkelde een nieuwe vorm van het Cultureel Café (Orpheus open voor alle Apeldoorners), heeft de samenwerking met de Culturele Pleinmarkt uitgebreid, kreeg een nieuwe huurder (Nationaal Jeugdorkest), haalde de banden aan met de ondernemers en investeerde in gastvrijheid. Orpheus is met de andere Stedendriehoektheaters, maar ook met de kleine podia, in gesprek om de samenwerking te intensiveren. Dit gaat over gezamenlijke programmering, kennisdeling en onderscheidend regionaal profiel. Er werden 250 voorstellingen geprogrammeerd met een bezoekersaantal van 135.000. Gigant ontwikkelde met nieuwe culturele initiatieven als het StadsLab de StadsOase op het cultuurplein, gaf kunstenaars podium in het café, op de maandflyers en op de gevel van de bibliotheek en hielp bestaande evenementen als het Drakenboot en Roots in the Woods, maar ook het toekomstfestival. Het filmbezoek trok licht aan ten opzicht van 2013. Gigant trok totaal 62.500 bezoekers.
Wat heeft het gekost? 540 Kunst Begroting Bestaand Beleid 540 Kunst
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€
8.636
3.079
-5.557
8.596
3.068
-5.528
-40
-11
29 I
€
8.636
3.079
-5.557
8.596
3.068
-5.528
-40
-11
29
€ €
8.636
3.079
-5.557
8.596
3.068
-5.528
-40
-11
29
541 Musea Prestatie Een gevarieerd aanbod van tentoonstellingen.
Toelichting
●
159
CODA museum heeft in 2014 ongeveer evenveel (66.000) bezoekers getrokken als in 2014. Onder andere de tentoonstelling Sounds Of Silence trok landelijke belangstelling. Ook was er een grote tentoonstelling over de grafheuvels in de Apeldoornse omgeving te zien.
Wat heeft het gekost? 541 Museum Begroting bestaand beleid 541 Musea 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
Begroting na wijziging L B S € €
1.388 1.388
€ €
1.388
L
-1.388 -1.388
1.398 1.398
-1.388
1.398
Realisatie B
S
Afwijking B
L
-1.398 -1.398
10 10
-1.398
10
S
I/S -10 I -10
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
0
0
0
-10
Hoofddoelstelling 8.3 Behoud van het gemeentelijk cultureel erfgoed.
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
541 Erfgoed en oudheidkunde Prestatie
Toelichting
Inventariseren en waarderen van cultuurhistorisch erfgoed en dat integraal opnemen in ruimtelijke plannen.
●
Stimuleren van en bijdragen aan onderhoud en herstel van gemeentelijke monumenten.
●
Verbinden van de cultuurhistorische beleidsdoelen met economische doelen van de gemeente (voorbeeld, herstel
●
160
Bij deze prestatie is sprake van een continu proces. Er is in 2014 vooral gewerkt aan het waarderen van het naoorlogs erfgoed en het integraal opnemen van cultuurhistorische waarden in de verschillende bestemmingsplannen. Er zijn in totaal 5 gemeentelijke monumenten aangewezen en 1 Rijksmonument. Er is een thematisch bestemmingsplan in voorbereiding voor een viertal gebieden waarin zo’n 300 panden als karakteristiek bestempeld worden. De nieuwe archeologische beleidskaart is door B&W vastgesteld. Deze is gebaseerd op een geactualiseerde archeologische kenniskaart. De nieuwe kaart wordt in de nieuwe bestemmingsplannen opgenomen. Eind 2014 heeft de archeologische beleidskaart ter inzage gelegen en de vaststelling door de raad wordt verwacht in 2015. Er is een gemeentelijk (aangevuld met een provinciaal) budget van € 185.000 voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Het totale budget is benut in 2014 (in totaal 39 aanvragen) en diverse monumenteneigenaren hebben ondersteuning gekregen bij de instandhouding van hun pand zowel financieel als in de vorm van technisch advies. In het voorjaar is de start van het gevelfonds geweest met de tentoonstelling in het stadhuis. Deze tentoonstelling reist
Prestatie
Toelichting
historische gevels in de binnenstad m.b.v. gevelfonds)
nu door de stad. Er ontstaat steeds meer draagvlak voor het opknappen/terugbrengen van de historische gevels, dat blijkt uit de 11 aanvragen, waarvan er reeds 7 uitgevoerd zijn. Het beschikbare budget van € 170.000 voor de jaren 2014/2015 was binnen 9 maanden belegd. Aan deze prestatie wordt vooral uitvoering gegeven door strategische samenwerkingen met (erfgoed)partners in de gemeente, zoals het Erfgoedplatform, CODA, wijk- en dorpsraden en particuliere eigenaren en opdrachtgevers. Op diverse manieren (website, OMD, historische cafés, nieuwsbrieven, scholenprojecten, informatieborden) is vorm gegeven aan het vertellen van het Apeldoornse verhaal. Tijdens de goed bezochte tentoonstelling in CODA over grafheuvels op de Veluwe is verdieping verzorgd in de vorm van kindercolleges en een symposium voor volwassenen. Het publieksvriendelijk boekje ‘Echo’s uit de IJzertijd’ dat in opdracht van de gemeente over het grafheuvelonderzoek bij de Echoput is geschreven, werd uitgebracht.
Het ontsluiten van kennis over het Apeldoornse verleden. Specifieke doelgroepen zijn de eigen plaatselijke bevolking, bezoekers/toeristen en in het bijzonder de schoolgaande jeugd.
●
Wat heeft het gekost? 541 Erfgoed en oudheidkunde Begroting bestaand beleid 541 Oudheidkunde 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Concern bedr.voer.res.Algemeen 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
Afwijking B
L
S
I/S
€ €
3.197 3.197
1.141 1.141
-2.056 -2.056
3.140 3.140
1.300 1.300
-1.840 -1.840
-57 -57
159 159
216 I 216
€ €
3.197
11 1.152
11 -2.045
3.140
1.300
-1.840
-57
-11 148
-11 205
161
Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputkengetallen van belang: Outputkengetal
•
% inwoners dat minimaal één keer per week sport
2009
2010
2012
Raming 2014
Realisatie 2014
37%
37%
44%
44%
nb
•
% inwoners beneden 18 jaar dat sport in
50%
50%
48%
48%
nb
•
% inwoners (18 jaar en ouder) dat tevreden is met sportmogelijkheden in de buurt
70%
70%
77%
80%
nb
•
% actieve sporters dat ook in verenigingsverband sport
34%
34%
34%
33%
nb
•
% van de activiteiten van het Verenigingsburo gericht op de sportsector
17%
17%
17%
8%
nb
•
aantal jeugdleden sportverenigingen
14.000
14.000
14.000
13.000
nb
Toelichting: via aanvragen van sportverenigingen voor subsidie op basis van de Regeling Algemene Sportsubsidie ontvingen wij in het verleden gegevens over onder meer de sportparticipatie van de leden van deze verenigingen. Op basis daarvan werden kengetallen voor Apeldoorn gedestilleerd. Met het afschaffen van de Regeling Algemene Sportsubsidie ontvangen wij die input niet meer. De tweejaarlijkse Gelderse Sportmonitor, waar aan Apeldoorn deel neemt geeft echter ook een beeld van de sportdeelname in Apeldoorn. Deze monitor bevat eveneens informatie over leefstijl. De volgende, met de cijfers over 2015, verschijnt volgend jaar.
Resumé programmakosten Programma / beleidsproducten Sport en cultuur 480 Overige onderwijsaangelegenheden 510 Openbare bibliotheek 511 Vormings- en ontwikkelingswerk 511 Kunstzinnige vorming 530 Sport 531 Groene sportvelden en terreinen 540 Kunst 541 Musea 541 Oudheidkunde Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
Primaire begroting 2014 (A) Lasten Baten Saldo 2.910 5.274 378
2.181
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
-729
2.910
0 -5.274 0 -378
5.274 378
2.181
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
-729
2.878
0 -5.274 0 -378
2.181
-697
-32
0
32
5.173 324
0 -5.173 3 -321
-101 -54
0 3
101 57
72 314 -44
0 29 81
-72 -285 125
-181 10 -57 -73
-11 0 159 261 -11 250
170 -10 216 334 -11 323
195 10.594 754
0 -195 195 1.954 -8.640 10.594 108 -646 1.042
0 -195 267 1.954 -8.640 10.908 108 -934 998
0 -267 1.983 -8.925 189 -809
11.603 1.388 3.197 36.293
3.079 0 1.141 8.463 56 8.519
3.079 0 1.141 8.463 186 8.649
3.068 0 1.300 8.724 175 8.899
36.293
-8.524 11.603 -1.388 1.388 -2.056 3.197 -27.830 36.581 56 -27.774 36.581
162
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo
-8.524 11.422 -1.388 1.398 -2.056 3.140 -28.118 36.508 186 -27.932 36.508
-8.354 -1.398 -1.840 -27.784 175 -27.609
-73
Programma 9 Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen
Beleidsproducten: 310 Handel en ambacht 311 Opbrengsten warenmarkt 560 Openluchtrecreatie 810 Ruimtelijke ontwikkeling 822 Overige volkshuisvesting 823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen 830 Bouwgrondexploitatie
163
2.1.9 Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen Portefeuillehouder(s): - O.G. Prinsen - N.T. Stukker Doelstellingen Wat wilden we bereiken? Apeldoorn is een gemeente waar het goed wonen, werken, winkelen en recreëren is. Mooi gelegen in het landschap van Veluwe en IJsselvallei en herkenbaar door zijn weelderige parken, lanen, beken en sprengen. Een stad die trots is op zijn erfgoed. Een stad met buurten, wijken en dorpen waar je je nog echt thuis kunt voelen. Winkelcentra en andere voorzieningen liggen binnen handbereik en de veelzijdige kantoor- en bedrijvenparken bieden volop werkgelegenheid. Bovendien is de stad goed bereikbaar. Daarmee onderscheidt Apeldoorn zich van andere steden als een echte ‘Buitenstad’. Een leefomgeving (voor wonen, werken, ondernemen en recreëren) met toekomstwaarde, gebruikswaarde en belevingswaarde is belangrijk voor onze burgers en bepaalt mede de aantrekkingskracht van onze gemeente als vestigingsklimaat. Met dit programma willen we een bijdrage leveren aantrekkelijk vestigingsklimaat. We willen (gezamenlijk met partners) komen tot realisatie en behoud van een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad, landelijk gebied, dorpen en regio. Hiervoor willen we optimale condities scheppen voor onze bewoners, zodat zij initiatieven kunnen ontplooien op het gebied van wonen, werken, ondernemen en recreëren. De gemeente moet daarbij in staat zijn om flexibel in te spelen op een niet goed te voorspellen vraag.
Wat hebben we bereikt? Binnen het woonbeleid zijn de doelstellingen voor 2014 grotendeels gehaald. Beleidsproducten waaraan gewerkt is en die hun afronding naderen - de prestatieafspraken en de actualisering van de woningbouwprogrammering - zijn nagenoeg gereed. Binnen de nieuwe focus op de bestaande bouw is een nieuwe stimuleringsregeling in het leven geroepen waarmee collectief investeringen gedaan kunnen worden ten behoeve van de woningvoorraad. Naast de rol die wij als gemeente hebben vervuld, vervult de markt zelf ook een belangrijke rol. Traditionele vraagstukken als bereikbaarheid en betaalbaarheid van woningen komen in een ander daglicht te staan.
Wat hebben we daar voor gedaan? De volgende beleidsproducten hebben bijgedragen aan het realiseren van de genoemde doelstellingen.
310/311 Handel en ambacht Toelichting
Prestatie Uitgifte bedrijventerreinen
●
Versterken van de bestaande winkel- en
● 164
Er is 0,8 ha. bedrijventerrein uitgeven. De verwachting was dat dit aantal hoger zou zijn, maar door procedureel oponthoud (bestemmingsplannen, milieu) zijn een drietal transacties (gezamenlijk 2,4 ha) niet meer in 2014 gerealiseerd. Voor 2015 zijn er gesprekken gaande met een aantal marktpartijen voor vestiging op een of meerdere bedrijventerreinen. In 2014 is de detailhandelsvisie Apeldoorn
Prestatie
Toelichting
voorzieningen structuur.
2014 – 2019 vastgesteld en hebben meerdere grote retailers zich gevestigd op de locatie De Voorwaarts en is gestart met herontwikkeling van winkelcentrum Anklaar (bouw tijdelijk winkelcentrum). De relatiemanagers hebben pro-actief bedrijven benaderd. Er zijn ruim 200 bedrijven bezocht, inclusief de 8 grootste. Wij hebben de oprichting van de werkgroep centrum management waarin ondernemers, horeca, cultuur en vastgoed zitting hebben, om de binnenstad te versterken, actief ondersteunt. Samenwerking tussen organisaties en bedrijven is gestimuleerd onder andere door het actief faciliteren van platforms voor vier top sectoren. Bedrijven zijn aan elkaar gekoppeld waardoor nieuwe initiatieven zijn ontstaan (bijvoorbeeld Apeldoorn Congresstad) Programma Ondernemende Stad is opgesteld. Hieronder worden verschillende projecten die de economie versterken uitgevoerd, zoals Apeldoorn Scoort, Topsectorenbeleid, ondersteunen kenniscentra als Venture Lab, Zwitsal, CoE for Media and ICT. In 2015 wordt hierbij een uitvoeringsprogramma opgesteld.
Pro-actief relatiebeheer naar bedrijven en instellingen en stroomlijning gemeentelijke dienstverlening. Bijzondere aandacht is er voor de grootste acht bedrijven.
●
Versterking van de economie.
●
Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging L B S
310 /311 Handel en ambacht Begroting bestaand beleid 310 Handel en ambacht 311 Opbrengsten warenmarkt 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Concern bedr.voer.res.Algemeen 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
€ € €
€ €
1.855 1.855
177 362 539
-1.678 362 -1.316
1.855
79 618
79 -1.237
L 2.124
Realisatie B
S
2.124
379 333 712
-1.745 333 -1.412
2.124
73 785
73 -1.339
Afwijking B
L 269 269
202 -29 173
269
-6 167
S
I/S -67 I -29 I -96
-6 -102
Lasten en baten van het beleidsproduct handel en ambacht: De kosten van de marktmeesters zijn begroot bij team Thor in programma 2 (beleidsproduct 140). De werkelijke kosten zijn verantwoord op dit product (310). In de realisatie is hiervoor aan de batenkant een verrekening opgenomen. Deze omissie is in de begroting 2015 opgelost.
165
560 Openluchtrecreatie Toelichting
Prestatie Versterken van de vrijetijdseconomie door met bedrijven gezamenlijk (nieuwe) locaties te ontwikkelen en de samenwerking aan te gaan met sectoren als onderwijs, care en IT. Recreatiebedrijven begeleiden bij uitbreiding in het kader ‘Krimp- en groeibeleid Veluwe’ van de provincie Gelderland.
Met het toeristische platform Apeldoorn zijn diverse nieuwe initiatieven gestart. Onder meer voor het lokaal gastheerschap en de evenementen. Tevens is in 2014 congresstad Apeldoorn gelanceerd. In 2014 is het bestemmingsplan 'Uitbreiding vier recreatiebedrijven Hoenderloo’ vastgesteld zodat bedrijven fysiek kunnen uitbreiden op basis van het kader ‘Krimp- en groeibeleid Veluwe’ van de provincie Gelderland.
●
●
Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging L B S
560 Openluchtrecreatie Begroting bestaand beleid 560 Openluchtrecreatie 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming
Realisatie B
L
S
Afwijking B
L
S
I/S
€ €
461 461
-461 -461
487 487
-487 -487
26 26
-26 I -26
€ €
461
-461
487
-487
26
-26
980 Mutaties reserves
990 Saldo van baten en lasten na bestemming
810 Ruimtelijke ontwikkeling Prestatie
Toelichting
Adviseren van nieuwe ruimtelijke initiatieven in de projectgroep Plan Initiatieven.
●
Ontwikkelen van een planologisch kader voor deze nieuwe initiatieven.
●
Adviseren over programma’s en grotere initiatieven in het Programma-overleg Ruimte (POR).
●
166
In 2014 zijn in de Projectgroep Plan Initiatieven (PPI) 81 nieuwe initiatieven ingediend. Daarnaast zijn 14 initiatieven voor 2014 ingediend maar waren nog niet beoordeeld. In 2014 zijn van de 95 ingediende initiatieven er 56 tijdens de PPI-vergadering besproken. In totaal zijn er 42 initiatieven als kansrijk beoordeeld. Voor 27 van de, in de PPI als kansrijk beoordeelde, verzoeken is een anterieure overeenkomst aan de aanvrager gezonden. Op dit moment hebben 13 daarvan geresulteerd in een planologische procedure. In het Programma-overleg Ruimte (POR) is ondermeer geadviseerd over diverse ruimtelijke initiatieven (15 á 20 aanvragen). Hierbij is vanuit project- en initiatiefoverstijgende belangen een programmatisch advies gegeven. Daarnaast zijn vraagstukken rond kantorenprogrammering, woningbouwmonitor, leegstand, zorgvastgoed geagendeerd. De wijze van advisering is
Prestatie
Toelichting
Begeleiden en verbinden (kansen pakken) van ruimtelijke initiatieven vanuit ruimtelijke, planologische samenhang.
●
Uitwerkingsagenda structuurvisie.
●
Implementatie (toekomstige) Omgevingswet.
●
Actueel maken en houden van digitale bestemmingsplannen en beeldkwaliteitsplannen voor de stad, het landelijk gebied en de dorpen.
●
167
gericht op een integrale programmatische bestuurlijke besluitvorming. In Hoenderloo is in 2014 in een intensieve samenwerking tussen dorpsraad, ondernemers en gemeente een mooi resultaat behaald in het verbinden van ruimtelijke (en maatschappelijk) initiatieven. Vanuit een integrale kansenkaart is er samengewerkt met drie partijen. Zo is er een gemeenschappelijk gedragen koersdocument opgeleverd, is er een visie vanuit de Hoenderloogroep gemaakt en is een aantal initiatieven verder gebracht richting realisatie. In een tweetal DoeDagen in het dorp is er hard gewerkt aan de inrichting van de openbare ruimte. De structuurvisie kent geen eigen uitvoeringsagenda in de zin van een notitie. De uitvoering loopt via andere beleidstrajecten. Zo is in 2014 de woonvisie vastgesteld, de kantoren nota en de detailhandelsvisie. Allen in samenhang met de doelen van de structuurvisie, ter versterking van de strategische thema’s van de stad. Het derde kookboek van de stad, het “DIK Apeldoorns Stadskookboek” is vastgesteld en als boek uitgekomen. Dit instrument versterkt onze nieuwe manier van werken, met minder regels, en meer inspiratie. Uitvoeringsagenda van de structuurvisie is in 2014 ook vertaald naar cultuurverandering en veranderende rolopvatting in het ruimtelijke domein. In 2014 is de wettekst omgevingswet aangeboden aan de Tweede kamer. Onze inspanningen waren in 2014 gericht op het beïnvloeden van de wettekst en meedenken, via G32 en VNG/verband, over de AMVB´s die nu geschreven worden. In 2015 zal naar verwachting in Apeldoorn een experiment omgevingsplan gaan lopen. Op deze wijze, beïnvloeding en experimenteren, bereid Apeldoorn zich voor op de komst van de omgevingswet. Die wet zal naar verwachting met in gang van 2018/2019 van kracht zijn. Bestemmingsplannen mogen vanaf 1 juli 2013 wettelijk gezien niet ouder zijn dan 10 jaar. Alle plannen die moeten worden geactualiseerd zijn opgestart en Apeldoorn ligt wat dat betreft op schema. In 2014 zijn 31 bestemmingsplannen (inclusief uitwerkings- en wijzigingsplannen) vastgesteld. Daarvan komen er 23 voort uit een principeverzoek, 1 is een
Prestatie
Toelichting wijkbestemmingsplan (actualiseringsplan) en de overige 7 zijn (gebieds)ontwikkelingsplannen.
Uitvoeringsprogramma Binnenstad, waardoor met concrete acties de ambities uit het regieplan kunnen worden gerealiseerd.
●
Door de kwaliteit van de openbare ruimte te verhogen, wordt de binnenstad uitnodigend voor de bezoekers en aantrekkelijk voor ondernemers, ontwikkelaars en vastgoedeigenaren. Plannen voor de herinrichting van het voetgangersdomein en reconstructie van aansluitende wegen zijn opgesteld. De uitvoering zal in 2015 – 2017 plaatsvinden.
Woonvisie, waaronder de woonagenda monitoring, het meerjarenperspectief wonen en speerpunten in het beleid (inclusief prestatieafspraken).
●
In 2014 is er een nieuwe woonagenda vastgesteld. Op basis van de woonagenda zijn ook concept prestatieafspraken opgesteld. Deze bevinden zich in een afrondende fase. De woningbouwprogrammering uit november 2012 is geactualiseerd. Hierbij is niet primair gekeken naar de omvang van het programma, maar vooral naar bouwen we het goede. Denk hierbij bijvoorbeeld aan prijsniveaus. Begin 2015 wordt het product afgerond (met o.a. besluitvorming door raad).
BROA Realisatie Afwijking BROA Nr. Omschrijving Begroot 4.2 Binnenstad (eigen middelen) -337.000 -73.249 263.751 4.3 Binnenstad (geld derden) -752.000 -587.117 164.883 14.1 Kanaalzone -2.050.000 -1.941.600 108.400 15.1 Herstructurering Zevenhuizen -40.000 151.020 191.020 15.2 Herstructurering Zuid -100.000 -32.997 67.003 15.5 Plattelandsontwikkeling -191.000 -186.991 4.009 15.10 Hoogspanningslijnen -4.868.000 -4.868.646 -646 Totaal -8.338.000 -7.439.580 898.420 *: de genoemde bedragen betreffen de bijdragen uit de BROA voor de projecten van de AD en het GB. Hiernaast zijn voor diverse projecten nog aanvullende bijdragen en kredieten beschikbaar.
Binnenstad (BROA, proj.nr. 4.2) Dit budget betreft inzet van eigen middelen voor de ontwikkeling van de Binnenstad. Het gaat om kosten voor programmamanagement en inzet van eigen middelen voor de herinrichting van fase Binnenstad Noord. Vooral ten aanzien van laatstgenoemde zijn de uitgaven lager uitgevallen dan begroot, in totaal € 260.000 lager. Voor een gering deel schuiven kosten door naar 2015 en voor een deel zijn de werkzaamheden voor minder geld uitgevoerd. Het ontstane voordeel wordt betrokken bij de herinrichting van het overige deel van de binnenstad. In de Jaarstukken in vogelvlucht (dashboard) wordt verder ingegaan op de prestaties.
168
Binnenstad (BROA, proj.nr. 4.3) De laatste fase van de herinrichting Binnenstad Noord (Caterplein e.o.) is afgerond en financieel afgewikkeld binnen het beschikbare budget. Voor de 2e tranche GSO-4 was € 200.000 in 2014 geraamd. Dit budget is verdeeld over diverse projecten die bijdragen aan verbetering van de Binnenstad. De belangrijkste uitgaven onder deze noemer hebben betrekking op het Gevelfonds en het Stadslab voor in totaal € 140.000. Daarnaast is er in 2014 € 5 mln uit de Robuuste Investeringsimpuls door de provincie beschikbaar gesteld voor de Binnenstad. Voor 2014 is er voor verschillende projecten € 300.000 aan uitgaven geraamd en in werkelijkheid is er € 360.000 uitgegeven m.n. voor het Voetgangersdomein, Braakliggende terreinen en Molenstraat Centrum. Door bijdragen van derden van € 170.000 die niet voor 2014 waren begroot is de BROA declaratie lager uitgevallen. In de Jaarstukken in vogelvlucht (dashboard) wordt verder ingegaan op de prestaties. Kanaalzone (BROA, proj.nr. 14.1) Voor de ontwikkeling binnen Kanaalzone heeft de provincie € 2 mln beschikbaar gesteld vanuit de Robuuste Investeringsimpuls. Hiervan was € 1,1 mln bestemd voor ontwikkeling van het vastgoed in deelcomplex Vlijtsepark/Zwitsal. Er is ruim € 800.000 hiervan besteed aan het verbeteren van enkele hallen die meteen verhuurd konden worden Er zijn daarnaast contracten gesloten om de beschikbaar gestelde subsidie voor het restant te gebruiken voor meer hallen. Inmiddels zijn verplichtingen hiervoor aangegaan en kan ook gemeld worden dat er huurders zijn. Voor Pilot Zuid (de Schatkamer van Zuid) is € 900.000 aangewend om de ontwikkeling daadwerkelijk een impuls te geven. Dit heeft geleid tot realisatie van 54 woningen in fase 1. Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen (BROA, proj.nr. 15.1) De ontwikkeling van ’t Podium is vertraagd als gevolg van het huisvesten van het tijdelijk winkelcentrum voor Anklaar. In 2014 zijn de werkzaamheden aan de openbare ruimte in de Parelvisserstraat afgerond. Doordat de activiteiten voor ’t Podium de komende jaren (tot naar verwachting 2018) op een lager pitje staan, is er voor gekozen het batig saldo van het complex ’t Podium in de BROA te storten. Wijkontwikkelingsplan Zuid (BROA, proj.nr. 15.2) Dit budget is voornamelijk aangewend voor communicatiekosten, o.a. rondom de hoogspanningsleidingen en resterende uitgaven voor de openbare ruimte in Hart van Zuid. Doordat er van de winkeliers een bijdrage is ontvangen die niet voor 2014 was begroot, zijn de kosten lager uitgevallen dan begroot. Plattelandsontwikkeling (BROA, proj.nr. 15.5) In 2014 is de realisatieovereenkomst met Staatsbosbeheer voor het Veluwetransferium ondertekend en is de laatste termijn die de gemeente zou bijdragen aan realisatie van het bezoekerscentrum in ’t Leesten uitbetaald. Hoogspanningsleidingen (BROA proj.nr. 15.10) Na jarenlange voorbereiding is het onder de grond brengen van de hoogspanningsleidingen in 2014 gestart en grotendeels afgerond. In de eerste maanden van 2015 worden de laatste masten opgeruimd en kan een aanvang worden gemaakt met het aanpakken van de Vogelbuurt en het netjes afwerken van het park. Voor dit project was door uw raad een aanvullend krediet verstrekt van € 2,85 mln t.b.v. voorfinanciering van extra kosten voor het volledige traject, maar door een gunstige ontwikkeling binnen het project zullen deze extra kosten naar verwachting uitkomen op ca. € 1,3 mln.
169
Wat heeft het gekost? 810 Ruimtelijke ontwikkeling Begroting Bestaand Beleid 810 Ruimtelijke ontwikkeling
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Kanaalzone 14.1 Hoogspanningsleidingen 15.10 Binnenstad (eigen middelen) 4.2 Wijkontwikkelingsplan Zuid 15.2 Plattelandsontwikkeling 15.5 Binnenstad (bijdragen derden) 4.3 Overige reserves Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
11.582
526 -11.056
15.658
5.560 -10.098
4.076
5.034
958 I
€
11.582
526 -11.056
15.658
5.560 -10.098
4.076
5.034
958
-32 1 -252 6 -4 -165
-32 1 -252 6 -4 -165
4.588
-79 433
€ € € € € € € €
11.582
50 4.868 337 50 191 752
50 4.868 337 50 191 752
6.774
-4.808
79 15.737
18 4.869 85 56 187 587
18 4.869 85 56 187 587
11.362
-79 -4.375
79 4.155
PPI en adviezen RO Lasten Op de post "PPI en adviezen RO" zijn aanzienlijk meer uren besteed dan was begroot. Wat we in toenemende mate zien, o.a. ook bij de Wabo en dus nu ook bij de Projectgroep Plan Initiatieven, is dat initiatiefnemers (veel) eerder in het proces met ons in overleg treden. In dit stadium worden vragen gesteld zoals wat mag hier, of waar mag ik dit, waarbij de kadergrenzen worden opgezocht. Reden voor het eerder in overleg treden is dat initiatiefnemers pas een verzoek willen indienen als dit een grote kans van slagen heeft. Dit overleg vindt plaats nog voordat er een formeel verzoek door de initiatiefnemer wordt gedaan en dus nog voordat er leges worden betaald. Daardoor wordt er op deze post een groter beroep gedaan op de AD uren dan oorspronkelijk begroot en dit is pas na de Turap 2014 geconstateerd. Deze ontwikkeling noodzaakt ons om na te denken over onze dienstverlening en de bekostiging daarvan. De eerste stappen daartoe zijn al gezet. Aan de post "PPI en adviezen RO" is uiteindelijk voor bijna € 300.000 meer besteed (N). Ook zijn er meer PPI aanvragen ingediend dan verwacht in 2014. Overall zijn er niet meer uren gemaakt maar zijn de beschikbare uren anders besteed. Deze extra capaciteit is gevonden door te prioriteren in de organisatie, waarvan voor € 100.000 op andere 810 producten (V). De overige € 200.000 is versnipperd over andere programma's. Per saldo is dit voor de Algemene Dienst kostenneutraal. Structuur-en Bestemmingsplannen Lasten Medio 2014 heeft er een doorrekening plaatsgevonden van alle voorzieningen, reserves en balansposten, die betrekking hebben op alle werkzaamheden m.b.t. bestemmingsplannen. Voorzieningen/reserves zijn nodig om werkzaamheden, waarvoor een (externe) verplichting is aangegaan en een betaling is ontvangen, op termijn te kunnen uitvoeren en bekostigen. Door de reorganisatie was bij het opstellen van de jaarrekening 2013 onvoldoende zicht of deze bedragen nog geheel nodig zouden zijn. Bij deze doorrekening is gekeken naar wat er nog feitelijk nodig is. Dit heeft ertoe geleid dat een deel van de nog gereserveerde middelen vrij kan vallen. Deze vrijval bedraagt € 607.500. Hiervan is 1,65 ton minder lasten (V). Baten De vrijval van € 607.500 betreft voor € 442.500 (V) meer ontvangen inkomsten uit voorgaande jaren (vrijval voorziening).
170
BROA projecten Voor het project Hoogspanningsleidingen is het aandeel van de gemeente in de kosten voor een bedrag van € 4,9 mln in de begroting opgenomen. Hier tegenover staat een bijdrage uit de BROA voor dit bedrag. De kosten die ten laste van het aandeel derden en het extra beschikbaar gestelde krediet komen, in totaal € 3,7 mln, zijn niet begroot. Deze zijn gedekt door de bijdrage van De Goede Woning, de subsidie van de provincie en het raadskrediet. Hierdoor zijn in de jaarrekening zowel de lasten als baten € 3,7 mln hoger dan begroot. Onder het kopje BROA is de stand van zaken van alle BROA projecten weergegeven, waarbij een toelichting is gegeven over het (financieel) verloop. Alleen bij BROA post 4.2 (Binnenstad) is er sprake van een onderschrijding van meer dan € 0,2 mln. Inclusief een aantal kleinere onderschrijdingen zijn de uitgaven voor BROA-projecten € 0,5 mln lager, waar tegenover voor eenzelfde bedrag een lagere bijdrage uit de reserve staat.
Particuliere projecten Voor particuliere ontwikkelingen worden in principe alle gemeentelijke apparaatskosten doorberekend aan de ontwikkelaar via een anterieure overeenkomst (AC). Omdat de hoogte van de kosten en baten voor deze projecten van tevoren niet goed per jaar kunnen worden ingeschat, zijn deze niet begroot. De werkelijke kosten en opbrengsten bedroegen € 1,1 mln. Per saldo zijn deze nagenoeg budgetneutraal. In de praktijk kunnen namelijk niet altijd alle gemeentelijke kosten worden doorberekend, omdat bijvoorbeeld het plan wordt ingetrokken of omdat er meer uren worden gemaakt die het gevolg zijn van heroverwegingen aan de zijde van de gemeente. In 2014 kon om deze redenen € 0,1 mln niet worden verhaald. De overige verschillen hebben betrekking op verschillen onder de rapportagegrens van € 200.000.
822 Volkshuisvesting Toelichting
Prestatie Het uitvoering geven aan de woonvisie.
●
Bevordering van kwaliteit en duurzaamheid van de bestaande woningvoorraad.
●
Samen met de partners in de stad de doelen m.b.t. beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit realiseren op het gebied van wonen, algemeen en specifiek voor huishoudens met een
●
171
Uitvoering van de woonagenda is een continu proces dat zich bijvoorbeeld vertaalt in de concept prestatieafspraken, de actualisatie van de woningbouwprogrammering, afspraken over laatste kansbeleid en het aanjagen van initiatieven in de bestaande bouw. De acties die voorkomen uit de woonagenda worden gecoördineerd opgepakt. In 2014 is een nieuwe regeling voor investeringen in de woningvoorraad vastgesteld. Deze regeling richt zich op het wegwerken van achterstallig onderhoud, het energetisch verduurzamen en op toegankelijkheid voor mindervaliden. Vanuit de regeling wordt het project Zon voor Huur van energiecoöperatie deA gefinancierd. Binnen het EU-project ACE zijn in Loenen een aantal woningen geïsoleerd en van zonnepanelen voorzien. In de sociale huur is de slagingskans c.q. kans op toewijzing van een woning, de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd en is nu 31% (was 20% in 2011). Door de ombouw van diverse kantoren neemt de
Prestatie
Toelichting
lager inkomen ( < € 34.000).
beschikbaarheid in de huursector van woningen betaalbaar voor lage inkomens verder toe. Met de woningcorporaties zijn afspraken gemaakt over de huisvesting van bijzondere doelgroepen. De woningmarktmonitor is in 2014 verder geprofessionaliseerd. Er is voor het eerst een jaarmonitor opgemaakt (terugkijkend naar 2013) en op kwartaalniveau zijn er gegevens over de vrije sector huur toegevoegd. Om de monitor voor iedereen toegankelijk te maken is er een online versie gemaakt. Dit betreft een continu proces. De monitor leidt bijvoorbeeld tot informatie voor het maken van de juiste afwegingen bij nieuwe en lopende initiatieven en voor de actualisering van de woningbouwprogrammering.
Samen met de partners in de stad zorgen voor voldoende huisvesting voor bijzondere doelgroepen. Verder professionaliseren van de monitoring van de woningmarkt.
●
Met de woningbouwprogrammering, woonvisie en de monitor van de woningmarkt als basis vorm geven aan de strategische sturing op de woningbouw en ingrepen in de bestaande bouw.
●
Uitvoering geven aan nieuwe rijksregelgeving, bijvoorbeeld bij vaststelling van de wijziging van de woningwet. Specifiek is momenteel de gemeentelijke vertaling van wijzigende regelgeving op het gebied wonen en zorg aan de orde. Zorgen dat er voldoende woningen beschikbaar zijn voor jongeren en studenten.
Het faciliteren van ouderen in hun woonbehoefte waarbij we zowel inzetten op zo lang mogelijk thuis kunnen wonen als tijdige doorstroming wanneer noodzakelijk.
●
●
●
●
Door de aandacht voor de bestaande bouw in de woonagenda is er een bijdrage verleend aan de procesbegeleiding voor grootschalige renovatie van een appartementencomplex aan de Loolaan. Op het gebied van wonen en zorg heeft er een uitgebreide inventarisatie met de betrokken instellingen plaatsgevonden van de verwachte ontwikkelingen. Waar de woningwet tot nieuw beleid leidt vanuit de gemeente, wordt hier in 2015 vorm aangegeven. In de woningmarktmonitor wordt gekeken naar de kamerverhuur en de verhuur van betaalbare appartementen voor jongeren. Dit geeft het beeld dat hier geen specifiek beleid nodig is. Bestaande bestemmingsplankaders laten in een aantal gevallen transformatie van kantoren (veelal boven de eerste bouwlaag) naar wonen toe. Hier wordt gebruik van gemaakt. Voor specifieke vragen van instellingen die naast onderwijs ook huisvesting aan studenten willen bieden, wordt in overleg naar maatwerkoplossingen gezocht. De corporaties faciliteren de doorstroming van ouderen vanuit eengezinswoningen naar appartementen. Binnen de regeling voor verbetering van de woningvoorraad is het mogelijk om een goedkope lening te krijgen voor investeringen in toegankelijkheid. Voor deze
172
Prestatie
Toelichting
Het bijhouden en (verder) optimaliseren van het bestand voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en het meervoudig gebruik van deze registratie bevorderen
●
In 2014 kunnen alle vergunningen niet alleen digitaal worden aangevraagd maar worden ook de interne werkprocessen gedigitaliseerd. Vervolgens worden de mogelijkheden van digitale verstrekking van de vergunning en de digitale archivering onderzocht.
●
In 2014 wordt verder gewerkt aan de implementatie van de wettelijk vastgestelde kwaliteitscriteria op grond waarvan eisen worden gesteld aan de minimale capaciteit (hoeveelheid beschikbare uren en opleidingsniveau) voor vergunningverlening, toezicht en handhaving.
●
Toetsing van binnengekomen aanvragen omgevingsvergunning en toezicht op de uitvoering van de afgegeven beschikking vindt plaats aan de hand van een uniform toets- en toezichtprotocol, waarin per type bouwwerk is aangegeven hoe en in welke mate met name aan de technische eisen van het Bouwbesluit wordt getoetst en de wijze waarop de controle plaatsvindt. Het uitvoeren van de toetsing ruimtelijke kwaliteit binnen vergunningverlening door de commissie ruimtelijke kwaliteit. In 2012 is de welstandscommissie in Apeldoorn als
●
●
173
doelstelling is één aanvraag binnengekomen in 2014. In 2014 is in verband met de aansluiting Landelijke Voorziening- WOZ een project gestart om de BAG verder te optimaliseren, zodanig dat het vereiste koppelingspercentage van 90% per 1 april 2015 wordt gehaald. Dit proces loopt door in 2015. Verder heeft de audit BAG plaatsgevonden, waarbij 2 van de 3 getoetste onderdelen akkoord zijn bevonden en voor 1 onderdeel in 2015 een heraudit plaatsvindt. In verband daarmee is in 2014 tevens een start gemaakt om de BAG verder te professionaliseren. In 2014 is samen met de medewerkers alles voorbereid (t/m het aanpassen van de werkplekken) om digitaal te kunnen werken. Om digitaal te kunnen werken is het nodig dat de software voor vergunningverlening is aangepast. Dit is pas vlak voor de jaarwisseling door de leverancier gedaan en wordt vanaf februari 2015 gebruikt. Daarna worden de medewerkers opgeleid en zal het interne werkproces m.b.t. vergunningverlening digitaal plaatsvinden. De kwaliteitscriteria hebben tegen de verwachting in geen wettelijke verankering gekregen. In plaats hiervan moeten er afspraken gemaakt worden met de provinciale toezichthouder. Met de OVIJ en de gemeenten Brummen, Epe en Voorst zijn diverse gesprekken gevoerd over samenwerking. Door het vervallen van de wettelijke verankering is de noodzaak voor de samenwerking vervallen. Wel is afgesproken om op het gebied van het fysieke domein meer en vaker de samenwerking te zoeken. De ingediende aanvragen zijn op basis van de protocollen in de aanvraag fase getoetst en tijdens de bouwfase gecontroleerd.
De jaarverslagen zijn besproken in de raadsvergadering van 19 september 2014. Daarbij heeft de raad ingestemd met de ingezette koers van de uitvoering van de ruimtelijke kwaliteit onder vaststelling van
Prestatie
Toelichting
brede adviescommissie samengesteld, waarbij de Cultuurhistorische Advies Commissie is opgegaan in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Jaarlijks wordt met een jaarverslag aan de raad verantwoord hoe de taken zijn uitgevoerd. Het Strategisch Handhavingsplan maakt deel uit van het Bouwbeleidsplan, dat ook op andere onderdelen in 2013 wordt herijkt. Niet alleen vinden we zo aansluiting bij de veranderende regelgeving, maar ook bij de veranderende sturingsopvattingen binnen de Ruimtelijke Ordening.
de jaarverslagen van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en het college.
●
174
Het Strategisch Handhavingsplan is op 14 januari 2014, samen met het Uitvoeringsplan Handhaving 2014, door het college en vervolgens op 13 februari 2014 door de gemeenteraad vastgesteld en geïmplementeerd. Overeenkomstig het uitvoeringsplan zijn de eerste stappen gezet naar het wijkgerichte werken op basis van de beginselen van de Andere Overheid en de uitgangspunten van BUS in de stadsdelen Noordoost en Noordwest. Er is vooral geïnvesteerd in de afstemming en samenwerking met interne en externe stakeholders om een meer integrale benadering van het gebied te bewerkstelligen. Tevens vinden de medewerkers van het team Toezicht & Handhaving meer en meer een plek in de ruimtelijke keten volgen de nieuwe werkwijze voor de ruimtelijke ordening in Apeldoorn. Daarnaast zijn de thema's veiligheid (parkeergarages en hotels), BAG en woonwagenstandplaatsen (locaties Kostverloren en Zwaansprengweg) gestart en grotendeels afgerond. Een evaluatie over 2014 vindt plaats in het Jaarverslag 2014. De prioriteiten voor 2015 komen in het Uitvoeringsplan Handhaving 2015. In de stadsdelen Zuidoost en Dorpen zal het wijkgerichte werken verder worden ontwikkeld. Voor 2015 worden in ieder geval de thema's veiligheid en gezondheid (waaronder asbest), vergunningvrij bouwen (waaronder mantelzorgwoningen) en recreatieterreinen (waaronder onrechtmatige bewoning) gestart.
823 opbrengst omgevingsvergunningen, activiteit bouwen Prestatie In 2013 wordt de gemeente geconfronteerd met een forse terugval in legesopbrengsten. Er wordt gewerkt aan maatregelen om de kosten in 2014 terug te brengen. In 2014 komen we met voorstellen bij de raad om voor de periode 2015 en 2016 te komen tot een structurele aanpak.
Toelichting In de PMA van 4 december 2014 is aan de hand van de discussienota gesproken over de mogelijkheden om de inkomsten te verhogen dan wel de kosten te verlagen. De uitkomsten van deze discussie worden verwerkt in de voorjaarsnota 2015. Overigens is in 2014 sprake van een overschot als het gaat om het resultaat van de bouwleges. Dit positieve resultaat is onder meer een gevolg van het feit dat meer grote projecten zijn vergund dan vooraf was geraamd. Ondanks dit resultaat in 2014 is de verwachting voor 2015 en verder nog steeds dat we jaarlijks een structureel tekort op de bouwleges hebben. De normkostensystematiek is op 1 april 2014 ingevoerd. Later bleek dat de nieuwe tarieventabel niet op een juiste wijze beschikbaar was gesteld. Dit betekent dat formeel de normkostenvergoeding op 25 juni 2014 van kracht is geworden. Een en ander heeft geresulteerd in een verrekening van leges die op een onjuiste grondslag zijn berekend. De evaluatie van de normkostenvergoeding is voorzien voor 2015.
●
In 2014 vindt de berekening van leges plaats aan de hand van een andere systematiek (normkosten) die objectiever is dan de huidige werkwijze met als gevolg dat er minder bezwaarschriften te verwachten zijn en de inhuur van Vastgoed verder kan worden gereduceerd.
●
Wat heeft het gekost? Begroting na wijziging
822 /823 Volkshuisvesting /bouwvergunningen
L Begroting bestaand beleid 822 Overige volkshuisvesting 823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen 970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves Overige reserves Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving Egalisatie Bouwleges 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
B
S
Realisatie L
B
Afwijking S
L
B
S
I/S
€ €
7.959
426 2.400
-7.533 2.400
7.316
405 4.641
-6.911 4.641
-643
-21 2.241
622 I 2.241 I
€
7.959
2.826
-5.133
7.316
5.046
-2.270
-643
2.220
2.863
€ € €
6.651 14.610
210 4.532 7.568
210 -2.119 -7.042
146 7.141 14.603
210 4.027 9.283
64 -3.114 -5.320
146 490 -7
-505 1.715
-146 -995 1.722
Overige volkshuisvesting (lasten) Bouwen Door het niet invullen van vacatures is er minder uitgegeven aan personele kosten. Dit betreft zowel de eigen formatie als de inzet van (externe) adviseurs (brandweer, stedenbouw, etc). Door teruglopende werkzaamheden is de ruimte in de bezetting afgebouwd. Totaal voordeel; € 391.000. Daarnaast is er een voordeel van € 97.000 op het project digitalisering werkprocessen omgevingsvergunning. Dit project is in 2014 hervat, en zal doorlopen in 2015. Van dit project is bij de jaarrekening 2012 besloten het budget gedurende de looptijd van het project beschikbaar (via Reserve Overlopende Projecten) te blijven stellen, zodat het project voortgezet kan worden. Tezamen een voordeel van € 488.000.
175
Wonen Door meer inzet van personeel op andere activiteiten (met name economische zaken) is op het onderdeel wonen op de inzet van personeel een voordeel van € 70.000 ontstaan. Tevens is op het onderdeel wonen minder uitbestedingsbudget ingezet wat ook leidt tot een voordeel van € 70.000. In 2014 was er minder behoefte om specialistische werkzaamheden uit te besteden. Tezamen een voordeel van € 140.000.
Omgevingsvergunning (baten) Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen De begroting 2014 werd opgesteld in het jaar (2013) waarin de laagste opbrengst bouwleges sinds jaren werd gerealiseerd (€ 2,6 mln). In 2013 werden er slechts 2 plannen vergund met een legesopbrengst > € 0,1 mln (gezamenlijke legesopbrengst € 0,5 mln) en werden er in totaal 169 woningen vergund. Gebaseerd op deze realisatiecijfers én de op dat moment beschikbare informatie over het aantal te verwachten (mega) grote plannen voor 2014, was er geen aanleiding om te verwachten dat het begrotingsjaar 2014 zich wezenlijk anders zou ontwikkelen. Echter, de resultaten over 2014 laten zien dat de (bouw)markt zich steeds moeilijker laat voorspellen. Zo zijn in 2014 uiteindelijk 6 (mega) grote plannen vergund met een gezamenlijke legesopbrengst van € 1,3 mln. Daarnaast zijn onder meer vergunningen verleend voor de bouw van in totaal 326 woningen terwijl bij het opstellen van de begroting nog uitgegaan was van 196 woningen. Mutaties reserves Egalisatie bouwleges Bij de vaststelling van de begroting voor 2014 is rekening gehouden met een onttrekking uit de algemene reserve van € 1,75 mln. Door de positieve resultaten in de jaarrekening 2014 is deze onttrekking niet nodig. Dit betekent een incidenteel voordeel voor de Algemene Reserve van € 1,75 mln. Voor de egalisatiereserve betekent dit dat het, positieve, resultaat over 2014 ter grootte van € 0,6 mln (opbrengst minus kosten) kan worden toegevoegd, waardoor de egalisatiereserve eind 2014 uitkomt op een positief saldo van afgerond € 1,6 mln.
830 Bouwgrondexploitatie Toelichting
Prestatie In de MPG is een algemene voorziening opgenomen die zijn verbonden met 'minder programma/ gronduitgifte voor kantorenlocaties. Door het vaststellen van de Kantorennota kan deze algemene voorziening project specifiek worden gemaakt. Onderzoek doen naar het woningbouwprogramma in kwalitatief opzicht en nagaan wat de consequenties hiervan zijn.
●
Een nadere uitwerking van de kantorenvisie naar keuzes op projectniveau is in 2014 niet afgerond. De algemene verliesvoorziening is daardoor overeind gebleven en nog niet op projectniveau ingezet.
●
Bij woningbouw wordt in deze periode gemiddeld 50% binnen het Grondbedrijf
●
De uitkomsten van het kwalitatief woningbouwprogramma zijn begin 2015 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd. De financiële consequenties hiervan voor het Grondbedrijf zijn meegenomen bij het opstellen van het MPG 2015. Voor de periode 2015-2020 is een verliesvoorziening van € 2,8 mln getroffen. Voor de periode na 2020 is het mogelijke financiële gevolg als risico meegenomen bij de bepaling van de benodigde ARG. Een nadere uitwerking van het kwalitatieve woningbouwprogramma op projectniveau moet in 2016 zijn afgerond. In 2014 is gronduitgifte voor 197 woningen gerealiseerd. Dit aantal ligt boven de raming
176
Prestatie
Toelichting
gerealiseerd. In het MPG 2014 is voor 2014 uitgegaan van gronduitgifte voor 173 woningen.
in het MPG 2014. Doordat de markt zich lijkt te herstellen en dankzij verschillende “verkoopacties” zijn de verkopen hoger uitgevallen. In 2014 is gronduitgifte voor 0,8 ha bedrijventerrein gerealiseerd. Er is zeker interesse voor de bedrijfskavels aanwezig, maar door de marktomstandigheden en door strengere eisen van financiers verloopt het verkoopproces traag of haken geïnteresseerden alsnog af.
Bij bedrijfsterrein wordt gemiddeld 90% binnen het Grondbedrijf gerealiseerd. In het MPG 2014 is voor 2014 uitgegaan van de uitgifte van 2,3 ha.
●
Grondbedrijf – productiecijfers, marktsituatie en belangrijkste besluiten De volgende tabellen laten zien hoe de gerealiseerde grondopbrengsten en productiecijfers zich verhouden tot hetgeen voor 2014 was geraamd. Productiecijfers totaal Grondbedrijf in 2014 Verkopen opbrengsten (x € 1.000)
(1) 8.120 3.630 0 0 5.650
(2) 8.107 1.198 0 146 2.187
(3) 7.942 1.266 0 146 2.448
Verschil tov begroting (3 - 1) 178 2.364 0 -146 3.202
17.400
11.638
11.802
5.598
Begroot 2014
Woningbouwterreinen Bedrijventerreinen Kantorenterreinen Winkelterreinen Overig verkopen Totaal
VoorcalGerealiseerd culatie
Verschil tov voorcalc (3 - 2) 165 -68 0 0 -261
-164
Verkopen woningbouw (in aantallen) Project woningbouw 1. Zuidbroek 2. Groot Zonnehoeve 3. Overig Totaal
Raming MPG 2014 135 37 1 173
Realisatie 2014 168 29 0 197
Afwijking 33 -8 -1 24
Verkopen bedrijventerrein (in hectares) Project bedrijventerrein 1. Zuidbroek (Apeldoorn Noord II) 2. Ecofactorij I 3. Noordoostpoort 4. Overig Totaal
Raming MPG 2014 1,50 ha 0,00 ha 0,00 ha 0,83 ha 2,33 ha
177
Realisatie 2014 0,55 ha 0,00 ha 0,15 ha 0,10 ha 0,80 ha
Afwijking - 0,95 0,00 0,15 - 0,73 - 1,53
ha ha ha ha ha
De grondverkopen van woningbouwlocaties zijn hoger uitgekomen ten opzichte van het MPG 2014 (+24) en de TTR (+20). In Zuidbroek (Laan van de Charleston, Hoftuin en Anklaarseveld) zijn op de valreep nog extra verkopen geweest, waardoor er in Zuidbroek 33 woningen meer zijn verkocht. In Groot Zonnehoeve was al in de tweede helft de ontwikkeling van 8 woningen in Zonnetuin West naar 2015 doorgeschoven. In 2014 zijn3 particuliere kavels verkocht (Zuidbroek 2, Groot Zonnehoeve 1). Een gunstige ontwikkeling in de markt voor woningbouw, die zich eind 2013 al leek af te tekenen, is in 2014 doorgezet. Toch moet nog voorzichtigheid worden geboden t.a.v. de prognoses voor de komende jaren. Consumentenvertrouwen en de mogelijkheden tot het verkrijgen van een hypotheek spelen daarbij nog steeds een belangrijke rol. T.o.v. het MPG 2014 is de uitgifte van bedrijventerreinen 1,5 ha lager uitgekomen (0,5 ha lager dan de TTR). In het MPG waren met name twee verkoopcontracten ter grootte van bij elkaar 2,3 ha opgenomen, waarvan realisatie een grote mate van onzekerheid kenden. Beide overeenkomsten zijn in de prullenbak beland. Er is 1 kavel in Zuidbroek verkocht (0,6 ha) en wat reststroken in overige complexen (0,2 ha). In 2013 is in Zuidbroek het contract voor de levering van grond aan Hornbach getekend. Feitelijke levering is voorzien in 2016. Op dit moment vind er echter nog door Hornbach een heroverweging qua locatiekeuze plaats (de Voorwaarts). Voor kantoren en winkels was er voor 2014 niets begroot en is er ook niets verkocht (wel een naverrekening voor een winkelterrein). Onder de gerealiseerde overige verkopen zijn voornamelijk de verkoop van 11 panden die niet meer worden gebruikt voor de productie van bouwrijpe grond en een paar kleine overige kavels verantwoord. Van de begrote overige verkopen zijn de belangrijkste nog niet gerealiseerd. M.n. levering grond Winkelcentrum Anklaar en in de Zuid West Poort een tweetal ABC contracten (Norel- en Agislocatie). Deze verkopen schuiven door naar 2015. In 2013 is het realisatieprincipe gewijzigd: een verkoop is gerealiseerd als de notariële akte is gepasseerd. Dat het geld eventueel nog niet is ontvangen is een attentiepunt bij bepaling van het weerstandsvermogen i.v.m. een verhoogd debiteurenrisico. Belangrijke besluiten begin 2015, meegenomen bij jaarrekening 2014 - Verlaging prijzen kavels projectmatige woningbouw en deel van bedrijfskavels. - Vaststelling Koersnota NIEGG - Vaststelling herziene kwalitatief woningbouwprogramma (op totaalniveau) + instelling algemene voorziening van € 2,8 mln voor periode 2015-2020. Hieronder is per project aangegeven wat in 2014 is gebeurd. Woningbouw Zuidbroek Na een zeer matig 2013 (14 woningen) is er in 2014 voor ca. 170 woningen grond uitgegeven. De woningbouw is daarmee in Zuidbroek weer goed op gang gekomen. Ook in het duurdere segment trekt de verkoop weer aan. Voor de particuliere kavels Erve Sprenkelaar was de belangstelling overweldigend en waren alle kavels binnen korte tijd van een optie voorzien. Naast de uitgifte van grond voor woningbouw zijn in 2014 diverse delen van het gebied woonrijp gemaakt en is in 2014 het park Zuidbroek officieel geopend door wethouder Stukker.
178
Groot Zonnehoeve In 2014 zijn zowel door de ontwikkelende partijen als de gemeente stappen gezet in de verdere voltooiing van deze wijk. De wijzigingen die zich voor hebben gedaan bij ’s Heeren Loo, als het gaat om de verdere doorontwikkeling van het instellingsterrein, zijn in 2014 schriftelijk vastgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de geplande ontsluitingsweg over haar terrein er niet meer komt. Dit was aanleiding om samen met de inwoners na te denken over de ontsluitingsstructuur van Zonnehoeve. Dit heeft in juli 2014 geleid tot de keuze De Groene Voorwaarts niet af te sluiten. Het park, inclusief het speelgedeelte, is in juni 2014 feestelijk geopend. Met de pluktuin is in 2014 gestart en de opening is in mei 2015 voorzien. Ontwerp en aanleg van het speelgedeelte en de pluktuin (inclusief onderhoud) is met financiële steun van ’s Heeren Loo, Agrifirm en de buurtraad Groot Zonnehoeve mogelijk gemaakt. De eerste fase van Villahoeve is in verkoop gebracht. Dit heeft in 2014 nog niet tot verkopen geleid. Projectontwikkelaar Ter Steege heeft diverse bouwblokken opgeleverd en de bouw loopt conform planning. Kanaalzone Vlijtsepark Het afgelopen jaar is een substantieel deel van de hallen verhuurd en zijn gesprekken gaande die vertrouwen geven op een goede afronding. Daarmee zal zo'n 70% verhuurd zijn van de totale opstallen. Voorafgaand aan de verhuur van de panden zijn deze opgeknapt (aanbrengen nutsvoorzieningen, renovatie dak/gevel en schilderwerk) wat in belangrijke mate met provinciale middelen is bereikt. De aanleg van het park is tot stand gekomen en zal in het voorjaar van 2015 feestelijk worden geopend. Komend jaar zal door aanstellen van een kwartiermaker accent gelegd gaan worden op de relatie met de huurders en de gemeente maar zeker ook tussen de huurders onderling. Qua communicatie zal het accent gelegd gaan worden het project sterker en duidelijker naar buiten te brengen. Kanaalzone Pilot Zuid In 2014 zijn in de Pilot Kanaalzone Zuid, fase 1 van de 'Schatkamer van Zuid', 54 woningen gebouwd en opgeleverd. Dit betreffen 40 sociale huurwoningen, 7 sociale koopwoningen en 7 reguliere koopwoningen. In aansluiting op de bouw van deze woningen is de direct aanliggende openbare ruimte langs de Kayersdijk woonrijp gemaakt. Kanaaloevers Haven Centrum De ontwikkeling voor dit gebied was vervat in één overeenkomst met één marktpartij. Als gevolg van de gewijzigde marktomstandigheden en als vervolg op de gewijzigde opstelling van de marktpartij is deze overeenkomst inmiddels ontbonden. Gesprekken over de condities van de ontbinding lopen nog. Voor 2015 wordt vooral ingezet op een intensivering van het tijdelijk gebruik van aanwezige terreinen (inrichting als park) en nog aanwezige gebouwen in het gebied. Dit betreft met name het voormalige Bakkenesterrein aan het kanaal en het voormalige ROC/Aventuspand op de hoek Molenstraat-Centrum/Stationstraat. Daarbij zal een beroep worden gedaan op de financiële middelen die in het kader van de Inversterings Impuls beschikbaar komen van de provincie Gelderland. PWA-zone In 2014 hebben gesprekken met een CPOG-initiatief ertoe geleid dat de uitgifte van een aantal particuliere kavels is omgezet in uitgifte aan het CPOG-initatief (12 woningen). Na besluitvorming hierover in de raad is ook de bestemmingsplanprocedure inmiddels in gang gezet. Uitgifte is voorzien in 2015. Station Zuid In 2014 is nogmaals bekeken of er overeenstemming kon worden bereikt over de in het contract overeengekomen afrekening van ontwikkelde oud ROC-locaties. Helaas is het ambtelijk en bestuurlijk niet gelukt eruit te komen en zijn schriftelijke voorstellen gedaan om langs minnelijke weg tot een oplossing te komen. Hoewel o.b.v. van ingewonnen juridisch advies dit met vertrouwen tegemoet wordt gezien, blijft de uitkomst onzeker.
179
Overig Binnen de overige kleinere woningbouwprojecten zijn er in 2014 geen specifieke ontwikkelingen geweest. Het gaat vooral om de verkoop van resterende kavels. Bij deze projecten hebben in 2014 geen verkopen plaatsgevonden. Bedrijventerreinen Noordoostpoort / Ecofactorij I / Zuidbroek bedrijven / Osseveld Oost / Apeldoorn Noord I Deze projecten zitten ver in de realisatiefase waarbij het alleen nog gaat om de uitgifte van bedrijfskavels. Zoals uit de tabel hiervoor blijkt, is de verkoop in 2014 uitgekomen op 0,8 ha in plaats van de geraamde 2,3 ha. De uitgifteraming voor 2014 is daarmee niet gehaald, vooral als gevolg van de huidige economische situatie. Wel is in 2014 een aantal reserveringen geplaatst en zijn er gesprekken opgestart waarvan de verwachting is dat een deel ervan tot uitgifte in 2015 zal leiden. Bij Ecofactorij I en Zuidbroek bedrijven is voor een deel van de bedrijfskavels de m2prijs neerwaarts bijgesteld. Ecofactorij II Voor Ecofactorij II was nog 0,4 mln gereserveerd voor de restantpunten die voortkwamen uit het stopzetten van het project Ecofactorij II. Een van deze restpunten betrof de aankoop van een woning. Deze aankoop is uiteindelijk niet doorgegaan waardoor er van het genoemde bedrag 0,3 mln is vrijgevallen. Kieveen Kieveen kent op dit moment de wachtkamerstatus. Een grootschalige ontwikkeling is niet meer voorzien. Bij interesse wordt per geval bekeken of uitgifte mogelijk is. De in 2013 door een bedrijf getoonde interesse voor een kavel is in 2014 nog niet verder gekomen. Begin 2015 moet duidelijk worden of deze interesse er ook daadwerkelijk nog is en kan worden omgezet in een contract voor uitgifte van bedrijfsgrond. Kantoren De ontwikkeling van kantorenlocaties heeft volledig stilgelegen. Binnen het Grondbedrijf zijn alleen nog opbrengsten voor kantorenlocaties geraamd binnen de PWA-zone, Kanaaloevers Welgelegen en de ZW-poort. In 2013 is een algemene verliesvoorziening van 4,5 mln gevormd ter dekking van de financiële gevolgen van het neerwaarts bijstellen van het kantorenprogramma binnen het Grondbedrijf. Nadere uitwerking van de kantorennota naar keuzes op projectniveau heeft in 2014 nog niet plaatsgevonden en wordt in 2015 verwacht. Winkels De Voorwaarts In 2014 hebben verschillende winkels de deuren geopend op de Voorwaarts. Daarmee is een groot deel van het nu gebouwde deel ook ingevuld. In 2014 is vanuit Hornbach en de ontwikkelaar van de Voorwaarts het verzoek gekomen de locatie De Voorwaarts als vestiging voor de Hornbach te bezien. Gesprekken hiervoor zijn halverwege 2014 opgestart. Begin 2015 moet hierover meer duidelijk worden. Eglantier Om de grondtransactie af te dwingen is de ontwikkelaar/belegger medio 2014 voor de rechter gedaagd. Zitting stond begin januari 2015 gepland. Medio november 2014 zijn de gesprekken tussen gemeente en ontwikkelaar weer op gang gekomen. Dit heeft ertoe geleid dat de rechter is verzocht de zitting op te schorten tot juni. Dit met de insteek om er samen uit te komen. Onzeker is of dit lukt. Wanneer dit niet het geval is, wordt het juridische traject weer opgepakt.
180
Anklaar In 2014 is gestart met de bouw van het tijdelijk winkelcentrum Anklaar aan de Saloméstraat dat in februari 2015 is geopend. Ook zijn de eerste werkzaamheden voor het nieuwe Stadsdeelhart Anklaar verricht zoals het verleggen van kabels, leidingen en riolering. De aanvragen voor de omgevingsvergunning voor de blokken 1 en 3 zijn ingediend en ter visie gelegd. Hiertegen zijn geen zienswijzen ingediend zodat de vergunningen naar alle waarschijnlijkheid begin 2015 onherroepelijk zullen worden. Er is in overleg met de ontwikkelende partijen een voorlopig ontwerp van de openbare ruimte opgesteld. De bouw van het nieuwe Stadsdeelhart zal in 2015 starten. Overig Er zijn geen grote noemenswaardige ontwikkelingen t.a.v. de overige, hierboven niet genoemde Grondbedrijfprojecten. In veel gevallen gaat het om de verkoop van resterende kavels en het beheer- en de exploitatie van NIEEG gronden en opstallen.
Wat heeft het gekost? 830 Bouwgrondexploitatie Begroting Bestaand Beleid 830 Bouwgrondexploitatie
970 Saldo van baten en lasten voor bestemming 980 Mutaties reserves BROA Kanaalzone 14.1 Wijkontwikkelingsplan Zuid 15.2 Binnenstad (eigen middelen) 4.2 Wijkontw.plan zevenhuizen 15.1 Overige reserves Algemene reserve Grondbedrijf ROP Grondbedrijf 990 Saldo van baten en lasten na bestemming
Begroting na wijziging L B S
L
Realisatie B
S
L
Afwijking B
S
I/S
€
32.700
30.960
-1.740
31.736
22.682
-9.054
-964
-8.278
-7.314 I
€
32.700
30.960
-1.740
31.736
22.682
-9.054
-964
-8.279
-7.314
2.000 50
2.000 50
40
40
1.924 -23 -12 -151
1.924 -23 -12 -151
-76 -73 -12 -191
-76 -73 -12 -191
1.200 400 34.650
-750 400
10 400 24.830
10 357 -6.949
-1.190
760 -43 -6.949
€ € € € € € €
1.950 34.650
43 31.779
-1.950 43 -2.871
-9.820
1) i.v.m. een totaalbeeld en de omvang van het resultaat is de winst/verliesverrekening wél begroot, maar niet in de realisatie opgenomen
181
Toelichting op afwijkingen Bouwgrondexploitatie Begroting
Realisatie
Verschil
-4,37 -4,32 -7,81 -7,74 -4,48 -0,71 -3,27 0,00 -32,70
-1,93 -0,76 -5,53 -7,85 -3,85 -1,49 -0,98 -9,35 -31,74
2,44 3,56 2,28 -0,11 0,63 -0,78 2,29 -9,35 0,96
Verkoop woningbouwterreinen Verkoop bedrijventerreinen Verkoop overig Subsidies Exploitatieopbr. panden/percelen Overige opbrengsten Mutatie onderhanden werk+ resultaat Vrijval verliesvoorziening TOTAAL OPBRENGSTEN
8,12 3,63 5,65 0,67 1,46 0,32 11,11 0,00 30,96
7,94 1,27 2,59 0,67 2,49 2,11 3,28 2,32 22,67
-0,18 -2,36 -3,06 0,00 1,03 1,79 -7,81 2,32 -8,29
TOTAAL EXPLOITATIE
-1,74
-2,22
-0,48
Bijdrage BROA Bijdrage ARG Bijdrage reserve overlopende projecten TOTAAL BIJDRAGEN RESERVES
2,09 0,00 0,40 2,49
1,74 0,01 0,40 1,94
-0,35 0,01 0,00 -0,34
Storting reserve overlopende projecten STORTINGEN RESERVES
0,00 0,00
-0,04 -0,04
-0,04 -0,04
TOTAAL MUTATIE RESERVES
2,49
2,11
-0,38
SALDO BOUWGRONDEXPLOITATIE*
0,75
-6,96
-7,71
Verwervingen Bouwrijp maken Woonrijp maken Rentelasten Apparaatskosten Exploitatiekosten panden/percelen Overige kosten Dotatie verliesvoorziening TOTAAL KOSTEN
* Exclusief verrekening winst/verliezen met Algemene Reserve Grondbedrijf
KOSTEN Verwervingen De verwervingen zijn € 2,4 mln lager dan begroot, doordat m.n. de geplande aankopen voor Winkelcentrum Anklaar (€ 1,3 mln) en Zuidwest Poort Norellocatie (€ 0,9 mln) zijn doorgeschoven naar 2015 en een aankoop binnen Ecofactorij II (€ 0,3 mln) is komen te vervallen. Daarentegen zijn er kosten onder verwervingen verantwoord die niet voor 2014 waren geraamd. Dit betreffen sloopkosten Politiebureau Kanaalzone (€ 0,4 mln) en betaling van restantkoopsommen voor Beekbergsebroek (€ 0,3 mln). De reden dat deze niet zijn begroot, is dat voor NIEG-gronden geen begroting wordt gemaakt. Tot slot is de interne overdracht van de werven van Vastgoed naar het Grondbedrijf in 2014 geeffectueerd, waarbij de boekwaarde (€ 0,5 mln) als verwerving is geboekt.
182
Bouwrijp maken De kosten voor bouwrijp maken zijn € 3,6 mln lager uitgevallen. Voor Winkelcentrum Anklaar zijn de sloopwerkzaamheden doorgeschoven naar 2015 (€ 0,6 mln) en voor het project Breustedt is de sanering van grond uitgesteld (€ 0,6 mln) in afwachting van definitieve besluitvorming. Verder zijn de uitgaven voor Zuidbroek (€ 0,5 mln) lager. Deze afwijking en ook afwijkingen voor overige projecten die kleiner zijn, zijn vooral veroorzaakt door fasering in de planning. Woonrijp maken Voor woonrijp maken is er in 2014 € 2,3 mln minder uitgegeven. De grootste afwijking zit bij het project PWA-zone waar de aanleg van een geluidsscherm voor 2014 was geraamd (€ 0,9 mln) maar is geschrapt. Daarnaast zijn er grote afwijkingen bij de projecten Osseveld Oost (€ 0,5 mln) en Ecofactorij I (€ 0,5 mln) a.g.v. het uitblijven van hieraan gekoppelde verkopen. Verder is er bij Zuidbroek Bedrijven € 0,8 mln meer uitgegeven dan begroot (fasering was onjuist in begroting opgenomen) en is voor de Zuidwest Poort Norellocatie een bijdrage aan de beken en sprengen € 0,3 mln) onder deze post verantwoord die was begroot onder Bouwrijp maken. Apparaatskosten De apparaatskosten liggen met € 0,6 mln ruim onder het begrote bedrag. Bij Anklaar zijn er voor € 0,3 mln, bij de Noord Oost Poort voor € 0,2 mln en bij de PWA zone voor € 0,1 mln minder uren geschreven t.l.v. het project. Dit is het gevolg van verschuiving van werkzaamheden in de tijd. Bij Zuidbroek Bedrijven is er voor € 0,1 meer aan apparaatskosten verantwoord. Dit hangt samen met de hogere kosten voor woonrijp maken. De rest van de verschillen ligt onder de € 0,1 mln. Exploitatiekosten panden en percelen De onder de post overige kosten geraamde kosten voor de renovatie van bestaande opstallen binnen het project Vlijtsepark zijn in de realisatie onder de post ‘Exploitatiekosten panden en percelen’ geboekt. Hierdoor is een overschrijding op deze post van € 0,8 mln ontstaan. Overige kosten De post overige kosten in de begroting betreft vooral een raming van de post onvoorzien, waarop in de realisatie normaliter niets wordt geboekt. In 2014 betekent dit een ‘voordeel’ van € 0,7 mln. In de raming was daarnaast € 1,1 mln opgenomen voor kosten verbetering van de opstallen in het project Vlijtsepark. In de realisatie zijn deze uitgaven voor een bedrag van € 0,8 mln opgenomen onder post de exploitatiekosten panden en percelen. OPBRENGSTEN Verkoop woningbouwterreinen De opbrengst voor woningbouwterreinen is nagenoeg uitgekomen op hetgeen was begroot. Er zijn echter wel verschillen op projectniveau. Voor Zuidbroek is de opbrengst per saldo € 1,2 mln hoger uitgekomen dan geraamd. Bij Groot Zonnehoeve is de realisatie € 0,3 mln lager dan geraamd. De geraamde verkopen voor Weteringsebroek € 1,1 mln zijn niet in 2014 gerealiseerd en zijn naar 2015 doorgeschoven. Verkoop bedrijventerreinen Bij bedrijven zijn de achtergebleven opbrengsten het gevolg van uitblijvende verkopen. Er is in totaal 1,5 ha. minder verkocht dan de begrote 2,3 ha. In geld is dit € 2,4 mln lager. Voor Zuidbroek Bedrijven blijft de realisatie € 1,1 mln achter bij de begroting doordat een afnemer heeft afgezien om een kavel van 1,5 ha af te nemen en een geraamde verkoop voor het restcomplex Apeldoorn Noord I (€ 1,4 mln) is niet doorgegaan, doordat de ontwikkelaar zich heeft teruggetrokken. In overige complexen zijn nog wel wat kleine kavels of stroken grond verkocht voor € 0,3 mln. Verkoop overig Het belangrijkste verschil in het achterblijven van de overige verkopen met in totaal € 3,1 mln is het gevolg van het naar 2015 doorschuiven van de grondverkopen voor het nieuwe
183
Winkelcentrum Anklaar voor een bedrag van € 2,7 mln. Daarnaast is de verkoop voor € 1,4 mln van de Norellocatie (Zuidwestpoort) doorgeschoven. Daartegenover zijn er onder deze post verkopen van panden verantwoord die voor een deel pas in 2015 waren begroot (ca 0,4 mln) of die niet waren begroot (1,7 mln). Dit laatste betreft voor een groot deel panden in de NIEGG waarvoor geen begroting wordt opgesteld. Subsidies De voor 2014 begrote subsidies zijn allemaal ontvangen. De € 2,0 mln subsidie die t.b.v. Kanaalzone van de provincie is ontvangen, loopt via de BROA en zijn onder de Bijdrage BROA verantwoord voor € 1,7 mln. Exploitatieopbrengsten panden en percelen Voor de NIEGG-panden en percelen zijn de exploitatie-opbrengsten conform begroting uitgekomen op € 1,0 mln. De erfpachtopbrengsten liggen ongeveer € 0,3 mln hoger dan geraamd. Verder zijn er opbrengsten onder deze post gerealiseerd die elders waren geraamd (€ 0,2 mln Anklaar geraamd onder overige opbrengsten) of niet waren geraamd (€ 0,2 mln Vlijtsepark). Overige opbrengsten De overige opbrengsten zijn € 1,8 mln hoger uitgekomen. In Zuidbroek is er € 0,5 mln eerder aan derden doorberekend dan geraamd, o.a. exploitatiebijdragen en bijdragen in de kosten van de openbare ruimte .Daarnaast is er een vooruitontvangen balansbedrag in 2014 als bate in de exploitatie geboekt (0,3 mln). Ook zijn er in 2014 kosten bij derden in rekening gebracht die niet waren geraamd. Voor de rest zijn er diverse kleinere opbrengsten verantwoord die niet waren geraamd. Mutatie onderhanden werk + resultaat Het saldo van de exploitatie van de Grondbedrijfcomplexen wordt jaarlijks toegevoegd of in mindering gebracht op de voorraad, door een positieve of negatieve cashflow (saldo kosten en opbrengsten). N.a.v. het MPG 2014 werd een toename van de voorraad van € 11,1 verwacht. In werkelijkheid bedraagt de overboeking naar de voorraad € 3,3 mln, dat is € 7,7 mln gunstiger. Dit wordt veroorzaakt door: Hogere winstneming Hogere afwaardering Lagere kosten dan geraamd Lagere opbrengsten dan geraamd Lagere bijdrage BROA Afronding Totaal
€ 1,0 mln (zie par. grondbeleid voor specificatie) € -1,8 mln (zie par. grondbeleid voor specificatie) € -10,3 mln (zie tabel hierboven, excl.) verliesvoorziening) € 2,9 mln (zie tabel hierboven, excl.)verliesvoorziening) € 0,4 mln € 0,1 mln € - 7,7 mln
Dotaties en onttrekkingen verliesvoorzieningen De dotatie van € 9,3 mln wordt grotendeels veroorzaakt door de vorming van een algemene verliesvoorziening voor het te verwachten tekorten als gevolg van aanpassing van het woningbouwprogramma in kwalitatieve zin (€ 2,8 mln) en de aanpassing van de prijzen van bedrijfskavels en projectbouw. De dotatie voor Zuidbroek Wonen bedroeg € 3,2 mln en voor Ecofactorij I € 1,8 mln. De belangrijkste afnames van de verliesvoorzieningen zitten in Kanaaloevers Haven Centrum met € 1,0 mln en PWA Zone € 0,7 mln.
MUTATIE RESERVES Bijdrage BROA Een toelichting van de belangrijkste verschillen op de BROA-projecten is hiervoor opgenomen onder het kopje BROA-projecten. Dit betreft voornamelijk Kanaalzone Vlijtsepark en Kanaalzone Pilot Zuid (Schatkamer van Zuid).
184
Bijdrage/storting overlopende projecten Het restantbudget voor Ecofactorij II van € 0,4 mln dat nog over was van het in 2012 beschikbaar gestelde totaalbudget van € 4,5 mln valt voor € 0,3 mln vrij, omdat de geplande aankoop is vervallen. Van het restant is ca. de helft in 2014 uitgegeven en zal € 43.000 nog in 2015 worden uitgegeven (via Reserve overlopend project) voor afwikkeling van contractuele verplichtingen. MUTATIE VERLIESVOORZIENINGEN Dotaties en onttrekkingen verliesvoorzieningen De dotatie van € 9,3 mln wordt grotendeels veroorzaakt door de vorming van een algemene verliesvoorziening voor het te verwachten tekorten als gevolg van aanpassing van het woningbouwprogramma in kwalitatieve zin (€ 2,8 mln) en de aanpassing van de prijzen van bedrijfskavels en projectbouw. De dotatie voor Zuidbroek Wonen bedroeg € 3,2 mln en voor Ecofactorij I € 1,8 mln. De belangrijkste afnames van de verliesvoorzieningen zitten in Kanaaloevers Haven Centrum met € 1,0 mln en PWA Zone € 0,7 mln. RESULTAAT Het uiteindelijke resultaat van het Grondbedrijf komt uit op € 6,9 mln nadelig terwijl een voordelig resultaat van € 0,8 mln was verwacht. Ten opzichte van de begroting betekent dit een nadeel van € 7,7 mln. Deze afwijking is grofweg als volgt onderbouwd:
Resultaat Grondbedrijf 2014 (x € 1 mln) Vrijval reserve overlopend project Ecofactorij II Extra apparaatskosten onderzoek NIEG en Bedr. Bureau Vastgoed Vorming algemene verliesvoorziening kwalitatief woningbouwprogramma Aanvulling verliesvoorzieningen (m.n. agv lagere prijzen) Hogere afwaardering NIEGG exploitatielasten Hogere afwaardering NIEGG lagere marktwaarde Vrijval verliesvoorzieningen (m.n. Haven Centrum en PWA Zone) Hogere winstneming (m.n. diverse restcomplexen/kleine GB projecten) Totaal
0,3 0,2 2,8 6,5 0,2 1,8 2,3 1,0 7,7
voordeel nadeel nadeel nadeel nadeel nadeel voordeel voordeel nadeel
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid en het MPG 2015. Voor wat betreft dit programma zijn de volgende outputkengetallen van belang: Outputkengetal Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Raming Realisatie 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2014 Woningen: 647 723 422 221 290 250 380* • start bouw 947 453 527 662 402 300 415* • oplevering 25% 36% 29% 60% 35% 30% 42%* • aandeel sociaal • aandeel 24% 50% 34% 27% 42% 40% 29%* middelduur • aandeel duur 51% 13% 37% 13% 23% 30% 29%* Bedrijven: • netto uitgegeven 1,8 7,8 7,7 6,5 2,1 4,0 0,8 bedrijventerreinen (ha) Werkgelegenheid: • aantal werkzame personen 95.800 92.300 95.400 98.540 97.000 94.000 95.700** * = voorlopige cijfers (de definitieve cijfers zijn nog niet beschikbaar en zullen via de woningmarktmonitor gecommuniceerd worden. ** = betreft voorlopige cijfers december 2014.
185
Resumé programmakosten Programma / beleidsproducten Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen 310 Handel en ambacht 311 Opbrengsten warenmarkt 560 Openluchtrecreatie 810 Ruimtelijke ontwikkeling 822 Overige volkshuisvesting 823 Omgevingsvergunningen, activiteit bouwen 830 Bouwgrondexploitatie Resultaat vóór bestemming Bestemming via functie 980 Resultaat na bestemming
Primaire begroting 2014 (A) Lasten Baten Saldo
1.855 0 461 8.178 7.750 0 51.982 70.226 4.151 74.377
Begroting 2014 (B) Lasten Baten Saldo
177 -1.678 1.855 362 362 0 0 -461 461 526 -7.652 11.582 426 -7.324 7.959 2.400 2.400 0
Rekening 2014 (C) Lasten Baten Saldo
177 -1.678 2.124 362 362 0 0 -461 487 526 -11.056 15.658 426 -7.533 7.316 2.400 2.400 0
379 -1.745 333 333 0 -487 5.560 -10.098 405 -6.911 4.641 4.641
Afwijkingen 2014 (C) - (B) Lasten Baten Saldo
269 0 26 4.076 -643 0
202 -67 -29 -29 0 -26 5.034 958 -21 622 2.241 2.241
47.264 -4.718 32.700 30.960 -1.740 31.736 22.682 -9.054 -964 -8.278 51.155 -19.071 54.557 34.851 -19.706 57.321 34.000 -23.321 2.764 -851 12.173 8.022 8.601 14.759 6.158 7.409 12.260 4.851 -1.192 -2.499 63.328 -11.049 63.158 49.610 -13.548 64.730 46.260 -18.470 1.572 -3.350
186
-7.314 -3.615 -1.307 -4.922
Paragrafen
187
2.2.1 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing 2.2.1.1 Inleiding De gemeente heeft een financiële buffer nodig als zich een financiële tegenvaller voordoet. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe solide de financiële positie van de gemeente is. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de financiële buffer (weerstandscapaciteit) af te zetten tegen de omvang van de risico’s. Weerstandsvermogen = weerstandscapaciteit / financiële impact van risico's. Voor de kwalificering van het weerstandsvermogen kan de volgende normering worden gehanteerd: • >2, uitstekend • 1,4 tm 2 ruim voldoende • 1,0 tm 1,4 voldoende • 0,8 tm 1,0 matig • 0,6 tm 0,8 onvoldoende • < 0,6 zeer slecht Wij hanteren als norm, dat het weerstandsvermogen groter of gelijk moet zijn aan 1. In 2013 en 2014 heeft het college gemeentebreed afspraken gemaakt over risicomanagement, zoals vastgelegd in de Nota Risicomanagement Gemeente Apeldoorn 2013. Risicobeheersing is een cyclisch proces. In deze paragraaf weerstandsvermogen geven we aan wat de financiële impact is van de risico's per 31 december 2014. We geven ook aan wat de weerstandscapaciteit is eind 2014 en hoe deze zich de komende jaren ontwikkeld. Daaruit kunnen we afleiden wat de komende jaren ons weerstandsvermogen zal zijn bij de huidige omvang van de risico's. Het mag duidelijk zijn, dat macro- economische omstandigheden invloed hebben op de financiële positie en het weerstandsvermogen van de gemeente Apeldoorn. Vooral de recessie van de laatste jaren heeft geleid tot bijstelling van het gemeentelijk beleid en omvangrijke bezuinigingen. Door het negatief resultaat van het Grondbedrijf in 2011 is de weerstandscapaciteit en het weerstandsvermogen vanaf 2012 negatief en is het toezicht van de provincie op de gemeente preventief. In 2012 heeft de gemeenteraad de Zomernota 2012 en het financieel herstelplan vastgesteld. Volgens het financieel herstelplan verwachtten wij in 2022 een positieve Algemene reserve van € 15 mln en een weerstandsvermogen > 1. Volgens de MPB 2014- 2017 zou het weerstandsvermogen in 2022 uitkomen op 1,2, een verbetering ten opzichte van de situatie in 2012. In de MPB 2015- 2018 hebben we toegelicht, dat het weerstandsvermogen per 2022 verder zou toenemen naar 1,6. Daarbij waren echter de risico’s van de drie decentralisaties (3 D’s) buiten beschouwing gelaten. Over deze risico's met een grote financiële impact hebben wij u apart geïnformeerd. In deze paragraaf weerstandsvermogen behandelen we ook de risico’s van de 3 D’s. Het risico van de 3 D's kwantificeren wij op € 18,9 mln. Uitgangspunt is dat deze risico's binnen het sociale domein worden opgevangen. Het risico van het Grondbedrijf bedraagt € 22,5 mln. Uw raad heeft besloten om alle kaders van het Grondbedrijf opnieuw tegen het licht te houden. Lopende dit proces is er geen risico van het Grondbedrijf ten laste van de Algemene Dienst opgenomen. Het risico van de Algemene Dienst per eind 2014 kwantificeren wij op € 11,1 mln. De Algemene reserve zal per 2022 € 27 mln bedragen bij een weerstandsvermogen van 2,78. Hieronder lichten we eerst de risico’s toe. Daarna gaan we in op de weerstandscapaciteit en geven we u inzicht in ons weerstandsvermogen.
189
2.2.1.2 Risicobeheersing en risico's De gemeente Apeldoorn voert een prudent financieel beleid. Bij de voorbereiding van zowel de (meerjaren)programmabegroting als van separate voorstellen worden de benodigde budgetten getoetst en worden eventuele risico’s in beeld gebracht. Algemene kostenontwikkelingen (inflatie) worden vroegtijdig door begrotingsrichtlijnen vastgelegd. Omgevingsfactoren – bijvoorbeeld het rijksbeleid – worden voortdurend gesignaleerd, waarbij wij beoordelen wat de effecten hiervan voor Apeldoorn zijn. De ontwikkeling van de algemene en specifieke uitkeringen krijgen in dit kader bijzondere aandacht. Er worden stappen gezet om de prestatieafspraken gemaakt tussen raad, college en management meer specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART) te maken. Daardoor wordt een beter inzicht in mogelijke risico’s bereikt. Het risicomanagement wordt steeds beter verankerd in de integrale bedrijfsvoering. In het kader van versterking van de planning- en controlfunctie wordt het managen en daarmee beheersen van risico’s steeds meer een vast onderdeel binnen de bestaande cycli, processen en rapportages. Bij het inventariseren van de risico’s wordt onderscheid gemaakt in financiële risico’s en risico’s op prestaties en imago. In de paragraaf weerstandsvermogen zijn de financiële risico's leidend. Daarnaast maken we onderscheid tussen risico’s op projecten in het Grondbedrijf en risico’s in de Algemene Dienst en risico’s van de drie decentralisaties (3 D’s). 2.2.1.2.1 Risico's (projecten) Grondbedrijf De risico’s van het Grondbedrijf worden in eerste instantie binnen het Grondbedrijf zelf opgevangen. Voor het risico op de projecten van het Grondbedrijf is de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG) gevormd. Deze reserve bepaalt vooral de weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf. Ook voor het Grondbedrijf geldt als norm, dat de weerstandscapaciteit groter is dan het risicobedrag, met andere woorden: weerstandsvermogen > 1.
Omvang risico’s Grondbedrijf Bij het Grondbedrijf zijn er zowel algemene risico’s (markt, prijsstelling, etc.) als projectspecifieke risico’s die het resultaat van complexen kunnen beïnvloeden. In het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) 2015 zijn deze risico’s in vijf onderdelen uitgesplitst. Onderstaande tabel geeft per onderdeel inzicht in het risicobedrag (benodigde weerstandscapaciteit) dat niet binnen het project (via onvoorzien of lagere winstverwachting) opgevangen kan worden. nr
Risico-onderdelen
Bedrag
Verwijzing naar MPG § 7.2 § 7.2 § 7.3 § 7.4 § 7.5
1 Projectoverstijgende risico’s wonen € 8,0 mln 2 Projectoverstijgende risico’s niet- wonen € 5,4 mln 3 Risico’s projecten o.b.v. statistische methode € 2,8 mln 4 Risico’s projecten o.b.v. IFLO-methode € 0,8 mln 5 Kwalitatief woningbouwprogramma 2020-2030 € 12,7 mln Totaal € 29,7 mln Tabel 4.1: Inzicht in omvang risico’s dat niet binnen projecten opgevangen kan worden. Voor een toelichting op de onderdelen wordt verwezen naar hoofdstuk 7 van het MPG 2015 (zie verwijzing in laatste kolom). Hieronder zijn voor het inzicht de grootste risico’s kort benoemd.
Grootste risico’s 1 en 2: Externe omstandigheden De grootste risico’s van het Grondbedrijf zijn gelegen in externe omstandigheden. Het betreft o.a. risico’s t.a.v. de rente, inflatie, lagere grondopbrengsten en vertraging in de uitgifte. Deze risico’s worden nagenoeg volledig ingegeven door economische omstandigheden en zijn meegenomen bij de onderdelen 1 en 2.
190
4: Projectspecifieke openbare risico’s en kansen • Als gevolg van de status van het project Vlijtsepark wordt er nog gerekend met algemene ramingen voor bouw- en woonrijpmaken (inclusief sanering). Het is op dit moment onzeker of deze ramingen toereikend zullen zijn. • Hogere kosten en vertraging door mogelijk archeologische vondsten Vlijtsepark • Niet kunnen nakomen van contractuele verplichting warmtenet Zuidbroek • Mogelijke vestiging Hornbach op de Voorwaarts ipv bij Zuidbroek (risico Zuidbroek / kans Voorwaarts).1 • Extra aanjagen van verkoop particuliere kavels in Groot Zonnehoeve kan mogelijk extra kosten (pr-budget) en lagere opbrengsten (projectmatige vrijstaande bouw) met zich meebrengen. 5: Kwalitatief woningbouwprogramma Begin 2015 heeft de raad op hoofdlijnen het kwalitatief woningbouwprogramma herzien. Voor het Grondbedrijf betekent dit dat het aandeel dure programma’s fors neerwaarts moet worden bijgesteld. Voor de bijstelling in de periode 2015-2019 is bij de jaarrekening 2014 een verliesvoorziening getroffen van € 2,8 mln. Voor deze periode is redelijk goed in te schatten welk programma in welk project zal worden omgezet. Voor de periode 2020-2029 is dat op dit moment nog te vroeg. Wel is, op basis van de gegevens die nu beschikbaar zijn, een berekening gemaakt van het mogelijke financiële risico voor deze periode. Dit risico is berekend op € 12,7 mln. Vorig jaar stond deze nog op PM. 6.000.000 5.500.000 5.000.000 4.500.000 4.000.000 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 Groot Zonnehoeve
Pilot Zuid
Vlijtsepark Projectoverstijgend
Zuidbroek Wonen Projectspecifiek
Ecofactorij I
Zuidbroek Bedrijven
Totaal
Grafiek 4.1: Overzicht risico’s per project
Weerstandsvermogen grondbedrijf De beschikbare weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf bestaat uit de volgende onderdelen: • Post onvoorzien binnen grondexploitatiebegrotingen • Eventuele winstverwachting van grondexploitatiebegrotingen • Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG) Het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen de benodigde weerstandscapaciteit (zie tabel 4.1). Rekening houdend met de mogelijkheid om risico’s binnen projecten op te kunnen vangen (post onvoorzien of lagere winstverwachting) zou 1 Het mogelijk niet vestigen van Hornbach in Zuidbroek heeft een nadelig effect op de fasering en grondopbrengsten waarmee nu in het MPG 2015 rekening wordt gehouden. Dit is als risico meegenomen bij de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Mogelijke vestiging van de Hornbach op de Voorwaarts zorgt ervoor dat de geraamde toekomstige grondopbrengsten (die onzeker zijn) zeker worden gesteld. Dit heeft een gunstig effect op de toekomstige winstafdracht van het project aan de ARG.
191
de ARG per 1-1-2015 € 29,7 mln moeten bedragen. De ARG bedraagt op basis van het MPG 2015 € 7,2 mln, zodat het weerstandsvermogen eind 2014 uitkomt op 0,24 (€ 7,2 / € 29,7). Weerstandsvermogen Grondbedrijf (Omvang ARG / omvang risico's) 1,4
weerstandsvermogen
1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
jaar Weerstandsvermogen Grondbedrijf
Grafiek 4.2: ontwikkeling weerstandsvermogen Grondbedrijf
Toelichting op grafiek 4.2 Het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf is in 2014 fors lager uitgekomen. Enerzijds door een verslechtering van de beschikbare weerstandscapaciteit en anderzijds ook nog door een verhoging van de benodigde weerstandscapaciteit (risicobedrag). De beschikbare weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf is in 2014 met € 8,1 mln verslechterd. Dit als gevolg van het nadelige jaarrekeningresultaat van 2014 (€ 6,9 mln, met name door bijgestelde prijzen voor bedrijven en projectmatige woningbouw) en anderzijds door een onttrekking uit de ARG ten behoeve van de afwikkeling van Slim Huisvesten (€ 1,7 mln) en enkele kleine mutaties. De benodigde weerstandscapaciteit is in 2014 toegenomen met € 9,2 mln. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het risico van het kwalitatieve woningbouwprogramma dat in 2014 is becijferd op € 12,7 mln. Vorig jaar stond deze nog op PM. Ontwikkeling weerstandsvermogen en risico Grondbedrijf ten laste van Algemene Dienst De komende jaren lijkt het weerstandsvermogen te verbeteren (zie stijgende lijn na 2015). Belangrijke disclaimer daarbij is dat de winstnames in de tijd en in omvang vaak zeer onzeker zijn. Tevens is er in bovenstaande grafiek rekening mee gehouden dat de omvang van de risico’s niet wijzigt. Dat zal in werkelijkheid niet het geval zijn. Het risico dat niet gedekt wordt door de ARG stijgt met € 17,2 mln tot € 22,5 mln per 1-1-2015. In eerste instantie wordt gezocht naar mogelijkheden om dit risico binnen het grondbedrijf te beheersen. Gezien de forse toename heeft de raad bij de besluitvorming omtrent het kwalitatief woningbouwprogramma (grootste oorzaak van de forse toename) besloten om alle kaders van het Grondbedrijf opnieuw tegen het licht te houden. Zo zullen o.a. de parameters opnieuw worden bekeken en wordt er binnen projecten gezocht naar mogelijkheden om financiële middelen vrij te spelen. Dit proces loopt door tot in 2016 maar in 2015 zal op onderdelen al besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Zo is in de MPB 2016-2019 al aangekondigd dat in 2015 de rekenrente voor het Grondbedrijf opnieuw wordt bezien. Een 1e doorrekening laat zien dat een verlaging naar 3% een direct voordelig resultaat (mutatie in verliesvoorzieningen) van ca € 3 tot € 4 mln oplevert. Aangezien besluitvorming nog moet plaatsvinden is dit nog niet in de hierboven opgenomen cijfers meegenomen. Lopende dit proces is er geen risico van het Grondbedrijf opgenomen voor de Algemene Dienst.
192
2.2.1.2.2 Risico's AD en het financiële effect Bij het inventariseren en kwantificeren van deze risico’s kijken naar de kans, dat een risicogebeurtenis zich voordoet, het financiële effect van een risico en naar de impact op prestatie en imago van de gemeente. De risico’s worden opgenomen in de Apeldoornse risicomatrix en weergegeven in risicoprofielen. De risico’s zijn deels incidenteel en deels structureel. Bij de kwantificering van de risico’s gaan we er vanuit, dat structurele risico’s in vier jaar worden gedekt door ombuigingen binnen de begroting dan wel aanpassing van beleid of beheersmaatregelen. Dit leidt tot een verdubbeling van het financieel effect (1e jaar 100%, 2e jaar 67%, 3e jaar 33%, 4e jaar 0%). De risico’s van de drie decentralisaties (3 D’s) en van het Grondbedrijf brengen we apart in beeld. De risico's van de Algemene Dienst (AD) kwantificeren we op € 11,1 miljoen.
Grafiek 4.3: ontwikkeling risico’s Algemene Dienst en financieel effect
Risico’s 3 D’s In 2014 hebben wij een risicoanalyse uitgevoerd op de nieuwe taken die de gemeente Apeldoorn gaat uitvoeren als gevolg van de decentralisaties in het sociaal domein. Op basis van een strategiekaart hebben wij 21 risico’s van de 3 decentralisaties benoemd en ze op basis van de systematiek van risicomanagement van onze gemeente nader uitgewerkt. Elk risico hebben wij geclassificeerd (naar tijdsperspectief, kans, financieel effect en impact op doelstellingen en imago), de verantwoordelijkheden geëxpliciteerd en de beheersmaatregelen in beeld gebracht. Begin 2015 hebben wij een eerste actualisatie gemaakt van deze risico’s en de status en het effect van de beheersmaatregelen in beeld gebracht. Voor de strategiekaart en de meeste risico’s geldt dat ze nog steeds aan de orde zijn. Wel heeft de actualisatie hier en daar tot aanpassingen in de classificatie geleid. Voor de TOP-risico’s (kans van minimaal 25% op een financieel effect > € 500.000) hebben wij een nieuwe calculatie gemaakt van het benodigd financieel weerstandsvermogen. De eerdere calculatie van de vereiste weerstandscapaciteit voor de decentralisaties maakte duidelijk dat de gemeente Apeldoorn bij voorkeur een financiële buffer aanhoudt van ruim € 22 mln voor mogelijke financiële effecten van de risico’s als gevolg van de decentralisaties. In onderstaande tabel hebben wij voor elk TOP-risico de calculatie van het verwachte financieel effect geactualiseerd.
193
Risicobedrag 1.500.000
Kans 60%
I/S effect I
1.500.000
30%
10.000.000
Overgangsrecht
0.12
Totaal score
I/S Netto financieel gevolg input paragraaf weerstandsver mogen
Impact op het Imago
Kans
Impact op de doelstelling
TOP- risico's 3 D's Financieel effect
900.000
7
8
15
I
450.000
7
4
11
50%
S
10.000.000
9
9
18
4.000.000
50%
I
2.000.000
6
5
11
Faillissement
3.000.000
60%
I
1.800.000
6
7
13
0.13 0.17
SW-bedrijf Ketenaansprakelijkheid
2.500.000 1.500.000
40% 20%
S S
2.000.000 600.000
8 6
7 8
15 14
0.20
Plaatsingsmogelijkheden Totaal risico's
1.500.000 25.500.000
60%
S
1.800.000 19.550.000
8
8
16
Nr.
Risico (Klik op de link, dan naar het format)
Nr. 0.2
Risicogebeurtenis Opstartproblemen (deskundig personeel, ICT en informatie)
0.4 0.9
Rolonduidelijkheid 1e lijn (taken en bevoegheden) Objectieve verdeelmaatstaven
0.11
De actualisatie van de risicoanalyse maakt duidelijk dat de risico’s nog steeds zeer substantieel zijn. Het totale financiële effect is weliswaar iets afgenomen (van € 22 mln naar € 19,5 mln), maar is tegelijkertijd nog steeds met veel onzekerheid omgeven. Als gemeente kunnen wij niet anders dan deze risico’s accepteren en tegelijkertijd met volle kracht blijven inzetten op beheersmaatregelen. Wij hebben dat de afgelopen periode ook volop gedaan, zowel bestuurlijk als ambtelijk. In het bijzonder geldt dit voor de risico’s met de grootste financiële impact, risico 0.9 (structureel onvoldoende budget als gevolg van objectieve verdeelmodellen en lagere eigen bijdragen) en risico 0.11 (onvoldoende budget als gevolg van overgangsrecht en onjuist macrobudget). Voor het risico 0.9 Verdeelmodellen en lagere eigen bijdragen geldt dat het verdeelmodel beschermd wonen –na een intensieve lobby waarin Apeldoorn een belangrijke rol heeft gespeeldnu definitief van tafel is. Dat betekent dat vooralsnog de historische kosten de basis zullen vormen voor de verdeling. Het verdeelmodel voor WMO-begeleiding is niet van tafel. Dit model zal nog nader worden verbeterd, maar de eerste versie van dit model levert onze gemeente een structureel tekort op van ruim € 3 miljoen. Het nieuwe objectieve verdeelmodel voor het I-deel van de Participatie zal onze gemeente al vanaf 2015 een financieel tekort opleveren. Dit tekort zal in de loop van de jaren verder toenemen. Ook tegen dit verdeelmodel voert onze gemeente al enige tijd, samen met andere gemeenten, een intensieve lobby. Ook zijn wij tegen de voorlopige BUIG-beschikking in bezwaar gegaan en hebben wij samen met andere gemeenten een extern onderzoeksbureau ingeschakeld om aan te tonen dat het voorliggende verdeelmodel onvoldoende aansluit op de realiteit van gemeenten. Het voorliggende verdeelmodel is echter nog niet van tafel en daarmee zijn de financiële risico’s voor onze gemeente nog steeds groot. In dit risico is ook het risico op de uitkeringen meegenomen van € 3,4 mln per 2016. In de MPB2015-2018 is eenmalig € 2,4 geraamd voor extra bijstandsuitkeringen 2015, zodat voor het lopende jaar dit risico € 2,4 mln lager is. Het rijk heeft voor 2015 wel een eenvoudig en integraal vangnet geïntroduceerd. Dit vangnet biedt gemeenten financiële compensatie voor grote tekorten op het I-deel in het Participatiebudget en wij gaan er in onze calculaties vanuit dat wij hier gebruik van kunnen maken. Ook voor de jaren daarna werkt het rijk aan een vangnetconstructie, maar de inhoud hiervan is nog niet bekend. Zoals het er nu naar uitziet, zal onze gemeente ook vanaf 2016 en
194
latere jaren gebruik moeten maken van de vangnetconstructie van dat moment. Concreet betekent dit dan dat wij de komende jaren maximaal 10% van het tekort op de Bijstand voor eigen rekening nemen. Eind vorig jaar is ook het verdeelmodel voor de Jeugdzorg bekend gemaakt. Ook voor dit model geldt dat het onze gemeente naar verwachting een tekort oplevert. Het model wordt momenteel volop besproken en zal ook nog verder worden verbeterd, maar uitgaande van de voorliggende versie van dit model gaat het hierbij om een tekort van circa € 1,6 mln voor Apeldoorn. In aanvulling hierop gaat het rijk er in het verdeelmodel WMO 2015 vanuit dat onze gemeente structureel een aanvullende eigen bijdrage van circa € 3,6 mln. kan innen. Gezien de cumulatie van eigen bijdragen schuilt hierin een risico op een extra financieel tekort van € 2 mln met een structureel karakter. Voor risico 0.11 Onvoldoende budget als gevolg van overgangsrecht en onjuist macrobudget geldt dat er (nog steeds en zelfs in toenemende mate) sprake is van onzekerheid over de juistheid en volledigheid van de gegevens die ten grondslag liggen aan de calculatie van de macrobudgetten 2015 voor de WMO en Jeugdzorg en de toedeling hiervan aan gemeenten. We zien dat de discussie over de juistheid van deze macrobudgetten begin 2015 volop gaande is en de staatssecretaris ook al toezeggingen heeft gedaan om financiële problemen die hierdoor ontstaan op te lossen. De inhoud van deze compensatieregelingen is op dit moment nog niet bekend. Wij gaan er echter in onze calculaties vanuit dat het rijk de financiële problemen oplost die het gevolg zijn van onjuistheden in de calculatie van het macrobudget. Dit is nadrukkelijk een verantwoordelijkheid van het rijk als stelselverantwoordelijke en niet van ons als gemeente.
Overige Risico’s AD
Risico
1.7
F&C en W&A
Regionalisering
1.27
Veiligheid & recht
Planschade
Beheer en onderhoud
Beheer en onderhoud wegen, bruggen etc.
Jeugd Zorg en Welzijn
Onderwijshuisvesting
Werkplein activerium Werkplein activerium
BUIG Participatiewet – participatiebudget
Vastgoed & Grond
Omnisport wielerbaan
Kans I/S Netto financieel gevolg input paragraaf weerstandsver mogen
Totaal score
Overige TOP- risico's AD Financieel effect
Eenheid
Impact op het Imago
Nr.
Impact op de doelstelling
Het financiële effect van de risico’s van de Algemene Dienst bedraagt € 11,1 miljoen. De TOPrisico’s wat betreft financieel effect en de beheersmaatregelen zijn hieronder samengevat.
3.000.000
25%
I
750.000 3
3
6
700.000
50%
I
350.000 1
2
3
1.000.000
70%
I
700.000
600.000
75%
S
900.000 5
Programma 1
Programma 3 3.1
7
8 15
Programma 5 5.1
1
6
Programma 6 6.3 6.6
zie risico 0.9 3 D's 1.000.000 25% I
250.000
7
8 15
Programma 8 8.4
650.000
90%
I
585.000
8
8 16
10.000.000
10%
I
1.000.000
8
8 16
Programma 9 9.7
Divers
Vastgoed & Grond
Afwaardering vastgoed Vastgoedbedrijf Overige risico's in kwadrant II, III en IV Totaal risico's
6.517.975 11.152.975
195
Ten opzichte van de risico’s in de MPB 2015-2018 zijn er geen grote wijzigingen opgetreden behoudens toename van het risico 1.27 planschade gelet op enkele lopende procedures. Het risico van BUIG is verwerkt in de risico’s van de 3 D’s.
Risicoprofielen risico’s AD De TOP risico’s met de grootste impact wat betreft kans en risicobedrag zitten in kwadrant I van het risicoprofiel (kans > 25%, risico > € 500.000).
Grafiek 4.4: risicoprofiel ontwikkeling risico’s Algemene Dienst en financieel effect
2.2.1.3 Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten als gevolg van risicogebeurtenissen te dekken. Voor het bepalen van de weerstandscapaciteit kijken we naar drie componenten: • Het buffervermogen • Ruimte in de begroting • Onbenutte belastingcapaciteit. De weerstandscapaciteit eind 2014 was in de MPB 2014-2017 geraamd op -/- € 35 mln. Op basis van de jaarrekening 2014 is de weerstandscapaciteit eind 2014 verbeterd tot -/- €17,4 mln. De weerstandscapaciteit groeit naar € 30,95 mln in 2022.
196
Ontwikkeling weerstandscapaciteit 40.000
weerstandscapaciteit
30.000
20.000
10.000
weerstands capaciteit buffervermogen ruimte in de begroting
0 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
-10.000
-20.000
-30.000 jaar
Grafiek 4.6: Weerstandscapaciteit (bedragen * € 1.000) 2.2.1.3.1 Buffervermogen Het buffervermogen is dat deel van het eigen vermogen, dat beschikbaar is om risico’s op te vangen. Basis voor het buffervermogen is de Algemene Reserve. Deze wordt gecorrigeerd voor de negatieve reserves, zoals de Reserve Tekort Grondbedrijf. Het buffervermogen bedraagt eind 2014 -/- € 18,9 mln en groeit naar 26,95 miljoen in 2022. 2.2.1.3.2 Ruimte op de begroting Ook de bezuinigingsmogelijkheid binnen de bestaande begroting behoort tot een van de factoren die de weerstandscapaciteit bepaalt. Immers wanneer het echt tegenzit, zullen de zeilen op alle fronten moeten worden bijgezet, zeker wanneer er sprake is van onvoldoende (of negatief) eigen vermogen. In dat geval zal er fors moeten worden ingegrepen. In de MPB 2012 waren ombuigingen opgenomen oplopend tot € 30 mln. Met de vaststelling van de zomernota 2012 en de MPB 2014 is besloten om aanvullend ruim € 20 mln te bezuinigen per 2017. Daarmee is de ruimte in de begroting voor de opvang van tegenvallers beperkt. Gelet op de nog te realiseren taakstellingen en onzekere ontwikkelingen is een opvangbuffer opgenomen in de MPB van € 0,5 miljoen in 2015, € 3,5 mln vanaf 2016 en € 4 mln vanaf 2017. Deze buffer draagt bij aan de weerstandscapaciteit. 2.2.1.3.3 Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit ontstaat door de mogelijkheid om extra middelen te genereren door belastingen te verhogen of heffingen meer kostendekkend te maken. Uitgangspunt voor de heffingen (waarvan de afvalstoffenheffing en het rioolrecht de meeste inkomsten genereren) is, dat deze 100% kostendekkend zijn. Een hogere dekkingsgraad is niet toegestaan. Hierin zit dus geen extra inkomsten mogelijkheid. Om mogelijke buitensporige Onroerende Zaak Belasting (OZB)- verhogingen te voorkomen stelt het Rijk jaarlijks de macronorm vast. Dit is een toegestane stijging van de OZB- opbrengst van alle gemeenten samen ten opzichte van de opbrengst van het jaar daarvoor. Als de macronorm door alle gemeenten gezamenlijk wordt overschreden kort het Rijk op het Gemeentefonds. Voor de verhoging van de OZB hanteren wij de macronorm. Bij de behandeling van de MPB 20152018 is de mogelijkheid van de invoering van forensenbelasting besproken. In de meerjarendoorrekening is hiervoor een baat opgenomen. De opbrengst van precariobelasting is nog onzeker. De onbenutte belastingcapaciteit ramen we vooralsnog op nul.
197
2.2.1.3.4 Omvang weerstandscapaciteit weerstandscapaciteit AD einde jaar (*€1000) Algemene reserve Tekort grondbedrijf Egalisatiereserve bouwleges Egalisatiereserve begraafplaatsen Buffervermogen Onbenutte belastingcapaciteit Ruimte op begroting Weerstandscapaciteit Algemene Dienst
2013 23.646 -46.178 -1.465 -229 -24.226 0 0 -24.226
2014 22.413 -41.325 0 0 -18.912 0 1.500 -17.412
2015 14.363 -36.308 0 0 -21.945 pm 500 -21.445
2016 14.961 -31.119 0 0 -16.158 pm 3.500 -12.658
2017 16.076 -25.755 0 0 -9.679 pm 4.000 -5.679
2018 16.832 -20.208 0 0 -3.376 pm 4.000 624
2019 18.388 -14.472 0 0 3.916 pm 4.000 7.916
2020 19.944 -8.542 0 0 11.402 pm 4.000 15.402
2021 21.500 -2.410 0 0 19.090 pm 4.000 23.090
2022 23.056 3.931 0 0 26.987 pm 4.000 30.987
Tabel 4.2: weerstandscapaciteit
2.2.1.4 Weerstandsvermogen Tot en met 2018 is onze weerstandscapaciteit en daarmee ook ons weerstandsvermogen negatief. Op basis van de prognose van onze reservepositie in de jaarrekening 2014 en op basis van de huidige financiële impact van onze risico's zal het weerstandsvermogen toenemen van -/1,5 eind 2014 naar 2,78 eind 2022.
Grafiek 4.7: ontwikkeling weerstandsvermogen = weerstandscapaciteit/ risico’s
198
2.2.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen 2.2.2.1 Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaal- goederen in de vorm van wegen, openbare verlichting, riolering, groen, water, sportvoorzieningen, gemeentegebouwen en onderwijsgebouwen. Het onderhoud van deze goederen is van groot belang voor het zo goed mogelijk functioneren van de gemeente op vele terreinen. Vanwege het belang hiervan is dit onderhoud grotendeels vastgelegd in meerjarenplannen, nota’s, visies en regelingen. In deze paragraaf wordt per onderwerp ingegaan op de notities en plannen waarin het beleidskader is aangegeven, de stand van zaken en wat we dit jaar hebben gerealiseerd. Hiermee willen we inzicht geven op welke wijze het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen wordt gewaarborgd.
2.2.2.2 Kapitaalgoederen Integrale openbare ruimte -
-
Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte. Jaar van vaststelling: 2009. Doel: De kadernotitie verschaft inzicht in de belangrijkste beheersopgaven voor de langere termijn en het bevorderen van de integratie van groen en grijs. Stand van zaken: de kadernotitie is in 2009 vastgesteld. In 2010 zijn de kwaliteitsniveaus voor inrichting en beheer voorgelegd aan de raad. Daarnaast heeft de kadernotitie de financiële consequenties getoond voor beheer van openbare ruimte. In het bijzonder het onderhoud van de wegen baart zorgen. Daarom is in 2013 het herstelplan wegen opgesteld. Voorgesteld wordt om het budget voor wegenonderhoud inclusief bruggen etc. te verhogen met € 1,3 mln en prioriteit te geven aan het onderhoud van onze asfaltwegen. De besluitvorming over het herstelplan loopt parallel met de besluitvorming van de MPB 20142017. Wat betreft groen is vanaf 2010 is een aantal maatregelen vanuit de kadernotitie beheer openbare ruimte geïmplementeerd. Door de bezuinigingen is het vervangingsbudget van groen, met name bomen, teruggelopen. Wat hebben we gedaan in 2014?: Het budget voor wegenonderhoud is in 2014 opgehoogd.In 2014 is in overeenstemming met het Herstelplan Wegen een reserve herstel onderhoud wegen gevormd . Per 2015 komt er een egalisatiereserve om schommelingen in de bestedingen op te vangen. Verder komt een eenmalige bijdrage vanuit provinciale middelen beschikbaar. In het MJOP wordt uitwerking gegeven aan de besteding van deze middelen. (zie onder B).
A. Groen - Naam beleidsnota: Kadernotitie beheer openbare ruimte. - Jaar van vaststelling: 2009. - Doel: Het in standhouden van het gemeentelijke groen. - Stand van zaken: In deze begroting wordt voorgesteld om de beeldkwaliteit van groen terug te brengen tot niveau B. - Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota, conform het jaarlijkse onderhoudsplan uitgevoerd. - Wat hebben we gedaan in 2014?: Over de hele linie is beeldkwaliteitsniveau B gehaald. Met name rond zwerfvuil fluctueert op de dag het niveau sterk. Daar wordt in het onderhoudsregime op ingespeeld. Op onderdelen in het centrum is, mede dankzij inzet van arbeidsparticipatie door doelgroepen een hogere kwaliteit bereikt. Daarmee is aan de onderhoudseisen voldaan. Door het ontbreken van voldoende middelen voor de vervanging van groen en in het bijzonder het bomenbestand gaat de veroudering en daarmee een geleidelijke terugval van het bestand verder.
199
B. -
Wegen (en bruggen, tunnels en viaducten) Naam beleidsnota: Herstelplan wegen Jaar van vaststelling: 2013 Doel: Een plan van aanpak voor het onderhoud van verhardingen (wegen en fietspaden) in de komende jaren. - Stand van zaken: Het Herstelplan Wegen is parallel met de MPB 2014-2017 ter behandeling aan de raad voorgelegd. Het Herstelplan voorziet in aanvulling van het structurele budget voor wegenonderhoud met € 1,1 mln. Daarnaast wordt er jaarlijks € 240.000 extra uitgetrokken voor onderhoud van bruggen, viaducten en tunnels. Vanuit het oogpunt van kapitaalvernietiging en veiligheid wordt prioriteit gegeven aan het onderhoud van asfaltwegen en fietspaden en trottoirs. Inzet is om de achterstand op wegenonderhoud niet groter te laten worden. De achterstand, zoals gekwantificeerd in het Herstelplan, bedraagt € 21,3 mln (inclusief risicowegen). - Programma 2014: Besluitvorming over het herstelplan wegen. Vaststelling van het uitvoeringsplan wegen 2014. Op basis van het herstelplan zal een MJOP Wegen 2014-2016 worden opgesteld. - Wat hebben we gedaan in 2014?: In 2013 is het Herstelplan Wegen vastgesteld. In het Herstelplan is aangegeven dat er tweejaarlijks een Meerjarenonderhoudsplan wegen (MJOP) wordt opgesteld. Op 25 juli 2014 is het MJOP 2014-2016, na consultatie van de raad, door ons vastgesteld. In 2013 was reeds het Uitvoeringsplan Onderhoud Wegen 2014 vastgesteld. Op één project na zijn alle onderhoudsprojecten uit het Uitvoeringsplan in 2014 uitgevoerd. Tegelijk met de vaststelling van het MJOP is ook het Uitvoeringsplan Onderhoud Wegen 2015 vastgesteld; de jaarschijf 2015 uit het MJOP.
Openbare verlichting Naam beleidsnota: concept handboek openbare verlichting. Jaar van vaststelling: intern handboek, wordt niet vastgesteld. Doel: Het vastleggen van lichttechnische keuze en het vastleggen van een standaardisatie voor lichtmasten en armaturen. Enerzijds om een goede beeld- kwaliteit van de openbare ruimte te realiseren en anderzijds om kosten te besparen op het onderhoud. De diverse energiebesparende pilots worden opgenomen in het handboek openbare verlichting. De beleidslijn wordt in het bestedingsplan van de afdeling Beheer en Onderhoud jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma. - Stand van zaken: Lichttechnisch voldoet de openbare verlichting in het algemeen aan de richtlijnen van de ROVL 2011 (afgeleid van de Europese norm EN 13.201). Er is echter wel een onderhoudsachterstand op mastvervanging. De komende jaren worden de technisch goede masten geschilderd en de slechte masten vervangen. Tevens worden minder energie efficiënte armaturen vervangen door een dimbare LED armatuur. De verwachting is dat we met het huidige vervangingsbudget in combinatie met de reserve schilderonderhoud de achterstanden op mastvervanging in 2020 hebben weggewerkt. - Programma 2014: Het planmatig onderhoudsbudget wordt overeenkomstig het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan ingezet. - Wat hebben we gedaan in 2014?: Het uitvoerings- en vervangingsplan is conform de planning gerealiseerd.
-
200
Bruggen -
-
-
Naam beleidsnota: Inspectierapport bruggen. Jaar van vaststelling: 2010. Doel: Het schetsen van de doelstellingen van de actuele situatie van het technische, constructieve onderhoud en reinigen van de Apeldoornse bruggen. De uitkomsten worden jaarlijks vertaald naar een uitvoeringsprogramma. Stand van zaken: De bruggen voldoen aan de functionele eisen. Er is echter sprake van een onderhoudsachterstand. Vanwege de technische staat zullen drie bruggen over het Apeldoorns kanaal binnen enkele jaren constructief onderhoud moeten krijgen of vervangen moeten worden. Voor de jaren 2012-2015 is hiervoor in totaal € 2,25 miljoen extra beschikbaar gesteld. Daarnaast zal binnen 5 tot 10 jaar een groot aantal houten fiets- en voetbruggen in de wijken Zevenhuizen en de Maten vervangen moeten worden. De omvang van de werkzaamheden gaan het reguliere budget te boven. Vanwege het ontoereikende budget voor structureel onderhoud kunnen risico’s ontstaan voor de bruikbaarheid van bruggen. Daarom is in het herstelplan voor de wegen ook de problematiek rond bruggen meegenomen. Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud en de vervanging, zoals aangegeven in de nota bruggen conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd. Wat hebben we gedaan in 2014?: Het onderhoud aan bruggen is conform plan uitgevoerd.
Begraafplaatsen -
-
Naam beleidsnota: Nota begraafplaatsen. Jaar van vaststelling: 2002 Doel: Het formuleren van uitgangspunten voor het beheer van begraafplaatsen, waarbij de primaire functie van het voorzien in begraafmogelijkheden leidend is Stand van zaken: De conclusies uit de nota met betrekking tot onderhoud en financieel technische aspecten zijn geïmplementeerd. De opbrengsten vallen de laatste jaren lager uit doordat er minder wordt begraven en verlengd. Inmiddels is door een ambtelijke werkgroep een plan van aanpak gemaakt. Dit plan van aanpak zal leiden tot een integrale visie op het beheer en de exploitatie van begraafplaatsen. Er wordt doorlopend kritisch gekeken naar de uitgaven. Ondanks de lagere lasten kan de bestemmingsreserve de tegenvallende opbrengsten op dit moment niet opvangen. Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud, zoals aangegeven in de nota begraafplaatsen, conform de jaarlijkse begroting uitgevoerd. Wat hebben we gedaan in 2014?: Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de reservepositie te verbeteren. Ook is de haalbaarheid van een nieuwe natuurbegraafplaats onderzocht. Ons college heeft op 8 juli 2014 een besluit genomen dat moet leiden tot een dusdanige versterking van de reserve dat deze in de komende jaren weer voldoende positief gaat worden. Met de eerste maatregelen die zijn getroffen past het resultaat in 2014 in de te verwachten lijn. Verder loopt conform het besluit de verkenning naar de kansen voor een natuurbegraafplaats met een externe partner.
201
Riolering -
-
-
Naam beleidsnota: Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Jaar van vaststelling: 2011 Doel: Beleidsplan en programma voor het in stand houden en doelmatig laten functioneren van afvalwater- en hemelwatersystemen en invulling grondwaterzorgplicht. De maatschappelijke doelen van de gemeentelijke watertaken bestaan uit een bijdrage aan: • het beschermen van de volksgezondheid • de veiligheid door het voorkomen van wateroverlast; • de kwaliteit van de leefomgeving door voorkomen van wateroverlast, stank en waterkwaliteitsproblemen; • het beschermen van de bodem, grond- en oppervlaktewater door beperken van emissies vanuit de riolering (o.a. rioolwateroverstorten). Het GRP vormt de basis voor de doorrekening van de reserve riolering. Op basis hiervan wordt het tarief van de rioolheffing en de ontwikkeling daarvan in de planperiode vastgesteld. Stand van zaken: Het GRP beslaat een periode van 5 jaar (2011-2015). Het GRP is in uitvoering. In 2015 wordt een nieuw GRP opgesteld voor de periode 2016-2020. Programma 2014: Het uitvoeringsprogramma 2014 is vastgelegd in het Programma water en riolering en het Bestedingsplan Wegen en Riolering. De maatregelen variëren van het reguliere beheer en onderhoud (oplossen storingen, reiniging, inspectie en reparaties), groot onderhoud en vervangingen tot projecten (oplossen knelpunten, verbetering functioneren systeem en reconstructies) en de hiervoor noodzakelijke onderzoeken, planvorming en voorbereiding. Tevens wordt gewerkt aan een verduurzaming van de afvalwaterketen en verdere regionale samenwerking. Wat hebben we gedaan in 2014?: In 2014 is 2,2 km riolering vervangen en 0,4 km riolering gerelined. De belangrijkste projecten waren de vervangingen in de Oude Beekbergerweg (in samenloop met ondergronds brengen hoogspanning) en de Arnhemseweg (in samenloop met herinrichting en afkoppelen). De afvoer van het drainagesysteem in de Bouwhof voor het voorkomen van grondwateroverlast is verduurzaamd. Er is gestart met de introductie van assetmanagement voor de kapitaalgoederen.
Water -
-
-
Naam beleidsnota: Waterplan Apeldoorn Jaar van vaststelling: 2005 Doel: Het waterplan vormt de overkoepelende lange termijnvisie op water in de stad en de dorpen en beoogt het watersysteem op orde te brengen en te houden. De visie is geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma voor het afkoppelen van regenwater, de realisatie van waterberging via beekherstel, waterkwaliteitsmaatregelen, baggeren van watergangen en gebiedsgericht grondwaterbeheer. Stand van zaken: De planperiode van het waterplan loopt van 2006-2015. Het waterplan is in uitvoering Programma 2014: Het uitvoeringsprogramma voor 2014 is vastgelegd in het Programma Water en Riolering en het Programma Beken en Sprengen. Hierin worden diverse projecten uitgevoerd. De belangrijkste zijn: maatregelen tegen wateroverlast, waterkwaliteitmaatregelen door oplossen knelpunten en verbeteringen in de riolering, diverse afkoppel projecten en de uitvoering van de Eendrachtspreng en de Orderbeek. Wat hebben we gedaan in 2014?: Er zijn diverse grote en kleine afkoppelprojecten uitgevoerd. In totaal is 8,5 ha verhard oppervlak afgekoppeld. De belangrijkste afkoppelprojecten zijn. Hoenderparkweg, Arnhemseweg, Jachtlaan en Boerhavestraat. Hierbij is meegelift met herinrichting en rioolvervanging. Er zijn enkele knelpunten met wateroverlast aangepakt en in voorbereiding genomen o.a. respectievelijk Arnhemseweg, Zanderijweg, Oude Beekbergerweg, Middenweg en Sprengenweg, Boterweg en Musschenbroekstraat. In 2014 is een waterkwaliteitsspoorstudie uitgevoerd voor het oppervlaktewater. De maatregelen zullen in de komende jaren worden uitgevoerd. In 2014 zijn grote delen van de Orderbeek aangelegd of
202
hersteld. In voorbereiding zijn het herstel van acht beektrajecten. Twee beektrajecten zijn aanbesteed en starten in 2015.
Verkeersapparatuur - Naam beleidsnota: Geen separate beleidsnotitie. De basis wordt gevormd door de verkeersvisie 2010 - 2020. - Jaar van vaststelling: 2009 - Doel: Het reguleren van het verkeer, het informeren van weggebruikers en het bevorderen van de verkeersveiligheid. - Stand van zaken: Er zijn contracten gesloten met alle leveranciers van verkeersapparatuur voor het beheer en onderhoud evenals het verhelpen van storingen. Daarnaast wordt er voor de verkeersregelinstallaties een jaarlijks vervangingsprogramma uitgevoerd. Voor de vervanging van de apparatuur niet zijnde verkeersregelinstallaties zijn geen budgetten gereserveerd (bijv. voor de dynamische afsluitsystemen, camerasystemen en de dynamische reizigers informatiesystemen). - Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd. - Wat hebben we gedaan in 2014?: In 2014 is het onderhoud conform het onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd
Parkeren -
-
Naam beleidsnota: Actualisatie Parkeernota. Daarnaast is in 2010 een nieuwe basis gevormd door de Verkeersvisie 2010 - 2020. Jaar van vaststelling: De Actualisatie Parkeernota is vastgesteld in 2004. De Verkeersvisie is vastgesteld in 2009. Doel: Het verder ontwikkelen van o.a. het parkeerbeleid. Stand van zaken: Voor het onderhoud parkeerapparatuur, parkeergarages en maaiveld zijn contracten afgesloten. Programma 2014: In 2014 wordt het onderhoud en de vervanging conform het jaarlijkse onderhoud- en vervangingsplan uitgevoerd. Daarnaast wordt in 2014 het parkeerbeleid geactualiseerd. Hiervoor wordt in het najaar van 2013 een startnotitie aan de raad voorgelegd. Wat hebben we gedaan in 2014?: Onderhoud en vervanging heeft in 2014 plaatsgevonden. Daarnaast zijn er in de parkeergarage Marktplein maatregelen aangebracht die de brandveiligheid verhogen. Ook is eind 2014 alle maaiveldapparatuur vervangen met als aanleiding het verdwijnen van de chipknip in combinatie met het einde van de levensduur van de apparatuur. Ten aanzien van de parkeergarages wordt er door de eenheid VG een marktverkenning uitgevoerd. Vanwege de teruglopende parkeeropbrengsten hebben wij uw raad geconsulteerd over de actualisatie van de Reserve Bereikbaarheid Binnenstad (RBB). Wij bereiden in dit kader een voorstel aan u voor.
203
Gemeentegebouwen (incl in beheer bij Accres) -
Naam beleidsnota: Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn. Jaar van vaststelling: 2010. Doel: In de Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn zijn de beleidskaders voor gemeentelijk vastgoed opgenomen en de technische kwaliteitsniveaus voor al ons vastgoed vastgelegd en door de raad begin 2011 definitief vastgesteld. Voor de kwaliteitsniveaus hanteert de gemeente een objectieve norm, de NEN-2767-norm. De NEN-norm kent een verdeling in zes technische bouwkundige onderhoudsniveaus. De drie vastgestelde kwaliteitsniveaus voor de gemeente Apeldoorn zijn als volgt: Niveau 2 “Goede conditie: beginnende veroudering door gebruik, weer en wind” Op dit niveau worden geen objecten onderhouden Niveau 3 “Redelijke conditie: verouderingsproces is op gang gekomen” Betreft alle objecten, die gemeente structureel in bezit heeft en houdt Niveau 4 “Matige conditie: bouw- of installatiedelen duidelijk in greep van veroudering” Betreft tijdelijke objecten, zoals te verkopen bezit of ontwikkelingsvastgoed
-
-
-
De kwaliteitsniveaus zijn uitgangspunt voor de onderhoudsniveaus van en -werkzaamheden aan het vastgoed. Accres verzorgt het onderhoud van onze (circa 70) maatschappelijke accommodaties in opdracht van de gemeente op basis van een door de gemeente vastgesteld meerjarenonderhoudsplannen. Accres hanteert daarmee dezelfde onderhoudsuitgangspunten als de gemeente. De gemeente toets en stuurt op Accres als het gaat om de uitvoering, niveau en budget van het onderhoud. Stand van zaken: Gemeente Apeldoorn heeft ultimo circa 340 opstallen (exclusief onderwijsgebouwen. Voor nagenoeg alle opstallen zijn meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) beschikbaar. Uitzonderingen hierop zijn tijdelijke te verkopen objecten en het ontwikkelingsvastgoed. Hiervoor wordt alleen het hoognodige onderhoud uitgevoerd. De MJOP’s zijn leidend voor het onderhoud in de komende jaren en basis voor de onderhoudsvoorziening Vastgoedbedrijf. Uitgangspunt voor MJOP’s is in principe instandhouding van het huidige onroerend goed. Werkzaamheden aan een object zoals vervanging, renovatie/upgrading, aanpassingen in kader van functionaliteit, duurzaamheid en huurders wensen, en opheffen van achterstallig onderhoud vallen buiten het MJOP maar zijn eenmalige investeringen. Het vastgoed voldoet in algemene zin aan het gewenste onderhoudsniveau, zoals is vastgelegd in de Vastgoednota. Ten aanzien van enkele panden is sprake van een achterstand. Het gaat om panden, waarvan de (constructieve) onderhoudsstaat onvoldoende is en vanuit een bewuste keuze (bijvoorbeeld geplande verkoop of renovatieplan) zeer beperkt instandhoudingsonderhoud wordt uitgevoerd. Dit geldt onder andere voor de sporthal Zuiderpark en diverse gymlokalen. Zoals gemeld in het Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting 2012-2015 zijn deze aan het einde van de theoretische levensduur van 40 jaar en daarom aan renovatie toe. Hiertoe zal in 2015 een budgetaanvraag worden opgesteld in samenhang met de opgave verduurzaming gymzalen. Programma 2014: Gemeente en Accres dragen zorg voor de uitvoering van het onderhoud in 2014 volgens het vigerende MJOP. Hierbij zal rekening worden gehouden met de afwegingen die gemaakt worden in kader van mogelijke afstoot van panden vanuit het uitvoeringsprogramma van de Nota Gemeentelijk Vastgoed. Voor enkele locaties zal een nieuw MJOP worden opgesteld. Wat hebben we gedaan in 2014?: In 2014 is het onderhoud door gemeente en Accres uitgevoerd met in acht neming van afwegingen over mogelijke afstoot. Tevens zijn in 2014 de MJOP’s voor een groot deel van de panden in de portefeuille van Accres en van gemeente geactualiseerd. Op basis van de geactualiseerde MJOP’s is de voorziening gemeentelijk vastgoed en de begroting voor het onderhoud aan de Accresportefeuille herzien. Een analyse van de uitgaven in het jaar 2014 wordt voor beide onderdelen nog uitgevoerd.
204
Onderwijsgebouwen -
-
-
-
-
Naam beleidsnota: Kaderstelling Integraal Huisvestingsplan Apeldoorn 2012-2015. Jaar van vaststelling: De genoemde kaderstelling 2012-2015 is eind 2011 door de raad vastgesteld. Het programma onderwijshuisvesting 2014 zal eind 2013 ter vaststelling aan B&W worden voorgelegd. Doel: Het zorg dragen voor kwalitatief passende onderwijshuisvesting, zodat op een goede manier onderwijs gevolgd kan worden. Scholen zijn zelf gedeeltelijk (primair en speciaal onderwijs) of geheel (voortgezet onderwijs) verantwoordelijk voor het onderhoud van schoolgebouwen. Onderhoud van schoolgebouwen en gymaccommodaties maken, voor zover dit een verantwoordelijkheid is van de gemeente, deel uit van de kaderstelling. Stand van zaken: Als uitwerking van de zomernota 2012 is het investeringskader behorende bij de Kaderstelling onderwijshuisvesting 2012-2015 uitgesteld tot en met 2015. Hiermee wordt een incidentele bezuiniging geëffectueerd van € 3,5 miljoen die opgenomen is in de Zomernota 2012. Er komt geen nieuw Integraal Huisvestingsplan tot stand gedurende de periode 2012-2015. Met ingang van 2015 is de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud overgedragen aan de schoolbesturen voor zover zij eigenaar zijn van het gebouw. Programma 2014: Ons college zal met inachtneming van de kaderstelling onderwijshuisvesting 2012 - 2015 en het programma 2014 vaststellen en het onderhoud aan schoolgebouwen door de schoolbesturen laten uitvoeren. Wat hebben we gedaan in 2014?: Het programma onderwijshuisvesting 2014 is eind 2013 vastgesteld en in 2014 (grotendeels) uitgevoerd. Hierin zijn opgenomen diverse (voor rekening van gemeente) uit te voeren onderhoudswerkzaamheden aan school- en gymaccommodaties.
Beheer en onderhoud sportvelden -
-
-
-
Naam beleidsnota: Als uitvloeisel van de Kerntakendiscussie Apeldoorn 2000 zijn gemeentelijke veldsportaccommodaties (velden en bijbehorende kleedgebouwen) voor een deel geprivatiseerd (verkocht) aan de verenigingen die de accommodaties in gebruik hebben. Jaar van vaststelling: Vanaf 1998 heeft een aantal privatiseringen plaatsgevonden. Een deel (35 velden) is nog gemeentelijk eigendom. Doel: Via verhuur en onderhoud bieden wij goede voorzieningen voor met name breedtesportbeoefening. Stand van zaken: Het entouragegroen binnen de hekken is geïnventariseerd en de staat van onderhoud hiervan is vastgelegd samen met de verenigingen. Doel is om het onderhoud van het entouragegroen over te laten nemen door de verenigingen. Een groot gedeelte van de overeenkomsten met de verenigingen is hierop aangepast. Ook de energielasten zijn zoveel mogelijk bij de verenigingen belegd, door aansluitingen rechtstreeks op naam van de gebruikers te stellen. Programma 2014: Er zijn geen wijzigingen in de bestaande situatie. De gemeente heeft zich bij overeenkomst verantwoordelijk gesteld voor de vervanging van 2 kunstgrasvelden bij WSV. In 2014 is de toplaag van deze velden aan vervanging toe. WSV draagt via een vast jaarlijks bedrag bij aan de dekking van deze kosten. Wij financieren het overige deel. Wat hebben we gedaan in 2014?: In 2014 zijn met gedeeltelijke gemeentelijke financiering de toplagen van de kunstgrasvelden bij WSV vervangen. Tevens zijn een aantal huurcontracten aangepast en zijn een aantal aansluitingen op naam van de gebruikers gesteld.
205
Omnisport Apeldoorn -
-
-
Doel: Accommodatie aanbieden voor zowel top- als breedtesport. Voor de topsport heeft het Omnisport de A-status. In het kader van breedtesport wordt het Omnisport gebruikt door het ROC, enkele toonaangevende Apeldoornse sportverenigingen (Dynamo, De Adelaar en AV ’34) en als regionaal steun- en servicepunt voor sportverenigingen en individuele sporters. Stand van zaken: Het Omnisportcentrum kende bij oplevering in 2008 een aantal restpunten, die voor een deel zijn opgelost. Er resteren echter nog diverse restpunten met mogelijk financiële gevolgen, waarbij de vraag is of deze kosten nog verhaald kunnen worden op de (onder) aannemer. Hierover is de raad in 2014 geïnformeerd. WSV is sinds 1-1-2014 huurder van de schaats-/skeelerbaan en beachbalvelden en verzorgt in overleg met DNY en Apeldoorn Beach de exploitatie van deze voorzieningen. In afwijking op de huidige gemeentelijke vastgoedlijn, is zowel het opstellen van het meerjaren onderhoudsplan (MJOP) en het uitvoeren van het eigenaren- als het huurderonderhoud binnen de huidige contractuele afspraken belegd bij de huurder en exploitant Omnisportcentrum BV. Het onderhoud zal door en ten laste van de exploitant worden uitgevoerd en door gemeente op uitvoering worden getoetst. De huur- en exploitatieovereenkomst geeft aan dat gemeente de kosten voor integrale vervanging van bouwkundige delen en installaties voor zijn rekening neemt indien onderhoud op een correcte wijze is uitgevoerd Programma 2014: Met de hoofdaannemer zijn gesprekken gestart over de eerder genoemde opleveringspunten en reguliere gebreken aan bouwkundige- en installatieonderdelen. Hieruit volgt mogelijk een aansprakelijkheidsvraagstuk. In 2013 wordt binnen de Vereniging Van Eigenaren nadere afspraken gemaakt over taken en verplichtingen tussen gemeente en de exploitant, waaronder afspraken ten aanzien van het onderhoud en inventaris. In 2014 zal op basis van een nog op te stellen MJOP voor het eigenarendeel middelen worden gereserveerd in de onderhoudsvoorziening van het Vastgoedbedrijf ter dekking van dergelijke - niet altijd te plannen - uitgaven. Zie hiervoor tevens de paragraaf weerstandsvermogen. Wat hebben we gedaan in 2014?: Praktisch alle bouwkundige gebreken zijn opgelost. Daarnaast zijn de nog resterende gebreken in beeld gebracht en zijn de financiële consequenties daarvan bepaald. Begin 2014 is onverwacht de splinterproblematiek van de wielerbaan naar voren gekomen. De baan is tijdelijk gerepareerd. Wij hebben uw raad hierover geconsulteerd. Daarnaast zijn er scenario’s opgesteld voor de toekomst van de baan. Gezien de urgente gebreken ten aanzien van installaties en wielerbaan is het overleg met de exploitant over het eigenarenonderhoud naar achteren geschoven.
206
2.2.2.3 Overzicht onderhoudsbudgetten Onderstaand vindt u een overzicht van de budgetten voor regulier onderhoud, gespecificeerd naar de in deze paragraaf vermelde kapitaalgoederen. De kosten zijn exclusief de interne uren. · Begroot Realisatie € · Wegen (incl. vegen) 10.043.000 € 9.909.000 · Openbare verlichting € 1.550.000 € 1.376.000 · Bruggen € 1.226.000 € 1.633.000 € 4.191.000 € 3.901.000 · Riolering · Water (vijvers, grondwater e.d.) € 20.300 € 10.000 · Verkeersapparatuur/-meubilair € 440.000 € 229.000 · Parkeren € 813.700 € 345.000 € 4.378.000 € 3.562.000 · Groen (incl. bossen en speelvoorzieningen) · Begraafplaatsen € 447.000 € 322.000 · Beheer en onderhoud sportvelden € 363.000 € 148.000 · Gemeentegebouwen in beheer bij € 2.100.000 € 2.129.000 Accres · Gemeentegebouwen overig € 1.000.000 € 1.198.000 · Onderhoud onderwijshuisvesting € 1.400.000 € 745.000 · Omnisport € p.m. € 20.000
207
208
2.2.3 Paragraaf financiering 2.2.3.1 Algemene ontwikkelingen De ontwikkelingen van de economie op mondiaal niveau hebben invloed op de rentetstanden. In de VS trekt de economie aan na een periode waarin de FED (de centrale bank van de VS) een zeer ruimhartig monetair beleid heeft gevoerd door het opkopen van staatsleningen van banken. Dit ruimhartige beleid is in fasen afgebouwd. De economische groei in Europa blijft achter bij die van de VS. Wij staan aan de vooravond van een gelijksoortig ruimhartig monetair beleid. Onlangs kondigde de ECB(Europese Centrale Bank) aan over te gaan tot een fors opkoopprogramma van € 60 miljard per maand tot in elk geval september 2016 aan staatsleningen om banken meer lucht te geven. Daarvóór besloot de ECB tot een verlaging van de korte rente in twee stappen naar 0,05% en een niet eerder vertoonde negatieve rente van 0,2% op de deposito’s die banken bij de ECB plaatsten. De verwachting is dat de ECB in 2015 de depositorente negatief zal houden. Hierdoor is ook in de rente op langlopende leningen (met een looptijd van meer dan een jaar) in 2014 steeds verder gedaald. Begin 2014 stond de 10-jaarsrente (gebaseerd op een renteruilcontract met aflossing ineens aan het einde van de looptijd) nog op 2,19%; aan het eind van 2014 bedroeg deze 0,82%. In onze begroting voor 2014 hebben gerekend met een rente tussen de 2% en 2,5%. Wij verwachten nu voor 2015 een bandbreedte van 0,6% tot 1,3% voor de 10-jaarsrente. Wij hielden voor 2014 rekening met een korte rente tussen de 0,3% en 1%. In werkelijkheid hebben we gemiddeld onder 0,1% geleend. Met name in de tweede helft van het jaar zijn we er in geslaagd om een groot deel van de korte leningen tegen 0% of een negatieve rente af te sluiten. Wij verwachten dat ook te kunnen doen voor de meeste korte leningen in 2015. De kans dat de rente in 2015 anders uitpakt blijft natuurlijk aanwezig. Eén procent afwijking op de kort lopende financiering betekent ongeveer € 500.000 resultaat op het product rente & financiering. Eind 2013 zijn aanpassingen in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO)doorgevoerd. Met name het Schatkistbankieren is een nieuw onderdeel. Kort samengevat houdt dit in dat gemeenten overtollige liquide middelen bij schatkist van het rijk moeten stallen. Bij de jaarrekening is een tabel opgenomen over dit onderwerp. Daarin staat dat wij binnen de bandbreedtes van de Wet hieraan uitvoering hebben gegeven. In 2014 is ook de Wet Houdbare Overheidsfinanciën in werking getreden. Naar aanleiding van deze aanpassingen in de wetgeving is het treasurystatuut geactualiseerd en begin 2014 door ons vastgesteld. In deze paragraaf vindt u apart informatie over het resultaat van de houdbaarheidstest van onze gemeentefinanciën, die in het kader van de Wet Houdbare Overheidsfinanciën over de schuldensituatie van gemeenten door de VNG is ontwikkeld.
2.2.3.2 Risicobeheer 2.2.3.2.1 Renterisicobeheer Renterisico over de vlottende schuld De kasgeldlimiet bepaalt de maximale omvang waarvoor gemeenten kortlopende leningen (korter dan 1 jaar) mogen aangaan. Deze limiet wordt conform de Wet FiDO berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2014 was de kasgeldlimiet berekend op bijna € 42,9 miljoen. Zolang de korte rente lager is dan de rente voor langere looptijden streven wij ernaar om de kasgeldlimiet zo optimaal te benutten. Over het moment waarop wordt geconsolideerd (omzetten van korte schuld in lange schuld) zijn in de Treasurycommissie spelregels afgesproken. Uiteraard spelen hierbij de rentevisie en de liquiditeitsprognose een belangrijke rol.
209
Kasgeldlimiet (bedragen in mln euro's)
Netto vlottende schuld (+)/vlottende middelen Kasgeldlimiet Ruimte onder limiet
1e kwartaal 38,096
2e kwartaal 34,834
3e kwartaal 51,688
4e kwartaal 38,061
42.867 4.772
42.867 8.033
42.867 -8.821
42.867 4.806
De kasgeldlimiet is in het derde kwartaal overschreden. Dit is binnen de regels van de Wet Fido toegestaan. Door voor € 30 mln lange leningen eind derde kwartaal aan te trekken verliep de kortgeld positie in het vierde kwartaal weer binnen de kasgeldlimiet. Renterisico over de vaste schuld Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een wettelijke norm van maximaal 20% per jaar. Kort gezegd houdt dit in dat in enig jaar niet meer dan 20% van het totaal van de begroting mag worden geherfinancierd (herfinanciering als gevolg van aflossingen dan wel renteherzieningen). De maximumnorm is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen. In onderstaand overzicht is dit voor onze gemeente weergegeven voor het verslag jaar en de komende 4 jaren. Renterisiconorm (bedragen x € 1 mln)
Maximaal renterisico op vaste schuld Renterisiconorm Ruimte onder limiet
Begroot 2014 74,6
Realisatie 2014 78,9
Begroot 2015 72,6
Begroot 2016 70,4
Begroot 2017 55,8
Begroot 2018 71,1
100,8 26,2
100,8 21,9
123,9 51,3
123,9 53,5
123,9 68,1
123,9 52,8
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de renterisiconorm in 2014 niet is overschreden. Tevens blijkt uit de doorrekening van volgende jaren dat ook daar geen overschrijding van de renterisiconorm wordt verwacht. Naast de renterisiconorm wordt uiteraard gekeken naar meerjarige financieringsbehoefte. Hierop wordt de looptijd van nieuwe geldleningen afgestemd. Voor 2015 is er voor € 50 mln aan nieuwe leningen begroot. Het te lenen bedrag is vooral nodig voor herfinancieringen van bestaande leningen.
2.2.3.2.2 Kredietrisico’s op beleggingen Kredietrisico op beleggingen
Restant vordering Per 1-1-2014
(bedragen x € 1 mln)
Gemeenten / provincies Woningbouwcorporaties met garantie WSW Semi-overheidsinstanties Financiële instellingen met rating A, of hoger Overige instellingen Totaal
Waarvan met aanvul-lende zekerheid
Restant vordering Per 31-12-2014
Absoluut 21,7
% 34,0%
Absoluut
%
21,4
34,4%
19,5 12,3
30,6% 19,3%
18,8 12,2
30,2% 19,6%
10,3 16,1% 63,8 100,0%
0,7
9,8 15,8% 62,2 100,0%
Waarvan met aanvullende zekerheid
0,7
De beleggingen zijn oplopend gerangschikt naar risico, waarbij alle beleggingen binnen de toegestane kredietrisico’s vallen. In de Wet Fido is opgenomen, dat kortlopende beleggingen (korter dan 3 maanden) alleen mogen worden gedaan bij instellingen met minimaal een A-rating. Langlopende beleggingen (langer dan 1 jaar) mogen alleen bij instellingen met minimaal een AAA-
210
rating. De beleggingen voldoen aan de eisen gesteld door de Wet Fido en het Treasurystatuut of zijn expliciet door uw raad goedgekeurd. Dit geldt vooral voor de verstrekte leningen in overige instellingen.
2.2.3.2.3 Risico’s op verstrekte gemeentegaranties De gemeenteraad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer door lokale woningbouwverenigingen, ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, bejaardentehuizen, sportverenigingen en dergelijke zijn aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor woningbouw, zorg en dergelijke. Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de gemeente om garant te staan voor leningen, aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woningbouw is de gemeente nog steeds verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan. De eerste garantstelling vindt plaats door het waarborgfonds sociale woningbouw. Ons college heeft besloten om vanaf 1-1-2011 niet meer garant te staan voor nieuwe leningen die worden verstrekt onder de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Risico op gemeentegaranties
Restant bedrag Restant bedrag per 1-1-2014 Per 31-12-2014 Absoluut % Absoluut % Rechtstreekse garantstelling 9,1 1,9% 8,6 1,9% Als achtervang met WSW-garantie 464,5 98,1% 434,8 98,1% Totaal 473,6 100,0% 443,3 100,0% (bedragen x € 1 mln.)
2.2.3.3 Gemeentefinanciering 2.2.3.3.1 Financieringspositie Voor 2014 was voorlopig rekening gehouden met € 70 mln aan nieuwe leningen. Dit bedrag is € 30 mln lager uitgevallen, omdat er in eind 2013 minder met korte leningen was gefinancierd dan de ruimte binnen de kasgeldlimiet toeliet. Van de ruimte om kort te financieren binnen de kasgeldlimiet is nu een veel groter deel benut. Daarnaast wordt de kasgeldlimiet per begin 2015 bijna € 10 mln hoger dan hij in 2014 was, namelijk € 52,7 mln. Ook daar is uiteindelijk rekening mee gehouden met het aangaan van nieuwe lang lopende leningen in 2014. Om de totale schuldpositie te beschouwen dienen korte leningen, lange leningen en de positie in rekeningcourant samen genomen te worden. Dit is ook toegelicht bij de balans. Alles samen gezien is onze schuld in 2014 met ruim € 5 mln afgenomen. In de volgende paragraaf opgenomen tabel ziet u de ontwikkeling van de lange schuld.
2.2.3.3.2 Leningenportefeuille opgenomen gelden Mutaties leningenportefeuille Stand per 1 januari 2014 Nieuwe leningen Reguliere aflossing Vervroegde aflossing Renteherziening Stand per 31 december 2014
Begroting 2014 Rekening 2014 Bedrag Gemiddelde Bedrag Gemiddelde (x € 1 mln.) rente (x € 1 mln.) rente 646,1 3,38 % 636,1 3,34% + 70,0 2,40 % 40,0 0,83% - 74,7 2,91 % 74,7 2,91% 4,2 4,2% n.v.t. n.v.t. 641,4 3,31 % 597,2 3,22%
211
Het gemiddelde rentepercentage van de nieuwe leningen zorgt voor een verdere daling van het gemiddelde percentage van de totale portefeuille. Daarnaast zijn er twee kleinere leningen vervroegd afgelost, daar was bij begroting niet van uitgegaan. Zij zijn meegenomen in het totaal van de nieuwe financiering. Het verloop van de leningportefeuille vanaf 2011 is in het volgende overzicht weergegeven.
Verloop leningportefeuille 700
4,50%
4,00% in miljoenen euros
500 400
3,50%
300 3,00%
200 100
2,50%
gemiddelde rente per 1-1
600
0 -100
2011
2012
2013
2014
2015
2,00%
jaren stand 1-1
mutaties
gemiddelde rente per 1-1
De schuldpositie vertoond een licht dalende tendens.
2.2.3.3.3 Leningportefeuille uitgezette gelden Tot deze portefeuille behoren vooral de leningen die conform uw besluiten zijn verstrekt aan woningbouwverenigingen, Circulus-Berkel Milieu, sportverenigingen (o.a. in het kader van aanleg kunstgrasvelden), en dergelijke. Verder vallen hier de gelden onder die belegd zijn vanwege de verkoop van voormalige VNB-aandelen.
Mutaties beleggingenportefeuille Stand per 1 januari 2014 Nieuwe beleggingen Reguliere aflossing Vervroegde aflossing Renteherziening (oud percentage) Renteherziening (nieuw percentage) Stand per 31 december 2014
Begroting 2014 Bedrag Gemiddelde (x € 1 mln) rente 63,5 4,52% 0,0 0.00% -1,3 6,30% n.v.t. 0,6 4,80% 0,6 4,40% 62,2 4,44%
Rekening 2014 Bedrag Gemiddelde (x € 1 mln) rente 63,8 4,46% 0,6 0% -1,6 4,19% -0,6 4,4% -0,6 4,8% 0,6 4,4% 62,2 4,42%
Orpheus en ROC Aventus hebben hun laatste termijn afgelost. Het Wereld Natuurhuis heeft gebruik gemaakt van haar recht om de complete lening vervroegd af te lossen. Dit kon boetevrij. Er is per saldo voor circa € 0,2 mln door het SVN ten behoeve van de startersleningen afgelost. In het kader van het kunstgrasfonds zijn twee nieuwe leningen verstrekt.
212
2.2.3.4 Houdbaarheid financiën Onder houdbare gemeentefinanciën wordt verstaan dat de gemeente aan haar verplichtingen kan voldoen en dat ook bij economisch slecht weer de gemeentefinanciën zonder hulp van buitenaf beheersbaar blijven. De VNG heeft hiervoor een model ontwikkeld waarin een verband wordt gelegd tussen de schuld, bezuinigingen en economische ontwikkelingen. Met dit model is te bepalen hoe houdbaar de gemeentefinanciën zijn in tijde van economische crisis. Op basis van dit model hebben wij voor Apeldoorn hiervan een doorrekening gemaakt. In de onderstaande grafiek vindt u de resultaten van deze doorrekening Deze grafiek geeft de trend van de houdbaarheid van de gemeentefinanciën weer bij verschillende economische ontwikkelingen in combinatie met bezuinigingen. Netto schuldquote eind 2013-2023 op basis VNG-Model 200% 180%
Schuldquote
160% 140% 120% 100% 80% 60% 40% 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Huidige economsiche ontwikkeling
Economisch zwaar weer en bezuining van 25%
Economisch zwaar weer en bezuining van 42%
Economisch zwaar weer en bezuining van 100%
2023
* Netto schuldquote = (langlopende schulden + kortlopende schulden + crediteuren + overlopende passiva) – (langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen + liquide middelen+ overlopende activa) /inkomsten exclusief beroep op bestemming reserves
De bovenstaande grafiek laat zien dat bij de “huidige” economische ontwikkeling onze schuldpositie licht daalt. Het VNG-model berekent een theoretisch structureel bezuinigingspotentieel van € 19 mln per jaar. Om bij economisch slecht weer onze gemeente financiën weer beheersbaar te krijgen zal er minimaal 42% van deze € 19 mln structureel moeten worden bezuinigd. De grafiek laat zien dat 25 % invulling van het bezuinigingspotentieel te weinig is om de schuld bij een slecht weer scenario terug te dringen en bij een bezuiniging van de volledige € 19 mln zullen de schulden harder dalen. Zoals eerder aangegeven geeft bovenstaande grafiek de trend van verschillende scenario’s weer. Dit houdt in dat er geen conclusies kunnen worden verbonden aan de absolute getallen.
213
2.2.3.5 Reduceren van toekomstige rentelasten Bij de raadsbehandeling van de MPB 2015-2018 is een motie ingediend onder de titel “Ledig leningenportefeuille”. Hierin is ons verzocht om scenario’s voor te leggen tot verminderen van de rentelasten in samenhang met de gewenste standen van de Algemene Reserve, het weerstandsvermogen en dergelijke. Naar aanleiding van dit verzoek merken wij het volgende op. In lijn met de opmerkingen over de ontwikkeling van de netto schuldquote (zie vorige paragraaf), ontstaan er automatisch lagere rentelasten bij gelijk blijvende marktrentes. Er behoeft namelijk minder extern gefinancierd te worden. Daarnaast zijn er in de nabije jaren herfinancieringen aan de orde (bij verder gelijkblijvende omstandigheden), waardoor relatief duurdere leningen worden omgezet in leningen met lagere rentes. Ook dit leidt in de komende jaren tot een afname van de rentelasten. In hoofdstuk 3 van de MPB 2015-2018 (Financiële beschouwingen) is dat nader toegelicht. Tot slot zijn de volgende gerichte maatregelen denkbaar die bijdragen aan de reductie van de rentelasten: • Indien we inkomsten in de exploitatie opvoeren en er geen uitgaven tegenover hebben dan daalt de schuld en daarmee de te betalen rente. • Indien we bezittingen verkopen, kan met dat geld schuld worden afgelost. • Indien we minder investeren dan we afschrijven blijft er geld over waarmee ook schuld is af te lossen. Dit alles heeft politiek- bestuurlijk consequenties, die verder gaan dan alleen een verlaging van de netto schuldquote In de lopende begroting is rekening gehouden met het inlopen van de verliesvoorziening van het grondbedrijf. Daarnaast ‘sparen’ we om de Algemene Reserve tot tenminste € 15 miljoen in 2022 te verhogen. Wij hebben in bijlage K het overzicht van de leningportefeuille o/g per 31-12-2014 opgenomen.
214
2.2.4 Paragraaf verbonden partijen 2.2.4.1 Inleiding Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een rechtspersoon of het hebben van stemrecht. Financieel belang is er, als de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Wij hebben bestuurlijke en financiële belangen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en pps-constructies. Afhankelijk van onze mate van verbondenheid (bijv. geplaatst aandelenkapitaal) zijn wij in meer of mindere mate in staat om invloed op het beleid van de betreffende verbonden partij uit te oefenen.
2.2.4.2 Visie op verbonden partijen Het gemeentebestuur van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of samen een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van één of meer belangen van die gemeenten. Hieronder volgt een toelichting op de gemeenschappelijke regelingen, waarin de gemeente Apeldoorn deelneemt. Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang, is Apeldoorn deels of geheel in het bezit van de aandelen van een aantal vennootschappen. Onderstaand worden per programma deze deelnemingen toegelicht. Publiek private samenwerking is een middel om beleidsdoelen te realiseren. De samenwerking met marktpartijen moet meerwaarde opleveren. Meerwaarde in de vorm van het benutten van kennis en expertise van andere partijen en het spreiden van risico’s kan leiden tot efficiëntere uitvoering van plannen en projecten. Onderstaand een toelichting op deze PPS-constructies. Ten opzichte van voorgaande jaren is de opzet van de paragraaf gewijzigd mede vanwege aanpassing van de wettelijke voorschriften (BBV). Deze aanpassingen voorzien o.a. in het expliciet benoemen van belangrijke risico’s bij en inzage in de vermogenspositie (hoofdlijnen) van de verbonden partijen. Uw raad heeft in het verleden aangegeven behoefte te hebben aan meer sturingsinstrumenten met betrekking tot de verbonden partijen. Separate voorstellen in dit kader kunnen voor de MPB 2016-2019 leiden tot verdere aanpassing van deze paragraaf.
2.2.4.3 Gemeenschappelijke regelingen Programma 1 Regio Stedendriehoek
Vestigingsplaats: Deventer Doel en openbaar belang: Op intergemeentelijk niveau de belangen behartigen met betrekking tot gemeente overstijgende aangelegenheden op het terrein van ruimtelijke en sociale ontwikkeling, wonen, verkeer en vervoer en economische zaken Deelnemers: 7 gemeenten met in totaal 414.000 inwoners) Bestuurlijk belang: Wethouder Kruithof is lid van het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur Financieel belang: De jaarcijfers 2014 zijn nog niet bekend. Op 5 juni 2014 heeft de raad ingestemd met de ontwerpbegroting 2015. Hierin bedraagt het budget van de Regio Stedendriehoek in € 1,03 mln. De bijdrage 2015 van de gemeente Apeldoorn is geraamd op ca. € 0,4 mln. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: De invulling van "de Agenda Stedendriehoek" vindt meer en meer plaats in samenwerking met de Strategische board van de Regio waarin Overheid, Bedrijfsleven en Onderwijs samenwerken en samen uitvoeren. In 2014 is de CleantechRegio Stedendriehoek als doelstelling definitief omarmt. De 4 opgaven (innovatie,
215
sociaal kapitaal, bereikbaarheid, Leefomgeving) blijven bestaan met als hoofddoel het vergroten van het vestigingsklimaat. In 2014 is in deze opgaven onder andere gewerkt aan de Omgevingsagenda Gelderland, Cleantech, de A1, Beter Benutten. Ook is in 2014 een eerste stap gezet om de Cleantech Regio in Brussel op de kaart te zetten, door het inzetten van gerichte lobby. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 169.000 en € 294.000 Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 3,6 mln en € 3,3 mln Rekeningresultaat 2012 en 2013: -/- € 11.241 en € 43.606 Risico('s): het weerstandsvermogen van de regio Stedendriehoek is niet groot. Indien de regio op enig moment onverhoopt niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen, moet teruggevallen worden op de deelnemende gemeenten. Informatieverstrekking aan de raad: De raad krijgt ieder jaar de gelegenheid een zienswijze in te dienen op de ontwerpbegroting. Verder worden beleidsstukken, die zijn opgesteld door bureau Regio Stedendriehoek in de PMA behandeld (consultatie of besluitvormend). De jaarrekening van de Stedendriehoek gaat ter kennisname naar de raad.
Programma 2 Veiligheidsregio N.O. Gelderland / GHOR
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: op regionaal niveau voorkomen, beperken en bestrijden van grootschalige incidenten en rampen, coördinatie van multidisciplinaire samenwerking van hulpverleners en uitvoeren van brandweertaken. Deelnemers: 22 gemeenten met 812.000 inwoners. Financiële bijdrage 2014: € 11.225.000 Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: • De basisbrandweerzorg is afgestemd op de risico’s in het vastgestelde risicoprofiel EpeVoorst-Apeldoorn. • Binnen het nog nader uit te werken prestatiecontract realiseren van de primaire processen, beheersen risico’s, bestrijden incidenten en normalisatie situatie. (NB hiervoor worden eind 2014 in overleg met uw raad i.p.v. de huidige opkomsttijden nieuwe prestatie-indicatoren geformuleerd). Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 4,6 mln en € 6,5 mln, waarvan € 1,4 mln wordt terugbetaald aan de gemeenten ter afrekening van de gemeentelijke bijdragen 2013. Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 8,2 mln en € 36,7 mln Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 1,2 mln en € 2,8 mln Risico(’s): De VNOG heeft een buffer van € 5,1 mln om risico's op te vangen. Hiervan is € 1,7 mln bestemd voor het opvangen van risico's binnen de brandweerclusters. Belangrijkste risico's zijn de managementtaakstelling van € 1,2 mln, die nog moet worden gerealiseerd en de implementatie van MOED, waarvoor een reserve van € 600.000 is gevormd. Voor de brandweerclusters is de aanpassing van de werkkostenregeling een risico. Vooralsnog lijkt de buffer voldoende groot om de risico's zoals benoemd in de begroting 2015 van de VNOG op te vangen. Informatieverstrekking aan de raad: In 2014 is de raad geïnformeerd over de kaderstelling voor de begroting 2015 en heeft de raad ingestemd met de programmabegroting 2015 van de VNOG. Ook is de raad geïnformeerd over de uitgangspunten voor de programmabegroting 2016. in het kader van het veiligheidsbeleid en de brandbestrijding informeert de directie van de VNOG en de commandant van het brandweercluster EVA de raad regelmatig mondeling over de stand van zaken.
216
Programma 4 Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ)
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: het behartigen van de belangen van de deelnemers ter zake van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht. Het samenwerkingsverband richt zich in eerste instantie op de uitvoering van milieutaken. Apeldoorn heeft ook milieuadvisering over diverse thema’s (bodem, geluid etc.) bij OVIJ ondergebracht. Deelnemers: gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst en Provincie Gelderland. Financiële bijdrage 2014: € 3.997.000. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: Met ingang van 2013 zijn de milieutaken van Apeldoorn bij OVIJ ondergebracht. De gemeente houdt de regie. De afspraken over de uitvoering zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). Met de deelnemende gemeenten is een efficiencytaakstelling afgesproken oplopend tot 10% van de kosten van het primaire proces en 5% op de overheadkosten. In 2014 is zichtbaar geworden dat OVIJ uit de pioniersfase komt en de bedrijfsvoering stabieler wordt. De OVIJ ontwikkelt zich in rap tempo tot een professionele "verbonden partij". In 2014 zijn de achterstanden van 2013 weggewerkt en ook de productie van 2014 is gehaald. Eigen vermogen (rekening 2013): € 998.000, waarvan in 2014 € 704.000 is terugbetaald aan de deelnemende gemeenten en provincie. Vreemd vermogen (rekening 2013): € 741.000. Rekeningresultaat 2013: € 998.000 Risico(’s): OVIJ heeft een algemene reserve gevormd van € 150.000 en een budget van € 60.000 in de begroting om risico's op te vangen. Belangrijkste risico is, dat OVIJ de efficiencytaakstelling die met de deelnemende gemeenten en provincie is afgesproken, niet of vertraagd realiseert Vooralsnog is de buffer voldoende om de risico's van OVIJ op te vangen. Informatieverstrekking aan de raad: op 19 juni 2014 heeft u ingestemd met de Programmabegroting 2015 van OVIJ en de gemeentelijke bijdrage 2015. Bij het opstellen van de prestatieafspraken voor DVO 2015 zullen aan de hand van de tussenrapportage van OVIJ nadere afspraken worden gemaakt: dit binnen de kaders van de Programmabegroting 2015. In de tussentijdse rapportage 2014 hebben wij u over de OVIJ geïnformeerd.
Programma 6 Felua-groep
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: in kader van de WSW/Participatiewet mensen die door diverse oorzaken (lichamelijk, verstandelijk, psychisch, langdurige werkloosheid) een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zoveel mogelijk begeleiden en ontwikkelen zodat zij het meeste uit zichzelf kunnen halen. Dit kan zijn door regulier werk, individuele of groepsdetacheringen, begeleid werken of werken binnen de Felua-groep. Deelnemers: 3 gemeenten (Apeldoorn, Epe en Heerde) Financiële bijdrage 2014: € 26,6 miljoen (rijksbijdrage Apeldoorn in kader van WSW-oud) Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: Felua-groep heeft een actieve bijdrage geleverd aan de Kadernota voor de Participatiewet. De besluiten die de gemeenten in de kadernota's hebben genomen zal Felua-groep in de meerjarenbegroting 2016 verwerken, waarmee zij zich voorbereidt op de veranderingen die samenhangen met de komst van de Participatiewet per 1 januari 2015. Deze veranderingen raken Felua-groep doordat er geen nieuwe instroom in de Wsw meer zal zijn en er door het Rijk wordt bezuinigd op de vergoeding per SW'er. Felua-groep zal de samenwerking met het Activerium intensiveren. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 5,8 mln en € 5,0 mln. Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 6,8 mln en € 3,8 mln. Rekeningresultaat 2012 en 2013: nadeel van respectievelijk € 0,76 mln en € 0,46 mln. Nadeel komt ten laste van het eigen vermogen van de Felua-groep.
217
Risico(’s): uit de meerjarenbegroting 2014-2018 van Felua volgt een cumulatief tekort van € 2,4 mln tot en met 2018. Dit tekort kan Felua-groep nog uit eigen reserves dekken. In deze begroting is geen rekening gehouden met nog te ontwikkelen veranderingen in het verdienmodel van Felua-groep. Als de tekorten groter worden dan begroot, dan kan het eigen vermogen onvoldoende zijn en kan Felua-groep een financieel beroep doen op de in de GR participerende gemeenten. Informatieverstrekking aan de raad: Op 19 juni 2014 heeft u ingestemd met de zienswijzebrief over de Jaarstukken 2013 en de Meerjarenbegroting 2015-2018. Felua-groep heeft op 1 juli 2014 u middels een brief geïnformeerd over het besluit van het Algemeen Bestuur om de tijdelijke contracten Wsw ook na 1 januari 2015 om te zetten in een vast dienstverband als dit van rechtswege moet. Wij hebben in augustus 2014 een brief naar uw raad gestuurd waarin wij u informeren over een fout die is gemaakt bij de uitbetaling van loon aan SW-medewerkers. Door een fout bij de bank was het loon over augustus 2014 twee keer overgemaakt. Felua-groep heeft samen met de bank acties ondernomen om het te veel betaalde geld terug te krijgen. Op 11 september 2014 is de raad, samen met de gemeenteraden van Epe en Heerde, door de algemeen directeur van Felua-groep en de eenheidsmanager van het Werkplein Activerium geïnformeerd over de actuele ontwikkelingen bij Felua-groep en de samenwerking met het Werkplein Activerium
Programma 7 GGD Noord en Oost Gelderland
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: het bewaken, beschermen en bevorderen van de gezondheid van de inwoners. Ten behoeve van de wettelijke verplichting op het gebied van collectieve preventie volksgezondheid werken gemeenten in de Achterhoek, de regio Midden-IJssel / Oost-Veluwe en de Noord Veluwe samen. Deelnemers: 22 gemeenten met in totaal 811.890 inwoners Financiële bijdrage 2014: € 2.135.208 (begroting) Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: Voor de GGD vormen de Strategische Visie 2009 -2013 en de Bestuursagenda 2012 - 2014 het inhoudelijke kader. De kern van die visie is dat de gemeenten die deelnemen in de GGD Noord- en Oost Gelderland hebben gekozen voor een organisatie die zich versterkt als gemeentelijke gezondheidsdienst. In 2013 is de gemeentelijke nota Op uw Gezondheid 2013 -2016 opgesteld, waarin beleidsvoornemens staan op het gebied van preventiebeleid en waar de GGD Noord- en Oost Gelderland nauw bij is betrokken. Prestatieafspraken: • Jeugdgezondheidszorg; doorontwikkeling van het basistakenpakket preventieve jeugdgezondheidszorg voor 4-19 jarigen. Flexibiliseren van de contactmomenten. Een extra contactmoment voor adolescenten in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Deelnemen aan de pilots voor integrale jeugdgezondheidszorg • Algemene gezondheidszorg: bestrijding van infectieziekten, TBC en SOA, medische milieukunde en intensivering van de samenwerking met de GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie bij ongevallen en rampen (GHOR) van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. • Kennis en expertise; het verzamelen van gezondheidsinformatie, beleidsadviezen op maat aan gemeenten over gezondheidsbeleid en gezondheidsbevordering.. Betere uitwisseling tussen wetenschap, beleid en praktijk d.m.v. de academische werkplaats Agora. Eigen vermogen (1-1-2015 begroot ): € 2.762.000 Vreemd vermogen (1-1-2015 begroot): € 3.000.000. Rekeningresultaat 2014 (verwacht): € 0 Risico(’s): • Minder afname door de gemeenten van de plusproducten zoals jeugd-, algemene zorg en kennis en expertise. • Opnieuw bezuinigingstaakstellingen bij gemeenten
218
Gemeenten kunnen besluiten om in het kader van de decentralisatieopgaven met het onderdeel Jeugdgezondheidszorg uit te treden. De JGZ hangt nauw samen met de andere taakgebieden van de GGD. Informatieverstrekking aan de raad: De prestatieafspraken tussen de GGD en de gemeenten voor 2014 zijn in 2013 aan u voorgelegd in de vorm van een uitgangspuntennota en een programmabegroting. In de raadsvergadering van 19 juni 2014 is de programmabegroting 2015 met de zienswijze brief aan u voorgelegd en heeft u daarmee ingestemd.
•
2.2.4.4 Deelnemingen Programma 1 Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats: Den Haag Doel en openbaar belang: De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor maatschappelijk belang. Via financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Aandelenbelang: De Staat is de houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. Ieder jaar wordt door de bank dividend uitgekeerd. de gemeente Apeldoorn heeft 0,24% van de aandelen. Financieel belang: Over 2013 is € 168.000 aan dividend ontvangen. Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: nvt Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 2,8 mld en € 3,6 mld Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): ca. € 139 mld en ca. € 128 mld Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 332 mln en € 283 mln Dividend 2012 en 2013: € 197.000 en € 168.000 Risico(’s): Bij tegenvallende winstontwikkeling, dan wel een lagere uitbetaalratio over de winst kan het dividend tegenvallen. Informatieverstrekking aan de raad: de jaarrekening wordt voor de raad ter inzage gelegd. NV Luchthaven Teuge
Vestigingsplaats: Teuge Doel en openbaar belang: Faciliteren van General Aviation vliegverkeer en daaraan verbonden recreatie en bedrijvigheid binnen wettelijke en door de aandeelhouders gestelde kaders. Aandelenbelang: 54 % Financieel belang: De gemeente Apeldoorn heeft € 1 mln ingebracht in NV Luchthaven Teuge. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: • Kostendekkende exploitatie • Voorbereiding van een nieuw luchthavenbesluit • Doorontwikkeling conform bedrijfsplan 2012 Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 1,8 mln en € 1,8 mln Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013):€ 1,9 mln en € 1,9 mln Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 180.000 en -/- € 30.000 Dividend 2012 en 2013: nvt Risico(’s): • achterblijven van het aantal vliegbewegingen ten opzichte van de planning • hoge brandstofprijzen, waardoor lagere marge • afhankelijkheid van vliegschool als grootste gebruiker van het vliegveld Informatieverstrekking aan de raad: In 2014 is de vliegschool op vliegveld Teuge failliet gegaan. De exploitatie van de NV Luchthaven Teuge is hierdoor onder druk komen te staan. De raad is geïnformeerd over de risico's van het faillissement van de vliegschool. In 2014 is de voorbereiding gestart van het luchthavenbesluit. In samenwerking met provincie Gelderland heeft de NV een zogenaamde Teugetafel georganiseerd met stakeholders en omwonenden die een advies gaat opstellen over de toekomst van de luchthaven. Het advies
219
wordt in 2015 met de Raden van de aandeelhoudende gemeenten besproken. De raad is hierover geïnformeerd. NV Nuon Energy
Vestigingsplaats: Amsterdam Doel en openbaar belang: Nuon Energy is het productie- en leveringsbedrijf van Nuon. In 2009 is Nuon gesplitst in een productie/leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf (Alliander). De publieke aandeelhouders hebben Nuon Energy verkocht aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfall. De laatste tranche van de aandelenoverdracht vindt plaats in 2015. Aandelenbelang: In 2009 is 49% van de aandelen overgedragen en vervolgens in 2011 15%. In juni 2013 is de derde tranche van 15% van de aandelen overgedragen. Apeldoorn bezit nu nog 12.352 aandelen A. Dit is de vierde en laatste tranche, die in 2015 wordt overgedragen. Financieel belang: de dividenduitkering gedurende de periode van aandelenoverdracht is vastgesteld op 2% van de verkoopwaarde van de nog niet overgedragen aandelen. Over 2014 is € 18.000 dividend uitgekeerd. Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: In 2014 hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 3,333 mld en € 2,922 mld Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 3,501 mld en € 3,435 mld Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 333 mln en € 210 mln Dividend 2012 en 2013: € 30.500 en € 18.000 Risico(’s): minimaal Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportage en/of jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over de dividenduitkering van Nuon. Alliander NV
Vestigingsplaats: Utrecht Doel en openbaar belang: Alliander is het netwerkbedrijf van het voormalige Nuon en is in 2009 afgesplitst. Het netwerkbedrijf heeft alleen publieke aandeelhouders. Aandelenbelang: 0,0043% Financieel belang: Het resultaat (na belastingen en correctie) van Alliander in 2013 was € 288 mln. Hiervan is € 125 mln als dividend uitgekeerd. De gemeente Apeldoorn heeft hiervan 0,0043% ontvangen; dat is € 53.750. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: T.a.v. de groeistrategie van Alliander hebben de aandeelhouders in 2014 ingestemd met het voorstel tot schaalvergroting. De aandeelhouders hebben niet ingestemd met het voorstel van Alliander om deze groei in Duitsland te realiseren. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 3,203 mld en € 3,375 mld Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 4,211 mld en € 4,173 mld Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 224 mln en € 288 mln Dividend 2012 en 2013: € 32.000 en € 53.750 Risico(’s): minimaal Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportage en/of jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over de dividenduitkering van Alliander. Vitens
Vestigingsplaats: Arnhem Doel en openbaar belang: Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf in Nederland en verzorgt de drinkwatervoorziening in de gemeente Apeldoorn. Vitens is afgelopen jaren ontstaan uit fusies van lokale en regionale drinkwaterbedrijven. In 2007 heeft de gemeente een belang in Vitens genomen. Aandelenbelang: 1 aandeel Financieel belang: Het financieel belang is gering. Het netto resultaat van Vitens in 2013 was een winst van € 39,3 mln, waarvan 40% aan dividend is uitgekeerd. Het dividend voor Apeldoorn bedroeg € 2,72. Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: In 2014 hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
220
Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 386 mln en € 438 mln Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 1,045 mld en € 1,043 mld Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 29,6 mln en € 39,3 mln Dividend 2012 en 2013: € 2,57 en 2,72 Risico(’s): nvt Informatieverstrekking aan de raad: In de tussenrapportage en/of jaarrekening wordt de raad geïnformeerd over de dividenduitkering van Vitens. Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV)
Vestigingsplaats: Arnhem Doel en openbaar belang: Het (laten) exploiteren van dagrecreatieve voorzieningen voor een breed publiek Aandelenbelang: Apeldoorn heeft 17% van de aandelen. Voor Apeldoorn is de laagdrempeligheid en het onderhoud van de recreatieve voorzieningen van belang zoals Busloo. De gemeente kan hierop in hoofdlijnen invloed uitoefenen. Financieel belang: De nominale waarde bedraagt € 32.604. De aandeelhouders hebben afgesproken dat de eerste vijf jaar van het aandeelhouderschap (t/m 2016) geen dividend wordt uitgekeerd. Beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: nvt Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013):€ 43,4 mln en € 49,9 mln Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 24,1 mln en € 20,8 mln Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 2,3 mln en € 3,6 mln Dividend 2012 en 2013: geen Risico(’s): minimaal Informatieverstrekking aan de raad: de jaarrekening wordt jaarlijks voor de raad ter inzage gelegd.
Programma 3 Parkeergarage Orpheus BV
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: Het beheren en exploiteren van de parkeervoorzieningen gelegen aan het Churchillplein in Apeldoorn. Aandelenbelang: de gemeente is voor100% aandeelhouder Financieel belang: Jaarlijkse bijdrage van circa € 300.000 ter dekking van het exploitatietekort. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: In 2014 hebben zich geen bijzondere ontwikkelingen voorgedaan. In 2014 is wel een onderzoek gestart naar de toekomst van de parkeergarages, waarbij ook gekeken wordt naar de toekomst van de parkeergarage Orpheus. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): -/- 54.000 en -/- 64.000 Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 175.000 en € 190.000 Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 59.000 en -/- € 11.000 Dividend 2012 en 2013: nvt Risico(’s): Bij een blijvende negatieve reserve zal de gemeente een extra kapitaalstorting moeten doen of de exploitatiebijdrage moeten verhogen. Informatieverstrekking aan de raad: De jaarrekening 2013 is in 2014 ter kennisname aan de raad aangeboden.
Programma 4 Circulus BV
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: Circulus heeft als primaire doel de wettelijk taak van de gemeente met betrekking tot het inzamelen van laten verwerken van huishoudelijk restafval te vervullen. Daarnaast heeft zij een adviserende en ondersteunende rol ten aanzien van afvalmanagement in de breedste zin. Aandelenbelang: De gemeente Apeldoorn heeft 55% van de aandelen. Financieel belang: De nominale waarde van de aandelen bedraagt € 29.900. De jaarlijkse omvang van de dienstverleningskosten bedraagt circa € 8,9 mln.
221
Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: In 2014 is de fusie van Circulus met Berkel Milieu NV geëffectueerd. Met Circulus is een specifieke dienstverleningsovereenkomst gesloten, een resultatenovereenkomst. Hierin zijn de specifieke, reguliere, werkzaamheden opgenomen die Circulus de gemeente levert. Inclusief budgetten en prestatie indicatoren. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 4,7 mln en € 4,8 mln. Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 12,9 mln en € 14,2 mln, waarvan € 5,7 mln leningen van de aandeelhouders. Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 1,8 mln en € 1,8 mln. Dividend 2012 en 2013: Aan Apeldoorn is in 2012 € 1,1 mln en in 2013 € 0,9 mln dividend uitgekeerd. Risico(’s): - Risico is, dat minder afval wordt aangeboden voor de afvaloverslag. Dit zal effect hebben op het resultaat van het overslagbedrijf van Circulus en leiden tot een lagere dividenduitkering. - De risico's voor de gemeente als aandeelhouder zijn gering. De gemeente heeft de regie over de afvalinzameling en legt prestatie- en prijsafspraken vast in de dienstverleningsovereenkomst. Informatieverstrekking aan de raad: De raad krijgt ter informatie de jaarstukken van Circulus toegestuurd. In 2014 heeft de raad zijn wensen en bedenkingen uitgesproken over de fusie van Circulus en Berkel Milieu en ingestemd met de fusie.
Programma 7 OmniPlaza Apeldoorn BV In 2013 opgeheven.
Programma 8 Stichting Exploitatiegarantiefonds OSCA
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: de stichting beheert 2 exploitatiegarantiefondsen, te weten één fonds gericht op de eerste 10 jaar en één fonds gericht op de periode na deze 10 jaar. Op verzoek van exploitant Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV kan in enig jaar de stichting een bijdrage verstrekken in het verlies op de exploitatie van het Omnisportcentrum, indien dit wordt veroorzaakt door een onvoorziene omstandigheid of door bijvoorbeeld een tekort op de participatie in een topsportevenement. Een resterend saldo aan het eind van de exploitatieperiode wordt uitgekeerd aan de Exploitatiemaat-schappij. Aandelenbelang: niet van toepassing. Financieel belang: van belang is dat de stichting goed beheer voert. De gemeente kan dit controleren aan de hand van de jaarverslagen Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: over 2014 zijn geen bijzonderheden te vermelden Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 425.000 en € 548.000 Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 11.000 en € 11.000 (kort vreemd vermogen) Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 46.000 en € 45.000 Dividend 2012 en 2013: niet van toepassing. Risico(’s): de gemeente loopt geen risico. Informatieverstrekking aan de raad: er was in 2014 geen aanleiding voor informatieverstrekking aan de raad. Exploitatiemaatschappij Omnisportcentrum BV
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: met deze exploitatiemaatschappij, dochter van Libéma Vastgoed, heeft de gemeente in 2006 een Huur- en Exploitatieovereenkomst Omnisportcentrum Apeldoorn afgesloten voor de exploitatie van het Omnisport Apeldoorn. Met het Omnisport accommodeert Apeldoorn lokale en landelijke sportorganisaties. Omnisport draagt bij aan de uitstraling van Apeldoorn Aandelenbelang: niet van toepassing.
222
Financieel belang: de exploitatiemaatschappij ontvangt jaarlijks een contractueel overeengekomen exploitatiebijdrage van de gemeente van ruim € 700.000. Uitvoering beleidsvoornemens/prestatieafspraken 2014: van februari t/m september 2014 was de wielerbaan van gesloten vanwege het losraken van splinters bij valpartijen. Voor het overige was Omnisport beschikbaar als trainings- en wedstrijdaccommodatie voor sportverenigingen, sportbonden en individuele atleten. Daarnaast werden in Omnisport enkele top(sport)evenementen gehouden. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 465.000 en € 785.000 Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 450.000 en € 812.000 (kort vreemd vermogen) Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 313.000 en € 319.000 Dividend 2012 en 2013: niet van toepassing Risico(’s): het exploitatierisico is voor de exploitatiemaatschappij. De gemeente loopt geen rechtstreeks financieel risico. Wij kunnen wel afbreuk leiden door teruglopende evenementenkalender Omnisport, door verslechtering relatie tussen exploitatiemaatschappij en gebruikers, door gebreken aan het Omnisport etc. Informatieverstrekking aan de raad: de raad is in 2014 schriftelijk en via besprekingen in de PMA geïnformeerd over de problemen met de wielerbaan en over een aantal gebreken aan het Omnisportgebouw, waarvan een aantal nog resteert vanaf de oplevering in 2008. NV Orpheus theater/congrescentrum
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: het aanbieden van een breed cultureel programma. Het bieden van accommodatie en ondersteuning voor culturele organisaties in Apeldoorn, zowel op amateur- als op professioneel niveau. Aandelenbelang: De gemeente Apeldoorn bezit 72,7% van de aandelen. Financieel belang: De aandelen hebben een nominale waarde van € 270.000. De gemeente verstrekt een subsidie van jaarlijks ruim € 4 mln (2015 € 4,5 mln, vanaf 2016 jaarlijks € 4,2 mln. De gemeente is tevens eigenaar van gebouw, gronden en parkeergarage. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: op 31 mei 2012 is de nota Spin-Off doorkijk Cultuur 2013-2016 in de PMA besproken waarin de beleidsplannen en de prestatieafspraken van de grote culturele instellingen, waaronder Orpheus, zijn opgenomen. Orpheus heeft een Meerjarenbeleidsplan 2012-2015 gepresenteerd met verschillende maatregelen om zo snel mogelijk tot een gezonde exploitatie te komen. Bij de behandeling van de BBB 2013-2016 en Zomernota 2012 is besloten tot een extra subsidie aan Orpheus van € 900.000 voor 2013 en 2014 en € 450.000 voor 2015. De gevraagde investeringsbijdrage tot een bedrag van € 450.000 is niet beschikbaar gesteld. Daarbij is verwezen naar de bestaande kredietfaciliteit die Orpheus heeft bij de gemeente. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): -/- € 635.000 en -/- € 548.000 Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 4,8 mln en € 4,8 mln Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 254.000 en € 88.000. Dividend 2012 en 2013: nvt. Risico(’s): • De financiële doelstelling voor 2015 staat onder druk, omdat de aanvullende subsidie in 2015 met € 450.000 en in 2016 met € 900.000 wordt verlaagd. Dit betekent dat de afboeking van de ‘eeuwigdurende’ vordering van € 821.000 op de gemeente getemporiseerd zal moeten worden. Gehoord uw raad (bij de behandeling van de BBB 2013-2016), hebben wij Orpheus hiervoor meer tijd gegeven. • De NV heeft een negatief eigen vermogen .Als komende jaren geen positief rekeningresultaat wordt gerealiseerd en het eigen vermogen wordt aangevuld is het risico, dat de waardering van de aandelen op de gemeentelijke balans moet worden afgeboekt. Informatieverstrekking aan de raad: De jaarstukken van Orpheus gaan ter kennisgeving naar de raad. In 2014 is de raad door de directie van Orpheus ter plaatse geïnformeerd over de stand van zaken en de ontwikkelingen bij Orpheus.
223
Programma's 5, 7 en 8 Accres Apeldoorn BV
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: in opdracht van de gemeente beheren en verzorgen van de gebruikersexploitatie van de gemeentelijke maatschappelijke accommodaties. Vanwege juridische en fiscale aspecten en de wens om na de verzelfstandiging in 1999 de gemeentelijke aansturing zo maximaal mogelijk te laten zijn, is gekozen voor een vennootschapsconstructie. Aandelenbelang: de gemeente is voor 100% aandeelhouder. Financieel belang: de waarde van de aandelen op onze balans bedraagt € 18.151. De subsidie aan Accres bedraagt € 11.439.000. Accres huurt het gemeentelijk vastgoed voor € 6.500.000. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: • Accres heeft net als voorgaande jaren voldaan aan de dividendtaakstelling van € 260.000 • Accres heeft de oplopende bezuinigingstaakstelling deels gerealiseerd ten laste van het bedrijfsresultaat (lump sum benadering). • In het verlengde van uw besluit dat het alleenrecht voor Accres op het beheer en de exploitatie van maatschappelijk vastgoed niet meer vanzelfsprekend is, zijn de bestaande prestatie afspraken met de BV verlengd totdat hierover nieuwe besluitvorming heeft plaatsgevonden • Overeenkomstig ons bestuursakkoord waarin wij hebben aangegeven de relatie met Accres te willen verzakelijken en optimaliseren zijn wij gestart met de herijking van de prestatie afspraken voor beheer en exploitatie van ons maatschappelijk vastgoed. De financiële uitkomsten van de marktanalyse zijn hierbij een belangrijke factor. • De in het bestuursakkoord opgenomen optimalisering van de relatie met Accres hebben wij in gang gezet door onder meer de kosten, opbrengsten en subsidie per object separaat inzichtelijk te maken, zodat het opdrachtgeverschap beter ingevuld kan worden. • In 2014 zijn de Meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) voor de Accresportefeuille geactualiseerd en gecomplementeerd. Voor een aantal objecten is een nieuw MJOP opgesteld. Met het van kracht worden van de nieuw opgestelde MJOP's wordt de planningshorizon voor de bekostiging van het onderhoud teruggebracht van 40 jaar naar 8 jaar (4 + 4 jaar). Op basis van de definitieve MJOP’s worden in 2015 de afspraken geformaliseerd en zal het begrote onderhoudsbedrag voor jaarschijf 2015 worden vastgesteld. Dit kan ook effecten hebben voor de wijze van subsidiëring. Tot het moment van formalisering blijft de subsidie voor onderhoud ad ca. € 2.100.000 ongewijzigd. • Wij hebben in het najaar met Accres afspraken gemaakt over de personele gevolgen van de sluiting van het Sportfondsenbad. Hieruit vloeien voor zowel gemeente als Accres frictiekosten voort. Deze zijn veel beperkter dan eerder ingeschat, omdat Accres erin is geslaagd om voor een groot deel van de betreffende medewerkers binnen het bedrijf een andere werkplek te vinden. Voor 2015 en 2016 kunnen deze frictiekosten opgevangen worden uit het daarvoor beschikbare restant subsidiebedrag. Voor 2017 en verder zullen wij de kosten (ca. € 100.000) in de MPB gaan opnemen. • De panden aan de Aristotelesstraat 1005, Aristotelesstraat 3 zijn onttrokken aan de Accresportefeuille en overgedragen aan de verkoopportefeuille. De zes squashbanen in Squashhal Matenpark aan de Heemradenlaan 130 zijn deels onttrokken, verbouwd tot gymzaal en weer toegevoegd. Eigen vermogen (rekening 2012 en 2013): € 3,1 mln en € 4 mln. Vreemd vermogen (rekening 2012 en 2013): € 7,5 mln en € 3,9 mln (kortlopende schulden Rekeningresultaat 2012 en 2013: € 428.000 en € 1.150.000. Dividend 2012 en 2013: in beide jaren is de afgesproken € 260.000 gerealiseerd. Risico(’s): wij werken aan nieuwe afspraken ten aanzien van beheer en exploitatie van ons maatschappelijk vastgoed. Wij doen dit vanuit ons bestuursakkoord; verzakelijken en optimaliseren van de relatie met Accres. Dat wil op echter niet zeggen, dat Accres hetzelfde takenpakket behoudt als tot nu toe het geval is. Wij kijken breder. Daarnaast heeft Accres te maken met de autonome teruggang van haar portefeuille vanwege de aan de BV opgelegde bezuinigingen en de daarbij behorende verkoopopdracht die ons college heeft. Voor Accres zijn
224
dit risico’s die ons als eigenaar raken. Het risico bestaat dat de BV op termijn niet meer kan voldoen aan haar dividendtaakstelling van € 260.000. Informatieverstrekking aan de raad: de jaarrekening 2013 van Accres heeft voor uw raad ter inzage gelegen. In onze raadsbrief van 2 juli 2014 hebben wij u onder meer geïnformeerd over ons voornemen om de relatie met Accres te verzakelijken. In de PMA van 11 september 2014 hebben wij uw raad geconsulteerd over de vraag van Accres om verregaande samenwerking dan wel fusie nader te mogen verkennen. In ons voorstel over de beleidslijn verkoop maatschappelijk vastgoed hebben wij op 18 december jl. nadrukkelijk de mogelijke gevolgen voor Accres benoemd.
2.2.4.5 PPS-constructies Veldekster BV
Vestigingsplaats: Ugchelen Doel en openbaar belang: gemeenschappelijk tot exploitatie brengen van bouwgrond gericht op de realisering van woningbouw in een deelgebied van de Zuid West Poort. Financieel belang: kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondexploitatie komen ten laste dan wel ten bate van de betrokken partijen op basis van een vastgelegde samenwerkingsovereenkomst. De gemeente neemt voor 25% deel in deze samenwerking. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: voor het wasserijcomplex bestaat een goed initiatief voor herontwikkeling met behoud van het bestaande. Voor 2016 zal de ontwikkeling hiervan in samenwerking met de partners nader uitgewerkt worden. Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 0 Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 112.000 en € 81.000. Rekeningresultaat 2013 en 2014: niet van toepassing Risico(’s): met de huidige marktomstandigheden is de verkoop van (grote) kavels in deze prijsklasse niet eenvoudig. Het risico zit met name in de fasering. Informatieverstrekking aan de raad: er is in 2014 geen reden geweest voor aanvullende informatieverstrekking aan de raad. Wegener
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: de transformatie van het plangebied passend binnen de visie voor de Zuidwestpoort. Financieel belang: de gemeente participeert voor 1/3 deel. Daarnaast treedt de gemeente op als financier voor het onroerend goed. Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: de door de gemeente op te stellen kantorenprogrammering kan aanleiding vormen de gemaakte afspraken te herzien. Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 0 Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): € 9.382.000 en € 9.454.000 Rekeningresultaat 2013 en 2014: niet van toepassing Risico(’s): de ontwikkeling van kantorenprogramma in zijn algemeenheid vormt een groot risico. Voor het risico op gemeentelijke gronden is begin 2014 door de raad een algemene verliesvoorziening ingesteld en is de raad voor de Wegener-locatie (niet openbaar) geïnformeerd. Informatieverstrekking aan de raad: in de tussentijdse rapportage is de raad geïnformeerd. Kanaalzone Zuid
Vestigingsplaats: Apeldoorn Doel en openbaar belang: partijen (corporaties, provincie en gemeente) zijn overeengekomen het plangebied gelegen aan de Kanaalzone Zuid in onderlinge samenwerking te ontwikkelen tot een hoogwaardige locatie voor woningbouw, alsmede tot een locatie voor commerciële en maatschappelijke voorzieningen. Financieel belang: elke partij draagt 1/3 deel van het risico in de grondexploitatie. De corporaties zijn 100% verantwoordelijk voor de opstalontwikkeling.
225
Uitvoering beleidsvoornemens/ prestatieafspraken 2014: de locatie wordt op basis van een overeengekomen planning ontwikkeld. Voor de afname van gronden staan vaste data, de bouw van de opstallen is aan de corporaties. Zij hebben een afname plicht, geen bouwplicht. Eigen vermogen (rekening 2013 en 2014): € 0 Vreemd vermogen (rekening 2013 en 2014): - € 6.878.000 en - € 7.125.000 Rekeningresultaat 2013 en 2014: niet van toepassing. Risico(’s): met de vastgestelde herontwikkeling zijn veel risico’s uitgesloten. Toch blijft de marktontwikkeling voor de Pilot onzeker. Informatieverstrekking aan de raad: er is in 2014 geen reden geweest voor aanvullende informatieverstrekking aan de raad.
226
2.2.5 Paragraaf grondbeleid Algemeen Grondbedrijf Grondbeleid is een geheel van hulpmiddelen (instrumenten) dat in onderlinge samenhang, en gedoseerd wordt ingezet om bestuurlijke doelen in onze gemeente te realiseren. Grondbeleid is anders dan de naam doet vermoeden - geen echt beleid maar is een aanduiding van de manier waarop de gemeente de middelen uit de gereedschapskist inzet om andere (beleids-)doelen te verwezenlijken. Elk jaar is de gemeente op grond van het Besluit begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (afgekort BBV) verplicht om een paragraaf grondbeleid in zowel de meerjarenprogramma begroting (vooruitblik) en jaarrekening (terugblik) op te nemen. Die verplichting geldt vanaf 1.1.2004. Nota Grondbeleid 2013 en paragraaf grondbeleid bij de begroting In de jaarlijkse paragraaf grondbeleid bij de begroting wordt de visie op het grondbeleid opgenomen in relatie tot bestuurlijke doelstellingen. Het is een platform voor toevoegingen en wijzigingen rond de wijze waarop de gemeente instrumenten inzet, vastgelegd in de Nota Grondbeleid. De keuze uit de instrumenten heet grondpolitiek. De raad heeft het college verzocht om een Nota grondbeleid op te stellen in aanvulling op de verplichte paragraaf grondbeleid. Op 30 mei 2013 heeft de raad ingestemd met de nota Grondbeleid 2013 ‘Versteviging van fundamenten onder turbulente omstandigheden’ en het technisch achtergronddocument, met daarin de Apeldoornse grondbeleidkeuze in vijf beleidskaders. De paragraaf grondbeleid bij de rekening Het is aan de raad om te controleren of het college, bij de uitvoering van het grondbeleid, binnen de door de Gemeenteraad vastgestelde beleidskaders is gebleven. Het college legt in de paragraaf grondbeleid van het jaarverslag verantwoording af over het gevoerde grondbeleid. Onderwerpen die in de paragraaf grondbeleid bij de jaarrekening (terugblik) aan bod komen zijn: 1. Ontwikkelingen 2014 In de paragraaf grondbeleid zijn een aantal onderwerpen aan de orde gesteld die in 2014 (verder) opgepakt zouden worden als uitwerking van het grondbeleid. In de jaarrekening wordt een update gegeven van de stand van zaken en de vorderingen. Terugblik en de stand van zaken 1. Terugblik 2014 2. Verkoopversnellers 3. De Omgevingswet 4. Bovenwijkse bijdrage 5. Bijdrage herinrichting openbare ruimte binnenstad 2. Vermogenspositie Grondbedrijf In het MPG 2015 komt de vermogenspositie van het grondbedrijf en de te verwachten resultaten van de grondexploitaties per 1 januari 2015 uitgebreid aanbod. We beperken ons in deze paragraaf daarom tot de verantwoordingsinformatie over het jaar 2014. Deze bestaat uit: a. Een actuele prognose van de verwachte en gerealiseerde winst- en verliesneming over 2014 b. Algemene Reserve Grondbedrijf 3. Overzicht resultaten Grondbedrijf 2014 Een totaaloverzicht van de financiële resultaten van het Grondbedrijf over 2014.
227
Ad 1. Ontwikkelingen 2014 In de paragraaf grondbeleid 2014 bij de begroting is een vooruitblik gegeven over 2014. Zoals aangekondigd zal hieronder een terugblik plaatsvinden over de vorderingen. 1.1 Algemene terugblik 2014 In de vorige paragraaf is stilgestaan bij de veranderende tijden ten aanzien van het grondbeleid als ‘de stille motor’ achter nieuwe wijken en bedrijventerreinen, hoe uitdrukkingen als ‘black box’ en ‘planoptimisme’ voorbij kwamen en het streven naar 100% transparantie. Hoewel er grote slagen zijn gemaakt, planoptimisme is weggenomen heeft het Grondbedrijf nog altijd te maken met moeilijke economische omstandigheden. Dit is onder andere gebleken uit de onderzoeken naar de grondprijzen voor 2015 en de kwalitatieve woningbouwprogrammering. Maar er zijn ook mogelijkheden om het resultaat van het Grondbedrijf positief te beïnvloeden. Dit kunnen echter ingrijpende maatregelen zijn waarover het komende jaar, na de vaststelling van het MPG 2015 en voor de vaststelling van het MPG 2016, discussie over moet gaan plaatsvinden. 1.2 Verkoopversnellers In de Nota Grondbeleid 2013 en het bijbehorende Achtergronddocument is aandacht besteed aan de wens om de verkoop van grond te versnellen. Deze wens is als volgt geformuleerd: ‘we gaan trachten om in een context dat de vraag naar bouwrijpe grond is ingezakt, kopers over de brug te trekken met bijzondere maatregelen’. Deze maatregelen richten zich specifiek op de grondvoorraad van de gemeente. Afgelopen jaar is gebleken dat andere vormen van uitgifte maar beperkt de financieringsproblemen van particulieren of bedrijven oplost. Een voorbeeld hiervan is erfpacht en slechts enkele malen is dit een oplossing gebleken. Desalniettemin is dit instrument in sommige gevallen wel een oplossing en de mogelijkheid om dit toe te passen zal zeker doorgezet moeten worden. De aantrekkende woningmarkt is ook merkbaar in de vrije kavelmarkt. De interesse en de verkoop neemt toe, al is het nog niet op het gewenste niveau. Verkoop van de bestaande woning blijft een problematische factor. Met de start verkoop van Villahoeve is gebleken dat kopers graag duidelijkheid willen. Hoe komt de openbare ruimte, de omgeving etc. eruit te zien? Zolang dit niet duidelijk is, zijn kopers geneigd te wachten met de aankoop. Daarnaast is de verkoop van de bestaande woning nog steeds een belemmerende factor. De kavelverkoop blijft, gezien haar programmatische omvang en financiële belang, om aandacht vragen. Hoe kan de verkoop versneld worden, hoe kan men duidelijkheid krijgen over de toekomstige situatie of zijn er andere mogelijkheden voor woningontwikkeling? 1.3 De Omgevingswet Op dit moment ligt er een voorontwerp omgevingswet. Het doel van de nieuwe omgevingswet is het integreren van alle wetten en regelingen in één omgevingswet te ondervangen waardoor het eenvoudiger wordt om projecten op te starten. Dit kan effect hebben op de mogelijkheden omtrent het kostenverhaal (zoals bijvoorbeeld Bovenwijks, Deficit Sociaal en de Bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen). De binnenstad van Apeldoorn, het stationsgebied en de Kanaaloevers wordt door de gemeente gezien als de locaties voor een mogelijke pilot om de vernieuwde Omgevingswet toe te passen. Deze gebieden kennen een grote diversiteit aan functies, met lastige ruimtelijke opgaven. Door de financiële en economische crisis is gebleken dat het waarmaken van deze ambities niet altijd even goed van de grond komt. De mogelijkheden van het omgevingsplan kunnen een goede bijdrage leveren aan het oplossen van verschillende knelpunten en het verwezenlijken van de ambities. 1.4 Bovenwijkse bijdrage De huidige werkwijze rondom de bijdrage bovenwijks wordt geëvalueerd met als doel een eenduidige werkwijze te verkrijgen in zowel de Grondbedrijfcomplexen als bij particuliere ontwikkelingen. Zoals eerder aangegeven betreft het een complex dossier waarvoor in 2014 de eerste stappen gezet zijn. Er is een inventarisatie gemaakt van het bovenwijkse investeringsprogramma en de woningbouwequivalenten (huidig en toekomstig). Binnen de eenheden Ruimtelijke Leefomgeving en Vastgoed & Grond wordt gekeken naar een goede
228
methode om de gegevens om te slaan naar de verschillende komende (her-) ontwikkelingen binnen de gemeente. Hierbij worden actuele ontwikkelingen in wetgeving en gebruiksvriendelijke juridisch houdbare constructies in meegenomen. In 2015 wordt verder gewerkt aan dit dossier. 1.5 Bijdrage herinrichting openbare ruimte binnenstad Op 18 september 2014 heeft de raad besloten de bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen op te schorten. Hiermee moet financiële ruimte gecreëerd worden bij marktpartijen in de binnenstad zodat zij ruimte hebben om in het vastgoed te investeren wat de kwaliteit van de binnenstad ten goede komt. Er is er wel geïnvesteerd in de openbare ruimte van de binnenstad. Hiervoor is onder andere provinciale subsidie ontvangen om deze investeringen mogelijk te maken. Mogelijk zal de nieuwe Omgevingswet van invloed zijn op de mogelijkheden voor het kostenverhaal. Wat op dit moment de effecten zijn voor de bijdrage bovenwijks en de bijdrage herinrichting openbaar gebied is nog niet bekend en moet de komende periode duidelijk worden. Ad 2. Vermogenspositie van het Grondbedrijf Voor een inhoudelijke en meer gedetailleerde toelichting met betrekking tot het resultaat van het Grondbedrijf wordt verwezen naar de MPG 2015. Winstgevendheid a. Verwachte en gerealiseerde winstneming 2014 Verwachte winstneming De verwachte winstneming van alle Grondbedrijfcomplexen tezamen wordt jaarlijks geactualiseerd bij het MPG. Bij het MPG 2014 is in de begroting voor 2014 uitgegaan van een winstneming van € 1,95 mln. In de Turap is dit naar beneden bijgesteld naar € 0,55 mln. Gerealiseerde winstneming De feitelijke winstneming in complexen is gebaseerd op de vastgestelde resultaatbepalingsprincipes voor grondexploitaties. De in 2014 gerealiseerde winsten bedragen: (bedragen x € 1.000) Erfpachtcomplex
499
Overige ruwe gronden
243
Restcomplexen en overige kleine Grondbedrijfprojecten
2.001
Totale winstneming 2014
2.743
Omdat er voor de volgende complexen geen stellig voornemen (meer) is om bouwgronden te ontwikkelen, wordt het verschil tussen de boekwaarde en huidige marktwaarde direct afgeboekt.
229
Gerealiseerde afboekingen (x € 1.000) Lieren (Coop)
86
Herstructurering Zuid Zuiderpark
2
Kanaaloevers Veldhuis
166
Overige Ruwe Gronden
422
Beekbergsebroek
980
PWA Zone
292
Ecofactorij II
235
Kanaalzone
670
Zuidbroek
110
Totaal afboekingen 2014
2.963
Het verloop in 2014 van de verliesvoorzieningen per complexen is als volgt. Verliesvoorzieningen (x € 1.000)
Stand 1 januari
rente
mutatie 2014
Stand 31 december
Beekstraat/Marktstraat
1.692
67
1.428
3.187
Kieveen
5.252
210
186
5.648
67.936
2.718
3.159
73.813
629
25
- 654
0
Kanaaloevers Haven Centrum
9.058
363
- 952
8.469
Groot Zonnehoeve
5.131
205
17
5.353
750
30
- 400
380
47
2
1.759
1.808
703
28
- 138
593
4.500
180
- 180
4.500
2.800
2.800
7.025
106.551
Niet in exploitatie genomen gronden
In exploitatie genomen gronden Zuidbroek PWA Zone
Zuid West Poort Ecofactorij I Restcomplexen en ov. kleine Grondbedrijfprojecten Kantorenlocaties (1) Kwalitatief woningbouwprogramma (2) Totaal voorzieningen 2014
95.698
3.827
(1) Vooruitlopend op een definitieve keuze over aanpassing van de programmering voor kantorenlocaties op projectniveau is in 2014 een algemene verliesvoorziening gevormd. Invulling van het kantorenprogramma op projectniveau (en besluitvorming daarover) is voorzien in 2015. (2) N.a.v. besluitvorming over het kwalitatief woningbouwprogramma is er voor de bijstelling van het programma in de periode 2015-2020 een verliesvoorziening ingesteld van € 2,8 mln.
230
b. Algemene Reserve Grondbedrijf Verloop van algemene reserve van het Grondbedrijf in 2014* (x € 1 miljoen): Stand per 1 januari 2014*
15,2
Rentebijschrijving
0,6
Resultaat Grondbedrijf 2014*
- 6,9
Onttrekking tbv Reserve Post Zuid (slim huisvesten)
- 1,7
Stand per 31 december 2014*
7,2
* na verwerking van resultaatbestemming 2013, resp. 2014 Ad 3. Overzicht resultaten Grondbedrijf 2014
Bedragen in miljoenen euro's Winstneming IEGG (in exploitatie genomen gronden) Woningbouw Kwalitatief woningbouwprogramma PWA Zone Kanaaloevers Haven Centrum Zuidbroek Wonen Restcomplexen en overige kleine projecten subtotaal IEGG woningbouw
Afwaardering
Verliesvoor- Res. Ov. ziening Projecten
Totaal
-2,8 0,7 1,0 -3,2 1,4 1,4
-0,1 -0,1
-4,3
0,0
-3,0
Bedrijventerreinen en Overig Kantorenlocaties Algemeen Zuid West Poort Erfpachtcomplex Restcomplexen en overige kleine projecten Ecofactorij I Uren Vastgoed bedrijfsbureau subtotaal IEGG bedrijventerreinen en overig
0,7 0,6
1,3
-0,2 -0,2
-1,1
0,0
-0
Totaal IEGG
2,7
-0,3
-5,4
0,0
-3,0
0,2
-0,3 -0,2 -0,1 -0,7 -0,4 -1,4 -1,4
0,0
-2,9
0,2 0,4
NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden) Woningbouw PWA Zone Kanaaloevers Veldhuis Zuidbroek Kanaalzone Overige Ruwe Gronden Beekstraat/Marktstraat subtotaal NIEGG woningbouw
0,2
Bedrijventerreinen en Overig Ecofactorij II Beekbergsebroek Kieveen subtotaal NIEGG bedrijventerreinen en overig
0,1 -1,8
-1,7
-0,2 -0,9
0,0
231
-1,1
0,3 -0,2 -0,2
0,3
-1,0
Totaal NIEGG
0,2
-2,7
-1,6
0,3
-3,9
Totaal IEGG en NIEGG
2,9
-3,1
-7,0
0,3
-6,9
Toelichting bij het overzicht resultaten Grondbedrijf 2014 Over 2014 is het resultaat van het Grondbedrijf per saldo in totaal € 6,9 mln negatief, waarvan € 3,0 mln nadeel binnen de in exploitatie genomen gronden (IEGG) en € 3,9 mln nadeel binnen de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). In de begroting over 2014 was een bate van € 0,8 mln opgenomen, zodat ten opzichte van de begroting er een nadeel is van € 7,7 mln.
Resultaat Grondbedrijf 2014 (x € 1 miljoen) Vrijval reserve overlopend project Ecofactorij II Extra apparaatskosten onderzoek NIEG en Bedr. Bureau Vastgoed Vorming algemene verliesvoorziening kwalitatief woningbouwprogramma Aanvulling verliesvoorzieningen (m.n. a.g.v. lagere prijzen) Hogere afwaardering NIEGG exploitatielasten Hogere afwaardering NIEGG lagere marktwaarde Vrijval verliesvoorzieningen (m.n. Haven Centrum en PWA Zone) Hogere winstneming (m.n. diverse restcomplexen/kleine GB projecten) Afronding Totaal
0,3 0,2 2,8 6,5 0,2 1,7 2,3 1,0 0,1 7,7
voordeel nadeel nadeel nadeel nadeel nadeel voordeel voordeel voordeel nadeel
Er is voor € 2,9 mln aan winst genomen: Erfpachtcomplex (€ 0,7 mln), Overige ruwe gronden (€ 0,2 mln) en overige kleine Grondbedrijfprojecten en afgesloten complexen (€ 2,0 mln). Daar waar verliezen definitief zijn en er geen reëel en stellig voornemen meer is voor ontwikkeling, zijn deze direct afgeboekt van de boekwaarde van het betreffende complex. Over 2014 bedragen de afwaarderingen € 3,1 mln, waarvan de belangrijkste afwaarderingen zijn: € 0,9 mln voor Beekbergsebroek, Kanaalzone € 0,7 mln en Overige ruwe gronden € 0,4 mln. De belangrijkste dotaties in de verliesvoorzieningen betreffen € 2,8 mln voor de effecten van bijstelling van het woningbouwprogramma in kwalitatief opzicht, Zuidbroek voor € 3,2 mln en Ecofactorij I € 1,8 mln. De reservering (via Reserve Overlopende Projecten) voor Ecofactorij II is voor € 0,3 mln vrijgevallen omdat het voornemen voor een aankoop is vervallen. Dit levert een voordeel op. Inhoudelijke informatie op projectniveau is opgenomen bij programma 9 in deze jaarrekening, product 830 Bouwgrondexploitatie. De balansposities (met boekwaarde per complex) is opgenomen bij de toelichting op de balans (post voorraden). In de paragraaf weerstandsvermogen zijn de Grondbedrijfrisico’s opgenomen. Een uitgebreide uiteenzetting rond (de resultaten van) het Grondbedrijf is te vinden in het MPG 2015.
232
2.2.6 Paragraaf lokale heffingen 2.2.6.1 Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de opbrengsten van de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen in 2014. Allereerst zullen achtereenvolgend de beleidsuitgangspunten worden belicht en zullen de diverse belastingsoorten afzonderlijk worden besproken. Vervolgens zullen de werkelijke opbrengsten worden vergeleken met de geraamde opbrengsten uit de begroting 2014. Bij de toelichting op de afzonderlijke belastingsoorten zal allereerst worden stilgestaan bij de belastingen die kunnen worden gerangschikt onder de zogeheten woonlasten. Dit zijn de onroerende zaakbelastingen (ozb), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Vervolgens komen de overige heffingen aan bod. Als laatste wordt ingegaan op de lokale lastendruk in 2014 ten opzichte van 2013 en wordt de hoogte van de gemeentelijke heffingen vergeleken met die van omliggende gemeenten van vergelijkbare grootte. Baten gemeente De baten van de gemeente bedroegen voor 2014 ruim € 495 mln, exclusief verrekening met reserves. Bijna de helft daarvan wordt ontvangen van het Rijk via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en specifieke uitkeringen (bijv. sociale zekerheid, maatschappelijke dienstverlening). Bij de overige baten moet u denken aan bouwgrondexploitatie, interne verrekeningen en eigen belastingen (heffingen, rechten en leges). Bij de heffingen is de ozb de belangrijkste component.
2.2.6.2 Beleidsuitgangspunten Uw raad heeft een grote mate van vrijheid bij het vaststellen van de belastingtarieven. De opbrengsten van de belastingen en overige heffingen worden alleen aangepast aan de inflatiecorrectie; in 2014 was deze 2,1%. De volledig kostendekkende tarieven zijn in 2013 verhoogd met een gewogen index van 2,0% waarbij rekening is gehouden met de voor de gemeentelijke budgetten geldende verlaagde materiële kostenindex. De tarieven voor de gemeentelijke dienstverlening (o.a. afvalstoffenheffing, leges) mogen maximaal kostendekkend zijn. Voordat tarieven worden gecorrigeerd voor inflatie, wordt gecontroleerd of dit niet leidt tot meer dan 100% kostendekking.
2.2.6.3 Overzicht belastingen en heffingen Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen), waarvan de ozb de omvangrijkste is. De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2014 in Apeldoorn werden geheven zijn: Ongebonden belastingen: • Onroerende- zaakbelastingen • Hondenbelasting • Parkeerbelastingen • Precariobelasting • Toeristenbelasting
233
Gebonden belastingen: • Afvalstoffenheffing • Rioolheffing • Diverse leges en rechten
2.2.6.4 Geraamde en werkelijke opbrengsten 2014 In de tabel hieronder zijn de geraamde opbrengsten voor 2014 vergeleken met de werkelijk gerealiseerde opbrengsten over 2014. De belangrijkste verschillen worden bij de toelichting op de diverse belastingsoorten nader toegelicht.
OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Parkeerbelasting Precariobelasting Hondenbelasting Toeristenbelasting Begraafrechten Omgevingsvergunning (bouwen) Leges burgerzaken Legesvergunningen publiek domein Marktgelden
Geraamd 42.786.000 16.658.000 11.886.000 4.490.000 662.000 771.000 1.613.000 1.534.000 2.400.000 2.467.000 221.000 362.000
Werkelijk 41.740.000 16.219.000 11.926.000 4.257.000 12.516.000 809.000 1.603.000 1.420.000 4.641.000 2.736.000 167.000 333.000
Verschil -1.046.000 -439.000 40.000 -233.000 11.854.000 38.000 -10.000 -114.000 2.241.000 269.000 -54.000 -29.000
Reflectie per belastingsoort Onroerende zaakbelastingen De ozb wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De maximaal verwachte opbrengst ozb wordt als percentage van de totale WOZ-waarde (inclusief areaaluitbreiding en waardestijging) van alle onroerende zaken in Apeldoorn uitgedrukt. Dit percentage was, afhankelijk van eigenaar/gebruiker niet-woning en eigenaar woning, bepalend voor de hoogte van elke individuele aanslag ozb 2014. De nieuwe vastgestelde WOZ-waarde met als waardepeildatum 1 januari 2013 waren bepalend voor het belastingjaar 2014. In 2014 zijn voor alle onroerende zaken binnen de gemeentegrenzen nieuwe WOZ-beschikkingen afgegeven die het hele jaar 2014 geldig waren. De gemiddelde waarde van een woning in Apeldoorn is ten opzichte van het vorige tijdvak, waarvoor als waardepeildatum 1 januari 2012 gold, met ruim 7,25% gedaald en de waarde van een nietwoning is gemiddeld gedaald met 4,25%. Om bij deze dalingen van de WOZ-waarden tot dezelfde ozb-opbrengst te komen moeten de tarieven ozb verhoogd worden. Om daarnaast de inflatie (2,1%) te compenseren en een benodigde meeropbrengst te behalen waarbij een boveninflatoire tariefstijging van 0,35% nodig was, moesten de tarieven gecorrigeerd worden. De gemiddelde aanslag ozb werd in 2014 dus verhoogd met 2,45%.
234
Tabel: percentages 2014 t.ov. 2013: Percentage van de heffingsmaatstaf (WOZ-waarde) voor berekening OZB: 2013
2014
0,2301%
0,2461%
woningen
0,1218%
0,1346%
niet-woningen
0,2853%
0,3052%
Gebruikersbelasting: niet-woningen Eigenarenbelasting:
De baten OZB gebruikers/eigenaren laten een nadelig resultaat zien van € 1 mln. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere leegstand van niet woningen, zoals kantoren. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel gedeelte. Elk huishouden is het vaste gedeelte verschuldigd. Het variabele gedeelte (aantal ledigingen in het jaar), wordt achteraf verrekend, dus op de aanslag die een jaar later wordt opgelegd. Sinds 2013 komen de kosten voor kwijtschelding ten laste van het budget voor afvalverwijdering. In 2013 kon deze kostenverhoging worden opgevangen binnen de reserve afvalstoffenheffing. Vanaf 2014 worden de kosten van kwijtschelding geleidelijk doorberekend in de afvalstoffenheffing, waardoor deze in 2016 op volledig kostendekkend niveau komt. Het vastrecht tarief is hierdoor in 2014 met 3,69% gestegen. De variabele tarieven zijn in 2014 gedaald met 1,2% naar het niveau van 2012. Daarnaast heeft de burger meer mogelijkheden voor scheiding van afval gekregen, waardoor hij minder restafval ter verwijdering hoeft aan te bieden. De afvalstoffenheffing heeft € 439.000 minder opgebracht. Deze lagere opbrengst wordt veroorzaakt door een lager aantal aanbiedingen restafval (ca. 66.000).
Rioolheffing Naast de zorg voor inzameling en transport van afvalwater heeft de gemeente ook een regenwaterzorgplicht en treedt zij op als regisseur bij de aanpak van grondwaterproblemen. De gemeente is dus niet alleen verantwoordelijk voor het onderdeel afvalwater, maar voor de gehele gemeentelijke waterhuishouding. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op gebruikers van woningen en niet-woningen. De aanslagen rioolheffing worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Ook voor de rioolheffing geldt dat, door de waardedaling van de onroerende zaken de tarieven verhoogd moesten worden om tot eenzelfde belastingopbrengst te komen. Daarnaast zijn de tarieven gecorrigeerd met de gewogen kostenindex. In 2014 is de aanslag rioolheffing gemiddeld met 2,0% gestegen. Parkeerbelastingen In de gemeente Apeldoorn worden de parkeertarieven gebruikt om de kosten voor parkeervoorzieningen te bestrijden en om het parkeren binnen de gemeente te reguleren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen parkeren voor bewoners, bezoekers en woon-werk parkeren. Het streven is zo min mogelijk auto’s langs de openbare weg te laten parkeren en het gebruik van de auto voor woon- werkverkeer te ontmoedigen. De parkeertarieven zijn in 2014 met het inflatiepercentage (2,1%) geïndexeerd. De inkomsten uit de parkeerbelasting bedragen € 302.000 minder dan was geraamd. De reden is een lager gebruik van de betaalde parkeervoorzieningen als gevolg van de economische teruggang en meer concurrentie van andere aanbieders van parkeervoorzieningen. Een ander nadelig effect is ontstaan vanwege het tijdelijk buiten gebruik stellen van meters en automaten in verband met de vervanging in november en het tijdelijk afsluiten van apparatuur rond de jaarwisseling.
235
Precariobelasting Precariobelasting wordt geheven voor het gebruik van gemeentegrond. Hieronder valt niet alleen het plaatsen van containers langs- of op de openbare weg, maar bijvoorbeeld ook lichtbakken aan winkels die boven gemeentegrond hangen. Precariobelasting is een ongebonden belasting, waarbij de gemeente volledige vrijheid heeft in de vaststelling van de hoogte van de tarieven. De tarieven precariobelasting zijn in 2014 met het inflatiepercentage geïndexeerd. De jaarrekening 2014 laat een meeropbrengst van € 11,9 mln zien. Dit voordeel heeft betrekking op het heffen van precario bij nutsbedrijven over de jaren 2011 t/m 2014. Over precario ligt een casus bij de Hoge Raad. Het vonnis kan gevolgen hebben voor de inning van de precario. Ook is tegen de reeds opgelegde aanslag 2011 bezwaar ontvangen. Om die reden is voor hetzelfde bedrag een voorziening precario gevormd. Zie hiervoor ook de toelichtingen op de beleidsproducten 922 en 939 op programma 1. Hondenbelasting Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in de bepaling van de opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. Uw raad heeft bij de invoering van de hondenbelasting besloten dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten van de maatregelen om de overlast van honden te beperken. Deze kosten betreffen voornamelijk de kosten voor het onderhoud van de hondenuitlaatplaatsen. De prijsverhoging vanwege inflatie kon in 2014 binnen het budget worden opgevangen. De tarieven hondenbelasting zijn in 2014 gehandhaafd op het niveau van 2013. Toeristenbelasting Voor de toeristenbelasting worden de tarieven jaarlijks aangepast overeenkomsten het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. De tarieven zijn in 2014 verhoogd met 2%. Grafrechten Met ingang van 2009 is een boveninflatoire tariefstijging benodigd van 1,5%, wat in lijn ligt met uw besluit uit 2006. De grafrechten zijn volledig kostendekkend. Hierbij is in 2014 gerekend met een gewogen index van 2,0%. De tarieven van de begraafplaatsenrechten zijn in 2014 dan ook verhoogd met 3,5%. De opbrengst 2014 vertoont een nadeel van € 114.000 t.o.v. het geraamde bedrag van € 1,5 mln. Dit nadeel is ontstaan doordat er in 2014 minder akten van overlijden zijn opgemaakt. Het aantal crematies is in 2014 nagenoeg gelijk aan het aantal in 2013. De kosten voor het begraven waren in 2014 € 90.000 lager dan begroot. In 2014 is een plan van aanpak gemaakt om de stand van de reserve positief te houden. Leges omgevingsvergunning De realisatie voor 2014 heeft zich positiever ontwikkeld dan waar op begrotingsbasis rekening mee is gehouden. De gerealiseerde meeropbrengst leges van € 2,2 mln is met name het gevolg van de vergunningverlening van een 6-tal (mega) grote, niet geraamde projecten. Daarnaast zijn er vergunningen verleend voor de bouw van meer woningen dan vooraf was geschat. Dit toont nog maar eens aan dat de huidige (bouw)markt zich steeds moeilijker laat voorspellen. Diverse leges en rechten De verschillende leges en rechten die worden geheven, zijn in 2014 in principe verhoogd met de gewogen index van 2,0%. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals de kansspelautomaten en verklaring omtrent gedrag (VOG), is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde tarieven. De opbrengst leges burgerzaken bedraagt € 269.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een tariefstijging op paspoorten en identiteitskaarten, omdat met ingang van 9 maart 2014 de geldigheidsduur voor volwassenen is verlengd van 5 naar 10 jaar. Ook zijn er meer rijbewijzen aangevraagd dan begroot. Tegenover deze extra legesopbrengst staat ook een hogere afdracht rijksleges.
236
2.2.6.5 Lokale lastendruk In onderstaande tabel wordt een totaalbeeld gegeven van de ontwikkeling van de woonlasten voor een huishouden met een gemiddelde woningwaarde van € 230.900. Woonlasten afval vastrecht afval variabel rioolheffing ozb Totaal
€ € € € €
2013 167,29 108,71 139,00 281,24 696,24
€ € € € €
2014 173,46 102,29 141,78 288,13 705,66
% ontw. 3,69% -5,91% 2,00% 2,45% 1,35%
Op totaalniveau zijn de woonlasten in 2014 gestegen met 1,35%. Dit is 0,75% minder dan de voor 2014 geraamde inflatie. Uit onderstaande grafieken blijkt dat de totale woonlasten van zowel een éénpersoonshuishouden als een meerpersoonshuishouden in Apeldoorn in 2014 lager liggen dan die van omliggende gemeenten van vergelijkbare grootte. Lokale lastendruk 2014 eenpersoonshuishoudens 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Apeldoorn
Ede
OZB eigendom woning
Nijmegen Afvalst off enheff ing
Arnhem Rioolhef fing
Lokale lastendruk 2014 m eerpersoonshuishoudens 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Apeldoorn
Ede
Nijmegen
OZB eigendom woning
Af valstof fenhef fing
Arnhem Rioolheff ing
237
2.2.6.6 Kwijtscheldingsbeleid Apeldoorn hanteert als kwijtscheldingsnorm 100% van de bijstandsuitkering. Apeldoorn maakt daarmee, net als in het overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland, gebruik van het recht dat lokale overheden hebben om de landelijke norm van 90% van het bijstandsniveau te verhogen tot maximaal 100% van die norm. Dit houdt in dat als men onder de norm komt, men in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Niet voor alle heffingen wordt kwijtschelding verleend. De afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting (voor 1 hond) en een gedeelte van de onderhoudsrechten graven komen in Apeldoorn in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking. Voor het onderhoudsrecht van graven wordt slechts zeer beperkt kwijtschelding aangevraagd en verleend. Voor de afvalstoffenheffing wordt beperkt kwijtschelding (vastrecht en een maximaal aantal ledigingen) verleend, zodat er ook voor de minima een prikkel blijft bestaan om zorgvuldig met hun huishoudelijke afvalstoffen om te gaan. Het maximaal kwijt te schelden bedrag is zodanig vastgesteld dat dit bij “normaal afvalgedrag” toereikend is. De geraamde en werkelijke bedragen aan kwijtschelding waren in 2014 als volgt: Belastingsoort Hondenbelasting Rioolheffing Afvalstoffenheffing Totaal
Geraamd € 40.000 € 268.000 € 977.000 € 1.285.000
€ € € €
Werkelijk 51.870 380.100 543.300 975.270
-€ -€ € €
Verschil 11.870 12.100 433.700 309.730
Het verleende bedrag aan kwijtschelding afvalstoffenheffing vertoont een incidenteel voordeel van ruim € 0,4 mln. Dit voordeel ontstaat vanwege het eenmalig niet opnemen van een balanspost 'nog te betalen kwijtschelding afvalstoffenheffing'. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar programma 6, product 614 Armoedebeleid.
238
2.2.7 Paragraaf bedrijfsvoering 2.2.7.1 Inleiding De gemeente Apeldoorn levert een scala aan producten en diensten. Daarbij is een goede bedrijfsvoering van essentieel belang. In deze paragraaf geven wij inzicht in ontwikkelingen m.b.t. de bedrijfsvoering voor zowel de ambtelijke als de bestuurlijke organisatie.
2.2.7.2 Ontwikkelingen bedrijfsvoering in de ambtelijke organisatie Personeel en organisatie HRM De HRM-visie ziet er schematisch als volgt uit:
We verwachten
RESULTAAT
Resultaat levert
WAARDERING op
We zijn betrokken, uitnodigend en slagvaardig
We stimuleren
DYNAMIEK
De HRM visie is in 2014 verder geïmplementeerd. Na het voorbereidende jaar is gestart met de de HRM-gesprekscyclus (pijler Resultaat), waarbij ook aandacht is voor de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker. De herziening van de lokale arbeidsvoorwaarden is het centrale thema van de pijler Waardering. Alle lokale arbeidsvoorwaarden zijn doorgelicht en er is een totaal pakket voorgelegd aan het Georganiseerd Overleg (GO) en de Ondernemingsraad (OR). De onderhandelingen zijn gestart! 2015 zal een belangrijk jaar worden voor de implementatie van alle nieuwe afspraken. In de pijler Dynamiek is ook stevige voortgang geboekt. De plaatsing van de herplaatsingkandidaten vordert gestaag. Tegelijkertijd is de voorbereiding voor het nieuwe centrum voor mobiliteit, speciaal bedoelt voor alle medewerkers in de organisatie, in volle gang. Met de managementgame, de week van de uitwisseling en de “ontwikkelmarkt” zijn diverse initiatieven genomen om medewerkers te motiveren om na te denken over de eigen ontwikkeling. De klussenbank is uiterst succesvol en hierdoor ontstaat steeds meer tijdelijke beweging. Maar, de instroom en uitstoom zijn nog laag, evenals de structurele dynamiek.
239
Formatie, bezetting en inhuur De omvang van de vastgestelde formatie in januari 2014 bedroeg 1139,53 fte’s. De formatie is in september 2014 opnieuw vastgesteld en licht gedaald, namelijk 1136,89 fte’s. Voor het komende jaar zal het aantal formatieplaatsen in het sociale domein stijgen als gevolg van de toename van wettelijke taken. In tegenstelling tot de verwachting ten tijde van de tussentijdse rapportage is het aantal contract-verplichtingen (inhuur) in de tweede helft van 2014 fors gestegen. Enerzijds heeft er in het sociale domein vooruitlopend op de definitieve organisatieplannen veel inhuur plaatsgevonden, om te zorgen dat de gemeente per 1 januari in staat is haar nieuwe taken te vervullen. Daarnaast is er ook een stijging zichtbaar bij de eenheid Shared Service Center vanwege de regionalisering Belastingen. En bij de eenheid Werkplein Activerium is er een hogere werkdruk als gevolg van een veranderende arbeidsmarkt. De financiering komt uit verschillende bronnen, zoals inhuurbudgetten, projectgelden, uwvgelden en vacaturebudget.
Formatiecijfers: De formatiecijfers in de tabel laten de formatie zien die vastgesteld is door de directie. Mobiliteit & Ontwikkeling en Raadsgriffie zijn niet opgenomen. Bezettingscijfers: Het overzicht geeft de bezetting op het formatieplan weer. De bezettingscijfers zijn inclusief: - medewerkers in vaste dienst - medewerkers in tijdelijke dienst - medewerkers die bovenformatief in de eenheden geplaatst zijn (o.a. remplaçanten) - reïntegratiekandidaten - medewerkers met een proefplaatsing * Bron: SSC-Inkoop Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage per kwartaal geeft aan dat het verzuim in het 4e kwartaal 2014 (5,6%) hoger was ten opzichte van het 4e kwartaal 2013 (4,9%). Uit het verzuimoverzicht naar duurklassen blijkt over het 4e kwartaal, dat het langdurig verzuim 3,9% bedraagt. In het kader van het terugbrengen van langdurig verzuim is een start gemaakt met een andere vorm voor het SMT waarbij bespreking van risicodossiers centraal staat. Er is ook een begin gemaakt met het bespreken van meer algemene onderwerpen en meer over groepen of teams. Door het opstellen van een activiteitenplan “HRM activiteitenplan ziekteverzuim gemeente Apeldoorn oktober 2014 – december 2015” zijn er concrete acties benoemd die moet leiden tot een lager verzuim.
240
Ziekteverzuimpercentage per kwartaal 2011 t/m 2014: Jaar Concern
2011 2012 2013 2014
1e 2e 3e 4e kw kw kw kw 5,7 4,3 4,1 6,0 5,8 4,6 4,6 5,7 5,7 4,4 4,4 4,9 5,5 5,0 4,5 5,6
Het ziekteverzuimpercentage over heel het jaar 2014 komt uit op 5,2%. Mobiliteit & Ontwikkeling Aantallen De opdracht bij de reorganisatie was een reductie van de formatie van 245 fte. Tussen 2011 en 2013 is de formatie door bevriezing van vacatures, natuurlijk verloop en het opzeggen van tijdelijke dienstverbanden al fors afgenomen en op 1 januari 2013 is M&O (tijdelijke eenheid voor herplaatsingkandidaten) gestart met 124 medewerkers (102 fte). Op 1 januari 2014 hadden wij nog 63 mensen die als HPK-er waren geregistreerd. Van deze 63 zijn gedurende 2014 23 mensen uitgestroomd. 19 mensen zijn nog te bemiddelen dan wel vinden er gesprekken plaats voor eventueel maatwerk. Gedurende het sociaal plan stromen 13 mensen regulier uit, omdat zij de AOW leeftijd hebben bereikt. Verder is met 8 mensen een beëindiging overeenkomst tot stand gebracht (soms in combinatie met de AOW). Op 1 januari 2015 zoeken nog 19 medewerkers van M&O een nieuwe baan. Van deze 19 medewerkers verwachten wij dat waarschijnlijk 4 mensen zullen instromen in de WIA (gedeeltelijk of geheel). Daarnaast zal naar verwachting binnen het sociaal plan nog 8 mensen uitstromen naar een reguliere baan. De verwachting is dat de overige 7 medewerkers met ingang van 1 januari 2017 een WW-uitkering zullen ontvangen. Verder vallen door de sluiting van het Sportfondsenbad en de bezuinigingen die opgelegd zijn aan Accres vanaf 1 januari 2015 3 medewerkers van Accres onder rechtspositionele en financiële verantwoordelijkheid van de gemeente Apeldoorn. Als gevolg van de grote reorganisatie van 2012/2013, had de eenheid SSC een opdracht mee gekregen. Hierdoor heeft een kleine reorganisatie binnen deze eenheid plaatsgevonden. Het betreft 3 mensen die de status van HPK-er hebben gekregen. De mensen die het betroffen vallen niet meer onder het sociaal plan, maar onder het reguliere sociaal statuut. Dit betekent dat vanaf 2016 deze mensen 2 jaar worden doorbetaald. Financiën Over 2014 is uit de voorziening frictiekosten € 3,2 mln aan salarissen van HPK-ers verstrekt. In dit bedrag zitten ook de opbrengsten van klussen, die HPK-ers voor zowel interne dan externe partijen hebben uitgevoerd, verwerkt. In 2014 zijn met een aantal medewerkers regelingen getroffen. De afkoopsommen die hieruit voortvloeien zijn ook ten laste van de voorziening frictiekosten gebracht. Voor € 0,4 mln zijn mobiliteitsbevorderende maatregelen uitgegeven voor zowel niet HPK-ers als HPK-ers. Verder is een kleine € 0,6 miljoen aan vraaguitval gedekt uit deze voorziening. Totaal is € 4,2 mln uitgegeven. Het sociaal plan duurt nog 2 jaar tot en met 31 december 2016. We hebben voor deze periode een begroting gemaakt. We gaan de komende jaren met een uitloop naar 2017 en 2018, voor
241
bepaalde categorieën, ongeveer € 3 mln aan salarissen uitgeven (inclusief eventuele opbrengsten bij detachering of klussen). We zullen ongeveer een miljoen aan WW-lasten uitgeven. Hierbij is een reële inschatting gemaakt, waarbij een verwachte uitstroom een belangrijk aspect is. Verder hebben wij een bedrag begroot van € 1,75 mln voor mobiliteitsbevorderende maatregelen voor niet HPK-ers en HPK-ers. Daarnaast wordt een extra impuls van € 0,9 mln voor de jaren 2015 tot en met 2017 gegeven aan deze mobiliteitsbevorderende maatregelen, waarbij trainees een onderdeel kan zijn. Zoals bij de aantallen hebben wij ook financieel rekening gehouden met 3 medewerkers van Accres. De gevolgen van de reorganisatie van SSC zijn ook financieel doorvertaald.
Planning en control - (Actieve) informatievoorziening In de volgende tabel staat een overzicht van de documenten die uw raad in ieder geval in het kader van de actieve informatievoorziening in 2014 heeft ontvangen. Onderwerp - Concernjaarrekening 2013 - Nota MPG 2014 - Bestuursrapportage 2014 - Meerjarenprogrammabegroting (MPB) 2015 – 2018
tijdstip april april 2e kwartaal september
2014 2014 2014 2014
De gebruikelijke Voorjaarsnota 2014 is achterwege gebleven. Daarvoor in de plaatst trad het Bestuursakkoord ‘DOOR’ en de daarbij behorende financiële paragraaf 'DOOR(GEREKEND)’die de input vormden voor de MPB 2015-2018. In de nota actieve informatieplicht staan spelregels over wanneer ons college tussen deze rapportagemomenten aanvullende informatie aan uw raad moet verstrekken. Dat heeft in 2014 geleid tot het verstrekken van aanvullende informatie aan uw raad middels brieven en pma sessies. - Interne controle en accountantscontrole Voor het jaar 2014 is een nieuw Intern Controle Plan opgesteld. De Interne Controle (IC) richt zich specifiek op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid in de naleving van externe en interne regelgeving (wordt er rechtmatig gehandeld) en op de betrouwbaarheid van de bestuurlijke informatievoorziening. Het primaire doel van de IC is dat het bijdraagt aan de interne beheersing van de organisatie naast een goed opgezette administratieve organisatie, waarin de essentiële functiescheidingen en de maatregelen van interne controle binnen processen zijn geborgd. De IC worden lopende het jaar uitgevoerd. Naast dit primaire doel dient het IC-plan ook te voorzien in de aansluiting van de uitgevoerde interne controle maatregelen op de door de accountant te verrichten (externe) werkzaamheden. Het IC-plan dient derhalve aan te sluiten op het controleprotocol van de accountant. Reden waarom het IC-plan 2014 aan de accountant ter beoordeling is voorgelegd. Op grond van de ervaringen in 2014 wordt het IC-plan momenteel aan een actualisatie onderworpen. Dit mede naar aanleiding van aanbevelingen van de rekenkamercommissie, de concerncontroller en de accountant. Tot op heden zijn we erin geslaagd een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekeningen te verkrijgen. Het blijft uiteraard een uitdaging dit te continueren, zonder te vervallen in een overmatige check- en controlecultuur.
242
Onderwerp Interne controle en accountantscontrole - Actualisatie IC-plan 2014 - Verkrijgen van goedkeurende accountantsverklaring voor rechtmatigheid en getrouwheid bij de jaarrekening 2014 - Uitvoeren van IC’s conform IC-plan 2014
Doelmatigheid en rechtmatigheid (Collegeonderzoeksplan, art 213a GW) - uitvoeren collegeonderzoeksplan 2014 - opstellen collegeonderzoeksplan 2015
Planning
Realisatie
Start voorjaar 2015 Afronding febr. 2015 april 2015
mei 2015
Gedurende het jaar
Gedurende het jaar
gespreid over jaar december 2014
- Audit Het college-onderzoek naar de ontwikkelingen rondom de bijstand is verschoven naar een later tijdstip. Door de ontwikkelingen van de Participatiewet is van het doelmatigheidsonderzoek afgezien omdat het onderzoekskader, door de nog niet afgeronde besluitvorming in Den haag, onvoldoende scherp kon worden gedefinieerd. In plaats daarvan is geïnvesteerd in actualisatie van de verordening doelmatigheid en doeltreffendheid. Bij de actualisatie werd duidelijk dat een fundamentele herziening van het beleid omtrent doelmatigheidsonderzoek nodig is. De vraag welke college-onderzoeken noodzakelijk zijn is namelijk niet automatisch een resultaat van de interne (financiële) beheersing van deze organisatie. De (huidige) opvatting is dat dit wel het geval zou moeten zijn. Dit beleid wordt op dit moment daarom eerst herzien voordat de verordening wordt aangepast.
Facilitaire dienstverlening - Huisvesting De eenheid Shared Service Center beheerde in 2014 het Stadhuis, het Raadhuis, het Activerium, het Portaal en deels Werkgebouw Zuid. Ook de Omgevingsdienst Veluwe Ijssel is gevestigd in het stadhuis. Concentratie van dienstverlening en terugbrengen van huisvestingskosten door het reduceren van het aantal panden is een belangrijk thema. In april 2014 heeft de gemeente, als huurder, afscheid genomen van het gebouw het Portaal. Team belastingen is in het stadhuis gehuisvest en team THOR in werkgebouw Zuid. Voor de GGD is alternatieve huisvesting georganiseerd in het Centrepoint-gebouw. Het UWV heeft een belangrijk deel van haar regionale werkzaamheden in het Werkplein Activerium geconcentreerd. Deze locatie is daartoe ingrijpend verbouwd. Medewerkers van het UWV en de eenheid Werkplein Activerium zijn daar nu gehuisvest volgens het flexconcept. De huurovereenkomst van het Activerium eindigt in 2020. De focus ligt voorts op de technische staat van het stadhuis. De technische installaties (verwarming, koeling) zijn inmiddels economsich afgeschreven. Dit punt van aandacht maakt onderdeel uit van het programma toekomstbestendige organisatie waarin ook naar herinrichting en verduurzaming van het stadhuis wordt gestreefd - Professionaliseren en regionaliseren van de inkoop Professionaliseren In 2014 is het inkoopproces verder geprofessionaliseerd o.a door: • de totstandkoming van de inkoopvisie; waarbij vanaf 1 -1- 2015 • alle aanbestedingen vanaf € 30.000 langs team inkoop moeten • de vorming van een inkoopboard waar alle majeure aanbestedingen besproken worden • en doorontwikkeling van het digitale aanbestedingsproces
243
Hiermee wordt inkoop nog rechtmatiger en doelmatiger ingezet ten behoeve van organisatiedoelen. Verder zijn via de Apeldoorn Academie workshops aangeboden en is samen met de eenheden een inkoopbehoefteplan opgesteld.
Regionaliseren In de regio is besloten om met de gemeenten Brummen, Zutphen, Lochem, Voorst en Epe nauwer te gaan samenwerken op het gebied van inkoop. Er wordt een plan voorbereid waarbij inkoopadviseurs van de betrokken gemeenten in een centraal team worden ondergebracht - Digitalisering van de documentenhuishouding Het documentair proces wordt zodanig ingericht dat inkomende en interne papieren documenten worden gedigitaliseerd. Uitgaande documenten worden digitaal van een handtekening voorzien. Opslag van de digitale documenten gebeurt op een wijze dat deze gedurende hun bewaartermijn gemakkelijk door alle bevoegde gebruikers kunnen worden gearchiveerd, teruggevonden en beschikbaar zijn voor de uitvoering van de werkprocessen. Vanaf begin 2011 werkt de afdeling Milieu, in 2013 overgegaan in de regionale uitvoeringsdienst OVIJ, als eerste afdeling binnen de organisatie volledig met digitale documenten, gevolgd door de afdeling Interne Dienstverlening van de dienst Samenleving. In 2013 en 2014 is een groot deel van de eenheden (ruim 700 medewerkers) aangesloten op DMS. Het programma voor de uitrol van het DMS voorziet er in dat eind 2016 alle medewerkers van de gemeente Apeldoorn die met documenten werken een aansluiting hebben op DMS waarin zij hun documenten digitaal archiveren
Communicatie Op 15 december 2014 hebben wij de communicatieve verkenning ‘Doorvertellen’ vastgesteld. Met dit besluit liggen de door het college te hanteren ‘tone of voice’ (open, nabij, behoedzaam & met elan) en de ambities voor deze bestuursperiode vast. Op basis hiervan zijn er vijf communicatieve hoofdaccenten voor de bestuursperiode 2014-2018. De accenten zijn collegebreed. Binnen deze hoofdaccenten worden de meest relevante thema’s uit de zes college portefeuilles specifiek benoemd. Ook deze komen één op één voort uit ‘Door’. Het expliciet benoemen van hoofdaccenten impliceert dat aan andere, communicatief minder relevante, thema’s de komende vier jaar minder of mogelijk géén communicatieve aandacht wordt geschonken.De vijf hoofdaccenten zijn: de samenleving op 1, financieel op orde, lobby, evenementen en de 3 D’s. Andere in het oog springende werkzaamheden binnen het team zijn de ontwikkeling en het responsive maken van een nieuwe website gericht op toptaken, citymarketing en actueel. Social media is voor veel onderwerpen inmiddels het belangrijkste communicatie-kanaal geworden. Denk aan de gasincidenten, Volkert van der G, maar ook de wegwerkzaamheden in Apeldoorn. Dit betekent dat webcare een belangrijk speerpunt is en blijft.
Informatievoorziening Informatievoorziening. Voor gemeenten is ICT een belangrijk bedrijfsmiddel. Vrijwel al onze bedrijfsprocessen worden ondersteund door informatiesystemen. Een gemeente is bij uitstek een informatieorganisatie en veel van deze kennis ligt opgeslagen in onze systemen. Het onderkennen van het belang van ICT als bedrijfsmiddel is essentieel voor de aanwending van middelen voor (door)ontwikkeling en vernieuwing.
244
Zeker op rijksniveau blijken echter veel automatiseringsprojecten een te lange doorlooptijd te kennen, wordt het budget zwaar overschreden, leidt het niet tot het gewenste resultaat en in sommige gevallen zelfs tot helemaal geen resultaat. De Tweede Kamer heeft, onder voorzitterschap van Ton Elias, een parlementair onderzoek hiernaar verricht. De commissie heeft o.a. geconcludeerd dat de rijksoverheid de besturing en beheersing van ICT-projecten niet op orde heeft en komt met een aantal aanbevelingen om hier verbeteringen in aan te brengen (zie rapport Naar grip op ICT, parlementair onderzoek naar ICT-projecten bij de overheid). Als we de conclusies en aanbevelingen uit het rapport vertalen naar de situatie in Apeldoorn, kunnen we concluderen dat de verbeterslagen waar we op het gebied van governance en projectbeheersing aan werken grotendeels overeenkomen met deze aanbevelingen. Implementatie 3D’s. In 2014 was een sterke focus op de inrichting van de informatievoorziening voor de 3 decentralisaties (jeugdzorg, verschuivingen van AWBZ naar WMO en participatie). Deze stelselwijziging heeft grote gevolgen voor de manier van werken binnen de gemeente. Informatie en ICT zijn daarbij onmisbaar, denk aan informatiebeleid, gegevensuitwisseling, ketensamenwerking, standaardisatie, privacy en gegevensbeveiliging. De basis voor de informatievoorziening sociaal domein is neergezet, maar zal de komende jaren moeten worden doorontwikkeld. Wij hebben in dit verband veel aandacht besteed aan het juiste gebruik en verwerking van persoonsgegevens. Deze gegevens zijn immers naar hun aard privacygevoelig. Met alle betrokken externe partners hebben wij bewerkersovereenkomsten en convenanten afgesloten. Procesmatig werken. In 2014 zijn belangrijke stappen gezet met betrekking tot het invoeren van procesmatig werken in het domein informatievoorziening. In eerste instantie is gewerkt aan invoering van de processen changemanagement, configuratiemanagement, incidentmanagement en securitymanagement. Wekelijks worden in de zgn. Change Advisory Board (CAB) majeure wijzigingen ten aanzien van software en infrastructuur beoordeeld alvorens deze worden doorgevoerd. In 2015 zal een en ander nader worden uitgewerkt. Programma I-Nup. Centraal in het I-Nupprogramma staat het verplicht gebruik van de gegevens uit de basisregistraties bij het uitvoeren van publiekrechtelijke taken. Een aantal van deze basisregistraties is de afgelopen jaren al beschikbaar gekomen, anderen zullen de komende jaren worden ingevoerd. In 2014 zijn in dat kader de projecten Basisregistratie Personen (BRP; loopt tot en met 2016), Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT; loopt tot 2016) en Landelijke Voorziening WOZ (2015) gestart. Voor de projecten Basisregistratie Kadaster (BRK) en Nederlands Handelsregister (NHR; planning 2015-2016) zijn in 2014 businesscases opgestart. Doorontwikkeling van de infrastructuur. In 2014 is Apeldoorn gestart met het programma TBO (toekomst bestendige organisatie). Dit programma bevindt zich in de onderzoeksfase waarvan de uitkomst bepalend zal zijn voor de inrichting van de ICT werkplek. De basis ICT infrastructuur is klaar waarbij hoge beschikbaarheid en plaatsonafhankelijk werken gegarandeerd zijn. Informatiebeveiliging en privacy. Begin 2014 bleek de gemeente Apeldoorn voor alle onderdelen van de DigiD-audit te zijn “geslaagd”.Bij de voorbereiding van deze audit hebben wij veel tijd en aandacht moeten besteden aan het aantoonbaar maken van onze processen en maatregelen op dit terrein. Wij hebben besloten om de door de Informatiebeveiligingsdienst (I.B.D.) van KING/VNG ontwikkelde Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG) als uitgangspunt te hanteren. Wij hebben het hieruit voortvloeiende tactische beveiligingsbeleid vastgesteld. Op operationeel niveau heeft de IBD circa 310 maatregelen gedefinieerd. Wij zullen de invoering hiervan op basis van risicoanalyses ter hand nemen.
245
De berichtgeving in het TV-programma “Opgelicht”, als zou de gemeentelijke website lekken bevatten, was gelukkig loos alarm. Wij zien steeds vaker dat leveranciers softwaretoepassingen in de cloud aanbieden. Dit houdt in dat de gemeentelijke data niet meer “in huis draaien” maar extern. Zeker als er sprake is van privacygevoelige data vraagt dit extra maatregelen. Wij sluiten in een dergelijk geval dan ook standaard, conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens, bewerkersovereenkomsten af. Verder staan wij opslag van persoonsgegevens op het grondgebied van de U.S.A. niet toe. In 2014 is een uitgebreide e-learningmodule aangeboden aan medewerkers van eenheden waar veel met privacygevoelige informatie wordt gewerkt. Documentair Management Systeem. Het in gebruik nemen van DMS is een omvangrijk project, waarvoor in 2014 opnieuw stevige stappen zijn gezet. Eind 2014 waren 8 eenheden op het DMS aangesloten. Daarmee komt het digitaal verwerken van de post, het aanleggen van digitale dossiers en het delen van documenten binnen de hele organisatie weer een stap dichterbij. Intergemeentelijke samenwerking op ICT gebied In 2014 is er door zes gemeenten (inclusief Apeldoorn) intensief gesproken over de potentie van samenwerking op het gebied van ICT. Het resultaat hiervan is dat voorlopig alleen structurele samenwerking met Epe vruchtbaar lijkt. Dat is een uitkomst die ons in staat stelt te focussen op de samenwerking met Epe.
2.2.7.3 Ontwikkelingen bedrijfsvoering m.b.t. de bestuurlijke organisatie Gemeentelijke overheid: Sturen op kerntaken en andere rolneming De kaderstelling Kerntaken, het Strategisch Kader en de Agenda voor Herstel zijn ook in 2014 uitgangspunt geweest van het gemeentelijk beleid. Het bestuursakkoord DOOR! van 25 april 2014 is volledig geënt op de eerdere kaderstellingen van de gemeenteraad. - Planning en control Het bestuursakkoord DOOR! Zet de lijnen voort die in 2012 met de ‘Agenda voor Herstel’ zijn ingezet. Door de verkiezingen in maart is in 2014 geen Voorjaarsnota uitgebracht, maar is het bestuursakkoord vertrekpunt geweest voor het opstellen van de meerjaren programmabegroting (MPB). De gemeenteraad heeft in het voorjaar 2014 met instemming kennis genomen van het collegevoorstel ‘risicomanagement nieuwe stijl’. In het kader van de MPB 2015 hebben raad en college apart stil gestaan bij de risicobenadering voor de nieuwe gemeentelijke taken (Risicomanagement 3D). Bij de verantwoording in programma 1 (functie 006 ondersteuning Bestuursorganen) zijn de resultaten gememoreerd van de werkgroep modernisering begroting. Vanuit haar ondersteunende taak heeft de rekenkamercommissie in juni 2014 geadviseerd over een betere sturing en toezicht op verbonden partijen. In reactie daarop heeft het college eind 2014 een startnotitie gemaakt die in 2015 tot concrete voorstellen moet leiden. - Politieke Markt, interactie en communicatie De Politieke Markt Apeldoorn blijkt een beproefde manier van werken die optimaal kansen geeft om de lokale democratie goed te laten functioneren. Sinds 2013 werkt de gemeenteraad met een gewijzigd vergaderschema. Om de week vinden raadsvergaderingen en PMA’s plaats. Op de raadsavond wordt dit voorafgegaand door een laagdrempelige mogelijkheid voor burgers en organisaties om onderwerpen te agenderen d.m.v. ‘In gesprek met de raad’. De raad hecht sterk aan optimale communicatie met burgers. De Politieke Markt is en blijft het centrale punt voor raadscommunicatie. Daarom worden burgers actief betrokken bij de Politieke Markt Apeldoorn en gevraagd in te spreken of op een andere manier mee te doen. Dit kan op
246
onderwerpen die zijn geagendeerd of door zelf te agenderen, onderwerpen aandragen via petities.nl of via ‘In gesprek met de raad’. De doelen van de gemeenteraad zijn: De gemeenteraad is zichtbaar, herkenbaar, bereikbaar en toegankelijk voor burgers en pers; De gemeenteraad informeert over zijn activiteiten en legt verantwoording af over besluitvorming; De gemeenteraad verschaft goede informatie en communiceert met Apeldoorners voor, tijdens en na besluitvorming; De gemeenteraad zet bij grote, belangrijke onderwerpen (bijvoorbeeld de kerntakendiscussie) een hoog participatieniveau in (advies, coproductie of meebeslissen). - Verkiezingen In maart 2014 waren gemeenteraadsverkiezingen. Deze gemeenteraadsverkiezingen lag het opkomstpercentage op 53%. Dat cijfer is iets hoger dan de voorgaande verkiezing. Dat was op 3 maart 2010 52,88%. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 was het opkomstpercentage 56,2%. - Inbreng van buiten Meer inbreng “van buiten” ziet de raad als versterking van de democratie,wat bijdraagt aan een betere kwaliteit van de besluitvorming. Het oogmerk is niet alleen buiten naar binnen te brengen maar het stadhuis (raad, college en organisatie) ook meer naar buiten zodat meer en beter inzicht bestaat in de wensen, belangen en opvattingen van de burgers. Daaraan wordt onder meer inhoud geven door regulier als raad en college de burgers op gaan zoeken.Dit gebeurt door het bijwonen van bijeenkomsten en het interactief communiceren via verschillende media, waaronder facebook en twitter. - Internet-tv Een divers medialandschap is belangrijk. De raad heeft gekozen voor het webcasten van de Politieke Markt Apeldoorn in vier vergaderzalen. Hierdoor worden alle vergaderingen zowel live als in het archief thuis of waar dan ook toegankelijk gemaakt. - Social Media In 2014 hebben social media als Facebook en Twitter een prominentere plek gekregen in de communicatie door de raad, raadsfracties en individuele raadsleden.
Sinds 2013 werkt de gemeenteraad met een gewijzigd en geoptimaliseerde vergaderstructuur. Om de week vinden raadsvergaderingen en PMA’s plaats. Op de raadsavond wordt dit voorafgegaan door een laagdrempelige mogelijkheid voor burgers en organisaties om onderwerpen te agenderen d.m.v. ‘In gesprek met de raad’.
247
248
2.2.8 Paragraaf dienstverlening Van Apeldoorn heeft Antwoord @ naar Focus 2017 Apeldoorn heeft Antwoord @ is de naam van de gemeentelijke beleidsvisie op dienstverlening, die in 2009 is vastgesteld. Werkend vanuit deze visie, is in de afgelopen jaren de aandacht voor de kwaliteit van het contact toegenomen. Parallel hebben zich ontwikkelingen voorgedaan, die noodzaken om binnen deze aanpak meer focus aan te brengen. Landelijk is overheidsbreed een visie op dienstverlening ontwikkeld. Deze visie is uitgewerkt in het Nationaal Uitvoeringsprogramma Betere Dienstverlening en e-Overheid (i-NUP) en vastgelegd in een convenant tussen alle overheidslagen. De gemeente Apeldoorn is verplicht mee te werken aan de totstandkoming (implementatie) van dit programma. Deze ambities voor 2017 zijn vertaald in een investeringsimpuls voor de lagere overheden, gekoppeld aan een bezuinigingstaakstelling voor de daaropvolgende jaren (Apeldoorn € 200.000). Recent heeft de huidige minister van BZK laten weten vast te willen houden aan deze ambities, met dien verstande dat bijv. de digitale toegang tot de overheid per die datum een voor burgers, bedrijven en instellingen afdwingbaar recht wordt. Lokaal is het financieel perspectief van de gemeente ingrijpend gewijzigd. Naast bezuinigingstaakstellingen op specifieke taakvelden dienen belangrijke besparingen te worden gerealiseerd door een efficiëntere bedrijfsvoering. Verbeteringen in publieksdienstverlening, hoe wenselijk vanuit voorkeuren van burgers, bedrijven en instellingen ook, moeten worden gerealiseerd binnen bestaande (vervangings-)budgetten, met andere woorden we zullen vooral moeten roeien met de riemen die we hebben. In 2014 is gestart met het programma Dienstverlening; Focus 2017, aan de slag! In aansluiting op de overheidsbrede visie op dienstverlening, heeft Focus 2017 de volgende uitgangspunten; • De vraag van burgers, bedrijven en instellingen staat centraal in ons handelen • We werken aan vermindering van het aantal onnodige klantcontacten • Ons gedrag is erop gericht mensen snel, vriendelijk en goed te helpen; we praten en schrijven in begrijpelijke taal • We richten ons primair op het digitale kanaal; waar enigszins mogelijk heeft dit communicatiekanaal de voorkeur • We bieden burgers, bedrijven en instellingen de mogelijkheid om de voortgang van hun transacties met de gemeente digitaal te volgen door dossiers zowel voor de klant als voor de gemeente digitaal te ontsluiten • We stellen geen overbodige vragen; het gebruik van gegevens in basisregistraties is verplicht • Waar persoonlijk contact met de gemeente noodzakelijk is, maken we persoonlijk contact voor burgers, bedrijven en instellingen mogelijk • Voor bedrijven en instellingen geldt, dat het papieren kanaal op termijn zal worden afgeschaft • Medewerkers worden in staat gesteld zich zodanig te ontwikkelen dat deze taken kunnen worden uitgevoerd op een wijze waarbij hostmanship centraal blijft staan. Focus 2017 is vergeleken met de visie 2009 concreter. We formuleren niet alleen kernwaarden, maar geven, waar deze botsen, ook de oplossingsrichting aan. We hebben oog voor gebruiksgemak ("de logica van de burger"), maar (moeten) meer op de kosten letten en kiezen daarom, meer dan voorheen, voor het digitale kanaal. We sturen meer op het gebruik van kanalen in plaats van het volgen van de kanaalvoorkeuren van burgers, bedrijven en instellingen. Het eindresultaat is specifieker omschreven. De producten zijn, waar enigszins mogelijk, in 2017 digitaal bereikbaar en de voortgang van transacties zijn voor burger en gemeente digitaal te volgen.
249
De uitgangspunten zijn uitgewerkt in drie programmalijnen: • Ander gedrag in contact met Apeldoorners; • Meer en betere dienstverlening in het eerste contact (uitbouw KlantContactCenter); • Aanvalsplan Digitalisering Dienstverlening. Iedere programmalijn leidt tot een (groot) aantal activiteiten in een periode van drie jaar vanaf september 2014. In het laatste kwartaal 2014 is het programma opgestart met o.a. de voorbereiding van zaakgericht werken, de programmering van de digitalisering van producten en de aanpak van de programmacommunicatie, waaronder een presentatie in de PMA.
Programma Middelen Antwoordt@ Het programma Middelen Antwoord@ is inmiddels onderdeel geworden van de bestaande organisatie. In de bestaande organisatie is het Servicepunt de ingang voor de interne dienstverlening. Snelheid met kwaliteit staat centraal. 80% van de gesprekken binnen 30 seconden beantwoorden, wordt bij een gemiddeld aanbod bij benadering gehaald. In geval van verstoringen en (grote) projecten is 60% het behaalde percentage. Door het integreren van werkzaamheden (medewerkers kunnen op meerdere vakgebieden vragen beantwoorden en meldingen verwerken) wordt de bereikbaarheid verhoogd. Kwaliteit in oplossingen wordt door een centrale kennisbank geborgd. Kanaalsturing; digitaal voorop, is het uitgangsprincipe. Het toegankelijker maken van de Servicepunt omgeving op A-net is als project opgestart in 2015.
Wat hebben we daar voor gedaan? Voor onze dienstverlening zijn in 2014 de volgende prestaties gerealiseerd: • Bij het Servicecentrum (KCC Stadhuis) zijn de ontvangen telefoontjes binnen 30 seconden opgenomen, bij het ISP (KCC Activerium) binnen 43 seconden. De medewerkers beantwoorden de vraag in de meeste gevallen direct. Dit is bij het Servicecentrum gelukt in 82% van alle telefoongesprekken, bij het ISP in 77%. De overige gesprekken worden doorverbonden met de juiste persoon in de back office. • De ontvangst van een brief of fax wordt binnen vijf dagen bevestigd. • Brieven en faxen worden binnen 4 weken beantwoord, of er volgt bericht wie met de vraag bezig is en binnen welke termijn antwoord mag worden verwacht. • 80% van onze klanten aan de balie is binnen maximaal 15 minuten geholpen. Klanten die op afspraak komen zijn op het afgesproken tijdstip geholpen. • Onze website is 99,9% van de tijd bereikbaar geweest. De formulieren via het digitale loket zijn 's nachts niet bereikbaar in verband met een back-up die 's nachts plaatsvindt. • Op onze website www.apeldoorn.nl treft men ook actuele informatie aan over gegevens die wij nodig hebben om de dienst goed te leveren. Zo komen de burgers goed voorbereid naar de gemeente, als een product of dienst niet via internet beschikbaar is. • Burgers kunnen inloggen in hun persoonlijke internetpagina (PIP). Daarop kunnen zij producten aanvragen, betalen alsmede de status van hun aanvraag volgen. • Vragen kunnen worden gesteld via
[email protected]. Mailberichten aan dit adres worden direct gevolgd door een ontvangstbevestiging. Vragen die per mail zijn gesteld zijn, voor zover deze bij het KCC direct beantwoord konden worden, binnen 3 uur beantwoord. • Burgers hebben zelf of via het KCC afspraken gemaakt als ze gebruik wilden maken van de loketten in het stadhuis of het Activerium en zijn dan op het afgesproken tijdstip geholpen. • Vergunningaanvragen worden binnen de wettelijke termijnen afgehandeld. • 90% van de Participatiewet aanvragen wordt binnen 4 weken afgehandeld. • 50% van de bijstandsaanvragen in het kader van de Participatiewet wordt binnen 2 werkdagen afgehandeld. Bovenstaande prestaties zijn verdeeld over meerdere hoofdstukken in deze programmabegroting. Zo staat binnen programma 1 de juridische kwaliteitszorg mede in het teken van Antwoord. In eerste instantie wordt altijd geprobeerd via persoonlijk contact een dreigend conflict te voorkomen. Zo wordt enerzijds gestuurd op korte termijnen voor het afwikkelen van bezwaren en
250
klachten en anderzijds wordt bewust een langere doorlooptijd genomen om tegemoet te komen aan bezwaren of voor mediation. Daarnaast wordt door het beschikbaar stellen van digitale aanvraagformulieren op de website, het indienen van bezwaren en klachten gemakkelijker gemaakt. Naast bovengenoemde prestaties zijn in 2014 de volgende zaken in ontwikkeling of gerealiseerd: Vorming KCC Dit is een doorontwikkelde versie van de frontoffice, waarbij medewerkers van de frontoffice aanzienlijk meer vragen in één keer kunnen afwikkelen en breder inzetbaar zijn op verschillende taken. Deze ontwikkeling is gestart in 2014 en loopt door tot 2017. De ICT-structuur - de invoering van een zaaksysteem - is hierbij de ruggengraat. In het zaaksysteem worden alle contacten van burgers en bedrijven met de Gemeente Apeldoorn geregistreerd, waardoor beter en vollediger antwoord kan worden gegeven. Vergunningverlening In 2014 is samen met de medewerkers alles voorbereid om digitaal te kunnen werken. Naast de implementatie van een verbeterde versie van de ICT-voorzieningen in 2015, zullen de medewerkers opgeleid worden en zal het interne werkproces m.b.t. vergunningverlening digitaal plaatsvinden. Zorgloket: Het wmo-loket is via meerdere kanalen bereikbaar: telefonisch in de ochtenden via 14055, persoonlijk door een bezoek aan de balie in het stadhuis of door gebruik te maken van het contactformulier op de website. Waar nodig wordt de hulpvrager thuis bezocht. Aanvragen voor het leerlingenvervoer en de gehandicaptenparkeerkaart kunnen ook digitaal worden ingediend. Onderstaand overzicht geeft een weergave van de programma’s en producten waar dienstverlening een belangrijke rol speelt. Transactie /activiteit Documenten Burgerzaken Aanvragen vergunningen
Programma Bestuur, burgerzaken, organisatie en financiën (1) Veiligheid (2) Openbare Ruimte (3) Duurzame milieubescherming (4) Ruimtelijke ontwikkeling, economie en wonen (9)
Aanvragen uitkeringen, schuldhulpbemiddeling Behandelen klacht of bezwaarschrift Bedrijvenloket
Werk, inkomen en arbeidsmarkt (6) Bestuur, burgerzaken, organisatie en financiën (1) Ruimtelijke ontwikkeling, economie en Wonen (9)
Beleidsproduct Burgerzaken (003) Brandweer en rampenbestrijding (120) Openbare Orde en veiligheid (140) Parkeren (214) Milieubeheer (723) Openbaar groen (560) Overige volkshuisvesting (822) Schuldhulpverlening (310) Werkgelegenheid (611) Participatie (623) Bestuursondersteuning (002) Handel en ambacht (310)
In de begrotingsprogramma’s 1, 2, 3, 4, 6 en 9 spelen specifieke normen voor de dienstverlening van burgerzaken, de vergunningverlening, zorg, werk en inkomen en het bedrijvenloket. Voor al deze vormen van zogenaamde transactiedienstverlening tussen de gemeente Apeldoorn en burgers en bedrijven geldt dat er zoveel mogelijk via digitale dienstverlening wordt gewerkt, dat er kwaliteitsnormen aan het telefoonverkeer van de klantencontactcentra (KCC stadhuis, ISP
251
Activerium) evenals voor het e-mail- en postverkeer worden gesteld. Ook wordt er gestuurd op zo kort mogelijke doorlooptijden, zo mogelijk beperkt tot 1 dag of direct klaar producten. Het Werkplein Activerium Het werkplein in Apeldoorn is het regionale werkplein binnen de arbeidsmarktregio en heeft het voortouw in de re-integratie van werkzoekenden vanuit de Participatiewet en deels de WW. Er zal nauw worden samengewerkt met het te vormen Werkbedrijf ten behoeve van de doelgroep met een beperking. Daar waar het UWV zich voor 90% concentreert op digitale dienstverlening kenmerkt zich de dienstverlening van het werkplein in een intensieve en activerende aanpak onder de noemer ‘Direct Actief’. Hierbij worden werkzoekenden vanaf de start intensief ondersteund in het zoeken naar werk. Lukt het niet gelijk om aan regulier werk te komen (en daarmee een beroep op een uitkering te voorkomen), dan worden mensen in een trainingscentrum getraind in effectief solliciteren (2 dagdelen per week) en in werknemersvaardigheden door gedurende 4 weken in een bedrijfsmatige omgeving opgezet met de Felua te werken (4 dagdelen per week). Als het ook in deze periode niet lukt aan regulier werk te komen gaan deelnemers gedurende maximaal 3 maanden stagelopen bij instellingen en bedrijven. Als ook dit niet tot regulier werk leidt, kan aansluitend nog gedurende circa een half jaar deelname aan een leerwerksetting worden geboden. Al met al beschikt de gemeente daarmee over een activerende aanpak van ongeveer 1 jaar. Vanaf mei 2014 wordt Direct Actief tevens aangeboden aan mensen die al langer een uitkering ontvangen. Ook wordt dit programma in aangepaste vorm ingezet voor mensen met een beperking (nieuwe doelgroep Participatiewet). De dienstverlening aan werkgevers is geïntensiveerd. Om werkgevers te boeien en te binden worden, in samenwerking met de bedrijfscontactfunctionarissen Economische Zaken (Eenheid Publiek, Ondernemen en Wijken), Felua en het UWV diverse netwerkbijeenkomsten georganiseerd. Zo worden werkgevers geïnformeerd over de diverse ontwikkelingen in relatie tot de arbeidsmarkt en personeelsvoorzieningen. Hier zijn initiatieven uit voortgekomen zoals het project Apeldoorn Scoort waarbij ambassadeurs uit het bedrijfsleven, collega-ondernemers enthousiasmeren open te staan voor werknemers die een beperking hebben, of een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Een ander instrument wat veel wordt ingezet om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt toe te leiden naar werk, is het instrument sociaal aanbesteden. Om te voorkomen dat werkgevers telkens worden benaderd door accountmanagers van diverse organisaties, wordt intensieve samenwerking gezocht met de werkgeversdienstverlening van Felua en UWV. Dit vertaalt zich ook naar het verder vorm geven aan regionale werkgeversdienstverlening. In regionaal verband wordt samen met werkgevers en het onderwijs geïnvesteerd in het verbeteren van de regionale arbeidsmarkt. Door middel van het Akkoord van Beekbergen wordt met ondersteuning van onder andere provinciale middelen binnen een 13-tal projecten hieraan concreet uitvoering gegeven. Daar waar schulden een belemmering zijn bij maatschappelijke participatie, bieden wij schuldhulpverlening aan. Voorwaarde is wel dat de betrokkene gemotiveerd is. Ook een sociaal krediet behoort tot de mogelijkheden. Hiermee wordt voorkomen dat inwoners zich wenden tot woekeraars en de schuldsituatie verergert.
252
2.2.9 Paragraaf veiligheid gemeentebreed De gemeente heeft de regie over het lokale integrale veiligheidsbeleid. Onder regie wordt hier verstaan: Een bijzondere vorm van sturen die is gericht op de afstemming van actoren, hun doelen en handelingen tot een min of meer samenhangend geheel, met het oog op een bepaald resultaat 2 (een definitie van Partners en Pröpper ).
Veiligheid is een breed en complex begrip. De vijf veiligheidsvelden zijn: VEILIGHEIDSVELD Veiligheidsthema's veilige woon- en sociale kwaliteit (zoals woonoverlast, overlast zwervers en leefomgeving verslaafden) fysieke kwaliteit (zoals vernieling, graffiti, zwerfvuil) objectieve veiligheid/veel voorkomende criminaliteit (zoals woninginbraak, fietsendiefstal, geweldsdelicten) subjectieve veiligheid/veiligheidsgevoel bedrijvigheid en veiligheid veilige winkelgebieden veilige bedrijventerreinen veilig uitgaan veilige evenementen veilig toerisme jeugd en veiligheid overlastgevende jeugd criminele jeugdgroepen/individuele probleemjongeren jeugd, alcohol en drugs veilig in en om de school fysieke veiligheid verkeersveiligheid brandveiligheid externe veiligheid voorbereiding op de rampenbestrijding integriteit en veiligheid polarisatie en radicalisering georganiseerde criminaliteit ambtelijke en bestuurlijke integriteit
Het uiteindelijke resultaat dat voor ogen staat is Apeldoorn als comfortabele (gezins)stad. Veiligheid is een randvoorwaarde om een comfortabele gezinsstad te kunnen zijn. Apeldoorn is op dit moment een veilige stad en wil dit in de toekomst blijven. Samenwerking vanuit meerdere disciplines (multidisciplinair) en met meerdere partijen is noodzakelijk om tot een adequate aanpak te komen. Elke partij heeft immers haar kennis, expertise, informatie of netwerk, en door hier samen van elkaar gebruik te maken kan de aanpak van een probleem in positieve zin worden bevorderd. 3
In sommige gevallen heeft de gemeente daarbij een bepaalde mate van doorzettingsmacht , maar meestal komt het aan op verleiding. Er wordt samen gewerkt aan de oplossing van een lokaal probleem omdat alle partijen de meerwaarde hiervan inzien.
2
De gemeente als regisseur, Lokale daadkracht mobiliseren, een uitgave van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, p. 9 3 Potentie om eenzijdig medewerking van andere partijen af te dwingen, door middel van wettelijke mogelijkheden of financiële middelen.
253
De gemeenteraad heeft op basis van de veiligheidsanalyse op 3 juli 2014 bepaald dat Apeldoorn een veilige stad moet blijven en heeft gekozen voor een vijftal veiligheidsthema’s voor de periode 2015-2018: • Sociale kwaliteit: overlast in de woonomgeving • Objectieve veiligheid, met name huiselijk geweld, woninginbraken, (woning)overvallen en straatroof • Jeugdcriminaliteit, jeugdprostitutie en loverboys: • preventieve aanpak (aandacht voor sociale media/cyberpesten/groepsdruk, weerbaarheid van jongeren) • repressieve aanpak • Georganiseerde criminaliteit, met name aanpak hennepteelt, mensenhandel en OMG (outlaw motorcycle gangs) • Veilig toerisme Deze vijf veiligheidsthema’s zijn met de betrokken interne en externe partners verder uitgewerkt in een concept Integrale Veiligheidsplan Apeldoorn 2015-2018. Dit plan is begin 2015 in de Politieke Markt Apeldooorn ter consultatie voorgelegd.
254
2.2.10 Paragraaf vastgoed Inleiding In 2014 is het bestuursakkoord ‘Door!’ 2014-2018 vastgesteld, met ten aanzien van het gemeentelijke vastgoed de ambities en opgaven om “orde op zaken te stellen in de vastgoedportefeuille”. Het afgelopen jaar is daarvoor een belangrijke basis gelegd met betrekking tot • gewenste transparantie en inzicht (opstart van het Meerjaren Perspectief Vastgoed (MPV), • verduurzaming (besluit verduurzaming 15 belangrijkste panden), en • de verkoopopgave om in lijn met de kadernota Vastgoed uit 2012 toe te werken naar een compacte strategische (kern)portefeuille ((besluiten inzake oneigenlijk woningbezit, Maatschappelijk vastgoed en bestemmingswijziging bij verkoop). Het MPV schept kaders, biedt inzicht in onze portefeuille en brengt vraag en aanbod financieel en functioneel in kaart. Het MPV vormt daarmee voor de gemeenteraad een goed instrument om 4 haar controlerende- en kaderstellende rol uit te voeren . In het MPV staan we stil bij wat we aan vastgoed willen behouden en wat we willen afstoten. Daarin zal vanaf 2015 ook de huidige paragraaf vastgoed hierbij betrokken worden.
Gemeentelijk vastgoed De Gemeente Apeldoorn is eigenaar van veel kadastrale eigendommen. Binnen de gemeente maken we onderscheid in de gebruiksportefeuille die hoofdzakelijk is ondergebracht bij het Vastgoedbedrijf (circa 185 objecten) en de ontwikkelportefeuille (circa 120 objecten) die valt onder het Grondbedrijf; beide bedrijven vallen onder de eenheid Vastgoed en Grond. Daarnaast heeft de gemeente een economisch claimrecht op circa 100 schoolgebouwen, waarvan het (juridisch) eigendom voor het merendeel bij de schoolbesturen ligt en heeft de eenheid Jeugd, Zorg en Welzijn circa 35 gymlokalen in eigendom ten behoeve van de Onderwijshuisvesting. Tenslotte huurt de gemeente enkele gebouwen voor met name eigen bedrijfsvoering. Het vastgoed in kader van onderwijshuisvesting wordt aan het einde van deze paragraaf Vastgoed toegelicht. In lijn met de kadernota Vastgoed uit 2012 werken we toe naar een compacte strategische (kern)portefeuille Het gemeentelijk vastgoed wordt primair ingezet om de gemeente zelf te huisvesten of om haar beleidsdoelstellingen en of haar kerntaken te realiseren. Hierbij kan gedacht worden aan het inzetten van vastgoed op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid, welzijn, sport, leefbaarheid, ontmoeting in de wijk, cultuur, educatie of ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast hebben we vastgoed in bezit dat niet bijdraagt aan genoemde doelstellingen. Dit noemen we oneigenlijk vastgoed
Op 14 november 2013 heeft uw raad ons college verzocht om met ingang van het jaar 2014 een MPV aan de raad voor te leggen. Motie 26 – Meerjarenperspectief Vastgoed 4
255
Het Vastgoedbedrijf wordt aangestuurd door het team Vastgoed en dat team vervult ook taken voor het Grondbedrijf en Onderwijshuisvesting. Vanuit de eigenaarsrol zet het Vastgoedbedrijf het gemeentelijk vastgoed, onze vastgoedkennis en vastgoedorganisatie primair in om gemeentelijke (beleids)ambities en doelstellingen te faciliteren. De reorganisatie, bestuurlijke kaders m.b.t. de nieuwe overheid, de huidige taakstellingen op vastgoed, én de verkoopopgave zijn aanleiding voor actualisering en verankering van de rollen binnen het Vastgoedbedrijf als vastgoedeigenaar, portefeuillemanager, vastgoedbeheerder en vastgoedontwikkelaar. Dit doen we vanuit een nieuwe zakelijkheid, • waarin bedrijfsmatige afwegingen bijdragen aan een optimaal resultaat, • waarbij maatschappelijk- en financieel rendement meer in balans zijn, en • de bedrijfseconomische sturing op het Vastgoedbedrijf kan worden geborgd. Deze kerntaak vervult het Vastgoedbedrijf vanuit een tweeledige doelstelling: 1. Zorg dragen voor weloverwogen toekomstbestendige huisvesting- en vastgoedoplossingen, vanuit een vastgoedeconomisch oogpunt en met aandacht voor de sociaal-maatschappelijke context;
256
2. Als eigenaar de rol van ‘goed huisvader en rentmeester’ met betrekking tot onze gemeentelijke vastgoedeigendommen vervullen. Het team Vastgoed maakt als strategisch vastgoedadviseur daarbij bedrijfseconomische afwegingen in relatie tot toekomstperspectieven inzichtelijk. Daarmee is vastgoed een verbinder tussen bedrijfseconomische en beleidsinhoudelijke afwegingen op gebied van vastgoed
Financiële context Vastgoedbedrijf Financieel gezien loopt het Vastgoedbedrijf door bijna alle beleidsprogramma’s en vele beleidsproducten heen. Hierbij is een onderscheid te maken tussen enerzijds het vastgoed waarvan het saldo van baten en lasten voor rekening van de algemene dienst komt via eenheid Vastgoed & Grond en anderzijds het vastgoed waarvan de baten en lasten worden verrekend met andere eenheden. Dit betreft voor het merendeel het vastgoed dat gerelateerd is aan een reserve. Te denken valt aan Circulus, begraafplaatsen, parkeergarages en fietsenstallingen, onderwijshuisvesting en het Grondbedrijf. Onderstaand overzicht geeft de financiën van het gemeentelijk vastgoed voor wat betreft begroting en rekening 2014 weer. Vastgoed Vastgoedbedrijf (excl. onderwijshuisvesting); bedragen * € 1.000
Prg Product
Begrote lasten
Begrote baten
Begroot resultaat
Werkelijke Werkelijke lasten baten
plus = V
Produkten Vastgoedbedrijf saldo t.l.v. algemene dienst eenheid Vastgoed en Grond Stadhuis/vm Postkantoor/Activerium/Portaal 1 002 4.723 Oneigenlijk/te verkopen vastgoed/algemeen 1 922 2.222 Brandweer 2 120 395 Parkeergarage Orpheus 3 214 370 Wijkposten, kinderboerderijen, Berg en Bos 3 560 1.196 Onderwijs advies 5 480 185 Omnizorg 7 620 958 Wijkcentra, MFC's, pnvodb, Kristal 7 630 1.525 Sporthallen, zwembaden, Omnisport 8 530 3.790 Sportvelden 8 531 537 Huis voor Schoone Kunsten, ACEC, Orpheus 8 540 3.182 CODA 8 541 1.326 Historische gebouwen/objecten 8 541 43 20.452 Produkten Vastgoedbedrijf saldo te verrekenen met andere eenheden Rijwielstallingen 3 211 Parkeergarages 3 214 Hapshutten/bosbeheer 3 550 Volkstuinen, bos- & landbouwgronden, snippergroen 3 560 Gemalen 3 722 Begraafplaatsen 3 724 Circulus 4 721 Onderwijs/Sport gymzalen 5 480 CJG's 5 716
Totaal
Werkelijk resultaat
Werkelijk tov Begroot
plus = V
plus = V
4.663 3.319 276 348 1.012 0 925 1.908 1.954 107 3.078 1.047 0 18.637
-60 1.097 -119 -22 -184 -185 -33 383 -1.836 -430 -104 -279 -43 -1.815
4.222 3.558 401 367 1.165 141 914 1.503 3.994 494 3.191 1.291 47 21.288
4.577 3.211 274 345 1.027 0 854 1.853 1.958 85 3.068 1.059 0 18.311
355 -347 -127 -22 -138 -141 -60 350 -2.036 -409 -123 -232 -47 -2.977
415 -1.444 -8 0 46 44 -27 -33 -200 21 -19 47 -4 -1.162
71 470 77 159 4 159 170 298 0 1.408
108 2.161 14 106 0 70 632 2.774 218 6.083
37 1.691 -63 -53 -4 -89 462 2.476 218 4.675
73 373 65 194 3 170 185 351 0 1.414
108 2.161 13 140 0 70 663 2.792 180 6.127
35 1.788 -52 -54 -3 -100 478 2.441 180 4.713
-2 97 11 -1 1 -11 16 -35 -38 38
21.860
24.720
2.860
22.702
24.438
1.736
-1.124
exclusief produkt 830 (Grondbedrijf met door Vastgoedbedrijf beheerd vastgoed voor grondexploitaties; vastgoedexploitatie rechtstreeks opgenomen in het Grondbedrijf) exclusief saldoverrekening met andere eenheden; hiermee is het bruto resultaat door/via Vastgoedbedrijf zichtbaar exclusief produkten team Grond (produkten 301, 810 en 002 fiscaal advies concern) inclusief interne huur & exploitatiebijdragen van andere eenheden aan Vastgoedbedrijf
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het Vastgoedbedrijf over 2014 een nadelig resultaat ten opzichte van de begroting kent van circa € 1,1 mln. Deze is per saldo grotendeels te verklaren vanuit het niet volledig kunnen realiseren van de vastgoedtaakstellingen. De relevante afwijkingen zijn onder de verschillende programma’s nader toegelicht. De in de tabel genoemde lasten en baten zijn zowel in begroting als werkelijkheid vertekend vanwege onder meer onderstaande effecten: • Voor panden verhuurd aan Accres wordt het eigenarenonderhoud bekostigd vanuit de subsidierelatie van de verschillende beleidseenheden met Accres. In de huurprijs is ook de component eigenarenonderhoud niet opgenomen; • Voor wat betreft het Omnisportcentrum is met de exploitant naast een exploitatievergoeding in het verleden een huursom van € 1 afgesproken;
257
•
Voor wat betreft de panden Orpheus, CODA en het Omnisportcentrum is met de huurder afgesproken dat de verantwoordelijkheid van het eigenarenonderhoud bij hen ligt met een bekostiging via de subsidierelatie met verschillende eenheden.
De boekwaarde van de bestaande opstallen van het Vastgoedbedrijf is in 2014 gedaald tot € 200 mln en is voornamelijk gelegen in de 15 grootste panden (namelijk circa € 175 mln).
Courantheid en waardering Vastgoed kent verschillende financiële waarderingen. Naast de boekwaarde speelt de marktwaarde van het vastgoed een belangrijke rol. Hoe en tegen welke waarde het vastgoed dient te worden gewaardeerd hangt af van de functie van het vastgoed. Er wordt conform regels besluit begroting en verantwoording (BBV) onderscheid gemaakt tussen vastgoed met een maatschappelijke functie en een bedrijfseconomische functie. Maatschappelijk vastgoed mag worden gewaardeerd tegen boekwaarde. Bedrijfseconomisch vastgoed dient te worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Vastgoed is bedrijfseconomisch wanneer het in eigendom wordt gehouden om bewust winst of waardestijging te creëren of wanneer de bestuurlijke intentie is om het vastgoed te verkopen c.q. niet langer duurzaam te exploiteren. In juni 2014 heeft de raad de functie-indeling met betrekking tot vastgoed vastgesteld. Op basis van de vastgestelde functie-indeling is er een risicoanalyse gemaakt voor de vastgoedportefeuille van het Vastgoedbedrijf. In de paragraaf weerstandsvermogen is het risico van mogelijke afwaardering van vastgoed opgenomen.
Kaderstelling Nota Gemeentelijk Vastgoed – Afstoten vastgoed Onze gemeente staat voor de opgave om een fors deel van de gemeentelijke vastgoedportefeuille af te stoten. Via de kaderstelling van de Nota Gemeentelijk Vastgoed is in november 2012 door de Raad onder meer bepaald dat vastgoed niet meer bijdraagt aan het realiseren van de gemeentelijk beleidsdoelstellingen als oneigenlijk vastgoed in principe kan worden afgestoten op een bedrijfseconomisch goed moment. Oneigenlijk vastgoed betreft niet alleen een groot aantal woningen en overig commercieel vastgoed, maar ook voor een belangrijk onderdeel ons maatschappelijk vastgoed, zoals wijk- en buurtcentra. In 2014 is gebleken dat aan het maatschappelijke belang van vastgoed of van haar gebruikers in een aantal gevallen meer waarde wordt gehecht dan aan de financiële waarde. De Raad heeft daarom gevraagd bij het maken van een verkoopbesluit nadrukkelijk de maatschappelijke belangen af te wegen. Eind 2014 is daarom de ‘Beleidslijn verkoop maatschappelijk vastgoed’ vastgesteld. Deze beleidslijn biedt de ruimte om af te wijken van de eerdere kaderstelling ‘Nota Gemeentelijk Vastgoed’. Hier is binnen de MPB 2015-2018 een structureel budget voor getroffen van € 400.000 (met een bandbreedte van € 200.000 tot 600.000). Vanuit het bestuursakkoord “Door” zijn in de MPB 2015-2018 middelen vrijgemaakt voor een reductie van de vastgoedtaakstelling met € 0,6 mln per jaar, met een bandbreedte van € 0,3 mln tot € 0,9 mln. Ook is in 2014 onderzocht of het (versneld) verkopen van de portefeuille ‘oneigenlijk woningbezit’ mogelijk is. De Raad heeft ingestemd met het voortzetten van het huidige beleid, namelijk uitponden, maar heeft tevens aangegeven dat wanneer er zich kansen in de markt
258
voordoen om de portefeuille te verkopen in verhuurde staat, deze kans te willen benutten. In 2015 moet blijken of dit leidt tot een versnelde verkoop.
Onderhoud en investeringen Zoals in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is aangegeven wordt voor het onderhoud ten aanzien van het vastgoed van het Vastgoedbedrijf gewerkt met de kwaliteitsniveaus zoals vastgesteld in de Vastgoednota Vastgoedbedrijf Apeldoorn (VGA). Dit betreft met name een sober maar doelmatig kwaliteitsniveau (niveau 3). Het vastgoed voldoet in algemene zin goed aan dit onderhoudsniveau. Voor vastgoed wat meerjarig in de gemeentelijke vastgoedportefeuille blijft, is met ingang van 2011 een onderhoudsvoorziening getroffen. Deze voorziening kent ultimo 2014 een stand van circa € 1,9 mln. Voor een groot deel van de portefeuille zijn in 2014 de meerjarenonderhoudsplannen geactualiseerd. Het planmatig niet-jaarlijks onderhoud kan uit deze voorziening de komende 20 jaar worden gedekt. Voor panden die in de vastgoedportefeuille zitten, maar dienen te worden afgestoten (bijvoorbeeld verkoop woningen) of in de categorie overige beleidsdoelen vallen is deels geen Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) aan de orde. Hiervoor wordt waar noodzakelijk onderhoud voor uitgevoerd op ad hoc basis en daar waar het een verkoopstimulerend effect heeft. Deze kosten worden niet betrokken bij de genoemde onderhoudsvoorziening, maar bekostigd uit de reguliere onderhoudsexploitatie. Daarnaast geldt voor de panden Omnisportcentrum, CODA en Orpheus en de aan Accres verhuurde panden dat het eigenarenonderhoud is belegd bij de huurder, die hiervoor wordt gesubsidieerd. In lijn met rapport Vastgoed in één hand wordt in 2015 helder onder welke condities en voorwaarden het eigenaren onderhoud kan worden teruggehaald. Voor de aan Accres verhuurde panden geldt dat met ingang van de nieuwe prestatie-afspraken ingezet wordt op een nieuwe systematiek van de aan hen te verstrekken onderhoudsgelden. Uitgangspunt is geen jaarlijkse bekostiging op basis van een 40-jarig MJOP maar een jaarlijkse bekostiging op basis van nieuwe MJOP’s met een planningshorizon van 8 jaar. Naast regulier onderhoud zullen door beleidskeuzes of grootschalige upgrading periodieke investeringen (vervanging, renovatie) nodig zijn in ons vastgoed. De structurele onderhoudsbudgetten voorzien in het langjarig in stand houden van het opstal. Echter investeringen, die noodzakelijk zijn om een gebouw functioneel te houden, zijn niet opgenomen in de huurprijzen en MJOP’s en daarmee in de onderhoudsbudgetten. Naar de toekomst toe vraagt dit bewustzijn en vooral vroegtijdige signalering en reservering van middelen hiervoor. Op basis van een Meerjareninvesteringsprogramma (MIP) kunnen dergelijke investeringen worden opgenomen, zodat na besluitvorming jaarlijks middelen ter beschikking kunnen worden gesteld. De noodzakelijke investeringen in het vastgoed voor de eerstvolgende 5 tot 8 jaar worden in de eerstvolgende MPB in deze paragraaf opgenomen. De eerste MIP-versie wordt ter bestuurlijke besluitvorming aangeboden na uitwerking van een eerste Meerjaren Perspectief Vastgoed (zie volgende alinea).
Vastgoed en ontwikkelingen Veranderende wet- en regelgeving, trends en marktontwikkelingen op het gebied van vastgoed vragen een toenemende accuraatheid en professionaliteit op financieel-economisch en juridisch vlak en vragen daarmee om meer inzicht en transparantie in de vastgoedportefeuille. Het Vastgoedbedrijf heeft zich daarom gecommitteerd aan de wens van de Raad om een Meerjaren Perspectief Vastgoed (MPV) op te stellen, in de lijn zoals dit ook bij het Grondbedrijf (middels een Meerjaren Perspectief Grond) is gedaan. In 2014 zijn de eerste gesprekken hierover met de Raad gevoerd (in een Masterclass Vastgoed en een besloten PMA). In 2015 zal het
259
Vastgoedbedrijf een eerste MPV uitbrengen waarin wordt gerapporteerd over de ‘top 15’ objecten. In 2016 zal dit voor de gehele vastgoedportefeuille van het Vastgoedbedrijf worden gedaan. Eerder genoemde thema’s in deze paragraaf zullen onderdeel gaan uitmaken van het MPV. Zo zal er in worden gegaan op de waardering, of het vastgoed nog benodigd is voor de beleidsdoelstellingen (strategie bepaling), de verkoop van ons vastgoed, en de effecten daarvan op de taakstelling en of er in de toekomst in geïnvesteerd dient te worden (MIP). Ook zal duurzaamheid nadrukkelijk aan de orde komen. In 2015 maken wij keuzes in welke verduurzamingsmaatregelen wij gaan toepassen in de top 15 panden van onze kernportefeuille. Het MPV zal uiteindelijk deze paragraaf vervangen. In de tussentijd gaan we door met de verkoopopgave. De bereidwilligheid van de markt om ons overtollig vastgoed op te nemen speelt een bepalende rol voor het al dan niet behalen van de verkooptaakstellingen. De vastgoedmarkt kenmerkt zich op dit moment als een vragersmarkt. De marktwaarde is onderhevig aan een neerwaartse economische situatie en is - nog steeds – niet florissant. Daarbij is een deel van onze vastgoedportefeuille incourant en op de vrije markt niet of zeer lastig verkoopbaar. Zoals eerder gemeld zijn deze verkoopbeperkende elementen onderkend door in de MPB 2015-2018 een reductie van de vastgoedtaakstelling met € 0,6 mln op te nemen, met een bandbreedte van € 0,3 mln tot € 0,9 mln. Wij zullen alles uit de kast moeten halen om de doelstellingen op het gebied van afstoot van ons vastgoed te realiseren. Dat doen we door onze organisatie goed te outilleren. Vanuit een centraal verkooploket gaan we voor innovatieve doelmatige oplossingen en bedenken verkoopversnellende instrumenten. Wij zoeken de oplossing op het gebied van financiële arrangementen, het inzetten van creatieve instrumenten zoals veilingen en het op maat aanbieden van combinaties in de te verkopen objecten. Dit doen wij door bereidheid en flexibiliteit te tonen in mogelijkheden om nieuwe of tijdelijke bestemmingen toe te voegen. Maar ook door bekendheid te geven aan objecten die wij willen verkopen via onze website, winkel, verkoopacties of door actieve PR. We beschouwen echter de verkoopopgave niet vanuit 'beperkingen’, maar vanuit ‘kansen'. We verkennen nieuwe oplossingsrichtingen die een meerwaarde hebben voor de gemeente, voor onze klanten en de samenleving: ruimtelijk, maar óók financieel. In • • • • • • •
2015 staan de komende ontwikkelingen centraal voor wat betreft het gemeentelijk vastgoed: Het opstellen van het eerste Meerjaren Perspectief Vastgoed Realiseren van de taakstellingen op gemeentelijk vastgoed Uitvoeren van het recent opgestelde verkoopprogramma Vorm en invulling geven aan de verduurzamingsopgave In het kader van vastgoed op orde: het doorontwikkelen van het vastgoedinformatiesysteem Verdere actualisering van onze MJOP’s In het licht van het bestuursakkoord doorgroeien naar een centrale vastgoedorganisatie, met inachtneming van het gekozen scenario ten aanzien van taken en rollen van de gemeentelijke vastgoedorganisatie
Onderwijshuisvesting Ten aanzien van onderwijshuisvesting geldt een bijzondere afwijkende situatie. De gemeente Apeldoorn is geen (juridisch) eigenaar, dat zijn de schoolbesturen. De gemeente heeft alleen een economisch claimrecht. De schoolbesturen gaan over het onderhoud en de instandhouding van de scholen. De gemeente heeft vanaf 2015 niet langer de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud aangezien deze verantwoordelijkheid is overgedragen aan de schoolbesturen. De voor rekening van de gemeente komende onderhoudsverplichting wordt verrekend met de reserve onderwijshuisvesting. Voor schoolgebouwen is de voorziening onderhoud Vastgoedbedrijf daarom niet aan de orde. De gemeente houdt alleen nog een gedeelde verantwoordelijkheid met de schoolbesturen waar het gaat om renovatie, uitbreiding en (ver)nieuwbouw. Gedeeltelijk komen keuzes daarbij tot stand vanuit onderwijskundige (beleids)ontwikkelingen die plaatsvinden zoals bijvoorbeeld het passend onderwijs. Voor wat betreft lasten en baten van onderwijshuisvesting wordt verwezen naar programma 5.
260
Bijlagen bij de jaarrekening
261
Bijlage A Staat van reserves en voorzieningen
263
Staat van reserves Omschrijving Algemene reserves Algemene reserve
Egalisatie Bouwleges* Exploitatie begraafplaatsen*
Totaal Algemene Reserve
Bestemmingsreserves Reserve bedrijfsvoering GRF Egalisatie Bouwleges* Stelpost lok. woonw.bew./kerm.
Boekwaarde 31-12-2013
Boekwaarde 01-01-2014
-23.281.638
-20.479.077
-1.465.005 -228.737
-1.465.005 -228.737
-24.975.380
-22.172.819
50.000
50.000
Vermeerdering wegens rente
Overige Vermeerdering
Vermindering
-851.020
19.070.099
16.652.241
Boekwaarde 31-12-2014 -18.912.239
Minimum
Maximum
3.000.000
n.v.t. n.v.t.
-851.020
19.070.099
16.652.241
-18.912.239
7.141.494
4.079.603
50.000 1.596.886 119.186
0 n.v.t. 0
117.136
117.136
2.050
Bereikbaarheid binnenstad
2.148.712
2.148.712
37.602
5.842.950
6.396.855
1.632.409
-3.000.000
Riolering**
3.514.615
1.535.234
61.506
14.396.961
13.467.497
2.526.204
Huisvuilrechten Schildersonderh. openb. verlichting
6.324.584 977.476
6.324.584 977.476
21.103.651
22.204.851 171.000
5.223.384 806.476
op termijn positief 10 jaar -600.000 0
1.849.613
1.519.588
97.285
n.v.t.
489.565
291.045
591.186
0
2.630.000
496.500 266.900
3.105.097 977.871 362.497
0 0 0
Exploitatie begraafplaatsen* Vernieuwen bomenbestand Reserve kapitaallasten Transformatieplan Reserve kapitaallasten Brinkparkgarage Egalisatiereserve wegenonderhoud
-4.003 392.666
392.666
946.271 1.192.309
946.271 1.192.309
25.326 52.462
362.497
265
Doel en bijzonderheden
n.t.v. De Saldireserve en de reserve eenmalige bestedingen zijn m.i.v. 1-1-2008 samengevoegd. De reserve is een buffer t.b.v. rekening-uitkomsten; wordt ook wel gebruikt ter dekking van incidentele uitgaven n.v.t. Bestemd voor continuïteit in tariefstelling bouwleges. geen Afkoop tijdelijke exploitatietekorten a.g.v. onderhoudsverplichtingen en investeringen
50.000 Waarborgen continuïteit bedrijfsvoering n.v.t. Bestemd voor continuïteit in tariefstelling bouwleges. geen Dekking van optredende tekorten 3.000.000 Parkeervoorzieningen en stimulering fiets en OV ter ontsluiting binnenstad n.v.t. Onderhoud, vervanging verouderde rioolstelsels en waterberging 3.600.000 Egalisatie tariefsaanpassingen 1.000.000 Reservering ten behoeven van periodiek (1 maal per 7 jaar) terugkomende werkzaamheden. geen Afkoop tijdelijke exploitatietekorten a.g.v. onderhoudsverplichtingen en investeringen 750.000 Aanplant nieuwe bomen ter compensatie gekapte bomen n.v.t. Dekking kapitaallasten Transformatieplan. n.v.t. Dekking kapitaallasten Brinklaangarage n.v.t. Deze reserve wordt gebruikt om de kosten van het wegen onderhoud te dekken. Exploitatie tekorten worden verrekkend met deze reserve.
Omschrijving Reserve Onderwijshuisvesting
Boekwaarde 31-12-2013 3.704.720
Boekwaarde Vermeerdering 01-01-2014 wegens rente 3.704.720 87.933
Sportactiviteiten
182.921
182.921
Topsportevenementen
208.503
208.503
7.301.367 1.895.578 1.013.553
7.301.367 1.895.578 1.013.553
1.184.134 11.151.110 1.999.999
1.184.134 11.151.110 1.999.999
214.149
1.800.000
1.800.000
Algemene reserve Grondbedrijf
17.985.976
Totaal bestemmingsreserves Totaal reserves
Overlopende projecten Huisvesting Reserve aandelenkap. Teuge BCF-reserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) Concern reserve bedrijfsvoering Reserve de Haere
Overige Vermeerdering 1.628.430
Vermindering
Boekwaarde Minimum 31-12-2014 op termijn 300.000 5.121.083 positief 10 jaar 135.000 47.921 125.000
Maximum
Doel en bijzonderheden
n.v.t. Reserve t.b.v. opvang fluctuaties in de uitgaven/inkomsten 600.000 Ondersteuning van sportevenementen
40.000
168.503
0
n.v.t. Regelmatig financieel kunnen participeren in topsportevenementen
7.301.367 233.853 45.042
7.696.920 1.735.633 986.248
0 0 0
600.000 13.617.027 1.493.137
584.134 9.080.849 1.967.862
0 0 0
n.v.t. Geoormerkte gelden n.v.t. Dekking huisvestingskosten personeel n.v.t. Deelneming in NV luchthaven Teuge (ter dekking kapitaallasten herstructurering Teuge) n.v.t. Opvang structureel nadeel btw compensatiefonds n.v.t. Gecombineerde reserve voor diverse doeleinden 2.000.000 Waarborgen continuïteit van de bedrijfsvoering
72.000
72.000
1.800.000
0
17.985.976
609.367
4.491.713
14.103.630
20.000.000
64.091.630
62.112.249
1.176.129
76.009.606
77.222.978
60.381.264
39.116.250
39.939.430
325.109
95.079.705
93.875.219
41.469.025
7.696.920 73.908 17.737
11.332.617 1.461.000
* Omdat deze reserves niet meer negatief zijn, worden ze weer gepresenteerd onder de bestemmingsreserves. ** Er heeft een verschuiving naar de voorziening riolering plaats gevonden.
266
1.800.000 De rente van deze reserve wordt gebruikt om de rentekosten van de Haere te dekken. 20.000.000 T.b.v. algemeen ondernemersrisico's van het Grondbedrijf.
Staat van reserves en voorzieningen
Omschrijving
Voorzieningen Voorz. Wijkzaken
Voorz. Gebiedsgericht grondwaterbeheer Voorz. Riolering*
Boekwaarde 31-12-21013
Beginbalans per 1-1-2014
Vermeerdering wegens rente
Overige vermeerdering
172.686
172.686
42.963
122.032
301.500
301.500 1.979.381
33.500 483.398
35.696
Voorz. Topsport
250.000
Voorz. Wachtgelden Voorz. Onderhoud Stadhuis Voorz. Vorderingen/Zaken onder recht
243.903 1.955.197 1.000.000
243.903 1.955.197 1.000.000
Voorz. Voorz. Voorz. Voorz.
5.004.693
5.004.693
1.742.103
1.742.103
717.343
717.343
11.137.425
13.116.806
Frictiekosten Bovenwijks Sociaal Deficiet Onderhoud v.g.a.
Voorz. Bestemmingsplannen Totaal
Vermindering
4.268 269.849
3.000.000 2.420.399 135.421 914.366
Boekwaarde 31-12-2015
93.617 eigen middelen
299.304 derden 2.462.779 derden 250.000 eigen middelen
248.171 78.065 606.508 4.570.243
777.474
eigen middelen 2.146.981 eigen middelen 393.492 eigen middelen 3.434.450 2.420.399 135.421 1.878.995
717.343 4.268
7.549.896
Bijdrage van
7.155.532
* Er heeft een verschuiving van de reserve riolering plaats gevonden.
267
eigen middelen derden derden eigen middelen derden
13.515.438
Doel en bijzonderheden
Ter dekking van kosten voor specifieke wijkontwikkelingsprojecten die reeds zijn toegezegd aan de wijkraden Ter dekking van kosten voor grondwaterbeheer Ter dekking van vervangingsinvesteringen en groot onderhoud van het riool Ter dekking van reeds aangegane verplichtingen in het kader van topsportevenementen Ter dekking kosten voormalig personeel Ter dekking (toekomstig) groot onderhoud Ter dekking (toekomstige) vorderingen n.a.v. rechterlijke uitspraken Ter dekking van frictiekosten als gevolg van de reorganisatie Ter dekking van kosten voor bovenwijkse voorzieningen Ter dekking van kosten voor sociaal deficit Ter dekking van de kosten van toekomstig onderhoud van gemeentelijk vastgoed. Ter dekking van de kosten van het opstellen van bestemmingsplannen waarvan de opbrengsten al zijn ontvangen.
268
Bijlage B Specificatie bestemmingsreserve Apeldoorn (BROA)
269
270
Specificatie van de Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (in dit overzicht zijn de vooruitontvangen bedragen GSO/ISV ook meegenomen) Bedragen * € 1.000
Reserve per 1-1
Begroting 2014
Begroting 2014
primair
na wijziging
14.045
14.895
Vooruitontv. Bedragen per 1-1 Totaal per 1-1 Algemene voeding 1) Rente over het saldo 2) Bestemming rekening 2013 3) Bijdrage uit Algemene Middelen 4) Investeringsbudget ISV3, te ontvangen 5) Investeringsbudget GSO4, 1e tranche 6) Investeringsbudget GSO4, 2e tranche 7) Investeringsimpuls Provincie (€ 17 mln) 8) Extra bijdrage uit Algemene Middelen 9) Bijdrage van de algemene dienst tbv investeringen Totaal algemene voeding (excl. 'pm') Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma
1: Groene Mal 4: Binnenstad 7: Woningbouwproductie 8: Kanaalzone 9: Complete wijken 10: Alle jeugd telt 14: Verkeer 15: Milieu 16: Overige
Totaal netto onttrekkingen Verwacht uitgavenpatroon Begroting 2014 (primair) - verwachte uitgaven 2013 15% - verwachte uitgaven 2014: 70% Begroting 2014 (na wijziging) - verwachte uitgaven 2014: 70%
Rekening 2014
11.152 3.743 14.895
515 1.000 601 900 1.285 3.900 200 300
515 1.086 1.000 601 900 1.285 3.900 200 300
214 1.086 1.000 601 900 1.285 3.900 200 300
8.701
9.787
9.486
-575 -1.101 -1.500 -2.681 -2.685 -400 -3.366 -343 -780
-575 -1.089 -4.868 -2.950 -1.621 -524 -2.768 -350 -780
-11 -660 -4.869 -2.842 -765 -497 -2.202 18 -532
-13.431
-15.525
-12.359
-937 -9.402 -10.868
Reserve per 31-12
9.081
Vooruitontv. bedragen per 31-12
2.941
Totaal per 31-12
12.022
Saldo per 31-12 (excl. 'pm')
12.407
271
13.815
12.022
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (bedragen x € 1.000)
Eenheid MPB Begroting Begroting Rekening Verschil progr 2014 2014 2014 primair na wijziging
Programma 1: Groene Mal
3.13
3.14 3.15 3.16
Lopende projecten Projecten beken en sprengen; herstel Eendrachtspreng Investeringsimpuls Provincie (€ 17 mln) Herinrichting stadsranden Beekbergsebroek Betere aansluiting Apeldoorn West en Binnenstad op Berg en Bos
RL
3
-75
-75
0
-75
RL RL
3 3
-240 -200
-240 -200
-4 -1
-236 -199
RL
3
-60
-60
-6
-54
-575
-575
-11
-564
Totaal A-projecten programma 1 Programma 4: Binnenstad
4.2 4.3
Lopende projecten Binnenstad Binnenstad GSO-4 (€ 1 mln uitgaven bij Brinkpark)
PJ
9
-101
-337
-73
-264
PJ
9
0
-452
-391
-61
-350
-200
-55
-145
-550
-50
-5
-45
-100
-50
-136
86
-1.101
-1.089
-660
-429
-1.500
-4.868
-4.869
1
-1.500
-4.868
-4.869
1
Investeringsimpuls Provincie (17 mln) Binnenstad, herinrichting binnenstad Binnenstad, bereikbaarheid, doorstroming, bewegwijzering, fietsenstallingen Binnenstad, transformatie, braakliggende terreinen en leegstaande plinten Totaal A-projecten programma 4 Programma 7: Woningbouwproductie
15.10
Lopende projecten Hoogspanningsleidingen
PJ
9
Totaal A-projecten programma 7
272
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (bedragen x € 1.000)
Eenheid MPB Begroting Begroting Rekening Verschil progr 2014 2014 2014 primair na wijziging
Programma 8: Kanaalzone ISV-3 subsidie: € 1,7 mln
14.1
Lopende projecten Kanaalzone *
PJ
9
-403
-1.246
-1.260
14
Kanaalzone projectbureau
PJ
9
-102
-50
-18
-32
Kanaalzone, ISV-3-subsidie - storting in grondexploitatie* (jaar 2014 betreft correctie)
PJ
9
-276
346
151
195
PJ PJ
9 9
-1.045 -855
-1.100 -900
-815 -900
-285 0
-2.681
-2.950
-2.842
-108
-200
-426
-261
-165
-120
-120
0
-120
-200
-464
-286
-178
-40
-40
0
-40
Investeringsimpuls Provincie (17 mln) Kanaalzone Vlijtsepark* Kanaalzone Schatkamer van Zuid* Totaal A-projecten programma 8 Programma 9: Complete Wijken
9.4
Lopende projecten Wijken - De Maten (GSO-4)
POW
9
Investeringsimpuls Provincie (17 mln) De Maten vitaal 9.5
POW
9
POW
9
V&G
9
-240
-40
-10
-30
9.7
Wijken - Orden/Kerschoten (GSO-4) Investeringsimpuls Provincie (17 mln) Duurzame aanpak winkelcentrum Kerschoten Investeringsimpuls Provincie (17 mln) Verduurzamen van voorzieningen in wijken en dorpen Investeringsimpuls Provincie (17 mln) Verbeteren kwaliteit parken
POW
9
-100
-100
-30
-70
15.1
Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen*
PJ
9
-1.108
-40
151
-191
-504
-100
0
-100
-41
-100
-33
-67
9.6
Uitgaven t.l.v. ISV-3 budget 15.2
Wijkontwikkelingsplan Zuid*
PJ
9
273
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA) (bedragen x € 1.000)
15.5
Plattelandsontwikkeling
Eenheid MPB Begroting Begroting Rekening Verschil progr 2014 2014 2014 primair na wijziging
PJ
9
Totaal A-projecten programma 9
-132
-191
-187
-4
-2.685
-1.621
-765
-856
-400
-524
-497
-27
-400
-524
-497
-27
-3.366
-3.448
-3.010
-438
680
680
0
128
-128
Programma 10: Alle Jeugd Telt
10.3
Lopende projecten Wijken - Uitvoeren jeugdbeleid (GSO-4)
JZW
5
Totaal A-projecten programma 10 Programma 14: Verkeer
11.0
25.9
Lopende projecten Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisport/ verdubbeling Zutphensestraat - bijdrage derden(BDU)
RL
Verkeersvoorzieningen Beekbergen
RL
3
Totaal A-projecten programma 14
-3.366
-2.768
-2.202
-566
-793 450
-800 450
-432 450
-368 0
-343
-350
18
-368
Programma 15: Milieu ISV subsidie 2005-2007: € 0,254 mln 27.1
Bodemmodule - bijdrage ISV 2/VINAC
RL
4
Totaal A-projecten programma 15 Programma 16: Overige Lopende projecten 30.4
30.5
Bijdragen aan de algemene dienst (ivm vervallen budgetten beken en sprengen en Ecofactorij) Investeringen MPB 2014-2017
F&C
1
-480
-480
-480
0
S&R
1
-300
-300
-52
-248
-780
-780
-532
-248
-13.431
-15.525
-12.359
-3.166
Totaal A-projecten programma 16 TOTAAL
274
Bestemmingsreserve Ontwikkeling Apeldoorn (BROA)
Onderstaand wordt in grote lijnen aangegeven in hoeverre de beschikbare middelen in de BROA (jaarschijf 2014) daadwerkelijk zijn uitgegeven. De geraamde uitgaven 2014 zijn ongeveer € 3,4 mln hoger dan de werkelijke uitgaven 2014. In de toelichting op de uitgaven beperken wij ons, volgens afspraak met de accountant, tot de grotere verschillen tussen raming en werkelijke uitgaven.
Omschrijving (bedragen * € 1.000,-)
Begroting 2014
BROA-programma 1. Groene mal 4. Binnenstad 8. Kanaalzone 9. Complete wijken 14. Verkeer 15. Milieu 16. Overig
-575 -1.089 -2.950 -1.621 -2.768 -350 -780
Rekening 2014
-11 -660 -2.842 -765 -2.202 18 -532
Verschil - = nadeel += voordeel
564 429 108 856 566 368 248
De belangrijkste afwijkingen worden hieronder toegelicht: Toelichting BROA-programma’s Programma 1: Groene mal (verschil € 0,6 mln voordeel) Vanuit de investeringsimpuls van de Provincie Gelderland is € 2,5 mln bestemd voor het programma Stadsranden. In het programma Stadsranden gaat het om het op Buitenstad niveau brengen van onze stadsranden en van de verbindingen tussen de stad en land. De doelgroep zijn onze inwoners, maar ook toeristen. Natuur en biodiversiteit liften hierin mee. Het programma is verdeeld in drie deelprojecten: - Herinrichting stadsranden - Beekbergsebroek - Betere aansluiting Apeldoorn West en Binnenstad op Berg en Bos De uitgaven 2014 betreffen voorbereidingskosten.
Programma 4: Binnenstad (verschil € 0,4 mln voordeel) • 4.2/4.3 Binnenstad(verschil € 0,4 mln voordeel) Voor de binnenstad zijn verschillende budgetten beschikbaar. De eigen middelen worden ingezet voor programmamanagement en de herinrichting van Binnenstad Noord. Vooral ten aanzien van laatstgenoemde zijn de uitgaven lager uitgevallen dan begroot. Voor een gering deel schuiven kosten door naar 2015 en voor een deel zijn de werkzaamheden voor minder geld uitgevoerd. Het ontstane voordeel wordt betrokken bij de herinrichting van het overige deel van de binnenstad. Verder is in 2014 de laatste fase van de herinrichting Binnenstad Noord (Caterplein e.o.) afgerond en financieel afgewikkeld binnen het beschikbare budget. Ook zijn er vanuit het GSO-4 budget bijdragen gedaan aan diverse projecten ter verbetering van de Binnenstad (o.a. Gevelfonds en Stadslab). De uitgaven vanuit de Robuuste Investeringsimpuls hebben betrekking op het voetgangersdomein, braakliggende terreinen en Molenstraat Centrum. Door een extra bijdrage van de provincie voor Molenstraat centrum van € 170.000 die niet in 2014 was begroot, is de BROAonttrekking lager uitgevallen.
275
Programma 8: Kanaalzone (verschil € 0,1 mln voordeel) • 14.1 Kanaalzone ( verschil € 0,1 mln ) Voor de ontwikkeling binnen Kanaalzone heeft de provincie € 2 mln beschikbaar gesteld vanuit de Robuuste Investeringsimpuls. Hiervan was € 1,1 mln bestemd voor ontwikkeling van het vastgoed in deelcomplex Vlijtsepark/Zwitsal. Er is ruim € 0,8 mln hiervan besteed aan het verbeteren van enkele hallen die meteen verhuurd konden worden Er zijn daarnaast contracten gesloten om de volledig beschikbaar gestelde subsidie te gebruiken voor meer hallen. Inmiddels zijn verplichtingen hiervoor aangegaan en kan ook gemeld worden dat er huurders zijn. Voor Pilot Zuid (de Schatkamer van Zuid) is € 0,9 mln aangewend om de ontwikkeling daadwerkelijk een impuls te geven. Dit heeft geleid tot de realisatie van ca. 54 woningen in fase 1. Programma 9: Complete wijken (verschil € 0,9 voordeel mln) • 9.4 Wijken De Maten (verschil € 0,3 mln voordeel) De aanleg van een ‘avontuurlijk spelen plek’ in het Matenpark is afgerond. De vernielingen die nog voor de opening zijn aangebracht, zijn hersteld en er is een antigraffitilaag aangebracht. De aanpak van versleten plekken in park de Horst is eveneens in 2014 afgerond. Daarnaast zijn nagenoeg alle 25 ideeën voor Zuidoost uitgevoerd, zoals het verbeteren van diverse speelplekken en het op allerlei plekken opfrissen van groen en openbare ruimte. Doordat er veel partijen bij betrokken zijn en een goed draagvlak essentieel is, is de voorbereiding van projecten complex en vraagt de nodige tijd. Hierdoor is er in 2014 minder uitgegeven dan begroot. De voorbereidingen zijn momenteel in een afrondende fase, waarna de uitvoering in 2015 kan plaatsvinden.
•
9.5 Wijken Orden/Kerschoten (verschil € 0,3 mln voordeel) In Orden is doorgewerkt aan de uitvoering van de in het huidige en vorige stadscontract overeengekomen afspraken. Het nieuwe winkelcentrum Orden is voor de zomer opgeleverd en aan het eind van het jaar was ook nagenoeg de gehele buitenruimte ingericht. Op basis van het in 2010 opgestelde buurtontwikkelplan 'Weer op Orde(n)!' is verder gewerkt aan de 'Happy Kids Route', (een project dat moet leiden tot een veilige en kindvriendelijke route tussen verschillende 'kindplekken'). In dit kader zijn ook op enkele locaties in de wijk, aansluitend aan reguliere (onderhouds)werkzaamheden aan wegen, extra maatregelen genomen om de veiligheid van kinderen te vergroten. Verder is additioneel jongerenwerk ingezet op een specifiek groep jeugd die voor veel overlast zorgt. In Kerschoten is verder gewerkt aan het project KEN (Kerschoten Energie Neutraal). Hiervoor is een projectleider aangesteld (KEN-regisseur) die een netwerk van bewoners en professionals om zich heen heeft verzameld en met tal van projecten en informatie het energiebewustzijn in deze wijk vergroot en specifieke acties opzet en uitvoert gericht op het verminderen van energiegebruik De voor het winkelcentrum Mercatorplein in Kerschoten aangestelde 'kwartiermaker' is in 2014 voortgegaan met zijn werkzaamheden. Dat heeft geleid tot overeenstemming met marktpartijen om gezamenlijk verder te studeren op de ontwikkeling van het winkelcentrum. Naast hetgeen is gerealiseerd, is ook veel in de voorbereidende sfeer aan projecten gewerkt. In 2014 is aanmerkelijk meer van de beschikbare middelen aangewend dan de voorgaande jaren, maar nog steeds is sprake van een onderschrijding. Veel projecten hebben een flinke voorbereidingstijd nodig. Echter op basis van de voortgang die in 2014 is gemaakt, is de verwachting dat de beschikbare middelen binnen de looptijd van dit stadcontract zullen worden aangewend
•
15.1 Wijkontwikkelingsplan Zevenhuizen (verschil € 0,3 mln voordeel) De ontwikkeling van ’t Podium is vertraagd als gevolg van het huisvesten van het tijdelijk winkelcentrum voor Anklaar. In 2014 zijn de werkzaamheden aan de openbare ruimte in de Parelvisserstraat afgerond. Doordat de activiteiten voor ’t Podium de komende jaren (tot naar verwachting 2018) op een lager pitje staan, is er voor gekozen het batig saldo van het complex ’t Podium in de BROA te storten, zodat alle middelen op één plek staan. Hierdoor resulteert er per saldo een storting.
276
Programma 14: Verkeer (verschil € 0,6 mln voordeel) • 11.0 Infrastructuur Oostzijde stad/Omnisportcentrum (verschil € 0,4 mln voordeel) Dit project betreft het verdubbelen van de Zutphensestraat en de Laan van Erica en het vergroten van de kruising van deze wegen en het aanpassen van de Laan van Osseveld. Het project wordt in 2015 afgerond.
• 25.9 Verkeersvoorzieningen Beekbergen (verschil € 0,2 mln voordeel) Voor dit project is na afronding een nabetaling op de subsidie ontvangen. Programma 15: Milieu (verschil € 0,4 mln voordeel) • 27.1 Bodemmodule (verschil € 0,4 mln voordeel) De gemeente Apeldoorn is programmagemeente in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Om in aanmerking te komen voor ISV-subsidie heeft de gemeente Apeldoorn een meerjarenontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 20102014 (MOP3) opgesteld. Het bodemsaneringsprogramma maakt hier integraal onderdeel van uit, maar is wel afzonderlijk gebudgetteerd. De provincie en de gemeente hebben formeel een akkoord gesloten over het doorschuiven van de prestaties ISV-2/Vinac naar het bodemprogramma ISV-3 zonder dat daar extra geld bijkomt. De resterende gelden ISV2 zijn daarom doorgeschoven. Voor het ISV-3 bodemprogramma 2010-2014 is een subsidie toegekend van € 1,1 mln. Programma 16: Overig (verschil € 0,2 mln voordeel) • 30.5 Investeringen MPB 2014-2017 (€ 0,2 mln voordeel) Voor de periode 2014-2017 wordt jaarlijks vanuit de BROA € 0,3 mln beschikbaar gesteld voor het realiseren van de strategische doelen. Het jaar 2014 was een aanloopjaar; de werkelijke bestedingen gaan voluit lopen vanaf 2015. Het in 2014 niet-bestede deel blijft gereserveerd in de BROA voor besteding in de periode 2015-2017.
277
278
Bijlage C Specificatie algemene reserve
279
Specificatie van de Algemene Reserve Stand van de Algemene Reserve per 31-12-2013 Reserve Bouwleges Reserve Exploitatie begraafplaatsen Totaal per 31-12-2013
-23.281.638 -1.465.005 -228.737 -24.975.380
Wijzigingen Algemene Reserve Wijzigingen Algemene Reserve, deel grond Stand van de Algemene Reserve per 31-12-2014
-483.163 4.852.563 -18.912.238
Stand Algemene Reserve Stand Algemene Reserve, deel grond
22.412.963 -41.325.201 -18.912.238
Per 31-12-2014 worden de reserve bouwleges en exploitatie begraafplaatsen niet meer onder de Algemene Reserve gepresenteerd, omdat deze reserves in 2014 van een negatieve naar een positieve stand zijn gegaan. Op de volgende twee bladzijden zijn de wijzigingen in de Algemene Reserve en Algemene Reserve, deel grond verder uitgewerkt.
281
Algemene reserve Doorrekening AR MPB2015-2018 22.896.126
Stand per 31-12-2013 Resultaat rekening 2013
Realisatie 2014 22.896.126
2.802.001
2.802.001
-2.052.001
-2.052.001
23.646.126
23.646.126
Rente 2014 (1,75% regulier)
413.807
464.723
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
254.301
254.301
-750.000
-163.576
Bestemmingsvoorstellen rekening 2013, naar diverse reserves Stand per 1-1-2014
- bestemmingsvoorstel rekening 2013, budget ICT 3 decentralisaties
Doorrekening AR Jaarrekening 2014
560
- overig - Archeologisch onderzoek
-77.401
- Bijdrage van BROA projecten
480.000
480.000
- Storting voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering) - Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012
295.000
295.000
300.000
300.000
- Bijdrage aan BROA - Voordeel WMO 2014 - Eerste wijziging eenheidsplannen 2014 - Opbrengst verkoop Drieschoten (storting vanuit eenheidsplan 2014)
-200.000
-200.000
1.500.000
1.500.000
-207.000
-207.000
1.124.550
945.000
-5.138
- Aanvulling post onvoorzien i.v.m. kunstgrasvelden WSV Bijdrage aan de Algemene Dienst 2014
Stand per 31-12-2014 Ontwikkelingen 2015: - Onttrekking voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering) - Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012
-10.895.181
-4.902.171
15.879.064
22.412.963
22.412.963
-885.000
-885.000
300.000
300.000
- bestemmingsvoorstel rekening 2013, budget ICT 3 decentralisaties - Archeologisch onderzoek
-586.424
- Opbrengst verkoop Drieschoten (storting vanuit eenheidsplan 2014)
179.550
Bijdrage aan de Algemene Dienst 2015
Stand per 01-01-2016 Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2016
Stand per 01-01-2017 Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2017
Stand per 01-01-2018
-77.401
-6.981.000
-6.981.000
8.313.064
14.362.688
598.000
598.000
8.911.064
14.960.688
1.115.000
1.115.000
10.026.064
16.075.688
756.000
756.000
10.782.064
16.831.688
Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
800.000
800.000
Bijdrage van de Algemene Dienst 2019
756.000
756.000
Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2018
Stand per 01-01-2019
12.338.064
18.387.688
Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
800.000
800.000
Bijdrage van de Algemene Dienst 2020
756.000
756.000
13.894.064
19.943.882
800.000
800.000
Stand per 01-01-2020
Stand per 01-01-2021 Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
756.000
756.000
15.450.064
21.499.688
Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
800.000
800.000
Bijdrage van de Algemene Dienst 2022
756.000
756.000
17.006.064
23.055.688
Bijdrage van de Algemene Dienst 2021
Stand per 01-01-2022
Stand per 31-12-2022
282
In de kolom 'Doorrekening AR MPB 2015-2018' treft u de doorrekening van de Algemene Reserve zoals deze is opgenomen in de MPB 2015-2018. De kolom 'Realisatie 201' geeft de realisatie in 2014 weer. De verschillen in begroting en realisatie zijn toegelicht bij de programma teksten. Voor de volledigheid lichten we de grote verschillen kort toe. Het budget voor de ICT van de 3D's die u bij het vaststellen van de jaarrekening 2013 ter beschikking heeft gesteld, is in 2014 niet volledig besteed. Deze middelen blijven voor 2015 gereserveerd binnen de Algemene Reserve. Daarnaast is de bijdrage aan de Algemene Dienst € 6 mln lager dan verwacht. Het tekort uit de exploitatie is dus lager dan voorzien. Tenslotte treft u in de kolom 'Doorrekening AR Jaarrekening 2014' een nieuwe doorrekening van de Algemene Reserve waarbij rekening is gehouden met de realisaties in 2014.
Algemene Reserve inlopen tekort grondexploitatie
Stand per 01-01-2014 Rente 2014 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 31-01-2014 Rente 2015 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 01-01-2016 Rente 2016 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 01-01-2017 Rente 2017 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 01-01-2018 Rente 2018 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 01-01-2019 Rente 2019 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 01-01-2020 Rente 2020 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 01-01-2021 Rente 2021 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 01-01-2022 Rente 2022 3,4% Storting annuïteit tekort Stand per 31-12-2022
grondbedrijf
grondbedrijf
grondbedrijf
grondbedrijf
grondbedrijf
grondbedrijf
grondbedrijf
grondbedrijf
grondbedrijf
Doorrekening AR MPB 2015-2018 -46.177.764 -1.570.044 6.422.607 -41.325.201 -1.405.057 6.422.607 -36.307.650 -1.234.460 6.422.607 -31.119.504 -1.058.063 6.422.607 -25.754.960 -875.669 6.422.607 -20.208.021 -687.073 6.422.607 -14.472.487 -492.065 6.422.607 -8.541.945 -290.426 6.422.607 -2.409.764 -81.932 6.422.607 3.930.911
Realisatie 2014 -46.177.764 -1.570.044 6.422.607 -41.325.201
Doorrekening AR Jaarrekening 2014
-41.325.201 1.405.057 6.422.607 -36.307.651 -1.234.460 6.422.607 -31.119.504 -1.058.063 6.422.607 -25.754.960 -875.669 6.422.607 -20.208.021 -687.073 6.422.607 -14.472.487 -492.065 6.422.607 -8.541.945 -290.426 6.422.607 -2.409.764 -81.932 6.422.607 3.930.911
Toelichting In de Zomernota was voorzien dat de Algemene Reserve 'inlopen tekort grondexploitatie' met een jaarlijkse annuïteit van € 6,4 mln eind 2022 op 0 zou lopen. Bij de rekening 2012 bleek dat het bedrag dat in 2012 aan deze reserve werd toegevoegd vanuit de investeringsscan en het opheffen van bestemmingsreserves, in werkelijkheid hoger was dan geprognosticeerd. Dit heeft een gunstig effect op de reserve. Omdat de annuïteit gelijk blijft, vertoont deze reserve eerder een positief saldo.
283
284
Bijlage D Specificatie reserve overlopende projecten
285
Prog
Omschrijving
1
Stadsdeelaanpak
25.000
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014 7.200
1
Communicatiebudget Raad
52.588
22.890
1
LIASbegrotingssoftware Juridische beleidsadvisering Inhuurbudget Dossiervoorziening
50.000
50.000
Is besteed in 2014. Vervalt
38.000
38.000
Is besteed in 2014, vervalt.
1 1
1 1 1 1 1 1
1
1
Aanschaf meubilair Collegeonderzoek verbonden partijen Digitaliseren personeelsdossiers Collectieve promotie evenementen Promotie Apeldoorn Vorming & opleiding
Projectleiding onderzoek aanbesteding beheer en exploitatie maatschappelijk vastgoed => zie programma 7 ROP 2013 Accres Vorming & Opleiding
31-12-2013
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015 17.800
Totaal over te hevelen naar 2015 50.400
29.698
126.000
126.000
68.000 30.000
68.000 17.000
13.000
50.000
15.000
35.000
20.000
20.000
45.000
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015 32.600
124.000
250.000
In het bestuursakkoord en het collegewerkprogramma is afgesproken om de Stadsdeelaanpak door te ontwikkelen. Wij zijn gestart met een strategische koersbepaling van Stadsdeelaanpak naar Gebiedsaanpak. In oktober 2014 is hiervoor een projectleider vanuit het Managementbureau aangesteld. De verwachting is dat de koers in oktober 2015 vastgesteld wordt door college en raad. Dit betekent dat de kosten van de projectleider grotendeels in 2015 vallen (€ 50.400). Het budget van 2015 is nodig voor de reguliere werkzaamheden m.b.t. stadsdeelgericht werken. Daarom het verzoek om bovenstaand bedrag over te boeken naar 2015. Afgerond, restant vervalt. Op basis van het presidiumbesluit februari 2012 wordt jaarlijks het resterend communicatiebudget Raad 'gespaard' voor de gemeenteraadsverkiezingen. Na de verkiezingen valt het niet-bestede deel vrij ten gunste van de algemene middelen.
Een groot deel van het huidige archief in het Stadhuis moet overgebracht worden naar het statische archief in CODA. Bij deze verplaatsing wordt het archief opgeschoond en gedigitaliseerd. Hiervoor wordt externe capaciteit ingehuurd. Deze klus zou in 2014 starten. De voorbereidingen zijn weliswaar gestart, maar de uitvoering zal in 2015 komen te liggen. Is besteed in 2014, vervalt. Afgerond, restant vervalt. De kosten van het digitaliseren van de personeelsdossiers zijn lager dan verwacht, door scannen per bulk ipv op documentniveau en een vereenvoudiging van de uitvraag mbt het opschonen. Budget is geheel uitgegeven t.b.v. collectieve promotie evenementen.
45.000 27.760
34.000
Toelichting
60.000
27.760
60.000
24.000
287
24.000
Het idee waarvoor dit budget was gecreëerd is niet uitgevoerd. Op basis van een inventarisatie van de ontwikkelingen van de komende jaren heeft de Directieraad gekozen voor de uitbouw van POW tot Apeldoorns KCC (Klant Contact Centrum) in 2017. Gelet op deze ontwikkeling zal een groot aantal medewerkers in 2015 een ontwikkelklas of een individueel ontwikkeltraject moeten volgen om in 2017 te voldoen aan de vereisten van het KCC. Hiervoor is een aanzienlijk bedrag aan vormings- en opleidingskosten nodig. Het vormings- en opleidingsbudget 2015 zal hier voor een groot deel voor gebruikt worden, maar dat is niet voldoende. Daarom het verzoek om het resterende vormings- en opleidingsbudget 2014, inclusief het restant van het individuele loopbaanbudget 2013, over te boeken naar 2015. Na raadsbesluit inzake scenario-analyse in 2014 is per medio 2014 een projectleider aangesteld; deze is daarna naar een ander bestuurlijk politiek belangrijke opdracht overgeplaatst, waarna pas eind 2014 een nieuwe projectleider beschikbaar was. Het over te hevelen budget is bestemd voor inhuur gedurende het gehele jaar 2015
Betreft ILB (individueel loopbaan budget) 2013, grondslag hiervan is het cao.
Prog
Omschrijving
1
Vorming & Opleiding
1
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015 45.300
Totaal over te hevelen naar 2015 45.300
Betreft ILB 2013, FC 39.000, SR 3.300, PC&B 3.000
Implementatie DMS
25.000
25.000
Implementatie DMS loopt door in 2015
1
Inhuur datawarehouse Cognos
30.000
30.000
Voor het noodzakelijk opzetten van een datawarehouse voor Cognos is externe capaciteit nodig. Het budget voor 2015 is nodig voor reguliere ondersteuning. Het budget van 2014 biedt ruimte om een bedrag van € 30.000 over te hevelen naar 2015.
1
Lobby
46.000
46.000
1
Monitoring
22.500
22.500
Het jaar 2014 stond in het teken van verkenning. De daadwerkelijke lobbytrajecten en de inzet van derden zullen in 2015 plaatsvinden. De mening van de samenleving wordt inzichtelijk gemaakt door een burgerpeiling, die verbonden is met de indicatoren van de MPB, en de maatschappelijke ontwikkelingen via monitoring. Aangezien de MPB-indicatoren pas in het najaar van 2014 beschikbaar waren, heeft slechts 1 meting van de burgerpeiling kunnen plaatsvinden. Monitoring is daarom ook pas eind 2014 opgestart. Een (eenmalige) deelname aan het onderzoeksprogramma Smart Urban Regions of the Future (SURF) is een logisch en nodig vervolg op reeds beschikbare onderzoekgegevens (onderzoek: Geslaagd in de Stad). In de budgetten van 2015 is hiervoor geen ruimte.
Totaal programma 1
31-12-2013
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014
504.588
272.090
1.000.000
1.000.000
2
Explosieven
2
Integrale veiligheid
20.000
2
Opleiding Jeugdboa's, veiligheidspanel en communicatie
20.000
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014
122.698
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015
203.800
377.160
580.960
1.068.482
1.068.482
20.000 16.500
3.500
288
Toelichting
De werkbegroting 2014 is tijdig door de raad vastgesteld en de rijksbijdrage is dienovereenkomstig in de juni-circulaire door het rijk toegekend. Voor de periode 2015-2018 wordt de financieringssystematiek herzien. Een voorstel daartoe is in diezelfde juni-circulaire opgenomen. Deze pakt nadelig voor het project uit. Op dit moment draait het voor de gemeente kostenneutraal. In de toekomst moet worden voorgefinancierd en komt op declaratiebasis 30 % van de kosten voor rekening van de gemeente. Er is een zienswijze bij de Minister ingediend om de aard van ons project nogmaals onder de aandacht te brengen en een lobbytraject moet ertoe leiden dat de huidige financieringsmethodiek voor ons vooral gehandhaafd blijft of een maatwerkoplossing. Parallel daaraan hebben wij deze ROP post aangemaakt. Per abuis is er door twee eenheden dezelfde ROP-post opgevoerd. Uitgaven in 2014 hebben plaatsgevonden op de post hieronder. Afgerond, restant vervalt
Prog
Omschrijving
31-12-2013
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014
2
Rampenbestrijding
2
Veilige recreatieparken
20.000
20.000
Naar aanleiding van het later opgeleverde onderzoek 'veilige recreatieparken' is het opstellen van een actieplan voor de aanpak van ongewenste situaties op recreatieterreinen nog niet gereed. Deze werkzaamheden zullen in 2015 plaats vinden.
2
Winkelcentrum Anklaar
30.000
30.000
Na een langdurige ongeplande plannings- en bouwstop is het plan voor winkelcentrum Anklaar weer gaan lopen; de veiligheidseffectrapportage winkelcentrum Anklaar (en opvolging bevindingen) is hierdoor vertraagd in de uitvoering en zal pas in 2015 worden gemaakt.
1.118.482
1.118.482
27.000
27.000
De diverse dassentunnels zijn in 2014 uitgevoerd. Deze activiteit heeft zoveel inzet gevraagd dat in 2014 niet is toegekomen aan de verder uitwerking van de Beekbergse Poort. In 2015 moet extra inzet worden geleverd voor landschapsversterking en het uitwerken van de ecologische verbinding met het IJssel/Rijngebied.
35.236
In 2014 zijn nog werkzaamheden uitgevoerd in het kader van de afronding van het project Parkontwikkeling Berg en Bos, zoals kosten voor de officiële opening van het park, verlichting en accountantscontrole van de EFRO-subsidie. De gemeente moet als cofinanciering daarnaast nog een bijdrage leveren voor het project Sprengvalei. Dit project wordt uitgevoerd in het kader van het Programma Stadsranden (onderdeel van Robuuste Investeringsimpuls Provincie) en is in 2015/2016 gepland.
35.000
1.075.000
1.016.500
3
Beekbergse poort
54.000
54.000
3
Parkontwikkeling Berg en Bos
47.945
12.709
3
Maatregelen verkeersdoorstroming Versterken kanaalbruggen
34.500
Totaal programma 2
3
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014 35.000
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015
Totaal over te hevelen naar 2015
Extra training rampenbestrijding voor het bestuur is niet nodig, omdat het college qua samenstelling niet is veranderd.
58.500
35.236
34.500
740.908
402.810
Toelichting
De werkzaamheden zijn in 2014 uitgevoerd. 338.098
754.517
1.092.615
In de voorjaarsnota 2011 en de zomernota 2012 is door uw raad besloten om 3 kanaalbruggen te vernieuwen. Om tot maximaal aanbestedingsvoordeel te komen zijn de 3 bruggen in één aanbesteding opgenomen. Hierdoor zullen de meeste kosten in 2015 worden uitgegeven. Naar huidig inzicht wordt het project in 2015 afgerond. In eerdere turap's en jaarrekening is hierover ook bericht.
3
Bladruimen
42.000
42.000
3
Speelvoorzieningen
53.500
53.500
De middelen van dit overlopende project zijn in 2014 besteed.
3
Plaatsing van 'slimme meters' Onderhoud bermsloten buitengebied Jachtlaan
44.000
44.000
De middelen van dit overlopende project zijn in 2014 besteed.
29.000
29.000
De middelen van dit overlopende project zijn in 2014 besteed.
800.000
707.000
3 3
De middelen van dit overlopende project zijn in 2014 besteed.
93.000
Project is nagenoeg gereed, laatste werkzaamheden worden in 2015 uitgevoerd. De eindfactuur van de aannemer volgt in 2015. De overheveling verloopt middels de (egalisatie)reserve Wegenonderhoud
289
Prog
Omschrijving
3
Sprengenbos
3
Staatsliedenkwartier
3
Maatregelen verkeersdoorstroming (reconstructie Wilhelmina DruckerstraatVosselmanstraat) Maatregelen verkeersdoorstroming (reconstructie kruising Kanaal Zuid - Lange Amerikaweg) Bruggen, tunnels , viaducten
26.000
26.000
De uitvoering van deze kruising wordt gekoppeld aan asfaltonderhoudswerkzaamheden aan de Vosselmanstraat. Deze werkzaamheden staan in 2015 gepland.
43.000
43.000
De uitvoering van deze kruising wordt gekoppeld aan asfaltonderhoudswerkzaamheden aan de Lange Amerikaweg. Deze werkzaamheden staan in 2015 gepland.
24.240
24.240
Bestelling van hout heeft vertraging opgelopen. De leverancier gaf in eerste instantie aan dat het hout op voorraad zou zijn. De voorraad bleek niet voldoende. Er is een niewe bestelling uitgedaan. Het hout is verscheept. Dit duurt langer dan voorzien waardoor levering in januari/februari 2015 gaat plaatsvinden.
3
Bladruimen
60.000
60.000
De bladcampagne loopt van november 2014 tot januari 2015. Begin 2015 zal de eindafrekening plaatsvinden.
3
Fietsdoorstroomas Ugchelseweg
549.000
549.000
3
Sierheesters ZO
25.000
25.000
3
Onderhoud kunstwerken
25.000
25.000
1.533.757
1.907.091
3
3
Totaal programma 3
31-12-2013
25.000
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014 25.000
875.000
866.000
2.745.853
2.236.019
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015
Totaal over te hevelen naar 2015
Toelichting
De middelen van dit overlopende project zijn in 2014 besteed. 9.000
136.500
De middelen van dit overlopende project zijn in 2014 besteed en deels vrijgevallen. De vrijgevallen middelen zijn niet meer nodig om dit project af te ronden.
373.334
290
In het project Fietsdoorstroomas Ugchelseweg worden twee projecten gecombineerd: asfaltonderhoud en de realisatie van een veilige belangrijke fietsverbinding, de zogenaamde fietsdoorstroomas. De weg krijgt een ander profiel en er worden verkeersremmende maatregelen in aangebracht. Daarmee is de voorbereidingstijd langer dan bij alleen onderhoudswerkzaamheden. Medio 2014 is bovendien besloten om dit werk te combineren met een asfaltonderhoudswerk van 2015: de Laan van Westenenk. Aangezien de Laan van Westenenk in de directe nabijheid ligt van de Ugchelseweg en er hierdoor financiële voordelen zijn te behalen, is tot deze combinatie besloten. Aangezien het onderhoudsbudget voor de Laan van Westenenk pas in 2015 beschikbaar komt, wordt het totale werk in 2015 uitgevoerd. De werkzaamheden van het onderhoud van een aantal sierheestervakken zijn gestart in 2014. De aannemer heeft aangegeven dat door het slechte weer (veel regen) de werkzaamheden deels in 2015 zullen plaatsvinden. Afrekening in 1e kwartaal 2015. Een deel van de werkzaamheden schuift door naar 2015, omdat de werkzaamheden meelopen met reguliere onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte. Door de onderhoudswerkzaamheden aan de kunstwerken te koppelen aan (reguliere) onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte, kan gebruik gemaakt worden van hetzelfde onderhoudsmaterieel.Dit gebeurt uit efficiency (niet 2 x naar eenzelfde omgeving, terwijl alles in 1 ronde meegenomen kan worden). Het budget voor het onderhouden van kunstwerken is in verhouding tot de onderhoudskosten aan de kunstwerken niet ruim bemeten.
Prog
Omschrijving
4
Provinciale uitvoering EU richtlijn omgevingslawaai
4
4
31-12-2013
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015 263.897
Totaal over te hevelen naar 2015 263.897
Van de beschikbaar gestelde gelden is het restant middels een college- en raadsvoorstel beschikbaar gesteld voor stil asfalt op de Anklaarseweg. Dit is onderdeel van het raadskrediet 222011, dd 24 maart 2011
Herijken doelstelling AEN (Apeldoorn Energie Neutraal)
28.500
28.500
Dit project was gepland in 2014, maar is doorgeschoven naar 2015. In 2014 is prioriteit gegeven aan uitvoering van werkzaamheden t.l.v. gelden derden (ACE/Regiocontract/Platform 31). In 2015 zijn deze gelden van derden opgedroogd en moeten eigen budgetten aangesproken worden.
Project ACE Loenen energienuetraal
44.000
44.000
Het project ACE Loenen energieneutraal is een goedlopend project. Het geld dat hiervoor beschikbaar was (€ 200.000) is nagenoeg op. Met extra financiële middelen kan het project verder worden opgeschaald naar een bredere realisering van de doelstellingen. De middelen voor dit project worden doeltreffend ingezet. Het over te boeken budget draagt bij aan de continuïteit van het project en vormt indien nodig een buffer voor risico's binnen het project ACE (deze zijn gemeld aan het college). Met dit over te boeken budget kan een revolverend fonds worden opgezet waardoor het geld meerdere keren ingezet kan worden.
336.397
336.397
Totaal programma 4 5 5
5
Preventief Jeugdbeleid / Jump Invoering decentralisatie Jeugdzorg, regionaal
Invoering decentralisatie Jeugdzorg, lokaal in Apeldoorn
Totaal programma 5
240.000
240.000
429.700
429.700
86.500
86.500
756.200
756.200
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015
Toelichting
project sluit per 31/12/2014 37.322
37.322
De regionale werkgroep jeugd Midden-IJsel/ Oost Veluwe (Gemeente Lochem, Zutphen, Brummen, Voorst, Apeldoorn, Epe, Heerde en Hattem) heeft in 2013 en 2014 de decentralisatie van jeugdzorg naar de gemeentelijke organisatie per 1/1/2015 inhoudelijk en procesmatig mogelijk gemaakt. De financiële dekking van de werkgroep is voor circa 75% vanuit de provincie Gelderland en circa 25% vanuit de 8 gemeenten. De regionale werkgroep gaat in de eerste maanden van 2015 door om elke gemeente te ondersteunen bij het oplossen van knelpunten. Ook de verantwoording richting de provincie wordt medio 2015 afgewikkeld. Het restantbedrag van de regionale werkgroep per 31/12/2014 is beschikbaar om een deel van de kosten in 2015 financieel te kunnen dekken. project sluit per 31/12/2014
37.322
291
37.322
Prog
Omschrijving
6
Participatiebudget Re-integratie (project Ik Start Smart)
6
6
31-12-2013
40.000
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014 20.000
Actieplan jeugdwerkloosheid
814.500
814.500
Project Doen wat kan
124.262
31.801
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015 20.000
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015
319.680
92.461
Totaal over te hevelen naar 2015 20.000
In 2012 is het project 'Ik Start Smart / Ik Groei Smart ' opgestart en heeft betrekking op 2013 t/m 2015. Het betreft een project voor startende ondernemers, gericht op de ontwikkeling van ondernemersvaardigheden door coaching, training, advies en netwerkontwikkeling. De gemeente Apeldoorn heeft zicht verbonden om voor € 60.000, in totaal 60 trajecten, in te kopen. Dit is per jaar € 20.000 voor de jaren 2013, 2014 en 2015. De Kamer van Koophandel is uitvoerder van dit project. Project Ik Start Smart 2014: € 20.000 en 2015: € 20.000
319.680
Het kabinet wil dat jongeren een eerlijke kans krijgen om te participeren in de samenleving. Het AJW moet hiertoe bijdragen. Het kabinet trekt in 2013-2014 € 25 miljoen uit voor aanpak jeugdwerkloosheid in de arbeidsmarktregio's. Voor de arbeidsmarktregio Stedenvierkant is € 814.500 beschikbaar gesteld. Apeldoorn heeft deze gelden als centrumgemeente ontvangen. In de raadsvergadering van 19-12-2013 is het raadsvoorstel om deze middelen beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarktregio Stedenvierkant goedgekeurd (zie ook collegevoorstel, raadsvoorstel en raadsbesluit). Bovendien is afgesproken dat deze middelen beschikbaar worden gesteld aan de Strategische Board in het kader van het regionale sectorplan Samen Werk Maken van Werk. Door middel van deze stapeling van financieringsbronnen zijn er middelen beschikbaar voor de inzet van 525 BBL plekken, 525 startersbeurzen en 300 arbeidsmobiliteitvouchers. De middelen worden in 2014 en 2015 uitgegeven.
92.461
292
Toelichting
Project Doen wat kan, is opgezet door de branchorganisatie van uitzendbureaus ABU samen met het UWV om werkzoekenden te ondersteunen bij het zoeken naar werk. In de septembercirculaire heeft het Ministerie SZW een bedrag opgenomen van € 130.000 voor dit project. Deze middelen zijn bestemd voor de arbeidsmarktregio Stedenvierkant, waarvan Apeldoorn centrumgemeente is (zie ook collegevoorstel, raadsvoorstel en raadsbesluit 139-2013). De ROP 2014 bedroeg € 124.262. Tot en met november 2014 is € 29.544 besteed binnen het projectbudget. De resterende middelen ad € 94.718 worden ingezet voor het project in een verlengde projectduur. Het project loopt nog door in 2014 en 2015.
Prog
Omschrijving
6
Regiocontract stedendriehoek
6
Uitvoering van inburgering
6
Participatiebudget meeneemregeling
6
Beschermingsbewind
Totaal programma 6
31-12-2013
978.762
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014
866.301
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015
112.461
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015 450.000
Totaal over te hevelen naar 2015 450.000
De regio Stedendriehoek heeft met de provincie Gelderland een regiocontract afgesloten, waarin de provincie cofinanciering verstrekt aan diverse regionale projecten. De gemeente Apeldoorn heeft voor een deel van deze projecten een coördinerende en intermediaire rol tussen de regio Stedendriehoek en de projectleiders. Uit hoofde van deze rol ontvangt de gemeente Apeldoorn een bedrag van in totaal € 450.000 via de regio Stedendriehoek. Dit regionale geld wordt in 2015 doorbeschikt op basis van in te dienen plannen en moet aan de provincie worden terugbetaald bij niet of niet volledig presteren door de deelnemende partijen. Er zijn geen financiële risico's voor Apeldoorn. Apeldoorn vervult een intermediaire rol.
55.433
55.433
Het rijk heeft voor 2014 € 110.866 extra beschikbaar gesteld voor de uitvoering van inburgering. Uw raad heeft op 6 maart 2014 besloten om dit bedrag toe te voegen aan de Wet Inburgering. Uw raad heeft tevens besloten om van dit bedrag € 27.717 te reserveren voor 2015 en € 27.716 voor 2016.
1.372.696
1.372.696
113.000
113.000
Van het voor 2014 toegekende Participatiebudget kan maximaal 25% gereserveerd worden voor bestedingen in het volgende jaar (meeneemregeling). Vanaf het begin van de invoering van het Participatiebudget is deze meeneemregeling meegenomen op de balans als vooruitontvangen bedragen. Vanaf 2015 is de Wet participatiebudget ingetrokken en vervangen door de Participatiewet. De participatiemiddelen en de middelen voor de WSW worden voortaan via een integratie-uitkering Sociaal domein van het gemeentefonds aan de gemeenten toegekend. De middelen van de integratie-uitkering Sociaal domein zijn voor de gemeenten geheel vrij besteedbaar voor alle gemeentelijke taken. Daarom is de accountant van mening van de meeneemregeling 2014 geen balanspost kan zijn maar een ROP moet zijn. Dit is tijdens de controle van de accountant naar voren gekomen. Het Rijk heeft voor 2014 € 575.000 extra beschikbaar gesteld voor de bestrijding van armoede en problematische schulden. Uw raad heeft op 5 juni 2014 besloten om dit bedrag toe te voegen aan het gemeentelijk minimabeleid. Van dit budget heeft de raad €191.000 bestemd voor extra dienstverlening bij de Stadsbank voor beschermingsbewind. Doel is om de stop op interne bewindvoering op te heffen en om meer regie te krijgen op de stijgende kosten van beschermingsbewind, welke vanuit de Bijzondere Bijstand worden vergoed. Om het doel te kunnen effectueren is een looptijd van minimaal een jaar noodzakelijk. Dit betekent dat ten behoeve van dit project het noodzakelijk is om het resterende budget ter hoogte van €113.000 over te hevelen naar 2015.
2.310.809
2.423.270
293
Toelichting
Prog
Omschrijving
7
Projectbudget decentralisatie (AWBZ en Beschermd Wonen)
7
Marktanalyse Accres, MJOP's en scenario analyse Vastgoed Vrouwenopvang / Huiselijk geweld
7
Totaal programma 7
31-12-2013
537.360
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014 537.360
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015 950.000
Totaal over te hevelen naar 2015 950.000
94.000
Op 8 december 2011 heeft uw raad bij raadsopdracht besloten om een projectbudget beschikbaar te stellen voor de decentralisatieopgave AWBZ begeleiding. In de raadsopdracht, is vanwege de projectaanpak, gekozen voor projectfinanciering over jaargrenzen heen. In het aan de raad voorgelegde projectplan is opgenomen dat bij inzet van mensen en overige middelen, sprake kan zijn van afwijkingen en dat de planning daarop aangepast kan worden. Het is daarom toegestaan om de budgetten over een jaargrens mee te nemen. In de begroting 2014 is opnieuw € 1,4 mln. budget vrijgemaakt om de kosten van het invoeringsproject te kunnen dekken. Ongeveer € 750.000 is nodig voor de te voeren gesprekken met alle cliënten in 2015 over de overgang van de AWBZ naar de Wmo en de afbouw van de huishoudelijke hulp. De overige kosten, € 150.000, zijn bedoeld voor personele kosten en voor voorlichting, communicatie en overige projectkosten. Conform de raadsopdracht worden de invoeringsbudgetten ter beschikking gehouden voor de totale invoeringsperiode van het project. Zie programma 1
75.000
631.360
Toelichting
537.360
75.000
75.000
1.025.000
1.025.000
294
Uw raad heeft ingestemd met het besteden van extra regionale middelen (€ 75.000) die het kabinet aan de centrumgemeenten beschikbaar heeft gesteld t.b.v. het opstellen van een regiovisie met aandacht voor alle vormen van huiselijk geweld. Met instemming van de regiogemeenten is het maken van regiovisie gepland in 2015. Belangrijkste reden is het geven van prioriteit in 2014 aan het oprichten van Veilig Thuis (de fusie van het Steunpunt Huiselijk Geweld en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) en het feit dat Apeldoorn al een beleidsnota heeft. De aanwezigheid van die nota is ook reden om te gaan voor kleine regiovisie met grote focus; de overige middelen worden met instemming van de regiogemeenten ingezet om de effecten van het herverdeelmodel op te vangen (het betreft een grote bezuiniging die de Gelderse centrumgemeenten samen onderzoeken).
Prog
Omschrijving
9
Voorzienbare tekorten verwervingen Ecofactorij II
9
Woonmilieu's
9
Bestemmingsplannen
9
Digitalisering Wabo
31-12-2013
400.000
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014 56.899
20.998
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014 300.000
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015 43.101
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015
15.150
98.706
Voor de afhechting van de wachtkamerstatus van Ecofactorij II was nog € 0,4 mln gereserveerd voor een aankoop die mogelijk nog zou worden gedaan en nog te maken overige kosten. De aankoop is vervallen, waardoor € 300.000 kan vrijvallen. Voor de laatste termijnen van verplichtingen dient het restant van € 43.000 nog te worden aangehouden. Het project "Kookboek van de stad" is in 2014 afgerond.
79.091
Van de beschikbaar gestelde gelden is het restant middels een college- en raadsvoorstel beschikbaar gesteld voor stil asfalt op de Anklaarseweg. Dit is onderdeel van het raadskrediet 222011, dd 24 maart 2011 In het verlengde van de landelijke invoering van de WABO is besloten om de afhandeling van aanvragen omgevingsvergunning in Apeldoorn digitaal te gaan doen. De invoeringsdoelen zijn het verminderen van de financiële lasten en versnelde afhandeling van aanvragen. Daarnaast speelt dat er concernbreed steeds verdere ontwikkelingen plaatsvinden m.b.t. het digitaliseren van papieren werkprocessen en de middelen daarbij (o.a. invoering van het nieuwe Document Management Systeem (DMS)). In 2013 heeft uw raad opnieuw gelden beschikbaar gesteld om dit project te kunnen voortzetten. De herstart van dit project in 2013 was echter afhankelijk van de ontwikkeling en uitrol van de citrix omgeving en DMS binnen de eenheid Ruimtelijke Leefomgeving. Die uitrol heeft in het 2e kwartaal 2014 plaatsgevonden. Het doel is en blijft digitalisering van het WABOvergunningproces (van aanvraag tot verlening). Nu de uitrol van DMS heeft plaatsgevonden is het project weer gestart. De uitgaven zullen in 2014 en 2015 plaats vinden. Een deel van het beschikbare budget moert daarom meegenomen worden naar 2015.
98.706
295
Toelichting
43.101
20.998 79.091
113.856
Totaal over te hevelen naar 2015
Prog
Omschrijving
9
Uitbestedingsbudget woningbehoefteonderz oek en ontwikkeling woonbeleid
31-12-2013
74.750
uitgaven overl.budget vanuit 2013 in 2014 22.190
vrijval overl.budget vanuit 2013 in 2014 5.060
Overheveling overl.budget vanuit 2013 naar 2015
Overheveling nieuw budget 2014 naar 2015
Totaal over te hevelen naar 2015
Toelichting
In 2012 is met betrekking tot het vormgeven van het woonbeleid in plaats van het opstellen van het integrale kader (de Woonagenda) prioriteit gegeven aan het opstellen van raadskader voor de woningbouwprogrammering. In 2013 is een doorstart gemaakt met opstellen van de Woonagenda. In 2015 resteren nog twee agendapunten.
20.000
20.000
Kwalitatief belevings- en behoefteonderzoek extramuralisering onder verschillende leeftijdsgroepen
Het betreft een kwalitatief belevings- en behoefteonderzoek extramuralisering (scheiden wonen en zorg) onder verschillende leeftijdsgroepen. De activiteit maakt onderdeel uit van een breder projectplan dat de gemeente Apeldoorn in regioverband uitvoert en waarvoor in oktober 2014 via beschikkingsbesluit de provincie subsidie beschikbaar heeft gesteld. Het tijdstip van deze beschikking is ook reden dat de activiteit nog niet heeft kunnen plaats vinden in het huidige begrotingsjaar 2014. De betrokkenheid van regio (budget/capaciteit) en provincie (subsidie) maakt dat sprake is van co-financiering.
27.500
27.500
Energieneutrale renovatie complex Lindenhove De Lindenhove is een apartementencomplex gelegen aan de Loolaan. De Vereniging van Eigenaren (VvE) wil het complex renoveren en een energieneutrale situatie creëren. Zij wil daarbij aanhaken aan het landelijk programma De Energiesprong. De Lindenhove wordt daarmee een landelijk voorbeeldproject. De gemeente is gevraagd daarvoor een bijdrage van € 37.500 te leveren waarmee de Energiesprong specifieke begeleiding ten behoeve van het renovatieproces aan de VvE kan leveren. Van deze bijdrage resteert in 2015 nog € 27.500.
Totaal programma 9 Totaal
609.604
94.239
326.058
189.307
79.091
268.398
7.301.368
5.778.709
643.756
878.902
6.818.018
7.696.920
296
Bijlage E Specificatie over te boeken kredieten
297
Specificatie overlopende kredieten Datum start investering
Omschrijving investering
Toegekend krediet
Uitgaven op Restantkrediet Over te het krediet per boeken t/m 2014 31-12-2014 restantkrediet naar 2015
Toelichting
Veiligheid en recht 1-1-2014
Electrische auto's
132.360
132.360
0
0 Is gerealiseerd in 2014
TOTAAL VEILIGHIED EN RECHT
132.360
132.360
0
0
60.000
0
60.000
Informatievoorziening 1-1-2012
E-mail 2012
0 Dit krediet was niet benodigd. Het telefonieproject is gestart in 2014 en wordt naar verwachting 305.000 afgerond in 2015. Dit krediet is bestemd voor investeringen in Back up en Restore, het 110.000 project wordt afgerond in 2015 Dit innovatiekrediet wordt aangewend voor innovaties vervanging 200.000 telefooncentrale Krediet is bestemd voor uitbreiding storage, afronding is voorzien in 675.000 2015 Dit innovatiekrediet wordt aangewend voor uitbreiding Wifi, afronding in 75.000 2015 Het programma I-Nup is vertraagd. Dit krediet is nog benodigd om het 325.000 project af te ronden. Het programma I-Nup is vertraagd. Dit krediet is nog benodigd om het 50.000 project af te ronden. 50.000 Naar verwachting nog uitgaven in 2016.
1-1-2014
Verv telefooncentr
451.000
144.041
306.959
1-1-2013
TIS 2013
743.000
629.515
113.485
1-1-2013
TIS innovatie 2013
200.000
0
200.000
1-1-2014
TIS 2014
735.000
58.123
676.877
1-1-2014
TIS Innovatie 2014
100.000
24.443
75.557
1-1-2014
I-Nup 2014
325.000
0
325.000
1-1-2013
I-nup 2013
125.000
74.365
50.635
1-1-2014
Routine-inv RI 2014
50.000
0
50.000
1-1-2014
RIV
65.000
0
65.000
0 Dit krediet was niet benodigd.
1-1-2014
Basisadm. Bevolking
62.000
0
62.000
0
1-1-2013
Verv pin-automaten
25.000
184
24.816
24.500
299
Wegens vertraging bij landelijke invoering BRP schuift dit project door naar 2016. Er zal te zijner tijd een nieuw krediet worden aangevraagd. In 2014 is gestart met proef upgrade naar UTP variant, de uitvoering vindt plaats in 2015
Datum start investering
Omschrijving investering
1-1-2010
Programma BWT
1-1-2013
Toegekend krediet
Uitgaven op het krediet t/m 2014
Restantkrediet per 31-12-2014
Over te boeken restantkrediet naar 20145
Toelichting
223.000
147.821
75.179
Cognos 2013
50.000
11.536
38.464
1-1-2014
Cognos 2014
50.000
0
50.000
1-1-2014
RIV-Viewer
60.000
0
60.000
1-1-2013
Verv. Gen. appl 2013
240.000
53.199
186.801
185.000
Er is vertraging opgetreden in vervanging van een aantal applicaties, vervanging schuift door naar 2015.
1-1-2014
Verv Gen. appl 2014
50.000
0
50.000
50.000
Er is vertraging opgetreden in vervanging van een aantal applicaties, vervanging schuift door naar 2015.
1-1-2013
KCC-module
125.000
3
124.997
1-1-2014
LIAS
50.000
31.599
18.401
3.789.000
1.174.831
2.614.169
TOTAAL INFORMATIE VOORZIENING
0 Restantkrediet is niet meer benodigd Cognos is opnieuw aanbesteed, het nieuwe onderhoudscontract leidt tot 37.000 een structurele besparing, maar vraagt een eenmalige investering. Deze is voorzien in 2015. Cognos is opnieuw aanbesteed, het nieuwe onderhoudscontract leidt tot 30.000 een structurele besparing, maar vraagt een eenmalige investering. Deze is voorzien in 2015. 0 Dit krediet was niet benodigd.
0 Dit krediet was niet benodigd. 18.000 In 2015 verdere uitrol LIAS en bouwen webapplicatie LIAS
2.134.500
Jeugd, zorg en Welzijn 1-1-2009
Het Oude Veen 17 obs
1.281.361
1.347.925
-66.564
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2009
Vleugel Zbr bouwk op
3.041.600
119.269
2.922.331
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2009
Vleugel Zbr grond op
616.225
0
616.225
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2009
Vleugel Zb BSO openb
346.941
0
346.941
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2009
Vleugel Zbr kinderop
1.294.747
24.273
1.270.474
1-1-2012
Agricolastraat 36
1.849.697
176.894
1.672.803
0 Krediet kan worden afgesloten. 1.672.803 Uitvoering in 2015/2016. Planvorming is gaande.
300
Datum start investering
Omschrijving investering
1-1-2007
Keerkr 70 Regenb b
4.830.630
4.769.852
1-1-2009
Kopperslagersd. 5
450.969
144.982
305.987
1-1-2009
Kopersld 5 Gong BSO
530.365
0
530.365
1-1-2009
Vleugel Zbr bouwk pr
2.332.633
164.882
2.167.751
1-1-2009
Vleugel Zbr grond pr
905.225
0
905.225
1-1-2009
Vleugel Zbr BSO prot
520.409
0
520.409
1-1-2011
Kooiweg 29 uitbr
311.687
292.338
19.349
1-1-2012
Uddelsekampweg 1 PWA
271.032
241.006
30.026
1-1-2011
Kampheuvellaan 60
2.729.841
19.731
2.710.110
1-1-2012
Heemradenlaan 102 Zo
1.050.000
1.100.000
-50.000
1-1-2010
Div primo binnenklim
628.136
514.043
114.093
1-1-2012
Div. binnenklimaat
515.000
0
515.000
1-1-2013
Stelp spoed OHV 2013
0
0
0
1-1-2014
Stelpost spoed 2014
18.910
0
18.910
1-1-2011
De Maten nieuwe gymz
418.000
323.369
94.631
1-1-2007
MFA Kristal nieuwbouw
24.652.401
21.936.230
2.716.171
1-11-2009
MFA Kristal grond
3.538.599
3.156.390
382.209
1-1-2014
Gentiaanstraat 804 A
981.090
800.000
181.090
1-7-2007
Vleugelsch Zuidbr vk
625.000
332.042
292.958
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2010
Vleugel Zdbr bel dak
250.000
0
250.000
0 Krediet kan worden afgesloten.
53.990.498
35.463.226
18.527.272
TOTAAL JEUGD, ZORG EN WELZIJN
Toegekend krediet
Uitgaven op het krediet t/m 2014
Restantkrediet per 31-1220104
Over te Toelichting boeken restantkrediet naar 2015 60.778 0 Krediet kan worden afgesloten. 305.987 Uitvoering in 2015. 530.365 Uitvoering in 2015. 2.167.751 Planherziening in 2014 door B&W vastgesteld. Uitvoering in 2015/2016. 905.225 Planherziening in 2014 door B&W vastgesteld. Aankoop grond in 2015. 0 Krediet kan worden afgesloten. 19.349 In 2015 vindt de technische en financiële afronding plaats. 0 Krediet kan worden afgesloten. 2.710.110 Planherziening gaande. Uitvoering in 2015/2016. -50.000 In 2015 vindt de technische en financiële afronding plaats. 0 Krediet kan worden afgesloten. 515.000 Wordt betrokken bij kaderstelling 2016-2019. 0 Krediet kan worden afgesloten. 0 Krediet kan worden afgesloten. 94.631 In 2015 vindt de technische en financiële afronding plaats. 2.716.191
In 2015 vindt de technische en financiële afronding plaats. Deze is vertraagd in verband met o.a. brand.
0 Krediet kan worden afgesloten. 181.090 In 2015 vindt de technische en financiële afronding plaats.
11.768.503
301
Datum start investering
Omschrijving investering
Toegekend krediet
Uitgaven op het krediet t/m 2014
Restantkredie t per 31-1220104
Over te boeken restantkrediet naar 2015
Toelichting
Vastgoed en grond 1-9-2012
Deventerstraat 24
1-1-2010
Voss 299 CODA herstel Voss 299 CODA kleine installasties Overkapping zoutstrooiers Transformatieplan nieuwbouw Transformatieplan installaties Woldhuis 13 groot onderhoud MFC Groene Hoven Onderkomen buschauffeurs
1-1-2010 1-1-2013 1-1-2010 1-5-2010 1-7-2005 1-9-2010 1-6-2013
TOTAAL VASTGOED EN GROND
2.015.000
1.561.608
453.392
453.392 In 2015 vindt de technische en financiële afronding plaats.
146.300
43.070
103.230
103.230 Er vindt vertraging in planuitwerking/plankeuzes door gebruiker plaats.
186.700
136.700
50.000
100.000
75.702
24.298
11.346.250
11.448.290
-102.040
1.037.100
889.642
147.458
75.000
51.410
23.590
Krediet kan worden afgesloten.
1.244.550
1.056.515
188.035
Krediet kan worden afgesloten.
190.000
167.720
22.280
Krediet kan worden afgesloten.
16.340.900
15.430.656
910.244
Krediet kan worden afgesloten. Krediet kan worden afgesloten. De finale (financiële) afronding van project Werkgebouw Zuid vindt plaats -102.040 in 2015. De finale (financiële) afronding van project Werkgebouw Zuid vindt plaats 147.458 in 2015.
602.040
302
Datum start investering
Omschrijving investering
Toegekend krediet
Uitgaven op het krediet t/m 2014
Restantkrediet Over te per 31-12boeken 20104 restantkrediet naar 2015
Toelichting
Ruimtelijke leefomgeving
1-1-2011
Park.app PG marktplein
750.000
0
750.000
750.000
1-1-2011
Park.app PG Kon.haven
250.000
0
250.000
250.000
1-6-2011
Brinkpark bw garage
9.450.000
3.706.509
5.743.491
1-1-2008
Aanleg 12 onbeheerde
576.000
399.655
176.345
0
1-1-2008
Basisinsp. Beekb
800.000
0
800.000
800.000
1-1-2008
Waterkwaliteitsspoor
1.000.000
0
1.000.000
1.000.000
1-1-2009
Basisinspanning Klar
750.000
0
750.000
1-1-2009
Waterkwaliteitsspoor
1.000.000
0
1.000.000
1-1-2014
Afkoppelen bij herst
13.104.203
0
13.104.203
1-1-2014
Actief en autonoom a
725.448
1.011.935
-286.487
1-1-2014
Grp: Beken en spreng
14.366.059
1.887.787
12.478.272
De vervanging is steeds uitgesteld in verband met actuele ontwikkelingen pin- en telefonische betalingen. De vervanging is nu gepland in 2015.
De vervanging is steeds uitgesteld in verband met actuele ontwikkelingen pin- en telefonische betalingen. De vervanging is nu gepland in 2015. De garage is inmiddels in gebruik. Als gevolg van wateroverlast in 2014 300.000 moeten in 2015 mogelijk nog bouwkundige aanpassingen worden uitgevoerd. Het project wordt in 2015 financieel afgerond Krediet kan worden gesloten. Nieuwe retourpunten kunnen binnen de ruimte van de bestaande begroting worden aangelegd. Krediet wordt ingezet voor aanleg bergbezinkvijver Tullekensmolenweg. De aanleg hiervan vindt in 2015 of uiterlijk 2016 plaats. Het onderzoek naar het waterkwaliteits-spoor is in 2014 afgerond. In 2015 en 2016 worden maatregelen aan overstortvijvers uitgevoerd.
Uitvoering in 2015. In het kader van actuele ontwikkelingen wordt in 750.000 Klarenbeek een nieuwe bergbezinkleiding aangelegd waarbij uit dit krediet een bijdrage wordt geleverd. 1.000.000
Het onderzoek naar het waterkwaliteits-spoor is in 2014 afgerond. In 2015 en 2016 worden maatregelen aan overstortvijvers uitgevoerd.
Afkoppelen lift veelal mee bij andere projecten. Voor de planperiode 12.712.032 2015-2020 wordt in het kader van het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) de inzet van dit krediet opnieuw in beeld gebracht. De overschrijding van dit krediet heeft te maken met het niet volledig aansluiten van projecten bij de jaarschijven. Met name de laatste jaren -286.487 loopt de uitvoering voortvarender dan was gepland Voor de planperiode 2015-2020 wordt een nieuw GRP uitgewerkt. Daarin wordt dekking aangewezen voor de overschrijding. Op dit moment zijn diverse projecten in voorbereiding, in uitvoering of reeds afgerond. Projecten worden in uitvoering genomen wanneer naast 12.803.566 de gemeentelijke dekking financiering van derden zeker is. De kredietruimte moet worden overgeboekt om vanuit de gemeente lopende en toekomstige projecten te kunnen dekken.
303
Datum start investering
Omschrijving investering
1-7-2009
Uitvpln Berg en Bos
TOTAAL RUIMTELIJKE LEEFOMGEVING
Toegekend krediet
Uitgaven op het krediet t/m 2014
3.700.000
Restantkrediet Over te Toelichting per 31-12boeken 20104 restantkrediet naar 2015 2.805.456 894.544 0 project is afgerond
46.471.710
9.811.342
36.660.368
30.079.111
3.497.470
3.706.104
-208.634
0 Krediet kan worden afgesloten.
696.600
696.600
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
Beheer en onderhoud 1-7-2007
Invest. i.v.m. vrijv
1-1-2012
Investering 2012 ivm
1-1-2013
Inv 2013 ivm WUW
1.133.800
1.132.073
1.727
1-1-2014
Inv 2014 ivm WUW
58.900
0
58.900
1-1-2011
Parkeerapp maaiveld
1.340.000
672.414
667.586
1-1-2013
Routine-inv 2013
0
0
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Routine-inv 2014
9.598
0
9.598
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-6-2012
Crafter 8
10.977
10.997
-20
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-6-2012
Crafter 9
10.977
10.977
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-6-2012
Crafter 10
10.977
10.977
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-6-2012
Crafter 11
10.977
10.977
0
1-6-2012
Heftruck
25.000
0
25.000
1-6-2012
Trekker
45.000
0
45.000
1-6-2012
VW Crafter 6
10.977
10.977
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
15-11-2013
Electrotruck G3-1L
27.600
27.533
67
0 Krediet kan worden afgesloten.
0 Krediet kan worden afgesloten. 58.900 Zie ook 'herstelplan wegen', bedrag wordt in 2015 uitgegeven. 300.000
De aanbesteding en een deellevering heeft plaatsgevonden. De afrekening zal in 2015 plaatsvinden
0 Krediet kan worden afgesloten. De heftruck is reeds besteld. De uitlevering vindt in het 1e kwartaal 2015 25.000 plaats. 45.000 Uitlevering vindt plaats in januari 2015
15-11-2013
Elektrotruck G3-1L
27.600
27.533
67
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-12-2013
Natz.strooier
42.300
42.300
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-12-2013
(Nat)zoutstrooier
30.200
30.085
115
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
VH-105-D Fiat Doblo
25.000
25.286
-286
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
VJ-200-D Ford Tr Cus
41.500
41.512
-12
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
VJ-201-D Ford Tr Cus
41.500
41.742
-242
0 Krediet kan worden afgesloten.
304
Datum start investering
Omschrijving investering
1-1-2014
VJ-723-K VW Crafter
56.250
Restantkrediet Over te Toelichting per 31-12boeken 20104 restantkrediet naar 2015 56.424 -174 0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
VJ-725-K VW Crafter
56.250
56.424
-174
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
VJ-727-K VW Crafter
56.250
56.424
-174
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
VJ-726-K VW Crafter
56.250
56.424
-174
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Husqvarna frontmaaie
20.000
16.990
3.010
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Cirkelmaaier Toro GM
70.000
69.578
423
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Cirkelmaaier Toro GM
45.000
45.454
-454
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Cirkelmaaier Toro GM
70.000
69.578
423
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Cirkelm. Holder C270
90.000
90.275
-275
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Atlas Kraan AR75
38.500
38.700
-200
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Atlas kraan AR80
41.500
41.700
-200
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
VH-750-L VW Crafter
66.000
65.978
22
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Bordenwagen Veilig
99.800
99.764
36
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
XX VW Crafter 1
61.900
61.892
8
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
XX VW Crafter 2
63.200
63.172
28
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
XX VW Crafter 3
53.800
53.744
56
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-10-2014
Holder C250 hondenpo
86.000
86.000
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-11-2014
Aanh-nazout-strooim.
27.600
27.600
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-5-2014
XXX Scania
212.572
0
212.572
1-1-2013
Zoutloods
750.000
0
750.000
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-4-2014
Int. beheerpakket
75.000
75.000
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2013
Post zuid huur
892.000
645.506
246.494
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2013
Stelpost slim huisv
850.000
1.688
848.312
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Software add-ons rio
50.000
50.000
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
1-1-2014
Apps zero based begr
30.000
30.000
0
0 Krediet kan worden afgesloten.
11.014.825
8.356.400
2.658.425
TOTAAL BEHEER EN ONDERHOUD
Toegekend krediet
Uitgaven op het krediet t/m 2014
212.572
641.472
305
Vrachtwagen is reeds in 2014 besteld. Deze heeft een lange levertijd. Levering vindt in het 1e kwartaal 2015 plaats.
Datum start investering
Omschrijving investering
Toegekend krediet
Uitgaven op het krediet t/m 2014
Restantkrediet Over te Toelichting per 31-12boeken 20104 restantkrediet naar 2015
College van B&W 1-1-2012
Dienstauto college
57.212
43.921
13.291
0 Krediet kan worden afgesloten.
TOTAAL COLLEGE VAN B&W
57.212
43.921
13.291
0
50.000
47.418
2.582
Shared Service Center
01-07-2013
Meubilair tbv OVIJ
1-7-2012
Vervanging GBS 2012
277.000
0
277.000
277.000
De investering is uitgesteld in afwachting ontwikkelingen op het gebied van de gemeentelijke huisvesting
1-1-2013
Vloerbekleding
718.000
0
718.000
718.000
De investering is uitgesteld in afwachting ontwikkelingen op het gebied van de gemeentelijke huisvesting
1.045.000
47.418
997.582
995.000
132.841.505 70.460.153
62.381.352
46.220.626
TOTAAL SHARED SERVICE CENTER TOTAAL GENERAAL
0 Krediet kan worden afgesloten.
306
Bijlage F Staat van investeringen en kapitaallasten
307
Staat van investeringen en kapitaallasten 2014 Bedragen * € 1.000
Balans nr.
Omschrijving
B0101 B0102 B0103 B0104
Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines Overige materiële vaste activa
B0105 B0106 B0107 Totaal
Aanschafwaarde 01-01-2014
Cumulatieve afschrijving
Boekwaarde 01-012014
Vermeerdering
50.781 4.561 530.383 84.759
9.247 107 118.799 30.518
41.534 4.454 411.584 54.240
5.968 7.553
5.334 24.567 16.147
3.978 9.427 5.438
1.356 15.140 10.709
821 3.783 -/-205
716.532
177.514
539.017
17.920
Bijdragen van derden
309
Verkoop van activa
88 479 1.112
1.112
567
Afschrijving 2014
Extra afschrijving
Totaal Afschrijving
1
192
193
9.802 2.130
1.200 16
357 2.063 981 15.334
Boekwaarde 31-12-2014
Rente 2014
Totaal kapitaal lasten
11.002 2.146
41.341 4.366 406.071 58.535
1.790 205 19.419 2.775
1.983 205 30.421 4.921
159 22
516 2.085 981
1.661 16.838 9.523
55 666 479
571 2.751 1.460
1.589
16.923
538.335
25.389
42.312
310
Bijlage G Niet uit de balans blijkende verplichtingen
311
Staat van gewaarborgde geldleningen Oorspronkelijk bedrag van de geldlening
22
Geldgever
3.630.242
Doel van de geldlening
Naam van de geldnemer
Datum en nummer van het besluit van de raad cq. B&W
Datum en Rente % Totaal van het nummer van het restantbedrag besluit van de van de goedkeuring geldlening
Nieuwbouw
Zorggroep Apeldoorn
12 dec 1968
24 feb 1969 nr
casabonita
6.750.000
Nieuwbouw Natuurhuis
726.047
6.514.563
6.514.563
var
453.780
6,1500
Totaalbedrag van de gewone en buitengewone aflossing
Totaal van het restantbedrag van de geldlening aan het einde van het dienstjaar 72.605 653.442
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd 653.442
11.670
6.502.893
6.400.000
453.780
0
453.780
453.780
497.434
497.434
23.687
473.747
473.747
5,0000
75.776
75.776
11.141
64.635
64.635
4,80%
275.000
137.500
15.900
259.100
129.550
400.000
200.000
9.516 1.134 3.150 2.700
34.656
18.950
25.916 18.540 66.725 13.245
151.503
8.861.203
8.499.580
ST Natuurhuis
Bankborgtocht tbv Accress Rek-courant Accress
134
710.620 BNG 40.0092580
bouw bibliotheek filiaal Ugchelen
St. Goba
602
186.050 BNG 40.0089924
Investeringen in zwembad
De St. Zwembad NO
201299
137.500 ABN Amro 2x
Kunstgrasveld WSV Stichting de Voorwaarts
400.000 BNG 40.109258
Kunstgrasveld Orderbos Veld Clubhuis Veld Clubhuis Veld Veld
Sub
726.047
Bedrag van de in het loop van het dienstjaar te waarborgen/ge waarborgde geldleningen
8340/223-3201
907.560
81.600 40.000 125.000 25.000 115.000 140.000
6,6250
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd
21 mei 1992 nr. 48570
1 juli 1992 nr. WE9249493/BV207
0
400.000
St Kunstgras Orderbos ACC Nagelpoel ACC Nagelpoel ACC Nagelpoel HSV Robur '58 SKO en AMHC SKO en AMHC
44.172
13.248.571
21.650
29.996 19.674 69.875 14.265
8.608.422
8.538.910
400.000
Leningen waarvoor de gemeente als achtervanger Waarborgfonds optreedt. Stichting Sprengenland Wonen 529
587.645 NWB 12811
530
1.218.400 NWB 13195
531
1.656.298 NWB 13053
536
1.066.000 Aegon B02331569
537
226.890 Aegon B02331604
bouw van woningen bouw van woningen bouw van woningen bouw van woningen bouw van woningen
10
4,38%
504.000
252.000
504.000
0
0
20
3,91%
1.051.000
525.500
1.051.000
0
0
22
4,22%
1.437.000
718.500
1.437.000
0
0
23
3,75%
932.000
466.000
15.000
917.000
458.500
23
3,75%
198.000
99.000
3.000
195.000
97.500
313
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening
Geldgever
540
1.588.231 Aegon B02331821
547
1.180.000 BNG 40.0085364.01
Sub
159.000 3.300.000 1.250.000 1.750.000 680.670 3.000.000 3.000.000 10.000.000 5.000.000 3.000.000 38.663.134
543
1.134.451 ING retail levmij 152560006 4.537.802 BNG 40.0089904
544
2.495.791 NatNed 152560009
545
2.268.901 NatNed 152560010
546
1.701.676 NatNed 152560008
156
1.361.341 SVN 870-242.020
157
1.179.829 SVN 870-242.030 13.700.000 4.500.000 1.855.400 3.403.000 3.403.000 7.000.000 5.000.000 6.500.000 5.500.000 4.100.000 3.400.000 12.500.000 4.000.000 4.000.000 3.900.000 4.800.000 2.000.000 4.000.000
Naam van de geldnemer
Datum en nummer van het besluit van de raad cq. B&W
Datum en Rente % Totaal van het nummer van het restantbedrag besluit van de van de goedkeuring geldlening
bouw 18 woningen Uddel financiering drie projecten
Nat ned 160590004 BNG 40.101822 BNG 40.103231 BNG 40.102986 Aegon B02331759 BNG 40.104555 BNG 40.105008 Rabobank 20864 BNG 40.106803 BNG 40.108066
De Goede Woning 2.580.855 BNG 96947.01 527 528
Doel van de geldlening
bouw van 45 woningen bouw van 19 woningen financiering project 5571 financiering project 5571 financiering project 5571 financiering project 5571 Projectnummers 40893 Projectnummers 40893
BNG 40.0097680 BNG 99869 SVN 871,807,030 BNG 89905 BNG 89906 BNG 95164 BNG 95165 BNG 95170 BNG 95172 BNG 98716 BNG 98715 NWB 10023084 NWB 10023085 NWB 10023086 NWB 10023087 Rabobank ned 19247 NWB 10024116 NWB 10024117
314
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd
Bedrag van de in het loop van het dienstjaar te waarborgen/ge waarborgde geldleningen
3,49%
1.366.000
683.000
Totaal van het restantbedrag van de geldlening aan het einde van het dienstjaar 24.000 1.342.000
4,09%
1.045.000
522.500
16.000
1.029.000
514.500
4,01% 4,24% 4,57% 4,81% 3,49% 4,09% 3,74% 4,25% 3,75% 2,51%
140.000 3.300.000 1.250.000 1.750.000 587.000 3.000.000 3.000.000 10.000.000 5.000.000 0 34.560.000
70.000 1.650.000 625.000 875.000 293.500 1.500.000 1.500.000 5.000.000 2.500.000 0 17.280.000
3.000
3.063.000
137.000 3.300.000 1.250.000 1.750.000 577.000 3.000.000 3.000.000 10.000.000 5.000.000 3.000.000 34.497.000
68.500 1.650.000 625.000 875.000 288.500 1.500.000 1.500.000 5.000.000 2.500.000 1.500.000 17.248.500
4,39%
2.315.000
1.157.500
2.315.000
0
0
4,01%
965.000
482.500
965.000
0
0
5,03%
3.984.000
1.992.000
56.000
3.928.000
1.964.000
6,88%
2.200.000
1.100.000
31.000
2.169.000
1.084.500
6,88%
1.936.000
968.000
34.000
1.902.000
951.000
6,86%
1.433.000
716.500
1.433.000
0
0
4,55%
36.000
18.000
36.000
0
0
0,50%
25.000
12.500
25.000
0
0
4,424% 3,71% 2,10% 4,745% 4,795% 5,210% 5,270% 5,190% 5,259% 4,375% 4,849% 4,95% 4,82% 4,89% 4,95% 3,79% 3,625% 3,74%
9.897.000 4.500.000 1.290.000 1.771.000 1.885.000 4.954.000 3.714.000 3.736.000 3.899.000 1.960.000 2.603.000 12.500.000 4.000.000 4.000.000 3.900.000 4.800.000 2.000.000 4.000.000
4.948.500 2.250.000 645.000 885.500 942.500 2.477.000 1.857.000 1.868.000 1.949.500 980.000 1.301.500 6.250.000 2.000.000 2.000.000 1.950.000 2.400.000 1.000.000 2.000.000
479.000 4.500.000 69.000 163.000 151.000 250.000 168.000 337.000 196.000 293.000 111.000
9.418.000 0 1.221.000 1.608.000 1.734.000 4.704.000 3.546.000 3.399.000 3.703.000 1.667.000 2.492.000 12.500.000 4.000.000 4.000.000 3.900.000 4.800.000 2.000.000 4.000.000
4.709.000 0 610.500 804.000 867.000 2.352.000 1.773.000 1.699.500 1.851.500 833.500 1.246.000 6.250.000 2.000.000 2.000.000 1.950.000 2.400.000 1.000.000 2.000.000
0 0 0 0 0 3.000.000 3.000.000
Totaalbedrag van de gewone en buitengewone aflossing
0 0 10.000 0 0 0
0 0 0 0 0
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd 671.000
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening
4.600.000 2.500.000 4.700.000 7.500.000 10.000.000 7.500.000 10.000.000 12.000.000 11.700.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 10.000.000 15.000.000 15.000.000 10.000.000 10.000.000 10.000.000 15.000.000 311.322.045 Sub De Woonmensen 7.397.000 3.400.000 2.500.000 3.000.000 160.000 250.000 14.000.000 7.000.000 4.960.000 8.500.000 12.500.000 10.000.000 15.000.000 12.000.000 8.000.000 13.000.000 10.000.000 20.000.000 20.000.000 16.000.000 10.000.000 10.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000
Geldgever
Doel van de geldlening
Naam van de geldnemer
Datum en nummer van het besluit van de raad cq. B&W
Datum en Rente % Totaal van het nummer van het restantbedrag besluit van de van de goedkeuring geldlening
BNG 40.101578 NWB NWB BNG 40.102592 NWB 10024937 NWB 10024938 NWB 20024941 NWB 10025114 NWB 10025113 BNG 40.102915 NWB 10025191 BNG FLEX 128 NWB 100225437 BNG 40.103928 NWB 10025883 BNG 40.105319 BNG 40.105455 NWB 20027099 NWB 20027590
4.600.000 2.500.000 4.700.000 7.500.000 10.000.000 7.500.000 10.000.000 12.000.000 11.700.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 10.000.000 15.000.000 15.000.000 10.000.000 10.000.000 10.000.000 15.000.000
2.300.000 1.250.000 2.350.000 3.750.000 5.000.000 3.750.000 5.000.000 6.000.000 5.850.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 5.000.000 7.500.000 7.500.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000 7.500.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal van het restantbedrag van de geldlening aan het einde van het dienstjaar 4.600.000 2.500.000 4.700.000 7.500.000 10.000.000 7.500.000 10.000.000 12.000.000 11.700.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 10.000.000 15.000.000 15.000.000 10.000.000 10.000.000 10.000.000 0 15.000.000
288.803.000
144.401.500
0
21.612.000
4,870% 4,530% 4,335% 4,439% 4,250% 4,250% 4,160% 4,000% 4,221%
5.497.000 3.400.000 2.500.000 3.000.000 59.000 92.000 14.000.000 7.000.000 4.960.000
2.748.500 1.700.000 1.250.000 1.500.000 29.500 46.000 7.000.000 3.500.000 2.480.000
215.000 3.400.000 2.500.000 3.000.000 12.000 19.000 0 7.000.000 4.960.000
5.282.000 0 0 0 47.000 73.000 14.000.000 0 0
2.641.000 0 0 0 23.500 36.500 7.000.000 0 0
3,765% 3,579% 4,823% 4,536% 4,255% 4,615% 5,130% 4,760% 4,000% 4,210% 3,700% 3,660% 3,195% 3,440% 4,000% 4,000% 3,800% 3,500% 3,440%
8.500.000 12.500.000 10.000.000 15.000.000 12.000.000 8.000.000 13.000.000 10.000.000 20.000.000 20.000.000 16.000.000 10.000.000 10.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000
4.250.000 6.250.000 5.000.000 7.500.000 6.000.000 4.000.000 6.500.000 5.000.000 10.000.000 10.000.000 8.000.000 5.000.000 5.000.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0
8.500.000 12.500.000 10.000.000 15.000.000 12.000.000 8.000.000 13.000.000 10.000.000 20.000.000 20.000.000 16.000.000 10.000.000 10.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000 15.000.000
4.250.000 6.250.000 5.000.000 7.500.000 6.000.000 4.000.000 6.500.000 5.000.000 10.000.000 10.000.000 8.000.000 5.000.000 5.000.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000
4,249% 3,87% 4,11% 4,27% 4,315% 4,305% 4,000% 4,959% 4,929% 4,967% 4,790% 4,000% 4,290% 4,500% 4,625% 4,495% 3,500% 4,000% 4,000%
BNG 91432 BNG 98665 BNG 98729 BNG 99319 SVN 870.710.020 SVN 870.711.020 ABN A 24.02.65.548 NWB 20023269 Coop Rabo Apeld 3033 Rabo Ned 19067 NWB 10024119 BNG 40.103021 ABN A24.01.29598 Rabo Ned 19627 BNG 40.103598 NWB 10025703 NWB 10026005 NWB 20026218 NWB 10026219 NWB 10026659 NWB 10026658 BNG 40105879 NWB 10026952 NWB 10027187 NWB 43394 NWB 20027306 ASN B 8072011 NWB 10027480
315
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd
Bedrag van de in het loop van het dienstjaar te waarborgen/ge waarborgde geldleningen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaalbedrag van de gewone en buitengewone aflossing
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd 2.300.000 1.250.000 2.350.000 3.750.000 5.000.000 3.750.000 5.000.000 6.000.000 5.850.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 5.000.000 7.500.000 7.500.000 5.000.000 5.000.000 0 7.500.000
267.191.000 133.595.500
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening
12.000.000 10.000.000 6.000.000 10.000.000 Sub
Geldgever
Datum en nummer van het besluit van de raad cq. B&W
Datum en Rente % Totaal van het nummer van het restantbedrag besluit van de van de goedkeuring geldlening
533
9.983.164 Aegon B02331573 5.000.000 5.000.000 5.000.000 6.400.000 5.400.000 8.000.000 30.000.000 60.000.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000 7.400.000 5.800.000 5.500.000 3.800.000 5.000.000
bouw van 20 woningen nieuwbouw project 2604
333.508.000
166.754.000
0
4,510%
1.028.000
514.000
1.028.000
0
0
3,480%
1.534.000
767.000
754.000
780.000
390.000
5,120% 4,890% 5,030% 4,470% 4,610% 4,000% 4,215% 4,665% 5,250% 5,250% 5,250% 5,250% 2,025% 1,800% 2,390% 0,770% 4,000%
5.000.000 5.000.000 5.000.000 6.400.000 5.400.000 8.000.000 30.000.000 60.000.000 5.000.000 6.000.000 5.000.000 6.000.000 7.400.000 5.800.000 5.500.000 3.800.000 5.000.000
2.500.000 2.500.000 2.500.000 3.200.000 2.700.000 4.000.000 15.000.000 30.000.000 2.500.000 3.000.000 2.500.000 3.000.000 3.700.000 2.900.000 2.750.000 1.900.000 2.500.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 5.000.000 0 6.400.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
5.000.000 0 5.000.000 0 5.400.000 8.000.000 30.000.000 60.000.000 5.000.000 6.000.000 5.000.000 6.000.000 7.400.000 5.800.000 5.500.000 3.800.000 5.000.000
2.500.000 0 2.500.000 0 2.700.000 4.000.000 15.000.000 30.000.000 2.500.000 3.000.000 2.500.000 3.000.000 3.700.000 2.900.000 2.750.000 1.900.000 2.500.000
176.862.000
88.431.000
0
13.182.000
163.680.000
81.840.000
1,44%
853.000
426.500
108.000
745.000
372.500
5,87%
504.000
252.000
336.000
168.000
84.000
3,99% 2,53%
4.400.000
2.200.000 0
0 0
4.400.000 2.000.000
2.200.000 1.000.000
5.757.000
2.878.500
444.000
7.313.000
3.656.500
16.500.000
8.250.000
16.500.000
8.250.000
16.500.000
8.250.000
16.500.000
8.250.000
183.460.624
2.858.815 BNG 40.0087343
Financiering liquiditeitstekorten Projectnummer 22120
4.400.000 NWB 10026992 2.000.000 BNG 11.164.692
De Woonplaats 16.500.000 NWB 10023711 Sub
6.000.000 5.000.000 3.000.000 5.000.000
3,810% 3,530% 2,700% 2,600%
NWB 10022298 BNG 95918 BNG 95919 NWB 10023063 NWB 10023062 BNG 21494 BNG 40.102241 NWB 20025431 BNG 40.106207 BNG 40.106204 BNG 40.106206 BNG 40.106205 BNG 40.108126 BNG 40.108127 BNG 40.108926 BNG 40.109396 BNG flex.500
St Habion De Bilt 1.905.877 BNG 40.0084364 538
Sub
12.000.000 10.000.000 6.000.000 10.000.000
Bedrag van de in het loop van het dienstjaar te waarborgen/ge waarborgde geldleningen 0 0 0 0
335.667.000
1.177.460 BNG 40.0097218
142
Naam van de geldnemer
Aegon Levensverz BNG 40107966 BNG AG Insurance SA.
Ons Huis 522
Sub
Doel van de geldlening
4,149%
16.500.000
316
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd
0
0
Totaalbedrag van de gewone en buitengewone aflossing
21.106.000
0
Totaal van het restantbedrag van de geldlening aan het einde van het dienstjaar 12.000.000 10.000.000 6.000.000 10.000.000
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd 6.000.000 5.000.000 3.000.000 5.000.000
312.402.000 156.201.000
Oorspronkelijk bedrag van de geldlening
Woonzorg Nederland 1.309.000 554 8.110.000 3.490.000 4.097.000 3.728.000 2.120.000 Sub
Geldgever
BNG BNG BNG BNG BNG BNG
Doel van de geldlening
Naam van de geldnemer
Datum en nummer van het besluit van de raad cq. B&W
Datum en Rente % Totaal van het nummer van het restantbedrag besluit van de van de goedkeuring geldlening
82536 40104623 40104624 40104625 40104626 40104627
4,430% 4,750% 4,750% 4,750% 4,750% 4,750%
22.854.000
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd
Bedrag van de in het loop van het dienstjaar te waarborgen/ge waarborgde geldleningen
Totaalbedrag van de gewone en buitengewone aflossing
Totaal van het restantbedrag van de geldlening aan het einde van het dienstjaar
Deel van het restantbedrag dat door de gemeente is gewaarborgd
641.000 8.110.000 3.490.000 4.097.000 3.728.000 2.120.000
320.500 4.055.000 1.745.000 2.048.500 1.864.000 1.060.000
0 0 0 0 0
59.000
582.000 8.110.000 3.490.000 4.097.000 3.728.000 2.120.000
291.000 4.055.000 1.745.000 2.048.500 1.864.000 1.060.000
22.186.000
11.093.000
0
59.000
22.127.000
11.063.500
1.842.000 2.500.000 5.000.000
921.000 1.250.000 2.500.000
0
5.000.000
1.842.348 2.500.000 0
921.174 1.250.000 0
9.342.000
4.671.000
0
5.000.000
4.342.348
2.171.174
3.600.000 2.900.000 10.000.000 25.000.000
1.800.000 1.450.000 5.000.000 12.500.000
3.600.000 2.900.000 10.000.000 25.000.000
1.800.000 1.450.000 5.000.000 12.500.000
0 0
41.500.000
20.750.000
0
0
41.500.000
20.750.000
929.018.000
464.509.000
3.000.000
64.466.000
869.552.348 434.776.174
937.626.422
473.047.910
3.400.000
64.617.503
878.413.551 443.275.754
Vestia Groep 1.656.000 NWB 10015545 2.500.000 BNG 40.102826 5.000.000 BNG Flex 180
Sub
4,285% 4,864% 4,000%
9.156.000
St Mooiland Vitalis Amersfoort 3.600.000 BNG 40.101026 2.900.000 BNG 40.101028 10.000.000 BNG 40.105364 25.000.000 Aegon Levenverz Sub
4,135% 4,159% 3,690% 3,890%
41.500.000
Subtotaal WSW Tot
13.248.571
317
318
Bijlage H Verloopstaat overlopende activa en passiva "Medeoverheden"
319
06
31-12-2014
Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2013
Mutatie
929
172
2.252
2.620
-2.080
Overlopende activa
Nog te ontvangen bedragen 06.07
Prov. Gld/Rijk
06.11
Inleenvergoeding 2010/2011 Reïntegratie
0
273
273
-273
06.17
EFRO subsidie
0
267
267
-267
06.21
EU subsidie Ace
Totaal overlopende activa medeoverheden
11
183
183
0
0
322
1.112
883
2.792
3.160
-2.620
1.112
883
2.792
3.160
-2.620
31-12-2014
Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2013
Mutatie
108
Overlopende passiva
Nog te betalen bedragen 11.10
Omzetbelasting
948
948
840
840
11.13
Afrekening BBZ
293
293
317
317
-24
11.24
Algemene uitkering
998
998
0
998
2.239
2.239
1.157
1.157
1.082
0
0
Vooruitontvangen bedragen 11.26 WWB-werkdeel
1.752
1.752
-1752
72
167
239
-167
0
78
78
-78
215
114
329
-114
3.694
3.694
-753
61
446
-61
11.27
RPA-regiogelden
11.28
Rijksvergoeding RMC
11.29
Provincie Gelderland luchtkwaliteitsmaatregelen
11.31
GSO/ISV
11.32
Landbouwontwikkelingsgebied (LOG)
385
11.33
Socer (Kemo eur. Subs.)
757
11.34
261
11.39
Bijdragen gemeenten Stedendriehoek innov. projecten Rijksvergoeding Onderwijs Achterstanden Beleid Algemene uitkering
11.38
Playing 4 succes
11.45
Vooruitontvangen subsidie wegen Prov. Gld.
11.46 11.47
11.36
2.941
1.014
2.941
34
1.014
0 0
723
34
89
350
-89
1.804
1.804
-790
291
291
-291
108
108
-108
0
1.000
1.000
1.000
BDU-subsidie
411
411
411
Regio subs. Eendrachtsprengen
570
570
570
7.626
5.970
8.158
9.814
-2.188
9.865
8.209
9.315
10.971
-1.106
Totaal overlopende passiva medeoverheden
321
322
Bijlage I WNT
323
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT) Per 1 januari 2013 is Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publiek en semi-publieke sector (WNT) in werking getreden. Deze wet is de opvolger van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (de WOPT). Het belangrijkste uitgangspunt van de WNT is dat alle partijen, zowel (beoogde) topfunctionarissen als instellingen, hun maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Zij maken afspraken binnen de kaders van de WNT en leggen daar in het financieel jaarverslag transparant verantwoording over af. De wet schrijft onder andere voor dat financiële gegevens van topfunctionarissen openbaar gemaakt moeten worden. In de onderstaande tabel zijn deze gegevens opgenomen.
Functie
Naam
Gemeentesecretaris Griffier
C.M. Sjerps A. Oudbier
duur dienstverband in 2014 in dagen
365 365
deeltijdfactor
1,1 1
*
beloning
€ 130.161,13 € 105.700,43
voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn € 22.922,28 € 17.517,96
Totale bezoldiging
€ 153.083,41 € 123.218,39
Er zijn geen belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen uitgekeerd. Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor gemeenten is € 230.474 (dit is het algemene WNTbezoldigingsmaximum). Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
* In verband met het uitvoeren van taken voor de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland is het dienstverband van de gemeentesecretaris vanaf 1-7-2014 1,1 fte.
325
326
Bijlage J SISA-bijlage
327
OCW
D1
OCW
D9
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Besteding (jaar T) Opgebouwde reserve ultimo Regionale meld- en (jaar T-1) coördinatiecentra Aard controle R Aard controle R voortijdig schoolverlaten Indicatornummer: D1 / 01
€ 813.745 Besluit regionale meldOnderwijsachterstandenb Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor eleid 2011-2015 (OAB) voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Gemeenten
Indicatornummer: D1 / 02
€ 232.631 Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01
I&M
E11B
Nationaal Samenwerkingsprogram ma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden
€ 2.785.696 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02
Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 03
Aard controle R Indicatornummer: D9 / 04
€ 693.221 € 151.173 € 1.803.894 Besteding (jaar T) ten laste van Besteding (jaar T) ten laste van Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen eigen middelen bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
Teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen
Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 01
1 2008-001906 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 02
€0 €0 Cumulatieve besteding ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente) tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 08
€ 373.422 Cumulatieve besteding ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 09
€ 149.713 Cumulatief teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van Deze indicator is bedoeld voor de juistheid en volledigheid van de tussentijdse afstemming van de verantwoordingsinformatie de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 11
1 2008-001906
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 04
€0 Cumulatieve besteding ten laste van eigen middelen tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 07
1 2008-001906 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 03
€ 114.386 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 12
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 10
€0 Eindverantwoording Ja/Nee
Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor het komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 13
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 14
Nee
329
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 05
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 06
€0
I&M
E27B
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Hieronder per regel één Besteding (jaar T) ten laste van Overige bestedingen (jaar T) Correctie ten opzichte van tot Correctie ten opzichte van beschikkingsnummer en in de provinciale middelen jaar T verantwoorde tot jaar T verantwoorde kolommen ernaast de bestedingen ten laste van overige bestedingen verantwoordingsinformatie provinciale middelen
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01
1 2 3 4 5
2012-021029 2011-016347 2013-016800 2014-001866 2014-009639 Kopie beschikkingsnummer
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02
€ 119.502 € 783.976 € 314.713 € 150.000 € 32.934 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03
€ 1.690.344 € 1.687.068 € 2.546.314 €0 € 33.869 Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen
€0 €0 € 8.539 €0 €0 Toelichting
€0 €0 € 69.090 €0 €0 Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 04
Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Deze indicator is bedoeld voor Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie de verantwoordingsinformatie
1 2 3 4 5
I&M
E29
Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 06 2012-021029 2011-016347 2013-016800 2014-001866 2014-009639
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 07
€ 120.000 € 1.250.000 € 323.525 € 150.000 € 32.934 Besteding (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 08
€ 1.697.193 € 2.155.710 € 2.615.404 €0 € 33.869 Eindverantwoording Ja/Nee
SZW
SZW
G1
G1A
SZW
G2
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E29 / 01
1 STESY012 Het totaal aantal geïndiceerde Wet sociale inwoners van uw gemeente dat werkvoorziening een dienstbetrekking heeft of (Wsw)_gemeente 2014 op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een Wet sociale dienstbetrekking als bedoeld in werkvoorziening (Wsw) artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op Alle gemeenten 31 december (jaar T) verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar Aard controle R T), ongeacht of er in (jaar Indicatornummer: G1 / 01 T) geen, enkele of alle 0,00 inwoners werkzaam Hieronder per regel één Wet sociale gemeente(code) uit (jaar T-1) werkvoorziening selecteren en in de kolommen (Wsw)_totaal 2013 ernaast de verantwoordingsinformatie voor Wet sociale die gemeente invullen werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 09
nvt nvt Kosten uit 2013 verantwoord nvt nvt Cumulatieve bestedingen tot en met (jaar T)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10
Ja Ja Nee Ja Nee
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Tijdelijke regeling eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water Gemeenten
Aard controle R Indicatornummer: E27B / 05
Aard controle R Indicatornummer: E29 / 02
€ 74.998 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E29 / 03
Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E29 / 04
€ 1.066.163
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 02
Nee Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01
1 60200 Apeldoorn Gebundelde uitkering op Besteding (jaar T) algemene bijstand grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Gemeente Alle gemeenten I.1 Wet werk en bijstand (WWB) verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam Aard controle R opgericht op grond van Indicatornummer: G2 / 01 de Wgr. € 46.569.655 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03
1.012,42 Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
71,48 Besteding (jaar T) IOAW
Gemeente
Gemeente
I.1 Wet werk en bijstand (WWB) I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 02
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) IOAZ
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 04
€ 1.500.151 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
€ 1.997.571 € 27.011 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Volledig zelfstandige uitvoering Rijk) Ja/Nee
Gemeente
Gemeente
Gemeente
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07
€ 236.513
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08
€ 8.349
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10
Ja
€0
330
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 05
€ 228.458
Aard controle R Indicatornummer: G2 / 06
€ 7.207
SZW
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2014
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Besteding (jaar T) Besteding (jaar T) Baten (jaar T) levensonderhoud Baten (jaar T) Besteding (jaar T) aan levensonderhoud gevestigde kapitaalverstrekking (exclusief gevestigde zelfstandigen kapitaalverstrekking (exclusief onderzoek als bedoeld in zelfstandigen (exclusief Bob) Bob) (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Bob) (exclusief Rijk) artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01
€ 125.481 Baten (jaar T) Bob (exclusief Besluit bijstandverlening Rijk) zelfstandigen (Bbz) 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02
€ 37.890 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.
€0 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08
Ministeriële regeling heroïnebehandeling Regeling heroïnebehandeling
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 06
€ 242.658
€ 144.817
€0
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Reservering besteding van Volledig zelfstandige educatie bij roc’s in jaar T voor uitvoering Ja/Nee volgend kalenderjaar (jaar T+1 ) De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09
Ja
€0
Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01
Waarvan besteding (jaar T) van Baten (jaar T) (niet-Rijk) educatie bij roc's participatiebudget
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02
H1
€ 80.083 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04
Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering
1.631 Besteding (jaar T) participatiebudget
VWS
Aard controle R Indicatornummer: G3 / 03
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 03
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 04
€ 5.997.970 € 269.080 € 239.784 Gerealiseerde behandelplaatsen Gerealiseerde behandelplaatsen Besteding (jaar T) (jaar T) (jaar T) Afspraak
Gemeenten
Realisatie
Aard controle D1 Indicatornummer: H1 / 01
30
Aard controle D1 Indicatornummer: H1 / 02
30
Aard controle R Indicatornummer: H1 / 03
€ 693.267
331
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 05
€0
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06
€0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 07
Nee
332
Bijlage K Treasury
333
Tabel schatkistbankieren Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) Drempelbedrag 3.759 Kwartaal 1 Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag (1) Berekening drempelbedrag
Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
2.743
2.027
2.708
1.705
1.016
1.731
1.051
2.054
-
-
-
-
Begrotingstotaal verslagjaar
504.328
Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 mln
500.000
Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 mln te boven gaat
4.328
Drempelbedrag
3.759
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) Dagen in het kwartaal Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 246.872 184.480 249.091 156.842
90
91
92
92
2.743
2.027
2.708
1.705
335
BNG
AAA
€ 125.000.000
Rabobank
AA2
€ 130.000.000
Hieronder de modaliteiten per structuur: Soort
Nummer Omschrijving
Hoofdsom
Ingangsdatum Einddatum
Modaliteiten
Structuur
1
200401
Lening
200407
Lening 200407
5.000.000,00 30-6-2004
30-6-2015
Roll-over: Bet 3 M var
Derivaat 200401
5.000.000,00 30-6-2004
30-6-2015
Bet. 11 Y <4,4120%>, Ont. 3 M var
PayersSwap 200401 Structuur
2
200803
Lening
200803
Lening 200803
5.000.000,00 10-7-2008
10-7-2015
Roll-over: Bet 3 M var
PayersSwap 200803
Derivaat 200803
5.000.000,00 10-7-2008
10-7-2015
Bet. 7 Y <4,4350%>, Ont. 3 M var
Structuur
3
200804
Lening
200814
Lening 200814
10.000.000,00 27-11-2008
PayersSwap 200804
Derivaat 200804 10.000.000,00 27-11-2008
Structuur
4
200901
Lening
200904
Lening 200904
PayersSwap 200901
27-11-2019 Roll-over: Bet 3 M var 27-11-2019 Bet. 11 Y <4,0750%>, Ont. 3 M var
20.000.000,00 1-7-2009
1-7-2039
Roll-over: Bet 3 M var
Derivaat 200901 20.000.000,00 1-7-2009
1-7-2039
Bet. 30 Y <2,5350%>, Ont. 3 M var
Structuur
5
200902
Lening
200901
Lening 200901
10.000.000,00 24-4-2009
24-4-2019
Roll-over: Bet 6 M var
PayersSwap 200902
Derivaat 200902 10.000.000,00 24-4-2009
24-4-2019
Bet. 10 Y <3,4750%>, Ont. 6 M var
Structuur
6
200903
Lening
200902
Lening 200902
10.000.000,00 27-4-2009
27-4-2016
Roll-over: Bet 6 M var
PayersSwap 200903
Derivaat 200903 10.000.000,00 27-4-2009
27-4-2016
Bet. 7 Y <3,0700%>, Ont. 6 M var
Structuur
7
200904
Lening
200903
Lening 200903
10.000.000,00 22-6-2009
22-6-2017
Roll-over: Bet 3 M var
Derivaat 200904 10.000.000,00 22-6-2009
22-6-2017
Bet. 8 Y <3,4000%>, Ont. 3 M var
PayersSwap 200904 Structuur
8
200905
Lening
200905
Lening 200905
10.000.000,00 27-8-2009
27-8-2020
Roll-over: Bet 3 M var
PayersSwap 200905
Derivaat 200905 10.000.000,00 27-8-2009
27-8-2020
Bet. 10 Y <3,6800%>, Ont. 3 M var
Structuur
9
200906
Lening
200906
Lening 200906
10.000.000,00 28-8-2009
28-8-2017
Roll-over: Bet 3 M var
PayersSwap 200906
Derivaat 200906 10.000.000,00 28-8-2009
28-8-2017
Bet. 8 Y <3,3150%>, Ont. 3 M var
Structuur
10
200907
Lening
200908
Lening 200908
PayersSwap 200907
10.000.000,00 23-11-2009
Derivaat 200907 10.000.000,00 23-11-2009
Structuur
11
200908
Lening
200909
Lening 200909
10.000.000,00 23-11-2009
23-11-2018 Roll-over: Bet 12 M var 23-11-2018 Bet. 9 Y <3,4650%>, Ont. 12 M var 23-11-2020 Roll-over: Bet 12 M var
PayersSwap 200908
Derivaat 200908 10.000.000,00 23-11-2009
Structuur
12
201001
Lening
201001
Lening 201001
17.000.000,00 20-1-2010
20-1-2020
Roll-over: Bet 6 M var
Lening
201002
Lening 201002
3.000.000,00 20-1-2010
20-1-2020
Roll-over: Bet 6 M var
Derivaat 201001 20.000.000,00 20-1-2010
20-1-2020
Bet. 10 Y <3,4150%>, Ont. 6 M var
PayersSwap 201001
336
23-11-2020 Bet. 11 Y <3,6350%>, Ont. 12 M var
Soort
Nummer Omschrijving
Hoofdsom
Ingangsdatum Einddatum
Modaliteiten
Structuur
13
201002
Lening
201008
Lening 201008
25.000.000,00 20-12-2010
20-12-2060 Roll-over: Bet 6 M var
Derivaat 201002
25.000.000,00 20-12-2010
20-12-2060 Bet. 50 Y <2,5250%>, Ont. 6 M var
PayersSwap 201002 Structuur
14
201003
Lening
201201
Lening 201201
20.000.000,00 23-2-2012
23-8-2062
Roll-over: Bet 6 M var
PayersSwap 201003
Derivaat 201003
20.000.000,00 23-8-2012
23-8-2062
Bet. 50 Y <2,7580%>, Ont. 6 M var
Structuur
15
201004
Lening
201007
Lening 201007
10.000.000,00 22-11-2010
22-11-2019 Roll-over: Bet 6 M var
PayersSwap 201004
Derivaat 201004
10.000.000,00 22-11-2010
22-11-2019 Bet. 9 Y <2,5870%>, Ont. 6 M var
Structuur
16
201005
Lening
201101
Lening 201101
25.000.000,00 21-1-2011
21-1-2019
Roll-over: Bet 3 M var
Derivaat 201005
25.000.000,00 21-1-2011
21-1-2019
Bet. 8 Y <2,8600%>, Ont. 3 M var
PayersSwap 201005 Structuur
17
201101
Lening
201102
Lening 201102
25.000.000,00 26-1-2011
26-1-2018
Roll-over: Bet 3 M var
PayersSwap 201101
Derivaat 201101
25.000.000,00 26-1-2011
26-1-2018
Bet. 7 Y <2,9100%>, Ont. 3 M var
Structuur
18
201102
Lening
201105
Lening 201105
20.000.000,00 17-11-2011
17-11-2022 Roll-over: Bet 6 M var
Derivaat 201102
20.000.000,00 17-11-2011
17-11-2022 Bet. 11 Y <2,8400%>, Ont. 6 M var
PayersSwap 201102
Totaal
255.000.000,00
Er zijn geen wederzijdse bijstortverplichtingen en geen breakclausus ten aanzien van de derivaten.
337
338
Overzicht leningen 2014 Lening Einde Nummer Looptijd
Rente %
Restant hoofdsom op begindatum
Som stortingen in periode
Som aflossingen in periode
Som exploitatierente in periode
Restant hoofdsom op einddatum
198901
2014
4,32
612.603,29
0
612.603,29
6.910,16
0
199407
2014
3,63
285.843,78
0
285.843,78
4.006,34
0
199501
2014
7,38
569.907,99
0
569.907,99
41.007,73
0
199901
2014
4,32
907.560,35
0
907.560,35
1.524,70
0
199902
2014
4,18
3.993.265,83
0
3.993.265,83
31.529,05
0
200507
2014
3,55
5.000.000,00
0
5.000.000,00
128.869,86
0
200606
2014
4,105
10.000.000,00
0
10.000.000,00
395.879,45
0
200608
2014
3,945
5.000.000,00
0
5.000.000,00
15.671,92
0
200706
2014
4,272
5.000.000,00
0
5.000.000,00
119.967,12
0
200707
2014
4,416
10.000.000,00
0
10.000.000,00
280.688,22
0
200802
2014
4,128
5.000.000,00
0
5.000.000,00
63.899,18
0
201003
2014
2,38
10.000.000,00
0
10.000.000,00
18.257,53
0
201302
2014
0,3
20.000.000,00
0
20.000.000,00
29.166,66
0
199502
2015
6,85
453.780,18
0
226.890,11
28.882,16
226.890,07
200403
2015
4,198
10.000.000,00
0
0
419.800,00
10.000.000,00
200407
2015
4,442
5.000.000,00
0
0
222.100,00
5.000.000,00
200501
2015
3,72
10.000.000,00
0
0
372.000,00
10.000.000,00
200502
2015
3,67
10.000.000,00
0
0
367.000,00
10.000.000,00
200803
2015
4,435
5.000.000,00
0
0
221.750,00
5.000.000,00
200804
2015
4,585
5.000.000,00
0
0
229.250,00
5.000.000,00
201005
2015
1,64
5.000.000,00
0
0
82.000,00
5.000.000,00
201303
2015
0,53
20.000.000,00
0
0
106.000,00
20.000.000,00
199503
2016
6,75
340.335,12
0
113.445,06
15.953,20
226.890,06
199601
2016
6,25
680.670,29
0
226.890,11
30.724,69
453.780,18
200308
2016
4,725
3.000.000,00
0
0
141.750,00
3.000.000,00
200405
2016
4,29
1.644.727,72
0
525.381,36
60.061,27
1.119.346,36
200603
2016
4,178
10.000.000,00
0
0
417.800,00
10.000.000,00
200605
2016
4,21
5.000.000,00
0
0
210.500,00
5.000.000,00
200607
2016
4,014
5.000.000,00
0
0
200.700,00
5.000.000,00
200805
2016
4,625
10.000.000,00
0
0
462.500,00
10.000.000,00
200806
2016
4,67
5.000.000,00
0
0
233.500,00
5.000.000,00
200902
2016
3,07
10.000.000,00
0
0
307.000,00
10.000.000,00
201403
2016
0,36
0
10.000.000,00
0
9.000,00
10.000.000,00
201404
2016
0,265
0
10.000.000,00
0
1.742,47
10.000.000,00
200309
2017
4,65
10.000.000,00
0
0
465.000,00
10.000.000,00
200702
2017
1,5
348.870,78
0
108.434,02
5.233,10
240.436,76
200703
2017
4,155
10.000.000,00
0
0
415.500,00
10.000.000,00
200704
2017
0
1.089.072,80
0
272.268,20
0
816.804,60
200712
2017
4,54
4.500.000,00
0
0
204.300,00
4.500.000,00
200811
2017
4,924
10.000.000,00
0
0
492.400,00
10.000.000,00
200903
2017
3,4
10.000.000,00
0
0
340.000,00
10.000.000,00
200906
2017
3,315
10.000.000,00
0
0
331.500,00
10.000.000,00
200807
2018
4,898
10.000.000,00
0
0
489.800,00
10.000.000,00
200808
2018
4,895
10.000.000,00
0
0
489.500,00
10.000.000,00
200809
2018
4,938
10.000.000,00
0
0
493.800,00
10.000.000,00
200812
2018
4,68
5.000.000,00
0
0
234.000,00
5.000.000,00
200908
2018
3,465
10.000.000,00
0
0
346.500,00
10.000.000,00
339
Lening Einde Nummer Looptijd
Rente %
Restant hoofdsom op begindatum
Som stortingen in periode
Som aflossingen in periode
Som exploitatierente in periode
Restant hoofdsom op einddatum
201102
2018
2,91
25.000.000,00
0
0
727.500,00
25.000.000,00
200408
2019
4,56
5.000.000,00
0
0
228.000,00
5.000.000,00
200814
2019
4,075
10.000.000,00
0
0
407.500,00
10.000.000,00
200901
2019
3,475
10.000.000,00
0
0
347.500,00
10.000.000,00
201007
2019
2,587
10.000.000,00
0
0
258.700,00
10.000.000,00
201101
2019
2,86
25.000.000,00
0
0
715.000,00
25.000.000,00
201304
2019
2
10.000.000,00
0
0
200.000,00
10.000.000,00
200815
2020
4,92
6.300.000,00
0
0
309.960,00
6.300.000,00
200905
2020
3,68
10.000.000,00
0
0
368.000,00
10.000.000,00
200909
2020
3,635
10.000.000,00
0
0
363.500,00
10.000.000,00
201001
2020
3,415
17.000.000,00
0
0
580.550,00
17.000.000,00
201002
2020
3,415
3.000.000,00
0
0
102.450,00
3.000.000,00
201006
2020
2,35
5.000.000,00
0
0
117.500,00
5.000.000,00
201305
2020
2,225
10.000.000,00
0
0
222.500,00
10.000.000,00
201104
2021
3,14
2.700.000,00
0
0
84.780,00
2.700.000,00
201202
2021
2,348
20.000.000,00
0
0
469.600,00
20.000.000,00
201402
2021
1,185
0
10.000.000,00
0
30.517,81
10.000.000,00
201105
2022
2,84
20.000.000,00
0
0
568.000,00
20.000.000,00
199801
2023
5,52
6.352.922,95
0
635.292,31
323.016,49
5.717.630,64
200306
2023
4,99
5.000.000,00
0
0
249.500,00
5.000.000,00
201301
2023
2,35
25.000.000,00
0
0
587.500,00
25.000.000,00
201401
2023
1,49
0
10.000.000,00
0
40.005,48
10.000.000,00
200404
2024
4,74
5.000.000,00
0
0
237.000,00
5.000.000,00
201004
2030
4,08
7.900.000,00
0
0
322.320,00
7.900.000,00
200911
2034
3,011
8.400.000,00
0
400.000,00
252.132,06
8.000.000,00
200701
2037
2,726
5.000.000,00
0
0
136.300,00
5.000.000,00
199905
2038
5,6
478.640,58
0
8.581,48
26.682,75
470.059,10
200810
2038
4,9
10.000.000,00
0
0
490.000,00
10.000.000,00
199906
2039
5,6
517.590,61
0
9.279,82
28.854,08
508.310,79
200904
2039
2,535
20.000.000,00
0
0
507.000,00
20.000.000,00
201008
2060
2,525
25.000.000,00
0
0
631.250,00
25.000.000,00
201201
2062
2,758
20.000.000,00
0
0
551.600,00
20.000.000,00
636.075.792,27
40.000.000,00
78.895.643,71
20.069.643,48
597.180.148,56
Totalen 80
340
Bijlage L Controleverklaring
341
Wordt afzonderlijk verstrekt.
343
344