schoolgids 09 | 10
2
Inho udso pga ve Een woord vooraf
pag. 3
1. De school
pag. 4
2. Waar de school voor staat
pag. 5
3. De organisatie van het onderwijs
pag. 6
4. De zorg voor de leerling
pag. 8
5. De docenten
pag. 10
6. De ouders
pag. 12
7. Resultaten en kwaliteit van het onderwijs
pag. 15
8. Schooltijden en studiebelasting
pag. 18
9. Namen en adressen
pag. 19
bijlage: artikel 24a en 24c van de Wet op het
pag. 21
Voortgezet Onderwijs (WVO), september 1998
3
E e n wo o r d vo o r a f Waarom een schoolgids voor ouders? Deze schoolgids is bedoeld om ouders en leerlingen te informeren, en laat zien wat de school voor een leerling kan betekenen. Aan de schoolgids kunnen ouders concrete verwachtingen ontlenen over wat de school hen biedt. Ouders en leerlingen kunnen de school gedurende het schooljaar aanspreken op de inhoud van de schoolgids. Wat staat er in deze schoolgids? Deze schoolgids beoogt ouders inzicht te geven in: - hoe de school het onderwijs vorm geeft - wat ouders en school van elkaar mogen verwachten - welke resultaten de school bereikt. Verzoek aan ouders om te reageren Indien ouders of leerlingen vragen of wensen hebben naar aanleiding van deze schoolgids, of suggesties voor verbetering hebben, kunnen ze contact opnemen met de directeur van de school, mevrouw drs. J.J.M. Franken.
4
1 De scho o l 1.1 Naam en adres De naam van de school is: ‘Stichting IBID’. De adresgegevens zijn: Stichting IBID Naegeligasse 4 6370 Stans (NW) Zwitserland T +41 416107590 E
[email protected] W www.stichtingibid.org 1.2 Directie en docenten De directeur van de school is mevrouw drs. J.J.M. Franken. Alle werkzaamheden die met het lesgeven samenhangen zullen in 2009-2010 worden uitgevoerd door vijf docenten: Josephine Franken, Annelies Koelman, Suzanne van den Nieuwendijk, Margriet Overbeek en Teun Veken. 1.3 Schoolgrootte Het aantal leerlingen vanaf het eerste officiële schooljaar 1999-2000: acht 2000-2001: elf 2001-2002: veertien 2002-2003: tien 2003-2004: negen 2004-2005: veertien 2005-2006: vijftien 2006-2007: twintig 2007-2008: dertig 2008-2009: dertig
5
2 Wa a r de scho o l vo o r st a a t De Stichting IBID stelt zich ten doel het opzetten en begeleiden van de lessen Dutch A1 SL in het tweejarige ‘diploma years’ programma van het IB (=International Baccalaureate). Het einddoel is om de leerlingen voor te bereiden op het examen dat ze in het tweede IB-jaar moeten afleggen. Een IB-diploma met Nederlands als A1-taal biedt in principe de garantie voor toelating tot een Nederlandse universiteit. De lessen zijn voor Nederlandstalige leerlingen, woonachtig in het buitenland, die daar een school bezoeken met geaccrediteerd IB-diploma programma en die graag Nederlands als moedertaal (=A1) in hun curriculum willen opnemen. Als er geen docent is op de school, of een docent kan niet op regelmatige basis les geven, dan kan een leerling geregistreerd worden voor het volgen van Dutch A1 Standard Level, selftaught school supported programme. Dit mag alleen indien er minder dan zes kandidaten op school zijn voor Nederlands A1, en de optie is zoals gezegd alleen mogelijk op SL (=Standard Level). De Stichting IBID begeleidt
alleen maar leerlingen die geregistreerd zijn voor Dutch A1 SL als ‘school supported self taught programme’. Indien door omstandigheden een leerling in het eerste IB-jaar op school geen Dutch A1 heeft kunnen doen is het mogelijk via de Stichting IBID het zogenaamde noodprogramma te volgen. De leerling volgt dan een aangepast en zeer geconcentreerd programma waarin de lesstof van twee jaren in één jaar wordt gepast. Het is mogelijk hier al aan het einde van het eerste IB-jaar mee te beginnen (na afloop van de IB-examens in mei).
6
3 De o r ga ni sa t i e va n he t o nde r wi j s 3.1 Het lesprogramma De Stichting IBID biedt een uitgebalanceerd programma om de leerling voor te bereiden op het examen Dutch A1 SL. Zij stelt, eventueel in overleg, volgens de richtlijnen van het IBO (International Baccalaureate Organization), een lijst samen van elf literaire werken. De leerling krijgt een IBID-lesmap, de boeken moeten zelf worden aangeschaft. Stap voor stap wordt de leerling begeleid in het programma; lezen van de boeken, literaire analyses maken en opdrachten over de boeken uitvoeren, een ‘World Literature Assignment’ schrijven, trainen voor het mondelinge examen, vaardigheden aanleren voor het schrijven van essays en recensies, trainen met oude examens. Al bij de aanmelding legt de Stichting IBID contact met de IB-coordinator en/of de ‘self-taught coordinator’ van de school. Dit contact wordt nauw onderhouden. Deze samenwerking maakt het mogelijk proefwerken voor Nederlands op school te doen, de leerling van alle kanten met raad en daad terzijde te staan, zorg te dragen voor correct ingevulde lijsten bestemd voor het IBO, overleg te plegen over de leerling, eventueel rapportcijfers te geven enzovoorts. De begeleiding is intensief, we proberen zo veel mogelijk op maat te werken. Het contact zal voornamelijk per e-mail verlopen, het verzenden van bijlagen is een essentieel onderdeel van de lessen. Gemiddeld zal er elke twee weken contact zijn, maar dit kan variëren al naar gelang de opdracht waaraan gewerkt wordt. Steeds vaker maken we ook gebruik van de mogelijkheden die Skype te bieden heeft. De ‘elektronische leeromgeving’ dient derhalve optimaal ingericht te zijn. 3.2 Voorbereiding op het examen Het Dutch A1 SL examen voor self-taught leerlingen bestaat uit vier extern te beoordelen examenonderdelen. De leerlingen schrijven een World Literature Assignment (WLA) op basis van een aantal boeken van de lijst. De IBID-docent heeft hier als hoofdverantwoordelijkheid er voor te zorgen dat de leerling een geschikt onderwerp en een relevante onderzoeksvraag kiest. Daarnaast begeleidt de docent het schrijfproces en zorgt, in samenwerking met de school, dat het WLA op de juiste wijze en tijd wordt ingeleverd bij het IBO. Het werken aan het WLA vindt plaats aan het einde van het eerste schooljaar. Het mondelinge examen wordt afgenomen in
7
maart-april van het examenjaar. IBID bereidt de leerling hier grondig op voor. Via Skype en/of uitwisseling van MP3-bestanden worden er oefenmondelingen gedaan. De opdrachten voor het examen worden door het IBO naar school verstuurd, de leerlingen spreken hun examen in op een cd-rom die aan het IBO wordt geretourneerd. Tijdens de examens in mei (voor het examenjaar 2009-2010 vallen de Nederlandse examens op 13 en 14 mei) worden de resterende twee examenonderdelen gedaan, Paper 1 (commentary) en Paper 2 (essay). Hierop worden de leerlingen gedurende de twee jaar begeleiding stap voor stap voorbereid. Paper 1 is het enige examenonderdeel dat niet verbonden is met de literatuurlijst. Oefening en ervaring komen uit de verschillende opdrachten die docenten geven plus uit het maken van examens van de afgelopen vier jaren. Het essay is gebaseerd op drie boeken van de lijst, die uitgebreid worden behandeld. Ook voor het essay zal worden geoefend op basis van de IB-examens die door IBID ter beschikking worden gesteld.
8
4 De zo r g vo o r de le e r li ng 4.1 De intake-procedure Leerlingen melden zich aan d.m.v. het aanmeldingsformulier op de website. Vervolgens wordt er door IBID een vragenlijst opgestuurd waarin o.a. naar informatie wordt gevraagd omtrent dyslexie, de ‘leshistorie’ van een leerling en eventuele ervaring met afstandsonderwijs. Daarna wordt er in overleg met de IB-school en de ouders bekeken of de keuze voor Nederlands A1 SL self-taught haalbaar is. De samenwerking met de school is zeer belangrijk, de school draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid naar het IBO toe en speelt een vitale rol in het afnemen van examens, proefwerken en het faciliteren van studietijd. Bovendien is vaak overleg met de school belangrijk i.v.m. de pakketkeuze. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de leerling Via toetsen, beoordelingen volgens de IB ‘assessment criteria’ en observaties worden de vorderingen en ontwikkeling van de leerling bijgehouden. 4.3 De verslaggeving Van iedere leerling wordt een dossier bijgehouden, de ‘rode map’. Daarin worden gegevens opgenomen over het werk van de leerling, de voortgang en resultaten, besprekingen met de school en gesprekken met ouders. Omdat we te maken hebben met een ‘self-taught subject’ hoeven de leerlingen in principe op hun schoolrapporten geen cijfer te krijgen voor het vak Nederlands, ook een voor het IBO bestemde ‘predicted grade’ is niet noodzakelijk. Toch streven we ernaar dat er cijfers voor Nederlands worden gegeven, de voortgang wordt immers gedurende de twee jaren bijgehouden volgens de IB-criteria en zijn zeker indicatief voor het te verwachten eindcijfer. Op het IB-diploma komt uiteraard ook het behaalde cijfer voor ‘Dutch A1, SL’ te staan. De Stichting IBID verstuurt aan het einde van het eerste schooljaar een uitgebreide schriftelijke rapportage, bestemd voor de ouders/verzorgers en de contactpersoon op school. 4.4 De wijze waarop contact onderhouden wordt met ouders De Stichting IBID vindt het waardevol om met de ouders contact te hebben over de lessen van de leerling en is graag op de hoogte van bijzondere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het volgen van de lessen en
9
het inleveren van de opdrachten. De ouders kunnen met alle vragen en opmerkingen terecht bij de docent, die in sommige gevallen zal doorverwijzen naar de directeur. De e-mail die door een IBID-docent naar de leerling wordt gestuurd zal altijd met een cc. naar een van de ouders worden gestuurd, dit om kwijtraken/niet ontvangen van mail tot een minimum te beperken. We laten het aan de leerling en zijn/haar ouders over of de mail van de leerling aan de IBID-docent ook met een cc. naar een van de ouders wordt verstuurd. 4.5 Ziekte of nalatigheid van de leerling Als een leerling niet reageert op een e-mail van de IBID-docent dan geldt het volgende stappenplan: 1.
Binnen enkele dagen na het verstrijken van de deadline stuurt de docent een waarschuwing naar de leerling
2. Als hier na een week nog geen respons op komt dan stuurt de docent een e-mail aan de leerling, met cc. naar de ouders en de contactpersoon op school 3. Na nog een week geen respons wordt er een bericht gestuurd aan de directeur van de Stichting IBID (mits zij niet zelf de docent is). Zij neemt dan contact op met de leerling, de ouders én de school. Bij langdurige ziekte van een leerling overlegt de directeur van IBID met de verantwoordelijke persoon van de school over het te volgen beleid.
10
5 De do ce nt e n 5.1 Wie? De oprichtster en directeur van de Stichting IBID is mevrouw drs. J.J.M. (Josephine) Franken. Zij was tevens de enige docent van IBID tot en met het schooljaar 2002/2003. Zij heeft Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden en heeft een eerstegraads lesbevoegdheid. IB-ervaring heeft zij aanvankelijk opgedaan door haar werkzaamheden aan de ‘International School Rijnlands Lyceum Oegstgeest’ en ‘The International School of The Hague’ en door het volgen van IBworkshops. Daarnaast is ze voor de Stichting NOB voorlichtster voor IBdocenten Nederlands in het buitenland en geeft ze workshops voor docenten. Tot en met het schooljaar 2007-2008 was zij werkzaam als IBDP en IGCSE-docente Nederlands op het United World College of South East Asia (UWCSEA) in Singapore, vanaf 2008-2009 werkt ze uitsluitend voor IBID. De tweede docent is mevrouw drs. M.A.E. (Margriet) Overbeek. Ook zij heeft Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden en zij heeft een eerstegraads lesbevoegdheid. Zij was werkzaam aan de ‘International School Rijnlands Lyceum Oegstgeest’ tot augustus 2007, heeft diverse IB-workshops gevolgd en begeleidt IB-docenten Nederlands in het buitenland. Sinds de zomer van 2007 heeft ze haar eigen bedrijf dat zich richt op het verzorgen van taaltrainingen, daarnaast is ze een gediplomeerde shiatsu-therapeute. Margriet werkt sinds 2003 voor IBID. Mevrouw A.E. (Annelies) Koelman-de Reus studeerde Nederlands aan de Rijksuniversiteit Leiden en studeerde af met een eerstegraads lesbevoegdheid. Als bijvakken deed ze o.a. Tweede Taalverwerving en Jeugdliteratuur. Sinds 1996 is zij werkzaam als IB-docente Nederlands aan de internationale scholen van Wiesbaden en Frankfurt. Zij heeft ruime ervaring in het begeleiden van IB-leerlingen. Sinds september 2005 werkt ze als derde docent tevens voor IBID. De heer T.(Teun) Veken heeft Nederlandse taal-en letterkunde gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam, met als afstudeerrichting Moderne Letterkunde. Na zijn afstuderen in 2000 heeft hij de postdoctorale
11
lerarenopleiding gedaan. Vervolgens werkte hij op diverse internationale scholen (Curaçao, Dubai), sinds 2006 is hij neergestreken op de International School of The Hague (ISH), waar hij lesgeeft in het IBMYP- en IBDPonderwijs en tevens ‘subject coordinator’ is. Daarnaast werkt hij vanaf september 2007 voor IBID. Mevrouw H.S. (Suzanne) van den Nieuwendijk behaalde haar MO-akte A in 1989, studeerde daarna Nederlandse taal- en letterkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en slaagde in 1993 voor haar doctoraal in de vroeg moderne letterkunde. Daarna werkte ze tussen 1994 en 1999 als onderzoeker in opleiding aan een dissertatie bij de Rijksuniversiteit Groningen. Van 2002-2007 gaf ze Nederlands binnen het IBMYP en IBDP aan de internationale afdeling van het Rijnlands Lyceum Oegstgeest (RLO), in 2007 werd ze gevraagd in te vallen op het Rijnlands Lyceum Muscat te Oman en op de Hogeschool Utrecht. Begin 2008 hervatte ze het schrijven aan haar dissertatie, vanaf augustus 2008 werkt ze als docent bij de Stichting IBID en wederom bij het RLO. 5.2 Wijze van vervanging bij ziekte of scholing De cursus zal altijd doorgang vinden. Bij onverhoopt langdurig uitvallen van één van de IBID-docenten zullen de lessen worden overgenomen door een andere IBID-docent. 5 .3 Scho li ng va n do ce nt e n Alle docenten van IBID hebben een universitaire studie Nederlandse Taalen Letterkunde afgesloten en een eerstegraads lesbevoegdheid behaald. De ontwikkelingen binnen het IB-onderwijs worden op de voet gevolgd en er wordt voortdurend aandacht geschonken aan vergroting van deskundigheid. Hiertoe worden alle relevante bijscholingscursussen van het IBO gevolgd. Ook volgen alle docenten de laatste ontwikkelingen binnen het IB via het OCC (Online Curriculum Centre), waar zij als IB-docent toegang toe hebben.
12
6 De o ude r s 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders De Stichting IBID probeert een goede samenwerking te creëren door de ouders zo veel mogelijk informatie te geven. Indien voor de ouders de informatie onvoldoende blijkt te zijn, kan altijd schriftelijk of mondeling om nadere toelichting gevraagd worden. Met uitzondering van persoonlijke dossiers van docenten en overige leerlingen zijn alle gegevens ter inzage, bijvoorbeeld het schoolplan, referenties, enzovoorts. De Stichting IBID vindt het belangrijk dat ouders vertrouwen hebben in het onderwijzend personeel. Begrip en respect voor elkaar zijn een uitgangspunt voor goede communicatie. Het is bovendien noodzakelijk dat ouders en school dezelfde doelen hebben ten aanzien van het te bereiken niveau van Nederlandse taalbeheersing. Daarmee verband houdt de mate waarin thuis Nederlands wordt gesproken. U kunt uw zoon/dochter niet beter ondersteunen dan door thuis consequent Nederlands te spreken, Nederlandse tijdschriften en kranten in huis te hebben en zelf eventueel ook de boeken van de lijst te lezen en die met elkaar te bespreken. Het onderhouden van contacten met Nederlandstalige vrienden en familie door middel van schriftelijke communicatie is ook zeer bevorderlijk voor het bijhouden van het geschreven Nederlands. 6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school De Stichting IBID vindt het belangrijk goede contacten met de ouders en verzorgers van de leerlingen te onderhouden. Het is van groot belang dat ouders eventuele wijzigingen in hun e-mail adres doorgeven. Ook stellen we het op prijs de mogelijkheid te hebben ouders in uitzonderlijke gevallen via telefoon of Skype te kunnen contacteren. 6.3 Klachtenprocedure Ouders kunnen zich altijd tot de school wenden met klachten. Goede afspraken over de dan te volgen gedragslijn helpen om duidelijkheid te scheppen en voorkomen dat dergelijke kwesties tot een conflict escaleren. Uitgangspunt bij deze afspraken is dat klachten, problemen, vragen en dergelijke rechtstreeks worden aangekaart bij degene die direct met de kwestie te maken heeft.
13
Er is dus een bepaalde getrapte aanspreekbaarheid bij klachten van ouders. Deze ziet er als volgt uit: Niveau 1 De ouders nemen de klacht rechtstreeks op met de docent. Niveau 2 Vinden de ouders en/of de docent geen bevredigende oplossing voor het probleem, dan wordt de directeur van de school ingeschakeld. Deze kan overigens ook al op het eerste niveau bij de kwestie worden betrokken, maar dan slechts met instemming van een van beide partijen. Niveau 3 Indien ook na het overleg met de directeur de kwestie niet bevredigend kan worden opgelost, dan wordt de zaak voorgelegd aan het bestuur. Dit zal in voortdurend overleg met de directeur de kwestie bezien en hopelijk tot een oplossing kunnen brengen. Mocht dit nog niet tot een bevredigende oplossing van de klacht leiden, of is de hierboven geschetste procedure niet mogelijk, dan kunnen ouders of leerlingen zich wenden tot een vertrouwenspersoon. Vanaf 6 januari 2003 is er een centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs operationeel, dat ook geldig is voor ouders met schoolgaande kinderen in scholen voor primair en voortgezet onderwijs in het buitenland. Tussen 8.00 uur en 17.00 uur is daar een vertrouwensinspecteur bereikbaar. Omdat rechtstreeks bellen naar dit nummer vanuit het buitenland niet mogelijk is, kan men via het inspectiekantoor in Breda, telefoonnummer ++31 76 5244477, doorgeschakeld worden naar het betreffende meldpunt. 6.4 Schoolgeld/ouderbijdragen 2008-2009 lesgeld eerste schooljaar
€ 2200,00
lesgeld tweede schooljaar
€ 2200,00
lesgeld twee schooljaren in één (‘noodprogramma’)
€ 3450,00
Aan het begin van het eerste schooljaar dient u rekening te houden met de kosten van boeken en lesmateriaal, bij elkaar ongeveer € 200,00 (minder indien u zelf al over een deel van de boeken beschikt). Restitutie (naar rato) van lesgeld is in principe alleen mogelijk bij voortijdige uitschrijving voor IB-onderwijs. De Stichting IBID vraagt jaarlijks subsidie aan voor haar leerlingen bij de Stichting NOB. De hoogte van het lesgeld is mede bepaald door de toekenning van subsidie. Indien een leerling niet voor subsidie in
14
aanmerking komt zal de Stichting IBID dit aan de ouders melden. De ouders kunnen dan een naheffing verwachten ter hoogte van het bedrag van de niet toegewezen subsidie (ongeveer €525,00). Ten behoeve van de subsidie-aanvraag verstrekt de Stichting IBID jaarlijks een financieel jaarverslag aan de Stichting NOB. De geldstroom van de Stichting IBID wordt dus op deze wijze gecontroleerd door de Stichting NOB.
15
7 Re sult a t e n e n k wa li t e i t va n he t o nde r wi j s 7.1 Leerresultaten van leerlingen Het IB geeft cijfers op de schaal van 7 7 = excellent performance 6 = very good performance 5 = good performance 4 = satisfactory performance 3 = mediocre performance 2 = poor performance 1 = very poor performance In onderstaande tabellen staan de resultaten van de afgelopen vier schooljaren. De variabele getallen geven het aantal leerlingen aan dat een bepaald cijfer gehaald heeft na het volgen van het ‘noodprogramma’ of het reguliere 2-jaars programma bij IBID.
Schooljaar 2004-2005 1
2
3
4
5
‘noodprogramma’
6
7
1
2-jaars programma
1
1
2
2
3
4
5
6
Schooljaar 2005-2006 1
2
7
‘noodprogramma’ 2-jaars programma
3
3
Schooljaar 2006-2007 1
2
3
4
‘noodprogramma’ 2-jaars programma
5
6
2 1
4
1
7
16
Schooljaar 2007-2008 1
2
3
4
5
6
3
3
4
7
‘noodprogramma’ 2-jaars programma
Het wereldwijde gemiddelde voor IB Dutch A1 SL schommelde tussen 2000 en 2008 rond de 5. Het gemiddelde van de IBID-leerlingen in die periode ligt ook vrij constant op een 5 (nooit lager), een enkele keer zelfs op 6. Dat is een bijzonder goed resultaat als men in aanmerking neemt dat de IBIDleerlingen hier vergeleken worden met leerlingen die bijna allemaal A1 Nederlands op school hebben gedaan (’taught students’). De Stichting IBID probeert structureel zicht te krijgen op de prestaties van haar leerlingen in het universitair en voortgezet onderwijs. De meeste leerlingen kiezen voor terugkeer naar Nederland. Wel is er een tendens om in Nederland voor internationaal universitair onderwijs te kiezen. Het is op dit moment nog moeilijk om in te schatten in hoeverre de lessen van IBID bijdragen aan een makkelijke doorstroom in het Nederlandse vervolgonderwijs. 7.2 Kwaliteit van het onderwijzend personeel De Stichting IBID biedt de garantie dat de docenten over een eerstegraads lesbevoegdheid beschikken en ervaren IB-docenten zijn. De ontwikkelingen binnen het IB-onderwijs worden op de voet gevolgd en er wordt voortdurend aandacht geschonken aan vergroting van deskundigheid. Hiertoe worden alle relevante bijscholingscursussen van het IBO gevolgd. Ook volgen de docenten de laatste ontwikkelingen binnen het IB via het OCC (Online Curriculum Centre), waar zij als IB-docenten toegang toe hebben. 7.3 Kwaliteit van het onderwijs In juni 2007 heeft de inspectie van het onderwijs een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) uitgevoerd. De Stichting IBID is trots op de
17
bevindingen in dit rapport. Het rapport is te lezen op de internetpagina van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl
18
8 Scho o lt i j de n e n st udi e be la st i ng Het schooljaar loopt van 1 september tot en met 30 juni, volgens de afspraken van scholen op het noordelijk halfrond. Er wordt indien mogelijk rekening gehouden met - afwijkende - schoolvakanties van de leerlingen, mits dit op tijd aangegeven wordt. De Stichting IBID is in principe gesloten in de maand juli en tijdens de kerstvakantie. De contactfrequentie is gemiddeld eens per twee weken. De studiebelasting is gelijk aan die van elk ander IB-vak op Standard Level. Een IB-school hoort aan een op school gegeven Standard Level-vak per cursus van twee jaar in totaal 150 klokuren (is meestal drie lesuur per week) te besteden. Daarbij komt dan natuurlijk nog het huiswerk van de leerling. De Stichting IBID gaat uit van 40 te geven klokuren per schooljaar. Het verschil in uren met een op school gegeven vak moet dus door de ‘selftaught-leerling’ ingevuld worden. Internationale scholen houden steeds beter rekening met leerlingen die een A1 Language als self-taught student doen; er wordt in het rooster tijd vrij gemaakt voor het werken aan het betreffende vak en er is een ‘selftaught programma coordinator’ aangewezen. In de ingeroosterde schooluren wordt er dus ook ruimte geven voor het maken van proefwerken en opdrachten die door de IBID-docent aan de school worden gestuurd.
19
9 N a m e n e n a dr e sse n 9.1 Adresgegevens school Stichting IBID Naegeligasse 4 6370 Stans (NW) Zwitserland T +41 416107590 E
[email protected] W www.stichtingibid.org 9.2 Docenten en directie Mevr. Drs. J.J.M. Franken E
[email protected] Mevr. Drs. M.A.E. Overbeek E
[email protected] Mevr. Drs. A.E. Koelman-de Reus E
[email protected] De heer Drs. T. Veken E
[email protected] [email protected]@stichtingibid.org Mevrouw Drs. H.S. van den Nieuwendijk E
[email protected] 9.3 Schoolbestuur Voorzitter: Mevrouw H.M.J. (Riette) Geerts Penningmeester: De heer A.C. (Aernout) van der Gaag Secretaris: De heer J.F. (Hans) Schellekens
20
Contactpersoon bestuur: De heer Hans Schellekens E
[email protected] 9.4 Vertrouwenspersoon Vanaf 6 januari 2003 is er een centraal meldpunt Vertrouwensinspecteurs operationeel, dat ook geldig is voor ouders met schoolgaande kinderen in scholen voor primair en voortgezet onderwijs in het buitenland. Tussen 8.00 uur en 17.00 uur is er een vertrouwensinspecteur bereikbaar. Omdat rechtstreeks bellen naar dit nummer vanuit het buitenland niet mogelijk is, kan men via het inspectiekantoor in Breda, telefoonnummer +31 76 5244477, doorgeschakeld worden naar het betreffende meldpunt. 9.5 Van externe personen Stichting NOB, Afdeling onderwijskundige dienstverlening Parkweg 20a 2271 AJ Voorburg T +31 70 3866646 F +31 70 3873154 E
[email protected] W www.stichtingnob.nl Inspecteur Voortgezet onderwijs Buitenland: Dhr. R. Roozenburg Rijksinspectiekantoor Breda Postbus 4774 4800 GK Breda T +31 (0)76 524 44 77 E
[email protected] W www.owinsp.nl
21
Bi j la ge Hieronder volgt de tekst van artikel 24a en 24c van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO), september 1998.
1.
Artikel 24a Schoolgids De schoolgids bevat voor ouders, voogden, verzorgers en leerlingen informatie over de werkwijze van de school en bevat in elk geval informatie over:
a.
de doelen van het onderwijs en de resultaten die met het onderwijsleerproces worden bereikt, waaronder, in ieder geval met betrekking tot het schooljaar voorafgaande aan het schooljaar waarin de schoolgids wordt vastgesteld en onderscheiden naar soort onderwijs, voor elk leerjaar
1.
het percentage leerlingen dat doorstroomt naar een hoger leerjaar of een ander soort onderwijs,
2.
het percentage leerlingen dat de school zonder diploma verlaat en het percentage leerlingen dat voor het eindexamen slaagt,
b.
de wijze waarop aan de zorg voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoeften wordt vorm gegeven.
c.
de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut,
d.
de geldelijke bijdrage, bedoeld voor een dergelijke bijdrage, die voldoet aan de eisen die in artikel 27, tweede lid, zijn geformuleerd, in de schoolgids wordt opgenomen.
e.
de rechten en plichten van de ouders, de voogden, de verzorgers, de leerlingen en het bevoegd gezag, waaronder de informatie over de klachtenregeling, bedoeld in artikel 24b, waarbij wat betreft de leerlingen kan worden volstaan met vermeldingen van de rechten en plichten opgenomen in het leerlingenstatuut, bedoeld in artikel 24g, en
f.
de wijze waarop het bevoegd gezag omgaat met de in artikel 24, eerste lid, omschreven bijdragen.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven met betrekking tot de wijze waarop de resultaten worden beschreven die met het onderwijs worden bereikt, en de context wordt vermeld waarin de onder a bedoelde resultaten dienen te worden geplaatst.
22
3.
Het bevoegd gezag reikt de schoolgids uit aan de ouders, voogden, verzorgers dan wel de meerderjarige en handelingsbekwame leerling bij de inschrijving en jaarlijkse vaststelling van de schoolgids.
4.
De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal voorgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat 4 weken na de overlegging zijn verstreken en gedurende die termijn niet door ons namens een kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Als dan wordt een daartoe strekkend wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.
1.
Artikel 24c Vaststelling schoolplan en schoolgids Het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de vier jaar het schoolplan vast. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks de schoolgids vast ten behoeve van het eerstvolgend schooljaar. Het bevoegd gezag zendt het schoolplan dan wel de wijzigingen daarvan en de schoolgids onmiddellijk na de vaststelling aan de inspecteur.