INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1. De school. 3. Hoofdstuk 2. Waar staan we voor? 5. Hoofdstuk 3. Wat leert mijn kind? 8

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. De school.

3

Hoofdstuk 2. Waar staan we voor?

5

Hoofdstuk 3. Wat leert mijn kind?

8

Hoofdstuk 4. De zorg voor onze leerlingen.

13

Hoofdstuk 5. Contact met ouders.

16

Hoofdstuk 6. Overige informatie.

21

Hoofdstuk 7. Samenwerking met andere organisaties.

25

Hoofdstuk 8. Kennismaking, toelating en verwijdering.

29

Hoofdstuk 9. Adressen en overige gegevens.

32

SCHOOLGIDS

1

2013-2014

COLOFON Christelijke basisschool Albert Schweitzer Hammarskjöldstraat 226-228 2131 VN Hoofddorp Tel. 023-5614646 E-mail: [email protected] Website : www.albertschweitzerschool.com Directeur Titia Korenhoff-Velzing Juffrouw Jagtstraat 4 2135 HG Hoofddorp

Schooltijden Groep 1 t/m 8 Maandag, dinsdag, donderdag Woensdag, vrijdag

SCHOOLGIDS

08.45 – 12.00 uur 13.00 – 15.15 uur 08.45 – 12.30 uur

2

2013-2014

1.DE SCHOOL

We willen een school zijn waar iedereen zich thuis voelt ongeacht nationaliteit, levensbeschouwing of cultuur. Respect voor elkaar is daarin het belangrijkste uitgangspunt.

Het kiezen van de juiste basisschool voor uw kind vraagt tijd en het geven van de juiste informatie In onze gids kunt u lezen waar wij ons in onderscheiden van andere scholen. Daarnaast vindt u informatie wat wij belangrijk vinden om uw kind in 8 jaar tijd te leren en mee te geven. U vertrouwt immers uw zoon/dochter aan ons toe en wij zijn ons er dan ook terdege van bewust dat wij een grote verantwoording hebben om uw kind een prettige en leerzame tijd te bezorgen. Deze gids is bedoeld om u te helpen bij het maken van een keuze voor een basisschool voor uw kind. Uiteraard is deze gids ook bestemd voor ouders, waarvan de kinderen reeds op de Albert Schweitzerschool zitten. Wij laten in deze gids zien wat u als ouder van onze school kunt verwachten en wat de school voor uw kind kan betekenen. Wij hopen dat u onze schoolgids met plezier leest. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een nadere toelichting.

We vinden het belangrijk dat kinderen samen opgroeien tot zelfstandige en zelfbewuste mensen. Tot mensen die geleerd hebben verantwoording te nemen voor zichzelf, elkaar en de wereld om hen heen. We vinden het belangrijk dat de school een veilige plek is waar mensen elkaar ontmoeten, met elkaar leren werken en op ontdekking gaan. We vinden het belangrijk kinderen een veilige plek te bieden, waar ze zich zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Daarom is er in ons eigen gebouw een voorziening gerealiseerd voor voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang. Ook buiten schooltijd zijn kinderen in een vertrouwde omgeving, samen met vriendjes en vriendinnetjes van hun eigen school.

Titia Korenhoff, directeur. 1.1.De Albert Schweitzerschool. Om u een korte impressie te geven van onze school leest u hiernaast een kort overzicht van onze belangrijkste kenmerken:

1.2 De naam van de school ‘Albert Schweitzer’. Onze school bestaat sinds 1975 en ontleent haar naam aan Albert Schweitzer (1875-1965). Hij was naast theoloog ook zendingsarts en stichtte in Afrika, in de plaats Lambarene, een ziekenhuis. Zijn stelregel was “Eerbied voor het leven”. In 1952 ontving hij de Nobelprijs voor de vrede en zo past de naam van de school ook goed in de wijk Pax (dat ‘Vrede’ betekent), waar alle straten namen dragen van Nobelprijswinnaars voor de vrede.

We zijn een kleine school met een gezellige sfeer en een veilig pedagogisch klimaat. De leerkrachten en de directie zijn zeer betrokken bij het welzijn van de kinderen en hun ouders. Ouders zijn erg betrokken bij het reilen en zeilen in de school.

SCHOOLGIDS

3

2013-2014

1.3 De schoolgrootte.

De heer E. Kramer, interne begeleider in de school, hij coördineert alles wat met zorg te maken heeft in de school. Hij is het aanspreekpunt op donderdag en vrijdag bij afwezigheid van de directeur. Mevr. V. van Beek, Ict-coordinator, zij is het aanspreekpunt voor de ouders uit de onderbouw (Groep 1, 2, 3), bij afwezigheid van de directeur Mevr, G. Matthiesen, zij is coördinator communicatie en profilering en aanspreekpunt voor de ouders uit de bovenbouw op maandag, dinsdag en woensdag, bij afwezigheid van de directeur.

Op de Albert Schweitzerschool zitten ongeveer 180 leerlingen verdeeld over 7 of 8 groepen. 1.4 De situering van de school. De school ligt in de groene wijk Pax. Er zijn veel mogelijkheden om lekker buiten te spelen. Aan de achterzijde is er een veilig afsluitbaar schoolplein voor de kinderen van groep 3 t/m 8. Aansluitend aan de onderbouwlokalen is er een veilig omheind en afsluitbaar kleuterplein voor de jongste kinderen. Op het kleine plein staan schommels, een zandbak en een speelhuisje. Ook op het grote plein staan verschillende speeltoestellen, zoals een duikelstang, een octopus en een klimrek. De school is ook goed bereikbaar, via veilige fietspaden voor kinderen uit omliggende wijken, zoals Graan voor Visch, Toolenburg, Bornholm en het centrum van Hoofddorp.

De school heeft een vakleerkracht voor lichamelijke opvoeding, Melda Splinter. De logopediste komt elk schooljaar langs om kinderen te screenen. 1.6 De Albert Schweitzerschool, de hele dag open. De Albert Schweitzerschool vangt uw kind op, indien gewenst, van half acht ’s morgens tot half zeven ’s avonds. De voorschoolse en een naschoolse opvang is in het eigen gebouw gehuisvest. Deze professionele opvang wordt geregeld door de Haarlemmermeerse organisatie Happy Kids. Kijk voor informatie op www.happykids.nl

1.5 De schoolleiding en het team. Het team bestaat uit een directeur, mevr.T.Korenhoff-Velzing en 10 leerkrachten. Van die 10 leerkrachten hebben 3 personen een bijzondere functie. Zij zijn interne coördinator binnen de organisatie van de Albert Schweitzerschool. Bij afwezigheid van de directeur zijn de interne coördinatoren het aanspreekpunt bij bijzonderheden of calamiteiten. De interne coördinatoren zijn: SCHOOLGIDS

4

2013-2014

van het omgaan met elkaar, ’t samen leven en ’t samen leren.

2. WAAR STAAN WE VOOR?

De sociale en emotionele ontwikkeling. Kinderen leren omgaan met eigen emoties en die van anderen. De ontwikkeling van zelfvertrouwen leidt tot een positief zelfbeeld. Kinderen leren zich in te leven in de gevoelens van anderen. Schoolsituaties bieden vaak zinvolle mogelijkheden om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen positief te beïnvloeden. De school vindt een open, pedagogisch klimaat essentieel. We willen dat de kinderen zich veilig voelen op onze school.

2.1 Onze visie. De Albert Schweitzerschool is een christelijke school. Wij vinden het belangrijk om dit te laten merken in de manier waarop we met elkaar omgaan. De school moet voor iedere leerling, leerkracht en ouder een veilige plek zijn, waar hij of zij zich thuis voelt. We hebben duidelijke normen en waarden. We willen kinderen leren onderscheid te maken tussen waar en onwaar, tussen recht en onrecht, tussen zinvol en zinloos. We gaan uit van respect voor jezelf, respect voor de ander en respect voor andermans eigendommen. Elk kind is welkom op onze school. Juist vanuit onze christelijke levensvisie vinden we dat er voor iedereen, ongeacht de levensovertuiging, een plek moet zijn op onze school. Wij willen een open christelijke school zijn. Ongeacht de levensbeschouwelijke achtergrond van de ouders, verwachten wij dat alle kinderen meedoen aan activiteiten en vieringen rondom de geloofsopvoeding. Ouders hoeven de christelijke identiteit niet te onderschrijven. Wij vragen wel deze te respecteren.

De kunstzinnige en expressieve vorming. Kinderen kijken op een bepaalde manier naar zichzelf en anderen. Ze leren dat te verbeelden. Zo kun je uiting geven aan ervaringen, meningen en gevoelens. We doen dat tijdens vakken als tekenen, handvaardigheid, muziek, drama en dans. Ook vinden we het belangrijk dat de kinderen leren met zelfvertrouwen voor een groep te staan. Elke groep is een keer per jaar aan de beurt voor een maandsluiting, waar ook ouders en grootouders welkom zijn. Om het jaar organiseren we voor alle groepen workshops. Daarin vinden activiteiten plaats als koken, dansen, muziek maken, toneel, fotografie, schilderen op doek, etc. Aan het einde van de cyclus vindt er een culturele avond plaats, waar de kinderen aan alle belangstellenden kunnen laten zien wat ze hebben geleerd en/of gemaakt.

2.2.Visie op kind en ontwikkeling. Het verwerven van kennis. Wij willen ieder kind optimale ontwikkelingskansen geven. Hiervoor heeft een kind een aantal vaardigheden nodig. Die leren wij aan. We leren kinderen zinvol omgaan met lezen, schrijven, rekenen en taal etc. en streven ernaar deze kwaliteiten van de kinderen goed te ontwikkelen. Het ontwikkelen van kennis, vaardigheden en talenten doen we niet enkel ten dienste van het individu, maar ook ten behoeve SCHOOLGIDS

Optimale onderwijskansen Elk kind is uniek. Onze school stimuleert ieder kind om te komen tot de beste prestatie binnen zijn of haar mogelijkheden. Doordat we structureel toetsen,observeren en in teamverband de 5

2013-2014

opbrengsten analyseren is het mogelijk onderwijs op maat te bieden. We houden uw kind goed in de gaten. We willen de kinderen succesgevoelens laten ervaren, dat leidt tot een competent gevoel en meer zelfvertrouwen. Dit heeft een positief effect heeft op de prestaties.

hand is (waardoor het gepest heeft.) Heeft het misschien een probleem waardoor een ander kind daar de dupe van is geworden. Veelal komt het gedrag van deze leerling ergens vandaan. Met behulp van de groepsleerkracht, ouders, directie en eventueel de interne begeleider zullen stappen worden ondernomen om het probleem op te lossen. Als uiteindelijk niets helpt, kan de school de desbetreffende leerling schorsen en uiteindelijk kan definitieve verwijdering van school het gevolg zijn. Er wordt uiteraard ook gesproken met het kind dat gepest wordt. Pesten doet echt heel veel pijn. Soms is het pesten van een dusdanige omvang, dat mensen hun leven lang last blijven houden van alle vernederingen die ze hebben moeten ondergaan toen ze op school zaten. Daarom besteedt het team erg veel zorg aan de gepeste leerling. Daarbij kunnen de ouders en de leerling ondersteuning vragen van de vertrouwenspersoon. In de klas waar het allemaal gebeurt wordt het volgende besproken: Dat pesten absoluut niet kan en waarom dat zo is. Wat het verschil precies is tussen pesten en plagen. Wie is de zogeheten grijze middenmoot en wat kunnen zij doen? Welke oplossingen we kunnen we nog meer vinden om een einde te maken aan het pesten in de groep en het pesten bij ons op school. Zo willen we met elkaar zorgen voor een veilig leer- en leefklimaat.

Zelfstandig denken en handelen. Vanaf groep 1 wordt veel aandacht besteed aan de zelfstandigheid van kinderen. Binnen verschillende werkvormen krijgen de kinderen de mogelijkheid steeds meer verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen leerproces. Dat kan via individueel werk, maar ook door vormen van samenwerkend leren. Vanaf groep 1-2 leren de kinderen om te gaan met een dagtaak en een weekplan. De verantwoordelijkheid voor hun eigen werk wordt groter naarmate ze ouder worden.

Op weg naar een pestvrije school. De leerkrachten van de Albert Schweitzerschool beschouwen pesten als iets wat absoluut niet kan. Zij vinden dat de school voor iedereen veilig moet zijn. Daarom is onze aanpak in eerste instantie preventief. Door middel van klassengesprekken en rollenspelen proberen we pestgedrag te voorkomen. Dit doen we aan de hand van onze methode Leefstijl. Mocht er desondanks toch sprake zijn van pestgedrag, dan wordt er door de leerkrachten en de directie onmiddellijk ingegrepen. Er wordt in eerste instantie gesproken met het kind dat gepest heeft. De leerkracht wil (allereerst) weten of er met het kind dat gepest heeft, iets aan de SCHOOLGIDS

2.3 Onze methoden. Op onze school wordt lesgegeven met moderne lesmethoden. Bij het kiezen van nieuwe materialen vinden we het belangrijk dat de 6

2013-2014

aangeboden leerstof zó is georganiseerd dat er mogelijkheden zijn kinderen leerstof op maat aan te bieden. Er zijn immers kinderen die extra uitdagend werk aan kunnen en kinderen die extra oefenstof nodig hebben. Ook vinden we het belangrijk dat de kinderen de aangeboden lesstof zelfstandig kunnen verwerken. Wij stellen eisen aan de aantrekkelijkheid van de boeken: nodigen ze kinderen uit ermee te gaan werken?

kinderen die de aangeboden basisstof zonder problemen beheersen. kinderen die gedurende een korte periode extra hulp nodig hebben om vervolgens weer met de basisstof verder te kunnen. kinderen die voor langere tijd een eigen programma voor een bepaald vakgebied hebben. kinderen die meer aankunnen dan de aangeboden basisstof.

2.4 De leerkracht en de leerkrachtondersteuners in onze school?

2.6 Werken aan de kwaliteit van onze school.

Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Aan hen vertrouwt u uw kind toe. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken effectief gebruikt worden. De leerkrachten besteden ook veel tijd aan samenwerking en overleg (binnen) met elkaar. Jaarlijks wordt er tijd ingeroosterd voor gezamenlijke nascholing. Alle leerkrachten volgen jaarlijks cursussen, opleidingen om op de hoogte te blijven van actuele ontwikkelingen op hun vakgebied.

Steeds weer zijn we op zoek naar mogelijkheden om onze school en ons onderwijs te verbeteren. In het kader van deze kwaliteit houden wij eens in de vier jaar een tevredenheidpeiling onder leerkrachten, leerlingen en ouders. Aandachtpunten worden verwerkt in het schoolplan. Dit schoolplan ligt ter inzage bij de directie en is goedgekeurd door de MR. Ook bespreken wij systematisch de belangrijkste aspecten van het onderwijs, zoals leerlingenzorg, identiteit, contacten met ouders etc. Zo zijn wij als team van leerkrachten en directie continu bezig met verhoging van de kwaliteit van onze school.

2.5 Resultaten en ontwikkeling volgen Wij vinden het belangrijk de kinderen goed te volgen. Hiervoor hebben we verschillende toetsen en observaties: • De methodegebonden toetsen. dit zijn toetsen die bij de methodes horen. • De methodeonafhankelijke toetsen Hiervoor gebruiken we toetsen van het CITO. Deze worden in januari en mei afgenomen,. • Toetsen en observaties die gericht zijn op de sociaal-emotionele ontwikkeling.

2.7. Een goed klimaat in de school. De school hecht waarde aan een open sfeer. Een goede sfeer wordt bevorderd door een goede communicatie tussen ouders, leerkrachten en leerlingen onderling. Wij vragen met klem aan ouders om bij problemen of vragen contact op te nemen met de leerkracht of met de directie. Wij vinden het als school belangrijk dat ouders goed op de hoogte zijn van het reilen en zeilen. Hiertoe verstrekken wij De Weekflits. Daarnaast ontvangen ouders met regelmaat ook de Nieuwsflits.

Door goede observatie kom je in de praktijk verschillende niveaus tegen:

SCHOOLGIDS

7

2013-2014

aan de hand van thema’s, bijvoorbeeld het circus, de boerderij of de zomer. Allerlei ontwikkelingsaspecten komen aan bod: de sociaal-emotionele ontwikkeling, de taalontwikkeling en de ruimtelijke oriëntatie. De ochtend en de middag start meestal met een kringactiviteit. Op andere momenten van de dag zijn er ook kringactiviteiten met verhalen, liedjes, spelletjes, taal- en rekenactiviteiten. Na de kring gaan de kinderen aan het werk in één van de hoeken: huishoek, bouwhoek, leeshoek, het winkeltje of de themahoek. Ook gaan de kinderen aan de slag met ontwikkelingsmateraal. Lekker bewegen is noodzakelijk voor jonge kinderen. Zowel ’s morgens als ’s middags zijn daarvoor binnen of buiten, mogelijkheden. De kinderen van groep 2 krijgen activiteiten aangeboden die gericht voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3. In de tweede helft van het schooljaar voor groep 2 bespreken we of uw kind toe is aan groep 3. Alle kinderen die voor 1 januari 6 jaar zijn, worden besproken met de interne begeleider. Als een kind voldoende aan het leren lezen en schrijven toe is, zal het de overstap maken naar groep 3. Deze overwegingen worden uitgebreid met de ouders besproken.

3.WAT LEERT MIJN KIND? 3.1 In de groepen 1 en 2. Wanneer uw kind vier jaar wordt gaat het naar de basisschool. De eerste tijd op school krijgt het de gelegenheid allerlei nieuwe dingen te ontdekken en te wennen aan de nieuwe omgeving en de juf of meester. Ook zal uw kind langzaam moeten gaan wennen aan klassenregels en leren omgaan met zijn klasgenootjes. In het begin mag het daarom vaak vrij spelen en ontdekken en krijgt het soms een kleine opdracht tijdens de speel-werktijd. In groep 1-2 krijgen de kinderen materialen aangeboden die bij hun ontwikkeling passen. Soms werken we met gecombineerde groepen 1-2, soms met aparte groepen. Dit is afhankelijk van het leerlingenaantal per groep. De activiteiten van de kinderen in de groepen 1 en 2 verschillen wat inhoud en werkvorm betreft van de activiteiten van de andere groepen. Heel geleidelijk verschuift het accent van spelen naar werken. Onze methoden voor lezen, schrijven, rekenen, expressie en godsdienstonderwijs, gebruiken we in de groepen 1 t/m 8. Zo ontstaat een doorgaande lijn binnen de school.

3.2 Lesstof in de groepen 3 t/m 8. We vinden het belangrijk dat de overgang van groep 2 naar groep 3 soepel verloopt. Heel langzaamaan gaan de kinderen wat minder spelen en meer werken. Natuurlijk wordt de leerstof in groep 3 op een speelse manier aangeboden.

De jongste kinderen zijn vooral bezig met spelend leren, zoals dit het beste past bij hun ontwikkelingsfase. Er wordt gewerkt

SCHOOLGIDS

8

2013-2014

Wanneer de kinderen naar groep 3 t/m 8 gaan, nemen zij zelf een kleurdoos, een pak stiften, een gum, een etui en een multomap mee van thuis. Zo hebben zij allemaal hun eigen spulletjes bij de hand.

waarden als respect, dienstbaarheid en hulpvaardigheid steeds meer los. Burgerschap en Integratie komen op verschillende manieren en in verschillende vakken aan bod. Vanuit het gebruik van de methodes voor aardrijkskunde, geschiedenis, sociaal emotionele vorming, worden de kinderen in aanraking gebracht met andere culturen, leefwijzen en godsdiensten. Kinderen worden daarbij uitgedaagd een eigen mening te vormen die recht doet aan de normen en waarden die we op school belangrijk vinden. In de handleidingen van diverse methoden is te vinden welke onderwerpen een directie relatie met Burgerschap en Integratie hebben. Ook het wekelijkse school-tv Weekjournaal biedt een actuele kijk op de gang van zaken in de wereld. Tevens is er regelmatig aandacht voor gezondheid, bewegen, goede voeding i.s.m. de GGD en Bureau Halt. Ten slotte proberen we als team een laagdrempelige school te zijn voor ouders en kinderen. We zijn van mening dat we samen met de ouders een belangrijke taak bij de opvoeding van kinderen hebben. In de Medezeggenschapsraad is er een belangrijke ouderinbreng en de Ouderraad dient naast de gewone ondersteunende activiteiten vooral ook als klankbord voor team en directie. Verder zijn er de gebruikelijke spreekavonden, ouderinformatieavonden, en de uitgave van de wekelijkse Weekbrief en de driewekelijkse Nieuwsbrief. Kortom:Burgerschap en Integratie is meedoen!

Een overzicht van de verschillende vakgebieden. Godsdienstige vorming. We gebruiken de methode Trefwoord, dit is een thematisch opgebouwde methode, waar elke week een aantal Bijbelverhalen centraal staan. Ook wordt er regelmatig aandacht besteed aan andere religies. Tijdens acht maandsluitingen staan de kinderen van de groepen 3 t/m 8 samen stil bij deze thema’s. Ook de groepen 1-2 verzorgen regelmatig een weeksluiting. Met Kerstmis of Pasen wordt een viering verzorgd, waarbij naast alle leerlingen ook regelmatig de ouders zijn uitgenodigd. Soms vindt dat feest plaats in een kerk, andere keren in de school. Sociaal-emotionele ontwikkeling. De door onze school in alle groepen gebruikte methode Leefstijl draagt ertoe bij dat kinderen zich in meerdere opzichten veilig voelen: ze weten dat ze erbij horen en welkom zijn, ze weten zich gewaardeerd en leren respectvol met elkaar omgaan Burgerschap en Integratie. Sinds 1 februari 2006 zijn scholen bij wet verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Dit betekent niet dat er een nieuw vak op de scholen onderwezen moet worden. Wel houdt dat in dat dit thema nadrukkelijke en bijzondere aandacht moet krijgen. De reden van de hernieuwde aandacht is dat er in de samenleving de laatste jaren steeds meer sprake is van individualisering, onthechting en een afnemende aandacht voor waarden en normen. Mensen stellen vaak het eigenbelang voorop, voelen zich minder verbonden met een groep en laten SCHOOLGIDS

Aanvankelijk lezen. In groep 3 leren de kinderen lezen met de methode Veilig Leren Lezen. Aan de hand van thema’s komen de kinderen al vlot tot lezen. Om onderwijs op maat te kunnen bieden zijn er ook lessen voor herhaling, verrijking of remediëring. De leermiddelen die we gebruiken zijn heel gevarieerd, behalve allerlei boeken zijn er ook liedjes en computerprogramma’s. 9

2013-2014

Vanaf half februari wordt het vriendjes lezen gestart. Een groep 8 leerling leest een aantal keer per week met een leerling uit groep 3. Voor beide partijen leuk en leerzaam.

Op de taalkaarten vinden de kinderen opdrachten die wat meer inzicht en creativiteit verlangen (Meesterwerk). Voor remediëring biedt Taal op maat Maatwerk. Extra aandacht is er voor taalzwakke en anderstalige kinderen. De hulplijn voor NT2 is in de methode geïntegreerd. Leerkrachtgebonden en zelfstandige werklessen wisselen elkaar af. De herkenbare structuur biedt de kinderen het houvast om hun taalvaardigheid te vergroten.

Voortgezet technisch lezen. Wanneer de kinderen het aanvankelijk lezen achter de rug hebben, gaan ze voor een langere periode individueel lezen op hun niveau. Na toetsing worden de kinderen ingedeeld. Dan wordt gebruik gemaakt van de methode Estafette. Afhankelijk van het niveau en de mogelijk geconstateerde leesproblematiek, wordt een bepaalde aanpak gevolgd. Die kan variëren van een intensieve begeleiding tot een meer zelfstandige werkwijze.

Schrijven. De methode Pennenstreken laat zien dat schrijven leuk is. De kinderen leren in schuin schrift aan elkaar te schrijven. Vanaf groep 6 leren de kinderen ook blokletters. Er wordt via de methode in de oudste kleutergroep onderzoek gedaan naar linksof rechtshandigheid. Vaak kennen de leerkrachten die voorkeur al via eigen observaties. De kinderen leren schrijven met potlood. In groep 4 gaan ze schrijven met een vulpen, een pen of een dunschrijver. Ook mogen de kinderen van thuis een Stabilo mee nemen. Veel kinderen vinden het prettig om daarmee te schrijven.

Begrijpend en studerend lezen. Vanaf groep 4 leren de kinderen ook anders met teksten om te gaan. De gebruikte methode heet Tekstverwerken. Leerzame vragen helpen kinderen de tekst te begrijpen. Geleidelijk vindt een overgang plaats van begrijpend naar studerend lezen: de kinderen leren leesstrategieën die het studeren gemakkelijker maken.

Engelse taal. De methode Let’s do it wordt gebruikt in de groepen 7 en 8. Kinderen oriënteren zich op de Engelse taal, waarbij de nadruk ligt op het spreken van de taal. Er is vooral aandacht voor het vergroten van de woordenschat.

Nederlandse taal. Het taalonderwijs in groep 3 is een geïntegreerd onderdeel van de methode Veilig Leren Lezen die in het schooljaar 2011-2012 in gebruik is genomen. In de groepen 4 t/m 8 werken we met de methode Taal op Maat. Deze methode sluit goed aan bij de leesmethode van groep 3. Taal op Maat is een methode, met een taallijn en een aparte spellinglijn. Taal op Maat is een methode voor alle kinderen. SCHOOLGIDS

Rekenen. De methode Wereld in Getallen is een methode die werkt met voor kinderen herkenbare zaken. Het gaat over alledaagse situaties die het rekenen realistisch maken. De methode kent afwisselend leerkrachtgebonden en zelfstandig werkmomenten. De meeste opdrachten kunnen de kinderen na een korte instructie zelfstandig verwerken. 10

2013-2014

Om tegemoet te komen aan de tempoverschillen en niveauverschillen tussen kinderen, kent de methode herhalende en verdiepende opdrachten. Vanaf groep 3 zijn er drie niveaus: kinderen die probleemloos rekenen worden extra uitgedaagd middels een pluswerkboek. kinderen die gemiddeld mee kunnen komen, volgen het basisprogramma. voor kinderen die rekenen echt moeilijk vinden, biedt De Wereld in Getallen het bijwerkboek. De leerkracht biedt de stof m.b.v. dit boek nogmaals stap voor stap aan.

geschiedenislessen proberen we die ontwikkelingen in de tijd op een rij te zetten. De methode Wijzer door de tijd biedt daartoe mogelijkheden. We gebruiken de methode in de groepen 5 t/m 8. De kinderen leren belangrijke personen en gebeurtenissen te plaatsen in de tijd. Voor het uitvoeren van de opdrachten kunnen de kinderen gebruik maken van verschillende bronnen, zoals boeken, tijdschriften, folders en websites. Zij leren deze informatie verwerken in werkstukken, spreekbeurten, muurkranten, enz. Natuuronderwijs. In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met de methode Leefwereld. Alle aspecten van het natuuronderwijs komen aan bod: biologie, natuur, milieu- en gezondheidskunde, techniek. In groep 8 kunnen de leerlingen het JeugdEHBO-diploma halen, zodat ze kunnen handelen wanneer er in hun buurt een ongelukje gebeurt.

Aardrijkskunde. Tijdens aardrijkskundelessen maken de kinderen kennis met mensen in verschillende leefsituaties. Ze krijgen inzicht in hoe mensen omgaan met hun leefomgeving De methode Wijzer door de wereld leert kinderen respect te hebben voor de medemens en de natuur. Vanaf groep 5 leren de kinderen plattegronden en kaarten te lezen. Voor topografie staan 100 namen op de lijst die tot in groep 8 intensief ingeoefend en herhaald worden, veelal met behulp van de computer. Naast het aanleren van de basisstof kunnen de kinderen ook verdiepingsopdrachten uitvoeren, waarbij het documentatiecentrum een rol kan spelen. In groep 7 en 8 is er jaarlijks een landenproject. Kinderen kiezen in een groepje een land uit om te bestuderen. Zij verzamelen alle mogelijke informatie over een land en geven daar een presentatie van. Ouders en de leerlingen van de bovenbouw zijn van harte welkom deze presentaties bij te wonen.

Verkeersonderwijs. In de groepen 3 t/m 7 wordt verkeersles gegeven met o.a. de methode ‘Wijzer in het Verkeer’. In verschillende thema’s wordt de kinderen geleerd zich veilig in het verkeer te gedragen. Leerlingen van groep 7 krijgen extra leerstof aangeboden ter voorbereiding op het verkeersexamen dat in het voorjaar plaatsvindt. Zij kunnen dan hun praktisch en theoretisch verkeersexamen doen.

Geschiedenis. Kinderen ervaren hoe in hun eigen leven allerlei ontwikkelingen plaats vinden. In geschiedenis is dat ook zo. In de SCHOOLGIDS

11

2013-2014

Zo leren zij veilig aan het verkeer deel te nemen. In groep 7 of in groep 8 volgen de kinderen het zogeheten “Dode hoek project”. Zeer waardevol als ze na groep 8 naar de middelbare school moeten fietsen.

met alle disciplines. Onze school neemt ook jaarlijks deel aan projecten verzorgd het Concertgebouw in Amsterdam. Na een lessencyclus op school, is er in Amsterdam een afsluitend concert waar de kinderen een actieve rol in hebben.

De expressievakken. We onderscheiden: de beeldende vorming (tekenen en handvaardigheid), muziek, dans en drama. Voor tekenen, handvaardigheid en muziek maakt de school gebruik van de methode Moet je doen. De school besteedt nog extra aandacht aan expressie d.m.v. workshops. Mogelijke workshops zijn: dans, toneel, fotografie, koken, techniek, kunst etc. De ouders kunnen naar de resultaten van deze workshops komen kijken op de culturele avond.

Blazersklas. In groep 7 en 8 van onze school leert elk kind een blaasinstrument te bespelen. Samen vormen zij een orkest en geven ook uitvoeringen, waarbij ouders en andere familieleden van harte welkom zijn.

Het orkest wil graag ook iets betekenen voor de maatschappij. Hiertoe verzorgt groep 8 een paar keer per jaar een optreden in een verzorgingstehuis in Hoofddorp. De vrijwillige eigen bijdrage voor de blazersklas is 60 euro per jaar. De lessen worden gegeven door vrijwilligers van de muziekvereniging Excelsior.

Kunstmenu. De school neemt enthousiast deel aan het Kunstmenuprogramma. Een gemeentelijke subsidieregeling maakt dit mogelijk. Het aanbod wordt verzorgd door het Centrum voor Kunst en Cultuur Pier K in Hoofddorp. Zij verzorgen ook de voorbereidende workshops, enz. Alle groepen komen twee keer aan bod. De ene keer wordt een programma in een theater of op school aangeboden, de andere keer is de leerkracht zelf met de groep bezig. Er komen zes kunstzinnige disciplines aan bod: beeldende vorming, muziek, dans, drama, literatuur en audiovisuele vorming (film, geluid, computer). Via een roulatiesysteem komen alle kinderen gedurende hun acht jaren basisschool zeker twee keer in aanraking SCHOOLGIDS

Bewegingsonderwijs. Er is een jaarrooster voor gymnastiek dat in overleg met de vakleerkracht wordt opgesteld en uitgevoerd. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen wekelijks één gymles van de vakleerkracht en één van een groepsleerkracht. De lessen zijn opgezet volgens een circuitmodel, zodat de leerlingen gevarieerd en veel bewegen. Deze lessen worden gegeven in gymzaal Pax 1, die naast de school gelegen is. De groepen 1-2 krijgen gymles in de zaal die we delen met basisschool “De Flamingo”.

12

2013-2014

We hebben jaarlijks een schoolsportdag.

4. ZORG VOOR LEERLINGEN. Alle activiteiten die te maken hebben met zorg, noemen wij zorgverbreding. Onze zorg is gericht op de ontwikkelingskansen van alle leerlingen. Zowel de kinderen die moeite hebben met leren, als de kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong willen we onderwijs op maat bieden.

Ook wordt deelgenomen aan verschillende interscholaire toernooien die buiten schooltijd door de plaatselijke sportverenigingen worden georganiseerd. Per schooljaar wordt door het team bekeken aan welke wedstrijden we meedoen.Deelname is altijd afhankelijk van voldoende assistentie van ouders.

4.1 Leerlingvolgsysteem. Het systeem van observeren en toetsen om de ontwikkeling van uw kind bij te houden, noemen we het leerlingvolgsysteem. In de groepen 1 en 2 gaat het daarbij vooral om observaties. De leerkrachten kijken goed naar hoe uw kind zich ontwikkelt en wat het al kan. Uw kind wordt in de gaten gehouden op het gebied van taal, ruimtelijke, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling. We vinden het belangrijk om te zien of het goed gaat met uw kind. Op observatielijsten worden die waarnemingen geregistreerd. Vanaf januari zijn er ook toetsen die inzicht geven in de stand van zaken ten aanzien van de taal- en rekenontwikkeling. Soms zijn kinderen in groep 2 nog zo gericht op spelen en open onderwijssituaties dat de overgang naar groep 3 te abrupt is en geen doorgaande ontwikkeling kan garanderen. In dat geval zal de school besluiten dat de kleuter een extra jaar in groep 2 blijft. De overgangsbeslissing van groep 2 naar groep 3 wordt tijdens een vergadering zeer overwogen genomen en is altijd afhankelijk van meerdere factoren. Kinderen die in oktober, november en december zijn geboren, gaan slechts alleen bij voldoende resultaten en een goede sociale emotionele ontwikkeling, door naar

Gebruik van computers. Op onze school wordt veelvuldig gebruik gemaakt van computers. In de lokalen staan vier computers geïnstalleerd. Daarnaast is er een centrale computerwerkplek in de mediatheek, waar de groepen gebruik van maken. Zo kan een hele groep tegelijkertijd computeronderwijs krijgen. De school zet zich in om de kinderen ICT- vaardigheden aan te leren. Daarvoor wordt een speciale methode ‘Basis Bits’ gebruikt, waarin kinderen van de groepen 5 t/m 7 individueel een programma volgen. De computer speelt een rol bij rekenen, taal, spelling en wereldoriëntatie. Daarnaast is de computer belangrijk bij het opzoeken van informatie, bijv. voor het maken van werkstukken. In alle groepen wordt er gebruik gemaakt van een digitaal schoolbord. Het digitale schoolbord geeft de mogelijkheid allerlei sofware en beeldmateriaal aan de hele groep tegelijk te laten zien. Ook kan het digitale schoolbord gebruikt worden op de klassieke manier, maar dan wel met wat meer mogelijkheden en toepassingen. De lessen worden zo visueel ondersteund met beeldmateriaal en zijn voor de leerlingen een stuk aantrekkelijker. SCHOOLGIDS

13

2013-2014

groep 3. Deze jonge kinderen lopen anders het gevaar vast te lopen in groep 3.

leerkrachten en assisteert zo nodig bij het opstellen van een handelingsplan en/of groepsplan dat voorziet in een gericht onderwijsaanbod voor een bepaalde leerling. Ook verzorgt hij de contacten met instanties buiten de school op het gebied van leerlingenzorg. De zorgverbreding op onze school wordt vanuit een heldere visie regelmatig geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.

In de loop van het schooljaar nemen de leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 regelmatig toetsen af. Het zijn het toetsen die bij de lessen uit de methode horen: methodegebonden toetsen. Vanaf groep 3 toetsen we de vorderingen op het gebied van taal, lezen en rekenen enkele malen per jaar. Gedurende twee weken van het schooljaar( meestal in januari en mei) worden in alle groepen toetsen afgenomen. Voor de kinderen van de groepen 3 t/m 8 zijn dat de nietmethodegebonden toetsen. Vaak gaat het daarbij om toetsen die door het Cito zijn ontwikkeld en die goed passen bij onze lesmethoden. Zo krijgen we een beeld van de stand van zaken: hoe zijn de prestaties van onze leerlingen, vergeleken met die van andere (soortgelijke) scholen, die soms andere methoden gebruiken. Aan het eind van het schooljaar nemen de kinderen van groep 7 deel aan de CitoEntree-toets. Deze geeft een duidelijk beeld van de prestaties van die kinderen op het moment waarop ze naar groep 8 gaan: waardevolle informatie voor de volgende leerkracht en de ouders. In februari neemt groep 8 deel aan de CitoEindtoets. Naast ons schooladvies zijn de uitslagen daarvan van belang voor het voortgezet onderwijs bij de toelating van leerlingen.

Groeps- en leerlingenbesprekingen. Tijdens een groepsbespreking komen de leerkrachten bij elkaar om, onder leiding van de interne begeleider, te spreken over de toetsresultaten. Alle leerkrachten maken vervolgens een groepsplan voor hun groep. De kinderen worden aan de hand van hun scores en hun specifieke onderwijsbehoeften ingedeeld in een instructieonafhankelijke, een instructiegevoelige groep of een instructieafhankelijke groep. Dan worden afspraken gemaakt over de kinderen die extra aandacht nodig hebben. Een aantal kinderen wordt, meestal twee weken later, nader besproken tijdens een leerlingenbespreking. Er kan dan worden besloten tot het opstellen van een handelingsplan of tot nader onderzoek door de interne begeleider. Ouders worden hierover geïnformeerd.

4.2 Interne begeleiding. Uit landelijk onderzoek is gebleken dat zo’n één op de zeven kinderen tijdens de basisschoolperiode korte of langere tijd extra aandacht nodig heeft. Wij organiseren die extra aandacht zorgvuldig. De interne begeleider organiseert deze zorgverbreding op onze school. Hij zorgt er voor dat er goed toetsmateriaal is, dat op de juiste momenten wordt gebruikt, hij bespreekt de resultaten met de SCHOOLGIDS

Doublure of verlenging. Soms verloopt de ontwikkeling van een kind wat langzamer. Dan kan het verstandig zijn om een kind een jaar langer over de basisschool te laten doen. Natuurlijk gebeurt dit in overleg met de ouders. De leerkracht zal uitvoerig 14

2013-2014

toelichten, waarom hij/zij het verstandig vindt om een jaar langer over de basisschool te doen. De uiteindelijke beslissing over de overgang naar een volgende groep wordt genomen door de directeur, in overleg met de interne begeleider en de groepsleerkracht.

beleidsplan is door de school omschreven hoe met deze groep kinderen wordt omgegaan. Binnen het team zijn op dit terrein deskundige leerkrachten aanwezig. Eén leerkracht coördineert het programma. De school beschikt over materiaal dat mogelijkheden biedt deze leerlingen te herkennen en goed te begeleiden. Op maandagmiddag werkt de coördinator meerbegaafdheid met een plusgroep. Elke week krijgen deze kinderen extra uitdaging aangeboden.

Extra ondersteuning. In een aantal gevallen wordt de hulp ingeroepen van deskundigen van de schoolbegeleidingsdienst “Onderwijs Advies”. Een medewerker van de dienst kan een uitgebreide test afnemen. Aan de hand van de testuitslag wordt dan besproken wat voor deze leerling de mogelijkheden in het basisonderwijs zijn. Soms is een verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs raadzaam. Ouders moeten zowel voor het onderzoek als voor de mogelijke plaatsing toestemming verlenen. Wanneer het om een medisch probleem gaat, wordt de schoolarts ingeschakeld. Bij spraak- en taalproblemen is er een logopediste beschikbaar, die jaarlijks alle oudste kleuters screent. Wanneer maatregelen moeten worden genomen worden ouders tijdig hiervan op de hoogte gesteld.

4.4 Faalangstreductietraining. Sommige kinderen voelen zich ongemakkelijk wanneer zij in een situatie komen waarin zij voor de hele klas een spreekbeurt moeten houden. Sommige kinderen worden erg zenuwachtig als zij een toets moeten maken. In deze situaties wordt om een prestatie gevraagd en dat wekt spanning op. Over het algemeen kunnen kinderen daar goed mee omgaan. Lastiger wordt het wanneer faalangstige kinderen in zo’n situatie komen en dan blokkeren. Zij zijn een gedeelte van wat zij geleerd hebben kwijt of kunnen niet uit hun woorden komen. Deze kinderen presteren wellicht op school onder hun niveau. Tijdens faalangsttrainingen wordt kinderen geleerd zichzelf meer onder controle te krijgen. Deze training vindt plaats na schooltijd en kinderen kunnen in overleg met de ouders en de leerkracht hiervoor opgegeven worden.

School video interactie begeleiding, SVIB. School video interactie begeleiding is één van de begeleidingsmethodieken die de school kan hanteren om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel ook ingezet om de leraren te ondersteunen bij hun onderwijstaak.

4.5 Overgang naar het VO. Via een zorgvuldige procedure verzorgt de school de overgang van de groep 8 leerlingen naar het voortgezet onderwijs. In overleg tussen de directeur, de leerkrachten die de kinderen in groep 6 en 7 hadden en de leerkracht(en) van groep 8 wordt een schooladvies opgesteld. Daarbij speelt de uitslag van de in groep 7 gemaakte Cito-Entreetoets, de gegevens

4.3 De meergetalenteerde leerling. Ook wanneer uw kind meerbegaafd blijkt te zijn, krijgt hij/zij begeleiding. We streven ernaar om kinderen die meer aankunnen leerstof op maat te bieden. Zij krijgen moeilijkere opdrachten. Deze opdrachten zijn verdiepend, uitdagend, creatief en vooral zinvol. In een afzonderlijk SCHOOLGIDS

15

2013-2014

uit ons eigen leerlingvolgsysteem, rapportcijfers, eventuele dossiergegevens een belangrijke rol. De door de leerlingen ingevulde School Vragen Lijst geeft informatie over motivatie, werkhouding, doorzettingsvermogen, enz. van de leerlingen. Tijdens een informatieavond voor de ouders wordt over de verschillende schoolkeuzemogelijkheden gesproken. Dan wordt met de ouders ook ons schooladvies besproken, zodat gericht kan worden gekeken naar de verschillende vervolgscholen. In februari maken de leerlingen de Cito-Eindtoets, waarvan de uitslag voor het voortgezet onderwijs ook van belang is. De ouders melden hun kinderen op een school aan. Gewoonlijk nemen de scholen voor voortgezet onderwijs contact met ons op voor de zogeheten ‘warme overdracht’. Wij verzorgen voor iedere leerling een onderwijskundig rapport. De ouders wordt verzocht dit te ondertekenen.

5.HET CONTACT MET OUDERS. Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. Het bevordert de ontwikkeling van uw kind. Wij informeren u over alle belangrijke gebeurtenissen op school, over algemene schoolzaken, maar ook over het wel en wee van uw kind. We stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. De leerkracht van uw kind is het eerste aanspreekpunt bij vragen of problemen. Het is prettig om elkaar op afspraak na schooltijd te spreken. Is er behoefte aan een gesprek met de interne begeleider of de directie, dan is dat uiteraard ook mogelijk. 5.1 Informatie over schoolzaken. Onze belangrijkste informatieverstrekker is onze website www.albertschweitzerschool.com. Daar kunt u de schooljaarkalender, de schoolgids, de nieuwsflits en allerlei andere belangrijke informatie vinden over onze school. Jaarlijks ontvangen alle ouders van onze leerlingen een actueel jaarboekje met de groepsindeling, gymtijden en een jaaroverzicht van belangrijke gebeurtenissen op de school. Nieuwe ouders ontvangen een schoolgids op papier. Aan het begin van het schooljaar wordt u uitgenodigd voor een interactief kennismakingsgesprek met de leerkracht van uw kind. Juist uw informatie is dan erg belangrijk, wat verwacht u van ons en wat kunnen wij uw kind bieden. Na afloop van een schoolproject vindt een kijkavond plaats.

Waar gingen onze leerlingen heen ? Onze leerlingen scoren goed. Daar zijn we erg trots op. Rond de 15 % van de leerlingen ging naar het VMBO beroepsgerichte leerweg, rond de 45 % ging naar VMBO/HAVO en rond de 40 % ging naar HAVO/VWO. Dit zijn de metingen van de laatste drie jaar.

5.2 Informatie over uw kind. Gespreksmomenten. We vinden het belangrijk regelmatig contact met u te hebben over de

Na de Cito-toets genieten de leerlingen van groep 8 van het jaarlijkse Citobal.

SCHOOLGIDS

16

2013-2014

voortgang en het welbevinden van uw kind. Vier keer per jaar is er daarom een gespreksavond. Op de eerste en de derde gespreksavond verwachten we alle ouders. U ontvangt een uitnodiging met daarop het tijdstip dat u verwacht wordt. U kunt bij de directie aangeven of u ’s middags of ’s avonds voor het gesprek wilt komen. U wordt dan ingedeeld. Komt de tijd u niet uit, dan kunt u ruilen met een andere ouder uit de klas. De overige twee spreekavonden zijn op inschrijving of op uitnodiging. U doet een verzoek bij de leerkracht om een gesprek over uw kind of de leerkracht vraagt u te spreken over uw kind. Indien gewenst kunt u ook tussendoor een afspraak maken met de leerkracht.

Plakboeken. In een plakboek worden gedurende ieder schooljaar werkstukjes verzameld. Deze worden door de leerkracht voorzien van een tekst en gaan aan het eind van hun schoolloopbaan in groep 8 mee naar huis. Zo krijgt u een prachtig overzicht van de expressieve ontwikkeling van uw kind van groep 1 t/m 8. Beide ouders hebben recht op informatie! De school is verplicht om beide ouders informatie over hun kind te geven. Ook als ouders gescheiden zijn of één van de ouders niet wil dat de voormalige partner informatie over de kinderen krijgt. Zonodig kunt u hierover aanvullende informatie van de directie krijgen. 5.3 VCO Quercus

Website. De website van onze school is een manier om informatie over te brengen naar ouders, leerlingen en andere belangstellenden. De informatie is voor iedereen toegankelijk en is laagdrempelig. We proberen de informatie zo actueel mogelijk te houden. U kunt van alles over ons lezen op onze website: www.albertschweitzerschool.com Wanneer u er bezwaar tegen heeft dat er foto’s of filmpjes van uw kind worden gemaakt voor de website, kunt u dit aangeven bij de directie. In het kader van professionalisering van studenten en leerkrachten wordt er ook regelmatig gefilmd op school. Deze filmpjes zijn uitsluitend voor intern gebruik.

De Albert Schweitzerschool is één van de elf scholen binnen de VCO Quercus, de Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Hoofddorp, Abbenes en Badhoevedorp. Het schoolbestuur heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten ten behoeve van de leerlingen. Deze verzekering is van kracht op weg van huis naar school en voorts gedurende dat wat in schoolverband gebeurt, zoals excursies, sport- en speldagen, een schoolkamp, enz. De verzekering voorziet in een uitkering bij overlijden, blijvende invaliditeit en tandheelkundige hulp. De verzekering geldt niet voor geneeskundige hulp en schade aan brillen, kleding, fietsen e.d. 5.4 De Medezeggenschapsraad

Rapporten. In november, maart en juni/juli krijgen de kinderen uit groep 2 t/m 8 een rapport. De kinderen uit groep 1 ontvangen aan het eind van het schooljaar een rapport, wanneer zij voor januari in groep 1 zijn gekomen. Jongere kinderen ontvangen een geschreven verslag.

SCHOOLGIDS

De Medezeggenschapsraad (MR) is een wettelijk verplicht overlegorgaan van ouders en personeel met het bevoegd gezag (vertegenwoordigd door de directie) en bestaat uit zes personen: drie ouders en drie leerkrachten. Dit aantal wordt bepaald door het leerlingenaantal. De MR heeft in de eerste plaats bij wet vastgestelde bevoegdheden, zoals het bespreken van de gang van zaken in de 17

2013-2014

school met de directie. Hierbij heeft de raad instemmings- of adviesrecht. Enkele onderwerpen die worden besproken zijn o.a. personeel, de begroting, het onderhoud van de school, het schoolplan en deze schoolgids. Tijdens de openbare vergaderingen is steeds een vertegenwoordiger van de ouderraad aanwezig. Verslagen van de vergaderingen vindt u op de website van onze school. Een aantal leerkrachten en ouders van de elf Quercusscholen maken deel uit van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) die met het bestuur overlegt over bovenschoolse zaken.

Het voldoen van de ouderbijdrage is vrijwillig. U krijgt jaarlijks een factuur. Natuurlijk hopen we dat alle ouders het belang inzien van bovenstaande activiteiten en daarvoor ook willen betalen. Zonder deze extra financiën kunnen dit soort activiteiten niet worden georganiseerd. Ouders die vanwege hun financiële situatie niet in staat zijn de bijdragen te voldoen, worden geadviseerd een aanvraag voor financiële ondersteuning te doen bij de afdeling Sociale Zaken van de Gemeente Haarlemmermeer. Kinderen waarvoor de ouderbijdrage niet betaald is, kunnen worden uitgesloten van de bijzondere activiteiten. Wanneer de ouderbijdrage niet is betaald, gaat het kind niet mee op schoolreis en zal die dag op school worden opgevangen door één van de leerkrachten. De ouderbijdrage wordt nooit teruggestort bij het tussentijds wisselen van school binnen een schooljaar. De ouderbijdrage tot 1 januari is 100%, na 1 januari 50 %. Kinderen die in de maanden mei, juni of juli instromen en niet meegaan op schoolreis betalen dat schooljaar niets, gaat het kind wel mee op schoolreis, dan worden de kosten in rekening gebracht. Naast het beheren van de ouderbijdrage, zijn de leden van de evenementencommissie een onmisbare schakel tijdens de organisatie van allerlei activiteiten in de school. In alle activiteitencommissies, neemt naast een aantal teamleden ook altijd minimaal 1 ouder zitting.

5.5 De Evenementencommissie De evenementencommissie bestaat uit een groep enthousiaste ouders die assisteert bij de uitvoering van allerlei schoolactiviteiten. In de evenementencommissie komen vooral praktische schoolzaken aan de orde, zoals de organisatie van feesten en bijzondere activiteiten. Ook beheert zij de kas van de ouderbijdragen waaruit diverse schoolactiviteiten ten behoeve van de kinderen worden betaald, zoals sinterklaascadeautjes en het schoolreisje. De evenementencommissie vergadert regelmatig, waarbij steeds ook de directeur, en een vertegenwoordiger van de MR aanwezig is. Informatie van de OR kunt u op onze website.

De ouderbijdrage. De evenementencommissie beheert de bedragen die afkomstig zijn uit de ouderbijdrage. Een deel van de bijdrage is bestemd voor het financieren van kosten die niet door het rijk worden gesubsidieerd, zoals Sinterklaasfeest, Kerstfeest, afscheidsavond groep 8, en excursies. Dit jaar is de ouderbijdrage vastgesteld op 56,00 euro per kind. SCHOOLGIDS

Sponsoring. Om de school in staat te stellen extra uitgaven te doen, wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de VOMAR biedt om gesponsord te worden. Zonder dat daar iets tegenover hoeft te staan, schenkt deze firma ons een half procent van de door Albert Schweitzerschool-ouders bestede bedragen. Wanneer u, via een lid van de evenementencommissie of de directie van 18

2013-2014

de school, het nummer van uw VOMARpasje laat weten, geven wij dit door aan deze firma.

Zorg voor de leerlingen. • De ouders informeren de leerkracht zo spoedig mogelijk als er belangrijke veranderingen zijn in de thuissituatie. De school informeert op haar beurt de ouders wanneer er sprake is van veranderingen die van invloed kunnen zijn op het gedrag van de leerling. • De ouders tonen belangstelling voor de ontwikkeling/vorderingen van de leerling, o.a. door op de contactavonden en ouderavonden te komen. • De ouders verlenen toestemming voor bespreking van de leerling binnen de leerlingenzorg, ook in het geval van het hierbij aanwezig zijn van externe deskundigen. • De ouders verlenen toestemming voor het (door de school) laten afnemen van testen en toetsen die nodig zijn voor een juiste diagnose. Voor het afnemen van testen en/of toetsen door externe instanties zal de school de ouders altijd vooraf toestemming vragen.

5.7 Gedragscode voor ouders, team en leerlingen. De vereniging voor Christelijk Onderwijs heeft een gedragscode voor ouders opgesteld. Een school kan niet zonder afspraken. Voor de leerlingen kennen wij de schoolregels. Voor de personeelsleden hebben wij een Gedragscode vastgesteld. Ook voor ouders hebben wij een Gedragscode opgesteld. Leerlingen en ouders zijn gebaat bij een goede samenwerking met de school. Het naleven van de afspraken zal leiden tot een veilig, werkbaar en prettig schoolklimaat voor iedereen. Wanneer uw kind geplaatst wordt op een school van Quercus verklaart u zich akkoord met deze gedragscode. Algemeen • Ouders worden geacht op de hoogte te zijn van de regels die voor de leerlingen gelden. Wij verwachten van de ouders dat zij de schoolregels onderschrijven en dat zij, waar mogelijk, meewerken aan de naleving van deze regels. • Ouders onderschrijven de uitgangspunten en werkwijze van de school, zoals beschreven in de schoolgids. • Ouders houden zich aan de leerplichtwet. Verlof wordt tijdig bij de directie aangevraagd. • Ouders lezen de informatie die de school verstrekt en vragen zo nodig om toelichting. • Ouders geven wijzigingen in de gegevens zoals vermeld bij inschrijving, direct aan de school door bij de administratie. • Ouders zien erop toe dat de leerling op tijd op school aanwezig is of melden hem/haar voor het begin van de lessen af.

SCHOOLGIDS

Omgang. • Ouders en personeelsleden vertonen voorbeeldgedrag naar de leerlingen; zij gaan volgens algemeen geldende omgangsvormen en respectvol met elkaar en met de leerlingen om. Ouders werken mee aan een sociaal veilige school. • Kritiek, klachten of opmerkingen worden door de ouders met de direct betrokkenen besproken, waarbij er door de ouders op wordt gelet dat dit niet in aanwezigheid van leerlingen gebeurt. • Kritiek of klachten worden niet via de mail kenbaar gemaakt. • Gebruik van bedreigingen en geweld wordt niet getolereerd. De directie behoudt zich het recht voor om indien de ernst van een incident dit rechtvaardigt, hiervan aangifte te doen bij de politie.

19

2013-2014

5.8 Klachtenprocedure

veiligheid zeer belangrijk is, accepteren we niet dat ouders of leerlingen inbreuk op deze regels maken. In geval van agressie of materiële zaken in de school hanteren we daarom duidelijke regels.

Uw kind maakt deel uit van een school waarin leerlingen en leerkrachten met elkaar leven en werken. Ondanks alle regels en afspraken kan het voorkomen dat er situaties ontstaan waarbij de ander zich tekort gedaan of gekwetst voelt. In eerste instantie zult u als ouder hierover contact opnemen met de betreffende leerkracht of met de directie van de school. Betreft het een heel ernstige klacht en komt u er in het overleg op school samen niet uit, dan is er een klachtenregeling opgesteld. In de school zijn er twee contactpersonen aangesteld (de heer Piet Veenendaal en mevr. Paula Oudshoorn) en er is een bovenschools vertrouwenspersoon voor alle scholen van de VCO Quercus. Via een vastgestelde procedure is het mogelijk een klacht in te dienen bij de Klachtencommissie. Nadere gegevens achter in deze gids. De school kent, naast de twee collega’s die als vertrouwenspersonen kunnen optreden, nog twee instanties buiten de school die u kunnen adviseren wanneer zich ongewenste situaties voordoen. Het zijn de externe vertrouwenspersoon die door het schoolbestuur is aangesteld en de vertrouwensinspecteur van de rijksoverheid. Ook hun adresgegevens vindt u achter in de gids. Het reglement is verkrijgbaar bij directie.

5.10 Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Als team van onze school zijn we verantwoordelijk voor het effectief reageren op signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld. Vanaf juli 2013 is het landelijk verplicht om volgens de vijf stappen van de “Meldcode” te handelen. In het kort houdt dit in: - Leerkracht begeleidt de leerling en observeert en signaleert belemmeringen in de ontwikkeling. Hij brengt de signalen in kaart. Leerkracht bespreekt zijn zorg met de ouders. - Leerkracht deelt zorg met directie en intern begeleider. Zo nodig wordt er door de directeur of de intern begeleider advies gevraagd bij het AMK. - Leerkracht en intern begeleider bespreken de zorg met ouders en bespreken benodigde hulp. - Leerling wordt door de interne begeleider besproken met extern zorgteam ( ZAT). Dit team bestaat uit schoolmaatschappelijk werk en de GGD. Ook ouders kunnen deelnemen aan dit gesprek. - De handelingsadviezen worden geëvalueerd door leerkracht, intern begeleider en ouders. Wanneer de zorg blijft bestaan, wordt er een melding gedaan bij AMK.

5.9 Veiligheidsplan, agressie en geweld. Om zich goed te ontwikkelen is het van belang dat uw kind zich veilig voelt op school. Onze school doet zijn best om een veilige omgeving voor de kinderen te creëren. Wij hebben hiervoor een aantal school- en omgangsregels opgesteld. Aan het begin van elk schooljaar bespreken we deze regels met de kinderen. Als er in de loop van het schooljaar aanleiding toe is, kunnen de regels bijgesteld worden. Omdat het gevoel van SCHOOLGIDS

Om de meldcode in de school in te voeren en te borgen is een aandachtsfunctionaris aangesteld. Komend schooljaar is dat Paula Oudshoorn.

20

2013-2014

Wilt u er zoveel mogelijk voor zorgen bezoeken aan huisarts en tandarts e.d. buiten schooltijd te laten plaatsvinden. Wanneer u toch onder schooltijd een afspraak heeft, dient u een verlofaanvraagformulier in te vullen.

6.OVERIGE INFORMATIE Eén van de uitgangspunten van onze school is, dat kinderen met plezier naar school gaan. Voor een goede sfeer zijn er schoolregels nodig en maken we afspraken met de kinderen en hun ouders.

6.2 Ziekte van een leerling. Het kan voorkomen, dat uw kind door ziekte of andere omstandigheden niet naar school kan komen. Het is belangrijk voor ons om dat te weten. Daarom verzoeken wij u ons dit te melden. U kunt ons van 8.15 - 8.45 uur en ’s middags vóór 13.00 uur bellen. Wilt u zo vriendelijk zijn deze tijden aan te houden in verband met de rust tijdens de lessen?

6.1 Aanvang van de lessen. De school begint ’s morgens om 8.45 uur en de lessen duren tot 12.00 uur. ’s Middags begint de les om 13.00 uur en gaan we uit om 15.15 uur. Op woensdag beginnen de groepen 1 t/m 8 om 8.45 uur en gaan zij door tot 12.30 uur. Op vrijdagmiddag zijn de groepen 1 t/m 4 vrij.

6.3 Ziekte van een leerkracht. Als één van de leerkrachten ziek blijkt te zijn, nemen wij onmiddellijk contact op met het managementteam van onze vereniging. Deze beschikt over een vervangingspool die bestaat uit een aantal leerkrachten, dat zich beschikbaar heeft gesteld om op scholen binnen de vereniging in te vallen. Mocht het voorkomen dat er niemand beschikbaar is, dan wordt geprobeerd één van de part-time werkende collega’s te laten invallen. Blijkt er niemand van de collega’s beschikbaar te zijn, dan proberen we de groep te verdelen over de andere groepen. De leerlingen krijgen dan een taak mee waarmee zij zelfstandig aan het werk kunnen.

Voor de groepen 1 t/m 3 geldt een zogenaamde inlooptijd. Tien minuten voordat de les begint, gaat de schooldeur open en heeft u de gelegenheid uw kind naar de klas te brengen of kan uw kind zelf naar binnen gaan. De kinderen van groep 4 t/m 8 gaan zelf naar het lokaal. Voor de rust is het niet gewenst dat u als ouder mee de groep in gaat van uw zoon/dochter in. U neemt voor de deur afscheid. Vanaf 10 minuten voor schooltijd tot 10 minuten na schooltijd is de school verantwoordelijk voor wat er in het schoolgebouw gebeurt. Op het plein en op het veld vlakbij de school ligt de verantwoordelijkheid bij de ouders. Onder schooltijd is de school aansprakelijk, in het gebouw, maar ook bij het buitenspelen op het plein en het veld. Om tien over half negen en om vijf vóór een gaat er een bel, om aan te geven, dat de kinderen binnen worden verwacht. Deze bel betekent voor de ouders, dat het tijd is om de school te verlaten, zodat de lessen exact om 8.45 uur en om 13.00 uur kunnen beginnen.

SCHOOLGIDS

6.5 Leerplicht. Ouders moeten er op grond van de leerplicht voor zorgen, dat hun leerplichtige kinderen naar school gaan. Als uw kind vier jaar is, mág het naar de basisschool. Het is dan nog niet verplicht om naar school te gaan. Dat komt pas een jaar later. Wanneer een leerling vijf jaar wordt is hij leerplichtig, dwz. dat hij vanaf die tijd verplicht is onderwijs te volgen. 21

2013-2014

6.6 Verlof.

of turnen. Hiervoor wordt af en toe vrij gevraagd van school voor evenementen. In principe is verlof voor dit soort wedstrijden niet toegestaan. In overleg met directie en sportbond kan hier in een enkel geval een uitzondering worden gemaakt, dit ter beoordeling van de directie.

In sommige gevallen heeft uw kind recht op verlof. Hiervan is echter alleen sprake in bijzondere gevallen. Verlof wordt alleen toegestaan in de volgende situaties: Vijfjarigen mogen per week maximaal vijf lesuren per week verzuimen. Dit uiteraard in overleg met de leerkracht van uw kind en de directie van de school. Daarnaast kan de directie aan vijfjarigen, op verzoek van ouders, nog vijf extra uren verlof per week verlenen. Wanneer vanwege de specifieke aard van het beroep van één van de ouders (landbouw, tuinbouw enz.) tijdens de zomervakantie geen aaneengesloten periode van twee weken vakantie opgenomen kan worden. Het is echter nooit toegestaan daarvan gebruik te maken gedurende de eerste twee weken van een nieuw schooljaar. In bijzondere gevallen, bv. een familiejubileum, huwelijk of bij het overlijden van een familielid. U dient hiertoe altijd twee maanden van te voren (behalve uiteraard wanneer het een overlijden betreft) een formulier in te vullen, dat bij de directie en bij de groepsleerkracht verkrijgbaar is. Na ontvangst zal de directie het verzoek wel of niet verlenen. Wij gaan er echter vanuit dat u zich aan de door school geplande vakantieregeling houdt. Deze is te vinden in deze schoolgids en op onze website. Ongeoorloofd verzuim wordt altijd gemeld aan de leerplichtambtenaar. Hiertegen kunt u ook in beroep gaan als u van mening bent, dat uw kind ten onrechte geen verlof is gegeven. Voor data van vakanties en vrije dagen verwijzen wij naar onze jaarkalender. Sommige kinderen hebben een bijzonder talent, zij kunnen goed voetballen, dansen SCHOOLGIDS

6.7 Hapje en drankje tussendoor. Rond de ochtendpauze kunnen de kinderen hun meegebrachte fruit of koek opeten en hun beker leegdrinken. Op woensdagmorgen is het in alle groepen fruitmorgen. De kinderen nemen in plaats van een koekje een geschild stukje fruit mee. Zo zijn we weer lekker gezond bezig. 6.8 Verjaardagen. Verjaardagen worden natuurlijk ook in de klas gevierd. In de lagere groepen maken de leerkrachten een mooie feestmuts, een strik of een medaillon. Rond de klok van 10.00 uur wordt er gezongen en deelt de jarige een traktatie uit. De ouders van groep 1-2 mogen daar even bij blijven om wat foto’s te maken en het feestje mee te vieren. Daarna mogen de jarigen met een paar kinderen de andere klassen rond gaan. Vanaf groep 3 wordt de jarige ook rond die tijd toegezongen, daar zijn echter geen ouders bij. Aansluitend mogen de kinderen de klassen rondgaan. 6.9 Speelkwartier De kinderen van groep 3 t/m 8 gaan halverwege de ochtend naar buiten om te spelen. Het speelkwartier is vanaf 10.15 – 10.30 uur. De groepen 3 t/m 6 spelen op het Kramerplantsoen, de groepen 7 en 8 mogen ook op het veldje naast het schoolplein en op het pleintje, dat bij de tafeltennisvereniging hoort. Er lopen twee leerkrachten buiten tijdens het speelkwartier. Bij regen besluiten de

22

2013-2014

pleinwachten of er binnen pauze wordt gehouden. Voor de groepen 1-2 is een buitenspeelrooster opgesteld. De kleuters spelen op het Van der Lindenplein en hoeven daarom geen rekening te houden met speelkwartiertijden van de overige klassen.

Inschrijving gaat via de website van Happy Kids : www.happykids.nl Daar vindt u alle informatie die u nodig heeft. 6.12 Bewegingsonderwijs Zoals u al hebt kunnen lezen hebben de kinderen uit de groepen 1 en 2 twee keer in de week gymnastiek. We hebben daarvoor de beschikking over een kleutergymzaal in het gebouw vlak naast onze school.De kinderen krijgen op school allemaal een eigen gymzak, voorzien van hun naam.U dient zelf voor gymkleding te zorgen, het is handig als u daar de naam van uw kind in zet! Een gymbroekje en een T-shirt, gymschoentjes met klittenband of elastiek, liefst geen veters en met een stroeve zool. De groepen 3 t/m 8 krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs. Daarvoor gebruiken wij de gymzaal Pax 1. Eén gymles per week wordt door een vakleerkracht gegeven en de andere door de groepsleerkracht. Het is niet toegestaan op turnschoentjes de gymles te volgen.

6.10 Voor- tussen- en naschoolse opvang. Vanaf 1 augustus 2007 zijn basisscholen verplicht om de aansluiting tussen school en buitenschoolse opvang (voor, tussen en na schooltijd) te regelen. Vanwege de aansluitende visie en werkwijze hebben wij ervoor gekozen samen te gaan werken met de Kinderopvangorganisatie Happy Kids. Happy Kids is gevestigd in onze school, maar ook op het Arnolduspark en in het Speelkasteel in Hoofddorp. Uw kind kan vanaf 7.30 uur terecht bij ons op school en u haalt het uiterlijk om 18.30 weer op. Ook kunt u gebruik maken van ontbijtservice. Indien u gebruik wilt maken van buitenschoolse opvang, kunt contact opnemen met www.happykids.nl Via deze website meldt u uw kind aan en leest u ook wat het aanbod van Happy Kids is.

6.13 Huiswerk. Vanaf groep 4 krijgen de kinderen incidenteel huiswerk. Er wordt af en toe wat taal of rekenen mee naar huis gegeven om te maken of te oefenen. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen huiswerk voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs. Vanaf groep 6 kan het huiswerk ook bestaan uit het leren voor een toets voor aardrijkskunde, geschiedenis of natuuronderwijs. In de onderbouw-, middenbouwgroepen kan het gebeuren dat kinderen wordt gevraagd iets uit te zoeken, mee te nemen of af te maken. Wanneer dat door omstandigheden noodzakelijk is, kan ook in andere groepen dan 7 en 8 huiswerk worden meegegeven (bijv. na een periode waarin uw kind ziek was of wanneer een dag/weektaak niet af is).

6.11 Overblijven in de praktijk Happy Kids regelt ook de tussenschoolse opvang bij ons op school. Dit heeft een professioneel karakter. Kinderen worden opgevangen door geschoolde leidsters ondersteund door vrijwilligers, meestal ouders van onze school. Iedere dag zijn er voldoende vrijwilligers aanwezig die ieder een eigen groepje van 15 tot 20 kinderen hebben en die door een coördinator van Happy Kids worden aangestuurd.

SCHOOLGIDS

23

2013-2014

6.14 Maandsluitingen. De groepen 1 t/m 8 verzorgen één keer per jaar voor de andere groepen een maandsluiting.

6.17 Schoolreisje en Schoolkamp. Ieder jaar gaan onze kinderen op schoolreis. Deze wordt betaald uit de pot ouderbijdragen. Er is daarvoor op school een schoolreiscommissie in het leven geroepen, die bestaat uit leerkrachten en ouders. Zij organiseren voor groep 1 t/m 7 het jaarlijkse schoolreisje. Wanneer een leerkracht de indruk heeft dat een heel jonge leerling beter nog niet mee kan gaan, wordt daarover contact opgenomen met de ouders. De kinderen van groep 8 gaan niet mee op schoolreis omdat zij drie dagen op schoolkamp gaan. Zij verblijven dan geheel verzorgd in een groepsverblijf in Lunteren. Het programma biedt onderdelen als excursies, sporten, griezelen in het nachtelijke bos en feesten tijdens de traditionele bonte avond. Voor deze driedaagse wordt door de ouderraad een afzonderlijke financiële bijdrage gevraagd.

Dit gebeurt aan de hand van het thema dat tijdens de eraan voorafgaande weken in de groep centraal stond tijdens de godsdienstlessen. Het is traditie, dat de ouders van de kinderen, die de weeksluiting georganiseerd hebben, worden uitgenodigd om te komen kijken. Vanwege de rust willen wij u vragen kleine broertjes en zusjes niet mee te nemen naar de voorstelling. 6.15 Sporttoernooien. Onze school neemt deel aan verschillende sporttoernooien. Voor de schooljeugd worden door allerlei verenigingen verschillende sportactiviteiten georganiseerd. Elk jaar maken we een keuze uit een aantal sporten, waar we als school aan mee willen doen. Deelname is afhankelijk van de assistentie van ouders.

6.18 Hoofddeksels. In de klassen is het niet toegestaan petten, mutsen, hoofddoeken, sjaals enz. te dragen.

6.19 Snoepen en kauwgom kauwen. Onder schooltijd is het niet toegestaan om kauwgom te kauwen of snoepjes te eten. 6.20 Gevonden voorwerpen.

6.16 Sportdag.

In de grote hal van onze school staat een mand opgesteld met gevonden voorwerpen. Een paar keer per jaar stallen we alles uit en laten de kinderen kijken of er iets van hen bij is. Het blijkt jammer genoeg zo te zijn dat kinderen zelf snel vergeten, wat zij ooit op school hebben laten liggen. Kijkt u dus gerust zelf ook eens!

Ieder jaar organiseren we voor groep 1 t/m 8 een sport- en speldag. Onder begeleiding van ouders nemen de midden- en bovenbouwkinderen deel aan onderlinge sportwedstrijden en doen ook de jongste kinderen allerlei spelletjes op hun niveau. Na afloop krijgen de kinderen zelfs een ‘sportdiploma’.

SCHOOLGIDS

24

2013-2014

Vergeet u niet de naam of initialen van uw kind in jas, gymspullen en op drinkbekers en broodtrommeltjes te schrijven. Zo komt alles sneller bij de eigenaar terug.

7.SAMENWERKING MET ANDERE ORGANISATIES

6.21 Hoofdluis, een vervelend probleem.

7.1 De Jeugdgezondheidszorg van GGD Amstelland – de Meerlanden.

Vrijwel iedere school wordt wel eens geconfronteerd met hoofdluis. Om verspreiding te voorkomen is het erg belangrijk dat zo vroeg mogelijk controlerende maatregelen worden getroffen. Elk kind is verplicht zijn jas in een luizenzak te doen om verspreiding te voorkomen, deze zakken zijn bij de directie verkrijgbaar. Nieuwe leerlingen kunnen zo’n zak kopen voor 5 euro op de eerste schooldag. Ook is bij ons op school een hoofdluisprotocol opgesteld waarin informatie staat over hoofdluis. Daarin wordt bovendien aangegeven welke manier van handelen we gebruiken wanneer wij met dit probleem worden geconfronteerd. Zo is er o.a. bepaald dat een leerling bij wie hoofdluis wordt geconstateerd, direct naar huis wordt gestuurd om met een behandeling te kunnen starten. Zorgt u dus voor opvang wanneer u zelf niet thuis bent! Iedere maandag vóór en na een vakantie vinden op school controles plaats.

De JGZ van de GGD houdt zich bezig met een gezonde ontwikkeling en opvoeding voor alle kinderen en jongeren van 4 tot 19 jaar. Consultatiebureaus bieden zorg voor de 0 tot 4 jarigen. Daarna verlopen de contacten via school: de schoolverpleegkundige en de schoolarts. De GGD voert bij elk kind een Preventief Gezondheids Onderzoek (PGO) uit om zo tijdig mogelijk lichamelijke en psychosociale problemen bij kinderen op te sporen. Voor scholen geldt dit programma: Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO) kinderen groep 2: De assistent onderzoekt bij alle kinderen van groep 2 het gehoor, het gezichtsvermogen, de lengte en het gewicht. Dit gebeurt op school. Bij het signaleren van afwijkingen (ook door consultatiebureau en/of leerkracht en/of ouders) volgt een nader onderzoek. PGO kinderen groep 7: Het PGO vindt plaats op school in het bijzijn van ouders. De verpleegkundige JGZ voert dit PGO uit aan de hand van de door de ouders ingevulde vragenlijst. Onderwerpen die hier onder andere aan de orde komen zijn lichamelijke groei en ontwikkeling, slapen, voeding, gedrag, opvoeding en sociale contacten. Vaccinatie 9-jarigen: Alle 9-jarige kinderen krijgen in het kader van het Rijksvaccinatie-

SCHOOLGIDS

25

2013-2014

programma een uitnodiging voor twee inentingen: de BMR (Bof, Mazelen en Rode hond) en de DTP (Difterie, Tetanus, Polio). Deze inentingen vinden overigens niet op school plaats.

van nieuwe werkwijzen. Ook verzorgt men nascholing van leerkrachten. Een andere taak is het geven van adviezen over individuele kinderen. Als een school vastloopt in het werken met een leerling met leer- en/of gedragsproblemen kan aan de schoolbegeleidings-dienst gevraagd worden een onderzoek te doen.Eén van de psychologen of pedagogen van de dienst onderzoekt het kind dan. Men bekijkt wat de oorzaken zijn van de problemen en men adviseert over de aanpak van de moeilijkheden. Als er van alles geprobeerd is en de basisschool kan de gevraagde zorg niet voldoende bieden, adviseert men uiteindelijk ook wel tot een overstap naar een school voor speciaal onderwijs. Wanneer het om gedragsproblemen gaat kan de school ook de hulp inroepen van het Bureau Toegepaste Sociale Wetenschappen, BTSW. Deze organisatie is gespecialiseerd in het vaststellen van gedragsstoornissen en kan ook hulpverlening op dit terrein bieden.

Onderzoek op indicatie: Op basis van onderzoeken van de kinderen uit de groepen 2 en 7 kan een extra sociaal medisch onderzoek nodig zijn. Tevens kan een specifiek sociaal medisch onderzoek plaatsvinden op basis van een verzoek door de ouders of de leerkracht. De aanleiding hiervoor kan bijvoorbeeld een leer- of gedragsprobleem zijn. Een huisbezoek is ook mogelijk. JGZ kan advies geven en zonodig doorverwijzen naar aanvullende hulpverlening. Zorgoverleg en consultatie: De verpleegkundige JGZ overlegt gemiddeld vier keer per jaar met de interne begeleider van de school. Tijdens dit overleg worden de zorgen over kinderen besproken. De verpleegkundige JGZ kan de intern begeleider bijvoorbeeld helpen bij het verhelderen van de zorgen, kan adviseren en op indicatie ouders uitnodigen voor een verhelderend gesprek.

7.3 De logopedische dienst. Vanuit de gemeente en de educatieve dienstverlening OnderwijsAdvies is er een logopedist aan de school verbonden. Eén van de taken van de logopedist is het vroegtijdig opsporen van problemen zoals achterstand in de spraak- taalontwikkeling, uitspraakfouten, stotteren, slordige of overhaaste manier van spreken, heesheid, mondademen, neusspraak, slissen, niet met aandacht kunnen luisteren, enz.

Voorlichting en preventie activiteiten. Het is voor de school mogelijk deskundigheid van de GGD / JGZ in te roepen om gezondheidsproblemen te voorkomen. Schoolkrantartikelen, leskisten, voorlichting binnen de school aan leerlingen, leerkrachten, ouders behoren daarbij tot de mogelijkheden.

Het is gebruikelijk dat aan het begin van het schooljaar alle kleuters van groep 2 logopedisch gescreend worden. U krijgt hierover vooraf schriftelijke informatie, met daarbij een vragenlijst en de mogelijkheid voor het verlenen van toestemming. De screening kan gevolgd worden door controle en/ of onderzoek. In sommige gevallen is behandeling noodzakelijk. Na de screening en/ of

7.2 Schoolbegeleidingsdienst : ‘OnderwijsAdvies’. De dienst adviseert scholen over de aanschaf van materialen en het invoeren

SCHOOLGIDS

26

2013-2014

onderzoek krijgen ouders bericht over de bevindingen. De resultaten worden uiteraard ook besproken met de leerkracht en intern begeleider en er wordt schriftelijk verslag gedaan.

onderwijshulpverlener van Bureau Jeugdzorg en de sociaal verpleegkundige van de GGD. Het doel van dit overleg is vroegtijdige signalering en aanpak van problemen bij leerlingen. Alle leerlingen waar zorgen over zijn kunnen ter consultatie in dit overleg worden ingebracht. Indien er vervolgstappen nodig zijn dan wordt u daar als ouder(s) vanzelfsprekend van op de hoogte gebracht. Ook leerlingen die net een schoolwisseling achter de rug hebben worden in het zorgoverleg besproken. Mocht u hier bezwaar tegen hebben dan kunt u dit kenbaar maken bij de directie.

Als blijkt dat logopedische begeleiding voor uw kind nodig is, kan dit in sommige gevallen op school gebeuren. Dit is afhankelijk van de beschikbare tijd op een school. Als er niet voldoende tijd beschikbaar is, kan een kind verwezen worden naar een collega in de vrije vestiging, uiteraard in overleg met de ouders. De logopedist begeleidt het traject van de verwijzing naar de collega in de vrije vestiging. Als u vragen heeft, kunt u via school contact opnemen met de logopedist.

7.6 Inspectie van het onderwijs. Scholen staan onder rijkstoezicht: iedere school valt onder de verantwoordelijkheid van een inspectiebureau, dat met de school in overleg treedt over de uitvoering van wettelijke regelingen, over de wijze waarop de kwaliteit van de school wordt gewaarborgd, enz.

7.4 De begeleiding en inzet van stagiaires van Pabo’s en MBO-opleidingen. De school biedt elk jaar aan studenten van de opleiding tot leraar basisonderwijs en studenten van de opleiding tot onderwijsassistent de mogelijkheid het vak te leren in zogenoemde stageperiodes. Het hangt geheel van de student af hoe de stage wordt ingevuld. De stageopdrachten worden in goed overleg met de groepsleerkracht van onze school uitgevoerd. Aan het eind van zijn studie wordt de pabostudent leraar in opleiding. Deze student is gedurende meerdere dagdelen per week als zelfstandig werkzaam als leerkracht: de eindstage. De groepsleerkracht of één van de collega’s treedt daarbij op als coach. De coördinatie van alle stages op school is in handen van de directie.

Dagelijks bereiken de inspectiekantoren vele telefoontjes van ouders, leerlingen en andere onderwijsconsumenten met vragen over het onderwijs in het algemeen of de inspectie in het bijzonder. Het beleid van de rijksoverheid is erop gericht alle vragen bij één loket binnen te laten komen: Inspectie van het onderwijs www.50tien.nl 0800 – 5010 Op de website staan al honderden antwoorden op evenzoveel vragen. 7.7 De Arbodienst. De school weet zich verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van leerlingen en medewerkers. Er is zorg voor de veiligheid, de gezondheid en het welbevinden van allen die aan de school verbonden zijn. Een aantal leerkrachten is bedrijfshulpverlener (BHVer) en volgt

7.5 Weer Samen Naar School Meerdere malen per jaar vindt er op alle scholen in de Haarlemmermeer, dus ook op onze school, overleg plaats tussen de intern begeleiders, de SCHOOLGIDS

27

2013-2014

bovendien jaarlijks een herhalingscursus jeugd-EHBO. Jaarlijks worden twee ontruimingsoefeningen georganiseerd, de eerste wordt vooraf aangekondigd, de tweede vindt op een onverwachts moment plaats. Een BHV-werkgroep van de school zorgt voor de uitvoering van een aantal taken.

vertrouwenspersoon voor verdere ondersteuning. Nuttige adressen De contactpersoon is als leerkracht werkzaam op de school. Op onze school zijn dat Paula Oudshoorn en Piet Veenendaal De externe vertrouwenspersoon is een objectieve deskundige van buiten de school. De externe vertrouwenspersoon begeleidt u bij het vinden van een oplossing van de door u gesignaleerde klacht. Klachten over ongewenst gedrag, die u onvoldoende vindt opgelost, kunt u voorleggen aan de klachtencommissie. De externe vertrouwenspersoon begeleidt u in het klachttraject.

7.8 Klachten Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. Als ouder kunt u vragen hebben of ontevreden zijn over de manier waarop school zaken aanpakt (denk aan: de communicatie vanuit de school, de manier waarop uw kind begeleid wordt, schoonmaakwerkzaamheden enz.). Wij gaan er vanuit dat we de meeste klachten in goed onderling overleg kunnen oplossen. Bij ontevredenheid vragen wij u deze te uiten naar: de leerkracht als het gaat om zaken die spelen in de klas, de schoolleiding als het gaat om klas- overstijgende onderwerpen.

Tilly Lansbergen, werkzaam bij Onderwijs Advies [email protected] / 06 53671268 Schoolbestuur Quercus (dhr. E. Niezing) Tel. 023-5542350

Als u er met de leerkracht en de schoolleiding niet uitkomt, oftewel als naar uw mening de klacht niet naar behoren is opgelost, dan kunt u deze tenslotte voorleggen aan het schoolbestuur of voor een objectief onderzoek aan onze Klachtencommissie. In de afweging welk vervolg het meest wenselijk is, kunt u zich laten bijstaan door de contactpersoon e/o de extern vertrouwenspersoon.

Klachtencommissie Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Tel : 070 3861697 E-mail: [email protected] De volledige klachtenregeling, waarin de procedure klachtenbehandeling beschreven staat, ligt ter inzage bij de schoolleiding.

Met name bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school, zoals: pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie en geweld, kunnen ouders en kinderen een beroep doen op de ondersteuning door de contactpersoon. De contactpersoon is er voor u. Hij/zij luistert naar u, geeft u informatie over mogelijke vervolgstappen en brengt u indien wenselijk in contact met de externe SCHOOLGIDS

Vertrouwensinspecteur Voor een onafhankelijk advies in geval van een klacht, kunt u ook contact opnemen met de vertrouwensinspecteur: Centraal meldpunt telefoonnummer 09001113111 (lokaal tarief) weekdagen van 8.00 uur tot 17.00 uur.

28

2013-2014

Meldplicht seksueel geweld Schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersonen zullen een klacht van ouders/leerlingen zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders en leerlingen over de schoolsituatie, waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de officier van justitie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is.

dagdelen, die u samen met de leerkracht vaststelt. Wij adviseren u om deze wenmomenten zo mogelijk op de ochtenden te laten plaatsvinden in de vier weken voordat uw kind vier jaar wordt.

8.KENNISMAKING, TOELATING EN VERWIJDERING

Overgang tussen basisscholen. Een tussentijdse wisseling van uw kind naar een andere school is mogelijk bij een verhuizing of wanneer er onvrede bestaat over de huidige school. Omwille van zorgvuldigheid hebben de scholen in de Haarlemmermeer voor het laatste punt de volgende afspraken gemaakt. U neemt voor u tot actie overgaat altijd eerst contact op met de directeur van de school waar uw kind nu zit. - Als u belt voor informatie in verband met een wens tot overplaatsing, wordt naar u geluisterd. - De huidige school wordt vervolgens op de hoogte gebracht van uw verzoek en de reden van vertrek. - Tussentijdse wisseling van school vindt slechts plaats wanneer er sprake is van verstoorde verhoudingen dan wel dat het onderwijsaanbod voor de betreffende leerling niet toereikend genoeg is. - Tussentijdse wisseling van school is niet mogelijk wanneer een aanmelding richting de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) is gedaan. - De beslissing tot plaatsing ligt bij de directie, na overeenstemming

8.1 Kennismaking en inschrijving Wanneer u belangstelling heeft voor onze school, kunt u een afspraak maken voor een rondleiding en een gesprek met de directeur. Dit is een vrijblijvend gesprek. De directeur zal van alles vertellen over de school en u kunt al uw vragen stellen. Zo bepaalt u of de Albert Schweitzerschool misschien weg de juiste school is voor uw kind. U kunt uw kind meenemen naar dit gesprek, er is altijd speelgoed beschikbaar voor de kleintjes. Wanneer u besluit uw kind definitief aan te melden, vult u een aanmeldingsformulier in. U krijgt een ontvangstbevestiging toegestuurd, waarin vermeld staat hoe de procedure verder zal verlopen. Ongeveer vier weken voordat uw kind vier jaar wordt, krijgt u een kaartje van de betrokken groepsleerkracht die met u een afspraak maakt om nader kennis te maken. Tijdens dat gesprek krijgt u verdere informatie over het reilen en zeilen in de groep waar uw kind komt. Allerlei praktische zaken komen in het gesprek met de leerkracht aan de orde. Ook wordt dan afgesproken, wanneer uw kind alvast een gedeelte van de dag mag komen wennen. Het gaat hierbij om tien SCHOOLGIDS

29

2013-2014

-

-

-

met de directie van de school van herkomst. Het wisselen van school vindt niet plaats in de eerste en laatste acht weken van het schooljaar. In alle gevallen vindt uitwisseling van leerlingengegevens plaats (leerlingendossier, onderwijskundig rapport). De intern begeleiders van de scholen zijn contactpersonen. Scholen zijn altijd verplicht een onderwijskundig rapport van het kind voor de nieuwe school mee te geven.

Schweitzerschool. Uit de ‘Rugzak’ kunnen zaken worden bekostigd als extra inzet van bijvoorbeeld een onderwijsassistente of ambulante begeleiding, specifiek bestemd voor het kind met de handicap. De ouders hebben daarbij zeggenschap over de besteding van deze middelen. Hierbij is een procedure vastgesteld waarbij een Commissie van Indicatiestelling een belangrijke rol speelt. Na toestemming van deze CvI kan tot aanmelding op een school worden overgegaan. Het recht op keuzevrijheid betekent geen toelatingsrecht in het reguliere onderwijs. Er wordt van een basisschool die hiertoe de mogelijkheden wil bieden veel gevraagd.

8.2 Rugzakleerlingen. De ‘Rugzak’ is een andere naam voor de wet op de leerlinggebonden financiering. Deze wet geeft ouders van een kind met een handicap het recht om dié school voor hun kind te kiezen die zij het meest geschikt vinden. Het gaat daarbij om: slechthorende kinderen / dove kinderen kinderen met ernstige spraaktaalmoeilijkheden meervoudig gehandicapte kinderen langdurig zieke kinderen lichamelijk gehandicapte leerlingen verstandelijk gehandicapte leerlingen kinderen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen of een psychiatrische problematiek

Er moet met veel zaken rekening worden gehouden: vaardigheden van leerkrachten toegankelijkheid van het gebouw samenstelling van de groep aanwezigheid goede verlichting een ringleiding / goede akoestiek sanitaire voorzieningen kan het team dit in principe meerdere jaren volhouden enzovoort. Hoe komen de ouders aan nadere informatie? De ouders kunnen op school meer informatie vragen over de ‘Rugzakregeling’ in het algemeen, het adres van de Commissie van Indicatiestelling, het traject voor indicatiestelling, de geldende criteria voor indicering, de checklist met betrekking tot de toelating van het kind bij ons op school en de mogelijkheden tot het aantekenen van bezwaar. Mochten ouders overwegen hun kind met een ‘Rugzak’ bij ons op school aan te melden, is het verstandig al in een vroeg stadium contact

Ouders hebben dus keuzevrijheid van onderwijs. Die keuze kan vallen op een school voor speciaal basisonderwijs of een reguliere basisschool. Wanneer er dan extra voorzieningen nodig zijn, kunnen de ouders een leerlinggebonden budget aanvragen. Het kind neemt dit budget als het ware mee naar de Albert SCHOOLGIDS

30

2013-2014

op te nemen met de directie. Het regelen van een verantwoorde opvang kost namelijk de nodige tijd.

Wij kiezen op de Albert Schweitzerschool soms als eerste stap voor het uit de groep plaatsen van het kind. De ouders worden hier zo spoedig mogelijk mondeling van op de hoogte gesteld.

8.3 Toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen van VCO Quercus.

Schorsing:  De schoolleiding kan een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste een week schorsen.  Er kan pas tot schorsing worden overgegaan, nadat de ouders eerst mededeling is gedaan.  Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de ouders meegedeeld.  Het schoolbestuur/ de bovenschoolse directie wordt hiervan direct op de hoogte gesteld, welke op haar beurt de leerplichtambtenaar en de inspectie hiervan op de hoogte stelt.

Toelating Ouders hebben de mogelijkheid voor hun kinderen een keuze te maken uit verschillende scholen en die keuze maken zij welbewust. Daarbij kunnen zich situaties voordoen, waarbij de school de keuze van de ouders niet honoreert en de aangemelde leerling niet toelaat of kan toelaten. Er wordt geen onderscheid gemaakt op grond van levensbeschouwing, cultuur of handicap. Ouders dienen wel de uitgangspunten en de visie van de school te onderschrijven. De mogelijkheden van de school zijn bepalend voor de toelating van kinderen. Hierbij wordt gekeken naar: - de capaciteiten van het team in relatie tot de gewenste zorg voor het kind - de groepsgrootte - de groepssamenstelling( in principe niet meer dan 30 leerlingen) - de beschikbare huisvesting - de beschikbare personeelsformatie. Ook moet als voorwaarde worden gesteld dat het kind zindelijk is.

Verwijdering:  Het schoolbestuur kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling, nadat de betrokken leerkracht, de schoolleiding en de ouders zijn gehoord.  Het besluit wordt onmiddellijk gemeld aan de leerplichtambtenaar en de inspectie.  Binnen zes weken na dagtekening van bericht tot verwijdering, kan door de ouders aan het schoolbestuur schriftelijk om herziening van het besluit worden verzocht.  Het schoolbestuur neemt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken, een besluit op het verzoek. Doch niet eerder dan nadat ouders in de gelegenheid zijn gesteld te worden gehoord.  De schoolleiding kan de betreffende leerling, gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van een besluit tot definitieve verwijdering, de toegang tot de school ontzeggen.

Schorsing en verwijdering. Hoewel het in ons bestaan als Albert Schweitzerschool vrijwel niet is voorgekomen, is er toch een aantal regels opgesteld indien tot schorsing of verwijdering van een leerling moet worden overgegaan. Wanneer er sprake is van gevaar voor het kind zelf of de andere kinderen in de groep kan worden overgegaan tot schorsing. Ook als een kind dusdanig onrustig is in de groep dat hij zelf en de anderen geremd worden in hun ontwikkeling, kan er geschorst worden.

SCHOOLGIDS

31

2013-2014

9.ADRESSEN EN OVERIGE GEGEVENS

OVERZICHT VAN MEDEWERKERS ALBERT SCHWEITZERSCHOOL De directie Directeur

Titia Korenhoff-Velzing

De leerkrachten Paula Oudshoorn Viola van Beek Martine Dorreboom Piet Veenendaal Yvon Beekman Chantal Koster Eddie Kramer Gemma Matthiesen Sandra Keukens Karine van Dorp Joyce Portegies Taken en functies. Vakleerkracht bewegingsonderwijs Interne coördinator Zorg Interne coördinator ICT Interne coördinator Communicatie Faalangsttrainer Cultuurcoördinatoren Rekencoördinator Leescoördinator Taalcoördinator Contactpersoon Aandachtsfunctionaris Onderwijsassistente Administratie

: Melda Splinter : Eddie Kramer : Viola van Beek : Gemma Matthiesen : Karine van Dorp : Martine Dorreboom, Chantal Koster : Eddie Kramer : Martine Dorreboom : Karine Zoll : Paula Oudshoorn en Piet Veenendaal : Paula Oudshoorn : Ida Wassink : Marianne Mieremet

College van bestuur Het college van bestuur treedt op als het bevoegd gezag van de scholen die van de vereniging uitgaan. Het college van bestuur bestaat uit twee leden elk met hun eigen taken/verantwoordelijkheden. Taakverdeling college van bestuur Dhr. C.E. Niezing (voorzitter college van bestuur): Personeel, onderwijs, ICT en identiteit Dhr. P. van der Veen (lid college van bestuur): Financiën, onderhoud, beheer, ICT en identiteit. Administratie: 023 – 5542358. E-mail: [email protected]. Het postadres van het bestuur van de VCO Quercus is Postbus 346, 2130 AH Hoofddorp. Het bezoekadres is: Burgemeester Pabstlaan 10, 2131 XE Hoofddorp

SCHOOLGIDS

32

2013-2014

MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

EVENEMENTENCOMMISSIE

Voorzitter (uit de oudergeleding): Frans Smiesing Secretaris (uit de oudergeleding) Manon Pieckaerts Overige leden oudergeleding: Pearl Hartgers Overige leden personeelsgeleding: Viola van Beek Gemma Matthiesen Sandra Keukens

Voorzitter Melanie van den Beld Penningmeester Gillian Breukers Secretaris Manon van Nieuwkerk Leden Ans Bottram Marika Eveleens Marijt Uithol Berengere Plantin Jaqueline de Vries Colinda Vos

INSTANTIES WAARMEE DE SCHOOL SAMENWERKT : Kinderopvang Happy Kids

Voor-, tussen- en naschoolse opvang HappyKids Kinderopvang Postbus 787 2130 AT Hoofddorp tel: 023-7071370 fax: 023-7071371 email: [email protected]

Schoolbegeleidingsdienst

OnderwijsAdvies, educatieve dienstverlening. Spieringweg 801 2142 ED Cruquius. 023 – 51 00 000

Logopedische dienst

Via de schoolbegeleidingsdienst. Logopediste: Karin Adema.

Schoolartsendienst

GGD Kennemerland Vestiging Hoofddorp: Spaarnepoort 5 Postbus 98 2130 AB Hoofddorp Schoolarts: Linde Boelhouwer

SCHOOLGIDS

33

023-7891600

2013-2014

Bureau Jeugdzorg

Binnenweg 16, 2132 CT Hoofddorp 023-5698130 (spreekuur op werkdagen van 13.30-14.30 uur)

Contactpersonen

De heer Piet Veenendaal (leerkracht groep 7) Mevrouw Paula Oudshoorn (leerkracht groep 1-2)

Externe vertrouwenspersoon OnderwijsAdviesdienst Spieringweg 801, 2142 ED Cruquius Postbus 277, 2130 AG Hoofddorp Vertrouwensinspectie

Meldpunt 0900 1113111

Klachtencommissie

Landelijke klachtencommissie E-mail: [email protected] Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Tel: 070 - 3861697

Inspectie van het onderwijs

Alleen landelijk bereikbaar: www.50tien.nl

SCHOOLGIDS

34

023-5100000

0800-5010

2013-2014