St@dium
e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven
Nummer 1, januari 2008
Inhoud:
1. Welkom bij het e-zine van Stade Advies .................................................................................... 2 2. Wisseling directie Stade Advies BV ........................................................................................... 3 3. Eindejaarsuitgave 2007 Stade Advies........................................................................................ 4 4. Vakconferentie opbouwwerk 2007 ............................................................................................. 5 5. Omgaan met allochtone cliënten in de thuiszorg ....................................................................... 6 6. Investeer in kwaliteit van het jongerenwerk!............................................................................... 7 7. Jongeren in actie ‘Hang Around’ ................................................................................................ 9 8. Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, wel of niet aanbesteden? ................................ 10 9. Esthetisch Verantwoord Ondernemen? ................................................................................... 14 10. Informatie-stress....................................................................................................................... 15 11. Wet BIG en de effecten ............................................................................................................ 16 12. Innovatieprijs jeugdgezondheidszorg: portaal voor ouders...................................................... 17 13. Prijs voor woonservicegemeente Geldrop-Mierlo .................................................................... 18 14. WMO: samenwerking MEE-organisaties en gemeenten ......................................................... 19 15. Sport en cultuur bij jeugd stimuleren ........................................................................................ 20 16. Keer de verloedering ................................................................................................................ 21 17. Vrouwen als toezichthouder ..................................................................................................... 22 18. WMO-soap GSHS: gedeelde smart is halve smart.................................................................. 23 19. Extra ondersteuning voor arme kinderen ................................................................................. 24 20. Trudo bovenaan in VROM prestatie-index 2006 ...................................................................... 25 21. De verstikkende roep om vadertje staat................................................................................... 26 22. Schuldhulpverlening uitbesteden? ........................................................................................... 27 23. Alliantie maatschappelijke instellingen versterkt wijkaanpak ................................................... 29 24. WMO: wegwijzer voor het Wmo-beleidsplan............................................................................ 30 25. Onderhandelen in subsidierelaties ........................................................................................... 31 26. De praktijk van ambulant jongerenwerk ................................................................................... 33
Colofon St@dium is een uitgave van Stade Advies en verschijnt 11 keer per jaar. Redactie: de heer J. Floris en mevrouw S. van der Lugt Redactie-adres : Stade Advies, Postbus 13124, 3507 LC Utrecht T: (030) 23 61 861, E:
[email protected] www.stade -ad vies.nl © 2004 Stade Advies – Alle rechten voorbehouden
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
1/35
Welkom bij het e-zine van Stade Advies Allereerst willen wij u een inspirerend en succesvol 2008 toewensen! Met dit e-zine brengen we u op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en wetenswaardigheden in de maatschappelijke sector en van onze mogelijkheden om u hierin bij te staan. Niet alle artikelen en nieuwsflitsen zullen op u, uw organisatie of uw functie van toepassing zijn. Toch zijn wij er van overtuigd dat u zeker steeds een aantal wetenswaardigheden of trends aantreft die voor u interessant zijn. Kijkt u zelf! St@dium verschijnt aan het begin van iedere maand, behalve in augustus. Het volgende nummer kunt u op 1 februari 2008 verwachten. Natuurlijk stellen we het op prijs uw reactie te ontvangen. Heeft u ideeën, opmerkingen, suggesties of aanmerkingen? Mail deze naar de redactie. Dit kunt u doen via de knop 'Contact'. Het kan zijn dat u deze St@dium ontvangt zonder dat u zich hiervoor aangemeld heeft. Mocht u dit e-zine niet meer willen ontvangen, dan kunt u dit laten weten via de knop 'Aan- en afmelden'. Wilt u meer weten over onze diensten en producten, kijk dan ook op onze website www.stadeadvies.nl. Als u vragen heeft, dan kunt u vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen. Telefonisch zijn wij bereikbaar tijdens kantooruren op nummer (030) 23 61 861. U kunt ons ook een e-mail sturen via de knop 'Contact', dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op. De redactie Anja van der Pol Sjaak Floris
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
2/35
Wisseling directie Stade Advies BV Per 1 januari 2008 treedt Sjaak Floris af als directeur van Stade Advies BV. Sjaak wordt opgevolgd door Erik Vermathen, nu nog waarnemend directeur. In 1991 werd Sjaak Floris directeur van wat toen nog de STOUW heette; de steunfunctie voor de welzijnsorganisaties in de stad Utrecht. Vanaf dat moment heeft hij succesvol leiding gegeven aan het proces om met een deel daarvan - onder de naam Stade Advies - landelijk een goede marktpositie te ontwikkelen als adviesbureau. Stade Advies BV is inmiddels bekend als het landelijk adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. In 2005 werd in het transformatieproces een volgende mijlpaal bereikt door de aankoop van ons bureau door 5 medewerkers: Sjaak Floris, Johan Kruithof, Jan Tilburgs, Erik Vermathen en Albert Veuger. Begin dit jaar werd bij Sjaak kanker geconstateerd, met een ingrijpende operatie als gevolg. Kort daarna gaf hij te kennen dat hij zijn rol als directeur wilde loslaten. Wij hebben vanzelfsprekend met veel respect gereageerd op deze voor Sjaak begrijpelijke, maar ook ingrijpende stap. Gelukkig heeft Sjaak aangegeven zijn grote kwaliteiten en kennis van de markt te willen blijven inzetten voor Stade Advies, maar dan in de rol van senior vennoot en senior adviseur. We zijn bijzonder verheugd dat Sjaak aan ons bureau verbonden blijft. In het voorjaar van 2008 zullen wij - tijdens een eigen conferentie - het afscheid van Sjaak Floris als directeur ook extern van het verdiende cachet voorzien. U ontvangt daarover nader bericht. Voor nu willen wij hem van harte bedanken voor zijn stimulerende rol en drijvende kracht achter het complexe transformatieproces dat Stade Advies met veel succes heeft doorgemaakt. We zijn trots op ons adviesbureau en zullen met kracht blijven werken aan onze missie om - samen met u - de kwaliteit van samenleven te verbeteren. Zoals gezegd wordt Sjaak per 1 januari aanstaande opgevolgd door Erik Vermathen. Ook Erik is al vele jaren aan ons bureau verbonden als senior adviseur, manager en het laatste jaar ook als waarnemend directeur. Vennoten en bestuur waren het er snel over eens dat hij de nieuwe directeur zou moeten worden. Zoals verwacht bleek ook dat het volledige bureau veel vertrouwen in deze nieuwe directeur stelt. Leiding en sturing van ons bureau zijn bij hem in goede handen, zodat wij u ook in de toekomst naar tevredenheid kunnen blijven adviseren over maatschappelijke vraagstukken. Namens vennoten, bestuur en medewerkers van Stade Advies BV, Johan Kruithof Vennoot/manager
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
3/35
Eindejaarsuitgave 2007 Stade Advies Al enkele jaren geeft Stade Advies een eindejaarsuitgave uit, de laatste uit 2006 behandelde de Beleidsgestuurde Contract Financiering. Ook dit jaar hebben we zo’n eindejaarsuitgave gemaakt, dit keer met zeer persoonlijke bijdrages van onze adviseurs. Voor het eerst ontvangt u deze uitgave als een digitaal boek, begin januari van het nieuwe jaar. Het thema is samenwerken aan de ‘kwaliteit van samenleven’. Met ons gezamenlijke samenleven is veel aan de hand. Na de meer idealistische zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw zette het individualisme fors door. Volgens filosofen begon dit traject al enkele eeuwen terug, in de barokke Verlichting. Met als voorlopig ‘hoogtepunt’ ons huidige tijdsgewricht. We kregen meer persoonlijke vrijheid en meer welvaart. Dit leidde tot een beter leven voor iedereen maar ook tot het ‘ik-tijdperk’, waarin velen het eigen geluk voorop plaatsen. Er zijn geen pasklare recepten om in deze tijd te werken aan kwaliteit van samenleven, althans wij kennen ze niet. We denken er natuurlijk wel over na en dit keer hebben we dat in onze eindejaarsuitgave 2007 heel expliciet gedaan. Voor u! Niet zwaar uitgemeten, vooral persoonlijk getint, eerlijk, een beetje prikkelend, in woord en beeld. Aan het begin van 2008 wordt dit ons cadeautje voor U.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
4/35
Vakconferentie opbouwwerk 2007 Op 22 november werd de 2007-editie van de Vakconferentie Opbouwwerk gehouden in de Jaarbeurs te Utrecht. Ondanks de vele veranderingen in het afgelopen jaar (van LCO naar MOVISIE) wisten de regelmatige bezoekers de conferentie toch weer te vinden. Ruim 200 mensen waren aanwezig. Ook een aanzienlijk contingent studenten en jonge beroepsbeoefenaren was aanwezig. In haar inleiding gaf Elly van Kooten, projectdirecteur Wijken van VROM-WWI, aan dat het ministerie erg geïnteresseerd is samenwerking met sociale professionals in de wijken, zoals de opbouwwerkers. Onder invloed van het beleid (WMO, Wijkenaanpak) benadrukte ze dat het wel van belang is dat de werksoort zich verder vernieuwt. Professor Talja Blokland riep de opbouwwerkers op om toch vooral de straat als werkterrein te blijven kiezen. Het domein achter de voordeur behoort aan andere professionals toe, de opbouwwerker hoort in de openbare ruimte actief te zijn. Stichting Stiel uit Groningen heeft de prijs voor de beste projectpresentatie gewonnen. De prijs wordt jaarlijks door studenten toegekend op de Vakconferentie Opbouwwerk. Dit jaar waren de studenten afkomstig van hogescholen in Groningen en Utrecht. Het complete verslag van de vakconferentie Opbouwwerk is te lezen in het decembernummer van vakblad MO/Samenlevingsopbouw. Bron: www.movisie.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
5/35
Omgaan met allochtone cliënten in de thuiszorg De Stichting Thuiszorg Midden Gelderland in Arnhem is bezig met het verwerven van nieuwe klanten en de verbetering van haar dienstverlening. Vanwege het relatief grote aantal tweede generatie Turken in Arnhem, is de inzet vooral om hen beter van dienst te kunnen zijn. Om die reden ontwikkelde Stade Advies een training voor ziekenverzorgenden C en D, wijkverpleegkundigen, zorgcoördinatoren en teamleiders. Samen met een extern ingehuurde Surinaamse adviseur (Dhr. Macnack) werd de training 'bewust worden en bereiken van allochtone groepen' ontwikkeld. Het risico met dergelijke opdrachten is soms dat klanten min of meer verwachten een handboek in handen te krijgen over 'hoe gaan we toch met die Turken/allochtonen om?’ Maar zoiets bestaat natuurlijk niet, want ieder mens is uniek. Niet dat we daarmee de etnische en culturele achtergrond van mensen aan de kant willen schuiven, maar contact met mensen, met welke achtergrond dan ook, vraagt nu eenmaal om maatwerk en bewustzijn. Training De training geeft achtergrondinformatie over Turkije en algemene zaken als geschiedenis, politiek, gebruiken en dergelijke, maar is vooral gericht op communicatie. De training richt zich onder andere op de eigen houding en het gedrag dat daaruit voortvloeit. Zodat mensen zich bewust worden van hun eigen angsten en valkuilen, maar ook van hun kansen. Omdat de eigen perceptie zich altijd zal vertalen in (ongewild) verbaal en non-verbaal gedrag. Deze insteek heeft vele cursisten verbaasd en gaf eerst veel weerstand, vooral omdat die betekende dat zij kritisch naar zichzelf moesten kijken. Door te werken met rollenspelen, werden deelnemers zich echter steeds meer bewust van hun eigen communicatie én hun kansen om professioneel de regie te nemen. Niet alleen richting klant, maar ook in de interne organisatie. Bij lastige kwesties blijven we vaak eindeloos dezelfde aanpak gebruiken om tot een oplossing te komen, ook als die benadering geen bevredigend resultaat geeft. Om dit te doorbreken is het vaak veel slimmer om juist een andere benadering te kiezen: die zal dan waarschijnlijk meer effect hebben. Door deze training leren deelnemers in te zien dat zij bewust kunnen kiezen voor een alternatieve aanpak. Interculturalisatie begint immers bij jezelf, niet bij de ander. Het gereedschap dat richting kan geven aan veranderingen heb je zelf in handen. Voor meer informatie, neem contact op met: Inez Hallewas, tel. (030) 23 61 861 of
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
6/35
Investeer in kwaliteit van het jongerenwerk! Kwalitatief sterk jongerenwerk speelt een belangrijke rol in het voorkomen en aanpakken van problemen in wijken en buurten en het versterken van jeugdigen. Jeugdigen in risicosituaties verdienen extra aandacht. Jeugd leert vooral door positieve voorbeelden en benaderingen. Met straffen alleen komen we er niet. Het jongerenwerk verdient aandacht voor professionalisering en ondersteuning. In een recent onderzoek naar de professionalisering van jongerenwerkers wordt duidelijk dat jongerenwerkers gemotiveerd zijn om hun vak bij te houden en meer willen weten over de leefwereld van jongeren, methodieken en projecten, maatschappelijke ontwikkelingen en vaardigheden als samenwerken en evalueren (NJI, Hoe houden jongerenwerkers hun vak bij, 2007. Te downloaden op http://www.nji.nl). Voor het organiseren en uitvoeren van kwalitatief goed jongerenwerk is het belangrijk dat: • er een duidelijke opdracht vanuit de gemeente ligt; • de welzijnsorganisatie een heldere visie heeft met een concrete uitwerking hiervan; • het jongerenwerk een duidelijke positie heeft in de jeugdketen; • jongerenwerkers getraind worden in het uitvoeren van hun taak; • het jongerenwerk zich actief en positief profileert; • het jongerenwerk actief met jongeren en bewoners werkt aan participatie en sociale cohesie; • het jongerenwerk een bijdrage levert aan veiligheid door haar rol in de aanpak van overlast. Stade Advies heeft jarenlange ervaring in het ondersteunen en adviseren van gemeentes en welzijnsorganisaties met betrekking tot jongerenwerk. Eén van onze uitgaven is het beknopte en praktische boekje ‘Zoek jongeren op waar ze te vinden zijn. Methodiek voor ambulant jongerenwerk’. Dit is nog te bestellen via de website www.stade-advies.nl. Ook organiseert Stade Advies jaarlijks Hang Around, een landelijke wedstrijd waar hangjongeren de kans krijgen om zich van hun goede kant te laten zien door een positieve actie te organiseren voor hun eigen buurt. De ervaringen van de afgelopen jaren zijn dat het goed lukt om op deze manier sociale cohesie in de buurt en participatie van jongeren te versterken. Voor het jongerenwerk is dit een goede manier om zich positief te profileren. Aanmelden voor 2007-2008 kan nog tot 31 januari via www.hangaround.nl. Voorbeelden van opdrachten op het terrein van jongerenwerk die Stade Advies heeft uitgevoerd zijn: • Ontwikkelen van de visie op jongerenwerk voor een welzijnsorganisatie in de lokale situatie in samenwerking met een team van jongerenwerkers. • Bieden van in-company training aan jongerenwerkers op specifieke onderdelen van hun werk, zoals de rol van het jongerenwerk in de aanpak van jeugdoverlast, signaleren en toeleiden, samenwerken in een netwerk. • Bieden van intervisie aan jongerenwerkteams. • Evalueren van het jongerenwerk en het benoemen van kansen voor de toekomst. Het beschrijven van de producten van het jongerenwerk. • Het formuleren van een opdracht voor het jongerenwerk vanuit de gemeente via de werkwijze van Beleidsgestuurde Contract Financiering. • Organiseren van een traject voor kwaliteitsverbetering van het jongerenwerk. Via een diversiteit aan werkwijzen zoals intervisie, workshops en studiedagen. • Opstellen van functiebeschrijvingen en competentieprofielen voor het jongerenwerk. • Ontwikkelen en implementeren van Jongeren op Straat, een integrale aanpak van jongerenoverlast door gemeente, politie en welzijnswerk in een gemeente. Begin volgend jaar bieden wij een aantal trainingen aan: •
Praktijksessie aanpak Jongeren op Straat op 13 maart, 8 april en 13 mei. Vertegenwoordigers vanuit welzijn, gemeente en politie gaan samen aan de slag om invulling te geven aan een integrale aanpak van jeugdoverlast in de gemeente. Inschrijfformulier
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
7/35
• •
Training ambulant jongerenwerk op 20 maart, 9 april en 24 april. Jongerenwerkers leren meer over de praktijk van het ambulant jongerenwerk. Inschrijfformulier
Wilt u meer informatie, een vrijblijvend gesprek of offerte over de mogelijkheden om het jongerenwerk in uw gemeente te versterken, dan kunt u contact opnemen met dhr. A. Veuger, tel. (030) 23 61 820,
[email protected] of een kijkje nemen op www.stadeadvies.nl.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
8/35
Jongeren in actie ‘Hang Around’ Hangjongeren die via Hang Around een positieve actie willen organiseren voor hun eigen buurt, kunnen zich nog tot 31 januari inschrijven met hun idee. De tien groepen die het beste idee presenteren, krijgen 1000 euro om hun actie daadwerkelijk uit te voeren. Dus doe mee! Het wedstrijdformulier is te downloaden op www.hangaround.nl. Hang Around is een wedstrijd voor jongeren van 10 tot 20 jaar uit heel Nederland. Groepen jongeren bedenken een actie waarbij ze tenminste 100 buurtbewoners op een positieve manier bereiken. Bijvoorbeeld met een fototentoonstelling over de buurt, een rap/dans-battle, een buurtlied, een minifestival, het opknappen van een speeltuin of een karaokeshow. Door mee te doen kunnen ze het contact met de buurt vergroten door te laten zien dat zij meer kunnen dan rondhangen. Slotevenement in Walibi World De 10 groepen met de beste ideeën zullen in mei 2008 hun acties in de eigen buurt of wijk uitvoeren. In juni ontmoeten alle deelnemende jongeren elkaar in Walibi World en reikt een deskundige jury tijdens het slotevenement de Hang Around Awards uit. Dan wordt duidelijk welke stad of dorp de titel ‘Hangplek van Nederland 2008’ verdient. Hang Around is een initiatief van Stade Advies en ‘En toch producties’ en wordt mogelijk gemaakt door Stichting DOEN, Jantje Beton, het Oranje Fonds, Walibi World en de Nationale Jeugdraad. Informatie Voor meer informatie kunt u terecht bij: Sylvia van Woudenberg,
[email protected], 06 22 48 0842 Janneke Ebben,
[email protected], 06 23 06 3971 Lees meer op: www.hangaround.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
9/35
Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, wel of niet aanbesteden? •
Aanbesteden of subsidiëren
Bij de vraag of gemeenten verplicht zijn in de sector welzijn of maatschappelijke dienstverlening te gaan aanbesteden, moeten eerst enige formele uitgangspunten met betrekking tot de subsidierelatie in ogenschouw worden genomen. De Welzijnswet uit 1994 is opgenomen in de WMO. In de opzet en de doelstelling van de Welzijnswet zijn onder de WMO echter geen grote inhoudelijke wijzigingen opgetreden. Bij een aantal voorzieningen die onder de WMO vallen is momenteel nog steeds sprake van een subsidierelatie tussen een gemeente en de leverende instelling. Dit is het geval bij veel welzijnsdiensten en voorzieningen zoals het ouderenwerk, het sociaal –cultureel werk en het vrijwilligerswerk. De organisaties die deze diensten leveren worden meestal gesubsidieerd door de gemeente. De gemeente moet een subsidieverordening hebben opgesteld, waarin regels worden gesteld in aanvulling op AWB. Het gaat in de subsidieverordening vaak om verplichtingen die gelden voor een organisatie die subsidie ontvangt, maar ook om bevoegdheden voor het College van B & W. Bijvoorbeeld voor de afroming van door subsidie gevormd vermogen. Ook kunnen in een subsidieverordening subsidiedoelen zijn opgenomen. In een subsidierelatie is er sprake van een publiekrechtelijke overeenkomst. Een belangrijk kenmerk van een subsidierelatie / een publiekrechtelijke overeenkomst is dat een gemeente niet is staat is nakoming te vorderen van de activiteiten die zijn opgenomen in de subsidieaanvraag. Wel kan de gemeente de subsidie lager vaststellen of al uitgekeerde subsidie terugvorderen. In het uiterste geval kan de subsidierelatie worden beëindigd. Anders gezegd: als een welzijnsorganisatie niet doet wat is afgesproken in de subsidieaanvraag kan de gemeente niet bewerkstelligen dat de afgesproken prestaties alsnog wordt geleverd. De gemeente kan wel korten op de subsidie, subsidie terugvorderen of de organisatie in het vervolg niet meer subsidiëren. Dat alles op een rij gezet betekent nog steeds dat gemeenten er ook voor kunnen kiezen om welzijnsdiensten aan te besteden (inkopen). Op andere beleidsterreinen is de gemeentelijke keuzevrijheid beperkter (onder andere op het terrein van de educatie: ROC ’s sluiten altijd privaatrechtelijke overeenkomsten af met de gemeentelijke opdrachtgever). Het is niet eenvoudig een scherpe grens te trekken tussen een subsidierelatie en een inkooprelatie. Heel algemeen kan worden gesteld dat wanneer er meerdere instellingen zijn, die elk aan meerdere opdrachtgevers leveren, de gemeente zou moeten kiezen voor een inkooprelatie / aanbesteding. Ook is er de opvatting dat waar diensten en /of voorzieningen op een potentiële markt te verkrijgen zijn, er moet worden ingekocht. Onder aanbestedingsjuristen is de discussie feitelijk al afgerond: welzijnsdiensten zullen in toenemende mate moeten worden aanbesteed. Dat gemeenten dit nog niet (allemaal) doen heeft andere redenen. Momenteel staan er op het negeren van aanbestedingsregels in deze sector niet of nauwelijks sancties. Gemeenten wegen vaak af op grond van de kwaliteit van bestaande subsidierelaties of aanbesteden op termijn moet gaan worden toegepast. Ook ideologische motieven spelen een rol. Een bekende indeling is wel: - Gemeenten houden zich aan de Europese aanbestedingsregels (en straks de nieuwe Nederlandse aanbestedingswet): o Gemeente gaat aanbesteden en selecteert de goedkoopste aanbieding (prijs) o Gemeente gaat aanbesteden, maar houdt rekening met kwalitatieve aspecten (kwaliteit) - Gemeenten houden zich niet aan de Europese aanbestedingsregels (en straks de nieuwe Nederlandse aanbestedingswet): o Gemeente gaat / blijft subsidiëren en zet huidige aanbieder(s) onder druk om prijs te verlagen (prijs)
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
10/35
o
•
Gemeente gaat subsidiëren en kiest veelal voor bestaande aanbieder, maar koerst op het scherp houden van de kwaliteit door tweede (of meer) aanbieders delen van werk te gunnen op basis van subsidie (kwaliteit)
Aanbesteden in de WMO
De vraag of welzijnsdiensten en diensten in de sfeer van maatschappelijke dienstverlening moeten worden aanbesteed of niet, kan nader bezien worden vanuit het perspectief van de WMO. De verwachte inwerkingtreding van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is 1 januari 2007. In het kader van de vraag of er op grond van de WMO aanbesteed moet worden zijn de volgende artikelen van belang: - Artikel 3 lid 1: De gemeenteraad stelt een of meer plannen vast, die richting geven aan de door de gemeenteraad en het college van B & W te nemen beslissingen betreffende maatschappelijke ondersteuning. - Artikel 3 lid 3: Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning. - Artikel 10 lid 1: Het college van B & W laat het verlenen van maatschappelijke ondersteuning zoveel mogelijk verrichten door derden. Hoewel een plan van de gemeenteraad ‘slechts’ betrekking heeft op beleid, blijkt uit artikel 10 lid 1 dat de overheid een verdergaande taak heeft, namelijk het (doen laten) uitvoeren van beleid. Maatschappelijke ondersteuning laten verrichten door derden gaat verder dan maatschappelijk ondersteuning overlaten aan derden zoals dat met de welzijnswet werd beoogd. Iets laten verrichten komt (in juridische termen) neer op het verstrekken van opdrachten. Deze interpretatie wordt veelal gebruikt door juristen om te onderbouwen dat in het kader van de WMO de vraag “aanbesteden of subsidiëren” in feite is beantwoord. Als deze interpretatie juist is en het dus juist is dat de taak van de overheid op bepaalde terreinen is uitgebreid tot de daadwerkelijke uitvoering, dan volgt daaruit dat bij de verlening van opdrachten aan derden de aanbestedingsregelgeving in acht moet worden genomen. Een gevolg van de WMO is ook dat de burger op grond van de WMO de overheid rechtstreeks kan aanspreken op het bieden van maatschappelijke ondersteuning. Burgers kunnen deze compensatie afdwingen. Wil de overheid dit vervolgens kunnen afdwingen bij uitvoeringsorganisaties, dan is een privaatrechtelijke verhouding nodig. Het is in dit verband nog wel belangrijk te vermelden dat organisaties die opdrachten uitvoeren strikt genomen alleen door de aanbestedende overheid (in de hoedanigheid van contractpartij) kunnen worden aangesproken. Op basis van het voorgaande zijn in de toekomst contractuele (privaatrechtelijke) relaties tussen overheden en welzijnsorganisaties de regel en zullen veel subsidierelaties worden beëindigd. Het is dan ook redelijkerwijs te verwachten dat gemeenten in toenemende mate voor welzijnsdiensten zullen kiezen voor een inkooprelatie middels aanbestedingen. Bijkomend voordeel voor de opdrachtgever in het geval van een inkooprelatie is dat (in tegenstelling tot bij een subsidierelatie) de opdrachtgever kan bewerkstelligen dat de afgesproken diensten - hoe dan ook - worden geleverd. Als een gemeente besluit tot inkoop van welzijnsdiensten is het Europese aanbestedingsrecht van toepassing. Een aantal ontwikkelingen die nu al gaande zijn versterken deze beweging ook nog eens: -
Welzijnsinstellingen gaan hun diensten in meerdere gemeenten aanbieden. De WMO versterkt deze ontwikkeling, doordat meer AWBZ -instellingen welzijnsdiensten gaan aanbieden. Gemeenten hebben steeds meer aandacht voor transparantie, prestaties, evaluaties en monitoring. Ook is er toenemende aandacht voor de relatie tussen de uitvoering van gemeentelijke beleidsdoelen en subsidies (vergelijk ook Contractfinanciering, BCF, WILL en TRILL)
Ook vanwege de voortdurende druk op de beschikbare middelen en het belang dat wordt gehecht aan een steeds grotere mate van efficiency kijken gemeenten kritischer naar prestaties van instellingen die subsidie ontvangen.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
11/35
•
Aanbesteden of subsidiëren: een andere invalshoek
De discussie over aanbesteden of subsidiëren kan niet los worden gezien van andere wetgeving op dit terrein. In de welzijnswet (tekst geldend op 13 oktober 2006) vinden we in artikel 4: - Verantwoordelijkheidstoedeling van beleid aan het Rijk, de provincies en gemeenten. - En in artikel 1 een tweetal definities: - Definiëring welzijnsbeleid: o de gezamenlijke inspanning van overheden ……, in samenwerking met particulier initiatief en anderen betrokkenen:……. - Definiëring uitvoerend werk: o het geheel van ... activiteiten … rechtstreeks gericht op personen of groepen van personen in de samenleving In artikel 7 van de welzijnswet wordt vervolgens de relatie geregeld tussen subsidiëring van uitvoerend werk en de (kwaliteits) bewaking. In de AWB wordt het begrip subsidie gedefinieerd (artikel 4:21) - Onder subsidie wordt verstaan: de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Al deze wetgeving maakt een duidelijk onderscheid tussen de ontwikkeling van beleid als gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en particulier initiatief en de (verantwoordelijkheid van de) uitvoering ervan door het particulier initiatief, die door subsidies wordt gefinancierd. Een subsidie kan ook niet worden aangemerkt als een vergoeding voor een overheidsopdracht (zie de AWB). Ook hier lijkt de enig juiste interpretatie te zijn dat op het moment dat wel sprake is van overheidsopdrachten er geen sprake meer kan zijn van een subsidierelatie. Het hoeft anderzijds geen betoog dat deze discussie nog niet is afgerond. Waar aanbestedingsjuristen er feitelijk al van uitgaan dat aanbesteding onontkoombaar is, zijn er vele gemeenten die dit vooralsnog bestrijden. Er is nog volstrekt onvoldoende jurisprudentie om hier nadere duidelijkheid te kunnen bieden. •
De VNG over aanbesteden of subsidiëren
Over de verplichting van gemeenten om de huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO aan te besteden is de VNG duidelijk. Dit moet. De overgangsbepalingen voor huishoudelijke verzorging in de WMO maken het mogelijk om meer tijd te nemen voor het afronden van de aanbestedingsprocedures, zonder dat de burger in de kou komt te staan. De overgangsbepalingen regelen dat, zolang gemeenten geen verordening hebben vastgesteld, zij moeten handelen conform de bepalingen van de AWBZ. Het ligt dan voor de hand dat in deze beperkte overgangsperiode gemeenten de bestaande contracten met de aanbieders verlengen. Maar die overgangsperiode kan en mag niet onnodig opgerekt worden. Gemeenten dienen te handelen in de geest van de Europese regelgeving. Gemeenten moeten – als zij gebruik willen maken van de overgangsbepalingen –ondertussen wél starten (of al gestart zijn) met de aanbestedingsprocedure voor de situatie na de overgang. Nieuwe aanbieders moeten namelijk niet het idee krijgen buiten gesloten te worden. Belangrijk is dat bestaande aanbieders moeten kunnen anticiperen op de nieuwe situatie: wel of geen nieuw contract. Het is uiteindelijk de rechter die zal bepalen of de gemeente conform de Europese regelgeving heeft gehandeld. Daarbij zal het belang van de mededinging afgewogen worden tegen het belang van de burger (continuering van de hulp gedurende de overgangsperiode) en het belang van zorgvuldigheid in de richting van bestaande aanbieders. Op dit laatste punt sluit de VNG aan bij opvattingen van de staatssecretaris van VWS. Op de vraag of welzijnsdiensten moeten worden aanbesteed, of dat gekozen dient te worden voor de subsidierelatie, heeft het VNG geen afgerond standpunt. Uit een presentatie van de VNG (februari /
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
12/35
maart 2006) kan worden afgeleid dat de voordelen van aanbesteden (transparantie, prikkel tot doelmatigheid, kostenbewustzijn), volgens de VNG, ook te realiseren zouden moeten zijn binnen een subsidierelatie. Men verwijst daarbij onder andere naar de WILL operatie. •
Consequenties voor welzijnsondernemingen
Voor betrokken organisaties hoeft er uiteindelijk wellicht ook niet veel te veranderen. In het subsidietijdperk kon een subsidierelatie op betrekkelijk korte termijn worden beëindigd en was het voor welzijnsorganisaties van belang om in het stadium van planvorming, en zeker in het stadium van politieke behandeling, zich te profileren en hun aanbod te presenteren als de oplossing voor bepaalde maatschappelijk vraagstukken. Of een gemeente nu linksom (subsidie) of rechtsom (contract na aanbesteding) gaat, het is de welzijnsorganisatie die zich als een betrouwbare (maatschappelijk) ondernemer in een vroeg stadium moet profileren. Deze profilering in een vroeg stadium is eveneens van belang met het oog op het gebruik van rechtsmiddelen in het geval een subsidie niet wordt verstrekt of een opdracht niet wordt gegund. In beide gevallen heeft de welzijnsorganisatie de mogelijkheid om de negatieve beslissing aan te vechten wegens strijd met het recht, strijd met een beginsel van behoorlijk bestuur of wegens strijd met de doelmatigheid. Met name de laatste toets (die van de doelmatigheid), waarmee de rechter een oordeel over het beleid wordt gevraagd, kan een organisatie soelaas bieden, mits de rechter er van overtuigd kan worden dat de overheid overduidelijk een verkeerd besluit heeft genomen. Aangetoond moet dan worden dat de voordelen van het besluit in schril contrast staan tot de nadelen ervan. Het is goed denkbaar dat door betrokkenheid, profilering en een actief optreden in het stadium van de planvorming onjuiste beslissingen van de overheid kunnen worden voorkomen en, in voorkomende gevallen, de overheid ook achteraf een gebrek aan doelmatigheid goed onderbouwd kan worden verweten. Bron: Factsheet Aanbesteden, door Johan Kruithof (Stade Advies) geschreven voor de MOgroep.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
13/35
Esthetisch Verantwoord Ondernemen? Doet u aan Esthetisch Verantwoord Ondernemen (EVO)? Dan heeft u zich vast al opgegeven voor de wedstrijd ‘Mooiste organisatie van Nederland’. De prijs is bedoeld voor ondernemingen die werken aan schoonheid in hun organisatie. Die vertaalt zich in vakmanschap, samenwerking, bijdragen aan de samenleving, de inrichting en stimulerend leiderschap. Schoonheid Mensen die zich omringen met mooie dingen en mooie mensen voelen zich over het algemeen prettig. En mensen die zich prettig voelen, zijn tot veel in staat. Meestal is er vooral aandacht voor schoonheid buiten werktijd. Maar schoonheid in organisaties kan leiden tot meer werkplezier, een lager ziekteverzuim, meer productiviteit en trots bij medewerkers. Het Genootschap ter Bevordering van Schoonheid in Organisaties heeft daarom, samen met onder meer InAxis, de tweejaarlijkse prijs voor de mooiste organisatie van Nederland in het leven geroepen. De prijs is bedoeld voor ondernemingen die werken aan schoonheid in hun organisatie. Schoonheid die is terug te vinden in vakmanschap, samenwerking, bijdragen aan de samenleving, de inrichting en stimulerend leiderschap. Winnaar Op 1 november heeft Bert van Boggelen, bestuurslid van de Vakcentrale CNV, tijdens het congres ‘Plezier & Prestatie’ de aftrap gegeven voor de wedstrijd. Sindsdien kunnen organisaties zich inschrijven. De uitreiking van de prijzen vindt plaats in juni 2008. De winnaars (profit en non-profit) ontvangen de titel ‘Mooie organisatie van Nederland 2008’. Ook komen zij op de openbare nationale lijst van ‘Mooie organisaties NL’. Een plaats op deze lijst leidt mogelijk tot imagoverbetering, verhoogde zichtbaarheid, meer motivatie, trotse medewerkers en klanten en een toestroom van talent. Inschrijven Inschrijven voor de wedstrijd ‘Mooiste organisatie van Nederland’ kan tot 1 februari 2008 door uw organisatie aan te melden op www.schoonheidinorganisaties.nl. Vervolgens moeten alle medewerkers een elektronische vragenlijst invullen over de organisatie. Ondernemingen uit alle branches en sectoren komen in aanmerking, maar het aantal medewerkers moet tenminste twintig zijn. Deelname kost een beetje, maar dan heeft u ook wat! Kijk voor voorwaarden en meer informatie ook op de website.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
14/35
Informatie-stress De huidige werknemer verstikt in informatie. In de laatste dertig jaar is meer informatie geproduceerd dan in álle jaren daaraan voorafgaand. Onderzoek van TNO wijst uit dat 43% van alle werk- en beroepsgerelateerde klachten wordt veroorzaakt door zogeheten infostress. Dat ontstaat doordat onze hersens maar één vijfde van de informatie kunnen verwerken. Harder werken heeft geen zin, slimmer wel. Uitgeverij Academic Service heeft een geheel nieuwe versie uitgebracht van het succesvolle boekje Gebruik je Hersens met daarin ontspanningstechnieken, werktechnieken en productiviteitstechnieken die de werknemer helpen omgaan met de overdosis informatie. Het boekje helpt ondermeer om een breinvriendelijker werkomgeving te creëren. Bron: www.socialeinnovatie.com
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
15/35
Wet BIG en de effecten WIN NEDERLAND heeft in de afgelopen maanden een groeiend aantal vragen gekregen over de Wet BIG. Dit in relatie tot het toenemende aantal medische handelingen waarmee mantelzorgers worden geconfronteerd bij hun hulp aan een chronisch zieke of gehandicapte medemens. Ook werden er vragen gesteld over de kwalificaties waaraan medewerkers van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) moeten voldoen, als zij de noodzaak tot medische zorg, gefinancierd vanuit een Persoons Gebonden Budget (PGB), beoordelen tijdens de behandeling van een (her)aanvraag. Een aanvraag voor een PGB gaat altijd over medische zorg. Een grote groep mensen wordt direct in hun persoonlijke belangen getroffen door beslissingen van medewerkers van de CIZ. Vaak is er sprake van een dubbelloop van problemen als men (gedeeltelijk) arbeidsgeschikt wordt bevonden en de (her)aanvraag voor een PGB door de medewerkers van het CIZ worden afgewezen, terwijl de medische situatie feitelijk niet verbeterd is ten opzichte van het voorgaande PGB-tijdvak. Daarnaast is de overdracht van bevoegdheden vanuit de AWBZ, in het kader van de WMO, reden voor sociale en mogelijk ook medische problemen in en rondom de hulp in de huishouding en mantelzorg. Een mogelijke herkeuring voor de WAO/WIA en een (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheidsverklaring leidt vaak op korte termijn tot een vermindering van het inkomen en het wegvallen van een in het verleden toegekend PGB-budget. Zo ontstaat een buitenproportionele toename van de eigen ziektekosten die slechts in beperkte mate fiscaal te compenseren is. Dit heeft tot direct gevolg dat betrokken chronisch zieken en gehandicapten een groter beroep moeten doen op de beschikbare mantelzorgers, ook daar waar het gaat om medische handelingen. Deze medische handelingen in het bijzonder, zijn onderwerp van grote zorg omdat deze vaak door mantelzorgers worden uitgevoerd. Terwijl er volgens de Wet BIG specifieke vaardigheden nodig zijn om ongelukken te voorkomen. WIN Nederland vindt dat chronisch zieken of gehandicapten voor specifieke medische handelingen een beroep moeten kunnen doen op de samenleving, om de zorg te krijgen waar zij recht op hebben. Zodat mantelzorgers geen onnodige risico’s lopen. Indien chronisch zieken en gehandicapten niet beschikken over mantelzorg, kunnen de medische, sociale en financiële gevolgen voor de betrokkene heel ernstig zijn. En dat is een zorgelijke ontwikkeling. De wijze waarop de samenleving omgaat met de zorg voor mensen is zeer bepalend voor de uiteindelijke kwaliteit van leven nu en in de toekomst. WIN Nederland is van mening dat medewerkers die werkzaam zijn bij instellingen die de medische omstandigheden van chronisch zieken en gehandicapten moeten beoordelen, dienen te beschikken over de noodzakelijke medische achtergrond, net als b.v. keuringsartsen van het UWV. Alleen zo kunnen ingediende aanvragen goed worden beoordeeld. Een registratie in het BIG register kan hierbij als kwaliteitsborging dienen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Win Nederland,
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
16/35
Innovatieprijs jeugdgezondheidszorg: portaal voor ouders Het ouderportaal van thuiszorgorganisaties De Friese Wouden heeft de Innovatieprijs Jeugdgezondheidszorg 2007 gewonnen. Via dit portaal kunnen ouders zelf afspraken met het consultatiebureau maken, inzien of wijzigen. Het project ‘Flexibele en efficiëntere planning in de Jeugdgezondheidszorg plus ouderportaal’ zorgt voor meer efficiency en flexibiliteit voor de klant. Binnen het project staat het kind centraal. Portaal Voor organisaties in de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) levert het ouderportaal een hoop voordelen op. Het systeem verbetert de bezettingsgraad van consultatiebureaus en dat levert een efficiëntere tijdsbesteding aan de zorg voor kinderen op. Het zorgtraject wordt voor ieder kind inzichtelijk en de contactmomenten worden slimmer ingepland en geregistreerd. Innovatieprijs De Innovatieprijs is in het leven geroepen om nieuwe ontwikkelingen die een bijdrage leveren aan de professionalisering van de JGZ te stimuleren. De prijs is vorige week uitgereikt op het Jaarcongres 'De Kracht van de JGZ' dat werd georganiseerd door het Centrum Jeugdgezondheid van het RIVM. Centrum Jeugdgezondheid Het Centrum Jeugdgezondheid is in 2006 gestart als onderdeel van het RIVM. Het Centrum heeft als opdracht het verbeteren van de kwaliteit van de inhoud en de uitvoering van de JGZ. Daarnaast verzorgt het centrum de informatisering uit in de jeugdgezondheidszorg. Bron: De Friese Wouden
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
17/35
Prijs voor woonservicegemeente Geldrop-Mierlo De eerste Brainport Health Innovation Award van 15.000 euro gaat naar het project Woonservicegemeente Geldrop-Mierlo. Innovatief in dit project is de uitbreiding van bestaande videocommunicatie voor de zorg (VieDome) met functies voor diensten en ondersteuning. VieDome VieDome is persoonlijke communicatie via breedbandtechnologie, ook wel telethuiszorg genoemd. Via een directe beeldverbinding met de zorgcentrale van Zuidzorg is contact met de zorgverlener mogelijk op ieder gewenst moment. In de nieuwe woonservicegemeente worden ook andere diensten gekoppeld aan VieDome en werken verschillende organisaties samen om de zelfredzaamheid van de burger te vergroten. De gemeente zet VieDome in als onderdeel van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Brainport Health Innovation Award Brainport heeft de jaarlijkse Brainport Health Innovation Award in het leven geroepen om de ontwikkeling van nieuwe innovaties te stimuleren en het beste idee te ondersteunen. De Brainport Health Innovation Award werd dinsdag 22 november voor de eerste keer uitgereikt. Om mee te dingen naar de Award moeten de innovaties de gezondheidszorg beter bereikbaar en betaalbaar maken en direct uitvoerbaar of al in uitvoering zijn bij een klant. Brainport Health Innovation is een door de zorgsector, kennisinstellingen, bedrijfsleven, zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties en overheid ontwikkeld meerjarig programma gericht op bevordering van innovatie op het snijvlak van zorg en technologie. Brainport Health Innovation biedt een platform voor vernieuwingen en vernieuwende organisaties in de zorgsector. Meer informatie: Lees meer over VieDome Lees het persbericht van Brainport over de Aw ard (pdf, 57 kb) Lees meer over Brainport Health Innovation
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
18/35
WMO: samenwerking MEE-organisaties en gemeenten Op 6 december 2007 organiseerden het ministerie van VWS en de VNG de Conferentie ‘Samenwerking MEE-organisaties en gemeenten' in de Jaarbeurs in Utrecht. Bij de conferentie stonden de volgende vragen centraal: •
Wat zijn de kansen en mogelijkheden van samenwerking tussen MEE-organisaties en gemeenten? Wat voor soort afspraken zijn er te maken en op welke terreinen? Hoe krijgt integrale cliëntondersteuning in de gemeente vorm en hoe ziet samenwerking met andere partijen eruit? Waar is synergiewinst te halen?
• • •
Vanaf 2008 zijn gemeenten en MEE-organisaties verplicht om met elkaar afspraken te maken over samenwerking op het gebied van cliëntondersteuning. Het doel van de conferentie is om gemeenten en MEE-organisaties inzicht te geven in de kansen en mogelijkheden van samenwerking. In vijf deelsessies komen voorbeelden van samenwerking aan de orde, die u tot goede ideeën kunnen inspireren. Hieronder kunt u de presentaties van deze dag bekijken. • • • • •
Presentatie Presentatie Presentatie Presentatie Presentatie
plenair gedeelte (ppt) deelsessie 1 (ppt) deelsessie 2 (ppt) deelsessie 3 (ppt) deelsessie 4 (ppt)
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
19/35
Sport en cultuur bij jeugd stimuleren Het kabinet wil samen met gemeenten meer brede scholen realiseren, sportverenigingen versterken en jongeren meer aan sport en cultuur laten doen. Dat staat in de overeenkomst 'Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur' die de gemeenten 10 december gesloten hebben met de ministeries OCW en VWS en cultuur-, sport- en onderwijsorganisaties. In de periode tot 2012 stellen het kabinet en gemeenten geld beschikbaar voor onder andere het aanstellen van in totaal 2.500 combinatiefunctionarissen. Die gaan er voor zorgen dat de verbindingen tussen sport, onderwijs en cultuur tot stand komen. Bron: www.anp.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
20/35
Keer de verloedering Nederlandse steden, en niet alleen de grote vier, kennen diverse (stukjes van) wijken en buurten waar mensen onplezierig wonen en waar (het perspectief op) verbetering uitblijft. Niet alleen de bewoners, maar ook de professionals verliezen de greep. Het gebied verloedert en dit lijkt een onbeheersbaar proces. De sociale verbanden zijn zwak en het onbreekt aan een richtinggevende cultuur. Dit kan zich uiten in onmacht, desinteresse, onverschilligheid en stille armoede maar ook in agressie en allerlei activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen (zoals drugshandel, criminaliteit, prostitutie en illegale kamerverhuur). De Kanskaart van Nederland (SEV, Atlas voor Gemeenten en SCP, 2006) heeft zichtbaar gemaakt op welke wijken deze omschrijving min of meer van toepassing is. Ook wordt duidelijk welke wijken zich slecht ontwikkelen. Hier is nog geen sprake van zware verloedering – het gaat nog redelijk – maar de ontevredenheid groeit, de levensstandaard daalt en het perspectief neemt af. Door te investeren in en gebruik te maken van het potentieel dat nog in deze wijken zit, kan verder afglijden worden voorkomen. Experimenten Klik hier voor een totaaloverzicht van de lopende experimenten binnen dit programma of lees meer over de thema's waarop binnen dit programma wordt ingezet. Lees verder: Thema Thema Thema Thema
1: 2: 3: 4:
Ongestoord wonen Investeren in mensen Bewoners, verenigt U! Speldenprikken en Kanskaarten
Bron: www.sev.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
21/35
Vrouwen als toezichthouder De stichting Vrouwen in beeld sluit zich per 1 januari 2008 aan bij het Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders om het aanbod van vrouwelijke kandidaten voor toezichtvacatures te vergroten. Hierdoor beschikt het Nationaal Register over een potentieel van circa duizend vrouwelijke kandidaten. Bedrijven en instellingen maken tegenwoordig serieus werk van de samenstelling van hun interne toezicht. Daarbij worden ook steeds meer vrouwelijke kandidaten gevraagd. Net als Vrouwen in beeld ziet ook het Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders een groeiende behoefte aan diversiteit bij raden van commissarissen en raden van toezicht bij bedrijven, instellingen en organisaties. Door de krachtenbundeling van Vrouwen in beeld en het Nationaal Register ontstaat een grote vijver aan vrouwelijk toezichthoudend potentieel dat kan worden aangewend voor de uitbreiding van het aandeel vrouwelijke commissarissen en toezichthouders. Alle kandidaten van Vrouwen in beeld zullen persoonlijk op de hoogte worden gesteld van de voorgenomen aansluiting bij het Nationaal Register en kunnen aangeven of ze instemmen met de overdracht van hun gegevens. Vrouwen in beeld heeft een vrouwelijke consultant bij het Nationaal Register geplaatst die het bestand van de vrouwelijke aspirant commissarissen beheert. Jorien Crol, voorzitter van Vrouwen in beeld, zal in de Raad van Advies van het Nationaal Register worden opgenomen. De aansluiting zal per 1 januari 2008 zijn gerealiseerd. www.nationaalregister.com www.vrouweninbeeld.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
22/35
WMO-soap GSHS: gedeelde smart is halve smart Een Wmo-soap in Westbrabantse kranten… In het huis-aan-huisblad is het lief en leed te volgen van de fictieve familie De Vries. Net als in een echte soap, krijgen de hoofdrolspelers van Gedeelde Smart is Halve Smart (GSHS) heel wat te verduren. Gelukkig helpt het Wmo-loket hen uit de brand. Met GSHS wil Kees de Zeeuw, projectleider Wmo van de regio westelijke Noord-Brabant, de inwoners voorbereiden op de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Hoe kwam u op ’t idee voor een verhalenserie over de Wmo? "Communiceren over de Wmo is lastig. Het is een veelomvattende wet voor verschillende groepen mensen: mensen die te maken hebben met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, met de Wet Voorzieningen Gehandicapten, tussenpersonen, mensen zonder problemen, familieleden van mensen met een beperking. Hoe spreek je al die mensen in een keer aan? In een soap-achtig verhaal kan je vertellen wat de Wmo voor verschillende mensen gaat betekenen." Een soap, zoals GTST? "Ja, maar dan niet op tv hoor, hoewel dat ook erg leuk zou zijn. Het is meer een feuilleton in de lokale krant van de acht samenwerkende Westbrabantse gemeenten: Roosendaal, Rucphen, Zundert, Halderberge, Moerdijk, Etten-Leur en Alphen-Chaam. Het wordt een begrijpelijk verhaal, dat leuk is om te lezen. Een familiesoap die speelt in de tijd van de Wmo. Het verhaal keert wekelijks terug, herhaling is immers de krachtigste reclame. Maar het is wel herhaling met inhoud, met een boodschap." Wat is de boodschap van de soap? "De boodschap vertelt meer over wat de Wmo zoal omvat, waar de nieuwe wet over gaat. Bij elke aflevering komt een cartoon met de belangrijkste spelers van die week. Het verhaal is natuurlijk wat overdreven. De familie krijgt wel erg veel ellende over zich heen, maar bij het Wmo-loket vinden ze een oplossing. Voordat het volgende euvel zich aandient…" Een fragment uit het verhaal: "Het moest een keer gebeuren. Opa Jan is gevallen met zijn race-rek, zoals zijn kleinzoon Daan de rollator noemt. Maar race-rek was eigenlijk al een hele tijd geen goede benaming meer. Strompelrek dekte beter de lading, want opa Jan kon er al een hele tijd niet goed meer mee uit de voeten. Gelukkig mankeert hij na zijn val, op een paar blauwe plekken na, niets. Maar lopen met de rollator, dat wordt dus niks meer. “Hoe kan ik ervoor zorgen dat opa Jan geen huismus wordt?'', vraagt Daan zich af." GSHS is geschreven door Ina Kuik, het idee is van de afdeling communicatie van gemeente Roosendaal (0165-579572). Bron: www.info-wmo.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
23/35
Extra ondersteuning voor arme kinderen Alle kinderen moeten gelijke kansen hebben om mee te doen ongeacht het inkomen van hun ouders. Dat schrijft staatssecretaris Ahmed Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 10 december in een brief aan de Tweede Kamer. Hij zegt daarin dat het aantal kinderen dat maatschappelijk niet meedoet door armoede in deze kabinetsperiode moet halveren. De staatssecretaris stelt daartoe in totaal 80 miljoen euro beschikbaar aan gemeenten. Het geld moet worden ingezet voor bijvoorbeeld een computer of een lidmaatschap bij een muziekschool. Jaarlijks onderzoek moet een goed beeld gaan geven van het aantal kinderen dat in armoede leeft en wat gemeenten doen om hen te bereiken. Ook wil de staatssecretaris met minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin een diepgaand onderzoek laten doen naar de achtergronden en lange termijn effecten van armoede bij kinderen. Meer informatie: Brief aan de Tweede Kamer (pdf 84kb) Bron: Ministerie van SZW
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
24/35
Trudo bovenaan in VROM prestatie-index 2006 VROM/Cobouw - Woningstichting Trudo uit Eindhoven voert de Prestatie-index 2006 voor woningcorporaties in de 31 grote gemeenten aan. De Prestatie-index geeft weer welke woningcorporaties het best presteren in aantallen nieuwe, verkochte en gesloopte woningen. Wooncom uit Emmen bezet net als vorig jaar de tweede plaats. Minister Vogelaar (WWI) ziet in de index een stimulans voor corporaties om hun activiteiten op de woningmarkt inzichtelijk te maken en met elkaar te vergelijken. Prestatie-index 2006 In de Prestatie-index zijn corporaties opgenomen die meer dan 1.500 woningen hebben in deze gemeenten. De rangorde is samengesteld op basis van kerngegevens per gemeente die jaarlijks door de corporaties ter beschikking worden gesteld. De gebruikte criteria zijn: aantal nieuw gebouwde woningen (huur en koop), verkoop aan (ex)huurders en aan overige toekomstige eigenaarbewoners, en het aantal gesloopte woningen. Per onderwerp zijn de prestaties van een corporatie uitgedrukt als percentage van het aantal beheerde woningen. In totaal hebben de 109 corporaties met meer dan 1.500 woningen uit de G31 in 2006 16.337 woningen gebouwd, 8.765 woningen gesloopt en 8.477 verkocht. Om een beter beeld te krijgen op de prestaties van alle corporaties (Excel-bestand) in het land zijn voor 2006 de corporaties ingedeeld naar grootteklasse. Dit lijstje wordt aangevoerd door Vestia bij corporaties met meer dan 50.000 woningen, door Woonbron bij corporaties met woningaantallen tussen 30.000 en 50.000 en door Wooncom bij de corporaties tussen 10.000 en 30.000 woningen. Trudo: fijn en pijn Trudo, een corporatie met bijna 8.000 woningen in beheer, scoorde vooral hoog bij de verkoop en sloop. Het compliment van VROM is een opsteker voor Trudo, maar directeur Thom Aussems neemt deze waardering volgens Cobouw "met een bittere bijsmaak in zijn mond in ontvangst". Door de vennootschapsbelasting (Vpb) voor corporaties wordt volgens hem het verkopen van woningen fiscaal onaantrekkelijk en is er geen geld meer voor de andere activiteiten. "Het enige wat dan nog overblijft, is het beheren van woningen. Maar ik ben veel te maatschappelijk ondernemer om me in mijn hok terug te laten zetten", aldus Aussems. Bron: www.kei-centrum.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
25/35
De verstikkende roep om vadertje staat De Maastrichtse hoogleraar Staats- en Bestuursrecht Twan Tak heeft er weinig vertrouwen in dat de overheid sociaal gaat innoveren. “Dan zouden we eerst moeten ophouden met nog meer regels te ontwikkelen, maar dat zie ik niet gebeuren. Een bevlogen ambtenaar loopt binnen de overheid onherroepelijk vast. Er is geen ruimte meer voor eigen initiatief.” Overigens geeft professor Tak de ambtenarij daar niet de schuld van. “Het kwaad zit niet bij de ambtenaren, maar bij de samenleving die een immense behoefte aan zekerheid heeft en dat graag in regels vertaald wil zien. Het is de roep om vadertje.” Wat te doen aan de overdaad aan regels bij de overheid? Niet alleen burgers en bedrijven hebben daar last van, maar ambitieuze ambtenaren ook. De bewegingsruimte is steeds beperkter geworden en dat terwijl creativiteit en innovatie ruimte nodig hebben. Professor A.Q.C. (Twan) Tak van de Universiteit Maastricht laat zich daar pessimistisch over uit. Is er nou echt niks aan te doen? Lees verder op http://www.socialeinnovatie.com
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
26/35
Schuldhulpverlening uitbesteden? Op 6 november jl. heeft de Stadsbank Midden Nederland een rapport gepresenteerd met als titel ‘Schuldhulpverlening uitbesteden?’ Dit rapport is opgesteld door het bureau Hiemstra en de Vries, in opdracht van genoemde Stadsbank Midden Nederland. De Algemene Nederlandse Vereniging voor Schuldenproblematiek (ANVS) heeft met interesse en instemming kennis genomen van de inhoud van het rapport: met name de aanbevelingen rondom de aanbesteding en gunning van trajecten schuldhulpverlening door gemeenten bij commerciële en nonprofitinstellingen. De ANVS is en blijft van mening dat kwaliteit voor kwantiteit dient te gaan en dat burgers optimale dienstverlening van hun woongemeenten mogen verwachten. De gedane aanbevelingen tonen aan dat nog veel verbeterd kan worden door gemeenten bij het maken van de noodzakelijke keuzes bij het aanbesteden en gunnen van schuldhulpverlening aan ondernemingen of instellingen. De ANVS reageert als volgt op de gedane aanbevelingen: 1. Kies andere gunningcriteria dan de laagste prijs; De ANVS is van mening dat te vaak alleen naar de laagste prijs wordt gekeken gebaseerd op het te verwachten volume uit te voeren trajecten schuldhulpverlening in een bepaald jaar in een specifieke gemeente. De kwaliteit wordt daarmee ondergeschikt gemaakt aan de kwantiteit. 2. Kies voor trajecten per schuldenaar; De ANVS is van mening dat iedere hulpvrager een geïndividualiseerd traject aangeboden dient te krijgen in overeenstemming met de persoonlijke levensomstandigheden. De schuldhulpverlening dient op een vergelijkbare wijze aangeboden te worden als het Persoonlijk Reïntegratie Budget. 3. Kies voor contracten met een langere looptijd; De ANVS is van mening dat vele hulpvragen het resultaat zijn van een meervoudig problematische situatie die geleidelijk in voorgaande jaren is ontstaan. De ervaring leert dat een gepersonifieerd traject schuldhulpverlening gecombineerd met specifieke complementaire sociale en/of medische hulpverlening de voorkeur verdient boven het theoretische uitgangspunt dat betrokkenen na schuldhulpverlening weer volledig in staat zijn hun belangen te behartigen. 4. Stel minimale kwaliteitseisen aan de uitvoering; De ANVS onderschrijft als lid van de certificeringcommissie schuldhulpverlening van het Ministerie van Sociale Zaken dat aan uitvoerende gemeenten, commerciële ondernemingen en non-profitinstellingen kwaliteitseisen mogen worden gesteld, voorzover deze niet in strijd zijn met vigerende wetgeving. 5. Creëer ontwikkelingsruimte gedurende de looptijd van het contract; De ANVS is van mening dat naast de genoemde ontwikkeling van een kwaliteitsborging binnen de looptijden van bestaande en komende overeenkomsten door gemeenten en uitvoerende bedrijven en instellingen ruimte wordt gecreëerd binnen de werkpraktijk om vernieuwende vormen van dienstverlening te testen. 6. Borg optimale dienstverlening door contractmanagement; De ANVS is van mening dat het aanbrengen van objectieve meetpunten inzake de veranderingen in het krachtveld schuldhulpverlening zoals de rol van crediteuren, de specifieke rolverdeling en wijze van samenwerking tussen opdrachtgevers, uitvoerende opdrachtnemers en ketenpartners, het kwaliteitsniveau van medewerkers, ingestelde klachtenprocedures en onafhankelijk kwaliteitsonderzoek, een nadrukkelijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de branche. 7. Overweeg garantie kwaliteitsniveau personeel; De ANVS is van mening dat de kwaliteit van de aangeboden schuldhulpverlening als publieke dienstverlening rechtevenredig zich ontwikkeld in vergelijking met het opleidingsniveau van de
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
27/35
betrokken verantwoordelijke politiek bestuurders, ambtenaren en medewerkers van mogelijke opdrachtnemers. De ANVS heeft dan ook het initiatief genomen om in samenwerking met Ecabo (kenniscentrum administratief onderwijs) competenties te gaan ontwikkelen voor schuldhulpverleners en inkomensbeheerders op MBO niveau 4 met koppelingen naar MBO dienstverlenend onderwijs en HBO onderwijs. 8. Overweeg bonus-malusregeling; De ANVS is van mening dat bij het aanbesteden van schuldhulpverlening door gemeenten aan opdrachtnemende partijen sprake moet zijn van resultaat gestuurde beloning van de geleverde dienstverlening. De ervaringen met deze vorm van financiële sturing opgedaan in het aanbesteden van reïntegratie activiteiten kunnen hierbij als voorbeeld en ervaringsgegevens worden gebruikt. Overigens zullen door de gemeenten nadrukkelijk de Europese regels voor aanbesteding en gunning moeten nageleefd ter voorkoming van onrechtmatig overheidshandelen ten nadele van de burgers. 9. Gebruik ervaringen met aanbieder bij heraanbesteding; De ANVS is met de auteurs van het rapport van mening dat eerdere ervaringen met opdrachtnemers kunnen leiden tot een verbetering van de noodzakelijke procedures voor aanbesteding en de kwaliteitseisen voor de uitvoeringspraktijk op collectief en individueel niveau van hulpverlening aan de burgers. De gedane aanbevelingen maken al geruime tijd deel uit van het door de ANVS in samenspraak met haar leden ontwikkelde sluitende systeem van schuldhulpverlening op basis van de nu geldende weten regelgeving. Hierdoor hoeven hulpvragers niet langer dan de in wet- en regelgeving vastgestelde termijnen te wachten op een oplossing voor de schuldenproblematiek. Dit, indien noodzakelijk, gekoppeld aan een bij WSNP vonnis of minnelijk akkoord opgelegd wettelijk budgetbeheer garandeert een 90% slagingspercentage in het totaal van de overeen gekomen minnelijke trajecten of wsnp vonnissen. De laatste 10% is te wijten aan het feit dat mensen zich onttrekken aan de schuldhulpverlening en dan vaak alsnog persoonlijk failliet gaan. De ANVS is altijd bereid om mensen die aantoonbaar langer dan 120 dagen op een wachtlijst staan na het eerste intake gesprek of het inleveren van het schuldenoverzicht bij de gemeente of bij een door de gemeente aangewezen schuldhulpverlener te begeleiden bij het versneld afwikkelen van de schuldhulpverlening. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer H. Werdmueller, secretaris van de ANVS, telefoon: 026-33 92 639 of per email
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
28/35
Alliantie maatschappelijke instellingen versterkt wijkaanpak Een landelijke alliantie van momenteel veertig maatschappelijke instellingen en organisaties heeft zich aangesloten bij de aanpak van de veertig wijken. Onder andere de HBO-raad, de Johan Cruyff Foundation, NOC*NSF en het Centrum voor Werk en Inkomen hebben maandag op de bijeenkomst Vierkant achter de wijk aangegeven hoe zij willen bijdragen aan de aanpak van de wijken. Het CWI wijst bijvoorbeeld aan elke wijk een medewerker toe, de Nationale Jeugdraad zet in een aantal wijken met geld van het ministerie van WWI een project Pimp my block op en Bouwend Nederland wil extra leerling-werkplaatsen in de wijken aanbieden. De 'Alliantie-partners'(pdf-bestand) zullen de komende jaren actief betrokken zijn bij het realiseren van verbeteringen in de veertig wijken. De verwachting is dat het aantal organisaties dat meedoet de komende tijd nog verder groeit. Aftrap Minister Vogelaar (WWI) heeft maandag in Utrecht de aftrap gegeven voor de uitvoering van de plannen in de veertig aandachtwijken. Op de bijeenkomst waren bewoners, wethouders, vertegenwoordigers van corporaties en andere maatschappelijke organisaties aanwezig. Nieuwe initiatieven zoals een ontmoetingsflat (Utrecht), een experiment met gezinscoaches (Groningen) een filmtheater (Alkmaar), een werkmakelaar (Dordrecht) en tal van andere projecten gaan begin januari van start. Minister Vogelaar kondigde aan dat in Amsterdam Utrecht, Rotterdam, Heerlen, Leeuwarden, Eindhoven en Zaanstad in 2008 experimenten van start gaan om de gezondheidsachterstand van de bewoners in de aandachtwijken te verkleinen. Convenant Vanuit de Impulsregeling brede school, cultuur en sport zullen VWS en OCW geld beschikbaar stellen om school-, sport-, en cultuurfaciliteiten te combineren (zie ook het Convenant Impuls Brede scholen, sport en cultuur (pdf-bestand). Op die manier komen er meer activiteiten voor jongeren. VWS zet ook geld en expertise in voor versterking van het welzijnswerk en de gemeentelijke sturing daarop. Bron: www.kei-centrum.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
29/35
WMO: wegwijzer voor het Wmo-beleidsplan Deze wegwijzer is speciaal ontwikkeld voor opstellers van het gemeentelijke Wmo-beleidsplan: wethouders, raadsleden, beleidsmedewerkers. De wegwijzer dicteert niets, maar ondersteunt bij het nemen en onderbouwen van de beleidskeuzes die gemeenten zelf moeten maken. Voorbeeldmateriaal en adviezen Deze website bundelt ervaringen van gemeenten, vindplaatsen van cijfers en feiten, voorbeeldplannen, achtergrondinformatie en links. Meer informatie over de invoering van de Wmo en de prestatievelden vindt u op www.invoeringwmo.nl. De actuele stand van zaken van de Wmopilots vindt u hier.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
30/35
Onderhandelen in subsidierelaties Verbeter uw persoonlijke onderhandelingsstijl In subsidierelaties spelen verschillende belangen en ideeën een belangrijke rol die het onderhandelen over de prestaties, rapportages en de hoogte van de subsidie moeilijk kunnen maken. Leer prettig én effectief te onderhandelen in subsidierelaties. Bent u bikkelhard of toegeeflijk? Krijgt u wat u wilt of doet u teveel water bij de wijn? Blijft u rustig, of wordt u agressief? Gaat u twijfelen of drijft u juist door? Gebruikt u feiten en cijfers of bent u juist sterk in het creëren van een goede sfeer? Afspraken maken tussen lokale overheden en uitvoerende organisaties over het werk, de resultaten, de rapportage, de prestaties. Het is een kwestie van goed onderhandelen. Vaak blijkt dit lastig om te doen. Men kent elkaar, men weet niet goed welke rol men ten opzichte van elkaar kan innemen, men heeft verschillende belangen en ideeën. Des te moeilijker en des te belangrijker om effectief te onderhandelen. Er is veel publiek geld mee gemoeid en een groter maatschappelijk doel is er afhankelijk van. Stade Advies biedt u een houvast met een training gericht op onderhandelen in subsidierelaties. In de eendaagse training ‘Onderhandelen in subsidierelaties’ maakt u door middel van theorie en vooral praktische oefeningen kennis met verschillende manieren van onderhandelen. U krijgt zicht op uw persoonlijke onderhandelingsstijl. Van daaruit leert u de positieve kanten van uw eigen onderhandelingsstijl te ontwikkelen en bewust te worden van de negatieve kanten. Uiteindelijk heeft u uw onderhandelingsstijl beter onder controle en kunt effectiever en productiever onderhandelen. Doordat het deelnemersveld afkomstig is van zowel lokale overheden als uitvoerende organisaties, ontstaat extra inzicht in de verschillende onderhandelingsposities in het subsidieproces. Voor wie is deze training bedoeld? De training is gericht op beleidsmedewerkers van de afdeling maatschappelijke ontwikkeling of welzijn van lokale overheden die te maken hebben met het verlenen van subsidies aan maatschappelijke organisaties. Ook voor managers van maatschappelijke organisaties die subsidies ontvangen van lokale overheden is deze cursus interessant Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers:
dinsdag 11 maart 2008 09.30 uur – 16.30 uur Meeting Plaza, Utrecht (Hoog Catharijne) minimaal 8 en maximaal 18 per groep
Docenten en meer informatie De cursus wordt verzorgd door Jochem Sprong en Janneke Ebben. Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, dan kunt u met een van hen contact opnemen: Jochem Sprong, tel. (030) 23 61 809 / (06) 51 74 97 29 /
[email protected] Janneke Ebben, tel. (030) 23 61 852 / (06) 23 06 39 71 /
[email protected] Prijs: € 495 per deelnemer Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier. Graag per deelnemer een formulier invullen.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
31/35
Uiterste inschrijfdatum is een maand voor aanvang van de cursus. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de cursus begint een bevestiging, de routebeschrijving en afzonderlijk een factuur voor de deelnamekosten. Het cursusmateriaal ontvangt u bij aanvang van de cursus.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
32/35
De praktijk van ambulant jongerenwerk Het jongerenwerk wordt hoe langer hoe meer ambulant georganiseerd. Jongerenwerkers gaan de straat op, leggen contact met jongeren en brengen hen in beweging. Wanneer er klachten zijn met betrekking tot overlast draagt het jongerenwerk eraan bij deze op te lossen. Dit is wel makkelijk gezegd, maar om het te DOEN, dat is niet altijd hetzelfde. Stade Advies biedt een training ambulant jongerenwerk aan. De training stelt jongerenwerkers in staat om praktisch te oefenen met de vaardigheden die nodig zijn om op straat te kunnen werken. In de training wordt met verschillende werkvormen aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: • • • •
Hoe leg je contact met jongeren? Hoe geef je vorm aan activering en participatie van jongeren? Hoe bied je activiteiten aan? Wat is de taak van het jongerenwerk in de aanpak van veiligheid?
De training biedt de jongerenwerker die (een deel van zijn tijd) ambulant werkt handvatten om zichtbaar en doelgericht aan de slag te gaan met groepen jongeren op straat. De training ambulant jongerenwerk is voortgekomen uit de methodiekbeschrijving ‘Zoek jongeren op waar ze te vinden zijn’, een methodiek voor ambulant jongerenwerk, en biedt een vertaling naar de werkpraktijk van de jongerenwerker. Datum Deze eendaagse cursus wordt op de volgende data aangeboden: • • •
Donderdag 20 maart 2008 van 10.00 tot 16.30 uur, te Utrecht Woensdag 9 april 2008 van 10.00 tot 16.30 uur, te Utrecht Donderdag 24 april 2008 van 10.00 tot 16.30 uur, te Utrecht
Ook na de zomervakantie zal de training worden gegeven. Data nog nader te bepalen. Locatie Stade Advies, Wittevrouwensingel 1, Utrecht Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de cursus begint een bevestiging, de routebeschrijving en afzonderlijk een factuur voor de deelnamekosten. Het cursusmateriaal ontvangt u bij aanvang van de cursus. Docenten en meer informatie Sylvia van Woudenberg is auteur van de methodiekbeschrijving ‘Zoek jongeren op waar ze te vinden zijn’, een methodiek voor ambulant jongerenwerk. Zij verzorgt de cursus samen met gastdocent Loek Vogels, interventiemedewerker bij Loket W in Eindhoven. Voor meer informatie over de inhoud van de cursus, kunt contact opnemen met Sylvia van Woudenberg, tel. (030) 23 61 836,
[email protected] Prijs: € 325 per deelnemer Korting Bij deelname van meerdere personen per organisatie graag per deelnemer dit formulier invullen en verzenden. De tweede deelnemer per organisatie ontvangt een korting van 10% op het cursusgeld.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
33/35
Inschrijven en informatie Inschrijven kan via ons cursussecretariaat / Carolien Kuitenbrouwer, tel. (030) 23 61 841,
[email protected] of via het inschrijfformulier. De uiterste inschrijfdatum is een maand voor aanvang van de training. Deze eendaagse cursus is inclusief lunch. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Na uw inschrijving ontvangt u 3 weken voor aanvang van de cursus een bevestiging bestaande uit een bevestigingsbrief, deelnamelijst, routebeschrijving en mogelijk het programma en materiaal ter voorbereiding van de training. Stade Advies kan de training ook in-company verzorgen. Neemt u contact met ons op om dit te bespreken.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
34/35
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
35/35