e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

St@dium

e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

Nummer 5, mei 2008

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

Welkom bij het e-zine van Stade Advies .................................................................................... 2 Ouderontmoetingsplekken.......................................................................................................... 3 Langer zelfstandig met flexibele zorgkamer............................................................................... 4 De maatschappelijke jaarrekening ............................................................................................. 5 Zorg voor Beter maakt zorg beter .............................................................................................. 6 Kinderen in Tel 2008 .................................................................................................................. 7 Centrum voor Good Governance ............................................................................................... 8 Innovatiefestival 2008: veel nieuwe initiatieven.......................................................................... 9 Website Invoering Centra Jeugd en Gezin............................................................................... 10 Met meer beleid aanbesteden .................................................................................................. 11 Jeugdzorg Friesland: wachtlijsten reduceren tot nul ................................................................ 13 Aanpak stedelijke problemen in gevaar ................................................................................... 14 Congres Plezier en professionaliteit......................................................................................... 15 Ondersteuning innovaties in de thuiszorg ................................................................................ 16 Pianoo-congres Schakelen! voor inkoopprofessionals overheid.............................................. 17 WMO: Gemeenten mogen overschot bijna geheel houden ..................................................... 18 Provincies gemaand tot betere prestaties in jeugdzorg ........................................................... 19 Veiligheid en fatsoen belangrijkste waarden ............................................................................ 20 WMO: start programma 'Beter in meedoen' ............................................................................. 21 Woningcorporatie met de beste website .................................................................................. 22 Zorg op afstand heeft de toekomst........................................................................................... 23 Accountmanagement in subsidierelaties.................................................................................. 24 CJG gereedschapskist ............................................................................................................. 26 Regelhulp.nl wint publieksprijs innovatie.................................................................................. 27 Klantoriëntatie bij de overheid .................................................................................................. 28 Training BCF - van intentie naar resultaat................................................................................ 29

Colofon St@dium is een uitgave van Stade Advies en verschijnt 11 keer per jaar. Redactie: de heer J. Floris en mevrouw A. van der Pol Redactie-adres : Stade Advies, Postbus 13124, 3507 LC Utrecht T: (030) 23 61 861, E: [email protected] www.stade -ad vies.nl © 2004 Stade Advies – Alle rechten voorbehouden

St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven

1/29

Welkom bij het e-zine van Stade Advies Met dit e-zine brengen we u op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en wetenswaardigheden in de maatschappelijke sector en van onze mogelijkheden om u hierin bij te staan. Niet alle artikelen en nieuwsflitsen zullen op u, uw organisatie of uw functie van toepassing zijn. Toch zijn wij er van overtuigd dat u zeker steeds een aantal wetenswaardigheden of trends aantreft die voor u interessant zijn. Kijkt u zelf! St@dium verschijnt aan het begin van iedere maand, behalve in augustus. Het volgende nummer kunt u op 2 juni 2008 verwachten. Natuurlijk stellen we het op prijs uw reactie te ontvangen. Heeft u ideeën, opmerkingen, suggesties of aanmerkingen? Mail deze naar de redactie. Dit kunt u doen via de knop 'Contact'. Het kan zijn dat u deze St@dium ontvangt zonder dat u zich hiervoor aangemeld heeft. Mocht u dit e-zine niet meer willen ontvangen, dan kunt u dit laten weten via de knop 'Aan- en afmelden'. Wilt u meer weten over onze diensten en producten, kijk dan ook op onze website www.stadeadvies.nl. Als u vragen heeft, dan kunt u vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen. Telefonisch zijn wij bereikbaar tijdens kantooruren op nummer (030) 23 61 861. U kunt ons ook een email sturen via de knop 'Contact', dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op. De redactie Anja van der Pol Sjaak Floris


2/29

Ouderontmoetingsplekken Wanneer ouders hun kind(eren) komen ophalen van de basisschool, staan ze meestal buiten op het schoolplein te wachten. Om te bevorderen dat dit wachten ook leidt tot ontmoetingen tussen ouders onderling, voerde Stade Advies in opdracht van de provincie Utrecht het project ouderontmoetingsplekken uit. Het komt de sfeer in de school en in de buurt ten goede als ouders meer contact hebben met elkaar. Daarom kregen vijf scholen de kans een ouderontmoetingsplek te creëren: een ruimte die zo is ingericht dat het voor ouders aantrekkelijk is om daar samen te wachten en een praatje te maken. Basisscholen in Houten, Rhenen, Utrecht, Vianen en Vleuterweide gingen het afgelopen jaar samen met enthousiaste ouders en met Stade Advies aan de slag om een ouderontmoetingsplek op hun school te realiseren. Laat u inspireren door de ideeën van deze vijf basisscholen. U vindt de resultaten hiervan in de brochure Ouders ontmoeten elkaar (PDF). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Yvonne Schleyper Telefoon: (030) 23 61 832 E-mail: [email protected]


3/29

Langer zelfstandig met flexibele zorgkamer Woningcorporatie de Alliantie Eemvallei liet in Amersfoort een kant-en-klare zorgkamer plaatsen, die werd aangesloten op een bestaande woning. De unit voorkomt gedwongen verhuizingen van mensen met een zorgvraag. Zij kunnen langer in hun huidige woning blijven wonen. Flexibele en verplaatsbare unit De zorgkamer wordt kant-en-klaar aangesloten op een bestaande woning. De begane grond wordt daardoor vergroot met een slaapkamer en bijbehorende sanitaire ruimte. Alle voorzieningen zijn gelijkvloers en drempelloos. Omdat de unit in een fabriek wordt gebouwd ontstaat minder overlast voor de omgeving en kan een woningaanpassing sneller worden uitgevoerd. De voorzieningen zijn flexibel. Er is een in hoogte en breedte verschuifbare wastafel en ook het toilet is in hoogte en breedte verstelbaar. De unit kan desgewenst worden geleverd met in het plafond ingebouwde rails voor een plafondtillift. Wmo financiering De verplaatsbare en opnieuw inzetbare zorgkamer is ontwikkeld door PasAan, een jong bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in verschillende oplossingen om mensen met een zorgvraag langer thuis te laten wonen. In PasAan werken De Meeuw Bouwsystemen, Op Maat woningaanpassingen en DAZ zorginnovatie samen. De Gemeente Amersfoort financierde de zorgkamer uit het budget voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Seniorenbox Eerder ontwikkelde woningcorporatie Oost Flevoland Woondiensten eveneens met PasAan de 'Seniorenbox'. Ook dat is een unit voor aansluiting op bestaande woningen. Lees meer op www.kcwz.nl


4/29

De maatschappelijke jaarrekening Onlangs presenteerde wooncorporatie De Key de maatschappelijke jaarrekening aan de bewoners van de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. De Key gaat de methode vereenvoudigen en de mogelijkheden onderzoeken om afzonderlijke delen in de praktijk toe te passen. De jaarrekening is één van de methoden van maatschappelijk rendement die de SEV verleden jaar met haar partners ontwikkelde. Het doel van het instrument is om resultaten en effectiviteit intern bespreekbaar te maken. Daarnaast wordt de methode gebruikt om verantwoording af te leggen en met belanghouders hierover in discussie te gaan. De Key legt via de maatschappelijke jaarrekening verantwoording af over de maatschappelijke effecten van haar investeringen. De maatschappelijke jaarrekening brengt in kaart welke zaken De Key in de Spaarndammerbuurt aanpakt, wat de effecten daarvan zijn en wat er eventueel verbeterd kan worden. Naast feiten- en bronnenonderzoek is het luisteren naar bewoners en andere belanghebbenden van cruciale waarde bij het tot stand komen van de jaarrekening. Er zijn 15 interviews gehouden met zowel bewoners als professionals. Dit alles heeft veel waardevolle informatie opgeleverd. Maar het ging niet altijd even makkelijk. Want hoe bepaal je wat het maatschappelijke effect is van het renoveren van een complex huizen? Reacties In december 2007 presenteerde De Key in het Polanentheater de maatschappelijke jaarrekening aan belanghebbenden en mensen die mee hebben gewerkt aan de interviews. “Ik vind het een goed initiatief van De Key om een maatschappelijke jaarrekening op te stellen. Op deze manier kun je hard maken wat de effecten zijn van een buurtaanpak en wat goed is gegaan en wat niet. Je stelt je kwetsbaar en open op. Dat kan ik waarderen”, aldus een van de reacties. Via de maatschappelijke jaarrekening 2006 werd inzichtelijk gemaakt dat het de goede kant op gaat met de Spaarndammerbuurt. Bewoners wonen er met plezier, de samenstelling is minder eenzijdig en er is een betere verhouding tussen kleine en grote woningen en tussen huur en koop. De buurt is de laatste jaren zichtbaar vooruitgegaan. Experiment Met het idee om een maatschappelijke jaarrekening op te stellen, won De Key één van de vijf experimentplaatsen uit de tender ‘Het maatschappelijke harder’, die de SEV eind 2005 uitschreef. De methode die bij dit experiment is gebruikt was leerzaam. De Key zal de methode dan ook doorontwikkelen. Eén van de verbeterpunten is de hoge arbeidsintensiviteit, het kostte veel tijd om de gegevens boven tafel te krijgen. Het bleek soms lastig om naar indicatoren te zoeken als indicatoren van algemene doelstellingen specifiek voor de buurt opgeleverd moesten worden. Ook zijn niet alle gegevens beschikbaar op buurtniveau. De Key gaat de methode vereenvoudigen en de mogelijkheden onderzoeken om afzonderlijke delen in de praktijk toe te passen. Methode In de maatschappelijke jaarrekening zet de corporatie vier stappen om met belanghebbenden te communiceren over haar maatschappelijke inzet. De corporatie stelt, meestal samen met belanghebbenden, haar missie, visie en doelstellingen op en stelt vast welke effecten ze daarmee wil bereiken. Daarna bepaalt ze de belangrijkste indicatoren om te kunnen laten zien of ze doet wat ze wilde doen en of ze bereikte wat de corporatie wilde bereiken. Hierover rapporteert de corporatie naar de belanghebbenden. Aan de hand van de reacties stelt ze eventueel haar activiteiten of doelstellingen bij en dan begint de cyclus opnieuw. De methode van de maatschappelijke jaarrekening is ontwikkeld door De Verandering. 'Corporaties werken vaak al aan de diverse stappen van de maatschappelijke jaarrekening' aldus Jaap van Leeuwen van De Verandering. 'Wij helpen ze hun inspanningen op dat vlak beter op elkaar en op de eigen organisatie aan te laten sluiten.' Lees meer op www.sev.nl


5/29

Zorg voor Beter maakt zorg beter Het programma Zorg voor Beter richt zich op een betere thuiszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en langdurende geestelijke gezondheidszorg. Wanneer u een onderwerp uit de lijst kiest, verschijnt alle informatie in beeld die over dat onderwerp op de site te vinden is. Besloten gedeelte voor deelnemers verbetertrajecten Deelnemers aan de verschillende verbetertrajecten van Zorg voor Beter kunnen informatie en ervaringen uitwisselen op het besloten gedeelte. Elke deelnemer aan een verbetertraject kan hiervan gebruikmaken. Hulp nodig? Verantwoorde zorg móet. Daarvan is iedereen overtuigd. En toch kunnen er bij de uitwerking van de normen die in het kader van Verantwoorde zorg zijn geformuleerd knelpunten ontstaan. Het Netwerk Verantwoorde zorg kan in zo’n situatie uitkomst bieden. Door informatie beschikbaar te stellen of door collega’s uit de branche in te schakelen die zich bereid hebben verklaard in dergelijke situaties advies en ondersteuning te geven. Lees meer op www.zorgvoorbeter.nl


6/29

Kinderen in Tel 2008 Maart jongstleden verscheen voor de derde keer het rapport Kinderen in Tel. Het rapport brengt de leefsituatie van de jeugd per provincie en gemeente in beeld en geeft een ranglijst aan de hand van twaalf indicatoren, gebaseerd op het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind. Het betreft de situatie in 2006. Uit het rapport blijkt dat kinderen het minst profiteren van economische vooruitgang en dat het aantal jeugdigen in een uitkeringssituatie is toegenomen. Het rapport laat zien dat de algehele situatie voor kinderen iets is verbeterd. Er zijn minder jongeren werkeloos, minder kinderen lopen risico op een leerachterstand, het aantal tienermoeders is gedaald en kinderen zuigelingensterfte komen minder voor. Daarentegen leven dus meer kinderen in armoede, is het schoolverzuim gestegen en is het aantal kinderen dat vanwege een delict voor de rechter verschijnt iets toegenomen. Kinderen in Tel dringt er bij gemeenten en overheid op aan ervoor te zorgen dat kinderen profiteren van investeringen in wijken. Voor een compilatie van het databoek en scorelijsten: klik hier voor de PDF. Zie ook www.kinderenintel.nl


7/29

Centrum voor Good Governance In 2006 is het centrum Good Governance Openbare Sector opgericht met als doel een extra impuls te geven aan alle goede initiatieven die op dit vlak in de openbare sector worden genomen. Inspirerende voorbeelden die we in dit opzicht graag verspreiden en versterken. Voor Good Governance voor de Nederlandse openbare sector legt het Ministerie van BZK de nadruk op de kwaliteit van het product of dienst die wordt geleverd. Het gaat hierbij om de legitimiteit van het optreden in de ogen van burgers en bedrijven. Om dit te kunnen beoordelen is verantwoordingsinformatie noodzakelijk. Het gaat om publieke prestaties en om de vraag of de kwaliteit van de diensten en producten die worden geleverd voldoende is en of deze producten op een kostenefficiënte wijze tot stand komen. Op dit punt is het belang van stuurinformatie voor het management evident. In de visie van het ministerie van BZK op Good Governance zijn drie elementen van belang: 1. Het belang van de factor arbeid: de nadruk ligt op het ‘human capital’: de manier waarop professionals en managers het vertrouwen van burgers moeten winnen en behouden. Uiteindelijk is alles mensenwerk. 2. Het geven van ruimte: deugdelijk management veronderstelt dat organisaties en professionals de ruimte krijgen om hun werk te doen. 3. De openbare sector moet niet groter en duurder zijn dan strikt noodzakelijk voor de uitvoering van de aan haar toebedeelde taken. Een moderne organisatie wordt geacht zoveel mogelijk kostenbewust en efficiënt te opereren, bijvoorbeeld door de inzet van ICT, maar ook door kostenbesparingen, herontwerp van processen en slimmer werken. Wat doet het centrum Good Governance voor de openbare sector? • • • •

Aanbieden van kennis en informatie – via best practices en leerplatforms – om good governance in de eigen praktijk te brengen en verbeteringen daadwerkelijk te realiseren; Aanmoedigen en ondersteunen van organisaties door middel van eenvoudige en goedkope instrumenten om good governance bij de eigen organisatie in praktijk te brengen (veelal aangeboden via internet); Organisaties helpen bij het vastleggen van verbeteringen en verder aanscherpen van de eigen ambities op het gebied van good governance; Makelen en schakelen tussen organisaties om kennis en ervaring met elkaar te delen.

Lees meer op www.centrumvoorgoodgovernance.nl


8/29

Innovatiefestival 2008: veel nieuwe initiatieven Honderden ambtenaren kwamen 27 maart naar het ‘feestje van Zizani’, oftewel naar het InAxis Innovatiefestival 2008. Zij genoten zichtbaar van workshops, lezingen en bijeenkomsten over innovatie en creativiteit. En uiteraard van de ontspannen sfeer, goede catering en swingende muziek. Kortom, het was fantastisch! Terugblik “Innovatie schalt, walmt en galmt over de Leidse Rijn, een Utrechtse vinexwijk. Het ministerie van BZK stelde zich de vraag wat innovatie in de publieke sector nu eigenlijk is en organiseerde daar omheen het festival Zizani verwondert.” Zo staat te lezen op de weblog van een van de medewerkers van Kennisland. Uw eigen herinneringen zijn natuurlijk de mooiste, maar als uw geheugen u in de steek laat of als u het festival heeft moeten missen, kunt u op verschillende websites terugblikken op de dag. Zo vindt u op InOverheid.nl bijvoorbeeld een uitgebreide registratie in beeld en geluid. Maar kijk ook eens Burgerlink. Navolging Wat mensen samen al niet kunnen bereiken in één dag. Dat hebben we tijdens het Innovatiefestival weer eens met elkaar bewezen. Resultaten en initiatieven die te mooi zijn om het bij deze ene dag te laten. We gaan dus door! Wat dacht u bijvoorbeeld van de start van futurecentres zoals in Oss? Of van voorzichtigheidsreductie flexibel samenwerken zoals in Dordrecht? Of van het verkennen van alle mogelijkheden van HRM zoals in Hardenberg? Nieuwe werkconcepten bedenken zoals de Rijksgebouwendienst? Ideeën van burgers benutten zoals bij VROM? Of werken aan 'de burnout voorbij' zoals in Rotterdam? Lees meer op www.inaxis.nl


9/29

Website Invoering Centra Jeugd en Gezin In 2011 is er in elke gemeente minimaal één Centrum voor Jeugd en Gezin. Voordat het zover is, moet er veel werk worden verzet. De VNG en het ministerie voor Jeugd en Gezin hebben gezamenlijk een website geopend met informatie over de invoering van de Centra voor Jeugd en Gezin: www.invoeringcjg.nl De website richt zich op iedereen die op professionele wijze betrokken is bij de invoering van Centra voor Jeugd en Gezin. Het is een ‘groeiwebsite’ waarop externe organisaties informatie kunnen plaatsen. Inzet is dat men elkaar inspireert om goed functionerende CJG’s op te zetten. Voor het bouwen aan een Centrum voor Jeugd en Gezin, kijk ook eens op www.stade-advies.nl


10/29

Met meer beleid aanbesteden Het verschijnsel aanbesteden in de publieke sector staat volop in de belangstelling. De gevolgen van aanbesteden in de publieke sector zijn soms onverwacht en niet beoogd (denk aan de effecten in de Thuiszorg). Vanuit dat oogpunt wordt, onder andere op het Ministerie van VWS, nagedacht over aanpassing en verbetering. De stelling is daarbij dat het, binnen de juridische grenzen van een aanbestedingsprocedure, voor een opdrachtgever mogelijk moet zijn om sociale uitgangspunten tot uitdrukking te brengen. We spreken in dit geval van ‘beleidsrijk aanbesteden’. Ook het begrip ‘sociaal overwogen aanbesteden’ wordt in dit kader gehanteerd. De meeste gemeentelijke aanbestedingen in de publieke sector zijn eerder technisch correct dan beleidsrijk uitgevoerd. Er zijn weinig pogingen gedaan om in de aanbestedingsstrategie specifieke beleidsdoelstellingen te realiseren. Er zijn de afgelopen maanden een aantal varianten voor een beleidsrijke aanbestedingsprocedure ontwikkeld. Deze varianten zijn ook juridisch getoetst. Met deze varianten kunnen verschillende beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Gedacht moet hierbij worden aan: • • • • •

Verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening Vergroting van de keuzevrijheid van cliënten Werkgelegenheid (bijvoorbeeld door het opnemen van een verplichting tot overname van personeel, opgebouwde ervaring gaat hiermee niet verloren) Vermindering van administratieve lasten Voorkomen van een afname in de ketensamenwerking

Er kunnen 5 typen varianten worden onderscheiden, die elk uitgewerkt kunnen worden in een onderdeel van de aanbestedingsprocedure. Het voert in het kader van dit e-zine te ver om daar diep op in te gaan, we tippen de varianten even aan: a. b. c. d. e.

Uitvoeringsbepalingen (programma van eisen) Geschiktheideisen (organisatie van de aanbieder Gunningscriteria (inschrijving van de aanbieder) Omgang met gunningscriteria, gunningsmethodieken en beoordelingssystemen Algemene suggesties

a. Uitvoeringsbepalingen (programma van eisen) In de uitvoeringsbepalingen kan de gemeente specifieke wensen formuleren ten aanzien van het personeel dat de gewenste dienst moet leveren. Daarnaast kan een gemeente zich actief opstellen ten aanzien van het vraagstuk van het overhevelen van personeel. Ook is het denkbaar te werken met contracten met een langere looptijd, bijvoorbeeld voor drie tot vier jaar. Deze bieden meer zekerheid aan de aanbieders en vormen daardoor een basis voor continuïteit en investeringen in de kwaliteit van de dienstverlening. Daarvan profiteren niet alleen de aanbieders, maar uiteindelijk ook de cliënten. b. Geschiktheideisen (organisatie van de aanbieder) In een aanbesteding kan een gemeente beogen aanbieders te contracteren die naar de mening van de gemeente op een goede manier omgaan met hun personeel. Dat kan als geschiktheideis (selectiecriterium), maar ook als gunningscriterium worden opgenomen. Er kunnen selectie-eisen worden geformuleerd op het gebied van personeelsverloop, het aantal aan opleidingen bestede uren, of de tevredenheid van het personeel.


11/29

c. Gunningscriteria (inschrijving van de aanbieder) In de strijd om een aanbesteding offreren aanbieders soms zeer lage prijzen. De gemeente kan bij een aanbesteding een minimumtarief hanteren, zodat voorkomen wordt dat aanbieders in financiële problemen raken. Bij het gunnen op marge (in plaats van gunnen op prijs) wordt van de aanbieders niet een prijs per uur gevraagd, maar een marge op de directe loonkosten. Die marge wordt gebruikt bij het gunningsbesluit. Aanbieders concurreren zo alleen op overhead en planningskosten, de druk op het salaris van het uitvoerend personeel wordt hierdoor minder groot. Door aanbieders te stimuleren om werklozen, gehandicapten of bijvoorbeeld medewerkers van de sociale werkvoorziening in te zetten geeft een gemeente invulling aan het maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. De aanbieders helpen hiermee de gemeente om doelstellingen op andere beleidsterreinen te realiseren. d. Omgang met gunningscriteria, gunningsmethodieken en beoordelingssystemen Bij een relatieve beoordeling wordt de score van een aanbieding bepaald op basis van de score van een andere aanbieding. Om duidelijk te maken wat de gewenste doelen zijn in de aanbesteding, kan een gemeente beter een absolute beoordeling hanteren. Een bepaalde aanbieding leidt dan na beoordeling altijd tot dezelfde score. e. Algemene suggesties Door het uitvoeren van een actieve vorm van vraagverkenning kan een gemeente meer uitgaan van feiten en minder van interpretaties. In de voorbereiding op een aanbesteding moet een aantal strategische keuzes worden gemaakt. Om die reden is het van groot belang dat de aanbestedende partij beschikt over informatie over de inhoudelijke keuzes die gemaakt kunnen worden, de varianten in de aanbestedingsprocedures en de mogelijke effecten van de gemaakte keuzes. Hoewel bovengenoemde varianten in eerste instantie zijn ontwikkeld ten behoeve van de gemeentelijke aanbestedingen ‘hulp bij het huishouden’ is het heel goed mogelijk een en ander ook op andere aanbestedingen toe te passen, bijvoorbeeld bij aanbestedingen in andere WMO prestatievelden. De WMO biedt gemeenten de kans om een lokale invulling te geven aan het beleid. Het hanteren van beleidsrijke varianten in aanbestedingsprocedures kan als resultaat hebben dat wenselijke effecten worden behouden of versterkt en dat ongewenste effecten worden voorkomen dan wel verzacht. Aanbesteden in de publieke sector is op een bepaalde manier een tweesnijdend zwaard. Soms leidt het tot kwaliteitsverbetering en een betere verhouding tussen prijs en kwaliteit. Soms leidt het tot het tegendeel. Beleidsrijk aanbesteden biedt mogelijkheden om de gunstige effecten te behouden en minder gunstige effecten van aanbesteden te vermijden. Zie voor meer informatie onze website www.stade-advies.nl of neem contact op met Johan Kruithof: [email protected]


12/29

Jeugdzorg Friesland: wachtlijsten reduceren tot nul De wachtlijsten voor de jeugdzorg in Fryslân vertonen een redelijk stabiel beeld. Dat blijkt uit de rapportage die de provincie Fryslân over 2007 heeft opgesteld. Daarmee staat de Friese jeugdzorg er goed voor in vergelijking met het landelijke beeld. Gedeputeerde Tineke Schokker is echter nog niet tevreden, zij wil de wachtlijsten op nul hebben. De wachtlijsten in de jeugdzorg staan momenteel in een brede politieke en maatschappelijke belangstelling. Nadat eind 2006 in een groot deel van Nederland de wachtlijsten waren weggewerkt, stegen ze weer in 2007. In Fryslân bleef deze groei relatief beperkt. Na april 2007 zette eerst een daling van het aantal wachtenden in, in december 2007 vond weer een lichte stijging plaats. Die stijging is vooral toe te schrijven aan een stijgende vraag. Gedeputeerde Tineke Schokker-Strampel is positief gestemd over de rapportage en ziet de ontwikkelingen in de jeugdzorg met vertrouwen tegemoet. “Er wordt op een goede manier samengewerkt tussen alle organisaties die betrokken zijn bij jeugdzorg”, zo zegt Schokker. “Dat is van essentieel belang om de jeugdzorgproblematiek op een goede manier het hoofd te kunnen bieden. In Fryslân zijn we op de goede weg, maar er is nog een berg werk te verzetten om de wachtlijsten helemaal weg te werken. Daar wil ik absoluut naartoe.” Schokker voert intensief overleg met het Rijk, de Friesland Zorgverzekeraar en de uitvoerende organisaties over de wachtlijstproblematiek. De afgelopen jaren is in Fryslân veel geïnvesteerd in de jeugdzorg om de wachtlijsten weg te werken. De jeugdhulpverlening wist de afgelopen jaren steeds meer cliënten te helpen. Waren dat er in 2005 nog 1450, in 2006 werden er 1560 jongeren geholpen en in 2007 maar liefst 1960, vierhonderd meer dan het voorgaande jaar. Tegelijk steeg echter ook de hulpvraag, waardoor de wachtlijst nog niet weggewerkt kon worden. Gemiddeld wachten er nu 217 kinderen op geïndiceerde zorg, ruim 60% daarvan wordt binnen 9 weken geholpen. De provincie rapporteert sinds 2005 regelmatig over de ontwikkelingen in de wachtlijsten in de jeugdzorg. Daarvoor worden op verschillende peildata metingen verricht. Daarin zijn uiteraard fluctuaties mogelijk, maar over een langere periode bezien constateert de provincie een stabiel beeld. In het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2008 staat beschreven op welke manier de provincie in de toekomst de wachtlijsten weg wil werken. Lees meer op www.fryslan.nl


13/29

Aanpak stedelijke problemen in gevaar De brede aanpak van stedelijke problemen in Nederland dreigt volledig stil te vallen. Dat is het gevolg van de kabinetsplannen om na 2009 de budgetten voor het stedenbeleid drastisch te beperken. De gemeenten uiten hun grote zorg of zij ook op langere termijn in staat worden gesteld om stedelijke problemen aan te pakken. Nederland heeft méér dan 40 wijken waar de problemen zich opstapelen, aldus de VNG, de G4 en de G27. In het coalitie-akkoord staat dat dit kabinet het stedenbeleid na een evaluatie zal voortzetten na 2009. Zonder geld voor stedelijke vernieuwing is dit een kansloze missie. De gemeenten denken graag verder over een nieuwe invulling van het stedenbeleid na 2009, mét het geld dat daarbij hoort om de problemen te kunnen aanpakken. Lees het hele bericht op www.vng.nl


14/29

Congres Plezier en professionaliteit Op 17 juni organiseert Jeugd en Co haar congres ‘Plezier en professionaliteit'. De invulling van de dag is zeer divers, naast plenaire bijeenkomsten zijn er sessies waarin best practices worden gepresenteerd en kan men mee discussiëren over actuele thema's tijdens de ronde tafelgesprekken. Dit alles in een unieke ambiance van woestijn, regenwoud en safari. Naast plenaire presentaties over het professionaliseringstraject zijn er 6 sessies waarbij professionals u informeren over de best practices uit hun organisaties zoals het terugdringen van de bureaucratie en het verbinden van je personeel en de organisatie. Tijdens de interactieve ronde tafel gesprekken gaat u met elkaar in discussie, u heeft daarbij de keuze uit 14 uiteenlopende onderwerpen op het gebied van onder andere loopbaanontwikkeling, ethische dilemma's en persvoorlichting. Voor een luchtige noot wordt gezorgd en tussendoor is er voldoende gelegenheid om kennis te maken met andere professionals in de netwerkhoek. Uw sprekers: Iris Leene - NVMW Ben van Bruxvoort - De Combinatie Jeugdzorg / MOgroep Ad Goos - Ortho agoog, Antwerpen Joke de Vries - Hoofd inspectie jeugdzorg Datum en locatie: Dinsdag 17 juni 2008, Burgers' Zoo, Arnhem Lees meer op www.jeugdenco.nl


15/29

Ondersteuning innovaties in de thuiszorg Het Fonds voor Arbeidsmarktbeleid en Opleidingen Thuiszorg (FAOT) gaat thuiszorginstellingen helpen bij het doorvoeren van innovaties. De focus ligt daarbij op kosten en opbrengsten. Businesscases moeten duidelijk maken of een innovatie rendabel is. FAOT, een arbeidsmarktfonds van werkgevers- en werknemersorganisaties in de thuiszorgbranche, maakt gebruik van businesscases. Een businesscase geeft informatie over de financiële gevolgen van de toepassing van de innovatie. Ook maakt het duidelijk welk effect de innovatie heeft op de fysieke belasting van medewerkers, de zelfredzaamheid en de kwaliteit van zorg. Gefaseerde aanpak De aanpak is gefaseerd. LOCOmotion maakt in opdracht van FAOT negen businesscases (geschikt) specifiek voor de thuiszorg. De cases zijn gebaseerd op de aanpak van het Platform Zorginnovatie van de Stichting Regioplus. Thema’s De thema’s van de nieuwe businesscases zijn: • toetsen in plaats van scholen; • opstasystemen; • opmaaksystemen voor bedden; • uitdeelsystemen voor medicijnen. Vanaf september beschikbaar Deze speciaal voor de thuiszorg ontwikkelde businesscases zijn in september 2008 beschikbaar. Vanaf het najaar van 2008 worden de instellingen vervolgens uitgenodigd voor een bijeenkomst. Voor een aantal instellingen dat daarna een businesscase wil implementeren, is dan ondersteuning beschikbaar. Lees meer op www.zorgvoorbeter.nl Zie ook www.faot.nl


16/29

Pianoo-congres Schakelen! voor inkoopprofessionals overheid Schakelen! is dit jaar het motto van het PIANOo-congres. Schakelen tussen mensen én kennis. Daar draait het om in het PIANOo-netwerk: het koppelen van inkoopprofessionals bij de overheid die iets voor elkaar kunnen betekenen. Versnellen naar een hoger niveau in inkoop en aanbestedingen. Inkopers en aanbesteders uit de publieke sector kunnen tijdens het PIANOo-congres doorschakelen door bekenden te ontmoeten, nieuwe contacten te leggen, andere meningen te peilen, kennis te verwerven en te discussiëren. Schakelen tussen actuele onderwerpen In het plenaire deel van het congres wordt er geschakeld tussen enkele actuele onderwerpen op inkoop- en aanbestedingsgebied. Van duurzaam inkopen naar de nieuwe aanbestedingswet. En van aanbestedingen in het nieuws naar enkele innovaties die hoogleraar Jan Telgen beschrijft in zijn nog te verschijnen publicatie. Verder peilt men de mening van prominente netwerkleden in het discussiespel 'Sterke Schakels'. Dagvoorzitter is Wouke van Scherrenburg, bekend van onder meer NOVA/Den Haag Vandaag. 24 deelsessies Schakelen doe je vooral samen. PIANOo wil de deelnemers aan het congres daarom prikkelen tot schakelen in kennis: kennis délen. In 24 deelsessies komen de verschillende facetten van het inkopen en aanbesteden aan bod, toegelicht vanuit de praktijk door inkoopprofessionals uit het PIANOonetwerk. De sessies zijn verdeeld in de categorieën weten regelgeving, professionaliteit van de inkoop, innovatief aanbesteden, duurzaam inkopen en relatie opdrachtgevers-opdrachtnemers. U kunt zich voor dit congres aanmelden via www.pianoo.nl


17/29

WMO: Gemeenten mogen overschot bijna geheel houden Begin april is het bindend Wmo-advies 2009 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), in zijn rol als ‘onafhankelijke derde’, beschikbaar gekomen. Het SCP stelt ieder jaar voor het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen tussen Rijk en VNG een advies op over het macrobudget voor de huishoudelijke hulp van het jaar daarop. Dit overleg vond plaats op 9 april jl. Met betrekking tot het macrobudget Wmo 2009 is het volgende afgesproken: • • •

• •

Het overschot 2007 op de huishoudelijke hulp beloopt € 228 miljoen. Een groot deel van deze onderbesteding is veroorzaakt door aanloopfactoren, een klein deel is te beschouwen als structureel. Overeengekomen is dat dit overschot niet wordt afgeroomd, met uitzondering van een bedrag van € 30 miljoen. Daartegenover staat dat er voor 2009 geen aanvullend budget komt om de kosten van de aangekondigde wetswijziging op te vangen. De VNG gaat ervan uit dat het SCP in zijn advies voor 2010 ingaat op de gevolgen van de wetswijziging. Vanaf 2011 worden de kosten van de wetswijziging regulier meegenomen in het jaarlijkse SCP-advies. Ook is afgesproken dat het onderzoek naar de uitvoeringskosten niet zal leiden tot het compenseren van gemeenten met terugwerkende kracht over de jaren 2007-2009. Het onderzoek zal wel leiden tot vaststelling van het structurele niveau van de uitvoeringskosten vanaf 2010. Bovenstaande betekent dat er in 2009 weinig wordt gesleuteld aan het macrobudget voor de huishoudelijke verzorging. Na 2007 en 2008 is er dus nog een derde jaar met betrekkelijke budgettaire rust.

Meer details volgen in de komende mei-circulaire gemeentefonds van BZK. Lees meer op www.vng.nl


18/29

Provincies gemaand tot betere prestaties in jeugdzorg Minister Rouvoet heeft met de 15 provincies en grootstedelijke regio’s afspraken gemaakt dat zij op diverse gebieden actie ondernemen om de prestaties van de zorg bij opvoeden opgroeiproblemen sneller te verbeteren. Uiterlijk half mei moeten zij hem de uitwerking van de verbeteringen melden. Daarnaast hebben de provincies toegezegd dat zij een uiterste inspanning leveren om binnen een maand wachtlijstcijfers te leveren, volgens de definitie dat kinderen op die wachtlijst langer dan 9 weken geen enkele vorm van zorg hebben ontvangen. Dat schrijft minister Rouvoet in een brief aan de Tweede Kamer. Begin februari bleek dat er grote verschillen zijn tussen de provincies in het wegwerken van de wachtlijsten in de jeugdzorg. Om die reden heeft Rouvoet de afgelopen weken met alle partijen de aanpak van de jeugdzorg besproken. Uit die gesprekken bleek dat niet alle provincies alle instrumenten benutten om uit de huidige middelen en mogelijkheden het optimale effect te halen. Prestatieafspraken In het besef dat een aanpak alleen gericht op méér geld, méér hulpverleners en/of méér zorg ontoereikend is, hebben de gedeputeerden/bestuurders zich gecommitteerd om op een aantal terreinen direct aan de slag te gaan. Elke provincie maakt prestatieafspraken met de zorgaanbieders. Daarnaast zullen zij het te verwachten beroep op de verschillende vormen van zorg beter in kaart brengen. Provincies zullen afspraken maken met gemeenten over de versterking van het lokale preventieve jeugdbeleid. En zij zullen zich samen met de bureaus jeugdzorg voorbereiden op de nieuwe financieringssystematiek, waarin de duur en omvang van de zorg niet meer wordt opgenomen in het indicatiebesluit. Daardoor kan het indicatieproces sneller en eenvoudiger. Ook maakt elke provincie afspraken met aanbieders over de inzet van extra middelen. Zij spreken de aanbieders aan als de resultaten niet snel genoeg worden vastgelegd. Wachtlijstcijfers Uit de gesprekken is tevens gebleken dat de provincies, in afwijking van wat hen is gevraagd, de kinderen die (niet geïndiceerde) vervangende zorg ontvingen in de vorm van licht ambulante zorg, hebben meegeteld bij de wachtlijstcijfers die per 1 januari 2008 zijn aangeleverd. Rouvoet heeft met de provincies afgesproken dat zij zich tot het uiterste zullen inspannen om de jongste wachtlijstcijfers, én die van 1 januari 2008, volgens de gevraagde definitie binnen 1 maand aan hem te leveren. Lees meer op www.jeugdengezin.nl


19/29

Veiligheid en fatsoen belangrijkste waarden Nederlanders vinden veiligheid en fatsoen de belangrijkste waarden in onze samenleving. Dat blijkt uit een onderzoek dat in opdracht van Filosofie Magazine is uitgevoerd (Van Eunen Marketing/Panelclix). Een andere opvallende uitkomst is dat een op de drie Nederlanders vaderlandsliefde een belangrijke waarde in onze samenleving vindt, terwijl de helft er niks om geeft. Ook is opvallend dat tweederde van de Nederlanders vindt dat het met de waarden in het jaar 2007 achteruit is gegaan, terwijl slechts 4 procent verbetering ziet. Daarnaast vinden Nederlanders dat het vooral een taak van de overheid is de waarden te handhaven. Volgens cultuurfilosoof Ger Groot getuigt vooral dat laatste van een bitter pessimisme: “De roep om optreden van de overheid verraadt een fundamenteel wantrouwen van de samenleving in zichzelf.” Alle feiten en cijfers van het onderzoek, de filosofische lemma's van alle genoemde waarden en de analyse van Ger Groot waren te vinden in het decembernummer van Filosofie Magazine. Lees meer op www.filosofiemagazine.nl


20/29

WMO: start programma 'Beter in meedoen' Begin 2008 is het ministerie van VWS na overleg met de VNG gestart met het opzetten van een nieuw programma voor vernieuwing en kwaliteit van de Wmo. Eén jaar na de invoering van de Wmo is het zaak vooruit te kijken en te bezien welke inspanningen nodig zijn om van de Wmo een echte participatiewet te maken. Het programma ‘Beter in meedoen’ richt zich vooral op de vernieuwing en kwaliteitsverbetering binnen de huidige Wmo en in de relatie met andere beleidsterreinen. Het programma is bedoeld om gemeenten, uitvoerende instellingen, professionals en burgers/cliënten te ondersteunen bij de innovatie van het beleid en de kwaliteitsverbetering van de uitvoering van de Wmo. Inhoud van het vernieuwings- en kwaliteitsprogramma Het ministerie van VWS legt in het vernieuwingsprogramma ‘Beter in meedoen’ in de komende jaren het accent op de volgende thema’s: Inhoudelijke thema’s 1. Geweld in afhankelijkheidsrelaties 2. Mantelzorg en vrijwilligers 3. Sociale samenhang 4. Relatie wonen, (gezondheids)zorg en welzijn 5. Relatie Wmo-WWB-WSW (activeringsbeleid) Instrumentele thema’s 1. Gemeentelijke Wmo-instrumenten /bestuurskracht 2. Horizontalisering, inclusief cliënt- en burgerparticipatie 3. Individuele versus algemene voorzieningen in de Wmo (wordt door de VNG opgepakt) Lees verder op www.invoeringwmo.nl


21/29

Woningcorporatie met de beste website Woningcorporatie Pré Wonen in Velserbroek is de winnaar van de Woningcorporatie Web Monitor 2008. Dit een analyse van de Woningcorporatie Web Monitor 2008 van USP Marketing Consultancy en Between-us, een adviesbureau voor effectief en maatschappelijk ondernemen waarin de klantvriendelijkheid van corporaties wordt getest. De resultaten werden op 15 april 2008 gepresenteerd in Hotel Arena in Amsterdam. Pré Wonen kreeg voor haar website een 8,2 als gemiddeld rapportcijfer. Vestia in Rotterdam en Mitros in Utrecht volgden met respectievelijk een 7,8 en een 7,7. Pré Wonen dankt haar koppositie onder andere aan de gebruiksvriendelijke structuur van de website en aan het feit dat er uitgebreid aandacht wordt besteed aan de samenwerking met belanghouders, zoals zorginstellingen en gemeenten. In totaal zijn de websites van 50 woningcorporaties onderzocht. Deze sites werden begin 2008 onderworpen aan een expertanalyse op basis van 44 criteria. De uitkomsten van deze analyse zijn vervolgens naast de cijfers van de meest recente UPS Bewonersscan gelegd. Zo konden de verwachtingen van de huurders worden afgezet tegen de daadwerkelijke online dienstverlening die corporaties bieden. Lees meer op www.aedesnet.nl


22/29

Zorg op afstand heeft de toekomst ActiZ ziet 'Zorg op afstand' als één van de meest veelbelovende innovaties van de toekomst. ActiZ voert sinds een paar jaar een programma uit om zorgorganisaties bij deze initiatieven te helpen, te ondersteunen en hun belangen te behartigen. In het ActiZ programmaplan 2007-2010 worden de ambities en resultaten beschreven voor de komende twee jaar. Arbeidsmarkt Het is volgens ActiZ geen vraag meer of Zorg op afstand er komt. Het gaat inmiddels om de brede implementatie van Zorg op afstand in Nederland. Op dit moment ontvangen al ongeveer 1000 cliënten zorg en begeleiding via het (beeld)scherm waarbij de cliënt en de zorgverlener elkaar kunnen zien en horen. Dit aantal kan de komende jaren enorm uitgebreid worden. ActiZ ziet Zorg op afstand als één van de oplossingen voor het probleem van de toenemende zorgvraag bij een krimpende arbeidsmarkt. Koplopers ActiZ ondersteunt het landelijk netwerk van organisaties die Zorg op afstand bieden aan hun cliënten. Binnen het netwerk worden ervaringen en kennis gedeeld. Ook vervult het netwerk een rol bij het beter afstemmen van regelgeving en financiering van deze nieuwe vorm van zorgverlening. De huidige leden van het Netwerk zijn: Amant Thuiszorg, Aveant, Careyn Zorggroep, Meavita Nederland, Thuiszorg het Friese Land, Thuiszorg Groot Rijnland, Thuiszorg Noord Limburg/STAT Limburg, Thuiszorg Westelijke Mijnstreek, Vierstroom/de Zorgring en Zuidzorg. Ook andere zorgorganisaties die daadwerkelijk Zorg op afstand aanbieden, kunnen lid worden van het netwerk. Transitieprogramma Langdurende Zorg Het Transitieprogramma van het Ministerie van VWS en de brancheorganisaties in de AWBZ stimuleert innovaties die bijdragen aan een oplossing voor de toenemende zorgvraag. Het landelijke netwerk Zorg op afstand en de projecten Zorg op afstand van Meavita en Zuidzorg zijn alle drie projecten in de eerste fase van dit programma. De kennis en ervaring die in deze projecten wordt opgedaan, komen beschikbaar voor de hele branche. Effectmeting Om zicht te krijgen op de effecten van Zorg op afstand laat ActiZ dit voorjaar uitgebreid onderzoek doen door het NIVEL onder cliënten, mantelzorgers, projectleiders en professionals. Deze onderzoeksresultaten zullen voor de zomer bekend zijn. Lees meer op www.kcwz.nl


23/29

Accountmanagement in subsidierelaties Het Engelse ‘account’ betekent ‘klant’ of ‘opdrachtgever’. Het accountmanagement komt vrij vertaald neer op ‘klantmanagement’ of ‘opdrachtgevermanagement’. Gemeenten zitten zelf in de rol van ‘opdrachtgever’. Het accountmanagement bij gemeenten moet dan ook vooral gezien worden als ‘opdrachtnemermanagement’. Accountmanagement is in de zeventiger jaren van de vorige eeuw ontwikkeld door fabrikanten van consumentengoederen en was specifiek gericht op de grote distributeurs (accounts). Op dit moment wordt accountmanagement in vrijwel alle bedrijfstakken toegepast, zowel in de profit als de non-profit sector. Accountmanagement kan worden beschouwd als een specifieke marktbenadering gericht op zakelijke afnemers. In de traditionele marketingmix met de 4 P’s (product, prijs, plaats, promotie) maakt de accountmanager deel uit van de derde ‘P’, de plaats waar vraag en aanbod bij elkaar komen. Ontwikkelingen in accountmanagement In zakelijke relaties komt het steeds vaker voor dat er naast eisen over kwaliteit en prijs bij afnemers ook steeds meer vragen zijn om een intensievere samenwerking op het gebied van marketing, producten dienstontwikkeling, distributie en logistiek. Bedrijven - profit en ook steeds meer non-profit - reageren hierop door het aanstellen van accountmanagers. Het doel van het accountmanagement is dan het tot stand brengen van een winstgevende duurzame zakelijke relatie met zakelijke afnemers. In subsidierelaties wordt veelal langdurig met aanbieders gewerkt. Winstgevendheid van een langdurige subsidierelatie zit niet zozeer in financiële winstgevendheid, maar meer in de realisatie van een steeds beter aanbod van diensten voor de burgers van de gemeente. Gemeenten hebben naast eisen over de kwaliteit en de prijs van gesubsidieerde diensten ook steeds vaker wensen op het gebied van samenwerking tussen organisaties onderling of met verschillende afdelingen van een gemeente. Accountmanagement heeft dan ook alles te maken met het behouden, ontwikkelen en (vaak) op elkaar afstemmen van (lokale) aanbieders. In de zakelijke wereld is de accountmanager al lang geen ‘verkoper’ meer in de traditionele zin van het woord, zoals vaak nog gedacht wordt. De rol van de accountmanager heeft zich in die wereld de laatste dertig jaar drastisch gewijzigd, vooral de indicator voor succes. De accountmanager is steeds meer partner van de klant geworden, waarbij men samen op zoek gaat naar het creëren van win-win situaties en toegevoegde waarde voor de klant zelf (de opdrachtnemer) en of de afnemers van die klant (de burger). Oftewel, weet de maatschappelijke organisatie in voldoende mate bij te dragen aan de door een gemeente geformuleerde doelstelling en leidt dit tot betere resultaten voor de afnemer van de gesubsidieerde diensten? Periode 30 jaar geleden 20 jaar geleden 10 jaar geleden Nu

Rol accountmanager Verkoper Relatiebeheerder Consultant Business Partner

Indicator voor succes Omzet Relatie Advies Toegevoegde waarde

Om ‘Business Partner’ te kunnen zijn is het wel belangrijk dat de accountmanager een eigen visie heeft op de ontwikkelingen in de branche, de problematiek van de opdrachtnemer en de wensen van de eigen gemeentelijke organisatie, anders wordt het moeilijk om een ‘deal’ te maken en een concrete (subsidie)overeenkomst te sluiten. Rol accountmanagement binnen subsidierelaties Accountmanagement in subsidierelaties is niet een op zichzelf staand fenomeen, maar maakt integraal onderdeel uit van de (subsidie)strategie van een gemeentelijke organisatie. Als het goed is, is deze uitgewerkt in het raads- en collegeprogramma en krijgt zijn vertaling in de programma- en/of productbegroting en beleidsnotities. Deze vormen de basis voor een accountmanagementplan op bijvoorbeeld afdelingsniveau (afdelingsjaarplan) en een accountplan per opdrachtnemer.


24/29

Accountmanagement start met het formuleren van duidelijke doelstellingen: aan welke maatschappelijke problemen of kansen wil een gemeente middels subsidiëring van maatschappelijke of culturele organisaties een bijdrage leveren? Door deze zo concreet mogelijk te formuleren kan met een gerichte vraag naar de ‘opdrachtnemer’ gegaan worden. Het blijkt dan ook altijd weer een vorm van maatwerk te zijn. Thema’s in het accountmanagementplan kunnen zijn: • • • • •

Behouden van bestaande subsidierelaties of aantrekken van nieuwe Betrekken van burgers bij behoeftepeiling Maatschappelijk resultaat per account vergroten Maatschappelijk ondernemerschap stimuleren Gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe diensten (co-makership)

Vervolgens wordt hier per ‘opdrachtnemer’ een accountplan opgesteld. Accountmanagement is een hulpmiddel om in subsidierelaties gemeentelijke doelstellingen te realiseren. De basis vormt het accountmanagementplan van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Van daaruit moeten accountmanagement-doelstellingen per maatschappelijke organisatie vastgesteld worden, en moet er worden gekozen voor een goede strategie en de inzet van de juiste kennis en middelen op het juiste niveau. Goed uitgevoerd accountmanagement kan er voor zorgen dat subsidiegever en subsidienemer niet als tegenstanders opereren, maar op basis van partnership (co-makership). Vier uitgangspunten voor succesvol accountmanagement in subsidierelaties • Organisatie: hoe kan de gemeente (accountmanager) een opdrachtnemer optimaal bedienen en zorgt de gemeente (accountmanager) ervoor dat ook de eigen organisatie waar maakt wat men belooft? • Relatiemanagement: welke activiteiten onderneemt de gemeente (accountmanager) om de opdrachtnemer optimaal geïnformeerd en geïnteresseerd te houden? • Aandacht: hoe houdt de gemeente (accountmanager) iedereen scherp, zowel in de DMO als binnen andere gemeentelijke afdelingen, bestuur en raad? • Instelling: hoe bereikt de gemeente (accountmanager) maximale klanttevredenheid bij de eindgebruiker, de burger? Meer informatie Stade Advies verzorgt trainingen voor accounthouders bij gemeenten. Voor informatie over deze trainingen kunt u contact opnemen met [email protected] of [email protected]


25/29

CJG gereedschapskist Zoekt u gereedschap dat u kan ondersteunen bij de invoering van één of meer Centra voor Jeugd en Gezin? Op de website www.invoeringcjg.nl van de VNG en het ministerie voor Jeugd en Gezin vindt u een gereedschapskist waarvan de inhoud wordt gevuld op basis van uw behoeften. Met de ondersteunende instrumenten en hulpmiddelen kunnen gemeenten en uitvoerende instanties/professionals hun eigen (beleids-)keuzes maken en de Centra voor Jeugd en Gezin naar eigen inzicht inrichten en vormgeven. Inhoud gereedschapskist: Handvatten voor het bestuurlijke traject dat u gezamenlijk doorloopt om de taken te bundelen die een Centrum voor Jeugd en Gezin uitvoert. Dit deel richt zich op trajecten die onder gemeentelijke regie tot stand komen, zoals: • Visievorming; • De wijze waarop u een Centrum voor Jeugd en Gezin herkenbaar maakt in de omgeving; • Het bestuurlijke proces om tot een Centrum voor Jeugd en Gezin te komen; • Op bestuurlijk niveau sluitende afspraken maken over samenwerking en taakverdeling; • De keuze voor een logische locatie voor een laagdrempelig inlooppunt. Handvatten om de professionaliteit van een Centrum voor Jeugd en Gezin te ondersteunen. Dit deel richt zich op de beantwoording van vragen als: • Hoe bereik ik de uiteenlopende doelgroepen? • Hoe geef ik invulling aan de coördinatie van zorg? • Hoe weet ik maximaal gebruik te maken van de eigen kracht van ouders en sociale omgeving? • Hoe zorg ik ervoor dat mijn centrum in de praktijk een laagdrempelig en goed toegankelijk inlooppunt wordt? De VNG en het ministerie voor Jeugd en Gezin hebben een lijst samengesteld van ‘materiaal’ dat in de gereedschapskist thuishoort. De lijst is bewust nog beperkt. U geeft aan naar welk materiaal u op zoek bent en wat prioriteit heeft. Materiaallijst • Een wegwijzer voor een Centrum voor Jeugd en Gezin, waarin vanuit een helicopterview de realisering van een CJG wordt benaderd: van visievorming tot het daadwerkelijk werken met het motto ‘het kind centraal’. In ontwikkeling. • Tips en ideeën om de doelgroep van 12 jaar en ouder te bereiken. Moet nog ontwikkeld worden. • Tips en ideeën om ouders met een niet-Nederlandse culturele achtergrond te bereiken. Eind 2007 zijn proeven in enkele gemeenten gestart. Resultaten komen eind 2008 beschikbaar. • De aansluiting van het CJG met Bureau Jeugdzorg. Binnen het traject Opvoeden in de buurt experimenteren enkele gemeenten en provincies de komende periode hiermee. In de eerste helft van 2009 verschijnt hiervan een evaluatie. • De aansluiting tussen een CJG en een zorg-adviesteam (ZAT). Moet nog ontwikkeld worden. • De aansluiting tussen CJG en Veiligheidshuizen. Moet nog ontwikkeld worden. • Modellen voor sluitende afspraken rond coördinatie van zorg. Moet nog ontwikkeld worden. • Het CJG en de Verwijsindex Risicojongeren. • Informatie over de manier waarop een CJG de ‘eigen kracht’ van gezinnen kan versterken. Moet nog ontwikkeld worden. • Informatie over de samenhang tussen de aanpak van kindermishandeling en de inrichting van Centra voor Jeugd en Gezin. Lees meer op www.invoeringcjg.nl en op www.stade-advies.nl


26/29

Regelhulp.nl wint publieksprijs innovatie Tijdens het Innovatiefestival van Inaxis won Regelhulp.nl zowel de jury- als de publieksprijs. Regelhulp helpt mensen bij het vinden van de juiste voorzieningen en organisaties op het terrein van de zorg en sociale zekerheid. Zij kunnen er in één keer verschillende voorzieningen aanvragen. De site is een initiatief van de ministeries van VWS en Sociale Zaken, in samenwerking met het CWI, CIZ en UWV. De gemeenten Veldhoven, Valkenswaard en Eindhoven hebben als pioniergemeenten bijgedragen aan de ontwikkeling van Regelhulp. Lees meer op www.minvws.nl


27/29

Klantoriëntatie bij de overheid Een overheidsorganisatie die zich duidelijk oriënteert op de wensen van de burger en die wensen vervolgens ook als uitgangpunt neemt, is in staat de kwaliteit van haar dienstverlening aanzienlijk te verbeteren. In de kern bestaat klantoriëntatie uit: Het luisteren naar de wensen van de burger en het tijdig leveren van de afgesproken diensten door beleefd en competent personeel. Middelen die kunnen worden ingezet voor een effectieve klantoriëntatie, zijn o.a. kwaliteitshandvesten. In een kwaliteitshandvest doet een overheidsorganisatie een aantal beloften over de kwaliteit van de dienstverlening, en er staan concrete, cliëntgerichte normen in over de dienstverlening. De normen zijn openbaar en worden helder gecommuniceerd als belofte aan de burger. Tot slot maakt een handvest ook duidelijk hoe de burger gecompenseerd wordt als de belofte niet nagekomen wordt. Een toegankelijke klachtenprocedure is daarbij essentieel. Op de website www.kwaliteitshandvesten.nl vindt u informatie en voorbeelden rondom kwaliteitshandvesten. Bron: www.centrumvoorgoodgovernance.nl


28/29

Training BCF - van intentie naar resultaat Vaak blijkt dat het maken van afspraken tussen lokale overheden en uitvoerende organisaties over het werk, de resultaten, de rapportage en prestaties lastig is, ondanks goede intenties van beide kanten. Stade Advies biedt houvast met de systematiek Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF). Dit is een hanteerbaar model dat u kan helpen bij uw rol als opdrachtgever of opdrachtnemer, wat leidt tot een beleids- en vraagrelevante aansturing van maatschappelijke organisaties. Op donderdag 22 en 29 mei organiseert Stade Advies een tweedaagse training BCF - van intentie naar resultaat. Deze training is gericht op beleidsmedewerkers van gemeenten en managers van maatschappelijke organisaties die in de rol van projectleider de invoering van Beleidsgestuurde Contractfinanciering in hun subsidierelatie moeten realiseren, of al enige jaren ervaring hebben met BCF en zoeken naar een verdieping van hun kennis en vaardigheden. Voor meer informatie over deze en andere cursussen, kijk op www.stade-advies.nl


29/29

e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

Recommend Documents