Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Inhoudsopgave pag.
Inleiding
3
1.
De school
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
De historie De plaats in de gemeenschap De identiteit Wat heeft ónze school hoog in het vaandel staan? SKOMeN Samenstelling personeel De leerlingen
2.
Waar onze school voor staat
2.1 2.2
Visie en missie De vertaalslag, onze beleidsvoornemens
3.
De organisatie van het onderwijs
3.1 3.2
3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Organisatie op school- en klassenniveau Inhoud van het onderwijs 3.2.1 Onderwijs in groep 1 en 2: ’Spelend leren’ 3.2.2 Onderwijs in groep 3 t/m 8: ‘Programmagericht leren’ De werkwijze in de groepen Coöperatief leren in relatie tot de meervoudige intelligentie Zelfstandig werken Instructie aan de groepen Organisatie van zorg voor leerlingen met speciale behoeften Het inzetten van stagiaires
4.
De zorg voor kinderen
4.1 4.2 4.3
De leerlingenzorg 20 Resultaten van onderwijs 22 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs 23 Beleid tot toelating van leerlingen in het kader van leerlinggebonden financiering Dyslexiebeleid 27
4.4 4.5
4
5 6 7
8 9
11 12 13 17 18 19
Omslag: Annelot, groep 8
1
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
5.
De leraren – het personeel
5.1 5.2 5.3 5.4
De leraar Vervanging Onderwijsondersteuning Scholing
6.
De Ouders
6.1 6.2 6.3 6.4
6.10
Het belang van betrokkenheid van ouders Communicatie en informatie Informatieverstrekking (gescheiden) ouders De Ouderraad 6.4.1 Ouderbijdrage 6.4.2 Oudercontactgroepen De MR en GMR 6.5.1 De Medezeggenschapsraad 6.5.2 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Kinderopvang op de Staaij, TSO en BSO Klachtenregeling Schoolverzekering voor leerlingen Regels voor toelating, schorsen en verwijderen van leerlingen 6.10.1 Toelating van leerlingen 6.10.2 Schorsing en verwijdering van leerlingen Sponsoring
7.
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
7.1 7.2
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs Zorg voor de relatie school en omgeving
8.
Regeling school-en vakantietijden
8.1 8.2
Schooltijden Vakantietijden
9.
Overige informatie
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7
Leerplicht Verlofregeling Schoolverzuim Langdurige zieke leerlingen Schoolmaatschappelijk werk Verwijsindex Arbo, de veilige school
6.5
6.6 6.7 6.8 6.9
Nawoord
28
29
30
31
31 32
33 34
35
36
37 38 39 41
44
2
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
INLEIDING
Het team van de Staaij nodigt u van harte uit deze schoolgids te lezen, zodat u goed geïnformeerd bent over alle onderwerpen die met het onderwijs op onze school te maken hebben. De Staaij wil zich profileren en ook daarom willen wij graag vertellen wat wij belangrijk vinden op onze school. Een goede communicatie tussen u als ouder, andere belanghebbenden en de school is voor ons van wezenlijk belang om onze onderwijstaak goed uit te kunnen voeren. De schoolgids voor de schooljaren 2013 – 2014 en 2014 – 2015 geeft alle informatie over de Staaij: wat onze visie en ons motto is, wat wij belangrijk vinden in ons streven naar kwalitatief goed onderwijs, hoe er op school gewerkt wordt, hoe de zorg voor leerlingen ingericht is en hoe de Medezeggenschapsraad en de Oudervereniging een rol spelen binnen het geheel. De schoolgids van de Staaij bestaat uit drie delen: ◊ Het jaarboekje en de kalender worden jaarlijks verstrekt en bevatten de actuele gegevens; namen, adressen en activiteiten van het betreffende schooljaar. Beide documenten worden in de eerste schoolweek uitgedeeld. ◊ De schoolgids wordt tweejaarlijks aan ouders uitgereikt en bevat meer algemene informatie. Ook deze wordt in de eerste schoolweek meegegeven. Ouders die hun kind komen inschrijven ontvangen zowel het jaarboekje, de kalender als de schoolgids. Naast het verstrekken van informatie zijn de genoemde documenten ook bedoeld om verantwoording af te leggen. Ook het jaarverslag die in september aan de MR aangeboden wordt en vervolgens aan het bevoegd gezag is hier voor bedoeld. Tijdens de informatieavond op het einde van het schooljaar worden de ouders geïnformeerd over de (school)ontwikkeling die de Staaij dat schooljaar heeft doorgemaakt en welke zij zich het voorliggende schooljaar ten doel hebben gesteld.
Wij hopen dat u onze schoolgids met veel plezier zult lezen. Wilt u nader kennis komen maken, of heeft u nog vragen na het lezen van de schoolgids, stap dan gerust even binnen. U bent van harte welkom voor een persoonlijk gesprek of om een kijkje te nemen in de school.
Namens het team van basisschool de Staaij,
Judith Sliedregt, directeur
(Wij vragen u om overal waar ‘ouders’ staat, dit ook te lezen voor ‘ouder, verzorger(s)’. De illustraties in de gids laten de 8 meervoudige intelligenties zien naar de theorie van Howard Gardner. §3.4)
3
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
1.
De School.
§1.1 Historie. In 1974 werd naast de toenmalige Onze Lieve Vrouweschool een nieuwe kleuterschool “Het Kwetternest” gebouwd. In 1985 werd de Wet op het basisonderwijs een feit; Kleuteren lagere scholen werden samengevoegd tot een basisschool, waar kinderen een ononderbroken ontwikkeling zouden doorlopen in de groepen 1 t/m 8. In Middelaar zijn op dat moment plannen ontwikkeld om ook de gebouwen samen te voegen tot één basisschool. Dit is gerealiseerd in 1993 en in 2003 alweer gerenoveerd. De Staaij voldoet aan de huisvestingseisen die gesteld worden aan het moderne onderwijs van nu. §1.2 Plaats in de gemeenschap. De Staaij wil graag een ontmoetingsplaats zijn voor de bewoners van Middelaar en Plasmolen. In de tijd van de Romeinen bestonden op deze plek al halteplaatsen voor de soldaten. Hier konden ze op adem komen, maar vooral informatie uitwisselen om daarna weer verder te reizen. Deze halteplaatsen werden in het Latijn “statio” genoemd. Het woord statio is in het dialect “Steij” of “Staaij” geworden.
Ook in de huidige tijd willen wij als school die plek zijn waar je tijdelijk verblijft om de nodige kennis op te doen, om daarna weer verder te gaan op je levenspad. Kinderen en volwassenen werken er samen, hand in hand, zoals gesymboliseerd wordt in het logo.
§1.3 De identiteit. De Staaij is een katholieke school. Dit betekent niet dat er alleen katholieke kinderen op school zitten. Alle leerlingen die in staat zijn een reguliere basisschool te bezoeken zijn welkom, ongeacht hun levensovertuiging. De katholieke identiteit van de school komt tot uiting in de levensbeschouwelijke lessen. De leraren laten zich inspireren door een christelijke levensbeschouwing. Zij proberen deze te vertalen in de dagelijkse omgang met de kinderen, waardoor een positieve bijdrage wordt geleverd aan hun vorming en houding. Op school wordt ondersteuning gegeven aan de voorbereiding op de Eerste Communie en het Vormsel. Ouderwerkgroepen verzorgen de voorbereidende activiteiten op school.
4
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§1.4
Wat heeft ónze school hoog in het vaandel staan ?
veilige omgeving voor leerlingen, leerkrachten en ouders saamhorigheid
gezelligheid
prettige sfeer
respect
betrokkenheid open communicatie vertrouwen
kwaliteit
Iedereen is welkom
5
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§1.5 SKOMeN. ‘De Staaij’ valt onder Stichting Katholiek Onderwijs Maas en Niers (SKOMeN). De tien scholen van deze stichting staan in Mook, Molenhoek, Middelaar, Milsbeek, Ottersum, Ven-Zelderheide, Heijen en Gennep. Binnen de organisatiestructuur van SKOMeN wordt het professionele bestuur gevormd door een (eenhoofdig) College van Bestuur. Een Raad van Toezicht houdt toezicht op de organisatie en op de manier waarop het college van bestuur deze bestuurt. Voor het uitvoeren van haar doelstellingen heeft SKOMeN een bestuursbureau ingericht waar drie parttime medewerkers werkzaam zijn. De bestuurder geeft leiding aan het bestuursbureau. De directeuren van de scholen zijn integraal schoolleider en leggen middels formele en informele managementgesprekken en rapportages verantwoording af aan het college van bestuur. Gezamenlijk vormen zij de directeurenraad, een overleg- en beleidsadviserend orgaan. Zij komt maandelijks bij elkaar en op die momenten waarbij sprake is van activiteiten gericht op de professionele ontwikkeling. Iedere school kent een oudervereniging dan wel ouderstichting en een medezeggenschapsraad. Bovenschools is sprake van een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De visie en ambitie van SKOMeN worden uitgewerkt in de volgende thema´s: ◊ Elk kind passend onderwijs. ◊ Meer ontwikkeling met educatieve partners. ◊ Professional zijn in een professionele leeromgeving.
STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS MAAS EN NIERS
6
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§1.6 Samenstelling personeel. ◊
De directeur. De directeur heeft tot taak ervoor te zorgen dat alle voorwaarden om goed onderwijs te kunnen geven aanwezig zijn. Zij is verantwoordelijk voor het onderwijs op school.
◊
Bouwcoördinator (lid Management Team; MT) Het MT lid onderbouw en/of bovenbouw is mede verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op school. Ook ondersteunt het MT de directie bij beleidsmatige aangelegenheden en de uitvoering daarvan.
◊
De Intern Begeleider. (IB) De Ib-er is belast met de organisatie van extra hulp aan kinderen. Zij heeft de zorg voor ons leerlingvolgsysteem. In dit systeem worden de vorderingen van de kinderen op leerstofgebied op een systematische wijze bijgehouden. De IB-er ondersteunt de leerkrachten bij het opstellen van handelingsplannen voor leerlingen die problemen ondervinden in het leer- en ontwikkelingsproces. Ondersteuning aan leerlingen vindt in principe altijd in de groep plaats.
◊
De leerkrachten. De leerkrachten verzorgen het onderwijs in de groep. Zij hebben de zorg voor de kinderen. Zij zijn verantwoordelijk voor de overdracht van de leerstof en het begeleiden van het kind in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. De leerkracht is het eerste aanspreekpunt voor ouders met vragen over hun kind. De leerkracht signaleert ook de eventuele behoefte aan extra ondersteuning van het kind en bespreekt dit met de IB-er.
◊
De administratief medewerker. De administratief medewerkster verzorgt ter ondersteuning van de directie de administratieve- en financiële taken en de leerlingenadministratie.
◊
De conciërge. De conciërge houdt zich bezig met o.a. kopieerwerk, boodschappen, kleine technische klusjes en vele andere ondersteunende werkzaamheden op school.
§1.7 De leerlingen. De leerlingen van de Staaij zijn verdeeld over gecombineerde groepen. Gezien de leerlingprognose voor de komende jaren zal er in 4 groepen gewerkt worden; Groep 1|2, 3|4, 5|6 en 7|8. Het leerlingaantal zal in de komende jaren schommelen rond de 80 leerlingen.
Natuurknap, naturalistische intelligentie
7
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
2.
Waar onze school voor staat.
§2.1.
Visie en missie van de school.
→ →
“De Staaij” is de school, waar alle medewerkers, leerlingen en ouders welkom zijn. die deel uit maakt van de samenleving in Middelaar.
→ → → →
waar het kind centraal staat, zich veilig voelt en met plezier naar toe gaat. die een uitdagende leeromgeving creëert. waar kinderen zichzelf mogen zijn. waar ieder zich naar eigen vermogen kan en mag ontwikkelen.
→
die erkent dat elk kind uniek is.
→
die kinderen voorbereidt op een maatschappij waarin mensen ◊ zelfstandig werken ◊ eigen keuzes moeten maken ◊ eigen verantwoordelijkheid moeten nemen ◊ kunnen samenwerken ◊ elkaar respecteren in hun verscheidenheid ◊ van en met elkaar leren.
dé plaats voor élk talent
→ → → → → → → → → → →
→ →
Op “de Staaij” zal de leerling en leerkracht reflecteren op eigen handelen en daarop aansluitend bewuste keuzes maken. men vooral gericht zijn op het verhogen van de betrokkenheid van leerlingen en aanzetten tot actief leren. de leerling leren verantwoordelijk te zijn voor zijn eigen leerproces. de leerkracht de begeleider zijn die de leerling ondersteunt, maar zal leiden als de situatie daarom vraagt. de leerkracht de ontwikkeling van de leerling volgen, stimuleren en uitdagen. de leerkracht vertrouwen hebben in de ontwikkelkracht van de leerling. de leerkracht de leerling leren reflecteren op zijn eigen handelen én dat van de ander. de leerkracht zorg dragen voor het bereiken van optimale leerresultaten. het onderwijsaanbod zoveel mogelijk afgestemd zijn op de leef- en belevingswereld van het kind. het team gemaakte keuzes aanpassen als de snel veranderende maatschappij daarom vraagt. gebruik gemaakt worden van de moderne communicatiemiddelen om zo alle bestaande informatie tot de beschikking te hebben voor leerling en leerkracht. het gesprek met elkaar op alle niveaus een belangrijke plaats innemen. gezorgd worden voor een goede open communicatie die ook ouders voldoende betrekt bij de activiteiten van de school.
8
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§2.2 De vertaalslag, onze beleidsvoornemens. Hoe wordt de visie en de missie nu in de praktijk gebracht? In het volgende schema is te lezen hoe en waarom de verschillende keuzes zijn gemaakt. Volgens een planning worden jaarlijks de voornemens omgezet in zogenaamde schoolverbeterplannen. Op deze wijze zal het team de voornemens uiteindelijk borgen in hun onderwijs op de Staaij.
Voornemen 1
2
3
4
De ontwikkeling van coöperatief leren en de meervoudige Intelligenties. De inzet van de intelligenties van de leerkrachten. Vanuit de visie wordt aangegeven dat “de Staaij” de school is → waar kinderen zichzelf mogen zijn. → waar kinderen zich naar eigen vermogen kunnen en mogen ontwikkelen. “De Staaij” bereidt de kinderen voor op de maatschappij door ze vaardigheden aan te leren; zelfstandig werken, eigen keuzes maken, eigen verantwoordelijkheid nemen, kunnen samenwerken, elkaar respecteren in hun verscheidenheid, van en met elkaar leren. De coöperatieve werkvormen beantwoorden een groot deel aan de bedoelde vaardigheden omschreven in de visie. Als kinderen zichzelf mogen zijn en zich mogen ontwikkelen naar eigen vermogen, is het voor hen prettig dat te kunnen doen op de wijze die goed bij hen past. Door de meervoudige intelligenties in te zetten, wordt beantwoord aan dit gedeelte van de visie. Aanbod aan meer- en hoogbegaafden → Kinderen kunnen en mogen zich naar eigen vermogen ontwikkelen. “De Staaij” heeft een hoogbegaafdheidsprotocol . Echter is de ontwikkeling op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid de laatste jaren hard gegaan. School heeft zich ten doel gesteld deze doelgroep in de school op te kunnen vangen met een passend aanbod en de benodigde materialen. ICT op school / in de groep → Het team zal gemaakte keuzes aanpassen als de snel veranderende maatschappij daarom vraagt. → Er zal gebruik gemaakt worden van de moderne communicatiemiddelen om zo alle bestaande informatie tot de beschikking te hebben voor leerling en leerkracht. Het team wil zoveel mogelijk de ontwikkelingen volgen en kunnen toepassen wat betreft ICT. Leerlingen maken deze ontwikkelingen ook door en als school moet je daarop anticiperen. Optimaliseren van de zorgverbreding ~ opbrengstgericht werken ~ leerlingvolgsysteem nog beter inzetten voor groeps- en individuele plannen door de leerkrachten zelf. → De Staaij is de school waar kinderen zich naar eigen vermogen kunnen en mogen ontwikkelen. → De leerling en leerkracht reflecteren op eigen handelen en daarop worden aansluitend bewuste keuzes gemaakt. → Men is vooral gericht op het verhogen van de betrokkenheid van leerlingen en aanzetten tot actief leren. → De leerling leert verantwoordelijk te zijn voor zijn eigen leerproces. De ondersteunende rol van de leerlingenzorg is cruciaal in dit proces. De Staaij vindt dat de ontwikkeling van de zorgverbreding daarom nooit afgerond kan worden.
9
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Invoering nieuwe taal/spelling methode: ~ Zin in Taal ~ Zin in Spelling ~ Veilig Leren Lezen → De school creëert een uitdagende leeromgeving. De gemaakte keuze voor deze methodes is gedaan vanuit criteria, die zijn getoetst aan de visie/missie van de Staaij. De methodes dienen een belangrijk vakgebied en worden daarom via een 4 jarig traject ingevoerd. ~ Inzet van elkaars kwaliteiten ~ Leren van en met elkaar ~ Collega’s inzetten als vakleerkracht → waar ieder zich naar eigen vermogen kan en mag ontwikkelen. → waar men kan leren van en met elkaar (SKOMeN) Ieder mens heeft zijn eigen kwaliteiten, maar ook zijn ontwikkelpunten. Het team spreekt uit van elkaars kwaliteiten gebruik te willen maken, om zo elkaar aan te vullen. Met elkaar wil men onderzoeken hoe we dit uitgangspunt invulling kunnen gaan geven op schoolniveau. Aanhalen van de contacten met externen uit Middelaar – Plasmolen; ~ Kerk, verenigingen, acties als Koninginnedag → De school maakt deel uit van de samenleving in Middelaar. Door de komst van de MFA, worden kansen geboden om de school nog centraler in het dorp neer te zetten dan het al stond. Het vormen van een brede school is een optie. Het aanhalen van de externe contacten in deze zijn hier een logisch gevolg van. Communicatie met ouders → Op school zal het gesprek met elkaar op alle niveaus een belangrijke plaats innemen. → Er wordt gezorgd voor een goede open communicatie die ook ouders voldoende betrekt bij de activiteiten van de school. → De Staaij is een school waar iedereen welkom is. Als school heb je het voorrecht de kinderen van een ander mede te mogen opvoeden en kennis bij te brengen op alle fronten. Kinderen zijn onlosmakelijk verbonden met hun ouders/verzorgers in onze leeftijdscategorie . Een goede communicatie is de basis voor het goede contact. Contacten met speelzalen en kinderdagverblijven → Het kind staat centraal, voelt zich veilig en gaat met plezier naar school. Door de contacten met deze instanties aan te halen, leg je een goede basis om een kind een goed start te laten maken op school. Inrichten van de school; meer ruimte waar ~ de verschillende talenten tot hun recht kunnen komen ~ techniek een plek vindt ~ gewerkt kan worden met aantrekkelijk materiaal → De school creëert een uitdagende leeromgeving. Voor de uitvoering van de vakgebieden techniek, biologie en handvaardigheid is het een verrijking dit in een aantrekkelijke omgeving te kunnen doen, waar alle in te zetten materialen voor handen zijn. De verschillende meervoudige intelligenties zullen zo ook beter aangesproken kunnen worden. Leraren kennen de leerlijnen en durven daarop volgend vrijer om te gaan met de methodes → Waar ieder zich naar eigen vermogen kan en mag ontwikkelen. Als de leerkracht wil beantwoorden aan de behoeftes van de leerlingen, maar daarnaast ook moet streven de kerndoelen te halen, is het noodzakelijk dat de leerkracht de leerlijnen in grote lijnen kent. Professionalisering van het team en de individuele leerkracht. ~ samen ontwikkelen ~ elkaar stimuleren → Waar ieder zich naar eigen vermogen kan en mag ontwikkelen. Leraren kunnen van- en met elkaar leren om zo nieuwe kennis te vergaren. Ook deskundigheidsbevording door scholing zal de leerkracht verder professionaliseren. Werken in niveaugroepen, klassendoorbrekend. Kind werkt op eigen niveau. → Waar ieder zich naar eigen vermogen kan en mag ontwikkelen. Dit voornemen beantwoord in alle opzichten aan de visie. De haalbaarheid moet worden onderzocht.
10
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
3.
De organisatie van het onderwijs.
§ 3.1
De organisatie van de school.
In het schoolplan 2011 – 2015 van onze school wordt uitgebreid beschreven hoe het onderwijs is georganiseerd. Het plan dient als beleidsplan voor de school voor de vier gestelde jaren. Het is ook een verantwoordingsdocument voor inspectie en ouders. Het schoolplan ligt ter inzage bij de directie. Op de Staaij zitten de kinderen meestal in combinatiegroepen die telkens uit twee jaargroepen* bestaan. (* kinderen van dezelfde leeftijd.) We streven er naar dat het aantal kinderen in deze combinatieklassen niet te groot is. Jaarlijks wordt gekeken naar de best mogelijke indeling. De groepsindeling en eventueel de groepsbezetting wordt op de informatieavond op het einde van het schooljaar bekend gemaakt. In het jaarboekje worden de klassenlijsten met de bijbehorende leerkracht vermeld. De Staaij is een school voor kinderen van 4 t/m 12 jarigen. Het onderwijs aan de kinderen is niet voor iedereen gelijk. In groep 1|2 leren de kinderen spelend door middel van activiteiten en materialen. Vanaf groep 3 maakt het spelend leren geleidelijk een overgang naar programmagericht leren, waarbij er volgens een bepaald lesprogramma wordt gewerkt, gericht op de jaargroepen. De methoden voor de diverse vak- en vormingsgebieden zijn hierbij een belangrijk hulpmiddel. Bij bepaalde vakgebieden worden de twee jaargroepen uit één klas aangesproken als één groep. Dit komt voor bij bijvoorbeeld de wereldoriënterende vakken, de muzisch expressieve vakken, gym e.d. . De Staaij is een school waar ieder kind moet kunnen leren op zijn eigen niveau. Dit betekent voor de organisatie dat alle kinderen niet altijd tegelijk aangesproken kunnen worden of de instructie tegelijkertijd kunnen ontvangen. Voor deze gedifferentieerde manier van werken heeft de school verschillende instructiemomenten ingebouwd en zijn er blokken van zelfstandig werken, waarin ieder werkt volgens zijn eigen schema in de dag- of weektaak. Als blijkt dat een kind extra hulp of aandacht nodig heeft, stelt de IB-er samen met de leerkracht een handelingsplan op. De uitvoering hiervan vindt plaats binnen de groep door de eigen groepsleerkracht.
Beeldknap, visueel ruimtelijke intelligentie
11
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§3.2
Inhoud van het onderwijs
§3.2.1 Het onderwijs in groep 1 en 2 : “Spelend leren” Het onderwijzen van jonge kinderen in de kleutergroepen betekent vooral : het begeleiden van kinderen in hun ontwikkeling. Ieder kind is anders; heeft andere interesses en behoeftes. Met deze verschillen moet de leerkracht omgaan. De leerkracht biedt materiaal aan waar het kind aan toe is en groepeert de kinderen volgens interesse en niveau. De kleuterklas is functioneel ingericht met o.a. hoeken, zodat de kinderen tot optimaal spel kunnen komen. De leerkracht zorgt ervoor dat de volgende ontwikkelingen zoveel mogelijk aan bod komen : → De zintuiglijk en motorische ontwikkeling → De emotionele en sociale ontwikkeling → De cognitieve ontwikkeling → De taalontwikkeling In groep 1 en 2 werken we veel aan de hand van : ♦ thema’s en projecten uit de bestaande ‘voorlopers’ van methoden, soms ook thema’s schoolbreed gekozen. ♦ thema’s aangepast aan feesten en seizoenen. ♦ datgene waar kinderen zelf mee komen. Basisvaardigheden : Binnen het totale onderwijsaanbod is er aandacht voor het leren van letters, het voorbereidend lezen, taal, schrijven en voorbereidend rekenen. Lezen : Bij jonge kinderen is vaak al interesse aanwezig voor letters. In de kleutergroep is daarom ook een lees-schrijfhoek ingericht. De kleuters kunnen zelf in de boekjes kijken of lezen en/of de boekjes beluisteren m.b.v. audio- visuele middelen. Ook zijn er allerlei materialen aanwezig voor het voorbereidend lezen, zoals letters stempelen om woorden na te maken of zelf woorden te leggen met bv. de letterdoos. We maken o.a. gebruik van ‘Schatkist taal’ en ‘Wat zeg je?’, waarin allerlei taalactiviteiten verwerkt staan. De oudste kleuters werken ook aan de speelwerkbladen, waarin allerlei opdrachten zitten m.b.t. het voorbereidend lezen. Verder bespreken we elke week de ‘letter van de week’, de kinderen bedenken woorden die met die letter beginnen en doen hier allerlei auditieve oefeningen mee. Ook woorden waar de betreffende letter in zit kunnen aan bod komen. Taal : Beginnende geletterdheid die gestimuleerd wordt door de lees-schrijfactiviteiten die in deze paragraaf beschreven worden, krijgen een vervolg bij de taalactiviteiten. In groep 1 en 2 zijn we de hele dag door met taal bezig, zowel passief als actief. In de kring worden veel gerichte taaloefeningen gedaan. Zo hebben we schoolbreed ook een woordenhoek ingericht, waarmee de woordenschatontwikkeling gestimuleerd wordt.
12
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Schrijven : Het jonge kind is gedurende de hele dag bezig met motorische vaardigheden, bijvoorbeeld tijdens het spelen, de gymlessen en werken met ontwikkelingsmateriaal (bouwen, kralen rijgen, knippen, tekenen, enz. ). Bij de kleuters letten we ook op de potloodgreep, of een kind links - of rechtshandig is en op de schrijfhouding. Alle kleuters oefenen het voorbereidend schrijven met de methode ‘ Pennenstreken’. Rekenen : In groep 1 en 2 schenken we aandacht aan het voorbereidend rekenen ofwel beginnende gecijferdheid. Vanuit bijvoorbeeld thema’s uit ‘Schatkist rekenen’ en ‘Pluspunt’ worden rekenactiviteiten aangeboden. Vaak gebeurt dit in de kring. De kleuters leren allerlei begrippen, bijvoorbeeld : groot – klein – lang – kort – veel – weinig – evenveel – meer – minder. Ze leren tellen en het getalbegrip. Ook zijn kleuters met beginnende gecijferdheid bezig tijdens het werken met ontwikkelingsmateriaal. Wereld oriënterende vakken : In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt vanuit thema’s. ‘Schatkist’ wordt daarbij gebruikt, als het bij het thema past. In het kader van natuuronderwijs werken de groepen 1 en 2 met de thema’s jaargetijden. Indien mogelijk wordt er een activiteit door de natuurouders georganiseerd. Verder wordt er gebruik gemaakt van het aanbod van schooltelevisie zoals de programma’s ‘Koekeloere’ en ‘Huisje, boompje, beestje’. Gezond gedrag : Allerlei actuele onderwerpen en/of thema’s die de kinderen op dat moment aanspreken, komen aan bod in (kring) gesprekken. Daarnaast werken we met het programma “Beter omgaan met jezelf en de ander” en de “Pestkalender”. Extra activiteiten in de kleutergroep zijn : • Iedere maand plannen we een gezamenlijke activiteit met groep 3-4. Dit kan in de vorm van een spelletjesmiddag of een gezamenlijke knutselactiviteit zijn. • Een gezamenlijke schoolactiviteit bijvoorbeeld, in de vorm van het ‘Staaijtheater’. • Door middel van “Staaij Creatief” werken we schoolbreed aan de creatieve- en de techniekvakken.
§3.2.2 Het onderwijs in groep 3 t/m 8 : ‘programmagericht leren’ Zoals genoemd maakt het spelend leren geleidelijk plaats voor programmagericht leren. Uitgaande van de klassikale leersituatie proberen we met name bij de basisvakken rekenen, taal en lezen het onderwijs gedifferentieerd aan te bieden. Dat betekent, dat we zoveel mogelijk rekening willen houden met de individuele verschillen en mogelijkheden van de kinderen. Kinderen kunnen in hun eigen tempo de leerstof doornemen. De hoeveelheid leerstof kan aangepast worden, door beperking van de stof tot de basisstof, of door uitbreiding met extra verdiepingsstof. Basisvaardigheden : De vakken lezen, taal en rekenen zijn de basisvaardigheden. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. Met name het onderdeel begrijpend lezen is een noodzakelijk te verwerven vaardigheid voor de verdere schoolloopbaan.
13
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Technisch lezen : Het aanvankelijk lezen begint in groep 3. We gebruiken de methode ‘Veilig Leren Lezen’. In deze methode is er ook aandacht voor de kinderen die al (een beetje) kunnen lezen. Door een gevarieerd aanbod van materialen kan de leerkracht tegemoet komen aan de behoefte van de individuele leerling. De methode bevat 12 kernen. Het kind leert lezen aan de hand van aangeboden letters en woorden naar aanleiding van verhalen bij en afbeeldingen uit prentenboeken of de zogenaamde reuzenboeken. Door regelmatig te toetsen kan de leerkracht bij problemen tijdig ingrijpen. Ook hiervoor heeft de methode een gevarieerd aanbod van materialen ontwikkeld. Vanaf de tweede helft van groep 3 werken we met de methode Estafette. Elk kind oefent op zijn of haar niveau. Het niveau wordt minimaal tweemaal per jaar bepaald met behulp van AVI-toetsen. Begrijpend lezen : De groepen 4 t/m 8 hanteren de methode ‘Nieuwsbegrip XL’. Dit is een interactieve methode voor begrijpend lezen. De methode werkt met wekelijkse teksten, opdrachten en een filmpje aan de hand van de actualiteit van nu. Het aanbod kan gedifferentieerd aangeboden worden aan de hand van 5 verschillende strategieën. Gebruikers van de methode kunnen zelf onderwerpen voor de aankomende week aandragen. Het NOS Jeugdjournaal maakt wekelijks een filmpje behorende bij het onderwerp van Nieuwsbegrip. Taal : In groep 3 zit taal verweven in de taal – en leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’. Het bevorderen van mondelinge taalvaardigheid is heel belangrijk. Dit is zichtbaar in uitbreiding van woordenschat, aandacht voor taal en denken, toepassen van luisterstrategieën, voorlezen en vertellen. Dit wordt onder meer geoefend tijdens kringgesprekken. Voorbeelden van kringgesprekken: de weekendkring, de meeneemkring, een nieuwskring en de klassengesprekken. Naast het mondeling taalonderwijs speelt het schriftelijk taalonderwijs een grote rol. Leerlingen moeten leren om relevante informatie uit teksten te halen, te ordenen en weer te geven. Daarom verzorgen leerlingen presentaties en spreekbeurten vanaf groep 3. Verder werken we in de groepen 4 t/m 8 met de methode ‘Zin in Taal’ en ´Zin in Spelling`. Ter aanvulling wordt gebruik gemaakt van de software behorende bij deze methodes. Schrijven : In groep 3 werken de kinderen met de methode ‘Pennenstreken’. Deze methode loopt parallel aan de woorden die zij bij ‘Veilig leren lezen’ geleerd hebben. Ook de groepen 4 t/m 8 gaan verder met deze methode. Rekenen : De methode die we vanaf groep 3 gebruiken heet ‘Wereld in Getallen’. Deze methode is opgebouwd volgens de dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Er is een weektaak voor zelfstandig werken en praktische differentiatie op 3 niveaus. De rekenvaardigheden worden ook geoefend en geautomatiseerd met behulp van computerprogramma’s passend bij de methode wereld in getallen.
14
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Wereldoriënterende vakken : De wereldoriënterende vakken benaderen we via diverse invalshoeken en methoden, waarbij nadrukkelijk ook de link gelegd wordt met de vormingsgebieden maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen, gezond gedrag, sociale redzaamheid en verkeer. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van het aanbod van schooltelevisie zoals ‘Koekeloere’ (gr 1-2); ‘Leesdas (gr.3); ‘Huisje Boompje Beestje’ (gr. 3/4), ‘Nieuws uit de Natuur’ (gr. 5/6) en het ‘Schooltv-weekjournaal’ (gr.7/ 8). In het schooljaar 2014-2015 zal onderzocht worden welke methode of methodiek gebruikt gaat worden voor de wereldoriënterende vakken.
Overige methoden : Vakgebied
Methode
Groepen
Geschiedenis
Bij de Tijd
5 t/m 8
Aardrijkskunde
Een wereld van Verschil
4 t/m 8
Natuuronderwijs
Natuniek
3 t/m 8
Verkeer
Jeugdverkeerskrant
1 t/m 8
Engels
”Let’s do it “
7 en 8
Muziek
Moet je doen
1 t/m 8
Tekenen
Moet je doen
1 t/m 8
Handvaardigheid
Moet je doen
1 t/m 8
Gymnastiek
Basislessen Bewegingsonderwijs
3 t/m 8
Catechese
katernen van Hemel en Aarde
1 t/m 8
Natuuronderwijs : Er is een werkgroep natuurouders, die tijdens het schooljaar allerlei activiteiten voor de groepen 1 t/m 8 organiseren. Onder andere bezoek kinderboerderij, een boerderij in de omgeving, bodemonderzoek. Deze activiteiten worden aangevuld met seizoensgebonden activiteiten zoals een boswandeling. Verder integreren we het aanbod van de schooltelevisie in onze lessen.
15
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Gezond gedrag : Allerlei actuele onderwerpen die de kinderen op dat moment aanspreken, komen aan bod in (kring)gesprekken. Daarnaast plant iedere groep per jaar een aantal projecten. Aan bod komt onder meer : voeding, mondhygiëne, lichaamsverzorging, seksualiteit en omgaan met elkaar. Door het gebruiken van de ‘smaaklessenkist’ zijn de leerlingen bewust bezig met gezond eten. Het bevorderen van sociale redzaamheid staat centraal in de methode ‘Beter omgaan met jezelf en de ander’ en ‘de Pestkalender’. Deze methodes worden in alle groepen gehanteerd. Verkeer : In groep 7/8 worden de leerlingen voorbereid op het theoretisch en praktisch verkeersexamen. Hierbij worden boekjes gebruikt met oefeningen voor het verkeersexamen. Het ene jaar vindt het theorie-examen plaats en in het andere jaar het praktijk-examen. Vanaf groep 5 wordt gewerkt met de verkeerskrant van Veilig Verkeer Nederland. Catechese en godsdienst : In alle groepen wordt gewerkt met de methode ‘Hemel en Aarde’. Op een leuke manier worden thema’s in projecten verwerkt of wordt er aan de hand van verhalen en gedichten of toneelspel een thema uitgewerkt. Ook sociaal-emotionele vaardigheden zoals het leren delen, het samen spelen, ruzies oplossen, de dood en het leren omgaan en accepteren van elkaar komen op een voor kinderen begrijpelijke manier tijdens deze lessen aan de orde. De voorbereiding voor de Eerste Communie (groep 4) en het Vormsel (groep 8) vindt deels onder- en deels buiten school plaats in samenwerking met de ouders en de pastoor. Overige vak - en vormingsgebieden : Muziek : De muziekles bevat allerlei muzikale structuren zoals : maat, ritme, beweging, muzieknotatie, gehoorvorming, improvisatie, luisteren naar muziek, bespelen van kleine instrumenten en het zingen. In groep 7/8 voeren we met de leerlingen een musical op. Tekenen : Tijdens de tekenlessen maken de kinderen kennis met allerlei aspecten, die door middel van tekenen tot stand kunnen komen. Bijvoorbeeld : kleur, vorm, licht, donker, contrast en compositie. Tevens maken de kinderen kennis met diverse tekenmaterialen en soorten papier. Handvaardigheid : De leerlingen werken met verschillende materialen en verschillende technieken. We hebben een lokaal voor handvaardigheid, maar de handenarbeid voor groep 1/2 vindt meestal in de klas plaats. Tijdens de lessen handvaardigheid wordt vaak individueel en/of in groepjes gewerkt.
Beweegknap, lichamelijk kinetische intelligentie
16
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Drama : Elk jaar organiseren we 4 keer per schooljaar het ‘Staaijtheater’. Tijdens deze middag treden de kinderen voor en met elkaar op. Tijdens feesten als carnaval, het schoolkamp of vlak voor feestdagen mogen de leerlingen ook optreden. Dit varieert dan van playback, zingen en dansen tot toneelstukjes. Aan het einde van de week is er regelmatig een weeksluiting met optredens van- en voor elkaar. Kunstzinnige vorming : Elk jaar wordt er voor elke groep van onze school minimaal een voorstelling verzorgd. In samenwerking met de regionale werkgroep en stichting BISK is hiervoor een gestructureerd plan opgezet, dat er voor zorgt, dat tijdens de basisschoolperiode de leerlingen in aanraking komen met allerlei vormen van kunst. Voor de 10 scholen binnen de Stichting is er een werkgroep opgericht, die de verschillende voorstellingen regelt. Doordat de gemeente Mook en Middelaar de jaarlijkse subsidie aan de scholen uit zijn gemeente heeft geannuleerd i.v.m. bezuinigingen, zal het niet meer mogelijk zijn dat stichting ‘de Stroming’ uit Wijchen een compleet aanbod met muzische vorming, algemene muzikale vorming, blokfluitlessen, danslessen en lessen beeldend vormen op ‘de Staaij’ verzorgt. Gymnastiek : De kleuters spelen buiten of in de zaal van de Koppel. Ze hebben dagelijks twee bewegingsactiviteiten. De leerlingen van de overige groepen hebben 2x per week gym in de grote zaal van de Koppel. Een keer per week krijgen ze een les met materialen en toestellen, de andere les wordt een spelles aangeboden. Na een gymles moeten de kinderen vanaf groep 3 verplicht douchen. Voor het gymnastiekrooster kunt u het jaarboekje raadplegen. De Boekentuin; de bibliotheek en het documentatiecentrum : Elke week op dinsdag en woensdag komt een vrijwilligster van de bibliotheek of een ouder op school. Kinderen kunnen een boek uitzoeken, dit ter stimulering van het lezen van goede boeken. Ook de Informatieboeken kunnen worden geleend voor de wereld oriënterende vakgebieden. Elk jaar doet de school mee aan het nationale voorleesontbijt, waarbij ouders of andere prominente figuren in de klassen voorlezen. Onze school werkt nauw samen met Biblio+. Zij zorgen voor een actuele wisselcollectie. Daarnaast is een leesconsulent ter beschikking gesteld aan de school. Zij ondersteunt het team en de leescoördinator van de Staaij . Middels een jaarlijkse leesmonitor past zij de collectie aan de interesse van de leerlingen aan.
§3.3
De werkwijze in de groepen
Aan het begin van het schooljaar wordt in iedere groep een informatieavond georganiseerd. Deze avond stel(len)t de groepsleerkracht(en) zich voor en kunnen de ouders met elkaar kennis maken. Een belangrijk onderdeel van de avond is de presentatie over de werkwijze van de verschillende groepen. Ouders ervaren op deze manier op welke wijze hun kind dat jaar welke stof aangeboden krijgen. Ook de groepsgebonden activiteiten krijgen daar de aandacht. (communievoorbereiding, musical e.d.)
17
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§3.4
Coöperatief leren in relatie tot de meervoudige intelligenties.
In onze visie staat dat we leerlingen willen voorbereiden op hun plaats in de maatschappij waarin ze moeten kunnen samenwerken. Coöperatief leren sluit aan bij deze visie, want het doel van coöperatief leren is om: ◊ te leren samenwerken ◊ naar elkaar te leren luisteren ◊ respect te hebben voor de mening van de ander ◊ te leren samen verantwoordelijk te zijn voor een resultaat en daar je eigen bijdrage aan te leveren ◊ sociale vaardigheden te verbeteren Binnen coöperatief leren staat GIPS centraal. Deze afkorting betekent: ♦ Gelijke deelname: iedereen krijgt evenveel kans om zijn inbreng te geven. Dit bevordert het actieve leren en verhoogt de betrokkenheid. Tevens leren de kinderen van elkaar door de interactie. Er wordt geleerd in een sfeer van respect voor elkaars inbreng en mening. ♦ Individuele aansprakelijkheid: de leerling wordt aangesproken op eigen verantwoordelijkheid, de leerling maakt zijn eigen keuzes en geeft zijn eigen bijdrage aan het geheel. ♦ Positieve wederzijdse afhankelijkheid: de leerling voelt zich verbonden met andere kinderen in het bereiken van het gezamenlijk doel. Het coöperatief leren komt tegemoet aan autonomie, relatie en competentie van de leerling. De bijdrage van elke leerling, op zijn eigen niveau, is nodig om het gezamenlijke doel te bereiken. ♦ Simultane interactie: er is sprake van gelijktijdige interactie door het werken in twee-of viertallen. De leraar is in dit proces begeleider die de coöperatieve werkvormen stuurt door de herkenbare structuren tot routines te laten worden. Hij helpt leerlingen die samen even niet verder kunnen. Het koppelen van de meervoudige intelligenties aan deze werkvormen sluit aan op het doel dat de Staaij zichzelf heeft gesteld: kinderen mogen zich ontwikkelen op de wijze waarin ze knap zijn! De 8 intelligenties zijn: In kindertaal: ☺ Visueel ruimtelijke intelligentie → Beeldknap ☺ Lichamelijk kinetische intelligentie → Beweegknap ☺ Intrapersoonlijke intelligentie → Zelfknap ☺ Inter persoonlijke intelligentie → Samenknap ☺ Verbaal linguïstische intelligentie → Taalknap ☺ Logisch mathematische intelligentie → Rekenknap ☺ Naturalistische intelligentie → Natuurknap ☺ Muzikaal Ritmische intelligentie → Muziekknap (Zie de illustraties in deze schoolgids)
§3.5
Zelfstandig werken
Vanuit onderwijskundig oogpunt willen wij naar meer kindvolgend onderwijs. Dit betekent meer aansluiten bij de verschillen tussen leerlingen. Dit doel wordt bereikt door tijdens het zelfstandig werken instructie op maat te geven. Dit stelt de leerlingen in staat om vol zelfvertrouwen te kunnen doen waartoe hij in staat is. Tevens wordt binnen de dag-en weektaak gedifferentieerd naar niveau. De doorgaande lijn van zelfstandig
18
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
werken binnen de Staaij wordt bewaakt door het regelmatig afstemmen van afspraken en weektaken. De leerlingen vergroten hun vaardigheden door de dag- en weektaak zelfstandig te plannen en uit te voeren. De kinderen weten welke extra taken ze kunnen uitvoeren als de basistaak klaar is. De leerlingen worden meer mogelijkheden aangeboden om hun werk zelfstandig na te kijken, naarmate ze in een hoger leerjaar komen. De leerling wordt tot zelfstandigheid gestimuleerd door zelf oplossingen te mogen bedenken. Door het structureel evalueren van de weektaak qua product en proces, leren de leerlingen te reflecteren op eigen handelen. Door het gesprek met leerlingen aan te gaan leert de leerkracht eveneens te reflecteren op zijn eigen handelen: sluit de weektaak voldoende aan bij het niveau van de leerling, is de weektaak uitdagend genoeg, wat kan er verbeterd worden?
§3.6
Instructie aan de groepen
Ons doel is om kwalitatief goed onderwijs te geven. Het geven van effectieve en gedifferentieerde instructie volgens het directe instructiemodel is een voorwaarde om resultaten te boeken. Groep 1 en 2 werkt met een gedifferentieerde instructie, soms in kleine groepen. De kleine groepen zijn ingedeeld naar leeftijd, interesse of niveau. Groep 3 t/m 8 werkt vanuit een klassikale instructie, waarna, indien nodig, er aan een kleinere groep nog extra instructie gegeven wordt. Het is ook mogelijk dat een kleine groep instructie ontvangt, terwijl de overige leerlingen de leer – en oefenstof zelfstandig verwerken. Instructie op maat voor kinderen die extra uitleg nodig hebben, maar ook voor die kinderen die juist met minder instructie verder kunnen. Kinderen die een handelingsplan volgen (extra ondersteuning), krijgen individueel of in een kleinere groep extra instructie.
§3.7
Organisatie van zorg voor leerlingen met specifieke behoeften
Op de Staaij is veel aandacht voor kinderen die belemmeringen ondervinden in hun ontwikkeling en leermogelijkheden. Daarnaast besteden we ook aandacht aan kinderen, die meer- en/of hoogbegaafd zijn. Leraren vergroten hun deskundigheid door het volgen van gerichte nascholingscursussen. Daarmee neemt de deskundigheid op school steeds toe. Hierbij maken we, indien nodig, dankbaar gebruik van deskundigheid binnen de school en ambulante begeleiding van SBO de Piramide en BCOOnderwijsadvies. De algehele coördinatie wordt verzorgd door de IB-er. Voor een gedeelte kunnen we die zorg door eigen deskundigheid uitvoeren. Daarnaast maken we gebruik van BCO-Onderwijsadvies
§3.8
Het inzetten van stagiaires
De Staaij begeleidt 1e t/m 4e jaars stagiaires van de PABO. Behalve studenten van de PABO kunnen er ook studenten van het ROC (Regionaal Opleidings Centrum) bij ons stage lopen. Dit zijn studenten die de opleiding klasse –of onderwijsassistente volgen.
19
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
4.
De zorg voor leerlingen
§4.1
De leerlingenzorg
Kinderen verschillen in talent, maar dat betekent niet dat kinderen die meer of minder getalenteerd zijn om te lezen en te rekenen andere kinderen zijn dan de ‘gemiddelde’ leerling. Ook zij hebben het recht en de behoefte zich veilig te voelen en daardoor vertrouwen en zelfvertrouwen te ontwikkelen. Dat dit niet voor alle kinderen op hetzelfde moment komt, is voor kinderen vanzelfsprekend. Het is de opdracht en de uitdaging voor de school om er voor te zorgen dat alle leerlingen perspectief houden op een voortgaande ontwikkeling en op succeservaringen waardoor ze zich competent voelen. Het leerlingvolgsysteem. Door het dagelijkse werk dat de leerlingen maken, krijgen we een goede kijk op de leervorderingen. Daarnaast geven observaties extra informatie. We maken op onze school zowel gebruik van methodegebonden toetsen, welke de aangeboden leerstof toetsen, als van methode onafhankelijke toetsen (Cito). Dit zijn genormeerde toetsen. Wij hanteren de toetsen als een signaleringsinstrument. De resultaten van de toetsen worden genoteerd in ons leerlingvolgsysteem. Zo kunnen we ook de vorderingen van de reeds doorlopen groepen van een leerling bekijken. Ook gebruiken we een leerlingvolgsysteem om de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen in kaart te brengen. Hiervoor vragen wij de hulp van ouder(s) / verzorger(s). Naast de lijsten die wij zelf invullen, vragen wij hen ook naar de bevindingen van hun kind(eren). Deze lijsten bespreken we op de rapportageavonden. (zie paragraaf 6.2). Regelmatig vindt er een informatie-uitwisseling plaats tussen de leerkracht(en) en de IBer omtrent de ontwikkeling van de kinderen. Wanneer een leerling extra hulp nodig heeft, wordt een zogenaamd handelingsplan opgesteld in samenspraak met de leerkracht en de IB-er.. Het handelingsplan wordt – in principe – in de klas tijdens het zelfstandig werken uitgevoerd. Ook kan de IB-er een verdiept onderzoek doen bij de leerlingen. Hiermee worden de exacte problemen van het kind vastgesteld. Wanneer de leerkracht en de IB-er meer advies nodig hebben, wordt dit besproken met een medewerker van BCO-Onderwijsadvies. Wanneer ook dan de problematiek nog niet geheel duidelijk is, kan nader onderzoek wenselijk zijn. Uiteraard wordt hier eerst toestemming voor gevraagd bij de ouders, waarna er een intake-gesprek zal volgen. De uitslag van het externe onderzoek wordt met de ouders, IB-er en de betreffende leerkracht(en) besproken. Hieruit kunnen de volgende opties voortvloeien: ♦ de leerling blijft op de basisschool en heeft extra begeleiding nodig. ♦ er kan overwogen worden de leerling te laten doubleren. ♦ inschakeling van een extern deskundige, waarbij te denken valt aan logopedie, fysiotherapie, Riagg of een andere welzijnsinstelling. ♦ wanneer onze school het kind onvoldoende hulp kan bieden, kan een verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs geadviseerd worden.
20
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
De zorg voor de leerling op de Staaij is in 5 niveaus van zorg weer te geven : 1. Algemene zorg → door de groepsleraar bij het reguliere onderwijsaanbod. 2. Extra zorg → door de groepsleraar, eventueel na overleg met de IB-er na signalering van onvoldoende leervorderingen. 3. Speciale zorg na intern onderzoek → door de groepsleraar; het opstellen van een handelingsplan met hulp van de IBer na pedagogisch-didactisch onderzoek (eventueel met behulp van extern advies/consultatie). 4. Speciale zorg na extern onderzoek en advies → door de groepsleraar en eventueel anderen. Het opstellen van een handelings plan met hulp van de IB-er na verdiept, extern uitgevoerd, didactisch, psycholo gisch en/of persoonlijkheidsonderzoek. Met het gehele team een oplossing vinden voor de gerezen problemen met individuele kinderen of groepjes van kinderen. Die problemen kunnen op didactisch gebied liggen, maar ook op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. 5. PCL → verwijzing SBAO
Verwijzing naar de school voor speciaal basisonderwijs. Hierbij melden de ouders, na overleg met de IB-er, de leerling aan bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Wij als basisschool zijn dan verplicht een onderwijskundig rapport op te stellen, waarin wij aangeven wat wij al met de leerling hebben gedaan en waarom wij van mening zijn dat het niet wenselijk is dat de leerling langer op onze school blijft. De PCL beoordeelt de rapportage en brengt advies uit aan de ouders en onze school. Dit kan zijn dat het kind de basisschool blijft bezoeken met extra begeleiding of dat het Samenknap, interpersoonlijke intelligentie kind beter overgeplaatst kan worden naar een school voor speciaal basisonderwijs of een andere onderwijsinstelling. Wij willen u er nogmaals op wijzen dat alle stappen worden gezet na informatie en met toestemming van de ouders.
WEER SAMEN NAAR SCHOOL In het samenwerkingsverband Bergen – Gennep – Mook werken 18 basisscholen en één school voor speciaal basisonderwijs aan de doelstelling om zo veel mogelijk leerlingen binnen de eigen school op te vangen en te begeleiden. Regelmatig is er onder de begeleiding van de Onderwijs Begeleidingsdienst overleg tussen de IB-ers en overleg tussen de directies. Naast uitwisseling van ervaringen, worden hier ook de landelijke tendensen besproken en wordt de koers voor het samenwerkingsverband uitgezet.
21
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
De centrale onderwerpen worden beschreven in het zogenaamde zorgplan. Dit plan wordt jaarlijks opgesteld en voorgelegd ter instemming aan de diverse Medezeggenschapsraden en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraden van de drie stichtingen, die gezamenlijk het samenwerkingsverband vormen.
Omgaan met extern advies. Soms komt het voor, dat ouders op eigen initiatief of op advies van bijvoorbeeld de medische wereld een eigen onderzoek voor hun kind laten verrichten. Ten aanzien van signalering, diagnosticering en advisering door derden, zijnde niet aan onze school verbonden deskundigen, hebben alle scholen binnen SKOMeN de volgende afspraken gemaakt: ◊ ◊
◊ ◊ ◊
◊ ◊ ◊
§4.2
De extern deskundige moet geregistreerd zijn bij een beroepsvereniging van psychologen en/of orthopedagogen. De extern deskundige moet over voldoende expertise beschikken ten aanzien van het onderwijskundig en opvoedkundig handelen en deze expertise moet aantoonbaar zijn. Het moet gaan om breder psychologisch onderzoek waarbij naar het hele kind gekeken wordt en niet alleen intelligentie vastgesteld wordt. Het onderzoek vindt plaats in belang van het kind en dient daar ook op gericht te zijn. De school is alleen dan bereid het advies van een extern deskundige op te volgen indien deze naast gegevens bij de ouders ook pedagogische/ didactische gegevens bij de school heeft ingewonnen en deze terug te vinden zijn in het verslag en/of adviesrapport. Bij het advies wordt mede rekening gehouden met de mogelijkheden binnen de school en de onderwijskundige en pedagogische aansluiting. De extern deskundige bereid is om het adviesrapport mondeling op school te komen toelichten en eventueel direct handvatten voor de praktijk te geven. De kosten van een dergelijke procedure worden niet door de school vergoed tenzij het initiatief voor het onderzoek en advies vanuit de school ( met instemming van de directie ) is genomen.
Resultaten van het onderwijs.
Wij houden zorgvuldig bij welke ontwikkeling kinderen doormaken en welke “prestaties” zij behalen. Een schoolklimaat waarin kinderen zich vertrouwd en veilig voelen, draagt daar in belangrijke mate aan bij. Ons leerlingvolgsysteem is een goed hulpmiddel om eventuele belemmeringen of leerstoornissen te signaleren. Ook de uitslagen van toetsen geven ons de mogelijkheid de ontwikkeling van elk kind te vergelijken met het landelijk gemiddelde. De resultaten van ons onderwijs willen wij ook afmeten aan de mate waarin wij er in slagen kinderen te helpen, die meer zorg en aandacht behoeven.
22
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§4.3
De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs
De jaargroepen 6 en 7 nemen in de periode april/mei deel aan de CITO-entreetoets. Deze toets is bedoeld om na te gaan wat uw kind van het voorafgaande onderwijs heeft opgestoken. Is dit op bepaalde punten minder dan in andere onderdelen, dan kan daar in de komende periode aandacht aan besteed worden. In het begin van groep 8 wordt het Drempelonderzoek afgenomen. Eind november, begin december bepaalt de leraar van groep 8, in samenspraak met de IB-er, een voorlopig schooladvies met betrekking tot het volgen van voortgezet onderwijs. Dit advies wordt vervolgens met de ouders besproken. Met dit advies in de hand kunnen, in de maanden januari en februari, de ouders en de kinderen de infomarkten en/of open dagen van het voortgezet onderwijs bezoeken. Aan het eind van de basisschoolperiode nemen onze 8e-groepers deel aan de Citotoets. Een landelijke toets die kennis, inzicht en toepassingsvaardigheid onderzoekt. De bedoeling van deze toets is bij te dragen aan een juiste keuze voor het vervolgonderwijs. Vervolgens vindt er een tweede gesprek met de ouders en de kinderen plaats, waarin het definitieve advies wordt gegeven. Daarna kunnen de ouders hun kind zelf aanmelden op de school van hun keuze. De uitkomsten van de Cito Eindtoets Basisonderwijs worden elk jaar in het jaarboekje gepubliceerd.
§4.4 Beleid tot toelating van leerlingen in het kader van de leerling-gebonden financiering. Vanaf 1 augustus 2003 is de Wet Expertise Centra (WEC) van kracht en kunnen leerlingen met een handicap met ingang van het schooljaar 2003 – 2004 geïntegreerd in het basisonderwijs geplaatst worden, voorzien van een zogeheten ‘rugzak’. Leerlinggebonden financiering is bedoeld voor kinderen met een handicap of stoornis die met behulp van extra voorzieningen basis- of voortgezet onderwijs kunnen volgen. Het gaat om kinderen met een verstandelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap, om kinderen met een meervoudige handicap of om langdurig zieke kinderen, voorheen opgevangen door het REC. Het gaat dus om kinderen die aantoonbaar zonder extra ondersteuning geen reguliere school kunnen bezoeken. Een van de doelen is de ouders een grotere keuzevrijheid te geven voor plaatsing van hun kind. Voorwaarde voor de leerlinggebonden financiering is een “toelaatbaarheidsverklaring”. Deze verklaring is gebaseerd op onafhankelijke criteria en wordt afgegeven door de Commissie van Indicatiestelling, behorende tot een REC. Voor alle duidelijkheid: er bestaat geen plaatsingsplicht; iedere school zal voor ieder verzoek opnieuw een afweging moeten maken. De kern van de vraag is of de combinatie van de handicap en de extra onderwijsondersteuning die noodzakelijk is, spoort met de mogelijkheden van de school. Hier betreft het niet alleen de specifieke hulp en ondersteuningsbehoefte van de leerling , maar ook de conditionele, situationele en fysieke factoren. Op dit moment, 2011, worden er vanuit de landelijke politiek nieuwe keuzes gemaakt ten aanzien van Passend Onderwijs en kan het beleid veranderen. U wordt hiervan tijdig op de hoogte gesteld via de informatiekanalen van de school.
23
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
De Commissie van Indicatiestelling (CVI) Deze heeft de volgende taak: ◊ Ouder(s) / verzorger(s) van een leerling woonachtig in het gebied van het Regionaal Expertise Centrum (dit gebied is per regio vastgesteld) te adviseren bij het invullen van het aanmeldingsprotocol en te ondersteunen bij het dossier; ◊ Zo nodig onderzoek te laten verrichten, aan de hand van landelijk vastgestelde criteria (met de mogelijkheid van een beredeneerde afwijking); ◊ Een beslissing te nemen over de toelaatbaarheid van de leerling tot een bepaalde schoolsoort / REC; ◊ Bij een positief besluit kunnen de ouders rekenen op een Rugzak, indien zij plaatsing op een reguliere school wensen. Het positieve besluit heeft voor de Regionale Expertise Centrum scholen de status van toelaatbaarheidsverklaring. Zonder deze verklaring kan niet worden toegelaten en op inhoudelijke gronden worden geweigerd. ◊ Een beslissing te nemen over een observatieplaatsing of crisisplaatsing, indien de Commissie van Indicatiestelling op basis van de beschikbare informatie nog niet tot een oordeel kan komen. Voor de aanmelding is het noodzakelijk dat er een compleet dossier ontstaat, hiertoe worden de ouders ondersteund door het CVI, c.q. de REC-scholen. Het CVI toetst of het dossier volledig is en kan ouders voorlichten over waar gegevens verkregen kunnen worden, dan wel verricht onderzoek of laat onderzoek verrichten. Het CVI dient alle dossiers naar de landelijke commissie toezicht indicatiestelling te sturen. De landelijke commissie toezicht indicatiestelling. Deze toetst alle dossiers. Indien zij het niet eens zijn met het besluit van het CVI kan zij deze een aanwijzing geven. Rekenknap, Dit laat de toelating overigens onverlet. Bij herhaalde logisch mathematische intelligentie. afwijking kan de minister de taak van het CVI intrekken. Indien ouders bezwaar aantekenen tegen het besluit van het CVI, dient het CVI advies te vragen aan een door de clusters in te stellen adviescommissie. Op grond van dit advies moet het CVI heroverwegen en opnieuw een beschikking opstellen. Indien ouders het niet eens zijn met deze heroverweging kunnen zij beroep aantekenen bij de rechter. Er zijn dus nogal wat partijen in het geding: ♦ Ouders melden aan bij het CVI in hun regio. ♦ De CVI checkt of het dossier compleet is en informeert ouders over de volledigheid. ♦ Het Regionaal Expertise Centrum (REC)ondersteunt de ouders bij het indienen van het verzoek. ♦ Zo nodig geeft het REC één van de aangesloten scholen de taak nader onderzoek te verrichten. Al met al is duidelijk dat de eerste verantwoordelijkheid voor een volledig dossier bij de ouders ligt, maar dat een REC en de scholen in het gebied hiervan in beeld zijn om voor volledigheid te zorgen.
24
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Wie echter naar de criteria kijkt komt al snel tot de conclusie dat er ook onderdelen zijn die door het reguliere onderwijs moeten worden verzorgd. Het gaat dan om gegevens die te maken hebben met de didactische ontwikkeling of met de ervaringen van de reguliere school met de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Ook een belangrijk gegeven in hoeverre er zorg verleend is en waarom die zorg niet toereikend is. Procedure Rugzak speciaal basisonderwijs. Volgens artikel 28c 1e lid (WEC) komt de leerling met een positieve beschikking in aanmerking voor een leerlinggebonden budget, inzet van het leerlinggebondenbudget kan plaatsvinden binnen het REC of het regulier onderwijs. Vervolgens zegt artikel 70a lid 2 (WPO) dat indien de leerling wordt ingeschreven op een school voor speciaal basisonderwijs het bevoegd gezag de reden voor inschrijving dient te melden aan “onze minister”. Het gaat hierbij om een nieuw ingeschreven leerling. Voordat een school voor speciaal basisonderwijs over kan gaan tot inschrijving, dient er conform artikel 40 lid 3 (WPO) een positieve beschikking te liggen van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Door de nieuwe regelgeving wordt overigens in artikel 23 lid 1 (WPO) een volzin toegevoegd die aangeeft dat een PCL geen negatieve beschikking kan geven op grond van exclusief het gegeven dat de PCL de problematiek te zwaar acht als een CVI vervolgens of daarvoor al heeft aangegeven dat de problematiek te licht is voor een positieve beschikking van het REC. Wel kan men negatief beschikken als de PCL van opvatting is dat de leerling regulier onderwijs kan volgen met of zonder rugzak, kortom, een negatieve beschikking van een CVI is dus niet automatisch een positieve beschikking voor een school voor speciaal basisonderwijs. Een ander uitgangspunt voor de PCL is, dat kinderen die voldoen aan de criteria voor speciaal onderwijs, onvoldoende begeleidbaar zijn binnen het primair onderwijs, tenzij door de inzet van aanvullende middelen dat alsnog mogelijk blijkt. Naast de beschikbaarheid van de gegevens die voor iedere aanvraag van een beschikking van de PCL gelden, zal de aanvraag vergezeld moeten zijn van: ◊ een verslag van een mislukte begeleidingspoging, gedurende een half jaar, binnen het basisonderwijs; ◊ of een verslag van een vergeefse poging om tot een handelingsplan te komen in het basisonderwijs. Dat handelingsplan is het resultaat van het overleg dat gevoerd is tussen de drie betrokken partijen: de ouders, de school voor het basisonderwijs en de betrokken REC-school die de ambulante begeleiding verzorgt. Het handelingsplan moet duidelijk maken dat de leerling, ondanks de problematiek buiten de criteria van het samenwerkingsverband valt, begeleidbaar is binnen de school voor het speciaal basisonderwijs van het samenwerkingsverband met inzet van de extra ondersteuning van de Rugzak. Een eventuele positieve beschikking van de PCL kan nooit voor een langere periode gegeven worden dan de termijn waarvoor de leerling-gebonden financiering door het CVI gegeven is. Op dat moment zal de PCL opnieuw dienen te bekijken of deze leerling de school kan blijven bezoeken. Een beschikking voor bepaalde tijd kan afgegeven worden als er onvoldoende duidelijkheid bestaat met betrekking tot de haalbaarheid van de voorgenomen begeleiding van de school voor speciaal basisonderwijs. Voor het aflopen van de termijn van een dergelijke beschikking kan vanuit de school voor speciaal onderwijs aangegeven worden in hoeverre de begeleiding succesvol kan worden voortgezet en een beschikking voor langere termijn worden verleend.
25
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Procedure rugzak basisonderwijs. Fase 1: Fase 2: Fase 3: Fase 4: Fase 5:
Fase 6: Fase 7: Fase 8:
aanmelding door ouders. informatie en onderzoeksgegevens, het onderbouwde advies van het CVI over de toelaatbaarheid worden opgevraagd en verzameld. informatie wordt bestudeerd, eventueel wordt overleg gepleegd met externe instanties, eventueel een observatie in de huidige situatie. overwegingen door directie, team en IB. besluitvorming. Bij een positief advies wordt door de school een handelingsplan opgesteld. Bij een negatief advies wordt een schriftelijk, inhoudelijk beargumenteerd verslag aan de ouders en inspectie overhandigd. adviesgesprek met ouders opstellen van een plan van aanpak met daarbij een overzicht van de middelen en bespreking hiervan. ondertekening door ouders en school.
Waar letten wij op bij de aanname van een potentiële nieuwe leerling: ♦
♦
♦
♦
♦
♦
♦
er zal met betrekking tot een toekomstige leerling met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking goede informatie voorhanden moeten zijn vanuit de ouders en aangevuld met gegevens van andere deskundigen; het beeld van het betreffende kind dient, zowel op lichamelijk als geestelijk gebied, met name waar het de sociaal-emotionele ontwikkeling betreft, zo volledig mogelijk te zijn. Volgens de nieuwe wetgeving zijn de ouders verantwoordelijk voor de aanlevering van het volledige dossier. Zij kunnen hierbij ondersteuning krijgen vanuit het Regionaal Expertise Centrum (REC); een reëel beeld van het verwachtingspatroon, voor zover mogelijk, met betrekking tot de verdere schoolloopbaan en de ontwikkelingen van het kind, gebaseerd op een zo breed mogelijke informatie, eventueel aangevuld met eigen observatiegegevens, is een essentieel onderdeel van het besluitvormingsproces wat betreft mogelijke aanname; het is belangrijk op voorhand duidelijkheid te verkrijgen over welke mate van betrokkenheid en/of vormen van ondersteuning, met name vanuit het speciaal onderwijs, maar ook vanuit andere deskundigen, kunnen worden meegenomen; “het rugzakje”, is bedoeld voor extra formatie, materialen, scholing, ambulante begeleiding en dergelijke. De inzet hiervan wordt in overleg met de betrokken ouders, school en eventuele begeleidende instanties geregeld; bij een positief advies geldt een looptijd van twee jaar, waarna een nieuwe aanvraag ingediend moet worden ter verlenging van de indicatiestelling bij het REC. omschrijven welke speciale vaardigheden dit van de leerkracht vraagt.
Aan welke voorwaarden moet de leerling voldoen? ♦ De leerling mag geen gevaar vormen voor zichzelf en/of zijn omgeving. ♦ De leerling mag geen belemmering vormen voor het onderwijsleerproces van de rest van de groep waartoe hij/zij behoort. ♦ Indien noodzakelijk moet er in samenwerking met de ouders en op basis van actieve participatie van de ouders, een zindelijkheidstraining of medische verzorging worden opgezet. Primair zal dit niet de taak van de groepsleerkracht zijn.
26
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
♦
Er moet een redelijke verwachting zijn dat de leerling zowel op onderwijsinhoudelijk als op sociaal-emotioneel gebied kan voldoen aan de minimale doelstellingen zoals hieronder genoemd: º Minimale progressie van de natuurlijke ontwikkeling; º Het kunnen ontwikkelen van een relatie met begeleiders; º Minimale intellectuele capaciteiten.
Welke rol heeft de IB-er? ♦ Deze wordt vanaf het eerste moment bij het proces betrokken, vervult een centrale rol. ♦ Zij bewaakt het proces en het overleg tussen de verschillende betrokkenen. ♦ Zij bewaakt de onderling gemaakte afspraken. ♦ Zij houdt het dossier bij, beheert dit en overlegt regelmatig met de directie.
§4.5 Dyslexiebeleid Dyslexie is een bekend en erkend probleem. De basisscholen en de scholen voor voortgezet onderwijs stemmen het onderwijs af op de specifieke behoeften van kinderen met lees- en spellingsproblemen. Regelmatig komt daarbij de ‘dyslexieverklaring’ ter sprake. Een dergelijke verklaring heeft betekenis voor het kind, de ouders en het voortgezet onderwijs. Voor onze basisscholen heeft de dyslexieverklaring minder betekenis. Een dyslexieverklaring heeft voor de basisscholen geen toegevoegde waarde bij de gerichte aanpak van dyslexie en de daarmee samenhangende problemen. Onze gedragslijn is: Kinderen met kenmerken van dyslexie krijgen altijd een specifieke aanpak! Het document ‘Dyslexiebeleid’ ligt op school ter inzage. In dit document wordt dyslexie gedefinieerd en beschreven wanneer er gesproken wordt over dyslexie. De tweede paragraaf gaat over het ‘protocol leesproblemen en dyslexie’ dat moet leiden tot een vroegtijdige signalering van kinderen met kenmerken van dyslexie. Tevens staat er beschreven hoe de begeleiding op school plaatsvindt. Vanaf 1 januari 2009 is de financiering van diagnose en behandeling van ernstige dyslexie bij kinderen in het basispakket van de zorgverzekering gekomen. Vergoeding van de diagnose en behandeling is vanaf die tijd een zaak tussen ouders en zorgverzekeraars. Voordat dyslexie bij kinderen wordt vastgesteld, fungeren basisscholen als ‘poortwachter’. De school stelt vast of een kind leesproblemen heeft of dat er een vermoeden van dyslexie bestaat. Als blijkt dat een leerling alleen een leesachterstand heeft, biedt de school het kind in eerste instantie extra leesinstructie aan op school. Als de leesinstructie te weinig resultaat oplevert en er is voldoende onderbouwing van het vermoeden van ernstige dyslexie, wordt met het Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling, door onderwijszorg Nederland vastgesteld, of de behandeling geïndiceerd is. Onderwijszorg Nederland ondersteunt basisscholen bij hun taak als poortwachter bij dyslexie.
27
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
5.
De leraren / het personeel
§5.1 De leraar Op onze school zijn alle leraren medeverantwoordelijk voor de schoolvorderingen van een kind. Dit blijkt uit het houden van gezamenlijke leerlingbesprekingen en uit collegiale ondersteuning bij het opstellen van een eventueel handelingsplan.
§5.2 Vervanging Op het moment dat een leerkracht door omstandigheden niet in staat is zijn/haar groep les te geven, wordt er vervanging georganiseerd. De scholen van SKOMeN zijn daarvoor aangesloten bij de Vervangerspool. Indien er onverhoopt toch geen vervanger gevonden kan worden, wordt gekeken of er intern mogelijkheden zijn, door bijvoorbeeld verschuiving van collega’s, inzet van een stagiaire of het verdelen over andere groepen. Dit gebeurt alleen in uiterste gevallen. Bieden de voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan zal aan de ouder(s) van de betreffende groep gevraagd worden de kinderen thuis te laten, met daarbij de volgende afspraken: ♦ de eerste dag van het ziekteverlof worden de kinderen opgevangen; ♦ de ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld; ♦ in voorkomende gevallen wordt altijd contact opgenomen met de algemeen directeur, welke de inspectie op de hoogte brengt. ♦ voor kinderen die toch naar school komen wordt opvang geregeld; ♦ indien voor meerdere dagen geen vervanging beschikbaar is, zullen groepen afwisselend geen onderwijs aangeboden krijgen.
§5.3 Scholing Het onderwijs is steeds in ontwikkeling. Afhankelijk van de ontwikkeling van de school en de ontwikkeling van de individuele leraar, wordt er op teamniveau of door de individuele leraar deelgenomen aan nascholingsactiviteiten. Het doel van deze activiteiten is: de kwaliteit van het onderwijs steeds verbeteren. Elk jaar wordt bekeken aan welk aspect van ons totale onderwijs aandacht besteed moet worden. Dit mondt uit in een meerjaren beleidsplan dat door het team wordt opgesteld. De beleidsvoornemens voor de komende jaren kunt u terugvinden in hoofdstuk 2 van deze gids.
Zelfknap, intra persoonlijke competentie
28
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
6.
De ouders.
§6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders. De school streeft naar een goed contact tussen ouders en school. Wij vinden het belangrijk dat u als ouder zich betrokken voelt bij het schoolgebeuren. Hierdoor kunnen wij samenwerken aan de opvoeding en ontwikkeling van uw kind(eren). De wereld van thuis en die van school moeten zoveel mogelijk in elkaars verlengde liggen. Tegenstrijdigheden en conflicten doen afbreuk aan de harmonische ontwikkeling van de kinderen. Vandaar dat communicatie en informatie zo belangrijk is.
§6.2 Informatievoorziening aan ouders. Wij willen de ouders zoveel mogelijk op de hoogte houden van de ontwikkelingen en vorderingen van hun kind. Als er een aanleiding is, nemen de leerkrachten contact op de ouders. Na school is er altijd een half uur de mogelijkheid om even bij de leerkracht naar binnen te lopen om te informeren naar hun kind. Wil de ouder wat meer tijd reserveren voor een gesprek, dan kan er in overleg met de leerkracht altijd een gesprek georganiseerd worden. Vanuit de school worden er standaard drie contactmomenten per jaar ingepland van elk een kwartier. Medio november en maart worden ouders van de leerlingen van de groepen 1 t/m 8 hiervoor uitgenodigd en in juni zijn deze gesprekken facultatief. Voor de ouders van groep 8 leerlingen staat een gesprek medio maart in het teken van de advisering richting voortgezet onderwijs en vervalt het tweede rapportgesprek. (Mocht de politiek een andere keuze maken dan op dit moment bekend is (juni 2013) zal de maand van de definitieve advisering misschien veranderen.) Voorafgaande aan deze gesprekken ontvangen de ouders een rapportageverslag. Twee maal per jaar is er een ‘inloopavond’ waar de leerlingen hun ouders kunnen laten zien waar zij op school aan hebben gewerkt. Aan het begin van het schooljaar worden er informatieavonden georganiseerd per groep. De leerkrachten vertellen deze avond wat er in het schooljaar aan bod komt en welke bijzonderheden er gaan plaatsvinden dat jaar. Verder organiseert het team al of niet samen met de oudervereniging verschillende thema-avonden waarop diverse onderwerpen aan bod kunnen komen. Op het einde van het schooljaar volgt een algemene informatieavond waarin de ouders op de hoogte gebracht worden van de schoolontwikkelingen van het voorbije schooljaar en de voornemens voor het nieuwe schooljaar. Aan de avond wordt een gezellige afsluiting gekoppeld, om met elkaar, team en ouders, het schooljaar informeel af te sluiten. Verdere schoolinformatie ontvangen de ouders via de maandelijkse Info, die ieder digitaal ontvangt. Ook op de website, www.bs-destaaij.nl , worden de actualiteiten van de verschillende geledingen van de school geplaatst. §6.3
Informatieverstrekking (gescheiden) ouders.
Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind van de school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Soms is daarbij maar één ouder van het kind belast met het ouderlijk gezag en de andere ouder niet. Om te voldoen aan wettelijke afspraken in deze, hanteert SKOMeN de volgende regeling:
29
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
“Indien beide ouders met het gezag belast blijven, dan handelt elke school alsof de ouders niet gescheiden c.q. uit elkaar zijn, ook al zorgen zij niet daadwerkelijk samen voor hun kind(eren). Indien een rechter heeft bepaald, dat slechts één ouder wordt belast met het ouderlijk gezag, dan is deze ouder verplicht de andere ouder op de hoogte te houden van “gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen”. Eventueel kunnen, in overleg met de school, schriftelijke afspraken worden gemaakt over de wijze waarop informatie wordt doorgegeven.”
§6.4
De oudervereniging.
De oudervereniging heeft een belangrijke ondersteunende rol voor de leerkrachten. Alle ouders van schoolgaande kinderen zijn lid van de oudervereniging. Het bestuur van de oudervereniging, de ouderraad, wordt gekozen uit de ouders en is onder andere betrokken bij de intocht van Sint Nicolaas, de rondgang met de Klomp, carnavalsactiviteiten, Koningsdag en bijvoorbeeld het schoolreisje. Aan het begin van het nieuwe schooljaar kunnen ouders zich opgeven voor diverse activiteiten waarbij hulp nodig is. Deze en andere activiteiten worden voorbereid tijdens de werkvergaderingen van de oudervereniging. Bij deze vergadering is altijd een vertegenwoordiger van de school aanwezig. §6.4.1 Ouderbijdrage. De school vraagt via de ouderraad een vrijwillige ouderbijdrage. Hiervan worden allerlei festiviteiten en feesten georganiseerd of in bijgedragen, zoals bijvoorbeeld het sinterklaasfeest of het schoolreisje. De ouderbijdrage voor het eerste kind is vastgesteld op € 25,00. Voor twee kinderen is de bijdrage € 45.00 en voor drie of meerdere kinderen uit een gezin wordt € 60.00 gevraagd. Inning vindt plaats door overmaking per giro of bank. Een en ander vindt plaats in het begin van het nieuwe kalenderjaar, onder verantwoordelijkheid van de ouderraad. §6.4.2 Oudercontactgroepen (OCG) Vanuit de oudervereniging werd er voor iedere jaargroep een oudercontactgroep (OCG) ingesteld. Aangezien de opbrengst van deze groepen niet meer voldeed aan de verwachting van de OV, is op de jaarvergadering van de oudervereniging van 2012 besloten deze op te heffen. Daarvoor in de plaats heeft men het plan opgevat om voor ieder groep een klassenouder te benoemen. Over de exacte invulling van deze functie wordt binnen de oudervereniging nog gesproken en zal naar verwachting de klassenouder in het schooljaar 2013 -2014 een definitieve plaats krijgen in de organisatie. Het is de bedoeling dat de klassenouder de verbinding legt tussen de leerkracht van de groep en de ouders en vise versa. Het kan gaan om een verzoek voor praktische hulp, maar ook om onduidelijkheden, zorgen of welke vorm van informatie-uitwisseling dan ook.
30
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§6.5
Medezeggenschap, MR en GMR.
De Medezeggenschapsraad (MR) Ieder school is verplicht om een MR te hebben. De MR houdt zich bezig op bestuurlijk vlak. De bevoegdheden van de MR (advies of instemming) zijn in een MR-reglement vastgelegd. De directie luistert naar de argumenten die de MR naar voren brengt. Deze argumenten wegen zwaar mee in het uiteindelijke besluit. Zo kan de MR bijvoorbeeld adviseren over een fusie met een ander bestuur of over de groepsindeling. Soms is voor een beslissing instemming van de MR nodig. Bijvoorbeeld het vaststellen van (deze) schoolgids of de schoolverbeterplannen. Door actief te zijn in de MR kunnen ouders invloed uitoefenen op de gang van zaken op school. De leden van de MR bestaan bij ons op school uit 2 ouders (oudergeleding) en 2 leerkrachten (personeelsgeleding) Zij hebben allemaal drie jaar zitting, waarna er opnieuw verkiezingen worden gehouden onder respectievelijk de ouders of teamleden. Bij de MR kan een ouder ook eventuele problemen aankaarten. Via de Info worden de ouders op de hoogte gehouden van de activiteiten van de MR. In de kalender kan men vinden wanneer de MR een vergadering heeft gepland. De vergaderingen zijn openbaar en zijn belangstellende ouders dus altijd welkom. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Voor de scholen vallend onder het bevoegd gezag van de Stichting Katholiek Onderwijs Maas en Niers is een GMR opgericht. Deze bestaat uit twee geledingen: per school een vertegenwoordiger van de ouders en een vertegenwoordiger van het personeel. Deze leden worden bij voorkeur gekozen uit- en door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden. De GMR is bevoegd tot bespreking van die aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor de scholen vallend onder het bevoegd gezag. Daarnaast kan zij Taalknap,verbaal linguïstische Intel.
schriftelijke voorstellen doen en standpunten kenbaar maken aan het bevoegd gezag. De GMR heeft, naast algemene bevoegdheden, adviesrecht en/of instemmingbevoegdheid op bestuurlijk niveau.
§6.6
Kinderopvang op de Staaij, TSO en BSO
De Staaij biedt de mogelijkheid van twee vormen van kinderopvang. Tussenschoolse opvang (TSO) Op maandag, dinsdag en donderdag is er op school de mogelijkheid om gebruik te maken van de TSO. De TSO is in handen van de instelling voor professionele kinderopvang Spring. De kinderen worden opgevangen in het lokaal beneden in de school. Naast het centrale eetgedeelte worden er diverse ontspanningsmogelijkheden aangeboden in de vorm van knutselen, buitenspelen e.d. Voor nadere informatie, zoals kosten en wijze van aanmelden, verwijzen we naar het jaarboekje.
31
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Buitenschoolse opvang (BSO) Het is mogelijk dat uw kind gebruik gaat maken van vóór- en naschoolse opvang. Buitenschoolse opvang is een gezamenlijke aangelegenheid van onze stichting en u als ouder(s). De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de instellingen voor BSO en niet bij onze school. SKOMeN, ons schoolbestuur, heeft voor het organiseren van buitenschoolse opvang gekozen voor het zogenaamde ‘makelaarsmodel’. Dat wil zeggen dat zij de opvang uitbesteed heeft aan een professionele opvangorganisatie. Zij heeft daarvoor een overeenkomst gesloten. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de BSO én de zorg voor goede medewerkers en huisvesting van de BSO ligt in handen van opvangorganisatie. De ouders sluiten zelf een ‘contract’ met de opvangorganisatie als zij van de BSO gebruik willen gaan maken. Voor een tegemoetkoming in de kosten kunnen de ouders een toeslag vanuit de overheid krijgen. SKOMeN heeft voor de Staaij een overeenkomst gesloten met kinderopvangorganisatie Spring. De BSO-activiteiten van Spring vinden plaats in Milsbeek. Ouders die hun kind(eren) willen opgeven voor buitenschoolse opvang, moeten zelf contact opnemen met Spring. Ook hiervoor kunt u alle informatie vinden in het Jaarboekje.
§ 6.7 Klachtenregeling Onze stichting beschikt over een klachtenregeling. Deze is vastgesteld door het bevoegd gezag en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en voldoet aan de wettelijke verplichtingen. Wanneer ouders, leerlingen en personeel hun klachten snel kenbaar maken, kunnen we ook snel handelen en proberen de klacht op te lossen. De klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht niet meer bij de leerkracht(en), directie of het bevoegd gezag terecht kan. Ons streven is echter om in goed overleg het probleem op te lossen. Pas wanneer na intensief overleg het probleem niet tot tevredenheid is opgelost, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Het zou te ver voeren in deze gids gedetailleerd op de gang van zaken en de precieze procedure in te gaan. Op school ligt de klachtenregeling voor u ter inzage. Namen en adressen van contacten vertrouwens-personen en het adres van de regionale klachtencommissie vindt u in het jaarboekje. Naast de interne ‘contactpersoon machtsmisbruik’ die aan de school is verbonden, heeft onze stichting ook nog externe vertrouwenspersonen. Deze zijn werkzaam bij de GGD Venlo. Afhankelijk van de klacht, wordt u een vertrouwenspersoon aangewezen. Ook ouders die geen klachten hebben, kunnen de klachtenregeling opvragen bij de interne contactpersoon machtsmisbruik of de directie. De interne contactpersoon machtsmisbruik De interne contactpersoon heeft de taak om ouders, leerlingen en leerkrachten wegwijs te maken wanneer zij een klacht hebben. Aan school zijn twee intern contactpersonen verbonden. Hier kunt u altijd terecht in geval van machtsmisbruik of een vermoeden daarvan. De interne contactpersoon zal altijd naar uw verhaal luisteren en bespreken
32
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
welke stappen ondernomen zouden kunnen worden. De contactpersoon gaat niet zelf met de klacht aan de slag. U kunt ook doorverwezen worden naar een extern vertrouwenscontactpersoon. Jaarlijks maakt de interne contactpersoon een verslag voor het bevoegd gezag, waarin anoniem het aantal, de aard en de afhandeling van de klachten is beschreven.
§6.8 Schoolverzekering voor leerlingen De school heeft een collectieve verzekering afgesloten. Deze schoolongevallenverzekering voor leerlingen en vrijwilligers binnen de school is uitsluitend van kracht tijdens de schooluren, alsmede gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd en evenementen in schoolverband. Dit alles onder de algemeen geldende voorwaarden zoals in de polis vermeld. Voor inlichtingen hieromtrent kunt u zich wenden tot de directie. Voor het zoekraken of kapot gaan van de eigendommen van de kinderen is de school niet verzekerd. Alleen als een personeelslid wettelijk aansprakelijk gesteld kan worden voor een schadegeval (door nalatigheid, onoplettendheid of schuld) geldt de W.A.verzekering van het schoolbestuur. Een op de speelplaats door een ander vernielde bril bijv. valt hier buiten. Meestal zijn de ouders van het schuldige kind hiervoor W.A. verzekerd.
§6.9
Regels voor toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen
Toelating van leerlingen Voor de toelating van leerlingen aan één van de scholen van SKOMeN, geldt het volgende uitgangspunt: De scholen staan in principe open voor alle kinderen, zonder dat er voorwaarden worden gesteld aan hun godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging. Van ouders en leerlingen wordt verwacht dat zij de pedagogische, didactische en godsdienstige uitgangspunten van de school respecteren. Het aanmeldingsformulier bevat gegevens die van belang zijn voor plaatsing van het kind in de juiste groep en voor een optimale opvang en begeleiding. Alle opgevraagde gegevens worden alleen gebruikt voor de aangegeven doelen en ze worden strikt vertrouwelijk behandeld. Voor aangemelde leerlingen afkomstig vanuit het speciaal basisonderwijs geldt dat zij een positief advies moeten kunnen overleggen van het CVI. (blz. 24). Voor meer informatie verwijzen wij u naar de paragraaf over de leerling-gebonden financiering. Wanneer een kind de leeftijd van vier jaar bereikt heeft, kan het toegelaten worden tot de basisschool. Jaarlijks is er een informatieavond voor de ouders van nieuwe leerlingen medio maart. Een aankondiging hiervan wordt per post via de gemeente verspreid. Op de website staat een uitnodiging. Op deze avond wordt informatie gegeven over allerlei zaken met betrekking tot de school, maar het accent zal liggen op de onderbouwgroepen. Tijdens deze avond is de directie aanwezig, de IB-er en een leerkracht van de onderbouw.
33
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Na de definitieve aanmelding kunnen de ouders en het kind kennismaken met de betreffende leraar en het lokaal waar het kind komt. Het hele schooljaar kunnen kinderen aangemeld worden bij de directeur. Kinderen die tussen 1 juni en het begin van het nieuwe schooljaar vier jaar worden, komen op de eerste dag na de zomervakantie naar school. Deze kinderen worden door de school uitgenodigd voor de open ochtend in de maand juni. Ook deze kinderen mogen een 3-tal keren komen kennismaken. Kinderen die na de zomervakantie, maar vóór 1 juni vier jaar worden, mogen de eerste dag na hun verjaardag naar school. De verjaardagen van vierjarigen worden niet op school gevierd. Enige tijd voordat het kind op school komt, sturen we het kind ter verwelkoming een kaart waarop staat in welke groep het komt. In de tussentijd mag het kind alvast enkele keren komen kennismaken en wennen. Als een leerling van een andere school naar ons toe komt, wordt door de directeur vooraf contact opgenomen met de vorige school. Deze school stuurt ons een onderwijskundig rapport. Op die manier kunnen wij zo goed mogelijk inspelen op wat een leerling aan mogelijkheden heeft. Tijdens het aanmelden van een nieuwe leerling krijgen de ouders de schoolgids, het jaarboekje en schoolkalender. Wij zijn een katholieke school en verwachten van alle kinderen en ouders dat zij de katholieke identiteit van de school respecteren. Ook onderschrijven de ouders door ondertekening van het inschrijfformulier de doelstellingen van de school.
Schorsing en verwijdering van leerlingen Soms ziet het bestuur zich genoodzaakt een leerling te schorsen en/of van school te verwijderen. Schorsing is aan de orde wanneer het schoolbestuur of de directie bij ernstig wan- of afwijkend gedrag van een leerling direct moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Ernstig wangedrag kan bijvoorbeeld mishandeling zijn, diefstal of het herhaald negeren van schoolregels. Verwijdering is een ernstige maatregel, die genomen wordt als het bestuur concludeert dat het wangedrag dusdanig ernstig is dat de relatie tussen school en leerling (ouders) onherstelbaar verstoord is. Een beslissing tot niet toelaten, schorsing of verwijdering wordt met de uiterste zorgvuldigheid genomen. Met betrekking tot bepalingen inzake verwijdering, schorsing en toelating van leerlingen worden op onze school de wettelijke bepalingen en procedures gehanteerd.
§6.10
Sponsoring
De school voert een zeer terughoudend beleid t.a.v. de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen. We doen het zeer zeker niet wanneer daar naar de leerlingen toe bepaalde verplichtingen aan verbonden zouden zijn of wanneer sponsoring bedoeld is als reclame of andere commerciële doeleinden.
34
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school. §7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school. De afgelopen planperiode (2007 – 2011) zijn er diverse veranderingsonderwerpen aan de orde geweest. Zo is er volop aandacht besteed aan: ◊ het zelfstandig werken ◊ het coöperatief leren gekoppeld aan de meervoudige intelligenties, ◊ woordenschatontwikkeling ◊ techniekonderwijs ◊ integraal personeelsbeleid ◊ communicatie met ouders ◊ invoering van een nieuwe taal- en spellingsmethode, Zin in Taal en Zin in Spelling Via de zogenaamde schoolverbeterplannen zijn deze onderwerpen ingevoerd, geïmplementeerd en geborgd. Als borging nog geen feit is, dan komt dit de komende planperiode aan de orde. Jaarlijks worden de schoolverbeterplannen geëvalueerd en bijgesteld voor het volgende schooljaar. De MR heeft hierbij instemmingsrecht. In hoofdstuk 2 is te lezen welke voornemens de school heeft voor de komende planperiode, 2011 – 2015. Op de afsluitende informatieavond van een schooljaar worden de ouders meegenomen in dit proces. Tijdens de leerlingenbesprekingen worden zorgleerlingen in een open sfeer met elkaar besproken en nemen we samen de verantwoordelijkheid voor elke leerling op onze school. Naast genoemde onderwerpen zijn alle betrokkenen de overtuiging toegedaan dat onderwijs voortdurend verbetering behoeft, dat je je eigen vaardigheden moet verbeteren en dat daarbij de hulp van je collega’s onmisbaar is. Ook laat iedere leraar collega’s profiteren van zijn of haar kennis. Op deze wijze vullen de leraren elkaar aan en kunnen we gebruik maken van elkaars kwaliteiten. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering d.m.v. scholing, al dan niet individueel of in teamverband.
§ 7.2
Zorg voor de relatie school en omgeving
Er bestaan veel vormen van samenwerking tussen de school en externe instanties. Het samenwerkingsverband WSNS Gennep/Bergen/Mook heeft al een belangrijke plaats ingenomen als het gaat om Passend onderwijs. Het Begeleidingscentrum voor Onderwijs en Opvoeding (BCO-Onderwijsadvies) te Venlo probeert in samenwerking met het team individuele kinderen optimaal te begeleiden. Ook ondersteunt deze dienst de school door middel van testen en observaties die inzicht kunnen verschaffen over de juiste begeleiding van kinderen. BCO-Onderwijsadvies is bovendien actief op het gebied van scholing van het team. Verder wordt er op gemeentelijk niveau veelvuldig overleg gevoerd binnen het Netwerk over onderwijsaangelegenheden maar ook over zaken als vandalisme, verkeersveiligheid, verslaving, jeugdwelzijnszorg en over bijzondere onderwijsprojecten die door de gemeente Mook en Middelaar soms gesubsidieerd worden. Met de realisatie van de multifunctionele accommodatie de Koppel in Middelaar en de integratie van de school daarbij, is een prachtige basis gelegd om de contacten met de verenigingen en stichtingen nog nauwer aan te halen. De brede school gedachte is een van de plannen die de partners de komende jaren verder willen uitwerken.
35
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
8.
Regeling school- en vakantietijden.
§ 8.1
Schooltijden gr. 1 t/m 4
gr. 5 t/m 8
maandag/dinsdag/donderdag:
08.30 - 12.00 u. 13.15 - 15.15 u.
08.30 - 12.00 u. 13.15 - 15.15 u.
woensdag:
08.30 - 12.30 u.
08.30 - 12.30 u.
vrijdag:
08.30 - 12.00 u. vrij
08.30 - 12.00 u. 13.15 - 15.15 u.
§ 8.2
Vakantietijden
De data waarop de kinderen vrij zijn, kunt u vinden in het jaarboekje en op de schoolkalender. Bij het opstellen van het vakantierooster wordt uitgegaan van het voorstel van de ‘werkgroep regionaal vakantierooster Nijmegen e.o’. Deze commissie gaat uit van een aantal uitgangspunten. De meest belangrijke zijn : ♦ ♦
♦
♦ ♦ ♦
De scholen voor basisonderwijs en speciale scholen voor basisonderwijs in de regio Nijmegen hanteren hetzelfde vakantierooster. De scholen voor voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs hanteren hetzelfde vakantierooster als het basisonderwijs, met (voorlopig nog als) uitzondering de extra week vrij in de zomervakantie. De zomervakantie wordt door het Ministerie vastgesteld. Wanneer de Nijmeegse wandelvierdaagse niet binnen de door de Ministerie vastgestelde periode valt zal aan de Minister worden verzocht af te wijken van de regionale indeling. De data van de korte vakanties welke door het Ministerie worden geadviseerd worden, uitzonderingen daargelaten, overgenomen. Het is wenselijk om volledige weken vrij te geven. Het schooljaar wordt verdeeld in lesperioden, zo mogelijk van gelijke omvang, met dien verstande dat die perioden in de eerste helft van het schooljaar langer mogen zijn dan in de tweede helft van het schooljaar.
Het aantal vrije dagen dat wij als school plannen, wordt bepaald door het aantal lesuren dat op jaarbasis wordt verzorgd. Op stichtingsniveau wordt een aantal vrije dagen voor alle scholen bepaald. Er blijft dan nog een aantal uren over die de school zelf mag invullen. Een overzicht van het vakantierooster treft u aan op de schoolkalender en in het jaarboekje. Het voorstel wordt jaarlijks voorgelegd aan de MR. Muziekknap,muzikaal ritmische intelligentie
36
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
9.
Overige informatie.
§ 9.1
Leerplicht
Elke jongere heeft recht op een goede schoolopleiding. Vanaf de leeftijd van vier jaar mag een kind naar school. Schoolbezoek wordt pas vanaf vijf jaar verplicht. De ouders melden het kind aan bij de directeur van de school. Het melden van in- en uitschrijving van leerlingen aan burgemeester en wethouders is vastgelegd in de leerplichtwet en behoort tot de verantwoordelijkheid van de directeur. Bij een tussentijdse instroom heeft de directeur daarnaast de verplichting dit te melden aan de vorige school. Tenslotte heeft de directeur de plicht het kind bij het verlaten van de school uit te schrijven en dit te melden bij de burgemeester en wethouders en de toekomstige school of onderwijsinstelling. In alle gevallen waarin een kind wordt uitgeschreven, wordt door de school ten behoeve van een goede overdracht een ‘onderwijskundig rapport’ opgemaakt. Dit verslag geeft informatie geeft over de vorderingen en het welbevinden van de leerling. De ouders ontvangen hiervan een afschrift. Leerlingen die zonder toestemming van de directeur de school verzuimen, worden gemeld aan de leerplichtambtenaar.
§ 9.2 Verlofregeling. Onder bepaalde voorwaarden kan de directeur van de school een leerling extra verlof geven. De ouders dienen dit verlof minimaal twee maanden van tevoren aan te vragen. Een speciaal formulier is hiervoor op school beschikbaar. Aan het extra verlof zijn wettelijke beperkingen gesteld. De directeur kan slechts één keer per schooljaar verlof verlenen voor een periode van hoogstens twee weken. Het is niet mogelijk om vrij te krijgen in de eerste twee weken van een nieuw schooljaar. Is meer verlof noodzakelijk, dan zal dit altijd aangevraagd moeten worden bij de leerplichtambtenaar. De directeur mag die toestemming verlenen bij twee soorten gelegenheden: → indien, met een werkgeversverklaring, aangetoond kan worden dat vanwege het werk onmogelijk in de normale schoolvakanties verlof kan worden opgenomen. Dit verlof mag niet worden verleend voor een extra wintersportvakantie of voor een langer verblijf bij familie in het buitenland. → Bij erkenning van belangrijke omstandigheden b.v. huwelijk of huwelijksjubilea, ernstige ziekte of overlijden van familieleden, verhuizing en wettelijke verplichtingen die niet buiten de lesuren kunnen plaatsvinden. De directeur deelt de beslissing altijd schriftelijk en met een duidelijke motivatie mee aan de ouders. Wanneer de directeur negatief beslist, kan er binnen zes weken schriftelijk bezwaar gemaakt worden.
37
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§ 9.3
Schoolverzuim
Wanneer uw kind om welke reden dan ook de school moet verzuimen, verzoeken we u vriendelijk hiervan tijdig melding te maken, dit kan zowel schriftelijk als telefonisch. Wanneer een kind niet aanwezig is, maken wij ons zorgen. Daarom het verzoek tijdig af te melden. Wanneer een kind voor langere tijd ziek zal zijn, kunt u met de leerkracht overleggen of onderwijsactiviteiten thuis mogelijk en zinnig zijn. Andere noodzakelijke informatie betreffende uw kind over bijvoorbeeld allergieën of medicijngebruik horen wij graag bijtijds. Bij ongeoorloofd verzuim, is de directeur verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar.
§9.4 Langdurig zieke leerlingen Als een kind langdurig ziek is blijft de basisschool waar het kind is ingeschreven verantwoordelijk voor het onderwijs. Een uitzondering hierop zijn de kinderen die in een academisch ziekenhuis worden behandeld. Het gaat om kinderen die gedurende langere tijd in een ziekenhuis zijn opgenomen of langdurig ziek thuis zijn. Het is heel belangrijk dat de leerkracht tijdens de ziekte goed contact onderhoudt met het zieke kind; dat deze er ook voor zorgt dat het leerproces waar mogelijk, zo goed mogelijk doorloopt. Het kind moet het gevoel houden dat het bij die groep hoort. Hierbij spreekt het vanzelf, dat brieven, kaartjes, tekeningen en een bezoekje van de leraar en de klasgenootjes een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen school en het zieke kind. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van skype, email en webcam in de klas en thuis; telefonisch contact is ook altijd mogelijk. We kijken steeds naar wat mogelijk en/of wenselijk is in de gegeven situatie. Onze school kan deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind uitvoeren. Volgens de wet “ondersteuning aan zieke leerlingen” kan de school een beroep doen op de schoolbegeleidingsdienst (BCO). Zij kan de school ondersteunen bij het zo goed mogelijk begeleiden van het onderwijsproces tijdens de periode van ziekte. De procedure, die wij binnen onze school volgen om in zo’n geval beslissingen te kunnen nemen is als volgt: ◊
◊
◊ ◊
Als duidelijk is, dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis wordt opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de IB-er van de school contact op met de ouders om de situatie door te spreken. De groepsleerkracht(en) en de IB-er nemen in overleg met de directie en de ouders van het zieke kind het besluit wel of geen hulp van de schoolbegeleidingsdienst in te schakelen. De school ontwikkelt met de ouders een planmatige aanpak (wel of niet met externe begeleiding). De school blijft verantwoordelijk voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats.
38
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§9.5 Schoolmaatschappelijk werk. In het schooljaar 2010 – 2011 heeft schoolmaatschappelijk werk zijn intrede gedaan op de Staaij. Vanuit Synthese, gesubsidieerd door de gemeente Mook en Middelaar, is eens per 2 weken schoolmaatschappelijk werk op school aanwezig. Schoolmaatschappelijk werk is er voor kinderen die niet goed functioneren op school of thuis en extra ondersteuning of aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld: ♦ het kind wordt gepest ♦ het kind zit niet lekker in z’n vel ♦ het kind komt niet goed voor zichzelf op ♦ de ouders zijn gescheiden en het kind heeft er last van ♦ bij rouwverwerking of ziekte van b.v. familieleden. Daarnaast kunnen de ouders vragen hebben over hun kind(eren) en de opvoeding. Bijvoorbeeld: ♦ het kind luistert niet, of alleen als de ouder flink boos wordt. ♦ het kind heeft geen vriendjes ♦ het kind is zo stil, of juist heel druk ♦ het kind slaapt slecht en komt ’s avonds steeds het bed uit. Ook kan het zijn dat school vragen heeft over de resultaten en/of het gedrag van het kind. Om de zorg van school aan kinderen zo optimaal mogelijk te kunnen bieden is het goed om zicht te krijgen op het gedrag van het kind thuis en hoe de ouder daar tegenaan kijkt. In al deze situaties kan schoolmaatschappelijk werk een rol vervullen. Om samen met de ouders, school en het kind te bekijken waarom het met het kind kind minder goed gaat dan verwacht. En natuurlijk vooral om samen te bekijken wat er gedaan kan worden om het kind weer in ontwikkeling te brengen. Soms zijn een paar tips of een klein aantal gesprekken al voldoende om zelf verder te kunnen. Soms is meer of andere hulp nodig. In dat geval kan de maatschappelijk werker de ouder verwijzen naar een passende instantie en helpen bij de aanmelding. Voor de ouders zijn er geen kosten verbonden. En, wat nog het belangrijkste is, als de ouders ingrijpen als vragen of zorgen nog maar kort bestaan, kan men grote problemen in de toekomst vóór blijven! In het jaarboekje zijn de gegevens van maatschappelijk werk te vinden.
§9.6 Verwijsindex. Met de komst van de Centra voor Jeugd en Gezin vervult de gemeente een centrale rol in de organisatie van samenwerking tussen hulpverleners. De Verwijsindex is een belangrijk instrument bij de samenwerking op lokaal, maar ook landelijk niveau. De Verwijsindex is een systeem waarin hulpverleners en begeleiders kunnen aangeven dat zij zich zorgen maken over een kind/jongere. Er kunnen verschillende redenen zijn voor die ongerustheid, zoals problemen op school, gezondheidsklachten of achterstand in persoonlijke ontwikkeling. In de Verwijsindex worden alleen algemene gegevens opgenomen, zoals naam, adres en geboortedatum. Er staat niets in over de mogelijke problemen van een kind/jongere.
39
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
De gegevens van het kind/de jongere zijn bovendien alleen toegankelijk voor professionele hulpverleners. De informatie in de Verwijsindex is volledig afgeschermd en wordt na uiterlijk twee jaar gewist. Meerdere organisaties zijn betrokken bij de Verwijsindex, zoals de Jeugdgezondheidszorg, Maatschappelijk werk, MEE, Bureau Jeugdzorg, Leerplicht en Bureau HALT. Ook onze schoolbestuur heeft het samenwerkingsconvenant over het gebruik van de Verwijsindex ondertekend. Na afstemming in het Zorg Advies Team zal men dan ook leerlingen waarover men zich zorgen maakt, melden op de Verwijsindex. De Verwijsindex is opgezet om de hulpverlening aan jongeren van 0 tot 23 jaar en hun ouders te verbeteren. Samenwerking is de sleutel. De Verwijsindex houdt namelijk bij of er meerdere organisaties contacten hebben met hetzelfde kind of dezelfde jongere. Zo zorgt de Verwijsindex ervoor dat de betrokken hulpverleners zo vroeg mogelijk met elkaar in contact komen en hun hulp op elkaar afstemmen. Soms weten hulpverleners namelijk niet van elkaar dat ze met hetzelfde kind/dezelfde jongere bezig zijn. Het doel van de Verwijsindex is te komen tot één hulpplan op maat. De hulpverleners zullen samen met de ouders bespreken hoe de samenwerking verder vorm gaat krijgen. De Verwijsindex werkt in zeven overzichtelijke stappen: 1. Een hulpverlener of begeleider is ongerust over een kind; 2. Hij/zij bespreekt dit met de ouder en start de hulpverlening/begeleiding binnen de school. Tevens meldt de hulpverlener het kind aan in de Verwijsindex (alleen naam, adres en geboortedatum worden vermeld – er staat niets bij over de eventuele problemen); 3. Is het kind jonger dan 16 jaar? Dan krijgt de ouder bericht dat het kind is opgenomen in de Verwijsindex; 4. Als er twee of meer meldingen in de Verwijsindex zijn opgenomen, dan worden de verschillende hulpverleners hiervan op de hoogte gesteld; 5. Voordat de hulpverleners met elkaar gaan overleggen, nemen ze eerst contact met de ouders op; 6. Samen met de ouders en kind wordt bekeken hoe de problemen het beste kunnen worden aangepakt; 7. Na uiterlijk 2 jaar worden de gegevens van het kind weer uit de Verwijsindex verwijderd. Signalering in de Verwijsindex gebeurt met kennisgeving aan de ouders en/of de jongere zelf. In het belang van de jongere kan ook zonder kennisgeving een signaal worden afgegeven. Als blijkt dat meerdere hulpverleners zich zorgen maken over de jongere (er is sprake van een match in de Verwijsindex), volgt onderling overleg na toestemming van de ouder en/of de jongere, zoals gebruikelijk is binnen de huidige regelgeving rond privacy. Ook hierbij geldt dat, in uitzonderlijke situaties, in het belang van de jongere, overleg kan plaatsvinden zonder toestemming. Ouders of de jongere kunnen zelf vragen welke persoonsgegevens zijn opgenomen. Zij kunnen verzoeken om een correctie in de persoonsgegevens of bezwaar aantekenen tegen opname van de persoonsgegevens in de Verwijsindex. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de gemeente waarin de ouders of de jongere woont. Voor meer informatie en/of vragen :
www.verwijsindex-NML.nl
40
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
§9.7 ARBO, de veilige school De scholen van SKOMeN hebben een Arbobeleidsplan opgesteld. In dit plan zijn diverse procedures en protocollen uitgewerkt. Onderdelen hierin zijn o.a.: • De klachtenprocedure • Draaiboek bij algemene calamiteiten • Draaiboek bij crisissituaties seksuele intimidatie • Gedragscode medewerkers • Binnen- en buitenschoolse activiteiten • Vermoeden van: huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik • Overblijven • Kledingvoorschriften • Omgaan met rouw Bovendien zijn er afspraken gemaakt over: ► De Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E): Iedere 4 jaar wordt op iedere school een algemene schoolverkenning uitgevoerd m.b.t. de veiligheid en werkomstandigheden van alle gebruikers van het gebouw. Naar aanleiding van de bevindingen wordt in de daaropvolgende jaren een plan van aanpak gemaakt, om aan de geconstateerde tekorten te werken ► De Bedrijfshulpverlening (BHV): Op iedere school is gemiddeld voor iedere 50 kinderen een bedrijfshulpverlener opgeleid en jaarlijks bijgeschoold. Er wordt naar gestreefd dat er tenminste één BHVer op school is. Zij kunnen in voorkomende situaties eerste hulp bieden of weten hoe te handelen. ◊ het kind wordt op school behandeld ◊ de ouders/verzorgers worden gebeld als het kind naar de huisarts moet ◊ bij afwezigheid van verzorgers of in ernstige gevallen wordt direct de huisarts geraadpleegd. Op school is voldoende EHBO-materiaal aanwezig. Bij buitenschoolse activiteiten wordt een EHBO-trommel meegenomen. ► Brandpreventie/Ontruiming: In de school bevinden zich voldoende brandslangen/brandblussers die jaarlijks worden gekeurd. Er is een ontruimingsplan, waarin opgenomen staat dat er jaarlijks wordt geoefend, zodat personeel (ook overblijfkrachten) en kinderen weten wat ze moeten doen bij een ontruiming. In alle lokalen bevindt zich een groepslijst en een actueel vluchtplan. ► Vervoersregels: Als we een beroep doen op ouders/verzorgers als de school een uitstapje/excursie organiseert, hanteren we de volgende regels: ◊ ouders/verzorgers die rijden moeten een inzittendenverzekering hebben ◊ er mogen niet meer personen in de auto plaatsnemen dan wettelijk is toegestaan ◊ voorin mogen alleen kinderen zitten als dit wettelijk is toegestaan en iedereen natuurlijk in de gordels! Als het uitstapje niet binnen deze regels kan worden georganiseerd, dan kan het niet door gaan. Kinderen in groep 7/8 kunnen ook per fiets op excursie, mits de afstand niet te ver is. Regels hierbij zijn: ◊ behalve de leerkracht gaan enkele ouders/verzorgers of andere volwassenen mee ◊ vooraan en achteraan zijn de fietsers herkenbaar aan een veiligheidshesje ◊ iedereen houdt zich aan de verkeersregels ►
Het gebruik van internet door de kinderen.
41
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Internet op school De kinderen van onze school kunnen vanaf groep 5 gebruik maken van internet. Wij gebruiken hiervoor Kennisnet Docukit. Kennisnet heeft een eigen Nederlandse zoekmachine, die de kinderen in principe leidt naar Nederlandse sites die geselecteerd zijn, waardoor racistische uitingen en pornografie niet zomaar benaderd kunnen worden. Kinderen kunnen echter ook andere zoekmachines gebruiken, mits dit in overleg met de leerkracht is gedaan. Waarom internet? Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer een vast onderdeel van methodes en leergangen. Gedragsafspraken met de kinderen Samen met de kinderen en leerkrachten hebben we de volgende afspraken gemaakt: ♦ Ik spreek van tevoren met mijn leerkracht af, wat ik op internet wil gaan doen. ♦ Ik zoek met de zoekmachine Kennisnet of Google en gebruik daarbij alleen woorden, die te maken hebben met mijn onderwerp. ♦ Ik weet dat alles wat ik op school doe met internet kan worden gecontroleerd door de leerkracht. ♦ Ik mag de printer alleen gebruiken als de juf of meester dat heeft goedgekeurd. ♦ Ik bewaar mijn wachtwoord zorgvuldig en maak geen onrechtmatig gebruik van andermans wachtwoord. ♦ Ik geef het meteen door aan de juf of meester als: ◊ Ik informatie tegenkom waarbij ik me niet prettig voel ◊ Ik zaken tegenkom waarvan ik weet dat ze niet horen Afspraken met de leerkrachten ♦ Internet wordt gebruikt voor educatieve doeleinden. ♦ Sites die wij kinderen laten gebruiken, worden eerst door de leerkracht bekeken. ♦ Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. ♦ Er wordt aan kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken ♦ De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is immers meestal niet hun schuld. ♦ Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. ♦ Informatie die terug te voeren is op de leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. ♦ Namen in combinatie met foto’s van leerlingen worden niet op het net gepubliceerd. ♦ In voorkomende gevallen kan dit alleen met toestemming van de betreffende ouders. Ook voor het publiceren van individuele foto’s wordt eerst toestemming gevraagd. ♦ Ook voor e-mail geldt het briefgeheim. Afspraken met ouders ♦ Indien ouders niet wensen dat de naam of afbeeldingen van hun kind in de krant, de Info of schoolgids verschijnt, bijvoorbeeld bij een bijzondere activiteit of gebeurtenis, dan dient men de schoolleiding hiervan op de hoogte te stellen. Hiervoor is bij inschrijving al de mogelijkheid om dit schriftelijk aan te geven op het inschrijfformulier.
42
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ♦ In de gezondheidszorg, het onderwijs, de kinderopvang, de maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en de politie, kun je te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Om hier adequaat op te reageren is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. Onderzoek heeft uitgewezen dat professionals die werken met een meldcode 3 keer zo vaak ingrijpen als collega’s die zo’n code niet gebruiken. Beroepskrachten zijn vanaf 1 juli 2013 verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld. Het betekent niet dat er sprake is van een meldplicht; de beslissing om vermoedens van huiselijk geweld wel of niet te melden wordt in het overleg tussen de leerkracht, de intern begeleider en eventuele externe deskundigen, uiteindelijk door de directeur genomen. De meldcode beschrijft in 5 stappen, wat een leerkracht moet doen bij vermoedens van huiselijk geweld: ◊ Stap 1: In kaart brengen van signalen ◊ Stap 2: Overleggen met een collega en evt. raadplegen van externe deskundigen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) ◊ Stap 3: Gesprek met betrokkene(-n) ◊ Stap 4: Wegen van het geweld / de mishandeling ◊ Stap 5: Beslissing directeur; hulp organiseren of melden. Medewerkers worden geschoold om de meldcode goed in te zetten.
43
Schoolgids basisschool “de Staaij” 2013 - 2015
________________________________________________________________________________________________________________
Nawoord. Wij hopen dat u na het lezen van onze schoolgids een duidelijk beeld heeft gekregen van de Staaij. Mocht u toch nog vragen hebben dan bent u vanzelfsprekend van harte welkom op school. Wij staan u graag te woord. Iedereen is welkom, de deur staat altijd open! Het team van de Staaij.
44