2015-2016
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Het College van Bestuur 1. Een woord vooraf 2. De school 2.1 Levensbeschouwelijke identiteit 2.2 Directie 2.3 Situering van de school 2.4 Schoolgrootte 3. Waar de school voor staat 3.1 De missie van de school 3.2 De visie van de school 3.3 Het klimaat van de school 4. De inhoud van het onderwijs 4.1 Wat gegeven wordt 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van kinderen in de school 4.3 De zorg voor kinderen 4.4 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs 4.5 De resultaten van ons onderwijs 5. De organisatie van het onderwijs 5.1 De organisatie van de school 5.2 De opvang van (nieuwe) kinderen 5.3 Vieringen en evenementen 5.4 Overige zaken van belang 6. De ouders 6.1 Directe contacten ouders – school 6.2 Ouderhulp 6.3 Informatie aan ouders 6.4 Informatie naar gescheiden ouders 6.5 Klachtenregeling 6.6 Contacten kinderen uit Oostrum op het speciaal onderwijs 6.7 De ouderraad 6.8 De medezeggenschapsraad 6.9 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 6.10 Sponsoring 7. Instanties in en rond school 8. Regelingen 8.1 Leerplicht en verlof 8.2 Afwezigheid en ziekte 8.3 Ziekte en verlof leerkrachten 8.4 Overblijven 8.5 Buitenschoolse opvang 8.6 Toezicht 8.7 Veiligheid 8.8 Gebruik persoonsgegevens 8.9 Spreekuren Bijlage 1 Ondersteuningsloket
1
1 2 4 5 5 6 6 6 7 7 7 8 9 9 13 14 21 21 23 23 24 27 30 33 33 33 34 34 34 36 36 37 37 37 38 42 42 43 44 44 44 44 45 46 46 47
Het College van Bestuur Sinds 1 augustus 2007 is er binnen SPOVenray sprake van een College van Bestuur en een Raad van Toezicht. Mevrouw Y. Raaijmakers vormt het College van Bestuur. Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de 15 scholen en is werkgever van alle medewerkers SPOVenray. Het College van Bestuur wordt bijgestaan door een stafbureau met een staflid voor financiële en huisvestingszaken dhr. J. Hendriks, met een beleidsmedewerker voor personele zaken mevr. F. van Lieshout, twee deeltijd beleidsmedewerkers voor kwaliteit en onderwijs mevr. M. Hoeijmakers en dhr. M. van Gessel en de medewerkers van het secretariaat. De Raad van Toezicht bestaat uit zes leden die zijn voorgedragen uit de drie zuilen: openbaar, protestants christelijk en rooms-katholiek onderwijs. De voorzitter is mevr. M. Boersma (RK), de overige leden zijn dhr. J. Schoeren (RK), en dhr. K. van Soest (RK), mevr. S. Smeets (OO), mevr. N. Kleijwegt (PC) en dhr. B. Linskens (OO). De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur of deze de kwaliteit van het onderwijs op een goede wijze bevordert en het werkgeverschap zorgvuldig vorm geeft. Sinds 2009 zijn het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van SPOVenray ook het bestuur en de toezichthouder van de Stichting Peuterspeelzalen Venray en de Stichting KinderWereld. Deze bestuurlijke verbinding is aangegaan om op zo veel mogelijk scholen te werken aan integrale kindcentra, waarbij de school op locatie dagarrangementen aanbiedt van 7.00- 19.00 uur voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Tevens is het doel om een directe invloed te hebben op de kwaliteit van de voorschoolse educatie en de afstemming en samenwerking met groep 1, die van groot belang zijn voor de kinderen, hun ouders, en de basisscholen, die deze kinderen aangemeld krijgen. De directeur van de beide stichtingen is mevrouw P. Tielen. Voor u als ouder blijft de school uiteraard het aanspreekpunt voor alle zaken die uw kind of de school aangaan. De directie draagt de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken. Het College van Bestuur is verheugd dat het onderwijs op haar scholen van goede kwaliteit is. Ook al weten we dat het nooit goed genoeg kan zijn. Het belang van ouderparticipatie en de medezeggenschap neemt toe. Via de medezeggenschapsraad (M.R.) en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (G.M.R.) wordt deze inbreng gewaarborgd. De school streeft ernaar om ouders optimaal te betrekken bij de ontwikkeling van de school. Op de meeste scholen functioneert een ouder panel waarbij ouders en school hun ideeën uitwisselen en goede ideeën verwerkelijken. De school legt verantwoording af aan ouders middels deze schoolgids. Dit is het gevolg van de invoering van de kwaliteitswet. In deze wet wordt ook geregeld dat er klachtenregelingen zijn m.b.t. klachten over de gang van zaken op school. In deze schoolgids kunt u hierover meer lezen. Scholen willen in het kader van burgerschapsvorming ook de kinderen bij het beleid van de school betrekken, dat gebeurt in de leerlingenpanels, waarbij kinderen en school bespreken wat goed is voor de kinderen om te doen en oplossingen te bedenken die passen bij het aan de orde gestelde onderwerp. De school is er voor de ontwikkeling van kinderen. Omdat kinderen recht hebben op het beste onderwijs heeft SPOVenray een strategisch beleidsplan 2015-2019 opgesteld met als titel “Leren in de wereld van morgen”. Dit beleidsplan is volledig gericht op de brede ontwikkeling van uw kind opdat het al zijn/ haar talenten kan ontwikkelen. We willen kinderen eigentijds onderwijs aanbieden dat ondersteund wordt door ICT. Hierdoor wordt de kwaliteit van het onderwijs aan de kinderen verbeterd en meer op maat, passend bij de leer- en ontwikkelingsvragen van uw kind. In dit strategisch beleidsplan worden doelen gesteld op basis van vier thema’s: 1.De brede ontwikkeling van het kind; 2. De professional; 3. ICT; 4. Partnerschap. Indien u hierover meer wilt weten, verwijs ik u naar onze website: www.spovenray.nl en naar de website 2
van uw school. De scholen hebben dit beleidsplan voor hun eigen school vertaald in een Koersplan. Dit Koersplan is goedgekeurd door de MR van de school. De scholen van SPOVenray gaan intensiever samenwerken om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen door de kennis en kunde van onze leerkrachten en specialisten meer uit te wisselen en verder te ontwikkelen. Scholen werken hiertoe samen in een cluster. De school van uw kind werkt samen in cluster Oost bestaande uit de scholen De Hommel, De Klimboom, De Kruudwis, De Stek en H. Maria Oirlo. Directie, team en alle andere geledingen willen samen met u, ouders, en de kinderen de school tot een steeds betere school maken met een prettig en veilig werkklimaat en goede resultaten. Wij wensen u allen en vooral de kinderen weer een fijn schooljaar toe.
Yvonne Raaijmakers, College van Bestuur, Eindstraat 42, 5801 CR Venray Tel: 516215 e-mail:
[email protected] website: www.spovenray.nl
3
1. Een woord vooraf Dit is de nieuwe schoolgids voor het schooljaar 2015-2016. Een gids die informatie geeft over het reilen en zeilen van De Meulebeek, waar wij als school voor staan en wat u van onze school mag verwachten. Naast de schoolgids staat op schoolkalender alle veranderlijke informatie. Zo geven de schoolgids en de kalender samen informatie over onze school en de kwaliteiten van ons onderwijs. De school is er om te leren, te werken, om elkaar te ontmoeten en om te spelen. Dit gaat het beste als je lekker in je vel zit, als je je veilig en geaccepteerd voelt. Ieder kind heeft daar recht op. Samen met de ouders willen wij een veilige, open leeromgeving creëren.
Spiegel je in het water van de beek, dan voel je je later, als een vis in het water!
Samen spelen, samen delen, samen sterk! Net als een school vissen, Ja, ...dat is het werk!!!
4
2. De school 2.1 Levensbeschouwelijke identiteit Basisschool de Meulebeek is een school die zich katholiek noemt omdat zij zich in het doen en laten laat inspireren door de wijze waarop Jezus ons in woord en daad hierin is voorgegaan. Waarden als rechtvaardigheid, eerlijkheid, verdraagzaamheid, vergeving en vertrouwen staan bij ons dan ook hoog in het vaandel. Onze basisschool is daarom ook een school, waar ieders godsdienst of levensbeschouwing wordt gerespecteerd en gewaardeerd. Op die manier moet het mogelijk zijn om, ondanks verschillen tussen mensen, positief met elkaar in de maatschappij te staan.
Elke levensbeschouwing is relatief en er is meer dan godsdienst in het leven. Vanuit de katholieke achtergrond van het dorp en de school, zal de katholieke godsdienst meer nadruk krijgen; daarnaast willen wij ruimte bieden voor andere godsdiensten en levensbeschouwingen.
Primair zijn de ouders verantwoordelijk voor de godsdienstige en levensbeschouwelijke opvoeding van hun kinderen. De school wil deze verantwoordelijkheid met ouders delen. Wij vinden samenwerking tussen school en ouders op het gebied van levensbeschouwelijke vorming daarom belangrijk.
Het groeien van respect en verantwoordelijkheidsgevoel bij kinderen vinden wij belangrijk voor de levensbeschouwelijke vorming van de kinderen.
Wij vinden het belangrijk om gezamenlijk bezig te zijn een boodschap uit te dragen. “Samen vieren” is daarvoor een geschikt middel. Vieringen vinden plaats op school of in de kerk.
Wij willen laten zien dat mensen van alle godsdiensten en levensovertuigingen kunnen samenleven op basis van gedeelde waarden. We proberen kinderen daadwerkelijk daarmee in contact te brengen. Hierbij gaan we uit van de overeenkomsten en niet van de verschillen.
Wij zijn overtuigd van de symboliek van de “tien geboden” en bijbelverhalen, zetten deze om in een eigentijdse vertaling en dragen dit actief uit binnen de schoolgemeenschap.
Wij vinden het belangrijk dat kinderen vanuit hun eigen beleving vragen stellen en nadenken over levensbeschouwelijke vraagstukken.
De school ontleent haar naam, behalve aan de watermolen, ook aan de beek die ooit stroomde in de nabijheid van de plek waar de school.
5
2.2 Directie De directeur van de school is Karin Buskens. Door de krimp van de school kiezen wij er voor om geen bouwcoördinatoren meer in te zetten. Alle vergaderingen van het kleiner wordende team vinden gezamenlijk plaats. De directeur wordt in haar directietaken ondersteund door de stuurgroep die een aantal malen per jaar bij elkaar komt. De stuurgroep bestaat uit de voormalige bouwcoördinatoren Rosan Derkx en Eunice Schwachöfer en de intern begeleider Mira Klaassen. 2.3 Situering van de school De school ziet zichzelf in de eerste plaats als een onderwijsvoorziening voor het dorp Oostrum, maar ook kinderen van buiten het dorp kunnen op school worden ingeschreven. 2.4 Schoolgrootte Het aantal kinderen bedraagt ongeveer 170 leerlingen. De komende jaren zal er nog een terugloop in leerlingenaantal plaatsvinden. Dit schooljaar kunnen wij 7 groepen formeren, te weten groep 1/2 A, groep 1/2 B, groep 3, groep 4, groep 5/6, groep 7 en groep 8. Aan de school zijn 12 leerkrachten en een directeur verbonden. Van het onderwijzend personeel hebben 2 groepsleraren een fulltime-aanstelling. Door het gebruik van BAPO (werktijdvermindering) zijn er enkele leerkrachten structureel een of twee dagen vrij geroosterd. Op maandagmiddag is er een administratieve kracht werkzaam op school. Het gebouw wordt schoongemaakt en onderhouden door 3 interieurverzorgers en een conciërge.
6
3. Waar de school voor staat 3.1 De missie van De Meulebeek Spiegel je in het water van de beek… Dan voel je je later als een vis in ’t water Samen spelen, samen delen, samen sterk… Net als een school vissen Ja,… dat is ’t werk In de missie staat het leren centraal: leren van en met elkaar. Het leren van de kinderen, maar ook het leren van leerkrachten en directie. Spiegel je (reflecteren), als een vis in het water (veiligheid), samen spelen (plezier in leren), samen delen (waar mogelijk verschillen benutten als uitgangspunt van leren), samen sterk (verbondenheid). 3.2 De visie van De Meulebeek De missie is waar wij voor staan, de visie is waar wij de tijdens het vierjarige schoolplan (2011-2015) voor gaan. Door het formuleren van onze visie laten we zien welke richting we willen inslaan en hoe het zal zijn als we daar samen aankomen. Uitgangspunten Onze school is een school: - waar kinderen en leerkrachten graag naar toe gaan - waar ouders gemakkelijk binnenlopen - die gericht is op goede prestaties - die kinderen leert zelfstandig te leren - die uitgaat van onderwijs op maat - die actief en organisatorisch sterk is Wij vinden het belangrijk dat: - kinderen geloof en plezier hebben in hun eigen kunnen, - kinderen zonder hulp dingen kunnen ondernemen en leren, - kinderen voelen dat ze gewaardeerd worden. Wij willen een doorgaande lijn in ons onderwijs ten aanzien van: sfeer, interactie, zelfstandige leerhouding, instructie, samenwerkend leren en zelfsturing. De visie staat verwoord in ons Koersplan dat u kunt vinden op onze website: www.demeulebeekoostrum.nl
7
3.3 Het klimaat van de school Omdat de sfeer waarin kinderen opgroeien van grote invloed is op de voortgang van de ontwikkeling, trachten wij een vriendelijk en veilig klimaat te scheppen met duidelijke afspraken en regels, opdat kinderen een gevoel van orde en regelmaat ondervinden. In de contacten met collega’s en ouders stellen wij een hoge mate van openheid naar elkaar zeer op prijs met daarbij een wederzijds respect voor ieders taak in de opvoeding van het kind. Het ouder- en leerling-panel zijn belangrijk bij het bewaken van het sociale klimaat op onze school. Tijdens de bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan datgene wat bij ouders en kinderen leeft.
Een goede start van het schooljaar Na de vakantie start iedere leerkracht met een nieuwe groep. Op het moment dat de klas voor het eerst bij elkaar komt start het proces van groepsvorming. Wij hechten belang aan een positief pedagogisch klimaat waarbij de positieve relatie tussen leraar en leerling groot is. We bouwen dit aan het begin van het schooljaar op een effectieve , positieve en inspirerende manier op. Dit doen we onder andere door het geven van complimenten, het inzetten van coöperatieve werkvormen en groepsvormende activiteiten. We stellen samen met de leerlingen de groepsregels op en nemen regelmatig de tijd om deze regels van betekenis te voorzien. In alle groepen worden deze regels gevisualiseerd. Enkele regels die wij belangrijk vinden zijn: We zorgen voor een opgeruimde school We zorgen ervoor dat iedereen fijn kan spelen en werken We lopen en praten rustig in het gebouw We maken geen ruzie, als het toch gebeurt lossen we het samen op We helpen elkaar als het nodig is We luisteren als iemand iets tegen ons zegt We zeggen onze mening of vragen iets op de goede manier We zijn voorzichtig met de spullen van onszelf en van anderen We houden er rekening mee dat niet iedereen hetzelfde is We houden ons aan regels en afspraken, deze zijn er niet voor niets Kinderyoga en Onderlinge Kindermassage Er worden regelmatig yoga/lessen en massageoefeningen aangeboden in de groepen 1 t/m 8. De oefeningen zijn gericht op ademhaling, houding, concentratie, samenwerken en ontspanning. Yogaoefeningen worden geïntegreerd in muziek, spel en bewegingslessen maar ook tussen de lessen door om de energie weer op te laden. Bij onderlinge kindermassage masseren de kinderen elkaar op speelse wijze over de kleren, op de rug, de nek, het hoofd en de armen met respect voor eigen grenzen en die van iemand anders. Door de massage ontstaat er verbondenheid van het kind met zichzelf en met de ander. Afname van agressie en onrust is bovendien een gevolg. Op school is hiervoor een gediplomeerde leerkracht ter beschikking om de lessen te verzorgen en de leerkracht te begeleiden. Kindercoaching: Op onze school is aandacht voor het individuele kind. Kindercoaching is een kortdurende begeleiding om samen met het kind naar een oplossing te zoeken voor een hulpvraag. Het betreft hier kleine problematieken waar in de groep minder tijd voor is. De leerkracht kan de hulp van onze kindercoach inschakelen. Door middel van korte gesprekken of spel kan disfunctioneel gedrag omgezet worden in meer functioneel gedrag of negatieve gedachten in meer helpende gedachten. Weerbaarheidsoefeningen en het aanleren van sociale vaardigheden behoren tot de mogelijkheden. Dit kan in een kleiner groepje of groepsverband plaatsvinden. Door het inzetten van bovenstaande preventieve en curatieve lessen en oefeningen dragen we bij aan het bevorderen van een beter sociaal pedagogisch schoolklimaat.
8
4. De inhoud van het onderwijs 4.1 Wat gegeven wordt Leerlingactiviteiten in de groepen 1-2 Voor de kinderen in de groepen 1-2 proberen wij situaties te scheppen waarbinnen zij spelend bezig kunnen zijn. Door het spelen doet het kind ervaringen op, waardoor het spelend leert. In groep 2 krijgen de kinderen naast het vrij spelen ook gerichte opdrachten. Omdat niet ieder kind hetzelfde is en er verschillen in ontwikkeling kunnen voorkomen, krijgen niet alle kinderen dezelfde opdracht. Regelmatig terugkerende activiteiten in de groepen 1-2 zijn: - het kring-leergesprek: kinderen leren (correct) spreken en luisteren - de speel-werkles: kinderen ontwikkelen spel- en werkgedrag, fijne motoriek, visuele, ruimtelijk en auditieve waarneming, de taal, de creativiteit - spelen binnen-buiten: kinderen ontwikkelen spelplezier, de fantasie, de grove motoriek, sociale vaardigheden, het bewegen in de ruimte, de redzaamheid. Tijdens deze activiteiten komen ook materialen en activiteiten aan de orde die meer gericht zijn op: - het voorbereidend lezen de beheersing van taal en taalbegrippen, luister- en geheugenspelletjes, kleur-, vorm- en klankonderscheiding - het voorbereidend schrijven het hanteren van schrijfmateriaal, de juiste schrijfhouding, schrijfpatronen oefenen van grof naar fijn. Hierbij maken we gebruik van de methode pennenstreken - het voorbereidend rekenen de beheersing rekenbegrippen, het zien en vergelijken van hoeveelheden, vooruit en terug tellen, sorteren en vergelijken Ter ondersteuning van genoemde activiteiten wordt gebruik gemaakt van o.a. bronnenboeken, de boekenhoek, de lees-schrijfhoek, de luisterhoek en hoeken die bij en voor projecten worden gecreëerd. Lezen Van een methodische aanpak van het leesonderwijs is in de groepen 1-2 nog geen sprake. Wel wordt er gewerkt met Kleuterplein, een methode voor groep 1 en 2. Het combineert de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen, wereldoriëntatie, motoriek, sociaal-emotionele ontwikkeling, muziek en voorbereidend schrijven. Kleuterplein is opgezet rondom 16 thema’s. De groepsleerkracht creëert mogelijkheden die het kind uitnodigen te spelen en werken met lettermateriaal. Meer gerichte activiteiten worden ter stimulering gepland, wanneer de groepsleerkracht ziet dat het kind de systematiek van het lezen begint te ontdekken. Tijdens de speel-werkles maken de kinderen vrij gebruik van lees- prenten- en luisterboekjes. De groepsleerkracht legt voor elk kind de mate waarin het zich ontwikkelt vast. In groep 3 wordt na de zomervakantie begonnen met de methodische aanpak volgens de methode “Veilig Leren Lezen”. De groepsleerkracht stemt daarbij het leesonderwijs af op de individuele mogelijkheden van elk kind. Na de gezamenlijke kring- en instructieactiviteit wordt in kleine groepjes gewerkt aan op maat gesneden lees-taalopdrachten, waarbij een onderscheid gemaakt wordt qua materiaal en tempo tussen kinderen die veel of weinig instructie nodig hebben. Vanaf groep 4 wordt hierop aangesloten door kinderen groepsgewijs instructie te geven, de leesstof te verwerken en toe te passen in het leescirquit, middels de methode “Lekker lezen”. Ook wordt er vanaf groep 4 gewerkt aan begrijpend lezen met Nieuwsbegrip met interactieve leeslessen en contextopgaven aan de hand van de actualiteit. Leerlingen maken oefeningen op papier én op de computer, in een speciale leerlingomgeving. In de groepen 1 t/m 8 besteden we 4 maal per week 30 minuten per dag aan lezen op een vast moment. Dit moment wordt schoolbreed vastgelegd in het weekrooster.
9
Rekenen en wiskunde Evenals bij het leesonderwijs neemt de methodische aanpak (Wereld in Getallen) een aanvang in groep 3, hieraan vooraf gaande in groep 1-2 het spelenderwijs en soms gericht bezig zijn met voorbereidende rekenactiviteiten, meestal in de context van het ervaringsleren en projecten. In het huidige reken en wiskunde onderwijs staan de volgende aandachtsgebieden centraal: -
het vormen van inzicht in de getallenwereld het hanteren van modellen en schema’s om hiermee een brug te slaan tussen de werkelijkheid en de wiskunde het oplossen van praktische problemen en het leggen van verbanden leerstof behandelen vanuit herkenbare situaties gericht op het toepassen van rekenvaardigheden
Omdat ook bij het reken- en wiskunde onderwijs verschillen in aanleg en tempo snel zichtbaar worden, staan wij een aanpak met aparte instructiegroepen voor binnen de leeftijdsgroep. De groepsleerkracht werkt regelmatig met een of meerdere kinderen in een aparte instructiegroep aan geconstateerde of te verwachten rekenproblemen. Nederlandse Taal Was in het verleden het onderwijs in de Nederlandse Taal vooral een schriftelijke bezigheid met een grote nadruk op foutloos spellen, tegenwoordig zijn de taaloefeningen gericht op: - Woordenschat - Spreken en luisteren - Schrijven (stellen) - Taalbeschouwing ( de functie, de opbouw en de betekenis van woorden; zinsbouw en taalgebruik) De thema’s waarbinnen deze taalaspecten aan bod komen zijn ontleend aan de wereldoriënterende belevingswereld van kinderen. Hiervoor gebruiken we de methode “Taal in beeld”. De spelling is binnen de methode “Taal in Beeld” een zelfstandige leergang, waarbinnen het mogelijk is door middel van het werken op drie niveaus extra zorg te geven aan kinderen met spellingproblemen. Schrijven Schrijven is behalve een zinvolle activiteit op zich, vooral een middel om schriftelijk te communiceren c.q. gevoelens en gedachten over te brengen. Wij vinden het belangrijk, dat het kind zich een duidelijk en persoonlijk handschrift eigen maakt en enkele mogelijkheden beheerst het schrijven waar nodig te accentueren. Volgens de methode “Pennenstreken” verloopt de ontwikkeling van het schrijven van het oefenen van de fijne motoriek, het oefenen van schrijfpatronen (groep 1-2) en het schrijven van kleine letters, eerst los daarna verbonden (groep 3-4), tot uiteindelijk het leren schrijven van hoofdletters, blokletters en het op tempo leren schrijven (groepen 4 t/m 8). Wereldoriëntatie Naast het opdoen van kennis vinden wij het belangrijk om kinderen respect en waardering te laten opbrengen voor de wereld om hen heen. Dit laten wij tot uitdrukking komen in de lessen wereldoriëntatie. Hier worden de vakken aardrijkskunde (De blauwe planeet), geschiedenis (Een zee van Tijd), natuur en techniek (Wijzer door de natuur en techniek) en verkeer (Klaar Over) mee bedoeld. Het opdoen van vaardigheden zoals het zelf ontdekken, problemen oplossen en informatie verwerken zijn daarbij van groot belang. Binnen ons onderwijs geven wij ruimte aan de eigen belevingen van het kind. In de groepen 1 t/m 3 worden deze vakken niet afzonderlijk gegeven maar oriënteren de kinderen zich op hun directe omgeving en het verleden aan de hand van thema’s waarbinnen deze aspecten in onderlinge samenhang worden aangeboden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de NOT tv-serie Koekeloere en HuisjeBoompje-Beestje. Vanaf de groepen 4 t/m 8 ordenen wij de leefwereld van het kind en bieden wij hen, middels de genoemde methoden, zicht op de inhoud van de kennisgebieden Aardrijkskunde, Natuur en Geschiedenis. In groep 7 en 8 krijgen de kinderen les in de Engelse Taal volgens de methode Groove me, een lesmethode Engels waarbij muziek de basis is van alle lessen. 10
Techniek Met het onderwijs in techniek willen wij een brede basisontwikkeling van kinderen bevorderen. Dit moet aansluiten bij alle andere gebieden zoals de leervakken, wereldoriëntatie, creatieve vorming en sociaal-emotionele ontwikkeling. Kennis, inzicht en vaardigheden spelen daarbij een belangrijke rol. De techniekactiviteiten sluiten aan bij de mogelijkheden van techniek in de eigen omgeving. Elke groep heeft een cyclus van 40 lessen samengesteld waarbij techniek, gedurende het schooljaar, geïntegreerd in andere vakken aan de orde komt. Speciaal aangeschafte “techniekmaterialen” ondersteunen deze lessen. Enkele keren per jaar organiseren we “technische” werkmomenten en nemen we deel aan techiekgerichte excursies of manifestaties. Expressie activiteiten: tekenen, handvaardigheid en muzikale vorming Wij zijn van mening dat tekenen en zien elkaar wederzijds beïnvloeden. Door goed te kijken leren we tekenen, door te tekenen gaan we beter kijken. Rekening houdend met de ontwikkeling die kinderen doormaken, is ons tekenonderwijs vooral gericht op het leren ontdekken en gebruiken van aspecten zoals ruimte (standpunten-composities), licht (soorten licht-schaduw) en kleur (contrasten-kleur-families). Bij handvaardigheid laten wij kinderen creatief omgaan met allerlei materialen, waarbij zij ook de eigenschappen leren onderscheiden. Naast de handvaardigheid in de eigen groep plannen wij in de loop van het schooljaar 2 workshopmiddagen, waarbij de kinderen kunnen kiezen voor een workshop rondom een bepaalde techniek of activiteit. Binnen de heterogene groepen die zo ontstaan vinden wij het belangrijk dat kinderen van verschillende leeftijden met elkaar leren omgaan, elkaar helpen. Tijdens deze handvaardigheid in heterogene groepen laten wij de kinderen ook kennismaken met allerlei aspecten van “Techniek” met een nadruk op bouwen en construeren. Bij tekenen en handvaardigheid helpen diverse bronnenboeken de leerkracht bij de voorbereiding van de lessen. Met ons muziekonderwijs (methode: Moet je Doen) willen wij bereiken, dat kinderen hun gevoelens en beleving hiermee uitdrukken en er plezier aan ontlenen. Rekening houdend met de ontwikkeling van kinderen hierbij besteden wij met name aandacht aan het beluisteren, het zelf maken van en bewegen op muziek. SPOVenray is aangesloten bij Cultuurpad. Stichting Cultuurpad werkt in opdracht van het basisonderwijs in Limburg en wil kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 jaar brede ontwikkelingskansen bieden. Wij geloven dat cultuureducatie en talentontwikkeling broodnodig zijn om kinderen een stevige basis voor de toekomst mee te geven; het durven verder kijken dan wat je ziet, het bewustmaken van eigen voorkeuren, het leren kritisch te denken, creatief te zijn, openheid, leergierigheid, doorzettingsvermogen, experimenteerdrang, respect, durf, nieuwsgierigheid, verwondering. Met ondersteuning van Cultuurpad worden er allerlei culturele activiteiten aangeboden op school. ICT en onderwijs De school wil een omgeving scheppen waarin kinderen leren omgaan en vertrouwd raken met multimedia, teneinde beter aansluiting te kunnen vinden bij de ICT-ontwikkelingen in de maatschappij. Er is een computernetwerk op onze school en in de groepen 1 t/m 8 wordt een digitaal schoolbord gebruikt. Het netwerk stelt ons in staat om kleine groepjes leerlingen leerstof te laten oefenen en zelfontdekkend te leren. Het computernetwerk wordt structureel ingezet ter ondersteuning van het lesprogramma. Om de ontwikkelingen binnen de informatica op de voet te kunnen volgen vormen twee leerkrachten de ICT-stuurgroep, samen met een ICT ambassadeur die vanuit SPOVenray aan onze school verbonden is. Tegelijkertijd volgen de leerkrachten scholing, gericht op het omgaan met en inzetten van computers in de klas. Verantwoord gebruik van programma’s, internet, websites en e-mail vraagt om duidelijke afspraken. SPOVenray heeft een ICT beleidsplan voor de komende jaren. Dit kunt u vinden op de website van SPOVenray. Verder kunt u meer lezen hierover in het strategisch beleidsplan van SPOVenray en in het koersplan van onze school.
11
Lichamelijke opvoeding Met lichamelijke oefening of bewegingsonderwijs willen wij tegemoetkomen aan de bewegingsdrang bij kinderen. Het vak omvat gymnastiek, spel en dans. Lichamelijke oefening vinden wij ook belangrijk voor de ontwikkeling van de motoriek, de gezondheid en het sociaal gedrag van kinderen. Omdat de behoefte van jonge kinderen om te bewegen nog erg groot is, wordt er in de groepen 1-2 tweemaal per dag een bewegingsactiviteit gedaan. Dat kan zijn: een spelles of gymles in het speellokaal, buitenspel op het schoolplein of speelveld nabij de school. Vanaf groep 3 wordt er tweemaal per week gegymd in de gymzaal naast de school. Voor het geven van gymlessen maken we gebruik van de methode basislessen bewegingsonderwijs. Godsdienst- en levensbeschouwelijk onderwijs Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich een goede christelijke levenshouding eigen maken, bewust om zich heen leren kijken en openstaan voor de dagelijkse “wonderen”. Met ons godsdienst en levensbeschouwelijk onderwijs hopen wij in woord en daad te bereiken, dat kinderen zich waarden en normen eigen maken, die voor het realiseren van een betere wereld van belang zijn. Daarnaast leren wij de kinderen mensen die anders geloven, leven en denken, beter te begrijpen. Als werk- of aanbiedingsvorm geven wij de voorkeur aan projecten rond een bepaald thema dat een relatie heeft met een bijzonder kerkelijk feest. Hiervoor gebruiken we bronnenboeken, Bijbelverhalen en thema’s uit de geschiedenis- en aardrijkskundemethode. De Eerste Heilige Communie en het Vormsel krijgen specifiek aandacht oa door een speciaal project en aparte catecheselessen. Voor de communie wordt Peter Pan gebruikt en voor de vormsellessen zijn speciale lessen ingepland die begeleid worden door een extern persoon. Huiswerk - Extra werk Op onze school maken wij onderscheid tussen: Huiswerk Hieronder wordt verstaan het werk dat alle kinderen van de groepen 6, 7 en 8 opkrijgen, ter voorbereiding op b.v. een proefwerk aardrijkskunde, geschiedenis of natuuronderwijs. Later komen daar in de groepen 7 en 8 nog methodische reken- en taaloefeningen bij die door kinderen thuis wekelijks gemaakt moeten worden. Een van de doelstellingen hierbij is, dat de kinderen leren studeren en dat zij leren hun huiswerk goed te plannen. Extra werk Hieronder verstaan wij het werk, dat een kind meekrijgt als extra oefening voor lezen, rekenen en taal. Bijvoorbeeld het oefenen van de tafeltjes, leren op tempo te lezen en oefeningen om bepaalde woorden goed te leren schrijven. Zelfstandig werken Wij vinden het erg belangrijk dat kinderen: - Zelfstandig aan de hun opgedragen taken kunnen werken. - Zelfstandig problemen op kunnen lossen. - Met andere kinderen kunnen samen werken. - Weten op welke manier een ander kind het best geholpen kan worden. Daarbij worden leermiddelen gehanteerd waarmee zelfstandig gewerkt kan worden. Tevens is de organisatie van het lesgeven aangepast aan het belangrijkste doel dat nagestreefd wordt bij zelfstandig werken te weten: het scheppen van mogelijkheden voor de leraar om extra hulp te verlenen aan kinderen, terwijl de rest van de groep zelfstandig aan taken werkt. In alle groepen wordt met dag- en weektaken gewerkt. Door de inzet van coöperatieve werkvormen vergroten we de actieve betrokkenheid van elk kind. Op vaste momenten in de week geeft de groepsleraar extra zorg aan kinderen die dit behoeven. Sociaal-emotionele vorming, waarden en normen Onze school wil graag dat uw kind: - de hoogst mogelijke resultaten haalt - tot een zelfstandig, gelukkig en goed mens uitgroeit 12
-
wanneer het onze school verlaat, verantwoordelijkheid kan dragen betrokken is bij het lief en leed van anderen
Drie waarden staan daarbij op onze school centraal: respect, zorg en verantwoordelijkheid. - Respect omvat zelfrespect maar ook respect voor volwassenen, medeleerlingen en eigendommen van een ander. - Zorg willen we de kinderen bijbrengen in de vorm van behulpzaamheid, vriendelijkheid, verdraagzaamheid en beleefdheid. - Verantwoordelijkheid willen we de kinderen leren voor het eigen gedrag, voor de omgeving waarin wordt gewerkt en voor het welzijn van een ander. De slogans van onze school sluiten daarop aan: “Spiegel je in het water van de beek, dan voel je je later als een vis in het water” “Samen leren, samen spelen, samen sterk, net als een school vissen, ja… dat is ’t werk!” Rekening houden met anderen, weten hoe het hoort, samen spelen en samen problemen oplossen: als leerkracht spreken wij de kinderen er dagelijks op aan, zonder dat hiervoor duidelijk omschreven leerlijnen bestaan, zoals bij rekenen en taal. Met de methode Goed gedaan! brengen we structuur aan in de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Door de combinatie van begrijpelijke uitleg en begeleid oefenen en ervaren in diverse situaties ontwikkelen de kinderen hun sociaal-emotionele competenties. Met Goed gedaan! geven wij op een positieve en concrete manier aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Dit draagt bij aan een prettig schoolklimaat en geeft de kinderen een goede basis mee voor later. In het team hebben wij 10 regels afgesproken die wij in het bijzonder belangrijk vinden voor het samen leven en werken op school. In alle groepen worden deze regels aan de orde gesteld en komt verschillende momenten aan bod. In de groepen 1 t/m 4 zijn deze regels gevisualiseerd in “de klok” en in groep 5 t/m 8 in de “visposter”. Regels en afspraken “zo gedragen wij ons” We zorgen voor een opgeruimde school We zorgen ervoor dat iedereen fijn kan spelen en werken We lopen en praten rustig in het gebouw We maken geen ruzie, als het toch gebeurt lossen we het samen op We helpen elkaar als het nodig is We luisteren als iemand iets tegen ons zegt We zeggen onze mening of vragen iets op de goede manier We zijn voorzichtig met de spullen van onszelf en van anderen We houden er rekening mee dat niet iedereen hetzelfde is We houden ons aan regels en afspraken, deze zijn er niet voor niets 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van kinderen in de school Het leerlingvolgsysteem De ontwikkeling van kinderen wordt door ons systematisch gevolgd m.b.v. observaties en toetsen en wordt beschreven en vastgelegd in een “Leerlingvolgsysteem”. Wij maken gebruik van het CITOleerlingvolgsysteem en van Scol (leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling). Methode-gebonden toetsen worden afgenomen om te signaleren of de aangeboden leerstof wordt beheerst. Met behulp van methode-onafhankelijke toetsen willen wij vaststellen waar het kind, de groep en de school staat, in verhouding tot regionale en landelijke scores (trend-analyse). In een Leerlingvolgsysteem hebben wij in protocolvorm vastgelegd op welke wijze wij problemen signaleren, analyseren en behandelen. Omdat gegevens over kinderen geautomatiseerd worden
13
vastgelegd kunnen wij op elk gewenst moment de mate waarin een kind, de groep of de school zich ontwikkeld heeft zichtbaar en bespreekbaar maken. Beoordelingen worden behalve individueel ook op schoolniveau vastgelegd in het in elke groep aanwezige leerlingendossier. In verhaal- en cijfervorm zijn daarin alle gegevens over kinderen beschikbaar en oproepbaar. Rapportage en verslaglegging Extern Tweemaal per jaar stellen de leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 een voortgangsrapport op, waarin met cijfers en woorden verslag wordt gedaan over de vorderingen. Het welzijn van elk kind van groep 1 t/m 8 wordt in november besproken met de ouders tijdens 10 minuten-gesprekken. In februari volgt naar aanleiding van het eerste rapport een tweede 10 minutengesprek met de ouders van de kinderen in groep 3 t/m 7. Het tweede rapport krijgt elk kind aan het einde van het schooljaar. De ouders van de kinderen van groep 1/2 worden voor een tweede gesprek rond de maand mei uitgenodigd. Indien nodig of gewenst kan het jaar worden afgesloten met een oudergesprek. Ook kan de entree-toets in groep 6 en 7 aanleiding zijn voor een gesprek. Voor het tweede gesprek met de ouders van schoolverlaters (groep 8) en oudste kleuters (groep 2) trekken wij in verband met advisering (voortgezet onderwijs en groep 3) meer tijd per leerling uit. Ouders van kinderen die minder dan 6 weken op school zijn worden niet uitgenodigd voor een gesprek, maar mogen hier natuurlijk wel om vragen. Indien de geplande tijd onvoldoende blijkt te zijn, wordt buiten de ouderavonden een andere afspraak gemaakt. Natuurlijk staat het ouders en leerkrachten vrij gedurende het schooljaar een afspraak te maken om over de vorderingen van het kind te praten. Wanneer een kind de basisschool verlaat, wordt door de groepsleerkracht een onderwijskundig rapport opgesteld voor de ontvangende school. Hierin wordt verslag gedaan over leervorderingen en leergedrag. De ouders ontvangen hiervan een afschrift. Intern Vijfmaal per jaar vinden geplande leerlingenbesprekingen plaats van groepsleerkrachten met de Intern Begeleider. Onderwerpen van gesprek zijn daarbij de groeps- en individuele toets- en observatieresultaten, de te kiezen oplossingen van problemen en het verloop van individuele hulpprogramma’s. Indien nodig wordt, naar aanleiding van de leerlingenbespreking, met ouders een afspraak gemaakt. 4.3 De zorg voor kinderen Coördinatie leerlingenzorg Wij vinden het belangrijk dat de zorg voor leerlingen goed in de gaten wordt gehouden. Op onze school houdt de Intern Begeleider zich bezig met zaken rond de speciale leerlingbegeleiding en zij coördineert alle activiteiten die voortkomen uit de speciale zorg. De IB-er en de directeur hebben wekelijks een zorgoverleg. Passend Onderwijs De zorgplicht in het kader van Passend Onderwijs Elk school is verplicht binnen 6 tot 10 weken nadat de ouders hun kind hebben aangemeld, een aanbod te doen aan ouders voor een passende plek voor hun kind in het onderwijs. Deze passende plek kan zijn op de eigen reguliere basisschool, op een andere reguliere basisschool of op een speciale (basis-)school binnen de regio. Als het kind op een school is of wordt geplaatst, regelt die school dus ook de nodige extra ondersteuning of, als de school niet langer aan de onderwijsbehoefte van het kind kan voldoen, regelt de school een passend alternatief. Een veelvoorkomend misverstand is, dat elke basisschool aan alle kinderen passend onderwijs moet kunnen bieden, ongeacht hun ondersteuningsbehoefte. Elke school moet wel regelen dat er een passend aanbod aan ouders wordt gedaan, ook al is dat op een andere school. 14
Na aanmelding door de ouders zal de school samen met de ouders onderzoeken of de leerling specifieke ondersteuningsbehoeften heeft en of de school de nodige ondersteuning kan bieden. Een gesprek met de ouders (uiterlijk 10 weken voorafgaande aan de beoogde plaatsingsdatum of anders z.s.m.) en het opvragen van gegevens bij peuterspeelzaal, bij de vorige school en/of instanties maakt onderdeel uit van het onderzoek. Als duidelijk is dat de school het kind kan begeleiden, kan het kind worden ingeschreven. Als dat niet kan of men is onzeker, dan kan school overleg met het ondersteuningsloket (OSL) voeren om in beeld te krijgen wat het kind nodig heeft en welke (tijdelijke) onderwijsvorm daar het beste bij past. Leerlingenondersteuning binnen SPOVenray (ondersteuningsniveau 1, 2 en 3a) - Onze school volgt systematisch de ontwikkeling van alle kinderen, in elk geval op het gebied van rekenen en wiskunde, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, sociaal-emotionele ontwikkeling (gedrag). Onze school hanteert ook een zorgcyclus woordenschat. De ontwikkeling van kleuters wordt op een speciale manier gevolgd. - Onze school heeft een intern begeleider die leerkrachten ondersteunt bij het bieden van ondersteuning op maat. De intern begeleider heeft speciale aandacht voor de ontwikkeling van de leerkracht en voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Daarnaast onderhoudt de intern begeleider contacten met externe hulpverleners, instanties en adviseurs die bij de ontwikkeling van het kind en/of de school belangrijk zijn. De leerkracht is voor u het eerste aanspreekpunt. Als deze u niet verder kan helpen, dan kunt u uiteraard ook zelf contact opnemen met de intern begeleider. - Als school hebben we een aantal mogelijkheden om extern advies in te winnen, bijvoorbeeld: de HGPD-adviseur (orthopedagoog) van BCO-Onderwijsadvies (kortweg BCO) is regelmatig bij ons op school om te praten over leerlingen en leerlingenondersteuning. de GGD (schoolarts), Bureau Jeugdzorg, de gezinscoach en vertegenwoordigers van het Centrum voor jeugd en gezin (CJG) zijn belangrijke partners in het bieden van ondersteuning op maat voor alle kinderen. Deze externe hulpverleners zijn regelmatig op onze school aanwezig om de school te adviseren over zaken die van belang zijn voor de ontwikkeling van het kind, waarbij ook zaken buiten school een belangrijke rol (lijken te) spelen. Deze externe hulpverleners kunnen deel uitmaken van het overleg in het Ondersteuningsloket (OSL), maar er kan door school ook een overleg worden gepland op andere momenten. Hiermee wordt onderwijs en jeugdzorg meer op elkaar afgestemd, een belangrijk onderdeel van landelijk beleid. De betreffende medewerker biedt ondersteuning aan school en, als dat nodig is, kortdurend binnen de opvoedingssituatie thuis, als blijkt dat het kind er op school ook onder lijdt. Indien nodig kan het deze medewerker u doorverwijzen naar overige instanties en kan tevens samen met u de aanmelding bij een instantie oppakken. Deze personen kunnen zonder meer door school worden geraadpleegd en/of betrokken bij overleg over uw kind, desnoods anoniem. Hoewel deze medewerkers in dienst kunnen zijn bij verschillende instellingen (denk aan Bureau Jeugdzorg, MEE, Synthese) is er nooit sprake van aanmelding van uw kind bij de betreffende instantie. U legt dus gewoon contact via de intern begeleider van de school en beslist altijd zelf als u bij bijv. Bureau Jeugdzorg zou willen aanmelden. een ambulant begeleider is regelmatig op de scholen aanwezig. De ambulant begeleider is een speciale leerkracht, in dienst van SPOVenray of van het speciaal onderwijs, en goed op de hoogte van ondersteuning aan kinderen met ernstige spraak- en taalmoeilijkheden, kinderen die zeer moeilijk leren, lichamelijke en/of motorische problemen hebben en kinderen met gedrags- en omgangsproblemen (bijv. vanwege ADHD of een vorm van autisme). De ambulant begeleider is betrokken bij kinderen aan wie extra ondersteuning is toegewezen (voormalige rugzakmiddelen), maar kan ook om advies worden gevraagd/ ingezet worden bij de begeleiding van andere kinderen. het ondersteuningsloket adviseert namens het bestuur de scholen (op afroep) bij het bieden van ondersteuning op maat. De school kan het ondersteuningsloket inschakelen voor advies over de ontwikkeling van een kind, met name als de grenzen van de zorg (dreigen te) worden bereikt. Als de school er voor kiest om uw kind aan te melden bij het ondersteuningsloket, dan zal aan de ouders om medewerking worden gevraagd. Ook u als ouder kunt het ondersteuningsloket inschakelen. School en ouders hebben in principe van elkaar geen toestemming nodig om het
15
ondersteuningsloket in te schakelen, maar het beste is natuurlijk als de aanmelding in gezamenlijk overleg gebeurt. Zie verder de paragraaf over het ondersteuningsloket. - Onderzoek: wanneer de basisschool speciaal onderzoek (bijvoorbeeld intelligentieonderzoek, persoonlijkheidsonderzoek, dyslexieonderzoek, dyscalculieonderzoek) nodig vindt om te kunnen blijven aansluiten bij de mogelijkheden van uw kind, kan de basisschool dit onderzoek laten uitvoeren door een extern bureau, meestal BCO-Onderwijsadvies. De kosten voor dit onderzoek worden dan door de school betaald. Als u zelf wilt dat speciaal onderzoek wordt uitgevoerd, maar de school vindt dit niet nodig, dan kan de school u adviseren waar u dit onderzoek kunt laten uitvoeren, maar draagt u als ouder de kosten. Onder voorwaarden wordt dyslexieonderzoek en –behandeling door de zorgverzekeraar betaald. Ook hier kan de school u nader over informeren. - Als ouders en school samen het belang zien van verwijzing naar een externe deskundige (denk aan GGZinstelling, onderzoek en behandeling, verwijzing naar een kinderarts), dan zal school deze aanmelding ook schriftelijk inhoudelijk ondersteunen. -Advies: onze school zal u op de hoogte stellen als we extern advies denken nodig te hebben, of als uw kind met externe hulpverleners of adviseurs wordt besproken. Bij de voorbereiding van een gesprek met de adviseurs zullen we meestal onze hulpvraag en een samenvatting van de reeds uitgevoerde ondersteuning voor uw kind aan hem/haar overhandigen. Als het nodig is dat de adviseur inzage krijgt in het dossier van het kind, zullen we u als ouder daarvan vooraf op de hoogte stellen. Natuurlijk zullen we u informeren over wat er besproken is. Het komt ook regelmatig voor, dat u als ouder bij een overleg met externen wordt uitgenodigd. Dit is afhankelijk van welke vraag de school en u als ouder heeft. -Rechten en plichten over informatieverstrekking: Soms heeft een kind een ouder zonder formeel gezag over het kind. Deze “niet-gezaghebbende ouder” heeft het recht op feitelijke informatie over de ontwikkeling van het kind, maar heeft niet zonder meer het recht om mee te praten of mee te beslissen over het onderwijs voor het kind. De ouder die wel het gezag heeft, heeft de plicht om de nietgezaghebbende ouder te informeren. Deze ouder moet er dus voor zorgen dat de andere ouder zich een beeld kan vormen van de ontwikkeling van het kind. Die informatieplicht ligt dus niet bij de school. We zullen bij een verzoek om informatie van een niet-gezaghebbende ouder altijd eerst de mogelijkheden bekijken of de wel-gezaghebbende ouder die informatie heeft en deze ook kan verstrekken. Echter, de ene ouder kan wettelijk de school niet verbieden om feitelijke informatie over de schoolvorderingen van een kind (zoals vermeld in het rapport van de leerling) door te geven aan de niet-gezaghebbende ouder. Zo nodig nemen we met beide ouders contact op en geven we beide ouders dezelfde informatie. Echter, we zullen als school altijd proberen te voorkomen dat we tussen de beide ouders in komen te staan. In ons handelen naar de ene en/of de andere ouder zullen we daarom nadrukkelijk onze inschatting van het belang van het kind voorop stellen. Een uitzondering op deze werkwijze wordt gemaakt als er sprake is van vermoedens van kindermishandeling. Dan geldt de wettelijke meldplicht van beroepskrachten, zoals de medewerkers van onze school. Daarvoor is geen toestemming van de ouders nodig. Om zorgvuldig om te kunnen gaan met vermoedens van kindermishandeling, hanteert elke school een Protocol Kindermishandeling. In dit protocol is vastgelegd hoe de school omgaat met vermoedens van kindermishandeling. U kunt het opvragen bij de school. We hopen natuurlijk dat er nooit aanleiding zal zijn om dit protocol te gaan gebruiken. De bovenschoolse ondersteuningscoördinator (BOC) en het ondersteuningsloket van SPOVenray (ondersteuningsniveau 3b) Voor ouders, scholen en externe instanties is het vaak een hele zoektocht om de goede ondersteuning voor hun kind te realiseren. Binnen het Passend Onderwijs in Noord-Limburg wordt er naar gestreefd om de toegang tot alle speciale vormen van onderwijs en de daarnaast noodzakelijke ondersteuning, onder te brengen bij één aanspreekpunt per bevoegd gezag. Daarvoor heeft elk bestuur in Noord-Limburg een bovenschoolse ondersteuningscoördinator (BOC). Ook binnen SPOVenray is deze taak ondergebracht bij de BOC die tevens beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit is, mevr. Monique Hoeijmakers-Jacobs (
[email protected]). SPOVenray heeft er daarnaast voor gekozen om een bovenschools 16
ondersteuningsloket in te richten, onder voorzitterschap van de BOC. Zowel de ouders als de school kunnen een kind aanmelden bij het ondersteuningsloket. Het is natuurlijk het beste, als de aanmelding van een kind bij het ondersteuningsloket in gezamenlijkheid door school en ouders gebeurt. Aanmelding bij het ondersteuningsloket is in elk geval nodig voor het verkrijgen van extra ondersteuning in ondersteuningsniveau 3, een toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal basisonderwijs (Focus) en het speciaal onderwijs. Een aanmeldingsformulier is via school verkrijgbaar of op te vragen bij het secretariaat van het ondersteuningsloket, mevr. Yvonne Classens (0478-582701) of (
[email protected]). Toewijzing van extra ondersteuning (ondersteuningsniveau 3b) Uitgangspunten van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord-Limburg Extra ondersteuning (inzet van expertise) is nodig als de basisschool met reguliere mogelijkheden (basisondersteuning) niet in staat is op een verantwoorde manier passend onderwijs aan de leerling te bieden. De behoefte aan inzet van extra ondersteuning is dus mede afhankelijk van de kwaliteit van het onderwijs en de basisondersteuning van de (samenwerkende) leraar, in de context van de school en de omgeving (gezin) van het kind. Elke school zal zich daarom maximaal moeten inspannen om de persoonlijke ontwikkeling en het vakmanschap van elke leraar te vergroten en maximaal in te zetten t.b.v. signalering, analyse, (evt. diagnose), handelen, evalueren en reflecteren. In eerste instantie maakt dit onderdeel uit van het professionele handelen van de leraar, waar nodig in samenwerking met collega’s en de intern begeleider van de school. Dit alles maakt onderdeel uit van het schoolondersteuningsprofiel van elke school. Tot het direct voor school toegankelijke aanbod behoren tenminste : - ondersteuning van kind en leerkracht t.b.v. kinderen met cluster 3 en 4-problematiek. - ondersteuning van school en ouders op het gebied van opvoeding in relatie tot het functioneren van het kind in het onderwijs (bijv. gezinscoaches). - het incidenteel “invliegen” van speciale expertise wanneer de stoornis of handicap van een kind het aanbod of kennis van de school overstijgt. Dit is met name aan de orde bij stoornissen of handicaps die een zodanig specifieke aanpak vergen dat redelijkerwijs niet mag worden verwacht dat het regulier onderwijs hiermee ervaring heeft kunnen opdoen. Het schoolbestuur waarborgt daarbij het behoud, verdieping en verbreding van expertise op de diverse begeleidingsniveaus door de inrichting van persoonlijke leer- en ontwikkeltrajecten, leren van en met elkaar (binnen het bestuur), samenwerking met gespecialiseerde instellingen (bijv. het SO) en regelmatige uitwisseling van expertise en ervaringen met collega’s van andere besturen. Positie van de ouders Afspraken over de extra ondersteuning in ondersteuningsniveau 3 moeten altijd tot stand komen in overleg met relevante inhoudsdeskundigen en in afstemming met de ouders. Ouders worden dus altijd betrokken bij het interdisciplinair overleg, het formuleren van doelen en activiteiten en bij het formuleren van het ontwikkelingsperspectief als dit van toepassing is van de leerling. De afspraken worden omschreven in een individueel handelingsplan of in een (sub-)groepsplan. Tenminste twee keer per jaar worden de ouders uitgenodigd voor een evaluatief gesprek in aanwezigheid van de bij de extra ondersteuning betrokken medewerkers. Toewijzing van extra ondersteuning: het interdisciplinair overleg en het ondersteuningsloket Als de behoefte aan extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband blijkt, zal deze optie eerst worden besproken in een (interdisciplinair) overleg op de basisschool (IB, lrkr en ouders). De intern begeleider dient samen met de ouders de aanvraag in bij het ondersteuningsloket en stuurt een zo volledig mogelijk dossier ter voorbereiding aan het ondersteuningsloket toe. De inhoudelijke afweging geschiedt op basis van HGPD door middel van dossieranalyse door het ondersteuningsloket. Als na dit overleg blijkt dat extra ondersteuning nodig is, dan zal deze door het ondersteuningsloket worden toegewezen voor de duur van één schooljaar.
17
NB: Cluster 1 (blind, slechtziend) en cluster 2 (doof, slechthorend en ernstige spraak-taal-moeilijkheden) behoren feitelijk niet tot Passend Onderwijs. Voor extra ondersteuning vanuit cluster 1 en 2 geldt daarom een enigszins afwijkende procedure. Bij cluster 1 ligt het initiatief vaak bij de begeleidende instelling (Visio) in samenspraak met de ouders. Bij cluster 2 zal een trajectbegeleider in het ondersteuningsloket met school en ouders een ondersteuningsarrangement formuleren en dat als advies via een Multidisciplinair team van de samenwerkende cluster-2-besturen voorleggen aan een Commissie van Onderzoek (CvO). Na accorderen wordt de inzet vanuit cluster 2 toegankelijk. Afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring Voor kinderen die niet binnen regulier basisonderwijs passend onderwijs kunnen krijgen, is het speciaal basisonderwijs (SBO) resp. het speciaal onderwijs (SO) beschikbaar. Voor toelating tot deze speciale vormen van onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Voor SO cluster 1 (blind, slechtziend) en 2 (doof, slechthorend, ernstige spraak- en taalmoeilijkheden) geldt een andere procedure dan voor cluster 3 (ZMLK, lichamelijke problemen en meervoudige handicaps) en 4 (gedrags- en omgangsproblemen) en SBO. Afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor SO cluster 1 en 2 Over de toelaatbaarheid voor cluster 1 en cluster 2 beslist een daartoe bevoegde landelijke commissie. Er worden eisen gesteld aan de ernst van de stoornis en aan de handelingsverlegenheid van de basisschool. Zodra er meer helderheid is over de concrete uitwerking van de procedure, zal deze hier worden opgenomen. De voortekenen zijn dat de procedure erg zal lijken op de procedure voor toelating tot cluster 3 en 4 (hierna), met dien verstande dat het dossier daarna nog moet worden voorgelegd aan een Commissie van Onderzoek die uiteindelijke een besluit neemt. Afgifte van een toelaatbaarheidsverklaring voor SBO en SO cluster 3 en 4 Een besluit over de noodzaak voor plaatsing in SBO en SO cluster 3 en 4 (hierna: SO) wordt genomen door het ondersteuningsloket in een interdisciplinair overleg van inhoudsdeskundigen die kennis van zaken hebben over de ontwikkelings- en/of opvoedingsvragen van de leerling, over de context (school en verdere omgeving), over de ondersteuningsbehoefte van leerlingen in het Speciaal (basis-)onderwijs en over de gevraagde (mogelijke) oplossing. Gezamenlijk zijn ze dus in staat om het beoogde onderwijsondersteuningsarrangement te definiëren. Ouders worden uitgenodigd om aan dit overleg deel te nemen. Als blijkt dat een kind is aangewezen op speciaal basisonderwijs of op speciaal onderwijs, zal er een toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven. De eerder genoemde termijn van 6 – 10 weken is ook op dit traject van toepassing. Voorzitter van het overleg is de bovenschools ondersteuningscoördinator van SPOVenray. Ouders en/of school (liefst in gezamenlijkheid) melden hun kind aan bij het ondersteuningsloket. Het overleg (en de voorbereiding daarvan) is er op gericht om het functioneren van de leerling in de bestaande context en de belangrijkste ondersteuningsbehoeften van het kind en de school van herkomst eenduidig in beeld te brengen. Dan kan het benodigde ondersteuningsarrangement worden gedefinieerd, waaruit al dan niet de noodzaak voor plaatsing in het SBO resp. SO kan worden afgeleid. De in beeld gebrachte ondersteuningsbehoeften van de leerling vormen de basis voor de verdere begeleiding binnen de (toekomstige) school van de leerling. Hierdoor kan er direct na plaatsing in een nieuwe schoolsetting gericht met de leerling gewerkt worden. Zo nodig wordt in dit verband tevens geadviseerd over aanvullende interventies die ten dienste staan van het kind en zijn/haar omgeving (school en thuis). Hierbij valt te denken aan vormen van jeugdzorg. Aanvullend onderzoek kan worden aangeleverd of worden uitgevoerd door school, het ondersteuningsloket en/of (externe) inhoudsdeskundigen. Onderzoek dat vooraf al heeft plaatsgevonden wordt meegenomen in de voorbereiding en de afwegingen die tot besluitvorming moeten leiden. Als het ondersteuningsloket (via het interdisciplinair overleg) uiteindelijk geen unaniem besluit kan nemen, wordt een door het samenwerkingsverband aangewezen persoon aan de commissie toegevoegd die een bindend advies geeft.
18
Een besluit is niet eerder definitief dan wanneer ouders in de gelegenheid zijn gesteld hierop te reageren waarbij hun inbreng is meegenomen in de afweging. De ouders kunnen bezwaar aantekenen tegen dit besluit bij een door het samenwerkingsverband aangewezen commissie die een bindend advies geeft. Als ouders het daarmee niet eens zijn kunnen de ouders het besluit voorleggen aan de rechter. Doubleren Indien de groepsleerkracht het vermoeden heeft, dat doublure van een kind noodzakelijk zou kunnen zijn, wordt na overleg met de Interne Begeleider ruimschoots voor het einde van het schooljaar hierover contact opgenomen met de ouders. School heeft beleid vastgelegd mbt doubleren en vervroegde doorstroom (na overleg met de IB-er op school ter inzage). Aan ouders die niet akkoord wensen te gaan met het advies van de school om hun kind te laten doubleren, zal gevraagd worden een verklaring te ondertekenen waarin dit is vastgelegd. Kleuterverlenging De inspectie voor primair onderwijs gaat er vanuit dat kleuters die tussen 1 oktober en 1 januari vier jaar zijn met minder dan twee volle kleuterjaren kunnen doorstromen naar groep 3. Wanneer een kleuter toch een jaar langer kleutert spreekt de inspectie van kleuterverlenging. Bij alle scholen van SPOV staat de ontwikkeling van het kind centraal. Dat betekent dat er nadrukkelijk bekeken wordt of de kleuter er op sociaal-emotioneel en op leergebied, maar ook op motorisch gebied aan toe is om naar groep 3 te gaan. Voor elk kind wordt dus de individuele ontwikkeling nauw gevolgd en op basis daarvan, in overleg met ouders, een verantwoorde keuze gemaakt. Hierbij vormt het beleidsstuk “Beleid herfstleerlingen” van De Meulebeek de leidraad. De inspectie is het hiermee eens.
Beleid (hoog)begaafde leerlingen Uitgangspunt van onze school is dat ieder kind recht heeft op passend onderwijs, waarbij tegemoet gekomen wordt aan de leerstijlen en ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Fundamentele kenmerken van het onderwijs zijn dat het kind mede-eigenaar is van zijn eigen ontwikkeling en de gerichtheid op de brede ontwikkeling van kinderen. SPOVenray richt zich in haar strategisch beleidsplan op vier thema’s: Ander onderwijs waarbij het perspectief voor het kind blijvend wordt verbeterd; Binnen en buiten verbinden; Professionele groei voor ander onderwijs; Verantwoordelijkheid en verantwoording. Dit beleid sluit aan bij bovenstaande thema’s en de scholen proberen, waar mogelijk, deze thema’s uit te werken voor de groep (hoog)begaafde leerlingen. Doelstelling is dat alle scholen, behalve sbo Focus, binnen SPOV met ingang van 1 augustus 2015 leerarrangementen bieden voor leerlingen die tot de doelgroep van deze beleidsnotitie vallen. De doelgroep bestaat uit 10-15% van de leerling-populatie. De volgende onderdelen worden hierbij onderscheiden: 1. Het streven naar een eenduidige en uniforme aanpak binnen de scholen van het samenwerkingsverband. Uitgangspunt vormt hierbij de aanpak volgens het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH). 2. Het streven naar een schoolbrede aanpak waarbij de nadruk ligt op de structurele begeleiding binnen de groep. 3. Deskundigheidbevordering van intern begeleiders en schoolteams. Concreet betekent dit dat SPOVenray binnen het scholingsaanbod cursussen gaat opnemen over het onderwerp hoogbegaafdheid voor de intern begeleiders. De scholing van de schoolteams is de verantwoordelijkheid van de Meulebeek zelf. 4. Het streven is de leerling medeverantwoordelijk te maken voor zijn eigen leerarrangement, waarbij de leerkracht eindverantwoordelijk blijft.
19
5. Inschakelen van externe deskundigen met een specifieke deskundigheid op het gebied van hoogbegaafdheid bij zorgleerlingen. 6. De ontwikkeling van kinderen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en school. Ouders worden op de hoogte gebracht van het beleid via de schoolgids. 7. Uitwisselen van deskundigheid en ervaring tussen de scholen van het SPOVenray op het gebied van hoogbegaafdheid via Maatjeswerk en IB-platform. 8. Vastleggen van het beleid ten aanzien van (hoog)begaafde leerlingen in de schoolgids. 9. In de werkgroep PO-VO wordt aandacht besteed aan de speciale aandachtspunten die deze doelgroep met zich meebrengt in de contacten met het voortgezet onderwijs. In dit plan worden de algemene lijnen uitgezet waar alle scholen van SPOVenray in de toekomst aan moeten voldoen. Onze school heeft daarnaast een eigen beleidsplan waarin schoolspecifieke keuzes worden gemaakt ten aanzien van de uitwerking van dit overkoepelende beleid. Onderwijskundige zaken worden hierop afgestemd. De directeur is eindverantwoordelijk voor alle keuzes die gemaakt worden ten aanzien van de begeleiding van (hoog)begaafde leerlingen. Invoeringstraject schoolspecifiek beleid periode 2011-2015 Per 1 augustus 2015 is binnen alle scholen van SPOV een actief werkend beleid voor (hoog)begaafde leerlingen. Dit beleid is opgenomen in de schoolgids. Voorzieningen voor dyslectische kinderen SPOVenray draagt zorg voor een goede begeleiding van alle kinderen. In de afgelopen jaren heeft SPOVenray aan kinderen, waarvan het vermoeden bestond dat er sprake zou kunnen zijn van een enkelvoudige dyslexie, een aanbod tot onderzoek gedaan als deze kinderen in groep 7 zaten, het zogenaamde groep 7-groepsonderzoek. De kinderen, waar we het over hebben, kunnen door de basisschool zelf goed begeleid worden bij hun leesen/of spellingsproblemen. Een mogelijke dyslexieverklaring geeft geen meerwaarde voor de begeleiding op de basisschool, want alle basisscholen werken volgens het protocol dyslexie. Dit waarborgt een goede begeleiding voor leerlingen die problemen hebben met lezen en/of spellen. Een dyslexieverklaring is daar niet voor nodig. SPOV betaalde de onderzoeken in groep 7 tot nu toe om een doorgaande lijn in begeleiding te bevorderen in het Voortgezet Onderwijs. SPOV gaat dit beleid omtrent deze dyslexieonderzoeken veranderen. De reden is dat de scholen van VO hebben aangegeven deze kinderen zelf op dit moment goede begeleiding te kunnen geven. Zij hebben inmiddels allemaal een dyslexiebeleid ontwikkeld en een dyslexiespecialist in dienst. Ook zij volgen het dyslexieprotocol nl. dat voor VO-leerlingen. Daarmee is een doorgaande lijn met het BaO gegarandeerd. Natuurlijk is het komende schooljaar (2012-2013) een overgangsperiode. Alle gedane beloftes voor onderzoeken in groep 7 worden gewoon uitgevoerd. Vanaf het schooljaar 2013-2014 gaat dit nieuwe beleid in. Voor alle helderheid: De leerlingen op de basisschool merken niets van deze verandering en ze krijgen dezelfde begeleiding als voorheen. Ook kunnen er nog steeds dyslexieonderzoeken plaatsvinden, mits vergoed door de zorgverzekeraar. De IB-er van de school zal u, als dat nodig is, attenderen op de mogelijkheden. Onderwijs aan zieke leerlingen Wanneer een leerling ziek is moet dit direct bij de school gemeld worden. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders/verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst.
20
Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is o.a. belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Wanneer u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw zoon/dochter. Ook kunt u informatie vinden op de website van de onderwijsbegeleidingsdienst in uw regio en op de website van Ziezon, www.ziezon.nl , het landelijke netwerk Ziek Zijn en Onderwijs. 4.4 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs op school Koersplan 2015-2019 Voor de periode 2015-2019 heeft de school een koersplanplan opgesteld (zie website: www.demeulebeekoostrum.nl ). Dit koersplan is een document waarin de school haar visie op onderwijs neerlegt en beschrijft hoe zij haar beleid op korte en lange termijn denkt te realiseren. Om dit beleid handen en voeten te kunnen geven is het van groot belang de kwaliteit van onze school tegen het licht te houden. Regelmatig doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van onze school. Daarbij worden de organisatie en inhoud van ons onderwijs en het personeelsbeleid aan een kritisch onderzoek onderworpen. Dit Periodiek Kwaliteits Onderzoek (PKO) heeft tot nu toe een positieve beoordeling opgeleverd. Hier zijn we blij mee en dat willen we graag zo houden. De aanbevelingen vanuit het inspectierapport nemen we serieus en proberen hiermee de kwaliteit van ons onderwijs te optimaliseren. Planning veranderingsactiviteiten De school hanteert een meerjarenplanning ten aanzien van de gewenste onderwijskundige verbeteringen. In een jaarplanning worden de in het koersplan geplande veranderingsonderwerpen verder uitgewerkt en beschreven. De jaarplanning wordt besproken binnen de MR. De uitvoering van deze onderwerpen vindt plaats in schoolontwikkelingsvergaderingen onder leiding van de directeur en de schoolbegeleider. Daarnaast volgt het personeel periodiek na- en/of bijscholingscursussen om beter toegerust te zijn op het gewenste onderwijs op onze school. Voor de veranderingsonderwerpen van het komende schooljaar verwijzen wij u naar het koersplan. Integraal Personeelsbeleid (I.P.B.) Bij het realiseren van de doelen van onze school is het van groot belang de talenten en kwaliteiten van het personeel niet alleen te gebruiken maar, zo mogelijk, ook verder te ontwikkelen. Bij het adaptiever maken van ons onderwijs willen wij dan ook bezien welke consequenties dit heeft voor het personeelsbeleid van onze school: is team en/of individuele scholing noodzakelijk, worden de talenten van het personeel wel goed benut etc. Het werken aan I.P.B. (o.a. afstemming van de schooldoelen op de kwaliteit van het personeel) maakt deel uit van het koersplan. 4.5 De resultaten van het onderwijs op onze school Vorderingen van kinderen Zoals elders beschreven hanteren wij de methode-onafhankelijke CITO-toetsen om vast te stellen welke de resultaten van ons onderwijs zijn in vergelijking met regionale en landelijke scores van scholen. Naast de inhoudelijke keuzen die de school maakt en de inzet van groepsleraren, zijn op de resultaten van een school ook de sociale achtergrond van kinderen en de samenstelling van de jaargroep van invloed. Enige relativering van schoolresultaten en ook de uitstroom van kinderen zijn hierbij dan ook op hun plaats. Indien een school in een achterstandswijk er in slaagt de kinderen af te leveren op een gemiddeld landelijk niveau, kan dit als een grotere prestatie worden gezien dan van een school die met een populatie van hoog opgeleide ouders bovengemiddelde scores behaalt.
21
Entree-toets In groep 7 wordt in de 2e helft van het schooljaar de CITO-entreetoets afgenomen. De toetsuitslag geeft de school c.q. de groepsleraar zicht op mogelijke zwakke punten in het gegeven onderwijs. Voor individuele kinderen of voor de groep kan de uitslag tot gevolg hebben dat extra aandacht besteed wordt aan hiaten in kennis en vaardigheden. Eindtoets In groep 8 wordt in april de CITO eindtoets afgenomen. Tijdens de klassikale ouderavond voor groep 8 worden ouders geïnformeerd over de toets- en adviesprocedure. De eindtoets geeft de school c.q. de groepsleraar zicht op de resultaten van de schoolverlaters na gemiddeld 8 jaar basisonderwijs en mogelijke zwakke punten in het aanbod. Het Voortgezet Onderwijs verlangt behalve het onderwijskundig rapport van de school ook objectieve gegevens over een leerling, zijnde een genormeerde toets. De CITO heeft een normering ontwikkeld voor de uitslagen van de eindtoets. CITO berekent een gemiddelde en berekent op basis van de moeilijkheidsgraag een onder- en bovengrens. Er is een landelijke, algemeen geldende normering en er zijn schoolspecifieke normeringen. De schoolspecifieke normeringen houden rekening met de populatie kinderen van de school. Dit heet de LG (leerling-gewicht) correctie. De school publiceert: - Het landelijk gemiddelde met het eigen landelijke gemiddelde. - Het LG gemiddelde door CITO berekend voor de specifieke school en de eigen LG score. Resultaten eindtoets groep 8 2010-2014 *
Totaalscore School gemiddelde Totaalscore Landelijk gemiddelde Totaalscore Zelfde schoolgroep
2010
2011
2012
2013
2014
2015
537,5
536,0
535,6
525,7
535,6
532,4
534,9
535,1
535,1
534,7
534,4
534,8
535,2
535,3
535,3
534,8
534,6
534,9
* Opmerkingen Deze “kale”eindtoets scores zijn niet alleszeggend. Diverse factoren zijn van invloed op de schoolscore. Deze zogenaamde contextgegevens zijn met name: - Het aantal zijinstromers (leerlingen die vanuit een andere school zijn ingestroomd) per groep. - Het aantal leerlingen met een verlegde leerlijn (apart, bij niveau passende leerlijn). - Het aantal leerlingen met ambulante begeleiding. - Het verwijzingspercentage (naar speciaal onderwijs) van school. - Het aantal teruggeplaatste kinderen uit het speciaal onderwijs. - Het aantal leerlingen met een aangetoonde achterstand in de ontwikkeling. Het aantal leerlingen in groep 8 met bovengenoemde kenmerken
Uitstroom leerlingen 2014-2015 De schoolverlaters van schooljaar 2015-2016 zijn als volgt over de vormen van Voortgezet Onderwijs verdeeld: VMBO-BL 2 leerlingen VMBO-B - leerlingen VMBO-K 6 leerlingen VMBO-TH 2 leerlingen HAVO 6 leerlingen VWO 3 leerlingen
22
Er gaan 16 leerlingen naar het Raayland College in Venray, 1 leerling naar Cita Verde in Horst en 2 leerlingen naar Metameer, locatie Boxmeer. Toelichting VMBO-BL staat voor: Beroeps Leerweg Ondersteunend Onderwijs VMBO staat voor: Voorbereidend Middelbaar BeroepsOnderwijs VMBO-B: Basisberoepsgerichte leerweg VMBO-BK: Leerweg tussen B en KT VMBO-KT: Kadergerichte-theoretische leerweg VMBO-TH: Theoretische leerweg HAVO staat voor: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs VWO staat voor: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Specifieke zorg voor kinderen 2013-2014 In het afgelopen schooljaar is een groot gedeelte van de extra zorg in de groep zelf tot stand gekomen. Met name Ralfi en Connect lezen zijn gerealiseerd in de groep zelf door de leerkrachten. Deze kinderen zijn in onderstaand schema meegenomen. Overzicht zorg schooljaar 2014-2015 Aantal kinderen: waaraan specifieke en extra zorg is besteed 62 leerlingen waarover consultatie was met BCO 9 leerlingen BCO -onderzoek* 2 leerlingen waarbij verder onderzoek noodzakelijk was 3 lln dyslexie waarover bespreking was met het ondersteunings loket (OSL) 1 leerlingen waarover bespreking was met bovenschools-zorgcoördinator 4 leerlingen gestart met traject van gezinscoach (begeleiding en of onderzoek) 6 leerlingen dat ambulant begeleid werd op school vanuit het samenwerkingsverband (hoogbegaafdheid) 2 leerlingen dat heeft deelgenomen aan de bovenschoolse plusgroep in Ysselsteijn 5 leerlingen dat ambulant begeleid werd vanuit het speciaal onderwijs 3 leerlingen dat verwezen werd naar een school voor speciaal onderwijs 0 leerlingen dat vanuit het speciaal onderwijs werd teruggeplaatst 0 leerlingen dat een leerjaar doubleerde 4 leerlingen middengroepers groep 2 welke nog niet naar groep 3 gingen 2 leerlingen vervroegd naar een andere groep 0 leerlingen
NB. * BCO-onderzoek = observatie en/of deelonderzoek op persoonlijkheid en/of intelligentie
5. De organisatie van het onderwijs 5.1 De organisatie van de school Groepering en groepsgrootte Dit schooljaar kunnen we 7 groepen formeren. We hebben gekozen voor twee groepen 1/2, een groep 3, een groep 4, een groep 5/6, een groep 7 en een groep 8. Binnen de groepen is altijd een verschil in ontwikkeling bij kinderen waar te nemen.
23
Wij spelen hierop in door, waar mogelijk en wenselijk, maatwerk te leveren. Individuele begeleiding en hulpprogramma’s, aparte instructie-, werk- en ontdekhoeken in de klas, aparte leerlijnen voor kinderen die zich langzaam of juist snel ontwikkelen, zijn enkele methodieken die wij daarbij hanteren (zie ook de zorg voor kinderen). Daarnaast maken wij bewust gebruik van de stimulerende prikkel die uit kan gaan van zich snel ontwikkelende kinderen en het vermogen van kinderen van en met elkaar nieuwe dingen te leren en ontdekken. De samenstelling van het team - De directeur heeft de dagelijkse leiding van de school en is belast met de interne organisatie. Zij bevordert de samenhang in het beleid, voert dit uit en coördineert de werkzaamheden van het personeel. - De groepsleraren hebben een opvoedkundige en onderwijskundige taak. Over de ontwikkeling van kinderen onderhouden de groepsleraren regelmatig contact met de ouders. - De Intern Begeleider ondersteunt kinderen met leerproblemen, coördineert op schoolniveau de leerlingenzorg en begeleidt groepsleraren bij de uitvoering van handelingsplannen voor kinderen die extra zorg behoeven. - Bij de interieurverzorgsters en de conciërge berust de zorg voor het dagelijks onderhouden en schoonhouden van het gebouw, zowel binnen als buiten. Speciale voorzieningen in het schoolgebouw De gebouwelijke situatie stelt ons in staat aan maximaal 10 groepen les te geven in afzonderlijke lokalen. De peuterspeelzaal heeft in februari 2011 haar intrek genomen in school en maakt gebruik van twee lokalen. De Buitenschoolse opvang (BSO) neemt vanaf 31 augustus van dit schooljaar haar intrek in onze school. De speelzaal wordt vooral gebruikt voor spelvormen en lichamelijke oefeningen van de groepen 1-2. Tijdens de middagpauze wordt door de overblijvende kinderen in de speelzaal gespeeld, indien buiten niet gespeeld kan worden. Centraal in het gebouw ligt de “Leefkuil”, een verdiepte ruimte waar veelsoortige activiteiten plaatsvinden zoals vieringen, musicals, ouderavonden, werken in het documentatiecentrum, taak- projectgroepjes, handvaardigheid en groepslezen. In de gangen zijn hoeken gecreëerd, waar kinderen ongestoord kunnen lezen, werkstukken maken en werken aan de computer. De Intern Begeleider heeft een kantoor, waar zich de orthotheek bevindt en kinderen apart genomen kunnen worden voor meer individuele begeleiding of toetsing. Een extra spreekkamer wordt gebruik gemaakt door de schoolarts en logopedist en andere externe ondersteunende instanties. Tenslotte beschikt de school over een personeelskamer, waar het personeel pauzeert, overblijft en vergadert. Van deze ruimte maken ook de Intern Begeleider (wanneer zij groepjes kinderen extra zorg geeft) de schoolarts en de logopedist gebruik, evenals ouders die groepjes kinderen begeleiden bij het lezen. Voor het geven van lichamelijke oefening maakt de school gebruik van de naast de school gelegen gemeentelijke gymzaal. 5.2 De opvang van (nieuwe) kinderen Het aannemen van kinderen Voordat een kind op onze school toegelaten wordt, hebben ouders een aanmeldingsgesprek met de directie. De inhoud van het gesprek is gericht op het vastleggen van een aantal noodzakelijke administratieve gegevens en het geven van informatie c.q. het beantwoorden van vragen over de school, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Gelijktijdig, of anders op afspraak, wordt het kind met de ouders rondgeleid door de school. Indien gewenst, kan uw kind gedurende een of meerdere dagdelen alvast sfeer proeven in de klas. Voor kinderen van 3 jaar geldt de zogeheten gewenningsregeling (zie onder).
24
De ouders van kinderen die als 4-jarigen instromen worden met hun kind uitgenodigd voor een kennismakingsbijeenkomst met de leraar waar het kind bij in de groep komt. Op de eerste dag dat een kind naar school gaat, mag de ouder nog even bij het kind in de klas blijven. In de laatste maand van een schooljaar worden geen kinderen meer ingeschreven en toegelaten. Het toelaten van kinderen Toelatingsleeftijd Kinderen die de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt, mogen worden toegelaten als leerling van de basisschool. Volgens de WPO (Wet Primair Onderwijs) Art. 39: - Om als leerling tot een school te worden toegelaten, moet een kind de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. - Het bevoegd gezag (bestuur) kan voor kinderen die nog niet eerder tot een school zijn toegelaten, toelatingstijdstippen vastleggen op ten minste eenmaal per maand. - In de periode vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden tot het bereiken van 4 jaar kan het bevoegd gezag (bestuur) kinderen gedurende ten hoogste 5 dagen toelaten. - Leerlingen bij wie, naar het oordeel van de directeur, de grondslag voor het volgen van voortgezet onderwijs voldoende is gelegd verlaten aan het einde van het schooljaar de basisschool (in overeenstemming met de ouders). In elk geval aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 14 jaar hebben bereikt. Schoolbeleid toelating - Op uitnodiging van de leerkracht: kennismakingsuurtje voor ouders en leerling - Op uitnodiging van de leerkracht: 2 wendagen Instroom van nieuwe leerlingen (4-jarigen): leerkrachten plannen maandagen waarop de kinderen instromen (1 à 2 weken na de 4e verjaardag). Het inschrijven van kinderen Kinderen kunnen op elk gewenst moment ingeschreven worden. Voor de 4-jarigen is in de gemeente Venray gekozen voor één centrale aanmeldingsdatum . De gemeente Venray nodigt de ouders uit om hun kind aan te melden op een van de basisscholen. Via het "Peel en Maas" weekblad wordt u ook tijdig geïnformeerd over deze centrale aanmeldingsdatum. Ouders van toekomstige basisschoolkinderen ontvangen het inschrijfformulier via de Peuterspeelzaal of op de dag van aanmelding. Het aanmeldingsformulier bevindt zich ook op de website van de school. Op de dag van aanmelding wordt het inschrijfformulier bij de directie ingeleverd of ter plekke ingevuld. Ouders kunnen dan ook een voorkeur uitspreken bij welke kinderen hun kind eventueel geplaatst zal worden. De directie is dan ook graag bereid antwoord te geven op vragen die ouders hebben. Aansluitend zorgen de kinderen van groep 8 voor een korte rondleiding en kunt u kennis maken met de leraren van onze school. Tussentijdse overstap naar een andere basisschool Ouders kiezen in principe een basisschool voor de hele schoolloopbaan van hun kind. Een enkele keer komt het wel eens voor, dat door de ouders tussentijds wordt overwogen om over te stappen naar een andere basisschool (anders dan door verhuizing). Uiteraard moet hierbij het belang van het kind leidend zijn. Daarom is zo’n overstap alleen mogelijk volgens een afgesproken procedure. Voordat de overplaatsing daadwerkelijk kan plaatsvinden, hebben de scholen onderling overleg, waarbij de onderwijsbehoefte van het kind in kaart wordt gebracht. Alleen als de “nieuwe school” aan deze onderwijsbehoefte kan voldoen, kan de overplaatsing worden afgerond. Voor uitleg over de gehele procedure kunt u terecht bij elke directeur van onze stichting.
25
Schoolgewenning Kinderen die de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden hebben bereikt, mogen gedurende twee maanden voordat zij 4 jaar worden als gewenning maximaal 5 dagen de school bezoeken. De school is vrij om daar eigen beleid in te voeren. Van peuterspeelzaal naar basisschool Wanneer een kind van de peuterspeelzaal naar de basisschool gaat, vinden de volgende activiteiten plaats: -
Overdracht van observatiegegevens van de Peuterspeelzaal. Indien nodig of gewenst brengen de leerkrachten van groep 1-2 een bezoekje aan de peuterspeelzaalgroepen. De leerkrachten van de groepen 1 en 2 en de leidsters van de peuterspeelzaal houden contact met elkaar. Twee maal per jaar vindt er een overleg plaats tussen de peuterspeelzaal en de leerkrachten van groep 1/2.
Al deze activiteiten vinden plaats om een zo goed mogelijke en voor het kind zo geleidelijk mogelijke overstap van de peuterspeelzaal naar de basisschool te bewerkstelligen. Doorstroming binnen de basisschool - Wanneer een extra jaar in groep 1-2 wordt geadviseerd, zullen wij in overleg met de ouders zoeken naar de meest wenselijke oplossing. - Bij geen (te) grote leer- en/of gedragsmoeilijkheden, doorloopt het kind de basisschool binnen een tijdvak van 8 aaneengesloten jaren. - De overgang van de ene naar de andere groep trachten we voor de kinderen zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. De kinderen van de groepen 1 t/m 8 maken tijdens de workshopmiddagen ook kennis met andere leraren van de basisschool en voor de zomervakantie vindt er een uitwisselingsmoment plaats. Verder vinden er gedurende het hele schooljaar groepsdoorbrekende activiteiten plaats. - Voor een goede doorgaande lijn van de ene naar de andere groep is het van groot belang, dat belangrijke informatie over kinderen goed wordt doorgegeven. Dit gebeurt zowel mondeling als schriftelijk. Van basisschool naar het voortgezet onderwijs Als een goede basis is gelegd voor het kunnen volgen van voortgezet onderwijs (doorgaans na 8 jaar basisonderwijs) kan een leerling, na hierover overeenstemming te hebben bereikt met de ouders, de basisschool verlaten. De leerkrachten van groep 8 geeft na overleg met het team een advies omtrent het meest geschikte vervolgonderwijs voor een leerling. Bij dit advies wordt rekening gehouden met de verstandelijke aanleg, de schoolvorderingen, het theoretisch en/of praktisch ingesteld zijn van de leerling, de taakwerkhouding en de motivatie. Onze schol maakt gebruik van de CITO eindtoets, een uniforme test- en toelatingsregeling, om de volgende redenen: - Via de toets kan worden nagegaan of het kind geschikt is voor voortgezet onderwijs. - De toets kan een goede voorspelling geven over de slaagkansen van een kind in het voortgezet onderwijs. - De toetsuitslag werkt adviserend naar de ouders en de (volgende) school. - Voor het voortgezet onderwijs is het, behalve een gegeven voor toelating, een begeleidingsinstrument. Procedure Rond de Herfstvakantie worden de kinderen van groep 8 en hun ouders uitgenodigd voor een informatieavond over de verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs die voor het kind geschikt zouden kunnen zijn. In januari en februari kunnen de kinderen tijdens Open Dagen een kijkje nemen in de school waar zij na de zomervakantie naartoe gaan. Kinderen en ouders ontvangen hierover tijdig bericht.
26
Ter ondersteuning van het advies dat de leraar van groep 8 uit gaat brengen over elke leerling, wordt een objectieve test afgenomen, te weten de CITO-eindtoets (zie de resultaten van ons onderwijs). Deze toetsafname vindt plaats in april. De onderwijsresultaten van de afgelopen jaren, de taak-werkhouding en de persoonlijkheid van de leerling worden daarbij in beeld gebracht. Voor de aanmeldingsdatum, meestal half maart, nodigt de groepsleraar van groep 8 elke ouder uit voor een gesprek. Met de ouders bespreekt de groepsleraar, eventueel samen met de Intern Begeleider, het onderwijskundig rapport en het advies dat de school uit wenst te brengen over elke schoolverlater. De leerkracht heeft ook een apart gesprek met het kind. Daaropvolgend melden de ouders hun kind zelf aan op de school die zij voor hun kind het meest geschikt vinden. Zij overleggen dan een kopie van het onderwijskundig rapport. Binnen enkele weken ontvangen de ouders en de school bericht of hun kind op de gewenste school is aangenomen. In de loop van het schooljaar vindt op initiatief van het VO overleg plaats met de groepsleraar over de vorderingen op het VO van de oud-basisschoolkinderen. Over kinderen bij welke de wens van ouders en school niet corresponderen en/of er geen sprake is van een eenduidig advies van groepsleraar en objectieve test, vindt overleg plaats tussen ontvangende en leverende school. Om kinderen enigszins voor te bereiden op de overgang naar het Voortgezet Onderwijs hebben wij een aantal activiteiten voor de schoolverlaters gepland: - In groep 8 wordt een project behandeld dat gaat o.a over de soorten vervolgonderwijs, de gang van zaken op het vervolgonderwijs, de vakken die daar gegeven worden en de opleiding voor beroepen. - De kinderen gaan één of meerdere keren een ochtend of een middag een kijkje nemen op een school van voortgezet onderwijs. - Gewenning aan huiswerk wordt bewerkstelligd door regelmatig huiswerk op te geven. - Met behulp van het programma "leren studeren" wordt de kinderen geleerd hoe ze het beste een hoeveelheid stof kunnen leren. - Voor de ouders en de kinderen van groep 8 wordt een ouderavond gehouden, tijdens welke informatie wordt gegeven over het vervolgonderwijs en de schoolkeuze. Procedure bij zorgleerlingen Voor leerlingen die extra zorg behoeven is er de mogelijkheid voor extra ondersteuning, het “Leerwegondersteunend Onderwijs” (LWOO). Om vast te kunnen stellen wie hiervoor in aanmerking komt wordt de volgende procedure gehanteerd: - Op verzoek van het Voortgezet Onderwijs inventariseert de basisschool welke leerlingen hiervoor in aanmerking komen, stelt voor elke leerling een onderwijskundig rapport op en informeert de ouders hierover. - Het Voortgezet Onderwijs toetst leerlingen waarbij verondersteld wordt dat zij voor LWOO in aanmerking komen. Het betreft hier de zorgleerlingen en leerlingen met een CITO-score van 519 of minder. De ouders worden over de uitslag schriftelijk en mondeling geïnformeerd. 5.3 Vieringen en evenementen Sint Nicolaas De intocht van St. Nicolaas in Oostrum wordt door het St.Nicolaas-comité georganiseerd. De dag dat Sint Nicolaas een bezoek brengt aan de school vieren de groepen op eigen wijze zijn verjaardag en komst. - De groepen 1 t/m 5 slaan dan de handen ineen en organiseren een gezamenlijke Sintviering waarbij Sinterklaas steeds weer opnieuw verwikkeld raakt in een onverwacht en soms spannend avontuur. - De groepen 6 t/m 8 maken een gezellige dag met diverse activiteiten en surprises. De kinderen van de groepen 1 t/m 5 mogen op de eerste schooldag ná 5 december iets van wat ze gekregen hebben mee naar school nemen. Kerstmis De viering van Kerstmis vindt zowel in iedere groep apart als ook met alle kinderen samen plaats. In de klas wordt gezorgd voor een sfeervolle kerstviering en met het kerstfeest 27
samenhangende activiteiten, zoals voordrachtjes, het maken van muziek, voorlezen. Gezamenlijk wordt elk jaar een kerstviering georganiseerd, die ook door ouders en oud-leerlingen bijgewoond mag worden. De kerstviering is in de regel het slotakkoord van een advent- of kerstproject, waaraan gedurende enkele weken alle groepen aandacht besteden. Carnaval In de ochtend vieren de groepen 1 t/m 4 en 5 t/m 8 het carnaval elk op een eigen wijze. De groepen 1 t/m 4 hebben een eigen programma; elk jaar wordt op feestelijke wijze uit groep 3 en 4 de prins, prinses en de vorst van de Meulebeek gekozen. De carnavalszitting voor alle kinderen van de groepen 1 t/m 8 wordt bijgewoond door de Prins, de Jeugdprins, de Vorst en de Raad van Elf van de carnavalsvereniging “de Karklingels”. De altijd weer joeksige carnavalszitting wordt aan elkaar gepraat door de Vorst van “de Karklingels”. Ouders, oud-leerlingen en andere belangstellenden zijn van harte welkom. Meulespeule Ongeveer 5 maal per jaar vinden op maandagmiddag om 14.30 u de Meuelespeule plaats. Tijdens de Meulespeule verzorgen verschillende groepen en leerlingen een optreden. Vaak zal tijdens dit optreden gepresenteerd worden waar een groep mee bezig is of is het een optreden rond muziek, toneel en dans. Door de Meulespeule willen wij de leerlingen oefenkansen bieden om zich te presenteren voor een groter publiek dan alleen de eigen groep. Op alle Meulespeule zijn de ouders welkom. De Avondvierdaagse Deelname aan de jaarlijkse avondvierdaagse staat open voor alle kinderen van de basisschool. De Oudervereniging zorgt voor het inschrijven van de kinderen en het begeleiden van groepen. De kinderen dragen tijdens het lopen een shirt van de school waarvoor bij inschrijving een bedrag van Euro 4,00 wordt betaald. Na inlevering van het shirt krijgen de ouders Euro 3,00 terug. Het verschil (Euro 1,00) is bestemd voor het reserveren van gelden voor het aanschaffen van nieuwe shirts. Het schoolkamp Groep 8 gaat in september op schoolkamp. Dit is een bewuste keuze die na overleg met MR en OR gemaakt is. Zo worden de activiteiten van groep 8 meer verspreid over het schooljaar en het kamp zal de groepsvorming ten goede komen. Uiteraard zijn hier kosten aan verbonden. Ouders van leerlingen uit groep 8 krijgen hierover tijdig bericht. Ook de school en de Ouderraad dragen een financieel steentje bij. De begeleiding tijdens deze "toffe" dagen berust bij enkele leraren en ouders. Schoolreis en excursies Gedurende het schooljaar worden er in de verschillende groepen excursies georganiseerd met een leerzaam karakter, zoals herfst- en lentewandelingen, bezoek aan een varkensfokkerij, de Rabobank, de waterzuivering, de bakker, een prehistorisch dorp, de schouwburg, etc. Op het eind van het schooljaar gaan de groepen 1 t/m 8 op schoolreis, waarbij de ontspanning voorop staat. Dit brengt extra kosten met zich mee. Ouders worden tijdig geïnformeerd over de plaats van bestemming, de begeleiding en de kosten van de schoolreis. We proberen de kosten zo laag mogelijk te houden. De groepen 1-2 hebben afwisselend een schoolreisje of een feestdag in en rondom school. Met betrekking tot vervoer tijdens schoolreis en excursies heeft de MR, in samenspraak met de OR en school, het volgende beleid opgesteld: - Ouders vinden busvervoer veiliger en gezelliger voor een schoolreis en zijn bereid daar meer voor te betalen. - Bij schoolreisjes wordt er busvervoer ingezet. - Wanneer er een schoolreis gemaakt wordt met 1 groep kan hiervan worden afgeweken ivm onrendabele kosten voor een bus.
28
- Bij excursies en uitstapjes worden kinderen wel met auto’s vervoerd. Ouders worden duidelijk geïnformeerd over de actuele veiligheidseisen. De school ziet toe op de naleving ervan. Sportwedstrijden Buiten de school om kunnen kinderen deelnemen aan enkele schooltoernooien, die in de loop van het schooljaar worden georganiseerd. Kinderen die mee willen doen, dienen zich op te geven bij de personen die dit coördineren. Begeleiding en vervoer van de deelnemende kinderen geschiedt in de regel door ouders. Musicals en schoolverlatersavond Op het eind van het schooljaar voeren de kinderen van groep 8 een musical op voor alle kinderen van de school, voor de opa's en oma's van de schoolverlaters en voor de hulpouders. Tijdens de "schoolverlatersavond", het afscheid van groep 8 van de basisschool, voeren zij deze musical nog eens op voor hun ouders, het personeel van de basisschool, de Oudervereniging en de Medezeggenschapsraad. Open dag Een keer in de twee jaar houden wij een Open dag voor ouders, familie en verder iedereen die hiervoor belangstelling heeft. De Open dag staat steeds in het teken van een bepaald thema, waarmee de school zich ter voorbereiding hierop enige tijd intensief bezighoudt (schoolproject). Naast de informatie die wij ook willen geven over onze school zijn er ter afwisseling allerlei doe-activiteiten. Binnen deze activiteiten neemt een sponsorproject een erg belangrijke plaats in. Sponsorproject Wij vinden het van groot belang dat de kinderen van onze school kennis nemen van de leefwijze van leeftijdsgenoten in de Derde Wereld. Ook willen wij hen betrekken bij acties die erop gericht zijn geldelijke en/of materiële steun te verwerven. Om de betrokkenheid van de kinderen te vergroten richten wij onze acties op een adoptie- of steunproject, waarvoor middels sponsorloop, kindermarkt, de Open dag, geld wordt ingezameld. De organisatie van de sponsorloop is in handen van de Oudervereniging.
29
5.4 Overige zaken van belang Gymnastiek Groep 1 en 2 De kinderen gymmen in hun ondergoed. Omdat het aan- en uitkleden vaak nog moeilijk is voor de kinderen, zou het fijn zijn als het kind gemakkelijke kleding aanheeft. Wanneer uw kind er aan toe is, kunnen ouders het kind thuis ook leren om zich zelfstandig aan- en/of uit te kleden. Groep 3 t/m 8 Tijdens de gymnastieklessen lopen de kinderen bij voorkeur op gymschoenen. Als kleding adviseren wij een gymbroek met een t-shirt. Meisjes kunnen eventueel ook een gympakje dragen. De kleding wordt door de kinderen steeds mee naar huis genomen. Het omkleden gebeurt in de kleedruimte van de gymzaal. Het is dus niet de bedoeling dat de kinderen in hun gymkleren naar school komen. Ouders verzoeken wij aan hun kind een handdoek en een extra paar sokken mee te geven, zodat kinderen na de gymlessen hun voeten kunnen wassen. Indien uw kind niet aan de gymles kan meedoen geef dit dan door aan de groepsleraar. Hoofdluiscontrole Alle kinderen van onze school worden na iedere vakantieperiode gecontroleerd op de aanwezigheid van hoofdluis. Een groep ouders zijn daarvoor door de GGD geïnstrueerd. Wanneer hoofdluis is geconstateerd informeert de directeur of groepsleerkracht de betreffende ouders en geeft aan alle kinderen uit de groep een brief mee. Middels deze brief worden ouders verzocht intensief te blijven controleren en zonodig te behandelen. Indien ouders tussentijds hoofdluis constateren, melden zij dit onmiddellijk aan de groepsleraar of directeur zodat passende maatregelen genomen kunnen worden. Bij hardnekkige hoofdluisproblematiek kan de GGD om advies gevraagd worden. Zie ook de informatie op de achterzijde van de schoolkalender. Verzekering - Aansprakelijkheid De kinderen zijn via de school collectief verzekerd tegen ongevallen gedurende de tijden dat zij op school verblijven of op weg zijn van en naar school en tijdens schoolreisjes, uitstapjes naar bedrijven en overige buitenschoolse activiteiten. Deze verzekering kent geen uitkering bij materiële schade. Het is dus geen WA verzekering en in voorkomende gevallen zult u een aanspraak moeten doen op de WA verzekering van de betreffende leerling. Leerlingen die schade veroorzaken aan derden zijn volgens de wet niet aansprakelijk. Aansprakelijk voor de daden van hun kinderen zijn de ouders/wettelijke verzorgers. Wij raden u daarom dringend aan om een aansprakelijkheidsverzekering particulieren af te sluiten. Er is door SPOVenray een collectieve verzekering afgesloten die een dekking biedt voor leerkrachten, meehelpende ouders/verzorgers, ondersteunend personeel en stagiaires. Ook hier geldt dat pas uitgekeerd wordt als niets op andere verzekeringen verhaald kan worden. Wanneer u als ‘chauffeur’ met excursies meegaat, is een inzittendenverzekering en gebruik van een zogenaamde stoelverhoger en autogordels verplicht. Wij houden ons hierbij aan de wettelijk verplichte richtlijnen. De school is op geen enkele manier aansprakelijk voor schade die ontstaat door ongevallen met uw motorvoertuig. Mobiele telefoons Het gebruik van mobiele telefoons neemt steeds meer toe. Wij zijn van mening dat het voor kinderen van deze leeftijd niet noodzakelijk is om een mobiele telefoon mee te brengen naar school mits dit in overleg met de leerkracht besloten is en er een gegronde rede voor is. Mobieltjes zijn kwetsbaar en het brengt een extra risico met zich mee in de vorm van pesten via berichtjes. Dit heeft ons ertoe gebracht om geen mobiele telefoons toe te staan op school. Ook tijdens het overblijven is gebruik van een mobiele telefoon niet toegestaan. De school is via 0478-550310 altijd bereikbaar.
30
Gebruik tablet Het kan wel eens voorkomen dat kinderen de mogelijkheid geboden krijgen om tijdens een onderwijskundig verantwoord spelmoment een tablet mee te nemen naar school. Dit gebeurt altijd op eigen risico. Het is aan u als ouder/verzorger om te beslissen of een tablet meegenomen mag worden naar school. Zie daarvoor ook Verzekering- Aansprakelijkheid. Verjaardagen - Traktaties Tijdens verjaardagen van de leerlingen wordt er niet meer getrakteerd op school. In groep 1/2 wordt de verjaardag van een kind uitgebreid gevierd. De ouders worden uitgenodigd om de verjaardag mee te vieren op school. Omwille van de privacy mogen er geen video-opnamen gemaakt worden. Foto’s zijn wel toegestaan. In de groepen 3 t/m 8 wordt op eigen wijze aandacht besteed aan de jarige. Verjaardag leraar De leerkracht viert zijn verjaardag op een door hem/haar zelf geplande dag. Hierover krijgen de kinderen van de groep bericht mee naar huis. Hierbij vragen wij u om geen gekocht cadeautje aan uw kind mee te geven. Liever een zelfgemaakt werkje zoals een tekening. Verjaardagen, jubilea ouders, opa's en oma's Kinderen, waarvan de ouders, opa's en oma's iets bijzonders te vieren hebben worden in de gelegenheid gesteld voor hen iets te maken. Wij verzoeken ouders dit tijdig (schriftelijk of mondeling) door te geven. Pauzehapjes en drankjes Onze school is een gruiten school. Dit houdt in dat de kinderen als pauzehapje alleen groente of fruit mogen meenemen naar school. De kinderen mogen ook een beker water mee naar school nemen. Andere drankjes worden mee terug naar huis gegeven. Zie voor verdere informatie over het project schoolgruiten: www.schoolgruiten.nl Gevonden voorwerpen Alle voorwerpen die op school blijven liggen, worden een jaar lang op school bewaard. Een keer per jaar worden deze spullen naar de "Winkel van Sinkel" gebracht. Omdat het meestal om waardevolle goederen gaat, verzoeken wij u steeds te controleren of gymspullen, dassen, tassen of handschoenen door uw kind weer mee naar huis genomen worden. Is dit niet het geval, stap dan gerust naar de leerkracht. Hij of zij weet waar de gevonden voorwerpen verzameld worden. Stagiaires Het begeleiden van stagiaires van de Pedagogische Academie voor BasisOnderwijs (PABO), Onderwijsassistenten vanuit het ROC en Gilde-opleiding berust bij de groepsleraar, die wordt gezien als de mentor van de student. Op teamniveau hebben wij afspraken gemaakt over het aantal stagiaires dat wij denken te kunnen begeleiden en de verdeling van hen over de bestaande groepen. Jaarlijks worden studenten op onze school geplaatst. Pennenstreek De “Pennenstreek” is het maandelijks nieuwsblad van onze school. Dit nieuwsblad wordt elke laatste vrijdag van de maand via de mail aan de ouders/verzorgers verzonden. De redactie wordt gevormd door een teamlid en de directeur. Er wordt algemene informatie vanuit de school, de oudervereniging en medezeggenschapsraad gegeven. Inzendingen zijn van harte welkom. Web-site De website van de school is vrij te bezoeken voor iedereen. De website wordt actueel gehouden door een van de leerkrachten. Er worden regelmatig stukjes en foto’s geplaatst van activiteiten op school, zoals workshopsmiddag of een excursie. Ook is er algemene informatie over de school en ons onderwijs op te vinden.
31
Foto’s en video-opnames In toenemende mate worden foto’s en videobeelden gemaakt bij activiteiten op school en gebruikt in de berichtgeving en web-site van de school. Ook verspreiden we leerlingenlijsten met adresgegevens van de kinderen. Wanneer u hiervoor geen toestemming verleent vragen we u dit aan de directeur door te geven. Zie ook bij 8.7 gebruik van persoonsgegevens Het vertonen van films en tv-beelden Het vertonen van film- en tv-beelden vindt uitsluitend plaats in het kader van en ter ondersteuning aan het lesprogramma, dit conform artikel 12 lid 5 van de Auteurswet. De schoolfotograaf In de oneven jaren wordt er van uw kind op school een foto gemaakt, die u dan in verschillende formaten kunt kopen. De fotograaf legt in dat jaar ook de broertjes en zusjes op de gevoelige plaats vast. Daarnaast wordt er elk jaar een foto gemaakt van de groep waarin uw kind zit. De school is hierbij slechts tussenpersoon. Het kopen van deze foto('s) geschiedt op vrijwillige basis. Kinderpostzegelactie Jaarlijks gaan de kinderen van groep 8 op pad om postzegels en wenskaarten te verkopen. Dit gebeurt in het kader van de landelijke Kinderpostzegelactie, waarvan de opbrengst bestemd is voor projecten die het welzijn van kinderen beogen. Van te voren worden de straten in Oostrum "verdeeld" onder de kinderen van groep 8 en de uit Oostrum afkomstige kinderen die op een school voor speciaal onderwijs zitten en die voor dezelfde actie rond gaan. De Jeugd-Natuurwacht Vanaf groep 7 kunnen de kinderen voor een gering bedrag lid worden van de Jeugd Natuur Wacht. De Stichting Jeugd Natuurwacht Venray probeert haar leden liefde en respect voor de natuur bij te brengen. Zij denkt dit te kunnen bereiken door een veelheid aan activiteiten te organiseren zoals: - puzzelwandeltochten - zonnebloem-, courgette- en "vlijtig liesje" wedstrijden - kerststukjes maken - de hyacint- en nestkastjes- actie - boomplantdagen. Vier keer per jaar geeft de J.N.W. het blad "de Natuurvriend" uit, waarin o.a. de activiteiten voor het komende seizoen bekend worden gemaakt. Kinder-Vakantie-Werk Elk schooljaar verlenen wij onze medewerking aan de aanmelding van kinderen voor het Kinder-VakantieWerk. De deelname staat open voor kinderen uit de groepen 3 t/m 7. De aanmeldingsprocedure verloopt als volgt: - Begin mei worden de programmaboekjes met een begeleidende brief voor de leraar op school afgegeven. - D.m.v. een eenmalige machtiging, die bij het programmaboekje zit, kunnen kinderen aangemeld worden. Deze machtiging wordt op school ingeleverd en door medewerkers van het Kindervakantiewerk (K.V.W.) opgehaald. Ouders, oudere broers en zussen die bereid zijn kinderen tijdens het K.V.W. (één week) te begeleiden kunnen zich hiervoor bij de secretaris van het K.V.W. opgeven. ARBO Het ARBOgebied richt zich op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van het kind, van de leerkrachten en op de omgeving. Dit is aanleiding om de veiligheid in en rondom het schoolgebouw en het schoolklimaat blijvend te controleren, te onderhouden en waar nodig aan te passen. Het resultaat hiervan is oa: - Veilige en aantrekkelijke speelmogelijkheden. - Afspraken over "toiletgedrag". - Aanvullingen van de E.H.B.O.- trommel. 32
- Gediplomeerde E.H.B.O.-er en Bedrijfshulpverlener (B.H.V.’er) op onze school. - Jaarlijkse ontruimingsoefening De ARBO-dienst voert eens in de vier jaar een algemene schoolverkenning (ASV) uit. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar de werkomstandigheden, de gezondheid en veiligheid van personeel en kinderen. Op basis van dit onderzoek worden passende maatregelen genomen. In een jaarplan worden de geplande acties vastgelegd en op het einde van elk schooljaar geëvalueerd, waarna de resultaten vastgelegd worden in het jaarverslag. De MR wordt bij een AVS, de jaarplanning en evaluatie nauw betrokken. Veiligheidsplan Zowel op school- als stichtingsniveau is er al veel geregeld omtrent de veiligheid op de school. Voorbeelden hiervan zijn o.a. de klachtenregeling, arbo-beleidsplannen, BHV-regelingen, maar ook bijvoorbeeld het pestprotocol. Om er voor te zorgen dat alle onderdelen goed op elkaar afgestemd zijn en evt. ontbrekende onderdelen nog worden aangevuld, wordt op alle scholen van de SPOV het zgn. veiligheidsplan verder uitgewerkt. Dit gebeurt onder begeleiding van het landelijke Kwaliteitsteam Veiligheid. Het plan, dat ook getoetst wordt op wettelijke verplichtingen, zal op het einde van het schooljaar ter instemming worden aangeboden aan de medezeggenschapsraad van de school.
6. De ouders Wij gaan ervan uit, dat ouders in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. Een grote betrokkenheid van de ouders bij datgene wat op school gebeurt, is dan ook van het grootste belang, zodat school en gezin zo goed mogelijk op elkaar kunnen aansluiten en elkaar kunnen aanvullen. Op onze school worden de ouders vertegenwoordigd door het bestuur van de Oudervereniging (OR) en door de ouders in de Medezeggenschapsraad (MR). De OR en de MR kunnen het schoolbestuur en het team van advies dienen. Daartoe ontvangen zij van het schoolbestuur, het bovenschools management en van het team alle benodigde informatie. De school heeft een communicatieplan opgesteld waarin diverse contact-momenten tussen de geledingen beschreven staan. Daarnaast vindt er twee maal per jaar een ouderpanel plaats. 6.1 Directe contacten ouders – school Het staat de ouders vrij om op school, liefst na de middagschooltijd, over de ontwikkeling van hun kind te komen praten. Wij raden u aan van te voren telefonisch of via een briefje een afspraak te maken. Daarnaast worden alle ouders uitgenodigd op de tien-minuten-ouderavonden, waar de vorderingen van ieder kind met zijn of haar ouders besproken worden. Tijdens de klassikale ouderavonden wordt u in de gelegenheid gesteld kennis te maken met de leraar van uw kind en u krijgt informatie over de organisatie en het programma van de klas. 6.2 Ouderhulp Op onze school assisteren ouders regelmatig bij: - Het organiseren van schoolverlatersdagen en buitenschoolse activiteiten. - Het lezen in de groepen 3, 4 en 5. - De voorbereiding op de Eerste Heilige Communie. - Schoolreisjes en excursies. - Handenarbeidlessen en workshopsmiddag. - Hand- en spandiensten. - Het versieren van gangen en algemene ruimten. Bij aanvang van het schooljaar ontvangen alle ouders een formulier, waarop zij kunnen aangeven bij welke activiteiten zij willen helpen.
33
6.3 Informatie aan ouders Ouders worden geïnformeerd middels: - De web-site : www.demeulebeekoostrum.nl - Isy : ouders hebben zelf de verantwoordelijkheid om zich aan te melden bij Isy. Op Isy worden alle nieuwsberichten vanuit school geplaatst. - De Schoolkalender : verschijnt jaarlijks op website en Isy - De Schoolgids : jaarlijks herzien, link van de web-site - Informatiebrieven : indien nodig Alle informatie verloopt via Isy. We streven er dan ook naar om geen briefjes meer mee te geven. Binnen Isy vindt u ook een kalender. Hierin treft u voor het hele schooljaar belangrijke informatie en data van vakanties, vrije dagen en uren aan. Daarnaast vindt u de schoolkalender en aanvullende info op onze website. De schoolkalender wordt dit jaar niet meer aan elk kind direct na de zomervakantie meegegeven.. 6.4 Informatie naar gescheiden ouders We vinden het belangrijk dat, ook in dit geval, alle informatie die de school verstrekt voor beide ouders toegankelijk is. Het gaat hierbij om mondelinge en schriftelijke informatieverstrekking. Schriftelijke informatie De ouders wonen niet meer op hetzelfde adres en het kind kan en mag niet verantwoordelijk zijn voor de informatieverstrekking aan beide ouders. Daarom de volgende mogelijkheden: - Ouder 1* geeft dit door aan ouder 2** - Ouder 2 haalt zelf de informatie op (periodiek) - Ouder 2 levert gefrankeerde enveloppen aan; de school stuurt dan de informatie op. - Ouders maken hun keuze aan de school kenbaar. * ouder 1: de ouder aan wie de zorg is toevertrouwd ** ouder 2: de ouder aan wie de zorg niet is toegewezen Mondelinge informatie Van de school mag niet verwacht worden dat zij beide ouders mondeling informeert. Ouders dienen een uiterste inspanning te doen om samen de mondelinge informatie te ontvangen, dus bijvoorbeeld samen naar een tien - minutengesprek komen. Alleen in zeer bijzondere situaties kan hiervan afgeweken worden. De leraar beslist hierover evt. na overleg met de directeur en de interne begeleider. 6.5 Klachtenregelingen Overal waar mensen samenwerken, kan iets fout gaan, ook op een school. Meestal is dat onopzettelijk. Degenen die zich het slachtoffer voelen van gedragingen of beslissingen van anderen kunnen dat als een klacht beschouwen. Wij willen u informeren wat u kunt doen als u een klacht heeft over de school of iemand op de school. De school is aangesloten bij de Stichting K.O.M.M. (Klachten over machtsmisbruik) en heeft daarmee ook de klachtenregeling van de Stichting overgenomen. Aard van de klacht In de klachtenregeling maken wij een onderscheid in: Klachten over machtsmisbruik Hieronder verstaan wij: seksuele intimidatie discriminatie agressie en geweld pesten 34
Overige klachten De klachten kunnen gaan over: het begeleiden van uw kind de toepassing van een strafmaatregel het beoordelen van uw kind de organisatie van de school Klachtenregeling “Overige klachten” Wij gaan er vanuit, dat u met een klacht in eerste instantie naar de direct betrokkene gaat, bijvoorbeeld de groepsleraar van uw kind. Wanneer u er samen niet uitkomt, kunt u met uw klacht bij de directeur van de school terecht. Bent u niet tevreden over de wijze waarop de school uw klacht behandelt, dan kunt u het bestuur van onze school hierover inlichten. Namens het bestuur zal de algemeen directeur, Yvonne Raaijmakers, samen met u zoeken naar een bevredigende oplossing. Wanneer dit niet leidt tot het gewenste resultaat, dan kunnen, alvorens de klacht voor te leggen aan een interne klachtencommissie, beide partijen overeenkomen de Stichting KOMM om bemiddeling te vragen. Indien deze bemiddeling geen succes heeft, dan wordt de klacht uiteindelijk toch voorgelegd aan de onafhankelijke commissie. Deze klachtencommissie bestaat uit: - een ambtelijk secretaris van de Stichting KOMM - een lid uit de oudergeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad - twee leden namens het bevoegd gezag De commissie zal naar uw verhaal luisteren en naar het verhaal van degene over wie u een klacht heeft. Uiteindelijk zal de commissie een voorstel doen om tot een oplossing te komen van het conflict. Het bestuur van de school neemt uiteindelijk op basis van dit advies een besluit. Klachtenregeling “ Machtsmisbruik” Soms is er sprake van een ernstige klacht die te maken heeft met een vorm van machtsmisbruik, waar onder seksuele intimidatie, agressie en andere. Wij vinden het belangrijk dat een dergelijke klacht niet binnen de school behandeld wordt, maar dat daarvoor onafhankelijke deskundigen worden ingeschakeld. De klachtenregeling van de Stichting KOMM voorziet daarin. Wanneer u een klacht heeft over machtsmisbruik kunt u daarvoor in eerste instantie terecht bij een van de twee interne vertrouwenspersonen op school, van wie u de namen vindt op de schoolkalender. De interne vertrouwenspersoon zal naar uw verhaal luisteren en samen met u bekijken wat er moet gebeuren. De interne vertrouwenspersoon gaat niet zelf aan de slag met uw klacht, maar verwijst u naar de externe vertrouwenspersoon. Voor de basisscholen in de gemeente Venray zijn twee externe vertrouwenspersonen aangezocht, die deskundig zijn op het terrein van machtsmisbruik en de gevolgen ervan voor kinderen of onderwijsgevenden. De externe vertrouwenspersoon zal met u over uw klacht praten en kijken welke stappen wenselijk zijn. U beslist daarbij welke stappen u wilt zetten, de vertrouwenspersoon ondersteunt u desgewenst daarbij. Indien gewenst kunt u ook rechtstreeks contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. Op de schoolkalender staat waar u hem/haar kunt bereiken. De klachtencommissie Mocht u een officiële klacht willen indienen, dan komt u terecht bij een externe klachtencommissie. De commissie bestaat uit drie leden, die deskundig zijn op het gebied van machtsmisbruik, onderwijs en recht, te weten een jurist, twee gedragsdeskundigen en een onafhankelijk secretaris van de Stichting KOMM. De klachtencommissie zal u, de aangeklaagde en mogelijke getuigen uitnodigen voor een hoorzitting. Als het wenselijk is om jonge kinderen te horen zullen de gedragsdeskundigen het kind interviewen en hiervan video-opnamen maken.
35
Wanneer de commissie haar onderzoek heeft afgerond, doet zij een uitspraak of de klacht wel of niet gegrond is. Bij een gegronde klacht wordt het bestuur van de school geadviseerd over te nemen maatregelen. Het bestuur beslist uiteindelijk wat zij met dat advies doet. Als het advies niet opgevolgd wordt, dient het bestuur dit uitvoerig toe te lichten. Indien wenselijk kan de (ambtenaren)rechter vaststellen of het besluit van het bestuur juist geacht kan worden. Het adres van de onafhankelijke klachtencommissie: Stichting KOMM Postbus 396 5201 AJ Den Bosch Tel. 0877 873888 www.komm.nl Email:
[email protected] 6.6 Contacten met ouders van in Oostrum woonachtige kinderen, die een basisschool voor speciaal onderwijs volgen Buitenschoolse activiteiten De buitenschoolse activiteiten (bijv. sportwedstrijden), waaraan kinderen van de Meulebeek deelnemen, staan in principe ook open voor in Oostrum woonachtige kinderen die speciaal onderwijs volgen. Het is de bedoeling dat de ouders van bovengenoemde kinderen zelf contact opnemen met de leraar die de sportactiviteiten coördineert. Voor wat betreft de deelname aan deze activiteiten worden dezelfde maatstaven gehanteerd als die gelden voor de kinderen van onze school zoals belangstelling en capaciteiten.
Activiteiten die op school/in de klas plaatsvinden Zowel voor de school als voor de betreffende kinderen vinden wij deelname hieraan in principe niet wenselijk. In overleg met de groepsleraar kan hierop echter een uitzondering worden gemaakt (bijv. bij de communie en het vormsel). 6.7 De Ouderraad Samenstelling: zie Schoolkalender Het huishoudelijk reglement van de Ouderraad is op te vragen bij een van de Ouderraadsleden of de directeur. Alle ouders van kinderen die de basisschool bezoeken, vormen samen de Ouderraad waaruit jaarlijks tijdens de jaarvergadering een bestuur, de ouderraad, wordt gekozen. De ouderraad vergadert maandelijks in aanwezigheid van een teamlid. Deze vergaderingen zijn openbaar en mag door elke ouder worden bijgewoond (voor data zie schoolkalender). Jaarlijks stelt de ouderraad een programma van activiteiten op. Bij de uitvoering hiervan wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk ouders in te schakelen. De ouderraad tracht zoveel mogelijk contact te onderhouden met alle ouders via de Pennenstreek. Op de jaarvergadering wordt verantwoording afgelegd over het inhoudelijk en financieel gevoerde beleid. Tenslotte organiseert de ouderraad, wanneer dat nodig is, aparte vergaderingen voor alle ouders. De ouderraad adviseert, al dan niet gevraagd, aan schoolbestuur, team en medezeggenschapsraad inzake allerlei beleidszaken die de school betreffen. De ouderraad organiseert allerlei buitenschoolse activiteiten zoals de sinterklaasviering, de jeugdvierdaagse en schoolsporttoernooien. Ouderbijdrage Bij het begin van het schooljaar wordt aan alle ouders een vrijwillige bijdrage gevraagd. Deze bijdrage is bestemd voor zowel de ouderraad als de school. De ouderraad bekostigt hiermee allerlei buitenschoolse activiteiten zoals sportwedstrijden, de avondvierdaagse, het sinterklaasfeest, T-shirts.
36
De school bestemt deze middelen voor activiteiten waarvoor de school geen of onvoldoende vergoeding ontvangt. Hierbij valt te denken aan het deelnemen aan buitenschoolse projecten, traktaties bij vieringen en evenementen, het afsluiten van het schooljaar. De ouderbijdrage bestaat uit een bijdrage voor de oudervereniging en een bijdrage voor de school. Voor de hoogte van de bijdrage verwijzen wij u naar de achterzijde van onze schoolkalender. Deze bijdrage geldt ook voor kinderen die vóór januari instromen. Voor kinderen die vanaf januari maar vóór april instromen wordt de helft van de jaarlijkse bijdrage gevraagd. Voor kinderen die na april instromen, wordt geen ouderbijdrage meer gevraagd. 6.8 De Medezeggenschapsraad Samenstelling: zie schoolkalender Het reglement van de MR is op te vragen bij een van de MR-leden of de directeur. De MR houdt zich onder anderen bezig met: - meedenken met, inspraak hebben in en goedkeuren van het schoolplan; - meedenken met, inspraak hebben in alle beleidsontwikkelingen van de school; - volgen van de onderwijskundige ontwikkelingen van de school; - instemmen met de schooltijden en het vakantierooster; - volgen van en deelnemen aan de procedure rondom de benoeming van personeel; De Medezeggenschapsraad bestaat uit ouders en personeelsleden, welke rechtstreeks uit en door de ouders en het personeel zijn gekozen. De vergaderingen van de MR zijn openbaar en mogen door eenieder worden bijgewoond (voor de vergaderdata zie schoolkalender). De medezeggenschapsraad tracht zoveel mogelijk contact te onderhouden met alle ouders via Isy en de website. De Ouderraad kan de oudergeleding van de medezeggenschapsraad desgevraagd of uit eigen beweging van advies dienen. Dit recht heeft ook het onderwijzend personeel in relatie met de personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad. 6.9 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Onder de Stichting Primair Onderwijs Venray functioneert een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. De Medezeggenschapsraden hebben aan de GMR een aantal advies- en instemmings-bevoegdheden overge-dragen betreffende zaken die van bovenschools belang worden geacht. 6.10 Sponsoring De Stichting Primair Onderwijs Venray en ook individuele scholen kunnen te maken krijgen met sponsoring. Dat kan een ideale manier zijn om extraatjes van te betalen. Maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Leerlingen zijn een kwetsbare groep. Het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt. Voorbeelden van sponsoring Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor een sponsor een tegenprestatie verlangt in schoolverband. Tegenprestaties zijn bijv. het noemen van de sponsor in de schoolkrant of een opdruk op t-shirts. Voorbeelden van sponsoring zijn: gesponsorde materialen zoals boekjes, video’s, posters en spellen; gratis producten die winkels of bedrijven uitdelen aan leerlingen of ouders; gesponsorde activiteiten zoals schoolfeesten, sportdagen, schoolzwemmen en schoolreisjes; sponsoring van het schoolgebouw, bijv. een leslokaal, computerapparatuur of cateringactiviteiten. Schenkingen, waar geen tegenprestatie tegenover staat, vallen dus niet onder het begrip sponsoring. 37
Het ministerie van onderwijs heeft samen met zestien organisaties een convenant afgesloten, waarin afspraken voor sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant bevat gedragsregels waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn, waar valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders over sponsoring organiseren. Het convenant Sponsoring bevat geen wettelijke regels, maar gezamenlijke afspraken van de convenantpartners over hoe er omgegaan zou moeten worden in het primair onderwijs. In het Reglement Medezeggenschapsraad staat duidelijk omschreven wat de advies en instemmings bevoegdheden zijn t.a.v. schoolgids en schoolplan Op school ligt een exemplaar van de SPOVenray nota “sponsoring”ter inzage. Ook staat de nota vermeld op de website van SPOVenray, www.spovenray.nl
7. Instanties in en rond de school In eerdere hoofdstukken heeft u kunnen lezen dat de school samenwerkt met andere instanties die een bijdrage leveren aan ons onderwijs en aan het volgen van de ontwikkeling van onze leerlingen. Hieronder worden de belangrijkste instanties vermeld. College van bestuur Stichting Primair Onderwijs Venray (SPOV) Eindstraat 42, 5801 CR Venray tel. 0478 – 51 62 15 fax 0478 – 51 62 14 e-mail:
[email protected] College van bestuur: Staflid Financiën: Staflid Personeelsbeleid: Beleidsmedewerkers voor kwaliteit en onderwijs
mevr. Yvonne Raaymakers dhr. James Hendriks mevr. F. van Lieshout mevr. M. Hoeijmakers en dhr. M. van Gessel
Inspectie Basisonderwijs De rijksinspecteurs bezoeken met enige regelmaat alle scholen, stimuleren de scholen om zo goed mogelijk onderwijs te geven, bewaken de kwaliteit van het onderwijs op school en controleren of scholen zich houden aan de wet. Ook toetsen zij het schoolplan en de schoolgids. Inspectie Basisonderwijs e-mail:
[email protected] website: www.onderwijsinspectie.nl Vragen over het onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief) BCO: BegeleidingsCentrum voor Onderwijs en Opvoeding Van het BCO krijgen we ondersteuning op het gebied van de onderwijsontwikkeling op school. Daarnaast biedt het centrum hulp of geeft advies bij de begeleiding van de zorgleerlingen. Om de dienstverlening te kunnen realiseren heeft de BCO schoolbegeleiders in dienst. Het zijn onderwijskundigen, psychologen, (ortho)pedagogen en psychologisch assistenten. De BCO helpt de school bij het begeleiden van kinderen met problemen. Een kind dat daarvoor in aanmerking komt, wordt door de BCO onderzocht. De BCO adviseert, in overleg met de school, aan de ouders wat er moet gebeuren om het probleem aan te pakken. De ouders en de school krijgen van de BCO een schriftelijk verslag van het onderzoek en het advies.
38
De onderzoeksgegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld. Alleen met toestemming van de ouders kunnen anderen de gegevens van het kind inzien. Aan de hulpverlening van de BCO zijn voor ouders géén kosten verbonden zolang het "budget" dat de school ontvangt toereikend is. Afhankelijk van het aantal kinderen ontvangt onze school een aantal contact-uren voor schoolbegeleiding. Het aantal mogelijkheden voor hulpverlening wordt hierdoor beperkt, waardoor het niet geheel uitgesloten is, dat ouders noodgedwongen verwezen moeten worden naar particuliere hulpverleningsinstanties, zoals bijv. de Pedagogen Praktijk in Venray. De kosten die hieraan verbonden zijn, komen dan voor rekening van de ouders. BCO Postbus 829 5900 AV Venlo Tel. 077 – 35 22 402 e-mail:
[email protected] Scholen voor Speciaal Onderwijs Wanneer geadviseerd wordt om het kind op een school voor speciaal onderwijs te plaatsen, dan zijn daarbinnen de volgende mogelijkheden: - De speciale school voor basisonderwijs “Focus” waar onderwijs wordt gegeven aan moeilijk lerende kinderen en kinderen met leer- en opvoedingsproblemen. - De Z.M.O.K.-school waar onderwijs wordt gegeven aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen. - De Z.M.L.K.-school waar onderwijs wordt gegeven aan zeer moeilijk lerende kinderen. - De L.Z.K.-school waar onderwijs wordt gegeven aan langdurig zieke kinderen. - De Mytyl –school waar onderwijs wordt gegeven aan kinderen die door ziekte of lichamelijk en/of geestelijk gebrek gehandicapt zijn.
Scholen voor voortgezet onderwijs De contacten die onze school heeft met de scholen voor voorgezet onderwijs staan vooral in verband met de toelating van kinderen of de vorderingen van oud-leerlingen. Raayland College Tel. 0478 – 55 11 55 Scholengemeenschap Stevensbeek Lokatie Boxmeer: tel. 0485 – 57 14 34 Lokatie Stevensbeek: tel. 0485 – 38 16 00 Cita Verde College Horst Tel. 077-39 81 620 De peuterspeelzaal Vanaf januari 2011 zit Peuterspeelzaal ’t Rommelhöfke in een eigen lokaal in basisschool De Meulebeek. Maandag-, Dinsdag-, Woensdag- en Donderdagmorgen zijn we geopend van 8:30 uur – 12:00 uur
De peuterspeelzaal is bedoeld voor álle peuters van Oostrum van 2 en 3 jaar. Ook uw peuter is van harte welkom! Kinderen komen in de peuterspeelzaal om te spelen met elkaar. Spelenderwijs wordt er in de peuterspeelzaal veel geleerd. Wij verzorgen een groot aanbod aan leuke, uitdagende activiteiten, afgestemd op de behoeften en ontwikkeling van kinderen in de peuterleeftijd. Peuters worden, wanneer nodig, extra ondersteund en intensief begeleid. Ouders doen mee. Dat kan bij allerlei activiteiten of in de oudercommissie.
39
Onze peuterspeelzalen werken samen met groep 1 en 2 van de basisscholen zodat de overgang voor 4 jarigen naadloos kan verlopen.
Door samen te spelen en te ontdekken ontwikkelen de kinderen hun mogelijkheden en talenten. De peuterspeelzaal is daarmee de ideale voorbereiding op de basisschool. Inschrijven Inschrijven kan vanaf 18 maanden. Het inschrijfformulier kunt u ophalen bij ‘t Rommelhöfke of downloaden op www.peuterspeelzalenvenray.nl Alvast een kijkje nemen? U bent altijd welkom! Meer informatie over Peuterspeelzaal ’t Rommelhöfke: Stichting Peuterspeelzalen Venray Telefoon: 0478 586498 (werkdagen van 9:00 – 17:00 uur) www.peuterspeelzalenvenray.nl De school onderhoudt als vanzelfsprekend nauwe contacten met de peuterspeelzaal. Peuterspeelzaal “’t Rommelhofke” Valkenkampstraat 2, 5807 AN Tel. 06-25 25 70 88
Jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland bestaat al meer dan 100 jaar, is uniek in de wereld en biedt basiszorg aan alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. Zo ook in de regio Limburg-Noord, waar de JGZ door de GGD Limburg-Noord, als onderdeel van de Veiligheidsregio, wordt aangeboden. Waarvoor kunt u bij ons terecht? In het wettelijk vastgelegd Basistakenpakket JGZ 0-19 staat welke zorg er op welke momenten aan kinderen in Nederland moet worden geboden. De JGZ biedt deze basiszorg en richt zich op het bevorderen van een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen vanaf de zwangerschap tot de leeftijd van 19 jaar. Naast het kind staat de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de omgeving waarin het opgroeit. Extra aandacht gaat uit naar kinderen en gezinnen waar gezond en veilig opgroeien niet vanzelfsprekend is. Jeudgezondheidszorg voor aanstaande ouders, zuigelingen en kleuters Al tijdens de zwangerschap kan de JGZ ondersteuning bieden. Tot 4 jaar bezoekt uw kind regelmatig het consultatiebureau waar de groei en ontwikkeling wordt gevolgd en waar u terecht kunt met vragen. Ook kunt u uw kind laten vaccineren tegen een aantal kinderziekten. Als vragen op het consultatiebureau onbeantwoord blijven, dan kan de verpleegkundige u ook thuis bezoeken. Jeugdgezondheidszorg voor kinderen in het reguliere en speciale basis- en voortgezet onderwijs Om de groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, is de JGZ regelmatig op school om uw kind te onderzoeken/screenen. Daarnaast wordt uw kind in deze periode op bepaalde leeftijden gevaccineerd. Hoe gaan wij te werk? Vaste contactmomenten Tijdens de wettelijk vastgelegde contactmomenten, die voor ieder kind gelijk zijn, volgen we samen met u het gezond en veilig opgroeien van uw kind. Spreekuren Ook buiten de vaste contactmomenten kunnen er vragen of problemen zijn op het gebied van gezond en veilig opgroeien. Ouders of jongeren kunnen zelf een gesprek of onderzoek vragen op het spreekuur bij het team JGZ. Ook kunnen ouders gebruik maken van het inloopspreekuur op het consultatiebureau. Pedagogisch spreekuur Opvoeden roept soms vragen, zorgen en twijfels op. Het pedagogisch spreekuur is bedoeld als kortdurende opvoedingsondersteuning. Ook hiervoor kunt u bij ons terecht. 40
Logopedie Om te zorgen dat kinderen zonder spraak/taalproblemen het basisonderwijs instromen, wordt in een vroeg stadium, op het consultatiebureau logopedie ingezet. Op de basisschool wordt uw kind uitsluitend door de logopedist gezien als er (mogelijk) spraak/taalproblemen zijn. Hoe zijn wij te bereiken? Voor uitgebreide informatie, (inhoudelijke) vragen en het maken en/of verzetten van een afspraak kunt u op verschillende manieren contact met ons opnemen. Adresgegevens, hoofdkantoor: GGD Limburg-Noord, onderdeel van de Veiligheidsregio Drie Decembersingel 50 5921 AC Venlo-Blerick Telefoon Voor aanstaande ouders en ouders van kinderen in de leeftijd tot 4 jaar: 088 - 61 08 861. Op maandag t/m vrijdag van 08.30 - 17.00 uur. Voor ouders en/of kinderen/jongeren in de leeftijd van 4-19 jaar: 088 - 11 91 111. Op maandag t/m donderdag van 08.30 - 17.00 uur en op vrijdag van 08.30 - 14.00 uur. Website www.ggdlimburgnoord.nl Jeugdgezondheidszorg Venray Eindstraat 20, 5801 CR Venray Tel. 0478 – 53 14 77 Schoolarts: Dhr. J. Ewalds Vertrouwensarts: mevr. M.van het Reve Bereikbaar JGZ Venlo 077 – 85 04 855 Schoollogopedie Logopedie is een onderdeel van de jeugdgezondheidszorg van de GGD Noord Limburg. Het doel van de logopedie op scholen is dat kinderen zich in hun spraak, taal, stem, ademhaling, mondgedrag en gehoor zo goed mogelijk ontwikkelen. Belangrijk daarbij is een tijdige opsporing van problemen. Zowel ouders als leraren kunnen de logopedist verzoeken een screening te doen bij individuele kinderen, waarbij spraak-, taal-, adem- en/of stemproblemen worden vermoed. Jeugdgezondheidszorg Venray Eindstraat 20, 5801 CR Venray Tel. 0478 – 53 14 77 Logopedist: Dhr. F. Hombergen Centrum voor Jeugd en Gezin Voor kleine en grote vragen over opvoeden en opvoeden Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is hét centrale punt voor vragen over opvoeden en opgroeien. Dat kunnen kleine en grote vragen zijn. Kinderen en jongeren tot 23 jaar, ouders, opvoeders en professionals kunnen er terecht voor informatie en advies. Of het nu gaat om een peuter die niet wil eten, een schoolgaand kind dat niet achter de computer vandaan te krijgen is of een puber waar geen woord meer uit komt. Het CJG is hét centrale punt waar u terecht kunt: makkelijk bereikbaar, deskundig, betrouwbaar en anoniem. De gemeenten Horst aan de Maas en Venray zijn samen verantwoordelijk voor het CJG. Het CJG verbindt instellingen op het gebied van jeugd(gezondheids)zorg, om vragen of problemen snel en in samenhang aan te kunnen pakken. De CJG-consulenten zijn medewerkers van: GGD Limburg-Noord, Groene Kruis Jeugdgezondheidszorg, Synthese en MEE Noord en Midden Limburg. www.mijncjg.nl Voorkom dat kleine vragen grote problemen worden. Aarzel dus niet en neem contact op met het CJG. Dat kan via www.mijncjg.nl en
[email protected] of door te bellen naar 088 - 3300 600 (maandag tot en met 41
vrijdag van 09.00 – 11.00 uur). U kunt voor vragen en advies ook terecht bij de schoolmaatschappelijk werker van Synthese, partner van het CJG. Pedagogisch Spreekuur Het pedagogisch spreekuur is er voor alle ouders van kinderen van 0 t/m 12 jaar die vragen, zorgen en twijfels ondervinden in de opvoeding van hun kind(eren). Bijvoorbeeld over: slapen, eten, huilen, drukdriftig gedrag, ongehoorzaamheid, (samen)spelen, zindelijkheid, weinig zelfvertrouwen etc. In een gesprek met één van de pedagogen van dit spreekuur kunt u uw “problemen” bespreken en samen naar mogelijke oplossingen zoeken. Een informatiebrochure is op school via de IB-er verkrijgbaar. Ook kan informatie worden opgevraagd bij: Groene Kruis Klantenservice, tel. 077 – 320 95 95 Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is het bureau voor advies, informatie, kortdurende ambulante hulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Jeugdigen, ouders maar ook anderen die voor jeugdigen zorgdragen, zoals huisarts, leerkracht of familie kunnen contact opnemen met bureau jeugdzorg. Een informatiebrochure is op school via de IB-er verkrijgbaar. Bureau Jeugdzorg Noorderhof 14, 5804 BV Venray Tel. 0478 – 51 74 84 e-mail:
[email protected] web-site: www.bjzlimburg.nl De Kinder- en Jeugdtelefoon Bij deze telefonische hulpdienst kunnen kinderen en jeugdigen terecht met hun kleine en grote problemen en vragen. Soms is het gemakkelijker om over datgene wat je bedrukt te praten met iemand die je niet kent. Samen wordt er dan een oplossing gezocht. Kindertelefoon: 0800 - 0432 De onderwijstelefoon De vraagbaak voor ouders over onderwijs. Wie vragen heeft over het onderwijs kan die stellen aan 5010. Over praktische zaken zoals lesgeld of vakanties. Maar ook over ingewikkelde onderwerpen. 5010 heeft specialisten die op elke vraag een antwoord hebben. Tel. 0800 – 5010 (gratis) van 10.00 tot 15.00 op werkdagen muv vakanties Web-site: www.50tien.nl
8. Regelingen 8.1 Leerplicht en verlof U, als ouders, dient erop toe te zien, dat uw kind regelmatig de school bezoekt. Weliswaar zijn 4-jarigen niet leerplichtig, maar toch willen wij graag van ieder kind weten, wanneer het niet naar school komt. Vanaf de leeftijd van 5 jaar zijn kinderen leerplichtig. Wanneer u voor uw kind dan "vrij" wilt hebben - dit heet een vrijstelling van de Leerplichtwet - dan dient u zich te houden aan hiervoor vastgestelde regels: De 5-jarigen - Ouders van 5-jarige kinderen mogen hun kind maximaal 5 uur per week thuis houden. Zij doen hierover wel mededeling aan de directeur van de school. - Daarnaast kunnen zij aan de directeur vragen, of zij hun kind nog eens 5 uur thuis mogen houden. Indien hiervoor toestemming wordt verleend ontstaat zo een verlof van maximaal 10 u. wekelijks. 42
Alle leerplichtige kinderen - Wanneer ouders vrijstelling van de Leerplichtwet of anders gezegd verlof willen hebben voor hun kind, dan moeten zij een verzoek hiertoe richten aan de directeur van de school. Verlof kan worden verleend in geval van gewichtige omstandigheden zoals: - huwelijk van ouders (pleegouders)/verzorgers, grootouders, broers, zussen, ooms, tantes, stiefvader en stiefmoeder, zwagers en schoonzussen (1 tot 2 dagen). - overlijden van gezinsleden, bloed- en aanverwanten (1 tot ten hoogste 4 dagen). - 25-, 40-, en 50-jarige ambtsjubilea (1 dag). - 12½-, 25-, 40-, 50-, en 60-jarige huwelijksjubilea (1 dag). Verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden kan voor maximaal 10 dagen in een schooljaar verleend worden door de directeur van de school. - Geen verlof kan worden verleend voor het meenemen van kinderen op dagen die vallen buiten de door de school vastgestelde vakanties. Hieronder valt uiteraard ook het verlengen van de vakantie met enige dagen. - Bij hoge uitzondering en uitsluitend met de toestemming van de directeur van de school, kan van deze regels worden afgeweken in b.v. de volgende situaties: - als het door langdurige ziekte van de ouders niet mogelijk is binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan; - indien zich omstandigheden voordoen in het beroep of bedrijf van de ouders, waardoor de vakantie van de werkende ouders niet samenvalt met de schoolvakantie. Door ouders of werkgever moet in dat geval schriftelijk aangetoond worden, dat binnen de normale schoolvakantie niet op vakantie gegaan kan worden. - indien het opnemen van vakantie op uitdrukkelijk medisch advies geschiedt. Het vakantieverlof mag nimmer in de eerste twee weken van het schooljaar plaatsvinden en mag slechts eenmaal per schooljaar worden verleend voor een periode van maximaal twee weken. Belangrijk is nog te vermelden, dat de directeur van de school verantwoordelijk is gesteld voor het uitvoeren van deze richtlijnen en verplicht is verzuim buiten de toegestane regels bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Venray te melden. Schoolverzuim Voor alle scholen gelden de volgende afspraken: - Indien een kind ongeoorloofd en/of onafgemeld afwezig is, stelt de groepsleraar bij aanvang van de schooltijd de directeur hiervan in kennis. - De directeur of de leerkracht neemt binnen 15 minuten na aanvang van de schooltijd hierover contact op met de ouders, verzorger of voogd. - Ongeoorloofd verzuim wordt gemeld bij de ambtenaar leerplicht van de gemeente Venray. - Bij geregelde, regelmatige afwezigheid of te laat komen van een kind worden de ouders door de leerkracht hierop aangesproken. - Na voortdurende geregelde, regelmatige afwezigheid of te laat komen van het kind worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek met de directeur.
8.2 Afwezigheid en ziekte Wanneer uw kind door ziekte, bezoek aan arts, of anderszins niet naar school kan komen, verzoeken wij u ons dit voor schooltijd te laten weten. Is een kind onafgemeld niet op school dan nemen we contact op. Een kind dat op school ziek wordt, sturen wij niet meteen naar huis. De groepsleerkracht belt eerst op om te informeren of er iemand thuis is. Wanneer dit het geval is, gaat het kind vergezeld van een klasgenootje naar huis, of wordt de afspraak gemaakt dat het kind wordt opgehaald. Zijn de ouders niet thuis, dan worden buren, familie of kennissen gebeld. Het is dan ook belangrijk dat we op school bereikbaarheidsnummers hebben.
43
8.3 Ziekte en verlof leerkrachten Wanneer een van de leerkrachten afwezig is vanwege ziekte of (studie)verlof vindt vervanging plaats door een leerkracht uit de vervangingspool. Indien niemand beschikbaar is voor vervangende werkzaamheden, treedt een noodplan in werking hetgeen betekent, dat bijvoorbeeld kinderen over andere groepen worden verdeeld. Indien het noodplan niet meer voorziet in een verantwoorde opvang van kinderen, kan de school besluiten een groep kinderen naar huis te sturen. De school verplicht zich wel ouders hierover tijdig, een dag van te voren, te informeren. De school zal een groep nooit langer dan 3 aaneensluitende dagen naar huis sturen. Bij langdurig ziekteverlof wordt dan zodanig met personeel geschoven, dat dan een andere groep enkele dagen thuisblijft. 8.4 Overblijven Onze school biedt de mogelijkheid tot overblijven van de kinderen tijdens de lunchpauze. De school heeft een protocol opgesteld waarin de belangrijkste afspraken van het overblijven zijn opgenomen. Dit protocol is als link van onze web-site te openen. U kunt het protocol ook opvragen bij de directeur. Hierin is onder andere opgenomen wie de overblijfbegeleiders zijn, wie op welke dag het overblijven regelt, wat de kosten zijn en welke regels we hanteren. Tussentijdse wijzigingen worden aan de ouders doorgegeven. Zie voor verdere informatie ook de schoolkalender.
8.5 Buitenschoolse opvang Voor de zomervakantie is Mandy Franssen(de vaste leidster van de BSO) volop bezig geweest met alle voorbereidingen. Het resultaat mag er zijn: Een vrolijke, huiselijke ruimte met allerlei mogelijkheden. Op 1 juli 2015 is er een kennismakingsactiviteit geweest voor alle geïnteresseerde kinderen van de basisschool. Een heel clubje enthousiaste meiden heeft volop gekokkereld, gesmikkeld en buiten allerlei waterspelletjes gedaan. Deze middag was een groot succes en zal over een aantal weken nogmaals herhaald worden. De aankondiging daarvan volgt. Nu is het dan zover dat de BSO dit schooljaar echt van start gaat. We bieden opvangmogelijkheden voor 5 dagen in de week na school en voor school en tijdens alle schoolvakanties en studiedagen van leerkrachten. De eerste aanmeldingen van kinderen voor de maandag- en de donderdagmiddag zijn binnen. Dat betekent dat vanaf 31 augustus onze deuren letterlijk en figuurlijk open zijn. Loop gerust binnen om een kijkje te komen nemen of om informatie in te winnen bij Mandy. Zij staat u graag te woord. Meer info vindt u op onze website: www.kinderwereldvenray.nl. Uiteraard kunt u ook altijd telefonisch contact opnemen : 0478-586498 Tot ziens op de BSO!
8.6 Toezicht Vanaf 10 minuten voor schooltijd is er voor de groepen 1 t/m 8 toezicht op de speelplaats. Stuurt u de kinderen niet te vroeg naar school! Bij regenachtig weer kunnen de kinderen van de groepen 3 t/m 8 onder het afdak schuilen. Over het brengen en ophalen van kinderen hebben wij de volgende afspraken gemaakt: - Voor de kinderen van groep 1/2 is er een inloopmoment op de ochtend. Dit houdt in dat als de deur bij de onderbouw open gemaakt wordt door de leerkracht van groep 1/2 (dit is op het moment dat er buiten een surveillant is en vóór 08.30 uur), de kinderen van groep 1/2 welkom zijn in de groep. Zo krijgen de kinderen de tijd om rustig binnen te komen.
44
-
-
Wanneer een kleuter nog maar kort op school zit, mag de ouder het kind naar binnen brengen, maar wij vragen wel om dit geleidelijk af te bouwen. Wanneer een ouder iets wenst door te geven, dat voor het kind belangrijk wordt geacht (bijvoorbeeld uw kind voelt zich niet zo lekker, u komt uw kind eerder ophalen vanwege een bezoek aan de dokter), is het uiteraard toegestaan om dit persoonlijk aan de leraar door te geven. Na schooltijd (12.00 en 15.15) mogen de ouders hun kinderen binnen ophalen. Tevens is dat een geschikt moment om met de leraar een gesprek te hebben of hiervoor een afspraak te maken. Ook kunnen kinderen dan laten zien wat zij gemaakt of gedaan hebben.
Wij verzoeken u erop toe te zien dat werkstukjes van kinderen op de gang onaangeroerd blijven. Tenslotte nog dit: Wilt u bij de jongere kinderen de naam in laarzen, tas en (regen)jas zetten?
8.7 Veiligheid Verkeersveiligheid Wanneer u uw kind bij school komt ophalen, kunt u het best een vaste plaats afspreken waar u altijd gaat staan. Het liefst zien we ouders en kinderen lopend of fietsend naar school komen. De kinderen die dagelijks met de fiets naar school komen (vanuit het buitengebied), moeten deze in de fietsenstalling achter de poort plaatsen op de voor hen gereserveerde plaats. Soms brengen ouders hun kind(eren) met de auto naar school. Vaak moeten deze kinderen na het uitstappen, de weg oversteken. Om ongelukken te voorkomen, vragen wij de medewerking van u allen: Als u uw kind met de auto naar school brengt of bij school komt ophalen, wilt u dan als volgt rijden: Vlasakker - Randenrade - Watermolenstraat. U kunt uw kind dan rechts van de weg laten in- of uitstappen. Werkt u mee? Het is voor de veiligheid van uw kind! Wanneer ouders en leraren kinderen vervoeren onder schooltijd hanteren wij vanuit onze verantwoordelijkheid strikt de wetgeving op dit punt. Daarbij valt te denken aan een inzittende verzekering, gordels achterin en het aantal inzittenden. Speeltoestellen Met betrekking tot de speelvoorzieningen hebben wij om veiligheidsredenen gebruik gemaakt van milieuvriendelijke en duurzame materialen, waaraan kinderen zich niet kunnen verwonden. Ter voorkoming van letsel (door vallen) hebben wij de toestellen in kunstgras. De speltoestellen worden jaarlijks gekeurd. De ramen die grenzen aan de speelplaats hebben wij laten voorzien van veiligheidsglas. Ontruimingsplan en bedrijfshulpverlening Indien er zich in school een calamiteit voordoet in de vorm van brand of anderszins, wordt volgens plan de school ontruimd. Elk schooljaar wordt middels een oefening gecontroleerd of iedereen volgens het ontruimingsplan te werk gaat. Ter bestrijding van beheersbare binnenbrandjes beschikt de school over brandslangen, aangesloten op het waterleidingnet en een drietal poederblussers. Gevaarlijke stoffen, zoals reinigings- en ontsmettingsmiddelen zijn achter slot en grendel opgeborgen. Enkele leraren van onze school zijn opgeleid tot bedrijfshulpverlener (BHV-er) en twee leraren zijn bevoegd EHBO-er, hetgeen inhoudt dat wij op het gebied van hulp bij ongevallen en het bestrijden van calamiteiten voldoende kennis in huis hebben om deze situaties in eerste instantie het hoofd te kunnen bieden. Met betrekking tot veiligheid, welzijn en gezondheid van kinderen en volwassenen in onze school heeft de ARBO-coördinator een belangrijke aansturende en controlerende rol. Veiligheidsbeleid van SPOV SPOVenray en de school waar uw kind zit, hechten groot belang aan het gevoel van veiligheid dat uw kind moet kunnen hebben voor de tijd dat het onder onze hoede is. Ook de medewerkers van de school moeten in een veilige omgeving kunnen werken. Om deze veiligheid inhoud te geven beschikken alle scholen van SPOVenray over een preventiemedewerker, bedrijfshulpverleners en een interne contactpersoon. 45
In een aantal documenten is vastgelegd langs welke weg de veiligheid op scholen wordt nagestreefd. SPOVenray beschikt hiertoe o.a. over een gedragscode. Hierin staat beschreven welk gedrag er van leerlingen, ouders en medewerkers verwacht wordt. Er is tevens in opgenomen welk gedrag niet getolereerd wordt en welke maatregelen genomen worden als men zich hieraan niet houdt. Daarnaast hebben we een overeenkomst gesloten met enkele partners waarin staat beschreven hoe we elkaar zullen helpen de veiligheid op en rond de school te bevorderen. Dit document heeft de naam “Convenant De Veilige School”. We hebben met de partners vastgelegd wanneer er bijvoorbeeld melding of aangifte van misdragingen bij de politie zal worden gedaan. Bij de politie zijn twee ambtenaren speciaal belast met de contacten met de scholen. Onze partners binnen dit convenant zijn: de gemeente, Bureau Halt, Raayland-college, Gilde-opleidingen en de politie Venray. Zowel de Gedragscode als het Convenant De Veilige School liggen op school ter inzage voor de ouders. 8.8 Gebruik van persoonsgegevens De wet bescherming persoonsgegevens (WBP) schrijft voor dat persoonsgegevens alleen met toestemming van de betrokkene gebruikt mogen worden. Binnen een organisatie is dit ook toegestaan zonder toestemming, wanneer dit voortvloeit uit de doelstelling van de organisatie. In de praktijk zijn er verschillende situaties denkbaar, dat het geven van precieze richtlijnen ondoenlijk is. Foto’s waarop personen staan afgebeeld worden ook als persoonsgegevens beschouwd. Deze mogen zonder toestemming worden gepubliceerd behalve wanneer deze onflatteus zijn, aanleiding kan geven tot verkeerde interpretatie of een intieme relatie tonen. Over het geheel genomen publiceren wij informatie en foto’s die te maken hebben met de organisatie van ons onderwijs. Er is nauwelijks sprake van “gevoelige” persoonsgegevens. In geval van twijfel zullen wij toestemming vragen aan de betrokkene(n). Hebt u als ouder bezwaar tegen het gebruik van persoonsgegevens bijv. het verstrekken van een leerlingenlijst aan groepsgenootjes of ouderraad, neemt u dan contact op met school. Daarnaast leggen wij gegevens vast over leerlingen die nodig zijn voor de doelstelling van de school (o.a persoonsgegevens, resultaten, verslagen van gesprekken …). De school draagt er zorg voor dat deze gegevens niet door anderen worden ingezien zonder toestemming van betrokkene(n). Ouders hebben het recht te weten welke gegevens er worden vastgelegd. 8.9 Spreekuren De school heeft geen vaste spreekuren voor ouders. Buiten de lestijden, om 12.00 en 15.15, zijn de leerkrachten bereid ouders te woord te staan. Wanneer u of de leerkracht denkt, dat voor een gesprek meer tijd noodzakelijk of gewenst is, wordt er een afspraak gemaakt. Bij de directeur kunt u onder en na schooltijd terecht met vragen en voor het maken van een afspraak voor een gesprek. Uiteraard kunt u ons ook telefonisch bereiken.
46
Bijlage 1 Ondersteuningsloket van SPOVenray Informatiefolder voor ouders Inleiding Kinderen in Nederland brengen nogal wat uren door binnen de schoolmuren. Gelukkig is voor de meeste kinderen de basisschooltijd een prettige tijd. Elke school heeft zijn eigen manier om kinderen goede zorg te bieden, in een veilige en stabiele omgeving. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met verschillen tussen kinderen en de mogelijkheden die de school heeft. In de meeste gevallen sluit het onderwijs, dat een kind in de groep krijgt, goed aan bij zijn of haar ontwikkeling. Maar er zijn kinderen bij wie het leren op school problemen oplevert. Soms kan de school dan zelf extra hulp geven. De school kan ook deskundigheid of begeleiding van buitenaf inroepen, bijvoorbeeld van deskundigen van BCO Onderwijsadvies. Soms bestaat er bij de basisschool twijfel of men in staat is een leerling op eigen kracht verantwoord te begeleiden. Op dat moment komt het OSL (Ondersteuningsloket) in beeld. Het Ondersteuningsloket is opgericht n.a.v. de invoering van de wet op Passend Onderwijs. Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen verantwoord binnen de basisschool kunnen worden geholpen is het goed om in het OSL samen met school, ouders en evt. externen in gesprek te gaan over een kind. Om uiteindelijk te komen tot het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoeften van een kind, waarna in samenspraak gekeken wordt wat het best passende aanbod voor dit kind is. Wat is het OSL? Het OSL is een commissie die is ingesteld door SPOV. Het OSL bestaat uit twee vaste leden; de Bovenschools Ondersteuningscoördinator (BOC-er) en een medewerker van BCO-onderwijsadvies die beiden gedragswetenschapper zijn. Afhankelijk van de casus kunnen externe leden aanschuiven voor overleg in het Ondersteuningsloket. U kunt hierbij denken aan leerplichtambtenaar, maatschappelijk werkende, schoolarts, BJZ, etc. Naast de gedragswetenschappers zijn bij elk overleg de ouders en afgevaardigden van de huidige school van het kind aanwezig. Als het Ondersteuningsloket gevraagd wordt om advies te geven over toelaatbaarheid tot de Speciale School voor Basisonderwijs (SBO) zal er ook een vertegenwoordiger van het SBO aanwezig zijn om mee te denken. Als het Ondersteuningsloket gevraagd wordt om advies te geven over toelaatbaarheid tot het Speciaal Onderwijs (SO) zal er ook een vertegenwoordiger van het SO aanwezig zijn om mee te denken. Verder beoordeelt de commissie ook aanvragen voor extra ondersteuning op de basisschool en wijst deze toe. Ook adviseert het OSL ouders en scholen over andere zorgmogelijkheden, waaronder plaatsing op een andere (basis-)school. Hoe gaat het OSL te werk? Aanmelding van kinderen Aanmelding van kinderen bij het OSL gebeurt, met een aanmeldingsformulier, door de ouders of wettelijke vertegenwoordigers. In de praktijk zal het vaak zo zijn dat de ouders in overleg met de school of instelling waar het kind is ingeschreven, besluiten om bij het OSL aan te melden. Een aanmeldingsformulier is daar aanwezig of kan opgevraagd worden bij het secretariaat. Aan het OSL kan bij aanmelding gevraagd worden te beslissen of een kind toelaatbaar is tot de speciale school voor basisonderwijs na te gaan of er nog begeleidingsmogelijkheden binnen het basisonderwijs zijn, evt. met extra ondersteuning te beslissen of een kind toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs
47
Als het OSL het aanmeldingsformulier heeft ontvangen zal zij de school vragen om een dossier op te sturen waaruit blijkt wat de hulpvraag is, welke hulp de school tot nu toe geboden heeft en wat de effecten zijn, welke evt. onderzoeken hebben plaatsgevonden en verdere relevante informatie. Naast dit aangeleverde dossier kan het OSL bij andere instanties informatie opvragen, uiteraard slechts met toestemming van de ouders. Na ontvangst van de gegevens zal het OSL het dossier bestuderen, samenvatten en voorbespreken. Alle betrokkenen ontvangen hiervan een verslag. Vervolgens vindt er een overleg plaats met alle betrokkenen (ouders, school, evt. externen) waarin gezocht wordt naar verklaringen, compenserende factoren en uiteindelijk ondersteuningsbehoeften worden vastgesteld. Op basis daarvan wordt in het overleg een beslissing genomen over het best passende aanbod. Dit kan variëren van extra ondersteuning om passend onderwijs op de eigen school te realiseren tot het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor SBO of SO.
Rechten en plichten - Het OSL is conform de wet op de privacy verplicht de beschikbare gegevens vertrouwelijk te behandelen. Dit betekent onder andere dat de gegevens in een gesloten dossier worden bewaard en niet zonder toestemming van de ouders aan derden mogen worden verstrekt. Daarnaast wordt de volgende persoonsgevoelige informatie in een computersysteem opgenomen: Naam, adresgegevens, geboortedatum, school en groep van herkomst en een opsomming van de probleemgebieden bij aanmelding en het uiteindelijke besluit van het OSL. Deze gegevens worden jaarlijks na 1 oktober anoniem in een jaarverslag verwerkt. - Ouders ontvangen bij de TLV een schriftelijke motivering op basis waarvan het OSL tot haar besluit is gekomen - Ouders hebben inzagerecht in alle rapportages die door het OSL worden gebruikt bij haar afwegingen - Het OSL is verplicht op een aanmelding binnen 8 schoolweken te reageren. - Wanneer de aanvrager het niet eens is met de beslissing van het OSL dan moet dit binnen zes schoolweken schriftelijk aan het OSL kenbaar gemaakt worden - In het geval dat het OSL niet ontvankelijk is voor de bezwaren van de ouders, moet zij advies vragen aan de Regionale Verwijzingscommissie (RVC), een onafhankelijke commissie voor de provincie Limburg. Die commissie brengt –na bestudering van alle gegevens- advies uit aan het OSL. Het OSL kan haar besluit dan heroverwegen. Klachtenregeling Wanneer de ouders van mening zijn dat het OSL of OSL-leden niet zorgvuldig gehandeld hebben, kunnen zij een beroep doen op de klachtenregeling. De ouders kunnen in zo’n geval contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de school van hun kind (zie schoolgids). Overige informatie Contact opnemen met het OSL: Het OSL is een onafhankelijke commissie die is gevestigd in het kantoor van SPOVenray. Het postadres luidt: Ondersteuningsloket Groenewoltsepad 2 5801 AP VENRAY telefoon: 0478-582701 Vaste leden van het OSL: Mevr. drs. AHC Lücker, orthopedagoog-generalist Mevr. drs. MHA Hoeijmakers-Jacobs, Bovenschools Ondersteunings Coördinator (BOC)
48