2.2.8
EEN WOORD VOORAF HOOFDSTUK 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
HOOFDSTUK 2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7
5
EEN SCHETS VAN ONZE SCHOOL
7
Naam en adresgegevens van de school Personeel Sint Martinusschool Stagiaires Situering van de school Schoolgrootte Schoolbestuur Taak en samenstelling van de MedezeggenschapsRaad (MR) en de Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR) Taak en samenstelling van de Ouderraad (OR)
7 7 7 8 8 8 10 10
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
13
Missie van de Sint Martinusschool Gemeenschappelijke visie van de Sint Martinusschool Visie op kinderen, team en ouders Visie op leiderschapsstijl Visie op relatie, competentie, autonomie Visie m.b.t. goed onderwijs Visie op de opvoedende taak van de school Visie op katholieke identiteit Visie op het schoolgebouw
13 13 13 13 14 14 15 15 15
Visie op maatschappelijke ontwikkelingen en consequenties voor onze visie Prioriteiten De sfeer in school Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen Als uw kind niet graag naar school gaat Regels en afspraken Pestprotocol
16 16 16 17 18 18 18
HET ONDERWIJS
19
3.1
De organisatie van de school
19
3.1.1
Onderbouw, middenbouw en bovenbouw
19
3.1.2
Klassenregistratie
19
3.1.3
Klassenconsultatie
20
3.1.4
Groepering, groepsgrootte en lesorganisatie
20
3.1.5
Groepssamenstelling
20
3.2
Het onderwijsprogramma
21
3.2.1
Werken met dagplanningen
21
3.2.2
Coöperatief leren: samenwerkend leren door te doen
21
3.3
Onderwijs aan het jonge kind (groepen 1 en 2)
22
3.3.1
De drie I’s van Speelplezier
23
3.3.2
Observatie
23
3.3.3
Bedoelingen gekoppeld aan activiteiten
24
3.3.4
Overgang van groep 2 naar groep 3
25
3.4 3.5
Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 De voornaamste vakken en daarbij behorende activiteiten zijn: Godsdienstige vorming Nederlandse taal en lezen Rekenen en wiskunde Schrijven
26
2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
HOOFDSTUK 3
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4
27 27 28 29 29
3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.5.8 3.5.9 3.6 3.7 3.8 3.8.1
HOOFDSTUK 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Engels Wereldoriëntatie Computers in het onderwijs Creatieve vakken Lichamelijke oefening Inspectie Schoolplan Besteding van de onderwijstijd Schooltijden
29 29 30 31 31 31 32 32 33
DE ZORG VOOR DE KINDEREN
35
Leerlingenzorg De rol van de groepsleerkracht De rol van de interne begeleider Zorg voor kinderen met specifieke behoeften Zorg op niveau 1: Zorg in de groep, het verzorgen van goed onderwijs Zorg op niveau 2: Extra zorg binnen de groep Zorg op niveau 3: Zorg op schoolniveau, interne deskundigen Zorg op niveau 4: Externe deskundigen Zorg op niveau 5: Scholen voor speciaal basisonderwijs Doubleren en groep overslaan Begeleiding meer- en hoogbegaafde kinderen Rapport Passend Onderwijs De begeleiding van de overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs (overgang PO-VO) Logopedie
35 35 35 36 36 36 36 36 36 37 37 38 39
HOOFDSTUK 5 5.1 5.2
HOOFDSTUK 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13 6.14 6.15 6.16 6.17 6.18 6.19 6.20
DE LERAREN
43
Personeelsbeleid Scholing van leerkrachten
43 43
DE OUDERS
45
Het belang van de betrokkenheid van ouders Gesprek met de leerkracht Gesprek met de directeur Algemene ouderavond Informatiebijeenkomsten Ouderraad Ouderbijdrage Ouderhulp Ouderbetrokkenheid op afstand Nieuwsbrief Evenementen, excursies en vieringen Verkeerswerkgroep Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg Peuterspeelzaal Veiligheidsplan Klachtenregeling Regeling seksuele intimidatie Bedrijfshulpverleners (BHV-ers) Roken Sponsoring
45 45 45 45 45 45 46 46 46 47 47 47 47 49 49 49 51 51 52 52
41 42
2
HOOFDSTUK 7 7.1 7.2 7.3 7.2
HOOFDSTUK 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10 8.11 8.12 8.13
DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
53
Uitstroom en Resultaten Resultaten Eindtoets 2014-2015 Verwijzing / plaatsing naar het voortgezet onderwijs Uitkomsten van het regulier/integraal schooltoezicht
53 54 54 54
PRAKTISCHE ZAKEN
55
Aanmelding, inschrijving, kennismaking en instroom van nieuwe leerlingen Informatie vooraf Afmelden leerlingen Naar school en terug naar huis Overblijven op de Sint Martinusschool Verlof buiten schoolvakanties Verzekeringen Eten, drinken en trakteren in de school Afspraken betreffende eten en afval Afspraken betreffende mobiele telefoongebruik Zoekgeraakte voorwerpen Jeugdbladen: Doremi, okki, taptoe e.d. Buitenschoolse activiteiten
55 55 56 56 56 57 58 58 59 59 59 59 59
APARTE BIJLAGE: vragenlijst voor ouders over de schoolgids
3
COLOFON
© 2005 Gronsveld 9e herziene uitgave oktober 2015
Foto’s Jos Maes
Grafische vormgeving Grafisch Ontwerp Bureau Hetty Creemers Maastricht
Redactie Werkgroep schoolgids
4
Wat staat er in deze schoolgids? Na een korte schets van onze school vindt u in deze schoolgids informatie over: –
wat leren de kinderen op de Sint Martinusschool;
–
de zorg voor de kinderen;
–
wat ouders en school van elkaar mogen verwachten;
–
de resultaten die onze school bereikt.
Waarom een schoolgids voor ouders?
De schoolgids bevat uiteraard ook veel praktische informatie.
Deze schoolgids is bedoeld om u te informeren over het onderwijs op onze
De schoolgids sluit aan bij het schoolplan (Zie 3.7). Hierin hebben wij voor
school. De gids laat zien wat wij u en uw kind te bieden hebben. Ouder(s) /
een periode van vier jaar uitgebreid beschreven hoe ons onderwijs in elkaar
verzorger(s)* van toekomstige leerlingen kunnen in de schoolgids lezen
zit en wat onze plannen zijn om een goede school te blijven.
waarom onze school een goede keuze is. De schoolgids geeft aan waar de Sint Martinusschool voor staat en wat u van ons mag verwachten.
Wie hebben aan de schoolgids gewerkt?
Samen met de jaarkalender, waarop de activiteiten, vakanties, vrije dagen,
Deze schoolgids is in goed overleg met ouders en de diverse geledingen
namen en adressen van alle bij de school betrokkenen staan aangegeven, kan
binnen de school tot stand gekomen. Wanneer er vragen zijn die voor u na
deze gids dienst doen als belangrijk naslagwerk.
het lezen van deze gids onbeantwoord blijven, zijn we gaarne bereid deze in
Via
regelmatig
verschijnende
nieuwsbrieven
en
de
website:
een gesprek te beantwoorden.
www.sintmartinus-gronsveld.nl wordt u in de loop van het schooljaar op de
We hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Heeft u vragen of
hoogte gehouden van diverse actuele zaken. Aanvullingen en / of wijzigingen
wensen naar aanleiding van deze schoolgids of suggesties voor verbetering,
in de loop van het schooljaar worden ook via de nieuwsbrief en op de web-
dan horen we dat graag van u. We staan open voor ideeën en meningen.
site bekend gemaakt.
Communicatie met ouders willen we tweezijdig laten verlopen.
Aan ouders die al leerlingen op onze school hebben, leggen wij verant-
We vinden het erg belangrijk dat kinderen zich prettig voelen op school en
woording af over onze manier van werken en de behaalde resultaten.
dat u zich betrokken voelt. Wij hopen dat de schoolgids een bijdrage levert om de samenwerking en betrokkenheid tussen school en ouders te vergro-
U kunt ons altijd aanspreken op de inhoud van de gids. Bent u van mening dat wij iets niet waar maken, dat er iets niet goed gaat of beter kan? Laat
ten.
het ons weten. Dan kunnen we samen met u werken aan een nog betere
Namens de werkgroep schoolgids
kwaliteit van ons onderwijs.
Tino Peerboom, directeur Sint Martinusschool * Ten gunste van de leesbaarheid wordt in de rest van de tekst alleen gesproken over ‘ouders’; bedoeld wordt ouder(s) / verzorger(s).
5
6
1.2
Personeel Sint Martinusschool De Sint Martinusschool telt 17 personeelsleden: Het managementteam (MT) bestaat uit:
1.1
–
1 directeur van het cluster Sint Martinus & St. Jozef Oost-Maarland;
–
1 middenmanager van het cluster Sint Martinus & St. Jozef Oost-Maarland;
–
1 interne begeleider van het cluster Sint Martinus & St. Jozef Oost-Maarland;
Naam en adresgegevens van de school
Het onderwijsgevend personeel (OP) bestaat uit: –
School
R.K. basisschool Sint Martinus,
12 groepsleerkrachten, waarvan 6 parttime en 6 fulltime; Het onderwijsondersteunend personeel (OOP) bestaat uit:
Gronsvelder Kerkplein 8
–
1 conciërge
6247 CM Gronsveld
–
1 parttime administratieve kracht.
T
043 - 4087180
E
[email protected]
Het team bestaat uit 14 vrouwen en 3 mannen.
w
www.sintmartinus-gronsveld.nl
Qua leeftijd is er een mix van ouder en jonger personeel.
Directeur Tino Peerboom,
De namen en adressen van de teamleden en alle bij school betrokkenen
Kapelkesstraat 53,
staan jaarlijks op de website en schoolkalender vermeld.
6245 AH Eijsden T
043 - 4092596; 06 - 15867326
E
[email protected]
1.3
Stagiaires
Stichting kom Leren
In diverse groepen van onze school zijn regelmatig stagiaires van de PABO
Oranjeplein 201,
(opleiding leerkracht basisonderwijs) werkzaam om hun praktijkopdrachten
6224 KV Maastricht
uit te voeren. Vierde jaars studenten ronden hun opleiding af door zelf-
T
043 - 4100300
standig in een groep te functioneren onder verantwoordelijkheid van de
E
[email protected]
groepsleerkracht.
w
www.kom-leren.nl
Daarnaast begeleiden wij ook stagiaires van Leeuwenborgh opleidingen uit
Bestuur
Maastricht. Zij lopen stage vanuit verschillende richtingen: –
klassen- en onderwijsassistenten. Deze stagiaires assisteren gedurende een aantal maanden 3 of 4 dagen per week in een groep;
7
–
–
administratie. Deze stagiaires voeren gedurende een periode van ongeveer 3
Basisschool Sint Martinus is een instelling voor bijzonder onderwijs. Dat
maanden administratieve taken uit onder begeleiding van de interne begeleiders,
betekent dat de school niet door de overheid wordt bestuurd (zoals dat bij
administratieve kracht, middenmanager of directeur;
openbare scholen wel het geval is), maar dat er een private rechtspersoon
Welzijn. Deze stagiaires helpen de conciërge, ondersteunen kleine groepjes
is, die het bevoegd gezag vormt.
kinderen bij activiteiten in de groep en krijgen een aantal huishoudelijke taken. De aanwezigheid van stagiaires in de school betekent in de meeste gevallen
Basisschool Sint Martinus vormt met St. Jozef Oost-Maarland een cluster.
een verlevendiging van het onderwijs en een verrijking van de extra moge-
Dit betekent dat de directie en coördinator leerlingzorg voor beide scho-
lijkheden. De ervaring leert dat kinderen snel wennen en zelfs gehecht
len werken.
kunnen raken aan studenten die de vaste groepsleerkracht ondersteunen, lessen overnemen of kleine groepjes kinderen begeleiden.
1.4
1.5
Situering van de school
Schoolgrootte Op de teldatum van 01-10-2015 telde de school 192 leerlingen, waarvan 100 in de groepen 1 t/m 4 en 92 in de groepen 5 t/m 8. 96 jongens en 96
De Sint Martinusschool is een dorpsschool met een katholieke identiteit,
meisjes. Onze school heeft enkele leerlingen met een niet-Nederlandse na-
gelegen in een rustige en natuurlijke omgeving, die haar leerlingen hoofdza-
tionaliteit. De leerlingprognose geeft aan dat het aantal leerlingen de ko-
kelijk ziet toestromen uit de dorpskernen Gronsveld en Rijckholt. De
mende jaren zal dalen van 192 in 2015 - 2016 naar 175 in 2017 - 2018. De
school is verbonden met en betrokken bij de dorpsgemeenschap.
belangrijkste oorzaak hiervan is dat er in beide dorpskernen niet meer ge-
De Sint Martinusschool is de enige school in Gronsveld en Rijckholt en is
bouwd wordt.
gelegen in de gemeente Eijsden-Margraten. Vanaf 25 augustus 2015 is de school gevestigd in een nieuw multifunctioneel gebouw (MFA) oftewel de nieuwe brede school “Ién de bleuj” gezamenlijk met de peuterspeelzaal, de
1.6
Schoolbestuur
buitenschoolse opvang, de schutterij, de schoolbibliotheek en de parochie. De meeste ouders wonen relatief dicht bij de school. Veel kinderen komen
Het schoolbestuur wordt officieel betiteld als ‘het bevoegd gezag’ van de
met de fiets naar school. Voor de ouders die hun kinderen met de auto
school. Dit bevoegd gezag draagt de eindverantwoordelijkheid voor het
brengen, is een parkeerplaats aangelegd. De parkeergelegenheid op het
onderwijs aan de onder haar bestuur vallende scholen. Zij is ook de forme-
Gronsvelder Kerkplein is echter zeer beperkt. Om onveilige verkeerssitua-
le werkgever van het personeel dat binnen de school werkzaam is.
ties te voorkomen vragen we u, indien mogelijk uw kind(eren) niet met de auto naar school te brengen.
We nodigen alle kinderen uit om bij ons te komen Leren. Leren met een hoofdletter “L”, want kinderen in ontwikkeling Leren iedere dag op heel veel gebieden om te groeien als mens.
8
– – – – – – – – – – –
kom jezelf ontdekken
Missie/visie
kom je talenten ontwikkelen
Wij beschouwen talentontwikkeling als onze opdracht
kom je mogelijkheden verkennen
Stichting kom Leren gaat ervan uit dat kinderen voortdurend en op ver-
kom Leren van succes
schillende manieren leren. Het onderwijs wordt zo ingericht dat het daarop
kom Leren van fouten
inspeelt. De scholen bieden een rijke, boeiende, uitdagende en stimuleren-
kom om echt gezien te worden
de leeromgeving. Het kind, zijn ontwikkelingsmogelijkheden en zijn leerstij-
kom om echt geaccepteerd te worden
len staan centraal bij het aanbieden van het onderwijs dat het beste past.
kom om echt gerespecteerd te worden
Het doel is de kinderen, door hun cognitieve, sociaal-emotionele en crea-
kom om echt te Leren
tieve talenten te ontwikkelen, te brengen tot evenwichtige persoonlijkhe-
kom bij Stichting kom Leren
den, die met zelfvertrouwen en verantwoordelijkheidsbesef hun plaats in
en leer het beste uit jezelf te halen!
de samenleving kunnen vinden. Wij zien onderwijs als mensenwerk
Stichting kom Leren is een stichting die is ontstaan uit een fusie tussen
De school is een mensengemeenschap, waarin mensen gezien en gehoord
Stichting jong Leren, een organisatie voor openbaar en algemeen bijzonder
worden en waar men respectvol met elkaar omgaat. Personeelsleden zijn
primair onderwijs in Zuid Limburg en Stichting Katholiek Onderwijs Mer-
betrokken bij de kinderen en bij elkaar. Ze zijn bevlogen, bevoegd, be-
gelland, een organisatie voor katholiek primair onderwijs in het Heuvelland.
kwaam en onderhouden voortdurend hun professionaliteit. In de school
De nieuwe stichting telt 23 scholen in Maastricht, Eijsden-Margraten, Gul-
vindt een vanzelfsprekende professionele dialoog met collega’s, leidingge-
pen-Wittem, Meerssen en Valkenburg a/d Geul.
venden, ouders en anderen plaats, zodat ze met en van elkaar kunnen le-
Stichting kom Leren heeft ongeveer 400 personeelsleden in dienst en biedt
ren. Stichting kom Leren vult het werkgeverschap in vanuit de idee dat de
onderwijs aan 4000 leerlingen.
personeelsleden het kapitaal van de organisatie vormen.
Stichting kom Leren wordt gespeld met een kleine ‘k’ omdat we kinderen van klein tot groot uitnodigen om bij ons te komen Leren met een hoofd-
Bestuur
letter ‘L’. Stichting kom Leren staat voor kwalitatief goed onderwijs, waar-
De stichting kent 2 organen: Het College van Bestuur en de Raad van Toe-
bij we de eigenheid van ieder kind niet uit het oog verliezen.
zicht.
Stichting kom Leren,
Het College van Bestuur
Oranjeplein 201
Het College van Bestuur is belast met het besturen van de stichting en
6224 KV Maastricht
komt alle taken en bevoegdheden toe die wettelijk het bestuur van de
Telefoon : 043-4100300
stichting toekomen, met uitzondering van de taken en bevoegdheden die in
e-mail
:
[email protected]
de statuten en de wet expliciet aan de Raad van Toezicht zijn toegekend.
website
: www.kom-leren.nl
9
Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de eenheid van het totale beleid en schept op bestuursniveau waarborgen ter bescherming van en bevordering van de denominatieve identiteit respectievelijk het openbaar karakter van de stichting en van de onderscheiden onder zijn beheer staande scholen en overige voorzieningen. Het College van Bestuur heeft
1.7
Taak en samenstelling van de MedezeggenschapsRaad (MR) en Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR) De medezeggenschapsraad
zijn werkzaamheden vastgelegd in het bestuursstatuut.
Betrokkenheid van ouders en leerkrachten komt o.a. tot uiting in ouder-
Het College van Bestuur bestaat uit de volgende personen:
(M.R.). In de wet op de medezeggenschap in het onderwijs is de inspraak
participatie, ouderraad, het teamoverleg en de medezeggenschapsraad
Dhr. R. Beaumont ( Voorzitter CvB) en dhr. Johan Linckens ( lid CvB)
van de ouders, personeel en de leerlingen vastgelegd. In de medezeggen-
De Raad van Toezicht
M.R. is in tegenstelling tot de ouderraad, een officieel inspraak- en advies-
De Raad van Toezicht houdt toezicht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting, de algemene gang van zaken binnen de stichting alsmede het functioneren van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht vastgelegd in het bestuursstatuut.
schapsraad zijn zowel de leerkrachten als de ouders vertegenwoordigd. De orgaan. De leden van de M.R. worden gekozen uit het personeel en de ouders. De zittingsperiode is twee jaar. De zittende ouderleden zijn herkiesbaar zolang hun kinderen nog op onze school zitten. Voor het optimaal vervullen van haar taken zal de M.R. regelmatig contact met de ouderraad, bestuur, directeur, individuele ouders en personeelsle-
De Raad van Toezicht wordt voorgezeten door dhr. E. van Helsland
den moeten houden.
Bestuursbureau
De taken en de bevoegdheden van de M.R. zijn:
Het bestuur wordt ondersteund door beleidsmedewerkers op de terreinen personeelszaken, huisvesting en financiën, onderwijs en zorg. Eveneens is er een directeur audit en control aan het bestuursbureau ver-
Advisering bij: • vaststelling of wijziging van het schoolplan • fundamentele wijzigingen in de organisatie van de school
bonden.
• aanstelling schoolleiding
Directeurenberaad
• beleid over de besteding van de middelen van de school
De directeuren van de scholen van de stichting vormen tezamen het directeurenberaad. Dit is een overlegorgaan met een adviserende functie.
• vaststelling of wijziging van de taakverdeling binnen de school
Instemming bij; • verandering van de grondslag van de school • een eventuele fusie • deelneming aan onderwijskundige projecten of experimenten • verandering of wijziging in het beleid rondom ouderparticipatie.
10
De M.R. is gebonden aan een officieel goedgekeurd reglement dat ter inzage op school ligt. De vergaderingen van de MR zijn openbaar en worden op school gehouden. De notulen zijn op de website van de school te lezen. GMR van kom Leren De Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) bestaat uit leerkrachten en ouders van bij de stichting aangesloten scholen. Deze personen zijn gekozen door de MR van de scholen. De GMR dient voorstellen en ontwikkelingen te bekijken vanuit het algemeen belang van scholen, ouders, leerkrachten en leerlingen van de stichting, niet vanuit het perspectief van één school. In het Medezeggenschapsstatuut van kom Leren en in het Reglement van de GMR staat beschreven hoe medezeggenschap in de stichting is vastgelegd, wat taken, rechten en verplichtingen zijn van de GMR, het College van Bestuur en de MR-en. Er zijn 14 zetels in de GMR van kom Leren. Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter (Jean-Pierre Guyaux), secretaris (Antoinne Beijers) en penningmeester (Jim Jackman) en wordt ondersteund door een ambtelijk secretariaat (Ariane Schut).
1.8
Taak en samenstelling van de ouderraad Leden van de ouderraad zijn ouders van kinderen die onze school bezoeken en verrichten ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs. De ouderraad heeft een brugfunctie tussen ouders en school. Voor meer informatie betreffende de ouderraad verwijzen wij naar hoofdstuk 6, paragraaf 6.6
11
12
Wat betreft leerlingen vinden we belangrijk dat ze met veel plezier naar school komen en dat leerlingen zichzelf kunnen zijn! Verschillen worden geaccepteerd en gerespecteerd. Elk kind is uniek! Elk kind is anders! Dit respecteren we. Leerlingen ontwikkelen zich zo optimaal mogelijk. ‘Eruit halen wat erin zit!’, vinden we belangrijk. Leerlingen weten goed wat ze leren en waarom ze leren. Leerlingen weten waar ze goed in zijn. Waar mogelijk richten we ons zoveel mogelijk op omgaan met verschillen. Elke
2.1
Missie van de Sint Martinusschool
leerling ongeacht de mogelijkheden en behoeftes, heeft uitzicht op succes! Wat betreft het team vinden we het belangrijk dat de visie van persoonlijke
“Wij willen kinderen, in goede samenwerking met ouders, begeleiden naar
teamleden terug te vinden is in de gezamenlijke visie. Plezier hebben in het
zelfstandigheid in een veilige en uitdagende omgeving, voorbereiden op de
werk en een goede communicatie vinden we essentieel.
maatschappij, op een prettige en gevarieerde wijze, zoveel mogelijk kansen
Speciale kwaliteiten die verwacht worden van teamleden zijn: elkaar res-
biedend, rekening houdend met verschillen.”
pecteren, eerlijkheid t.o.v. elkaar, begrip tonen, open staan voor ontwikkeling, goed luisteren en doorvragen, bereidheid elkaar te helpen, feedback
2.2
geven, elkaar stimuleren en motiveren, afspraken nakomen, bereidheid om
Gemeenschappelijke visie Sint Martinusschool
met elkaar en van elkaar te leren. Wat betreft ouders vinden we een open samenwerking belangrijk. Duidelij-
Onder visie verstaan we: “Een gezamenlijk streven, een beeld van de
ke afspraken en een goede communicatie zijn hierin belangrijke ingrediën-
toekomst, dat voortkomt uit de persoonlijke achtergronden waarbij je re-
ten. Ouders zijn van nature betrokken bij hun kinderen en leerkrachten zijn
kening houdt met de dynamische maatschappij.”
van nature betrokken bij hun leerlingen. Als de samenwerking tussen ouders en school goed is heeft dat een positieve invloed op de ontwikkeling
Het formuleren van een gezamenlijke visie vraagt om nieuwe manieren van
en het welbevinden van kinderen. Waar mogelijk en wenselijk, worden ou-
doen en denken, en geeft richting aan het voortdurend blijven leren. We
ders actief betrokken bij het onderwijs.
willen de heldere visie op ouderbetrokkenheid concreet formuleren. 2.2.2 2.2.1
Visie op leiderschapsstijl
Visie op kinderen, team en ouders
Leiderschap moet positief, open, samen en professioneel zijn vanuit een ge-
Een open samenwerking en een hoge betrokkenheid tussen kinderen, team
zamenlijke verantwoordelijkheid. De leider zoekt kansen om de gezamen-
en ouders vinden we essentieel. Ouders, leerkrachten en leerlingen kunnen
lijke visie in de praktijk levend en bespreekbaar te houden.
veel leren van elkaar. We vinden het belangrijk dat iedereen met een positief gevoel terugkijkt op de jaren Sint Martinusschool.
13
Specifieke kwaliteiten die verwacht worden van de leider zijn: deskundig-
Wat betreft competentie vinden we dat iedereen de kans moet krijgen om
heid, sociaal voelend zijn, goed kunnen luisteren, feedback geven, coachen,
te groeien. Men moet zich bewust zijn waar men mee bezig is. Iedereen
constructief omgaan met kritiek, kunnen presenteren en relativeren, open-
neemt en krijgt verantwoordelijkheid. Er moet ruimte zijn om zelf te stu-
staan voor vernieuwingen, beleidslijnen uitzetten, coördineren en een goed
ren, nieuwsgierig te zijn, te willen leren, te willen ontwikkelen, uitdagingen
personeelsbeleid organiseren.
aan te gaan en bekwaamheden te ontwikkelen. Persoonlijk meesterschap
Een goede communicatie is essentieel. De leider durft besluiten te nemen
en teamleren vinden we belangrijk! We willen ‘van elkaar en met elkaar’ le-
en situationeel te handelen. De leider moet erop toezien dat processen
ren.
goed verlopen. Kwaliteiten van teamleden moeten zoveel mogelijk gestimu-
Wat betreft autonomie stellen we duidelijke prioriteiten. We nemen hier-
leerd en ingezet worden, rekening houdend met de mogelijkheden van in-
voor de rust en formuleren haalbare doelen. Ieder moet voor zichzelf bin-
dividuele teamleden en het team. Feeling houden met de praktijk is essenti-
nen de gestelde kaders keuzes kunnen maken.
eel. De leider is een integraal leider, d.w.z. dat de leider een onderwijskundig
2.2.4
Visie m.b.t. goed onderwijs
leider, begeleider, beheerder en ondernemer moet zijn. Al deze beleidster-
Leerlingen doorlopen op onze school een ononderbroken ontwikkelings-
reinen moeten op een goede wijze ingezet worden om systematisch te
proces. Ons onderwijs is ontwikkelingsgericht. We gaan uit van de kern-
kunnen werken aan onderwijsverbetering (een leven lang leren!). De leider
doelen geformuleerd door de overheid. We werken volgens het ‘BHV mo-
moet een aanspreekpunt zijn voor iedereen.
del’: Basisstof, Herhalingsstof, Verrijkingsstof. Het basisprogramma wordt veelal klassikaal aangeboden. Instructies worden zo effectief mogelijk gege-
2.2.3
Visie op relatie, competentie, autonomie
ven. Waar mogelijk gaan we om met verschillen tussen leerlingen (adaptief
Relatie, competentie en autonomie zijn voor ons essentiële waarden!
onderwijs). Het onderwijsaanbod is gevarieerd met veel verschillende
Wat betreft onderlinge relaties willen we open, eerlijk, veilig, integer met
coöperatieve werkvormen.
elkaar omgaan en op een respectvolle en professionele manier met elkaar
Methodes sluiten zoveel mogelijk op elkaar aan. We proberen zoveel mo-
samenwerken. We hebben vertrouwen in elkaar. We geven en ontvangen
gelijk rekening te houden met leerstijlen en eigen leerstrategieën van kin-
feedback en stellen ons positief kritisch op. We staan open om ons voort-
deren.
durend te ontwikkelen en zijn bereid om elkaar te helpen en naar elkaar te
We dragen als school niet alleen kennis over. Er is ook veel aandacht voor
luisteren. We accepteren dat iedereen anders is en ieder zich op zijn eigen
sociaal-emotionele aspecten en interactie.
niveau, passend binnen de gemeenschappelijke visie ontwikkelt. We werken
We leren leerlingen goed te communiceren, zelfstandig te werken, te plan-
met plezier in een gezellige sfeer.
nen en beslissingen te nemen. Leerlingen leren creatieve oplossingen te bedenken en beslissingen te nemen. Persoonlijk meesterschap voor leerlingen en leerkrachten is heel belangrijk!
14
We beschikken over een uitgebreid leerlingvolgsysteem (zie 4.1) waarmee
2.2.6
Visie op katholieke identiteit
we de ontwikkeling van leerlingen goed volgen en waar nodig bijsturen. Er
Onze school is een katholieke basisschool. Katholiek onderwijs heeft een
vinden groeps- en leerlingbesprekingen plaats.
bijzondere culturele opdracht. Wij hebben de opdracht om de aan ons
We streven naar een steeds betere zorg op maat. Het accent bij deze zorg
toevertrouwde kinderen te vormen tot mondige, vrije en verantwoordelij-
op maat ligt op preventie van problemen. In de kwaliteitsaccent ‘zorg en
ke mensen. Dit vormingsideaal is geënt op een christelijk mens- en wereld-
begeleiding’ op schoolniveau staat beschreven hoe wij dit in praktijk vorm-
beeld en is verbonden met het katholieke geloof als inspiratiebron.
geven.
De bijzondere culturele opdracht werkt op verschillende manieren door in het onderwijs. Niet alleen in de levensbeschouwelijke en morele vorming
2.2.5
Visie op de opvoedende taak van de school
die de leerlingen wordt geboden, maar ook in de pedagogische en onder-
Opvoedingstaken worden steeds meer geïntegreerd in het onderwijs. Het
wijskundige keuzes die de school maakt. Hierbij kan het gaan om keuzes in
schoolklimaat en de persoonlijkheidsontwikkeling van leerlingen neemt een
het kader van het school- en klassenklimaat, de leerstof, de leerlingbegelei-
steeds belangrijker plaats in. Een goed pedagogisch klimaat scheppen waarin
ding, de besluitvorming en medezeggenschap op school, het personeelsbe-
leerlingen zich veilig voelen is voorwaarde om leerlingen uit te nodigen om
leid, de aanschaf van leermiddelen, etc. Dit wordt 'brede identiteit' van een
op school te leren.
katholieke school genoemd.
Er moet aandacht zijn voor geloof, waarden en normen, respect, samen
'Brede identiteit' komt tot uitdrukking in alles wat de school doet; van in-
zijn. Samen worden regels en afspraken geformuleerd. Leerlingen weten
teractie tussen leraar en leerling tot en met de betrokkenheid van de ou-
hoe ze zich in verschillende situaties kunnen gedragen. Leerlingen leren om
ders bij de school.
tolerant en flexibel te zijn. Het voorleven en bewust worden van waarden en normen vinden we naast
Niet elk gezin is katholiek. Bij het aannemen van leerlingen en leerkrachten,
de opvoeding thuis, een belangrijke taak voor de school. Het uitstralen van
vinden wij het belangrijk, dat ieders opvatting op dit punt gerespecteerd
een positief mensbeeld is essentieel. Leerlingen leren omgaan met conflic-
wordt: dit betekent dat ook niet-katholieke leerlingen passen in het beeld
ten, leren een eigen mening te vormen en leren andere meningen te accep-
van de identiteit zoals wij dat belangrijk vinden: samenleven en samenwer-
teren en respecteren.
ken met respect voor elkaars opvattingen. Wij verwachten dat de ouders
Binnen de opvoedende taak van de school vinden we belangrijk: de be-
de katholieke identiteit zoals beschreven in het schoolplan onderschrijven.
wustwording van zelfrespect, respect voor anderen, acceptatie van verschillen, leren rekening houden met elkaar, leren verwonderen, bewonde-
2.2.7
Visie op het schoolgebouw
ren en verantwoordelijkheid dragen.
25 augustus 2015 heeft onze school intrek genomen in een nieuw
We moeten leerlingen voorbereiden op de huidige maatschappij. Belangrijk
multifunctioneel gebouw (MFA) oftewel de nieuwe brede school “Ién de
is dat de school duidelijkheid en structuur blijft bieden.
bleuj” In dit gebouw is ook een plek voor de peuterspeelzaal, de BSO, de schoolbibliotheek, de parochie en de schutterij).
15
De school wil een plek hebben binnen de gemeenschap. De nieuwe brede
2.4
De sfeer in school
school biedt deze mogelijkheden. Het is een plek waar mensen samen komen en elkaar treffen. Het gebouw is transparant en heeft een gezellige
De sfeer waarin een kind opgroeit is van groot belang voor zijn of haar
en rustige uitstraling. Tevens zijn er voldoende mogelijkheden om
ontwikkeling.
vieringen te houden en werk van de kinderen tentoon te stellen.
Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat
De inrichting van de school is uitdagend voor de kinderen. Er zijn speel-,
voorop.
werk- en kijkhoeken. De speelplaats moet uitnodigen tot gevarieerd spel.
Een belangrijk kenmerk van onze school is de positieve benadering van het kind als persoon met een eigen identiteit. We vinden het heel belangrijk
2.2.8
Visie op maatschappelijke ontwikkelingen en consequenties voor
dat kinderen met plezier naar school komen.
onze visie In onze maatschappij is een grote verscheidenheid aan samenlevingsvormen.
Regelmatige aandacht voor normen en waarden is in het belang van de
Hiermee houden we rekening in ons onderwijs. We respecteren alle samen-
goede sfeer op school. Opkomen voor rechtvaardigheid en gelijke kansen
levingsvormen en brengen leerlingen ermee in contact door erover te praten.
voor eenieder zijn hierbij vanzelfsprekend.
We moeten leerlingen hierin begeleiden, goed observeren en veel praten
Wij willen deze uitgangspunten met de kinderen, het team en de ouders
over dingen die gebeuren. We sluiten aan bij de belevingswereld van de kin-
die hun kind aan onze zorg toevertrouwen zo veel mogelijk waarmaken.
deren. De school is een plaats waar leerlingen elkaar ontmoeten. We leren
Door een goede collegiale samenwerking binnen het team hopen wij een
ze vaardigheden aan en helpen de dingen die in de maatschappij gebeuren te
positief effect te hebben op de praktijk van alle dag.
verwerken. Leerlingen leren hoe ze informatie kunnen inwinnen. Daarnaast
Essentieel daarbij is een dialoog met alle betrokkenen om te werken aan
moeten we ze leren om invloeden van buitenaf te selecteren. We kunnen
een goede sfeer op school. Een goed contact tussen school en thuis is heel
daarbij helpen door antwoorden op vragen te geven.
belangrijk. Een kind moet met plezier naar school gaan en het er fijn en veilig vinden. Dat is een primaire voorwaarde om te kunnen en te willen le-
2.3
Prioriteiten
ren. Bijzondere aandacht gaat uit naar kinderen die extra aandacht behoeven.
De school stelt in het schoolplan voor vier schooljaren vooruit en jaarlijks in
Het tijdig signaleren hiervan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van
het jaarverslag een aantal prioriteiten en / of verbeterpunten vast waaraan
ouders en leerkrachten.
extra aandacht besteed zal worden. De schoolontwikkeling wordt nauw gevolgd door de Medezeggenschapsraad.
16
Leerkrachten willen voor ouders uiteraard ‘bereikbaar’ zijn. Een afspraak
Er dient bij aanmelding een aanmeldingsformulier te worden ingevuld dat
maken met de groepsleerkracht om op een rustig moment te kunnen pra-
door minstens één van de ouders/verzorgers dient te worden onderte-
ten is altijd mogelijk. Voor de kinderen is het belangrijk om te weten wat
kend.
wel mag en kan op school. In de groep wordt daarom veel over omgangsnormen, plagen en pesten gesproken, zodat kinderen zich bewust worden
Wanneer ouders/verzorgers hun kind(eren) van een andere school op on-
van hun eigen gedrag en het gedrag van anderen. Afspraken worden geza-
ze school willen overplaatsen wordt er altijd contact opgenomen met de
menlijk met de leerlingen aan het begin van het schooljaar geformuleerd.
vorige school. Mocht een leerling specifieke onderwijsbehoeften hebben, dan gaan wij samen met ouders op zoek naar een geschikt onderwijsarran-
De vele ouderhulp die onze school gedurende een schooljaar krijgt, getuigt
gement.
van de betrokkenheid van de ouders en is mede bepalend voor de sfeer en
In sommige gevallen zal een andere persoon aansluiten om met ons mee te
de relatie tussen team en ouders. Ondersteuning op uiteenlopende gebie-
kijken en een goed besluit te nemen. Deze persoon zal de ouders begelei-
den, van groepsouder tot ouderraadlid, is onmisbaar voor onze school.
den in het plaatsingstraject. Hoe dit precies in zijn werk gaat, kunt u lezen in de regeling “Toelating,
Behalve door leerlingen, team en ouders wordt de sfeer bepaald en vorm-
schorsing en verwijdering” en ligt ter inzage op school. Deze is ook te
gegeven door de inrichting van het onderwijs en aandacht voor binnen- en
downloaden op de website van kom-Leren: www.kom-leren.nl
buitenschoolse activiteiten. Hiertoe werken we regelmatig samen met verschillende verenigingen uit Gronsveld en Rijckholt. De school is duidelijk
De beslissing over schorsing en verwijdering van leerlingen ligt bij het be-
verbonden met en betrokken bij de dorpsgemeenschap.
voegd gezag, nadat de school en eventueel de ouders/verzorgers hierover zijn gehoord. Indien een leerling om welke reden dan ook niet meer toege-
2.5
Toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen Wanneer kinderen vier jaar zijn, kunnen ze tot de basisschool worden toegelaten. In de twee maanden gelegen tussen de leeftijd van 3 jaar 10 maanden en 4 jaar, mag een kind maximaal 5 dagen naar school komen. Deze
laten kan worden tot onze school kan het bevoegd gezag overgaan tot verwijdering van deze leerling. Het bevoegd gezag dient wel alles in het werk te stellen een andere school bereid te vinden deze leerling op te nemen. Indien dit ondanks alle inspanningen niet lukt, is het bevoegd gezag gerechtigd na 8 weken deze leerling toch van school te verwijderen.
regeling is bedoeld om kinderen alvast aan de nieuwe situatie te laten wennen, alvorens ze definitief tot school worden toegelaten. Afspraken hierover worden door de betreffende leerkracht gemaakt. Voor aanmelding vindt er altijd eerst een gesprek plaats tussen de directie en de ouder(s)/verzorger(s).
17
2.6
Als uw kind niet graag naar school gaat
Natuurlijk is het beter om het pesten te voorkomen door het scheppen van een goed pedagogisch klimaat en daar gaat dan ook in eerste instantie
Het welzijn van kinderen op onze school is een belangrijk onderdeel van de
de aandacht naar uit. De leerkrachten bevorderen deze ontwikkeling door
visie op kind en onderwijs. Wij proberen dan ook om voor uw kind een zo
het scheppen van een veilig klimaat in een prettige werksfeer in de klas en
uitdagend mogelijk, maar ook een zo veilig mogelijk klimaat te creëren.
op het schoolplein. In veruit de meeste gevallen lukt dit door de ‘kapstok’
Toch kan het voorkomen dat een kind niet graag naar school gaat. Samen
regels verschillende keren per schooljaar aan te bieden en deze regelmatig
met u als ouder proberen we dan te achterhalen waarom het kind niet
te actualiseren. Soms is het gewenst om duidelijke afspraken met de kin-
meer graag naar school gaat. Wij zullen waar mogelijk maatregelen treffen
deren te maken. De ‘kapstok’regels hangen centraal in alle hallen van de
om het schoolplezier van het kind te vergroten, omdat wij ervan uit gaan
school en iedere groep hangt de eigen gemaakte afspraken op een zichtba-
dat graag naar school gaan de basis is van alle leren.
re plek in de groep. Ons pedagogisch uitgangspunt is dat alle kinderen met elkaar moeten leren
2.7
Regels en afspraken
omgaan. Dat leerproces verloopt meestal vanzelf goed, maar het kan voorkomen dat een kind in een enkel geval systematisch door andere kinderen wordt
Een school lijkt soms wel op een drukke verkeersweg. De gebruikers moe-
gepest. Dan kan een kind zodanig in de knoop komen met zijn schoolom-
ten zich houden aan regels en afspraken, wil het geen chaos worden. We
geving, dat de ongeschreven regels van de leerkracht niet meer voldoende
hebben gezamenlijke ‘kapstok’regels en afspraken opgesteld voor de hele
de veiligheid bieden en daarmee de gewenste ontwikkeling onderbreken. In
school. Middels de nieuwsbrief zult u hierover geïnformeerd worden. We
een dergelijk geval is het van groot belang dat de leerkracht onder ogen
streven naar een duidelijke doorgaande lijn, die voldoende ruimte laat aan
ziet, dat er een ernstig probleem in zijn of haar groep is. In een klimaat
leerkracht en kinderen om in te spelen op de specifieke behoeften van de
waarin het pesten gedoogd wordt, worden ook de pedagogische structuur
groep. Regels en afspraken zijn niet star en onveranderbaar. Evaluatie en
en de veiligheid daarin ernstig aangetast. Dat is een niet te accepteren en
voortschrijdend inzicht kunnen leiden tot veranderingen.
ongewenste situatie. Dit protocol is een vastgelegde wijze waarop we het pestgedrag van kin-
2.8
Pestprotocol Onze school wil haar kinderen een veilig pedagogisch klimaat bieden, waar-
deren in voorkomende gevallen benaderen. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de impact, ernst en ook specifieke aanpak van dit ongewenst gedrag.
in zij zich harmonieus en op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. Het is belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben waar alle betrokkenen op kunnen terugvallen in voorkomende gevallen.
18
Adaptief onderwijs houdt op de Sint Martinusschool in dat de leerkrachten zich een werkwijze eigen maken waarbij het omgaan met verschillen centraal staat. We proberen steeds meer aan te sluiten bij de individuele behoeftes van kinderen. De school is op dit moment een dynamische onderwijsinstelling, waarin groepsleerkrachten steeds meer en beter samenwerken. Voor het basisonderwijs zijn in de Wet Primair Onderwijs (WPO) kerndoelen vastgesteld die beschrijven wat kinderen moeten ‘kennen en kun-
In deze schoolgids staat uitvoerig beschreven hoe allerlei zaken binnen de
nen’ aan het einde van de basisschool. Dit zijn minimumdoelen op het vlak
school geregeld zijn, welke doelen gesteld worden en welke afspraken zijn
van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de school bij haar leer-
gemaakt. Ouders kunnen de school en het onderwijsteam daarop aanspre-
lingen moet nastreven. Er zijn leergebiedoverstijgende (algemene vaardig-
ken. Het gaat erom dat we zeggen wat we doen, maar ook dat we doen
heden) en leergebiedspecifieke (een bepaald leergebied) kerndoelen. Deze
wat we zeggen.
kerndoelen zijn hetzelfde voor alle basisscholen in Nederland. De scholen kunnen zelf bepalen op welke wijze naar die kerndoelen wordt toegewerkt, welke onderwijsmethoden daarbij gebruikt worden en hoe dat allemaal georganiseerd wordt. Wij streven ernaar met elk kind de kerndoelen van het basisonderwijs minimaal te bereiken.
3.1
De organisatie van de school
3.1.1
Onderbouw, middenbouw en bovenbouw Op onze school is het onderwijs in drie ‘bouwen’ georganiseerd. De groepen 1 t/m 2 vormen de onderbouw, de groepen 3 t/m 5 de middenbouw
De Sint Martinusschool is een overwegend traditionele school, waar in de
en de groepen 6 t/m 8 de bovenbouw. Groepsleerkrachten van onder-,
laatste jaren diverse nieuwe ontwikkelingen zijn ingezet. Het onderwijs was
midden- en bovenbouw hebben regelmatig overleg met elkaar.
in het verleden veelal klassikaal en cognitief gericht, terwijl er nu een tendens is naar andere groeperings- en werkvormen en een meer persoonsgerichte aandacht voor alle kinderen. Groepsleerkrachten stemmen hun werkwijze steeds meer op elkaar af.
3.1.2
Klassenregistratie Elke groepsleerkracht hanteert een klapper voor de klassenregistratie. De school heeft een eigen systeem voor klassenregistratie georganiseerd voor de groepen 1en 2 en de groepen 3 t/m 8. Hierin wordt de organisatie van het onderwijs in de groep beschreven en vastgelegd. In deze klapper noteren de groepsleerkrachten tevens de planningen van onderwijsactiviteiten en houden daarin tevens de resultaten van het onderwijs bij. Het leerstofaanbod voor jaargroepen zal zoveel mogelijk gelijk lopen.
19
De klassenregistratie-klappers zijn belangrijke elementen in de organisatie
Vanaf groep 3 worden de leerlingen in homogene of heterogene (combina-
van het onderwijs. Een invalkracht kan daarmee op de hoogte worden ge-
tie) groepen geplaatst. Een homogene groep betekent dat leerlingen zoveel
steld worden van de gang van zaken in een bepaalde groep.
mogelijk met leeftijdgenoten in één groep zitten. Het kan echter voorkomen dat het leerlingaantal van een bepaald leerjaar zodanig is dat het nood-
3.1.3
Klassenconsultaties
zakelijk wordt om bepaalde groepen gedurende de gehele dag of een ge-
Binnen onze school worden groepsleerkrachten begeleid en worden on-
deelte van de dag te combineren in heterogene groepen.
derwijsactiviteiten met elkaar besproken, geëvalueerd en bijgesteld. Daar-
In alle groepen zijn de leerlingen doorgaans in hun lokaal in groepjes van 4
toe observeren de interne begeleider en/of directeur regelmatig lessen in
leerlingen geplaatst. Daardoor zijn er ook ruime mogelijkheden tot samen-
alle groepen. De geobserveerde les wordt naderhand besproken door de
werking. Bij nieuwe leerstof zorgt de leerkracht ervoor dat de leerlingen
sterke en de te ontwikkelen punten te benoemen.
dusdanig zitten dat ze de instructie goed kunnen volgen. Bij een toetsafna-
Groepsleerkrachten zullen in de toekomst ook steeds vaker bij elkaar les-
me of proefwerk zitten de kinderen apart in rijen.
sen gaan observeren om van en met elkaar te leren. Om dit van elkaar leren gestalte te geven maken wij al gebruik van het “peercoachen”. (peer =
De groepsgrootte is wisselend. We streven ernaar om in de onderbouw-
gelijken).
groepen niet meer dan 25 leerlingen te plaatsen. Gezien het leerlingenaan-
Leerkrachten filmen een stukje van hun eigen onderwijspraktijk waar zij
tal in een bepaald jaar moeten we hier helaas wel eens van afwijken. De
vragen over hebben, of waarvoor ze advies willen hebben. Dit filmpje is het
groepsgrootte in de bovenbouw kan oplopen tot ongeveer 35 leerlingen.
uitgangspunt voor intervisie; een klein groepje leerkrachten van dezelfde bouw geeft de leerkracht antwoord op de hulpvraag. Twee peercoachbege-
3.1.5
Groepssamenstelling
leiders die hiervoor een cursus hebben gevolgd, begeleiden dit proces en
Zodra de formatie in combinatie met het aantal leerlingen bekend is maken
ondersteunen de groep leerkrachten.
we de volgende stappen t.a.v. het formeren van de groepssamenstelling. Uit de evaluatie worden leerpunten meegenomen en eventuele aanpassingen gedaan.
3.1.4
Groepering, groepsgrootte en lesorganisatie
–
Uitgaande van de formatie en het aantal leerlingen maakt het management-
Wij streven ernaar om de 4 jarige leerling die onze school bezoekt te laten
team enkele opties. In dat voorstel zijn de groepen uiteraard nog niet toegewe-
starten in een ‘combinatiegroep 1 / 2’. De jongste kinderen worden opge-
zen aan leerkrachten. Dit wordt besproken in een groot-teamvergadering. De
vangen en ondersteund door een ‘maatje’ van groep 2.
keuze van combinatiegroepen wordt gemaakt wanneer dit getalsmatig noodza-
Er is veel aandacht voor gewoonte en regelmaat.
kelijk is, maar ook als dit op pedagogisch/didactische gronden wenselijk is. –
Uiteindelijk beslist het managementteam (het streven is dat dit besluit 2 maanden voor de zomervakantie wordt genomen).
20
–
Het besluit van de groepsindeling (zonder invulling van leerlingen) wordt uiterlijk
3.2
Het onderwijsprogramma
3.2.1
Werken met dagplanningen
een week na het nemen van het besluit meegedeeld aan/besproken in de MR (Medezeggenschapsraad). –
–
–
–
Het streven is om het besluit van de groepsindeling (zonder invulling van leer-
’s Ochtends starten leerkrachten met het bespreken van de dagplanning.
lingen) een maand voor het einde van het schooljaar te communiceren met ou-
De dagplanning wordt vanaf groep 4 geschreven op een whiteboard. In alle
ders en leerlingen.
groepen hangt een whiteboard. De leerkracht bespreekt met de kinderen de volgende vragen:
De leerlingen worden over de groepen verdeeld. Hierbij zijn aanwezig: het managementteam en alle betrokken leerkrachten (zowel de afleverende en de ont-
–
Wat leer je vandaag?
vangende leerkracht(en)).
–
Wat wordt uitgelegd?
We veronderstellen dat belangrijke overwegingen t.a.v. het plaatsen van leer-
–
Wat moet ik doen?
lingen in een volgende groep gedurende het schooljaar, maar in ieder geval vóór
–
Hoe doe ik het?
1 mei van dat schooljaar, bij de groepsleerkracht bekend zijn.
–
Wat doe ik extra?
Criteria voor het plaatsen in een bepaalde groep zijn:
–
Wie kijkt na en hoe?
- Gedragskenmerken; - Aantal leerlingen;
Op deze wijze kunnen de kinderen na de klassikale instructies aan het werk
- Evenredige verdeling jongens-meisjes;
en heeft de groepsleerkracht tijd om met individuele of groepjes leerlingen
- Beargumenteerde verdeling zorgzwaarte;
te werken. De rest van de groep kan dan zelfstandig aan het werk en weet
- Sociale contacten binnen de groep.
precies wat ze moeten doen.
Niet elke school heeft parallelgroepen. In principe moet elk kind in elke groepsvorm geplaatst kunnen worden en daar genoeg kunnen functioneren. Onze pro–
–
–
3.2.2
Coöperatief leren: samenwerkend leren door te doen
fessionaliteit maakt dit mogelijk.
Leerkrachten creëren op een schooldag een veelheid aan leermomenten.
Het streven is om 2 weken voor het einde van het schooljaar de plaatsing van
Daarbij is de vraag steeds: wat wil ik de kinderen vandaag leren en hoe
de leerlingen aan de ouders mee te delen. De plaatsing van de leerlingen wordt
gaan ze dat doen? Het gaat niet alleen om het aanleren van basisvaardighe-
niet gecommuniceerd met de MR.
den en informatie, niet alleen om schoolse kennis. Kinderen leren op
Om de contacten tussen de jaargroepen te optimaliseren plaatsen we de groe-
school ook denkvaardigheden, communicatieve en sociale vaardigheden. Ze
pen zo dicht mogelijk bij elkaar in het schoolgebouw. Activiteiten (ook buiten-
leren van de leerkracht, ze leren van elkaar: door te luisteren, door te
schools) worden zoveel mogelijk met de jaargroepen gezamenlijk gepland.
overleggen, door te doen. Ze leren daarbij het meest als ze zelf actief en
In november evalueert de werkgroep met de leerkracht.
betrokken kunnen zijn. Vanaf schooljaar 2003 - 2004 proberen we in alle groepen op school steeds meer coöperatief te leren.
21
In coöperatief leren is een groot aantal werkvormen ontwikkeld, waarin
3.3
Onderwijs aan het jonge kind (groepen 1 en 2)
kinderen in interactie met elkaar deze vaardigheden leren. Leren door te doen. Deze werkvormen noemen we didactische structuren. In een aantal
Kinderen in de groepen 1 en 2 krijgen een beredeneerd aanbod: ‘een goed
stappen wordt de interactie tussen de kinderen gestructureerd: wie begint
doordacht onderwijsaanbod dat past bij de ontwikkeling van het jonge
met praten, waarop let de luisteraar, wat doet de volgende spreker, hoe
kind’.
doet hij dat enz. Door de structuur regelt de leerkracht dat alle kinderen
Voor jonge kinderen (4-6 jaar) zijn tussendoelen vastgelegd waarin de cru-
inhoudelijk een bijdrage leveren, dat er daadwerkelijk geleerd wordt, dat
ciale momenten in de ontwikkeling beschreven zijn. Leerlijnen en ontwik-
iedereen uit de groep straks een antwoord kan geven, dat alle kinderen be-
kelingslijnen beschrijven de belangrijkste stappen die kinderen zetten in hun
trokken zijn bij het leren en alle leerlingen actief deelnemen aan de les.
leerproces op weg naar het bereiken van een of meer tussendoelen. We
Kinderen moeten samenvatten, luisteren, op hun beurt wachten, de mening
stimuleren kinderen hun actuele niveau uit te breiden en de volgende stap
van de ander respecteren en samenwerken om tot een goed resultaat te
in hun ontwikkeling te zetten.
komen. Deze structuren gebruiken groepsleerkrachten steeds meer in het
Jonge kinderen komen van manipulerend, experimenterend en construe-
dagelijks lesgeven, bij rekenen, bij taal, bij wereldoriëntatie. Kinderen raken
rend spel tot een begeleide leeractiviteit. Het rollenspel neemt hierbij een
met elkaar in gesprek, kinderen leren samen, het leren is interactief. Dit
belangrijke plaats in. Het handelen van de leerkracht is, vooral bij het jonge
geeft een grote leeropbrengst en kinderen hebben plezier in leren. Het is
kind, gericht op uitlokken, stimuleren en optimaliseren van de ontwikkeling.
namelijk een natuurlijke manier van leren: leren door te praten en te doen.
In het onderwijs aan jonge kinderen wordt de basis gelegd die kinderen
Structuren die we gebruiken zijn: Binnen buiten kring, Mix tweetal coach,
nodig hebben om deel te kunnen nemen aan leerprocessen.
Tafelrondje per tweetal, Tweegesprek op tijd, Mix tweetal gesprek,e.v.
In het schooljaar 2008-2009 zijn we gestart met de methode “Speelple-
Onze kinderen en groepsleerkrachten kunnen u vertellen wat deze ver-
zier”. Jonge kinderen komen van manipulerend, experimenterend en con-
schillende structuren betekenen.
structurerend spel tot een begeleide leeractiviteit Het rollenspel neemt hierbij een belangrijke plaats in. Het handelen van de leerkracht is, vooral bij het jonge kind, gericht op uitlokken, stimuleren en optimaliseren van de ontwikkeling. In het onderwijs aan jonge kinderen wordt de basis gelegd die kinderen nodig hebben om deel te kunnen nemen aan leerprocessen.
22
3.3.1
De drie l’s van Speelplezier
Observatie is belangrijk om te achterhalen wat kinderen bezighoudt en hun
Om kinderen vanuit spelactiviteiten leerervaringen op te laten doen en om
sterke kanten te leren kennen. Door leerlingen te observeren krijg je in-
eigen inbreng van kinderen te stimuleren, zullen kinderen vertrouwd moe-
formatie over hun ontwikkeling.
ten raken met het spelen van verbeeldend spel en de diverse mogelijkhe-
Door kijken, luisteren en vooral meespelen kom je erachter hoe kinderen
den voor constructiespel. Een mooie themahoek staat niet garant voor rol-
hun omgeving ervaren. Leerkrachten wisselen hun observaties uit zodat ze
lenspel en het gebruiken van de aan het spelthema gerelateerde taal. Kin-
hun kennis over de ontwikkeling van leerlingen uitbreiden en hun lespro-
deren kunnen geen plannen maken voor het construeren van spullen voor
gramma daarop kunnen afstemmen. Observeren is een continu proces en
de spelverrijking als ze nooit geëxperimenteerd hebben met diverse mate-
bevindingen worden geregistreerd in de groeiwijzers die elk kind in zijn be-
rialen in het atelier en de constructiehoek, als ze nooit hebben mogen ont-
zit heeft.
dekken en benoemen. Daarbij hebben kinderen, naast het van elkaar leren,
Een uitdagende leeromgeving en aantrekkelijk speelmateriaal stimuleren het
inspiratie en begeleiding van volwassenen nodig. Spel is niet slechts een
kind de wereld om zich heen te willen ontdekken. Zand- en watertafel zijn
verwerkingsactiviteit. Spelactiviteiten zijn steeds uitgangspunt, ze zijn lei-
vaste speelobjecten en kunnen in elk thema worden ingezet.
dend. Enerzijds worden leerinhouden spelend door volwassen aangeboden
Door in hoeken te werken: bouw- en constructiehoek, lees- schrijf- kweb-
en anderzijds worden spelende kinderen door volwassen met specifieke
belhoek, atelier computerhoek, huishoek, spelletjeshoek ontstaat een over-
bedoelingen voor ogen begeleid. Volwassenen zijn speelpartners die zich inleven, die interveniëren en die in-
zichtelijke leeromgeving. –
De bouw- constructiehoek is de plaats waar kinderen kunnen bouwen en construeren.
spireren.
We verdelen de hoek in een bouwgedeelte en een constructie gedeelte. In het bouwge-
Inleven: Kijken, luisteren, invoelen, spiegelen
deelte liggen een bouwmat en platen met getekende ondergronden. Er hangen op het ac-
Interveniëren: Kindvolgend meespelen en spel verrijken. Begeleide spelactiviteiten: spelen, maken, praten, lezen, musiceren.
tuele thema toepasselijke plattegronden, bouwkaartjes en foto’s van gebouwen.
–
Inspireren: Demonstratiespel, Gezamenlijk ( hand ) pantomimespel, Klank-
maken, waar ze kunnen puzzelen en waar ze composities met materialen kunnen ma-
spel, Getekende speelplannen, Speel- leeromgeving met aan het actuele thema aangepaste hoeken.
De spelletjeshoek is een hoek waar kinderen o.a. samen spelletjes kunnen spelen en ken.
–
De lees- schrijf- kwebbelhoek is een hoek waar de kinderen kunnen spelen, praten, lezen en schrijven. Er hangen cijferkaarten, letterkaarten en woordbeeldvelden.
– 3.3.2
De huishoek nodigt uit tot het naspelen van huiselijke taferelen zoals koken, afwassen,
Observatie
kind naar bed brengen, baby’s verzorgen, telefoneren, poetsen en huisdieren verzorgen.
Om de ontwikkeling van jonge kinderen nauwkeurig te volgen is gerichte
De hoek wordt steeds aan het actuele thema aangepast door spullen toe te voegen of
observatie nodig. Om de ontwikkeling van jonge kinderen nauwkeurig te
door hem te veranderen.
volgen is gerichte observatie nodig.
23
In het atelier kunnen kinderen construeren en beeldend werken. De in-
–
Verbeeldend spel
richting van het atelier is overzichtelijk en goed geordend. De materialen
Alle begeleide rollenspelactiviteiten zijn er op gericht om kinderen te stimuleren om vanuit
inspireren de kinderen om er creatief mee aan de slag te gaan.
manipulatief spel rolgebonden handelingen te laten spelen die vervolgens worden gekop-
Door het gebruik van het planbord leert het kind keuzes te maken en wordt al spelend structuur aangebracht.
peld tot korte rollenspelen om uiteindelijk te komen tot thematisch rollenspel. –
Kunstzinnige oriëntatie Kinderen leren tijdens de speelleerroutines beelden, taal. spel, muziek en beweging te
3.3.3
Bedoelingen gekoppeld aan activiteiten
gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communice-
Activiteiten moeten voor kinderen zowel betekenisvol als ontwikkelingsbe-
ren.
vorderend zijn. Dat houdt in dat leerkrachten bedoelingen hebben met het
Kinderen leren tijdens begeleide activiteiten in het atelier en in de bouwhoek om op het
aanbod. We werken aan specifieke vaardigheden die de basis versterken en
werk van zichzelf en anderen te reflecteren.
de brede ontwikkeling bevorderen. We geven jonge kinderen de kans om
Kinderen verwerven binnen een aantal speelleerthema’s kennis over en krijgen waardering
zich in hun eigen tempo te ontwikkelen. We overhaasten ontwikkeling niet en remmen ontwikkeling ook niet af. In dit doelenoverzicht ziet u wat we
voor aspecten van het cultureel erfgoed. –
willen bereiken om kinderen een goede start te laten maken in groep 3.
Oriëntatie op mens en wereld Het demonstratiespel en gezamenlijk (hand)pantomimespel laten kinderen een specifiek onderdeel van de wereld om hen heen ervaren. Ze horen en gebruiken de zogenaamde
–
Sociaal-emotionele ontwikkeling en zelfredzaamheid
vaktaal. Tijdens spelen-werken kunnen ze de wereld om hen heen naspelen en nabouwen
Ons hoofddoel is te werken aan een goede basis waarin kinderen samen met elkaar tot
en de bijbehorende taal gebruiken. In de lees- schrijf- kwebbelhoek kunnen ze boeken
ontwikkeling komen. De steeds aan het thema aangepaste hoeken, de speelleerroutines en de begeleide spelactiviteiten prikkelen de kinderen tot nieuwe activiteiten en maken
over het thema ‘lezen’ en ‘naspelen’ en ook over het thema ‘schrijven’. –
Muziek
hen nieuwsgierig. Het steeds tijdens spelen-werken zelf plannen maken, uitvoeren en er
Muziek maken (Klankspel).
weer op reflecteren en het zelfstandig opruimen in de diverse hoeken bevorderen het ei-
Dit komt aan de orde binnen de Speelplezierroutines gezamenlijk (hand)pantomimespel
gen initiatief, de nieuwsgierigheid en de sociale redzaamheid. Kinderen spelen met elkaar
en klankspel in de grote groep. Tijdens spelen-werken op eigen initiatief, kunnen kinderen
en zijn voortdurend op elkaar betrokken. De Leerkracht speelt mee en ondersteunt de
in de lees- schrijf-kwebbelhoek zelfstandig klankspelen spelen en noteren.
kinderen bij het oplossen van problemen en het maken van contact.
Zingen en bewegen en luisteren naar instrumentale muziek en bewegen.
De begeleide spelactiviteiten zijn er altijd op gericht om de kinderen vanuit naast elkaar
Dit komt dagelijks aan bod tijdens kring- n beweegactiviteiten
spelen te stimuleren om op elkaar te reageren en even samen te spelen en om vanuit dat
–
Motoriek
spel de kinderen te stimuleren om in overleg samen te spelen.
Wij gebruiken in groep 1 / 2 de methode “Beter bewegen met kleuters”. Deze methode
Kinderen ervaren en leren binnen rollenspelen om situaties vanuit verschillende standpun-
wordt 2 maal in de week gebruikt. Daarnaast moeten jonge kinderen iedere dag de gele-
ten te bekijken.
genheid krijgen om te lopen, rennen, rollen, balanceren, kruipen, werpen, vangen, huppelen, etc. Elke dag is er nog genoeg ruimte om vrij te spelen in de gymzaal of buiten.
24
–
Sensomotoriek
–
Het leren gebruiken van de wiskundetaal
Bewegingsactiviteiten, manipulatieve activiteiten, constructieactiviteiten en activiteiten met
Kinderen doen spelenderwijs wiskundige ervaringen op: al handelend beschrijven en rede-
compositiematerialen ontwikkelen de sensomotoriek. Daarnaast gebruiken wij in groep 1 /
neren en op voorstellingsniveau beschrijven en redeneren
2 de methode Pennenstreken. Omgaan met de (computer)muis. Het ontdekken van de mogelijkheid op de computer en
–
–
3.3.4
Overgang van groep 2 naar groep 3
de vaardigheden die hiervoor nodig zijn vormen een basis in taal, taal/denken, rekenen, vi-
Hoewel wij bij alle leerlingen een doorgaande leerlijn willen verwezenlijken,
suele waarneming en sociale vaardigheden.
en aan willen sluiten bij de talenten, kan het bij een enkele leerling noodza-
Mondelinge Taal
kelijk zijn om samen met ouders te overleggen of een verlenging van de
Gesprekken voeren.
kleuterperiode wenselijk/ noodzakelijk is. Soms zijn kinderen in groep 2
Binnen veel spelactiviteiten voeren de kinderen onderling en samen met ons gesprekken.
nog zo gericht op spelen en open onderwijssituaties dat de overgang naar
Woordenschat
groep 3 te abrupt is en er geen doorgaande ontwikkeling kan plaatsvinden.
Kinderen leren een verscheidenheid aan woorden. –
Beginnende geletterdheid
Dit betekent dat de overgangsbeslissing van groep 2 naar groep 3 overwo-
1 Boekoriëntatie;
gen wordt en in overleg met de groepsleerkracht, de interne begeleider en
2 Verhaalbegrip;
u als ouder wordt genomen.
3 Functies van geschreven taal;
–
4 Relaties tussen gesproken en geschreven taal;
Het beslissingstraject met betrekking tot de overgang naar groep 3 begint
5 Taalbewustzijn;
in januari. De resultaten van de CITO toetsen ‘rekenen voor kleuters en
6 Alfabetisch principe
taal voor kleuters, de Groeiwijzer met de te behalen doelen en alle obser-
7 Functioneel ‘schrijven en lezen’.
vaties worden dan meegenomen in de beslissing. Ook de ervaringen van
Rekenen en wiskunde
ouders zijn hierbij essentieel.
In de loop van het primair onderwijs verwerven kinderen zich geleidelijk vertrouwdheid met getallen, maten, vormen, structuren en de daarbij passende relaties en bewerkingen.
Tijdens dat gesprek leggen we de ouders uit wat we aan extra interventies
De onderwerpen waaraan kinderen hun ”wiskundige geletterdheid” ontwikkelen, zijn van
inzetten om aan te sluiten bij de ontwikkeling van het kind en die het kind
verschillende herkomst: het leven van alledag, andere vormingsgebieden en de wiskunde
stimuleren een stapje verder in zijn ontwikkeling te zetten. Op welke wijze
zelf.
ouders thuis hierbij kunnen aansluiten, wordt met ouders besproken. We
1 Tellen
geven de ouders aan wanneer we de definitieve beslissing nemen over het
2 Meten ( lengte-inhoud-gewicht-tijd )
vervolg. Bij jonge kinderen doen we dat zo laat mogelijk om de kans op een
3 Meetkunde ( oriënteren-construeren- omgaan met vormen en figuren.)
goede beslissing te verhogen.
25
Gekoppeld aan de beslissing geven we ook aan hoe we het kind bij een
3.4
Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8
eventuele groep 2 verlenging gaan begeleiden. Hierbij is er sprake van onderwijs op maat in die zin dat het aanbod aangepast wordt aan de onder-
De onderwijsdoelen voor de groepen 3 t/m 8 proberen we te bereiken
wijsbehoeften van het kind.
door gebruik te maken van moderne methodes per vak. De doelen worden per leerjaar vastgesteld en zijn te vinden in de handleidingen van de ge-
Vanuit al deze gegevens formuleren de leerkracht en de interne begeleider
bruikte methoden, die zijn afgestemd op de kerndoelen. De leerinhoud
samen een advies. Dit advies wordt in een gesprek met ouders toegelicht.
wordt per leerjaar vastgesteld. Groepsleerkrachten maken een jaarplanning
Mochten de ouders het niet eens zijn met het advies van de school, dan
en dagplanningen in hun klassenregistratie klapper. De gebruikte methoden
volgt er altijd een gesprek met de ouders, de groepsleerkracht, de interne
zijn hierbij onze leidraad. Huidige methoden zijn:
begeleider en de directeur van de school. Er wordt een afsprakenlijst opgesteld indien de mening van de school en de ouders afwijken van elkaar.
ONDERWIJSGE-
Ook worden de eventuele consequenties voor het onderwijs in groep 3 in
BIED
deze lijst beschreven.
GROEP
METHODE
AANGESCHAFT OF AAN TE SCHAFFEN
Lichamelijke oefening
3 t/m 8
Combinatiepakket Basislessen Bewegingsonderwijs deel 1 en werkbladen 1
2014 – 2015
Lezen / Taal
3
Veilig leren lezen 2
2007 – 2008 Nieuwe versie 2016 – 2017
Schrijven
3 t/m 8
Pennenstreken
2000 – 2001
Nederlandse Taal
4 t/m 8
Taal Actief 4
2015 – 2016
Spelling
4 t/m 8
Taal Actief 4
2015 – 2016
Engelse taal
7 en 8
Groove Me
2012 – 2013
Begrijpend lezen
4 t/m 8
Nieuwsbegrip
2010 – 2011
Technisch lezen
4 t/m 8
Estafette 2
2009 – 2010
Rekenen en wiskunde
3 t/m 8
Pluspunt 3
2012 – 2013
26
ONDERWIJSGE-
GROEP
METHODE
BIED
Aardrijkskunde
AANGESCHAFT OF AAN TE
3.5
De voornaamste vakken en daarbij behorende activiteiten zijn:
3.5.1
Godsdienstige vorming
SCHAFFEN
3 t/m 8
Een wereld van verschil
2003-2004 Nieuwe versie 2017-2018
Geschiedenis
3 t/m 8
Bij de tijd
2003 – 2004 Nieuwe versie 2017 – 2018
Natuur
3 t/m 8
Natuurlijk
2003 – 2004 Nieuwe versie 2017 – 2018
Onze school is een katholieke school. Vanuit die geloofsrichting is er binnen de school sprake van een katholieke identiteit. We zien de rol van de school als verlengstuk van de geloofsopvoeding thuis en de kerk. Voor het onderwijs betekent de katholieke identiteit met name dat de per-
Bevorderen sociale redzaamheid waaronder verkeer
1 t/m 3
Bevorderen sociale redzaamheid waaronder verkeer
4 t/m 8
Muziek
1 t/m 8
Creatieve vakken
De methode “Rondje Verkeer”; een verkeerseducatiepakket voor groep 1 t/m 3 van Veilig Verkeer
soon van Jezus Christus en Zijn boodschap een belangrijke plaats innemen en een inspiratiebron vormen van waaruit met kinderen gewerkt wordt. De katholieke identiteit wordt vorm gegeven in de catecheselessen die
2009 – 2010
vanaf groep 4 op het rooster van onderwijsactiviteiten voorkomen. In de onderbouw wordt veelal uitgegaan van verhalen uit de bijbel of verhalen en gesprekken met diepere betekenis.
Veilig verkeerskrantjes die ieder jaar door Veilig Verkeer uitgegeven worden
In de groepen 4 t/m 8 worden de lessen gedeeltelijk verzorgd door de pas-
Elk Jaar actueel
toor. Meer nog dan bovengenoemde elementen is het van belang hoe we de katholieke identiteit waarmaken in ons dagelijks doen en laten, in onze om-
3 t/m 8
gang met kinderen, ons pedagogisch handelen en tijdens de diverse onder-
Geen methode (projectuur, eigen invulling)
wijssituaties. Hierbij zijn tal van gelegenheden om christelijke begrippen zoals naastenliefde, rechtvaardigheid, dienstbaarheid en zorg om de medemens praktisch gestalte te geven.
Tijdschriften en ideeënboeken
Binnen de katholieke identiteit en dus ook binnen het catechese onderwijs Catechese
vinden wij het van belang dat:
4 t/m 8 Bijbelverhalen vertellen en vertalen naar dagelijks leven
–
dit onderwijs voor kinderen begrijpelijk dient te zijn en aansluit bij hun belevingswereld en ontwikkelingsniveau;
ICT
Orthotheek
1 t/m 8
1 t/m 8
Geen methode; netwerkversies bij taal, spelling en rekenen
Kwaliteitskaart ICT beleid
Codeboek
Geactualiseerd 2009 – 2010
–
ieder mens -dus ook ieder kind- op zijn eigen manier gelooft, gebaseerd op persoonlijke ervaringen. We moeten kinderen de kans geven om eigen beelden te vormen; we proberen als leerkracht niet alleen onze eigen mening te geven, maar zijn er vooral op gericht kinderen mogelijkheden aan te reiken om eigen beelden te ontwikkelen;
27
– –
geen onderscheid gemaakt wordt tussen mensen vanwege hun ras, afkomst,
Gedurende het leerproces zijn momenten van observatie, toetsing en regi-
sociale status, intelligentie, geslacht of seksuele geaardheid;
stratie ingebouwd.
dit onderwijs dicht bij kinderen staat, kinderen enthousiast maakt voor en
De mate van de bewerking van de behandelde stof verschaft de leerkracht
nieuwsgierig naar het katholieke geloof, de wereld enz.;
inzicht in de vorderingen van de leerling m.b.t. het mondeling en schriftelijk
Van de personeelsleden wordt verwacht dat zij de identiteit van de school
taalgebruik. De leerling administratie geeft een duidelijk overzicht hiervan.
onderschrijven en mede gestalte geven.
Twee maal per jaar worden de spellingsresultaten met een landelijke
Naast het geven van catecheselessen organiseert de kerk in overleg met de
(CITO) toets gemeten.
ouders en de school de vieringen voor de Eerste Communie en het H. vormsel en wordt er deelgenomen aan de jaarlijkse bronkprocessie.
Het is van belang dat de kinderen in staat zijn teksten te lezen. Ze kunnen daardoor kennis nemen van informatiebronnen en van elementen van onze
3.5.2
Nederlandse taal en lezen
cultuur uit het heden en verleden.
Taal is een instrument dat kinderen in dagelijkse situaties nodig hebben. Het is een communicatie en een expressiemiddel. Door taal kan het kind
In de groepen 3, 4 en 5 wordt veel aandacht besteed aan het technisch le-
zijn gevoelens uitdrukken, hetgeen een belangrijke voorwaarde is voor de
zen. Vanaf groep 4 werken wij met de methode ‘Estafette 2’. Tevens bege-
emotionele vorming. Taal is ook een instrument voor het denken: door het
leiden ouders en groepsleerkrachten kinderen in hun leesproces d.m.v.
verwoorden van handelingen en formuleren van gedachten kan het kind de
groepslezen. Twee à drie maal per jaar worden de vorderingen op het ge-
wereld om zich heen verkennen en ordenen.
bied van het technisch lezen getoetst. Naast deze methode gebonden toetsen, wordt de Drie minutentoets en de toets technisch lezen van Cito af-
Van het begin van het schooljaar tot ongeveer december is in groep 3 het
genomen. Voor kinderen die meer instructie nodig hebben voor lezen,
taal- en leesonderwijs geïntegreerd. Dat wil zeggen dat al deze lessen sa-
wordt de Avi toets afgenomen. Deze toets is een diagnostische toets en
men gaan in het leren lezen (het zgn. aanvankelijk leren lezen). In groep 3
geeft leerkrachten inzicht in de manier van lezen. Door extra afname van
wordt gewerkt met de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Pas als de kinderen
dit meetinstrument kan er aangesloten worden bij de onderwijsbehoeften
kunnen lezen, worden de lessen steeds meer uitgesplitst in aparte lessen
van het kind op het gebied van het lezen.
voor spelling, begrijpend lezen enz.
In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en later ook op het studerend lezen te liggen. Hiervoor maken wij vanaf groep
Onze school werkt vanaf groep 4 met de taal- en spellingsmethode ‘Taal-
4 gebruik van de methode Nieuwsbegrip.
journaal’. Er is aandacht voor zowel schriftelijke als mondelinge taalontwik-
Niet elk kind is een enthousiaste lezer. We proberen elk kind zoveel mo-
keling. De woordenschat wordt uitgebreid, er is aandacht voor het ver-
gelijk te stimuleren door o.a. het lezen in eigen boeken, voorlezen of laten
woorden van ideeën, spelling en ontleden. Daarnaast leren de kinderen
lezen uit eigen boeken, door over boeken te vertellen of het organiseren
ook verhalen schrijven en spreekbeurten houden.
van speciale activiteiten bijv. extra activiteiten tijdens de kinderboekenweek.
28
Taal is een belangrijk aspect van de algemene ontwikkeling en is ook het
Deze methode sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen. Op de ba-
centrale middel bij alle werkzaamheden binnen het groepsgebeuren.
sisschool ligt de nadruk op de plezierbeleving en het ‘ruiken’ aan een vreemde taal. Activiteiten die hiertoe kunnen leiden zijn: luisteren, nadoen,
3.5.3
Rekenen en wiskunde
verbaliseren, onderzoeken en dialoogjes voeren.
Bij het rekenonderwijs maken we gebruik van de methode ‘De wereld in getallen’ in groep 7 en 8 en de methode ‘Pluspunt 3’ in groep 3 t/m 6. Dit
3.5.6
Wereldoriëntatie
zijn realistische rekenmethoden. Dit betekent dat de methoden uitgaan van
Op veel momenten wordt er gesproken over de wereld om ons heen en
het dagelijkse leven en niet alleen saaie rijtjes sommen aanbiedt. De kin-
brengen we kinderen kennis bij over het heden en verleden. Dit gebeurt
deren leren rekenen door zich bepaalde begrippen en vaardigheden eigen
aan de hand van methoden, maar ook tijdens klassengesprekken, spreek-
te maken. Naast het aanleren van velerlei technieken (bijv. tellen, meten,
beurten, krantenkring, schooltelevisie, werkstukjes enz.
vergelijken, procenten, tabellen en grafieken) vinden we het van belang dat
Het uitgangspunt voor wereldoriëntatie zijn de kerndoelen. Kerndoelen
leerlingen ook zelf proberen om strategieën en oplossingen te zoeken voor
zijn door de inspectie omschreven doelen waaraan een school minimaal
verschillende rekenproblemen. Het is ook van belang om de kinderen te
moet voldoen. De methodes die wij op school gebruiken voldoen aan deze
wijzen op het gebruik van deze vaardigheden en technieken in dagelijkse si-
doelen.
tuaties.
Met de term wereldoriëntatie worden de volgende vakken bedoeld: natuur
Regelmatig worden vorderingen via de toetsen die de methode aangeeft
/ biologie, aardrijkskunde, geschiedenis en verkeer.
(methode gebonden toetsen) afgenomen en daarnaast wordt er twee maal per jaar een landelijke (CITO) toets afgenomen (methode ongebonden
Natuur/biologie In de groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van de eigen-
toets).
tijdse methode ‘Natuurlijk’. Daarnaast wordt voor groep 8 jaarlijks een doedag georganiseerd in samenwerking met Grueles. De stichting Grueles
3.5.4
Schrijven
is de heemkundevereniging van Gronsveld en Rijckholt. Ze is op 26 augus-
In groep 3 t/m 8 werken we met de methode ‘Pennenstreken’.
tus 1980 opgericht. De doelstelling van de stichting is het behouden en het
Het doel van het schrijfonderwijs is het ontwikkelen van een goed leesbaar
stimuleren van het dorpseigene van Gronsveld en Rijckholt.
handschrift. Schrijven is een middel om gedachten vorm te geven en vast te
Belangrijk vinden we dat kinderen zorg voelen en verantwoordelijkheidsge-
leggen.
voel krijgen voor hun leefwereld en het milieu in het algemeen. In onze schoolorganisatie trachten we zoveel mogelijk milieubewust bezig te zijn,
3.5.5
Engels
o.a. door te letten op onnodig laten branden van licht, het per groep ver-
In de groepen 7 en 8 wordt op een speelse manier aandacht gegeven aan
zamelen en scheiden van gebruikt papier en ander afval; het groente- en
de Engelse taal. In onze samenleving speelt de Engelse taal een belangrijke
tuin afval wordt apart verzameld evenals klein chemisch afval zoals bijvoor-
rol. Vanaf groep 7 maken we gebruik van de methode ‘Groove Me’.
beeld batterijen.
29
Aardrijkskunde Bij aardrijkskunde willen we de kinderen kennis van en
3.5.7
Computers in het onderwijs
inzicht over hun eigen regio en land laten verwerven, maar ook over ande-
Computers zijn een steeds grotere rol gaan spelen binnen ons onderwijs.
re landen en werelddelen met andere volkeren en culturen komen zij veel
Goed gebruik van computers kan een hele grote stap vooruit betekenen
te weten.
voor de kwaliteit van ons onderwijs. Schooljaar 2006 – 2007 heeft de Sint
Wij willen hierbij de kinderen laten ontdekken dat de leefwijze van kin-
Martinusschool ICT (Informatie en Communicatie Technologie) – beleid
deren mede bepaald wordt door allerlei geografische omstandigheden, die
vastgesteld in de vorm van een kwaliteitskaart met als uitgangspunt het
mensen zelf niet in handen hebben. Ook vinden we, dat de kinderen enige
door onze school gedragen ICT-beleidsplan op bovenschools niveau. De
vaardigheid dienen te hebben in het gebruik van atlassen, legenda, afstands-
doelen die we op ICT gebied willen halen staan beschreven in deze kwali-
tabellen en register. De methode in de groepen 3 t/m 8 is ‘Een wereld van
teitskaart. De komende jaren proberen wij deze doelen te realiseren. Jaar-
verschil’.
lijks maken we een ICT- plan en evalueren we onze voornemens op dit gebied in het schoolplan. In schooljaar 2015-2016 zal er een nieuw boven-
Geschiedenis
De geschiedenismethode ‘Bij de tijd’ wordt behandeld in
schools ICT-plan worden opgesteld. Aan de hand van dit plan past iedere
de groepen 3 t/m 8. Wij vinden het van belang dat kinderen zich kunnen in-
school daar zijn specifiek ICT-plan op aan.
leven in situaties van het verleden, waardoor ze belangstelling krijgen voor
Vanaf schooljaar 2009-2010 is elke groep in het bezit van een digitaal
historische gebeurtenissen en ontwikkelingen. Bovendien willen we de kin-
schoolbord. Het digitaal schoolbord vervangt het zwarte schoolbord in de
deren laten ervaren dat veel zaken die nu zo vanzelfsprekend zijn niet altijd
klas en meer en meer ook het whiteboard op school. Met een beamer
zo geweest zijn.
worden beelden op het scherm geprojecteerd. Op het scherm kan nog steeds worden geschreven, alleen kan dat nu ook worden opgeslagen. Ge-
Verkeer
In het verkeersonderwijs proberen we te bereiken dat de kin-
noeg mogelijkheden en toepassingen voor in de klas! Een digitaal school-
deren zich veilig in het verkeer kunnen bewegen. Wij vinden het belangrijk
bord bestaat uit verschillende onderdelen. Allereerst is er het scherm (het
dat kinderen weten dat verkeer een sociale activiteit is met telkens wisse-
eigenlijke bord), een beamer die de digitale informatie op het bord projec-
lende situaties, waarbij voortdurend rekening met elkaar dient te worden
teert, geluidsspeakers die het geluid de klas c.q. het lokaal inbrengt,een
gehouden. In groep 1 t/m 3 maken we gebruik van de methode “Rondje
computer en de software die de (digitale) informatie beheert en het bord
Verkeer”; een verkeerseducatiepakket voor groep 1 t/m 3 van Veilig Ver-
dat laat doen wat het moet doen. Met behulp van het digitale bord kun je
keer. Groep 4 t/m 8 maakt gebruik van de Veilig verkeerskrantjes die ieder
net als met een scherm en beamer dingen laten zien aan je leerlingen ter
jaar door Veilig Verkeer uitgegeven worden.
ondersteuning van de lesstof.
In groep 7 staat het theoretische verkeersexamen centraal terwijl in groep
Een van de groepsleerkrachten van onze school is ICT-coördinator. Hij/zij
8 het praktisch examen, een proeve van bekwaamheid in het verkeer en
volgt een basiscursus, legt werkbezoeken af op andere scholen en infor-
een fietscontrole jaarlijks op het rooster staat. Onze school heeft een ac-
meert / begeleidt het team.
tieve verkeers- en ouderbrigade werkgroep waarin ouders en leerlingen samen voor het veilig oversteken van alle kinderen zorgt.
30
3.5.8
Creatieve vakken
3.6
Inspectie
Muzische vorming vinden wij erg belangrijk in de ontwikkeling van elk kind. Het teken- en handvaardigheidonderwijs wordt door de leerkracht zelf
De rijksinspectie houdt toezicht op de naleving van wettelijke regels, die
verzorgd. Door middel van opdrachten proberen we de kinderen te stimu-
betrekking hebben op het onderwijs. In dat kader volgt de inspectie de
leren hun eigen creatieve ideeën te ontwikkelen en/of deze te prikkelen.
ontwikkelingen en vernieuwingen van het onderwijs binnen de diverse ba-
Dit wordt soms gecombineerd met een museumbezoek.
sisscholen nauwgezet door o.a. regelmatig een bezoek aan de scholen te brengen. De inspecteur van onderwijs bezoekt incidenteel onze school en
3.5.9
Lichamelijke oefening
geeft voorafgaand aan het bezoek het doel aan. Hierbij wordt gekeken naar
Alle kinderen krijgen twee maal per week les in de gymzaal. De lessen
de resultaten van de school en naar de kern van enkele belangrijke kwali-
worden door de leerkracht zelf gegeven. De kinderen maken kennis met
teitsaspecten van het onderwijsleerproces. Tevens toetst hij dan de prakti-
verschillende toestellen en sporten. Het samenspel wordt ontwikkeld om-
sche uitvoering van het schoolplan en de schoolgids die eerder door de in-
dat er vaak een beroep wordt gedaan op samenwerking in velerlei vormen.
spectie zijn goedgekeurd. De resultaten van het inspectieverslag worden in
Kinderen leren verdraagzaamheid, met elkaar omgaan en verlies te accep-
de nieuwsbrief en op internet gepubliceerd
teren. Groep 1 en 2 werkt met de methode ‘Beter bewegen met kleuters’.
www.onderwijsinspectie.nl daarna invullen bij ‘Zoek Scholen’ – ‘Onderwijs’
Vanaf groep 3 werken de leerkrachten met de methode ‘Basislessen bewe-
klik aan basisonderwijs – ‘School’ vul in Martinus – ‘Plaats’ vul in Gronsveld
gingsonderwijs’. De groepsleerkrachten geven wekelijks een les waarbij de
– klik als laatste op ‘Start zoeken’.
Ga daarvoor naar
leerlingen in de zaal kennis nemen van de verschillende vormen van bewegen waarbij de aanwezige materialen uitvoerig gebruikt worden.
Tevens kunnen ouders, leerkrachten en leerlingen bij de inspectie terecht
De school stelt geen sportkleding verplicht, doch het is wenselijk tijdens de
voor advies en kunnen hier ook klachten ten aanzien van de school worden
gymlessen aparte sportkleding te dragen. Sportschoenen worden eveneens
geuit. Het is vervolgens de taak van de inspectie om met de betreffende
aanbevolen. De kinderen in de hoogste groepen douchen na elke gymles.
school en degene die de klacht heeft ingediend te zoeken naar een oplos-
Wij verwachten dat alle kinderen elke vrijdag de gymkleren mee naar huis
sing.
nemen.
De Inspectie van het Onderwijs voor onze school valt onder het Inspectiekantoor te Eindhoven. Inspectiekantoor Eindhoven Telefoon
: 088 - 6696302
Fax
: 088 - 6696050
Adres
: Postbus 88 5000 AB Tilburg
Bezoekadres : Spoorlaan 420 5038 CG Tilburg
31
3.7
Schoolplan
3.8
Besteding van de onderwijstijd
Het schoolplan is een wettelijk verplicht document dat wordt opgesteld
Kinderen verblijven een groot deel van de dag in school om te spelen, te
door de directeur van de school in overleg met het team, het bestuur en
werken en te leren. Een schooldag is een aaneenschakeling van allerhande
de medezeggenschapsraad. In het schoolplan moet een beschrijving staan
activiteiten. In het nevenstaande schema is de verdeling van de onderwijs-
van het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwali-
tijd over de verschillende groepen weergegeven. Op die manier kunnen
teit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd. Het geeft daar-
ouders een beeld krijgen hoe de onderwijstijd van hun kind besteed wordt.
in in grote lijnen weer waar de school op dit moment staat en hoe zij denkt
Volgens de Wet Primair Onderwijs (WPO) zijn de in deze paragraaf be-
zich verder te ontwikkelen uitgaande van de eigen visie op onderwijs. Met
schreven vakken verplicht om te geven; de school mag zelf bepalen hoeveel
behulp van dit plan wil de school die ontwikkeling sturen. Het schoolplan
tijd aan elk vak besteed wordt. Wel heeft de overheid het minimaal na te
fungeert dan ook uitdrukkelijk als uitgangspunt voor het jaarplan, een do-
streven eindniveau per vak vrij nauwkeurig in de vorm van kerndoelen om-
cument dat dient te leven bij betrokkenen.
schreven.
Het is een beknopt, leesbaar document. Een routeboek zodat voor alle be-
Jaarlijks worden de roosters, schooltijden, vakanties en vrije dagen, alsme-
trokkenen helder is welke richting de school op wil en hoe zij dat in grote
de andere evenementen opnieuw vastgesteld.
lijnen op termijn denkt te bereiken.
Door steeds effectiever met onze tijd om te gaan proberen we verlies van
In het schoolplan staat omschreven:
onderwijstijd tegen te gaan. Vijf minuten voor aanvang van de schooltijd
–
informatie over de beginsituatie, waar gaan we vanuit;
gaat de bel en worden leerlingen geacht aanwezig te zijn, zodat we ons on-
–
informatie over doelen en de activiteiten om die doelen te bereiken;
derwijsprogramma op tijd kunnen starten.
–
informatie over de met het leerproces bereikte resultaten;
–
informatie over duidelijk omschreven beleidsvoornemens. Elk schooljaar zal in juni de door ons bereikte resultaten geëvalueerd worden. Deze resultaten zullen in de vorm van een jaarverslag beschreven worden. Het schoolplan is een openbaar document. Ouders die meer inhoudelijke informatie wensen over de school kunnen altijd contact opnemen met de directeur om het schoolplan te bekijken en te bespreken. De laatste versie van het schoolplan is opgesteld voor de schoolplanperiode 2015 – 2019.
32
3.8.1
Schooltijden maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag ’s ochtends van
8.30 uur - 12.00 uur
’s middags van
13.00 uur -15.00 uur
Pauze: voor de groepen 3 t/m 5
10.10 uur tot 10.25 uur
voor de groepen 6 t/m 8
10.30 uur tot 10.45 uur
De schooltijden op woensdag zijn: ’s ochtends van
8.30 uur - 12.30 uur.
Groep 1 is elke vrijdag vrij en groep 2, 3 en 4 elke vrijdagmiddag vrij. Gemiddeld aantal schooluren per schooljaar in
880 uur per jaar
groep 1 t/m 4 Gemiddeld aantal schooluren in groep 5 t/m 8
1000 uur per jaar
De middagpauze vindt dan plaats van 12.00 uur tot 13.00 uur. De eindtijd in de middaguren wordt dan 15.00 uur.
33
34
4.1.1
De rol van de groepsleerkracht Leerkrachten dienen een veilige omgeving te creëren voor kinderen, daarnaast een goede werk- en leersfeer. Om onderwijs op maat te kunnen geven, observeert de groepsleerkracht in en buiten de klas en beoordeelt met behulp van methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen. Zo ontstaat een totaalbeeld van de sociale en de cognitieve (verstandelijke) kant van het kind. Individuele leerlinggesprekjes worden gehouden om het
4.1
Leerlingenzorg
kind te betrekken bij zijn eigen ontwikkeling. Op deze manier willen we een stukje verantwoordelijkheid bij de leerling leggen. Op deze manier ho-
In het Nederlandse onderwijs wordt hard gewerkt aan het verbreden van
pen wij dat de leerling zichzelf ook doelen stelt en deze vanuit een innerlij-
de zorg in het basisonderwijs. Goed onderwijs betekent dat de onderwijs-
ke motivatie wil halen.
behoeften van de kinderen uitgangspunt zijn. Dat kinderen hun talenten
De groei van de leerling en de groep wordt minimaal 2x per schooljaar
mogen uitbreiden, en ook leren inzetten bij hun schoolontwikkeling.
met de interne begeleider besproken. Tijdens deze bespreking worden, in-
Het is belangrijk dat we als school de ontwikkeling van alle kinderen volgt
dien nodig, aanpassingen gedaan binnen de groepsplannen of in de individu-
en dat we kunnen ondersteunen als de ontwikkeling minder vlot verloopt
ele handelingsplannen .Na de afgesproken periode worden deze plannen
en dat we ook onderwijs op maat kunnen geven als er sprake is van een
geëvalueerd en aangepast (planmatig werken). Extra ondersteuning en/of
snellere ontwikkeling t.o.v. leeftijdsgenootjes.
individuele begeleiding van kinderen aan de hand van planmatig werken vol-
Om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op elk kind, gebruiken
gens groepsplannen of een handelingsplan gebeurt in principe door de
wij naast gesprekjes, observaties ook de gegevens uit de methodegebonden
groepsleerkracht binnen de eigen groep.
toetsen en de Citotoetsen. We noemen dit ons leerlingvolgsysteem. In het leerlingvolgsysteem hebben de groepsleerkracht en de interne begeleider een belangrijke taak.
4.1.2
De rol van de interne begeleider De ‘Interne Begeleider’ (IB-er) volgt de ontwikkeling van alle kinderen op school. Alle gegevens m.b.t. sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling worden zorgvuldig bekeken. Indien nodig ontvangt de groepsleerkracht een advies en tips m.b.t. deze gegevens.
35
Tijdens de leerlingbespreking, die minimaal 2x per schooljaar plaatsvindt,
De extra zorg organiseren we door: planmatig te werken middels groeps-
worden alle kinderen en hun gegevens besproken. Uit deze gegevens kun-
plannen; meer gerichte leer- en instructietijd te geven; extra kortdurende
nen afspraken voortkomen m.b.t. planmatig werken in de groep of indien
specifieke individuele en/of groepsbegeleiding, compacten en verrijken van
er vragen open blijven, wordt overleg gepland met externe ketenpartners.
de leerstof; extra pedagogische maatregelen. De leerkrachten worden
Ouders worden geïnformeerd. De intern begeleider is gesprekspartner bij
hierbij begeleid door het zorgteam.
oudergesprekken van kinderen die extra onderwijsbehoeften hebben; zij zorgt er voor dat er geregeld overleg is met ouders en eventuele andere
4.2.3
Zorg op niveau 3: Zorg op schoolniveau, interne deskundigen
betrokkenen om de begeleiding zo goed mogelijk op maat te maken.
Wanneer de hulpvraag complexer is, kan het nodig zijn dat de interne be-
De interne begeleider is verantwoordelijk voor de administratie van toets
geleider de leerkracht ondersteunt door aanvullende toetsen te doen om
gegevens en leerling dossiers. Deze gegevens zijn voor ouders in te zien.
heel gericht in te kunnen gaan op de specifieke behoefte van een leerling. De interne begeleider stelt samen met de leerkracht een handelingsplan op
4.2
en ondersteunt waar nodig. Voordat een handelingsplan wordt gestart,
Systeem van Onderwijs op maat
worden de ouders erbij betrokken. Ouders ondertekenen het handelingsplan.
4.2.1
Zorg op niveau 1: Zorg in de groep, het verzorgen van goed onderwijs
4.2.2
4.2.4
Zorg op niveau 4: Externe deskundigen
We proberen binnen ons onderwijs steeds beter om te gaan met verschil-
Als na bepaalde tijd (deze periode wordt in het handelingsplan vastgelegd)
len tussen leerlingen, adaptief onderwijs te geven m.b.t. het tempo, het ni-
blijkt dat de resultaten van de extra begeleiding onvoldoende is, wordt ex-
veau en de manier van leren. De groepsleerkracht is hierbij de spil: bemoe-
tra hulp ingeschakeld. Indien nodig wordt een aanvullend onderzoek ge-
digt, begeleidt, bewaakt en richt zich op de volgende ontwikkelingsstap.
start. Ouders dienen hiermee in te stemmen. Aan de hand van de verkre-
Om de kinderen te kunnen volgen hanteert de leerkracht een registratie-
gen onderzoeksgegevens wordt bekeken wat het beste is voor het kind.
systeem voor de dagplanning, observaties, toetsgegevens en handelings-
Dit kan zijn: in de eigen groep werken op eigen niveau met aparte leer-
plannen. We gebruiken het CITO leerlingvolgsysteem volgens de toetska-
lijnen, eventueel een schooljaar overdoen met een speciaal programma of
lender en we bekijken het leerrendement.
begeleiding vanuit bovenschoolse expertise.
Zorg op niveau 2: Extra zorg binnen de groep
4.2.5
Zorg op niveau 5: Scholen voor speciaal basisonderwijs
De leerkrachten besteden extra zorg binnen de groep na signalering van
Slechts met grote uitzondering, wanneer de leervorderingen stagneren, het
problemen, waar mogelijk preventief. De ouders worden hierover geïn-
kind zich niet meer ontwikkelt en het kind zich emotioneel niet meer pret-
formeerd, indien gewenst kunnen een aantal leertaken thuis uitgevoerd
tig voelt, zullen we een verwijzing naar een school voor ‘Speciaal BasisOn-
worden.
derwijs’ (SBO) moeten overwegen.
36
Indien verwijzing noodzakelijk blijkt vult de groepsleerkracht samen met u
4.4
Begeleiding meer- en hoogbegaafde kinderen
en de interne begeleider een onderwijskundig rapport in. Ook leerlingen die extra goed kunnen leren proberen wij zo goed mogelijk te begeleiden op onze school. Wij realiseren ons dat geen enkele meer- en
NB: Vanaf niveau 3 vragen de ouders samen met de school de genoemde zorg aan.
hoogbegaafde leerling dezelfde kenmerken heeft. De school ontwikkelt
4.3
deskundigheid om signalen in gedrag of presteren te herkennen als signalen
Doubleren en groep overslaan
van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Op het moment dat ons dat duidelijk is wordt er samen met de ouders en
De leerstof van ieder schooljaar vormt de basis voor de leerstof van een
de leerkracht overleg welke stappen we kunnen ondernemen.
volgend jaar. Het tempo waarin en de manier waarop de kinderen zich
Het plan van aanpak is voor iedere leerling verschillend. Soms kan dat be-
ontwikkelen kan verschillen. De doorstroming naar de volgende groep geschiedt op grond van gegevens die de groepsleerkrachten aan de hand van observaties, toetsen voor leerlingvolgsystemen, leerling-besprekingen, oudergesprekken en rapporten verzameld hebben. Leerlingen die een ander leertempo volgen proberen we zoveel mogelijk individueel te begeleiden en te ondersteunen. Als blijkt dat de achterstand/voorsprong groot is kan geadviseerd worden om een leerling met een aangepast programma te laten doubleren of een groep over te slaan. Dit gebeurt alleen in overleg met de leerling en de ouders. In de meeste gevallen leidt dit overleg tot een gezamenlijke conclusie. Wanneer ouders ondanks alle argumenten van de leerkracht (ondersteund door interne begeleider en directeur) niet akkoord gaan met het voorstel om de leerling te laten doubleren of een groep over te slaan, zal dit schriftelijk vastgesteld en ondertekend worden en zullen voortgangsafspraken geformuleerd worden voor het daaropvolgend schooljaar.
tekenen: –
uitgebreid aanbod van verrijking en verdieping;
–
middels compacten ander leeraanbod met gebruik van andere methodes en opdrachten;
–
versnelling van groep. De nieuwe methodes die we hanteren spelen qua stof al in op de behoefte van leerlingen die meer aankunnen; dit betekent voor de dagelijkse lessituatie dat deze kinderen na een korte instructie al aan de slag kunnen met werk dat hun uitdaagt. De leerlingen werken dan na een effectieve instructie zelfstandig aan de te verwerken opdrachten. We zijn als team steeds op zoek naar het zo goed mogelijk aanpassen van de stof aan het niveau van de kinderen., Het voordeel van de verkorte instructie is dat leerkrachten hierdoor meer ruimte hebben voor het instrueren van de basisgroep en de groep die leert middels verlengde/herhaalde instructie.
37
Momenten van gezamenlijke instructie zijn voor alle kinderen belangrijk,
Alle leerlingen (vanaf groep 1) zijn ingedeeld in drie verschillende niveaus:
aangezien we ook interactieve doelen stellen die vervat zijn in verschillende
NIVEAU GEEL:
Kinderen krijgen veelal verrijkingsstof aangeboden
MICOOP-vormen. Kinderen die we verrijken/verdiepen koppelen we graag
NIVEAU BLAUW:
Kinderen krijgen veelal basisstof aangeboden
om genoemde reden aan elkaar. Zij vormen net als andere kinderen in de
NIVEAU ORANJE:
Kinderen krijgen veelal herhalingsstof aangeboden of
groep maatjes,
aangepaste stof
Een werkgroep hoogbegaafdheid is dit jaar actief om de mogelijkheden
Tijdens de instructies gedurende de lessen wordt er gewerkt volgens het
voor het begeleiden van de meer-en hoogbegaafde leerlingen binnen het
‘BHV’ model. (Basisstof, Herhalingsstof, Verrijkingsstof). Afhankelijk van de
lesgeven structureel gestalte te geven.
mogelijkheden van het kind op dat moment zal het kind in het desbetreffende niveau aangesproken en beoordeeld worden. Het rapport geeft dui-
Welke kinderen compacten?
delijk aan op welk niveau het kind les krijgt en gewaardeerd wordt. De
Op dit moment compacten de goede rekenaars in elke groep. Dit zijn de
CITO scores geven een 1e indicatie voor het indelen in niveaus. Voor de
kinderen die consequent “goed” halen op de methodegebonden toetsen en
1e periode is het CITO niveau van het daaraan voorafgaand jaar het uit-
een niveau I op de Citotoetsen voor rekenen op alle onderdelen. Soms
gangspunt. Alleen voor de leerlingen van groep 1 geldt dit niet.
wordt de compactgroep aangevuld met één of meerdere leerlingen van wie
Leerlingen die structureel niveau I + en I scoren = geel
de leerkracht vindt dat het ook goed zou zijn voor deze leerling.
Leerlingen die structureel niveau II en III scoren = blauw
De methode rekenen biedt differentiatie naar boven en naar beneden.
Leerlingen die structureel niveau IV en V scoren = oranje Het CITO niveau geeft een eerste indicatie, vervolgens bekijkt de leer-
4.5
Rapport Het rapport sluit volledig aan bij de uitgangspunten en de visie van de school. Het geeft een duidelijk beeld over het functioneren en de ontwikkeling van de individuele leerling. Het rapport verschijnt 2 x per jaar: na de afname van de eerste CITO toetsen (eind januari / begin februari) en vóór
kracht op basis van argumenten in welk niveau een kind beoordeeld wordt. Achter in de rapporten staat de uitgebreide leeswijzer bij de verschillende vakken. Leerlingen van groep 4 t/m 8 krijgen 2 x per schooljaar alle toetsschriften mee naar huis. (november en april).
de overgang naar de volgende groep (eind juni / begin juli). Twee keer per schooljaar zijn er gesprekken met kinderen en/of ouders ingepland. Het eerste gesprek vindt altijd plaats in november en het tweede gesprek vindt altijd plaats na het 1e rapport. Na het 2e rapport, aan het einde van het schooljaar, vinden er alleen gesprekken plaats indien ouders en/of leerkrachten dit wensen.
38
4.6
Passend Onderwijs
Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle
Passend primair onderwijs in Zuid-Limburg
leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een onder-
Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar
steuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd.
2014-2015 de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te orga-
Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid
niseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de
Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot
zorgplicht. Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van
zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onder-
leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend
wijs.
onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ke-
Ondersteuningscontinuüm
tenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid. In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek:
Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein
Regio Maastricht-Heuvelland:
Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul
Regio Heerlen e.o.:
Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal
Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: www.passendonderwijszuid.nl
Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveau ’s: –
Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep;
–
Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep;
–
Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen;
–
Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten;
–
Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs; In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school.
39
Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis)
Er is geen voorgeschreven of uniform aanmeld-/inschrijfformulier vanuit
onderwijs
het samenwerkingsverband. Besturen en scholen gebruiken hun eigen
Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan
formulieren voor aanmelding. Deze aanmeldformulieren staan altijd op de
de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur. De verantwoorde-
website van de school. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school
lijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling
gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwe-
schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband.
zen.
Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school
De school beslist, binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan
op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft.
worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken
Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, even-
worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de
tueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de be-
basisondersteuning, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende
langrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (wel-
onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of
ke ondersteuning) het kind nodig heeft.
een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een
Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de
goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de moge-
afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. De school beslist,
lijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (ba-
binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan worden toegelaten.
sis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het
Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd.
samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speci-
Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de basisondersteuning,
aal (basis)onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en
zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op
de procedure vast met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing
een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor
van leerlingen voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring
speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt
betrekking heeft, is verstreken. Meer informatie over de toelaatbaarheid
gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen.
tot speciaal (basis)onderwijs kunt u terug vinden op de website
Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan
www.passendonderwijszuid.nl
wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Ook
Contactinformatie
stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met be-
Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland
trekking tot de terugplaatsing of overplaatsing van leerlingen voor wie de
Adres:
Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen
periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstre-
Directeur:
Doreen Kersemakers
ken. Meer informatie over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs
Telefoon:
085 - 488 12 80
kunt u terug vinden op de website www.passendonderwijszuid.nl
E-mail:
[email protected]
40
Procedure aanmelden leerlingen i.v.m. Passend Onderwijs
De voorschoolse voorziening is met de komst van de Wet Passend On-
Per 1 augustus 2014 treedt de Wet Passend Onderwijs in werking. Dit
derwijs verplicht informatie aan de basisschool door te geven. Als de ba-
houdt o.a. in dat ouders hun kind aanmelden bij de basisschool van hun
sisschool meer informatie nodig heeft, is de ouder / verzorger verplicht
keuze en dat die school dan automatisch de ZORGPLICHT krijgt. Als een
hieraan mee te werken. Dit heeft te allemaal te maken met het beeld dat
kind op een reguliere basisschool niet voldoende ondersteuning kan krij-
de school over het kind moet hebben voordat het na aanmelding definitief
gen, zijn er mogelijkheden voor plaatsing op SPECIALE SCHOLEN voor
op de school ingeschreven kan worden.
basisonderwijs. De basisschool moet, voordat een kind aangenomen wordt, voldoende inzicht hebben op de mogelijkheden van het kind. In de Wet Passend Onderwijs is geregeld dat: –
aanmelding van een leerling altijd schriftelijk met het aanmeldingsformulier van de school moet gebeuren;
–
de school na aanmelding 6 weken de tijd heeft om te onderzoeken of deze aangemelde leerling plaatsbaar is;
–
wanneer het in die 6 weken nog niet duidelijk is geworden, deze termijn met 4 weken verleng kan worden. Om goed te kunnen onderzoeken of een leerling plaatsbaar is heeft de school gegevens over het kind nodig. Deze gegevens komen van:
–
de eventuele voorschoolse voorziening (peuterspeelzaal en / of kinderopvang);
–
de door de ouders / verzorgers ingevulde vragenlijst;
–
aanvullende gegevens van de GGD of onderzoeksgegevens van externe instanties. Voor 95 % van de aanmeldingen zal de informatie vanuit de voorschoolse voorziening en de ouders voldoende zijn. Voor deze groep kinderen zal het besluit tot toelating vlot genomen kunnen worden. Indien blijkt dat een kind meer ondersteuning nodig heeft dan wat de school regulier kan bieden, wordt al spoedig contact opgenomen met de ouders / verzorgers en gaan met samen bekijken hoe een vorm van Passend Onderwijs op de eigen school of elders aangeboden kan worden.
4.7
De begeleiding van de overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs (overgang PO-VO) Alle leerlingen moeten sinds schooljaar 2014-2015 in groep 8 van de basisschool verplicht de eindtoets maken. Deze toets wordt in april afgenomen. Basisscholen geven vóór 1 maart een schooladvies aan de leerling. Hierin staat welk type voortgezet onderwijs het best bij uw kind past. De school kijkt daarvoor onder andere naar leerprestaties, aanleg en ontwikkeling tijdens de hele basisschoolperiode. Heroverweging Schooladvies: Als een leerling de eindtoets PO beter maakt dan verwacht, moet de basisschool het schooladvies heroverwegen. De basisschool is verantwoordelijk voor deze heroverweging, in overleg met ouders/verzorgers. De heroverweging kan leiden tot een wijziging in het schooladvies, maar er kan ook beslist worden dat wordt afgeweken van het resultaat van de eindtoets PO. Soms is het resultaat van de eindtoets minder goed dan verwacht. In dat geval mag de basisschool het schooladvies niet aanpassen. Op de speciale ouderavond, die halverwege het schooljaar plaatsvindt, wordt u geïnformeerd over de mogelijkheden die u heeft bij de keuze voor de juiste school voor voortgezet onderwijs en zaken waarop u daarbij moet letten.
41
In de klas bespreekt de leerkracht middels informatieboekjes het reilen en zeilen op het Voortgezet Onderwijs. Ouders worden geïnformeerd over de open dagen die vrijwel alle scholen voor voortgezet onderwijs in de omgeving in het voorjaar houden De school onderhoudt nauwe contacten met het voortgezet onderwijs. Tijdens een warme overdracht worden de kinderen besproken met een afgevaardigde van de school van uw keuze. Wij volgen de schoolloopbaan van onze leerlingen om concreet zicht te krijgen op het verloop in het voortgezet onderwijs.
4.8
Logopedie De gemeente Eijsden – Margraten heeft de schoolbegeleidingsdienst O2 ingeschakeld om een screeningsonderzoek te uit te voeren onder de kleuters. Ouders en leerkrachten vullen een intakelijst in. Tijdens een kort screeningsonderzoek wordt gekeken naar spraak, taal, stem en ademhaling. Het resultaat hiervan wordt altijd met ouders en de leerkracht besproken. Na een screening of onderzoek kunnen de volgende opmerkingen worden gemaakt: –
De spraak, taal en stem zijn in orde;
–
De spraak en/of taal is niet helemaal in orde, maar een spontane verbetering is te verwachten; plaatsing op een controlelijst is voldoende;
–
Een gesprek met ouders is nodig om adviezen te geven i.v.m. kleine uitvallen in spraak en/of taal, om dit thuis zo goed mogelijk te begeleiden;
–
De spraak en/of stem en/of taal zijn niet in orde en na overleg met de ouders zal kortdurende logopedische hulpverlening of behandeling bij een vrij gevestigde logopedist plaatsvinden;
–
Er is verwijzing nodig naar een arts of andere instantie.
42
Afgelopen schooljaren zijn door het team cursussen gevolgd op het gebied van
5.1
Personeelsbeleid
–
het omgaan met verschillen tussen leerlingen (coöperatief leren);
–
het onderwijsaanbod in de groepen 1 en 2;
–
het dyslexieprotocol voor de groepen 3 en 4;
–
pedagogisch klimaat;
–
coöperatief leren;
–
meervoudige intelligenties;
–
speelplezier;
De kinderen zijn het belangrijkste kapitaal van onze school. Zij verdienen dan ook goede leerkrachten. Om er voor te zorgen dat onze leerkrachten
Daarnaast volgden individuele leerkrachten cursussen, studiedagen en op-
hun werk goed kunnen doen, hebben wij een zogenaamd integraal perso-
leidingen die passen binnen de schoolontwikkeling op dit moment.
neelsbeleid. Dit betekent dat we de kennis en de vaardigheden van de leer-
Leerkrachten leren ook van elkaar in kortdurende cursussen die binnen
krachten steeds afstemmen op het onderwijs en de zorg voor de kinderen,
kom-Leren door collega- leerkrachten worden aangeboden.
en de leerkrachten waar nodig extra scholing volgen. Leerkrachten zijn -
Cursussen die gevolgd worden zijn o.a.:
net als de ouders en leerlingen - direct betrokken bij de ontwikkeling van
- Rekenen: met sprongen vooruit
de school.
- Implementatie hoogbegaafdheid - De dyslexievriendelijke school
5.2
Scholing van leerkrachten
- hechtingsproblemen
Net als de leerlingen blijven onze leerkrachten leren. Het is belangrijk dat zij de ontwikkelingen in het onderwijs blijven volgen en steeds werken aan het vergroten van hun deskundigheid. Daarom volgen onze leerkrachten bijscholingscursussen en organiseren we ‘scholing op maat’ op onze school zelf.
43
44
6.4
Algemene ouderavond Aan het begin van ieder schooljaar organiseren wij een algemene ouderavond voor alle ouders. Op verzoek van ouders vinden deze avonden op verschillende dagen plaats. Tijdens deze avond geven groepsleerkrachten informatie over de leerstof, de afspraken en de activiteiten van dat betref-
6.1
fende schooljaar.
Het belang van de betrokkenheid van ouders Onze school stelt een goede samenwerking met ouders zeer op prijs.
6.5
Informatiebijeenkomsten
In het hiernavolgende worden een aantal vormen van betrokkenheid van ouders/verzorgers bij de school beschreven.
Tijdens het schooljaar vinden er diverse informatiebijeenkomsten plaats; o.a. over het vervolgonderwijs, de 1e H. Communie, het H. Vormsel en het
6.2
kamp van groep 8. De ouders ontvangen voor elke informatiebijeenkomst
Gesprek met de leerkracht
van te voren een uitnodiging via de nieuwsbrief van de school.
Twee à drie keer per schooljaar vinden er oudergesprekken plaats. Maar ook op andere momenten kunnen ouders met de groepsleerkracht een af-
6.6
Ouderraad
spraak maken. Tijdens lesuren en vergadertijd zijn leerkrachten echter niet te bereiken.
Het doel van de ouderraad is het bevorderen van de contacten tussen de
De e-mailadressen van de leerkrachten zijn in de schoolkalender en de website opgenomen. Van het Managementteam is naast e-mailadres, adres
ouders en de school. –
en telefoonnummer vermeld.
6.3
Gesprek met de directeur
De ouderraad streeft ernaar om op de hoogte te zijn van wat er leeft aan ideeen, wensen en meningen onder ouders van de leerlingen. Zij wil daarbij opkomen voor de belangen van de ouders en de leerlingen.
–
Denken mee en adviseren over verschillende (actuele) onderwerpen.
–
Tevens is de ouderraad betrokken bij de organisatie van diverse binnen- en
Ouders kunnen altijd een gesprek aanvragen of een afspraak maken met de
buitenschoolse activiteiten zoals kerstactiviteit, Sinterklaas enz. De opbrengst
directeur.
komt geheel ten goede voor activiteiten in de school. –
De ouderraad vergadert gemiddeld één keer per zes weken; de vergaderingen zijn openbaar voor alle ouders.
45
6.7
Ouderbijdrage
Aan het begin van het schooljaar krijgen ouders instructie over de doelstelling van de ouderhulp. Tijdens de vergaderingen van de ouderraad wordt
De penningmeester van de ouderraad beheert de ouderbijdragen. Eenmaal
de hulp en inzet van ouders besproken en geëvalueerd. Aan het eind van
per jaar geeft het bestuur aan de leden (ouders) een overzicht van de
het schooljaar wordt de ouderhulp op uitnodiging van de contactpersoon
werkzaamheden en de daarbij horende financiële gegevens.
van de werkgroepen geëvalueerd. Op basis van evaluaties worden nieuwe
De ouderbijdrage is hard nodig!
afspraken geformuleerd tijdens een teamvergadering en in de ouderraad
Hoewel niemand verplicht kan worden deze bijdrage te voldoen, is het
voor het daaropvolgend schooljaar.
voor de school en de ouderraad heel moeilijk alle onderwijsactiviteiten uit
Aan het begin van het schooljaar vragen we ouders tijdens de Algemene
te voeren wanneer van ouders geen financiële bijdrage (contributie) ont-
ouderavond zich schriftelijk op te geven voor ouderhulp. Men kan dit doen
vangen wordt. Aan het begin van het schooljaar wordt in de nieuwsbrief de
op een lijst die op die avond klaarligt.
model-overeenkomst voor de vrijwillige ouderbijdrage gepubliceerd. Ouders/verzorgers worden verzocht deze modelovereenkomst te onder-
Partnerschap met ouders
tekenen. De ouderbijdrage bedraagt momenteel € 25,00,- per leerling.
Samen met ouders is er een werkgroep pedagogisch klimaat gevormd.
Uiteraard is men vrij om op eigen initiatief de ouderbijdrage te verhogen. In augustus/september ontvangen alle ouders een brief waarin gevraagd wordt de ouderbijdrage over te maken op het rekeningnummer van de ou-
6.9
Ouderbetrokkenheid op afstand
derraad. Niet alle ouders zijn in de gelegenheid om in school mee te helpen of te
6.8
Ouderhulp
komen kijken. Belangrijk is echter dat ouders betrokken worden bij de school van hun kind. Dat kan ook ‘op afstand’, bv. door met het kind regelmatig over school te praten, door huiswerk met het kind door te ne-
Bij diverse activiteiten wordt een beroep gedaan op de medewerking van
men, de nieuwsbrieven van de school te volgen, meegebrachte materialen
de ouders/verzorgers, zoals:
(bv. werkjes, wereldoriëntatiewerk enz.) te bekijken.
–
voor begeleiding bij excursies, bezoek voorstellingen, wandelingen enz.;
Kortom: door aandacht te besteden aan datgene waar het kind overdag
–
voor begeleiding bij schoolevenementen, bv. sportdag;
mee bezig is. Het lijkt ons waardevol dat ouders op de hoogte zijn wat er
–
hulp bij handvaardigheidlessen;
in de schooltijd gebeurt en dat ze goed volgen hoe hun kind dit ervaart.
–
als leesouders bij het groepslezen;
–
bij het periodiek controleren op hoofdluis;
–
bij het brigadieren op belangrijke oversteekplaatsen;
–
bij incidentele vraag om hulp door een van de groepsleerkrachten.
46
6.10
Nieuwsbrief
6.12
Verkeerswerkgroep
De nieuwsbrief wordt gemiddeld ongeveer 1x in de vier weken uitgegeven.
De verkeerswerkgroep is samengesteld uit ouders en een groepsleer-
Hierin zijn mededelingen en actuele informatie van de school voor de ou-
kracht. Het doel van deze groep is om mee te werken en te denken over
ders en leerlingen opgenomen. Per gezin wordt er op aanvraag één
de veiligheid van kinderen in het verkeer, toegespitst op situaties rondom
nieuwsbrief verstrekt en deze wordt steeds aan het oudste kind van het
onze school. De verkeersouder is aangesteld op initiatief van 3VO. Dit is
gezin meegegeven. We streven ernaar zo min mogelijk losse briefjes met
gebeurd in het kader van het project ‘Verkeers Educatie Basis Onderwijs’
informatie aan de kinderen mee te geven.
(VEBO), een project dat is ontstaan door samenwerking tussen het school-
We streven ernaar minder nieuwsbrieven uit te delen aan leerlingen, maar
bestuur, de gemeente en het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg.
ouders te stimuleren de actuele nieuwsberichten op de website van school
De bedoeling is gezamenlijk de verkeersveiligheid voor de schoolgaande
te lezen. Uiteindelijk hopen we geen nieuwsbrieven meer aan kinderen mee
jeugd en het verkeersonderwijs te verbeteren.
naar huis te geven. We zijn op dit moment bezig met het verzamelen van
Verder organiseert een ouder van de ouderbrigade het brigadieren. Jaarlijks
alle mailadressen van ouders en willen op deze manier de nieuwsbrieven
wordt het schema van brigadieren in de eerste nieuwsbrief en op de websi-
verspreiden.
te opgenomen. Hierdoor kunnen onze kinderen voor en na schooltijd veilig oversteken. Alle leerlingen van groep 8 brigadieren beurtelings. De ouders en de leerlingen van groep 8 krijgen instructie van de politie.
6.11
Evenementen, excursies en vieringen
Het praktische verkeersexamen in groep 8 wordt eveneens door deze ouders voorbereid en gecoördineerd.
Tijdens het schooljaar worden diverse activiteiten georganiseerd, die voor alle kinderen of een groep kinderen bestemd zijn. Met name dankzij de ouderbijdrage hebben we de financiële middelen om deze evenementen te
6.13
Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg
kunnen bekostigen. Daarnaast hopen we bij de voorbereiding en de uitvoering ervan te kunnen vertrouwen op de medewerking van diverse ouders.
Alle kinderen worden onderzocht door de schoolarts. Dit gebeurt voor de
De meeste activiteiten worden voorbereid door een werkgroep van ou-
overgang naar groep 3, in groep 5 en in groep 8. De gegevens die relevant
derraadleden en leerkrachten aan de hand van een door het team opge-
zijn voor de groepsleerkracht voor het werken in de groep worden in gro-
steld plan. In dit plan staan de taken van ouders/verzorgers en leerkrachten
te lijnen besproken met de leerkracht van de betreffende groep en de in-
puntsgewijs omschreven.
terne begeleider. Op verzoek van ouders wordt bepaalde informatie niet met de groepsleerkracht besproken. De schoolarts kan ook op andere tijden gevraagd worden, zowel door de ouders alsook door de leerkrachten. De schoolarts heeft 1 keer per jaar overleg met het zorgteam op school.
47
De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg zet zich in
–
Inentingen
voor een gezonde lichamelijke en psychosociale ontwikkeling van alle vier-
Als JGZ zorgen we ervoor dat uw kind volledig wordt ingeënt tegen difte-
tot negentienjarigen in de regio. Het team JGZ bestaat uit een jeugdarts,
rie, tetanus en polio (DTP) en tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). De
jeugdverpleegkundige en jeugdartsassistente. Op onze website vindt u in-
laatste twee inentingen tegen deze ziekten krijgt uw kind in het jaar dat het
formatie over het team dat aan de school van uw kind is verbonden.
9 wordt. U ontvangt van ons een uitnodiging hiervoor. Meisjes van 12 jaar
Bij de JGZ kunnen ouders en verzorgers, maar ook de school en de wat
krijgen bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker.
grotere kinderen zelf, terecht met de meest uiteenlopende vragen over
Heeft uw kind door omstandigheden bepaalde inentingen nog niet gekre-
opvoeden en opgroeien. Hebt u een vraag of maakt u zich zorgen om uw
gen, dan kunt u hiervoor bij ons terecht.
kind, dan kunt u een afspraak maken voor een gesprek met een van onze
–
De GGD doet meer
medewerkers.
In samenwerking met andere organisaties verzorgt de GGD Zuid Limburg cursus-
Als uit het gesprek of onderzoek blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig
sen voor ouders over opvoeden , psychosociale weerbaarheid, de puberteit en al-
heeft, dan zoeken wij samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die
cohol en drugs. Meer hierover leest u op onze website.
zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we u voor verder on-
- We kijken of de school of het kinderdagverblijf van uw kind schoon en veilig is
derzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners op het gebied
en geven waar nodig adviezen om de hygiëne en veiligheid te verbeteren.
van opvoeden en opgroeien. Binnen de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG),
- We helpen scholen om hoofdluis te voorkomen en / of te bestrijden.
die in de komende jaren in alle gemeenten worden geopend, gaan we nauw
- Ook ondersteunen we scholen bij hun lessen en / of projecten over bijvoor-
samenwerken met die partners, zodat we uw kind en u nog beter kunnen
beeld overgewicht, genotmiddelen, pesten en seksuele vorming.
helpen. –
Vinger aan de pols
Namen, adressen en telefoonnummers:
Het team JGZ houdt de vinger aan de pols als het gaat om de lichamelijke,
Bij vragen
: Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg
psychische en sociale ontwikkeling van uw kind tijdens zijn (of haar)
Telefoon
: 043-850.6734
schoolcarrière. We kijken bijvoorbeeld naar zijn groei, motoriek en spraak,
E-mail
:
[email protected]
maar ook - als uw kind op de middelbare school zit - naar eventueel
Website
: www.jeugdgezondheidszorg.ggdz.nl
Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we
GGD
: GGD Zuid-Limburg
u en (als uw kind al wat groter is) uw kind regelmatig om een vragenlijst in
Adres
: Geleenbeeklaan 2, 6166 GR Geleen
te vullen waarin allerlei gezondheidsaspecten aan bod komen. Daarnaast
Telefoon
: 046 – 850.6666
kijken we natuurlijk in het kinddossier, met informatie over de groei en
Jeugdarts GGD
: Mevr. M. Debougnoux
schoolverzuim en het gebruik van genotmiddelen.
ontwikkeling van uw kind vanaf zijn eerste bezoek aan het consultatiebureau.
48
6.14
Peuterspeelzaal Vanaf 1 april 2013 zijn alle peuterspeelzalen in de gemeente Eijsden-
–
Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld
–
Protocol rouwverwerking
–
Protocol medicijnverstrekking school
Margraten onder een nieuw, overkoepelend bestuur gekomen: Stichting Spelenderwijs.
Deze zijn te bekijken op de website van www.kom-leren.nl
Namen, adressen en telefoonnummers: Stichting Spelenderwijs Adres
: Houtmanstraat 2, Postbus 10, 6160 AC Geleen
Telefoon
: 046-423.5332
Contactpersoon
: Mevr. Marian Hambeukers
Telefoon
: 06-414.202.30 (mobiel)
E-mail
:
[email protected]
6.16
Klachten Contactpersoon De contactpersoon is voor iedereen die betrokken is bij de school het eerste aanspreekpunt met betrekking tot klachten over de schoolsituatie, bijvoorbeeld over pedagogisch klimaat, begeleiding van leerlingen, toepassing van een strafmaatregel, (cyber)pesten, intimidatie, roddels, discriminatie, agressie, een medewerker die zijn handen niet thuis kan houden, enzo-
6.15
Veiligheidsplan
voorts. Bij de behandeling van een klacht zet de contactpersoon de procedure in werking. De contactpersoon controleert en bewaakt of een klacht
Onderwijsinstellingen moeten over een veiligheidsplan beschikken. Dit plan heet ook wel het plan voor veiligheid, gezondheid en milieu. In het veiligheidsplan staat wat de school doet aan de:
volgens de procedure juist wordt behandeld, maar bemiddelt niet tussen
–
fysieke veiligheid (inrichting van het schoolgebouw);
–
sociale veiligheid (omgaan met bijvoorbeeld agressie en geweld);
De contactpersoon van onze school is Monique Hoeppermans (IB-er) en
In dit plan zijn een aantal school specifieke beleidszaken geformuleerd. De-
klager en aangeklaagde. Voor de procedure, zie het stappenplan in de klachtenregeling van kom Leren Jos Maes. In gezamenlijk overleg worden de stappen gezet die nodig zijn om de klacht af te handelen.
ze zijn op school in te zien. Binnen kom Leren is een stichtingsbeleid ge-
Klachtenregeling
formuleerd voor de volgende onderdelen.
Door de klachtenregeling, die door de overheid verplicht is gesteld, krijgen
–
Klachtenregeling
ouders en leerlingen wettige mogelijkheden hun klachten aan de orde te
–
Afspraken rondom privacy
stellen. Onze school wil stimuleren, dat ouders en leerlingen een passend
–
Registratie rondom school en ziekteverzuim
gebruik maken van deze nieuwe wetgeving, omdat klachten door team en
–
Infovoorziening voor gescheiden ouders
directie beschouwd worden als een hulpmiddel, een handreiking om een
–
Aanpak agressie en geweld
veilig schoolklimaat te behouden.
–
Pestprotocol
49
Veiligheid op school in de praktijk van alle dag is voor kinderen, ouders en
schoolklimaat dat zich kenmerkt door veiligheid, acceptatie, respect en ver-
personeel van groot belang. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld on-
trouwen is een voorwaarde voor alle leden van de schoolgemeenschap om
derwijskundige zaken, pedagogisch klimaat, leerkrachten, discriminerend
optimale leer- en werkprestaties te kunnen leveren.
gedrag, geweld, pesten of vermoedens van seksuele intimidatie. Veruit de
Voorop staat dat iedereen op school gelijkwaardig is en dat er geen enkel
meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in
onderscheid gemaakt wordt in de manier waarop we elkaar benaderen.
onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de
Met ‘elkaar’ bedoelen we de relaties tussen leerlingen onderling, leerlingen
juiste wijze afgehandeld kunnen worden. Indien dat echter niet mogelijk is,
en volwassenen en volwassenen onderling. Onder volwassenen verstaan wij
gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar tevredenheid
ouders, personeel, stagiaires en vrijwilligers op school. Tevens alle volwas-
heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling.
senen van aan school verbonden organisaties, als Buitenschools Opvang,
Een exemplaar van dit reglement ligt ter inzage bij de schoolleiding en een
Peuterspeelzalen, bibliotheken e.a. Het doel van de gedragscode van kom
exemplaar bij de contactpersoon van de school en is te downloaden op de website: www.kom-leren.nl Vertrouwenspersoon Het bestuur beschikt over één onafhankelijke vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure. De vertrouwenspersoon is:
Leren is dat: –
duidelijk is wat we van elkaar in school verwachten;
–
duidelijk is welk gedrag kan en welk gedrag niet kan;
–
we elkaar kunnen aanspreken op het naleven van de afspraken;
–
het personeel van de school aan de ouders of verzorgers kan uitleggen hoe het omgaat met de leerlingen;
–
vóór er een problematische situatie ontstaat, duidelijk is hoe de regels zijn;
–
overtreding van de regels getoetst kan worden aan de Gedragscode;
–
bij overtreding de juiste maatregelen genomen kunnen worden. Voor personeel gelden de afspraken in de CAO PO onder het hoofdstuk “ordemaatregelen en
- Inge Pouw : 06-38316425
disciplinaire maatregelen”.
[email protected] Gedragscode Stichting kom Leren en onze school werken aan een veilige school: een school waar het voor iedereen prettig werken en leren is. Goede relaties tussen allen die in de school werken en afspraken over hoe je met elkaar omgaat, zijn daarbij heel belangrijk. Een school kan niet zonder afspraken. Voor kinderen kennen wij schoolregels en voor volwassenen is een gedragscode opgesteld. Het naleven van de afspraken in deze gedragscode zal leiden tot een veilig, werkbaar en prettig schoolklimaat voor iedereen. Een
Op de scholen van kom Leren houdt men zich aan de volgende kaders: –
Wij werken aan een goed en veilig leer- en werkklimaat.
–
Wij werken in een open communicatie, waarbij zorgvuldigheid een leidraad is. We lossen problemen op door erover te praten.
–
Wij nemen elkaar serieus en helpen elkaar waar dat nodig is.
–
Wij hebben respect voor de persoonlijke levenssfeer van de ander.
–
Wij zijn ons bewust van de kwetsbare en afhankelijke relatie tussen leerling en volwassene en tussen leerlingen en volwassenen onderling.
50
–
Wij houden ons aan het social media protocol en privacyprotocol en spreken
6.17
Regeling seksuele intimidatie
elkaar hierop aan wanneer dat niet wordt gedaan. U treft deze aan op –
www.kom-leren.nl
Ook de regeling seksuele intimidatie oftewel ongewenste intimiteiten zijn
Wij vertonen professioneel gedrag, gerelateerd aan schoolse activiteiten.
op de website op te zoeken. Indien uw zoon of dochter onverhoopt seksueel geïntimideerd zou worden
Landelijke Klachtencommissie
op school kunt u zich in verbinding stellen met de directeur, de contact-
Een school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Bot-
persoon of de vertrouwenspersoon. Ook de school zelf of het schoolbe-
singen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak in
stuur kan hun om advies vragen. De hulpverlening van leerlingen in geval
onderling overleg bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat
van seksuele intimidatie wordt uitgewerkt door de vertrouwenspersoon in
iemand een klacht hierover wil indienen.
overleg met de vertrouwensarts van de GGD. In een voorkomend geval
Die mogelijkheid is er. Voor de school is een klachtenregeling vastgesteld.
kunt u een beroep op een van hen doen.
Deze is voor iedereen die bij de school betrokken is in te zien op de website van de school: www.sintmartinus-gronsveld.nl. Op aanvraag kunt u kosteloos een afschrift van de regeling krijgen. Het wordt op prijs gesteld
6.18
Bedrijfshulpverleners (BHV-ers)
indien iemand die wil klagen dat eerst kenbaar maakt bij de schoolleiding of
Onze school heeft twee bedrijfshulpverleners. Zij hebben de cursus be-
het schoolbestuur. Mogelijk kan de klacht verholpen worden.
drijfshulpverlener gevolgd. De bedrijfshulpverleners hebben de taak in de
De school is voor de behandeling van klachten tevens aangesloten bij
tijd tussen eventueel alarm en de aankomst van professionele hulpverle-
een onafhankelijke klachtencommissie: “de Landelijke Klachtencommissie onderwijs (LKC)”. De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het schoolbestuur neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. Een klacht kan bij het schoolbestuur of rechtstreeks schriftelijk bij de LKC worden ingediend. De LKC is te bereiken bij: Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD UTRECHT, Telefoon 030-2809590, fax 030-2809591.
ningsdiensten: –
een beginnende brand te bestrijden;
–
zo nodig het gebouw te ontruimen;
–
gewonden kunnen verzorgen;
–
kunnen communiceren en samenwerken met de professionele hulpverleningsdiensten. Onze school heeft een ontruimingsplan voor calamiteiten. Drie keer per schooljaar zal een ontruimingsoefening plaatsvinden.
U kunt ook de website raadplegen www.onderwijsgeschillen.nl of een email sturen naar
[email protected].
51
6.19
Roken
–
De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen.
In het schoolgebouw en op de speelplaats geldt een rookverbod. Wij zijn
–
De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring.
een rookvrije school en daar zijn wij trots op. Het rookverbod geldt ook in de avonduren, bijv. bij vergaderingen, oudergesprekken, informatiebijeenkomsten, feesten en dergelijke. Ouders en leerkrachten die in school aanwezig zijn en die behoefte hebben om toch een sigaret en dergelijke op te steken, worden verzocht dit in de schooltuin achter de school te doen.
6.20
Sponsoring De belangrijkste uitgangspunten voor sponsering zijn: –
Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen.
–
Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen.
–
Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.
–
De GMR heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Tevens zijn de volgende principes van kracht:
–
Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen.
–
Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid.
52
Het percentage leerlingen dat naar verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van groep 8. Wij stellen ons ten doel het maximale uit elk kind te halen en er zodoende voor te zorgen dat het kind in de meest geschikte vorm van Voortgezet Onderwijs terecht komt en op die school goed mee kan komen. Scholen verschillen van elkaar. Er zijn verschillen in werkwijze, identiteit,
Gemiddelde CITO-Eindtoetsscores
sfeer en resultaat. Op de Sint Martinusschool werken we met moderne methoden en mate-
Lln.
Standaardscore
Standaardscore
Land.
Correctie
rialen. Nog belangrijker zijn de mensen die dagelijks met uw kinderen wer-
aantal
ongecorrigeerd
gecorrigeerd
Gem.
LG
ken. Aan hen vertrouwt u uw kind toe. Zij zorgen ervoor dat de materialen
2015
30
535.8
534.8
534.8
534.9
en de methoden zinvol gebruikt worden. Zij volgen nieuwe ontwikkelingen
2014
22
535.4
534.1
534.4
534.6
en besteden veel tijd aan samenwerking, overleg en onderlinge afstemming.
2013
26
537.5
534.6
534.7
534.8
Onze school wil een veilige leer- en leefomgeving zijn waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het schoolklimaat is van grote invloed op de
De scores zijn gebaseerd op de schoolscores vergeleken met schoolscores
kwaliteit.
van scholen met gelijke populatie. De scores zijn conform de verwachtingen van de groep en passend bij de Cito LOVS gegevens vanaf groep 6.
Om een antwoord te kunnen geven op de vraag of we een goede kwaliteit
Ieder jaar worden de resultaten van de CITO-eindtoets geanalyseerd. Van-
leveren meten en beoordelen we een aantal gegevens. In deze schoolgids
uit de analyse trekken we conclusies t.a.v. het verbetertraject (Wat willen
publiceren we een aantal van deze gegevens.
we verbeteren!). Wij verwijzen voor de conclusies en activiteiten die hieruit voortvloeien naar het jaarverslag van de school. Na de middentoetsen van CITO bekijken we middels de trendanalyse de
7.1
Uitstroom en resultaten
opbrengsten. Met behulp van de analyses van de Eindtoets kunnen we de opbrengsten ook in beeld brengen en hier weer inzetten op opbrengstver-
Waar gaan de leerlingen van groep 8 heen? De uitstroom naar verschillen-
hoging. Verbanden leggen tussen de verschillende gegevens om zodoende
de vormen van Voortgezet Onderwijs wordt door onze school bijgehou-
lijn in onze inspanningen te krijgen en te behouden: doen we de dingen die
den.
ertoe doen?
Wij hebben regelmatig contact met de scholen voor Voortgezet Onderwijs. Wij informeren de scholen over de van ons afkomstige leerlingen en blijven op de hoogte van de prestaties van onze oud-leerlingen.
53
7.3
Verwijzing/plaatsing naar/op het Voortgezet Onderwijs Schooltype
7.4
Het rapport is een subjectieve beoordeling van de kwaliteit van een school. Voor meer informatie over de inspectie van het onderwijs kunt u de site bezoeken: www.onderwijsinspectie.nl
Aantal 2013 Aantal 2014 Aantal 2015
VWO
6
1
5
HAVO-VWO
4
5
0
HAVO-TL
9
7
9
VMBO-TL
4
4
8
VMBO-KB / GT
3
4
7
VMBO-BB
0
0
1
LWOO / Praktijkonderwijs
0
1
0
Totaal
26
22
30
Uitkomsten van het regulier/integraal schooltoezicht De inspectie van het onderwijs, ook wel Onderwijsinspectie genoemd, is een Nederlands inspectieorgaan en valt organisatorisch onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Doel van de inspectie is het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs. De meeste scholen worden niet jaarlijks, maar om de paar jaar geïnspecteerd. De resultaten worden gepubliceerd op de site van de Onderwijsinspectie. Van de meeste scholen zijn één of twee rapporten beschikbaar. Door de inspectierapporten wordt de kwaliteit van een school inzichtelijk gemaakt. Deze informatie kan door de scholen gebruikt worden om zaken op te pakken en te verbeteren.
54
8.2
Informatie vooraf Allereerst kunnen ouders vóór de aanmelding bij de school terecht voor nadere informatie. Eén keer per schooljaar vindt er een open dag plaats voor de ouders en (mogelijke) nieuwe leerlingen. Deze datum wordt steeds in de nieuwsbrief en het plaatselijke contactblad bekend gemaakt. Op deze dag krijgt u informatie en een rondleiding door de school. De
8.1
Aanmelding, inschrijving, kennismaking en instroom van nieuwe leerlingen
rondleiding wordt door de leerlingen van groep 8 verzorgd. U krijgt volop
Kinderen mogen in Nederland naar school vanaf hun 4e verjaardag. Ze
Wij hanteren het aanname beleid van de Stichting Kom-Leren.
de gelegenheid om vragen te stellen over de school.
moeten naar school wanneer ze vijf jaar zijn. Dan gaat de leerplicht in en zijn ouders verplicht om hun kind naar school te sturen. Voordat een aan-
Kinderen die aangemeld worden kunnen op elk moment instromen in alle
gemeld kind als leerling van de school wordt ingeschreven gelden een aan-
groepen.
tal regels.
Onze school kent geen wachtlijst. Voor aanmelding kunt u contact opne-
Voor de Kom-Leren- scholen is de regeling aannamebeleid vastgesteld.
men met de leerkracht(en) van groep 1/2 of de directeur. Er zal dan een
Hierin staat beschreven welke regels gelden ten aanzien van de aanmelding,
aanmeldingsgesprek plaatsvinden met de ouders en de directeur. In dit
aanname en inschrijving van leerlingen. Aanname en inschrijving zijn twee
aanmeldingsgesprek krijgen ouders:
aparte zaken. De aanname wordt vooraf gegaan door de aanmelding; dat is
–
mondelinge informatie over de school;
de actie die de ouders ondernemen om hun kind te laten inschrijven als
–
schriftelijke informatie over onze school (de schoolgids);
leerling van een school.
–
een rondleiding door de school;
Aanname; ook wel toelating genoemd, is het besluit dat een school neemt
–
de mogelijkheid om de nieuw aangemelde leerling twee ochtenden te laten
om een leerling toe te laten en dit aan de ouders kenbaar maakt. Na aanname volgt automatisch de inschrijving, in feite de administratieve hande-
meedraaien in de groep waarin het geplaatst wordt; –
ling. Een kind is pas officieel leerling als het als zodanig is ingeschreven en de
een aanmeldingsformulier. Dit aanmeldingsformulier levert u bij de groepsleerkracht waarmee u een gesprek hebt gehad of de directeur van de school in;
–
school daadwerkelijk bezoekt.
de gelegenheid om vragen te stellen en te vertellen over de ontwikkeling van hun kind.
–
indien er sprake is van een overstap van een andere basisschool krijgen de ouders informatie die door de vorige basisschool wordt verstrekt (bv. onderwijskundige rapporten en eventuele mondelinge informatie);
55
–
wanneer een aangemelde leerling reeds een andere school heeft bezocht wordt
8.4
Naar school en terug naar huis
altijd contact opgenomen met deze school en daarbij informatie ingewonnen –
–
–
–
voordat het besluit genomen wordt ten aanzien van de aanname.
Kinderen mogen niet langer dan één kwartier voor de aanvang van school
het besluit van de directeur om de leerling al dan niet aan te nemen wordt zo
op de speelplaats.
nodig en mogelijk genomen na eventueel overleg met groepsleerkrachten en be-
’s Ochtends vanaf 08.15 uur en ’s middags vanaf 12.45 uur. Op deze tijd-
voegd gezag. Dit geldt in het geval dat er bijzondere indicaties zijn, waarbij de
stippen is er toezicht van leerkrachten. Vijf minuten vóór schooltijd wordt
toelating of inschrijving geen vanzelfsprekende zaak is.
er gebeld. Dan wordt gestopt met spelen en gaan de kinderen naar binnen.
bij leerlingen waarvan niet bekend is of ze eerder onderwijs hebben gevolgd of
De kinderen uit de kleutergroepen mogen meteen als ze op de speelplaats
bij welke school ze voordien waren ingeschreven, kan de directeur besluiten een
komen naar hun groepslokaal gaan (vanaf 08.20 uur en 12.50 uur). Ouders
didactisch onderzoek te laten verrichten, alvorens een besluit wordt genomen
kunnen samen met hun kinderen naar binnen komen. Ouders die hun kin-
over de toelating.
deren van school komen halen kunnen op de speelplaats wachten. Wij vin-
indien het kind als leerling van de school wordt aangenomen volgt de inschrij-
den het plezierig als ouders regelmatig bv. na schooltijd samen met hun
ving. De inschrijving vindt plaats op de 1e dag dat de leerling de school daad-
kind een kijkje nemen in de groep of in school.
werkelijk bezoekt;
Onder schooltijd mogen de kinderen zonder toestemming van een groeps-
voor de criteria en de consequenties van toelating en inschrijving die gelden bij
leerkracht het schoolterrein niet verlaten, ook niet tijdens het overblijven.
aanname verwijzen wij naar het aannamebeleid. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de directeur.
8.3
Afmelden leerlingen
8.5
Overblijven op de Sint Martinusschool Elke Nederlandse basisschool is wettelijk verplicht om faciliteiten (ruimte, licht, verwarming en de speelplaats) te bieden. De verantwoordelijkheid
Wanneer een kind door ziekte of een andere reden de school niet kan be-
voor het overblijven is in handen van het schoolbestuur.
zoeken, dan dienen de ouders dit vóór schooltijd door te geven. De ou-
Overblijven op school tijdens de middagpauze is mogelijk op maandag,
ders worden dringend verzocht een bericht van afwezigheid in geen geval
dinsdag, donderdag en vrijdag van 12.00 uur tot 12.45 uur.
door een ander kind te laten mededelen, maar dit zelf te doen!
Er zijn vaste overblijfkrachten aanwezig.
Ouders worden dringend verzocht om de afspraken van een kind met art-
Op maandag, dinsdag en donderdag eten alle kinderen die overblijven in de
sen buiten schooltijd te plannen. Zo wordt onnodig schoolverzuim voor-
NSO-ruimte eerst samen hun meegebracht lunchpakket en gaan daarna
komen. Het is erg hinderlijk wanneer kinderen bij bepaalde lessen afwezig
buiten spelen.
zijn, zeker wanneer dat verzuim eigenlijk niet nodig is.
Op vrijdag eten de kinderen van groep 5, 6, 7 en 8 die overblijven in de NSO-ruimte eerst samen hun meegebracht lunchpakket en gaan daarna buiten spelen.
56
Vanaf 12.45 uur neemt de surveillances van de speelplaats het over van de
De kaart blijft op school en als de kaart vol is worden deze aan de kin-
overblijfkrachten
deren meegegeven. De kaart van groep 1 t/m 3 wordt in het trommeltje
De overblijfvoorziening zorgt voor drinken.
meegegeven.
In de school zijn verschillende materialen en spelletjes aanwezig.
Er kan nog altijd incidenteel betaald worden en dat is dan € 1,50 per keer.
Kinderen die overblijven dienen zich aan de overblijfregels te houden en de
Kijk voor meer informatie op de website http://www.sintmartinus-
aanwijzingen van de overblijfkrachten op te volgen. Voor de regels met be-
gronsveld.nl
trekking tot het overblijven verwijzen wij naar het overblijfreglement. Wij
Heeft u nog vragen of opmerkingen betreffende het overblijven dan kunt u
verzoeken u deze regels met uw kind(eren) door te nemen.
contact opnemen via school met Jos Maes of Annie Bastings.
Verder worden de ouders verzocht mee te werken het afval binnen onze school te beperken. Eventueel afval van drankkartons etc. wordt door het kind weer mee naar huis genomen.
8.6
Verlof buiten schoolvakanties
Betaling van het overblijven vindt vanaf schooljaar 2012-2013 plaats d.m.v.
De leerplichtwet schrijft voor dat elk leerplichtig kind elke lesdag naar
een 10-rittenkaart Een 10-rittenkaart kost € 15,00 en geeft recht op 10
school moet behalve in bepaalde uitzonderingsgevallen.
keer overblijven op school tussen de middag van 12.00 tot 12.45 uur.
Onze ervaring is de afgelopen schooljaren dat steeds meer ouders gebruik
Men koopt dus in een keer 10 keer overblijven en hoeft dus niet iedere
maken van tussentijdse verlofdagen en vakanties.
keer € 1,50 aan het kind mee te geven. De kans op het verliezen van het
Als een leerling ondanks de weigering van het verlof toch de school ver-
geld wordt hierdoor gereduceerd en voor de overblijfouders geeft dit tijd-
zuimt, dan blijft uiteraard de wettelijke verplichting van melding aan de
winst omdat ze minder tijd besteden aan het incasseren van het geld.
leerplichtambtenaar van ongeoorloofd schoolverzuim ex. Art. 21 van leer-
Uiteraard kunnen er ook meerdere 10 rittenkaarten in één keer gekocht
plichtwet van kracht. Bij ongeoorloofd verzuim kan de gemeenteambtenaar
worden.
een boete opleggen.
Het schooljaar bestaat in totaal uit ongeveer 40 weken. Dus als een kind
Wanneer een kind zonder opgaaf van redenen of zelfs helemaal zonder be-
één keer per week overblijft zijn er per schooljaar vier 10-rittenkaarten
richt de schoollessen verzuimt, wordt dit gezien als ongeoorloofd school-
nodig. De kaarten blijven geldig en wordt meegenomen naar het volgende
verzuim en wordt dit ook als zodanig geregistreerd in de absentenlijst.
schooljaar. Schoolverlatende leerlingen krijgen het restant aan strippen op het einde van het schooljaar terugbetaald. Ook als een kind plotseling niet meer overblijft, krijgt men het restant terugbetaald.
57
8.7
Verzekering
–
De verzekeringen die voor de school zijn afgesloten, kennen in sommige onderdelen een secundair karakter. D.w.z. dat altijd eerst de eigen verzekering van de ouders/verzorgers moet worden aangesproken. Pas als er geen of onvoldoende dekking blijkt te zijn, kan er een beroep worden gedaan op de schoolverzekeringen. –
Aansprakelijkheidsverzekering: Over het algemeen wordt er ten onrechte vanuit gegaan dat alles wat er in en om de school aan schade ontstaat, voor rekening van de school komt. De school of het schoolbestuur is echter pas aansprakelijk wanneer er sprake is van een verwijtbaar en/of nalatig handelen door (iemand van) de school. Als dit niet het geval is, is de school niet aansprakelijk en is er geen dekking. Voor leerlingen is er in de aansprakelijkheidsverzekering een secundaire dekking opgenomen. Dit wil zeggen dat wanneer een leerling schade veroorzaakt tijdens schooltijd, deze schade in eerste instantie geclaimd moet worden op de particuliere aansprakelijkheidsverzekering van de betreffende ouders/verzorgers. Ouders zijn wettelijk 24-uur per dag aansprakelijk voor (de daden van) hun kinderen tot 14 jaar. Deze aansprakelijkheid heet risicoaansprakelijkheid en kan niet worden afgewenteld op anderen (bijv. de onderwijsinstelling). Kinderen van 14 en 15 jaar kan men rechtstreeks aansprakelijk stellen, maar daarnaast kunnen de ouders en voogden nog wel aansprakelijk gesteld worden. Kinderen vanaf 16 jaar zijn volledig aansprakelijk te stellen. Indien een aansprakelijke ouder kan aantonen geen verzekering te hebben en de schade niet zelf kan voldoen, kan de schade alsnog worden ingediend onder de aansprakelijkheidsverzekering van school. Deze verzekering kent een eigen risico van € 100,– per aanspraak. De aansprakelijkheid is gedekt tot een maximum bedrag van € 2.500.000,– per aanspraak voor zaak- en/of letselschaden, gelimiteerd tot twee maal het verzekerde bedrag per verzekeringsjaar.
Ongevallenverzekering: De school heeft een collectieve ongevallenverzekering voor de leerlingen afgesloten. Deze verzekering is van kracht tijdens schooluren en evenementen in schoolverband, alsmede gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. Deze verzekering kent geen eigen risico. Dekkingsgebied: hele wereld. De verzekering vergoedt: - uitkering bij overlijden € 2.500,– - maximale uitkering bij algehele blijvende invaliditeit € 25.000, - tandheelkundige hulp per element tot een maximum van € 1.000, - geneeskundige verzekering tot een bedrag van € 1.000,– De tandheel- en geneeskundige kosten worden pas vergoed nadat de eigen ziektekostenverzekering als eerste aangesproken is. Het verplichte eigen risico kan niet op de schoolverzekering worden verhaald.
8.8
Eten, drinken en trakteren in de school In groep 1/2 eten kinderen om 10.30 uur gezamenlijk in de kring. De kinderen kunnen hiervoor een klein boterhammetje, iets te drinken of wat fruit meenemen. De groepen 3 t/m 8 kunnen ook een klein hapje meenemen en eten dit tijdens de kleine pauze. Verder wordt verzocht geen snoep mee naar school te geven. Getracht wordt het snoepen in school te beperken, dit kan alleen met medewerking van de ouders. Snoepen in de klas, tijdens de les, is niet toegestaan. Wanneer een kind of leerkracht jarig is, wordt degene natuurlijk in de groep in het zonnetje gezet. Trakteren mag, maar op bescheiden wijze. Ook hierbij een dringend verzoek aan ouders om de traktatie ‘gezond’ te houden.
58
8.9
Afspraken betreffende eten en afval
8.11
Zoekgeraakte voorwerpen
Alle voedsel- en drankverpakkingen gaan in de tas mee terug naar huis.
In school blijven regelmatig kledingstukken en andere spullen (sieraden,
Eten en drinken uit pakjes met verpakkingsmateriaal gebeurt alleen in de
horloges e.d.) van de kinderen achter. We verzamelen alle gevonden
klas, aan het begin van de pauze. Alleen flesjes, drinkbekers en boterham-
voorwerpen gedurende een periode tussen twee vakanties in en depone-
men zonder verpakkingsmateriaal mogen mee naar buiten.
ren deze in een blauwe ton die in het trappenhuis bij de reproruimte staat. U kunt daar elke dag controleren of daar verloren voorwerpen van u w kind bij ligt. Veel van deze spullen worden jammer genoeg niet meer af-
8.10
gehaald. Vier keer per schooljaar legt de conciërge alle gevonden voorwer-
Afspraken betreffende mobiele telefoongebruik
pen in de hal op een tafel. Hiervan doen wij melding in de nieuwsbrief. Kleding en voorwerpen die voor een afgesproken datum in de nieuwsbrief niet
We raden u af om uw kinderen een mobiele telefoon mee naar school te
opgehaald zijn worden weggegeven aan een goed doel of weggegooid.
laten nemen. De school is niet aansprakelijk voor zoekgeraakte of bescha-
Ouders worden daarom gevraagd om eigendommen van kinderen een her-
digde spullen. Als u het toch nodig vindt, dat uw kind een mobiel bij zich
kennings- of merkteken te geven, waardoor het terugvinden makkelijker is.
heeft, dan gelden de volgende regels:
Fietsensleuteltjes, sleutels, portemonnee e.d. verzamelt de conciërge apart
- binnen het schoolterrein mag het mobieltje niet aan staan en mag het
in en legt deze op een veilige plaats.
toestel niet zichtbaar zijn; - indien het toestel toch afgaat of zichtbaar is, wordt het ingenomen en kan de leerling het pas na schooltijd terugvragen; - na een 2e overtreding wordt het toestel ingenomen en kan de leerling
8.12
het toestel na schooltijd ophalen samen met de ouders;
Jeugdbladen: Doremi, Okki, Taptoe e.d. Op onze school bestaat de mogelijkheid om een abonnement te nemen op
- bij een volgende herhaling wordt het toestel voor een periode van één
jeugdbladen. Aan het begin van het schooljaar worden inschrijfformulieren
week ingenomen. Na deze periode kan de leerling het toestel na
aan de kinderen meegegeven die u kunt invullen en inleveren bij de groeps-
schooltijd ophalen samen met de ouders;
leerkracht.
- beschadiging of verlies van het toestel valt niet onder de verantwoordelijkheid van de leerkrachten of de school.
8.13
Buitenschoolse activiteiten Op onze school kunnen de leerlingen zich opgeven voor buitenschoolse activiteiten zoals schaken. Ouders en leerlingen worden via de nieuwsbrief hierover geïnformeerd.
59