e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

St@dium

e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

Nummer 11, december 2008

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

Welkom....................................................................................................................................... 2 Beleidsgestuurde Contractfinanciering....................................................................................... 2 Het platteland van alle Nederlanders ......................................................................................... 2 Kwaliteitsverbetering peuterspeelzalen...................................................................................... 2 Hoger management wars van wiki’s en andere sociale media .................................................. 2 Meer mantelzorgers belonen...................................................................................................... 2 Cultuur en de kwaliteit van samenleven..................................................................................... 2 Verwijsindex risicojongeren ........................................................................................................ 2 Voortgangsrapportage wijken meldt eerste resultaten............................................................... 2 Onderhandelen in subsidierelaties ............................................................................................. 2 Marketingplan voor uw gemeente .............................................................................................. 2 Innovatie in de care .................................................................................................................... 2 Hangjongeren gezocht ............................................................................................................... 2 De vrijblijvendheid voorbij........................................................................................................... 2 Gemeentes vergelijken, verbazen en verbeteren! ..................................................................... 2 Besteburen.nl stimuleert particulier opdrachtgeverschap .......................................................... 2 Innovatiemanagement en HRM.................................................................................................. 2 BurgerServiceCode .................................................................................................................... 2 Standaardevaluatie meet effect projecten.................................................................................. 2 Dertig gemeenten hebben nu een CJG...................................................................................... 2 Moeizame overgang naar marktmodel....................................................................................... 2 Kwaliteitskaart: de rapportcijfers ................................................................................................ 2 MKBalans: vergelijk uw onderneming ........................................................................................ 2 Kansen voor Krachtwijk .............................................................................................................. 2 Communitymarketing is de nieuwe trend ................................................................................... 2 Participatiepluim ......................................................................................................................... 2

Colofon St@dium is een uitgave van Stade Advies en verschijnt 11 keer per jaar. Redactie: de heer J. Floris en mevrouw A. van der Pol Redactie-adres : Stade Advies, Postbus 13124, 3507 LC Utrecht T: (030) 23 61 861, E: [email protected] www.stade -ad vies.nl © 2004 Stade Advies – Alle rechten voorbehouden

St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven

1/29

Welkom Met dit e-zine brengen we u op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en wetenswaardigheden in de maatschappelijke sector en van onze mogelijkheden om u hierin bij te staan. Niet alle artikelen en nieuwsflitsen zullen op u, uw organisatie of uw functie van toepassing zijn. Toch zijn wij er van overtuigd dat u zeker steeds een aantal wetenswaardigheden of trends aantreft die voor u interessant zijn. Kijkt u zelf! St@dium verschijnt aan het begin van iedere maand, behalve in augustus. Het volgende nummer kunt u op 5 januari 2008 verwachten. Natuurlijk stellen we het op prijs uw reactie te ontvangen. Heeft u ideeën, opmerkingen, suggesties of aanmerkingen? Mail deze naar de redactie. Dit kunt u doen via de knop 'Contact'. Het kan zijn dat u deze St@dium ontvangt zonder dat u zich hiervoor aangemeld heeft. Mocht u dit e-zine niet meer willen ontvangen, dan kunt u dit laten weten via de knop 'Aan- en afmelden'. Wilt u meer weten over onze diensten en producten, kijk dan ook op onze website www.stadeadvies.nl. Als u vragen heeft, dan kunt u vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen. Telefonisch zijn wij bereikbaar tijdens kantooruren op nummer (030) 23 61 861. U kunt ons ook een email sturen via de knop 'Contact', dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op. De redactie Anja van der Pol Sjaak Floris


2/29

Beleidsgestuurde Contractfinanciering Van intentie naar resultaat In deze cursus maakt u kennis met de systematiek en onderdelen van BCF. In het BCF boek komen de rechtmatigheid en doeltreffendheid van Beleidsgestuurde Contractfinanciering aan de orde. Ook de verschillende ontwikkelingsfasen voor overheden en maatschappelijke organisaties krijgen aandacht. Afspraken maken tussen lokale overheden en uitvoerende organisaties over het werk, de prestaties, de resultaten en de rapportage, blijkt vaak lastig ondanks goede intenties van beide kanten. Stade Advies biedt u houvast met de systematiek Beleidsgestuurde Contractfinanciering. Dit is een hanteerbaar model dat u kan helpen bij uw rol als opdrachtgever of opdrachtnemer. De basiscursus Beleidsgestuurde Contractfinanciering biedt u een interactieve kennismaking met deze systematiek. Na een theoretische introductie van het model, leert u de bijbehorende terminologie te hanteren en gaat u actief aan de slag met het concretiseren van gemeentelijk beleid, het opstellen van een opdracht aan een uitvoerende organisatie, het maken van een offerte en het beoordelen van de offerte. Voor wie is deze cursus bedoeld? Deze eendaagse cursus is bedoeld voor beleidsmedewerkers van de afdeling maatschappelijke ontwikkeling of welzijn van lokale overheden die te maken hebben met het verlenen van subsidies aan maatschappelijke organisaties. Voor managers van maatschappelijke organisaties die subsidies ontvangen van lokale overheden, is deze cursus ook interessant. Juist het werken in een gemengde deelnemersgroep helpt om de verschillende posities van beide partijen te verhelderen. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:

Donderdag 29 januari 2009 09.30 uur – 16.30 uur Utrecht, Meeting Plaza Godebaldkwartier (Hoog Catharijne, kantoren Cluetinckborg) minimaal 8 en maximaal 18 per groep €495,- per deelnemer

Meer informatie Voor meer informatie over deze cursus kunt u contact opnemen met onderstaande docenten of kijken op www.stade-advies.nl Marja Cevaal Telefoonnummer: (030) 23 61 842 / 06 22 39 60 03 E-mailadres: [email protected] Janneke Ebben Telefoonnummer: (030) 23 61 852 / 06 23 06 39 71 E-mailadres: [email protected]


3/29

Het platteland van alle Nederlanders Het platteland is sterk in verandering. Recreatie en natuurontwikkeling worden – naast de uitoefening van de landbouw en het wonen – steeds belangrijker. De overheid draagt haar beleid voor een vitaal platteland uit onder het motto: ‘Het platteland is van alle zestien miljoen Nederlanders.’ Deze publicatie gaat in op de vraag hoe de Nederlanders het platteland zien en beleven. Welke betekenis heeft het platteland voor wonen en recreatie? Hoe zien ze de ontwikkelingen en de toekomst van het platteland? Zijn er tussen stedelingen en plattelanders verschillen in opvattingen en waardering? Inderdaad bestaan er onder de Nederlandse bevolking uiteenlopende beelden van het platteland en verschillen de behoeften, alsook de recreatieve activiteiten en woonwensen. Hoe groter de diversiteit in landschappen, natuurtypen, woonomgevingen en recreatieve activiteiten, hoe beter het platteland zal functioneren als een platteland voor alle Nederlanders. Persbericht van deze publicatie Van deze publicatie kunt u de volgende bestanden downloaden (in PDF-formaat): Het platteland van alle Nederlanders (PDF 1338 kB) Bijlagen H1 tot en met H6 (PDF 1290 kB) Omslag voor recensies (PDF 1978 kB) Bron: www.scp.nl


4/29

Kwaliteitsverbetering peuterspeelzalen Ruim € 60 miljoen voor verbeteren kwaliteit van peuterspeelzalen Eind dit jaar zal naar verwachting een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer worden gestuurd, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de peuterspeelzalen en op versterking van de regierol van gemeenten. Het is de bedoeling dat de wet 1 januari 2010 in werking treedt. Staatssecretaris Dijksma trekt in totaal ruim 60 miljoen uit voor het verbeteren van de kwaliteit van de peuterspeelzalen. De achterliggende gedachte is dat de kwaliteit van peuterspeelzalen meer moet aansluiten op die van kindercentra. Het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang moeten meer met elkaar samenwerken. Gemeenten krijgen hierbij een belangrijke regierol. Meer informatie Stade Advies voert regelmatig opdrachten uit om het peuterspeelzaalwerk in een gemeente voor te bereiden op de toekomst. Wanneer u informatie wilt over de adviesmogelijkheden van Stade Advies op het terrein van peuterspeelzaalwerk, dan kunt u contact opnemen met: Albert Veuger Telefoonnummer: (030) 23 61 820 E-mailadres: [email protected] Lees meer op www.vng.nl


5/29

Hoger management wars van wiki’s en andere sociale media Organisaties die proactief gebruikmaken van nieuwe mediasoorten zoals sociale netwerken, blogs, sms en wiki’s, signaleren verbeteringen in hun klantrelaties en zien hun verkopen stijgen. Dit blijkt uit een onafhankelijk Europees onderzoek in opdracht van Avanade, een internationaal consultancybureau voor IT-oplossingen. Niettemin zijn er maar weinig organisaties die sociale mediatechnologieën inzetten. Managers zien geen heil in sociale media Het onderzoek naar sociale media is verricht onder crm-, marketing-, operations- en salesmanagers, bij dertig Nederlandse organisaties. Daarvan geeft bijna de helft aan dat het hoger management en IT-afdelingen zich verzetten tegen het benutten van sociale mediatechnologieën. Zij zien geen heil in het inzetten van sociale media omdat zij bang zijn voor een daling van de productiviteit van medewerkers en niet weten of de technologieën veilig genoeg zijn. Daarnaast geeft bijna tachtig procent van de ondervraagden aan dat het management onvoldoende inzicht heeft in wat sociale media kunnen bieden aan klanten en medewerkers. Meer sociale media op de werkvloer Intussen dringen sociale mediatechnologieën steeds meer door tot de werkvloer. De meeste bedrijven zijn hiervan op de hoogte, maar zetten desondanks geen stappen om er iets mee te doen. Slechts achttien procent van de ondervraagde organisaties heeft de integratie van sociale mediatechnologieën in de bedrijfscommunicatie opgenomen. Zij geven aan dat de samenwerking tussen verschillende afdelingen duidelijk is verbeterd en de productiviteit is gestegen. Volgens André Huizing, general manager bij Avanade Nederland, kunnen weldenkende ondernemingen niet langer onder het fenomeen uit. ‘Organisaties die niet met deze ontwikkeling meegaan, zullen uiteindelijk klanten gaan verliezen.’ Bron: Holland Management Review www.hmr.nl


6/29

Meer mantelzorgers belonen Het mantelzorgcompliment, een bedrag dat mantelzorgers kunnen ontvangen als blijk van waardering voor hun werk, wordt in 2009 makkelijker verstrekt. Staatssecretaris Bussemaker legt de nieuwe regeling vandaag uit in een interview in de Telegraaf, ter gelegenheid van de Dag van de Mantelzorg. Om voor het mantelzorgcompliment (een extraatje van maximaal 250 euro) in aanmerking te komen, moesten mensen in 2008 kunnen aantonen dat ze langdurig zorgen voor iemand én dat deze zorg anders door professionals zou moeten worden verleend. Dit jaar maakten 50.000 mantelzorgers gebruik van de regeling; in totaal telt ons land 2,6 miljoen mantelzorgers. Meer mensen Om ervoor te zorgen dat meer mensen het mantelzorgcompliment kunnen krijgen, past Bussemaker de regeling in 2009 op een aantal punten aan: • •

het CIZ hoeft in het kader van de Regeling waardering mantelzorgers de inzet van mantelzorgers niet meer te registreren bij zorgvragers die een AWBZ-indicatie hebben, wordt voortaan verondersteld dat mantelzorg aanwezig is; de mantelzorger hoeft dat niet meer te bewijzen.

Voor het mantelzorgcompliment is elk jaar Verzekeringsbank regelt de uitkering.

65 miljoen beschikbaar. De Sociale

Gemeenten Bussemaker roept gemeenten op om te investeren in mantelzorg. Ze gaat erop toezien dat gemeenten in hun plannen een aantal basisfuncties voor mantelzorgondersteuning opnemen. ‘Daarbij kun je denken aan respijtzorg, informatiepunten en meer aandacht voor zwaarbelaste mantelzorgers’, zegt ze in de Telegraaf. Bron: www.minvws.nl


7/29

Cultuur en de kwaliteit van samenleven Voor Stade Advies staat de kwaliteit van samenleven centraal. Reden om in het aanbod van Stade Advies meer aandacht aan kunst en cultuur te schenken. Om aan de behoeften van klanten in het culturele veld beter tegemoet te komen, is het bestaande aanbod tegen het licht gehouden en worden enkele nieuwe thema’s momenteel nader uitgewerkt. Uitgangspunten Kunst en cultuur dragen rechtstreeks bij aan de persoonlijke ontwikkeling van mensen, hun gevoel van identiteit. Kunst inspireert, provoceert, en stimuleert de verbeelding. Hierdoor bevorderen kunst en cultuur de kwaliteit van leven én de kwaliteit van samenleven. Cultuur heeft op grond van deze kwaliteiten een autonome waarde. Versterking van het culturele aanbod en vergroting van cultuurparticipatie zijn zelfstandige beleidsdoelen. Uitgaande van de intrinsieke kwaliteit van cultuur kunnen ook op het vlak van sociaal, economisch en ruimtelijk beleid doelen worden gerealiseerd. Het aanbod van Stade Vanzelfsprekend zijn de bestaande producten van Stade breed inzetbaar in het culturele veld. Daarbij kan gedacht worden aan: • advisering en ondersteuning bij fusies en reorganisaties • interim management / werkzaamheden (beleidsontwikkeling- en implementatie) • onderzoek • opstellen projectplannen en projectcoördinatie • opstellen van beleidsnota’s en subsidieregelingen • methodiekontwikkeling • het leiden van debatten en • het verzorgen van trainingen en studiedagen. Vormgeving en modernisering van de subsidierelatie tussen overheden en culturele instellingen, met behulp van de methodiek Beleidsgestuurde Contractfinanciering, vindt plaats in de vorm van trainingen en in de vorm van maatwerk, toegespitst op de specifieke situatie. De versterking van de aandacht voor kunst en cultuur betekent tevens een verbreding van het bestaande aanbod van Stade Advies. Op basis van gesprekken met externe deskundigen uit de diverse sectoren van het culturele veld (bibliotheken, theaters, cultuureducatie), bleken vooral de thema’s cultureel ondernemerschap en community arts actueel. Deze thema’s worden nu in een aanbod nader uitgewerkt. Lees meer Meer informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Sandra Aerts Telefoonnummer: 06 28 26 32 21 E-mailadres: [email protected]


8/29

Verwijsindex risicojongeren Voor het eerst sluit een ziekenhuis aan op het landelijke digitale systeem om jongeren met problemen te signaleren. 'Ik hoop dat andere ziekenhuizen volgen'. Dat zei Rouvoet vandaag bij de ondertekening van het convenant VIVallei: Verwijsindex Vallei. De gemeenten Scherpenzeel, Barneveld, Nijkerk, Wageningen en Ede en het Ziekenhuis Gelderse Vallei uit Ede hebben afgesproken vroegtijdig signalen van jongeren met problemen te registreren. 'Daarmee is betere en snelle hulp mogelijk als dat nodig is. Ik hoop dat dit voor andere ziekenhuizen en huisartsen een voorbeeld is dat goed doet volgen', aldus Rouvoet. De gemeenten gaan vanaf vandaag ervaren wat het is om met de landelijke verwijsindex te werken. In totaal doen 45 gemeenten mee, en nu dus ook een ziekenhuis. Rouvoet: 'Hoe meer partijen aansluiten, hoe meer risicosignalen van hulpverleners ook over de gemeentegrenzen heen onderling kunnen worden uitgewisseld en hoe sneller jongeren geholpen worden. De landelijke verwijsindex en de lokale systemen vullen elkaar op die manier goed aan.' Verwijsindex De verwijsindex risicojongeren is een landelijk digitaal systeem dat risicomeldingen van hulpverleners over jongeren bij elkaar brengt. Hulpverleners melden in het systeem als zij een risico signaleren bij een jongere (tot 23 jaar) waarmee zij contact hebben. In de praktijk komt het regelmatig voor dat meerdere hulpverleners, soms uit verschillende gemeenten, zich bezighouden met dezelfde jongere. Door de meldingen in de landelijke verwijsindex weten hulpverleners sneller of een kind ook bekend is bij een collega, zodat zij kunnen overleggen over de beste aanpak. Bron: www.jeugdengezin.nl


9/29

Voortgangsrapportage wijken meldt eerste resultaten De samenwerking tussen Rijk, bewoners, gemeenten en lokale partijen bij het aanpakken van de problemen in de 40 aandachtswijken leidt tot de eerste zichtbare resultaten. Zo zijn er extra conciërges, wijkagenten en straatcoaches aangesteld en komen er steeds meer voorzieningen op onderwijs- en sportgebied. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de achterstanden in de arbeidsdeelname ten opzichte van het stedelijk gemiddelde niet verder oplopen. Of deze positieve trend doorzet is tegen de achtergrond van de kredietcrisis moeilijk te voorzien. Dat schrijft (de inmiddels afgetreden) minister Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie) in de eerste voortgangsrapportage krachtwijken die het kabinet naar de Tweede Kamer heeft verstuurd. Lees meer op www.vrom.nl


10/29

Onderhandelen in subsidierelaties Verbeter uw persoonlijke onderhandelingsstijl In subsidierelaties spelen verschillende belangen en ideeën een belangrijke rol die het onderhandelen over de prestaties, rapportages en de hoogte van de subsidie moeilijk kunnen maken. Leer prettig én effectief te onderhandelen binnen subsidierelaties. Bent u bikkelhard of toegeeflijk? Krijgt u wat u wilt of doet u teveel water bij de wijn? Blijft u rustig, of wordt u agressief? Gaat u twijfelen of drijft u juist door? Gebruikt u feiten en cijfers of bent u juist sterk in het creëren van een goede sfeer? Afspraken maken tussen lokale overheden en uitvoerende organisaties is een kwestie van goed onderhandelen. Vaak blijkt dit lastig om te doen. Men kent elkaar, men weet niet goed welke rol men ten opzichte van elkaar kan innemen, men heeft verschillende belangen en ideeën. Dus is het des te moeilijker en des te belangrijker om effectief te onderhandelen. Er is veel publiek geld mee gemoeid en een groter maatschappelijk doel is er afhankelijk van. Stade Advies biedt u een houvast met een training gericht op onderhandelen in subsidierelaties. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:

Donderdag 22 januari 2009 09.30 – 16.30 uur Meeting Plaza, Utrecht (Hoog Catharijne) minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 495,- per deelnemer

In deze eendaagse training maakt u door middel van theorie en vooral praktische oefeningen kennis met verschillende manieren van onderhandelen. U krijgt zicht op uw persoonlijke onderhandelingsstijl. Van daaruit leert u de positieve kanten van uw eigen onderhandelingsstijl te ontwikkelen en u bewust te worden van de negatieve kanten. Uiteindelijk hebt u uw onderhandelingsstijl beter onder controle en kunt u effectiever en productiever onderhandelen. Met deelnemers die afkomstig zijn van zowel lokale overheden als uitvoerende organisaties, ontstaat extra inzicht in de verschillende onderhandelingsposities in het subsidieproces. Voor wie is deze training bedoeld? De training is gericht op beleidsmedewerkers van de afdeling maatschappelijke ontwikkeling of welzijn van lokale overheden die te maken hebben met het verlenen van subsidies aan maatschappelijke organisaties. Ook voor managers van maatschappelijke organisaties die subsidies ontvangen van lokale overheden, is deze cursus interessant. Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze cursus inschrijven via het inschrijfformulier. De uiterste inschrijfdatum is een maand voor aanvang van de cursus. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u drie weken voordat de cursus begint een bevestiging, de routebeschrijving en afzonderlijk een factuur voor de deelnamekosten. Het cursusmateriaal ontvangt u bij aanvang van de cursus.


11/29

Docenten en meer informatie De cursus wordt verzorgd door Janneke Ebben en Marja Cevaal. Wilt u meer informatie over de inhoud van deze cursus, neem dan contact op met: Janneke Ebben Telefoonnummer: (030) 23 61 852 / 06 23 06 39 71 E-mailadres: [email protected] Onderhandelen in uw lokale situatie De eendaagse cursus Onderhandelen in subsidierelaties kan Stade Advies ook in uw lokale situatie verzorgen, als oriëntatie op de systematiek en toepasbaarheid of als start van een ontwikkelingstraject. Stade Advies begeleidt frequent partners in hun lokale situatie bij het onderhandelen in subsidierelaties. Wilt u hier meer over weten, neemt u dan contact op met: Marlieke van Woerkom Telefoonnummer: 06 517 49 718 E-mailadres: [email protected]


12/29

Marketingplan voor uw gemeente De gemeente Deventer is gestart met het vaststellen van haar Brand Positioning Statement (BPS). Dit in samenwerking met haar belangrijkste medewerkers en klanten (uitkeringsgerechtigden en werkgevers). Deze BPS bestaat uit de belangrijkste identiteitskenmerken (missie, visie, kernwaarden), de merkbelofte en de merkpersoonlijkheid. Met de nieuwe WWB heeft zich een bijzonder fenomeen voorgedaan: •

•

Er is een sterkere ruilrelatie ontstaan met de traditionele klanten van de sociale dienst. Er wordt een beroep gedaan op de inzetbaarheid en motivatie van de klant om zich beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarkt. Er is dus sprake van wederkerigheid in het kader van doelmatigheid. Er is een nieuwe klantengroep bijgekomen, te weten de werkgevers. Deze klantgroep heeft wel degelijk keuzevrijheid bij wie en op welke wijze hij in zijn personeelswerving voorziet.

Daarom zijn er twee concept merkbeloften geformuleerd: voor uitkeringsgerechtigden én voor werkgevers. Lees verder op www.marketingsocialedienst.nl/Marketingplan


13/29

Innovatie in de care De langdurende zorg in Nederland staat de komende decennia voor de uitdaging voldoende goede zorg te blijven leveren, terwijl het aantal zorgvragers toeneemt en het aantal zorgverleners niet stijgt. Als er niets verandert, is er binnenkort al te weinig personeel om te voldoen aan de stijgende zorgvraag. Vraag en aanbod van zorg moeten echter in evenwicht blijven! Om deze duurzame zorg voor elkaar te krijgen, zijn innovaties in de zorgverlening hard nodig. Het is mogelijk om, door slimmer te werken, winst te boeken in productiviteit, zónder concessies te doen aan de kwaliteit van de zorg of de aantrekkelijkheid van het werk. Kosten Baten Analyse De door TNO Kwaliteit van Leven ontwikkelde Kosten Baten Analyse is een vrij toegankelijke webapplicatie die de kosten en baten van (toekomstige) innovaties overzichtelijk in beeld brengt. De tool geeft managers in zorginstellingen cijfers en argumenten om via innovaties de kwaliteit en efficiëntie van de zorg te verbeteren. Zorgmanagers kunnen met de Kosten Baten Analyse de kosten en baten analyseren van een innovatie die de uitvoering van een werkproces moet verbeteren. Meetinstrument arbeidsinnovatie Met het ‘meetinstrument arbeidsinnovatie’ zoeken zorgorganisaties uit welke winst in arbeidstijd en zorgkwaliteit zij kunnen verwachten als zij willen innoveren. Vooral zorgorganisaties voor langdurende zorg kunnen veel baat hebben bij dit instrument. Juist hier neemt het aantal zorgvragers de komende decennia toe, terwijl het aantal zorgverleners niet stijgt. Innovaties zijn dan ook hard nodig om de duurzame zorg te blijven garanderen. Twee programmalijnen In het Convenant AWBZ hebben de brancheorganisaties ActiZ, BTN, GGZ Nederland en de VGN samen met het ministerie van VWS afspraken gemaakt voor het bevorderen van innovaties in de langdurende zorg. Het programma ‘Innovatie in de care’ komt hieruit voort en heeft twee programmalijnen. Eén onderdeel is onderbracht bij ZonMw en het andere deel van het innovatieprogramma wordt ingezet voor transitie-experimenten. •

In het Transitieprogramma in de langdurende zorg werken de brancheorganisaties in de langdurende zorg samen met het ministerie van VWS. Onder het motto ‘al doende leren’ startten in 2007 ongeveer tien projecten in een experimentele omgeving. Voor deze transitie-experimenten zijn vier thema’s geselecteerd: - Preventie en herdefiniëring van de zorgvraag - Ontwikkeling sociale en maatschappelijke steunsystemen - Zorg op afstand - Efficiënte bedrijfsvoering

•

Het invoeren van innovaties

Bron: www.zorgvoorbeter.nl


14/29

Hangjongeren gezocht Via de landelijke wedstrijd Hang Around krijgen hangjongeren de kans een positieve actie te organiseren in en voor hun eigen buurt. Groepen jongeren met een begeleider kunnen zich tot en met 26 januari 2009 inschrijven met hun idee. Het wedstrijdformulier is te downloaden op www.hangaround.nl. De 10 groepen met de beste ideeën krijgen elk 1000 euro om hun acties uit te voeren. Ter afsluiting worden in Walibi World de Hang Around Awards uitgereikt. Hang Around Hang Around is een landelijke wedstrijd voor jongeren van 10 tot 20 jaar in heel Nederland. Groepen jongeren bedenken een actie waarbij ze ten minste 100 buurtbewoners op een positieve manier bereiken. Voorbeelden van acties zijn: een fototentoonstelling over de buurt, een rap/dans-battle, een buurtlied, een informatiefilm over hangjongeren, het opknappen van een tunnel of het houden van buurtenquêtes met een afsluitend festival. De tien groepen met de beste ideeën zullen in mei 2009 hun acties in de eigen buurt of wijk uitvoeren. Op zaterdag 20 juni 2009 ontmoeten alle deelnemende jongeren elkaar in Walibi World en reikt een deskundige jury tijdens het slotevenement de Hang Around Awards uit. Sociale cohesie Hang Around wil een positieve bijdrage leveren aan de participatie van jongeren en de sociale cohesie in de buurt. De acties zijn een positieve oplossingsstrategie voor overlast van jongeren. Ruud Gullit zet zich in voor Hang Around als ambassadeur van de Postcode Loterij. Hang Around wordt dit jaar voor de vierde en laatste keer georganiseerd. Met de Hang Around acties van de afgelopen drie jaar zijn ongeveer 10.000 jongeren en buurtbewoners bereikt. Hiervoor hebben zo’n 500 jongeren zich actief ingezet! De resultaten zijn o.a. meer contact tussen jong en oud in de buurt en een actievere deelname van jongeren aan de maatschappij.


15/29

De vrijblijvendheid voorbij Er is aan projecten voor de wijk geen gebrek, maar zijn het wel de juiste? Welke projecten zijn echt effectief en kunnen we ook elders in het land met succes uitvoeren? Hoe kunnen we de stap maken van ‘leuke’ naar ‘noodzakelijke’ projecten in de stedelijke vernieuwing? Met de publicatie De vrijblijvendheid voorbij geven KEI, SEV en Het WoonNetwerk antwoord op deze vragen. Het boek werd op 10 november 2008 tijdens de KEI-partnerbijeenkomst gepresenteerd. Stedelijke vernieuwing is maatwerk. Dat heeft de ervaring van de laatste tien jaar uitgewezen. De omstandigheden per stad, buurt en wijk zijn immers verschillend. Dat blijft, en dat moet zo blijven. Het heeft echter wel een risico: de angst om van andere projecten te leren. Het argument: leuk project, maar de situatie was daar zo totaal anders dan waar wij mee te maken hebben valt, in de een of andere vorm, regelmatig te beluisteren. Het gevolg daarvan is dat iedereen zijn eigen ‘leuke’ projecten inricht, uitstekend toegesneden op de eigen situatie, maar ook verstoken van de ervaringen die elders zijn opgedaan. En daarmee is weer een nieuwe draai aan de projectencaroussel gegeven. De initiatiefnemers van het boek vinden dat deze energie beter besteed kan worden aan het uitvoeren en sterker maken van bestaande projecten. In het boek zijn twaalf projecten opgenomen die bewoners de mogelijkheid bieden om in hun eigen wijk zelf stappen te nemen om de eigen situatie te verbeteren, oftewel te stijgen. Dat gebeurt langs vier routes: die van het wonen, het leren, het werken en de vrije tijd. Per project is gekeken naar de aantoonbare stijgingseffecten, direct en indirect. Deze zijn afgezet tegen de inspanningen en de investeringen. Ook is per project een overzicht opgenomen waar de projecten elders in Nederland worden toegepast. Het is niet de vraag of ze kunnen worden overgenomen, het is de vraag waarom ze nog niet zijn toegepast. Bron: www.kei-centrum.nl


16/29

Gemeentes vergelijken, verbazen en verbeteren! Hoe kunnen gemeenten nóg beter presteren? Door van elkaar te leren! Waarstaatjegemeente.nl biedt gemeenten daarom handvatten om hun prestaties te vergelijken én te verbeteren. Deze website van de VNG is hét platform voor gemeentelijke prestatievergelijking. Lees meer Het benchmarkhuis bestaat uit drie verdiepingen. Het huis presenteert de prestaties van gemeenten. Deze prestaties kunt u met elkaar vergelijken. Voor gemeenten biedt het huis daarom handvatten om verder werken aan verbetering. Wie ziet dat de verlening van een vergunning in de eigen gemeente langer duurt dan elders, kan daar wat aan doen! Lees meer


17/29

Besteburen.nl stimuleert particulier opdrachtgeverschap Met de nieuwe digitale dienst www.besteburen.nl wil Ymere (Amsterdam) particulieren helpen met het realiseren van bijzondere woonwensen. De site is een ontmoetingsplek voor mensen die samen een eigen woon- of werkomgeving willen creëren. Via de site krijgen initiatiefnemers of bestaande woongroepen instrumenten aangereikt om een idee professioneel uit te werken en aan te pakken. Ymere geeft daarbij digitale ondersteuning. Ymere wil het collectief particulier opdrachtgeverschap stimuleren omdat woningen en buurten die door particulieren zelf zijn ontwikkeld geliefd zijn. Het zijn daardoor sociaal duurzame woningen en buurten. Mensen met ideeën voor een collectief woon- of werkplan kunnen op de site hun idee publiceren en laten groeien. Met de Visiewijzer kan een wens tot een concreet plan komen. Daarnaast biedt de site informatie, tips en voorbeelden van bestaande collectieven. Doelstelling van Ymere is om een aantal initiatieven ook daadwerkelijk uit te voeren. Bron: www.aedesnet.nl


18/29

Innovatiemanagement en HRM Op 11 december is er weer een bijeenkomst van het Netwerk Innovatiemanagement. Het thema van deze bijeenkomst is ‘Innovatiemanagement & HRM’. Bent u ambtenaar en actief bezig met innovatiemanagement, ga dan zeker! Kennistafel Tijdens deze achtste bijeenkomst van het Netwerk Innovatiemanagement vindt kennisuitwisseling plaats aan ‘kennistafels’. Elke kennistafel bespreekt een onderwerp en koppelt terug aan dagvoorzitter Jan Kingma van Cibit. Wat waren de belangrijkste conclusies/antwoorden en welke vragen zijn er nog? Er wordt over gediscussieerd met elkaar en met de aanwezige expert die reflecteert en adviseert. Onderwerpen Het thema van de bijeenkomst is Innovatiemanagement & HRM, maar welke onderwerpen komen aan de kennistafels aan bod? Kennistafel 1 gaat over het Tigerteam van de provincie Noord-Holland en het stimuleren en ontwikkelen van creativiteit. Aan kennistafel 2 wordt gesproken over de inzet van voormalig werknemers en de rol van leeftijd en ervaring. Hoe je als HR-manager mensen anders laat denken en werken, en zorgt voor durf en gedrevenheid zijn de vragen waar kennistafel 3 zich in zal verdiepen. En aan de vierde en laatste kennistafel is het onderwerp van gesprek de vertaling van de innovatieambitie door de HR-manager naar passend HRM-beleid en de coaching en stimulering van lijnmanagers door de HR-manager. Waar en wanneer vindt dit alles plaats? U bent 11 december van harte welkom in het gemeentehuis van Soest, van12.30 uur tot 16.30 uur. Aanmelden kan vanaf nu bij Coen Boot. Lees meer over het Netwerk Innovatiemanagement


19/29

BurgerServiceCode Welke eisen stellen mondige burgers aan een slimme overheid? Het kabinet wil de dienstverlening van de overheid verbeteren en een andere rolverdeling tussen overheid en samenleving tot stand brengen. Het wil dit bereiken door meer aan burgers over te laten. Als het aan het kabinet ligt, wordt een grotere zelfredzaamheid onder andere bereikt met de inzet van ICT. Bij die nieuwe rolverdeling kan de burger wel een steuntje in de rug gebruiken. Daarom heeft [email protected] een instrument ontwikkeld dat de burger kan helpen: de BurgerServiceCode. Deze gedragscode is geschreven vanuit het perspectief van de burger en bevat 10 normen waaraan de digitale contacten moeten voldoen. Elke norm is tweezijdig geformuleerd: als een recht van de burger met een daarbij behorende plicht van de overheid. Wat overigens niet wil zeggen dat burgers geen plichten hebben. De burger is immers niet alleen klant van overheidsdiensten maar ook gebruiker van collectieve voorzieningen, onderdaan die regels moet naleven en staatsburger in het politieke proces. De code is zowel bestemd voor de burger als voor de overheid. De burger kan daarop terugvallen als hij de overheid wil aanspreken op de kwaliteit van digitale contacten. De overheid kan de code gebruiken om haar digitale informatie, diensten en interactie op orde te brengen. Ontstaan De gedragscode is gebaseerd op het Handvest digitale contacten en het onderzoek "De burger aan bod", beide uit 2004. Begin 2005 is een eerste versie verschenen. Op basis van de ontvangen commentaren is een tweede versie gemaakt. Ook deze is vooral bedoeld voor de "bouwers" aan de elektronische overheid. Eind 2005 verschijnt een publieksversie. Groeimodel De code formuleert een algemeen toekomstbeeld voor de gehele overheid. Dat is geen dwingend keurslijf en de invulling kan ook variëren per soort instelling of sector. Overheden mogen zelf bepalen welke normen zij (nu al) kunnen naleven en welke (nog) niet. Burgers zullen uitleg vragen waarom dat zo is en wanneer hun overheid zo ver is. Uitgangspunt voor de code is: pas toe of leg uit. Wat wil de burger? • Keuzevrijheid van contactkanaal (balie, brief, fax, telefoon, e-mail, internet) • Vindbare overheidsproducten (niet van het kastje naar de muur) • Begrijpelijke voorzieningen (rechten en plichten zijn inzichtelijk) • Persoonlijke informatieservice (informatie op maat, persoonlijke internetpagina) • Gemakkelijke dienstverlening (nog maar één keer gegevens aanleveren) • Transparante werkwijzen (duidelijke procedures en openheid) • Digitale betrouwbaarheid (vertrouwelijkheid gegevens en zorgvuldige archivering) • Ontvankelijk bestuur (de overheid herstelt fouten en gebruikt klachten om te leren) • Verantwoordelijk beheer (de burger kan de overheid vergelijken, controleren en beoordelen) • Actieve betrokkenheid (de overheid bevordert participatie en zelfwerkzaamheid). Klik hier voor de volledige tekst van de BurgerServiceCode


20/29

Standaardevaluatie meet effect projecten De druk op woningcorporaties om hun taak breed op te vatten en naast fysieke ook sociale investeringen te doen is tegenwoordig stevig. De diversiteit in projecten is groot en de rol van de corporatie varieert. Er bestaat echter nog weinig zicht op het maatschappelijk rendement van veel projecten. Het taakveld van woningcorporaties is de afgelopen jaren sterk verbreed. Er wordt steeds meer geïnvesteerd in mensen in plaats van stenen en er zijn veel projecten die bewoners die dat nodig hebben maatschappelijk een stap vooruit proberen te helpen. De diversiteit is groot. Zo zijn er kleinschalige projecten gericht op het verbeteren van competenties van individuen, maar ook projecten die zich richten op effecten op wijkniveau. De rol van corporaties hierbij varieert sterk. Soms blijft deze beperkt tot het faciliteren van activiteiten en soms voeren zij taken zelf uit. Maatschappelijk rendement Er is nog weinig zicht op wat deze sociale projecten precies opleveren. Met andere woorden: wat is het maatschappelijk rendement? Voor de SEV reden om een start te maken met het systematisch volgen en evalueren van een aantal sociale projecten bij vier corporaties in het land. In de standaardevaluatie ‘Investeren in mensen’ wordt een zevental projecten op uniforme wijze ‘getoetst’ op hun effectiviteit en efficiency. De standaardevaluatie is ontwikkeld door RIGO Research en Advies en richt zich op drie projecten van Volkshuisvesting in Arnhem, twee van Woonbron in Rotterdam, één van IN in Groningen en één van De Woonplaats in Enschede. Verschillende instrumenten Aan de hand van een vast stramien zijn de verschillende projecten geëvalueerd. Om gegevens te verzamelen, te ordenen en te analyseren is gebruik gemaakt van verschillende instrumenten: de SEV-effectenkaart, een door RIGO ontwikkeld persoonsvolgsysteem en de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) van RIGO. De standaardevaluatie laat zien dat effecten goed in beeld kunnen worden gebracht voor kleinschalige projecten, gericht op het individueel niveau. Om ook in de toekomst zicht te blijven houden op hoe het deelnemers vergaat is een persoonsvolgsysteem een handig hulpmiddel. Op buurtniveau was het lastig effecten toe te schrijven aan een enkel project. Vaak lopen er meerdere projecten van verschillende initiatiefnemers in een wijk of buurt. Juist deze combinatie van initiatieven leidt vaak tot een verandering in de buurt. De uitgevoerde maatschappelijke kosten-batenanalyses laten zien dat de meeste projecten maatschappelijk rendabel zijn, zij het dat de baten in eerste instantie bij bewoners of de overheid terechtkomen en niet bij de corporatie. Beter inzicht effecten Met deze standaardevaluatie is een start gemaakt met het beter inzichtelijk maken van effecten van investeringen in sociale projecten door corporaties. De aanbevelingen die het rapport geeft, toetsen we graag aan de hand van meer standaardevaluaties. Door meer kennis op te bouwen over de effecten en efficiency van projecten kunnen corporaties uiteindelijk een betere keuze vooraf maken over op te pakken projecten. Daarnaast zullen corporaties willen nadenken over de rol die zij vervullen bij sociale projecten. Nemen zij een faciliterende rol aan, zijn zij partner in samenwerking met andere partijen of voeren zij zelf activiteiten uit. De verschillende rollen hebben zowel voor- als nadelen, die weer van invloed zijn op de uiteindelijke effecten. Met deze standaardevaluatie hopen we bij te dragen aan een meer systematische uitvoering van sociale projecten en aan de discussie over de rol van de corporaties. Bron: www.sev.nl


21/29

Dertig gemeenten hebben nu een CJG Minstens dertig gemeenten beschikten op 1 november over een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Dat staat in de ‘Voortgangsrapportage Centra voor Jeugd en Gezin’ die minister André Rouvoet op 7 november aan de Tweede Kamer stuurde. Nog ten minste 25 andere gemeenten hebben een bundeling van voorzieningen en een fysiek inlooppunt gerealiseerd volgens het basismodel voor een CJG. Deze gemeenten hebben ervoor gekozen het openen van een officieel centrum uit te stellen totdat de samenwerkingsafspraken en de dienstverlening verbeterd zijn. Meer informatie:

Voortgangsrapportage CJG (PDF)

Bron: Ministerie voor Jeugd en Gezin


22/29

Moeizame overgang naar marktmodel Moeten zorgorganisaties nu publieke zorgaanbieders zijn of particuliere zorgondernemers? De vraag is niet relevant, stelt ActiZ-voorzitter Han Noten. "Je kunt er vanuit een bepaalde overtuiging wel een mening over hebben, maar feitelijk geeft de samenleving het antwoord. Zorgorganisaties worden behandeld als marktpartij. En als dat zo is, hebben ze maar één keuze: zich ook gedragen als marktpartij. Zorgorganisaties hebben zich te lang verantwoordelijk gevoeld voor de zorg in Nederland, voor een publieke taak dus. De sector lost steeds de problemen op, maar de sector ís niet verantwoordelijk voor de beschikbaarheid en toegankelijkheid van zorg. Dat is de overheid! En dát moet nu eens duidelijk worden voor iedereen: wie waarvoor verantwoordelijk is. Gaan we terug en maken we er weer een publieke dienst van of laten we de markt zijn werk doen?" Duidelijkheid Ook de sector zelf moet consequent zijn, vindt Noten. "Als je ervoor kiest als marktpartij te opereren, dan moet je ook open zijn over wat je te bieden hebt. Je moet je cliëntenraad op handen dragen. Dat betekent een andere dynamiek voor zorgorganisaties. Ze moeten bereid zijn verantwoording af te leggen aan de markt, aan de consument, en bijvoorbeeld openstaan voor vergelijkend onderzoek. Op die manier bereid je je het beste voor op de marktwerking. De politiek aarzelt zo. Er komt nu een wet waarin de rechten van zorgconsumenten worden vastgelegd. Maar het enige echte machtsmiddel om voor zijn rechten op te komen - geld - dat krijgt de consument nog niet. Als hij over het geld kan beschikken, kan hij ook zelf een zorgorganisatie kiezen. Pas dan werkt het als in de echte markt: de klant bepaalt naar welke supermarkt hij gaat én waaraan hij zijn geld uit wil geven. De overheid hoeft alleen maar te bewaken dat het eten in de supermarkt niet bedorven is en dat alle belangrijke productinformatie op de verpakking staat. Of het lekker is, kan de klant zelf wel bepalen." Een markt? Met één koper?! De huidige situatie waarin enerzijds van zorgorganisaties wordt verwacht dat ze zich als ondernemer, als marktpartij gedragen terwijl anderzijds overheid, zorgkantoren en zorgverzekeraars de dienst uit willen maken en zelfs zorg eisen zonder daarvoor te willen betalen, noemt Noten ronduit schizofreen. "Het is alsof je een supermarkt hebt en er een klant bij de kassa komt die niet wil betalen omdat hij vindt dat jouw winkel nog reserves heeft. Of omdat hij vindt dat je maar efficiënter moet werken. Dat kun je je toch niet voorstellen? Toch is dit precies wat gebeurt er in de zorg. Is er een markt? O ja? Dan is het toch vreemd dat de vraagzijde een monopolie heeft." Verschillende werelden "Publieke sector en marktsector zijn twee totaal verschillende werelden", benadrukt Noten. "Een zorgorganisatie die in de publieke wereld leeft, doet zijn best. En als het een jaartje tegenzit, legt hij dat uit en vraagt hij om meer geld. Verantwoording is slechts verschuldigd aan de overheid. En die overheid laat jou als zorgorganisatie heus niet omvallen. In de wereld van de markt lever je zorg tegen betaling. Wordt er niet betaald, dan lever je niet - bij de supermarkt is het niet anders. Als je het slecht doet, verlies je klandizie en ga je uiteindelijk failliet. Op die manier verdwijnen de slechtere ondernemingen en blijven de goede - die het best voldoen aan de wensen van de cliënt - over. Op zich kan zowel het publieke als het marktmodel goede zorg brengen. Maar een zorgondernemer moet wel van één van beide uit kunnen gaan. Van allebei tegelijk wordt hij letterlijk gek." Bron: www.actiz.nl


23/29

Kwaliteitskaart: de rapportcijfers Kwaliteitskaart Bewonersparticipatie zal gemeenten stimuleren “Dit zal gemeenten stimuleren om hoger in de ranking te komen”, zei (de inmiddels afgetreden) minister Vogelaar (WWI) tijdens de uitreiking van de Kwaliteitskaartenwaaier Bewonersparticipatie Krachtwijken. Ze reageerde hiermee op het feit dat er meerdere gemeenten zijn die een onvoldoende hebben gekregen voor de mate waarin ze bewoners hebben laten participeren in het maken van de wijkactieplannen voor de krachtwijken. De rapportcijfers zijn gegeven door het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA), naar aanleiding van een onderzoek van de Tilburgse school voor Politiek en Bestuur van de Universiteit van Tilburg in opdracht van LSA. Lees meer op www.lsabewoners.nl


24/29

MKBalans: vergelijk uw onderneming MKBalans is bedoeld voor MKB-ondernemers uit alle branches met 5 tot 200 werknemers die zichzelf eens een spiegel willen voorhouden. Het is een online instrument waarmee u snel inzicht krijgt in verschillende onderdelen van uw bedrijfsvoering. Niet over uw financiële positie, maar over die zaken die 'ontastbaar' lijken, de zogenaamde immateriële aspecten van de bedrijfsvoering. Bent u nieuwsgierig hoe u ervoor staat? Wilt u een aantal zaken eens grondig aanpakken? Bevindt uw bedrijf zich aan de vooravond van een nieuwe fase? Allemaal goede redenen om deze test te doen! MKBalans biedt aanknopingspunten voor een nieuwe of andere aanpak om uw bedrijfsvoering te verbeteren. Wat kunt u met de MKBalans? Met MKBalans kunt u de bedrijfsvoering van uw onderneming vergelijken met bedrijven in dezelfde sectorgrootte en met bedrijven in andere sectoren en grootte. Na het gebruiken van dit instrument krijgt u direct terugkoppeling, bestaande uit drie onderdelen: 1. Inzicht in de prestaties van uw onderneming. U ziet in één oogopslag hoe uw onderneming ervoor staat: groen, geel of rood. Een groene score betekent dat u hier goed heeft gescoord, een gele score betekent dat u het (nog) beter kunt doen en een 'rode' score betekent dat u echt kansen laat liggen. U kunt detailinformatie opvragen. Per vraag kunt u zien welke antwoorden u gaf en hoe dat uw score heeft bepaald. 2. Branchevergelijking. Naast uw eigen score ziet u ter vergelijking de brancheresultaten en kunt u detailinformatie opvragen. In een taartpunt kunt u zien hoeveel procent van de branche rood, geel en groen scoorde. Informatie op vraagniveau van de branche is niet beschikbaar. 3. Advies. Uw scores en het bijbehorende advies kunt u opvragen. Zo ziet u waar u goed scoort en wat u kan verbeteren. Hoe werkt MKBalans? 1. Vul MKBalans in. MKBalans bevat 80 vragen, verdeeld in een aantal clusters. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 1 uur. U kunt er ook voor kiezen om slechts één of meerdere clusters van vragen in te vullen. Het invullen van één cluster duurt 510 minuten. Voor vlotte invulling is het handig om een aantal gegevens bij de hand houden. [checklist] 2. Bekijk en vergelijk. Automatisch krijgt u een overzicht met uw eigen ‘score’ en die van de branche. Voor de start van MKBalans zijn de gegevens van 750 bedrijven verzameld en verwerkt in de database. Dagelijks komen er meer gegevens binnen. MKBalans kan u dus een reële afspiegeling geven van de stand van zaken in uw sector. 3. Aan de slag. Met de resultaten kunt u zelf aan de slag gaan of contact opnemen met de mensen van Syntens. Syntens is een onafhankelijke adviesorganisatie en werkt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. Methodiek van vergelijken De waardering van de antwoorden op de vragenlijst is als volgt. De vragenlijst werkt met meerkeuzevragen. Elk antwoord (a, b, c, of andere letter) heeft vooraf een waardering gekregen. MKBalans kent drie scores: groen, geel en rood (voor goed, neutraal en slecht). [klik hier voor gedetailleerde informatie over de waardering van de antwoorden] De vragenlijst is verdeeld in clusters. Elk cluster bestaat uit enkele vragen. De antwoorden van een cluster bepalen samen de score van dat cluster. Anders gezegd: de score van een cluster is de samenvatting van de antwoorden die u op de vragen uit een cluster heeft gegeven.


25/29

De antwoorden die u heeft gegeven, worden opgeslagen in de database. U kunt uw scores vergelijken met die van andere bedrijven. Dat gaat als volgt: U kiest een branche (en bedrijfsgrootte) waarmee u uw antwoorden wilt vergelijken. MKBalans verzamelt alle antwoorden op de vragen gegeven door de ondernemers uit de opgegeven branche en vat ze samen tot een score per cluster. U kunt, ongeacht uw score, uw adviesprofiel opvragen. Alleen de laatst ingevulde gegevens worden bij de vergelijking van de branche betrokken. Bron: www.mkbalans.nl


26/29

Kansen voor Krachtwijk Nieuwe kansen voor bewoners Utrechtse wijk Overvecht via huisbezoeken Wonen en Kansen succesvol dankzij intensieve samenwerking In 2007 is in Utrecht in de wijk Overvecht het project Wonen en Kansen gestart. Wonen en Kansen werkt samen met bewoners aan een betere toekomst voor de bewoner en zijn buurt. Wonen en Kansen doet dit via huisbezoeken. Met deze huisbezoeken hebben de samenwerkende woningcorporaties Mitros en Portaal en de gemeente Utrecht achter veel voordeuren kunnen kijken. Hieruit bleek bijvoorbeeld dat veel kinderen weinig buiten komen en dat mensen vaak niet weten wat hun mogelijkheden voor verbetering zijn. Wonen en Kansen heeft veel bewoners een nieuw perspectief geboden. Dit succes is mede te danken aan de intensieve samenwerking van verschillende organisaties die in de wijk Overvecht actief zijn. Het project biedt mogelijkheden voor een vervolg, bijvoorbeeld in de vorm van gerichte programma’s. Wonen en Kansen sluit aan op de Krachtwijken-aanpak van de overheid. Ook bij Wonen en Kansen staan activeren en meedoen centraal. Overvecht: Utrechtse krachtwijk In 2007 is Wonen en Kansen gestart. Het gaat om een project van de woningcorporaties Portaal en Mitros voor bewoners van de zogenaamde THEMA-dreven. Dit zijn de Tigrisdreef, Haifadreef, Sint Eustatiusdreef, Sint Maartendreef en Ankaradreef in de Utrechtse krachtwijk Overvecht. Het gaat om een zestal 10-hoog flats. In totaal wonen hier ruim 700 huishoudens en gaat het om bijna 1500 mensen. Het THEMA-gebied maakt deel uit van een breder gebiedsplan in Overvecht ‘De Gagel Vernieuwt’. In dit gebiedsplan staat een groot aantal maatregelen om de leefbaarheid van de buurt te versterken en bewoners meer kansen te bieden. Het gaat hierbij om kansen op goed onderwijs, op werk en op een goede gezondheid. Maar het gaat niet alleen hierom, maar ook om meer keuze aan woningen, een veilige en aantrekkelijke woonomgeving en nieuwe scholen en voorzieningen. Het gaat om stevige ingrepen die voor sommige mensen grote gevolgen kunnen hebben. Wat de THEMA-flats betreft zou het kunnen betekenen dat deze in de toekomst gesloopt worden. Doel van Wonen en Kansen: sociale stijging Voor de woningcorporaties Mitros en Portaal ligt de prioriteit bij sociale stijging van de bewoners en dan met name op het gebied van werk, opleiding en jeugd. Hierbij gaat speciale aandacht uit naar belemmerende factoren voor bewoners waardoor deze niet deelnemen aan onderwijs of aan de arbeidsmarkt. Daarnaast biedt Wonen en Kansen de mogelijkheid om erachter te komen hoe bewoners hun woning en de woonomgeving ervaren. Lees meer


27/29

Communitymarketing is de nieuwe trend De nieuwe marketingtrend van 2008 is communitymarketing. Dat blijkt uit het grote Berenschot/MarketingTribune-marketingtrendonderzoek onder ruim 1.400 marketeers. Andere nieuwkomer in de top-5 is 50+-marketing. De top-5 trends van dit jaar zijn communitymarketing (32 procent), 50+-marketing (26 procent), e-communication (22 procent), internet en web-based applications (22 procent) en viral- en buzz-marketing (20 procent). Het is de vijfde editie van het Berenschotonderzoek, dit jaar voor het eerst in samenwerking met Marketing Tribune. Voor het onderzoek zijn 1.200 marketeers rechtstreeks benaderd; daarnaast hebben lezers van Marketing Tribune en bezoekers van een aantal sites een enquête ingevuld (192 respondenten). Zowel communitymarketing als 50+-marketing is nieuw in de top-5; een signaal dat doelgroepdenken cruciaal is momenteel. Internet, blogs, fora Internet is een belangrijke aanjager van deze trend. Consumenten kunnen online steeds meer en steeds sneller informatie vinden. Daarnaast zijn zij zelf actief via blogs en fora, waar zij hun mening ventileren over nieuwe producten en merken. Communitymarketing haakt hierop in door met deze nieuwe generatie consumenten in contact te treden. Het idee is hen zodanig bij het merk te betrekken dat zij gaan fungeren als brand advocates, fans van het merk, die de boodschap verspreiden onder nieuwe prospects. ‘Uit de drie andere mediumgerelateerde trends is af te leiden dat marketeers dergelijke communities logischerwijs ook digitaal benaderen’, aldus Onno Ponfoort, senior managing consultant bij Berenschot. Marketingmix Hoewel deze trends er al jaren aan zaten te komen, blijkt uit het onderzoek dat marketeers moeite hebben om er echt op in te spelen. Slechts 53 procent van degenen die communitymarketing noemen als belangrijke trend, doen er ook daadwerkelijk iets mee. In geval van 50+-marketing is dat slechts 35 procent. ‘Als reden hiervoor geven marketeers aan dat ze te weinig macht hebben om productontwikkeling en andere marketingmixelementen te beïnvloeden’, zegt Ponfoort. ‘Degenen die wel inhaken op trends, doen dit vooral door de P’s van promotie en product te benutten.’ Opvallend is de geringe invloed van trends: respondenten geven aan dat trends slechts in 25 procent van de gevallen invloed hebben op het productontwikkelingsproces in hun bedrijf. De impact op marketingmixelementen is nog lager: achttien procent. Bron: Holland Management Review www.hmr.nl


28/29

Participatiepluim De Utrechtse woningcorporatie Mitros heeft op 17 november 2008 de Participatiepluim in ontvangst genomen voor het project 'Jouw portiek, mijn portiek'. De prijs wordt gegeven aan het beste project voor bewonersparticipatie. Bij het project 'Jouw portiek, mijn portiek' knapt Mitros een portiek eerst goed op en organiseert met de bewoners vervolgens een gesprek. Samen stellen zij een aantal leefregels op zodat een portiek er goed en netjes uit blijft zien. Dat zijn gewone basisleefregels, zoals: als er iets is, zeggen we dat rustig tegen elkaar, kranten en oud papier gooien we in de bak, we laten geen open vuilniszak staan op het balkon. Het zijn regels die Mitros niet oplegt, maar die de bewoners opstellen. Men raakt op die manier met elkaar in gesprek, men legt contact met elkaar waardoor de bewoners ook meer gaan ondernemen in de wijk. Ook de kinderen hebben aparte kinderafspraken gemaakt. 'Gewoon maar niet vrijblijvend' Het juryrapport stelt: 'een initiatief dat gewoon klinkt maar veel om het lijf heeft. Een initiatief dat leuk maar ook niet vrijblijvend is. Het gaat om schoon houden, om afspraken maken, om opfleuren, om samenwerking en om jong en oud weer het toe-eigenen van de ruimte die bewoners met elkaar delen. Ieder neemt zijn verantwoordelijkheid. Extra bijzonder is ook nog de betrokkenheid van de Marokkaanse vrouwenvereniging Al Amal.” Yves Vermeulen van Mitros is uiteraard erg blij met de prijs. 'Het is een bevestiging van onze goede aanpak zoals we dit een aantal jaren geleden zijn gestart.' De kracht van deze aanpak zit volgens Vermeulen in de actieve samenwerking met bewoners. 'We proberen zo goed mogelijk gebruik te maken van de zelforganisatie van bewoners. Daarom hebben we ook partners zoals Al Amal gezocht binnen de bevolkingsgroepen. Zo kom je in contact met mensen en groepen waar je anders moeilijk mee kan communiceren.' Zeventien nominaties Naast de portiekaanpak waren nog 16 Utrechtse projecten genomineerd. Buurthuis De Nieuwe Jutter verdiende een eervolle vermelding. Bo-Ex kocht het buurthuis dat werd wegbezuinigd op en bood het aan de bewoners aan ter exploitatie en beheer. Ook 'het moskeeproject' van Bo-Ex, Mitros en Portaal in samenwerking met Labyrinth, de lokale moskeeën en de gemeente Utrecht was genomineerd. Hierbij werden extra inspanningen geleverd om allochtone bewoners te bereiken voor inspraak in gebiedsplan De Gagel. Bron: www.aedesnet.nl


29/29

e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven

Recommend Documents