Programmarekening 2013
Inhoudsopgave programmarekening 2013:
Blz.
Aanbiedingsbrief
3
Voorwoord
9
Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1. Verantwoording beleid 1.2. Leeswijzer
11 11 12
Jaarverslag Hoofdstuk 2. Programmaverantwoording Programma 1 Inwoner en bestuur Programma 1.1 Inwoner en bestuur Programma 1.2 Dienstverlening Programma 2 Brandweer en Veiligheid Programma 3 Openbare ruimte en verkeer Programma 3.1 Verkeer en Vervoer Programma 3.2 Openbaar groen Programma 3.3 Duurzame bescherming openbare ruimte Programma 4 Onderwijs Programma 5 Sport en welzijn Programma 5.1 Sport Programma 5.2 Welzijn Programma 6 Inkomen en zorg Programma 6.1 Inkomen Programma 6.2 Zorg Programma 7 Ruimte, wonen en economie Programma 7.1 Ruimte en wonen Programma 7.2 Economie
13 15 15 17 19 25 25 28 30 33 37 37 41 47 47 52 57 57 60
Hoofdstuk 3. Paragrafen 3.1. Lokale heffingen 3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 3.3. Onderhoud kapitaalgoederen 3.4. Financiering 3.5. Bedrijfsvoering 3.6. Verbonden partijen 3.7. Grondbeleid
63 64 69 75 79 81 83 96
Programmarekening 2013
1
Jaarrekening Hoofdstuk 4. Balans met toelichting 4.1 Balans 4.2 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 4.3 Toelichting op de balans
109 110 112 116
Hoofdstuk 5. Overzicht van baten en lasten met toelichting 5.1 Overzicht van baten en lasten 5.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten 5.2.1. Overzicht van baten en lasten in vogelvlucht 5.2.2. Toelichting op de programma’s 5.2.3. Wet normering topinkomens 5.3 Financiering en algemene dekkingsmiddelen 5.4 Onvoorzien 5.5 Incidentele baten en lasten 5.6 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid
147 147 149 149 155 186 187 193 194 198
Hoofdstuk 6. Bijlagen 6.1 Verschillen programmarekening 2012 – 2013 6.2 Verschillen programmabegroting 2013 – rekening 2013 6.3 Overzicht niet aangewende kredieten / budgetten 2013 overbrengen naar 2014 6.4 Sisa overzicht 6.5 Investeren Met Gemeenten overzicht 6.6 Format reserves: - spoorse doorsnijding - gekoppelde reserve Hoftheater - egalisatie reserve participatiewet
201 202 204
Hoofdstuk 7. Controleverklaring
214
Afsluiting Inleiding Verklaring College van B&W Raadsbesluit
216 216 216 217
2
206 208 210 211 211 212 213
Programmarekening 2013
Aanbiedingsbrief Raalte, 22 april 2014 Onderwerp: Programmarekening 2013 Geachte leden van de raad, Hierbij bieden wij u de programmarekening 2013 aan. Met deze jaarstukken legt het college verantwoording af over het gevoerde bestuur in het afgelopen jaar. De aanbieding van de jaarrekening 2013 is de laatste jaarrekening van de collegeperiode 2010-2014. W e kunnen terugkijken op een collegeperiode waarin veel is gerealiseerd. Tegelijkertijd realiseren wij ons dat we bij de start van de nieuwe collegeperiode aan de vooravond staan van ingrijpende veranderingen. Er dient ondermeer invulling gegeven te worden aan een ingrijpende bezuinigingstaakstelling. Tevens krijgen de drie decentralisaties in het sociale domein* de komende jaren hun beslag. Omdat deze decentralisaties de nodige financiële risico’s met zich mee brengen gaan we in het vervolg van deze aanbiedingsbrief hier uitvoerig op in. * Het gaat om de participatiewet, de nieuwe jeugdwet en de overheveling van de AWBZ-functies begeleiding en persoonlijke verzorging naar de WMO.
Veel gerealiseerd in de afgelopen collegeperiode, ondanks economische tegenwind Zonder volledig te willen zijn, blikken we in deze aanbiedingsbrief kort terug op het jaar 2013. Het jaar waarin, ondanks de economische tegenwind, volop kon worden geoogst van hetgeen eerder in de afgelopen collegeperiode in gang is gezet. Zo zijn in het jaar 2013 de multifunctionele accommodaties Luttenberg en Heino in gebruik genomen. In Lierderholthuis en Nieuw Heeten is de nieuwbouw in volle gang en in Heeten wordt gewerkt aan de voorbereidingen van de verbouw van het Trefpunt tot Multifunctionele Accommodatie (MFA). Met deze investeringen wordt de kracht en gemeenschapszin van deze kernen aanmerkelijk versterkt. Met recht kan gesteld worden dat deze MFA’s voor deze kernen van grote toegevoegde waarde zijn. Elk dorp kan dan beschikken over een accommodatie die voldoet aan de eisen van deze tijd waarbij combinaties van welzijn, sport, ontmoeting en zorg in de kernen zijn gecreëerd. Ook op onderwijsgebied is veel gerealiseerd. Nadat in 2012 in Heino de brede scholen de Dolfijn en de Gouden Emmer in gebruik zijn genomen, kon in augustus 2013, ook in Heino, de brede school De Springplank de deuren openen. In Raalte zijn in 2013 de laatste voorbereidingen voor de realisatie van de nieuw te bouwen brede school Raalte-dorp afgerond, waarna in januari 2014 is begonnen met de bouw. De nieuwbouw van de school in Lierderholthuis is voorbereid en de bouw start in het voorjaar van 2014. En dan niet te vergeten de aanstaande nieuwbouw voor de sector HAVO/VWO van het Carmel College Salland. Hiermee kan de sterke positie van het voortgezet onderwijs in Raalte worden behouden en waar mogelijk versterkt. Vanuit het oogpunt van de aantrekkelijkheid van Raalte als woon- en vestigingsgemeente is een sterke positie van het voorgezet onderwijs van strategisch belang. 2013 is een intensief jaar geweest voor het aandachtsveld sport. Programmarekening 2013
3
Denk hierbij aan alle activiteiten die hebben geleid tot besluitvorming van de verzelfstandiging van het sportbedrijf en het opstellen van een Programma van Eisen voor een nieuw sportcentrum Tijenraan (definitieve besluitvorming hierover heeft respectievelijk plaatsgevonden in januari en februari 2014). Daarnaast wordt zwembad Tijenraan nu grotendeels verwarmd door restwarmte uit het rioolwater. Het sportcomplex aan de Stationsweg in Heino is voorzien van een parkeerterrein waarmee het parkeren aan de Stationsweg tot het verleden behoort. De herinrichting van sportpark Ramele heeft zijn beslag gekregen door de nieuwbouw van de clubaccommodatie voor de Raalter schutterij en wielervereniging CRT. De atletiekvereniging Salland is overgegaan naar sportpark Ramele. Financieel resultaat 2013 De jaarrekening 2013 sluit met een negatief resultaat van € 2.872.445 waarbij we daarenboven rekening moeten houden dat een bedrag van € 418.975 opnieuw door uw raad beschikbaar wordt gesteld als gevolg van overlopende posten van 2013 naar 2014. Bij de najaarsnota 2013 was een begroot negatief resultaat voorzien van € 3.043.879. Overlopende posten. Dit zijn posten waarvoor in 2013 middelen beschikbaar zijn gesteld ten laste van de exploitatie maar die per einde boekjaar nog niet (geheel) zijn gerealiseerd. Daarom wordt voorgesteld deze middelen in 2014 opnieuw beschikbaar te stellen. In hoofdstuk 6 (blz. 206) is een specificatie weergegeven van deze overlopende posten. In onderstaande tabel is de opbouw van het rekeningsaldo weergegeven in relatie tot het verwacht resultaat na vaststelling van de najaarsnota 2013. Uit dit overzicht blijkt dat het rekeningsaldo 2013 bijna € 0,25 mln. nadeliger is dan bij de najaarsnota 2013 was voorzien. Rekeningresultaat 2013 Begrotingsresultaat tot en met NJN 2013 "Bruto" Rekeningsaldo 2013 opnieuw beschikbaar te stellen middelen in 2014 ivm "overlope posten" van 2013 naar 2014 "Netto" rekeningssaldo 2013 Nadeliger rekeningsaldo 2013 dan verwacht bij NJN 2013
N N
€ -3.043.879 € -2.872.445
N € N N
-418.975 € -3.291.420 € -247.541
Reservepositie Algemene bestemmingsreserve Het verloop van de algemene bestemmingsreserve is in onderstaande tabel weergegeven. Uit deze tabel blijkt dat de algemene bestemmingsreserve ad € 12,12 mln. per 31-12-2013 terugloopt tot een bedrag van € 2,85 mln. per ultimo 2017. Dit is ruim € 0,3 mln. lager dan bij de begroting 2014 was voorzien (toen is het verwachte saldo per 31-12-2017 becijferd op € 3,17 mln.).
4
Programmarekening 2013
STAND ALGEMENE BESTEMMINGSRESERVE BIJ JAARREKENING 2013
Verloop reserve stand per begin jaar
genoemde bedragen x 1 mln. 2013 2014 12,12
2015 4,63
2016 2,68
2017 2,63
-1,95
-1,95
-0,05
0,22
4,63
2,68
2,63
2,85
af: rekeningsaldo 2013
-2,87
claims via raadsbesluit jaarrekening 2013 (overbrengen budgetten van 2013 naar 2014 ten laste van algemene bestemmingsreserve)
-0,42
overbrengen (eenmalige) kredieten van 2013 naar 2014 ten laste van alg. bestemmingsreserve
-1,94
mutaties 2014 (reeds door raadsbesluiten geaccordeerd) Dekking begrotingsresultaten 2014-2017 stand per ultimo jaar
-0,31
12,12
Gesteld kan worden dat de verwachte ontwikkeling van de algemene bestemmingsreserve zich nog steeds op een verantwoord minimumniveau bevindt. Echter de risico’s nemen snel toe. Denk daarbij aan de grondexploitatie, de transities in het sociale domein met forse kortingen, het tijdig en volledig realiseren van de ingrijpende bezuinigingstaakstellingen (rapportage Berenschot), de herijking van het gemeentefonds vanaf 2015* en de onzekere economische verwachtingen. W e moeten dus nadrukkelijk “de vinger aan de pols houden” en in de komende periode actief acteren om deze reserve op een verantwoord (minimum) niveau te houden. * Uit recente informatie van het ministerie van BZK is gebleken dat we bij de aanstaande herijking van het gemeentefonds rekening moeten houden met een korting van €8 per inwoner. Dit komt neer op een structurele korting van bijna €0,3 mln. op de gemeentefondsuitkering voor Raalte. Bij de komende meicirculaire 2014 komen we hier nader op terug .
Algemene reserve grondexploitatie Als gevolg v an de economische recessie staat de grondexploitatie onder druk. De gevolgen van de crisis zijn vooral merkbaar in een vertraagde afzet van bouwrijpe gronden. Er wordt vooral gekeken naar het faseren van de diverse projecten. Financieel heeft dit nadelige effecten. De looptijd van de projecten en daarmee de diverse grondexploitaties wordt langer waardoor de rentelasten binnen de exploitaties stijgen. Met name binnen de complexen Franciscushof, De Zegge VII Sallandse Poort/ kantoren lopen we risico. De algemene reserve grondexploitatie kent per 31-12-2013 een stand van € 1,12 mln. Op basis van o.a. de geactualiseerde grondexploitaties ziet het meerjarenoverzicht van de algemene reserve grondexploitatie er als volgt uit (zie ook de paragraaf grondbeleid, blz. 97) : Stand algemene reserve grondexploitatie genoemde bedragen x € 1 mln. Verloop algemene reserve grondexploitatie
2013
2014
2015
2016
2017
Stand per ultimo jaar
1,12
1,01
1,05
1,16
1,17
Programmarekening 2013
5
Het minimumniveau van de algemene reserve grondexploitatie is bij de nota grondbeleid bepaald op € 1 mln. Indien de algemene reserve grondexploitatie daalt tot onder de € 1 mln. dan is het noodzakelijk een beroep te doen op de algemene bestemmingsreserve. Overigens is deze algemene bestemmingsreserve dusdanig gering qua omvang dat ook hier maar beperkt extra tegenvallers in de grondexploitatie kunnen worden opgevangen. Mocht die situatie zich voor gaan doen dan resteren slechts het doorvoeren van extra bezuinigingen en/of het genereren van extra inkomsten. W e moeten de ontwikkelingen nauwlettend blijven volgen. Bij de voorjaarsnota 2014 ontvangt u de geactualiseerde projectenrapportage. In deze rapportage schetsen we de ontwikkelingen van de diverse complexen en geven we opnieuw inzicht in de ontwikkeling van de reserve grondexploitatie. De financiële risico’s van de drie decentralisaties Een bijzonder punt van aandacht vormen de financiële risico’s die gepaard gaan met de drie decentralisaties. Wij schatten die op dit moment als volgt in: AWBZ/ WMO Van de drie decentralisaties vormt de AWBZ/ WMO decentralisatie op dit moment het grootste financiële risico. Door het Rijk worden forse kortingen opgelegd op zowel het budget voor de bestaande W MO-taken als op het budget voor de nieuwe WMO/ AWBZtaken. Wij krijgen volgens voorlopige cijfers in 2015 een budget van € 5,57 mln. voor de uitvoering van de AWBZ taken. Dat was ca. € 7,4 mln., dus een korting van ca. € 1,83 mln. structureel (dat is een korting van 25 %). Op het budget voor bestaande W MO taken wordt een korting van 40% (op het macrobudget) opgelegd, hetgeen voor Raalte - op basis van voorlopige ramingen- overeenkomt met een korting van ca. €1,0 mln. Hierdoor resteert voor deze taken een budget van € 2,62 mln. Beide bezuinigingen samen belopen dus bijna € 3 mln. (€ 1,83 mln. + € 1 mln.). De wetgeving is nog niet afgerond, de voorbereidingstermijn voor de invoering per 1-1-2015 wordt steeds korter. Hierdoor nemen de risico’s toe. Daarbij komt nog dat er een overgangsrecht komt voor bestaande cliënten op zorgcontinuïteit; dit beperkt onze verandermogelijkheden en zet daarmee de financiële haalbaarheid per 1 januari 2015 onder druk, omdat het rijk tot nu toe niet uitgaat van gefaseerde invoering van de 25 % korting en geen financiële compensatie biedt. Een ander risico is de invoering van een nieuwe verdeelsystematiek voor de AW BZ/ WMO in 2016. Gemeenten krijgen dan geen budget meer op basis van historische uitgavencijfers, maar op basis van wat men noemt een “objectief verdeelmodel” wat op basis van algemene inwonerskenmerken plaatsvindt. Dit zal voordeel- en nadeelgemeentes opleveren. Op dit moment is nog moeilijk in te schatten met welke budgetrisico’s we rekening moeten houden. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (zie blz. 69) hebben we het risicobedrag op basis van de nu bekende gegevens voor Raalte voorlopig ingeschat op ruim € 0,4 mln. Wij hebben in 2013 een reserve WMO ingesteld die bij deze jaarrekening een eindsaldo heeft van ca. € 0,85 mln. Wij verwachten dat dit saldo in 2014 nog zal stijgen tot een bedrag tussen de € 1,0 mln. en € 1,5 mln. Naast bovengenoemde decentralisatiekortingen is het van belang te vermelden dat bij de bezuinigingsopties van Berenschot een zoekrichting (nr. 33) voorligt tot versobering van de dienstverlening bij individuele voorzieningen WMO met een besparingspotentieel van € 400.000 vanaf 2015. Wij sturen er sterk op dat de aanloopverliezen van deze decentralisatie zo klein mogelijk zullen zijn. Dit is zeer belangrijk om te voorkomen dat de genoemde reserve van onvoldoende omvang is om de risico’s te dekken. 6
Programmarekening 2013
Jeugdzorg Wij schatten de financiële risico’s van de jeugdzorgdecentralisatie beperkter in. Met de aanbieders van jeugdzorg zijn in het regionaal Transitiearrangement afspraken gemaakt over een korting van 15% die zij voor hun rekening nemen, direct in 2015 . De rijkskortingen belopen in 2015 4%, in 2016 10% en vanaf 2017 15%. Deze opbouw verschaft ons de eerste twee jaar financiële ruimte in de invoering en geeft ons twee jaar de tijd om ervaring op te doen en te kunnen werken aan verandering van de zorg (van zwaar naar lichter en meer preventief van intramuraal naar extramuraal). Het Raalter budget bedraagt in 2015 ca. € 7,3 mln. Bij de jeugdzorg wordt met ingang van 2016 ook gewerkt met een objectief verdeelmodel. Dit brengt dezelfde herverdeelrisico’s met zich mee als genoemd bij de AWBZ/WMO. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (zie blz. 69) hebben we het risicobedrag op basis van de nu bekende gegevens voor Raalte voorlopig ingeschat op bijna € 0,4 mln. Zoals bekend hebben wij nog een structureel bedrag in onze begroting beschikbaar van € 200.000 euro voor opvang van de risico’s in de decentralisaties. Participatiewet Hoewel het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering in Raalte eind 2013 behoorlijk is gestegen, verwachten wij niet dat we in 2014 op de bijstandsuitkeringen substantiële financiële risico’s lopen . In 2013 is een groot overschot ontstaan op het budget dat in de participatiereserve wordt gestort. Nu de W AJONG-ers niet in de bijstand terecht komen, maar hun uitkering behouden zolang ze geen werk hebben gevonden, schatten wij de directe financiële risico’s beperkt in. Hierbij moeten we er voor waken dat er geen verdringing plaatsvindt van werkgelegenheid voor onze bijstandsgerechtigden. Voor wat betreft de WSW-uitgaven zien we wel een jaarlijks tekort, dat vooral wordt veroorzaakt doordat het rijk de vergoeding laat dalen van ca € 27.000 per cliënt naar ca. € 22.500 euro per cliënt. Bij ca. 210 cliënten gaat het dan om een korting van ruim € 1 mln., die moet worden opgelost. De huidige tekorten op de uitvoering van de W SW bij Sallcon, Larcom en WEZO belopen € 0,4 à € 0,5 mln. per jaar. Hierop moet de komende jaren sterk worden gestuurd, om de risico’s te verkleinen. Daarnaast is het zeer waarschijnlijk dat we met extra lasten (frictiekosten) worden geconfronteerd die samenhangen met het mogelijk anders organiseren van de WSW-uitvoering. Om de risico’s zoals bovenstaand weergegeven op te vangen heeft uw raad bij de najaarsnota 2013 de reikwijdte van de bestaande egalisatiereserve Wet Werk en Bijstand verruimd en omgevormd tot een participatiereserve. De participatiereserve is nu een brede egalisatiereserve die uitgaven en inkomsten egaliseert met betrekking tot bijstand, minimaregelingen, WSW-uitgaven en schuldhulpverlening en werkgeverspunt en arbeidstoeleiding. Hierbij is het maximumplafond toen bepaald op € 2,5 mln. Op basis van de nu actuele inzichten, waarbij we naar verwachting voor het jaar 2014 geen substantiële risico’s lopen bij de bijstandsuitkeringen én het risico van de WAJONG-ers ook beperkter is geworden, achten wij een maximale hoogte van de participatiereserve van € 1,5 mln. voldoende om de risico’s te kunnen opvangen. Wij stellen u daarom voor het maximumplafond op € 1,5 mln. vast te stellen. Dit betekent dat een bedrag van afgerond € 0,57 mln. voordelig ten gunste komt van de algemene middelen bij de rekening van 2013.
Programmarekening 2013
7
Wel is nog van belang om te noemen dat onder de nieuwe participatiewet het inkomensdeel ten behoeve van de bijstandsuitgaven ook een nieuwe verdeelsystematiek krijgt. Op dit moment is niet in te schatten hoe dit uitwerkt voor onze gemeente. Mocht blijken dat de risico’s zich onverhoopt negatiever ontwikkelen dan op basis van de huidige inschattingen is voorzien, dan komen wij daar bij de geijkte momenten in de P&Ccyclus op terug. Tenslotte Het verslag van de accountant is goedkeurend voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. De aanbevelingen die de accountant doet pakken we op. De door de raad ingestelde rekeningcommissie voert op 14 mei aanstaande het onderzoek van de jaarrekening uit. Burgemeester en wethouders van Raalte, de secretaris,
8
de burgemeester,
Programmarekening 2013
Voorwoord Voor u ligt de programmarekening 2013 van de gemeente Raalte. Met dit sluitstuk van de budgetcyclus 2013 leggen we als college van Burgemeester en W ethouders verantwoording af aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid. Het is gebruikelijk dat de verslaglegging voor een ieder ter inzage wordt gelegd en op de website wordt gepubliceerd. Programmarekening (jaarverslag / jaarrekening) De programmarekening 2013 is opgedeeld in een jaarverslag en een jaarrekening. Het jaarverslag bestaat uit de programmaverantwoording en de diverse paragrafen. Over dit onderdeel wordt geen accountantsverklaring afgegeven. Wel stelt de accountant vast dat de inhoud van het jaarverslag niet in strijd is met de jaarrekening. De jaarrekening bestaat uit de programmarekening en de balans met toelichtingen en is door de accountant gecontroleerd en voorzien van een controleverklaring. Wij hopen dat u met deze verslaglegging een instrument in handen heeft voor een goede invulling van uw controlerende rol.
Burgemeester en wethouders van Raalte, Mei 2014.
Programmarekening 2013
9
10
Programmarekening 2013
Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1. Verantwoording beleid Het programmaverslag en de financiële vertaling daarvan in de programmarekening, vormen het sluitstuk van de gemeentelijke planning– en controlcyclus. In de meerjarenbegroting 2013-2016 zijn de beleidsvoornemens, de beschikbare middelen en de daaraan gekoppelde resultaten en prioriteitstellingen opgenomen. Over de vorderingen in de uitvoering van deze beleidsvoornemens en de aanwending van de beschikbaar gestelde middelen wordt jaarlijks in de voor- en najaarsnota aan de raad gerapporteerd. Het nu voorliggende afsluitende programmaverslag en de programmarekening zijn de belangrijkste documenten voor het afleggen van verantwoording over gemeentelijke prestaties en bestedingen. Formeel dienen de documenten twee doelen: 1. verantwoording van ons als college aan de gemeenteraad; 2. verantwoording van de gemeenteraad aan de bevolking die hij vertegenwoordigt. Zoals al aangegeven dient er voor de verslaglegging een onderscheid te worden gemaakt in programmaverantwoording en programmarekening. Het onderdeel programmaverantwoording geeft inzicht in de realisatie van de programma’s. Dit inzicht wordt verkregen door een uitwerking te geven van: de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd; de wijze waarop geprobeerd is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. De programmarekening, waar het oordeel van de accountant over het getrouwe beeld en de rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties betrekking op heeft, bevat: de gerealiseerde baten en lasten per programma; het overzicht van de gerealiseerde dekkingsmiddelen; het gerealiseerde resultaat voor bestemming; de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves; het gerealiseerde resultaat na bestemming. Volgens de BBV-voorschriften worden eerst alle baten en lasten van de programma’s gepresenteerd. Vervolgens wordt het resultaat bepaald en daarna wordt het resultaat bestemd. Op dat moment vinden toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves plaats.
Programmarekening 2013
11
1.2 Leeswijzer In de begroting en rekening 2013 zijn de volgende programma’s opgenomen: 1. Inwoner en bestuur 2. Brandweer en veiligheid 3. Openbare ruimte en verkeer 4. Onderwijs 5. Sport en welzijn 6. Inkomen en zorg 7. Ruimte, wonen en economie. De algemene dekkingsmiddelen, resultaten en onvoorzien zijn niet ondergebracht in een afzonderlijk programma, maar worden weergegeven in een financieel overzicht, dat aansluitend aan de programma’s wordt toegelicht. Met de programmaverantwoording is geprobeerd om inzicht te geven in de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd en de wijze waarop geprobeerd is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. Dit uit zich in hoofdstuk 2, waar aan de hand van 7 programma’s de volgende W -vragen worden beantwoord: Wat hebben we ervoor gedaan? Wat hebben we ermee bereikt? In hoofdstuk 3 wordt een nadere toelichting gegeven in de voorgeschreven paragrafen. Deze toelichting geeft een dwarsdoorsnede van de financiële positie bezien vanuit het perspectief van de volgende onderdelen: Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid. In hoofdstuk 4 vindt u de balans met grondslagen en toelichting op de balans. In hoofdstuk 5 wordt antwoord gegeven op de W-vraag “Wat heeft het ons gekost?”. Hier wordt het financieel resultaat per programma weergegeven. Naast het resultaat 2013 zijn ook de resultaten 2012 weergegeven. Ook wordt hier de programmarekening in een vogelvlucht toegelicht. U treft in hoofdstuk 6 enkele financiële bijlagen aan, waaronder de Sisa-bijlage. In hoofdstuk 7 is de controleverklaring opgenomen. Als afsluiting treft u het raadsbesluit aan tot vaststelling van de programmarekening 2013 en de bestemming van het rekeningssaldo.
12
Programmarekening 2013
Hoofdstuk 2. Programmaverantwoording Inleiding Om een heldere verslaglegging af te geven over het gevoerde beleid in 2013, is de programmaverantwoording in navolging van de programmabegroting 2013 opgebouwd uit zeven programma’s. Zo zijn de resultaten in de programmarekening 2013 te vergelijken met het geraamde in de programmabegroting 2013.
Programmarekening 2013
13
14
Programmarekening 2013
Programma 1.1
Inwoner en bestuur
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Burgemeester Zoon M. Luikens
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Samen met inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven zorg dragen voor Raalte, waar het goed leven, werken en recreëren is. Inwoners voelen zich betrokken en participeren actief. Relevante ontwikkelingen: Er vindt een kentering plaats in de rol die de overheid speelt bij maatschappelijke opgaven. Maatschappelijke opgaven worden steeds meer door de overheid in samenwerking met de samenleving opgepakt of het initiatief wordt bij de burger gelaten. Het thema burgerparticipatie wordt steeds belangrijker de komende jaren. Subdoelstellingen: 1. Er is vertrouwen van de burgers in het college. 2. De gemeente is transparant en helder naar de Plaatselijke Belangen. 3. De gemeente betrekt burgers actief bij de totstandkoming en uitvoering van het beleid. Waar meten we ons succes aan af? 1.1
De score op de indicator “vertrouwen burgers in B&W” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. De score op een vragenlijst die jaarlijks wordt afgenomen bij alle Plaatselijke Belangen. De score op de indicator “betrekken burger bij totstandkoming van plannen” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”.
2.1 3.1
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator 1
Score vertrouwen burgers in B&W
2
Score onderzoek bij PB's
3
Score betrekken burger bij totstandkoming plannen
2011
2012
2013 Begr
2013
6,3
6,3
6,3
5,8**)
*)
7,0
*)
5,6
5,7
5,5
5,7
*) Er zijn in die jaren geen onderzoeken geweest. **) Het landelijk gemiddelde is ook teruggelopen van 6,0 naar 5,8. In 2011 zat Raalte boven dat gemiddelde en in 2013 dus op het gemiddelde.
Programmarekening 2013
15
Wat gaan we er voor doen? 1.1
2.1 2.2 3.1 3.2 3.3
We communiceren helder en duidelijk over bestuurlijke keuzes via onze website, gemeentepagina en brieven. Ook de moderne media betrekken we hier zoveel mogelijk bij. We pakken signalen en geluiden vanuit de samenleving actief op, via alle kanalen die wij daarvoor beschikbaar hebben. We stimuleren via de PB’s actieve deelname van de bevolking aan de totstandkoming van plannen. We betrekken onze strategische visie “Samen vooruit Raalte 2020” actief in onze projectcommunicatie. We willen zoveel mogelijk instellingen uit het maatschappelijk veld betrekken bij de totstandkoming van onze plannen. We evalueren onze informatie- en inloopavonden in samenspraak met betrokkenen. De uitkomsten van deze evaluaties gebruiken we voor verdere optimalisering van deze avonden.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1
2.1
3.1 3.2 3.3
16
We gebruiken de website, gemeentepagina en brieven om tekst en uitleg te geven over onder meer bestuurlijke keuzes. Eind 2013 hebben we het strategisch communicatieplan vastgesteld als eerste aanzet om de communicatie verder te verbeteren en de communicatiemiddelen effectiever in te zetten. De inzet van moderne social media is hierin meegenomen. In 2013 hebben we onderzoek gedaan naar het gebruik van de verschillende social media onder inwoners. en 2.2 Ook in 2013 hebben we actief gereageerd op signalen die we via de verschillende kanalen hebben ontvangen. Mede via de contactfunctionaris. Hij zorgt voor een goede communicatie tussen de plaatselijke belangen, bewonersgroepen, verenigingen, ambtenaren en politiek. Het actief oppakken van signalen is ook één van de doelstellingen in het strategisch communicatieplan. Waar mogelijk is in de communicatie, bij onder meer projecten, actief de aansluiting gezocht bij de thema’s uit de strategische visie. Per plan of project is gekeken welke partijen en/of instellingen vanuit het maatschappelijk veld betrokken moesten worden. Onze informatie- en inloopavonden zijn net als in 2012 per situatie geëvalueerd en verbeteringen zijn waar nodig opgepakt.
Programmarekening 2013
Programma 1.2
Dienstverlening
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Burgemeester Zoon P. Kroeze
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Inwoners, bedrijven en instellingen zijn tevreden over onze publieksdienstverlening. Relevante ontwikkelingen: Het sterk toegenomen gebruik van internet en digitale media vraagt om een verdere ontwikkeling van de e-dienstverlening. Subdoelstellingen: 1. De inwoners van Raalte beoordelen de doorlooptijd aan het loket met tenminste een 8,0. 2. De inwoners van Raalte beoordelen de duidelijkheid van de informatie met tenminste een 7,0. 3. De inwoners van Raalte beoordelen de informatie via de website met tenminste een 7,0. Waar meten we ons succes aan af? 1.1.
De score op de indicator “oordeel bezoeker doorlooptijd” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. De score op de indicator “over duidelijkheid informatie” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. De score op de indicator “oordeel burgers over informatie via website” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”.
2.1. 31.
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator
2011
2012
2013 Begr
2013
1
Score indicator oordeel bezoeker doorlooptijd
8,2
8,2
8,0
8,1
2
Score indicator oordeel over duidelijkheid informatie
6,8
6,8
7,0
8,5
3
Score indicator oordeel burgers over informatie via website
6,9
6,9
7,0
6,8
Programmarekening 2013
17
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 1.2 2.1 3.1
Het Het Het Het
doorontwikkelen van het zaakgericht werken. vervangen van de telefooncentrale en ondersteunende software. opstellen van het Realisatieplan dienstverlening 2013 – 2016. ontwikkelen van 10 E- diensten.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1 1.2 1.3 1.4
18
Het doorontwikkelen van het zaakgericht werken heeft plaatsgevonden. De basisprocessen zijn verbeterd en sluiten beter aan bij de dagelijkse praktijk. Het vervangen van de telefooncentrale en ondersteunende software vindt plaats in het eerste en tweede kwartaal van 2014. Het Realisatieplan dienstverlening 2013 – 2016 wordt op dit moment opgesteld. We hebben de volgende E-diensten ontwikkeld: Vakantie en uitkering Uittreksel burgerlijke stand Leerlingenvervoer Parkeervergunning Uittreksel GBA Aangifte verhuizing In 2014 geven we een vervolg aan deze ontwikkelingen.
Programmarekening 2013
Programma 2
Brandweer en Veiligheid
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Burgemeester Zoon W. van Hulst
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Een veilige gemeente binnen de context van een veilige regio (veiligheidsregio). Relevante ontwikkelingen: De gemeente kent een regisseursrol op het gebied van veiligheid waaraan veel intern en extern betrokken partijen bijdragen. Gezamenlijk werken we aan een veilige gemeente. Het bijdragen aan de ontwikkeling en uitvoering van beleid op het gebied van de volgende veiligheidsvelden: Veilige woon- en leefomgeving; Bedrijven en veiligheid; Jeugd en veiligheid; Fysieke veiligheid; Integriteit en veiligheid. Vanuit het programma levert de gemeente een actieve bijdrage aan de Veiligheidsregio IJsselland en daarmee aan een integrale hulpverlening bij rampenbestrijding, crisisbeheersing en brandweerzorg. Nieuwe wetgeving leidt tot een nationalisering van politie en een regionalisering van de brandweer. Subdoelstellingen: Integrale Veiligheid 1. Een stabilisatie of mogelijk een daling van het aantal misdrijven. 2. Een stabilisatie of mogelijk een verhoging van het veiligheidsgevoel van inwoners. 3. Vermindering van overlast in de openbare ruimte, met als prioriteit vermindering overlast door (jeugd)groepen. 4. Een daling van het aantal woninginbraken. Fysieke Veiligheid 5. Het (mede) in stand houden van de rampenbestrijdings- en brandweerorganisatie die beide voldoen aan de Wet Veiligheidsregio’s. 6 Een vergroting van het risicobewustzijn en de zelfredzaamheid van onze inwoners op het gebied van brandveiligheid. Het meten van risicobewustzijn en zelfredzaamheid van inwoners wordt momenteel ontwikkeld in een pilot in Olst-Wijhe en Zwolle. Daarom zijn voor deze doelstelling nog geen prestatie-indicatoren opgenomen.
Programmarekening 2013
19
Waar meten we ons succes aan af? 1.1 2.1
Het aantal geregistreerde misdrijven in de Gebiedsscan politie IJsselland. Het gemiddelde rapportcijfer veiligheidsgevoel van onze inwoners in hun eigen buurt dat wordt gemeten in de eenmaal per twee jaar uit te voeren Veiligheidsmonitor. Het aantal geregistreerde overlastmeldingen in de Gebiedsscan politie IJsselland. Het aantal geregistreerde jeugdgerelateerde overlastmeldingen in de Gebiedsscan politie IJsselland. Het aantal geregistreerde woninginbraken door de politie IJsselland. Het aantal voldoende vastgestelde kwaliteitsnormen op het gebied van brandweer- en rampenbestrijding dat tweejaarlijks wordt gemeten met behulp van de regionale kwaliteitsmethodiek. Het overschrijdingsindexcijfer van de opkomsttijd van de brandweer volgens het vastgestelde regionale dekkingsplan.
3.1 3.2 4.1 5.1
5.2
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator 1
Het aantal geregistreerde misdrijven
2
Het rapportcijfer veiligheid in de eigen buurt / woonomgeving
3.1 3.2 4 5.1 5.2
*) **)
20
Aantal overlastmeldingen Aantal jeugdgerelateerde overlastmeldingen Het aantal geregistreerde woninginbraken Percentage kwaliteitsnormen dat voldoende scoort Overschrijdingsindexcijfer opkomsttijd brandweer
2011
2012
2013 Begr
2013
1.180
<1.005
< 1.180
1.059
7,5
*
627
672,0
< 627
651
132
133,0
< 132
100
115
101,0
< 115
99
78,6
< 70
85,7
12,8
< 22
19,8 **)
20,8
het onderzoek wordt 1 maal per twee jaren gehouden; in 2014 dus weer. stand van zaken op 1 december 2013.
Programmarekening 2013
Wat gaan we er voor doen? Integrale Veiligheid 1.1 Uitvoering geven aan het plan van aanpak woninginbraken, de aanpak jeugdgroep Raalte, etc. 1.2 We implementeren de gevolgen van de nieuwe Politiewet. 2.1 Voorlichting geven op verschillende thema’s, zoals woninginbraken en hennepteelt. Mensen stimuleren om deel te nemen aan Burgernet. 3.1 We dragen bij aan activiteiten die een rustige en veilige jaarwisseling realiseren. 3.2 We zetten maatregelen in om geweld en overlast tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen, bijvoorbeeld inzet huisverbod, overlastwet. 3.3 We organiseren een sluitende ketenaanpak op het gebied van veiligheid en zorg, specifiek gericht op jeugdigen. 3.4 We stellen een integrale aanpak voor de jeugdgroep in Raalte op. 3.5 We zetten duowerk (samenwerking jeugdagent en jongerenwerk) in bij de aanpak van jeugdoverlast. 4.1 We organiseren (i.s.m. politie) een voorlichtingscampagne waarin we inwoners wijzen op ‘onveilig’ gedrag. Fysieke Veiligheid 5.1.1 Op basis van de resultaten van de regionale visitatie worden aan de hand van een vast te stellen verbeterplan verbeteringen in de brandweerorganisatie doorgevoerd. 5.1.2 We werken in regionaal verband mee aan het tot stand komen van één brandweerorganisatie voor Regio IJsselland per 1-1-2014. 5.1.3 We voeren het vastgestelde Preventie Activiteiten Plan uit. 5.1.4 Voertuigen die nog niet voldoen aan de Ministeriële Regeling Optische- en Geluidssignalen worden aangepast. 5.1.5 We leiden gemeentelijke functionarissen op om te voldoen aan de kwaliteitseisen voor de rampenbestrijding en we laten de rampbestrijdingsorganisatie oefenen conform het regionale multidisciplinaire oefenbeleidsplan. 5.1.6 De brandweerorganisatie leiden we op tot het niveau van landelijke vakbekwaamheidseisen. W e laten de organisatie oefenen conform vastgesteld meerjarenoefenbeleidsplan. 5.2.1 We verbeteren in regionaal verband de methodiek en techniek om overschrijdingen van de opkomsttijd te meten. 5.2.2 We maken afspraken om de input van de hulpverleningsdiensten bij infrastructurele ontwikkelingen (bereikbaarheid) ook na de regionalisatie te borgen. 5.2.3 We werken mee aan het landelijke project STOOM om het aantal ongewenste automatische brandmeldingen terug te dringen. 6.1 We bieden het lespakket ‘brandveilig leven’ aan bij de basisscholen en werken actief mee aan de uitwerking van dit lespakket. 6.2 We organiseren voorlichtingsbijeenkomsten voor doelgroepen (w.o. specifiek de groep ouderen) om risicobewustzijn en zelfredzaamheid te bevorderen. 6.3 We verbeteren de digitale beschikbaarheid van voorlichtingsmaterieel brandveiligheid. 6.4 We werken mee aan het tot stand komen van een meetmethodiek risicobewustzijn en zelfredzaamheid. 6.5 We beoordelen en zo nodig actualiseren de Risicokaart Overijssel (Raalter deel).
Programmarekening 2013
21
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? Integrale Veiligheid De daling van het aantal misdrijven ligt op verschillende vlakken, zoals de woninginbraken, maar ook de bedrijfscriminaliteit, geweldsdelicten en overige vermogensdelicten. De aanpak is vooral effectief door een steeds betere samenwerking met partners en de inzet van integrale plannen van aanpak. 1.1
1.2
2.1
3.1
3.2
3.3
22
Voor wat betreft de woninginbraken zijn de maatregelen zoals genoemd in het plan van aanpak woninginbraken uitgevoerd. Het gaat hierbij onder andere om flyeren na een inbraak, het geven van preventietips aan inwoners, maar ook specifieke groepen (ouderen) via de gemeentepagina, twitter, de website en voorlichting op locatie. Kijken we naar de jeugdgroep: De driehoek heeft een jeugdgroep in Raalte geprioriteerd als overlastgevend, met een criminele kern. Voor deze groep is een integraal plan van aanpak opgesteld, met als belangrijk onderdeel de persoonsgebonden aanpak voor de individuele jongere. De jongeren zijn geïnformeerd over de aanpak en ook is hen hulp aangeboden. Een aantal heeft deze hulp individueel of in groepsverband aangegrepen. Bij de aanpak worden naast de jongeren, ook hun ouders betrokken. De verschillende maatregelen die op de gebieden domein, groep en persoon zijn genomen leveren positieve resultaten op. We zien dit bijvoorbeeld in de daling v an het aantal overlastmeldingen jeugd. Om deze positieve lijn vast te kunnen houden is besloten om de aanpak voorlopig door te zetten. Dit is een nog lopend proces. De vorming van de nationale politie is nog in volle gang. Het komende jaar wordt de vorming van het team IJsselland Zuid, waaronder het huidige team Salland komt te vallen, steeds concreter. Zichtbare consequentie van de nieuwe politiewet is, dat het Regionaal College is vervangen door het Districtelijk Veiligheidsoverleg. Zo volgen het komende jaar meer veranderingen, zoals de herziening van het regionale convenant hennepkwekerijen naar een convenant voor heel Oost Nederland (dit krijgt definitief vorm in 2014). Voorlichting geven op verschillende thema’s zoals woninginbraken gebeurt door middel van flyers, aandacht op de gemeentepagina, website, maar ook partners geven voorlichting over deze verschillende thema’s. Daarnaast is er deelgenomen aan de landelijke wervingscampagne burgernet. Aansluitend hierop is lokaal een wervingscampagne op de industrieterreinen uitgevoerd. Dit heeft in totaal ruim 450 nieuwe deelnemers opgeleverd. Totaal deelnemersaantal december 2013: 5.560. Er zijn wederom maatregelen genomen, aan de hand van het uitvoeringsplan jaarwisseling, om de jaarwisseling zo rustig en gezellig mogelijk te laten verlopen. De PB’s hebben gebruik gemaakt van de subsidiemogelijkheid voor het organiseren van activiteiten tijdens de jaarwisseling. Het schadebedrag is dit jaar gedaald. In 2013 zijn vier huisverboden opgelegd, waarvan er drie zijn verlengd. Ook is de beleidsregel Overlastwet opgesteld en voorgelegd aan de lokale driehoek (ondertekening januari 2014). De ketenaanpak Zorg en Veiligheid is in 2013 nadrukkelijk in beeld geweest. Dit heeft geresulteerd in het aanstellen van een ketenregisseur Zorg en Veiligheid en een ondersteuner. Daarnaast heeft dit in het netwerk een aantal wijzigingen tot gevolg gehad. De ketenregisseur zit nu de overleggen Zorg en Veiligheid en het CJG voor.
Programmarekening 2013
3.4 3.5
4.1
Deze ontwikkeling heeft er voor gezorgd dat de gemeente (ook naar wens van de ministeries en andere partners) stevig de procesregie pakt, dat lijntjes worden gelegd met partners, dat in casussen kan worden en ook wordt doorgepakt, dat er een casusregisseur wordt aangewezen, etc. Naast deze eerste stappen, die een verdere uitwerking in 2014 krijgen, is voor 2014 ook een zeer belangrijk thema: het borgen van de functie van ketenregisseur. Dit ook gelet op alle ontwikkelingen die op de verschillende gebieden spelen, zoals de ontwikkeling v an de drie decentralisaties. Het is zaak bij deze verschillende ontwikkelingen een goede aansluiting te creëren met de bestaande netwerkstructuur vanuit zorg en veiligheid en functies die daarin acteren. Er is een integraal plan van aanpak voor de jeugdgroep opgesteld, zoals ook onder punt 1.1 is aangegeven. Bij de aanpak van jeugdoverlast wordt zeker duowerk ingeschakeld. Bij meldingen van overlast volgt vanuit de gemeente afstemming met het duowerk, waarna het duowerk contact zoekt met de melder en evt. de betrokken buurt en contact legt met de jeugdigen. Bij overlast wordt gezamenlijk bekeken of en welke aanpak noodzakelijk is. Het duowerk is daarmee ook een van de voorportalen voor het signaleren van problematische groepen of jongeren. Door de politie is, in samenwerking met gemeente, voorlichting gegeven en foldermateriaal uitgereikt in bejaarden- en verzorgingshuizen om insluipingen en babbeltrucs tegen te gaan.
Fysieke Veiligheid 5.1.1 Het verbeterplan is verwerkt in een jaarplan conform A3-methode van TNO. Alle verbeteracties zijn uitgevoerd en hebben geresulteerd in een goede score bij de vervolgmeting in 2013. 5.1.2 Op 1 januari 2014 is de nieuwe regionale brandweer IJsselland ontstaan. Alle Raalter brandweermedewerkers hebben in deze nieuwe organisatie een plaats gevonden. 5.1.3 Het Preventie-Activiteitenplan is conform uitgevoerd. 5.1.4 Voertuigen die nog moesten worden aangepast aan de Ministeriële Regeling Optischen Geluidssignalen zijn aangepast. 5.1.5 Waar nodig zijn medewerkers in de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie bijgeschoold. Oefeningen hebben conform regionale planning plaatsgevonden. 5.1.6 Waar nodig zijn medewerkers van de brandweer (bij)geschoold en oefeningen hebben plaatsgevonden conform vastgesteld plan. 5.2.1 Het verbeteren van de methodiek om overschrijdingen van de opkomst van de brandweer te meten, is geparkeerd tot de regionalisatie van de brandweer. Dit krijgt derhalve een vervolg in 2014. 5.2.2 De verantwoordelijke mensen van de gemeente Raalte en van de nieuwe brandweerorganisatie van IJsselland zijn met elkaar in contact gebracht en hebben eerste afspraken gemaakt over de rol van de hulpverleningsdiensten bij infrastructurele ontwikkelingen in Raalte. 5.2.3 Het landelijke project STOOM, om het aantal ongewenste automatische brandmeldingen terug te dringen, heeft ook in Raalte gevolgen gehad. Omdat er echter in Raalte relatief veel zorginstellingen zijn ten opzichte van het landelijk gemiddelde, blijven de absolute reducties van ongewenste meldingen achter bij de landelijke verwachtingen. Pas bij beschikbaar komen van feitelijke landelijke cijfers kan een vergelijk worden gemaakt. 6.1 Zeven scholen zijn actief bezocht in het kader van het lespakket ‘brandveilig leven’. Reacties waren positief.
Programmarekening 2013
23
6.2
6.3
6.4
6.5
24
Er zijn vier voorlichtingsbijeenkomsten voor doelgroepen georganiseerd om risicobewustzijn en zelfredzaamheid te bevorden. Speciaal mag hier genoemd worden de voorlichtingsdag die samen met het Rode Kruis is opgezet geweest en zeer positieve reacties opleverde. Het verbeteren van de digitale beschikbaarheid van voorlichtingsmateriaal brandveiligheid is doorgeschoven naar de nieuwe organisatie van Brandweer IJsselland. Omdat er regionaal in 2013 geen regionale acties zijn ontplooid om de meetmethodiek risicobewustzijn en zelfredzaamheid tot stand te brengen, kon hier vanuit Raalte geen input worden geleverd. Het beoordelen en actualiseren van de risicokaart is een continue proces en heeft voor 2013 plaatsgevonden. Hierbij is in 2013 het actualiseren van een gedeelte van de Risicokaart (ISOR) neergelegd bij de cluster preventie van de brandweer Raalte. Aan het eind van 2013 is actie ondernomen om deze activiteiten onder te brengen bij de Veiligheidsregio IJsselland. In 2014 gaat dit verder vorm gegeven worden.
Programmarekening 2013
Deelprogramma 3.1
Verkeer en vervoer
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder W agenmans en W ethouder Van Loevezijn H. de Jong
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Het bevorderen van een veilige en vlotte verkeersafwikkeling, waarbij alle vormen van verkeershinder zoveel mogelijk beperkt worden. Relevante ontwikkelingen: Doorzetten van de autonome groei van het verkeer. Toename vergrijzende (kwetsbare) verkeersdeelnemers. Nieuwe vervoersvormen (elektrisch vervoer voor auto en (brom)fiets). Subdoelstellingen: 1. De inwoners van Raalte beoordelen de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van de gemeente met tenminste een 6,5. 2. Er is voldoende gelegenheid tot parkeren in de gemeente Raalte. 3. De gemeente Raalte is voorzien van adequate verlichting in de kernen. 4. De inwoners van Raalte beoordelen de wegen, paden en pleintjes met tenminste een 6,5. Waar meten wij ons succes aan af? 1.1
De score op de indicator “oordeel burger verkeersveiligheid gemeente” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. Het gemiddelde bezettingspercentage van de parkeerplaatsen in het centrum van Raalte over de drie drukste momenten van de week. De score op de indicator “oordeel burger over parkeermogelijkheden in de buurt” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. De mate van tevredenheid over de openbare verlichting volgens de Veiligheidsmonitor. De score op de indicator “oordeel burger wegen, paden en pleintjes” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”.
2.1 2.2 3.1 4.1
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator 1 2.1 2.2 3 4
Score verkeerveiligheid gemeente Bezettingspercentage centrum Raalte Score parkeermogelijkheden in de buurt Percentage mate van tevredenheid verlichting Score wegen, paden en pleintjes
Programmarekening 2013
2011
2012
2013 Begr
2013
6,8
6,8
6,5
6,6
49%
58%
<85%
nb
7,0
7,0
7,0
6,9
59%
67%
nb
nb
6,5
6,5
6,5
6,7
25
Wat gaan we ervoor doen? 1.1 1.2
1.3 1.4
1.5
2.1
3.1
3.2 4.1
Mede investeren in de vervanging van de verkeersregelinstallaties aan de provinciale weg N348 (W estdorplaan, W eidelaan en Luttenbergerweg). In de tweede helft van 2012 wordt een onderzoek ingesteld naar de verbinding tussen Raalte noord en Raalte centrum (investeringskosten en effecten). De resultaten worden voorgelegd aan de gemeenteraad in 2013. De bewegwijzering voor het gemotoriseerde verkeer wordt aangepast. Een goed opgezet bewegwijzeringssysteem vermindert zoekverkeer en sluipverkeer. Bij de uitwerking van de brede school in Raalte is verkeersveiligheid een belangrijk onderwerp. Daarnaast worden er afhankelijk van de noodzaak schoolzones gerealiseerd in Heeten en Nieuw Heeten. De noodzaak wordt bepaald in samenwerking met de scholen. Ter bevordering van een besef over de verkeersregels en de gevaren in het verkeer wordt verkeerseducatie ingezet, Inzet hierbij is toegang te bieden tot educatie voor alle leeftijdsgroepen (van de “wieg tot het graf”) en een accent te leggen bij de risicogroepen. Bij het sportcomplex aan de Stationsweg in Heino worden de parkeermogelijkheden verruimd. Dit dient tevens de verkeersveiligheid aangezien het parkeren noodgedwongen op de Stationsweg plaatsvindt in de huidige situatie. Bij nieuwe aanleg en het vervangen van openbare verlichting wordt kwalitatief goede en duurzame verlichting aangebracht. Uitgangspunt is hierbij te kiezen voor led verlichting. De afgeschreven openbare verlichting in Heino wordt vervangen door led verlichting. Meedraaien in de MIRT-verkenning N35.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1 1.2
1.3.
1.4
26
De aanpassing van de verkeersregelinstallaties aan de provinciale weg N348 is uitgevoerd in 2013. De definitieve afrekening vindt in 2014 plaats. In het najaar van 2013 zijn de resultaten van een verkeerskundig en civieltechnisch onderzoek voorgelegd aan de gemeenteraad. Het verkeerskundig onderzoek geeft inzicht in het verwachte gebruik van de verbinding door auto- en fietsverkeer. Het civieltechnische onderzoek geeft inzicht in de kosten van een fietsverbinding en van een auto- en fietsverbinding. Verwacht wordt dat in het voorjaar 2014 de gemeenteraad wordt voorgesteld een keus te maken over de verbinding. In 2013 is de voorbereiding voor de aanpassing van de bewegwijzering voor het gemotoriseerde verkeer afgerond. In februari 2014 is de bewegwijzering voor het autoverkeer geactualiseerd in en om de kern Raalte. Om kosten te besparen is er voor gekozen een deel van de aanpassing van de bewegwijzering niet uit te voeren omdat het mee kan liften met de actualisatie van de verkeerslichten op de N35 (krui spunt Bos en Heino-Noord en -Zuid) in 2014. De schoolzone in Nieuw – Heeten is in 2013 ingericht in samenwerking met de school. In Heeten lift een aanpassing van de schoolomgeving mee met het vervangen van het riool in de W eseperweg. De uitvoering wordt verwacht in het voorjaar van 2014. Over de herinrichting van de schoolomgeving vindt afstemming plaats met de school.
Programmarekening 2013
1.5
2.1 3.1 4.1
Er zijn veel verkeerseducatieprogramma’s uitgevoerd in samenwerking met onder andere Veilig Verkeer Nederland en het Regionaal Orgaan Voor de Verkeersveiligheid Overijssel. Hierbij is gestuurd op het uitvoeren van de meest kosteneffectieve educatieprogramma’s. Het sportcomplex is voorzien van een parkeerterrein waarmee het parkeren op de Stationsstraat tot het verleden behoort. en 3.2 Bij de openbare verlichting in Heino is gekozen voor vervanging in duurzame Led-verlichting. De gemeente Raalte is intensief betrokken geweest bij de MIRT-verkenning N35. Inmiddels is de MIRT-verkenning uitgemond in het opstellen van een plan van aanpak voor het traject Wijthmen – Nijverdal waarin maatregelen worden opgenomen primair ter verbetering van de verkeersveiligheid op de N35.
Resultaat nieuw beleid na de perspectiefnota Aanpassing verkeersregelinstallatie (VRI’s) provinciale weg N348 De aanpassing heeft in 2013 plaatsgevonden. Afrekening in 2014. Vervangen VRI's kruispunt Blankenfoortsweg en kruispunt Berkendijk De VRI’s kruispunt Blankenvoortsweg en kruispunt Berkendijk worden in 2014 vervangen en afgerekend met het rijk.
Programmarekening 2013
27
Deelprogramma 3.2
Openbaar groen
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouders W agenmans en Van Loevezijn J. de Kruijff
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Raalte wil een aantrekkelijke, groene gemeente zijn. Relevante ontwikkelingen: De invoering van de Wet W erken naar Vermogen heeft vertraging opgelopen, wat de consequenties zijn voor het onderhoud openbaar groen is onbekend. Subdoelstellingen: 1. In 2015 voldoet 90% van het areaal openbaar groen aan de kwaliteitsniveaus uit het groenbeleidsplan. 2. De inwoners van Raalte waarderen het openbaar groen met tenminste een 7,0. Waar meten we ons succes aan af? 1.1 De mate waarin wordt voldaan aan de kwaliteitsnormen vanuit de CROW systematiek. 2.1 De score op de indicator “waardering van inwoners van het openbaar groen” in het tweejaarlijks onderzoek “W aar staat je gemeente”. Succesindicatoren:
Subdoel Indicator 1
De mate waarin wordt voldaan aan de kwaliteitsniveaus uit het groenbeleidsplan
2
De waardering van inwoners van het openbaar groen
2011
6,1
2012
2013 Begr
2013
nb
80%
94% *)
6,1
7,0 **)
6,4
*) In het groeiseizoen zijn steekproefsgewijs ca. 230 locaties beoordeeld. 94% van de locaties voldeden aan het voor die locatie geldend kwaliteitsniveau. **) Betreft een inschatting. Wat gaan we er voor doen? 1.1 Uitvoeren van het dagelijks onderhoud en het vervangen van versleten groen.
28
Programmarekening 2013
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1.
In 2013 is een deel van het versleten groen vervangen. Vervangingen hebben o.a. plaatsgevonden in de kernen Heeten, Broekland, Heino en Raalte. Daarnaast is het dagelijks onderhoud uitgevoerd op basis van vastgelegde kwaliteitsniveaus. Het onderhoud van het openbaar groen is eind 2012 aanbesteed en gegund aan de SW-bedrijven Wezo en Sallcon. Dit voor een periode van twee jaar met optie tot verlenging met nog een jaar. Aanvullend is in de programmabegroting 2013 jaarlijks voor de jaren 2013 t/m 2015 eenmalig € 112.000 opgenomen.
Nieuw beleid na de perspectiefnota De invoering van de W et Werken naar Vermogen heeft vertraging opgelopen. Onbekend i s of, wanneer en in welke vorm deze wet van kracht gaat worden. Voor 2013 wordt daarom het onderhoud openbaar groen weer voor 2 jaar aanbesteed, met optie voor nog een jaar, om geen belemmering te hebben bij de ontwikkelingen met betrekking tot SW -bedrijven. De afgelopen jaren is op eenmalige basis steeds aanvullend € 112.000 uitgetrokken. De verwachting is dat dit ook voor de jaren 2013 t/m 2015 geldt. Zie 1.1.
Programmarekening 2013
29
Deelprogramma 3.3
Duurzame bescherming openbare ruimte
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder W agenmans en W ethouder Van Loevezijn W. van Hulst
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Een duurzame, prettige en veilige leefomgeving met beperkte omgevingsrisico’s. Relevante ontwikkelingen: Verdergaande afvalscheiding en hergebruik van afval. Subdoelstellingen: 1. Door optimalisering van de inzamelingsstructuur realiseren dat 65% herbruikbare afvalstoffen gescheiden worden aangeboden in 2015. 2. De afvalinzameling wordt door de burger met minimaal een 7 beoordeeld. 3. De openbare ruimte is zo schoon en opgeruimd dat dit door burgers beoordeeld wordt met minimaal een 7. 4. Minder wateroverlast bij hevige regenval door het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering. 5. Het naleefgedrag van wet en regelgeving verbeteren. 6. Een duurzame samenleving in 2050 voornamelijk door de inzet van bewoners en bedrijfsleven. 7. Een duurzame gemeentelijke organisatie in 2025. (In het proces om te komen tot een agenda duurzaam Raalte 2050 en een uitvoeringsprogramma 2014-2018 worden de succesindicatoren voor doel 6 en 7 vastgelegd.) Waar meten we ons succes aan af? 1.1 2.1 3.1 4.1 5.1
30
Het percentage hergebruik ten opzichte van het totale huisvuilaanbod. De score op de indicator “afvalverzameling in de gemeente is goed verzorgd” in het tweejaarlijkse onderzoek “waar staat je gemeente”. De score op de indicator “wijk ziet er in het algemeen schoon en opgeruimd uit” in het tweejaarlijkse onderzoek “waar staat je gemeente”. Het aantal hectares afgekoppeld verhard oppervlak. De score op de indicator “gemeente controleert en handhaaft de regels voldoende” in het tweejaarlijkse onderzoek “waar staat je gemeente”.
Programmarekening 2013
Succesindicatoren
Subdoel Indicator
2011
2012
2013 Begr
2013
52%
56%
52%
n.n.b.
1
Hergebruik t.o.v. totale huisvuilaanbod
2
Score op de afvalverzameling in de gemeente is goed verzorgd
7,5
7,5
7,0
7,6
3
Score op de wijk ziet er in het algemeen schoon en opgeruimd uit
6,4
6,4
6,6
6,8
4
Afkoppelen aantal ha's verhard oppervlak
3
ca. 8,5 ha.
5
Score op de gemeente controleert en handhaaft de regels voldoende
6,0
6,0
3,7 6,0
5,9
Wat gaan we er voor doen? 1.1 2.1
3.1 4.1
5.1
6.1
7.1
8.1
We gaan containers voor kunststofafval uitzetten bij de huishoudens in Raalte. Er wordt een passende oplossing geboden aan bovenwoningen en appartementen. Door goede voorlichting en communicatie worden inwoners gestimuleerd tot een optimale scheiding van afvalstoffen. Bovendien monitoren we de inzamelingsgegevens, zodat we eventueel kunnen bijsturen. Het huidig beleid voor het bestrijden van zwerfafval wordt voortgezet In het in 2013 vast te stellen Gemeentelijk Rioleringsplan geven we een nieuwe richting aan de invulling van de drie gemeentelijke zorgplichten (voor afval-, hemel- en grondwater). Het afkoppelen van verhard oppervlak vindt hoofdzakelijk plaats in combinatie met overige werken in de openbare ruimte. In het jaarverslag integrale handhaving evalueren we het uitvoeringsprogramma. Op basis hiervan stellen we de prioriteiten bij en maken een uitvoeringsprogramma voor het volgende jaar. Specifieke acties pakken we met andere handhavingspartners op. Het uitvoeringsprogramma 2012 hebben we samen met Deventer en Olst-Wijhe opgesteld en voor 2013 gaan we een uitvoeringsprogramma opstellen dat voor ongeveer 80% is afgestemd met onze partners binnen de regionale uitvoeringsdienst (RUD) IJsselland. De samenwerking is mede geïnitieerd vanuit het Rijk om de kwaliteit verder te verhogen. We voeren het huidige klimaatprogramma 2009 – 2013 uit en leggen hierbij nadruk op: duurzaam inkopen binnen de gemeente, het energieloket voor inwoners en bedrijven, de warmte-uitwisseling tussen Tijenraan en de RWZI en de participatie van inwoners. Daarnaast starten we een proces met de Raalter samenleving om te komen tot een agenda duurzaam Raalte 2050 en een uitvoeringsprogramma 2014-2018. In dit proces worden ook de succesindicatoren vastgelegd. We inventariseren mogelijke duurzaamheidmaatregelen om daarmee te komen tot een uitvoeringsprogramma waarin wordt vastgelegd wat nodig is voor een duurzame gemeentelijke organisatie in 2025. Tijdens deze inventarisatie worden ook de succesindicatoren vastgelegd. In 2013 wordt een integrale visie openbare ruimte opgesteld. Een IVOR levert een set integrale en kaderstellende kwaliteitseisen op voor de openbare ruimte. Deze eisen worden vertaald in de beleidsplannen en beheerplannen.
Programmarekening 2013
31
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1
2.1
3.1 4.1
5.1
6.1
7.1
8.1
32
In 2013 zijn containers voor kunststofafval in de gemeente uitgezet. In het proces is geregeld dat bovenwoningen en appartementen de inzameling kunnen continueren door het gebruik van speciale zakken voor kunststof. In het proces tot invoering van containers voor kunststof is gecommuniceerd over het belang en de noodzaak tot scheiden van afvalstromen en de invloed hiervan op de directe kosten voor de burger. Inzamelingsgegevens worden verkregen en vastgelegd zodat ze mede als basis kunnen dienen voor toekomstige bijstelling inzamelingsbeleid. Het huidige beleid is voortgezet, wat in de waarderingscijfers van de burgers is terug te zien. In het 2013 is het nieuwe GRP Raalte opgesteld. Het GRP is in februari 2014 door de gemeenteraad vastgesteld. In het Gemeentelijk Rioleringsplan geven we invulling aan de drie gemeentelijke zorgplichten (voor afval-, hemel- en grondwater). Het afkoppelen van verhard oppervlak vindt hoofdzakelijk plaats in combinatie met overige werken in de openbare ruimte. In het jaarverslag Integrale handhaving 2012 hebben we het uitvoeringsprogramma geëvalueerd. Dit jaarverslag is na vaststelling in het voorjaar aan de raad aangeboden. In 2013 hebben we uitvoering gegeven aan onze handhavingstaken conform het uitvoeringsprogramma 2013. Het jaarverslag wordt aan de raad aangeboden. Samen met Deventer en Olst-Wijhe hebben we in 2013 het uitvoeringsprogramma 2014 opgesteld en zijn gezamenlijke acties geselecteerd om elkaar en de acties te versterken. Het uitvoeringsprogramma 2014 is aan de raad aangeboden. Het klimaatprogramma 2009-2013 is afgerond en er is een evaluatie opgesteld. Zwembad Tijenraan wordt grotendeels verwarmd door restwarmte uit het rioolwater en het energieloket is succesvol opgericht. De werkbijeenkomst Raalte duurzaam 2050 en het evenement Raalte duurzaam bij het Carmel College Salland hebben bijgedragen aan de participatie van inwoners bij het onderwerp duurzaamheid. De visie en agenda Raalte duurzaam 2050 is opgesteld en de eerste initiatieven uit de samenleving krijgen meer vorm. In het nieuwe gebouwbeheer is een integrale beoordelingsmethodiek opgenomen waarbij veel aandacht is voor duurzame en energiebesparende technieken en materialen. Met de gebouwbeheerder is gekeken naar mogelijkheden voor energiebesparing en er is subsidie aangevraagd voor zonnepanelen op het gemeentehuis. Het opstellen van een integrale visie op de openbare ruimte is in 2013 gestart. Het project bevindt zich in een afrondende fase. Wij streven naar besluitvorming in het 2 e kwartaal 2014.
Programmarekening 2013
Programma 4
Onderwijs
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra en Wethouder Van Loevezijn W. van Hulst
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Passend onderwijs, zodat iedereen op het eigen, optimale niveau maatschappelijk en economisch kan functioneren. Subdoelstellingen: 1. Kinderen in de gemeente Raalte worden optimaal voorbereid voor de basisschool doordat meer dan 75% van de 2,5 - 4 jarigen aan de voorschoolse voorzieningen deelneemt. 2. Alle kinderen in de gemeente Raalte van 4 t/m 8 jaar, zijn logopedisch gescreend en gecontroleerd en zo nodig doorverwezen. 3. Alle leerlingen en onderwijsmedewerkers in de gemeente Raalte leren of werken in passende gebouwen die in een goede technische staat verkeren en voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving. 4. Verminderen herhaaldelijk ongeoorloofd schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Waar meten we ons succes aan af? 1.1
2.1 3.1 4.1 4.2
Het percentage 2,5 tot 4 jarigen dat deelneemt aan de voorschoolse voorzieningen die voldoen aan de eisen van de W et Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (W et OKE). Het percentage logopedisch gescreende kinderen van 4 t/m 8 jaar. De score op de indicator “oordeel van de burger op onderwijsvoorzieningen” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. Het percentage kinderen en jongeren dat meerdere keren verzuimt als percentage van het totale ongeoorloofde schoolverzuim. Het percentage van de gemelde voortijdige schoolverlaters dat wordt herplaatst in een onderwijs of in een leertraject.
Programmarekening 2013
33
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator
2011
2012
2013 Begr
2013
1
Het percentage 2,5 tot 4 jarigen, dat deelneemt aan de voorschoolse voorzieningen
78%
70%
> 75%
72,5%
2
Het percentage logopedisch gescreende kinderen
100%
100%
100%
100%
3
Score burger over onderwijsvoorzieningen
7,9
7,9
7,5
7,8
18,0%
18%
16,0%
18%
90%
90%
90%
88%
4.1
Het percentage kinderen dat herhaaldelijk ongeoorloofd schoolverzuim vertoont en in herhaling vervalt
4.2
Het percentage voortijdige schoolverlaters dat wordt herplaatst
Wat gaan we ervoor doen? 1.1
1.2
1.3 2.1 3.1
3.2.
34
De stichting peuterspeelzalen Raalte onderzoekt in 2012 in samenwerking met kinderopvangorganisaties en basisonderwijs hoe het aanbod van het peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie anders kan worden georganiseerd om tegen de laagst mogelijke kosten te kunnen blijven voldoen aan de kwaliteitseisen volgens de wet OKE. In 2013 verwerken we de consequenties van deze samenwerking in nieuwe subsidieafspraken. Van 2010 tot 2013 maakt de Inspectie van het Onderwijs, als uitvloeisel van de wet OKE, een bestandsopname van de kwaliteit van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) in Nederland. Dit jaar (2012) beoordeelt de inspectie de kwaliteit op een aantal VVE-locaties in de gemeente Raalte. Op basis van de uitkomsten van het rapport van de inspectie gaan we het beleid evalueren en zo nodig bijstellen. Subsidie)afspraken maken met voorschoolse voorzieningen. De logopedist screent alle kinderen in de leeftijd van 4 t/m 8 jaar, controleert en geeft bij doorverwijzing advies over eventuele verdere logopedische interventie. We zetten er op in dat de bouw van de brede school De Springplank volgens schema blijft verlopen en in de zomer van 2013 in gebruik kan worden genomen door openbare basisschool De Springplank, kinderdagopvang, peuterwerk en het Centrum voor Jeugd&Gezin. De herinrichting van de openbare ruimte, wordt begin 2013 aangepakt. Het doel is om een veilige en prettige schoolomgeving te creëren, waarin voldoende voorzieningen aanwezig zijn voor het halen en brengen van kinderen en het parkeren van het personeel. Daartoe wordt in 2013 de hoek MarktstraatHaarstraat ingericht als parkeerplaats. Eind 2014 / begin 2015 realiseren we een brede school met openbaar basisonderwijs, kinderopvang en peuterwerk in Raalte-dorp. Daarnaast bouwen we een spelzaal voor de basisscholen in Raalte-dorp en wordt de omgeving van de school heringericht ten behoeve van de verkeersveiligheid. In 2013 staat het project in het teken van de ontwerpfase. Doel is dat Stichting voor openbaar basisonderwijs Salland De Mare hiervoor de verantwoordelijkheid gaat dragen en in goed overleg met de buurt en de gemeente, de herinrichting van de openbare ruimte begeleidt. Programmarekening 2013
3.3
4.1
4.2 4.3
In 2013 wordt de nieuwbouw van de HAVO/VWO locatie van het Camel College verder voorbereid. Het schoolbestuur treedt daarbij op als bouwheer. Onze rol is gericht op bewaking van de voorwaarden voor wat betreft het beschikbare budget en de te creëren ruimte zoals die zijn vastgelegd zijn in de Verordening Huisvestingsvoorzieningen Onderwijs. Daarnaast willen wij het bouwproces waar mogelijk faciliteren. Deelname aan multidisciplinair casuïstiekoverleg op basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. In dit overleg stemmen school, jeugdhulpverlening en leerplichtambtenaar hun aanpak af rond het voorkomen van schoolverzuim. Bij meldingen van ongeoorloofd schoolverzuim vindt in 95 % van de gevallen binnen 10 werkdagen een gesprek met de leerplichtambtenaar plaats. Actieve samenwerking met het Regionaal Meld en Coördinatiepunt (RMC) Voortijdig schoolverlaten. De leerplichtambtenaar neemt deel aan het regionale overleg en gebruikt de gegevens van het RMC bij de bestrijding van voortijdig schoolverlaten.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1
1.2
1.3
In april 2013 zijn Stichting Peuterspeelzalen Raalte en Kinderopvang KOOS gefuseerd. Het peuterwerk in Raalte is daarmee onder de vlag (en wetgeving) van de kinderopvang gekomen. Bij het uitblijven van duidelijkheid vanuit het rijk over de aangekondigde financiële harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk met de kinderopvang, is in 2013 nog niet gestart met een nieuwe wijze van (gemeentelijke) financiering van het peuterwerk. De fusie tussen Stichting Peuterspeelzalen en Kinderopvang KOOS heeft geleid tot efficiencyverhoging van het peuterspeelzaalwerk. Verhoudingsgewijs steeg echter de gemeentelijke bijdrage in de subsidiabele kosten van het peuterspeelzaalwerk ten gevolge van dalende inkomsten uit de inkomensafhankelijke ouderbijdragen (teruglopende peuteraantallen en economische crisis) en het openhouden van relatief duur peuterwerk in de kleine kernen. Zie ook 1.3. Op basis van het inspectierapport over de kwaliteit van VVE in de gemeente Raalte zijn de gemeente, schoolbesturen en voorschoolse organisaties in 2013 aan de slag gegaan om te bekijken wat er beter kan en moet in de voor- en vroegschoolse educatie. Dit proces is gezamenlijk ingezet met de gemeente Olst-Wijhe. Er is door alle partijen een werkdocument VVE opgesteld, met daarin een voorgestelde nieuwe beleidskoers voor VVE. In het voorjaar van 2014 wordt dit beleidsdocument door alle betrokken partijen vastgesteld. Daarmee wordt een flinke impuls gegeven aan de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Raalte. Om de kwaliteit en het aanbod van het peuterwerk in 2013 te borgen, heeft de gemeente voor 2013 ingestemd met het subsidiëren van een relatief groter aandeel in de kosten van het peuterwerk dan in andere jaren (zie ook 1.1). Stichting Peuterspeelzalen / Kinderopvang KOOS ontving een subsidie voor het aanbieden van 32 groepen peuterwerk volgens de kwaliteitseisen van de wet OKE.
Programmarekening 2013
35
2.1
3.1 3.2
3.3
4.1
4.2
4.3
36
Met ingang van 1 januari 2013 is met minder formatie een andere uitvoering aan de gemeentelijke taak van schoollogopedie gegeven. Deze andere uitvoering kenmerkt zich door logopedische screening; de logopedische behandeling is vervallen. Ondanks de arbeidsintensieve overgang naar de nieuwe wijze van werken, zijn de doelstellingen van de schoollogopedische bemoeienis nieuwe stijl gerealiseerd. Elk kind in de leeftijdsgroep tussen de 4,9 en 5,9 jaar is gescreend om logopedische stoornissen te voorkomen of ze zo snel mogelijk te onderkennen en zo mogelijk te doen verhelpen De nieuwe brede school Springplank is in augustus 2013 in gebruik genomen. De laatste voorbereidingen voor realisatie van de nieuwe brede school Raalte-dorp zijn afgerond waardoor in januari 2014 is begonnen met de bouw. De nieuwbouw van de school in Lierderholthuis is voorbereid en de bouw start in het voorjaar van 2014. In 2013 is de nieuwbouw van de HAVO/VWO-locatie van het Carmel College verder voorbereid. Het schoolbestuur treedt hierbij op als bouwheer en de gemeente faciliteert met het beschikbare budget en bewaakt de voorwaarden daarbij. W aar mogelijk ondersteunen wij het bouwproces. Er is een toename in het aantal leerlingen dat meerdere malen verzuimt. Dit komt vooral voor op het voortgezet onderwijs. Er is door team werk meer ingezet op het deelnemen aan multidisciplinair casuïstiekoverleg op basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Vanuit dit overleg is veelal gevraagd eerder en vaker verzuim te melden, waardoor er een sneller dossieropbouw ontstaat. Met een compleet en volledig dossier hebben we meer kunnen inzetten op handhaving. Meldingen van ongeoorloofd schoolverzuim zijn conform de doelstellingen afgehandeld. De doelstelling van 90% is nagenoeg gehaald. Er zijn door het RMC een aantal nieuwe VSV leerlingen niet geplaatst, omdat het begeleidingstraject nog niet voltooid is. Deze zullen in het nieuwe schooljaar worden herplaatst. Er is in 2013 actieve samenwerking geweest met het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) Voortijdig schoolverlaten. De leerplichtambtenaar heeft deelgenomen aan het regionale overleg en heeft de gegevens van het RMC gebruikt bij de bestrijding van voortijdig schoolverlaten.
Programmarekening 2013
Programma 5.1.
Sport
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra P. Gras
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: In Raalte is een sportief- en bewegingsaanbod aanwezig, dat bijdraagt aan een gezonde en vitale samenleving. Relevante ontwikkelingen: De veranderende bevolkingssamenstelling (ontgroening en vergrijzing) vragen om een kritische blik naar het beweeg- en sportaanbod en gerichte dienstverlening naar de sportverenigingen en geprivatiseerde sportzalen. Het economisch klimaat draagt er aan bij dat sportdeelname onder druk staat en sponsoring aan verenigingen afneemt, onderwijs inkrimpt op beweegactiviteiten. Inactiviteit is de belangrijkste volksziekte in Nederland gebleken. De gevolgen (arbeidsuitval, obesitas, chronische ziekten, etc.) vragen om een doordacht concept van beleid en uitvoering. De samenwerking met Deventer en Olst-Wijhe op beleid- en uitvoeringsniveau wordt geïntensiveerd. Onderzoek doen naar mogelijke alternatieve organisatievormen voor het Sportbedrijf in het kader van het raadsbesluit Sport. Subdoelstellingen: 1. Alle sportaccommodaties in de gemeente Raalte zijn functioneel en veilig ingericht wat betreft het onderhoud, de inrichting en het gebruik. 2. De sport- en beweegdeelname van de bevolking in de gemeente Raalte is mede gelet op de economische ontwikkelingen en de gevolgen van de bezuinigingen stabiel. 3. Het sportief- en bewegingsaanbod van de gemeente Raalte komt overeen met de behoefte onder de bevolking. Waar meten we ons succes aan af? 1.1
1.2 2.1 3.1
Het aantal accommodaties dat voldoet aan de onderhoudsbeheerplannen en/of Wet hygiëne en veiligheid bad- en zwemgelegenheden voor wat betreft het onderhoud, inrichting en gebruik. Het aantal accommodaties dat een nieuwe inventaris kent conform de inrichtingswensen vakleerkracht lichamelijke opvoeding en combinatiefunctionaris. Het percentage van de bevolking dat deelneemt aan sport gemeten in de meting sport- en beweegdeelname. De score op de indicator “oordeel burger sportvoorzieningen” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”.
Programmarekening 2013
37
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator
2011
2012
2013 Begr
2013
1.1
Aantal droge accommodaties conform obp
3
7
4
4
1.2
Aantal droge accommodaties met een nieuwe inventaris
0
2
2
4
2.1*
Sportdeelname 12 - 18 jaar
2.2*
Sportdeelname 25 - 34 jaar
81%
83%
81%
2.3*
Sportdeelname 51 - 64 jaar
82%
78%
82%
2.4
Sportdeelname 65 - 79 jaar
68%
57%
57%
7,7
7,7
7,8
3
Oordeel burger sportvoorzieningen
19%
7,7
Opmerking: *) Ten aanzien van succesindicatoren 2.1, 2.2 en 2.3 zijn de percentages opgenomen uit het laatst gehouden onderzoek in 2012. In het voorjaar 2014 wordt dit onderzoek herhaald, waarna de geactualiseerde percentages kunnen worden gepubliceerd. Wat gaan we er voor doen? 1.1 1.2 1.3 1.4
1.5 1.6 2.1 2.2 3.1 3.2
38
Uitvoering onderhoudbeheerplannen van de sportaccommodaties. Implementatie nieuwe gebruiksverordening en huurovereenkomsten. Voor sportcentrum Tijenraan wordt een programma van eisen opgesteld op basis waarvan de fase van marktconsultatie en ontwerp kan worden ingegaan. Vervangen van de ‘oude’ inventaris droge sportaccommodaties ten behoeve van de nieuwe inrichtingsnormen van de vakleerkracht lichamelijke opvoeding en combinatie functionaris. Voor het zwemseizoen 2013 wordt de technische installatie van De Tippe vervangen. In 2013 vindt de afronding plaats van de herinrichting sportpark Ramele, waarbij ook de verkeersveiligheid rondom het sportpark wordt verbeterd. De resultaten van het onderzoek naar de bezuiniging- en organisatie / beheermogelijkheden zijn in een uitvoeringsprogramma vastgelegd. Vertalen van de inventarisatie samenwerking particuliere sportaccommodaties – Sportbedrijf in een dienstenpakket. Een overzicht van sport en beweegmogelijkheden is digitaal op de website Sportbedrijf voorhanden. Evaluatie inzet van de combinatiefunctie binnen onderwijs, sportverenigingen en kinderopvang, resultaten vertalen en eventueel bijstellen in het plan van aanpak.
Programmarekening 2013
Nieuw beleid na perspectiefnota Aanleg kunstgrasveld Nieuw Heeten In vervolg op de aangenomen motie tijdens de behandeling van de perspectiefnota is bezien in hoeverre de realisatie van kunstgrasvelden t.b.v. de voetbalverenigingen Nieuw Heeten, Heeten en Mariënheem in de huidige meerjarenbegroting een plek kan vinden. Gelet op enerzijds de urgentie en anderzijds de beperkte financiële middelen is er voor gekozen om voor het jaar 2014 een bedrag van € 400.000 te ramen voor de aanleg van een kunstgrasveld in Nieuw Heeten en voor de ov erige velden uit te gaan van aanleg na 2016. Belangrijke overwegingen om prioriteit te geven aan Nieuw Heeten zijn: het huidige trainingsveld voldoet qua maatvoering niet aan de eisen; bij de aanleg van het kunstgrasveld kan aangesloten worden bij aanstaande investeringen in het sportpark als onderdeel van de MFA Nieuw Heeten.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1
1.2
1.3
1.4
1.5 1.6
2.1
Uitvoering Onderhoudsbeheersplannen. In het zwembad de Tippe en de sporthal Hoogerheyne is groot onderhoud en een aanzienlijk renovatie uitgevoerd. In de Tippe is de technische installatie vernieuwd. Hierbij zijn ook een aantal duurzaamheidmaatregelen genomen waarvan een positief effect op de exploitatie wordt verwacht en daarom bijdragen aan de bezuinigingstaakstelling. Op basis van 2 tot 3 jaren ervaringscijfers kan worden geconcludeerd of de voorgenomen bezuinigingsdoelen ook daadwerkelijk zijn behaald. Voor sportcentrum Tijenraan en de gymzalen Olykampen, Hartkamp en Nieuw Heeten geldt een verlicht onderhoudsregime in verband met de lopende of voorgenomen nieuwbouw. Hoogerheyne kent nu weer een frisse, moderne uitstraling. De nieuwe gebruiksovereenkomsten zijn in concept klaar. De nieuwe wetgeving; “Markt en Overheid” en de verzelfstandiging van het sportbedrijf en de afspraken die in dat kader met de belastingdienst worden gemaakt zijn hierop nog van invloed. Nadat over die aspecten duidelijkheid bestaat, wordt opnieuw met de verenigingen over de inhoud gesproken. Daarna worden de overeenkomsten vastgesteld en geïmplementeerd. In een kort, intensief en interactief proces is het programma van eisen (PvE) voor een nieuw sportcentrum Tijenraan opgesteld. In de raadsvergadering van februari 2014 is dit PvE in een raadsvoorstel aan uw raad voorgelegd. In de gymzalen, sportzalen is de inventaris daar waar nodig op het niveau van de nieuwe inrichtingsnormen ten behoeve van de vakleerkracht lichamelijke opvoeding en combinatiefunctionaris gebracht. Zie 1.1. De herinrichting van sportpark Ramele is in 2013 gestart met de nieuwbouw van de clubaccommodatie Schutterij en CRT en de overgang van AV Salland naar Ramele. Er zijn initiatieven gaande om tot een samenwerking te komen tussen AV Salland en hockeyvereniging SMHC, wat naar verwachting gaat leiden tot een gezamenlijke clubaccommodatie. Er is gewerkt aan een gedetailleerd verzelfstandigingsplan van het sportbedrijf dat per 1-1-2015 in werking treedt en waarbij ook de bezuinigingen op de sport zijn verwerkt, besluitvorming Raad januari 2014.
Programmarekening 2013
39
2.2 3.1 3.2
Hierover is wel overleg gevoerd met de particuliere organisaties, maar heeft nog niet geleid tot een concreet dienstenpakket. Nog niet alle sport- en beweegmogelijkheden staan op de website (zie ook 2.2). De evaluatie van de inzet van de combinatiefunctionarissen in het onderwijs, sport en cultuur is nog niet geheel afgerond.
Nieuw beleid Aanleg kunstgrasveld Nieuw Heeten De in de begroting 2013-2017 beschikbaar gestelde middelen voor de aanleg van een kunstgrasveld in Nieuw Heeten heeft betrekking op het begrotingsjaar 2014. De aanbesteding, in combinatie met enkele kunstgrasvelden in de gemeenten Deventer en Olst-Wijhe, heeft al wel plaatsgevonden. Hierdoor kon een behoorlijk aanbestedingsvoordeel worden behaald, waardoor het investeringsbedrag in de begroting 2014 lager is vastgesteld. De uitvoering vindt plaats in de zomer van 2014.
40
Programmarekening 2013
Deelprogramma 5.2
Welzijn
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra W. van Hulst
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Mensen in de gelegenheid stellen om elkaar te ontmoeten en de mogelijkheid bieden om in een zelfstandige leefsituatie te functioneren. Relevante ontwikkelingen: Verschuiven van taken (Awbz, Wmo, jeugdzorg) naar de gemeente. Subdoelstellingen: 1. De inwoners van de gemeente Raalte beoordelen de leefbaarheid in de buurt met een 7,5 of hoger. 2. De inwoners van de gemeente Raalte beoordelen de welzijnsvoorzieningen (buurthuis, jongerencentrum) met een 6,0 of hoger. 3. Het percentage inwoners in de gemeente Raalte dat vrijwilligerswerk doet is minimaal 34%. 4. De mantelzorgondersteuning en vrijwillige thuiszorg worden door de doelgroep gewaardeerd met minimaal een 7. 5. De inwoners van de gemeente Raalte beoordelen het culturele klimaat in Raalte met een 6,7 of hoger. 6. Tenminste 50% van de inwoners van de gemeente Raalte woont in 2015 in enigerlei vorm van een woonservicegebied. Waar meten we ons succes aan af? 1.1 2.1 3.1 4.1 5.1 6.1
De score op de indicator “leefbaarheid in de buurt” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. De score op de indicator “welzijnsvoorzieningen (buurthuis, jongerencentrum)” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente” Het percentage vrijwilligers gemeten in het jaarlijkse onderzoek van Arcon/SCP. De score het klanttevredenheidsonderzoek (KTO) mantelzorgondersteuning en vrijwillige thuiszorg. De score op de indicator “cultuur” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. Het percentage huishoudens dat in een woonservicegebied woont.
Programmarekening 2013
41
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator
2011
2012
2013 Begr
2013
1
Score op leefbaarheid in de buurt
7,5
7,5
7,5
7,6
2
Score op welzijnsvoorzieningen
5,8
5,8
6,0
6,0
3
Percentage vrijwilligers
34%
34% *)
35%
*)
4
Score mantelzorgondersteuning en vrijwillige thuiszorg
8,0 *)
7,0
**)
5
Score op cultuur
6,7
6,7
6,7
6,8
6
Percentage huishoudens dat in een woonservicegebied woont
13%
25%
***)
*) het meest recente onderzoek dateert van 2011. **) er is in 2013 geen onderzoek geweest. Dit staat gepland voor 2014. ***) geen gegevens bekend, omdat niet gemeten kan worden. Wat gaan we ervoor doen? 1.1 2.1 3.1 3.2 3.3 4.1 4.2 4.3 5.1.
42
Het toekennen van subsidie leefbaarheid aan verenigingen voor Plaatselijk belang. Uitvoeren Wmo beleidsplan. In beeld brengen van behoeftes huidige vrijwilligers en van nieuwe vrijwilligers. Het (verder) ontwikkelen van vrijwilligersaanbod voor kwetsbare inwoners. Ondersteuning van vrijwilligers; zoeken naar partijen die dat kunnen uitvoeren Mantelzorg onder de aandacht brengen van werkgevers. Ontwikkelen en uitvoeren klanttevredenheidsonderzoek bij beide mantelzorgorganisaties. Er voor zorgen dat er een aanbod wordt ontwikkeld, dat aansluit op de behoeftes van de mantelzorgers. Uitvoeren cultuurnota (kunst en cultuur), onder andere: Het stimuleren van samenwerking tussen culturele organisaties, cultureel ondernemerschap en het ontwikkelen van nieuwe culturele initiatieven via projectsubsidies en inhoudelijke ondersteuning door HOFadvies; Bij de perspectiefnota 2013-2016 is een amendement aangenomen die kort samengevat inhoudt dat er middelen beschikbaar worden gesteld als cofinancieringssubsidie voor landbouwmuseum de Laarman. Het behoud van cultureel erfgoed door onder andere voorwaarden te scheppen voor de op lange termijn verandering en vernieuwing van museum De Laarman; Behouden van de functie van beeldende kunst in de openbare ruimte; Breed aanbod cultuureducatie/erfgoededucatie voor kinderen in de basisschoolleeftijd door een stimuleringsregeling cultuureducatie en inzet van de combinatiefunctionaris cultuur; Cultuurdeelname door de jeugd stimuleren met een waarderingssubsidie voor jeugdleden van verenigingen en het benoemen van jeugd als prioritaire doelgroep bij het verstrekken van projectsubsidies.
Programmarekening 2013
6.1
Uitvoeren programma woonservicegebieden: Het opleveren van het woonservicepunt van wooncomplex Schuilenburg. Het starten van het project afstemming en organisatie van (vrijwilligers) vervoer; Het realiseren van de pilot afstemming formele en informele zorg; Opzetten van een goede communicatie-/voorlichtingscampagne mbt bewustwording tijdig aanpassen woning; Realiseren en implementeren van het project thuistechnologie in de kleine kernen van Raalte.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1
2.1.
3.1 3.2
In 2013 zijn er ook weer leefbaarheidsubsidies naar de PB’s van de buurtdorpen gegaan. Deze subsidies bevorderen de leefbaarheid in die dorpen en zorgen voor een nog betere sociale cohesie. Uitvoering beleidsplan Wmo Met betrekking tot de uitvoering van het beleidsplan Wmo, is de afgelopen periode enorm geïnvesteerd in de multifunctionele accommodaties in de kernen. Combinaties van welzijn, sport, ontmoeting en zorg zijn in de kernen gecreëerd. Daarnaast zijn er een aantal succesvolle acties geweest gericht op het langer zelfstandig blijven wonen (zie hiervoor programma woonservicegebieden). In het kader van het in beeld brengen en de multiproblemaanpak van de groep kwetsbare jongeren in Raalte, is de functie van ketenregisseur in het leven geroepen. Met het programma Kr8 van Raalte zijn inwoners uit Raalte geïnformeerd over zorg en de Wmo. Er is geïnvesteerd in de gekantelde wijze van keukentafelgesprekken, wat heeft geleid tot minder aanvragen van individuele Wmo-voorzieningen. Er is een goed functionerend vrijwilligerspunt. Er zijn afspraken met twee mantelzorgorganisaties voor wat betreft ondersteuning van mantelzorgers. Er is een ketenaanpak Dementie. Verder is Raalte aangesloten bij een Advies- en Steunpunt Huiselijk geweld, hebben we met de regiogemeenten een meldpunt bijzonder zorgteam, is er in Raalte een Zorg&Veiligheidsoverleg en is er aandacht voor ex-gedetineerden. Tot slot is er in Raalte aandacht voor cliëntparticipatie door middel van een goed functionerende Wmo-raad en is er regelmatig overleg met organisaties op het terrein van Welzijn, Wonen en Zorg in het platform Welzijn, Wonen en Zorg. In 2013 heeft geen klantonderzoek plaatsgevonden door het Vrijwilligerspunt. Dit is opgenomen in het resultatenboek voor 2014. Landstede W elzijn biedt sinds enkele jaren het project ‘Sterk door Vrijwilligerswerk’ aan. Kwetsbare inwoners, die niet in staat zijn betaald werk te verrichten, worden begeleid naar vrijwilligerswerk. Dit project werd in de aanvangsfase uitgevoerd met provinciale middelen. Nu deze middelen zijn gestopt, heeft de gemeente de subsidiëring hiervan overgenomen. Daarnaast heeft Landstede in 2012 onderzoek gedaan naar de behoefte aan informele zorg. Hier is naar voren gekomen dat er behoefte is aan een informele klussendienst voor kwetsbare inwoners. Landstede heeft het initiatief genomen om de partijen die dit verder willen ontwikkelen bij elkaar te brengen. Eén van de opties is de klussendienst van het RIBW uit te breiden naar andere kwetsbare doelgroepen. Het RIBW heeft dit verder uitgewerkt.
Programmarekening 2013
43
3.3.
4.1
4.2
4.3
5.1
44
Er zijn in 2013 geen activiteiten uitgevoerd om op zoek te gaan naar een andere partij (buiten Landstede) die de ondersteuning van vrijwilligers op zich kan nemen. Vanwege de drie decentralisaties wordt in 2014 bekeken of er voldoende aansluiting is tussen het bestaande welzijnswerk en de nieuwe taken van de gemeente. In dat kader wordt ook onderzocht of de ondersteuning van de vrijwilligers op een andere wijze dient plaats te vinden, waardoor er een betere aansluiting komt tussen het vrijwilligerswerk en de informele zorg. Bij werkgevers wordt het project werk&mantelzorg gepromoot om te komen tot een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid. Wij stimuleren en subsidiëren mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid door voorlichting te geven en jaarlijks 2 werkgevers te ondersteunen en te begeleiden bij het invoeren van mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid bij hun onderneming. In 2013 is dit traject ook doorlopen binnen onze eigen gemeentelijke organisatie; in het voorjaar 2014 ontvangen wij de erkenning “wij werken mantelzorgvriendelijk”. Beide mantelzorgorganisaties is opdracht gegeven te komen tot een uniform klanttevredenheidsonderzoek. Deze is in 2013 ontwikkeld en uitgevoerd. In principe wordt deze eenmaal in de 3 jaren gehouden; dit onderzoek blijkt vrij omvangrijk te zijn, waardoor de respons vrij laag is. Dit is een punt van aandacht. Beide organisaties binnen onze gemeente scoren goed; op de verschillende onderdelen variërend van een 7.6 tot 8.6. Het geplande behoeftenonderzoek heeft niet in 2013 plaatsgevonden zoals verwacht, maar staat nu voor 2014 gepland. Het wordt een gezamenlijk behoeftenonderzoek onder alle mantelzorgers binnen onze gemeente. Dit onderzoek moet inspelen op de nieuwe landelijke ontwikkelingen, zoals stimuleren eigen kracht, en antwoord geven op de vraag of het huidige aanbod nog voldoende aansluit op de vraag. In 2014 wordt ook vanuit het rijk meer bekend over extra middelen tbv mantelzorg voor de komende jaren en op welke onderdelen deze ingezet moeten worden. Dit kan dan bij de vraagstelling betrokken worden. Uitvoeren Cultuurnota In 2013 hebben we 10 eenmalige subsidies verstrekt voor culturele activiteiten, daarnaast zijn drie culturele budgetsubsidies verstrekt. Er zijn Provinciale middelen toegekend voor het cofinancieren van een cultuurmakelaar voor de jaren 2013 en 2014. Middels de cultuurmakelaar stimuleren we de samenwerking tussen culturele organisaties, cultureel ondernemerschap en het ontwikkelen van nieuwe culturele initiatieven. In 2013 is door het college een convenant gesloten met de provincie Overijssel om cultuurdeelname door jongeren in de jaren 2013 t/m 2016 te stimuleren en te verankeren. Landbouwmuseum wordt ambtelijk ondersteund om de transitie van De Laarman tot een agro-attractie ontdekcentrum voedselproductie zo goed mogelijk te laten plaatsvinden. Daarnaast is middels arrangementsgelden een coachingstraject ingekocht met als doel een grondige bezinning op en vernieuwing van het jaarlijkse activiteitenprogramma. De commissie Beeldende kunst heeft middels een informatienota haar functie en positie en het initiëren van kunstwerken in de openbare ruimte hergedefinieerd. In 2013 is opnieuw een subsidie aangevraagd voor cultuureducatieve en erfgoededucatieve activiteiten.
Programmarekening 2013
6.1
Er is een nieuw cultuureducatieplan voor de jaren 2013-2016 geschreven. Het doel is een Breed aanbod cultuureducatie/ erfgoededucatie voor kinderen in de basisschoolleeftijd. 85% (16 van 19) van de basisscholen in de gemeente Raalte heeft zich gecommitteerd aan dit cultuureducatieplan door onder andere deel te nemen aan activiteiten die de relatie tussen school en de lokale culturele omgeving versterken. Uitvoeren programma woonservicegebieden In Raalte-Noord is in Schuilenburg een nieuwe ontmoetingsfunctie gerealiseerd met diverse zorgvoorzieningen. Tevens is een samenwerkingsorganisatie tussen betrokken zorgaanbieders en welzijnsorganisatie ontstaan, die vanuit deze ontmoetingsfunctie diensten aan de bewoners uit de omliggende wijk aanbiedt. Het woonserviceniveau in Raalte-Noord heeft daarom een stevige impuls gekregen. In overleg met de belangrijkste zorgaanbieders in Raalte is invulling gegeven aan de start van het project afstemming formele/informele zorg. Per gebied is door één van de zorgaanbieders gestart met een concreet overleg over de betekenis van woonservice in dat gebied en de toegevoegde waarde die alle partijen ten opzichte van elkaar kunnen hebben. Het project vrijwillig vervoer is in 2013 nog niet gestart. W el is afstemming gezocht in de uitvoering van onderzoeken in DOWR-verband naar de efficiency mogelijkheden op het gebied van WMO-vervoer. Op grond van de uitkomsten van dit onderzoek, wordt verder invulling gegeven aan het project v rijwillig vervoer. De campagne Kr8 van Raalte is in 2013 voluit uitgerold. In alle kernen van de gemeente zijn informatiebijeenkomsten gehouden voor inwoners van 55 jaar en ouder. Ongeveer 2000 inwoners hebben deze informatiebijeenkomst bezocht en er zijn ongeveer 150 persoonlijke huisbezoeken uitgevoerd. Het project Thuistechnologie is gestart. Zorggroep Raalte heeft samen met Salland W onen en Landstede W elzijn de eerste 20 huishoudens met een zorgvraag voorzien van een vorm van thuistechniek zodat ervaringen kunnen worden opgedaan. Met Salland Wonen is overeengekomen dat er specifieke aandacht wordt besteed aan het “opplussen van de woningvoorraad” dat wil zeggen dat wordt geïnvesteerd in de verbetering van toegankelijkheid en veiligheid. Verder is in 2013 door de stichting OZO Verbind Zorg in Luttenberg een start gemaakt met het project “Virtueel Verzorgingstehuis”.Binnen dit project werken huisartsen, zorgaanbieders en mantelzorgers werken samen in dit dossier, waardoor er een zodanig vangnet wordt gecreëerd opdat de zorg gerichter op elkaar kan worden afgestemd en het welzijn van de bewoner thuis wordt verbeterd.
Programmarekening 2013
45
Nieuw beleid na perspectiefnota 2013-2016 Uitvoering kunstprojecten Bij de begroting 2013 is voorgesteld om alsnog € 30.000 beschikbaar te stellen voor uitvoering van twee kunstprojecten en deze te dekken uit de Algemene reserve. In 2013 zijn deze kunstwerken opgeleverd: Het kunstwerk Blekkerbuxus De gemeente en SallandW onen hebben samen opgetrokken om de wijk Blekkerhoek grootschalig te vernieuwen. Dit project is op 18 september 2013 afgesloten met het onthullen van het kunstwerk dat gemaakt is in de wijk. Kosten € 20.000. Tunnelkunst Mariënheem Plaatselijk Belang Mariënheem heeft op 12 december 2013 het kunstwerk Kunst in de Tunnel opgeleverd. Onder begeleiding van de plaatselijke schilderclub en ouders hebben kinderen van de basisschool kunstwerken gerealiseerd en dit als wisselende kunst geplaatst in de fietstunnel. Kosten € 10.000.
46
Programmarekening 2013
Deelprogramma 6.1
Inkomen
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra E. Hoekstra
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Iedereen ongeacht leeftijd, geslacht en gezondheidstoestand doet mee in de maatschappij en neemt daarin zelf de regie. Subdoelstellingen: 1. In de gemeente Raalte wordt de instroom van uitkeringsgerechtigden verminderd en de uitstroom vergroot. 2. Inwoners van de gemeente Raalte die gebruik maken van (uitkerings-)ondersteuning, participeren meer in de maatschappij. 3. Inwoners van de gemeente Raalte die hier aanspraak op kunnen maken, maken meer gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen ten opzichte van het voorgaande jaar. 4. Klanten van de gemeente Raalte hoeven niet langer dan 3 weken te wachten voor schuldhulpverlening. 5. WSW geïndiceerde inwoners van de gemeente Raalte staande op de wachtlijst, zijn in 2016 voor 100% geactiveerd. Waar meten we ons succes aan af? 1.1 1.2 2.1
3.1
3.2 3.3
4.1 5.1
Het aantal jaarlijks ingestroomde uitkeringsgerechtigden. Het aantal jaarlijks uitgestroomde uitkeringsgerechtigden. Percentage van WWB-cliënten die participatiegroei hebben bereikt ten opzichte van peildatum januari 2014. Om de prestatie-indicator vast te stellen, is een nulmeting noodzakelijk. Deze is vastgesteld per 1 januari 2014. Na de nulmeting kan een schatting van de te verwachten groei in 2014 geformuleerd worden. Het jaarlijks aantal personen dat gebruik maakt van voorzieningen van Stichting Leergeld. (Tot 2013 werd de uitvoering van de regeling maatschappelijke participatie van kinderen uitgevoerd binnen de bijzondere bijstand. De aantallen voor 2011 en 2012 zijn daarom niet van toepassing voor Stichting Leergeld. Overigens werd in de eerste helft van 2012 door 211 kinderen gebruik gemaakt van deze regeling.) Het jaarlijks aantal deelnemers dat gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering ten opzichte van de potentiële omvang van de doelgroep (dekkingsgraad). Het jaarlijks aantal aanvragen bijzondere bijstand. (Het is geen doelstelling op zich om het aantal aanvragen af te laten nemen. Echter zal door de inzet van Stichting Leergeld (3.1) het aantal aanvragen bij de gemeentelijke organisatie wel afnemen. Het effect moet vooral vanaf 2013 zichtbaar zijn op het aantal aanvragen bij de gemeentelijke organisatie). De wachttijd voor een schuldhulpverleningsintake (is wettelijk vastgesteld op maximaal 4 weken en gemiddeld 3 weken, bij crisis binnen 72 uur). Het aantal geactiveerde personen op de wachtlijst voor de Sociale Werkvoorziening als percentage van het totaal (op de wachtlijst).
Programmarekening 2013
47
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator
2011
2012
2013 Begr
2013
1.1
Aantal personen instroom
115
111
110
144*)
1.2
Aantal personen uitstroom
118
133
120
115
Percentage WWB-cliënten met participatiegroei
2
-
**)
178
239
3.1
Aantal personen Stichting Leergeld
3.2
Dekkingsgraad aantal deelnemers collectieve zorgverzekering
17%
17%
19%
***)
3.3
Aantal aanvragen bijzondere bijstand
2052
1884
1950
1440
*) **)
***)
4
Aantal weken gemiddelde wachttijd schuldhulpverlening
3
3
3
4
5
Percentage geactiveerde inwoners
90%
90%
94%
100%
Op het moment zijn er met betrekking tot 2013 nog 5 aanvragen levensonderhoud in behandeling, waardoor het werkelijke aantal uitkeringen instroom nog toe kan nemen. Zoals eerder vermeld hebben we in 2013 alle cliënten gesproken en vervolgens een plaats op de participatieladder gegeven en daarbij bepaald wat hun groeipotentie is. Op 1 januari 2015 kunnen we vervolgens een vergelijking maken met de beginstand op 1 januari 2014 en aangeven hoeveel mensen in 2014 een participatiegroei bereikt hebben. Op dit moment is de evaluatie van de collectieve zorgverzekering nog niet afgerond door Zilveren Kruis Achmea (via BS&F), waardoor de dekkingsgraad nog niet bekend is.
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1
1.2 2.1 3.1 4.1
5.1
48
Effectuering en inbedding van W orkFast methodiek in samenhang met effectieve handhaving aan de kop van het proces (poortwachtersrol) en als instrument voor zittend bestand WWB. Optimaliseren samenwerking W orkFast, werkgeverspunt, consulenten werk en netwerkpartners. Invoering van de participatieladder en meting tweejaarlijks van participatiegroei. Informatie, voorlichting en communicatie van inwoners over minimavoorzieningen. Uitvoering geven aan beleidsplan schuldhulpverlening (vaststelling tweede helft 2012) waarbij we onder andere inzetten op: Preventie en nazorg van (potentiële) cliënten; Verbeterde samenwerking met netwerkpartners; Maximalisering van wachttijden voor schuldhulpverlening bij de GKB. Diagnose en activering van SW-geïndiceerden op de wachtlijst.
Programmarekening 2013
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1
1.2
2.1
3.1
Poortwachtersrol Het UW V is overgestapt op de digitale dienstverlening en geeft daarmee fysiek geen uitvoer meer aan de poortwachtersrol. Hierdoor is de noodzaak ontstaan onze controle aan de poort goed in te richten. Dit hebben onze consulenten in samenwerking met onder meer W orkFast actief opgepakt wat een enorm effect heeft gehad in 2013. Hoewel geconstateerd moet worden dat het aantal uitkeringen gestegen is, is in vergelijking met vorig jaar het aantal aanvragen nog veel harder gestegen. Zo zijn er in 2013 in totaal 241 aanvragen voor een uitkering WWB ingediend, terwijl dit er in 2012 nog 108 waren. Bij 97 aanvragen zijn mensen meteen aan het werk geholpen, doorverwezen naar andere (voorliggende) voorzieningen of zijn de aanvragen om redenen van rechtmatigheid buiten behandeling gesteld, waardoor de instroom sterk beperkt is gebleven. Daarnaast is in 2013 dankzij de samenwerking tussen de consulenten en de sociale recherche een totaalbedrag van ruim € 220.000 bespaard. Het gaat daarbij zowel om de inspanning vanuit de poortwachterfunctie als om opsporing van fraude. Optimaliseren samenwerking – bevorderen uitstroom In 2013 is de samenhang tussen W orkFast, de consulenten W erk en het Werkgeverspunt verder geïntensiveerd. Omdat de methodiek van WorkFast al sinds 2010 in onze gemeente wordt uitgevoerd, is dit lokaal aangescherpt tot een instrument welke op zeer succesvolle wijze mensen ondersteunt bij het zoeken naar en vinden van werk. W at Raalte uniek maakt, in vergelijking met alle andere gemeenten waar WorkFast wordt toegepast, is dat onze consulenten W erk zelf actief participeren bij de uitvoer van WorkFast. Zo heeft deze unieke samenwerking onder andere geleid tot het bedienen van een specifieke groep van cliënten uit het zittende WWB-bestand. Het resultaat in het 2 e halfjaar van 2013 is dat 26 van de 28 opgestarte W orkFast-trajecten zijn afgesloten met uitstroom uit de bijstand. Uiteraard ligt ook in 2014 de focus op het doorontwikkelen van deze methodiek en samenwerking. Klantbenadering op maat – invoering participatieladder Door de introductie van een nieuwe participatieladder zijn wij erin geslaagd de gehele bijstandspopulatie opnieuw te kwalificeren, inclusief de groeipotentie. Na een intensieve screening van het gehele WWB-bestand is bepaald dat zo’n 40% van de zittende populatie binnen een jaar een trede op de participatieladder zou kunnen groeien. Uiteraard is de eventuele groei ook afhankelijk van de inzet van beschikbare middelen. De gehele operatie van de screening is definitief afgerond op 31 december 2013. Op 1 januari 2015 kunnen we vervolgens een vergelijking maken met de beginstand van 1 januari 2014 en aangeven welk percentage van onze cliënten in 2014 een participatiegroei hebben gerealiseerd. Informatie en voorlichting minimavoorzieningen a. Bekendheid Stichting Leergeld Salland Stichting Leergeld is in het leven geroepen met het doel om de jeugd te stimuleren in het deelnemen aan maatschappelijke activiteiten en sport. In 2013 is de stichting Leergeld Salland écht actief geworden. Bij de meeste verenigingen en clubs is de stichting inmiddels bekend en er hebben al vele initiatieven plaatsgevonden om fondsen te verwerven.
Programmarekening 2013
49
4.1
5.1
50
Steeds meer gezinnen weten de stichting te vinden en er zijn meer kinderen ondersteund in 2013 dan in 2012 (toen de uitvoering van de regeling nog door de gemeente zelf plaatsvond). Om nog zichtbaarder te zijn heeft de stichting, naast vrijwilligersorganisaties Vluchtelingenwerk en Humanitas, inmiddels zitting genomen in het Kulturhus in Raalte-dorp. b. Extra pakketkeuze collectieve zorgverzekering In november 2013 is er een actie gehouden om cliënten op de mogelijke voordelen van de collectieve zorgverzekering te wijzen, waarbij ook de pakketkeuze uitgebreid is. Hierdoor kunnen cliënten de zorgverzekering nog beter dan voorheen afstemmen op hun eigen situatie. Er zijn vervolgens 40 aanmeldingen ontvangen, waardoor de verwachting is dat de dekkingsgraad tenminste volgens raming is toegenomen. c. Afname aantal aanvragen bijzondere bijstand Het aantal aanvragen bijzondere bijstand is ten opzichte van 2012 behoorlijk gedaald. Deze daling wordt enerzijds veroorzaakt doordat aanvragen voor schoolgaande kinderen worden afgehandeld door Stichting Leergeld. Anderzijds door het hanteren van de wettelijke inkomensgrens van 110% in plaats van 115%. Overigens is ook een verschuiving zichtbaar in de aanvragen bijzondere bijstand: er zijn meer aanvragen voor de financiële bijdrage in de kosten voor bewindvoering. In december is het aantal aanvragen overigens nog weer enigszins toegenomen. Dit is mede te verklaren doordat, als extra service, cliënten er in een nieuwsbrief op zijn gewezen dat zij aanvragen over 2013 uiterlijk één maand na afloop van het betreffende kalenderjaar ingediend moeten hebben. Intensivering van contacten tussen maatschappelijke partners en dienstverlening dichterbij de cliënt In 2013 hebben veel meer mensen een beroep gedaan op schulddienstverlening dan in 2012 en 2011. Deze instroom is, gezien de financieel-economische situatie van ons land, nauwelijks te beperken. De dienstverlening is wel integraler vormgegeven dan in 2012. De maatschappelijke partners en de GKB zijn intensiever gaan samenwerken in de uitvoering van schulddienstverlening en ondersteuning bij administratie. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen, waardoor cliënten sneller met de juiste gegevens aanvragen kunnen doen en flankerende ondersteuning direct wordt ingezet. De stichting Humanitas (Steunpunt minima en thuisadministratie) heeft met steun van de gemeente de mogelijkheid gekregen om deskundigheidsbevordering van vrijwilligers toe te passen en het administratiesysteem te professionaliseren. Hierdoor is de dienstverlening naar cliënten verbeterd. De GKB komt sinds 2013 thuis bij de cliënten voor een intake. Hierdoor is ook de thuissituatie direct in beeld en kan eventuele maatschappelijke begeleiding worden ingezet. De wachttijden voor een intake zijn door de hoge instroom wel tijdelijk opgelopen. De GKB heeft extra mankracht ingezet om dit probleem op te lossen. Hierdoor was de langere wachttijd van relatief korte duur en bleef de gemiddelde wachttijd wel binnen de wettelijke norm van vier weken. Activering SW-geïndiceerden De SW -geïndiceerden zijn geactiveerd. In 2013 waren er geen instroommogelijkheden in dienstverbanden in de W sw. Hierdoor gold voor de mensen op de wachtlijst W sw dat zij op andere manieren participeren. Hierin zijn, indien nodig activerende maatregelen genomen, zoals ondersteuning bij vrijwilligerswerk.
Programmarekening 2013
Relevante ontwikkelingen In 2013 heeft het kabinet stappen gezet in het samentrekken van de regelingen WWB, Wajong en W sw. De Participatiewet is als wetsvoorstel ingediend in de Tweede Kamer en hierin zijn verscheidene wijzigingen doorgevoerd met als hoofdlijn dat de gemeenten een grotere (financiële) verantwoordelijkheid krijgen voor de mensen met een arbeidsbeperking/afstand tot de arbeidsmarkt. In 2015 zullen de gevolgen van de nieuwe wet merkbaar zijn. De subsidies voor de SW-invoering zijn gedaald, waardoor de tekorten (resultaat van verplichte loonbetalingen volgens SW-CAO minus de rijksbijdrages) zijn gestegen. De SW-bedrijven blijken, door de slechte economische tijd, moeite te hebben om andere bedrijven te vinden en te verleiden om arbeidsplaatsen beschikbaar te stellen voor arbeidsbeperkten. De tekorten bij de SW -bedrijven (die een landelijk probleem betreffen) leiden tot een extra bijdrage in de lasten. In 2014 wordt in het kader van de Participatiewet nader onderzocht welke stappen gezet kunnen worden om deze financiële tekorten waar mogelijk te beheersen. Vooruitlopend hierop zijn in 2013 al voorbereidingen getroffen in de GR Wezo om te gaan werken volgens een inkoopmodel. Dit model wordt in 2014 al toegepast en geeft de mogelijkheid tot meer transparantie. In 2013 heeft het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wezo (waaraan wij verbonden zijn) besloten het voornemen te hebben tot opheffing. In 2014 zullen hiertoe vervolgstappen worden gezet. De financieel-economische crisis en de daarmee samenhangende oplopende werkloosheidscijfers troffen ook de arbeidsmarktregio IJssel-Vecht. De werkloosheid onder alle inwoners (dus niet alleen WWB-populatie) is in Raalte opgelopen tot 6%. Hoewel we in de eerste drie kwartalen van 2013 nog nauwelijks een stijging zagen, is aan het einde van het vierde kwartaal ook een stijging waarneembaar in het aantal werklozen dat een beroep doet op de bijstand van de gemeente. Door inzet van een sterke werkgeversdienstverlening en effectieve WorkFast-benadering is de instroom in de bijstand in 2013 nog relatief beperkt. In 2013 is vaker dan in voorgaande jaren een beroep gedaan op schulddienstverlening. Deze stijging is vooral zichtbaar in de tweede helft van het jaar. De gevolgen van de financieel-economische crisis zijn ook daarin voor steeds meer inwoners merkbaar. Door goede afspraken met maatschappelijke partners van de gemeenten, zijn deze inwoners adequaat ondersteund.
Programmarekening 2013
51
Deelprogramma 6.2
Zorg
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra E. Hoekstra
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel Zelfstandig maatschappelijk functioneren van inwoners van de gemeente Raalte. Relevante ontwikkelingen: De uitwerking van de Kanteling vergt voor zowel de interne organisatie als voor burgers en organisaties een veranderingsproces. Het eerste klantcontact wor dt meer vraagverhelderend, minder beoordelend. De besluitvorming over de overheveling van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo is vertraagd door de val van het kabinet.Het huidige kabinet zet deze transitie wel door. In Raalte zijn de veranderings- en ontwikkelingsactiviteiten rond de Wmo in bredere zin worden dan ook gewoon voortgezet. De transitie van de jeugdzorg naar gemeenten worden eveneens voortgezet. De W et Inburgering is per 1 januari 2013 gewijzigd. Dit betekent dat de nieuwkomer zijn inburgering nu zelf dient te regelen. De inburgeringsbudgetten zijn eveneens vanaf 2013 sterk verkleind en het aantal deelnemers vanuit de gemeente daalt. Subdoelstellingen: 1. Het percentage ouders en jongeren dat bekend is met het CJG neemt jaarlijks met 5% toe. 2. Toename van deelname aan het inburgeringexamen door allochtone nieuwkomers. (Hierbij wordt uitgegaan van het aantal inburgeraars dat deelneemt aan (een onderdeel van) het examen, omdat hiermee gesteld kan worden dat deze groep in ieder geval voldoende capabel is om het examen af te leggen.) Na 2014 heeft de gemeente naar verwachting nog slechts een voorlichtende en informerende taak op het gebied van inburgering). 3. Door de invoering van de gekantelde werkwijze vindt er een daling in de aanvragen voor individuele voorzieningen Wmo plaats ten opzichte van het aantal in het voorgaande jaar. 4. Inwoners van de gemeente Raalte beoordelen de Wmo voorzieningen met tenminste een 7,5. 5. Jaarlijks krijgen, met de gemeenten Deventer en Olst-Wijhe, 330 kwetsbare burgers een aanbod voor een traject gericht op wonen, zorg, werk en inkomen. 6. Bevorderen gezonde leefstijl op de onderdelen overgewicht, bewegen en alcohol (lokaal gezondheidsbeleid). Waar meten we ons succes aan af? 1.1 Toenemend percentage jongeren/ouders dat het CJG weten te vinden. 2.1 Het aantal inburgeraars dat per jaar deelneemt aan het inburgeringexamen. 3.1 Het aantal verstrekte individuele voorzieningen per jaar. 4.1 De beoordeling van inwoners van de gemeente Raalte in de jaarlijkse vragenlijst.
52
Programmarekening 2013
5.1
Het aantal kwetsbare burgers welke een aanbod voor een traject gericht op wonen, zorg, werk en inkomen hebben ontvangen. (Een compleet aanbod omvat maatschappelijke opvang, de openbare geestelijke gezondheidszorg en ambulante verslavingszorg; dit in samenspraak met centrumgemeente Deventer en de gemeenten Olst-Wijhe, Zutphen en Lochem.) Uitkomsten van de vierjaarlijkse GGD gezondheidsmonitoren onder de vier doelgroepen: a. Percentage overgewicht is in 2016 gedaald met 2% b. Percentage beweegnorm is in 2016 gestegen met 3% c. Percentage alcoholgebruik is in 2016 gedaald met 4% De gezondheidsmonitoren hebben betrekking op 4 verschillende leeftijdscategorieën, te weten 0-12, 12-24, 24-65 en 65 jaar en ouder. De daling c.q. stijging betreft een gemiddelde van deze vier groepen op één van de drie genoemde thema’s.
6.1
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator
1.
2.
3.
1
Percentage jongeren/ouders dat het CJG weet te vinden
2
Aantal inburgeraars dat deelneemt aan het examen
3
Aantal verstrekte individuele voorzieningen
4
Rapportcijfer Wmo voorzieningen
5
Kwetsbare burgers in traject
2011
2012
2013 Begr
2013 56
21
25
4
3581
3.581
3.580
3.173
7,6
7,6
7,5
7,6
6.1
Percentage overgewicht
33%
--
--
6.2
Percentage beweegnorm
65%
--
--
6.3
Percentage alcoholgebruik
36%
--
--
Om de prestatie-indicator vast te stellen, is een nulmeting noodzakelijk. Deze vindt plaats per 1 januari 2013. Na de nulmeting kan een schatting van de te verwachten groei in 2013 geformuleerd worden. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal inburgeraars dat deelneemt aan (een onderdeel van) het examen, omdat hiermee gesteld kan worden dat deze groep in ieder geval voldoende capabel is om het examen af te leggen. Na 2014 heeft de gemeente naar verwachting nog slechts een voorlichtende en informerende taak op het gebied van inburgering en zijn geen doelen gesteld. Om de prestatie-indicator vast te stellen, is een nulmeting noodzakelijk. Deze vindt plaats per 1 januari 2013. Na de nulmeting kan een schatting van de te verwachten groei in 2013 geformuleerd worden.
Programmarekening 2013
53
Wat gaan we daarvoor doen? 1.1 2.1 3.1 4.1
4.2
5.1
6.1
Enquête onder de doelgroep van het CJG. Jaarlijks subsidiëren en maken van afspraken met Stichting Vluchtelingenwerk Stimuleren deelname bestaande doelgroep nieuwkomers en handhaving deelname aan inburgeringexamen. Doorontwikkelen collectieve voorzieningen, het vereenvoudigen van aanvraagproces en het implementeren van een gekantelde werkwijze bij verzoeken om een Wmovoorzieningen. Het implementeren van de gekantelde werkwijze. Het eerste contact (het gesprek) met de burger wordt meer vraagverhelderend, minder beoordelend. Samen met de burger wordt tijdens een gesprek vastgesteld wat het resultaat van de ondersteuning moet zijn en welke oplossingen daaraan bijdragen. Het behoud van regie van de burger over het eigen leven en zelfredzaamheid staan voorop. Digitale dienstverlening wordt hierop ook aangepast. Invulling geven aan het Regionaal Kompas over maatschappelijke opvang, de openbare geestelijke gezondheidszorg en ambulante verslavingszorg. Dit wordt in samenspraak met centrumgemeente Deventer en de gemeenten Olst-Wijhe, Zutphen en Lochem uitgevoerd. Het huiselijk geweld een krachtig halt toeroepen door een sluitende ketenaanpak aangestuurd vanuit een professionele ketencoördinatie. Het opstellen van een nieuwe beleidsnota en uitvoeringsprogramma Lokaal Gezondheidsbeleid voor de periode 2013-2016. Het stimuleren en faciliteren van projecten/activiteiten uit de programma’s Raalte Gezond! en Gezonde Slagkracht.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1
2.1
54
In juni 2013 is er een enquête uitgezet onder de doelgroep van het CJG. Het onderzoek is uitgevoerd door Arcon en ging over de wensen, kennis en ervaringen met zorg voor jeugd in Raalte. In totaal zijn er 509 volledig ingevulde enquêtes teruggekomen (respons van 12%). Conclusie voor wat betreft de bekendheid, gebruik en tevredenheid CJG: Ongeveer 56% van de respondenten kent het CJG, en slechts 15% maakt er ook gebruik van. Daarbij gaat het voornamelijk om ouders die het consultatiebureau bezochten. Een klein aantal opvoeders heeft een bijeenkomst of cursus gevolgd. Ruim 60% van de gebruikers van het CJG is tevreden of zeer tevreden over de dienstverlening van het CJG. Vooral de goede informatievoorziening en bereikbaarheid wordt gewaardeerd. W el valt op dat er kritiek is op het doorverwijzen naar de juiste hulp. Ook wordt gepleit voor het verbeteren van de planning binnen het CJG, zodat wachttijden verminderen. Een kleine groep ouders heeft het afgelopen half jaar contact gehad met hulpverleners in de jeugdzorg. Het gaat om iets meer dan 7% van de respondenten. De meeste ouders hebben daarbij contact gehad met Bureau Jeugdzorg. De helft van deze groep is tevreden of zeer tevreden over de hulpverlening. Daarbij wordt vooral gewezen op het resultaat. Ouders die niet tevreden zijn wijzen vooral op de lange wachtlijsten en het gebrek aan afstemming tussen professionals. In 2013 heeft Stichting Vluchtelingenwerk haar producten volgens afspraak geleverd. De bezuinigingen die wij hebben doorgevoerd in vijf jaar (€5.000 per jaar) hebben geleid tot doorvoering van organisatorische veranderingen binnen Vluchtelingenwerk.
Programmarekening 2013
3.1
Met de wijziging van de W et inburgering zijn de inburgeraars zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. In 2013 hebben slechts 4 mensen deelgenomen aan het examen. Daarmee is het aantal van 25 deelnames aan het examen niet behaald. Reden hiervoor is dat de meeste cliënten meer tijd nodig hebben voor hun inburgering. De trajecten zijn verlengd om de haalbaarheid van het examen te verhogen. Naar verwachting zullen in 2014 de meeste mensen aan het examen hebben deelgenomen. Overigens wordt dit aantal wel beïnvloed door de leerbaarheid van de cliënten. In 2014 wordt de doelstelling dus waarschijnlijk alsnog in behoorlijke mate behaald. 4.1 en 4.2 De nodige voorbereidingen voor de voorliggende voorzieningen hebben inmiddels plaatsgevonden. De startnotities voor de scootmobielpool en de was- en strijkservice zijn eind 2013 in concept gereed gemaakt en worden begin 2014 verder uitgewerkt om te implementeren. De eerste rolstoelpool is een feit. Deze is in 2013 van start gegaan in Heino. Hierbij worden 20 rolstoelen beschikbaar gesteld voor algemeen gebruik. Hierdoor is de verwachting dat het aantal aanvragen voor individuele rolstoelen afneemt. In 2013 zijn we gestart met “de Kanteling”. Hiervoor is door de consulenten een training gevolgd in vraagverheldering en het voeren van een (breed integraal) keukentafelgesprek. In de cijfers over 2013 is het effect duidelijk zichtbaar In de gemeente Raalte hebben we in het kader van het project “de Kr8 van Raalte” 11 voorlichtingsbijeenkomsten gegeven, waar met de burgers is gecommuniceerd over de nieuwe werkwijze. Deze bijeenkomsten zijn door ca. 2.000 burgers bezocht. Over het gehele jaar 2013 is het aantal formele aanvragen afgenomen t.o.v. 2012 met 38%. Ook de invoering van de eigen bijdrage voor hulpmiddelen per 1-1-2013 heeft effect op deze afname gehad. Daarnaast is het financiële vermogen zwaarder gaan meetellen in de eigenbijdrageberekening. Voor veel mensen biedt het aanvragen via de gemeente geen voordelen meer boven het zelf bekostigen. Er wordt meer tijd geïnvesteerd aan de voorkant (via een zgn. keukentafelgesprek of via uitgebreid telefonisch contact). Als we het totaal van het aantal contacten + meldingen + aanvragen in 2013 afzetten tegen het totaal aantal aanvragen in 2012, dan heeft dit geleid tot een stijging van 7%. Deze extra investering aan de voorkant heeft dus mede geleid tot een daling van het aantal aanvragen (en dus individuele voorzieningen) van 38%. 5.1
Nulmeting heeft niet plaatsgevonden; afgesproken is de aantallen cliënten, adviesaanvragen en verwijzingen via het centrale meldpunt (Meldpunt Bijzondere Zorg) jaarlijks te monitoren. Op dit moment zijn alleen de gezamenlijke gegevens van de gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte beschikbaar. Verzocht is deze uit te splitsen naar de individuele gemeenten. De subdoelstelling van 330 kwetsbare burgers uit de 3 genoemde gemeenten die een aanbod hebben gekregen voor een traject gericht op wonen, zorg, werk en inkomen is gehaald.
Programmarekening 2013
55
6.1
56
In 2013 heeft de tussenevaluatie van het Regionaal Kompas plaatsgevonden. Daarbij is de balans opgemaakt ten aanzien van de 15 verschillende projecten. De meeste projecten zijn afgerond of ingebed in reguliere werkprocessen. Voor een aantal projecten is het relevant om die jaarlijks te blijven monitoren en enkele lopen nog. Het Regionaal Kompas loopt tot en met 2014. Naar verwachting gaat dit straks op in de nieuwe WMO. In 2013 zijn het beleidsplan en uitvoeringsplan Lokaal Gezondheidsbeleid 2013-2016 opgesteld en vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van 5 thema’s tw. fysieke omgeving, psychische gezondheid, overgewicht, alcoholgebruik en beweging/voeding. Op de laatste 3 thema’s zijn in 2013 ook de middelen van het ministerie van VWS ingezet. Medio 2013 is het mogelijk om voor innovatieve projecten een projectsubsidie aan te vragen in het kader van het programma Raalte Gezond. Daarbij wordt expliciet gelet op samenwerking tussen partijen en de borging van het project. Tevens is een eigen website ontwikkeld (www.Raalte-gezond.nl) en maakt het niet langer deel uit van de gemeentelijke site om o.a. aan te geven dat Raalte Gezond! van alle organisaties en inwoners is die actief zijn op het gebied van gezondheidsbevordering.
Programmarekening 2013
Deelprogramma 7.1.
Ruimte en wonen
Portefeuillehouders Programmacoördinator
Wethouder W agenmans H. de Jong
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: Aantrekkelijk woon-, werk- en leefklimaat. Subdoelstellingen: 1. De gemeente zorgt voor voldoende aanbod van woningen door per jaar het woningaanbod met minimaal 100 uit te breiden. 2. Om in te spelen op de vergrijzing en extramuralisatie van de zorg is het aandeel nultredenwoningen in het nieuwbouwprogramma tenminste 40%. 3. Tenminste 65% van de nieuwbouwkoopwoningen wordt in particulier opdrachtgeverschap gerealiseerd. 4. De inwoners van Raalte beoordelen de directe woonomgeving met tenminste een 7,5. Waar meten we ons succes aan af? 1.1 De uitbreiding van het aantal woningen per jaar. 2.1 Het percentage nultredenwoningen bij nieuwbouw. 3.1 Het percentage in particulier opdrachtgeverschap gebouwde woningen per jaar, zoal s door de raad aangenomen motie op 14 juli 2006. 4.1 De score op de indicator “oordeel burger directe woonomgeving” in het tweejaarlijkse onderzoek “W aar staat je gemeente”. Succesindicatoren:
Subdoel Indicator
*)
2011
2012
2013 Begr
2013
1
Uitbreiding van de woningvoorraad per jaar
123
93
135
227
2
Percentage nultredenwoningen
0%
9%
40%
80%
3
Percentage nieuwbouwkoopwoning in particulier opdrachtgeverschap
82%
68%
> 65%
19% *)
4
Score directe woonomgeving
7,6
7,6
7,5
Het percentage particulier opdrachtgeverschap geeft voor 2013 een vertekend beeld. In 2013 is conform de woonvisie een inhaalslag gemaakt met het bouwen van nultredenhuurwoningen (totaal 173). Als we alleen naar de uitgegeven koopwoningen kijken (dus de huur niet meerekenen) is 78% in particulier opdrachtgeverschap uitgegeven.
Programmarekening 2013
57
Wat gaan we ervoor doen? 1.1 1.2
1.3
2.1
3.1 4.1
4.2 4.3
4.4 4.5
Met Salland Wonen is afgesproken de kernvoorraad en de bereikbaarheid ervan jaarlijks te monitoren. Elke kern krijgt ontwikkelingsruimte op basis van het huidige aandeel in de bevolkingsomvang; autonome groei (zoals is verwoord in de concept structuurvisie Raalte 2025). Woningmarktonderzoeken uit te voeren, de markt te monitoren en contacten met marktpartijen te onderhouden. Door constant te monitoren bewerkstelligen we dat we de juiste woningen, op de juiste plek, in het juiste tempo bouwen om in de lokale behoefte te voorzien. In het complex Schouwenhage voert de gemeente samen met Salland Wonen, Zorggroep Raalte en Landstede (onderwijs) pilots uit voor het opplussen van de woningen, verbetering van de leefbaarheid/openbare ruimte en domotica-toepassing, zoals webcamverbindingen. Bevorderen van doorstroming door het toevoegen van kwalitatief goede woningen en het uitgeven van kavels. In 2013 wordt het fonds startersleningen aangevuld uit de reserve stedelijke vernieuwing om startersleningen te kunnen blijven verstrekken voor nieuwbouwwoningen en woningen in de bestaande woningvoorraad. Afspraken met Salland Wonen over verkoop van huurwoningen onder koopgarant In het bestemmingsplan buitengebied is de mogelijkheid opgenomen om een bijgebouw te gebruiken om vanuit daar mantelzorg te verlenen zodat senioren langer thuis kunnen blijven wonen. Informatie verstrekken over mogelijkheden tijdig aanpassen eigen woning zodat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. In 2013 start de ontwikkeling van het programma ‘De kracht van Salland Buiten 20142018’.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT? 1.1
1.2
1.3 2.1
3.1
4.1
58
Met SallandW onen hebben we prestatieafspraken gemaakt over de kernvoorraad. Per kwartaal vindt er bestuurlijk overleg plaats. In dit overleg wordt de monitor (incl. kernvoorraad) besproken, hieruit blijkt dat de afspraken over de kernvoorraad in 2013 zijn nagekomen. In elke kern, met uitzondering van Laag Zuthem, zijn er momenteel bouwkavels direct beschikbaar. Voor Laag Zuthem is onlangs het bestemmingsplan Kleine Hagen vastgesteld (nog niet onherroepelijk). In 2013 heeft er een breed marktpartijenoverleg plaatsgevonden. Daarnaast hebben we de marktpartijen gevraagd mee te denken over een aantal specifieke locaties. Pilot Schouwenhage heeft geen doorgang gevonden omdat onvoldoende bewoners wilden participeren. Er is echter een ander project gestart en wel in een bredere opzet, waarin de combinatie wordt gezocht met “In voor zorg! ” Dit is een stimuleringsprogramma voor thuistechnologie opgezet vanuit het ministerie van VWS. In 2013 zijn er diverse kavels verkocht in de plannen Fransiscushof, Salland II, Kiezebos, Borgwijk en Wörmink. In de toekomstige programmering is ook een aandeel in de (middel)dure sector opgenomen ter bevordering van de doorstroming. De rentelast van de lening van € 250.000, zijnde € 9.500 is opgenomen in de begroting. In 2013 zijn er 21 startersleningen verstrekt. Programmarekening 2013
4.2 4.3
4.4
4.5
In 2013 heeft SallandW onen de pilot koopgarant uitgevoerd. Begin 2014 evalueren zij de pilot en wordt besloten of en hoe het instrument in de toekomst wordt ingezet. In het bestemmingsplan buitengebied de mogelijkheid opgenomen om een bijgebouw of tijdelijke woonunit te gebruiken om vanuit daar mantelzorg te verlenen. Het bestemmingsplan buitengebied is inmiddels onherroepelijk. Bij de campagne Kr8 van Raalte is in 2013 iedere inwoner van 55 jaar en ouder per brief geïnformeerd over de noodzaak na te denken over het langer zelfstandig thuiswonen en de daarmee samenhangende ontwikkelingen in het kader van de W MO. Op grond van deze persoonlijke brief hebben ongeveer 2000 inwoners een informatiebijeenkomst bezocht en zijn er ongeveer 150 persoonlijke huisbezoeken uitgevoerd. In 2013 is aan de hand van bijeenkomsten en interviews met de samenleving een visie ontwikkeld “De Kracht van Salland”. Deze visie wordt ondersteund door de colleges van de gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte, de waterschappen WGS en W RIJ en de Plaatselijke Groep Leader. Met deze visie willen we voortbouwen op de samenwerking met gebiedspartners ontstaan in de uitvoer van het Gebiedsprogramma Salland (2009-2013) en het huidige Leaderprogramma Salland. In 2014 zullen door deze samenwerkende partijen concrete plannen uitgewerkt worden onder de noemer van De Kracht van Salland, onder andere een nieuw Leaderprogramma voor Salland voor de periode 2015-2020.
Nieuw beleid 2013 Opplussen reserve sociale infrastructuur t.b.v. multifunctionele accommodaties Na Heino, Luttenberg en Lierderholthuis( in 2012) zijn in 2013 op basis van levensvatbare businessplannen ( aantoonbare duurzame exploitatie) uit de reserve sociale infrastructuur subsidies toegekend voor het tot stand brengen van MFA’s in Nieuw Heeten (€ 1.135.000) en Heeten (€ 855.850). De reserve sociale infrastructuur is daarmee (inclusief de extra toevoeging van € 1,4 mln.) vrijwel uitgeput. In Heino en Luttenberg zijn de MFA’s in 2013 in gebruik genomen. In Lierderholthuis en Nieuw Heeten is de nieuwbouw in volle gang en in Heeten wordt door de Stichting MFA Heeten gewerkt aan de voorbereidingen van de verbouw van het Trefpunt tot MFA.
Programmarekening 2013
59
Deelprogramma 7.2.
Economie
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Burgemeester Zoon en W ethouder Van Loevezijn W. van Hulst
Wat willen we bereiken? Maatschappelijk doel: De economische structuur versterken en de werkgelegenheid bevorderen. Relevante ontwikkelingen: De economische recessie
is
van
invloed
op
het
uitgegeven
bedrijventerrein.
Subdoelstellingen: 1. Voldoende aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties. 2. Versterken toerisme en (verblijfs-)recreatie. 3. Stimuleren en faciliteren van het ondernemerschap. Waar meten we ons succes aan af? 1.1 2.1 3.1
Het jaarlijks aantal uitgegeven bedrijventerrein in hectares. Het aantal toeristische overnachtingen per jaar. De beoordeling van ondernemers over de gemeentelijke dienstverlening in het jaarlijks onderzoek van de Kamer van Koophandel.
Succesindicatoren:
Subdoel Indicator 1
Uitgegeven bedrijventerrein in hectares
2
Aantal toeristische overnachtingen
3
Beoordeling van ondernemers
2011
2012
2013 Begr
2013
0,06
0
2
0
199.113
199.000
205.000
205.900
Ruim Ruim Ruim Net voldoende voldoende voldoende voldoende
Wat gaan we ervoor doen? 1.1
1.2 1.3 1.4
60
Aanpassingen ten behoeve van parkeren, c.q. parkeerstroken en bermen op bedrijventerrein Blankenfoort. Op ’t Zeegsveld aanpassen van bermen en parkeervoorziening. Voorbereiding bestemmingsplan bedrijventerrein Blankenfoort. Uitvoering herstructureringsplannen De Zegge in Raalte. Regionale samenwerking Economische Zaken met Deventer, Olst-Wijhe en Netwerkstad Zwolle-Kampen voor een goede afstemming van het aanbod bedrijvenen kantorenlocaties in de regio.
Programmarekening 2013
1.5 2.1
2.2 3.1
3.2
Bestemmingsplannen gereed maken die aansluiten bij de marktvraag. Het geactualiseerde beleidsplan Recreatie & Toerisme, incl. bijbehorend actieplan, uitvoeren. De nadruk licht hierbij op een ombuiging van dienstverlening / informatieverstrekking en aanleg van fysieke infrastructuur naar promotie & marketing. In dit kader streven wij o.a. naar de totstandkoming van een regionaal toeristisch programma, al dan niet als onderdeel van een breder plattelandsprogramma. In 2013 wordt een reserve ingesteld voor het aanjagen van publiekprivate projecten die de bekendheid van Salland / Raalte vergroten. We gaan onderzoeken of we in samenwerking met de provincie en andere partners tot een project voor de (versnelde) aanleg van breedbandinfrastructuur in het buitengebied en bedrijfsterreinen en het stimuleren van de toepassing van breedband door maatschappelijk relevante diensten kunnen komen. Voor het optimaal stimuleren en faciliteren van de ondernemers is er de Bedrijfscontactfunctionaris. Hij is de schakel tussen gemeente en ondernemers en is het aanspreekpunt voor het bedrijfsleven.
WAT HEBBEN WE ERVOOR GEDAAN? EN WAT HEBBEN WE ERMEE BEREIKT?
1.1
1.2 1.3
1.4
1.5
2.1
In 2013 is het definitief ontwerp opgesteld voor de aanpassingen op ’t Zeegsveld en Blankenfoort. Het definitief ontwerp is opgesteld in samenspraak met Heino Aktief. Daarnaast konden de individuele ondernemers een reactie geven op het plan. In 2014 zullen de plannen gerealiseerd worden. Het bestemmingsplan bedrijventerrein Blankenfoort wordt waarschijnlijk niet voorbereid, omdat er onvoldoende behoefte is aan kavels voor bedrijfsvestigingen. In 2013 is gestart met de herinrichting van de openbare ruimte op het bedrijventerrein De Zegge. De maatregelen staan in het kader van verbeteren bereikbaarheid en (verkeers-) veiligheid, verbeteren van de groenstructuur, verbeteren fietsstructuur en het verbeteren van het parkeren (voorkomen parkeerhinder). De werkzaamheden lopen door in 2014. De economische samenwerking in de regio Zwolle is verder vorm gegeven. Er zijn netwerkbijeenkomsten georganiseerd en Kennispoort heeft gewerkt aan naamsbekendheid bij ondernemers voor ondersteuning bij innovatie ontwikkeling. In het ambtelijk en bestuurlijk overleg zijn economische beleidsontwikkelingen door de 17 deelnemende gemeenten met elkaar besproken en waar nodig afgestemd. De bestemmingsplannen voor de Zegges zijn geactualiseerd en het bestemmingsplan voor de Zegge VII is onherroepelijk geworden. Hiermee zijn de plannen in overeenstemming gebracht met het ruimtelijk-economisch beleid en zijn er voldoende kavels beschikbaar om in de komende jaren aan de marktvraag te kunnen voldoen. Het jaar 2013 stond in het teken van de afronding van de laatste grote investeringen in de toeristische infrastructuur en intensiv ering van promotie & marketing. Infrastructuur: Het Sallandse W andelnetwerk is geopend en er zijn recreatieve fietspaden op de Kanaaldijk Noord (langs het Overijssels kanaal, ter hoogte van de Ganzepan) en langs de Zonnenbergerdijk gerealiseerd. Ook is het mountainbikenetwerk geopend.
Programmarekening 2013
61
2.2 3.1
3.2
62
Promotie: er is gewerkt aan de uitvoering van het actieplan toerisme, waarbij de nadruk meer is komen te liggen op promotie en marketing. Vermeldenswaardig zijn de ontwikkeling van een Salland App, de lancering van een wandelwebsite ter promotie van Salland als wandelgebied (salland.wandelweb.nl) en de ontwikkeling van een nieuwe toeristische kaart. Gebleken is dat een regionaal toeristisch programma op dit moment nog een stap te ver bleek. Wel blijkt bij de andere Sallandse gemeenten draagvlak te zijn voor intensievere samenwerking op projectniveau. Dit krijgt in 2014 verder vorm met de projecten ‘zichtbaarheid van Salland’ en de campagne ‘Salland Wandelland’. In 2013 hebben zich nog geen initiatieven voorgedaan waarbij aanspraak is gemaakt op deze ingestelde reserve. SallandBreed heeft als doel ruwweg 7.000 aansluitingen glasvezel te realiseren in het buitengebied van Salland. De gemeente neemt deel in de werkgroep Sallandbreed welke projectplannen heeft besproken en doorgerekend. Het is echter een complexe materie en nog niet alle facetten, vooral de financiële, zijn geheel in kaart te brengen. Tevens is het wachten op het besluit van de EU over staatssteun. De bedrijfscontactfunctionaris heeft in 2013 onder andere de volgende activiteiten uitgevoerd: Bijwonen van reguliere vergaderingen van KRW , ROV, Heino Actief, Ondernemersnetwerk, Nieuw Heeten, Ondernemersvereniging Heeten, totaal 17 netwerk vergaderingen en overleg met besturen van ondernemersverenigingen. Ook is in 2013 een zestal bedrijfsbezoeken met het College afgelegd. Er is een 28-tal besprekingen geweest met bedrijven over herstructurering, vestiging en beveiliging bedrijventerreinen.
Programmarekening 2013
Hoofdstuk 3. De paragrafen Inleiding Conform art. 9 van de BBV zijn in dit hoofdstuk de paragrafen opgenomen, waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd met betrekking tot de beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de financiële aspecten van de programmarekening bezien vanuit een bepaald perspectief. Het gaat hierbij om onderdelen van de financiële functie die betrekking hebben op de beleidslijnen van beheersmatige aspecten. Deze kunnen grote financiële impact hebben. Mogelijk ook is hun politieke betekenis groot of zijn ze van belang voor de realisaties v an programma’s. Gegeven het belang van de betrokken onderwerpen en vanwege het feit dat de gemeenteraad in een dualistisch stelsel kaders stelt en controleert, is het van belang dat de gemeenteraad een overzicht heeft van de betrokken onderwerpen en voor die onderwerpen een instrument heeft om de kaderstellende en controlerende taak uit te voeren, daartoe dienen de paragrafen. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de volgende paragrafen:
Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
Programmarekening 2013
63
3.1.
Lokale heffingen
_________________________________________________________________________________ Inleiding Deze paragraaf geeft op hoofdlijnen een overzicht van de diverse lokale belastingen en rechten. Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk, welke van belang is voor de integrale afweging tussen enerzijds beleid en anderzijds inkomsten. Ook wordt in deze paragraaf het beleid weergegeven dat de gemeente Raalte in het jaar 2013 heeft gevoerd ten aanzien van de lokale heffingen en de kwijtschelding hiervan. In de onderstaande tabel is weergegeven welke bedragen voor 2013 geraamd zijn en wat werkelijk is gerealiseerd. Als extra kolom zijn ook de werkelijk gerealiseerde bedragen voor 2012 weergegeven. Belasting OZB - eigenaar: * niet woningen * woningen OZB - gebruiker Afvalstoffenheffing Rioolheffing Toeristenbelasting Forensenbelasting Precariobelasting Parkeerbelasting Baatbelasting Marktgelden excl. reclamegelden Lijkbezorgingsrechten Kwijtschelding Totaal lokale heffingen
werkelijk 2012
raming 2013
werkelijk 2013
verschil 2013
€ € € € € € € € € €
1.421.087 3.600.364 888.833 2.109.963 2.783.016 92.301 55.380 15.049 429.646 2.773
€ € € € € € € € € €
1.519.480 3.863.881 944.156 2.106.643 2.961.500 116.600 63.933 11.165 429.500 2.851
€ € € € € € € € € €
1.497.099 3.893.743 954.793 1.940.592 2.930.085 126.166 74.667 16.766 419.531 2.812
€ € € € € € € € € €
-22.381 29.862 10.637 -166.051 -31.416 9.566 10.734 5.601 -9.969 -39
€
82.713
€
86.030
€
79.681
€
-6.349
€ € €
13.807 8.954 -147.042
€ 249.719 € -115.545 € 11.615.299
€ 209.310 € -109.920 € 12.205.129
€ 223.117 € -100.966 € 12.058.087
Hieronder geven we per belasting of heffing een korte toelichting op de resultaten in de jaarrekening 2013.
Onroerende zaakbelasting (OZB) De aanslagen OZB berekenen we over de WOZ-waarde van het betreffende onroerend goed. Voor 2013 zijn dat de vastgestelde WOZ-waarden met als peildatum 1 januari 2012. Onderstaand de gehanteerde percentages in 2013: Deel van de OZB Eigenarendeel Gebruikersdeel
64
woningen 0,1062% afgeschaft
niet-woningen 0,1644% 0,1317%
Programmarekening 2013
Uitgangspunt is dat gemiddelde waardestijgingen of -dalingen eerst wordt geneutraliseerd door de tarieven overeenkomstig te laten dalen of stijgen. Vervolgens wordt het huidige tarief berekend door het te verhogen met het door de raad vastgestelde percentage. De totaalopbrengst bedraagt: eigenaren niet-eigenaren totaal
€ € €
2013 5.390.842 954.793 6.345.635
Er is een totale opbrengst OZB geraamd van € 6.327.517. De opbrengst is € 18.118 (0,29%) meer dan begroot. Hierbij hebben we de opbrengst van voorgaande jaren van € 1.227 buiten beschouwing gelaten. Voor deze meeropbrengst zijn 2 redenen te noemen: Op het moment van het opstellen van de begroting waren de definitieve WOZ-waarden en daarmee de totale belastinggrondslag voor belastingjaar 2013 nog niet bekend. De waarden zijn nog aangepast tot 1 februari 2013. Dit op basis van nieuwe marktgegevens, bestandscontroles en bouwactiviteiten. Daarnaast zijn er in de periode van 1 maart tot en met 1 oktober 2013 bezwaar- en beroepschriften tegen de WOZ-waarden ingediend en afgehandeld. Op het moment van het opstellen van de begroting is een inschatting gemaakt van de gevolgen hiervan op de totale opbrengst. Geringe afwijkingen zijn inherent aan het systeem van begroting en rekening. Voor het opstellen van de begroting en het berekenen van de tarieven moeten vooraf een aantal inschattingen worden gemaakt. Achteraf kunnen die mee- en/of tegenvallen. Ook in 2013 zijn de aanslagen onroerende-zaakbelastingen gecombineerd met de WOZbeschikkingen, de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de baatbelasting.
Afvalstoffenheffing Het basisbedrag is voor 2013 bepaald op € 50 per perceel. Dit is € 35,34 minder dan de kosten per perceel. Hierbij is uitvoering gegeven aan het amendement van de raad, dat er op gericht is het saldo van de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing terug te geven aan de belastingplichtige. Uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing is, dat er sprake is van 100% dekking van de kosten. Meer of minder opbrengsten worden via de voorziening afvalverwijdering verrekend met de burger. Stand van de voorziening afvalverwijdering nr. 705) stand 1-1-2013 storting exploitatie 2013 stand 31-12-2013
€ 911.683 € 116.491 € 1.028.174
De volgende tarieven zijn van toepassing met betrekking tot de ledigingen van containers: Volume container 240 liter 140 liter
2013 € 9,21 € 5,63
rest-fractie 2012 2011 € 7,92 € 7,92 € 4,91 € 4,91
2013 € 2,40 € 1,40
gft-fractie 2012 2011 € 5,61 € 5,61 € 3,53 € 3,53
Voor de ondergrondse systemen geldt een tarief van € 1,11 (huisvuilzak 40 liter).
Programmarekening 2013
65
Rekening houdend met het werkelijk aantal aanbiedingen is in 2013 in totaal € 1.940.592 ontvangen aan afvalstoffenheffing. De begrote opbrengst bedraagt € 2.106.643. De opbrengst is € 166.051 (7,9%) minder dan begroot. Het verschil is nader uitgewerkt in de onderstaande tabel.
Vastrecht Rest-fractie Gft-fractie Totaal
Geraamde opbrengst € 738.168 € 1.223.788 € 144.687 € 2.106.643
€ € € €
Werkelijke opbrengst 751.753 1.095.250 93.589 1.940.592
% verschil 1,8% -10,5% -35,3% -7,9%
Hieruit blijkt dat het verschil veroorzaakt wordt door het feit dat er minder afval is aangeboden dan begroot.
Rioolheffing Op basis van het kostendekkingsplan is voor 2013 een basistarief van € 199,20 vastgesteld (waterverbruik tot 500 m³ per jaar). Uitgangspunt voor de rioolheffing is, dat er sprake is van 100% dekking van de kosten. Meer of minder opbrengsten worden via de egalisatiereserve riolering verrekend met de burger. Stand van de reserve riolering (nr. 752) stand 1-1-2013 storting 2013: exploitatie 2013 beschikkingen 2013: eenmalige kredieten 2013 stand 31-12-2013
€ 5.090.233 € 207.730 € -147.305 € 5.150.658
De werkelijke opbrengst van de rioolrechten bedraagt in 2013 € 2.930.085. De begrote opbrengst is € 2.961.500. De opbrengst is € 31.415 (1,06%) minder dan begroot.
Precariobelasting De gemeente is vrij in het vaststellen van de hoogte van de tarieven, onafhankelijk van eventuele kosten. Hierbij gelden wel de eisen van redelijkheid. Wat redelijk is, kan de gemeente zelf bepalen. De rechter kan dit in een beroepzaak marginaal toetsen. Precario-onderdelen: voor standplaatsen: per dag en per m2 voor terrassen: per seizoen en per m2 voor uitstallingen: per jaar en per m2
2012 2013 € 0,54 € 0,54 € 10,85 € 10,85 € 5,45 € 5,45
De opbrengst precariobelasting 2013 bedraagt € 16.766. Deze is begroot op € 11.165. De opbrengst is € 5.601 (50,2%) meer dan begroot. De precario-opbrengsten zijn de afgelopen jaren gestegen als gevolg van enige uitbreiding van verhuurde ruimten. Hier is bij het opstellen van de begroting geen rekening gehouden.
66
Programmarekening 2013
Toeristenbelasting Het tarief per overnachting is voor 2013 € 0,58. Uitgaande van 201.035 overnachtingen is de raming 2013 € 116.600. De aanslagen 2013 worden in 2014 opgelegd op basis van de aangifteformulieren over 2013. De opbrengst 2013 is voorlopig bepaald op € 126.166.
Forensenbelasting Voor 2013 is de forensenbelasting bepaald op 0,44% van de WOZ-waarde met een maximum van € 519. De aanslagen 2013 worden in 2014 opgelegd op basis van de aangifteformulieren over 2013. De opbrengst 2013 is voorlopig bepaald op € 74.667. Geraamd was € 63.933.
Parkeerbelasting Vanaf 2005 bedraagt het tarief € 0,75 per uur met een maximum van € 4 per dag. Bij de begrotingsbehandeling voor 2013 was er geen aanleiding om de parkeertarieven aan te passen. Overschotten c.q. tekorten worden verrekend met de reserve betaald parkeren. De belangrijkste tarieven in 2013 bedroegen: Vergunningen op jaarbasis: bewoners € 50 bedrijven € 200 werknemers € 50 zakelijk gerechtigden € 50 Parkeerbelasting: tarief per uur € 0,75 tarief per dag € 4,00 De opbrengst van betaald parkeren bedroeg in 2013 € 419.531. Geraamd was € 429.500. De opbrengst is € 9.969 (2,32%) lager dan begroot.
Baatbelasting De hoogte van de baatbelasting wordt bepaald in de gemeentelijke verordening. Voor Raalte is de opbrengst beperkt en loopt langzaam terug, doordat de nu nog actuele verordeningen nog een beperkte looptijd kennen. De opbrengst baatbelasting bedraagt in 2013 € 2.812. Geraamd was € 2.851. De opbrengst is € 39 (1,4%) lager dan begroot.
Marktgelden In 2013 is het tarief per vierkante meter, per dag of een gedeelte daarvan, € 0,54 (inclusief een basisbedrag voor stroomkosten). Afhankelijk van de gebruikte stroomvoorziening wordt het marktgeld verhoogd. De totale opbrengst bedraagt voor 2013 € 79.277, terwijl € 85.563 geraamd is (exclusief reclamegelden). De opbrengst is € 6.286 (7,35%) lager dan begroot. Daarnaast werd op incidentele basis een bijdrage van € 404 ontvangen in de stroomkosten (geraamd € 467). Lijkbezorgingsrechten Bij het vaststellen van de begroting worden jaarlijks ook de tarieven vastgesteld. De totale opbrengst is voor 2013 geraamd op € 209.310. De werkelijke opbrengst bedraagt € 223.117. De opbrengst is hiermee € 13.807 (6,6%) hoger dan begroot.
Programmarekening 2013
67
Kwijtscheldingsbeleid Voor inwoners met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van een gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. De genormeerde kosten van bestaan zijn door het Rijk bepaald op 90% van de bijstandsuitkering. Het staat de gemeente vrij dit percentage te verhogen tot 100%. De gemeente Raalte hanteert de norm van 100%. Een hoger percentage is niet toegestaan. Niet alle gemeentelijke heffingen kwamen in aanmerking voor kwijtschelding. Na de afschaffing van het gebruikersdeel voor de onroerende-zaakbelasting en de hondenbelasting komen de volgende heffingen nog voor een eventuele kwijtschelding in aanmerking: afvalstoffenheffing; rioolheffing. In de begroting 2013 is een bedrag ad € 109.920 geraamd. Totaal is € 100.966 verantwoord aan kwijtschelding. Dit betekent dat er € 8.954 (8,15%) minder kwijtschelding is geboekt dan begroot. Het verschil is grotendeels ontstaan doordat kwijtscheldingen 2013 opgelegd in 2014 niet (meer) verantwoord zijn in 2013. Deze nieuwe werkwijze willen we vanaf nu blijven hanteren. Dit betekent wel dat in 2013 eenmalig minder kosten worden verantwoord in de rekening. Van derden wordt € 1.405 ontvangen vanwege het meeliften met het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.
Lokale lastendruk In het schema hieronder staat de lastendruk 2013 en als vergelijking 2011 en 2012. Als uitgangspunten zijn gehanteerd:
eigen woning € 291.000 voor 2011, € 282.000 voor 2012 en € 275.000 voor 2013 container voor restafval (240 liter) met 11 aanbiedingen 2011 en 2012 en 9 in 2013; container voor GFT afval (140 liter) met 5 aanbiedingen 2011en 2012 en 7 in 2013.
Eigenwoningbezitter: Belastingsoort
2011
2012
2013
OZB eigenaar
€
267,72
€
274,10
€
292,05
Afvalstoffenheffing basisbedrag Afvalstoffenheffing restafval Afvalstoffenheffing GFT afval Rioolheffing
€ € € €
50,00 87,12 17,65 174,00
€ € € €
50,00 87,12 17,65 190,80
€ € € €
50,00 82,89 9,80 199,20
Totaal
€
596,49
€
619,67
€
633,94
Huurder: Belastingsoort
2011
2012
2013
OZB Afvalstoffenheffing basisbedrag Afvalstoffenheffing restafval Afvalstoffenheffing GFT afval Rioolheffing
€ € € € €
€ 50,00 € 87,12 € 17,65 € 174,00 €
€ 50,00 € 87,12 € 17,65 € 190,80 €
50,00 82,89 9,80 199,20
Totaal
€
328,77
345,57
341,89
68
€
€
Programmarekening 2013
3.2.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
_________________________________________________________________________________ Inleiding Het belang van risicomanagement is in de afgelopen jaren toegenomen. De gemeenteraad en ons college willen inzicht hebben in risico’s die we lopen in relatie tot de hoogte van het weerstandsvermogen. In 2013 zijn de belangrijkste risico’s in beeld gebracht en indien mogelijk gekwantificeerd. Daarbij zijn de beheersingsmaatregelen aangegeven om de risico’s te beperken. Via een monitoringssyteem informeren we u over de laatste stand van zaken. In deze paragraaf gaan we nader in op het weerstandsvermogen in relatie tot de belangrijkste risico’s die van invloed kunnen zijn op de financiële positie. Algemeen Bij het begrip weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit gevolgen heeft voor het beleid en de bedrijfsvoering. Het weerstandsvermogen geeft de relatie weer tussen enerzijds de weerstandscapaciteit (middelen) en anderzijds de risico’s die de gemeente loopt en waarvoor geen voorziening is getroffen of v erzekering is afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang bij het bepalen van de financiële positie voor de korte (begrotingsjaar) en middellange (meerjarenraming) termijn. Per onderwerp in de risicotabel even verderop in deze paragraaf schatten we in, welk mogelijk risico we lopen. Vervolgens is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet: laag (25%), gemiddeld (50%) of hoog (75%). Als we het mogelijk risico loslaten op de kans dat het zich voordoet, krijgen we het risicobedrag. Op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bevat de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in ieder geval: 1. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; 2. een inventarisatie van de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie; 3. het beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s; 4. de beheersingsmaatregelen. 1. Inventarisatie weerstandscapaciteit Bij bepaling van de weerstandscapaciteit gaat het om die elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden. Bij de bepaling wordt uitgegaan van: a. de onbenutte belastingcapaciteit; b. de post onvoorzien in de begroting; c. de reserve weerstandsvermogen; d. de stille reserves. Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die te laag of tegen nul zijn gewaardeerd, maar die direct verkoopbaar zijn als we dat willen. Deze elementen zetten we hieronder uiteen.
Programmarekening 2013
69
Ad a. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit is de financiële ruimte, die de gemeente nog kan benutten door verhoging van de onroerende-zaakbelasting (OZB), voordat een beroep gedaan kan worden op aanvullende middelen uit het gemeentefonds in het kader van artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (Fvw). Voor toelating tot artikel 12 Fvw moeten gemeenten onder andere voldoen aan het redelijke peil van het zogenoemde belastingpakket. Voor de begroting 2014 is de onbenutte belastingcapaciteit berekend op € 1.647.759, uitgaande van een OZB-opbrengst in 2014 van € 6.961.208 (dit is inclusief de extra verhoging van 5% en inflatie 2,5%). Dit bedrag komt overeen met een verhoging van de OZB-opbrengst met bijna 24%. Ad b. Onvoorzien Voor het opvangen van onuitstelbare, onvoorzienbare en onontkoombare tegenvallers doen we gedurende het jaar een beroep op de post onvoorzien structureel en onvoorzien eenmalig. Voor zowel onvoorzien structureel als voor onvoorzien eenmalig nemen we een bedrag op van € 50.000, in totaal dus € 100.000. Stand van deze posten is per 31 december 2013 € 17.405 voor de structureel onvoorziene uitgaven en € 7.559 voor eenmalig onvoorziene uitgaven. Ad c. Reserve weerstandsvermogen De stand van de reserve weerstandsvermogen bedraagt per 31 december 2013 € 8,8 mln. Er is in 2013 geen beroep gedaan op deze reserve. Binnen de grondexploitatie kennen we de algemene reserve bouwgrondexploitatie als buffer om tegenvallers op te vangen. De stand van deze reserve is per 31 december 2013 ruim € 1,1 mln. Ad d. Stille reserves De omvang van de stille reserves is bepaald op € 0. De weerstandscapaciteit zetten we af tegen de risico’s om zodoende te bepalen of ons weerstandsvermogen toereikend is. Tenslotte wordt er onderscheid gemaakt tussen de incidentele en structurele weerstandscapaciteit voor het opvangen van eenmalige of structurele tegenvallers. Indien structurele risico’s zich voordoen kan een beroep gedaan worden op de onbenutte belastingcapaciteit of kunnen tijdelijk eenmalige middelen worden ingezet in afwachting van de realisatie van bezuinigingen om de begroting in evenwicht te brengen. Indien incidentele risico’s zich voordoen kunnen deze afgedekt worden door het weerstandsvermogen. Bovendien kunnen we bij tegenvallers een beroep doen op de algemene bestemmingsreserve.
2. Inventarisatie risico’s De gemeente Raalte heeft als uitgangspunt dat geprobeerd wordt risico’s zoveel mogelijk af te dekken. Dit kan door het aangaan van een verzekering of door het vormen van een voorziening. In de praktijk blijkt dat niet alle risico’s af te dekken zijn. In de volgende tabel hebben we de belangrijkste risico’s op een rij gezet, een zo actueel mogelijk risicobedrag aangegeven en vervolgens de beheersingsmaatregelen vermeld om de risico’s zo veel mogelijk te beperken.
70
Programmarekening 2013
Risico onderwerp met toelichting
structureel
eenmalig
Ontwikkeling sociaal domein (AWBZ, WWnV, Jeugdzorg, kanteling WMO) De regering verwacht per 1 januari 2015 de participatiewet in te voeren en te starten met de overheveling van de functies begeleiding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ naar de Wmo. Met ingang van die datum vindt ook de decentralisatie van de jeugdzorg plaats. Dit alles gaat gepaard met zeer forse (extra) kortingen, waardoor de risico's groeien. Verder is er onzekerheid over de exacte inhoud van de maatregelen, omdat de wetgevingstrajecten in een zeer pril stadium zijn. Door die onzekerheid lopen we het organisatierisico om niet tijdig de implementatie van de veranderingen van de wet- en regelgeving uit te kunnen voeren. We schatten het risico in op € 75.000. In 2016 wordt de Jeugdzorg aan de gemeenten bekostigd volgens een objectief verdeelmodel. Dit geeft risico op negatieve herverdeeleffecten. In de meicirculaire 2013 is het historisch budget voor de jeugdzorg gepubliceerd, dat is € 7,3 mln., als basis voor het decentralisatiebudget voor Raalte. Inmiddels zijn afspraken gemaakt met de aanbieders over budgetten en zorgcontinuïteit in de periode 2015 en 2016, waardoor het risico verminderd is. Uitgaande van een decentralisatiekorting van 10% en een gemiddelde kans dat het zich voordoet, komt het risicobedrag voor jeugdbeleid uit op € 375.000 (was € 500.000). Inmiddels is een eerste indicatieve berekening beschikbaar voor het nieuwe WMO budget voor onze gemeente. Hierin wordt uitgegaan van een budget van ruim € 5,5 mln. voor de nieuwe taken. Eerder berekenden wij al een risico van € 150.000 per mln. budget. Uitgaande van een gemiddelde waarschijnlijkheid komt het risicobedrag uit op € 437.500. Op basis van deze indicatie kan de p.m. status van dit risico nu worden ingevuld. Ook voor de bestaande taken binnen de WMO staat het beschikbare budget onder druk. We gaan er van uit dat de bij de najaarsnota 2013 gevormde reserve WMO deze mogelijke tegenvallers kan opvangen. Voor de onderdelen schuldhulpverlening en bijstandsverlening verwachten we de komende jaren door de economische crisis meer uitgaven. Op basis van de jaarlijkse uitgaven en een hoge waarschijnlijkheid schatten we het risicobedrag in op € 90.000. De reserve WWB is bij de najaarsnota 2013 opgenomen in de egalisatiereserve participatie. We gaan er van uit dat deze egalisatiereserve voldoende omvang heeft om deze mogelijke tegenvaller op te kunnen vangen. Vooralsnog gaan we van p.m. uit. In onze begroting is vanaf 2014 nog € 200.000 structureel beschikbaar voor het opvangen van de gevolgen van deze decentralisaties.
€
€
375.000
€
437.500
75.000
p.m.
€
-200.000
Beheersmaatregel: Om de risico's enigszins te kunnen beheersen (lastige punt is dat niet alle uitgaven beïnvloedbaar zijn) analyseren we de taakstellingen en brengen de gevolgen in beeld. Daarnaast stellen we een plan op voor de implementatie, waarbij invoering van de wet de deadline is.
Programmarekening 2013
71
Risico onderwerp met toelichting
structureel
eenmalig
Verwachte rijksbezuinigingen Na de meicirculaire 2013, waarin we werden geconfronteerd met grote rijksbezuinigingen, moeten we op basis van de laatste informatie in de decembercirculaire 2013 rekening houden met een nog verdere terugloop van algemene uitkering. Dit legt extra druk op het in 2013 gestarte bezuinigingstraject. Om nieuwe aanvullende rijksbezuinigingen op te kunnen vangen, nemen we vanaf 2014 een stelpost op van € 600.000 structureel. Daarnaast is in de decembercirculaire 2013 een nog verdere verlaging van de algemene uitkering aangekondigd vanaf 2018 ter hoogte van ca. € 450.000. Dit zal moeten leiden tot aanvullende bezuinigingen.
p.m.
Verbonden partijen en overige samenwerkingsverbanden De risico's binnen de verbonden partijen en de overige samenwerkingsverbanden zijn ingeschat. Voor toelichting verwijzen wij naar de paragraaf verbonden partijen.
€
350.000
€
650.000
Voor wat de woningbouw betreft houdt Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) toezicht op de garantstellingen. Als de woningcorporatie niet aan zijn verplichtingen kan voldoen vangt de WSW dit op. Daarna heeft het rijk nog een rol, de gemeente kan pas in derde instantie worden aangesproken voor 50%. Daarom houden we een risicobedrag van € 0 aan. Het gaat hierbij om € 75 mln. aan leningen.
€
-
De gemeente heeft buiten de WSW gegarandeerde geldleningen voor woningbouw afgesloten van € 9,1 mln. Hiervoor zijn we dus voor 100% aansprakelijk. Uitgaande van een risico van 10% met een lage waarschijnlijkheid is het risicobedrag € 225.000.
€
225.000
Bij garantstellingen voor algemene verenigingen en instellingen is de gemeente rechtstreeks aansprakelijk bij het niet nakomen van verplichtingen. Hoogte van de geldleningen is € 1,25 mln. Gebaseerd op een risico van 10% met een lage waarschijnlijkheid gaat het hier om een risicobedrag van € 31.000.
€
31.000
Bij sportverenigingen delen we het risico met de Stichting Waarborgfonds Sport. Bij een aansprakelijkheid van 50% en geldleningen van € 140.000 is ons risico slechts € 1.000 (10% van de € 70.000 met een waarschijnlijkheid van 25%).
€
1.000
Gegarandeerde geldleningen
Beheersmaatregel: Jaarlijks presenteren we bij de balans een overzicht van de garantstellingen. We willen de vinger aan de pols houden over de mogelijke risico's die wij met de garantstellingen lopen en welke beheersmaatregelen we daartegen kunnen nemen. Ook de accountant heeft ons er op gewezen, dat de garantstellingen beter in de organisatie geborgd moet worden binnen het systeem van controle en informatievoorziening. We gaan in de komende periode een beheersinstrumentarium opzetten vergelijkbaar met het systeem bij de verbonden partijen. We informeren uw raad hierover voor het eerst bij de begroting 2015.
72
Programmarekening 2013
Risico onderwerp met toelichting
structureel
eenmalig
Grondexploitatie De risico's binnen de grondexploitatie zijn gedaald van € 4,8 mln. naar € 4,3 mln. Voor verdere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf grondbeleid.
€ 4.300.000
Wegenonderhoud Het geactualiseerde beheerplan wegen laat zien dat er een structureel tekort is aan onderhoudsmiddelen. We hebben besloten om voor het jaar 2014 bestaande middelen in te zetten, om kapitaalvernietiging van asfaltwegen te voorkomen. Op basis van nog nader te formuleren uitgangspunten (via IVOR), met in ons achterhoofd de bezuinigingen, komen we in de loop van 2014 met nadere voorstellen. Vooralsnog gaan we van p.m. uit.
p.m.
Renterisico's Als gevolg van afname van onze reservepositie, (her)financiering van de leningportefeuille en stijgende rente lopen we risico. We houden de renteontwikkelingen in de gaten. 1% stijging van de renteomslag geeft een extra druk op de begroting van maximaal € 1.000.000.
€ 1.000.000
We hebben een stelpost van € 701.000 opgenomen om schommelingen op te kunnen vangen. Daarom in mindering gebracht op het risicobedrag.
€
-700.000
€
50.000
Beheersmaatregel: Gelet op de lage rentestand en om daar zo optimaal mogelijk van te profiteren, financieren we de rekening-courant met kasgeld. Om een goede risicospreiding te hanteren trekken we de komende jaren ook geldleningen aan met een looptijd van 10 tot 15 jaar. Zie verder de paragraaf financiering. Continuïteit ICT-systemen Met de gemeente Deventer is een dienstverleningsovereenkomst gesloten. ICT-beheer garandeert een server- en netwerkbeschikbaarheid van 99%. Voor Raalte zou het risico dus 1% zijn. Uitgaande van een lage waarschijnlijkheid en het aantal uren dat medewerkers geen gebruik kunnen maken van de ICT-systemen is er een risico van € 50.000. Beheersmaatregel: Als beheersingsmaatregelen om het risico zo klein mogelijk te houden werken we aan verschillende plannen. I-visie en architectuur zijn beschreven. Er is een programmaplan harmonisatie en een plan voor de infrastructuur. Er wordt binnen de DOWR samenwerking nog gewerkt aan informatiebeveiliging. Kwantitatieve en kwalitatieve personele bezetting en kwaliteit dienstverlening Door de landelijke ontwikkelingen is de huidige markt voor personeel bij gemeenten onzeker. We lopen het risico dat de personele bezetting kwantitatief en kwalitatief gezien niet aansluit op de benodigde capaciteit. Daardoor kan er sprake zijn van hoge werkdruk. Als we dan ook medewerkers moeten inhuren is er geen opbouw en borging van eigen kennis. Ook zijn er ontwikkelingen binnen de gemeente Raalte op personeelsgebied door o.a. nieuwe taken en gewijzigde taken. Dit kan leiden tot omscholing bij een deel van de medewerkers en/of helaas vervroegd afscheid nemen. Op basis van onze huidige salariskosten en rekening houdend met frictiekosten en scholingskosten, uitgaande van een lage waarschijnlijkheid, schatten we het risicobedrag in op € 500.000. Dit staat los van de verwachte uitwerking van de bezuinigingstaakstelling.
Programmarekening 2013
€
500.000
73
Risico onderwerp met toelichting
structureel
In de begroting 2013-2016 is een revolving fund opgenomen van 500.000. Op dit moment (eind 2013) is er voor € 300.000 afspraken gemaakt met diverse personeelseden over een vervroegd vertrek uit de organisatie. De huidige stand van dit budget is € 200.000 en wordt in mindering gebracht op dit risicobedrag. Zie verder de paragraaf bedrijfsvoering.
eenmalig
€
-200.000
Beheersmaatregel: We treffen verschillende maatregelen om de risico's zo laag mogelijk te houden zoals monitoring, meer inzetten op opleidingen, realistische teamplannen maken, opstellen van een modern en doelgroepgericht arbeidsvoorwaardenpakket en intensivering van uitwisseling van medewerkers binnen DOWR en talentenregio. In de loop van 2014 gaan we een Strategische Personeelsplanning (SPP) opzetten. Daarmee creëren we een instrument om het personeelsbeleid actief bij te sturen op de verwachte ontwikkelingen. totaal
€ 1.312.500
€ 5.582.000
Weerstandscapaciteit
structureel
incidenteel
algemene reserve bouwgrondexploitatie per 31 december 2013
€ 1.116.000
reserve weerstandsvermogen per 31 december 2013
€ 8.775.000
onbenutte belastingcapaciteit
€ 1.648.000
3. Beleid over de weerstandcapaciteit en de risico’s In oktober 2010 is de nota reserves, voorzieningen en rentebeleid 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Hierbij is de omvang van het weerstandsvermogen bepaald op 12,5 % van de begrotingsomzet. Resumé We hebben de structurele mogelijkheid binnen onze begroting van afgerond € 1.648.000 om structurele risico’s op te vangen. Op basis van de kwantitatieve verkenning zijn de structurele risico’s ingeschat op € 1.312.500; een stijging van ruim € 300.000 ten opzichte van de laatste risico-inventarisatie. Binnen het sociaal domein hebben we een aantal p.m. posten in kunnen vullen, wat leidt tot deze stijging. Onze eenmalige weerstandscapaciteit is € 9.891.000. Op basis van een eerste kwantitatieve verkenning zijn de incidentele risico’s geschat op € 5.582.000. Dit is een daling bij de incidentele risico’s van € 225.000 ten opzichte van de laatste risicoinventarisatie. Deze daling is hoofdzakelijk ontstaan door vermindering van risico’s binnen de grondexploitatie, met de kanttekening dat er bij de risicovolle projecten wel de nodige onzekerheden zijn. Daarnaast kan zich nog een aantal kleinere risico’s voordoen die wij niet afzonderlijk in beeld hebben gebracht. Daar zijn de posten onvoorziene uitgaven/eenmalige middelen voor bedoeld. Ons weerstandsvermogen is in balans met de geïnventariseerde risico’s, maar gezien de toename van de risico’s, onder andere grondexploitatie, de transities in het sociale domein, de onzekere economische ontwikkelingen, de genoemde p.m.-posten en gezien de aflopende reservepositie moeten we nadrukkelijk “de vinger aan de pols houden”.
74
Programmarekening 2013
3.3.
Onderhoud kapitaalgoederen
_________________________________________________________________________________ Belang van het beheer van kapitaalgoederen De inrichting van de openbare ruimte in onze gemeente vertegenwoordigt een kapitaal van vele honderden miljoenen euro’s. Een goed beheer van deze kapitaalgoederen (riolering, groen, wegen, kunstwerken, openbare verlichting en gebouwen) is dan ook van groot belang. Niet alleen omdat het de openbare ruimte betreft die direct van invloed is op het woon-, leef- en werkklimaat, maar ook omdat er veel geld mee is gemoeid om deze voorzieningen duurzaam in stand te houden. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud hiervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau, de eventuele risico’s en de (jaarlijkse) lasten. Beheerplannen vormen een belangrijk instrument om eventuele financiële risico’s in beeld te brengen en waar nodig te kanaliseren. Beheerplannen In beheerpakketten koppelen we kwalitatieve en kwantitatieve gegevens aan kostenindicatoren om daarmee maatregelen en planningen te genereren. Hiermee krijgen we inzicht in de vereiste investeringen om gemeentelijke eigendommen duurzaam in goede staat te houden. De plannen voor wegen, groen en riolering zijn operationeel. In 2012 is het beheerplan voor bermen en sloten in het buitengebied vastgesteld. Met betrekking tot de civiele kunstwerken is een quick scan uitgevoerd op basis waarvan een beheerplan kan worden opgesteld. Voor het beheer van groen in het buitengebied (bomen en (bos)singels) is nog geen beheerplan voorhanden. Riolering: in 2013 is het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan (GRP) opgesteld. Dit plan is zowel een beleidsplan als een beheerplan. Met het nieuwe – in februari 2014 door de raad vastgestelde - GRP beschikt de gemeente Raalte over een actueel plan waarmee tot en met 2020 uitvoering kan worden gegeven aan de wettelijke gemeentelijke zorgplichten voor grond-, hemel-, en afvalwater. Het beheerpakket voor riolering is actueel, doch vraagt jaarlijks mutatie om actueel te blijven. Goed gegevensbeheer is van essentieel belang bij goed rioolbeheer. Goed gegevensbeheer is in het nieuwe GRP t/m 2020 gewaarborgd. Voor de operationele plannen is het nu van belang om deze actueel te houden, op elkaar af te stemmen en verder uit te bouwen naar integraal beheer. Wegen Het beheerplan W egen binnen en buiten de bebouwde kom, vastgesteld in 2005, gaat uit van een onderhoudsperiode van 5 jaar (basisplanning). De financiële middelen voor het onderhoud zijn structureel opgenomen in de begroting, waarbij alleen het groot onderhoud wordt betrokken bij de vastgestelde egalisatiereserve. De update van het onderhoudsplan van 2011 liet een beeld zien dat we de komende jaren tegen een structureel tekort aan financiële middelen aan gaan lopen. In 2013 is uit de reserve wegen geput. De laatste planupdate van 2013 wijst vervolgens uit dat er voor de komende onderhoudsperiode van 5 jaar een jaarlijks begrotingstekort is van € 300.000,00 op een begroting van € 950.000,00. Een doorkijk naar een periode van 10 jaar toont een verder oplopend tekort aan. De resultaten van het geactualiseerde beheerplan zijn middels een informatienotitie aan uw raad kenbaar gemaakt. In 2014 wordt een onderzoek uitgevoerd om te komen tot een structurele oplossing voor het wegbeheer. Hierbij wordt een nauwe relatie gelegd met de in 2014 vast te stellen IVOR. De gevolgen van dit onderzoek worden doorgevoerd in 2015. In 2013 is overigens wel weer een bedrag gestort in de Reserve Wegen in het kader van ontvangen degeneratiekosten van ca. € 250.000. Programmarekening 2013
75
Openbare verlichting Door de raad is in 2013 besloten dat bij zowel aanleg als bij het vervangen van openbare verlichting LED wordt toegepast. Belangrijke argumenten hiervoor zijn het leveren van een bijdrage aan de duurzaamheiddoelstellingen en een voordeel op de exploitatie van de openbare verlichting. Tijdens de behandeling van de perspectiefnota op 5 juli 2012 heeft uw raad zich positief uitgesproken over het voorstel om met de begroting 2013 extra middelen beschikbaar te stellen voor het vervangen van openbare verlichting in Heino. Hiermee zijn alle afgeschreven verlichtingsobjecten in 2013 in één keer vervangen. Met de nieuwe verlichting is zo veel mogelijk tegemoet gekomen aan de nieuwste aanbevelingen van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde ten aanzien van leefbaarheid, sociale veiligheid en het voorkomen van criminaliteit. Met het uitvoeren van het vervangingsplan Heino is een periode van grootschalige vervanging van openbare verlichting afgerond binnen het beschikbare budget. Civiele kunstwerken, zoals bruggen, tunnels en duikers Er is een quickscan uitgevoerd die als basis dient voor het opstellen van een beheerplan kunstwerken. Op basis van de resultaten uit de quickscan is voor 2014 is een extra krediet van € 172.000 beschikbaar gesteld voor het opstellen van een beheerplan en het uitvoeren van noodzakelijke maatregelen voortvloeiend uit de quickscan en aanvullende inspecties. Bij de presentatie van het beheerplan wordt evenals bij wegbeheer een nauwe relatie gelegd met de in 2014 vast te stellen IVOR. De resultaten hiervan worden doorgevoerd in 2015. Begraafplaatsen Het beleid ten aanzien van de algemene begraafplaatsen in Raalte is vastgelegd in het beleidsplan Begraven in Raalte (2009). In dit beleidsplan zijn de criteria opgenomen ten aanzien van het beheer en onderhoud. Deze zijn uitgewerkt in een beheerplan, de basis voor de daadwerkelijke uitvoering van het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen. Een hoge mate van netheid binnen de grafperken en standaard onderhoudsniveau voor de overige gebieden op de begraafplaatsen is hierbij ook in 2013 gerealiseerd. Groen in het buitengebied Het beheer van groen in het buitengebied is op basis van de beschikbare budgetten uitgevoerd. Een beheerplan voor het groen in het buitengebied is er nog niet. Het handhaven van de veiligheid langs de openbare wegen heeft ook in 2013 onze grootste aandacht gehad. Extra inspanning is hierbij geleverd door het veiligstellen van bomen na de storm van eind oktober. Groen binnen de bebouwde kommen Het onderhoud van het openbare groen binnen de bebouwde kommen vraagt jaarlijks een grote inzet van middelen. De uitgangspunten voor het beheer zijn vastgelegd in het Groenbeleidsplan ‘Kernen in het Groen’. Het beheerplan Groen uit 2004 dient als basis voor de uitvoering van werken. In 2013 is ook weer ingezet op het vervangen van versleten groen in de oudere wijken. Deze groenwerkzaamheden zijn waar nodig gecombineerd met het herstel van verhardingen. Op het product Openbaar Groen is door uiteenlopende oorzaken echter een onderschrijding ontstaan van 7% van het totale budget.
76
Programmarekening 2013
Riolering Voor het onderhoud van het kapitaalgoed ‘riolering’ zijn de Wet milieubeheer en de Waterwet kaderstellend. De gemeente heeft de zorgplicht voor het afval-, hemel- en grondwater. Verantwoording en invulling hiervan is opgenomen in het wettelijk verplichte (verbreed) Gemeentelijk Riolerings Plan. Voor de (ondergrondse) voorzieningen voorziet het Gemeentelijk Rioleringsplan ook in de duurzame instandhouding ervan. In het kostendekkingsplan voor de gemeentelijke watertaken zijn de investeringskosten voor verbeteringen en vervangingen en exploitatiekosten langjarig doorgerekend voor de gevolgen voor de rioolheffing. In 2013 is een nieuw Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan opgesteld. Dit is begin 2014 vastgesteld door de raad. Water Het beleidskader voor water wordt gevormd door het vigerende Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) en het gemeentelijke waterplan “Een helder verhaal”. In 2014 is een nieuw verbreed GRP vastgesteld “W aardevol water, voor u en later” (GRP Raalte 2014 t/m 2020). De meeste stedelijke watergangen en vijverpartijen zijn eigendom van en in beheer bij het Waterschap Groot Salland. In 2011 is begonnen het beheer van de laatste gemeentelijke watergangen (o.a. Het Raan I, Heeten en Het Overstigt) over te dragen aan het waterschap waarbij nadere afspraken worden gemaakt over de kwaliteit van het beheer en onderhoud. Deze beheeroverdracht is in 2013 afgerond. De langs de watergangen en vijvers aanwezige beschoeiingen zijn en blijven in eigendom, beheer en onderhoud van de gemeente. In de onderhoudstoestand van de beschoeiingen moet beter inzicht worden verkregen. Een onderhoudsplan is daarom wenselijk en wordt in 2014 als onderdeel van een op te stellen beheerplan civiele kunstwerken hierin opgenomen. Bij onderhoudsmaatregelen aan beschoeiingen geniet het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, daar waar mogelijk, de voorkeur. Speelplaatsen In 2007 is het beheerplan speelplaatsen vastgesteld. Jaarlijks wordt bij de begroting het vervangingsschema geactualiseerd en worden de kapitaallasten van de vervangingen opgenomen in de meerjarenbegroting. In 2013 zijn op basis van dit vervangingsschema en noodzaak diverse speeltoestellen vervangen. De veiligheid van de speeltoestellen is middels inspecties getoetst aan het Attractiebesluit. Onderhoud gemeentelijke gebouwen De gemeente Raalte kent een beheerplan voor haar onderwijs-, sport-, welzijns- en overige gemeentelijke gebouwen. Deze zgn. meerjaren- onderhoudsplanning (MJOP), die in de basis dateert van 2007, wordt jaarlijks geactualiseerd. Naast het zoveel mogelijk uitvoeren van reguliere onderhoudswerkzaamheden wordt tenminste ingezet op het voorkomen van onveilige situaties. Vanuit Beheer en Onderhoud is actief invulling gegeven aan het jaarlijks uitvoeren van het benodigde onderhoud aan de gebouwen, deels in eigen beheer, deels door derden. Voor gebouwen die op de nominatie staan om afgestoten te worden, wordt alleen het hoogst noodzakelijke onderhoud gepland en uitgevoerd. In 2013 is er een nota gebouwenbeheer opgesteld, waarin onderhoud, conditiemeting, duurzaamheid en klimaat onderwerpen zijn om daar in de komende jaren invulling aan te geven. De lijst met gebouwen is geactualiseerd en onderverdeeld in gemeentelijke gebouwen, onderwijsgebouwen en tijdelijk bezit.
Programmarekening 2013
77
In 2013 zijn ondermeer de onderstaande zaken aangepakt: Vernieuwbouw Hoftheater Alternatieve methode verwarmen zwembadwater Tijenraan door rioolwater Duurzaamheid wordt de komende jaren een belangrijk uitgangspunt voor uitvoering van het geplande onderhoud. Te denken valt aan het vervangen van bijvoorbeeld de CV- installaties door alternatieve installaties (waaronder warmtepompen), wat op termijn besparingen zal opleveren in de exploitatie. Jaarlijks wordt een bedrag gestort in de verschillende onderhoudsreserves. De laatste actualisatie van het MJOP laat zien dat de jaarlijkse storting niet toereikend is om het (toekomstige) onderhoud uit te voeren. Dit betekent dat op termijn de technische staat van de gebouwen dreigt te verslechteren. Daarnaast raken de reserves uitgeput door de te lage jaarlijkse storting. Daarom heeft uw raad bij de perspectiefnota 2013 – 2016 (amendement) besloten voor de komende vier jaar per jaar € 150.000 beschikbaar te stellen om de problematiek van de tekorten op de korte termijn te ondervangen. Wat betreft de ver- en nieuwbouw Hoftheater moet nog het volgende worden opgemerkt. Bij het Onderhoud W elzijnsgebouwen is er een budgetoverschrijding verantwoord van ca. € 62.000. Deze wordt veroorzaakt doordat een aantal onvoorziene tegenvallers bij het project (ver)nieuwbouw van het Hoftheater (betonrot, voegwerk, slechte dakbedekking e.d.) ad € 168.000 alsnog ten laste van groot onderhoud W elzijnsgebouwen zijn gebracht en niet van het krediet van dit project. In het recente verleden was er groot onderhoud aan het Hoftheater gepland, maar vanwege de (ver-)nieuwbouw niet uitgevoerd. Het ontstane tekort van € 62.000 bij de post onderhoud welzijnsgebouwen kan ten laste van deze reserve gebracht worden (stand per 1-1-2013 € 1.043.427). Ten slotte is er in verband met een vervanging van de technische installatie van de Tippe eerder dan verwacht € 50.000 geput uit de onderhoudsreserve sport.
78
Programmarekening 2013
3.4.
Financiering
_________________________________________________________________________________ Algemeen De treasuryparagraaf is een verplicht onderdeel van de rekening. Deze verplichting hangt samen met de invoering van de W et Fido (Wet Financiering decentrale overheden). Deze paragraaf bevat, conform artikel 13 van het BBV, in ieder geval de beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille. De treasuryparagraaf vormt, in samenhang met het in artikel 212 van de Gemeentewet voorgeschreven treasurystatuut en de overeenkomstig vastgestelde verordeningen, een belangrijk instrument voor het sturen, beheersen, verantwoorden van en toezicht houden op de financieringsfunctie. Het treasurystatuut is als gevolg van Raalte 2.0 geactualiseerd. Liquiditeiten Er is aan efficiënt liquiditeitenbeheer gedaan door het aanhouden van een hoofdrekening en het saldo van de overige rekeningen af te romen en over te boeken naar onze hoofdrekening. Wij houden rekeningen aan bij de BNG en de Rabobank. Er is in 2013 zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de ruimte binnen de kasgeldlimiet en ons rekening-courantkrediet. De rente op de kasgeldleningen is ook in 2013 extreem laag gebleven. Hiervan hebben we in het afgelopen jaar zo optimaal mogelijk geprofiteerd. Desondanks hebben we in het afgelopen jaar enkele leningen afgesloten met een langlopende renteperiode. Eind 2013 is het schatkistbankieren verplicht geworden. De overheden zijn nu op grond daarvan verplicht een banktegoed dagelijks bij de schatkist te parkeren. Dit zijn nu nog handmatige werkzaamheden die vrij veel tijd kosten. Verwacht wordt dat begin 2014 deze werkzaamheden deels geautomatiseerd verlopen. Renterisicobeheer Voor 2013 is er een financieringstekort geraamd van ruim € 23 mln. In 2013 zijn 3 leningen aangetrokken voor in totaal € 15 mln. Voor het eerst zijn leningen aangetrokken van Duitse partijen. De prijsstelling is zo aantrekkelijk dat dit het extra werk wel rechtvaardigt. Ook is in 2013 voor het eerst geld geleend van een provincie. Dit is nu mogelijk geworden doordat diverse overheden hun treasurystatuut hebben aangepast om de gevolgen van het schatkistbankieren te beperken. De kasgeldlimiet is in het 1 e , 2 e en 4 e kwartaal overschreden. Dit is voor een beperkte periode van twee kwartalen achter elkaar toegestaan. Het beleid is er op gericht de rekening-courant met kasgeld te financieren, vanwege de lage rentestand. De lange geldleningen worden de komende jaren aangetrokken met rentevaste looptijden tussen 10 tot 15 jaar. Op deze manier wordt geprofiteerd van de lage rente stand op de langlopende leningen en wordt er toch een goede risicospreiding gehanteerd. Kasgeldlimiet en -behoefte De kasgeldlimiet is bepaald door het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar te vermenigvuldigen met een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage. De basis was voor 2013 8,50% van € 65,7 mln. is € 5,64 mln. Het kwartaalgemiddelde van de werkelijke kasgeldbehoefte dient in beginsel onder de limiet van enig jaar te blijven. De toezichthouder staat toe maximaal voor een periode van twee kwartalen de kasgeldlimiet te overschrijden. In 2013 heeft er twee kwartalen achtereen overschrijding van de kasgeldlimiet plaats gevonden.
Programmarekening 2013
79
Omschrijving OMVANG
Begroot
Werkelijk
Verschil
Bedragen in € 1.000
1. Toegestane kasgeldlimiet a. in procenten van de grondslag
8,50%
8,50%
0
5.641
5.641
0
a. opgenomen gelden korter dan 1 jaar
0
9.500
-9.500
b. schuld in rekening courant
0
0
0
c. gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar
0
0
0
d. overige geldleningen, niet zijnde vaste schuld
0
0
0
a. Uitgeleende gelden < 1 jaar
0
0
0
b. contante in kas
0
9
-9
c. tegoeden in rekening courant
0
2.267
-2.267
d. overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar
0
0
0
b. in een bedrag 2. Omvang vlottende korte schuld
3. Vlottende middelen
4. Toets kasgeldlimiet a. totaal netto vlottende schuld b. toegestane kasgeldlimiet c. Ruimte c.q. overschrijding (a - b)
0
7.224
--7.224
5.641
5.641
5.641
-5.641
-1.583
-1.583
Renterisiconorm De uitgaven en inkomsten van de gemeente lopen niet synchroon in de tijd. De gemeente moet soms geld lenen om tijdig betalingen te kunnen verrichten en soms heeft ze (tijdelijk) overtollige liquide middelen. Ook moeten investeringen gefinancierd worden. In korte tijd worden uitgaven gedaan, die over een veel langere periode worden afgeschreven. Het doel van het treasurybeleid is om de rentekosten van dit financieren zo laag mogelijk te houden, de renteopbrengsten zo hoog mogelijk te doen zijn en daarbij zo weinig mogelijk risico’s te lopen. De renterisiconorm is een wettelijke norm die betrekking heeft op de vaste schuld van de gemeente. Vaste schuld ontstaat wanneer leningen worden afgesloten met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. De norm geeft het bedrag aan waarover de gemeente zich per begrotingsjaar maximaal mag bloot stellen aan renterisico. De norm is vastgesteld op 20% voor gemeenten. De gemeente Raalte heeft over 2013 een begrotingstotaal van € 66 mln., het maximale bedrag voor herfinanciering is dan € 13,2 mln. In 2013 is gemeente ruim binnen dit bedrag gebleven. Onze herfinanciering was € 8,1 mln.
80
Programmarekening 2013
3.5. Bedrijfsvoering _________________________________________________________________________________ DOWR De samenwerking DOW R heeft in 2013 verder vorm gekregen. Nadat eind 2012 al de gezamenlijke ICT-werkorganisatie was opgestart zijn in 2013 achtereenvolgens op 1 januari 2013 de gezamenlijke belastingorganisatie, op 1 april 2013 de gezamenlijke facilitaire werkorganisatie, op 1 juni het gezamenlijke inkoopbureau en op 1 november de gezamenlijke personeels- en salarisadministratie (PSA) van start gegaan. Voor de gezamenlijke PSA geldt dat Raalte gastheer is. De nieuwe collega’s zijn inmiddels gehuisvest op de zolder van de villa; waar ruimte ontstond door het vertrek van de brandweer naar de regio. Verder is het besluit genomen ook voor de financiële administratie een gezamenlijke werkorganisatie in te richten. Daarvoor worden momenteel de voorbereidende werkzaamheden verricht. De bedoeling is dat deze organisatie van start gaat op 1 januari 2015. Over de locatie is nog geen besluit genomen. Totdat er een nieuw collegeakkoord is, zullen geen nieuwe percelen voor DOWRsamenwerking worden benoemd. RUD Op 1 januari 2013 is de RUD IJsselland gestart met de milieutaken. In de RUD organiseren en borgen we de uitvoering van de W ABO-taken (omgevingsvergunningen) conform de landelijke kwaliteitseisen. Deze ontwikkeling heeft erin geresulteerd dat onze gemeente gastheer is voor het agrarisch kennispunt binnen de RUD IJsselland. Dit houdt in dat vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van de complexe agrarische bedrijven wordt gecoördineerd vanuit Raalte. Het kennispunt is op 1 april 2013 gestart. Voor overige specialistische VTH-taken milieu ligt het gastheerschap bij andere partners. De RUDsamenwerking is nog volop in ontwikkeling en in 2013 zijn ook de voorbereidingen gestart om in de loop van 2014 op alle VTH-taken (dus inclusief Bouw) te gaan samenwerken. Raalte 2.0 Naar aanleiding van de evaluatie Raalte 2.0 eind 2012 is de organisatie per 1 juli 2013 op diverse punten aangepast. Diverse kleine verschuivingen in de organisatiestructuur en verbeteringen in de werkwijze hebben plaatsgevonden. Ook is een reductie van de formatie van het management gerealiseerd, waarmee we alvast een voorschot hebben genomen op de gedurende de volgende collegeperiode te realiseren bezuinigingen. Bezuinigingen formatieomvang Het Revolving Fund is in 2013 ingezet om diverse nog lopende bezuinigingen op het personeel te kunnen realiseren. Met diverse personeelsleden zijn goede afspraken gemaakt over een vervroegd vertrek uit de organisatie. We zitten nog steeds op schema om eind 2014 de totale bezuiniging op de formatie (2011-2014) te halen. Personeel In 2013 is in de personele jaarplancyclus voor het eerst gewerkt met competenties. De speerpunten daarbij zijn resultaatgerichtheid, klantgerichtheid en zelfinzicht. Daarnaast wordt mobiliteit gestimuleerd. Dit ondersteunt de bezuinigingsdoelstelling en bereidt de organisatie voor op de komende verandering vanuit de decentralisatie en de veranderende rol van de overheid.
Programmarekening 2013
81
De ontwikkeling van een strategische personeelsplanning schuift door naar 2014. Het instrument wordt gedurende de eerste helft van 2014 ontwikkeld, in samenhang met de nieuwe bezuinigingsopgave. Personeelskosten Onderstaand een overzicht van de personeelskosten over 2013. Hier zijn alle kosten meegenomen die we hebben gemaakt voor betaling van salarissen, premies, uitkeringen en inhuur van derden. Omschrijving
begroting 2013
Loonbetalingen en sociale premies
€
17.855.584
Uitkeringslasten voormalig personeel
€
Personeel van derden Totaal
werkelijk 2013
saldo 2013
€ 17.521.914
€
333.670
142.011
€
116.311
€
25.700
€
1.499.609
€
1.892.612
€
-393.003
€
19.497.204
€ 19.530.836
€
-33.632
Interbestuurlijk toezicht, toezichtregime 2013 In het kader van het interbestuurlijk toezicht bepaalt de provincie jaarlijks toezichtregime van de gemeente. De provincie maakt hierbij gebruik van informatiearrangement per toezichtdomein en stelt op basis van risicoanalyses beoordelingskader op. Op basis van objectieve criteria geeft de provincie jaarlijks met verkeerslichtkleur (groen-oranje-rood) aan welk toezichtarrangement van toepassing is.
het een een een
Voor het jaar 2013 zag het toezichtregime er als volgt uit:
Toezichtsdomein Financiën WABO Archief Wonen: huisvesting statushouders Ruimtelijke ordening inclusief natuur, externe veiligheid en water Totaalbeeld
Toezichtsbeeld naar kleur (“verkeersmodel”)
Financieel beheer In de boardletter 2013 geeft onze accountant aan dat het algemeen beeld uit de interimcontrole 2013 is, dat de administratieve organisatie en interne beheersing op orde is.
82
Programmarekening 2013
3.6. Verbonden partijen _________________________________________________________________________________ Inleiding De beheersing van de verbonden partijen is in 2013 verbeterd, onder andere door kritische beoordeling van de risico’s en verbetering van de informatievoorziening. De informatie in deze paragraaf wordt wederom uitgebreid door meer inzicht te geven in de financiële situatie van de verbonden partij. Algemeen In deze paragraaf geven we inzicht in de relatie van de gemeente met derde rechtspersonen, waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Bij bestuurlijk belang heeft de gemeente een zetel in het bestuur van een rechtspersoon of stemrecht. Bij een financieel belang is de gemeente de ter beschikking gestelde middelen kwijt in geval van faillissement van de verbonden partij en/of kunnen financiële problemen bij de verbonden partij verhaald worden op de gemeente. Beleidskaders zijn hierbij door de gemeenteraad vastgesteld in 2009 in de nota verbonden partijen. Actuele ontwikkelingen binnen de BBV vragen om uitbreiding van de informatie binnen deze paragraaf. Om namelijk nog beter het risico in te kunnen schatten, laten we nu bij de verbonden partijen, waar de gemeente nog enigszins invloed heeft, het bedrijfsresultaat zien en de ontwikkeling van het eigen vermogen en vreemd vermogen. Voor de gemeenteraad is het van belang te weten hoeveel invloed hij kan uitoefenen op de verbonden partij, welk gemeentelijk beleid wordt uitgevoerd en welke risico’s we lopen. W e hebben onze verbonden partijen ingedeeld in vier categorieën: 1. Deelnemingen met weinig bestuurlijk belang; 2. Deelneming met redelijk tot veel bestuurlijk belang; 3. Gemeenschappelijke regelingen; 4. Lidmaatschap van stichtingen en verenigingen; 5. Samenwerkingsverbanden met een bijzonder karakter; formeel gezien geen verbonden partij. Inschatting risico Per verbonden partij bekijken we wat het financieel belang van de gemeente is: de jaarlijkse dividendopbrengst, de gemeentelijke bijdrage of de te behalen bezuinigingstaakstelling en schatten we in welk mogelijk risico we lopen. Vervolgens is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet: laag (25%), gemiddeld (50%) of hoog (75%). Als we het mogelijk risico loslaten op de kans dat het zich voordoet, krijgen we het risicobedrag per verbonden partij. De totale risico’s nemen we mee in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Programmarekening 2013
83
Ad 1. Deelnemingen met weinig bestuurlijk belang naam
bestuurlijk belang financieel belang
N.V. BNG *
raming 2013 € 38.450, aandeelhouder met aandelenbezit van werkelijk een belang van 25.987 stuks tegen 2013 € 38.720 0,0465% € 2,50 nominaal (2012 € 29.885)
Wadinko N.V.***
risico en beheersing dividenduitkering is 25% van de nettowinst; ontwikkeling in de gaten houden door borging beoordeling (jaar)stukken in de organisatie
raming 2013 € 45.000, werkelijk 2013 € 49.464 (2012 € 49.550)
kans voor bedrijfsrisico's is klein, impact voor Raalte is laag; beoordeling van (jaar)stukken geborgd in de organisatie
aandelenbezit van 41.696 stuks, met aandeelhouder met een balanswaarde een belang van van € 10.210, 0,83% achtergestelde lening € 1.644.178
raming 2013 € 107.000, werkelijk 2013 € 107.159 (2012 € 111.700)
laag risico v.w.b. daling dividenduitkering en aflossing lening, jaarlijks € 182.687; beoordeling van de (jaar)stukken geborgd in de organisatie
aandeelhouder met aandelenbezit van een belang van 90 stuks tegen 3,77% € 100 nominaal
raming 2013 € 45.000, werkelijk 2013 € 45.000 (2012 € 0) (uitkering is afhankelijk van de liquide middelen)
laag risico v.w.b. daling waarde aandelen; beoordeling (jaar)stukken geborgd in de organisatie
aandeelhouder met aandelen met Enexis een belang van balanswaarde van Holding B.V.** 0,0432% € 4.574
Vitens N.V.
dividend
* De BNG heeft eind augustus vorig jaar de cijfers van de eerste helft van 2013 gepubliceerd. De winst is gedaald met bijna een kwart ten opzichte van dezelfde periode in 2012. Oorzaken: verlies aandelen Connexxion, terughoudendheid in investeren door gemeenten, provincies en woningcorporaties en de sombere vooruitzichten. Gezien alle onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de verwachte nettowinst 2013. W e hebben nog geen nieuwe informatie ontvangen over 2013. **Bij verkoop van de aandelen Essent in 2009, zijn de aandeelhouders tot de conclusie gekomen, dat afvalverwerking niet tot hun kernactiviteiten behoort. Het toenmalige Essent Milieu, thans Attero, een afvalverwerkingsbedrijf waar ook de gemeente Raalte aandelen in heeft, staat op de nominatie om voor € 170 mln. verkocht te worden aan de Nederlandse investeringsmaatschappij W aterland. Aan alle aandeelhouders wordt gevraagd hier mee in te stemmen. Zodra er duidelijkheid is over de financiële gevolgen, informeren wij uw raad. *** De aandeelhouders bij Wadinko N.V. hebben besloten om voor de jaren 2013-2017 tot dividenduitkering over te gaan op basis van het resultaat 2012, de goede verwachtingen voor de komende jaren en de liquiditeitspositie. Hier is al over gerapporteerd in de Voorjaarsnota 2013.
84
Programmarekening 2013
Resumé: We houden rekening met een mogelijke daling van de dividenduitkering. W e gaan uit van een risicobedrag gebaseerd op een percentage, wat landelijk gezien vaak als een uitgangspunt wordt gehanteerd. Dat is 10% van de te ontvangen dividenduitkering. Van deze verbonden partijen schatten wij het risico laag in. In het kader van het weerstandsvermogen gaan we daarom bij deze deelnemingen uit van een risicobedrag van € 5.000. Ad 2. Deelnemingen met redelijk tot veel bestuurlijk belang Programma 3.3 duurzame bescherming openbare ruimte N.V. Rova Zwolle bestuurlijk belang
diverse Nederlandse gemeenten aandeelhouder met een belang van 6,3%
Raalte bezit 534 aandelen A tegen nominaal € 113,45, totaal € 60.582,30. De dividendopbrengst van 2013 is geraamd op € 254.590, werkelijk 2013 € 254.590 financieel belang (2012 € 338.850). In 2013 interim dividend van € 123.240 ontvangen als gevolg van afstoten bedrijven. Raalte heeft met Rova een achtergestelde lening afgesloten met een hoogte van € 932.534, vrij van de verplichting tot aflossing. Rente opbrengst 2013 is achtergestelde lening € 74.603, idem 2012. Daar staat een kapitaallast tegenover van € 35.464, idem 2012. dienstverleningsDe raming voor de dienstverleningsovereenkomst bedraagt voor 2013 € 2,1 mln. overeenkomst De werkelijke uitgaven zijn € 1,8 mln. bijdragen aan gem. uitvoering geven aan de gemeentelijke afvalzorgplicht doelstellingen resultaat verbonden Het resultaat over 2012 was € 5,2 mln. positief (2011 € 6,7 mln. positief ). Het partij, eigen eigen vermogen is in 2012 € 22,32 mln. (2011 € 22,29 mln.). Het vreemd vermogen en vreemd vermogen is in 2012 € 34,65 mln. (2011 € 35,3 mln.) vermogen Rova loopt financiële risico's, ondernemersrisico's en juridische risico's. Voor de beheersing van de risico's treft Rova verschillende maatregelen: monitoring van risico's verbonden de budgetten, periodieke plannen opstellen, controles uitvoeren, waar mogelijk partij een verzekering afsluiten, een voorziening treffen en pas in het laatste stadium aanpassing van de tarieven.
risico's gemeente
We schatten het risico hoog in om een lagere dividenduitkering te krijgen (zie de ontwikkelingen); als dividend € 63.000 lager is, is risicobedrag € 47.000. Voor mogelijke algehele aflossing van de geldlening door Rova schatten we het risico laag in, risicobedrag van € 1.000. Mogelijk risico van extra stijging uitgaven binnen de dienstverleningsovereenkomst met 10%, dat risico schatten we laag in, risicobedrag daarom € 62.500.
beheersingsmaatregelen gemeente
ambtelijk en bestuurlijk overleg, borging in de organisatie beoordeling (jaar)stukken, oog hebben voor de lastendruk van de burger
ontwikkelingen
Op termijn zal het jaarlijks dividend van Rova lager zijn als gevolg van afstoten van NV Rova bedrijven in 2012 en 2013 (zie dividend opbrengst). We zullen de structurele raming van € 250.000 naar beneden moeten bijstellen. Deze nieuwe raming is nu nog niet in te schatten. Veiligheidshalve gaan we daarom nu uit van een door Rova gehanteerd normdividend, uitkomend op een jaarlijkse opbrengst van € 187.000, in afwachting van nadere informatie; een mogelijke verlaging derhalve van € 63.000. Bijkomend risico is mogelijke lastenverzwaring voor de burger, omdat de dividendopbrengst een onderdeel is van de tariefberekening.
Programmarekening 2013
85
Programma 7.1 ruimte en wonen Ontwikkel-combinatie AM Grondbedrijf en gemeente Raalte Franciscushof VOF bestuurlijk belang
50% belang
financieel belang
Boekwaarde eind 2013 € 17,3 mln.
bijdragen aan gem. doelstellingen
ontwikkeling locatie Franciscushof voor nieuwbouw
risico's gemeente
beheersingsmaatregelen gemeente ontwikkelingen
We zijn 50% risicodragend t.a.v. exploitatietekort, daarnaast constateren we een stagnatie van de kavelverkoop a.g.v. instabiele economische situatie. Uitgaande van een looptijd t/m 2023 laat dit project een klein positief resultaat zien. Mocht de kaveluitgifte meer vertraging gaan oplopen (t/m 2028) wat reëel lijkt, zal het tekort op kunnen lopen tot € 1,5 mln. Tijdige herziening van de exploitatieraming; voor het afdekken van de risico's is de reserve Franciscushof gevormd, maar deze zal bij een verlenging van dit project t/m 2028 niet toereikend zijn. Zie verder paragraaf grondbeleid. AM Grondbedrijf heeft aangegeven uit de VOF Fransciscushof te willen treden. Dan zal de gemeente Raalte het volledige risico krijgen over de ontwikkeling en exploitatie. De gesprekken lopen nog. Zie verder paragraaf grondbeleid.
Resumé: Onze relatie met Rova bestaat uit drie onderdelen: aandelen met een jaarlijkse dividendopbrengst, een geldlening aan de Rova en een dienstverleningsovereenkomst om aan onze gemeentelijke afvalzorgplicht te kunnen voldoen. Het grootste risico zit op dit moment bij de dividendopbrengst. Die zal op termijn lager zijn. Dit kan leiden tot een lastenverzwaring voor de burger, omdat de dividendopbrengst een onderdeel is van de tariefberekening. Zodra we hierover meer duidelijkheid hebben, komen we hier bij de gemeenteraad op terug. Voor de Rova schatten we het totale risico in op € 109.500. Voor risico’s binnen de ontwikkelcombinatie Franciscushof VOF is een reserve gevormd. Mocht de kaveluitgifte meer vertraging gaan oplopen, waardoor het project een langere doorlooptijd krijgt, dan is deze reserve niet toereikend en moet een beroep worden gedaan op de algemene reserve grondexploitatie. Door de ontwikkelingen binnen dit project kan het risico voor Raalte toenemen.
86
Programmarekening 2013
Ad 3. Gemeenschappelijke regelingen Programma 2 Brandweer en Veiligheid Veiligheidsregio IJsselland financieel belang bijdragen aan gem. doelstellingen
De gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle jaarlijkse bijdrage per inwoner, raming 2013 € 287.130 werkelijk 2013 € 288.839 (2012 € 296.094) aanpak van risico's, rampen en crises volgens het wettelijk vastgelegde kwaliteitsniveau
Het resultaat over 2012 bedroeg ruim € 1 mln. positief o.a. door een incidentele resultaat verbonden rijksbijdrage voor transitie van de meldkamers van € 400.000; dit is daarvoor partij, eigen geparkeerd. De overige € 600.000 zijn gereserveerd voor ontwikkeling van de vermogen en vreemd veiligheidsregio. Het eigen vermogen is eind 2012 € 3,1 mln. (2011 € 3,5 mln.) en vermogen het vreemd vermogen € 1,2 mln. (2011 € 1,0 mln.). risico's verbonden partij
Als risico's benoemt de veiligheidsregio de mogelijke samenvoeging van meldkamers, ontwikkelingen witte meldkamer, landelijke bezuinigingen, ontwikkelingen binnen het regionaal brandmeldsysteem en de consequenties van de RUD's op de regio. Er is een beperkte algemene reserve.
risico's gemeente
Stijging gemeentelijke bijdrage door het niet kunnen opvangen door de regio van structureel stijgende uitgaven en/of landelijke bezuinigingen. Door de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2014 stijgt het financieel risico, omdat onze gemeentelijke bijdrage stijgt naar € 2,2 mln. Het mogelijk risico wordt geschat op 10% van de bijdrage met een waarschijnlijkheid van 50%, is € 110.000, het niet halen van de bezuinigingstaakstelling op de gemeentelijke overheadkosten ontstaan na regionalisering, mogelijk risico € 5.000, het niet halen van bezuinigingstaakstelling door de regio op o.a. de overheadkosten, mogelijk risico € 1.000.
Beheersingsmaatregelen gemeente
borging in de organisatie t.a.v. beoordeling (jaar)stukken
ontwikkelingen
Overgang van alle gemeentelijke brandweertaken naar de Veiligheidsregio is per 1 januari 2014 een feit. Daarmee is de gemeente wat meer op afstand gezet en de beïnvloeding van het beleid verminderd. Als gevolg van deze takenoverdracht is de begroting van de veiligheidsregio gewijzigd en wordt de gemeentelijke bijdrage vanaf 2014 € 2,2 mln. (budgettair neutraal voor de gemeente). Door het betalen van dit instapbedrag, ontstaan structurele ontvlechtingskosten (achterblijvende overhead). Hiervoor heeft de gemeente maar ook de regio zichzelf een bezuinigingstaakstelling opgelegd, zie verder PPN 2014-2017. De veiligheidsregio gaat in de komende jaren een weerstandsvermogen opbouwen door het voeden van een algemene reserve. Het voornemen hierbij is om dit via het jaarlijks resultaat te bereiken en niet via een extra bijdrage van de deelnemende gemeenten.
Programmarekening 2013
87
Programma 6.1 Inkomen Wezo Zwolle
De gemeenten Dalfsen, Hattem, Zwartewaterland, Zwolle en Raalte
bestuurlijk belang
Raalte heeft een bestuurlijk belang van 3,6%
financieel belang
aandelen met een balanswaarde van € 84.857 zonder jaarlijkse dividenduitkering. Bijdrage in de gemeenschappelijke regeling, begroting 2013 € 11.943 als vaste bijdrage in de GR (administratie e.d.), werkelijk 2013 € 6.882. Bijdrage in de exploitatie; afrekening over 2012: geraamd in 2013 € 90.543 en werkelijk 2013 € 91.458. Verwacht exploitatietekort 2013 is € 129.000; als zodanig in onze rekening 2013 opgenomen. De jaarlijkse bijdrage staat onder druk door externe factoren, waar de gemeente geen invloed op heeft, zie ook de voorjaarsnota 2013 en najaarsnota 2013.
bijdragen aan gem. doelstellingen
Uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening: de GR Wezo mee belast. De GR heeft Wezo groep holding NV opgericht en haar aangewezen als uitvoeringsorgaan voor uitvoering van de WSW.
resultaat verbonden partij, eigen vermogen en vreemd vermogen
Elk voor- of nadelig exploitatieresultaat komt voor rekening van c.q. ten goede van Wezo groep holding NV. Het financieel resultaat van de GR over 2012 is daarom € 0 en het eigen vermogen is € 0, het vreemd vermogen is eind 2012 € 13,1 mln. (2011 € 14,1 mln.)
risico's verbonden partij
de GR Wezo heeft geen weerstandsvermogen. Binnen de NV dient eigenlijk weerstandsvermogen te zijn, maar is er niet. Elk tekort moet direct worden aangevuld door de deelnemende gemeenten. Over 2012 hebben de deelnemende gemeenten het tekort van Wezo groep aangevuld. Om de continuïteit niet in gevaar te brengen is voor het verwachte exploitatietekort in 2013 door de gemeente Raalte een garantstelling afgegeven.
risico's gemeente
Stijging jaarlijkse bijdrage a.g.v. het niet kunnen opvangen van de rijksbezuinigingen; deze rijksbezuinigingen lopen op tot ruim € 1 mln. per jaar op basis van een subsidiereductie van € 5.000 per eenheid; op dit moment subsidiereductie van € 2.000. We schatten het risico hoog in, daarom houden we rekening met een risicobedrag van € 315.000. Voor ontwikkelingen in het sociaal domein is in de meerjarenraming 2014-2017 € 200.000 structureel beschikbaar voor het opvangen van de gevolgen van de decentralisaties, zie ook de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
beheersingsmaatregelen gemeente
ambtelijk en bestuurlijk overleg om de rijksbezuinigingen zo goed mogelijk op te vangen en onze jaarlijkse bijdrage en daarmee het risico te beperken, landelijke ontwikkelingen in de gaten houden
ontwikkelingen
De regering verwacht per 1 januari 2015 de Participatiewet in te voeren. Eén van de aandeelhouders (Dalfsen) heeft te kennen gegeven uit de gemeenschappelijke regeling en de Wezo N.V. te willen stappen. De aandeelhouders binnen Wezo N.V. bereiden een herverdeling van de aandelen voor. Welke gevolgen dit heeft voor Raalte is nog niet bekend.
88
Programmarekening 2013
Programma 6.2 Zorg
GGD IJsselland
de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, OlstWijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle
financieel belang
jaarlijkse bijdrage voor algemeen bestuur en volksgezondheid op basis van het aantal inwoners, raming 2013 € 561.312 werkelijk € 575.362 (2012 € 567.583). Per 1 januari 2013 wordt de Halt-taak niet meer door de GGD uitgevoerd. Raalte en Olst-Wijhe hebben te kennen gegeven m.i.v. 1 januari 2012 de taken OGGZ en bemoeizorg te willen beëindigen. De gemeentelijke bijdragen voor deze taken worden in 4 jaar afgebouwd.
bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen
inwoners met een gezond leefpatroon, uitvoering geven aan lokaal gezondheidsbeleid
resultaat verbonden partij, eigen vermogen en vreemd vermogen
Het resultaat over 2012 is € 304.000 negatief. Dekking van dit tekort is het positieve saldo van 2011 van € 225.820 en beschikking over algemene reserve van € 77.766. Het eigen vermogen is € 1.678.000 (2011 € 1.712.000). Het vreemd vermogen bedraagt € 8.766.000 eind 2012 (2011 € 8.622.000)
risico's verbonden partij
De GGD benoemt in de begroting 2014 risico's rond de huisvesting, sanering geluidslawaai, maatwerk JGZ, Halt, Logopedie, publieke gezondheidszorg asielzoekers en beëindiging taken OGGZ. Ten opzichte van de begroting 2013 zien we een stijging van aantal risico's. De weerstandscapaciteit is ruim € 313.000 (idem 2013) en bestaat overwegend uit eenmalige middelen. De benoemde risico's kunnen langdurige financiële gevolgen hebben. Dit betekent, dat bij een calamiteit de financiële gevolgen voor een beperkte periode kunnen worden gedekt. In die periode zal een structurele oplossing moeten worden gevonden.
risico's gemeente
druk op de jaarlijkse bijdrage door het niet halen van de bezuinigingstaakstelling door GGD IJsselland, mogelijk risico schatten we in op 10% van de gemeentelijke bijdrage, met een lage waarschijnlijkheid, is € 14.500. Door toename van het aantal risico's binnen de GGD IJsselland ligt er een grotere druk op de exploitatie na uitputting van het weerstandsvermogen. We gaan er van uit dat ze binnen hun eigen exploitatie een structurele oplossing kunnen vinden.
beheersingsmaatregelen gemeente
borging in de organisatie van beoordeling (jaar)stukken
ontwikkelingen
De GGD verwacht over 2013 een nadelig saldo van € 85.000. We gaan er van uit dat dit resultaat niet van invloed is op de gemeentelijke bijdrage. Aan de bezuinigingstaakstelling die de GGD zichzelf heeft opgelegd, verwachten ze in 2013 volledig invullen te kunnen geven, zij het deels nog incidenteel.
Programmarekening 2013
89
Programma 7.2 Economie Recreatiegemeenschap Salland
gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte
financieel belang
jaarlijkse bijdrage gebaseerd op aantal inwoners, raming 2013 € 69.590, werkelijk 2013 € 79.590 (2012 € 78.642)
bijdragen aan gem. doelstellingen
in regionaal verband openluchtrecreatie stimuleren en voorzieningen toegankelijk en bereikbaar te houden.
resultaat verbonden Het resultaat van de RGS over 2012 is € 70.774 positief (2011 € 47.543 positief). partij, eigen Het eigen vermogen is gegroeid van € 480.338 naar € 488.519. Het vreemd vermogen en vreemd vermogen is gestegen van € 485.324 naar € 528.870. vermogen Het risico bij RGS is het wegvallen van de subsidie van de provincie van € 68.000. RGS heeft nog geen afdoende maatregelen getroffen. Een algemene risico's verbonden reserve van 50% van de gerealiseerde jaaromzet ziet de RGS als voldoende partij weerstandsvermogen. Per 31 december 2012 is de hoogte van de algemene reserve ruim 50% van de gerealiseerde jaaromzet.
risico's gemeente
Afwenteling vervallen bijdrage provincie op de gemeente, dit betekent een verhoging van € 16.000 structureel voor Raalte. RGS streeft naar het opvangen binnen de eigen begroting, maar het is nog niet zeker of dit lukt. We schatten het risico hoog in en gaan uit van een risicobedrag van € 12.000.
beheersingsmaatregelen gemeente
Aandringen bij het bestuur om de inkomstenderving zoveel mogelijk zelf op te vangen.
ontwikkelingen
Het niet halen van de opgelegde bezuinigingstaakstelling door de gemeente van € 10.000 is niet langer als risico benoemd, omdat dit inmiddels werkelijkheid is geworden. Het recreatieschap heeft eind 2013 te kennen gegeven deze bezuiniging niet op te kunnen vangen. Bij de voorjaarsnota 2014 komen we hierop terug.
Resumé: Op basis van de gegevens van 2013 is het risico voor de Veiligheidsregio IJsselland niet zo heel hoog. Doordat per 1 januari 2014 alle gemeentelijke taken zijn overgegaan naar de Veiligheidsregio IJsselland, wordt de gemeente wat meer op afstand gezet en i s de beïnvloeding van het beleid verminderd. Omdat ook de gemeentelijke bijdrage vele malen hoger wordt, neemt het risico in omvang toe. Samen met de opgelegde bezuinigingstaakstelling schatten we het risico in op € 116.000. Door de mogelijke invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 is het lastig een inschatting te maken van de risico’s ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling Wezo. We weten wel dat de decentralisatie gepaard gaat met zeer forse kortingen, waardoor de risico’s groeien. Zoals al aangegeven lopen de rijksbezuinigingen op tot ruim € 1 mln. per jaar in 2018, gebaseerd op een subsidiereductie van € 5.000 per eenheid. Omdat we het risico toch wel hoog schatten, houden we, gelet op de huidige reductie van € 2.000, in dit stadium rekening met een risicobedrag van € 315.000. Daarnaast zijn de gevolgen van het mogelijke vertrek van de gemeente Dalfsen uit de Wezo N.V. voor ons nog niet te overzien. Bij de overige gemeenschappelijke regelingen speelt voornamelijk een mogelijk risico v an het niet halen van opgelegde bezuinigingstaakstellingen. Binnen Recreatiegemeenschap Salland blijkt, dat de door ons opgelegde bezuinigingstaakstelling niet gerealiseerd kan worden. W e schatten het totale risico voor GGD IJsselland en Recreatiegemeenschap Salland in op € 26.500.
90
Programmarekening 2013
Ad 4. Lidmaatschap stichtingen en verenigingen naam
Stichting de Overijsselse Ombudsman
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G.)
doelstelling
bijdrage leveren aan een open, eerlijke en correcte wijze van behandeling van een burger door een medewerker of bestuurder
bijdrage * bijdrage in de alg. kosten van € 0,10 per inwoner * € 1.500 per behandelde klacht, * € 200 kosten interventieklacht totaal raming 2013 € 3.700, werkelijk 2013 € 3.660 (2012 € 3.669)
Jaarlijkse contributie, raming 2013 € 45.444 werkelijk € 44.921 (2012 € 46.943). Het kader voor belangenbehartiging contributiestijging is de van gemeenten ontwikkeling nominaal accres (collectieve en gemeentefonds, waarbij voor individuele bijstand bij 2011-2014 rekening wordt de vervulling van gehouden met 2% korting t.o.v. bestuurszaken) en de ontwikkeling van het zijn personeel nominaal accres (arbeidsvoorwaarden) gemeentefonds. Voor 2014 is besloten om eenmalig de nullijn te hanteren en de contributie ongewijzigd te laten.
risico en beheersing Als mogelijk risico zien we stijging van de jaarlijkse bijdrage. We achten de kans klein dat zich dat voordoet; de stichting heeft voldoende weerstandsvermogen. Mogelijk risico schatten we in op 10% van de gemeentelijke bijdrage, is € 1.000. We hebben de beoordeling van de (jaar)stukken geborgd in de organisatie.
Hoe de contributie zich gaat ontwikkelen is niet duidelijk; in 2015 vindt herziening plaats van huidige contributiebeleid. Mogelijk risico schatten we in op 10% van de gemeentelijke bijdrage, is € 4.700. We houden dat in de gaten door de beoordeling van (jaar)stukken te borgen in de organisatie.
Resumé: Voor de Stichting de Overijsselse Ombudsman schatten we het risico laag in. Gelet op de lage jaarlijkse bijdrage is het risicobedrag nihil. Omdat de V.N.G. voor de begroting 2014 de nullijn heeft gehanteerd voor de jaarlijkse bijdrage en omdat in 2015 het huidige contributiebeleid wordt herzien, hanteren we een risico van 10% van de jaarlijkse bijdrage met een gemiddelde waarschijnlijkheid. Dan komt het risicobedrag uit op € 2.350.
Programmarekening 2013
91
Ad 5. Samenwerkingsverbanden met een bijzonder karakter De gemeente Raalte werkt op verschillende terreinen samen met andere gemeenten of organisaties. Hierbij is formeel gezien geen sprake van een verbonden partij; er is geen bestuurlijk en financieel belang. Er is wel een vorm van samenwerking, veelal vastgelegd in een convenant of overeenkomst, waarbij de samenwerkingspartner bijvoorbeeld een maatschappelijke rol binnen de gemeente vervult. DOWR Onder deze categorie valt o.a. de samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering tussen de gemeenten Deventer, Olst-Wijhe en Raalte. Het is formeel gezien geen verbonden partij; er is immers geen apart bestuursorgaan of organisatie. Er is wel een bestuursconvenant gesloten en een bedrijfsvoeringsraad ingesteld, bestaande uit de drie gemeentesecretarissen. Aangezien er een financieel belang is met een bepaald risico, willen we dit samenwerkingsverband niet onbenoemd laten. DOWR financieel belang
Deventer, Olst-Wijhe en Raalte inbreng eigen begroting voor de percelen waarvoor al een werkorganisatie operationeel is: voor ICT € 2,65 mln., voor belastingen € 0,6 mln., voor facilitaire zaken € 1 mln., voor inkoop € 0,05 mln., voor personeel en salarisadministratie € 0,15 mln.
bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen
Samenwerking t.a.v. de gemeentelijke bedrijfsvoering gericht op de 5 K's: Kwetsbaarheid, Kosten, Kennis, Kwaliteit en Kansen. Het gaat om de onderdelen: Informatie- en communicatietechnologie, gemeentebelastingen, Personeel- en salarisadministratie, facilitaire zaken, financiële administratie en inkoop. De nieuwe werkorganisaties zijn operationeel volgens het gastheermodel.
risico's gemeente
financiële risico's t.a.v. organisatie, sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht nog nader te bepalen, uitgangspunt 10% van de begrotingsomvang met een waarschijnlijkheid van 50%, totaal € 226.000
beheersingsmaatregelen gemeente
samenwerkingsvorm inbedden in de organisatie: vakinhoudelijke zaken bespreken in regiegroepen, periodieke rapportage aan de bedrijfsvoeringsraad; budgetaangelegenheden linken aan de P&C cyclus en zullen ook op de agenda komen van de bedrijfsvoeringsraad.
ontwikkelingen
Per 1 januari 2015 zal naar verwachting de financiële administratie volgen.
92
Programmarekening 2013
RUD Het rijk heeft in de afgelopen jaren geconstateerd, dat de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsrecht verbetering nodig heeft. Sinds 1 januari 2013 bestaat daarom de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) IJsselland, bestaande uit elf Overijsselse gemeenten en de provincie. Het is een netwerkorganisatie op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving, de zogenaamde W abo-VTH-taken. Regionale Uitvoeringsdienst
Provincie Overijssel en elf Overijsselse gemeenten
financieel belang
RUD is een netwerkorganisatie. Vaste bijdrage voor algemene kosten in 2013: geraamd € 46.310 werkelijk € 46.310. Daarnaast zijn er eenmalige middelen ingezet voor de implementatie, hoogte € 62.383. Voor uitvoering van de VTHtaken wordt de bestaande fte ingezet. Onze gemeente is sinds 1 april 2013 gastheer voor het kenniscentrum VTH voor complexe agrarische bedrijven.
bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen
uitvoering van de VTH-taken (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving)
risico's gemeente
geen goedkeuring van het rijk voor de netwerkorganisatie RUD en daardoor oprichting van een fysieke RUD, daarvan zijn de kosten eenmalig € 275.000, met een lage waarschijnlijkheid is het risicobedrag daarom € 68.750; vaste bijdrage aan de RUD komt onder druk te staan, laag risico van € 1.000
beheersmaatregelen gemeente
borging in de organisatie van beoordeling van de jaarplannen en jaarstukken, landelijke ontwikkelingen in de gaten houden
ontwikkelingen
We zitten nu nog in de implementatiefase. Uitgangspunt is dat de achterstanden en kwaliteitstekorten bij de partners goedgemaakt worden door deregulering en efficiencyvoordelen. Dat kan per RUD partner verschillen. Zodra er voor Raalte duidelijkheid is, zullen wij u informeren. Per 1 januari 2015 moet de uitvoering van WABO-VTH-taken voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria.
Programmarekening 2013
93
Salland Wonen Een samenwerkingsverband met een maatschappelijk belang is woningbouwcorporatie Salland W onen. Salland W onen verhuurt en beheert ongeveer 5.500 woningen in Olst-W ijhe en Raalte. Daarnaast levert Salland W onen een bijdrage aan zorgcentra en maatschappelijk vastgoed. Salland Wonen
plaats Raalte en Olst-Wijhe
financieel belang
we zijn niet rechtstreeks financieel aanspreekbaar, het waarborgfonds sociale woningbouw wel, gemeente pas in latere instantie, waarbij gemeente en rijk ieder voor 50% achtervang zijn
bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen
samen met de gemeente zorg dragen voor het locale woonbeleid, vastgelegd in een prestatieovereenkomst; hierin zijn afspraken gemaakt over strategie en uitvoering van het woonbeleid (bereikbaarheid kernvoorraad, te bouwen nieuwbouwprojecten en duurzaamheidsdoelstellingen)
risico's gemeente
het niet nakomen van de prestatieafspraken geeft een maatschappelijk risico voor de gemeente, dat is financieel niet zo aan te geven
beheersmaatregelen gemeente
we monitoren ieder kwartaal de prestatieafspraken, er is 4x per jaar bestuurlijk overleg en minimaal 4x per jaar ambtelijk overleg, daarnaast houden we de landelijke ontwikkelingen in de gaten.
ontwikkelingen
In 2013 is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor de Horizon locatie. Zie verder de paragraaf grondbeleid.
Resumé: Binnen het samenwerkingsverband DOWR zien we een toename van het financieel risico, omdat er ten opzichte van vorig jaar enkele percelen zijn toegevoegd (facilitaire zaken, inkoop en personeels- en salarisadministratie). In 2015 volgt de financiële administratie. De RUD is ontstaan, omdat het rijk vindt dat er een kwaliteitsverbetering moet plaatsvinden voor uitvoering van de VTH-taken. Binnen Overijssel is gekozen voor een netwerkorganisatie. We lopen risico dat na evaluatie blijkt, dat er een fysieke RUD moet worden opgericht. W e schatten dat risico in op € 68.750 eenmalig. Het risico voor stijging van exploitatiekosten binnen de RUD is minimaal. De risico’s bij Salland W onen beperken zich tot maatschappelijke risico’s. De gemeente heeft geen directe invloed of toezicht op de financiën van de corporatie. Het toezicht is ondergebracht bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. Daarom hebben we geen direct financieel risico. Tenslotte Per verbonden partij hebben we een inschatting gemaakt van de mogelijke risico’s en de kans dat het zich voordoet. Onzekere factoren zijn de ontwikkelingen op rijksniveau, waardoor niet duidelijk is hoe vooral de Wezo zich gaat ontwikkelen. We zien een toename van de risico’s bij verschillende verbonden partijen. Door beheersingsmaatregelen proberen we de risico’s te beperken. Als zich substantiële tegenvallers voordoen kunnen we een beroep doen op het weerstandsvermogen. De laatste keer dat we uw raad hebben geïnformeerd over de risico’s hebben we een globale inschatting gemaakt van € 1 mln. als risicobedrag voor de verbonden partijen. Gelet op de niet volledige beïnvloedbaarheid van extra uitgaven hadden we een splitsing aangebracht van € 650.000 eenmalig en € 350.000 structureel.
94
Programmarekening 2013
We constateren wederom dat in de meeste gevallen de risico’s een structureel effect hebben op onze begroting, waarbij een deel van de extra uitgaven slechts deels te beïnvloeden is. De rijksbezuinigingen trekken een grote wissel op de Wezo, terwijl de financiële positie bij de Wezo slecht is. Alle tekorten worden daarom direct op de gemeente afgewenteld. Bovendien hebben we enkele verbonden partijen bezuinigingstaakstellingen opgelegd of hebben ze zichzelf opgelegd, waarbij het Recreatiegemeenschap Salland heeft laten weten deze niet te kunnen realiseren. Gelet hierop vinden we het verstandig om ongeveer 1/3 deel van het totale risicobedrag als structurele tegenvaller aan te merken, omdat het voor de gemeente niet eenvoudig is om in de huidige financiële omgeving dergelijke structurele tegenv allers binnen de begroting op te kunnen vangen, zonder structurele maatregelen te treffen. Op basis van de huidige informatie en de hoogte van de risico’s handhaven we € 1 mln. als risicobedrag, onderverdeeld in € 650.000 eenmalig en € 350.000 structureel. Voor een totaaloverzicht van alle risico’s verwijzen we naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Programmarekening 2013
95
3.7. Grondbeleid _________________________________________________________________________________ Inleiding In de paragraaf grondbeleid komt elk jaar aan bod hoe de gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. De toelichting van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) stelt de volgende onderdelen verplicht: Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; Een onderbouwing van de geraamde winstneming; De beleidsuitgangspunten over de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken. Grondbeleid In 2013 is een nieuwe Nota Grondbeleid vastgesteld. Daarin zijn de volgende doelstellingen van het grondbeleid geformuleerd: het bevorderen van een maatschappelijk gewenst ruimtegebruik en het voeren van regie op gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Dit alles tegen een zo gunstig mogelijk financieel resultaat door (afspraken over) grondposities. De gemeente kan hierin leidend zijn via actief grondbeleid ( zelf aankopen en ontwikkelen) of de ontwikkeling overlaten aan private partijen, we spreken dan van faciliterend grondbeleid. In de nota grondbeleid is gekozen voor faciliterend grondbeleid tenzij de markt projecten niet oppakt die maatschappelijk wel uitermate gewenst zijn. In dat geval wordt altijd vooraf per situatie de afweging gemaakt; gewenste ruimtelijke ontwikkeling versus (financieel) risico. Realisatie doelstellingen Het grondbeleid staat ten dienste van het realiseren van onze doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en economische ontwikkeling. Grondbeleid is nodig om te zorgen voor voldoende aanbod van gronden voor woningen, bedrijven, groen en andere publieke/maatschappelijke voorzieningen en is daarmee ondersteunend aan begrotingsprogramma 7; ruimte, wonen en economie. De hoofdreden om in de nieuwe nota voor faciliterend grondbeleid te kiezen is dat voor de komende jaren op de meeste locaties voldoende bouwgrond beschikbaar is voor de gemeentebrede bouwopgaaf (woningbouw en bedrijventerrein). Dit blijkt ook uit de recent vastgestelde structuurvisie en is afgestemd op de prestatieafspraken W onen welke met de provincie Overijssel zijn gemaakt. De focus ligt de komende jaren dan ook vooral op het optimaal benutten (zowel programmatisch als financieel) van de huidige grondportefeuille. Ontwikkelingen De economische crisis maakt dat de afzet van kavels (voor wonen en bedrijven) en woningen nog steeds dalende is. Ook verandert de vraag naar woningtype. W e zien een afname van vraag naar duurdere woningen en kavels en een blijvende vraag naar de goedkopere sector en dan vooral huurwoningen. In de geactualiseerde W oonvisie is daarop ingespeeld en is het woningbouwprogramma voor de komende jaren aangepast.
96
Programmarekening 2013
Door het opleveren van een aantal grotere projecten (Schuilenburg, Sallandse Poort, de Haere) wordt er een inhaalslag gemaakt met het bouwen van nieuwe huurwoningen en daarnaast zijn er de afgelopen jaren verhoudingsgewijs meer woningen in de goedkopere koop (Sallandse Poort, Salland II) gerealiseerd. Hiermee worden woningbouwaantallen (633 woningen), zoals afgesproken met de provincie, tot 2015 naar verwachting nagenoeg gehaald. Echter de stagnatie van de doorstroming in het (middel)dure segment en de verminderde afzet in dit segment, heeft grote gevolgen voor de financiële positie van het grondbedrijf omdat dit nu net de locaties zijn waar de gemeente voor de komende jaren grondposities heeft. Van diverse uitbreidingslocaties is als gevolg van daarvan de verkoopprognose naar beneden bijgesteld, de looptijd verlengd, en er moet langer rente worden toegerekend op de aangekochte gronden. Het verloop van de algemene reserve grondbedrijf laat dat ook zien. Vooral de locatie Fransiscushof is hierdoor risicovol omdat deze relatief grote locatie specifiek voor het hogere woningsegment is bedoeld (zie onderdeel risicomanagement). Grondbedrijfsresultaat 2013 Algemeen Het saldo van de lasten (grondaankopen, kosten bouwrijp maken, rente etc.), baten (grondverkopen, subsidies etc.) en mutaties in reserves en voorzieningen (o.a. winstnemingen) wordt bijgeschreven op de boekwaarden van de gronden. In totaal is de (bruto) boekwaarde in 2013 berekend op € 23,1 mln. Ten opzichte van het dienstjaar 2012 is er sprake van een stijging van € 2,7 mln. Van deze boekwaarde neemt de Zegge VII het grootste deel voor haar rekening; nl. € 13,4 mln. De overige complexen (in exploitatie en nog niet in exploitatie genomen) kennen een gezamenlijke boekwaarde van € 9,7 mln. Bij de exploitaties die een negatief eindresultaat kennen, is het te verwachten tekort afgedekt door de Voorziening te verwachten Verliezen. Deze voorziening kent per 31-12-2013 een stand van bijna € 4,3 mln. Hiermee rekening houdende is de netto boekwaarde € 18,8 mln. Aan- en verkoop In 2013 zijn geen gronden aangekocht. Binnen het complex Het Raan II, onderdeel Schuilenburg, heeft een grondruil plaatsgevonden. Daarnaast is in 2013 de locatie voormalige Mariaschool Heino overgegaan van de algemene dienst naar de grondexploitatie. In totaal is in 2013 10.198 m2 (2012; 22.404 m2) bouwgrond verkocht. De verkoop van de kavels voor woningbouw heeft plaatsgevonden in: Salland II (8) Borgwijk Luttenberg (2) De W örmink Mariënheem (4) De Veldegge Heeten (1) Kiezebos III (3) Binnen het complex Franciscushof is in 2013 1 kavel verkocht. De verkoop van de gronden( excl. Franciscushof) heeft in totaal ruim € 1,6 mln. (2012; € 4,9 mln.) opgeleverd. In Kiezebos III zijn de kavels verkocht aan de ontwikkelaar (Salland Wonen).
Programmarekening 2013
97
Verkoop kavels Onderstaand overzicht geeft de raming en werkelijke verkoop van bouwkavels in 2013 weer. Het verschil tussen raming en werkelijk wordt voornamelijk veroorzaakt door achterblijvende verkoop van kavels binnen het complex Franciscushof. Daarnaast loopt de verkoop op de Veldegge achter bij de verwachtingen. In 2013 is gestart met de bouw van 8 rijenwoningen onder collectief opdrachtgeverschap (CPO). Naar verwachting krijgt dit in 2014 zijn beslag.
46- Sallandse Poort kantoren totaal Onderhanden werk bedrijventerrein 72- de Zegge VI 77- de Zegge VII totaal Totaal onderhanden werk
98
in optie
Onderhanden werk woningbouw 16- Franciscushof / de Terpen 47- Salland II 63- Keizer Nw. Heeten 69- Oerland / Pereland Broekland 74- Borgwijk Luttenberg 76- Wörmink Mariënheem 78- de Veldegge Heeten 79- 't Broeck Broekland 88- Lierderholthuis 89- Kiezebos Heino 90- Meerleweg totaal Onderhanden werk kantoren
verkocht 2013
Naam complex
raming 2013
In 2013 zijn geen bedrijfskavels verkocht. Dit geldt ook voor kantoorkavels.
10 6 0 0 4 2 4 0 0 3 0 29
1 8 0 0 2 4 1 0 0 3 0 19
2 1 2 0 1 0 8 0 0 0 1 15
0 0
0 0
0 0
1 0 1
0 0 0
0 0 0
30
19
15
Programmarekening 2013
Resultaat rekening van baten en lasten 2013 grondexploitatie De rekening van baten en lasten (bedrijfsresultaat) 2013 sluit met een positief resultaat van € 1.463.796 (2012: € 1.344.614 nadelig). Het bedrijfsresultaat is opgebouwd uit: omschrijving
V/N
bedrag
winstneming div. complexen
V
€
3.616.356
afwaardering gronden Marissink
N
€
-468.212
afwaardering gronden voorm. Horizonlocatie
N
€
-655.000
afwaardering boekwaarde complex 13 centrum
N
€
-272.261
afwaardering boekwaarde complex 90 Blankenfoort
N
€
-241.925
mutaties reserve verwachte verliezen
N
€
-332.628
mutaties NIEGG
V
€
13.915
algemene kosten (t.l.v. algemene reserve)
N
€
-196.449
Totaal
N
€
1.463.796
Winstneming diverse complexen Conform de BBV voorschriften is in 2013 een voorlopige winst genomen van € 90.571 (2012: € 877.539). Deze voorlopige winstneming vinden we terug binnen de volgende complexen: Keizer Nw. Heeten € 10.619 Oerland/Pereland Broekland € 20.278 Kiezebos III Heino € 59.674 Van voorlopige winstneming is sprake als de aanwezige negatieve boekwaarde (= opbrengsten > kosten) hoger is dan de nog te verwachten kosten. Naast deze voorlopige winstneming is complex Het Raan II financieel afgerond. Het positief resultaat bedraagt € 3.525.785. Hiervan is, op basis van eerdere afspraken, een bedrag van € 2.976.224 gestort in de nieuwe reserve spoorse doorsnijding. Het restant (€ 549.561) komt ten gunste van de algemene reserve grondexploitatie. Afwaardering gronden / boekwaarde In 2013 is de afwaardering van de gronden Marissink (€ 468.212) en gronden locatie voormalige Horizon (€ 655.000) doorgev oerd. Daarnaast is de boekwaarde van een 2-tal complexen gecorrigeerd naar € 0,00. Binnen complex 13 Centrum Raalte resteerde een boekwaarde van € 272.261. Deze boekwaarde had betrekking op eerder gemaakte afspraken over de locatie Aldi. Door wijziging v an actief naar faciliterend grondbeleid gaat de gemeente niet actief over tot mogelijke ontwikkeling van de locatie Blankenfoort te Heino. Daarom is de boekwaarde ( € 241.925) gecorrigeerd. Voorziening verwachte verliezen In 2013 is de Kleine Hagen Laag Zuthem in exploitatie genomen. Doordat het exploitatieresultaat negatief is ( € 299.216), moet een bedrag gelijk aan dit negatieve resultaat, gestort worden in de voorziening verwachte verliezen (ten laste van de algemene reserve grondexploitatie). Het negatieve resultaat van complex Sallandse Poort (kantorenlocatie) is na actualisatie van de grondexploitatie hoger. Concreet betekent dit dat een bedrag van € 33.412 extra gestort moet worden in de voorziening verwachte verliezen. Programmarekening 2013
99
Onderhanden werk (in exploitatie) Boekwaarde 2013 De bruto boekwaarde op 31 december 2013 van het onderhanden werk is berekend op € 19.918.893. Voor een drietal complexen waarvan het exploitatieresultaat negatief is, is een voorziening getroffen. Rekening houdende met deze voorziening van in totaal € 4.312.801 bedraagt de netto boekwaarde per 31-12-2013 € 15.606.092. De boekwaarde is als volgt opgebouwd:
Onderhanden werk (grondexploitatie) 16 46 47 48 63 69 71 74 76 77 78 79 84 88 89 91
Franciscushof Sallandse Poort Salland II Het Raan II Keizer Nieuw Heeten Broekland de Zegge VI (fase 1 en 2) Borgwijk Luttenberg Wormink Mariënheem de Zegge VII Veldegge Heeten t Broeck Broekland Kleine Hagen Laag Zuthem Uitbreiding Lierderhotlhuis Kiezebos III Meerleweg
31-12-2013 0 1.071.647 841.587 0 -115.000 -210.000 1.123.418 215.716 301.103 13.424.429 1.530.699 584.063 486.745 547.152 0 117.334 19.918.893
Voorz. Verwachte verliezen 511.070
3.502.515
299.216
4.312.801
Netto 0 560.577 841.587 0 -115.000 -210.000 1.123.418 215.716 301.103 9.921.914 1.530.699 584.063 187.529 547.152 0 117.334 15.606.092
Dit overzicht laat zien dat er vooral bij de Zegge VII sprake is van een hoge boekwaarde en derhalve een forse rentelast. Toelichting op enkele complexen onderhanden werk 16- Franciscushof Voor de ontwikkeling van de locatie Franciscushof is de gemeente Raalte een samenwerking aangegaan met AM Grondbedrijf. Voor de samenwerking is als rechtspersoon gekozen voor een VOF. In 2009 zijn de gronden geleverd aan de VOF. Iedere partij is voor 50% risicodragend. Op basis van de laatste exploitatie (2013) wordt een klein voordelig resultaat verwacht. In deze exploitatie is de afronding van het totale project geschat in 2023. In 2013 is binnen het deelgebied de Terpen slechts 1 kavel verkocht. Het deelgebied de Veldhof (43 woningen) is in 2012 verkocht aan een ontwikkelaar. Deze maakt voor eigen risico dit deelgebied bouwrijp en realiseert vervolgens de woningen. Na verkoop van de woningen zorgt de ontwikkelaar voor het woonrijp maken van het gebied. De ontwikkelaar moet uiterlijk december 2015 de gronden financieel afnemen.
100
Programmarekening 2013
De gemeente heeft in 2013 ook kosten voor dit plan gemaakt, welke niet door de VOF vergoed worden (o.a. inhuur derden). De dekking van deze kosten wordt gevonden door te beschikken over de reserve Franciscushof. AM Grondbedrijf heeft aangegeven uit de VOF Franciscushof te willen treden. Dit betekent dat de gemeente Raalte het volledige risico krijgt over de ontwikkeling en de exploitatie. Op dit moment lopen nog gesprekken tussen AM en de gemeente over de wens van AM om uit te treden. Deze gesprekken hebben nog niet geleid tot overeenstemming. 47- Salland II De gronden binnen het plan Salland II (overzijde Harinkdijk) zijn in eigendom van de gemeente. De locatie heeft een oppervlakte van circa 15 ha. Er is ruimte voor de bouw van in totaal 241 woningen. De realisatie van sociale koop- en huurwoningen wordt in beginsel uitgevoerd door de woningbouwcorporatie. De vrije kavels worden door de gemeente uitgegeven. De uitvoering vindt in fasen plaats. De uitgifte van de eerste fase (68 kavels) heeft plaatsgevonden. In 2012 zijn 41 kavels verkocht; in 2013 zijn 8 kavels afgenomen. 48- het Raan II / Overstigt De kavels binnen het deelgebied ‘het Overstigt’ zijn allemaal verkocht. De laatste appartementengebouwen zijn door de woningbouwcorporatie in 2013 gerealiseerd. Dit deelgebied is eveneens woonrijp gemaakt, waardoor het complex financieel is afgerond. 77- de Zegge VII In 2013 is het bestemmingsplan de Zegge VII onherroepelijk geworden. Naast het slopen van de opstallen zijn er aanzienlijke kosten gemaakt voor het saneren van de bodem. Als tegemoetkoming in de kosten van deze sanering heeft de Provincie Overijssel een subsidie van € 270.205 toegekend. In 2013 is de sloop en sanering grotendeels afgerond. Met betrekking tot het perceel Heesweg 44 loopt een aansprakelijkheidsprocedure ten aanzien van de kosten die zijn gemoeid met het saneren van op de locatie aangetroffen vervuilingen. De kosten van het saneren van deze vervuilingen bedroegen € 315.745. Omdat de gemeente niet alle gronden binnen het plangebied in eigendom heeft, is een exploitatieplan opgesteld, dat gelijktijdig met het bestemmingsplan is vastgesteld. Jaarlijks dient dit exploitatieplan geactualiseerd te worden voor het eerst in 2014.
Programmarekening 2013
101
Nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) De boekwaarde van de nog niet in exploitatie genomen gronden is per 31 december 2013 berekend op € 3,2 mln. en is als volgt opgebouwd: Nog niet in exploitatie genomen gronden 71 75
Zegge VI restgronden Marissink Nieuw Heeten
78.01 de Veldegge Heeten restgronden 79 t Broeck restgronden
31-12-2013 73.650 121.300 487.155 62.500
84 88
Laag Zuthem restgronden Lierderholthuis restgronden
68.458 45.000
92 93
Westdorplaan Horizon voormalige Hartkampschool
645.873 318.856
99
overige terreinen
1.400.125 3.222.917
Toelichting op enkele complexen 92 - Voormalige Horizonlocatie (BK-straat / Westdorplaan) In 2011 is een aanvang gemaakt met de sloop van de opstallen. In het voortraject is gebleken dat er ook sprake is van een bodemverontreiniging. De sanering is uitgevoerd in 2012. Bij de ontwikkeling van het gebied wordt ook de voormalige locatie van de bibliotheek betrokken. Omdat de insteek is bouwen voor de doelgroep senioren/zorg, wordt de ontwikkeling samen met Salland Wonen opgepakt. Bij de laatste ver-/nieuwbouw van het Carmel College is als dekking de opbrengst van deze voormalige Horizonlocatie opgevoerd (bijna € 1,8 mln.; € 200 p/m2). Thans blijkt dat deze veel te hoog is ingeschat. Dit betekent dat rekening gehouden moet worden met een fors verlies op deze locatie (ook gezien de doelgroep (zorg/senioren) waarvoor gebouwd gaat worden).In de jaarrekening 2012 is een afwaardering doorgevoerd van € 445.000. In 2013 is het stedenbouwkundig plan vastgesteld. Dit gaf aanleiding om nogmaals een afwaardering van € 655.000 door te voeren. Bij deze afwaardering is een neutrale (€ 0,00) exploitatie als uitgangspunt genomen. 93 – locatie voormalige Hartkampschool In 2013 is de locatie voormalige Hartkampschool van de algemene dienst overgedragen aan de grondexploitatie. Omdat de gymzaal nog in gebruik is, is in 2013 gestart met de sloop van alleen het voormalige schoolgebouw. De toekomstige bestemming van de locatie is woningbouw. 99 – Overige terreinen Binnen het complex overige terreinen worden de percelen verantwoord die aangekocht zijn, maar die nog niet in exploitatie zijn genomen. Binnen dit complex staan ook de strategische aankopen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de jaarrekening grondexploitatie. Conform de BBV voorschriften zijn de boekwaarden van de percelen / opstallen getoetst aan de marktwaarde.
102
Programmarekening 2013
Prognose verwachte resultaten van de complexen in exploitatie Rekening houdend met de ultimo 2013 vermoedelijk nog te besteden en nog te ontvangen bedragen worden de verwachte positieve exploitatie-uitkomsten van de in uitvoering zijnde complexen becijferd op netto € 5,3 mln. (startwaarde 1-1-14). Op eindwaarde is het netto resultaat berekend op € 8,1 mln. Voor de negatieve exploitaties is een voorziening getroffen van in totaal € 4,3 mln.
nr.
omschrijving
16 46
Franciscushof * Sallandse Poort Af: voorziening Salland II Het Raan II Keizer Nw. Heeten Broekland Oerland / Pereland de Zegge VI fase 1 en 2 ** Borgwijk Luttenberg de Wörmink Mariënheem de Zegge VII Af: voorziening de Veldegge fase 1 t Broeck Broekland Kleine Hagen Laag Zuthem Af: voorziening Lierderholthuis Kiezebos III *** Meerleweg Totaal
47 48 63 69 71 74 76 77 78 79 84 88 89 91
Contante waarde 1-1-2014 -511.070 511.070 2.456.706
€ € € €
-663.532 663.532 3.989.503
V
€ 117.987 € 558.319 € 52.681 € 910.063 € 402.042 € -3.502.514 € 3.502.514 € 342.681 € 299.987 € -299.216 € 299.216 € 138.827
€ € € € € € € € € € € €
131.955 672.774 73.694 1.321.432 583.774 -5.687.816 5.687.816 556.488 487.157 -418.563 418.563 225.444
V V
€ €
€ €
80.505 8.122.726
V/N V N V V V V V V N V V N
€ € € €
74.718 5.354.011
eindwaarde
looptijd t/m 2028 2020 2026 2013 2016 2018 2022 2023 2023 2026 2026 2026 2022 2026 2015 2015
- nadeel + voordeel * Franciscushof; ontwikkeling door VOF (gemeente 50% risicodragend) ** de Zegge VI; ontwikkeling door en risico bij derde; *** Kiezebos III; ontwikkeling door en risico bij derde / Salland Wonen
Programmarekening 2013
103
De reservepositie De grondexploitatie kent een reservepositie van in totaal € 8,1 mln. Deze is als volgt opgebouwd: Reservepositie grondexploitatie 31-12-2013 algemene reserve: algemene reserve grondexploitatie bestemmingsreserve: reserve bovenwijkse voorzieningen reserve archeologie reserve Franciscushof reserve claims grondexploitatie voorziening: voorziening te verwachten verliezen TOTAAL
€ 1.115.648 € 1.540.936 € 124.507 € 806.125 € 266.685 € 4.312.798 € 8.166.699
Algemene reserve grondexploitatie De algemene reserve grondexploitatie kent per 31-12-2013 een stand van € 1,1 mln. (2012; € 1,6 mln.). Mede als gevolg van het afwaarderen van diverse complexen en de extra storting in de voorziening verwachte verliezen, kwam de algemene reserve grondexploitatie onder de ondergrens van € 1 mln. (bepaald in Nota Grondbeleid). Dit had tot gevolg dat de reserve aangevuld moest worden. In de voorjaarsnota 2013 is de aanvulling vanuit de volgende reserves doorgevoerd: Reserve Bovenwijkse voorzieningen € 500.000 Reserve archeologie € 250.000 Algemene bestemmingsreserve (algemene dienst) € 217.535 Op basis van o.a. de geactualiseerde grondexploitaties ziet het meerjarenoverzicht van de algemene reserve grondexploitatie er als volgt uit: 2014
2015
2016
2017
2018
Stand per 1-1 Stortingen Onttrekkingen
1.115.648 157.891 265.000
1.008.539 305.213 265.000
1.048.753 376.219 265.000
1.159.971 278.999 265.000
1.173.971 279.349 265.000
Stand per 31-12
1.008.539
1.048.753
1.159.971
1.173.971
1.188.320
De algemene reserve grondexploitatie maakt onderdeel uit van het totale weerstandsvermogen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen.
104
Programmarekening 2013
Bestemmingsreserves Naast de algemene reserve kennen we de bestemmingsreserves: De reserve bovenwijkse voorzieningen heeft op 31-12-2013 een stand van € 1,5 mln. Deze reserve wordt ingezet wanneer er sprake is van een bovenwijkse voorziening. In de Nota Bovenwijkse Voorzieningen is aangegeven wat hieronder valt. Naast de eerder genoemde storting in de algemene reserve grondexploitatie zijn in 2013 zijn de volgende beschikkingen over de reserve bovenwijkse voorzieningen gedaan: Infrastructuur de Zegge VI € 39.240 Reconstructie Heesweg € 30.000 Drainage Broekland € 11.000. De reserve archeologie kent een stand van € 124.507 per 31-12-2013. De reserve dient als dekking van toekomstige kosten i.v.m. archeologie. In 2013 zijn in dit kader geen uitgaven gedaan. Medio 2009 zijn de gronden Franciscushof overgedragen aan de Ontwikkelcombinatie Franciscushof VOF. Het totaal ontvangen bedrag van de VOF overtrof de aanwezige boekwaarde. Het verschil is gestort in een nieuw ingestelde reserve Franciscushof. Deze reserve heeft als doel de kosten die de gemeente nog gaat maken m.b.t. de ontwikkeling van het Franciscushof te dekken en evt. tegenvallers op te vangen. In 2013 is op basis hiervan een beschikking over deze reserve doorgevoerd van € 56.660. De stand per 31-12-2013 van de reserve Franciscushof is € 806.125. Met ingang van 2009 zijn de claims die op de algemene reserve grondexploitatie rusten, overgegaan naar een nieuwe reserve claims Grondexploitatie. Aan deze claims ligt een bestuurlijk besluit ten grondslag. Per 31-12-2013 is er € 266.685 beschikbaar voor de te verwachten toekomstige uitgaven. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Reserve claims grondexploitatie plan Drostenkamp aanleg oever Kiezebos II speelvoorziening Kiezebos II en III bijdrage vanuit Veldegge fase 1 wandelpaden Raalter wetering restant extra asfalt de Zegge VI totaal aan te verwachten claims
31-12-2013 7.100 19.500 17.500 150.000 12.500 60.085 266.685
Voorziening verwachte verliezen Naast de algemene reserve grondexploitatie is er een voorziening voor verwachte verliezen. Deze voorziening heeft als doel de te verwachten verliezen binnen de grondexploitatie af te dekken. De voorziening heeft een stand per 31-12-2013 van € 4.312.798 en is gelijk aan het totaal van de negatieve exploitatieresultaten van de in exploitatie zijnde complexen Sallandse Poort (€ 511.070),de Zegge VII (€ 3.502.512) en de Kleine Hagen Laag Zuthem (€ 299.216).
Programmarekening 2013
105
Risico’s De huidige marktsituatie leidt tot een vertraging in de afzet van bouwkavels. Op basis hiervan is in de afzonderlijke grondexploitatie rekening gehouden met een beperkte verkoop van kavels (bv. 20 kavels in 2014). Gezien de huidige exploitatieresultaten is er sprake van een beperkt risico voor de meeste complexen. De complexen met een negatief exploitatieresultaat en/of een hoge boekwaarde lopen het grootste risico. Een verslechtering van het negatieve exploitatieresultaat heeft bijvoorbeeld direct gevolg voor de algemene reserve grondexploitatie. Daar waar sprake is van een hoge boekwaarde betekent een vertraging in de afzet aanzienlijk hogere rentelasten. Risicovolle projecten Franciscushof Omdat de ontwikkeling van de locatie Franciscushof uitgevoerd wordt door de VOF Franciscushof, waarin de gemeente een aandeel heeft van 50%, maakt de boekwaarde van dit complex geen onderdeel uit van de eerder genoemde totale boekwaarde van 19,8 mln. Op dit moment wordt gesproken over het mogelijk uittreden van AM Grondbedrijf uit de VOF. Mocht hierover overeenstemming gekregen worden dan gaat in beginsel de dan aanwezig boekwaarde in zijn geheel over naar de gemeente. Per 1-1-2014 is deze boekwaarde 17,3 mln. De grondexploitatie 2013 laat nog een klein positief resultaat zien, uitgaande van een looptijd t/m 2023. In de GREX is ook een risicovariant opgenomen waarbij de looptijd wordt verlengd tot 2028. Dat leidt tot een tekort van circa € 1,5 mln. Gelet ook op de in 2013 achterblijvende verkoop van kavels is het aannemelijk dat deze risicovariant op dit moment het meest reëel is. Er moet dus uitgegaan worden van een verlieslatende grondexploitatie. Mocht de vertraging groter worden dan valt het tekort op de exploitatie nog hoger uit. Zodra de exploitatie negatief wordt, moet voor hetzelfde bedrag een voorziening ten laste van de algemene reserve grondexploitatie worden getroffen. Deze reserve is op dit moment niet toereikend om dit op te kunnen vangen. De Zegge VII Het bedrijventerrein de Zegge VII kent een uitgeefbare oppervlakte van 21,4 ha. Hiervan is 19,2 ha. door de gemeente uit te geven. Het restant van 2,2 ha. is in eigendom van een derde. De grondexploitatie laat een negatief resultaat zien op contante waarde van 3,5 mln., waarvoor een voorziening getroffen is. In de grondexploitatie is een uitgiftetempo opgenomen van 1 ha. in 2015 en daarna 2 ha. per jaar. Omdat de boekwaarde per 1-1-2014 13,4 mln. bedraagt, heeft bv. een vertraging in de uitgifte behoorlijke gevolgen voor de exploitatie. Concreet: een jaar vertraging (dus in 2015 geen uitgifte van 1 ha.) betekent een extra rentelast van ruim € 500.000. Deze extra last betekent een hoger exploitatietekort en moet gehaald worden uit de algemene reserve grondexploitatie. De algemene reserve grondexploitatie is niet toereikend om dit op te vangen, waardoor een beroep moet worden gedaan op de algemene bestemmingsreserve (algemene dienst).
106
Programmarekening 2013
Sallandse Poort / kantoren De exploitatie van de Sallandse Poort laat een negatief resultaat zien (CW € 511.000). Omdat de vraag naar kantorenkavels zeer beperkt / nihil is, moet op een bepaald moment de afweging gemaakt worden om de gronden af te waarderen. De boekwaarde per 1-1-2014 is bijna € 1,1 mln. Hier staat een voorziening tegenover van € 511.000, Mocht afwaarderen aan de orde zijn dan is de maximale afwaardering daarom circa € 589.000. Dit bedrag komt ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. Deze is niet toereikend waardoor de algemene bestemmingsreserve (algemene dienst) aangesproken moet worden. Risicobedrag In de begroting 2013 is het risico binnen de grondexploitatie berekend op € 4,8 mln. Het afwaarderen van diverse complexen heeft een gunstig effect op het totale risicobedrag. Daarentegen is in 2013 een aantal nieuwe complexen (voorm. Hartkampschool en voorm. Mariaschool) toegevoegd aan de grondexploitatie. Dit verhoogt daarom het risico. Rekening houdende met dit alles is het risico binnen de grondexploitatie gedaald naar € 4,3 mln. Dit bedrag maakt onderdeel uit van het totale risico binnen de gemeente Raalte. Hiervoor wordt verwezen naar de Paragraaf Weerstandvermogen en risicobeheersing.
Programmarekening 2013
107
108
Programmarekening 2013
Hoofdstuk 4. Balans met toelichting
Programmarekening 2013
109
4.2. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften, die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV vanaf 2004) daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen v oor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s, die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op een andere wijze een verplichting opgenomen. De activering van een investering gaat op basis van de verkrijgingsprijs (inkoopprijs en bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (aanschaffingskosten grond- en hulpstoffen en overige direct aan de vervaardiging toe te rekenen kosten). Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Een uitzondering daarop zijn de afschrijvingen op annuïtaire basis waar een raadsbesluit aan ten grondslag ligt. Op grond wordt niet afgeschreven. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren onder andere voor: Gronden en terreinen n.v.t. Woonruimten 40 Bedrijfsgebouwen 40 Vervoermiddelen 5-10 Verkeer verbeterende maatregelen /aanleg rotondes 20 Automatisering 3-5 Voor een totaaloverzicht van de gehanteerde afschrijvingstermijnen wordt verwezen naar de Nota afschrijvingsbeleid van 2008. Stelselwijziging De nota afschrijvingsbeleid is vastgesteld eind 2008 en in werking getreden per 1 januari 2009. Vanaf dat moment is begonnen met afschrijven in het jaar dat volgt op het jaar waarin het actief gereed komt/wordt verworven. Dit is een stelselwijziging. Dit heeft tot gevolg dat op de kredieten van vóór 2009 op de oude manier wordt afgeschreven en op de kredieten vanaf 2009 op de nieuw vastgestelde manier.
112
Programmarekening 2013
Balans Vaste activa 1. Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn (er een markt voor is) en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen. Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Investeringen die geen economisch nut opleveren (geen middelen genereren en/of verhandelbaar zijn) bijvoorbeeld in de openbare ruimte zoals wegen, parken en water. Investeringen in activa die geen opbrengsten genereren maar wel noodzakelijk zijn. Deze investeringen komen bij voorkeur direct in zijn geheel ten laste van de exploitatie. Het is wel toegestaan om deze investeringen te activeren maar daarbij moet de periode van activeren zo kort mogelijk zijn en gemaximeerd aan de levensduur van het actief. 2. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs vindt afwaardering plaats. Bijdragen aan activa van derden zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak. Vlottende activa 1. Voorraden Grondslagen waardering voorraden De niet in exploitatie genomen (NIEGG) gronden zijn gewaardeerd tegen de v erkrijgingsprijs (aanschaffingskosten) van de gronden vermeerderd met de daaraan toe te rekenen kosten (rente en algemene beheerskosten). Bij een lagere marktwaarde wordt voor het verschil afgewaardeerd of een voorziening gevormd ten laste van het resultaat en vervolgens via resultaatbestemming ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. Ook moet een voorziening worden gevormd wanneer het voornemen bestaat tot het in exploitatie nemen van bouwgronden, welke naar verwachting verliesgevend zal zijn. De onderhanden werken (in exploitatie genomen bouwgronden) zijn gewaardeerd tegen de Vervaardigingskosten. Dit betreft de aanschaffingskosten van de gronden, de kosten van bouw- en woonrijp maken en de overige direct aan de vervaardiging toe te rekenen kosten, verminderd met de opbrengsten van grondverkopen, subsidies en bijdragen van derden.
Programmarekening 2013
113
Bij de afwikkeling van complexen wordt het resultaat verrekend met de algemene reserve grondexploitatie. Voor complexen waarvoor een verlies wordt verwacht, wordt voor dit verlies een voorziening gevormd ten laste van het resultaat en vervolgens via de resultaatbestemming ten laste van de algemene reserve grondexploitatie. De voorzieningen worden in mindering gebracht op de voorraden. Grondslagen resultaatbepaling De baten en lasten zijn tegen nominale waarde zoveel mogelijk toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. De grondaan- en verkopen worden verantwoord in het jaar waarop de notariële akte is getransporteerd. De netto jaarlijkse rentelasten zijn via een systeem van renteomslagberekening ten laste van de exploitatie gebracht. De verdeling van de algemene kosten geschiedt via de kostenverdeelsleutels welke ook bij de begroting zijn toegepast. Bij de grondexploitaties vindt winstneming plaats op het moment dat de winst is gerealiseerd. Van 'winstneming' is bijv. sprake wanneer bij het opmaken van de jaarrekening er al meeropbrengsten zijn dan uitgaven en dat dit surplus meer is dan de nog te verwachten uitgaven. Voor verwachte verliezen is een v oorziening gevormd ter hoogte van de verwachte verliezen. 2. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. 3. Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Vaste passiva 1. Eigen vermogen Reserves zijn vermogensbestanddelen die zijn aan te merken als eigen vermogen en die bedrijfseconomisch gezien vrij te besteden zijn. Het in bedrijfseconomische zin vrij besteedbaar zijn van de reserve wil zeggen dat tot het moment van daadwerkelijke aanwending er altijd voor gekozen kan worden om op basis van een politieke heroverweging de reserve op te heffen en in te zetten voor een ander doel. De reserves kunnen onverdeeld worden in: Algemene reserves: Dit zijn reserves met een algemeen karakter en daardoor vrij aanwendbaar, oftewel er is een vrij grote beleidsruimte. De rente wordt m.i.v. de begroting 2011 niet meer toegevoegd aan de reserves, maar wordt als rentebate opgenomen in de exploitatie. Uitzondering hierop is de rente van het weerstandsdeel van de algemene bestemmingsreserve en de rente van het weerstandsdeel van de bouwgrondexploitatie, alsmede de rente van de reserve terugkoop zwembad. De reserve weerstandsvermogen is destijds in 2012 bepaald op € 8.328.125 zijnde 12,5% van de omzet. De algemene reserves worden veelal gevormd uit de exploitatiesaldi en ontvangsten met een incidenteel karakter.
114
Programmarekening 2013
Bestemmingsreserves: Deze reserves zijn ingesteld voor de realisering van vooraf bepaalde doelen. De beleidsruimte van deze reserves is beperkt omdat er al sprake is van een bestemming (geoormerkt). Slechts bij heroverweging van beleid kan de bestemming van de reserve gewijzigd worden c.q. kan bepaald worden dat de reserve een algemeen karakter krijgt (algemene reserve). 2. Voorzieningen Voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die apart zijn gezet met het oog op de lasten van verplichtingen en risico’s die voorzienbaar zijn, waarvan de omvang redelijkerwijs in te schatten is, maar het tijdstip van optreden onzeker is. Een voorziening is niet vrij besteedbaar. Elke voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting en/of het betreffende risico. Indien de verplichting of het risico niet te kwantificeren is dan dient hiervan melding te worden gemaakt in de risicoparagraaf. Voorzieningen worden gerekend tot het vreemd vermogen en dienen dan ook afzonderlijk op de balans te worden verantwoord. 3. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Onder de overlopende passiva zijn in een overzicht opgenomen de van overheidslichamen (vooruit) ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel. Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente geborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
Programmarekening 2013
115
4.3 Toelichting op de balans
116
Programmarekening 2013
146
Programmarekening 2013
148
Programmarekening 2013
5.2. Toelichting op het overzicht van baten en lasten 5.2.1 Overzicht van baten en lasten in een vogelvlucht De rekening sluit met een nadelig resultaat na bestemming van € 2,87 mln. In de najaarsnota 2013 is aangegeven dat een nadelig resultaat van € 3,04 mln. werd verwacht. De werkelijkheid wijkt nu af met € 0,17 mln. Hieronder volgt een overzicht met de belangrijkste verschillen. Omschrijving Begroting 2013 primitief Voorjaarsnota 2013 Najaarsnota 2013 Begrotingsresultaat tot en met de Najaarsnota Werkelijk resultaat Nog te verklaren verschil ten opzichte van de najaarsnota
Inkomsten: Hogere rente vergoeding Enexis Lagere inkomsten omgevingsvergunning Hogere algemene uitkering Eenmalige posten waar onder de uitgestelde grond verkoop Zozijn Uitgaven: Hogere storting in voorziening pensioenen wethouders Gerealiseerd voordeel participatie Beoordeling activa Overig verschil kapitaallasten Niet bestede stelposten algemene uitkering (naar 2014) Niet bestede stelposten algemene uitkering (vrijval 2013) Structurele posten eenmalig naar 2014 in hoofdzaak minder subsidies volksgezondheid Minder subsidies JGZ/CJG Uren buiten de exploitatie Meer kosten DOWR ICT en Facilitair Voordelen in de exploitatie die in 2014 weer ingezet worden Stelpost onderuitputting Diverse verschillen Saldo
Programmarekening 2013
V/N N V V N N V
Bedrag € -3.952.533 € 787.426 € 121.228 € -3.043.879 € -2.872.445 € 171.434
7.2 7.1 8.0
V N V
8.0
N
Specificatie € -130.000 € 45.000 € -230.000 € 220.000
€
€
-165.000
301.434
1.1 6 div div 8.0 8.0
N V N V V V
€ € € € € €
-170.000 571.540 -735.000 75.000 110.000 70.000
6.2
V
€
65.000
6.2
V N N V N V
€ € € € € €
105.000 -420.000 -55.000 415.000 -250.000 519.894
8.0 8.0 8.0
V
€
171.434
149
In 2014 opnieuw beschikbaar te stellen middelen 2013 via het raadsbesluit van de bestemming over het rekeningsresultaat: Opnieuw beschikbaar stellen van niet (volledig) ingezette budgetten € 414.575 Niet bestede eenmalige uitgaven / inkomsten over naar 2014 € -/- 166.756 Niet ingezette gereserveerde middelen alg uitkering gemeentefonds € 108.007 Eenmalige overboeking structurele posten € 63.149 Totaal (zie bijlage 6.3) € 418.975 Toelichting op de verschillen Hogere rentevergoeding Enexis Voordeel € 45.000 In 2013 is een eenmalige, hogere rentevergoeding ontvangen in verband met de vervroegde aflossing van een gedeelte van de verstrekte aandeelhouderslening (Vordering op Enexis). Lagere inkomsten omgevingsvergunning Nadeel € 230.000 Primitief begroot in 2013 is een bedrag van € 923.500. In de najaarsnota 2013 is aangegeven dat de legesinkomsten op basis van de stand van zaken op dat m oment werden ingeschat op een bedrag tussen de € 700.000 en € 800.000. De uiteindelijke opbrengst aan leges 2013 bedraagt € 589.167 (ex welstand) en is dus aanzienlijk lager dan waarin bij de behandeling van de najaarsnota was voorzien. De verklaring hierv oor is dat van een aantal grotere projecten de leges niet in 2013 maar in 2014 zullen worden geïnd. De leges van deze projecten zijn geraamd op circa € 140.000 Daarnaast is het aantal ingediende zaken op bouw circa 13% lager dan in 2012 wat ook zijn weerslag op de legesinkomsten heeft. Overigens fluctueren de legesinkomsten sterk (in 2011 waren de inkomsten € 705.035, in 2012 € 1.004.525), hetgeen voorspellen moeilijk maakt. De legesinkomsten zullen naar verwachting structureel lager zijn dan dat we tot nu toe ramen. Dit geldt zowel voor de grote bouwprojecten als voor het totaal van aanvragen omgevingsvergunningen. In de afgelopen jaren is de externe inhuur op de behandeling van de toen hoge werkvoorraden afgebouwd en beëindigd. Recent is vacatureruimte binnen de formatie niet ingevuld om flexibel in te kunnen spelen op de wisselende/dalende werkvoorraad. Het onderzoek naar de impact van de ontwikkelingen loopt; voor 2015 en verder worden er verdere structurele maatregelen genomen om de formatie en de legesraming beter in balans te brengen. Hogere algemene uitkering gemeentefonds Voordeel € 220.000 In de najaarsnota 2013 is de stand van de meicirculaire 2013 opgenomen. Nu bij de jaarrekening 2013 zijn de gevolgen van de septembercirculaire 2013 en de decembercirculaire 2013 verwerkt. Deze circulaires hebben er toe geleid tot een wat hogere algemene uitkering. Ook hebben lichte bijstellingen van de uitkeringsjaren 2012 en 2011 bijgedragen aan de hogere algemene uitkering van per saldo € 220.000. Eenmalige posten Nadeel € 165.000 Bij de najaarsnota is een bedrag van € 191.746 geraamd als opbrengst grondverkoop aan Zozijn voor herontwikkeling de Kemphaan. Afwikkeling vindt echter pas in 2014 plaats. Hogere storting in voorziening pensioenen wethouders Nadeel € 170.000 Bij het opmaken van de rekening wordt door een gespecialiseerd bureau de berekening van de toekomstige pensioenen geactualiseerd. Dit heeft geleid tot een storting van € 170.000.
150
Programmarekening 2013
Gerealiseerd voordeel participatie Voordeel € 571.540 Bij de najaarsnota 2013 is de reikwijdte van de reserve “egalisatiereserve WWB” uitgebreid, waarbij alle inkomsten en uitgaven m.b.t. de bijstand, minimaregelingen, WSW -uitgaven, schuldhulpverlening, werkgeverspunt en arbeidsmarkttoeleiding worden geëgaliseerd. Gelijktijdig werd de naam van de reserve gewijzigd in “Participatie reserve” en werd het plafond vastgesteld op € 2.500.000. Op basis van de nu bekende informatie wordt ingeschat dat een plafond van € 1.500.000 afdoende is (zie ook de aanbiedingsbrief voor een nadere toelichting). Dit betekent dat na storting van het voordelige resultaat op ondermeer de bijstandsuitkeringen, de reserve kan worden volgestort tot € 1.500.000. Het meerdere ad. € 571.540 komt ten gunste van het rekeningresultaat. De resultaten die tot een storting in de reserve hebben geleid zijn bij de betreffende programma’s toegelicht. Beoordeling activa: Nadeel € 735.000 Bij de controle van de jaarrekening 2012 heeft onze accountant in het rapport van bevindingen een opmerking gemaakt dat alle activa (jaarlijks) beoordeeld moeten gaan worden op aanwezigheid en duurzame waarde vermindering. Deze beoordeling heeft in 2013 plaats gevonden en wordt vanaf 2014 jaarlijks uitgevoerd. Gebleken is dat van alle activa een drietal posten moet worden afgewaardeerd tot een totaalbedrag van € 735.000 Het gaat hierbij om de volgende afboekingen: Afboeken activa in verband met aanleg Ceintuurbaan Voor de realisering aanleg Ceintuurbaan is de woning met grond Zwolsestraat 59 aangekocht. Nu de aanleg Ceintuurbaan is gerealiseerd moet de restant boekwaarde van de woning en de grond, samen totaal € 395.000, nog worden afgeboekt. Bij de kredietaanvraag had deze afboeking meegenomen moeten worden. Afboeken aandelen en achtergestelde lening Bouwfonds In 2000 zijn de aandelen Bouwfonds Nederlandse Gemeenten verkocht aan een bankinstelling en met de opbrengst is onder andere het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting gevoed. De waarde van deze aandelen moet nog worden afgeboekt. In dat kader is tevens gebleken dat een achtergestelde lening aan het Bouwfonds van de voormalige gemeente Heino voor € 215.000 moet worden afgeboekt. Afboeken grond gemeentehuis Heino In het verleden was er een parkeerprobleem in de omgeving van het gemeentehuis in Heino. Om dit op te lossen is van een deel van de tuin parkeerplaats gemaakt. Hierbij had de waarde van de ondergrond afgeboekt moeten worden voor € 125.000, omdat de parkeerplaats vanaf dat moment aangemerkt is als openbare ruimte. Overig verschil kapitaallasten Voordeel € 75.000 In totaal was er een nadeel in de kapitaallasten van € 660.000. Daarvan zijn de afboekingen op de activa hierboven al beschreven. De overige voordelige verschillen van kleinere bedragen belopen samen ca. € 75.000. Niet bestede stelpost algemene uitkering over naar 2014 Voordeel € 110.000 In 2013 zijn via het gemeentefonds extra middelen voor nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) en uitkering combinatiefuncties ontvangen tot een bedrag van bijna € 110.000. Deze middelen zijn in 2013 niet aangewend voor dit doel. Bij de vaststelling van de rekening 2013 wordt voorgesteld om deze posten over te brengen naar 2014.
Programmarekening 2013
151
Niet bestede stelpost algemene uitkering vrijval 2013 Voordeel € 70.000 In 2013 zijn via het gemeentefonds middelen voor armoedebestrijding en schuldhulpverlening, versterking handhaving gastouderopvang en maatschappelijke participatie ontvangen tot een bedrag van € 70.000. Deze middelen zijn in 2013 niet aangewend voor dit doel. Structurele posten eenmalig naar 2014 in hoofdzaak minder subsidies volksgezondheid Voordeel € 65.000 De lagere lasten hebben betrekking op het budget voor volksgezondheid en is een gevolg van de uitvoering van het plan gezondheidsbeleid dat zich over meerdere jaren uitstrekt. Hiervoor is jaarlijks een budget beschikbaar gesteld waarbij de in enig jaar niet ingezette middelen worden overgeheveld naar het volgende jaar. Deze middelen moeten mede worden bezien als cofinanciering in relatie met het beschikbare krediet voor het project Raalte Gezond waarvoor een subsidie is verleend via ZonMW. Dit krediet is inmiddels volledig aangewend. Bij de vaststelling van de rekening 2013 wordt voorgesteld om het niet bestede exploitatiebudget van 2013 eveneens over te brengen naar 2014. Minder subsidies JGZ / CJG Voordeel € 105.000 In 2013 is het budget voor jeugdgezondheid c.q. centrum voor jeugd en gezin niet volledig aangewend. Het betreffen hier niet benodigde eenmalige, gereserveerde middelen voor onder andere procesregie en aanvullende middelen voor een extra contactmoment met jongeren door de GGD IJsselland. Uren buiten de exploitatie Nadeel € 420.000 In 2013 kan voor een bedrag van € 216.000 niet worden doorberekend aan de grondexploitatie. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de huidige marktomstandigheden op zowel de woning- als de bedrijvenmarkt. Ook is er sprake van urenverschuiving van eigen grondexploitaties naar begeleiding van gebiedsontwikkelingslocaties die in eigendom zijn bij een particulier. Op basis van de gewijzigde wet ruimtelijke ordening (GREX wet) zijn er meer mogelijkheden om de kosten die de gemeente maakt in het kader van particuliere grondexploitatie te verhalen. Tot deze kosten behoren ook de kosten van ambtelijke begeleiding van dergelijke particuliere bouwinitiatieven. Hoewel ook momenteel al sprake is van kostenverhaal, met name via het sluiten van anterieure overeenkomsten, zien wij mogelijkheden om deze wijze van kostenverhaal te optimaliseren. Een onderzoek daarnaar loopt. Op investeringsprojecten is in 2013 € 280.000 minder aan uren verantwoord dan waarmee rekening was gehouden bij het opstellen van de begroting. Een van de oorzaken is de vertraagde uitvoering van kredieten. Ook blijkt dat bij het ramen van kredieten niet of onvoldoende rekening wordt gehouden met de in te zetten interne uren. Aan beide punten wordt extra aandacht besteed door het realistischer plannen van projecten en juist en volledig ramen van interne uren bij investeringsprojecten. In het algemeen kan worden opgemerkt dat in het kader van de bezuinigingsoperatie Berenschot (format 15) reeds is onderkend dat de formatie zal moeten ‘mee krimpen’ met de voorziene afname van het investeringsvolume en de activiteiten in de grondexploitaties. In het kader van het uitvoeren van deze operatie wordt hier invulling aan gegeven.
152
Programmarekening 2013
Per saldo is € 216.000 en € 280.000 minder doorberekend aan uren buiten de exploitatie voor respectievelijk de grondexploitatie en de investeringsprojecten. Hier tegenover staan extra uren die zijn doorberekend aan riolering en reiniging, zodat per saldo € 420.000 minder is doorberekend. Meer kosten DOWR Facilitair Nadeel € 55.000 In 2013 is DOW R samenwerking facilitair gestart, hiervoor zijn een aantal incidentele kosten gemaakt. Hierbij moet gedacht worden aan implementatie kosten van het gezamenlijke service systeem, bedrijfskleding en communicatie. Bovendien is sprake van frictiekosten als gevolg van de overgang van een aantal deeltaken van verschillende medewerkers naar de Facilitaire werkorganisatie. De verwachting is dat dit perceel in 2015 tot extra besparingen leidt. Over de omvang van deze besparingen zult u bij een v olgende rapportage nader geïnformeerd worden. Voordelen in de exploitatie die in 2014 weer ingezet worden Voordeel € 415.000 Voor een aantal projecten zijn in 2013 eenmalige middelen vrijgemaakt. Daarvan is een deel nog niet aangewend en dient overgeheveld te worden naar 2014. Een paar belangrijke onderwerpen zijn: Individueel loopbaanbudget voor 3 jaren € 127.095 Tijdelijke huisvestingskosten CCS ivm nieuwbouw € 100.000 Decentralisatie jeugdzorg € 88.696 Project decentralisatie begeleiding AWBZ € 71.647 Eenmalig budget verkiezingen € 20.000 Stelpost onderuitputting Nadeel € 250.000 Op begrotingsbasis wordt met ingang van 2011 een bedrag van € 250.000 (onderuitputting) opgenomen ter compensatie van het vervallen van een beschikking over het 1/20 deel over de saldireserve. Diverse verschillen
Programmarekening 2013
Voordeel
€ 519.894
153
154
Programmarekening 2013
5.2.2 Toelichting op de programma’s In dit hoofdstuk worden alle verschillen hoger dan € 20.000 toegelicht, waarbij wordt opgemerkt dat hierbij de apparaatskosten van de organisatie zijn uitgezonderd. Binnen het onderdeel “W at heeft het gekost’ wordt het financieel resultaat 2013 per programma weergegeven. Naast het resultaat van 2013 zijn ook de resultaten van 2012 weergegeven. Voor 2013 zijn de volgende programma’s gedefinieerd: Programma 1 Inwoner en bestuur Programma 2 Brandweer en veiligheid Programma 3 Openbare ruimte en verkeer Programma 4 Onderwijs Programma 5 Sport en Welzijn Programma 6 Inkomen en Zorg Programma 7 Ruimte, wonen en economie Programma 8 Financiering en algemene dekkingsmiddelen. Voorafgaand aan de verantwoording per programma wordt de recapitulatiestaat weergegeven, waarin de saldi van de verschillende programma’s zijn af te lezen.
Programmarekening 2013
155
156
Programmarekening 2013
RECAPITULATIESTAAT Prgr. 1.1 1.2 2 3.1 3.2 3.3 4 5.1 5.2 6.1 6.2 7.1 7.2 8 8
Omschrijving Programma
Saldo begroting 2013 na wijziging
Saldo rekening 2013
Saldo begr - rek 2013
Inwoner en Bestuur Dienstverlening Brandweer & Veiligheid Verkeer & Vervoer Openbaar groen Duurzame bescherming openbare ruimte Onderwijs & Educatie Sport Welzijn Inkomen Zorg Wonen Bouwen Algemene dekkingsmiddelen, resultaten en onvoorzien Mutaties in reserves
€ € € € € € € € € € € € €
3.544.288 1.957.158 2.678.552 5.668.605 2.298.414 2.502.102 4.767.130 4.850.305 7.054.193 3.361.595 9.514.461 1.069.987 1.326.525
€ € € € € € € € € € € € €
3.566.615 1.851.150 2.718.894 5.355.792 2.183.190 2.013.531 4.313.008 4.480.080 4.081.108 3.036.333 8.203.269 773.723631.380
€ € € € € € € € € € € € €
22.327106.008 40.341312.813 115.224 488.571 454.122 370.225 2.973.085 325.262 1.311.192 1.843.710 695.145
€
38.110.875-
€
39.064.275-
€
953.400
€
12.482.440-
€
276.093
€
12.758.533-
Saldo begroting / rekening: Nadelig saldo 2013 Totaal
€
-
€
-
€ € €
2.872.445 2.872.445-
€ € €
2.872.4452.872.445 -0
Programmarekening 2013
157
Programma 1.1
Inwoner en Bestuur
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Burgemeester Zoon A. Nijman
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
544.012
€
404.765
€
369.339
€
350.239
Lasten
€
4.531.051
€
3.971.380
€
3.913.627
€
3.289.241
Saldo
€
3.987.039
€
3.566.615
€
3.544.288
€
2.939.002
Programma 1.1: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
369.339 404.76535.426- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
22.327- nadelig
Verklaring verschil uitgaven Minder onderhoud hard- en software voorlichting Meer advieskosten rechtsbescherming Meer storting in voorziening pensioenen wethouders Meer storting in voorzieningen wachtgelden wethouders Meer kapitaallasten (extra afschrijving) Minder doorberekening diverse eenheden Minder doorberekening eenmalige investering naar exploitatie
€ € € € € € €
30.678 27.887167.92923.60734.41828.659 60.734
Verklaring verschil inkomsten diverse kleine posten
€
35.426-
3.913.627 3.971.38057.753- nadelig
Toelichting op de verschillen 2013 Minder onderhoud hard- en software voorlichting Het onderhoudsbudget voor de programmatuur van de website is slechts gedeeltelijk aangewend, omdat de kosten worden verantwoord binnen het totaal budget van de ICTbegroting.
158
Programmarekening 2013
Meer advieskosten rechtsbescherming Er zijn voor lopende en nieuwe juridische aangelegenheden en rechtsgedingen meer kosten gemaakt voor het inwinnen van externe adviezen dan het beschikbare budget. Meer storting in voorziening pensioenen wethouders Door een gespecialiseerd bureau zijn de berekeningen van de toekomstige pensioenen geactualiseerd. Dit heeft een hogere storting in de voorziening tot gevolg. Meer storting in voorziening wachtgelden wethouders De benodigde omvang van de voorziening is geactualiseerd op basis van de verwachte verplichtingen. Dit heeft een extra storting in de voorziening tot gevolg. Meer kapitaallasten (extra afschrijving) In 2013 hebben er enkele afboekingen plaatsgevonden van activaposten die in het verleden niet afgeboekt zijn. Dit is in 2013 alsnog gebeurd. Minder doorberekening eenmalige investering naar exploitatie Het betreft hier voornamelijk het groot onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen zoals het gemeentehuis, welzijnsgebouwen, brandweerkazernes e.d. In 2013 is alle geplande onderhoud niet of nog niet volledig uitgevoerd onder andere als gevolg van voorziene nieuwbouw of overdracht van gebouwen. Voor de dekking van de kosten wordt beschikt over de reserve groot onderhoud gebouwen.
Programmarekening 2013
159
Programma 1.2
Dienstverlening
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Burgemeester Zoon E. Hoekstra
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
563.166
€
486.472
€
464.607
€
468.210
Lasten
€
2.542.073
€
2.337.621
€
2.421.765
€
2.336.354
Saldo
€
1.978.907
€
1.851.150
€
1.957.158
€
1.868.144
Programma 1.2: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
2.421.765 2.337.62184.144 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
464.607 486.47221.865- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
106.008 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Minder doorberekening diverse eenheden Minder doorberekening eenmalige investering naar exploitatie
€ €
50.841 20.000
Verklaring verschil inkomsten Diverse kleine posten
€
21.865-
Toelichting op de verschillen 2013 Minder doorberekening eenmalige investering naar exploitatie Het betreft hier een voorbereidingskrediet voor de verkiezingen. Er zijn voorbereidingen getroffen, maar dat bracht nog geen externe lasten met zich mee.
160
al
wel
Programmarekening 2013
Programma 2
Brandweer en Veiligheid
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Burgemeester Zoon W. van Hulst
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
467.502
€
115.387
€
121.468
€
63.610
Lasten
€
2.827.143
€
2.834.281
€
2.800.020
€
2.824.023
Saldo
€
2.359.641
€
2.718.894
€
2.678.552
€
2.760.413
Programma 2: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
2.800.020 2.834.28134.261- nadelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
121.468 115.3876.081 nadelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
40.340- nadelig
Verklaring verschil uitgaven Minder kosten van derden oa rampenbestrijding en veiligheid Meer opleidingskosten Meer doorberekening diverse eenheden
€ € €
22.073 22.54485.374-
Toelichting op de verschillen 2013 Minder kosten van derden o.a. rampenbestrijding en veiligheid Er zijn minder oefeningen geweest in het kader van de rampenbestrijding reden waarom de kosten evenredig lager zijn. Het reguliere budget voor de uitvoering van het integrale veiligheidsplan is niet volledig besteed in 2013 omdat door samenwerking in projecten ook kosten ten laste van andere daaraan gerelateerde budgetten zijn gebracht. Meer opleidingskosten De overschrijding van het opleidingsbudget is vooral veroorzaakt door het volgen van enkele brandweerlieden van de noodzakelijke leergang voor bevelvoerder.
Programmarekening 2013
161
Deelprogramma 3.1
Verkeer en vervoer
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder W agenmans en W ethouder Van Loevezijn H. de Jong
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
654.605
€
946.670
€
805.136
€
657.636
Lasten
€
6.657.662
€
6.302.462
€
6.473.741
€
5.129.295
Saldo
€
6.003.057
€
5.355.792
€
5.668.605
€
4.471.659
Programma 3.1: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
6.473.741 6.302.462171.279 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
805.136 946.670141.534- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
312.813 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Meer energieverbruik Openbare verlichting Meer kosten van derden: Minder kosten inzameling afval wegen Minder eenmalige uitgaven verkeersregelinstallatie Minder subsidies verkeersveiligheid Meer doorberekening diverse eenheden Minder doorberekening eenmalige investeringen Verklaring verschil inkomsten Hogere opbrengsten van derden wegen binnen de bebouwde kom Bijdrage provincie aanpassen Spanjaardsdijk (gestort in reserve)
€
50.444-
€ € € € €
40.041 24.990 21.221 42.825181.706
€ €
40.931110.995-
Toelichting op de verschillen 2013 Meer energieverbruik openbare verlichting De overschrijding bestaat voor € 50.600 uit een afrekening over de jaren 2011/2012. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat het geraamde budget voor 2014 voldoende is. Minder kosten inzameling afval wegen De verwerkingskosten veegafval wegen zijn € 40.000 lager dan begroot.
162
Programmarekening 2013
Minder eenmalige uitgaven verkeersregelinstallatie De gemeente draagt bij in de gekapitaliseerde onderhoud- en exploitatiekosten van de verkeersregelinstallatie voor een periode van 15 jaar. De bijdrage voor de gemeente bedraagt € 24.990. Dit bedrag wordt in 2014 verrekend met de provincie. Minder subsidies verkeersveiligheid De uitgaven zijn lager dan begroot omdat minder scholen hebben deelgenomen aan de projecten dode hoek en streetwise. De fietsvaardigheidstraining en de verkeersveiligheidtrainingen zijn niet doorgegaan wegens gebrek aan deelnemers. Minder doorberekening eenmalige investeringen Door het doorschuiven van (grote) investeringskredieten ontstaat een eenmalig voordeel van € 579.000. Betreft o.a. de projecten Kruispunt Aakstraat-Heesweg, Wispelweg Luttenberg, parkeren Stationsweg Heino en aanpassing Molenweg in Heino. Hier staat een eenmalig nadeel van € 397.000 tegenover door de afboeking van boekwaarde Ceintuurbaan. Per saldo resulteert dit in een voordeel van € 182.000 Hogere opbrengsten derden wegen binnen de bebouwde kom Van de NEM (Nederlandse Energie Maatschappij) is een hogere bijdrage ontvangen dan voorzien. Inschatting van de degeneratiekosten was gemaakt op basis m2. Het aantal m2 bleek in werkelijkheid echter hoger. Deze hogere opbrengst is gestort in de reserve wegen. Bijdrage provincie aanpassen Spanjaardsdijk De bijdrage van de provincie voor het aanpassen van de Spanjaardsdijk is verantwoord op dit programma en vervolgens gestort in de reserve GVVP. Dit in afwachting van nadere voorstellen.
Programmarekening 2013
163
Deelprogramma 3.2
Openbaar groen
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder W agenmans J. de Kruijff
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
68.738
€
78.514
€
65.060
€
65.060
Lasten
€
2.804.492
€
2.261.705
€
2.363.474
€
2.386.507
Saldo
€
2.735.754
€
2.183.190
€
2.298.414
€
2.321.447
Programma 3.2: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
2.363.474 2.261.705101.769 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
65.060 78.51413.454- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
115.224 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Minder kosten openbaar groen
€
101.769
Toelichting op de verschillen 2013 Minder onderhoud openbaar groen De onderschrijding valt in twee delen uiteen: Een deel van de kredieten is nog niet geheel verbruikt en worden deels doorgeschoven naar 2014. Een deel van het jaarbudget kent deels onderschrijdingen en deels niet geraamde inkomsten (ca. € 13.000). Van de onderschrijdingen is per saldo ca. € 45.000 niet besteed aan directe vervangingsactiviteiten van versleten groen.
164
Programmarekening 2013
Deelprogramma 3.3
Duurzame bescherming openbare ruimte
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder W agenmans en W ethouder Van Loevezijn W. van Hulst
Raming 2013 volgens progr begroting
Raming 2013 na wijziging
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
6.177.146
€
6.160.259
€
6.491.631
€
6.677.342
Lasten
€
8.085.281
€
8.173.791
€
8.993.733
€
8.744.583
Saldo
€
1.908.135
€
2.013.531
€
2.502.102
€
2.067.241
Programma 3.3 Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
8.993.733 8.173.791819.942 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
6.491.631 6.160.259331.372 nadelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
Verklaring verschil uitgaven Meer kosten loon RUD samenwerking omgevingsvergunning Minder stroomverbruik Minder kosten diensten van derden: Minder kosten inspectie riolering Minder kosten onderhoud materieel riolering Minder herstelkosten / schades riolering Minder kosten inzameling papier / afval Meer uitbestede werkzaamheden Meer advieskosten riolering Minder overige kosten van derden omgevingsvergunning Meer kosten storting in voorziening afvalverwijdering Minder kapitaallasten (m.n. uitgestelde investeringen riolering) Meer doorberekening diverse eenheden Minder doorberekening eenmalige investeringen (uitgest riolering)
Programmarekening 2013
488.571 voordelig
€ €
52.20828.136
€ € € € € € € € € € €
84.798 38.697 67.985 401.949 36.86726.08921.265 116.491163.882 223.419453.435
165
Verklaring verschil inkomsten Minder opbrengsten van derden huisvuilinzameling Meer vergoedingen huisvuilinzameling Geen beschikking over voorziening afvalverwijdering Minder opbrengst afvalstoffenheffing Hogere bijdrage RUD samenwerking omgevingsvergunning Minder baten rioolheffing
€ € € € € €
40.794 87.995253.977 166.051 52.20831.415
Toelichting op de verschillen 2013 RUD samenwerking omgevingsvergunning (meer loonkosten / hogere bijdrage RUD) De kosten hebben betrekking op de tijdelijke inzet van een medewerker als projectmanager van de RUD samenwerking. Dekking van die kosten is gevonden binnen de ontvangen eenmalige rijksbijdrage voor de invoering van de WABO. (Zie ook bij de inkomsten). Minder stroomverbruik Al enkele jaren is het stroomverbruik voor riolering lager dan geraamd vanwege een gunstige aanbesteding. Voor 2014 is het budget daarom dan ook naar beneden bijgesteld. Minder kosten inspectie riolering De afgelopen jaren is er een inhaalslag gemaakt met het inspecteren van de riolering. In 2013 is dat afgerond waardoor een deel van het budget niet meer nodig was. Minder kosten onderhoud materieel riolering Er waren minder storingen dan verwacht. Minder herstelkosten / schades riolering De gerealiseerde herstelkosten bleven ver achter bij de verwachting. Het budget is per 2014 structureel lager geraamd. Minder kosten inzameling afval/papier Voor de inzameling van huishoudelijk afval worden voorschotten betaald aan ROVA. Na afloop van het jaar vindt een afrekening plaats op basis van de werkelijke kosten. Over 2013 wordt een positieve afrekening verwacht van € 350.000 (ca 16 % van de kosten). Ook voor de inzameling van oud papier is in 2013 minder uitgekeerd aan verenigingen e.d. waarbij een relatie ligt met de ontvangen vergoeding voor oud papier. (zie hiervoor de minder inkomsten van inzameling en ook de mutatie van de voorziening afvalverwijdering) Meer uitbestede werkzaamheden Bij riolering is ca. € 20.000 meer besteed dan geraamd, aangezien de afrekening van het waterschap voor het onderhoud van de gemalen over zowel 2012 als 2013 in één boekjaar zijn verantwoord. Gemiddeld bedroeg de afrekening per jaar € 17.000. Bij begraafplaatsen is de overschrijding ca. € 16.000 en is voornamelijk veroorzaakt door enerzijds het maken van (niet geraamde) kosten voor het eenmalig opstellen van een bestek voor het uitbesteden van het groenonderhoud en anderzijds voor het betalen van de uitvaartkosten van iemand zonder nabestaanden. Meer advieskosten riolering De kosten voor o.a. participatie in Rivus en Rioned waren niet begroot. Vanaf 2014 zijn deze kosten structureel in de ramingen meegenomen.
166
Programmarekening 2013
Minder overige kosten van derden omgevingsvergunning Het betreffen hier de externe beoordelingskosten (constructieberekeningen) en advieskosten van het Oversticht ten behoeve van de omgevingsvergunningen. Er is hier een relatie met de legesopbrengsten van die vergunningen die ook lager zijn. De externe kosten zijn dan ook lager als gevolg van minder aantal aanvragen van die vergunningen onder andere door de economische crisis. Meer kosten storting in voorziening afvalverwijdering De kosten en baten van de afvalverwijdering zijn budgettair neutraal in de exploitatie opgenomen. De kosten van huisvuilinzameling worden via een voorgecalculeerd tarief voor de afvalstoffenheffing in rekening gebracht bij de burger. Bij de nacalculatie worden de voor- en nadelen verrekend met de voorziening afvalverwijdering. Op begrotingsbasis was een beschikking over de voorziening geraamd. Nu het resultaat in 2013 van per saldo lagere kosten en baten positief is, heeft er op rekeningsbasis een storting plaatsgevonden. (zie ook bij de inkomsten). Minder kapitaallasten (m.n. uitgestelde investeringen riolering) In 2012 zijn er minder investeringen gedaan dan destijds voorgenomen (zie jaarrekening 2012), zodat de kapitaallasten in het jaar na ingebruikname (2013) ook lager zijn dan geraamd. Minder doorberekening eenmalige investeringen Met name de realisatie van het grondwatermeetnet (in samenwerking met het waterschap) en het uitvoeren van afspraken uit het waterakkoord zijn vertraagd. Minder opbrengsten van derden huisvuilinzameling De minderopbrengst door de inzameling van textiel en oud papier geeft een lagere bate van ruim € 40.000. Die lagere vergoeding wordt doorbetaald aan de verenigingen en instellingen die bovenop de garantieprijs naar rato van de ingezamelde hoeveelheid een afrekening ontvangen. Meer vergoedingen huisvuilinzameling / geen beschikking over voorziening In de begroting is een vergoeding geraamd voor de gescheiden inzameling van verpakkingsafval zoals kunststof. De instellingen Nedvang en het Afvalfonds houden zich bezig met de ingezamelde hoeveelheden en de bijbehorende vergoedingen aan de gemeenten. Die afrekeningen vinden na afloop van het jaar plaats. In 2013 is er nog een behoorlijke afrekening geweest over 2012. Die afrekening wikkelt zich ook af via de voorziening afvalverwijdering. Minder opbrengst afvalstoffenheffing Bij de berekening van de geraamde opbrengst wordt als basis uitgegaan van een gemiddeld aantal aanbiedingen van de grijze en groene container. Het werkelijke aantal aanbiedingen wijkt hier in af. De lagere opbrengst van € 166.000 wikkelt zich per saldo af via de voorziening afvalverwijdering. Minder baten rioolheffing De gerealiseerde baten weken slechts 1% af van de geraamde baten. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door het achterblijven van de baten bij grootverbruikers.
Programmarekening 2013
167
Programma 4
Onderwijs
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra en Wethouder Van Loevezijn W, van Hulst
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
163.487
€
144.890
€
159.658
€
157.517
Lasten
€
4.726.509
€
4.457.899
€
4.926.788
€
5.639.772
Saldo
€
4.563.022
€
4.313.008
€
4.767.130
€
5.482.255
Programma 4: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
4.926.788 4.457.899468.890 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
159.658 144.89014.768 nadelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
454.122 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Minder verstrekkingen leerlingenvervoer Minder kosten vergoedingen onderwijs aan sport Minder kapitaallasten Minder doorberekening eenmalige investeringen
€ € € €
23.774 25.375 27.825 372.570
Toelichting op de verschillen 2013 Minder kosten leerlingenvervoer Bij de najaarsnota 2013 is het oorspronkelijke budget eenmalig verhoogd met € 80.000 als gevolg van de extrapolatie van de werkelijk uitbetaalde vergoedingen tot het vierde kwartaal. De verhoging van het budget is dus uiteindelijk voldoende geweest voor de totale werkelijke uitgaven in 2013. Minder kosten vergoedingen onderwijs aan sport Het betreft hier de interne doorberekening van de vervoerskosten van het schoolzwemmen. De lagere kosten zijn een gevolg van het minder aantal groepen van de scholen, dat deelneemt aan het schoolzwemmen.
168
Programmarekening 2013
Minder kapitaallasten De lagere kapitaallasten hebben betrekking op de nieuwbouw van schoolgebouwen voor het basisonderwijs en hebben een eenmalig effect in 2013. Het betreft hier met name de kapitaallasten van de brede school Springplank in Heino die nog niet in gebruik is genomen. Minder doorberekening eenmalige investeringen De investeringen die in 2013 niet of niet volledig zijn uitgevoerd hebben met name betrekking op groot onderhoud aan schoolgebouwen en voor een ander deel van circa € 100.000 op de kosten van tijdelijke huisvesting van het Carmelcollege in verband met de vernieuwbouw. Deze kosten worden in 2014 gedeclareerd.
Programmarekening 2013
169
Programma 5.1.
Sport
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra P. Gras
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
1.261.216
€
1.388.377
€
1.325.457
€
1.495.457
Lasten
€
5.351.599
€
5.868.457
€
6.175.762
€
5.076.606
Saldo
€
4.090.383
€
4.480.080
€
4.850.305
€
3.581.149
Programma 5.1: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
6.175.762 5.868.457307.305 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
1.325.457 1.388.37762.920- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
370.225 voordelig
€ €
103.24286.905
€ € € € € € € € €
36.48761.935 61.359 23.823 83.221 47.140 173.35552.668 174.680
€ € €
90.21127.796 25.376
Verklaring verschil uitgaven Stelpost ivm heroverweging niet ingezet Minder inhuur personeel van derden combinatiefunctionarissen Minder kosten van derden: Meer kosten materiaalverbruik sportgebouwen Minder kosten materiaalverbruik (renovatie) sportterreinen Minder kosten dagelijks onderhoud gebouwen sport Minder onderhoud door derden sportterreinen Minder uitbestede werkzaamheden renovatie sportterreinen Minder uitbetaalde subsidies Hogere storting in voorziening renovatie sportterreinen Minder doorberekening diverse eenheden Minder doorberekening eenmalige investeringen Verklaring verschil inkomsten Minder rentebaten (stimuleringsfonds net geopend) Hogere vergoeding voor personeel combinatiefunctionarissen Minder huuropbrengst sportaccommodaties / zwembaden Minder vergoedingen van onderwijs
170
Programmarekening 2013
Toelichting op de verschillen 2013 Stelpost in verband met heroverweging niet ingezet De te realiseren taakstelling binnen het programma 5.1 sport bedroeg in 2013 € 330.000. Deze bezuinigingstaakstelling zou voor een belangrijk deel gerealiseerd moeten worden door verzelfstandiging van het sportbedrijf. In 2013 heeft het onderzoek plaats gevonden naar de mogelijkheid en de wijze waarop tot verzelfstandiging zou kunnen worden gekomen. Dit onderzoek naar de verzelfstandiging van het sportbedrijf is eind 2013 afgerond. Om die reden is de besluitvorming m.b.t. de bezuinigingen en de realisatie daarvan voor een groot deel doorgeschoven naar 2014 en volgende jaren. Bij de najaarsnota 2013 is een bedrag van € 250.000 als niet te realiseren in 2013 teruggeraamd. De resterende bezuinigingstaakstelling (stelpost) is functioneel wel voor het merendeel gerealiseerd (binnen de formatie en de energielasten) maar niet functioneel teruggeraamd. Minder inhuur personeel combinatiefunctionarissen In 2013 waren nog niet het gehele jaar alle beschikbare fte’s ook daadwerkelijk ingevuld. Daarnaast zijn er in de loop van 2013 extra middelen ontvangen voor uitbreiding van het aantal combinatiefuncties ( van 5,9 naar 8,3 fte). Dit heeft ook gevolgen gehad voor de vergoeding voor de bijdrage in deze kosten door derden. Overigens worden de meer en minder kosten gestort in de reserve “sportstimulering en combinatie functies” Meer kosten materiaalverbruik sportgebouwen Ten behoeve van het materialenverbruik (inventaris) is voor alle binnensportaccommodaties is een jaarlijks geïndexeerd bedrag beschikbaar, gebaseerd op de periodieke vervangingskosten. In 2013 zijn er met name in sporthal Hoogerheyne een aantal dure voorzieningen, waaronder geluidsinstallatie, klimtouwinstallatie, turnkast, sportmatten en stoelen aan vervanging toe. Hierdoor is dit budget aanzienlijk overschreden. Minder kosten dagelijks onderhoud sportgebouwen Het dagelijks onderhoud in met name het zwembad Tijenraan en sporthal Tijenraan is aanzienlijk lager geweest dan in het onderhoudsbeheerplan was voorzien. Dit heeft te maken met het lagere onderhoudsregime als gevolg van toekomstige nieuwbouw van deze accommodatie. Minder onderhoud door derden sportterreinen De gemaakte meer kosten voor regulier materialenverbruik sportterreinen worden gecompenseerd door een lagere uitgaaf op de post overig onderhoud door derden tot een bedrag van € 23.823. Minder uitbetaalde subsidies Het betreft hier de waarderingssubsidies en de sportstimuleringssubsidies. Op waarderingssubsidies is een bedrag van bijna € 10.000 minder besteed, terwijl er op sportstimulering subsidies tot een bedrag van ruim € 36.000 minder beroep is gedaan. overschot op de stimuleringssubsidie is toegevoegd aan de reserve sportstimulering combinatiefuncties.
de de Dit en
Programmarekening 2013
171
Minder kosten materiaalverbruik renovatie sportterreinen / Minder uitbestede werkzaamheden renovatie sportterreinen / Hogere storting in voorziening renovatie sportvelden Door minder kosten materiaal verbruik en regulier onderhoud en door de niet bestede gereserveerde middelen is de storting in de voorziening renovatie sportvelden hoger. In 2013 zijn er geen renov atiewerkzaamheden uitgevoerd aan de buitensportaccommodaties. Ook de vervanging van de buitensportmaterialen zijn bijzonder laag geweest in 2013. De niet bestede middelen zijn toegevoegd aan de voorziening renovatie sportvelden. Minder doorberekening eenmalige investeringen Het betreffen hier meer en minder uitgaven op kredieten die worden gedekt uit daarvoor beschikbaar gestelde eenmalige middelen of uit reserves. De lagere uitgaven betreffen vooral lopende kredieten die nog niet geheel zijn besteed en dus een doorloop hebben naar het jaar 2014. Terwijl de hogere uitgaven vooral kredieten (onderhoudskosten) betreffen die gedekt worden uit hiervoor gevormde reserves. Minder uitgaven Voorbereidingskrediet Tijenraan € 79.000 Planontwikkeling sportpark Tijenraan € 30.000 Herinrichting sportpark Ramele € 78.000 Energiescan sport € 50.000 Investeringssubsidie AV Salland € 50.000 Aanleg multifunctionele velden € 60.000 Minder onderhoudskosten gymzalen € 62.000 Overige kleine kredieten € 20.000 Meer uitgaven Meerkosten groot onderhoud sporthallen € 95.000 Meerkosten groot onderhoud zwembaden € 160.000 Hogere vergoeding personeel combinatiefuncties De hogere vergoeding heeft vooral te maken met de bijdrage van de provincie voor enkele projecten die een relatie hebben met de inzet van de combinatiefunctionarissen. Het saldo op de middelen voor de combinatiefunctionarissen wordt verevend met de reserve sportstimulering en combinatiefunctionarissen. Minder huuropbrengst sportaccommodaties zwembaden Vooral de opbrengst van verhuur aan verenigingen van het zwembad Tijenraan blijft achter bij de ramingen waardoor de opbrengst in het totaal van de accommodaties wat lager uitvalt. Minder vergoeding van het onderwijs Ook hier geldt dat een aantal basisscholen het schoolzwemmen m.i.v. augustus 2013 hebben beperkt tot 1 klas. Daarnaast is ook het gebruik van het zwembad door het Carmel College Salland verminderd.
172
Programmarekening 2013
Deelprogramma 5.2
Welzijn
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra W. van Hulst
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Baten
€
83.221 €
78.060 €
38.970 €
25.970
Lasten
€
3.465.925 €
4.159.168 €
7.093.163 €
2.212.383
Saldo
€
3.382.704 €
4.081.108 €
7.054.193 €
2.186.413
Programma 5.2: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
7.093.163 4.159.1682.933.995 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
38.970 78.06039.090- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
2.973.085 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Minder advieskosten archeologie Minder verstrekte subsidies / afdrachten aan overheid Minder kapitaallasten Meer doorberekening diverse eenheden Minder doorberekening eenmalige investeringen
€ € € € €
26.059 28.972 57.349 88.8352.897.989
Verklaring verschil inkomsten diverse kleine posten
€
39.090-
Toelichting op de verschillen 2013 Minder advieskosten archeologie Het budget voor externe adviezen ten behoeve archeologie is in 2013 nauwelijks aangesproken. Er zijn nagenoeg geen onderzoeken geweest. Minder verstrekte subsidies / afdrachten overheid Per saldo zijn er minder subsidies/bijdragen verstrekt voor sociaal cultureel werk, bibliotheek en jongerenbeleid.
Programmarekening 2013
173
Minder kapitaallasten Het betreft vooral het niet effectueren van de geraamde afschrijving in 2013 van een investering die nog niet is gerealiseerd in dat jaar. Volgens de systematiek van het afschrijvingsbeleid wordt met ingang van het jaar van ingebruikname voor de eerste keer afgeschreven. Minder doorberekening eenmalige investeringen Het betreffen binnen dit programma investeringen die niet dan wel deels in 2013 zijn gestart en een doorloop hebben naar 2014. Die investeringen hebben vooral betrekking op multifunctionele accommodaties in enkele kernen w.o. Lierderholthuis, Nieuw Heeten en Heeten.
174
Programmarekening 2013
Deelprogramma 6.1
Inkomen
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra E. Hoekstra
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
11.191.950
€
11.340.423
€
11.081.723
€
10.590.707
Lasten
€
14.732.082
€
14.376.756
€
14.443.318
€
13.678.403
Saldo
€
3.540.133
€
3.036.333
€
3.361.595
€
3.087.696
Programma 6.1: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
14.443.318 14.376.75666.562 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
11.081.723 11.340.423258.700- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
325.262 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Hogere storting in voorziening oninbare vorderingen soza Minder uitkeringen bijzondere bijstand en participatiefonds Gereserveerde middelen bijzondere bijstand niet ingezet Meer inkomensoverdachten aan overheid WSW Minder kosten uitgaven bijstandsverlening Minder uitgaven participatiefonds Minder subsidies o.a. peuterspeelzaalwerk Meer doorberekening diverse eenheden
€ € € € € € € €
25.517108.256 62.901 123.680149.500 53.422 118.719 312.871-
Programmarekening 2013
175
Verklaring verschil inkomsten Meer inkomensoverdrachten van het rijk * WWB inkomensdeel * Bijstandsbesluit zelfstandigen * WSW * participatiefonds Meer baten mbt vergoeding en verhaal sociale uitkeringen: * WWB inkomensdeel * Bijstandbesluit zelfstandigen * WSW * participatiefonds Meer overige inkomensoverdrachten overheid participatiefonds
€ € € €
52.52239.257 48.674130.180
€ € € € €
46.26532.17213.865 28.268218.776-
Toelichting op de verschillen 2013 Hogere storting in de voorziening oninbare vorderingen WWB Door een toename van het saldo van de vorderingen die is ontstaan als gevolg van verhaal van bijstand en terugvordering van verstrekte bijstand aan zelfstandigen dient ook de voorziening ter dekking van mogelijke toekomstige oninbare vorderingen te worden verhoogd. Minder uitkeringskosten bijzondere bijstand *) In 2013 is het beslag op de bijzondere bijstand met ruim € 100.000 gedaald ten opzichte van het jaar 2012. Deze kostendaling zien we vooral bij de kosten van; duurzame gebruiksgoederen, kosten voor maatschappelijke activiteiten, vervoerskosten en het gemeente extra-pakket. De oorzaak hiervan moet vooral gezocht worden in de beleidswijzigingen die met de nota minimabeleid in het afgelopen jaar zijn doorgevoerd. Ook lijkt het er op dat mensen wat terughoudender zijn in het aanvragen van bijzondere bijstand. Niet ingezette gereserveerde middelen bijzondere bijstand *) Dit betreffen een deel van de niet ingezette extra middelen uit het gemeentefonds ten behoeve van de bijzondere bijstand. Bij de najaarsnota 2013 is een bedrag € 20.000 van de in totaal € 82.901 extra middelen ingezet voor de meerkosten van de schuldhulpverlening. Deze restant middelen worden toegevoegd aan de egalisatiereserve “Participatie”. Meer uitgaven WSW *) De bedrijfsresultaten in de sociale werkvoorzieningsschappen zijn als gevolg van de economische crisis sterk verslechterd. Daarnaast wordt door het Rijk de loonkostensubsidie per arbeidsplaats de komende jaren aanzienlijk verlaagd. De eerste verlaging is al in 2013 ingezet. Hierdoor zijn er bij de 3 schappen (W ezo, Sallcon en Larcom) waar Raalte de meeste WSW-ers heeft geplaatst, aanzienlijke tekorten onstaan. Bij de najaarsnota was hiervan al melding gemaakt en waren de meerkosten al geraamd op € 480.000. Nu bij de jaarrekening 2013 blijkt het nog € 123.680 nadeliger te zijn. Minder kosten uitgaven bijstandsverlening *) Het aantal uitkeringsgerechtigden in in 2013 gestegen van 285 naar 318 op 31-12-2013. Met deze stijging was bij de begroting al rekening gehouden. De stijging in Raalte blijft echter achter bij de landelijke tendens. Dit wordt vooral toegeschreven aan de actieve begeleiding van de werkloze vanuit het werkgeverspunt en workfast.
176
Programmarekening 2013
Minder uitgaven participatie *) Dit betreffen de kosten van reïntegratie-trajecten. Ook de kosten van inburgering zijn hier verantwoord. De inburgering voor inburgeraars uit de gemeente Raalte wordt door de gemeente Zwolle uitgevoerd. In 2013 zijn er minder trajecten gestart dan was voorzien. Minder subsidies peuterspeelzaalwerk Er is voor het peuterspeelzaalwerk in 2012 via de algemene uitkering een eenmalig bedrag beschikbaar gesteld van ruim € 95.000 met betrekking tot de uitvoering van de Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (W et OKE). Deze wet stelt kwaliteits- en kostenverhogende eisen aan de voorschoolse educatie. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk en heeft deze taak doorgeschoven naar het peuterspeelzaalwerk. Bij de vaststelling van de rekening 2012 is besloten om die middelen voor dat doel beschikbaar te houden en deze over te brengen naar 2013 voor verdere uitvoering. In 2013 is – op basis van aangeleverde inspectierapporten over vve – met de uitvoerders peuterspeelzaalwerk en andere betrokken partijen bij de voor- en vroegschoolse educatie een traject gestart om een kwaliteitsimpuls te geven aan het peuterspeelzaalwerk/vve. Inmiddels is duidelijk waaraan deze middelen besteed moeten worden. Het gaat hierbij om het versterken van opbrengstgericht werken en pedagogisch en didactisch handelen van medewerkers peuterspeelzalen. Er ligt hiervoor een plan van aanpak (opleidingsconcept) gereed. De uitvoering van de opleiding vindt echter plaats in 2014 (met doorloop naar 2015). Om deze reden wordt voorgesteld om deze eenmalige middelen voor dat doel beschikbaar te houden en deze over te brengen naar 2014. Het budget kinderopvang is per saldo met circa € 20.000 onderschreden. Dit is een gevolg van minder kosten voor de sociaal medische kinderopvang. Meer inkomensoverdrachten van het rijk *) Dit betreffen de rijksbijdragen m.b.t. de volgende regelingen: W wb inkomensdeel Bijzondere bijstand WSW Participatiefonds
€ -52.522 € 39.257 € -48.674 € 130.180
Meer baten m.b.t. verhaal van sociale uitkeringen *) Dit betreffen de verhaal- en terugvorderingsinkomsten m.b.t. de volgende regelingen: W wb inkomensdeel € -46.265 Bijzondere bijstand € -32.172 WSW € 13.865 Participatiefonds € -28.268 Meer inkomensoverdrachten overheid participatie *) Dit betreffen gelden vanuit de COA en het RPA t.b.v. de inburgering en arbeidstoeleiding en participatie die in voorgaande jaren en/of 2013 niet zijn besteed maar wel voor deze doelen bestemd zijn. *) De gemerkte bedragen worden gestort dan wel ten laste van de reserve “Participatie” gebracht. Dit betreft de voormalige reserve WWB. Bij de najaarsnota 2013 is aan deze reserve een andere benaming gegeven en is de reikwijdte van de reserve wat verbreed tot het gehele beleidsveld participatie.
Programmarekening 2013
177
Deelprogramma 6.2
Zorg
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra E. Hoekstra
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
898.161
€
1.015.093
€
802.120
€
632.120
Lasten
€
8.640.899
€
9.218.362
€
10.316.581
€
9.333.243
Saldo
€
7.742.738
€
8.203.269
€
9.514.461
€
8.701.123
Programma 6.2: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
10.316.581 9.218.3621.098.219 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
802.120 1.015.093212.973- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
1.311.192 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Minder subsidies aan marktproducenten Minder sociale verstrekkingen in natura aan personen Minder inkomensoverdrachten aan overheid Minder overige inkomensoverdrachten * Volksgezondheid * jeugdgezondheidszorg / CJG * Zorg- en hulpverlening Meer doorberekening diverse eenheden Minder doorberekening eenmalige investeringen Verklaring verschil inkomsten Meer baten sociale kredietverlening Meer baten individuele voorzieningen gehandicapten
€ € €
25.071 312.939 146.999
€ € € € €
138.650 27.302 24.061 247.594630.693
€ €
39.610154.331-
Toelichting op de verschillen 2013 Minder subsidies aan marktproducenten De budgetten voor de kosten van huiselijk geweld en de coördinatie van vrijwillige thuiszorg en mantelzorg hoefden niet volledig te worden aangewend.
178
Programmarekening 2013
Minder inkomensoverdrachten aan overheid Het betreft hier vooral het budget voor jeugdgezondheidszorg c.q. centrum voor jeugd en gezin waarvan circa 15 % niet is aangewend in 2013. Het gaat hierbij voor ruim € 100.000 aan niet benodigde eenmalige, gereserveerde middelen voor o.a. procesregie en aanvullende middelen voor een extra contactmoment met jongeren vanaf 14 jaar door de GGD. (zie ook de onderbesteding van het budget JGZ/CJG van € 27.302) Minder verstrekkingen in natura *) De lagere uitgaven voor individuele verstrekking in het kader van de voorzieningen voor gehandicapten hebben vooral betrekking op de vervoersvoorzieningen (€ 100.000) en de woningaanpassingen ( € 165.000). Daarnaast vielen de uitgaven ten behoeve van de huishoudelijke verzorging in 2013 ook ruim 70.000 lager dan was voorzien. Een aantal maatregelen die in 2012 is genomen om de kosten van de WMO te beperken hebben blijkbaar effect. Vooral de kanteling zorgt voor een andere benadering van de vraag van de cliënt. Dit leidt tot andere en soms goedkopere oplossingen die vaak beter aansluiten bij de behoefte van de cliënt. Overigens was bij de najaarsnota 2013 het budget voor individuele voorzieningen al met € 200.000 verlaagd en gestort in de reserve “WMO” Ook het nu niet bestede bedrag wordt gestort in deze reserve. Minder inkomensoverdrachten (volksgezondheid) De lagere lasten hebben betrekking op het budget voor volksgezondheid en is een gevolg van de uitvoering van het plan gezondheidsbeleid dat zich over meerdere jaren uitstrekt. Hiervoor is jaarlijks een budget beschikbaar gesteld waarbij de in enig jaar niet ingezette middelen worden overgeheveld naar het volgende jaar. Bij de vaststelling van de rekening 2012 is besloten om het restant van het budget van circa € 83.000 over te brengen naar 2013. Deze middelen moeten mede worden bezien als cofinanciering in relatie met het beschikbare krediet van € 155.000 voor het project Raalte Gezond waarvoor een subsidie is verleend via ZonMW. Dit krediet is inmiddels volledig aangewend. Bij de vaststelling van de rekening 2014 wordt voorgesteld om het niet bestede exploitatiebudget van 2013 van circa € 47.000 eveneens over te brengen naar 2014. Minder overige inkomensoverdrachten (zorg- en hulpverlening) De lagere kosten hebben betrekking op een eenmalige meevaller van de subsidieafrekening 2012 van het algemeen maatschappelijk werk. Minder doorberekening eenmalige investeringen Het betreffen hier de navolgende kredieten die worden gedekt uit daarvoor beschikbare eenmalige middelen in de exploitatie o.a. vanuit de algemene uitkering (invoeringsbudgetten decentralisaties) Ontwikkeling woonservicegebieden; Pilot focusgemeente m.b.t. drie decentralisaties; Invoering decentralisatie jeugdzorg; Project decentralisatie begeleiding AWBZ Meer baten sociale kredietverlening Deze inkomsten betreffen een bijdrage uit het participatiebudget v oor cliënten die een uitkering genieten en vanuit een schuldhulpverleningstraject weer naar de arbeidsmarkt toe moeten worden begeleid.
Programmarekening 2013
179
Meer baten individuele voorzieningen *) De eigen bijdrage welke de ontvangers van individuele W MO voorzieningen moeten betalen worden vastgesteld door het CAK. De gemeente heeft bij het indienen van de aanvraag geen zicht op de hoogte van de eigen bijdrage. Ondanks de lagere uitgaven in 2013 zijn toch de eigen bijdragen hoger uit gevallen. *) De gemerkte bedragen worden toegevoegd aan de bij de najaarsnota 2013 ingestelde reserve WMO. `
180
Programmarekening 2013
Deelprogramma 7.1.
Ruimte en wonen
Portefeuillehouders Programmacoördinator
Wethouder W agenmans H. de Jong
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
5.183.185
€
5.649.478
€
8.702.110
€
2.970.943
Lasten
€
6.486.710
€
4.875.754
€
9.772.097
€
3.442.037
Saldo
€
1.303.524
€
773.723-
€
1.069.987
€
471.094
Programma 7.1: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
9.772.097 4.875.7544.896.343 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
8.702.110 5.649.4783.052.632 nadelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
1.843.710 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Minder advieskosten Meer kapitaallasten Minder kosten bouwgrondexploitatie (incl apparaatskosten) Minder doorberekening eenmalige investeringen
€ € € €
39.394 203.9604.747.686 300.531
Verklaring verschil inkomsten Minder inkomsten bouwgrondexploitatie Minder gemeentelijke leges / opbr derden omgevingsvergunning
€ €
2.824.550 231.544
Toelichting op de verschillen 2013 Minder advieskosten Voor advieskosten voor het actualiseren van bestemmingsplannen was minder inzet nodig dan voorzien. Meer kapitaallasten Nadeel is ontstaan door een afwaardering van een lening bouwfonds.
Programmarekening 2013
181
Minder kosten bouwgrondexploitatie De mutaties grondexploitatie worden verrekend met de reserve en hebben geen invloed op het rekeningresultaat. Hierbij wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. (Paragraaf 3.7). Minder doorberekening eenmalige investeringen Door het doorschuiven van (grote) investeringskredieten ontstaat een eenmalig voordeel. Het gaat hier om o.a. de projecten Blekkerhoek, verdiepingsstudie structuurvisie en Leader krediet. Minder inkomsten bouwgrondexploitatie De mutaties grondexploitatie worden verrekend met de reserve en hebben geen invloed op het rekeningresultaat. Hierbij wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid (Paragraaf 3.7). Minder gemeentelijke leges / opbrengst derden omgevingsvergunning Primitief begroot in 2013 is een bedrag van € 923.500. Bij de najaarsnota 2013 is dit bedrag met € 175.000 naar beneden bijgesteld. Op rekeningbasis blijkt dat ondanks deze bijstelling de werkelijke opbrengst nog € 204.000 lager is dan begroot. Oorzaak is de afnemende vraag (-/- 13% aanvragen) naar ver- nieuwbouwprojecten. Ook zijn in 2013 een aantal grote projecten in procedure gebracht waarv an de leges in 2014 worden ontvangen.
182
Programmarekening 2013
Deelprogramma 7.2.
Economie
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Van Loevezijn en Burgemeester Zoon w. van Hulst
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
255.608
€
331.853
€
300.958
€
241.286
Lasten
€
769.675
€
963.233
€
1.627.483
€
818.199
Saldo
€
514.067
€
631.380
€
1.326.525
€
576.913
Programma 7.2: Lasten: Totaal begroot Werkelijke uitgaven Saldo
€ € €
1.627.483 963.233664.250 voordelig
Baten: Totaal begroot Werkelijke inkomsten Saldo
€ € €
300.958 331.85330.895- voordelig
Totaal saldo lasten en baten:
€
695.145 voordelig
Verklaring verschil uitgaven Eenmalige uitgaven openlucht recreatie niet ingezet Minder doorberekening eenmalige investeringen
€ €
25.788 584.722
Verklaring verschil inkomsten Meer rentevergoeding Enexis
€
45.707-
Toelichting op de verschillen 2013 Eenmalige uitgaven openlucht recreatie niet ingezet Die middelen hebben voor een deel betrekking op het oorspronkelijke gemeentelijke aandeel in de niet gerealiseerde muziekkoepel in Heino. Die restant-middelen waren in 2013 deels nog nodig voor de financieel/juridische afwikkeling van de subsidieaanvraag i n Europees verband. Een ander deel van de niet ingezette middelen betreft het eenmalige budget van € 25.000 voor fiets- en wandelpaden. In 2013 is dit budget niet volledig aangewend. Bij de vaststelling van de rekening 2013 wordt voorgesteld het restant-budget over te hevelen naar 2014. Minder doorberekening eenmalige investeringen Betreft het nog of niet volledig uitvoeren van projecten als aanleg glasvezel, duurzame versterking bedrijventerrein de Zegge en de aanleg van recreatieve fietspaden. Programmarekening 2013
183
Meer rentevergoeding Enexis De hogere uitkering betreft een vergoeding van energiebedrijf Enexis in relatie met de vervroegde aflossing van een deel van de aandeelhouderslening (Vordering op Enexis).
184
Programmarekening 2013
Programma 8
Financiering en alg dekkingsmiddelen
Portefeuillehouder Programmacoördinator
Wethouder Hiemstra R. Peeters
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
42.084.102
€
40.664.590
€
40.295.039
€
39.574.767
Lasten
€
1.263.446
€
1.600.315
€
2.184.164
€
1.459.166
Saldo
€
40.820.656-
€
39.064.275-
€
38.110.875-
€
38.115.601-
Raming 2013 na wijziging
Raming 2013 volgens progr begroting
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Baten
€
9.737.232
€
13.516.186
€
18.863.858
€
2.000.512
Lasten
€
4.995.389
€
13.792.280
€
6.381.418
€
3.554.097
Saldo
€
4.741.843-
€
276.093
€
12.482.440-
€
1.553.585
Verklaring verschil uitgaven Onvoorziene uitgaven Gereserveerde middelen algemene uitkering niet ingezet Stelpost onderuitputting Stelpost revolving fund verrekenen met reserve Meer kosten diensten derden Invordering Meer incidentele lasten Minder nadelige saldi kostenplaatsen Meer mutaties in reserves (excl. Bouwgrondexploitatie) Meer mutaties in reserves bouwgrondexploitatie
€ € € € € € € € €
24.964 402.519 250.00036.56437.17832.274497.224 1.903.2565.507.606-
Verklaring verschil inkomsten Meer opbrengst van Stichting beheer goederen (gestort in reserve) Meer algemene uitkering / spec uitkering Minder incidentele baten o.a. uitgestelde verkoop grond Minder mutaties in reserves (excl. Bouwgrondexploitatie) Meer mutaties in reserves bouwgrondexploitatie Beschikking over voorziening oninbare vorderingen Financien
€ € € € € €
186.698219.330133.650 9.009.788 3.584.47051.949-
Toelichting op de verschillen 2013 Voor nadere toelichting op dit programma verwijzen we u naar de paragraaf grondbeleid 3.7, paragraaf 5.1 analyse op hoofdlijnen en de paragraaf 5.3 financiering en algemene dekkingsmiddelen.
Programmarekening 2013
185
5.2.3 Wet normering Topinkomens Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna :WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen heeft de gemeente Raalte gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr. 2014-0000142706 kán en hoeft de gemeente Raalte niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT).” Naam organisatie: Functie:
Gemeente Raalte
Gemeente Raalte
Gemeentesecretaris
Griffier
Topfunctionaris
Topfunctionaris
E.T. Halman
J.B. Zijlstra
Aard van functie: Naam: Beloning
€
95.782
€
84.407
Belastbare vaste en variabele onkosten vergoeding
€
2.039
€
473
Werkgeversdeel van voorzieningen en beloningen betaalbaar op termijn Datum aanvang dienstverband in boekjaar
€
15.164
€
14.889
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1,0 fte
1,0 fte
Interim
n.v.t.
n.v.t.
Motivering overschrijding
n.v.t.
n.v.t.
Datum einde dienstverband in boekjaar Omvang dienstverband
186
Programmarekening 2013
5.3 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Portefeuillehouder
Wethouder Hiemstra
Lokale middelen
€ € € € €
6.345.635 126.166 74.667 2.812 16.766
€ € € € €
6.327.517 116.600 63.933 2.851 11.165
Raming 2013 voor wijziging excl nw beleid € 5.944.017 € 106.600 € 63.933 € 2.851 € 11.165
€
6.566.046
€
6.522.066
€
Lokale middelen die niet bestedingsgebonden zijn Onroerende-zaakbelasting Toeristenbelasting Forensenbelasting Baat- en bouwgrondbelasting Precariorechten
Realisatie 2013
Raming 2013 na wijziging
6.128.566
Incidenteel gerealiseerd in 2013 € € € € € €
-
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Lokale Heffingen.
Algemene uitkering Het afgelopen jaar heeft de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten in het teken gestaan van de uitwerking van het coalitieakkoord dat het kabinet Rutte 2 bij haar aantreden in 2012 heeft gesloten. Dit betekende dat de voorgenomen aanvullende rijksbezuinigingen tot een bedrag van zo’n € 6 miljard hebben geleid tot forse kortingen op de algemene uitkering in de komende jaren. Dit heeft er toe geleid dat de accressen voor de jaren 2013 t/m 2017 aanzienlijk werden verlaagd. Een uitzondering hierop is het uitkeringsjaar 2014 waarin - als gevolg van een aantal pieken in de infrastructurele projecten bij de rijksoverheid – het accres zelfs wat toeneemt. Voor de gemeente Raalte heeft de lager geraamde algemene uitkering geleid tot een bezuinigingstaakstelling van € 2.5 mln. Daarnaast is de voorgenomen decentralisatie van taken in het sociale domein verder uitgewerkt. Doel hiervan is om de middelen die hiermee gepaard gaan te ontschotten en onder te brengen in een sociaal deelfonds. Dat is geen specifieke uitkering maar een onderdeel van het gemeentefonds met een verantwoording aan de gemeenteraad. In de loop van 2013 is duidelijk geworden dat de invoering van alle drie de decentralisaties per 1 januari 2015 zal plaatsvinden. Ook de voorlopige budgetten voor de jeugdzorg en de nieuwe WMO zijn in de loop van 2013 duidelijk geworden. In de meicirculaire 2014 zullen deze budgetten voor 2015 worden geactualiseerd terwijl ook dan het budget voor de nieuwe taken in het kader van de nieuwe participatiewet bekend zullen worden gemaakt.
Programmarekening 2013
187
Ook is er in het afgelopen jaar veel aandacht geweest voor enkele onderwerpen die in het verlengde van de algemene uitkering ook met de financiële verhouding tussen Rijk en gemeenten te maken hebben. Te denken valt hierbij aan de invoering van de wet HOF (Houdbaarheid OverheidsFinanciën), het schatkistbankieren en de voorgenomen herijking van het gemeentefonds. Met name het schatkistbankieren vraagt een intensievere invulling van de treasury-functie. In het kader van de herijking van het gemeentefonds zijn er de afgelopen jaren onderzoeken gedaan om te kijken of de verdeling van het gemeentefonds nog wel gelijke tred houdt met de ontwikkeling van de kosten bij de gemeenten. De verdeling is tot nu toe steeds gebaseerd op een kosten georiënteerd verdeelmodel. Maatgevend daarbij zijn de kosten die gemeenten moeten maken om een gelijkwaardig voorzieningenpakket te kunnen leveren bij een gelijkblijvende belastingdruk. Daarbij is het begrip “sober en doelmatig” als kwalificatie van het niveau van de voorzieningen gehanteerd. De conclusies van de onderzoeken van de afgelopen jaren zijn voorgelegd aan de RVG, VNG en de vakdepartementen. In het overleg tussen deze partijen bleek echter onvoldoende overeenstemming over de conclusies, hetgeen uiteindelijk geleid heeft dat tot een lagere ambitie (geen normatieve wegingen inbouwen) om de clusters te wijzigen. De beoogde invoering van het nieuwe stelsel is voorzien per 1-1-2015. De uiteindelijke gevolgen van de wijzigingen zullen naar verwachting in de meicirculaire van 2014 bekend worden. De herverdeeleffecten zullen zowel in positieve als in negatieve zin worden afgetopt tot € 15 per inwoner per jaar. Resultaat Algemene Uitkering 2013 De primitieve begroting 2013 was voor wat de raming van de algemene uitkering betreft gebaseerd op de meicirculaire 2012. In de voorjaarsnota 2013 is de bijgestelde raming voor het jaar 2013 op basis van de septembercirculaire 2012 en de decembercirculaire 2012 vertaald in de begroting 2013. Doordat in deze circulaires nog niet de gevolgen van het regeerakkoord Rutte 2 waren opgenomen, was de mutatie van de algemene uitkering marginaal. Wel werden er voor enkele taken ( invoeringskosten Jeugdzorg, extra middelen CJG) ook middelen toegevoegd aan de algemene uitkering. De extra middelen zijn echter vooralsnog voor de betreffende taken gereserveerd of zijn reeds als dekking voor de uitvoering van de betreffende taken ingezet. Bij de meicirculaire 2013 werd het lagere accres over 2012, op grond van de onderuitputting van de uitgaven op rijksniveau, doorberekend in het uitkeringsjaar 2013. Daarnaast werd de uitkeringsbasis verlaagd als gevolg de lagere raming van de bijstandsuitkeringen en lagere woningwaarden ten behoeve van de WOZ-maatstaven. Dit leidde bij de najaarsnota tot een bijstelling van € 400.000 negatief. Uiteindelijk is over het uitkeringsjaar 2013 daadwerkelijk (na uitwerking van de decembercirculaire 2013) een bedrag van € 30,3 mln. aan algemene uitkering van het rijk ontvangen. Hierin is tot een bedrag van bijna € 4,48 mln. aan integratie- en decentralisatieuitkeringen opgenomen, waaronder ruim € 3,35 mln. structureel ten behoeve van de W et Maatschappelijke Ondersteuning (W.M.O.), € 0,75 structureel ten behoeve van de Centra voor Jeugd en Gezin (C.J.G.) , 0,16 structureel ten behoeve van combinatiefuncties, 0,10 ten behoeve van versterking peuterspeelzalen en 0,09 eenmalig uitkering als vergoeding voor de invoeringskosten Jeugdzorg.
188
Programmarekening 2013
De werkelijk ontvangen algemene uitkering uit het gemeentefonds in 2013 laat het volgende beeld zien: Uitkeringsjaar 2013
€
30.283.392
Uitkeringsjaar 2012
€
66.061
Uitkeringsjaar 2011
€
51.860
Totale ontvangsten 2013
€
30.401.313
Correctie nog te onvangen 2012
€
-75.222
Totaal uitkeringen in 2013
€ €
30.326.091 30.106.762
€
219.329
Geraamd in 2013 Voordelig resultaat
(decembercirculaire 2013)
Het voordelige verschil tussen de raming bij de najaarsnota 2013 en de uiteindelijk ontvangen uitkering over het uitkeringsjaar 2013 (decembercirculaire 2013) bedraagt dus € 0,2 mln.. Dit voordelige resultaat is een gevolg van de bijstellingen van de uitkering na de najaarsnota 2013 als gevolg van een verhoging van het accres 2013 en de nabetalingen en correctie over de jaren 2011 en 2012. Resultaat algemene uitkering 2011 en 2012 Over het uitkeringsjaar 2011 is in 2013 nog een bedrag ontvangen van € 51.860, terwijl over het uitkeringsjaar 2012 nog een bedrag werd ontvangen van € 66.061. Deze nabetaling waren nagenoeg geheel het gevolg van de bijstelling van de uitkeringfactor als gevolg van de hogere accressen over deze jaren en een bijstelling van de uitkeringsbasis (aantallen en maatstaven). Daarnaast vond in 2013 een administratieve correctie plaats van een in 2011 geregistreerde vordering (m.b.t. een voorschot bommenregeling) tot een bedrag van € 75.222 . Decembercirculaire 2013 Met de mei- en de septembercirculaire vindt jaarlijks de besluitvorming over het gemeentefonds op rijksniveau plaats. In de decembercirculaire wordt indien nodig een bijstelling van de uitkering over het betreffende begrotingsjaar gegeven. Met de decembercirculaire 2013 is de uitkering over het uitkeringsjaar 2011 definitief vastgesteld op € 31,1 mln. (inclusief € 3,4 mln. decentralisatie en integratie-uitkeringen) Daarnaast is in deze circulaire de technische bijstelling over de uitkeringsjaren 2012 en 2013 opgenomen. De resultaten hiervan zijn meegenomen in het bovenstaande resultaat voor de jaarrekening 2013.
Programmarekening 2013
189
Dividend In de jaarrekening 2013 zijn de volgende dividendbetalingen verantwoord. Realisatie 2013
Dividend Bank Nederlandse Gemeenten Wadinko Vitens Attero Enexis Vordering op Enexis Rova
Raming 2013 voor wijziging excl nw beleid
Raming 2013 na wijziging
€
38.721
€
38.450
€
30.450
€ € € € € €
45.000 107.159 3.240 49.463 37.845 377.803
€ € € € € €
45.000 107.000 45.000 377.830
€ € € € € €
45.000 100.000 45.000 250.000
€
659.231 €
613.280
€
470.450
Incidenteel gerealiseerd in 2013
€
-
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Verbonden Partijen
Saldo financieringsfunctie Realisatie 2013
Financieringsfunctie betaalde en ontvangen rente
€
960.464
Raming 2013 voor wijziging excl nw beleid
Raming 2013 na wijziging €
1.592.814
€
651.626
Incidenteel gerealiseerd in 2013 €
-
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf financiering.
Overige algemene dekkingsmiddelen In 2013 zijn de volgende algemene dekkingsmiddelen geraamd: Raning 2013
Omschrijving Prim begr 2013 stelpost alg uitkering armoedebestrijding en schuldhulpverlening Rek 2012: stelpost alg uitk armoedebestrijding en schuldhulpverlening Prim begr 2013 stelpost alg uitkering versterking handhaving gastouderopvang kinderopvang stelpost deels terugramen tgv toezicht kinderopvang
190
€
15.353
€
15.353
Bedrag valt vrij in 2013
Bedrag al bestemd in 2013
saldo 2014
€
30.706 €
-
€
-
€
34.244
€
-22.782 €
11.462 €
-
€
-
Programmarekening 2013
Raning 2013
Omschrijving Prim begr 2013 stelpost alg uitkering maatschappelijke participatie Rek 2012 naar 2013: stelpost alg uitk maatschappelijke participatie vanuit rek 2009 Rek 2012: stelpost alg uitk maatschappelijke participatie Prim begr 2013 stelpost alg uitkering versterking handhaving peuterspeelzaal Eenmalige stelpost gereserveerde middelen bijramen 2013 transitie AWBZ VJN 2013 - kleine wijzigingen 547-2012 transitie AWBZ Eenmalige stelpost gereserveerde middelen bijramen 2013 ger middelen NUP
Bedrag valt vrij in 2013
Bedrag al bestemd in 2013
saldo 2014
€
40.000
€
50.000
€
40.000
€
130.000 €
-
€
-
€
6.407
€
6.407 €
-
€
-
€
71.647
€
-71.647 €
-
€
-
€
60.807
NUP rek 2011 Rek 2012: stelpost alg uitk nationaal uitvoeringsprogramma Rek 2012: stelpost alg uitk transitiekosten regionale uitvoeringsdiensten RUD Transitiekosten RUD van ger middelen naar 80502800 Rek 2012: stelpost alg uitk pilot focus gemeenten Decentralisatie uitkering Pilot focus gemeenten Decentralisatie uitkering via 86070200 Rek 2012: stelpost alg uitk invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg VJN 2013 - decentralisatie uitv jeugdzorg correctie op voorjaarsnota 2013 terugdraaien decentralisatie jeugdzorg 2013 NJN 2013: decentralisatie jeugdzorg 86070300 NJN 2013: algemene uitkering stelposten decentralisatie invoering jeugdzorg VJN nieuw ramen decentralisatie invoering jeugdzorg
€
54.511
€
61.426
VJN 2013 - extra contactmoment GGD IJsselland VJN nieuw ramen decentralisatie uitvoering Centrum Jeugd en Gezin NJN 2013: algemene uitkering stelposten verhoging uitkering combinatiefuncties Totaal stelpost restant gereserveerde middelen
Programmarekening 2013
-
€
€
-
€ 115.937
€
€
36.500
€
-36.500 €
-
€
-
€
-
€
148.000
€
-148.000 €
-
€
-
€
-
€
-
€
-
€
-
-
€
24.767
€
69.781
€
-69.781
€
-117.205
€
55.618
€
36.820
€
-32.961
€
32.961
€
-
€
-
€
€
47.200
€
-
€
-
€
€
402.519
€
178.575 € 115.937
60.807
47.200
€ 108.007
191
Toelichting gereserveerde middelen algemene uitkering In 2013 zijn middelen tot een bedrag van € 402.519 gereserveerd, welke in 2013 of eerdere jaren via de algemene uitkering beschikbaar zijn gesteld. Ten aanzien van enkele beleidsterreinen is inmiddels beleid in ontwikkeling, waarvoor de gereserveerde gelden in 2013 geheel of gedeeltelijk worden aangewend. Ook zijn er middelen gereserveerd (tot een bedrag van € 178.575 waarvan € 105.353 gedekt was ten laste van de algemene bestemmingsreserve), waarvan nu geoordeeld wordt dat deze niet meer (met terugwerkende kracht) zullen worden ingezet voor het beoogde doel en derhalve nu worden toegevoegd aan het rekeningsaldo 2013. Op andere terreinen is nog geen beleid ontwikkeld en wordt nu bij de jaarrekening 2013 voorgesteld deze middelen opnieuw beschikbaar te stellen. Het betreft de volgende middelen: Implementatie van het nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) Rijk en medeoverheden willen de kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers, bedrijven en instellingen handhaven en waar mogelijk verbeteren. Gebruik van de e-overheid is hiervoor een randvoorwaarde. Uiteindelijk moet dit voor gemeenten ook leiden tot een efficiëntere dienstverlening. Om gemeenten hierin te stimuleren en te faciliteren wordt via een zogenaamde kasschuif gedurende de jaren 2011 t/m 2014 middelen aan het gemeentefonds toegevoegd. Voor Raalte betekent dit voor 2011 een bedrag van € 54.511, voor 2012 een bedrag van € 61.426 en voor 2013 een bedrag van 60.807. Voor 2014 is dit nog ruim € 60.000. In het jaar 2015 wordt het totaal over de jaren 2011 t/m 2014 verstrekte bedragen in 1 keer in mindering gebracht op de algemene uitkering. De middelen over 2011 en 2012 zijn reeds bij de jaarrekening 2012 gereserveerd. De middelen 2013 zijn vooralsnog niet aangewend en vloeien derhalve in het rekeningssaldo. Bij de bestemming van het resultaat wordt uw raad voorgesteld de middelen 2013 in 2014 opnieuw (ten laste van het rekeningresultaat) beschikbaar te stellen en te reserveren voor dit specifieke beleid of de toekomstige korting op de algemene uitkering. Brede impuls combinatiefuncties / buurtsportcoaches De brede impuls combinatiefuncties richt zich op de realisatie van combinatiefuncties en buurtsportcoaches. Deze impuls betreft de bestaande impuls brede scholen, sport en cultuur, uitgebreid met de inzet van buurtsportcoaches vanuit het VWS-programma “Sport en Bewegen in de Buurt”. In 2013 is in principe besloten tot deelname aan deze uitbreiding, hetgeen betekent dat het huidige aantal combinatiefuncties wordt uitgebreid van 5,9 fte tot 8,3 fte. Het Rijk draagt in de kosten hiervan 40% bij. Voor Raalte betekent dit een hogere bijdrage v an € 47.200. Het huidige project combinatiefunctionarissen binnen de gemeente Raalte heeft een looptijd tot en met 2015. Momenteel wordt een evaluatie en haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd om te bezien op welke wijze op een budget neutrale manier een vervolg kan worden gegeven aan dit project en hoe dit kan worden uitgebreid met de 2,4 fte buurtsportcoaches. In afwachting van de resultaten van deze evaluatie en het haalbaarheidsonderzoek wordt voorgesteld de extra middelen ad. € 47.200 te reserveren voor dit doel.
192
Programmarekening 2013
5.4
Onvoorzien
In de primitieve begroting 2013 is een post voor onvoorziene structurele en incidentele uitgaven opgenomen van € 100.000. Aan het eind van het jaar is er € 24.964 overgehouden. In het begrotingsjaar 2013 zijn de volgende wijzigingen ten laste van de posten onvoorzien structureel en eenmalig gebracht. Wijz. Nr. 500 539 555
Onderwerp Post onvoorzien / structureel beheerplan bermen en sloten handhaving nieuwe DHV kosten programmatuur gevonden en verloren voorwerpen
Vastgesteld d.d. 12-11-12 13-11-13 14-05-13
€ € €
Bedrag 50.000 21.0001.595-
28-05-13
€
10.000-
€
17.405
Stand 31-12-2013 Wijz. Nr. 515 6
Onderwerp Post onvoorzien / eenmalige uitgaven begeleidingskosten vm. Wethouder opstellen plan verzelfstandiging sport Stand 31-12-2013
Programmarekening 2013
Vastgesteld d.d. 12-11-12 11-01-13 31-01-13
€ € € €
Bedrag 50.000 12.44130.0007.559
193
5.5
Overzicht incidentele baten en lasten
Het verschil tussen incidenteel en structureel is niet altijd even scherp te trekken. De commissie BBV geeft hiervoor geen aanbevelingen of richtlijnen alleen een toelichting op de regelgeving. Structurele baten en lasten zijn in elk geval die baten en lasten die in beginsel jaarlijks in de begroting, meerjarenraming en jaarrekening zijn opgenomen.
Incidentele baten Programma 2 Programma 3.3 Programma 7.1 Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Gerealiseerd totaal van saldo van baten en lasten Resultaat na bestemming: Gerealiseerd resultaat
Realisatie begrotingsjaar
Raming Verschil realisatie begrotingsjaar na -/- raming wijziging € 31.865 € € 127.830 € € 748.595 € 204.362€ 45.000 € 400€ 35.430 € 46.060 € 16.400 € 4€ 191.746 € 191.746-
€ € € € € € €
31.865 127.830 544.233 44.600 81.490 16.396 -
€
846.414
€
1.196.866
€
350.452-
€
846.414
€
1.196.866
€ €
350.452-
Toelichting op de baten 2013: In 2013 hebben we de volgende incidentele baten ontvangen:
Programma 2: De gemeente maakt zo mogelijk gebruik van de subsidieregeling van de provincie waarbij een bijdrage kan worden verkregen in de kosten van de externe veiligheid. Via een verslag wordt achteraf financiële en inhoudelijke verantwoording afgelegd aan de provincie. Dit betreft een bedrag van € 31.865. Programma 3.3: Er is in 2013 een eenmalige, extra dividenduitkering ontvangen van ROVA als gevolg van de verkoop van het onderdeel NV ROVA bedrijven € 127.830. Programma 7.1: Primitief begroot in 2013 is een bedrag van € 923.5959. Bij de najaarsnota 2013 is dit bedrag met € 175.000 naar beneden bijgesteld tot € 748.595. Op rekeningbasis blijkt dat ondanks deze bijstelling de werkelijke opbrengst nog € 204.000 lager is dan begroot. Oorzaak is de afnemende vraag (-/- 13% aanvragen) naar ver- nieuwbouwprojecten. Ook zijn in 2013 een aantal grote projecten in procedure gebracht waarvan de leges in 2014 worden ontvangen.
Algemene dekkingsmiddelen: Bij de voorjaarsnota is € 45.000 geraamd als slotuitkering uit de algemene reserves van de Gemeenschappelijke Regeling Automatiseringscentrum Oost-Nederland en een bijdrage voor het omvormen van een parkeerplaats. Totaal werkelijk ontvangen € 44.600. Van de belastingdienst is een bedrag van € 35.430 ontvangen door het indienen van een suppletieaangifte btw, welk bedrag verantwoord is bij de najaarsnota 2013. Uiteindelijk is in 2013 een bedrag van € 46.060 extra ontvangen wat grotendeels wordt veroorzaakt door aanpassing van het mengpercentage btw (€ 17.473) en bcf afrekening 2011/2012 van € 29.426.
194
Programmarekening 2013
In verband met het opheffen van de Onderlinge Verzekeringen Overheid is een (slot)uitkering ontvangen van € 16.400. Bij de najaarsnota is een bedrag van € 191.746 geraamd als opbrengst grondverkoop aan Zozijn voor herontwikkeling de Kemphaan. Afwikkeling vindt echter pas in 2014 plaats.
Incidentele lasten Programma 1.1 Programma 2 Programma 3.1 Programma 3.1 Programma 3.1 Programma 3.1 Programma 3.2 Programma 3.3 Programma 4 Programma 5.1 Programma 5.1 Programma 5.2 Programma 5.2 Programma 6.1 Programma 7.1 Programma 7.2 Programma 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Gerealiseerd totaal van saldo van baten en lasten Resultaat na bestemming: Programma 5.1 Programma 7.1 Programma 7.1 Programma 7.1 Programma 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Gerealiseerd resultaat
Raming Realisatie Verschil realisatie begrotingsjaar na begrotingsjaar -/- raming wijziging € 124.093 € € 124.093 € 25.913 € 30.000 € 4.087€ 135.556 € 135.556 € € € 25.000 € 25.000€ 147.428 € 126.300 € 21.128 € 397.267 € € 397.267 € 112.000 € 112.000 € € 74.142 € 75.000 € 858€ € 100.000 € 100.000€ 222.793 € 150.000 € 72.793 € 113.562 € 170.000 € 56.438€ 30.000 € 30.000 € € 25.816 € 35.000 € 9.184€ 347.198 € 347.198 € € 214.493 € € 214.493 € 25.000 € 25.000 € € 7.470 € 25.000 € 17.530€ 5.255 € 132.350 € 127.095€ 135.000 € 135.000 € €
2.142.986
€
1.653.404
€
489.582
€ € € € € € € €
113.562 47.500 1.400.000 7.470 25.000 500.000 150.000 -100.546
€ € € € € € €
170.000 47.500 1.400.000 25.000 25.000 500.000 150.000 -664.096
€ € € € € € € €
56.43817.530563.550
€
Toelichting op de lasten 2013: In 2013 hebben we de volgende incidentele lasten gehad: Programma 1.1: Alle activaposten van de balans zijn in 2013 beoordeeld op de actuele waarde. Uit die beoordeling is gebleken dat de gemeente bezittingen op de balans heeft staan waarvan de waarde niet (meer) reëel is. Het betreft hier de grond van het gemeentehuis in Heino die ten onrechte nog voor € 125.000 geactiveerd is. Het afboeken resulteert in een nadeel van € 125.000
Programmarekening 2013
195
196
Programma 2: Er zijn eenmalige middelen beschikbaar gesteld voor optische en geluidsignalen voorrangsvoertuigen voor de brandweer voor een bedrag van € 30.000. In 2013 zijn die voertuigen aangeschaft voor een bedrag van € 25.913. Programma 3.1: De gemeente draagt, op basis van de potentheorie, bij in de kosten van de verkeersregelinstallatie van de provincie voor een bedrag van € 135.556. Programma 3.1: De gemeente draagt bij in de gekapitaliseerde onderhoud- en exploitatiekosten van de verkeersregelinstallatie voor een periode van 15 jaar. De bijdrage voor de gemeente bedraagt € 25.000 die in 2014 wordt afgerekend. Programma 3.1: Voor saneringskosten van de toegangsweg voormalige Heesweg 53 is eenmalig € 126.300 beschikbaar gesteld. De werkelijke kosten bedragen € 147.428. Programma 3.1: Voor de realisering aanleg Ceintuurbaan is de woning met grond Zwolsestraat 59 aangekocht. Op de woning is afgeschreven en de grond is als activa opgenomen in de staat van investeringen voor een bedrag van € 373.785. Nu de aanleg Ceintuurbaan is gerealiseerd moet de restant boekwaarde van de woning en de grond, samen totaal € 395.000, nog worden afgeboekt. Dit resulteert in een eenmalig nadeel op dit programma. Programma 3.2: aanbesteding openbaar groen € 112.000. Voor 3 jaar is het budget voor Openbaar Groen verhoogd met € 112.000 om een extra impuls te geven aan grootschalig onderhoud van groen in de openbare ruimte. Programma 3.3: Opstellen IVOR € 75.000. Bij de begroting zijn middelen beschikbaar gesteld voor het opstellen van een integrale visie van de openbare ruimte. Dit levert een set integrale en kaderstellende kwaliteitseisen op voor de openbare ruimte Programma 4: Voor de tijdelijke huisvesting van het Carmel College Salland tijdens de nieuwbouw zijn eenmalige middelen beschikbaar gesteld. In 2013 is de tijdelijke voorziening nog niet nodig geweest. Deze middelen worden overgeheveld naar 2014. Programma 5.1: Bij de begroting 2013 is een bedrag van € 150.000 beschikbaar gesteld voor de extra onderhoudskosten aan de technische installaties in het zwembad de Tippe. Bij uitvoering bleek het vanuit efficiency en effectiviteit nuttig gelijktijdig met dit technisch onderhoud ook een aantal overige - niet geplande onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en een aantal duurzaamheidsmaatregelen te nemen. Dit heeft geleid tot een overschrijding van het krediet van € 73.000. Dekking hiervoor is voor € 23.000 gevonden binnen de reserve klimaatbeleid en € 50.000 binnen de reserve onderhoud sportgebouwen. Programma 5.1: Ten behoeve van de herinrichting van het sportpark Ramele is een bedrag beschikbaar gesteld bij de begroting 2013 van € 170.000. De uitvoering hiervan heeft op onderdelen wat vertraging opgelopen doordat de atletiekvereniging AV Salland in eerste instantie niet bereid was om zich permanent te vestigen op deze locatie. Inmiddels is de vereniging hierop teruggekomen en wordt alsnog getracht uitvoering te geven aan een vestiging op het sportpark Ramele. Het per 31-12-2013 nog beschikbare krediet is overgebracht naar het jaar 2014. Programma 5.2: Er is een eenmalig budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van twee kunstwerken namelijk in de wijk Blekkerhoek en in de tunnel in Mariënheem. Beide werken zijn voltooid in 2013 voor het bedrag van € 30.000 Programma 5.2: De subsidie aan het Hoftheater is in 2013 eenmalig verhoogd, omdat de verwachte lagere energielasten als gevolg van de vernieuwbouw in dat jaar niet worden gerealiseerd ad € 35.000. W erkelijk € 25.816. Programma 6.1: De gemeente Raalte heeft in 2006 een bijzonder achtergestelde lening (BAGL) van € 347.198 verstrekt aan de stichting Larcom. Aflossing en rentebetaling zijn pas aan de orde als de solvabiliteit van Larcom 30% of meer is. Gezien de huidige financiële positie en de weinig positieve toekomstverwachting voor Larcom is voorgesteld een voorziening te treffen tot een bedrag van € 347.198 voor het niet of niet volledig aflossen van de genoemde lening. Programmarekening 2013
Programma 7.1: Een achtergestelde lening aan het Bouwfonds van de voormalige gemeente Heino moet nog worden afgeboekt. Die lening had destijds bij de financiële afwikkeling van de gemeentelijke herindeling betrokken moeten worden. Programma 7.2: Voor de uitvoering van projecten vanuit het beleidsprogramma recreatie en toerisme is voor 2013 een eenmalig budget beschikbaar gesteld van € 25.000. Programma 7.2: Via een amendement is er € 25.000 beschikbaar gesteld voor infrastructurele aanpassingen op industrieterrein ’t Zeegsveld in Heino. Het niet besteedde deel is overgebracht naar 2014. Dekking vindt plaats door een beschikking over de reserve infrastructuur.
Algemene dekkingsmiddelen: Voor de jaren 2013, 2014 en 2015 wordt jaarlijks per fte een Individueel Loopbaan Budget van € 500 begroot. Totaal begroot in 2013 € 132.350 waarvan € 5.255 daadwerkelijk is uitgegeven. Resultaat na bestemming: Programma 5.1: Het krediet voor herinrichting sportpark Ramele komt ten laste van de reserve herstructurering sportvelden. Programma 7.1: In 2013 is er eenmalig € 50.000 beschikbaar gesteld voor de kracht van Salland Buiten. Hiervan is € 47.500 toegevoegd aan de reserve kracht van Salland Buiten. Programma 7.1: Bij het vaststellen van de begroting 2013 is besloten om een extra donatie te doen in de reserve sociale infrastructuur. Programma 7.2: Bij het vaststellen van de begroting 2013 is besloten om een eenmalige donatie te doen in de reserve toeristische investeringen. Algemene dekkingsmiddelen: bij het vaststellen van de begroting 2013 is besloten om een eenmalige donatie te doen in de nieuwe reserve revolving fund. Algemene dekkingsmiddelen: bij het vaststellen van de begroting 2013 is besloten om eenmalig € 150.000 extra te storten in de reserve groot onderhoud gebouwen.
Programmarekening 2013
197
5.6.
Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid.
Analyse begrotingsafwijkingen Hiervoor is al per programma en voor de algemene dekkingsmiddelen ingegaan op de verschillen tussen de realisaties en de begrotingscijfers voor en na de wijziging. Bij dit totaaloverzicht wordt geen verdere aanvulling gegeven. Analyse begrotingsrechtmatigheid In de toelichting op de programmarekening moet volgens het BBV een analyse worden gegeven van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening. De verplichte analyse is ook te gebruiken voor een analyse op het gebied van de begrotingsrechtmatigheid. Hiervoor wordt dan ook verwezen naar het onderstaande totaaloverzicht en de toelichting bij de diverse programma’s. Op grond van artikel 189, lid 3 gemeentewet zijn in principe alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten (en daarmee overeenstemmende balansmutaties) onrechtmatig. Ten aanzien hiervan wordt het volgende vermeld: De overschrijdingen van de lasten zijn beoordeeld op programmaniveau en daarbij zijn betrokken de bijbehorende baten van die programma’s. Bij de totale afweging van de relevantie van de begrotingsoverschrijdingen is het oordeel dat die overschrijdingen allen door middel van vaststelling door de raad van de programmarekening zijn geautoriseerd. In onderstaand overzicht ziet u per programma de begrotingsafwijking en de daarbij aangegeven verklaring.
Programma
Bedrag
Begrotingsafwijking
Onrecht- Onrechtmatig, matig, telt niet telt wel mee mee
1.1
€
57.753-
Bedrijfsvoering: storting voorzieningen
x
2.0
€
34.261-
Bedrijfsvoering: meer kosten doorberekening uren
x
lokale heffingen
€
188.251-
Bedrijfsvoering: meer kosten doorberekening uren
x
Onvoorzien
€
222.477-
Bedrijfsvoering
x
198
Programmarekening 2013
200
Programmarekening 2013
HOOFDSTUK 6. BIJLAGEN 6.1.
Verschillen overzicht rekening 2012 – 2013
202
6.2.
Verschillen overzicht begroting 2013 – rekening 2013
204
6.3.
Overzicht niet aangewende kredieten / budgetten 2013 overbrengen naar 2014
206
6.4.
Sisa-overzicht
208
6.5
Investeren Met Gemeenten – overzicht
210
6.6
Formats reserves:
211
- Spoorse doorsnijding
211
- Gekoppelde reserve hoftheater
212
- Participatiewet
213
Programmarekening 2013
201
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Gemeente Raalte Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in de programmarekening opgenomen jaarrekening 2013 van de gemeente Raalte gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en het overzicht van baten en lasten over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede het in hoofdstuk 6.4 van de programmarekening opgenomen SiSa-overzicht. Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Raalte is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante weten regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en de Beleidsregels toepassing WNT. Het College van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, het controleprotocol dat op 16 december 2010 is vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Raalte en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’ inclusief het controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
214
Programmarekening 2013
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de Gemeenteraad bij raadsbesluit van 16 december 2010 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeente Raalte een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d van de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Arnhem, 24 april 2014
Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. J.M.A. Drost RA
Programmarekening 2013
215
Afsluiting Inleiding Met de programmarekening 2013 wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde financieel beheer het afgelopen jaar. Bij de presentatie en analyse van de rekeningsgegevens is de regelgeving volgens het BBV toegepast.
Verklaring College van Burgemeester en Wethouders Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte verklaren, dat de programmarekening hen op 22 april 2014 is aangeboden en op 25 april 2014 is overgelegd aan de raad en op 30 april in het gemeentehuis gedurende 14 dagen ter inzage is gelegd en algemeen verkrijgbaar is gesteld.
Raalte, Burgemeester en wethouders van Raalte, De waarnemend secretaris,
de burgemeester,
A. Nijman
P.A. Zoon
216
Programmarekening 2013
RAADSBESLUIT
RAADSVERGADERING
:
15 mei 2014
ZAAKNUMMER
:
5254
GERELATEERDE ZAAK :
De raad van de gemeente Raalte, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 april 2014 besluit: 1. De programmarekening 2013, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening 2013 vast te stellen. 2. Het negatieve rekeningresultaat 2013 van € 2.872.445 te onttrekken aan de algemene bestemmingsreserve. 3. Gelijktijdig met de onttrekking van het negatieve rekeningresultaat 2013 aan de algemene bestemmingsreserve te besluiten tot de volgende wijziging van de begroting 2014: a. Eenmalige investeringen voor een totaalbedrag van € 414.575 opnieuw te ramen op de desbetreffende beheersproducten en dit bedrag te onttrekken aan de algemene bestemmingsreserve, ter dekking van de eenmalige afschrijving in 2014. b. Eenmalige posten voor een totaalbedrag van -/- € 166.756 opnieuw te ramen op de desbetreffende beheersproducten en dit bedrag toe te voegen aan de algemene bestemmingsreserve. c. Stelpost algemene uitkering voor een specifiek doel van € 108.007 opnieuw te ramen en dit bedrag te onttrekken aan de algemene bestemmingsreserve. d. Een structurele post voor een bepaald doel van € 63.149 opnieuw te ramen en dit bedrag te onttrekken aan de algemene bestemmingsreserve. e. Een bedrag van € 460.694 voor in 2013 niet uitgegeven gelden die werden afgedekt door een beschikking over een bestemmingsreserve, in 2014 opnieuw te ramen en deze bedragen te onttrekken aan deze bestemmingsreserves. 4. a. In te stemmen met het instellen van de reserve spoorse doorsnijding Raalte Noord en de gekoppelde reserve hoftheater. b. Het maximum plafond van de egalisatiereserve participatiewet te bepalen op € 1,5 mln.
Aldus besloten in de vergadering van 15 mei 2014. de griffier,
Programmarekening 2013
de voorzitter,
217