e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

St@dium e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

Nummer 2, februari 2009

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.

Welkom......................................................................................................................................2 Is uw organisatie wel zo marktgericht als u denkt?....................................................................3 Agressieregulatietraining...........................................................................................................4 Besmettelijke ziekten en nieuwe ideeën....................................................................................6 Grensoverschrijdende woonservicewijk geopend......................................................................7 Resultaten formuleren...............................................................................................................8 Centra Jeugd en gezin: onderzoek onder burgers...................................................................10 De vele gezichten van sociale cohesie....................................................................................11 Ontwikkel je didactische vaardigheden....................................................................................12 Effectenarena handig instrument voor corporaties..................................................................14 Musea en kwaliteitszorg..........................................................................................................16 Sectorbeeld corporaties 2008..................................................................................................17 Stappenplan pilot Beleidsgestuurde Contractfinanciering........................................................18 HR moet boeien en binden......................................................................................................21 Leer uw eigen schuldpreventie-training maken.......................................................................22 Zorg moet inzetten op waardevermeerdering..........................................................................23 Project KING van start!............................................................................................................24 Financieel beleid......................................................................................................................25 Onderhandelen in subsidierelaties...........................................................................................26 Corporaties, herken uw belanghouders!..................................................................................28 Van resultaat naar dienst.........................................................................................................29 Voortbouwen aan woonservicezones......................................................................................31 Kindermishandeling.................................................................................................................33

Colofon St@dium is een uitgave van Stade Advies en verschijnt 11 keer per jaar. Redactie: de heer J. Floris en mevrouw A. van der Pol Redactie-adres : Stade Advies, Postbus 13124, 3507 LC Utrecht T: (030) 23 61 861, E: [email protected] www.stade- adv ies.nl © 2004 Stade Advies – Alle rechten voorbehouden

St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven

1/34

Welkom Met dit e-zine brengen we u op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en wetenswaardigheden in de maatschappelijke sector en van onze mogelijkheden om u hierin bij te staan. Niet alle artikelen en nieuwsflitsen zullen op u, uw organisatie of uw functie van toepassing zijn. Toch zijn wij er van overtuigd dat u zeker steeds een aantal wetenswaardigheden of trends aantreft die voor u interessant zijn. Kijkt u zelf! St@dium verschijnt aan het begin van iedere maand, behalve in augustus. Het volgende nummer kunt u op 2 maart 2009 verwachten. Natuurlijk stellen we het op prijs uw reactie te ontvangen. Heeft u ideeën, opmerkingen, suggesties of aanmerkingen? Mail deze naar de redactie. Dit kunt u doen via de knop 'Contact'. Het kan zijn dat u deze St@dium ontvangt zonder dat u zich hiervoor aangemeld heeft. Mocht u dit e-zine niet meer willen ontvangen, dan kunt u dit laten weten via de knop 'Aan- en afmelden'. Wilt u meer weten over onze diensten en producten, kijk dan ook op onze website www.stadeadvies.nl . Als u vragen heeft, dan kunt u vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen. Telefonisch zijn wij bereikbaar tijdens kantooruren op nummer (030) 23 61 861. U kunt ons ook een email sturen via de knop 'Contact', dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op. De redactie Anja van der Pol Sjaak Floris


2/34

Is uw organisatie wel zo marktgericht als u denkt? Marktgericht werken lijkt steeds meer een noodzaak te zijn, maar de praktijk is weerbarstiger. Over de mate van klantgerichtheid (slechts één aspect van marktgerichtheid) in de eigen organisatie hebben managers bijvoorbeeld vaak overtrokken ideeën. In het artikel van Katy Mason en Lloyd Harris (Cardiff Business School ) worden acht algemene redenen behandeld. Die verklaren waarom managers de marktgerichtheid van hun onderneming verkeerd inschatten: verkeerde maatstaven voor klantentevredenheid; gebrekkige klachtenafhandeling; arrogantie ten aanzien van nieuwe concurrentiedreigingen; afwijkingen in de praktijk van de uitgestippelde koers; vertekening veroorzaakt door de macrocultuur; ten onrechte veronderstelde culturele homogeniteit; strategische oogkleppen; en een door de last van het verleden veroorzaakte strategische verstarring. De observaties leiden tot een aantal conclusies en consequenties voor zowel de theorie als de praktijk. De bevindingen en suggesties zijn gebaseerd op 101 interviews met topmanagers. De verscheidenheid van de geconstateerde valkuilen geeft aan dat het niet voldoende is om zich op slechts één enkel aspect van marktgerichtheid te concentreren. Een volledig begrip van de marktgerichtheid kan alleen worden bereikt door te kijken naar allerlei functies in de organisatie en naar de factoren in de omgeving. Lees hier de volledige publicatie . Bron: www.hollandmanagementreview.nl


3/34

Agressieregulatietraining Voor jongerenwerkers, buurt(sport)werkers en groepsleiders die met jongeren werken Met agressie op zich is niets mis. Mits het geuit wordt op een niet schadelijke manier. Professionals die werken met jongeren hebben te maken met jeugd die er soms niet voor terugdeinst schadelijk agressief gedrag te gebruiken. Hoe ga je daar als jongerenwerker, buurt(sport)werker of groepsleider mee om? Eendaagse training Op 12 maart, 16 april en 19 mei 2009 organiseert Stade Advies samen met Sens Consultancy de eendaagse training ‘De agressie te lijf’. Hierin worden praktijksituaties besproken en begrippen behandeld als grenzen stellen, respect en weerbaarheid. Met fysieke oefeningen, afgeleid van vechtsporten, leert u die begrippen in praktijk te brengen. Zodat u meer inzicht krijgt in agressief gedrag en daar beter mee om kunt gaan. Deze psychofysieke, bewegingsgerichte aanpak sluit aan bij de interesse van jongeren en verbetert zowel hun lichamelijke als psychologische gezondheid. Na de training bent u zelf in staat met de fysieke oefeningen aan de slag te gaan met jongeren. De agressie te lijf Sens Consultancy heeft ‘Agressie te lijf’ speciaal ontwikkeld voor eenieder die wil leren omgaan met agressief gedrag. Er wordt aandacht besteed aan stoeivormen (judo) en trefvormen (karate etc.). Het gaat niet om het aanleren van deze sporten. De bewegingsvormen worden gebruikt om thema’s te behandelen die te maken hebben met sociaal-emotionele aspecten van gedrag en probleemgedrag. Opzet van de training De training begint met het bespreken van agressief gedrag en het leren omgaan daarmee. Vervolgens zullen de deelnemers met fysieke oefeningen ingaan op een bepaald thema. Dit thema zal bepaald worden door de deelnemers. Men kan o.a. kiezen uit thema’s als: confrontatie aangaan, grenzen stellen en doorzettingsvermogen. In het tweede deel van de dag zullen het thema en de fysieke oefeningen toegepast worden op casussen die deelnemers van te voren ook zelf kunnen inbrengen. De deelnemers hoeven geen ervaring te hebben met vechtsport. Datum:

Donderdag 12 maart of Donderdag 16 april of Dinsdag 19 mei 9.00 - 17.00 uur Utrecht, the Colosseum per groep minimaal 14 en maximaal 18 personen € 395,- per deelnemer

Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs: Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de training begint een bevestiging, materiaal ter voorbereiding, de routebeschrijving en apart een factuur voor de deelnamekosten. Overig trainingsmateriaal ontvangt u ter plekke. Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de training, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het trainingsgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze training inschrijven via het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is 3 weken voor aanvang van de betreffende training. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Meer informatie Wilt u meer informatie over de inhoud van deze training, dan kunt u contact opnemen met:


4/34

Janneke Ebben Telefoonnummer: (030) 23 61 852 / 06 23 06 39 71 E-mailadres: [email protected] Milan Somers Telefoonnummer: 06 415 089 00 E-mail: [email protected] Voor alle overige vragen kunt u contact opnemen met:

Mariëtte Jansen Telefoonnummer: (030) 23 61 841 E-mailadres: [email protected] In Company Stade Advies en Sens Consultancy kunnen de training ook in-company verzorgen.


5/34

Besmettelijke ziekten en nieuwe ideeën Een tentoonstelling over wat besmettelijke ziekten, immuunsystemen, de verspreiding van nieuwe ideeën en de netwerktheorie gemeen hebben. Daarmee houdt Trinity College Dublin zich bezig in een oproep aan wetenschappers en kunstenaars ten behoeve van de tentoonstelling Infectious. De Ieren vernieuwen hun inzichten in innovatieprocessen op multidisciplinaire wijze en doen dat in de zogeheten Science Gallery. Laatstgenoemd gebouw is een tentoonstellings- en debatruimte, annex kunst en medialab, espressobar, restaurant en talentspotting plek opgericht op de campus van Trinity College, hartje Dublin. Aan Infectious doen zowel epidemologen als mediaspecialisten, pyramidespelkenners en virale marketeers mee. In april zal Infectious drie maanden lang een bonte verzameling bieden van installaties, events en workshops waarbij zowel bètawetenschappers van Trinity College betrokken zijn als het Darklight Festival – een vooruitstrevend filmfestival van digitale artfilms. Elke infectie kent een verspreider/agent, een gastheer/host en een systeem. Met het aanslaan van innovaties schijnt het net zo te gaan als met ziekten. Ofwel: wie wat van de verspreiding van sociale innovaties wil leren, houdt de komende griepepidemie nauwlettend in de gaten. Bron: www.socialeinnovatie.com


6/34

Grensoverschrijdende woonservicewijk geopend Het Nederlandse dorp Dinxperlo en het Duitse dorp Süderwick grenzen aan elkaar. Midden door het dorp loopt de grens tussen Nederland en Duitsland. Hierdoor konden bewoners moeilijk van elkaars voorzieningen gebruik maken. Maar het Europaproject heeft het mogelijk gemaakt dat twee woonzorgcentra met elkaar verbonden zijn door een brug die Europa symboliseert: zorg en welzijn bieden alsof er geen grenzen zijn. Woonkamer op de brug Het Nederlandse woonzorgcentrum Careaz Dr. Jenny en het nieuwgebouwde Bültenhaus in Duitsland zijn in het project met een brug aan elkaar verbonden. De brug doorbreekt letterlijk en figuurlijk de grens tussen de twee landen. De zorg wordt grensoverschrijdend aangeboden. Op de brug is een restaurant en ontmoetingscentrum gevestigd. In beide gebouwen zijn faciliteiten voor wonen en zorg gevestigd. In het Bültenhaus is een woongroep voor mensen uit Duitsland en uit Nederland. De woonkamer van deze woongroep is op de brug gesitueerd. Ook voor buurtbewoners toegankelijk Het project presenteert zich als een woonservicewijk waarbij een nauwe samenwerking tussen vrijwillige en professionele zorgverlening, tussen extramurale en intramurale hulpverlening plaatsvindt en waarbij buurtbewoners gebruik kunnen maken van de voorzieningen. Buurtbewoners en bewoners kunnen gebruik maken van het grensoverschrijdende zorgloket, waar inwoners uit beide landen met vragen terecht kunnen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Projectbeschrijving in boek Innovatiekracht Het Europaproject heeft meegedaan aan de verkiezing van het meest innovatieve woonzorgproject, die het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg twee jaar geleden heeft georganiseerd. Een beschrijving van dit project staat - met 24 andere vernieuwende projecten in het boek Innovatiekracht in Wonen & Zorg, eind 2007 uitgebracht door het Kenniscentrum. Lees meer over het boek Innovatiekracht . Meer informatie De Stichting Europaproject is een samenwerkingsverband van Careaz, de Stichting Vrijwillige Intensieve Thuiszorg (VIT) te Ruurlo en het Ev. Johanneswerk e.V. Bron: www.europaproject.com


7/34

Resultaten formuleren Van visie naar resultaat Een subsidie aan een maatschappelijke organisatie is een sturingsinstrument en heeft tot doel bij te dragen aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Daartoe moeten de beleidsdoelstellingen vertaald worden in smart geformuleerde resultaten. Deze resultaten vormen de kern van de opdracht aan de maatschappelijke organisatie. Maar hoe moeilijk of makkelijk is het om een beleidsdoelstelling te vertalen in SMART geformuleerde resultaten? Indicatoren In de praktijk blijkt het lastig om goede resultaten te formuleren. Waardoor wordt een goed resultaat gekenmerkt? Welke informatie of gegevens heb ik nodig om tot een goed geformuleerd resultaat te kunnen komen? Wat is het verschil tussen een resultaat en een maatschappelijk effect? Hoe meet je of het resultaat gehaald is of met andere woorden, op welke indicatoren kun je sturen? Beleidsdoelstellingen komen niet zomaar uit de lucht vallen. Zij zijn afgeleid van de beoogde maatschappelijke effecten, de globale ambitie, zoals vastgesteld door de Raad. Ten grondslag aan deze globale ambitie ligt de visie op de samenleving. Eendaagse cursus In deze eendaagse cursus stoeien we met het onderscheid tussen maatschappelijke effecten en beleidsdoelstellingen. Kern van de cursusdag is echter het vertalen van beleidsdoelstellingen in SMART geformuleerde resultaten. Naast het materiaal dat aan de cursisten wordt aangeboden, willen wij u vragen eigen materiaal (geformuleerde beleidsvisies, beleidsdoelstellingen, beoogde maatschappelijke effecten, enzovoorts) mee te brengen, zodat u tijdens de cursus met uw eigen materiaal aan de slag kunt. Voor wie is deze cursus bedoeld? De eendaagse cursus Resultaten formuleren is bedoeld voor beleidsmedewerkers van de afdeling maatschappelijke ontwikkeling of welzijn van lokale overheden die te maken hebben met het samenstellen van opdrachtformuleringen, programma’s van eisen of notities van uitgangspunten voor maatschappelijke organisaties. Maar ook voor stafmedewerkers van maatschappelijke organisaties die subsidie ontvangen van lokale overheden, is deze cursus interessant. Juist het werken in een gemengde deelnemersgroep helpt om de verschillende posities van beide partijen te verhelderen. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:

Donderdag 19 maart 2009 09.30 uur – 16.30 uur Meeting Plaza, Utrecht minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 495,- per deelnemer

Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de cursus begint een bevestiging en de routebeschrijving. De factuur voor de deelnamekosten wordt later verzonden. De cursusmap ontvangt u bij aanvang van de cursus. Docenten en meer informatie Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, dan kunt u met een van de docenten contact opnemen: Marlieke van Woerkom Telefoonnummer: (030) 23 61 804 / 06 51 74 97 18 E-mailadres: [email protected]


8/34

Sandra Aerts Telefoonnummer: (030) 23 61 878 / 06 28 26 32 21 E-mailadres: [email protected] Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is 16 februari 2009. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Resultaten formuleren in uw lokale situatie De eendaagse cursus Resultaten formuleren kan Stade Advies ook in uw lokale situatie (in company) verzorgen. Wilt u hier meer over weten, neemt u dan contact op met Marlieke van Woerkom, telefoonnummer 06 51 74 97 18, [email protected] .


9/34

Centra Jeugd en gezin: onderzoek onder burgers Op 20 januari heeft de minister voor Jeugd en Gezin een brief gestuurd aan de Colleges van burgemeester en wethouders over de vorming van de Centra voor Jeugd en Gezin. De brief van minister Rouvoet heeft 3 onderwerpen. Ten eerste de voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer van de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin. Rouvoet spreekt zijn waardering uit voor de gedrevenheid die hij in het land tegenkomt. 'Het enthousiasme van velen van u is zeer bemoedigend.' Het tweede onderwerp is een verslag van het onderzoek onder burgers naar de kennis van en perceptie over de Centra voor Jeugd en Gezin. De resultaten van het onderzoek kunnen behulpzaam zijn bij het inrichten van een CJG; daarom ontvangt elke gemeente een verslag. Als derde staat er een toelichting in de brief over de inhoudelijke rapportage die gemeenten uiterlijk 1 juli moeten indienen voor de Brede Doeluitkering CJG. Hiervoor is een vragenlijst opgesteld, die vanaf 1 april digitaal kan worden ingevuld. De vragen zijn alvast ter informatie meegestuurd. Bron: www.invoeringcjg.nl


10/34

De vele gezichten van sociale cohesie Het begrip Sociale cohesie heeft vele gezichten en wordt vaak te pas en te onpas gebruikt. Zozeer zelfs, dat het begrip ongrijpbaar en onbruikbaar lijkt geworden. Maar als iets de Nederlander bezighoudt – zo blijkt steevast uit het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van het Sociaal Cultureel Planbureau – dan is het wel de wijze waarop Nederlanders met elkaar omgaan. Normen en waarden, solidariteit, respect voor elkaar, betrokkenheid bij de samenleving – het zijn de punten waar zij aan hechten en waar zij zich tegelijk zorgen over maken. Het Sociaal en Cultureel Rapport Betrekkelijke betrokkenheid is thematisch van opzet en is een verzameling korte studies rond het begrip sociale cohesie. Het begrip sociale cohesie wordt vanuit verschillende invalshoeken belicht. Zo wordt aandacht besteed aan de opinies van Nederlanders rond: • • • • • • • • • • • • • •

moraal en gemeenschapszin, de bindingskracht van het verenigingsleven en het maatschappelijk middenveld, de relatie tussen sociale cohesie en de sociale veiligheid van buurten, het karakter van hedendaagse burenrelaties, de informele zorg binnen familienetwerken, de burgerschapsvorming in het onderwijs, de gevolgen van segregatie in het onderwijs, de verschillende dimensies van sociale uitsluiting, enkele reïntegratiemogelijkheden voor werklozen, de relatie tussen integratie en interetnische contacten, de relatie tussen sociale cohesie en de etnische diversiteit van wijken, de bijdrage van de vrijetijd aan sociale cohesie, de mogelijkheden van internet en, de betekenis van religieuze groepen voor de sociale cohesie.

Download / Bestellen: www.scp.nl


11/34

Ontwikkel je didactische vaardigheden Ben je onzeker over het voor een groep staan? Wil je graag wat steviger in je schoenen staan? Wij krijgen vaak de vraag of Stade Advies hier aandacht aan kan besteden. Op basis van dit verzoek hebben wij een training ontwikkeld waarbij je op een veilige manier je didactische vaardigheden kunt trainen. We bootsen een aantal praktijksituaties na. De deelnemers oefenen elk een situatie. Door het zelf te doen en door naar anderen te kijken train je je didactische vaardigheden. Na deze training heb je met de opgedane ervaring en uitwisseling een aantal handvatten om op terug te grijpen als je zelf voor een groep staat. Na de training ontvang je een persoonlijk rapport met hierin specifiek jouw sterke punten en eventuele verbeterpunten. Twee varianten De training didactische vaardigheden bieden we in aan: voor mensen die voor een groep volwassenen gaan staan en voor mensen die voor een groep jongeren gaan staan. De praktijksituaties waarmee we oefenen zijn hierop toegespitst. Opzet van de training Bij het simuleren van de praktijksituaties maken we gebruik van acteurs. Het gaat bij deze cursus niet om de inhoud, maar om het staan voor een (lastige) groep jongeren of volwassenen. We werken met acteurs om deze (lastige) groep na te kunnen spelen. Het uitgangspunt is dat de beste manier om te leren toch altijd ‘zelf doen’ is. Deze training biedt die mogelijkheid. Tijdens de training filmen we de gespeelde situaties, zodat we hier bij de nabespreking waar nodig op terug kunnen grijpen. Elke situatie heeft dezelfde opbouw. Twee deelnemers staan voor de groep. Zij krijgen als trainer/docent een bepaalde opdracht/situatie mee. De rest van de groep en de acteurs krijgen ook een opdracht die bij de twee anderen niet bekend is. De gespeelde situatie wordt gefilmd, zodat we bij de nabespreking waar nodig kunnen terugblikken (bijvoorbeeld als het gaat om lichaamshouding, oogcontact maken). Na elke situatie volgt een nabespreking waarbij de deelnemers, de groep, de acteurs en de docenten van deze training terugblikken. Voor wie is deze cursus bedoeld? Deze cursus is specifiek ontwikkeld op verzoek van deelnemers aan de trainingen Jongeren en Geld en Leer je eigen schuldpreventietraining maken. Tijdens deze trainingen wordt kort aandacht besteed aan didactische vaardigheden. Sommige deelnemers wilden hier graag meer aandacht aan besteden, maar deze training is niet alleen voor hen bedoeld. Iedereen die graag zijn didactische vaardigheden wil trainen, kan zich inschrijven. Cursusdata:

Begin- en eindtijd: Locatie Aantal deelnemers: Prijs:

Dinsdag 24 maart 2009 of donderdag 23 april 2009 (in situaties met volwassenen) Donderdag 19 maart 2009 of dinsdag 21 april 2009 (in situaties met jongeren) 9.30 - 16.45 uur Stade Advies, Wittevrouwensingel 1, Utrecht per groep minimaal 11 en maximaal 14 personen € 449,- per deelnemer, inclusief lunch en materiaal

Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is 1 maand voor aanvang van de training. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Vanzelfsprekend kan altijd een vervanger een eventuele vrijgekomen plaats gebruiken. De factuur moet te allen tijde betaald worden.


12/34

Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u 3 weken voordat de cursus begint een bevestiging, de routebeschrijving en apart een factuur voor de deelnamekosten. Het persoonlijk rapport krijgt u na de training toegestuurd. Het is eventueel ook mogelijk om de video-opname naderhand toegestuurd te krijgen. Meer informatie Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, dan kunt u contact opnemen met de docenten, beiden adviseur bij Stade Advies: Susanne van der Lugt Telefoonnummer: (030) 23 61 871 E-mailadres: [email protected] Janneke Ebben Telefoonnummer: (030) 23 61 852 E-mailadres: [email protected] Voor alle overige vragen kunt u contact opnemen met ons cursussecretariaat: Mariëtte Jansen-Terra Telefoonnummer: (030) 23 61 841 E-mailadres: [email protected]


13/34

Effectenarena handig instrument voor corporaties Nog niet zolang geleden was het begrip ‘outcome’ in corporatieland onbekend. Maatschappelijk rendement was slechts een abstracte term, waar corporaties zich in de praktijk geen raad mee wisten. Die tijd is voorbij. Met het SEV-offensief ‘het maatschappelijke harder’, de verkenning ‘Weten van renderen’ en het ‘Praktijkboek Maatschappelijk rendement’ kunnen corporaties hun maatschappelijk rendement op verschillende wijzen tot uitdrukking brengen. De Effectenarena van de SEV is een handig instrument dat helpt om de relatie tussen investeringen, maatregelen en effecten in beeld te brengen. Stimulans De Effectenarena zet u in bij het uitwerken van interventies (projecten, investeringen) bij wijkontwikkeling. Het stimuleert u de gedachtegang van een interventie bloot te leggen: hoe gaat deze interventie bepaalde effecten voor de wijk en haar bewoners teweeg brengen? Dit inzicht in de werking helpt u in de communicatie over de interventie binnen én buiten uw organisatie. Ook biedt het de kans om de gedachtegang te toetsen: klopt onze redenering, zijn onze verwachtingen reëel? Al met het al zorgt de inzet van de Effectenarena voor een betere interventie, met meer rendement. De Effectenarena is bedoeld voor elke professional die werkt aan interventies in wijken, al dan niet bij een woningcorporatie. Met name in de ontwerpfase kan het behulpzaam zijn. Maar de Effectenarena is ook geschikt voor de ‘reconstructie’ of het aanscherpen van een lopende interventie. De Effectenarena kunt u alleen, vanachter het bureau toepassen. Maar beter is het om de Effectenarena samen met collega’s en belanghouders in te vullen. Het is een krachtig middel om met elkaar in gesprek te raken over een interventie. Wat is de achtergrond van de Effectenarena? De Effectenarena is vanuit twee bronnen ontstaan. Enerzijds is het een grafische variant op de Effectenkaart zoals die eerder door de SEV als rendementsinstrument is ontwikkeld. De Effectenkaart is het basisinstrument voor andere instrumenten, zoals het (‘slim’) meten met indicatoren en Social Return on Investment (SROI). Daarnaast is de Effectenarena ontstaan uit workshops rond Wijken van waarde: een manier van denken en werken waarin kansgedreven en met de bril van waardecreatie naar wijkontwikkeling wordt gekeken (meer informatie: www.wijkenvanwaarde.nl ). Verschil Effectenarena en Effectenkaart In het Praktijkboek Maatschappelijk rendement is de Effectenkaart gepresenteerd als basisinstrument voor andere rendementsmethoden. Aan de hand van drie hoofdvragen wordt een interventie uiteengelegd: wie ontvangt effecten van een investering, welke effecten zijn dat en hoe ontstaan ze? In een schematisch overzicht worden de antwoorden hierop uitgeschreven. Het voordeel hiervan is dat er een gedegen en uitgewerkt inzicht ontstaat in de interventie. Bovendien is de Effectenkaart makkelijk uit te breiden, door in een extra kolom bijvoorbeeld indicatoren te benoemen en de manier waarop die worden gemeten. De drie hoofdvragen van de Effectenkaart staan ook centraal in de Effectenarena. Alleen werkt de Effectenarena via een grafische verbeelding. Het voordeel hiervan is dat de volgordelijkheid van effecten beter zichtbaar is. Ook is er snel een eerste indruk te krijgen van het rendement (de verhouding ‘investering-incassering’) per partij. De Effectenarena is ook goed in te zetten tijdens workshops. Tot slot geeft de Effectenarena een uitgebreide voorzet van mogelijke effecten. Door deze ‘standaardisatie’ is vergelijking tussen interventies makkelijker. Meer informatie Voorbeelden en downloads van Effectenarena’s vindt u op www.effectenarena.nl . De voorbeelden zijn bedoeld ter inspiratie. Enerzijds om de inhoud, anderzijds om de vorm en uitwerking. Ze zijn opgesteld tegen een specifieke achtergrond. Ze kunnen dan ook niet zomaar gekopieerd worden naar uw eigen situatie.


14/34

Elke interventie is maatwerk en daarom is ook elke Effectenarena maatwerk. De voorbeelden vormen met elkaar een staalkaart van verschillende uitwerkingen die aan de Effectenarena zijn te geven. Bron: www.sev.nl


15/34

Musea en kwaliteitszorg In de museumwereld is kwaliteitszorg van toenemend belang. Musea moeten immers meer als ondernemer optreden en bedrijfsmatiger gaan werken. Verwachting is dat musea meer dan nu het geval is op basis van resultaten worden afgerekend. In het laatste nummer van Museumpeil staat kwaliteitszorg centraal. Een aantal systemen als ISO en INK worden momenteel op hun waarde voor de museumwereld onderzocht. Specifiek voor de museumsector is het Museumregister en SPECTRUM, een systeem ten behoeve van standaardisering van processen op het vlak van collectietaken. De Vereniging van Rijksgesubsidieerde Musea heeft een visitatiemodel ontwikkeld (Handleiding en Vragenlijst Zelfevaluatie) en de Nederlandse Museumvereniging heeft een benchmark opgezet (Museum Analyse Systeem). Een veelheid aan initiatieven dus. Onder verwijzing naar de achterstand die musea op het vlak van kwaliteitszorg ten opzichte van de erfgoedsector hebben, doet Charlotte Rappard van de Erfgoedinspectie in Museumpeil een oproep aan de sector om een eenduidige visie op kwaliteit te ontwikkelen. Wellicht dat een herziening van het Museumregister hiertoe de aanleiding gaat vormen. Mogelijk kan Stade Advies op dit vlak een rol spelen. Stade Advies biedt ondersteuning bij de keuze, het opzetten en het implementeren van een kwaliteitssysteem. Wij trainen en coachen interne kwaliteitsmedewerkers en interne auditteams en begeleiden organisaties tot aan de certificering. Desgewenst schrijven wij ook het kwaliteitshandboek. Op het vlak van kwaliteitszorg biedt Stade Advies zowel studiedagen aan, als in company trainingen. Onze betrokken adviseurs zijn gecertificeerd lead auditor. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Marlieke van Woerkom Telefoonnummer: 06-51749718 E-mailadres: [email protected] Johan Vermeulen Telefoonnummer: 06-22404910 E-mailadres: [email protected]


16/34

Sectorbeeld corporaties 2008 Het Centraal Fonds publiceert twee rapporten die beiden een beeld vormen van het werk van het Fonds in zijn rol als toezichthouder in de corporatiesector. In het Sectorbeeld realisaties woningcorporaties 2008 (verslagjaar 2007) presenteert het Fonds zijn analyses van de sector als geheel. Het Verslag financieel toezicht gaat in op de analyses en beoordelingen van het Fonds in zijn rol als financieel toezichthouder op de corporatiesector. Onderstaand de belangrijkste bevindingen uit beide rapporten. Sectorbeeld realisaties De productie van huurwoningen (25.200 eenheden) en koopwoningen (8.500 eenheden) is in 2007 ten opzichte van 2006 toegenomen. Het volkshuisvestelijk vermogen is met het inachtnemen van een trendbreuk vanwege de invoering van de nieuwe beoordelingsmethodiek, feitelijk gedaald. In 2007 bedroeg dit vermogen € 32,1 miljard. Opvallend is dat de bedrijfslasten ook in 2007 weer zijn toegenomen en wel met 7,3%. Vanaf 2002 zijn de netto bedrijfslasten per verhuureenheid gestegen met 29,8% tegenover een cumulatieve inflatie van 7,8% over dezelfde periode. Waar de afgelopen jaren de dalende rentelasten de stijgende bedrijfslasten compenseerden, zal daar de komende jaren geen sprake van zijn als gekeken wordt naar het grote volume van investeringen en daar voor de financiering aan te koppelen rentelasten. De netto exploitatie kasstroom zal verder onder druk komen door de invoering van de integrale Vennootschapsbelasting en de heffing voor de wijkenaanpak. De noodzaak om de bedrijfslasten te beteugelen, zal daarom toenemen. Aparte aandacht is besteed aan het vraagstuk van verbindingen. Verslag financieel toezicht Het rapport gaat in op de analyses en beoordelingen van het Fonds in zijn rol als financieel toezichthouder op de corporatiesector. Het Fonds heeft dit jaar voor het eerst het oordeel over de solvabiliteit gescheiden van het continuïteitsoordeel. Met het solvabiliteitsoordeel wordt vastgesteld of de corporatie op basis van voorzetting van het beheer haar verplichtingen kan nakomen. Het continuïteitsoordeel beoordeelt of bij een corporatie in de prognoseperiode 2008-2012 sprake is van een passend activiteitenniveau gerelateerd aan de financiële mogelijkheden. Van de 455 woningcorporaties is bij 450 sprake van een voldoende solvabiliteit. Slechts bij vijf is dat niet het geval. Deze corporaties beheren 0,3% van de woningvoorraad en vier van hen hebben inmiddels adequate maatregelen getroffen. Voor het continuïteitsoordeel is bij 366 corporaties sprake van voorgenomen activiteiten die passen bij de financiële mogelijkheden (een A-oordeel). Bij twaalf corporaties brengen de voorgenomen activiteiten de financiële continuïteit in gevaar (een B-oordeel) en bij 77 corporaties is mogelijk sprake van een onvoldoende inzet van financiële middelen (een Coordeel). Nieuw in de beoordeling door het Fonds zijn de Realisatie-indices voor nieuwbouw huur en koop, sloop en verkoop. Gemiddeld genomen realiseren de corporaties iets meer dan de helft van de door hen opgegeven prognoses. Het Fonds spreekt de verwachting uit dat de komende jaren een betere aansluiting plaats gaat vinden tussen realisaties en prognoses. In het Sectorbeeld realisaties verslagjaar 2007 wordt hier eveneens op ingegaan Bron: www.cfv.nl


17/34

Stappenplan pilot Beleidsgestuurde Contractfinanciering Met het oog op het beheersbaar houden van de werkbelasting voor de ambtelijke organisatie en omdat de staat van bedrijfsvoering van maatschappelijke organisaties niet in alle gevallen voldoende ver is ontwikkeld, is massieve invoering van BCF vaak in eerste instantie niet wenselijk. In een dergelijke situatie stelt Stade Advies voor een pilotproject uit te voeren. Die pilot speelt zich af in de luwte van de reguliere cyclus van subsidieaanvraag en -verlening zodat aan de pilot geen negatieve financiële implicaties voor de deelnemende maatschappelijke organisaties zijn verbonden. Over de productie van de maatschappelijke organisaties wordt niet ‘afgerekend’, anders dan in de bestaande systematiek te doen gebruikelijk is. In overleg met de maatschappelijke organisaties kan worden vastgesteld hoe breed de pilot zal worden ingezet, met andere woorden welk deel van het aanbod van de organisaties in de pilot centraal zal staan. De pilot biedt mogelijkheden tot een gezamenlijke verkenning van de werkzaamheid van BCF in de lokale praktijk en biedt een platform voor fundamenteel overleg over de mogelijkheden tot beleidsmatige sturing in de subsidierelatie en de toetsing daarvan op basis van gezamenlijk overeengekomen indicatoren. Onderstaande stappen maken vaak deel uit van een pilotproject BCF. a. Training BCF voor medewerkers van de ambtelijke organisatie van de gemeente Als eerste stap verzorgt Stade Advies een training van een dag voor de medewerkers van de ambtelijke organisatie met het doel om de hoofdlijnen van BCF door te nemen en opzet en planning van het traject te bespreken. Een aandachtspunt is mogelijk ook gerichte informatievoorziening aan de verantwoordelijk portefeuillehouder en/of raadscommissie. b. Introductiebijeenkomst BCF voor vertegenwoordigers van de belangrijkste maatschappelijke organisaties Om de medewerking van de maatschappelijke organisaties aan het traject mogelijk te maken is het nodig dat ook zij kennis over systematiek, instrumenten en intenties van BCF aangereikt krijgen. Dit ook om het informatieniveau van gemeente en organisaties op een vergelijkbaar peil te brengen. Stade Advies bepleit deelname door directie, controller(s) en inhoudelijk medewerker(s). c. Formeren gemeentelijke projectgroep voor uitvoering van het traject De werkwijze die Stade Advies voor ogen heeft gaat uit van een stapsgewijze uitwerking waarin gemeentelijke accounthouders van de maatschappelijke organisaties samen met het management van die organisaties over uitvoering en voortgang overleggen. De projectgroep bestaat uit de gemeentelijk projectleider, de betreffende accounthouders en Stade Advies. d. Opstellen aansturingstructuur (gemeentelijke doelenboom cq. inhoudelijk beleidskader) Bestaande beleidsdoelen worden in onderlinge samenhang verwerkt in een compact schematisch document dat kan dienen als vertrekpunt voor opdrachtformulering. Afhankelijk van specifieke wensen van een gemeente hanteert Stade Advies hierbij verschillende werkvormen. De inhoudelijk beleidsmedewerkers van de gemeente zijn hierbij de gesprekspartners. Stade Advies bereidt die bijeenkomsten voor en verwerkt de uitkomsten tot een document. e. Opstellen overzicht producten en diensten maatschappelijke organisaties Parallel aan de opstelling van de gemeentelijke aansturingstructuur werken de maatschappelijke organisaties een actueel productenoverzicht uit. In de projectgroep vindt overleg plaats over de wijze waarop de producten worden gedefinieerd. De formulering van de diensten en producten van de maatschappelijke organisaties is een verantwoordelijkheid van die organisaties. Stade Advies kan hierbij desgewenst ondersteuning bieden.


18/34

f.

Toets beleidsrelevantie producten maatschappelijke organisaties De gemeentelijk accounthouders en de betreffende maatschappelijke organisaties gaan na in hoeverre de diensten en producten van de maatschappelijke organisaties bij de resultaatverwachtingen uit de aansturingsstructuur passen. Worden dubbelingen dan wel lacunes zichtbaar? Inventariseren van de gevolgen voor de opdrachtformulering van de gemeente en productvernieuwing cq. innovatie van de maatschappelijke organisaties in een volgende cyclus.

g. Indicatoren ten behoeve van afrekenen en beoordelen (prestatie- en resultaatindicatoren) De producten en diensten worden door de maatschappelijke organisaties voorzien van mogelijke indicatoren. In een separate werkbijeenkomst van de projectgroep vindt hierover uitwisseling plaats en worden voor- en nadelen cq. haalbaarheid en onhaalbaarheid van indicatoren op output en resultaatniveau besproken. h. Opdrachtformulering De gemeente formuleert met als vertrekpunt de resultaatverwachtingen uit de aansturingstructuur de opdrachten aan de maatschappelijke organisaties. De opdrachtformulering wordt besproken in de projectgroep alvorens de opdracht wordt verstrekt. Aan de orde is ook de vraag in hoeverre de organisaties in staat zijn om integrale kostprijzen per product aan te leveren of (in het geval dat niet mogelijk blijkt te zijn) hoe daarmee moet worden omgegaan. i.

Offertestelling De maatschappelijke organisaties brengen offerte uit met behulp van een overeengekomen format offertestelling. De offerte omvat in elk geval indicatoren voor afrekening en beoordeling. De offerte wordt in de projectgroep besproken en geamendeerd.

j.

Contract De uiteindelijk tot stand gekomen offerte wordt geaccordeerd en over de uitvoering ervan worden‘bindende’ afspraken gemaakt. In het contract wordt ook opgenomen hoe en wanneer tussentijds overleg over de voortgang van de uitvoering zal plaatsvinden. Stade Advies levert het conceptcontract en vervult bij de opstelling van de contractafspraken een consultatierol voor de medewerkers van de ambtelijke organisatie.

k. Evaluatie van het verloop van de pilot tot en met de stap ‘contract’ De projectgroep evalueert het verloop van de pilot en rapporteert aan de gemeente over aanpassingen in opzet en werkwijze vanuit het perspectief van een bredere invoering van de systematiek van BCF in het subsidiebeleid van de gemeente. Stade Advies bereidt de evaluatie voor en draagt zorg voor de verslaglegging over de uitvoering van de pilot. Hoofdlijnen Mede op grond van de opbrengsten van de pilot formuleert Stade Advies (meestal in nauwe samenspraak met de gemeentelijk projectleider) de hoofdlijnen van het nieuwe subsidiebeleidskader. Hierin zijn opgenomen de jaarcyclus in relatie tot de rechtmatigheidseisen, de gemeentelijke beleidsuitgangspunten zoals geformuleerd in de aansturingsstructuur met bijbehorende opdrachtverstrekking en toetsingskader, het meerjaren karakter van het subsidiebeleidskader (cq. verbeterslagen die voor de komende periode wenselijk geacht worden) en de mogelijke consequenties voor de algemene subsidieverordening van de gemeente. Een pilottraject wordt vaak afgesloten met een gezamenlijke (projectgroep en maatschappelijke organisaties) presentatie aan raad cq. raadscommissie van de gemeente. Meer informatie: Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:


19/34

Johan Vermeulen Telefoonnummer: 030 2361 861 E-mailadres: [email protected]


20/34

HR moet boeien en binden Iedere organisatie wil loyale werknemers. Maar HR-managers pakken het binden van personeel verkeerd aan: ze zouden loyaliteit eens moeten benaderen met een marketingbril op. Dat zegt Michaël Plantema in Management Team . Elke groep werknemers vereist vervolgens een eigen benadering, stelt hij. "Generatie Y is bijvoorbeeld minder geïnteresseerd in geld dan voorgaande generaties. Deze groep is vooral gericht op zingeving en hun eigen drijfveren." Maar op dit moment zijn organisaties juist gericht op de korte termijn en targets. Hiermee wordt voorbij gegaan aan het individuele gevoel en gedrag van de werknemer. Gevolg: een lage loyaliteit. En juist die loyaliteit kan het succes van een organisatie duurzaam maken. Boeien en binden Om weer grip te krijgen op de loyaliteit van werknemers moeten HR-afdelingen dit onderwerp benaderen met een marketingbril op, stelt Plantema. "Loyaal personeel verhoogt de productiviteit, verlaagt wervingskosten én verbetert het imago van de organisatie doordat er positief over wordt gesproken." Allemaal aspecten waar marketing ook mee te maken heeft . "De link naar marketing is dus helemaal niet zo gek. De marketingafdeling is namelijk veel bezig met het boeien en binden van klanten. Precies wat ook met werknemers moet worden gedaan.” Bron: Management Team


21/34

Leer uw eigen schuldpreventie-training maken Voor professionals die werken met cliënten met financiële problemen Wilt u schuldpreventietrainingen voor uw cliënten gaan inzetten? Heeft u nog geen ervaring met schuldpreventietrainingen, maar wilt u ze wel gaan geven? Of heeft u wel trainingservaring, maar sluit het cursusmateriaal dat u heeft niet aan bij uw doelgroep? Voor alle professionals die werken met cliënten met financiële problemen heeft Stade Advies een training ontwikkeld waarbij u leert uw eigen schuldpreventietraining op maat te maken. Datum: Tijd: Locatie: Prijs:

Donderdag 12 maart of dinsdag 7 april 2009 09.30 – 16.30 uur Stade Advies, Wittevrouwensingel 1, Utrecht € 395,- p.p.

Voor elke doelgroep In deze training leert u hoe u een eigen groepstraining voor cliënten met financiële problemen kunt samenstellen. In de praktijk blijkt dat geen enkele cliënt(groep) hetzelfde is en dat het daardoor moeilijk is cursusmateriaal te vinden dat aansluit bij de doelgroep. Daarom kunt u bij Stade Advies een training volgen waarin u leert zelf een training te ontwikkelen die volledig aansluit bij de behoeften van uw doelgroep. In deze basistraining wordt gewerkt aan de hand van een rijke trainingsmap en een cd-rom. Tijdens de training wordt een aantal van de thema’s, opdrachten en werkvormen uit de trainingsmap behandeld. Hierbij gaat het niet alleen om behandeling van schulden, maar ook om het voorkomen van schulden en bewustmaking van geld en geldproblemen. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere het opstellen van een begroting, assertiviteit en sociale druk, reclame en verleiding. De basistraining is zeer interactief en afwisselend. De deelnemers spelen allemaal een rol in de uiteenlopende werkvormen van de training (groepsopdrachten, presenteren). Er bestaat een ruime mogelijkheid tot discussie en uitwisseling van ervaringen. Na afloop kan de professional die deel heeft genomen zelf zijn eigen training of themabijeenkomsten samenstellen met behulp van de trainingsmap en de cd-rom. De professional kan uit de verschillende beschikbare thema’s, opdrachten en werkvormen precies die kiezen, die volgens hem het meest geschikt zijn voor zijn doelgroep. Lees meer

Jongeren en geld Stade Advies biedt ook een training aan met hetzelfde thema, maar dan speciaal gericht op jongeren: Jongeren en geld . Bedoeld voor professionals die werken met jongeren met (dreigende) financiële problemen. Datum: Tijd: Locatie: Prijs:

Donderdag 5 maart of dinsdag 31 maart 2009 09.30 – 16.30 uur Stade Advies, Wittevrouwensingel 1, Utrecht € 395,- p.p.

Voor meer informatie over Jongeren en geld kunt u contact opnemen met: Susanne van der Lugt Telefoonnummer: (030) 23 61 871 E-mailadres: [email protected] Stade Advies kan beide trainingen ook in-company verzorgen.


22/34

Zorg moet inzetten op waardevermeerdering Interview met Theo Poiesz “Ik maak me zorgen over de zorg. Terwijl de sector discussieert over marktwerking, dreigt het domein van de zorg afgesnoept te worden door andere aanbieders”, stelt professor Theo Poiesz. “De sector moet inzetten op waardevermeerdering en over de eigen grenzen kijken.” Poiesz vindt de discussie over marktwerking een schijndiscussie. “In Nederland is niet helder bepaald wat marktwerking is en onder welke condities marktwerking in de zorg kan worden ingevoerd. Dat maakt een discussie nogal moeilijk. De discussie die je wel kunt voeren is de vraag of het politieke proces rond marktwerking het meest handige was. De overheid richtte zich vooral op kostenbeheersing. Maar als je alleen maar op concurrentie op kosten blijft focussen, trek je op den duur de kwaliteit onderuit.” Maatwerk “De sector moet nu alle zeilen bijzetten om de kostenfocus te doorbreken. Uiteindelijk moet je collectief inzetten op waardevermeerdering. Dat betekent kwaliteitsverhoging én kostenverlaging. Dat kun je bereiken door maatwerk te leveren voor specifieke zorgvragen en te besparen op kosten voor gestandaardiseerde producten en diensten. Datgene wat iedereen kan, kun je net zo goed tegen de laagste kosten inzetten. Maar voor niet-gestandaardiseerde zorg moet je zoveel mogelijk gebruikmaken van kwaliteitsinnovaties. Explicieter nadenken over de scheiding tussen standaard zorg en maatwerk kan helpen bij het scheppen van ruimte voor innovatie. Nu dreigen we naar een situatie te gaan waarin alles gestandaardiseerd moet worden omdat je tegen die kostenmuur aanloopt. Maar tegelijkertijd is het onmogelijk alles in de zorg te standaardiseren.” Andere marktpartijen Er speelt echter ook een heel ander probleem. Als we niet uitkijken, is de huidige discussie over marktwerking straks achterhaald. Andere partijen, zoals pensioenmaatschappijen, horecaondernemingen, buitenlandse zorgaanbieders dingen mee op de Nederlandse zorgmarkt. “Vroeger was zorg uitsluitend gericht op het snel weer laten functioneren van de patiënt, nu is er meer aandacht voor kwaliteit van leven. Er komen andere partijen op de markt die dat explicieter gaan verzorgen. Diverse binnenlandse en buitenlandse partijen zullen kijken of mensen willen bijbetalen voor extra diensten. Je kunt dan ook denken aan diensten op gebied van opleidingen en cultuur van commerciële bedrijven. ” Betonnen muur “We hebben altijd het idee gehad dat zorg volstrekt gescheiden is van andere sectoren, iets nobels, iets charitatiefs. Dus we hebben een hele grote betonnen muur om de zorg heen gezet. Maar andere partijen willen dezelfde doelgroepen bedienen en ervaren die muur helemaal niet. In feite staat de betonnen muur er ondertussen al niet meer. Laten we alsjeblieft niet de illusie hebben dat we op termijn de Nederlandse zorg kunnen afschermen van buitenlandse invloeden. De zorg gaat echt veranderen. Wat ik mij nu afvraag is: wie gaat dan de regie voeren? Als de Nederlandse zorgsector niet innoveert, zullen andere partijen dat doen. De vraag is hoe de zorgsector nu de zorg vorm wil geven. Zodat we niet straks met de rug tegen de muur moeten toezien dat andere partijen het zorgaanbod bepalen omdat ze op dat moment een beter concept hebben.” Theo Poiesz is hoogleraar Economische Psychologie en hoogleraar Health Care Marketing aan de TiasNimbas Business School, Universiteit van Tilburg. Bron: www.actiz.nl


23/34

Project KING van start! Het project Kwaliteit in Nederlandse Gemeenten gaat van start. Cees Meesters is sinds november 2008 kwartiermaker van het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING). Deze maand is een projectteam geformeerd. Dit team zorgt ervoor dat KING per juli 2009 operationeel is. Om dit te realiseren moet de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 10 juni akkoord gaan met de formele oprichting van de stichting KING. Drie pijlers Het projectteam houdt zich de komende tijd bezig met het verder inhoudelijk uitwerken van de drie pijlers van KING: ICT, benchmarking en bestuurskracht. Daarnaast regelt het team allerlei praktische en organisatorische zaken. Binnenkort wordt er een mijlpalenplanning gepubliceerd. Het projectteam bestaat tot juli 2009 uit: ● ● ● ● ● ●

Cees Meesters als kwartiermaker Herriët Heersink (ICT) Wilmar de Lange (ICT) Koen Bron (bestuurskracht) Jeroen Betjes (benchmarking) Roelant Schenk (projectsecretaris)

Meer informatie Op www.vng.nl/king vindt u regelmatig een update van de stand van zaken.


24/34

Financieel beleid Richting rust en continuïteit! Een professionele organisatie kan niet zonder financieel beleid. Sterker nog, eigenlijk kan geen enkele organisatie zonder een vorm van financieel beleid. Van Ahold NV tot de plaatselijke voetbalvereniging, van het mini-museum tot de mega-instelling voor zorg en welzijn: iedereen denkt na over opbrengsten, kosten, spaarpotjes, risico’s en kansen. Het achterliggende streven is altijd hetzelfde: doen waar je goed in bent, zonder onnodige zorgen over stabiliteit en continuïteit. Waarom is de realiteit van vandaag dan nog steeds dat veel professionele maatschappelijke organisaties geen financieel beleid hebben vastgesteld? Wij weten wel een paar redenen of argumenten, die in de praktijk vaak in samenhang spelen: ● ● ● ● ●

het gaat toch al jaren goed, waarom zouden we ingewikkeld doen die kengetallenboekjes zeggen allemaal wat anders – en daar kan ik dus weinig mee financieel beleid, dat wordt meteen een moeilijk te doorgronden boekwerk we krijgen toch jaarlijks een goedkeurende verklaring van onze accountant? dan moet ik zeker aan het bestuur gaan uitleggen wat ik wil, terwijl ik al moeite heb met het lezen van de balans, als ik eerlijk ben.

Stade Advies BV en Hordijk & Hordijk BV leren u in één dag de hoofdlijnen van het maken van een financieel beleidsplan. We laten u zien hoe u: ● ● ● ●

eenduidig de balans van uw organisatie kunt ‘lezen’ kengetallen voor uw organisatie vaststelt met (toekomstige) risico’s zou moeten omgaan, alsmede hoe zaken als solvabiliteit, werkkapitaal, liquiditeit en investeringen samenhangen

We leveren niet in één dag een volmaakt financieel beleidsplan voor uw organisatie af, maar laten u wel zien hoe u daar zelf snel en gericht aan kunt werken. Met als resultaat - dat binnen enkele weken op tafel kan liggen - twee tot maximaal vijf A4-tjes, die weer voor jaren rust geven. Of … die hopelijk nog precies op tijd aanleiding geven tot het nemen van actie! Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:

Dinsdag 3 maart 2009 09.30 uur – 16.30 uur Vergadercentrum Meeting Plaza, Utrecht (Hoog Catharijne) minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 495,- per persoon

Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, klik hier of neem contact op met een van de docenten: Ton Brouwer (030) 23 61 861/ 06 51 60 27 77 [email protected] Frank Hordijk (06) 50 27 06 73 [email protected] Wil Schelvis (06) 44 16 25 41 [email protected]


25/34

Onderhandelen in subsidierelaties Verbeter uw persoonlijke onderhandelingsstijl In subsidierelaties spelen verschillende belangen en ideeën een belangrijke rol die het onderhandelen over de prestaties, rapportages en de hoogte van de subsidie moeilijk kunnen maken. Leer prettig én effectief te onderhandelen binnen subsidierelaties. Bent u bikkelhard of toegeeflijk? Krijgt u wat u wilt of doet u teveel water bij de wijn? Blijft u rustig, of wordt u agressief? Gaat u twijfelen of drijft u juist door? Gebruikt u feiten en cijfers of bent u juist sterk in het creëren van een goede sfeer? Afspraken maken tussen lokale overheden en uitvoerende organisaties is een kwestie van goed onderhandelen. Vaak blijkt dit lastig om te doen. Men kent elkaar, men weet niet goed welke rol men ten opzichte van elkaar kan innemen, men heeft verschillende belangen en ideeën. Dus is het des te moeilijker en des te belangrijker om effectief te onderhandelen. Er is veel publiek geld mee gemoeid en een groter maatschappelijk doel is er afhankelijk van. Stade Advies biedt u een houvast met een training gericht op onderhandelen in subsidierelaties. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:

Dinsdag 31 maart 2009 09.30 – 16.30 uur Meeting Plaza, Utrecht (Hoog Catharijne) minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 495,- per deelnemer

In deze eendaagse training maakt u door middel van theorie en vooral praktische oefeningen kennis met verschillende manieren van onderhandelen. U krijgt zicht op uw persoonlijke onderhandelingsstijl. Van daaruit leert u de positieve kanten van uw eigen onderhandelingsstijl te ontwikkelen en u bewust te worden van de negatieve kanten. Uiteindelijk hebt u uw onderhandelingsstijl beter onder controle en kunt u effectiever en productiever onderhandelen. Met deelnemers die afkomstig zijn van zowel lokale overheden als uitvoerende organisaties, ontstaat extra inzicht in de verschillende onderhandelingsposities in het subsidieproces. Voor wie is deze training bedoeld? De training is gericht op beleidsmedewerkers van de afdeling maatschappelijke ontwikkeling of welzijn van lokale overheden die te maken hebben met het verlenen van subsidies aan maatschappelijke organisaties. Ook voor managers van maatschappelijke organisaties die subsidies ontvangen van lokale overheden, is deze cursus interessant. Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is een maand voor aanvang van de cursus. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de cursus begint een bevestiging, de routebeschrijving en afzonderlijk een factuur voor de deelnamekosten. Het cursusmateriaal ontvangt u bij aanvang van de cursus. Docenten en meer informatie De cursus wordt verzorgd door Janneke Ebben en Marja Cevaal. Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, neem dan contact op met:


26/34

Janneke Ebben Telefoonnummer: (030) 23 61 852 / 06 23 06 39 71 E-mailadres: [email protected] Onderhandelen in uw lokale situatie De eendaagse cursus Onderhandelen in subsidierelaties kan Stade Advies ook in uw lokale situatie verzorgen, als oriëntatie op de systematiek en toepasbaarheid of als start van een ontwikkelingstraject. Stade Advies begeleidt frequent partners in hun lokale situatie bij het onderhandelen in subsidierelaties. Wilt u hier meer over weten, neemt u dan contact op met: Marlieke van Woerkom Telefoonnummer: 06 517 49 718 E-mailadres: [email protected]


27/34

Corporaties, herken uw belanghouders! Instrument om te herkennen, erkennen en positioneren Wie zijn uw belanghouders? Menig corporatie kan deze vraag niet precies beantwoorden. Toch duikt het begrip belanghouder regelmatig op wanneer ze vertellen hoe ze als maatschappelijke onderneming een relatie met de samenleving tot stand brengen. Voor een duurzame en betekenisvolle belanghoudersparticipatie is goed zicht nodig op wat en wie die belanghouders zijn. De Belanghouders IDentificatie-tool helpt corporaties hierbij. Belanghouders-ID De Belanghouders-ID is een handreiking om belanghouders te herkennen, erkennen en te positioneren. Het instrument ondersteunt corporaties bij het maken van een omgevingsanalyse door in beeld te brengen wie (mogelijke) belanghouders van de corporatie zijn en door te bepalen hoe deze partijen zich verhouden tot de organisatie. Eveneens helpt het de corporatie haar motivatie aan te scherpen om relaties met belanghouders aan te gaan. Het instrument is inmiddels gereed en uitgebreid getest bij een aantal corporaties. Zij waren bijzonder enthousiast over de gebruikswaarde. Het draaien van de pilots heeft het instrument aangescherpt en geleid tot tips bij het gebruik. Het gebruik van Belanghouders-ID laat corporaties stilstaan bij wie er precies in beeld zijn, waar kansen liggen en hoe vorm te geven aan verbindingen met de samenleving. Denk aan de versterking van maatschappelijk ondernemerschap via het opbouwen van een lokaal netwerk, het voorbereiden van het betrekken van belanghouders bij beleidsontwikkeling (ondernemingsplan of voor een specifiek thema), het zoeken van partners in een specifiek gebied enzovoort. Bijzonder is dat Belanghouders-ID het ook voor belanghouders mogelijk maakt zichzelf als belanghouder aan de corporatie kenbaar te maken, daarbij natuurlijk in de gelegenheid gesteld door corporaties. U kunt een publicatie van Belanghouders-ID bestellen (of downloaden) bij Aedes, mede ontwikkelaar van dit instrument. Kijk voor meer informatie op aedesnet.nl .


28/34

Van resultaat naar dienst Binnenkort valt ‘het’ weer op uw deurmat: de opdrachtformulering of het programma van eisen van uw gemeente aan uw organisatie. Dan breekt er een drukke tijd voor u aan. U moet een werkplan of een offerte gaan schrijven, naast alle andere drukke werkzaamheden die op u liggen te wachten. U moet klip en klaar gaan beschrijven op welke manier, door welke diensten of producten u de gewenste resultaten of prestaties, zoals vastgelegd in de opdrachtformulering, wilt gaan realiseren. Hebt u vragen en twijfels over hoe u dit het beste aan kunt pakken? Dan is deze eendaagse cursus van Stade Advies zeker geschikt voor u. Tijdens deze cursus maakt u kennis met de WILL-producten en TRILL-diensten. Twee methoden die uw organisatie kunnen helpen de gewenste resultaten of prestaties te vertalen naar diensten of producten. Daarnaast besteden we uitgebreid aandacht aan het zelf formuleren van diensten of producten. Wat kenmerkt een goede beschrijving van een dienst of product? Ook zal er voldoende gelegenheid zijn om samen te bekijken wat er aan de door u reeds beschreven diensten of producten verbeterd kan worden. Aan het eind van de cursusdag kunt u de balans voor uw organisatie opmaken en weet u van welke instrumenten u gebruik wilt maken bij het schrijven van een offerte. U kiest voor: • het zelf beschrijven van uw diensten of producten. U kunt een inschatting maken van de voor- en nadelen van het zelf schrijven, de tijd die het vraagt en de medewerkers die erbij betrokken moeten worden. Daarnaast hebt u, onder deskundige leiding, een begin gemaakt met de beschrijvingen; of • het al bestaande, door uzelf geschreven diensten- of productenboek. U weet op welke punten u de bestaande beschrijvingen wilt verbeteren en welke medewerkers hierbij betrokken zouden moeten worden. Daarnaast hebt u, onder deskundige leiding, een begin gemaakt met de verbeteringen; of • het WILL-productenboek of TRILL-dienstenboek. U weet wat de voor- en nadelen hiervan zijn en hoe u ermee moet werken in de praktijk. Daarnaast hebt u, onder deskundige leiding, een begin gemaakt met het vertalen van de gewenste resultaten of prestaties (opdracht gemeente) naar diensten of producten. Met name in het middagdeel gaat u concreet zelf aan de slag met een van de hierboven staande keuzes. Hiervoor is het noodzakelijk dat u reeds beschreven diensten of producten, uw werkplan, beschrijvingen van het primaire proces, ‘oude’ offertes en de opdrachtformulering van de gemeente aan uw organisatie meebrengt. Beschikt u over een laptop? Brengt u deze dan vooral mee, zodat u hier in de middagsessie op kunt werken. Voor wie is de cursus bedoeld? De eendaagse cursus ‘Van resultaat naar dienst’ is bedoeld voor managers, stafmedewerkers of andere medewerkers van maatschappelijke (welzijns)organisaties, die binnen de eigen organisatie verantwoordelijk zijn voor het vertalen van de beoogde resultaten of prestaties (opdracht gemeente) in diensten of producten. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:

donderdag 5 maart 2009 09.30 uur – 16.30 uur Vergadercentrum Meeting Plaza (Hoog Catharijne), Utrecht minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 495,- per deelnemer

Docenten en meer informatie Deze eendaagse cursus wordt verzorgd door Marlieke van Woerkom en Johan Vermeulen. Wilt u meer informatie over de inhoud van deze dag, dan kunt u met één van hen contact opnemen:


29/34

Marlieke van Woerkom (030) 23 61 804 / 06 51 74 97 18 [email protected] Johan Vermeulen (030) 23 61 847 /06 22 40 49 10 [email protected] Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is vier weken voor aanvang van de cursus. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Van resultaat naar dienst in uw lokale situatie Deze eendaagse cursus kan Stade Advies ook in uw lokale situatie verzorgen. Wilt u hier meer over weten, neemt u dan contact op met Marlieke van Woerkom, [email protected]


30/34

Voortbouwen aan woonservicezones Zo’n 3 tot 4 jaren geleden startten veel gemeenten de ontwikkeling van woonservicezones, ook wel wonen-welzijn-zorg zones genoemd. De meeste provincies stimuleerden die ontwikkeling met aanvullende subsidieregelingen, gericht op de regiefunctie van de gemeente en op innovatie. Inmiddels is de eerste ontwikkelingsfase in veel gemeentes achter de rug, en komt het nu aan op het verankeren van resultaten en het daadwerkelijk en goed laten functioneren van de zones. Soms ook is de aanpak gaan haperen doordat het een complex proces is, met vele partijen, meerdere financiers en nogal eens uiteen lopende belangen. In al die gevallen kan Stade Advies iets voor u betekenen. Halen en brengen in de woonservicezone Het hart van een woonservicezone bestaat vaak uit een multifunctionele accommodatie, waarin vele functies bij elkaar zijn gebracht. Denkt u bijvoorbeeld aan hoogwaardig wonen, informatie & advies, educatie en onderwijs, gezellig kunnen eten in een restaurant, eerstelijns zorg, en dergelijke. Dit zijn de zogenoemde ‘haalfuncties’. Om het hart van de woonservicezone zijn vervolgens cirkels getrokken, waarbinnen bewoners meer of minder intensieve zorg thuisgebracht krijgen. Ook kunnen zij allerlei services inkopen, zoals maaltijden, tuinonderhoud, klussendienst, etc. Dit zijn de ‘brengfuncties’. Stade Advies ontwikkelde een concept voor integrale samenwerking Zowel voor de haal- als brengfuncties werken instellingen nauw samen, bij voorkeur in een ‘integraal team’ van uitvoerende professionals. Stade Advies heeft hiervoor het concept van het ‘integraal team’ in de praktijk doorontwikkeld. Binnen dat praktijkgerichte model bedienen medewerkers van uiteenlopende aanbieders in onderlinge afstemming de vraag. Een van de samenwerkende organisaties neemt de regie, financieringsstromen zijn daarbij niet langer een belemmerende factor. De implementatie gebeurt planmatig. Hoe pakken we dit aan? In onze aanpak van de complexe woonservicezones hebben we altijd oog voor: Draagvlak Levensloopgeschikt wonen vraagt om samenwerking van een veelvoud aan partijen: bewoners, cliënten, overheden (gemeente, regionaal samenwerkingsverband, provincie), ontwikkelaars, woningcorporaties, welzijn- en zorginstellingen. Al deze partijen dienen bereid te zijn hun steentje bij te dragen en hun wensen, werkzaamheden en plannen op elkaar af te stemmen. Als tegenhanger moet er vervolgens ook ruimte zijn voor ieders ambities. In de aanloopfase is het daarom belangrijk goed draagvlak te ontwikkelen, bijvoorbeeld met een of meerdere gerichte werkconferenties. Ook bewoners en cliënten komen daarbij aan het woord. Realistische aanpak, resultaten verankeren Een te complex beleid met een veelheid aan integrale voornemens gaat aan vlijt ten onder. Het is daarom de kunst om tot realistische ambities te komen en deze vervolgens te vertalen in kordaat beleid en haalbare plannen. Daarna gaat het er om de successen te vieren en resultaten goed te verankeren. Daar kan dan op worden voortgebouwd. Programmavoering Beleid maken is 1, daar een programma op baseren is 2. Een goed programma heeft een overzichtelijk aantal doelen, met per doel een projectleider. Doel en gewenste resultaten zijn smart geformuleerd, en helder is wie welke bijdrage levert. Een programma heeft hooguit een looptijd van 3 jaar, doelen moeten in die periode zijn bereikt of onomkeerbaar op gang zijn gebracht. Ook tijdens de uitvoering van het programma worden bewoners en cliënten systematisch betrokken. Meer informatie Wilt meer weten of vrijblijvend een offerte aanvragen, dan kunt u contact opnemen met:


31/34

Nico Kersten Telefoonnummer: (030) 2361 861 E-mailadres: [email protected] Drs. Sjaak Floris Telefoonnummer: (030) 2361 861 E-mailadres: [email protected]


32/34

Kindermishandeling Vaardigheidstraining bij vermoeden van kindermishandeling Voor professionals die beroepsmatig met kinderen, jongeren en ouders/opvoeders te maken hebben, zoals het onderwijs, welzijnswerk, jeugdzorg, buurtnetwerken, opvoedsteunpunten, Centra voor Jeugd en Gezin, Advies en Steunpunten Huiselijk Geweld, wijkcentra, consultatiebureaus,kinderdagverblijven, thuiszorg. Het Beroepsregister van Agogisch en Maatschappelijk werkers heeft 1.5 registerpunt aan de training toegekend. Datum:

Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:

Maandag 23 maart 2009 of Maandag 30 maart 2009 of Maandag 11 mei 2009 of Maandag 18 mei 2009 09.30 uur – 17.00 uur Stade Advies,Wittevrouwensingel 1, Utrecht minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 345,- per deelnemer, inclusief koffie, thee, lunch, reader en methodiekboek

Kindermishandeling is in Nederland een groot maatschappelijk probleem. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat jaarlijks tussen de 107.000 en 140.000 kinderen en jongeren het slachtoffer zijn van kindermishandeling. Dit betekent dat in iedere schoolklas wel een mishandeld kind zit. Een van de dilemma’s uit de dagelijkse praktijk van professionals die beroepshalve met kinderen, jongeren en opvoeders te maken hebben, is hoe je kindermishandeling bespreekt en wat de stappen zijn die je kunt zetten. Hier gaat een goede risico inschatting aan vooraf. De training Stade Advies heeft een 1-daagse training ontwikkeld waarin u op basis van de praktijk van de deelnemers leert: • • • • • •

hoe u risico’s moet inschatten wat uw normen en waarden zijn t.a.v. kindermishandeling en hoe deze een rol spelen bij het bespreekbaar maken van kindermishandeling welke competenties ingezet moeten worden bij het bespreekbaar maken van kindermishandeling en welke bij u ontbreken hoe u dilemma’s kunt omzetten naar praktische handelingsvaardigheden hoe u omgaat met (het kwijtraken van) de vertrouwensband die een ouder/opvoeder met u heeft wat u zelf kunt doen en wat ook niet

Naast de basis theoretische kennis die u nodig hebt, gaat u vooral aan de slag met het oefenen en vergroten van uw vaardigheden in het directe contact met ouders/opvoeders. Na afloop onderkent u uw eigen normen en waarden en hoe deze te hanteren, weet u beter hoe u dilemma’s kunt omzetten in praktische handelingsvaardigheden en beschikt u over praktische tools die u kunt toepassen wanneer u een volgende keer een vermoeden van kindermishandeling wilt bespreken. Deelnemers ontvangen een reader met theoretische achtergronden en praktische aanwijzingen en het boek ‘Op het spoor van kindermishandeling, een outreachende benadering’ door Ergun Erol en Medi Hoes.


33/34

Eerdere deelnemers waardeerden de training gemiddeld met een 8. Hun reacties: “erg leerzaam”, “veel praktische tips”, “goede afwisseling tussen theorie en praktijk”. De training wordt gegeven door Rudy Bonnet met Medi Hoes als gasttrainer. Beiden zijn al jaren actief op het terrein van de preventie en aanpak van kindermishandeling op verschillende niveaus, onder meer als workshopleider en docente. Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de cursus begint een bevestiging, de routebeschrijving en afzonderlijk een factuur voor de deelnamekosten. De reader en het boek ontvangt u bij aanvang van de training. Meer informatie Wilt u meer informatie over de inhoud van deze training, dan kunt u contact opnemen met de trainer: Rudy Bonnet Telefoonnummer: (030) 23 61 831 / 06 51 749 712 E-mailadres: [email protected] Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is 3 weken voor de datum van de betreffende training. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Deze training kan ook in-company worden aangeboden.


34/34

e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

Recommend Documents