--0--
Hoofdstuk 1. Een woord vooraf... U hebt de schoolgids van de Ds. Koelmanschool te Gorinchem in handen. In deze gids vindt u veel informatie over de school. Naast praktische informatie leest u het een en ander over de achtergronden van ons werk en een verantwoording van ons onderwijs met betrekking tot de identiteit en de kwaliteit. We willen u op deze wijze informeren over het onderwijs, zoals dat aan uw kind(eren) gegeven wordt. We spreken tevens de wens uit dat de informatie in deze gids een helder beeld geeft van onze school. Hebt u opmerkingen over de inhoud van onze schoolgids, dan horen we dat graag. Hebt u vragen over het onderwijs op onze school, schroom dan niet hierover contact op te nemen met de directeur, de intern begeleiders of de bouwcoördinatoren. We willen u informeren over de inhoud en kwaliteit van ons onderwijs. Hierbij moet u niet alleen denken aan het behalen van meetbare resultaten, maar bijvoorbeeld ook aan de kwaliteit van het pedagogisch klimaat en het contact met u als ouders. De eerste en belangrijkste plaats in ons onderwijs betreft de identiteit. In de praktijk van alledag betekent het dat de Bijbel een centrale plaats inneemt en de basis vormt van ons handelen. De Bijbel is immers het Woord van God. Laten we voor alles beseffen dat – hoe nuttig en nodig het ook is om bepaalde ontwikkelingen op de voet te volgen – het hart van een reformatorische school ligt in Bijbels gefundeerd onderwijs. Hiervoor zijn personeelsleden nodig die zich afhankelijk weten van de Heere, bestuursleden die in alle beslissingen de Heere nodig hebben en ouders die het onderwijs in hun gebeden opdragen aan de troon van Gods genade. Zo bidden we om de zegen van de Heere in alle geledingen van de school. En de lieflijkheid des HEEREN, onzes Gods, zij over ons; En bevestig Gij het werk onzer handen over ons, ja het werk onzer handen, bevestig dat. (Psalm 90 : 17) Voor alle genoemde data geldt: wijzigingen voorbehouden en zo de Heere wil en wij leven. Met vriendelijke groet, namens het team van de Ds. Koelmanschool, J. Lindenholz
--1--
Hoofdstuk 2. Onze school 2.1 Naam en richting De Ds. Koelmanschool is genoemd naar dominee Koelman, een predikant die leefde in de tijd van de nadere reformatie. De toepasselijkheid van deze naam voor onze school blijkt uit tenminste twee zaken. Ten eerste willen we in en door ons onderwijs de binding met de doelstellingen van de (nadere) reformatie onderstrepen. In de tweede plaats zien we de opvoeding op school als een verlengstuk van de opvoeding thuis en in dat licht bevat het boek ‘De plichten der ouders’ dat dominee Koelman heeft geschreven ook leerzame elementen voor zogenaamde beroepsopvoeders. Onze school gaat uit van de ‘Vereniging tot het verstrekken van Christelijk basisonderwijs op reformatorische grondslag’ te Gorinchem. De vereniging is gegrond op het onveranderlijke Woord van God, nader uitgedrukt in de Drie Formulieren van Enigheid. Aan het Woord van God worden op onze school de beginselen voor de opvoeding en het onderwijs ontleend. Op school maken we gebruik van de Statenvertaling (1637) en de Psalmberijming van 1773. Aangezien we het belangrijk vinden dat ook verenigingen, stichtingen en centra die diensten verlenen aan bestuur en personeel van onze school een reformatorische identiteit hebben, zijn we aangesloten bij de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) en de Vereniging tot Bevordering van Schoolonderwijs op gereformeerde grondslag (VBSO). We maken voor de praktijk van het onderwijs in voorkomende gevallen gebruik van het o.a. het christelijk kenniscentrum voor onderwijs, opleiding en begeleiding Driestar Educatief.
2.2 Bereikbaarheid De Ds. Koelmanschool ligt aan de rand van Gorinchem in de Gildenwijk. Onze school grenst aan de A27 en is eenvoudig te bereiken.
Postadres Ds. Koelmanschool Tapperstraat 1 4204 TR Gorinchem Tel. (0183) 621645 Fax. (0183) 617121 E-mail:
[email protected] Website: www.koelmangorinchem.nl
Bankrekening Het rekeningnummer van de schoolvereniging is: IBAN: NL98 RABO 032.22.54.698 (Rabobank Gorinchem)
--2--
Veel kinderen die onze school bezoeken komen uit Gorinchem. Daarnaast komen er kinderen naar onze school uit Ameide, Asperen, Boven-Hardinxveld, Brandwijk, Giessenburg, Goudriaan, Groot-Ammers, Hardinxveld-Giessendam, Hoogblokland, Kaatsheuvel, Langerak, Molenaarsgraaf, Nieuwpoort, Noordeloos, Ottoland, Raamsdonksveer, Schelluinen, Spijk, Sprang-Capelle, Tienhoven, Vianen, Vuren, Waal en Werkendam. De Ds. Koelmanschool vervult dus duidelijk een streekfunctie. De ouders van kinderen die onze school bezoeken, zijn vrijwel allemaal lid van één van de volgende kerkgenootschappen: Gereformeerde Gemeenten, Christelijke Gereformeerde Kerken, Protestantse Kerk in Nederland (Hervormd op Gereformeerde grondslag), Hersteld Hervormde Kerk, Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
2.3 Schoolgrootte 2.3.1 Leerlingenaantal Onze school werd op 1 oktober 2014 bezocht door 308 leerlingen. Volgens de prognose zal het aantal leerlingen dat onze school bezoekt de komende jaren stabiliseren rond 115 leerlingen, hoewel in het verleden is gebleken dat onvoorziene zaken voor een plotselinge stijging of daling kunnen zorgen. Op 1 oktober 2015 verwachten we ongeveer 311 leerlingen.
aantal leerlingen per 1 oktober 360 340 320 300 280 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013
2.3.2 Personeelsbestand Aan onze school zijn ongeveer 30 personeelsleden verbonden.
2.4 Schoolgebouw Het schoolgebouw bestaat uit twee aaneengesloten gedeelten. De kleuterafdeling bestaat uit vier lokalen, een speellokaal, een kamer voor de onderwijsassistenten en een kamer voor de Intern Begeleider groep 1 – 3. Het andere gedeelte is in 1986 gebouwd op het fundament van de voormalige Gildenschool die bij de jaarwisseling 1984/1985 gedeeltelijk in de as werd gelegd. Het bestaat uit negen lokalen die in de achterliggende jaren geheel gerenoveerd zijn, een ICT-lokaal en een kamer voor de onderwijsassistenten. In 2014 zijn er twee nieuwe lokalen gerealiseerd, waardoor het schoolgebouw momenteel uit 15 lokalen bestaat. In 2009 is het schoolgebouw fors uitgebreid met een grote personeelskamer, een keuken, een kamer voor de conciërge, een directiekamer, een kamer voor de bouwcoördinatoren, een mediatheek, een magazijn, een inpandige opslagruimte, diverse toiletgroepen en een invalidentoilet met douche. De hoofdingang is toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Gelijktijdig met de uitbreiding is het speellokaal gerenoveerd en is er een panelenwand aangebracht tussen de nieuwe personeelskamer en het speellokaal, waardoor het mogelijk is om --3--
een gemeenschapsruimte te creëren. Het schoolplein bestaat uit een klein plein voor hoofdzakelijk de kleutergroepen en een groot plein voor de overige groepen. Beide pleinen zijn in 2014 volledig gerenoveerd.
2.5 Het bestuur Het bestuur van onze school bestaat uit vaders van (oud-)leerlingen. Vanwege de scheiding van bestuur en toezicht bestaat het bestuur uit bestuurders en toezichthouders. De bestuurders hebben alle bevoegdheden die horen bij het dragen van eindverantwoordelijkheid voor de instandhouding van de school, de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering, voor zover niet voorbehouden aan de toezichthouders of gemandateerd aan de directeur. Voor het schoolvervoer is er een toezichthouder vanuit het bestuur aangesteld. De uitvoering wordt verzorgd door een aantal coördinatoren en vervoerstichtingen. De gebouwencommissie is verantwoordelijk voor het onderhoud van het schoolgebouw. In deze commissie zit ook een afgevaardigde vanuit het schoolbestuur. Bij de samenstelling van het bestuur wordt gestreefd naar een afspiegeling van de kerkelijke denominaties van de leerlingen die onze school bezoeken. De leden van de schoolvereniging krijgen op de algemene ledenvergadering de gelegenheid om bestuursleden te kiezen. Van de bestuurlijke, onderwijskundige en financiële gang van zaken wordt, door middel van een jaarverslag, verantwoording afgelegd aan de leden tijdens de algemene ledenvergadering.
2.6 Medezeggenschapsraad Aan onze school is een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden, die bestaat uit een personeelsgeleding en een oudergeleding. Beide geledingen bestaan uit twee personen. In het kader van autonomievergroting van scholen worden er steeds meer verantwoordelijkheden gelegd bij de scholen. Als gevolg van deze ontwikkeling hecht de overheid ook aan meer verantwoording van het gevoerde beleid. Dat betreft in eerste instantie de schoolinspectie (verticale verantwoording) en tevens een verantwoording naar de leden van de schoolvereniging en de ouders (horizontale verantwoording). De toegenomen beleidsruimte voor scholen is voor de overheid reden geweest om de medezeggenschap op de scholen op een andere wijze in te richten. Voorheen was er aan onze school geen Medezeggenschapsraad verbonden omdat we gebruik konden maken van de wettelijke mogelijkheid om ontheffing aan te vragen. Met de komst van de Wet Medezeggenschap (WMS) is deze ontheffingsmogelijkheid vervallen. De VGS heeft bij de besprekingen inzake de nieuwe WMS duidelijk de standpunten van het reformatorisch onderwijs in de politiek naar voren gebracht. Ondanks deze inspanning is de ontheffingsmogelijkheid toch komen te vervallen. Binnen de wet is echter wel de mogelijkheid opgenomen om de bevoegdheden van de Medezeggenschapsraad op een principieel verantwoorde manier te regelen. Op grond van artikel 29 lid 1 WMS is er de mogelijkheid om met betrekking tot bepaalde aspecten aan de medezeggenschapsraad in plaats van het instemmingsrecht een adviesrecht toe te kennen. 100% van de ouders en 100% van het personeel heeft er mee ingestemd om dit zo te regelen voor onze MR.
2.7 Schoolvervoer algemeen U kunt als ouders bij de gemeente een aanvraagformulier schoolvervoer aanvragen (of downloaden van de website van de gemeente) indien: de afstand tot de school meer dan 6 km bedraagt; u uw kind een school wilt laten bezoeken van een andere richting dan de nabij gelegen scholen. (De richting van de school is bv. protestants-christelijk, openbaar of reformatorisch.) --4--
De gemeente kan u dan een kilometervergoeding geven voor de enkele reis heen en terug als u zelf wilt gaan vervoeren. Als u kiest voor vervoer door de gemeente, ontvangt u van de gemeente een abonnement voor het openbaar vervoer als de reis met openbaar vervoer, inclusief lopen van de halte naar de school, niet langer duurt dan 1 ½ uur (situatie in Liesveld). Wanneer de reis langer duurt, komt u in aanmerking voor aangepast vervoer (situatie in bv. Ameide). Algemene voorwaarden: De aanvraag moet voor 1 mei ingediend worden bij de gemeente. Voor 1 augustus krijgt u de beschikking van de gemeente. U betaalt een eigen bijdrage, afhankelijk van het inkomen. Dit bedrag verschilt per gemeente. Zelfs als u in Gorinchem woont op een afstand van meer dan 6 kilometer van de school, zijn er mogelijkheden om aanspraak te maken op een vervoersvergoeding. Heeft u vragen over het vervoer vanuit uw gemeente naar school dan kunt u contact opnemen met één van de onderstaande contactpersonen:
2.8 Schoolvervoer vanuit Hardinxveld-Giessendam Het vervoer vanuit Hardinxveld-Giessendam wordt geregeld door een vervoersstichting. Wanneer u een kind gaat aanmelden op onze school, kunt u het beste contact opnemen met de voorzitter van de vervoersstichting, dhr. A. Vlot. Hij kan u voorzien van alle informatie over het vervoer van uw kind van Hardinxveld-Giessendam naar Gorinchem. De stichting heeft als doel de middelen die door de gemeente verstrekt worden op een zo goed mogelijke manier te verdelen onder de ouders zodat alle kinderen (over een periode van acht jaar) naar school kunnen komen op een verantwoorde manier. Het vervoer word onderling geregeld waarbij de stichting behulpzaam kan zijn. De stichting is tevens het aanspreekpunt tussen gemeente en ouders. Bankrek.nr. Vervoersstichting H’veld-G’dam NL 23 RABO 015.09.71.605
--5--
Hoofdstuk 3. De identiteit van onze school 3.1 Grondslag en naam De Ds. Koelmanschool is een christelijke school, die vanuit haar reformatorische identiteit gestalte geeft aan onderwijs en opvoeding. De Bijbel als Gods Woord, zoals verwoord in de belijdenisgeschriften, is de richtlijn voor ons handelen. De naam ‘Ds. Koelmanschool’ wil van harte de binding met de (nadere) reformatie onderstrepen. De initiatieven aangaande de stichting van de Ds. Koelmanschool zijn ontplooid door verschillende leden van de Gereformeerde Gemeente te Gorinchem. Zij konden zich rond 1974 niet meer vinden in de identiteit van enkele protestants christelijke scholen. Een aantal ouders werd benaderd om na te gaan in hoeverre er behoefte was aan een eigen school en hoe men aankeek tegen de plannen om een reformatorische school te stichten. Er bleek voldoende respons te zijn, zodat in 1974 de Ds. Koelmanschool van start kon gaan. Er werd bij aanvang lesgegeven aan 99 kinderen. Dit aantal is in de loop der jaren sterk uitgebreid. 3.1.1 Levensbeschouwelijke grondslag De grondslag van de vereniging is verwoord in artikel 2 van de statuten: De vereniging is gegrond op het onveranderlijk Woord van God, naar de overzetting daarvan uit de oorspronkelijke talen, op last van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden en volgens besluit van de Nationale Synode gehouden te Dordrecht in zestienhonderdachttien en zestienhonderdnegentien; nader uitgedrukt in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld door voornoemde Synode. De Bijbel en de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid zijn de basis en leidraad voor ons handelen. Wij geloven, op grond van de Bijbel, dat de mens geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis. Door de zondeval is de mens onpeilbaar diep gevallen en verdient de eeuwige dood. God heeft in Zijn onbegrijpelijke liefde Zijn eigen Zoon naar de wereld gezonden. Door de werking van de Heilige Geest kunnen zondaren opnieuw geboren worden en tot bekering en geloof in Christus komen. Wanneer dat gebeurt gaat de mens weer beantwoorden aan het scheppingsdoel; God liefhebben boven alles en de naaste als zichzelf. Wij geloven dat God hiervoor leerkrachten kan én wil gebruiken, die de kinderen biddend, met bewogenheid en betrokkenheid onderwijzen in deze weg der zaligheid én voorbereiden op een plaats in de maatschappij. De opdracht tot het geven van onderwijs vinden wij in de Bijbel o.a. in Psalm 78 vers 1 – 7. Het gaat in Psalm 78 niet alleen om godsdienstonderwijs in beperkte zin, d.w.z. het overdragen van de leer van de kerk, de roeping van ouders m.b.t. de doopbelofte of het Bijbelse geschiedenisonderwijs, maar hier staat centraal de oproep aan het volk de leer te verkondigen. Bijbels gefundeerd onderwijs is vooral gericht op het doorgeven van de leer, het getuigenis, met het oog op: geestelijke toerusting; lofprijzing van Gods daden en geboden; ontwikkeling/vorming van de jongeren als leden van de samenleving; vormgeving en zingeving van denken en handelen in de samenleving. --6--
De keuze voor deze benadering heeft gevolgen voor de inhoud van het onderwijs: Het maakt duidelijk dat het reformatorisch onderwijs altijd zal staan in het spanningsveld tussen de Bijbelse invulling en de heersende maatschappelijke eisen. Er is in afhankelijkheid van de Heere steeds moed en volharding nodig om de vertaling van het eigen karakter, de eigen identiteit in de volle breedte waar te maken tegenover de druk van buitenaf.
3.2 Visie van de school 3.2.1 Visie op mens en kind Wij zien in de eerste plaats ieder kind als een uniek schepsel van God en heeft een unieke samenstelling van vermogens, talenten en eigenschappen meegekregen om daarmee God te dienen en ook de naaste. De volgende drie fundamentele punten stempelen onze visie op de mens en het kind; A. De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Wij zien hierdoor de volgende consequenties voor ons onderwijs: Het aanspreken van alle door God geschonken gaven en talenten. Het gaat dan niet alleen om de cognitieve gaven. Behalve het hoofd, dienen ook het hart en de handen hun geëigende plaats te krijgen. Daarbij dient de eenheid van de mens benadrukt te worden. De (jonge) mens moet als relationeel wezen benaderd worden. Daarmee wordt bedoeld dat hij of zij nooit los mag worden gezien van de relatie tot God, de naaste en het geschapene. Elk kind heeft God en de naaste nodig om die gaven en eigenschappen zodanig te ontplooien, dat ze worden aangewend tot eer van de Schepper en tot dienst van de naaste. Het geeft een duidelijk zicht op de menselijke verantwoordelijkheid. Deze is altijd persoonlijk. Het verantwoordelijkheidsbesef ontstaat door de leerling Gods Woord met haar eis, opdracht en belofte voor te houden, hem te leren (beperkte) verantwoordelijkheid te dragen overeenkomstig leeftijd en mogelijkheden en door in gezin en school mogelijkheden voor het dragen van eigen verantwoordelijkheid te bieden. B. Door de zondeval is de schepping ten diepste verwoest. De mens is het beeld van God in engere zin verloren, te weten kennis, gerechtigheid en heiligheid. De gevolgen van de zondeval zijn ingrijpend: er is sprake van een onwil en een onmacht ten goede. De verhouding tussen de mens en God is verbroken. We zien dat de omgang met de medemens en de schepping wordt gekenmerkt door totale verdorvenheid. De zondeval en de doorwerking daarvan hebben grote betekenis: Door de zonde is er verschil in de gaven die ieder heeft en moeten wij ons inspannen om leerstof te begrijpen. Ons verstand is door de zonde beperkt en verduisterd. Als kinderen zondigen, mogen wij dat niet goedkeuren. Maar vanuit het Bijbels gegeven dat wij geneigd zijn tot het kwade kan er wel een “Bijbels” begrijpen zijn. C. Dankzij Gods algemene genade wordt de doorwerking van de zonde getemperd. Dankzij Gods bijzondere genade kan de verhouding tot God weer hersteld worden. Deze visie op Gods bijzondere genade leidt tot een opvoedingsdoel, dat aangeduid wordt als “het opvoeden in de vreze des Heeren tot de vreze des Heeren”. Het opvoedingsdoel kan nooit bereikt worden door menselijke inspanningen: het is totaal afhankelijk van Gods zegen. Het opvoedingsdoel wordt wel nagestreefd in de weg van het gebruik van de middelen. In dat opzicht is er sprake van een grote verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten worden opgevoed om aangesproken te kunnen worden op hun verantwoordelijkheid voor de gezindheid van het hart, voor hun houding en voor alle uitingsvormen. --7--
3.2.2 Visie op het personeel Wij zien de personeelsleden als gezagsdragers, identificatiefiguren en (mede)opvoeders die zeggenschap hebben over kinderen omdat de Heere dat van hen vraagt. De leerkracht zien we specifieker getypeerd in de; herder, die zorg draagt voor de leerlingen en beschermt hen tegen fysieke bedreigingen; tuinier, die iedere leerling de juiste zorg geeft; leraar, die gericht is op het overdragen van kennis, vaardigheden, houding en inzicht en de vorming van de leerling (verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, geweten); gids, die de weg wijst, bij de hand neemt en leerlingen leidt om de betekenis te begrijpen van de dingen om hen heen; profeet, die leerlingen onderwijst over God en Zijn Woord met het doel dat zij hun vertrouwen op God zullen stellen, in Hem gaan geloven en Hem zullen liefhebben en dienen. Wij zien personeelsleden die arbeid verrichten dienstbaar zijn aan God, de naaste, de instelling en de maatschappij. 3.2.3 Visie op de ouders en verzorgers Wij zien ouders een primaire (opvoedings)verantwoordelijkheid hebben voor de kinderen die God aan hen heeft toevertrouwd, maar ook als opvoeders die de eerste onderwijskundige verantwoordelijkheid aan de school hebben overgedragen. Wij zien ouders een eigen professionaliteit hebben, die wij door een optimale samenwerking benutten ten bate van de kinderen. 3.2.4 Visie op onderwijs Wij zien de Ds. Koelmanschool zich zo ontwikkelen dat alle personeelsleden, in samenwerking met ouders, met bewogenheid en betrokkenheid kinderen onderwijzen in de weg der zaligheid, opdat ze in leer en leven Gods eer bedoelen, Hem liefhebben boven alles en de naaste als zichzelf. Wij zien dat kinderen door goed en compleet onderwijs worden voorbereid en toegerust voor een plaats in de maatschappij, waarin ze zelfstandig en vaak in samenwerking met anderen en anders denkenden op identiteitsgebied een taak moeten en mogen verrichten. 3.2.5. Visie op de maatschappij Wij zien om ons heen een snel veranderende, geseculariseerde, pluriforme en multiculturele maatschappij met onchristelijke en antichristelijke invloeden, die voor een groot deel via de moderne media invloed op de kinderen uitoefent. Wij zien dat we de kinderen binnen de relatief veilige kaders van de basisschool moeten voorbereiden om vanuit een christelijke, Bijbelse levenshouding te participeren in deze samenleving.
--8--
3.3 Missie van de school 3.3.1 Algemeen Onze school gaat uit van een vereniging. De vereniging stelt zich ten doel het verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de grondslag en tracht dit te bereiken door de instandhouding van de Ds. Koelmanschool en door andere wettige middelen, welke ter bereiking van het doel bevorderlijk kunnen zijn. Als reformatorische basisschool staan we middenin een veranderende maatschappij. Onze kerntaak houdt in dat we al onze leerlingen kwalitatief goed onderwijs geven, binnen de eerder genoemde levensbeschouwelijke kaders. Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. We streven naar een pedagogische relatie, die gericht is op de totale ontwikkeling en vorming van het kind, waarbij elk kind tot zijn recht komt en waar elke leerling zich op zijn plaats voelt. 3.3.2 Identiteit We onderwijzen de kinderen met bewogenheid, betrokkenheid en afhankelijkheid in de weg der zaligheid, zodat ze in leer en leven de eer van God bedoelen, Hem liefhebben boven alles en de naast als zichzelf. (Het hoogste doel van ons leven) Dit doen we door ze te onderwijzen in de onder het kopje ‘grondslag’ genoemde punten. We spreken de kinderen aan op alle door God geschonken gaven en talenten. We leren de kinderen zich te verwonderen over de door God geschapen wereld en hier zorg voor te dragen. We geven de kinderen inzicht in de werking en invloed van de moderne media en begeleiden hen om een kritische houding te vormen t.a.v. de verschillende uitingen daarvan. 3.3.3 Personeel Er werken op onze school leraren die grondslag en identiteit van de school van harte onderschrijven en deze in leer en leven uitdragen. De leraren zorgen voor goede contacten en communicatie, zowel onderling, als met kinderen, ouders en externen. De leraren zijn actief betrokken bij teamscholingen en werken actief aan persoonlijke beroepsontwikkeling en professionalisering. De leraren werken vanuit de kernwaarden liefde, discipline, persoonlijke ontwikkeling, collegialiteit en deskundigheid. De leraren herkennen zich in de onder 3.2.2 genoemde typeringen en voelen zich geroepen om daar dagelijks invulling aan te geven. De leraren weten dat ze vanuit de roeping tot rentmeesterschap verantwoordelijk zijn ten aanzien van de toevertrouwde taken en gemaakte afspraken. Bestuur en directie dragen zorg voor goed werkgeverschap. Dit komt tot uiting in de zorg voor ieder personeelslid. 3.3.4 Ouders en verzorgers Wij werken actief aan een goed oudercontact en een goede samenwerking vanwege onze gezamenlijke verantwoordelijkheid wat betreft vorming en opvoeding. --9--
3.3.5 Onderwijs De onderstaande principes voor goed kwalitatief onderwijs dragen wij uit. Wij zoeken een voortdurende balans tussen de cognitieve – en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Een heldere structuur en ononderbroken leerlijn vormen voor ons de basis voor goed onderwijs. Wij zorgen voor een veilig en vertrouwd pedagogisch klimaat waarin de waarden liefde, acceptatie, respect, discipline, gehoorzaamheid, duidelijkheid, verwondering en uitdaging leidend zijn. Wij zorgen voor een rustig, regelmatig en doelmatig klassenmanagement. Wij zorgen voor betrokkenheid van alle leerlingen en gebruiken de leertijd effectief. Leggen uit waarom we handelen zoals we handelen en controleren of de leerlingen het begrijpen. Wij motiveren kinderen voor hun leertaak door, zo veel mogelijk aan te sluiten bij de leef- en belevingswereld van de leerlingen. Wij creëren waar mogelijk rijke leeromgevingen, waarbij aandacht is voor de verschillende gaven en talenten van de kinderen. Wij zorgen voor afwisselende werkvormen en een taakgerichte werksfeer. Wij zorgen voor een goede interactie, waardoor wij leerlingen laten meedenken en meedoen. Wij begeleiden kinderen in hun zelfstandigheid en motivatie en verantwoordelijkheidsbesef. Wij stemmen zoveel als mogelijk af op de verschillen tussen leerlingen en bevorderen het nadenken over verschillende oplossingsstrategieën. In het kader van Passend Onderwijs verzorgen wij, binnen de kaders van ons ondersteuningsprofiel, voor zoveel mogelijk leerlingen identiteitsgebonden, thuisnabij onderwijs. 3.3.6 De maatschappij Wij leren de kinderen verantwoordelijkheid te nemen voor hun omgeving en bevorderen een actieve deelname aan de samenleving. Wij brengen de leerlingen kennis bij m.b.t. diversiteit in de samenleving, de democratische rechtstaat, vrijheid van meningsuiting (binnen de kaders van de Bijbel), gelijkwaardigheid, begrip voor anderen en verdraagzaamheid ten einde de leerlingen voor te bereiden op een positieve, kritische participatie in de samenleving. 3.3.7 Samenvatting missie De missie van de school formulieren we als volgt;
Christelijk onderwijs met oog en hart voor het kind De slogan van de school is;
Geleid door Gods Woord; Gericht op het kind; Gelet op ieders gaven.
- - 10 - -
3.4 Toelating Als u uw kind(eren) op onze school wilt laten inschrijven, vragen wij van u een schriftelijke verklaring (identiteitsverklaring), waarin u aangeeft dat u de grondslag en de daaruit voortvloeiende levensstijl onderschrijft. U zegt hiermee te zullen handelen conform de door het bestuur opgestelde richtlijnen. De verklaring dient door beide ouders ondertekend te worden.
3.5 Lid worden van de schoolvereniging Aan vaders, die de identiteitsverklaring van de school hebben ondertekend en de grondslag van de school van harte onderschrijven, wordt het lidmaatschap van de schoolvereniging aangeboden. Leden kunnen kandidaat gesteld worden voor verkiezing tot lid van het schoolbestuur. De contributie voor het lidmaatschap van de schoolvereniging is gesteld op € 11,50.
3.6 Schoolreglement Reformatorisch onderwijs is gegrond op de Bijbel en de gereformeerde belijdenis. De eis van Gods Woord en niet de maatschappelijke opvatting, is bepalend voor zowel geestelijke en tijdelijke dingen, alsook voor leer en leven. Deze doelstelling vindt zijn weerslag in o.a. de volgende aspecten:
a) het vertellen van de geschiedenissen uit de Bijbel en het zingen van psalmen en andere geestelijke liederen; het zelf lezen van de Bijbel door de leerlingen van de midden- en bovenbouw; b) het leren van psalmen, catechismusvragen (groep 7 en 8), Bijbelteksten, Namen en Feiten; c) wekelijks inzamelen van geld voor de zending; d) jaarlijks voeren van een financiële actie voor een goed doel; e) geen sinterklaasvieringen; f) er wordt in schoolverband extra aandacht besteed aan de heilsfeiten, de bid- en dankdag en Hervormingsdag; g) de norm van Gods Woord is het uitgangspunt bij de keuze van en het omgaan met lesmethoden & leermiddelen; h) excursies en overige schoolactiviteiten mogen niet in strijd zijn met Gods Woord.
Educatief en/of cultureel getinte activiteiten maken deel uit van het gewone lesprogramma en zijn derhalve verplicht. De Bijbel als norm en richtsnoer Ons leven is een voorbereiding op de eeuwigheid. Onze levenswandel mag daarom nooit op zichzelf staan. Niet onze levenswandel maakt dat we voor God kunnen bestaan, maar alleen de geloofsverbondenheid aan Christus. Dat komt echter wel in onze levenswandel tot uiting. Kernwoorden daarbij zijn: matigheid en eerbaarheid. Matigheid heeft in zich het “maat houden”. Ons niet overgeven aan, niet overdadig, niet pronkerig of protserig, de wereld gebruiken als niet misbruikende. Eerbaarheid houdt in dat we geen aanleiding geven tot zondige - - 11 - -
gedachten of gevoelens bij de ander, maar wel het onderscheid tussen man en vrouw laten uitkomen in onze kleding en haardracht. Reformatorisch onderwijs is aanvullend. De opvoeding en de toerusting van kinderen is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de ouders. Het onderwijs kan alleen maar goed functioneren als er van-huis-uit ernst gemaakt wordt met de Bijbelse boodschap en een daarop aansluitende levensstijl. Concreet betekent het ondermeer dat: aan het gedrag, de kleding en het taalgebruik van onze kinderen te merken moet zijn dat ze naar Gods Woord willen leven. Het gedrag van de leerlingen dient in overeenstemming te zijn met het liefdesgebod van de Heere. Het gaat daarbij in de eerste plaats om de gezindheid van het hart. We moeten elkaar er steeds op wijzen dat het bij alle dingen die we doen, aankomt op de liefde tot God en de liefde tot de naaste. de kinderen in nette, fatsoenlijke kleding op school moeten komen. Meisjes mogen niet gekleed zijn in een lange broek, broekrok, minirok of iets dergelijks. In het licht van de eerder genoemde eerbaarheid, hanteren we als minimumeis dat de rok of jurk tot op de knie valt. Hemdjes, mouwloze shirtjes/jurkjes, bad- en teenslippers zijn niet toegestaan. De niet-zichtbare vorm van de legging is toegestaan. De genoemde kledingregels ook van toepassing voor allen die assisteren bij schoolactiviteiten, zoals het verlenen van ouderhulp en het begeleiden bij excursies. de haardracht in overeenstemming is met Gods Woord. Vanuit 1 Korinthe 11 is het duidelijk dat lang haar voor de vrouw een eer is en dat het haar tot een deksel is gegeven. Het is één van de meest duidelijke Schriftgegevens betreffende uiterlijk en levensstijl (vers 15: Maar zo een vrouw lang haar draagt, dat het haar een eer is; omdat het lange haar voor een deksel haar is gegeven). Voor wat betreft het opmaken van het haar en de vraag wat nog lang haar is, geldt een grote mate van subjectiviteit, die ons voorzichtig moet maken in het onderling (ver)oordelen. er uiterste terughoudendheid betracht dient te worden in het gebruik van cosmetica met het oog op matigheid en eerbaarheid. we als school een duidelijk principiële keuze hebben gemaakt om geen gebruik te maken van een open Internetaansluiting. In die lijn verwachten we ook van het personeel en de ouders om – als zij gebruik maken van Internet – bewust te kiezen voor een gefilterde versie (Kliksafe, Solcon of Filternet). Het is bekend dat filtering via Kliksafe het veiligst is. er door leerlingen op school geen gebruik wordt gemaakt van mobiele telefoons of smarthphones. we afwijzend staan tegenover het bezit van een tv, vanwege de grote verleiding van tv en de veelheid van programma’s die openlijk strijden met de Tien Geboden. Hoewel bij het gebruik van video’s en dvd’s sprake is van een eigen keuze, liggen ook hier grote gevaren, o.a. de vermorsing van onze tijd, het geconstateerde drempelverlagende effect op het gebied van het zevende gebod en andere geboden (taalverruwing enz.). Het visuele heeft onmiskenbaar een grote invloed. In de praktijk blijkt dat veel gezinnen hierbij de grenzen helaas steeds verder verruimen. We wijzen ook op de grote gevaren van open toegankelijke profielsites als Facebook e.d. en het leven in een virtuele wereld, zoals Second Life. het taalgebruik van de leerlingen niet aanstootgevend mag zijn. Dit geldt zowel op school als tijdens het vervoer in de bussen. Er moet met eerbied over God en de naaste gesproken worden. Het mag niet zo zijn dat leerlingen minachtend spreken over degenen die over hen gesteld zijn, of over medeleerlingen. We dringen erop aan dat kinderen in de thuissituatie niet in aanraking komen met grof taalgebruik, in de vorm van vloeken, bastaard vloeken, ruwe en schuine praat. In gehoorzaamheid aan het gebod des Heeren: Gij zult den naam des HEEREN uws Gods niet ijdellijk gebruiken; want de HEERE zal niet onschuldig houden, die Zijn naam ijdellijk gebruikt. - - 12 - -
De directie is, in opdracht van het bestuur van de school, gerechtigd maatregelen te nemen, opdat genoemde zaken op school geweerd worden. Op onze school maken we gebruik van een protocol agressie & geweld en grof taalgebruik (zie 10.9.1). We hanteren dit protocol om agressie, geweld en grof taalgebruik te bestrijden. Onderscheiden van hoofd- en bijzaken We mogen de levenswandel nooit losmaken van de noodzaak van wedergeboorte, bekering en geloof. Het mag niet verzelfstandigd worden als maatstaf voor de binding aan de reformatorische identiteit. Dan komen we namelijk in farizeïstisch vaarwater terecht: grote nadruk op de buitenkant, het doen en laten. Maar God ziet allereerst en allermeest het hàrt aan. En Christus tekent ons heel helder dat daar juist de bron van de zonde ontspringt. Bij alle bezinning op de levensstijl, moeten we de noodzaak van hartvernieuwende genade niet uit het oog verliezen. Echter het nieuwe leven wordt onmiskenbaar aan de vrucht gekend. Zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien. Onze levensstijl is dus geen onverschillige zaak die er niet toe doet. Iemand die de Heere vreest wil Hem ook als Koning dienen, volgen en gehoorzamen. Kinderen hebben voorbeelden nodig om hun leven aan te spiegelen, identificatiefiguren op hun weg naar de volwassenheid. Onze levensstijl is voor kinderen een van de grootste ‘blikvangers’. Wat zien en merken onze kinderen aan ons en aan onze levenswandel? Maakt het ze jaloers op het leven met de Heere, of vormt het een aanstoot? Christelijke vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid In het verstaan van de wil van God in de dagelijkse levenspraktijk, blijken er alle eeuwen door verschillen te bestaan tussen Gods kinderen. Die hebben deels te maken met de eigen opvoeding, verschillen in kerkelijke gebruiken en tradities, en gewoonten in een bepaald land. Maar deels is er ook sprake van een verschillend verstaan (of misverstaan) van de Bijbel. Om enkele voorbeelden te noemen: er zijn verschillen in de wijze van zondagsheiliging, de opvatting over zwemmen en het gebruik van Internet. Er is bijbels gezien ruimte voor een verschil in gevoelen. Er is sprake van de christelijke vrijheid en van een persoonlijke verantwoordelijkheid. Laten we oppassen om te snel onze opvattingen als normatief te bestempelen. Aanstoot géven versus aanstoot némen Paulus vermaant ons in zijn brieven om geen aanstoot te geven. Hij wil liever iets nalaten wat hij voor zichzelf geoorloofd acht, dan dat hij een van de broeders zou ergeren. Anderzijds is er, zoals gezegd, sprake van de christelijke vrijheid, waarin we elkaar ook geen lasten op moeten leggen die God ons niet oplegt. We moeten er dus voor waken om aanstoot te némen. Voor onszelf moeten we voorzichtig wandelen en er voor waken om - - 13 - -
onnodig aanstoot te geven. Dus de minste wezen en onze levenswandel zonodig aanpassen. Tegelijkertijd moeten we waken om geen aanstoot te nemen aan zaken waarover verschil van gevoelen is binnen de christelijke gemeente en/of de gereformeerde traditie. Als we allen naar deze twee regels handelen en wandelen, zouden onderlinge ergernissen tot een minimum kunnen worden teruggebracht. Met elkaar in gesprek blijven op basis van liefde en respect Laat ons nadruk leggen op wat ons bindt in plaats op wat ons (onder)scheidt. Zoals we lezen in Jakobus: niet elkaar veroordelen anders zijn we rechters in plaats van daders van de wet (Jak. 4:11-12). Daarbij dienen we met elkaar in gesprek te blijven. Bezinning blijft nodig, vooral met het oog op alle ontwikkelingen. Levensstijl is immers geen statische zaak. Wat zich aan ons voordoet, moet telkens weer getoetst worden aan de norm van Gods Woord.
3.7 School, kerk en gezin Naast alle onderwijskundige taken zijn we op school gericht bezig met opvoeden. Onderwijs en opvoeding zijn niet los te koppelen van elkaar. Onderwijzen is op onze school een onderdeel van de opvoeding. De normen en waarden die wij in onderwijs en opvoeding de leerlingen willen overdragen, ontlenen wij aan Gods Woord. De hoofdregels vinden we in de Tien Geboden samengevat: God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Dat slaat duidelijk terug op de eerder genoemde doelstellingen. Deze doelstellingen willen we verwezenlijken door het geven van kwalitatief goed onderwijs vanuit onze identiteitsbasis in een vertrouwde en veilige werk- en speelomgeving. Zoals uit het bovenstaande blijkt, zien we de school als een opvoedingsmilieu met een eigen taak en verantwoordelijkheid. Het gezin is en blijft echter het eerste en natuurlijke opvoedingsmilieu. We beschouwen het als onze taak om in de opvoeding van kinderen een verlengstuk van het gezin en de kerk te zijn. Omgekeerd hopen we dat het gezin en de kerk in de praktijk ook aansluiten bij wat op school wordt onderwezen. De school hecht vanuit deze gedachte veel waarde aan een beleid dat open staat naar de ouders en de kerken van waaruit de leerlingen afkomstig zijn. Dat komt onder andere openbaar in de diverse contacten met u als ouders en in de keuze van de leden voor het schoolbestuur.
- - 14 - -
Hoofdstuk 4. De kwaliteit van onze school Het onderwijs blijft in beweging. Zolang de maatschappij verandert, verandert ook het onderwijs. We proberen op de Ds. Koelmanschool vanuit onze identiteit in te spelen op de veranderingen en te werken aan (het behoud van) de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteit van ons onderwijs wordt zeker niet alleen bepaald door de toetsresultaten. We vinden het namelijk in de eerste plaats heel belangrijk dat de kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen op onze school. Een goed pedagogisch klimaat is een voorwaarde voor kinderen om zich te kunnen ontplooien. Het belangrijkste vinden we de zorg voor de zielen van de kinderen die op onze school zitten. We voelen het als onze taak kinderen zo goed mogelijk toe te rusten voor een plaats in de maatschappij, maar hen ook en vooral te wijzen op de Heere Jezus; de Weg, de Waarheid en het Leven, door Wie ze het eeuwige leven kunnen beërven. Voor al de zorg geldt dat ons doel is deze zo goed mogelijk af te stemmen op de mogelijkheden van de verschillende leerlingen. Centraal op onze school staat de leerlingenzorg. We bedoelen dan zorg in de ruime zin van het woord, dus niet alleen de zorg voor de gemiddelde leerling, maar ook de zorg voor leerlingen die op een bepaald gebied uitvallen en de zorg voor leerlingen die juist meer uitdaging nodig hebben. Daarnaast willen we zorgen voor een gezellige, veilige, uitnodigende leer- en speelomgeving. We houden rekening met verschillen tussen kinderen. We zorgen ervoor dat de leerstof zoveel mogelijk past bij het niveau van uw kind. We werken voortdurend aan een goede wijze van omgaan tussen leerlingen en leerkrachten en leerlingen onderling, een goed contact met u als ouders, een open omgang met elkaar als leerkrachten binnen de school en een leerstofaanbod dat beantwoordt aan de eisen van deze tijd.
4.1 Leerlingenzorg Zoals al genoemd hechten we veel waarde aan de zorg voor iedere leerling. Zowel leerlingen die uitvallen, als leerlingen die extra werk aan kunnen, proberen we de zorg te geven die aansluit bij hun kennis en vaardigheden: zorg op maat. We volgen iedere leerling door middel van Cito-toetsen, toetsen uit de methoden, het Observatiemodel Memelink en het Pedagogisch Leerlingvolgsysteem ‘Zien!’. Het volgen van de leerlingen is geen doel op zich, maar het geeft ons inzicht in kennis en vaardigheden van de leerlingen, zodat we hen op passende wijze hulp kunnen bieden. In hoofdstuk 6 kunt u meer lezen over het leerlingvolgsysteem. - - 15 - -
4.2 Het pedagogisch klimaat Voor een goede ontwikkeling en goede prestaties van de kinderen is het van groot belang dat zij zich veilig voelen en geborgen weten op onze school. We proberen te zorgen voor een uitdagende leeromgeving, waarin onder leiding van de leerkrachten gewerkt wordt aan de ontwikkeling van de zelfstandigheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheden. Dit doet niets af aan het feit dat er op onze school een duidelijke gezagsrelatie bestaat tussen leerling en leerkracht. Om bovenstaande zaken werkelijkheid te laten worden, proberen we op school een veilige en ordelijke sfeer te scheppen door te zorgen voor geordende en goed verzorgde lokalen en duidelijke regels binnen en buiten de groep, waar ieder zich aan heeft te houden. Een respectvolle omgang tussen leerlingen en leerkrachten vinden we op school van groot belang. Iedere leerling op onze school moet zich geborgen voelen en welkom weten. Naast deze omgangsregels willen we de kinderen een uitdagende leeromgeving bieden door bijvoorbeeld educatief materiaal in de klas te zetten. Verder krijgen de leerlingen tijdens de projectweek, de ICT-lessen in groep 4 t/m 8, verschillende themadagen en het werken in hoeken in het bijzonder de gelegenheid hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel te ontwikkelen. Ondanks alle inspanningen om een goed pedagogisch klimaat op school te realiseren, zijn er altijd leerlingen die door welke omstandigheden dan ook niet lekker in hun vel zitten. Door middel van observaties proberen we erachter te komen op welk gebied leerlingen ander gedrag vertonen. Als vervolg op deze observaties geven we extra zorg aan leerlingen die dat nodig blijken te hebben. U leest meer over het leerlingvolgsysteem sociaalemotionele ontwikkeling in hoofdstuk 6.
4.3 Didactisch handelen We beschikken over kwalitatief hoogwaardige methoden. Het gebruiken van een goede, eigentijdse methode is erg belangrijk, maar geeft nog geen garantie voor goed onderwijs. Er zal op een juiste wijze onderwijs uit gegeven moeten worden. In de afgelopen jaren hebben we ons bekwaamd in het effectief overdragen van lesstof op onze leerlingen. Wij hechten daarom veel waarde aan ‘Effectieve instructie’ en ‘omgaan met verschillen’. Verder leggen we in de begeleiding van leerkrachten de nadruk op onderwijzen in leerstrategieën. Dat wil zeggen dat het in de klas niet alleen gaat om een goed antwoord, maar ook om de manier die de leerlingen gebruikt hebben om bij dat antwoord te komen. Vervolgens is het belangrijk dat we de leerlingen met elkaar in discussie laten gaan over de vaak verschillende wijzen waarop ze aan een antwoord gekomen zijn. Dit zogenaamde interactieve onderwijs heeft als doel leerlingen naar elkaar te leren luisteren en van elkaar te laten leren. In het kader van omgaan met verschillen wordt er veel gedaan aan het bevorderen van de zelfstandigheid. De taken die gesteld worden, zijn óf open van karakter zodat alle kinderen op eigen niveau met dezelfde taak bezig kunnen zijn (vergelijk het spelen in de hoeken), óf gedifferentieerd van karakter, waarbij er diverse uitvoeringsvormen zijn, afhankelijk van het niveau van de leerling. Daardoor is er meer ruimte voor kinderen die minder snel ontwikkelen. Zij zullen minder snel het gevoel krijgen iets niet te kunnen of er niet bij te horen. Anderzijds is er voor de leerlingen die sneller ontwikkelen voldoende uitdaging om vooruit te kunnen. Om de ontwikkelingen van de leerlingen in het onderwijsleerproces te volgen, maken we gebruik van verschillende observatiesystemen.
- - 16 - -
4.4 Kwaliteitszorg Onze school wil vanuit de missie, visie en doelstellingen veel bereiken met de leerlingen. Kwaliteitszorg zien we als hulpmiddel om de kwaliteit van ons onderwijs te bepalen, te bewaken en waar nodig te verbeteren en te borgen. Hierbij gaan wij uit van drie kernvragen. 1. Hoe is de zorg voor de kwaliteit van ons onderwijs? Kengetallen en opbrengsten zien we als belangrijke indicatoren voor het functioneren van onze school. Regelmatig houden wij deze tegen het licht en willen we deze kritisch-objectief wegen en interpreteren. 2. Hoe is de kwaliteit van het onderwijs en het leren? Onderwijs en leren is het primaire proces. Het werken met de kinderen in de groep en de interne begeleiding is het hart van ons onderwijs. 3. Hoe is de kwaliteit van de opbrengsten? Behalve de immateriële doelen (waarden en normen) gaat het ons om de vraag of de leerlingen voldoende zijn voorbereid op het vervolgonderwijs en of zij een niveau bereikt hebben dat past bij hun mogelijkheden. Dit willen we meten en wegen; standaard aan het einde van de basisschoolperiode, maar ook tussentijds hebben we meet-punten om de vorderingen van de kinderen in beeld te brengen (Citotoetsen). We doen als school veel aan zelfevaluatie. Daarnaast wordt de school door de onderwijsinspectie en met behulp van externe collegiale audits beoordeeld op haar kwaliteit. Om de kwaliteit inzichtelijk te maken en te kunnen borgen, werken we met een kwaliteitshandboek en een kwaliteitscyclus. Het kwaliteitshandboek is constant in ontwikkeling en wordt als gevolg van de evaluatiebesprekingen regelmatig bijgesteld. Tijdens de kwaliteitszorgvergaderingen houden we ons in het bijzonder bezig met de kwaliteit van het onderwijs op onze school. We kijken ook kritisch naar de resultaten van het leerlingvolgsysteem (LVS) en stemmen het beleid daarop af. Voor dit cursusjaar hebben we o.a. onderstaande doelen met betrekking tot de schoolontwikkeling geformuleerd. De genoemde doelstellingen zullen per beleidsterrein worden uitgewerkt in onderwijskundige jaarplannen.
- - 17 - -
Beleidsterrein Identiteit Leerstofaanbod
Didactisch handelen Pedagogisch handelen
Doelstellingen / Activiteiten Als team bespreken we teksten die aansluiten op Gods Woord of de Drie Formulieren van Enigheid Implementatie beleid meer- en hoogbegaafde leerlingen Ontwikkeling aanbod begrijpend lezen Oriëntatie methode voorgezet technisch lezen groep 4-6 Invoer nieuwe geschiedenismethode Oriëntatie nieuwe methode sociale vaardigheid Ouderavond media (bovenbouw) Aanbod burgerschap Teamscholing activerende didactiek Respectvol omgaan met anderen/sociale veiligheid/pestprotocol
- - 18 - -
Hoofdstuk 5. Organiseren om te leren 5.1 De vormgeving van ons onderwijs In de groepen 1 en 2 wordt ontwikkelingsgericht gewerkt. Het accent binnen dit onderwijs ligt op het aansluiten bij de ontwikkeling van het jonge kind en het zoeken naar activiteiten die passen in de zone van de naaste ontwikkeling. Kenmerkend voor het onderwijs aan jonge kinderen is het spelend leren. Binnen dit onderwijs is het belangrijk dat er voldaan wordt aan de basisbehoeften van deze kinderen. Wezenlijk hierin is: het vrij zijn van emotionele belemmeringen, het hebben van een gezond zelfvertrouwen en het geprikkeld worden door onbekende dingen (nieuwsgierigheid die aanzet / uitlokt tot leren). Het ontwikkelingsgericht werken sluit aan bij deze basisbehoeften: de leerinhouden worden op verschillende niveaus aangeboden (o.a. in de kleine kring), de inhoud van de hoeken wisselt (ontwikkelingsmateriaal, themamateriaal, materiaal uit de dagelijkse leefwereld van het kind), er worden (binnen kaders) veel open opdrachten gegeven en de kinderen plannen hun eigen activiteiten (binnen bepaalde grenzen dragen de kinderen verantwoordelijkheid m.b.t. hun eigen werk). Binnen ontwikkelingsgericht werken staan de drie ‘B’s centraal: de Bedoeling van de opdracht, de Betekenis van de opdracht voor de leerlingen en de Betrokkenheid van de leerlingen. Wezenlijk hierin is de bemiddeling door de leerkracht: wat doet de leerkracht om de leerlingen te stimuleren in hun ontwikkeling. De observaties worden vastgelegd in het ‘Ontwikkelingsvolgmodel Memelink’. De ontwikkelingslijnen die bij dit observatiemodel horen, zijn leidend voor het aanbod in de groep. Jonge kinderen ontwikkelen zich heel breed, kleuters zijn als het ware ‘veelsporig’, verschillende ontwikkelingsgebieden komen tegelijk aan bod, jonge kinderen ontwikkelen nog nauwelijks losse ontwikkelingsgebieden. In groep 3 is dit uitgebalanceerd, dan kunnen kinderen zich ook gericht op een bepaald gebied ontwikkelen. In groep 3 wordt op verschillende momenten in de week thematisch gewerkt. Binnen dit thematisch werken staan de principes van ontwikkelingsgericht werken centraal. Er worden verschillende open opdrachten gegeven, er is een themahoek en er is gelegenheid voor de kinderen om wisselende activiteiten te doen die aansluiten bij hun mogelijkheden en interesses. Tijdens dit thematisch werken wordt ook gebruik gemaakt van het planbord. Tegelijk krijgt vanaf groep 3 ook het gericht leren steeds meer nadruk. Er wordt in groep 3 voor rekenen, taal, lezen en schrijven gebruikt gemaakt van methoden. De inhoud van de methoden wordt consequent gehanteerd, maar wordt uitgediept of herhaald tijdens het thematisch werken. Vanaf groep 3 wordt er volgens een methodisch leerstofaanbod gewerkt. Hierbij staat het aanleren van kennis en vaardigheden centraal. Binnen dit programmagerichte onderwijs willen we het individuele kind zoveel mogelijk ruimte geven om zich optimaal te ontwikkelen. In de praktijk betekent dit dat het ene kind meer en/of moeilijkere stof verwerkt dan het andere kind. - - 19 - -
5.2 De schoolorganisatie Een basisschool heeft als primaire taak het opvoeden en onderwijzen van kinderen. Vandaar dat de meeste personeelsleden de functie van Leraar basisonderwijs bekleden. Om het primaire proces goede voortgang te laten vinden, zijn er tevens diverse andere functies en taken binnen de schoolorganisatie. In het organigram zijn de functies en taken weergegeven in een hiërarchische lijn.
Organigram Ds. Koelmanschool Gorinchem Bestuurders MR
Toezichthouders Management-
Directeur
assistente
Bouwcoördinatoren 1-2 / 3-5 / 6-8
Leraar basisonderwijs
Coördinator Passend Onderwijs
ICT-
ARBO-
BHV-
Stage-
coördinator
coördinator
coördinator
coördinator
Onderwijs assistent
Intern begeleider 1-3 / 4-8
LIO-
Conciërge
stagiaires
5.2.1 Leerstofjaarklassensysteem De schoolorganisatie gaat uit van het leerstofjaarklassensysteem: in elk leerjaar wordt een afgesproken hoeveelheid leerstof (voor vrijwel ieder vakgebied aan de hand van een methode) behandeld. We geven onderwijs aan groepen kinderen die ongeveer even oud zijn. Kinderen die tussen 1 oktober en 30 september geboren zijn, komen in principe in dezelfde jaargroep. Dat betekent niet dat alle kinderen even ver zijn in hun ontwikkeling en over dezelfde mogelijkheden beschikken. Door het leerstofaanbod zoveel mogelijk af te stemmen op de mogelijkheden van het kind willen we recht doen aan de uniciteit van de kinderen en proberen we onderwijs op maat te verzorgen. Normaal gesproken doorlopen de leerlingen in acht jaren de school. Eén van de hoofddoelen van ons onderwijs is dan ook dat leerlingen een ononderbroken ontwikkeling doormaken op onze school. 5.2.2 Groepering De acht basisschooljaren zijn op onze school verdeeld over 13 groepen. Er zijn meerdere combinatiegroepen. In een combinatiegroep worden kinderen geplaatst, die het werken in een dergelijke groep aankunnen. We letten dan vooral op eigenschappen als inzet/ijver, concentratie, intelligentie, zelfstandigheid en gedrag.
- - 20 - -
5.2.3 Organisatie in het kader van zorgbreedte Een belangrijke en herkenbare eigenschap van de Ds. Koelmanschool is de wezenlijke plaats die de zorg voor kinderen met leer-, ontwikkelings- of gedragsproblemen inneemt. Ook willen we als school, waar mogelijk, onze deuren openen voor leerlingen met een handicap. Organisatie en structuur zijn onder andere afgestemd op de speciale aandacht die we geven aan zorgleerlingen.
5.3 Functies en taken 5.3.1. Managementteam Onze school wordt geleid door de directeur, die daarbij ondersteund wordt door bouwcoördinatoren. Samen vormen ze het Managementteam (MT). Kernwoorden bij het leiding geven zijn: organiseren, faciliteren en ontwikkelen. De schoolleiding zorgt ervoor dat de leraren voldoende tijd en middelen hebben om hun werk goed te doen en dat de medewerkers zichzelf ontwikkelen. Het MT is primair verantwoordelijk voor de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen beginnende en meer ervaren leraren (die een rol kunnen spelen in de begeleiding). Het MT bereidt beleid voor, dat wordt voorgelegd aan het team. Om draagvlak te creëren praat het team mee over het beleid van de school. De uiteindelijke besluiten worden genomen door het MT. 5.3.2 Bouwcoördinatoren Er is een bouwcoördinator voor groep 1 t/m 2, 3 t/m 5 en 6 t/m 8. De bouwcoördinator is verantwoordelijk voor het onderwijsleerproces in de betreffende bouw. De bouwcoördinator is het aanspreekpunt voor leerkrachten en ouders m.b.t. alle zaken die het onderwijsleerproces betreffen. 5.3.3 Groepsleerkrachten De groepsleerkracht is de eerst verantwoordelijke, dus ook de eerst aanspreekbare persoon met betrekking tot het onderwijs en de opvoeding binnen de groep. De groepsleerkracht geeft vorm en inhoud aan het onderwijsprogramma en doet dit door middel van een lesrooster. Verder houdt de groepsleerkracht onder andere de leervorderingen bij en rapporteert hij of zij aan de IB-ers en de ouders. - - 21 - -
5.3.4 Intern begeleiders De Intern Begeleiders (IB-ers) zijn belast met het coördineren van de leerlingenzorg voor kinderen met leeren/of ontwikkelings- en/of gedragsproblemen. Ze regelen leeshulp, begeleiden leerkrachten met betrekking tot de leerlingenzorg in de groep, zoeken geschikte programma’s, middelen en materialen voor zorgleerlingen, stellen een toetskalender op en houden dossiers bij. We hebben op school een IB-er voor groep 1 t/m 3 en een IB-er voor groep 4 t/m 8. De IB-ers voeren regelmatig een gesprek (IB-gesprek) met de groepsleerkrachten, waarbij de gang van zaken in de groep en in het bijzonder de zorg voor leerlingen aan de orde komt. Het in stand houden en beheren van de orthotheek, waar allerlei materialen voor leerlingenzorg op vakgebied zijn geordend, behoort ook tot het takenpakket van de IB-er. 5.3.5 Leerlingbegeleider Passend Onderwijs De zorgondersteuner / coördinator is belast met de coördinatie van de zorg voor leerlingen met een ondersteuningsbudget of aanvullende formatie. 5.3.6 ICT-coördinator De ICT-coördinator is samen met de tweede ICT-er verantwoordelijk voor de onderwijskundige aansturing van het inzetten van de computer bij het onderwijs in de groep. Hij zorgt ervoor dat de apparatuur werkt en coacht de leerkrachten in het realiseren van de onderwijsdoelstellingen voor ICT. Borging van bereikte doelen en uitvoering van het ICT-beleidsplan zijn kernactiviteiten. Daarnaast houdt hij zich o.a. bezig met het beoordelen en aanschaffen van nieuwe programma’s, het bijhouden van nieuwe, voor het onderwijs relevante ontwikkelingen, het informeren van ouders over thuisprogramma’s en het bijhouden van de website. 5.3.7 ARBO-coördinator en preventiemedewerker Omdat de taken van de ARBO-coördinator en de Preventiemedewerker elkaar op tal van punten overlappen, hebben we op onze school één personeelslid aangesteld als ARBO-coördinator en preventiemedewerker. De ARBO-coördinator / preventiemedewerker is belast met de coördinatie en bewaking van het Arbobeleid en de dagelijkse veiligheid en gezondheid binnen de school. De taken bestaan verder uit het opstellen van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en het bijbehorende Plan van aanpak, voorlichting geven over risico’s en het juiste gebruik van beschermingsmiddelen bewaken. Deze functionaris is tevens het aanspreekpunt voor vragen die betrekking hebben op veiligheid en gezondheid. 5.3.8 BHV-coördinator De BHV-coördinator is verantwoordelijk voor het up to date houden van het ontruimingsplan. Verder organiseert hij de jaarlijkse ontruimingsoefening en stuurt de andere BHV-ers aan. Hij is tevens aanspreekpunt als er iemand gewond is geraakt. Indien noodzakelijk regelt hij dat er deskundige hulp wordt ingeschakeld. 5.3.9 Stagecoördinator De stagecoördinator is aanspreekpunt en coach voor de studenten die op onze school stagelopen. Zij maakt het plaatsingsrooster en onderhoudt de contacten met het opleidingsinstituut van de betreffende studenten. 5.3.10 Onderwijsassistenten De onderwijsassistenten worden ingezet voor de hulp aan leerlingen. Ze werken aan de hand van een hulpplan met diverse leerlingen. Tevens ondersteunen ze leerkrachten bij bepaalde werkzaamheden. MDGO-stagiaires verlenen assistentie in verschillende groepen. - - 22 - -
5.3.11 Conciërge en Managementassistente De conciërge is verantwoordelijk voor de netheid in en rond de school. Hij houdt zich bezig met kopieerwerkzaamheden, technisch onderhoud van gebouw en installaties, tuinonderhoud, telefoondienst, schoonmaakwerkzaamheden, schoolmelk, voorraadbeheer, koffie zetten e.d. De conciërge heeft ook een taak in het houden van pleinwacht. De managementassistente verzorgt de (leerlingen)administratie.
5.4 Interieurverzorging In samenwerking met de conciërge zorgt Schoonmaakbedrijf ‘Breeclean’ uit Sliedrecht voor een schone school, zodat leerkrachten en leerlingen iedere dag in een frisse school kunnen werken. Hygiëne vinden we uitermate belangrijk!
5.5 Wat leren de kinderen? 5.5.1 De doelen van ons onderwijs Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen heeft de overheid kerndoelen op laten stellen. Deze kerndoelen beschrijven de onderwijsinhouden die iedere Nederlandse basisschool in elk geval aan de leerlingen dient aan te bieden. Duidelijk wordt waartoe ons onderwijsaanbod moet leiden. In de Wet Primair Onderwijs (WPO) staan zes gebieden waaraan alle scholen aandacht moeten besteden. Het gaat om Nederlandse taal, Engelse taal, Rekenen en wiskunde, Oriëntatie op mens en wereld, Lichamelijke opvoeding en Kunstzinnige oriëntatie. Bij de aanschaf van nieuwe methoden bekijken we of deze voldoen aan de kerndoelen voor het basisonderwijs. Met een aantal zaken in de kerndoelen heeft onze school moeite. Het gaat dan om opvattingen, die het Woord van God tegenspreken. Voor deze gebieden zijn er vervangende kerndoelen voor het reformatorisch onderwijs vastgesteld. De kerndoelen liggen voor u op school ter inzage. 5.5.2 Godsdienstige vorming We maken voor de lessen Godsdienstige vorming gebruik van de handreiking voor het godsdienstonderwijs “Hoor het Woord”. Vanaf groep 3 t/m 6 wordt het grootste gedeelte van de Bijbel behandeld. De lesstof voor groep 1 – 2 en 7 – 8 loopt voor de helft gelijk aan die van groep 3 – 6. De andere helft is ingeruimd voor eigen stof: kleuters krijgen eenvoudigere vertellingen en de bovenbouw krijgt meer onbekende vertellingen aan de hand van een thema. De Bijbellessen volgen meestal de historische lijn. In het najaar wordt uit het Oude Testament verteld, in het voorjaar uit het Nieuwe Testament. Tegelijk zijn de weken van een thema voorzien, dat de lessen samenbindt. Deze thema’s met de daarbij behorende vertellingen worden ook aangekondigd in het informatieblad. Op maandag wordt in groep 1 t/m 6 een les aangeboden rond een psalm of Bijbeltekst. In groep 7 en 8 wordt de catechismus behandeld aan de hand van een les uit “Leer uw kind”. Op vrijdag is er voor groep 3 t/m 6 een passende verwerking en regelmatig een zendingsles. Voor groep 7 en 8 staat eer iedere vrijdag een kerkgeschiedenisles op het rooster. Vanaf groep 5 moeten de leerlingen elke week een les uit “Namen en Feiten” leren en maken. 5.5.3 Lezen en Taal Voor het taalaanbod in groep 1-2 is een Beredeneerd Leerstofaanbod Taal beschikbaar. In dit leerstofaanbod komen 10 tussendoelen (waar ook ‘Taalfontein’ van uit gaat) naar voren. De tussendoelen zijn: boekoriëntatie, verhaalbegrip, functies van geschreven taal, relaties tussen geschreven en gesproken taal, taalbewustzijn, alfabetisch principe, functioneel lezen en schrijven, woordenschat, luistervaardigheden en mondelinge - - 23 - -
communicatie. Het totale taalaanbod in groep 1-2 wordt gevormd door tal van activiteiten uit bovengenoemde tussendoelen. In groep 3 t/m 8 werken we met de methode Taalfontein. Dit is een methode die ontwikkeld is voor het christelijk / reformatorisch onderwijs. In groep 3 ligt de nadruk op het (leren) lezen en spellen. De letters worden aangeboden met behulp van steunwoorden. Zodra de kinderen een paar letters kennen, worden er woordjes gelezen. Dit wordt steeds verder uitgebouwd. In de loop van het jaar komt er ook spelling, begrijpend lezen en taalbeschouwing bij. Vanaf groep 4 is er geen speciale methode voor lezen meer. Tot en met groep 6 staat er nog wel lezen op het rooster. De meeste leerlingen gaan op deze momenten duo-lezen. Leerlingen met een leesachterstand werken met Ralfi-lezen. Bij Ralfi-lezen wordt een tekst op een hoger niveau aan de leerlingen voorgelegd. Deze tekst wordt eerst voorgelezen, daarna samen met de leerlingen hardop gelezen en vervolgens moet de leerling de tekst alleen hardop lezen. Dit gebeurt enkele malen per week met dezelfde tekst. Het doel is het snel leren herkennen van woorden, zodat deze zonder te spellen kunnen worden gelezen. Naast het verbeteren van de leestechniek hechten we op school veel waarde aan de leesbeleving. We proberen de leerlingen te laten genieten van lezen. We doen dit door middel van stillezen, boekbesprekingen, voorlezen en het promoten van de (school)bibliotheek. In iedere groep is een klassenbibliotheek met een ruime keuze aan kinderboeken aanwezig. Ook laten we de kinderen gebruik maken van documentatieboeken. Kinderen gebruiken boeken uit het documentatiecentrum o.a. voor het verzorgen van een presentatie en het houden van een spreekbeurt. In groep 4 t/m 8 komt begrijpend lezen, taalbeschouwing en spelling aan bod. Er wordt gewerkt met een taalboek en een spellingboek. In het taalboek (Fonteinboek) staan de lessen van begrijpend lezen en taalbeschouwing (allerlei taalvaardigheden, stellen, grammatica, woordenschat, spreken en luisteren). Deze lessen worden gegeven rond een bepaald thema. Een thema duurt ongeveer drie weken en wordt afgesloten met een toets. Aan de hand van de toets wordt gekeken of de leerlingen remediëring nodig hebben of extra stof krijgen. De spellinglessen worden gegeven in een blok van twee weken. De leerlingen werken niet met een speciaal woordpakket dat telkens geoefend wordt, maar met ‘net-als-woorden’. Pas in groep 6 wordt er heel nadrukkelijk met spellingregels gewerkt. Aan het eind van het blok volgt een dictee. De leerlingen moeten de kennis, die ze in de afgelopen twee weken hebben opgedaan, toepassen. In de methode is veel aandacht voor woordenschatonderwijs. 5.5.3.1 Taalcoördinator Juf Boele is naast haar functie als leerkracht ook gediplomeerd taalcoördinator op onze school. Ze volgt het taalonderwijs binnen de school, houdt nieuwe ontwikkelingen op taalgebied bij en speelt een voortrekkersrol bij taaltrajecten.
- - 24 - -
5.5.4 Rekenen en Wiskunde In de kleutergroepen besteden we aandacht aan voorbereidend rekenen. Daarbij komen o.a. tellen, terugtellen, allerlei telbegrippen (meer, minder, evenveel, erbij, eraf enz.), meten met inhoudsmaten, oriëntatie in de ruimte, de cijfersymbolen en de plaats van deze symbolen op de getallenlijn aan de orde. Daarnaast oefenen de kleuters in groep 2 op de computer met diverse rekenprogramma’s voor het aanvankelijk rekenonderwijs. Er is een Beredeneerd Leerstof Aanbod m.b.t. de rekenontwikkeling en wiskundige oriëntatie opgesteld. In dit leerstofaanbod zijn de domeinen ‘tellen en getalbegrip’, ‘meten’ en ‘meetkunde’ opgenomen. In groep 3 tot en met 8 maken we gebruik van de methode “De Wereld in Getallen” (WIG). We werken met “WIG” volgens de methodiek van aangepaste leerroutes. Dit houdt in dat de leerlingen op grond van hun Citoscore ingedeeld worden in drie groepen: blauw, geel en rood. De blauwe groep maakt naast de reguliere stof extra en verdiepende opdrachten, de gele groep werkt aan de basisstof en de rode groep maakt minder stof. De extra opdrachten voor de rode groep zijn over het algemeen ook wat eenvoudiger van aard. In de rekenmethode wordt door middel van sterren precies aangeven wat iedere groep leerlingen moet maken. 5.5.5 Schrijven In groep 2 doen de kinderen met behulp van schrijfpatronen voorbereidende schrijfoefeningen. Ook besteden de kleuterjufs aandacht aan een goede penhantering. Daarnaast nemen allerlei fijn-motorische hand- en vingeroefeningen een belangrijke plaats in. In groep 3 t/m 6 gebruiken we de methode “De schrijfsleutel”. 5.5.6 Engels Van groep 1-8 gebruiken we voor het vak Engels de methode ‘My name is Tom’. Luisteren, spreken, schrijven en lezen krijgen volop de aandacht. 5.5.6.1. Coördinator Engels Juf Schenkeveld is naast haar functie als leerkracht ook coördinator Engels op onze school. Zij volgt de ontwikkelingen op het gebied van Engels en is verantwoordelijk voor de implementatie van de nieuwe methode ‘My name is Tom’.
- - 25 - -
5.5.7 Wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, verkeer) In groep 3 en 4 is aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs geïntegreerd in één boek: ‘Wijzer’ De lessen sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen: het dorp, de stad, de natuur en hoe het vroeger was. Vanaf groep 5 worden de vakken gesplitst. Er wordt voor aardrijkskunde gebruik gemaakt van de methode ‘Geobas’. In groep 5 maken we een begin met kaartlezen. Verder belichten we de betekenis van symbolische beelden (legenda) uitvoerig en gebruiken we voor het eerst de topografische kaart. In groep 6 komen de verschillen tussen topografische en thematische kaarten aan de orde. De kinderen krijgen te maken met schaalbegrip. Vooral Nederland wordt verkend. In groep 7 behandelen we Europa en oefenen we verder met de kaartvaardigheid. In groep 8 komen processen op wereldniveau (ook in relatie tot Nederland) aan de orde. Met geschiedenis werken we uit de nieuwe methode “Venster op Nederland”. In groep 5 komen algemene onderwerpen aan bod. In groep 6 wordt de tijd van jagers en boeren, Grieken en Romeinen, monniken en ridders en steden en staten besproken. Groep 7 bespreekt de tijd van ontdekkers en hervormers, regenten en vorsten en van pruiken en revoluties. Groep 8 behandelt de tijd van burgers en stoommachines, televisie en computer, en wereldoorlogen en crisis. Kerkgeschiedenis wordt afzonderlijk aangeboden. Voor het natuuronderwijs gebruiken we de methode “Wijzer door Natuur & Techniek”. Voor kinderen is dit onderwijs belangrijk. Ze hebben er elke dag mee te maken: hun eigen lichaam, planten en dieren, natuurwetten en apparaten en gebouwen vol techniek. Aan natuur en techniek valt dan ook van alles te beleven en te ontdekken. Vooral door zelf te experimenteren en waarnemingen te doen. We maken tevens gebruik van materialen die het ‘Natuur Educatief Centrum’ levert. Het komt ook voor dat de lessen buiten (in de natuur) worden gegeven, of dat bepaalde materialen uit de natuur het klaslokaal worden binnen gehaald. In de groepen 1 en 2 gebruiken we voor de natuurbeleving de voorloper van Wijzer. Voor het verkeersonderwijs maken we in de groepen 1 – 2 geen gebruik van een methode, maar krijgt verkeer wel aandacht in bijvoorbeeld kringgesprekken. Vanaf groep 3 gebruiken we de methode “Klaar … over”. Het werkboek van groep 7 bereidt de kinderen voor op de landelijke verkeersproef. Daarnaast maken we in groep 7 ook gebruik van proefexamens en het computerprogramma ‘bordentrainer’ om de kinderen klaar te stomen voor het examen. Iedere leerling die slaagt voor het verkeersexamen krijgt een verkeersdiploma. Als een leerling zakt krijgt hij of zij de gelegenheid een herexamen te doen.
- - 26 - -
5.5.8 Expressievakken (tekenen, handvaardigheid, muziek en bewegingsonderwijs) Voor tekenen en handvaardigheid maken we gebruik van de methode ‘Dát is Kunst’. Deze methode heeft raakvlakken met onze geschiedenismethode, kunst en cultuur, tekenen, handvaardigheid en muziek. Muziek wordt gegeven in alle groepen van onze school. We werken met de methode ‘Meer met muziek’. Naast het zingen besteden we met de kinderen van alle groepen aandacht aan muziek beluisteren, componisten, (her)kennen van muziekinstrumenten, koorzang en muziektheorie. Gericht bewegen en spelen oefenen de kinderen in de lessen bewegingsonderwijs. De groepen 1 en 2 gymmen in het speellokaal. De groepen 3 t/m 8 krijgen les in de nieuwe Van Rappard sporthal aan de Wijnkoperstraat. In deze groepen wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Bewegen Samen Regelen’. De commissie bewegingsonderwijs zorgt voor de aansturing en een goede inzet van deze methode. 5.5.9 Seksuele Vorming In alle groepen wordt seksuele vorming gegeven. We doen dit aan de hand van de methode ‘Wonderlijk Gemaakt’. In iedere jaargroep komen bepaalde thema’s aan bod, die aansluiten bij de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen. Bij seksuele vorming kunnen ouders en school elkaar uitstekend aanvullen. Door middel van een brief wordt u daarom als ouder geïnformeerd over het thema wat in de klas behandeld zal worden. Met behulp van een ouderbrochure kunt u de lessen volgen en daar thuis op inspelen. Alle ouders ontvangen deze brochure van school. 5.5.10 Huiswerk Huiswerk is iets wat bij het schoolleven hoort. Om duidelijk te maken voor welke vakken uw kind huiswerk krijgt, geven we u het overzicht op de volgende pagina. We willen u vragen om uw kind te helpen met het leren van het huiswerk. U kunt dit op de volgende manier doen: - Bekijk iedere week welk huiswerk uw kind heeft. U laat daarmee merken dat u de school belangrijk vindt en u helpt uw kind wennen aan het maken en leren van huiswerk. Daar heeft uw kind op het voortgezet onderwijs veel plezier van! - Maak met uw kind een planning voor het te leren huiswerk. Houd hierbij ook rekening met tijdstippen dat uw kind niet in staat is om zijn huiswerk te leren en/of te maken (bv. een verjaardag). Uw kind kan dan eerder beginnen met het leren van het huiswerk. Het is namelijk erg vervelend om te horen dat het huiswerk niet geleerd is vanwege een verjaardag, terwijl dit huiswerk al veel eerder is opgegeven. - Overhoor uw kind! - - 27 - -
Groep 4 Iedere week wordt de psalm geleerd. Ongeveer een keer in de maand leren de leerlingen een toets van Hoor het Woord. Groep 5 Iedere week wordt de psalm en Namen en Feiten geleerd. Aan het eind van het jaar krijgen de leerlingen een enkele keer huiswerk mee voor aardrijkskunde. Het gaat om het aanleren van de provincies en de hoofdsteden. Groep 6 Iedere week wordt de psalm en Namen en Feiten geleerd. Repetities voor biologie, aardrijkskunde, topo en geschiedenis. Groep 7 Iedere week catechismus en de vragen uit Leer uw kind. Iedere week Namen en Feiten. Iedere week woordjes en zinnen van Engels. Repetities voor biologie, aardrijkskunde, topo en geschiedenis. Het woordpakket krijgen de leerlingen mee als het nodig is. Iedere week wordt er een les uit Informatieverwerking van Ajodact gemaakt. Dit wordt op school besproken. Groep 8 Iedere week catechismus en de vragen uit Leer uw kind. Iedere week Namen en Feiten. Iedere week woordjes en zinnen van Engels. Repetities voor biologie, aardrijkskunde, topo en geschiedenis. Het woordpakket krijgen de leerlingen mee als het nodig is. Iedere week wordt er een les uit Informatieverwerking van Ajodact gemaakt. Dit wordt op school besproken. Vanaf groep 6 werken de leerlingen met een agenda. In het begin van het jaar wordt structureel aandacht besteed aan het invullen en gebruiken van deze agenda. In groep 8 hebben de leerlingen hierin meer verantwoordelijkheid. Er vindt wel een periodieke controle plaats. De agenda’s worden door de school verstrekt en bekostigd vanuit de ouderbijdrage. Er kan een keuze gemaakt worden tussen de BimBam schoolagenda en de schoolagenda van uitgeverij De Ramshoorn. Een eigen agenda is niet toegestaan. Begin groep 6 krijgen alle leerlingen een boekje met huiswerkstappenplannen voor alle leervakken van groep 6 t/m 8 mee. Door het stappenplan te volgen, leren de kinderen hoe ze de repetities moeten leren. In groep 6 t/m 8 leren de kinderen op bepaalde niveaus. Dat doen we om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden van uw kind. We kennen de volgende niveaus: niveau rood is de minimumstof, niveau geel is de basisstof en niveau blauw is de extra stof. De niveaus worden door de leerkracht vastgesteld. Door middel van een brief wordt u hiervan op de hoogte gesteld. Als u van mening bent dat het niveau te hoog of te laag is ingedeeld, dan kunt u altijd contact opnemen met de leerkracht. 5.5.11 ICT De lokalen van groep 3 t/m 8 zijn voorzien van een smartboard (digitaal bord). In ons onderwijs leren de kinderen over de computer; met behulp van de computer en (door middel) van de computer. Leren over de computer (knoppologie en instrumentele vaardigheden) is een noodzakelijke voorwaarde om met en van de - - 28 - -
computer te leren. Wij zetten leerstofinhoudelijke softwareprogramma’s in, waardoor het leren van het kind gericht wordt gestuurd. De softwarepakketten ondersteunen de leerlijnen van de vakgebieden. Bovendien wordt de computer ingezet als verrijkend, verdiepend of aanvullend op de leerstof. In groep 5 komt enige basiskennis over Windows aan de orde. De leerlingen doen ook enkele eenvoudige bewerkingen in Word. In groep 6 en 7 wordt het werken met Word verder uitgediept. In groep 7 komt er bovendien PowerPoint bij. In groep 8 wordt tenslotte nog aandacht besteed aan Excel. Om de kinderen te leren omgaan met de diverse programma’s wordt de methode “Schoolbits” ingezet. Aan de hand van het uitvoeren van diverse opdrachten leren de kinderen ‘spelenderwijs’ hoe de diverse programma’s werken. Daarna krijgen zij verschillende toepassingsopdrachten aangeboden. De lessen, waarbij de computer wordt ingezet, worden ingekaderd in een rijke leeromgeving. De leerlingen van groep 5 t/m 8 kunnen hiervoor o.a. gebruik maken van de whitelist van Kliksafe (Kliksafe class). Dit gebeurt onder leiding van de leerkracht. Ze leren informatie verwerven, verwerken en presenteren. De leerlingen gaan aan de slag met het lezen en begrijpen van teksten, ze brengen structuur aan in een ongeordende situatie en ze maken o.a. brieven, werkstukken en reisfolders. In elke groep zijn meestal twee computers aanwezig die kunnen worden ingezet bij ons computeronderwijs. Bovendien worden de ICT-lessen voor groep 5 t/m 8 (ongeveer één uur per week) in het ICT-lokaal gegeven. We geven u een indruk van de belangrijkste onderwijskundige kenmerken van deze lessen.
Zelfstandig werken: De meeste activiteiten zijn zo ingericht dat leerlingen er zelfstandig en in eigen tempo doorheen kunnen. Samenwerken: We trainen leerlingen om elkaar te helpen. Ze krijgen gezamenlijke opdrachten en leren hoe ze aan een ander moeten doorgeven wat ze zelf al weten/kunnen. Betekenisvol leren: Door verschillende leeromgevingen worden vakken verbonden rond een bepaald thema. Kinderen zoeken daar zelf zinvolle informatie bij en leren ICT-vaardigheden waarvan ze het nut direct ervaren. Eigen initiatief: De leeromgevingen zijn zo geconstrueerd, dat leerlingen vaak eigen keuzes kunnen maken. Dat stimuleert hun eigen initiatief, ondernemingszin en motivatie. Omgaan met verschillen: De verschillen tussen kinderen in ICT-vaardigheden zijn vrij groot. Dat is geen probleem bij de lessen, omdat er een basisniveau gevraagd wordt, terwijl de meer vaardige kinderen heel eenvoudig hun werkstuk kunnen vergroten of verfraaien. Ook kunnen ze worden ingezet bij het begeleiden van de minder snelle leerlingen.
- - 29 - -
Hoofdstuk 6. Ieder kind is er één 6.1 Leerlingen volgen Op de Ds. Koelmanschool telt ieder kind Dat wil zeggen dat we oog hebben voor het individuele kind en zijn mogelijkheden en beperkingen. Om ons onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de verschillende leerlingen is het nodig dat we ieder kind goed volgen in zijn cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. 6.1.1 Het volgen van de verstandelijke ontwikkeling Kinderen zitten op school om te leren. Op school houden we het leerproces van kinderen nauwlettend in de gaten. We stellen ons steeds de vraag: maakt een kind voldoende vorderingen? We krijgen inzicht in het leerproces door de volgende manieren van beoordelen: Dagelijkse correctie van het gemaakte werk door leerlingen en/of leerkracht. De vervolglessen stemmen we dan af op de behaalde resultaten. Gerichte observatie van kinderen. Niet alleen het resultaat telt. De manier waarop een kind werkt en denkt is van belang. Door observatie en bespreking van het gemaakte werk met de kinderen spelen we hierop in. Beurten, overhoringen, toetsen en repetities. Een bepaalde hoeveelheid behandelde stof wordt overhoord. Daarmee wordt duidelijk of het kind de stof voldoende beheerst en/of goed geleerd heeft. Het belangrijkste van reken- en taaltoetsen is dat deze ons informatie geven over welke onderdelen wel en welke onderdelen niet beheerst worden. Vervolgens worden de lessen daarop weer afgestemd. Hiernaast maakt de school gebruik van het Cito-Leerlingvolgsysteem (LVS) voor de groepen 1 t/m 8. Hiermee worden tenminste twee keer per jaar de vorderingen van de leerlingen vastgesteld. We maken gebruik van de volgende toetsen: Vormingsgebied Ontwikkelingsgebieden Taal Rekenen Rekenen Lezen Lezen Lezen Spelling Spelling werkwoorden Woordenschat Begrijpend lezen Zaakvakken Alle vakken Alle vakken
Naam toets Memelink (observatie – 2 keer per jaar) Cito Taal voor kleuters Cito Rekenen voor Kleuters Cito Rekenen & Wiskunde Herfstsignalering Cito DMT AVI Cito SVS Cito SVS Werkwoorden Cito Woordenschat Cito Begrijpend Lezen Cito Studievaardigheden + Kennisgebieden Cito Entreetoets Centrale Eindtoets
- - 30 - -
Groep Groep 1 en 2 Groep 1 en 2 Groep 1 en 2 Groep 3 t/m 8 Groep 3 Groep 3 t/m 6 Groep 3 t/m 8 Groep 3 t/m 8 Groep 7 en 8 Groep 3 t/m 8 Groep 4 t/m 8 Groep 5, 6, 7 en 8 Groep 7 Groep 8
De leerkrachten in de kleuterbouw werken met een observatiesysteem (zie 8.1.) waarin de gegevens op een duidelijke en overzichtelijke manier genoteerd worden. Het observatiesysteem biedt inzicht in de ontwikkeling van kleuters. We kijken bij de ontwikkeling van het kind naar de zone van de naaste ontwikkeling. Het onderwijs in de groep sluit hierop aan. De observaties en het functioneren in de groep vormen de basis voor het rapport. Vanaf groep 3 krijgen kinderen cijfers of een letter-/woordbeoordeling voor hun werk. De groepsleerkracht verzamelt de cijfers/gegevens van het dagelijkse werk, overhoringen, repetities en toetsen. De scores voor de LVS-toetsen worden vastgelegd en opgeslagen. Naast deze gegevens wordt er ook gelet op aspecten als werkhouding, concentratie, inzet e.d. Genoemde zaken vormen de basis voor het rapport, die drie keer per jaar uitgereikt wordt. Van elke leerling houden we op school een digitaal leerlingendossier bij. 6.1.2 Het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling Naast het volgen van de leerprestaties hebben we oog voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. In groep 1 en 2 doen we dit m.b.v. het Ontwikkelingsvolgmodel van Memelink. Twee keer per jaar worden deze observatielijsten door de leerkrachten ingevuld. De observatielijsten zijn de basis voor het invullen van de rapporten. In groep 3 t/m 8 worden een keer per jaar voor alle leerlingen de observatielijsten van PLVS Zien! ingevuld. Er wordt per leerling aangegeven hoe hij of zij functioneert op de verschillende aspecten van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen die op bepaalde (deel)gebieden uitvallen worden geholpen of er wordt in overleg met de ouders externe hulp ingeschakeld. De signaleringslijsten zijn leidraad voor het invullen van de onderdelen betrokkenheid, welbevinden en sociale vaardigheden op het rapport. Om de kinderen te helpen met hun sociaal-emotionele ontwikkeling wordt er iedere week een les SoVa (Sociale Vaardigheden) gegeven aan de hand van de methode “SoVa in de klas”. In 2015-2016 wordt deze methode vervangen. 6.1.3 Contact met ouders over extra hulp Zodra er extra hulp wenselijk is, neemt de groepsleerkracht contact op met desbetreffende ouders. Dit kan door middel van een (telefoon)gesprek of schriftelijk. Soms nodigen we ouders uit voor een gesprek op school met de groepsleerkracht, de IB-er en eventueel een externe deskundige. De ouders ontvangen (per mail) een gespreksverslag.
6.2 Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 hebben alle basisscholen de wettelijke taak om passend onderwijs te geven. Omdat scholen dit niet alleen kunnen, zijn alle scholen aangesloten bij een samenwerkingsverband. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba voor reformatorische basisscholen en speciale scholen. Het samenwerkingsverband is opgesplitst in vier regio’s. Onze school ligt in de regio Randstad. 6.2.1 Zorgplicht Een kernbegrip bij passend onderwijs is ‘zorgplicht’. Zorgplicht betekent dat de school samen met de ouders onderzoekt op welke manier de basisschool aan een leerling de passende ondersteuning kan bieden. Als blijkt dat dit niet (meer) mogelijk is, dan heeft de school de opdracht om in overleg met de ouders een passende plaats te zoeken, bijvoorbeeld in het speciaal (basis)onderwijs. 6.2.2 Ondersteuningsprofiel Onze school heeft dus een centrale rol in het tegemoetkomen aan de ontwikkelbehoeften van kinderen. De school heeft een ondersteuningsprofiel geschreven. U kunt dit profiel op de website van de school vinden of op school - - 31 - -
inzien. In dit profiel is te lezen op welke wijze we de begeleiding aan leerlingen vormgeven en welke mogelijkheden voor extra ondersteuning onze school heeft. Bij het realiseren van de gewenste ondersteuning werkt de school vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW). Dit betekent kort gezegd: Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. Bij HGW is de samenwerking en afstemming met ouders en andere deskundigen een belangrijk aandachtspunt. 6.2.3 Ondersteuningsteam Heel vaak kan de ondersteuning door onze school zelf georganiseerd en gegeven worden. Op onze school is de leerkracht als eerste verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen. Als hij/zij er zelf niet uitkomt, zal advies gevraagd worden aan collega’s of de intern begeleider. Zo nodig voert de leerkracht een uitgebreider gesprek over de leerling met de intern begeleider. Onze school heeft een ondersteuningsteam. In dit ondersteuningsteam zitten de intern begeleider en de orthopedagoog van de school. Als de situatie rondom een leerling daar aanleiding toe geeft, zal de leerling in het ondersteuningsteam besproken worden. Soms is de situatie zo complex, dat in ons ondersteuningsteam ook iemand van het Centrum voor Jeugd en Gezin aanwezig zal zijn. In het ondersteuningsteam wordt in samenspraak met de ouders bepaald, welke ondersteuning een leerling nodig heeft en waar deze het beste plaats kan vinden. 6.2.4 Het loket van regio Randstad Als het ondersteuningsteam tot de conclusie komt, dat het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om naar een speciale school te gaan, dan vraagt de school in samenspraak met de ouders een toelaatbaarheidsverklaring voor zo’n school aan. Dit doet de school bij het Loket van regio Randstad. Als dit Loket besluit om de toelaatbaarheidsverklaring toe te kennen, dan kan de leerling geplaatst worden in het speciaal (basis)onderwijs. Bij dit Loket kunnen we ook met andere vragen terecht: het samen met ouders aanvragen van een extra ondersteuningsarrangement voor kinderen die zeer moeilijk leren, een lichamelijk handicap hebben of langdurig ziek zijn; het aanvragen van ambulante begeleiding, zodat de leerkracht beter af kan stemmen op de ondersteuningsbehoefte van een leerling of de groep; het inwinnen van advies en vragen van informatie, wanneer het ondersteuningsteam er zelf niet uitkomt. 6.2.5 Ouderbetrokkenheid Onze school hecht eraan bij de ondersteuning aan leerlingen goed samen te werken met de ouders. Daarom vinden we het van belang dat ouders direct betrokken worden bij gesprekken als hun kind individueel besproken wordt. In sommige situaties zijn er niet alleen zorgen op school, maar ook thuis. Om tot een goede ondersteuning te komen vinden we het belangrijk om met de ouders daarover in alle openheid en vertrouwelijkheid te spreken. We beseffen dat dit soms moeilijk kan zijn, maar in het belang uw kind is het wel nodig. Wanneer u als ouders vindt dat er voor uw kind meer hulp nodig is, of dat uw kind beter op zijn plaats is in een school voor speciaal (basis)onderwijs, dient u zich uiteraard eerst tot ons als school te wenden. School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om eensgezind het beste voor uw kind, onze leerling te zoeken. Bent u van mening dat u bij ons als school onvoldoende gehoor vindt, dan kunt u zich ook zelf tot het Loket wenden. 6.2.6 Blind of slechtziend/doof of slechthorend/taal-spraakproblemen Het Loket mag niet voor alle vormen van speciaal onderwijs een toelaatbaarheidsverklaring afgeven of extra ondersteuning binnen de basisschool toekennen. Voor slechtziende en blinde kinderen, slechthorende en dove kinderen en voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis is het Loket daartoe niet bevoegd. Toch wil onze - - 32 - -
school zich ook inspannen om deze kinderen met extra ondersteuning op de basisschool te houden. De intern begeleider weet op welke manier die extra ondersteuning beschikbaar kan komen. 6.2.7 Contactgegevens Loket Randstad De zorgmakelaar van Loket Randstad is drs. C.J. van der Beek. Het Loket is ’s morgens bereik¬baar via telefoonnummer 0180-442617 of per e-mail via
[email protected]. Berséba, regio Randstad is gevestigd aan de Kastanjelaan 12, 2982 CM Ridderkerk. Het postadres is Postbus 433, 2980 AK Ridderkerk. Op de website www.berseba.nl/randstad kunt u meer informatie vinden over het samenwerkingsverband Berséba en de regio Randstad. 6.2.8 Bijzondere beslissingen Soms kan het zinvol zijn om een kind de leerstof van een bepaald jaar over te laten doen. Het omgekeerde kan ook voorkomen: een kind loopt zover vooruit op de leeftijdsgenoten dat het een groep kan overslaan. De groepsleerkracht vult, in overleg met de IB-er, voor betreffend kind de notitie ‘overgangsbeslissing’ in. Hierop worden argumenten aangevoerd die pleiten voor overgaan dan wel zittenblijven. De leerkracht brengt de ouders in een vroeg stadium (uiterlijk maart) op de hoogte. In het kort wordt de problematiek meegedeeld. Tevens wordt verteld dat zij worden uitgenodigd voor een gesprek op school met de leerkracht en de IB-er. Tijdens dit gesprek wordt (indien mogelijk) een beslissing genomen en worden er vervolgafspraken gemaakt. Als het gaat om het overslaan van een groep worden de ouders ook uitgenodigd voor een gesprek. De uiteindelijke beslissing voor het versnellen wordt genomen tijdens een vergadering van het zorgoverleg, waaraan de directeur, de bouwcoördinatoren en de IB-ers deelnemen. 6.2.8.1 Najaarskinderen Najaarskinderen zijn kinderen die geboren zijn tussen 1 oktober en 31 december. Najaarskinderen plaatsen wij in een groep 0. Om tegemoet te komen aan een ononderbroken basisschoolloopbaan gaan we bij deze kinderen na of zij na de zomervakantie mee kunnen- met de andere kinderen uit groep 1 - naar groep 2. 6.2.8.2 Terugplaatsing leerlingen Een enkele keer komt het voor dat een kind vanuit een speciale school voor basisonderwijs teruggeplaatst wordt op onze school. Aan de terugplaatsing gaat een aantal gesprekken vooraf, waarin gekeken wordt of wij het kind op onze school de juiste begeleiding kunnen geven. Deze gesprekken worden gevoerd met de ouders en de vertegenwoordigers van de speciale school voor basisonderwijs.
- - 33 - -
6.2.9 Logopedist Alle leerlingen die niet in behandeling zijn bij een logopedist, worden op onze school gescreend door een logopedist van LOGOS. Dit gebeurt rond de leeftijd van 5 jaar. De logopedist let op taalgebruik, articulatie, zinsvorming en het vertellen van een verhaaltje. Verder test zij de woordenschat, het auditieve geheugen en het rijmen. Tenslotte wordt er gekeken naar het mondgedrag, het gebruik van de stem en de vloeiendheid van de spraak. Voorafgaand aan deze screening krijgen ouders en leerkrachten een vragenformulier om in te vullen. Na de screening krijgt u de uitslag door school thuis gestuurd. Op dit formulier staan zo nodig adviezen om de spraak of taal nog extra te stimuleren. Indien nodig wordt een kind doorverwezen naar een vrijgevestigd logopedist voor nader onderzoek. 6.2.10 Schoolarts en jeugdgezondheidsassistente Eén keer per jaar komt de jeugdgezondheidsassistente op school. Zij test de leerlingen van groep 2 op motoriek, lengte en gewicht. Verder test ze het gehoor en de ogen. De leerlingen uit groep 2 brengen met hun ouder(s) ook een bezoek aan de schoolarts in het gebouw van de GGD. De schoolarts spreekt haar bevindingen door met de leerkrachten van groep 2. Daarnaast komt de jeugdgezondheidsassistente op school voor de leerlingen uit groep 4 en 7. Bij de leerlingen uit groep 4 wordt lengte en gewicht gecontroleerd. De leerlingen uit groep 7 krijgen een preventief gezondheidsonderzoek. Dit bestaat uit een gesprek met de ouder(s) en de betreffende leerling. Belangrijke gegevens uit dit onderzoek worden besproken met de IB-er. Er wordt hiervoor om toestemming gevraagd. Het is fijn als u hiervoor uw toestemming geeft, omdat wij dan rekening kunnen houden met bepaalde omstandigheden, die het leren van kinderen kunnen belemmeren. Als u vragen heeft naar aanleiding van het onderzoek of naar aanleiding van de gezondheid van uw kind kunt u contact opnemen met de Rivas te Gorinchem: 0183 – 646363 / assistente 0183 - 612503 6.2.11 Hulp bij opvoedingsvragen Als u vragen hebt over de opvoeding en ontwikkeling van uw kind, dan kunt u hiervoor terecht bij het Jeugdmaatschappelijk werk van de Rivas. Het jeugdmaatschappelijk werk biedt een luisterend oor voor uw vragen. Zij geeft informatie en advies. Mocht het probleem heel specifiek zijn dan weet de jeugdmaatschappelijk werker waar en hoe u goed geholpen kunt worden. Meer informatie kunt u vinden op de site van Rivas (www.rivas.nl). U kunt ook bellen: 0183-654123. Als het gaat om meer ingewikkelde problemen, die te maken hebben met de thuissituatie, kunt u dit met de leerkracht bespreken. Het behoort tot de mogelijkheden om uw kind aan te melden bij de schoolmaatschappelijk werker, mevr. Dorst.
6.3 Begeleiding overgang naar het voortgezet onderwijs De meeste leerlingen die onze school verlaten en naar het voortgezet onderwijs gaan, komen terecht op de "Gomarus Scholengemeenschap" te Gorinchem, “Het Wellantcollege” te Ottoland of “CS De Hoven”, locatie ‘t Gilde” te Gorinchem. Om een verantwoorde keuze te kunnen maken, vinden er gesprekken plaats met de ouders. Jaarlijks ontvangt u omstreeks de kerstvakantie een brochure ‘Na de basisschool’ met informatie over het voortgezet onderwijs. In februari zijn de schoolkeuzegespreksavonden. Voorafgaand aan deze avond krijgt u het bespreekformulier met het advies van de leerkracht. Dit advies wordt gegeven op basis van de schoolprestaties, aanleg en ontwikkeling tijdens de gehele schoolperiode. (zie ook hoofdstuk 8.3.3) Een rooster voor deze gesprekken is opgenomen in de bovengenoemde brochure. - - 34 - -
Hoofdstuk 7. Niet alleen kennis! De meeste tijd op onze school besteden we aan het overdragen van kennis en vaardigheden. Daarnaast organiseren we op school een project (één keer per twee jaar), één of meerdere themadagen en hebben we vieringen en bijzondere activiteiten. De ervaring heeft geleerd dat leerlingen de activiteiten heel leuk vinden en ze niet vergeten, want naast de waardevolle kennis die ze opdoen, werkt het ook samenbindend! Hieronder geven we een korte beschrijving van de jaarlijks terugkerende bijzondere activiteiten op onze school. Daarnaast zijn er nog andere bijzondere activiteiten die niet jaarlijks terugkeren.
7.1 Jaaropening Op de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar komen leerlingen, leerkrachten, ouders en bestuursleden bijeen in de Johanneskerk, Nieuwe Hoven 141 te Gorinchem, om met elkaar het schooljaar te beginnen. De directeur opent om 8.30 uur de bijeenkomst en houdt een vertelling uit de Bijbel. Er wordt samen gezongen en gebeden. De directeur doet ook enkele mededelingen van huishoudelijke aard. De voorzitter sluit de jaaropening af met dankgebed. Vervolgens vertrekken we naar de Ds. Koelmanschool voor de eerste lessen van het nieuwe schooljaar. Op deze eerste schooldag gaat de school om 12.00 uur uit.
7.2 Viering heilsfeiten Om voldoende aandacht te geven aan alle heilsfeiten (Kerst, Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren) hebben we een meerjarenoverzicht gemaakt. Op de jaarlijkse ouderavond komen in een tijdsbestek van drie jaar alle heilsfeiten aan bod. De leerlingen van groep 1 – 4 of 5 – 8 brengen op deze ouderavonden het een en ander naar voren in declamatie en lied. De directeur verzorgt de opening en één van de leerkrachten houdt een Bijbelvertelling. De avond wordt afgesloten met dankgebed door de voorzitter van het schoolbestuur.
7.3 Jaarsluiting In de laatste schoolweek houden we de jaarsluiting op het schoolplein. De directeur heeft de leiding van deze bijeenkomst en één van de leerkrachten houdt een Bijbelvertelling. Er wordt gezongen onder muzikale begeleiding van een muziekgroepje, dat gevormd wordt door een aantal leerlingen en tenslotte nemen we afscheid van de leerlingen, die wegens verhuizing enz. onze school verlaten. Ouders en belangstellenden zijn van harte welkom om de jaarsluiting mee te maken!
7.4 Verjaardag van de leerkracht Een leerkracht die jarig is (geweest), viert samen met leerlingen uit de groep het verjaardagsfeest. De hele dag worden er spelletjes en andere ontspannende dingen met de leerlingen gedaan. Er wordt geld ingezameld voor een gezamenlijk cadeau.
7.5 Project Eén maal per twee jaar houden we met de hele school een gezamenlijk project. Er is afwisselend sprake van een project met kijkavond en een project met open middag. Tijdens de afsluitingen presenteren we het werk van de leerlingen. Tijdens de kijkavond kunnen ook mensen van buiten de school worden uitgenodigd om het een en ander te vertellen of te laten zien over het thema. - - 35 - -
7.6 Excursies In iedere groep worden excursies georganiseerd die een educatief karakter dragen. Er is door een commissie een overzicht gemaakt van excursies die gemaakt kunnen worden. Het betreft één betaalde excursie per jaar, die wordt bekostigd vanuit de ouderbijdrage. Daarnaast kunnen er kostenloze excursies gemaakt worden.
7.7 Creawedstrijd Ter bevordering van de creativiteit en de expressiviteit van de kinderen op onze school, houden we om het jaar in de groepen 1 t/m 4 een creawedstrijd. De commissie stelt vooraf vast waarover en waarmee de kinderen gaan werken. Nadat de kinderen op een morgen of middag hun uiterste best hebben gedaan om een mooi werkstuk te maken, worden de werkstukken beoordeeld door de commissie en vindt er een prijsuitreiking plaats.
7.8 Themadagen Ieder jaar organiseren we een themadag over de activiteiten van een identiteitsgebonden stichting. Het thema werken we uit in de klas en er worden presentaties gegeven door een voorlichter van de betreffende stichting. Aan de themadag is een financiële actie gekoppeld.
7.9 Afscheid groep 8 Leerlingen brengen normaal gesproken acht jaar op onze school door. Er is een band ontstaan tussen leerlingen en leerkrachten. Aan afscheid nemen willen we dan ook de nodige tijd en aandacht schenken. We doen dat vooral door middel van een schoolreis en de afscheidsavond aan het einde van de schoolperiode. 7.9.1 Schoolreis groep 8 Aan het einde van het schooljaar organiseren we een schoolreis voor de leerlingen die de school gaan verlaten. De bestemming van de reis is voor de kinderen een verrassing. 7.9.2 Afscheidsavond In aanwezigheid van de ouders en andere genodigden nemen de leerlingen van groep 8 afscheid van onze school. Aan het begin van de avond wordt er een Bijbelse overdenking gehouden door de directeur en vervolgens geven de leerlingen en leerkrachten van groep 8 een impressie van de tijd die ze op onze school doorbrachten. Tevens ontvangen ze een dagboek, een getuigschrift en het ‘Mijn klas & ik album’.
7.10 Schoolfotograaf Ieder schooljaar komt de schoolfotograaf op school. Alle gefotografeerde leerlingen krijgen vrijblijvend een 4vels-Keuzepakket aangeboden. Dit pakket bestaat uit een groepsfoto, een portretfoto en twee keuzevellen.
- - 36 - -
Hoofdstuk 8. Wikken en wegen 8.1 Observatiesysteem en toetsing groep 1 en 2 In de groepen 1 en 2 wordt het observatiesysteem van Memelink gebruikt. Dit is een leerlingvolgmodel voor kinderen van 3 tot 7 jaar. Met dit instrument wordt de ontwikkeling van de kleuters op de volgende ontwikkelingsgebieden bekeken: sociaal emotionele ontwikkeling, spelontwikkeling, motorische ontwikkeling, zintuiglijke ontwikkeling, spraak-taal ontwikkeling, wereldverkenning, ontluikende geletterdheid en ontluikende gecijferdheid. Twee keer per jaar vult de groepsleerkracht in waar het kind in zijn of haar ontwikkeling is. Zo is te zien of het een achterstand of een voorsprong heeft t.o.v. de eigen leeftijd. Op deze manier kan de leerkracht het onderwijs nog beter afstemmen op de individuele behoeften van het kind. In groep 1 en 2 worden ook de Cito-toetsen Taal voor Kleuters en Rekenen voor Kleuters afgenomen. Taal voor Kleuters brengt de taalontwikkeling van een kleuter in beeld en Rekenen voor Kleuters bekijkt of de rekenvoorwaarden voldoende zijn ontwikkeld.
8.2 Toetsresultaten Op school houden we zorgvuldig bij welke resultaten uw kind behaalt. Vanaf groep 3 doen we dat door middel van twee soorten toetsen: Methodetoetsen en Cito-toetsen. De methodetoetsen bij taal, spelling en rekenen zijn voortgangstoetsen. Met deze toetsen bekijken we of de leerlingen de aangeboden stof beheersen. Naast de methodetoetsen gebruiken we Cito-toetsen. Met deze toetsen testen we ieder jaar de kennis van de leerlingen op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en wiskunde, woordenschat, studievaardigheden. Het aantal goede antwoorden wordt bij ieder toets omgezet in een letter: A t/m E. De betekenis van deze letters is: Niveau A: Niveau B: Niveau C: Niveau D: Niveau E:
De leerling scoort goed tot zeer goed. De leerling scoort ruim voldoende tot goed. De leerling scoort matig tot voldoende. De leerling scoort zwak tot matig. De leerling scoort zeer zwak tot zwak.
8.3 Opbrengstgericht werken Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven naar realistische opbrengsten. We achten het van belang dat leerlingen presteren naar hun mogelijkheden en dat ze resultaten behalen die leiden tot passend en succesvol vervolgonderwijs. 8.3.1 Streefdoelen en Citodoelen Om te beoordelen of de opbrengsten hoog genoeg zijn, is het noodzakelijk dat er kritisch naar gekeken wordt. Twee keer per jaar bespreken we met elkaar de resultaten van de Cito-toetsen. In de afgelopen jaren hebben we voor de vier hoofdvakken streefdoelen vastgesteld op basis van de resultaten uit het verleden. De opbrengsten van de groepen worden vergeleken met de streefdoelen. Als de streefdoelen niet gehaald zijn, wordt er gekeken hoe dit komt en wat er nodig is om de doelen wel te behalen. Naast onze eigen streefdoelen zijn er voor de hoofdvakken ook inspectienormen. Aan de hand van deze normen vergelijken we onze resultaten met scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. De inspectie concludeerde in februari 2011 dat de leervorderingen voor technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen en wiskunde op het niveau liggen dat van onze school mag worden verwacht. - - 37 - -
Een aantal jaar geleden hebben we Citodoelen voor rekenen en spelling opgesteld. Wij vinden het niet reëel als we onderdelen gaan toetsen die de leerlingen nog niet gehad hebben. Als een bepaald onderdeel voor de Cito-toets (nog) niet aan bod komt in de methode voordat het onderdeel wordt getoetst, dan bieden we dit extra aan met behulp van werkbladen. In paragraaf 8.3.5 worden de resultaten van de leerlingen in grafieken weergegeven. De streefdoelen zijn hierin ook opgenomen. Naast de grafieken staat een beoordeling van de resultaten in relatie tot de streefdoelen. 8.3.2 Cito Entreetoets Om in te kunnen spelen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en gericht te kunnen werken naar de Eindtoets, nemen we aan het einde van groep 7 de Cito-entreetoets af. De Entreetoets geeft een duidelijk beeld van welke leerstofonderdelen nog eens extra aandacht moeten krijgen in groep 8. 8.3.3 Centrale Eindtoets PO Vanaf dit jaar wordt er niet meer in februari de Cito Eindtoets afgenomen, de Centrale Eindtoets PO is daar voor in de plaats gekomen. Deze toets wordt afgenomen in april. Met de invoering van deze verplichte Eindtoets PO wordt het schooladvies leidend bij de plaatsing van uw kind in het voortgezet onderwijs. De Eindtoets PO is een onafhankelijk tweede gegeven naast het schooladvies. Als uw kind de eindtoets PO beter maakt dan verwacht, moeten wij het schooladvies heroverwegen. Wij doen dit in overleg met de ouders. Deze heroverweging kan leiden tot een wijziging in het schooladvies, maar er kan ook beslist worden dat wordt afgeweken van het resultaat van de eindtoets PO. Soms is het resultaat van de eindtoets PO minder goed dan verwacht. In dat geval mogen wij het schooladvies niet aanpassen. De afgelopen jaren kregen wij, na de afname van de Cito-eindtoets, van Cito overzichten met daarop de gemiddelde scores van de totale groep leerlingen van groep 8. Met behulp van deze overzichten kunnen wij onze resultaten vergelijken met het landelijk gemiddelde. Daarnaast geeft de inspectie de ondergrens en de bovengrens aan die scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie mogen behalen. Hieronder vindt u een overzicht van de behaalde Cito scores in de achterliggende drie jaar. Jaar
Ondergrens Inspectie LG
12-13 13-14 14-15
532,3 532,4 532,4
Landelijk gemiddelde LG 534,8 534,6 534,4
Landelijk gemiddelde Totaal 534,7 534,4 534,8
Bovengrens Inspectie LG
Score school
Percentage LG
Beoordeling Inspectie
536,3 536,1 536,4
539,0 535,8 534,8
19% 18% 18%
Goed Voldoende Voldoende
8.3.3.1 Uitstroom naar het voortgezet onderwijs Voor de leerlingen en hun ouders is groep 8 in meerdere opzichten een belangrijk jaar. Een levensperiode wordt afgesloten, terwijl de eerste stappen worden gezet op weg naar een nieuwe school. De school helpt leerlingen en ouders in deze voorbereidingsfase door een advies te verstrekken dat aansluit bij de mogelijkheden van de leerling. Hoe leerlingen en ouders door ons begeleid worden in deze fase kunt u lezen in paragraaf 6.3. In de onderstaande grafiek ziet u de uitstroompercentages van de achterliggende 5 jaren.
- - 38 - -
8.3.4 Handelingsgericht Werken (HGW). Onze school heeft een rol in het tegemoetkomen aan de ondersteuningsbehoeften van kinderen. Om dit vorm te geven werkt de school vanuit de uitgangspunten van HandelingsGericht Werken (HGW). Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. Vanaf het moment dat de school het nodig vindt om uw kind apart te bespreken, zult u als ouders bij het verdere traject betrokken worden. In de uitgangspunten van HGW staat namelijk ook, dat we de begeleiding vorm moeten geven in nauwe samenwerking met de ouders. 8.3.5 Ontwikkelingsperspectief Soms zijn er leerlingen die de normale leerstof voor rekenen of spelling niet aankunnen. Zij krijgen dan een individuele leerlijn of gaan in een lagere groep het rekenonderwijs volgen. Voor deze leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief geschreven. We bepalen, op basis van de tot nu toe behaalde resultaten, welk eindniveau de leerling zou moeten kunnen behalen. Er wordt daarna gekeken wat de leerling per halfjaar moet beheersen om het eindniveau te behalen. Als leerlingen gaan werken met een individuele leerlijn, gebeurt dit altijd na overleg met de ouders. Er moet door de ouders een toestemmingsverklaring worden getekend.
- - 39 - -
8.3.5 Grafieken toetsresultaten
- - 40 - -
Het percentage leerlingen in A is hoger dan de streefdoelen. De gemiddelde resultaten per groep liggen boven de inspectienormen. Bij een aantal kinderen is een dyslexietraject gestart.
De normering van begrijpend lezen is strenger geworden. Het team volgt een ontwikkeltraject begrijpend lezen. Om deze reden zijn de streefdoelen hoger dan de huidige resultaten. De gemiddelde resultaten per groep liggen hoger dan de inspectienormen.
De streefdoelen voor spelling zijn ruim gehaald. Ruim 80% van de leerlingen heeft een A of een B behaald. Omdat de inspectie geen normen heeft voor spelling, kunnen we de behaalde resultaten hiermee niet vergelijken.
De normering van rekenen is strenger geworden. De streefdoelen zijn daarom aangepast. De streefdoelen zijn behaald. Bijna 80% van de leerlingen heeft een A of een B gehaald. De resultaten liggen boven de inspectienorm.
Hoofdstuk 9. School en thuis U als ouders en wij als leerkrachten dragen samen verantwoordelijkheid voor de kinderen. Dat begint zodra u een kind aanmeldt op onze school. De gezamenlijke opvoeding van de kinderen vereist een goede relatie. Hoewel het welzijn (in alle opzichten) van uw kinderen en onze leerlingen altijd het hoofddoel vormt van de contacten, zijn de contacten verschillend van aard en bedoeling. Zo zijn er van onze kant schriftelijke en mondelinge contacten die informerend, voorlichtend en/of adviserend kunnen zijn. Naast contacten die door ons worden gelegd, zijn er ook vele voorbeelden uit de dagelijkse praktijk te noemen van contacten die van de ouders uitgaan. Even langskomen op school of een telefoontje werkt vaak al heel verhelderend als er vragen zijn. Het komt ook voor dat ouders bepaalde klachten hebben. Hiervoor bestaat een klachtenregeling (zie paragraaf 9.7). Tenslotte is het voor u belangrijk te weten hoe een en ander geregeld is als het gaat om vrij vragen voor uw kind en de aansprakelijkheid van de school.
9.1 Oudertevredenheidspeiling In het najaar van 2014 heeft onze school een Oudertevredenheidspeiling onder de ouders uitgezet. De peiling is ontwikkeld door het Bureau voor Praktijkgericht Onderzoek te Groningen. Het responspercentage was 91% De enquête geeft een duidelijk beeld van de wijze waarop de ouders onze school waarderen. De ouders waarderen onze school met een 8,2. De waardering voor onze school is daarmee ‘zeer tevreden’.
9.2 Aanmelden nieuwe leerlingen 9.2.1 Informatieavond We vinden het belangrijk dat ouders een bewuste keuze maken voor onze school. Het managementteam verzorgt daarom in januari een informatieavond voor nieuwe ouders. De directeur geeft een algemene presentatie van de school. De bouwcoördinatoren vertellen over de onderwijskundige visie en de vertaalslag naar de praktijk, de IB-er vertelt hoe de leerlingenzorg in elkaar steekt en de voorzitter vertelt een en ander over het werk van het bestuur. Tijdens deze informatieavond is er ook gelegenheid om de school te bekijken. De informatieavond is van 19.30-21.30 uur. In dezelfde periode zijn de open morgens in onze school. Nieuwe ouders krijgen de gelegenheid om tijdens de open morgen een kijkje in een kleutergroep te nemen. 9.2.2 Schipperskinderen Jonge schipperskinderen kunnen niet deelnemen aan het gewone onderwijs. Om toch te voldoen aan de leerplicht kunnen zij zich inschrijven bij het LOVK, dat is het Landelijk Onderwijs aan Varende Kinderen. Dit kan zolang de kinderen nog niet de leeftijd van 7 jaar hebben bereikt tijdens een schooljaar. De LOVK verzorgt voor deze kinderen het onderwijs en bereidt de kinderen voor op de basisschool. Dit gebeurt door onder andere - - 41 - -
onderwijs aan boord. Naast dit onderwijs aan boord is natuurlijk het echte schoolbezoek erg belangrijk voor deze kinderen en hiervoor zijn er gastscholen. De Koelmanschool is gastschool van de LOVK. De varende kinderen zijn van harte welkom op de Koelmanschool. Hier is echter één voorwaarde aan verbonden en dat is dat de kinderen na de LOVK tijd ook daadwerkelijk ingeschreven worden op de Koelmanschool. Deze voorwaarde geldt niet voor de gezinnen waarvan de kinderen bij onze school al te gast zijn. 9.2.3 Aanmelding Ouders, die ervoor kiezen hun kind(eren) op onze school aan te melden, kunnen bij de directeur of managementassistente een aanmeldingsformulier vragen. In het informatieblad van december worden de ouders hieraan herinnerd. Nieuwe ouders ontvangen bij dit formulier een schoolgids. Zodra wij het volledig ingevulde aanmeldingsformulier ontvangen hebben, ontvangt u binnen twee weken een bevestiging. Ouders die al een kind op school hebben en waar verder geen vragen zijn, krijgen een bevestiging dat hun kind geplaatst wordt op de Ds. Koelmanschool. Nieuwe ouders worden uitgenodigd voor een aanmeldingsgesprek. In het overzicht ‘Jaaractiviteiten Ds. Koelmanschool’ (10.4.2) kunt u lezen wanneer deze gespreksavonden worden gehouden. De gesprekken worden gevoerd door de directeur en een bestuurslid. In dit gesprek krijgt u de gelegenheid om uw vragen te stellen en zal de directeur informatie geven over de school. Ook wordt er gesproken over de identiteit van de school en wat daarmee samenhangt. Vanaf het moment dat de inschrijving is bevestigd, ontvangt u het maandelijkse informatieblad. We vragen u vriendelijk de aanmelding uiterlijk medio maart ingevuld te retourneren, zodat de groepen voor het nieuwe schooljaar vroegtijdig samengesteld kunnen worden. 9.2.3.1 Toelatingsprocedure voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Ouders mogen in het kader van passend onderwijs al hun kinderen op onze school aanmelden. Dus ook de kinderen met een handicap en / of een extra ondersteuningsbehoefte. Van ouders wordt verwacht dat zij, als er sprake is van beperkingen of extra ondersteuningsbehoefte, dit aangeven op het aanmeldingsformulier. Na de aanmelding gaat de school beoordelen of zij aan de extra ondersteuningsbehoefte van het kind kan voldoen. Ouders worden na de aanmelding uitgenodigd voor een gesprek op school met de directeur en de IBer. Hierbij leveren ouders zoveel mogelijk gegevens van hun kind aan. Tijdens dit gesprek wordt aangegeven welke informatie er eventueel nog nodig is om tot een goede beslissing te komen. Als er voldoende gegevens beschikbaar zijn, wordt er binnen een termijn van 6 weken een beslissing genomen. Dit kan een plaatsing op de eigen school zijn, maar dit kan ook het advies voor plaatsing op een andere school inhouden. 9.2.4 Naar school Kleuters die na de zomervakantie op school komen, worden in juni uitgenodigd voor een kennismakingsmiddag (in juni / juli). Deze datum staat vermeld op de planning jaaractiviteiten (hoofdstuk 10). We vragen u om vroegtijdig rekening te houden met deze datum. Op deze middag maken de kinderen kennis met hun nieuwe - - 42 - -
juf, de andere nieuwe kinderen en met de kinderen die al op school zitten en na de vakantie in dezelfde groep komen. Kleuters die in de loop van het schooljaar instromen in een bestaande groep worden ongeveer vier weken voor de datum dat ze op school mogen komen kijken, uitgenodigd. Alle nieuwe kleuters ontvangen een ‘welkom op school’ boekje. In dit boekje staat ook de uitnodiging voor de kennismakingsmorgen. De kleuters mogen samen met hun ouders een poosje in de groep komen kijken. Kleuters die in groep 0a (dit zijn de leerlingen die na 1 oktober jarig zijn) of in groep 1a komen (dit zijn de leerlingen die voor 1 oktober jarig zijn), worden verwacht op de eerste instroomdag na hun 4e verjaardag. De instroomdagen voor dit schooljaar zijn: 21 september, 26 oktober, 9 november, 7 december, 17 februari, 2 en 23 maart, 6 april, 11 en 18 mei, 8 en 22 juni. De datum van de instroomdag (eerste schooldag) staat ook op de uitnodiging in het ‘welkom op school’ boekje. Een basisschool mag aan kinderen die nog geen vier jaar zijn geen onderwijs geven; ook niet als de kinderen niet worden meegeteld. Dit is bepaald in artikel 39, eerste lid van de Wet op het primair onderwijs (WPO). De kennismakingsmiddag (voor de zomervakantie) duurt ongeveer anderhalf uur. Er staan verschillende materialen (spelletjes, werkjes, groot materiaal) klaar in het lokaal. Als de kinderen binnenkomen, mogen ze hier gelijk mee gaan spelen. Halverwege deze kennismaking wordt er in de kring gedronken (de kleuters krijgen limonade en er is koffie voor de ouders), in de kring wordt dan ook een prentenboek aangeboden. Na deze kringactiviteit is er nog even gelegenheid om te spelen of een werkje te maken. Eventueel kan er een kijkje worden genomen in het speellokaal. Aan het einde van de kennismakingsmiddag komen de kinderen nog een keer in de kring. Er wordt dan gezongen, een Bijbelverhaal verteld en met gebed geëindigd. Voor leerlingen die in de loop van het schooljaar in groep 0/1 instromen is er een kennismakingsmorgen (van 08.30 10.30 uur) in de bestaande groep 0/1.
9.3 Informatievoorziening Aangezien wij het erg belangrijk vinden dat ouders meeleven met het schoolgebeuren, besteden we veel aandacht aan een goede informatievoorziening. Deze informatie verstrekken we zowel schriftelijk als mondeling. 9.3.1 Schriftelijke informatievoorziening De schriftelijke informatievoorziening bestaat uit:
Een jaarverslag voor leden van de schoolvereniging; Een schoolgids, die jaarlijks wordt uitgegeven; Een informatieblad; De website; Een wekelijkse nieuwsbrief van de groepen 1 – 2 en een maandelijkse nieuwsbrief van de groepen 3 – 4.
9.3.2 Mondelinge informatievoorziening De mondelinge informatievoorziening bestaat uit:
Een informatieavond in de eerste weken van het nieuwe schooljaar, waarop ouders informatie krijgen over het schooljaar, de gang van zaken in de groep en eventuele nieuwe methoden. Ook krijgt u uiteraard gelegenheid om uw vragen te stellen. - - 43 - -
Een tweetal oudercontactavonden, waarop de ouders in een tien-minuten-gesprek met de leerkracht kunnen spreken. Omdat we het oudercontact erg belangrijk vinden, worden alle ouders op de eerste oudercontactavond (in december) verwacht! Een ouderavond voor ouders, broertjes, zusjes, opa’s en oma’s, waarop de kinderen en leerkrachten van groep 1 – 4 of 5 – 8 het een en ander ten gehore brengen met betrekking tot één van de heilsfeiten. Een gespreks- of ouderavond die ongeveer één keer per twee jaar gehouden wordt, waarop ouders en leerkrachten met elkaar nadenken en discussiëren over een onderwijs- of opvoedkundig thema. Schoolkeuzegesprekken met ouders van kinderen in groep 8. Eén keer in de vier jaar een afsluitingsavond van het project, waarop ouders en belangstellenden de gelegenheid krijgen werk van hun kind(eren) te bekijken en het thema op diverse manieren wordt gepresenteerd. Eén keer in de vier jaar een open middag ter gelegenheid van het kleine project. Een driejaarlijkse opa-oma ochtend. De eerstvolgende wordt omstreeks mei 2017 georganiseerd. Gesprekken met ouders op school of via de telefoon. De mogelijkheid tot het aanvragen van een ouderbezoek.
9.3.3 Protocol echtscheiding Helaas krijgt elk jaar een aantal kinderen te maken met spanningen in de thuissituatie of met een echtscheiding. Om te voorkomen dat er in de communicatie met school spanningen ontstaan, hebben wij een protocol echtscheiding opgesteld. Hierin staat beschreven op welke manier met beide ouders in contact getreden wordt en welke informatie verstrekt wordt. Zodra door een van de ouders aan de directie wordt gemeld dat een echtpaar gaat scheiden of gescheiden is, dan wordt er een gesprek met beide ouders gepland. Tijdens dit gesprek wordt het protocol besproken en ondertekend.
9.4 Inspraak 9.4.1 Bestuur Het bestuur van de school bestaat uit vaders. Jaarlijks worden op de algemene ledenvergadering bestuursleden gekozen of herkozen. Binnen het bestuur worden de taken verdeeld. Veelomvattende taken als vervoer en gebouwen zijn gedelegeerd naar commissies. De penningmeester en de directeur ontwikkelen financieel beleid. 9.4.2 Lidmaatschap schoolvereniging Wie niet benaderd is om lid te worden van de schoolvereniging en toch lid wil worden, kan dit kenbaar maken bij de managementassistente. Alleen mannelijke personen, die de grondslag van de school onderschrijven, kunnen als lid worden toegelaten. Ook als een lid het lidmaatschap wil beëindigen, dient dit doorgegeven te worden aan de managementassistente. 9.4.3 Medezeggenschapsraad Sinds 1 augustus 2009 is er een Medezeggenschapsraad aan onze school verbonden. In paragraaf 2.6 leest u hier meer over. - - 44 - -
9.5 Vrijwilligerswerk Wij vinden het belangrijk om ouders en andere vrijwilligers te betrekken bij de school. Door de enthousiaste inzet van vrijwilligers kunnen extra of grotere activiteiten georganiseerd worden. Verder ontlasten zij personeelsleden door bepaalde werkzaamheden te verrichten. We maken dankbaar gebruik van deze hulp. Zo zijn er meerdere vrijwilligers die een structurele bijdrage leveren aan onderwijs(ondersteunende) activiteiten. Er wordt leeshulp aan kinderen gegeven met behulp van de computer. Er zijn bibliotheekmoeders die de uitleen van boeken uit de schoolbibliotheek coördineren en regelmatig nieuwe boeken aanschaffen. Vrijwilligers worden ook ingezet bij bijvoorbeeld excursies, projectactiviteiten, feestelijke bijeenkomsten enz. Het koffie schenken op ouderavonden wordt eveneens verzorgd door een aantal enthousiaste vrijwilligers. Al verschillende jaren wordt er door ouders hulp geboden in de kleutergroepen en zijn er ouders die de uitleen van prentenboeken in groep 1 – 3 verzorgen. Op onze school zijn ook overblijfouders actief. Deze ouders hebben de overblijfcursus gevolgd en verzorgen regelmatig het overblijven op onze school. Al deze activiteiten van ouders stellen wij zeer op prijs! Jaarlijks worden er in het voorjaar drie schoonmaakavonden georganiseerd. Daarnaast vindt er in het vooren najaar een klusochtend plaats. Wij willen moeders en vaders (!) dringend vragen op één of meerdere momenten aanwezig te zijn. Voor de data verwijzen wij u naar paragraaf 10.4.2. (Jaaractiviteiten Ds. Koelmanschool).
9.6 Vrij van school Ouders hebben de verplichting ervoor te zorgen dat hun kind ingeschreven staat op een school en dat hun kind de school daadwerkelijk bezoekt. Kinderen zijn leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, die volgt op de maand waarin ze 5 jaar zijn geworden. Anders gezegd: 4-jarigen mogen naar school, 5-jarigen moeten naar school. In totaal mag er onder bijzondere omstandigheden (dus geen extra vakantiedagen!) voor de 5-jarigen ten hoogste 10 uur per week van de leerplichtregel worden afgeweken. Als u gebruik wilt maken van deze mogelijkheid, waarvan wij hopen dat het in de praktijk niet of nauwelijks voorkomt, dient u dit aan te vragen bij de directeur. Voor de vrije dag(en) in groep 0, 1 en 2 verwijzen we u naar paragraaf 10.1 van deze schoolgids. 9.6.1 Redenen voor verlof Het kan voorkomen dat uw kind door bepaalde omstandigheden niet naar school kan op een tijd waarop dat wel zou moeten. In zulke gevallen is het belangrijk te weten welke rechten en plichten u hebt met betrekking tot het vrij krijgen. Bekende redenen om te verzuimen zijn ziekte, bezoek ziekenhuis, arts, tandarts, orthodontist enz. We vragen u dringend de afspraken - zoveel als mogelijk is – buiten de schooltijden te plannen. De groepsleerkracht mag verlof verlenen voor de volgende omstandigheden: bezoek ziekenhuis, arts, tandarts en orthodontist. Een briefje van de ouders is dan voldoende. Het gaat in deze gevallen normaal gesproken over - - 45 - -
dagdelen. In alle andere gevallen én wanneer het verlof één (hele) dag of meerdere dagen omvat, moet er, d.m.v. het ‘formulier aanvraag vrijstelling van geregeld schoolbezoek’, officieel verlof aangevraagd worden bij de directeur. Het formulier kan ook via de website worden ingevuld. Als uw kind door ziekte niet op school kan komen, vragen we u vriendelijk dit op de dag van verzuim per mail op www.koelmangorinchem.nl te melden of tussen 8.00 en 8.25 uur telefonisch door te geven. Het verzuim wordt namelijk vóór 8.30 uur gemeld bij de leerkracht. Na 8.30 uur is het storend voor de leerkracht als er nog een verzuimmelding moet worden doorgegeven. Extra verlof Voor vakantie onder schooltijd kan uitsluitend toestemming worden gegeven als een kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. Voorbeelden zijn beroepen in de agrarische en toeristische sector, de horeca en beroepen waarbij een ouder langdurig in het buitenland verblijft, bijvoorbeeld zeevarenden. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij de aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep en de verlofperiode van de betrokken ouder blijkt. Verder moet met de volgende voorwaarden rekening worden gehouden:
In verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van te voren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was; De verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan; De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen.
In bovenstaande gevallen mag de directeur eenmaal per schooljaar een kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Buiten deze omstandigheden is het wettelijk niet toegestaan vrij te geven buiten de schoolvakanties! Verlof wegens gewichtige omstandigheden Hier moet onder andere gedacht worden aan:
Het voldoen aan een wettelijke verplichting of het nakomen van een medische afspraak voor zover dit niet buiten schooltijd kan; Een huwelijk van familie t/m de 3e graad van het kind (ouders, (over)grootouders, broers/zussen, ooms/tantes (maximaal 1 dag als het huwelijk binnen de woonplaats wordt gesloten en maximaal 2 dagen als het huwelijk buiten de woonplaats wordt gesloten). Een 12 ½, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders (ten hoogste 1 dag). Een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders (ten hoogste 1 dag). Gezinsuitbreiding (ten hoogste 1 dag). Ernstige ziekte van ouders, grootouders, broers of zussen (de duur in overleg met de directeur van de school). Overlijden van / Begrafenis: - ouders (1e graads bloed- en aanverwanten) (ten hoogste 4 dagen). - Grootouders, broers of zussen (2e graads bloed- en aanverwanten) (ten hoogste 2 dagen). - (bet)overgrootouders, (oud)ooms, (oud)tantes, neven en nichten (3e en 4e graads bloed- en aanverwanten) (ten hoogste 1 dag).
- - 46 - -
Afwijking van de duur van het verlof is mogelijk, maar uitgangspunt bij het verzoek en de beslissing moet zijn: is het verlof in het belang van het kind. Dat geldt ook om verzoeken om extra verlof op grond van belangrijke omstandigheden, die hierboven niet genoemd zijn. De volgende situaties zijn in ieder geval geen gewichtige omstandigheden:
familiebezoek in het buitenland; vakantie in een goedkope periode, vakantie in verband met een speciale aanbieding, vakantie in verband met een gewonnen prijs of vakantie bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden; eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte; verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al vrij zijn; een verjaardag van een familielid; een nationale feest- of gedenkdag van een ander land; deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband.
9.6.2 Aanvraag vrijstelling van geregeld schoolbezoek In geval van extra verlof of verlof wegens gewichtige omstandigheden moet u door middel van het ‘formulier aanvraag vrijstelling van geregeld schoolbezoek’ een verzoek indienen bij de directeur. Een aanvraag moet zo vroeg mogelijk schriftelijk bij de school worden ingediend. Een verzoek moet altijd kunnen worden aangetoond. De directeur beslist op verzoeken tot en met 10 schooldagen extra verlof en moet zich hierbij houden aan de hierboven genoemde regels. Als het om meer dan 10 schooldagen in een schooljaar gaat op grond van belangrijke omstandigheden, wordt het verzoek met een advies van de school ter beslissing doorgestuurd aan de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de leerling woont. Wanneer u uw kind zonder toestemming toch thuishoudt, is de school verplicht dat verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar stelt dan een onderzoek in en kan besluiten om procesverbaal op te maken. Op grond daarvan kan de rechtbank een straf opleggen. De directeur kan de leerplichtambtenaar ook om advies vragen als het gaat om aanvragen van 10 dagen of minder. 9.6.3 (Ongeoorloofd) schoolverzuim Wanneer een leerling niet op school is aangekomen, neemt de conciërge telefonisch contact met één van de ouders op. Als er sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim, is de directeur verplicht contact op te nemen met de leerplichtambtenaar om mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen ouders die zonder toestemming hun kind van school houden, zal proces-verbaal worden opgemaakt. De rechter kan in die gevallen onder meer een aanzienlijke geldboete opleggen.
- - 47 - -
9.7 Klachtenregeling 9.7.1 Klachten Klachten moeten op een goede wijze behandeld worden. We vinden in Gods Woord, o.a. in Mattheüs 18, richtlijnen voor het afhandelen van klachten. Elke klacht dient in de eerste plaats met de aangeklaagde (bijvoorbeeld de leerkracht) besproken te worden. Indien dit niet tot resultaat of overeenstemming leidt, dan staat de weg open om hierover de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag te benaderen. De klager mag zelf bepalen of hij de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag benadert als hij een klacht heeft. Het ligt onzes inziens echter voor de hand dat bijvoorbeeld klachten op onderwijskundig terrein bij de directeur aan de orde gesteld worden en klachten op bestuurlijk terrein bij het bevoegd gezag. In eerste instantie worden klachten langs bovengenoemde weg afgehandeld. Leidt dit overleg niet tot resultaat of overeenstemming, of heeft de klacht betrekking op een vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit dan staat de weg naar de klachtencommissie open. 9.7.2 Indienen van een klacht Een door de directie, vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag ontvangen klacht wordt in principe door de betreffende perso(o)n(en) afgehandeld. Indien de klager dit terstond wenst of in de loop van de afhandeling de wens te kennen geeft, wordt de klacht doorgestuurd naar de klachtencommissie. Ook geldt: indien de klacht naar het oordeel van de directeur, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag betrekking heeft op een vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit wordt de klacht doorgezonden naar de klachtencommissie. Het doorzenden van de klacht geschiedt binnen uiterlijk twee weken na het indienen of het blijk geven van de wens de klacht door te zenden. 9.7.3 Vertrouwenspersoon Indien het niet mogelijk is de klacht met betrokkenen te bespreken, kunt u zich onder andere tot de vertrouwenspersoon wenden. U kunt uw klacht met hem bespreken. De vertrouwenspersoon heeft een brugfunctie tussen u en de school en/of tussen u en de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon van onze school is: Dr. S. D. Post, M.A.M. Klompéstraat 2, 4207 NZ Gorinchem. Telefoonnummer: 06 49 49 81 44. 9.7.4 Klachtencommissie Er bestaat een klachtencommissie die de bij hen ingediende klachten behandeld. Onze school is aangesloten bij de klachtencommissie die is ingesteld door de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs te Ridderkerk. Deze landelijke klachtencommissie werkt met verschillende kamers die in een regio de klachten behandelen. Het postadres van de klachtencommissie is: Klachtencommissie reformatorisch onderwijs, p/a Postbus 5, 2980 AA Ridderkerk. 9.7.5 Klachtenregeling De vertrouwenspersoon, de directeur, het bevoegd gezag en de klachtencommissie doen hun werk binnen de kaders van een klachtenregeling. De volledige regeling ligt ter inzage in de directiekamer van de Ds. Koelmanschool. 9.7.6 Reikwijdte van de klachtenregeling De klachtencommissie heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over klachten betreffende gedragingen en/of beslissingen, waaronder discriminatie, dan wel over het nalaten van gedragingen en/of het niet nemen van beslissingen van het bevoegd gezag, de personeelsleden en de leerlingen. - - 48 - -
9.7.7 Klachtentermijn Klachten dienen zo spoedig mogelijk, maar (op een enkele uitzondering na) uiterlijk binnen een termijn van drie maanden, na de gedragingen en/of beslissingen of het nalaten daarvan ingediend te worden. 9.7.8 Klachtenafhandeling Bij de behandeling van de klacht kan de klager zich op eigen kosten laten bijstaan door een raadsman. De klachtencommissie heeft het recht bestuursleden, personeelsleden en leerlingen te horen. De opgeroepenen hebben de plicht aan de oproep gehoor te geven. De klachtencommissie brengt een schriftelijk oordeel uit aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag heeft de plicht binnen vier weken na binnenkomst van het schriftelijk oordeel de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie, de directeur en de vertrouwenspersoon mee te delen of zij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en welke maatregelen zij, indien nodig, zal nemen. 9.7.9 Strafbaar feit Indien de klacht betrekking heeft op enig strafbaar feit, bijvoorbeeld een zedenmisdrijf, dan heeft het bevoegd gezag, op grond van een schriftelijk oordeel over de klacht door de klachtencommissie en in overleg met de vertrouwensinspecteur de plicht aangifte daarvan te doen bij een opsporingsambtenaar. Aan de onderwijsinspecteur wordt gemeld dat aangifte is gedaan.
9.8 Ongevallenverzekering De ongevallenverzekering van de school biedt voor leerlingen, leerkrachten, vrijwilligers en stagiaires een dekking voor het ongevallenrisico gedurende alle activiteiten binnen schoolverband, inclusief excursies en schoolreizen. De school is in geen enkel opzicht aansprakelijk voor de eigendommen van de leerlingen. Als leerlingen schade toebrengen aan materiaal dat eigendom is van de school, kunnen de ouders daarvoor aansprakelijk gesteld worden. De school is evenmin aansprakelijk als leerlingen elkaar of derden schade dan wel letsel toebrengen.
9.9 Vrijwillige ouderbijdrage Naast het gewone lesprogramma bieden wij de leerlingen extra activiteiten aan, zoals beschreven in hoofdstuk 7. Deze activiteiten worden niet bekostigd door het Ministerie van OC&W. Dat betekent dat wij voor dit soort uitgaven een vrijwillige ouderbijdrage mogen vragen. Tevens wordt de schoolspecifieke gymkleding en de aanschaf van schoolagenda’s voor groep 6 t/m 8 uit de ouderbijdrage betaald. Uiteraard proberen wij de ouderbijdrage zo laag mogelijk te houden en brengen we alleen de kosten in rekening die werkelijk worden gemaakt. Jaarlijks ontvangt u omstreeks de herfstvakantie een factuur met daarop het vrijwillig te betalen bedrag. De bedragen zijn: € 12,50 per kind in groep 1 – 2 en € 25,00 per kind in groep 3 – 8. Maximaal € 100,00 per gezin per jaar.
9.10 Inspectie van het onderwijs De onderwijsinspectie is te bezoeken via: www.onderwijsinspectie.nl De vertrouwensinspecteurs van de inspectie zijn bereikbaar onder het volgende telefoonnummer: 0900 – 111 3 111 voor klachtmeldingen inzake seksuele intimidatie, seksueel misbruik en ernstig psychisch of fysiek geweld. Discriminatie en extremisme zijn ook onderwerpen waarover u contact kan opnemen met de vertrouwensinspecteurs.
- - 49 - -
9.11 Buitenschoolse opvang Wij leven samen met onze kinderen in een geseculariseerde samenleving. We moeten helaas constateren dat de overheid dit proces volgt en soms zelfs voorgaat d.m.v. wet- en regelgeving. Een voorbeeld hiervan is de wetgeving inzake voor-, tussen- en naschoolse opvang. Scholen zijn vanaf 1-8-2007 verplicht om deze opvang aan te bieden. De Bijbel geeft een beeld van het kind als een bijzondere gave van God. De aanduiding van de kinderen als "erfdeel des Heeren" (Psalm 127:3) laat zien hoe hoog in de Bijbel de kinderzegen wordt gewaardeerd. De Bijbel geeft verder aan dat tussen ouders en kinderen een liefdesrelatie, een gezagsrelatie en een zorgrelatie behoort te bestaan. Dit heeft als consequentie dat de opvoeding van kinderen in de eerste plaats binnen het gezin moet plaatsvinden. Schoolonderwijs is niet anders dan een verlengstuk van een taak die bij het gezin hoort. De ouders zijn primair verantwoordelijk voor de zorg van hun door God geschonken kinderen. De school heeft de verantwoordelijkheid het onderwijs aan de kinderen te verzorgen namens de ouders. De overheid stelt dat de school verplicht is opvang voor kinderen te verzorgen of te laten verzorgen. Wij achten het echter de verantwoordelijkheid van de ouders om de zorg voor hun kinderen te dragen en eventueel – vanwege betaalde arbeid buitenshuis – te organiseren. We willen hiermee niets anders aangeven dan de genoemde onderscheiden verantwoordelijkheid in het licht van Gods Woord. Uiteraard is er binnen bestuur en directie alle begrip voor situaties waarin de (alleenstaande) ouder noodgedwongen moet werken. Om te voldoen aan de wettelijke bepaling om kinderopvang aan te bieden, hebben we een contract afgesloten met Korelon Christelijke Gastouderopvang (Lievershil 42, 3332 RJ te Zwijndrecht). Dit bureau heeft als doelstelling alle ouders, via de reguliere opvang, de mogelijkheid te bieden hun kind(eren) te laten opvangen binnen de eigen christelijke identiteit en leefsfeer. Meer informatie is op te vragen bij de managementassistente.
- - 50 - -
Hoofdstuk 10. Overige informatie 10.1 Schooltijden De deur bij de kleuteringang gaat om 08.15 uur open. Vanaf dit tijdstip kunnen de kleuters naar binnen (worden gebracht).
Dag
Groep
maandag, dinsdag, vrijdag woensdag
maandag, dinsdag, donderdag woensdag
Uren per week
8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.30 uur Vrij
13.00 – 14.45 uur
19,75 uur
2
8.30 – 12.00 uur Vrij
13.00 – 14.45 uur
21,00 uur
3+4
8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.30 uur 8.30 – 12.00 uur
13.00 – 14.45 uur
25,25 uur
8.30 – 12.00 uur 8.30 – 12.30 uur
12.45 – 14.45 uur
vrijdag maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag woensdag
Middag
0/1*
donderdag maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag woensdag
Morgen
5 t/m 8
12.45 – 14.45 uur 26,00 uur
*De leerlingen van groep 0a gaan op maandag, dinsdag en vrijdag naar school. Naast de genoemde vrije woensdag hebben de leerlingen van groep 1b en groep 1c een extra dag vrij op: 11-09, 09-10, 20-11, 11-12, 22-01, 11-03, 08-04, 27-05, 24-06
10.2 Groepsverdeling (zie de plattegrond van onze school op de volgende pagina) Groep Leerkracht(en) Lokaalnummer 0a/1a 0b 1b/2b 1c/2a 3 4a 4b/5b 5a 6a 6c 6b/7b 7a 8a 8b
Juf Van der Meer Juf Bassa Juf Doornhein Juf Van Buuren / Juf Baak Juf Boele / Juf Dankers Juf Van Wijk / Juf Van Vianen Juf Gijsbertsen / Juf Boudewijn Juf Van der Plaat Juf Droogers / Juf Boudewijn Meester Lankhaar / Juf Kentie Juf Van Pelt / Juf Schenkeveld Juf Voorwinden / Juf Speksnijder Meester Hoepel / Juf Schenkeveld
1 3 6 8 9 11 10 13 51 17 19 23 18 50
Aantal leerlingen 27 (incl. instroom) 16 (vanaf 17. Feb.) 26 27 28 27 24 29 22 20 22 26 19 21 334 leerlingen
- - 51 - -
13
15
6 8
9
10
11
23
17
3 18
1 19
50
51
10.3 Bewegingsonderwijs 10.3.1 Bewegingsonderwijs groep 1 en 2 Voor de kleutergroepen beschikken we over een eigen speellokaal. Iedere kleutergroep heeft één middag in de week gym op het rooster staan. Tijdens deze gymles wordt er een spel- of materiaalles gegeven. Met regelmaat staat er ook ‘klimmen en klauteren’ op het programma (speeltuinsituatie). De kleuters mogen alleen met gymschoenen het speellokaal betreden. Aan het begin van het schooljaar zal u gevraagd worden om gymschoenen mee naar school te geven, deze gymschoenen worden op school bewaard (met een muziekles of andere activiteit wordt het speellokaal ook gebruikt). Daarnaast krijgen alle kleuters schoolspecifieke gymkleding (een gymrok of gymbroek). U dient zelf te zorgen voor een effen wit T-shirt. De ouders van de nieuwe kleuters ontvangen hierover aan het begin van het jaar nadere informatie. De gymkleding wordt niet op school bewaard. Op de dag dat gym op het rooster staat, geeft u de gymkleding mee. Het is fijn als de kleuters zoveel mogelijk zelf hun gymschoenen en (gym)kleding aan en uit kunnen trekken. Iedere ochtend staat er ‘spel en beweging’ op het rooster, er wordt dan buiten gespeeld. - - 52 - -
10.3.2 Bewegingsonderwijs groep 3 t/m 8 De lessen bewegingsonderwijs in de groepen 3 t/m 8 worden gegeven in de Van Rappard Sporthal aan de Wijnkoperstraat. Het spreekt voor zich dat kinderen de zaal niet met buitenschoenen mogen betreden. Gymschoenen zijn dus vereist. Daarnaast vinden we het in verband met hygiëne en veiligheid erg belangrijk dat de kinderen gymmen in verantwoorde gymkleding. Er wordt door de school uniforme gymkleding verstrekt. Voor de jongens een zwarte korte broek en voor de meisjes een zwarte korte broek met een rokje eroverheen. U dient zelf te zorgen voor een effen wit T-shirt. De broekjes en rokjes wordt bekostigd vanuit de ouderbijdrage. Andere gymkleding is niet toegestaan. We gaan ervan uit dat de leerlingen minimaal twee jaar met de gymkleding kunnen doen en dat de gymkleding doorschuift in het gezin. Aan het eind van ieder jaar wordt door middel van een brief aangegeven dat er gelegenheid is om een nieuw rokje of broekje te bestellen. De kledingstukken die nog in goede staat zijn en niet meer door andere kinderen gedragen worden, dient u weer op school in te leveren. Rooster bewegingsonderwijs
Groep 3 4a 4b/5b 5a 6a 6c 6b/7b 7a 8a 8b
Leerkracht Juf Van Buuren Juf Dankers Juf Van Vianen Juf Gijsbertsen Juf Van der Plaat Juf Droogers / Juf Boudewijn Meester Lankhaar Juf Van Pelt Juf Voorwinden Meester Hoepel
Dag Donderdag Vrijdag Vrijdag Dinsdag Donderdag Donderdag Maandag Dinsdag Vrijdag Dinsdag
Tijd 10.30 – 12.00 09.00 – 12.15 09.00 – 12.15 10.30 – 12.15 13.00 – 14.15 09.00 – 10.45 13.00 – 14.35 09.00 – 10.45 10.30 – 12.15 13.00 – 14.45
10.4 Vakanties en bijzondere schoolactiviteiten De vakanties en bijzondere schoolactiviteiten geven we hieronder weer. 10.4.1 Vakanties en vrije dagen Studiemiddag Herfstvakantie Dankdag Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Biddag Goede vrijdag 2e Paasdag Meivakantie 2e + 3e Pinksterdag Zomervakantie
24-08-2015 (middag*), 28-6-2016 (middag*) + 2 middagen nader te bepalen 19-10-2015 t/m 23-10-2015 04-11-2015 18-12-2015 (middag*) t/m 01-01-2016. 22-02-2016 t/m 26-02-2016 9-03-2016 25-03-2016 28-03-2016 25-04-2016 t/m 6-05-2016 16-05-2016 en 17-5-2016 8-07-2016 (middag) t/m 21-08-2016
* De school gaat om 12.00 uur uit. - - 53 - -
10.4.2 Jaaractiviteiten Ds. Koelmanschool
Activiteit Jaaropening Informatieavond groep 1 t/m 4 Informatieavond groep 5 t/m 8 Klusjesmorgen Kennismakingsmorgen in groep 0a Reformatieherdenking (’s morgens) Kennismakingsmorgen in groep 0a Oudercontactavonden groep 1 – 8 Kerstfeestvieringen groep 1 – 8 Informatieavond voor nieuwe ouders Schoolschoonmaakavonden Themadag Stroopwafelactie Open morgen nieuwe ouders Schoolkeuzegesprekken Kennismakingsmorgen groep 0b Start groep 0b Ouderavond met leerlingen 7 en/of 8 Aanmeldingsgespreksavond Paasviering groep 1-8 Kennismakingsmorgen groep 0b Oudercontactavond groep 1 – 7 Verkeersexamen groep 7 Klusjesmorgen Cito Entreetoets groep 7 Centrale eindtoets groep 8 Spelletjes(mid)dag Pinkstervieringen groep 5-8 Pinkstervieringen groep 1-4 Project Kijkavond projectweek Ledenvergadering schoolvereniging Schoolfotograaf Aanmeldingsgespreksavond Kennismakingsmorgen groep 0b Kennismakingsmiddag nieuwe groep 1-3 Jaarsluiting op het schoolplein Sopavond groep 1 – 4 Schoolreis groep 8 Afscheidsavond groep 8
Voor wie? Leerlingen, ouders Ouders Ouders Vaders, broers enz. Ouders + nieuwe kleuters Leerlingen Ouders + nieuwe kleuters Ouders Leerlingen Mogelijke nieuwe ouders Ouders, broers, zussen enz. Leerlingen Leerlingen Nieuwe ouders Ouders leerlingen groep 8 Ouders + nieuwe kleuters Nieuwe kleuters Ouders en leerlingen Nieuwe ouders Leerlingen Ouders + nieuwe kleuters Ouders Leerlingen Vaders, broers enz. Leerlingen Leerlingen Leerlingen Ouders en leerlingen Leerlingen Leerlingen Ouders, belangstellenden Leden schoolvereniging Leerlingen Nieuwe ouders Ouders + nieuwe kleuters Leerlingen Leerlingen + ouders Ouders Leerlingen groep 8 Leerlingen + ouders
- - 54 - -
Plaats Johanneskerk Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Johanneskerk Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Ds. Koelmanschool Schoolplein Ds. Koelmanschool Verrassing… Ds. Koelmanschool
Datum 24-8-2015 8-9-2015 14-9-2015 Zaterdag 19-9-2015 30-9-2015 30-10-2015 18-11-2015 10-12 / 14-12 18-12-2015 25-1-2016 13-1 / 18-1 / 26-1 28-1 / 29-1 1-2 t/m 12-2 5-2-2016 8-2 / 9-2 10-2-2016 17-2-2016 1-3-2016 7-3-2016 24-3-2016 30-3-2016 5-4-2016 7-4-2016 Zaterdag 9-4-2016 onbekend 19-4 / 20-4 / 21-4 22-4-2016 12-5-2016 13-5-2016 23-5 t/m 1-6 1-6-2016 25-5-2016 onbekend 13-6-2016 1-6-2016 27-6-2016 5-7-2016 5-7-2016 6-7-2016 7-7-2016
10.5 Psalmrooster en Catechismusrooster
- - 55 - -
10.6 Er is er één jarig! Kinderen die jarig zijn, mogen in hun eigen klas trakteren. Dat gebeurt in principe voor de ochtendpauze. Nadat voor de jarige gezongen is, mag het kind de eigen klas trakteren en daarna de meesters en jufs in de personeelskamer. De jarige mag bij de eigen leerkracht een miniposter uitzoeken. Op de achterkant staan de namen van alle leerkrachten en een persoonlijke felicitatie van de eigen leerkracht. Kinderen uit groep 1 en 2 mogen voor een jarige vader en / of moeder een cadeautje maken in de klas. Dat geldt ook voor kinderen die een broertje of zusje hebben gekregen. Omdat we het als school belangrijk vinden dat de kinderen gezond eten, hebben we op vrijdag een ‘fruitdag’. We stellen het zeer op prijs als u op vrijdag (dit geldt voor de ochtendpauze) aan uw kind één of meerdere stuks fruit/groente mee geeft. Als school zullen we het eten van fruit zeker stimuleren en we hopen dat u hieraan uw medewerking geeft. Omdat veel kinderen al vroeg ontbijten en rond de ochtendpauze ook echt trek hebben, is het naast het fruit mogelijk om nog iets anders mee te geven. We denken dan aan ontbijtkoek, evergreen, rijstwafel, sultana o.i.d., maar niet aan chips, snoep en chocolade! Fruit eten is gezond! Daarom doen we dat op onze school op vrijdag in de ochtendpauze!
10.7 De schoolbibliotheek Naast de klassenbibliotheken heeft de school een uitleenbibliotheek met veel verschillende kinderboeken. Leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 mogen hier op dinsdagmorgen of donderdagmorgen boeken lenen. Voor elk boek wordt er een strip afgestempeld. Strippenkaarten à € 2,50 zijn te verkrijgen bij de bibliotheekmoeders. We stellen het zeer op prijs als u het lezen van boeken (uit onze bibliotheek) stimuleert. Wist u dat het goed is voor de taalontwikkeling van uw kind om iedere dag een stukje voor te lezen? Dat geldt niet alleen voor de kleuters, maar ook voor de oudere kinderen. U bewijst daarmee de school en vooral uw kind een grote dienst. Let u er tenslotte alstublieft op dat uw kind zuinig met de boeken omgaat! Schade of verlies zal in rekening worden gebracht. Er is ook een prentenboekenbibliotheek voor de leerlingen van groep 1 t/m 3. De uitleen van deze boeken wordt geregeld door de jufs en een aantal moeders.
10.8 Schoolmelk & Schooldrinkyoghurt De school biedt de mogelijkheid tot het drinken van halfvolle melk en drinkyoghurt. Er kan, zowel in de morgenpauze als tijdens het overblijven, melk of drinkyoghurt gedronken worden. Aanmelden voor een abonnement kan via www.campinaopschool.nl Na de schoolvakanties kan het voorkomen dat er op maandag en soms ook op dinsdag geen melk/drinkyoghurt gedronken kan worden omdat Campina deze dagen nodig heeft om de scholen weer te bevoorraden. Deze dagen worden niet in rekening gebracht. Geeft u op deze dagen a.u.b. zelf drinken mee.
- - 56 - -
10.9 Regels en afspraken in en rond de school Zoals er regels zijn in het gezin, zo zijn er ook regels op school, waaraan de leerlingen zich dienen te houden. We proberen de leerlingen steeds het waarom van deze regels te laten zien. 10.9.1 Protocol agressie en geweld & grof taalgebruik De normen en waarden die we in onderwijs en opvoeding willen overdragen, ontlenen we aan Gods onfeilbaar Woord. We beschouwen het als onze taak om in de opvoeding van de kinderen een verlengstuk van gezin en kerk te zijn. Omgekeerd hopen we dat het gezin en de kerk in de praktijk ook aansluiten bij wat op school wordt onderwezen. Wij hanteren op onze school een protocol agressie en geweld & grof taalgebruik. In het licht van Gods Woord en onze identiteit, dienen we slagvaardig op te treden tegen agressie, geweld en grof taalgebruik. Als de leerkracht agressie (ook verbale agressie of brutaal gedrag!) en/of geweld signaleert dan wordt dit in aanwezigheid van de betrokken leerling gemeld bij en besproken met de bouwcoördinator. Na twee geregistreerde meldingen krijgt de betrokken leerling straf. De groepsleerkracht neemt contact op met de ouders. Indien er geen verbetering optreedt, vindt er op school een gesprek plaats tussen de ouders, de bouwcoördinator en de directeur. Bij grof taalgebruik volgen we dezelfde procedure. Wij streven ernaar om het protocol op een pastorale wijze te hanteren. 10.9.2 Schorsing / verwijdering van leerlingen. Helaas kunnen er zich problemen voordoen met een leerling. U moet dan denken aan zodanig wangedrag van een leerling, waardoor de rust en/of de veiligheid op de school ernstig wordt verstoord en/of het systematisch overtreden van de in de school geldende gedragsregels. Voor onze school geldt de volgende procedure: 1. Groepsleerkracht en directeur nodigen de ouders van de betreffende leerling uit voor een gezamenlijk gesprek over de problemen om hiervoor zo mogelijk een oplossing te vinden. Tijdens dit gesprek wordt de ouders meegedeeld dat, indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een oplossing van de problemen, de directeur het bevoegd gezag over de desbetreffende problematiek zal inlichten. 2. De directeur licht het bevoegd gezag in. 3. Het bevoegd gezag hoort groepsleerkracht, directeur en ouders. 4. Zijn de problemen nog niet opgelost en tekent zich geen aanwijsbare verbetering af, dan besluit het bevoegd gezag de leerling tijdelijk te verwijderen voor ten hoogste drie schooldagen. 5. Indien de problemen ook na het uitvoeren van punt 4 nog niet zijn opgelost en zich ook geen aanwijsbare verbetering aftekent, besluit het bevoegd gezag tot definitieve verwijdering van de betrokken leerling van de school. U begrijpt dat dit een ingrijpende maatregel betreft, waarbij zeer zorgvuldig gehandeld dient te worden. 10.9.3 Aansprakelijkheid Er wordt op onze school ’s morgens vanaf 8.15 uur pleinwacht gehouden. Wanneer de kinderen voor 8.15 uur op het schoolplein aanwezig zijn, is er geen toezicht. Dit betekent dat de school niet aansprakelijk gesteld kan worden voor eventuele ongelukken op het plein, die voor 8.15 uur plaatsvinden. Het is dus aan te bevelen om uw kinderen niet te vroeg naar school te laten gaan. De leerlingen van groep 1 en 2 mogen vanaf 8.15 uur naar hun klaslokaal. Aan het einde van de schooldag wordt er door twee personeelsleden hekjeswacht gehouden. Op deze wijze willen we ervoor zorgen dat de leerlingen veilig het schoolplein kunnen verlaten. We verwachten dat u uw kinderen op het schoolplein ophaalt, zodat ze niet zelfstandig naar de auto hoeven te lopen. De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan kleding, waaronder lijm- en verfvlekken. - - 57 - -
10.9.4 Zorg voor schooleigendommen Uw kind krijgt regelmatig boeken, schriften en ander schoolmateriaal mee naar huis. We vragen u erop toe te zien dat de kinderen met deze materialen voorzichtig en netjes omgaan. Wilt u er alstublieft voor zorgen dat de boeken in een stevige, deugdelijke schooltas worden meegenomen? Het is ook fijn als u regelmatig de conditie van de schoolboeken controleert. Dan kunt u tijdig losse of gescheurde bladzijden plakken. Bij beschadiging, verwaarlozing of kwijtraken van een boek of ander schoolmateriaal zal een door de school vast te stellen bedrag als schadevergoeding moeten worden betaald. De onderstaande prijzen gelden voor de volgende materialen: Omschrijving Gum Kopieerkosten bij het zoekraken van leerbladen enz. Liniaal (houten liniaal met inleg) Potlood Schaar C (13,5 cm) met stompe punt Schaar E (15,0 cm) met spitse punt Schrift Vulpendop Vulpen Vulpenvoorstukje
Prijs € 0,25 € 0,10 € 1,00 € 0,50 € 2,00 € 2,50 € 0,50 € 2,00 € 7,00 € 2,50
10.9.5 Overblijven Alle kinderen blijven tussen de middag op school over. Uw kind eet dan in het groepslokaal onder verantwoordelijkheid van de juf, meester of overblijfouder. Na het beëindigen van de maaltijd met schriftlezing en gebed mogen de kinderen naar het schoolplein om te spelen. In die tijd mogen ze zonder toestemming het schoolplein beslist niet verlaten. 10.9.6 Gevonden voorwerpen De gevonden voorwerpen worden in het centrale magazijn bewaard. Tijdens de oudercontactavonden worden de gevonden voorwerpen in de bibliotheek op een tafel gelegd. U kunt op de betreffende avond bij deze gevonden spullen kijken of er eigendommen van uw kind(eren) bij zijn. Na de ouderavond worden de bruikbare spullen bestemd voor Oost-Europa. U kunt natuurlijk ook zelf op school komen kijken of een verloren voorwerp in het centraal magazijn ligt. Een tip: merk de kleding en eventueel andere spullen van uw kind. U kunt bijvoorbeeld de naam van uw kind in het kledingstuk en op andere eigendommen aanbrengen. Dat maakt het voor ons en voor uw kind eenvoudiger als zoekgeraakte spullen weer tevoorschijn komen. 10.9.7 Fietsen en fietsenstalling Verschillende kinderen komen vrijwel iedere dag met de fiets naar school. De school heeft een overdekte fietsenstalling die overdag afgesloten wordt. Als de kinderen hun fiets in de stalling hebben gezet, moeten ze deze direct verlaten. Verder mogen de kinderen niet fietsen op het schoolplein, maar lopen ze met de fiets aan de hand. ’s Middags moet iedereen, dus ook de kinderen die op de fiets zijn, het schoolplein verlaten via de opening in het hek tussen het grote en via het grote hek. Deze regels zijn nodig om de eigendommen van kinderen te beschermen en voor hun eigen veiligheid. - - 58 - -
10.9.8 Veiligheid We willen de leerlingen op school zoveel mogelijk een veilige omgeving bieden. Om een veilige omgeving te creëren en te handhaven hebben we een ARBO-coördinator die hiervoor verantwoordelijk is. De coördinator voert twee maal per jaar overleg met de directeur, de BHV-coördinator en enkele leden van de gebouwencommissie. De BHV-coördinator stuurt in geval van calamiteiten de BHV-ers aan. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen komt het soms voor dat kinderen ongelukken krijgen buiten of binnen de school. In een dergelijk geval doen wij het volgende:
Als het niet ernstig is, behandelen we het kind zelf. In alle andere gevallen bellen wij u op om met uw kind naar de dokter of het ziekenhuis te gaan. Mocht u niet binnen afzienbare tijd op school kunnen zijn of niet telefonisch bereikbaar zijn, dan gaan wij met uw kind naar de dokter of naar het ziekenhuis.
Om een veilige situatie te creëren op het plein, hebben we voor de kleine busjes een rood vak op het schoolplein gemaakt. De busjes rijden achteruit het schoolplein op. De leerlingen mogen na half 3 niet meer in het rode vak komen. Zij moeten het grote plein verlaten via de opening in het hek vlak naast de school. Om de veiligheid buiten het hek zoveel mogelijk te waarborgen hebben we de volgende regels opgesteld: De ouders moeten de leerlingen zelf op het plein ophalen. Wachten op uw kind op de stoep of in de auto mag dus niet. Oversteken moet over het zebrapad. Parkeren moet in de parkeervakken. Parkeren langs de stoeprand aan de overkant van het plein is niet verboden, maar vanwege het overzicht is het veiliger om in de parkeervakken te parkeren. Let op: de politie controleert regelmatig en deelt bekeuringen uit bij foutparkeren. 10.9.9 Schoolregels Om de leerlingen op een verantwoorde(lijke) wijze te laten functioneren hebben we een aantal schoolregels opgesteld. Om de drie weken staat er één regel centraal. De regels zijn te vinden bij alle ingangen van de school. De volgende regels worden gehanteerd. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Slaan of schoppen? Daar moet je snel mee stoppen! Rennen doe je op het schoolplein. Binnen moet je rustig zijn! Als de ander praat, ben jij stil! Dan hoor je wat hij zeggen wil! Samen delen, samen spelen, elkaar niet vervelen! Open pas je mond als je weet wat eruit komt! Pesten is nooit goed. Zorg dus dat je aardig doet! Nette gangen? Jas ophangen! Met lachen is niets mis, zolang het maar niet om een ander is! Met hetzelfde gemak, gooi je het in de afvalbak! Ik, jij, hij of zij, iedereen hoort erbij! Zorgen voor het materiaal, dat doen we allemaal! Op het grote plein is een blauwe lijn. Daar mag je na de eerste bel niet meer zijn. Ben je buiten, dan blijf je buiten! (in de pauze)
10.9.10. Zindelijkheid De laatste jaren blijken steeds meer kleuters problemen te hebben met het zelfstandig naar het toilet gaan. Zij kunnen of niet aangeven wanneer zij naar het toilet moeten of zij kunnen zichzelf nog niet helpen. - - 59 - -
Wij verzoeken u dringend de kinderen op tijd zindelijkheidstraining te geven. Graag uw medewerking hierin. U begrijpt dat het gezien de schoolsituatie niet mogelijk is om de kinderen hierin te begeleiden. 10.9.11. Verkleden In de groepen 1 en 2 is verkleden alleen toegestaan bij lesactiviteiten i.v.m. het thematisch gerichte onderwijs. Te denken valt dan aan thema’s zoals: de boerderij, de bakker, de spoorwegen enz. In de groepen 3 – 8 mag er alleen verkleed worden in het kader van een projectweek of een spreekbeurt. Uiteraard dient de kleding niet aanstootgevend te zijn en kleden meisjes zich niet met een broek of een broekrok. De kinderen mogen zich niet schminken.
10.10 Adreswijziging Als uw adres, telefoonnummer(s) of mailadres wijzigt, stellen wij het zeer op prijs als u in ieder geval een kennisgeving van de adreswijziging voor de schooladministratie (en voor de ledenadministratie) stuurt aan: Mevr. J.G. de Jongh – van ‘t Wout, Tapperstraat 1, 4204 TR Gorinchem.
[email protected]
10.11 Zendingsgeld Op iedere eerste schooldag van de week halen we geld op voor de zending. In de maand oktober halen we geld op voor ons adoptiekind (via Woord en Daad), Rosa Gabriela Culajay Noj uit Guatemala. Verder verdelen we het opgehaalde zendingsgeld (door middel van een aan de achterban gerelateerde verdeelsleutel) over diverse zendingsorganisaties. Ook komt het voor dat we geld ophalen voor bepaalde projecten of dat we een gift doen aan een bepaalde stichting of vereniging. Als we voor zulke bijzondere doeleinden collecteren, stellen we u daarvan op de hoogte in het informatieblad. In ieder informatieblad laten we de opbrengst van het zendingsgeld zien. We vragen u vriendelijk uw kind(eren) iedere week een bepaald bedrag mee te geven voor het goede doel! Laten we met elkaar goed geven van gegeven goed!
10.12 Sponsoring Scholen kunnen in bijzondere gevallen extra inkomsten verkrijgen door sponsoring van bedrijven. Onze school voert geen actief sponsorbeleid. Op de Ds. Koelmanschool is er structureel alleen sprake van adverteerders in het informatieblad (PLUS) ter bekostiging daarvan. Verder komt het een enkele keer voor dat ouders of andere betrokkenen bepaalde diensten en/of goederen schenken aan de school. Aangezien daarbij geen tegenprestatie wordt verwacht, valt dit niet onder sponsoring, maar onder schenkingen. Voor advertenties en incidentele vormen van sponsoring hebben we de volgende regels die opgesteld zijn volgens een convenant voor scholen:
Adverteerders en sponsors mogen op geen enkele wijze verlangen dat er verplicht aankopen bij hen worden gedaan; Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak van onze school; De vorm en inhoud van sponsoring mag niet in strijd zijn met de identiteit van de school; Reclame mag niet aanzetten tot gevaarlijke of ongezonde activiteiten; Sponsors hebben op geen enkele wijze invloed op de inhoud en/of de voortgang van het onderwijs.
- - 60 - -
10.13 Reclamedrukwerk en promotiemateriaal Aan het verspreiden van commercieel reclamedrukwerk en promotiemateriaal wordt door de school geen medewerking verleend. Er kan wel geadverteerd worden in het informatieblad PLUS, dat twee keer per jaar verschijnt. Materiaal van stichtingen wordt alleen verspreid als dit niet strijdig is met de identiteit van de school. Alle aanvragen moeten beoordeeld worden door de directeur. Hij verleent uiteindelijk wel of geen toestemming.
10.14 Weekopening en weeksluiting Op maandagmorgen tussen 08.00 en 08.15 uur houden wij de weekopening. Op vrijdagmiddag tussen 15.00 en 15.30 uur houden wij de weeksluiting. Wij vragen u vriendelijk om op deze momenten geen telefonisch contact (behoudens in dringende gevallen) te zoeken met de school.
10.15 Schoolbellijst en groepsbellijst Aan het begin van elk cursusjaar ontvangen de ouders een schoolbellijst (geel) en een groepsbellijst (groen). Deze bellijsten worden ingezet als de hele school of één bepaalde groep binnen korte tijd telefonisch geïnformeerd moet worden.
10.16 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) In het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens is toestemming vereist voor het publiceren van o.a. foto’s van leerlingen ten behoeve van schoolgids, website, informatieblad enz. Ditzelfde geldt voor het maken van video-opnames, die gebruikt kunnen worden om leerkrachten adviezen te geven in de begeleiding van de leerlingen of het vertonen van opnames tijdens een ouderavond. Het kan zijn dat u bezwaar hebt tegen het publiceren van foto’s waarop uw kind staat of tegen video-opnames waarop uw kind in beeld komt. Indien u bezwaren hebt tegen het maken en plaatsen van foto’s en/of het maken van video-opnames waarop uw kind staat, kunt u dit schriftelijk melden bij de directeur. Daarnaast willen we u er op wijzen dat voor alle schoolsituaties (in de groep, op excursie enz.) geldt dat het alleen toegestaan is om opnames (foto’s of video) te maken waarop in ieder geval uw eigen kind te zien is.
10.17 Weeralarm Als er door het KNMI een weeralarm code rood wordt afgegeven voor de volgende dag, zal de school op de betreffende dag gesloten blijven. Indien het niet meer mogelijk is om een briefje met de leerlingen mee te geven, zal de schoolbellijst worden ingezet. Wanneer het KNMI een weeralarm afgeeft tijdens de schooldag, mogen de ouders, die dat wensen, hun kinderen eerder van school komen halen. Als het de vervoerders gewoon rijdt, gaat de school niet eerder uit. Wanneer de busmaatschappijen besluiten om de kinderen eerder op te halen, wordt u geïnformeerd.
10.18 Spreekuur directeur U kunt de directeur op maandag van 09.00 tot 10.00 uur telefonisch benaderen met vragen, opmerkingen enz. Vanzelfsprekend mag u het ook op andere momenten proberen, maar door allerlei verplichtingen is de directeur dan mogelijk wat moeilijker te bereiken.
- - 61 - -
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Een woord vooraf… Hoofdstuk 2. Onze school
2.1 Naam en richting 2.2 Bereikbaarheid 2.3 Schoolgrootte 2.4 Schoolgebouw 2.5 Het bestuur 2.6 Medezeggenschapsraad 2.7 Schoolvervoer algemeen 2.8 Schoolvervoer vanuit Hardinxveld-Giessendam
1 2 2 2 3 4 4 4 4 5
6 6 7 9 11 11 11 14
Hoofdstuk 4. De kwaliteit van de school
15 15 16 16 17
Hoofdstuk 5. Organiseren om te leren
19
Hoofdstuk 6. Ieder kind is er één
30
Hoofdstuk 7. Niet alleen kennis!
35
6.1 Leerlingen volgen 6.2 Passend Onderwijs 6.3 Begeleiding overgang naar het VO 7.1 Viering heilsfeiten 7.2 Jaaropening 7.3 Jaarsluiting 7.4 Verjaardag van de leerkracht 7.5 Project
8.1 Observatiesysteem en toetsing groep 1 en 2 8.2 Toetsresultaten 8.3 Opbrengstgericht werken
37 37 37
9.1 Oudertevredenheidspeiling 9.2 Aanmelden nieuwe leerlingen 9.3 Informatievoorziening 9.4 Inspraak 9.5 Vrijwilligerswerk 9.6 Vrij van school 9.7 Klachtenregeling 9.8 Ongevallenverzekering 9.9 Vrijwillige ouderbijdrage 9.10 Inspectie van het onderwijs 9.11 Buitenschoolse opvang
41 41 43 44 45 45 48 49 49 49 50
10.1 Schooltijden 10.2 Groepsverdeling 10.3 Bewegingsonderwijs 10.4 Vakanties en bijzondere schoolactiviteiten 10.5 Psalmen en Catechismusrooster 10.6 Er is er één jarig! 10.7 De schoolbibliotheek 10.8 Schoolmelk & Schooldrinkyoghurt 10.9 Regels en afspraken in en rond de school 10.10 adreswijziging 10.11 Zendingsgeld 10.12 Sponsoring 10.13 Reclamedrukwerk en promotiemateriaal 10.14 Weekopening en weeksluiting 10.15 schoolbellijst en groepsbellijst 10.16 Wet bescherming persoonsgegevens 10.17 Weeralarm 10.18 Spreekuur directeur
51 51 52 53 55 56 56 56 57 60 60 60 61 61 61 61 61 61
Hoofdstuk 9. School en thuis
3.1 Grondslag en naam 3.2 Visie van de school 3.3 Missie van de school 3.4 Toelating 3.5 Lid worden van de schoolvereniging 3.6 Schoolreglement 3.7 School, kerk en gezing
5.1 De vormgeving van ons onderwijs 5.2 De schoolorganisatie 5.3 Functies en taken 5.4 Interieurverzorging 5.5 Wat leren de kinderen?
36 36 36 36
Hoofdstuk 8. Wikken en wegen
Hoofdstuk 3. De identiteit van onze school
4.1 Leerlingenzorg 4.2 Het pedagogisch klimaat 4.3 Didactisch handelen 4.4 Kwaliteitszorg
7.6 Excursies 7.7 Creawedstrijd 7.8 Themadagen 7.10 Schoolfotgraaf
19 20 21 23 23 30 31 34 35 35 35 35 35
Hoofdstuk 10 Overige informatie
- - 62 - -
37
41
51